Vervang oude vakbond door nieuwe ondernemingsraad - Hoofdinhoud
Het afgelopen sociaal-economische jaar is een ramp geweest voor de jonge werknemer.
In zowel de wetgeving van het kabinet als bij de cao-onderhandelingen zijn zaken als verhoging van het minimumjeugdloon, het meer betaalbaar maken van de kinderopvang of andere specifieke belangen van jonge werknemers volledig verwaarloosd. Ondertussen is in de cao's wel vastgelegd dat de naoorlogse generatie al rond haar zestigste mag stoppen met werken. Het moge inmiddels duidelijk zijn dat sociale partners FNV en CNV opkomen voor de belangen van hun (oudere) leden, en het naïef is te denken dat zij, nu of in de toekomst de belangen gaan behartigen van alle werknemers in Nederland
Het probleem ligt daarom niet alleen bij de grijze bonden, maar ook bij het Nederlandse systeem van werknemersvertegenwoordiging. In de wet is nota bene vastgelegd dat dit nog steeds werkt volgens het verzuilde principe van de (vak)verenigingen. Elk overleg tussen regering, werkgevers en werknemers is niet denkbaar zonder bonden per vakgroep, verenigd in vakcentrales. De leiders van deze vakverenigingen worden niet gekozen door de werknemers die zij dienen te vertegenwoordigen en kunnen dan ook niet worden afgerekend op hun daden.
Nederland is veel beter af met een alternatief, dat afrekent met de verzuilde structuur; de Nationale Ondernemingsraad. In dit systeem nemen de ondernemingsraden per bedrijf de huidige rol over van de vakbonden. Deze ondernemingsraden zijn namelijk wél democratisch gekozen, vormen wél een goede vertegenwoordiging van de werknemers en zijn wél afrekenbaar.
Elk bedrijf of maatschappelijke instelling in Nederland met meer dan 50 medewerkers is op dit moment verplicht om een ondernemingsraad (OR) in te stellen. De leden van de raad zijn nauw betrokken bij het bedrijf en controleren de bedrijfsprocessen. Ze maken afspraken over arbeidsomstandigheden, en hebben daarin vaak een sterkere positie dan de vakbonden. De leden van een OR hebben immers zelf dagelijks te maken met de situatie waarover zij meebeslissen. Ondernemingsraden worden volledig democratisch gekozen door een volledig stemgerechtigd personeelsbestand. Dit systeem functioneert over het algemeen goed. Zelfs werkgevers zijn vaak blij met de Ondernemingsraden.
Zodra we boven het bedrijfsniveau uitstijgen, nemen echter de vakbonden de taak op zich van belangenbehartigers voor het personeel. Zij onderhandelen over cao;s met werkgeversorganisaties en de overheid. In tegenstelling tot de ondernemingsraden zijn de vertegenwoordigers van die vakbond niet gekozen door jaarlijkse verkiezingen, maar door verkiezingen die eens per vier jaar plaatsvinden en waar alleen de vakbondsleden stemrecht hebben, wat betekent dat slechts een heel klein gedeelte van de werknemers mag stemmen.
Een vertegenwoordiging van de Ondernemingsraden binnen één vakgroep kan deze vakverenigingen vervangen. Zo;n vereniging van raden beschikt over zowel het mandaat als de vakkennis om haar beroepsgroep te vertegenwoordigen.
Dit democratische alternatief voor ons vastgeroeste vakbondsstelsel heeft ongetwijfeld veel voeten in aarde. De jonge stemgerechtigde werknemers staan echter te popelen om Jongerius cum suis te vervangen door mensen die wél opkomen voor hun belangen. Een nationale ondernemingsraad is een democratischer, eerlijker en vooral representatiever alternatief voor de huidige vakbondsstructuur. Het enige antwoord op het probleem dat in de toekomst behalve jonge ambtenaren steeds meer jongeren zal gaan opvallen: de jeugd torst de last van een grijs Nederland