Sociale Verzekeringsraad (SVR)
De Sociale Verzekeringsraad (SVR) werd in 1952 in het leven geroepen door het kabinet-Drees III1 en was belast met de toezicht op de uitvoering van de Organisatiewet Sociale Verzekering. De Sociale Verzekeringsraad hield toezicht op het sociale zekerheidsstelsel. De SVR bestond voor tweederde uit vertegenwoordigers uit het bedrijfsleven en voor het resterende deel uit 'kroonleden' benoemd door de regering.
In 1992 publiceerde de Algemene Rekenkamer een rapport over het functioneren van de Sociale Verzekeringsraad. Volgens de Rekenkamer was het toezicht niet overeenkomstig met de bedoelingen van de wetgever. De Tweede Kamer besloot naar aanleiding hiervan tot het houden van een Parlementaire enquête. De enquêtecommissie kwam tot de conclusie dat de Sociale Verzekeringsraad vervangen diende te worden door een onafhankelijk College van Toezicht, waarvan de leden door de Kroon zouden worden benoemd.
In 1994 werd daarom de SVR opgevolgd door het College van Toezicht Sociale Verzekeringen2 (Ctsv). In 2002 werd vervolgens de Inspectie Werk en Inkomen opgericht en daarmee kwam een einde aan het Ctsv. Sinds 2016 is de inspectie opgegaan in de Inspectie SZW3 (Sociale Zaken en Werkgelegenheid).
- 1.Na de verkiezingen van 1952 kwam dit derde kabinet op brede basis tot stand. Het kabinet onder leiding van PvdA-voorman Willem Drees bestond uit ministers van de PvdA, KVP, ARP en CHU en telde verder een partijloze minister. Het was een van de rooms-rode coalities. De VVD, deel van het voorgaande kabinet-Drees II, werd als regeringspartij vervangen door de ARP.
- 2.Begin 1996 verschenen berichten over problemen bij het College van Toezicht Sociale Verzekeringen (CTSV). Met name de verhoudingen tussen bestuur en directie waren ernstig verstoord. Bovendien was de Tweede Kamer niet in kennis gesteld van CTSV-rapporten over evaluatie van de Wet terugdringing ziekteverzuim (TZ). Daaruit bleek dat door die wet een besparing die in drie jaar had moeten worden gehaald, al in één jaar was bereikt. De affaire zou uiteindelijk leiden tot het aftreden van staatsecretaris Linschoten, op 27 juni 1996.
- 3.De Inspectie SZW houdt toezicht op verscheidene sociale wetten (bijvoorbeeld de Wet minimumloon en de Arbeidsomstandighedenwet), spoort fraude op en signaleert ontwikkelingen op het gebied van sociale zaken en werkgelegenheid.