Memorie van toelichting - Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2017 - Hoofdinhoud
Deze memorie van toelichting i is onder nr. 2 toegevoegd aan wetsvoorstel 34550 V - Vaststelling begroting Buitenlandse Zaken 2017.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2017 ; Memorie van toelichting; Memorie van toelichting |
---|---|
Documentdatum | 20-09-2016 |
Publicatiedatum | 20-09-2016 |
Nummer | KST34550V2 |
Kenmerk | 34550 V, nr. 2 |
Externe link | origineel bericht |
Originele document in PDF |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2016–2017
34 550 V
Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2017
Nr. 2
MEMORIE VAN TOELICHTING
INHOUDSOPGAVE
Belangrijkste beleidsmatige mutaties ten opzichte van vorig
Overzicht niet-juridische verplichte uitgaven
-
A.ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET BEGROTINGSWET-VOORSTEL
Wetsartikel 1
De begrotingsstaten die onderdeel uitmaken van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 1, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2001 elk afzonderlijk bij de wet vastgesteld. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om de begrotingsstaten van het Ministerie van Buitenlandse Zaken voor het jaar 2017 vast te stellen.
Alle voor dit jaar vastgestelde begrotingswetten vormen samen de Rijksbegroting voor het jaar 2017. Een toelichting bij de Rijksbegroting als geheel is opgenomen in de Miljoenennota 2017.
Met de vaststelling van dit wetsartikel worden de uitgaven, verplichtingen en de ontvangsten voor het jaar 2017 vastgesteld. De in de begroting opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zgn. begrotingstoelichting).
De Minister van Buitenlandse Zaken,
-
B.BEGROTINGSTOELICHTING
-
1.LEESWIJZER
Deze leeswijzer gaat in op de opbouw van de beleidsagenda, de beleidsar-tikelen en de overige onderdelen van de begroting.
Algemeen
Buitenlandse betrekkingen zijn een zaak van het Koninkrijk der Nederlanden: Nederland in Europa, Aruba, Curaçao en Sint Maarten, alsmede de Nederlandse openbare lichamen in het Caribisch gebied (Bonaire, Sint Eustasius en Saba). Waar deze begroting spreekt over «Nederland» of «Nederlands» wordt daarmee bedoeld: «(van) het Koninkrijk der Nederlanden», tenzij het gaat om zaken die specifiek het land Nederland betreffen, zoals het EU-lidmaatschap en ontwikkelingssamenwerking.
Groeiparagraaf
De opzet van de beleidsartikelen is ten opzichte van de begroting 2016 verder in lijn gebracht met de uitgangspunten van «verantwoord begroten». Hierbij is met name aandacht besteed aan de presentatie van de instrumenten in de budgettaire tabellen, waarbij de toelichtingen bij de financiële instrumenten zoveel mogelijk zijn gericht op de concrete beleidsinzet van de betreffende instrumenten. Vanaf 2017 zijn daar waar mogelijk de financiële instrumenten meerjarig opgenomen en in lijn gebracht met de budgetten die worden gebruikt bij de interne ramingssys-tematiek. Ten slotte is dit jaar voor het eerst een een tabel opgenomen (onderdeel 2.2 van de begrotingstoelichting) waarin is aangegeven hoe de niet-juridisch verplichte middelen naar verwachting zullen worden ingezet op het niveau van beleidsartikelonderdeel.
Beleidsagenda
De beleidsagenda bevat de politieke hoofdlijnen van het buitenlandbeleid van de regering. De beleidsagenda wordt afgesloten met een overzichtstabel van de beleidsdoorlichtingen, een overzicht niet-juridisch verplichte uitgaven en de belangrijkste beleidsmatige mutaties ten opzichte van de memorie van toelichting 2016, inclusief de mutaties uit de eerste suppletoire begroting 2016.
Beleidsartikelen
In de beleidsartikelen staan de volgende onderdelen per begrotingsartikel verder uitgewerkt:
A: Algemene doelstelling
Elk beleidsartikel begint met de algemene doelstelling (titel van het beleidsartikel) met een korte toelichting.
B: Rol en verantwoordelijkheid
De rol en de verantwoordelijkheid van de Minister wordt beschreven aan de hand van de volgende categorieën: stimuleren, financieren, regisseren en uitvoeren.
Volgens het uitgangspunt van verantwoord begroten zijn er alleen kwantitatieve indicatoren bij resultaatverantwoordelijkheid. Een indicator onderbouwt de resultaatverantwoordelijkheid van de Minister op het gebied van de consulaire dienstverlening (beleidsartikel 4). Op de overige beleidsterreinen van Buitenlandse Zaken heeft de Minister een stimulerende of financierende en in sommige gevallen een regisserende rol. De
mogelijkheden voor kwantitatieve effectmeting voor de meeste beleidsterreinen van Buitenlandse Zaken zijn dan ook beperkt. Kenmerkend is de internationale context waarin veel spelers en factoren de doelbereiking beïnvloeden. Vaak is er een gezamenlijke inspanning waarbij het weinig zinvol is (een deel van) de resultaten toe te rekenen aan Nederland, dat een deel van de inputs heeft verzorgd. Kwaliteitsbewaking van de beleidsuitvoering vindt plaats door middel van periodieke beleidsdoorlich-tingen.
C: Beleidswijzigingen
Dit is een overzicht van belangrijke wijzigingen als gevolg van nieuw regeringsbeleid, evaluatie of voortschrijdend inzicht. Daar waar sprake is van beleidswijzigingen die in beleidsnotities zijn verschenen, is verwezen naar de betreffende notitie met het kamerstuk.
D1: Budgettaire gevolgen van beleid
In het kader van «verantwoord begroten» wordt rijksbreed de financiële inzet op instrumentniveau gepresenteerd. Het aantal activiteiten en het aantal financiële instrumenten van het Ministerie van Buitenlandse Zaken inclusief het postennet is aanzienlijk. In sommige gevallen zijn de instrumenten nog niet bekend, omdat de programma’s na het verschijnen van de begroting worden gestart en dan duidelijk wordt via welk instrument financiering plaats vindt. Voor het overzicht van de financiële instrumenten is met ingang van het begrotingsjaar 2015 een directe aansluiting gezocht met de interne ramingssystematiek. Hierdoor is het gedurende het jaar beter mogelijk om de mutaties bij de tussentijdse begrotingsmomenten weer te geven. Deze ramingssystematiek heeft voor de begroting 2017 specifiek betrekking op de periode 2016–2019. Voor de periode daarna is over het merendeel van de inzet op de specifieke instrumenten nog niet besloten.
D2: Budgetflexibiliteit
Op artikelniveau wordt aangegeven welk percentage van de begroting juridisch is vastgelegd. Als onderdeel van verantwoord begroten wordt alleen de juridische verplichting voor het begrotingsjaar opgenomen. Tevens wordt toegelicht op welke wijze de juridische verplichting op artikelonderdeel is ingevuld. Aanvullend hierop is, in lijn met de rijkbrede begrotingsvoorschriften, gekozen om toe te lichten hoe de niet-juridisch verplichte middelen naar verwachting zullen worden ingezet. Dit overzicht staat onder hoofdstuk 2.2 van de begrotingstoelichting.
E: Toelichting op de financiële instrumenten
Hierin wordt per artikelonderdeel inzicht geboden in de financiële instrumenten, zoals in de tabel onder D zijn opgenomen.
Overige onderdelen van de begroting
Na de vier beleidsartikelen volgen de drie niet-beleidsartikelen en het verdiepingshoofdstuk. De niet-beleidsartikelen zijn het verplichte artikel 5 «geheim», artikel 6 «nominaal en onvoorzien» waarin de non-ODA macro-mutaties (zoals loon- en prijs indexatie) binnen de Homogene Groep Internationale Samenwerking (HGIS) staan opgenomen en artikel 7 «apparaat» waarin een splitsing is aangebracht tussen personele- en materiële uitgaven. Ten slotte volgen vijf bijlagen: het verdiepingshoofdstuk geeft informatie over de budgettaire begrotingsaansluiting tussen de ontwerpbegroting 2016 en die van 2017, de lijst met moties en toezeggingen aan de Kamer, het subsidieoverzicht, de evaluatie- en onderzoekstabel en de lijst met afkortingen.
De relatie met de HGIS-nota
Samen met de departementale begrotingen wordt ook de HGIS nota aan de Staten Generaal gepresenteerd. Deze omvat naast de HGIS uitgaven en ontvangsten van Buitenlandse Zaken ook buitenlanduitgaven en ontvangsten van de andere ministeries. Deze bundeling bevordert de samenhang en samenwerking die voor een geïntegreerd en coherent buitenlandbeleid van belang zijn. De nota over de HGIS bevat een overzicht van de belangrijkste programma’s en uitgaven voor het buitenlandbeleid, waaronder een overzicht van de begrotingsontwikkelingen binnen de HGIS en bijlagen die alle buitenlanduitgaven overzichtelijk presenteren, zoals een totaaloverzicht van de buitenlanduitgaven die als officiële ontwikkelingshulp (ODA) kwalificeren. In de HGIS-nota wordt daarnaast op hoofdlijnen inzicht gegeven in de internationale klimaatfinanciering 2017 en de internationale inspanningen op migratie en asiel in 2017.
-
2.BELEIDSAGENDA 2017
Een kwart eeuw na de val van de Muur is de hoop van toen veranderd in de onzekerheid van nu. De internationale situatie is aan constante verandering onderhevig. Landen als China, Rusland, Iran en Saudi-Arabië zijn geopolitiek assertiever in regionale vraagstukken. De internationale veiligheidssituatie verandert door verscherping van regionale conflicten, terrorisme, geweld en snelle maatschappelijke en technologische ontwikkelingen. Ongelijkheid binnen landen en cybersecurity vormen thema’s die hoger op de internationale agenda zijn komen te staan. Het Westerse samenlevingsmodel en de waarden waar wij voor staan – democratie, rechtvaardigheid, verdraagzaamheid en solidariteit – zijn niet langer vanzelfsprekend en vereisen onderhoud en verdediging. Universele waarden zoals respect voor mensenrechten komen in de knel in zowel autoritaire staten en fragiele landen. Tegelijkertijd staan de structuren en vrijheden van onze internationale samenwerking onder druk. Binnen en buiten Europa spelen nationalistische en religieuze sentimenten op. Aan de randen van Europa woeden oorlogen: in Syrië, Irak, Oost-Oekraïne en Libië leiden deze conflicten tot enorm veel menselijk leed. Honderdduizenden mensen hebben het leven verloren. In grote delen van de oorlogsgebieden moeten mensen voedsel en basisvoorzieningen ontberen, met catastrofale humanitaire omstandigheden tot gevolg. Toegang tot medische voorzieningen en onderwijs wordt steeds moeilijker, zo niet onmogelijk. Deze erbarmelijke omstandigheden hebben bijgedragen aan een grote stroom vluchtelingen en migranten. Zij gaan, als Internally Displaced Persons (IDP’s) op zoek naar veiligheid binnen hun land en, als dat niet mogelijk is, naar de buurlanden of Europa.
De turbulentie aan de buitengrenzen van Europa en de dreigingen die voortkomen uit radicalisering en extremisme raken rechtstreeks aan de Europese veiligheid, en wijzen op een toenemende verwevenheid tussen de interne en de externe veiligheidssituatie. Een poging tot een staatsgreep werd gedaan in Turkije. Terroristische aanslagen in Parijs, Nice, Brussel, Turkije, Bagdad, de Verenigde Staten, Bangladesh, Duitsland en andere landen hebben geleid tot veel (dodelijke) slachtoffers en tot een toenemend gevoel van onveiligheid onder de Europese bevolking. De dreiging van terrorisme is grensoverschrijdend, maar komt ook van binnenuit: in sommige gevallen zijn de aanslagplegers in Europa van Europese komaf. Hierdoor ontstaat een complex beeld van instabiliteit, onveiligheid en onzekerheid.
Die onzekerheid weerspiegelt zich ook in de gevolgen van het Britse besluit de EU te verlaten. Het is nog te vroeg om precies de gevolgen van een vertrek van het Verenigd Koninkrijk (VK) te duiden. Zeker is echter dat het soortelijk gewicht van de Europese Unie (EU) op een aantal terreinen – economisch, politiek, veiligheid – kan afnemen. Hetgeen weer gevolgen heeft voor de positie van het VK en de EU, waaronder Nederland, op het wereld-politieke toneel. De constatering dat geopolitiek en extremisme weer een grotere plaats innemen in de buitenlandse politiek en waarschijnlijk voor langere tijd bij ons zullen blijven stelt ons voor uitdagingen, waar de gebruikelijke antwoorden niet voldoende zijn. Dat betekent niet dat de wereld geen goede voortgang heeft gemaakt. Zowel op het terrein van bijvoorbeeld de Millenium Ontwikkelingsdoelen, op het gebied van welvaartsgroei voor miljoenen mensen als op het gebied van de verspreiding van technologie en democratie. Deze gemengde, maar risicovolle situatie vereist strategische aandacht om verdere polarisatie en fragmentatie te voorkomen en daarbij speelt het geïntegreerde buiten- landbeleid een essentiële rol. Het Ministerie van Buitenlandse Zaken vormt binnen de rijksoverheid de spil van dit geïntegreerde beleid, met een duidelijke toegevoegde waarde: ons diplomatieke netwerk, onze landenspecifieke kennis en het verbinden van buitenlandse zaken met binnenlandse vraagstukken. De geactualiseerde veiligheidsstrategie blijft daarbij een belangrijke leidraad en benoemt de drie kernprioriteiten voor het buitenlandsbeleid in de huidige situatie: meer aandacht voor veiligheid in al zijn dimensies, prioriteit voor verdediging van normen, waarden, mensenrechten, de internationale rechtspraak en investeren in toekomstbestendigheid (energie, cyber, klimaat).
Het buitenlands beleid van Nederland: wij behartigen onze belangen in multilaterale fora, in Europees kader en in bilateraal verband
Begin 2015 staat in de Staat van de Unie al beschreven dat de EU zowel van binnen als van buiten onder druk staat, en in de Europese samenlevingen draagvlak voor Europese besluitvorming niet vanzelfsprekend is. Waar toen nog «geenszins» zeker was of en in welke mate de trends zouden doorzetten, zijn veel van de gesignaleerde risico’s nu versterkt of bewaarheid, inclusief het perspectief op een Britse uittreding.
De afgelopen jaren is door Nederland daarom gewerkt aan effectiever Europees beleid dat meerwaarde biedt door tegemoet te komen aan de zorgen en wensen van burgers. Zo vereist effectieve Europese samenwerking goede regelgeving en goed bestuur bij de instellingen van de Unie, maar ook in de lidstaten zelf. Daarnaast zijn vrijheid, veiligheid, en rechtsstatelijkheid binnen de Unie cruciaal voor onze eigen burgers en om samen mondiaal krachtig op te kunnen treden. De EU, en de Europese interne markt in het bijzonder, is en blijft bovendien een belangrijke aanjager van onze welvaart. Onze boterham wordt grotendeels verdiend in de landen om ons heen.
In dat perspectief moet ook de Nederlandse invulling van het EU-voorzitterschap in 2016 worden gezien. Het voorzitterschap zette in op vier prioriteiten: 1) migratie en internationale veiligheid, 2) Europa als innovator en banenmotor, 3) solide en toekomstbestendige Europese financiën en een robuuste Eurozone, en 4) een vooruitblikkend klimaat- en energiebeleid. Op al deze terreinen zijn resultaten behaald. Zo is de ongecontroleerde instroom van migranten vanuit Turkije drastisch afgenomen, en daarmee het dramatische aantal verdrinkingen sterk verminderd. Er is een agenda vastgelegd voor een diepere, maar ook een eerlijkere interne markt. Nederland is een discussie gestart over een modernere Europese meerjarenbegroting. Een roadmap is overeengekomen voor een sterkere Bankenunie en er zijn belangrijke stappen gezet in de strijd tegen belastingfraude en belastingontwijking. Het voorzitterschap heeft actief de implementatie van klimaatafspraken ter hand genomen om het EU-doel van ten minste 40% minder broeikasgasuitstoot te bereiken in 2030. Nederland heeft zich ook speciaal ingezet voor de totstandkoming van een gemeenschappelijke strategie voor het buitenlands en veiligheidsbeleid van de EU, die nu snel zal moeten worden geoperationaliseerd. Onder coördinatie van BZ heeft Nederland het EU-voorzitterschap afgerond.
Op deze en andere resultaten zal in 2017 worden voortgebouwd, terwijl de dynamische ontwikkelingen zich voortzetten. Zo moeten de lidstaten samen een weg vinden om het proces richting een Britse uittreding vorm te geven. Het terugtrekkingsproces zal wat het kabinet betreft stapsgewijs en ordelijk moeten verlopen. De periode van onzekerheid zal zo kort mogelijk moeten zijn. De Nederlandse belangen dienen daarbij scherp in het oog te worden gehouden. De zorgen over het functioneren van de EU vereisen tegelijkertijd alle aandacht. Het dient niet zozeer te gaan om meer of minder Europa, maar om een Unie die een concrete agenda heeft met betrekking tot de grootste zorgen van onze burgers: banen middels een eerlijke en diepere gemeenschappelijke markt, interne en externe veiligheid en het beheersen van de migratiestromen.
Nederland zal in 2017 vasthouden aan de inzet op een betere Unie. Een EU die verder hervormt, zich focust op hoofdzaken en daarop resultaten boekt, en op verbetering van de kwaliteit van Europese regelgeving en de vermindering van regeldruk. Een EU die banen helpt creëren, en die meerwaarde biedt bij de gezamenlijke aanpak van gedeelde uitdagingen zoals op het gebied van veiligheid, migratie, klimaat, energie en die mensenrechten intern en extern respecteert. Kortom, een EU die werkt aan een goede toekomst voor burgers en bedrijven in alle lidstaten en die stabiliteit brengt in een onrustige wereld vanuit de beginselen en prioriteiten die voortvloeien uit de EU Global Strategy. Het is dus geenszins «business as usual». Er dient voortvarend gewerkt te worden aan een hervormde EU die beter beschermt, presteert en handelt met inachtneming van de eigen principes en regels.
Effectieve inzet hierop vergt nauwe voeling met de politiek en de samenleving in zowel Nederland als in andere lidstaten, permanente voeling met «Brussel» en met ontwikkelingen in de rest van de wereld. Het Ministerie van Buitenlandse Zaken, inclusief haar postennetwerk, vormt Rijksbreed de verbindende schakel tussen deze speelvelden om te zorgen voor goed geïnformeerde, coherente en effectieve Nederlandse belangenbehartiging in de machtscentra binnen Europa. Het EU-voorzitterschap heeft daarbij de kennis en kunde van de diplomatieke dienst verder verscherpt.
.. voor een wereld die veiliger is...
Zoals gezegd hebben conflicten en spanningen in de landen om ons heen soms grote gevolgen voor Nederland en de EU. De ring van instabiliteit om Europa zal een belangrijke rol blijven spelen in ons beleid, zoals aangegeven in de geactualiseerde veiligheidsstrategie. Onze verhouding tot regionale spelers als de Russische Federatie en Turkije, evenals oude en nieuwe conflicten (Midden-Oosten Vredesproces, Syrië) vereisen daarbij onze constante nationale en internationale aandacht. Deze onderwerpen hebben de constante aandacht van het kabinet.
Op het begrotingsartikel voor veiligheid en stabiliteit (artikel 2) worden middelen toegevoegd aan het Stabiliteitsfonds en het Veiligheidsfonds. Concreet gaat het om EUR 3,5 miljoen voor het Stabiliteitsfonds van waaruit programma’s worden gefinancierd op het gebied van conflictpreventie, early warning, geïntegreerd beleid op het gebied van vrede en veiligheid en voor initiatieven op het gebied van ten behoeve van een normatief kader voor de regulering van cyberoperaties tussen staten. Het Veiligheidsfonds wordt in 2017 verhoogd met EUR 1,5 miljoen.
Veiligheidsraad
Italië en het Koninkrijk der Nederlanden hebben afgesproken om het lidmaatschap van de VN Veiligheidsraad op te splitsen in twee termijnen van ieder een jaar. Afgesproken is dat Italië zich terugtrekt uit de VN Veiligheidsraad per 31 december 2017. De diplomatieke inspanningen van de vier landen binnen ons Koninkrijk hebben ons, samen met Italië, een zetel opgeleverd in de VN Veiligheidsraad. Het Koninkrijk zal zich in 2018 binnen de Veiligheidsraad hard maken voor duurzame vrede, veiligheid, rechtvaardigheid, mensenrechten en ontwikkeling. Een inzet waarbij mensen centraal staan en op basis van waarden: mensenrechten en afleggen van rekenschap, in partnerschap en op transparante wijze. Wij zullen ons in het bijzonder inzetten voor een geïntegreerde aanpak van vredesoperaties. Bescherming van burgers in conflict moet een integraal onderdeel zijn van mandaten van VN-missies en zulke missies moeten de capaciteit hebben om hun mandaat uit te voeren. Ook voor de preventie van conflict, inclusief terrorisme en extremisme, en het adresseren van de «root causes» zullen wij binnen het kader van de VN Veiligheidsraad aandacht vragen. We zetten in op meer (politieke) participatie van vrouwen in processen van vrede, verzoening en wederopbouw en meer gebruik van instrumenten voor vreedzame geschillenbeslechting. Nederland zal zich tevens hard maken voor vooruitgang ten aanzien van de hervormingen van de VN Veiligheidsraad, die moeten leiden tot een representatievere Veiligheidsraad. Tot slot zullen we ons bijzonder inspannen voor de belangen van kleine en middelgrote landen. In de periode 2017–2018 zullen Italië en het Koninkrijk waar mogelijk samen optrekken.
Migratie
Het kabinet blijft inzetten op een beleid gericht op gedeelde internationale verantwoordelijkheid op het terrein van vluchtelingenbeleid. De internationaal rechterlijke kaders en de samenwerking met landen van herkomst en in de regio spelen daarbij een belangrijke rol. In dat kader blijft het kabinet zich inzetten voor het bestendigen en uitvoeren van de Europese afspraken over het terug brengen van migratiestromen via de Egeïsche en Middellandse Zee. Onderdeel daarvan is het migratie-akkoord tussen de EU en Turkije dat tot nu toe niet alleen ertoe heeft geleid dat de toestroom van het aantal migranten drastisch verminderd is, maar dat ook het aantal verdrinkingen van migranten drastisch afgenomen en met businessmodel van de mensensmokkelaars ontmanteld. De afspraken gaan bovendien ook om het verbeteren van de toekomstperspectieven van vluchtelingen in Turkije, onder andere via steun aan de Turkey Refugee Facility. Daarnaast zal verder worden gewerkt aan hervestiging van vluchtelingen uit Turkije en herplaatsing van migranten uit Griekenland en Italië. Het is essentieel dat in de komende periode zowel de lidstaten als Turkije hun verplichtingen nakomen. Als onderdeel van het internationale migratiebeleid maakt het kabinet zich sterk voor versterkte bewaking van de buitengrenzen van de Unie via de opzet van een Europese grenswacht. Er moet opvolging worden gegeven aan de Valletta Top door met Afrikaanse landen specifieke migratieafspraken te maken, onder andere op het gebied van terugkeer, grensbewaking en de aanpak van grondoorzaken van migratie. Door (jonge) mensen een toekomstperspectief in eigen land en regio te bieden, zowel wat betreft veiligheid als welvaart, kan een alternatief worden gevonden voor de levensgevaarlijke overtocht naar Europa. Ook in 2017 blijft Nederland daarom inzetten op een effectief gebruik van het EU Trust Fund voor Afrika in landen als Ethiopië, Mali en Senegal.
Stabiliteit in Libië is van groot belang voor Europa. Libië is een belangrijk doorreisland voor migranten en een knooppunt van smokkel en terrorisme. Sinds 30 maart bevindt zich een eenheidsregering in Tripoli, maar deze is kwetsbaar en heeft internationale steun nodig. Verbreding van de legitimiteit van deze regering is noodzakelijk, met name in het oosten van Libië. Ook verbeteringen in de levensomstandigheden zijn essentieel. Nederland zal hieraan bijdragen, onder andere door versterking van de kustwacht, hulp bij wederopbouwactiviteiten en het onderzoeken van mogelijkheden tot vrijmaken van bevroren Libische tegoeden ten behoeve van humanitaire hulp. Over deelname aan de EU Maritieme Operatie Sophia voor de kust van Libië, ging de Kamer een artikel 100-brief toe.
Met de meerjarige steun voor Libanon en Jordanië die eerder dit jaar is toegezegd, helpen we hen om met de enorme migratiedruk om te gaan, onder andere via versterkte hulp, economische mogelijkheden in ruil voor versterkte opvang in de regio en een toekomstperspectief voor vluchtelingen. Nederland heeft als voorzitter van de EU in 2016 belangrijke voortgang geboekt op het terrein van samenwerking tussen Europa en Jordanië en Libanon. Ook met andere landen buiten de directe omgeving van Europa moet verder worden gewerkt op het gebied van migratie: Afghanistan, Irak, en Pakistan. Nederland blijft zich ook hier in 2017 zowel bilateraal als in EU-verband sterk voor maken.
