Motie van het lid Ten Broeke over de militaire samenwerking in het associatieverdrag met Oekraïne - Hoofdinhoud
De Kamer,
Gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de Associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en Oekraïne krachtens artikel 10 samenwerking op militair terrein beoogt te bevorderen;
constaterende dat dit onderdeel, mede gezien de huidige gewelddadigheden in Oost-Oekraine,tot ophef en verwarring over de mogelijke consequenties van deze samenwerking heeft geleid;
overwegende dat duidelijkheid rondom de aard en grenzen van deze militaire samenwerking, met of zonder inwerkingtreding van de Associatieovereenkomst, van groot belang is;
verzoekt de regering de aard en grenzen van de militaire samenwerking, als bedoeld in artikel 10 van de Associatieovereenkomst, uiteen te zetten en de Kamer daarover per brief te informeren;
verzoekt de regering voorts in de gesprekken in Brussel de Nederlandse zorg over de invulling van die militaire samenwerking kenbaar te maken,
En gaat over tot de orde van de dag.
Han ten Broeke
Tweede Kamer: