Dicht de koopkrachtkloof! - Hoofdinhoud
Wel financiële ruimte voor schuldverlichting van Griekenland? Dan óók ruimte om te investeren in de zorg en om een evenwichtige koopkrachtontwikkeling te realiseren voor mensen die werken, voor mensen die niet kunnen werken en voor mensen die gewerkt hebben! Want er is in 15 jaar een ware koopkrachtkloof ontstaan tussen werkenden en gepensioneerden. Dicht die kloof, dat was de heldere boodschap die 50PLUS had voor minister Dijsselbloem van Financiën.
Mijn inbreng namens 50PLUS bij het Verantwoordingsdebat over het jaar 2015 in de grote zaal van de Tweede Kamer:
“Vandaag, bij dit verantwoordingsdebat, staat de belangrijke vraag centraal: ‘Krijgen we waar voor ons belastinggeld?’ Het kabinet moet duidelijk maken wat het beleid vorig jaar gekost heeft, of publiek geld ‘goed’ besteed is en of gestelde beleidsdoelen bereikt zijn.
Minister van Financiën Jeroen Dijsselbloem was vorige week goed gemutst bij de presentatie van de verantwoordingsstukken. Hij zei min of meer: met de rechtmatigheid van inkomsten en uitgaven in 2015 zit het wel snor! De overheidsschuld daalt voor het eerst sinds het uitbreken van de financiële crisis van 2008. Het begrotingstekort is sinds 2009 niet meer zo klein geweest, de werkloosheid daalt licht en de economie trekt wat aan.
50PLUS ziet ondanks die voorzichtig positieve ontwikkelingen ook kwetsbaarheden. De staatsschuld is sinds 2007 met 70 procent gestegen en bedraagt maar liefst 26.000,- euro per inwoner, voor een gezin al gauw een ton! De leenkosten voor de overheid zijn door de dalende rente met 65 procent verlaagd. De looptijd van staatsleningen is daarbij sinds 2007 gemiddeld korter, om optimaal te kunnen profiteren van de dalende rente. Dit gunstige beeld kan echter zomaar omslaan als de rente weer gaat stijgen naar een normale hoogte. Hoe wordt omgegaan met deze kwetsbaarheid binnen de overheidsfinanciën?
In dit verband heeft de uitspraak gisteren van de minister Dijsselbloem ons verbaasd. Dijsselbloem zei dat schuldverlichting van Griekenland de Nederlandse begroting niet hoeft te raken omdat Nederland bijna gratis geld kan lenen. De minister zei: ‘Daar zit nog wel wat ruimte’. 50PLUS vindt dat - als die ruimte er al is - en je deze ruimte al wilt benutten, deze moet worden gebruikt om te investeren in de zorg, en een evenwichtige koopkrachtontwikkeling te realiseren voor mensen die werken, voor mensen die niet kunnen werken en voor mensen die gewerkt hebben. Die laatste groep wordt door dit kabinet stelselmatig op achterstand gezet. Is het hemd niet nader dan de rok?
Na 50 miljard euro - ik herhaal: 50 miljard euro - aan bezuinigingen en lastenverzwaringen van de kabinetten Rutte is geenszins sprake van een evenwichtige koopkrachtontwikkeling. Zeker niet voor gepensioneerden. Ook niet na de 5 miljard euro lastenverlichting. Het Centraal Bureau voor de Statistiek heeft becijferd dat in de afgelopen 15 jaar een ware koopkrachtkloof is ontstaan tussen werkenden en gepensioneerden. Linksom of rechtsom moet die kloof voor gepensioneerden - we kunnen al spreken van een ravijn - gedicht worden. Voorstellen die daartoe bijdragen worden door 50PLUS gesteund. Zelfs als die komen van een partij die ‘65 blijft 65’ belooft en dat één dag na de verkiezingen al weer inslikt. Maar 50PLUS is wel voorstander van structurele voorstellen en niet van eenmalige. En ik vraag het kabinet daartoe voorstellen te doen.
Dat overheidsuitgaven rechtmatig zijn is mooi, maar helaas wil dat nog niet zeggen dat belastinggeld ook doelmatig, effectief en efficiënt wordt besteed. Daar schort het nog vaak aan volgens de Algemene Rekenkamer. Er is vandaag gesproken over de grote tekortkomingen bij de Belastingdienst, het ministerie van Defensie en het ministerie van Veiligheid en Justitie. 50PLUS vraagt werk te maken van de vele aanbevelingen van de Rijksrekenmeester.
Ik kom bij het casusonderzoek naar het beleid van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid voor de bestrijding van langdurige ouderenwerkloosheid. 50PLUS vindt die uitkomsten onthutsend.
