Jaarverslag overige Hoge Colleges van Staat en Kabinetten van de Gouverneurs 2016 - Jaarverslag en slotwet overige Hoge Colleges van Staat en de Kabinetten van de Gouverneurs 2016 - Hoofdinhoud
Dit jaarverslag i is onder nr. 1 toegevoegd aan wetsvoorstel 34725 IIB - Jaarverslag en slotwet overige Hoge Colleges van Staat en de Kabinetten van de Gouverneurs 2016.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Jaarverslag en slotwet overige Hoge Colleges van Staat en de Kabinetten van de Gouverneurs 2016 ; Jaarverslag; Jaarverslag overige Hoge Colleges van Staat en Kabinetten van de Gouverneurs 2016 |
---|---|
Documentdatum | 17-05-2017 |
Publicatiedatum | 17-05-2017 |
Nummer | KST34725IIB1 |
Kenmerk | 34725 IIB, nr. 1 |
Externe link | origineel bericht |
Originele document in PDF |
34 725 IIB Jaarverslag en slotwet overige Hoge Colleges van Staat en Kabinetten van de Gouverneurs 2016
Nr. 1 JAARVERSLAG VAN DE OVERIGE HOGE COLLEGES VAN STAAT EN KABINETTEN VAN DE GOUVERNEURS (IIB)
Aangeboden 17 mei 2017
Gerealiseerde uitgaven verdeeld over de beleidsartikelen (bedragen x € 1.000)
Gerealiseerde ontvangsten verdeeld over de beleidsartikelen (bedragen x € 1.000)
Inhoudsopgave
A.
Algemeen
4
1.
Aanbieding van het jaarverslag en verzoek tot dechargeverlening
4
2.
Leeswijzer
7
B.
Beleidsverslag
8
1.
Beleidsartikelen
8
Artikel 1. Raad van State
8
Artikel 2. Algemene Rekenkamer
13
Artikel 3. De Nationale ombudsman
17
Artikel 4. Kanselarij der Nederlandse Orden
21
Artikel 6. Kabinet van de Gouverneur van Aruba
24
Artikel 7. Kabinet van de Gouverneur van Curaçao
27
Artikel 8. Kabinet van de Gouverneur van Sint Maarten
30
2.
Niet-beleidsartikel
34
Artikel 10. Nominaal en onvoorzien
34
3.
Bedrijfsvoeringsparagraaf
35
C.
Jaarrekening
45
1.
De verantwoordingsstaat
45
2.
De saldibalans
46
3.
WNT verantwoording 2016 - Overige Hoge Colleges van Staat
53
-
A.ALGEMEEN
-
1.AANBIEDING EN DECHARGEVERLENING
AAN de voorzitters van de Eerste en Tweede Kamer van de Staten-Generaal.
Hierbij bied ik het jaarverslag met betrekking tot de begroting van de Raad van State, de Algemene Rekenkamer, de Nationale ombudsman, de Kanselarij der Nederlandse Orden, het Kabinet van de Gouverneur van Aruba, het Kabinet van de Gouverneur van Curaçao en het Kabinet van de Gouverneur van Sint Maarten (IIB) over het jaar 2016 aan.
Onder verwijzing naar de artikelen 63 en 64 van de Comptabiliteitswet 2001 verzoek ik de beide Kamers van de Staten-Generaal de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties decharge te verlenen over het in het jaar 2016 gevoerde financiële beheer.
Ten behoeve van de oordeelsvorming van de Staten-Generaal over dit verzoek tot dechargeverlening is door de Algemene Rekenkamer als externe controleur op grond van artikel 82 van de Comptabiliteitswet 2001 een rapport opgesteld. Dit rapport wordt separaat door de Algemene Rekenkamer aan de Staten-Generaal aangeboden. Het rapport bevat de bevindingen en het oordeel van de Rekenkamer met betrekking tot:
-
-
-
a.het gevoerde financieel beheer en materieel beheer;
-
-
-
-
b.de ten behoeve van dat beheer bijgehouden administraties;
-
-
-
-
c.de financiële informatie in de jaarverslagen;
-
-
-
-
d.de departementale saldibalansen;
-
-
-
-
e.de totstandkoming van de informatie over het gevoerde beleid en de bedrijfsvoering;
-
-
-
-
f.de in het jaarverslag opgenomen informatie over het gevoerde beleid en de bedrijfsvoering.
-
Bij het besluit tot dechargeverlening dienen verder de volgende, wettelijk voorgeschreven, stukken te worden betrokken:
-
-
-
a.het Financieel jaarverslag van het Rijk over 2016;
-
-
-
-
b.het voorstel van de slotwet dat met het onderhavige jaarverslag samenhangt;
-
-
-
-
c.het rapport van de Algemene Rekenkamer over het jaar 2016 met betrekking tot het onderzoek van de centrale administratie van ’s Rijks schatkist en van het Financieel jaarverslag van het Rijk;
-
-
-
-
d.de verklaring van goedkeuring van de Algemene Rekenkamer met betrekking tot de in het Financieel jaarverslag van het Rijk over 2016 opgenomen rekening van uitgaven en ontvangsten van het Rijk over 2016, alsmede met betrekking tot de Saldibalans van het Rijk over 2016 (de verklaring van goedkeuring, bedoeld in artikel 83, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2001).
-
Het besluit tot dechargeverlening kan niet worden genomen, voordat de betrokken slotwet is aangenomen en voordat de verklaring van goedkeuring van de Algemene Rekenkamer is ontvangen.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.H.A. Plasterk
Dechargeverlening door de Tweede Kamer
Onder verwijzing naar artikel 64 van de Comptabiliteitswet 2001 verklaart de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal dat de Tweede Kamer aan het hiervoor gedane verzoek tot dechargeverlening tegemoet is gekomen door een daartoe strekkend besluit, genomen in de vergadering van
De voorzitter van de Tweede Kamer,
Handtekening:
Datum:
Op grond van artikel 64, tweede lid van de Comptabiliteitswet 2001 wordt dit originele exemplaar van het onderhavige jaarverslag, na ondertekening van de hierboven opgenomen verklaring, ter behandeling doorgezonden aan de voorzitter van de Eerste Kamer.
Dechargeverlening door de Eerste Kamer
Onder verwijzing naar artikel 64 van de Comptabiliteitswet 2001 verklaart de voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal dat de Eerste Kamer aan het hiervoor gedane verzoek tot dechargeverlening tegemoet is gekomen door een daartoe strekkend besluit, genomen in de vergadering van
De voorzitter van de Eerste Kamer,
Handtekening:
Datum:
Op grond van artikel 64, derde lid van de Comptabiliteitswet 2001 wordt dit originele exemplaar van het onderhavige jaarverslag, na ondertekening van de hierboven opgenomen verklaring, doorgezonden aan de Minister van Financiën.
-
2.LEESWIJZER
Opbouw Jaarverslag 2016
Het jaarverslag over 2016 bestaat conform de regelgeving uit de volgende delen:
-
-
-
A.Algemeen
-
-
-
-
B.Beleidsverslag
-
-
-
-
C.Jaarrekening
-
De paragraafindeling van de artikelen is als volgt:
-
-
-
A.Algemene doelstelling
-
-
-
-
B.Rol en verantwoordelijkheid
-
-
-
-
C.Beleidsconclusies
-
-
-
-
D.Budgettaire gevolgen van beleid
-
-
-
-
E.Toelichting artikelonderdeel
-
Bij de begrotingen HIIA en HIIB wordt vermeld dat er sprake is van een afwijkend regime voor het centrale apparaatsartikel. Dit betekent dat geen apart centraal apparaatsartikel hoeft te worden opgenomen. Vaak bestaan deze begrotingen uit één artikel. In de toelichting per artikelonderdeel is een uitsplitsing opgenomen van de apparaatsuitgaven.
Wijziging artikel Nominaal en Onvoorzien
Conform de RBV 2017 is niet-beleidsartikel 10 Nominaal en Onvoorzien gewijzigd. De onderdelen loon- en prijsbijstelling worden onderverdeeld naar programma en apparaat. Omdat in de begroting 2016 deze wijziging nog niet van kracht was, wordt alleen voor het verschil (de laatste kolom) deze onderverdeling naar programma en apparaat gemaakt.
De bedrijfsvoeringsparagraaf is onder een aparte paragraaf opgenomen.
Wat betreft de budgettaire gevolgen van beleid is alleen een inhoudelijke toelichting gegeven bij opmerkelijke verschillen (boven € 0,5 mln.) tussen de oorspronkelijke vastgestelde begroting 2016 en de realisatie 2016.
Rechtmatigheid
In 2016 zijn de tolerantiegrenzen voor de rechtmatigheid op hoofdstukniveau niet overschreden en is er sprake van een getrouw beeld. Een toelichting op de rechtmatigheid per College is te vinden in de bedrijfsvoeringsparagraaf.
Groeiparagraaf
Er zijn dit jaar geen nieuwe ontwikkelingen voor de groeiparagraaf te melden.
-
B.BELEIDSVERSLAG
-
1.BELEIDSARTIKELEN
Artikel 1. Raad van State A Algemene doelstelling
De Raad van State heeft de taak om als adviseur voor wetgever en bestuur en als hoogste algemene bestuursrechter bij te dragen aan behoud en versterking van de democratische rechtsstaat en daarbinnen aan de eenheid, legitimiteit en kwaliteit van het openbaar bestuur in brede zin, alsmede aan de rechtsbescherming van de burger.
De Grondwet, de Wet op de Raad van State en de Wet houdbare overheidsfinanciën vormen het wettelijk kader, waarbinnen de Raad van State zijn taken verricht. Het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden vormt de grondslag voor zijn werkzaamheden als Raad van State van het Koninkrijk.
B Rol en verantwoordelijkheid
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is verantwoordelijk voor de beschikbaarheid van een voldoende begroting en verantwoordelijk voor het beheer van de begroting van de Overige Hoge Colleges van Staat en Kabinetten van de Gouverneurs. De Colleges voeren zelf het beheer over hun begroting of hun begrotingsdeel. Over de inhoud van dit beheer bestaan afspraken (de zogenoemde beheersafspraken) tussen de Minister en de Colleges, waarin recht gedaan wordt aan hun staatsrechtelijke positie.1
C Beleidsconclusies
Splitsing Raad van State en concentratie bestuursrechtspraak
In de brief van 16 november 20162 hebben de ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en Veiligheid en Justitie aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal geschreven dat de regering het wetsvoorstel Organisatie hoogste bestuursrechtspraak heeft ingetrokken.
Wijziging van de Vreemdelingenwet 2000 ter implementatie van Richtlijn 2013/32 i/EU (Procedure- en Opvangrichtlijn)
De budgettaire gevolgen van de Procedure- en Opvangrichtlijn maken onderdeel uit van de herijking van de kostprijs van de Vreemdelingenkamer. De voor 2016 geplande herijking zal plaatsvinden in 2017.
De Afdeling advisering
Taak van de Afdeling advisering is het op de meest doelmatige en kwalitatief goede wijze afdoen van binnengekomen adviesaanvragen. Tijdigheid, kenbaarheid en voorspelbaarheid zijn daarbij belangrijke kernbegrippen.
In de onderstaande tabel zijn de realisaties voor de jaren 2013 - 2016 weergegeven. Voor het jaar 2016 is een vergelijking gemaakt tussen ontwerpbegroting en de realisatie (afgedaan). In het aantal «afgedaan» van het jaar 2016 zijn de ongevraagde adviezen, verzoeken om voorlichting en de rapportages in het kader van het onafhankelijk begrotingstoezicht inbegrepen.
Tabel 1.1 Instroom en afhandeling adviesaanvragen (in aantallen)
2013
2014
2015
2016
2016
Ontwerpbegroting
Instroom
474
488
465
550
447
Afhandeling
444
492
452
550
430
Toelichting
De aantallen instroom en afhandeling voor het jaar 2016 zijn in lijn met de trend uit de voorgaande jaren. De in de ontwerpbegroting opgenomen aantallen voor instroom en afhandeling zijn, mede door de afhankelijkheid van externe factoren, indicatief. In de loop van het jaar is de meerjarige verwachting3 omtrent de instroom en afhandeling, in lijn met de genoemde trend, gewijzigd in 500.
De Afdeling bestuursrechtspraak
Taak van de Afdeling bestuursrechtspraak is het op de meest doelmatige en kwalitatief goede wijze afdoen van binnengekomen zaken. Tijdigheid, kenbaarheid en voorspelbaarheid en bruikbare rechtsvorming zijn daarbij belangrijke aspecten.
