AO over Venezuela - Hoofdinhoud
Algemeen Overleg over de actuele situatie in Venezuela.
Lees hier het (concept)verslag terug
Media
Caribisch Netwerk, 18 mei 2017
Opnieuw onduidelijkheid over beleid Venezolaanse vluchtelingen
Antilliaans Dagblad, 19 mei 2017
'Moois bereikt in Venezuela'
Spreektekst Han ten Broeke (VVD)
Alleen het gesproken woord geldt
Voorzitter.
Dit is "Viva la revolución!", zou ik bijna willen zeggen. Dit zijn experimenten op zijn Hollands: met de microfoon en staande ons verhaal doen. Het is een beetje als in de plenaire zaal. Ik zie vooral uit naar de beantwoording door de minister van Buitenlandse Zaken, omdat ik weet — ik sprak hem er net nog op aan — dat wij ooit eens in een setting hebben gezeten, een iets minder serieuze setting, waarin hij de rol van Maduro speelde. Het gaat overigens niet om de huidige Maduro maar om een andere Maduro. Hij zal vast zelf bereid zijn om hier nog op in te gaan. Die rol zal ik in ieder geval niet op mij nemen. Ik spreek hier vandaag als een van de indieners van een motie (29653, nr. 22) waarin werd gesteld dat we graag geruststellende maatregelen van de Nederlandse regering zouden zien. De vraag is of we daarvan voldoende hebben gezien.
In Venezuela is de noodtoestand alweer ruim een jaar oud. Er zitten 2.000 mensen in de gevangenis en 43 mensen zijn gedood. In de afgelopen 24 uur waren er alweer vijf doden in verschillende districten. We weten allemaal welke rokende socialistische puinhopen in dit land te bezichtigen zijn. Dit is tegelijkertijd ook het grootste buurland van Nederland. De voorzitter refereerde daar al aan. Er is voor ons betrekkelijk weinig aan te doen, maar de implosie aan Venezolaanse kant kan wel degelijk leiden tot een explosie aan de kant van de BES-eilanden, en dan doel ik op de potentiële migratie. Toen we dit probleem twee jaar geleden aankaartten omdat de eerste migranten zich met fruitbarkjes op de BES-eilanden hadden gemeld, werd er hard gelachen. In een AO werd zelfs gesproken over "de bootjes van Ten Broeke". Wie echter af en toe een Antilliaanse krant leest — in dit gebouw krijgen we de Amigoe — weet dat de overzeese gebiedsdelen van ons Koninkrijk wel degelijk worstelen met een langzaam toenemende migrantenstroom. Met enige regelmaat onderschept de Kustwacht Caribisch Gebied dan ook Venezolaanse bootjes met migranten aan boord. Soms gaat het om een handvol opvarenden. Zo werden er afgelopen zondag zo'n 29 illegale Venezolanen aangehouden. Soms zijn het er enkele tientallen. Bijna elke dag staat er wel iets in de Antilliaanse pers over Venezuela. Dit deel van ons Koninkrijk ligt ook maar op 30 kilometer afstand van het Venezolaanse vasteland. De gevolgen van de Venezolaanse brandhaard zijn dan ook direct bij ons merkbaar.
Ook de internationale pers is inmiddels wakker. In november publiceerde The New York Times een reportage over Roymar Bello, 1 van de ongeveer 150.000 Venezolanen die het land vorig jaar wisten te ontvluchten. Roymar voer mee op een boot met zeventien Venezolanen die succesvol met behulp van mensensmokkelaars Curaçao wisten te bereiken. Roymar betaalde 1.000 dollar om mee te varen op een vissersbootje. Hij hoefde alleen nog maar even het laatste stukje te zwemmen en toen was hij er. Dat was lang niet het enige bericht over de migratiestroom vanuit Venezuela. Het Latijns-Amerikaanse peilbureau Datincorp concludeerde een paar maanden geleden dat 57% van de Venezolaanse kiesgerechtigden Venezuela wil verlaten. Dat zijn 12 miljoen mensen. 10% is ook al voorbereidingen aan het treffen, aldus Fox News. Fake news?, hoor ik u denken. Niet echt. Onze eigen pers illustreert de cijfers tegenwoordig namelijk ook met de verhalen van Venezolaanse migranten of migranten in spe. "Alleen wie niet wegkan, blijft in Venezuela", kopte Trouw twee weken geleden, gevolgd door het verhaal van Alexis Gonzáles, die op het punt staat Venezuela te ontvluchten.
