Definitieve vaststelling (EU, Euratom) 2016/150 van de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2016

1.

Tekst

24.2.2016   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 48/1

 

DEFINITIEVE VASTSTELLING (EU, Euratom) 2016/150

van de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2016

DE VOORZITTER VAN HET EUROPEES PARLEMENT,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 314,

Gezien het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name artikel 106 bis,

Gezien Besluit 2007/436/EG, Euratom van de Raad van 7 juni 2007 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (1),

Gezien Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (2),

Gezien Verordening (EU, Euratom) nr. 1311/2013 van de Raad van 2 december 2013 tot bepaling van het meerjarig financieel kader voor de jaren 2014-2020 (3),

Gezien het Interinstitutioneel Akkoord van 2 december 2013 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline, de samenwerking in begrotingszaken en een goed financieel beheer (4),

Gezien het ontwerp van algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2016, goedgekeurd door de Commissie op 24 juni 2015,

Gezien het standpunt inzake het ontwerp van begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2016, vastgesteld door de Raad op 4 september 2015 en toegezonden aan het Europees Parlement op 17 september 2015,

Gezien de nota's van wijzigingen nr. 1/2016 en nr. 2/2016 bij het ontwerp van algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2016, ingediend door de Commissie,

Gezien de resolutie van het Europees Parlement van 28 oktober 2015 over het standpunt van de Raad inzake het ontwerp van algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2016,

Gezien de door het Europees Parlement op 28 oktober 2015 aangenomen amendementen op het ontwerp van algemene begroting,

Gezien de brief van de voorzitter van de Raad van 28 oktober 2015 waarin deze meedeelt dat de Raad niet alle door het Parlement aangenomen amendementen kan aanvaarden,

Gezien de brief van 28 oktober 2015 aan de voorzitter van de Raad waarmee het bemiddelingscomité bijeen wordt geroepen,

Gezien het feit dat het bemiddelingscomité overeenstemming heeft bereikt over een gemeenschappelijk ontwerp binnen de termijn van 21 dagen als bedoeld in artikel 314, lid 6, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien de goedkeuring van het gemeenschappelijk ontwerp door de Raad op 24 november 2015,

Gezien de goedkeuring van het gemeenschappelijk ontwerp door het Parlement op 25 november 2015,

Gezien de artikelen 90 en 91 van het Reglement van het Europees Parlement,

CONSTATEERT:

Enig artikel

De procedure zoals vastgelegd in artikel 314 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie is afgesloten en de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2016 is definitief vastgesteld.

Gedaan te Straatsburg, 25 november 2015.

De voorzitter

  • M. 
    SCHULZ
 

 

INHOUD

ALGEMENE STAAT VAN ONTVANGSTEN

 
  • A. 
    Inleiding en financiering van de algemene begroting

12

 
  • B. 
    Algemene staat van ontvangsten per begrotingsonderdeel

21

 
  • C. 
    Personeel volgens de lijst van het aantal ambten

152

 
  • D. 
    Onroerendgoedbezit

153

STAAT VAN ONTVANGSTEN EN UITGAVEN PER AFDELING

 

Afdeling I: Parlement

160

 

— Staat van ontvangsten

161

 

— Staat van uitgaven

176

 

— Personeel

236

 

Afdeling II: Europese Raad en Raad

238

 

— Staat van ontvangsten

239

 

— Staat van uitgaven

256

 

— Personeel

300

 

Afdeling III: Commissie

302

 

— Staat van ontvangsten

303

 

— Staat van uitgaven

378

 

— Personeel

1898

 

Afdeling IV: Hof van Justitie van de Europese Unie

1947

 

— Staat van ontvangsten

1948

 

— Staat van uitgaven

1960

 

— Personeel

1996

 

Afdeling V: Rekenkamer

1997

 

— Staat van ontvangsten

1998

 

— Staat van uitgaven

2010

 

— Personeel

2041

 

Afdeling VI: Europees Economisch en Sociaal Comité

2043

 

— Staat van ontvangsten

2044

 

— Staat van uitgaven

2056

 

— Personeel

2094

 

Afdeling VII: Comité van de Regio’s

2095

 

— Staat van ontvangsten

2096

 

— Staat van uitgaven

2109

 

— Personeel

2144

 

Afdeling VIII: Europese Ombudsman

2145

 

— Staat van ontvangsten

2146

 

— Staat van uitgaven

2154

 

— Personeel

2182

 

Afdeling IX: Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming

2183

 

— Staat van ontvangsten

2184

 

— Staat van uitgaven

2190

 

— Personeel

2221

 

Afdeling X: Europese Dienst voor extern optreden

2222

 

— Staat van ontvangsten

2223

 

— Staat van uitgaven

2241

 

— Personeel

2283

INHOUD

ALGEMENE STAAT VAN ONTVANGSTEN

 
  • A. 
    Inleiding en financiering van de algemene begroting

12

 
  • B. 
    Algemene staat van ontvangsten per begrotingsonderdeel

21

 

— Titel 1:

Eigen middelen

22

 

— Titel 3:

Overschotten, saldi en aanpassingen

46

 

— Titel 4:

Ontvangsten afkomstig van personen die verbonden zijn aan de instellingen en andere organen van de Unie

60

 

— Titel 5:

Ontvangsten voortvloeiend uit de administratieve werking van de instellingen

74

 

— Titel 6:

Bijdragen en terugbetalingen in het kader van overeenkomsten en programma’s van de Unie

88

 

— Titel 7:

Intrest voor betalingsachterstand

132

 

— Titel 8:

Opgenomen en verstrekte leningen

138

 

— Titel 9:

Diverse ontvangsten

150

 
  • C. 
    Personeel volgens de lijst van het aantal ambten

152

 
  • D. 
    Onroerendgoedbezit

153

STAAT VAN ONTVANGSTEN EN UITGAVEN PER AFDELING

 

Afdeling I: Parlement

160

 

— Staat van ontvangsten

161

 

— Titel 4:

Ontvangsten afkomstig van personen die verbonden zijn aan de instellingen en andere organen van de Unie

162

 

— Titel 5:

Ontvangsten voortvloeiend uit de administratieve werking van de instelling

165

 

— Titel 6:

Bijdragen en terugbetalingen in het kader van overeenkomsten en programma’s van de Unie

172

 

— Titel 9:

Diverse ontvangsten

174

 

— Staat van uitgaven

176

 

— Titel 1:

Aan de instelling verbonden personen

178

 

— Titel 2:

Gebouwen, meubilair, materieel en diverse huishoudelijke uitgaven

200

 

— Titel 3:

Uitgaven voortvloeiend uit de algemene taken van de instelling

213

 

— Titel 4:

Uitgaven voortvloeiend uit speciale taken van de instelling

227

 

— Titel 5:

Autoriteit voor Europese politieke partijen en Europese politieke stichtingen en van het Comite van onafhankelijke vooraanstaande personen

231

 

— Titel 10:

Overige uitgaven

233

 

— Personeel

236

 

Afdeling II: Europese Raad en Raad

238

 

— Staat van ontvangsten

239

 

— Titel 4:

Diverse uniale belastingen, heffingen en bijdragen

240

 

— Titel 5:

Ontvangsten voortvloeiend uit de administratieve werking van de instelling

243

 

— Titel 6:

Bijdragen en terugbetalingen in het kader van overeenkomsten en programma’s van de Unie

249

 

— Titel 7:

Intrest voor betalingsachterstand

252

 

— Titel 9:

Diverse ontvangsten

254

 

— Staat van uitgaven

256

 

— Titel 1:

Aan de instelling verbonden personen

257

 

— Titel 2:

Gebouwen, materieel en operationele uitgaven

280

 

— Titel 10:

Overige uitgaven

298

 

— Personeel

300

 

Afdeling III: Commissie

302

 

— Ontvangsten

303

 

— Titel 4:

Ontvangsten afkomstig van personen die verbonden zijn aan de instellingen en andere organen van de Unie

304

 

— Titel 5:

Ontvangsten voortvloeiend uit de administratieve werking van de instelling

309

 

— Titel 6:

Bijdragen en terugbetalingen in het kader van overeenkomsten en programma's van de Unie

318

 

— Titel 7:

Interest voor betalingsachterstand en boeten

363

 

— Titel 8:

Opgenomen en verstrekte leningen

369

 

— Titel 9:

Diverse ontvangsten

376

 

ALGEMENE SAMENVATTING VAN DE KREDIETEN (2016 EN 2015) EN VAN DE UITVOERING (2014)

378

 

— Titel XX:

Administratieve uitgaven voor beleidsterreinen

381

 

— Titel 01:

Economische en financiële zaken

398

 

— Titel 02:

Interne markt, industrie, ondernemerschap en midden- en kleinbedrijf

435

 

— Titel 03:

Concurrentie

510

 

— Titel 04:

Werkgelegenheid, sociale zaken en inclusie

515

 

— Titel 05:

Landbouw en plattelandsontwikkeling

595

 

— Titel 06:

Mobiliteit en vervoer

687

 

— Titel 07:

Milieu

738

 

— Titel 08:

Onderzoek en innovatie

770

 

— Titel 09:

Communicatienetwerken, inhoud en technologie

827

 

— Titel 10:

Eigen onderzoek

881

 

— Titel 11:

Maritieme zaken en visserij

910

 

— Titel 12:

Financiële stabiliteit, financiële diensten en kapitaalmarktenunie

953

 

— Titel 13:

Regionaal beleid en stadsontwikkeling

968

 

— Titel 14:

Belastingen en Douane-unie

1044

 

— Titel 15:

Onderwijs en cultuur

1058

 

— Titel 16:

Communicatie

1109

 

— Titel 17:

Gezondheid en voedselveiligheid

1133

 

— Titel 18:

Migratie en binnenlandse zaken

1194

 

— Titel 19:

Instrumenten voor het buitenlands beleid

1252

 

— Titel 20:

Handel

1284

 

— Titel 21:

Internationale samenwerking en ontwikkeling

1295

 

— Titel 22:

Nabuurschap en uitbreidingsonderhandelingen

1387

 

— Titel 23:

Humanitaire hulp en civiele bescherming

1429

 

— Titel 24:

Fraudebestrijding

1451

 

— Titel 25:

Beleidscoördinatie en juridisch advies van de Commissie

1458

 

— Titel 26:

Administratie van de Commissie

1470

 

— Titel 27:

Begroting

1522

 

— Titel 28:

Audit

1531

 

— Titel 29:

Statistiek

1535

 

— Titel 30:

Pensioenen en daarmee samenhangende uitgaven

1544

 

— Titel 31:

Talendiensten

1557

 

— Titel 32:

Energie

1567

 

— Titel 33:

Justitie en consumentenzaken

1610

 

— Titel 34:

Klimaatactie

1651

 

— Titel 40:

Reserves

1663

Bijlagen

 

— Europese Economische Ruimte

1671

 

— Lijst van voor kandidaat-lidstaten opengestelde begrotingsonderdelen en in voorkomend geval van potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan

1685

 

— Opgenomen en verstrekte leningen — Door de Uniebegroting gegarandeerde opgenomen en verstrekte leningen (ter indicatie)

1688

 

— Informatie over de financiële instrumenten overeenkomstig artikel 49, lid 1, onder e), van het Financieel Reglement

1724

 

— Publicatiebureau

1790

 

— Ontvangsten

1791

 

— Uitgaven

1796

 

— Europees Bureau voor fraudebestrijding

1809

 

— Ontvangsten

1810

 

— Uitgaven

1815

 

— Europees Bureau voor personeelsselectie

1829

 

— Ontvangsten

1830

 

— Uitgaven

1835

 

— Bureau voor beheer en afwikkeling van de individuele rechten

1850

 

— Ontvangsten

1851

 

— Uitgaven

1856

 

— Bureau voor infrastructuur en logistiek — Brussel

1866

 

— Ontvangsten

1867

 

— Uitgaven

1872

 

— Bureau voor infrastructuur en logistiek — Luxemburg

1882

 

— Ontvangsten

1883

 

— Uitgaven

1888

 

— Personeel

1898

 

Afdeling IV: Hof van Justitie van de Europese Unie

1947

 

— Staat van ontvangsten

1948

 

— Titel 4:

Ontvangsten afkomstig van personen die verbonden zijn aan de instellingen of andere organen van de Unie

1949

 

— Titel 5:

Ontvangsten voortvloeiend uit de administratieve werking van de instelling

1952

 

— Titel 9:

Diverse ontvangsten

1958

 

— Staat van uitgaven

1960

 

— Titel 1:

Aan de instelling verbonden personen

1961

 

— Titel 2:

Gebouwen, meubilair, materieel en diverse huishoudelijke uitgaven

1978

 

— Titel 3:

Uitgaven voortvloeiend uit specifieke taken van de instelling

1992

 

— Titel 10:

Overige uitgaven

1994

 

— Personeel

1996

 

Afdeling V: Rekenkamer

1997

 

— Staat van ontvangsten

1998

 

— Titel 4:

Ontvangsten afkomstig van aan de instelling verbonden personen

1999

 

— Titel 5:

Ontvangsten voortvloeiend uit de administratieve werking van de instelling

2002

 

— Titel 9:

Diverse ontvangsten

2008

 

— Staat van uitgaven

2010

 

— Titel 1:

Aan de instelling verbonden personen

2011

 

— Titel 2:

Gebouwen, roerende goederen, materieel en diverse huishoudelijke uitgaven

2026

 

— Titel 10:

Overige uitgaven

2039

 

— Personeel

2041

 

Afdeling VI: Europees Economisch en Sociaal Comité

2043

 

— Staat van ontvangsten

2044

 

— Titel 4:

Ontvangsten afkomstig van personen die verbonden zijn aan de instellingen en andere organen van de Unie

2045

 

— Titel 5:

Ontvangsten voortvloeiend uit de administratieve werking van de instelling

2048

 

— Titel 9:

Diverse ontvangsten

2054

 

— Staat van uitgaven

2056

 

— Titel 1:

Aan de instelling verbonden personen

2057

 

— Titel 2:

Gebouwen, meubilair, materieel en diverse huishoudelijke uitgaven

2076

 

— Titel 10:

Overige uitgaven

2092

 

— Personeel

2094

 

Afdeling VII: Comité van de Regio’s

2095

 

— Staat van ontvangsten

2096

 

— Titel 4:

Ontvangsten afkomstig van personen die verbonden zijn aan de instellingen en andere organen van de Unie

2097

 

— Titel 5:

Ontvangsten voortvloeiend uit de administratieve werking van de instelling

2100

 

— Titel 9:

Diverse ontvangsten

2107

 

— Staat van uitgaven

2109

 

— Titel 1:

Aan de instelling verbonden personen

2110

 

— Titel 2:

Gebouwen, meubilair, materieel en diverse huishoudelijke uitgaven

2127

 

— Titel 10:

Overige uitgaven

2142

 

— Personeel

2144

 

Afdeling VIII: Europese Ombudsman

2145

 

— Staat van ontvangsten

2146

 

— Titel 4:

Ontvangsten afkomstig van personen die verbonden zijn aan de instellingen en andere organen van de Unie

2147

 

— Titel 6:

Bijdragen en terugbetalingen in het kader van overeenkomsten en programma’s van de Unie

2150

 

— Titel 9:

Diverse ontvangsten

2152

 

— Staat van uitgaven

2154

 

— Titel 1:

Uitgaven betreffende de aan de instelling verbonden personen

2155

 

— Titel 2:

Gebouwen, meubilair, uitrusting en diverse huishoudelijke uitgaven

2167

 

— Titel 3:

Uitgaven voortvloeiend uit de algemene taken van de instelling

2174

 

— Titel 10:

Overige uitgaven

2180

 

— Personeel

2182

 

Afdeling IX: Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming

2183

 

— Staat van ontvangsten

2184

 

— Titel 4:

Diverse belastingen, heffingen en bijdragen van de Unie

2185

 

— Titel 9:

Diverse ontvangsten

2188

 

— Staat van uitgaven

2190

 

— Titel 1:

Uitgaven betreffende de aan de instelling verbonden personen

2191

 

— Titel 2:

Gebouwen, materieel en uitgaven in verband met de werking van de instelling

2203

 

— Titel 3:

Europees Comité voor gegevensbescherming

2207

 

— Titel 10:

Overige uitgaven

2219

 

— Personeel

2221

 

Afdeling X: Europese Dienst voor extern optreden

2222

 

— Staat van ontvangsten

2223

 

— Titel 4:

Diverse uniale belastingen, heffingen en bijdragen

2224

 

— Titel 5:

Ontvangsten voortvloeiend uit de administratieve werking van de instelling

2227

 

— Titel 6:

Bijdragen en terugbetalingen in het kader van overeenkomsten en programma’s van de Unie

2234

 

— Titel 7:

Intrest voor betalingsachterstand

2237

 

— Titel 9:

Diverse ontvangsten

2239

 

— Staat van uitgaven

2241

 

— Titel 1:

Personeel op de hoofdzetel

2242

 

— Titel 2:

Gebouwen, materieel en operationele uitgaven op de hoofdzetel

2255

 

— Titel 3:

Delegaties

2273

 

— Titel 10:

Overige uitgaven

2281

 

— Personeel

2283

  • A. 
    INLEIDING EN FINANCIERING VAN DE ALGEMENE BEGROTING

INLEIDING

De algemene begroting van de Unie is het besluit waarbij voor elk begrotingsjaar alle noodzakelijk geachte ontvangsten en uitgaven van de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie worden geraamd en goedgekeurd.

Bij de opstelling en de uitvoering van de begroting moeten het eenheids-, het begrotingswaarachtigheids-, het jaarperiodiciteits-, het evenwichts-, het rekeneenheids-, het universaliteits- en het specialiteitsbeginsel, het beginsel van goed financieel beheer en het transparantiebeginsel in acht worden genomen.

 

Het eenheidsbeginsel en het begrotingswaarachtigheidsbeginsel houden in dat alle ontvangsten en uitgaven van de Unie, voor zover die ten laste van de begroting komen, in een enkel document moeten worden opgenomen.

 

Het jaarperiodiciteitsbeginsel impliceert dat de begroting per begrotingsjaar wordt vastgesteld en dat zowel de vastleggings- als de betalingskredieten van een bepaald begrotingsjaar in beginsel in datzelfde begrotingsjaar moeten worden besteed.

 

Volgens het evenwichtsbeginsel moeten de ontvangsten gelijk zijn aan de betalingskredieten. Een lening aangaan om een eventueel begrotingstekort te dekken, strookt niet met het stelsel van eigen middelen en is dus niet toegestaan.

 

Volgens het rekeneenheidsbeginsel wordt de begroting in euro opgesteld, uitgevoerd en onderworpen aan rekening en verantwoording.

 

Het universaliteitsbeginsel houdt in dat de gezamenlijke ontvangsten ter dekking van de gezamenlijke betalingskredieten dienen, behoudens bepaalde ontvangsten die bestemd zijn voor de financiering van bepaalde specifieke uitgaven. De ontvangsten en de uitgaven moeten in hun geheel in de begroting worden opgenomen en mogen niet met elkaar worden gecompenseerd.

 

Het specialiteitsbeginsel houdt in dat ieder krediet een bepaalde bestemming heeft en voor een bepaald doel wordt gebruikt, zodat geen verwarring met andere kredieten mogelijk is.

 

De definitie van het beginsel van goed financieel beheer is gebaseerd op de beginselen van zuinigheid, efficiëntie en doeltreffendheid.

 

De begroting wordt opgesteld met inachtneming van het transparantiebeginsel, waarbij goede informatie over de uitvoering van de begroting en over de boekhouding wordt gegeven.

Om tot meer transparantie te komen en de doelstellingen van een goed financieel beheer te verwezenlijken, met name wat efficiëntie en doeltreffendheid betreft, zijn de kredieten en middelen in de begroting opgenomen naar bestemming, d.w.z. op basis van de activiteiten (activiteitenbegroting of ABB (activity based budgeting)).

De toegestane uitgaven in deze begroting belopen in totaal 155 004 173 148 EUR aan vastleggingskredieten en 143 885 295 484 EUR aan betalingskredieten, hetgeen neerkomt op een verschil van respectievelijk – 4,48 % en + 1,84 % ten opzichte van de begroting 2015.

De begrotingsontvangsten bedragen in totaal 143 885 295 484EUR. Het uniforme afroepingspercentage van de btw-middelen bedraagt 0,30 % en dat van de middelen van het bruto nationaal inkomen (bni) 0,7134 %. De begroting voor 2016 wordt voor 12,92 % gefinancierd met traditionele eigen middelen (douanerechten en suikerheffingen), voor 13,07 % met btw-middelen en voor 72,88 % met bni-middelen. De diverse ontvangsten voor dit begrotingsjaar worden geraamd op 1 616 701 373 EUR.

De eigen middelen die nodig zijn voor de financiering van de begroting 2016, bedragen 0,97 % van het totaal van het bni, dus minder dan het maximum van 1,23 % van het bni dat is vastgesteld volgens de berekeningsmethode van artikel 3, lid 1, van Besluit 2007/436/EG, Euratom van de Raad van 7 juni 2007 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (PB L 163 van 23.6.2007, blz. 17).

Aan de hand van de hiernavolgende tabellen kan de financiering van de begroting 2016 stap voor stap worden gevolgd.

FINANCIERING VAN DE ALGEMENE BEGROTING

Kredieten die gedurende het begrotingsjaar 2016 moeten worden gedekt overeenkomstig artikel 1 van Besluit 2007/436/EG, Euratom van de Raad van 7 juni 2007 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen

UITGAVEN

 

Omschrijving

Begroting 2016

Begroting 2015 (1)

Verschil (in %)

1.

Slimme en inclusieve groei

66 262 537 636

66 853 308 910

–0,88

2.

Duurzame groei: natuurlijke hulpbronnen

55 120 803 654

55 978 784 039

–1,53

3.

Veiligheid en burgerschap

3 022 287 739

1 926 965 795

+56,84

4.

Europa als wereldspeler

10 155 590 403

7 478 225 907

+35,80

5.

Administratie

8 935 076 052

8 658 632 705

+3,19

6.

Compensatie

p.m.

p.m.

Speciale instrumenten

389 000 000

384 505 583

+1,17

Totaal uitgaven  (2)

143 885 295 484

141 280 422 939

+1,84

ONTVANGSTEN

 

Omschrijving

Begroting 2016

Begroting 2015 (3)

Verschil (in %)

Diverse ontvangsten (titels 4 t/m 9)

1 616 701 373

3 045 497 557

–46,92

Overschot van het vorige begrotingsjaar (hoofdstuk 3 0, artikel 3 0 0)

p.m.

1 434 557 708

Overschot aan eigen middelen als gevolg van de terugbetaling van het overschot van het Garantiefonds (hoofdstuk 3 0, artikel 3 0 2)

p.m.

p.m.

Saldi aan btw- en aan bnp/bni-middelen uit vorige begrotingsjaren (hoofdstukken 3 1 en 3 2)

p.m.

7 133 244 000

Totaal van de ontvangsten van de titels 3 t/m 9

1 616 701 373

11 613 299 265

–86,08

Nettobedrag van de douanerechten en de suikerheffingen (hoofdstukken 1 1 en 1 2)

18 590 000 000

18 759 400 000

–0,90

Eigen middelen uit de btw tegen uniform percentage (tabellen 1 en 2, hoofdstuk 1 3)

18 812 783 576

18 023 353 946

+4,38

Nog te financieren uit de aanvullende middelenbron (bni-middelen, tabel 3, hoofdstuk 1 4)

104 865 810 535

92 884 369 728

+12,90

Uit de eigen middelen zoals bedoeld in artikel 2 van Besluit 2007/436/EG, Euratom te dekken kredieten (4)

142 268 594 111

129 667 123 674

+9,72

Totaal ontvangsten  (5)

143 885 295 484

141 280 422 939

+1,84

TABEL 1

Berekening van de aftopping van de uniforme btw-grondslagen overeenkomstig artikel 2, lid 1, onder b), van Besluit 2007/436/EG, Euratom

 

Lidstaat

1 % van de niet-afgetopte btw-grondslag

1 % van het bruto nationaal inkomen

Aftoppingspercentage (in %)

1 % van het bruto nationaal inkomen (bni) × aftoppingspercentage

1 % van de afgetopte btw-grondslag (6)

Lidstaten met afgetopte btw-grondslag

 

(1)

(2)

(3)

(4)

(5)

(6)

België

1 744 699 000

4 145 592 000

50

2 072 796 000

1 744 699 000

 

Bulgarije

210 850 884

421 349 576

50

210 674 788

210 674 788

Bulgarije

Tsjechië

669 395 447

1 504 649 302

50

752 324 651

669 395 447

 

Denemarken

1 039 399 365

2 784 815 730

50

1 392 407 865

1 039 399 365

 

Duitsland

13 041 327 753

31 089 578 000

50

15 544 789 000

13 041 327 753

 

Estland

100 673 730

206 957 500

50

103 478 750

100 673 730

 

Ierland

730 296 000

1 681 832 000

50

840 916 000

730 296 000

 

Griekenland

737 959 500

1 825 366 000

50

912 683 000

737 959 500

 

Spanje

4 584 349 000

11 112 124 500

50

5 556 062 250

4 584 349 000

 

Frankrijk

9 842 907 391

22 246 075 500

50

11 123 037 750

9 842 907 391

 

Kroatië

261 595 059

427 238 463

50

213 619 232

213 619 232

Kroatië

Italië

5 806 143 000

16 221 126 500

50

8 110 563 250

5 806 143 000

 

Cyprus

106 733 609

164 549 000

50

82 274 500

82 274 500

Cyprus

Letland

94 350 984

258 200 500

50

129 100 250

94 350 984

 

Litouwen

150 145 740

384 106 522

50

192 053 261

150 145 740

 

Luxemburg

298 311 000

319 485 000

50

159 742 500

159 742 500

Luxemburg

Hongarije

446 561 568

1 118 843 433

50

559 421 717

446 561 568

 

Malta

58 943 842

83 745 500

50

41 872 750

41 872 750

Malta

Nederland

2 731 320 500

6 795 975 500

50

3 397 987 750

2 731 320 500

 

Oostenrijk

1 540 873 000

3 299 760 000

50

1 649 880 000

1 540 873 000

 

Polen

1 853 096 591

4 416 658 720

50

2 208 329 360

1 853 096 591

 

Portugal

808 661 500

1 766 052 500

50

883 026 250

808 661 500

 

Roemenië

579 320 158

1 617 874 308

50

808 937 154

579 320 158

 

Slovenië

187 196 000

376 395 000

50

188 197 500

187 196 000

 

Slowakije

266 308 000

773 099 500

50

386 549 750

266 308 000

 

Finland

932 204 500

2 045 366 500

50

1 022 683 250

932 204 500

 

Zweden

1 958 026 409

4 517 946 432

50

2 258 973 216

1 958 026 409

 

Verenigd Koninkrijk

12 155 879 682

25 379 828 021

50

12 689 914 011

12 155 879 682

 

Totaal

62 937 529 212

146 984 591 507

 

73 492 295 755

62 709 278 588

 

TABEL 2

Verdeling van de eigen middelen uit de belasting over de toegevoegde waarde (btw) overeenkomstig artikel 2, lid 1, onder b), van Besluit 2007/436/EG, Euratom (hoofdstuk 1 3)

 

Lidstaat

1 % van de afgetopte btw-grondslag

Uniform percentage van de eigen middelen „btw” (in %)

Eigen middelen „btw” tegen uniform percentage

 

(1)

(2)

  • (3) 
    = (1) × (2)

België

1 744 699 000

0,300

523 409 700

Bulgarije

210 674 788

0,300

63 202 436

Tsjechië

669 395 447

0,300

200 818 634

Denemarken

1 039 399 365

0,300

311 819 810

Duitsland

13 041 327 753

0,300

3 912 398 326

Estland

100 673 730

0,300

30 202 119

Ierland

730 296 000

0,300

219 088 800

Griekenland

737 959 500

0,300

221 387 850

Spanje

4 584 349 000

0,300

1 375 304 700

Frankrijk

9 842 907 391

0,300

2 952 872 217

Kroatië

213 619 232

0,300

64 085 770

Italië

5 806 143 000

0,300

1 741 842 900

Cyprus

82 274 500

0,300

24 682 350

Letland

94 350 984

0,300

28 305 295

Litouwen

150 145 740

0,300

45 043 722

Luxemburg

159 742 500

0,300

47 922 750

Hongarije

446 561 568

0,300

133 968 470

Malta

41 872 750

0,300

12 561 825

Nederland

2 731 320 500

0,300

819 396 150

Oostenrijk

1 540 873 000

0,300

462 261 900

Polen

1 853 096 591

0,300

555 928 977

Portugal

808 661 500

0,300

242 598 450

Roemenië

579 320 158

0,300

173 796 047

Slovenië

187 196 000

0,300

56 158 800

Slowakije

266 308 000

0,300

79 892 400

Finland

932 204 500

0,300

279 661 350

Zweden

1 958 026 409

0,300

587 407 923

Verenigd Koninkrijk

12 155 879 682

0,300

3 646 763 905

Totaal

62 709 278 588

 

18 812 783 576

TABEL 3

Vaststelling van het uniforme percentage en verdeling van de eigen middelen op basis van het bruto nationaal inkomen overeenkomstig artikel 2, lid 1, onder c), van Besluit 2007/436/EG, Euratom (hoofdstuk 1 4)

 

Lidstaat

1 % van het bruto nationaal inkomen

Uniform percentage van de eigen middelen „aanvullende grondslag”

Eigen middelen „aanvullende grondslag” tegen uniform percentage

 

(1)

(2)

  • (3) 
    = (1) × (2)

België

4 145 592 000

 

2 957 662 846

Bulgarije

421 349 576

 

300 610 862

Tsjechië

1 504 649 302

 

1 073 488 500

Denemarken

2 784 815 730

 

1 986 820 222

Duitsland

31 089 578 000

 

22 180 786 181

Estland

206 957 500

 

147 653 341

Ierland

1 681 832 000

 

1 199 899 078

Griekenland

1 825 366 000

 

1 302 303 072

Spanje

11 112 124 500

 

7 927 919 046

Frankrijk

22 246 075 500

 

15 871 410 157

Kroatië

427 238 463

 

304 812 275

Italië

16 221 126 500

 

11 572 924 487

Cyprus

164 549 000

 

117 397 096

Letland

258 200 500

0,7134476 (7)

184 212 538

Litouwen

384 106 522

 

274 039 893

Luxemburg

319 485 000

 

227 935 821

Hongarije

1 118 843 433

 

798 236 211

Malta

83 745 500

 

59 748 030

Nederland

6 795 975 500

 

4 848 572 710

Oostenrijk

3 299 760 000

 

2 354 205 998

Polen

4 416 658 720

 

3 151 054 759

Portugal

1 766 052 500

 

1 259 985 996

Roemenië

1 617 874 308

 

1 154 268 614

Slovenië

376 395 000

 

268 538 126

Slowakije

773 099 500

 

551 566 017

Finland

2 045 366 500

 

1 459 261 911

Zweden

4 517 946 432

 

3 223 318 238

Verenigd Koninkrijk

25 379 828 021

 

18 107 178 510

Totaal

146 984 591 507

 

104 865 810 535

TABEL 4

Correctie van de begrotingsonevenwichtigheden ten behoeve van het Verenigd Koninkrijk voor het begrotingsjaar 2015 overeenkomstig artikel 4 van Besluit 2007/436/EG, Euratom (hoofdstuk 1 5)

 

Omschrijving

Coëfficiënt (8) (%)

Bedrag

1.

Aandeel van het Verenigd Koninkrijk (in %) in de theoretische niet-afgetopte btw-grondslag

19,4288

 

2.

Aandeel van het Verenigd Koninkrijk (in %) in de voor de uitbreiding gecorrigeerde totale toegerekende uitgaven

7,3919

 

3.

  • (1) 
    – (2)

12,0369

 

4.

Totale toegerekende uitgaven

 

130 016 348 031

5.

Met de uitbreiding verband houdende uitgaven (9)

 

36 305 752 879

6.

Voor de uitbreiding gecorrigeerde totale toegewezen uitgaven = (4) – (5)

 

93 710 595 151

7.

Oorspronkelijk bedrag van de correctie ten behoeve van het Verenigd Koninkrijk = (3) × (6) × 0,66

 

7 444 724 929

8.

Voordeel voor het Verenigd Koninkrijk (10)

 

2 212 027 407

9.

Kerncorrectie voor het Verenigd Koninkrijk = (7) – (8)

 

5 232 697 523

10.

Uitzonderlijke meevallers aan traditionele eigen middelen (11)

 

–50 550 782

11.

Correctie ten behoeve van het Verenigd Koninkrijk = (9) – (10)

 

5 283 248 305

TABEL 5

Berekening van de financiering van de correctie ten behoeve van het Verenigd Koninkrijk, vastgesteld op – 5 283 248 305 EUR (hoofdstuk 1 5)

 

Lidstaat

Aandelen in de bni-grondslagen

Aandelen zonder het Verenigd Koninkrijk

Aandelen zonder Duitsland, Nederland, Oostenrijk, Zweden en het Verenigd Koninkrijk

3/4 van het aandeel van Duitsland, Nederland, Oostenrijk en Zweden in kolom 2

Kolom 4 verdeeld volgens de sleutel van kolom 3

Financieringssleutel

Op de correctie toegepaste financieringssleutel

 

(1)

(2)

(3)

(4)

(5)

  • (6) 
    = (2) + (4) + (5)

(7)

België

2,82

3,41

5,46

 

1,54

4,95

261 447 948

Bulgarije

0,29

0,35

0,56

 

0,16

0,50

26 573 040

Tsjechië

1,02

1,24

1,98

 

0,56

1,80

94 892 954

Denemarken

1,89

2,29

3,67

 

1,03

3,32

175 628 561

Duitsland

21,15

25,57

0,00

–19,17

0,00

6,39

337 679 947

Estland

0,14

0,17

0,27

 

0,08

0,25

13 052 084

Ierland

1,14

1,38

2,22

 

0,62

2,01

106 067 246

Griekenland

1,24

1,50

2,40

 

0,68

2,18

115 119 431

Spanje

7,56

9,14

14,64

 

4,13

13,26

700 802 719

Frankrijk

15,13

18,29

29,31

 

8,26

26,56

1 402 981 958

Kroatië

0,29

0,35

0,56

 

0,16

0,51

26 944 431

Italië

11,04

13,34

21,37

 

6,02

19,36

1 023 009 556

Cyprus

0,11

0,14

0,22

 

0,06

0,20

10 377 528

Letland

0,18

0,21

0,34

 

0,10

0,31

16 283 800

Litouwen

0,26

0,32

0,51

 

0,14

0,46

24 224 251

Luxemburg

0,22

0,26

0,42

 

0,12

0,38

20 148 798

Hongarije

0,76

0,92

1,47

 

0,42

1,34

70 561 531

Malta

0,06

0,07

0,11

 

0,03

0,10

5 281 535

Nederland

4,62

5,59

0,00

–4,19

0,00

1,40

73 814 596

Oostenrijk

2,24

2,71

0,00

–2,04

0,00

0,68

35 840 396

Polen

3,00

3,63

5,82

 

1,64

5,27

278 543 175

Portugal

1,20

1,45

2,33

 

0,66

2,11

111 378 737

Roemenië

1,10

1,33

2,13

 

0,60

1,93

102 033 658

Slovenië

0,26

0,31

0,50

 

0,14

0,45

23 737 913

Slowakije

0,53

0,64

1,02

 

0,29

0,92

48 756 674

Finland

1,39

1,68

2,69

 

0,76

2,44

128 994 091

Zweden

3,07

3,72

0,00

–2,79

0,00

0,93

49 071 747

Verenigd Koninkrijk

17,27

0,00

0,00

 

0,00

0,00

0

Totaal

100,00

100,00

100,00

–28,19

28,19

100,00

5 283 248 305

De berekening is tot op 15 decimalen nauwkeurig.

TABEL 6

Overzicht van de financiering (12) van de algemene begroting per soort eigen middelen en per lidstaat

 

Lidstaat

Traditionele eigen middelen (TEM)

Btw- en bni-middelen, inclusief aanpassingen

Totale eigen middelen (13)

Nettobijdragen van de suikersector (75 %)

Netto douanerechten (75 %)

Totaal netto traditionele eigen middelen (75 %)

Inningskosten (25 % van bruto TEM) (p.m.)

Eigen middelen uit de btw

Bni-middelen

Correctie voor het Verenigd Koninkrijk

Totaal nationale bijdragen

Aandeel (%) in totaal „nationale bijdragen”

 

(1)

(2)

  • (3) 
    = (1) + (2)

(4)

(5)

(6)

(7)

  • (8) 
    = (5) + (6) + (7)

(9)

  • (10) 
    = (3) + (8)

België

6 600 000

1 769 700 000

1 776 300 000

592 100 000

523 409 700

2 957 662 846

261 447 948

3 742 520 494

3,03

5 518 820 494

Bulgarije

400 000

58 200 000

58 600 000

19 533 333

63 202 436

300 610 862

26 573 040

390 386 338

0,32

448 986 338

Tsjechië

3 400 000

216 200 000

219 600 000

73 200 000

200 818 634

1 073 488 500

94 892 954

1 369 200 088

1,11

1 588 800 088

Denemarken

3 400 000

340 900 000

344 300 000

114 766 667

311 819 810

1 986 820 222

175 628 561

2 474 268 593

2,00

2 818 568 593

Duitsland

26 300 000

3 655 500 000

3 681 800 000

1 227 266 664

3 912 398 326

22 180 786 181

337 679 947

26 430 864 454

21,37

30 112 664 454

Estland

0

24 900 000

24 900 000

8 300 000

30 202 119

147 653 341

13 052 084

190 907 544

0,15

215 807 544

Ierland

0

250 700 000

250 700 000

83 566 667

219 088 800

1 199 899 078

106 067 246

1 525 055 124

1,23

1 775 755 124

Griekenland

1 400 000

130 300 000

131 700 000

43 900 000

221 387 850

1 302 303 072

115 119 431

1 638 810 353

1,33

1 770 510 353

Spanje

4 700 000

1 261 400 000

1 266 100 000

422 033 334

1 375 304 700

7 927 919 046

700 802 719

10 004 026 465

8,09

11 270 126 465

Frankrijk

30 900 000

1 571 200 000

1 602 100 000

534 033 333

2 952 872 217

15 871 410 157

1 402 981 958

20 227 264 332

16,35

21 829 364 332

Kroatië

1 700 000

44 000 000

45 700 000

15 233 334

64 085 770

304 812 275

26 944 431

395 842 476

0,32

441 542 476

Italië

4 700 000

1 596 900 000

1 601 600 000

533 866 667

1 741 842 900

11 572 924 487

1 023 009 556

14 337 776 943

11,59

15 939 376 943

Cyprus

0

17 800 000

17 800 000

5 933 333

24 682 350

117 397 096

10 377 528

152 456 974

0,12

170 256 974

Letland

0

28 200 000

28 200 000

9 400 000

28 305 295

184 212 538

16 283 800

228 801 633

0,18

257 001 633

Litouwen

800 000

69 600 000

70 400 000

23 466 667

45 043 722

274 039 893

24 224 251

343 307 866

0,28

413 707 866

Luxemburg

0

15 100 000

15 100 000

5 033 333

47 922 750

227 935 821

20 148 798

296 007 369

0,24

311 107 369

Hongarije

2 100 000

109 300 000

111 400 000

37 133 333

133 968 470

798 236 211

70 561 531

1 002 766 212

0,81

1 114 166 212

Malta

0

11 200 000

11 200 000

3 733 333

12 561 825

59 748 030

5 281 535

77 591 390

0,06

88 791 390

Nederland

7 200 000

2 230 500 000

2 237 700 000

745 900 000

819 396 150

4 848 572 710

73 814 596

5 741 783 456

4,64

7 979 483 456

Oostenrijk

3 200 000

208 100 000

211 300 000

70 433 334

462 261 900

2 354 205 998

35 840 396

2 852 308 294

2,31

3 063 608 294

Polen

12 800 000

489 200 000

502 000 000

167 333 334

555 928 977

3 151 054 759

278 543 175

3 985 526 911

3,22

4 487 526 911

Portugal

100 000

131 200 000

131 300 000

43 766 667

242 598 450

1 259 985 996

111 378 737

1 613 963 183

1,30

1 745 263 183

Roemenië

900 000

123 500 000

124 400 000

41 466 667

173 796 047

1 154 268 614

102 033 658

1 430 098 319

1,16

1 554 498 319

Slovenië

0

64 200 000

64 200 000

21 400 000

56 158 800

268 538 126

23 737 913

348 434 839

0,28

412 634 839

Slowakije

1 300 000

96 400 000

97 700 000

32 566 667

79 892 400

551 566 017

48 756 674

680 215 091

0,55

777 915 091

Finland

700 000

113 700 000

114 400 000

38 133 333

279 661 350

1 459 261 911

128 994 091

1 867 917 352

1,51

1 982 317 352

Zweden

2 600 000

514 300 000

516 900 000

172 300 000

587 407 923

3 223 318 238

49 071 747

3 859 797 908

3,12

4 376 697 908

Verenigd Koninkrijk

9 500 000

3 323 100 000

3 332 600 000

1 110 866 667

3 646 763 905

18 107 178 510

–5 283 248 305

16 470 694 110

13,32

19 803 294 110

Totaal

124 700 000

18 465 300 000

18 590 000 000

6 196 666 667

18 812 783 576

104 865 810 535

0

123 678 594 111

100,00

142 268 594 111

  • B. 
    ALGEMENE STAAT VAN ONTVANGSTEN PER BEGROTINGSONDERDEEL
 

Titel

Rubriek

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

1

EIGEN MIDDELEN

142 268 594 111

129 667 123 674

128 866 678 682,39

3

OVERSCHOTTEN, SALDI EN AANPASSINGEN

p.m.

8 567 801 708

5 100 054 025,61

4

ONTVANGSTEN AFKOMSTIG VAN PERSONEN DIE VERBONDEN ZIJN AAN DE INSTELLINGEN EN ANDERE ORGANEN VAN DE UNIE

1 348 027 707

1 300 952 883

1 251 228 829,93

5

ONTVANGSTEN VOORTVLOEIENDE UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING VAN DE INSTELLINGEN

55 455 129

94 453 674

578 079 503,85

6

BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN IN HET KADER VAN OVEREENKOMSTEN EN PROGRAMMA'S VAN DE UNIE

60 000 000

60 000 000

3 224 982 237,29

7

INTREST VOOR BETALINGSACHTERSTAND EN BOETEN

123 000 000

1 523 000 000

4 606 681 826,68

8

OPGENOMEN EN VERSTREKTE LENINGEN

5 217 537

36 890 000

297 309 339,40

9

DIVERSE ONTVANGSTEN

25 001 000

30 201 000

15 103 275,47

 

TOTAAL-GENERAAL

143 885 295 484

141 280 422 939

143 940 117 720,62

TITEL 1

EIGEN MIDDELEN

 

Artikel

Post

Rubriek

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

% 2014-2016

HOOFDSTUK 1 1

1 1 0

Productieheffingen met betrekking tot het verkoopseizoen 2005/2006 en vorige seizoenen

p.m.

p.m.

  • – 
    200 437 776,87
 

1 1 1

Bijdragen in verband met de opslag van suiker

p.m.

p.m.

0,—

 

1 1 3

Heffingen op de niet-uitgevoerde productie van C-suiker, C-isoglucose en C-inulinestroop, en van vervangende C-suiker en C-isoglucose

p.m.

p.m.

0,—

 

1 1 7

Productieheffing

124 700 000

124 700 000

124 144 904,02

99,55

1 1 8

Eenmalige heffing op extra suikerquota en op aanvullende isoglucosequota

p.m.

p.m.

0,—

 

1 1 9

Overschotheffing

p.m.

p.m.

7 272 590,08

 
 

HOOFDSTUK 1 1 — TOTAAL

124 700 000

124 700 000

–69 020 282,77

–55,35

HOOFDSTUK 1 2

1 2 0

Douanerechten en overige rechten als bedoeld in artikel 2, lid 1, onder a), van Besluit 2007/436/EG, Euratom

18 465 300 000

18 634 700 000

16 498 505 401,97

89,35

 

HOOFDSTUK 1 2 — TOTAAL

18 465 300 000

18 634 700 000

16 498 505 401,97

89,35

HOOFDSTUK 1 3

1 3 0

Eigen middelen uit de belasting over de toegevoegde waarde overeenkomstig artikel 2, lid 1, onder b), van Besluit 2007/436/EG, Euratom

18 812 783 576

18 023 353 946

17 746 098 140,88

94,33

 

HOOFDSTUK 1 3 — TOTAAL

18 812 783 576

18 023 353 946

17 746 098 140,88

94,33

HOOFDSTUK 1 4

1 4 0

Eigen middelen op basis van het bruto nationaal inkomen overeenkomstig artikel 2, lid 1, onder c), van Besluit 2007/436/EG, Euratom

104 865 810 535

92 884 369 728

94 863 129 955,36

90,46

 

HOOFDSTUK 1 4 — TOTAAL

104 865 810 535

92 884 369 728

94 863 129 955,36

90,46

HOOFDSTUK 1 5

1 5 0

Correctie van de begrotingsonevenwichtigheden, welke aan het Verenigd Koninkrijk wordt toegekend overeenkomstig de artikelen 4 en 5 van Besluit 2007/436/EG, Euratom

0,—

0,—

  • – 
    172 034 533,05
 
 

HOOFDSTUK 1 5 — TOTAAL

0,—

0,—

  • – 
    172 034 533,05
 

HOOFDSTUK 1 6

1 6 0

Aan Nederland en Zweden toegekende brutovermindering van de jaarlijkse bni-bijdrage overeenkomstig artikel 2, lid 5, van Besluit 2007/436/EG, Euratom

p.m.

p.m.

0,—

 
 

HOOFDSTUK 1 6 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0,—

 
 

Titel 1 — Totaal

142 268 594 111

129 667 123 674

128 866 678 682,39

90,58

HOOFDSTUK 1 1 —

BIJDRAGEN EN ANDERE HEFFINGEN VASTGESTELD IN HET KADER VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE ORDENING DER MARKTEN IN DE SECTOR SUIKER (ARTIKEL 2, LID 1, ONDER A), VAN BESLUIT 2007/436/EG, EURATOM)

 

HOOFDSTUK 1 2 —

DOUANERECHTEN EN OVERIGE RECHTEN ALS BEDOELD IN ARTIKEL 2, LID 1, ONDER A), VAN BESLUIT 2007/436/EG, EURATOM

 

HOOFDSTUK 1 3 —

EIGEN MIDDELEN UIT DE BELASTING OVER DE TOEGEVOEGDE WAARDE OVEREENKOMSTIG ARTIKEL 2, LID 1, ONDER B), VAN BESLUIT 2007/436/EG, EURATOM

 

HOOFDSTUK 1 4 —

EIGEN MIDDELEN OP BASIS VAN HET BRUTO NATIONAAL INKOMEN OVEREENKOMSTIG ARTIKEL 2, LID 1, ONDER C), VAN BESLUIT 2007/436/EG, EURATOM

 

HOOFDSTUK 1 5 —

CORRECTIE VAN DE BEGROTINGSONEVENWICHTIGHEDEN

 

HOOFDSTUK 1 6 —

AAN NEDERLAND EN ZWEDEN TOEGEKENDE BRUTOVERMINDERING VAN DE JAARLIJKSE BNI-BIJDRAGE

HOOFDSTUK 1 1 —   BIJDRAGEN EN ANDERE HEFFINGEN VASTGESTELD IN HET KADER VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE ORDENING DER MARKTEN IN DE SECTOR SUIKER (ARTIKEL 2, LID 1, ONDER A), VAN BESLUIT 2007/436/EG, EURATOM)

1 1 0

Productieheffingen met betrekking tot het verkoopseizoen 2005/2006 en vorige seizoenen

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

  • – 
    200 437 776,87

Toelichting

In het kader van de gemeenschappelijke marktordening in de sector suiker betaalden de producenten van suiker, isoglucose en inulinestroop heffingen op de productie van basis- en B-suiker. Deze heffingen waren bedoeld om de uitgaven voor marktondersteuning te dekken. De bedragen die thans onder dit artikel zijn opgevoerd, zijn een gevolg van de herziening van in het verleden vastgestelde heffingen. De heffingen voor het verkoopseizoen 2007/2008 en volgende worden opgevoerd op artikel 1 1 7 van dit hoofdstuk als „productieheffing”.

Van de bedragen zijn de inningskosten afgetrokken.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1260/2001 van de Raad van 19 juni 2001 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector suiker (PB L 178 van 30.6.2001, blz. 1).

Besluit 2007/436/EG, Euratom van de Raad van 7 juni 2007 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (PB L 163 van 23.6.2007, blz. 17), met name artikel 2, lid 1, onder a).

Verordening (EU) nr. 1360/2013 van de Raad van 2 december 2013 tot vaststelling van de bedragen van de productieheffingen in de sector suiker voor de verkoopseizoenen 2001/2002, 2002/2003, 2003/2004, 2004/2005 en 2005/2006, de coëfficiënt voor de berekening van de aanvullende heffing voor de verkoopseizoenen 2001/2002 en 2004/2005 en de bedragen die de suikerfabrikanten aan de suikerbietenverkopers moeten betalen vanwege het verschil tussen de maximumheffing en de te innen heffing voor de verkoopseizoenen 2002/2003, 2003/2004 en 2005/2006 (PB L 343 van 19.12.2013, blz. 2).

 

Lidstaat

Begroting 2016

Begroting 2015

Uitvoering 2014

België

p.m.

p.m.

–13 407 918,37

Bulgarije

0,—

Tsjechië

p.m.

p.m.

  • – 
    615 887,57

Denemarken

p.m.

p.m.

–8 435 300,68

Duitsland

p.m.

p.m.

–66 326 085,22

Estland

0,—

Ierland

p.m.

p.m.

–1 629 765,17

Griekenland

p.m.

p.m.

0,—

Spanje

p.m.

p.m.

–3 104 371,25

Frankrijk

p.m.

p.m.

–67 344 987,65

Kroatië

0,—

Italië

p.m.

p.m.

–5 424 004,14

Cyprus

0,—

Letland

p.m.

p.m.

–37 347,10

Litouwen

p.m.

p.m.

–52 491,31

Luxemburg

0,—

Hongarije

p.m.

p.m.

0,—

Malta

0,—

Nederland

p.m.

p.m.

–15 999 527,09

Oostenrijk

p.m.

p.m.

–6 408 204,35

Polen

p.m.

p.m.

–3 938 707,93

Portugal

p.m.

p.m.

  • – 
    552 030,26

Roemenië

0,—

Slovenië

p.m.

p.m.

–4 159,31

Slowakije

p.m.

p.m.

  • – 
    999 645,34

Finland

p.m.

p.m.

–1 324 320,10

Zweden

p.m.

p.m.

3 232 826,45

Verenigd Koninkrijk

p.m.

p.m.

–8 065 850,48

Totaal van artikel 1 1 0

p.m.

p.m.

  • – 
    200 437 776,87

1 1 1

Bijdragen in verband met de opslag van suiker

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Onder dit artikel worden de ontvangsten geboekt die aan de nieuwe lidstaten in rekening worden gebracht in geval van niet-wegwerking van overtollige voorraden suiker in de zin van Verordening (EG) nr. 60/2004 van de Commissie van 14 januari 2004 houdende overgangsmaatregelen in de sector suiker in verband met de toetreding van Tsjechië, Estland, Cyprus, Letland, Litouwen, Hongarije, Malta, Polen, Slovenië en Slowakije (PB L 9 van 15.1.2004, blz. 8).

Onder dit artikel worden tevens de ontvangsten geboekt uit de restanten van de bijdrage voor de opslag van suiker, die bij Verordening (EG) nr. 1260/2001 van de Raad van 19 juni 2001 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector suiker (PB L 178 van 30.6.2001, blz. 1) is afgeschaft.

Voorts worden hier de resterende bedragen geboekt die krachtens artikel 5 van Verordening (EEG) nr. 65/82 van de Commissie van 13 januari 1982 houdende vaststelling van de uitvoeringsbepalingen voor het overbrengen van suiker naar het volgende verkoopseizoen voor suiker (PB L 9 van 14.1.1982, blz. 14) verschuldigd zijn wanneer de verplichting tot opslag van de overgebrachte suiker niet is nagekomen en de bedragen die overeenkomstig Verordening (EEG) nr. 1789/81 van de Raad van 30 juni 1981 tot vaststelling van de algemene bepalingen betreffende de regeling inzake een minimumvoorraad in de sector suiker verschuldigd zijn (PB L 177 van 1.7.1981, blz. 39), wanneer de algemene regels betreffende de regeling inzake een minimumvoorraad in de sector suiker niet zijn nagekomen.

Van de bedragen zijn de inningskosten afgetrokken.

Rechtsgronden

Besluit 2007/436/EG, Euratom van de Raad van 7 juni 2007 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (PB L 163 van 23.6.2007, blz. 17), met name artikel 2, lid 1, onder a).

 

Lidstaat

Begroting 2016

Begroting 2015

Uitvoering 2014

België

p.m.

p.m.

0,—

Bulgarije

p.m.

p.m.

0,—

Tsjechië

p.m.

p.m.

0,—

Denemarken

p.m.

p.m.

0,—

Duitsland

p.m.

p.m.

0,—

Estland

p.m.

p.m.

0,—

Ierland

p.m.

p.m.

0,—

Griekenland

p.m.

p.m.

0,—

Spanje

p.m.

p.m.

0,—

Frankrijk

p.m.

p.m.

0,—

Kroatië

p.m.

p.m.

0,—

Italië

p.m.

p.m.

0,—

Cyprus

p.m.

p.m.

0,—

Letland

p.m.

p.m.

0,—

Litouwen

p.m.

p.m.

0,—

Luxemburg

0,—

Hongarije

p.m.

p.m.

0,—

Malta

p.m.

p.m.

0,—

Nederland

p.m.

p.m.

0,—

Oostenrijk

p.m.

p.m.

0,—

Polen

p.m.

p.m.

0,—

Portugal

p.m.

p.m.

0,—

Roemenië

p.m.

p.m.

0,—

Slovenië

p.m.

p.m.

0,—

Slowakije

p.m.

p.m.

0,—

Finland

p.m.

p.m.

0,—

Zweden

p.m.

p.m.

0,—

Verenigd Koninkrijk

p.m.

p.m.

0,—

Totaal van artikel 1 1 1

p.m.

p.m.

0,—

1 1 3

Heffingen op de niet-uitgevoerde productie van C-suiker, C-isoglucose en C-inulinestroop, en van vervangende C-suiker en C-isoglucose

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Bedragen van de heffingen op de niet-uitgevoerde productie van C-suiker, C-isoglucose en C-inulinestroop. Hierin zijn ook de heffingen op vervangende C-suiker en C-isoglucose opgenomen.

Van de bedragen zijn de inningskosten afgetrokken.

Rechtsgronden

Verordening (EEG) nr. 2670/81 van de Commissie van 14 september 1981 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen voor de productie buiten de quota in de sector suiker (PB L 262 van 16.9.1981, blz. 14).

Besluit 2007/436/EG, Euratom van de Raad van 7 juni 2007 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (PB L 163 van 23.6.2007, blz. 17), met name artikel 2, lid 1, onder a).

 

Lidstaat

Begroting 2016

Begroting 2015

Uitvoering 2014

België

p.m.

p.m.

0,—

Bulgarije

0,—

Tsjechië

p.m.

p.m.

0,—

Denemarken

p.m.

p.m.

0,—

Duitsland

p.m.

p.m.

0,—

Estland

0,—

Ierland

p.m.

p.m.

0,—

Griekenland

p.m.

p.m.

0,—

Spanje

p.m.

p.m.

0,—

Frankrijk

p.m.

p.m.

0,—

Kroatië

0,—

Italië

p.m.

p.m.

0,—

Cyprus

0,—

Letland

p.m.

p.m.

0,—

Litouwen

p.m.

p.m.

0,—

Luxemburg

0,—

Hongarije

p.m.

p.m.

0,—

Malta

0,—

Nederland

p.m.

p.m.

0,—

Oostenrijk

p.m.

p.m.

0,—

Polen

p.m.

p.m.

0,—

Portugal

p.m.

p.m.

0,—

Roemenië

0,—

Slovenië

p.m.

p.m.

0,—

Slowakije

p.m.

p.m.

0,—

Finland

p.m.

p.m.

0,—

Zweden

p.m.

p.m.

0,—

Verenigd Koninkrijk

p.m.

p.m.

0,—

Totaal van artikel 1 1 3

p.m.

p.m.

0,—

1 1 7

Productieheffing

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

124 700 000

124 700 000

124 144 904,02

Toelichting

In het kader van de huidige gemeenschappelijke ordening der markten in de sector suiker, wordt een productieheffing opgelegd aan ondernemingen die suiker, isoglucose of inulinestroop produceren.

Van de bedragen zijn de inningskosten afgetrokken.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 318/2006 van de Raad van 20 februari 2006 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector suiker (PB L 58 van 28.2.2006, blz. 1), met name artikel 16.

Verordening (EG) nr. 952/2006 van de Commissie van 29 juni 2006 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 318/2006 van de Raad, wat betreft het beheer van de interne suikermarkt en het quotastelsel (PB L 178 van 1.7.2006, blz. 39).

Besluit 2007/436/EG, Euratom van de Raad van 7 juni 2007 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (PB L 163 van 23.6.2007, blz. 17), met name artikel 2, lid 1, onder a).

Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten (integrale-GMO-verordening) (PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1), met name artikel 51.

Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 922/72, (EEG) nr. 234/79, (EG) nr. 1037/2001 en (EG) nr. 1234/2007 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 671), en met name artikel 128.

 

Lidstaat

Begroting 2016

Begroting 2015

Uitvoering 2014

België

6 600 000

6 600 000

6 601 725,90

Bulgarije

400 000

400 000

401 391,00

Tsjechië

3 400 000

3 400 000

3 154 847,61

Denemarken

3 400 000

3 400 000

3 349 426,03

Duitsland

26 300 000

26 300 000

26 339 173,20

Estland

0,—

Ierland

p.m.

p.m.

0,—

Griekenland

1 400 000

1 400 000

1 428 318,00

Spanje

4 700 000

4 700 000

4 728 467,70

Frankrijk

30 900 000

30 900 000

30 933 280,80

Kroatië

1 700 000

1 700 000

1 726 191,35

Italië

4 700 000

4 700 000

4 173 118,86

Cyprus

0,—

Letland

p.m.

p.m.

0,—

Litouwen

800 000

800 000

812 268,00

Luxemburg

0,—

Hongarije

2 100 000

2 100 000

1 989 781,53

Malta

0,—

Nederland

7 200 000

7 200 000

7 243 992,00

Oostenrijk

3 200 000

3 200 000

3 159 246,60

Polen

12 800 000

12 800 000

12 999 821,70

Portugal

100 000

100 000

56 250,00

Roemenië

900 000

900 000

749 593,27

Slovenië

p.m.

p.m.

0,—

Slowakije

1 300 000

1 300 000

1 317 300,75

Finland

700 000

700 000

728 991,00

Zweden

2 600 000

2 600 000

2 561 481,88

Verenigd Koninkrijk

9 500 000

9 500 000

9 690 236,84

Totaal van artikel 1 1 7

124 700 000

124 700 000

124 144 904,02

1 1 8

Eenmalige heffing op extra suikerquota en op aanvullende isoglucosequota

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Een eenmalige heffing op extra suikerquota en op aanvullende isoglucosequota die aan ondernemingen zijn toegewezen overeenkomstig artikel 58 van Verordening (EG) nr. 1234/2007.

Van de bedragen zijn de inningskosten afgetrokken.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 318/2006 van de Raad van 20 februari 2006 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector suiker (PB L 58 van 28.2.2006, blz. 1), met name artikel 8 en artikel 9, leden 2 en 3.

Verordening (EG) nr. 952/2006 van de Commissie van 29 juni 2006 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 318/2006 van de Raad, wat betreft het beheer van de interne suikermarkt en het quotastelsel (PB L 178 van 1.7.2006, blz. 39).

Besluit 2007/436/EG, Euratom van de Raad van 7 juni 2007 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (PB L 163 van 23.6.2007, blz. 17), met name artikel 2, lid 1, onder a).

Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten (integrale-GMO-verordening) (PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1).

 

Lidstaat

Begroting 2016

Begroting 2015

Uitvoering 2014

België

p.m.

p.m.

0,—

Bulgarije

p.m.

p.m.

0,—

Tsjechië

p.m.

p.m.

0,—

Denemarken

p.m.

p.m.

0,—

Duitsland

p.m.

p.m.

0,—

Estland

0,—

Ierland

p.m.

p.m.

0,—

Griekenland

p.m.

p.m.

0,—

Spanje

p.m.

p.m.

0,—

Frankrijk

p.m.

p.m.

0,—

Kroatië

0,—

Italië

p.m.

p.m.

0,—

Cyprus

0,—

Letland

p.m.

p.m.

0,—

Litouwen

p.m.

p.m.

0,—

Luxemburg

0,—

Hongarije

p.m.

p.m.

0,—

Malta

0,—

Nederland

p.m.

p.m.

0,—

Oostenrijk

p.m.

p.m.

0,—

Polen

p.m.

p.m.

0,—

Portugal

p.m.

p.m.

0,—

Roemenië

p.m.

p.m.

0,—

Slovenië

p.m.

p.m.

0,—

Slowakije

p.m.

p.m.

0,—

Finland

p.m.

p.m.

0,—

Zweden

p.m.

p.m.

0,—

Verenigd Koninkrijk

p.m.

p.m.

0,—

Totaal van artikel 1 1 8

p.m.

p.m.

0,—

1 1 9

Overschotheffing

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

7 272 590,08

Toelichting

Er wordt een door de lidstaten aan te rekenen heffing opgelegd aan op hun grondgebied gevestigde ondernemingen overeenkomstig artikel 142 van Verordening (EU) nr. 1308/2013.

Van de bedragen zijn de inningskosten afgetrokken.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 318/2006 van de Raad van 20 februari 2006 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector suiker (PB L 58 van 28.2.2006, blz. 1), met name artikel 15.

Verordening (EG) nr. 967/2006 van de Commissie van 29 juni 2006 tot vaststelling van bepalingen ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 318/2006 met betrekking tot de productie buiten het quotum in de sector suiker (PB L 176 van 30.6.2006, blz. 22).

Besluit 2007/436/EG, Euratom van de Raad van 7 juni 2007 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (PB L 163 van 23.6.2007, blz. 17), met name artikel 2, lid 1, onder a).

Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten (integrale-GMO-verordening) (PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1), met name artikel 64.

Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 922/72, (EEG) nr. 234/79, (EG) nr. 1037/2001 en (EG) nr. 1234/2007 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 671).

 

Lidstaat

Begroting 2016

Begroting 2015

Uitvoering 2014

België

p.m.

p.m.

83 144,11

Bulgarije

p.m.

p.m.

0,—

Tsjechië

p.m.

p.m.

1 954,96

Denemarken

p.m.

p.m.

1 740 974,63

Duitsland

p.m.

p.m.

16 886,63

Estland

0,—

Ierland

p.m.

p.m.

0,—

Griekenland

p.m.

p.m.

0,—

Spanje

p.m.

p.m.

0,—

Frankrijk

p.m.

p.m.

5 362 941,03

Kroatië

p.m.

p.m.

0,—

Italië

p.m.

p.m.

0,—

Cyprus

0,—

Letland

p.m.

p.m.

0,—

Litouwen

p.m.

p.m.

0,—

Luxemburg

0,—

Hongarije

p.m.

p.m.

0,—

Malta

0,—

Nederland

p.m.

p.m.

66 688,72

Oostenrijk

p.m.

p.m.

0,—

Polen

p.m.

p.m.

0,—

Portugal

p.m.

p.m.

0,—

Roemenië

p.m.

p.m.

0,—

Slovenië

p.m.

p.m.

0,—

Slowakije

p.m.

p.m.

0,—

Finland

p.m.

p.m.

0,—

Zweden

p.m.

p.m.

0,—

Verenigd Koninkrijk

p.m.

p.m.

0,—

Totaal van artikel 1 1 9

p.m.

p.m.

7 272 590,08

HOOFDSTUK 1 2 —   DOUANERECHTEN EN OVERIGE RECHTEN ALS BEDOELD IN ARTIKEL 2, LID 1, ONDER A), VAN BESLUIT 2007/436/EG, EURATOM

1 2 0

Douanerechten en overige rechten als bedoeld in artikel 2, lid 1, onder a), van Besluit 2007/436/EG, Euratom

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

18 465 300 000

18 634 700 000

16 498 505 401,97

Toelichting

De toewijzing van de douanerechten als eigen middelen voor de financiering van de gemeenschappelijke uitgaven vloeit logischerwijs voort uit het feit dat er binnen de Unie vrij verkeer van goederen bestaat. Onder dit artikel kunnen de heffingen, premies, extra bedragen of compenserende bedragen, aanvullende bedragen of aanvullende elementen, rechten van het gemeenschappelijk douanetarief en de overige door de instellingen van de Unie ingevoerde of in te voeren rechten op het handelsverkeer met derde landen en de douanerechten op de onder het vroegere Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal vallende producten worden opgevoerd.

Van de bedragen zijn de inningskosten afgetrokken.

Rechtsgronden

Besluit 2007/436/EG, Euratom van de Raad van 7 juni 2007 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (PB L 163 van 23.6.2007, blz. 17), met name artikel 2, lid 1, onder a).

 

Lidstaat

Begroting 2016

Begroting 2015

Uitvoering 2014

België

1 769 700 000

1 777 109 902

1 579 252 097,99

Bulgarije

58 200 000

60 771 523

56 281 047,22

Tsjechië

216 200 000

218 992 601

195 365 856,43

Denemarken

340 900 000

343 547 332

297 527 451,41

Duitsland

3 655 500 000

3 673 396 526

3 367 018 994,23

Estland

24 900 000

24 631 290

22 157 722,02

Ierland

250 700 000

256 746 238

227 194 978,98

Griekenland

130 300 000

134 450 271

121 801 765,78

Spanje

1 261 400 000

1 267 919 835

1 131 277 339,92

Frankrijk

1 571 200 000

1 609 531 084

1 425 142 160,20

Kroatië

44 000 000

45 282 852

40 797 860,51

Italië

1 596 900 000

1 620 394 666

1 521 698 520,46

Cyprus

17 800 000

19 145 718

17 833 312,16

Letland

28 200 000

28 395 898

25 916 142,36

Litouwen

69 600 000

68 730 978

63 542 514,10

Luxemburg

15 100 000

15 703 791

14 026 782,88

Hongarije

109 300 000

115 412 112

103 521 371,54

Malta

11 200 000

11 939 184

10 453 493,79

Nederland

2 230 500 000

2 226 496 487

1 990 418 279,32

Oostenrijk

208 100 000

208 774 381

181 825 082,14

Polen

489 200 000

482 300 013

419 092 498,17

Portugal

131 200 000

129 502 501

111 464 267,00

Roemenië

123 500 000

122 403 526

105 045 495,15

Slovenië

64 200 000

65 396 612

58 214 760,15

Slowakije

96 400 000

99 923 441

94 783 821,56

Finland

113 700 000

116 487 715

127 444 447,23

Zweden

514 300 000

519 515 847

460 313 132,26

Verenigd Koninkrijk

3 323 100 000

3 371 797 676

2 729 094 207,01

Totaal van artikel 1 2 0

18 465 300 000

18 634 700 000

16 498 505 401,97

HOOFDSTUK 1 3 —   EIGEN MIDDELEN UIT DE BELASTING OVER DE TOEGEVOEGDE WAARDE OVEREENKOMSTIG ARTIKEL 2, LID 1, ONDER B), VAN BESLUIT 2007/436/EG, EURATOM

1 3 0

Eigen middelen uit de belasting over de toegevoegde waarde overeenkomstig artikel 2, lid 1, onder b), van Besluit 2007/436/EG, Euratom

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

18 812 783 576

18 023 353 946

17 746 098 140,88

Toelichting

Het toegepaste, voor alle lidstaten geldende uniforme percentage op de btw-grondslag die op uniforme wijze is vastgesteld volgens de voorschriften van de Unie, bedraagt 0,30 %. De hiertoe in aanmerking te nemen grondslag mag niet meer bedragen dan 50 % van het bni van elke lidstaat.

Rechtsgronden

Besluit 2007/436/EG, Euratom van de Raad van 7 juni 2007 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (PB L 163 van 23.6.2007, blz. 17), met name artikel 2, lid 1, onder b) en lid 4.

 

Lidstaat

Begroting 2016

Begroting 2015

Uitvoering 2014

België

523 409 700

511 842 600

499 622 100,00

Bulgarije

63 202 436

59 662 964

57 927 299,98

Tsjechië

200 818 634

194 223 456

178 500 769,55

Denemarken

311 819 810

302 927 330

285 410 895,73

Duitsland

3 912 398 326

3 776 991 727

3 725 690 100,00

Estland

30 202 119

28 498 014

26 144 100,00

Ierland

219 088 800

214 960 200

196 628 400,00

Griekenland

221 387 850

216 364 200

212 793 600,00

Spanje

1 375 304 700

1 327 940 850

1 427 048 700,00

Frankrijk

2 952 872 217

2 892 563 036

2 919 401 100,00

Kroatië

64 085 770

62 205 250

63 252 010,89

Italië

1 741 842 900

1 703 589 150

1 812 851 100,00

Cyprus

24 682 350

24 307 200

23 013 300,00

Letland

28 305 295

26 840 306

26 570 100,00

Litouwen

45 043 722

42 528 985

41 524 799,99

Luxemburg

47 922 750

45 415 200

48 755 700,00

Hongarije

133 968 470

127 337 086

116 203 011,65

Malta

12 561 825

11 921 060

10 564 650,00

Nederland

819 396 150

796 827 900

823 095 900,00

Oostenrijk

462 261 900

449 740 050

449 919 300,00

Polen

555 928 977

501 980 483

521 397 619,07

Portugal

242 598 450

235 658 100

230 141 400,00

Roemenië

173 796 047

163 693 239

159 153 321,63

Slovenië

56 158 800

55 037 400

52 845 450,00

Slowakije

79 892 400

78 020 250

69 001 800,00

Finland

279 661 350

274 014 000

278 532 000,00

Zweden

587 407 923

561 562 344

557 232 228,74

Verenigd Koninkrijk

3 646 763 905

3 336 701 566

2 932 877 383,65

Totaal van artikel 1 3 0

18 812 783 576

18 023 353 946

17 746 098 140,88

HOOFDSTUK 1 4 —   EIGEN MIDDELEN OP BASIS VAN HET BRUTO NATIONAAL INKOMEN OVEREENKOMSTIG ARTIKEL 2, LID 1, ONDER C), VAN BESLUIT 2007/436/EG, EURATOM

1 4 0

Eigen middelen op basis van het bruto nationaal inkomen overeenkomstig artikel 2, lid 1, onder c), van Besluit 2007/436/EG, Euratom

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

104 865 810 535

92 884 369 728

94 863 129 955,36

Toelichting

De bni-middelenbron is een „aanvullende” bron van eigen middelen, die de ontvangsten verschaft welke in een begrotingsjaar nodig zijn ter dekking van uitgaven die uitstijgen boven het bedrag aan traditionele eigen middelen, btw-afdrachten en andere ontvangsten. Deze middelenbron zorgt er met andere woorden voor dat de algemene begroting van de Unie altijd in evenwicht is ex ante.

Het bni-afroepingspercentage is afhankelijk van hoeveel aanvullende middelen er nodig zijn ter financiering van de gebudgetteerde uitgaven die niet gedekt worden door de andere middelen (btw-afdrachten, traditionele eigen middelen en overige ontvangsten). Het afroepingspercentage wordt toegepast op het bruto nationaal inkomen van elk van de lidstaten.

Het voor dit begrotingsjaar op het bruto nationaal inkomen van de lidstaten toe te passen percentage bedraagt 0,7134 %.

Rechtsgronden

Besluit 2007/436/EG, Euratom van de Raad van 7 juni 2007 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (PB L 163 van 23.6.2007, blz. 17), met name artikel 2, lid 1, onder c).

 

Lidstaat

Begroting 2016

Begroting 2015

Uitvoering 2014

België

2 957 662 846

2 677 114 263

2 752 569 449,00

Bulgarije

300 610 862

272 938 189

280 112 820,00

Tsjechië

1 073 488 500

946 409 981

949 765 706,98

Denemarken

1 986 820 222

1 781 398 206

1 861 245 102,04

Duitsland

22 180 786 181

19 854 398 530

20 336 920 973,00

Estland

147 653 341

129 683 490

130 457 204,00

Ierland

1 199 899 078

1 062 586 372

1 005 662 600,00

Griekenland

1 302 303 072

1 164 029 800

1 261 209 951,00

Spanje

7 927 919 046

7 097 387 238

7 210 679 301,00

Frankrijk

15 871 410 157

14 360 602 477

15 014 013 074,00

Kroatië

304 812 275

274 469 466

295 810 080,65

Italië

11 572 924 487

10 445 402 587

11 053 651 104,00

Cyprus

117 397 096

107 251 144

107 580 948,00

Letland

184 212 538

162 773 242

172 605 499,00

Litouwen

274 039 893

240 751 810

244 897 382,99

Luxemburg

227 935 821

200 386 395

227 919 701,00

Hongarije

798 236 211

680 905 632

662 572 556,68

Malta

59 748 030

52 599 532

49 386 879,00

Nederland

4 848 572 710

4 360 923 079

4 382 027 230,00

Oostenrijk

2 354 205 998

2 119 039 398

2 256 035 360,00

Polen

3 151 054 759

2 645 588 685

2 735 602 991,90

Portugal

1 259 985 996

1 131 025 757

1 160 869 691,00

Roemenië

1 154 268 614

1 004 358 767

1 016 908 361,28

Slovenië

268 538 126

242 842 620

247 038 175,00

Slowakije

551 566 017

487 964 976

508 952 508,00

Finland

1 459 261 911

1 318 547 150

1 390 603 421,00

Zweden

3 223 318 238

2 847 089 742

3 023 453 942,61

Verenigd Koninkrijk

18 107 178 510

15 215 901 200

14 524 577 942,23

Totaal van artikel 1 4 0

104 865 810 535

92 884 369 728

94 863 129 955,36

HOOFDSTUK 1 5 —   CORRECTIE VAN DE BEGROTINGSONEVENWICHTIGHEDEN

1 5 0

Correctie van de begrotingsonevenwichtigheden, welke aan het Verenigd Koninkrijk wordt toegekend overeenkomstig de artikelen 4 en 5 van Besluit 2007/436/EG, Euratom

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

0,—

0,—

  • – 
    172 034 533,05

Toelichting

Het mechanisme ter correctie van de begrotingsonevenwichtigheden ten behoeve van het Verenigd Koninkrijk (de „Britse correctie”) is ingesteld door de Europese Raad van Fontainebleau (juni 1984) en het daaruit voortvloeiende eigenmiddelenbesluit van 7 mei 1985. Het doel van dit mechanisme was de begrotingsonevenwichtigheid ten nadele van het Verenigd Koninkrijk te compenseren door een vermindering van de door dit land aan de Unie af te dragen middelen.

Rechtsgronden

Besluit 2007/436/EG, Euratom van de Raad van 7 juni 2007 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (PB L 163 van 23.6.2007, blz. 17), met name de artikelen 4 en 5.

 

Lidstaat

Begroting 2016

Begroting 2015

Uitvoering 2014

België

261 447 948

227 330 088

274 500 044,00

Bulgarije

26 573 040

23 176 845

27 934 257,01

Tsjechië

94 892 954

80 365 439

94 610 050,04

Denemarken

175 628 561

151 269 379

185 650 032,48

Duitsland

337 679 947

290 405 953

350 335 402,00

Estland

13 052 084

11 012 215

13 009 847,00

Ierland

106 067 246

90 230 685

100 289 723,00

Griekenland

115 119 431

98 844 865

125 774 188,00

Spanje

700 802 719

602 682 406

719 085 138,00

Frankrijk

1 402 981 958

1 219 446 279

1 497 272 756,00

Kroatië

26 944 431

23 306 875

29 474 619,41

Italië

1 023 009 556

886 982 795

1 102 325 579,00

Cyprus

10 377 528

9 107 348

10 728 512,00

Letland

16 283 800

13 822 068

17 213 087,00

Litouwen

24 224 251

20 443 703

24 422 396,00

Luxemburg

20 148 798

17 016 030

22 729 297,00

Hongarije

70 561 531

57 819 847

65 983 684,97

Malta

5 281 535

4 466 547

4 925 108,00

Nederland

73 814 596

63 786 269

75 487 301,00

Oostenrijk

35 840 396

30 994 726

38 863 752,00

Polen

278 543 175

224 653 059

272 499 533,66

Portugal

111 378 737

96 042 290

115 767 753,00

Roemenië

102 033 658

85 286 224

101 443 034,07

Slovenië

23 737 913

20 621 247

24 635 887,00

Slowakije

48 756 674

41 436 080

50 755 299,00

Finland

128 994 091

111 965 875

138 677 954,00

Zweden

49 071 747

41 643 760

51 905 237,96

Verenigd Koninkrijk

–5 283 248 305

–4 544 158 897

–5 708 334 005,65

Totaal van artikel 1 5 0

0

0

  • – 
    172 034 533,05

HOOFDSTUK 1 6 —   AAN NEDERLAND EN ZWEDEN TOEGEKENDE BRUTOVERMINDERING VAN DE JAARLIJKSE BNI-BIJDRAGE

1 6 0

Aan Nederland en Zweden toegekende brutovermindering van de jaarlijkse bni-bijdrage overeenkomstig artikel 2, lid 5, van Besluit 2007/436/EG, Euratom

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Onder dit artikel worden brutoverminderingen van de jaarlijkse bni-bijdragen van bepaalde lidstaten geboekt bedoeld in Besluit 2007/436/EG, Euratom van de Raad.

