Data en democratie: debat over ethiek is nodig

Met dank overgenomen van S.H. (Sophie) in 't Veld i, gepubliceerd op dinsdag 9 mei 2017.

Vandaag is het 9 mei, Schumanndag, de Dag van Europa. Geen betere dag dan vandaag om een symposium te wijden aan de democratie. We vergeten te vaak dat de Europese eenwording niet gaat over de interne markt of over kolen en staal, maar over vrijheid en democratie. Democratie is kostbaar en kwetsbaar. Alle reden om steeds alert te blijven op nieuwe ontwikkelingen die haar kunnen ondermijnen.

In de afgelopen maanden hebben we genoeg voorbeelden gezien van de groeiende impact van persoonsgegevens in campagnes en verkiezingen. Het is belangrijk en dringend dat we daar een maatschappelijke discussie over voeren. Als het gaat om extremistische propaganda van haatpredikers die jongeren willen recruteren voor geweld, is het iedereen meteen duidelijk waarom we daartegen in actie moeten komen. Maar als het gaat over het sluipenderwijs vergiftigen van de publieke opinie met leugens en halve waarheden, complottheorieën en ophitsing, noemen we dat eufemistisch "fake news".

"De macht van het volk", betekent democratie letterlijk. "Macht" vooronderstelt vrijheid. Vrijheid om te kiezen en beslissen. Vrijheid van dwang en drang. Vrijheid van manipulatie. "Macht" vooronderstelt ook kennis. Kennis van alle feiten, aspecten en opties, om die tegen elkaar af te kunnen wegen. Daar waar vrijheid en kennis worden ingeperkt, is er geen macht.

In een democratie heeft elke individuele keuze gevolgen voor de maatschappij als geheel. Het is dus in het algemeen belang dat eenieder in volledige vrijheid en met volledige kennis van zaken een keuze kan maken.

Aan de andere kant staan de specifieke belangen van partijen en kandidaten die om de stem van de burger werven. Die willen het liefst dat die burger uitsluitend hun eigen promotiemateriaal ziet, niet dat van de concurrent. Partijen en kandidaten concurreren niet alleen om de gunst van de kiezer, maar ook om zijn exclusieve tijd en aandacht.

Er zijn geen wetten die bepalen over welke informatie een kiezer moet beschikken om de juiste afweging te kunnen maken. Voor bijvoorbeeld lamskoteletjes, tandpasta, hypotheekleningen of auto's, is het verplicht de herkomst en eigenschappen te vermelden, zodat consumenten een verantwoorde keuze kunnen maken. Het is verboden valse informatie te verstrekken. Alle ingrediënten, eigenschappen en risico's moeten op het etiket worden vermeld.

Maar politieke communicatie valt onder de vrijheid van meningsuiting. Politieke partijen mogen alle verkooptrucs gebruiken die mogelijk zijn. Net als in liefde en oorlog, is alles geoorloofd.

En natuurlijk wordt in campagnes alles uit de kast gehaald, en worden de grenzen van het toelaatbare steeds weer getest.

Wat dat betreft is er niks nieuws onder de zon. Alles wordt gebruikt om de kiezer ertoe te brengen zijn stem op jouw partij of jouw kandidaat uit te brengen. Verleiden met mooie beloften tot aan daadwerkelijk omkopen. Druk uitoefenen tot en met intimideren.

Belangrijk is daarbij hoe en waar je de kiezer kunt bereiken. Vroeger was het simpel: katholieken hoorden op zondagochtend in de kerk van de pastoor dat er geen andere keus was op het stembiljet dan de Katholieke. En geen rechtegeaarde Katholiek haalde het in zijn hoofd iets anders te stemmen. Thuis vertelde Vader aan Moeder wat zij te stemmen had. De kinderen kregen hun politieke kleur van thuis mee, en op school. Katholieken haalden hun informatie uit een katholieke krant en van de katholieke radio-omroep. In de verzuilde samenleving kreeg je alleen de mening van de eigen zuil aangeboden.

Een soort filter bubble avant la lettre.

Tegenwoordig pakken partijen het anders aan. De sky is the limit met nieuwe technologieën.

