Debat reactie Amerika op gifgasaanval in Syrië - Hoofdinhoud
Plenair debat: Debat reactie Amerika op gifgasaanval in Syrië
Debat terugkijken en -lezen
Verslag (stenogram)
Debatten in het kort: Vragen na Amerikaanse aanval in Syrië
Spreektekst Han ten Broeke (VVD)
(Alleen het gesproken woord geldt)
Voorzitter. In de Westhoek van Vlaanderen staat een prachtig en indrukwekkend museum over de Eerste Wereldoorlog. Dat museum staat in Ieper. Wie het museum bezoekt, krijgt een armband met daarin digitaal opgeslagen verhalen van 400 getuigen en slachtoffers van de Eerste Wereldoorlog. Je wordt op die manier tijdens het bezoek vergezeld door Fransen, Vlamingen, Walen, Duitsers en Britten van toen. Wat al die mensen bindt, is dat zij zowel getuigen als slachtoffers zijn geweest van de eerste keer in de geschiedenis dat het meest gruwelijke van alle wapens is ingezet: gifgas, in dit geval chloorgas, daar in de loopgraven bij Ieper.
Om de inzet van dit gruwelijke wapen in de toekomst te voorkomen, is in 1925 het Protocol van Genève ondertekend. Daarin kwam een verbod op chemische wapens tot stand. Dat verbod is de norm geworden voor een beschavingsgrens, een ondergrens bij oorlogvoering. Als een ondergrens zich door iets laat definiëren, is dat door het feit dat het overschrijden van een ondergrens consequenties moet hebben in het belang van onze beschaving. Volgens mij kunnen wij ons allemaal heel goed de zomer van 2013 herinneren. Bijna een eeuw na de loopgraven van de Eerste Wereldoorlog werd deze norm in Oost-Ghouta, een Syrisch voorstadje van Damascus, overschreden. Meer dan 1.400 Syriërs vonden toen een gruwelijke dood door chemische wapens, een dood die we met z'n allen hadden verbannen naar de donkerste krochten van de geschiedenis. Ondanks de rode lijn van de toenmalige president Obama werd de inzet van dit verschrikkelijke wapen niet bestraft en werd de overschrijding van deze beschavingsgrens niet vergolden. Het gevolg was dat de grootste schurken van deze wereld de boodschap kregen dat zij hiermee weg konden komen en dat de norm straffeloos kon worden overschreden, want voor vergelding hoefden zij niet langer te vrezen.
Twee weken geleden besloten de Amerikanen na de zoveelste gifgasaanval, ditmaal op Khan Sheikhoun en ditmaal met 89 doden tot gevolg, de rode lijn van 2013 alsnog te handhaven. De gruwelijke slachtpartij was het zoveelste bewijs dat Syrië niet is ontdaan van chemische wapens, alle diplomatieke inspanningen ten spijt. De VVD heeft daar de afgelopen jaren voortdurend haar twijfel over uitgesproken. Dat gold zowel voor de oppositie als voor het regime. Het mag niemand verbazen dat de VVD deze zeer beperkte militaire aanval van de Amerikanen niet alleen begrijpelijk vindt maar ook steunt. De aanval was ook noodzakelijk omdat de weg via de VN-Veiligheidsraad wederom werd geblokkeerd, ook voor een onderzoek, juist door het land dat in 2013 de Amerikanen tot dat diplomatieke spoor wist te verleiden. Dat is achteraf gezien misleiding gebleken. Dan rust op de landen die dat kunnen, de verantwoordelijkheid om dat te doen wat men in 2013 naliet. Daarmee is het internationaal recht niet geschonden maar gehandhaafd, want het primaat van de Veiligheidsraad en de conventie, die al is ondertekend door 193 landen, inclusief Syrië, is dan belangrijk.
De heer Voordewind (ChristenUnie):
De heer Ten Broeke zegt eigenlijk dat wat de Amerikanen gedaan hebben, terecht is. Hij spreekt dan ook zijn steun uit. Het kabinet gaat niet zover, want dat zegt dat nog wel onderzoek nodig is om het daderschap te achterhalen. Is hij het niet met het kabinet eens dat dat onderzoek nog gedaan moet worden? Hij zegt immers zelf: ik weet al dat Assad het heeft gedaan; terechte actie van de Amerikanen; politieke steun.
De heer Ten Broeke (VVD):
Dit is een herhaling van de discussie in 2013. Over het onderzoek zijn we het eens: ik zou ook liever een onderzoek hebben gehad, maar ik constateer dat het onderzoek tot twee keer toe in een Veiligheidsraadsresolutie is geblokkeerd door precies de partij die in 2013 met een beroep op diplomatie de Amerikanen wist te weerhouden van het toen al vergelden van die norm. Dat brengt dus verantwoordelijkheid met zich mee voor de partijen die toen voor dat spoor hebben gekozen. Daarmee wordt de urgentie voor het vergelden van die norm alleen maar groter, helemaal tegen de achtergrond van het feit dat we sinds 2013 proliferatie van de inzet van dit wapen hebben gezien, niet alleen van chloorgas — dat noem ik maar de huis-tuin-en-keukeninzet van chemische wapens — maar ook VX en mosterdgas, bijvoorbeeld in Noord-Irak door ISIS en zelfs in Sudan. Dat maakt dat vergelding nu geboden was en wat mij betreft voorrang heeft boven het volgen van de Veiligheidsraad. Over dat laatste kunt u niet verbaasd zijn, want u kent onze opstelling inzake de conclusies van de commissie-Davids. Die conclusies worden niet door dit kabinet gedeeld. Op dat punt wijken wij af; daar zeg ik altijd maar bij: samen met de SGP. Twee partijen zijn daar consequent in geweest. Ik merk nu bij heel veel collega's dat zij die positie eigenlijk ook wel hadden willen innemen.
