Debat over de defensiebegroting voor 2016 - Hoofdinhoud
Deze week stond de behandeling van de begroting van het ministerie van Defensie op de agenda van de Tweede Kamer. Defensiewoordvoerder van het CDA is Raymond Knops. De volledige tekst van zijn inbreng in het debat vindt u hieronder.
Spreektekst Raymond Knops debat begroting Defensie 2016
11 november 2015
Voorzitter. Het begint een traditie te worden. Ik heb helemaal niets tegen tradities, maar deze zou ik liever aan mij voorbij laten gaan, namelijk het gevoel dat ik heb dat het kabinet wegloopt bij de feiten. Dat is een ongemakkelijk gevoel, dat ik krijg bij de bezoeken die ik de afgelopen periode ook weer heb afgelegd, vaak met collega's, aan militaire eenheden, maar ook in gesprekken die ik heb gevoerd met defensiedeskundigen en in de rondetafelgesprekken die wij hebben gevoerd, waaruit telkens blijkt hoe groot de nood is.
Afgelopen week kregen we de update van de Verkenningen onder ogen. Complimenten voor de professionele wijze waarop dit proces in 2010 maar sindsdien ook in jaarlijkse updates is opgepakt. Als je terugkijkt naar de analyse die toen is gemaakt, moet je erkennen dat er sindsdien akelig veel is uitgekomen van waar indertijd rekening mee is gehouden. Er trekt een perfect storm samen om Europa. In het oosten doken Poetins groene mannetjes op en daarna walsten tanks de Oekraïne binnen. En nu rolt Rusland de spierballen in Syrië. Het verrast veel mensen, maar de Verkenningen schetsten de mogelijkheid voor zo'n scenario al in 2010. In het zuiden, aan de overzijde van de Middellandse Zee, is de Arabische Lente ontaard in chaos, oorlog en islamitisch fundamentalisme. Europa wordt geconfronteerd met de gevolgen, zoals de vluchtelingenstromen en de dreiging van terrorisme.
De analyse was en is zeer nauwkeurig. Wat onze fractie stoort, is dat het politieke handelen op basis daarvan, zeker als je terugkijkt naar 2010, ernstig is tekortgeschoten. Er zijn veel zaken waarover in deze Kamer wordt gesproken. Er zijn veel minder zaken waar deze Kamer echt over gaat, echt haar stempel op kan drukken. Een ervan is de unieke verantwoordelijkheid die wij hebben voor onze collectieve veiligheid, de erkenning en het besef dat de overheid hier een directe verantwoordelijkheid heeft, kabinet en Kamer, alle 150 leden in dit parlement, zoals wij hier zitten. Er bestaat namelijk niet zoiets als SP-veiligheid of PvdA-veiligheid. Veiligheid gaat elke inwoner van Nederland aan. Het conflict kan ons opzoeken. Geopolitiek is terug van nooit weg geweest. De ontwikkelingen gaan razendsnel. Er komt een steeds groter belang van high politics in plaats van low politics. De fluwelen handschoen van de diplomatie heeft ook een ijzeren vuist nodig. Een klassieke taak als afschrikking is weer helemaal terug. Maar de militairen met wie ik de afgelopen periode sprak, hebben steeds minder collega's. De organisatie is ingekrompen. Materieel staat stil en oefeningen worden afgeblazen. Sommige soorten munitie zijn gewoon op. De economische crisis is voorbij, zo horen wij het kabinet zeggen, en er is ook geld voor 5 miljard lastenverlichting, maar bij Defensie zijn de gevolgen nog lang niet voorbij. De Commandant der Strijdkrachten luidde diverse malen de noodklok. Ook zijn collega's deden dat. We balanceren op het randje, zei hij. Dat is een signaal vanuit de Defensieorganisatie naar politiek en samenleving toe. Bij alle krijgsmachtdelen is van alles te kort of te weinig. Er wordt te veel gevraagd van te weinig mensen en de krijgsmacht kraakt in de voegen. Met hun ‘can do’-mentaliteit hebben onze militairen de organisatie gedragen. Er is sprake van hoge werkdruk. Hetzelfde werk moet met minder mensen worden gedaan. Efficiency lijkt soms boven effectiviteit te gaan en het vet is van de botten.
