Mijn rolmodel: een stoere vrouw met een agenda - Hoofdinhoud
Stoer en ontwapenend, dat zijn de woorden die bij mij naar boven komen als ik aan Karin Adelmund denk. En dat doe ik nog regelmatig. Het was tijdens een bijeenkomst van de vrouwen in de vakbond waar ik voor het eerst geraakt werd door de kracht en overtuiging die zij uitstraalde. Zo wilde ik ook zijn. Er waren in mijn tijd weinig voorbeelden van dit soort stoere vrouwen, met een eigen agenda over hoe de wereld van werkend Nederland eruit zou moeten zien.
In de beginjaren van mijn FNV-tijd was er een vrouwenklasje. Nu zou je dat misschien intervisie noemen. We spraken over van alles met elkaar. Bedachten strategieën om onderwerpen binnen de FNV op de agenda en daarbuiten op de onderhandelingstafel te krijgen. Steunden elkaar en hadden ook veel plezier. Ook over typisch vrouwendingen. Karin was geen keurige mevrouw, maar droeg kleurrijke jasjes en blitse laarzen. Toen ik dat eindelijk ook durfde noemde ik ze trots mijn Karin-Adelmund-laarsjes. Die tijd vormde de basis voor een intense verbondenheid. Karin daagde ons en iedereen uit om het verschil te maken.
Ze was zelf het voorbeeld van hoe je door gedrevenheid en met lef grenzen kan verleggen. Opgegroeid in een arbeidersgezin in Rotterdam ging ze na de Mulo aan de slag als loketmedewerker voor de PTT. Gestimuleerd door haar leidinggevende ging ze in 1968 naar de Sociale Academie en later naar de Universiteit van Amsterdam. Bevlogen om de positie van anderen in de maatschappij te verbeteren werd ze in de jaren ’70 actief bij de Vrouwenbond (NVV). In die tijd was de FNV nog een mannenbolwerk en deden de vrouwen nog niet volwaardig mee. Maar toen Karin in 1978 voorzitter werd kwam daar snel verandering in. Ze liet zich niet wegzetten door de gevestigde orde en was niet bang anderen van repliek te dienen. Deze eigenschappen heeft ze haar hele carrière vastgehouden. Als Kamerlid voor de PvdA en als staatssecretaris durfde ze haar eigen koers te varen.
Zij heeft de hele FNV aan het werk gezet om de balans van werk en privé met succes op de onderhandelingstafel te krijgen. Ik herinner me nog de grote deeltijdcampagne: “Hallo, ik ben je vader”. Uitgangspunt was dat parttimers hetzelfde als fulltimers behandeld moesten worden. In alle sectoren, of het nou typische mannen- of vrouwenberoepen waren, gingen we ermee aan de slag. We hadden T-shirts met de slogan erop. Zelfs mijn broer wilde hem hebben. Het knappe van Karin was, was dat het niet bleef bij een slogan. Met haar moed en strategisch inzicht zorgde ze er voor dat het geregeld werd. Of het nu over pensioen, scholing of overwerktoeslagen ging, het gebeurde gewoon. Dat waren mooie jaren in de strijd voor gelijkheid tussen mannen en vrouwen.
Helaas is die strijd nog steeds hard nodig. Hoewel er de afgelopen 40 jaar een hoop is verbeterd, lijkt de tijd op heel veel vlakken stil te staan. Zo krijgen vrouwen nog altijd stelselmatig minder betaald dan mannen. Daarnaast zijn vrouwen nog steeds ondervertegenwoordigd in topfuncties. Nederland blijft al jaren steken rond de 10 procent. Daar moet aandacht voor blijven en dat moeten we veranderen. En niet alleen op internationale vrouwendag.
Karin Adelmund heeft mij geleerd dat emancipatie geen taak van alleen vrouwen is, het is een taak van ons allemaal. Daarom wil ik op internationale vrouwendag stilstaan bij deze bijzondere vrouw die zo’n verschil heeft gemaakt en helaas veel te vroeg is overleden. Omdat ik alle vrouwen zo’n stoere, slimme en betrokken vrouw als rolmodel gun.