Opsteker én opdoffer voor privacy

Met dank overgenomen van S.H. (Sophie) in 't Veld i, gepubliceerd op donderdag 14 april 2016.

D66 is blij dat de Europese privacywetgeving van 1995 eindelijk geactualiseerd is en er een einde komt aan de lappendeken van nationale regels van 28 landen. “Europa zet de privacystandaard wereldwijd en blijft zo koploper op gegevensbescherming en privacy. D66 heeft ingezet op stevige privacy bescherming zonder door te slaan in bureaucratische regeldruk. Dat is goed voor de consument en voor bedrijven. Als bedrijven de fout in gaan, kunnen ze rekenen op stevige boetes”, aldus D66-Europarlementariër Sophie in ’t Veld.

Politie en justitie

Ook staat er een sterk Europees privacy-kader voor politie- en inlichtingenwerk. Tot nu toe waren er nauwelijks Europese regels voor deze gevoelige sector. De nieuwe Richtlijn dicht dat hiaat. In ’t Veld: “Als we Europese samenwerking tussen politie en nationale veiligheidsdiensten willen stimuleren, heb je duidelijke regels nodig over de manier waarop je met deze gegevens om moet gaan. Alleen zo pak je grensoverschrijdende terreur en criminaliteit echt aan. Gemeenschappelijke standaarden voor gegevensbescherming maken delen van informatie veel makkelijker”

Verplichte uitwisseling

D66 heeft tegen het voorstel voor het opslaan van passagiersgegevens (PNR) gestemd. Het enkel opslaan van gegevens zonder verplichte uitwisseling van de resultaten uit de analyses biedt geen extra veiligheid, maar slechts schijnveiligheid. Een voorstel van D66 daartoe kon helaas niet op een meerderheid rekenen. “Partijen als het CDA en de VVD hebben hun mondvol over de strijd tegen terreur maar als het er op aan komt kiezen ze voor schijnveiligheid in plaats van echte veiligheid. D66 had kunnen instemmen met een gebalanceerd voorstel van doelgericht informatie opslaan en verplichte informatiedeling. Het voorstel dat nu voor ligt is een fopspeen en biedt geen extra veiligheid”, aldus In ’t Veld.

Dankzij D66 werd het herzien van de privacywetten en het PNR-voorstel gezamenlijk behandeld. In ’t Veld: “De lidstaten weigerden structureel de rechtsbescherming goed te regelen, terwijl ze wel allerlei informatie willen opslaan en gebruiken. Dank zij de eis van D66 slaagden de nationale regeringen niet in hun opzet de gegevensbescherming van tafel te krijgen, en hebben we nu een volledig pakket.”