Stad biedt vluchteling laatste kans - Hoofdinhoud
Het is geen wonder dat de gemeenten niet willen meewerken aan het nieuwe asielbeleid van het kabinet, schrijven Jan Paternotte en Anne-Marijke Podt. Er gaat nog te veel fout.
Bed, bad en brood zijn dit jaar bijna spreekwoordelijke termen op het Binnenhof. Ze worden benut om te pleiten voor een beschaafde samenleving die mensen niet op straat laat staan (D66, GroenLinks, SP), of juist voor een land dat streng is en mensen zonder verblijfsvergunning direct de deur wijst (PVV en VVD).
Het kabinet heeft afgesproken dat alle steden op 1 november hun bed-, bad- en broodvoorzieningen moeten sluiten. Alle uitgeprocedeerde asielzoekers moeten dan naar een van de vijf grote steden, en binnen 'enkele weken' naar het vertrekcentrum in Ter Apel.
De onderhandelingen over de uitwerking van dit vernieuwde asielbeleid zijn net begonnen, maar geen gemeente werkt op dit moment mee aan de plannen van het kabinet. Wat ons betreft is dat logisch: Amsterdam, Utrecht en andere steden vinden het een dramatisch plan. Al die uitgeprocedeerde asielzoekers komen immers naar de grote steden om te kijken of ze willen en kunnen meewerken aan terugkeer. Alle asielzoekers die niet meewerken - of niet terug kunnen - komen zo op straat te staan, in de grote steden.
Kerken en hulporganisaties zullen inspringen om noodopvang te bieden, maar met zo'n concentratie asielzoekers raken ze snel overbelast. Wat rest, is grote groepen asielzoekers die over de straten van die steden zwerven. Een gemeente die toch 'stiekem' bed, bad of brood aanbiedt, krijgt een boete.
Steden hebben het akkoord dan ook massaal verworpen. Maar nog opvallender is dat ze verder gaan dan bed, bad en brood. Amsterdam opende vorige week een 24 uursopvang voor 120 uitgeprocedeerde asielzoekers. Daar wordt gewerkt aan perspectief door uit te zoeken of de asielzoeker tóch nog kans maakt op een verblijfsvergunning. Bijvoorbeeld door een herhaalde asielaanvraag of door een buitenschuldprocedure, bedoeld voor asielzoekers die domweg geweigerd worden door het land waar ze vandaan kwamen.
Dat lijkt dubbel werk: uitgeprocedeerd is immers uitgeprocedeerd. Maar in Utrecht, waar men al jaren ervaring heeft met laagdrempelige opvang en het werken aan perspectief, werd het slechte huiswerk van de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) in feite overgedaan. Een kwart van de asielzoekers in de Utrechtse noodopvang krijgt na (juridische) begeleiding alsnog een verblijfstatus.
Het gaat hier om mensen die van de IND het land uit moesten, maar van wie bij nadere beschouwing bleek dat ze hier rechtmatig mogen blijven. Dan gaat er bij de IND iets goed mis.
In Amsterdam helpen vluchtelingenorganisaties uitgeprocedeerden ook met een extra kans, en vorig jaar deed de gemeente dat zelf in het project Vluchthaven. Daar kreeg 27 procent van de asielzoekers alsnog een verblijfsvergunning.
Zo'n herkanser is bijvoorbeeld een vrouw uit Oeganda, die halsoverkop vluchtte nadat haar man opgesloten werd als gevolg van zijn werk als mensenrechtenactivist. Na jaren wist ze uit Oeganda een politierapport te krijgen waaruit bleek dat ook zij bij terugkeer direct voor tientallen jaren in de cel zou belanden, omdat ze voor homorechten streed. Inmiddels is ze legaal in Nederland. De vergunning kreeg ze jaren nadat ze was uitgeprocedeerd.
Deze Oegandese vrouw, en alle anderen die achter de cijfers schuilgaan, zijn door de asielprocedure gevallen. Iedereen zal erkennen dat we geen onschuldige mensen moeten uitzetten die een leven in de gevangenis - of erger - tegemoet gaan.
Er zijn anderen die wel terug kunnen, maar waarvan het land van herkomst ze niet toelaat. Ze hebben geen paspoort of geboorteakte. Ook voor hen heeft het weinig zin jarenlang over straat te zwerven.
De grote steden plakken de gapende gaten in het asielbeleid dicht. Het kabinetsakkoord is getypt in een torentje, op de laptop van staatssecretaris Klaas Dijkhoff (Veiligheid en Justitie). Maar de steden krijgen in kerken, opvangplekken en op straat te maken met de gevolgen. Dat maakt het een hels karwei om te onderhandelen over de opvang van asielzoekers.
In geen enkele van de vijf grote steden heeft de D66-fractie constructief overleg met het kabinet uitgesloten. Wel vinden wij het raar dat constructief overleg voor het kabinet begint met een onwerkbaar voorstel en het dreigement van een boete: our way or the highway.
Wat D66 betreft staat de deur nog steeds open voor overleg met het kabinet. Op die manier kunnen we laten zien wat de nieuwe 24 uursopvang voor uitgeprocedeerde asielzoekers inhoudt. Het bieden van hulp aan mensen die rechtmatig als vluchteling in Nederland blijken te zijn, zien wij als een teken van beschaving. En daar onderhandelen we niet over.
Dit opinieartikel verscheen op 7 juli 2015 in Het Parool
http://d66amsterdam.nl/actueel/stad-biedt-vluchteling-laatste-kans/