Terrorisme
In Syrië en Irak blijft Nederland bijdragen aan de bestrijding van een van de meest gevaarlijke uitwassen van de instabiliteit in beide landen: ISIS. Dat gebeurt onder andere door militaire steun en training aan de Iraakse en Koerdische strijdkrachten. De Nederlandse F16’s zijn sinds 1 juli 2016 afgelost door de Belgische luchtmacht. In conventionele oorlogsvoering is ISIS in het defensief. Maar in asymmetrische oorlogsvoering (o.m. aanslagen) laat ISIS zien nog steeds een zeer gevaarlijke tegenstander te zijn. Over de verlenging van de Nederlandse trainingsmissie in Irak ging de Kamer een artikel 100-brief toe. Daarnaast is het kabinet voornemens op korte termijn besluiten te nemen over de voortzetting van de bijdrage aan de NAVO-missie Resolute Support in Afghanistan.
Bij de bestrijding van Foreign Terrorist Fighters (FTF) speelt Nederland een leidende diplomatieke rol, in samenwerking met belangrijke partners als Marokko en Turkije. Verbetering van de informatievoorziening is de sleutel tot succes. Daarom zal Nederland zich inzetten om voort te bouwen op de stappen die door de Raad Justitie en Binnenlandse Zaken (JBZ) zijn genomen tijdens het EU voorzitterschap, en de uitkomsten van de door Nederland georganiseerde internationale bijeenkomst over buitenlandse strijders van 11 januari 2016.
Alleen een evenwichtige aanpak van repressie en preventie kan de vicieuze cirkel van radicalisering naar gewelddadig extremisme en terrorisme doorbreken. Door plaatsing van regionale veiligheidscoördinatoren op zes ambassades maakt het kabinet vroege signalering van radicalisering in derde landen mogelijk. Nederland blijft ook bijdragen aan capaciteitsopbouw, om te zorgen dat deze landen in de toekomst beter zelf in staat zijn om de dreiging het hoofd te bieden.
Om terrorisme duurzaam te bestrijden moeten ook de financieringsstromen worden afgesneden. Middels de nationale lijst waarmee tegoeden van terroristen worden bevroren en een actieve bijdrage aan de Europese initiatieven op dit terrein zal Nederland blijven bijdragen aan het voorkomen van terrorismefinanciering. De «Share, Stop, Secure» bijeenkomst in Den Haag in januari 2016 heeft ertoe geleid dat 30 kernlanden onderling meer informatie zijn gaan delen over aantallen en trends van Foreign Terrorist Fighters (FTF).
Syrië/Irak
Het voortdurende conflict in Syrië is een van de belangrijkste oorzaken van grensoverschrijdend terrorisme en aanhoudende migratie richting Europa. Na bijna zes jaar conflict is de situatie dermate complex en ernstig geworden dat het nagenoeg onmogelijk is om het aantal burgerslachtoffers nog te tellen. Zonder politieke oplossing van dat conflict is het einde van het lijden niet in zicht. Nederland steunt om die reden inspanningen, gericht op een politieke oplossing voor het conflict, bijvoorbeeld via onze actieve rol in de International Syria Support Group (ISSG), door steun aan de VN-gezant voor Syrië en door het faciliteren van deelname van de gematigde Syrische oppositie aan vredesbesprekingen. In Syrië zelf probeert Nederland bij te dragen aan enige mate van leefbaarheid, door steun aan gematigde krachten, de Vrije Syrische Politie, burgerhulpverleners, en inspanningen gericht op stabilisatie. Doel hiervan is nieuwe machtsvacua, verdergaande vluchtelingenstromen en de invloed van extremisten tegen te gaan. Nederland levert ook een belangrijke bijdrage aan het lenigen van de humanitaire noden (zie ook de begroting van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking).
Van vergelijkbare invloed, maar van een andere orde, is de situatie in Irak. Daar zet Nederland in op verzoening, om te bevorderen dat Irakezen vreedzaam naast elkaar kunnen leven, vrij van uitsluiting op grond van geloofsovertuiging of onderdrukking door terroristische groeperingen. Inzet op stabilisatie in Irak is nodig om ervoor te zorgen dat ontheemde Irakezen terug kunnen keren naar hun woongebieden. Nederland draagt in dit kader stevig bij aan ontmijningsactiviteiten en stabilisatieprogramma’s van de VN. Deze inzet wordt, binnen bestaande middelen, voortgezet in 2017.
Sahel
Grensoverschrijdende criminele netwerken, mensensmokkel en radicale groeperingen verbinden de Sahel, Maghreb en Europa in toenemende mate met elkaar. In de Sahel-regio zelf is na decennia van onderling wantrouwen en gebrekkige samenwerking ook het besef doorgedrongen dat alleen een gezamenlijk optreden een effectief antwoord biedt. Zo richtten de staatshoofden van Burkina Faso, Niger, Mali, Mauritanië en Tsjaad begin 2014 de G5-Sahel op. Binnen dit kader versterken de landen hun onderlinge samenwerking op het terrein van veiligheid en ontwikkeling. Nederland ondersteunt dit proces, samen met de EU, Frankrijk en Spanje. Nederlandse ontwikkelingsinspanningen in de regio richten zich primair op Water, Seksuele Reproductieve Gezondheid en Rechten, Voedselzekerheid en Veiligheid en Rechtsorde. Die thema’s zijn essentieel, ook omdat de Sahel een explosieve demografische groei kent, met alle gevolgen van dien (youth bulges, gebrek aan perspectief, druk op onderwijs en gezondheidszorgsystemen etc.).
Nederland draagt daarnaast bij aan het EU Trust Fund voor stabilisering en aanpak van de grondoorzaken van migratie in de Sahel en de Tsjaadmeer-regio. Nederland zet hierbij specifiek in op het stimuleren van jeugdwerkgelegenheid en aanpak van mensensmokkelnetwerken. Nederland onderzoekt daarnaast mogelijkheden om bij te dragen aan het versterken van de handel tussen de Sahel en Maghreb.
Nederland levert een substantiële bijdrage aan de VN-stabilisatiemacht in Mali. Bovendien draagt ons land bij aan de Europese trainingsmissies in Mali, alsmede het Amerikaanse trainingsprogramma voor troepen uit de regio die worden ingezet bij vredesmissies. Als aanjager in EU- en VN-verband speelde Nederland een grote rol bij het opzetten van een politieke dialoog tussen de Ministers van Buitenlandse Zaken van de G5-Sahel landen en de EU Hoge Vertegenwoordiger voor Buitenlands Zaken en Veiligheidsbeleid. Ook in 2017 is Nederland voornemens om een belangrijke rol te blijven spelen in de regio. Binnenkort neemt het kabinet een besluit over de verlenging van de Nederlandse bijdrage aan de VN-missie, MINUSMA.
Oostflank Europa
Het optreden van Rusland, met name in Oekraïne, heeft ertoe geleid dat de oostflank van Europa de afgelopen jaren minder stabiel geworden is. Rusland volhardt sinds 2014 in de illegale annexatie van het Krim-schiereiland en in de destabilisatie van het oosten van Oekraïne. Hoewel de geweldsintensiteit in het oosten van Oekraïne iets is afgenomen, is een duurzame oplossing van dit conflict onverminderd ver weg. De Minsk-afspraken, die voorzien in het uiteindelijke herstel van de soevereiniteit van Oekraïne over dit deel van zijn grondgebied en grenzen, zijn niet volledig uitgevoerd. Rusland ondersteunt de separatisten met onder meer militaire, financiële en politieke middelen en is zelf nog steeds direct betrokken met militaire aanwezigheid op Oekraïens grondgebied. Zolang hierin geen verandering komt, zal het noodzakelijk blijven om de druk op Rusland door middel van sancties te handhaven en tegelijkertijd in te zetten op de-escalatie door middel van dialoog. Het is belangrijk dat alle partijen de afspraken gemaakt in Minsk nakomen.
Solidariteit met NAVO-bondgenoten is een ander belangrijk onderdeel van het Ruslandbeleid, die tastbaar wordt gemaakt door middel van geruststellende maatregelen voor de oostelijke bondgenoten en de militaire aanpassing van het het bondgenootschap, waaronder het Readiness Action Plan en de vooruitgeschoven militaire aanwezigheid van de NAVO in de Baltische Staten en Polen. Binnenkort worden de voorbereidingen afgerond voor de Nederlandse deelname aan de enhanced forward presence van de NAVO. Nederland zal een eenheid van maximaal compagniesgrootte bijdragen aan de door Duitsland geleide battlegroup in Litouwen. Tegelijkertijd hecht Nederland eraan de dialoog met de Russische Federatie gaande te houden, in het bijzonder in de NAVO-Rusland Raad. Deze dialoog is bedoeld om te spreken over de situatie in Oekraïne, ter voorkoming van misverstanden en incidenten in het militaire domein, maar ook om te spreken over onderwerpen van wederzijds belang, zoals non-proliferatie, wapenbeheersing en terrorismebestrijding.
Nederland heeft belang bij een stabiel, rechtvaardig en welvarend Oekraïne als buurland van de Europese Unie, daarom zal Nederland de hervormingsagenda van Oekraïne actief blijven ondersteunen. Het assertievere optreden van Rusland richting zijn buurlanden vormt een fundamentele uitdaging voor de veiligheidsordening in Europa en daarmee voor de veiligheid van Nederland.
Consulaire diplomatie
Consulaire dienstverlening is een kerntaak van het Ministerie van Buitenlandse Zaken en neemt een prominente plaats in bij modernisering van de diplomatie. De Nederlandse burger kan in crises en noodsituaties altijd en overal blijven rekenen op hulp van het ministerie, waarbij een gepast beroep wordt gedaan op de eigen verantwoordelijkheid. Buitenlandse Zaken concentreert zich op die taken waar het met zijn postennet, kennis en diplomatieke vaardigheden toegevoegde waarde heeft.
Door in EU-verband samen te werken, kunnen we de dienstverlening verder verbeteren. Denk aan crisisvoorbereiding, respons ter plaatse én consulaire bijstand aan kwetsbare burgers. Het aanvragen van producten en diensten wordt daarnaast zoveel mogelijk gedigitaliseerd. Daar waar aanvragers nog persoonlijk moeten verschijnen, werkt het ministerie ook samen met private partijen die als loket dienen. Dat gebeurt ook op plekken waar geen Nederlandse vertegenwoordigingen zijn, waardoor de aanvrager beter wordt gefaciliteerd. Zo wordt het aantal locaties in China waar visa kunnen worden aangevraagd uitgebreid van 3 naar 15. Hierdoor hoeven aanvragers minder ver te reizen.
Door hervorming van de consulaire functie is informatie ook toegankelijker. Voorbeelden zijn de vernieuwde reisadviezen en het recent opgerichte 24/7 BZ contactcenter waar burgers de klok rond terecht kunnen met consulaire vragen. De ambitie voor 2017 is om de samenwerking met de reisbranche te versterken, om deze producten, diensten en boodschappen op het terrein van veiligheid en reisvoorbereiding verder onder de aandacht van de burger te brengen.
Tot slot werkt Buitenlandse Zaken aan een nieuwe methode voor de beoordeling van visumaanvragen. Dat zal gebeuren in gecentraliseerde back offices waar de aanvragen digitaal binnenkomen. Op basis van informatie van ketenpartners en kennis van onze ambassades creëert Buitenlandse Zaken daarop klantsegmentatie en biedt in lijn daarmee een fast track behandeling voor aanvragen vanuit de hoek van de economische diplomatie en bonafide aanvragers en een intensive track voor hoog-risico aanvragers.
... die rechtvaardiger is...
Een veiligere wereld vraagt om inzet voor een rechtvaardigere wereld. Er is geen uitruil mogelijk tussen veiligheid en mensenrechten. Mensenrechten gelden voor iedereen, altijd en overal. Er is geen pauze-knop voor mensenrechten. Bevordering en bescherming van mensenrechten is niet alleen een morele en juridische verplichting. Naleving van mensenrechten is van vitaal belang voor vrije, veilige en stabiele samenlevingen, zowel ver weg als dichtbij. Beleid dat stevig is gefundeerd in de rechtsstaat en geworteld in respect voor mensenrechten, is effectiever en duurzamer.
Om gewelddadig extremisme te voorkomen, moeten ook de grondoorzaken ervan worden aangepakt. Het is belangrijk marginalisatie, discriminatie, intolerantie, geweld, armoede, en corruptie te bestrijden en ervoor te zorgen dat economische en sociale basisrechten niet aan burgers worden onthouden. Daarvoor is ook de 2030 Agenda voor Duurzame Ontwikkeling een belangrijk instrument. Deze verklaring, die in september 2015 door 193 regeringsleiders is ondertekend, kent immers een sterke rechtenbenadering.
De grote migratiestromen vragen ook om effectief mensenrechtenbeleid. We moeten mensensmokkelaars de wind uit de zeilen nemen en hun business model ondermijnen, om te voorkomen dat vluchtelingen en andere migranten onveilige vluchtroutes nemen en valse hoop koesteren.
Maar we moeten ook zorgen dat vluchtelingen goed worden opgevangen in buur- en transitlanden, en dat migranten zonder vluchtelingenstatus kansen krijgen in eigen land of regio. Uitgangspunt is dat ons migratiebeleid «mensenrechtenproof» is: alle afspraken die we maken zijn in lijn met internationale mensenrechtenverplichtingen.
In een groeiend aantal landen staan mensenrechten zwaar onder druk. Nederland richt zich, binnen een breder kader, in het bijzonder op veiligheid van journalisten en bloggers, mediadiversiteit en -kwaliteit en de verbinding tussen traditionele media en nieuwe media. We blijven landen aanspreken – in bilateraal of multilateraal verband – op schendingen. Als huidig lid van de Mensenrechtenraad hebben we hiertoe een extra middel in handen.
Maar onze inzet gaat verder. Om effectief te zijn, gaat het naast «aanspreken op» juist ook om «spreken met». We gaan de dialoog aan om landen te overtuigen van de positieve impact op samenlevingen die het naleven van mensenrechten heeft. Show and tell. We zetten daarbij in op nieuwe manieren om te communiceren met een brede groep actoren, waaronder niet alleen overheden, maar ook het maatschappelijk middenveld, bedrijven, denktanks en universiteiten. Dit gebeurt via de mensenrechtenambassadeur, ambassades, sociale media en de financiering van projecten, onder meer vanuit het Mensenrechtenfonds. Vanuit dit fonds worden in bijna 50 landen mensenrechtenprojecten ondersteund. In 2017 wordt het budget van het Mensenrechtenfonds binnen de begroting verhoogd met EUR 1 miljoen ten opzichte van eerdere raming.
Show and tell kan alleen als je zelf iets kan laten zien. Practice what you preach. Ook in eigen land is er discussie over rechten en vrijheden, zoals privacy. Die discussie gaan we niet uit de weg, nationaal noch internationaal. In 2017 wordt Nederland onderworpen aan het «universal periodic review» van de VN. Tegelijkertijd nodigen we anderen uit om te leren van verworvenheden en goede ervaringen in Nederland, bijvoorbeeld onze positieve ervaringen met een nationaal actieplan bedrijfsleven en mensenrechten.
Nederland zet zich tot slot actief in voor de bevordering van de ontwikkeling van de internationale rechtsorde. Dit wordt onderstreept door de rol van Den Haag als juridische hoofdstad van de wereld. Zo zijn we een groot pleitbezorger van de vreedzame beslechting van geschillen om conflicten te voorkomen. Ook de strijd tegen straffeloosheid bij grove mensenrechtenschendingen is voor Nederland een prioriteit. Mede vanuit die gedachte is Nederland een steunpilaar voor een groot aantal internationale hoven en tribunalen. Dat geldt bijvoorbeeld voor het ICC, dat ook op Nederlandse steun kan rekenen.
Mensenrechtenraad
Het komende jaar is het laatste jaar van het huidige Nederlandse lidmaatschap van de Mensenrechtenraad. Nederland zet zich actief in om tijdens verslechterende mensenrechtensituaties zijn stem te laten horen en specifieke landensituaties aan de orde te stellen. Voor Nederland is het daarnaast van belang dat de stem van NGO’s doorklinkt in de Mensen-rechtenraad. Nederland zet zich dan ook in voor meer en effectievere spreekmogelijkheden van NGO’s en dringt erop aan dat de VN actie neemt inzake vergeldingsacties tegen mensenrechtenverdedigers («reprisals»). We blijven landen – en in het bijzonder de landen die lid zijn van de Mensenrechtenraad – aanspreken op hun mensenrechtenverplichtingen en schenken in de mensenrechtenexamens (UPR) die landen afleggen extra aandacht aan de implementatie van aanbevelingen die in voorgaande examens door hen geaccepteerd zijn.
.. en die toekomstbestendiger is.
Toekomstbestendiger betekent verantwoord omgaan met mondiale bronnen zoals energie, het klimaat, grondstoffen, natuurlijk kapitaal en de toekomst van het internet. Voorraden zijn eindig. Daarom moeten we nu duurzame en rechtvaardige oplossingen zoeken voor toekomstige problemen, met alle relevante actoren aan tafel, zowel staten als private sector, maatschappelijk middenveld en de wetenschap.
Cyber- en internetbeleid
De digitalisering van de maatschappij gaat steeds sneller, breder en verder. Het wordt mogelijk dé doorslaggevende concurrentiefactor. Nederland heeft een uitstekende uitgangspositie om daarvan te profiteren en het internationale speelveld mee te helpen vormen. Het internet is grensoverschrijdend en onze interne en externe veiligheid zijn hier bij uitstek met elkaar verbonden. Het is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van landen, bedrijven en het maatschappelijk middenveld om ons te beschermen tegen misbruik en om internet vrij, open en veilig te maken en te houden voor toekomstige generaties. Robuuste cyberdiplomatie is cruciaal om de grote Nederlandse belangen op dit gebied te behartigen. Onze inzet kent drie kernelementen:
Ten eerste, bouwen aan stabiliteit en internationale veiligheid: Nederland streeft er naar om een normatief kader voor de regulering van cyberoperaties tussen staten te bewerkstelligen, gebaseerd op het bestaand internationaal recht, aanvullende vrijwillige, niet-bindende gedragsnormen en vertrouwenwekkende maatregelen. Als nieuw lid van de belangrijkste VN werkgroep op dit gebied, en door een aantal andere toonaangevende initiatieven, bepaalt Nederland mede hoe dit normatief kader verder vormgegeven wordt. De bescherming van de publieke kern van het internet is daarbij een belangrijke doel.
Ten tweede, internationale afspraken over bescherming van mensenrechten online: in een wereld waar data het nieuwe kapitaal zijn, moeten burgers kunnen vertrouwen op bescherming tegen inbreuken op hun digitale rechten. Nederland heeft dit hoog in het vaandel staan. De uitdaging is om deze standpunten te vertalen naar internationale geaccepteerde afspraken, en om ervoor te zorgen dat digitale rechten worden beschermd, ook onder moeilijke omstandigheden zoals bij de dreiging van terrorisme.
Tot slot, capaciteitsopbouw: om ervoor te zorgen dat iedereen wereldwijd, ook in ontwikkelingslanden, kan profiteren van de ongekende mogelijkheden van het internet, maakt Nederland zich hard voor capaciteits-opbouw op het gebied van cyber security, de bestrijding van cybercrime en dataprotectie. Geen digital divide, maar het delen van kennis en ervaring tussen overheden, internationale organisaties, bedrijfsleven, tech-community en wetenschap. Het door Nederland opgezette Global Forum on Cyber Expertise is een platform waarin concrete capaciteitsop-bouwinitiatieven worden ontwikkeld om het internet wereldwijd veilig, betrouwbaar en open te houden.
Energie en klimaat
Meer dan ooit is duidelijk geworden dat klimaatverandering een ontwrichtende werking heeft op samenlevingen en economische ontwikkeling in delen van de wereld. Eind 2015 heeft de internationale gemeenschap met het aannemen van het Akkoord van Parijs tijdens COP21 een nieuw tijdperk ingeluid in het mondiale klimaatbeleid. Zowel voor mitigatie als adaptatie zijn concrete doelstellingen vastgelegd, waarbij voor het eerst alle landen verplicht zijn een bijdrage te leveren. Voor Nederland is deze bijdrage in EU-verband vastgelegd, waarbij alle lidstaten hun aandeel leveren in het bereiken van een reductie van ten minste 40% broeikasgasemissies in het jaar 2030, t.o.v. 1990. De besluitvorming over de wetgeving die deze doelstelling uitvoert wordt naar verwachting in 2017 afgerond. Nederland streeft binnen de EU naar spoedige ratificatie van het Akkoord van Parijs.
Om de Nederlandse energievoorzieningszekerheid veilig te stellen, zal Nederland banden met bestaande en nieuwe energieleveranciers (m.n. van LNG) aanhalen. Er komt meer nadruk te liggen op diversificatie van energiebronnen door een grotere inzet op hernieuwbare energie, en op energiebesparing. Nederland en Europa zullen hierdoor gaandeweg minder afhankelijk worden van een handvol energieleveranciers. Tegelijkertijd zien we dat de noodzakelijke transitie van fossiel gedreven economieën naar duurzamer gebruik van energie – met name ten zuiden en ten oosten van Europa – economische en sociale onrust met zich mee brengt, met mogelijke negatieve gevolgen voor Europa. We zullen deze transitie vanuit Europa zo goed als mogelijk moeten begeleiden. Nederland draagt een steentje bij door samen met een aantal landen in Noord-Afrika en het Midden-Oosten te werken aan verduurzaming. Vanaf zomer 2016 heeft het Ministerie van Buitenlandse Zaken daartoe een gezant voor water en energiezekerheid aangesteld in Amman.
Toekomstbestendige diplomatieke dienst
Het Ministerie van Buitenlandse Zaken is Rijksbreed verantwoordelijk voor coördinatie van het buitenlands- en EU-beleid. Daarnaast is Buitenlandse Zaken kenniscentrum op een veelheid aan landen en thema’s en heeft het een belangrijke toegevoegde waarde met het wereldwijde postennet en inzet van diplomatieke middelen.
Buitenlandse Zaken heeft een modern postennet om de Nederlandse belangen wereldwijd te behartigen, waar en wanneer dan ook. Een postennet dat in het buitenland paraat staat voor de individuele burger en voor het bedrijfsleven, op een zo effectief en kosten-efficiënt mogelijke manier. Het departement is daarbij het kenniscentrum in Den Haag, geworteld in de Nederlandse samenleving, waarvan alle departementen profiteren.
In de geschetste omstandigheden is dit essentieel, zodat vrijheid, welvaart en veiligheid optimaal gewaarborgd kunnen worden en zowel kansen als bedreigingen al zoveel mogelijk buiten onze grenzen worden gezien en aangepakt. Nieuwe internationale problemen helpen voorkomen is daarbij zinvoller dan proberen ze te genezen of de gevolgen ook nationaal te moeten bestrijden. Het toenemend aantal relevante spelers, netwerken en onderwerpen op het internationale speelveld vraagt daarbij maximale flexibiliteit van mensen en middelen, en zowel bestaande als nieuwe diplomatieke vaardigheden en instrumenten.
Buitenlandse Zaken, zowel het departement in Den Haag als het postennet, moderniseert dan ook constant en zal dat blijven doen. Deze modernisering is drie jaar geleden ingezet met een omvangrijk hervor-mingsprograma binnen scherpe budgettaire kaders. Zo wordt de consulaire en economische dienstverlening ingrijpend hervormd en worden mensen en middelen flexibeler ingezet zodat voortdurende veranderingen in de wereld beter het hoofd geboden kunnen worden. Met behoud van onze wereldwijde «footprint» bezien we steeds welke presentie waar nodig is. Zo zal het huidige business support office in Bangalore in India worden opgewaardeerd tot consulaat generaal, waarmee het Nederlands bedrijfsleven een betere toegang krijgt tot één van de snelste groeimarkten wereldwijd. Dit gebeurt tegen minimale meerkosten. Hiermee maken we binnen de scherpe kaders van de apparaatsbudgetten duidelijke keuzes tussen prioriteiten en posteriori-teiten.
Buitenlandse Zaken behartigt de belangen van Nederland op velerlei manieren: we onderhandelen in de EU, NAVO en VN, we faciliteren toenadering tussen conflictpartijen, we zijn voorvechters van LHBTI-rechten door mee te lopen in gay-prides, we helpen Nederlanders in nood, we bezoeken gedetineerden, we adviseren en begeleiden militaire missies, we dragen bij aan betere omstandigheden voor mensen in hun landen van herkomst, we openen deuren voor het bedrijfsleven en helpen nieuwkomers op moeilijke markten, wij waken over een exportvolume van 200 miljard per jaar en we zien toe op effectieve en resultaatgerichte besteding van OS. En dit alles doen we on- en offline, met statelijke en niet-statelijke partijen. Soms in het openbaar, soms in de coulissen. Ook in 2017 blijft Nederland hard inzetten op een veiliger, rechtvaardiger en toekomstbestendiger wereld.