Het motto "doorgaan waar anderen stoppen" is in meerdere opzichten in de praktijk gebracht. Met groot respect dank ik alle militairen en burgers die zich vaak ver van huis en onder moeilijke omstandigheden inzetten voor onze veiligheid. Terwijl de wereld onveiliger wordt, heeft Defensie steeds minder te besteden. De koopkracht loopt terug. In deze woelige tijden zijn visie, leiderschap en toekomstperspectief nodig. Helaas zie ik dat te weinig terug in deze coalitie. We zien een minister die in een iglo overnacht, uit een vliegtuig springt en meeloopt met een bergtraining, een minister die zichtbaar betrokken is bij Defensie en die, als wij De Telegraaf mogen geloven — maar ik heb begrepen dat dat tegenwoordig niet meer kan — een wensenlijst van 1 miljard bij het kabinet heeft ingediend. Dat is buitengewoon realistisch. Maar behalve deze mooie woorden en intenties kwam er heel weinig van deze wensen en ambities terecht. De Defensie-uitgaven bevinden zich op een historisch dieptepunt. Nederland heeft nog nooit zo weinig aan Defensie uitgegeven, nog nooit zo'n kleine krijgsmacht gehad. Het CBS heeft berekend dat Nederland zelfs de kleinste krijgsmacht van Europa heeft, afgemeten aan het aantal inwoners. Ik vraag de minister of dit klopt en zo ja, wat haar politieke oordeel hierover is.
2015 was een verloren jaar. De Defensie-uitgaven daalden zelfs als percentage van het BBP, ondanks extra geld. De minister noemde zo'n daling op 30 april van dit jaar nog ‘onacceptabel’ en toch is het gebeurd. Wat vindt de minister ervan dat ze haar eigen woorden niet heeft kunnen waarmaken? In een debatje met de heer Teeven had ik het zojuist al over de 1,14% BBP en de afspraken die deze minister heeft gemaakt in Wales. Hoe gaan wij het resterende pad van die acht jaar invullen? Of valt dit in de categorie gebroken beloftes?
Jarenlang is efficiency boven effectiviteit gesteld. Natuurlijk mogen wij erop vertrouwen dat elke euro, ook bij defensie, goed wordt besteed, maar Defensie is nu eenmaal een beschikbaarheidsorganisatie waarvan je hoopt dat je die uiteindelijk niet nodig hebt. Maar als je die nodig hebt, als je er een beroep op doet, moet die er staan met voldoende middelen en voldoende getrainde mensen. Door Defensie nu in alle modellen en in de politiek — dat zeg ik ook in de richting van de Kamer, niet alleen in de richting van de minister — te behandelen als een efficiencyorganisatie, miskennen wij het unieke karakter van deze organisatie. Wat zou er gebeuren als we de politie of de brandweer op deze wijze zouden benaderen? We zouden toch niet accepteren dat de aanrijtijden van de brandweer oneindig lang zouden zijn? Dat zouden we niet accepteren in dit land. Waarom bij Defensie dan wel? Het gevolg van al deze handelingen in de afgelopen jaren, ook in de tijd dat wij zelf in het kabinet zaten, is dat een steeds groter beroep werd gedaan op de krijgsmacht, terwijl de inzetbaarheid onder druk stond. Er is versnippering en dat leidt tot problemen. De CDS wees al op de grote druk van de enablers. Wat doet de minister eraan om die te herstellen? Het kabinet hoort de klok luiden, maar ik vraag me af of het altijd duidelijk is waar de klepel hangt. "How did we get into this mess" en hoe komen we eruit?
Er is de afgelopen jaren veel bezuinigd. Ik zou weleens willen weten wat de structurele effecten daarvan zijn. Is de krijgsmacht nu echt op orde? Is de minister bereid om de Rekenkamer hiernaar te laten kijken, zoals dat ook bij de AIVD is gebeurd? Daar kwam naar voren dat de politiek veel te veel heeft bezuinigd, met schadelijke gevolgen voor de lange termijn.
Voldoen wij nog wel aan onze grondwettelijke taken? De ultieme ondergrens is wat ons betreft de nationale veiligheid. Onbemande vliegtuigen en genietanks blijven aan de grond staan en de explosievenopruimingsdienst kampt met beperkingen. Gelukkig herstelt de minister de bezuinigingen op de reservisten. Mijn compliment daarvoor, de heer Teeven zei het ook al. Maar hoe zit het met de rest? De extra grenscontroles door de marechaussee zetten ook druk op de organisatie. Hoe gaat de minister daarmee om? Kan de krijgsmacht alle nationale taken naar behoren vervullen?