De Afdeling bestuursrechtspraak bestaat uit drie kamers: de Ruimtelijke-ordeningskamer, de Algemene kamer en de Vreemdelingenkamer.
In de onderstaande tabel is de realisatie van de afhandeling van zaken door de Afdeling bestuursrechtspraak weergegeven. De gemiddelde doorlooptijd van alle afdoeningen (hoofdzaken en Voorlopige Voorzieningen) is weergegeven.
Tabel 1.2 Doorlooptijd in weken
Norm doorlooptijd
Realisatie 2015 gemiddelde doorlooptijd
Realisatie 2016 gemiddelde doorlooptijd
Ruimtelijke-ordeningskamer
52
29
28
Algemene kamer
40
30
33
Vreemdelingenkamer
23
15
9
Totaal bestuursrechtspraak
22
18
Tabel 1.3 Instroom en afhandeling van zaken van de Afdeling bestuursrechtspraak (Hoofdzaken en Voorlopige Voorzieningen)
2013
2014
2015
2016
2016
2016
Afgedaan
Afgedaan
Afgedaan
Ontwerpbegroting
Ingekomen
Afgedaan
Ruimtelijke-ordeningskamer
1.971
2.215
2.258
1.950
1.583
1.409
Algemene kamer
3.821
3.941
3.688
3.800
3.411
3.161
Vreemdelingenkamer
8.423
6.650
5.853
6.910
6.729
6.402
Totaal bestuursrechtspraak
14.215
12.806
11.799
12.660
11.723
10.972
De in de ontwerpbegroting opgenomen instroomverwachtingen van de Ruimtelijke-ordeningskamer en de Algemene kamer zijn gebaseerd op ervaringsgegevens en een verondersteld ongewijzigd beleid bij de wetgever en de bestuursorganen. In 2016 was het aantal ingekomen zaken lager dan verwacht, waardoor het aantal afgedane zaken eveneens lager was.
De Afdeling bestuursrechtspraak is na de Immigratie- en Naturalisatiedienst en de rechtbanken de laatste schakel in de vreemdelingenketen. De instroom van zaken binnen de Vreemdelingekamer is grotendeels de uitkomst van de instroom, doorstroom en uitstroom bij de genoemde ketenpartners.
De verwachtingen ten aanzien van de instroom en productie van de Vreemdelingenkamer worden in samenwerking met de partners binnen de vreemdelingenketen jaarlijks vastgesteld. De verwerking van de budgettaire gevolgen van deze actualisatie vindt plaats bij gelegenheid van de Voorjaarnota en in de eerste suppletoire begroting.
D Tabel Budgettaire gevolgen van beleid
Beleidsartikel 1 Raad van State
2012
2013
2014
2015
Realisatie
2016
Vastgestelde
begroting
2016
Verschil
2016
Verplichtingen:
59.949
59.254
58.577
59.570
58.906
54.031
4.875
Uitgaven:
59.863
58.990
58.521
59.502
57.616
54.031
3.585
1.1
Advisering
0
0
0
0
7.375
6.819
556
1.2
Bestuursrechtspraak
0
0
0
0
50.241
47.212
3.029
1.3
Raad van State
59.863
58.990
58.521
59.502
0
0
0
Ontvangsten:
2.686
2.987
2.560
2.017
1.725
1.950
-
-225
E Toelichting artikelonderdeel
Verplichtingen
Het bedrag van de gerealiseerde verplichtingen, dat de stand Najaarsnota overschrijdt, betreft onder andere in 2016 nieuw afgesloten meerjarige overeenkomsten voor licenties ten behoeve van software, het onderhoud voor het personeelsinformatiesysteem en detachering van personeel.
Uitgaven
De wijzigingen van de oorspronkelijk vastgestelde begroting zijn toegelicht in de eerste en tweede suppletoire begrotingswetten. Bij gelegenheid van de Voorjaarsnota 2016 en de Miljoenennota 2017 is circa € 6,4 mln. toegevoegd aan het begrotingsartikel. Dit bedrag is het saldo van een compensatie van hogere uitgaven ten behoeve van de afdoening van zaken in het kader van de Crisis- en herstelwet (€ 0,7 mln.), toegenomen uitgaven als gevolg van een hoger dan geraamde instroom van zaken in de Vreemdelingenkamer (€ 0,9 mln.), een uitgavenverhoging als gevolg van gestegen pensioenlasten (€ 0,1 mln.) en een toevoeging (€ 3,6 mln.) als dekking van uitgaven ten behoeve van de wettelijk voorgeschreven digitalisering van de toegang tot de bestuursrechtspraak en de beheerskosten die daar het gevolg van zijn. Daarnaast is het begrotingsartikel verhoogd met circa € 1,6 mln. loon- en prijscompensatie. Tegenover deze uitgavenverhogingen stond een uitgavenverlaging van circa € 0,5 mln. als compensatie van de bij gelegenheid van het financieel Jaarverslag 2015 gemelde uitgavenoverschrijding.
Bij de Najaarsnota is een uitgavenverlaging van € 2,7 mln. gemeld. Van dit bedrag betreft € 1,2 mln. een verlaging van de uitgaven in de Vreemdelingenkamer, € 1,0 mln. een kasschuif naar 2017 ten behoeve van het programma digitalisering bestuursrechtspraak en € 0,5 mln. de eindejaarsmarge 2016.
In vergelijking met de stand van de Najaarsnota zijn de gerealiseerde uitgaven op het begrotingsartikel van de Raad van State zijn € 0,15 mln. lager dan de raming. Deze meevaller is per saldo het gevolg van een afname met € 0,226 mln. in de personele bezetting binnen de bestuursrechtspraak en een lichte stijging met € 0,076 mln. van de personele uitgaven binnen de advisering.
Specificatie apparaatsuitgaven
Bedragen x € 1.000
Apparaat
2016
Personeel
51.890
Eigen personeel
47.186
Externe inhuur
4.203
Overig personeel
501
Materieel
5.725
Overig materieel
5.725
Totaal apparaat
57.615
Ontvangsten
De ontvangsten uit hoofd van griffierechten vallen tegen met circa € 0,225 mln. Dit is veroorzaakt door een gedaalde instroom van beroepen binnen de Afdeling bestuursrechtspraak en door jurisprudentie inzake «betalingsonmacht» die onder voorwaarden on- en minvermogenden vrijstelling van het tarief van griffierechten verleent.
Taakstelling
In eerdere begrotingen is melding gemaakt van een tussen de Vice-President van de Raad van State en de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties gerezen verschil van inzicht over de taakstelling materieel en personeel uit het Regeerakkoord Rutte II. Deze vermelding past in het stelsel van de beheersafspraken tussen de Minister en de Hoge Colleges van Staat.
De Raad van State onderkent de noodzaak om een bijdrage te leveren en om mee te denken over maatregelen die een financiële matiging van maatschappelijke kosten tot gevolg hebben. Die maatregelen hangen wat de Raad betreft samen met een optimaal gebruik van kennis, mensen en middelen binnen de Raad en het optimaal gebruik maken van synergie- en schaalvoordelen, ook binnen de bestuursrechtspraak. Van een verschil van inzicht in de zin van de beheersafspraken is daarom al enige tijd geen sprake meer4.
Artikel 2. Algemene Rekenkamer A. Algemene doelstelling
De Grondwet en de Comptabiliteitswet 2001 (CW 2001) vormen het wettelijke kader voor de Algemene Rekenkamer om de ontvangsten en uitgaven van het Rijk en de daarmee verbonden organen te onderzoeken. De Algemene Rekenkamer heeft als doel het rechtmatig, doelmatig, doeltreffend en integer functioneren van het Rijk en de daarmee verbonden organen te toetsen en te verbeteren. Daarbij toetst zij ook de nakoming van verplichtingen die Nederland in internationaal verband is aangegaan.
De Algemene Rekenkamer voorziet de regering, de Staten-Generaal en degenen die verantwoordelijk zijn voor de aan het Rijk verbonden organen van bruikbare en relevante informatie, aan de hand waarvan zij kunnen bepalen of het beleid van een Minister rechtmatig, doelmatig en doeltreffend is uitgevoerd.
De Algemene Rekenkamer keurt de rekening van uitgaven en ontvangsten van het Rijk goed. Jaarlijks stelt de Algemene Rekenkamer haar onderzoeksprogramma vast en bepaalt zij zelf wat zij openbaar maakt. Zij voorziet de regering, de Staten-Generaal en degenen die verantwoordelijk zijn voor de gecontroleerde organen van informatie. Deze informatie bestaat uit onderzoeksbevindingen, oordelen en aanbevelingen over organisatie, beheer en beleid en is in beginsel voor het publiek toegankelijk.
De Algemene Rekenkamer doet onderzoek bij de rijksoverheid, bij zelfstandige organisaties die met publiek geld een publieke taak uitvoeren en bij particulieren, bedrijven en overheden die Europese subsidies ontvangen.
Daarnaast rekent zij het tot haar verantwoordelijkheden om een bijdrage te leveren aan goed openbaar bestuur door kennisuitwisseling en samenwerking in binnen- en buitenland.
-
B.Rol en verantwoordelijkheid
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is verantwoordelijk voor het beheer van de begroting van de Staten-Generaal en van de begroting van de Overige Hoge Colleges van Staat en Kabinetten van de Gouverneurs. De colleges voeren zelf het beheer over hun begroting of hun begrotingsdeel. Over de inhoud van dit beheer bestaan afspraken (de zogenaamde beheersafspraken) tussen de Minister en de colleges, waarin recht gedaan wordt aan hun staatsrechtelijke positie.5
De Algemene Rekenkamer voert haar wettelijke taken op onafhankelijke wijze uit.
De Algemene Rekenkamer steunt voor haar werkzaamheden voor een belangrijk deel op de controle door de Auditdienst Rijk. Deze voorcontrole draagt dan ook in belangrijke mate bij aan de resultaten van het werk van de Algemene Rekenkamer. De International Standards of Supreme Audit Institutions (ISSAI) vormen het kader voor de werkzaamheden van de Algemene Rekenkamer.
-
C.Beleidsconclusies
De Algemene Rekenkamer heeft in 2016 haar beleidsdoelen gerealiseerd. In het verslag van werkzaamheden van de Algemene Rekenkamer is dit gepubliceerd.
In 2016 heeft de Algemene Rekenkamer het werkprogramma op drie momenten geactualiseerd. Zo kan de Algemene Rekenkamer reageren op ontwikkelingen en op verzoeken van Eerste en Tweede Kamer en/of van bewindspersonen.
In 2016 heeft de Algemene Rekenkamer in totaal 77 publicaties opgeleverd:
-
-
-
•49 rapporten, waarvan 1 verzoekonderzoek en 24 verantwoordingsonderzoeken;
-
-
-
-
•7 updates van webdossiers;
-
-
-
-
•21 brieven aan de Tweede Kamer, waarvan 11 brieven aan de Tweede Kamer met aandachtspunten bij de begroting 2017 (begrotingsbrieven).
-
In 2016 heeft de Algemene Rekenkamer op verzoek van de Tweede Kamer een verzoekonderzoek uitgevoerd naar het handhavingsbeleid van de Belastingdienst. Dit onderzoek werd in november 2016 gepubliceerd.
Met de productie van 77 publicaties overtreft de Algemene Rekenkamer haar planning voor 2016. In 2016 waren er 67 publicaties voorzien. Het verschil wordt grotendeels verklaard door het grotere aantal brieven aan de Tweede Kamer.
Daarnaast organiseerde de Algemene Rekenkamer vele bijeenkomsten en participeerde zij in bijeenkomsten en discussies van anderen. Een voorbeeld daarvan vormt de bijeenkomst georganiseerd met de Open State Foundation, het CBS en de Ministeries van BZK, Financiën en IenM. Door externe ontwikkelaars werden in competitieverband diverse apps en websites ontwikkeld waarmee geldstromen en prestaties van de overheid in kaart werden gebracht (zie www.accountabilityhack.nl).
Op www.rekenkamer.nl heeft de Algemene Rekenkamer de onderzoeksrapporten, de brieven aan de Tweede Kamer en het Verslag 2016 gepubliceerd. Daar zijn ook de webdossiers te vinden. Bij het Verslag 2016 heeft de Algemene Rekenkamer al de uitgaven (het «grootboek») openbaar gemaakt in de vorm van open data.
