Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot vaststelling van voorschriften inzake het op de markt aanbieden van bemestingsproducten met CE-markering en tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 1069/2009 en (EG) nr. 1107/2009

1.

Tekst

EUROPESE COMMISSIE

Brussel, 17.3.2016

COM(2016) 157 final

2016/0084(COD)

Pakket circulaire economie

Voorstel voor een

VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

tot vaststelling van voorschriften inzake het op de markt aanbieden van bemestingsproducten met CE-markering en tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 1069/2009 en (EG) nr. 1107/2009

(Voor de EER relevante tekst)

{SWD(2016) 64 final}

{SWD(2016) 65 final}

TOELICHTING

  • 1. 
    ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL
  •  
    Motivering en doel van het voorstel
  • 1. 
    Met het voorstel wordt beoogd belangrijke problemen aan te pakken die zich momenteel op de markt voordoen en die voor het eerst zijn vastgesteld in een evaluatie van Verordening (EG) nr. 2003/2003 ("de bestaande meststoffenverordening") uit 2010 1 . Dit voorstel is ook een van de belangrijkste wetgevingsvoorstellen binnen het EU-actieplan voor de circulaire economie 2 .

Eerste motivering en doel

  • 2. 
    Ten eerste is de toegang tot de interne markt wegens uiteenlopende nationale regels en normen moeilijk voor innovatieve bemestingsproducten, die overeenkomstig het model van de circulaire economie vaak nutriënten of organisch materiaal bevatten afkomstig van gerecycleerd bioafval of andere secundaire grondstoffen.
  • 3. 
    Bij de bestaande meststoffenverordening wordt het vrije verkeer op de interne markt gewaarborgd van een klasse geharmoniseerde producten die tot een van de typen producten in bijlage I bij die verordening behoren. Die producten komen in aanmerking voor de aanduiding "EG-meststof". Ondernemingen die producten willen verhandelen die tot een ander type behoren dan de EG-meststoffen, moeten eerst door middel van een besluit van de Commissie tot wijziging van die bijlage een nieuwe typegoedkeuring verkrijgen. Bijna alle producttypen die momenteel zijn opgenomen in de bestaande meststoffenverordening zijn conventionele, anorganische meststoffen, die doorgaans overeenkomstig het model van de lineaire economie zijn gewonnen of chemisch zijn geproduceerd. Bovendien zijn de chemische processen voor de productie van bijvoorbeeld meststoffen op basis van stikstof energie- en CO2-intensief.
  • 4. 
    Ongeveer 50 % van de meststoffen die momenteel op markt te verkrijgen zijn, valt buiten het toepassingsgebied van de verordening. Dit is het geval voor enkele anorganische meststoffen en voor bijna alle meststoffen die worden vervaardigd uit organische materialen, zoals dierlijke bijproducten of andere bijproducten van de landbouw of gerecycleerd bioafval uit de voedselketen. Onderzoek, innovatie en investeringen ontwikkelen zich momenteel erg snel, wat bijdraagt tot de circulaire economie doordat er lokale banen worden gecreëerd en doordat er waarde wordt gecreëerd uit secundaire hulpbronnen afkomstig uit de Unie die anders rechtstreeks op het land zouden worden gebruikt of zouden worden verwijderd als stortafval, met onnodige eutrofiëring en uitstoot van broeikasgassen tot gevolg. Bovendien is in de bedrijfstak een servitization-trend merkbaar, waarbij steeds meer producten op maat worden gemaakt op basis van een analyse van de bodem waarop de meststof zal worden gebruikt. Kleine en middelgrote ondernemingen en andere bedrijven in heel Europa tonen steeds meer interesse in het leveren van een bijdrage aan deze ontwikkeling. Voor producten op maat die organische meststoffen bevatten, hangt de toegang tot de interne markt momenteel echter af van wederzijdse erkenning, wat vaak een belemmering is.
  • 5. 
    De bestaande regelgeving houdt voor innovatieve meststoffen een tweeledig probleem in.
  • 6. 
    Ten eerste is het moeilijk om typen producten die uit organische of secundaire grondstoffen zijn vervaardigd, op te nemen in de bestaande meststoffenverordening. De regelgevende instanties zijn terughoudend wegens de relatief veranderlijke samenstelling en eigenschappen van dergelijke materialen. De bestaande meststoffenverordening is duidelijk afgestemd op goed gekarakteriseerde anorganische meststoffen vervaardigd uit primaire grondstoffen en voorziet niet in de robuuste controlemechanismen en beveiligingen die nodig zijn om vertrouwen te creëren in producten vervaardigd uit inherent veranderlijke organische en secundaire materialen. Bovendien is het verband met de bestaande wetgeving inzake de controle op dierlijke bijproducten en afvalstoffen niet duidelijk.
  • 7. 
    Bijgevolg blijven meststoffen die overeenkomstig de circulaire economie worden vervaardigd niet-geharmoniseerd. Veel lidstaten hanteren voor die niet-geharmoniseerde meststoffen gedetailleerde nationale regels en normen met milieueisen (zoals grenswaarden voor vervuilende zware metalen) die niet van toepassing zijn op EG-meststoffen. Bovendien blijkt het vrije verkeer tussen lidstaten op basis van wederzijdse erkenning erg moeilijk haalbaar te zijn. Bijgevolg wordt een producent van meststoffen die uit organische of secundaire grondstoffen worden vervaardigd, die in een lidstaat is gevestigd en zijn of haar markt wil uitbreiden op het grondgebied van een andere lidstaat, vaak geconfronteerd met administratieve procedures die een marktuitbreiding financieel onhaalbaar maken. Bijgevolg wordt de kritieke massa die nodig is voor investeringen in deze belangrijke bedrijfstak van de circulaire economie niet bereikt. Dit is vooral een probleem voor producenten die gevestigd zijn in lidstaten met een kleine binnenlandse markt in vergelijking met het overschot aan organische secundaire grondstoffen (doorgaans mest) waarover zij beschikken.
  • 8. 
    Kort gezegd: in de concurrentiestrijd tussen meststoffen die overeenkomstig het model van de circulaire economie worden vervaardigd uit organische of secundaire grondstoffen afkomstig uit de Unie en meststoffen die overeenkomstig het model van de lineaire economie worden geproduceerd, worden die laatste bevoordeeld. Deze concurrentieverstoring belemmert investeringen in de circulaire economie.
  • 9. 
    Wat het probleem nog erger maakt, is dat een van de voornaamste bestanddelen van meststoffen natuurfosfaat is, dat door de Commissie als een kritieke grondstof is aangeduid. De Unie is voor fosfaatmeststoffen momenteel erg afhankelijk van de invoer van natuurfosfaat dat buiten de Unie wordt gewonnen (meer dan 90 % van de fosfaatmeststoffen die in de Unie worden gebruikt, zijn ingevoerd, voornamelijk uit Marokko, Tunesië en Rusland). Dit terwijl afvalstoffen afkomstig uit de Unie (in het bijzonder zuiveringsslib) grote hoeveelheden fosfor bevatten. Als deze fosfor overeenkomstig het model van de circulaire economie zou worden gerecycleerd, zou kunnen worden voldaan aan 20 tot 30 % van de vraag naar fosfaatmeststoffen in de Unie. Het investeringspotentieel dat daarmee gepaard gaat, blijft momenteel echter grotendeels onbenut, wat deels te wijten is aan de bovengenoemde moeilijke toegang tot de interne markt.
  • 10. 
    Het tweede aspect van de beperkingen die de huidige meststoffenverordening oplegt aan innovatieve meststoffen, is dat de typegoedkeuringsprocedure zelfs voor nieuwe anorganische meststoffen vervaardigd uit primaire grondstoffen erg lang is en achterloopt op de innovatiecyclus van de meststoffensector. Derhalve is besloten dat het nodig is om de regelgevingstechniek grondig te herzien en te moderniseren met het oog op meer flexibiliteit betreffende productvereisten terwijl toch een hoog niveau van bescherming van de gezondheid van mensen, dieren en planten, de veiligheid en het milieu wordt gehandhaafd. In afdeling 3, Evaluatie, raadpleging van belanghebbenden en effectbeoordeling, worden de elementen toegelicht die in dit verband in overweging zijn genomen.
  • 11. 
    De voornaamste beleidsdoelstelling van het initiatief is om een stimulans te geven voor grootschalige meststoffenproductie in de Unie op basis van organische of secundaire grondstoffen afkomstig uit de Unie, waarbij afvalstoffen overeenkomstig het model van de circulaire economie worden omgezet in nutriënten voor gewassen. Het voorstel zal een regelgevingskader bieden dat de toegang tot de interne markt voor dergelijke meststoffen drastisch vergemakkelijkt, waardoor voorwaarden worden gecreëerd die gelijk zijn aan die voor gewonnen of chemische meststoffen die overeenkomstig het model van de lineaire economie worden geproduceerd. Dit zou bijdragen tot de volgende doelstellingen van de circulaire economie:
  • • 
    De valorisatie van secundaire grondstoffen zou mogelijk worden, waardoor grondstoffen beter zouden kunnen worden gebruikt en problemen inzake eutrofiëring en afvalstoffenbeheer economische kansen zouden kunnen worden voor particuliere en openbare ondernemers.
  • • 
    De beschikbare middelen zouden efficiënter worden ingezet en de Unie zou minder afhankelijk worden van de invoer van grondstoffen die essentieel zijn voor de Europese landbouw, in het bijzonder fosfor.
  • • 
    Investeringen en innovatie in de circulaire economie zouden een stimulans krijgen, waardoor er in de Unie banen zouden worden gecreëerd.
  • • 
    De huidige druk op de meststoffensector om de uitstoot van CO2 te verminderen in het kader van de emissiehandel, zou afnemen, omdat meststoffen zouden kunnen worden geproduceerd op basis van minder koolstofintensieve grondstoffen.
  • 12. 
    Meer productie van en handel in innovatieve meststoffen zou eveneens het meststoffenaanbod voor landbouwers vergroten, wat kan bijdragen tot een meer rendabele levensmiddelenproductie waarbij de beschikbare middelen efficiënter worden ingezet.

