EU-functionarissen moeten afkoelen - Hoofdinhoud
Europarlementariërs houden zich niet aan de standaarden die ze anderen opleggen. Uit een publicatie van Transparency International blijkt dat één derde van de voormalige parlementsleden binnen twee jaar aan de slag gaat in de Brusselse lobbysfeer. Een afkoelperiode is nodig om omstreden banenwissels te voorkomen.
Het vandaag verschenen rapport laat zien dat 171 parlementariërs die in 2014 hun zetel hebben afgestaan een baan buiten de politiek hebben gevonden. Op zich hoeft daar niets mis mee te zijn, zo zijn er leden aan de slag gegaan voor NGOs of universiteiten. Daar tegenover staan minstens 26 leden die voor een consultancybureau lobbyen op EU-beleid, beleid dat ze even daarvoor nog zelf mede vorm gaven. Dat schaadt het beeld van de EU en geeft bedrijven ingangen die burgers niet hebben.
In de Commissie zijn dubieuze banenwissels zelfs de norm geworden. Het rapport laat zien dat de helft van de voormalige commissarissen een lobbybaan heeft aangenomen. Neelie Kroes spant de kroon: in oktober is duidelijk geworden dat ze zelfs tijdens haar ambtstermijn een lobbyfunctie had. In reactie daarop heb ik in oktober een klacht neergelegd bij de ombudsman met een actieplan voor strengere regels. Daarbij vraag ik al sinds mijn aantreden als Europarlementariër in 2014 om een afkoelperiode voor EU-functionarissen.
Een afkoelperiode, met een toetsingscommissie die banenwissels beoordeelt, is logisch en haalbaar. Voor assistenten in het Europees Parlement bestaat deze regel al. Assistenten die het parlement verlaten moeten tot twee jaar na hun vertrek hun nieuwe baan voorleggen aan een benoemingsautoriteit, die in het geval van belangenverstrengeling voorwaarden kan opleggen of een veto kan uitspreken.
Tijd dat Europarlementariërs en Eurocommissarissen aan dezelfde afkoelperiode worden onderworpen