Vragen over geplunderd oorlogsgraf

Met dank overgenomen van M.Sj. (Michiel) van Veen i, gepubliceerd op donderdag 22 september 2016.

Vragen van het lid Van Veen (VVD) aan de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over het artikel “Berger ‘plundert’ oorlogsgraf” (ingezonden 22 september 2016)

1

Bent u bekend met het artikel “Berger ‘plundert’ oorlogsgraf”? 1)

2

Klopt het dat een Terschellinger scheepsberger het in 1916 gezonken slagschip Queen Mary heeft geplunderd?

3

Klopt het dat dit schip volgens zowel Britse als Nederlandse wetgeving met rust dient te worden gelaten?

4

In hoeverre onderschrijft u de opvatting van de Britten dat hier sprake is van schending van een oorlogsgraf? Hoe beoordeelt u de ontstane ophef over de situatie?

5

Wat vindt u ervan dat naar verluidt de nabestaanden walgen van het idee dat de scheepsberger goed geld heeft verdiend aan deze en andere plunderingen?

6

Biedt artikel 5.1 in de Erfgoedwet mogelijkheden om strafrechtelijk op te treden tegen verstoorders van archeologische monumenten onder water? Valt het verstoren van dit scheepswrak onder dit artikel? Gaat u optreden?

7

Kunt u toelichten welke partijen in dergelijke gevallen aangifte zouden kunnen doen van schending van een oorlogsgraf? Wat is de gebruikelijke aanpak? Bent u voornemens een zaak te starten?