BELANGRIJKSTE BELEIDSMATIGE MUTATIES TEN OPZICHTE VAN VORIG JAAR
Hieronder treft u een toelichting aan op de belangrijkste mutaties vanaf 2017 en verder ten opzichte van de memorie van toelichting 2016. Een aantal mutaties is eerder toegelicht in de eerste suppletoire begroting 2016. Ter dekking van budgettaire problematiek vanwege een verslechterde ruilvoet is besloten tot een taakstelling op de departementale begrotingen, waarbij vanaf 2017 de begroting van Buitenlandse Zaken een bedrag van EUR 5,7 miljoen wordt verlaagd. In de verdiepingsbijlage is toegelicht op welke onderdelen dit is verwerkt.
Belangrijkste beleidsmatige mutaties ten opzichte van vorig jaar |
|||||
Bedragen x EUR 1.000 |
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
2020 |
Stand ontwerpbegroting 2016 |
9.044.617 |
8.949.161 |
9.279.844 |
9.495.131 |
9.664.228 |
1 Versterkte internationale rechtsorde en eerbiediging van mensen- |
|||||
rechten |
387 |
28 |
|
|
|
2 Veiligheid en stabiliteit |
53.087 |
|
910 |
2.253 |
4.062 |
3 Europese samenwerking |
631.608 |
|
566.525 |
250.478 |
262.864 |
4 Consulaire belangenbehartiging en het internationaal uitdragen van |
|||||
Nederlandse waarden en belangen |
|
1.782 |
1.999 |
1.412 |
1.412 |
5 Geheim |
|||||
6 Nominaal en onvoorzien |
|
|
|
|
|
7 Apparaat |
26.224 |
25.014 |
28.108 |
14.921 |
13.714 |
Stand ontwerpbegroting 2017 |
9.710.151 |
8.879.536 |
9.869.316 |
9.748.088 |
9.936.587 |
Toelichting:
Beleidsartikel 2:
De verhoging van het budget voor bevordering van veiligheid, stabiliteit en rechtsorde in internationaal verband in 2016 betreft een saldo van mutaties. Bij Voorjaarsnota is de verdeling van het Budget Internationale Veiligheid (BIV) technisch overgeheveld naar de begroting van BZ op het artikelonderdeel veiligheid en stabiliteit. Daarnaast is het budget gestegen omdat via de eindejaarsmarge de niet ingezette middelen voor de VN-crisisbeheersingsoperaties uit 2015 zijn toegevoegd. Het Nederlandse aandeel van het budget voor VN-crisisbeheersingsoperaties is pas eind 2015 opnieuw vastgesteld. Om die reden was het niet meer mogelijk de betaling voor het 2de halfjaar van 2015 nog in dat jaar te verrichten. De betaling is daarom doorgeschoven naar 2016.
Beleidsartikel 3:
Vanwege de vertraagde aanname van de achtste aanvullende begroting in 2015, zijn de restituties verbonden aan deze aanvullende begroting verwerkt in de raming van de Nederlandse afdrachten aan de Europese Unie in het jaar 2016. Daarnaast is de voorjaarsraming (Spring Forecast) 2016 van de Europese Commissie verwerkt in de Nederlandse afdrachten. Uit de Voorjaarsraming volgt een opwaartse bijstelling van de Nederlandse afdracht voor 2016 en verder. Daarnaast is de korting over de Nederlandse afdrachten over 2016 omgeboekt van de uitgavenzijde naar de niet-belastingontvangstenzijde, omdat de ratificatie van het Eigen Middelenbesluit waarschijnlijk in het najaar van 2016 in alle lidstaten wordt afgerond waardoor de korting over 2016 niet meer kan worden verrekend met de maandelijkse afdrachten. Als laatste wordt de raming van de Nederlandse afdrachten in 2017 verlaagd met ca. 0,3 miljard, vanwege de vertragingen die zich voordoen bij de uitvoer van de structuur- en Cohesiefondsen. Er wordt verwacht dat de vertraging bij de structuur- en Cohesiefondsen in 2018 zal worden ingelopen, waardoor de lagere betalingen voor 2017 doorschuiven naar 2018.
Niet-beleidsartikel 6:
Dit is het saldo van bijstellingen op grond van aanpassing van BBP-ramingen door het CPB, verwerking van de HGIS-eindejaarsmarge 2015, het verwerken van de loon- en prijsbijstellingen binnen de HGIS en overboekingen naar diverse begrotingen conform de claims die zijn verwerkt naar aanleiding van de HGIS besluitvorming. Hierin is onder andere opgenomen additioneel budget op de begrotingen van IenM, voor de programma’s Partners voor Water, Partnership for Market Readiness en Carbon Pricing Leadership Coalition, van Buitenlandse Zaken voor de additionele inzet in het kader van het lidmaatschap voor de VN-Veiligheidsraad en van Defensie voor een aanvullende bijdrage aan het NATO Communications and Information Agency (NCIA) in Den Haag.
Niet-beleidsartikel 7:
De apparaatsuitgaven laten per saldo een stijging zien. Naast de toevoeging van loon- en prijsbijstellingen vanuit de HGIS, stijgt het budget doordat in 2005 is besloten om Nederland kandidaat te stellen voor een zetel in de VN-Veiligheidsraad (2017–2018). Met het binnenhalen van de zetel in de VN-Veiligheidsraad (2018) is additionele inzet van mensen in Den Haag en New York noodzakelijk. Hiervoor zijn bij de eerste suppletoire begroting middelen vanuit de HGIS toegevoegd aan de apparaatsbegroting van Buitenlandse Zaken. Ten slotte zijn, ten behoeve van investeringen in het postennet (huisvesting) en ICT, middelen uit de eindejaarsmarge 2015 toegevoegd.
Overzicht niet-juridisch verplichte uitgaven in 2017
In onderstaand overzicht wordt, conform de wens van de Tweede Kamer, per subartikel aangegeven welk deel van de geraamde uitgaven juridisch – en niet juridisch verplicht is en wat in grote lijnen de bestemming is van de niet-juridisch verplichte uitgaven. In de toelichting op de beleidsarti-kelen (hoofdstuk 3, onderdeel D2) wordt nader ingegaan op de juridisch verplichte uitgaven.
Overzicht niet-juridisch verplichte uitgaven en bestemmingen x EUR 1 miljoen |
|||||
Subartikelnummer |
naam sub artikel |
Geraamde uitgaven |
juridisch verplichte uitgaven |
niet-juridisch verplichte uitgaven |
bestemming van de niet-juridisch verplichte uitgaven |
1.1 |
Goed functionerende internationale instellingen |
55,6 |
55,5 (99,8%) |
0,1 (0,2%) |
|
1.2 |
Mensenrechten |
54,6 |
26,3 (48,2%) |
28,3 (51,8%) |
|
2.1 |
Bondgenootschappelijke veiligheid |
15,0 |
12,9 (86%) |
2,1 (14%) |
|
2.2 |
Bestrijding en terugdringing van internationaal terrorisme |
7,8 |
0,8 (10,3%) |
7,0 (89,7%) |
|
2.3 |
Bevordering van ontwapening en wapenbeheersing |
10,8 |
10,8 (100%) |
- |
|
2.4 |
Veiligheid, stabiliteit en rechtsorde, OVSE |
7,2 |
7,2 (100%) |
- |
|
2.4 |
Veiligheid, stabiliteit en rechtsorde, VN contributie voor crisisbeheersingsoperaties |
99,9 |
99,9 (100%) |
- |
|
2.4 |
Veiligheid, stabiliteit en rechtsorde, stabiliteitsfonds, training voor buitenlandse diplomaten |
2,3 |
2,3 (100%) |
- |
|
2.4 |
Veiligheid, stabiliteit en rechtsorde, stabiliteitsfonds |
85,6 |
75,0 (87,6%) |
10,6 (12,4%) |
|
2.5 |
Transitie in prioritaire landen, Matra |
10,3 |
10,3 (100%) |
- |
|
2.5 |
Transitie in prioritaire landen, Shiraka |
11,7 |
11,7 (100%) |
- |
|
3.1 |
Afdracht Europese Unie |
7.541,0 |
7.541,0 (100%) |
- |
|
3.2 |
Europees Ontwikkelingsfonds |
201,3 |
201,3 (100%) |
- |
|
3.3 |
Een hechtere Europese waardegemeenschap |
10,1 |
10,1 (100%) |
- |
|
3.4 |
Versterkte positie Nederland in de Unie van 28 |
4,3 |
4,3 (100%) |
- |
|
4.1 |
Consulaire dienstverlening t.b.v. Nederlandsers in het buitenland |
13,1 |
2,9 (22,1%) |
10,2 (77,9%) |
|
Subartikel- |
naam sub artikel |
Geraamde |
juridisch |
niet- |
bestemming van de niet-juridisch |
nummer |
uitgaven |
verplichte uitgaven |
juridisch verplichte uitgaven |
verplichte uitgaven |
|
4.2 |
Consulaire dientverlening voor |
6,3 |
1,5 |
4,8 |
|
vreemdelingen |
(23,8%) |
(76,2%) |
|
||
4.3 |
Nederlandse cultuur |
8,9 |
3,0 |
5,9 |
|
(33,7%) |
(66,3%) |
van het internationaal cultuurbeleid. |
|||
4.4 |
Publieksdiplomatie |
13,2 |
7,2 |
6,0 |
|
(54,5%) |
(45,5%) |
zoeken (inkomend en uitgaand),
|
|||
4.4 |
Publieksdiplomatie |
3,0 |
1,1 |
1,9 |
|
(36,7%) |
(63,3%) |
kingen
democratisering en goed bestuur en internationale juridische en justitiële samenwerking. |
|||
4.5 |
Een aantrekkelijk vestigingsklimaat |
4,0 |
3,6 |
0,4 |
|
voor internationale organisaties in |
(90%) |
(10%) |
Nederland gevestigde internationale |
||
Nederland |
organisaties. |
||||
8166,0 |
8089,0 (99,1%) |
77,0 (0,9%) |
Planning beleidsdoorlichtingen1, 2 |
||||||||
Art Naam Artikel/ beleidsdoelstelling |
2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
Geheel artikel? |
realisatie |
planning |
Versterkte internationale rechtsorde en eerbiediging van mensenrechten
Nee
1.1 Goed functionerende internationale instellingen met een breed draagvlak3
1.2 Bescherming en bevordering van mensenrechten
Veiligheid en stabiliteit
Nee
2.1
2.2
2.3
2.4
2.5
Goede internationale samenwerking ter bevordering van de eigen en bondgenootschappelijke veiligheid Bestrijding en terugdringing van internationaal terrorisme en andere vormen van internationale criminaliteit
Bevordering van ontwapening en wapenbeheersing, bestrijding van proliferatie van massavernietigingswapens en het voeren van een transparant en verantwoord wapenexportbeleid Bevordering van veiligheid, stabiliteit en rechtsorde in internationaal verband3
Bevordering van transitie in prioritaire gebieden4
Europese samenwerking2
Ja
3.1 Een democratische, slagvaardige en transparante Europese Unie die haar burgers vrijheid, recht, veiligheid, welvaart en duurzame economische groei biedt5
3.2 Een effectief, efficiënt en coherent optreden van de Unie ten opzichte van derde landen en regio’s, inclusief ontwikkelingslanden2
3.3 Een hechtere Europese waardengemeenschap5
3.4 Versterkte Nederlandse positie in de Unie van 285
1
V
V
2
V
V
V
V
V
V
3
V
Art |
Naam Artikel/ beleidsdoelstelling |
2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
Geheel artikel? |
realisatie |
planning |
Consulaire belangenbehartiging en het internationaal uitdragen van Nederlandse waarden en belangen
Nee
4.1 Op basis van eigen verantwoordelijkheid consulaire dienstverlening bieden aan Nederlanders in het buitenland6
4.2 Samen met (keten) partners het personenverkeer reguleren6
4.3 Grotere buitenlandse bekendheid met de Nederlandse cultuur
4.4 Het inzetten van Publieksdiplomatie door het Postennetwerk en BZ om het beeld van Nederland in het buitenland te versterken en op een positief realistische manier uit te dragen
4.5 Een aantrekkelijk vestigingsklimaat voor internationale organisaties in Nederland
1 De begroting van BZ is in 2013 opgesplitst in de begroting van BZ (Hfst. 5) en BHOS (Hfst. 17). Er zijn toen nieuwe beleidsartikelen en beleidsdoelstellingen geformuleerd. Beleidsdoorlichtingen van voor dat jaar zijn in deze tabel met terugwerkende kracht over de nieuwe beleidsdoelstellingen verdeeld.
2 Bij BZ en BHOS is het wel de wens om beleidsdoorlichtingen van één beleidsartikel uit te voeren maar inhoudelijk is dat nog niet mogelijk gebleken. Beleidsdoorlichtingen vinden in de meeste gevallen plaats op één niveau lager namelijk van de beleidsdoelstellingen. Voor artikel 3 (Europese Samenwerking) is dit nu wel voorzien in 2021. De laatste beleidsdoorlichting op beleidsdoelstellingsniveau (3.2) van artikel 3 wordt momenteel uitgevoerd en zal in 2017 worden opgeleverd.
3 Dit is een gecombineerde beleidsdoorlichting van beleidsdoelstelling 1.1 en 2.4.
4 Wordt meegenomen in beleidsdoorlichting 3.2.
5 Deze beleidsdoorlichting wordt vervangen door een effectevaluatie en wordt onderdeel van de beleidsdoorlichting voor het hele artikel 3.
6 Dit is een gecombineerde beleidsdoorlichting van beleidsdoelstelling 4.1 en 4.2.
4
V
V
V
-
3.ARTIKELEN
Artikel 1: Versterkte internationale rechtsorde en eerbiediging van mensenrechten
A: Algemene doelstelling
Het bevorderen van een goed functionerende internationale rechtsorde, met een blijvende inzet op mensenrechten, als integraal onderdeel van het buitenlandbeleid.
Een sterke rechtsorde en eerbiediging van mensenrechten maken de wereld stabieler, veiliger, vrijer en welvarender. Dit vereist goed functionerende internationale instellingen met een breed draagvlak en voortdurende inzet tegen straffeloosheid. Deze rechtsorde is onlosmakelijk verbonden met universele mensenrechten. De bevordering van mensenrechten is een kernelement van het Nederlands buitenlandbeleid.
B: Rol en verantwoordelijkheid
De regering zet zich concreet in voor de volgende prioritaire thema’s: mensenrechtenverdedigers, gelijke rechten voor lesbiennes, homo’s, biseksuelen en transgenders, gelijke rechten voor vrouwen, vrijheid en meningsuiting (off- en online), de vrijheid van godsdienst en levensovertuiging, ernstigste schendingen (waaronder doodstraf en marteling), mensenrechten en ontwikkeling, en mensenrechten en bedrijfsleven.
De Minister is verantwoordelijk voor:
Stimuleren
Van een effectief stelsel van internationale organisaties, inclusief financiële bijdrage, om een stabiele internationale omgeving te scheppen en de internationale rechtsorde te versterken. Van een betere mensenrechtensituatie mede door het financieren en uitvoeren van projecten via bilaterale en multilaterale kanalen ter bevordering van prioritaire mensenrechtenthema’s.
Regisseren
Interdepartementale coördinatie ten behoeve van een coherente en consistente Nederlandse inzet in internationale organisaties ter bevordering van de internationale rechtsorde en mensenrechten.
Financieren
Bijdragen ten behoeve van goed functionerende internationale instellingen.
Bijdragen ter bescherming en bevordering van mensenrechten.
C: Beleidswijzigingen
Het Koninkrijk der Nederlanden en Italië zullen de komende twee jaar een tijdelijke zetel in de VN-Veiligheidsraad verdelen. De landen nemen dan elk een jaar voor hun rekening. Italië is in 2017 lid van het belangrijkste orgaan voor internationale vrede en veiligheid en zal zich voor 2018 terugtrekken. Het Koninkrijk der Nederlanden neemt het stokje dan in 2018 over, maar moet nog wel formeel medio 2017 verkozen worden door de AVVN. Dit betekent een belangrijke verantwoordelijkheid in het vertegenwoordigen van het belang van het Koninkrijk en andere lidstaten die geen lid zijn, bij kwesties van internationale vrede en veiligheid. Het Koninkrijk zal zich in 2018 binnen de Veiligheidsraad hard maken voor duurzame vrede,
veiligheid, rechtvaardigheid. Een inzet waarbij mensen centraal staan en op basis van waarden: mensenrechten en afleggen van rekenschap, in partnerschap en op transparante wijze. In de periode 2017–2018 zullen Italië en het Koninkrijk waar mogelijk samen optrekken. RNW Media heeft zich de afgelopen jaren succesvol weten te transformeren van een omroeporganisatie tot een internationale NGO die bijdraagt aan mediaontwikkeling, met een niche in sociale media gericht op jongeren. De instellingssubsidie aan RNW Media (onderdeel van het instrument «bevordering van het vrije woord» in tabel hieronder) in haar huidige vorm loopt eind 2016 af. Vanaf 2020 wordt RNW Media geacht mee te dingen met andere partijen conform de dan geldende beleidsregels. Als tussenfase zal RNW Media uit het mensenrechtenfonds een nieuwe instellingssubsidie voor 2017–2020 ontvangen met een vorm van afbouw. Het vrij te vallen budget voor «bevordering van het vrije woord» zal worden ingezet binnen artikel 1.2 bescherming en bevordering van mensenrechten. Vrijheid van meningsuiting is één van de prioritaire thema’s voor projecten die worden gefinancierd uit het mensenrechtenfonds. De Inspectie Ontwikkelingssamenwerking en Beleidsevaluatie (IOB) lichtte in 2015 het Nederlandse beleid ter versterking van de internationale rechtsorde door. Met inachtneming van de hoofdbevindingen en lessen uit deze doorlichting, streeft Nederland er onder meer actief naar de leemtes in de internationale rechtsorde op te vullen en zo de ontwikkeling van de internationale rechtsorde te bevorderen. In dit verband hebben Nederland, Argentinië, België en Slovenië een wereldwijd verdrag voor rechtshulp en uitlevering bij internationale misdaden voorgesteld, omdat veel van de ernstigste misdrijven niet beperkt zijn tot het grondgebied van een enkele staat. Door dit verdrag moet het makkelijker worden om verdachten van genocide, oorlogsmisdrijven en misdrijven tegen de menselijkheid tussen landen uit te leveren en samen te werken op het gebied van rechtshulp. Nederland heeft landen opgeroepen om uiterlijk in 2017 met de onderhandelingen over dit multilaterale verdrag te beginnen. Ook zet Nederland zich de komende tijd in voor de totstandkoming van een uitvoerende overeenkomst bij het Zeerechtverdrag over de bescherming en het duurzaam gebruik van de mariene biologische diversiteit.
D1: Budgettaire gevolgen van beleid
Beleidsartikel 1 Versterkte internationale rechtsorde en eerbiediging van |
mensenrechten |
||||||
Bedragen in EUR 1.000 |
2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
Verplichtingen |
84.891 |
94.008 |
148.225 |
91.081 |
91.881 |
91.981 |
91.981 |
Uitgaven: |
|||||||
Programma-uitgaven totaal |
117.348 |
113.978 |
110.249 |
108.905 |
108.905 |
109.005 |
109.005 |
waarvan juridisch verplicht |
74% |
||||||
1.1 Goed functionerende internationale |
|||||||
instellingen met een breed draagvlak |
55.937 |
58.381 |
55.635 |
55.135 |
55.135 |
55.135 |
55.135 |
Subsidies |
|||||||
Internationaal recht |
9.678 |
6.585 |
6.135 |
6.135 |
6.135 |
||
Bijdragen (inter)nationale organisaties |
|||||||
Verenigde Naties |
35.492 |
40.501 |
39.525 |
39.525 |
39.525 |
39.500 |
39.500 |
OESO |
6.814 |
6.425 |
6.175 |
6.175 |
6.175 |
6.200 |
6.200 |
Campagne VN veilig- |
|||||||
heidsraad |
679 |
1.570 |
500 |
||||
Internationaal Strafhof |
3.274 |
3.300 |
3.300 |
3.300 |
3.300 |
3.300 |
3.300 |
1.2 Bescherming en bevordering van |
|||||||
mensenrechten |
61.411 |
55.597 |
54.614 |
53.770 |
53.770 |
53.870 |
53.870 |
Subsidies |
|||||||
Bevordering van het vrije |
|||||||
woord |
15.000 |
10.700 |
2.800 |
||||
Landenprogramma’s |
|||||||
mensenrechten |
9.372 |
15.715 |
24.615 |
26.415 |
26.415 |
||
bijdragen (inter)nationale organisaties |
|||||||
Landenprogramma’s |
|||||||
mensenrechten |
29.292 |
21.505 |
19.705 |
19.705 |
19.705 |
||
Centrale mensenrechten- |
|||||||
programma’s |
7.747 |
7.677 |
7.494 |
7.650 |
7.650 |
D2: Budgetflexibiliteit
De uitgaven voor het onderdeel goed functionerende internationale instellingen met een breed draagvlak zijn nagenoeg volledig vastgelegd. De bijdragen aan internationale organisaties (verdragscontributies) zijn juridisch verplicht. Subsidies aan initiatieven in het kader van internationaal recht zijn voor ruim 99% juridisch verplicht. Voor het resterende deel worden in 2017 verplichtingen aangegaan. De centrale mensenrech-tenprogramma’s van het onderdeel bescherming en bevordering van mensenrechten kennen een juridisch verplicht percentage van 48%. De hieruit te financieren jaarlijkse bijdrage aan de Office of the High Commissioner for Human Rights (OHCHR) wordt begin 2017 juridisch vastgelegd. De landenprogramma’s mensenrechten zijn voor 51% reeds juridisch vastgelegd en voor de overige 49% worden in 2017 verplichtingen aangegaan. De bijdrage aan RNW Media (als onderdeel van de subsidie landenprogramma’s mensenrechten) is tot 2020 vastgelegd.
E: Toelichting op de financiële instrumenten
1.1 Goed functionerende internationale instellingen met een breed draagvlak
Verplichte bijdragen (verdragscontributies) aan de VN waarin de afdrachten aan (het restmechanisme van) het Joegoslavië- en het
Rwanda-tribunaal zijn inbegrepen alsmede de bijdragen aan de OESO en het Internationaal Strafhof (ICC).
Subsidie aan de Carnegiestichting ten behoeve van de bedrijfsvoering van de Carnegiestichting, het onderhoud van het Vredespaleis en het op peil houden van de bibliotheek.
Jaarlijkse huurbijdrage aan het Permanente Hof van Arbitrage. Bijdragen voor diverse initiatieven, op het gebied van draagvlakversterking voor het Internationaal Strafhof en andere internationale gerechtshoven en tribunalen, op het gebied van Responsibility to Protect, een bijdrage aan het Trustfund for Victims van het ICC en andere kleinschalige initiatieven ter bevordering van de ontwikkeling van de internationale rechtsorde.
De laatste betalingen voor de campagne van de kandidatuur van het Koninkrijk der Nederlanden voor een zetel in de VN-Veiligheidsraad.
1.2 Bescherming en bevordering van mensenrechten
Inzet van het mensenrechtenfonds ter ondersteuning van de prioriteiten uit de mensenrechtenbrief «Respect en recht voor ieder mens». De daarin genoemde prioriteiten zijn: inzet ten behoeve van mensenrech-tenverdedigers, gelijke rechten voor LHBTI, gelijke rechten voor vrouwen. Nederland besteedt ook aandacht aan ernstige mensenrechtenschendingen (doodstraf, foltering), vrijheid van meningsuiting en internetvrijheid, vrijheid van godsdienst en levensovertuiging, mensenrechten en ontwikkeling en mensenrechten en bedrijfsleven (inclusief kinderarbeid). Er is een verdeling in centrale en decentrale middelen. Centrale middelen zijn bestemd voor projecten die in meer dan één land worden uitgevoerd. De middelen worden ingezet voor prioritaire thema’s op basis van de ernst van de mensenrechtensituatie en de effectiviteit van de inzet.
Bijdragen aan internationale organisaties ten behoeve van verdere bescherming en bevordering van mensenrechten, met name de jaarlijkse bijdrage aan de Office of the High Commissioner for Human Rights (OHCHR) van de VN waarbij specifiek wordt ingezet op de ondersteuning van de speciale procedures en verdragscomités. Subsidie aan onder andere RNW Media voor de verkondiging van het vrije woord in het buitenland en als onderdeel van de subsidie mensenrechten.
Artikel 2: Veiligheid en stabiliteit
A: Algemene doelstelling
Het bevorderen van de Nederlandse en internationale veiligheid en stabiliteit door doelgerichte bilaterale en multilaterale samenwerking en het bevorderen van democratische transitie in prioritaire gebieden, vooral in de ring rond Europa.
