Stem op 6 april vóór homorechten

Met dank overgenomen van S.H. (Sophie) in 't Veld i, gepubliceerd op dinsdag 15 maart 2016.

Op 6 april mogen Nederlandse kiezers naar de stembus over het associatieverdrag tussen de Europese Unie en Oekraïne. De afgelopen weken hebben verschillende Oekraïense LHBTI-organisaties zich uitgelaten als voorstander van de samenwerking met Europa. Hun hoopvolle roep om een voor-stem is minder gericht op de letter van het verdrag en meer op het behoud van wat er tot op heden al bereikt is in het kader van Europese toenadering. Oekraïne heeft op de tweesprong namelijk al een richting gekozen.

Nog maar drie jaar geleden debatteerde het Oekraïense Parlement over een replica van de Russische antihomopropagandawet. Toenmalig president Viktor Janoekovytsj omhelsde openlijk de homofobie van het Kremlin en imiteerde zijn collega Poetin. Oekraïne was op dat moment geen uitzondering. Homorechten zijn van Montenegro tot Moskou nog altijd een heikel punt. Op video vastgelegde homoklopjachten en bloedig verlopen gayprides zijn aan de orde van de dag. Hoewel je in vele Europese grote steden bloeiende gay-scenes hebt, is algemene politieke en maatschappelijke emancipatie is nog ver weg. Onder invloed van neo-nationalisme en de Oosters-Orthodoxe of katholieke kerken zijn de homorechten in Oost-Europa voornamelijk in verval.

Die trend is in Oekraïne onder invloed van Europa in ieder geval gestuit. Dit ging niet van harte en het verdrag biedt geen garanties, maar met het associatieverdrag heeft Europa een flinke hefboom in handen. Het behouden van deze hefboom is waarom LHBTI-organisaties samenwerkingsafspraken met Europa steunen. Het debat over het referendum gaat voornamelijk over de economische voordelen voor Europese en Nederlandse bedrijven maar tussen de regels door gaat het ook over vooruitgang, die niet altijd even tastbaar is. Het gaat over bouwen aan een stevige democratie, bestrijding van corruptie en versterken van de mensenrechten, inclusief de positie van minderheden. Het tegengaan van discriminatie en ongelijkheid is een voorwaarde voor samenwerking met Europa en geeft een impuls aan de strijd tegen discriminatie in Oekraïne.

Afgelopen jaar werd in Oekraïense wetgeving vastgelegd dat discriminatie op grond van seksuele oriëntatie of gender identiteit verboden is, een voorwaarde voor visum-afspraken met de EU. En kortgeleden onderstreepte de Oekraïense president Poroshenko het belang van gedeelde, Europese waarden – waarin geen plaats is voor homofobie. Het zijn bescheiden maar belangrijke stappen richting Europa en weg van Rusland. D66 wil deze mensen, deze hoopvolle ontwikkelingen steunen.

Op 14 maart reis ik zelf naar Kiev om te spreken op een congres over het belang van samenwerking tussen Europa en Oekraïne voor de LHBTI-rechten in het land. Een bijeenkomst die in teken staat van het recht om overal jezelf kunnen zijn. Vorige maand sprak ik al enkele Oekraïense LHBTI-activisten toen zij op bezoek waren in Brussel. Zij drukten mij op het hart de bescheiden stappen die zijn genomen in het beschermen van homo’s en lesbiennes in hun land te omarmen. En om alle Nederlanders op 6 april op te roepen te stemmen voor voortgang, voor diversiteit, voor het associatieakkoord.

Laat de Oekraïense LHBTI-gemeenschap niet het slachtoffer worden van onvrede over de huidige politiek of over Europa. Laat GeenPeil of Thierry Baudet de vooruitgang in het land niet stop zetten. Het referendum gaat niet enkel om euro’s of grivna’s. Het gaat om 45 miljoen mensen die gekozen hebben voor een Europese koers, voor onze gedeelde waarden. Vooruitgang gaat met vallen en opstaan en juist daarom hebben Oekraïners onze steun nodig op 6 april.