Het Oekraïne-referendum: recht doen aan de nee-stem die geklonken heeft - Hoofdinhoud
Ruim 7 maanden geleden werd Nederland de vraag gesteld: bent u voor of tegen de wet tot goedkeuring van de Associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en Oekraïne. De ChristenUnie-fractie is tegen toetreding van Oekraïne tot de Europese Unie maar voor samenwerking en was dus vóór het associatieverdrag. Daarnaast is het duidelijk dat wij geen voorstander zijn van het raadgevend referendum. Daarin zijn wij bevestigd door deze nasleep van het Oekraïne-referendum.
Dit referendum zegt daarmee ook iets over het functioneren van onze Referendumwet. De evaluatie ligt er, daar gaan we later over spreken. Ik mag hopen dat de gang van zaken rond dit referendum leidt tot nadere bezinning bij de partijen die destijds voor deze wet hebben gestemd.
Maar het referendum heeft plaats gevonden. De opkomstdrempel is gehaald en er heeft een helder ‘nee’ geklonken. Die nee-stem van de Nederlandse bevolking maakt deel uit van een groeiend ongemak over de Europese Unie. Een grenzeloze Europese Unie, die niet levert als het moet en wel levert als het niet moet, en die geen maat lijkt te kennen als het om bevoegdheden gaat, vervreemdt veel mensen van de politieke besluitvorming.
Dat ongemak wordt nu ook gevoed de keuzes van het kabinet na de uitslag van het referendum. De referendumwet is duidelijk: Er moet zo spoedig mogelijk helderheid komen. Ratificeren of niet ratificeren. De minister-president voegde daar een derde optie aan toe: wij gaan wachten, wij gaan praten, wij kiezen voor onduidelijkheid. De bal ligt dus nog steeds bij het kabinet.
Het kabinet kiest er nu voor om die onduidelijkheid, die al 7 maanden duurt, nog eens te verlengen. Ik vind dat schadelijk voor het vertrouwen in onze democratie. Waarom duurt het zo lang? Het kabinet is zich bewust van het ongeduld en schrijft te beseffen dat dit moeizame proces leidt tot een algemeen gevoel van ongenoegen dat ‘zo spoedig mogelijk’ moet worden weggenomen. Is dat hetzelfde ‘zo spoedig mogelijk’ als uit de referendumwet? Of is er voor het eind van het jaar duidelijkheid? Het negeren van de nee-stem levert democratische schade op en zal het vertrouwen in de politiek aantasten.
Tegelijk spelen ook geopolitieke belangen een rol. Maar waarom komt de minister-president nu met argumenten die we voor het referendum niet gehoord hebben? Waarom is het nu ineens een zaak van landsbelang?
Het kabinet zoekt nog altijd naar het geitenpaadje om recht te kunnen doen aan de nee-stem en de geo-politieke situatie. Wij zien het geitenpaadje van de minister-president nog niet. Voor mijn fractie staat voorop dat in het uiteindelijke voorstel van het kabinet recht moet worden gedaan aan de nee-stem die in april geklonken heeft. We zullen het uiteindelijke voorstel van het kabinet daarop beoordelen.