Rechtsgronden

Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 van de Raad van 22 mei 2000 houdende toepassing van Besluit 2007/436/EG, Euratom betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (PB L 130 van 31.5.2000, blz. 1), en met name artikel 10, lid 9.

Besluit 2007/436/EG, Euratom van de Raad van 7 juni 2007 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (PB L 163 van 23.6.2007, blz. 17), met name artikel 2, lid 5.

 

Lidstaat

Begroting 2016

Begroting 2015

Uitvoering 2014

België

p.m.

p.m.

0,—

Bulgarije

p.m.

p.m.

0,—

Tsjechië

p.m.

p.m.

0,—

Denemarken

p.m.

p.m.

0,—

Duitsland

p.m.

p.m.

0,—

Estland

p.m.

p.m.

0,—

Ierland

p.m.

p.m.

0,—

Griekenland

p.m.

p.m.

0,—

Spanje

p.m.

p.m.

0,—

Frankrijk

p.m.

p.m.

0,—

Kroatië

p.m.

p.m.

0,—

Italië

p.m.

p.m.

0,—

Cyprus

p.m.

p.m.

0,—

Letland

p.m.

p.m.

0,—

Litouwen

p.m.

p.m.

0,—

Luxemburg

p.m.

p.m.

0,—

Hongarije

p.m.

p.m.

0,—

Malta

p.m.

p.m.

0,—

Nederland

p.m.

p.m.

0,—

Oostenrijk

p.m.

p.m.

0,—

Polen

p.m.

p.m.

0,—

Portugal

p.m.

p.m.

0,—

Roemenië

p.m.

p.m.

0,—

Slovenië

p.m.

p.m.

0,—

Slowakije

p.m.

p.m.

0,—

Finland

p.m.

p.m.

0,—

Zweden

p.m.

p.m.

0,—

Verenigd Koninkrijk

p.m.

p.m.

0,—

Totaal van artikel 1 6 0

p.m.

p.m.

0,—

TITEL 3

OVERSCHOTTEN, SALDI EN AANPASSINGEN

 

Artikel

Post

Rubriek

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

% 2014-2016

HOOFDSTUK 3 0

3 0 0

Overschot van het vorige begrotingsjaar

p.m.

1 434 557 708

1 005 406 925,37

 

3 0 2

Overschot aan eigen middelen als gevolg van de terugbetaling van het overschot van het Garantiefonds voor extern optreden

p.m.

p.m.

0,—

 
 

HOOFDSTUK 3 0 — TOTAAL

p.m.

1 434 557 708

1 005 406 925,37

 

HOOFDSTUK 3 1

3 1 0

Resultaat van de toepassing van artikel 10, leden 4, 5 en 8, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 betreffende de begrotingsjaren vanaf 1995

3 1 0 3

Resultaat van de toepassing van artikel 10, leden 4, 5 en 8, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 betreffende de begrotingsjaren vanaf 1995

p.m.

  • – 
    192 713 000

–78 735 768,07

 
 

Artikel 3 1 0 — Totaal

p.m.

  • – 
    192 713 000

–78 735 768,07

 
 

HOOFDSTUK 3 1 — TOTAAL

p.m.

  • – 
    192 713 000

–78 735 768,07

 

HOOFDSTUK 3 2

3 2 0

Resultaat van de toepassing van artikel 10, leden 6, 7 en 8, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 betreffende de begrotingsjaren vanaf 1995

3 2 0 3

Resultaat van de toepassing van artikel 10, leden 6, 7 en 8, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 betreffende de begrotingsjaren vanaf 1995

p.m.

7 325 957 000

4 212 457 271,70

 
 

Artikel 3 2 0 — Totaal

p.m.

7 325 957 000

4 212 457 271,70

 
 

HOOFDSTUK 3 2 — TOTAAL

p.m.

7 325 957 000

4 212 457 271,70

 

HOOFDSTUK 3 4

3 4 0

Aanpassing in verband met de gevolgen van de niet-deelneming van bepaalde lidstaten aan sommige beleidsmaatregelen op het gebied van de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht

p.m.

p.m.

–1 792 657,35

 
 

HOOFDSTUK 3 4 — TOTAAL

p.m.

p.m.

–1 792 657,35

 

HOOFDSTUK 3 5

3 5 0

Resultaat van de definitieve berekening van de financiering van de correctie van de begrotingsonevenwichtigheden ten gunste van het Verenigd Koninkrijk

3 5 0 4

Resultaat van de definitieve berekening van de financiering van de correctie van de begrotingsonevenwichtigheden ten gunste van het Verenigd Koninkrijk

p.m.

0,—

–18 021 343,—

 
 

Artikel 3 5 0 — Totaal

p.m.

0,—

–18 021 343,—

 
 

HOOFDSTUK 3 5 — TOTAAL

p.m.

0,—

–18 021 343,—

 

HOOFDSTUK 3 6

3 6 0

Resultaat van de tussentijdse bijstellingen van de berekening van de financiering van de correctie van de begrotingsonevenwichtigheden ten gunste van het Verenigd Koninkrijk

3 6 0 4

Resultaat van de tussentijdse bijstellingen van de berekening van de financiering van de correctie van de begrotingsonevenwichtigheden ten gunste van het Verenigd Koninkrijk

p.m.

0,—

–19 260 403,04

 
 

Artikel 3 6 0 — Totaal

p.m.

0,—

–19 260 403,04

 
 

HOOFDSTUK 3 6 — TOTAAL

p.m.

0,—

–19 260 403,04

 
 

Titel 3 — Totaal

p.m.

8 567 801 708

5 100 054 025,61

 

HOOFDSTUK 3 0 —

OVERSCHOT VAN HET VORIGE BEGROTINGSJAAR

 

HOOFDSTUK 3 1 —

SALDI EN AANPASSING VAN DE SALDI VAN DE BTW-MIDDELEN BETREFFENDE VOORAFGAANDE BEGROTINGSJAREN ALS GEVOLG VAN DE TOEPASSING VAN ARTIKEL 10, LEDEN 4, 5 EN 8, VAN VERORDENING (EG, EURATOM) NR. 1150/2000

 

HOOFDSTUK 3 2 —

SALDI EN AANPASSING VAN DE SALDI VAN BNI/BNP-MIDDELEN BETREFFENDE VOORAFGAANDE BEGROTINGSJAREN ALS GEVOLG VAN DE TOEPASSING VAN ARTIKEL 10, LEDEN 6, 7 EN 8, VAN VERORDENING (EG, EURATOM) NR. 1150/2000

 

HOOFDSTUK 3 4 —

AANPASSING IN VERBAND MET DE GEVOLGEN VAN DE NIET-DEELNEMING VAN BEPAALDE LIDSTATEN AAN SOMMIGE BELEIDSMAATREGELEN OP HET GEBIED VAN DE RUIMTE VAN VRIJHEID, VEILIGHEID EN RECHT

 

HOOFDSTUK 3 5 —

RESULTAAT VAN DE DEFINITIEVE BEREKENING VAN DE FINANCIERING VAN DE CORRECTIE VAN DE BEGROTINGSONEVENWICHTIGHEDEN TEN GUNSTE VAN HET VERENIGD KONINKRIJK

 

HOOFDSTUK 3 6 —

RESULTAAT VAN DE TUSSENTIJDSE BIJSTELLINGEN VAN DE BEREKENING VAN DE FINANCIERING VAN DE CORRECTIE VAN DE BEGROTINGSONEVENWICHTIGHEDEN TEN GUNSTE VAN HET VERENIGD KONINKRIJK

HOOFDSTUK 3 0 —   OVERSCHOT VAN HET VORIGE BEGROTINGSJAAR

3 0 0

Overschot van het vorige begrotingsjaar

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

1 434 557 708

1 005 406 925,37

Toelichting

Overeenkomstig artikel 18 van het Financieel Reglement wordt het saldo van elk begrotingsjaar, naargelang het een overschot of tekort betreft, in de begroting van het volgende begrotingsjaar als ontvangst of als betalingskrediet opgenomen.

De ramingen van deze ontvangsten of uitgaven worden in de begroting opgenomen tijdens de begrotingsprocedure en, in voorkomend geval, door middel van de procedure van een nota van wijzigingen, die wordt ingediend overeenkomstig artikel 39 van het Financieel Reglement. Zij worden vastgesteld overeenkomstig de beginselen bedoeld in artikel 15 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000.

Na de afsluiting van de rekeningen van elk begrotingsjaar worden verschillen ten opzichte van de raming in de begroting van het volgende begrotingsjaar opgenomen middels een gewijzigde begroting, die door de Commissie moet worden gepresenteerd binnen 15 dagen nadat de voorlopige rekeningen zijn ingediend.

Een tekort wordt onder artikel 27 02 01 van de staat van uitgaven van afdeling III „Commissie” opgenomen.

Rechtsgronden

Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 van de Raad van 22 mei 2000 houdende toepassing van Besluit 2007/436/EG, Euratom betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (PB L 130 van 31.5.2000, blz. 1).

Besluit 2007/436/EG, Euratom van de Raad van 7 juni 2007 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (PB L 163 van 23.6.2007, blz. 17), met name artikel 7.

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1), met name artikel 18.

3 0 2

Overschot aan eigen middelen als gevolg van de terugbetaling van het overschot van het Garantiefonds voor extern optreden

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Dit artikel dient ter opname, overeenkomstig artikel 3 van Verordening (EG, Euratom) nr. 480/2009, van de eventuele overschotten in het Garantiefonds voor extern optreden die uitgaan boven het streefbedrag van het fonds, wanneer eenmaal dit streefbedrag is bereikt.

Rechtsgronden

Besluit 2007/436/EG, Euratom van de Raad van 7 juni 2007 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (PB L 163 van 23.6.2007, blz. 17).

Verordening (EG, Euratom) nr. 480/2009 van de Raad van 25 mei 2009 tot instelling van een Garantiefonds (PB L 145 van 10.6.2009, blz. 10).

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1), met name artikel 7, lid 2.

HOOFDSTUK 3 1 —   SALDI EN AANPASSING VAN DE SALDI VAN DE BTW-MIDDELEN BETREFFENDE VOORAFGAANDE BEGROTINGSJAREN ALS GEVOLG VAN DE TOEPASSING VAN ARTIKEL 10, LEDEN 4, 5 EN 8, VAN VERORDENING (EG, EURATOM) NR. 1150/2000

3 1 0

Resultaat van de toepassing van artikel 10, leden 4, 5 en 8, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 betreffende de begrotingsjaren vanaf 1995

3 1 0 3

Resultaat van de toepassing van artikel 10, leden 4, 5 en 8, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 betreffende de begrotingsjaren vanaf 1995

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

  • – 
    192 713 000

–78 735 768,07

Toelichting

Overeenkomstig artikel 7, lid 1, van Verordening (EEG, Euratom) nr. 1553/89 zenden de lidstaten vóór 31 juli aan de Commissie een overzicht waarin het totale eindbedrag wordt vermeld van de voor het voorgaande kalenderjaar berekende grondslag van de btw-middelen.

Op de debetzijde van elke lidstaat wordt een bedrag ingeschreven dat volgens regels van de Unie wordt berekend op basis van dat overzicht en op de creditzijde de twaalf betalingen die in het vorige begrotingsjaar daadwerkelijk zijn verricht. De Commissie bepaalt het saldo van elke lidstaat en deelt het tijdig aan de betrokken lidstaat mee, zodat deze het op de eerste werkdag van de maand december van hetzelfde jaar op de in artikel 9, lid 1, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 bedoelde rekening van de Commissie kan boeken.

Rectificaties van de bovenbedoelde overzichten als gevolg van controles door de Commissie op grond van artikel 9 van Verordening (EEG, Euratom) nr. 1553/89 en/of wijzigingen in het bni van vroegere begrotingsjaren die gevolgen hebben wat betreft de aftopping van de btw-grondslag, geven aanleiding tot aanpassingen van de btw-saldi.

Rechtsgronden

Verordening (EEG, Euratom) nr. 1553/89 van de Raad van 29 mei 1989 betreffende de definitieve uniforme regeling voor de inning van de eigen middelen uit de belasting over de toegevoegde waarde (PB L 155 van 7.6.1989, blz. 9).

Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 van de Raad van 22 mei 2000 houdende toepassing van Besluit 2007/436/EG, Euratom betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (PB L 130 van 31.5.2000, blz. 1), met name artikel 10, leden 4, 5 en 8.

 

Lidstaat

Begroting 2016

Begroting 2015

Uitvoering 2014

België

p.m.

72 870 000

9 023 791,36

Bulgarije

p.m.

1 525 000

782 111,42

Tsjechië

p.m.

9 640 000

5 253 417,30

Denemarken

p.m.

–5 927 000

–5 933 619,05

Duitsland

p.m.

  • – 
    103 806 000

–27 013 915,04

Estland

p.m.

608 000

  • – 
    459 385,02

Ierland

p.m.

7 099 000

6 536 069,87

Griekenland

p.m.

–45 286 000

73 209 509,30

Spanje

p.m.

–72 892 000

–45 030 311,20

Frankrijk

p.m.

–43 477 000

36 977 772,10

Kroatië

p.m.

–1 184 000

  • – 
    213 679,91

Italië

p.m.

  • – 
    216 644 000

–52 745 669,33

Cyprus

p.m.

11 239 000

0,—

Letland

p.m.

1 669 000

5 899 999,26

Litouwen

p.m.

358 000

–1 224 942,82

Luxemburg

p.m.

14 886 000

–10 259 465,23

Hongarije

p.m.

4 379 000

1 928 539,21

Malta

p.m.

3 630 000

0,—

Nederland

p.m.

–26 259 000

–4 502 509,48

Oostenrijk

p.m.

–4 400 000

3 073 121,20

Polen

p.m.

30 536 000

–76 259 558,01

Portugal

p.m.

18 273 000

12 195 115,10

Roemenië

p.m.

–12 492 000

2 158 848,32

Slovenië

p.m.

1 905 000

0,—

Slowakije

p.m.

6 967 000

34 033,11

Finland

p.m.

–8 412 000

–8 009 160,90

Zweden

p.m.

1 356 000

–4 155 879,63

Verenigd Koninkrijk

p.m.

161 126 000

0,—

Totaal van post 3 1 0 3

p.m.

  • – 
    192 713 000

–78 735 768,07

HOOFDSTUK 3 2 —   SALDI EN AANPASSING VAN DE SALDI VAN BNI/BNP-MIDDELEN BETREFFENDE VOORAFGAANDE BEGROTINGSJAREN ALS GEVOLG VAN DE TOEPASSING VAN ARTIKEL 10, LEDEN 6, 7 EN 8, VAN VERORDENING (EG, EURATOM) NR. 1150/2000

3 2 0

Resultaat van de toepassing van artikel 10, leden 6, 7 en 8, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 betreffende de begrotingsjaren vanaf 1995

3 2 0 3

Resultaat van de toepassing van artikel 10, leden 6, 7 en 8, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 betreffende de begrotingsjaren vanaf 1995

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

7 325 957 000

4 212 457 271,70

Toelichting

Aan de hand van de op grond van artikel 2, lid 2, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1287/2003 door de lidstaten verstrekte cijfers betreffende de bni/mp-grootheid en de elementen daarvan voor het voorgaande begrotingsjaar, wordt iedere lidstaat gedebiteerd voor een bedrag dat volgens regels van de Unie wordt berekend en gecrediteerd voor de 12 betalingen die in de loop van het vorige begrotingsjaar daadwerkelijk zijn verricht.

De Commissie bepaalt het saldo van elke lidstaat en deelt het tijdig aan de betrokken lidstaat mee, zodat deze het op de eerste werkdag van de maand december van hetzelfde jaar op de in artikel 9, lid 1, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 bedoelde rekening kan boeken.

Wijzigingen in het bruto nationaal product/bruto nationaal inkomen van vroegere begrotingsjaren in de zin van artikel 2, lid 2, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1287/2003, geven met inachtneming van de artikelen 4 en 5 daarvan, voor de betrokken lidstaat aanleiding tot een aanpassing van het overeenkomstig artikel 10, lid 7, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 bepaalde saldo.

Rechtsgronden

Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 van de Raad van 22 mei 2000 houdende toepassing van Besluit 2007/436/EG, Euratom betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (PB L 130 van 31.5.2000, blz. 1), met name artikel 10, leden 6, 7 en 8.

Verordening (EG, Euratom) nr. 1287/2003 van de Raad van 15 juli 2003 betreffende de harmonisatie van het bruto nationaal inkomen tegen marktprijzen (PB L 181 van 19.7.2003, blz. 1).

 

Lidstaat

Begroting 2016

Begroting 2015

Uitvoering 2014

België

p.m.

147 716 000

109 853 224,02

Bulgarije

p.m.

59 923 000

34 946 866,83

Tsjechië

p.m.

51 471 000

73 085 521,36

Denemarken

p.m.

–60 420 000

  • – 
    117 815 874,57

Duitsland

p.m.

383 851 000

1 386 016 819,89

Estland

p.m.

11 786 000

7 770 364,28

Ierland

p.m.

156 657 000

105 640 410,37

Griekenland

p.m.

  • – 
    171 235 000

148 775 724,38

Spanje

p.m.

  • – 
    333 271 000

634 182 093,25

Frankrijk

p.m.

300 400 000

0,—

Kroatië

p.m.

–5 551 000

–1 201 179,69

Italië

p.m.

1 167 877 000

381 035 520,19

Cyprus

p.m.

55 184 000

0,—

Letland

p.m.

–1 293 000

19 995 102,02

Litouwen

p.m.

6 460 000

8 741 021,54

Luxemburg

p.m.

74 065 000

–56 671 059,21

Hongarije

p.m.

42 869 000

37 789 156,61

Malta

p.m.

17 767 000

0,—

Nederland

p.m.

538 657 000

1 107 926 623,17

Oostenrijk

p.m.

–72 668 000

–60 166 556,31

Polen

p.m.

197 995 000

49 398 353,91

Portugal

p.m.

21 688 000

109 406 869,62

Roemenië

p.m.

40 791 000

72 788 666,16

Slovenië

p.m.

14 745 000

0,—

Slowakije

p.m.

–14 817 000

–6 696 989,68

Finland

p.m.

9 616 000

–26 309 817,72

Zweden

p.m.

41 121 000

193 966 411,28

Verenigd Koninkrijk

p.m.

4 644 573 000

0,—

Totaal van post 3 2 0 3

p.m.

7 325 957 000

4 212 457 271,7

HOOFDSTUK 3 4 —   AANPASSING IN VERBAND MET DE GEVOLGEN VAN DE NIET-DEELNEMING VAN BEPAALDE LIDSTATEN AAN SOMMIGE BELEIDSMAATREGELEN OP HET GEBIED VAN DE RUIMTE VAN VRIJHEID, VEILIGHEID EN RECHT

3 4 0

Aanpassing in verband met de gevolgen van de niet-deelneming van bepaalde lidstaten aan sommige beleidsmaatregelen op het gebied van de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

–1 792 657,35

Toelichting

Overeenkomstig artikel 3 van het Protocol betreffende de positie van Denemarken en artikel 5 van het Protocol betreffende de positie van het Verenigd Koninkrijk en Ierland, gehecht aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, dragen deze lidstaten geen andere financiële gevolgen van sommige beleidsmaatregelen op het gebied van de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht dan de ermee gepaard gaande administratieve kosten. Zij kunnen bijgevolg een aanpassing verkrijgen van de betaalde eigen middelen voor elk jaar waarin zij niet deelnemen.

Hoeveel elke lidstaat aan het aanpassingsmechanisme bijdraagt, wordt berekend door op de begrotingsuitgaven waartoe de maatregelen aanleiding geven de verdeelsleutel toe te passen van het bni-aggregaat en zijn componenten van het voorgaande jaar, meegedeeld door de lidstaten overeenkomstig artikel 2, lid 2, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1287/2003 van de Raad van 15 juli 2003 betreffende de harmonisatie van het bruto nationaal inkomen tegen marktprijzen (PB L 181 van 19.7.2003, blz. 1).

De Commissie bepaalt het saldo van elke lidstaat en deelt het tijdig aan de betrokken lidstaat mee, zodat deze het op de eerste werkdag van de maand december van hetzelfde jaar overeenkomstig artikel 10 bis van Verordening (EEG, Euratom) nr. 1150/2000 op de in artikel 9, lid 1, van die verordening bedoelde rekening kan boeken.

Rechtsgronden

Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 van de Raad van 22 mei 2000 houdende toepassing van Besluit 2007/436/EG, Euratom betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (PB L 130 van 31.5.2000, blz. 1), met name artikel 10 bis.

Protocol betreffende de positie van Denemarken gehecht aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, met name artikel 3, en Protocol betreffende de positie van het Verenigd Koninkrijk en Ierland ten aanzien van de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht, gehecht aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, met name artikel 5.

 

Lidstaat

Begroting 2016

Begroting 2015

Uitvoering 2014

België

p.m.

p.m.

2 002 598,81

Bulgarije

p.m.

p.m.

210 680,74

Tsjechië

p.m.

p.m.

697 292,21

Denemarken

p.m.

p.m.

–5 768 732,87

Duitsland

p.m.

p.m.

14 742 277,52

Estland

p.m.

p.m.

94 419,01

Ierland

p.m.

p.m.

–3 315 510,86

Griekenland

p.m.

p.m.

944 652,73

Spanje

p.m.

p.m.

5 392 603,41

Frankrijk

p.m.

p.m.

11 025 252,65

Kroatië

p.m.

p.m.

110 312,49

Italië

p.m.

p.m.

8 348 177,54

Cyprus

p.m.

p.m.

91 301,32

Letland

p.m.

p.m.

120 648,96

Litouwen

p.m.

p.m.

177 930,11

Luxemburg

p.m.

p.m.

150 863,27

Hongarije

p.m.

p.m.

487 546,82

Malta

p.m.

p.m.

37 433,23

Nederland

p.m.

p.m.

3 320 348,32

Oostenrijk

p.m.

p.m.

1 621 642,12

Polen

p.m.

p.m.

1 988 014,63

Portugal

p.m.

p.m.

859 755,01

Roemenië

p.m.

p.m.

740 086,79

Slovenië

p.m.

p.m.

184 143,09

Slowakije

p.m.

p.m.

372 965,33

Finland

p.m.

p.m.

1 026 106,80

Zweden

p.m.

p.m.

2 131 288,13

Verenigd Koninkrijk

p.m.

p.m.

–49 586 754,66

Totaal van artikel 3 4 0

p.m.

p.m.

–1 792 657,35

HOOFDSTUK 3 5 —   RESULTAAT VAN DE DEFINITIEVE BEREKENING VAN DE FINANCIERING VAN DE CORRECTIE VAN DE BEGROTINGSONEVENWICHTIGHEDEN TEN GUNSTE VAN HET VERENIGD KONINKRIJK

3 5 0

Resultaat van de definitieve berekening van de financiering van de correctie van de begrotingsonevenwichtigheden ten gunste van het Verenigd Koninkrijk

3 5 0 4

Resultaat van de definitieve berekening van de financiering van de correctie van de begrotingsonevenwichtigheden ten gunste van het Verenigd Koninkrijk

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

0,—

–18 021 343,—

Toelichting

Resultaat van de definitieve berekening van de financiering van de correctie van de begrotingsonevenwichtigheden ten gunste van het Verenigd Koninkrijk.

De cijfers voor 2014 zijn het resultaat van de definitieve berekening van de financiering van de correctie van de begrotingsonevenwichtigheden ten gunste van het Verenigd Koninkrijk voor de correctie uit hoofde van het begrotingsjaar 2010.

De cijfers voor 2015 zijn het resultaat van de definitieve berekening van de financiering van de correctie van de begrotingsonevenwichtigheden ten gunste van het Verenigd Koninkrijk voor de correctie uit hoofde van het begrotingsjaar 2011.

Rechtsgronden

Besluit 2000/597/EG, Euratom van de Raad van 29 september 2000 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (PB L 253 van 7.10.2000, blz. 42), met name de artikelen 4 en 5.

Besluit 2007/436/EG, Euratom van de Raad van 7 juni 2007 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (PB L 163 van 23.6.2007, blz. 17), met name de artikelen 4 en 5.

 

Lidstaat

Begroting 2016

Begroting 2015

Uitvoering 2014

België

p.m.

11 815 757

4 520 547,00

Bulgarije

p.m.

1 392 513

562 835,00

Tsjechië

p.m.

4 784 685

2 261 756,21

Denemarken

p.m.

3 487 953

3 348 228,98

Duitsland

p.m.

10 915 347

10 941 079,00

Estland

p.m.

364 152

334 638,00

Ierland

p.m.

3 453 266

5 207 662,00

Griekenland

p.m.

2 741 329

452 777,00

Spanje

p.m.

27 503 186

5 161 577,00

Frankrijk

p.m.

43 503 201

36 713 295,00

Kroatië

0,—

Italië

p.m.

53 237 596

25 185 874,00

Cyprus

p.m.

1 207 563

919 896,00

Letland

p.m.

244 042

379 038,23

Litouwen

p.m.

768 575

527 852,00

Luxemburg

p.m.

37 104

  • – 
    467 949,00

Hongarije

p.m.

2 508 198

828 565,75

Malta

p.m.

344 459

320 963,00

Nederland

p.m.

5 167 025

1 088 457,00

Oostenrijk

p.m.

1 172 371

439 387,00

Polen

p.m.

9 539 521

4 174 448,00

Portugal

p.m.

2 909 281

2 496 000,00

Roemenië

p.m.

2 915 322

  • – 
    374 513,82

Slovenië

p.m.

702 416

896 466,00

Slowakije

p.m.

1 459 572

913 354,00

Finland

p.m.

4 044 692

822 308,00

Zweden

p.m.

1 743 115

839 645,02

Verenigd Koninkrijk

p.m.

  • – 
    197 962 241
  • – 
    126 515 529,37

Totaal van post 3 5 0 4

p.m.

0.

–18 021 343,00

HOOFDSTUK 3 6 —   RESULTAAT VAN DE TUSSENTIJDSE BIJSTELLINGEN VAN DE BEREKENING VAN DE FINANCIERING VAN DE CORRECTIE VAN DE BEGROTINGSONEVENWICHTIGHEDEN TEN GUNSTE VAN HET VERENIGD KONINKRIJK

3 6 0

Resultaat van de tussentijdse bijstellingen van de berekening van de financiering van de correctie van de begrotingsonevenwichtigheden ten gunste van het Verenigd Koninkrijk

3 6 0 4

Resultaat van de tussentijdse bijstellingen van de berekening van de financiering van de correctie van de begrotingsonevenwichtigheden ten gunste van het Verenigd Koninkrijk

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

0,—

–19 260 403,04

Toelichting

Deze post is bestemd om het verschil tussen de vorige in de begroting opgenomen en de meest recente tussentijdse bijstelling van de Britse correctie te boeken voordat de definitieve berekeningen plaatsvinden.

De cijfers voor 2014 zijn het resultaat van de tussentijdse berekening van de financiering van de correctie van de begrotingsonevenwichtigheden ten gunste van het Verenigd Koninkrijk voor de correctie uit hoofde van het begrotingsjaar 2011.

De cijfers voor 2015 zijn het resultaat van de tussentijdse berekening van de financiering van de correctie van de begrotingsonevenwichtigheden ten gunste van het Verenigd Koninkrijk voor de correctie uit hoofde van begrotingsjaren 2012 en 2013.

Rechtsgronden

Besluit 2007/436/EG, Euratom van de Raad van 7 juni 2007 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (PB L 163 van 23.6.2007, blz. 17), met name de artikelen 4 en 5.

 

Lidstaat

Begroting 2016

Begroting 2015

Uitvoering 2014

België

p.m.

41 696 056

8 101 453,00

Bulgarije

p.m.

5 399 849

1 375 381,00

Tsjechië

p.m.

16 597 084

4 575 664,73

Denemarken

p.m.

26 100 869

7 280 440,58

Duitsland

p.m.

59 409 243

18 309 269,00

Estland

p.m.

2 731 925

885 630,00

Ierland

p.m.

26 072 954

8 409 370,00

Griekenland

p.m.

16 075 510

3 438 553,00

Spanje

p.m.

119 160 675

21 543 140,00

Frankrijk

p.m.

231 245 357

58 179 865,00

Kroatië

p.m.

2 783 075

0,—

Italië

p.m.

184 985 384

37 543 615,00

Cyprus

p.m.

3 521 069

479 335,00

Letland

p.m.

1 747 001

1 323 328,46

Litouwen

p.m.

4 386 557

1 324 873,00

Luxemburg

p.m.

–1 314 718

–29 470,00

Hongarije

p.m.

12 478 629

4 517 318,30

Malta

p.m.

1 555 077

438 532,00

Nederland

p.m.

17 466 600

2 529 744,00

Oostenrijk

p.m.

4 156 024

1 155 028,00

Polen

p.m.

38 554 600

17 679 999,58

Portugal

p.m.

22 456 571

5 178 017,00

Roemenië

p.m.

19 182 854

307 073,59

Slovenië

p.m.

4 698 046

1 156 634,00

Slowakije

p.m.

6 628 582

1 786 552,00

Finland

p.m.

18 511 657

1 891 154,00

Zweden

p.m.

6 785 813

2 784 569,89

Verenigd Koninkrijk

p.m.

  • – 
    893 072 343
  • – 
    231 425 473,17

Totaal van post 3 6 0 4

p.m.

0

–19 260 403,04

TITEL 4

ONTVANGSTEN AFKOMSTIG VAN PERSONEN DIE VERBONDEN ZIJN AAN DE INSTELLINGEN EN ANDERE ORGANEN VAN DE UNIE

 

Artikel

Post

Rubriek

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

% 2014-2016

HOOFDSTUK 4 0

4 0 0

Opbrengst van de belasting op de bezoldigingen, lonen en vergoedingen van de leden van de instellingen, de ambtenaren, de andere personeelsleden en de gepensioneerden, alsmede van de leden van de organen, de personeelsleden en de gepensioneerden van de Europese Investeringsbank, de Europese Centrale Bank en het Europees Investeringsfonds

718 322 869

677 271 687

674 287 546,04

93,87

4 0 3

Opbrengst van de tijdelijke bijdrage die van toepassing is op de bezoldigingen van de leden van de instellingen, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

p.m.

p.m.

383 929,45

 

4 0 4

Opbrengst van de speciale heffing en de solidariteitsheffing die van toepassing is op de bezoldigingen van de leden van de instellingen, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

80 907 654

76 200 621

100 808 264,55

124,60

 

HOOFDSTUK 4 0 — TOTAAL

799 230 523

753 472 308

775 479 740,04

97,03

HOOFDSTUK 4 1

4 1 0

Bijdragen van het personeel aan de pensioenregeling

426 470 277

421 735 470

348 693 712,84

81,76

4 1 1

Overdracht of inkoop van pensioenrechten door het personeel

100 592 938

103 896 621

109 386 819,46

108,74

4 1 2

Bijdragen van ambtenaren en tijdelijke functionarissen met verlof om redenen van persoonlijke aard aan de pensioenregeling

110 000

110 000

97 727,29

88,84

 

HOOFDSTUK 4 1 — TOTAAL

527 173 215

525 742 091

458 178 259,59

86,91

HOOFDSTUK 4 2

4 2 0

Werkgeversbijdragen van gedecentraliseerde agentschappen en internationale organisaties aan de pensioenregeling

21 623 969

21 738 484

17 570 830,30

81,26

4 2 1

Bijdragen van de leden van het Europees Parlement aan de pensioenregeling

p.m.

p.m.

0,—

 
 

HOOFDSTUK 4 2 — TOTAAL

21 623 969

21 738 484

17 570 830,30

81,26

 

Titel 4 — Totaal

1 348 027 707

1 300 952 883

1 251 228 829,93

92,82

HOOFDSTUK 4 0 —

DIVERSE BELASTINGEN EN INHOUDINGEN

 

HOOFDSTUK 4 1 —

BIJDRAGEN AAN DE PENSIOENREGELING

 

HOOFDSTUK 4 2 —

OVERIGE BIJDRAGEN AAN DE PENSIOENREGELINGEN

HOOFDSTUK 4 0 —   DIVERSE BELASTINGEN EN INHOUDINGEN

4 0 0

Opbrengst van de belasting op de bezoldigingen, lonen en vergoedingen van de leden van de instellingen, de ambtenaren, de andere personeelsleden en de gepensioneerden, alsmede van de leden van de organen, de personeelsleden en de gepensioneerden van de Europese Investeringsbank, de Europese Centrale Bank en het Europees Investeringsfonds

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

718 322 869

677 271 687

674 287 546,04

Toelichting

Deze ontvangsten omvatten alle belastingen op de bezoldigingen, lonen en vergoedingen van eender welke aard, met uitzondering van gezins- en kinderbijslagen, betaald aan de leden van de Commissie, de ambtenaren, de andere personeelsleden, de personen die de ontslagvergoeding ontvangen vermeld in hoofdstuk 01 van elke titel van de staat van uitgaven, en de gepensioneerden.

 

Europees Parlement

 

73 484 272

Raad

 

25 490 000

Commissie:

 

475 896 378

— Administratie

(379 720 000)

 

— Onderzoek en technologische ontwikkeling

(18 676 561)

 

— Onderzoek (acties onder contract)

(16 683 776)

 

— Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF)

(3 255 000)

 

— Europees Bureau voor personeelsselectie (EPSO)

(684 000)

 

— Bureau voor infrastructuur en logistiek te Brussel (OIB)

(2 604 000)

 

— Bureau voor infrastructuur en logistiek te Luxemburg (OIL)

(873 000)

 

— Bureau voor het beheer en de afwikkeling van de individuele rechten (PMO)

(1 308 000)

 

— Bureau voor publicaties van de Europese Unie (OP)

(3 398 000)

 

— Agentschap voor de samenwerking tussen energieregulators (ACER)

(231 893)

 

— Europees Agentschap voor het operationeel beheer van grootschalige IT-systemen op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht (eu-LISA)

(575 397)

 

— Gemeenschappelijke Onderneming biogebaseerde industrieën (BBI)

(26 543)

 

— Orgaan van Europese regelgevende instanties voor elektronische communicatie (Berec)

(70 671)

 

— Gemeenschappelijke Onderneming Clean Gemeenschappelijke Onderneming (CSJU)

(198 436)

 

— Communautair Bureau voor plantenrassen (CBP/CPVO)

(271 893)

 

— Uitvoerend Agentschap voor consumenten, gezondheid, landbouw en levensmiddelen (CHAFEA ex-EAHC)

(205 450)

 

— Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur (Eacea)

(1 258 625)

 

— Gemeenschappelijke Onderneming Elektronische Componenten en Systemen voor Europees Leiderschap (ECSEL, ex-ARTEMIS & ENIAC)

(132 131)

 

— Europees Agentschap voor veiligheid en gezondheid op het werk (EU-OSHA)

(259 580)

 

— Europees Agentschap voor het beheer van de operationele samenwerking aan de buitengrenzen (Frontex)

(879 355)

 

— Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken (EASO)

(229 585)

 

— Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart (EASA)

(4 335 231)

 

— Europese Bankautoriteit (EBA)

(1 324 237)

 

— Europees orgaan voor justitiële samenwerking (EUROJUST)

(803 500)

 

— Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding (ECDC)

(1 619 141)

 

— Europees Centrum voor de ontwikkeling van de beroepsopleiding (CEDEFOP)

(564 801)

 

— Europees Agentschap voor chemische stoffen (ECHA)

(3 638 825)

 

— Europees Milieuagentschap (EMA/EEA)

(1 353 711)

 

— Europees Bureau voor visserijcontrole (EBVC)

(328 585)

 

— Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA)

(1 726 786)

 

— Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden (EUROFOUND)

(743 061)

 

— Europese Toezichthoudende Autoriteit GNSS (GALILEO)

(520 980)

 

— Europees Instituut voor gendergelijkheid (EIGE)

(139 683)

 

— Europees Instituut voor innovatie en technologie (EIT)

(161 678)

 

— Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen (Eiopa)

(625 754)

 

— Gemeenschappelijke Onderneming voor ITER en de ontwikkeling van fusie-energie (Fusion for Energy — F4E)

(2 058 636)

 

— Europees Agentschap voor maritieme veiligheid (EMSA)

(963 262)

 

— Europees Geneesmiddelenbureau (EMEA)

(5 461 786)

 

— Europees Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving (EWDD/EMCDDA)

(565 560)

 

— Europees Agentschap voor netwerk- en informatiebeveiliging (Enisa)

(258 185)

 

— Europese Politieacademie (Cepol)

(173 018)

 

— Europese Politiedienst (EUROPOL)

(2 846 113)

 

— Europese Gemeenschappelijke Onderneming (Shift2Rail)

(10 529)

 

— Europees Spoorwegbureau

(917 935)

 

— Uitvoerend Agentschap Europese Onderzoeksraad (Ercea)

(1 261 487)

 

— Europese Autoriteit voor effecten en markten (ESMA)

(915 273)

 

— Europese Stichting voor opleiding (ETF)

(842 296)

 

— Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten (FRA)

(504 570)

 

— Uitvoerend Agentschap voor kleine en middelgrote ondernemingen (EASME ex-EACI)

(815 240)

 

— Gemeenschappelijke Onderneming brandstofcellen en waterstof Gemeenschappelijke Onderneming (FCH)

(131 711)

 

— Uitvoerend Agentschap Innovatie en netwerken (INEA ex-TEN-T EA)

(532 406)

 

— Gemeenschappelijke Onderneming voor het initiatief inzake innovatieve geneesmiddelen Gemeenschappelijke Onderneming (IMI)

(271 910)

 

— Gemeenschappelijke Onderneming voor de realisering van het Europese nieuwe generatie luchtverkeersbeveiligingssysteem Gemeenschappelijke Onderneming (SESAR)

(234 397)

 

— Harmonisatiebureau voor de interne markt (HBIM/OHIM)

(4 301 236)

 

— Uitvoerend Agentschap onderzoek (REA)

(1 307 504)

 

— Gemeenschappelijke Afwikkelingsraad (GAR)

(909 095)

 

— Vertaalbureau voor de organen van de Europese Unie (CdT)

(1 186 360)

 

Hof van Justitie van de Europese Unie

 

27 907 000

Rekenkamer

 

11 192 000

Europees Economisch en Sociaal Comité

 

4 567 558

Comité van de Regio's

 

3 636 656

Europese Ombudsman

 

644 005

Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming

 

495 000

Europese Dienst voor extern optreden

 

19 861 000

Europese Investeringsbank

 

43 900 000

Europese Centrale Bank

 

27 800 000

Europees Investeringsfonds

 

3 449 000

 

Totaal

718 322 869

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

Protocol betreffende de voorrechten en immuniteiten van de Europese Unie, met name artikel 12.

Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom van de Raad van 25 juli 1967 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de advocaten-generaal bij het Hof van Justitie, de president, de leden en de griffier van het Gerecht en van de president, de leden en de griffier van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (PB 187 van 8.8.1967, blz. 1).

Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 260/68 van de Raad van 29 februari 1968 tot vaststelling van de voorwaarden en de wijze van heffing van de belasting ten bate van de Europese Gemeenschappen (PB L 56 van 4.3.1968, blz. 8).

Verordening (EGKS, EEG, Euratom) nr. 1860/76 van de Raad van 29 juni 1976 houdende vaststelling van de regeling welke van toepassing is op het personeel van de Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden (PB L 214 van 6.8.1976, blz. 24).

Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 2290/77 van de Raad van 18 oktober 1977 tot vaststelling van de geldelijke regeling van de leden van de Rekenkamer (PB L 268 van 20.10.1977, blz. 1).

Besluit 94/262/EGKS, EG, Euratom van het Europees Parlement van 9 maart 1994 inzake het statuut van de Europese Ombudsman en de algemene voorwaarden voor de uitoefening van zijn ambt (PB L 113 van 4.5.1994, blz. 15).

Besluit nr. 1247/2002/EG van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie van 1 juli 2002 betreffende het statuut en de algemene voorwaarden voor de uitoefening van de functie van Europees Toezichthouder voor gegevensbescherming (PB L 183 van 12.7.2002, blz. 1).

Besluit nr. 2009/909/EU van de Raad van 1 december 2009 tot vaststelling van de arbeidsvoorwaarden van de voorzitter van de Europese Raad (PB L 322 van 9.12.2009, blz. 35).

Besluit nr. 2009/910/EU van de Raad van 1 december 2009 tot vaststelling van de arbeidsvoorwaarden van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid (PB L 322 van 9.12.2009, blz. 36).

Besluit nr. 2009/912/EU van de Raad van 1 december 2009 tot vaststelling van de arbeidsvoorwaarden van de secretaris-generaal van de Raad van de Europese Unie (PB L 322 van 9.12.2009, blz. 38).

4 0 3

Opbrengst van de tijdelijke bijdrage die van toepassing is op de bezoldigingen van de leden van de instellingen, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

383 929,45

Toelichting

De bepalingen betreffende de tijdelijke bijdrage waren van toepassing tot en met 30 juni 2003. Op dit begrotingsonderdeel zullen daarom ontvangsten worden opgevoerd die voortkomen uit het restbedrag van de tijdelijke bijdrage op de bezoldigingen van de leden van de Commissie, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst.

 

Europees Parlement

 

p.m.

Raad

 

p.m.

Commissie:

 

p.m.

— Administratie

(p.m.)

 

— Onderzoek en technologische ontwikkeling

(p.m.)

 

— Onderzoek (acties onder contract)

(p.m.)

 

— Europees Bureau voor personeelsselectie (EPSO)

(p.m.)

 

— Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF)

(p.m.)

 

— Bureau voor infrastructuur en logistiek te Brussel (OIB)

(p.m.)

 

— Bureau voor infrastructuur en logistiek te Luxemburg (OIL)

(p.m.)

 

— Bureau voor het beheer en de afwikkeling van de individuele rechten (PMO)

(p.m.)

 

— Bureau voor publicaties van de Europese Unie (OP)

(p.m.)

 

— Communautair Bureau voor plantenrassen (CBP/CPVO)

(p.m.)

 

— Eurojust

(p.m.)

 

— Europees Agentschap voor veiligheid en gezondheid op het werk (EU-OSHA)

(p.m.)

 

— Europees Geneesmiddelenbureau (EMEA)

(p.m.)

 

— Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart (EASA)

(p.m.)

 

— Europees Centrum voor de ontwikkeling van de beroepsopleiding (Cedefop)

(p.m.)

 

— Europees Milieuagentschap (EMA/EEA)

(p.m.)

 

— Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA)

(p.m.)

 

— Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden (Eurofound)

(p.m.)

 

— Europees Agentschap voor maritieme veiligheid (EMSA)

(p.m.)

 

— Europees Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving (EWDD/EMCDDA)

(p.m.)

 

— Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten (FRA)

(p.m.)

 

— Europese Stichting voor opleiding (ETF)

(p.m.)

 

— Harmonisatiebureau voor de interne markt (HBIM/OHIM)

(p.m.)

 

— Vertaalbureau voor de organen van de Europese Unie (CdT)

(p.m.)

 

Hof van Justitie van de Europese Unie

 

p.m.

Rekenkamer

 

p.m.

Europees Economisch en Sociaal Comité

 

p.m.

Comité van de Regio's

 

p.m.

Europese Ombudsman

 

p.m.

Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming

 

p.m.

 

Totaal

p.m.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen, en met name artikel 66 bis in de versie die van kracht was tot 2003.

Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom van de Raad van 25 juli 1967 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de advocaten-generaal bij het Hof van Justitie, de president, de leden en de griffier van het Gerecht en van de president, de leden en de griffier van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (PB 187 van 8.8.1967, blz. 1).

Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 2290/77 van de Raad van 18 oktober 1977 tot vaststelling van de geldelijke regeling van de leden van de Rekenkamer (PB L 268 van 20.10.1977, blz. 1).

4 0 4

Opbrengst van de speciale heffing en de solidariteitsheffing die van toepassing is op de bezoldigingen van de leden van de instellingen, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

80 907 654

76 200 621

100 808 264,55

Toelichting

Onder dit artikel zal de opbrengst worden opgevoerd van de speciale heffing en de solidariteitsheffing die van toepassing is op de bezoldigingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst overeenkomstig artikel 66 bis van het Statuut.

 

Europees Parlement

 

10 797 731

Raad

 

3 192 000

Commissie:

 

54 463 584

— Administratie

(33 925 000)

 

— Onderzoek en technologische ontwikkeling

(4 668 696)

 

— Onderzoek (acties onder contract)

(3 955 390)

 

— Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF)

(654 000)

 

— Europees Bureau voor personeelsselectie (EPSO)

(131 000)

 

— Bureau voor infrastructuur en logistiek te Brussel (OIB)

(443 000)

 

— Bureau voor infrastructuur en logistiek te Luxemburg (OIL)

(153 000)

 

— Bureau voor het beheer en de afwikkeling van de individuele rechten (PMO)

(246 000)

 

— Bureau voor publicaties van de Europese Unie (OP)

(687 000)

 

— Agentschap voor de samenwerking tussen energieregulators (ACER)

(70 939)

 

— Europees Agentschap voor het operationeel beheer van grootschalige IT-systemen op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht (eu-LISA)

(67 652)

 

— Gemeenschappelijke Onderneming biogebaseerde industrieën (BBI)

(4 248)

 

— Orgaan van Europese regelgevende instanties voor elektronische communicatie (Berec)

(18 066)

 

— Gemeenschappelijke Onderneming Clean Sky (CSJU)

(42 820)

 

— Communautair Bureau voor plantenrassen (CBP/CPVO)

(55 164)

 

— Uitvoerend Agentschap voor consumenten, gezondheid, landbouw en levensmiddelen (CHAFEA ex-EAHC)

(39 877)

 

— Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur (Eacea)

(210 161)

 

— Gemeenschappelijke Onderneming Elektronische Componenten en Systemen voor Europees Leiderschap (ECSEL, ex-ARTEMIS & ENIAC)

(28 558)

 

— Europees Agentschap voor veiligheid en gezondheid op het werk (EU-OSHA)

(56 760)

 

— Europees Agentschap voor het beheer van de operationele samenwerking aan de buitengrenzen (Frontex)

(267 941)

 

— Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken (EASO)

(51 249)

 

— Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart (EASA)

(1 027 061)

 

— Europese Bankautoriteit (EBA)

(186 645)

 

— Europees orgaan voor justitiële samenwerking (EUROJUST)

(123 513)

 

— Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding (ECDC)

(216 261)

 

— Europees Centrum voor de ontwikkeling van de beroepsopleiding (CEDEFOP)

(133 677)

 

— Europees Agentschap voor chemische stoffen (ECHA)

(624 311)

 

— Europees Milieuagentschap (EMA/EEA)

(215 937)

 

— Europees Bureau voor visserijcontrole (EBVC)

(81 532)

 

— Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA)

(410 436)

 

— Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden (EUROFOUND)

(134 366)

 

— Europese Toezichthoudende Autoriteit GNSS (GALILEO)

(146 103)

 

— Europees Instituut voor gendergelijkheid (EIGE)

(40 536)

 

— Europees Instituut voor innovatie en technologie (EIT)

(47 040)

 

— Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen (Eiopa)

(139 567)

 

— Europese Gemeenschappelijke Onderneming voor ITER en de ontwikkeling van fusie-energie (F4E)

(451 994)

 

— Europees Agentschap voor maritieme veiligheid (EMSA)

(276 665)

 

— Europees Geneesmiddelenbureau (EMA)

(716 620)

 

— Europees Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving (EWDD/EMCDDA)

(153 182)

 

— Europees Agentschap voor netwerk- en informatiebeveiliging (Enisa)

(64 034)

 

— Europese Politieacademie (Cepol)

(30 070)

 

— Europese Politiedienst (EUROPOL)

(656 819)

 

— Gemeenschappelijke Onderneming Europese Spoorwegen (Shift2Rail)

(1 489)

 

— Europees Spoorwegbureau

(194 656)

 

— Uitvoerend Agentschap Europese Onderzoeksraad (Ercea)

(236 326)

 

— Europese Autoriteit voor effecten en markten (ESMA)

(175 045)

 

— Europese Stichting voor opleiding (ETF)

(175 912)

 

— Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten (FRA)

(110 215)

 

— Uitvoerend Agentschap voor kleine en middelgrote ondernemingen (EASME ex-EACI)

(120 826)

 

— Gemeenschappelijke Onderneming brandstofcellen en waterstof (FCH)

(34 624)

 

— Uitvoerend Agentschap Innovatie en netwerken (INEA ex-TEN-T EA)

(100 006)

 

— Gemeenschappelijke Onderneming voor het initiatief inzake innovatieve geneesmiddelen (IMI)

(58 707)

 

— Gemeenschappelijke Onderneming voor de realisering van het Europese nieuwe generatie luchtverkeersbeveiligingssysteem (SESAR)

(51 542)

 

— Harmonisatiebureau voor de interne markt (HBIM/OHIM)

(921 184)

 

— Uitvoerend Agentschap onderzoek (REA)

(229 524)

 

— Gemeenschappelijke Afwikkelingsraad (GAR)

(140 479)

 

— Vertaalbureau voor de organen van de Europese Unie (CdT)

(260 159)

 

Hof van Justitie van de Europese Unie

 

5 147 000

Rekenkamer

 

1 800 000

Europees Economisch en Sociaal Comité

 

880 233

Comité van de Regio's

 

706 771

Europese Ombudsman

 

70 335

Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming

 

83 000

Europese Dienst voor extern optreden

 

3 767 000

 

Totaal

80 907 654

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 66 bis.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom van de Raad van 25 juli 1967 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de advocaten-generaal bij het Hof van Justitie, de president, de leden en de griffier van het Gerecht en van de president, de leden en de griffier van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (PB 187 van 8.8.1967, blz. 1).

Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 2290/77 van de Raad van 18 oktober 1977 tot vaststelling van de geldelijke regeling van de leden van de Rekenkamer (PB L 268 van 20.10.1977, blz. 1).

Besluit 94/262/EGKS, EG, Euratom van het Europees Parlement van 9 maart 1994 inzake het statuut van de Europese Ombudsman en de algemene voorwaarden voor de uitoefening van zijn ambt (PB L 113 van 4.5.1994, blz. 15).

Besluit nr. 1247/2002/EG van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie van 1 juli 2002 betreffende het statuut en de algemene voorwaarden voor de uitoefening van de functie van Europees Toezichthouder voor gegevensbescherming (PB L 183 van 12.7.2002, blz. 1).

Besluit nr. 2009/909/EU van de Raad van 1 december 2009 tot vaststelling van de arbeidsvoorwaarden van de voorzitter van de Europese Raad (PB L 322 van 9.12.2009, blz. 35).

Besluit nr. 2009/910/EU van de Raad van 1 december 2009 tot vaststelling van de arbeidsvoorwaarden van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid (PB L 322 van 9.12.2009, blz. 36).

Besluit nr. 2009/912/EU van de Raad van 1 december 2009 tot vaststelling van de arbeidsvoorwaarden van de secretaris-generaal van de Raad van de Europese Unie (PB L 322 van 9.12.2009, blz. 38).

HOOFDSTUK 4 1 —   BIJDRAGEN AAN DE PENSIOENREGELING

4 1 0

Bijdragen van het personeel aan de pensioenregeling

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

426 470 277

421 735 470

348 693 712,84

Toelichting

Deze ontvangsten worden gevormd door de bijdragen van het personeel in de financiering van de pensioenregeling.

 

Europees Parlement

 

59 667 459

Raad

 

21 733 000

Commissie:

 

292 000 614

— Administratie

(182 465 000)

 

— Onderzoek en technologische ontwikkeling

(18 468 895)

 

— Onderzoek (acties onder contract)

(16 477 720)

 

— Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF)

(3 302 000)

 

— Europees Bureau voor personeelsselectie (EPSO)

(907 000)

 

— Bureau voor infrastructuur en logistiek te Brussel (OIB)

(4 724 000)

 

— Bureau voor infrastructuur en logistiek te Luxemburg (OIL)

(1 446 000)

 

— Bureau voor het beheer en de afwikkeling van de individuele rechten (PMO)

(2 396 000)

 

— Bureau voor publicaties van de Europese Unie (OP)

(4 340 000)

 

— Agentschap voor de samenwerking tussen energieregulators (ACER)

(430 236)

 

— Europees Agentschap voor het operationeel beheer van grootschalige IT-systemen op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht (eu-LISA)

(827 848)

 

— Gemeenschappelijke Onderneming biogebaseerde industrieën (BBI)

(37 417)

 

— Orgaan van Europese regelgevende instanties voor elektronische communicatie (Berec)

(113 262)

 

— Gemeenschappelijke Onderneming Clean Sky (CSJU)

(191 657)

 

— Communautair Bureau voor plantenrassen (CBP/CPVO)

(297 514)

 

— Uitvoerend Agentschap voor consumenten, gezondheid, landbouw en levensmiddelen (CHAFEA ex-EAHC)

(288 996)

 

— Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur (Eacea)

(1 980 724)

 

— Gemeenschappelijke Onderneming Elektronische Componenten en Systemen voor Europees Leiderschap (ECSEL, ex-ARTEMIS & ENIAC)

(156 557)

 

— Europees Agentschap voor veiligheid en gezondheid op het werk (EU-OSHA)

(374 386)

 

— Europees Agentschap voor het beheer van de operationele samenwerking aan de buitengrenzen (Frontex)

(1 438 297)

 

— Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken (EASO)

(367 562)

 

— Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart (EASA)

(5 167 979)

 

— Europese Bankautoriteit (EBA)

(947 222)

 

— Europees orgaan voor justitiële samenwerking (EUROJUST)

(1 161 506)

 

— Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding (ECDC)

(1 572 724)

 

— Europees Centrum voor de ontwikkeling van de beroepsopleiding (CEDEFOP)

(752 900)

 

— Europees Agentschap voor chemische stoffen (ECHA)

(3 534 056)

 

— Europees Milieuagentschap (EMA)

(1 270 415)

 

— Europees Bureau voor visserijcontrole (EBVC)

(399 690)

 

— Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA)

(2 514 865)

 

— Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden (EUROFOUND)

(726 087)

 

— Europese Toezichthoudende Autoriteit GNSS (GALILEO)

(827 978)

 

— Europees Instituut voor gendergelijkheid (EIGE)

(239 850)

 

— Europees Instituut voor innovatie en technologie (EIT)

(341 753)

 

— Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen (Eiopa)

(747 532)

 

— Europese Gemeenschappelijke Onderneming voor ITER en de ontwikkeling van fusie-energie (F4E)

(2 645 185)

 

— Europees Agentschap voor maritieme veiligheid (EMSA)

(1 471 858)

 

— Europees Geneesmiddelenbureau (EMA/EEA)

(4 390 382)

 

— Europees Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving (EWDD/EMCDDA)

(730 558)

 

— Europees Agentschap voor netwerk- en informatiebeveiliging (Enisa)

(391 208)

 

— Europese Politieacademie (Cepol)

(176 023)

 

— Europese Politiedienst (EUROPOL)

(3 489 707)

 

— Gemeenschappelijke Onderneming Europese Spoorwegen (Shift2Rail)

(22 827)

 

— Europees Spoorwegbureau

(1 002 769)

 

— Uitvoerend Agentschap Europese Onderzoeksraad (Ercea)

(1 915 843)

 

— Europese Autoriteit voor effecten en markten (ESMA)

(973 209)

 

— Europese Stichting voor opleiding (ETF)

(905 763)

 

— Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten (FRA)

(642 697)

 

— Uitvoerend Agentschap voor kleine en middelgrote ondernemingen (EASME ex-EACI)

(1 156 340)

 

— Gemeenschappelijke Onderneming brandstofcellen en waterstof (FCH)

(153 548)

 

— Uitvoerend Agentschap Innovatie en netwerken (INEA ex-TEN-T EA)

(785 921)

 

— Gemeenschappelijke Onderneming voor het initiatief inzake innovatieve geneesmiddelen (IMI)

(278 112)

 

— Gemeenschappelijke Onderneming voor de realisering van het Europese nieuwe generatie luchtverkeersbeveiligingssysteem (SESAR)

(260 787)

 

— Harmonisatiebureau voor de interne markt (HBIM/OHIM)

(5 086 470)

 

— Uitvoerend Agentschap onderzoek (REA)

(2 478 891)

 

— Gemeenschappelijke Afwikkelingsraad (GAR)

(325 335)

 

— Vertaalbureau voor de organen van de Europese Unie (CdT)

(1 481 553)

 

Hof van Justitie van de Europese Unie

 

18 451 000

Rekenkamer

 

7 496 000

Europees Economisch en Sociaal Comité

 

5 338 577

Comité van de Regio's

 

3 772 117

Europese Ombudsman

 

518 510

Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming

 

394 000

Europese Dienst voor extern optreden

 

17 099 000

 

Totaal

426 470 277

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

Verordening (EGKS, EEG, Euratom) nr. 1860/76 van de Raad van 29 juni 1976 houdende vaststelling van de regeling welke van toepassing is op het personeel van de Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden (PB L 214 van 6.8.1976, blz. 24).

4 1 1

Overdracht of inkoop van pensioenrechten door het personeel

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

100 592 938

103 896 621

109 386 819,46

Toelichting

Deze ontvangsten worden gevormd door de aan de Unie betaalde actuariële tegenwaarde of de afkoopsom van de pensioenrechten die ambtenaren in een vorige werkkring hebben verworven.

 

Europees Parlement

 

9 100 000

Raad

 

p.m.

Commissie

 

91 492 938

Hof van Justitie van de Europese Unie

 

p.m.

Rekenkamer

 

p.m.

Europees Economisch en Sociaal Comité

 

p.m.

Comité van de Regio's

 

p.m.

Europese Ombudsman

 

p.m.

Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming

 

p.m.

Europese Dienst voor extern optreden

 

p.m.

 

Totaal

100 592 938

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

4 1 2

Bijdragen van ambtenaren en tijdelijke functionarissen met verlof om redenen van persoonlijke aard aan de pensioenregeling

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

110 000

110 000

97 727,29

Toelichting

Ambentaren en andere personeelsleden die verlof om persoonlijke redenen nemen, kunnen pensioenrechten blijven opbouwen mits zij ook de werkgeversbijdrage voor hun rekening nemen.

 

Europees Parlement

 

10 000

Raad

 

p.m.

Commissie

 

100 000

Hof van Justitie van de Europese Unie

 

p.m.

Rekenkamer

 

p.m.

Europees Economisch en Sociaal Comité

 

p.m.

Comité van de Regio's

 

p.m.

Europese Ombudsman

 

p.m.

Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming

 

p.m.

Europese Dienst voor extern optreden

 

p.m.

 

Totaal

110 000

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

HOOFDSTUK 4 2 —   OVERIGE BIJDRAGEN AAN DE PENSIOENREGELINGEN

4 2 0

Werkgeversbijdragen van gedecentraliseerde agentschappen en internationale organisaties aan de pensioenregeling

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

21 623 969

21 738 484

17 570 830,30

Toelichting

Deze ontvangsten worden gevormd door de werkgeversbijdrage van gedecentraliseerde agentschappen en internationale organisaties aan de pensioenregeling.

 

Commissie

 

21 623 969

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

4 2 1

Bijdragen van de leden van het Europees Parlement aan de pensioenregeling

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden gevormd door de bijdrage van de leden van het Europees Parlement in de financiering van de pensioenregeling.

 

Europees Parlement

 

p.m.

Rechtsgronden

Regeling betreffende de kosten en vergoedingen van de leden van het Europees Parlement, met name bijlage III.

TITEL 5

ONTVANGSTEN VOORTVLOEIENDE UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING VAN DE INSTELLINGEN

 

Artikel

Post

Rubriek

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

% 2014-2016

HOOFDSTUK 5 0

5 0 0

Opbrengst van de verkoop van roerende goederen (levering van goederen)

5 0 0 0

Verkoop van voertuigen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

16 070,—

 

5 0 0 1

Verkoop van andere roerende goederen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

325 842,05

 

5 0 0 2

Ontvangsten die voortvloeien uit de levering van goederen aan andere instellingen of organen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

667 661,62

 
 

Artikel 5 0 0 — Totaal

p.m.

p.m.

1 009 573,67

 

5 0 1

Opbrengst van de verkoop van onroerende goederen

p.m.

p.m.

0,—

 

5 0 2

Opbrengst van de verkoop van publicaties, drukwerken en films — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

345 124,64

 
 

HOOFDSTUK 5 0 — TOTAAL

p.m.

p.m.

1 354 698,31

 

HOOFDSTUK 5 1

5 1 0

Opbrengst van de verhuur van meubilair en materieel — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

649,34

 

5 1 1

Opbrengst van de verhuur en onderverhuur van onroerende goederen en terugbetaling van huurlasten

5 1 1 0

Opbrengst van de verhuur en onderverhuur van onroerende goederen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

17 113 535,02

 

5 1 1 1

Terugbetaling van huurlasten — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

2 289 800,67

 
 

Artikel 5 1 1 — Totaal

p.m.

p.m.

19 403 335,69

 
 

HOOFDSTUK 5 1 — TOTAAL

p.m.

p.m.

19 403 985,03

 

HOOFDSTUK 5 2

5 2 0

Opbrengst van uitgezette of uitgeleende middelen, bankrenten en andere renten geïnd op de rekeningen van de instellingen

455 129

453 674

2 142 331,10

470,71

5 2 1

Opbrengst van uitgezette of uitgeleende middelen, bankrenten en andere renten geïnd op de rekeningen van gesubsidieerde organisaties die aan de Commissie worden overgemaakt

10 000 000

50 000 000

15 550 692,95

155,51

5 2 2

Rente op betaalde voorfinanciering

40 000 000

40 000 000

18 567 546,46

46,42

5 2 3

Ontvangsten uit trustrekeningen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

123 434,10

 
 

HOOFDSTUK 5 2 — TOTAAL

50 455 129

90 453 674

36 384 004,61

72,11

HOOFDSTUK 5 5

5 5 0

Ontvangsten afkomstig van de levering van diensten en werkzaamheden ten behoeve van andere instellingen of organen, inclusief kosten van dienstreizen voor rekening van andere instellingen of organen en door deze instellingen of organen betaald — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

37 192 210,99

 

5 5 1

Ontvangsten afkomstig van op verzoek van derden verrichte diensten of werkzaamheden — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

4 413 932,61

 
 

HOOFDSTUK 5 5 — TOTAAL

p.m.

p.m.

41 606 143,60

 

HOOFDSTUK 5 7

5 7 0

Ontvangsten voortvloeiende uit de terugbetaling van onverschuldigd betaalde bedragen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

43 544 889,76

 

5 7 1

Ontvangsten die voor een bepaald doel zijn bestemd, zoals inkomsten van stichtingsvermogens, subsidies, giften en legaten, daaronder begrepen de aan elke instelling vooraf toegewezen specifieke ontvangsten — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

20 899,93

 

5 7 2

Terugbetaling van voor rekening van een andere instelling gedane sociale uitgaven

p.m.

p.m.

0,—

 

5 7 3

Overige bijdragen en terugbetalingen die voortvloeien uit de administratieve werking van de instelling — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

164 795 528,82

 

5 7 4

Ontvangsten uit hoofde van de bijdrage van de Commissie aan de Europese Dienst voor extern optreden (EDEO) voor personeelsleden van de Commissie die in de delegaties van de Unie werkzaam zijn — Bestemmingsuitgaven

p.m.

p.m.

263 844 850,57

 
 

HOOFDSTUK 5 7 — TOTAAL

p.m.

p.m.

472 206 169,08

 

HOOFDSTUK 5 8

5 8 0

Ontvangsten uit huurvergoedingen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

17 828,08

 

5 8 1

Ontvangsten afkomstig van verzekeringsuitkeringen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

549 164,94

 
 

HOOFDSTUK 5 8 — TOTAAL

p.m.

p.m.

566 993,02

 

HOOFDSTUK 5 9

5 9 0

Overige ontvangsten uit het administratieve beheer

5 000 000

4 000 000

6 557 510,20

131,15

 

HOOFDSTUK 5 9 — TOTAAL

5 000 000

4 000 000

6 557 510,20

131,15

 

Titel 5 — Totaal

55 455 129

94 453 674

578 079 503,85

1 042,43

HOOFDSTUK 5 0 —

OPBRENGST VAN DE VERKOOP VAN ROERENDE (LEVERING VAN GOEDEREN) EN ONROERENDE GOEDEREN

 

HOOFDSTUK 5 1 —

HUUROPBRENGSTEN

 

HOOFDSTUK 5 2 —

OPBRENGST VAN UITGEZETTE OF UITGELEENDE MIDDELEN, BANKRENTEN EN ANDERE RENTEN

 

HOOFDSTUK 5 5 —

ONTVANGSTEN AFKOMSTIG VAN DE LEVERING VAN DIENSTEN EN WERKZAAMHEDEN

 

HOOFDSTUK 5 7 —

OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN DIE VOORTVLOEIEN UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING VAN DE INSTELLINGEN

 

HOOFDSTUK 5 8 —

DIVERSE VERGOEDINGEN

 

HOOFDSTUK 5 9 —

OVERIGE ONTVANGSTEN UIT HET ADMINISTRATIEVE BEHEER

HOOFDSTUK 5 0 —   OPBRENGST VAN DE VERKOOP VAN ROERENDE (LEVERING VAN GOEDEREN) EN ONROERENDE GOEDEREN

5 0 0

Opbrengst van de verkoop van roerende goederen (levering van goederen)

5 0 0 0

Verkoop van voertuigen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

16 070,—

Toelichting

Onder deze post worden de inkomsten geboekt die afkomstig zijn van de verkoop of de overname van de voertuigen van de instellingen.

Tevens worden hier de opbrengsten geboekt van de verkoop van voertuigen die worden vervangen of die volledig afgeschreven zijn.

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder a) en b), van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten voor het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

 

Europees Parlement

 

p.m.

Raad

 

p.m.

Commissie

 

p.m.

Hof van Justitie van de Europese Unie

 

p.m.

Rekenkamer

 

p.m.

Europees Economisch en Sociaal Comité

 

p.m.

Comité van de Regio's

 

p.m.

Europese Ombudsman

 

p.m.

Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming

 

p.m.

Europese Dienst voor extern optreden

 

p.m.

 

Totaal

p.m.

5 0 0 1

Verkoop van andere roerende goederen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

325 842,05

Toelichting

Onder deze post worden de inkomsten geboekt die afkomstig zijn van de verkoop of de overname van andere roerende goederen van de instellingen dan voertuigen.

Tevens worden hier de opbrengsten geboekt van de verkoop van materieel, installaties, materialen en wetenschappelijke en technische apparaten die worden vervangen of die volledig afgeschreven zijn.

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder a) en b), van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten voor het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

 

Europees Parlement

 

p.m.

Raad

 

p.m.

Commissie

 

p.m.

Hof van Justitie van de Europese Unie

 

p.m.

Rekenkamer

 

p.m.

Europees Economisch en Sociaal Comité

 

p.m.

Comité van de Regio's

 

p.m.

Europese Ombudsman

 

p.m.

Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming

 

p.m.

Europese Dienst voor extern optreden

 

p.m.

 

Totaal

p.m.

5 0 0 2

Ontvangsten die voortvloeien uit de levering van goederen aan andere instellingen of organen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

667 661,62

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder e), van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van aanvullende kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

 

Europees Parlement

 

p.m.

Raad

 

p.m.

Commissie

 

p.m.

Hof van Justitie van de Europese Unie

 

p.m.

Rekenkamer

 

p.m.

Europees Economisch en Sociaal Comité

 

p.m.

Comité van de Regio's

 

p.m.

Europese Ombudsman

 

p.m.

Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming

 

p.m.

Europese Dienst voor extern optreden

 

p.m.

 

Totaal

p.m.

5 0 1

Opbrengst van de verkoop van onroerende goederen

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Onder dit artikel worden de inkomsten geboekt die afkomstig zijn van de verkoop van onroerende goederen van de instellingen.

5 0 2

Opbrengst van de verkoop van publicaties, drukwerken en films — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

345 124,64

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder h), van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

Dit artikel omvat tevens de ontvangsten uit de verkoop van deze producten in elektronische vorm.

 

Europees Parlement

 

p.m.

Raad

 

p.m.

Commissie

 

p.m.

Hof van Justitie van de Europese Unie

 

p.m.

Rekenkamer

 

p.m.

Europees Economisch en Sociaal Comité

 

p.m.

Comité van de Regio's

 

p.m.

Europese Ombudsman

 

p.m.

Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming

 

p.m.

Europese Dienst voor extern optreden

 

p.m.

 

Totaal

p.m.

HOOFDSTUK 5 1 —   HUUROPBRENGSTEN

5 1 0

Opbrengst van de verhuur van meubilair en materieel — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

649,34

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder a), van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van aanvullende kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

 

Europees Parlement

 

p.m.

Raad

 

p.m.

Commissie

 

p.m.

Hof van Justitie van de Europese Unie

 

p.m.

Rekenkamer

 

p.m.

Europees Economisch en Sociaal Comité

 

p.m.

Comité van de Regio's

 

p.m.

Europese Ombudsman

 

p.m.

Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming

 

p.m.

Europese Dienst voor extern optreden

 

p.m.

 

Totaal

p.m.

5 1 1

Opbrengst van de verhuur en onderverhuur van onroerende goederen en terugbetaling van huurlasten

5 1 1 0

Opbrengst van de verhuur en onderverhuur van onroerende goederen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

17 113 535,02

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder a), van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van aanvullende kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

 

Europees Parlement

 

p.m.

Raad

 

p.m.

Commissie

 

p.m.

Hof van Justitie van de Europese Unie

 

p.m.

Rekenkamer

 

p.m.

Europees Economisch en Sociaal Comité

 

p.m.

Comité van de Regio's

 

p.m.

Europese Ombudsman

 

p.m.

Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming

 

p.m.

Europese Dienst voor extern optreden

 

p.m.

 

Totaal

p.m.

5 1 1 1

Terugbetaling van huurlasten — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

2 289 800,67

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder a), van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van aanvullende kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

 

Europees Parlement

 

p.m.

Raad

 

p.m.

Commissie

 

p.m.

Hof van Justitie van de Europese Unie

 

p.m.

Rekenkamer

 

p.m.

Europees Economisch en Sociaal Comité

 

p.m.

Comité van de Regio's

 

p.m.

Europese Ombudsman

 

p.m.

Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming

 

p.m.

Europese Dienst voor extern optreden

 

p.m.

 

Totaal

p.m.

HOOFDSTUK 5 2 —   OPBRENGST VAN UITGEZETTE OF UITGELEENDE MIDDELEN, BANKRENTEN EN ANDERE RENTEN

5 2 0

Opbrengst van uitgezette of uitgeleende middelen, bankrenten en andere renten geïnd op de rekeningen van de instellingen

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

455 129

453 674

2 142 331,10

Toelichting

Onder dit artikel worden de ontvangsten geboekt die afkomstig zijn van uitgezette of uitgeleende middelen, bankrenten en andere intresten, gestort op of geïnd van de rekeningen van de instellingen.

 

Europees Parlement

 

410 000

Raad

 

p.m.

Commissie

 

p.m.

Hof van Justitie van de Europese Unie

 

p.m.

Rekenkamer

 

p.m.

Europees Economisch en Sociaal Comité

 

40 000

Comité van de Regio's

 

5 129

Europese Ombudsman

 

p.m.

Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming

 

p.m.

Europese Dienst voor extern optreden

 

p.m.

 

Totaal

455 129

5 2 1

Opbrengst van uitgezette of uitgeleende middelen, bankrenten en andere renten geïnd op de rekeningen van gesubsidieerde organisaties die aan de Commissie worden overgemaakt

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

10 000 000

50 000 000

15 550 692,95

Toelichting

Op dit begrotingsonderdeel worden de ontvangsten opgevoerd die voortkomen uit de terugstorting van rente door gesubsidieerde organisaties die voorschotten van de Commissie op rentedragende rekeningen hebben geplaatst. De ongebruikte voorschotten en de rente daarop moeten aan de Commissie worden teruggestort.

 

Commissie

 

10 000 000

5 2 2

Rente op betaalde voorfinanciering

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

40 000 000

40 000 000

18 567 546,46

Toelichting

Onder dit artikel worden de ontvangsten uit de rente op voorfinancieringen geboekt.

Deze ontvangsten kunnen overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder d), van het Financieel Reglement worden gebruikt ter opvoering van de extra kredieten voor het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

De rente op uit de begroting betaalde voorfinanciering is niet verschuldigd aan de Unie tenzij anders is bepaald in de delegatieovereenkomsten, met uitzondering van die overeenkomsten die zijn gesloten met derde landen of de door hen aangewezen organen. In gevallen waarin dat is voorzien wordt de rente hergebruikt voor de corresponderende actie, ofwel in mindering gebracht op het bedrag van betalingsverzoeken overeenkomstig artikel 23, lid 1, eerste alinea, onder c), van het Financieel Reglement of teruggevorderd.

In de Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1268/2012 worden ook bepalingen vastgelegd betreffende het boeken van de rente op betaalde voorfinanciering.

 

Commissie

 

40 000 000

Rechtsgronden

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1), met name artikel 21, lid 3, onder d).

Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1268/2012 van de Commissie van 29 oktober 2012 houdende uitvoeringsvoorschriften voor Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie (PB L 362 van 31.12.2012, blz. 1).

5 2 3

Ontvangsten uit trustrekeningen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

123 434,10

Toelichting

Onder dit artikel worden rente en andere ontvangsten uit trustrekeningen geboekt.

De trustrekeningen worden namens de Unie aangehouden door internationale financiële instellingen (Europees Investeringsfonds, Europese Investeringsbank, Ontwikkelingsbank van de Raad van Europa/Kreditanstalt für Wiederaufbau, Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling) die uniale programma's beheren en de door de Unie overgemaakte bedragen blijven op de rekening totdat deze beschikbaar worden gesteld voor de begunstigden in het kader van het enige programma, zoals kleine en middelgrote ondernemingen of instellingen die projecten in toetredingslanden beheren.

Overeenkomstig artikel 21, lid 4, van het Financieel Reglement geeft rente uit trustrekeningen voor uniale programma's aanleiding tot de opvoering van aanvullende kredieten op de begrotingsonderdelen van de oorspronkelijke uitgave die tot de desbetreffende ontvangsten heeft geleid.

Rechtsgronden

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1), met name artikel 21, lid 4.

Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1268/2012 van de Commissie van 29 oktober 2012 houdende uitvoeringsvoorschriften voor Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie (PB L 362 van 31.12.2012, blz. 1).

HOOFDSTUK 5 5 —   ONTVANGSTEN AFKOMSTIG VAN DE LEVERING VAN DIENSTEN EN WERKZAAMHEDEN

5 5 0

Ontvangsten afkomstig van de levering van diensten en werkzaamheden ten behoeve van andere instellingen of organen, inclusief kosten van dienstreizen voor rekening van andere instellingen of organen en door deze instellingen of organen betaald — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

37 192 210,99

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder e), van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van aanvullende kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

 

Europees Parlement

 

p.m.

Raad

 

p.m.

Commissie

 

p.m.

Hof van Justitie van de Europese Unie

 

p.m.

Rekenkamer

 

p.m.

Europees Economisch en Sociaal Comité

 

p.m.

Comité van de Regio's

 

p.m.

Europese Ombudsman

 

p.m.

Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming

 

p.m.

Europese Dienst voor extern optreden

 

p.m.

 

Totaal

p.m.

5 5 1

Ontvangsten afkomstig van op verzoek van derden verrichte diensten of werkzaamheden — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

4 413 932,61

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder a), van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van aanvullende kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

 

Europees Parlement

 

p.m.

Raad

 

p.m.

Commissie

 

p.m.

Hof van Justitie van de Europese Unie

 

p.m.

Rekenkamer

 

p.m.

Europees Economisch en Sociaal Comité

 

p.m.

Comité van de Regio's

 

p.m.

Europese Ombudsman

 

p.m.

Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming

 

p.m.

Europese Dienst voor extern optreden

 

p.m.

 

Totaal

p.m.

HOOFDSTUK 5 7 —   OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN DIE VOORTVLOEIEN UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING VAN DE INSTELLINGEN

5 7 0

Ontvangsten voortvloeiende uit de terugbetaling van onverschuldigd betaalde bedragen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

43 544 889,76

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder c), van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van aanvullende kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

 

Europees Parlement

 

p.m.

Raad

 

p.m.

Commissie

 

p.m.

Hof van Justitie van de Europese Unie

 

p.m.

Rekenkamer

 

p.m.

Europees Economisch en Sociaal Comité

 

p.m.

Comité van de Regio's

 

p.m.

Europese Ombudsman

 

p.m.

Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming

 

p.m.

Europese Dienst voor extern optreden

 

p.m.

 

Totaal

p.m.

