Nieuwe vragen over de nieuwe Europese pensioenwetgeving. En kritiek van Arib op Klijnsma - Hoofdinhoud
Vijf maanden nadat staatssecretaris Klijnsma de Kamer dwong om binnen 24 uur ja of nee te zeggen tegen omstreden nieuwe EU pensioenwetgeving is nog steeds niet duidelijk welke effecten deze wetgeving precies op Nederland heeft.
Ook de Kamervoorzitter heeft een openbare brief geschreven waarin zij zeer kritisch is over de manier waarop het parlement voor blok gezet is en de richtlijn door het Kamer gejaagd is.
Dit is aanleiding voor mij om hierover nieuwe Kamervragen te stellen: wat zijn de precieze gevolgen voor Nederland. En kunnen pensioenfondsen nu zelf verhuizen en hun toezichthouder kiezen, zonder dat DNB daar wat aan kan doen? Daar lijkt het heel sterk op
Vlak voor het zomerreces stuurde staatssecretaris Klijnsma de compromistekst van de nieuwe Europese pensioenwetging naar de Kamer, de zogenaamde IORP-2 richtlijn.
Op 28 juni om 17.51 uur ontving de Kamer de tekst van het voorstel (100 pagina’s) en op 29 juni om 14.00 uur vond het debat plaats waarbij de Kamer wel of niet moest instemmen. De stemmingen waren vlak daarna.
Dat compromis was ongeveer twee weken eerder bereikt. De Kamer had daarover een vertrouwelijke ambtelijke briefing gehad en op basis daarvan stuurde zij Klijnsma een vertrouwelijke brief met een paar waarschuwingen. Twee daaruit zijn
-
-Het conceptstandpunt van de Raad wordt voorafgaand aan de besluitvorming in de Raad tijdig en met een waardering van het kabinet aan de Tweede Kamer toegezonden.
-
-Toezichtarbitrage mag nooit een reden voor verhuizing zijn.
Aan de eerste werd natuurlijk gewoon niet voldaan. En over het tweede zijn zeer grote vraagtekens, zoals zal blijken aan het vervolg.
In de zomer schreef ik een mail aan de Kamervoorzitter om haar om een mening te vragen. De voorzitter van de Tweede Kamer, Khadija Arib, heeft mij over de gang van zaken een openbare brief geschreven waarin zij schrijft:
“De gang van zaken rond de totstandkoming van de IORP-richtlijn laat zien dat dit nog steeds een actueel thema is. Los van de — uiteindelijk politieke — afweging of in dit geval de informatievoorziening adequaat is geweest, rijst hierbij de vraag of gebruik had kunnen worden gemaakt van de zogenaamde stilteprocedure om teksten eerder vertrouwelijk met de Kamer te delen. Ook speelt de vraag of aan de voorwaarde die de Kamer heeft verbonden aan het beëindigen van het parlementair voorbehoud, namelijk dat “het conceptstandpunt van de Raad voorafgaand aan de besluitvorming in de Raad tijdig en met een waardering van het kabinet aan de Kamer wordt toegezonden” is voldaan.”
Over deze brief gaat de commissie binnenlandse zaken koninkrijksrelaties deze week een besloten overleg voeren met minister Plasterk. Ik ben zeer benieuwd over zijn mening: heeft de regering zich nu wel gehouden aan artikel 68 van de grondwet, de plicht op informatie te verschaffen aan de Kamer.
Ondertussen hebben we staatssecretaris Klijnsma drie keer gevraagd aan te geven welke wetswijziging deze pensioenrichtlijn in Nederland tot gevolg zal hebben. De EU wetgeving moet namelijk dwingend geïmplementeerd worden. Tot nu toe hebben we geen uitleg ontvangen en zelfs de pensioenfederatie heeft twijfels over de uitleg.
Onze belangrijkste vraag is de volgende: in België en andere landen (zoals Cyprus) gelden hogere rekenrentes. Als je verhuist, schiet je dekkingsgraad omhoog. Alleen mag je dus rekenen met veel hogere rentes dan waarmee bijvoorbeeld verzekeraars in die langen mogen rekenen. En daar is geen goed reden voor. DNB mag op grond van de richtlijn een verhuizing van een ondernemingspensioenfonds niet tegenhouden.
Nu heeft Dijsselbloem begin dit jaar gezegd dat “Het verhuizen van pensioenfondsen naar België om de Nederlandse regelgeving en toezicht te ontwijken onverantwoord is”. Toch lijkt de pensioenrichtlijn hiervoor de rode loper uit te leggen.
Het is overigens vrij bizar om onder het mom van keuzevrijheid pensioenfondsen hun favoriete locatie te laten kiezen (naar België, kun je natuurlijk ook naar Malta of Cyprus gaan), al naar gelang waar hij het toezicht het prettigst vindt. De deelnemers moet echter verplicht deelnemen aan het fonds.
Aanleiding genoeg om deze aanvullende vragen te stellen. En verder om het schriftelijk debat met Plasterk aan te gaan op donderdag.
Vragen van het lid Omtzigt aan de staatssecretaris van Sociale Zaken over toezicht arbitrage en andere mogelijke schadelijke gevolgen voor pensioenfondsen en gepensioneerden van de IORP-2 richtlijn
-
1.Herinnert u zich dat Kamer meerdere keren gevraagd heeft om een lijst van artikelen in de pensioenwet, die door de IORP-2 richtlijn dwingend gewijzigd moeten worden?
