Goede en betaalbare medicijnen zijn in ons aller belang
Artsen en zorginstellingen krijgen 36% meer sponsorgeld van de farmaceutische industrie. 51,6 miljoen in totaal. Waarom zou dat erg zijn? Omdat het opnieuw een voorbeeld is van de groeiende macht van de farmaceutische industrie. Door deze groeiende macht, samen met de hebzucht van Big Pharma, staan de belangen van patiënten te vaak niet centraal. Het is tijd voor een alternatief voor deze zieke industrie.
De geneesmiddelenindustrie, Big Pharma, is al vaak in opspraak gekomen vanwege het beïnvloeden van wetenschappelijk onderzoek en artsen, het niet geven van openheid over onderzoeksresultaten en (bij)werkingen en het opdrijven van de prijzen. ‘Farmaceuten beïnvloeden artsen in voorschrijven medicijnen’, was de conclusie van de Nederlandse zorgautoriteit (NZa) eind maart. ‘De farmaceutische industrie moffelt negatieve resultaten van medicijnonderzoek weg,’ zo concludeerde onderzoeker Jarno Hoekman in zijn proefschrift. Van de 44 door de industrie gesponsorde onderzoeken met een negatief resultaat werden er maar 10 gepubliceerd in vakbladen. ‘Het diabetesonderzoek kent weinig werkelijk onafhankelijk onderzoek en is veel te afhankelijk van een paar onderzoekers bij wie sprake is van serieuze belangenverstrengeling’, zegt ook Frits Holleman, internist bij het AMC. ‘We zijn er erin geluisd’ concludeert psychiater Bram Bakker. ‘Alleen de pillenindustrie werd gelukkiger van antidepressiva. Negatieve bijwerkingen bleven onvermeld.’
Het zijn een paar voorbeelden van een lange lijst. De vraag dringt zich op waarom we eigenlijk een op winst gerichte farmaceutische industrie hebben. Big Pharma beweert zelf dat dit voor onderzoek en ontwikkeling noodzakelijk is. Maar doet de farmaceutische industrie dan zoveel kostbaar onderzoek? Nee, zo blijkt uit verschillende onderzoeken. Het is juist de overheid die onderzoek financiert naar nieuwe, baanbrekende medicijnen, terwijl de industrie vooral bezig is met onderzoek naar variaties op bestaande medicijnen.
Uit onderzoek van de Europese Commissie blijkt dat de pillenindustrie slechts 1,44% van haar omzet uitgeeft aan preklinisch onderzoek naar nieuwe medicijnen. Dat staat in schril contrast met de enorme uitgaven aan marketing. Volgens de Europese Commissie wordt hier maar liefst 2,3 miljard meer aan uitgegeven dan aan onderzoek. Nog meer geld wordt uitgekeerd als winst. Gemiddeld ligt dit percentage op 30% van de omzet, op sommige medicijnen zelfs 80%. Publieke lasten leiden tot private lusten. De zorg wordt onnodig duur door de farmaceutische industrie.
Minister Schippers wil een tegenmacht vormen tegen de farmaceutische industrie. Dat is mooi maar is niet genoeg. Het plan van Schippers doet niets aan de door de NZa geconstateerde invloed van Big Pharma op artsen. Het eerder toelaten van medicijnen zonder onafhankelijke toetsing vooraf is niet in het belang van de patiëntveiligheid en zal ook niet leiden tot lagere uitgaven aan medicijnen.
Dit systeem werkt zo slecht dat we moeten bouwen aan een alternatief, en wel een publiek alternatief. Dit betekent weinig tot geen geld naar reclame en marketing en meer geld naar publiek onderzoek, ook naar aandoeningen die niet winstgevend zullen zijn. Wij pleiten voor een nationaal fonds geneesmiddelenonderzoek. Wij willen dat de industrie het onderzoek gaat betalen, maar het niet mag bepalen en dat alle banden met de industrie worden doorgesneden. Ook zou de overheid middels de eerste geldstroom meer moeten investeren in onderzoek.
Verder pleiten wij voor het afschaffen van geneesmiddelenreclame: geen commerciële artsenbezoekers, geen sponsoring van nascholing door de industrie, geen beïnvloeding van de industrie bij het vaststellen van behandelingsstandaarden. ‘Het gaat niet om kapitalisme, het gaat niet over het verdienen van geld, zorg gaat over het helpen van mensen.’ Die oproep doet Professor Gøtzsche in zijn boek Dodelijke medicijnen en georganiseerde misdaad. Wij zijn het met hem eens. Goede en betaalbare medicijnen zijn in het belang van ons allemaal.
- 1.SP-politicus en huisarts uit Oss, die met een onderbreking van een jaar tussen 2006 en 2021 Tweede Kamerlid was. Enige jaren wethouder van sociale zaken en volksgezondheid in zijn woonplaats en later raadslid. Als Kamerlid woordvoerder zorg (m.n. preventie, ziekenhuiszorg, geneesmiddelen), natuurbeleid, woningmarkt en ruimtelijke ordening. Actief Kamerlid, dat rijkelijk gebruikmaakte van het vragenrecht. Pleitbezorger van versterking van de rol van de huisarts in de zorg. Was in 2010-2012 voorzitter van de commissie voor Rijksuitgaven en maakte deel uit van de enquêtecommissie Fyra. Bracht een wet over het beëindigen van de pelsdierhouderij in het Staatsblad.
- 2.Sandra Beckerman (1983) is sinds 23 maart 2017 lid van de Tweede Kamerfractie van de SP. Zij is gepromoveerd archeoloog en was op dat vakgebied docent aan de Rijksuniversiteit Groningen. Verder was zij fractievoorzitter van de SP in de Provinciale Staten van Groningen. In de Tweede Kamer houdt mevrouw Beckerman zich bezig met wonen, economie, klimaat, milieu, gaswinning, landbouw, onderwijs, cultuur