Tweede motivering en doel

  • 13. 
    Ten tweede biedt de bestaande meststoffenverordening geen antwoord op de milieuproblemen die worden veroorzaakt door de verontreiniging door EG-meststoffen van de bodem, de binnenwateren, de zeewateren en uiteindelijk ook van levensmiddelen. De aanwezigheid van cadmium in anorganische fosfaatmeststoffen is een welbekend probleem. Bij gebrek aan EU-grenswaarden hebben sommige lidstaten op grond van artikel 114 VWEU unilaterale grenswaarden voor cadmium bepaald voor EG-meststoffen, waardoor ook in het geharmoniseerde deel van de markt een zekere fragmentatie is ontstaan. De aanwezigheid van contaminanten in meststoffen die momenteel onder nationale regels vallen (bv. nutriënten die afkomstig zijn van gerecycleerd zuiveringsslib), vormt een gelijkaardig probleem.
  • 14. 
    Een tweede beleidsdoelstelling is dus het aanpakken van dit probleem en het invoeren van geharmoniseerde grenswaarden voor cadmium in fosfaatmeststoffen. De vaststelling van die grenswaarden met het oog op het minimaliseren van de schadelijke gevolgen van het gebruik van meststoffen op het milieu en de menselijke gezondheid, zal bijdragen tot een vermindering van de cadmiumaccumulatie in de bodem en de cadmiumverontreiniging van levensmiddelen en water. Bovendien zal de huidige marktfragmentatie, in de vorm van nationale grenswaarden voor cadmium in sommige lidstaten, worden weggewerkt door de daaraan ten grondslag liggende milieukwestie aan te pakken.
  •  
    Verenigbaarheid met bestaande bepalingen op het beleidsterrein
  • 15. 
    Het voorstel zal de bestaande meststoffenverordening intrekken, maar reeds geharmoniseerde meststoffen zullen op de markt mogen blijven op voorwaarde dat ze aan de nieuwe veiligheids- en kwaliteitseisen voldoen. In het voorstel zullen de voorwaarden worden bepaald waaronder meststoffen vervaardigd uit afvalstoffen en dierlijke bijproducten niet langer onderworpen hoeven te zijn aan de controles waarin wordt voorzien door Verordening (EG) nr. 1069/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 tot vaststelling van gezondheidsvoorschriften inzake niet voor menselijke consumptie bestemde dierlijke bijproducten en afgeleide producten en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1774/2002 (verordening dierlijke bijproducten) 3 en Richtlijn 2008/98/EG betreffende afvalstoffen en tot intrekking van een aantal richtlijnen 4 en het vrije verkeer van deze meststoffen als meststoffen met CE-markering zal worden toegestaan. Het voorstel zal een aanvulling vormen op Verordening (EG) nr. 1907/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 inzake de registratie en beoordeling van en de autorisatie en beperkingen ten aanzien van chemische stoffen (REACH) 5 , die blijft gelden voor chemische stoffen die in bemestingsproducten worden opgenomen.
  •  
    Verenigbaarheid met andere beleidsterreinen van de Unie
  • 16. 
    Het initiatief ondersteunt de agenda van de Commissie voor banen, groei en investering door een regelgevingsklimaat te creëren dat investeringen in de reële economie bevordert.
  • 17. 
    Het initiatief zal in het bijzonder een belangrijke, concrete bijdrage aan het Pakket circulaire economie van de Commissie leveren. Het zal gelijke voorwaarden creëren voor alle bemestingsproducten en het gemakkelijker maken om secundaire grondstoffen afkomstig uit de Unie te gebruiken.
  • 18. 
    Bovendien ondersteunt het initiatief het streven om een diepere, billijkere interne markt met een versterkte industriële basis te creëren door de bestaande obstakels voor het vrije verkeer van bepaalde innovatieve meststoffen te elimineren en het markttoezicht door de lidstaten te vergemakkelijken.
  • 19. 
    Het initiatief houdt verband met de volgende beleidsinitiatieven:
  • • 
    Het Pakket circulaire economie: de herziening van de meststoffenverordening heeft tot doel een regelgevingskader vast te stellen dat het mogelijk maakt meststoffen te vervaardigen uit gerecycleerd bioafval en andere secundaire grondstoffen overeenkomstig de strategie voor een bio-economie 6 , die de productie van hernieuwbare biologische hulpbronnen omvat alsook de omzetting van die hulpbronnen en afvalstromen in producten met toegevoegde waarde. Hierdoor zou het gebruik worden gestimuleerd van voor een duurzame Europese landbouw essentiële plantennutriënten die uit de Unie afkomstig zijn, zoals de kritieke grondstof fosfor. Het initiatief zou ook bijdragen tot een betere toepassing van de afvalladder door het storten van afval en de energieterugwinning uit bioafval tot een minimum te beperken en zo een oplossing bieden voor gerelateerde problemen in verband met afvalbeheer.
  • • 
    De strategie voor de eengemaakte markt: zoals hierboven beschreven vormen de logge, uiteenlopende nationale regelgevingskaders een bekend obstakel voor het vrije verkeer op de interne markt van meststoffen die momenteel niet onder de geharmoniseerde wetgeving vallen. Marktdeelnemers beschouwen de uiteenlopende nationale regels vaak als een onoverkomelijk obstakel voor de toegang tot nieuwe markten, terwijl de lidstaten menen dat die regels essentieel zijn voor de bescherming van de voedselketen en het milieu. Wegens die bezorgdheid om de gezondheid en het milieu blijkt wederzijdse erkenning bijzonder moeilijk te zijn op het gebied van niet-geharmoniseerde meststoffen. Marktdeelnemers hebben gevraagd het mogelijk te maken toegang tot de gehele interne markt te krijgen door te voldoen aan geharmoniseerde regels die op EU-niveau aan die bezorgdheid tegemoetkomen.
  • • 
    Horizon 2020: het voorstel kan relevante onderzoeksactiviteiten stimuleren die van start zijn gegaan in het kader van de specifieke doelstellingen 2 "Voedselzekerheid, duurzame land- en bosbouw, marien en maritiem onderzoek en onderzoek inzake binnenwateren, en de bio-economie" en 5 "Klimaatactie, milieu, efficiënt gebruik van hulpbronnen en grondstoffen" van de beleidsprioriteit "Maatschappelijke uitdagingen", die onder andere tot doel hebben innovatieve oplossingen te bieden voor een efficiëntere en veiligere terugwinning van hulpbronnen uit afvalstoffen, afvalwater en bioafval en onderzoekers ertoe aan te zetten innovatieve producten af te leveren in overeenstemming met de vraag van de markt, de maatschappelijke behoeften en de beleidsmaatregelen inzake de bescherming van het milieu. Onder andere het recycleren van fosfor voor de productie van meststoffen wordt door de Gemeenschappelijke Onderneming biogebaseerde industrieën genoemd als een opkomende en economisch veelbelovende nieuwe waardeketen op basis van (organische) afvalstoffen 7 . Een eerste vereiste om die doelstellingen te bereiken en onderzoeksresultaten op de markt in de praktijk te brengen, is dat dergelijke meststoffen gemakkelijk toegang krijgen tot de interne markt.
  • 2. 
    RECHTSGRONDSLAG, SUBSIDIARITEIT EN EVENREDIGHEID
  •  
    Rechtsgrondslag
  • 20. 
    Het doel van het voorstel is het beter functioneren van de interne markt voor bemestingsproducten. Daartoe worden de problemen aangepakt die voor het eerst werden vastgesteld in de evaluatie van de bestaande meststoffenverordening in 2010. Derhalve vormt artikel 114 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie de rechtsgrondslag. Dat artikel is ook de rechtsgrondslag voor de bestaande meststoffenverordening.
  •  
    Subsidiariteit (bij niet-exclusieve bevoegdheid)
  • 21. 
    De eerste doelstelling van de voorgestelde maatregel is het stimuleren van investeringen in de productie en de uitrol van doeltreffende, veilige, innovatieve meststoffen vervaardigd uit organische of secundaire grondstoffen overeenkomstig het model van de circulaire economie en de strategie voor een bio-economie door die producten door middel van toegang tot de gehele interne markt te helpen een kritieke massa te bereiken. Door het gemakkelijker te maken om dergelijke meststoffen te gebruiken, kunnen aanzienlijke milieuvoordelen worden bereikt, kan de afhankelijkheid van de invoer van kritieke grondstoffen van buiten de Unie verminderen, en kunnen landbouwers mogelijk de keuze krijgen uit een grotere verscheidenheid aan kwalitatief hoogwaardige bemestingsproducten. De bestaande obstakels voor het vrije verkeer van dergelijke producten, in de vorm van uiteenlopende nationale regelgevingskaders, kunnen niet worden geëlimineerd door de unilaterale maatregelen van de lidstaten. In het bijzonder blijkt de wederzijdse erkenning op dit gebied erg moeilijk te zijn. Naarmate de interesse in het produceren en verhandelen van kwalitatief hoogwaardige meststoffen vervaardigd uit organische en secundaire grondstoffen toeneemt, wordt dit een steeds belangrijkere hindernis. Maatregelen op EU-niveau zouden daarentegen het vrije verkeer van dergelijke meststoffen kunnen waarborgen door in geharmoniseerde strenge criteria inzake kwaliteit, veiligheid en het milieu te voorzien.
  • 22. 
    De tweede doelstelling is het aanpakken van de door het gebruik van meststoffen veroorzaakte cadmiumverontreiniging van de bodem en van levensmiddelen. Aangezien de meeste meststoffen die aan de bron van dit probleem liggen (met name de anorganische fosfaatmeststoffen) reeds zijn geharmoniseerd, kunnen de lidstaten deze doelstelling niet unilateraal bereiken. Maximumwaarden die voor de hele Unie gelden kunnen de contaminanten in geharmoniseerde meststoffen daarentegen doeltreffend tot veiligere niveaus herleiden.
  •  
    Evenredigheid
  • 23. 
    De eerste doelstelling van het initiatief is het stimuleren van investeringen in de productie van doeltreffende, veilige, innovatieve meststoffen vervaardigd uit organische of secundaire grondstoffen overeenkomstig het model van de circulaire economie, wat gepaard gaat met de overeenkomstige voordelen voor het milieu, een verminderde afhankelijkheid van de invoer, en een meer verscheiden aanbod aan kwalitatief hoogwaardige producten. Het initiatief beoogt het bereiken van een kritieke massa door dergelijke producten toegang tot de interne markt te bieden. In het verleden is gebleken dat de wederzijdse erkenning van niet-geharmoniseerde meststoffen bijzonder moeilijk is, terwijl de harmonisatiewetgeving anorganische meststoffen op doeltreffende wijze toegang tot de interne markt heeft verschaft. Derhalve wordt geconcludeerd dat harmonisatiewetgeving voor meststoffen vervaardigd uit organische of secundaire grondstoffen niet verder gaat dan nodig is om de vereiste rechtszekerheid te bieden voor het stimuleren van grootschalige investeringen in de circulaire economie. De regelgevingstechniek waarvoor in dit voorstel is gekozen, biedt marktdeelnemers de grootst mogelijke flexibiliteit om nieuwe producten op de markten te brengen zonder daarbij de veiligheid en de kwaliteit in het gedrang te brengen. Bovendien kunnen de lidstaten niet-geharmoniseerde meststoffen tot de markt toelaten, terwijl marktdeelnemers die grotere markten willen bereiken de mogelijkheid hebben om voor het geharmoniseerde regelgevingskader te kiezen.
  • 24. 
    Een verordening wordt als de meest geschikte vorm beschouwd voor de harmonisatie van producten op een gebied dat technisch bijzonder complex is en dat mogelijk een grote impact heeft op de voedselketen en het milieu. Die conclusie wordt ondersteund door het feit dat de bestaande harmonisatiewetgeving voor meststoffen ook de vorm van een verordening heeft.
  • 25. 
    Wat de tweede doelstelling betreft, namelijk het aanpakken van de cadmiumverontreiniging van de bodem en van levensmiddelen veroorzaakt door het gebruik van meststoffen, waarvan er vele reeds zijn geharmoniseerd, worden maximumgehalten in de productwetgeving beschouwd als een doeltreffende manier om het probleem bij de bron aan te pakken. De economische gevolgen worden als evenredig beschouwd met de doelstelling om onomkeerbare bodemverontreiniging te voorkomen die een invloed heeft op de huidige en toekomstige generaties landbouwers en verbruikers van levensmiddelen.
  • 26. 
    In afdeling 4.2.2 van de effectbeoordeling wordt dieper ingegaan op de evenredigheid.
  •  
    Keuze van het instrument
  • 27. 
    Een verordening wordt als de meest geschikte vorm beschouwd voor de harmonisatie van producten op een gebied dat technisch bijzonder complex is en dat mogelijk een grote impact heeft op de voedselketen en het milieu. Die conclusie wordt ondersteund door het feit dat de bestaande harmonisatiewetgeving voor meststoffen ook de vorm van een verordening heeft.
  • 3. 
    EVALUATIE, RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDEN EN EFFECTBEOORDELING
  •  
    Evaluatie van bestaande wetgeving en controle van de resultaatgerichtheid ervan
  • 28. 
    Uit de evaluatie van de bestaande meststoffenverordening die in 2010 werd uitgevoerd, is gebleken 8 dat de doelstelling van de verordening om het regelgevingskader voor een groot deel van de meststoffenmarkt te vereenvoudigen en te harmoniseren, was bereikt.
  • 29. 
    Uit de evaluatie is echter ook gebleken dat de verordening doeltreffender zou kunnen zijn wat de ondersteuning van innovatieve meststoffen betreft en dat er aanpassingen nodig zijn om het milieu beter te beschermen. Wat betreft de organische meststoffen die momenteel buiten het toepassingsgebied van de verordening vallen, is uit de evaluatie bovendien gebleken dat de marktdeelnemers noch de nationale autoriteiten van mening zijn dat wederzijdse erkenning het meest gepaste instrument is om het vrije verkeer te waarborgen, aangezien meststoffen producten zijn waarvoor op basis van gegronde overwegingen inzake de productkwaliteit, het milieu en de menselijke gezondheid strenge regels geoorloofd zijn.
  •  
    Raadpleging van belanghebbenden
  • 30. 
    Gedurende de hele voorbereidingsfase, die in 2011 van start ging, zijn de lidstaten en andere belanghebbenden uitvoerig geraadpleegd, in het bijzonder in het kader van de Werkgroep meststoffen 9 . De openbare raadpleging over de circulaire economie die in mei 2015 is bekendgemaakt, bevatte vragen over dit onderwerp 10 . De belanghebbenden werd ook gevraagd feedback te geven over de roadmap voor de herziening van de meststoffenverordening die op 22 oktober 2015 is bekendgemaakt 11 .
  •  
    Bijeenbrengen en gebruik van expertise
  • 31. 
    Het bestaande ontwerpverslag van de effectbeoordeling is grotendeels gebaseerd op de bovengenoemde evaluatie van de meststoffenverordening uit 2010 en op de studie die in 2011 is gemaakt van de opties om de wetgeving van de Unie inzake bemestingsmaterialen volledig te harmoniseren, waarbij ook aandacht is besteed aan de technische haalbaarheid en de gevolgen voor het milieu, de economie en de maatschappij 12 .
  • 32. 
    Het recycleren van fosfor is ook aan bod gekomen in KP7-onderzoeksprojecten. De resultaten daarvan zijn geanalyseerd tijdens de workshop "Circular approaches to phosphorus: from research to deployment", die op 4 maart 2015 plaatsvond in Berlijn 13 . Een van de vastgestelde prioriteiten is het herzien van de meststoffenverordening om het toepassingsgebied uit te breiden tot nutriënten uit secundaire bronnen (bv. gerecycleerde fosfaten) en organische bronnen.
  •  
    Effectbeoordeling
  • 33. 
    Het voorstel wordt ondersteund door een effectbeoordeling. De voornaamste documenten van de effectbeoordeling zijn te vinden op [Once the IAR is published, insert link to the summary sheet and to the positive opinion of the Regulatory Scrutiny Board]. Met de adviezen van de Effectbeoordelingsraad is rekening gehouden door overtuigender aan te tonen dat de uiteenlopende nationale normen een van de oorzaken van de marktfragmentatie zijn, door de inhoud van de verschillende beoordeelde opties te verduidelijken, en door de belangrijkste effecten van het voorstel beter te verantwoorden.
  • 34. 
    Bij de effectbeoordeling is een vergelijking gemaakt tussen de status quo (optie 1) en vier andere beleidsopties (opties 2 tot en met 5). In de opties 2 tot en met 5 wordt de reikwijdte van de harmonisatie uitgebreid tot meststoffen vervaardigd uit organische grondstoffen en tot andere producten met gerelateerde functies. In die opties worden er ook grenswaarden voor contaminanten ingevoerd. In de verschillende opties wordt gebruikgemaakt van andere controlemechanismen. In optie 2 blijft de regelgevingstechniek van de meststoffenverordening, namelijk typegoedkeuring, ongewijzigd. In optie 3 wordt de typegoedkeuring vervangen door een positieve, limitatieve lijst materialen die in aanmerking komen voor doelbewuste opname in een meststof. In optie 4 wordt in de nodige controle voorzien door het nieuwe wetgevingskader toe te passen. Hierbij geldt in alle gevallen dezelfde conformiteitsbeoordelingsprocedure. In optie 5 ten slotte wordt eveneens het nieuwe wetgevingskader toegepast, maar de conformiteitsbeoordelingsprocedure zou voor elke categorie van materialen anders zijn. Voor de opties 2 tot en met 5 is ook onderzocht of de harmonisatie voor alle producten met een bepaalde functie verplicht moet zijn, of dat meststoffen op vrijwillige basis aan de geharmoniseerde wetgeving zouden kunnen voldoen als alternatief voor de toepasselijke nationale wetgeving en wederzijdse erkenning, wat in de status quo het geval is voor anorganische meststoffen.
  • 35. 
    Het definitieve voorstel komt overeen met optie 5 in de variant met optionele harmonisatie. Deze optie wordt als de beste beleidskeuze beschouwd, omdat ze zou leiden tot administratieve vereenvoudiging, in het bijzonder voor bemestingsproducten vervaardigd uit goed omschreven primaire grondstoffen, en zou zorgen voor flexibiliteit terwijl toch wordt gewaarborgd dat het gebruik van geharmoniseerde bemestingsproducten geen onaanvaardbaar risico voor de gezondheid of het milieu inhoudt.
  • 36. 
    Het voorstel zal voornamelijk gevolgen hebben voor producenten van innovatieve meststoffen vervaardigd uit organische of secundaire grondstoffen overeenkomstig het model van de circulaire economie, die dankzij de drastisch vergemakkelijkte toegang tot de interne markt een kritieke massa zullen kunnen bereiken. Die producenten zullen in het bijzonder voordeel hebben bij het initiatief in de lidstaten die geen voldoende grote binnenlandse markt voor nieuwe typen meststoffen bieden.
  • 37. 
    Het voorstel zal ook gevolgen hebben voor particuliere en openbare terugwinningsbedrijven (zoals exploitanten van waterzuiveringsinstallaties of installaties voor afvalbeheer die compost of digestaat produceren), die hun output zullen kunnen valoriseren, waardoor infrastructuurinvesteringen mogelijk worden.
  • 38. 
    Voor veel nationale autoriteiten zal de werkdruk afnemen wanneer de nationale registratie- of toelatingssystemen voor meststoffen geheel of deels door controlemechanismen op EU-niveau worden vervangen.
  • 39. 
    Ten slotte zal er voor landbouwers en andere gebruikers van meststoffen waarschijnlijk een meer verscheiden productaanbod komen, terwijl de algemene bevolking beter zal worden beschermd tegen verontreiniging van de bodem, het water en levensmiddelen.
  •  
    Resultaatgerichtheid en vereenvoudiging
  • 40. 
    Dankzij het voorstel zal de administratieve last eenvoudiger worden en afnemen voor producenten van bemestingsproducten die toegang willen krijgen tot meer dan één nationaal grondgebied op de interne markt, aangezien die toegang niet meer op wederzijdse erkenning zal berusten. Tegelijkertijd wordt vermeden dat de toegang tot de markt wordt geweigerd of beperkt voor producenten die niet willen voldoen aan de regels op EU-niveau, door de mogelijkheid te behouden om toegang te krijgen tot de nationale markten op basis van nationale regels en wederzijdse erkenning.
  • 4. 
    GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING
  • 41. 
    Het voorstel heeft geen gevolgen voor de begroting van de Unie. De personele en administratieve middelen bij de Europese Commissie blijven dezelfde als voor de implementatie van de bestaande meststoffenverordening en de controle daarvan.
  • 5. 
    OVERIGE ELEMENTEN
  •  
    Uitvoeringsplanning en regelingen betreffende controle, evaluatie en rapportage
  • 42. 
    De Europese Commissie zal de lidstaten bijstaan bij de implementatie van de verordening en die controleren. Zij zal ook een analyse maken van de behoefte aan richtsnoeren, normen of regelingen om de duurzaamheid van bemestingsproducten aan te tonen, zodat op de etiketten van de producten duurzaamheidsclaims kunnen worden aangebracht.
  • 43. 
    Bovendien is de Commissie voornemens om bijkomende bestanddelencategorieën op te nemen in de bijlagen om gelijke tred te houden met de technologische vooruitgang, zodat veilige en doeltreffende meststoffen kunnen worden vervaardigd uit teruggewonnen secundaire grondstoffen zoals biochar, as en struviet. Ten slotte zal de Commissie de eisen in de bijlagen voortdurend evalueren en ze indien nodig herzien om de gezondheid van mensen, dieren en planten, de veiligheid en het milieu afdoend te beschermen.
  •  
    Toelichting bij de specifieke bepalingen van het voorstel
  • 44. 
    In hoofdstuk 1 van de voorgestelde verordening worden het onderwerp, het toepassingsgebied en de definities vastgesteld alsook de grondbeginselen van vrij verkeer en verhandelbaarheid van bemestingsproducten met CE-markering. De bepaling inzake productvereisten verwijst naar de bijlagen I en II, die de inhoudelijke eisen bevatten voor de categorieën eindproducten overeenkomstig hun beoogde functie (bijlage I) en voor de categorieën bestanddelen die in bemestingsproducten met CE-markering aanwezig kunnen zijn (bijlage II). Deze bepaling verwijst ook naar bijlage III, waarin de etiketteringsvoorschriften worden gespecificeerd.
  • 45. 
    Hoofdstuk 2 bevat de verplichtingen voor marktdeelnemers die betrokken zijn bij het op de markt aanbieden van bemestingsproducten met CE-markering.
  • 46. 
    In hoofdstuk 3 worden de algemene beginselen van de conformiteit van bemestingsproducten met CE-markering vastgesteld. In dit hoofdstuk wordt verwezen naar bijlage IV, waarin een gedetailleerde beschrijving wordt gegeven van de conformiteitsbeoordelingsprocedures die op bemestingsproducten met CE-markering van toepassing zijn afhankelijk van hun bestanddelen- en productfunctiecategorieën. Er wordt ook verwezen naar bijlage V, waarin de modelstructuur van de EU-conformiteitsverklaring wordt vastgesteld.
  • 47. 
    Hoofdstuk 4 bevat de bepalingen inzake aangemelde instanties en hoofdstuk 5 bevat de bepalingen inzake markttoezicht. Hoofdstuk 6 bevat de voorwaarden voor de vaststelling door de Commissie van gedelegeerde en uitvoeringshandelingen en hoofdstuk 7 bevat de slotbepalingen.

