Uitvoeringsbesluit 2016/578 - Werkprogramma voor de ontwikkeling en de uitrol van de elektronische systemen waarin het douanewetboek van de Unie voorziet - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
Inhoudsopgave
officiële titel
Uitvoeringsbesluit (EU) 2016/578 van de Commissie van 11 april 2016 tot vaststelling van het werkprogramma voor de ontwikkeling en de uitrol van de elektronische systemen waarin het douanewetboek van de Unie voorzietofficiële Engelstalige titel
Commission Implementing Decision (EU) 2016/578 of 11 April 2016 establishing the Work Programme relating to the development and deployment of the electronic systems provided for in the Union Customs CodeRechtsinstrument | Uitvoeringsbesluit |
---|---|
Wetgevingsnummer | Uitvoeringsbesluit 2016/578 |
Celex-nummer i | 32016D0578 |
Document | 11-04-2016; Datum goedkeuring |
---|---|
Bekendmaking in Publicatieblad | 15-04-2016; PB L 99 p. 6-20 |
Inwerkingtreding | 16-04-2016; in werking datum publicatie +1 zie art 6 |
Einde geldigheid | 04-01-2020; opgeheven door 32019D2151 |
15.4.2016 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 99/6 |
UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2016/578 VAN DE COMMISSIE
van 11 april 2016
tot vaststelling van het werkprogramma voor de ontwikkeling en de uitrol van de elektronische systemen waarin het douanewetboek van de Unie voorziet
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en van de Raad van 9 oktober 2013 tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie (1), en met name artikel 281,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Krachtens artikel 280 van Verordening (EU) nr. 952/2013 tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie (hierna „het wetboek” genoemd) stelt de Commissie een werkprogramma op voor de ontwikkeling en de uitrol van elektronische systemen (hierna „het werkprogramma” genoemd). Het eerste werkprogramma werd vastgesteld bij Uitvoeringsbesluit 2014/255/EU van de Commissie (2). Dit programma moet worden geactualiseerd. Gezien het aantal wijzigingen dat in Uitvoeringsbesluit 2014/255/EU moet worden aangebracht, is het omwille van de duidelijkheid wenselijk dit besluit in te trekken en door een nieuw besluit te vervangen. |
(2) |
Het werkprogramma is met name belangrijk voor de vaststelling van de overgangsmaatregelen die betrekking hebben op de elektronische systemen en het tijdschema voor de uitrol van de systemen die nog niet operationeel zijn wanneer het wetboek van toepassing wordt, dat wil zeggen 1 mei 2016. Het werkprogramma is bijgevolg noodzakelijk om de overgangsperioden vast te stellen die betrekking hebben op de elektronische systemen waarin Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/2446 van de Commissie (3), Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/341 van de Commissie (4) en Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2447 van de Commissie (5) voorzien. |
(3) |
Overeenkomstig het wetboek moeten alle uitwisselingen van informatie tussen douaneautoriteiten onderling en tussen marktdeelnemers en douaneautoriteiten, alsmede de opslag van die informatie geschieden met behulp van elektronische gegevensverwerkingstechnieken en moeten de informatie- en communicatiesystemen de marktdeelnemers in alle lidstaten dezelfde faciliteiten bieden. Daarom dient het werkprogramma te voorzien in een uitgebreid implementatieplan voor de elektronische systemen, teneinde de juiste toepassing van het wetboek te garanderen. |
(4) |
Dienovereenkomstig moet in het werkprogramma een lijst worden opgenomen van de elektronische systemen die moeten worden voorbereid en ontwikkeld door de lidstaten („nationale systemen”), dan wel door de lidstaten in samenwerking met de Commissie („trans-Europese systemen”), om ervoor te zorgen dat het wetboek in de praktijk toepassing kan vinden. Die lijst moet worden gebaseerd op de bestaande planning voor alle IT-gerelateerde douaneprojecten, het zogenaamde strategische meerjarenplan („MASP”), dat is opgesteld overeenkomstig Beschikking nr. 70/2008/EG van het Europees Parlement en de Raad (6), en met name artikel 4 en artikel 8, lid 2, daarvan. De in het werkprogramma opgenomen elektronische systemen moeten dezelfde projectmatige beheersaanpak krijgen en overeenkomstig het MASP worden voorbereid en ontwikkeld. |
(5) |
In het werkprogramma moeten de elektronische systemen worden vastgesteld, evenals de desbetreffende rechtsgrond, de voornaamste mijlpalen en de datum waarop zij operationeel moeten zijn. Met „begindatum van de uitrol” moet worden verwezen naar de vroegste datum waarop de lidstaten met de exploitatie van het nieuwe elektronische systeem kunnen beginnen. De „einddatum van de uitrol” moet in het werkprogramma worden gedefinieerd als de uiterste datum waarop alle lidstaten en alle marktdeelnemers gebruik beginnen te maken van het nieuwe of bijgewerkte elektronische systeem, zoals vereist krachtens het wetboek. Deze termijnen... |
Lees meer
Deze wettekst is overgenomen van EUR-Lex.
Dit dossier wordt iedere nacht automatisch samengesteld op basis van bovenstaande dossiers. Hierbij is aan de technische programmering veel zorg besteed. Een garantie op de juistheid van de gebruikte bronnen en het samengestelde resultaat kan echter niet worden gegeven.
Van deze pagina bestaat een uitgebreide versie met de juridische context, de Europese rechtsgrond, een overzicht van verwante dossiers en de betrokken zaken van het Europees Hof van Justitie.
De uitgebreide versie is beschikbaar voor betalende gebruikers van de EU Monitor van PDC Informatie Architectuur.
Met de EU Monitor volgt u alle Europese dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.
De EU Monitor is ook beschikbaar in het Engels.