Met steeds geavanceerder middelen kan de kiezer in kaart worden gebracht. Zijn voorkeuren, activiteiten, connecties. Met gebruik van eindeloze hoeveelheden persoonsgegevens kan vrijwel elk individu op deze aardbol tot in het kleinste detail worden gereconstrueerd. Het is niet alleen mogelijk zijn opvattingen te destilleren uit grote massa's gegevens, nee, het is zelfs mogelijk die opvattingen van een persoon te voorspellen, nog voordat hij ze zelf heeft uitgedacht. En vervolgens is het mogelijk om die opvattingen subtiel te sturen, terwijl de persoon zelf meent dat hij helemaal zelf tot zijn keuze is gekomen.

Zoals zo vaak lopen de Amerikanen voorop in het gebruik van nieuwe methoden. Terwijl wij in Europa nog gezellig ouderwets de deuren langs gaan en foldertjes uitdelen op de zaterdagmarkt, gebruiken de Amerikanen al de laatste technologie om kiezers te identificeren, benaderen en beïnvloeden.

Natuurlijk is het niet nieuw dat politieke partijen proberen uit te vinden waar hun kiezers zitten en hoe ze beïnvloed kunnen worden. Er wordt in kaart gebracht welke wijken overwegend op de eigen partij stemmen, waar nog potentieel zit, en in welke wijken campagne voeren verspilde moeite is. Er wordt gewerkt met profielen en doelgroepen, waarop de boodschap precies afgestemd kan worden.

Maar met het grootschalig gebruik van persoonsgegevens kan eindeloos veel meer. Uiteraard is dat een uitgelezen kans voor politieke partijen. En voor iedereen die campagne voert en de verkiezingen wil beïnvloeden.

Maar de manier van beïnvloeden wordt steeds minder transparant. Door het effect van de filter bubble worden kiezers alleen nog maar bevestigd in hun eigen opvattingen, en krijgen ze nauwelijks nog informatie over de opvattingen en argumenten van andere groeperingen. Een soort nieuwe verzuiling. Op die manier wordt kritisch denken gesmoord. Er is te weinig prikkel om de eigen ideeën te toetsen, nieuwe argumenten te vinden, of om kritisch te kijken naar het waarheidsgehalte van de informatie die wordt gecirculeerd.

En natuurlijk beperkt zich dit effect niet tot de activiteiten van politieke partijen zelf. Bedrijven doen aan profiling. Stel, je leest de Groene Amsterdammer, je rijdt een Toyota Prius en gaat op vakantie naar Toscane, word je vooral door partij X getarget. Als je een stacaravan hebt in Nederland, de Telegraaf leest en Mazda rijdt, wordt je getarget doorpartij Y.

Datzelfde geldt ook voor het aanbod aan informatie dat we krijgen. Ik als D66er krijg wellicht suggesties voor de websites van The Guardian of Le Monde, mijn PVV collega krijgt misschien linkjes naar Breitbart.

Voor een gezonde, robuuste democratie is pluralisme essentieel. Niet in een verkokerde samenleving, waar mensen zijn ingedeeld in strak afgebakende groepen die nauwelijks contact hebben met elkaar, maar in een vrije uitwisseling, confrontatie en vermenging van ideeën.

Pluralisme staat onder druk. Populistische partijen verklaren zich tot vertegenwoordiger van Het Volk. In hun visie is Het Volk eenvorming, homogeen. Er is een dominante cultuurnorm, van bovenaf opgelegd, waar iedereen zich aan moet conformeren. Wie dat niet doet, wordt hard aangepakt. Vaak gaat het om platte symboliek als paaseieren en kerstbomen. In de wereld van de populisten wordt pluralisme niet geduld. Maar waar geen pluralisme is, is geen democratie. Dan verwordt democratie tot een simpele stammenstrijd, in plaats van de uitdrukking van de wil van alle burgers tezamen.

Europese privacy wetgeving stelt grenzen aan het gebruik van persoonsgegevens. Een van de expliciete doelstellingen van regulering is voorkomen dat in de wereld van Big Data de keuze van consumenten wordt ingeperkt. Gek genoeg wordt er niet expliciet gestreefd naar het garanderen van de breedst mogelijke keuze voor kiezers. Maar in de politiek hebben individuele keuzes gevolgen voor de samenleving als geheel.