Sinds juni 2014 is de Algemene Rekenkamer voorzitter van de European Organisation of Supreme Audit Organisations. Het jaar 2016 is onder meer benut voor het ontwikkelen van een strategie voor de periode 2017 - 2022.
De Algemene Rekenkamer heeft in 2016 voorbereidingen getroffen voor een omvangrijke wijziging van de organisatiestructuur. Deze reorganisatie zal in 2017-2018 zijn beslag krijgen. Met de beoogde reorganisatie wordt geïnvesteerd in wendbaarheid, zakelijkheid en kwaliteit. Aan de reorganisatie zullen personele consequenties verbonden zijn. De formatie zal nog verder dalen van 325 fte in de jaren 2002 naar 274 fte anno 2016 naar 234 fte naar verwachting in 2018.
De financiële ruimte die met de laatste personeelsreductie wordt gerealiseerd biedt mogelijkheden om door inhuur van externe capaciteit wendbaar en flexibel in te spelen op behoefte aan tijdelijk noodzakelijke specifieke expertise.
Met deze formatiereductie wordt tevens bijgedragen aan de inspanningsverplichting die de Algemene Rekenkamer op zich heeft genomen op verzoek van het kabinet.
-
D.Budgettaire gevolgen van beleid
Beleidsartikel 2 Algemene Rekenkamer
Budgettaire gevolgen van beleid (bedragen x € 1.000)
2012
2013
2014
2015
Realisatie
2016
Vastgestelde
begroting
2016
Verschil
2016
Verplichtingen:
29.451
29.137
29.947
28.531
29.159
28.204
955
Uitgaven:
29.279
29.051
30.028
28.714
28.868
28.204
664
2.1
Recht- en doelmatigheidsbevordering
29.279
29.051
30.028
28.714
28.868
28.204
664
Ontvangsten:
1.712
1.157
977
1.137
802
1.217
-415
-
E.Toelichting artikelonderdelen
Het begrotingsartikel van de Algemene Rekenkamer bevat alleen apparaatsuitgaven. In onderstaande tabel zijn de apparaatsuitgaven gespecificeerd.
Specificatie apparaatsuitgaven
Bedragen x € 1.000
Apparaat
2016
Personeel
24.073
Eigen personeel
21.922
Externe inhuur
1.936
Overig personeel
215
Materieel
4.795
Overig materieel
4.795
Totaal apparaat
28.868
In het kader van de regeerakkoorden hebben de kabinetten Rutte I en Rutte II aan de Algemene Rekenkamer gevraagd de volgende taakstellingen op zich te nemen:
2013
2014
2015
2016
2017
2018 structureel
Rutte I
800.000
1.100.000
1.600.000
1.726.000
1.821.000
1.900.000
Rutte II
504.000
1.008.000
1.176.000
totaal
800.000
1.100.000
1.600.000
2.230.000
2.829.000
3.076.000
Het totaal van de beide taakstellingen loopt daarmee op tot bijna 11% structureel van het oorspronkelijke begrotingsbedrag 2016 van € 28,2 mln. Met het realiseren van de door de Algemene Rekenkamer en parlement geaccordeerde inspanningsverplichting van het kabinet Rutte I is naast een korting op het personeelsbudget van de Algemene Rekenkamer ook het materiële budget sterk versoberd. Met de door de Algemene Rekenkamer bestreden maar door het parlement geaccordeerde inspanningsverplichting van het kabinet Rutte II zijn de mogelijkheden om investeringen in de bedrijfsvoering te realiseren nog verder verkleind. De inspanningsverplichtingen gaf de Algemene Rekenkamer aanleiding tot een verdere reductie van de bezetting.
Artikel 3. De Nationale ombudsman A Algemene doelstelling
De burger heeft recht op behoorlijke behandeling door de overheid. Meestal gebeurt dat ook, maar het lukt niet altijd. Dan kan de burger terecht bij de Nationale ombudsman, wiens missie is de burger te beschermen tegen onbehoorlijk overheidsoptreden.
De doelstelling van de Nationale ombudsman is, als onafhankelijk orgaan oplossingen te bieden voor individuele klachten van burgers en een bijdrage te leveren aan de oplossing van structurele behoorlijkheidproblemen onder meer door onderzoek op eigen initiatief. Het voorkomen van klachten door bijvoorbeeld het geven van preventief advies speelt hierbij een belangrijke rol.
De Kinderombudsman en de Veteranenombudsman hebben tot doel te bevorderen dat de rechten van respectievelijk jeugdigen en veteranen worden geëerbiedigd door bestuursorganen en door privaatrechtelijke organisaties. De Kinderombudsman en de Veteranenombudsman zijn ondergebracht bij de Nationale ombudsman.
B Rol en verantwoordelijkheid
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is verantwoordelijk voor het beheer van de begroting van de Overige Hoge Colleges van Staat en Kabinetten van de Gouverneurs. De Colleges voeren zelf het beheer over hun begroting of hun begrotingsdeel. Over de inhoud van dit beheer bestaan afspraken (de zogenoemde beheersafspraken) tussen de Minister en de Colleges, waarin recht gedaan wordt aan hun staatsrechtelijke positie.6
C Beleidsconclusies
In het derde kwartaal van 2016 zijn de werkzaamheden voor de evaluatie van de Wet Kinderombudsman gestart. Het onderzoek, dat uitgevoerd wordt door een derde partij, de Universiteit Leiden, heeft als doel de doeltreffendheid en de (neven)effecten van de wet in de praktijk in kaart te brengen. Daarbij wordt gekeken naar de beoogde doelstellingen van de wetgever: toezicht op de naleving van kinderrechten, klachtenafhandeling, focus op het gehele jeugddomein en participatie van kinderen - en in hoeverre deze zijn bereikt met de invoering van de wet. Ook wordt gekeken naar de uitvoering van de wettelijke taken door het team van de Kinderombudsman en de invloed daarvan voor de doelstellingen van de wet. De evaluatie is vertraagd en worden niet in 2016, maar in 2017 verwacht.
De Nationale ombudsman vervult de ombudsfunctie voor de openbare lichamen en rijksdiensten in Caribisch Nederland. Met het Ministerie van BZK zijn gesprekken gevoerd over de structurele financiering van het werk van de Nationale ombudsman in Caribisch Nederland. Dit heeft tot incidenteel budget geleid.
De ombudsman is in tegenstelling tot in Europees Nederland eerstelijns klachtbehandelaar voor klachten over de lokale overheden op de eilanden. Dit is een wezenlijk andere positie die extra inzet vergt. Bovendien hebben veel overheidsinstanties op de eilanden, zowel op rijksniveau als lokaal, nog geen echte bekendheid met het klachtrecht, dit blijkt uit de klachtbehandeling door de Nationale ombudsman en uit gesprekken met overheidsorganisaties. Daarom werkt de Nationale ombudsman ook aan het ingevoerd krijgen van de beginselen van het klachtrecht. Ook hebben veel bewoners op Bonaire, St Eustatius en Saba nog geen bekendheid met de Nationale ombudsman. Dit betekent dat zij kennis moeten maken met de ombudsman als laagdrempelige onafhankelijke instantie waar een burger in vertrouwen zijn klacht over de overheid kan voorleggen. Daarom is de ombudsman in 2016 twee keer naar deze eilanden toegegaan. Hier werden spreekuren gehouden en gesprekken gevoerd met overheidsvertegenwoordigers. Waar het werk voorheen voornamelijk bestond uit het doen van interventies (het oplossen van problemen) naar aanleiding van klachten, zijn dit jaar ook meerdere onderzoeken gedaan. Het aantal klachten neemt al jaren gestaag toe en is relatief gezien hoger dan in Europees Nederland. In 2015 zijn 125 klachten behandeld, in 2016 212. Caribisch Nederland telde in 2016 circa 24.500 inwoners. Met 212 verzoeken betekent dit dat per circa 118 inwoners een verzoek werd ontvangen. Nederland telt circa 16,8 miljoen inwoners, van hen ontvingen we 35.000 verzoeken. Dit betekent dat per circa 480 inwoners een verzoek werd ontvangen. Vanuit Caribisch Nederland worden dus naar verhouding ruim vier maal zoveel verzoeken ontvangen.
D Tabel Budgettaire gevolgen van beleid
Beleidsartikel 3 De Nationale ombudsman
Budgettaire gevolgen van beleid (bedragen x € 1.000)
2012
2013
2014
2015
Realisatie
2016
Vastgestelde
begroting
2016
Verschil
2016
Verplichtingen:
16.457
15.632
16.676
17.674
16.662
15.204
1.458
Uitgaven:
16.635
16.226
16.361
17.016
16.306
15.204
1.102
3.1
Reguliere klachten
14.393
13.895
13.982
14.472
14.035
13.031
1.004
3.2
Klachten van lagere overheden
2.242
2.331
2.379
2.544
2.271
2.173
98
Ontvangsten:
2.340
2.840
2.765
3.192
2.775
2.189
586
E Toelichting artikelonderdeel
Uitgaven
Artikel 3.1
Dit betreft de uitgaven voor klachtbehandeling door de Nationale ombudsman waaronder ook het onderzoek op eigen initiatief. Daarnaast ook uitgaven voor de uitvoering van taken van de Kinderombudsman en de Veteranenombudsman.
Artikel 3.2
Op Artikel 3.2 worden alle uitgaven van de klachtbehandeling voor de decentrale overheden zichtbaar.
Tabel 1: Aantal klachten naar ontvangst
Klachten
2014
2015
2016
Per post
3.640
3.750
3.860
Digitaal
7.710
9.420
6.810
Totaal schriftelijk
11.350
13.170
10.670
Mondeling
24.920
24.980
24.160
Totaal
36.270
38.150
34.830
-
-
-
•Deze aantallen zijn exclusief de klachtbehandeling door de Kinderombudsman en Veteranenombudsman. Het aantal klachten is afgerond op tientallen
-
Het budget van de Nationale ombudsman voor 2016 is gekort in verband met overschrijding van het budget in 2015. Dit heeft ervoor gezorgd dat de uitgaven tot het uiterste zijn beperkt. Dit heeft niet kunnen voorkomen dat het budget alsnog is overschreden. Bij de 1e suppletoire heeft de Nationale ombudsman een korting op haar budget gekregen in verband met de overschrijding uit het jaar 2015. De Nationale ombudsman heeft binnen haar mogelijkheden geprobeerd ook dit tekort op te lossen. Ondanks de sturing op enkel de minimale uitgaven voor de organisatie, heeft de Nationale ombudsman niet de gehele korting binnen de begroting op kunnen vangen. Merkbaar is dat de organisatie de grenzen van mogelijke bezuinigingen heeft bereikt, waardoor de mogelijkheden om te investeren in de toekomst van personeel en organisatie uiterst beperkt zijn geweest.
Het totale budget van de Nationale ombudsman is na verwerking van de begrotingsmutaties gedurende het jaar overschreden met ongeveer € 0,14 mln. De overschrijding heeft voornamelijk plaatsgevonden op het budget van de Kinderombudsman, in verband met de extra benodigde capaciteit voor de uitvoering van de taken van de Kinderombudsman en tijdelijke externe inhuur.
Specificatie apparaatsuitgaven
Bedragen x € 1.000
Apparaat
2016
Personeel
12.759
Eigen personeel
11.605
Externe inhuur
637
Overig personeel
517
Materieel
3.547
Overig materieel
3.547
Totaal apparaat
16.306
Ontvangsten
De ontvangsten hebben voornamelijk betrekking op de klachtbehandeling voor de decentrale overheden en ontvangsten die betrekking hebben op het voorgaande begrotingsjaar. Ook zijn er enkele buitenlandse subsidieprojecten afgerond.
Artikel 4. Kanselarij der Nederlandse Orden A Algemene doelstelling
De Kanselarij der Nederlandse Orden (KNO) is bij Koninklijk Besluit (KB) van 3 juni 1844 ingesteld. De Kanselarij der Nederlandse Orden is de organisatie die:
-
-
-
•het Kapittel voor de Civiele Orden en het Kapittel der Militaire Willems-Orde huisvest en ambtelijk ondersteunt in hun advisering over de voorstellen tot decoratieverlening;
-
-
-
-
•zorg draagt voor het beheer van de versierselen van de onderscheidingen en voor de correcte verzending ervan aan de betrokken Ministeries;
-
-
-
-
•zorgt dat registers worden aangehouden van in het Koninkrijk der Nederlanden onderscheiden personen.