De heer Voordewind (ChristenUnie):
Maar toch zegt de heer Ten Broeke hier vrij stellig dat Assad het heeft gedaan. Hij spreekt ook zijn steun uit voor de actie van de Amerikanen. Hij beschikt blijkbaar dus over onomstotelijke bewijzen die het kabinet nog niet heeft. Het kabinet heeft alleen informatie van bondgenoten gekregen, maar is ook nog niet zo stellig dat het tot dezelfde conclusie komt. Dus mijn vraag is welke eigen zelfstandige informatiebronnen de VVD of de heer Ten Broeke heeft. Wij weten dat hij een breed netwerk heeft, maar ik wist niet dat zijn invloed zo groot is.
De heer Ten Broeke (VVD):
Op het netwerk van de heer Voordewind valt ook bepaald niets af te dingen; hij is zo mogelijk nog vaker in deze omgeving geweest. Wij kennen allebei de gruwelen van het regime van Assad. Ik heb zojuist heel duidelijk gezegd dat Syrië niet is ontwapend. Ik heb daaraan toegevoegd dat dit geldt voor zowel het regime van Assad als voor de rebellen. Maar vervolgens komen wij wel voor de vraag te staan wie de mogelijkheid had om deze wapens in te zetten via de lucht, want het is gebeurd via de lucht. Dat zijn eigenlijk maar twee partijen: de luchtmacht van Assad en de Russen. De Russen waren woedend over deze inzet; zij kunnen het dus bijna niet zijn geweest. Vervolgens weten wij ook dat er sprake was van een offensief van rebellen in precies de omgeving waar de wapens zijn ingezet. Daarop moest geantwoord worden. Op basis van intelligence die naar buiten is gekomen — dat zijn niet mijn bronnen of mijn netwerk, maar openbare bronnen die de heer Voordewind ook kan raadplegen en alle collega's met hem — is vastgesteld dat er contacten zijn geweest binnen het Syriëregime. Die zijn afgeluisterd en daaruit zou kunnen blijken dat zij dat hebben gedaan.
Ik bind mij niet aan een oordeel, maar ik vind wel dat je, als je geen onderzoek kunt doen omdat de Veiligheidsraad zich daartegen verzet, het wel moet durven om vanwege het belang van deze norm, steun uit te spreken voor deze militaire aanval en dat doe ik. De heer Voordewind kent onze opstelling. Ik ben altijd bereid om eindeloos te zoeken naar een volkenrechtelijk mandaat, of laat ik het preciezer formuleren en de formulering gebruiken van de commissie-Davids: een adequaat volkenrechtelijk mandaat. Dat is een mantra die iedereen hier ondersteunt, maar de SGP en de VVD omarmen de positie van Van Walsum — die is anders dan die van dit kabinet — namelijk dat wij ten langen leste de veiligheid van de wereld uiteindelijk niet in handen willen leggen van een Chinees of een Russisch veto, zeker als het om dit soort zaken gaat.
De voorzitter:
Gaat u verder.
De heer Ten Broeke (VVD):
De beslissing tot de inzet van geweld, het maken van vuile handen voor het bewerkstelligen van veiligheid — ik zei het in het interruptiedebatje al tegen de heer Voordewind — is om veel redenen geen eenvoudige, bijvoorbeeld doordat een volkenrechtelijk mandaat in strikte zin ontbreekt, maar wel noodzakelijk als wij hechten aan minimale beschavingsnormen. De heer De Roon sprak over uiterste noodzaak. Als de internationale rechtsorde erodeert, verdwijnt de veiligheid, ook onze veiligheid. Deze actie heeft de veiligheid vergroot en niet verkleind. De actie heeft de bullies van de wereld de boodschap gegeven dat het de Amerikanen menens is. De assertieve opstelling van China in de richting van Noord-Korea spreekt wat dit betreft al boekdelen.
Het is ook in ons belang om ervoor te zorgen dat westers optreden, ook van de Amerikanen, wordt gekenmerkt door voorspelbaarheid en niet door willekeur. Daarvoor is het nodig dat wij niet alleen ultieme normen handhaven, maar dat daar ook een strategie aan ten grondslag ligt. Met deze aanval is weliswaar een signaal afgegeven, maar is op geen enkele manier een oplossing afgedwongen. De situatie is nog net zo uitzichtloos als voorheen. Omdat met deze aanval een signaal is afgegeven en geen oplossing is afgedwongen, kunnen wij dan ook geen vrijbrief geven voor de inzet van de Amerikanen wiens strategie ons op dit moment volstrekt onhelder is. De vraag aan de regering is dan ook wat zij doet om deze strategie helder te krijgen en te achterhalen.