Antwoord op vragen over het testen van een ballistische raket door Iran in juli 2016

Met dank overgenomen van J.H. (Han) ten Broeke i, gepubliceerd op dinsdag 30 augustus 2016.

Antwoorden van de Minister van Buitenlandse Zaken op vragen van het lid Ten Broeke (VVD) over het testen van een ballistische raket door Iran in juli 2016 (ingediend 19 juli 2016).

Vraag 1

Bent u bekend met het bericht ‘EXCLUSIVE: Iran conducts 4th missile test since signing nuke deal’? 1)

Antwoord

Ja.

Vraag 2


Is inmiddels bevestigd dat Iran inderdaad een (mislukte) test heeft uitgevoerd met een ballistische raket op 11-12 juli jl.? Klopt het dat dit alweer de vierde keer is dat Iran ballistische raketten heeft getest sinds het ingaan van het nucleaire akkoord met Iran?

Antwoord

De Amerikaanse nieuwssite FOX News berichtte eerder dit jaar over (een) mislukte test met een ballistische raket. Het kabinet kan dit nieuwsbericht vooralsnog niet bevestigen. De Inlichtingen en Veiligheidsdiensten doen onderzoek naar het Iraanse ballistische raketprogramma.

Vraag 4


Hebben andere landen reeds gereageerd op deze laatste lancering? Zo ja, op welke wijze? Op welke wijze heeft Nederland gereageerd/gaat Nederland reageren?

Antwoord

Er zijn bij het kabinet geen reacties op deze vermeende lancering van andere landen bekend.

Vraag 3


Klopt het dat Iran Noord-Koreaanse technologie heeft gebruikt bij deze lancering? Is nog altijd sprake van samenwerking tussen het Iraanse en het Noord-Koreaanse regime aangaande technologie voor ballistische raketten en kernwapens? Zo ja, op welke wijze en hoe verhoudt zich dat tot het nucleaire akkoord met Iran? Graag een toelichting.

Vraag 5

Is deze lancering - evenals lanceringen in 2015 en maart en mei 2016 - opnieuw een schending van VN-Veiligheidsraadresolutie 1929 of 2231? Graag een toelichting.

Vraag 6

Is deze lancering een schending van het nucleaire akkoord, aangezien Iran daarin wordt opgeroepen geen activiteiten te ondernemen gerelateerd aan ballistische raketten die een nucleaire lading kunnen dragen, inclusief het lanceren van dergelijke raketten? Zo ja, wat kan in dat geval worden ondernomen tegen deze overtreding van gemaakte afspraken en wordt dat serieus overwogen?

Antwoord op vragen 3, 5 en 6

Het kabinet kan het bericht over de vermeende lancering vooralsnog niet bevestigen. Over deze vermeende lancering is dan ook geen aanvullende informatie bekend.

Vraag 7

Welke consequenties hebben de drie eerdere lanceringen tot nu toe concreet gehad voor Iran? Welke rol heeft Nederland daarbij gespeeld?

Antwoord

Zoals vermeld in de beantwoording van schriftelijke vragen gesteld op 10 december 2015 (Kamerstuk 2016D00911), 1 april 2016 (Kamerstuk 2016Z06666) en 10 mei 2016 (Kamerstuk 2016Z14888) zijn de raketlanceringen in oktober 2015 en maart 2016 aan de orde gesteld in de VN-Veiligheidsraad. Het kabinet heeft dit in beide instanties verwelkomd. Voorts heeft Nederland tijdens de Raad Buitenlandse Zaken van de EU op 12 maart jl. zijn zorgen kenbaar gemaakt over de ballistische raketlanceringen door Iran en gepleit voor een gezamenlijke reactie van de Europese Unie. De Hoge Vertegenwoordiger van de Europese Unie heeft tijdens haar bezoek aan Teheran vorige maand de zorgen van de EU-lidstaten met betrekking tot de ballistische raketlanceringen overgebracht en heeft Iran opgeroepen zich te onthouden van deze activiteiten. Ook heeft de EU, mede op aandringen van Nederland, in een recente verklaring (d.d. 14 juli 2016) Iran opgeroepen af te zien van activiteiten die inconsistent zijn met VNVR-Veiligheidsraad resolutie 2231.

