Een week later - Hoofdinhoud
Foto Flickr/Ashley Bayles
De tweede aanslag kwam nog dichterbij. Onze medewerker Michiel appte, dat hij de ramen uit het metrostation Maalbeek zag springen. Hij passeerde net op het moment van de explosie het metrostation, vlakbij het Europees Parlement. Het kostte me al alle moeite om na de eerste aanslag m’n aandacht bij een vergadering over de EU-begroting te houden, na de tweede aanslag kon ik niet blijven zitten.
Was iedereen van ons team veilig? Het was tijd om te bellen en te tellen.
Gelukkig bleek snel dat iedereen van ons team veilig was. Dat was een ongelofelijke opluchting. Ik kan me bijna geen voorstelling maken van wat ouders hebben doorgemaakt, die een van hun kinderen secondes na de aanslagen aan de lijn hadden. Het geluid van explosies, glasgerinkel en paniek op de achtergrond. En dan begeeft ook de telefoonverbinding het. Die spanning moet ondraaglijk zijn geweest; de doodsangst na die stilte, die in veel gevallen terecht bleek. Verschrikkelijk.
De rest van de dag volgden we als ieder ander het nieuws, stelden we familie, vrienden en partijgenoten gerust. Voor zover de verbindingen dat toelieten. In de veronderstelling en hoop dat het Europees Parlement een veilige plek is; de ingangen zijn onlangs grondig aangepast en worden steevast bewaakt door zwaarbewapende militairen.
Maar wat is een veilige plek? Wat is veilig? Dat is toch meer gevoel dan feit. In het parlement ging de een met de schrik in het lijf naar huis, een ander verkoos verder te werken. Voor zover er van doorwerken nog sprake was. Een beklijvend beeld ook in de buurt rond het parlementsgebouw. Veel restaurants waren die dag gesloten, maar ook veel mensen gingen toch naar buiten om te eten. De een wil juist dat het gewone leven zich hervat, terwijl de ander de keuze maakt nooit meer met de metro te willen reizen.
Angst is de moeilijkste emotie. Bij verdriet kun je huilen. Bij woede kun je boos worden. Maar wat kun je met angst?
Ik moest in dit verband denken aan de beschrijving van de ‘London Blitz’, de onophoudelijk bombardementen van de Duitsers op de Britse hoofdstad tijdens de Tweede Wereldoorlog. In het boek ‘David en Goliath’ schrijft Malcolm Gladwell: “Terwijl de aanvallen heviger en heviger werden, constateerden de Britse autoriteiten - tot hun verbazing - niet alleen de heldhaftigheid van de bevolking tijdens deze beproeving, maar ook iets dat leek op onverschilligheid”.
Ik vertaal hier het woord ‘indifference’ in ‘onverschilligheid’. Misschien zou het beter zijn te kiezen voor het woord ‘onverzettelijkheid’. Ook tijdens de grootste bedreigingen blijkt het geen keuze om je op zij te laten zetten. En dat is wat ik in Brussel ook meende te proeven. Onverzettelijkheid tegen deze aanslagen, die een aanval willen zijn op onze voortdurende strijd voor een wereld van vrede en rechtvaardigheid. Onverzettelijkheid tegen de lafheid en barbaarsheid van de daders, die - hoe schizofreen ook - voor sommigen als inspiratie worden ervaren. Ook daar mogen we onze ogen niet voor sluiten.
Angst heeft de wereld nooit verder gebracht. Onverzettelijkheid kan groeien, naar moed om de angst de baas te zijn. Om deze waanzin te overwinnen.