Vragen over de situatie in West-Papua - Hoofdinhoud
Schriftelijke vragen namens het lid Voordewind (ChristenUnie), Van der Staaij (SGP), Servaes (PvdA), Sjoerdsma (D66), Ten Broeke (VVD), Knops (CDA) en Van Bommel (SP) aan de minister van Buitenlandse Zaken over de situatie in West-Papua (ingediend 21 maart 2016).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het artikel ‘Indonesië bezig met genocide Papoea’s’ (Nederlands Dagblad, 11 maart 2016)
Vraag 2
Wat is uw reactie op de conclusie van de twee Australische onderzoekers die stellen dat het onderdrukkende bewind van de Indonesische regering jegens de Papoea’s in feite neerkomt op een vorm van ‘slow Genocide’?
Vraag 3
Deelt u de conclusie van de onderzoekers dat de (mensenrechten)situatie van de Papoea’s de afgelopen jaren enkel is verslechterd? Bent u tevens van mening dat de internationale druk, vaak via stille diplomatie, grotendeels geen resultaat heeft gehad?
Vraag 4
Op welke wijze heeft Nederland de situatie van de Papoea’s onder de aandacht gebracht van de Indonesische autoriteiten? Op welk wijze heeft Nederland dit gedaan binnen de Europese Unie en binnen andere gremia waaronder de Verenigde Naties? Welke aanvullende mogelijkheden heeft u om u hiervoor extra voor in te zetten?
Vraag 5
Deelt u onze overtuiging dat gezien de historische rol van Nederland, zoals ook is verwoord in het Drooglever-rapport, de regering een bijzondere verantwoordelijkheid heeft om zich in te zetten voor het lot van de Papoea’s? In hoeverre zijn de bevindingen van het Drooglever-rapport voor u leidend in de relatie van Nederland ten opzichte van de Papoea’s?
Vraag 6
Bent u bereid om zodra het rapport van de bovengenoemde onderzoekers bekend is gemaakt de Kamer per brief te informeren over de reactie van het kabinet op het rapport?
Vraag 7
Kunt u specifiek dit onderwerp, tijdens uw bezoek aan Indonesië deze week, bespreken met uw ambtsgenoot?