Staat van de Europese Unie 2017
Europa heeft baat bij sterke, goed bestuurde lidstaten die de Europese verantwoordelijkheden kunnen nakomen. De 'strijd tegen terreur, onrust in het Midden-Oosten, duurzame economische groei, klimaatverandering en migratie' vragen om Europese antwoorden, terwijl het ongenoegen over Europese samenwerking toeneemt. Ook niet ieder probleem kent een Europese oplossing, veel zaken kunnen door de lidstaten zelf worden aangepakt en zij dienen daarvoor de ruimte te hebben. Nationaal wat kan; Europees wat moet. Dat schrijft minister Koenders1 van buitenlandse zaken in de Staat van de Europese Unie 2017.
Volgens het kabinet is de Brexit2 aanleiding om het debat te voeren over de vorm van Europa en Europese integratie. De regeringsleiders zijn in september bijeen gekomen in Bratislava3 om te spreken over de toekomst van Europa. De belangrijkste focuspunten van het hier uit voortgevloeide Bratislavaproces zijn:
-
-migratie en buitengrenzen
-
-interne en externe veiligheid
-
-economische en sociale ontwikkeling
Deze punten werden tijdens het debat over de Staat van de Europese Unie in de Tweede Kamer op 9 februari 2017 ook genoemd als kerntaken van de EU. Daarnaast speelt het vertrek van het Verenigd Koninkrijk2 uit de EU een belangrijke rol voor Nederland.
Voor het kabinet is het steeds van belang om zich af te vragen op welk vlak de EU wel of niet dient op te treden. Dit is voor het kabinet van belang omdat een heldere beantwoording van deze vraag leidt tot meer legitimiteit van de Europese Unie. Een sterke en proactieve rol van nationale parlementen is volgens het kabinet onontbeerlijk hierin.
Enige tijd voor het debat had Koenders in het Algemeen Dagblad een opiniestuk geschreven. Hij noemde daarin de Europese Unie4 een veilige haven in een roerige wereld. VS-president Trump5 trekt zijn handen af van Europa. Koenders ziet een kans om de Europese Unie nu 'radicaal' te hervormen. Met name het Europees Parlement6 is aan hervorming toe. In elk geval op één plek - het maandelijkse verhuiscircus is een gotspe, verwijzend naar de verhuizing van het Europees Parlement voor één week per maand van Brussel naar Straatsburg.
Inhoudsopgave
Het kabinet stelt dat het koste wat kost wil voorkomen dat de EU terugkeert naar de ongecontroleerde situatie van voorgaande jaren waarin de irreguliere migratiestromen niet gestuit konden worden. Hiervoor is een gemeenschappelijke Europese aanpak nodig. Het kabinet roemt de vluchtelingendeal met Turkije als een succesvolle aanpak van de migratiestromen.
Richting een duurzame oplossing
Het kabinet blijft benadrukken dat opvang in de regio van groot belang is en dat de aanpak van de grondoorzaken van migratie cruciaal is. De lidstaten moeten met derde landen blijven samenwerken, onder coördinatie van de Hoge Vertegenwoordiger7. Thema's zijn daarin het belang van terugkeer en de bestrijding van mensensmokkel.
Naast de samenwerking met andere landen is het van belang dat de buitengrenzen voldoende bewaakt worden. De Europese Grens- en Kustwacht8 is een voorbeeld van hoe dit op Europees niveau succesvol geregeld kan worden. Ook een functionerend Schengen- en Dublinsysteem en een Gemeenschappelijk Europees Asielstelsel zijn hierin van belang volgens het kabinet.
Het kabinet gelooft niet in afspraken zonder verplichtende resultaten. Wanneer een afspraak tot stand komt, betekent dit dat alle lidstaten zich hier aan dienen te houden.
Bij de bestrijding van terrorisme is zowel interne als externe veiligheid van belang.
Interne veiligheid
Het kabinet wil de ingezette weg van samenwerking met andere lidstaten doorzetten. Bijvoorbeeld de partnerschappen tussen politieorganisaties en veiligheidsdiensten. Het kabinet wil een Europees reisinformatie- en autorisatiesysteem in het leven roepen.
Externe veiligheid
De lidstaten hebben een vijftal prioriteiten op het gebied van de Europese externe veiligheid:
-
1.veiligheid
-
2.een geïntegreerde benadering voor conflictpreventie
-
3.een geïntegreerde benadering voor het oplossen van conflicten rondom de EU
-
4.regionale samenwerking
-
5.global governance
Extra aandacht dient daarbij uit te gaan naar migratie en radicalisering.
Relatie met Rusland
Er moet een nieuwe koers komen ten aanzien van Rusland, gericht op de de-escalatie van de Russische agressie waarbij ingezet wordt op dialoog en functionele samenwerking. De acceptatie van de Minsk-akkoorden (waarin o.a. een wapenstilstand is afgesproken) moet wel een voorwaarde blijven.
De NAVO is complementair aan de EU en dat blijft het kader waar binnen de EU haar buitenlandbeleid vormgeeft. Dit betekent dat Europa beter toegerust, opgeleid en georganiseerd moet zijn om een substantiële bijdrage aan het partnerschap te kunnen leveren.