Ik kan niet anders dan concluderen dat er ruimte zit tussen deze berichtgeving die ons bereikt over de situatie, van internationale en tegenwoordig ook van nationale pers, en de geluiden die ons de afgelopen jaren in toenemende mate van onze eigen regering hebben bereikt. Daarin lijkt een zeker gevoel van urgentie te ontbreken. Op aandringen van deze commissie schreef de regering in juni 2015 een brief over de migratiedreiging vanuit Venezuela. Toen was letterlijk het assessment, de inschatting, van de minister van Buitenlandse Zaken dat er geen sprake was van een explosieve situatie — let wel — in Venezuela. Er was in ieder geval geen aanleiding om ons op noodscenario's voor te bereiden, ipse dixit. Ik ga straks iets vragen over de repatriëring van Nederlanders, want ik denk dat dat een reële vraag is, maar dit was toen het oordeel. Ook heeft de Kamer toen breed kritiek geuit op het reisadvies. Dat is altijd lastig; dat realiseer ik me goed. Die kritiek werd ook als ongegrond afgedaan. De minister zei dat hij zich niet herkende in de beschrijving die op dat punt werd gegeven. Enkele weken later werd het reisadvies aangescherpt. Maar ook toen moest je speuren naar een gevoel van urgentie van de kant van de regering. In het VAO Venezuela van 25 juni verwachtte de minister van Buitenlandse Zaken nog altijd een marginale vluchtelingenstroom. De berichtgeving in de media over de onderschepping van migrantenbootjes nam op dat moment al toe. Welke analyse moet hier prevaleren? Mijn fractie constateert dat er een te groot verschil bestaat.
In antwoorden op vragen van collega Sjoerdsma schreef de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties een maand geleden dat de inschatting van het kabinet blijft dat, mocht de situatie in Venezuela verder verslechteren, er geen massale migratiestroom op gang komt richting het Caribisch deel van het Koninkrijk. Ja, een massale migratiestroom, dat wil ik nog wel geloven. Voor het overige help ik het hopen. Maar wat is massaal? Als je een eiland met 100.000 inwoners hebt, zijn 100 migranten in verhouding al vijf keer zo veel als het aantal migranten dat heel Europa op dit moment moet verwerken, en dat is hier al het discours van de dag. Om tot die conclusie te kunnen komen, vind ik dus dat we de cijfers op een rijtje moeten hebben. Daarbij doet zich een groot probleem voor. Daarom heb ik een aantal vragen aan beide leden van de regering die hier vandaag aanwezig zijn.
In de brief van 12 mei schrijft de regering dat uit de cijfers van de kustwacht blijkt dat in het eerste kwartaal van 2017 een toename zichtbaar is van het aantal illegale migranten uit Venezuela. Daarvoor hadden wij al die tijd gewaarschuwd. Kan de regering die toename onderbouwen? Zijn er cijfers? Wordt dit nu ook actief geadministreerd? En hoeveel migranten heeft de Kustwacht Caribisch Gebied eigenlijk onderschept sinds het uitbreken van de crisis? In dezelfde brief schrijft de regering: "Na aanlanding aangetroffen illegale migranten worden teruggestuurd naar het land van herkomst." Maar dan moet je ze wel aantreffen. Hoeveel illegale migranten zijn er ondertussen teruggestuurd? Als er Venezolanen op illegale wijze op Bonaire terechtkomen, is de Wet toelating en uitzetting BES voldoende om deze mensen terug te sturen. Of is dat niet het geval? Is er al sprake geweest van uitzetting van illegalen? De mensen die agent Ferry Bakx hebben doodgeschoten, waren ook Venezolanen. Is hier sprake van een incident of moeten we vaststellen dat we langzamerhand ook voor georganiseerde Venezolaanse criminaliteit te vrezen hebben, bijvoorbeeld op Bonaire? Zijn Venezolanen eigenlijk ook oververtegenwoordigd in die zware criminaliteit? Hebben we dan geen extra reden om ze terug te sturen? Is de kustwacht überhaupt in staat om de uitgestrekte Koninkrijksgrenzen voldoende in de gaten te houden? Zijn het mandaat en het aantal mensen dat we daar hebben, voldoende? We hebben ook de Koninklijke Marechaussee in dat gebied, met zo'n 160 militairen. Dat zijn ook persoons- en grensbewakers. Kunnen die ook worden ingezet? Zouden die bijvoorbeeld in een analyse moeten worden meegenomen?
De kernvraag is eigenlijk: hoeveel Venezolanen bevinden zich op dit moment naar schatting op Aruba, Curaçao en Bonaire? Ik hecht er ook aan om dat te weten omdat er enorm veel familierelaties zijn. Dat geldt niet alleen voor de familie Maduro. In het verleden konden we misschien nog wegkomen met de gedachte dat veel Venezolanen naar de eilanden kwamen om daar cash te halen en te shoppen. Intussen denk ik dat heel veel Venezolanen, ook in de wat hogere inkomensklassen, zouden kunnen overwegen om er te blijven.
Ten slotte. Dit is mijn allerlaatste vraag, voorzitter. Waarom is er op verzoek van Aruba en Curaçao eigenlijk contact opgenomen met de UNHCR en de IOM (Internationale Organisatie voor Migratie) in het kader van het verder verfijnen van de crisisplannen, terwijl onze regering toch voortdurend aan blijft geven geen massale migratiestroom te verwachten? Over de asielwetgeving hebben we het nog niet gehad, maar daar komen we ongetwijfeld in tweede termijn nog over te spreken.