Vluchtelingen mogen eerder vrijwilligerswerk doen

Met dank overgenomen van A.H. (Attje) Kuiken i, gepubliceerd op woensdag 5 oktober 2016, 20:05.

De taal leren, je nuttig maken en meedoen in de samenleving. Zeker voor mensen die gevlucht zijn voor oorlog en geweld is dat van groot belang. Daarom ben ik erg blij met het besluit van minister Asscher dat vluchtelingen vanaf dag één vrijwilligerswerk mogen doen. Vluchtelingen kunnen daardoor sneller de Nederlandse taal leren, een netwerk opbouwen en kennis maken met Nederlandse gewoonten.

Tot op heden waren asielzoekers uitgesloten van vrijwilligerswerk. Ze mochten alleen onbetaald werk doen als ze een erkende status hadden. De afgelopen tijd liepen die wachttijden echter flink op, waardoor asielzoekers soms wel zeven maanden moesten wachten tot ze een status hadden en mochten werken. Al die tijd konden ze niks anders dan hele dagen wachten. Dat gun je niemand. En dat terwijl veel van deze mensen juist graag het land dat hun opvangt en de haar inwoners willen leren kennen.

Vluchtelingen geven zelf aan dat ze graag als vrijwilliger willen helpen bij het onderhoud van een sportvereniging, dat ze koffie willen schenken in een zorginstelling of willen helpen met het voeren van dieren op een kinderboerderij. Het geeft hen een nuttige besteding van de dag en de ervaring die ze zo op doen helpt straks bij het vinden van een baan.

En voor de Nederlandse samenleving zijn er ook vele voordelen. Het vrijwilligerswerk dat ze doen is zelf natuurlijk nuttig, maar er zijn meer voordelen. Vluchtelingen leren eerder de taal, integreren sneller en zijn straks minder lang afhankelijk van een uitkering. In het verleden hebben we te lang gedacht dat mensen uiteindelijk toch terug gingen, waardoor we niet genoeg hebben ingezet op integratie. Reden genoeg om die fout niet opnieuw te maken. Lodewijk Asscher past nu de regels aan: een stap vooruit om ervoor te zorgen dat iedereen kan meedoen in de samenleving.