-
Kapittel der Militaire Willems-Orde
De taken van het Kapittel der Militaire Willems-Orde behelzen:
-
-
-
•het adviseren van het hoofd van het betrokken departement van algemeen bestuur over de voordrachten voor benoeming of bevordering in en ontslag uit de Orde dan wel over aanvragen om in de Orde te worden opgenomen of bevorderd;
-
-
-
-
•het verstrekken van inlichtingen aan het hoofd van het betrokken departement van algemeen bestuur alsmede het geven van inzage in alle zakelijke gegevens en bescheiden aan deze departementen;
-
-
-
-
•het aanhouden van registers voor elk der vier klassen van ridders;
-
-
-
-
•het houden van aantekening van verlening van het ordeteken aan onderdelen van de krijgsmacht.
-
Kapittel voor de Civiele Orden
Het Kapittel voor de Civiele Orden heeft als adviescollege op landelijk niveau tot taak Onze Minister wie het aangaat te adviseren over het verlenen van onderscheidingen in één van de Civiele Orden.
B Rol en verantwoordelijkheid
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is verantwoordelijk voor het beheer van de begroting van de Overige Hoge Colleges van Staat en Kabinetten van de Gouverneurs. De Colleges voeren zelf het beheer over hun begroting of hun begrotingsdeel. Over de inhoud van dit beheer bestaan afspraken (de zogenoemde beheersafspraken) tussen de Minister en de Colleges, waarin recht gedaan wordt aan hun staatsrechtelijke positie.7
C Beleidsconclusies
De realisatie van een nieuw ICT-systeem voor aanvraag en behandeling van Koninklijke onderscheidingen heeft een vertraging van 1 jaar opgelopen.
D Tabel Budgettaire gevolgen van beleid
Beleidsartikel 4 Kanselarij Nederlandse Orden
Budgettaire gevolgen van beleid (bedragen x € 1.000)
2012
2013
2014
2015
Realisatie
2016
Vastgestelde
begroting
2016
Verschil
2016
Verplichtingen:
3.802
4.791
3.954
3.933
6.178
5.421
757
Uitgaven:
4.807
4.845
3.583
4.170
4.409
5.421
-1.012
4.1
Apparaat
2.443
2.389
2.462
2.906
3.187
3.811
-624
4.2
Decoraties
2.362
2.454
1.120
1.262
1.221
1.605
-384
4.3
Riddertoelagen
2
2
1
2
1
5
-4
Ontvangsten:
157
130
154
241
294
29
265
E Toelichting artikelonderdeel 4.1 Apparaat
In onderstaande tabel is het begrotingsartikel apparaatuitgaven van de Kanselarij der Nederlandse Orden gespecificeerd.
Specificatie apparaatuitgaven
(bedragen x € 1.000)
Apparaat
2016
Personeel
2.022
Eigen personeel
1.362
Externe inhuur
660
Overig personeel
0
Materieel
1.165
Overig materieel
1.165
Totaal apparaat
3.187
Onderuitputting op de uitgaven van apparaat is voornamelijk ontstaan doordat de beoogde ICT uitgaven voor de vernieuwing van het huidige decoratiesysteem «Daisy» vertraging opgelopen hebben. Lint, het nieuwe decoratiesysteem, zal naar verwachting in 2018 in gebruik worden genomen.
4.2 Decoraties
De gerealiseerde uitgaven van decoraties op de begroting heeft onder andere te maken met de jaarlijkse bestelling van versierselen. De Koninklijke Nederlandse Munt die de versierselen fabriceert heeft de door de KNO opgegeven order niet geheel kunnen fabriceren.
4.3 Ontvangsten
De ontvangsten zijn voor een deel, € 0,130 mln., hoger uitgevallen door het ontvangen van een eenmalige vergoeding van de Nationale Politie voor de bestelling van Politiemedailles, jaartekens en batons die de Nationale Politie jaarlijks bij de Kanselarij der Nederlandse Orden afneemt. Ook is een groot aantal teruggekomen onderscheidingen, die niet in aanmerking komen voor restauratie, verschrot en de waarde hiervan is uitgekeerd. Tevens zijn de ontvangsten van borgsommen hoger uitgevallen dan ingeschat was.
Artikel 6. Kabinet van de Gouverneur van Aruba A. Algemene doelstelling
De missie van het kabinet is het optimaal ondersteunen van de Gouverneur in de uitoefening van zijn taken. Gezien deze ondersteunende rol zijn de taken van het kabinet een afgeleide van de wettelijke taken en bevoegdheden van de Gouverneur. De belangrijkste taken en bevoegdheden zijn opgenomen in het Statuut voor het Koninkrijk, de Staatsregeling van Aruba en het Reglement van de Gouverneur. Verder is de regelgeving voor naturalisatie, optie, paspoorten en visa van belang (de Rijkswet op het Nederlanderschap, de Paspoortwet, de Paspoortuitvoeringsregeling Nederlandse Antillen en Aruba en de visuminstructies van de Minister van Buitenlandse zaken en de Staatssecretaris van Veiligheid & Justitie). Daarnaast zijn de taken en inrichting van het kabinet vastgelegd in een instellings- en beheersbesluit, alsmede een organisatie en formatieplan.
-
B.Rol en verantwoordelijkheid
De bestuurlijke rol van de Gouverneur zowel binnen Aruba als landsorgaan, als in relatie tot het Koninkrijk als Koninkrijksorgaan brengt met zich mee dat op het hele werkveld van deze overheden contacten worden onderhouden, ook door het Kabinet ten behoeve van de Gouverneur met de Staten van Aruba, met ministers, andere bestuurders en instituties in het Koninkrijk, Aruba en Nederland. De relaties met de Gouverneurs van Aruba en van Curaçao zijn geïnstitutionaliseerd en worden onderhouden.
Met name bij de uitvoering van rijkswetgeving werkt het Kabinet samen met verschillende ministeries, agentschappen en diensten. Dit zijn in het bijzonder de Immigratie- en Naturalisatiedienst, de Rijksdienst voor Identiteitsgegevens en het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Binnen het land Aruba heeft het Kabinet intensief contact met de Staten, de Raad van Ministers, de Hoge Colleges van Staat en met overige landsdiensten. De Gouverneur van Aruba heeft de procedure van de aanvraag en uitgifte van nationale paspoorten aan ingezetenen van Aruba deels gemandateerd aan de Dienst Bevolking en Burgerzaken (Censo).
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is verantwoordelijk voor het beheer van de begroting van de Overige Hoge Colleges van Staat en Kabinetten van de Gouverneurs. De colleges voeren zelf het beheer over hun begroting of hun begrotingsdeel. Over de inhoud van dit beheer bestaan afspraken (de zogenoemde beheersafspraken) tussen de Minister en de colleges, waarin recht gedaan wordt aan hun staatsrechtelijke positie.8
-
C.Beleidsconclusies
Er zijn geen beleidswijzigingen. Voor wat betreft de uitvoering en beoogde resultaten deden zich geen bijzonderheden voor. Wel is sprake geweest van een toename van het aantal optie- en Naturalisatieverzoeken en een afname voor wat betreft de paspoorten en visa-aanvragen in vergelijking met 2015. Voor wat betreft de visa-aanvragen gaat het om een vermindering van 50%.
-
D.Budgettaire gevolgen van beleid
Beleidsartikel 6 Kabinet Gouverneur Aruba
Budgettaire gevolgen van beleid (bedragen x € 1.000)
2012
2013
2014
2015
Realisatie
2016
Vastgestelde
begroting
2016
Verschil
2016
Verplichtingen:
2.074
1.985
1.742
2.000
1.978
1.776
202
Uitgaven:
2.092
1.986
1.759
2.000
1.978
1.776
202
6.1
Apparaat
2.092
1.986
1.759
2.000
1.978
1.776
202
Ontvangsten:
53
148
78
66
97
60
37
-
E.Toelichtingen artikelonderdelen
Het begrotingsartikel van het Kabinet van de Gouverneur van Aruba bevat alleen apparaatsuitgaven.
Specificatie apparaatsuitgaven
Bedragen x € 1.000
Apparaat
2016
Personeel
1.057
Eigen personeel
896
Externe inhuur
58
Overig personeel
103
Materieel
918
Overig materieel
918
Totaal apparaat1
1.975
Noot 1
Exclusief koersverschillen op dep geboekt ad. € 3.000
Uitgaven
Onder Eigen personeelskosten zijn opgenomen de loonkosten. Onder Overig personeel zijn de opleidingskosten en de postactieven opgenomen. Eind 2016 had nog geen volledige doorbelasting van de salariskosten en toelagen VUBZK van de uitgezonden medewerkers plaatsgevonden. Voor 2 medewerkers geldt dat helemaal geen salariskosten doorbelast zijn. De personeelskosten en daarmee de totale uitputting zou anders veel hoger zijn geweest (minimaal circa € 0,2 mln. hoger).
In 2016 heeft het personeel zowel op Aruba als in Nederland meer cursussen gevolgd.
Eind 2016 is geïnvesteerd in de automatisering, zowel in hardware als in software. Het betrof hier eerder uitgestelde investeringen alsook reguliere vervanging en modernisering. Verouderd/versleten meubilair is deels vervangen. In 2017 zal dit afgerond worden. Twee dienstauto’s zijn eveneens vervangen.
Eind 2016 zijn, in het kader van de gouverneurswisseling, zoals voorzien extra kosten gemaakt voor zowel het afscheid van de tot 1 januari 2017 nog in functie zijnde Gouverneur als voor het aantreden van de per 1 januari 2017 nieuwe Gouverneur (verhuizing, recepties e.d.). Ook voor de wisseling van de Waarnemend Gouverneur per 1 november 2016 zijn extra kosten gemaakt (recepties, afscheidscadeau e.d.).
Naast de inrichting van de ambtswoning zijn ook extra kosten gemaakt voor de exploitatie van de ambtswoning.
De geplande viering (en de daarmee samenhangende extra kosten) van het 30-jarig bestaan van het kabinet heeft in 2016 niet plaats kunnen vinden en is verschoven naar 2017.
Ontvangsten
Zoals hiervoor vermeld is in 2016 in vergelijking met 2015 sprake geweest van een toename van het aantal verzoeken voor naturalisatie en optie en een afname van de paspoorten en visa-aanvragen.
Het bedrag volgens de tabel budgettaire gevolgen van beleid is echter inclusief koersverschillen en herwaardering (ca. € 23.000) en geeft dus een vertekend beeld van de daadwerkelijke ontvangsten uit hoofde van voorgenoemde inkomstenbronnen.
Artikel 7. Kabinet van de Gouverneur van Curaçao A. Algemene doelstelling
De missie van het kabinet is het optimaal ondersteunen van de Gouverneur in de uitoefening van zijn taken in zijn beide hoedanigheden: als het onschendbare hoofd van de regering van het land Curaçao en als orgaan van het Koninkrijk. De taken van het kabinet zijn afgeleid van de wettelijke taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden van de Gouverneur. De belangrijkste taken en bevoegdheden van de Gouverneur van Curaçao zijn opgenomen in het Statuut voor het Koninkrijk, de Staatsregeling van Curaçao, verschillende (organieke) Curaçaose landsverordeningen, Koninkrijkswetgeving en het Reglement van de Gouverneur van Curaçao. Aan het feit dat de Gouverneur bevoegd orgaan is in de uitvoeringsregelingen van de Rijkswet op het Nederlanderschap en van de Rijkswet Paspoortwet ontleent het Kabinet van de Gouverneur dienstverlenende, uitvoerende consulaire werkzaamheden. Daarnaast zijn de taken en inrichting van het kabinet vastgelegd in een instellings- en beheersbesluit, evenals in een Organisatie- en Formatieplan.
-
B.Rol en verantwoordelijkheid
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is verantwoordelijk voor het beheer van de begroting van de overige Hoge Colleges van Staat en Kabinetten van de Gouverneurs. De colleges voeren zelf het beheer over hun begroting of hun begrotingsdeel. Over de inhoud van dit beheer bestaan afspraken (de zogenaamde beheersafspraken) tussen de Minister en de colleges, waarin recht gedaan wordt aan hun staatsrechtelijke positie.9
-
C.Beleidsconclusies
Het kabinet heeft haar te halen doelstellingen volledig gerealiseerd.
