Slachtofferzorg voor slachtoffers van medische incidenten en calamiteiten - Hoofdinhoud
“Ik heb de erkenning gekregen dát er een fout is gemaakt. Toen kon ik het pas afsluiten. Ik snap overigens dat er fouten gemaakt kunnen worden, ook in een ziekenhuis, iedereen maakt fouten. Dat doe je niet expres. Hoe je daar vervolgens mee omgaat is een tweede. Als je zo’n fout maakt, moet je wel de grootsheid hebben om naar de gedupeerde toe te gaan en er transparant over te zijn.” Dit zijn de woorden van Marc de Hond, slachtoffer van een medische fout.
De VVD is de partij die altijd opkomt voor het belang van de slachtoffers en ik juich dan ook toe wat er de afgelopen jaren is gedaan; wetgeving in de vorm van de Wkkgz, het Landelijk Meldpunt Zorg, het verbieden van zwijgcontracten en het Veilig Incident Melden (VIM) systeem. Maar, Voorzitter, laten we nu gaan voortbouwen op deze positieve beweging en verdere slagen maken ten gunste van het slachtoffer.
De gevolgen van een medisch incident of calamiteit zijn vergelijkbaar met die gevolgen van verkeers- of geweldsslachtoffers. Ik ben er dan ook groot voorstander van dat er een professionele vorm van slachtofferhulp komt wanneer er sprake is van medisch incident of een calamiteit. Want zorg is mensenwerk en fouten zullen - helaas - altijd gemaakt blijven worden.
Is de minister van mening dat slachtoffers en nabestaanden van medische incidenten en calamiteiten recht hebben op een professionele vorm van slachtofferhulp? Is de minister bereid om met een organisatie als het Fonds Slachtofferhulp te kijken hoe de positie van het slachtoffer kan worden versterkt?
Sinds 2015 bestaat het project ‘Open’ van het Fonds Slachtofferhulp. Met dit project - waar op dit moment 50 ziekenhuizen aan zijn verbonden - wordt gekeken wat slachtoffers verder kan helpen en wat de rol van de zorgverleners hierbij is. Is de minister bereid om naar de uitkomsten van deze aanpak te kijken? Waar nodig belemmeringen op te heffen om dit een werking te laten hebben voor de zorg en slachtofferzorg in heel Nederland? Dit is nadrukkelijk geen vraag om publiek geld, het Fonds wordt gefinancierd vanuit private middelen.
Voorzitter, het blijkt soms dat mensen, wanneer er iets niet goed is gegaan, en willen weten wat er aan de hand is, veel moeite moeten doen om hun actuele medisch dossier veilig te stellen. In deze kwetsbare situatie - waar het gaat om vertrouwen dat alle relevante informatie in het dossier staat - moet het slachtoffer er toch op kunnen rekenen dat het beschikbaar is. Is de minister dit met mij eens? De Wkkgz is hier helder over. Op welke wijze kan in de praktijk worden bevorderd dat dit ook daadwerkelijk gebeurd? Zijn hier nog termijnen over het leveren van de informatie over afgesproken en hoe ziet de IGZ hier op toe?
Voorzitter, calamiteiten moeten altijd worden gemeld. Zelfs bij twijfel. Maar het blijkt dat er - ondanks alle goede dingen die de afgelopen jaren zijn gestart - nog steeds sprake is van ondermelding. Is hiervoor een verklaring te geven? Op welke wijze is dit voor de IGZ een onderwerp van gesprek bij de periodieke gesprekken met zorginstellingen? Het melden zorgt ervoor dat anderen hiervan kunnen leren en draagt dus bij om de goede gezondheidszorg stap voor stap nog beter te maken.
Van incidentenpolitiek wordt de zorg niet beter. Er gaat heel veel goed en al die professionals die dag en nacht voor ons klaar staan verdienen dan ook onze steun. Ik ben van mening dat er een blijvende cultuuromslag nodig is, waarbij openheid en transparantie centraal staan.
Want een veilige cultuur is noodzakelijk voor het veilig melden van incidenten en calamiteiten. De VVD is dan ook van mening dat er moet worden gekeken naar andere sectoren, zoals de luchtvaart. Daar kennen ze de vertrouwensfunctionaris waar gemaakte fouten zonder directe strafrechtelijke consequenties aan kunnen worden gemeld. Wat kan de gezondheidszorg volgens de minister - naast het inzetten van de zwarte doos - van de luchtvaart leren en hoe kijkt zij aan tegen het instellen van een vertrouwensfunctionaris?
Slachtofferzorg is naast mensen gaan staan. Dit kan door één aanspreekpunt in te stellen voor slachtoffers en familie, goed te informeren over de mogelijkheden en rechten die zij hebben en zorginstellingen moeten open zijn over de medische incidenten en calamiteiten. Zodat ook het traject van verwerking voor het slachtoffer of diens familie kan worden gestart.
Daarom wil ik ook graag afsluiten met de woorden van Marc de Hond: “De dialoog aangaan, het erkennen van de fout zou mij wel hebben geholpen. Want het is veel moeilijker om boos te zijn op iemand die meteen uitleg geeft en zijn excuus aanbiedt”.