-
2.Herinnert u zich dat u bij al die gelegenheden een algemeen antwoord gegeven heeft en nimmer een lijst gegeven heeft van artikelen in de pensioenwetgeving die dwingend veranderd zullen moeten door IORP-2 (Kamerstuk 33931, nr. 17, nr. 18 en nr. 19).
-
3.Indien u van mening bent dat u wel een antwoord gegeven hebt, kunt u dan hier volstaan met een precieze verwijzing en de nummer van de artikelen in de pensioenwet die gewijzigd moeten worden?
-
4.Waarom heeft u, vijf maanden nadat u met het IORP-II compromis akkoord ben gegaan nog steeds geen adequaat inzicht gegeven in welke gevolgen deze Europese richtlijn heeft voor de Nederlandse pensioenwetgeving?
-
5.Heeft u kennis genomen dat ook de pensioenfederatie en het verbond van verzekeraars niet precies weten welke gevolgen de nieuwe richtlijn heeft, bijvoorbeeld op het punt van het uniform pensioenoverzicht? (Dutch pensions sector warns of IORP II impact on uniform statements, IPE.com, www.ipe.com/countries/netherlands/dutch-pensions-sector-warns-of-iorp-ii-impact-on-uniform-statements/10015839.fullarticle)
-
6.Kunt u met spoed artikelsgewijs aangeven welke artikelen van de pensioenwet gewijzigd zullen moeten worden door IOPR-II en wat voor een wijziging elk van de artikel zal moeten ondergaan?
-
7.Herinnert u zich de uitspraken van minister Dijsselbloem in mei: “Het verhuizen van pensioenfondsen naar België om de Nederlandse regelgeving en toezicht te ontwijken is onverantwoord, vindt minister Dijsselbloem van financiën. 'Als dat de reden is, lijkt me dat buitengewoon kwetsbaar voor de mensen die hun pensioen via dat fonds hebben geregeld.' (Financieel Dagblad, 6 mei 2016)
-
8.Deelt u de mening van minister Dijsselbloem dat het verhuizen van pensioenfondsen naar België om de Nederlandse regelgeving en toezicht te ontwijken onverantwoord is?
-
9.Klopt het dat de Belgische toezichthouder een rekenrente hanteert van 4% voor de pensioenen van gepensioneerden? (Pensioenen van farmaceut AbbVie naar Belgie, Financieel Dagblad 24 februari 2016)
Indien de rekenrente niet precies 4% in alle gevallen is, hoe hoog is dan de rekenrente die de Belgische toezichthouder toestaat voor deze groep?
10.Klopt het dat DNB de marktrente als rekenrente hanteert en dat dat voor de pensioenen van gepensioneerden leidt tot een rekenrente die gewogen onder de 1% legt?
11.Heeft u er kennis van genomen, dat bij dit specifieke pensioenfonds de dekkingsgraad onder de Belgische rekenregels meer dan 10% hoger is en duidelijk is dat er mede op basis van toezichtsarbitrage gkoezen is voor een verhuizing naar Belgie? (Pensioenen van farmaceut AbbVie naar Belgie, Financieel Dagblad 24 februari 2016)
12.Klopt het dat het dus alleen al om de rekenrente aantrekkelijk is om een relatief grijs fonds te verplaatsen naar België, omdat de dekkingsgraad onder de regels van de Belgische toezichthouder hoger ligt dan onder de regels van de Nederlandse toezichthouder, DNB?
13.Mag DNB onder IORP-2 een verhuizing van een pensioenfonds naar een ander EU land tegenhouden, enkel op de grond dat er sprake is van toezichtsarbitrage?
14.Herinnert u zich dat u de vragen uit brief 2016D37195 allemaal opnieuw geformuleerd heeft voordat u ze beantwoord heeft en dat u bij een aantal daarvan de essentie wegliet, nadat u eerder al vergeten was deze vragen te beantwoorden in Kamerstuk 33931, nr. 17?
15.Kunt u de volgende vragen nu heel precies beantwoorden?
16.“ Deze inbreng gaat over de IORP richtlijn, die expliciet over de pensioenstelsels gaat. Heeft de Nederlandse regering ook een analyse gemaakt van de mogelijke uitleggen van de artikelen en de risico’s die daarmee gepaard gaan? Zo ja, kan zij die dan delen en zo nee, is zij alsnog bereid die te (laten) maken?” (vraag 1 uit brief 2016D37195
17.Vindt de regering het wenselijk dat pensioenfondsen naar het buitenland verhuizen enkel en alleen vanwege een minder streng toezicht? Zo nee waarom staat zij dat dan toe? En zo ja, waarom vindt zij de rekenrente in Nederland dan nog steeds adequaat? (vraag 2 uit brief 2016D37195)
18.Welke rekenrente acht de regering maximaal verantwoord? Graag een zeer precies antwoord op deze vraag. (vraag 5 uit brief 2016D37195)
19.Herinnert u zich de vertrouwelijke brief die de hele kamer u op 15 juni 2016 stuurde waarin zij u vroeg ervoor te zorgen dat ‘toezichtsarbitrage nooit een reden voor verhuizing mag zijn’?
20.Kan toezichtsarbitrage onder de nieuwe IORP-2 richtlijn een reden voor verhuizing naar een andere land zijn voor een pensioenfonds (dat IORP is)?
21.En klopt het dat DNB een verhuizing van een pensioenfonds naar een ander EU land niet kan tegenhouden?
22.Kunt u deze vragen 1 voor 1 en binnen de reguliere termijn beantwoorden?