Veiligheid is geen vanzelfsprekendheid. De internationale omgeving verandert snel en ingrijpend. Wat er in de wereld om ons heen gebeurt, heeft direct gevolgen voor onze eigen veiligheid en voor onze welvaart. Veel van de grensoverschrijdende dreigingen waaraan Nederland bloot staat, zijn van een dusdanige omvang en complexiteit dat een geïntegreerde aanpak en samenwerking in internationaal verband geboden is. Voorbeelden zijn de proliferatie van massavernietigingswapens, terrorisme en gewelddadig extremisme, vluchtelingenstromen, piraterij, grensoverschrijdende criminaliteit en cyberdreigingen.
B: Rol en verantwoordelijkheid
De basis voor de inzet van het kabinet op internationaal veiligheidsbeleid ligt besloten in de Internationale Veiligheidsstrategie en de Beleidsbrief Internationale Veiligheid. Het bevorderen van de internationale rechtsorde, de bescherming van onze economische veiligheid en de verdediging van onze grenzen en die van bondgenoten staan daarin centraal. Daartoe is de samenhangende inzet nodig van defensie, diplomatie, economie en ontwikkelingssamenwerking. Dit onderwerp strekt zich dus uit naar andere begrotingen, zoals Defensie, Buitenlandse Handel & Ontwikkelingssamenwerking, Veiligheid en Justitie, Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en Economische Zaken. Uitgangspunt is onze veiligheidsbelangen te behartigen door gezamenlijke inzet en samenwerking met andere landen, internationale en maatschappelijke organisaties en het bedrijfsleven.
De Minister van Buitenlandse Zaken is verantwoordelijk voor:
Stimuleren
Bevorderen en bewaken van de coherentie en consistentie van de Nederlandse inzet in bilateraal en multilateraal verband gericht op grotere veiligheid en duurzame stabiliteit, onder andere door: o Nederlandse bijdragen in het kader van de EU, de VN, de NAVO en de OVSE; o Deelname aan ad hoc coalities zoals het Non-Proliferation and
Disarmament Initiative (NPDI); o Een katalyserende en initiërende rol te spelen op het gebied van internationaal cyberbeleid als follow up van de Global Conference on Cyber Space 2015; o Het Nederlandse co-voorzitterschap van het Global Counter
Terrorist Forum; o Grote inzet op fysieke veiligheid van burgers via het Nederlandse humanitair ontmijnen en cluster munitie programma; o De veiligheidsbehoeftes van de bevolking centraal te stellen en het benadrukken van accountability en good governancevia Security
Sector Reform (SSR) programma’s; en o Deelname aan crisisbeheersingsoperaties in multilateraal verband.
Regisseren
Artikel 100-procedures ter voorbereiding van besluitvorming betreffende wereldwijde inzet van de krijgsmacht in crisisbeheersingsoperaties conform het Toetsingskader 2014, in nauwe afstemming met de Ministers van Defensie, de Minister voor Buitenlandse Handel & Ontwikkelingssamenwerking en de Minister van Veiligheid & Justitie. De toepassing van terrorismesancties/Sanctieregeling 2007 als onderdeel van het sanctiebeleid, uitgevoerd in overeenstemming met de Ministers van Financiën en Veiligheid & Justitie. In het kader van een restrictief en transparant internationaal en Nederlands wapenexportbeleid draagt de Minister van Buitenlandse Zaken verantwoordelijkheid voor de buitenlandpolitieke toetsing van wapenexportaanvragen. De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking is eindverantwoordelijk voor het wapenexportbeleid.
Financieren
Bijdragen aan goede internationale samenwerking ter bevordering van de eigen en bondgenootschappelijke veiligheid, waaronder aan de NAVO.
Bijdragen ter bestrijding en terugdringing van internationaal terrorisme en andere vormen van internationale criminaliteit, waaronder aan het International Centre for Counter-Terrorism en het Global Counter Terrorism Forum.
Bijdragen ter bevordering van ontwapening en wapenbeheersing en bestrijding van proliferatie van massavernietigingswapens, waaronder aan het IAEA en de OPCW.
Bijdragen ter bevordering van veiligheid, stabiliteit en rechtsorde in internationaal verband vanuit het Budget Internationale Veiligheid, in samenspraak met de Minister van Defensie en de Minister voor BHOS, waaronder bijdragen aan crisisbeheersingsoperaties van de VN, de EU, de NAVO en de OVSE en flankerende activiteiten gefinancierd uit het Stabiliteitsfonds.
Bijdragen ter bevordering van transitie in prioritaire gebieden, met name in de ring rond Europa via het in 2016 ingestelde Nederlands Fonds voor Regionale Partnerschappen (NFRP). Het NFRP bestaat uit het Matra programma gericht op (Zuid)Oost-Europa en het Shiraka-programma, gericht op de Arabische regio. Ook vanuit het Stabiliteitsfonds worden programma’s in een aantal landen in deze regio’s gefinancierd.
Bijdragen aan normstelling en internationaal recht, bevordering van mensenrechten en capaciteitsopbouw in cyber space. Bijdrage aan de fysieke veiligheid van mensen via meerjarig humanitair ontmijnen en cluster munitie programma. Bijdragen aan Security Sector Reform (SSR) programma’s ter bevordering van effectiviteit, legitimiteit, «oversight» en «accountability» van veiligheidsactoren.
C: Beleidswijzigingen
Nederland zal in het voorjaar van 2017 het voorzitterschap van de eerste voorbereidende commissie (PrepCom) van het Nucleaire Non-proliferatieverdrag (NPV) bekleden. De PrepCom 2017 is de eerste stap naar de Toetsingsconferentie van het NPV in 2020. Het welslagen daarvan is verre van zeker in het huidige politieke klimaat maar daardoor ook, zeker na het uitblijven van consensus in 2015, topprioriteit. Een goede PrepCom in 2017 is in dat kader een essentiële eerste stap. De PrepCom wordt voorbereid met bilaterale en regionale consultaties en conferenties.
D1: Budgettaire gevolgen van beleid
Beleidsartikel 2 Veiligheid en stabiliteit |
|||||||
Bedragen in EUR 1.000 |
2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
Verplichtingen |
274.108 |
292.482 |
236.321 |
232.949 |
230.049 |
228.549 |
228.549 |
Uitgaven:
Programma-uitgaven totaal waarvan juridisch verplicht
2.1 Goede internationale samenwerking ter bevordering van de eigen en bondgenootschappelijke veiligheid
Subsidies
Programma Ondersteuning Buitenlands Beleid Atlantische Commissie
Bijdragen (inter)nationale organisaties NAVO
Veiligheidsfonds WEU
2.2 Bestrijding en terugdringing van internationaal terrorisme en andere vormen van internationale criminaliteit
Subsidies
Anti-terrorisme instituut
245.493 301.827 250.598 246.720 246.078 245.087 245.087
87%
22.582 20.236 14.979 12.015 12.015 12.015 12.015
4.437 |
3.250 |
2.250 |
2.250 |
2.250 |
||
501 |
500 |
500 |
500 |
500 |
500 |
500 |
13.031 |
13.221 |
8.664 |
7.200 |
7.200 |
7.200 |
7.200 |
3.940 |
1.700 |
2.000 |
500 |
500 |
||
673 |
565 |
565 |
565 |
565 |
560 |
560 |
8.893 |
8.130 |
7.765 |
8.265 |
6.151 |
3.351 |
3.351 |
700 |
850 |
765 |
665 |
550 |
550 |
550 |
Opdrachten
Global Forum on Cyber Expertise
5.475
480
400
400
400
Bijdragen (inter)nationale organisaties Contra-terrorisme
6.800
6.600
7.200
5.200
2.3 Bevordering van ontwapening en wapenbeheersing, bestrijding van proliferatie van massavernietigingswapens en het voeren van een transparant en verantwoord wapenexportbeleid
12.673 14.294 10.794 10.794 10.794 10.794 10.794
Bijdragen (inter)nationale organisaties |
|||||||
IAEA |
6.968 |
7.317 |
7.317 |
7.317 |
7.317 |
7.300 |
7.300 |
OPCW en andere |
|||||||
ontwapeningsorgani- |
|||||||
saties |
3.997 |
5.057 |
1.557 |
1.557 |
1.557 |
1.600 |
1.600 |
CTBTO |
1.680 |
1.920 |
1.920 |
1.920 |
1.920 |
1.900 |
1.900 |
2.4 Bevordering van veiligheid, stabiliteit en rechtsorde in internationaal verband
179.765 236.065 195.032 195.389 196.605 196.605 196.605
Subsidies
Landenprogramma’s veiligheid voor mensen (Stabiliteitsfonds) Nederland Helsinki Comité
33.923 31.500 26.500 26.500 26.500
28 28 28 28 28
30
30
Bedragen in EUR 1.000 |
2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
|
Bijdragen (inter)nationale organisaties |
||||||||
OVSE |
5.775 |
7.195 |
7.195 |
7.195 |
7.195 |
7.000 |
7.000 |
|
VN-contributie voor |
||||||||
crisisbeheersingsope- |
||||||||
raties |
73.064 |
126.000 |
99.800 |
99.800 |
99.800 |
99.000 |
99.000 |
|
waarvan landenpro- |
||||||||
gramma’s veiligheid |
||||||||
voor mensen (Stabili- |
||||||||
teitsfonds) |
66.975 |
64.146 |
55.400 |
51.900 |
51.900 |
|||
Training buitenlandse |
||||||||
diplomaten |
1.400 |
2.300 |
2.500 |
2.500 |
||||
2.5 Bevordering |
van transitie in prioritaire |
|||||||
gebieden |
21.580 |
23.102 |
22.028 |
20.257 |
20.513 |
22.322 |
22.322 |
|
Bijdragen (inter)nationale organisaties/ |
||||||||
Subsidies |
Nederlands Fonds voor Regionale Partnerschappen (NFRP); |
|||||||
«MATRA» |
10.310 |
11.997 |
10.322 |
7.822 |
7.822 |
|||
Nederlands Fonds voor |
||||||||
Regionale Partner- |
||||||||
schappen (NFRP); |
||||||||
«Shiraka» |
8.609 |
11.775 |
11.706 |
12.435 |
12.700 |
|||
Ontvangsten |
6.733 |
1.197 |
1.212 |
1.227 |
1.242 |
1.242 |
1.242 |
|
2.10 Doorberekening Defensie diversen |
167 |
197 |
212 |
227 |
242 |
242 |
242 |
|
2.40 Restituties contributies |
6.566 |
1.000 |
1.000 |
1.000 |
1.000 |
1.000 |
1.000 |
D2: Budgetflexibiliteit
Binnen het artikelonderdeel goede internationale samenwerking ter bevordering van de eigen en bondgenootschappelijke veiligheid is 86% juridisch verplicht. Het betreft de uitgaven voor de NAVO, Atlantische Commissie en verplichtingen richting de inmiddels opgeheven West-Europese Unie (WEU). Het onderdeel Programma Ondersteuning Buitenlands Beleid (POBB) is grotendeels juridisch verplicht door meerjarige programma’s die in 2015 en 2016 zijn gefinancierd. De vrije ruimte is hierdoor beperkt. Op het artikelonderdeel bestrijding en terugdringing van internationaal terrorisme en andere vormen van internationale criminaliteit is het merendeel nog niet juridisch vastgelegd. Het betreft hier programma’s die in het kader van de extra inspanningen op het terrein van contraterrorisme per 2016 zijn toegevoegd aan de begroting van Buitenlandse Zaken. Het artikelonderdeel bevordering van ontwapening en wapenbeheersing, bestrijding van proliferatie van massavernietigingswapens en het voeren van een transparant en verantwoord wapenexportbeleid is volledig juridisch verplicht. Het betreft verdragsrechtelijke contributies. Binnen het artikelonderdeel bevordering van veiligheid, stabiliteit en rechtsorde in internationaal verband is het Stabiliteitsfonds voor ruim 80% juridisch vastgelegd. De verdragscontributies aan de VN-crisisbeheersingsoperaties (vredesmissies) zijn juridisch verplicht. Op het artikelonderdeel Bevordering van transitie in prioritaire gebieden zijn de voorziene uitgaven voor het Matra en het Shiraka programma nagenoeg juridisch verplicht.
E: Toelichting op de financiële instrumenten
2.1. Goede internationale samenwerking ter bevordering van de eigen en bondgenootschappelijke veiligheid
Jaarlijkse verplichte bijdrage aan de NAVO.
Jaarlijkse bijdrage aan het EU-Satellietcentrum ten behoeve van de financiële verplichtingen (uitkering pensioengelden ex-WEU personeel) van de in juli 2011 opgeheven WEU.
Jaarlijkse subsidie aan de Atlantische Commissie, ter ondersteuning van het maatschappelijk debat over de nationale en bondgenootschappelijke veiligheid.
Programma Ondersteuning Buitenlands Beleid (POBB) en Veiligheidsfonds, voor kleinschalige activiteiten met een katalyserende werking die het Nederlandse veiligheidsbeleid ondersteunen.
2.2. Bestrijding en terugdringing van internationaal terrorisme en vormen van internationale criminaliteit
Jaarlijkse bijdrage aan het in Den Haag gevestigde onafhankelijke International Centre for Counter-Terrorism(ICCT). Uit het Programma Ondersteuning Buitenlands Beleid (POBB, verantwoording onder 2.1) en uit het Stabiliteitsfonds (verantwoording onder 2.4) en middelen die voortkomen uit het besluit tot versterking van de inspanningen op het gebied van contraterrorisme worden activiteiten gefinancierd. De projecten en programma’s op dit artikelonderdeel zijn gericht op de versterking van capaciteit in voor Nederland prioritaire regio’s om gewelddadig extremisme en radicalisering te voorkomen en te bestrijden, evenals op de versterking van capaciteit in derde landen voor de bestrijding van grensoverschrijdende criminaliteit, in het bijzonder internationale drugs- en mensenhandel. In dit kader wordt onder meer een financiële bijdrage geleverd aan het Instituut van de Nationaal Rapporteur Mensenhandel en Seksueel Geweld tegen Kinderen.
Capaciteitsopbouw op het gebied van cyber security, cyber crime, data protectie en e-governance door middel van financiering van Nederlandse initiatieven onder het Global Forum on Cyber Expertise.
2.3. Bevordering van ontwapening en wapenbeheersing, bestrijding van proliferatie van massavernietigingswapens en het voeren van een transparant en verantwoord wapenexportbeleid
Jaarlijkse bijdragen aan het IAEA, de OPCW en de CTBTO. Ondersteuning van kleinschalige initiatieven gericht op uitvoering van het Biologische en Toxische Wapens Verdrag (BTWC), Non-Proliferatie Verdrag (NPV) en de Ottawa Conventie.
Bijdrage aan activiteiten onder auspiciën van het G8 Global Partner-shipop het gebied van het tegengaan van proliferatie van radiologische en nucleaire bronnen en bio-security.
Bijdrage aan initiatieven op het gebied van ontwikkeling van internationaal recht en normstelling voor staten op het gebied van cyber met als doel te komen tot een stelsel van ordening van het gebruik van cybermiddelen als onderdeel van (gewapend) conflict.
2.4 Bevordering van veiligheid, stabiliteit en rechtsorde in internationaal verband
Verbetering van de inzet van civiele expertise door modernisering van de civiele missiepool.
Verdragscontributies aan de VN-crisisbeheersingsoperaties (vredesmissies).
Bijdragen uit het Stabiliteitsfonds voor de inzet op het snijvlak van vrede, veiligheid en ontwikkeling. Het fonds kan o.a. worden ingezet om activiteiten te financieren op gebied van oude en nieuwe dreigingen, zoals aanpak van wapen- en drugssmokkel en grensoverschrijdende criminaliteit, ontmijning en piraterijbestrijding. Daarnaast worden een aantal lopende activiteiten uit het fonds gefinancierd, zoals ontmijningsactiviteiten, training voor Afrikaanse peacekeepers (ACOTA), en centrale bijdragen aan de VN.
Bijdragen ten behoeve van de trainingen van buitenlandse diplomaten in Nederland.
2.5 Bevordering van transitie in prioritaire gebieden
Het Nederlands Fonds voor Regionale Parterschappen (NFRP) wordt gebruikt om organisaties en mensen te ondersteunen bij het verbeteren en versterken van democratische processen, institutionele capaciteit en de rechtsstaat. Het NFRP bestaat uit het Matra programma (Matra: maatschappelijke transformatie) gericht op het Oostelijk Partnerschap en Pre-accessie regio (de Westelijke Balkan en Turkije) en het Shiraka-programma, gericht op de Arabische regio, elk met eigen beleidsaccenten.
Artikel 3: Europese samenwerking
A: Algemene doelstelling
De algemene doelstelling is een effectieve Europese samenwerking om de Europese Unie en haar lidstaten zo vreedzaam, welvarend en sterk mogelijk de toekomst in te loodsen. Europa is essentieel voor onze welvaart, vrijheid en veiligheid. Een actieve opstelling van Nederland in het Europese besluitvormingsproces is dan ook in het directe belang van Nederlandse burgers en bedrijven. Door consequent en constructief optreden kan Nederland zijn invloed binnen de Europese Unie vergroten. Zo kan Nederland mede vorm geven aan ontwikkelingen in Europa die direct van invloed zijn op onze economische, sociale en politieke toekomst.
B: Rol en verantwoordelijkheid
Binnen de Europese Unie zal voornamelijk gewerkt moeten worden aan het herstel van economische groei en werkgelegenheid, het weer gezond maken van de door de crisis verzwakte overheidsfinanciën van de lidstaten en de verdere verbetering van focus en balans in de Europese Unie. Daarnaast zal de duurzame aanpak van de Europese migratieproble-matiek bovenaan de Europese agenda staan, alsmede het uittredingsproces van het Verenigd Koninkrijk en eventueel vormgeving van een nieuwe relatie met dat land.
De Staat van de Unie bevat de geïntegreerde visie van de regering op de Europese samenwerking en de rol van Nederland daarbij.
De Minister is verantwoordelijk voor:
Regisseren
Het bevorderen en bewaken van de coherentie en de consistentie van het Nederlandse Europabeleid, inclusief de voorbereiding van de Europese Raad en horizontale dossiers.
Het interdepartementaal afstemmen van de Nederlandse inzet in de verschillende, afzonderlijke Raadsformaties. Het vormgeven van het Europese externe beleid ten opzichte van derde landen, inclusief uitbreiding van de EU, uittreding uit de EU, regio’s en ontwikkelingslanden.
De gedachtenvorming over de institutionele structuur van de EU. Het onderhouden en intensiveren van de bilaterale relaties met andere Europese landen en het bevorderen van een Europese waardengemeenschap.
Financieren
Nederlandse afdrachten aan de Europese begroting en aan het
Europees Ontwikkelingsfonds (EOF).
Bijdragen aan een hechtere Europese waardengemeenschap middels een bijdrage aan de Raad van Europa.
Bijdragen ter versterking van de Nederlandse positie in de Unie van 28,
waaronder aan de Benelux.
C: Beleidswijzigingen
De uitslag van het Britse referendum over EU-lidmaatschap d.d. 23 juni 2016 luidt dat 51,9% van de Britse kiezers voor vertrek uit de EU heeft gestemd, en 48,1% voor het lidmaatschap van de EU. Het EU-lidmaatschap van het Verenigd Koninkrijk kan pas worden beëindigd als de daarvoor geldende procedure van artikel 50 van het EU-verdrag is doorlopen. Dit proces start zodra het Verenigd Koninkrijk formeel te kennen geeft de procedure van artikel 50 te willen activeren. Krachtens artikel 50 EU-verdrag wordt er vervolgens onderhandeld over een terugtrekkingsakkoord. Het kabinet is van mening dat een zo kort mogelijk periode van onzekerheid over de Britse voornemens wenselijk is. Het terugtrekkingsproces zal wat het kabinet betreft stapsgewijs en ordelijk moeten verlopen, waarbij de Nederlandse belangen steeds scherp in het oog zullen worden gehouden. Hoe de toekomstige betrekkingen die de EU zal onderhouden met het VK eruit komen te zien is nog onduidelijk. Het Ministerie van Buitenlandse Zaken heeft bij de onderhandelingen over de uittreding van het VK en bij eventuele vormgeving van een nieuwe relatie zowel een vormgevende als Rijksbreed coördinerende rol en verantwoordelijkheid. Dit hangt samen met de rol en verantwoordelijkheid op coherent en consistent Nederlands Europabeleid, horizontale dossiers, alsmede Europees extern beleid, institutionele structuur van de EU en bilaterale relaties met Europese landen.
D1: Budgettaire gevolgen van beleid
Beleidsartikel 3 Europese samenwerking |
|||||||
Bedragen in EUR 1.000 |
2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
Verplichtingen |
8.943.747 |
8.340.141 |
7.556.518 |
8.528.477 |
8.422.890 |
8.576.701 |
8.827.560 |
Uitgaven: |
|||||||
Programma-uitgaven totaal waarvan juridisch verplicht |
9.086.883 |
8.522.964 |
7.756.749 100% |
8.721.560 |
8.615.973 |
8.769.784 |
9.020.643 |
3.1 Een democratische, slagvaardige en transparante Europese Unie die haar burgers vrijheid, recht, veiligheid, welvaart en duurzame economische groei biedt |
8.896.271 |
8.298.978 |
7.541.047 |
8.514.398 |
8.408.811 |
8.562.622 |
8.813.481 |
Bijdragen (inter)nationale organisaties BNI-afdracht BTW-afdracht Invoerrechten |
5.088.571 888.839 2.918.861 |
4.494.551 781.094 3.023.333 |
3.816.502 520.278 3.204.267 |
4.708.833 537.213 3.268.352 |
4.527.738 547.354 3.333.719 |
4.597.192 565.037 3.400.393 |
4.729.092 581.984 3.502.405 |
3.2 Een effectief, efficient en cohorent optreden van de Unie ten opzichte van derde landen en regio’s, inclusief ontwikkelingslanden |
159.711 |
181.875 |
201.275 |
192.735 |
192.735 |
192.735 |
192.735 |
Bijdragen (inter)nationale organisaties Europees Ontwikkelingsfonds |
159.711 |
181.875 |
201.275 |
192.735 |
192.735 |
192.000 |
192.000 |
3.3 Een hechtere Europese waardengemeenschap |
9.748 |
10.100 |
10.100 |
10.100 |
10.100 |
10.100 |
10.100 |
Bijdragen (inter)nationale organisaties Raad van Europa |
9.748 |
10.100 |
10.100 |
10.100 |
10.100 |
10.100 |
10.100 |
3.4 Versterkte Nederlandse positie in de Unie van 28 |
21.153 |
32.011 |
4.327 |
4.327 |
4.327 |
4.327 |
4.327 |
Subsidies/Opdrachten EU-voorzitterschap |
16.861 |
27.684 |
|||||
Bijdragen (inter)nationale organisaties Benelux bijdrage EIPA |
3.944 348 |
3.979 348 |
3.979 348 |
3.979 348 |
3.979 348 |
3.979 340 |
3.979 340 |
Ontvangsten |
717.644 |
3.414.327 |
641.003 |
653.820 |
666.894 |
680.229 |
700.631 |
3.10 Diverse ontvangsten EU |
717.644 |
3.414.177 |
640.853 |
653.670 |
666.744 |
680.079 |
700.481 |
Invoerrechten Overige ontvangsten EU |
717.644 |
696.489 2.717.688 |
640.853 |
653.670 |
666.744 |
680.079 |
700.481 |
3.30 Restitutie Raad van Europa |
236 |
150 |
150 |
150 |
150 |
150 |
150 |
D2: Budgetflexibiliteit
De uitgaven op dit artikel zijn geheel juridisch verplicht. De belangrijkste uitgaven betreffen de afdracht aan de EU en de Nederlandse bijdrage aan het Europees Ontwikkelingsfonds (EOF) en bijdragen aan de Benelux en Raad van Europa.
E: Toelichting op de financiële instrumenten
3.1 Een democratische, slagvaardige en transparante Europese Unie die haar burgers vrijheid, recht, veiligheid, welvaart en duurzame economische groei biedt
De EU-begroting wordt grotendeels gefinancierd door middel van afdrachten van lidstaten (90-95%). Daarnaast ontvangt de EU overige inkomsten, zoals bijdragen van derden, rente- en boete-inkomsten. De afdrachten van de lidstaten in de vorm van de invoerrechten, de BTW-afdracht en de BNI-afdracht zijn vastgelegd in het Eigen Middelenbe-sluit (EMB). In het EMB zijn ook de kortingen op de afdrachten opgenomen en de zogenoemde perceptiekostenvergoeding - dit is de vergoeding voor de kosten die lidstaten maken voor het innen van de invoerrechten. De Nederlandse invoerrechten, BTW-afdrachten en BNI-afdrachten zijn opgenomen op artikel 3.1, de perceptiekostenvergoeding op artikel 3.10.
