EU copyrightvoorstel niet ambitieus - Hoofdinhoud
Vandaag lekte het conceptvoorstel uit van de Europese Commissie met de voorstellen voor een nieuwe Europese copyrightwetgeving. D66-Europarlementarier Marietje Schaake is niet tevreden. 'Het is duidelijk dat de Commissie geen ambitie wil tonen, ze blijven oude business modellen verdedigen. We hebben een echte copyrightrevolutie nodig die aangepast is aan de behoeften van dit digitaal tijdperk en de digitale eenheidsmarkt. Ik hoop echt dat dit niet de definitieve versie is van de voorgestelde richtlijn.'
Censuur van links
Het huidige voorstel stelt een aantal uitzonderingen voor waarbij geen toestemming nodig is van mensen die het auteursrecht hebben op beschermde werken. Vrijheid van panorama is daar echter niet bij. Het voorstel introduceert wel een nieuw ‘naburig recht’ voor nieuwsproducenten die het delen van links en fragmenten naar nieuwsberichten bemoeilijkt.
Schaake: 'Het Europees Parlement heeft steeds gewaarschuwd tegen de invoering van een dergelijk breed en slecht gedefinieerd recht. Voorbeelden uit Spanje en Duitsland tonen aan dat een dergelijke maatregel geen positief effect heeft op het aantal nieuwspublicaties en de kwaliteit daarvan, integendeel! Natuurlijk heeft D66 ook zorgen voor de journalistiek, maar dit voorstel helpt uitgevers niet, het doet alleen pijn bij internetgebruikers. Als het zo aangenomen wordt, betekent dat het einde van het open vrije internet zoals we dat nu kennen.'
Meer geprivatiseerde handhaving
Artikel 13 van het conceptvoorstel dwingt platformen en andere technisch neutrale tussenpersonen bijna om dure technische controlesystemen zoals ContentID van YouTube te implementeren om auteursrechtinbreuken te voorkomen. Schaake: 'Dit concept dwingt die tussenpersonen eigenlijk om op te treden zoals YouTube, terwijl die niet dezelfde hoeveelheid geld, macht en tools hebben zoals Google. Met de kosten voor het maken van een dergelijk systeem zou het MKB nooit innovatieve platforms kunnen creëren die met de bestaande reuzen van vandaag zouden kunnen concurreren.'