Een democratische doorzetter

Met dank overgenomen van A.H.G. (Alexander) Rinnooy Kan i, gepubliceerd op donderdag 21 april 2016, 2:52.

Erwin Nypels is een doorzetter - wie hem ook maar een beetje kent, zal dat onmiddellijk bevestigen. Hij was een van de D66ers van het eerste uur, Tweede Kamerlid vanaf 1967 tot 1989, korte tijd minister in het interimkabinet Van Agt III, en daarna vooral gedurende vele jaren een bevlogen participant in het nationale pensioendebat, ook toen dat nog nauwelijks werd gevoerd. En die bevlogenheid duurt voort: onlangs nog publiceerde hij, onder de titel “De macht gedeeld” een overzicht van zijn inspanningen gedurende 45 lange jaren om gepensioneerden medezeggenschap te verlenen in pensioenfondsbesturen. Op 1 juli 2013 trad eindelijk de initiatief wet Koser Kaya - Blok in werking, een co-productie van D66 en VVD, die deze medezeggenschap veilig stelde voor bedrijfstakpensioenfondsen en bevestigde voor ondernemingspensioenfondsen. Het was voor alle betrokkenen, inclusief Erwin Nypels, een welverdiend feestelijk moment.

Het boekje van Erwin Nypels is in zijn gedetailleerdheid vooral voer voor liefhebbers. Maar het illustreert in zijn beschrijving van een eindeloze Echternach processie wel fraai het lome tempo van de institutionele hervorming. Verhinderen door vertragen is voor de tegenstanders van verandering in Nederland een wel zeer verleidelijke strategie - en dat geldt natuurlijk niet voor pensioendiscussies alleen.

We raken hier aan een algemeen principe: de mate waarin en het gemak waarmee eerdere besluiten ongedaan gemaakt kunnen worden zijn goede indicatoren van de veranderbaarheid van een bestuurlijk systeem. De veranderingssnelheid binnen een bestuurssysteem moet natuurlijk niet al te hoog zijn - een moment van herbezinning is altijd nuttig, leve de Eerste Kamer - maar vele Nederlandse lezers zullen vooral vrezen voor het tegengestelde. Wie ooit verzand is geraakt in een ruimtelijke ordeningsprocedure omringd door vasthoudende actiegroepen, zal daarvoor alle begrip hebben.

Wie echter denkt dat Nederland het voorbeeld bij uitstek is van een stroperig systeem - alleen al de onvertaalbaarheid van die kwalificatie zou dat kunnen doen vermoeden - kan troost vinden bij recente beschouwingen van Francis Fukuyama. Hij wijt in zijn laatste boek de politieke malaise in de Verenigde Staten niet in de laatste plaats aan de lange route die politieke voorstellen moeten afleggen naar hun inwerkingstreding en de vele mogelijke struikelmomenten onderweg; ook de Amerikaanse rechterlijke macht laat zich daarbij niet onbetuigd. Over de Europese democratieën is hij aanmerkelijk positiever, met het Verenigd Koninkrijk voorop: als tegenstanders daar even niet opletten, dan is de rit al bijna gereden. Wat ons hoogstens zorgen zou moeten baren, is zijn overtuiging dat het gletsjertempo van de reguliere Europese besluitvorming in Brussel al behoorlijk Amerikaanse trekjes begint te vertonen.

Veranderen gaat nooit vanzelf, noch in Nederland, noch elders. Voorbeelden van succesvolle snelle veranderingen (de actie tegen de plofkip van Wakker Dier!) suggereren dat volhardende vasthoudendheid een karaktertrek is die kenmerkend is voor elke succesvolle veranderaar. Voor een partij zoals D66, die graag ruimte maakt voor kalme redelijkheid maar ook zo graag in hoog tempo wil veranderen, is een hardnekkige democratische doorzetter met een onuitputtelijk uithoudingsvermogen zoals Erwin Nypels een leerzaam rolmodel.