Wat en wie hebben we nou precies geraakt, in Syrië?

Met dank overgenomen van J.H. (Han) ten Broeke i, gepubliceerd op woensdag 6 juli 2016.

Donderdag evalueert de Kamer de Nederlandse missie in Irak en Syrië. De Kamer vindt dat Defensie er veel te weinig over zegt.

Er is veel te doen om de geheimzinnigheid rond het bombarderen van Islamitische Staat (IS). Hoewel zeker niet de meest geheime missie van Defensie ooit - mariniers en commando’s hebben op de wereldkaart boven hun bed speldjes geprikt op plekken waar de Nederlandse krijgsmacht officieel nooit komt - voelt de Tweede Kamer zich onvoldoende geïnformeerd over de missie in Irak en Syrië. Hiervoor werd wel de standaard parlementaire procedure doorlopen, van een instemming na een zogeheten artikel-100-brief, via reguliere rapportages tot een evaluatie in de Kamer donderdag.

Een groot deel van de Kamer vindt dit onbevredigend en zal donderdag opnieuw aan minister Hennis (Defensie, VVD) vragen om opener te zijn over de behaalde successen en aangerichte schade.

De gruwelijke details en heldhaftige verhalen van andere missies kwamen ook niet uit de persberichten van Defensie, maar werden verteld door journalisten die mee konden kijken. Bij deze missie was dat bijna niet mogelijk en satellietbeelden van acties zijn niet gedeeld. Juist daarom wil Han ten Broeke (VVD) Defensie vooral „aanmoedigen meer te vertellen over het succes en falen” van deze strijd. Openheid brengt misschien risico’s met zich mee, zegt hij, maar kan ook het draagvlak voor missies versterken.

Lees het hele artikel op NRC.nl

Foto: 2 E-one crashtenders verwelkomen de F-16's op Vliegbasis Volkel (Ministerie van Defensie)