2016/0084 (COD)

Voorstel voor een

VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

tot vaststelling van voorschriften inzake het op de markt aanbieden van bemestingsproducten met CE-markering en tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 1069/2009 en (EG) nr. 1107/2009

(Voor de EER relevante tekst)

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 114,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,

Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité 14 ,

Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure,

Overwegende hetgeen volgt:

  • (1) 
    De voorwaarden voor het aanbieden van meststoffen op de interne markt werden gedeeltelijk geharmoniseerd door Verordening (EG) nr. 2003/2003 van het Europees Parlement en de Raad 15 , die vrijwel uitsluitend betrekking heeft op meststoffen bestaande uit gedolven of chemisch vervaardigde, anorganische materialen. Er bestaat ook een noodzaak om voor bemesting gebruik te maken van gerecycleerde of organische materialen. Om een krachtige stimulans te bieden voor het verdere gebruik van meststoffen vervaardigd uit gerecycleerde of organische materialen, moeten geharmoniseerde voorwaarden worden vastgesteld voor het op de gehele interne markt aanbieden ervan. De reikwijdte van de harmonisatie moet daarom worden uitgebreid tot gerecycleerde en organische materialen.
  • (2) 
    Bepaalde producten worden in combinatie met meststoffen gebruikt om de voedingsefficiëntie te verbeteren, met als gunstig gevolg een vermindering van de hoeveelheid gebruikte meststoffen en dus van het effect op het milieu. Om het vrije verkeer van die producten op de interne markt te vergemakkelijken, moet de harmonisatie niet enkel betrekking hebben op meststoffen, d.w.z. producten die bestemd zijn om planten nutriënten te verschaffen, maar ook op producten die bestemd zijn om de voedingsefficiëntie van planten te verbeteren.
  • (3) 
    Verordening (EG) nr. 765/2008 van het Europees Parlement en de Raad 16 stelt regels vast inzake de accreditatie van conformiteitsbeoordelingsinstanties, verschaft een kader voor het markttoezicht op producten en voor de controle van producten uit derde landen, en voorziet in de algemene beginselen inzake CE-markering. Die verordening moet van toepassing zijn op de producten waarop deze verordening betrekking heeft, om ervoor te zorgen dat producten die vallen onder het vrije verkeer van goederen binnen de Unie voldoen aan de eisen voor een hoog niveau van bescherming van zaken van algemeen belang zoals de gezondheid en de veiligheid, van bescherming van de consument en van bescherming van het milieu.
  • (4) 
    Besluit nr. 768/2008/EG van het Europees Parlement en de Raad 17 stelt gemeenschappelijke beginselen en referentiebepalingen vast die bedoeld zijn om in alle sectorale wetgeving te worden toegepast, zodat een coherente basis voor de herziening of herschikking van die wetgeving wordt gelegd. Verordening (EG) nr. 2003/2003 moet daarom worden vervangen door een verordening die voor zover mogelijk is opgesteld overeenkomstig dat besluit.
  • (5) 
    In tegenstelling tot andere productharmonisatiemaatregelen in de wetgeving van de Unie verhindert Verordening (EG) nr. 2003/2003 niet dat niet-geharmoniseerde meststoffen op de interne markt worden aangeboden overeenkomstig het nationale recht en de algemene regels inzake het vrije verkeer van het Verdrag. Gezien het erg lokale karakter van bepaalde productmarkten moet deze mogelijkheid blijven bestaan. Overeenstemming met de geharmoniseerde regels moet derhalve facultatief blijven en moet slechts verplicht zijn voor producten die bestemd zijn om planten nutriënten te verschaffen of om de voedingsefficiëntie van planten te verbeteren en die de CE-markering dragen wanneer zij op de markt worden aangeboden. Deze verordening mag derhalve niet van toepassing zijn op producten die de CE-markering niet dragen wanneer zij op de markt worden aangeboden.
  • (6) 
    Aangezien er verschillende productfuncties zijn, is het gerechtvaardigd om verschillende veiligheids- en kwaliteitseisen voor de producten te hanteren die aangepast zijn aan de verschillende beoogde gebruiksdoeleinden. Bemestingsproducten met CE-markering moeten derhalve worden opgedeeld in verschillende productfunctiecategorieën, waarop telkens specifieke veiligheids- en kwaliteitseisen van toepassing moeten zijn.
  • (7) 
    Evenzo zijn gezien de verschillende bestanddelen verschillende procesvoorschriften en controlemechanismen gerechtvaardigd die aangepast zijn aan de verschillen in potentiële gevaarlijkheid en veranderlijkheid. Bestanddelen voor bemestingsproducten met CE-markering moeten derhalve worden opgedeeld in verschillende categorieën, waarop telkens specifieke procesvoorschriften en controlemechanismen van toepassing moeten zijn. Het moet mogelijk zijn om een bemestingsproduct met CE-markering op de markt aan te bieden dat is samengesteld uit meerdere bestanddelen uit verschillende bestanddelencategorieën, waarbij elke bestanddeel voldoet aan de eisen voor de categorie waartoe het behoort.
  • (8) 
    Contaminanten in bemestingsproducten met CE-markering, zoals cadmium, zijn mogelijk een risico voor de gezondheid van mens en dier en voor het milieu, aangezien zij zich opstapelen in het milieu en in de voedselketen terechtkomen. Het gehalte aan contaminanten in dergelijke producten moet derhalve worden beperkt. Verder moeten onzuiverheden in van bioafval afgeleide bemestingsproducten met CE-markering, in het bijzonder polymeren, maar ook metaal en glas, worden voorkomen of beperkt voor zover dat technisch mogelijk is door middel van opsporing van dergelijke onzuiverheden in gescheiden ingezameld bioafval voor het wordt verwerkt.
  • (9) 
    Producten die aan alle eisen van deze verordening voldoen, moeten worden toegelaten tot het vrije verkeer op de interne markt. Wanneer een of meer bestanddelen van een bemestingsproduct met CE-markering onder Verordening (EG) nr. 1069/2009 van het Europees Parlement en de Raad 18 vallen, maar een punt in de productieketen bereiken waarna zij niet langer een significant risico voor de volksgezondheid of de diergezondheid inhouden (het "eindpunt in de productieketen"), zou het een onnodige administratieve last zijn om de bepalingen van die verordening op het product te blijven toepassen. Dergelijke bemestingsproducten moeten derhalve van de verplichtingen van die verordening worden vrijgesteld. Verordening (EG) nr. 1069/2009 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.
  • (10) 
    Voor elk relevant bestanddeel dat dierlijke bijproducten bevat, moet het eindpunt in de productieketen worden vastgesteld overeenkomstig de procedures van Verordening (EG) nr. 1069/2009. Wanneer een door deze verordening gereguleerd productieproces begint voor dat eindpunt is bereikt, moeten de procesvoorschriften van Verordening (EG) nr. 1069/2009 en die van deze verordening cumulatief van toepassing zijn op bemestingsproducten met CE-markering. Dit betekent dat wanneer beide verordeningen dezelfde parameter reguleren, de strengste voorschriften worden toegepast.
  • (11) 
    Wanneer een van dierlijke bijproducten afgeleid bemestingsproduct met CE-markering een risico vormt voor de volksgezondheid of de diergezondheid, moeten beschermingsmaatregelen overeenkomstig Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad 19 kunnen worden genomen, zoals dat ook het geval is voor andere van dierlijke bijproducten afgeleide productcategorieën.
  • (12) 
    Wanneer een of meer bestanddelen van een bemestingsproduct met CE-markering onder Verordening (EG) nr. 1069/2009 vallen en het eindpunt in de productieketen nog niet hebben bereikt, zou het misleidend zijn als deze verordening in de CE-markering van dat product zou voorzien, aangezien het op de markt aanbieden van dat product onderworpen is aan de voorschriften van Verordening (EG) nr. 1069/2009. Dergelijke producten moeten derhalve van het toepassingsgebied van deze verordening worden uitgesloten.
  • (13) 
    Er is vastgesteld dat er op de markt een vraag bestaat om bepaalde afvalstoffen die nuttig zijn toegepast in de zin van Richtlijn 2008/98/EG van het Europees Parlement en de Raad 20 als bemestingsproduct te gebruiken. Om ervoor te zorgen dat het gebruik van die producten niet leidt tot over het geheel genomen ongunstige effecten op het milieu of de menselijke gezondheid, zijn bovendien bepaalde eisen noodzakelijk voor de afvalstoffen die als input worden gebruikt in de nuttige toepassing, voor de verwerkingsprocessen en -technieken, en voor de bemestingsproducten die het resultaat zijn van de nuttige toepassing. Wat bemestingsproducten met CE-markering betreft, moeten die eisen in deze verordening worden vastgesteld. Vanaf het moment waarop aan alle eisen van deze verordening wordt voldaan, mogen die producten dus niet meer als afvalstoffen in de zin van Richtlijn 2008/98/EG worden beschouwd.
  • (14) 
    Bepaalde stoffen en mengsels, gewoonlijk aangeduid als agronomische toevoegingsmiddelen, verbeteren het afgiftepatroon van een nutriënt in een meststof. Stoffen en mengsels die op de markt worden aangeboden met de bedoeling om ze om die reden aan bemestingsproducten met CE-markering toe te voegen, moeten op verantwoordelijkheid van de fabrikant van die stoffen en mengsels voldoen aan bepaalde werkzaamheidscriteria en moeten derhalve op grond van deze verordening als bemestingsproducten met CE-markering worden beschouwd. Bovendien moeten voor bemestingsproducten met CE-markering die dergelijke stoffen of mengsels bevatten bepaalde werkzaamheids- en veiligheidscriteria gelden. Dergelijke stoffen en mengsels moeten derhalve ook als bestanddelen voor bemestingsproducten met CE-markering worden gereguleerd.
  • (15) 
    Bepaalde stoffen, mengsels en micro-organismen, gewoonlijk aangeduid als biostimulanten voor planten, zijn geen nutriënten als zodanig, maar stimuleren wel de voedingsprocessen van planten. Wanneer dergelijke producten als enige doel hebben het gebruik van nutriënten door de plant efficiënter te maken of de tolerantie voor abiotische stress of de kenmerken in verband met de kwaliteit van het gewas te verbeteren, hebben zij in wezen meer gemeen met bemestingsproducten dan met de meeste categorieën gewasbeschermingsmiddelen. Die producten moeten derhalve in aanmerking komen voor CE-markering op grond van deze verordening en uitgesloten worden van het toepassingsgebied van Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad 21 . Verordening (EG) nr. 1107/2009 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.
  • (16) 
    Op producten met een of meer functies, waarvan er een onder Verordening (EG) nr. 1107/2009 valt, moet de controle van toepassing blijven die op die producten is afgestemd en waarin die verordening voorziet. Wanneer dergelijke producten ook de functie van bemestingsproduct hebben, zou het misleidend zijn als deze verordening in de CE-markering van die producten zou voorzien, aangezien het op de markt aanbieden van een gewasbeschermingsmiddel afhangt van een producttoelating die geldig is in de betrokken lidstaat. Dergelijke producten moeten derhalve van het toepassingsgebied van deze verordening worden uitgesloten.
  • (17) 
    Deze verordening mag geen beletsel vormen voor de toepassing van bestaande wetgeving van de Unie betreffende aspecten van de bescherming van de gezondheid, de veiligheid en het milieu waarop deze verordening geen betrekking heeft. Deze verordening moet derhalve van toepassing zijn behoudens Richtlijn 86/278/EEG van de Raad 22 , Richtlijn 89/391/EEG van de Raad 23 , Verordening (EG) nr. 1907/2006 van het Europees Parlement en de Raad 24 , Verordening (EG) nr. 1272/2008 van het Europees Parlement en de Raad 25 , Verordening (EG) nr. 1881/2006 van de Commissie 26 , Richtlijn 2000/29/EG van de Raad 27 , Verordening (EU) nr. 98/2013 van het Europees Parlement en de Raad 28 en Verordening (EU) nr. 1143/2014 van het Europees Parlement en de Raad 29 .
  • (18) 
    Wanneer een bemestingsproduct met CE-markering een stof of mengsel in de zin van Verordening (EG) nr. 1907/2006 bevat, moet de veiligheid van de samenstellende stoffen voor het beoogde gebruik worden bepaald door middel van registratie overeenkomstig die verordening. De informatievereisten moeten ervoor zorgen dat de veiligheid van het beoogde gebruik van het bemestingsproduct met CE-markering wordt aangetoond op een manier die vergelijkbaar is met die van andere regelgevingen betreffende producten bestemd voor gebruik op bouwland of akkerbouwgewassen, in het bijzonder de nationale wetgeving betreffende meststoffen van de lidstaten en Verordening (EG) nr. 1107/2009. Wanneer de eigenlijke hoeveelheid die in de handel wordt gebracht minder dan tien ton per onderneming per jaar bedraagt, moeten de bij Verordening (EG) nr. 1907/2006 bepaalde informatievereisten voor de registratie van stoffen in hoeveelheden van tien tot honderd ton derhalve bij wijze van uitzondering een voorwaarde vormen voor het op grond van deze verordening aanbieden op de markt.
  • (19) 
    Wanneer de eigenlijke hoeveelheid stoffen in bemestingsproducten met CE-markering die door deze verordening worden gereguleerd meer dan honderd ton bedraagt, moeten de bijkomende informatievereisten van Verordening (EG) nr. 1907/2006 rechtstreeks van toepassing zijn op grond van die verordening. Deze verordening moet tevens de toepassing van de andere bepalingen van Verordening (EG) nr. 1907/2006 onverlet laten.
  • (20) 
    Een blend van verschillende bemestingsproducten met CE-markering, die elk met succes een beoordeling van hun conformiteit met de voor dat materiaal toepasselijke eisen hebben ondergaan, kan worden beschouwd als zijnde geschikt voor gebruik als bemestingsproduct met CE-markering, waarbij slechts aan bepaalde bijkomende eisen naar aanleiding van het mengen moet worden voldaan. Om onnodige administratieve lasten te voorkomen, moeten dergelijke blends in een afzonderlijke categorie worden ingedeeld, waarvoor de conformiteitsbeoordeling moet worden beperkt tot de bijkomende eisen naar aanleiding van het mengen.
  • (21) 
    Het is de verantwoordelijkheid van de marktdeelnemers dat bemestingsproducten met CE-markering in overeenstemming zijn met deze verordening, gelet op de respectieve rol die zij vervullen in de toeleveringsketen, teneinde voor een hoog niveau van bescherming van onder deze verordening vallende aspecten van het algemeen belang te zorgen en tevens eerlijke mededinging op de interne markt te waarborgen.
  • (22) 
    Er moet worden gezorgd voor een duidelijke en evenredige verdeling van de verplichtingen overeenkomstig de rol van iedere marktdeelnemer in de toeleverings- en distributieketen.
  • (23) 
    De fabrikant, die op de hoogte is van de details van het ontwerp- en productieproces, is het best in staat om de conformiteitsbeoordelingsprocedure uit te voeren. De verplichting om een conformiteitsbeoordeling van bemestingsproducten met CE-markering uit te voeren moet daarom uitsluitend op de fabrikant blijven rusten.
  • (24) 
    Er moet worden gewaarborgd dat bemestingsproducten met CE-markering die vanuit derde landen op de interne markt komen, aan deze verordening voldoen, en met name dat de fabrikanten de adequate conformiteitsbeoordelingsprocedures met betrekking tot deze bemestingsproducten hebben uitgevoerd. Bijgevolg moet worden bepaald dat importeurs erop toezien dat bemestingsproducten met CE-markering die zij in de handel brengen aan de eisen van deze verordening voldoen en dat zij geen bemestingsproducten met CE-markering in de handel brengen die niet aan deze eisen voldoen of een risico voor de gezondheid van mensen, dieren of planten, de veiligheid of het milieu inhouden. Er moet eveneens worden bepaald dat importeurs erop toezien dat er conformiteitsbeoordelingsprocedures zijn uitgevoerd en dat de markering van bemestingsproducten met CE-markering en de documenten die de fabrikanten opstellen beschikbaar zijn voor de bevoegde nationale autoriteiten.
  • (25) 
    Om het markttoezicht mogelijk te maken, moet een importeur die een bemestingsproduct met CE-markering in de handel brengt zijn of haar naam, geregistreerde handelsnaam of geregistreerde merknaam en het postadres waarop contact met hem of haar kan worden opgenomen op de verpakking van het bemestingsproduct vermelden.
  • (26) 
    Aangezien de distributeur een bemestingsproduct met CE-markering op de markt aanbiedt nadat het door de fabrikant of de importeur in de handel is gebracht, moet hij of zij de nodige zorgvuldigheid betrachten om ervoor te zorgen dat de wijze waarop hij of zij met het bemestingsproduct omgaat geen negatieve invloed heeft op de conformiteit van dat product met deze verordening.
  • (27) 
    Wanneer een marktdeelnemer een bemestingsproduct met CE-markering onder zijn of haar eigen naam of merknaam in de handel brengt of een bemestingsproduct met CE-markering zodanig wijzigt dat de conformiteit met de bepalingen van deze verordening in het gedrang kan komen, moet hij of zij als fabrikant worden beschouwd en de verplichtingen van de fabrikant op zich nemen.