5 7 1

Ontvangsten die voor een bepaald doel zijn bestemd, zoals inkomsten van stichtingsvermogens, subsidies, giften en legaten, daaronder begrepen de aan elke instelling vooraf toegewezen specifieke ontvangsten — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

20 899,93

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder d), van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van aanvullende kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

 

Europees Parlement

 

p.m.

Raad

 

p.m.

Commissie

 

p.m.

Hof van Justitie van de Europese Unie

 

p.m.

Rekenkamer

 

p.m.

Europees Economisch en Sociaal Comité

 

p.m.

Comité van de Regio's

 

p.m.

Europese Ombudsman

 

p.m.

Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming

 

p.m.

Europese Dienst voor extern optreden

 

p.m.

 

Totaal

p.m.

5 7 2

Terugbetaling van voor rekening van een andere instelling gedane sociale uitgaven

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Onder dit artikel worden de inkomsten geboekt in verband met de terugbetaling van voor rekening van een andere instelling gedane sociale uitgaven.

 

Europees Parlement

 

p.m.

Raad

 

p.m.

Commissie

 

p.m.

Hof van Justitie van de Europese Unie

 

p.m.

Rekenkamer

 

p.m.

Europees Economisch en Sociaal Comité

 

p.m.

Comité van de Regio's

 

p.m.

Europese Ombudsman

 

p.m.

Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming

 

p.m.

Europese Dienst voor extern optreden

 

p.m.

 

Totaal

p.m.

5 7 3

Overige bijdragen en terugbetalingen die voortvloeien uit de administratieve werking van de instelling — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

164 795 528,82

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en worden gebruikt ter opvoering van extra kredieten onder het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

 

Europees Parlement

 

p.m.

Raad

 

p.m.

Commissie

 

p.m.

Hof van Justitie van de Europese Unie

 

p.m.

Rekenkamer

 

p.m.

Europees Economisch en Sociaal Comité

 

p.m.

Comité van de Regio's

 

p.m.

Europese Ombudsman

 

p.m.

Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming

 

p.m.

Europese Dienst voor extern optreden

 

p.m.

 

Totaal

p.m.

5 7 4

Ontvangsten uit hoofde van de bijdrage van de Commissie aan de Europese Dienst voor extern optreden (EDEO) voor personeelsleden van de Commissie die in de delegaties van de Unie werkzaam zijn — Bestemmingsuitgaven

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

263 844 850,57

Toelichting

Deze ontvangsten vloeien voort uit een bijdrage van de Commissie aan de EDEO om de ter plaatse beheerde uitgaven te dekken van de personeelsleden van de Commissie die in de delegaties van de Unie werkzaam zijn, inclusief personeelsleden van de Commissie die met middelen van het Europees Ontwikkelingsfonds (EOF) worden betaald.

Overeenkomstig artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement worden de eventuele ontvangsten gebruikt ter opvoering van extra kredieten onder begrotingspost 3 0 0 5 van de staat van uitgaven in afdeling X „Europese Dienst voor extern optreden”.

 

Europese Dienst voor extern optreden

 

p.m.

HOOFDSTUK 5 8 —   DIVERSE VERGOEDINGEN

5 8 0

Ontvangsten uit huurvergoedingen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

17 828,08

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder g), van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

 

Europees Parlement

 

p.m.

Raad

 

p.m.

Commissie

 

p.m.

Hof van Justitie van de Europese Unie

 

p.m.

Rekenkamer

 

p.m.

Europees Economisch en Sociaal Comité

 

p.m.

Comité van de Regio's

 

p.m.

Europese Ombudsman

 

p.m.

Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming

 

p.m.

Europese Dienst voor extern optreden

 

p.m.

 

Totaal

p.m.

5 8 1

Ontvangsten afkomstig van verzekeringsuitkeringen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

549 164,94

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder f), van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

Onder dit artikel wordt tevens de bezoldigingsvergoeding geboekt die de verzekering uitkeert bij ongevallen van ambtenaren.

 

Europees Parlement

 

p.m.

Raad

 

p.m.

Commissie

 

p.m.

Hof van Justitie van de Europese Unie

 

p.m.

Rekenkamer

 

p.m.

Europees Economisch en Sociaal Comité

 

p.m.

Comité van de Regio's

 

p.m.

Europese Ombudsman

 

p.m.

Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming

 

p.m.

Europese Dienst voor extern optreden

 

p.m.

 

Totaal

p.m.

HOOFDSTUK 5 9 —   OVERIGE ONTVANGSTEN UIT HET ADMINISTRATIEVE BEHEER

5 9 0

Overige ontvangsten uit het administratieve beheer

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

5 000 000

4 000 000

6 557 510,20

Toelichting

Onder dit artikel worden de overige ontvangsten uit het administratieve beheer geboekt.

 

Europees Parlement

 

p.m.

Raad

 

p.m.

Commissie

 

5 000 000

Hof van Justitie van de Europese Unie

 

p.m.

Rekenkamer

 

p.m.

Europees Economisch en Sociaal Comité

 

p.m.

Comité van de Regio's

 

p.m.

Europese Ombudsman

 

p.m.

Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming

 

p.m.

Europese Dienst voor extern optreden

 

p.m.

 

Totaal

5 000 000

TITEL 6

BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN IN HET KADER VAN OVEREENKOMSTEN EN PROGRAMMA'S VAN DE UNIE

 

Artikel

Post

Rubriek

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

% 2014-2016

HOOFDSTUK 6 0

6 0 1

Diverse onderzoeksprogramma's

6 0 1 1

Samenwerkingsovereenkomsten Zwitserland-Euratom op het gebied van de beheerste thermische kernversmelting en de plasmafysica — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0,—

 

6 0 1 2

European Fusion Development Agreements (EFDAs) — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

1 916 000,—

 

6 0 1 3

Samenwerkingsovereenkomsten met derde landen in het kader van onderzoeksprogramma's van de Unie — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

188 328 679,52

 

6 0 1 5

Samenwerkingsovereenkomsten met instellingen van derde landen in het kader van wetenschappelijke en technologische projecten van belang voor de Unie (Eureka en andere) — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0,—

 

6 0 1 6

Europese samenwerkingsovereenkomsten op het gebied van wetenschappelijk en technisch onderzoek — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0,—

 
 

Artikel 6 0 1 — Totaal

p.m.

p.m.

190 244 679,52

 

6 0 2

Andere programma's

6 0 2 1

Diverse ontvangsten bestemd voor activiteiten in verband met humanitaire hulp — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

49 927 571,36

 
 

Artikel 6 0 2 — Totaal

p.m.

p.m.

49 927 571,36

 

6 0 3

Associatieovereenkomsten tussen de Unie en derde landen

6 0 3 1

Ontvangsten die voortvloeien uit de deelneming van kandidaat-lidstaten en potentiële kandidaten van de westelijke Balkan aan uniale programma's — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

200 597 560,18

 

6 0 3 2

Ontvangsten die voortvloeien uit de deelneming van derde landen, die geen kandidaat-lidstaten of potentiële kandidaten van de westelijke Balkan zijn aan samenwerkingsovereenkomsten op douanegebied — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

670 748,—

 

6 0 3 3

Deelneming van derde landen of organen aan activiteiten van de Unie — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

135 583 121,90

 
 

Artikel 6 0 3 — Totaal

p.m.

p.m.

336 851 430,08

 
 

HOOFDSTUK 6 0 — TOTAAL

p.m.

p.m.

577 023 680,96

 

HOOFDSTUK 6 1

6 1 1

Terugbetaling van voor rekening van één of meer lidstaten gedane uitgaven

6 1 1 3

Opbrengsten van de beleggingen zoals bedoeld in artikel 4 van Beschikking 2003/76/EG — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

53 081 071,04

 

6 1 1 4

Ontvangsten uit de invorderingen in het kader van het onderzoeksprogramma van het Fonds voor onderzoek inzake kolen en staal

p.m.

p.m.

0,—

 
 

Artikel 6 1 1 — Totaal

p.m.

p.m.

53 081 071,04

 

6 1 2

Terugbetaling van specifieke uitgaven in verband met de uitvoering van werkzaamheden op verzoek en tegen vergoeding — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

1 937,74

 

6 1 4

Terugbetaling van voor projecten en werkzaamheden toegekende uniale steun bij geslaagde commerciële exploitatie

6 1 4 3

Terugbetaling van de uniale subsidies toegekend in het kader van een Europese activiteit met risicodragend kapitaal ten behoeve van het midden- en kleinbedrijf — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0,—

 

6 1 4 4

Terugbetaling van steun van de Unie aan risicodelingsinstrumenten die gefinancierd worden uit het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling en het Cohesiefonds — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0,—

 
 

Artikel 6 1 4 — Totaal

p.m.

p.m.

0,—

 

6 1 5

Terugbetaling van niet-gebruikte uniale bijstand

6 1 5 0

Terugbetaling van niet-gebruikte bijstand van het Europees Sociaal Fonds, het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling, het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw, het Financieringsinstrument voor de Oriëntatie van de Visserij, het Cohesiefonds, het EU-Solidariteitsfonds, ISPA, IPA, EVF, FEAD, EFMZV en het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (ELFPO) — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

67 212 656,57

 

6 1 5 1

Terugbetaling van niet-gebruikte subsidies voor het begrotingsevenwicht — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0,—

 

6 1 5 2

Terugbetaling van niet-gebruikte rentesubsidies — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0,—

 

6 1 5 3

Terugbetaling van niet-gebruikte bedragen in het kader van contracten van de instelling — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0,—

 

6 1 5 7

Terugbetaling van voorschotten in het kader van de structuurfondsen, het Cohesiefonds, het Europees Visserijfonds, het Fonds voor Europese hulp aan de meest behoeftigen, het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0,30

 

6 1 5 8

Terugbetaling van diverse niet-gebruikte bedragen aan uniale bijstand — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

582 627,32

 
 

Artikel 6 1 5 — Totaal

p.m.

p.m.

67 795 284,19

 

6 1 6

Terugbetaling van de uitgaven voor rekening van de Internationale Organisatie voor Atoomenergie — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0,—

 

6 1 7

Terugbetaling van in het kader van de uniale hulp aan derde landen uitgekeerde bedragen

6 1 7 0

Terugbetaling in het kader van de samenwerking met Zuid-Afrika — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

1 754,84

 
 

Artikel 6 1 7 — Totaal

p.m.

p.m.

1 754,84

 

6 1 8

Terugbetaling van in het kader van de voedselhulp gestorte bedragen

6 1 8 0

Terugbetaling door leveranciers of begunstigden van uit hoofde van de voedselhulp te veel ontvangen bedragen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

15 691,39

 

6 1 8 1

Terugbetaling van door begunstigden van voedselhulp veroorzaakte aanvullende kosten — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

10 000,—

 
 

Artikel 6 1 8 — Totaal

p.m.

p.m.

25 691,39

 

6 1 9

Overige terugbetalingen van voor rekening van derden gedane uitgaven

6 1 9 1

Overige terugbetalingen van in het kader van Besluit 77/270/Euratom van de Raad voor rekening van derden gedane uitgaven — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

84 113,—

 
 

Artikel 6 1 9 — Totaal

p.m.

p.m.

84 113,—

 
 

HOOFDSTUK 6 1 — TOTAAL

p.m.

p.m.

120 989 852,20

 

HOOFDSTUK 6 2

6 2 0

Verstrekking tegen vergoeding van grondstoffen of bijzondere splijtstoffen (artikel 6, onder b), van het Euratom-Verdrag) — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0,—

 

6 2 2

Ontvangsten uit door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek tegen vergoeding voor derden verrichte werkzaamheden

6 2 2 1

Ontvangsten uit de exploitatie van de hogefluxreactor (HFR) die aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

7 994 736,64

 

6 2 2 3

Andere ontvangsten uit door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek tegen vergoeding voor derden verrichte werkzaamheden die aanleiding geven tot de opvoering van aanvullende kredieten — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

8 111 453,33

 

6 2 2 4

Ontvangsten uit door de Commissie verleende licenties op al dan niet voor een octrooi in aanmerking komende uitvindingen voortvloeiend uit het uniale onderzoek door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

268 933,15

 

6 2 2 5

Andere ontvangsten ten voordele van het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0,—

 

6 2 2 6

Ontvangsten uit door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek op basis van concurrentie voor andere diensten van de Commissie verrichte werkzaamheden die aanleiding geven tot de opvoering van aanvullende kredieten — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

61 421 661,54

 
 

Artikel 6 2 2 — Totaal

p.m.

p.m.

77 796 784,66

 

6 2 4

Ontvangsten uit door de Commissie verleende licenties op al dan niet voor een octrooi in aanmerking komende uitvindingen voortvloeiend uit het uniale onderzoek (werkzaamheden onder contract) — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0,—

 
 

HOOFDSTUK 6 2 — TOTAAL

p.m.

p.m.

77 796 784,66

 

HOOFDSTUK 6 3

6 3 0

Bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie in het kader van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

286 014 835,—

 

6 3 1

Bijdragen in het kader van het Schengenacquis

6 3 1 1

Bijdragen in de administratieve uitgaven die voortvloeien uit de overeenkomst met IJsland en Noorwegen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

1 177 275,75

 

6 3 1 2

Bijdragen voor de ontwikkeling, de instelling, werking en gebruik van grootschalige informatiesystemen in het kader van de overeenkomsten met IJsland, Noorwegen, Zwitserland en Liechtenstein — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

2 620 721,15

 

6 3 1 3

Andere bijdragen in het kader van het Schengenacquis (IJsland, Noorwegen, Zwitserland en Liechtenstein) — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

31 993,89

 
 

Artikel 6 3 1 — Totaal

p.m.

p.m.

3 829 990,79

 

6 3 2

Bijdragen voor de uitgaven van het Europees Ontwikkelingsfonds op het gebied van gemeenschappelijke administratieve ondersteuning — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

86 415 429,65

 

6 3 3

Bijdragen aan sommige externe steunprogramma's

6 3 3 0

Bijdragen van de lidstaten, inclusief hun overheidsagentschappen, entiteiten of natuurlijke personen, voor sommige externe steunprogramma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

11 557 494,80

 

6 3 3 1

Bijdragen van derde landen, inclusief hun overheidsagentschappen, entiteiten of natuurlijke personen, voor sommige externe steunprogramma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0,—

 

6 3 3 2

Bijdragen van internationale organisaties voor sommige externe steunprogramma's die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0,—

 
 

Artikel 6 3 3 — Totaal

p.m.

p.m.

11 557 494,80

 

6 3 4

Bijdragen van trustfonds en financiële instrumenten — Bestemmingsontvangsten

6 3 4 0

Bijdragen van trustfonds voor de beheerskosten van de Commissie — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0,—

 

6 3 4 1

Bijdragen van financiële instrumenten — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0,—

 
 

Artikel 6 3 4 — Totaal

p.m.

p.m.

0,—

 
 

HOOFDSTUK 6 3 — TOTAAL

p.m.

p.m.

387 817 750,24

 

HOOFDSTUK 6 5

6 5 0

Financiële correcties voor 2015 in verband met het EFRO, het ESF, het EOGFL-afdeling Oriëntatie, het FIOV, het Cohesiefonds, het EVF, het EFMZV, Sapard en het IPA — Bestemmingsontvangsten

118 383 863,98

 

6 5 1

Financiële correcties in verband met de programmeringsperiodes voor het jaar 2000

p.m.

p.m.

   

6 5 2

Financiële correcties in verband met de programmeringsperiode 2000-2006 — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

   

6 5 3

Financiële correcties in verband met de programmeringsperiode 2007-2013 — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

   

6 5 4

Financiële correcties in verband met de programmeringsperiode 2014-2020 — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

   
 

HOOFDSTUK 6 5 — TOTAAL

p.m.

p.m.

118 383 863,98

 

HOOFDSTUK 6 6

6 6 0

Overige bijdragen en terugbetalingen

6 6 0 0

Overige bestemmingsbijdragen en -terugbetalingen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

850 711 696,25

 

6 6 0 1

Overige bijdragen en terugbetalingen zonder specifieke bestemming

60 000 000

60 000 000

8 666 423,81

14,44

 

Artikel 6 6 0 — Totaal

60 000 000

60 000 000

859 378 120,06

1 432,30

 

HOOFDSTUK 6 6 — TOTAAL

60 000 000

60 000 000

859 378 120,06

1 432,30

HOOFDSTUK 6 7

6 7 0

Ontvangsten in het kader van het Europees Landbouwgarantiefonds

6 7 0 1

Goedkeuring van de rekeningen van het Europees Landbouwgarantiefonds — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

815 588 600,63

 

6 7 0 2

Onregelmatigheden in het kader van het Europees Landbouwgarantiefonds — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

150 305 663,70

 

6 7 0 3

Heffing voor melkproducenten — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

48 284 110,03

 
 

Artikel 6 7 0 — Totaal

p.m.

p.m.

1 014 178 374,36

 

6 7 1

Ontvangsten in het kader van het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling

6 7 1 1

Goedkeuring van de rekeningen van het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

69 413 810,83

 

6 7 1 2

Onregelmatigheden in het kader van het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0,—

 
 

Artikel 6 7 1 — Totaal

p.m.

p.m.

69 413 810,83

 
 

HOOFDSTUK 6 7 — TOTAAL

p.m.

p.m.

1 083 592 185,19

 
 

Titel 6 — Totaal

60 000 000

60 000 000

3 224 982 237,29

5 374,97

HOOFDSTUK 6 0 —

BIJDRAGEN AAN PROGRAMMA'S VAN DE UNIE

 

HOOFDSTUK 6 1 —

TERUGBETALING VAN DIVERSE UITGAVEN

 

HOOFDSTUK 6 2 —

ONTVANGSTEN UIT ONDER BEZWARENDE TITEL VERRICHTE DIENSTEN

 

HOOFDSTUK 6 3 —

BIJDRAGEN IN HET KADER VAN SPECIFIEKE OVEREENKOMSTEN

 

HOOFDSTUK 6 5 —

FINANCIËLE CORRECTIES

 

HOOFDSTUK 6 6 —

OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN

 

HOOFDSTUK 6 7 —

ONTVANGSTEN IN HET KADER VAN HET EUROPEES LANDBOUWGARANTIEFONDS (ELGF) EN HET EUROPEES LANDBOUWFONDS VOOR PLATTELANDSONTWIKKELING (ELFPO)

HOOFDSTUK 6 0 —   BIJDRAGEN AAN PROGRAMMA'S VAN DE UNIE

6 0 1

Diverse onderzoeksprogramma's

6 0 1 1

Samenwerkingsovereenkomsten Zwitserland-Euratom op het gebied van de beheerste thermische kernversmelting en de plasmafysica — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Ontvangsten voortvloeiend uit samenwerkingsovereenkomsten tussen Zwitserland en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, met name die van 14 september 1978.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement zullen eventuele ontvangsten, afhankelijk van de te dekken uitgaven, worden gebruikt ter opvoering van extra kredieten onder de artikelen 08 03 50 en 08 04 50 (werkzaamheden onder contract) van de staat van uitgaven van afdeling III „Commissie”.

6 0 1 2

European Fusion Development Agreements (EFDAs) — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

1 916 000,—

Toelichting

Ontvangsten, voortvloeiende uit de multilaterale EFDA tussen de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en haar 26 partners op fusiegebied.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement zullen eventuele ontvangsten, afhankelijk van de te dekken uitgaven, worden gebruikt ter opvoering van extra kredieten onder artikel 08 03 50 (werkzaamheden onder contract) van de staat van uitgaven van afdeling III „Commissie”.

6 0 1 3

Samenwerkingsovereenkomsten met derde landen in het kader van onderzoeksprogramma's van de Unie — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

188 328 679,52

Toelichting

Ontvangsten voortvloeiend uit samenwerkingsovereenkomsten tussen de Unie en derde landen, in het bijzonder met die landen die deelnemen aan de Europese samenwerking op het gebied van het wetenschappelijke en technische onderzoek (COST), met het doel hen bij onderzoeksprogramma's van de Unie te betrekken.

De eventuele middelen zijn bestemd voor het dekken van de kosten van vergaderingen, deskundigencontracten en onderzoek in het kader van de desbetreffende programma's.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement zullen eventuele ontvangsten, afhankelijk van de te dekken uitgaven, worden gebruikt ter opvoering van extra kredieten onder de artikelen 02 04 50, 05 09 50, 06 03 50, 08 02 50, 08 03 50, 08 04 50, 09 04 50, 15 03 50, 32 04 50 (werkzaamheden onder contract), 10 02 50 en 10 03 50 van de staat van uitgaven van afdeling III „Commissie”.

Rechtsgronden

Besluit 2008/372/EG van de Raad van 12 februari 2008 betreffende de ondertekening en voorlopige toepassing van een Protocol bij de Euro-mediterrane Overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de staat Israël, anderzijds, inzake een Kaderovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de staat Israël over de algemene beginselen van de deelname van de staat Israël aan communautaire programma’s (PB L 129 van 17.5.2008, blz. 39).

Besluit 2011/28/EU van de Raad van 12 juli 2010 betreffende de sluiting van een Protocol bij de Partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst waarbij een partnerschap wordt ingesteld tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Moldavië, anderzijds, inzake een Kaderovereenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek Moldavië over de algemene beginselen voor de deelname van de Republiek Moldavië aan EU-programma’s (PB L 14 van 19.1.2011, blz. 5).

Besluit 2012/777/EU van de Raad van 10 december 2012 betreffende de ondertekening, namens de Europese Unie, van een Protocol bij de Overeenkomst inzake partnerschap en samenwerking tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Armenië, anderzijds, inzake een Kaderovereenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek Armenië over de algemene beginselen voor de deelname van de Republiek Armenië aan EU-programma’s (PB L 340 van 13.12.2012, blz. 26).

Besluit C(2014) 2089 van de Commissie van 2 april 2014 betreffende de goedkeuring en ondertekening van de overeenkomst tussen de Europese Unie en de Staat Israël over de deelname van Israël aan het programma van de Unie „Horizon 2020 — het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)”.

Besluit 2014/494/EU van de Raad van 16 juni 2014 betreffende de ondertekening, namens de Europese Unie, en de voorlopige toepassing van de Associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en hun lidstaten, enerzijds, en Georgië, anderzijds (PB L 261 van 30.8.2014, blz. 1).

Besluit C(2014) 4290 van de Commissie van 30 juni 2014 betreffende de goedkeuring en ondertekening van de overeenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek Moldavië over de deelname van Moldavië aan het programma van de Unie „Horizon 2020 — het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)”.

Besluit 2014/691/EU van de Raad van 29 september 2014 tot wijziging van Besluit 2014/668/EU inzake de ondertekening, namens de Europese Unie, en de voorlopige toepassing van de Associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en hun lidstaten, enerzijds, en Oekraïne, anderzijds, wat titel III (met uitzondering van de bepalingen betreffende de behandeling van onderdanen van derde landen die legaal werken op het grondgebied van de andere partij) en de titels IV, V, VI en VII, alsmede de desbetreffende bijlagen en protocollen daarvan betreft (PB L 289 van 3.10.2014, blz. 1).

Besluit (EU) 2015/209 van de Raad van 10 november 2014 betreffende de ondertekening, namens de Europese Unie, en de voorlopige toepassing van de Overeenkomst inzake wetenschappelijke en technologische samenwerking tussen de Europese Unie en de Faeröer, waarbij de Faeröer geassocieerd worden met Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) (PB L 35 van 11.2.2015, blz. 1).

Besluit 2014/953/EU van de Raad van 4 december 2014 betreffende de ondertekening, namens de Europese Unie, en de voorlopige toepassing van de Overeenkomst voor wetenschappelijke en technologische samenwerking tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, enerzijds, en de Zwitserse Bondsstaat, anderzijds, teneinde de Zwitserse Bondsstaat te associëren met Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie en het programma voor onderzoek en opleiding van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie ter aanvulling van Horizon 2020, en teneinde een regeling uit te werken voor de deelname van Zwitserland aan de door Fusion for Energy uitgevoerde ITER- activiteiten (PB L 370 van 30.12.2014, blz. 1).

Besluit 2014/954/Euratom van de Raad van 4 december 2014 houdende goedkeuring van de sluiting door de Europese Commissie, namens de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, van de Overeenkomst voor wetenschappelijke en technologische samenwerking tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, enerzijds, en de Zwitserse Bondsstaat, anderzijds, teneinde de Zwitserse Bondsstaat te associëren met Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie en het programma voor onderzoek en opleiding van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie ter aanvulling van Horizon 2020, en teneinde een regeling uit te werken voor de deelname van Zwitserland aan de door Fusion for Energy uitgevoerde ITER-activiteiten. (PB L 370 van 30.12.2014, blz. 19).

Besluit C(2014) 9320 van de Commissie van 5 december 2014 betreffende de sluiting, namens de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, van een Overeenkomst voor wetenschappelijke en technologische samenwerking tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, enerzijds, en de Zwitserse Bondsstaat, anderzijds, teneinde de Zwitserse Bondsstaat te associëren met Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie en het programma voor onderzoek en opleiding van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie ter aanvulling van Horizon 2020, en teneinde een regeling uit te werken voor de deelname van Zwitserland aan de door Fusion for Energy uitgevoerde ITER-activiteiten.

Besluit (EU) 2015/575 van de Raad van 17 december 2014 betreffende de ondertekening, namens de Europese Unie, en de voorlopige toepassing van het Protocol bij de Euro-mediterrane Overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Tunesië, anderzijds, inzake een Kaderovereenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek Tunesië over de algemene beginselen voor de deelname van de Republiek Tunesië aan EU-programma's (PB L 96 van 11.4.2015, blz. 1).

Besluit C(2015) 1355 van de Commissie van 3 maart 2015 betreffende de goedkeuring en ondertekening van de overeenkomst tussen de Europese Unie enOekraïne over de deelname van Oekraïne aan het programma van de Unie „Horizon 2020 — het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)”.

Besluit (EU) 2015/1795 van de Raad van 1 oktober 2015 betreffende de sluiting van de Overeenkomst inzake wetenschappelijke en technologische samenwerking tussen de Europese Unie en de Faeröer, waarbij de Faeröer geassocieerd worden met Horizon 2020 — het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) (PB L 263 van 8.10.2015, blz. 6).

Besluit (EU) 2015/1796 van de Raad van 1 oktober 2015 betreffende de sluiting van de Overeenkomst voor wetenschappelijke en technologische samenwerking tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, enerzijds, en de Zwitserse Bondsstaat, anderzijds, teneinde de Zwitserse Bondsstaat te associëren met Horizon 2020 — het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie en het programma voor onderzoek en opleiding van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie ter aanvulling van Horizon 2020, en teneinde een regeling uit te werken voor de deelname van de Zwitserse Bondsstaat aan door Fusion for Energy uitgevoerde ITER-activiteiten (PB L 263 van 8.10.2015, blz. 8).

Besluit C(2015) 8195 van de Commissie van 25 november 2015 betreffende de goedkeuring en ondertekening van de overeenkomst tussen de Europese Unie ende Republiek Tunesië inzake over de deelname van de Republiek Tunesië aan het programma van de Unie „Horizon 2020 — het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)”. (Overeenkomst nog niet ondertekend.

Voorstel voor een besluit C(…) … van de Commissie van …. betreffende de goedkeuring en ondertekening van de overeenkomst tussen de Europese Unie en Georgië over de deelname van Georgië aan het programma van de Unie „Horizon 2020 — het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)”.

Voorstel voor een besluit C(…) … van de Commissie van …. betreffende de goedkeuring en ondertekening van de overeenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek Armenië over de deelname van de Republiek Armenië aan het programma van de Unie „Horizon 2020 — het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)”.

6 0 1 5

Samenwerkingsovereenkomsten met instellingen van derde landen in het kader van wetenschappelijke en technologische projecten van belang voor de Unie (Eureka en andere) — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Ontvangsten voortvloeiende uit tussen de Unie en instellingen van derde landen in het kader van wetenschappelijke en technologische projecten van belang voor de Unie gesloten samenwerkingsovereenkomsten (Eureka en andere).

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement vloeien uit de eventuele ontvangsten aanvullende kredieten voort die worden opgevoerd bij de artikelen 02 04 50, 05 09 50, 06 03 50, 08 02 50, 09 04 50, 15 03 50 en 32 04 50 (werkzaamheden onder contract) van de staat van uitgaven van de afdeling III „Commissie”.

6 0 1 6

Europese samenwerkingsovereenkomsten op het gebied van wetenschappelijk en technisch onderzoek — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Ontvangsten van staten die deelnemen aan de Europese samenwerking op het gebied van het wetenschappelijke en technische onderzoek.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement vloeien uit de eventuele ontvangsten aanvullende kredieten voort die worden opgevoerd bij de artikelen 02 04 50, 05 09 50, 06 03 50, 08 02 50, 09 04 50, 15 03 50 en 32 04 50 (werkzaamheden onder contract) van de staat van uitgaven van de afdeling III „Commissie”.

Referentiebesluiten

Resolutie van de ministers van de staten die deelnemen aan de Europese samenwerking op het gebied van het wetenschappelijke en technische onderzoek (Cost) (ondertekend te Wenen op 21 november 1991) (PB C 333 van 24.12.1991, blz. 1).

6 0 2

Andere programma's

6 0 2 1

Diverse ontvangsten bestemd voor activiteiten in verband met humanitaire hulp — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

49 927 571,36

Toelichting

Eventuele deelnemingen van derden aan activiteiten in verband met humanitaire hulp.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement worden de eventuele ontvangsten gebruikt ter opvoering van extra kredieten onder titel 23 van de staat van uitgaven van afdeling III „Commissie”.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1257/96 van de Raad van 20 juni 1996 betreffende humanitaire hulp (PB L 163 van 2.7.1996, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 375/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 3 april 2014 tot oprichting van het Europese vrijwilligerskorps voor humanitaire hulpverlening („EU-vrijwilligers voor humanitaire hulp”) (PB L 122 van 24.4.2014, blz. 1).

6 0 3

Associatieovereenkomsten tussen de Unie en derde landen

6 0 3 1

Ontvangsten die voortvloeien uit de deelneming van kandidaat-lidstaten en potentiële kandidaten van de westelijke Balkan aan uniale programma's — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

200 597 560,18

Toelichting

Ontvangsten voortvloeiend uit de associatieovereenkomsten welke tussen de Unie en hierna genoemde landen zijn gesloten om deze landen te betrekken bij diverse uniale programma's. Eventuele ontvangsten afkomstig van landen die al lid zijn, hebben betrekking op verrichtingen uit het verleden.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement geven de eventuele ontvangsten aanleiding tot de opvoering van extra kredieten voor de financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

Referentiebesluiten

Kaderovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Turkije inzake de algemene beginselen voor de deelname van de Republiek Turkije aan communautaire programma's (PB L 61 van 2.3.2002, blz. 29).

Besluit C(2014)3502 van de Commissie van 2 juni 2014 betreffende de goedkeuring en ondertekening van een overeenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek Turkije over de deelname van de Republiek Turkije aan het programma van de Unie „Horizon 2020 — het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)”.

Kaderovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Albanië inzake de algemene beginselen van de deelname van de Republiek Albanië aan communautaire programma's (PB L 192 van 22.7.2005, blz. 2).

Besluit C(2014)3711 van de Commissie van 10 juni 2014 betreffende de goedkeuring en ondertekening van een overeenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek Albanië over de deelname van Albanië aan het programma van de Unie „Horizon 2020 — het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)”.

Kaderovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en Bosnië en Herzegovina inzake de algemene beginselen voor de deelname van Bosnië en Herzegovina aan communautaire programma's (PB L 192 van 22.7.2005, blz. 9).

Besluit C(2014)3693 van de Commissie van 10 juni 2014 betreffende de goedkeuring en ondertekening van een overeenkomst tussen de Europese Unie en Bosnië en Herzegovina over de deelname van Bosnië en Herzegovina aan het programma van de Unie „Horizon 2020 — het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)”.

Kaderovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en Servië en Montenegro inzake de algemene beginselen voor de deelname van Servië en Montenegro aan communautaire programma’s (PB L 192 van 22.7.2005, blz. 29).

Besluit C(2014)3710 van de Commissie van 10 juni 2014 betreffende de goedkeuring en ondertekening van een overeenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek Servië over de deelname van Servië aan het programma van de Unie „Horizon 2020 — het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)”.

Protocol bij de Stabilisatie- en associatieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, anderzijds betreffende een Kaderovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië inzake de algemene beginselen voor de deelname van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië aan communautaire programma’s (PB L 192 van 22.7.2005, blz. 23).

Besluit C(2014)3707 van de Commissie van 10 juni 2014 betreffende de goedkeuring en ondertekening van een overeenkomst tussen de Europese Unie en de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië over de deelname van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië aan het programma van de Unie „Horizon 2020 — het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)”.

Protocol 8 bij de Stabilisatie- en associatieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Montenegro, anderzijds inzake de algemene beginselen voor de deelname van Montenegro aan communautaire programma’s (PB L 108 van 29.4.2010, blz.1).

Besluit C(2014)3705 van de Commissie van 10 juni 2014 betreffende de goedkeuring en ondertekening van een overeenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek Montenegro over de deelname van Montenegro aan het programma van de Unie „Horizon 2020 — het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)”.

Een kaderovereenkomst tussen de Europese Unie en Kosovo inzake de algemene beginselen voor de deelname van Kosovo aan uniale programma’s (COM(2013) 218) moet nog worden goedgekeurd.

Aanvullende protocollen bij de Europaovereenkomsten (artikelen 228 en 238), waarbij wordt bepaald dat de communautaire programma's zullen worden opengesteld voor de geassocieerde kandidaat-lidstaten.

6 0 3 2

Ontvangsten die voortvloeien uit de deelneming van derde landen, die geen kandidaat-lidstaten of potentiële kandidaten van de westelijke Balkan zijn aan samenwerkingsovereenkomsten op douanegebied — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

670 748,—

Toelichting

Onder deze post worden de bijdragen van derde landen aan samenwerkingsovereenkomsten op douanegebied geboekt. Daarbij gaat het voornamelijk om het Transit-project en de verspreiding (langs telematische weg) van tariefgegevens en andere informatie.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement worden eventuele ontvangsten gebruikt ter opvoering van extra kredieten onder de artikelen 14 02 02, 14 02 51, 14 03 02 en 14 03 51 van de staat van uitgaven van afdeling III „Commissie”.

Rechtsgronden

Overeenkomst van 20 mei 1987 tussen de Europese Economische Gemeenschap, de Republiek Oostenrijk, de Republiek Finland, de Republiek IJsland, het Koninkrijk Noorwegen, het Koninkrijk Zweden en de Zwitserse Bondsstaat betreffende een gemeenschappelijke regeling inzake douanevervoer (PB L 226 van 13.8.1987, blz. 2).

Besluit 2000/305/EG van de Raad van 30 maart 2000 inzake de sluiting van een Overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Gemeenschap en Zwitserland betreffende de uitbreiding van het gemeenschappelijk communicatienetwerk met gemeenschappelijke systeeminterface (CCN/CSI) in het kader van de Overeenkomst betreffende een gemeenschappelijke regeling inzake douanevervoer (PB L 102 van 27.4.2000, blz. 50).

Besluit 2000/506/EG van de Raad van 31 juli 2000 inzake de sluiting van een Overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Gemeenschap en Noorwegen betreffende de uitbreiding van het gemeenschappelijk communicatienetwerk met gemeenschappelijke systeeminterface (CCN/CSI) in het kader van de Overeenkomst betreffende een gemeenschappelijke regeling inzake douanevervoer (PB L 204 van 11.8.2000, blz. 35).

Besluit van de Raad van 19 maart 2001 waarbij de Commissie wordt gemachtigd namens de Europese Gemeenschap te onderhandelen over een wijziging van het op 15 december 1950 te Brussel ondertekende Verdrag houdende instelling van een Internationale Douaneraad, teneinde het de Europese Gemeenschap mogelijk te maken van genoemde organisatie lid te worden.

Verordening (EU) nr. 1294/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van een actieprogramma voor douane in de Europese Unie voor de periode 2014-2020 (Douane 2020) en tot intrekking van Beschikking nr. 624/2007/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 209).

6 0 3 3

Deelneming van derde landen of organen aan activiteiten van de Unie — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

135 583 121,90

Toelichting

Deze post is bedoeld om eventuele bijdragen van derde landen of organen aan activiteiten van de Unie te ontvangen.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement geven de eventuele ontvangsten aanleiding tot de opvoering van extra kredieten voor de financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

HOOFDSTUK 6 1 —   TERUGBETALING VAN DIVERSE UITGAVEN

6 1 1

Terugbetaling van voor rekening van één of meer lidstaten gedane uitgaven

6 1 1 3

Opbrengsten van de beleggingen zoals bedoeld in artikel 4 van Beschikking 2003/76/EG — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

53 081 071,04

Toelichting

Beschikking 2003/76/EG bepaalt dat de Commissie wordt belast met de afwikkeling van de bij het aflopen van het EGKS-Verdrag nog lopende financiële verrichtingen van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal.

Volgens artikel 4 van die beschikking gelden de netto-opbrengsten van de beleggingen van de beschikbare activa als ontvangsten in de algemene begroting van de Europese Unie met een bijzondere bestemming, te weten de financiering van onderzoeksprojecten ten behoeve van sectoren die in verband staan met de kolen- en staalindustrie door middel van het Fonds voor onderzoek inzake kolen en staal.

De netto-ontvangsten die beschikbaar zijn voor de financiering van de onderzoeksprojecten van het jaar n + 2, worden opgenomen in de balans van de EGKS in liquidatie van het jaar n en, wanneer de liquidatie is afgesloten, in de balans van de activa van het Fonds voor onderzoek inzake kool en staal. Dit financieringsmechanisme trad in werking in 2003. De ontvangsten van 2014 zullen in 2016 worden gebruikt voor onderzoek. Teneinde eventuele schommelingen in de financiering van het onderzoek als gevolg van de ontwikkeling van de financiële markten zoveel mogelijk te beperken, zal een egalisatie worden uitgevoerd. De netto-ontvangsten die in 2016 beschikbaar zijn voor onderzoek, worden geraamd op 43 100 000 EUR.

Krachtens artikel 4 van Beschikking 2003/76/EG is 72,8 % van de middelen van het fonds beschikbaar voor de staalsector en 27,2 % voor de kolensector.

Overeenkomstig artikel 21 en artikel 181, lid 2, van het Financieel Reglement worden de eventuele ontvangsten gebruikt ter opvoering van extra kredieten onder hoofdstuk 08 05 van de staat van uitgaven van afdeling III „Commissie”.

Rechtsgronden

Beschikking 2003/76/EG van de Raad van 1 februari 2003 tot vaststelling van de bepalingen die nodig zijn voor de uitvoering van het aan het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap gehechte protocol betreffende de financiële gevolgen van de beëindiging van het EGKS-Verdrag en betreffende het Fonds voor onderzoek inzake kolen en staal (PB L 29 van 5.2.2003, blz. 22).

6 1 1 4

Ontvangsten uit de invorderingen in het kader van het onderzoeksprogramma van het Fonds voor onderzoek inzake kolen en staal

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Beschikking 2003/76/EG bepaalt dat de Commissie wordt belast met de afwikkeling van de bij het aflopen van het EGKS-Verdrag nog lopende financiële verrichtingen van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal.

Krachtens artikel 4, lid 5, van die beschikking worden de ingevorderde bedragen eerst geboekt bij het vermogen van de EGKS in liquidatie en, wanneer de liquidatie is afgesloten, bij de activa van het Fonds voor onderzoek inzake kolen en staal.

Rechtsgronden

Beschikking 2003/76/EG van de Raad van 1 februari 2003 tot vaststelling van de bepalingen die nodig zijn voor de uitvoering van het aan het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap gehechte protocol betreffende de financiële gevolgen van de beëindiging van het EGKS-Verdrag en betreffende het Fonds voor onderzoek inzake kolen en staal (PB L 29 van 5.2.2003, blz. 22).

6 1 2

Terugbetaling van specifieke uitgaven in verband met de uitvoering van werkzaamheden op verzoek en tegen vergoeding — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

1 937,74

Toelichting

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement geven de eventuele ontvangsten aanleiding tot de opvoering van extra kredieten voor de financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

 

Commissie

 

p.m.

Raad

 

p.m.

Europese Dienst voor extern optreden

 

p.m.

 

Totaal

p.m.

6 1 4

Terugbetaling van voor projecten en werkzaamheden toegekende uniale steun bij geslaagde commerciële exploitatie

6 1 4 3

Terugbetaling van de uniale subsidies toegekend in het kader van een Europese activiteit met risicodragend kapitaal ten behoeve van het midden- en kleinbedrijf — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Volledige of gedeeltelijke terugbetaling van de steun voor commercieel succesvolle projecten, met mogelijke deelneming in de winst die voortkomt uit subsidies die in het kader van de Europese activiteiten op het gebied van risicodragend kapitaal uit de instrumenten Venture Consort en Eurotech Capital zijn verleend ten behoeve van kleine en middelgrote ondernemingen.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement geven de eventuele ontvangsten aanleiding tot de opvoering van extra kredieten voor de financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

6 1 4 4

Terugbetaling van steun van de Unie aan risicodelingsinstrumenten die gefinancierd worden uit het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling en het Cohesiefonds — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Terugbetaling van terugvloeiende middelen en resterende bedragen van steun van de Unie aan risicodelingsinstrumenten die gefinancierd worden uit het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling en het Cohesiefonds.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement geven de eventuele ontvangsten aanleiding tot de opvoering van extra kredieten voor de financiering van de uitgaven waarvoor de ontvangsten zijn bestemd.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1260/1999 (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25), met name de artikelen 14 en 36 bis.

Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).

6 1 5

Terugbetaling van niet-gebruikte uniale bijstand

6 1 5 0

Terugbetaling van niet-gebruikte bijstand van het Europees Sociaal Fonds, het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling, het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw, het Financieringsinstrument voor de Oriëntatie van de Visserij, het Cohesiefonds, het EU-Solidariteitsfonds, ISPA, IPA, EVF, FEAD, EFMZV en het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (ELFPO) — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

67 212 656,57

Toelichting

Terugbetaling van niet-gebruikte bijstand van het Europees Sociaal Fonds, het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de landbouw, het Financieringsinstrument voor de oriëntatie van de visserij, het Cohesiefonds, het Solidariteitsfonds van de Europese Unie, het pretoetredingsinstrument voor structuurbeleid (ISPA) en het instrument voor pretoetredingssteun (IPA), het Europees Visserijfonds (EVF), het Fonds voor Europese hulp aan de meest behoeftigen (FEAD), het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij (EFMZV) en het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (ELFPO).

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement geven de eventuele ontvangsten aanleiding tot de opvoering van extra kredieten voor de financiering van de uitgaven waarvoor de ontvangsten zijn.

6 1 5 1

Terugbetaling van niet-gebruikte subsidies voor het begrotingsevenwicht — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en worden gebruikt ter opvoering van extra kredieten onder het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

6 1 5 2

Terugbetaling van niet-gebruikte rentesubsidies — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en worden gebruikt ter opvoering van extra kredieten onder het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

6 1 5 3

Terugbetaling van niet-gebruikte bedragen in het kader van contracten van de instelling — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en worden gebruikt ter opvoering van extra kredieten onder het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

6 1 5 7

Terugbetaling van voorschotten in het kader van de structuurfondsen, het Cohesiefonds, het Europees Visserijfonds, het Fonds voor Europese hulp aan de meest behoeftigen, het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

0,30

Toelichting

Op deze post worden de terugbetalingen geboekt van de vooruitbetalingen in het kader van de structuurfondsen (het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling en het Europees Sociaal Fonds), het Cohesiefonds, het Europees Visserijfonds (EVF), het Fonds voor Europese hulp aan de meest behoeftigen (FEAD) en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij (EFMZV) en het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO).

De op deze post geboekte bedragen geven overeenkomstig de artikelen 21 en 177 van het Financieel Reglement aanleiding tot de opvoering van aanvullende kredieten onder de desbetreffende begrotingsonderdelen van de titels 04, 11 en 13 van de staat van uitgaven van de afdeling III „Commissie”, indien zij nodig zijn om de bijdrage van de fondsen aan de betrokken activiteit niet te laten dalen.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1164/94 van de Raad van 16 mei 1994 tot oprichting van een Cohesiefonds (PB L 130 van 25.5.1994, blz. 1), met name artikel D van bijlage II.

Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25), met name artikel 82, lid 2, en hoofdstuk II.

Verordening (EG) nr. 1198/2006 van de Raad van 27 juli 2006 inzake het Europees Visserijfonds (PB L 223 van 15.8.2006, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).

Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake de financiering, het beheer en de monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van Verordeningen (EEG) nr. 352/78, (EG) nr. 165/94, (EG) nr. 2799/98, (EG) nr. 814/2000, (EG) nr. 1290/2005 en (EG) nr. 485/2008 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 549).

Verordening (EU) nr. 223/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 betreffende het Fonds voor Europese hulp aan de meest behoeftigen (PB L 72 van 12.3.2014, blz. 1).

6 1 5 8

Terugbetaling van diverse niet-gebruikte bedragen aan uniale bijstand — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

582 627,32

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en worden gebruikt ter opvoering van extra kredieten onder het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

6 1 6

Terugbetaling van de uitgaven voor rekening van de Internationale Organisatie voor Atoomenergie — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Terugbetaling door de Internationale Organisatie voor Atoomenergie van de bedragen welke de Commissie heeft voorgeschoten voor de door deze organisatie op grond van de verificatieovereenkomsten verrichte controles (artikelen 32 03 01 en 32 03 02 van de staat van uitgaven van afdeling III „Commissie”).

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement geven de eventuele ontvangsten aanleiding tot de opvoering van extra kredieten voor de financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

Referentiebesluiten

Overeenkomst tussen het Koninkrijk België, het Koninkrijk Denemarken, de Bondsrepubliek Duitsland, Ierland, de Italiaanse Republiek, het Groothertogdom Luxemburg, het Koninkrijk der Nederlanden, de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en de Internationale Organisatie voor Atoomenergie ter uitvoering van artikel III, de leden 1 en 4, van het Verdrag inzake de niet-verspreiding van kernwapens (PB L 51 van 22.2.1978, blz. 1), met name artikel 15.

Driepartijenovereenkomst tussen de Gemeenschap, het Verenigd Koninkrijk en de Internationale Organisatie voor Atoomenergie.

Driepartijenovereenkomst tussen de Gemeenschap, Frankrijk en de Internationale Organisatie voor Atoomenergie.

6 1 7

Terugbetaling van in het kader van de uniale hulp aan derde landen uitgekeerde bedragen

6 1 7 0

Terugbetaling in het kader van de samenwerking met Zuid-Afrika — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

1 754,84

Toelichting

Terugbetaling door leveranciers of begunstigden van uit hoofde van de ontwikkelingssamenwerking met Zuid-Afrika te veel ontvangen bedragen.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement worden de eventuele ontvangsten gebruikt ter opvoering van extra kredieten onder de posten 21 02 05 01 en 21 02 05 02 van de staat van uitgaven van afdeling III „Commissie”.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 233/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking voor de periode 2014-2020 (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 44).

6 1 8

Terugbetaling van in het kader van de voedselhulp gestorte bedragen

6 1 8 0

Terugbetaling door leveranciers of begunstigden van uit hoofde van de voedselhulp te veel ontvangen bedragen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

15 691,39

Toelichting

Bepalingen vervat in de berichten van aanbesteding of in de financiële bepalingen die zijn gevoegd bij de brieven van de Commissie waarin de voorwaarden voor de toekenning van voedselhulp aan de begunstigden worden omschreven.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement geven de eventuele ontvangsten aanleiding tot de opvoering van extra kredieten voor de financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

Rechtsgronden

Verordening (EEG) nr. 1257/96 van de Raad van 20 juni 1996 betreffende humanitaire hulp (PB L 163 van 2.7.1996, blz. 1).

6 1 8 1

Terugbetaling van door begunstigden van voedselhulp veroorzaakte aanvullende kosten — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

10 000,—

Toelichting

Bepalingen vervat in de leveringsmodaliteiten die zijn gevoegd bij de brieven van de Commissie waarin de voorwaarden voor de toekenning van voedselhulp aan de begunstigden worden omschreven.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement geven de eventuele ontvangsten aanleiding tot de opvoering van extra kredieten voor de financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

Rechtsgronden

Verordening (EEG) nr. 1257/96 van de Raad van 20 juni 1996 betreffende humanitaire hulp (PB L 163 van 2.7.1996, blz. 1).

6 1 9

Overige terugbetalingen van voor rekening van derden gedane uitgaven

6 1 9 1

Overige terugbetalingen van in het kader van Besluit 77/270/Euratom van de Raad voor rekening van derden gedane uitgaven — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

84 113,—

Toelichting

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement worden eventuele ontvangsten gebruikt ter opvoering van extra kredieten onder de artikelen 21 06 01, 21 06 02, 21 06 51 en 22 02 51 van de staat van uitgaven van afdeling III „Commissie”.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1085/2006 van de Raad van 17 juli 2006 tot invoering van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA) (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 82).

Verordening (Euratom) nr. 300/2007 van de Raad van 19 februari 2007 tot invoering van een instrument voor samenwerking op het gebied van nucleaire veiligheid (PB L 81 van 22.3.2007, blz. 1).

Verordening (Euratom) nr. 237/2014 van de Raad van 13 december 2013 tot invoering van een instrument voor samenwerking op het gebied van nucleaire veiligheid (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 109).

HOOFDSTUK 6 2 —   ONTVANGSTEN UIT ONDER BEZWARENDE TITEL VERRICHTE DIENSTEN

6 2 0

Verstrekking tegen vergoeding van grondstoffen of bijzondere splijtstoffen (artikel 6, onder b), van het Euratom-Verdrag) — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Ontvangsten uit leveringen onder bezwarende titel van grondstoffen of bijzondere splijtstoffen aan de lidstaten voor de uitvoering van onderzoeksprogramma's.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement geven de eventuele ontvangsten aanleiding tot de opvoering van extra kredieten voor de financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

Rechtsgronden

Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, met name artikel 6, onder b).

6 2 2

Ontvangsten uit door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek tegen vergoeding voor derden verrichte werkzaamheden

6 2 2 1

Ontvangsten uit de exploitatie van de hogefluxreactor (HFR) die aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

7 994 736,64

Toelichting

Ontvangsten voortvloeiende uit de exploitatie van de hogefluxreactor (HFR) van de vestiging te Petten van het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek.

Betalingen door derden ter dekking van alle soorten uitgaven in het kader van de exploitatie van de HFR door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement worden de eventuele ontvangsten gebruikt ter opvoering van extra kredieten onder de artikelen 10 01 05 en 10 04 04 van de staat van uitgaven van afdeling III „Commissie”.

Voltooiing van vroegere programma's

De ontvangsten zijn afkomstig van België, Frankrijk en Nederland.

6 2 2 3

Andere ontvangsten uit door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek tegen vergoeding voor derden verrichte werkzaamheden die aanleiding geven tot de opvoering van aanvullende kredieten — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

8 111 453,33

Toelichting

Ontvangsten afkomstig van personen, ondernemingen en nationale instellingen waarvoor het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek tegen vergoeding werkzaamheden zal uitvoeren of diensten zal verrichten.

Overeenkomstig artikel 21 en artikel 183, lid 2, van het Financieel Reglement zullen de eventuele ontvangsten worden gebruikt ter opvoering van extra kredieten onder de artikelen 10 01 05, 10 02 01, 10 02 51, 10 02 52, 10 03 01, 10 03 51, 10 03 52 en 10 04 02 van de staat van uitgaven van de afdeling III „Commissie”, ten bedrage van de specifieke uitgaven in het kader van elk contract met derden.

6 2 2 4

Ontvangsten uit door de Commissie verleende licenties op al dan niet voor een octrooi in aanmerking komende uitvindingen voortvloeiend uit het uniale onderzoek door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

268 933,15

Toelichting

Besluit 2013/743/EU van de Raad bepaalt dat het Gemeenschappelijk Centrum voor Onderzoek overdracht van kennis en technologie moet bevorderen en aanvullende middelen moet genereren, o.a. door de exploitatie van de intellectuele eigendom.

Volgens het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, met name artikel 12, hebben de lidstaten, personen en ondernemingen het recht om tegen betaling van een passende vergoeding niet-uitsluitende licenties op octrooien, voorlopig bescherming gevende rechten, gebruiksmodellen of octrooiaanvragen, die eigendom van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie zijn, te verkrijgen.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement worden de eventuele ontvangsten gebruikt ter opvoering van extra kredieten onder de artikelen 10 01 05, 10 04 02 en 10 04 03 en de hoofdstukken 10 02 en 10 03 van de staat van uitgaven van afdeling III „Commissie”.

Rechtsgronden

Artikelen 182183 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.

Artikel 12 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie.

Verordening (EEG) nr. 2380/74 van de Raad van 17 september 1974 tot vaststelling van de regels voor de verspreiding van kennis betreffende onderzoeksprogramma's voor de Europese Economische Gemeenschap (PB L 255 van 20.9.1974, blz. 1).

Besluit 2013/743/EU van de Raad van 3 december 2013 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van „Horizon 2020” — het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van de Besluiten 2006/971/EG, 2006/972/EG, 2006/973/EG, 2006/974/EG en 2006/975/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 965).

6 2 2 5

Andere ontvangsten ten voordele van het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Ontvangsten, afkomstig van bijdragen, giften of legaten door derden, ten behoeve van diverse door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek verrichte activiteiten.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement worden de eventuele ontvangsten gebruikt ter opvoering van extra kredieten onder artikel 10 01 05 en de hoofdstukken 10 02, 10 03 en 10 04 van de staat van uitgaven van afdeling III „Commissie”.

6 2 2 6

Ontvangsten uit door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek op basis van concurrentie voor andere diensten van de Commissie verrichte werkzaamheden die aanleiding geven tot de opvoering van aanvullende kredieten — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

61 421 661,54

Toelichting

Ontvangsten van andere diensten van de Commissie waarvoor het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek tegen betaling werk verricht en/of diensten verleent, en ontvangsten die voortvloeien uit de deelname aan de activiteiten van de kaderprogramma's voor onderzoek en technologische ontwikkeling.

Overeenkomstig artikel 21 en artikel 183, lid 2, van het Financieel Reglement vloeien uit de eventuele ontvangsten aanvullende kredieten voort, die worden opgevoerd bij de artikelen 10 01 05, 10 02 01, 10 02 51, 10 02 52, 10 03 01, 10 03 51, 10 03 52 en 10 04 03 van de staat van uitgaven van de afdeling III „Commissie”, ten bedrage van de specifieke uitgaven in het kader van contracten met andere diensten van de Commissie.

6 2 4

Ontvangsten uit door de Commissie verleende licenties op al dan niet voor een octrooi in aanmerking komende uitvindingen voortvloeiend uit het uniale onderzoek (werkzaamheden onder contract) — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Volgens het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, met name artikel 12, hebben de lidstaten, personen en ondernemingen hebben het recht om tegen betaling van een passende vergoeding niet-uitsluitende licenties op octrooien, voorlopig bescherming gevende rechten, gebruiksmodellen of octrooiaanvragen, die eigendom van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie zijn, te verkrijgen.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement geven de eventuele ontvangsten aanleiding tot de opvoering van extra kredieten voor de financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

Rechtsgronden

Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie.

Verordening (EEG) nr. 2380/74 van de Raad van 17 september 1974 tot vaststelling van de regels voor de verspreiding van kennis betreffende onderzoeksprogramma's voor de Europese Economische Gemeenschap (PB L 255 van 20.9.1974, blz. 1).

HOOFDSTUK 6 3 —   BIJDRAGEN IN HET KADER VAN SPECIFIEKE OVEREENKOMSTEN

6 3 0

Bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie in het kader van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

286 014 835,—

Toelichting

Dit artikel dient voor de opname van de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie, die voortvloeien uit hun financiële deelneming aan bepaalde activiteiten van de Unie overeenkomstig artikel 82 van en Protocol nr. 32 bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte.

De totale geraamde bijdrage is te vinden in de samenvatting die ter informatie wordt gegeven in een bijlage bij de staat van uitgaven van afdeling III „Commissie”.

De bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie worden de Commissie ter beschikking gesteld overeenkomstig de artikelen 1, 2 en 3 van Protocol nr. 32 bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement geven de eventuele ontvangsten aanleiding tot de opvoering van extra kredieten voor de financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

Referentiebesluiten

Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (PB L 1 van 3.1.1994, blz. 3).

6 3 1

Bijdragen in het kader van het Schengenacquis

6 3 1 1

Bijdragen in de administratieve uitgaven die voortvloeien uit de overeenkomst met IJsland en Noorwegen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

1 177 275,75

Toelichting

Bijdragen aan de administratieve kosten die voortvloeien uit de Overeenkomst van 18 mei 1999 tussen de Raad van de Europese Unie, de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen inzake de wijze waarop IJsland en Noorwegen worden betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (PB L 176 van 10.7.1999, blz. 36), met name artikel 12 van die overeenkomst.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement geven de eventuele ontvangsten aanleiding tot de opvoering van extra kredieten voor de financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

 

Raad

 

p.m.

Europese Dienst voor extern optreden

 

p.m.

 

Totaal

p.m.

Rechtsgronden

Besluit 1999/437/EG van de Raad van 17 mei 1999 inzake bepaalde toepassingsbepalingen van de door de Raad van de Europese Unie, de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen gesloten overeenkomst inzake de wijze waarop deze twee staten worden betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (PB L 176 van 10.7.1999, blz. 31).

6 3 1 2

Bijdragen voor de ontwikkeling, de instelling, werking en gebruik van grootschalige informatiesystemen in het kader van de overeenkomsten met IJsland, Noorwegen, Zwitserland en Liechtenstein — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

2 620 721,15

Toelichting

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement vloeien uit de eventuele ontvangsten aanvullende kredieten voort die worden geboekt bij de artikelen 18 02 07, 18 02 08, 18 02 09 en 18 03 03 van de staat van uitgaven van afdeling III „Commissie”.

Rechtsgronden

Besluit 1999/437/EG van de Raad van 17 mei 1999 inzake bepaalde toepassingsbepalingen van de door de Raad van de Europese Unie, de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen gesloten overeenkomst inzake de wijze waarop deze twee staten worden betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (PB L 176 van 10.7.1999, blz. 31).

Besluit 1999/439/EG van de Raad van 17 mei 1999 betreffende de sluiting van de overeenkomst met de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen inzake de wijze waarop IJsland en Noorwegen worden betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (PB L 176 van 10.7.1999, blz. 35).

Verordening (EG) nr. 2725/2000 van de Raad van 11 december 2000 betreffende de instelling van „Eurodac” voor de vergelijking van vingerafdrukken ten behoeve van een doeltreffende toepassing van de Overeenkomst van Dublin (PB L 316 van 15.12.2000, blz. 1).

Besluit 2001/258/EG van de Raad van 15 maart 2001 inzake de sluiting van een overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap, de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen betreffende de criteria en mechanismen voor de vaststelling van de staat die verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielverzoek dat in een lidstaat, in IJsland of in Noorwegen wordt ingediend (PB L 93 van 3.4.2001, blz. 38), met name artikel 9 van die overeenkomst.

Besluit 2001/886/JBZ van de Raad van 6 december 2001 betreffende de ontwikkeling van een Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II) (PB L 328 van 13.12.2001, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 2424/2001 van de Raad van 6 december 2001 betreffende de ontwikkeling van een Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II) (PB L 328 van 13.12.2001, blz. 4).

Verordening (EG) nr. 343/2003 van de Raad van 18 februari 2003 tot vaststelling van de criteria en instrumenten om te bepalen welke lidstaat verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielverzoek dat door een onderdaan van een derde land bij een van de lidstaten wordt ingediend (PB L 50 van 25.2.2003, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1560/2003 van de Commissie van 2 september 2003 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 343/2003 van de Raad tot vaststelling van de criteria en instrumenten om te bepalen welke lidstaat verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielverzoek dat door een onderdaan van een derde land bij een van de lidstaten wordt ingediend (PB L 222 van 5.9.2003, blz. 3).

Beschikking 2004/512/EG van de Raad van 8 juni 2004 betreffende het opzetten van het Visuminformatiesysteem (VIS) (PB L 213 van 15.6.2004, blz. 5).

Verordening (EG) nr. 1986/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 betreffende de toegang tot het Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II) voor de instanties die in de lidstaten belast zijn met de afgifte van kentekenbewijzen van voertuigen (PB L 381 van 28.12.2006, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1987/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 betreffende de instelling, de werking en het gebruik van het Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II) (PB L 381 van 28.12.2006, blz. 4).

Besluit 2007/533/JBZ van de Raad van 12 juni 2007 betreffende de instelling, de werking en het gebruik van het Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II) (PB L 205 van 7.8.2007, blz. 63).

Besluit 2008/146/EG van de Raad van 28 januari 2008 betreffende de sluiting, namens de Europese Gemeenschap, van de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (PB L 53 van 27.2.2008, blz. 1).

Besluit 2008/147/EG van de Raad van 28 januari 2008 betreffende de sluiting namens de Europese Gemeenschap van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de criteria en mechanismen voor de vaststelling van de staat die verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielverzoek dat in een lidstaat of in Zwitserland wordt ingediend (PB L 53 van 27.2.2008, blz. 3).

Besluit 2008/149/EG van de Raad van 28 januari 2008 betreffende de sluiting, namens de Europese Unie, van de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (PB L 53 van 27.2.2008, blz. 50).

Besluit 2008/633/JBZ van de Raad van 23 juni 2008 over de toegang tot het Visuminformatiesysteem (VIS) voor raadpleging door aangewezen autoriteiten van de lidstaten en door Europol, met het oog op het voorkomen, opsporen en onderzoeken van terroristische misdrijven en andere ernstige strafbare feiten (PB L 218 van 13.8.2008, blz. 129).

Verordening (EG) nr. 767/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 9 juli 2008 betreffende het Visuminformatiesysteem (VIS) en de uitwisseling tussen de lidstaten van gegevens op het gebied van visa voor kort verblijf (VIS-verordening) (PB L 218 van 13.8.2008, blz. 60).

Besluit 2011/349/EU van de Raad van 7 maart 2011 betreffende de sluiting namens de Europese Unie van het Protocol tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap, de Zwitserse Bondsstaat en het Vorstendom Liechtenstein betreffende de toetreding van het Vorstendom Liechtenstein tot de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis, met name betreffende de justitiële samenwerking in strafzaken en de politiële samenwerking (PB L 160 van 18.6.2011, blz. 1).

Besluit 2011/350/EU van de Raad van 7 maart 2011 betreffende de sluiting namens de Europese Unie van het Protocol tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap, de Zwitserse Bondsstaat en het Vorstendom Liechtenstein betreffende de toetreding van het Vorstendom Liechtenstein tot de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis betreffende de afschaffing van controles aan de binnengrenzen en het verkeer van personen (PB L 160 van 18.6.2011, blz. 19).

Verordening (EU) nr. 1077/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2011 tot oprichting van een Europees Agentschap voor het operationeel beheer van grootschalige IT-systemen op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht (PB L 286 van 1.11.2011, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 603/2013 van het Europees Parlement en van de Raad van 26 juni 2013 betreffende de instelling van „Eurodac” voor de vergelijking van vingerafdrukken ten behoeve van een doeltreffende toepassing van Verordening (EU) nr. 604/2013 tot vaststelling van de criteria en instrumenten om te bepalen welke lidstaat verantwoordelijk is voor de behandeling van een verzoek om internationale bescherming dat door een onderdaan van een derde land of een staatloze bij een van de lidstaten wordt ingediend en betreffende verzoeken van rechtshandhavingsinstanties van de lidstaten en Europol om vergelijkingen van Eurodac-gegevens ten behoeve van rechtshandhaving, en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1077/2011 tot oprichting van een Europees Agentschap voor het operationeel beheer van grootschalige IT-systemen op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht (PB L 180 van 29.6.2013, blz. 1).

6 3 1 3

Andere bijdragen in het kader van het Schengenacquis (IJsland, Noorwegen, Zwitserland en Liechtenstein) — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

31 993,89

Toelichting

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement geven de eventuele ontvangsten aanleiding tot opvoering van aanvullende kredieten onder artikel 18 03 02 van de staat van uitgaven van afdeling III „Commissie”.

Rechtsgronden

Besluit 1999/437/EG van de Raad van 17 mei 1999 inzake bepaalde toepassingsbepalingen van de door de Raad van de Europese Unie, de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen gesloten Overeenkomst inzake de wijze waarop deze twee staten worden betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (PB L 176 van 10.7.1999, blz. 31).

Besluit 1999/439/EG van de Raad van 17 mei 1999 betreffende de sluiting van de Overeenkomst met de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen inzake de wijze waarop IJsland en Noorwegen worden betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (PB L 176 van 10.7.1999, blz. 35).

Besluit 2001/258/EG van de Raad van 15 maart 2001 inzake de sluiting van een Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap, de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen betreffende de criteria en mechanismen voor de vaststelling van de staat die verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielverzoek dat in een lidstaat, in IJsland of in Noorwegen wordt ingediend (PB L 93 van 3.4.2001, blz. 38), met name artikel 9 van de overeenkomst.

Besluit 2008/146/EG van de Raad van 28 januari 2008 betreffende de sluiting namens de Europese Gemeenschap van de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (PB L 53 van 27.2.2008, blz. 1).

Besluit 2008/147/EG van de Raad van 28 januari 2008 betreffende de sluiting namens de Europese Gemeenschap van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de criteria en mechanismen voor de vaststelling van de staat die verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielverzoek dat in een lidstaat of in Zwitserland wordt ingediend (PB L 53 van 27.2.2008, blz. 3).

Besluit 2008/149/EG van de Raad van 28 januari 2008 betreffende de sluiting namens de Europese Gemeenschap van de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (PB L 53 van 27.2.2008, blz. 50).

Verordening (EU) nr. 439/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 19 mei 2010 tot oprichting van een Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken (PB L 132 van 29.5.2010, blz. 11).

Besluit 2011/349/EU van de Raad van 7 maart 2011 betreffende de sluiting namens de Europese Unie van het Protocol tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap, de Zwitserse Bondsstaat en het Vorstendom Liechtenstein betreffende de toetreding van het Vorstendom Liechtenstein tot de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis, met name betreffende de justitiële samenwerking in strafzaken en de politiële samenwerking (PB L 160 van 18.6.2011, blz. 1).

Besluit 2011/350/EU van de Raad van 7 maart 2011 betreffende de sluiting namens de Europese Unie van het Protocol tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap, de Zwitserse Bondsstaat en het Vorstendom Liechtenstein betreffende de toetreding van het Vorstendom Liechtenstein tot de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis betreffende de afschaffing van controles aan de binnengrenzen en het verkeer van personen (PB L 160 van 18.6.2011, blz. 19).

Besluit 2012/192/EU van de Raad van 12 juli 2010 over de ondertekening, namens de Unie, van de Regeling tussen de Europese Unie en de Republiek IJsland, het Vorstendom Liechtenstein, het Koninkrijk Noorwegen en de Zwitserse Bondsstaat betreffende de deelname van deze staten aan de werkzaamheden van de comités die de Europese Commissie bijstaan bij de uitoefening van haar uitvoerende bevoegdheden op het gebied van de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (PB L 103 van 13.4.2012, blz. 1.).

Besluit 2012/193/EU van de Raad van 13 maart 2012 over de sluiting, namens de Unie, van de Regeling tussen de Europese Unie en de Republiek IJsland, het Vorstendom Liechtenstein, het Koninkrijk Noorwegen en de Zwitserse Bondsstaat betreffende de deelname van deze staten aan de werkzaamheden van de comités die de Europese Commissie bijstaan bij de uitoefening van haar uitvoerende bevoegdheden op het gebied van de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (PB L 103 van 13.4.2012, blz. 3).

Verordening (EU) nr. 1053/2013 van de Raad van 7 oktober 2013 betreffende de instelling van een evaluatiemechanisme voor de controle van en het toezicht op de toepassing van het Schengenacquis en houdende intrekking van het Besluit van 16 september 1998 tot oprichting van de Permanente Schengenbeoordelings- en toepassingscommissie (PB L 295 van 6.11.2013, blz. 27).

Verordening (EU) nr. 515/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 tot vaststelling, als onderdeel van het Fonds voor interne veiligheid, van het instrument voor financiële steun voor de buitengrenzen en visa en tot intrekking van Besluit nr. 574/2007/EG (PB L 150 van 20.5.2014, blz. 143).

Besluit (EU) 2014/301 van de Raad van 19 mei 2014 inzake de sluiting van de regeling tussen de Europese Unie en het Koninkrijk Noorwegen betreffende de nadere bijzonderheden van de deelname van Noorwegen aan het Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken (PB L 157 van 27.5.2014, blz. 33).

Besluit (EU) 2014/344 van de Raad van 19 mei 2014 inzake de sluiting van de regeling tussen de Europese Unie en het Vorstendom Liechtenstein betreffende de nadere bijzonderheden van de deelname van Liechtenstein aan het Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken (PB L 170 van 11.6.2014, blz. 49).

Referentiebesluiten

Voorstel voor een Besluit van de Raad, ingediend door de Commissie op 10 december 2013, inzake de sluiting van de Regeling tussen de Europese Unie en de Republiek IJsland betreffende de nadere bijzonderheden van de deelname van IJsland aan het Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken (COM(2013) 875).

Voorstel voor een Besluit van de Raad, ingediend door de Commissie op 10 december 2013, inzake de sluiting van de Regeling tussen de Europese Unie en de Zwitserse Bondsstaat betreffende de nadere bijzonderheden van de deelname van Zwitserland aan het Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken (COM(2013) 862).

6 3 2

Bijdragen voor de uitgaven van het Europees Ontwikkelingsfonds op het gebied van gemeenschappelijke administratieve ondersteuning — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

86 415 429,65

Toelichting

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement worden de eventuele ontvangsten van het Europees Ontwikkelingsfonds (EOF) die bijdragen tot de kosten van de ondersteuningsmaatregelen gebruikt ter opvoering van extra kredieten onder post 21 01 04 07 van de staat van uitgaven van afdeling III „Commissie”.

Rechtsgronden

Besluit 2013/755/EU van de Raad van 25 november 2013 betreffende de associatie van de landen en gebieden overzee met de Europese Unie („LGO-besluit”) (PB L 344 van 19.12.2013, blz. 1).

Besluit 2013/759/EU van de Raad van 12 december 2013 betreffende overgangsmaatregelen voor het beheer van het EOF tussen 1 januari 2014 en de inwerkingtreding van het elfde Europees Ontwikkelingsfonds (PB L 335 van 14.12.2013, blz. 48).

Referentiebesluiten

Intern Akkoord tussen de vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten, in het kader van de Raad bijeen, betreffende de financiering van de steun van de Gemeenschap binnen het meerjarig financieel kader voor 2008/2013 voor de ACS-EG-partnerschapsovereenkomst en de toewijzing van financiële bijstand ten behoeve van de landen en gebieden overzee waarop de bepalingen van deel vier van het EG-Verdrag van toepassing zijn (PB L 247 van 9.9.2006, blz. 32).

Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad van 7 december 2011 — Opstelling van het meerjarig financieel kader betreffende de financiering van de EU-samenwerking met de landen van Afrika, het Caribische gebied en de Stille Oceaan en de landen en gebieden overzee voor de periode 2014-2020 (Elfde Europees Ontwikkelingsfonds) (COM(2011) 837).

6 3 3

Bijdragen aan sommige externe steunprogramma's

6 3 3 0

Bijdragen van de lidstaten, inclusief hun overheidsagentschappen, entiteiten of natuurlijke personen, voor sommige externe steunprogramma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

11 557 494,80

Toelichting

Op deze post worden de financiële bijdragen geboekt van de lidstaten inclusief hun overheidsagentschappen, entiteiten of natuurlijke personen voor sommige externe steunprogramma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd.

Overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement geven de eventuele ontvangsten aanleiding tot de opvoering van extra kredieten voor de financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

6 3 3 1

Bijdragen van derde landen, inclusief hun overheidsagentschappen, entiteiten of natuurlijke personen, voor sommige externe steunprogramma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Op deze post worden de financiële bijdragen geboekt van derde landen inclusief hun overheidsagentschappen, entiteiten of natuurlijke personen voor sommige externe steunprogramma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd.

Overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement geven de eventuele ontvangsten aanleiding tot de opvoering van extra kredieten voor de financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

6 3 3 2

Bijdragen van internationale organisaties voor sommige externe steunprogramma's die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Op deze post worden de financiële bijdragen geboekt van internationale organisaties aan bepaalde externe steunprogramma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd.

Overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement geven de eventuele ontvangsten aanleiding tot de opvoering van extra kredieten voor de financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

6 3 4

Bijdragen van trustfonds en financiële instrumenten — Bestemmingsontvangsten

6 3 4 0

Bijdragen van trustfonds voor de beheerskosten van de Commissie — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Op deze post worden de beheersprovisies geboekt die de Commissie tot maximaal 5 % van de in het trustfonds samengebrachte bedragen mag inhouden bij wijze van vergoeding voor haar beheerskosten voor de jaren waarin de bijdragen aan elk trustfonds voor het eerst werden gebruikt.

Overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement worden deze beheersvergoedingen voor de duur van het trustfonds gelijkgesteld met bestemmingsontvangsten.

Rechtsgronden

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1), met name artikel 187, lid 7.

Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1268/2012 van de Commissie van 29 oktober 2012 houdende uitvoeringsvoorschriften voor Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie (PB L 362 van 31.12.2012, blz. 1), met name artikel 259.

6 3 4 1

Bijdragen van financiële instrumenten — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Jaarlijkse terugbetalingen, met inbegrip van terugbetaald kapitaal, vrijgegeven zekerheden en aflossingen van de hoofdsom van de leningen, die worden terugbetaald aan de Commissie of aan de trustrekeningen die zijn geopend voor financiële instrumenten en zijn toe te schrijven aan steun uit de begroting uit hoofde van een financieringsinstrument, vormen overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement interne bestemmingsontvangsten en worden gebruikt voor dezelfde financieringsinstrumenten, onverminderd lid 9 van artikel 140 van dezelfde verordening, gedurende een termijn die niet langer duurt dan de termijn voor de vastlegging van kredieten plus twee jaar, tenzij in een basisbesluit anders is bepaald.

Rechtsgronden

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1), met name artikel 140, lid 6.

Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1268/2012 van de Commissie van 29 oktober 2012 houdende uitvoeringsvoorschriften voor Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie (PB L 362 van 31.12.2012, blz. 1).

HOOFDSTUK 6 5 —   FINANCIËLE CORRECTIES

6 5 0

Financiële correcties voor 2015 in verband met het EFRO, het ESF, het EOGFL-afdeling Oriëntatie, het FIOV, het Cohesiefonds, het EVF, het EFMZV, Sapard en het IPA — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

118 383 863,98

Toelichting

Vanaf het begrotingsjaar 2015 worden de voorheen vanwege financiële correcties op post 6 5 0 0 geboekte bedragen per programmeringsperiode uitgesplitst onder de artikelen 6 5 1 tot en met 6 5 4.

Op post 6 5 0 0 werden de financiële correcties geboekt in verband met het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO), het Europees Sociaal Fonds (ESF), het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de landbouw (EOGFL) – afdeling Oriëntatie), het Financieringsinstrument voor de oriëntatie van de visserij (FIOV), het Cohesiefonds, het Europees Visserijfonds (EVF), het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij (EFMZV), het speciale toetredingsprogramma op het gebied van landbouw en plattelandsontwikkeling (Sapard), het Instrument voor pretoetredingssteun (IPA), en het overgangsinstrument voor plattelandsontwikkeling (OIPO), gefinancierd uit het EOGFL-Afdeling Garantie.

De op deze post opgenomen bedragen gaven overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement aanleiding tot de opvoering van aanvullende kredieten onder de desbetreffende begrotingsonderdelen van de titels 04, 05, 11 en 13 van de staat van uitgaven van afdeling III „Commissie”.

Overeenkomstig artikel 105, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1083/2006 doet die verordening geen afbreuk aan de voortzetting noch aan de wijziging, met inbegrip van de gehele of gedeeltelijke intrekking, van bijstand met medefinanciering uit de structuurfondsen of van projecten met medefinanciering uit het Cohesiefonds die de Commissie heeft goedgekeurd op grond van de Verordeningen (EEG) nr. 2052/88, (EEG) nr. 4253/88, (EG) nr. 1164/94 en (EG) nr. 1260/1999 of van enige andere regelgeving die op 31 december 2006 op de betrokken bijstand van toepassing was; de betrokken regelgeving blijft derhalve van toepassing op de bijstand of de projecten totdat deze worden afgesloten.

Overeenkomstig artikel 152, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1303/2013 doet deze verordening geen afbreuk aan de voortzetting noch aan de wijziging, met inbegrip van de gehele of gedeeltelijke intrekking, van de betrokken projecten tot de afsluiting daarvan, of van de steun die de Commissie heeft goedgekeurd op grond van Verordening (EG) nr. 1083/2006 of andere wetgeving die op 31 december 2013 op die steunverlening van toepassing is.

