Een misvatting, nu gaan meningen ondergronds - Hoofdinhoud
‘Wilt u meer of minder columnisten?” Het is niet ondenkbaar dat de hoofdredacteur van NRC op enig moment zo’n vraag aan de redactie heeft voorgelegd. En dat de nieuwsredactie toen uitriep: „Minder! Minder!” Ook vermoed ik dat de hoofdredacteur bij een aandeelhoudersvergadering wel eens opzwepend heeft geroepen: „Wilt u meer of minder abonnees?” Men zal luidkeels „Meer! Meer!” hebben gescandeerd.
Met de veroordeling van Geert Wilders voor het opwerpen van de vraag, ten overstaan van een handjevol stemmers, of men liever ‘meer of minder Marokkanen’ in Den Haag en in Nederland zou zien, is een groot aantal alledaagse uitspraken en afwegingen plots in het strafrechtelijk schemergebied terecht gekomen.
Wilt u meer of minder nertsenfokkers? Meer of minder hoogopgeleiden? En wilt u meer of minder ambtenaren? Het innemen van een positie in dit soort vragen behoort tot de kernactiviteit van politici - en trouwens niet alleen van politici. Vrijwel iedereen in een leidinggevende functie moet voortdurend afwegingen maken. Meer of minder Zwarte Piet bij de NPO? Meer of minder islamitische scholen in Amsterdam? En willen we eigenlijk meer of minder vluchtelingen?
Het gebeurt regelmatig: aspecten van het gewone dagelijkse verkeer - waarin keuzes worden gemaakt, standpunten worden ingenomen, oordelen worden geveld - worden buiten de orde verklaard. We noemen dat ook wel ‘politieke correctheid’. Het gevolg van deze politieke correctheid is dat we ons almaar omzichtiger moeten uitdrukken, dat we vaker op eieren moeten lopen (als het niet beledigend is voor pluimveehouders om me zo uit te drukken). Steeds minder durven we te zeggen; steeds meer geeft aanleiding tot ‘safe spaces’ en ‘excuses’ en ‘verontwaardiging’ - en, zoals gister bleek, zelfs tot strafrechtelijke veroordelingen.