In 2018 wordt de Algemene Verordening Gegevensbescherming van kracht. Daar hebben we vijf jaar aan gewerkt. Op dit moment wordt gewerkt aan de modernisering van de e-Privacy Richtlijn, die vooral gaat over het beschermen van communicatie. Net zoals bij de behandeling van de AVG schreeuwen bedrijven uit bepaalde sectoren moord en brand. Europese Privacybescherming betekent een wisse dood voor de Europese industrie, De gehele Europese industrie zal wegtrekken naar andere continenten, zo beweren de Cassandra's van het bedrijfsleven. (Overigens wordt datzelfde einde van het Europese bedrijfsleven ook voorspeld bij elke maatregel voor, pakweg, milieunormen, aanbestedingsregels of werknemersrechten. Al die maatregelen zijn aangenomen, maar bij mijn weten heeft het rampenscenario zich niet voltrokken....).

Juist ook bedrijfssectoren die een enorme impact kunnen hebben op het informatie-aanbod aan burgers, protesteren hevig. Bijvoorbeeld uitgevers en marketeers. En het valt te begrijpen dat ze niet blij zijn met strakkere regels voor hun activiteiten. Maar met de toenemende impact van het gebruik van persoonsgegevens en big data, neemt ook hun maatschappelijke verantwoordelijkheid toe.

Persoonsgegevens zijn goud waard. Niet alleen voor bedrijven, maar natuurlijk ook voor politici en politieke partijen, die er in de campagne hun voordeel mee kunnen doen.

Er is tot nu toe weinig maatschappelijk debat over de nieuwe technieken. Eigenaardig. Dertig jaar geleden werd "sluikreclame", zoals we dat toen noemden, al verboden, omdat men van mening was dat het beïnvloeden van mensen zonder dat ze zich dat bewust zijn, onethisch is. We moeten nu weer zo'n discussie voeren. Wat vinden wij van ondoorzichtige beïnvloeding? Moeten er ethische normen komen? Voor politieke campagnes of ook breder? We hebben de neiging het debat over Big Data in technische of juridische termen te voeren, terwijl het een heel fundamenteel ethische kwestie is, met vèrstrekkende gevolgen voor de vitaliteit van onze democratie.

Voor zo'n debat moeten we ook veel meer duidelijkheid hebben over de impact van big data, profiling, targeting en dergelijke technieken. Impact op het individu en zijn gedrag en keuzes, die bepalend zijn voor de richting van de samenleving. Welke kiezers worden bereikt? Hoe gevoelig zijn ze voor de subtiele beïnvloeding en wat maakt ze weerbaar? Hoe is de verhouding tussen mensen die online niet of nauwelijks bereikt worden, en de anderen? Tussen de niet stemmers en de stemmers? Is de kiezer wel voorspelbaar? Kan zwevende kiezer geïdentificeerd of beïnvloed worden? Zweven kiezers echt tussen verschillende partijen? Of zweven ze vooral binnen de eigen partij, binnen de eigen bubble, de eigen zuil? Wat is het gewicht van andere factoren, zoals de  sociale omgeving? Als de nieuwe vormen van beïnvloeding inderdaad zo machtig zijn, hoe kan het dan dat peilingen er toch naast zitten? Kunnen we iets leren van adverteerders die terugkeren naar contextual advertising, omdat targeting minder effectief blijkt te zijn dan ze dachten?

We moeten nuchter blijven. De nieuwe technologieën hebben een enorme impact, maar de menselijke natuur zal niet plotsklaps volkomen veranderen door Big Data en het gebruik daarvan. Onze natuurlijke instincten en reflexen evolueren echt niet binnen enkele jaren. Daar gaan vele duizenden jaren overheen (er zit ook in de 21e eeuw nog veel van de holenmens in ons, dus zo 1-2-3 zijn we dat ingesleten gedrag niet kwijt).  De mens is weerbaar. Maar de democratie is kwetsbaar. De maatschappelijke impact is op korte termijn wèl groot. Dus alle reden om intensief na te denken over hoe we omgaan met de nieuwe werkelijkheid, en hoe we daarin onze waarden overeind houden.

Niet alleen de persoonsgegevens van de kiezers, maar ook die van politieke concurrenten, tegenstanders en critici worden steeds meer ingezet in de strijd. In de afgelopen dagen hebben we wederom een voorbeeld gezien hoe externe partijen probeerden de uitslag van de Franse verkiezingen te beïnvloeden. Een grootschalige hack van de campagneburelen van Emanuel Macron en het verspreiden van valse informatie, overduidelijk vanuit de hoek van het Kremlin en de Amerikaanse Alt-Right, bedoeld om zijn kandidatuur beentje te lichten.

