Maak van journalisten geen lobbyisten - Hoofdinhoud
Op zondag 12 december gaf Burgemeester Eberhard van der Laan een persconferentie die de hele wereld overging: bij een kinderdagverblijf in Amsterdam bleken tientallen kinderen soms jarenlang misbruikt te zijn. De media zaten er bovenop. Ook AT5. Desondanks viel tijdens de persconferentie de zender uit en ging het beeld op zwart. Een technische storing was er debet aan dat juist de Amsterdamse stadszender het bij dit belangrijke moment moest laten afweten.
De oorzaak ligt in het feit dat AT5 een mediabedrijf is dat met pleisters bij elkaar wordt gehouden. Al jarenlang wordt niet genvesteerd in modern materieel omdat het al nauwelijks mogelijk is de begroting rond te krijgen. AT5 heeft geen straalwagens en cameraploegen, maar scootertjes en journalisten die zowel camera bedienen als interviews afnemen. Regelmatig vallen apparaten uit, en voor sommige systemen zijn überhaupt geen reserveonderdelen meer te verkrijgen omdat de oorspronkelijke fabrikant niet meer bestaat. Vier pogingen om AT5 te laten fuseren met het rijke RTV Noord Holland zijn op niets uitgelopen, met als gevolg dat een uitgeklede zender overblijft. Inmiddels zijn op een normale dag nog twee cameramensen beschikbaar om al het Amsterdamse nieuws in kaart te brengen. Bijzonder is dat AT5 desondanks blijft presteren. Op 11 april won de zender de 'Tegel' voor het beste televisienieuws. Juist voor de wijze waarop AT5 de Amsterdamse Zedenzaak had verslagen. In Amsterdam is genoeg journalistiek talent om met weinig geld mooie dingen te doen. Terwijl regionale zenders als RTV Noord Holland en Omrop Fryslan meer dan 17 miljoen euro per jaar subsidie krijgen, doet AT5 het met 4,5 miljoen. Ondanks die mooie prestatie is de rek er zo langzamerhand wel uit. De ondernemingsraad van AT5 schreef in een advies aan de directie dat de zender al vijftien jaar de speelbal is van de lokale politiek. Door een combinatie van verkeerd begroten en domweg te weinig geld om een fatsoenlijk nieuwsproduct te kunnen maken moet AT5 jaar in jaar uit de hand ophouden bij de wethouder mediazaken en de gemeenteraadsleden, hopend dat zij in hun goedertierenheid weer een potje vinden om de salarissen te betalen. Tegelijkertijd moeten die AT5-journalisten kritische reportages maken over de broodheren op de Stopera. Nadat in juni 2010 de zoveelste fusiepoging was mislukt wilden GroenLinks en de VVD dat Amsterdam de lokale nieuwszender zou gaan aanbesteden. Een goed voorstel, want Amsterdam zou dan kunnen kiezen voor de beste aanbieder: en misschien kan het wel een stuk goedkoper dan voor de vijf miljoen euro die AT5 elk jaar nodig heeft. RTV Noord Holland meldde bijvoorbeeld voor ruim 2 miljoen euro een gelijkwaardig product te kunnen leveren. Wellicht met dezelfde AT5-journalisten, maar met de backoffice van RTV Noord Holland, dat immers ook nog 17 miljoen euro subsidie van de provincie Noord-Holland krijgt. Onder druk van de PvdA is uiteindelijk besloten dat die aanbesteding een jaar moest worden uitgesteld. In mei 2012 zouden dan partijen zich mogen melden. Nu, een half jaar na dat uitstelbesluit blijkt dat AT5 echt met de rug tegen de muur staat: er moet bespaard worden op de kosten door samen te werken met een ander mediabedrijf. Maar geen partij is nteresseerd in afspraken met AT5 als de zender over 1,5 jaar misschien niet meer bestaat. Een catch 22. En dus is AT5 weer terug bij af: bungelend aan een zijden draad en vrezend voor het voortbestaan. De redactie moet naast het gewone werk de gemeenteraadsleden uitleggen hoe nijpend de situatie op de werkvloer en met de techniek is. Met deze wetenschap moet de gemeente nu de conclusie trekken dat het tijd is voor keuzes: zo snel mogelijk alle partijen die onze lokale nieuwszender willen maken vragen wat zij te bieden hebben, en wat dat kost. Vervolgens die partij voor minimaal 5 jaar zekerheid bieden over de subsidie. Dat biedt Amsterdam de mogelijkheid om definitief te kiezen voor het beste product: een mediabedrijf dat écht onafhankelijk kan functioneren. Zodat journalisten geen lobbyisten hoeven te zijn. Dit opinieartikel is eerder verschenen in Het Parool