-
D.Budgettaire gevolgen van beleid
Beleidsartikel 7 Kabinet Gouverneur Curaçao
Budgettaire gevolgen van beleid (bedragen x € 1.000)
2012
2013
2014
2015
Realisatie
2016
Vastgestelde
begroting
2016
Verschil
2016
Verplichtingen:
2.425
2.491
3.371
3.196
3.227
2.708
519
Uitgaven:
2.366
2.550
3.062
3.497
3.227
2.708
519
7.1
Kabinet Gouverneur Curaçao
2.366
2.550
3.062
3.497
3.227
2.708
519
Ontvangsten:
-99
148
51
106
158
200
-42
-
E.Toelichtingen artikelonderdelen
Ondersteuning van de Gouverneur
Het kabinet signaleert en analyseert politieke, bestuurlijke en maatschappelijke ontwikkelingen en adviseert de Gouverneur daarover. Het kabinet is geen beleidsvormend orgaan. De informatieverwerving en analyses zijn uitsluitend bedoeld ter ondersteuning en advisering van de Gouverneur.
De ambtelijke ondersteuning van de Gouverneur is er op gericht dat deze zijn taken als Lands- en Koninkrijksorgaan optimaal kan vervullen.
Bekrachtiging Landsverordeningen en Landsbesluiten
De Gouverneur bekrachtigt als hoofd van de Curaçaose regering landsverordeningen, landsbesluiten houdende algemene maatregelen en landsbesluiten. Aan de Gouverneur voorgedragen landsverordeningen en landsbesluiten worden getoetst aan de Staatsregeling, Rijkswetgeving, Algemene Maatregelen van Rijksbestuur en Verdragen, alsmede aan het algemeen belang van het Koninkrijk. Het kabinet bereidt deze toetsing voor en adviseert de Gouverneur ter zake van de verdere afdoening.
Uitvoeringstaken
In enkele Rijkswetten is bepaald dat de Gouverneur belast is met de uitvoering. Hierbij gaat het bijvoorbeeld om de Paspoortwet, het Verdrag van Schengen en de Rijkswet op het Nederlanderschap. Het Kabinet zorgt voor afkondiging van Rijkswetten en Algemene Maatregelen van Rijksbestuur, geeft namens de Gouverneur paspoorten, laissez-passers en visa uit, bereidt besluiten van de Gouverneur op optieverklaringen voor, registreert naturalisatieverzoeken, neemt de leges in ontvangst en geleidt de naturalisatieverzoeken - voorzien van een advies - door, organiseert de naturalisatieceremonies en beoordeelt aanvragen voor toestemming voor schepen en luchtvaartuigen die het Curaçaose deel van territorium van het Koninkrijk doorkruizen of willen bezoeken.
Het kabinet geeft op deze wijze, binnen de grenzen van de bevoegdheden en verantwoordelijkheden van de Gouverneur van Curaçao, namens hem invulling aan diens wettelijke taken.
Paspoortuitgifte aan ingezetenen Curaçao
De Gouverneur van Curaçao heeft de procedure van de aanvraag en uitgifte van nationale paspoorten voor ingezetenen van Curaçao gemandateerd aan de landsdienst voor Burgerzaken (Kranshi). Met deze dienst wordt periodiek overlegd over de wijze waarop aan dit mandaat invulling wordt gegeven.
Specificatie apparaatsuitgaven
Bedragen x € 1.000
Apparaat
2016
Personeel
1.837
Eigen personeel
1.642
Externe inhuur
93
Overig personeel
102
Materieel
1.390
Overig materieel
1.390
Totaal apparaat1
3.227
Noot 1
Exclusief koersverschillen op dep geboekt ad. € 3.000
Prestaties en productgegevens (realisatie in aantallen)
2014
2015
2016
Landbesluiten/-verordeningen/-personeel
3.785
5.265
3.865
Reisdocumenten
759
658
767
Visa
189
262
258
Naturalisaties (ingenomen verzoeken)
167
190
178
Naturalisatieceremonies
3
3
5
Opties (ingenomen verzoeken)
60
99
80
Gratieverzoeken
23
6
6
Uitleveringen
0
4
6
Paspoortsignaleringen
0
0
0
Audits afgifte reisdocumenten
1
1
1
Overvliegvergunningen en havenbezoeken
169
117
113
Adviseren en doorgeleiden voorstellen Koninklijke onderscheidingen (aantal toegekende onderscheidingen)
29
15
17
Artikel 8. Kabinet van de Gouverneur van Sint Maarten A Algemene doelstelling
Het kabinet draagt zorg voor de ambtelijke ondersteuning van de Gouverneur in zijn hoedanigheid van vertegenwoordiger van de Koning als hoofd van de regering van het land Sint Maarten en als vertegenwoordiger van de regering van het Koninkrijk.
De taken en bevoegdheden van de Gouverneur van Sint Maarten zijn opgenomen in het Statuut voor het Koninkrijk, de Staatsregeling van Sint Maarten, verschillende (organieke) Sint Maartense landsverordeningen, Koninkrijkswetgeving en het Reglement voor de Gouverneur van Sint Maarten.
Aan het feit dat de Gouverneur bevoegd orgaan is tot uitvoering van de rijkswet op het Nederlanderschap en van de rijkswet Paspoortwet ontleent het Kabinet van de Gouverneur veel dienstverlenende, uitvoerende werkzaamheden. De taken en inrichting van het kabinet zijn vastgelegd in een instellings- en beheersbesluit, evenals in een organisatie- en formatieplan.
B Rol en verantwoordelijkheid
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is verantwoordelijk voor het beheer van de begroting van de Overige Hoge Colleges van Staat en Kabinetten van de Gouverneurs. De Colleges voeren zelf het beheer over hun begroting of hun begrotingsdeel. Over de inhoud van dit beheer bestaan afspraken (de zogenoemde beheersafspraken) tussen de Minister en de Colleges, waarin recht gedaan wordt aan hun staatsrechtelijke positie.10
De bestuurlijke rol van de Gouverneur zowel binnen Sint Maarten als landsorgaan, als in relatie tot het Koninkrijk als Koninkrijksorgaan brengt met zich mee dat op het gehele werkveld van deze overheden contacten worden onderhouden, ook door het kabinet ten behoeve van de Gouverneur met de Staten van Sint Maarten, met Ministers, andere bestuurders en instituties in het Koninkrijk, Sint Maarten en Nederland. De relaties met de Gouverneurs van Aruba en van Curaçao zijn geïnstitutionaliseerd en worden onderhouden.
Met name bij de uitvoering van rijkswetgeving werkt het kabinet samen met verschillende Ministeries, agentschappen en diensten. Dit zijn in het bijzonder de Immigratie- en Naturalisatiedienst, de Rijksdienst voor Identiteitsgegevens en het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Binnen het land Sint Maarten heeft het kabinet intensief contact met de Staten, de Raad van Ministers, de Hoge Colleges van Staat en met overige landsdiensten. De Gouverneur van Sint Maarten heeft de procedure van de aanvraag en uitgifte van nationale paspoorten aan ingezetenen van Sint Maarten deels gemandateerd aan de landsdienst voor Burgerzaken (Census Office).
C Beleidsconclusies
Voor de uitvoering van de werkzaamheden hebben zich weinig bijzonderheden voorgedaan. Naast een kleine toename in de afgifte van reisdocumenten is er een toename geconstateerd in de behandeling van naturalisatie- en optieverzoeken.
D Tabel Budgettaire gevolgen van beleid
Beleidsartikel 8 Kabinet Gouverneur St. Maarten
Budgettaire gevolgen van beleid (bedragen x € 1.000)
2012
2013
2014
2015
Realisatie
2016
Vastgestelde
begroting
2016
Verschil
2016
Verplichtingen:
2.071
2.262
2.803
2.338
2.299
1.958
341
Uitgaven:
2.120
2.273
2.831
2.365
2.321
1.958
363
8.1
Kabinet Gouverneur St. Maarten
2.120
2.273
2.831
2.365
2.321
1.958
363
Ontvangsten:
6
289
80
67
113
50
63
E Toelichting artikelonderdeel
Uitgaven
Specificatie apparaatsuitgaven
Bedragen x € 1.000
Apparaat
2016
Personeel
1.429
Eigen personeel
1.395
Externe inhuur
14
Overig personeel
20
Materieel
885
Overig materieel
885
Totaal apparaat1
2.314
Noot 1
Afwijking t.o.v. tabel «Budgettaire gevolgen van het Beleid» betreft koersverschillen € 7.361
Ondersteuning van de Gouverneur
Het kabinet signaleert en analyseert politieke, bestuurlijke en maatschappelijke ontwikkelingen en adviseert de Gouverneur daarover. Het kabinet is geen beleidsvormend orgaan. De informatieverwerving en analyses zijn uitsluitend bedoeld ter ondersteuning en advisering van de Gouverneur.
De ambtelijke ondersteuning van de Gouverneur in de vorm van het Kabinet van de Gouverneur is er op gericht dat de Gouverneur zijn taken als Lands- en Koninkrijksorgaan op optimale wijze kan vervullen. In algemene zin wordt de Gouverneur primair door een directeur, een senior jurist en een junior jurist ondersteund. Het schrijven van toespraken, het verzamelen van bestuurlijke voorinformatie en bijvoorbeeld het voorbereiden van buitenlandse bezoeken wordt mede door directeur en senior jurist verzorgd. De directeur vergezelt de Gouverneur bij buitenlandse reizen. De adjudant is verantwoordelijk voor agendering, beveiliging en begeleiding van de Gouverneur.
Landsverordeningen en Landsbesluiten
Bij het voorbereidend proces rond Landswetgeving heeft de Gouverneur, naast de directeur, de beschikking over een junior en een senior jurist. Het Kabinet draagt bij aan de rechtsstatelijkheid binnen het land Sint Maarten. Aangeboden stukken worden voorzien van juridische en bestuurlijke adviezen en aangeboden aan de Gouverneur.
Uitvoeringstaken
In enkele verdragen en Rijkswetten is bepaald dat de Gouverneur belast is met de uitvoering. Hierbij gaat het bijvoorbeeld om de Paspoortwet, het Verdrag van Schengen en de Rijkswet op het Nederlanderschap. Het kabinet zorgt voor afkondiging van Rijkswetten en Algemene Maatregelen van Rijksbestuur, geeft namens de Gouverneur paspoorten, laissez-passers en visa uit, beoordeelt en besluit op optieverklaringen, registreert naturalisatieverzoeken, neemt de leges in ontvangst en geleidt de naturalisatieverzoeken door, organiseert de naturalisatieceremonies en beoordeelt aanvragen voor toestemming voor schepen en luchtvaartuigen die het Sint Maartense deel van het Koninkrijk doorkruisen of willen bezoeken.
Aanvragen voor paspoorten en visa worden volgens vaste procedures en wettelijke bepalingen behandeld. Voorts is op landsniveau de paspoortuitgifte door de Gouverneur gemandateerd aan het hoofd van de Burgeradministratie, voor zover het betreft de uitgifte van paspoorten aan ingezetenen van Sint Maarten.
Prestatie en productgegevens Kabinet van de Gouverneur van Sint Maarten
Jaar 2016
Producten
Aantal 2016
Aantal 2015
Reisdocumenten Kabinet (incl. nooddocumenten)
339
303
Reisdocumenten BSBV Sint Maarten
4.936
4.801
Visa
367
374
Naturalisatieverzoeken
141
98
Optieverzoeken
112
93
Doorgeleiden Landsbesluiten
1.102
1.130
Doorgeleiden Landsverordeningen
12
14
Beedigingen
58
33
Adviseren en doorgeleiden voorstellen Koninklijke onderscheidingen
6
9
Overvliegvergunningen en havenbezoeken
23
24
Uitleveringen
4
3
Gratieverzoeken
10
9
-
2.NIET-BELEIDSARTIKELEN
Beleidsartikel 10 Nominaal en onvoorzien Budgettaire gevolgen van beleid (bedragen x € 1.000)
2012
2013
2014
2015
Realisatie
2016
Vastgestelde
begroting
2016
Verschil
2016
Verplichtingen:
0
0
0
0
0
0
0
Uitgaven:
0
0
0
0
0
0
0
10.1
Loonbijstelling
0
0
0
0
0
0
0
-
-waarvan programma
0
-
-waarvan apparaat
0
10.2
Prijsbijstelling
0
0
0
0
0
0
0
-
-waarvan programma
0
-
-waarvan apparaat
0
10.3
Onvoorzien
0
0
0
0
0
0
0
Ontvangsten:
0
0
0
0
0
0
0
-
3.BEDRIJFSVOERINGSPARAGRAAF
Artikel 1 Raad van State
De Raad van State besteedt op een gestructureerde wijze aandacht aan het primair proces, aan de ondersteunende processen en aan de hiermee samenhangende beheerstaken. De Raad beschikt over een planning en controlcyclus, die voorziet in momenten waarop (financiële) managementinformatie wordt beoordeeld.