De minister heeft drie cruciale moties niet uitgevoerd. Ten eerste is dat de motie-Van der Staaij I: het ambitieniveau wordt niet aangepast aan de verslechterde veiligheidssituatie. Ten tweede zijn dat twee moties van onder andere mijn hand over prijscompensatie en valutakoersen. Alle drie worden vooruitgeschoven. Er is een gapend gat geslagen tussen ambities en middelen. Dat gat wordt maar gedeeltelijk gedicht. Het zal in de toekomst zelfs groter worden als er niet meer geld bij komt.
Een enorme hoeveelheid aan achterstallige investeringen werpt haar schaduw vooruit. Ook is er te weinig budget voor toekomstige investeringen en worden veel projecten vooruitgeschoven. De marine dreigt een beetje weg te zinken en de komende zeven jaar is er geen geld voor de MALE UAV. Volgens deskundigen is er zeker 750 miljoen nodig om de problemen op te lossen. Onze fractie wil graag openheid van zaken. Hoeveel is er nodig om de krijgsmacht echt op orde te brengen? Waarom wil de minister deze openheid niet geven?
Onze fractie wil meer urgentie en meer tempo. De wederopbouw van de krijgsmacht kost tijd en geld. Met te weinig geld gaat het nog langer duren. We willen het voortzettingsvermogen verbeteren en doen opnieuw een oproep aan de minister: houd het kompas gericht op een veelzijdig inzetbare krijgsmacht. Verkoop dus geen materieel dat daarvoor nodig is, zoals de Houwitsers en mijnenjagers, en reactiveer de vierde Patriotbatterij.
Ik zou de minister willen zeggen: betrek ook het element personeel en organisatie bij de uitvoering van de motie-Van der Staaij. Tot op heden heeft de minister aangegeven dat zij hiertoe niet bereid is.
Een ander aandachtspunt voor de minister is voor onze fractie de informatievoorziening aan de Kamer. Ook op dit punt geldt: te weinig en te laat. De extra middelen waren niet goed onderbouwd in de begroting. We hebben nu een brief gekregen, maar zelfs daarin staan pm-posten. Ik sluit mij graag aan bij de vragen van de heer Teeven op dit punt. Wij moeten een deugdelijke begroting vast kunnen stellen, voor onze fractie is dat van cruciaal belang.
Dan de vraag waarom de minister nog steeds geen reactie heeft gegeven op het AIV-advies over de krijgsmacht. De AIV wil meer geld, een deltaplan voor de krijgsmacht, en waarschuwt dat de krijgsmacht een light army is geworden. Wat ons betreft is dat terecht, maar de minister wil nog niet reageren. Dat doet ze ook in reactie op mijn Kamervragen over salafisme. De beantwoordingstermijn was al verstreken, ik heb gerappelleerd en nu komen de antwoorden pas na dit debat. Dat ontneemt mij de mogelijkheid om op dit fundamentele punt met de minister van gedachten te wisselen. Ik zou echt graag een uitgebreide reactie van de minister op dit punt willen. Eerst wilde ze geen salafisten, daarna weer wel als ze tenminste geen geweld gebruiken. Ook hiervoor geldt dat ik het niet echt daadkrachtig vind. Hier kan de minister toch gewoon heel helder en duidelijk over zijn, ook in het licht van mijn aangehouden motie en de aangenomen motie van het lid Potters?
Ten slotte kom ik op het budget internationale veiligheid. Het kabinet plust er 60 miljoen bij, maar eerder werd eenzelfde bedrag bij Defensie weggepakt. De missie tegen IS wordt nog steeds gefinancierd met een kasschuif uit de jaren 2017-2019 en ook hier roepen we het kabinet op om niet door te schuiven, maar om aan te pakken. We roepen de minister ook opnieuw op om alle BIV-gelden voor Defensie te behouden en om die aan te wenden voor missies.
Er zijn nog veel vragen en er is nog veel onduidelijkheid. Onze fractie wil graag heldere toezeggingen en garanties van de minister. Volgens het blad Opzij is de minister de invloedrijkste vrouw van Nederland. Het is mooi dat wij haar hier in ons midden mogen hebben, maar als zij zo veel macht heeft, laat zij die dan ook aanwenden om meer budget voor Defensie te krijgen. Een heleboel fracties in de Tweede Kamer — de fractie van de minister voorop; daar was de heer Teeven volstrekt helder over — willen dat. Wij zullen dat ook steunen. Wat mij betreft mag de minister dan volgend jaar weer worden uitgeroepen tot de invloedrijkste vrouw van Nederland.
Zoals gezegd trekt onze fractie 200 miljoen euro uit voor Defensie. Ik vraag de minister en de fracties die hier aanwezig zijn, om dat voorbeeld te volgen.