Antwoord op vragen over de oproep van een Arubaanse minister om een visumplicht voor Venezolanen in te voeren - Hoofdinhoud
Antwoorden van de minister van Buitenlandse Zaken, mede namens de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, op vragen van de leden Ten Broeke en Bosman (VVD) over oproep van een Arubaanse minister om een visumplicht voor Venezolanen in te voeren (ingediend 18 mei 2016).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht “Minister positief tegenover invoeren visumplicht Venezolanen naar Aruba”? 1) Kunt u bevestigen dat de Arubaanse minister voor Toerisme positief tegenover het invoeren van een visum voor Venezolanen staat?
Antwoord
Ja. De Arubaanse minister voor Toerisme heeft zich op deze wijze geuit.
Vraag 2
Kunt u zich uw antwoorden op onze eerdere vragen d.d. 4 december 2015 herinneren? 2) Bent u, in het licht van de in toenemende mate zorgelijke ontwikkelingen in buurland Venezuela, nog steeds van mening dat er “op dit moment geen aanleiding [is] om een visumplicht voor Venezolanen in te voeren”? 3) Deelt u, net als de VVD-fractie, het standpunt van de Arubaanse minister, zoals geparafraseerd in de pers, “dat we niet de ogen kunnen sluiten voor deze situatie waarbij de stroom mensen van uit Venezuela bijna niet te controleren is”?
Antwoord
De situatie in Venezuela in onverminderd zorgelijk. Over mogelijke gevolgen van de ontwikkelingen in Venezuela voor de Caribische delen van het Koninkrijk is er geregeld contact tussen mijn ministerie in Den Haag, de overige relevante ministeries in Den Haag, de Koninkrijksambassade te Caracas en de autoriteiten van de Caribische Koninkrijkslanden en Bonaire (zie ook antwoord op vraag 4). De huidige en mogelijke toekomstige instroom van Venezolanen in de Caribische Koninkrijksdelen komt daarbij aan bod en er wordt informatie uitgewisseld over mogelijke maatregelen.
Die contacten geven mij op dit moment geen aanleiding om een (tijdelijke) Caribische visumplicht voor Venezolanen in te voeren. Er ligt op dit moment geen verzoek daartoe van de Arubaanse regering of andere Koninkrijkslanden. Er is evenmin sprake van een stijging van het aantal Venezolanen dat naar Aruba reist; in vergelijking met 2015 lijkt de instroom juist af te vlakken.
Vraag 3
Is de mogelijkheid van het invoeren van een visumplicht voor Venezolanen, aangezien het een Koninkrijksaangelegenheid betreft, besproken in het laatste (jaarlijkse) visumwerkoverleg tussen de vier Koninkrijkslanden? Zo neen, waarom niet?
Antwoord
Tijdens de afgelopen visumwerkconferentie (april 2016) is, mede op verzoek van Aruba, onder meer de situatie in Venezuela aan de orde gekomen. Een wens tot instellen van een (tijdelijke) visumplicht voor Venezolanen is daarbij niet genoemd. Wel is afgesproken dat de situatie in Venezuela en de mogelijke consequenties voor de Caribische Koninkrijkslanden uitvoerig aan de orde komt tijdens de in antwoord 4 genoemde, en daarvoor bedoelde, videoconferenties.
Vraag 4
Bent u, mede in het licht van de uitspraken in kwestie, bereid aan de zorgen van velen tegemoet te komen door de mogelijkheid in het eerstvolgende relevante gremium te bespreken? Welk gremium acht u hier het meest geschikt voor? Bent u bereid de Kamer hier na afloop over te informeren?
Antwoord
Op ambtelijk niveau is er recent contact geweest met Aruba om te spreken over een mogelijke wens tot instelling visumplicht voor Venezolanen. De Arubaanse regering is alert op ontwikkelingen in Venezuela in relatie tot instroom van Venezolanen en houdt de optie tot het verzoeken om invoering van visumplicht open. Er ligt echter, zoals eerder aangegeven, op dit moment geen verzoek van Aruba voor om een (tijdelijke) Caribisch visumplicht voor Venezolanen in te voeren.
Er zijn meerdere gremia waar het onderwerp aan de orde kan worden gesteld. Zo is er naast de visumwerkconferentie het beleidsoverleg buitenlandse betrekkingen tussen mijn Adviseur Koninkrijkszaken en de directeuren van de Directies Buitenlandse Betrekkingen (DBB) van de Caribische Koninkrijkslanden. Ook vinden op gezette tijden videoconferenties plaats tussen mijn ministerie in Den Haag, de overige relevante ministeries in Den Haag, de Koninkrijksambassade te Caracas en de autoriteiten van de Caribische Koninkrijkslanden en Bonaire. De laatste maal dat dat gebeurde was op 2 juni jl. Daarnaast bestaat te allen tijde de mogelijkheid om zaken bilateraal te bespreken op ambtelijk, maar ook op politiek niveau.
Zo had ik eind 2015 met Minister President Eman contact over dit onderwerp. Daarbij kwam aan de orde dat visumplicht een obstakel betekent voor bonafide reizigers naar het Caribisch deel van het Koninkrijk. Ook is het tegelijkertijd geen garantie dat niet bonafide of minder kapitaalkrachtige Venezolanen wegblijven. Eerder moet gedacht worden aan het aanscherpen van de Arubaanse toelatings- en verwijderingsmaatregelen, hetgeen ook door de Arubaanse regering wordt toegepast. In verscheidene recente gesprekken die ik had met Minister President Eman, heeft hij het onderwerp visumplicht niet aan de orde gesteld.
Naar aanleiding van het debat over de Rijksvisumwet, onderzoek ik de mogelijkheden en wenselijkheden van visa on arrival of het ontwikkelen van een ESTA-variant.
Vraag 5
Hoe beoordeelt u de suggestie van de Arubaanse minister van Toerisme om een uitzonderingsmogelijkheid te scheppen voor bepaalde groepen toeristen? Beoordeelt u deze mogelijkheid als haalbaar en wenselijk?
Antwoord
De minister van Toerisme stelt volgens het mediabericht ook voor dat er andere maatregelen worden genomen, zoals “een betere screening van de passagiers op de luchthaven, de haven en andere locaties waar de buitenlanders het land binnenkomen.” Dergelijke mogelijkheden acht ik haalbaarder en wenselijker dan de instelling van een visumplicht voor bepaalde groepen Venezolanen.
-
1)http://www.noticiacla.com/news/5984
-
3)Vergaderjaar 2015-2016, aanhangselnummer 1005