Het kabinet is zich bewust dat het met de EU door de uittreding van het Verenigd Koninkrijk politiek en militair gewicht verliest. De gevolgen hiervan worden pas duidelijk wanneer de uittreding voltooid is.
Interne markt en investeringen
Het kabinet staat een vervolmaking van de interne markt voor, bijvoorbeeld door betere regelgeving. Ook de handhaving van bestaande internemarktregels is van belang voor het kabinet. Het kabinet ziet een bijzondere rol weggelegd voor Europa in het bestrijden van valse concurrentie of uitbuiting. Dit moet bijvoorbeeld door aanpassingen in de detacheringsrichtlijn9 worden tegengegaan.
Andere gebieden waar het kabinet zich positief uitspreekt over Europese samenwerking is de digitale interne markt, de energie-unie10 en belastingontwijking en -ontduiking11.
Meerjarig financieel kader (MFK)
In 2017 verwacht het kabinet een akkoord te bereiken over de tussentijdse evaluatie van het meerjarig financieel kader12. Het kabinet is voorstander van een hervorming van het MFK in de toekomst zodat het voldoende flexibel wordt.
Economische Monetaire Unie (EMU)
Houdbare overheidsfinanciën, doorvoeren van structurele hervormingen, verdieping van de interne markt en streven naar hoogwaardig bestuur zijn speerpunten voor het kabinet. Deze aspecten moeten centraal blijven staan in de Europese (economische) integratie. Er is een tijdspad voor de voltooiing van de bankenunie13 en het kabinet zal dit nauwkeurig en kritisch blijven volgen.
Het kabinet gaat in op het verzoek van de Kamer om te spreken over de subsidiariteitsexercitie die in 2013 is geïnitieerd. Het kabinet gaf aan dat verbeteren van het functioneren en het hervormen van de EU nu van groter belang is dan grote verdragswijzigingen of verdergaande Europese integratie. Nederland moet aandacht blijven houden voor subsidiariteit14 en proportionaliteit15 van EU-voorstellen.
- 1.PvdA-politicus met een grote internationale staat van dienst en betrokkenheid met Afrika. Was in het kabinet-Balkenende IV minister voor Ontwikkelingssamenwerking en in Rutte II drie jaar minister van Buitenlandse Zaken. Hij begon als beleidsmedewerker van de PvdA-Tweede Kamerfractie en was European director Parlementarians for Global Action en politiek adviseur van de Verenigde Naties in zuidelijk Afrika. In de periode 2011-2013 was hij vertegenwoordiger van de secretaris-generaal van de VN in Ivoorkust en in 2013-2014 was hij dat in Mali. Als PvdA-Tweede Kamerlid (1997-2007) buitenlandwoordvoerder, die onder meer aandrong op onderzoek naar de Nederlandse betrokkenheid bij de strijd in Irak. Hij zat in de enquêtecommissie Srebrenica. Ter zake kundig minister, die beslissingen echter soms lang afwoog. Sinds 2019 is hij hoogleraar vrede, recht en veiligheid in Leiden/Den Haag.
- 2.Het Verenigd Koninkrijk verliet op 31 januari 2020 de Europese Unie. Het is daarmee het eerste land ooit dat uit de Europese Unie stapte. Het vertrek van de Britten ('brexit') was de uitkomst van een referendum over het lidmaatschap van de EU in het Verenigd Koninkrijk in 2016. Nadien volgden lange onderhandelingen over de scheidingsvoorwaarden en de overgangsperiode na de brexit, die op 31 december 2020 afliep. Eind december 2020 bereikten de onderhandelaars van de Europese Unie en het Verenigd Koninkrijk een handels- en samenwerkingsovereenkomst. Die overeenkomst regelt vanaf 1 januari 2021 de relatie tussen de EU en het Verenigd Koninkrijk.
- 3.Op 16 september 2016 kwamen de regeringsleiders van 27 EU-lidstaten, de vaste voorzitter, de voorzitter van de Europese Commissie en de Hoge Vertegenwoordiger voor het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid bijeen in Bratislava, om te spreken over de toekomst van de Europese Unie na de 'brexit'. Ook het herstel van het gebutste vertrouwen van de burger in de Europese samenwerking stond hoog op de agenda. Premier May van het Verenigd Koninkrijk was niet uitgenodigd. Het was dan ook geen officiële Europese Raad, maar een informele top.
- 4.De Europese Unie (EU) is het belangrijkste samenwerkingsverband in Europa. De deelnemende landen hebben voor deze Unie een aantal organisaties opgericht waaraan zij een deel van hun eigen bevoegdheden hebben overgedragen. Dit zijn onder meer het Europees Parlement, de Europese Commissie, de Raad en het Europese Hof van Justitie.
- 5.Donald Trump (1946) was van januari 2017 tot januari 2021 de 45e president van de Verenigde Staten. Hij was eerder eigenaar van een vastgoed- en amusementsbedrijf, met verder activiteiten op talrijke andere terreinen, variërend van spelletjes tot hypotheken. Op 8 november 2016 versloeg hij als Republikeinse kandidaat Hillary Clinton. In 2021 verloor hij de verkiezingen tegen Jo Biden.
