Van Groenendael (ex-RK)

Op 1 oktober 1919 werd H.A.G. van Groenendael1 uit de Rooms-Katholieke Kamerclub2 gezet. De reden hiervoor was Van Groenendaels steun aan de Limburgse afscheidingsbeweging.

De directe aanleiding voor het royement was de beschuldiging dat Van Groenendael zich in Brussel zou hebben uitgesproken voor een volksraadpleging in Limburg. In die volksraadpleging zouden de Limburgers zich kunnen uitspreken voor aansluiting bij Belgiƫ. Van Groenendael ontkende dit, maar werd desondanks uit de fractie verwijderd.

Van Groenendael nam in 1922 zonder succes met een eigen lijst deel aan de verkiezingen3.

 

Meer over

  • Tweede Kamerfractie Rooms-Katholieken (RK)2

  • 1. 
    In Midden-Limburg geboren katholiek Tweede Kamerlid dat in 1919 uit zijn fractie werd gezet, vanwege zijn sympathie voor de afscheidingsbeweging in Limburg. Voor hij Kamerlid werd griffier van de Staten van Overijssel. Volgde in 1916 in het district Weert Victor de Stuers op. Nam in 1922 zonder succes met een eigen lijst deel aan de verkiezingen.
     
  • 2. 
    De Rooms-Katholieken hadden van 15 maart 1892 tot 17 september 1929 een Tweede Kamerfractie (Kamerclub). De katholieke fractie was vanaf 1901 de grootste in de Tweede Kamer. Eerder was er al een zogenoemde Centrumclub. Vanaf 1929 was er sprake van een RKSP-fractie, nadat in 1926 de Roomsch-Katholieke Staatspartij was opgericht.
     
  • 3. 
    De Tweede Kamerverkiezingen van 1922 waren op 5 juli. Ze waren nodig vanwege aanneming van voorstellen tot grondwetsherziening in eerste lezing. De confessionele partijen profiteerden van de invoering van het vrouwenkiesrecht en vergrootten hun meerderheid. De SGP kwam voor het eerst in de Kamer. Na deze verkiezingen werd het kabinet-Ruijs de Beerenbrouck II gevormd.