Het uitgangspunt voor de vaststelling van de raming voor de Nederlandse afdrachten is de omvang het uitgavenplafond uit het MFK. Dit plafond maximeert de uitgaven uit hoofde van de EU-begroting en daarmee de afdrachten van de lidstaten.1 De omvang van de Nederlandse afdrachten komt vervolgens als volgt tot stand:
Alle invoerrechten die door de EU-landen worden geheven op producten die afkomstig zijn van landen buiten de EU, worden afgedragen aan de EU. Dit gebeurt twee maanden na inning door de Nederlandse douane, en na aftrek van de vergoeding voor de inningskosten. De Europese Commissie (Eurostat) maakt op basis van de eerder ontvangen invoerrechten een raming voor het komend jaar voor lidstaten (extrapolatie op basis van historische gegevens). De BTW-afdracht bedraagt een vast percentage van de geharmoniseerde btw-grondslag.2 De geharmoniseerde grondslag voor het komend jaar wordt geraamd en vastgesteld door de Europese Commissie (Eurostat). Nederland krijgt een korting op de BTW-afdracht en betaalt 0,15% over de geharmoniseerde grondslag (in plaats van de reguliere 0,30%). De bijdrage aan de korting voor Verenigd Koninkrijk wordt opgeteld bij de BTW-afdracht. De BNI-afdracht is het sluitstuk van de financiering van de EU-begroting. Het deel van de Europese uitgaven dat niet gefinancierd kan worden door de overige inkomsten, invoerrechten en de BTW-afdracht wordt gefinancierd door BNI-afdrachten van de lidstaten. De totale BNI-afdracht van de lidstaten wordt bepaald door de genoemde inkomsten in mindering te brengen op het betalingenplafond. Het aandeel van een lidstaat hierin wordt vervolgens bepaald op basis van het eigen BNI ten opzichte van het Europese BNI. Dit zogeheten relatieve BNI-aandeel in de totale BNI-afdracht komt tot stand door het tarief van 0,64% in 2017 (totale BNI afdracht/Europees BNI) te vermenigvuldigen met het Nederlands BNI. Nederland ontvangt een jaarlijkse korting op de BNI-afdracht van 695 miljoen euro (in prijzen 2011); voor 2017 komt dat op 729 mln.
De Europese Commissie baseert de afdrachten van de lidstaten op de omvang van de EU-begroting. In de raming van de Nederlandse afdrachten is het uitgavenplafond het uitgangspunt. De EU-begroting moet ingepast worden onder dit plafond. Door de raming van de Nederlandse afdrachten op de het plafond te baseren, wordt rust in het begrotingsproces gecreëerd.
Omdat de btw-tarieven en grondslagen verschillen tussen afzonderlijke lidstaten wordt een geharmoniseerde grondslag vastgesteld, waarover de lidstaten een gelijkwaardige afdracht betalen.
2
Onderbouwing Nederlandse afdracht 2017 (miljoen euro) |
|||
Omschrijving |
Grondslag |
Tarief |
2017 |
Artikel 3.1 |
7.541,0 |
||
Invoerrechten |
3.204,3 |
100,00% |
3.204,3 |
BTW-afdracht |
520,3 |
||
waarvan bruto BTW-afdracht |
288.459,0 |
0,30% |
865,4 |
waarvan korting BTW-afdracht |
288.459,0 |
|
|
waarvan bijdrage korting VK |
- |
- |
87,6 |
BNI-afdracht |
3.816,5 |
||
waarvan bruto BNI-afdracht |
709.678,2 |
0,64% |
4.545,5 |
waarvan korting BNI-afdracht |
- |
- |
|
Artikel 3.10 |
|
||
Perceptiekostenvergoeding |
3.204,3 |
|
|
Overige inkomsten |
- |
- |
- |
Onderstaand is de overzichtstabel EU-afdrachten en ontvangsten 2015 opgenomen met daarbij ook de netto betalingsposities.
Netto betalingspositie Nederland 2015 (in miljoenen euro) |
|
AFDRACHTEN1 |
|
Douanerechten/landbouwheffingen BTW-middel BNI-middel Perceptiekostenvergoeding |
2.919,6 857,1 4.902,1
|
TOTAAL afdrachten |
7.947,1 |
1 De productheffing op suiker is opgenomen bij de douanerechten. 2017 is het laatste jaar dat de suikerheffing geheven wordt, daarna vervalt deze. De bijdrage aan de korting voor het Verenigd Koninkrijk is opgenomen bij de BTW-middelen.
ONTVANGSTEN |
||
1a Concurrentiekracht |
962,5 |
|
1b Cohesie/structuurfondsen |
196,4 |
|
2 Landbouw en natuurbehoud |
915,3 |
|
3 JBZ en burgerschap |
186,6 |
|
4 Extern beleid |
0,0 |
|
5 Administratieve uitgaven |
98,4 |
|
TOTAAL ontvangsten |
2.359,2 |
|
NETTO AFDRACHTEN |
5.587,9 |
Bron: Europese Commissie (Financial Report 2015)
Netto betalingsposities (% Bruto Nationaal Inkomen, alleen negatieve posities zijn weergegeven) |
|
DEFINITIE EUROPESE COMMISSIE 2015 |
|
NEDERLAND1 |
|
Zweden |
|
Duitsland |
|
VK |
|
België |
|
Denemarken |
|
Luxemburg |
|
Oostenrijk |
|
Frankrijk |
|
Finland |
|
Italië |
|
Cyprus |
|
1 Het beeld van de netto betalingspositie van Nederland over 2015 is vertekend daar de korting op de Nederlandse afdrachten, in afwachting van ratificatie van het Eigen Middelenbesluit, nog niet is verwerkt. Ook het effect van de aanpassing van de perceptiekostenvergoeding van 25 naar 20%
is niet meegenomen in de gerealiseerde netto betalingspositie voor 2015.
3.2 Een effectief, efficiënt en coherent optreden van de Unie ten opzichte van derde landen en regio’s, inclusief ontwikkelingslanden
Bijdrage aan het Europees Ontwikkelingsfonds (EOF). Dit fonds is het voornaamste middel waarmee de Europese Unie de ontwikkelingssamenwerking met de ACS1-landen en de overzeese gebieden uitvoert. Het budget en programma van het EOF is voor een periode van zeven jaar vastgesteld. Het grootste deel van het EOF is bestemd voor de financiering van de steun aan nationale, regionale en lokale projecten en programma’s gericht op de economische en sociale ontwikkeling van die gebieden.
3.3 Een hechtere Europese waardegemeenschap
Raad van Europa: Nederland richt zich hierbij op de dossiers vrijheid van godsdienst, internetvrijheid en LHBTI rechten. Ook wil Nederland bijdragen aan verdergaande hervorming van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens en aan een zorgvuldig voorbereide toetreding van de EU tot het EVRM. De Nederlandse Permanente Vertegenwoordiging in Straatsburg speelt daarbij een centrale rol door goede betrekkingen en, indien opportuun, regelmatig overleg met het secretariaat van de Raad van Europa, permanente vertegenwoordigingen van andere lidstaten en met de Nederlandse delegatie in de Parlementaire Assemblee (PACE) van de Raad van Europa.
3.4 Versterkte Nederlandse positie in de Unie van 28
Jaarlijkse bijdrage aan de Benelux. Het Benelux-verdrag dient twee doelen: het vervullen van een voortrekkersrol binnen de Europese Unie en grensoverschrijdende samenwerking, vooral op het gebied van economie, duurzame ontwikkeling en justitie/binnenlandse zaken. Subsidie aan European Institute for Public Administration (EIPA). Het EIPA heeft als doel het ontwikkelen van de capaciteiten van ambtenaren in het omgaan met EU-aangelegenheden.
3.10 Ontvangsten
De ontvangsten onder dit beleidsartikel betreffen de zogenaamde perceptiekostenvergoeding die Nederland ontvangt voor de kosten die gemaakt worden bij de inning van de invoerrechten. Er worden voor 2017 geen overige inkomsten verwacht. Op dit subartikel wordt in 2016 de vertraagde korting op de Nederlandse afdrachten over de jaren 2014-2016 ontvangen. Regulier wordt de korting direct verrekend met de betreffende afdrachten, zoals hierboven toegelicht aan de hand van tabel.
Artikel 4: Consulaire belangenbehartiging en het internationaal uitdragen van Nederlandse waarden en belangen
A: Algemene Doelstelling
Het verlenen van excellente consulaire diensten aan Nederlanders in nood in het buitenland, evenals het verstrekken van reisdocumenten aan Nederlanders in het buitenland. Daarnaast levert het Kabinet een bijdrage aan een gereguleerd personenverkeer door de Nederlandse inbreng in het Europese visumbeleid en is, naast het opstellen van ambtsberichten, verantwoordelijk voor de visumverlening kort verblijf.
Het versterken van de Nederlandse cultuursector door internationale uitwisseling en presentatie; meer ruimte voor cultuur in een veilige, rechtvaardige en toekomstbestendige wereld en verbindingen leggen met economische diplomatie en andere prioriteiten van het buitenlands beleid, zoals het mensenrechtenbeleid.
Tevens neemt Nederland een bijzondere positie in als gastland van vele internationale organisaties en internationale hoven en tribunalen. Als gastland heeft Nederland de verantwoordelijkheid de in Nederland gevestigde instellingen te ondersteunen opdat deze onafhankelijk, veilig en efficiënt kunnen functioneren.
B: Rol en verantwoordelijkheid
De Minister is verantwoordelijk voor de volgende zaken:
Consulaire dienstverlening
Uitvoeren
Visumbeleid kort verblijf van het Koninkrijk der Nederlanden; Afgifte van machtigingen voorlopig verblijf (MVV’s) op de posten; Afname van inburgeringsexamens buitenland;
Orange Carpet-beleid, ter bevordering van het Nederlandse bedrijfsleven;
Bijstand aan Nederlanders in nood in het buitenland; Begeleiding van Nederlanders die in het buitenland gedetineerd zijn; Uitbrengen van reisadviezen; Crisisrespons;
Afgifte van Nederlandse reisdocumenten in het buitenland en van diplomatieke en dienstpaspoorten; Afgifte van consulaire verklaringen en legalisaties; Opstellen van Individuele ambtsberichten (IAB’s) en Algemene ambtsberichten (AAB’s) als dienstverlening aan het Ministerie van Veiligheid en Justitie.
Indicator als uitvoeringsverantwoordelijke:
Visumbeleid kort verblijf van het Koninkrijk der Nederlanden |
|||||
Indicator Realisatie 01.01.15 t/m 31.12.15 |
Streefwaarde 2015 |
Streefwaarde 2016 |
Streefwaarde 2017 |
Streefwaarde 2018 |
|
Percentage visumaanvragen kort verblijf dat binnen 15 dagen wordt afgehandeld 90,6% |
80% |
85% |
85% |
85% |
Bron: Ministerie van Buitenlandse Zaken
De norm voor de doorlooptijd van visumaanvragen (Schengen) bedraagt 15 dagen conform de EU Visumcode (in werking getreden per 5.4.2010). Deze periode kan in bijzondere gevallen worden verlengd tot 60 dagen. NB: De doorlooptijd is het aantal dagen dat zit tussen het indienen van een ontvankelijke visumaanvraag tot aan het moment van bekendmaken of uitreiken van de beslissing op de aanvraag.
Regisseren
Europees visum- en migratiebeleid en Caraïbisch visumbeleid; Bilaterale dimensie van visum- en migratiebeleid.
Nederlandse cultuur en publieksdiplomatie
De uitvoering van het Internationaal Cultuurbeleid (ICB) is een gedeelde verantwoordelijkheid van de Minister van Buitenlandse Zaken, de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking. De inzet op het gebied van Publieksdiplomatie valt onder de verantwoordelijkheid van de Minister van Buitenlandse Zaken.
Stimuleren
Promotie van Nederlandse kunst en cultuur in het buitenland en identificatie van internationale kansen en ontwikkelingen voor de
Nederlandse culturele sector en creatieve industrie.
Buitenlandse bezoekersprogramma’s.
Het inzetten van publieksdiplomatie door het postennetwerk en BZ om het beeld van Nederland in het buitenland te versterken en op een positief realistische manier uit te dragen.
Regisseren
Beleidsvorming en uitvoering van het Internationaal Cultuurbeleid. Afstemming met culturele fondsen en ondersteunende instellingen over internationale activiteiten.
Ondersteuning van het buitenlandpolitieke- en economische beleid door publieksdiplomatie en cultuur in te zetten, bijvoorbeeld als instrument in de dialoog over mensenrechten.
Financieren
Van een sterke cultuursector die in kwaliteit groeit door internationale uitwisseling en duurzame samenwerking en die in het buitenland wordt gezien en gewaardeerd.
Meer ruimte voor een bijdrage van cultuur aan een veilige, rechtvaardige en toekomstbestendige wereld. Cultuur wordt effectief ingezet binnen de moderne diplomatie.
Aantrekkelijk vestigingsklimaat internationale organisaties
Financieren
Ondersteunen van de in Nederland gevestigde internationale organisaties zodat zij onafhankelijk, efficiënt en effectief kunnen opereren.
Regisseren
Waarborgen van gecoördineerde beleidsinzet en communicatie richting internationale organisaties in Nederland.
Werving van internationale organisaties met economisch en/of politiek belang voor Nederland.
Toezicht houden op de uitvoering van zetelverdragen en afspraken met internationale organisaties.
C: Beleidswijzigingen
Zoals opgenomen in het beleidskader internationaal cultuurbeleid 2017-2020 wordt voor de versterking van de Nederlandse cultuursector gekozen voor 8 focuslanden (voorheen 15) waarbij de meest betrokken partijen (diplomatieke posten, fondsen, DutchCulture, anderen) samen optrekken op basis van een meerjarige strategie. Nieuwe doelstelling om met cultuur een bijdrage te leveren aan een veilige, rechtvaardige en toekomstbestendige wereld gericht op 7 landen in de ring rondom Europa en bundeling van middelen om hier op geintegreerde wijze invulling te geven.
D1: Budgettaire gevolgen van beleid
Beleidsartikel 4 Consulaire belangenbehartiging en het internationaal uitdragen van Nederlandse waarden en |
belangen |
|||||||
Bedragen in EUR 1.000 |
2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
|
Verplichtingen |
55.086 |
62.455 |
38.767 |
39.222 |
39.222 |
39.222 |
39.222 |
|
Uitgaven: |
||||||||
Programma-uitgaven totaal waarvan juridisch verplicht |
58.162 |
50.450 |
48.541 46% |
48.763 |
48.176 |
48.176 |
48.176 |
|
4.1 Op basis van eigen verantwoordelijkheid consulaire dienstverlening bieden aan Nederlanders in het buitenland |
14.973 |
13.545 |
13.145 |
13.145 |
13.145 |
13.145 |
13.145 |
|
Subsidies |
Gedetineerdenbegeleiding |
2.041 |
1.800 |
1.800 |
1.800 |
1.800 |
||
Opdrachten |
||||||||
Consulaire bijstand Gedetineerdenbegeleiding Reisdocumenten en verkiezingen Consulaire opleidingen Consulaire informatiesystemen |
236 200 5.434 198 6.864 |
259 200 5.345 400 5.500 |
259 200 5.345 400 3.761 |
259 200 5.345 400 3.761 |
259 200 5.345 400 3.761 |
|||
4.2 Samen met (keten) partners het personenverkeer reguleren |
6.081 |
7.154 |
6.304 |
6.199 |
6.199 |
6.199 |
6.199 |
|
Opdrachten |
Visumverlening |
1.200 |
1.100 |
1.100 |
1.100 |
1.100 |
Bedragen in EUR 1.000 |
2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
|
Ambtsberichtenon- |
||||||||
derzoek |
41 |
130 |
150 |
150 |
150 |
|||
Legalisatie en verificatie |
81 |
80 |
80 |
80 |
80 |
|||
Consulaire informatie- |
||||||||
systemen |
3.264 |
4.961 |
3.011 |
2.906 |
2.906 |
|||
Bijdragen (inter)nationale organisaties |
||||||||
Asiel en migratie |
740 |
863 |
863 |
863 |
863 |
|||
4.3 Grotere buitenlandse bekendheid met de |
||||||||
Nederlandse cultuur |
7.434 |
6.635 |
8.944 |
8.944 |
8.944 |
8.944 |
8.944 |
|
Subsidies |
Internationaal Cultuur- |
|||||||
beleid |
6.539 |
5.439 |
8.944 |
8.944 |
8.944 |
|||
Erfgoed |
895 |
1.196 |
||||||
4.4 Het inzetten van Publieksdiplomatie |
||||||||
door het Postennetwerk en BZ om het |
||||||||
beeld van Nederland in het buitenland te |
||||||||
versterken en |
op een positief realistische |
|||||||
manier uit te dragen |
19.051 |
16.431 |
16.178 |
18.088 |
18.088 |
18.088 |
18.088 |
|
Subsidies |
||||||||
Instituut Clingendael |
2.051 |
2.320 |
800 |
800 |
800 |
|||
Programma onder- |
||||||||
steuning buitenlands |
||||||||
beleid |
3.557 |
3.058 |
3.000 |
3.000 |
3.000 |
|||
overige subsidies |
250 |
285 |
||||||
Opdrachten |
Onderzoeksprogramma’s Bezoeken hoogwaardigheidsbekleders en uitgaven Corps Diplomatique en internationale Organi- |
1.620 |
1.620 |
1.620 |
||||
saties |
3.931 |
2.500 |
3.000 |
3.000 |
3.000 |
|||
waarvan in- en uitgaande |
||||||||
Staatsbezoeken |
1.825 |
2.050 |
2.000 |
2.000 |
2.000 |
|||
Adviesraad Interna- |
||||||||
tionale vraagstukken |
431 |
525 |
525 |
525 |
525 |
|||
Internationale manifes- |
||||||||
taties en diverse |
||||||||
bijdragen |
81 |
91 |
50 |
50 |
50 |
|||
Bijdragen (inter)nationale organisaties |
||||||||
landenprogramma’s |
||||||||
algemene voorlichting en |
||||||||
kleine programma’s |
6.568 |
7.132 |
8.028 |
9.000 |
9.000 |
|||
Europese bewust- |
||||||||
wording |
313 |
520 |
520 |
500 |
500 |
|||
4.5 Een aantrekkelijk vestigingsklimaat voor |
||||||||
internationale organisaties in Nederland |
10.623 |
6.685 |
3.970 |
2.387 |
1.800 |
1.800 |
1.800 |
|
Bijdragen (inter)nationale organisaties |
||||||||
Speciaal Tribunaal |
||||||||
Libanon |
1.847 |
1.900 |
1.900 |
317 |
||||
Internationaal Strafhof |
7.906 |
1.720 |
1.400 |
1.400 |
1.400 |
1.400 |
1.400 |
|
Nederland Gastland |
870 |
1.065 |
670 |
670 |
400 |
|||
Ontvangsten |
50.681 |
42.090 |
42.090 |
42.090 |
42.090 |
42.090 |
42.090 |
Bedragen in EUR 1.000 |
2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
4.10 Consulaire dienstverlening aan Neder- |
|||||||
landers |
21.229 |
19.300 |
19.300 |
19.300 |
19.300 |
19.300 |
19.300 |
4.20 Consulaire dienstverlening aan vreemde- |
|||||||
lingen |
28.678 |
22.000 |
22.000 |
22.000 |
22.000 |
22.000 |
22.000 |
4.40 Doorberekening Defensie diversen |
774 |
790 |
790 |
790 |
790 |
790 |
790 |
D2: Budgetflexibiliteit
De uitgaven ten behoeve van het onderdeel op basis van eigen verantwoordelijkheid consulaire dienstverlening bieden aan Nederlanders in het buitenland zijn voor wat betreft de subsidies volledig juridisch verplicht. Voor de consulaire informatiesystemen zijn de verplichtingen nog niet juridisch vastgelegd maar worden gedurende het jaar ingevuld. Daarnaast worden uitgaven gedaan om de inkoop van de te verstrekken reisdocumenten te financieren. De geplande uitgaven ten behoeve van het samen met (keten-)partners reguleren van het personenverkeer zijn nog niet juridisch verplicht en worden aan de hand van de afgifte van visa bepaald. Hiervoor worden aan het begin van het begrotingsjaar verplichtingen aangegaan. Binnen het artikelonderdeel grotere buitenlandse bekendheid met de Nederlandse cultuur zijn de uitgaven voor de landenprogramma’s nog niet juridisch verplicht. Deze verplichtingen worden in het begrotingsjaar zelf aangegaan. Voor het onderdeel het inzetten van publieksdi-plomatie door het postennetwerk en BZ om het beeld van Nederland in het buitenland te versterken en op een positief realistische manier uit te dragen zijn ramingen opgenomen die nog niet juridisch vastliggen. Het gaat dan om activiteiten op het gebied van voorlichting, landenprogramma’s, bezoeken van hoogwaardigheidsbekleders en uitgaven voor het Corps Diplomatique en internationale organisaties. Het Programma Ondersteuning Buitenlands Beleid (POBB) is voor 37% en de subsidie voor Clingendael is geheel juridisch vastgelegd. Ten slotte is voor het onderdeel gastlandbeid ruim 90% van het geraamde budget juridisch verplicht. Dit betreft specifiek de uitgaven voor het Internationaal Strafhof en het Speciaal Tribunaal Libanon.
E: Artikelonderdelen
4.1: Op basis van eigen verantwoordelijkheid consulaire dienstverlening bieden aan Nederlanders in het buitenland
Verlenen van financiële- en niet financiële consulaire bijstand aan
Nederlanders in nood en/of schrijnende gevallen;
(Stille) diplomatie met oog op eerlijke rechtsgang voor Nederlandse gedetineerden;
Verstrekken van reisadviezen;
Bijstaan van Nederlanders in geval van crises; als dat noodzakelijk en mogelijk is, organiseren, waar mogelijk met partnerlanden, van evacuaties;
Verstrekken van reisdocumenten en opmaken van consulaire akten en verklaringen;
Adviseren en ondersteunen van Nederlandse gedetineerden door gedifferentieerde bezoekfrequentie, in bepaalde landen maandelijkse giften aan gedetineerden, en subsidies ten behoeve van resocialisatie,
extra zorg en juridisch advies;
Consulaire informatiesystemen om de primaire consulaire processen te kunnen afhandelen;
Organiseren van opleidingen gericht op optimalisatie van consulaire werkprocessen.
4.2: Samen met (keten)partners het personenverkeer reguleren
Verstrekken van visa kort verblijf;
Inname van aanvragen voor MVV’s;
Afnemen van inburgeringsexamens;
Verrichten van legalisaties en uitvoeren van verificatieonderzoeken;
Op verzoek van het Ministerie van Veiligheid en Justitie worden algemene en individuele ambtsberichten opgesteld, waarop door V&J
mede het toelatings- en terugkeerbeleid wordt gebaseerd;
Diplomatie voor het bemiddelen bij terugkeer van vreemdelingen zonder rechtmatig verblijf;
Samenwerking met instanties in en buiten Nederland, de EU en internationale organisaties;
In het kader van versterkte Europese samenwerking maken van afspraken over wederzijdse visumvertegenwoordiging.
4.3 Grotere buitenlandse bekendheid met de Nederlandse cultuur
Subsidieverlening via de posten en aan DutchCulture voor internationale culturele activiteiten.
Ondersteuning van initiatieven in zeven landen in de ring rondom Europa die de lokale cultuursector versterken, cultuurparticipatie vergroten, de leefomgeving in steden verbeteren en behoud van lokaal cultureel erfgoed verduurzamen.
4.4 Het inzetten van publieksdiplomatie door het postennetwerk en BZ om het beeld van Nederland in het buitenland te versterken en op een positief realistische manier uit te dragen
Via strategische beleidscommunicatie richt Buitenlandse Zaken zich op die doelgroepen die van belang zijn bij het ontwikkelen, bereiken en uitdragen van beleidsdoelstellingen op het terrein van buitenlandbeleid. Een belangrijke rol is daarbij weggelegd voor de media. Daarnaast worden online kanalen ingezet, zoals Facebook. Bijdrage aan publieksdiplomatie, waarmee Nederlandse ambassades activiteiten op het gebied strategische beleidscommunicatie, beeldvorming over Nederland en internationaal cultuurbeleid kunnen ondersteunen of opstarten;
Subsidie ten behoeve van Instituut Clingendael; Vanuit het Programma Ondersteuning Buitenlands Beleid (POBB) worden eenmalige katalyserende activiteiten gefinancierd ter ondersteuning van de doelstellingen van het Nederlandse buitenlandbeleid;
Voor uitgaven ten behoeve van uitgaande staatsbezoeken, officiële bezoeken en werkbezoeken van het Koninklijk Huis, inkomende bezoeken van hoogwaardigheidsbekleders, Corps Diplomatique en Internationale Organisaties is EUR 2 miljoen geraamd.
4.5 Een aantrekkelijk vestigingsklimaat voor internationale organisaties in Nederland
Ondersteuning bij het profileren van Den Haag als wereldwijd centrum van kennis op het gebied van vrede en recht;
Logistieke ondersteuning van de in Nederland gevestigde internationaal juridische instellingen, in samenspraak met andere ministeries zorgdragen voor onder andere gevangenisruimte, beveiliging en medewerking bij het in- en uitreizen van verdachten en getuigen; Bijdrage aan het Speciaal Tribunaal Libanon en het Internationaal Strafhof.