- 6.Het Europees Parlement (EP) vertegenwoordigt ruim 450 miljoen Europeanen en bestaat momenteel uit 720 afgevaardigden (inclusief voorzitter). Nederland heeft 31 zetels in het Europees Parlement. Het Europees Parlement wordt geacht een stem te geven aan de volkeren van de 27 landen die aan de Unie deelnemen, en vooral te letten op het belang van de Unie in zijn geheel.
- 7.De Hoge Vertegenwoordiger (HV) geeft de Europese Unie internationaal gezien één gezicht en één stem op het terrein van het buitenlands en veiligheidsbeleid. Zo moet er meer samenhang in het externe optreden en het buitenlandse beleid van de Europese Unie komen. De HV deelt het podium met de Vaste voorzitter van de Europese Raad. Deze onderhoudt namens de EU de contacten op het niveau van staatshoofden en regeringsleiders.
- 8.Het Europees Grenswachtagentschap (Frontex) ondersteunt en coördineert de bewaking van de buitengrenzen van de Europese Unie. Lidstaten zijn in eerste instantie zelf verantwoordelijk voor de bewaking van buitengrenzen. Het agentschap vult de lidstaten waar nodig aan.
- 9.In mei en juni 2018 stemden het Europees Parlement en de Raad van Ministers in met een nieuwe, herziene detacheringsrichtlijn. Volgens deze nieuwe richtlijn mag detachering in een ander EU-land maximaal 12 maanden duren, met een mogelijke verlenging van 6 maanden, en moeten de arbeidsvoorwaarden voor gedetacheerde werknemers in lijn zijn met die van werknemers in het gastland waar de gedetacheerde werknemer is geplaatst. De lidstaten moeten de de regels omzetten in nationale wetgeving.
- 10.De Europese Unie was in 2013 voor ruim de helft van haar energiebehoeften afhankelijk van import uit landen waarmee de relatie moeizaam is (Rusland) en/of uit instabiele regio's (het Midden-Oosten). Dat maakt de economie en veiligheid van de EU kwetsbaar. In het kader van het Europees milieubeleid wordt er ook nadruk gelegd op het investeren in duurzame energie. In 2050 moet de EU volledig klimaatneutraal zijn.
- 11.De Europese Commissie wil belastingontduiking- en ontwijking tegengaan. Dat wil zij doen door de wijze waarop bedrijven in de verschillende lidstaten belastingen betalen transparanter te maken en te harmoniseren. Het gebeurt volgens de Commissie te vaak dat bedrijven op wettige wijze belastingen ontwijken door afspraken met lidstaten te maken. Dit benadeelt andere bedrijven en belemmert de eerlijke concurrentie binnen de vrije markt.
- 12.Het Europees financieel kader 2014-2020 is het akkoord waarin de maxima voor de begrotingen van de Europese Unie zijn vastgelegd voor de periode 2014-2020. In het meerjarig financieel kader worden eisen vastgelegd waaraan de Europese begroting moet voldoen, om ervoor te zorgen dat de begroting van de EU op orde blijft. Daarnaast zorgt het vaststellen van deze kaders voor een soepeler verloop van de EU-begrotingsprocedure en sterkere samenwerking tussen EU-instellingen op budgettair gebied. De meerjarenbegroting wordt uitgewerkt in jaarlijkse begrotingen. Voor de volledige zeven jaar kwam de meerjarenbegroting uit op een bedrag van 960 miljard euro. Dat is 1 procent van het BNP van alle EU-lidstaten bij elkaar. Daar is nog 10 miljard euro bijgekomen vanwege de toetreding van Kroatië tot de Europese Unie op 1 juli 2013.
- 13.De bankenunie moet leiden tot een Europees toezicht op banken en een gezamenlijke aanpak voor banken die in financiële problemen komen. De belangrijkste banken in de eurozone staan onder toezicht van de Europese Centrale Bank (ECB). Alle landen die de euro als betaalmiddel hebben doen mee aan de bankenunie, die moet zorgen voor financiële stabiliteit van banken.
- 14.Dit beginsel beoogt een besluitvorming te garanderen die zo dicht mogelijk bij de burger staat. Een actie mag volgens dit beginsel pas op Europees niveau ondernomen worden als die actie niet net zo goed (of beter) op nationaal, regionaal of lokaal niveau kan plaatsvinden.
- 15.Het proportionaliteitsbeginsel (ook wel evenredigheidsbeginsel genoemd) draagt de Europese Unie op niet verder te gaan dan nodig is in het uitvoeren van nieuwe regelgeving.
- 16.De Staat van de Europese Unie is het jaarlijkse stuk waarin het kabinet vanuit een Nederlands perspectief terugkijkt op de belangrijkste ontwikkelingen in de Europese Unie van het afgelopen jaar én waarin het kabinet een visie presenteert op de Europese Unie en de Europese agenda van het komende jaar.