In 2015 hebben ruim 17.000 oudere werkzoekenden gebruik gemaakt van diverse regelingen om weer aan het werk te komen. Het gaat om bijna 14.000,- euro per werkzoekende.
50PLUS vindt het onbegrijpelijk dat er zo weinig onderzoek bestaat naar het effect van de regelingen. Stuitend is dat zelfs niet van alle beleidsinstrumenten duidelijk is hoeveel geld er mee gemoeid is en hoeveel werkzoekenden er daadwerkelijk mee geholpen zijn. Dat lijkt toch een eerste vereiste voor beleid dat gericht is op zo’n urgent en hardnekkig maatschappelijk probleem! Ter illustratie: bij het einde van de re-integratievoorziening in 2014 is bijna 70 procent van de 45 tot 64-jarigen niet werkend in de bijstand blijven zitten. En slechts 22 procent is aan het werk gekomen, al dan niet parttime. Dat moet en kan beter!
50PLUS vraagt een toezegging dat de door de Rekenkamer gedane aanbevelingen worden overgenomen, zo mogelijk al in het nieuwe Actieplan ter bestrijding van de langdurige ouderenwerkloosheid. Welke concrete stappen gaat het kabinet zetten?
Kortom, in het nieuwe actieplan, waar 50PLUS reikhalzend naar uitkijkt, moet beter dan voorheen geborgd worden dat beleid werkt, efficiënt is en effectief.
De bevindingen van de Algemene Rekenkamer over de decentralisaties in het Sociaal Domein en de Zorg vinden wij verontrustend. Door de wijzigingen in 2015 en eerdere jaren is de inrichting van het zorgstelsel ingrijpend veranderd. Beleid, inning en besteding van geld, uitvoering en verantwoording zijn verspreid over verschillende partijen.
Dat maakt de verantwoording over de zorguitgaven ingewikkeld en kwetsbaar. Het is bijna ondoenlijk zicht te krijgen op de effectieve, efficiënte en doelmatige besteding van grote bedragen zorggeld.
Vele onderdelen (GGZ, Wijkverpleging, PGB, WMO en Jeugdzorg) kampen volgens de Rekenkamer weer met flinke verantwoordingsproblemen. Eén concreet voorbeeld: met de uitgaven voor het persoonsgebonden budget (pgb) is in 2015 een bedrag gemoeid van 2,6 miljard euro. De Algemene Rekenkamer wijst erop dat de pgb-betalingen niet goed gecontroleerd en verantwoord kunnen worden door de Sociale Verzekeringsbank. Dit heeft gevolgen voor de verantwoordingen van gemeenten en zorgkantoren.
Het is van groot belang dat alle partijen in hun verantwoording transparant maken waar het is misgegaan.
Onderliggende oorzaken zijn tot nu toe niet weggenomen en van sommige knelpunten is volgens de Rekenkamer al bekend dat die ook dit jaar niet opgelost zullen worden. Hierdoor kunnen bij de verantwoording opnieuw problemen ontstaan. De minister deelt de aanbeveling van de Rekenkamer dat partijen tijdig stappen dienen te zetten. Hoe gaat het kabinet dit oppakken? Sterker nog, gaat dit kabinet de Rekenkamer verrassen met een adequate verantwoording over 2016?
50PLUS vindt het opmerkelijk dat de minister van Binnenlandse Zaken zich niet primair verantwoordelijk acht voor een dreigend hardnekkig probleem bij de financiële verantwoording tussen gemeenten en zorgaanbieders. Wij vinden dat de Rekenkamer er terecht op wijst dat de minister op grond van de Gemeentewet een actieve verantwoordelijkheid heeft. Hij is immers coördinerend bewindspersoon en eindverantwoordelijk.
Het rechtmatigheidsprobleem tussen zorgaanbieders en gemeenten speelt nu over het jaar 2015, en ook over het jaar 2016 zal het waarschijnlijk niet zijn opgelost. Het is onontbeerlijk dat de rechtmatigheid van publieke uitgaven in de zorgsector na systeemwijzigingen duidelijker en sneller vast te stellen zijn. Dan ontstaat meer ruimte en inzicht om de doelmatigheid van de zorg te verbeteren.
De minister van Binnenlandse Zaken dient de problematiek te analyseren en afhankelijk van de uitkomst daarvan te bepalen of en zo ja welke aanpassing van wet- en regelgeving noodzakelijk is. Op basis van die analyse dient de minister, indien nodig, aanpassingen voor te stellen.