Ondersteuning van de diplomatieke missies, internationale organisaties en hoven en tribunalen in Nederland. Dit omvat o.m. het faciliteren van ambassades, hoven en tribunalen en internationale organisaties en hun medewerkers, maar ook het toepassen, interpreteren, handhaven en implementeren van de Weense verdragen en zetelovereenkomsten en de toepasselijke Nederlandse wet- en regelgeving.
Ontvangsten
De ontvangsten onder dit artikel bestaan hoofdzakelijk uit leges voor de afgifte van reisdocumenten, visa en de legalisatie van documenten.
Niet-Beleidsartikel 5: Geheim
Niet-beleidsartikel 5 Geheim |
|||||||
Bedragen in EUR 1.000 |
2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
0 0 |
0 0 |
0 0 |
0 0 |
0 0 |
0 0 |
0 0 |
Op dit artikel worden geheime uitgaven verantwoord.
Niet-Beleidsartikel 6: Nominaal en Onvoorzien
Niet-beleidsartikel 6 Nominaal en onvoorzien |
|||||||
Bedragen in EUR 1.000 |
2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
Verplichtingen |
2 |
|
34.158 |
85.368 |
84.084 |
121.365 |
126.223 |
Uitgaven: |
|||||||
Uitgaven totaal |
2 |
|
34.158 |
85.368 |
84.084 |
121.365 |
126.223 |
6.1 Nominaal en |
|||||||
onvoorzien |
2 |
|
34.158 |
85.368 |
84.084 |
121.365 |
126.223 |
Op dit artikel worden de uitgaven verantwoord die samenhangen met de HGIS-indexering en onvoorziene uitgaven.
Niet-Beleidsartikel 7: Apparaat
A: Personele en materiële uitgaven
Dit artikel betreft de apparaatsuitgaven van zowel het postennetwerk in het buitenland als het departement in Den Haag, exclusief de personele uitgaven voor de politieke leiding en attachés van andere ministeries. Het omvat de verplichtingen voor en uitgaven aan het ambtelijk personeel, de overige personele uitgaven en het materieel.
Het ambtelijk personeel betreft de algemene ambtelijke leiding van het departement, de beleidsdirecties, de ondersteunende diensten, het uitgezonden personeel op de ambassades en het lokaal aangenomen personeel op de ambassades. Ook worden in dit artikel de buitenlandvergoedingen aan uitgezonden personeel, overige vergoedingen, diverse overige personele uitgaven en de uitgaven voor het post-actieve personeel verantwoord. De materiële uitgaven hebben betrekking op de uitgaven voor de exploitatie van en investeringen in het departement in Den Haag en de vertegenwoordigingen in het buitenland. Hieronder vallen onder andere de verplichtingen en uitgaven voor huur van kanselarijen, residenties, personeelswoningen en het gebouw in Den Haag, beveiligingsmaatregelen, automatisering en communicatiemiddelen, klein onderhoud en bouwkundige projecten. Als onderdeel van verantwoord begroten wordt van de materiële uitgaven aangegeven welk deel hiervan betrekking heeft op ICT uitgaven en hoeveel van de uitgaven via een Rijksbrede shared service organisatie (SSO) worden verricht.
Budgettaire gevolgen:
Niet-beleidsartikel 7 Apparaat |
||||||||
Bedragen in EUR 1.000 |
2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
|
Verplichtingen |
721.813 |
726.095 |
692.790 |
669.828 |
659.855 |
658.648 |
658.648 |
|
Uitgaven |
723.644 |
730.481 |
679.241 |
658.000 |
644.872 |
643.170 |
643.488 |
|
7.1.1 |
Personeel waarvan eigen |
446.145 |
469.320 |
451.232 |
449.640 |
442.398 |
442.579 |
445.470 |
personeel |
437.645 |
460.820 |
443.232 |
442.140 |
434.898 |
435.579 |
438.470 |
|
waarvan Inhuur |
||||||||
extern |
8.500 |
8.500 |
8.000 |
7.500 |
7.500 |
7.000 |
7.000 |
|
waarvan overige |
||||||||
personele uitgaven |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
7.1.2 |
Materieel |
237.259 |
261.161 |
228.009 |
208.360 |
202.474 |
200.591 |
198.018 |
waarvan ICT |
41.458 |
39.000 |
35.000 |
35.000 |
35.000 |
35.000 |
35.000 |
|
waarvan bijdragen |
||||||||
aan SSO’s |
53.417 |
66.400 |
55.000 |
55.000 |
55.000 |
55.000 |
55.000 |
|
waarvan overige |
||||||||
materieel |
142.384 |
155.761 |
138.009 |
118.360 |
112.474 |
110.591 |
108.018 |
|
7.2 |
Koersverschillen |
40.240 |
pm |
pm |
pm |
pm |
pm |
pm |
Ontvangsten |
37.228 |
21.450 |
21.450 |
21.450 |
21.450 |
21.450 |
21.450 |
|
7.10 |
Diverse ontvangsten |
37.228 |
21.450 |
21.450 |
21.450 |
21.450 |
21.450 |
21.450 |
7.11 |
Koersverschillen |
0 |
pm |
pm |
pm |
pm |
pm |
pm |
B: Totaaloverzicht apparaatsuitgaven en -kosten Buitenlandse Zaken
Totaaloverzicht apparaatsuitgaven Ministerie van Buitenlandse Zaken (bedragen x EUR 1.000)
2015
2016
2017
2018
2019
2020
2021
departement (uitgaven)
723.644 730.481
679.241
658.000 644.872 643.170 643.488
Buitenlandse Zaken heeft geen baten-lastendienst of ZBO.
C: Verdeling apparaatsuitgaven naar beleid
De Minister van Financiën heeft de Kamer, in het kader van «verantwoord begroten», toegezegd de apparaatsuitgaven indicatief te verdelen over de beleidsartikelen. Omdat de apparaatsuitgaven niet specifiek toe te rekenen zijn naar beleidsartikelen kiest Buitenlandse Zaken ervoor een splitsing aan te geven naar uitgaven op het kerndepartement en op de posten. Van de totale apparaatskosten van EUR 679 miljoen in 2017 kan ca. EUR 221 miljoen toe worden gerekend aan het kerndepartement. Bij de verdeling van de kosten hieronder is het aantal fte’s per directoraat generaal als uitgangspunt genomen. Het restant (EUR 458 miljoen) zijn uitgaven die toegerekend kunnen worden aan het postennetwerk. Verder is op basis van een inventarisatie van de thematische invulling van de personele inzet in het postennetwerk een schatting gegeven van de kosten op een aantal terreinen. Deze terreinen zijn: economische diplomatie, cultuur, politiek, ontwikkelingssamenwerking, management, consulair en beheer. In onderstaande overzichten is de verdeling schematisch opgenomen.
Verdeling apparaatskosten posten EURO 458 miljoen
Verdeling apparaatskosten kernministerie EURO 221 miljoen
politiek; 71
OS; 56
management; 50
economie; 77
beheer; 128
Ambt. leiding/
bedrijfsvoering;
62
DG Internationale Samenwerking; 31
consulair; 53 cultuur; 22
Bestuursonder-steuning; 31
DG Europese
Samenwerking
(incl. consulair);
30
DG Politieke Zaken; 32
SSO-3W; 17.
DG BEB; 18
D: Taakstelling Buitenlandse Zaken (generiek en postennet)
In het regeerakkoord is afgesproken op de rijksoverheid een oplopende taakstelling op het apparaat vanaf 2016 op te nemen. Voor Buitenlandse Zaken is dit EUR 60 miljoen en daarnaast structureel EUR 40 miljoen voor het HGIS-postennet. Naar aanleiding van de motie Sjoerdsma is de taakstelling op het HGIS-postennet gehalveerd. Langs de lijnen van de Kamerbrief «Voor Nederland, Wereldwijd» is invulling gegeven aan de bezuinigingen en investeringen. Bij de behandeling van de begroting 2015 is de motie Van Ojik aangenomen. Hierin wordt de regering verzocht extra financiële middelen in te zetten voor de versterking van diplomatieke capaciteit ter bevordering van de internationale rechtsorde en vrede en veiligheid, en de economische positie van Nederland. In de Kamerbrief over de Nederlandse diplomatie is uiteengezet hoe Buitenlandse Zaken de komende jaren de slagkracht gaat versterken. De versterking vindt daar plaats waar het nodig is om de Nederlandse belangen te dienen. Dit gebeurt door inzet op de thema’s veiligheid en stabiliteit, migratie, Europese samenwerking en versterking van de economische positie van Nederland. Op deze terreinen wordt het diplomatieke netwerk, dat bestaat uit personele capaciteit op posten, bij internationale organisaties en in Den Haag, versterkt. Nederland is daarmee beter in staat om zijn rol te spelen, verantwoordelijkheid te nemen en de eigen belangen te behartigen.
Het totaal van de taakstelling is hieronder weergegeven.
(x EUR mln) |
|||||
2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
structureel |
|
Taakstelling Rutte II BZ |
0 |
22,3 |
49,7 |
60,8 |
60,8 |
Taakstelling Rutte II HGIS Postennet |
40 |
40 |
40 |
40 |
40 |
Motie Sjoerdsma HGIS postennet |
|
|
|
|
|
Motie Van Ojik intensivering |
|
|
|
|
|
Totaal |
12 |
34,3 |
53,7 |
60,8 |
60,8 |
In de begroting 2017 zijn bovengenoemde bedragen verwerkt op het budget voor apparaatsuitgaven.
E: Middelenafspraak huisvesting («huisvestingsfonds»)
Onderdeel van de invulling van de taakstelling is een structurele bezuiniging van EUR 20 miljoen op de huisvestingsuitgaven in het buitenland. Ten einde de gewenste efficiëntieslag te kunnen maken is in 2013 een huisvestingsfonds ingesteld voor de periode 2013 t/m 2021, waarin ontvangsten als gevolg van de verkoop van onroerend goed in het buitenland worden opgenomen. Ontvangsten uit de verkoop van onroerend goed in het buitenland kunnen in latere jaren worden ingezet voor investeringen die samenhangen met de voorgenomen besparingen op de huisvesting in het buitenland. Daarbij zijn de sleutelwoorden functioneel en doelmatig. Per 1 januari 2016 is EUR 31.3 miljoen beschikbaar t.b.v. voornoemde investeringen. In de eerste suppletoire begroting 2017 worden de geraamde investeringen voor 2017 toegevoegd.
BIJLAGEN
Bijlage 1: Verdiepingshoofdstuk
In het verdiepingshoofdstuk wordt informatie gegeven over de budgettaire aansluiting tussen de begroting 2016 en de begroting 2017. De mutaties t/m de eerste suppletoire begroting 2016 zijn eerder al bij de eerste suppletoire begroting 2016 toegelicht.
Artikel 1 Versterkte internationale rechtsorde en eerbiediging |
van mensenrechten |
||||||
Opbouw uitgaven (EUR 1.000) |
2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
Stand ontwerpbegroting 2016 |
113.591 |
110.221 |
109.721 |
109.721 |
109.721 |
||
mutatie nota van wijziging 2016 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
||
mutatie amendement 2016 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
||
Mutatie 1e suppletoire begroting 2016 |
460 |
260 |
260 |
260 |
260 |
||
nieuwe mutaties 2016 |
|
|
|
|
|
||
Stand ontwerpbegroting 2017 |
117.348 |
113.978 |
110.249 |
108.905 |
108.905 |
109.005 |
109.005 |
Toelichting uitgaven artikel 1
Ter invulling van de taakstelling als gevolg van de ruilvoetverslechtering wordt op het beleidsartikel versterkte internationale rechtsorde en eerbiedinging van mensenrechten de raming voor de afdracht aan de VN vanaf 2017 verlaagd met EUR 1 miljoen. Als onderdeel hiervan dient op de begroting van Buitenlandse Zaken een bedrag van EUR 5,7 miljoen structureel bezuinigd te worden.
Artikel 2 Veiligheid en stabiliteit |
|||||||
Opbouw uitgaven (EUR 1.000) |
2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
Stand ontwerpbegroting 2016 |
248.740 |
251.200 |
245.810 |
243.825 |
241.025 |
||
mutatie nota van wijziging 2016 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
||
mutatie amendement 2016 |
3.200 |
0 |
0 |
0 |
0 |
||
Mutatie 1e suppletoire begroting 2016 |
51.037 |
5.696 |
6.208 |
7.551 |
9.360 |
||
nieuwe mutaties 2016 |
|
|
|
|
|
||
Stand ontwerpbegroting 2017 |
245.493 |
301.827 |
250.598 |
246.720 |
246.078 |
245.078 |
245.087 |
Toelichting uitgaven artikel 2
Zoals toegelicht in de beleidsagenda wordt het budget voor het Veiligheidsfonds (artikel 1.2) in 2017 verhoogd met EUR 1,5 miljoen. Tevens wordt binnen het budget voor veiligheid, stabiliteit en rechtsorde (art. 2.4) EUR 3,5 miljoen geheralloceerd naar het Stabiliteitsfonds. Hier staat tegenover dat als gevolg van een verslechterde ruilvoet is besloten tot een verlaging van de uitgaven bij de departementen. Als onderdeel hiervan dient op de begroting van Buitenlandse Zaken een bedrag van EUR 5,7 miljoen structureel bezuinigd te worden. Ter invulling hiervan wordt het beleidsartikel verlaagd door de raming voor de afdracht aan de VN-crisisbeheersingsoperaties vanaf 2017 met EUR 2,1 miljoen bij te stellen.
Artikel 2 Veiligheid en stabiliteit |
|||||||
Opbouw ontvangsten (EUR 1.000) |
2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
Stand ontwerpbegroting 2016 |
1.197 |
1.212 |
1.227 |
1.242 |
1.242 |
||
mutatie nota van wijziging 2016 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
||
mutatie amendement 2016 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
||
Mutatie 1e suppletoire begroting 2016 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
||
nieuwe mutaties 2016 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
||
Stand ontwerpbegroting 2017 |
6.733 |
1.197 |
1.212 |
1.227 |
1.242 |
1.242 |
1.242 |
Artikel 3 Europese samenwerking |
|||||||
Opbouw uitgaven (EUR 1.000) |
2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
Stand ontwerpbegroting 2016 |
7.891.356 |
7.824.301 |
8.155.035 |
8.365.495 |
8.506.920 |
||
mutatie nota van wijziging 2016 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
||
mutatie amendement 2016 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
||
Mutatie 1e suppletoire begroting 2016 |
|
8.540 |
0 |
0 |
0 |
||
nieuwe mutaties 2016 |
1.151.332 |
|
566.525 |
250.478 |
262.864 |
||
Stand ontwerpbegroting 2017 |
9.086.883 |
8.522.964 |
7.756.749 |
8.721.560 |
8.615.973 |
8.769.784 |
9.020.643 |
Toelichting uitgaven artikel 3
De voorjaarsraming (Spring Forecast) 2016 van de Europese Commissie is verwerkt in de Nederlandse afdrachten. Bij de voorjaarsraming worden geen nieuwe EU-uitgaven geautoriseerd, maar worden de grondslagen voor BNI-ramingen, de BTW-ramingen en de invoerrechten geactualiseerd. Uit de Voorjaarsraming volgt een opwaartse bijstelling van de Nederlandse afdracht voor 2016 en verder. Daarnaast is de korting over de Nederlandse afdrachten over 2016 omgeboekt van de uitgavenzijde naar de niet-belastingontvangstenzijde. Omdat de ratificatie van het Eigen Middelenbesluit in alle lidstaten waarschijnlijk in het najaar van 2016 wordt afgerond, kan de korting over 2016 niet meer worden verrekend met de maandelijkse afdrachten. De korting wordt als eenmalige ontvangst aan Nederland gerestitueerd (kasontvangst), conform de ontvangst van de korting over de jaren 2014–2015, en daarom overgeboekt naar de niet-belastingontvangstenzijde. Als laatste wordt de raming van de Nederlandse afdrachten in 2017 verlaagd met ca. EUR 0,3 miljard vanwege de vertragingen die zich voordoen bij de uitvoer van de structuur- en Cohesiefondsen. Deze vertragingen blijken uit het voorstel van de Europese Commissie voor de begroting voor 2017. Er wordt verwacht dat de vertraging bij de structuur- en Cohesiefondsen in 2018 zal worden ingelopen, waardoor de betalingen voor 2017 doorschuiven naar 2018. Voor 2018 wordt derhalve de raming van de Nederlandse afdrachten verhoogd met hetzelfde bedrag (EUR 0,3 miljard).
Artikel 3 Europese samenwerking |
|||||||
Opbouw ontvangsten (EUR 1.000) |
2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
Stand ontwerpbegroting 2016 |
2.403.041 |
598.804 |
610.977 |
623.394 |
636.059 |
||
mutatie nota van wijziging 2016 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
||
mutatie amendement 2016 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
||
Mutatie 1e suppletoire begroting 2016 |
|
0 |
0 |
0 |
0 |
||
nieuwe mutaties 2016 |
1.025.273 |
42.199 |
42.843 |
43.500 |
44.170 |
||
Stand ontwerpbegroting 2017 |
717.880 |
3.414.327 |
641.003 |
653.820 |
666.894 |
680.229 |
700.631 |
Toelichting ontvangsten artikel 3
De verhoging van de ontvangsten op het artikel Europese samenwerking houdt verband met de toename van de afdrachten op invoerrechten zoals toegelicht bij de uitgaven. Dit is de vergoeding die de lidstaten van de EU ontvangen voor het innen van de invoerrechten.
Artikel 4 Consulaire belangenbehartiging en |
het internationaal uitdragen |
van Nederlandse waarden |
en belangen |
||||
Opbouw uitgaven (EUR 1.000) |
2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
Stand ontwerpbegroting 2016 |
52.703 |
46.759 |
46.764 |
46.764 |
46.764 |
||
mutatie nota van wijziging 2016 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
||
mutatie amendement 2016 |
|
0 |
0 |
0 |
0 |
||
Mutatie 1e suppletoire begroting 2016 |
947 |
2.082 |
2.299 |
1.712 |
1.712 |
||
nieuwe mutaties 2016 |
0 |
|
|
|
|
||
Stand ontwerpbegroting 2017 |
58.162 |
50.450 |
48.541 |
48.763 |
48.176 |
48.176 |
48.176 |
Artikel 4 Consulaire belangenbehartiging en |
het internationaal uitdragen |
van Nederlandse waarden |
en belangen |
||||
Opbouw ontvangsten (EUR 1.000) |
2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
Stand ontwerpbegroting 2015 |
42.090 |
42.090 |
42.090 |
42.090 |
42.090 |
||
mutatie nota van wijziging 2015 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
||
mutatie amendement 2015 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
||
Mutatie 1e suppletoire begroting 2015 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
||
nieuwe mutaties 2015 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
||
Stand ontwerpbegroting 2016 |
50.681 |
42.090 |
42.090 |
42.090 |
42.090 |
42.090 |
42.090 |
Artikel 5 Geheim |
|||||||
Opbouw uitgaven (EUR 1.000) |
2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
Stand ontwerpbegroting 2016 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
||
mutatie nota van wijziging 2016 |
|||||||
mutatie amendement 2016 |
|||||||
Mutatie 1e suppletoire begroting 2016 |
|||||||
nieuwe mutaties 2016 |
|||||||
Stand ontwerpbegroting 2017 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Artikel 6 Nominaal en onvoorzien |
|||||||
Opbouw uitgaven (EUR 1.000) |
2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
Stand ontwerpbegroting 2016 |
33.970 |
62.453 |
92.622 |
99.375 |
130.342 |
||
mutatie nota van wijziging 2016 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
||
mutatie amendement 2016 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
||
Mutatie 1e suppletoire begroting 2016 |
|
|
|
|
|
||
nieuwe mutaties 2016 |
|
|
|
1.080 |
4.178 |
||
Stand ontwerpbegroting 2017 |
2 |
|
34.158 |
85.368 |
84.084 |
121.365 |
126.223 |
Toelichting artikel 6
De mutaties zijn het gevolg van de bijstelling van de raming van het Bruto Binnenlands Product (BBP) zoals opgenomen in de Macro Economische Verkenningen van het Centraal Planbureau. Hierdoor daalt het beschikbare budget voor 2016. De verlaging voor 2017 en verder is het gevolg de invulling van de ruilvoettaakstelling. Als gevolg van het ruilvoetverlies is besloten tot een verlaging van de uitgaven bij alle departementen. Als onderdeel hiervan wordt het HGIS budget structureel met EUR 6 miljoen verlaagd.