  • (28) 
    Omdat distributeurs en importeurs dicht bij de markt staan, moeten zij worden betrokken bij de markttoezichttaken van de bevoegde nationale autoriteiten en moeten zij worden verplicht actief medewerking te verlenen en die autoriteiten alle nodige informatie over het bemestingsproduct met CE-markering te verstrekken.
  • (29) 
    Het markttoezicht wordt eenvoudiger en doeltreffender wanneer wordt gewaarborgd dat een bemestingsproduct met CE-markering in de gehele toeleveringsketen traceerbaar is. Een efficiënt traceringssysteem verlicht de taak van de markttoezichtautoriteiten wanneer zij marktdeelnemers moeten opsporen die niet-conforme bemestingsproducten met CE-markering op de markt hebben aangeboden. Van de marktdeelnemers mag niet gevraagd worden dat zij, wanneer zij de gegevens die nodig zijn voor de identificatie van andere marktdeelnemers bewaren, die gegevens bijwerken wat betreft andere marktdeelnemers die een bemestingsproduct met CE-markering aan hen hebben geleverd of aan wie zij een bemestingsproduct met CE-markering hebben geleverd, aangezien zij die bijgewerkte gegevens doorgaans niet ter beschikking hebben.
  • (30) 
    Om de beoordeling van de conformiteit met de veiligheids- en kwaliteitseisen te vergemakkelijken, moet worden voorzien in een vermoeden van conformiteit voor bemestingsproducten met CE-markering die voldoen aan geharmoniseerde normen die overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1025/2012 van het Europees Parlement en de Raad 30 zijn vastgesteld.
  • (31) 
    Wanneer er geen geharmoniseerde normen zijn vastgesteld of wanneer de geharmoniseerde normen niet voldoende gegevens bevatten betreffende alle elementen van de kwaliteits- en veiligheidseisen van deze verordening, kunnen uniforme voorwaarden voor de implementatie van die eisen nodig zijn. De Commissie moet derhalve de bevoegdheid krijgen om uitvoeringshandelingen vast te stellen waarin die voorwaarden in gemeenschappelijke specificaties worden vastgesteld. Omwille van de rechtszekerheid moet worden verduidelijkt dat bemestingsproducten met CE-markering aan die specificaties moeten voldoen, ook al worden zij beschouwd te voldoen aan geharmoniseerde normen.
  • (32) 
    Er moet worden gezorgd voor conformiteitsbeoordelingsprocedures waarmee marktdeelnemers kunnen aantonen en de bevoegde instanties kunnen verifiëren dat op de markt aangeboden bemestingsproducten met CE-markering aan de eisen voldoen. Besluit nr. 768/2008/EG stelt modules voor conformiteitsbeoordelingsprocedures vast, van de minst tot de meest stringente procedure, afhankelijk van de hoogte van het risico en het vereiste veiligheidsniveau. Om voor coherentie tussen de sectoren te zorgen en ad-hocvarianten te voorkomen, moeten conformiteitsbeoordelingsprocedures uit die modules worden gekozen. Het is evenwel nodig deze modules aan te passen om rekening te houden met de specifieke aspecten van bemestingsproducten. In het bijzonder wat betreft de conformiteitsbeoordeling van bepaalde van nuttig toegepaste afvalstoffen afgeleide bemestingsproducten met CE-markering, moeten de kwaliteitssystemen worden verbeterd en moet de betrokkenheid van de aangemelde instanties worden vergroot.
  • (33) 
    Om ervoor te zorgen dat van een CE-markering voorziene meststoffen op basis van ammoniumnitraat en met een hoog stikstofgehalte de veiligheid niet in het gedrang brengen en dat die meststoffen niet worden gebruikt voor andere doelen dan die waarvoor ze bestemd zijn, bijvoorbeeld als explosieven, moeten er voor dergelijke meststoffen specifieke eisen gelden in verband met de detonatieproef en de traceerbaarheid.
  • (34) 
    Om de doeltreffende toegang tot informatie voor markttoezichtdoeleinden te waarborgen, moeten de gegevens betreffende de conformiteit met alle handelingen van de Unie die op bemestingsproducten met CE-markering van toepassing zijn, in één EU-conformiteitsverklaring worden verstrekt. Om de administratieve lasten voor de marktdeelnemers te verkleinen, mag die EU-conformiteitsverklaring bestaan uit een dossier van afzonderlijke relevante conformiteitsverklaringen.
  • (35) 
    De CE-markering, waarmee de conformiteit van een bemestingsproduct wordt aangegeven, is de zichtbare uitkomst van een uitgebreid proces van conformiteitsbeoordeling. In Verordening (EG) nr. 765/2008 zijn algemene beginselen voor het gebruik van de CE-markering en de verhouding daarvan tot andere markeringen vastgesteld. Er moeten specifieke voorschriften voor het aanbrengen van de CE-markering worden vastgesteld met betrekking tot bemestingsproducten.
  • (36) 
    Conformiteitsbeoordelingsinstanties, die door de lidstaten bij de Commissie worden aangemeld, moeten een rol spelen bij bepaalde in deze verordening beschreven conformiteitsbeoordelingsprocedures.
  • (37) 
    Het is essentieel dat alle aangemelde instanties hun functie op hetzelfde niveau en onder eerlijke concurrentievoorwaarden uitoefenen. Hiertoe moeten verplichte eisen worden vastgesteld voor conformiteitsbeoordelingsinstanties die aangemeld willen worden met het oog op het verlenen van conformiteitsbeoordelingsdiensten.
  • (38) 
    Wanneer een conformiteitsbeoordelingsinstantie aantoont dat zij voldoet aan de criteria vastgelegd in geharmoniseerde normen, dient zij te worden geacht te voldoen aan de overeenkomstige eisen van deze verordening.
  • (39) 
    Om bij de uitvoering van de conformiteitsbeoordeling van bemestingsproducten met CE-markering een samenhangend kwaliteitsniveau te kunnen waarborgen, moeten ook eisen worden vastgesteld voor de aanmeldende autoriteiten en andere instanties die bij de beoordeling en aanmelding van en bij het toezicht op aangemelde instanties betrokken zijn.
  • (40) 
    Het in deze verordening beschreven systeem moet worden aangevuld door het accreditatiesysteem van Verordening (EG) nr. 765/2008. Omdat accreditatie een essentieel middel is om te controleren of de conformiteitsbeoordelingsinstanties bekwaam zijn, zou accreditatie ook bij de aanmelding moeten worden gebruikt.
  • (41) 
    Wegens de variabele aard van bepaalde bestanddelen van bemestingsproducten en de mogelijk onomkeerbare aard van bepaalde schade waartoe de blootstelling van de bodem en gewassen aan onzuiverheden kan leiden, moet transparante accreditatie zoals beschreven in Verordening (EG) nr. 765/2008, waarmee het nodige vertrouwen in conformiteitscertificaten voor bemestingsproducten met CE-markering die dergelijke bestanddelen bevatten, wordt gewaarborgd, het enige middel zijn om de technische bekwaamheid van conformiteitsbeoordelingsinstanties aan te tonen.
  • (42) 
    Conformiteitsbeoordelingsinstanties besteden veelal een deel van hun conformiteitsbeoordelingsactiviteiten uit of maken gebruik van een dochteronderneming. Om het beschermingsniveau te kunnen garanderen dat nodig is voor bemestingsproducten met CE-markering die in de handel worden gebracht, is het essentieel dat onderaannemers en dochterondernemingen bij de uitvoering van conformiteitsbeoordelingstaken aan dezelfde eisen voldoen als aangemelde instanties. Daarom is het belangrijk dat ook de activiteiten die door onderaannemers en dochterondernemingen worden verricht, worden betrokken in de beoordeling van de bekwaamheid en de prestaties van instanties die worden aangemeld en in het toezicht op reeds aangemelde instanties.
  • (43) 
    De aanmeldingsprocedure moet efficiënt en transparant zijn en met name worden aangepast aan nieuwe technologie, zodat de aanmelding online kan worden verricht.
  • (44) 
    Omdat de diensten van aangemelde instanties betrekking kunnen hebben op bemestingsproducten met CE-markering die op de hele markt van de Unie worden aangeboden, moeten de andere lidstaten en de Commissie in staat worden gesteld bezwaren in te brengen tegen een aangemelde instantie. Daarom is het belangrijk te voorzien in een termijn waarbinnen twijfels of bedenkingen omtrent de bekwaamheid van conformiteitsbeoordelingsinstanties kunnen worden weggenomen alvorens zij als aangemelde instantie gaan functioneren.
  • (45) 
    Om de toegang tot de markt te vergemakkelijken is het cruciaal dat de aangemelde instanties bij de toepassing van de conformiteitsbeoordelingsprocedures geen onnodige lasten creëren voor de marktdeelnemers. Bij de technische uitvoering van de conformiteitsbeoordelingsprocedures moet om dezelfde reden worden gezorgd voor consistentie, zodat de marktdeelnemers gelijk worden behandeld. Dit kan het best worden bereikt door passende coördinatie en samenwerking tussen de aangemelde instanties.
  • (46) 
    Om rechtszekerheid te waarborgen, moet duidelijk worden gemaakt dat de in Verordening (EG) nr. 765/2008 vastgestelde voorschriften inzake markttoezicht op de interne markt en controle van producten die de interne markt binnenkomen, van toepassing zijn op bemestingsproducten met CE-markering die onder deze verordening vallen. Deze verordening mag de lidstaten niet beletten te kiezen welke autoriteiten voor de uitvoering van die taken bevoegd zijn.
  • (47) 
    Bemestingsproducten met CE-markering mogen slechts in de handel worden gebracht indien zij voldoende doeltreffend zijn en geen onaanvaardbaar risico voor de gezondheid van mensen, dieren of planten, voor de veiligheid of voor het milieu inhouden wanneer zij naar behoren worden opgeslagen en worden gebruikt waarvoor zij bestemd zijn alsook in gebruiksomstandigheden die redelijkerwijs kunnen worden voorzien, d.w.z. een gebruik dat het gevolg zou kunnen zijn van rechtmatig en gemakkelijk voorspelbaar menselijk gedrag. Derhalve moeten veiligheids- en kwaliteitseisen worden vastgesteld alsook passende controlemechanismen. Bovendien mag het beoogde gebruik van bemestingsproducten met CE-markering er niet toe leiden dat levensmiddelen of diervoeders onveilig worden.
  • (48) 
    Verordening (EG) nr. 2003/2003 voorziet al in een vrijwaringsprocedure die de Commissie in staat stelt te onderzoeken of een maatregel van een lidstaat tegen EG-meststoffen die worden geacht een risico te vormen, gerechtvaardigd is. Om de transparantie te vergroten en tijdverlies te beperken, moet de bestaande vrijwaringsprocedure worden verbeterd teneinde de efficiëntie te vergroten en van de deskundigheid in de lidstaten te profiteren.
  • (49) 
    Het bestaande systeem moet worden aangevuld met een procedure om belanghebbenden te informeren over voorgenomen maatregelen tegen bemestingsproducten met CE-markering die een onaanvaardbaar risico voor de gezondheid van mensen, dieren of planten, de veiligheid of het milieu inhouden. Deze procedure moet markttoezichtautoriteiten ook in staat stellen samen met de betrokken marktdeelnemers vroegtijdig tegen dergelijke bemestingsproducten op te treden.
  • (50) 
    Indien de lidstaten en de Commissie het eens zijn dat een maatregel van een lidstaat gerechtvaardigd is, is nadere betrokkenheid van de Commissie hierbij slechts nodig wanneer de niet-conformiteit kan worden toegeschreven aan tekortkomingen van een geharmoniseerde norm. In dat geval moet de procedure voor formele bezwaren tegen geharmoniseerde normen van Verordening (EU) nr. 1025/2012 worden toegepast. 
  • (51) 
    Om uniforme voorwaarden te waarborgen voor de uitvoering van deze verordening, moeten aan de Commissie uitvoeringsbevoegdheden worden toegekend. Die bevoegdheden moeten worden uitgeoefend overeenkomstig Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad 31 .
  • (52) 
    Voor de vaststelling van uitvoeringshandelingen teneinde de aanmeldende lidstaat te verplichten de nodige corrigerende maatregelen te nemen ten aanzien van aangemelde instanties die niet of niet meer aan de aanmeldingseisen voldoen, moet de raadplegingsprocedure worden toegepast, aangezien dergelijke handelingen niet onder artikel 2, lid 2, van Verordening (EU) nr. 182/2011 vallen.
  • (53) 
    Voor de vaststelling van uitvoeringshandelingen met betrekking tot conforme bemestingsproducten met CE-markering die een onaanvaardbaar risico voor de gezondheid van mensen, dieren of planten, de veiligheid of het milieu inhouden, moet de onderzoeksprocedure worden toegepast, aangezien dergelijke handelingen onder artikel 2, lid 2, van Verordening (EU) nr. 182/2011 vallen. Om diezelfde reden moet de onderzoeksprocedure ook worden toegepast voor de vaststelling, wijziging of intrekking van gemeenschappelijke specificaties.
  • (54) 
    De Commissie moet door middel van uitvoeringshandelingen bepalen of de maatregelen die de lidstaten hebben getroffen met betrekking tot niet-conforme bemestingsproducten met CE-markering gerechtvaardigd zijn of niet. Aangezien die handelingen betrekking zullen hebben op de vraag of de nationale maatregelen gerechtvaardigd zijn, hoeven de handelingen niet te worden gecontroleerd door de lidstaten.
  • (55) 
    Op het gebied van recycling van afvalstoffen wordt veelbelovende technische vooruitgang geboekt, bijvoorbeeld recycling van fosfor uit zuiveringsslib en de productie van bemestingsproducten op basis van dierlijke bijproducten, zoals biochar. Wanneer de productieprocessen wetenschappelijk zijn geanalyseerd en er op Unie-niveau procesvoorschriften zijn vastgesteld, moeten producten die dergelijke materialen bevatten of eruit bestaan zonder onnodige vertraging toegang krijgen tot de interne markt. Daartoe moet aan de Commissie de bevoegdheid worden overgedragen om overeenkomstig artikel 290 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie handelingen vast te stellen ter bepaling van bredere of bijkomende categorieën bemestingsproducten met CE-markering of bestanddelen die in aanmerking komen om voor de productie van die producten te worden gebruikt. Voor dierlijke bijproducten mogen de bestanddelencategorieën slechts worden uitgebreid of mogen er slechts bestanddelencategorieën worden toegevoegd indien een eindpunt in de productieketen is vastgesteld overeenkomstig de procedures van Verordening (EG) nr. 1069/2009, aangezien dierlijke bijproducten waarvoor geen eindpunt is vastgesteld in alle gevallen van het toepassingsgebied van deze verordening zijn uitgesloten.
  • (56) 
    Bovendien moet het mogelijk zijn om onmiddellijk te reageren op nieuwe bevindingen betreffende de voorwaarden waaronder bemestingsproducten met CE-markering voldoende doeltreffend zijn en op nieuwe risicobeoordelingen betreffende de gezondheid van mensen, dieren of planten, de veiligheid of het milieu. Daartoe moet aan de Commissie de bevoegdheid worden overgedragen om overeenkomstig artikel 290 van het Verdrag handelingen vast te stellen om de eisen voor de verschillende categorieën bemestingsproducten met CE-markering te wijzigen.
  • (57) 
    Bij de uitoefening van die bevoegdheden is het van bijzonder belang dat de Commissie tijdens haar voorbereidende werkzaamheden tot passende raadpleging overgaat, onder meer op deskundigenniveau. De Commissie moet er bij de voorbereiding en opstelling van gedelegeerde handelingen voor zorgen dat de desbetreffende documenten tijdig en op gepaste wijze gelijktijdig worden toegezonden aan het Europees Parlement en de Raad.
  • (58) 
    De lidstaten moeten regels voor sancties op inbreuken op deze verordening vaststellen en erop toezien dat die regels worden toegepast. De vastgestelde sancties moeten doeltreffend, evenredig en afschrikkend zijn.
  • (59) 
    Er moet in een overgangsregeling worden voorzien zodat EG-meststoffen die vóór de datum van toepassing van deze verordening overeenkomstig Verordening (EG) nr. 2003/2003 in de handel zijn gebracht, op de markt kunnen worden aangeboden zonder dat zij aan verdere productvereisten hoeven te voldoen. Distributeurs moeten derhalve EG-meststoffen die vóór de toepassingsdatum van deze verordening in de handel zijn gebracht, m.a.w. voorraden die zich reeds in de distributieketen bevinden, kunnen leveren.
  • (60) 
    Marktdeelnemers moeten voldoende tijd krijgen om aan de verplichtingen van deze verordening te voldoen en de lidstaten moeten voldoende tijd krijgen om de nodige administratieve infrastructuur voor de toepassing van deze verordening in te richten. De toepassing moet derhalve worden uitgesteld tot een datum waarop redelijkerwijs kan worden verwacht dat die voorbereidingen voltooid zijn.
  • (61) 
    Daar de doelstelling van deze verordening, namelijk waarborgen dat geen afbreuk wordt gedaan aan de werking van de interne markt en er tegelijkertijd voor zorgen dat bemestingsproducten met CE-markering op de markt voldoen aan de eisen voor een hoog niveau van bescherming van de gezondheid van mensen, dieren en planten, de veiligheid en het milieu, niet voldoende door de lidstaten kan worden verwezenlijkt maar vanwege de omvang en gevolgen ervan beter op Unieniveau kan worden verwezenlijkt, kan de Unie, overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag betreffende de Europese Unie neergelegde subsidiariteitsbeginsel, maatregelen nemen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat deze verordening niet verder dan nodig is om deze doelstelling te verwezenlijken,

HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Hoofdstuk 1

Algemene bepalingen

Artikel 1

Toepassingsgebied

  • 1. 
    Deze verordening is van toepassing op bemestingsproducten met CE-markering.

    Deze verordening is echter niet van toepassing op de volgende producten:

  • a) 
    dierlijke bijproducten waarop de voorschriften van Verordening (EG) nr. 1069/2009 van toepassing zijn,
  • b) 
    gewasbeschermingsmiddelen die binnen het toepassingsgebied van Verordening (EG) nr. 1107/2009 vallen.
  • 2. 
    Deze verordening laat de toepassing van de volgende handelingen onverlet:
  • a) 
    Richtlijn 86/278/EEG;
  • b) 
    Richtlijn 89/391/EEG;
  • c) 
    Verordening (EG) nr. 1907/2006;
  • d) 
    Verordening (EG) nr. 1272/2008;
  • e) 
    Verordening (EG) nr. 1881/2006;
  • f) 
    Richtlijn 2000/29/EG;
  • g) 
    Verordening (EU) nr. 98/2013;
  • h) 
    Verordening (EU) nr. 1143/2014.

Artikel 2

Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • 1) 
    "bemestingsproduct": een stof die of een mengsel, micro-organisme of elk ander materiaal dat, als zodanig of gemend met een ander materiaal, wordt aangebracht of bestemd is om te worden aangebracht op planten of hun rizosfeer om de planten nutriënten te verschaffen of hun voedingsefficiëntie te verbeteren;
  • 2) 
    "bemestingsproduct met CE-markering": een bemestingsproduct dat voorzien is van een CE-markering wanneer het op de markt wordt aangeboden;
  • 3) 
    "stof": een stof in de zin van artikel 3, punt 1, van Verordening (EG) nr. 1907/2006;
  • 4) 
    "mengsel": een mengsel in de zin van artikel 3, punt 2, van Verordening (EG) nr. 1907/2006;
  • 5) 
    "micro-organisme": een micro-organisme in de zin van artikel 3, punt 15, van Verordening (EG) nr. 1107/2009;
  • 6) 
    "op de markt aanbieden": het in het kader van een handelsactiviteit, al dan niet tegen betaling, verstrekken van een bemestingsproduct met CE-markering met het oog op distributie of gebruik op de markt van de Unie;
  • 7) 
    "in de handel brengen": het voor het eerst in de Unie op de markt aanbieden van een bemestingsproduct met CE-markering;
  • 8) 
    "fabrikant": een natuurlijke of rechtspersoon die een bemestingsproduct met CE-markering vervaardigt of laat ontwerpen of vervaardigen, en het onder zijn of haar naam of handelsmerk verhandelt;
  • 9) 
    "gemachtigde": een in de Unie gevestigde natuurlijke of rechtspersoon die schriftelijk door een fabrikant is gemachtigd om namens hem of haar specifieke taken te vervullen;
  • 10) 
    "importeur": een in de Unie gevestigde natuurlijke of rechtspersoon die een bemestingsproduct met CE-markering uit een derde land in de Unie in de handel brengt;
  • 11) 
    "distributeur": een natuurlijke of rechtspersoon in de toeleveringsketen, verschillend van de fabrikant of de importeur, die een bemestingsproduct met CE-markering op de markt aanbiedt;
  • 12) 
    "marktdeelnemers": fabrikanten, gemachtigden, importeurs en distributeurs;
  • 13) 
    "technische specificatie": een document dat de technische eisen voorschrijft waaraan een bemestingsproduct met CE-markering moet voldoen;
  • 14) 
    "geharmoniseerde norm": een geharmoniseerde norm zoals gedefinieerd in artikel 2, lid 1, onder c), van Verordening (EU) nr. 1025/2012;
  • 15) 
    "accreditatie": accreditatie zoals gedefinieerd in artikel 2, punt 10, van Verordening (EG) nr. 765/2008;
  • 16) 
    "nationale accreditatie-instantie": een nationale accreditatie-instantie zoals gedefinieerd in artikel 2, punt 11, van Verordening (EG) nr. 765/2008;
  • 17) 
    "conformiteitsbeoordeling": het proces waarin wordt aangetoond of voldaan is aan de eisen van deze verordening voor een bemestingsproduct met CE-markering;
  • 18) 
    "conformiteitsbeoordelingsinstantie": een instantie die conformiteitsbeoordelingsactiviteiten verricht, zoals onder meer testen, certificeren en inspecteren;
  • 19) 
    "terugroepen": maatregel waarmee wordt beoogd een bemestingsproduct met CE-markering te doen terugkeren dat al aan de eindgebruiker ter beschikking is gesteld;
  • 20) 
    "uit de handel nemen": maatregel waarmee wordt beoogd te voorkomen dat een bemestingsproduct met CE-markering dat zich in de toeleveringsketen bevindt, op de markt wordt aangeboden;
  • 21) 
    "CE-markering": een markering waarmee de fabrikant aangeeft dat het bemestingsproduct in overeenstemming is met alle toepasselijke eisen van de harmonisatiewetgeving van de Unie die in het aanbrengen ervan voorziet;
  • 22) 
    "harmonisatiewetgeving van de Unie": alle wetgeving van de Unie die de voorwaarden voor het verhandelen van producten harmoniseert.

Artikel 3

Vrij verkeer

De lidstaten mogen het op de markt aanbieden van bemestingsproducten met CE-markering die voldoen aan deze verordening niet belemmeren.

Artikel 4

Productvereisten

  • 1. 
    Een bemestingsproduct met CE-markering
  • a) 
    voldoet aan de eisen van bijlage I voor de relevante productfunctiecategorie;
  • b) 
    voldoet aan de eisen van bijlage II voor de relevante bestanddelencategorie of categorieën;
  • c) 
    is voorzien van een etiket overeenkomstig de etiketteringsvoorschriften van bijlage III.
  • 2. 
    Voor aspecten die niet onder bijlage I of II vallen, voldoen bemestingsproducten met CE-markering aan de eis dat het gebruik ervan zoals gespecificeerd in de gebruiksaanwijzing er niet toe leidt dat levensmiddelen of diervoeders van plantaardige oorsprong onveilig worden in de zin van respectievelijk artikel 14 en 15 van Verordening (EG) nr. 178/2002.

Artikel 5

Op de markt aanbieden

Bemestingsproducten met CE-markering mogen uitsluitend op de markt worden aangeboden indien zij aan de eisen van deze verordening voldoen.

Hoofdstuk 2

Verplichtingen van marktdeelnemers

Artikel 6

Verplichtingen van fabrikanten

  • 1. 
    Wanneer fabrikanten bemestingsproducten met CE-markering in de handel brengen, waarborgen zij dat deze zijn ontworpen en vervaardigd overeenkomstig de eisen van bijlage I voor de relevante productfunctiecategorie en de eisen van bijlage II voor de relevante bestanddelencategorie of -categorieën.
  • 2. 
    Voor fabrikanten bemestingsproducten met CE-markering in de handel brengen, stellen zij de technische documentatie op en voeren zij de in artikel 14 bedoelde relevante conformiteitsbeoordelingsprocedure uit of laten zij deze uitvoeren. Wanneer met die procedure is aangetoond dat een dergelijk bemestingsproduct aan de in deze verordening vastgestelde toepasselijke eisen voldoet, brengen fabrikanten de CE-markering aan, stellen zij een EU-conformiteitsverklaring op en waarborgen zij dat het bemestingsproduct van die verklaring vergezeld gaat wanneer het in de handel wordt gebracht.
  • 3. 
    Fabrikanten bewaren de technische documentatie en de EU-conformiteitsverklaring gedurende tien jaar nadat het bemestingsproduct met CE-markering waarop die documenten betrekking hebben in de handel is gebracht.
  • 4. 
    Fabrikanten zorgen ervoor dat zij beschikken over procedures om de conformiteit met deze verordening van bemestingsproducten met CE-markering die in serie worden geproduceerd, te blijven waarborgen. Er wordt terdege rekening gehouden met veranderingen in de productiemethode of in de kenmerken van die bemestingsproducten en met veranderingen in de geharmoniseerde normen, in de in artikel 13 bedoelde gemeenschappelijke specificaties of in andere technische specificaties waarnaar in de conformiteitsverklaring van een bemestingsproduct met CE-markering is verwezen.

    Indien dit rekening houdend met de prestaties of de risico's van een bemestingsproduct met CE-markering passend wordt geacht, voeren fabrikanten steekproeven uit op dergelijke op de markt aangeboden bemestingsproducten, onderzoeken zij klachten, niet-conforme bemestingsproducten met CE-markering en terugroepingen van dergelijke producten en houden zij daarvan zo nodig een register bij, en houden zij de distributeurs op de hoogte van dergelijk toezicht.

  • 5. 
    Fabrikanten zorgen ervoor dat op de verpakking van bemestingsproducten met CE-markering die zij in de handel hebben gebracht een type-, charge- of serienummer dan wel een ander identificatiemiddel is aangebracht, of wanneer een bemestingsproduct onverpakt wordt geleverd, dat de vereiste informatie in een bij het bemestingsproduct gevoegd document is vermeld.
  • 6. 
    Fabrikanten vermelden hun naam, hun geregistreerde handelsnaam of hun geregistreerde merknaam en het postadres waarop contact met hen kan worden opgenomen op de verpakking van het bemestingsproduct met CE-markering, of wanneer het bemestingsproduct onverpakt wordt geleverd, in een bij het bemestingsproduct gevoegd document. Het postadres geeft één enkele plaats aan waar de fabrikant kan worden gecontacteerd. De contactgegevens worden gesteld in een voor eindgebruikers en markttoezichtautoriteiten gemakkelijk te begrijpen taal.
  • 7. 
    Fabrikanten zorgen ervoor dat bemestingsproducten met CE-markering overeenkomstig bijlage III zijn voorzien van een etiket, of wanneer een bemestingsproduct onverpakt wordt geleverd, dat de vermeldingen op het etiket zijn opgenomen in een bij het bemestingsproduct gevoegd document dat kan worden geraadpleegd voor inspectie wanneer het product in de handel wordt gebracht. De vermeldingen op het etiket worden gesteld in een voor eindgebruikers gemakkelijk te begrijpen taal, zoals bepaald door de betrokken lidstaat, en zijn duidelijk en begrijpelijk.
  • 8. 
    Fabrikanten die van mening zijn of redenen hebben om aan te nemen dat een door hen in de handel gebracht bemestingsproduct met CE-markering niet in overeenstemming is met deze verordening, nemen onmiddellijk de nodige corrigerende maatregelen om het bemestingsproduct in overeenstemming te brengen of zo nodig uit de handel te nemen of terug te roepen.

    Wanneer een fabrikant van menig is of redenen heeft om aan te nemen dat een door hem of haar in de handel gebracht bemestingsproduct met CE-markering een onaanvaardbaar risico inhoudt voor de gezondheid van mensen, dieren of planten, voor de veiligheid of voor het milieu, brengt hij of zij de bevoegde nationale autoriteiten van de lidstaten waar hij of zij het bemestingsproduct op de markt heeft aangeboden hiervan onmiddellijk op de hoogte, waarbij hij of zij in het bijzonder de niet-conformiteit en alle genomen corrigerende maatregelen uitvoerig beschrijft.

  • 9. 
    Fabrikanten verstrekken op een met redenen omkleed verzoek van een bevoegde nationale autoriteit aan deze autoriteit op papier of elektronisch alle benodigde informatie en documentatie om de conformiteit van het bemestingsproduct met CE-markering met deze verordening aan te tonen, in een taal die deze autoriteit gemakkelijk kan begrijpen. Op verzoek van deze autoriteit verlenen zij medewerking aan eventuele maatregelen waarmee de risico's van de door hen in de handel gebrachte bemestingsproducten met CE-markering worden weggenomen.
  • 10. 
    De fabrikant dient bij de bevoegde autoriteit van de lidstaat van bestemming voor de volgende bemestingsproducten met CE-markering een verslag in van de in bijlage IV voorgeschreven detonatieproef:
  • a) 
    enkelvoudige of samengestelde vaste anorganische macronutriëntenmeststoffen op basis van ammoniumnitraat en met een hoog stikstofgehalte, zoals in bijlage I beschreven in productfunctiecategorie 1 C) I) a) i-ii) A);
  • b) 
    bemestingsproductenblends, zoals in bijlage I beschreven in productfunctiecategorie 7, die een onder a) bedoelde meststof bevatten.

    Het verslag wordt ten minste vijf dagen voor die producten in de handel worden gebracht, ingediend.

Artikel 7

Gemachtigde

  • 1. 
    Een fabrikant kan via een schriftelijk mandaat een gemachtigde aanstellen.

    De verplichtingen uit hoofde van artikel 6, lid 1, en de in artikel 6, lid 2, bedoelde verplichting om technische documentatie op te stellen maken geen deel uit van het mandaat van de gemachtigde.

  • 2. 
    Een gemachtigde voert de taken uit die gespecificeerd zijn in het mandaat dat hij of zij van de fabrikant heeft ontvangen. Het mandaat laat de gemachtigde toe ten minste de volgende taken te verrichten:
  • a) 
    de EU-conformiteitsverklaring en de technische documentatie ter beschikking houden van de nationale markttoezichtautoriteiten gedurende tien jaar nadat het bemestingsproduct met CE-markering waarop die documenten betrekking hebben in de handel is gebracht;
  • b) 
    een bevoegde nationale autoriteit, wanneer deze een met redenen omkleed verzoek daartoe indient, alle benodigde informatie en documentatie verstrekken om de conformiteit van een bemestingsproduct met CE-markering aan te tonen;
  • c) 
    op verzoek van de bevoegde nationale autoriteiten medewerking verlenen aan eventueel genomen maatregelen ter uitschakeling van de risico's van bemestingsproducten met CE-markering die onder het mandaat van de gemachtigde vallen.

Artikel 8

Verplichtingen van importeurs

  • 1. 
    Importeurs brengen alleen bemestingsproducten met CE-markering in de handel die aan de gestelde eisen voldoen.
  • 2. 
    Alvorens een bemestingsproduct met CE-markering in de handel te brengen, zien importeurs erop toe dat de fabrikant de juiste conformiteitsbeoordelingsprocedure zoals bedoeld in artikel 14 heeft uitgevoerd. Zij zorgen ervoor dat de fabrikant de technische documentatie heeft opgesteld, dat het bemestingsproduct met CE-markering vergezeld gaat van de EU-conformiteitsverklaring en de vereiste documenten, en dat de fabrikant aan de eisen van artikel 6, leden 5 en 6, heeft voldaan. Wanneer een importeur van mening is of redenen heeft om aan te nemen dat een bemestingsproduct met CE-markering niet in overeenstemming is met de toepasselijke eisen van bijlage I, II of III, brengt hij of zij het bemestingsproduct niet in de handel alvorens het conform is gemaakt. Wanneer het bemestingsproduct met CE-markering een onaanvaardbaar risico inhoudt voor de gezondheid van mensen, dieren of planten, voor de veiligheid of voor het milieu, brengt de importeur de fabrikant en de markttoezichtautoriteiten hiervan op de hoogte.
  • 3. 
    Importeurs vermelden hun naam, hun geregistreerde handelsnaam of hun geregistreerde merknaam en het postadres waarop contact met hen kan worden opgenomen op de verpakking van het bemestingsproduct met CE-markering, of wanneer het bemestingsproduct met CE-markering onverpakt wordt geleverd, in een bij het bemestingsproduct gevoegd document. De contactgegevens worden gesteld in een voor eindgebruikers en markttoezichtautoriteiten gemakkelijk te begrijpen taal.
  • 4. 
    Importeurs zorgen ervoor dat het bemestingsproduct met CE-markering overeenkomstig bijlage III is voorzien van een etiket in een voor eindgebruikers gemakkelijk te begrijpen taal, zoals bepaald door de betrokken lidstaat.
  • 5. 
    Importeurs zorgen gedurende de periode dat zij voor het bemestingsproduct met CE-markering verantwoordelijk zijn, voor zodanige opslag- en vervoersomstandigheden ervan dat de conformiteit van het bemestingsproduct met de veiligheids- en kwaliteitseisen van bijlage I of met de etiketteringsvoorschriften van bijlage III niet in het gedrang komt.
  • 6. 
    Indien dit rekening houdend met de prestaties of de risico's van een bemestingsproduct met CE-markering passend wordt geacht, voeren importeurs steekproeven uit op dergelijke op de markt aangeboden bemestingsproducten, onderzoeken zij klachten, niet-conforme bemestingsproducten met CE-markering en terugroepingen van dergelijke producten en houden zij daarvan zo nodig een register bij, en houden zij de distributeurs op de hoogte van dergelijk toezicht.
  • 7. 
    Importeurs die van mening zijn of redenen hebben om aan te nemen dat een door hen in de handel gebracht bemestingsproduct met CE-markering niet in overeenstemming is met deze verordening, nemen onmiddellijk de nodige corrigerende maatregelen om het bemestingsproduct in overeenstemming te brengen of zo nodig uit de handel te nemen of terug te roepen.

    Wanneer een importeur van menig is of redenen heeft om aan te nemen dat een door hem of haar in de handel gebracht bemestingsproduct met CE-markering een onaanvaardbaar risico inhoudt voor de gezondheid van mensen, dieren of planten, voor de veiligheid of voor het milieu, brengt hij of zij de bevoegde nationale autoriteiten van de lidstaten waar hij of zij het bemestingsproduct op de markt heeft aangeboden hiervan onmiddellijk op de hoogte, waarbij hij of zij in het bijzonder de niet-conformiteit en alle genomen corrigerende maatregelen uitvoerig beschrijft.

  • 8. 
    Importeurs houden gedurende tien jaar nadat het bemestingsproduct met CE-markering in de handel is gebracht, een kopie van de EU-conformiteitsverklaring ter beschikking van de markttoezichtautoriteiten en zorgen ervoor dat de technische documentatie op verzoek aan die autoriteiten kan worden verstrekt.
  • 9. 
    Importeurs verstrekken op een met redenen omkleed verzoek van een bevoegde nationale autoriteit aan deze autoriteit op papier of elektronisch alle benodigde informatie en documentatie om de conformiteit van het bemestingsproduct met CE-markering aan te tonen, in een taal die deze autoriteit gemakkelijk kan begrijpen. Op verzoek van deze autoriteit verlenen zij medewerking aan eventuele maatregelen waarmee de risico's van de door hen in de handel gebrachte bemestingsproducten met CE-markering worden weggenomen.
  • 10. 
    De importeur dient bij de bevoegde autoriteit van de lidstaat van bestemming voor de volgende bemestingsproducten met CE-markering een verslag in van de in bijlage IV voorgeschreven detonatieproef:
  • a) 
    enkelvoudige of samengestelde vaste anorganische macronutriëntenmeststoffen op basis van ammoniumnitraat en met een hoog stikstofgehalte, zoals in bijlage I beschreven in productfunctiecategorie 1 C) I) a) i-ii) A);
  • b) 
    bemestingsproductenblends, zoals in bijlage I beschreven in productfunctiecategorie 7, die een onder a) bedoelde meststof bevatten.

    Het verslag wordt ten minste vijf dagen voor die producten in de handel worden gebracht, ingediend.