Rechtsgronden

Verordening (EEG) nr. 2052/88 van de Raad van 24 juni 1988 betreffende de taken van de fondsen met structurele strekking, hun doeltreffendheid alsmede de coördinatie van hun bijstandsverlening onderling en met die van de Europese Investeringsbank en de andere bestaande financieringsinstrumenten (PB L 185 van 15.7.1988, blz. 9).

Verordening (EEG) nr. 4253/88 van de Raad van 19 december 1988 tot vaststelling van toepassingsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 2052/88 met betrekking tot de coördinatie van de bijstandsverlening uit de onderscheiden structuurfondsen enerzijds en van die bijstandsverlening met die van de Europese Investeringsbank en de andere bestaande financieringsinstrumenten anderzijds (PB L 374 van 31.12.1988, blz. 1), met name artikel 24.

Verordening (EG) nr. 1257/1999 van de Raad van 17 mei 1999 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de landbouw (EOGFL) en tot wijziging en intrekking van een aantal verordeningen (PB L 160 van 26.6.1999, blz. 80).

Verordening (EG) nr. 1260/1999 van de Raad van 21 juni 1999 houdende algemene bepalingen inzake de structuurfondsen (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 1), met name artikel 39, lid 2.

Verordening (EG) nr. 1263/1999 van de Raad van 21 juni 1999 betreffende het Financieringsinstrument voor de oriëntatie van de visserij (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 54).

Verordening (EG) nr. 1268/1999 van de Raad van 21 juni 1999 inzake steunverlening door de Gemeenschap voor pretoetredingsmaatregelen op het gebied van landbouw en plattelandsontwikkeling in de kandidaat-lidstaten in Midden- en Oost-Europa gedurende de pretoetredingsperiode (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 87).

Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1260/1999 (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25).

Verordening (EG) nr. 1085/2006 van de Raad van 17 juli 2006 tot invoering van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA) (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 82).

Verordening (EG) nr. 1198/2006 van de Raad van 27 juli 2006 inzake het Europees Visserijfonds (PB L 223 van 15.8.2006, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).

Verordening (EU) nr. 231/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van het Instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 11).

Referentiebesluiten

Verordening (EG) nr. 448/2001 van de Commissie van 2 maart 2001 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1260/1999 van de Raad met betrekking tot de procedure inzake financiële correcties betreffende uit de structuurfondsen toegekende bijstand (PB L 64 van 6.3.2001, blz. 13).

Verordening (EG) nr. 27/2004 van de Commissie van 5 januari 2004 houdende overgangsbepalingen voor de toepassing van Verordening (EG) nr. 1257/1999 van de Raad met betrekking tot de financiering door het EOGFL, afdeling Garantie, van de maatregelen voor plattelandsontwikkeling in Tsjechië, Estland, Cyprus, Letland, Litouwen, Hongarije, Malta, Polen, Slovenië en Slowakije (PB L 5 van 9.1.2004, blz. 86).

Verordening (EG) nr. 141/2004 van de Commissie van 28 januari 2004 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1257/1999 van de Raad ten aanzien van de overgangsmaatregelen voor plattelandsontwikkeling die gelden voor Tsjechië, Estland, Cyprus, Letland, Litouwen, Hongarije, Malta, Polen, Slovenië en Slowakije (PB L 24 van 29.1.2004, blz. 25).

Verordening (EG) nr. 1828/2006 van de Commissie van 8 december 2006 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds, en van Verordening (EG) nr. 1080/2006 van het Europees Parlement en de Raad betreffende het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (PB L 371 van 27.12.2006, blz. 1).

6 5 1

Financiële correcties in verband met de programmeringsperiodes voor het jaar 2000

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

 

Toelichting

Op deze post worden de financiële correcties geboekt in verband met het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO), het Europees Sociaal Fonds (ESF), het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de landbouw (EOGFL – afdeling Oriëntatie), het Financieringsinstrument voor de oriëntatie van de visserij (FIOV) en het Cohesiefonds (CF) in verband met de programmeringsperiode voor het jaar 2000.

De op dit artikel opgenomen bedragen geven overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement aanleiding tot de opvoering van aanvullende kredieten onder de desbetreffende begrotingsonderdelen van de titels 04, 05, 11 en 13 van de staat van uitgaven van afdeling III „Commissie”.

Overeenkomstig artikel 105, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1083/2006 doet die verordening geen afbreuk aan de voortzetting noch aan de wijziging, met inbegrip van de gehele of gedeeltelijke intrekking, van bijstand met medefinanciering uit de structuurfondsen of van projecten met medefinanciering uit het Cohesiefonds die de Commissie heeft goedgekeurd op grond van de Verordeningen (EEG) nr. 2052/88, (EEG) nr. 4253/88, (EG) nr. 1164/94 en (EG) nr. 1260/1999 of van enige andere regelgeving die op 31 december 2006 op de betrokken bijstand van toepassing was; de betrokken regelgeving blijft derhalve van toepassing op de bijstand of de projecten totdat deze worden afgesloten.

Overeenkomstig artikel 152, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1303/2013 doet deze verordening geen afbreuk aan de voortzetting noch aan de wijziging, met inbegrip van de gehele of gedeeltelijke intrekking, van de betrokken projecten tot de afsluiting daarvan, of van de steun die de Commissie heeft goedgekeurd op grond van Verordening (EG) nr. 1083/2006 of andere wetgeving die op 31 december 2013 op die steunverlening van toepassing is.

Rechtsgronden

Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/1977 van de Raad van 21 december 1977 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 356 van 31.12.2002, blz. 1).

Verordening (EEG) nr. 2052/88 van de Raad van 24 juni 1988 betreffende de taken van de fondsen met structurele strekking, hun doeltreffendheid alsmede de coördinatie van hun bijstandsverlening onderling en met die van de Europese Investeringsbank en de andere bestaande financieringsinstrumenten (PB L 185 van 15.7.1988, blz. 9).

Verordening (EEG) nr. 4253/88 van de Raad van 19 december 1988 tot vaststelling van toepassingsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 2052/88 met betrekking tot de coördinatie van de bijstandsverlening uit de onderscheiden structuurfondsen enerzijds en van die bijstandsverlening met die van de Europese Investeringsbank en de andere bestaande financieringsinstrumenten anderzijds (PB L 374 van 31.12.1988, blz. 1), met name artikel 24.

Verordening (EEG) nr. 4254/88 van de Raad van 19 december 1988 tot vaststelling van toepassingsbepalingen voor Verordening (EEG) nr. 2052/88 met betrekking tot het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (PB L 374 van 31.12.1988, blz. 15).

Verordening (EEG) nr. 4255/88 van de Raad van 19 december 1988 tot vaststelling van bepalingen voor de uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2052/88 met betrekking tot het Europees Sociaal Fonds (PB L 374 van 31.12.1988, blz. 21).

Verordening (EEG) nr. 4256/88 van de Raad van 19 december 1988 tot vaststelling van bepalingen voor de uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2052/88 met betrekking tot het EOGFL, afdeling Oriëntatie (PB L 374 van 31.12.1988, blz. 25).

Verordening (EEG) nr. 2080/93 van de Raad van 20 juli 1993 tot vaststelling van bepalingen voor de uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2052/88 met betrekking tot het Financieringsinstrument voor de Oriëntatie van de Visserij (PB L 193 van 31.7.1993, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1164/94 van de Raad van 16 mei 1994 tot oprichting van een Cohesiefonds (PB L 130 van 25.5.1994, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1257/1999 van de Raad van 17 mei 1999 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de landbouw (EOGFL) en tot wijziging en intrekking van een aantal verordeningen (PB L 160 van 26.6.1999, blz. 80).

Verordening (EG) nr. 1260/1999 van de Raad van 21 juni 1999 houdende algemene bepalingen inzake de structuurfondsen (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 1), met name artikel 39, lid 2.

Verordening (EG) nr. 1263/1999 van de Raad van 21 juni 1999 betreffende het Financieringsinstrument voor de oriëntatie van de visserij (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 54).

6 5 2

Financiële correcties in verband met de programmeringsperiode 2000-2006 — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

 

Toelichting

Op dit artikel worden de financiële correcties geboekt in verband met het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO), het Europees Sociaal Fonds (ESF), het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de landbouw (EOGFL) – afdeling Oriëntatie), het Financieringsinstrument voor de oriëntatie van de visserij (FIOV), het Cohesiefonds (CF) en het speciale toetredingsprogramma op het gebied van landbouw en plattelandsontwikkeling (Sapard), voor de programmeringsperiode 2000-2006, en het overgangsinstrument voor plattelandsontwikkeling (OIPO), gefinancierd uit het EOGFL - afdeling Garantie.

De op dit artikel opgenomen bedragen geven overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement aanleiding tot de opvoering van aanvullende kredieten onder de desbetreffende begrotingsonderdelen van de titels 04, 05, 11 en 13 van de staat van uitgaven van afdeling III „Commissie”.

Overeenkomstig artikel 105, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1083/2006 doet die verordening geen afbreuk aan de voortzetting noch aan de wijziging, met inbegrip van de gehele of gedeeltelijke intrekking, van bijstand met medefinanciering uit de structuurfondsen of van projecten met medefinanciering uit het Cohesiefonds die de Commissie heeft goedgekeurd op grond van de Verordeningen (EEG) nr. 2052/88, (EEG) nr. 4253/88, (EG) nr. 1164/94 en (EG) nr. 1260/1999 of van enige andere regelgeving die op 31 december 2006 op de betrokken bijstand van toepassing was; de betrokken regelgeving blijft derhalve van toepassing op de bijstand of de projecten totdat deze worden afgesloten.

Overeenkomstig artikel 152, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1303/2013 doet deze verordening geen afbreuk aan de voortzetting noch aan de wijziging, met inbegrip van de gehele of gedeeltelijke intrekking, van de betrokken projecten tot de afsluiting daarvan, of van de steun die de Commissie heeft goedgekeurd op grond van Verordening (EG) nr. 1083/2006 of andere wetgeving die op 31 december 2013 op die steunverlening van toepassing is.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1164/94 van de Raad van 16 mei 1994 tot oprichting van een Cohesiefonds (PB L 130 van 25.5.1994, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1257/1999 van de Raad van 17 mei 1999 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de landbouw (EOGFL) en tot wijziging en intrekking van een aantal verordeningen (PB L 160 van 26.6.1999, blz. 80).

Verordening (EG) nr. 1260/1999 van de Raad van 21 juni 1999 houdende algemene bepalingen inzake de structuurfondsen (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 1), met name artikel 39, lid 2.

Verordening (EG) nr. 1263/1999 van de Raad van 21 juni 1999 betreffende het Financieringsinstrument voor de oriëntatie van de visserij (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 54).

Verordening (EG) nr. 1268/1999 van de Raad van 21 juni 1999 inzake steunverlening door de Gemeenschap voor pretoetredingsmaatregelen op het gebied van landbouw en plattelandsontwikkeling in de kandidaat-lidstaten in Midden- en Oost-Europa gedurende de pretoetredingsperiode (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 87).

Verordening (EG) nr. 1783/1999 van het Europees Parlement en de Raad van 12 juni 1999 betreffende het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (PB L 213 van 13.8.1999, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1784/1999 van het Europees Parlement en de Raad van 12 juli 1999 betreffende het Europees Sociaal Fonds (PB L 213 van 13.8.1999, blz. 5).

Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1260/1999 (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25).

Verordening (EG) nr. 1198/2006 van de Raad van 27 juli 2006 inzake het Europees Visserijfonds (PB L 223 van 15.8.2006, blz. 1).

Referentiebesluiten

Verordening (EG) nr. 448/2001 van de Commissie van 2 maart 2001 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1260/1999 van de Raad met betrekking tot de procedure inzake financiële correcties betreffende uit de structuurfondsen toegekende bijstand (PB L 64 van 6.3.2001, blz. 13).

Verordening (EG) nr. 1386/2002 van de Commissie van 29 juli 2002 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1164/94 van de Raad met betrekking tot de beheers- en controlesystemen en de procedure inzake financiële correcties betreffende uit het Cohesiefonds toegekende bijstand (PB L 201 van 31.7.2002, blz. 5).

Verordening (EG) nr. 27/2004 van de Commissie van 5 januari 2004 houdende overgangsbepalingen voor de toepassing van Verordening (EG) nr. 1257/1999 van de Raad met betrekking tot de financiering door het EOGFL, afdeling Garantie, van de maatregelen voor plattelandsontwikkeling in Tsjechië, Estland, Cyprus, Letland, Litouwen, Hongarije, Malta, Polen, Slovenië en Slowakije (PB L 5 van 9.1.2004, blz. 86).

Verordening (EG) nr. 141/2004 van de Commissie van 28 januari 2004 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1257/1999 van de Raad ten aanzien van de overgangsmaatregelen voor plattelandsontwikkeling die gelden voor Tsjechië, Estland, Cyprus, Letland, Litouwen, Hongarije, Malta, Polen, Slovenië en Slowakije (PB L 24 van 29.1.2004, blz. 25).

Verordening (EG) nr. 1828/2006 van de Commissie van 8 december 2006 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds, en van Verordening (EG) nr. 1080/2006 van het Europees Parlement en de Raad betreffende het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (PB L 371 van 27.12.2006, blz. 1).

6 5 3

Financiële correcties in verband met de programmeringsperiode 2007-2013 — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

 

Toelichting

Op deze post worden de financiële correcties geboekt in verband met het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO), het Europees Sociaal Fonds (ESF), het Cohesiefonds (CF), het Europees Visserijfonds (EVF) en het Instrument voor pretoetredingssteun (IPA I) in verband met de programmeringsperiode 2007-2013.

De op dit artikel opgenomen bedragen geven overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement aanleiding tot de opvoering van aanvullende kredieten onder de desbetreffende begrotingsonderdelen van de titels 04, 05, 11 en 13 van de staat van uitgaven van afdeling III „Commissie”.

Overeenkomstig artikel 152, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1303/2013 doet deze verordening geen afbreuk aan de voortzetting noch aan de wijziging, met inbegrip van de gehele of gedeeltelijke intrekking, van de betrokken projecten tot de afsluiting daarvan, of van de steun die de Commissie heeft goedgekeurd op grond van Verordening (EG) nr. 1083/2006 of andere wetgeving die op 31 december 2013 op die steunverlening van toepassing is.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1260/1999 (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25).

Verordening (EG) nr. 1085/2006 van de Raad van 17 juli 2006 tot invoering van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA) (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 82).

Verordening (EG) nr. 1198/2006 van de Raad van 27 juli 2006 inzake het Europees Visserijfonds (PB L 223 van 15.8.2006, blz. 1).

Referentiebesluiten

Verordening (EG) nr. 1828/2006 van de Commissie van 8 december 2006 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds, en van Verordening (EG) nr. 1080/2006 van het Europees Parlement en de Raad betreffende het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (PB L 371 van 27.12.2006, blz. 1).

6 5 4

Financiële correcties in verband met de programmeringsperiode 2014-2020 — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

 

Toelichting

Op deze post worden de financiële correcties geboekt in verband met het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO), het Europees Sociaal Fonds (ESF), het Cohesiefonds (CF), het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij (EFMZV), het Fonds voor Europese hulp aan de meest behoeftigen (FEAD) en het Instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) in verband met de programmeringsperiode 2014-2020.

De op dit artikel opgenomen bedragen geven overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement aanleiding tot de opvoering van aanvullende kredieten onder de desbetreffende begrotingsonderdelen van de titels 04, 11 en 13 van de staat van uitgaven van afdeling III „Commissie”.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).

Verordening (EU) nr. 223/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 betreffende het Fonds voor Europese hulp aan de meest behoeftigen (PB L 72 van 12.3.2014, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 231/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van het Instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 11).

HOOFDSTUK 6 6 —   OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN

6 6 0

Overige bijdragen en terugbetalingen

6 6 0 0

Overige bestemmingsbijdragen en -terugbetalingen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

850 711 696,25

Toelichting

Op deze post worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement de eventuele ontvangsten geboekt die niet zijn voorzien in de andere onderdelen van deze titel en die aanleiding geven tot de opvoering van aanvullende kredieten ter financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

 

Europees Parlement

 

p.m.

Raad

 

p.m.

Commissie

 

p.m.

Europese Ombudsman

 

p.m.

Europese Dienst voor extern optreden

 

p.m.

 

Totaal

p.m.

6 6 0 1

Overige bijdragen en terugbetalingen zonder specifieke bestemming

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

60 000 000

60 000 000

8 666 423,81

Toelichting

Op deze post worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement de eventuele ontvangsten geboekt die niet zijn voorzien in de andere onderdelen van titel 6.

 

Europees Parlement

 

p.m.

Commissie

 

60 000 000

 

Totaal

60 000 000

HOOFDSTUK 6 7 —   ONTVANGSTEN IN HET KADER VAN HET EUROPEES LANDBOUWGARANTIEFONDS (ELGF) EN HET EUROPEES LANDBOUWFONDS VOOR PLATTELANDSONTWIKKELING (ELFPO)

6 7 0

Ontvangsten in het kader van het Europees Landbouwgarantiefonds

6 7 0 1

Goedkeuring van de rekeningen van het Europees Landbouwgarantiefonds — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

815 588 600,63

Toelichting

Op deze post worden de ontvangsten geboekt die voortvloeien uit in het kader van de goedkeuring van de rekeningen ten gunste van de algemene begroting van de Unie gegeven conformiteitsbesluiten betreffende uitgaven gefinancierd uit het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de landbouw (afdeling Garantie) in het kader van rubriek 1 van de financiële vooruitzichten 2000-2006 en uit het Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF) in het kader van rubriek 2 van het meerjarig financieel kader 2007-2013 en 2014-2020 overeenkomstig de artikelen 51 en 52 van Verordening (EU) nr. 1306/2013. Deze post omvat correcties vanwege de niet-naleving van betalingstermijnen overeenkomstig artikel 40 van deze verordening.

Op deze post worden ook bedragen geboekt die voortvloeien uit in het kader van de goedkeuring van de rekeningen ten gunste van de begroting van de Unie gegeven conformiteitsbesluiten betreffende uitgaven die zijn gefinancierd door de bij Verordening (EG) nr. 320/2006 ingestelde tijdelijke regeling voor de herstructurering van de suikerindustrie in de Gemeenschap (Fonds voor de herstructurering van de suikerindustrie), die op 30 september 2012 is afgelopen.

Overeenkomstig artikel 1, van Verordening (EG) nr. 320/2006 en artikel 43 van Verordening (EU) nr. 1306/2013, worden deze bedragen beschouwd als bestemmingsontvangsten in de zin van de artikelen 21 en 174 van het Financieel Reglement. Alle op deze post geboekte ontvangsten worden gebruikt ter aanvulling van de kredieten voor alle begrotingsposten van het ELGF van de staat van uitgaven van de afdeling III „Commissie”.

De ontvangsten voor deze post zijn geraamd op 2 015 000 000 EUR, inclusief 890 000 000 EUR overgedragen van 2015 naar 2016 overeenkomstig artikel 14 van de Financiële Verordening. Bij de opstelling van de begroting 2016 is rekening gehouden met een bedrag van 600 000 000 EUR voor de financiering van de behoeften in het kader van maatregelen uit hoofde van artikel 05 02 08 (post 05 02 08 03) en met het resterende bedrag van 1 415 000 000 EUR voor de financiering van de behoeften in het kader van maatregelen uit hoofde van artikel 05 03 01 (post 05 03 01 10).

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 320/2006 van de Raad van 20 februari 2006 tot instelling van een tijdelijke regeling voor de herstructurering van de suikerindustrie in de Europese Gemeenschap en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1290/2005 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (PB L 58 van 28.2.2006, blz. 42).

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake de financiering, het beheer en de monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 352/78, (EG) nr. 165/94, (EG) nr. 2799/98, (EG) nr. 814/2000, (EG) nr. 1290/2005 en (EG) nr. 485/2008 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 549).

6 7 0 2

Onregelmatigheden in het kader van het Europees Landbouwgarantiefonds — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

150 305 663,70

Toelichting

Op deze post worden bedragen geboekt die zijn teruggevorderd in verband met onregelmatigheden of nalatigheden, inclusief de daarmee samenhangende rente, in het bijzonder bedragen die zijn teruggevorderd in verband met onregelmatigheden of fraude, ontvangen boeten en rente, en verbeurd verklaarde zekerheden, deposito's of waarborgen, betreffende uitgaven gefinancierd uit het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de landbouw (afdeling Garantie) in het kader van rubriek 1 van de financiële vooruitzichten 2000-2006 en uit het Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF) in het kader van rubriek 2 van het meerjarig financieel kader 2007-2013 en 2014-2020 overeenkomstig de artikelen 54 en 55 van Verordening (EU) nr. 1306/2013.

Op deze post worden ook bedragen, inclusief rente, boeten en verkregen zekerheden geboekt die in verband met onregelmatigheden of nalatigheden zijn teruggevorderd, betreffende uitgaven die zijn gefinancierd uit de bij Verordening (EG) nr. 320/2006 ingestelde tijdelijke regeling voor de herstructurering van de suikerindustrie (Fonds voor de herstructurering van de suikerindustrie) in de Unie vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 320/2006, die per 30 september 2012 is afgeschaft.

Deze post dient ook ter dekking van de teruggevorderde nettobedragen waarvoor de lidstaten 20 % kunnen inhouden overeenkomstig artikel 55 van Verordening (EU) nr. 1306/2013.

Overeenkomstig artikel 1, van Verordening (EG) nr. 320/2006 en de artikelen 43 en 55 van Verordening (EU) nr. 1306/2013, worden deze bedragen beschouwd als bestemmingsontvangsten in de zin van de artikelen 21 en 174 van het Financieel Reglement. Alle op deze post geboekte ontvangsten worden gebruikt ter aanvulling van de kredieten voor alle begrotingsposten van het ELGF van de staat van uitgaven van de afdeling III „Commissie”.

De ontvangsten voor deze post worden geraamd op 155 000 000 EUR. Bij de opstelling van de begroting 2016 is met dit bedrag rekening gehouden voor de financiering van de behoeften in het kader van maatregelen uit hoofde van artikel 05 03 01 (post 05 03 01 10).

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 320/2006 van de Raad van 20 februari 2006 tot instelling van een tijdelijke regeling voor de herstructurering van de suikerindustrie in de Europese Gemeenschap en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1290/2005 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (PB L 58 van 28.2.2006, blz. 42).

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake de financiering, het beheer en de monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 352/78, (EG) nr. 165/94, (EG) nr. 2799/98, (EG) nr. 814/2000, (EG) nr. 1290/2005 en (EG) nr. 485/2008 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 549).

6 7 0 3

Heffing voor melkproducenten — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

48 284 110,03

Toelichting

Op deze post worden de ontvangsten geboekt in verband met de overschotheffing van het melkquotastelsel, die worden geïnd of teruggevorderd overeenkomstig deel II, titel I, hoofdstuk III, deel III van Verordening (EG) nr. 1234/2007, en met name artikel 78.

Overeenkomstig artikel 43 van Verordening (EU) nr. 1306/2013, worden deze bedragen beschouwd als bestemmingsontvangsten in de zin van de artikelen 21 en 174 van het Financieel Reglement. Alle op deze post geboekte ontvangsten worden gebruikt ter aanvulling van de kredieten voor alle begrotingsposten van het ELGF van de staat van uitgaven van de afdeling III „Commissie”.

De ontvangsten voor deze post worden geraamd op 810 000 000 EUR. Bij de opstelling van de begroting 2016 is met dit bedrag rekening gehouden voor de financiering van de behoeften in het kader van maatregelen uit hoofde van artikel 05 03 01 (post 05 03 01 10).

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten (integrale-GMO-verordening) (PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1).

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake de financiering, het beheer en de monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 352/78, (EG) nr. 165/94, (EG) nr. 2799/98, (EG) nr. 814/2000, (EG) nr. 1290/2005 en (EG) nr. 485/2008 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 549).

6 7 1

Ontvangsten in het kader van het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling

6 7 1 1

Goedkeuring van de rekeningen van het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

69 413 810,83

Toelichting

Op deze post worden de bedragen geboekt die voortvloeien uit in het kader van de goedkeuring van de rekeningen ten gunste van de algemene begroting van de Unie genomen boekhoudbesluiten en conformiteitsbesluiten betreffende voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo) gefinancierde uitgaven, overeenkomstig de artikelen 51 en 52 van Verordening (EU) nr. 1306/2013. Op deze post worden ook voorschotten geboekt die in het kader van het Elfpo waren betaald en die worden terugbetaald.

Overeenkomstig artikel 43 van Verordening (EU) nr. 1306/2013, worden deze bedragen beschouwd als bestemmingsontvangsten in de zin van de artikelen 21 en 177 van het Financieel Reglement. Alle op deze post geboekte ontvangsten worden gebruikt ter aanvulling van de kredieten voor alle begrotingsposten van het Elfpo.

Bij de opstelling van de begroting 2016 werd geen specifiek bedrag voor de artikelen 05 04 05 en 05 04 60 voorzien.

Rechtsgronden

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake de financiering, het beheer en de monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 352/78, (EG) nr. 165/94, (EG) nr. 2799/98, (EG) nr. 814/2000, (EG) nr. 1290/2005 en (EG) nr. 485/2008 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 549).

6 7 1 2

Onregelmatigheden in het kader van het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Op deze post worden bedragen geboekt die zijn teruggevorderd in verband met onregelmatigheden of nalatigheden, inclusief de daarmee samenhangende rente, in het bijzonder bedragen die zijn teruggevorderd in verband met onregelmatigheden of fraude, ontvangen boeten en rente, en verbeurd verklaarde zekerheden, betreffende uitgaven in het kader van plattelandsontwikkeling (Elfpo) overeenkomstig de artikelen 54 en 56 van Verordening (EU) Nr. 1306/2013.

Overeenkomstig artikel 43 van Verordening (EU) nr. 1306/2013, worden deze bedragen beschouwd als bestemmingsontvangsten in de zin van de artikelen 21 en 177 van het Financieel Reglement. Alle op deze post geboekte ontvangsten worden gebruikt ter aanvulling van de kredieten voor alle begrotingsposten van het Elfpo.

Bij de opstelling van de begroting 2016 werd geen specifiek bedrag voor de artikelen 05 04 05 en 05 04 60 voorzien.

Rechtsgronden

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake de financiering, het beheer en de monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 352/78, (EG) nr. 165/94, (EG) nr. 2799/98, (EG) nr. 814/2000, (EG) nr. 1290/2005 en (EG) nr. 485/2008 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 549).

TITEL 7

INTREST VOOR BETALINGSACHTERSTAND EN BOETEN

 

Artikel

Post

Rubriek

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

% 2014-2016

HOOFDSTUK 7 0

7 0 0

Intrest voor betalingsachterstand

7 0 0 0

Invorderbare rente wegens te late overmakingen op de rekeningen bij de schatkisten van de lidstaten

5 000 000

10 000 000

62 832 700,78

1 256,65

7 0 0 1

Overige intrest voor betalingsachterstand

3 000 000

3 000 000

1 304 377,43

43,48

 

Artikel 7 0 0 — Totaal

8 000 000

13 000 000

64 137 078,21

801,71

7 0 1

Intrest voor betalingsachterstand en andere rente op boeten

15 000 000

45 000 000

368 455 044,42

2 456,37

 

HOOFDSTUK 7 0 — TOTAAL

23 000 000

58 000 000

432 592 122,63

1 880,84

HOOFDSTUK 7 1

7 1 0

Geldboeten, dwangsommen en andere sancties

100 000 000

1 415 000 000

4 124 682 904,05

4 124,68

7 1 1

Bijdragen voor overtollige emissies van nieuwe personenauto’s

p.m.

p.m.

0,—

 

7 1 2

Aan de lidstaten opgelegde dwangsommen en forfaitaire bedragen wegens niet-nakoming van een arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie waarin wordt vastgesteld dat een lidstaat een krachtens het Verdrag op hem rustende verplichting niet is nagekomen

p.m.

50 000 000

49 406 800,—

 
 

HOOFDSTUK 7 1 — TOTAAL

100 000 000

1 465 000 000

4 174 089 704,05

4 174,09

HOOFDSTUK 7 2

7 2 0

Rente op deposito's en boeten

7 2 0 0

Rente op deposito's en boeten die voortvloeien uit de tenuitvoerlegging van de procedure bij buitensporige tekorten — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0,—

 
 

Artikel 7 2 0 — Totaal

p.m.

p.m.

0,—

 
 

HOOFDSTUK 7 2 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0,—

 
 

Titel 7 — Totaal

123 000 000

1 523 000 000

4 606 681 826,68

3 745,27

HOOFDSTUK 7 0 —

INTREST VOOR BETALINGSACHTERSTAND

 

HOOFDSTUK 7 1 —

GELDBOETEN

 

HOOFDSTUK 7 2 —

RENTE OP DEPOSITO'S EN BOETEN

HOOFDSTUK 7 0 —   INTREST VOOR BETALINGSACHTERSTAND

7 0 0

Intrest voor betalingsachterstand

7 0 0 0

Invorderbare rente wegens te late overmakingen op de rekeningen bij de schatkisten van de lidstaten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

5 000 000

10 000 000

62 832 700,78

Toelichting

Lidstaten die bedragen te laat overmaken op de rekening van de Commissie als bedoeld in artikel 9, lid 1, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000, zijn intrest voor betalingsachterstand verschuldigd.

Voor de lidstaten die de euro als munt hebben, is de rentevoet gelijk aan de door de Europese Centrale Bank op haar herfinancieringstransacties toegepaste rentevoet van de eerste dag van de maand van de vervaldag, zoals bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie, serie C, vermeerderd met twee punten. Deze rente wordt met 0,25 punt per maand vertraging verhoogd. De verhoogde intrest geldt voor de gehele periode van de betalingsachterstand.

Voor de lidstaten die niet de euro als munt hebben, is de rentevoet gelijk aan de rentevoet die op de eerste dag van de betrokken maand door de respectieve centrale banken op hun basisherfinancieringstransacties wordt toegepast, vermeerderd met twee punten, of, voor de lidstaten waarvoor de rentevoet van de Centrale Bank niet beschikbaar is, de meest equivalente rentevoet die op de eerste dag van de betrokken maand op de geldmarkt van de lidstaat wordt toegepast, vermeerderd met twee punten. Deze rente wordt met 0,25 punt per maand vertraging verhoogd. De verhoogde intrest geldt voor de gehele periode van de betalingsachterstand.

De rentevoet geldt voor alle boekingen van eigen middelen die in artikel 10 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 worden genoemd.

 

Raad

 

p.m.

Commissie

 

5 000 000

Europese Dienst voor extern optreden

 

p.m.

 

Totaal

5 000 000

Rechtsgronden

Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 van de Raad van 22 mei 2000 houdende toepassing van Besluit 2007/436/EG, Euratom betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (PB L 130 van 31.5.2000, blz. 1).

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1), met name artikel 78, lid 4.

7 0 0 1

Overige intrest voor betalingsachterstand

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

3 000 000

3 000 000

1 304 377,43

Toelichting

Op deze post wordt ontvangen intrest voor betalingsachterstand op andere bedragen dan eigen middelen geboekt.

 

Commissie

 

3 000 000

Europese Dienst voor extern optreden

 

p.m.

 

Total

3 000 000

Rechtsgronden

Protocol nr. 32 bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (PB L 1 van 3.1.1994, blz. 3), met name artikel 2, lid 5.

Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1260/1999 (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25), met name artikel 102.

Verordening (EG) nr. 1828/2006 van de Commissie van 8 december 2006 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds, en van Verordening (EG) nr. 1080/2006 van het Europees Parlement en de Raad betreffende het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (PB L 371 van 27.12.2006, blz. 1).

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1), met name artikel 78, lid 4.

Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1268/2012 van de Commissie van 29 oktober 2012 houdende uitvoeringsvoorschriften voor Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie (PB L 362 van 31.12.2012, blz. 1), met name artikel 83.

7 0 1

Intrest voor betalingsachterstand en andere rente op boeten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

15 000 000

45 000 000

368 455 044,42

Toelichting

Op deze post worden de uitstaande rente op bijzondere rekeningen voor boeten en de intrest voor betalingsachterstand in verband met deze boeten geboekt.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1/2003 van de Raad van 16 december 2002 betreffende de uitvoering van de mededingingsregels van de artikelen 81 en 82 van het Verdrag (PB L 1 van 4.1.2003, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad van 20 januari 2004 betreffende de controle op concentraties van ondernemingen (PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1), met name de artikelen 14 en 15.

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1), met name artikel 78, lid 4.

Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1268/2012 van de Commissie van 29 oktober 2012 houdende uitvoeringsvoorschriften voor Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie (PB L 362 van 31.12.2012, blz. 1), met name artikel 83.

HOOFDSTUK 7 1 —   GELDBOETEN

7 1 0

Geldboeten, dwangsommen en andere sancties

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

100 000 000

1 415 000 000

4 124 682 904,05

Toelichting

De Commissie kan boeten, dwangsommen en andere sancties opleggen aan ondernemingen en ondernemersverenigingen bij niet-nakoming van een verbod of niet-uitvoering van verplichtingen in het kader van de hierna vermelde verordeningen of van de artikelen 101 en 102 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.

De boeten moeten in de regel worden betaald binnen drie maanden na de kennisgeving van het besluit van de Commissie. De Commissie int het verschuldigde bedrag echter niet wanneer een onderneming in beroep gaat bij het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen; de onderneming moet aanvaarden dat rente verschuldigd zal zijn na de uiterste datum voor betaling en de Commissie uiterlijk op de uiterste datum voor betaling een bankgarantie verstrekken die de hoofdsom van de schuld en rente of kosten dekt.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1/2003 van de Raad van 16 december 2002 betreffende de uitvoering van de mededingingsregels van de artikelen 81 en 82 van het Verdrag (PB L 1 van 4.1.2003, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad van 20 januari 2004 betreffende de controle op concentraties van ondernemingen (PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1), met name de artikelen 14 en 15.

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1268/2012 van de Commissie van 29 oktober 2012 houdende uitvoeringsvoorschriften voor Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie (PB L 362 van 31.12.2012, blz. 1).

7 1 1

Bijdragen voor overtollige emissies van nieuwe personenauto’s

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Onder dit artikel worden door de Commissie opgelegde bijdragen voor overtollige emissies geboekt.

Verordening (EG) nr. 443/2009 heeft tot doel emissienormen vast te stellen voor nieuwe personenauto's die in de Unie worden geregistreerd, in het kader van de geïntegreerde uniale benadering voor het beperken van de CO2-emissies van lichte voertuigen, waarbij de goede werking van de interne markt wordt gegarandeerd.

Wanneer de gemiddelde specifieke CO2-emissies van een fabrikant in 2012 en elk daaropvolgend kalenderjaar hoger liggen dan zijn specifieke emissiedoelstelling voor het desbetreffende jaar, zal de Commissie echter een bijdrage voor overtollige emissies opleggen aan de fabrikant of, in het geval van een groep, aan de beheerder van de groep.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 443/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 tot vaststelling van emissienormen voor nieuwe personenauto’s, in het kader van de communautaire geïntegreerde benadering om de CO2-emissies van lichte voertuigen te beperken (PB L 140 van 5.6.2009, blz. 1), en met name artikel 9.

Besluit 2012/100/EU van de Commissie van 17 februari 2012 inzake een methode voor de inning van bijdragen voor overtollige CO2-emissies van nieuwe personenauto’s op grond van Verordening (EG) nr. 443/2009 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 47 van 18.2.2012, blz. 71).

7 1 2

Aan de lidstaten opgelegde dwangsommen en forfaitaire bedragen wegens niet-nakoming van een arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie waarin wordt vastgesteld dat een lidstaat een krachtens het Verdrag op hem rustende verplichting niet is nagekomen

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

50 000 000

49 406 800,—

Rechtsgronden

Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, met name artikel 260, lid 2.

HOOFDSTUK 7 2 —   RENTE OP DEPOSITO'S EN BOETEN

7 2 0

Rente op deposito's en boeten

7 2 0 0

Rente op deposito's en boeten die voortvloeien uit de tenuitvoerlegging van de procedure bij buitensporige tekorten — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Ontvangsten uit rente op deposito's en boeten die voortvloeien uit de tenuitvoerlegging van de procedure bij buitensporige tekorten.

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder c), van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van aanvullende kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1467/97 van de Raad van 7 juli 1997 over de bespoediging en verduidelijking van de tenuitvoerlegging van de procedure bij buitensporige tekorten (PB L 209 van 2.8.1997, blz. 6), met name artikel 16.

TITEL 8

OPGENOMEN EN VERSTREKTE LENINGEN

 

Artikel

Post

Rubriek

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

% 2014-2016

HOOFDSTUK 8 0

8 0 0

Garantie van de Europese Unie voor opgenomen Unieleningen ter ondersteuning van betalingsbalansen

p.m.

p.m.

0,—

 

8 0 1

Garantie van de Europese Unie voor opgenomen Euratom-leningen

p.m.

p.m.

0,—

 

8 0 2

Garantie van de Europese Unie voor opgenomen Unieleningen voor financiële bijstand in het kader van het Europees financieel stabilisatiemechanisme

p.m.

p.m.

0,—

 
 

HOOFDSTUK 8 0 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0,—

 

HOOFDSTUK 8 1

8 1 0

Aflossingen op en renteopbrengst van in het kader van de financiële samenwerking met derde landen van het Middellandse Zeegebied verstrekte speciale leningen en risicodragend kapitaal

p.m.

30 000 000

292 611 339,40

 

8 1 3

Aflossingen op en renteopbrengst van door de Commissie in het kader van European Union Investment Partners aan de ontwikkelingslanden in het Middellandse Zeegebied en Zuid-Afrika verstrekte leningen en risicodragend kapitaal

p.m.

p.m.

0,—

 
 

HOOFDSTUK 8 1 — TOTAAL

p.m.

30 000 000

292 611 339,40

 

HOOFDSTUK 8 2

8 2 7

Garantie van de Europese Unie voor de leningprogramma's van de Unie om macrofinanciële bijstand te verlenen aan derde landen

p.m.

p.m.

0,—

 

8 2 8

Garantie van de Europese Unie voor de door Euratom opgenomen leningen voor de verbetering van de efficiëntie en de veiligheid van kerncentrales in de landen van Midden- en Oost-Europa, alsmede in het Gemenebest van onafhankelijke staten

p.m.

p.m.

0,—

 
 

HOOFDSTUK 8 2 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0,—

 

HOOFDSTUK 8 3

8 3 5

Garantie van de Europese Unie voor door de Europese Investeringsbank aan derde landen verstrekte leningen

p.m.

p.m.

0,—

 
 

HOOFDSTUK 8 3 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0,—

 

HOOFDSTUK 8 5

8 5 0

Door het Europees Investeringsfonds uitgekeerde dividenden

5 217 537

6 890 000

4 698 000,—

90,04

 

HOOFDSTUK 8 5 — TOTAAL

5 217 537

6 890 000

4 698 000,—

90,04

 

Titel 8 — Totaal

5 217 537

36 890 000

297 309 339,40

5 698,27

HOOFDSTUK 8 0 —

ONTVANGSTEN MET BETREKKING TOT DE GARANTIE VAN DE EUROPESE UNIE VOOR IN DE LIDSTATEN OPGENOMEN EN VERSTREKTE LENINGEN

 

HOOFDSTUK 8 1 —

DOOR DE COMMISSIE VERSTREKTE LENINGEN

 

HOOFDSTUK 8 2 —

ONTVANGSTEN MET BETREKKING TOT DE GARANTIE VAN DE EUROPESE UNIE VOOR LENINGEN OPGENOMEN DOOR EN VERSTREKT AAN DERDE LANDEN

 

HOOFDSTUK 8 3 —

ONTVANGSTEN MET BETREKKING TOT DE GARANTIE VAN DE EUROPESE UNIE VOOR DE IN DERDE LANDEN DOOR FINANCIËLE INSTELLINGEN VERSTREKTE LENINGEN

 

HOOFDSTUK 8 5 —

OPBRENGSTEN VAN PARTICIPATIES IN GARANTIE-INSTELLINGEN

HOOFDSTUK 8 0 —   ONTVANGSTEN MET BETREKKING TOT DE GARANTIE VAN DE EUROPESE UNIE VOOR IN DE LIDSTATEN OPGENOMEN EN VERSTREKTE LENINGEN

8 0 0

Garantie van de Europese Unie voor opgenomen Unieleningen ter ondersteuning van betalingsbalansen

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

De garantie van de Unie betreft op de kapitaalmarkten of bij financiële instellingen opgenomen leningen. Het bedrag dat in hoofdsom aan de lidstaten kan worden toegekend, is beperkt tot 50 000 000 000 EUR.

Onder dit artikel worden de eventuele ontvangsten geboekt die voortvloeien uit het uitoefenen van rechten in verband met een beroep op de garantie uit hoofde van post 01 02 02 van de staat van uitgaven van afdeling III „Commissie”, voor zover deze ontvangsten niet in mindering van de uitgaven zijn geboekt.

In de bijlage „Opgenomen en verstrekte leningen” van afdeling III „Commissie” wordt een samenvatting gegeven van het geheel van de opgenomen en verstrekte leningen, met inbegrip van het beheer van de schuld, naar hoofdsom en rente.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 332/2002 van de Raad van 18 februari 2002 houdende instelling van een mechanisme voor financiële ondersteuning op middellange termijn van de betalingsbalansen van de lidstaten (PB L 53 van 23.2.2002, blz. 1).

Beschikking 2009/102/EG van de Raad van 4 november 2008 tot verlening van financiële middellangetermijnbijstand van de Gemeenschap aan Hongarije (PB L 37 van 6.2.2009, blz. 5).

Beschikking 2009/290/EG van de Raad van 20 januari 2009 tot verlening van financiële middellangetermijnbijstand van de Gemeenschap aan Letland (PB L 79 van 25.3.2009, blz. 39).

Beschikking 2009/459/EG van de Raad van 6 mei 2009 tot verlening van financiële middellangetermijnbijstand van de Gemeenschap aan Roemenië (PB L 150 van 13.6.2009, blz. 8).

Besluit van de Raad van 12 mei 2011 tot verlening van anticiperende financiële bijstand van de Unie op middellange termijn aan Roemenië (PB L 132 van 19.5.2011, blz. 15).

Besluit van de Raad van 22 oktober 2013 tot verlening van anticiperende financiële bijstand van de Unie op middellange termijn aan Roemenië (PB L 286 van 29.10.2013, blz. 1).

8 0 1

Garantie van de Europese Unie voor opgenomen Euratom-leningen

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Onder dit artikel worden de eventuele ontvangsten geboekt die voortvloeien uit het uitoefenen van rechten in verband met een beroep op de garantie uit hoofde van post 01 04 03 van de staat van uitgaven van afdeling III „Commissie”, voor zover deze ontvangsten niet in mindering van de uitgaven zijn geboekt.

In de bijlage „Opgenomen en verstrekte leningen” van afdeling III „Commissie” wordt een samenvatting gegeven van het geheel van de opgenomen en verstrekte leningen, met inbegrip van het beheer van de schuld, naar hoofdsom en rente.

Rechtsgronden

Besluit 77/270/Euratom van de Raad van 29 maart 1977 waarbij de Commissie wordt gemachtigd tot het aangaan van Euratom-leningen teneinde een bijdrage te leveren tot de financiering van kerncentrales (PB L 88 van 6.4.1977, blz. 9).

Besluit 77/271/Euratom van de Raad van 29 maart 1977 houdende toepassing van Besluit 77/270/Euratom waarbij de Commissie wordt gemachtigd tot het aangaan van Euratom-leningen teneinde een bijdrage te leveren tot de financiering van kerncentrales (PB L 88 van 6.4.1977, blz. 11).

8 0 2

Garantie van de Europese Unie voor opgenomen Unieleningen voor financiële bijstand in het kader van het Europees financieel stabilisatiemechanisme

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

De garantie van de Unie betreft leningen die opgenomen zijn op de kapitaalmarkten of van financiële instellingen. Het uitstaande bedrag van de leningen of kredietlijnen die aan de lidstaten worden verstrekt, moet binnen de marges vallen waarin de rechtsgrondslag voorziet.

Onder dit artikel worden de eventuele ontvangsten geboekt die voortvloeien uit het uitoefenen van rechten in verband met een beroep op de garantie uit hoofde van post 01 02 03 van de staat van uitgaven van afdeling III „Commissie”, voor zover deze ontvangsten niet in mindering van de uitgaven zijn geboekt.

In de bijlage „Opgenomen en verstrekte leningen” van afdeling III „Commissie” wordt een samenvatting gegeven van het geheel van de opgenomen en verstrekte leningen, met inbegrip van het beheer van de schuld, naar hoofdsom en rente.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 407/2010 van de Raad van 11 mei 2010 houdende instelling van een Europees financieel stabilisatiemechanisme (PB L 118 van 12.5.2010, blz. 1).

Uitvoeringsbesluit 2011/77/EU van de Raad van 7 december 2010 tot verlening van financiële bijstand van de Unie aan Ierland (PB L 30 van 4.2.2011, blz. 34).

Uitvoeringsbesluit 2011/344/EU van de Raad van 30 mei 2011 tot verlening van financiële bijstand van de Unie aan Portugal (PB L 159 van 17.6.2011, blz. 88).

HOOFDSTUK 8 1 —   DOOR DE COMMISSIE VERSTREKTE LENINGEN

8 1 0

Aflossingen op en renteopbrengst van in het kader van de financiële samenwerking met derde landen van het Middellandse Zeegebied verstrekte speciale leningen en risicodragend kapitaal

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

30 000 000

292 611 339,40

Toelichting

Op dit artikel worden de aflossingen op en de renteopbrengst geboekt van speciale leningen en risicodragend kapitaal die uit de kredieten van de hoofdstukken 22 02 en 22 04 van de staat van uitgaven van afdeling III „Commissie” zijn verstrekt aan derde landen van het Middellandse Zeegebied.

Het bevat ook de aflossingen op en de renteopbrengst van speciale leningen en risicodragend kapitaal verstrekt aan sommige lidstaten in het Middellandse Zeegebied, maar dit maakt slechts een zeer klein gedeelte van het totale bedrag uit. De leningen dateren van toen de betrokken landen nog geen lid van de Unie waren.

De werkelijke ontvangsten overtreffen gewoonlijk de begrotingsramingen, in verband met de uitkering in het voorgaande begrotingsjaar alsmede in het lopende begrotingsjaar van speciale leningen en risicodragend kapitaal waarover rente moet worden betaald. De rente op speciale leningen en risicodragend kapitaal loopt vanaf het ogenblik van uitkering; in het eerste geval wordt deze halfjaarlijks betaald, in het tweede geval doorgaans jaarlijks.

Op deze post kunnen overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement de bestemmingsontvangsten worden geboekt die aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten ter financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

Rechtsgronden

Voor de rechtsgrondslag, zie de toelichting bij hoofdstukken 22 02 en 22 04 van de staat van uitgaven in afdeling III „Commissie”.

8 1 3

Aflossingen op en renteopbrengst van door de Commissie in het kader van European Union Investment Partners aan de ontwikkelingslanden in het Middellandse Zeegebied en Zuid-Afrika verstrekte leningen en risicodragend kapitaal

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Op dit artikel worden de kapitaalaflossingen en de renteopbrengst geboekt van leningen en risicodragend kapitaal uit de kredieten in artikels 21 02 51 en 22 04 51 van de staat van ontvangsten van afdeling III „Commissie” onder de concrete actie EU-investeringspartners.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van Horizon 2020 - Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 104).

Voor de rechtsgrondslag, zie de toelichting bij de artikelen 21 02 51 en 22 04 51 van de staat van uitgaven in afdeling III „Commissie”.

HOOFDSTUK 8 2 —   ONTVANGSTEN MET BETREKKING TOT DE GARANTIE VAN DE EUROPESE UNIE VOOR LENINGEN OPGENOMEN DOOR EN VERSTREKT AAN DERDE LANDEN

8 2 7

Garantie van de Europese Unie voor de leningprogramma's van de Unie om macrofinanciële bijstand te verlenen aan derde landen

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Onder dit artikel worden de eventuele ontvangsten geboekt die voortvloeien uit het uitoefenen van rechten in verband met een beroep op de garantie uit hoofde van post 01 03 03 van de staat van uitgaven van afdeling III „Commissie”, voor zover deze ontvangsten niet in mindering van de uitgaven zijn geboekt.

In de bijlage „Opgenomen en verstrekte leningen” van afdeling III „Commissie” wordt een samenvatting gegeven van het geheel van de opgenomen en verstrekte leningen, met inbegrip van het beheer van de schuld, naar hoofdsom en rente.

Rechtsgronden

Besluit 97/471/EG van de Raad van 22 juli 1997 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië (PB L 200 van 29.7.1997, blz. 59).

Besluit 97/472/EG van de Raad van 22 juli 1997 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan Bulgarije (PB L 200 van 29.7.1997, blz. 61).

Besluit 97/787/EG van de Raad van 17 november 1997 tot toekenning van buitengewone financiële bijstand aan Armenië en Georgië (PB L 322 van 25.11.1997, blz. 37).

Besluit 98/592/EG van de Raad van 15 oktober 1998 tot toekenning van aanvullende macrofinanciële bijstand aan Oekraïne (PB L 284 van 22.10.1998, blz. 45).

Besluit 1999/325/EG van de Raad van 10 mei 1999 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan Bosnië-Herzegovina (PB L 123 van 13.5.1999, blz. 57).

Besluit 1999/731/EG van de Raad van 8 november 1999 tot toekenning van aanvullende macrofinanciële bijstand aan Bulgarije (PB L 294 van 16.11.1999, blz. 27).

Besluit 1999/732/EG van de Raad van 8 november 1999 tot toekenning van aanvullende macrofinanciële bijstand aan Roemenië (PB L 294 van 16.11.1999, blz. 29).

Besluit 1999/733/EG van de Raad van 8 november 1999 tot toekenning van aanvullende macrofinanciële bijstand aan de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië (PB L 294 van 16.11.1999, blz. 31).

Besluit 2001/549/EG van de Raad van 16 juli 2001 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan de Federale Republiek Joegoslavië (PB L 197 van 21.7.2001, blz. 38).

Besluit 2002/639/EG van de Raad van 12 juli 2002 tot toekenning van aanvullende macrofinanciële bijstand aan Oekraïne (PB L 209 van 6.8.2002, blz. 22).

Besluit 2002/882/EG van de Raad van 5 november 2002 tot toekenning van aanvullende macrofinanciële bijstand aan de Federale Republiek Joegoslavië (PB L 308 van 9.11.2002, blz. 25).

Besluit 2002/883/EG van de Raad van 5 november 2002 tot toekenning van aanvullende macrofinanciële bijstand aan Bosnië-Herzegovina (PB L 308 van 9.11.2002, blz. 28).

Besluit 2004/580/EG van de Raad van 29 april 2004 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan Albanië en tot intrekking van Besluit 1999/282/EG (PB L 261 van 6.8.2004, blz. 116).

Besluit 2007/860/EG van de Raad van 10 december 2007 tot toekenning van communautaire macro-financiële bijstand aan Libanon (PB L 337 van 21.12.2007, blz. 111).

Besluit 2009/890/EG van de Raad van 30 november 2009 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan Armenië (PB L 320 van 5.12.2009, blz. 3).

Besluit 2009/891/EG van de Raad van 30 november 2009 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan Bosnië en Herzegovina (PB L 320 van 5.12.2009, blz. 6).

Besluit 2009/892/EG van de Raad van 30 november 2009 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan Servië (PB L 320 van 5.12.2009, blz. 9).

Besluit nr. 388/2010/EU van het Europees Parlement en de Raad van 7 juli 2010 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan Oekraïne (PB L 179 van 14.7.2010, blz. 1).

Besluit nr. 778/2013/EU van het Europees Parlement en de Raad van 12 augustus 2013 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan Georgië (PB L 218 van 14.8.2013, blz. 15).

Besluit nr. 1025/2013/EU van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2013 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan de Kirgizische Republiek (PB L 283 van 25.10.2013, blz. 1).

Besluit nr. 1351/2013/EU van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan het Hasjemitisch Koninkrijk Jordanië (PB L 341 van 18.12.2013, blz. 4).

Besluit 2014/215/EU van de Raad van 14 april 2014 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan Oekraïne (PB L 111 van 15.4.2014, blz. 85).

Besluit nr. 534/2014/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan de Republiek Tunesië (PB L 151 van 21.5.2014, blz. 9).

Besluit (EU) 2015/601 van het Europees Parlement en de Raad van 15 april 2015 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan Oekraïne (PB L 100 van 17.4.2015, blz. 1).

8 2 8

Garantie van de Europese Unie voor de door Euratom opgenomen leningen voor de verbetering van de efficiëntie en de veiligheid van kerncentrales in de landen van Midden- en Oost-Europa, alsmede in het Gemenebest van onafhankelijke staten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Onder dit artikel worden de eventuele ontvangsten geboekt die voortvloeien uit het uitoefenen van rechten in verband met een beroep op de garantie uit hoofde van post 01 03 04 van de staat van uitgaven van afdeling III „Commissie”, voor zover deze ontvangsten niet in mindering van de uitgaven zijn geboekt.

In de bijlage „Opgenomen en verstrekte leningen” van afdeling III „Commissie” wordt een samenvatting gegeven van het geheel van de opgenomen en verstrekte leningen, met inbegrip van het beheer van de schuld, naar hoofdsom en rente.

Rechtsgronden

Besluit 77/270/Euratom van 29 maart 1977 waarbij de Commissie wordt gemachtigd tot het aangaan van Euratom-leningen teneinde een bijdrage te leveren tot de financiering van kerncentrales (PB L 88 van 6.4.1977, blz. 9).

Voor de rechtsgrond van de Euratom-leningen aan lidstaten, zie de toelichting bij artikel 8 0 1.

HOOFDSTUK 8 3 —   ONTVANGSTEN MET BETREKKING TOT DE GARANTIE VAN DE EUROPESE UNIE VOOR DE IN DERDE LANDEN DOOR FINANCIËLE INSTELLINGEN VERSTREKTE LENINGEN

8 3 5

Garantie van de Europese Unie voor door de Europese Investeringsbank aan derde landen verstrekte leningen

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Onder dit artikel worden de eventuele ontvangsten geboekt die voortvloeien uit het uitoefenen van rechten in verband met een beroep op de garantie uit hoofde van post 01 03 05 van de staat van uitgaven van afdeling III „Commissie”, voor zover deze ontvangsten niet in mindering van de uitgaven zijn geboekt.

In de bijlage „Opgenomen en verstrekte leningen” van afdeling III „Commissie” wordt een samenvatting gegeven van het geheel van de opgenomen en verstrekte leningen, met inbegrip van het beheer van de schuld, naar hoofdsom en rente.

Rechtsgronden

Besluit van de Raad van 8 maart 1977 (Middellandse Zeeprotocollen).

Verordening (EEG) nr. 1273/80 van de Raad van 23 mei 1980 houdende sluiting van het Interim-protocol tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Socialistische Federatieve Republiek Joegoslavië betreffende de vervroegde tenuitvoerlegging van Protocol nr. 2 van de Samenwerkingsovereenkomst (PB L 130 van 27.5.1980, blz. 98).

Besluit van de Raad van 19 juli 1982 (aanvullende uitzonderlijke hulp voor de wederopbouw van Libanon).

Verordening (EEG) nr. 3180/82 van de Raad van 22 november 1982 betreffende de sluiting van het Protocol inzake de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Libanese Republiek (PB L 337 van 29.11.1982, blz. 22).

Verordening (EEG) nr. 3183/82 van de Raad van 22 november 1982 betreffende de sluiting van het Protocol inzake de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Republiek Tunesië (PB L 337 van 29.11.1982, blz. 43).

Besluit van de Raad van 9 oktober 1984 (lening aan Joegoslavië buiten het protocol om).

Besluit 87/604/EEG van de Raad van 21 december 1987 betreffende de sluiting van het Tweede Protocol betreffende de financiële samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Socialistische Federatieve Republiek Joegoslavië (PB L 389 van 31.12.1987, blz. 65).

Besluit 88/33/EEG van de Raad van 21 december 1987 houdende sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Libanese Republiek (PB L 22 van 27.1.1988, blz. 25).

Besluit 88/34/EEG van de Raad van 21 december 1987 houdende sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Republiek Tunesië (PB L 22 van 27.1.1988, blz. 33).

Besluit 88/453/EEG van de Raad van 30 juni 1988 houdende sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en het Koninkrijk Marokko (PB L 224 van 13.8.1988, blz. 32).

Besluit 90/62/EEG van de Raad van 12 februari 1990 waarbij de Gemeenschap zich jegens de Europese Investeringsbank garant stelt voor verliezen op leningen voor projecten in Hongarije, Polen, Tsjechoslowakije, Bulgarije en Roemenië (PB L 42 van 16.2.1990, blz. 68).

Besluit 91/252/EEG van de Raad van 14 mei 1991 houdende uitbreiding tot Tsjechoslowakije, Bulgarije en Roemenië van Besluit 90/62/EEG waarbij de Gemeenschap zich jegens de Europese Investeringsbank garant stelt voor verliezen op leningen voor projecten in Hongarije en Polen (PB L 123 van 18.5.1991, blz. 44).

Besluit 92/44/EEG van de Raad van 19 december 1991 houdende sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Republiek Tunesië (PB L 18 van 25.1.1992, blz. 34).

Besluit 92/207/EEG van de Raad van 16 maart 1992 houdende sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Arabische Republiek Egypte (PB L 94 van 8.4.1992, blz. 21).

Besluit 92/208/EEG van de Raad van 16 maart 1992 houdende sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en het Hasjemitische Koninkrijk Jordanië (PB L 94 van 8.4.1992, blz. 29).

Besluit 92/209/EEG van de Raad van 16 maart 1992 houdende sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Libanese Republiek (PB L 94 van 8.4.1992, blz. 37).

Besluit 92/210/EEG van de Raad van 16 maart 1992 houdende sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Staat Israël (PB L 94 van 8.4.1992, blz. 45).

Verordening (EEG) nr. 1763/92 van de Raad van 29 juni 1992 betreffende de financiële samenwerking met de mediterrane derde landen (PB L 181 van 1.7.1992, blz. 5), ingetrokken bij Verordening (EG) nr. 1488/96 (PB L 189 van 30.7.1996, blz. 1).

Besluit 92/548/EEG van de Raad van 16 november 1992 houdende sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en het Koninkrijk Marokko (PB L 352 van 2.12.1992, blz. 13).

Besluit 92/549/EEG van de Raad van 16 november 1992 houdende sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Syrische Arabische Republiek (PB L 352 van 2.12.1992, blz. 21).

Besluit 93/115/EEG van de Raad van 15 februari 1993 waarbij aan de Europese Investeringsbank een garantie van de Gemeenschap wordt verleend voor verliezen uit hoofde van leningen voor projecten van gemeenschappelijk belang in bepaalde derde landen (PB L 45 van 23.2.1993, blz. 27).

Besluit 93/166/EEG van de Raad van 15 maart 1993 tot toekenning van een garantie van de Gemeenschap aan de Europese Investeringsbank voor verliezen op leningen voor investeringsprojecten in Estland, Letland en Litouwen (PB L 69 van 20.3.1993, blz. 42).

Besluit 93/408/EEG van de Raad van 19 juli 1993 inzake de sluiting van het Protocol betreffende de financiële samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Republiek Slovenië (PB L 189 van 29.7.1993, blz. 152).

Besluit 93/696/EG van de Raad van 13 december 1993 tot toekenning van de garantie van de Gemeenschap aan de Europese Investeringsbank voor verliezen op leningen voor projecten in de Midden- en Oost-Europese landen (Polen, Hongarije, Tsjechische Republiek, Slowaakse Republiek, Roemenië, Bulgarije, Estland, Letland, Litouwen en Albanië) (PB L 321 van 23.12.1993, blz. 27).

Besluit 94/67/EG van de Raad van 24 januari 1994 houdende sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Syrische Arabische Republiek (PB L 32 van 5.2.1994, blz. 44).

Besluit 95/207/EG van de Raad van 1 juni 1995 tot toekenning van een garantie van de Gemeenschap aan de Europese Investeringsbank voor verliezen op leningen voor projecten in Zuid-Afrika (PB L 131 van 15.6.1995, blz. 31).

Besluit 95/485/EG van de Raad van 30 oktober 1995 betreffende de sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Cyprus (PB L 278 van 21.11.1995, blz. 22).

Besluit 96/723/EG van de Raad van 12 december 1996 waarbij aan de Europese Investeringsbank een garantie van de Gemeenschap wordt verleend voor verliezen op leningen voor projecten van gemeenschappelijk belang in landen in Latijns-Amerika en Azië waarmee de Gemeenschap samenwerkingsovereenkomsten gesloten heeft (Argentinië, Bolivië, Brazilië, Chili, Colombia, Costa Rica, Ecuador, Guatemala, Honduras, Mexico, Nicaragua, Panama, Paraguay, Peru, El Salvador, Uruguay en Venezuela; Bangladesh, Brunei, China, India, Indonesië, Macao, Maleisië, Pakistan, Filipijnen, Singapore, Sri Lanka, Thailand en Viëtnam) (PB L 329 van 19.12.1996, blz. 45).

Besluit 97/256/EG van de Raad van 14 april 1997 tot verlening van een garantie van de Gemeenschap voor verliezen van de Europese Investeringsbank op leningen voor projecten buiten de Gemeenschap (landen in Midden- en Oost-Europa, mediterrane landen, landen in Azië en Latijns-Amerika, Zuid-Afrika, de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië en Bosnië-Herzegovina) (PB L 102 van 19.4.1997, blz. 33).

Besluit 98/348/EG van de Raad van 19 mei 1998 tot verlening van een garantie van de Gemeenschap voor verliezen van de Europese Investeringsbank op leningen voor projecten in de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, en tot wijziging van Besluit 97/256/EG tot verlening van een garantie van de Gemeenschap voor verliezen van de Europese Investeringsbank op leningen voor projecten buiten de Gemeenschap (landen in Midden- en Oost-Europa, mediterrane landen, landen in Azië en Latijns-Amerika, Zuid-Afrika) (PB L 155 van 29.5.1998, blz. 53).

Besluit 1999/786/EG van de Raad van 29 november 1999 tot verlening van een garantie van de Gemeenschap aan de Europese Investeringsbank (EIB) voor verliezen uit leningen voor projecten voor de wederopbouw van de door de aardbeving getroffen gebieden van Turkije (PB L 308 van 3.12.1999, blz. 35).

Besluit 2000/24/EG van de Raad van 22 december 1999 tot verlening van een garantie van de Gemeenschap voor verliezen van de Europese Investeringsbank op leningen voor projecten buiten de Gemeenschap (Midden- en Oost-Europa, Middellandse Zeegebied, Latijns-Amerika en Azië en de Republiek Zuid-Afrika) (PB L 9 van 13.1.2000, blz. 24).

Besluit 2001/777/EG van de Raad van 6 november 2001 tot verlening van een garantie van de Gemeenschap voor verliezen van de Europese Investeringsbank op buitengewone leningen, in het kader van de Noordelijke Dimensie verstrekt voor concrete milieuprojecten in het gebied rond de Oostzee in Rusland (PB L 292 van 9.11.2001, blz. 41).

Besluit 2005/48/EG van de Raad van 22 december 2004 tot verlening van een garantie van de Gemeenschap aan de Europese Investeringsbank voor verliezen op leningen voor bepaalde projecten in Rusland, Oekraïne, Moldavië en Wit-Rusland (PB L 21 van 25.1.2005, blz. 11).

Besluit 2006/1016/EG van de Raad van 19 december 2006 tot verlening van een garantie van de Gemeenschap voor verliezen van de Europese Investeringsbank op leningen voor projecten buiten de Gemeenschap (PB L 414 van 30.12.2006, blz. 95).

Besluit 633/2009/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 tot verlening van een garantie van de Gemeenschap voor verliezen van de Europese Investeringsbank op leningen en leninggaranties voor projecten buiten de Gemeenschap (PB L 190 van 22.7.2009, blz. 1).

Besluit 1080/2011/EU van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2011 tot verlening van een EU-garantie voor verliezen van de Europese Investeringsbank op leningen en leninggaranties voor projecten buiten de Unie (PB L 280 van 27.10.2011, blz. 1).

Besluit nr. 466/2014/EU van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 tot verlening van een EU-garantie voor verliezen van de Europese Investeringsbank op financieringsverrichtingen van projecten buiten de Unie (PB L 135 van 8.5.2014, blz. 1).

HOOFDSTUK 8 5 —   OPBRENGSTEN VAN PARTICIPATIES IN GARANTIE-INSTELLINGEN

8 5 0

Door het Europees Investeringsfonds uitgekeerde dividenden

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

5 217 537

6 890 000

4 698 000,—

Toelichting

Dit artikel dient voor het ontvangen van door het Europees Investeringsfonds krachtens deze bijdrage uitgekeerde dividenden.

Rechtsgronden

Besluit 94/375/EG van de Raad van 6 juni 1994 betreffende het lidmaatschap van de Gemeenschap van het Europees Investeringsfonds (PB L 173 van 7.7.1994, blz. 12).

Besluit 2007/247/EG van de Raad van 19 april 2007 inzake de deelneming van de Gemeenschap in de kapitaalverhoging bij het Europees Investeringsfonds (PB L 107 van 25.4.2007, blz. 5).

Besluit nr. 562/2014/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 inzake de deelneming van de Europese Unie in de kapitaalverhoging bij het Europees Investeringsfonds (PB L 156 van 24.5.2014, blz. 1).

TITEL 9

DIVERSE ONTVANGSTEN

 

Artikel

Post

Rubriek

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

% 2014-2016

HOOFDSTUK 9 0

9 0 0

Diverse ontvangsten

25 001 000

30 201 000

15 103 275,47

60,41

 

HOOFDSTUK 9 0 — TOTAAL

25 001 000

30 201 000

15 103 275,47

60,41

 

Titel 9 — Totaal

25 001 000

30 201 000

15 103 275,47

60,41

 

TOTAAL-GENERAAL

143 885 295 484

141 280 422 939

143 940 117 720,62

100,04

HOOFDSTUK 9 0 —

DIVERSE ONTVANGSTEN

HOOFDSTUK 9 0 —   DIVERSE ONTVANGSTEN

9 0 0

Diverse ontvangsten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

25 001 000

30 201 000

15 103 275,47

Toelichting

Onder dit artikel worden diverse ontvangsten geboekt.

 

Europees Parlement

 

1 000

Raad

 

p.m.

Commissie

 

25 000 000

Hof van Justitie van de Europese Unie

 

p.m.

Rekenkamer

 

p.m.

Europees Economisch en Sociaal Comité

 

p.m.

Comité van de Regio's

 

p.m.

Europese Ombudsman

 

p.m.

Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming

 

p.m.

Europese Dienst voor extern optreden

 

p.m.

 

Totaal

25 001 000

  • C. 
    PERSONEEL VOLGENS DE LIJST VAN HET AANTAL AMBTEN

Toegestane ambten

 

Instellingen

2016

2015 (14)

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Europees Parlement

5 573

1 189

5 591

1 148

Europese Raad en Raad

3 004

36

3 036

36

Commissie:

23 617

427

23 970

458

Administratie

18 482

375

18 645

394

Onderzoek en technologische ontwikkeling

3 431

 

3 570

 

Bureau voor publicaties van de Europese Unie

613

 

633

 

Europees Bureau voor fraudebestrijding

317

51

315

62

Europees Bureau voor personeelsselectie

111

1

110

2

Bureau beheer en afwikkeling van de individuele rechten

169

 

179

 

Bureau voor infrastructuur en logistiek in Brussel

360

 

378

 

Bureau voor infrastructuur en logistiek in Luxemburg

134

 

140

 

Hof van Justitie van de Europese Unie

1 551

522

1 547

451

Rekenkamer

725

137

733

139

Europees Economisch en Sociaal Comité

635

35

678

35

Comité van de Regio's

446

50

477

50

Europese Ombudsman

47

19

47

19

Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming

47

 

46

 

Europese Dienst voor extern optreden

1 627

1

1 644

1

Totaal

37 272

2 416

37 769

2 337

Toegestane ambten

 

Door de Unie opgerichte organen met rechtspersoonlijkheid

2016

2015 (15)

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Gedecentraliseerde organen

116

5 109

120

5 246

Europese gemeenschappelijke ondernemingen

55

267

56

245

Europees Instituut voor innovatie en technologie

 

39

 

39

Uitvoerende agentschappen

 

571

 

544

Totaal

171

5 986

176

6 074

  • D. 
    ONROERENDGOEDBEZIT
 

Instelling

Huurpanden

Onroerendgoedbezit (16)

Kredieten 2016 (17)

Kredieten 2015 (17)

Afdeling I

Europees Parlement

33 058 000

35 372 000

1 020 211 118

Afdeling II

Europese Raad en Raad

2 806 000

2 806 000

325 729 823

Afdeling III

Commissie:

   

1 570 416 436,86

 

— Zetels (Brussel en Luxemburg)

249 276 000

247 602 000

1 358 537 403,72

 

— Bureaus in de Unie

12 724 000

12 792 000

32 987 271,24

 

— Voedsel- en Veterinair Bureau

2 285 000

2 385 000

17 543 332,67

 

— delegaties van de Unie (18)

22 160 000

20 838 000

 

— Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek (19)

1 473 605

1 447 384

161 348 429,23

 

— Bureau voor publicaties van de Europese Unie

7 100 000

7 271 000

 

— Europees Bureau voor fraudebestrijding

5 109 000

4 879 000

 

— Europees Bureau voor personeelsselectie

2 812 000

2 825 000

 

— Bureau beheer en afwikkeling van de individuele rechten

3 619 000

3 583 000

 

— Bureau voor infrastructuur en logistiek te Brussel

5 675 000

5 602 000

 

— Bureau voor infrastructuur en logistiek te Luxemburg

1 458 000

1 458 000

Afdeling IV

Hof van Justitie van de Europese Unie

42 166 000

42 321 500

373 991 905,47 (20)

Afdeling V

Rekenkamer

169 000

160 000

82 350 041,87

Afdeling VI

Europees Economisch en Sociaal Comité

14 034 634

13 886 537

112 606 486

Afdeling VII

Comité van de Regio's

61 710 380 091

10 254 617

72 304 507

Afdeling VIII

Europese Ombudsman

749 000

749 000

Afdeling IX

Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming

885 000

885 000

Afdeling X

Europese Dienst voor extern optreden

   

108 962 217,80 (21)

 

— hoofdzetel (Brussel)

18 372 000

18 372 000

 
 

— delegaties van de Unie

84 055 736 (22)

84 055 736 (22)

 
 

Totaal

519 445 390

519 445 390

3 824 503 690,55

 

Instelling

Plaats

Jaar van verwerving

Boekwaarde (23)

Subtotalen

Totalen

Europees Parlement

Brussel

   

687 035 164

 

Grond

 

125 647 743

 
 

Paul-Henri Spaak

1998

46 815 390

 
 

Altiero Spinelli

1998

233 606 359

 
 

Willy Brandt

2007

75 762 157

 
 

József Antall

2008

108 720 670

 
 

Atrium

1999

18 823 395

 
 

Atrium II

2004

6 539 709

 
 

Montoyer 75

2006

18 404 457

 
 

Trier I

2011

11 160 000

 
 

Eastman

2008

14 738 333

 
 

Cathedrale

2005

1 668 078

 
 

Wayenberg (Marie Haps)

2003

5 130 707

 
 

Remard

2010

11 528 167

 
 

Montoyer 70

2012

8 490 000

 
 

Straatsburg (Louise Weiss)

1998

 

199 199 651

 

Straatsburg (Churchill, de Madariaga, Pflimlin)

2006

 

101 618 752

 

Straatsburg (Václav Havel)

2012

 

6 690 000

 

Luxemburg (Konrad Adenauer)

2003

 

36 038 668

 

Luxemburg (KAD Z)

2010

 

1 542 687

 

Jean Monnet House (Bazoches)

1982

 

1 115 044

 

Lissabon

1986

 

361 899

 

Athene

1991

 

3 192 255

 

Kopenhagen

2005

 

3 421 324

 

's-Gravenhage

2006

 

4 358 754

 

Valletta

2006

 

2 038 790

 

Nicosia

2006

 

2 570 113

 

Wenen

2008

 

22 527 320

 

Londen

2008

 

11 307 859

 

Boedapest

2010

 

3 224 910

 

Sofia

2013

 

8 846 700

Europese Raad en Raad

Brussel

   

325 729 823

 

Grond

 

67 525 000

 
 

Justus Lipsius

1995

105 420 994

 
 

Crèche

2006

9 956 429

 
 

Lex

2007

142 827 400

 

Commissie

Brussel

   

1 277 492 630,31

 

Overijse

1997

2 673 749,71

 
 

Loi 130

1987

51 712 395,20

 
 

Breydel

1989

7 298 833,00

 
 

Haren

1993

5 586 595,78

 
 

Clovis

1995

7 981 189,04

 
 

Sint-Michielswarande 1

1997

15 378 903,39

 
 

Belliard 232 (24)

1997

16 849 618,01

 
 

Demot 24 (24)

1997

27 105 647,95

 
 

Breydel II

1997

31 496 643,89

 
 

Beaulieu 29/31/33

1998

29 609 044,59

 
 

Charlemagne

1997

94 786 432,38

 
 

Demot 28 (24)

1999

21 623 455,52

 
 

Jozef II 99 (24)

1998

15 343 284,64

 
 

Loi 86

1998

28 859 661,79

 
 

Luxemburg 46 (25)

1999

32 305 243,65

 
 

Montoyer 59 (24)

1998

15 902 731,47

 
 

Froissart 101 (24)

2000

16 904 466,30

 
 

VM 18 (24)

2000

15 278 693,79

 
 

Jozef II 70 (24)

2000

34 599 853,56

 
 

Loi 41 (24)

2000

55 909 456,80

 
 

SC 11 (24)

2000

18 106 512,37

 
 

Jozef II 30 (26)

2000

29 345 765,53

 
 

Jozef II 54 (24)

2001

35 680 748,16

 
 

Jozef II 79 (24)

2002

34 403 941,53

 
 

VM 2 (24)

2001

34 293 375,00

 
 

Palmerston

2002

6 092 032,96

 
 

SPA 3 (24)

2003

24 619 825,00

 
 

Berlaymont (24)

2004

344 800 837,95

 
 

CCAB (24)

2005

40 612 362,42

 
 

BU-25

2006

45 329 777,89

 
 

Cornet-Leman

2006

18 825 828,49

 
 

Madou

2006

102 010 326,43

 
 

WALI

2009

16 070 396,12

 
 

Houtweg

2014

95 000,00

 
 

Luxemburg

   

81 044 773,41

 

Euroforum (24)

2004

72 728 010,00

 
 

Foyer européen

2009

8 316 763,41

 
 

Bureaus in de Unie

   

32 987 271,24

 

Lissabon

1986

 
   

1993

196 737,66

 
 

Marseille

1991

23 045,14

 
   

1993

9 980,70

 
 

Milaan

1986

 
 

Kopenhagen

2005

3 218 565,44

 
 

Valletta

2007

2 053 370,94

 
 

Nicosia (Byron)

2006

2 488 844,49

 
 

's-Gravenhage

2006

4 123 297,15

 
 

Londen

2010

16 182 092,22

 
 

Boedapest

2010

4 691 337,50

 
 

Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek

   

161 348 429,23

 

Ispra

 

94 907 188,70

 
 

Geel

 

28 691 532,69

 
 

Karlsruhe

 

28 336 933,02

 
 

Petten

 

9 412 774,82

 
 

Voedsel- en Veterinair Bureau

   

17 543 332,67

 

Grange (Ierland) (27)

2002

17 543 332,67

 
 

Totaal Commissie

   

1 570 416 436,86

Hof van Justitie van de Europese Unie

Luxemburg

   

373 991 905,47

 

(Annexe „A” — Erasmus, Annexe „B” — Thomas More en Annexe „C”

1994

15 769 207,57

 
 

Complex van het nieuwe Paleis (het gerenoveerde oude Paleis, de Anneau, de twee Torens en de Galerij)

2008

358 222 697,90

 

Rekenkamer

Luxemburg

   

86 335 055,11

 

Grond

1990

776 631,00

 
 

Luxemburg (K1)

1990

7 579 122,27

 
 

Luxemburg (K2)

2004

16 200 108,82

 
 

Luxemburg (K3)

2009

61 779 193,02

 

Europees Economisch en Sociaal Comité (24)

Brussel

   

117 230 578

 

Montoyer 92-102

2001

28 419 632

 
 

Belliard 99-101

2001

69 021 931

 
 

Belliard 68-72

2004

8 220 164

 
 

Trier 74

2005

7 312 416

 
 

Belliard 93

2005

4 256 435

 

Comité van de Regio's (24)

Brussel

   

75 182 146

 

Montoyer

2001

13 961 443

 
 

Belliard 101-103

2001

33 893 257

 
 

Belliard 68

2004

12 192 398

 
 

Trier 74

2004

10 905 425

 
 

Belliard 93

2005

4 229 623

 

Europese Dienst voor extern optreden

Dienst voor extern optreden

Hoofdzetel Brussel (28)

Delegaties van de Unie

2012

212 740 947,12

330 785 134,49 (29)

 

Tirana (Albanië)

2015

1 596 842,40

 
 

Buenos Aires (Argentinië)

1992

326 381,66

 
 

Canberra (Australië)

1983

0

 
   

1990

0

 
 

Cotonou (Benin)

1992

115 908,51

 
 

Gaborone (Botswana)

1982

50 866,95

 
   

1985

8 190,40

 
   

1985

6 403,95

 
   

1986

5 912,85

 
   

1987

12 572,25

 
 

Brasilia (Brazilië)

1994

233 366,04

 
 

Ouagadougou (Burkina Faso)

1984

19 248,47

 
   

1997

688 299,19

 
 

Bujumbura (Burundi)

1982

36 584,40

 
   

1986

111 426,72

 
 

Phnom Pen (Cambodja)

2005

478 703,20

 
 

Ottawa (Canada)

1977

64 132,79

 
 

Praia (Kaapverdië)

1981

14 091,34

 
 

Praia (Kaapverdië)

2015

1 154 531,12

 
 

Bangui (Centraal-Afrikaanse Republiek)

1983

65 707,89

 
 

Ndjamena (Tsjaad)

1991

11 965,76

 
   

2009

361 840,50

 
 

Peking (China)

1995

2 009 926,07

 
 

Moroni (Comoren)

1988

18 232,81

 
 

Brazzaville (Congo)

1994

95 959,73

 
 

San José (Costa Rica)

1995

132 602,56

 
 

Abidjan (Ivoorkust)

1993

111 284,50

 
   

1994

6 852 294,77

 
 

Parijs (Frankrijk)

1990

1 236 105,57

 
   

1991

5 325,39

 
 

Libreville (Gabon)

1996

204 221,34

 
 

Banjul (Gambia)

1989

22 778,48

 
 

Bissau (Guinee-Bissau)

1995

181 714,46

 
 

Port au Prince (Haiti)

1995

18 570,64

 
   

2014

6 688 117,53

 
 

Tokio (Japan)

2006

78 199 511,65

 
 

Nairobi (Kenia)

2005

529 091,92

 
 

Maseru (Lesotho)

1985

30 467,06

 
   

1990

33 605,58

 
   

1991

87 461,56

 
   

2006

98 373,66

 
   

2006

79 331,98

 
 

Lilongwe (Malawi)

1982

42 053,03

 
   

1988

12 969,50

 
 

Mexico-stad (Mexico)

1995

1 079 398,52

 
 

Rabat (Marokko)

1987

62 541,23

 
 

Port Louis (Mauritius)

1988

18 232,81

 
 

Maputo (Mozambique)

2008

2 837 956,80

 
 

Windhoek (Namibië)

1992

59 386,19

 
   

1992

33 859,65

 
   

1992

38 017,02

 
   

1992

67 767,96

 
 

Niamey (Niger)

1997

73 640,83

 
 

Abuja (Nigeria)

1992

134 350,20

 
   

2005

3 043 621,53

 
   

2012

3 368 558,33

 
   

1992

93 078,88

 
 

Port Moresby (Papoea-Nieuw-Guinea)

1982

48 274,53

 
 

Kigali (Rwanda)

1980

112 548,18

 
   

1982

71 627,45

 
 

Dakar (Senegal)

1984

325 145,55

 
 

Honiara (Salomonseilanden)

1990

19 761,68

 
 

Pretoria (Zuid-Afrika)

1994

164 080,99

 
   

1996

404 927,19

 
   

1994

197 592,39

 
 

Mbabane (Swaziland)

1987

26 994,00

 
   

1988

13 497,00

 
   

1987

13 497,00

 
 

Dar es Salaam (Tanzania)

2002

2 240 802,55

 
 

Kampala (Uganda)

1986

58 646,36

 
 

New York (Verenigde Staten van Amerika)

1987

253 001,13

 
 

Washington (Verenigde Staten van Amerika)

1997

901 567,25

 
 

Lusaka (Zambia)

1982

43 366,60

 
 

Harare (Zimbabwe)

1990

73 859,06

 
   

1994

141 912,33

 

Totaal-generaal

     

3 974 760 969,93

AFDELING I

EUROPEES PARLEMENT

ONTVANGSTEN

Bijdrage van de Europese Unie aan de financiering van de uitgaven van het Europees Parlement voor het begrotingsjaar 2016

 

Rubriek

Bedrag

Uitgaven

1 838 388 600

Eigen inkomsten

  • – 
    153 470 462

Te ontvangen bijdrage

1 684 918 138

EIGEN INKOMSTEN

TITEL 4

ONTVANGSTEN AFKOMSTIG VAN PERSONEN DIE VERBONDEN ZIJN AAN DE INSTELLINGEN EN ANDERE ORGANEN VAN DE UNIE

 

Artikel

Post

Rubriek

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

% 2014-2016

HOOFDSTUK 4 0

4 0 0

Opbrengst van de belasting op de bezoldigingen, lonen en vergoedingen van de leden van de instelling, de ambtenaren, de andere personeelsleden en de gepensioneerden

73 484 272

69 674 060

71 471 886,11

97,26

4 0 3

Opbrengst van de tijdelijke bijdrage die van toepassing is op de bezoldigingen van de leden van de instelling, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

p.m.

p.m.