Artikel 7 Apparaat |
|||||||
Opbouw uitgaven (EUR 1.000) |
2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
Stand ontwerpbegroting 2016 |
704.257 |
654.227 |
629.892 |
629.951 |
629.456 |
||
mutatie nota van wijziging 2016 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
||
mutatie amendement 2016 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
||
Mutatie 1e suppletoire begroting 2016 |
25.929 |
24.719 |
27.990 |
14.714 |
13.714 |
||
nieuwe mutaties 2016 |
295 |
295 |
118 |
207 |
0 |
||
Stand ontwerpbegroting 2017 |
723.644 |
730.481 |
679.241 |
658.000 |
644.872 |
643.170 |
643.488 |
Artikel 7 Apparaat |
|||||||
Opbouw ontvangsten (EUR 1.000) |
2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
Stand ontwerpbegroting 2016 |
21.450 |
21.450 |
21.450 |
21.450 |
21.450 |
||
mutatie nota van wijziging 2016 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
||
mutatie amendement 2016 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
||
Mutatie 1e suppletoire begroting 2016 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
||
nieuwe mutaties 2016 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
||
37.228 |
21.450 |
21.450 |
21.450 |
21.450 |
21.450 |
21.450 |
Bijlage 2: Moties en toezeggingen in het vergaderjaar 2015/2016
Moties |
|||
Datum |
Omschrijving |
Herkomst |
Stand van zaken |
22-09-2015 |
Motie Thieme c.s. 34 300, nr. 30: |
Algemene Politieke Beschou- |
Aan voldaan per brief ESA-60627, |
over de effecten van klimaatveran- |
wingen d.d. 17 september 2015 |
verzonden op 13 juni 2016 |
|
dering, handels- en belastingpo- |
|||
litiek en wapenleveranties op de |
|||
stabiliteit in kwetsbare landen en |
|||
regio’s |
|||
22-09-2015 |
Motie van Laar/Hachchi 34 103, |
Regeling van Werkzaamheden d.d. |
Aan voldaan per brief DVB |
nr. 5: over een analyse van de |
22 september 2015 |
NW-003, verzonden op 13 januari |
|
invulling door lidstaten van hun |
2016 |
||
wapenexportbeleid |
|||
23-09-2015 |
Motie Voortman c.s. 32 317, nr. 324: |
Debat over het Europees overleg |
Aan voldaan per brief DIE-529100, |
over pleiten voor een significante |
over het gemeenschappelijk |
verzonden op 25 september 2015 |
|
extra bijdrage vanuit de Europese |
asielbeleid d.d. 23 september 2015 |
||
Unie |
|||
06-10-2015 |
Motie van ’t Wout 33 848, nr. 19: |
VAO Waarborgen bij bevoegdhe- |
Aan voldaan per brief DIE-395462, |
over doorlichting van de Europese |
denoverdracht d.d. 6 oktober 2015 |
verzonden op 7 juli 2016 |
|
agentschappen |
|||
19-11-2015 |
Motie Van Bommel en Sjoerdsma |
Vaststelling begrotingsstaten BuZa |
Aan voldaan in AO Wapenexport- |
34 300-V, nr. 17: over gebruik van |
voor het jaar 2016 d.d. |
beleid d.d. 11 februari 2016 |
|
uit Nederland afkomstig militair |
19 november 2015 |
||
materieel in de oorlog in Jemen |
|||
19-11-2015 |
Motie Ten Broeke en Servaes |
Vaststelling begrotingsstaten BuZa |
In behandeling |
34 300-V, nr. 2120– 06-2016: over |
voor het jaar 2016 d.d.19 november |
||
een effectievere Europese aanpak |
2015 |
||
van mensensmokkel |
|||
19-11-2015 |
Gewijzigde motie van Ten Broeke |
Vaststelling begrotingsstaten BuZa |
Aan voldaan per brief DIE-707581, |
c.s. 34 300-V, nr. 22: over richt- |
voor het jaar 2016 d.d. |
verzonden op 17 december 2015 |
|
snoeren voor een etiketterings- |
19 november 2015 |
||
beleid voor de herkomst van |
|||
producten |
|||
19-11-2015 |
Motie van Knops en Sjoerdsma |
Vaststelling begrotingsstaten BuZa |
Aan voldaan per brief DEU750336/ |
34 300-V, nr. 23: over het opvoeren |
voor het jaar 2016 d.d. |
2016, verzonden op 7 januari 2016 |
|
van de druk op Turkije |
19 november 2015 |
||
19-11-2015 |
Motie van Knops 34 300-V, nr. 24: |
Vaststelling begrotingsstaten BuZa |
Aan voldaan per brief Concreti- |
over aan banden leggen van |
voor het jaar 2016 d.d. |
sering aanpak salafisme door |
|
buitenlandse financiering van |
19 november 2015 |
MinSZW, verzonden op 25 februari |
|
salafisme in Nederland |
2016, TK nr 29 614-39 |
||
19-11-2015 |
Motie Servaes en Ten Broeke |
Vaststelling begrotingsstaten BuZa |
In behandeling |
34 300-V, nr. 26: over een nieuw |
voor het jaar 2016 d.d. |
||
Nederlands Fonds voor Regionale |
19 november 2015 |
||
Partnerschappen |
|||
19-11-2015 |
Motie Servaes en Jan Vos 34 300-V, |
Vaststelling begrotingsstaten BuZa |
Aan voldaan per brief DIE-27888, |
nr. 27: over bezwaren tegen Nord |
voor het jaar 2016 d.d. |
verzonden op 15 januari 2016 |
|
Stream 2 |
19 november 2015 |
||
19-11-2015 |
Motie van Sjoerdsma en Van |
Vaststelling begrotingsstaten BuZa |
Aan voldaan per brief DVB-014/ |
Bommel 34 300-V, nr. 30: over |
voor het jaar 2016 d.d. |
2016, verzonden op 9 februari 2016 |
|
bevriezen van de tegoeden van |
19 november 2015 |
||
private financiers van IS |
Datum |
Omschrijving |
Herkomst |
Stand van zaken |
19-11-2015 |
Motie van Teeven 29 521, nr. 302: |
Vaststelling begrotingsstaten BuZa |
Aan voldaan door MinDef in brief |
over evalueren van de inzet van |
voor het jaar 2016 d.d. |
Evaluatie Nederlandse bijdrage aan |
|
zowel militair als civiel en |
19 november 2015 |
missies en operaties in 2015, op |
|
diplomatiek personeel |
18 mei 2016, TK stuk 29 521-315 |
||
19-11-2015 |
Motie Ten Broeke/Servaes 34 300-V, |
Vaststelling begrotingsstaten BuZa |
Aan voldaan in begroting |
nr. 19: over schuiven in de |
voor het jaar 2016 d.d. |
Buitenlandse Handel en Ontwikke- |
|
vrijwillige afdrachten aan |
19 november 2015 |
lingssamenwerking, hfst XVII, 2017 |
|
internationale organisaties |
|||
25-11-2015 |
Motie Verhoeven c.s. 22 112, |
VAO EU-Voorstel: Better Regulation |
Aan voldaan per brief DIE-668695, |
nr. 2022: over hanteren van het |
d.d. 24 november 2015 |
verzonden op 4 december 2015 |
|
mkb als standaard bij nieuwe |
|||
regelgeving |
|||
25-11-2015 |
Motie Verhoeven c.s. 22 112, |
VAO EU-Voorstel: Better Regulation |
Aan voldaan per brief DIE-668695, |
nr. 2023: over opnemen van |
d.d. 24 november 2015 |
verzonden op 4 december 2015 |
|
horizonbepalingen in toekomstige |
|||
EU-wetgeving |
|||
25-11-2015 |
Motie Klein 22 112, nr. 2024: over |
VAO EU-Voorstel: Better Regulation |
Aan voldaan per brief DIE-369606, |
een verplicht lobbyregister voor |
d.d. 24 november 2015 |
verzonden op 29 juni 2016 |
|
Europese instellingen |
|||
25-11-2015 |
Motie Klein 22 112, nr. 2025: over |
VAO EU-Voorstel: Better Regulation |
Aan voldaan per brief DIE-356489, |
SMART geformuleerde kwalitatieve |
d.d. 24 november 2015 |
verzonden op 4 juli 2016 |
|
doelstellingen in het pakket Betere |
|||
Regelgeving |
|||
27-11-2015 |
Motie Roemer 29 754, nr. 336: over |
Debat over aanslagen in Parijs d.d. |
Aan voldaan per brief DVB-014/ |
het afsnijden van de geldstromen |
24 november 2015 |
2016, verzonden op 9 februari 2016 |
|
naar en van IS |
|||
02-12-2015 |
Motie Sjoerdsma en Servaes |
Goedkeuring en uitvoering |
In behandeling |
33 865, nr. 9: over het overnemen |
wetgeving op Koninkrijksniveau |
||
van de Noorse positie inzake het |
van de op 10 en 11 juni 2010 te |
||
Internationaal Strafhof |
Kampala aanvaarde wijzigingen van het Statuut van Rome inzake het IS d.d. 19 november 2015 |
||
02-12-2015 |
Motie Sjoerdsma 33 865, nr. 10: |
Goedkeuring en uitvoering |
In behandeling |
over een brede ophoging van de |
wetgeving op Koninkrijksniveau |
||
Victims and Witness Unit |
van de op 10 en 11 juni 2010 te Kampala aanvaarde wijzigingen van het Statuut van Rome inzake het IS d.d. 19 november 2015 |
||
02-12-2015 |
Motie Sjoerdsma 33 865, nr. 11: |
Goedkeuring en uitvoering |
In behandeling |
over automatisch ophogen van het |
wetgeving op Koninkrijksniveau |
||
budget voor het Bureau van de |
van de op 10 en 11 juni 2010 te |
||
Aanklager |
Kampala aanvaarde wijzigingen van het Statuut van Rome inzake het IS d.d. 19 november 2015 |
||
02-12-2015 |
Motie Sjoerdsma 33 865, nr. 12: |
Goedkeuring en uitvoering |
In behandeling |
over een gemeenschappelijke |
wetgeving op Koninkrijksniveau |
||
EU-reactie bij schending van |
van de op 10 en 11 juni 2010 te |
||
afspraken met het Strafhof door |
Kampala aanvaarde wijzigingen |
||
verdragsstaten |
van het Statuut van Rome inzake het IS d.d. 19 november 2015 |
||
02-12-2015 |
Motie Servaes en Sjoerdsma |
Goedkeuring en uitvoering |
Aan voldaan per brief |
33 865, nr. 13: over het behouden |
wetgeving op Koninkrijksniveau |
DMM-712174, verzonden op |
|
van draagvlak voor het Internati- |
van de op 10 en 11 juni 2010 te |
27 januari 2016 |
|
onaal Strafhof |
Kampala aanvaarde wijzigingen van het Statuut van Rome inzake het IS d.d. 19 november 2015 |
Datum |
Omschrijving |
Herkomst |
Stand van zaken |
02-12-2015 |
Motie Ten Broeke/Servaes 34 300-V, |
Vaststelling van de begrotingsstaat |
Aan voldaan per brief |
nr. 20: over zachte leningen en |
van BuHa-OS (XVII) voor het jaar |
DMM-163703, verzonden op |
|
handelspreferenties voor eerste |
2016 d.d. 26 november 2015 |
31 maart 2016 |
|
opvanglanden |
|||
16-12-2015 |
Motie Maij en Grashoff 34 166, |
Notaoverleg over de Staat van de |
In behandeling |
nr. 25: over de verplichting voor |
Europese Unie d.d. 7 december |
||
multinationale ondernemingen om |
2015 |
||
per land te rapporteren |
|||
16-12-2015 |
Motie Maij en Verhoeven34 166, |
Notaoverleg over de Staat van de |
Aan voldaan per brief DEU-85713/ |
nr. 26: over het verbeteren van |
Europese Unie d.d. 7 december |
2016, verzonden op 6 januari 2016 |
|
persvrijheid in Turkije |
2015 |
||
16-12-2015 |
Motie Van Bommel en Gesthuizen |
Notaoverleg over de Staat van de |
Aan voldaan door StasV&J door |
34 166, nr. 27: over ratificeren door |
Europese Unie d.d. 7 december |
antwoorden Kamervragen over |
|
Turkije van het |
2015 |
detentie en deportatie van |
|
VN-Vluchtelingenverdrag |
vluchtelingen in Turkije, verzonden op 18 januari 2016, 2016D01636 |
||
16-12-2015 |
Motie Omtzigt 34 166, nr. 31: over |
Notaoverleg over de Staat van de |
Aan voldaan per brief DIE-395462, |
een verslag van de resultaten van |
Europese Unie d.d. 7 december |
verzonden op 7 juli 2016 |
|
het Nederlandse voorzitterschap in |
2015 |
||
het derde kwartaal 2016 |
|||
16-12-2015 |
Motie Verhoeven en Grashoff |
Notaoverleg over de Staat van de |
Aan voldaan per brief verzonden |
34 166, nr. 33: over de positie die |
Europese Unie d.d. 7 december |
door MinV&J op 26 januari 2016 |
|
Nederland inneemt over Passenger |
2015 |
||
Name Records |
|||
16-12-2015 |
Motie Voordewind 21 501-20, |
Stemmingen d.d. 15 december |
Aan voldaan per brief DIE-12800/ |
nr. 1060: over de financiële steun |
2015 ingediend bij het debat over |
2016, verzonden op 11 januari 2016 |
|
gedeeltelijk toekennen aan ngo’s |
de EU-Turkije top op 29 november 2015 |
||
16-12-2015 |
Motie Voordewind c.s. 21 501-20, |
Debat over de Europese Top van 17 |
Aan voldaan door MinV&J met |
nr. 1068: over geen onomkeerbare |
en 18 december 2015 d.d. |
Verslag Schriftelijk Overleg |
|
stappen bij de overdracht van |
15 december 2015 |
Europees Grensbeheer en |
|
bevoegdheden |
Migratiebeheer, TK stuk 34 370 nr. 3 |
||
16-12-2015 |
Motie Omtzigt en Keijzer 21 501-20, |
Debat over de Europese Top van 17 |
Aan voldaan door MinV&J met |
nr. 1070: over informatie vooraf |
en 18 december 2015 d.d. |
Kamerbrief Kabinetsappreciatie |
|
over de plannen voor verdeling |
15 december 2015 |
maatregelen Commissie d.d. |
|
van vluchtelingen |
15 december 2015 |
||
11-02-2016 |
Motie Ten Broeke 27 925, nr. 572: |
Debat over de Nederlandse |
Aan voldaan door V&J en SZW in |
over schrappen van activiteiten in |
bijdrage aan de strijd tegen ISIS, |
brief over voortgang Actiepro- |
|
het kader van deradicalisering |
d.d. 10 februari 2016 |
gramma Integrale Aanpak Jihadisme, verzonden op 16 maart 2016 |
|
11-02-2016 |
Motie Van Bommel c.s. 27 925, |
Debat over de Nederlandse |
Aan voldaan per brief DVB-081, |
nr. 582: over de humanitaire |
bijdrage aan de strijd tegen ISIS, |
verzonden op 29 april 2016 |
|
toegang in Syrië |
d.d. 10 februari 2016 |
||
11-02-2016 |
Motie Knops c.s. 27 925, nr. 574: |
Debat over de Nederlandse |
In behandeling |
over hulp via christelijke hulporga- |
bijdrage aan de strijd tegen ISIS, |
||
nisaties aan christenen in Irak en |
d.d. 10 februari 2016 |
||
Syrië |
|||
11-02-2016 |
Motie Sjoerdsma c.s. 27 925, |
Debat over de Nederlandse |
Aan voldaan per brief DVB-081, |
nr. 576: over inzet regering in |
bijdrage aan de strijd tegen ISIS, |
verzonden op 29 april 2016 |
|
internationale coalitie voor grotere |
d.d. 10 februari 2016 |
||
transparantie en betere verant- |
|||
woording |
Datum |
Omschrijving |
Herkomst |
Stand van zaken |
11-02-2016 |
Motie Voordewind c.s. 27 925, |
Debat over de Nederlandse |
Aan voldaan per brief DVB-081, |
nr. 577: over betrekken van de |
bijdrage aan de strijd tegen ISIS, |
verzonden op 29 april 2016 |
|
Syrian Democratic Council bij de |
d.d. 10 februari 2016 |
||
informele dialogen in Genève |
|||
23-02-2016 |
Motie Bisschop en Van Haersma |
Debat Europese Top van 18 en |
In behandeling |
Buma 21 501-20, nr. 1088: over |
19 februari 2016 d.d. 17 februari |
||
adequate mogelijkheden voor |
2016 |
||
begeleide terugkeer van vreemde- |
|||
lingen en het voorkomen van |
|||
verdwijnen in de illegaliteit |
|||
23-02-2016 |
Motie Voordewind c.s. 21 501-20, |
Debat Europese Top van 18 en |
Aan voldaan per brief DIE-90965, |
nr. 1082: over het waarborgmacha- |
19 februari 2016 d.d. 17 februari |
verzonden op 26 februari 2016 |
|
nisme van toepassing laten zijn op |
2016 |
||
alle EU-lidstaten |
|||
23-02-2016 |
Motie Maij 21 501-20, nr. 1090: over |
Debat Europese Top van 18 en |
Aan voldaan per brief DIE-90965, |
de strijd tegen arbeidsuitbuiting |
19 februari 2016 d.d. 17 februari |
verzonden op 26 februari 2016 |
|
inbrengen in de onderhandelingen |
2016 |
||
met de Britten |
|||
23-02-2016 |
Motie Verhoeven 21 501-20, |
Debat Europese Top van 18 en |
In behandeling |
nr. 1098: over partnerschappen met |
19 februari 2016 d.d. 17 februari |
||
Jordanië, Irak en Libanon |
2016 |
||
23-02-2016 |
Motie Samsom en Zijlstra |
Debat Europese Top van 18 en |
Aan voldaan per brief DIE-163988 |
21 501-20, nr. 1104: over onder- |
19 februari 2016 d.d. 17 februari |
verzonden op 21 maart 2016 |
|
steuning bij de opvang van |
2016 |
||
vluchtelingen in Griekenland en de |
|||
uitvoering van de terugnameaf- |
|||
spraken |
|||
23-02-2016 |
Motie Klaver en Roemer 21 501-20, |
Debat Europese Top van 18 en |
Aan voldaan per brief DIE-18894, |
nr. 1105: over voldoen door Turkije |
19 februari 2016 d.d. 17 februari |
verzonden op 17 mei 2016 |
|
aan de materiële criteria van het |
2016 |
||
Vluchtelingenverdrag |
|||
23-02-2016 |
Motie Klaver 21 501-20, nr. 1106: |
Debat Europese Top van 18 en |
Aan voldaan per brief DIE-163988 |
over een noodplan voor de |
19 februari 2016 d.d. 17 februari |
verzonden op 21 maart 2016 |
|
crisissituatie in Idomeni |
2016 |
||
23-02-2016 |
Motie Voordewind c.s. 21 501-20, |
Debat Europese Top van 18 en |
Aan voldaan per brief DIE-CPK- |
nr. 1118: over toezicht van de |
19 februari 2016 d.d. 17 februari |
230028, verzonden op 26 april 2016 |
|
UNHCR op de naleving van het |
2016 |
||
Vluchtelingenverdrag |
|||
23-02-2016 |
Motie Verhoeven en Klaver |
Debat Europese Top van 18 en |
Aan voldaan per brief DIE-163988 |
21 501-20-1097, nr. 1097: over geen |
19 februari 2016 d.d. 17 februari |
verzonden op 21 maart 2016 |
|
versoepeling van de Kopenhagen- |
2016 |
||
criteria en vereisten voor visumli- |
|||
beralisatie |
|||
08-03-2016 |
Motie Omtzigt 33 997, nr. 73: over |
Regeling van Werkzaamheden d.d. |
Aan voldaan per brief MinV&J |
een speciaal MH17 archief |
8 maart 2016 |
767674, verzonden op 3 juni 2016 |
|
15-03-2016 |
Motie Servaes 22 054, nr. 273: over |
VAO Wapenexportbeleid d.d. |
Aan voldaan per brief DVB-369435, |
strikte toepassing van het |
8 maart 2016 |
verzonden op 7 juli 2016 |
|
wapenexportbeleid |
|||
17-05-2016 |
Motie Sjoerdsma en Van Bommel |
Burgerinitiatief «Teken tegen |
Aan voldaan per brief DVB-360/ |
34 419, nr. 9: over inzage in de |
kernwapens» d.d. 28 april 2016 |
2016, verzonden op 4 juli 2016 |
|
bilaterale verdragen tussen de VS |
|||
en Nederland |
Datum |
Omschrijving |
Herkomst |
Stand van zaken |
17-05-2016 |
Motie Sjoerdsma en Servaes |
Burgerinitiatief «Teken tegen |
Aan voldaan per brief DVB-360/ |
34 419, nr. 10: over een impuls aan |
kernwapens» d.d. 28 april 2016 |
2016, verzonden op 4 juli 2016 |
|
wereldwijde nucleaire ontwa- |
|||
pening |
|||
17-05-2016 |
Motie Servaes c.s. 34 419, nr. 11: |
Burgerinitiatief «Teken tegen |
Aan voldaan per brief DVB-351/ |
over doeltreffende maatregelen om |
kernwapens» d.d 28 april 2016 |
2016, verzonden op 23 mei 2016 |
|
te komen tot een kernwapenvrije |
|||
wereld |
|||
17-05-2016 |
Motie Voordewind 34 419, nr. 12: |
Burgerinitiatief «Teken tegen |
Aan voldaan per brief DVB-360/ |
over het gefaseerd afstoten van de |
kernwapens» d.d. 28 april 2016 |
2016, verzonden op 4 juli 2016 |
|
Nederlandse kernwapentaak |
|||
24-05-2016 |
Motie Voordewind 34 300-V, nr. 63: |
Debat over de arrestatie van een |
Aan voldaan per brief DIE-163991, |
over niet akkoord gaan met de |
Nederlandse columniste in Turkije |
verzonden op 21 maart 2016 |
|
visumlibelarisatie |
d.d. 18 mei 2016 |
||
09-06-2016 |
Motie Ten Broeke en Van Bommel |
VAO Midden-Oosten vredespolitiek |
In behandeling |
23 432, nr. 424: over de herkomst- |
(AO d.d. 26/05) d.d. 9 juni 2016 |
||
aanduiding van producten |
|||
afkomstig uit de door Marokko |
|||
bezette Westelijke Sahara |
|||
09-06-2016 |
Motie Sjoerdsma c.s. 23 432, |
VAO Midden-Oosten vredespolitiek |
In behandeling |
nr. 425: over steun aan mensen- |
(AO d.d. 26/05) d.d. 9 juni 2016 |
||
rechtenorganisaties in Israël |
|||
09-06-2016 |
Motie Voordewind c.s. 23 432, |
VAO Midden-Oosten vredespolitiek |
In behandeling |
nr. 432: over een einde maken aan |
(AO d.d. 26/05) d.d. 9 juni 2016 |
||
het overmaken van geld aan |
|||
veroordeelde Palestijnen |
|||
09-06-2016 |
Motie Servaes c.s. 32 432, nr. 434: |
VAO Midden-Oosten vredespolitiek |
In behandeling |
over constructieve deelname aan |
(AO d.d. 26/05) d.d. 9 juni 2016 |
||
vredesbesprekingen |
|||
09-06-2016 |
Motie (gewijzigd) Van der Staaij |
VAO Midden-Oosten vredespolitiek |
Aan voldaan per brief |
c.s. 23 432, nr. 430: over beëin- |
(AO d.d. 26/05) d.d. 9 juni 2016 |
DAM-2016Z12037, verzonden op |
|
digen van de directe en indirecte |
7 juli 2016 |
||
financiering van organisaties die |
|||
een boycot van Israël nastreven |
|||
06-07-2016 |
Motie Bosman 29 653, nr. 26 over |
Debat uitslag verkiezingen |
Overgenomen door MinBZK |
verbetering van asielwetgeving op |
Venezuela 30 juni 2016 |
||
Curacao |
|||
06-07-2016 |
Motie Azmani-Sjoerdsma 22 831, |
Debat over de invloed van Eritrea |
In behandeling |
nr. 109 over belastingheffing en de |
in Nederland 30 juni 2016 |
||
misstanden daaromheen een halt |
|||
toeroepen |
|||
06-07-2016 |
Motie Sjoerdsma/Azmani 22 831, |
Debat over de invloed van Eritrea |
In behandeling |
nr. 112 over 200 miljoen van de EU |
in Nederland 30 juni 2016 |
||
inzetten voor opvang van Eritrese |
|||
vluchtelingen in de regio |
|||
06-07-2016 |
Motie Sjoerdsma/Azmani 22 831, |
Debat over de invloed van Eritrea |
Aan voldaan tijdens AO ISIS d.d. |
nr. 113 over al-Shabaab op de |
in Nederland 30 juni 2016 |
7 juli 2016 |
|
nationale en Europese terreurlijst |
|||
laten plaatsen |
|||
06-07-2016 |
Motie Voortman 22 831, nr. 114 |
Debat over de invloed van Eritrea |
In behandeling |
over het VN-rapport over mensen- |
in Nederland 30 juni 2016 |
||
rechten in Eritrea in de Veilig- |
|||
heidsraad aanhangig maken |
Datum |
Omschrijving |
Herkomst |
Stand van zaken |
06-07-2016 |
Motie Knops/Azmani 22 831, |
Debat over de invloed van Eritrea |
In behandeling |
nr. 117 over maatregelen tegen de |
in Nederland 30 juni 2016 |
||
Eritrese diasporataks |
|||
06-07-2016 |
Motie Karabulut 22 831, nr. 19 |
Debat over de invloed van Eritrea |
In behandeling |
over onderzoek naar aard en |
in Nederland 30 juni 2016 |
||
omvang van de diasporabelasting |
|||
06-07-2016 |
Motie Voordewind/Van Laar 22 831, |
Debat over de invloed van Eritrea |
In behandeling |
nr. 120 over bevriezing van de |
in Nederland 30 juni 2016 |
||
bijdrage aan Eritrea ten gunste van |
|||
ngo’s |
|||
07-07-2016 |
Motie Voordewind c.s. 21 501-20, |
Debat over de uitkomsten van de |
In behandeling |
nr. 1130 over hervormingen op het |
Europese Top van 28 en 29 juni |
||
terrein van soevereiniteit |
2016 |
||
07-07-2016 |
Motie Omtzigt c.s. 21 501-20, |
Debat over de uitkomsten van de |
In behandeling |
nr. 1135 over |
Europese Top van 28 en 29 juni |
||
EU-hervormingsagenda op papier |
2016 |
||
zetten |
Toezeggingen |
|||
Datum |
Omschrijving |
Herkomst |
Stand van zaken |
09-09-2015 |
Minister zal alle instrumenten voor |
AO Suriname d.d. 9 september |
In behandeling |
economische samenwerking |
2015 |
||
Nederland-Suriname in kaart |
|||
brengen en de Kamer hierover |
|||
informeren in de brief over de |
|||
evaluatie van de Twinning faciliteit |
|||
09-09-2015 |
Minister zal nog kijken naar de |
AO Suriname d.d. 9 september |
Aan voldaan per brief DWH-69365, |
beperking voor Surinaamse |
2015 |
verzonden op 17 februari 2016 |
|
studenten om meer dan 10 uur per |
|||
week te mogen werken |
|||
09-09-2015 |
Minister bekijkt de door het lid Ten |
AO Suriname d.d. 9 september |
Aan voldaan |
Broeke aangedragen kwestie van |
2015 |
||
erkenning van diploma’s voor |
|||
artsen |
|||
