Stop oneerlijke concurrentie Rotterdamse haven - Hoofdinhoud
Door Carlos Gonçalves (gemeenteraad Rotterdam) en Agnes Jongerius (Europees Parlement)
De Rotterdamse haven lijdt mede door toedoen van de Europese Commissie aan oneerlijke concurrentie met zijn belangrijkste Europese concurrenten, zoals Antwerpen en Hamburg. Want in tegenstelling tot die concurrenten moet Rotterdam dit jaar vennootschapsbelasting betalen. Bovendien krijgen veel andere Europese havens - met de zegen van Europa - overheidssteun voor investeringen in werkgelegenheid en infrastructuur. Rotterdam wordt zo twee keer ‘gepakt’.
Die belastingplicht voor havens staat vandaag op de agenda van het Europees Parlement. Daarom doen PvdA-Europarlementariër Agnes Jongerius en het Rotterdamse PvdA-gemeenteraadslid Carlos Gonçalves een oproep om een gelijk speelveld voor Europese zeehavens te creëren.
Er is niets tegen de belastingplicht die de Europese Commissie heeft opgelegd aan de Rotterdamse haven. Wel als deze plicht op dit moment alleen in Nederland geldt. Ook moet de Nederlandse overheid meer lef tonen door, net als in andere landen, meer te investeren in de Rotterdamse haven. Alleen op deze manier raakt de haven de dubbele achterstand ten opzichte van haar Europese concurrenten kwijt.
Het wegpoetsen van de achterstand is broodnodig. De Rotterdamse haven biedt direct en indirect werkgelegenheid aan ruim 300.000 mensen. Het is de grootste haven van Europa en van gigantisch belang voor ons land en de regio. Echter, de regio kampt met grote opgaven voor de toekomst. Het herstel van de werkgelegenheid in de regio Rijnmond loopt nog altijd achter op de landelijke ontwikkelingen, de beroepsbevolking kent een relatief laag opleidingsniveau en de toekomst van de werkgelegenheid in de haven is door de oprukkende robotisering allerminst zeker. Tegelijkertijd is en blijft Rotterdam verwikkeld in een bikkelharde concurrentiestrijd met andere Europese diepzeehavens als Antwerpen en Hamburg.
Om deze zware hobbels te lijf te gaan verwachten wij van de Europese Commissie dat zij een gelijk speelveld creëert voor alle Europese havens. Het Havenbedrijf Rotterdam betaalt dit jaar 45 miljoen euro aan vennootschapsbelasting. Geld dat niet geïnvesteerd kan worden in bijvoorbeeld de infrastructuur. Havens in België, Frankrijk en Duitsland zijn tot op de dag van vandaag uitgezonderd van het betalen van vennootschapsbelasting. De Europese Commissie zet zo de bijl aan de wortel van een eerlijke en open markt. Zolang er geen gelijk speelveld is, moet ook de Rotterdamse haven, net als andere Nederlandse havens, vrijgesteld worden van vennootschapsbelasting.
Maar Rotterdam verliest ook op een ander front. De Europese Commissie maakt het sinds dit jaar mogelijk voor nationale overheden om per jaar tot 150 miljoen euro te investeren in zeehavens zonder dat dit wordt aangemerkt als ongeoorloofde staatssteun. Deze investeringen moeten banen en groei creëren. Andere landen zetten deze middelen al volop in, Nederland niet. Het zou Rijnmond flink vooruithelpen als ook Nederland ervoor zou kiezen meer te investeren in de Rotterdame haven.
Als de Europese Commissie én de Nederlandse overheid niet van koers veranderen blijft de Rotterdamse haven pijnlijk lijden onder oneerlijke concurrentie. Dit gaat ten koste van werkgelegenheid en (duurzame) innovatie. Daarom zullen wij blijven hameren op een eerlijk speelveld en permanente investeringen, zodat de dubbele achterstand van de Rotterdamse haven op zijn Europese concurrenten teniet wordt gedaan.