25 197,48

 

4 0 4

Opbrengst van de bijzondere heffing en de solidariteitsheffing die van toepassing zijn op de bezoldigingen van de leden van de instelling, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

10 797 731

9 412 163

9 772 278,65

90,50

 

HOOFDSTUK 4 0 — TOTAAL

84 282 003

79 086 223

81 269 362,24

96,43

HOOFDSTUK 4 1

4 1 0

Bijdragen van het personeel aan de pensioenregeling

59 667 459

60 237 843

53 614 328,60

89,86

4 1 1

Overdracht of inkoop van pensioenrechten door het personeel

9 100 000

9 100 000

11 352 853,21

124,76

4 1 2

Bijdragen van ambtenaren en tijdelijke functionarissen met verlof om redenen van persoonlijke aard aan de pensioenregeling

10 000

10 000

24 042,14

240,42

 

HOOFDSTUK 4 1 — TOTAAL

68 777 459

69 347 843

64 991 223,95

94,49

HOOFDSTUK 4 2

4 2 1

Bijdrage van de leden van het Europees Parlement voor een ouderdomspensioenregeling

p.m.

p.m.

   
 

HOOFDSTUK 4 2 — TOTAAL

p.m.

p.m.

   
 

Titel 4 — Totaal

153 059 462

148 434 066

146 260 586,19

95,56

HOOFDSTUK 4 0 —

DIVERSE BELASTINGEN EN INHOUDINGEN

 

HOOFDSTUK 4 1 —

BIJDRAGEN AAN DE PENSIOENREGELING

 

HOOFDSTUK 4 2 —

OVERIGE BIJDRAGEN AAN DE PENSIOENREGELING

HOOFDSTUK 4 0 —   DIVERSE BELASTINGEN EN INHOUDINGEN

4 0 0

Opbrengst van de belasting op de bezoldigingen, lonen en vergoedingen van de leden van de instelling, de ambtenaren, de andere personeelsleden en de gepensioneerden

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

73 484 272

69 674 060

71 471 886,11

Rechtsgronden

Protocol betreffende de voorrechten en immuniteiten van de Europese Unie, met name artikel 12.

Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 260/68 van de Raad van 29 februari 1968 tot vaststelling van de voorwaarden en de wijze van heffing van belasting ten bate van de Europese Gemeenschappen (PB L 56 van 4.3.1968, blz. 8).

4 0 3

Opbrengst van de tijdelijke bijdrage die van toepassing is op de bezoldigingen van de leden van de instelling, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

25 197,48

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen, met name artikel 66 bis in de versie van kracht tot 15 december 2003.

4 0 4

Opbrengst van de bijzondere heffing en de solidariteitsheffing die van toepassing zijn op de bezoldigingen van de leden van de instelling, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

10 797 731

9 412 163

9 772 278,65

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 66 bis.

HOOFDSTUK 4 1 —   BIJDRAGEN AAN DE PENSIOENREGELING

4 1 0

Bijdragen van het personeel aan de pensioenregeling

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

59 667 459

60 237 843

53 614 328,60

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 83, lid 2.

4 1 1

Overdracht of inkoop van pensioenrechten door het personeel

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

9 100 000

9 100 000

11 352 853,21

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 4, artikel 11, leden 2 en 3, en artikel 48 van bijlage VIII.

4 1 2

Bijdragen van ambtenaren en tijdelijke functionarissen met verlof om redenen van persoonlijke aard aan de pensioenregeling

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

10 000

10 000

24 042,14

HOOFDSTUK 4 2 —   OVERIGE BIJDRAGEN AAN DE PENSIOENREGELING

4 2 1

Bijdrage van de leden van het Europees Parlement voor een ouderdomspensioenregeling

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

 

Rechtsgronden

Regeling inzake de kosten en vergoedingen van de leden van het Europees Parlement, met name bijlage III.

TITEL 5

ONTVANGSTEN VOORTVLOEIEND UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING VAN DE INSTELLING

 

Artikel

Post

Rubriek

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

% 2014-2016

HOOFDSTUK 5 0

5 0 0

Verkoop van roerende goederen (levering van goederen)

5 0 0 0

Verkoop van voertuigen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

   

5 0 0 1

Verkoop van andere roerende goederen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

6 888,—

 

5 0 0 2

Levering van goederen ten behoeve van andere instellingen of organen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

6 427,81

 
 

Artikel 5 0 0 — Totaal

p.m.

p.m.

13 315,81

 

5 0 1

Verkoop van onroerende goederen

p.m.

p.m.

   

5 0 2

Verkoop van publicaties, drukwerken en films — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

5 848,47

 
 

HOOFDSTUK 5 0 — TOTAAL

p.m.

p.m.

19 164,28

 

HOOFDSTUK 5 1

5 1 1

Verhuur en onderverhuur van onroerende goederen en terugbetaling van huurlasten

5 1 1 0

Verhuur en onderverhuur van onroerende goederen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

2 728 921,78

 

5 1 1 1

Terugbetaling van huurlasten — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

10 681,12

 
 

Artikel 5 1 1 — Totaal

p.m.

p.m.

2 739 602,90

 
 

HOOFDSTUK 5 1 — TOTAAL

p.m.

p.m.

2 739 602,90

 

HOOFDSTUK 5 2

5 2 0

Opbrengst van uitgezette of uitgeleende middelen, bankrenten en andere renten geïnd op de rekeningen van de instelling

410 000

410 000

442 335,67

107,89

 

HOOFDSTUK 5 2 — TOTAAL

410 000

410 000

442 335,67

107,89

HOOFDSTUK 5 5

5 5 0

Ontvangsten afkomstig van de levering van diensten en werkzaamheden ten behoeve van andere instellingen of organen, inclusief kosten van dienstreizen voor rekening van andere instellingen of organen en door deze instellingen of organen terugbetaald — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

5 232 191,62

 

5 5 1

Ontvangsten van derden afkomstig van op verzoek van derden verleende diensten en werkzaamheden — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

1 105 304,58

 
 

HOOFDSTUK 5 5 — TOTAAL

p.m.

p.m.

6 337 496,20

 

HOOFDSTUK 5 7

5 7 0

Ontvangsten afkomstig van de terugbetaling van onverschuldigd betaalde bedragen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

4 705 964,82

 

5 7 1

Ontvangsten die voor een bepaald doel zijn bestemd, zoals inkomsten van stichtingsvermogens, subsidies, giften en legaten, daaronder begrepen de aan elke instelling vooraf toegewezen specifieke ontvangsten — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

   

5 7 2

Terugbetaling van voor rekening van een andere instelling gedane sociale uitgaven

p.m.

p.m.

   

5 7 3

Overige bijdragen en terugbetalingen die voortvloeien uit de administratieve werking van de instellingen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

2 084 376,41

 
 

HOOFDSTUK 5 7 — TOTAAL

p.m.

p.m.

6 790 341,23

 

HOOFDSTUK 5 8

5 8 1

Ontvangsten afkomstig van verzekeringsuitkeringen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

185 508,04

 
 

HOOFDSTUK 5 8 — TOTAAL

p.m.

p.m.

185 508,04

 
 

Titel 5 — Totaal

410 000

410 000

16 514 448,32

4 027,91

HOOFDSTUK 5 0 —

OPBRENGST VAN DE VERKOOP VAN ROERENDE GOEDEREN (LEVERING VAN GOEDEREN) EN ONROERENDE GOEDEREN

 

HOOFDSTUK 5 1 —

VERHUUROPBRENGST

 

HOOFDSTUK 5 2 —

OPBRENGST VAN UITGEZETTE OF UITGELEENDE MIDDELEN, BANKRENTEN EN ANDERE RENTEN

 

HOOFDSTUK 5 5 —

ONTVANGSTEN AFKOMSTIG VAN DE LEVERING VAN DIENSTEN EN WERKZAAMHEDEN

 

HOOFDSTUK 5 7 —

OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN DIE VOORTVLOEIEN UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING VAN DE INSTELLING

 

HOOFDSTUK 5 8 —

DIVERSE VERGOEDINGEN

HOOFDSTUK 5 0 —   OPBRENGST VAN DE VERKOOP VAN ROERENDE GOEDEREN (LEVERING VAN GOEDEREN) EN ONROERENDE GOEDEREN

5 0 0

Verkoop van roerende goederen (levering van goederen)

5 0 0 0

Verkoop van voertuigen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

 

Toelichting

Onder deze post worden de inkomsten geboekt die afkomstig zijn van de verkoop of de overname van de voertuigen van de instelling.

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 0 0 1

Verkoop van andere roerende goederen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

6 888,—

Toelichting

Onder deze post worden de inkomsten geboekt die afkomstig zijn van de verkoop of de overname van andere roerende goederen van de instelling dan voertuigen.

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 0 0 2

Levering van goederen ten behoeve van andere instellingen of organen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

6 427,81

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

Details van de uitgaven en ontvangsten die voortvloeien uit leningen of huur of de verlening van diensten in het kader van deze post worden gegeven in een bijlage bij deze begroting.

5 0 1

Verkoop van onroerende goederen

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

 

Toelichting

Onder dit artikel worden de inkomsten geboekt die afkomstig zijn van de verkoop van onroerende goederen van de instelling.

5 0 2

Verkoop van publicaties, drukwerken en films — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

5 848,47

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

Dit artikel omvat tevens de ontvangsten uit de verkoop van deze producten in elektronische vorm.

HOOFDSTUK 5 1 —   VERHUUROPBRENGST

5 1 1

Verhuur en onderverhuur van onroerende goederen en terugbetaling van huurlasten

5 1 1 0

Verhuur en onderverhuur van onroerende goederen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

2 728 921,78

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

Details van de uitgaven en ontvangsten die voortvloeien uit leningen of huur of de verlening van diensten in het kader van deze post worden gegeven in een bijlage bij deze begroting.

5 1 1 1

Terugbetaling van huurlasten — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

10 681,12

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

HOOFDSTUK 5 2 —   OPBRENGST VAN UITGEZETTE OF UITGELEENDE MIDDELEN, BANKRENTEN EN ANDERE RENTEN

5 2 0

Opbrengst van uitgezette of uitgeleende middelen, bankrenten en andere renten geïnd op de rekeningen van de instelling

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

410 000

410 000

442 335,67

Toelichting

Op dit artikel worden de ontvangsten geboekt die afkomstig zijn van uitgezette of uitgeleende middelen, bankrenten en andere renten, geïnd op de rekeningen van de instelling.

HOOFDSTUK 5 5 —   ONTVANGSTEN AFKOMSTIG VAN DE LEVERING VAN DIENSTEN EN WERKZAAMHEDEN

5 5 0

Ontvangsten afkomstig van de levering van diensten en werkzaamheden ten behoeve van andere instellingen of organen, inclusief kosten van dienstreizen voor rekening van andere instellingen of organen en door deze instellingen of organen terugbetaald — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

5 232 191,62

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 5 1

Ontvangsten van derden afkomstig van op verzoek van derden verleende diensten en werkzaamheden — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

1 105 304,58

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

HOOFDSTUK 5 7 —   OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN DIE VOORTVLOEIEN UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING VAN DE INSTELLING

5 7 0

Ontvangsten afkomstig van de terugbetaling van onverschuldigd betaalde bedragen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

4 705 964,82

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 7 1

Ontvangsten die voor een bepaald doel zijn bestemd, zoals inkomsten van stichtingsvermogens, subsidies, giften en legaten, daaronder begrepen de aan elke instelling vooraf toegewezen specifieke ontvangsten — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

 

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder d), van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 7 2

Terugbetaling van voor rekening van een andere instelling gedane sociale uitgaven

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

 

Toelichting

Onder dit artikel worden de inkomsten geboekt in verband met de terugbetaling van voor rekening van een andere instelling gedane sociale uitgaven.

5 7 3

Overige bijdragen en terugbetalingen die voortvloeien uit de administratieve werking van de instellingen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

2 084 376,41

HOOFDSTUK 5 8 —   DIVERSE VERGOEDINGEN

5 8 1

Ontvangsten afkomstig van verzekeringsuitkeringen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

185 508,04

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

Dit artikel omvat tevens de terugbetaling door de verzekering van de bezoldiging van ambtenaren in geval van ongevallen.

TITEL 6

BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN IN HET KADER VAN OVEREENKOMSTEN EN PROGRAMMA'S VAN DE UNIE

 

Artikel

Post

Rubriek

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

% 2014-2016

HOOFDSTUK 6 6

6 6 0

Overige bijdragen en terugbetalingen

6 6 0 0

Overige bestemmingsbijdragen en -terugbetalingen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

10 906 918,89

 

6 6 0 1

Overige bijdragen en terugbetalingen zonder bestemming

p.m.

p.m.

   
 

Artikel 6 6 0 — Totaal

p.m.

p.m.

10 906 918,89

 
 

HOOFDSTUK 6 6 — TOTAAL

p.m.

p.m.

10 906 918,89

 
 

Titel 6 — Totaal

p.m.

p.m.

10 906 918,89

 

HOOFDSTUK 6 6 —

OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN

HOOFDSTUK 6 6 —   OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN

6 6 0

Overige bijdragen en terugbetalingen

6 6 0 0

Overige bestemmingsbijdragen en -terugbetalingen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

10 906 918,89

Toelichting

Op deze post worden, overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement, de eventuele ontvangsten geboekt die niet zijn voorzien bij de andere onderdelen van titel 6 en die worden aangewend voor de opvoering van extra kredieten ter financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

6 6 0 1

Overige bijdragen en terugbetalingen zonder bestemming

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

 

TITEL 9

DIVERSE ONTVANGSTEN

 

Artikel

Post

Rubriek

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

% 2014-2016

HOOFDSTUK 9 0

9 0 0

Diverse ontvangsten

1 000

1 000

754 898,78

75 489,88

 

HOOFDSTUK 9 0 — TOTAAL

1 000

1 000

754 898,78

75 489,88

 

Titel 9 — Totaal

1 000

1 000

754 898,78

75 489,88

 

TOTAAL-GENERAAL

153 470 462

148 845 066

174 436 852,18

113,66

HOOFDSTUK 9 0 —

DIVERSE ONTVANGSTEN

HOOFDSTUK 9 0 —   DIVERSE ONTVANGSTEN

9 0 0

Diverse ontvangsten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

1 000

1 000

754 898,78

Toelichting

Onder dit artikel worden diverse ontvangsten opgenomen.

Details van de uitgaven en ontvangsten die voortvloeien uit leningen of huur of de verlening van diensten in het kader van deze post worden gegeven in een bijlage bij deze begroting.

UITGAVEN

Algemene samenvatting van de kredieten (2016 en 2015) en van de uitvoering (2014)

 

Titel

Hoofdstuk

Rubriek

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

1

AAN DE INSTELLING VERBONDEN PERSONEN

1 0

LEDEN VAN DE INSTELLING

213 281 500

220 252 000

223 348 317,16

1 2

AMBTENAREN EN TIJDELIJKE FUNCTIONARISSEN

627 305 500

608 733 635

592 225 771,19

1 4

ANDER PERSONEEL EN PRESTATIES VAN DERDEN

125 501 000

121 114 400

89 290 606,42

1 6

OVERIGE UITGAVEN IN VERBAND MET AAN DE INSTELLING VERBONDEN PERSONEN

17 772 500

18 314 480

15 769 390,60

 

Titel 1 — Totaal

983 860 500

968 414 515

920 634 085,37

2

GEBOUWEN, MEUBILAIR, MATERIEEL EN DIVERSE HUISHOUDELIJKE UITGAVEN

2 0

GEBOUWEN EN DAARMEE SAMENHANGENDE KOSTEN

211 173 440

210 241 500

261 255 176,91

2 1

INFORMATICA, MATERIEEL EN MEUBILAIR

166 845 910

149 330 149

130 623 097,45

2 3

LOPENDE HUISHOUDELIJKE UITGAVEN

5 992 750

6 049 000

4 824 591,—

 

Titel 2 — Totaal

384 012 100

365 620 649

396 702 865,36

3

UITGAVEN VOORTVLOEIEND UIT DE ALGEMENE TAKEN VAN DE INSTELLING

3 0

VERGADERINGEN EN CONFERENTIES

35 423 000

36 175 971

28 562 579,97

3 2

EXPERTISE EN INFORMATIE: VERWERVING, ARCHIVERING, PRODUCTIE EN VERSPREIDING

115 433 000

115 686 393

109 872 538,56

 

Titel 3 — Totaal

150 856 000

151 862 364

138 435 118,53

4

UITGAVEN VOORTVLOEIEND UIT SPECIALE TAKEN VAN DE INSTELLING

4 0

UITGAVEN IN VERBAND MET BEPAALDE INSTELLINGEN EN ORGANEN

111 100 000

104 818 084

100 523 786,23

4 2

ASSISTENTIE AAN DE LEDEN

202 140 000

192 113 500

181 048 836,81

4 4

VERGADERINGEN EN ANDERE ACTIVITEITEN VAN LEDEN EN VOORMALIGE LEDEN

420 000

400 000

400 000,—

 

Titel 4 — Totaal

313 660 000

297 331 584

281 972 623,04

5

AUTORITEIT VOOR EUROPESE POLITIEKE PARTIJEN EN EUROPESE POLITIEKE STICHTINGEN EN VAN HET COMITE VAN ONAFHANKELIJKE VOORAANSTAANDE PERSONEN

5 0

UITGAVEN VAN DE AUTORITEIT VOOR EUROPESE POLITIEKE PARTIJEN EN EUROPESE POLITIEKE STICHTINGEN EN VAN HET COMITÉ VAN ONAFHANKELIJKE VOORAANSTAANDE PERSONEN

p.m.

   
 

Titel 5 — Totaal

p.m.

   

10

OVERIGE UITGAVEN

10 0

VOORZIENINGEN

p.m.

p.m.

 

10 1

RESERVE VOOR ONVOORZIENE UITGAVEN

6 000 000

11 700 000

0,—

10 3

RESERVE VOOR DE UITBREIDING

p.m.

p.m.

0,—

10 4

RESERVE VOOR HET VOORLICHTINGS- EN COMMUNICATIEBELEID

p.m.

p.m.

0,—

10 5

VOORZIENINGEN VOOR GEBOUWEN

p.m.

p.m.

0,—

10 6

RESERVE VOOR PRIORITAIRE PROJECTEN IN ONTWIKKELING

p.m.

p.m.

0,—

10 8

RESERVE VOOR EMAS

p.m.

p.m.

0,—

 

Titel 10 — Totaal

6 000 000

11 700 000

0,—

 

TOTAAL-GENERAAL

1 838 388 600

1 794 929 112

1 737 744 692,30

TITEL 1

AAN DE INSTELLING VERBONDEN PERSONEN

 

Artikel

Post

Rubriek

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

% 2014-2016

HOOFDSTUK 1 0

1 0 0

Bezoldigingen en vergoedingen

1 0 0 0

Bezoldigingen

       

Niet-gesplitste kredieten

72 520 000

71 530 000

74 881 314,28

103,26

1 0 0 4

Normale reiskosten

       

Niet-gesplitste kredieten

73 340 000

72 800 000

66 550 000,—

90,74

1 0 0 5

Overige reiskosten

       

Niet-gesplitste kredieten

7 050 000

5 850 000

7 500 000,—

106,38

1 0 0 6

Algemene kostenvergoeding

       

Niet-gesplitste kredieten

39 715 000

39 715 000

43 215 516,17

108,81

1 0 0 7

Ambtsvergoedingen

       

Niet-gesplitste kredieten

181 500

179 000

171 049,74

94,24

 

Artikel 1 0 0 — Totaal

192 806 500

190 074 000

192 317 880,19

99,75

1 0 1

Ongevallen- en ziektekostenverzekering en andere sociale voorzieningen

1 0 1 0

Ongevallen- en ziektekostenverzekering en andere sociale lasten

       

Niet-gesplitste kredieten

3 058 000

3 358 000

2 339 883,01

76,52

1 0 1 2

Specifieke voorzieningen ten behoeve van gehandicapte leden

       

Niet-gesplitste kredieten

798 000

301 000

239 224,34

29,98

 

Artikel 1 0 1 — Totaal

3 856 000

3 659 000

2 579 107,35

66,89

1 0 2

Overbruggingstoelagen

       

Niet-gesplitste kredieten

1 770 000

11 810 000

14 766 194,17

834,25

1 0 3

Pensioenen

1 0 3 0

Ouderdomspensioenen (KVL)

       

Niet-gesplitste kredieten

11 450 000

11 010 000

10 422 836,85

91,03

1 0 3 1

Invaliditeitspensioenen (KVL)

       

Niet-gesplitste kredieten

291 000

285 000

282 186,10

96,97

1 0 3 2

Overlevingspensioenen (KVL)

       

Niet-gesplitste kredieten

2 458 000

2 782 000

2 454 828,14

99,87

1 0 3 3

Vrijwillige pensioenregeling van de leden

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

32 000

25 284,36

 
 

Artikel 1 0 3 — Totaal

14 199 000

14 109 000

13 185 135,45

92,86

1 0 5

Talen- en computercursussen

       

Niet-gesplitste kredieten

650 000

600 000

500 000,—

76,92

1 0 9

Voorziening

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0,—

 
 

HOOFDSTUK 1 0 — TOTAAL

213 281 500

220 252 000

223 348 317,16

104,72

HOOFDSTUK 1 2

1 2 0

Salaris en andere rechten

1 2 0 0

Salaris en vergoedingen

       

Niet-gesplitste kredieten

623 007 500

604 340 535

588 325 126,76

94,43

1 2 0 2

Betaalde overuren

       

Niet-gesplitste kredieten

248 000

296 500

110 000,—

44,35

1 2 0 4

Rechten in verband met indiensttreding, overplaatsing en beëindiging van de dienst

       

Niet-gesplitste kredieten

2 950 000

3 760 000

3 200 000,—

108,47

 

Artikel 1 2 0 — Totaal

626 205 500

608 397 035

591 635 126,76

94,48

1 2 2

Vergoedingen bij vervroegde beëindiging van de dienst

1 2 2 0

Vergoedingen bij ontheffing van het ambt en verlof om redenen van dienstbelang

       

Niet-gesplitste kredieten

1 100 000

335 600

418 515,27

38,05

1 2 2 2

Vergoedingen bij definitieve beëindiging van de dienst en speciale pensioenregeling voor ambtenaren en tijdelijke functionarissen

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

1 000

172 129,16

 
 

Artikel 1 2 2 — Totaal

1 100 000

336 600

590 644,43

53,69

1 2 4

Voorziening

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0,—

 
 

HOOFDSTUK 1 2 — TOTAAL

627 305 500

608 733 635

592 225 771,19

94,41

HOOFDSTUK 1 4

1 4 0

Andere personeelsleden en externe personen

1 4 0 0

Andere personeelsleden

       

Niet-gesplitste kredieten

64 301 000

54 199 000

45 051 879,32

70,06

1 4 0 2

Uitgaven voor tolkendiensten

       

Niet-gesplitste kredieten

45 125 000

49 524 900

34 553 991,—

76,57

1 4 0 4

Stages, beurzen en uitwisseling van ambtenaren

       

Niet-gesplitste kredieten

7 185 000

7 390 500

5 791 881,77

80,61

1 4 0 6

Waarnemers

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0,—

 
 

Artikel 1 4 0 — Totaal

116 611 000

111 114 400

85 397 752,09

73,23

1 4 2

Externe vertalingsdiensten

       

Niet-gesplitste kredieten

8 890 000

10 000 000

3 892 854,33

43,79

1 4 4

Voorziening

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0,—

 
 

HOOFDSTUK 1 4 — TOTAAL

125 501 000

121 114 400

89 290 606,42

71,15

HOOFDSTUK 1 6

1 6 1

Uitgaven in verband met personeelsbeheer

1 6 1 0

Uitgaven in verband met aanwerving

       

Niet-gesplitste kredieten

254 000

328 980

236 000,—

92,91

1 6 1 2

Bijscholing

       

Niet-gesplitste kredieten

6 200 000

5 200 000

4 835 590,94

77,99

 

Artikel 1 6 1 — Totaal

6 454 000

5 528 980

5 071 590,94

78,58

1 6 3

Voorzieningen voor het personeel van de instelling

1 6 3 0

Sociale dienst

       

Niet-gesplitste kredieten

784 000

764 000

517 180,69

65,97

1 6 3 1

Mobiliteit

       

Niet-gesplitste kredieten

754 000

754 000

702 914,74

93,22

1 6 3 2

Sociale betrekkingen tussen de leden van het personeel en andere maatregelen op sociaal gebied

       

Niet-gesplitste kredieten

238 000

255 000

248 522,25

104,42

 

Artikel 1 6 3 — Totaal

1 776 000

1 773 000

1 468 617,68

82,69

1 6 5

Activiteiten met betrekking tot alle aan de instelling verbonden personen

1 6 5 0

Medische dienst

       

Niet-gesplitste kredieten

1 250 000

1 100 000

1 172 537,01

93,80

1 6 5 2

Exploitatie van restaurants en kantines

       

Niet-gesplitste kredieten

1 365 000

3 500 000

4 050 000,—

296,70

1 6 5 4

Voorzieningen voor kinderopvang

       

Niet-gesplitste kredieten

6 727 500

6 212 500

4 006 644,97

59,56

1 6 5 5

Bijdrage van het Europees Parlement voor geaccrediteerde type II-Europese scholen

       

Niet-gesplitste kredieten

200 000

200 000

   
 

Artikel 1 6 5 — Totaal

9 542 500

11 012 500

9 229 181,98

96,72

 

HOOFDSTUK 1 6 — TOTAAL

17 772 500

18 314 480

15 769 390,60

88,73

 

Titel 1 — Totaal

983 860 500

968 414 515

920 634 085,37

93,57

HOOFDSTUK 1 0 —

LEDEN VAN DE INSTELLING

 

HOOFDSTUK 1 2 —

AMBTENAREN EN TIJDELIJKE FUNCTIONARISSEN

 

HOOFDSTUK 1 4 —

ANDER PERSONEEL EN PRESTATIES VAN DERDEN

 

HOOFDSTUK 1 6 —

OVERIGE UITGAVEN IN VERBAND MET AAN DE INSTELLING VERBONDEN PERSONEN

HOOFDSTUK 1 0 —   LEDEN VAN DE INSTELLING

1 0 0

Bezoldigingen en vergoedingen

1 0 0 0

Bezoldigingen

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

72 520 000

71 530 000

74 881 314,28

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van de in het statuut van de leden voorziene vergoeding.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 5 000 EUR.

Rechtsgronden

Statuut van de leden van het Europees Parlement, met name de artikelen 9 en 10.

Bepalingen ter uitvoering van het statuut van de leden van het Europees Parlement, met name de artikelen 1 en 2.

1 0 0 4

Normale reiskosten

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

73 340 000

72 800 000

66 550 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de vergoeding van reis- en verblijfkosten in verband met reizen van en naar de plaatsen waar de instelling haar werkzaamheden verricht en andere dienstreizen.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 25 000 EUR.

Rechtsgronden

Statuut van de leden van het Europees Parlement, met name artikel 20.

Bepalingen ter uitvoering van het statuut van de leden van het Europees Parlement, met name de artikelen 10 tot en met 21 en artikel 24.

1 0 0 5

Overige reiskosten

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

7 050 000

5 850 000

7 500 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de vergoeding van bijkomende reiskosten, de kosten van reizen in het land van verkiezing.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 000 EUR.

Rechtsgronden

Statuut van de leden van het Europees Parlement, met name artikel 20.

Bepalingen ter uitvoering van het statuut van de leden van het Europees Parlement, met name de artikelen 22 en 23.

1 0 0 6

Algemene kostenvergoeding

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

39 715 000

39 715 000

43 215 516,17

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten die voortvloeien uit de parlementaire activiteiten van de leden, overeenkomstig de Bepalingen ter uitvoering van het statuut van de leden van het Europees Parlement.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 75 000 EUR.

Rechtsgronden

Statuut van de leden van het Europees Parlement, met name artikel 20.

Bepalingen ter uitvoering van het statuut van de leden van het Europees Parlement, met name de artikelen 25 tot en met 28.

1 0 0 7

Ambtsvergoedingen

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

181 500

179 000

171 049,74

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de vaste verblijfs- en representatievergoedingen in verband met het uitoefenen van de functie van voorzitter van het Europees Parlement.

Rechtsgronden

Statuut van de leden van het Europees Parlement, met name artikel 20.

Besluit van het Bureau van 17 juni 2009.

1 0 1

Ongevallen- en ziektekostenverzekering en andere sociale voorzieningen

1 0 1 0

Ongevallen- en ziektekostenverzekering en andere sociale lasten

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

3 058 000

3 358 000

2 339 883,01

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de ongevallenverzekering, de vergoeding van medische kosten en de verzekering tegen verlies en diefstal van persoonlijke bezittingen van de leden.

Het dient tevens ter dekking van verzekering en bijstand in geval van repatriëring van de leden bij een officiële reis, als gevolg van ernstige ziekte, ongeval of onvoorziene omstandigheden waardoor voortzetting van de reis onmogelijk is. De bijstand omvat het organiseren van de repatriëring en het voor rekening nemen van de aan de repatriëring verbonden kosten.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 79 000 EUR.

Rechtsgronden

Statuut van de leden van het Europees Parlement, met name de artikelen 18 en 19.

Bepalingen ter uitvoering van het statuut van de leden van het Europees Parlement, met name de artikelen 3 tot en met 9 en artikel 29.

Gemeenschappelijke regeling voor de verzekering van ambtenaren van de Europese Unie tegen ongevallen en beroepsziekten.

Gemeenschappelijke regeling voor de verzekering van ambtenaren van de Europese Gemeenschappen tegen ziekten.

Besluit van de Commissie houdende vaststelling van de algemene uitvoeringsbepalingen voor de vergoeding van ziektekosten.

1 0 1 2

Specifieke voorzieningen ten behoeve van gehandicapte leden

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

798 000

301 000

239 224,34

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van bepaalde uitgaven die nodig zijn om bijstand te verlenen aan ernstig gehandicapte leden.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 5 000 EUR.

Rechtsgronden

Bepalingen ter uitvoering van het statuut van de leden van het Europees Parlement, met name artikel 30.

1 0 2

Overbruggingstoelagen

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

1 770 000

11 810 000

14 766 194,17

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van de overbruggingstoelage bij ambtsbeëindiging van leden.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 5 000 EUR.

Rechtsgronden

Statuut van de leden van het Europees Parlement, met name artikel 13.

Bepalingen ter uitvoering van het statuut van de leden van het Europees Parlement, met name de artikelen 45 tot en met 48 en artikel 77.

1 0 3

Pensioenen

1 0 3 0

Ouderdomspensioenen (KVL)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

11 450 000

11 010 000

10 422 836,85

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitkering van een ouderdomspensioen na beëindiging van het mandaat van een lid.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 150 000 EUR.

Rechtsgronden

Bepalingen ter uitvoering van het statuut van de leden van het Europees Parlement, met name artikel 75 en bijlage III bij de KVL-regeling (regeling kosten en vergoedingen van leden van het Europees Parlement).

1 0 3 1

Invaliditeitspensioenen (KVL)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

291 000

285 000

282 186,10

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitkering van een pensioen bij invaliditeit van een lid die tijdens het mandaat is ontstaan.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 5 000 EUR.

Rechtsgronden

Bepalingen ter uitvoering van het statuut van de leden van het Europees Parlement, met name artikel 75 en bijlage II bij de KVL-regeling (regeling kosten en vergoedingen van leden van het Europees Parlement).

1 0 3 2

Overlevingspensioenen (KVL)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

2 458 000

2 782 000

2 454 828,14

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitkering van een overlevings- en/of wezenpensioen bij overlijden van een lid of van een voormalig lid.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 15 000 EUR.

Rechtsgronden

Bepalingen ter uitvoering van het statuut van de leden van het Europees Parlement, met name artikel 75 en bijlage I bij de KVL-regeling (regeling kosten en vergoedingen van leden van het Europees Parlement).

1 0 3 3

Vrijwillige pensioenregeling van de leden

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

p.m.

32 000

25 284,36

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de bijdrage van de instelling aan de vrijwillige aanvullende pensioenregeling voor leden van het Parlement.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 500 EUR.

Rechtsgronden

Statuut van de leden van het Europees Parlement, met name artikel 27.

Bepalingen ter uitvoering van het statuut van de leden van het Europees Parlement, met name artikel 76 en bijlage VII bij de KVL-regeling (regeling kosten en vergoedingen van leden van het Europees Parlement).

1 0 5

Talen- en computercursussen

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

650 000

600 000

500 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van talencursussen en computercursussen voor de leden.

Rechtsgronden

Bepalingen ter uitvoering van het statuut van de leden van het Europees Parlement, met name artikel 44.

Besluit van het Bureau van 4 mei 2009 betreffende talen- en computercursussen voor de leden.

1 0 9

Voorziening

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiële consequenties van de eventuele aanpassingen van de vergoedingen van de leden van het Parlement.

Het heeft louter het karakter van een voorziening en mag pas worden gebruikt nadat het overeenkomstig het bepaalde in het Financieel Reglement naar andere begrotingslijnen is overgeschreven.

HOOFDSTUK 1 2 —   AMBTENAREN EN TIJDELIJKE FUNCTIONARISSEN

1 2 0

Salaris en andere rechten

1 2 0 0

Salaris en vergoedingen

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

623 007 500

604 340 535

588 325 126,76

Toelichting

Dit krediet dient vooral ter dekking, voor de ambtenaren en tijdelijke functionarissen die een ambt bekleden op de lijst van het aantal ambten, van:

 

de salarissen, vergoedingen en aan de salarissen gekoppelde toelagen;

 

de ziekte-, ongevallen- en beroepsziektekostenverzekering en andere sociale lasten;

 

de forfaitaire vergoedingen voor overuren;

 

de overige toelagen en vergoedingen;

 

de betaling van de jaarlijkse reiskosten van de ambtenaren en tijdelijke functionarissen, hun echtgenoten en de personen te hunnen laste van de standplaats naar de plaats van herkomst;

 

de gevolgen van de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten op de bezoldigingen en op het gedeelte van de emolumenten dat naar een ander land dan dat van de standplaats wordt overgemaakt;

 

de werkloosheidsverzekering voor tijdelijke functionarissen, alsmede betalingen met het oog op de totstandkoming of de handhaving van pensioenrechten in het land van herkomst van tijdelijke functionarissen.

Het dient tevens ter dekking van de premies voor de verzekering van ongelukken in verband met sportactiviteiten voor gebruikers van het sportcentrum van het Europees Parlement in Brussel en Straatsburg.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 300 000 EUR.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

1 2 0 2

Betaalde overuren

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

248 000

296 500

110 000,—

Toelichting

Dit krediet dient voor het uitbetalen van overuren onder de voorwaarden vervat in de bovenstaande bepalingen.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 56, alsmede bijlage VI.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

1 2 0 4

Rechten in verband met indiensttreding, overplaatsing en beëindiging van de dienst

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

2 950 000

3 760 000

3 200 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter financiering van:

 

de reiskosten van ambtenaren en tijdelijke functionarissen (en van hun gezinsleden) bij indiensttreding, beëindiging van de dienst of overplaatsing met verandering van standplaats;

 

de inrichtings- en herinrichtingsvergoedingen en de verhuiskosten voor ambtenaren en tijdelijke functionarissen die bij indiensttreding of bij tewerkstelling in een andere standplaats van woonplaats moeten veranderen, en voor ambtenaren die zich bij de definitieve beëindiging van de dienst in een andere plaats vestigen;

 

de dagvergoedingen die verschuldigd zijn aan ambtenaren en tijdelijke functionarissen die aantonen dat zij bij indiensttreding of bij tewerkstelling in een nieuwe standplaats genoodzaakt zijn van woonplaats te veranderen;

 

de ontslagvergoeding voor ambtenaren op proef in geval van kennelijke onbekwaamheid;

 

de vergoeding in geval van ontbinding door de instelling van het contract met een tijdelijk personeelslid;

 

het verschil tussen de bijdragen van de contractuele functionarissen aan een pensioenstelsel van een lidstaat en die welke zij aan het communautaire stelsel moeten afdragen in geval van herkwalificatie van een contract.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

1 2 2

Vergoedingen bij vervroegde beëindiging van de dienst

1 2 2 0

Vergoedingen bij ontheffing van het ambt en verlof om redenen van dienstbelang

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

1 100 000

335 600

418 515,27

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de vergoedingen:

 

aan ambtenaren die ter beschikking zijn gesteld ingevolge een maatregel tot vermindering van het aantal ambten bij de instelling;

 

aan ambtenaren die op verlof geplaatst om organisatorische redenen die verband houden met de verwerving van nieuwe vaardigheden binnen de instelling;

 

aan ambtenaren en tijdelijke functionarissen van fracties, die een ambt bekleden in rang AD 16 of AD 15 en van dit ambt worden ontheven om redenen van dienstbelang.

Het dient ook ter dekking van de werkgeversbijdrage voor de ziektekostenverzekering en de gevolgen van de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten hierop (met uitzondering van de personen die vallen onder artikel 42 quater, die geen recht hebben op de aanpassingscoëfficiënt).

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name de artikelen 41, 42 quater en 50, alsmede bijlage IV, en artikel 48 bis van de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

1 2 2 2

Vergoedingen bij definitieve beëindiging van de dienst en speciale pensioenregeling voor ambtenaren en tijdelijke functionarissen

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

p.m.

1 000

172 129,16

Toelichting

Dit krediet dient ter financiering van:

 

de vergoedingen die verschuldigd zijn uit hoofde van het Statuut of van de Verordeningen (EG, Euratom, EGKS) nr. 2689/95 en (EG, Euratom) nr. 1748/2002 van de Raad;

 

de werkgeversbijdrage voor de ziektekostenverzekering van de begunstigden van deze vergoedingen;

 

de gevolgen van de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten die voor de diverse vergoedingen gelden.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name de artikelen 64 en 72.

Verordening (EG, Euratom, EGKS) nr. 2689/95 van de Raad van 17 november 1995 tot vaststelling van bijzondere maatregelen betreffende de beëindiging van de dienst van tijdelijke functionarissen van de Europese Gemeenschappen naar aanleiding van de toetreding van Oostenrijk, Finland en Zweden (PB L 280 van 23.11.1995, blz. 4).

Verordening (EG, Euratom) nr. 1748/2002 van de Raad van 30 september 2002 tot vaststelling, in het kader van de modernisering van de instelling, van bijzondere maatregelen inzake beëindiging van de dienst door ambtenaren van de Europese Gemeenschappen die in vaste dienst bij het Europees Parlement zijn aangesteld, en tijdelijke functionarissen van de politieke fracties van het Europees Parlement (PB L 264 van 2.10.2002, blz. 9).

1 2 4

Voorziening

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiële gevolgen van de eventuele aanpassingen van de salarissen waartoe de Raad in de loop van het begrotingsjaar besluit.

Het heeft het karakter van een voorziening en mag pas worden gebruikt nadat het naar de desbetreffende lijnen van dit hoofdstuk is overgeschreven.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 65, alsmede bijlage XI.

HOOFDSTUK 1 4 —   ANDER PERSONEEL EN PRESTATIES VAN DERDEN

1 4 0

Andere personeelsleden en externe personen

1 4 0 0

Andere personeelsleden

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

64 301 000

54 199 000

45 051 879,32

Toelichting

Dit krediet dient hoofdzakelijk ter dekking van:

 

de bezoldiging, met inbegrip van toewijzingen en vergoedingen, van de andere personeelsleden, met name arbeidscontractanten en bijzondere adviseurs (overeenkomstig de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie), de werkgeversbijdrage voor de diverse socialezekerheidsregelingen, voor het grootste deel voor het eigen stelsel van de instellingen van de Unie, en de gevolgen van de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten op de vergoedingen van deze personeelsleden;

 

het inschakelen van uitzendkrachten;

 

facturen ingediend door PMO ter dekking van de kosten voor personeel aangenomen om de administratieve dossiers van personeelsleden van het Parlement te verwerken (met name werkloosheidstoelagen en pensioenrechten).

Een deel van dit krediet dient om personen met een handicap aan te werven als arbeidscontractanten, overeenkomstig het Besluit van het Bureau van 7 en 9 juli 2008.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 3 000 000 EUR.

Rechtsgronden

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie (titel IV).

Algemene uitvoeringsbepalingen inzake vergelijkende onderzoeken en selectieprocedures, aanwerving en inschaling van ambtenaren en andere personeelsleden van het Europees Parlement (besluit van de secretaris-generaal van het Europees Parlement van 17 oktober 2014).

1 4 0 2

Uitgaven voor tolkendiensten

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

45 125 000

49 524 900

34 553 991,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de volgende uitgaven:

 

de vergoedingen en hiermee gelijkgestelde toelagen, sociale bijdragen en andere kosten van de contractuele conferentietolken die door het Europees Parlement worden aangeworven voor vergaderingen die het Europees Parlement voor zichzelf of andere instellingen of organen organiseert, waarvoor de benodigde diensten niet door de tolken die als ambtenaar of tijdelijk functionaris werkzaam zijn, kunnen worden geleverd;

 

de uitgaven voor technisch en ander personeel voor conferenties voor de hierboven genoemde vergaderingen, wanneer de benodigde diensten niet door ambtenaren, tijdelijke functionarissen of andere personeelsleden van het Europees Parlement kunnen worden geleverd;

 

de kosten in verband met de voor het Parlement verrichte diensten van tolken die werkzaam zijn bij andere regionale, nationale of internationale instellingen;

 

de kosten in verband met vertolkingsactiviteiten, in het bijzonder de voorbereiding op vergaderingen en de opleiding en selectie van tolken.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 3 570 000 EUR.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

Overeenkomst betreffende de arbeidsvoorwaarden en de financiële regeling voor de als hulpfunctionaris aangestelde conferentietolken (en de uitvoeringsbepalingen daarvan), vastgesteld op 28 juli 1999, zoals geannoteerd op 13 oktober 2004 en zoals herzien op 31 juli 2008.

1 4 0 4

Stages, beurzen en uitwisseling van ambtenaren

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

7 185 000

7 390 500

5 791 881,77

Toelichting

Dit krediet dient ter financiering van:

 

emolumenten voor stagiairs (beurzen), met inbegrip van eventuele kostwinnerstoelagen en aan stagiairs uitbetaalde vergoedingen;

 

reiskosten voor stagiairs;

 

de bijkomende kosten voor stagiairs in het kader van het proefprogramma voor stages voor personen met een handicap, die rechtstreeks voortvloeien uit hun handicap, overeenkomstig artikel 24, lid 9, van de interne regels betreffende stages bij en studiebezoeken aan het secretariaat-generaal van het Europees Parlement. Dit omvat ook de kosten van een bijkomende arbeidsongeschiktheidsuitkering (tot 50 % van de beurs);

 

de kosten van ziektekosten- en ongevallenverzekeringen voor stagiairs;

 

de kosten van het houden van informatiebijeenkomsten en trainingen voor stagiairs (met inbegrip van de kosten van de ontvangst van stagiairs);

 

de uitgaven die voortvloeien uit het wederzijds ter beschikking stellen van personeel door het Europees Parlement en de openbare sector in de lidstaten of in andere landen die specifiek in de regeling worden genoemd;

 

de kosten in verband met de detachering van nationale deskundigen bij het Europees Parlement, met inbegrip van vergoedingen en reiskosten;

 

de kosten van ongevallenverzekeringen voor gedetacheerde deskundigen;

 

de vergoeding van studiebezoeken;

 

de organisatie van opleidingen voor conferentietolken en vertalers, met name in samenwerking met tolkenscholen en universiteiten die een vertalersopleiding aanbieden, alsmede de kosten voor de toekenning van beurzen voor de opleiding en bijscholing van tolken en vertalers, de aankoop van didactisch materiaal alsmede bijkomende kosten.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 5 000 EUR.

Rechtsgronden

Regeling inzake de terbeschikkingstelling van ambtenaren van het Europees Parlement en tijdelijke functionarissen van fracties bij nationale administraties, hiermee gelijkgestelde organen of internationale organisaties (besluit van het Bureau van 7 maart 2005).

Regeling inzake de detachering van nationale deskundigen bij het Europees Parlement (besluit van het Bureau van 4 mei 2009).

Interne regels betreffende stages bij en studiebezoeken aan het secretariaat-generaal van het Europees Parlement (besluit van de secretaris-generaal van het Europees Parlement van 1 februari 2013).

1 4 0 6

Waarnemers

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten betreffende de waarnemers, overeenkomstig artikel 13 van het Reglement van orde van het Europees Parlement.

1 4 2

Externe vertalingsdiensten

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

8 890 000

10 000 000

3 892 854,33

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van door derden verrichte diensten op het gebied van vertaling, codering, typewerkzaamheden en technische assistentie.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 135 000 EUR.

1 4 4

Voorziening

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiële gevolgen van de eventuele aanpassingen van de salarissen waartoe de Raad in de loop van het begrotingsjaar besluit.

Het heeft het karakter van een voorziening en mag pas worden gebruikt nadat het naar de desbetreffende lijnen van dit hoofdstuk is overgeschreven.

Rechtsgronden

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

HOOFDSTUK 1 6 —   OVERIGE UITGAVEN IN VERBAND MET AAN DE INSTELLING VERBONDEN PERSONEN

1 6 1

Uitgaven in verband met personeelsbeheer

1 6 1 0

Uitgaven in verband met aanwerving

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

254 000

328 980

236 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter financiering van:

 

de kosten voor het organiseren van de in artikel 3 van Besluit 2002/621/EG bedoelde vergelijkende onderzoeken, alsmede de reis- en verblijfkosten van de kandidaten voor aanwervingsgesprekken en medische onderzoeken in verband met aanwerving;

 

de kosten van de organisatie van procedures voor de aanwerving van personeelsleden.

In gevallen waarin een en ander naar behoren is aangetoond op grond van functionele behoeften en na raadpleging van het Europees Bureau voor personeelsselectie, kan dit krediet worden gebruikt voor door de instelling zelf georganiseerde vergelijkende onderzoeken.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name de artikelen 27 tot en met 31 en artikel 33, alsmede bijlage III.

Besluit 2002/620/EG van het Europees Parlement, de Raad, de Commissie, het Hof van Justitie, de Rekenkamer, het Economisch en Sociaal Comité, het Comité van de Regio's en de Europese Ombudsman van 25 juli 2002 betreffende de oprichting van het Bureau voor personeelsselectie van de Europese Gemeenschappen (PB L 197 van 26.7.2002, blz. 53) en Besluit 2002/621/EG van de secretarissen-generaal van het Europees Parlement, van de Raad en van de Commissie, de griffier van het Hof van Justitie, de secretarissen-generaal van de Rekenkamer, van het Economisch en Sociaal Comité en van het Comité van de Regio's, en de vertegenwoordiger van de Europese Ombudsman van 25 juli 2002 betreffende de organisatie en de werking van het Bureau voor personeelsselectie van de Europese Gemeenschappen (PB L 197 van 26.7.2002, blz. 56).

1 6 1 2

Bijscholing

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

6 200 000

5 200 000

4 835 590,94

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor opleiding met als doel de vaardigheden van het personeel en de prestaties en de efficiëntie van de instelling te verbeteren, bijvoorbeeld door de organisatie van talencursussen in de officiële werktalen.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 24 bis.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

1 6 3

Voorzieningen voor het personeel van de instelling

1 6 3 0

Sociale dienst

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

784 000

764 000

517 180,69

Toelichting

Dit krediet dient ter financiering van:

 

in het kader van het interinstitutionele gehandicaptenbeleid, voor gehandicapten die behoren tot een van de volgende groepen:

 

ambtenaren en tijdelijke functionarissen in actieve dienst,

 

echtgenoten van ambtenaren en tijdelijke functionarissen in actieve dienst,

 

kinderen ten laste in de zin van het Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie,

de op grond van de handicap gemaakte, als noodzakelijk erkende, naar behoren aangetoonde niet-medische kosten die niet door de Gemeenschappelijke Regeling voor de ziektekostenverzekering worden vergoed, binnen de grenzen van de budgettaire mogelijkheden en na uitputting van de eventuele rechten die door het land van herkomst of woonplaats worden toegekend;

 

de kosten voor bijstand aan ambtenaren en andere personeelsleden die in zeer benarde omstandigheden verkeren;

 

de verstrekking van een subsidie voor het Personeelscomité en kleinere uitgaven van sociale aard. De door het Personeelscomité gefinancierde bijdragen of overname van kosten ten behoeve van deelnemers aan een sociale activiteit zijn bestemd voor activiteiten met een sociale, culturele of taaldimensie, maar er wordt geen subsidie verleend aan individuele personeelsleden of gezinsleden;

 

andere institutionele of interinstitutionele maatregelen van sociale aard, gericht op de integratie van ambtenaren en ander personeel;

 

redelijke maatregelen voor het bieden van ondersteuning aan ambtenaren en ander personeel met een handicap en stagiairs met een handicap, uit hoofde van artikel 1 quinquies van het Statuut van de ambtenaren, in het bijzonder individuele ondersteuning op de arbeidsplaats of tijdens dienstreizen.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 100 000 EUR.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 9, lid 3, derde alinea, en artikel 76.

1 6 3 1

Mobiliteit

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

754 000

754 000

702 914,74

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor het mobiliteitsplan in de verschillende werklocaties.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 5 000 EUR.

1 6 3 2

Sociale betrekkingen tussen de leden van het personeel en andere maatregelen op sociaal gebied

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

238 000

255 000

248 522,25

Toelichting

Dit krediet dient ter aanmoediging en financiële ondersteuning van alle initiatieven ter bevordering van sociale contacten tussen personeelsleden van verschillende nationaliteiten, zoals subsidies voor sportclubs en culturele verenigingen van het personeel, alsmede voor een bijdrage in de kosten van een ontmoetingscentrum (culturele activiteiten, ontspanning, restaurant) voor vrijetijdsbesteding.

Het dient tevens ter dekking van de financiële bijdrage in de interinstitutionele sociale activiteiten.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 600 000 EUR.

1 6 5

Activiteiten met betrekking tot alle aan de instelling verbonden personen

1 6 5 0

Medische dienst

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

1 250 000

1 100 000

1 172 537,01

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de huishoudelijke uitgaven van de medische dienst in de drie vergaderplaatsen, met inbegrip van de aanschaf van materieel en geneesmiddelen, de kosten van preventief medisch onderzoek, de huishoudelijke uitgaven van het invaliditeitscomité, alsmede van de diensten van externe specialisten die door de raadgevend geneesheren noodzakelijk worden geacht.

Tevens dient het ter dekking van de aanschaf van bepaalde werkmiddelen die vanuit medisch oogpunt noodzakelijk worden geacht, samen met uitgaven voor medisch en paramedisch personeel betaald volgens de regeling inzake verleende diensten of werkend met een vervangopdracht van korte duur.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 59, alsmede bijlage II, artikel 8.

1 6 5 2

Exploitatie van restaurants en kantines

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

1 365 000

3 500 000

4 050 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de beheers- en exploitatiekosten van restaurants en kantines.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 000 000 EUR.

1 6 5 4

Voorzieningen voor kinderopvang

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

6 727 500

6 212 500

4 006 644,97

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de bijdrage van het Europees Parlement aan het totaal van de kosten voor het kinderdagverblijf en voor de externe crèches waarmee een contract is afgesloten.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 4 762 000 EUR.

1 6 5 5

Bijdrage van het Europees Parlement voor geaccrediteerde type II-Europese scholen

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

200 000

200 000

 

Toelichting

Tenuitvoerlegging van Besluit C(2013) 4886 van de Commissie van 1 augustus 2013 (PB C 222 van 2.8.2013, blz. 8).

Dit krediet dient ter dekking van de bijdrage van het Europees Parlement aan de type II-Europese scholen geaccrediteerd door de Raad van bestuur van de Europese scholen of de terugbetaling van de door de Commissie namens het Europees Parlement betaalde bijdrage aan de type II-Europese scholen geaccrediteerd door de Raad van bestuur van de Europese scholen, op basis van de met de Commissie gesloten dienstenovereenkomst. Het dekt de kosten voor in een type II-Europese school ingeschreven kinderen van personeelsleden van het Europees Parlement die vallen onder het Personeelsstatuut.

TITEL 2

GEBOUWEN, MEUBILAIR, MATERIEEL EN DIVERSE HUISHOUDELIJKE UITGAVEN

 

Artikel

Post

Rubriek

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

% 2014-2016

HOOFDSTUK 2 0

2 0 0

Gebouwen

2 0 0 0

Huur

       

Niet-gesplitste kredieten

33 058 000

28 782 000

29 109 302,26

88,06

2 0 0 1

Erfpacht

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

6 590 000

76 914 000,—

 

2 0 0 3

Aankoop van gebouwen

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0,—

 

2 0 0 5

Oprichting van gebouwen

       

Niet-gesplitste kredieten

15 770 000

18 560 000

29 037 044,51

184,13

2 0 0 7

Inrichting van dienstruimten

       

Niet-gesplitste kredieten

57 045 440

45 471 000

23 517 399,72

41,23

2 0 0 8

Overige specifieke regelingen voor het beheer van onroerend goed

       

Niet-gesplitste kredieten

5 256 000

5 561 000

4 060 467,21

77,25

 

Artikel 2 0 0 — Totaal

111 129 440

104 964 000

162 638 213,70

146,35

2 0 2

Uitgaven in verband met de gebouwen

2 0 2 2

Onderhoud en schoonmaak van en toezicht op de gebouwen

       

Niet-gesplitste kredieten

62 944 000

62 400 000

54 930 847,78

87,27

2 0 2 4

Energieverbruik

       

Niet-gesplitste kredieten

19 660 000

21 690 000

17 034 803,69

86,65

2 0 2 6

Veiligheid van en toezicht op de gebouwen

       

Niet-gesplitste kredieten

16 760 000

20 211 500

25 890 784,21

154,48

2 0 2 8

Verzekeringen

       

Niet-gesplitste kredieten

680 000

976 000

760 527,53

111,84

 

Artikel 2 0 2 — Totaal

100 044 000

105 277 500

98 616 963,21

98,57

 

HOOFDSTUK 2 0 — TOTAAL

211 173 440

210 241 500

261 255 176,91

123,72

HOOFDSTUK 2 1

2 1 0

Informatica en telecommunicatie

2 1 0 0

Informatica en telecommunicatie — Terugkerende operationele activiteiten

       

Niet-gesplitste kredieten

25 310 000

28 560 000

22 369 914,61

88,38

2 1 0 1

Informatica en telecommunicatie — Terugkerende operationele activiteiten in verband met de infrastructuur

       

Niet-gesplitste kredieten

19 029 000

18 404 000

20 587 060,43

108,19

2 1 0 2

Informatica en telecommunicatie — Terugkerende operationele activiteiten in verband met algemene ondersteuning van gebruikers

       

Niet-gesplitste kredieten

13 910 000

13 202 500

11 763 534,15

84,57

2 1 0 3

Informatica en telecommunicatie — Terugkerende operationele activiteiten met betrekking tot het beheer van ICT-applicaties

       

Niet-gesplitste kredieten

18 920 365

18 380 809

16 841 575,41

89,01

2 1 0 4

Informatica en telecommunicatie — Infrastructuurinvesteringen

       

Niet-gesplitste kredieten

21 824 135

21 173 000

19 352 736,86

88,68

2 1 0 5

Informatica en telecommunicatie — Projectinvesteringen

       

Niet-gesplitste kredieten

24 288 310

15 454 750

12 213 961,44

50,29

 

Artikel 2 1 0 — Totaal

123 281 810

115 175 059

103 128 782,90

83,65

2 1 2

Meubilair

       

Niet-gesplitste kredieten

6 014 000

3 007 000

3 168 096,49

52,68

2 1 4

Technisch materieel en technische installaties

       

Niet-gesplitste kredieten

30 868 100

24 159 090

19 365 043,88

62,73

2 1 6

Vervoer van leden, andere personen en goederen

       

Niet-gesplitste kredieten

6 682 000

6 989 000

4 961 174,18

74,25

 

HOOFDSTUK 2 1 — TOTAAL

166 845 910

149 330 149

130 623 097,45

78,29

HOOFDSTUK 2 3

2 3 0

Papier, kantoorbenodigdheden en diverse producten

       

Niet-gesplitste kredieten

1 756 000

2 263 000

1 463 016,51

83,32

2 3 1

Financiële kosten

       

Niet-gesplitste kredieten

40 000

40 000

19 598,46

49,00

2 3 2

Juridische kosten en schadevergoedingen

       

Niet-gesplitste kredieten

1 110 000

1 035 000

842 916,34

75,94

2 3 6

Porto en verzendkosten

       

Niet-gesplitste kredieten

303 000

355 000

297 523,89

98,19

2 3 7

Verhuizingen

       

Niet-gesplitste kredieten

1 440 000

1 160 000

1 512 597,25

105,04

2 3 8

Overige huishoudelijke uitgaven

       

Niet-gesplitste kredieten

1 093 750

946 000

688 938,55

62,99

2 3 9

EMAS-activiteiten, met inbegrip van voorlichting, en compensatieregeling voor CO2-emissies van het Europees Parlement

       

Niet-gesplitste kredieten

250 000

250 000

0,—

0

 

HOOFDSTUK 2 3 — TOTAAL

5 992 750

6 049 000

4 824 591,—

80,51

 

Titel 2 — Totaal

384 012 100

365 620 649

396 702 865,36

103,30

HOOFDSTUK 2 0 —

GEBOUWEN EN DAARMEE SAMENHANGENDE KOSTEN

 

HOOFDSTUK 2 1 —

INFORMATICA, MATERIEEL EN MEUBILAIR

 

HOOFDSTUK 2 3 —

LOPENDE HUISHOUDELIJKE UITGAVEN

Toelichting

Daar de dekking van de risico's van arbeidsconflicten en terroristische aanslagen waaraan de gebouwen van het Europees Parlement zijn blootgesteld door de verzekeringsmaatschappijen is opgezegd, dienen deze risico's door de algemene begroting van de Europese Unie te worden gedekt.

Dientengevolge dienen de kredieten van deze titel ter dekking van alle uitgaven als gevolg van schade door arbeidsconflicten en terroristische aanslagen.

HOOFDSTUK 2 0 —   GEBOUWEN EN DAARMEE SAMENHANGENDE KOSTEN

2 0 0

Gebouwen

2 0 0 0

Huur

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

33 058 000

28 782 000

29 109 302,26

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de huurbedragen betreffende de onroerende goederen of gedeelten daarvan die door het Europees Parlement worden gebruikt.

Tevens dient het ter dekking van de onroerende voorheffing. De huren zijn berekend over twaalf maanden en op basis van bestaande of in voorbereiding zijnde contracten, die normaliter voorzien in een indexering op basis van de kosten van het levensonderhoud of van de bouwkosten.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 500 000 EUR.

Financiële bijdragen van de lidstaten of hun openbare instanties in de vorm van financiering of terugbetaling van kosten en van bijkomende kosten in verband met de aankoop of het gebruik van grond, gebouwen, alsmede van kosten in verband met gebouwen en faciliteiten van de instelling, worden beschouwd als externe bestemmingsontvangsten in de zin van artikel 21, lid 2, van het Financieel Reglement.

2 0 0 1

Erfpacht

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

p.m.

6 590 000

76 914 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor de erfpacht van gebouwen of gedeelten van gebouwen op grond van lopende of in voorbereiding zijnde contracten.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 50 000 EUR.

Financiële bijdragen van de lidstaten of hun openbare instanties in de vorm van financiering of terugbetaling van kosten en van bijkomende kosten in verband met de aankoop of het gebruik van grond, gebouwen, alsmede van kosten in verband met gebouwen en faciliteiten van de instelling, worden beschouwd als externe bestemmingsontvangsten in de zin van artikel 21, lid 2, van het Financieel Reglement.

2 0 0 3

Aankoop van gebouwen

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de aankoop van onroerende goederen. De subsidies voor de grondstukken en het bouwrijp maken ervan worden behandeld overeenkomstig de bepalingen van het Financieel Reglement.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 000 000 EUR.

Financiële bijdragen van de lidstaten of hun openbare instanties in de vorm van financiering of terugbetaling van kosten en van bijkomende kosten in verband met de aankoop of het gebruik van grond, gebouwen, alsmede van kosten in verband met gebouwen en faciliteiten van de instelling, worden beschouwd als externe bestemmingsontvangsten in de zin van artikel 21, lid 2, van het Financieel Reglement.

2 0 0 5

Oprichting van gebouwen

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

15 770 000

18 560 000

29 037 044,51

Toelichting

Op deze post kan eventueel een krediet worden opgenomen ter dekking van de kosten voor de constructie van gebouwen (werkzaamheden, honoraria voor studies en alle hieraan gerelateerde kosten).

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 5 000 EUR.

Financiële bijdragen van de lidstaten of hun openbare instanties in de vorm van financiering of terugbetaling van kosten en van bijkomende kosten in verband met de aankoop of het gebruik van grond, gebouwen, alsmede van kosten in verband met gebouwen en faciliteiten van de instelling, worden beschouwd als externe bestemmingsontvangsten in de zin van artikel 21, lid 2, van het Financieel Reglement.

2 0 0 7

Inrichting van dienstruimten

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

57 045 440

45 471 000

23 517 399,72

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van de uitvoering van werkzaamheden in verband met de inrichting van dienstruimten, alsmede van andere hiermee samenhangende uitgaven, met name architecten- of ingenieurshonoraria enz.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 600 000 EUR.

Financiële bijdragen van de lidstaten of hun openbare instanties in de vorm van financiering of terugbetaling van kosten en van bijkomende kosten in verband met de aankoop of het gebruik van grond, gebouwen, alsmede van kosten in verband met gebouwen en faciliteiten van de instelling, worden beschouwd als externe bestemmingsontvangsten in de zin van artikel 21, lid 2, van het Financieel Reglement.

2 0 0 8

Overige specifieke regelingen voor het beheer van onroerend goed

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

5 256 000

5 561 000

4 060 467,21

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor het beheer van onroerend goed waarin door de overige artikelen van dit hoofdstuk niet speciaal is voorzien, en met name:

 

het beheer en de behandeling van afval;

 

verplichte controles, kwaliteitscontroles, expertises, audits, toezicht op de naleving van de regelgeving enz.;

 

de technische bibliotheek;

 

assistentie bij het beheer (building helpdesk);

 

het beheer van de plannen van de gebouwen en het informatiemateriaal;

 

de overige uitgaven.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 50 000 EUR.

2 0 2

Uitgaven in verband met de gebouwen

2 0 2 2

Onderhoud en schoonmaak van en toezicht op de gebouwen

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

62 944 000

62 400 000

54 930 847,78

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van onderhoud en schoonmaak van en toezicht op de gebouwen (ruimten en technische installaties) die eigendom zijn van of gehuurd worden door het Europees Parlement, overeenkomstig de lopende contracten.

Voorafgaand aan de hernieuwing of de sluiting van contracten, overlegt de instelling met de andere instellingen over de door elk van hen verkregen contractuele voorwaarden (prijs, valuta, indexering, duur, andere clausules) met inachtneming van artikel 104 van het Financieel Reglement.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 200 000 EUR.

2 0 2 4

Energieverbruik

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

19 660 000

21 690 000

17 034 803,69

Toelichting

Dit krediet dient met name ter dekking van de kosten van het gebruik van water, gas, elektriciteit en verwarming.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 100 000 EUR.

2 0 2 6

Veiligheid van en toezicht op de gebouwen

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

16 760 000

20 211 500

25 890 784,21

Toelichting

Dit krediet dient voornamelijk ter dekking van de kosten van de bewaking van en het toezicht op de gebouwen die het Europees Parlement in de drie gewoonlijke vergaderplaatsen en de voorlichtingskantoren in gebruik heeft, de ruimten van het Europees Parlement in de Europahuizen in de Unie en de buitenkantoren in derde landen.

Voorafgaand aan de hernieuwing of de sluiting van contracten, overlegt de instelling met de andere instellingen over de door elk van hen verkregen contractuele voorwaarden (prijs, valuta, indexering, duur, andere clausules) met inachtneming van artikel 104 van het Financieel Reglement.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 120 000 EUR.

2 0 2 8

Verzekeringen

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

680 000

976 000

760 527,53

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van verzekeringspremies.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 50 000 EUR.

HOOFDSTUK 2 1 —   INFORMATICA, MATERIEEL EN MEUBILAIR

Toelichting

Op het gebied van overheidsopdrachten overlegt de instelling met de andere instellingen over de door elk van hen verkregen voorwaarden.

2 1 0

Informatica en telecommunicatie

2 1 0 0

Informatica en telecommunicatie — Terugkerende operationele activiteiten

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

25 310 000

28 560 000

22 369 914,61

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor de aankoop, de huur en het onderhoud van de hardware en software, alsook ter dekking van de kosten van de service- en adviesbedrijven voor bijstand en voor de terugkerende operationele activiteiten die nodig zijn voor de goede werking van de informatica- en telecommunicatiesystemen van het Europees Parlement. Deze uitgaven betreffen in het bijzonder de systemen van het informaticacentrum en het telecommunicatiecentrum, het materiaal voor de afdelingen en het beheer van het netwerk.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 140 000 EUR.

2 1 0 1

Informatica en telecommunicatie — Terugkerende operationele activiteiten in verband met de infrastructuur

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

19 029 000

18 404 000

20 587 060,43

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor de aankoop, de huur en het onderhoud van de hardware en software, alsook ter dekking van de kosten van de service- en adviesbedrijven voor bijstand en voor de terugkerende operationele activiteiten met betrekking tot het beheer en het onderhoud van de infrastructuur in verband met de informatica- en telecommunicatiesystemen van het Europees Parlement. Deze uitgaven betreffen met name de infrastructuur in verband met de netwerken, de bekabeling, de telecommunicatie, de individuele uitrustingen en de stemsystemen.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 291 000 EUR.

2 1 0 2

Informatica en telecommunicatie — Terugkerende operationele activiteiten in verband met algemene ondersteuning van gebruikers

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

13 910 000

13 202 500

11 763 534,15

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten voor de aankoop, de huur en het onderhoud van de hardware en software, alsook ter dekking van de kosten van de service- en adviesbedrijven voor bijstand en voor de terugkerende operationele activiteiten met betrekking tot de bijstand en algemene ondersteuning van gebruikers in verband met de informatica- en telecommunicatiesystemen van het Europees Parlement. Deze uitgaven betreffen met name de ondersteunende diensten voor de leden, alsook de administratieve en wetgevingsapplicaties.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 5 000 EUR.

2 1 0 3

Informatica en telecommunicatie — Terugkerende operationele activiteiten met betrekking tot het beheer van ICT-applicaties

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

18 920 365

18 380 809

16 841 575,41

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor de aankoop, de huur en het onderhoud van de hardware en software en de daarmee verband houdende werkzaamheden, alsook ter dekking van de kosten van de service- en adviesbedrijven voor bijstand en voor de terugkerende activiteiten met betrekking tot het beheer van de ict-applicaties van de instelling. Deze uitgaven betreffen met name de applicaties voor de leden, de communicatieapplicaties, alsook de administratieve en de wetgevingsapplicaties.

Het dient ook ter dekking van de uitgaven voor de ICT-apparatuur die gezamenlijk gefinancierd wordt in het kader van de interinstitutionele samenwerking op taalgebied, als gevolg van de besluiten van het Interinstitutioneel Comité voor vertaling en vertolking.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 32 000 EUR.

2 1 0 4

Informatica en telecommunicatie — Infrastructuurinvesteringen

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

21 824 135

21 173 000

19 352 736,86

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor de aankoop van de hardware en software, alsook ter dekking van de kosten van de service- en adviesbedrijven voor bijstand en voor investeringen met betrekking tot de informatica- en telecommunicatie-infrastructuur van het Europees Parlement. De investeringen betreffen met name de systemen van het informaticacentrum en het telecommunicatiecentrum, de netwerken, de bekabeling, alsook de videoconferentiesystemen.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 30 000 EUR.

2 1 0 5

Informatica en telecommunicatie — Projectinvesteringen

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

24 288 310

15 454 750

12 213 961,44

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor de aankoop van de hardware en software, alsook ter dekking van de kosten van de service- en adviesbedrijven voor bijstand en voor investeringen met betrekking tot bestaande of nieuwe ICT-projecten. De investeringen betreffen met name toepassingen voor de leden, toepassingen op wetgevings-, administratief en financieel gebied, alsook toepassingen met betrekking tot het beheer van de informatie- en communicatietechnologieën.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 2 000 EUR.

2 1 2

Meubilair

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

6 014 000

3 007 000

3 168 096,49

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de aankoop, de huur, het onderhoud en de reparatie van meubilair, met name de aankoop van ergonomisch kantoormeubilair en de vervanging van verouderd meubilair en meubilair dat niet langer wordt gebruikt, alsmede van kantoormachines. Het dient tevens ter dekking van de diverse beheersuitgaven in verband met het meubilair van het Europees Parlement.

Voor kunstwerken dient dit krediet ter dekking van de uitgaven voor zowel de aanschaf van specifiek materiaal als de daarmee samenhangende lopende uitgaven, zoals die voor expertise, het conserveren, inlijsten, restaureren en schoonmaken, voor verzekeringen en voor los vervoer.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 5 000 EUR.

2 1 4

Technisch materieel en technische installaties

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

30 868 100

24 159 090

19 365 043,88

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van aankoop, huur, onderhoud, reparatie en beheer van technisch materieel en technische installaties, met name:

 

diverse vaste of mobiele apparatuur en technische installaties in verband met drukkerij, beveiliging (inclusief software), kantines, gebouwen enz.;

 

apparatuur, met name voor printshop, telefoondienst, kantines, inkoopcentrales, veiligheid, technische dienst voor conferenties, de audiovisuele sector enz.;

 

speciaal materieel (elektronische, elektrische en computerapparatuur), met inbegrip van de eraan verbonden externe prestaties;

 

installatie van twee extra telefoonlijnen in kantoren van leden die daarom verzoeken.

Dit krediet dient voorts ter dekking van de kosten voor het bekendmaken van de verkoop en de verwijdering van afgeschreven goederen, alsmede de kosten van technische assistentie (consulting) voor dossiers waarvoor externe expertise nodig is.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 135 000 EUR.

2 1 6

Vervoer van leden, andere personen en goederen

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

6 682 000

6 989 000

4 961 174,18

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van aankoop, onderhoud, gebruik en reparatie van voertuigen (wagenpark en fietsen) en van de huur van auto's, taxi's, bussen en vrachtwagens, met of zonder chauffeur, met inbegrip van de bijbehorende verzekeringen, alsook de overige beheerskosten. Bij de vervanging van het wagenpark of de aankoop of de huur van voertuigen moet de voorkeur worden gegeven aan de minst vervuilende typen, zoals hybride auto's.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 100 000 EUR.

HOOFDSTUK 2 3 —   LOPENDE HUISHOUDELIJKE UITGAVEN

Toelichting

Op het gebied van overheidsopdrachten overlegt de instelling met de andere instellingen over de door elk van hen verkregen voorwaarden.

2 3 0

Papier, kantoorbenodigdheden en diverse producten

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

1 756 000

2 263 000

1 463 016,51

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de aanschaf van papier, enveloppen, kantoorbehoeften, producten voor de drukkerij en de reproductiewerkplaatsen enz., alsook de beheerskosten in verband daarmee.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 2 500 EUR.

2 3 1

Financiële kosten

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

40 000

40 000

19 598,46

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de bankkosten (commissies, agio's en diverse kosten) en de andere financiële kosten, met inbegrip van de bijkomende kosten voor de financiering van de gebouwen.

2 3 2

Juridische kosten en schadevergoedingen

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

1 110 000

1 035 000

842 916,34

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

het te betalen bedrag in geval van een veroordeling van het Europees Parlement tot betaling van de door het Hof van Justitie, het Gerecht en het Gerecht voor ambtenarenzaken, alsook de nationale rechtbanken vastgestelde proceskosten;

 

de kosten voor het inschakelen van externe advocaten die het Europees Parlement vertegenwoordigen voor rechtbanken van de Unie of nationale rechtbanken, en het inschakelen van juridische adviseurs of deskundigen ter assistentie van de Juridische Dienst;

 

de vergoeding van de kosten van advocaten in het kader van tuchtprocedures en daarmee vergelijkbare procedures;

 

de uitgaven die voortvloeien uit schadevergoedingen;

 

het bedrag van bij minnelijke regelingen toegekende vergoedingen, in toepassing van de artikelen 91 en 92 (oude artikelen 69 en 70) van het Reglement voor de procesvoering van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 5 000 EUR.