Paragraaf 1 Uitzonderingsrapportage
Vanuit de bij BZK bekende informatie zijn er geen fouten en onzekerheden op de artikelen van hoofdstuk IIB Overige Hoge Colleges van Staat en kabinetten die gerapporteerd moeten worden.
In 2016 zijn de tolerantiegrenzen voor de rechtmatigheid niet overschreden.
Paragraaf 2 - Rijksbrede bedrijfsonderwerpen
-
-
-
1.Misbruik en oneigenlijk gebruik
De Raad van State heeft geen regelingen die vallen binnen het kader van misbruik en oneigenlijk gebruik.
-
-
-
-
2.Grote lopende ICT-projecten
De Raad van State is geen ministerie en valt derhalve niet onder de rapportageplicht voor grote ICT-projecten.
De Raad van State kent geen projecten met een kasbeslag in 2016 dat de € 5 mln. overstijgt.
-
-
-
-
3.Gebruik open standaarden en open source software
In 2016 zijn geen nieuwe projecten gestart die hieronder vallen, vandaar niet van toepassing.
-
-
-
-
4.Betaalgedrag
In 2016 wordt gemiddeld 96,4% van de facturen binnen dertig dagen betaald.
De onderdeel is derhalve niet van toepassing voor de Raad van State.
-
-
-
-
5.Audit Comittees
Dit punt is niet van toepassing aangezien de Raad van State geen Audit Comittee kent.
-
Paragraaf 3 - Belangrijke ontwikkelingen en verbeteringen in de bedrijfsvoering
Geen bijzonderheden.
Artikel 2 Algemene Rekenkamer
De Algemene Rekenkamer besteedt op een gestructureerde wijze aandacht aan het primaire proces, aan de ondersteunende processen en aan de hiermee samenhangende beheerstaken. Op basis van maandelijkse managementinformatie beoordelen we of die processen doelmatig en rechtmatig worden uitgevoerd. In viermaandelijkse rapportages volgen we de inhoudelijke voortgang van ons werkprogramma en het bereiken van onze doelen. In deze paragraaf lichten we opvallende zaken in de bedrijfsvoering toe.
Paragraaf 1 Uitzonderingsrapportage 1. Rechtmatigheid
Vanuit de bij BZK bekende informatie zijn er geen fouten en onzekerheden op de artikelen van hoofdstuk IIB Overige Hoge Colleges van Staat en kabinetten die gerapporteerd moeten worden.
In 2016 zijn de tolerantiegrenzen voor de rechtmatigheid niet overschreden.
-
2.Totstandkoming beleidsinformatie
De managementinformatiesystemen hebben voldaan aan de kwaliteitseisen. Er hebben zich in 2016 geen zodanige verstoringen voorgedaan dat de juistheid, volledigheid, tijdigheid, continuïteit en vertrouwelijkheid in gevaar zijn gebracht. De managementinformatie is reproduceerbaar.
Naast de maandelijkse managementinformatie werden viermaandelijkse rapportages opgesteld. Enerzijds bedoeld om intern inzicht te krijgen in de impact van onze activiteiten en om hieruit lessen te trekken voor de toekomst. Anderzijds om de uitvoering van ons werkprogramma in kaart te brengen en eventueel bij te stellen. Door die informatie kunnen we beter sturen op de uitvoering van ons werkprogramma en op verbetering van onze werkzaamheden.
-
3.Financieel en materieel beheer
De inzet van de beheersinstrumenten heeft in 2016 geresulteerd in beheerste bedrijfsprocessen.
De belangrijkste punten die zijn gerealiseerd zijn:
P-controles
In het verleden zijn met P-Direkt afspraken gemaakt over de verantwoordelijkheden ten aanzien van de verbijzonderde interne controle op de HR(+)-taken. P-Direkt rapporteert haar bevindingen in beheersverslagen over de betrouwbaarheid en controleerbaarheid van haar primaire dienstverlening aan de Algemene Rekenkamer. De ADR voorziet deze beheersverslagen van een ISAE 3402-accountantsverklaring.
P-Direkt heeft om redenen van efficiency besloten deze werkwijze per 2015 te verlaten en in principe geen beheersverslag meer op te stellen.
De Algemene Rekenkamer acht het beheersverslag met de bijbehorende ISAE 3402-verklaring een belangrijke en doelmatige voorziening voor managers en controllers van de afnemers van P-Direkt, de departementen en Shared Service Organisaties. Daarmee worden zij geïnformeerd over de vraag of P-Direkt «in control» is en of de afspraken met de afnemers worden nageleefd. Zij kunnen zich op grond van het beheersverslag en de ISAE 3402-verklaring verantwoorden over de personele uitgaven. Het beheersverslag en de toets daarop door de ADR is voor de Algemene Rekenkamer een waardevolle stap in de opbouw van redelijke zekerheid over de rechtmatigheid van de personele uitgaven in de departementale financiële verantwoordingen.
In een brief van juli 2016 aan de Minister van Wonen en Rijksdienst stelde de Algemene Rekenkamer zich op het standpunt dat het verslag van P-Direkt en de ISAE-3402-verklaring voor zover het de personeelsuitgaven betreft van essentieel belang zijn in het controlebestel. Daarin behoren de «Lines of Defense» aantoonbaar naar behoren te werken en optimaal op elkaar aan te sluiten. Zij vroeg de Minister zo spoedig mogelijk concrete afspraken te maken met P-Direkt en de ADR over de tijdige en toereikende informatievoorziening aan alle afnemers van diensten van P-Direkt met betrekking tot het interne beheer van P-Direkt en over het accountantsoordeel daarover.
De Minister van Wonen en Rijksdienst antwoordde in oktober 2016. Hij meldde dat voor de Algemene Rekenkamer over 2016 een beheersverslag zal worden gemaakt voorzien van een ISAE 3402-verklaring van de ADR. Door de ADR zal een vraag gestuurde opdracht worden gestart met als doel in kaart te brengen welke informatie afnemers van Shared Service Centra minimaal nodig hebben om invulling te geven aan leveranciersmanagement en om vast te stelen of een Shared Service centrum voldoet aan de geldende wet- en regelgeving.
Frauderisico's
In de bedrijfsvoering van de Algemene Rekenkamer doen zich geen bijzondere frauderisico's voor. Het inkoopproces en het betaalproces worden beheerst door functiescheiding, bevoegdhedentoekenning waaronder een dubbele autorisatie op betalingen, interne controles en budgettering.
Budgetbeheersing
In 2016 heeft de Algemene Rekenkamer invulling gegeven aan de inspanningsverplichtingen van de kabinetten Rutte I en II. De kostenstructuur van de Algemene Rekenkamer maakte het noodzakelijk het grootste deel van de inspanningsverplichting te realiseren door een lagere personele bezetting.
Ter voorbereiding en uitvoering van de eerder genoemde reorganisatie is met de Tweede suppletoire wet een kasschuif van € 550.000 naar 2017 doorgevoerd alsmede een eindejaarsmarge van € 282.000.
De bijgestelde begroting 2016 is met € 14.000 in geringe mate (minder 1,5‰) overschreden.
Samenwerking Tweede Kamer
Sinds 2011 maakt de Algemene Rekenkamer gebruik van het financieel informatiesysteem van de Tweede Kamer en maakt zij gebruik van de technische en financiële infrastructuur.
De samenwerking, die in beginsel was gericht op een aantal basisfunctionaliteiten, is in de afgelopen jaren uitgebreid met onder andere functionaliteiten voor bestellen en inkopen, het scannen en goedkeuren van digitale facturen en het genereren van managementrapportages. Door deze ontwikkeling was het wenselijk om de bestaande samenwerking te formaliseren in een samenwerkingsovereenkomst waarin producten, diensten, rollen en verantwoordelijkheden zijn benoemd. Een pilot waarbij twee financieel medewerkers van de Algemene Rekenkamer bij de Tweede Kamer zijn ondergebracht en die tot doel heeft te bezien of het uitbesteden van administratieve taken aan de Tweede Kamer een passende, en met name werkbare, oplossing is om de continuïteit van de administratieve gegevensverwerking van de Algemene Rekenkamer beter te waarborgen zal medio 2017 met de Tweede Kamer worden geëvalueerd. Dan zal een definitieve beslissing over de uitbesteding van dat deel van de financiële functie worden genomen. In onderling overleg met andere Hoge Colleges van Staat wordt gewerkt aan de formulering van een gestandaardiseerd beheersverslag, op te stellen door de Tweede Kamer. Hierin zal onder meer expliciet aandacht worden geschonken aan het risicomanagement, informatiebeveiliging en changemanagement.
-
4.Informatiebeveiliging
De Algemene Rekenkamer heeft in 2015 haar beveiligingsbeleid geactualiseerd op grond van de eisen in de BIR. Een volgende stap is de informatiebeveiliging een plek te geven in het proces van het versterken van de management control-cyclus waardoor de control op het naleven van beleid meer gestructureerd wordt ingeregeld. In 2016 hebben zich enkele beveiligingsincidenten voorgedaan. Daarbij is gebleken dat het beveiligingsbeleid werkt. De incidenten zijn tijdig gedetecteerd, gemeld en hebben door de getroffen maatregelen niet tot nadelige gevolgen geleid.
Paragraaf 2 - Rijksbrede bedrijfsonderwerpen
-
-
-
1.MenO beleid en MenO-risico’s
Er zijn geen bijzonderheden te melden.
-
-
-
-
2.Grote lopende ICT-projecten
Er zijn geen bijzonderheden te melden.
-
-
-
-
3.Gebruik open standaarden en open source software
Er zijn geen bijzonderheden te melden.
-
-
-
-
4.Betaalgedrag
85% van de facturen is binnen dertig dagen na factuurdatum betaald. Dat is weliswaar een verbetering van 6 procentpunt ten opzichte van 2015, maar hiermee voldoen we nog niet aan onze doelstelling om tenminste 95% van de facturen binnen dertig dagen te betalen. De oorzaak van late betaling ligt in een aantal gevallen in een dispuut met de leverancier omdat niet conform de contractuele afspraken wordt gefactureerd. In een aantal gevallen worden facturen pas ver na de factuurdatum ontvangen en zijn scans niet op een juiste manier in de digitale workflow gebracht.
-
-
-
-
5.Audit Comittees
Er zijn geen bijzonderheden te melden.
-
Paragraaf 3 - Belangrijke ontwikkelingen en verbeteringen in de bedrijfsvoering
Er zijn geen bijzonderheden te melden.
Artikel 3. Nationale ombudsman Paragraaf 1 Uitzonderingsrapportage 1. Rechtmatigheid
Vanuit de bij BZK bekende informatie zijn er geen fouten en onzekerheden op de artikelen van hoofdstuk IIB Overige Hoge Colleges van Staat en kabinetten die gerapporteerd moeten worden.
In 2016 zijn de tolerantiegrenzen voor de rechtmatigheid niet overschreden.
-
2.Totstandkoming beleidsinformatie
Er zijn geen bijzonderheden te melden.
-
3.Financieel en materieelbeheer
Het financieel beheer voldoet aan de eisen van rechtmatigheid, ordelijkheid en controleerbaarheid en wordt overigens zo doelmatig mogelijk ingericht.
-
4.Overige aspecten van bedrijfsvoering
Er zijn geen bijzonderheden te melden
Paragraaf 2 - Rijksbrede bedrijfsonderwerpen
-
-
-
1.Misbruik en oneigenlijk gebruik
Er zijn geen bijzonderheden te melden.
-
-
-
-
2.Grote lopende ICT-projecten
Er zijn geen bijzonderheden te melden.
-
-
-
-
3.Gebruik open standaarden en open source software
Er zijn geen bijzonderheden te melden.
-
-
-
-
4.Betaalgedrag
In 2016 zijn 10% van alle ontvangen facturen niet binnen dertig dagen na factuurdatum betaald. Dit is inclusief de dispuut facturen. De oorzaak ligt voor een deel in de invoering van de digitale behandeling van facturen. Het betaalproces is hierop bijgesteld en de monitoring van de facturen in behandeling is aangescherpt. De aanpassingen hebben geleid tot een verbetering van de betaaltermijnen in het laatste kwartaal van 2016. De gemiddelde betaaltermijn in 2016 was 14 dagen.