50PLUS was het al niet eens met het besluit om zorgtaken te decentraliseren met tegelijkertijd een enorme bezuiniging en zonder duidelijk kader. Het door dit kabinet gekozen beleid heeft veel schade, pijn en onrust veroorzaakt bij mensen thuis. Als we vandaag spreken over verantwoording is mijn laatste vraag: voelt minister-president Rutte zich verantwoordelijk voor al deze schade, pijn en onrust?”
Mijn inbreng in tweede termijn en drie moties: “Dank aan minister-president Rutte en minister Dijsselbloem van Financiën voor hun inbreng en beantwoording in eerste termijn. Wij zijn de belastingbetaler verplicht overheidsuitgaven transparant te verantwoorden en duidelijk te maken of geld goed is besteed. Dat moet en kan nog beter. Zaak is snel aan de slag te gaan met de vele heldere aanbevelingen van de Algemene Rekenkamer. Wij zien uit naar concrete voorstellen en maatregelen van het kabinet. Helaas heb ik nog geen antwoord gekregen op de laatste en voor mij belangrijke vraag van in eerste termijn, een vraag die bij veel mensen leeft: en zeker bij de ouderen die ik spreek! Voelt de minister-president zich verantwoordelijk voor de schade, pijn en onrust die decentralisaties in het sociaal domein en de zorg óók in 2015 hebben veroorzaakt? En hoe gaat het kabinet voorkomen dat wij deze ‘pijnlijke’ vraag volgend jaar over 2016 weer moeten stellen? Voorzitter, de antwoorden op onze overige gerichte vragen stellen ons nog niet voldoende gerust, daarom een drietal moties ter aanmoediging. En daarnaast wijs ik nogmaals op de twee aangenomen 50PLUS-moties in de Eerste Kamer, ingediend door mijn collega's Jan Nagel en Martin van Rooijen. Omdat dit kabinet een loopje neemt met haar centrale doelstelling van een evenwichtige koopkrachtontwikkeling voor alle bevolkingsgroepen en daarmee 3 miljoen gepensioneerden tekort doet de volgende motie. 1. De Kamer, gehoord de beraadslaging, constaterende dat de koopkrachtontwikkeling van gepensioneerden zich in de afgelopen 15 jaar volgens het CBS aanmerkelijk ongunstiger heeft ontwikkeld dan die van werkenden; overwegende dat een meer evenwichtige koopkrachtontwikkeling van werkenden, mensen die niet kunnen werken en mensen die gewerkt hebben wenselijk is; nodigt de regering uit uiterlijk op Prinsjesdag concrete voorstellen te doen om de koopkrachtontwikkeling van gepensioneerden en mensen die niet kunnen werken incidenteel en structureel méér in lijn te brengen met die van werkenden. (Premier Rutte noemde deze motie 'ondersteuning van het beleid') Voorzitter, 50PLUS gelooft niet in het ‘creëren van banen voor 50-plussers’, die kun je zeker niet uit de lucht plukken. Wij geloven wel in ondersteunende maatregelen om vooroordelen weg te nemen en ouderen aantrekkelijker te maken voor de arbeidsmarkt: Beleid dat werkt. Daar gaat het om, daarom de volgende motie: 2. De Kamer, gehoord de beraadslaging, overwegende dat de Algemene Rekenkamer ten aanzien van het beleid ter bestrijding van langdurige ouderenwerkloosheid oordeelt, dat méér inzicht in het aantal bereikte oudere werklozen, het financieel belang van beleidsinstrumenten, en de effectiviteit van die instrumenten wenselijk en mogelijk is; verzoekt de regering de aanbevelingen van de Algemene Rekenkamer ter zake zo veel, en zo spoedig mogelijk uit te voeren; verzoekt de regering voorts al zoveel mogelijk in het komende actieplan voor oudere werklozen beter te borgen dat beleid werkt, effectief en efficiënt is. (Premier Rutte noemde deze motie 'ondersteuning van het beleid') 3. De Kamer, gehoord de beraadslaging, overwegende dat de Algemene Rekenkamer problemen heeft geconstateerd bij het vaststellen van de rechtmatigheid van uitgaven in het gemeentelijke sociaal domein; overwegende dat volgens de Algemene Rekenkamer deze problemen mogelijk niet opgelost zijn voor het volgende verantwoordingsjaar; overwegende dat de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties op grond van de Gemeentewet een actieve verantwoordelijkheid heeft bij problemen die tengevolge van de decentralisaties ontstaan bij het systeem van verantwoording door en toezicht op gemeenten; verzoekt de regering deze problematiek te analyseren en afhankelijk van de uitkomst daarvan te bepalen óf en welke aanpassing van wet- en regelgeving noodzakelijk is. (Minister Dijsselbloem vond deze motie dermate constructief van 50PLUS dat hij de motie overneemt; daardoor hoeft deze motie niet meer in stemming worden gebracht) |