2 3 6

Porto en verzendkosten

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

303 000

355 000

297 523,89

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven voor porto en voor verwerking en versturing door nationale postdiensten en koeriersdiensten.

Het dient tevens ter financiering van postdiensten.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 25 000 EUR.

2 3 7

Verhuizingen

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

1 440 000

1 160 000

1 512 597,25

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor verhuizing en opslag door verhuisbedrijven of door inschakeling van tijdelijke arbeidskrachten.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 5 000 EUR.

2 3 8

Overige huishoudelijke uitgaven

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

1 093 750

946 000

688 938,55

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

verzekeringen die niet expliciet onder andere posten worden genoemd;

 

de uitgaven voor aankoop en onderhoud van uniformen voor bodes, chauffeurs, receptionisten, magazijnbedienden, verhuizers, alsmede voor het personeel van de diensten bezoekers en studiebijeenkomsten, van het Parlamentarium, de medische dienst, de veiligheidsdienst, de dienst onderhoud gebouwen en diverse technische diensten,

 

diverse huishoudelijke en beheersuitgaven, aankoop van goederen en diensten waar niet specifiek in wordt voorzien door een andere post,

 

diverse aankopen in verband met Eco-Management and Audit Scheme (EMAS) (voorlichtingscampagnes enz.).

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 5 000 EUR.

2 3 9

EMAS-activiteiten, met inbegrip van voorlichting, en compensatieregeling voor CO2-emissies van het Europees Parlement

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

250 000

250 000

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten voortvloeiend uit EMAS-activiteiten gericht op het verbeteren van de milieuprestaties van het Europees Parlement, met inbegrip van voorlichting over die activiteiten, en uit de compensatieregeling voor CO2-emissies van het Europees Parlement.

TITEL 3

UITGAVEN VOORTVLOEIEND UIT DE ALGEMENE TAKEN VAN DE INSTELLING

 

Artikel

Post

Rubriek

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

% 2014-2016

HOOFDSTUK 3 0

3 0 0

Dienstreizen van het personeel en reizen tussen de drie vergaderplaatsen

       

Niet-gesplitste kredieten

27 700 000

28 748 281

22 818 505,73

82,38

3 0 2

Onthaal en representatie

       

Niet-gesplitste kredieten

1 388 000

1 392 690

816 097,91

58,80

3 0 4

Diverse uitgaven voor vergaderingen

3 0 4 0

Interne vergaderingen

       

Niet-gesplitste kredieten

1 400 000

1 400 000

2 246 000,—

160,43

3 0 4 2

Vergaderingen, congressen en conferenties

       

Niet-gesplitste kredieten

1 795 000

1 435 000

440 674,05

24,55

3 0 4 3

Diverse uitgaven voor de organisatie van parlementaire vergaderingen, interparlementaire delegaties en andere delegaties

       

Niet-gesplitste kredieten

1 100 000

1 200 000

256 302,28

23,30

3 0 4 9

Werkingskosten van het reisbureau

       

Niet-gesplitste kredieten

2 040 000

2 000 000

1 985 000,—

97,30

 

Artikel 3 0 4 — Totaal

6 335 000

6 035 000

4 927 976,33

77,79

 

HOOFDSTUK 3 0 — TOTAAL

35 423 000

36 175 971

28 562 579,97

80,63

HOOFDSTUK 3 2

3 2 0

Verwerving van expertise

       

Niet-gesplitste kredieten

9 309 500

8 957 000

4 963 870,79

53,32

3 2 1

Expertise voor de parlementaire onderzoeksdiensten, de bibliotheek en de archieven

       

Niet-gesplitste kredieten

8 829 000

9 107 200

5 876 203,82

66,56

3 2 2

Documentatie

       

Niet-gesplitste kredieten

2 217 000

2 308 000

2 464 212,10

111,15

3 2 3

Ondersteuning van de democratie en versterking van de capaciteit van de parlementen van derde landen

       

Niet-gesplitste kredieten

1 100 000

1 340 000

512 925,74

46,63

3 2 4

Productie en verspreiding

3 2 4 0

Publicatieblad

       

Niet-gesplitste kredieten

4 373 000

4 244 000

4 202 107,46

96,09

3 2 4 1

Digitale en traditionele publicaties

       

Niet-gesplitste kredieten

3 771 000

3 705 000

3 496 946,08

92,73

3 2 4 2

Kosten van publicatie, voorlichting en deelneming aan openbare evenementen

       

Niet-gesplitste kredieten

16 662 000

16 501 034

19 651 446,69

117,94

3 2 4 3

Parlamentarium — Bezoekerscentrum van het Europees Parlement

       

Niet-gesplitste kredieten

6 030 000

4 150 000

4 748 380,08

78,75

3 2 4 4

Organisatie en ontvangst van bezoekersgroepen, Euroscola en uitnodigingen aan opiniemakers uit derde landen

       

Niet-gesplitste kredieten

30 723 500

31 739 039

27 249 058,55

88,69

3 2 4 5

Organisatie van colloquia, studiedagen en culturele acties

       

Niet-gesplitste kredieten

5 262 000

5 077 120

5 610 918,40

106,63

3 2 4 6

Televisiekanaal van het Parlement (Web TV)

       

Niet-gesplitste kredieten

5 000 000

5 000 000

4 994 665,86

99,89

3 2 4 7

Huis van de Europese geschiedenis

       

Niet-gesplitste kredieten

6 500 000

10 000 000

9 571 045,83

147,25

3 2 4 8

Audiovisuele voorlichting

       

Niet-gesplitste kredieten

14 506 000

12 608 000

15 484 852,11

106,75

3 2 4 9

Informatie-uitwisseling met de nationale parlementen

       

Niet-gesplitste kredieten

250 000

250 000

65 334,15

26,13

 

Artikel 3 2 4 — Totaal

93 077 500

93 274 193

95 074 755,21

102,15

3 2 5

Uitgaven in verband met de voorlichtingsbureaus

       

Niet-gesplitste kredieten

900 000

700 000

980 570,90

108,95

 

HOOFDSTUK 3 2 — TOTAAL

115 433 000

115 686 393

109 872 538,56

95,18

 

Titel 3 — Totaal

150 856 000

151 862 364

138 435 118,53

91,77

HOOFDSTUK 3 0 —

VERGADERINGEN EN CONFERENTIES

 

HOOFDSTUK 3 2 —

EXPERTISE EN INFORMATIE: VERWERVING, ARCHIVERING, PRODUCTIE EN VERSPREIDING

HOOFDSTUK 3 0 —   VERGADERINGEN EN CONFERENTIES

3 0 0

Dienstreizen van het personeel en reizen tussen de drie vergaderplaatsen

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

27 700 000

28 748 281

22 818 505,73

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor reiskosten van het personeel van de instelling, gedetacheerde nationale deskundigen, stagiairs en personeel van andere Europese of internationale instellingen dat door de instelling is uitgenodigd, tussen de standplaats en een van de drie vergaderplaatsen van het Europees Parlement (Brussel, Luxemburg en Straatsburg), alsook voor dienstreizen naar elke andere plaats buiten de drie vergaderplaatsen. De gedekte uitgaven betreffen de reiskosten, dagvergoedingen en verblijfskosten, en compensatie voor ongebruikelijke arbeidstijden. Bijkomende kosten (met inbegrip van kosten van de annulering van plaatsbewijzen en hotelreserveringen, kosten in verband met elektronische facturering, kosten in verband met verzekeringen) zijn eveneens gedekt.

Dit krediet is ook bedoeld ter dekking van de kosten voor eventuele compensatie voor CO2-emissies als gevolg van dienstreizen en verplaatsingen van het personeel.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 240 000 EUR.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 71, alsmede bijlage VII, artikelen 11, 12 en 13.

3 0 2

Onthaal en representatie

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

1 388 000

1 392 690

816 097,91

Toelichting

Dit krediet dient ter financiering van:

 

de uitgaven in verband met de verplichtingen van de instelling inzake ontvangst, met inbegrip van ontvangst in het kader van de werkzaamheden van de afdeling Scientific and Technological Options Assessment (STOA), en representatie van de leden van de instelling;

 

de representatiekosten van de voorzitter bij reizen buiten de vergaderplaatsen;

 

de representatiekosten en de bijdrage in de secretariaatskosten van het kabinet van de voorzitter;

 

de kosten van ontvangst en representatie van het secretariaat-generaal, inclusief de aankoop van artikelen en medailles voor ambtenaren met 15 en/of 25 dienstjaren;

 

diverse kosten van het protocol, zoals vlaggen, drukwerk, uitnodigingen, menukaarten enz.;

 

reis- en verblijfkosten van VIP-bezoekers van de instelling;

 

kosten van visa van leden en personeelsleden van het Europees Parlement bij officiële reizen;

 

kosten van ontvangst en representatie en andere specifieke kosten voor leden die een officiële functie bij het Europees Parlement bekleden.

3 0 4

Diverse uitgaven voor vergaderingen

3 0 4 0

Interne vergaderingen

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

1 400 000

1 400 000

2 246 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor verfrissingen en andere dranken en voor lichte maaltijden die soms tijdens vergaderingen van de instelling worden verstrekt, met inbegrip van het beheer van die diensten.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 5 000 EUR.

3 0 4 2

Vergaderingen, congressen en conferenties

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

1 795 000

1 435 000

440 674,05

Toelichting

Dit krediet dient met name ter dekking van:

 

de kosten van het organiseren van vergaderingen buiten de plaatsen waar de instelling haar werkzaamheden verricht (commissies en commissiedelegaties, fracties), met inbegrip, waar passend van representatiekosten;

 

de bijdragen aan internationale organisaties waarvan het Europees Parlement of één van zijn organen lid is (Interparlementaire Unie, Vereniging van de secretarissen-generaal van parlementen, Groep 12+ bij de Interparlementaire Unie);

 

de terugbetaling aan de Commissie, op basis van een dienstenovereenkomst tussen het Europees Parlement, van het aandeel van het Parlement in de kosten van het produceren van de laissez-passer van de EU (apparatuur, personeel en voorraden), overeenkomstig het Protocol betreffende de voorrechten en immuniteiten van de Europese Unie (artikel 6), artikel 23 van het Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, artikelen 11 en 81 van de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie en Verordening (EU) nr. 1417/2013 van de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van de vorm van de door de Europese Unie afgegeven laissez-passer (PB L 353 van 28.12.2013, blz. 26).

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 20 000 EUR.

3 0 4 3

Diverse uitgaven voor de organisatie van parlementaire vergaderingen, interparlementaire delegaties en andere delegaties

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

1 100 000

1 200 000

256 302,28

Toelichting

Dit krediet dient vooral ter dekking van de kosten, behalve die welke reeds worden gedekt door hoofdstuk 1 0 en artikel 3 0 0, voor de organisatie van de vergaderingen van:

 

delegaties naar de Paritaire Parlementaire Vergadering ACS-EU, de Parlementaire Vergadering van EuroLat, de Parlementaire Vergadering Euronest en hun organen;

 

de Vergadering van de Unie voor het Middellandse Zeegebied (UMZ), de commissies en het bureau hiervan; deze uitgave omvat de bijdrage van het Europees Parlement aan de begroting van het autonome secretariaat van de UMZ of de rechtstreekse tenlasteneming van de kosten van het aandeel van het Europees Parlement in de begroting van de UMZ;

 

de interparlementaire delegaties, ad-hocdelegaties, de gemengde parlementaire commissies, de parlementaire samenwerkingscommissies, parlementaire delegaties naar de WTO, alsmede de Parlementaire Conferentie van de WTO en haar Stuurcomité.

3 0 4 9

Werkingskosten van het reisbureau

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

2 040 000

2 000 000

1 985 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten die voortvloeien uit de werking van het reisbureau waarmee het Europees Parlement een contract heeft gesloten.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 50 000 EUR.

HOOFDSTUK 3 2 —   EXPERTISE EN INFORMATIE: VERWERVING, ARCHIVERING, PRODUCTIE EN VERSPREIDING

3 2 0

Verwerving van expertise

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

9 309 500

8 957 000

4 963 870,79

Toelichting

Dit krediet dient ter financiering van:

 

de kosten van overeenkomsten met gekwalificeerde deskundigen en onderzoeksinstituten voor studies en andere onderzoekswerkzaamheden (workshops, rondetafelconferenties, panels of hoorzittingen met deskundigen, conferenties) ten behoeve van de organen van het Europees Parlement, de parlementaire commissies en de administratie;

 

verwerving of huur van gespecialiseerde informatiebronnen, zoals gespecialiseerde databanken, gerelateerde literatuur en technische ondersteuning, om in voorkomend geval de bovengenoemde expertiseovereenkomsten aan te vullen,

 

reis- en verblijfkosten en bijkomende kosten van deskundigen en andere personen — met inbegrip van personen die een verzoekschrift aan het Europees Parlement hebben gericht — die worden uitgenodigd voor vergaderingen van commissies, delegaties, studie- en werkgroepen en workshops;

 

de kosten van de verspreiding van de resultaten van het interne of externe parlementaire onderzoek en van andere relevante producten ten gunste van de instelling en het grote publiek (met name door middel van publicatie op internet, interne databanken, brochures en publicaties);

 

de uitgaven voor een beroep op externen voor deelname aan de werkzaamheden van organen als de tuchtraad en het speciaal panel voor financiële onregelmatigheden.

3 2 1

Expertise voor de parlementaire onderzoeksdiensten, de bibliotheek en de archieven

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

8 829 000

9 107 200

5 876 203,82

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met de activiteiten van het directoraat-generaal Parlementaire Onderzoeksdiensten (DG EPRS), met name:

 

de verwerving van gespecialiseerde expertise en ondersteuning voor de onderzoeksactiviteiten van het Europees Parlement (met inbegrip van artikelen, studies, workshops, seminars, rondetafelconferenties, panels van deskundigen, conferenties), indien nodig in het kader van een partnerschap met andere instellingen, internationale organisaties, onderzoeksafdelingen en bibliotheken van nationale parlementen, thinktanks, onderzoeksinstanties en ander gekwalificeerde deskundigen;

 

de verwerving van gespecialiseerde expertise op het gebied van impactbeoordeling/evaluatie ex-ante en ex-post, van de Europese meerwaarde en van de evaluatie van wetenschappelijke en technische opties (Scientific and Technological Options Assessment, STOA);

 

de verwerving of huur van boeken, tijdschriften, kranten, databanken, producten van persagentschappen en elke andere informatiedrager voor de bibliotheek, in diverse vormen, inclusief kosten als gevolg van de auteursrechten, kwaliteitsbeheerssysteem, materiaal en werkzaamheden in verband met het inbinden en conserveren en andere relevante diensten;

 

de kosten van de externe archiveringsdiensten (organisatie, selectie, beschrijving, omzetting op verschillende informatiedragers en in papierloze vorm, verwerving van primaire archiefbronnen);

 

de verwerving, de installatie, de exploitatie en het onderhoud van speciale bibliotheek- en archiveringsdocumentatie en speciaal mediatheekmateriaal, inclusief elektrische, elektronische en computerapparatuur en/of -systemen, alsmede materiaal in verband met het inbinden en conserveren;

 

de kosten van de verspreiding van de resultaten van het interne of externe parlementaire onderzoek en van andere relevante producten ten gunste van de instelling en het grote publiek (met name door middel van publicatie op internet, interne databanken, brochures en publicaties);

 

reis- en verblijfkosten en bijkomende kosten van deskundigen en auteurs die zijn uitgenodigd om deel te nemen aan de presentaties, seminars, workshops of andere, soortgelijke activiteiten die door DG EPRS worden georganiseerd;

 

de deelname van de STOA aan wetenschappelijke organen;

 

de verplichtingen van het Europees Parlement op grond van internationale en/of interinstitutionele samenwerkingsovereenkomsten, inclusief de bijdrage van het Parlement aan de dekking van de kosten als gevolg van het beheer van de historische archieven van de Unie overeenkomstig Verordening (EEG, Euratom) nr. 354/83 van de Raad.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 20 000 EUR.

Rechtsgronden

Verordening (EEG, Euratom) nr. 354/83 van de Raad van 1 februari 1983 inzake het voor het publiek toegankelijk maken van de historische archieven van de Europese Economische Gemeenschap en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (PB L 43 van 15.2.1983, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2001 inzake de toegang van het publiek tot documenten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie (PB L 145 van 31.5.2001, blz. 43).

Besluit goedgekeurd door het Bureau van 28 november 2001 over de regeling inzake de toegang van het publiek tot documenten van het Europees Parlement, laatstelijk gewijzigd op 22 juni 2011 (PB C 216 van 22.7.2011, blz. 19).

Besluit van het Bureau van het Europees Parlement van 16 december 2002 over de regels betreffende de archieven van het Europees Parlement, zoals geconsolideerd op 3 mei 2004.

Besluit van het Bureau van 10 maart 2014 over de regeling inzake de verwerking van persoonlijke archieven van leden en voormalige leden van het Europees Parlement.

3 2 2

Documentatie

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

2 217 000

2 308 000

2 464 212,10

Toelichting

Dit krediet dient ter financiering van:

 

abonnementen op dagbladen, tijdschriften, nieuwsagentschappen en op hun publicaties en diensten online, met inbegrip van de kosten van auteursrechten voor de reproductie en verspreiding van deze abonnementen langs klassieke of elektronische weg en dienstverleningscontracten voor persoverzichten en krantenknipsels;

 

abonnementen of dienstverleningscontracten voor de levering van samenvattingen en inhoudsanalysen van tijdschriften of van het invoeren in optische dragers van uit deze tijdschriften geselecteerde artikelen;

 

kosten in verband met het gebruik van externe databanken voor documenten en statistische gegevens, met uitzondering van computerapparatuur en telecommunicatiekosten;

 

de aanschaf van nieuwe of vervangende woordenboeken, lexicons, ongeacht het medium, ook voor de nieuwe taalsecties, alsmede andere werken voor de taaldiensten en voor de Afdelingen kwaliteit van de wetgeving.

3 2 3

Ondersteuning van de democratie en versterking van de capaciteit van de parlementen van derde landen

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

1 100 000

1 340 000

512 925,74

Toelichting

Dit krediet dient ter financiering van:

 

de kosten als gevolg van de programma's inzake informatie-uitwisseling en samenwerking tussen het Europees Parlement en de nationale parlementen van de pretoetredingslanden, met name de Westelijke Balkan en Turkije;

 

de uitgaven voor het bevorderen van de (niet onder het vorige streepje bedoelde) betrekkingen tussen het Europees Parlement en democratisch verkozen nationale parlementen van derde landen alsook met regionale parlementaire organisaties. De activiteiten in kwestie hebben als doel de parlementaire capaciteit te versterken in nieuwe en ontluikende democratieën, met name in de (zuidelijke en oostelijke) Europese buurlanden;

 

de uitgaven voor de bevordering van activiteiten ter ondersteuning van bemiddeling en van programma's ten gunste van jonge politieke leiders uit de Europese Unie en de Europese buurlanden;

 

de kosten van de organisatie van de Sacharov-prijs (met name het geldbedrag van de prijs, de kosten in verband met de verplaatsing en het onthaal van de laureaat of laureaten, de werkingskosten van het Sacharov-netwerk en de dienstreizen van de leden van dit netwerk) en van de activiteiten ter bevordering van de mensenrechten.

Deze activiteiten omvatten onder meer voorlichtingsbezoeken aan het Europees Parlement te Brussel, Luxemburg of Straatsburg. De kredieten dienen ter volledige of gedeeltelijke dekking van de kosten van de deelnemers, met name reiskosten, kosten van vervoer, verblijfkosten en dagvergoedingen.

Rechtsgronden

Besluit van het Bureau van 12 december 2011 tot oprichting van het directoraat Democratieondersteuning binnen DG EXPO.

3 2 4

Productie en verspreiding

3 2 4 0

Publicatieblad

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

4 373 000

4 244 000

4 202 107,46

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van het aandeel van de instelling in de kosten van publicatie, verspreiding en andere bijkomende kosten van het Publicatiebureau voor de teksten die gepubliceerd moeten worden in het Publicatieblad van de Europese Unie.

3 2 4 1

Digitale en traditionele publicaties

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

3 771 000

3 705 000

3 496 946,08

Toelichting

Dit krediet dient ter financiering van:

 

de kosten van digitale (intranet) en traditionele (diverse documenten en drukwerk in onderaanneming) uitgaven, met inbegrip van distributie;

 

de actualisering en het updaten en corrigeren van de systemen voor publicatie.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 6 000 EUR.

3 2 4 2

Kosten van publicatie, voorlichting en deelneming aan openbare evenementen

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

16 662 000

16 501 034

19 651 446,69

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor voorlichtingspublicaties, met inbegrip van elektronische publicaties, voorlichtingsactiviteiten, public relations, deelname aan openbare evenementen, tentoonstellingen en beurzen in de lidstaten en de kandidaat-lidstaten en in de landen waar het Europees Parlement een verbindingskantoor heeft, alsmede voor de actualisering van het Legislative Observatory (OEIL) en de ontwikkeling van instrumenten of middelen om de toegang ertoe voor het publiek door middel van mobiele apparatuur te verruimen of te vergemakkelijken.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 5 000 EUR.

3 2 4 3

Parlamentarium — Bezoekerscentrum van het Europees Parlement

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

6 030 000

4 150 000

4 748 380,08

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van het Parlamentarium — het bezoekerscentrum van het Europees Parlement in Brussel —, alsmede van installaties, tentoonstellingen en materiaal dat is aangepast of gekopieerd voor afzonderlijk gebruik buiten Brussel.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 9 300 EUR.

3 2 4 4

Organisatie en ontvangst van bezoekersgroepen, Euroscola en uitnodigingen aan opiniemakers uit derde landen

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

30 723 500

31 739 039

27 249 058,55

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van subsidies voor bezoekersgroepen, alsmede de daarmee samenhangende uitgaven voor begeleiding en infrastructuur, de financiering van stages voor opiniemakers uit derde landen (EUVP) en de kosten van het functioneren van het Euroscola-, het EuroMed-Scola- en het Euronest-Scolaprogramma. Het EuroMed-Scola- en het Euronest-Scolaprogramma vinden ieder jaar beurtelings plaats in de gebouwen van het Europees Parlement in Straatsburg of Brussel, behalve tijdens verkiezingsjaren.

Dit krediet wordt jaarlijks verhoogd door toepassing van een deflator waarbij rekening wordt gehouden met de wijzigingen van het bni en het prijspeil.

Elk lid van het Europees Parlement heeft het recht om per kalenderjaar ten hoogste vijf bezoekersgroepen uit te nodigen met in totaal 110 bezoekers.

Er wordt ook voorzien in een adequaat bedrag voor bezoekers met een handicap.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 100 000 EUR.

Rechtsgronden

Besluit van het Bureau van 16 december 2002 betreffende de regeling voor de ontvangst van bezoekersgroepen en voor het Euroscola, EuroMed-Scola- en Euronest-Scola-programma, als laatstelijk gewijzigd op 26 februari 2013.

3 2 4 5

Organisatie van colloquia, studiedagen en culturele acties

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

5 262 000

5 077 120

5 610 918,40

Toelichting

Dit krediet dient ter financiering van:

 

de kosten of subsidies in verband met de organisatie van colloquia en studiedagen van nationale of internationale aard voor opiniemakers uit de lidstaten, de toetredingslanden en de landen waar het EP over een kantoor beschikt, alsmede de kosten voor het organiseren van parlementaire colloquia en symposia en de financiering van culturele initiatieven van Europees belang, zoals de LUX-filmprijs van het Europees Parlement voor de Europese film;

 

de uitvoering van „vergaderzaalactiviteiten” in Straatsburg en Brussel, overeenkomstig het door het Bureau vastgestelde jaarlijkse programma;

 

ondersteunende maatregelen en instrumenten voor meertaligheid, zoals studiedagen en conferenties, vergaderingen met aanbieders van opleidingen voor tolken of vertalers, maatregelen en acties gericht op de bewustmaking voor meertaligheid en de bevordering van het beroep van tolk of vertaler, met inbegrip van een subsidieprogramma voor universiteiten, scholen en andere instellingen die zich met tolken- en vertaalstudies bezighouden waarbij gebruik wordt gemaakt van virtuele communicatie, evenals deelneming aan soortgelijke acties en maatregelen georganiseerd tezamen met andere diensten in het kader van de interinstitutionele en internationale samenwerking.

Dit krediet dient eveneens ter dekking van kosten in verband met de organisatie van deze activiteiten, met inbegrip van cateringdiensten en -kosten, en de kosten voor de uitnodiging van journalisten bij deze werkzaamheden.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 25 000 EUR.

3 2 4 6

Televisiekanaal van het Parlement (Web TV)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

5 000 000

5 000 000

4 994 665,86

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten in verband met de productie en de huisvesting door het Europees Parlement (Europarl TV), clips voor het web en audiovisueel materiaal dat „uitzendrijp” is, in overeenstemming met de communicatiestrategie van de instelling.

3 2 4 7

Huis van de Europese geschiedenis

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

6 500 000

10 000 000

9 571 045,83

Toelichting

Dit krediet is bestemd voor de financiering van de activiteiten van het Huis van de Europese geschiedenis, zoals de specifieke interieurinrichting, de aankoop van collecties, de organisatie van tentoonstellingen en de exploitatiekosten, met inbegrip van de kosten voor de aanschaf van boeken, tijdschriften en andere publicaties die verband houden met de activiteiten van het Huis van de Europese geschiedenis.

Het dient ook ter dekking van de kosten van overeenkomsten met gekwalificeerde deskundigen en onderzoeksinstituten voor studies en andere onderzoekswerkzaamheden (workshops, rondetafelconferenties, panels van deskundigen, conferenties) ten behoeve van het Huis van de Europese geschiedenis.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 5 000 000 EUR.

3 2 4 8

Audiovisuele voorlichting

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

14 506 000

12 608 000

15 484 852,11

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de huishoudelijke uitgaven van de audiovisuele sector (eigen producties en externe bijstand), zoals technische werkzaamheden bij radio- en televisiestations, realisatie, productie, coproductie en verspreiding van audiovisuele programma's, huur van straalverbindingen en uitzending van televisie- en radioprogramma's, alsmede andere activiteiten ter ontwikkeling van de contacten van de instelling met de audiovisuele sector;

 

de uitgaven voor het direct via internet uitzenden van plenaire vergaderingen en vergaderingen van de commissies van het Parlement;

 

het opzetten van een passend archief om de media en burgers permanent toegang tot deze informatie te garanderen.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 13 000 EUR.

Rechtsgronden

Resolutie van het Europees Parlement van 12 maart 2002 over de richtsnoeren voor de begrotingsprocedure 2003 (PB C 47 E van 27.2.2003, blz. 72).

Resolutie van het Europees Parlement van 14 mei 2002 over de raming van de uitgaven en ontvangsten van het Europees Parlement voor het begrotingsjaar 2003 (PB C 180 E van 31.7.2003, blz. 150).

Resolutie van het Europees Parlement van 14 mei 2003 over de raming van de uitgaven en ontvangsten van het Europees Parlement voor het begrotingsjaar 2004 (PB C 67 E van 17.3.2004, blz. 179).

3 2 4 9

Informatie-uitwisseling met de nationale parlementen

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

250 000

250 000

65 334,15

Toelichting

Dit krediet dient ter financiering van:

 

uitgaven voor de bevordering van de betrekkingen tussen het Europees Parlement en de nationale parlementen. De uitgaven hebben betrekking op de parlementaire betrekkingen, andere dan die genoemd onder de hoofdstukken 1 0 en 3 0, de uitwisseling van informatie en documentatie en bijstand bij de analyse en het beheer van deze informatie, met inbegrip van uitwisseling met het Europees Centrum voor onderzoek en parlementaire documentatie (ECOPD);

 

de financiering van samenwerkingsprogramma's en opleidingsactiviteiten voor ambtenaren van de bovengenoemde parlementen en, in het algemeen, activiteiten ter versterking van hun parlementaire capaciteiten.

Deze activiteiten omvatten onder meer voorlichtingsbezoeken aan het Europees Parlement te Brussel, Luxemburg of Straatsburg. de kredieten dienen ter volledige of gedeeltelijke dekking van de kosten van de deelnemers, met name reiskosten, kosten van lokaal vervoer, verblijfkosten en dagvergoedingen;

 

samenwerkingsacties, met name in verband met de wetgevingsactiviteiten, alsmede de acties in verband met documentatie, analyse, voorlichting en beveiliging van het domein, met inbegrip van de acties die worden uitgevoerd door het Europees Centrum voor onderzoek en parlementaire documentatie (ECOPD).

Dit krediet dient ter voorbereiding op de versterkte samenwerking tussen het Europees Parlement en de nationale parlementen op het gebied van de parlementaire controle op het GBVB/GVDB, overeenkomstig het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, met name de artikelen 9 en 10 van Protocol nr. 1 over de rol van nationale parlementen in de Europese Unie.

Rechtsgronden

Conferenties van de voorzitters van de Europese parlementaire vergaderingen (juni 1977) en van de parlementen van de Europese Unie (september 2000, maart 2001).

3 2 5

Uitgaven in verband met de voorlichtingsbureaus

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

900 000

700 000

980 570,90

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de algemene uitgaven en diverse incidentele uitgaven in verband met de voorlichtingsbureaus van het Europees Parlement (in het bijzonder kantoorbenodigdheden, telecommunicatie, portokosten, behandeling, vervoer, opslag, standaard promotiemateriaal, databanken).

TITEL 4

UITGAVEN VOORTVLOEIEND UIT SPECIALE TAKEN VAN DE INSTELLING

 

Artikel

Post

Rubriek

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

% 2014-2016

HOOFDSTUK 4 0

4 0 0

Lopende huishoudelijke uitgaven en uitgaven in verband met de politieke en de voorlichtingsactiviteiten van de fracties en de niet-fractiegebonden leden

       

Niet-gesplitste kredieten

61 000 000

59 800 000

59 416 002,23

97,40

4 0 2

Financiering van de Europese politieke partijen

       

Niet-gesplitste kredieten

31 400 000

28 350 084

27 713 795,20

88,26

4 0 3

Financiering van Europese politieke stichtingen

       

Niet-gesplitste kredieten

18 700 000

16 668 000

13 393 988,80

71,63

 

HOOFDSTUK 4 0 — TOTAAL

111 100 000

104 818 084

100 523 786,23

90,48

HOOFDSTUK 4 2

4 2 2

Assistentie aan de leden

       

Niet-gesplitste kredieten

202 140 000

192 113 500

181 048 836,81

89,57

 

HOOFDSTUK 4 2 — TOTAAL

202 140 000

192 113 500

181 048 836,81

89,57

HOOFDSTUK 4 4

4 4 0

Kosten voor vergaderingen en andere activiteiten van voormalige leden

       

Niet-gesplitste kredieten

210 000

200 000

200 000,—

95,24

4 4 2

Kosten van vergaderingen en andere activiteiten van de Europese Parlementaire Vereniging

       

Niet-gesplitste kredieten

210 000

200 000

200 000,—

95,24

 

HOOFDSTUK 4 4 — TOTAAL

420 000

400 000

400 000,—

95,24

 

Titel 4 — Totaal

313 660 000

297 331 584

281 972 623,04

89,90

HOOFDSTUK 4 0 —

UITGAVEN IN VERBAND MET BEPAALDE INSTELLINGEN EN ORGANEN

 

HOOFDSTUK 4 2 —

ASSISTENTIE AAN DE LEDEN

 

HOOFDSTUK 4 4 —

VERGADERINGEN EN ANDERE ACTIVITEITEN VAN LEDEN EN VOORMALIGE LEDEN

HOOFDSTUK 4 0 —   UITGAVEN IN VERBAND MET BEPAALDE INSTELLINGEN EN ORGANEN

4 0 0

Lopende huishoudelijke uitgaven en uitgaven in verband met de politieke en de voorlichtingsactiviteiten van de fracties en de niet-fractiegebonden leden

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

61 000 000

59 800 000

59 416 002,23

Toelichting

Dit krediet dient, voor de fracties en de niet-ingeschreven leden, ter dekking van:

 

secretariaatskosten en administratieve en huishoudelijke uitgaven;

 

de uitgaven voor politieke en voorlichtingsactiviteiten in het kader van de politieke activiteiten van de Unie.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 50 000 EUR.

Rechtsgronden

Besluit van het Bureau van 30 juni 2003 betreffende de regeling inzake het gebruik van kredieten van begrotingspost 400, als laatstelijk gewijzigd op 27 april 2015.

4 0 2

Financiering van de Europese politieke partijen

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

31 400 000

28 350 084

27 713 795,20

Toelichting

Dit krediet dient ter financiering van de politieke partijen op Europees niveau.

Rechtsgronden

Verdrag betreffende de Europese Unie, met name artikel 10, lid 4.

Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, met name artikel 224.

Verordening (EG) nr. 2004/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 4 november 2003 betreffende het statuut en de financiering van politieke partijen op Europees niveau (PB L 297 van 15.11.2003, blz. 1).

Besluit van het Bureau van het Europees Parlement van 29 maart 2004 houdende de uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 2004/2003 van het Europees Parlement en de Raad betreffende het statuut en de financiering van politieke partijen op Europees niveau (PB C 112 van 9.4.2011, blz. 1).

4 0 3

Financiering van Europese politieke stichtingen

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

18 700 000

16 668 000

13 393 988,80

Toelichting

Dit krediet dient ter financiering van de politieke stichtingen op Europees niveau.

Rechtsgronden

Verdrag betreffende de Europese Unie, met name artikel 10, lid 4.

Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, met name artikel 224.

Verordening (EG) nr. 2004/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 4 november 2003 betreffende het statuut en de financiering van politieke partijen op Europees niveau (PB L 297 van 15.11.2003, blz. 1).

Besluit van het Bureau van het Europees Parlement van 29 maart 2004 houdende de uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 2004/2003 van het Europees Parlement en de Raad betreffende het statuut en de financiering van politieke partijen op Europees niveau (PB C 112 van 9.4.2011, blz. 1).

HOOFDSTUK 4 2 —   ASSISTENTIE AAN DE LEDEN

4 2 2

Assistentie aan de leden

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

202 140 000

192 113 500

181 048 836,81

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten voor personeel en dienstverleners die belast zijn met de parlementaire assistentie aan de leden, alsook de kosten verbonden aan derdebetalenden.

Het dient ter dekking van de koersverschillen ten laste van de begroting van het Europees Parlement, overeenkomstig de voorschriften die van toepassing zijn op de terugbetaling van de kosten voor parlementaire bijstand.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 775 000 EUR.

Rechtsgronden

Statuut van de leden van het Europees Parlement, met name artikel 21.

Bepalingen ter uitvoering van het statuut van de leden van het Europees Parlement, met name de artikelen 33 tot en met 44.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie, met name artikel 5 bis en de artikelen 125 tot en met 139.

Besluit van het Bureau van 14 april 2014 betreffende de maatregelen ter uitvoering van titel VII van de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

HOOFDSTUK 4 4 —   VERGADERINGEN EN ANDERE ACTIVITEITEN VAN LEDEN EN VOORMALIGE LEDEN

4 4 0

Kosten voor vergaderingen en andere activiteiten van voormalige leden

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

210 000

200 000

200 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van vergaderingen van de Vereniging van voormalige leden van het Europees Parlement, alsmede van eventuele andere kosten.

4 4 2

Kosten van vergaderingen en andere activiteiten van de Europese Parlementaire Vereniging

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

210 000

200 000

200 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten voor vergaderingen van de Europese Parlementaire Vereniging, alsmede van eventuele bijkomende kosten.

TITEL 5

AUTORITEIT VOOR EUROPESE POLITIEKE PARTIJEN EN EUROPESE POLITIEKE STICHTINGEN EN VAN HET COMITE VAN ONAFHANKELIJKE VOORAANSTAANDE PERSONEN

 

Artikel

Post

Rubriek

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

% 2014-2016

HOOFDSTUK 5 0

5 0 0

Operationele uitgaven voor de Autoriteit voor Europese politieke partijen en Europese politieke stichtingen

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

     

5 0 1

Uitgaven in verband met het Comité van onafhankelijke vooraanstaande personen

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

     
 

HOOFDSTUK 5 0 — TOTAAL

p.m.

     
 

Titel 5 — Totaal

p.m.

     

HOOFDSTUK 5 0 —

UITGAVEN VAN DE AUTORITEIT VOOR EUROPESE POLITIEKE PARTIJEN EN EUROPESE POLITIEKE STICHTINGEN EN VAN HET COMITÉ VAN ONAFHANKELIJKE VOORAANSTAANDE PERSONEN

HOOFDSTUK 5 0 —   UITGAVEN VAN DE AUTORITEIT VOOR EUROPESE POLITIEKE PARTIJEN EN EUROPESE POLITIEKE STICHTINGEN EN VAN HET COMITÉ VAN ONAFHANKELIJKE VOORAANSTAANDE PERSONEN

5 0 0

Operationele uitgaven voor de Autoriteit voor Europese politieke partijen en Europese politieke stichtingen

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

p.m.

   

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven van de Autoriteit voor Europese politieke partijen en Europese politieke stichtingen om het volledig en onafhankelijk functioneren daarvan te waarborgen.

Rechtsgronden

Verordening (EU, Euratom) nr. 1141/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2014 betreffende het statuut en de financiering van Europese politieke partijen en Europese politieke stichtingen (PB L 317 van 4.11.2014, blz. 1), met name artikel 6, leden 1 en 7 en artikel 41.

5 0 1

Uitgaven in verband met het Comité van onafhankelijke vooraanstaande personen

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

p.m.

   

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor het secretariaat en de financiering van het Comité van onafhankelijke vooraanstaande personen

Rechtsgronden

Verordening (EU, Euratom) nr. 1141/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2014 betreffende het statuut en de financiering van Europese politieke partijen en Europese politieke stichtingen (PB L 317 van 4.11.2014, blz. 1), met name artikel 11, lid 2.

TITEL 10

OVERIGE UITGAVEN

 

Artikel

Post

Rubriek

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

% 2014-2016

 

HOOFDSTUK 10 0

p.m.

p.m.

   
 

HOOFDSTUK 10 0 — TOTAAL

p.m.

p.m.

   
 

HOOFDSTUK 10 1

6 000 000

11 700 000

0,—

0

 

HOOFDSTUK 10 1 — TOTAAL

6 000 000

11 700 000

0,—

0

 

HOOFDSTUK 10 3

p.m.

p.m.

0,—

 
 

HOOFDSTUK 10 3 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0,—

 
 

HOOFDSTUK 10 4

p.m.

p.m.

0,—

 
 

HOOFDSTUK 10 4 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0,—

 
 

HOOFDSTUK 10 5

p.m.

p.m.

0,—

 
 

HOOFDSTUK 10 5 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0,—

 
 

HOOFDSTUK 10 6

p.m.

p.m.

0,—

 
 

HOOFDSTUK 10 6 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0,—

 
 

HOOFDSTUK 10 8

p.m.

p.m.

0,—

 
 

HOOFDSTUK 10 8 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0,—

 
 

Titel 10 — Totaal

6 000 000

11 700 000

0,—

0

 

TOTAAL-GENERAAL

1 838 388 600

1 794 929 112

1 737 744 692,30

94,53

HOOFDSTUK 10 0 —

VOORZIENINGEN

 

HOOFDSTUK 10 1 —

RESERVE VOOR ONVOORZIENE UITGAVEN

 

HOOFDSTUK 10 3 —

RESERVE VOOR DE UITBREIDING

 

HOOFDSTUK 10 4 —

RESERVE VOOR HET VOORLICHTINGS- EN COMMUNICATIEBELEID

 

HOOFDSTUK 10 5 —

VOORZIENINGEN VOOR GEBOUWEN

 

HOOFDSTUK 10 6 —

RESERVE VOOR PRIORITAIRE PROJECTEN IN ONTWIKKELING

 

HOOFDSTUK 10 8 —

RESERVE VOOR EMAS

HOOFDSTUK 10 0 —   VOORZIENINGEN

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

p.m.

p.m.

 

HOOFDSTUK 10 1 —   RESERVE VOOR ONVOORZIENE UITGAVEN

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

6 000 000

11 700 000

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van niet te voorziene uitgaven, voortkomend uit tijdens het begrotingsjaar te nemen begrotingsbesluiten.

HOOFDSTUK 10 3 —   RESERVE VOOR DE UITBREIDING

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten die worden gemaakt om de instelling voor te bereiden op de uitbreiding.

HOOFDSTUK 10 4 —   RESERVE VOOR HET VOORLICHTINGS- EN COMMUNICATIEBELEID

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor het voorlichtings- en communicatiebeleid.

HOOFDSTUK 10 5 —   VOORZIENINGEN VOOR GEBOUWEN

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor investeringen in onroerend goed en inrichtingswerken door de instelling. Het Bureau van het Europees Parlement wordt verzocht een coherente en verantwoordelijke strategie voor de lange termijn op het gebied van onroerend goed en gebouwen vast te stellen, waarbij rekening wordt gehouden met het specifieke probleem van stijgende onderhoudskosten, de noodzaak van renovatie en beveiligingskosten, en waarbij de duurzaamheid van de begroting van het Europees Parlement wordt gewaarborgd.

HOOFDSTUK 10 6 —   RESERVE VOOR PRIORITAIRE PROJECTEN IN ONTWIKKELING

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven van de instelling voor prioritaire projecten in ontwikkeling.

HOOFDSTUK 10 8 —   RESERVE VOOR EMAS

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Aansluitend op de besluiten die het Bureau moet nemen inzake de tenuitvoerlegging van het EMAS-actieplan, met name na de koolstofaudit van het Europees Parlement, dient dit krediet ter financiering van de relevante huishoudelijke lijnen.

PERSONEEL

Afdeling I — Europees Parlement

 

Functiegroep en rang

2015

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Overige

Fracties

Niet-ingedeeld

1

0

0

0

AD 16

13

0

1

7

AD 15

40

0

1

4

AD 14

234

2

7

26

AD 13

456

8

2

43

AD 12

204

0

12

64

AD 11

189

0

6

29

AD 10

180

0

9

27

AD 9

178

0

5

24

AD 8

420

0

3

33

AD 7

328

0

7

47

AD 6

198

0

7

53

AD 5

209

0

6

58

Totaal AD

2 649

10

66

415

AST 11

147

10

0

34

AST 10

95

0

20

30

AST 9

364

0

4

44

AST 8

421

0

6

41

AST 7

443

0

1

44

AST 6

311

0

7

71

AST 5

295

0

17

62

AST 4

320

0

6

76

AST 3

270

0

5

71

AST 2

168

0

0

60

AST 1

37

0

0

68

Totaal AST

2 871

10

66

601

AST/SC 6

0

0

0

0

AST/SC 5

0

0

0

0

AST/SC 4

0

0

0

0

AST/SC 3

0

0

0

0

AST/SC 2

50

0

0

0

AST/SC 1

20

0

0

0

Totaal AST/SC

70

0

0

0

Totaal

5 591  (30)

20  (31)

132

1 016

Totaal-generaal

6 739  (32)

 

Functiegroep en rang

2016

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Overige

Fracties

Niet-ingedeeld

1

0

0

0

AD 16

13

0

1

7

AD 15

47

0

1

4

AD 14

223

2

7

30

AD 13

443

8

2

40

AD 12

242

0

12

64

AD 11

174

0

6

30

AD 10

195

0

9

25

AD 9

177

0

6

29

AD 8

433

0

3

37

AD 7

286

0

6

59

AD 6

196

0

8

48

AD 5

219

0

5

63

Totaal AD

2 649

10

66

436

AST 11

120

10

0

36

AST 10

84

0

20

33

AST 9

491

0

4

44

AST 8

308

0

6

40

AST 7

388

0

2

43

AST 6

309

0

6

72

AST 5

305

0

19

74

AST 4

393

0

3

78

AST 3

243

0

4

78

AST 2

88

0

0

58

AST 1

45

0

0

67

Totaal AST

2 774

10

64

623

AST/SC 6

0

0

0

0

AST/SC 5

0

0

0

0

AST/SC 4

0

0

0

0

AST/SC 3

0

0

0

0

AST/SC 2

50

0

0

0

AST/SC 1

100

0

0

0

Totaal AST/SC

150

0

0

0

Totaal

5 573

20  (33)

130

1 059

Totaal-generaal

6 762  (34)

AFDELING II

EUROPESE RAAD EN RAAD

ONTVANGSTEN

Bijdrage van de Europese Unie aan de financiering van de uitgaven van de Europese Raad en de Raad voor het begrotingsjaar 2016

 

Rubriek

Bedrag

Uitgaven

545 054 000

Eigen inkomsten

–50 415 000

Te ontvangen bijdrage

494 639 000

EIGEN INKOMSTEN

TITEL 4

DIVERSE UNIALE BELASTINGEN, HEFFINGEN EN BIJDRAGEN

 

Artikel

Post

Rubriek

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

% 2014-2016

HOOFDSTUK 4 0

4 0 0

Opbrengst van de belasting op de salarissen, lonen en vergoedingen van de leden van de instelling, ambtenaren en de andere personeelsleden

25 490 000

22 576 000

23 893 573,—

93,74

4 0 3

Opbrengst van de tijdelijke bijdrage die van toepassing is op de bezoldigingen van de leden van de instelling, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

p.m.

p.m.

0,—

 

4 0 4

Opbrengst van de speciale heffing en de solidariteitsheffing die van toepassing is op de bezoldigingen van de leden van de instelling, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

3 192 000

3 170 000

4 376 212,—

137,10

 

HOOFDSTUK 4 0 — TOTAAL

28 682 000

25 746 000

28 269 785,—

98,56

HOOFDSTUK 4 1

4 1 0

Bijdragen van het personeel aan de pensioenregeling

21 733 000

31 357 000

17 998 089,—

82,81

4 1 1

Overdracht of inkoop van pensioenrechten door het personeel

p.m.

p.m.

4 919 304,—

 

4 1 2

Bijdragen van ambtenaren met verlof om redenen van persoonlijke aard aan de pensioenregeling

p.m.

p.m.

0,—

 
 

HOOFDSTUK 4 1 — TOTAAL

21 733 000

31 357 000

22 917 393,—

105,45

 

Titel 4 — Totaal

50 415 000

57 103 000

51 187 178,—

101,53

HOOFDSTUK 4 0 —

INHOUDINGEN OP DE BEZOLDIGINGEN VAN HET PERSONEEL

 

HOOFDSTUK 4 1 —

BIJDRAGEN AAN DE PENSIOENREGELING

HOOFDSTUK 4 0 —   INHOUDINGEN OP DE BEZOLDIGINGEN VAN HET PERSONEEL

4 0 0

Opbrengst van de belasting op de salarissen, lonen en vergoedingen van de leden van de instelling, ambtenaren en de andere personeelsleden

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

25 490 000

22 576 000

23 893 573,—

Toelichting

Protocol betreffende de voorrechten en immuniteiten van de Europese Unie, met name artikel 12.

Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 260/68 van de Raad van 29 februari 1968 tot vaststelling van de voorwaarden en de wijze van heffing van de belasting ten bate van de Europese Gemeenschappen (PB L 56 van 4.3.1968, blz. 8).

4 0 3

Opbrengst van de tijdelijke bijdrage die van toepassing is op de bezoldigingen van de leden van de instelling, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Statuut van de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen, met name artikel 66 bis, in de versie die van kracht was tot 15 december 2003.

4 0 4

Opbrengst van de speciale heffing en de solidariteitsheffing die van toepassing is op de bezoldigingen van de leden van de instelling, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

3 192 000

3 170 000

4 376 212,—

Toelichting

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 66 bis.

HOOFDSTUK 4 1 —   BIJDRAGEN AAN DE PENSIOENREGELING

4 1 0

Bijdragen van het personeel aan de pensioenregeling

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

21 733 000

31 357 000

17 998 089,—

Toelichting

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 83, lid 2.

4 1 1

Overdracht of inkoop van pensioenrechten door het personeel

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

4 919 304,—

Toelichting

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name bijlage VIII, artikel 4 en artikel 11, lid 2.

4 1 2

Bijdragen van ambtenaren met verlof om redenen van persoonlijke aard aan de pensioenregeling

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name bijlage VIII, artikel 11, lid 2, en artikel 48.

TITEL 5

ONTVANGSTEN VOORTVLOEIEND UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING VAN DE INSTELLING

 

Artikel

Post

Rubriek

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

% 2014-2016

HOOFDSTUK 5 0

5 0 0

Opbrengst van de verkoop van roerende goederen

5 0 0 0

Verkoop van vervoermiddelen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

   

5 0 0 1

Verkoop van andere roerende goederen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

104 000,—

 

5 0 0 2

Verkoop van materieel ten behoeve van andere instellingen of organen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0,—

 
 

Artikel 5 0 0 — Totaal

p.m.

p.m.

104 000,—

 

5 0 2

Opbrengst van de verkoop van publicaties, drukwerken en films

p.m.

p.m.

0,—

 
 

HOOFDSTUK 5 0 — TOTAAL

p.m.

p.m.

104 000,—

 

HOOFDSTUK 5 1

5 1 0

Opbrengst van de verhuur van meubilair en materieel

p.m.

p.m.

0,—

 

5 1 1

Verhuur en onderverhuur van onroerende goederen en terugbetaling van huurlasten

p.m.

p.m.

281 611,—

 
 

HOOFDSTUK 5 1 — TOTAAL

p.m.

p.m.

281 611,—

 

HOOFDSTUK 5 2

5 2 0

Ontvangsten van uitgezette of uitgeleende middelen, bankrenten en andere rente, geïnd op de rekeningen van de instelling

p.m.

p.m.

12 468,—

 
 

HOOFDSTUK 5 2 — TOTAAL

p.m.

p.m.

12 468,—

 

HOOFDSTUK 5 5

5 5 0

Ontvangsten afkomstig van de levering van diensten en werkzaamheden ten behoeve van andere instellingen of organen, inclusief kosten van dienstreizen voor rekening van andere instellingen of organen en door deze instellingen of organen terugbetaald — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

1 479 110,—

 

5 5 1

Ontvangsten afkomstig van op verzoek van derden verleende diensten en werkzaamheden — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

40 529,—

 
 

HOOFDSTUK 5 5 — TOTAAL

p.m.

p.m.

1 519 639,—

 

HOOFDSTUK 5 7

5 7 0

Ontvangsten voortvloeiend uit de terugbetaling van onverschuldigd betaalde bedragen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

17 395 334,—

 

5 7 1

Ontvangsten die voor een bepaald doel zijn bestemd, zoals inkomsten van stichtingsvermogens, subsidies, giften en legaten, daaronder begrepen de aan elke instelling vooraf toegewezen specifieke ontvangsten — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

11 660,—

 

5 7 2

Terugbetaling van voor rekening van een andere instelling gedane sociale uitgaven — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0,—

 

5 7 3

Overige bijdragen en terugbetalingen die voortvloeien uit de administratieve werking van de instellingen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

1 792 978,—

 
 

HOOFDSTUK 5 7 — TOTAAL

p.m.

p.m.

19 199 972,—

 

HOOFDSTUK 5 8

5 8 0

Diverse vergoedingen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

22 603,—

 
 

HOOFDSTUK 5 8 — TOTAAL

p.m.

p.m.

22 603,—

 

HOOFDSTUK 5 9

5 9 0

Overige ontvangsten uit het administratieve beheer

p.m.

p.m.

1 332,—

 
 

HOOFDSTUK 5 9 — TOTAAL

p.m.

p.m.

1 332,—

 
 

Titel 5 — Totaal

p.m.

p.m.

21 141 625,—

 

HOOFDSTUK 5 0 —

OPBRENGST VAN DE VERKOOP VAN ROERENDE EN ONROERENDE GOEDEREN

 

HOOFDSTUK 5 1 —

HUUROPBRENGST

 

HOOFDSTUK 5 2 —

OPBRENGST VAN UITGEZETTE OF UITGELEENDE MIDDELEN, BANKRENTEN EN ANDERE RENTE

 

HOOFDSTUK 5 5 —

ONTVANGSTEN AFKOMSTIG VAN DE LEVERING VAN DIENSTEN EN WERKZAAMHEDEN

 

HOOFDSTUK 5 7 —

OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN DIE VOORTVLOEIEN UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING VAN DE INSTELLING

 

HOOFDSTUK 5 8 —

DIVERSE VERGOEDINGEN

 

HOOFDSTUK 5 9 —

OVERIGE ONTVANGSTEN UIT HET ADMINISTRATIEVE BEHEER

HOOFDSTUK 5 0 —   OPBRENGST VAN DE VERKOOP VAN ROERENDE EN ONROERENDE GOEDEREN

5 0 0

Opbrengst van de verkoop van roerende goederen

5 0 0 0

Verkoop van vervoermiddelen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

 

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 0 0 1

Verkoop van andere roerende goederen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

104 000,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 0 0 2

Verkoop van materieel ten behoeve van andere instellingen of organen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 0 2

Opbrengst van de verkoop van publicaties, drukwerken en films

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

HOOFDSTUK 5 1 —   HUUROPBRENGST

5 1 0

Opbrengst van de verhuur van meubilair en materieel

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 1 1

Verhuur en onderverhuur van onroerende goederen en terugbetaling van huurlasten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

281 611,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

HOOFDSTUK 5 2 —   OPBRENGST VAN UITGEZETTE OF UITGELEENDE MIDDELEN, BANKRENTEN EN ANDERE RENTE

5 2 0

Ontvangsten van uitgezette of uitgeleende middelen, bankrenten en andere rente, geïnd op de rekeningen van de instelling

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

12 468,—

HOOFDSTUK 5 5 —   ONTVANGSTEN AFKOMSTIG VAN DE LEVERING VAN DIENSTEN EN WERKZAAMHEDEN

5 5 0

Ontvangsten afkomstig van de levering van diensten en werkzaamheden ten behoeve van andere instellingen of organen, inclusief kosten van dienstreizen voor rekening van andere instellingen of organen en door deze instellingen of organen terugbetaald — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

1 479 110,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 5 1

Ontvangsten afkomstig van op verzoek van derden verleende diensten en werkzaamheden — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

40 529,—

HOOFDSTUK 5 7 —   OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN DIE VOORTVLOEIEN UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING VAN DE INSTELLING

5 7 0

Ontvangsten voortvloeiend uit de terugbetaling van onverschuldigd betaalde bedragen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

17 395 334,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 7 1

Ontvangsten die voor een bepaald doel zijn bestemd, zoals inkomsten van stichtingsvermogens, subsidies, giften en legaten, daaronder begrepen de aan elke instelling vooraf toegewezen specifieke ontvangsten — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

11 660,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 7 2

Terugbetaling van voor rekening van een andere instelling gedane sociale uitgaven — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 7 3

Overige bijdragen en terugbetalingen die voortvloeien uit de administratieve werking van de instellingen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

1 792 978,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

HOOFDSTUK 5 8 —   DIVERSE VERGOEDINGEN

5 8 0

Diverse vergoedingen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

22 603,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

HOOFDSTUK 5 9 —   OVERIGE ONTVANGSTEN UIT HET ADMINISTRATIEVE BEHEER

5 9 0

Overige ontvangsten uit het administratieve beheer

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

1 332,—

TITEL 6

BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN IN HET KADER VAN OVEREENKOMSTEN EN PROGRAMMA'S VAN DE UNIE

 

Artikel

Post

Rubriek

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

% 2014-2016

HOOFDSTUK 6 1

6 1 2

Terugbetaling van specifieke uitgaven in verband met de uitvoering van werkzaamheden op verzoek en tegen vergoeding — Bestemmingsuitgaven

p.m.

p.m.

0,—

 
 

HOOFDSTUK 6 1 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0,—

 

HOOFDSTUK 6 3

6 3 1

Bijdragen in het kader van het Schengenacquis — Bestemmingsontvangsten

6 3 1 1

Bijdrage aan de administratieve kosten in verband met de overeenkomst met IJsland en Noorwegen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

   
 

Artikel 6 3 1 — Totaal

p.m.

p.m.

   
 

HOOFDSTUK 6 3 — TOTAAL

p.m.

p.m.

   

HOOFDSTUK 6 6

6 6 0

Overige bijdragen en terugbetalingen

6 6 0 0

Andere bestemmingsbijdragen en -terugbetalingen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0,—

 
 

Artikel 6 6 0 — Totaal

p.m.

p.m.

0,—

 
 

HOOFDSTUK 6 6 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0,—

 
 

Titel 6 — Totaal

p.m.

p.m.

0,—

 

HOOFDSTUK 6 1 —

TERUGBETALING VAN DIVERSE UITGAVEN

 

HOOFDSTUK 6 3 —

BIJDRAGEN IN HET KADER VAN SPECIFIEKE OVEREENKOMSTEN

 

HOOFDSTUK 6 6 —

OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN

HOOFDSTUK 6 1 —   TERUGBETALING VAN DIVERSE UITGAVEN

6 1 2

Terugbetaling van specifieke uitgaven in verband met de uitvoering van werkzaamheden op verzoek en tegen vergoeding — Bestemmingsuitgaven

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

HOOFDSTUK 6 3 —   BIJDRAGEN IN HET KADER VAN SPECIFIEKE OVEREENKOMSTEN

6 3 1

Bijdragen in het kader van het Schengenacquis — Bestemmingsontvangsten

6 3 1 1

Bijdrage aan de administratieve kosten in verband met de overeenkomst met IJsland en Noorwegen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

 

Toelichting

Bijdragen aan de administratieve kosten die voortvloeien uit de Overeenkomst van 18 mei 1999 tussen de Raad van de Europese Unie, de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen inzake de wijze waarop deze twee landen worden betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis — Slotakte (PB L 176 van 10.7.1999, blz. 36), en met name artikel 12 van deze overeenkomst.

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

Rechtsgronden

Besluit 1999/437/EG van de Raad van 17 mei 1999 inzake bepaalde toepassingsbepalingen van de door de Raad van de Europese Unie, de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen gesloten Overeenkomst inzake de wijze waarop deze twee staten worden betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (PB L 176 van 10.7.1999, blz. 31).

HOOFDSTUK 6 6 —   OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN

6 6 0

Overige bijdragen en terugbetalingen

6 6 0 0

Andere bestemmingsbijdragen en -terugbetalingen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement dient deze post voor ontvangsten die niet voorzien zijn in enig ander onderdeel van titel 6 en gebruikt worden om te voorzien in extra kredieten ter financiering van uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

TITEL 7

INTREST VOOR BETALINGSACHTERSTAND

 

Artikel

Post

Rubriek

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

% 2014-2016

HOOFDSTUK 7 0

7 0 0

Intrest voor betalingsachterstand

p.m.

p.m.

1 177 275,—

 
 

HOOFDSTUK 7 0 — TOTAAL

p.m.

p.m.

1 177 275,—

 
 

Titel 7 — Totaal

p.m.

p.m.

1 177 275,—

 

HOOFDSTUK 7 0 —

INTREST VOOR BETALINGSACHTERSTAND

HOOFDSTUK 7 0 —   INTREST VOOR BETALINGSACHTERSTAND

7 0 0

Intrest voor betalingsachterstand

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

1 177 275,—

TITEL 9

DIVERSE ONTVANGSTEN

 

Artikel

Post

Rubriek

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

% 2014-2016

HOOFDSTUK 9 0

9 0 0

Diverse ontvangsten

p.m.

p.m.

8,—

 
 

HOOFDSTUK 9 0 — TOTAAL

p.m.

p.m.

8,—

 
 

Titel 9 — Totaal

p.m.

p.m.

8,—

 
 

TOTAAL-GENERAAL

50 415 000

57 103 000

73 506 086,—

145,80

HOOFDSTUK 9 0 —

DIVERSE ONTVANGSTEN

HOOFDSTUK 9 0 —   DIVERSE ONTVANGSTEN

9 0 0

Diverse ontvangsten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

8,—

UITGAVEN

Algemene samenvatting van de kredieten (2016 en 2015) en van de uitvoering (2014)

 

Titel

Hoofdstuk

Rubriek

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

1

AAN DE INSTELLING VERBONDEN PERSONEN

1 0

LEDEN VAN DE INSTELLING

1 302 000

1 392 000

896 787,—

1 1

AMBTENAREN EN TIJDELIJKE FUNCTIONARISSEN

299 452 000

297 827 000

282 214 956,—

1 2

ANDERE PERSONEEL EN PRESTATIES VAN DERDEN

13 306 000

13 144 000

11 091 744,—

1 3

OVERIGE UITGAVEN IN VERBAND MET AAN DE INSTELLING VERBONDEN PERSONEN

9 242 000

9 405 000

8 026 533,—

 

Titel 1 — Totaal

323 302 000

321 768 000

302 230 020,—

2

GEBOUWEN, MATERIEEL EN OPERATIONELE UITGAVEN

2 0

GEBOUWEN EN DAARMEE SAMENHANGENDE KOSTEN

55 768 000

52 207 500

45 897 283,—

2 1

INFORMATICA, MATERIEEL EN MEUBILAIR

46 204 000

46 421 000

41 867 366,—

2 2

OPERATIONELE UITGAVEN

117 780 000

120 395 000

94 580 299,—

 

Titel 2 — Totaal

219 752 000

219 023 500

182 344 948,—

10

OVERIGE UITGAVEN

10 0

VOORZIENINGEN

p.m.

p.m.

0,—

10 1

RESERVE VOOR ONVOORZIENE UITGAVEN

2 000 000

1 000 000

0,—

 

Titel 10 — Totaal

2 000 000

1 000 000

0,—

 

TOTAAL-GENERAAL

545 054 000

541 791 500

484 574 968,—

TITEL 1

AAN DE INSTELLING VERBONDEN PERSONEN

 

Artikel

Post

Rubriek

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

% 2014-2016

HOOFDSTUK 1 0

1 0 0

Salaris en andere rechten

1 0 0 0

Basissalaris

       

Niet-gesplitste kredieten

319 000

319 000

310 306,—

97,27

1 0 0 1

Aan het ambt verbonden rechten

       

Niet-gesplitste kredieten

66 000

66 000

58 312,—

88,35

1 0 0 2

Rechten in verband met de persoonlijke situatie

       

Niet-gesplitste kredieten

9 000

21 000

7 866,—

87,40

1 0 0 3

Sociale zekerheid

       

Niet-gesplitste kredieten

13 000

14 000

11 551,—

88,85

1 0 0 4

Andere beheersuitgaven

       

Niet-gesplitste kredieten

675 000

675 000

444 675,—

65,88

1 0 0 6

Rechten bij indiensttreding, overplaatsing en beëindiging van de dienst

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

77 000

51 300,—

 
 

Artikel 1 0 0 — Totaal

1 082 000

1 172 000

884 010,—

81,70

1 0 1

Beëindiging van de dienst

1 0 1 0

Pensioenen

       

Niet-gesplitste kredieten

170 000

170 000

12 777,—

7,52

 

Artikel 1 0 1 — Totaal

170 000

170 000

12 777,—

7,52

1 0 2

Voorziening

1 0 2 0

Voorziening voor gewijzigde rechten

       

Niet-gesplitste kredieten

50 000

50 000

0,—

 
 

Artikel 1 0 2 — Totaal

50 000

50 000

0,—

 
 

HOOFDSTUK 1 0 — TOTAAL

1 302 000

1 392 000

896 787,—

68,88

HOOFDSTUK 1 1

1 1 0

Salaris en andere rechten

1 1 0 0

Basissalarissen

       

Niet-gesplitste kredieten

223 785 000

222 569 000

213 118 461,—

95,23

1 1 0 1

Aan het ambt verbonden statutaire rechten

       

Niet-gesplitste kredieten

1 950 000

2 047 000

1 472 393,—

75,51

1 1 0 2

Statutaire rechten in verband met de persoonlijke situatie van het personeelslid

       

Niet-gesplitste kredieten

57 214 000

56 860 000

54 811 359,—

95,80

1 1 0 3

Sociale zekerheid

       

Niet-gesplitste kredieten

9 032 000

8 983 000

8 880 476,—

98,32

1 1 0 4

Aanpassingscoëfficiënten

       

Niet-gesplitste kredieten

50 000

50 000

76 381,—

152,76

1 1 0 5

Overuren

       

Niet-gesplitste kredieten

1 500 000

1 450 000

1 265 216,—

84,35

1 1 0 6

Statutaire rechten bij indiensttreding, overplaatsing en beëindiging van de dienst

       

Niet-gesplitste kredieten

2 700 000

2 720 000

1 852 000,—

68,59

 

Artikel 1 1 0 — Totaal

296 231 000

294 679 000

281 476 286,—

95,02

1 1 1

Beëindiging van de dienst

1 1 1 0

Vergoedingen bij ontheffing van het ambt om redenen van dienstbelang (overeenkomstig de bepalingen van de artikelen 41 en 50 van het Statuut)

       

Niet-gesplitste kredieten

56 000

166 000

194 819,—

347,89

1 1 1 1

Vergoedingen bij definitieve beëindiging van de dienst

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

41 703,—

 

1 1 1 2

Rechten van de voormalige secretarissen-generaal

       

Niet-gesplitste kredieten

506 000

500 000

502 148,—

99,24

 

Artikel 1 1 1 — Totaal

562 000

666 000

738 670,—

131,44

1 1 2

Voorziening

1 1 2 0

Voorziening (ambtenaren en tijdelijke functionarissen)

       

Niet-gesplitste kredieten

2 653 000

2 476 000

0,—

 

1 1 2 1

Voorziening (gepensioneerde en afgevloeide personeelsleden)

       

Niet-gesplitste kredieten

6 000

6 000

0,—

 
 

Artikel 1 1 2 — Totaal

2 659 000

2 482 000

0,—

 
 

HOOFDSTUK 1 1 — TOTAAL

299 452 000

297 827 000

282 214 956,—

94,24

HOOFDSTUK 1 2

1 2 0

Andere personeelsleden en externe dienstverlening

1 2 0 0

Andere personeelsleden

       

Niet-gesplitste kredieten

9 189 000

9 259 000

7 455 499,—

81,14

1 2 0 1

Gedetacheerde nationale deskundigen

       

Niet-gesplitste kredieten

953 000

953 000

862 795,—

90,53

1 2 0 2

Stages

       

Niet-gesplitste kredieten

650 000

607 000

575 190,—

88,49

1 2 0 3

Externe dienstverlening

       

Niet-gesplitste kredieten

2 215 000

2 075 000

2 046 409,—

92,39

1 2 0 4

Aanvullende dienstverlening voor de vertaaldienst

       

Niet-gesplitste kredieten

200 000

250 000

151 851,—

75,93

 

Artikel 1 2 0 — Totaal

13 207 000

13 144 000

11 091 744,—

83,98

1 2 2

Voorziening

       

Niet-gesplitste kredieten

99 000

p.m.

0,—

 
 

HOOFDSTUK 1 2 — TOTAAL

13 306 000

13 144 000

11 091 744,—

83,36

HOOFDSTUK 1 3

1 3 0

Uitgaven voor personeelsbeheer

1 3 0 0

Diverse uitgaven voor aanwerving

       

Niet-gesplitste kredieten

173 000

167 000

165 138,—

95,46

1 3 0 1

Bijscholing

       

Niet-gesplitste kredieten

1 970 000

1 950 000

1 900 980,—

96,50

 

Artikel 1 3 0 — Totaal

2 143 000

2 117 000

2 066 118,—

96,41

1 3 1

Bijstandsmaatregelen ten behoeve van het personeel van de instelling

1 3 1 0

Buitengewone bijstand

       

Niet-gesplitste kredieten

30 000

30 000

0,—

 

1 3 1 1

Sociale betrekkingen tussen de leden van het personeel

       

Niet-gesplitste kredieten

117 000

117 000

109 724,—

93,78

1 3 1 2

Aanvullende steun voor gehandicapten

       

Niet-gesplitste kredieten

210 000

200 000

145 000,—

69,05

1 3 1 3

Overige sociale uitgaven

       

Niet-gesplitste kredieten

66 000

66 000

79 600,—

120,61

 

Artikel 1 3 1 — Totaal

423 000

413 000

334 324,—

79,04

1 3 2

Activiteiten met betrekking tot alle aan de instelling verbonden personen

1 3 2 0

Medische dienst

       

Niet-gesplitste kredieten

450 000

517 000

418 154,—

92,92

1 3 2 1

Restaurants en kantines

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0,—

 

1 3 2 2

Kinderdagverblijven en -bewaarplaatsen

       

Niet-gesplitste kredieten

2 646 000

2 593 000

2 250 000,—

85,03

 

Artikel 1 3 2 — Totaal

3 096 000

3 110 000

2 668 154,—

86,18

1 3 3

Dienstreizen

1 3 3 1

Uitgaven voor dienstreizen van het secretariaat-generaal van de Raad

       

Niet-gesplitste kredieten

2 980 000

3 165 000

2 537 893,—

85,16

1 3 3 2

Reiskosten van personeel in verband met de Europese Raad

       

Niet-gesplitste kredieten

600 000

600 000

420 044,—

70,01

 

Artikel 1 3 3 — Totaal

3 580 000

3 765 000

2 957 937,—

82,62

1 3 4

Bijdrage voor geaccrediteerde Europese Scholen (type II)

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0,—

 
 

HOOFDSTUK 1 3 — TOTAAL

9 242 000

9 405 000

8 026 533,—

86,85

 

Titel 1 — Totaal

323 302 000

321 768 000

302 230 020,—

93,48

HOOFDSTUK 1 0 —

LEDEN VAN DE INSTELLING

 

HOOFDSTUK 1 1 —

AMBTENAREN EN TIJDELIJKE FUNCTIONARISSEN

 

HOOFDSTUK 1 2 —

ANDERE PERSONEEL EN PRESTATIES VAN DERDEN

 

HOOFDSTUK 1 3 —

OVERIGE UITGAVEN IN VERBAND MET AAN DE INSTELLING VERBONDEN PERSONEN

HOOFDSTUK 1 0 —   LEDEN VAN DE INSTELLING

1 0 0

Salaris en andere rechten

1 0 0 0

Basissalaris

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

319 000

319 000

310 306,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van het basissalaris van de voorzitter van de „Europese Raad”.

Rechtsgronden

Besluit 2009/909/EU van de Raad van 1 december 2009 tot vaststelling van de arbeidsvoorwaarden van de voorzitter van de Europese Raad (PB L 322 van 9.12.2009, blz. 35).

1 0 0 1

Aan het ambt verbonden rechten

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

66 000

66 000

58 312,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de rechten die verbonden zijn aan het ambt van de voorzitter van de „Europese Raad”.

Rechtsgronden

Besluit 2009/909/EU van de Raad van 1 december 2009 tot vaststelling van de arbeidsvoorwaarden van de voorzitter van de Europese Raad (PB L 322 van 9.12.2009, blz. 35).

1 0 0 2

Rechten in verband met de persoonlijke situatie

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

9 000

21 000

7 866,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van rechten in verband met de persoonlijke situatie van de voorzitter van de „Europese Raad”.

Rechtsgronden

Besluit 2009/909/EU van de Raad van 1 december 2009 tot vaststelling van de arbeidsvoorwaarden van de voorzitter van de Europese Raad (PB L 322 van 9.12.2009, blz. 35).

1 0 0 3

Sociale zekerheid

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

13 000

14 000

11 551,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de werkgeversbijdragen voor de leden van de instelling „Europese Raad”.

Rechtsgronden

Besluit 2009/909/EU van de Raad van 1 december 2009 tot vaststelling van de arbeidsvoorwaarden van de voorzitter van de Europese Raad (PB L 322 van 9.12.2009, blz. 35).

1 0 0 4

Andere beheersuitgaven

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

675 000

675 000

444 675,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

reiskosten en daarmee samenhangende dagvergoedingen, alsmede bijkomende of bijzondere kosten in het kader van dienstreizen van de voorzitter van de Europese Raad;

 

representatiekosten van de voorzitter van de Europese Raad in de uitoefening van zijn/haar functie en in het kader van de werkzaamheden van de instelling;

 

tijdelijke uitgaven in verband met de voorbereiding op het aantreden of aftreden van de voorzitter van de Europese Raad.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.

1 0 0 6

Rechten bij indiensttreding, overplaatsing en beëindiging van de dienst

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

p.m.

77 000

51 300,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de rechten van de voorzitter van de „Europese Raad” in verband met indiensttreding, overplaatsing en beëindiging van de dienst.

1 0 1

Beëindiging van de dienst

1 0 1 0

Pensioenen

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

170 000

170 000

12 777,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de tijdelijke toelage/het ouderdomspensioen van de voormalige voorzitters van de „Europese Raad”,

 

de overlevingspensioenen (overlevende echtgenoten en wezen) van de voormalige voorzitters van de „Europese Raad”;

 

de gevolgen van de aanpassingscoëfficiënten die gelden voor het ouderdomspensioen van de voormalige voorzitters van de „Europese Raad”.

Rechtsgronden

Besluit 2009/909/EU van de Raad van 1 december 2009 tot vaststelling van de arbeidsvoorwaarden van de voorzitter van de Europese Raad (PB L 322 van 9.12.2009, blz. 35).

1 0 2

Voorziening

1 0 2 0

Voorziening voor gewijzigde rechten

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

50 000

50 000

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiële gevolgen die voortvloeien uit een wijziging van de rechten van de voorzitter van de „Europese Raad”.

Rechtsgronden

Besluit 2009/909/EU van de Raad van 1 december 2009 tot vaststelling van de arbeidsvoorwaarden van de voorzitter van de Europese Raad (PB L 322 van 9.12.2009, blz. 35).

HOOFDSTUK 1 1 —   AMBTENAREN EN TIJDELIJKE FUNCTIONARISSEN

Toelichting

De kredieten van dit hoofdstuk zijn geraamd op basis van de lijst van het aantal ambten van de Europese Raad en de Raad voor dit begrotingsjaar.

Op de salarissen, vergoedingen en toelagen is een forfaitaire verlaging van 5,5 % toegepast om rekening te houden met onvolledige invulling van de lijst van het aantal ambten van de Europese Raad en de Raad.

1 1 0

Salaris en andere rechten

1 1 0 0

Basissalarissen

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

223 785 000

222 569 000

213 118 461,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van het basissalaris, niet opgenomen jaarlijks verlof en managementtoelagen van ambtenaren en tijdelijke functionarissen die een op de lijst van het aantal ambten voorkomend ambt bekleden.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

1 1 0 1

Aan het ambt verbonden statutaire rechten

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

1 950 000

2 047 000

1 472 393,—

Toelichting

Dit krediet dient met name ter dekking, voor de ambtenaren en tijdelijke functionarissen die een op de lijst van het aantal ambten voorkomend ambt bekleden, van:

 

secretariaatstoelagen;

 

huisvestings- en vervoervergoedingen;

 

vaste vergoedingen voor lokaal vervoer;

 

vergoedingen voor continudienst, ploegendienst of wachtdienst op het werk of thuis;

 

overige toelagen en vergoedingen;

 

overuren (chauffeurs, beveiligingspersoneel, secretariaatspersoneel voor de secretaris-generaal/de voorzitter van de Europese Raad).

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

1 1 0 2

Statutaire rechten in verband met de persoonlijke situatie van het personeelslid

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

57 214 000

56 860 000

54 811 359,—

Toelichting

Dit krediet dient met name ter dekking, voor de ambtenaren en tijdelijke functionarissen die een op de lijst van het aantal ambten voorkomend ambt bekleden, van:

 

ontheemdingstoelagen en toelagen voor verblijf in het buitenland;

 

de kostwinners-, de kinder- en de schooltoelage;

 

de vergoeding voor ouderschapsverlof en verlof om gezinsredenen;

 

de betaling van de reiskosten van de ambtenaren en tijdelijke functionarissen, hun echtgenoten en de personen te hunnen laste van de standplaats naar de plaats van herkomst;

 

de overige toelagen en vergoedingen.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

1 1 0 3

Sociale zekerheid

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

9 032 000

8 983 000

8 880 476,—

Toelichting

Dit krediet dient vooral ter dekking, voor de ambtenaren en tijdelijke functionarissen die een op de lijst van het aantal ambten voorkomend ambt bekleden, van:

 

de ziekte-, ongevallen- en beroepsziektekostenverzekering en andere sociale lasten;

 

de werkloosheidsverzekering voor tijdelijke functionarissen, alsmede de door de instelling te verrichten betalingen met het oog op de totstandkoming of de handhaving van pensioenrechten van tijdelijke functionarissen in hun land van herkomst.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

1 1 0 4

Aanpassingscoëfficiënten

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

50 000

50 000

76 381,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking, voor de ambtenaren en tijdelijke functionarissen die een op de lijst van het aantal ambten voorkomend ambt bekleden, van de gevolgen van de aanpassingscoëfficiënten die van toepassing zijn op de bezoldigingen en op het gedeelte van de emolumenten dat naar een ander land dan dat van de standplaats wordt overgemaakt.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

1 1 0 5

Overuren

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

1 500 000

1 450 000

1 265 216,—

Toelichting

Dit krediet dient voor het uitbetalen van overuren onder de voorwaarden vervat in de onderstaande bepalingen.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 56, alsmede bijlage VI.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

1 1 0 6

Statutaire rechten bij indiensttreding, overplaatsing en beëindiging van de dienst

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

2 700 000

2 720 000

1 852 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de reiskosten van ambtenaren en tijdelijke functionarissen (en van hun gezinsleden) bij indiensttreding, beëindiging van de dienst of overplaatsing met verandering van standplaats;

 

de inrichtings- en herinrichtingsvergoedingen en de verhuiskosten voor ambtenaren en tijdelijke functionarissen die bij indiensttreding of bij tewerkstelling in een andere standplaats van woonplaats moeten veranderen, en voor ambtenaren die zich bij de definitieve beëindiging van de dienst in een andere plaats vestigen;

 

de dagvergoedingen die verschuldigd zijn aan ambtenaren en tijdelijke functionarissen die aantonen dat zij bij indiensttreding of bij tewerkstelling in een nieuwe standplaats genoodzaakt zijn van woonplaats te veranderen;

 

de vergoeding bij ontslag wegens gebleken ongeschiktheid van ambtenaren op proef;

 

de vergoeding bij opzegging door de instelling van een overeenkomst met een tijdelijke functionaris.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

1 1 1

Beëindiging van de dienst

1 1 1 0

Vergoedingen bij ontheffing van het ambt om redenen van dienstbelang (overeenkomstig de bepalingen van de artikelen 41 en 50 van het Statuut)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

56 000

166 000

194 819,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de vergoedingen voor ambtenaren:

 

die ter beschikking zijn gesteld ingevolge een maatregel tot vermindering van het aantal ambten bij de instelling;

 

die een ambt bekleden in rang AD 16 of AD 15 en van dit ambt worden ontheven om redenen van dienstbelang.