Maar ook tijdens de verkiezingen in de Verenigde Staten zagen we een schimmig spel van hacken, lekken en manipuleren. De kwestie van de mails van Hillary Clinton zal ons zonder enige twijfel nog jarenlang bezig houden. En wie zal zeggen hoe de verkiezingen waren afgelopen zonder die affaire?

Het is duidelijk dat niet alleen fatsoenlijke politieke partijen gebruik kunnen maken van persoonsgegevens voor hun campagne, maar dat ook andere personen en organisaties, ook en vooral van buiten Europa, de Europese kiezers kunnen bestoken met informatie en valse informatie. Niet-westerse groeperingen, het Kremlin of Breitbart. Maar ook Europese regeringen, die over eindeloos veel persoonsgegevens van hun burgers beschikken, kunnen voor de eigen doeleinden informatie manipuleren of regelrechte onzin verkopen. Ik noem een willekeurig voorbeeld: de Hongaarse regering die met leugens en manipulatie de kiezers beïnvloedt voor de zogenaamde consultatie over asielzoekers.

Ook andere pijlers van de democratie kunnen worden aangevreten door het misbruiken van gegevens. Kritische stemmen, oppositie, checks en balances zijn de zuurstof van de democratie. Als data worden ingezet om journalisten, rechters, advocaten, NGOs, klokkenluiders en oppositiepartijen aan te vallen, te ondermijnen, zwart te maken, te chanteren of te vervolgen, is de democratie in accuut gevaar.

We zijn geneigd in Europa om daar een beetje schouderophalend over te doen. "Och, het zal wel loslopen, dat komt hier niet voor, dat gebeurt alleen in dictaturen in bananenrepublieken". Het is natuurlijk fantastisch dat wij zelf zoveel vertrouwen hebben in onze democratische rechtsstaat. Maar als wij zo achteloos omgaan met die rechtsstaat, zijn we hem op een kwade dag ineens kwijt.

Binnen de Europese Unie zien we dat in Polen en Hongarije al gebeuren. De regeringen van beide landen hebben vol de aanval ingezet op onafhankelijke rechters, kritische media, lastige NGOs. Dat doen ze dan met quasi-wettelijke middelen. Onder het mom van transparantie dwingen ze NGOs om zich te registreren. Daarvoor worden wetten tegen witwassen van geld en terreurfinanciering misbruikt. Of compromitterende informatie over rechters of politici wordt op strategische momenten naar buiten gebracht. Maar ook in andere lidstaten wordt het steeds lastiger voor kritische stemmen. Advocaten worden afgeluisterd, ook zonder wettelijke basis. In de jaren sinds 9/11 hebben we eindeloze nieuwe bevoegdheden geschapen voor veiligheidsdiensten, politie en justitie om burgers te bespieden, ook zonder verdenking, zonder tussenkomst van de rechter. Bedrijven aan wie wij argeloos onze persoonsgegevens afstaan, in ruil voor dienstverlening, zijn gedwongen alle informatie door te spelen aan de overheid, of om backdoors in te bouwen. Regeringen breken in op computers in andere landen. Meestal begint het met onwettige praktijken, maar er worden al snel wetten aangenomen om de praktijk te legaliseren. Het toverwoord "terrorisme" doet elke kritiek op dat soort wetgeving verstommen.

Maar als politici, journalisten, NGOs, klokkenluiders, advocaten en al die anderen hun werk niet meer vrijelijk en onbekommerd kunnen uitvoeren, bloedt onze democratie dood. Niet alleen moeten ze onbespied zijn, ze moeten er ook zeker van kunnen zijn dat ze niet worden bespied. Alleen al de mogelijkheid dat je bespied zou kúnnen worden, heeft een chilling effect.

Om die principiële reden heb ik een Franse mass surveillance wet aangevochten voor de Franse Conseil d'Etat. Aangezien ik als Europarlementariër vier dagen per maand op Frans grondgebied (in Straatsburg) mijn werk doe, zou ik potentieel doelwit van het afluisterprogramma kunnen zijn. Dat is niet geheel denkbeeldig, aangezien ik politica ben, en ook nog eens uitgesproken kritisch over enkele Franse anti-terreurmaatregelen. Het gaat me er niet om dat ik me daadwerkelijk enorme zorgen maak of ik word bespied, maar het feit dat het mogelijk zou kunnen zijn. Nu heb ik toevallig overal lak aan, maar ik kan me heel goed voorstellen dat veel politici kwetsbaar zijn. Dat is een risico voor de democratie.