Artikel 9

Verplichtingen van distributeurs

  • 1. 
    Distributeurs die een bemestingsproduct met CE-markering op de markt aanbieden, betrachten de nodige zorgvuldigheid met betrekking tot de eisen van deze verordening.
  • 2. 
    Alvorens een bemestingsproduct met CE-markering op de markt aan te bieden, controleren distributeurs of het vergezeld gaat van de EU-conformiteitsverklaring en de vereiste documenten, of het overeenkomstig bijlage III van een etiket is voorzien in een taal die de eindgebruikers in de lidstaat waar het bemestingsproduct met CE-markering op de markt wordt aangeboden, gemakkelijk kunnen begrijpen, en of de fabrikant en de importeur aan de eisen van respectievelijk artikel 6, leden 5 en 6, en artikel 8, lid 3, hebben voldaan.

    Wanneer een distributeur van mening is of redenen heeft om aan te nemen dat een bemestingsproduct met CE-markering niet in overeenstemming is met de toepasselijke eisen van bijlage I, II of III, biedt hij of zij het bemestingsproduct niet aan op de markt alvorens het conform is gemaakt. Wanneer het bemestingsproduct met CE-markering een onaanvaardbaar risico inhoudt voor de gezondheid van mensen, dieren of planten, voor de veiligheid of voor het milieu, brengt de distributeur de fabrikant of de importeur hiervan op de hoogte, evenals de markttoezichtautoriteiten.

  • 3. 
    Distributeurs zorgen gedurende de periode dat zij voor het bemestingsproduct met CE-markering verantwoordelijk zijn, voor zodanige opslag- en vervoersomstandigheden ervan dat de conformiteit van het bemestingsproduct met de veiligheids- en kwaliteitseisen van bijlage I of met de etiketteringsvoorschriften van bijlage III niet in het gedrang komt.
  • 4. 
    Distributeurs die van mening zijn of redenen hebben om aan te nemen dat een door hen op de markt aangeboden bemestingsproduct met CE-markering niet in overeenstemming is met deze verordening, zien erop toe dat de nodige corrigerende maatregelen worden genomen om het bemestingsproduct in overeenstemming te brengen of zo nodig uit de handel te nemen of terug te roepen.

    Wanneer een distributeur van menig is of redenen heeft om aan te nemen dat een door hem of haar op de markt aangeboden bemestingsproduct met CE-markering een onaanvaardbaar risico inhoudt voor de gezondheid van mensen, dieren of planten, voor de veiligheid of voor het milieu, brengt hij of zij de bevoegde nationale autoriteiten van de lidstaten waar hij of zij het bemestingsproduct met CE-markering op de markt heeft aangeboden hiervan onmiddellijk op de hoogte, waarbij hij of zij in het bijzonder de niet-conformiteit en alle genomen corrigerende maatregelen uitvoerig beschrijft.

  • 5. 
    Distributeurs verstrekken op een met redenen omkleed verzoek van een bevoegde nationale autoriteit aan deze autoriteit op papier of elektronisch alle benodigde informatie en documentatie om de conformiteit van een bemestingsproduct met CE-markering aan te tonen. Op verzoek van deze autoriteit verlenen zij medewerking aan eventuele maatregelen waarmee de risico's van de door hen op de markt aangeboden bemestingsproducten met CE-markering worden weggenomen.

Artikel 10

Gevallen waarin de verplichtingen van fabrikanten van toepassing zijn op importeurs en distributeurs

Een importeur of distributeur wordt voor de toepassing van deze verordening als een fabrikant beschouwd en moet aan de in artikel 6 vermelde verplichtingen van de fabrikant voldoen wanneer hij of zij een bemestingsproduct met CE-markering onder zijn of haar eigen naam of merknaam in de handel brengt of een reeds in de handel gebracht bemestingsproduct met CE-markering zodanig wijzigt dat de conformiteit met deze verordening in het gedrang kan komen.

Artikel 11

Identificatie van marktdeelnemers

  • 1. 
    Marktdeelnemers delen, op verzoek, aan de markttoezichtautoriteiten mee:
  • a) 
    welke marktdeelnemers een bemestingsproduct met CE-markering aan hen hebben geleverd;
  • b) 
    aan welke marktdeelnemers zij een bemestingsproduct met CE-markering hebben geleverd.
  • 2. 
    Marktdeelnemers moeten tot tien jaar nadat het bemestingsproduct met CE-markering aan hen is geleverd en tot tien jaar nadat zij het bemestingsproduct met CE-markering hebben geleverd, de in het eerste lid bedoelde informatie kunnen verstrekken.

Hoofdstuk 3

Conformiteit van bemestingsproducten met CE-markering

Artikel 12

Vermoeden van conformiteit

Onverminderd de in artikel 13 bedoelde gemeenschappelijke specificaties, worden bemestingsproducten met CE-markering die conform zijn met geharmoniseerde normen of delen daarvan waarvan de referentienummers in het Publicatieblad van de Europese Unie zijn bekendgemaakt, geacht in overeenstemming te zijn met de in de bijlagen I, II en III beschreven eisen die door die normen of delen daarvan worden bestreken.

Artikel 13

Gemeenschappelijke specificaties

De Commissie kan uitvoeringshandelingen vaststellen ter bepaling van gemeenschappelijke specificaties waaraan moet worden voldaan om conform te zijn met de in de bijlagen I, II en III beschreven eisen die door die specificaties of delen daarvan worden bestreken. Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 41, lid 3, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.

Artikel 14

Conformiteitsbeoordelingsprocedures

  • 1. 
    De beoordeling van de overeenstemming van een bemestingsproduct met CE-markering met de eisen van deze verordening wordt verricht volgens de conformiteitsbeoordelingsprocedure die in bijlage IV wordt vermeld.
  • 2. 
    De dossiers en de briefwisseling aangaande de conformiteitsbeoordelingsprocedures worden gesteld in de officiële taal/talen van de lidstaat waarin de voor de uitvoering van de conformiteitsbeoordelingsprocedures verantwoordelijke aangemelde instantie is gevestigd, of in een door die instantie aanvaarde taal.

Artikel 15

EU-conformiteitsverklaring

  • 1. 
    In de EU-conformiteitsverklaring wordt vermeld dat aangetoond is dat aan de eisen van de bijlagen I, II en III is voldaan.
  • 2. 
    De EU-conformiteitsverklaring komt qua structuur overeen met het model in bijlage V, bevat de in de desbetreffende modules van bijlage IV vermelde elementen en wordt voortdurend bijgewerkt. Zij wordt vertaald in de taal of talen zoals gevraagd door de lidstaat waar het bemestingsproduct met CE-markering in de handel wordt gebracht of op de markt wordt aangeboden.
  • 3. 
    Indien voor een bemestingsproduct met CE-markering uit hoofde van meer dan één handeling van de Unie een EU-conformiteitsverklaring vereist is, wordt één EU-conformiteitsverklaring met betrekking tot al die handelingen van de Unie opgesteld. In die verklaring wordt aangegeven om welke handelingen van de Unie het gaat en worden de publicatiereferenties van die handelingen vermeld. De verklaring mag een dossier met afzonderlijke relevante conformiteitsverklaringen zijn.
  • 4. 
    Door de EU-conformiteitsverklaring op te stellen, neemt de fabrikant de verantwoordelijkheid voor de conformiteit van het bemestingsproduct met CE-markering met de eisen van deze verordening op zich.

Artikel 16

Algemene beginselen inzake CE-markering

De CE-markering is onderworpen aan de algemene beginselen die zijn vastgesteld in artikel 30 van Verordening (EG) nr. 765/2008.

Artikel 17

Voorschriften en voorwaarden voor het aanbrengen van de CE-markering

  • 1. 
    De CE-markering wordt zichtbaar, leesbaar en onuitwisbaar aangebracht op de bijgevoegde documenten en, wanneer het bemestingsproduct met CE-markering verpakt wordt geleverd, op de verpakking.
  • 2. 
    De CE-markering wordt aangebracht voordat het bemestingsproduct met CE-markering in de handel wordt gebracht.
  • 3. 
    De CE-markering wordt gevolgd door het identificatienummer van de aangemelde instantie die betrokken is bij de conformiteitsbeoordeling die in bijlage IV, module D1, wordt beschreven.

    Het identificatienummer van de aangemelde instantie wordt aangebracht door die instantie zelf dan wel overeenkomstig haar instructies door de fabrikant of zijn of haar gemachtigde.

  • 4. 
    De lidstaten bouwen voort op bestaande mechanismen om te zorgen voor een juiste toepassing van de voorschriften voor de CE-markering en nemen passende maatregelen in geval van oneigenlijk gebruik van die markering.

Artikel 18

Einde-afvalfase

Een bemestingsproduct met CE-markering dat een handeling van nuttige toepassing heeft ondergaan en dat voldoet aan de eisen van deze verordening, wordt geacht te voldoen aan de voorwaarden van artikel 6, lid 1, van Richtlijn 2008/98/EG en wordt derhalve geacht niet langer afval te zijn.

Hoofdstuk 4

Aanmelding van conformiteitsbeoordelingsinstanties

Artikel 19

Aanmelding

De instanties die bevoegd zijn om conformiteitsbeoordelingstaken van derden uit hoofde van deze verordening te verrichten, worden door de lidstaten bij de Commissie en de andere lidstaten aangemeld.

Artikel 20

Aanmeldende autoriteiten

  • 1. 
    De lidstaten wijzen een aanmeldende autoriteit aan die verantwoordelijk is voor de instelling en uitvoering van de nodige procedures voor de beoordeling en aanmelding van conformiteitsbeoordelingsinstanties en het toezicht op de aangemelde instanties, met inbegrip van de naleving van artikel 25.
  • 2. 
    De lidstaten kunnen de beoordeling en het toezicht zoals bedoeld in lid 1 overeenkomstig Verordening (EG) nr. 765/2008 laten uitvoeren door een nationale accreditatie-instantie, zoals gedefinieerd in die verordening.
  • 3. 
    Wanneer de aanmeldende autoriteit de beoordeling, de aanmelding of het toezicht zoals bedoeld in lid 1 delegeert of op een andere wijze toevertrouwt aan een instantie die geen overheidsinstantie is, is deze instantie een rechtspersoon en voldoet zij mutatis mutandis aan de eisen die zijn vastgesteld in artikel 21. Bovendien treft deze instantie maatregelen om de aansprakelijkheid voor haar activiteiten te dekken.
  • 4. 
    De aanmeldende autoriteit is volledig aansprakelijk voor de taken die de in lid 3 bedoelde instantie verricht.

Artikel 21

Eisen betreffende aanmeldende autoriteiten

  • 1. 
    Een aanmeldende autoriteit is zodanig opgericht dat zich geen belangenconflicten met conformiteitsbeoordelingsinstanties voordoen.
  • 2. 
    Een aanmeldende autoriteit is zodanig georganiseerd en functioneert zodanig dat de objectiviteit en onpartijdigheid van haar activiteiten gewaarborgd zijn.
  • 3. 
    Een aanmeldende autoriteit is zodanig georganiseerd dat elk besluit in verband met de aanmelding van een conformiteitsbeoordelingsinstantie wordt genomen door bekwame personen die niet de beoordeling hebben verricht.
  • 4. 
    Een aanmeldende autoriteit verricht geen activiteiten die conformiteitsbeoordelingsinstanties of adviesbureaus op commerciële basis of in concurrentie uitvoeren en biedt evenmin aan dergelijke activiteiten te verrichten.
  • 5. 
    Een aanmeldende autoriteit waarborgt dat de verkregen informatie vertrouwelijk wordt behandeld.
  • 6. 
    Een aanmeldende autoriteit beschikt over een voldoende aantal bekwame personeelsleden om haar taken naar behoren uit te voeren.

Artikel 22

Informatieverplichting voor aanmeldende autoriteiten

De lidstaten brengen de Commissie op de hoogte van hun procedures voor de beoordeling en aanmelding van conformiteitsbeoordelingsinstanties en voor het toezicht op aangemelde instanties, en van alle wijzigingen daarvan.

De Commissie maakt deze informatie openbaar.

Artikel 23

Eisen betreffende aangemelde instanties

  • 1. 
    Om te kunnen worden aangemeld, voldoen conformiteitsbeoordelingsinstanties aan de eisen in de leden 2 tot en met 11.
  • 2. 
    Een conformiteitsbeoordelingsinstantie is naar het nationale recht van een lidstaat opgericht en heeft rechtspersoonlijkheid.
  • 3. 
    Een conformiteitsbeoordelingsinstantie is een derde partij die onafhankelijk is van de door haar beoordeelde organisaties of bemestingsproducten met CE-markering.

    Een instantie die lid is van een organisatie van ondernemers en/of van een vakorganisatie die ondernemingen vertegenwoordigt die betrokken zijn bij het ontwerp, de vervaardiging, de levering of het gebruik van de door haar beoordeelde bemestingsproducten met CE-markering, kan als een dergelijke instantie worden beschouwd op voorwaarde dat haar onafhankelijkheid en de afwezigheid van belangenconflicten worden aangetoond.

  • 4. 
    Een conformiteitsbeoordelingsinstantie, haar hoogste leidinggevenden en het personeel dat de conformiteitsbeoordelingstaken verricht, zijn niet de ontwerper, fabrikant, leverancier, koper, eigenaar of gebruiker van de bemestingsproducten, noch de vertegenwoordiger van een van deze partijen. Dit vormt echter geen beletsel voor het gebruik van bemestingsproducten die nodig zijn voor de activiteiten van de conformiteitsbeoordelingsinstantie of voor het gebruik van bemestingsproducten voor persoonlijke doeleinden.

    Een conformiteitsbeoordelingsinstantie, haar hoogste leidinggevenden en het personeel dat de conformiteitsbeoordelingstaken verricht, zijn niet rechtstreeks of als vertegenwoordiger van de betrokken partijen betrokken bij het ontwerpen, vervaardigen, verhandelen of gebruiken van bemestingsproducten. Zij oefenen geen activiteiten uit die hun onafhankelijk oordeel of hun integriteit met betrekking tot conformiteitsbeoordelingsactiviteiten waarvoor zij zijn aangemeld, in het gedrang kunnen brengen. Dit geldt met name voor adviesdiensten.

    Conformiteitsbeoordelingsinstanties zorgen ervoor dat de activiteiten van hun dochterondernemingen of onderaannemers geen afbreuk doen aan de vertrouwelijkheid, objectiviteit of onpartijdigheid van hun conformiteitsbeoordelingsactiviteiten.

  • 5. 
    Conformiteitsbeoordelingsinstanties en hun personeel voeren de conformiteitsbeoordelingsactiviteiten uit met de grootste mate van beroepsintegriteit en met de vereiste technische bekwaamheid op het specifieke gebied en zij zijn vrij van elke druk en beïnvloeding, met name van financiële aard, die hun oordeel of de resultaten van hun conformiteitsbeoordelingsactiviteiten kunnen beïnvloeden, met name van personen of groepen van personen die belang hebben bij de resultaten van deze activiteiten.
  • 6. 
    Een conformiteitsbeoordelingsinstantie is in staat alle conformiteitsbeoordelingstaken te verrichten die in bijlage IV aan haar zijn toegewezen en waarvoor zij is aangemeld, ongeacht of deze taken door de conformiteitsbeoordelingsinstantie zelf of namens haar en onder haar verantwoordelijkheid worden verricht.

    De conformiteitsbeoordelingsinstantie beschikt te allen tijde, voor elke conformiteitsbeoordelingsprocedure en voor elke soort of elke categorie bemestingsproducten met CE-markering waarvoor zij is aangemeld, over:

  • a) 
    het nodige personeel met technische kennis en voldoende passende ervaring om de conformiteitsbeoordelingstaken te verrichten;
  • b) 
    de nodige beschrijvingen van de procedures voor de uitvoering van de conformiteitsbeoordeling, waarbij de transparantie en de mogelijkheid tot reproductie van deze procedures worden gewaarborgd. Zij beschikt over een gepast beleid en geschikte procedures om een onderscheid te maken tussen taken die zij als aangemelde instantie verricht en andere activiteiten;
  • c) 
    de nodige procedures voor de uitoefening van haar activiteiten die naar behoren rekening houden met de omvang van een onderneming, de sector waarin zij actief is, haar structuur, de relatieve complexiteit van de producttechnologie in kwestie en het massa- of seriële karakter van het productieproces.

    Een conformiteitsbeoordelingsinstantie beschikt over de middelen die nodig zijn om de technische en administratieve taken in verband met de conformiteitsbeoordelingsactiviteiten op passende wijze uit te voeren en heeft toegang tot alle vereiste apparatuur en faciliteiten.

  • 7. 
    Het voor de uitvoering van de conformiteitsbeoordelingstaken verantwoordelijke personeel beschikt over:
  • a) 
    een gedegen technische en beroepsopleiding die alle relevante conformiteitsbeoordelingsactiviteiten omvat waarvoor de conformiteitsbeoordelingsinstantie is aangemeld;
  • b) 
    een bevredigende kennis van de eisen inzake de beoordelingen die het verricht en voldoende bevoegdheden om deze beoordelingen uit te voeren;
  • c) 
    voldoende kennis over en inzicht in de eisen van de bijlagen I, II en III, de toepasselijke geharmoniseerde normen en de relevante bepalingen van de harmonisatiewetgeving van de Unie en de nationale wetgeving;
  • d) 
    de bekwaamheid om certificaten, dossiers en rapporten op te stellen die aantonen dat de beoordelingen zijn verricht.
  • 8. 
    De onpartijdigheid van de conformiteitsbeoordelingsinstanties, hun hoogste leidinggevenden en het personeel dat de conformiteitsbeoordelingstaken verricht, wordt gewaarborgd.

