Vakantie in eigen land - Hoofdinhoud
Omdat mijn vrouw en dochter de stad waar ik door de week veel ben wat beter wilden leren kennen, hebben we drie dagen in Den Haag vakantie gevierd. En dat is goed bevallen. Op een paar vierkante kilometer is zoveel te zien en te doen dat we met gemak een week vakantie hadden kunnen vullen. Steeds meer mensen vieren vakantie in eigen land. En daar is best wat voor te zeggen.
Waarom mensen een vermogen uitgeven om aan de andere kant van de wereld op vakantie te gaan heb ik nooit zo goed begrepen. Natuurlijk, met de tent naar Frankrijk is heerlijk. Maar wat een mens gaat zoeken in exotische oorden van waaruit verstandige mensen (als ze de kans zouden krijgen) zo snel mogelijk deze kant op emigreren, het is mij een raadsel. Natuurlijk is daar veel te zien en te ontdekken. Maar veel dichterbij zeker ook. En dat is een stuk goedkoper, veiliger, comfortabeler en beter voor het milieu. Waarom je verdiepen in de cultuur van een ander land, terwijl je je eigen land niet eens kent?
De beste investering die we konden doen was de aanschaf van een museumjaarkaart. Zo’n kaart kost nog geen zes tientjes. Daarmee is de toegang tot de meeste musea verder gratis. Het beeld dat musea vooral gevuld zijn met verzamelingen stoffige schilderijen en oude spullen is op zijn best achterhaald. Vrijwel allemaal zijn ze uiterst toegankelijk en ook geschikt gemaakt voor kinderen. In Den Haag hebben we er vijf bezocht. Van het Mauritshuis tot het gemeentemuseum. Van panorama Mesdag tot een tentoonstelling over Escher en de gevangenpoort. Die jaarkaart hebben we er in een paar dagen wel uit.
Om te weten wie je bent moet je weten waar je vandaan komt. Er zijn mensen die er anders over denken. Maar een basale kennis van onze vaderlandse geschiedenis en cultuur vind ik erg belangrijk. Een gedeelde geschiedenis en cultuur zorgt voor verbondenheid. En dat is zeker in deze tijd van doorgeslagen individualisme geen overbodige luxe. Ik durf de stelling wel aan dat nergens ter wereld zoveel te zien en te beleven is op zo’n klein oppervlak, dan hier in ons eigen Nederland. Daar mogen we best een beetje trots op zijn.