Wijziging van de Wet rijonderricht motorrijtuigen

Met dank overgenomen van B. (Barbara) Visser i, gepubliceerd op dinsdag 8 maart 2016, 2:47.

Inbreng van het lid Visser (VVD) voor de Wijziging van de Wet rijonderricht motorrijtuigen 1993 (wijzigingen naar aanleiding van evaluatie, nascholing beroepschauffeurs, bestuursrechtelijke handhaving en enkele verbeteringen).

De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van de nota naar aanleiding van het verslag en de nota van wijziging inzake de wijziging van de Wet rijonderricht. Zij hebben hierover nog enkele vragen en opmerkingen.

  • 2. 
    Evaluatie herziening WRM 2009

De leden van de VVD constateren dat een rijinstructeur die zijn bijscholingstraject niet met succes afrond, nog acht weken, feitelijk onbevoegd, rijles kan geven. De leden van de VVD hebben daar grote moeite mee. Kan de minister aangeven hoe zij het belang van de continuïteit van een rijschool versus de verkeersveiligheid weegt? Vindt de minister dat leerlingen hier ook niet direct van op de hoogte dienen te worden gesteld? Zo nee, waarom niet? Zo ja, op welke wijze zal dit worden vormgegeven?

Voor wat betreft de continuïteit voor de leerlingen verwacht de VVD dat leerlingen een voorkeur hebben voor een vertraging in het scholingstraject dan les te krijgen van een onbevoegde instructeur. Kan de minister hierop reageren? En wat is de verwachting van het aantal instructeurs dat op enig moment onbevoegd rijles geeft?

Klopt de stelling dat wanneer iemand geschikt wordt verklaard en in de looptijd van zijn WRM bevoegdheid iets misgaat met zijn gezondheid bijvoorbeeld of anderszins, er geen middel beschikbaar is om de bevoegdheid in te trekken en daarmee te verliezen? Zo ja, vindt de Minister dit wenselijk?

Zijn er alternatieven onderzocht waarmee de continuïteit van de lessen voor de leerling en de rijschool als onderneming gedurende het herintrederstraject geborgd kan worden? Zo ja, waarom zijn deze afgevallen? Zo nee, waarom niet en is de minister alsnog bereid deze alternatieven te onderzoeken en de Tweede Kamer hierover voor de plenaire behandeling van dit voorstel te informeren? Wat vindt de minister van de mogelijkheid dat er onbeperkt herkanst mag worden?

De leden van de VVD-fractie lezen in de beantwoording van VVD vragen inzake betere kwaliteit van het rijonderricht een opsomming van de huidige situatie. De vraag die de leden nogmaals willen stellen is hoe de kwaliteit met de huidige voorstellen wordt verbeterd? Is dit voldoende volgens de Minister? Zo ja, waar blijkt dat uit? Wanneer is er sprake van een succes volgens de Minister? Kan de Minister toelichten wat zij onder competente instructeurs verstaat? Welke rol spelen didactische vaardigheden en beheersing van de Nederlandse taal hierin? Zo ja, op welke wijze wordt dit getoetst?

De leden van de VVD lezen in de nota naar aanleiding van het verslag dat het IBKI samen met betrokkenen bekijkt of het stelsel van rijinstructie verder verbeterd kan worden. Betreft dit zowel de praktische als theoretische kant? Wat is de stand van zaken? Is al bekend op welke punten het traject inhoudelijk verder verbeterd kan worden? Wat is hierin de zelfstandige bevoegdheid van het IBKI? Welke rol speelt het CBR hierin? En welke rol speelt het Ministerie hierin? En op welke wijze wordt de onafhankelijkheid van alle partijen geborgd? Heeft de minister de signalen inzake “het verplichte toneelstuk” besproken met het betrokken partijen als het IBKI, de BOVAG, CBR, VRB en FAM?

De leden van de VVD-fractie willen weten in hoeverre de minister de wijze waarop beginnende leerlingen de kwaliteit beter kunnen beoordelen voldoende acht? Functioneert de rijscholenkiezer op voldoende wijze? Zo ja, waar blijkt dat uit? En kan nogmaals uiteengezet worden, waarom het CBR hier geen rol in kan speen en op welke wijze er met betrokkenheid van het CBR een drempelverhogend effect optreedt?

Kan de Minister aangeven op welke wijze iemand in een herintrederstraject wordt getoetst volgens de nieuwste inzichten?

Conform artikel 2 van de WRM 1993 zijn er rijksgecommitteerden die steekproefsgewijs met praktijkexamens meerijden om de kwaliteit te beoordelen. Zou het mogelijk zijn, zo vragen de leden van de VVD, om een systeem van mystery guests te introduceren? Daarmee weet een rijinstructeur niet dat er een controle plaatsvindt en kan er een getrouwer beeld van de daadwerkelijke kwaliteit ontstaan in plaats van dat er - om met de woorden van sommige instructeurs te spreken - een kunstje wordt opgevoerd.

Wanneer dit niet mogelijk is, hoe kan dan, buiten het herscholingstraject om, gecontroleerd worden of een rijinstructeur zijn lessen naar behoren uitvoert? De VVD is namelijk van mening dat recente casuïstiek, waarbij rijles in ruil voor sex werd aangeboden, zeer onwenselijk is. Hoe kan dergelijk ongewenst gedrag door rijinstructeurs, hoewel in lijn met de letter van de wet, worden aangepakt? Welke instantie controleert en handhaaft, buiten het bijscholingstraject om, op de kwaliteit van rijlessen? Zou het in dezen toch niet verstandig zijn om de toets te handhaven?

Zijn de uitkomsten van het gesprek dat het exameninstituut met de branche heeft over nadere eisen aan de mee te nemen leerling inmiddels bekend? Zo ja, kunt u deze delen? Zo nee, bent u bereid deze voor de plenaire behandeling van het voorliggend voorstel met de Kamer te delen?

  • 4. 
    Overige wijzigingen WRM

In de nota van wijziging lezen de leden van de VVD dat de minister voorstelt om de bestaande situatie, waarbij de kosten bij een onderzoek naar aanleiding van een melding van de politie dat een rijinstructeur niet langer vakbekwaam lijkt te zijn, te handhaven. Hiermee worden de kosten van een dergelijk onderzoek alsnog omgeslagen over alle rijinstructeurs. Waarom heeft de minister ervoor gekozen om de huidige situatie te handhaven? Zijn er andere alternatieven onderzocht? Om welke kosten gaat het hier op jaarbasis?

  • 5. 
    Handhaving

De ILT zal zich in het eerste jaar na inwerkingtreding van dit voorstel richten op het waarnemen van eventuele signalen, zo lezen de leden van de VVD in nota naar aanleiding van het verslag. Aan welke signalen moet hierbij gedacht worden? En wat gebeurt er nu met deze signalen? In hoeverre wordt het niet bevoegd rijinstructie geven in de praktijk gehandhaafd?

Overige

De VVD bereiken geluiden dat de Rijscholenkiezer niet naar behoren functioneert en dat er marktpartijen zijn die zonder overheidssubsidie een onafhankelijke vergelijkingssite kunnen exploiteren. Is de minister bereid een evaluatie uit te voeren naar het functioneren van en de beoordeling door leerlingen van de Rijscholenkiezer? Zo nee, waarom niet? Zo ja, op welke termijn kan de Tweede Kamer de resultaten tegemoet zien?