    De beloning van de hoogste leidinggevenden en het personeel dat de conformiteitsbeoordelingstaken van een conformiteitsbeoordelingsinstantie verricht, hangt niet af van het aantal uitgevoerde beoordelingen of van de resultaten daarvan.

  • 9. 
    Conformiteitsbeoordelingsinstanties sluiten een aansprakelijkheidsverzekering af, tenzij de wettelijke aansprakelijkheid op basis van het nationale recht door de staat wordt gedekt of de lidstaat zelf rechtstreeks verantwoordelijk is voor de conformiteitsbeoordeling.
  • 10. 
    Het personeel van een conformiteitsbeoordelingsinstantie is gebonden aan het beroepsgeheim ten aanzien van alle informatie waarvan het kennisneemt bij de uitoefening van zijn taken uit hoofde van bijlage IV, behalve ten opzichte van de bevoegde autoriteiten van de lidstaat waarin de werkzaamheden plaatsvinden. De eigendomsrechten worden beschermd.
  • 11. 
    Conformiteitsbeoordelingsinstanties nemen deel aan, of zorgen ervoor dat hun personeel dat de conformiteitsbeoordelingstaken verricht op de hoogte is van, de desbetreffende normalisatieactiviteiten en de activiteiten van de coördinatiegroep van aangemelde instanties die is opgericht uit hoofde van artikel 35, en hanteren de door die groep genomen administratieve beslissingen en geproduceerde documenten als algemene richtsnoeren.

Artikel 24

Vermoeden van conformiteit van aangemelde instanties

Wanneer een conformiteitsbeoordelingsinstantie aantoont dat zij voldoet aan de criteria in de ter zake doende geharmoniseerde normen of delen ervan, waarvan de referentienummers in het Publicatieblad van de Europese Unie zijn bekendgemaakt, wordt zij geacht aan de eisen in artikel 23 te voldoen, op voorwaarde dat de van toepassing zijnde geharmoniseerde normen deze eisen dekken.

Artikel 25

Dochterondernemingen van en uitbesteding door aangemelde instanties

  • 1. 
    Wanneer de aangemelde instantie specifieke taken in verband met de conformiteitsbeoordeling uitbesteedt of door een dochteronderneming laat uitvoeren, waarborgt zij dat de onderaannemer of dochteronderneming aan de eisen in artikel 23 voldoet, en brengt zij de aanmeldende autoriteit hiervan op de hoogte.
  • 2. 
    Aangemelde instanties nemen de volledige verantwoordelijkheid op zich voor de taken die worden verricht door onderaannemers of dochterondernemingen, ongeacht waar deze gevestigd zijn.
  • 3. 
    Activiteiten mogen uitsluitend met instemming van de klant worden uitbesteed of door een dochteronderneming worden uitgevoerd.
  • 4. 
    Aangemelde instanties houden de relevante documenten over de beoordeling van de kwalificaties van de onderaannemer of de dochteronderneming en over de door de onderaannemer of dochteronderneming uit hoofde van bijlage IV uitgevoerde werkzaamheden ter beschikking van de aanmeldende autoriteit.

Artikel 26

Verzoek om aanmelding

  • 1. 
    Een conformiteitsbeoordelingsinstantie dient een verzoek om aanmelding in bij de aanmeldende autoriteit van de lidstaat waar zij gevestigd is.
  • 2. 
    Het verzoek om aanmelding gaat vergezeld van een beschrijving van de conformiteitsbeoordelingsactiviteiten, de conformiteitsbeoordelingsmodule(s) en het bemestingsproduct met CE-markering of de bemestingsproducten met CE-markering waarvoor de instantie verklaart bekwaam te zijn en van een accreditatiecertificaat dat is afgegeven door een nationale accreditatie-instantie, waarin wordt verklaard dat de conformiteitsbeoordelingsinstantie voldoet aan de eisen in artikel 23.

Artikel 27

Aanmeldingsprocedure

  • 1. 
    Aanmeldende autoriteiten mogen uitsluitend conformiteitsbeoordelingsinstanties aanmelden die aan de eisen in artikel 23 hebben voldaan.
  • 2. 
    Zij verrichten de aanmelding bij de Commissie en de andere lidstaten door middel van het door de Commissie ontwikkelde en beheerde elektronische aanmeldingssysteem.
  • 3. 
    Bij de aanmelding worden de conformiteitsbeoordelingsactiviteiten, de conformiteitsbeoordelingsmodule(s), het bemestingsproduct met CE-markering of de bemestingsproducten met CE-markering en het in artikel 26, lid 2, bedoelde accreditatiecertificaat uitvoerig beschreven.
  • 4. 
    De betrokken instantie mag de activiteiten van een aangemelde instantie alleen verrichten als de Commissie en de andere lidstaten binnen twee weken na een aanmelding geen bezwaren hebben ingediend.

    Alleen een dergelijke instantie wordt voor de toepassing van deze verordening als aangemelde instantie beschouwd.

  • 5. 
    De aanmeldende autoriteit stelt de Commissie en de andere lidstaten in kennis van alle relevante latere wijzigingen in de aanmelding.

Artikel 28

Identificatienummers en lijsten van aangemelde instanties

  • 1. 
    De Commissie kent aan aangemelde instanties een identificatienummer toe.

    Zij kent per instantie slechts één nummer toe, ook als de instantie uit hoofde van diverse handelingen van de Unie is aangemeld.

  • 2. 
    De Commissie maakt de lijst van uit hoofde van deze verordening aangemelde instanties openbaar, onder vermelding van de aan die instanties toegekende identificatienummers en de activiteiten waarvoor zij zijn aangemeld.

    De Commissie zorgt voor de bijwerking van de lijst.

Artikel 29

Wijzigingen van de aanmelding

  • 1. 
    Wanneer een aanmeldende autoriteit heeft geconstateerd of vernomen dat een aangemelde instantie niet meer aan de eisen in artikel 23 voldoet of haar verplichtingen niet nakomt, wordt de aanmelding door de aanmeldende autoriteit beperkt, geschorst of ingetrokken, afhankelijk van de ernst van het niet-voldoen aan die eisen of het niet-nakomen van die verplichtingen. Zij brengt de Commissie en de andere lidstaten daarvan onmiddellijk op de hoogte.
  • 2. 
    Wanneer de aanmelding wordt beperkt, geschorst of ingetrokken, of de aangemelde instantie haar activiteiten heeft gestaakt, doet de aanmeldende lidstaat het nodige om ervoor te zorgen dat de dossiers van die instantie hetzij door een andere aangemelde instantie worden behandeld, hetzij aan de verantwoordelijke aanmeldende autoriteiten en markttoezichtautoriteiten op hun verzoek ter beschikking kunnen worden gesteld.

Artikel 30

Betwisting van de bekwaamheid van aangemelde instanties

  • 1. 
    De Commissie onderzoekt alle gevallen waarin zij twijfelt of in kennis wordt gesteld van twijfels over de bekwaamheid van een aangemelde instantie of over de vraag of een aangemelde instantie nog aan de eisen voldoet en haar verantwoordelijkheden nakomt.
  • 2. 
    De aanmeldende lidstaat verstrekt de Commissie op verzoek alle informatie over de grondslag van de aanmelding of het op peil houden van de bekwaamheid van de betrokken aangemelde instantie.
  • 3. 
    Alle gevoelige informatie die de Commissie in het kader van haar onderzoek ontvangt, wordt door haar vertrouwelijk behandeld.
  • 4. 
    Wanneer de Commissie vaststelt dat een aangemelde instantie niet of niet meer aan de aanmeldingseisen voldoet, stelt zij een uitvoeringshandeling vast waarin zij de aanmeldende lidstaat verplicht de nodige corrigerende maatregelen te nemen en zo nodig de aanmelding in te trekken.

    Die uitvoeringshandeling wordt volgens de in artikel 41, lid 2, bedoelde raadplegingsprocedure vastgesteld.

Artikel 31

Operationele verplichtingen van aangemelde instanties

  • 1. 
    Aangemelde instanties voeren conformiteitsbeoordelingen uit volgens de conformiteitsbeoordelingsprocedures in bijlage IV.
  • 2. 
    De conformiteitsbeoordelingen worden op evenredige wijze uitgevoerd, waarbij voorkomen wordt de marktdeelnemers onnodig te belasten. De aangemelde instantie houdt bij de uitoefening van haar activiteiten naar behoren rekening met de omvang van een onderneming, de sector waarin zij actief is, haar structuur, de mate van complexiteit van de producttechnologie in kwestie en het massa- of seriële karakter van het productieproces.

    Hierbij eerbiedigt zij echter de striktheid en het beschermingsniveau die nodig zijn opdat het bemestingsproduct met CE-markering voldoet aan deze verordening.

  • 3. 
    Wanneer een aangemelde instantie vaststelt dat een fabrikant niet heeft voldaan aan de eisen van bijlage I, II of III of aan de overeenkomstige geharmoniseerde normen, de in artikel 13 bedoelde gemeenschappelijke specificaties of andere technische specificaties, verlangt zij van die fabrikant dat hij of zij passende corrigerende maatregelen neemt en verleent zij geen certificaat.
  • 4. 
    Wanneer een aangemelde instantie bij het toezicht op de conformiteit na verlening van een certificaat vaststelt dat een bemestingsproduct met CE-markering niet meer conform is, verlangt zij van de fabrikant dat hij of zij passende corrigerende maatregelen neemt; zo nodig schorst zij het certificaat of trekt zij dit in.
  • 5. 
    Wanneer geen corrigerende maatregelen worden genomen of de genomen maatregelen niet het vereiste effect hebben, worden de certificaten door de aangemelde instantie naargelang het geval beperkt, geschorst of ingetrokken.

Artikel 32

Beroep tegen besluiten van aangemelde instanties

De lidstaten voorzien in een beroepsprocedure tegen besluiten van de aangemelde instanties.

Artikel 33

Informatieverplichting voor aangemelde instanties

  • 1. 
    Aangemelde instanties brengen de aanmeldende autoriteit op de hoogte van:
  • a) 
    elke weigering, beperking, schorsing of intrekking van certificaten;
  • b) 
    omstandigheden die van invloed zijn op de werkingssfeer van of de voorwaarden voor de aanmelding;
  • c) 
    informatieverzoeken over conformiteitsbeoordelingsactiviteiten die zij van markttoezichtautoriteiten ontvangen;
  • d) 
    op verzoek, de binnen de werkingssfeer van hun aanmelding verrichte conformiteitsbeoordelingsactiviteiten en andere activiteiten, waaronder grensoverschrijdende activiteiten en uitbesteding.
  • 2. 
    Aangemelde instanties verstrekken de andere uit hoofde van deze verordening aangemelde instanties die soortgelijke conformiteitsbeoordelingsactiviteiten voor dezelfde bemestingsproducten met CE-markering verrichten, relevante informatie over negatieve conformiteitsbeoordelingsresultaten, en op verzoek ook over positieve conformiteitsbeoordelingsresultaten.

Artikel 34

Uitwisseling van ervaringen

De Commissie voorziet in de organisatie van de uitwisseling van ervaringen tussen de nationale autoriteiten van de lidstaten die verantwoordelijk zijn voor het aanmeldingsbeleid.

Artikel 35

Coördinatie van aangemelde instanties

De Commissie zorgt voor passende coördinatie en samenwerking tussen instanties die zijn aangemeld uit hoofde van deze verordening in de vorm van een sectorale groep van aangemelde instanties.

De lidstaten zorgen ervoor dat de door hen aangemelde instanties rechtstreeks of via aangestelde vertegenwoordigers aan de werkzaamheden van die groep deelnemen.

Hoofdstuk 5

Markttoezicht in de Unie, controle van bemestingsproducten met CE-markering die de markt van de Unie binnenkomen en vrijwaringsprocedure van de Unie

Artikel 36

Markttoezicht in de Unie en controle van bemestingsproducten met CE-markering die de markt van de Unie binnenkomen

De artikelen 16 tot en met 29 van Verordening (EG) nr. 765/2008 zijn van toepassing op bemestingsproducten met CE-markering.

Artikel 37

Procedure voor bemestingsproducten met CE-markering die op nationaal niveau een risico vertonen

  • 1. 
    Wanneer de markttoezichtautoriteiten van een lidstaat voldoende redenen hebben om aan te nemen dat een bemestingsproduct met CE-markering een onaanvaardbaar risico inhoudt voor de gezondheid van mensen, dieren of planten, voor de veiligheid of voor het milieu, voeren zij een beoordeling van het betrokken bemestingsproduct uit in het licht van de in deze verordening vastgestelde eisen. De desbetreffende marktdeelnemers werken hiertoe op elke vereiste wijze met de markttoezichtautoriteiten samen.

    Wanneer de markttoezichtautoriteiten bij de beoordeling vaststellen dat het bemestingsproduct met CE-markering niet aan de eisen van deze verordening voldoet, verlangen zij onverwijld van de marktdeelnemer dat hij of zij binnen een redelijke termijn alle passende corrigerende maatregelen neemt om het bemestingsproduct met deze eisen in overeenstemming te maken, het uit de handel te nemen, het terug te roepen, of om de CE-markering te verwijderen.

    De markttoezichtautoriteiten brengen de desbetreffende aangemelde instantie hiervan op de hoogte.

    Artikel 21 van Verordening (EG) nr. 765/2008 is van toepassing op de in de tweede alinea genoemde maatregelen.

  • 2. 
    Wanneer de markttoezichtautoriteiten van mening zijn dat de niet-conformiteit niet tot hun nationale grondgebied beperkt is, brengen zij de Commissie en de andere lidstaten op de hoogte van de resultaten van de beoordeling en van de maatregelen die zij van de marktdeelnemer hebben verlangd.
  • 3. 
    De marktdeelnemer zorgt ervoor dat alle passende corrigerende maatregelen worden toegepast op alle betrokken bemestingsproducten met CE-markering die hij of zij in de Unie op de markt heeft aangeboden.
  • 4. 
    Wanneer de desbetreffende marktdeelnemer niet binnen de in lid 1, tweede alinea, bedoelde termijn doeltreffende corrigerende maatregelen neemt, nemen de markttoezichtautoriteiten alle passende voorlopige maatregelen om het op hun nationale markt aanbieden van het bemestingsproduct met CE-markering te verbieden of te beperken, dan wel het bemestingsproduct in de betrokken lidstaat uit de handel te nemen of terug te roepen.

    De markttoezichtautoriteiten brengen de Commissie en de andere lidstaten onverwijld van deze maatregelen op de hoogte.

  • 5. 
    De in lid 4, tweede alinea, bedoelde informatie omvat alle bekende bijzonderheden, met name de gegevens die nodig zijn om het niet-conforme bemestingsproduct met CE-markering te identificeren en om de oorsprong van het bemestingsproduct, de aard van de beweerde niet-conformiteit en van het risico, en de aard en de duur van de nationale maatregelen vast te stellen, evenals de argumenten die worden aangevoerd door de desbetreffende marktdeelnemer. De markttoezichtautoriteiten vermelden met name of de niet-conformiteit een van de volgende redenen heeft:
  • a) 
    het bemestingsproduct met CE-markering voldoet niet aan de eisen van bijlage I, II of III;
  • b) 
    tekortkomingen in de geharmoniseerde normen waarnaar in artikel 12 wordt verwezen als normen die een vermoeden van conformiteit vestigen.
  • 6. 
    De andere lidstaten dan die welke de procedure krachtens dit artikel in gang heeft gezet, brengen de Commissie en de andere lidstaten onverwijld op de hoogte van door hen genomen maatregelen en van aanvullende informatie over de niet-conformiteit van het betrokken bemestingsproduct met CE-markering waarover zij beschikken, en van hun bezwaren indien zij het niet eens zijn met de genomen nationale maatregel.
  • 7. 
    Indien binnen drie maanden na de ontvangst van de in lid 4, tweede alinea, bedoelde informatie geen bezwaar tegen een voorlopige maatregel van een lidstaat is ingebracht door een lidstaat of de Commissie, wordt die maatregel geacht gerechtvaardigd te zijn.
  • 8. 
    De lidstaten zorgen ervoor dat ten aanzien van het betrokken bemestingsproduct met CE-markering onverwijld passende beperkende maatregelen worden genomen, zoals het uit de handel nemen.

Artikel 38

Vrijwaringsprocedure van de Unie

  • 1. 
    Wanneer na voltooiing van de procedure in artikel 37, leden 3 en 4, bezwaren tegen een maatregel van een lidstaat worden ingebracht of de Commissie van mening is dat de nationale maatregel in strijd is met de wetgeving van de Unie, treedt de Commissie onverwijld in overleg met de lidstaten en de betrokken marktdeelnemer(s) en voert zij een evaluatie van de nationale maatregel uit. Aan de hand van die evaluatie stelt de Commissie een uitvoeringshandeling vast in de vorm van een besluit waarin wordt bepaald of de nationale maatregel al dan niet gerechtvaardigd is.

    Indien de nationale maatregel gerechtvaardigd wordt geacht, verplicht het besluit alle lidstaten de nodige maatregelen te nemen om het niet-conforme bemestingsproduct met CE-markering uit de handel te nemen en de Commissie daarvan in kennis te stellen.

    Indien de nationale maatregel niet gerechtvaardigd wordt geacht, verplicht het besluit de betrokken lidstaat die maatregel in te trekken.

    De Commissie richt haar besluit tot alle lidstaten en brengt de lidstaten en de betrokken marktdeelnemer(s) er onmiddellijk van op de hoogte.

  • 2. 
    Indien de nationale maatregel gerechtvaardigd wordt geacht en de niet-conformiteit van het bemestingsproduct met CE-markering wordt toegeschreven aan tekortkomingen in de geharmoniseerde normen zoals bedoeld in artikel 37, lid 5, onder b), past de Commissie de procedure toe van artikel 11 van Verordening (EU) nr. 1025/2012.

