Afnemende Kamerervaring ligt vooral aan de kiezer
Het beeld bestaat soms dat de ervaring in de Tweede Kamer afneemt door de neiging van leden om na een niet al te lange periode weer door te stromen naar een andere baan. Het Kamerlidmaatschap dus als stap in de carrière.
Nu is het ongetwijfeld zo dat Kamerleden die op relatief jonge leeftijd na enige tijd (bijvoorbeeld na twee perioden) denken: ik wil wel weer eens wat anders. Veel partijen zien een langdurig Kamerlidmaatschap overigens ook als een probleem. Er zijn er zelfs (zoals het CDA en GroenLinks) die de duur aan een maximum binden. Bovendien is er steeds - begrijpelijk - behoefte aan vernieuwing.
Leden die bij verkiezingen als buitengewoon talentvol werden binnengehaald, verdwijnen soms al weer na vier jaar. Het Kamerwerk ligt niet iedereen evengoed, zeker waar het mensen betreft die uit een geheel andere werksfeer komen. Er zijn wel gevallen bekend van nieuwkomers die bijna letterlijk 'verdwaald' raakten op het Binnenhof. Dat heeft echter niets te maken met carrière-neigingen.
De carrièrekansen van oud-Kamerleden worden in het algemeen te hoog ingeschat. Niet alleen nam het aantal burgemeestersposten af, maar de benoeming is geheel een zaak van de gemeenteraden. Veel oud-Kamerleden rest een bestaan als zzp'er, bijvoorbeeld in de lobbysfeer. Of dat een succesvolle carrièrestap is, is hoogst onzeker.
Bij de afgelopen verkiezingen stonden alle leden van SGP, 50PLUS (eenling Krol), ChristenUnie, GroenLinks en CDA opnieuw verkiesbaar. Bij D66 vertrokken er twee, van wie één na een loopbaan als rechter tussentijds in de Kamer was gekomen. Bij de PVV was er één vertrekker. Voor al die partijen gold dus dat carrièredrang geen enkele rol speelde.
Maar dat gold evenzeer voor de VVD. Weliswaar waren daarvan de nodige leden niet verkiesbaar, maar sommigen van hen (zoals Ton Elias2) werden niet meer kandidaat gesteld. Anderen (Helma Neppérus3 en Brigritte van der Burg4 bijvoorbeeld) waren al langere tijd lid. Het verlies aan ervaring bij de PvdA lag zelfs vrijwel geheel aan het grote zetelverlies. Zestien zittende Kamerleden werden niet herkozen.
Een verband tussen afnemende Kamerervaring en vrijwillige doorstroming van leden naar elders, is nauwelijks aanwezig. Behoefte van partijen om te vernieuwing, maar vooral grote bewegingen onder de kiezers spelen daarbij een veel grotere rol.
- 1.Kenner van de parlementaire geschiedenis met grote parate feitenkennis. Als medewerker van het PDC nauw betrokken bij websites over parlement en politiek en beheerder van het omvangrijke biografisch archief, het databestand over Nederlandse politici. Promoveerde in 1998 op een lijvig proefschrift over de Eerste Kamer, schreef samen met J.Th.J. van den Berg een boek over de parlementaire geschiedenis 1946-2016 en publiceert regelmatig in tijdschriften en dagbladen. Sinds 1 december 2018 is hij bijzonder hoogleraar parlementaire geschiedenis en parlementair stelsel in Maastricht.
- 2.Opvallend VVD-Tweede Kamerlid in de periode 2008-2017, dat zich met onderwijs, mediabeleid, economische zaken en verkeer bezighield. Zoon van een bekende onderwijsjournalist en zelf parlementair journalist, voorlichter en later eigenaar van een communicatiebureau. Sinds 2012 was hij fractiesecretaris en tevens lid van het Presidium. Hij leidde het onderzoek naar (mislukte) ict-projecten bij de overheid en was lid van de enquêtecommissie Fyra. Had soms de naam een 'botterik' te zijn, maar stond ook te boek als onafhankelijk, collegiaal, gedegen en recht door zee. Trachtte in 2012 en 2016 tevergeefs Tweede Kamervoorzitter te worden.
- 3.VVD-politica die tijdens de elf jaar in de Tweede Kamer behalve als belastingwoordvoerder vooral actief was als commissievoorzitter en presidium-lid. Zo leidde zij de commissies voor Verzoekschriften en Burgerinitiatieven en van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en was zij ondervoorzitter van de enquętecommissie financieel stelsel. Had een achtergrond als belastinginspecteur en lid van het management van de Belastingdienst en was later inspecteur voor de burgerluchtvaart bij de Inspectie Verkeer en Waterstaat. Zat in Voorschoten in de gemeenteraad. Daarnaast was zij als sporter en bestuurder actief in de roeisport.
- 4.Uit ondernemerskring afkomstig VVD-Tweede Kamerlid dat zich sterk maakte voor het terugdringen van administratieve lasten. Verdedigde als woordvoerster volkshuisvesting met succes een initiatiefwetsvoorstel om woningkraken tegen te gaan en hield zich verder onder meer bezig met koninklijk huis, jeugdzorg en jeugdbeleid, emancipatie en grotestedenbeleid. Gezaghebbend voorzitter van de commissies van Sociale Zaken en van Koninkrijksrelaties. Was voor zij Kamerlid werd onder meer onderzoeker arbeidsmarkt, zelfstandig adviseur en voorzitter van het Nationaal Thematisch Netwerk ondernemerschap. Nadien was zij onder andere voorzitter van de NBBU, de brancheorganisatie van professionele intermediairs op de arbeidsmarkt.