10-09-2015 |
Minister voor BuHa-OS zal de |
AO Mali MINUSMA d.d. |
Aan voldaan per brief DVB-234/ |
Kamer in de volgende voortgangs- |
10 september 2015 |
2015, verzonden op 18 december |
|
rapportage informeren over |
2015 |
||
gebruik inlichtingencapaciteit voor |
|||
aanpak mensensmokkel |
|||
10-09-2015 |
Minister voor BuHa-OS zal de |
AO Mali MINUSMA d.d. |
In behandeling |
Kamer in de volgende voortgangs- |
10 september 2015 |
||
rapportage informeren over update |
|||
van actuele situatie economische |
|||
opbouw Mali en de hulpmiddelen. |
|||
En informatie over ter beschikking |
|||
gestelde humanitaire hulp aan Mali |
|||
10-09-2015 |
Resultaatrapportage over |
AO Mali MINUSMA d.d. |
Aan voldaan per brief |
speerpunten 2014 wordt |
10 september 2015 |
BIS-573896/15, verzonden op |
|
binnenkort aan de Kamer gestuurd, |
5 november 2015 |
||
met ook informatie over resultaten |
|||
rechtstaatprogramma Mali |
Datum |
Omschrijving |
Herkomst |
Stand van zaken |
07-10-2015 |
De Kamer nader informeren over |
Brief DKP-2015/723 d.d. |
Aan voldaan per brief DKP-1071, |
de wijze waarop het Kabinet de |
8 september aan de TK |
verzonden op 15 januari 2016 |
|
kwestie van (verkeers)overtre- |
|||
dingen door personen met |
|||
diplomaiteke immuniteit wil |
|||
benaderen. |
|||
09-10-2015 |
Minister zegt toe de Kamer een |
AO RAZ d.d. 8 oktober 2015 |
Aan voldaan, technische briefing |
technische briefing over het Five |
vond plaats op 12 november 2015 |
||
Presidents» Report aan te bieden, |
|||
samen met het Ministerie van |
|||
Financiën |
|||
14-10-2015 |
Minister zegt toe bij Raadsvz. Lux. |
AO RAZ d.d. 8 oktober 2015 |
Aan voldaan per brief DIE-576873 |
navraag te doen over verdere |
verslag RAZ, verzonden op |
||
procedurele behandeling van het |
22 oktober 2015 |
||
initiatief van NL e.a. mbt de |
|||
trilogen en transparantie in dat |
|||
kader, en komt hier in het verslag |
|||
van de RAZ op terug |
|||
14-10-2015 |
Indien de referendumaanvraag |
AO RAZ d.d. 8 oktober 2015 |
Aan voldaan per brief |
over het EU-Oekraïneverdrag |
DIE-207810/16, verzonden op |
||
ontvankelijk wordt verklaard, zal de |
12 april 2016 |
||
Minister tijdig een reactie aan de |
|||
Kamer toezenden. |
|||
09-11-2015 |
Minister zegt toe voor |
AO Betere regelgeving d.d. |
Aan voldaan per brief |
11 november bij de Kamer in een |
4 november 2015 |
DIE-630620/15, verzonden op |
|
brief terug te komen op de vraag |
12 november 2015 |
||
hoe in toekomstige EU wetgeving |
|||
gebruik kan worden gemaakt van |
|||
horizonbepalingen die de uiterste |
|||
houdbaarheid van de wetgeving |
|||
aangeven |
|||
09-11-2015 |
Minister zegt toe dat hij met de |
AO Betere regelgeving d.d. |
Aan voldaan per brief DIE-714407, |
Europese Commissie zal opnemen |
4 november 2015 |
verzonden op 18 december 2015 |
|
of deze een volledig register kan |
|||
maken voor delegatie en uitvoe- |
|||
ringshandelingen en de Kamer |
|||
daarover voor 18 november per |
|||
brief te rapporteren |
|||
09-11-2015 |
De Kamer ontvangt een brief over |
AO Evaluatie militaire operaties |
Aan voldaan per brief DVB-117/ |
de lopende onderzoeken naar de |
d.d. 4 november 2015 |
2016, verzonden op 4 juli 2016 |
|
EULEX missie in Kosovo, als daar |
|||
aanleiding toe is |
|||
09-11-2015 |
De Kamer ontvangt bij het |
AO Evaluatie militaire operaties |
Overgenomen door MinDef |
jaarverslag 2015 inzicht in de |
d.d. 4 november 2015 |
||
nationale inzet van militairen en de |
|||
ontwikkelingen door de jaren heen |
|||
09-11-2015 |
Minister informeert de Kamer over |
AO NPV d.d. 4 november 2015 |
Aan voldaan per brief DVB-664, |
ontwikkelingen in het sanctie- |
verzonden op 13 januari 2016 |
||
comité n.a.v. Iraanse rakettest |
|||
09-11-2015 |
Minister BuZa zal Minister BuHa-Os |
AO Jemen d.d. 4 november 2015 |
Aan voldaan per brief DAM-74625, |
vragen om de Kamer een overzicht |
verzonden op 26 januari 2016 |
||
te sturen van bestedingen van |
|||
Nederlandse hulpgelden voor |
|||
Jemen en de consequenties voor |
|||
de humanitaire hulp aan Jemen. |
Datum |
Omschrijving |
Herkomst |
Stand van zaken |
09-11-2015 |
Minister zal de Kamer informeren |
AO Jemen d.d. 4 november 2015 |
Aan voldaan per brief IMH-657074/ |
over stappen die het kabinet neemt |
2015, verzonden op 2 december |
||
op basis van OESO-richtlijnen en |
2015. |
||
MVO-beleid in de richting van |
|||
Nederlandse instellingen volgens |
|||
recent rapport van Amnesty |
|||
International investeren in |
|||
bedrijven die clustermunitie |
|||
produceren |
|||
26-11-2015 |
Minister zegt toe in verslag aan de |
AO NAVO d.d. 25 november 2015 |
Aan voldaan per brief DVB-194/ |
Kamer over de NAVO BZ Ministe- |
2015, verzonden op 16 december |
||
riele zal passage worden |
2015 |
||
opgenomen over discussie rondom |
|||
hybride dreigingen |
|||
02-12-2015 |
De Kamer informeren over hoe |
Vragenuurtje d.d. 1 december 2015 |
Aan voldaan per brief |
vaak de Saoedische ambassadeur |
DAM-161735/2016, verzonden op |
||
is ontboden |
16 maart 2016 |
||
04-12-2015 |
Indien het kabinet naar aanleidng |
AO Ned. bijdrage aan strijd tegen |
Aan voldaan per brief DVB-247/15, |
van Amerikaans verzoek besluit tot |
ISIS d.d. 3 december 2015 |
verzonden op 11 december 2015 |
|
onderzoek naar mogelijkheid en |
|||
wenselijkheid van Ned. bijdrage |
|||
aan strijd tegen ISIS in Syrië |
|||
ontvangt de Kamer een notificatie- |
|||
brief. |
|||
04-12-2015 |
Kamer ontvangt informatie over |
AO Ned. bijdrage aan strijd tegen |
Aan voldaan per brief DVB/CV- |
uitkomst gesprekken met Duitsland |
ISIS d.d. 3 december 2015 |
027/16, verzonden op 6 februari |
|
over eventuele levering van militair |
2016 |
||
materieel aan Iraakse Peshmerga’s. |
|||
14-12-2015 |
Kamer informeren over 1 Syrische |
AO Uitbreiding d.d. 9 december |
Aan voldaan per brief DIE-714308 |
vluchteling die volgens Amnesty |
2015 |
verzonden op 17 december 2015 |
|
Int. al negen maanden op een |
|||
Turks vliegveld in detentie zit. |
|||
14-12-2015 |
Kamer de voortgangsrapportage |
AO Uitbreiding d.d. 9 december |
Aan voldaan per brief DIE-706842, |
van de Roadmap visumliberalisatie |
2015 |
verzonden op 21 december 2015 |
|
Turkije met een kabinetsappreciatie |
|||
aan de Kamer toesturen, nadat |
|||
deze is gepresenteerd. |
|||
05-02-2016 |
Toezegging VNVR resolutie 2166 |
Plenair debat radarbeelden MH17 |
Aan voldaan per brief DVB/VD-156, |
(MH17) opnieuw onder de |
d.d. 4 februari 2016 |
verzonden op 25 juli 2016 |
|
aandacht brengen van RF en OEK |
|||
en terugkoppelen aan Kamer |
|||
12-02-2016 |
Minister zegt toe uitgebreid |
AO RAZ d.d. 10 februari 2016 |
Aan voldaan per brief DIE-69176, |
overzicht met appreciatie van de |
verzonden op 13 februari 2016 |
||
voorstellen tav het VK toe te |
|||
zenden, incl. de status van de |
|||
voorstellen onafhankelijk van de |
|||
uitkomst van het referendum, |
|||
Kamerbrief ruim voor plenaire |
|||
debat voor de ER, onderdeel vd GA |
|||
12-02-2016 |
Minister zegt Kamerbrief toe over |
AO RAZ d.d. 10 februari 2016 |
Aan voldaan per brief DIE-213263, |
de stapsgewijze invulling van de |
verzonden op 21 april 2016 |
||
«rule of law-dialoog», voorafgaand |
|||
aan de Raad Algemene Zaken d.d. |
|||
24 mei 2016. |
Datum |
Omschrijving |
Herkomst |
Stand van zaken |
04-03-2016 |
Toezegging om reactie op rapport |
Dertigledendebat Financiering van |
In behandeling |
Gatestone Institute over steun |
terrorisme vanuit Qatar d.d. |
||
vanuit Qatar aan religieuze |
3 maart 2016 |
||
groeperingen in Mali. |
|||
04-03-2016 |
Toezegging om in voortgangsrap- |
Dertigledendebat Financiering van |
Aan voldaan per brief DVB-081/ |
portage ISIS in te gaan op de |
terrorisme vanuit Qatar d.d. |
2016, verzonden op 29 april 2016. |
|
bestrijding van terrorismefinan- |
3 maart 2016 |
||
ciering |
|||
08-03-2016 |
EK – Minister zegt toe te |
EK Debat Algemene Europese |
In behandeling |
overwegen of bijkomende inzet |
Beschouwingen d.d. 8 maart 2016 |
||
van de regering voor de |
|||
versterking van de rechtsstaat in |
|||
Turkije in het Comite van Ministers |
|||
van de RvE nodig is. |
|||
08-03-2016 |
EK – Minister zegt toe een lijst van |
EK Debat Algemene Europese |
Aan voldaan per brief DIE-202160, |
maatregelen voor Tunesië vanuit |
Beschouwingen d.d. 8 maart 2016 |
verzonden op 22 april 2016 |
|
Europa, en eventueel aanvullend |
|||
vanuit Nederland, de Kamer te |
|||
doen toekomen |
|||
08-03-2016 |
EK – Minister zegt de Kamer toe |
EK Debat Algemene Europese |
In behandeling |
open te staan voor een top over de |
Beschouwingen d.d. 8 maart 2016 |
||
toekomst van de Raad van Europa |
|||
08-03-2016 |
EK – Minister zegt toe dat de |
EK Debat Algemene Europese |
In behandeling |
eventuele toegang tot limitedocu- |
Beschouwingen d.d. 8 maart 2016 |
||
menten voor deskundigen |
|||
betrokken zal worden bij de |
|||
evaluatie in Raadsverband van de |
|||
werkwijze van de Raad n.a.v. het |
|||
arrest Access Info Europe. |
|||
08-03-2016 |
EK – Minister zegt toe erop aan te |
EK Debat Algemene Europese |
In behandeling |
dringen dat de evaluatie van de |
Beschouwingen d.d. 8 maart 2016 |
||
werkwijze van de Raad n.a.v. het |
|||
arrest Access Info Europe in de |
|||
komende maanden in Raads- |
|||
verband aan de orde wordt |
|||
gesteld. |
|||
05-04-2016 |
Minister zegt toe de Kamer indien |
Vragenuur d.d. 5 april 2016 |
Aan voldaan per brief DIE-4630, |
nodig via Geannoteerde Agenda’s |
verzonden op 30 mei 2016 |
||
te informeren over de vorderingen |
|||
van monitoring door de Europese |
|||
Commissie van de situatie van |
|||
vluchtelingen in Turkije |
|||
29-04-2016 |
Kamer informeren over het verloop |
Debat Burgerinitiatief «Teken tegen |
Aan voldaan per brief DVB-351/ |
van de 2e sessie (2-13 mei) van |
kernwapens» d.d. 28 april 2016 |
2016, verzonden op 23 mei 2016 |
|
Open Ended Working Group over |
|||
nucleaire ontwapening in Geneve |
|||
en Ned. inzet conform motie |
|||
Servaes |
|||
18-05-2016 |
Minister informeert de Kamer via |
AO RAZ d.d. 18 mei 2016 |
Aan voldaan per brief DIE-4630, |
het verslag van de Raad Algemene |
verzonden op 30 mei 2016 |
||
Zaken van 24 mei 2016 over de |
|||
toezeggingen die gedaan zijn door |
|||
de lidstaten inzake hotspots en |
|||
aantallen hervestigingen |
Datum |
Omschrijving |
Herkomst |
Stand van zaken |
18-05-2016 |
Minister informeert de Kamer via |
AO RAZ d.d. 18 mei 2016 |
Aan voldaan per brief DIE-4630, |
het verslag van de Raad Algemene |
verzonden op 30 mei 2016 |
||
Zaken van 24 mei 2016 over de |
|||
uitkomsten van het onderzoek van |
|||
de UNCHR naar berichten over het |
|||
schieten op vluchtelingen door |
|||
Turkije en andere gerelateerde |
|||
ernstige mensenrechtenschen- |
|||
dingen |
|||
31-05-2015 |
EK – Minister zegt toe de Kamer |
EK Internatioale Veiligheidsstra- |
In behandeling |
per brief nader in te lichten over de |
tegie (333.694) |
||
CBRN (Chemische, Biologisch, |
|||
Radiologisch, Nucleair). |
|||
09-06-2016 |
Toezegging Minister om voor het |
AO RAZ d.d. 9 juni 2016 |
Aan voldaan per brief DIE-367816, |
overleg over de Europese Raad |
verzonden op 27 juni 2016 |
||
d.d. 28-29 juni 2016 de kabinetsap- |
|||
preciatie van de uitslag van het |
|||
Britse referendum aan de Kamer |
|||
toe te zenden dan wel op te nemen |
|||
in GA |
|||
09-06-2016 |
Toezegging Minister om voor het |
AO RAZ d.d. 9 juni 2016 |
Aan voldaan per brief DIE-328530, |
overleg over de Europese Raad |
verzonden op 23 juni 2016 |
||
d.d. 28-29 juni 2016, de |
|||
kabinetsinzet ten aanzien van TTIP, |
|||
mits dit onderwerp op de agenda |
|||
van de ER wordt geplaatst, aan de |
|||
Kamer toe te zenden dan wel op te |
|||
nemen in de GA |
|||
09-06-2016 |
Toezegging Minister om voor het |
AO RAZ d.d. 9 juni 2016 |
Aan voldaan per brief DIE-367816, |
overleg over de Europese Raad |
verzonden op 27 juni 2016 |
||
d.d. 28-29 juni 2016 een grove |
|||
schets (bij wijze van eerste |
|||
appreciatie) van de Nederlandse |
|||
inzet ten aanzien van de Europese |
|||
migratievoorstellen |
|||
09-06-2016 |
Toezegging Minister om de implementatie van de uitspraak van het EUHvJ getiteld «Access Info Europe» opnieuw aan de orde te stellen in de RAZ en hiervan terugkoppeling te geven in het verslag van deze RAZ |
AO RAZ d.d. 9 juni 2016 |
In behandeling |
09-06-2016 |
Toezegging Minister om in een |
Plenair debat Rijksvisumwet d.d. |
Aan voldaan per brief DWH-0906/ |
brief een oordeel te vellen over de |
9 juni 2016 |
2016, verzonden op 14 juni 2016 |
|
gewijzigde Motie Ten Broeke |
|||
(Rijksvisumwet) |
|||
09-06-2016 |
Toezegging Minister inzake regels |
AO RBZ d.d. 9 juni 2016 |
Aan voldaan per brief DIE-356155, |
en procedures m.b.t. EOF-projecten |
verzonden per op 27 juni 2016. |
||
in Eritrea en projecten in Eritrea in |
|||
het kader van het migratiepakket |
|||
van de Europese Commissie |
|||
01-07-2016 |
Toezegging Minister inzake |
Debat Venezuela 30 juni 2016 |
Aan voldaan per brief DWH- |
schriftelijke beantwoording n.a.v. |
30-06-2016 TK PD VE, verzonden |
||
vragen over ConocoPhilips |
op 20 juli 2016 |
||
01-07-2016 |
Toezegging Minister inzake |
Debat Eritrea 30 juni 2016 |
Aan voldaan per brief DAF-30- |
toelichting TK Al-Shabaab op |
06-2016 TK DAF PD verzonden op |
||
terreurlijsten |
4 juli 2016 |
Datum |
Omschrijving |
Herkomst |
Stand van zaken |
07-07-2016 |
Toezegging Minister en Minister |
NAVO Top van 8 en 9 juli 2016 d.d. |
In behandeling |
van Defensie versturen kamerbrief |
6 juli 2016 |
||
inzake missies in EU, NAVO, VN en |
|||
ander verband waar NL aan |
|||
bijdraagt, alsmede internationale |
|||
veiligheidsstrategie |
|||
07-07-2016 |
Toezegging Minister om met de VS te overleggen over de mogelijkheden voor bonafide organisaties om geld over te maken aan organisaties in Syrie voor louter humanitaire hulpverlening |
AO Strijd tegen ISIS d.d. 7 juli 2016 |
In behandeling |
07-07-2016 |
Toezegging Minister om tijdens de bijeenkomst van de anti-ISIS coalitie op 21 juli in Washington het belang uit te dragen van een lange termijn stabilisatie strategie voor op ISIS heroverde gebieden in Irak |
AO Strijd tegen ISIS d.d. 7 juli 2016 |
In behandeling |
08-07-2016 |
Toezegging Minister en Minister van Defensie Kamer tussentijds te informeren over stavaza terug-keersfspraken met Somalië t.a.v. piraten die hun straf in NL hebben uitgezeten |
AO Piraterij d.d. 6 juli 2016 |
In behandeling |
08-07-2016 |
Toezegging Minister en Minister van Defensie Kamer tusssentijds informeren over het Operationele Plan van EUNAVFOR Atlanta (MinDEF) |
AO Piraterij d.d. 6 juli 2016 |
In behandeling |
08-07-2016 |
Toezegging Minister en Minister van Defensie Kamer tussentijds informeren over staat van Somalische kustwacht |
AO Piraterij d.d. 6 juli 2016 |
In behandeling |
08-07-2016 |
Toezegging Minister Kamer te |
Debat invloed van Eritrea in |
In behandeling |
informeren, zoveel mogelijk |
Nederland d.d. 30 juni 2016 |
||
voorafgaand aan besluitvorming |
|||
over het geven van tranches |
|||
binnen de 200 miljoen |
|||
08-07-2016 |
Toezegging Minister opnieuw aan |
Debat invloed van Eritrea in |
In behandeling |
de orde stellen van de situatie bij |
Nederland d.d. 30 juni 2016 |
||
de tijdelijk zaakgelastigde van |
|||
Eritrea hier. |
|||
08-07-2016 |
Toezegging Minister Kamer op de |
Debat invloed van Eritrea in |
In behandeling |
hoogte houden van de behan- |
Nederland d.d. 30 juni 2016 |
||
deling in de Mensenrechtenraad |
|||
Toezegging Minister aandacht te |
Debat invloed van Eritrea in |
In behandeling |
|
vragen voor grensconflict |
Nederland d.d. 30 juni 2016 |
Bijlage 4: Evaluatie- en onderzoekstabel Bijlage evaluatie en overig onderzoek3, 4, 5
1 |
Versterkte internationale rechtsorde en eerbiediging van mensenrechten |
Doelstelling |
Titel |
Start |
Afronding |
1a |
beleidsdoorlichtingen |
||||
1.1 |
Bevordering Internationale Rechtsorde1 |
2013 |
2016 |
||
1b |
Ander ex-post onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid |
||||
3 |
Overig onderzoek |
||||
1.1 |
Responsibility to protect |
2019 |
Dit is een gecombineerde beleidsdoorlichting van beleidsdoelstelling 1.1 en 2.4.
2 |
Veiligheid en stabiliteit |
Doelstelling |
Titel |
Start |
Afronding |
1a |
beleidsdoorlichtingen |
||||
2.1 |
NL inzet via EU en NAVO |
2019 |
|||
2.2 |
Bestrijding International Terrorisme Ontwapening, wapenbeheersing en |
2019 |
|||
2.3 |
wapenexportbeleid Bevordering Internationale |
2017 |
|||
2.4 |
Rechtsorde1 |
2013 |
2016 |
||
2.5 |
Gecombineerd met 3.2 |
2017 |
|||
1b |
Ander ex-post onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid |
||||
2.1 |
GVDB/EVDB Subsidie: International Centre for |
2018 |
|||
2.2 |
Counter-Terrorism |
2017 |
|||
2.4 |
Stabiliteitsfonds |
2017 |
|||
2.5 |
Shiraka (opvolger Matra Zuid) |
2020 |
|||
3 |
Overig onderzoek |
Dit is een gecombineerde beleidsdoorlichting van beleidsdoelstelling 1.1 en 2.4.
3 |
Europese samenwerking |
Doelstelling |
Titel |
Start |
Afronding |
1a |
beleidsdoorlichtingen |
Beleidsdoorlichting van de Europese |
|||
3 |
samenwerking |
2021 |
|||
3.2 |
Nabuurschapbeleid |
2014 |
2017 |
||
1b |
Ander ex-post onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid |
||||
3.1 |
Lissabonverdrag |
2018 |
|||
3.3 |
Raad van Europa Verdragsmatige Benelux samen- |
2020 |
|||
3.4 |
werking |
2018 |
|||
3 |
Overig onderzoek |
De begroting van BZ is in 2013 opgesplitst in de begroting van BZ (Hfst. 5) en BHOS (Hfst. 7). Er
zijn toen nieuwe beleidsartikelen en beleidsdoelstellingen geformuleerd.
Bij BZ en BHOS is het wel de wens om beleidsdoorlichtingen van één beleidsartikel uit te voeren maar inhoudelijk is dat nog niet mogelijk gebleken. Beleidsdoorlichtingen vinden in de meeste gevallen plaats op één niveau lager namelijk van de beleidsdoelstellingen. Voor artikel
3 (Europese Samenwerking) is dit nu wel voorzien in 2021. De laatste beleidsdoorlichting op beleidsdoelstellingsniveau (3.2) van artikel 3 wordt momenteel uitgevoerd en zal in 2017
worden opgeleverd.
Alle onderzoeken zijn te vinden op http://www.rijksoverheid.nl/ministeries/bz/organisatie/
beleidsevaluatie/afgeronde-beleidsevaluatieonderzoeken en http://www.iob-evaluatie.nl/
3
5
4 |
Consulaire belangenbehartiging en het internationaal uitdragen van Nederlandse waarden en belangen |
Doelstelling |
Titel |
Start |
Afronding |
1a |
beleidsdoorlichtingen |
||||
4.1 |
Consulaire dienstverlening (met 4.2)1 |
2018 |
|||
4.2 |
Zie 4.1 hierboven1 Cultuur als kans – Beleidsdoorlichting van het internationaal cultuurbeleid |
2018 |
|||
4.3 |
2009-2014 |
2014 |
2016 |
||
4.4 |
Publieksdiplomatie |
2013 |
2016 |
||
4.5 |
NL Gastland |
2017 |
|||
1b |
Ander ex-post onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid |
Gedetineerdenbegeleiding |
|||
4.1 |
(2012-2014) |
2016 |
|||
4.1 |
Consulaire dienstverlening |
2017 |
|||
3 |
Overig onderzoek |
Dit is een gecombineerde beleidsdoorlichting van beleidsdoelstelling 4.1 en 4.2.
Bijlage 5 Lijst van afkortingen
AAB Algemene Ambtsbericht
ACS Association of Caribbean States
ACOTA Africa Contingency Operations Training & Assistance
AVVN Algemene Vergadering Verenigde Naties
BBP Bruto Binnenlands Product
BIV Budget Internationale Veiligheid
BNI Bruto Nationaal Inkomen
BTWC Biologisch en Toxische Wapens Verdrag (155)
CBRN Chemische, Biologische, Radiologische of Nucleaire middelen
CEP Centraal Economisch Plan
CoP21 21ste Conference of Parties
CPB Centraal Planbureau
CTBTO Comprehensive Test Ban Treaty Organization (Alomvattend Kernstopverdrag (138))
EIPA European Institute of Public Administration
EOF Europees Ontwikkelings Fonds
ESA-ESTEC European Space Agency/ European Space Research and Technology Centre
EU Europese Unie
EULEX EVDB missie in Kosovo
EUNAVFOR European Union Naval Force
EVDB Europees Veiligheids- en Defensiebeleid
EVRM Europees Verdrag tot bescherming van de Rechten van de Mens
EZ Ministerie van Economische Zaken
FTF Foreign Terrorist Fighters
GVDB Gemeenschappelijk Veiligheids- en Defensiebeleid
HCNM Hoge Commissaris voor de Nationale Minderheden
HGIS Homogene Groep Internationale Samenwerking
IAB Individuele Ambtsberichten
IAEA International Atomic and Energy Agency
ICB Internationaal Cultuurbeleid
ICC International Criminal Court
ICCT International Centre for Counter-Terrorism
ISIS Islamitic State of Iraq and Syria
ISSG International Syria Support Group
LHBTI Lesbiennes, Homo’s, Bi- en Transseksuelen en Interseksu-elen
LNG Liquefied Natural Gas
MATRA Maatschappelijke Transformatie
MEV Macro Economische Verkenning
MINUSMA United Nations Multidimensional Integrated Stabilization Mission in Mali
MKB Midden en Klein Bedrijf
MOVP Midden-Oosten Vredes Proces
MVO Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen
MVV Machtiging tot Voorlopig Verblijf
NAVO Noord-Atlantische Verdrags Organisatie
NCIA NAVO communicatie- en informatieagentschap
NGO Non-Gouvernementele Organisatie
NPV Non-Proliferatie Verdrag (189)
ODA Official Development Assistance (officiële ontwikkelingshulp)
OESO Organisatie Economische Samenwerking en Ontwikkeling
OHCHR Hoge commissaris voor de Rechten van de Mens
OS Ontwikkelingssamenwerking
OVSE Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa
OPCW Organisation for the Prohibition of Chemical Weapons
PACE Parliamentary Assembly of the Council of Europe
POBB Programma Ondersteuning Buitenlands Beleid
RvE Raad van Europa
SSO Shared Service Organisatie
SSR Security Sector Reform
VK Verenigd Koninkrijk
VN Verenigde Naties
VNVR Veiligheidsraad van de Verenigde Naties