Artikel 39

Conforme bemestingsproducten met CE-markering die toch een risico meebrengen

  • 1. 
    Wanneer een lidstaat na uitvoering van een beoordeling overeenkomstig artikel 37, lid 1, vaststelt dat een bemestingsproduct met CE-markering dat conform is met deze verordening toch een onaanvaardbaar risico voor de gezondheid van mensen, dieren of planten, voor de veiligheid of voor het milieu inhoudt, verlangt deze lidstaat van de desbetreffende marktdeelnemer dat hij of zij binnen een redelijke termijn alle passende maatregelen neemt om ervoor te zorgen dat het betrokken bemestingsproduct dat risico niet meer inhoudt wanneer het in de handel wordt gebracht, om het uit de handel te nemen of om het terug te roepen.
  • 2. 
    De marktdeelnemer zorgt ervoor dat de door hem genomen corrigerende maatregelen worden toegepast op alle betrokken bemestingsproducten met CE-markering die hij of zij in de Unie op de markt heeft aangeboden.
  • 3. 
    De lidstaat brengt de Commissie en de andere lidstaten daarvan onmiddellijk op de hoogte. Die informatie omvat alle bekende bijzonderheden, met name de gegevens die nodig zijn om het bemestingsproduct met CE-markering te identificeren en om de oorsprong en de toeleveringsketen van dat bemestingsproduct, de aard van het risico en de aard en de duur van de nationale maatregelen vast te stellen.
  • 4. 
    De Commissie treedt onverwijld in overleg met de lidstaten en de betrokken marktdeelnemer(s) en beoordeelt de nationale maatregelen die zijn genomen. Aan de hand van die evaluatie stelt de Commissie een uitvoeringshandeling vast in de vorm van een besluit waarin wordt bepaald of de nationale maatregel al dan niet gerechtvaardigd is en waarin zo nodig passende maatregelen worden opgelegd.

    Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 41, lid 3, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.

    Om naar behoren gemotiveerde dwingende redenen van urgentie die verband houden met de bescherming van de gezondheid van mensen, dieren of planten, de veiligheid of het milieu, stelt de Commissie volgens de in artikel 41, lid 4, bedoelde procedure onmiddellijk toepasselijke uitvoeringshandelingen vast.

  • 5. 
    De Commissie richt haar besluit tot alle lidstaten en brengt de lidstaten en de betrokken marktdeelnemer(s) er onmiddellijk van op de hoogte.

Artikel 40

Formele niet-conformiteit

  • 1. 
    Onverminderd artikel 37 verlangt een lidstaat, wanneer hij bij een bemestingsproduct met CE-markering een van de volgende feiten vaststelt, van de betrokken marktdeelnemer dat deze een einde maakt aan de niet-conformiteit:
  • a) 
    de CE-markering is in strijd met artikel 30 van Verordening (EG) nr. 765/2008 of artikel 17 van deze verordening aangebracht;
  • b) 
    het identificatienummer van de aangemelde instantie is in strijd met artikel 17 aangebracht of is niet aangebracht hoewel dat op grond van in artikel 17 vereist is;
  • c) 
    het bemestingsproduct met CE-markering gaat niet vergezeld van de EU-conformiteitsverklaring;
  • d) 
    de EU-conformiteitsverklaring is niet correct opgesteld;
  • e) 
    de technische documentatie is niet beschikbaar of onvolledig;
  • f) 
    de gegevens zoals bedoeld in artikel 6, lid 6, of artikel 8, lid 3, ontbreken, zijn onjuist of zijn onvolledig;
  • g) 
    er is niet voldaan aan een ander administratief voorschrift van artikel 6 of artikel 8.
  • 2. 
    Wanneer de in lid 1 bedoelde niet-conformiteit voortduurt, neemt de betrokken lidstaat alle passende maatregelen om het op de markt aanbieden van het bemestingsproduct met CE-markering te beperken of te verbieden of om ervoor te zorgen dat het wordt teruggeroepen of uit de handel genomen of dat de CE-markering wordt verwijderd.

Hoofdstuk 6

Comité en gedelegeerde handelingen

Artikel 41

Comitéprocedure

  • 1. 
    De Commissie wordt bijgestaan door het Comité voor bemestingsproducten. Dat comité is een comité in de zin van Verordening (EU) nr. 182/2011.
  • 2. 
    Wanneer naar dit lid wordt verwezen, is artikel 4 van Verordening (EU) nr. 182/2011 van toepassing.
  • 3. 
    Wanneer naar dit lid wordt verwezen, is artikel 5 van Verordening (EU) nr. 182/2011 van toepassing.
  • 4. 
    Wanneer naar dit lid wordt verwezen, is artikel 8 van Verordening (EU) nr. 182/2011, in samenhang met artikel 5 van die verordening, van toepassing.

Artikel 42

Wijzigingen van bijlagen

  • 1. 
    De Commissie is bevoegd om overeenkomstig artikel 43 gedelegeerde handelingen vast te stellen om de bijlagen I tot en met IV te wijzigen om deze aan de technische vooruitgang aan te passen en de toegang tot de interne markt en het vrije verkeer te vergemakkelijken voor nieuwe bemestingsproducten met CE-markering
  • a) 
    waarin waarschijnlijk aanzienlijk zal worden gehandeld op de interne markt, en
  • b) 
    waarvoor wetenschappelijk bewijs bestaat dat zij geen onaanvaardbaar risico voor de gezondheid van mensen, dieren of planten, de veiligheid of het milieu inhouden en dat zij voldoende doeltreffend zijn.
  • 2. 
    Wanneer de Commissie ingevolge lid 1 bijlage II wijzigt om nieuwe micro-organismen toe te voegen aan de bestanddelencategorie voor die organismen, doet zij dat op basis van de volgende gegevens:
  • a) 
    de naam van het micro-organisme;
  • b) 
    de taxonomische indeling van het micro-organisme;
  • c) 
    historische gegevens over de veilige productie en het veilige gebruik van het micro-organisme;
  • d) 
    het taxonomische verband met soorten micro-organismen die voldoen aan de vereisten voor een gekwalificeerd vermoeden van veiligheid (Qualified Presumption of Safety) zoals bepaald door de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid;
  • e) 
    informatie over residugehalten van toxinen;
  • f) 
    informatie over het productieproces; en
  • g) 
    informatie over de identiteit van resterende tussenproducten of microbiële metabolieten in het bestanddeel.
  • 3. 
    Wanneer de Commissie ingevolge lid 1 gedelegeerde handelingen vaststelt, kan zij de bestanddelencategorieën van bijlage II slechts wijzigen om dierlijke bijproducten in de zin van Verordening (EG) nr. 1069/2009 op te nemen indien voor die producten een eindpunt in de productieketen is vastgesteld overeenkomstig de procedures van die verordening.
  • 4. 
    De Commissie is ook bevoegd om overeenkomstig artikel 43 gedelegeerde handelingen vast te stellen om de bijlagen I tot en met IV te wijzigen in het licht van nieuwe wetenschappelijke gegevens. De Commissie gebruikt deze bevoegdheid wanneer op basis van een risicobeoordeling blijkt dat een wijziging nodig is om ervoor te zorgen dat bemestingsproducten met CE-markering die aan de eisen van deze verordening voldoen in gewone gebruiksomstandigheden geen onaanvaardbaar risico voor de gezondheid van mensen, dieren of planten, de veiligheid of het milieu inhouden.

Artikel 43

Uitoefening van de bevoegdheidsdelegatie

  • 1. 
    De bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen, wordt aan de Commissie toegekend onder de in dit artikel neergelegde voorwaarden.
  • 2. 
    De in artikel 42 bedoelde bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen, wordt aan de Commissie toegekend voor vijf jaar met ingang van [Publications office, please insert the date of entry into force of this Regulation]. De Commissie stelt uiterlijk negen maanden voor het einde van de termijn van vijf jaar een verslag op over de bevoegdheidsdelegatie. De bevoegdheidsdelegatie wordt stilzwijgend met termijnen van dezelfde duur verlengd, tenzij het Europees Parlement of de Raad zich uiterlijk drie maanden voor het einde van elke termijn tegen deze verlenging verzet.
  • 3. 
    Het Europees Parlement of de Raad kan de in artikel 42 bedoelde bevoegdheidsdelegatie te allen tijde intrekken. Het besluit tot intrekking beëindigt de delegatie van de in dat besluit genoemde bevoegdheid. Het wordt van kracht op de dag na de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie of op een daarin genoemde latere datum. Het laat de geldigheid van reeds van kracht zijnde gedelegeerde handelingen onverlet.
  • 4. 
    Zodra de Commissie een gedelegeerde handeling heeft vastgesteld, doet zij daarvan gelijktijdig kennisgeving aan het Europees Parlement en de Raad.
  • 5. 
    Een overeenkomstig artikel 42 vastgestelde gedelegeerde handeling treedt alleen in werking indien het Europees Parlement noch de Raad daartegen binnen een termijn van twee maanden na de kennisgeving van de handeling aan het Europees Parlement en de Raad bezwaar heeft gemaakt, of indien zowel het Europees Parlement als de Raad voor het verstrijken van de termijn van twee maanden de Commissie hebben medegedeeld dat zij daartegen geen bezwaar zullen maken. Die termijn wordt op initiatief van het Europees Parlement of de Raad met twee maanden verlengd.

Hoofdstuk 7

Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 44

Sancties

De lidstaten leggen de regels vast voor de sancties die van toepassing zijn op inbreuken op deze verordening, en nemen alle nodige maatregelen om te waarborgen dat zij worden toegepast. De sancties zijn doeltreffend, evenredig en afschrikkend. De lidstaten stellen de Commissie onverwijld van deze regels en deze maatregelen in kennis en doen dit eveneens bij alle eventuele latere wijzigingen ervan.

Artikel 45

Wijzigingen van Verordening (EG) nr. 1069/2009

Artikel 5 van Verordening (EG) nr. 1069/2009 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1) 
    in lid 2 wordt de eerste alinea vervangen door:

    "Voor de in de artikelen 32, 35 en 36 genoemde afgeleide producten die geen significant risico voor de volksgezondheid of de diergezondheid meer inhouden, kan een eindpunt in de productieketen worden vastgesteld, waarna de vereisten van deze verordening niet langer op hen van toepassing zijn.";

  • 2) 
    lid 3 wordt vervangen door:

    "3.    In geval van risico's voor de volksgezondheid of de diergezondheid zijn de artikelen 53 en 54 van Verordening (EG) nr. 178/2002 betreffende noodmaatregelen inzake gezondheid mutatis mutandis van toepassing op de in de artikelen 32, 33 en 36 van deze verordening genoemde afgeleide producten.".

Artikel 46

Wijzigingen van Verordening (EG) nr. 1107/2009

Verordening (EG) nr. 1107/2009 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1) 
    artikel 2, lid 1, punt b), wordt vervangen door:

    "b)    het beïnvloeden van de levensprocessen van planten, zoals het beïnvloeden van hun groei, voor zover het niet gaat om nutriënten of biostimulanten voor planten;";

  • 2) 
    aan artikel 3 wordt het volgende punt toegevoegd:
  • 3) 
    "34."biostimulant voor planten": een product dat de voedingsprocessen van een plant stimuleert onafhankelijk van het gehalte aan nutriënten van het product, met als enige doel een of meer van de volgende eigenschappen van de plant te verbeteren:
  • a) 
    de efficiëntie van het gebruik van nutriënten;
  • b) 
    de tolerantie voor abiotische stress;
  • c) 
    de kenmerken in verband met de kwaliteit van het gewas.".

Artikel 47

Intrekking van Verordening (EG) nr. 2003/2003

Verordening (EG) nr. 2003/2003 wordt met ingang van de in artikel 49, tweede alinea, genoemde datum ingetrokken.

Verwijzingen naar de ingetrokken verordening gelden als verwijzingen naar deze verordening.

Artikel 48

Overgangsbepalingen

De lidstaten belemmeren niet dat producten die vóór [Publications office, please insert the date of application of this Regulation] overeenkomstig Verordening (EG) nr. 2003/2003 in de handel zijn gebracht als meststoffen met de aanduiding "EG-meststof", op de markt worden aangeboden. Hoofdstuk 5 is echter mutatis mutandis op die producten van toepassing.

Artikel 49

Inwerkingtreding en toepassing

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 1 januari 2018.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel,

Voor het Europees Parlement    Voor de Raad

De voorzitter    De voorzitter

  • (2) 
    COM(2015) 614/2.
  • (3) 
    PB L 300 van 14.11.2009, blz. 1.
  • (4) 
    PB L 312 van 22.11.2008, blz. 3.
  • (5) 
    PB L 396 van 30.12.2006, blz. 1.
  • (8) 
    Zie afdeling 4, Conclusions and recommendations.
  • (9) 
    Activiteitenverslagen van de vergaderingen van de groep zijn te vinden op: http://ec.europa.eu/transparency/regexpert/index.cfm?do=groupDetail.groupDetail&groupID=1320&NewSearch=1&NewSearch=1  
  • http://ec.europa.eu/environment/consultations/closing_the_loop_en.htm?utm_content=buffer68ffa&utm_medium=social&utm_source=twitter.com&utm_campaign=buffer
  • Het verslag van de workshop kan worden gedownload op http://bookshop.europa.eu/en/circular-approaches-to-phosphorus-pbKI0115204/
  • PB C van , blz. .
  • Verordening (EG) nr. 2003/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 13 oktober 2003 inzake meststoffen (PB L 304 van 21.11.2003, blz. 1).
  • Verordening (EG) nr. 765/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 9 juli 2008 tot vaststelling van de eisen inzake accreditatie en markttoezicht betreffende het verhandelen van producten en tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 339/93 (PB L 218 van 13.8.2008, blz. 30).
  • Besluit nr. 768/2008/EG van het Europees Parlement en de Raad van 9 juli 2008 betreffende een gemeenschappelijk kader voor het verhandelen van producten en tot intrekking van Besluit 93/465/EEG van de Raad (PB L 218 van 13.8.2008, blz. 82).
  • Verordening (EG) nr. 1069/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 tot vaststelling van gezondheidsvoorschriften inzake niet voor menselijke consumptie bestemde dierlijke bijproducten en afgeleide producten en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1774/2002 (verordening dierlijke bijproducten) (PB L 300 van 14.11.2009, blz. 1).
  • Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangelegenheden (PB L 31 van 1.2.2002, blz. 1).
  • Richtlijn 2008/98/EG van het Europees Parlement en de Raad van 19 november 2008 betreffende afvalstoffen en tot intrekking van een aantal richtlijnen (PB L 312 van 22.11.2008, blz. 3).
  • Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen en tot intrekking van de Richtlijnen 79/117/EEG en 91/414/EEG van de Raad (PB L 309 van 24.11.2009, blz. 1).
  • Richtlijn 86/278/EEG van de Raad van 12 juni 1986 betreffende de bescherming van het milieu, in het bijzonder de bodem, bij het gebruik van zuiveringsslib in de landbouw (PB L 181 van 4.7.1986, blz. 6).
  • Richtlijn 89/391/EEG van de Raad van 12 juni 1989 betreffende de tenuitvoerlegging van maatregelen ter bevordering van de verbetering van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers op het werk (PB L 183 van 29.6.1989, blz. 1).
  • Verordening (EG) nr. 1907/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 inzake de registratie en beoordeling van en de autorisatie en beperkingen ten aanzien van chemische stoffen (REACH) (PB L 396 van 30.12.2006, blz. 1).
  • Verordening (EG) nr. 1272/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 betreffende de indeling, etikettering en verpakking van stoffen en mengsels (PB L 353 van 31.12.2008, blz. 1).
  • Verordening (EG) nr. 1881/2006 van de Commissie van 19 december 2006 tot vaststelling van de maximumgehalten aan bepaalde verontreinigingen in levensmiddelen (PB L 364 van 20.12.2006, blz. 5).
  • Richtlijn 2000/29/EG van de Raad van 8 mei 2000 betreffende de beschermende maatregelen tegen het binnenbrengen en de verspreiding in de Gemeenschap van voor planten en voor plantaardige producten schadelijke organismen (PB L 169 van 10.7.2000, blz. 1).
  • Verordening (EU) nr. 98/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 15 januari 2013 over het op de markt brengen en het gebruik van precursoren voor explosieven (PB L 39 van 9.2.2013, blz. 1).
  • Verordening (EU) nr. 1143/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2014 betreffende de preventie en beheersing van de introductie en verspreiding van invasieve uitheemse soorten (PB L 317 van 4.11.2014, blz. 35).
  • Verordening (EU) nr. 1025/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 betreffende Europese normalisatie, tot wijziging van de Richtlijnen 89/686/EEG en 93/15/EEG van de Raad alsmede de Richtlijnen 94/9/EG, 94/25/EG, 95/16/EG, 97/23/EG, 98/34/EG, 2004/22/EG, 2007/23/EG, 2009/23/EG en 2009/105/EG van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Beschikking 87/95/EEG van de Raad en Besluit nr. 1673/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad (PB L 316 van 14.11.2012, blz. 12).
  • Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren (PB L 55 van 28.2.2011, blz. 13).
 
 

2.

Uitgebreide versie

Van deze pagina bestaat een uitgebreide versie met de juridische context.

De uitgebreide versie is beschikbaar voor betalende gebruikers van de EU Monitor van PDC Informatie Architectuur.

3.

EU Monitor

Met de EU Monitor volgt u alle Europese dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.

De EU Monitor is ook beschikbaar in het Engels.