Het is niet uitgesloten dat mijn zaak uiteindelijk voor het Mensenrechtenhof in Straatsburg komt. In dat geval zal het leiden tot jurisprudentie die geldig zal zijn in de hele EU (en het gebied van de Raad van Europa).

Maar het mag natuurlijk niet afhangen van de acties van één obstinaat individu of politici, NGOs, journalisten enzovoort zonder vrees hun werk kunnen doen, of ze hun luis in de pels-rol kunnen vervullen.

Het is mijn persoonlijke, diepe overtuiging dat de grootste bedreiging voor onze democratie er in schuilt dat we bevoegdheden hebben geschapen voor de machthebbers, om zich vrijwel ongelimiteerd toegang te verschaffen tot de persoonsgegevens van degenen die die machthebbers juist moeten controleren.

Conclusies: wat kunnen we doen?

Er zijn denkers die nieuwe vormen van democratie voorstellen, waarbij het algemeen kiesrecht wordt afgezwakt of verdwijnt. David van Reybrouck had een idee om volksvertegenwoordigers aan te wijzen per loting, en Jason Brennan wil de elite meer stemmen geven dan de lagere klassen, ervan uitgaand dat mensen met meer opleiding of ontwikkeling beter kunnen kiezen. Anderen willen de representatieve democratie volledig vervangen door directe democratie.

Ik ben daar tegen. Het algemeen kiesrecht en de representatieve democratie zijn grote verworvenheden, die bovendien hebben geleid tot enorme vooruitgang in de samenleving.

We moeten allereerst zorgen dat we onze kinderen opvoeden tot kritische, onafhankelijke denkers. Andersdenken, afwijken, prikkelen: het moet worden aangemoedigd, niet worden afgekeurd. Een democratie heeft dwarse mensen nodig.

We moeten kinderen leren informatie in context te plaatsen en bronnen te vergelijken.

De tegenhanger van Big Data moet zijn Big Transparency. Niet alleen openbaarheid van bestuur, maar ook inzicht in de technieken die worden gebruikt voor beïnvloeding.

Het reguleren en beperken van het gebruik van persoonsgegevens is, zoals ik hopelijk effectief heb betoogd, geen speeltje voor zweverige privacy-activisten, maar essentieel voor de democratie. Het is noodzakelijk om te waarborgen dat mensen echt vrij zijn in hun keuze, maar ook om de noodzakelijke checks and balances te beschermen. Dus ik pleit voor een strakke toepassing van de Algemene Verordening gegevensbescherming, en ik zal me in het Europees Parlement inzetten voor een stevige e-Privacy Verordening.

En ja, misschien moeten we wel kijken of de spelregels voor campagne voeren nog wel van deze tijd zijn. Vandaag beperken die zich in de meeste landen tot een maximum aan campagne-uitgaven, een verbod op campagne voeren of peilingen de dag voor de verkiezingen, of een verbod op het publiceren van informatie die de uitslag kan beïnvloeden, zoals bijvoorbeeld de gelekte mails in Frankrijk. Maar deze regels hebben weinig impact op het gebruik van persoonsgegevens voor subtiele beïnvloeding van verkiezingen.

Het Europees Parlement heeft vorig jaar een voorstel van mijn hand gesteund voor een Europees mechanisme voor het bewaken van de democratie, de rechtsstaat en de grondrechten in Europa.

Op deze dag van Europese democratie, wil ik ervoor pleiten dat er gelijke, hoge normen moeten zijn in heel Europa. De laatste jaren is duidelijk geworden dat nationale verkiezingen Europese verkiezingen zijn. Het is cruciaal dat we er op kunnen vertrouwen dat in alle EU lidstaten verkiezingen open, vrij en eerlijk zijn, en dat er geen oneigenlijke beïnvloeding plaats vindt.

In de afgelopen zestig jaar heeft de Europese Unie zich ontwikkeld tot een wereldleider op het gebied van democratie en vrijheid. Europa kan dat blijven, als we de discussie aangaan.

Ik wens u allen een heel fijne Europa-dag!