Het dient ook ter dekking van de werkgeversbijdrage voor de ziektekostenverzekering en de gevolgen van de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten hierop.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

1 1 1 1

Vergoedingen bij definitieve beëindiging van de dienst

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

p.m.

p.m.

41 703,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de vergoedingen die in toepassing van het Statuut of van Verordening (EG, Euratom) nr. 1747/2002 moeten worden betaald;

 

de werkgeversbijdrage voor de ziektekostenverzekering van de begunstigden van deze vergoedingen;

 

de gevolgen van de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten die voor de diverse vergoedingen gelden.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Verordening (EG, Euratom) nr. 1747/2002 van de Raad van 30 september 2002 tot vaststelling, in het kader van de modernisering van de instelling, van bijzondere maatregelen inzake beëindiging van de dienst door ambtenaren van de Europese Gemeenschappen die in vaste dienst zijn aangesteld bij de Raad van de Europese Unie (PB L 264 van 2.10.2002, blz. 5).

1 1 1 2

Rechten van de voormalige secretarissen-generaal

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

506 000

500 000

502 148,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

het ouderdomspensioen van de voormalige secretarissen-generaal van de instelling;

 

de overlevingspensioenen van de overlevende echtgenoten of de wezen van de voormalige secretarissen-generaal van de instelling;

 

de bedragen die voortvloeien uit de aanpassingscoëfficiënten die gelden voor het ouderdomspensioen van de voormalige secretarissen-generaal van de instelling.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom van de Raad van 25 juli 1967 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de advocaten-generaal bij het Hof van Justitie, de president, de leden en de griffier van het Gerecht, alsmede de president, de leden en de griffier van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (PB 187 van 8.8.1967, blz. 1).

1 1 2

Voorziening

1 1 2 0

Voorziening (ambtenaren en tijdelijke functionarissen)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

2 653 000

2 476 000

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van eventuele aanpassingen van de bezoldiging overeenkomstig de besluiten van de Raad in de loop van het begrotingsjaar.

Het heeft het karakter van een voorziening en mag pas worden gebruikt nadat het naar de desbetreffende begrotingsonderdelen van dit hoofdstuk is overgeschreven.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 65, alsmede bijlage XI.

1 1 2 1

Voorziening (gepensioneerde en afgevloeide personeelsleden)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

6 000

6 000

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van eventuele aanpassingen van de bezoldiging overeenkomstig de besluiten van de Raad in de loop van het begrotingsjaar.

Het heeft het karakter van een voorziening en mag pas worden gebruikt nadat het naar de desbetreffende begrotingsonderdelen van dit hoofdstuk is overgeschreven.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 65, alsmede bijlage XI.

HOOFDSTUK 1 2 —   ANDERE PERSONEEL EN PRESTATIES VAN DERDEN

1 2 0

Andere personeelsleden en externe dienstverlening

1 2 0 0

Andere personeelsleden

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

9 189 000

9 259 000

7 455 499,—

Toelichting

Dit krediet dient vooral ter dekking van de bezoldiging van de andere personeelsleden, met name hulpfunctionarissen, arbeidscontractanten, plaatselijke functionarissen, bijzondere adviseurs (overeenkomstig de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie), de werkgeversbijdrage voor de diverse socialezekerheidsregelingen en de gevolgen van de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten op de vergoedingen van deze personeelsleden.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

1 2 0 1

Gedetacheerde nationale deskundigen

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

953 000

953 000

862 795,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van vergoedingen en beheerskosten in verband met gedetacheerde nationale deskundigen.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Besluit 2007/829/EG van de Raad van 5 december 2007 betreffende de regeling die van toepassing is op nationale deskundigen en militairen die bij het secretariaat-generaal van de Raad zijn gedetacheerd en tot intrekking van Besluit 2003/479/EG (PB L 327 van 13.12.2007, blz. 10).

Besluit (EU) 2015/1027 van de Raad van 23 juni 2015 betreffende de regeling die van toepassing is op nationale deskundigen die bij het secretariaat-generaal van de Raad zijn gedetacheerd en tot intrekking van Besluit 2007/829/ (PB L 163 van 30.6.2015, blz. 40).

1 2 0 2

Stages

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

650 000

607 000

575 190,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van een beurs en de kosten voor studiereizen en dienstreizen voor stagiair(e)s, alsmede van een ongevallen- en ziekteverzekering tijdens de stage.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.

1 2 0 3

Externe dienstverlening

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

2 215 000

2 075 000

2 046 409,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van alle verrichtingen door personen die niet aan de instelling zijn verbonden, met name:

 

tijdelijk personeel voor diverse diensten;

 

extra personeel voor de vergaderingen in Luxemburg en Straatsburg;

 

deskundigen op het gebied van de arbeidsomstandigheden.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.

1 2 0 4

Aanvullende dienstverlening voor de vertaaldienst

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

200 000

250 000

151 851,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor, enerzijds, het vertaalwerk van externe vertaalbureaus bij tijdelijke werkoverlast in de talendienst van de Raad en, anderzijds, de werkzaamheden bij de verificatie van de versies van overeenkomsten, verdragen en andere regelingen met derde landen in niet-EU-talen.

De werkzaamheden die eventueel zullen worden gevraagd aan het Vertaalbureau voor de organen van de Europese Unie, komen ook ten laste van deze post.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.

1 2 2

Voorziening

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

99 000

p.m.

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van eventuele aanpassingen van de bezoldiging overeenkomstig de besluiten van de Raad in de loop van het begrotingsjaar.

Het heeft het karakter van een voorziening en mag pas worden gebruikt nadat het naar de desbetreffende rubrieken van dit hoofdstuk is overgeschreven.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

HOOFDSTUK 1 3 —   OVERIGE UITGAVEN IN VERBAND MET AAN DE INSTELLING VERBONDEN PERSONEN

1 3 0

Uitgaven voor personeelsbeheer

1 3 0 0

Diverse uitgaven voor aanwerving

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

173 000

167 000

165 138,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de kosten voor het organiseren van de in artikel 3 van Besluit 2002/621/EG bedoelde vergelijkende onderzoeken, alsmede de reis- en verblijfkosten van de kandidaten voor aanwervingsgesprekken en medische onderzoeken in verband met aanwerving;

 

de kosten van de organisatie van procedures voor de aanwerving van tijdelijke, plaatselijke en hulpfunctionarissen;

 

de kosten in verband met de werkzaamheden van jury's, en met name de kosten van gespecialiseerde toetsen ter evaluatie van de bekwaamheid van de kandidaten; in gevallen waarin een en ander naar behoren is aangetoond op grond van functionele behoeften en na raadpleging van het Europees Bureau voor personeelsselectie, kan dit krediet worden gebruikt voor door de instelling zelf georganiseerde vergelijkende onderzoeken;

 

de kosten voor het organiseren van outplacementactiviteiten.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Besluit 2002/620/EG van het Europees Parlement, de Raad, de Commissie, het Hof van Justitie, de Rekenkamer, het Economisch en Sociaal Comité, het Comité van de Regio's en de Europese Ombudsman van 25 juli 2002 betreffende de oprichting van het Bureau voor personeelsselectie van de Europese Gemeenschappen (PB L 197 van 26.7.2002, blz. 53) en Besluit 2002/621/EG van de secretarissen-generaal van het Europees Parlement, van de Raad en van de Commissie, de griffier van het Hof van Justitie, de secretarissen-generaal van de Rekenkamer, van het Europees Economisch en Sociaal Comité en van het Comité van de Regio's, en de vertegenwoordiger van de Europese Ombudsman van 25 juli 2002 betreffende de organisatie en de werking van het Bureau voor personeelsselectie van de Europese Gemeenschappen (PB L 197 van 26.7.2002, blz. 56).

1 3 0 1

Bijscholing

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

1 970 000

1 950 000

1 900 980,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de organisatiekosten van voortgezette beroepsopleiding en bijscholingscursussen, alsmede van talencursussen, op interinstitutionele basis en binnen de instelling zelf, en competentietests;

 

de inschrijvingskosten voor de deelname van ambtenaren aan studiebijeenkomsten en conferenties.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 24 bis.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

1 3 1

Bijstandsmaatregelen ten behoeve van het personeel van de instelling

1 3 1 0

Buitengewone bijstand

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

30 000

30 000

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de bijstand aan personeelsleden die in zeer benarde omstandigheden verkeren.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name de artikelen 24 en 76.

1 3 1 1

Sociale betrekkingen tussen de leden van het personeel

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

117 000

117 000

109 724,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten in verband met de sociale betrekkingen tussen de leden van het personeel.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.

1 3 1 2

Aanvullende steun voor gehandicapten

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

210 000

200 000

145 000,—

Toelichting

Dit krediet is, in het kader van het gehandicaptenbeleid, bestemd voor gehandicapten die behoren tot een van de volgende groepen:

 

ambtenaren in actieve dienst;

 

echtgenoten van ambtenaren in actieve dienst;

 

alle kinderen ten laste in de zin van het Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Het dient ter dekking, binnen de budgettaire mogelijkheden en na uitputting van de eventuele rechten die door het land van herkomst of woonplaats worden toegekend, van de als noodzakelijk erkende en naar behoren aangetoonde niet-medische kosten die op grond van de handicap zijn gemaakt.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement wordt geraamd op 10 000 EUR.

1 3 1 3

Overige sociale uitgaven

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

66 000

66 000

79 600,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de overige sociale uitgaven ten behoeve van de personeelsleden en hun gezinnen.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.

1 3 2

Activiteiten met betrekking tot alle aan de instelling verbonden personen

1 3 2 0

Medische dienst

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

450 000

517 000

418 154,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van met name:

 

uitgaven voor medische zorgen in verband met de Europese Raad;

 

operationele uitgaven voor de dispensaria, uitgaven voor verbruiksgoederen, zorg en medische apparatuur;

 

uitgaven in verband met medische onderzoeken (bij aanwerving en jaarlijks onderzoek);

 

uitgaven die onder de titel van de invaliditeitscomités en specifieke expertise moeten worden geplaatst;

 

uitgaven voor brillen voor het werken op beeldschermen.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Interne richtlijn nr. 2/2010 van de secretaris-generaal betreffende de terugbetaling van uitgaven voor brillen voor het werken op beeldschermen.

1 3 2 1

Restaurants en kantines

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de vergoeding voor de diensten die door de exploitant van de restaurants en kantines worden geleverd.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.

1 3 2 2

Kinderdagverblijven en -bewaarplaatsen

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

2 646 000

2 593 000

2 250 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

het aan de Commissie te betalen aandeel van de Raad in de uitgaven van het kinderopvangcentrum en andere kinderdagverblijven en -bewaarplaatsen;

 

de beheerskosten in verband met de exploitatie van het kinderdagverblijf van de Raad.

De ontvangsten uit de ouderbijdragen en de bijdragen van de organisaties die ouders in dienst hebben, vormen bestemmingsontvangsten.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement wordt geraamd op 957 000 EUR.

1 3 3

Dienstreizen

1 3 3 1

Uitgaven voor dienstreizen van het secretariaat-generaal van de Raad

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

2 980 000

3 165 000

2 537 893,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor dienstreizen en lokaal vervoer van de ambtenaren van het secretariaat-generaal van de Raad, andere vervoerskosten en de betaling van dagvergoedingen tijdens dienstreizen, alsmede voor bijkomende of uitzonderlijke kosten bij dienstreizen.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name de artikelen 11, 12 en 13 van bijlage VII.

1 3 3 2

Reiskosten van personeel in verband met de Europese Raad

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

600 000

600 000

420 044,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor dienstreizen en lokaal vervoer van ambtenaren van het secretariaat-generaal van de Raad voor specifieke activiteiten van de Europese Raad, andere vervoerskosten en de betaling van dagvergoedingen tijdens dienstreizen, alsmede voor bijkomende of uitzonderlijke kosten bij dienstreizen.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name de artikelen 11, 12 en 13 van bijlage VII.

1 3 4

Bijdrage voor geaccrediteerde Europese Scholen (type II)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de bijdrage van de Raad aan door de Raad van Bestuur van de Europese Scholen geaccrediteerde Europese scholen van type II of de vergoeding aan de Commissie van de bijdrage aan door de Raad van bestuur van de Europese scholen geaccrediteerde Europese scholen van type II, die betaald is door de Commissie namens de Raad, op basis van de met de Commissie ondertekende dienstenovereenkomst. Het dekt de kosten voor kinderen van ambtenaren van de Raad die zijn ingeschreven in een Europese school van type II.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Besluit C(2013) 4886 van de Commissie van 1 augustus 2013 (PB C 222 van 2.8.2013, blz. 8).

TITEL 2

GEBOUWEN, MATERIEEL EN OPERATIONELE UITGAVEN

 

Artikel

Post

Rubriek

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

% 2014-2016

HOOFDSTUK 2 0

2 0 0

Gebouwen

2 0 0 0

Huur

       

Niet-gesplitste kredieten

2 829 000

2 806 000

525 077,—

18,56

2 0 0 1

Erfpacht

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0,—

 

2 0 0 2

Verkrijging van onroerende goederen

       

Niet-gesplitste kredieten

1 000 000

1 000 000

10 000 000,—

1 000,00

2 0 0 3

Inrichtings- en installatiewerkzaamheden

       

Niet-gesplitste kredieten

11 530 000

8 236 000

6 665 677,—

57,81

2 0 0 4

Beveiligingswerkzaamheden

       

Niet-gesplitste kredieten

1 635 000

1 740 000

327 288,—

20,02

2 0 0 5

Initiële kosten voor de verkrijging, oprichting en inrichting van gebouwen

       

Niet-gesplitste kredieten

649 000

552 000

489 065,—

75,36

 

Artikel 2 0 0 — Totaal

17 643 000

14 334 000

18 007 107,—

102,06

2 0 1

Uitgaven in verband met de gebouwen

2 0 1 0

Schoonmaak en onderhoud

       

Niet-gesplitste kredieten

19 100 000

17 647 500

13 155 906,—

68,88

2 0 1 1

Water, gas, elektriciteit en verwarming

       

Niet-gesplitste kredieten

4 990 000

5 316 000

3 222 509,—

64,58

2 0 1 2

Beveiliging en bewaking van de gebouwen

       

Niet-gesplitste kredieten

13 217 000

13 890 000

10 992 419,—

83,17

2 0 1 3

Verzekeringen

       

Niet-gesplitste kredieten

214 000

300 000

164 920,—

77,07

2 0 1 4

Overige uitgaven voor de gebouwen

       

Niet-gesplitste kredieten

604 000

720 000

354 422,—

58,68

 

Artikel 2 0 1 — Totaal

38 125 000

37 873 500

27 890 176,—

73,15

 

HOOFDSTUK 2 0 — TOTAAL

55 768 000

52 207 500

45 897 283,—

82,30

HOOFDSTUK 2 1

2 1 0

Informatica en telecommunicatie

2 1 0 0

Aanschaf van hardware en software

       

Niet-gesplitste kredieten

9 883 000

9 248 000

7 028 169,—

71,11

2 1 0 1

Externe dienstverlening voor het toepassen en opzetten van informaticasystemen

       

Niet-gesplitste kredieten

21 053 000

20 010 000

22 445 215,—

106,61

2 1 0 2

Werkzaamheden aan en onderhoud van hardware en software

       

Niet-gesplitste kredieten

7 384 000

6 005 000

5 940 920,—

80,46

2 1 0 3

Telecommunicatie

       

Niet-gesplitste kredieten

1 980 000

3 225 000

1 931 000,—

97,53

 

Artikel 2 1 0 — Totaal

40 300 000

38 488 000

37 345 304,—

92,67

2 1 1

Meubilair

       

Niet-gesplitste kredieten

1 016 000

2 664 000

707 802,—

69,67

2 1 2

Technisch materieel en technische installaties

2 1 2 0

Aanschaf en vervanging van technisch materieel en technische installaties

       

Niet-gesplitste kredieten

3 195 000

2 650 000

1 784 239,—

55,84

2 1 2 1

Externe dienstverlening voor het bedienen en opzetten van technisch materieel en technische installaties

       

Niet-gesplitste kredieten

90 000

100 000

60 303,—

67,00

2 1 2 2

Huur, onderhoud en reparatie van technisch materieel en technische installaties, alsmede werkzaamheden daaraan

       

Niet-gesplitste kredieten

749 000

651 000

490 436,—

65,48

 

Artikel 2 1 2 — Totaal

4 034 000

3 401 000

2 334 978,—

57,88

2 1 3

Vervoer

       

Niet-gesplitste kredieten

854 000

1 868 000

1 479 282,—

173,22

 

HOOFDSTUK 2 1 — TOTAAL

46 204 000

46 421 000

41 867 366,—

90,61

HOOFDSTUK 2 2

2 2 0

Vergaderingen en conferenties

2 2 0 0

Reiskosten van de delegaties

       

Niet-gesplitste kredieten

17 802 000

17 802 000

14 074 731,—

79,06

2 2 0 1

Diverse reiskosten

       

Niet-gesplitste kredieten

465 000

404 000

367 853,—

79,11

2 2 0 2

Kosten van vertolking

       

Niet-gesplitste kredieten

82 739 000

83 900 000

64 953 834,—

78,50

2 2 0 3

Representatie

       

Niet-gesplitste kredieten

281 000

3 265 000

2 104 480,—

748,93

2 2 0 4

Diverse kosten voor interne vergaderingen

       

Niet-gesplitste kredieten

5 462 000

3 458 000

3 190 204,—

58,41

2 2 0 5

Organisatie van conferenties, congressen en vergaderingen

       

Niet-gesplitste kredieten

275 000

511 000

404 286,—

147,01

 

Artikel 2 2 0 — Totaal

107 024 000

109 340 000

85 095 388,—

79,51

2 2 1

Informatie

2 2 1 0

Documentatie en bibliotheek

       

Niet-gesplitste kredieten

1 361 000

1 461 000

1 243 383,—

91,36

2 2 1 1

Publicatieblad

       

Niet-gesplitste kredieten

4 000 000

4 816 000

4 037 721,—

100,94

2 2 1 2

Algemene publicaties

       

Niet-gesplitste kredieten

330 000

380 000

277 881,—

84,21

2 2 1 3

Voorlichting en openbare evenementen

       

Niet-gesplitste kredieten

2 560 000

2 190 000

1 962 477,—

76,66

 

Artikel 2 2 1 — Totaal

8 251 000

8 847 000

7 521 462,—

91,16

2 2 3

Diverse uitgaven

2 2 3 0

Kantoorbenodigdheden

       

Niet-gesplitste kredieten

482 000

536 000

259 742,—

53,89

2 2 3 1

Porto

       

Niet-gesplitste kredieten

80 000

80 000

82 029,—

102,54

2 2 3 2

Studies, enquêtes en adviezen

       

Niet-gesplitste kredieten

45 000

45 000

19 820,—

44,04

2 2 3 3

Interinstitutionele samenwerking

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

3 455,—

 

2 2 3 4

Verhuizing

       

Niet-gesplitste kredieten

370 000

20 000

0,—

 

2 2 3 5

Financiële kosten

       

Niet-gesplitste kredieten

10 000

10 000

5 000,—

50,00

2 2 3 6

Proceskosten, juridische kosten, schadevergoedingen en schadeloosstellingen

       

Niet-gesplitste kredieten

1 250 000

1 250 000

1 450 000,—

116,00

2 2 3 7

Overige operationele uitgaven

       

Niet-gesplitste kredieten

268 000

267 000

143 403,—

53,51

 

Artikel 2 2 3 — Totaal

2 505 000

2 208 000

1 963 449,—

78,38

 

HOOFDSTUK 2 2 — TOTAAL

117 780 000

120 395 000

94 580 299,—

80,30

 

Titel 2 — Totaal

219 752 000

219 023 500

182 344 948,—

82,98

HOOFDSTUK 2 0 —

GEBOUWEN EN DAARMEE SAMENHANGENDE KOSTEN

 

HOOFDSTUK 2 1 —

INFORMATICA, MATERIEEL EN MEUBILAIR

 

HOOFDSTUK 2 2 —

OPERATIONELE UITGAVEN

HOOFDSTUK 2 0 —   GEBOUWEN EN DAARMEE SAMENHANGENDE KOSTEN

2 0 0

Gebouwen

2 0 0 0

Huur

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

2 829 000

2 806 000

525 077,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de huur en de belastingen voor de door de Europese Raad en de Raad gebruikte gebouwen, alsmede voor het huren van zalen, van opslagruimte en van parkeerplaatsen, namelijk:

 

te Brussel in gebruik zijnde dienstruimten;

 

te Luxemburg in gebruik zijnde dienstruimten (Kirchberg).

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement wordt geraamd op 147 000 EUR.

De kredietaanvragen zijn verlaagd met inachtneming van de geraamde bestemmingsontvangsten.

2 0 0 1

Erfpacht

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor de erfpacht van gebouwen of gedeelten van gebouwen op grond van lopende of in voorbereiding zijnde contracten.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.

2 0 0 2

Verkrijging van onroerende goederen

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

1 000 000

1 000 000

10 000 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de aankoop van onroerende goederen.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.

2 0 0 3

Inrichtings- en installatiewerkzaamheden

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

11 530 000

8 236 000

6 665 677,—

Toelichting

Dit krediet dient met name ter dekking van de volgende uitgaven:

 

inrichting en verbouwing van dienstruimten naargelang van de behoeften van de diensten;

 

aanpassing van ruimten en technische installaties aan de geldende eisen en normen op het gebied van veiligheid en hygiëne.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.

2 0 0 4

Beveiligingswerkzaamheden

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

1 635 000

1 740 000

327 288,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitvoering van inrichtingswerkzaamheden in de gebouwen met betrekking tot de fysieke en materiële beveiliging van personen en goederen.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.

2 0 0 5

Initiële kosten voor de verkrijging, oprichting en inrichting van gebouwen

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

649 000

552 000

489 065,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van, onder meer, de bijstand van deskundigen in het kader van de studies voor aanpassing en verruiming van de gebouwen van de Raad.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.

2 0 1

Uitgaven in verband met de gebouwen

2 0 1 0

Schoonmaak en onderhoud

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

19 100 000

17 647 500

13 155 906,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de volgende schoonmaak- en onderhoudskosten:

 

schoonmaken van kantoorruimten;

 

diverse onderhouds- en reparatiewerkzaamheden;

 

technische benodigdheden;

 

contracten voor het onderhoud van de diverse technische installaties (klimaatregeling, verwarming, afvalverwijdering, liften, elektrische installaties en beveiligingsinstallaties);

 

onderhoud van tuinen en planten.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.

2 0 1 1

Water, gas, elektriciteit en verwarming

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

4 990 000

5 316 000

3 222 509,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van water, gas, elektriciteit en verwarming.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.

2 0 1 2

Beveiliging en bewaking van de gebouwen

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

13 217 000

13 890 000

10 992 419,—

Toelichting

Dit krediet dient voornamelijk ter dekking van de kosten van de bewaking van en het toezicht op de gebouwen die de Europese Raad en de Raad in gebruik hebben.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.

2 0 1 3

Verzekeringen

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

214 000

300 000

164 920,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de premies van de contracten die met verzekeringsmaatschappijen zijn gesloten voor de door de Europese Raad en de Raad gebruikte gebouwen.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.

2 0 1 4

Overige uitgaven voor de gebouwen

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

604 000

720 000

354 422,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de andere lopende uitgaven voor gebouwen, die niet specifiek zijn opgenomen in de andere artikelen van dit hoofdstuk, met name de kosten van vuilnisophaling, bewegwijzerings- en informatieborden, controles door gespecialiseerde instanties enz.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.

HOOFDSTUK 2 1 —   INFORMATICA, MATERIEEL EN MEUBILAIR

2 1 0

Informatica en telecommunicatie

2 1 0 0

Aanschaf van hardware en software

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

9 883 000

9 248 000

7 028 169,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met de aankoop of de huur van hardware en software voor informaticasystemen en -toepassingen.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.

2 1 0 1

Externe dienstverlening voor het toepassen en opzetten van informaticasystemen

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

21 053 000

20 010 000

22 445 215,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor ondersteuning en opleiding door dienstverlenende en consultancybedrijven op het gebied van informatica met het oog op het gebruiken en opzetten van informaticasystemen en -toepassingen, met inbegrip van de ondersteuning van gebruikers.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.

2 1 0 2

Werkzaamheden aan en onderhoud van hardware en software

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

7 384 000

6 005 000

5 940 920,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van het onderhoud van hardware en software voor informaticasystemen en -toepassingen, en werkzaamheden daaraan.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.

2 1 0 3

Telecommunicatie

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

1 980 000

3 225 000

1 931 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de abonnementen en de kosten voor communicatie en de telematicakosten.

Deze ramingen zijn gemaakt met inachtneming van de bedragen die opnieuw kunnen worden aangewend door de terugvordering van kosten van telefoongesprekken.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.

2 1 1

Meubilair

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

1 016 000

2 664 000

707 802,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de aanschaf van meubilair en van speciaal meubilair;

 

de vervanging van een gedeelte van het meubilair dat ten minste 15 jaar oud is of niet meer kan worden gerepareerd;

 

de huur van meubilair;

 

onderhoud en reparatie van meubilair.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.

2 1 2

Technisch materieel en technische installaties

2 1 2 0

Aanschaf en vervanging van technisch materieel en technische installaties

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

3 195 000

2 650 000

1 784 239,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de aanschaf en de vervanging van divers, vast of mobiel, technisch materieel en technische installaties voornamelijk in verband met het archief, de aankoopdienst, de veiligheid, de technische dienst voor conferenties, kantines en gebouwen.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.

2 1 2 1

Externe dienstverlening voor het bedienen en opzetten van technisch materieel en technische installaties

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

90 000

100 000

60 303,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor technische ondersteuning en controle, met name in verband met de technische dienst voor conferenties en de kantines.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.

2 1 2 2

Huur, onderhoud en reparatie van technisch materieel en technische installaties, alsmede werkzaamheden daaraan

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

749 000

651 000

490 436,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de huur van technisch materieel en technische installaties, alsook van de kosten van het onderhoud en de reparatie daarvan, alsmede werkzaamheden daaraan.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.

2 1 3

Vervoer

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

854 000

1 868 000

1 479 282,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van:

 

de aanschaf, leasing en vervanging van het wagenpark;

 

de huur van auto's;

 

de kosten van onderhoud en reparatie van de dienstvoertuigen (aanschaf van brandstof, banden enz.);

 

de kosten verbonden aan het mobiliteitsbeleid van het Secretariaat-Generaal van de Raad.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.

HOOFDSTUK 2 2 —   OPERATIONELE UITGAVEN

2 2 0

Vergaderingen en conferenties

2 2 0 0

Reiskosten van de delegaties

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

17 802 000

17 802 000

14 074 731,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de reiskosten van de afgevaardigden van de lidstaten overeenkomstig Besluit nr. 30/2013 van de secretaris-generaal van de Raad.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Besluit nr. 30/2013 van de secretaris-generaal van de Raad betreffende de vergoeding van de reiskosten van de afgevaardigden van de lidstaten.

2 2 0 1

Diverse reiskosten

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

465 000

404 000

367 853,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de reis- en verblijfkosten van deskundigen die worden opgeroepen of op missie worden gezonden door de secretaris-generaal van de Raad of door de voorzitter van de Europese Raad.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Besluit nr. 21/2009 van de plaatsvervangend secretaris-generaal van de Raad van de Europese Unie inzake de vergoeding van de kosten van dienstreizen van andere personen dan personeelsleden van de Raad van de Europese Unie.

2 2 0 2

Kosten van vertolking

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

82 739 000

83 900 000

64 953 834,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de vertolkingskosten overeenkomstig Besluit nr. 111/2007 van de secretaris-generaal van de Raad.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Besluit nr. 111/2007 van de secretaris-generaal van de Raad/hoge vertegenwoordiger van het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid betreffende de tolkenregeling voor de Europese Raad, de Raad en zijn voorbereidende instanties.

2 2 0 3

Representatie

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

281 000

3 265 000

2 104 480,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met de verplichtingen van de instelling op het gebied van representatie en diverse uitgaven met uitzondering van de catering.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.

2 2 0 4

Diverse kosten voor interne vergaderingen

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

5 462 000

3 458 000

3 190 204,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven met betrekking tot de verbintenissen van de instelling op het gebied van catering (bijv. maaltijden, dranken, snacks), met inbegrip van goederen en diensten die verband kunnen houden met de cateringovereenkomsten (bijv. wasserijdiensten, aankoop van tafelbekleding en kleine aankopen).

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.

2 2 0 5

Organisatie van conferenties, congressen en vergaderingen

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

275 000

511 000

404 286,—

Toelichting

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.

2 2 1

Informatie

2 2 1 0

Documentatie en bibliotheek

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

1 361 000

1 461 000

1 243 383,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de aanschaf van boeken en werken voor de bibliotheek op papier en/of in digitale vorm;

 

abonnementen op kranten, tijdschriften, diensten voor de levering van analysen van de inhoud daarvan en andere onlinepublicaties (met uitzondering van persbureaus); het dient eveneens ter dekking van de eventuele auteursrechten voor de reproductie en verspreiding op papier en/of via elektronische weg van deze publicaties;

 

toegangskosten voor het gebruik van externe documentaire en statistische gegevensbanken;

 

de kosten van abonnementen bij persagentschappen via telexapparaten;

 

de uitgaven voor inbinden en dergelijke, voor een goede bewaring van boekwerken en tijdschriften.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.

2 2 1 1

Publicatieblad

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

4 000 000

4 816 000

4 037 721,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de voorbereiding, de uitgave en de verspreiding van de teksten die de Raad in het Publicatieblad van de Europese Unie bekend moet maken uit hoofde van artikel 297 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en met het oog op de inwerkingtreding van rechtshandelingen van de Unie.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.

2 2 1 2

Algemene publicaties

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

330 000

380 000

277 881,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten voor de voorbereiding en de — traditionele (op papier of film) of elektronische — uitgave van publicaties in de officiële talen van de lidstaten van de Europese Unie, en ter dekking van de kosten van de verspreiding van publicaties van de Europese Raad en de Raad die niet in het Publicatieblad van de Europese Unie verschijnen.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.

2 2 1 3

Voorlichting en openbare evenementen

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

2 560 000

2 190 000

1 962 477,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de kosten van met name de openbare zittingen van de Raad en van bijstand aan de audiovisuele media die zich bezighouden met de werkzaamheden van de instelling (huur van materieel, dienstverleningscontracten met radio en televisie, aanschaf, onderhoud en reparatie van het benodigde materieel voor radio- en televisie-uitzendingen, externe fotografiediensten enz.);

 

de kosten van diverse voorlichtings- en publicrelationsactiviteiten;

 

de uitgaven betreffende publiciteit en promotie van publicaties en openbare evenementen in verband met de activiteiten van de Raad, met inbegrip van de kosten van de bijbehorende begeleiding en infrastructuurvoorzieningen.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.

2 2 3

Diverse uitgaven

2 2 3 0

Kantoorbenodigdheden

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

482 000

536 000

259 742,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de aanschaf van papier;

 

fotokopieën en vaste rechten;

 

specifiek papier en kantoorbenodigdheden (gebruikelijke benodigdheden);

 

drukwerk;

 

benodigdheden voor de verzending van post (enveloppen, pakpapier, plaatjes voor de frankeermachine, stempels, frames);

 

benodigdheden voor de reproductiedienst (inkt, offsetplaten, films en chemische producten).

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.

2 2 3 1

Porto

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

80 000

80 000

82 029,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van portokosten.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.

2 2 3 2

Studies, enquêtes en adviezen

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

45 000

45 000

19 820,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor studies en adviezen die onder contract aan hooggekwalificeerde deskundigen worden toevertrouwd.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.

2 2 3 3

Interinstitutionele samenwerking

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

p.m.

p.m.

3 455,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met de interinstitutionele activiteiten.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.

2 2 3 4

Verhuizing

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

370 000

20 000

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van het verplaatsen en vervoeren van materieel.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.

2 2 3 5

Financiële kosten

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

10 000

10 000

5 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van alle financiële kosten, met name bankkosten.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.

2 2 3 6

Proceskosten, juridische kosten, schadevergoedingen en schadeloosstellingen

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

1 250 000

1 250 000

1 450 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de kosten in geval van een veroordeling van de Raad tot betaling van de proceskosten die door een van drie rechterlijke instanties waaruit het Hof van Justitie van de Europese Unie bestaat (zijnde het Hof van Justitie, het Gerecht en het Gerecht voor ambtenarenzaken), worden vastgesteld;

 

door externe advocaten in rekening gebrachte honoraria om de Raad voor de rechtbank te vertegenwoordigen of om hem te adviseren in administratiefrechtelijke en contractuele aangelegenheden;

 

de schadevergoedingen en schadeloosstellingen die ten laste van de Raad kunnen komen.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.

2 2 3 7

Overige operationele uitgaven

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

268 000

267 000

143 403,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de uitgaven voor andere verzekeringen dan die met betrekking tot de gebouwen, welke zijn opgenomen onder post 2 0 1 3;

 

de aankoop van werkkleding voor het personeel overeenkomstig de door DGA vastgestelde regels, van werkmaterieel voor het personeel van de werkplaatsen en de interne diensten, en van het herstel en onderhoud van de werkkleding;

 

de deelneming van de Raad in de uitgaven van enkele verenigingen waarvan de activiteit rechtstreeks verband houdt met de activiteiten van de instellingen van de Unie;

 

de overige operationele uitgaven, die in de voorgaande begrotingsonderdelen niet uitdrukkelijk zijn genoemd (vlaggen, diverse diensten).

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.

TITEL 10

OVERIGE UITGAVEN

 

Artikel

Post

Rubriek

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

% 2014-2016

 

HOOFDSTUK 10 0

p.m.

p.m.

0,—

 
 

HOOFDSTUK 10 0 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0,—

 
 

HOOFDSTUK 10 1

2 000 000

1 000 000

0,—

 
 

HOOFDSTUK 10 1 — TOTAAL

2 000 000

1 000 000

0,—

 
 

Titel 10 — Totaal

2 000 000

1 000 000

0,—

 
 

TOTAAL-GENERAAL

545 054 000

541 791 500

484 574 968,—

88,90

HOOFDSTUK 10 0 —

VOORZIENINGEN

 

HOOFDSTUK 10 1 —

RESERVE VOOR ONVOORZIENE UITGAVEN

HOOFDSTUK 10 0 —   VOORZIENINGEN

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

In dit hoofdstuk zijn voorzieningen opgenomen die slechts mogen worden gebruikt na overschrijving naar andere hoofdstukken overeenkomstig de bepalingen van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

HOOFDSTUK 10 1 —   RESERVE VOOR ONVOORZIENE UITGAVEN

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

2 000 000

1 000 000

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van niet te voorziene uitgaven, voortkomend uit tijdens het begrotingsjaar te nemen begrotingsbesluiten.

PERSONEEL

Europese Raad en Raad

 

Functiegroep en rang

2015

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Voorzitter van de Europese Raad

Overige

Niet ingedeeld

1

AD 16

8

1

AD 15

33 (35)

1

AD 14

165 (36)

2

1

AD 13

151

3

AD 12

139

2

2

AD 11

89

AD 10

90

3

AD 9

128

1

AD 8

176

AD 7

166

1

AD 6

125

3

AD 5

130

Totaal AD

1 400

17

3

AST 11

30

AST 10

23

1

AST 9

96

AST 8

191

3

AST 7

170

AST 6

167

3

AST 5

205

4

AST 4

238

1

AST 3

257

3

AST 2

136

1

AST 1

67

Totaal AST

1 580

16

AST/SC 6

AST/SC 5

AST/SC 4

AST/SC 3

AST/SC 2

AST/SC 1

55

Totaal AST/SC

55

Totaal

3 036

33

3

Totaal-generaal

3 072

 

Functiegroep en rang

2016

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Voorzitter van de Europese Raad

Overige

Niet ingedeeld

1

AD 16

8

1

AD 15

33 (37)

1

AD 14

152 (38)

2

1

AD 13

133

3

AD 12

160

2

2

AD 11

78

1

AD 10

97

5

AD 9

148

1

AD 8

192

AD 7

151

1

AD 6

139

3

AD 5

119

Totaal AD

1 410

20

3

AST 11

18

AST 10

22

AST 9

119

2

AST 8

182

1

AST 7

170

AST 6

161

3

AST 5

205

3

AST 4

220

1

AST 3

228

2

AST 2

131

1

AST 1

47

Totaal AST

1 503

13

AST/SC 6

AST/SC 5

AST/SC 4

AST/SC 3

AST/SC 2

AST/SC 1

90

Totaal AST/SC

90

Totaal

3 004

33

3

Totaal-generaal

3 040

AFDELING III

COMMISSIE

ONTVANGSTEN

TITEL 4

ONTVANGSTEN AFKOMSTIG VAN PERSONEN DIE VERBONDEN ZIJN AAN DE INSTELLINGEN EN ANDERE ORGANEN VAN DE UNIE

 

Artikel

Post

Rubriek

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

% 2014-2016

HOOFDSTUK 4 0

4 0 0

Opbrengst van de belasting op de salarissen, lonen en vergoedingen van de leden van de instelling, ambtenaren, de andere personeelsleden en de gepensioneerden

551 045 378

519 310 407

515 061 234,89

93,47

4 0 3

Opbrengst van de tijdelijke bijdrage die van toepassing is op de salarissen van de leden van de instelling, ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

p.m.

p.m.

358 763,32

 

4 0 4

Opbrengst van de speciale heffing en de solidariteitsheffing die van toepassing zijn op de bezoldigingen van de leden van de instelling, ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

54 463 584

53 683 717

75 484 787,53

138,60

 

HOOFDSTUK 4 0 — TOTAAL

605 508 962

572 994 124

590 904 785,74

97,59

HOOFDSTUK 4 1

4 1 0

Bijdragen van het personeel aan de pensioenregeling

292 000 614

282 537 089

228 635 783,30

78,30

4 1 1

Overdracht of inkoop van pensioenrechten door het personeel

91 492 938

94 796 621

90 058 008,66

98,43

4 1 2

Bijdragen van ambtenaren en tijdelijke functionarissen met verlof om redenen van persoonlijke aard aan de pensioenregeling

100 000

100 000

70 469,59

70,47

 

HOOFDSTUK 4 1 — TOTAAL

383 593 552

377 433 710

318 764 261,55

83,10

HOOFDSTUK 4 2

4 2 0

Werkgeversbijdrage van gedecentraliseerde agentschappen en internationale organisaties aan de pensioenregeling

21 623 969

21 738 484

17 570 830,30

81,26

 

HOOFDSTUK 4 2 — TOTAAL

21 623 969

21 738 484

17 570 830,30

81,26

 

Titel 4 — Totaal

1 010 726 483

972 166 318

927 239 877,59

91,74

HOOFDSTUK 4 0 —

DIVERSE BELASTINGEN EN INHOUDINGEN

 

HOOFDSTUK 4 1 —

BIJDRAGEN AAN DE PENSIOENREGELING

 

HOOFDSTUK 4 2 —

OVERIGE BIJDRAGEN IN HET KADER VAN DE PENSIOENREGELING

HOOFDSTUK 4 0 —   DIVERSE BELASTINGEN EN INHOUDINGEN

4 0 0

Opbrengst van de belasting op de salarissen, lonen en vergoedingen van de leden van de instelling, ambtenaren, de andere personeelsleden en de gepensioneerden

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

551 045 378

519 310 407

515 061 234,89

Toelichting

Deze ontvangsten zijn de opbrengst van de belastingen op de salarissen, lonen en vergoedingen, met uitzondering van de uitkeringen en kinderbijslagen, die worden betaald aan leden van de Commissie, ambtenaren, andere personeelsleden en personen aan wie een vergoeding wordt uitgekeerd bij de beëindiging van een dienstverband bedoeld in hoofdstuk 01 van elke titel van de staat van uitgaven en aan gepensioneerden.

De geraamde ontvangsten omvatten ook de bedragen voor de Europese Investeringsbank, de Europese Centrale Bank en het Europees Investeringsfonds.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

Protocol betreffende de voorrechten en immuniteiten van de Europese Unie, met name artikel 12.

Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom van de Raad van 25 juli 1967 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de advocaten-generaal bij het Hof van Justitie, de president, de leden en de griffier van het Gerecht, alsmede de president, de leden en de griffier van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (PB 187 van 8.8.1967, blz. 1).

Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 260/68 van de Raad van 29 februari 1968 tot vaststelling van de voorwaarden en de wijze van heffing van de belasting ten bate van de Europese Gemeenschappen (PB L 56 van 4.3.1968, blz. 8).

Verordening (EGKS, EEG, Euratom) nr. 1860/76 van de Raad van 29 juni 1976 houdende vaststelling van de regeling welke van toepassing is op het personeel van de Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden (PB L 214 van 6.8.1976, blz. 24).

4 0 3

Opbrengst van de tijdelijke bijdrage die van toepassing is op de salarissen van de leden van de instelling, ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

358 763,32

Toelichting

De bepalingen betreffende de tijdelijke bijdrage waren van toepassing tot en met 30 juni 2003. Derhalve heeft dit onderdeel betrekking op alle ontvangsten die voortvloeien uit het restbedrag van de tijdelijke bijdrage van de bezoldigingen van de leden van de Commissie, de ambtenaren en andere personeelsleden in actieve dienst.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 66 bis in de versie die van kracht was tot 15 december 2003.

Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom van de Raad van 25 juli 1967 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de advocaten-generaal bij het Hof van Justitie, de president, de leden en de griffier van het Gerecht, alsmede de president, de leden en de griffier van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (PB 187 van 8.8.1967, blz. 1).

4 0 4

Opbrengst van de speciale heffing en de solidariteitsheffing die van toepassing zijn op de bezoldigingen van de leden van de instelling, ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

54 463 584

53 683 717

75 484 787,53

Toelichting

Onder dit artikel wordt de opbrengst geboekt van de speciale heffing en de solidariteitsheffing die van toepassing zijn op de bezoldigingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst overeenkomstig artikel 66 bis van het Statuut.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 66 bis.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom van de Raad van 25 juli 1967 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de advocaten-generaal bij het Hof van Justitie, de president, de leden en de griffier van het Gerecht, alsmede de president, de leden en de griffier van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (PB 187 van 8.8.1967, blz. 1).

HOOFDSTUK 4 1 —   BIJDRAGEN AAN DE PENSIOENREGELING

4 1 0

Bijdragen van het personeel aan de pensioenregeling

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

292 000 614

282 537 089

228 635 783,30

Toelichting

De ontvangsten vertegenwoordigen de bijdragen van het personeel in de financiering van de pensioenregeling.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

Verordening (EGKS, EEG, Euratom) nr. 1860/76 van de Raad van 29 juni 1976 houdende vaststelling van de regeling welke van toepassing is op het personeel van de Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden (PB L 214 van 6.8.1976, blz. 24).

4 1 1

Overdracht of inkoop van pensioenrechten door het personeel

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

91 492 938

94 796 621

90 058 008,66

Toelichting

De ontvangsten vertegenwoordigen de betaling aan de Unie van de actuariële tegenwaarde of de afkoopsom van pensioenrechten die ambtenaren uit hoofde van hun vorige beroepsactiviteiten hebben verworven.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

4 1 2

Bijdragen van ambtenaren en tijdelijke functionarissen met verlof om redenen van persoonlijke aard aan de pensioenregeling

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

100 000

100 000

70 469,59

Toelichting

Ambtenaren en andere personeelsleden die verlof om redenen van persoonlijke aard hebben opgenomen, kunnen pensioenrechten blijven verwerven op voorwaarde dat zij ook de kosten van de werkgeversbijdrage op zich nemen.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

HOOFDSTUK 4 2 —   OVERIGE BIJDRAGEN IN HET KADER VAN DE PENSIOENREGELING

4 2 0

Werkgeversbijdrage van gedecentraliseerde agentschappen en internationale organisaties aan de pensioenregeling

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

21 623 969

21 738 484

17 570 830,30

Toelichting

De ontvangsten vertegenwoordigen de werkgeversbijdrage van gedecentraliseerde agentschappen en internationale organisaties aan de pensioenregeling.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

TITEL 5

ONTVANGSTEN VOORTVLOEIEND UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING VAN DE INSTELLING

 

Artikel

Post

Rubriek

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

% 2014-2016

HOOFDSTUK 5 0

5 0 0

Opbrengst van de verkoop van roerende goederen (levering van goederen)

5 0 0 0

Verkoop van voertuigen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

16 070,—

 

5 0 0 1

Verkoop van andere roerende goederen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

80 563,23

 

5 0 0 2

Ontvangsten uit leveringen van goederen ten behoeve van andere instellingen of organen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

661 233,62

 
 

Artikel 5 0 0 — Totaal

p.m.

p.m.

757 866,85

 

5 0 1

Opbrengst van de verkoop van onroerende goederen

p.m.

p.m.

0,—

 

5 0 2

Opbrengst van de verkoop van publicaties, drukwerk en films — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

220 985,04

 
 

HOOFDSTUK 5 0 — TOTAAL

p.m.

p.m.

978 851,89

 

HOOFDSTUK 5 1

5 1 0

Opbrengst van de verhuur van meubilair en materieel — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

649,34

 

5 1 1

Opbrengst van de verhuur en onderverhuur van onroerende goederen en terugbetaling van huurlasten

5 1 1 0

Verhuur en onderverhuur van onroerende goederen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

11 461 316,16

 

5 1 1 1

Terugbetaling van huurlasten — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

2 279 119,67

 
 

Artikel 5 1 1 — Totaal

p.m.

p.m.

13 740 435,83

 
 

HOOFDSTUK 5 1 — TOTAAL

p.m.

p.m.

13 741 085,17

 

HOOFDSTUK 5 2

5 2 0

Opbrengst van uitgezette of uitgeleende middelen, bankrenten en andere renten geïnd op de rekeningen van de instelling

p.m.

p.m.

1 242 137,25

 

5 2 1

Opbrengst van uitgezette of uitgeleende middelen, bankrenten en andere renten geïnd op de rekeningen van gesubsidieerde organisaties die aan de Commissie worden overgemaakt

10 000 000

50 000 000

15 550 692,95

155,51

5 2 2

Rente op voorfinancieringen

40 000 000

40 000 000

18 567 546,46

46,42

5 2 3

Ontvangsten uit trustrekeningen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

123 434,10

 
 

HOOFDSTUK 5 2 — TOTAAL

50 000 000

90 000 000

35 483 810,76

70,97

HOOFDSTUK 5 5

5 5 0

Ontvangsten afkomstig van de levering van diensten en werkzaamheden ten behoeve van andere instellingen of organen, inclusief kosten van dienstreizen voor rekening van andere instellingen of organen en door deze instellingen of organen terugbetaald — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

28 106 531,21

 

5 5 1

Ontvangsten afkomstig van op verzoek van derden verleende diensten en werkzaamheden — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

3 270 929,37

 
 

HOOFDSTUK 5 5 — TOTAAL

p.m.

p.m.

31 377 460,58

 

HOOFDSTUK 5 7

5 7 0

Ontvangsten afkomstig van de terugbetaling van onverschuldigd betaalde bedragen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

7 597 218,18

 

5 7 1

Ontvangsten die voor een bepaald doel zijn bestemd, zoals inkomsten van stichtingsvermogens, subsidies, giften en legaten, daaronder begrepen de aan elke instelling vooraf toegewezen specifieke ontvangsten — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0,—

 

5 7 2

Terugbetaling van voor rekening van een andere instelling gedane sociale uitgaven

p.m.

p.m.

0,—

 

5 7 3

Overige bijdragen en terugbetalingen die voortvloeien uit de administratieve werking van de instelling — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

159 983 344,34

 
 

HOOFDSTUK 5 7 — TOTAAL

p.m.

p.m.

167 580 562,52

 

HOOFDSTUK 5 8

5 8 0

Ontvangsten uit huurvergoedingen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0,—

 

5 8 1

Ontvangsten afkomstig van verzekeringsuitkeringen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

31 318,13

 
 

HOOFDSTUK 5 8 — TOTAAL

p.m.

p.m.

31 318,13

 

HOOFDSTUK 5 9

5 9 0

Overige ontvangsten uit het administratieve beheer

5 000 000

4 000 000

6 556 038,20

131,12

 

HOOFDSTUK 5 9 — TOTAAL

5 000 000

4 000 000

6 556 038,20

131,12

 

Titel 5 — Totaal

55 000 000

94 000 000

255 749 127,25

465,00

HOOFDSTUK 5 0 —

OPBRENGST VAN DE VERKOOP VAN ROERENDE (LEVERING VAN GOEDEREN) EN ONROERENDE GOEDEREN

 

HOOFDSTUK 5 1 —

HUUROPBRENGSTEN

 

HOOFDSTUK 5 2 —

OPBRENGST VAN UITGEZETTE OF UITGELEENDE MIDDELEN, BANKRENTEN EN ANDERE RENTEN

 

HOOFDSTUK 5 5 —

ONTVANGSTEN AFKOMSTIG VAN DE LEVERING VAN DIENSTEN EN WERKZAAMHEDEN

 

HOOFDSTUK 5 7 —

OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN DIE VOORTVLOEIEN UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING VAN DE INSTELLING

 

HOOFDSTUK 5 8 —

DIVERSE VERGOEDINGEN

 

HOOFDSTUK 5 9 —

OVERIGE ONTVANGSTEN UIT HET ADMINISTRATIEVE BEHEER

HOOFDSTUK 5 0 —   OPBRENGST VAN DE VERKOOP VAN ROERENDE (LEVERING VAN GOEDEREN) EN ONROERENDE GOEDEREN

5 0 0

Opbrengst van de verkoop van roerende goederen (levering van goederen)

5 0 0 0

Verkoop van voertuigen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

16 070,—

Toelichting

Op deze post worden de inkomsten geboekt die afkomstig zijn van de verkoop of de overname van de voertuigen van de instelling. Voorts wordt op deze post ook de opbrengst geboekt van de verkoop bij vervanging of het buiten dienst stellen van voertuigen, na volledige afschrijving van hun boekwaarde.

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder a) en b), van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en worden gebruikt ter aanvulling van de kredieten voor het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 0 0 1

Verkoop van andere roerende goederen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

80 563,23

Toelichting

Op deze post worden de inkomsten geboekt die afkomstig zijn van de verkoop of de overname van andere roerende goederen van de instelling dan voertuigen. Voorts wordt op deze post ook de opbrengst geboekt van de verkoop bij vervanging of het buiten dienst stellen van uitrusting, installaties, materiaal en wetenschappelijke en technische apparaten na volledige afschrijving van hun boekwaarde.

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder a) en b), van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en worden gebruikt ter aanvulling van de kredieten voor het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 0 0 2

Ontvangsten uit leveringen van goederen ten behoeve van andere instellingen of organen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

661 233,62

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder e), van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van aanvullende kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 0 1

Opbrengst van de verkoop van onroerende goederen

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Onder dit artikel worden de ontvangsten uit de verkoop van onroerende goederen van de instelling geboekt.

5 0 2

Opbrengst van de verkoop van publicaties, drukwerk en films — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

220 985,04

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder h), van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

Dit artikel omvat tevens de ontvangsten uit de verkoop van deze producten op elektronische drager.

HOOFDSTUK 5 1 —   HUUROPBRENGSTEN

5 1 0

Opbrengst van de verhuur van meubilair en materieel — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

649,34

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder a), van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 1 1

Opbrengst van de verhuur en onderverhuur van onroerende goederen en terugbetaling van huurlasten

5 1 1 0

Verhuur en onderverhuur van onroerende goederen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

11 461 316,16

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder a), van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 1 1 1

Terugbetaling van huurlasten — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

2 279 119,67

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder a), van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

HOOFDSTUK 5 2 —   OPBRENGST VAN UITGEZETTE OF UITGELEENDE MIDDELEN, BANKRENTEN EN ANDERE RENTEN

5 2 0

Opbrengst van uitgezette of uitgeleende middelen, bankrenten en andere renten geïnd op de rekeningen van de instelling

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

1 242 137,25

Toelichting

Onder dit artikel worden de ontvangsten geboekt die afkomstig zijn van uitgezette of uitgeleende middelen, bankrenten en andere interesten, gecrediteerd of gedebiteerd op de rekeningen van de instellingen.

5 2 1

Opbrengst van uitgezette of uitgeleende middelen, bankrenten en andere renten geïnd op de rekeningen van gesubsidieerde organisaties die aan de Commissie worden overgemaakt

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

10 000 000

50 000 000

15 550 692,95

Toelichting

Dit artikel bevat de ontvangsten uit de opbrengst van de terugbetaling van rente door gesubsidieerde organisaties die de voorschotten van de Commissie op rentedragende rekeningen hebben geplaatst. Worden die voorschotten niet besteed, dan moeten zij samen met de verworven rente aan de Commissie worden terugbetaald.

5 2 2

Rente op voorfinancieringen

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

40 000 000

40 000 000

18 567 546,46

Toelichting

Onder dit artikel worden de ontvangsten uit de rente op voorfinancieringen geboekt.

Deze ontvangsten kunnen overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder d), van het Financieel Reglement worden gebruikt ter opvoering van de extra kredieten voor het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

De rente op uit de begroting betaalde voorfinanciering is niet verschuldigd aan de Unie tenzij anders is bepaald in de delegatieovereenkomsten, met uitzondering van die overeenkomsten die zijn gesloten met derde landen of de door hen aangewezen organen. In gevallen waarin dat is voorzien, wordt de rente ofwel hergebruikt voor de corresponderende actie, ofwel in mindering gebracht op het bedrag van betalingsverzoeken overeenkomstig artikel 23, lid 1, eerste alinea, onder c), van het Financieel Reglement ofwel teruggevorderd.

In Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1268/2012 worden ook bepalingen vastgelegd betreffende het boeken van de rente op betaalde voorfinanciering.

Rechtsgronden

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1), met name artikel 8, lid 4, en artikel 21, lid 3, onder d).

Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1268/2012 van de Commissie van 29 oktober 2012 houdende uitvoeringsvoorschriften voor Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie (PB L 362 van 31.12.2012, blz. 1).

5 2 3

Ontvangsten uit trustrekeningen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

123 434,10

Toelichting

Onder dit artikel worden rente en andere ontvangsten uit trustrekeningen geboekt.

De trustrekeningen worden namens de Unie aangehouden door internationale financiële instellingen (Europees Investeringsfonds, Europese Investeringsbank, Ontwikkelingsbank van de Raad van Europa/Kreditanstalt für Wiederaufbau, Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling) die programma's van de Unie beheren en de door de Unie overgemaakte bedragen blijven op de rekening totdat deze beschikbaar worden gesteld voor de begunstigden in het kader van het enige programma, zoals kleine en middelgrote ondernemingen of instellingen die projecten in toetredende landen beheren.

Overeenkomstig artikel 21, lid 4, van het Financieel Reglement geeft rente uit trustrekeningen voor programma's van de Unie aanleiding tot de opvoering van aanvullende kredieten op de begrotingsonderdelen van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

Rechtsgronden

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1), met name artikel 21, lid 4.

Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1268/2012 van de Commissie van 29 oktober 2012 houdende uitvoeringsvoorschriften voor Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie (PB L 362 van 31.12.2012, blz. 1).

HOOFDSTUK 5 5 —   ONTVANGSTEN AFKOMSTIG VAN DE LEVERING VAN DIENSTEN EN WERKZAAMHEDEN

5 5 0

Ontvangsten afkomstig van de levering van diensten en werkzaamheden ten behoeve van andere instellingen of organen, inclusief kosten van dienstreizen voor rekening van andere instellingen of organen en door deze instellingen of organen terugbetaald — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

28 106 531,21

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder e), van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van aanvullende kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 5 1

Ontvangsten afkomstig van op verzoek van derden verleende diensten en werkzaamheden — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

3 270 929,37

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder a), van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

HOOFDSTUK 5 7 —   OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN DIE VOORTVLOEIEN UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING VAN DE INSTELLING

5 7 0

Ontvangsten afkomstig van de terugbetaling van onverschuldigd betaalde bedragen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

7 597 218,18

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder c), van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van aanvullende kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 7 1

Ontvangsten die voor een bepaald doel zijn bestemd, zoals inkomsten van stichtingsvermogens, subsidies, giften en legaten, daaronder begrepen de aan elke instelling vooraf toegewezen specifieke ontvangsten — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder d), van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 7 2

Terugbetaling van voor rekening van een andere instelling gedane sociale uitgaven

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Onder dit artikel worden de ontvangsten geboekt die voortvloeien uit de terugbetaling van voor rekening van een andere instelling gedane sociale uitgaven.

5 7 3

Overige bijdragen en terugbetalingen die voortvloeien uit de administratieve werking van de instelling — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

159 983 344,34

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en worden gebruikt ter opvoering van extra kredieten onder het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

HOOFDSTUK 5 8 —   DIVERSE VERGOEDINGEN

5 8 0

Ontvangsten uit huurvergoedingen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder g), van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van aanvullende kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 8 1

Ontvangsten afkomstig van verzekeringsuitkeringen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

31 318,13

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder f), van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van aanvullende kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

HOOFDSTUK 5 9 —   OVERIGE ONTVANGSTEN UIT HET ADMINISTRATIEVE BEHEER

5 9 0

Overige ontvangsten uit het administratieve beheer

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

5 000 000

4 000 000

6 556 038,20

Toelichting

Onder dit artikel worden de overige ontvangsten uit het administratieve beheer geboekt.

TITEL 6

BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN IN HET KADER VAN OVEREENKOMSTEN EN PROGRAMMA'S VAN DE UNIE

 

Artikel

Post

Rubriek

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

% 2014-2016

HOOFDSTUK 6 0

6 0 1

Diverse onderzoeksprogramma's

6 0 1 1

Samenwerkingsovereenkomsten Zwitserland-Euratom op het gebied van de beheerste thermische kernversmelting en de plasmafysica — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0,—

 

6 0 1 2

European Fusion Development Agreements (EFDA) — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

1 916 000,—

 

6 0 1 3

Samenwerkingsovereenkomsten met derde landen in het kader van uniale onderzoeksprogramma's — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

188 328 679,52

 

6 0 1 5

Samenwerkingsovereenkomsten met instellingen van derde landen in het kader van wetenschappelijke en technologische projecten van belang voor de Unie (Eureka en andere) — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0,—

 

6 0 1 6

Europese samenwerkingsovereenkomsten op het gebied van het wetenschappelijk en technisch onderzoek — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0,—

 
 

Artikel 6 0 1 — Totaal

p.m.

p.m.

190 244 679,52

 

6 0 2

Overige programma's

6 0 2 1

Diverse ontvangsten bestemd voor activiteiten in verband met humanitaire noodhulp — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

49 927 571,36

 
 

Artikel 6 0 2 — Totaal

p.m.

p.m.

49 927 571,36

 

6 0 3

Associatieovereenkomsten tussen de Unie en derde landen

6 0 3 1

Ontvangsten die voortvloeien uit de deelname van kandidaat-lidstaten en potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan aan uniale programma's — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

200 597 560,18

 

6 0 3 2

Ontvangsten die voortvloeien uit de deelname van andere derde landen dan kandidaat-lidstaten, en potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan aan samenwerkingsovereenkomsten op douanegebied — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

670 748,—

 

6 0 3 3

Deelname van derde landen en instanties aan activiteiten van de Unie — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

135 583 121,90

 
 

Artikel 6 0 3 — Totaal

p.m.

p.m.

336 851 430,08

 
 

HOOFDSTUK 6 0 — TOTAAL

p.m.

p.m.

577 023 680,96

 

HOOFDSTUK 6 1

6 1 1

Terugbetaling van voor rekening van één of meer lidstaten gedane uitgaven

6 1 1 3

Opbrengsten van de beleggingen zoals bedoeld in artikel 4 van Beschikking 2003/76/EG — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

53 081 071,04

 

6 1 1 4

Ontvangsten uit de invorderingen in het kader van het onderzoeksprogramma van het Fonds voor onderzoek inzake kolen en staal

p.m.

p.m.

0,—

 
 

Artikel 6 1 1 — Totaal

p.m.

p.m.

53 081 071,04

 

6 1 2

Terugbetaling van specifieke uitgaven in verband met de uitvoering van werkzaamheden op verzoek en tegen vergoeding — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

1 937,74

 

6 1 4

Terugbetaling van voor projecten en werkzaamheden toegekende uniale steun bij geslaagde commerciële exploitatie

6 1 4 3

Terugbetaling van uniale steun toegekend in het kader van een Europese activiteit met risicodragend kapitaal ten behoeve van het midden- en kleinbedrijf — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0,—

 

6 1 4 4

Terugbetaling van uniale steun voor risicodelingsinstrumenten gefinancierd uit het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling en het Cohesiefonds — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0,—

 
 

Artikel 6 1 4 — Totaal

p.m.

p.m.

0,—

 

6 1 5

Terugbetaling van niet-gebruikte uniale bijstand

6 1 5 0

Terugbetaling van niet-gebruikte bijstand van het Europees Sociaal Fonds, het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de landbouw, het Financieringsinstrument voor de oriëntatie van de visserij, het Cohesiefonds, het Solidariteitsfonds van de Europese Unie, het ISPA, het IPA, het EVF, het FEAD, het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

67 212 656,57

 

6 1 5 1

Terugbetaling van niet-gebruikte subsidies voor het begrotingsevenwicht — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0,—

 

6 1 5 2

Terugbetaling van niet-gebruikte rentesubsidies — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0,—

 

6 1 5 3

Terugbetaling van niet-gebruikte bedragen in het kader van contracten van de instelling — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0,—

 

6 1 5 7

Terugbetaling van voorschotten in het kader van de structuurfondsen, het Cohesiefonds, het Europees Visserijfonds, het Fonds voor Europese hulp aan de meest behoeftigen, het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0,30

 

6 1 5 8

Terugbetaling van diverse niet-gebruikte bedragen aan uniale bijstand — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

582 627,32

 
 

Artikel 6 1 5 — Totaal

p.m.

p.m.

67 795 284,19

 

6 1 6

Terugbetaling van de uitgaven voor rekening van de Internationale Organisatie voor Atoomenergie — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0,—

 

6 1 7

Terugbetaling van in het kader van de uniale hulp aan derde landen uitgekeerde bedragen

6 1 7 0

Terugbetaling in het kader van de ontwikkelingssamenwerking met Zuid-Afrika — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

1 754,84

 
 

Artikel 6 1 7 — Totaal

p.m.

p.m.

1 754,84

 

6 1 8

Terugbetaling van in het kader van de voedselhulp gestorte bedragen

6 1 8 0

Terugbetaling door leveranciers of begunstigden van uit hoofde van de voedselhulp te veel ontvangen bedragen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

15 691,39

 

6 1 8 1

Terugbetaling van door begunstigden van voedselhulp veroorzaakte extra kosten — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

10 000,—

 
 

Artikel 6 1 8 — Totaal

p.m.

p.m.

25 691,39

 

6 1 9

Overige terugbetalingen van voor rekening van derden gedane uitgaven

6 1 9 1

Overige terugbetalingen van in het kader van Besluit 77/270/Euratom van de Raad voor rekening van derden gedane uitgaven — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

84 113,—

 
 

Artikel 6 1 9 — Totaal

p.m.

p.m.

84 113,—

 
 

HOOFDSTUK 6 1 — TOTAAL

p.m.

p.m.

120 989 852,20

 

HOOFDSTUK 6 2

6 2 0

Verstrekking tegen vergoeding van grondstoffen of bijzondere splijtstoffen (artikel 6, onder b), van het Euratom-Verdrag) — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0,—

 

6 2 2

Ontvangsten uit door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek tegen vergoeding voor derden verrichte diensten

6 2 2 1

Ontvangsten uit de exploitatie van de hogefluxreactor (HFR) die aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

7 994 736,64

 

6 2 2 3

Andere ontvangsten uit door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek tegen vergoeding voor derden verrichte diensten die aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

8 111 453,33

 

6 2 2 4

Ontvangsten uit door de Commissie verleende licenties op al dan niet voor een octrooi in aanmerking komende uitvindingen voortvloeiend uit het uniale onderzoek door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

268 933,15

 

6 2 2 5

Andere ontvangsten ten voordele van het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0,—

 

6 2 2 6

Ontvangsten van door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek voor andere diensten van de Commissie op basis van concurrentie verrichte diensten waaruit aanvullende kredieten voortvloeien — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

61 421 661,54

 
 

Artikel 6 2 2 — Totaal

p.m.

p.m.

77 796 784,66

 

6 2 4

Ontvangsten uit door de Commissie verleende licenties op al dan niet voor een octrooi in aanmerking komende uitvindingen voortvloeiend uit het uniale onderzoek (werkzaamheden onder contract) — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0,—

 
 

HOOFDSTUK 6 2 — TOTAAL

p.m.

p.m.

77 796 784,66

 

HOOFDSTUK 6 3

6 3 0

Bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie in het kader van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

286 014 835,—

 

6 3 1

Bijdragen in het kader van het Schengenacquis

6 3 1 2

Bijdragen voor de ontwikkeling, de instelling, werking en gebruik van grootschalige informatiesystemen in het kader van de overeenkomsten met IJsland, Noorwegen, Zwitserland en Liechtenstein — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

2 620 721,15

 

6 3 1 3

Andere bijdragen in het kader van het Schengenacquis (IJsland, Noorwegen, Zwitserland en Liechtenstein) — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

31 993,89

 
 

Artikel 6 3 1 — Totaal

p.m.

p.m.

2 652 715,04

 

6 3 2

Bijdrage voor uitgaven voor administratieve ondersteuning voor het Europees Ontwikkelingsfonds — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

86 415 429,65

 

6 3 3

Bijdrage voor bepaalde programma's voor externe hulp

6 3 3 0

Bijdragen van de lidstaten, inclusief hun overheidsagentschappen, entiteiten of natuurlijke personen, voor sommige externe steunprogramma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

11 557 494,80

 

6 3 3 1

Bijdragen van derde landen, inclusief hun overheidsagentschappen, entiteiten of natuurlijke personen voor sommige externe steunprogramma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0,—

 

6 3 3 2

Bijdrage van internationale organisaties voor bepaalde programma's voor externe hulp die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0,—

 
 

Artikel 6 3 3 — Totaal

p.m.

p.m.

11 557 494,80

 

6 3 4

Bijdragen van trustfondsen en financiële instrumenten — Bestemmingsontvangsten

6 3 4 0

Bijdragen van trustfondsen voor de beheerskosten van de Commissie — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0,—

 

6 3 4 1

Bijdragen van financiële instrumenten — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0,—

 
 

Artikel 6 3 4 — Totaal

p.m.

p.m.

0,—

 
 

HOOFDSTUK 6 3 — TOTAAL

p.m.

p.m.

386 640 474,49

 

HOOFDSTUK 6 5

6 5 0

Financiële correcties vóór 2015 in verband met het EFRO, het ESF, het EOGFL afdeling Oriëntatie, het FIOV, het Cohesiefonds, het EVF, het EFMZV, het Sapard en het IPA — Bestemmingsontvangsten

118 383 863,98

 

6 5 1

Financiële correcties in verband met de programmeringsperioden vóór 2000

p.m.

p.m.

   

6 5 2

Financiële correcties in verband met de programmeringsperiode 2000-2006 — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

   

6 5 3

Financiële correcties in verband met de programmeringsperiode 2007-2013 — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

   

6 5 4

Financiële correcties in verband met de programmeringsperiode 2014-2020 — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

   
 

HOOFDSTUK 6 5 — TOTAAL

p.m.

p.m.

118 383 863,98

 

HOOFDSTUK 6 6

6 6 0

Overige bijdragen en terugbetalingen

6 6 0 0

Overige bestemmingsbijdragen en -terugbetalingen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

839 804 777,25

 

6 6 0 1

Overige bijdragen en terugbetalingen zonder specifieke bestemming

60 000 000

60 000 000

8 666 423,81

14,44

 

Artikel 6 6 0 — Totaal

60 000 000

60 000 000

848 471 201,06

1 414,12

 

HOOFDSTUK 6 6 — TOTAAL

60 000 000

60 000 000

848 471 201,06

1 414,12

HOOFDSTUK 6 7

6 7 0

Ontvangsten in het kader van het Europees Landbouwgarantiefonds

6 7 0 1

Goedkeuring van de rekeningen van het Europees Landbouwgarantiefonds — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

815 588 600,63

 

6 7 0 2

Onregelmatigheden in het kader van het Europees Landbouwgarantiefonds — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

150 305 663,70

 

6 7 0 3

Heffing voor melkproducenten — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

48 284 110,03

 
 

Artikel 6 7 0 — Totaal

p.m.

p.m.

1 014 178 374,36

 

6 7 1

Ontvangsten in het kader van het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling

6 7 1 1

Goedkeuring van de rekeningen van het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

69 413 810,83

 

6 7 1 2

Onregelmatigheden in het kader van het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0,—

 
 

Artikel 6 7 1 — Totaal

p.m.

p.m.

69 413 810,83

 
 

HOOFDSTUK 6 7 — TOTAAL

p.m.

p.m.

1 083 592 185,19

 
 

Titel 6 — Totaal

60 000 000

60 000 000

3 212 898 042,54

5 354,83

HOOFDSTUK 6 0 —

BIJDRAGEN AAN PROGRAMMA'S VAN DE UNIE

 

HOOFDSTUK 6 1 —

TERUGBETALING VAN DIVERSE UITGAVEN

 

HOOFDSTUK 6 2 —

ONTVANGSTEN UIT ONDER BEZWARENDE TITEL VERRICHTE DIENSTEN

 

HOOFDSTUK 6 3 —

BIJDRAGEN IN HET KADER VAN SPECIFIEKE OVEREENKOMSTEN

 

HOOFDSTUK 6 5 —

FINANCIËLE CORRECTIES

 

HOOFDSTUK 6 6 —

OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN

 

HOOFDSTUK 6 7 —

ONTVANGSTEN IN HET KADER VAN HET EUROPEES LANDBOUWGARANTIEFONDS EN HET EUROPEES LANDBOUWFONDS VOOR PLATTELANDSONTWIKKELING

HOOFDSTUK 6 0 —   BIJDRAGEN AAN PROGRAMMA'S VAN DE UNIE

6 0 1

Diverse onderzoeksprogramma's

6 0 1 1

Samenwerkingsovereenkomsten Zwitserland-Euratom op het gebied van de beheerste thermische kernversmelting en de plasmafysica — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Ontvangsten voortvloeiend uit samenwerkingsovereenkomsten tussen Zwitserland en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, met name die van 14 september 1978.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement zullen eventuele ontvangsten, afhankelijk van de te dekken uitgaven, worden gebruikt ter opvoering van extra kredieten onder artikel 08 03 50 en 08 04 50 (werkzaamheden onder contract) van de staat van uitgaven van deze afdeling.

6 0 1 2

European Fusion Development Agreements (EFDA) — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

1 916 000,—

Toelichting

Ontvangsten voortvloeiend uit de multilaterale EFDA-overeenkomsten tussen de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en haar 26 partners op fusiegebied.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement zullen eventuele ontvangsten, afhankelijk van de te dekken uitgaven, worden gebruikt ter opvoering van extra kredieten onder artikel 08 03 50 (werkzaamheden onder contract) van de staat van uitgaven van deze afdeling.

6 0 1 3

Samenwerkingsovereenkomsten met derde landen in het kader van uniale onderzoeksprogramma's — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

188 328 679,52

Toelichting

Ontvangsten voortvloeiend uit samenwerkingsovereenkomsten tussen de Unie en derde landen, in het bijzonder met die landen die deelnemen aan de Europese samenwerking op het gebied van het wetenschappelijke en technische onderzoek (Cost), met het doel hen bij uniale onderzoeksprogramma's te betrekken.

De eventuele middelen zijn bestemd voor het dekken van de kosten van vergaderingen, deskundigencontracten en onderzoek in het kader van de desbetreffende programma's.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement zullen eventuele ontvangsten, afhankelijk van de te dekken uitgaven, worden gebruikt ter opvoering van extra kredieten onder de artikelen 02 04 50, 05 09 50, 06 03 50, 08 02 50, 08 03 50, 08 04 50, 09 04 50, 15 03 50, 32 04 50 (werkzaamheden onder contract), en de artikelen 10 02 50 en 10 03 50 van de staat van uitgaven van deze afdeling.

Rechtsgronden

Besluit 2008/372/EG van de Raad van 12 februari 2008 betreffende de ondertekening en voorlopige toepassing van een Protocol bij de Euro-mediterrane Overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de staat Israël, anderzijds, inzake een Kaderovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de staat Israël over de algemene beginselen van de deelname van de staat Israël aan communautaire programma’s (PB L 129 van 17.5.2008, blz. 39).

Besluit 2011/28/EU van de Raad van 12 juli 2010 betreffende de sluiting van een Protocol bij de Partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst waarbij een partnerschap wordt ingesteld tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Moldavië, anderzijds, inzake een kaderovereenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek Moldavië over de algemene beginselen voor de deelname van de Republiek Moldavië aan EU-programma’s (PB L 14 van 19.1.2011, blz. 5).

Besluit 2012/777/EU van de Raad van 10 december 2012 betreffende de ondertekening, namens de Europese Unie, van een Protocol bij de Overeenkomst inzake partnerschap en samenwerking tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Armenië, anderzijds, inzake een Kaderovereenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek Armenië over de algemene beginselen voor de deelname van de Republiek Armenië aan EU-programma’s (PB L 340 van 13.12.2012, blz. 26).

Besluit C(2014) 2089 van de Commissie van 2 april 2014 betreffende de goedkeuring en ondertekening van de Overeenkomst tussen de Europese Unie en de Staat Israël over de deelname van Israël aan het programma van de Unie „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)”.

Besluit 2014/494/EU van de Raad van 16 juni 2014 betreffende de ondertekening, namens de Europese Unie, en de voorlopige toepassing van de Associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en hun lidstaten, enerzijds, en Georgië, anderzijds (PB L 261 van 30.8.2014, blz. 1).

Besluit C(2014) 4290 van de Commissie van 30 juni 2014 betreffende de goedkeuring en ondertekening van de Overeenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek Moldavië over de deelname van Moldavië aan het programma van de Unie „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)”.

Besluit 2014/691/EU van de Raad van 29 september 2014 tot wijziging van Besluit 2014/668/EU van de Raad inzake de ondertekening, namens de Europese Unie, en de voorlopige toepassing van de Associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en hun lidstaten, enerzijds, en Oekraïne, anderzijds, met betrekking tot titel III (met uitzondering van de bepalingen betreffende de behandeling van onderdanen van derde landen die legaal als werknemer op het grondgebied van de andere partij verblijven), en de titels IV, V, VI en VII, alsmede de bijbehorende bijlagen en protocollen (PB L 289 van 3.10.2014, blz. 1).

Besluit (EU) 2015/209 van de Raad van 10 november 2014 betreffende de ondertekening, namens de Europese Unie, en de voorlopige toepassing van de Overeenkomst inzake wetenschappelijke en technologische samenwerking tussen de Europese Unie en de Faeröer, waarbij de Faeröer geassocieerd worden met Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) (PB L 35 van 11.2.2015, blz. 1).

Besluit 2014/953/EU van de Raad van 4 december 2014 betreffende de ondertekening, namens de Europese Unie, en de voorlopige toepassing van de Overeenkomst voor wetenschappelijke en technologische samenwerking tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, enerzijds, en de Zwitserse Bondsstaat, anderzijds, teneinde de Zwitserse Bondsstaat te associëren met Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie en het programma voor onderzoek en opleiding van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie ter aanvulling van Horizon 2020, en teneinde een regeling uit te werken voor de deelname van Zwitserland aan de door Fusion for Energy uitgevoerde ITER-activiteiten (PB L 370 van 30.12.2014, blz. 1).

Besluit 2014/954/Euratom van de Raad van 4 december 2014 houdende goedkeuring van de sluiting door de Europese Commissie, namens de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, van de Overeenkomst voor wetenschappelijke en technologische samenwerking tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, enerzijds, en de Zwitserse Bondsstaat, anderzijds, teneinde de Zwitserse Bondsstaat te associëren met Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie en het programma voor onderzoek en opleiding van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie ter aanvulling van Horizon 2020, en teneinde een regeling uit te werken voor de deelname van Zwitserland aan de door Fusion for Energy uitgevoerde ITER-activiteiten. (PB L 370 van 30.12.2014, blz. 19).