Vraag 8

Bent u het eens met de uitspraken van generaal Joseph Votel, die stelt: “Iran’s behavior hasn’t significantly changed as a result of the nuclear agreement. They continue to pursue malign activities, and they continue to foment instability in areas where we need stability so I remain concerned about that continued behavior”? En: “[Iran] may in fact be more aggressive in the days since the [nuclear] agreement”? Graag een toelichting.

Antwoord

Het nucleaire akkoord heeft mogelijkheden gecreëerd voor engagement met Iran ten aanzien van de ontwikkelingen in de regio. Iran is lid geworden van het International Syria Support Group (ISSG) en is gesprekspartner van de internationale gemeenschap ten aanzien van de situatie in Syrië. Het kabinet ziet deelname van Iran aan ISSG als een positieve stap richting het vinden van een oplossing voor het desastreuze conflict in Syrië. Nederland moedigt Iran in bilateraal en multilateraal verband aan om een constructieve rol te spelen in de regio.

Vraag 9

Bent u het eens met de uitspraken van de secretaris-generaal van de Verenigde Naties, Ban Ki-moon die het ballistische rakettenprogramma van Iran "not consistent with the constructive spirit" noemde? Graag een toelichting. 2)

Antwoord

Ook het kabinet acht ballistische raketlanceringen door Iran zeer onwenselijk. Ballistische raketlanceringen door Iran zijn inconsistent met Annex B van VNVR-resolutie 2231 en dragen niet bij aan de stabiliteit in de regio.

Vraag 10

Klopt het dat Iran in de (nabije) toekomst meer testen van ballistische raketten-technologie heeft aangekondigd? Hoe beoordeelt u dergelijke uitspraken, specifiek in het kader van de gewenste uitkomst van het nucleaire akkoord?

Antwoord

Iran heeft medio juli bericht dat het voor het einde van het Iraanse jaar één of twee satellieten in een baan om de aarde wil brengen. Het lanceervoertuig hiervoor betreft een zogeheten Space Launch Vehicle (SLV). Hoewel de restricties op ballistische raketten geen onderdeel uitmaken van het Joint Comprehensive Plan of Action (JCPOA), zijn ballistische raketlanceringen door Iran wel inconsistent met Annex B van VNVR-resolutie 2231. Het kabinet acht dergelijke Iraanse aankondigingen dan ook onverstandig en onwenselijk.

Vraag 11

Deelt u de mening dat Iran zich klaarblijkelijk weinig aantrekt van voorgaande waarschuwingen en van de zorgen die heersen binnen de internationale gemeenschap ten aanzien van deze lanceringen door de houding van Iran? Denkt u ook dat Iran - indien het geen gevolgen ondervindt van deze lanceringen - de ruimte die het krijgt steeds assertiever zal gaan benutten? Bent u ook van mening dat dit grote veiligheidsrisico’s met zich meebrengt voor Nederland en haar bondgenoten? Tot hoe ver mag Iran hierin gaan volgens u? Graag een toelichting.

Antwoord

Het kabinet acht het van groot belang dat de EU en de VNVR ballistische raketlancering die inconsistent zijn met Annex B van VNVR-resolutie 2231 consequent bij Iran aankaarten, ook als Iran hier niet altijd even ontvankelijk voor lijkt te zijn. Het kabinet acht het echter onverstandig om op de zaken vooruit te lopen en te speculeren over de toekomstige gedragingen van Iran. Het kabinet is van mening dat een reactie op inconsistenties met VNVR-resolutie 2231 het meest effectief is als die wordt gegeven door de VN-Veiligheidsraad. Nederland staat hierover in contact met de Verenigde Staten, Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk en Duitsland.

Vraag 12

Kunt u toelichten waarom het zo moeizaam gaat om serieuze stappen te nemen tegen deze herhaling van schendingen door Iran? Welke opties bestaan om hier meer urgentie aan te geven?

Antwoord

Bij voorgaande ballistische raketlanceringen door Iran is gebleken dat er onvoldoende draagvlak bestond binnen de VNVR en EU voor het instellen van nieuwe sancties jegens Iran. Zoals ook vermeld in de beantwoording van vraag 12 zet het kabinet zich er voor in dat de EU en de VNVR ballistische raketlancering die inconsistent zijn met Annex B van VNVR-resolutie 2231 consequent bij Iran aankaarten. Nederland staat hierover in contact met de Verenigde Staten, Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk en Duitsland.

  • 2) 
    Zie ook vraag 5 van de op 12 juli 2016 ingestuurde vragen met kenmerk 2016Z14704