Bericht van het Binnenhof - IX - Hoofdinhoud
Zo tegen de verkiezingen wordt het rustig op het Binnenhof. De Tweede Kamer leden gaan op stap om hun plek te heroveren dan wel hun verdriet te verdrinken. De Eerste Kamer leden ruimen de restjes op en doen hun best voor hun partij.
Zo af en toe komen daarbij wonderlijke verrassingen bovendrijven. In de Wet Bescherming Namen en Graden Hoger Onderwijs, bijvoorbeeld, die helemaal lijkt te gaan over de onschuldige nuttigheid van de titel, maar die diep daarin weggestopt een artikel bevatte dat de minister van OCW desgewenst in staat zou kunnen stellen op te rukken naar discriminerende onderwijsinstellingen om hen van hun officiële erkenning te beroven.
Veel komt het gelukkig (nog?) niet voor, maar de Islamitische Universiteit Rotterdam is al aanleiding genoeg. Maar toch vroeg de Eerste Kamer zich af of deze minister nu wel de aangewezen partij was om de ingewikkelde afweging tussen allemaal grondrechten (vrijheid van onderwijs, meningsuiting en godsdienst, vrijwaring van discriminatie) helemaal op eigen kracht te maken.
Niet zonder een stevig onafhankelijk advies, vond uiteindelijk de Eerste Kamer. Weliswaar niet van het College voor de Rechten van de Mens, zoals ik hierboven bepleit, maar wel van voldoende hoog alternatief niveau. Een zo goed als unanieme conclusie als afronding van het soort nuttige discussie waar deze Kamer gelukkig tijd voor wil maken.