Meer geld voor baanbrekend onderzoek - Hoofdinhoud
Vandaag maakte Jet Bussemaker, onze minister van Onderwijs Cultuur en Wetenschap, bekend dat de regering dertig miljoen euro gaat investeren in de Nationale Wetenschapsagenda. Dat is goed nieuws voor alle Nederlanders. Door meer kennis kunnen we oplossingen vinden voor chronische ziekten, het klimaatprobleem, maar ook antwoord krijgen op hoe er bijvoorbeeld beter kan worden bemiddeld bij conflicten die samenlevingen splijten.
De Nationale Wetenschapsagenda is een vorm van samenwerking waar we als Nederlanders erg trots op kunnen zijn. Allerlei wetenschappers, van natuurkundigen tot filosofen en economen, hebben samengewerkt om een onderzoeksagenda te maken die dwars door alle takken van wetenschap snijdt. Dat doen ze niet zo snel in andere landen, waar wetenschappers vaker in hun eigen koker blijven werken. Hierdoor zijn we in Nederland in staat om op originele manieren hardnekkige problemen te onderzoeken en op te lossen.
Ik heb eerder al gepleit voor extra geld voor onderzoek. Wat mij betreft zijn we er na deze goede stap nog niet. In de komende jaren is er meer nodig om zo goed te blijven als we zijn in vergelijking met andere landen. Ik beschouw deze dertig miljoen als een belangrijke impuls maar zeker niet als eindpunt. De oproep van de coalitie van kennisinstellingen (universiteiten, hogescholen, academische ziekenhuizen, VSNU, NWO etc.) - voor 1 miljard extra investeringen per jaar om de Nederlandse wetenschap klaar voor de toekomst te maken - past dan in dat beeld van extra investeringen.