Staat van de Europese Unie besproken

Met dank overgenomen van J.C. (Hans) van Baalen i, gepubliceerd op donderdag 9 februari 2017, 10:03.

Nationaal wat kan, Europees wat moet. Dat is volgens het kabinet het uitgangspunt van Europese samenwerking. Op donderdag 9 februari 2017 debatteerde de Tweede Kamer met premier Rutte en minister voor Buitenlandse Zaken Koenders over de Staat van de Europese Unie. Ook Nederlandse Europarlementariërs spraken tijdens dit jaarlijkse debat in de plenaire zaal van de Tweede Kamer.

Voorafgaand aan het debat gingen leden van de Kamercommissie voor Europese Zaken in gesprek met de aanwezige Europarlementariërs. Ze praatten over onder andere de toekomst van Europa, Brexit en migratie.

Terugkijken

Rondetafelgesprek

Kijk hier het debat terug

Teruglezen

Meer informatie op de website van de Tweede Kamer

Debat in het kort

Verslag plenair debat over de Staat van de Europese Unie

Inbreng Hans van Baalen (EP/VVD):

Mevrouw de voorzitter. Ik dank u voor het feit dat ik als oud-lid van de Kamer weer even terug kan zijn, net als mijn collega's van het EP. Het is goed om hier te debatteren, omdat dit een huis is met een grote historie en met gezag. Nationale parlementen kunnen juist in Europa een belangrijke rol spelen, ook om Europa meer in de harten van de burgers te krijgen. Ik las recent een interessant interview of artikel in het Algemeen Dagblad, waarin de minister van Buitenlandse Zaken zijn ideeën weergaf over hoe Europa misschien beter zou kunnen werken. Er werd mij om een reactie gevraagd. Die heb ik niet gegeven, want we hebben hier het debat. Ik zag dat ook collega's heel zuur waren, want de minister wilde het Europees Parlement qua omvang beperken. Volgens mij wilde de heer Tang van de Partij van de Arbeid de minister van Buitenlandse Zaken een kopje kleiner maken. Zo stond het er: hij moest ook beperkt worden. Gelukkig zie ik dat dat niet gelukt is; dat is niet gelukt.

Wij moeten vooral verstandig zijn. Volgende week liggen in Straatsburg resoluties ter stemming. In een van die resoluties staat dat het budgetrecht de lidstaten moet worden ontnomen en dat er een Europese minister van Financiën moet komen die in feite bepaalt wat de lidstaten wel of niet kunnen uitgeven. Dat is onaanvaardbaar, want dan tref je lidstaten in het hart van hun democratisch proces, namelijk in het opstellen van de begroting en het heffen van belastingen. Dat is dus een gevaarlijke richting. Sommige collega's zeiden: het is maar een resolutie. Nee, een resolutie is een politieke uitspraak. De VVD zal die resolutie dus niet kunnen steunen.

Wat wel belangrijk is, is dat Europa doet waarin Europa goed zou moeten zijn. Dan kom ik op het vluchtelingenbeleid. Het is bijna onmogelijk om dat als lidstaat alleen te doen, hoe groot je ook bent. Ik ben dankbaar dat er een Turkijedeal is, die het aantal vluchtelingen dat naar Europa is gekomen enorm heeft kunnen beperken. Dat betekent dat er ook veel minder mensen zijn omgekomen, en elke vluchteling die omkomt is een vreselijk feit. Er zal goed over moeten worden nagedacht — dat gebeurt ook — om zo'n soort deal ook met Noord-Afrika te sluiten, zelfs met het instabiele Libië of met de omliggende landen van Libië. Als je daarmee dit soort deals maakt, moet je gebruik maken van "the carrot and the stick". Dat betekent: landen die hun eigen onderdanen terugnemen, moeten worden beloond, en landen die dat niet doen, moeten worden gestraft. Zo simpel is dat. Het is niet leuk, maar het moet gebeuren. Hierin kan de Europese Unie een vitale rol spelen. We spraken al eerder over de nationale parlementen. U weet nog dat in de besprekingen met de heer Cameron, toen eerste minister van het Verenigd Koninkrijk, eigenlijk was afgesproken dat de parlementen van de lidstaten een rode kaart zouden krijgen. Dat betekende dat als een aantal lidstaten een Europese wet niet zagen zitten, die er ook niet zou komen. Helaas is met het feit dat de deal niet doorging, dat Groot-Brittannië de brexit heeft gekozen, ook de rode kaart van tafel. Maar laten wij misschien als Europese parlementariërs ook zelf dat idee weer leven inblazen.

Ik sluit zo af. Het gaat over zaken die wij samen moeten doen, maar vooral samen met de Verenigde Staten. President Trump loopt door een porseleinkast, maar dat betekent niet dat wij nu onze betrekkingen met de Verenigde Staten op een laag pitje moeten zetten. De Verenigde Staten zijn een gezonde democratie, waarin zowel gerechtshoven als de politiek een president kunnen beperken. Laten we dus samenwerken, vooral op het gebied van de NAVO. We moeten meer investeren. Europese defensie is ook NAVO-defensie.

Foto: Inbreng Hans van Baalen tijdens het Rondetafelgesprek, voorafgaand aan het debat