Kleding die goed zit - Hoofdinhoud
Op de catwalk lopen is beslist geen alledaagse ervaring voor een politicus. Tijdens de Dutch Sustainable Fashion Week deed ik het toch. Daar liet ik mijn Prinsjesdag-kleding zien, een jurk gemaakt van gerecyclede visnetten en visleer, om aandacht te vragen voor gerecyclede kleding. Zie ook dit filmpje!
Een blog over kleding is misschien ook niet iets wat je verwacht van een politicus. Toch doe ik het, juist nu, want de uitverkoop is weer begonnen. Om in januari de zomerkleding in de rekken te kunnen hangen, wordt de wintercollectie met korting verkocht. Toch lukt het niet om alles te verkopen. Maar liefst 21,5 miljoen kledingstukken gaan - in het beste geval - naar goede doelen. Helaas komt het merendeel in de verbrandingsoven terecht. Het is tekenend voor een kledingindustrie die ziek is van overproductie.
Zo op het oog gaat het weer goed met de modebranche. In 2015 werden 330 miljoen stuks kleding in ons land verkocht, blijkt uit onderzoek van Conclusr Research. Mensen moeten ervan uit kunnen gaan dat de overheid ervoor zorgt dat die kleding maatschappelijk verantwoord gemaakt is. Dat betekent: met oog voor arbeidsomstandigheden en het milieu. Helaas gaat daar nog veel mis.
De beelden van de ingestorte kledingfabriek in Bangladesh staan nog helder op het netvlies. Mensen werken er zeven dagen per week onder slechte arbeidsomstandigheden voor een bedroevend laag inkomen. Ook in de katoenteelt is van alles mis. Om een kilo katoen te telen is ongeveer 10.000 kilo water nodig. Dat is al gauw 2.500 liter per t-shirt en meer dan 7.000 liter per spijkerbroek. En dan heb ik het nog niet over de enorme hoeveelheid bestrijdingsmiddelen en het kleuren van de kleding.
De winkels waarin deze kleding wordt verkocht worden steeds populairder. In ons land schieten ze als paddestoelen uit de grond. Voor wie weinig te besteden heeft zijn deze winkelketens een uitkomst, maar het roept ook vragen op. Een t-shirt voor een paar euro, hoe kán dat? Als de consument de echte rekening niet betaalt, wie dan wel? Ik snap wel dat de Utrechtse gemeenteraad op initiatief van de ChristenUnie en GroenLinks een oproep deed aan Primark, die plannen heeft om zich in Utrecht te vestigen, om de mensenrechten te respecteren en zich aan regels voor duurzaam ondernemen te houden. Niet dat Primark het slechter doet dan andere - ook duurdere - winkelketens (en op sommige punten zelfs beter), maar de keten is wel hét icoon van de trend naar wegwerpkleding voor bodemprijzen. Fast fashion kent eigenlijk alleen maar verliezers. Zelfs organisaties als het Leger des Heils trekken aan de bel, omdat de kleding die bij hen in de containers belandt van steeds slechtere kwaliteit is en hergebruik of recycling geen optie is. En ja, dan rest inderdaad de verbrandingsoven.
Gelukkig kan het ook anders. Tientallen kledingbedrijven tekenden inmiddels het convenant Duurzame Kleding en Textiel. Dat is goed nieuws, maar helaas doet maar eenderde van de kledingbranche mee. Dat moet en kan beter. Ook moet er een sterke, onafhankelijke toezichthouder zijn en moeten bedrijven uit het convenant gezet kunnen worden als ze zich niet aan de afspraken houden. Behalve de overheid is ook de consument aan zet. Samen kunnen we de neerwaartse spiraal van ‘slechte milieu- en arbeidsomstandigheden, veel voor weinig, geen hergebruik of recycling’ doorbreken.
De Schone Kleren Campagne (www.schonekleren.nl) geeft tips waar je eerlijke kleding kunt kopen. Bij een bedrijf als Mud Jeans kun je je spijkerbroek leasen en gerenommeerde ontwerpers als Monique Collignon ontwerpen een kledinglijn van gerecyclede plastic flessen. Ieder jaar wordt in oktober de Dutch Sustainable Fashion Week gehouden, waar te zien is dat duurzame kleding meer is dan geitenwollen sokken en hippiekleding. Het zijn de koplopers die de kledingsector gaan veranderen. Samen kunnen we ervoor zorgen dat niet eenderde, maar álle kleding goed zit!
Waar heeft de ChristenUnie zich in 2016 (onder andere) voor ingezet?