Motie van het lid Servaes c.s. over een convenant met de Nederlandse luchtvaartmaatschappijen - Hoofdinhoud
De Kamer,
Gehoord de beraadslaging,
constaterende dat landen de primaire verantwoordelijkheid hebben voor de veiligheid van het eigen luchtruim, maar dat gebleken is dat op hun oordeel helaas niet altijd vertrouwd kan worden;
constaterende dat luchtvaartmaatschappijen op hun beurt verantwoordelijk zijn voor het bepalen van hun vliegroutes;
overwegende dat het wenselijk noch realistisch is dat aan bovengenoemde, internationaal verankerde verantwoordelijkheidsverdeling getornd wordt;
overwegende dat tegelijkertijd van de overheid verwacht kan worden dat zij relevante informatie over concrete risico's t.a.v. de veiligheid van het luchtruim, in het bijzonder voor vliegen boven conflictgebieden, met luchtvaartmaatschappijen deelt;
overwegende dat de informatiedeling met andere personen of instanties, zoals luchtvaartmaatschappijen, reeds geregeld is in de Wet op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (WIV 2002, paragraaf 3.3);
overwegende dat het van belang is dat op basis van dit wettelijk kader de informatievergaring, -analyse en -uitwisseling tussen overheid en luchtvaartmaatschappijen, in lijn met de OVV-aanbevelingen, structureel verankerd wordt;
verzoekt de regering om de afspraken met de Nederlandse luchtvaartmaatschappijen over de uitvoering van de geïntensiveerde informatiedeling inzake de veiligheid van het luchtruim en het vliegen boven conflictgebieden verder te concretiseren en formeel vast te leggen in een Convenant,
En gaat over tot de orde van de dag.
Michiel Servaes
Sjoerd Sjoerdsma
Rik Grashoff
Joël Voordewind
Han ten Broeke
Harry van Bommel
Tweede Kamer:
Motie van het lid Servaes c.s. over een convenant met de Nederlandse luchtvaartmaatschappijen