-
-
-
-
5.Audit Comittees
De Nationale ombudsman maakt geen gebruik van een Audit Committee
-
Paragraaf 3 - Belangrijke ontwikkelingen en verbeteringen in de bedrijfsvoering
De Nationale ombudsman heeft zich in 2016 voornamelijk gericht op de verbeteringen in de AO van haar primaire processen en financiële processen. Daarnaast heeft de organisatie veel energie gestoken in de bewustwording van haar medewerkers over informatiebeveiliging. Ook de Wet datalekken is volledig geïmplementeerd.
Artikel 4. Kanselarij der Nederlandse Orden Paragraaf 1 Uitzonderingsrapportage 1. Rechtmatigheid
Vanuit de bij BZK bekende informatie zijn er geen fouten en onzekerheden op de artikelen van hoofdstuk IIB Overige Hoge Colleges van Staat en kabinetten die gerapporteerd moeten worden.
In 2016 zijn de tolerantiegrenzen voor de rechtmatigheid niet overschreden.
-
2.Totstandkoming beleidsinformatie
Er zijn geen bijzonderheden te melden.
-
3.Financieel en materieelbeheer
Het financieel beheer voldoet aan de eisen van rechtmatigheid, ordelijkheid en controleerbaarheid en wordt overigens zo doelmatig mogelijk ingericht.
-
4.Overige aspecten van bedrijfsvoering
Er zijn geen bijzonderheden te melden.
Paragraaf 2 - Rijksbrede bedrijfsonderwerpen
-
-
-
1.Misbruik en oneigenlijk gebruik
Deze risico’s zijn niet van toepassing op de Kanselarij der Nederlandse Orden.
-
-
-
-
2.Grote lopende ICT-projecten
Er is geen sprake van grote ICT-projecten die de € 5 mln. overschrijden.
-
-
-
-
3.Gebruik open standaarden en open source software
Afgelopen jaar is een aanbestedingstraject voor de aanschaf van een nieuw ICT-systeem doorlopen, waarbij de volledige lijst van open standaarden werd voorgeschreven. In 2016 zijn hierop geen afwijkingen geconstateerd.
-
-
-
-
4.Betaalgedrag
De betalingen aan leveranciers worden standaard binnen de 30 dagen voldaan.
-
-
-
-
5.Audit Comittees
Dit is niet van toepassing, aangezien de Kanselarij der Nederlandse Orden geen audit comittee heeft.
-
Paragraaf 3 - Belangrijke ontwikkelingen en verbeteringen in de bedrijfsvoering
Er zijn geen bijzonderheden te melden.
Artikel 6. Kabinet van de Gouverneur van Aruba Paragraaf 1 Uitzonderingsrapportage 1. Rechtmatigheid
Vanuit de bij BZK bekende informatie zijn er geen fouten en onzekerheden op de artikelen van hoofdstuk IIB Overige Hoge Colleges van Staat en kabinetten die gerapporteerd moeten worden.
In 2016 zijn de tolerantiegrenzen voor de rechtmatigheid niet overschreden.
-
2.Totstandkoming beleidsinformatie
Gegevens over naturalisatieverzoeken, reisdocumenten, visa en optieverzoeken worden ontleend aan de wettelijke registratie, tezamen met de verplichting tot archiveren van de bijbehorende documenten. Voornoemde registraties worden ondersteund door geautomatiseerde gegevensbestanden (zoals RAAS en NVIS). Voorts worden gegevens voor de andere categorieën ontleend aan het Document Management System, waarin alle inkomende en uitgaande stukken waarop een archiveringsverplichting ligt, worden geregistreerd.
-
3.Financieel en materieelbeheer
Het financieel beheer voldoet aan de eisen van rechtmatigheid, ordelijkheid en controleerbaarheid en wordt overigens zo doelmatig mogelijk ingericht.
In 2016 is een deel van het verouderd meubilair vervangen. Het afgestoten meubilair is voor hergebruik aan een goed doel geschonken.
De twee aan vervanging zijnde grote printers zijn ingeruild. Er is geïnvesteerd in zowel software als hardware (o.a. nieuwe server, i-pads).
-
4.Overige aspecten van bedrijfsvoering
Organisatie
De personeelsbezetting van het kabinet was in 2016 compleet, en er is geen sprake geweest van personeelswijzigingen.
Huisvesting
Reguliere en ad-hoc onderhoudswerkzaamheden aan de huisvesting van het Kabinet zijn uitgevoerd. Kozijnen die aan vervanging toe waren zijn vervangen.
De benedenverdieping van de Ambtswoning is in 2016 volledig ingericht. Gestreefd wordt de inrichting van de bovenverdieping eind 2e kwartaal 2017 af te ronden. De Ambtswoning is voor verschillende activiteiten gebruikt zoals naturalisatieceremonies, recepties e.d.
Eind 2016 zijn in het kader van het aantreden van de nieuwe Gouverneur verschillende investeringen gedaan. Onder andere voor de beveiliging en inrichting van zijn huurhuis.
Paragraaf 2 - Rijksbrede bedrijfsonderwerpen
-
-
-
1.MenO beleid en MenO-risico’s
Er zijn geen bijzonderheden te melden.
-
-
-
-
2.Grote lopende ICT-projecten
Er zijn geen bijzonderheden te melden.
-
-
-
-
3.Gebruik open standaarden en open source software
Er zijn geen bijzonderheden te melden.
-
-
-
-
4.Betaalgedrag
Het betaalgedrag is binnen de normen.
-
-
-
-
5.Audit Comittees
Er zijn geen bijzonderheden te melden.
-
Paragraaf 3 - Belangrijke ontwikkelingen en verbeteringen in de bedrijfsvoering
Er zijn geen bijzonderheden te melden.
Artikel 7. Kabinet van de Gouverneur van Curaçao Paragraaf 1 Uitzonderingsrapportage 1. Rechtmatigheid
Vanuit de bij BZK bekende informatie zijn er geen fouten en onzekerheden op de artikelen van hoofdstuk IIB Overige Hoge Colleges van Staat en kabinetten die gerapporteerd moeten worden.
Begrotingsuitvoering wordt regulier door Auditdienst Rijk gecontroleerd.
-
2.Totstandkoming beleidsinformatie
Gegevens over naturalisatieverzoeken, reisdocumenten, visa en optieverzoeken worden ontleend aan de wettelijke registratie, tezamen met de verplichting tot archiveren van de bijbehorende documenten. Voornoemde registraties worden ondersteund door geautomatiseerde gegevensbestanden (zoals RAAS en NVIS). Voorts worden gegevens voor de andere categorieën ontleend aan het Document Management System, waarin alle inkomende en uitgaande stukken waarop en archiveringsverplichting ligt, worden geregistreerd.
-
3.Financieel en materieelbeheer
Sturing van het financieel beheer verloopt op basis van maandelijks vergelijk tussen begroting, het maandelijks gegenereerde uitputtingsoverzicht en de voorgenomen uitgaven.
-
4.Overige aspecten van bedrijfsvoering Paragraaf 2 - Rijksbrede bedrijfsonderwerpen
-
-
-
1.MenO beleid en MenO-risico’s
Er zijn geen bijzonderheden te melden.
-
-
-
-
2.Grote lopende ICT-projecten
Er zijn geen bijzonderheden te melden.
-
-
-
-
3.Gebruik open standaarden en open source software
Er zijn geen bijzonderheden te melden.
-
-
-
-
4.Betaalgedrag
Het betaalgedrag is binnen de normen.
-
-
-
-
5.Audit Comittees
Er zijn geen bijzonderheden te melden.
-
Paragraaf 3 - Belangrijke ontwikkelingen en verbeteringen in de bedrijfsvoering
Er zijn geen bijzonderheden te melden.
Artikel 8. Kabinet van de Gouverneur van Sint Maarten Paragraaf 1 Uitzonderingsrapportage 1. Rechtmatigheid
Vanuit de bij BZK bekende informatie zijn er geen fouten en onzekerheden op de artikelen van hoofdstuk IIB Overige Hoge Colleges van Staat en kabinetten die gerapporteerd moeten worden.
In 2016 zijn de tolerantiegrenzen voor de rechtmatigheid niet overschreden.
-
2.Totstandkoming beleidsinformatie
De totstandkoming van de beleidsinformatie in het jaarverslag voldoet aan de eisen die daaraan worden gesteld in de Rijksbegrotingvoorschriften van het Ministerie van Financiën. Er hebben zich geen bijzonderheden voorgedaan.
Processen en informatie worden beheerd in een Document Management
Systeem (DMS). Aanvraag en uitgifte van paspoorten en visa worden in beheerssystemen van Buitenlandse Zaken verwerkt. Ook organisatie en personeelsinformatie is gedocumenteerd en een geactualiseerd O&F-rapport per 1 juli 2015 is afgerond.
-
3.Financieel en materieelbeheer
Het financieel beheer voldoet aan de eisen van rechtmatigheid, ordelijkheid en controleerbaarheid en wordt overigens zo doelmatig mogelijk ingericht.
-
4.Overige aspecten van bedrijfsvoering
Er zijn geen bijzonderheden te melden.
Paragraaf 2 - Rijksbrede bedrijfsonderwerpen
-
-
-
1.MenO beleid en MenO-risico’s
Er zijn geen bijzonderheden te melden.
-
-
-
-
2.Grote lopende ICT-projecten
Er zijn geen bijzonderheden te melden.
-
-
-
-
3.Gebruik open standaarden en open source software
Er zijn geen bijzonderheden te melden.
-
-
-
-
4.Betaalgedrag
Het betaalgedrag is binnen de normen.
-
-
-
-
5.Audit Comittees
Er zijn geen bijzonderheden te melden.
-
Paragraaf 3 - Belangrijke ontwikkelingen en verbeteringen in de bedrijfsvoering
Er zijn geen bijzonderheden te melden.
-
C.JAARREKENING 2016
-
1.De verantwoordingsstaat 2016 van de overige Hoge Colleges van Staat en Kabinetten (IIB)
-1-
-2-
3=(2-1)
Art.
Omschrijving
Vastgestelde begroting
Realisatie
Verschil realisatie en vastgestelde begroting
Verplichtingen
Uitgaven
Ontvangsten
Verplichtingen
Uitgaven
Ontvangsten
Verplichtingen
Uitgaven
Ontvangsten
Totaal
109.302
109.302
5.695
118.409
114.725
5.964
9.107
5.423
269
Beleidsartikelen
1
Raad van State
54.031
54.031
1.950
58.906
57.616
1.725
4.875
3.585
-
-225
2
Algemene Rekenkamer
28.204
28.204
1.217
29.159
28.868
802
955
664
-
-415
3
De Nationale ombudsman
15.204
15.204
2.189
16.662
16.306
2.775
1.458
1.102
586
4
Kanselarij Nederlandse Orden
5.421
5.421
29
6.178
4.409
294
757
-
-1.012
265
6
Kabinet Gouverneur Aruba
1.776
1.776
60
1.978
1.978
97
202
202
37
7
Kabinet Gouverneur Curaçao
2.708
2.708
200
3.227
3.227
158
519
519
-
-42
8
Kabinet Gouverneur St. Maarten
1.958
1.958
50
2.299
2.321
113
341
363
63
Niet beleidsartikelen
10
Nominaal en onvoorzien
0
0
0
0
0
0
0
0
0
-
2.De saldibalans per 31 december 2016 van de Overige
Hoge Colleges van Staat en Kabinetten (HIIB) (Bedragen x € 1.000,-)
Activa
31-12-2016
31-12-2015
Passiva
31-12-2016
31-12-2015
Intra-comptabele posten
1)
Uitgaven ten laste van de begroting
114.725
117.264
2)
Ontvangsten ten gunste van de begroting
5.964
6.826
3)
Liquide middelen
640
394
4)
Rekening-courant Rijkshoofdboekhouding
0
0
4a)
Rekening-courant Rijkshoofdboekhouding
107.832
109.464
5a)
Rekening-courant RHB Begrotingsreserve
0
0
5)
Begrotingsreserves
0
0
6)
Vorderingen buiten begrotingsverband
303
349
7)
Schulden buiten begrotingsverband
1.872
1.717
8)
Kas-transverschillen
0
0
Subtotaal intra-comptabel
115.668
118.007
Subtotaal intra-comptabel
115.668
118.007
Extra-comptabele posten
9)
Openstaande rechten
0
0
9a)
Tegenrekening openstaande rechten
0
0
10)
Vorderingen
81
415
10a)
Tegenrekening vorderingen
81
415
11a)
Tegenrekening schulden
0
0
11)
Schulden
0
0
12)
Voorschotten
1.273
1.832
12a)
Tegenrekening
voorschotten
1.273
1.832
13a)
Tegenrekening garantieverplichtingen
0
0
13)
Garantieverplichtingen
0
0
14a)
Tegenrekening
andere verplichtingen
7.943
4.407
14)
Andere verplichtingen
7.943
4.407
15)
Deelnemingen
0
0
15a)
Tegenrekening deelnemingen
0
0
Subtotaal extra-comptabel
9.297
6.654
Subtotaal extra-comptabel
9.297
6.654
Overall Totaal
124.965
124.661
Overall Totaal
124.965
124.661
TOELICHTING OP DE SALDIBALANS per 31 december 2016 HIIB
Ad 1 en 2. Uitgaven en ontvangsten
Bij de begrotingsuitgaven en -ontvangsten zijn de gerealiseerde uitgaven en ontvangsten opgenomen met betrekking tot het jaar 2016 waarvoor de Rijksrekening nog niet door de Tweede Kamer is goedgekeurd.
Ad 3. Liquide middelen
De post liquide middelen is opgebouwd uit het saldo bij de banken en de contante gelden aanwezig in de kluis van de kasbeheerders.
Het totaalbedrag is als volgt opgebouwd:
(Bedragen in €)
Raad van State
1.039
Algemene Rekenkamer
2.135
Nationale ombudsman
610
Kanselarij der Nederlandse Orden
1.061
Kabinet van de Gouverneur van Aruba
29.247
Kabinet van de Gouverneur van Curaçao
500.780
Kabinet van de Gouverneur van Sint Maarten
104.221
Totaal
639.093
Ad 4a. Rekening-courant Rijkshoofdboekhouding
Op de Rekening courant met de Rijkshoofdboekhouding (RHB) is de financiële verhouding met het Ministerie van Financiën weergegeven. Opgenomen zijn de bedragen conform Rekening-courant afschriften en het saldobiljet van genoemde colleges. De volgende Rekening-courantverhouding is opgenomen in de balans:
(Bedragen in €)
-
a)Rekening-courant FIN/RHB
107.831.212
Totaal
107.831.212
Ad 6. Vorderingen buiten begrotingsverband
Het bedrag aan vorderingen buiten begrotingsverband is als volgt opgebouwd:
(Bedragen in €)
a)
Vorderingen kasbeheerders:
Raad van State
184.188
Algemene Rekenkamer
9.166
Kabinet van de Gouverneur van Aruba
37.377
Kabinet van de Gouverneur van Sint Maarten
51.197
b)
Overige intra-comptabele vorderingen:
20.756
Totaal
302.684
Ad a) Vorderingen kasbeheerders
De vorderingen van de Raad van State hebben voornamelijk betrekking op loonkosten in verband met detacheringen (€ 55.776), nog te ontvangen creditnota’s (€ 56.825), en een kortlopend voorschot in verband met een buitenlandse stage welke wordt afgewikkeld bij beëindiging van de stage alsook een voorschot van DocDirekt (€ 49.163).
De vorderingen van de Algemene Rekenkamer bestaan geheel uit diverse levensloopregelingen (€ 9.166).
De vorderingen van het Kabinet van de Gouverneur van Aruba hebben voornamelijk betrekking op verstrekte voorschotten aan het eigen personeel (€ 32.071).
De vorderingen bij het Kabinet van de Gouverneur van Sint Maarten bestaan voornamelijk uit nog te ontvangen paspoortleges (€ 45.680).
Ad b) Overige intra-comptabele vorderingen
De overige posten bestaan volledig uit vorderingen op het eigen personeel (€ 23.756).
Ad 7. Schulden buiten begrotingsverband
Het bedrag aan schulden buiten begrotingsverband is als volgt opgebouwd:
(Bedragen in €)
a)
Schulden kasbeheerders:
Raad van State
324.935
Algemene Rekenkamer
14.534
Nationale ombudsman
510
Kabinet van de Gouverneur van Aruba
47.040
Kabinet van de Gouverneur van Curaçao
156.074
Kabinet van de Gouverneur van Sint Maarten
43.752
b)
Overige intra-comptabele schulden:
1.285.089
Totaal
1.871.934
Ad a) Schulden kasbeheerders
De schuld van de Raad van State bestaat voornamelijk uit de permanente bevoorschotting van griffierechten, die maandelijks per incasso worden verrekend (€ 191.941) alsook een aantal posten in onderzoek (€ 132.688).
De schuld van de Algemene Rekenkamer bestaat voornamelijk uit nog af te dragen verlegde BTW over 2016 (€ 12.429).
De schuld van de Nationale ombudsman bestaat uit personele exploitatie in de vorm van een afscheidscadeau welke nog niet reeds is gekocht door de medewerkers (€ 510).
De schuld van het Kabinet van de Gouverneur van Aruba bestaat volledig uit nog te verrekenen bedragen omtrent paspoortgelden, noodpaspoortgelden en Naturalisatiegelden (€ 47.040).
De schuld van het Kabinet van de Gouverneur van Curaçao bestaat voornamelijk uit nog te betalen bedragen omtrent paspoortgelden, noodpaspoortgelden en Naturalisatiegelden (€ 82.111) en een voorschot van Kranshi in verband met een factuur van het RvIG (€ 61.465).
De schuld van het Kabinet van de Gouverneur van Sint Maarten bestaat volledig uit af te dragen leges paspoortgeleden en naturalisatiegelden (€ 43.752).
Ad b) Overige intracomptabele schulden
De schuld bestaat bijna volledig uit de in de maand december ingehouden loonheffing en sociale premies die in januari 2017 door het ministerie aan de betreffende instanties worden afgedragen (€ 1.286.116).
Ad 10. Vorderingen
Ad 10a. Tegenrekening vorderingen
Het totaalbedrag is als volgt opgebouwd:
(Bedragen in €)
Vorderingen kasbeheerders:
Algemene Rekenkamer
14.313
Nationale ombudsman
66.120
Totaal
80.433
Het saldo van de Algemene Rekenkamer bestaat volledig uit door te berekenen loonkosten in verband met detacheringen (€ 14.313).
Het saldo van de Nationale ombudsman bestaat bijna volledig uit detacheringskosten welke op korte termijn zullen worden afgewikkeld (€ 35.969) en vergoedingen decentrale overheden (€ 17.366).
Ad 12. Voorschotten
Ad 12a. Tegenrekening voorschotten
Het saldo van de openstaande voorschotten per 31 december 2016 en van de in 2016 afgerekende voorschotten is als volgt opgebouwd:
Overzicht openstaande voorschotten per 31 december 2016:
(Bedragen in €)
Voorschotten kasbeheerders:
Raad van State
204.472
Algemene Rekenkamer
103.553
Nationale ombudsman
863.470
Kans. der Nederl. Orden en Kapp.
101.353
Totaal
1.272.848
De voorschotten van bovenstaande kasbeheerders bestaan voornamelijk uit aan Loyalis verstrekte voorschotten vanaf 2013. Deze worden per jaar afgerekend na ontvangst van een goedkeurende accountantsverklaring.
Overzicht afgerekende voorschotten in 2016:
(Bedragen in €)
Afgerekende voorschotten kasbeheerders
Raad van State
682.254
Algemene Rekenkamer
253.681
Nationale ombudsman
185.449
Kans. der Nederl. Orden en Kapp.
36.896
Kabinet v.d. Gouverneur van Aruba
13.609
Kabinet v.d. Gouverneur van CUR.
2.879
Totaal
1.174.768
Ad 14. Andere verplichtingen
Ad 14a. Tegenrekening andere verplichtingen
(Bedragen in €)
Verplichtingen per 1/1
4.406.423
Aangegane verplichtingen in 2016
118.409.156
+/+
122.815.579
Tot betaling gekomen in 2016
114.724.965
Negatieve bijstellingen verplichtingen uit eerdere begrotingsjaren
147.911
114.872.876
-/-
Verplichtingen Binnen Begrotingsverband
7.942.703
-
3.WNT-verantwoording 2016 - Overige Hoge Colleges van Staat
Inleiding
De Wet normering topinkomens (WNT) bepaalt dat de bezoldiging en eventuele ontslaguitkeringen van topfunctionarissen en gewezen topfunctionarissen in de publieke en semi-publieke sector op naamsniveau vermeld moeten worden in het financieel jaarverslag. Deze publicatieplicht geldt tevens voor topfunctionarissen die bij een WNT-instelling geen - al dan niet fictieve - dienstbetrekking hebben of hadden. Daarnaast moeten van niet-topfunctionarissen de bezoldiging en/of eventuele ontslaguitkeringen (zonder naamsvermelding) gepubliceerd worden indien deze het wettelijk maximum te boven gaan. Niet-topfunctionarissen zonder dienstbetrekking echter vallen buiten de reikwijdte van de wet.
Voor de Hoge Colleges van Staat heeft de publicatieplicht betrekking op onderstaande functionarissen. De bezoldigingsgegevens van de leden van de Top Management Groep zijn opgenomen in het jaarverslag van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Het wettelijk bezoldigingsmaximum bedraagt in 2016 € 179.000.
In artikel 10b van de Beleidsregels WNT 2017 (Staatscourant 2016, nr. 70032) is bepaald dat er geen toezicht of handhaving zal plaatsvinden op de naleving van de publicatieplicht van uitkeringen wegens beëindiging dienstverband aan niet-topfunctionarissen voortvloeiend uit contractovername door een mobiliteitsbureau. In 2016 is namelijk gebleken dat voor deze categorie de volledige uitvoering van de wettelijke bepalingen bij een aantal instellingen op korte termijn niet mogelijk is. Accountants hoeven in dat geval op dit onderdeel van de financiële verslagen ook geen controle uit te voeren (niet op volledigheid en niet op juistheid). Het inventariseren van de contractovernames en de daarmee gemoeide uitkeringen aan niet-topfunctionarissen in 2016 is om die reden achterwege gelaten.
Bezoldiging van (gewezen) topfunctionarissen
Naam instelling
Naam (gewezen) topfunctionaris
Functie
Datum aanvang dienstverband (indien van toepassing)
Datum einde dienstverband (indien van toepassing)
Omvang dienstverband in fte
Op externe inhuur-basis (nee; ≤ 12 kalendermnd; > 12 kalendermnd)
Beloning
Onkostenvergoedingen (belast)
Voorzieningen t.b.v. beloningen betaalbaar op termijn
Totale bezoldiging in 2016
Individueel WNT- maximum
Motivering (indien overschrijding)
Algemene Rekenkamer
Mevr. E.M.A. van Schoten
Secretaris
1
nee
131.038
6.496
15.065
152.599
179.000
Kanselarij der Nederlandse Orden
Mevr. M.A.K. van Grieken
Directeur
0,94
nee
112.191
3.248
13.844
129.283
169.056
Nationale ombudsman
Mevr. G. Bekman
Algemeen Directeur
1
nee
127.632
3.248
15.024
145.904
179.000
Nationale ombudsman
Dhr. P.E. Tuninisen
Directeur a.i.
1-10-2016
0,67
nee
17.807
812
2.467
21.086
30.079
Raad van State
Dhr. R.K. Visser
Secretaris
1,06
nee
145.235
6.496
15.547
167.278
179.000
Gewezen topfunctionarissen zijn gemarkeerd met *).
Wanneer op een topfunctionaris een vordering is ingesteld vanwege een onverschuldigde betaling is dit gemarkeerd in de kolom Motivering met **).
Naast de hierboven vermelde functionarissen zijn er geen andere functionarissen die in 2016 een bezoldiging boven het toepasselijke WNT-maximum hebben ontvangen, of waarvoor in eerdere jaren een vermelding op grond van de WOPT of de WNT heeft plaatsgevonden of had moeten plaatsvinden. Er zijn in 2016 geen ontslaguitkeringen betaald die op grond van de WNT dienen te worden gerapporteerd.
Noot 1
Comptabiliteitswet 2001, artikel 19.
Noot 2
Kamerstukken 2016-2017, 34 389)
Noot 3
Kamerstukken 2016-2017, 34 550 IIB 1
Noot 4
Zie Verslag houdende een lijst van vragen en antwoorden - vastgesteld 10 oktober 2016 - Kamerstukken 2016-2017, 34550 IIB 5
Noot 5
Comptabiliteitswet 2001, artikel 19.
Noot 6
Comptabiliteitswet 2001, artikel 19.
Noot 7
Comptabiliteitswet 2001, artikel 19.
Noot 8
Comptabiliteitswet, artikel 19.
Noot 9
Comptabiliteitswet, artikel 19.
Noot 10
Comptabiliteitswet 2001, artikel 19.