Besluit C(2014) 9320 van de Commissie van 5 december 2014 betreffende de sluiting, namens de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, van een Overeenkomst voor wetenschappelijke en technologische samenwerking tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, enerzijds, en de Zwitserse Bondsstaat, anderzijds, teneinde de Zwitserse Bondsstaat te associëren met Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie en het programma voor onderzoek en opleiding van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie ter aanvulling van Horizon 2020, en teneinde een regeling uit te werken voor de deelname van Zwitserland aan de door Fusion for Energy uitgevoerde ITER-activiteiten.

Besluit (EU) 2015/575 van de Raad van 17 december 2014 betreffende de ondertekening, namens de Europese Unie, en de voorlopige toepassing van het Protocol bij de Euro-mediterrane Overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Tunesië, anderzijds, inzake een Kaderovereenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek Tunesië over de algemene beginselen voor de deelname van de Republiek Tunesië aan EU-programma's (PB L 96 van 11.4.2015, blz. 1).

Besluit C(2015) 1355 van de Commissie van 3 maart 2015 betreffende de goedkeuring en ondertekening van de Overeenkomst tussen de Europese Unie en Oekraïne over de deelname van Oekraïne aan het programma van de Unie Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020).

Besluit (EU) 2015/1795 van de Raad van 1 oktober 2015 betreffende de sluiting van de Overeenkomst inzake wetenschappelijke en technologische samenwerking tussen de Europese Unie en de Faeröer, waarbij de Faeröer geassocieerd worden met Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) (PB L 263 van 8.10.2015, blz. 6).

Besluit (EU) 2015/1796 van de Raad van 1 oktober 2015 betreffende de sluiting van de Overeenkomst voor wetenschappelijke en technologische samenwerking tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, enerzijds, en de Zwitserse Bondsstaat, anderzijds, teneinde de Zwitserse Bondsstaat te associëren met Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie en het programma voor onderzoek en opleiding van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie ter aanvulling van Horizon 2020, en teneinde een regeling uit te werken voor de deelname van de Zwitserse Bondsstaat aan door Fusion for Energy uitgevoerde ITER-activiteiten (PB L 263 van 8.10.2015, blz. 8).

Besluit C(2015) 8195 van de Commissie van 25 november 2015 betreffende de goedkeuring en ondertekening van de Overeenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek Tunesië over de deelname van de Republiek Tunesië aan het programma van de Unie Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) (overeenkomst nog niet getekend).

Voorstel voor een Besluit C(...) ... van de Commissie van … betreffende de goedkeuring en ondertekening van de Overeenkomst tussen de Europese Unie en Georgië over de deelname van Georgië aan het programma van de Unie Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) (COM(…) … final).

Voorstel voor een Besluit C(...) ... van de Commissie van … betreffende de goedkeuring en ondertekening van de Overeenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek Armenië over de deelname van de Republiek Armenië aan het programma van de Unie Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) (COM(…) … final).

6 0 1 5

Samenwerkingsovereenkomsten met instellingen van derde landen in het kader van wetenschappelijke en technologische projecten van belang voor de Unie (Eureka en andere) — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Ontvangsten voortvloeiend uit tussen de Unie en instellingen van derde landen in het kader van wetenschappelijke en technologische projecten van belang voor de Unie gesloten samenwerkingsovereenkomsten (Eureka en andere).

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement vloeien uit de eventuele ontvangsten aanvullende kredieten voort die worden opgevoerd bij de artikelen 02 04 50, 05 09 50, 06 03 50, 08 02 50, 09 04 50, 15 03 50 en 32 04 50 (werkzaamheden onder contract) van de staat van uitgaven van deze afdeling.

6 0 1 6

Europese samenwerkingsovereenkomsten op het gebied van het wetenschappelijk en technisch onderzoek — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Ontvangsten van staten die deelnemen aan de Europese samenwerking op het gebied van het wetenschappelijk en technisch onderzoek.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement vloeien uit de eventuele ontvangsten aanvullende kredieten voort die worden opgevoerd bij de artikelen 02 04 50, 05 09 50, 06 03 50, 08 02 50, 09 04 50, 15 03 50 en 32 04 50 (werkzaamheden onder contract) van de staat van uitgaven van deze afdeling.

Referentiebesluiten

Resolutie van de ministers van de staten die deelnemen aan de Europese samenwerking op het gebied van het wetenschappelijk en technisch onderzoek (Cost) (ondertekend te Wenen op 21 november 1991) (PB C 333 van 24.12.1991, blz. 1).

6 0 2

Overige programma's

6 0 2 1

Diverse ontvangsten bestemd voor activiteiten in verband met humanitaire noodhulp — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

49 927 571,36

Toelichting

Eventuele bijdragen van derden aan activiteiten in verband met humanitaire hulp.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement worden de eventuele ontvangsten gebruikt ter opvoering van extra kredieten onder titel 23 van de staat van uitgaven van deze afdeling.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1257/96 van de Raad van 20 juni 1996 betreffende humanitaire hulp (PB L 163 van 2.7.1996, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 375/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 3 april 2014 tot oprichting van het Europese vrijwilligerskorps voor humanitaire hulpverlening („EU-vrijwilligersinitiatief voor humanitaire hulp”) (PB L 122 van 24.4.2014, blz. 1).

6 0 3

Associatieovereenkomsten tussen de Unie en derde landen

6 0 3 1

Ontvangsten die voortvloeien uit de deelname van kandidaat-lidstaten en potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan aan uniale programma's — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

200 597 560,18

Toelichting

Ontvangsten voortvloeiend uit de associatieovereenkomsten welke tussen de Unie en hierna genoemde landen zijn gesloten om deze landen te betrekken bij diverse uniale programma's. Eventuele ontvangsten afkomstig van landen die al lid zijn, hebben betrekking op verrichtingen uit het verleden.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement geven de eventuele ontvangsten aanleiding tot de opvoering van extra kredieten voor de financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

Referentiebesluiten

Kaderovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Turkije inzake de algemene beginselen voor de deelname van de Republiek Turkije aan communautaire programma's (PB L 61 van 2.3.2002, blz. 29).

Besluit C(2014) 3502 van de Commissie van 2 juni 2014 betreffende de goedkeuring en ondertekening van een Overeenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek Turkije over de deelname van Turkije aan het programma van de Unie „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)”.

Kaderovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Albanië inzake de algemene beginselen voor de deelname van de Republiek Albanië aan communautaire programma’s (PB L 192 van 22.7.2005, blz. 2).

Besluit C(2014) 3711 van de Commissie van 10 juni 2014 betreffende de goedkeuring en ondertekening van een Overeenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek Albanië over de deelname van Albanië aan het programma van de Unie „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)”.

Kaderovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en Bosnië en Herzegovina inzake de algemene beginselen voor de deelname van Bosnië en Herzegovina aan communautaire programma's (PB L 192 van 22.7.2005, blz. 9).

Besluit C(2014) 3693 van de Commissie van 10 juni 2014 betreffende de goedkeuring en ondertekening van een Overeenkomst tussen de Europese Unie en Bosnië en Herzegovina over de deelname van Bosnië en Herzegovina aan het programma van de Unie „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)”.

Kaderovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en Servië en Montenegro inzake de algemene beginselen voor de deelname van Servië en Montenegro aan communautaire programma’s (PB L 192 van 22.7.2005, blz. 29).

Besluit C(2014) 3710 van de Commissie van 10 juni 2014 betreffende de goedkeuring en ondertekening van een Overeenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek Servië over de deelname van Servië aan het programma van de Unie „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)”.

Protocol bij de Stabilisatie- en associatieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, anderzijds betreffende een Kaderovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië inzake de algemene beginselen voor de deelname van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië aan communautaire programma’s (PB L 192 van 22.7.2005, blz. 23).

Besluit C(2014) 3707 van de Commissie van 10 juni 2014 betreffende de goedkeuring en ondertekening van een Overeenkomst tussen de Europese Unie en de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië over de deelname van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië aan het programma van de Unie „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)”.

Protocol 8 bij de Stabilisatie- en associatieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Montenegro, anderzijds inzake de algemene beginselen voor de deelname van Montenegro aan communautaire programma’s (PB L 108 van 29.4.2010, blz. 1).

Besluit C(2014) 3705 van de Commissie van 10 juni 2014 betreffende de goedkeuring en ondertekening van een Overeenkomst tussen de Europese Unie en Montenegro over de deelname van Montenegro aan het programma van de Unie „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)”.

Kaderovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en Kosovo inzake de algemene beginselen voor de deelname van Kosovo aan communautaire programma’s (COM(2013) 218 final) wacht op goedkeuring.

Aanvullende protocollen bij de Europaovereenkomsten (artikelen 228 en 238), waarbij de Unieprogramma's opengesteld worden voor de kandidaat-lidstaten.

6 0 3 2

Ontvangsten die voortvloeien uit de deelname van andere derde landen dan kandidaat-lidstaten, en potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan aan samenwerkingsovereenkomsten op douanegebied — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

670 748,—

Toelichting

Op deze post worden de bijdragen van derde landen aan samenwerkingsovereenkomsten op douanegebied geboekt. Daarbij gaat het voornamelijk om het Transit-project en het project betreffende de verspreiding (langs telematische weg) van tariefgegevens en andere informatie.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement geven eventuele ontvangsten aanleiding tot de opvoering van extra kredieten onder de artikelen 14 02 02, 14 02 51, 14 03 02 en 14 03 51 van de staat van uitgaven van deze afdeling.

Rechtsgronden

Overeenkomst van 20 mei 1987 tussen de Europese Economische Gemeenschap, de Republiek Oostenrijk, de Republiek Finland, de Republiek IJsland, het Koninkrijk Noorwegen, het Koninkrijk Zweden en de Zwitserse Bondsstaat betreffende een gemeenschappelijke regeling inzake douanevervoer (PB L 226 van 13.8.1987, blz. 2).

Besluit 2000/305/EG van de Raad van 30 maart 2000 inzake de sluiting van een Overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Gemeenschap en Zwitserland betreffende de uitbreiding van het gemeenschappelijk communicatienetwerk met gemeenschappelijke systeeminterface (CCN/CSI) in het kader van de Overeenkomst betreffende een gemeenschappelijke regeling inzake douanevervoer (PB L 102 van 27.4.2000, blz. 50).

Besluit 2000/506/EG van de Raad van 31 juli 2000 inzake de sluiting van een Overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Gemeenschap en Noorwegen betreffende de uitbreiding van het gemeenschappelijk communicatienetwerk met gemeenschappelijke systeeminterface (CCN/CSI) in het kader van de Overeenkomst betreffende een gemeenschappelijke regeling inzake douanevervoer (PB L 204 van 11.8.2000, blz. 35).

Besluit van de Raad van 19 maart 2001 waarbij de Commissie wordt gemachtigd namens de Europese Gemeenschap te onderhandelen over een wijziging van het op 15 december 1950 te Brussel ondertekende Verdrag houdende instelling van een Internationale Douaneraad, teneinde het de Europese Gemeenschap mogelijk te maken van genoemde organisatie lid te worden.

Verordening (EU) nr. 1294/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van een actieprogramma voor douane in de Europese Unie voor de periode 2014-2020 (Douane 2020) en tot intrekking van Beschikking nr. 624/2007/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 209).

6 0 3 3

Deelname van derde landen en instanties aan activiteiten van de Unie — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

135 583 121,90

Toelichting

Bijdragen van derde landen en instanties aan activiteiten van de Unie.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement geven de eventuele ontvangsten aanleiding tot de opvoering van extra kredieten voor de financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

HOOFDSTUK 6 1 —   TERUGBETALING VAN DIVERSE UITGAVEN

6 1 1

Terugbetaling van voor rekening van één of meer lidstaten gedane uitgaven

6 1 1 3

Opbrengsten van de beleggingen zoals bedoeld in artikel 4 van Beschikking 2003/76/EG — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

53 081 071,04

Toelichting

In Beschikking 2003/76/EG wordt bepaald dat de Commissie wordt belast met de afwikkeling van de bij het aflopen het EGKS-Verdrag nog lopende financiële verrichtingen van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal.

Volgens artikel 4 van die beschikking gelden de netto-opbrengsten van de beleggingen van de beschikbare activa als ontvangsten in de algemene begroting van de Europese Unie met een bijzondere bestemming, te weten de financiering van onderzoeksprojecten ten behoeve van sectoren die in verband staan met de kolen- en staalindustrie door middel van het Fonds voor onderzoek inzake kolen en staal.

De netto-ontvangsten die beschikbaar zijn voor de financiering van de onderzoeksprojecten van het jaar n + 2, worden opgenomen in de balans van de EGKS in liquidatie van het jaar n en, wanneer de liquidatie is afgesloten, in de balans van de activa van het Fonds voor onderzoek inzake kool en staal. Dit financieringsmechanisme trad in werking in 2003. De ontvangsten van 2014 zullen in 2016 worden gebruikt voor onderzoek. Teneinde eventuele schommelingen in de financiering van het onderzoek als gevolg van de ontwikkeling van de financiële markten zoveel mogelijk te beperken, zal een egalisatie worden uitgevoerd. De netto-ontvangsten die in 2016 beschikbaar zijn voor onderzoek, worden geraamd op 43 100 000 EUR.

Krachtens artikel 4 van Beschikking 2003/76/EG is 72,8 % van de middelen van het fonds beschikbaar voor de staalsector en 27,2 % voor de kolensector.

Overeenkomstig artikel 21 en artikel 181, lid 2, van het Financieel Reglement geven eventuele ontvangsten aanleiding tot de opvoering van extra kredieten onder hoofdstuk 08 05 van de staat van uitgaven van deze afdeling.

Rechtsgronden

Beschikking 2003/76/EG van de Raad van 1 februari 2003 tot vaststelling van de bepalingen die nodig zijn voor de uitvoering van het aan het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap gehechte Protocol betreffende de financiële gevolgen van de beëindiging van het EGKS-Verdrag en betreffende het Fonds voor onderzoek inzake kolen en staal (PB L 29 van 5.2.2003, blz. 22).

6 1 1 4

Ontvangsten uit de invorderingen in het kader van het onderzoeksprogramma van het Fonds voor onderzoek inzake kolen en staal

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

In Beschikking 2003/76/EG wordt bepaald dat de Commissie wordt belast met de afwikkeling van de bij het aflopen het EGKS-Verdrag nog lopende financiële verrichtingen van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal.

Krachtens artikel 4, lid 5, van die beschikking worden de ingevorderde bedragen eerst geboekt bij het vermogen van de EGKS in liquidatie en, wanneer de liquidatie is afgesloten, bij de activa van het Fonds voor onderzoek inzake kolen en staal.

Rechtsgronden

Beschikking 2003/76/EG van de Raad van 1 februari 2003 tot vaststelling van de bepalingen die nodig zijn voor de uitvoering van het aan het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap gehechte Protocol betreffende de financiële gevolgen van de beëindiging van het EGKS-Verdrag en betreffende het Fonds voor onderzoek inzake kolen en staal (PB L 29 van 5.2.2003, blz. 22).

6 1 2

Terugbetaling van specifieke uitgaven in verband met de uitvoering van werkzaamheden op verzoek en tegen vergoeding — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

1 937,74

Toelichting

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement geven de eventuele ontvangsten aanleiding tot de opvoering van extra kredieten voor de financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

6 1 4

Terugbetaling van voor projecten en werkzaamheden toegekende uniale steun bij geslaagde commerciële exploitatie

6 1 4 3

Terugbetaling van uniale steun toegekend in het kader van een Europese activiteit met risicodragend kapitaal ten behoeve van het midden- en kleinbedrijf — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Gehele of gedeeltelijke terugbetaling van de steun voor commercieel succesvolle projecten, met mogelijke winstdeelname als gevolg van de subsidies toegekend in het kader van een Europese activiteit met risicodragend kapitaal ten behoeve van het midden- en kleinbedrijf in het kader van de instrumenten Venture Consort en Eurotech Capital.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement geven de eventuele ontvangsten aanleiding tot de opvoering van extra kredieten voor de financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

6 1 4 4

Terugbetaling van uniale steun voor risicodelingsinstrumenten gefinancierd uit het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling en het Cohesiefonds — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Terugbetaling van terugvloeiende middelen en resterende bedragen van uniale steun voor risicodelingsinstrumenten gefinancierd uit het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling en uit het Cohesiefonds.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement geven de eventuele ontvangsten aanleiding tot de opvoering van extra kredieten voor de financiering van de uitgaven waarvoor de ontvangsten zijn bestemd.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1260/1999 (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25), met name artikelen 14 en 36 bis.

Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).

6 1 5

Terugbetaling van niet-gebruikte uniale bijstand

6 1 5 0

Terugbetaling van niet-gebruikte bijstand van het Europees Sociaal Fonds, het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de landbouw, het Financieringsinstrument voor de oriëntatie van de visserij, het Cohesiefonds, het Solidariteitsfonds van de Europese Unie, het ISPA, het IPA, het EVF, het FEAD, het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

67 212 656,57

Toelichting

Terugbetaling van niet-gebruikte bijstand van het Europees Sociaal Fonds, het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de landbouw, het Financieringsinstrument voor de oriëntatie van de visserij, het Cohesiefonds, het Solidariteitsfonds van de Europese Unie, het pretoetredingsinstrument voor structuurbeleid (ISPA) en het instrument voor pretoetredingssteun (IPA), het Europees Visserijfonds (EVF), het Fonds voor Europese hulp aan de meest behoeftigen (FEAD), het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij (EFMZV) en het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo).

Deze ontvangsten kunnen overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement worden gebruikt ter opvoering van extra kredieten onder het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

6 1 5 1

Terugbetaling van niet-gebruikte subsidies voor het begrotingsevenwicht — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en worden gebruikt ter opvoering van extra kredieten onder het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

6 1 5 2

Terugbetaling van niet-gebruikte rentesubsidies — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en worden gebruikt ter opvoering van extra kredieten onder het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

6 1 5 3

Terugbetaling van niet-gebruikte bedragen in het kader van contracten van de instelling — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en worden gebruikt ter opvoering van extra kredieten onder het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

6 1 5 7

Terugbetaling van voorschotten in het kader van de structuurfondsen, het Cohesiefonds, het Europees Visserijfonds, het Fonds voor Europese hulp aan de meest behoeftigen, het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

0,30

Toelichting

Op deze post worden de terugbetalingen geboekt van voorschotten in het kader van de structuurfondsen (het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) en het Europees Sociaal Fonds (ESF)), het Cohesiefonds, het Europees Visserijfonds (EVF), het Fonds voor Europese hulp aan de meest behoeftigen (FEAD) het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij (EFMZV) en het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo).

De op deze post geboekte bedragen geven overeenkomstig de artikelen 21 en 177 van het Financieel Reglement aanleiding tot de opvoering van aanvullende kredieten onder de desbetreffende begrotingsonderdelen van de titels 04, 11 en 13 van de staat van uitgaven van deze afdeling, om de bijdrage van de fondsen aan de betrokken activiteit niet te laten dalen.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1164/94 van de Raad van 16 mei 1994 tot oprichting van een Cohesiefonds (PB L 130 van 25.5.1994, blz. 1), met name artikel D van bijlage II.

Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25), met name artikel 82, lid 2, en hoofdstuk II.

Verordening (EG) nr. 1198/2006 van de Raad van 27 juli 2006 inzake het Europees Visserijfonds (PB L 223 van 15.8.2006, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).

Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake de financiering, het beheer en de monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van Verordeningen (EEG) nr. 352/78, (EG) nr. 165/94, (EG) nr. 2799/98, (EG) nr. 814/2000, (EG) nr. 1290/2005 en (EG) nr. 485/2008 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 549).

Verordening (EU) nr. 223/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 betreffende het Fonds voor Europese hulp aan de meest behoeftigen (PB L 72 van 12.3.2014, blz. 1).

6 1 5 8

Terugbetaling van diverse niet-gebruikte bedragen aan uniale bijstand — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

582 627,32

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en worden gebruikt ter opvoering van extra kredieten onder het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

6 1 6

Terugbetaling van de uitgaven voor rekening van de Internationale Organisatie voor Atoomenergie — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Terugbetaling door de Internationale Organisatie voor Atoomenergie van de bedragen welke de Commissie heeft voorgeschoten voor de door deze organisatie op grond van de verificatieovereenkomsten verrichte controles (artikelen 32 03 01 en 32 03 02 van de staat van uitgaven van deze afdeling).

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement geven de eventuele ontvangsten aanleiding tot de opvoering van extra kredieten voor de financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

Referentiebesluiten

Overeenkomst tussen het Koninkrijk België, het Koninkrijk Denemarken, de Bondsrepubliek Duitsland, Ierland, de Italiaanse Republiek, het Groothertogdom Luxemburg, het Koninkrijk der Nederlanden, de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en de Internationale Organisatie voor Atoomenergie ter uitvoering van artikel III, leden 1 en 4, van het Verdrag inzake de niet-verspreiding van kernwapens (PB L 51 van 22.2.1978, blz. 1), met name artikel 15.

Driepartijenovereenkomst tussen de Gemeenschap, het Verenigd Koninkrijk en de Internationale Organisatie voor Atoomenergie.

Driepartijenovereenkomst tussen de Gemeenschap, Frankrijk en de Internationale Organisatie voor Atoomenergie.

6 1 7

Terugbetaling van in het kader van de uniale hulp aan derde landen uitgekeerde bedragen

6 1 7 0

Terugbetaling in het kader van de ontwikkelingssamenwerking met Zuid-Afrika — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

1 754,84

Toelichting

Terugbetaling door leveranciers of begunstigden van uit hoofde van de ontwikkelingssamenwerking met Zuid-Afrika te veel ontvangen bedragen.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement worden de eventuele ontvangsten gebruikt ter opvoering van extra kredieten onder de begrotingsposten 21 02 05 01 en 21 02 05 02 van de staat van uitgaven van deze afdeling.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 233/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking voor de periode 2014-2020 (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 44).

6 1 8

Terugbetaling van in het kader van de voedselhulp gestorte bedragen

6 1 8 0

Terugbetaling door leveranciers of begunstigden van uit hoofde van de voedselhulp te veel ontvangen bedragen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

15 691,39

Toelichting

Bepalingen vervat in de berichten van aanbesteding of de financiële bepalingen die zijn gevoegd bij de brieven van de Commissie waarin de voorwaarden voor de toekenning van voedselhulp aan de begunstigden worden omschreven.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement geven de eventuele ontvangsten aanleiding tot de opvoering van extra kredieten voor de financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1257/96 van de Raad van 20 juni 1996 betreffende humanitaire hulp (PB L 163 van 2.7.1996, blz. 1).

6 1 8 1

Terugbetaling van door begunstigden van voedselhulp veroorzaakte extra kosten — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

10 000,—

Toelichting

Bepalingen vervat in de leveringsmodaliteiten die zijn gevoegd bij de brieven van de Commissie waarin de voorwaarden voor de toekenning van voedselhulp aan de begunstigden worden omschreven.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement geven de eventuele ontvangsten aanleiding tot de opvoering van extra kredieten voor de financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1257/96 van de Raad van 20 juni 1996 betreffende humanitaire hulp (PB L 163 van 2.7.1996, blz. 1).

6 1 9

Overige terugbetalingen van voor rekening van derden gedane uitgaven

6 1 9 1

Overige terugbetalingen van in het kader van Besluit 77/270/Euratom van de Raad voor rekening van derden gedane uitgaven — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

84 113,—

Toelichting

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement geven eventuele ontvangsten aanleiding tot de opvoering van extra kredieten onder de artikelen 21 06 01, 21 06 02, 21 06 51 en 22 02 51 van de staat van uitgaven van deze afdeling.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1085/2006 van de Raad van 17 juli 2006 tot invoering van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA) (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 82).

Verordening (Euratom) nr. 300/2007 van de Raad van 19 februari 2007 tot invoering van een instrument voor samenwerking op het gebied van nucleaire veiligheid (PB L 81 van 22.3.2007, blz. 1).

Verordening (Euratom) nr. 237/2014 van de Raad van 13 december 2013 tot invoering van een instrument voor samenwerking op het gebied van nucleaire veiligheid (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 109).

HOOFDSTUK 6 2 —   ONTVANGSTEN UIT ONDER BEZWARENDE TITEL VERRICHTE DIENSTEN

6 2 0

Verstrekking tegen vergoeding van grondstoffen of bijzondere splijtstoffen (artikel 6, onder b), van het Euratom-Verdrag) — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Ontvangsten uit leveringen onder bezwarende titel van grondstoffen of bijzondere splijtstoffen aan de lidstaten voor de uitvoering van onderzoeksprogramma's.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement geven de eventuele ontvangsten aanleiding tot de opvoering van extra kredieten voor de financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

Rechtsgronden

Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, met name artikel 6, onder b).

6 2 2

Ontvangsten uit door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek tegen vergoeding voor derden verrichte diensten

6 2 2 1

Ontvangsten uit de exploitatie van de hogefluxreactor (HFR) die aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

7 994 736,64

Toelichting

Ontvangsten voortvloeiend uit de exploitatie van de hogefluxreactor (HFR) van de vestiging te Petten van het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek.

Betalingen door derden ter dekking van alle soorten uitgaven in het kader van de exploitatie van de HFR door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement worden de eventuele ontvangsten gebruikt ter opvoering van extra kredieten onder de artikelen 10 01 05 en 10 04 04 van de staat van uitgaven van deze afdeling.

Voltooiing van vroegere programma's

De ontvangsten zijn afkomstig van België, Frankrijk en Nederland.

6 2 2 3

Andere ontvangsten uit door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek tegen vergoeding voor derden verrichte diensten die aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

8 111 453,33

Toelichting

Ontvangsten afkomstig van personen, ondernemingen en nationale instellingen waarvoor het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek tegen vergoeding werkzaamheden zal uitvoeren en/of diensten zal verrichten.

Overeenkomstig artikel 21 en artikel 183, lid 2, van het Financieel Reglement zullen de eventuele ontvangsten worden gebruikt ter opvoering van extra kredieten onder de artikelen 10 01 05, 10 02 01, 10 02 51, 10 02 52, 10 03 01, 10 03 51, 10 03 52 en 10 04 02 van de staat van uitgaven van deze afdeling, ten bedrage van de specifieke uitgaven in het kader van elk contract met een derde.

6 2 2 4

Ontvangsten uit door de Commissie verleende licenties op al dan niet voor een octrooi in aanmerking komende uitvindingen voortvloeiend uit het uniale onderzoek door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

268 933,15

Toelichting

Besluit 2013/743/EU schrijft het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek voor kennis- en technologieoverdracht te ondersteunen en extra middelen te genereren door onder meer de exploitatie van intellectuele eigendom.

Het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name artikel 12, geeft de lidstaten, personen en ondernemingen het recht tegen de betaling van een passende vergoeding niet-uitsluitende licenties op octrooien, voorlopig bescherming gevende octrooirechten, gebruiksmodellen of octrooiaanvragen, die eigendom van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie zijn, te verkrijgen.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement worden de eventuele ontvangsten gebruikt ter opvoering van extra kredieten onder de artikelen 10 01 05, 10 04 02 en 10 04 03 en de hoofdstukken 10 02 en 10 03 van de staat van uitgaven van deze afdeling.

Rechtsgronden

Artikelen 182 en 183 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.

Artikel 12 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie.

Verordening (EEG) nr. 2380/74 van de Raad van 17 september 1974 tot vaststelling van de regels voor de verspreiding van kennis betreffende onderzoeksprogramma's voor de Europese Economische Gemeenschap (PB L 255 van 20.9.1974, blz. 1).

Besluit 2013/743/EU van de Raad van 3 december 2013 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van de Besluiten 2006/971/EG, 2006/972/EG, 2006/973/EG, 2006/974/EG en 2006/975/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 965).

6 2 2 5

Andere ontvangsten ten voordele van het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Ontvangsten afkomstig van bijdragen, giften of legaten door derden, ten behoeve van diverse door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek verrichte activiteiten.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement worden de eventuele ontvangsten gebruikt ter opvoering van extra kredieten onder artikel 10 01 05 en bij de hoofdstukken 10 02, 10 03 en 10 04 van de staat van uitgaven van deze afdeling.

6 2 2 6

Ontvangsten van door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek voor andere diensten van de Commissie op basis van concurrentie verrichte diensten waaruit aanvullende kredieten voortvloeien — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

61 421 661,54

Toelichting

Ontvangsten van andere diensten van de Commissie waarvoor het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek tegen betaling werk verricht en/of diensten verleent, en ontvangsten die voortvloeien uit de deelname aan de activiteiten van de kaderprogramma's voor onderzoek en technologische ontwikkeling.

Overeenkomstig artikel 21 en artikel 183, lid 2, van het Financieel Reglement vloeien uit de eventuele ontvangsten aanvullende kredieten voort, die worden opgevoerd bij de artikelen 10 01 05, 10 02 01, 10 02 51, 10 02 52, 10 03 01, 10 03 51, 10 03 52 en 10 04 03 van de staat van uitgaven van deze afdeling, ten bedrage van de specifieke uitgaven in het kader van contracten met andere diensten van de Commissie.

6 2 4

Ontvangsten uit door de Commissie verleende licenties op al dan niet voor een octrooi in aanmerking komende uitvindingen voortvloeiend uit het uniale onderzoek (werkzaamheden onder contract) — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name artikel 12, geeft de lidstaten, personen en ondernemingen het recht tegen de betaling van een passende vergoeding niet-uitsluitende licenties op octrooien, voorlopig bescherming gevende octrooirechten, gebruiksmodellen of octrooiaanvragen, die eigendom van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie zijn, te verkrijgen.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement geven de eventuele ontvangsten aanleiding tot de opvoering van extra kredieten voor de financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

Rechtsgronden

Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie.

Verordening (EEG) nr. 2380/74 van de Raad van 17 september 1974 tot vaststelling van de regels voor de verspreiding van kennis betreffende onderzoeksprogramma's voor de Europese Economische Gemeenschap (PB L 255 van 20.9.1974, blz. 1).

HOOFDSTUK 6 3 —   BIJDRAGEN IN HET KADER VAN SPECIFIEKE OVEREENKOMSTEN

6 3 0

Bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie in het kader van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

286 014 835,—

Toelichting

Dit artikel dient voor de opname van de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie, die voortvloeien uit hun financiële deelneming aan bepaalde activiteiten van de Unie overeenkomstig artikel 82 van en in Protocol nr. 32 bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte.

Het totaal van de geraamde bijdrage blijkt uit de ter informatie in een bijlage bij de staat van uitgaven van deze afdeling weergegeven samenvatting.

De bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie worden de Commissie ter beschikking gesteld overeenkomstig het bepaalde in de artikelen 1, 2 en 3 van Protocol nr. 32 bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement geven de eventuele ontvangsten aanleiding tot de opvoering van extra kredieten voor de financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

Referentiebesluiten

Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (PB L 1 van 3.1.1994, blz. 3).

6 3 1

Bijdragen in het kader van het Schengenacquis

6 3 1 2

Bijdragen voor de ontwikkeling, de instelling, werking en gebruik van grootschalige informatiesystemen in het kader van de overeenkomsten met IJsland, Noorwegen, Zwitserland en Liechtenstein — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

2 620 721,15

Toelichting

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement zullen eventuele ontvangsten worden gebruikt ter aanvulling van de kredieten voor de artikelen 18 02 07, 18 02 08, 18 02 09 en 18 03 03 van de staat van uitgaven van deze afdeling.

Rechtsgronden

Besluit 1999/437/EG van de Raad van 17 mei 1999 inzake bepaalde toepassingsbepalingen van de door de Raad van de Europese Unie, de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen gesloten Overeenkomst inzake de wijze waarop deze twee staten worden betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (PB L 176 van 10.7.1999, blz. 31).

Besluit 1999/439/EG van de Raad van 17 mei 1999 betreffende de sluiting van de Overeenkomst met de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen inzake de wijze waarop IJsland en Noorwegen worden betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (PB L 176 van 10.7.1999, blz. 35).

Verordening (EG) nr. 2725/2000 van de Raad van 11 december 2000 betreffende de instelling van „Eurodac” voor de vergelijking van vingerafdrukken ten behoeve van een doeltreffende toepassing van de Overeenkomst van Dublin (PB L 316 van 15.12.2000, blz. 1).

Besluit 2001/258/EG van de Raad van 15 maart 2001 inzake de sluiting van een Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap, de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen betreffende de criteria en mechanismen voor de vaststelling van de staat die verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielverzoek dat in een lidstaat, in IJsland of in Noorwegen wordt ingediend (PB L 93 van 3.4.2001, blz. 38), met name artikel 9 van de overeenkomst.

Besluit 2001/886/JBZ van de Raad van 6 december 2001 betreffende de ontwikkeling van een Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II) (PB L 328 van 13.12.2001, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 2424/2001 van de Raad van 6 december 2001 betreffende de ontwikkeling van een Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II) (PB L 328 van 13.12.2001, blz. 4).

Verordening (EG) nr. 343/2003 van de Raad van 18 februari 2003 tot vaststelling van de criteria en instrumenten om te bepalen welke lidstaat verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielverzoek dat door een onderdaan van een derde land bij een van de lidstaten wordt ingediend (PB L 50 van 25.2.2003, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1560/2003 van de Commissie van 2 september 2003 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 343/2003 van de Raad tot vaststelling van de criteria en instrumenten om te bepalen welke lidstaat verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielverzoek dat door een onderdaan van een derde land bij een van de lidstaten wordt ingediend (PB L 222 van 5.9.2003, blz. 3).

Beschikking 2004/512/EG van de Raad van 8 juni 2004 betreffende het opzetten van het Visuminformatiesysteem (VIS) (PB L 213 van 15.6.2004, blz. 5).

Verordening (EG) nr. 1986/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 betreffende de toegang tot het Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II) voor de instanties die in de lidstaten belast zijn met de afgifte van kentekenbewijzen van voertuigen (PB L 381 van 28.12.2006, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1987/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 betreffende de instelling, de werking en het gebruik van het Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II) (PB L 381 van 28.12.2006, blz. 4).

Besluit 2007/533/JBZ van de Raad van 12 juni 2007 betreffende de instelling, de werking en het gebruik van het Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II) (PB L 205 van 7.8.2007, blz. 63).

Besluit 2008/146/EG van de Raad van 28 januari 2008 betreffende de sluiting namens de Europese Gemeenschap van de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (PB L 53 van 27.2.2008, blz. 1).

Besluit 2008/147/EG van de Raad van 28 januari 2008 betreffende de sluiting namens de Europese Gemeenschap van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de criteria en mechanismen voor de vaststelling van de staat die verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielverzoek dat in een lidstaat of in Zwitserland wordt ingediend (PB L 53 van 27.2.2008, blz. 3).

Besluit 2008/149/EG van de Raad van 28 januari 2008 betreffende de sluiting namens de Europese Gemeenschap van de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (PB L 53 van 27.2.2008, blz. 50).

Besluit 2008/633/JBZ van de Raad van 23 juni 2008 over de toegang tot het Visuminformatiesysteem (VIS) voor raadpleging door aangewezen autoriteiten van de lidstaten en door Europol, met het oog op het voorkomen, opsporen en onderzoeken van terroristische misdrijven en andere ernstige strafbare feiten (PB L 218 van 13.8.2008, blz. 129).

Verordening (EG) nr. 767/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 9 juli 2008 betreffende het Visuminformatiesysteem (VIS) en de uitwisseling tussen de lidstaten van gegevens op het gebied van visa voor kort verblijf (VIS-verordening) (PB L 218 van 13.8.2008, blz. 60).

Besluit 2011/349/EU van de Raad van 7 maart 2011 betreffende de sluiting namens de Europese Unie van het Protocol tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap, de Zwitserse Bondsstaat en het Vorstendom Liechtenstein betreffende de toetreding van het Vorstendom Liechtenstein tot de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis, met name betreffende de justitiële samenwerking in strafzaken en de politiële samenwerking (PB L 160 van 18.6.2011, blz. 1).

Besluit 2011/350/EU van de Raad van 7 maart 2011 betreffende de sluiting namens de Europese Unie van het Protocol tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap, de Zwitserse Bondsstaat en het Vorstendom Liechtenstein betreffende de toetreding van het Vorstendom Liechtenstein tot de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis betreffende de afschaffing van controles aan de binnengrenzen en het verkeer van personen (PB L 160 van 18.6.2011, blz. 19).

Verordening (EU) nr. 1077/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2011 tot oprichting van een Europees Agentschap voor het operationeel beheer van grootschalige IT-systemen op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht (PB L 286 van 1.11.2011, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 603/2013 van het Europees Parlement en van de Raad van 26 juni 2013 betreffende de instelling van „Eurodac” voor de vergelijking van vingerafdrukken ten behoeve van een doeltreffende toepassing van Verordening (EU) nr. 604/2013 tot vaststelling van de criteria en instrumenten om te bepalen welke lidstaat verantwoordelijk is voor de behandeling van een verzoek om internationale bescherming dat door een onderdaan van een derde land of een staatloze bij een van de lidstaten wordt ingediend en betreffende verzoeken van rechtshandhavingsinstanties van de lidstaten en Europol om vergelijkingen van Eurodac-gegevens ten behoeve van rechtshandhaving, en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1077/2011 tot oprichting van een Europees Agentschap voor het operationeel beheer van grootschalige IT-systemen op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht (PB L 180 van 29.6.2013, blz. 1.)

6 3 1 3

Andere bijdragen in het kader van het Schengenacquis (IJsland, Noorwegen, Zwitserland en Liechtenstein) — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

31 993,89

Toelichting

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement vloeien uit de eventuele ontvangsten aanvullende kredieten voort die worden opgevoerd bij artikel 18 03 02 van de staat van uitgaven van deze afdeling.

Rechtsgronden

Besluit 1999/437/EG van de Raad van 17 mei 1999 inzake bepaalde toepassingsbepalingen van de door de Raad van de Europese Unie, de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen gesloten Overeenkomst inzake de wijze waarop deze twee staten worden betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (PB L 176 van 10.7.1999, blz. 31).

Besluit 1999/439/EG van de Raad van 17 mei 1999 betreffende de sluiting van de Overeenkomst met de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen inzake de wijze waarop IJsland en Noorwegen worden betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (PB L 176 van 10.7.1999, blz. 35).

Besluit 2001/258/EG van de Raad van 15 maart 2001 inzake de sluiting van een Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap, de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen betreffende de criteria en mechanismen voor de vaststelling van de staat die verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielverzoek dat in een lidstaat, in IJsland of in Noorwegen wordt ingediend (PB L 93 van 3.4.2001, blz. 38), met name artikel 9 van de overeenkomst.

Besluit 2008/146/EG van de Raad van 28 januari 2008 betreffende de sluiting namens de Europese Gemeenschap van de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (PB L 53 van 27.2.2008, blz. 1).

Besluit 2008/147/EG van de Raad van 28 januari 2008 betreffende de sluiting namens de Europese Gemeenschap van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de criteria en mechanismen voor de vaststelling van de staat die verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielverzoek dat in een lidstaat of in Zwitserland wordt ingediend (PB L 53 van 27.2.2008, blz. 3).

Besluit 2008/149/EG van de Raad van 28 januari 2008 betreffende de sluiting namens de Europese Gemeenschap van de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (PB L 53 van 27.2.2008, blz. 50).

Verordening (EU) nr. 439/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 19 mei 2010 tot oprichting van een Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken (PB L 132 van 29.5.2010, blz. 11).

Besluit 2011/349/EU van de Raad van 7 maart 2011 betreffende de sluiting namens de Europese Unie van het Protocol tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap, de Zwitserse Bondsstaat en het Vorstendom Liechtenstein betreffende de toetreding van het Vorstendom Liechtenstein tot de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis, met name betreffende de justitiële samenwerking in strafzaken en de politiële samenwerking (PB L 160 van 18.6.2011, blz. 1).

Besluit 2011/350/EU van de Raad van 7 maart 2011 betreffende de sluiting namens de Europese Unie van het Protocol tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap, de Zwitserse Bondsstaat en het Vorstendom Liechtenstein betreffende de toetreding van het Vorstendom Liechtenstein tot de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis betreffende de afschaffing van controles aan de binnengrenzen en het verkeer van personen (PB L 160 van 18.6.2011, blz. 19).

Besluit 2012/192/EU van de Raad van 12 juli 2010 over de ondertekening, namens de Unie, van de Regeling tussen de Europese Unie en de Republiek IJsland, het Vorstendom Liechtenstein, het Koninkrijk Noorwegen en de Zwitserse Bondsstaat betreffende de deelname van deze staten aan de werkzaamheden van de comités die de Europese Commissie bijstaan bij de uitoefening van haar uitvoerende bevoegdheden op het gebied van de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (PB L 103 van 13.4.2012, blz. 1).

Besluit 2012/193/EU van de Raad van 13 maart 2012 over de sluiting, namens de Unie, van de Regeling tussen de Europese Unie en de Republiek IJsland, het Vorstendom Liechtenstein, het Koninkrijk Noorwegen en de Zwitserse Bondsstaat betreffende de deelname van deze staten aan de werkzaamheden van de comités die de Europese Commissie bijstaan bij de uitoefening van haar uitvoerende bevoegdheden op het gebied van de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (PB L 103 van 13.4.2012, blz. 3).

Verordening (EU) nr. 1053/2013 van de Raad van 7 oktober 2013 betreffende de instelling van een evaluatie- en toezichtsmechanisme voor de controle van de toepassing van het Schengenacquis en tot intrekking van het Besluit van het Uitvoerend Comité van 16 september 1998 tot oprichting van een Permanente Schengenbeoordelings- en Toepassingscommissie (PB L 295 van 6.11.2013, blz. 27).

Verordening (EU) nr. 515/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 tot vaststelling, als onderdeel van het Fonds voor interne veiligheid, van het instrument voor financiële steun voor de buitengrenzen en visa en tot intrekking van Besluit nr. 574/2007/EG (PB L 150 van 20.5.2014, blz. 143).

Besluit 2014/301/EU van de Raad van 19 mei 2014 inzake de sluiting van de Regeling tussen de Europese Unie en het Koninkrijk Noorwegen betreffende de nadere bijzonderheden van de deelname van het Koninkrijk Noorwegen aan het Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken (PB L 157 van 27.5.2014, blz. 33).

Besluit 2014/344/EU van de Raad van 19 mei 2014 inzake de sluiting van de Regeling tussen de Europese Unie en het Vorstendom Liechtenstein betreffende de nadere bijzonderheden van de deelname van het Koninkrijk Noorwegen aan het Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken (PB L 170 van 11.6.2014, blz. 49).

Referentiebesluiten

Voorstel voor een besluit van de Raad inzake de sluiting van de Regeling tussen de Europese Unie en de Republiek IJsland betreffende de nadere bijzonderheden van de deelname van de Republiek IJsland aan het Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken, door de Commissie ingediend op 10 december 2013 (COM(2013) 875 final).

Voorstel voor een besluit van de Raad inzake de sluiting van de Regeling tussen de Europese Unie en de Zwitserse Bondsstaat betreffende de nadere bijzonderheden van de deelname van de Zwitserse Bondsstaat aan het Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken, door de Commissie ingediend op 10 december 2013 (COM(2013) 862 final).

6 3 2

Bijdrage voor uitgaven voor administratieve ondersteuning voor het Europees Ontwikkelingsfonds — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

86 415 429,65

Toelichting

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement geven eventuele ontvangsten van het Europees Ontwikkelingsfonds (EOF) die bijdragen tot de kosten van de ondersteuningsmaatregelen, aanleiding tot de opvoering van extra kredieten onder post 21 01 04 07 van de staat van uitgaven van deze afdeling.

Rechtsgronden

Besluit 2013/755/EU van de Raad van 25 november 2013 betreffende de associatie van de landen en gebieden overzee met de Europese Unie („LGO-besluit”) (PB L 344 van 19.12.2013, blz. 1).

Besluit 2013/759/EU van de Raad van 12 december 2013 betreffende overgangsmaatregelen voor het beheer van het EOF tussen 1 januari 2014 en de inwerkingtreding van het elfde Europees Ontwikkelingsfonds (PB L 335 van 14.12.2013, blz. 48).

Referentiebesluiten

Intern Akkoord tussen de vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten, in het kader van de Raad bijeen, betreffende de financiering van de steun van de Gemeenschap binnen het meerjarig financieel kader voor 2008-2013 voor de ACS-EG-partnerschapsovereenkomst en de toewijzing van financiële bijstand ten behoeve van de landen en gebieden overzee waarop de bepalingen van deel vier van het EG-Verdrag van toepassing zijn (PB L 247 van 9.9.2006, blz. 32).

Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad van 7 december 2011 — Opstelling van het meerjarig financieel kader betreffende de financiering van de EU-samenwerking met de landen van Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan en de landen en gebieden overzee voor de periode 2014-2020 (Elfde Europees Ontwikkelingsfonds) (COM(2011) 837 final).

6 3 3

Bijdrage voor bepaalde programma's voor externe hulp

6 3 3 0

Bijdragen van de lidstaten, inclusief hun overheidsagentschappen, entiteiten of natuurlijke personen, voor sommige externe steunprogramma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

11 557 494,80

Toelichting

Op deze post worden de financiële bijdragen geboekt van de lidstaten, inclusief hun overheidsagentschappen, entiteiten of natuurlijke personen, voor sommige externe steunprogramma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd.

Overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement geven de eventuele ontvangsten aanleiding tot de opvoering van extra kredieten voor de financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

6 3 3 1

Bijdragen van derde landen, inclusief hun overheidsagentschappen, entiteiten of natuurlijke personen voor sommige externe steunprogramma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Op deze post worden de financiële bijdragen geboekt van derde landen inclusief hun overheidsagentschappen, entiteiten of natuurlijke personen, voor sommige externe steunprogramma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd.

Overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement geven de eventuele ontvangsten aanleiding tot de opvoering van extra kredieten voor de financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

6 3 3 2

Bijdrage van internationale organisaties voor bepaalde programma's voor externe hulp die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Op deze post worden de financiële bijdragen geboekt van internationale organisaties aan bepaalde externe steunprogramma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd.

Overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement geven de eventuele ontvangsten aanleiding tot de opvoering van extra kredieten voor de financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

6 3 4

Bijdragen van trustfondsen en financiële instrumenten — Bestemmingsontvangsten

6 3 4 0

Bijdragen van trustfondsen voor de beheerskosten van de Commissie — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Op deze post worden de beheersprovisies geboekt die de Commissie mag inhouden bij wijze van vergoeding voor haar beheerskosten voor de jaren waarin de bijdragen voor elk trustfonds voor het eerst werden gebruikt.

Overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement worden deze beheersvergoedingen voor de duur van het trustfonds gelijkgesteld met bestemmingsontvangsten.

Rechtsgronden

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1), met name artikel 187, lid 7.

Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1268/2012 van de Commissie van 29 oktober 2012 houdende uitvoeringsvoorschriften voor Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie (PB L 362 van 31.12.2012, blz. 1), met name artikel 259.

6 3 4 1

Bijdragen van financiële instrumenten — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Jaarlijkse terugbetalingen, met inbegrip van terugbetaald kapitaal, vrijgegeven zekerheden en aflossingen van de hoofdsom van de leningen, die worden terugbetaald aan de Commissie of aan de trustrekeningen die zijn geopend voor financiële instrumenten en zijn toe te schrijven aan steun uit de begroting uit hoofde van een financieringsinstrument, vormen overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement interne bestemmingsontvangsten en worden gebruikt voor hetzelfde financieringsinstrument, onverminderd artikel 140, lid 9, van dezelfde verordening, gedurende een termijn die niet langer duurt dan de termijn voor de vastlegging van kredieten plus twee jaar, tenzij in een basisbesluit anders is bepaald.

Rechtsgronden

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1), met name artikel 140, lid 6.

Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1268/2012 van de Commissie van 29 oktober 2012 houdende uitvoeringsvoorschriften voor Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie (PB L 362 van 31.12.2012, blz. 1).

HOOFDSTUK 6 5 —   FINANCIËLE CORRECTIES

6 5 0

Financiële correcties vóór 2015 in verband met het EFRO, het ESF, het EOGFL afdeling Oriëntatie, het FIOV, het Cohesiefonds, het EVF, het EFMZV, het Sapard en het IPA — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

118 383 863,98

Toelichting

Vanaf het begrotingsjaar 2015 worden de bedragen van de financiële correcties die voordien werden geboekt onder post 6 5 0 0 per programmeringsperiode opgesplitst over de artikelen 6 5 1 tot en met 6 5 4.

Op post 6 5 0 0 werden de financiële correcties geboekt in verband met het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO), het Europees Sociaal Fonds (ESF), het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de landbouw (EOGFL, afdeling Oriëntatie), het Financieringsinstrument voor de oriëntatie van de visserij (FIOV), het Cohesiefonds, het Europees Visserijfonds (EVF), het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij (EFMZV), het speciale toetredingsprogramma op het gebied van landbouw en plattelandsontwikkeling (Sapard), het instrument voor pretoetredingssteun (IPA) en het overgangsinstrument voor plattelandsontwikkeling (OIPO) dat wordt gefinancierd met middelen uit de afdeling Garantie van het EOGFL.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement gaven de op deze post opgenomen bedragen aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de desbetreffende begrotingsonderdelen van de titels 04, 05, 11 en 13 van de staat van uitgaven van deze afdeling.

Overeenkomstig artikel 105, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1083/2006 doet die verordening geen afbreuk aan de voortzetting noch aan de wijziging, met inbegrip van de gehele of gedeeltelijke intrekking, van bijstand met medefinanciering uit de structuurfondsen of van projecten met medefinanciering uit het Cohesiefonds die de Commissie heeft goedgekeurd op grond van de Verordeningen (EEG) nr. 2052/88, (EEG) nr. 4253/88, (EG) nr. 1164/94 en (EG) nr. 1260/1999 of van enige andere regelgeving die op 31 december 2006 op de betrokken bijstand van toepassing was; de betrokken regelgeving blijft derhalve van toepassing op de bijstand of de projecten totdat deze worden afgesloten.

Overeenkomstig artikel 152, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1303/2013 doet deze verordening geen afbreuk aan de voortzetting noch aan de wijziging, met inbegrip van de gehele of gedeeltelijke intrekking, van de betrokken projecten tot de afsluiting daarvan, of van de steun die de Commissie heeft goedgekeurd op grond van Verordening (EG) nr. 1083/2006 of andere wetgeving die op 31 december 2013 op die steunverlening van toepassing is.

Rechtsgronden

Verordening (EEG) nr. 2052/88 van de Raad van 24 juni 1988 betreffende de taken van de fondsen met structurele strekking, hun doeltreffendheid alsmede de coördinatie van hun bijstandsverlening onderling en met die van de Europese Investeringsbank en de andere bestaande financieringsinstrumenten (PB L 185 van 15.7.1988, blz. 9).

Verordening (EEG) nr. 4253/88 van de Raad van 19 december 1988 tot vaststelling van toepassingsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 2052/88 met betrekking tot de coördinatie van de bijstandsverlening uit de onderscheiden structuurfondsen enerzijds en van die bijstandsverlening met die van de Europese Investeringsbank en de andere bestaande financieringsinstrumenten anderzijds (PB L 374 van 31.12.1988, blz. 1), met name artikel 24.

Verordening (EG) nr. 1257/1999 van de Raad van 17 mei 1999 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de landbouw (EOGFL) en tot wijziging en intrekking van een aantal verordeningen (PB L 160 van 26.6.1999, blz. 80).

Verordening (EG) nr. 1260/1999 van de Raad van 21 juni 1999 houdende algemene bepalingen inzake de structuurfondsen (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 1), met name artikel 39, lid 2.

Verordening (EG) nr. 1263/1999 van de Raad van 21 juni 1999 betreffende het Financieringsinstrument voor de oriëntatie van de visserij (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 54).

Verordening (EG) nr. 1268/1999 van de Raad van 21 juni 1999 inzake steunverlening door de Gemeenschap voor pretoetredingsmaatregelen op het gebied van landbouw en plattelandsontwikkeling in de kandidaat-lidstaten in Midden- en Oost-Europa gedurende de pretoetredingsperiode (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 87).

Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1260/1999 (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25).

Verordening (EG) nr. 1085/2006 van de Raad van 17 juli 2006 tot invoering van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA) (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 82).

Verordening (EG) nr. 1198/2006 van de Raad van 27 juli 2006 inzake het Europees Visserijfonds (PB L 223 van 15.8.2006, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).

Verordening (EU) nr. 231/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van het instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 11).

Referentiebesluiten

Verordening (EG) nr. 448/2001 van de Commissie van 2 maart 2001 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1260/1999 van de Raad met betrekking tot de procedure inzake financiële correcties betreffende uit de structuurfondsen toegekende bijstand (PB L 64 van 6.3.2001, blz. 13).

Verordening (EG) nr. 27/2004 van de Commissie van 5 januari 2004 houdende overgangsbepalingen voor de toepassing van Verordening (EG) nr. 1257/1999 van de Raad met betrekking tot de financiering door het EOGFL, afdeling Garantie, van de maatregelen voor plattelandsontwikkeling in Tsjechië, Estland, Cyprus, Letland, Litouwen, Hongarije, Malta, Polen, Slovenië en Slowakije (PB L 5 van 9.1.2004, blz. 86).

Verordening (EG) nr. 141/2004 van de Commissie van 28 januari 2004 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1257/1999 van de Raad ten aanzien van de overgangsmaatregelen voor plattelandsontwikkeling die gelden voor Tsjechië, Estland, Cyprus, Letland, Litouwen, Hongarije, Malta, Polen, Slovenië en Slowakije (PB L 24 van 29.1.2004, blz. 25).

Verordening (EG) nr. 1828/2006 van de Commissie van 8 december 2006 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds, en van Verordening (EG) nr. 1080/2006 van het Europees Parlement en de Raad betreffende het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (PB L 371 van 27.12.2006, blz. 1).

6 5 1

Financiële correcties in verband met de programmeringsperioden vóór 2000

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

 

Toelichting

Onder dit artikel worden de financiële correcties geboekt in verband met het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO), het Europees Sociaal Fonds (ESF), het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de landbouw (EOGFL, afdeling Oriëntatie), het Financieringsinstrument voor de oriëntatie van de visserij (FIOV) en het Cohesiefonds voor de programmeringsperioden vóór 2000.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement geven de onder dit artikel opgenomen bedragen aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de desbetreffende begrotingsonderdelen van de titels 04, 05, 11 en 13 van de staat van uitgaven van deze afdeling.

Overeenkomstig artikel 105, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1083/2006 doet die verordening geen afbreuk aan de voortzetting noch aan de wijziging, met inbegrip van de gehele of gedeeltelijke intrekking, van bijstand met medefinanciering uit de structuurfondsen of van projecten met medefinanciering uit het Cohesiefonds die de Commissie heeft goedgekeurd op grond van de Verordeningen (EEG) nr. 2052/88, (EEG) nr. 4253/88, (EG) nr. 1164/94 en (EG) nr. 1260/1999 of van enige andere regelgeving die op 31 december 2006 op de betrokken bijstand van toepassing was; de betrokken regelgeving blijft derhalve van toepassing op de bijstand of de projecten totdat deze worden afgesloten.

Overeenkomstig artikel 152, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1303/2013 doet deze verordening geen afbreuk aan de voortzetting noch aan de wijziging, met inbegrip van de gehele of gedeeltelijke intrekking, van de betrokken projecten tot de afsluiting daarvan, of van de steun die de Commissie heeft goedgekeurd op grond van Verordening (EG) nr. 1083/2006 of andere wetgeving die op 31 december 2013 op die steunverlening van toepassing is.

Rechtsgronden

Financieel Reglement van 21 december 1977 van toepassing op de algemene begroting der Europese Gemeenschappen (PB L 356 van 31.12.2002, blz. 1).

Verordening (EEG) nr. 2052/88 van de Raad van 24 juni 1988 betreffende de taken van de fondsen met structurele strekking, hun doeltreffendheid alsmede de coördinatie van hun bijstandsverlening onderling en met die van de Europese Investeringsbank en de andere bestaande financieringsinstrumenten (PB L 185 van 15.7.1988, blz. 9).

Verordening (EEG) nr. 4253/88 van de Raad van 19 december 1988 tot vaststelling van toepassingsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 2052/88 met betrekking tot de coördinatie van de bijstandsverlening uit de onderscheiden structuurfondsen enerzijds en van die bijstandsverlening met die van de Europese Investeringsbank en de andere bestaande financieringsinstrumenten anderzijds (PB L 374 van 31.12.1988, blz. 1), met name artikel 24.

Verordening (EEG) nr. 4254/88 van de Raad van 19 december 1988 tot vaststelling van toepassingsbepalingen voor Verordening (EEG) nr. 2052/88 met betrekking tot het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (PB L 374 van 31.12.1988, blz. 15).

Verordening (EEG) nr. 4255/88 van de Raad van 19 december 1988 tot vaststelling van bepalingen voor de uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2052/88 met betrekking tot het Europees Sociaal Fonds (PB L 374 van 31.12.1988, blz. 21).

Verordening (EEG) nr. 4256/88 van de Raad van 19 december 1988 tot vaststelling van bepalingen voor de uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2052/88 met betrekking tot het EOGFL, afdeling Oriëntatie (PB L 374 van 31.12.1988, blz. 25).

Verordening (EEG) nr. 2080/93 van de Raad van 20 juli 1993 tot vaststelling van bepalingen voor de uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2052/88 met betrekking tot het EOGFL, afdeling Oriëntatie (PB L 193 van 31.7.1993, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1164/94 van de Raad van 16 mei 1994 tot oprichting van een Cohesiefonds (PB L 130 van 25.5.1994, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1257/1999 van de Raad van 17 mei 1999 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de landbouw (EOGFL) en tot wijziging en intrekking van een aantal verordeningen (PB L 160 van 26.6.1999, blz. 80).

Verordening (EG) nr. 1260/1999 van de Raad van 21 juni 1999 houdende algemene bepalingen inzake de structuurfondsen (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 1), met name artikel 39, lid 2.

Verordening (EG) nr. 1263/1999 van de Raad van 21 juni 1999 betreffende het Financieringsinstrument voor de oriëntatie van de visserij (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 54).

6 5 2

Financiële correcties in verband met de programmeringsperiode 2000-2006 — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

 

Toelichting

Op dit artikel worden de financiële correcties geboekt in verband met het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO), het Europees Sociaal Fonds (ESF), het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de landbouw (EOGFL) afdeling Oriëntatie, het Financieringsinstrument voor de oriëntatie van de visserij (FIOV), het Cohesiefonds (CF) en het speciaal toetredingsprogramma op het gebied van landbouw en plattelandsontwikkeling (Sapard) in verband met de programmeringsperiode 2000-2006 en het overgangsinstrument voor plattelandsontwikkeling (OIPO) dat wordt gefinancierd met middelen uit de afdeling Garantie van het EOGFL.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement geven de onder dit artikel opgenomen bedragen aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de desbetreffende begrotingsonderdelen van de titels 04, 05, 11 en 13 van de staat van uitgaven van deze afdeling.

Overeenkomstig artikel 105, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1083/2006 doet die verordening geen afbreuk aan de voortzetting noch aan de wijziging, met inbegrip van de gehele of gedeeltelijke intrekking, van bijstand met medefinanciering uit de structuurfondsen of van projecten met medefinanciering uit het Cohesiefonds die de Commissie heeft goedgekeurd op grond van de Verordeningen (EEG) nr. 2052/88, (EEG) nr. 4253/88, (EG) nr. 1164/94 en (EG) nr. 1260/1999 of van enige andere regelgeving die op 31 december 2006 op de betrokken bijstand van toepassing was; de betrokken regelgeving blijft derhalve van toepassing op de bijstand of de projecten totdat deze worden afgesloten.

Overeenkomstig artikel 152, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1303/2013 doet deze verordening geen afbreuk aan de voortzetting noch aan de wijziging, met inbegrip van de gehele of gedeeltelijke intrekking, van de betrokken projecten tot de afsluiting daarvan, of van de steun die de Commissie heeft goedgekeurd op grond van Verordening (EG) nr. 1083/2006 of andere wetgeving die op 31 december 2013 op die steunverlening van toepassing is.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1164/94 van de Raad van 16 mei 1994 tot oprichting van een Cohesiefonds (PB L 130 van 25.5.1994, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1257/1999 van de Raad van 17 mei 1999 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de landbouw (EOGFL) en tot wijziging en intrekking van een aantal verordeningen (PB L 160 van 26.6.1999, blz. 80).

Verordening (EG) nr. 1260/1999 van de Raad van 21 juni 1999 houdende algemene bepalingen inzake de structuurfondsen (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 1), met name artikel 39, lid 2.

Verordening (EG) nr. 1263/1999 van de Raad van 21 juni 1999 betreffende het Financieringsinstrument voor de oriëntatie van de visserij (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 54).

Verordening (EG) nr. 1268/1999 van de Raad van 21 juni 1999 inzake steunverlening door de Gemeenschap voor pretoetredingsmaatregelen op het gebied van landbouw en plattelandsontwikkeling in de kandidaat-lidstaten in Midden- en Oost-Europa gedurende de pretoetredingsperiode (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 87).

Verordening (EG) nr. 1783/1999 van het Europees Parlement en de Raad van 12 juni 1999 met betrekking tot het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (PB L 213 van 13.8.1999, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1784/1999 van het Europees Parlement en de Raad van 12 juli 1999 betreffende het Europees Sociaal Fonds (PB L 213 van 13.8.1999, blz. 5).

Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1260/1999 (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25).

Verordening (EG) nr. 1198/2006 van de Raad van 27 juli 2006 inzake het Europees Visserijfonds (PB L 223 van 15.8.2006, blz. 1).

Referentiebesluiten

Verordening (EG) nr. 448/2001 van de Commissie van 2 maart 2001 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1260/1999 van de Raad met betrekking tot de procedure inzake financiële correcties betreffende uit de structuurfondsen toegekende bijstand (PB L 64 van 6.3.2001, blz. 13).

Verordening (EG) nr. 1386/2002 van de Commissie van 29 juli 2002 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1164/94 van de Raad met betrekking tot de beheers- en controlesystemen en de procedure inzake financiële correcties betreffende uit het Cohesiefonds toegekende bijstand (PB L 201 van 31.7.2002, blz. 5).

Verordening (EG) nr. 27/2004 van de Commissie van 5 januari 2004 houdende overgangsbepalingen voor de toepassing van Verordening (EG) nr. 1257/1999 van de Raad met betrekking tot de financiering door het EOGFL, afdeling Garantie, van de maatregelen voor plattelandsontwikkeling in Tsjechië, Estland, Cyprus, Letland, Litouwen, Hongarije, Malta, Polen, Slovenië en Slowakije (PB L 5 van 9.1.2004, blz. 36).

Verordening (EG) nr. 141/2004 van de Commissie van 28 januari 2004 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1257/1999 van de Raad ten aanzien van de overgangsmaatregelen voor plattelandsontwikkeling die gelden voor Tsjechië, Estland, Cyprus, Letland, Litouwen, Hongarije, Malta, Polen, Slovenië en Slowakije (PB L 24 van 29.1.2004, blz. 25).

Verordening (EG) nr. 1828/2006 van de Commissie van 8 december 2006 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds, en van Verordening (EG) nr. 1080/2006 van het Europees Parlement en de Raad betreffende het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (PB L 371 van 27.12.2006, blz. 1).

6 5 3

Financiële correcties in verband met de programmeringsperiode 2007-2013 — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

 

Toelichting

Onder dit artikel worden de financiële correcties geboekt in verband met het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO), het Europees Sociaal Fonds (ESF), het Cohesiefonds, het Europees Visserijfonds (EVF) en het instrument voor pretoetredingssteun (IPA I) voor de programmeringsperiode 2007-2013.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement kunnen de onder dit artikel opgenomen bedragen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten op de desbetreffende begrotingsonderdelen van de titels 04, 05, 11 en 13 van de staat van uitgaven van deze afdeling.

Overeenkomstig artikel 152, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1303/2013 doet deze verordening geen afbreuk aan de voortzetting noch aan de wijziging, met inbegrip van de gehele of gedeeltelijke intrekking, van de betrokken projecten tot de afsluiting daarvan, of van de steun die de Commissie heeft goedgekeurd op grond van Verordening (EG) nr. 1083/2006 of andere wetgeving die op 31 december 2013 op die steunverlening van toepassing is.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1260/1999 (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25).

Verordening (EG) nr. 1085/2006 van de Raad van 17 juli 2006 tot invoering van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA) (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 82).

Verordening (EG) nr. 1198/2006 van de Raad van 27 juli 2006 inzake het Europees Visserijfonds (PB L 223 van 15.8.2006, blz. 1).

Referentiebesluiten

Verordening (EG) nr. 1828/2006 van de Commissie van 8 december 2006 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds, en van Verordening (EG) nr. 1080/2006 van het Europees Parlement en de Raad betreffende het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (PB L 371 van 27.12.2006, blz. 1).

6 5 4

Financiële correcties in verband met de programmeringsperiode 2014-2020 — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

 

Toelichting

Onder dit artikel worden de financiële correcties geboekt in verband met het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO), het Europees Sociaal Fonds (ESF), het Cohesiefonds, het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij (EFMZV), het Fonds voor Europese hulp aan de meest behoeftigen (FEAD) en het instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) voor de programmeringsperiode 2014-2020.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement geven de onder dit artikel opgenomen bedragen aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de desbetreffende begrotingsonderdelen van de titels 04, 11 en 13 van de staat van uitgaven van deze afdeling.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).

Verordening (EU) nr. 223/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 betreffende het Fonds voor Europese hulp aan de meest behoeftigen (PB L 72 van 12.3.2014, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 231/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 11).

HOOFDSTUK 6 6 —   OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN

6 6 0

Overige bijdragen en terugbetalingen

6 6 0 0

Overige bestemmingsbijdragen en -terugbetalingen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

839 804 777,25

Toelichting

Op deze post worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement de eventuele ontvangsten geboekt die niet zijn voorzien in de andere onderdelen van titel 6 en die aanleiding geven tot de opvoering van aanvullende kredieten ter financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

6 6 0 1

Overige bijdragen en terugbetalingen zonder specifieke bestemming

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

60 000 000

60 000 000

8 666 423,81

Toelichting

Op deze post worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement de eventuele ontvangsten geboekt die niet zijn voorzien in de andere onderdelen van titel 6.

HOOFDSTUK 6 7 —   ONTVANGSTEN IN HET KADER VAN HET EUROPEES LANDBOUWGARANTIEFONDS EN HET EUROPEES LANDBOUWFONDS VOOR PLATTELANDSONTWIKKELING

6 7 0

Ontvangsten in het kader van het Europees Landbouwgarantiefonds

6 7 0 1

Goedkeuring van de rekeningen van het Europees Landbouwgarantiefonds — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

815 588 600,63

Toelichting

Op deze post worden de bedragen geboekt die voortvloeien uit in het kader van de goedkeuring van de rekeningen ten gunste van de algemene begroting van de Unie genomen boekhoudbesluiten en conformiteitsbesluiten betreffende uitgaven gefinancierd uit het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de landbouw (afdeling Garantie) in het kader van rubriek 1 van de financiële vooruitzichten 2000-2006 en uit het Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF) in het kader van rubriek 2 van het meerjarig financieel kader 2007-2013 en 2014-2020 overeenkomstig de artikelen 51 en 52 van Verordening (EU) nr. 1306/2013. Deze post omvat correcties vanwege de niet-naleving van betalingstermijnen overeenkomstig artikel 40 van die verordening.

Op deze post worden ook bedragen geboekt die voortvloeien uit in het kader van de goedkeuring van de rekeningen ten gunste van de algemene Uniebegroting genomen boekhoudbesluiten en conformiteitsbesluiten betreffende uitgaven die zijn gefinancierd door de bij Verordening (EG) nr. 320/2006 ingestelde tijdelijke regeling voor de herstructurering van de suikerindustrie in de Gemeenschap (Fonds voor de herstructurering van de suikerindustrie), die op 30 september 2012 is afgelopen.

Overeenkomstig artikel 1, lid 3, van Verordening (EG) nr. 320/2006 en artikel 43 van Verordening (EU) nr. 1306/2013 worden deze bedragen beschouwd als bestemmingsontvangsten in de zin van de artikelen 21 en 174 van het Financieel Reglement (Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002). Alle op deze post geboekte ontvangsten worden gebruikt ter aanvulling van de kredieten voor alle begrotingsposten van het ELGF van de staat van uitgaven van deze afdeling.

De ontvangsten voor deze post worden geraamd op 2 015 000 000 EUR, inclusief 890 000 000 EUR overgedragen van 2015 naar 2016 overeenkomstig artikel 14 van het Financieel Reglement. Bij de opstelling van de begroting voor 2016 is een bedrag van 600 000 000 EUR in rekening gebracht voor de financiering van maatregelen in het kader van artikel 05 02 08 (post 05 02 08 03) en het saldo van 1 415 000 000 EUR voor de financiering van maatregelen in het kader van artikel 05 03 01 (post 05 03 01 10).

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 320/2006 van de Raad van 20 februari 2006 tot instelling van een tijdelijke regeling voor de herstructurering van de suikerindustrie in de Europese Gemeenschap en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1290/2005 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (PB L 58 van 28.2.2006, blz. 42).

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake de financiering, het beheer en de monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 352/78, (EG) nr. 165/94, (EG) nr. 2799/98, (EG) nr. 814/2000, (EG) nr. 1290/2005 en (EG) nr. 485/2008 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 549).

6 7 0 2

Onregelmatigheden in het kader van het Europees Landbouwgarantiefonds — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

150 305 663,70

Toelichting

Op deze post worden bedragen geboekt die zijn teruggevorderd in verband met onregelmatigheden of nalatigheden, inclusief de daarmee samenhangende rente, in het bijzonder bedragen die zijn teruggevorderd in verband met onregelmatigheden of fraude, ontvangen boeten en rente, en verbeurd verklaarde zekerheden, deposito's of waarborgen, betreffende uitgaven gefinancierd uit het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de landbouw (afdeling Garantie) in het kader van rubriek 1 van de financiële vooruitzichten 2000-2006 en uit het Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF) in het kader van rubriek 2 van het meerjarig financieel kader 2007-2013 en 2014-2020 overeenkomstig de artikelen 54 en 55 van Verordening (EU) nr. 1306/2013.

Op deze post worden ook bedragen, inclusief rente, boeten en verkregen zekerheden geboekt die in verband met onregelmatigheden of nalatigheden zijn teruggevorderd, betreffende uitgaven die zijn gefinancierd uit de bij Verordening (EG) nr. 320/2006 ingestelde tijdelijke regeling voor de herstructurering van de suikerindustrie (Fonds voor de herstructurering van de suikerindustrie) in de Unie vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 320/2006, die per 30 september 2012 is afgelopen.

Deze post dient ook ter dekking van de teruggevorderde nettobedragen waarvoor de lidstaten 20 % kunnen inhouden overeenkomstig artikel 55, van Verordening (EG) nr. 1306/2013.

Overeenkomstig artikel 1, lid 3, van Verordening (EG) nr. 320/2006 en de artikelen 43 en 55 van Verordening (EU) nr. 1306/2013 worden deze bedragen beschouwd als bestemmingsontvangsten in de zin van de artikelen 21 en 174 van het Financieel Reglement. Alle op deze post geboekte ontvangsten worden gebruikt ter aanvulling van de kredieten voor alle begrotingsposten van het ELGF van de staat van uitgaven van deze afdeling.

De ontvangsten voor deze post worden geraamd op 155 000 000 EUR. Bij de opstelling van de begroting voor 2016 is dit bedrag in rekening gebracht voor de financiering van maatregelen in het kader van artikel 05 03 01 (post 05 03 01 10).

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 320/2006 van de Raad van 20 februari 2006 tot instelling van een tijdelijke regeling voor de herstructurering van de suikerindustrie in de Europese Gemeenschap en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1290/2005 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (PB L 58 van 28.2.2006, blz. 42).

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad inzake de financiering, het beheer en de monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van Verordeningen (EEG) nr. 352/78, (EG) nr. 165/94, (EG) nr. 2799/98, (EG) nr. 814/2000, (EG) nr. 1290/2005 en (EG) nr. 485/2008 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 549).

6 7 0 3

Heffing voor melkproducenten — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

48 284 110,03

Toelichting

Op deze post worden de bedragen geboekt in verband met de overschotheffing van het melkquotastelsel, die worden geïnd of teruggevorderd overeenkomstig titel 1, deel II, hoofdstuk III, deel III, van Verordening (EG) nr. 1234/2007, met name artikel 78.

Overeenkomstig artikel 43 van Verordening (EU) nr. 1306/2013 worden deze bedragen beschouwd als bestemmingsontvangsten in de zin van de artikelen 21 en 174 van het Financieel Reglement. Alle op deze post geboekte ontvangsten worden gebruikt ter aanvulling van de kredieten voor alle begrotingsposten van het ELGF van de staat van uitgaven van deze afdeling.

De ontvangsten voor deze post worden geraamd op 810 000 000 EUR. Bij de opstelling van de begroting voor 2016 is dit bedrag in rekening gebracht voor de financiering van maatregelen in het kader van artikel 05 03 01 (post 05 03 01 10).

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten (integrale GMO-verordening) (PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1).

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake de financiering, het beheer en de monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van Verordeningen (EEG) nr. 352/78, (EG) nr. 165/94, (EG) nr. 2799/98, (EG) nr. 814/2000, (EG) nr. 1290/2005 en (EG) nr. 485/2008 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 549).

6 7 1

Ontvangsten in het kader van het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling

6 7 1 1

Goedkeuring van de rekeningen van het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

69 413 810,83

Toelichting

Op deze post worden de bedragen geboekt die voortvloeien uit in het kader van de goedkeuring van de rekeningen ten gunste van de algemene begroting van de Unie genomen boekhoudbesluiten en conformiteitsbesluiten betreffende voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo) gefinancierde uitgaven, overeenkomstig de artikelen 51 en 52 van Verordening (EU) nr. 1306/2013. Op deze post worden ook voorschotten geboekt die in het kader van het Elfpo waren betaald en die worden terugbetaald.

Overeenkomstig artikel 43 van Verordening (EU) nr. 1306/2013, worden deze bedragen beschouwd als bestemmingsontvangsten in de zin van de artikelen 21 en 177 van het Financieel Reglement. Alle op deze post geboekte ontvangsten worden gebruikt ter aanvulling van de kredieten voor alle begrotingsposten van het Elfpo.

Bij de opstelling van de begroting 2016 werd geen specifiek bedrag voor de artikelen 05 04 05 en 05 04 60 voorzien.

Rechtsgronden

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake de financiering, het beheer en de monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van Verordeningen (EEG) nr. 352/78, (EG) nr. 165/94, (EG) nr. 2799/98, (EG) nr. 814/2000, (EG) nr. 1290/2005 en (EG) nr. 485/2008 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 549).

6 7 1 2

Onregelmatigheden in het kader van het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Op deze post worden bedragen geboekt die zijn teruggevorderd in verband met onregelmatigheden of nalatigheden, inclusief de daarmee samenhangende rente, in het bijzonder bedragen die zijn teruggevorderd in verband met onregelmatigheden of fraude, ontvangen boeten en rente, en verbeurd verklaarde zekerheden, betreffende uitgaven in het kader van plattelandsontwikkeling gefinancierd door het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo) overeenkomstig de artikelen 54 en 56 van Verordening (EU) nr. 1306/2013.

Overeenkomstig artikel 43 van Verordening (EU) nr. 1306/2013 worden deze bedragen beschouwd als bestemmingsontvangsten in de zin van de artikelen 21 en 177 van het Financieel Reglement. Alle op deze post geboekte ontvangsten worden gebruikt ter aanvulling van de kredieten voor alle begrotingsposten van het Elfpo.

Bij de opstelling van de begroting 2016 werd geen specifiek bedrag voor de artikelen 05 04 05 en 05 04 60 voorzien.

Rechtsgronden

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake de financiering, het beheer en de monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van Verordeningen (EEG) nr. 352/78, (EG) nr. 165/94, (EG) nr. 2799/98, (EG) nr. 814/2000, (EG) nr. 1290/2005 en (EG) nr. 485/2008 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 549).

TITEL 7

INTEREST VOOR BETALINGSACHTERSTAND EN BOETEN

 

Artikel

Post

Rubriek

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

% 2014-2016

HOOFDSTUK 7 0

7 0 0

Interest voor betalingsachterstand

7 0 0 0

Invorderbare rente wegens te late overmakingen op de rekeningen bij de Schatkisten van de lidstaten

5 000 000

10 000 000

62 832 700,78

1 256,65

7 0 0 1

Overige interest voor betalingsachterstand

3 000 000

3 000 000

1 304 377,43

43,48

 

Artikel 7 0 0 — Totaal

8 000 000

13 000 000

64 137 078,21

801,71

7 0 1

Interest voor betalingsachterstand en overige rente op boeten

15 000 000

45 000 000

368 455 044,42

2 456,37

 

HOOFDSTUK 7 0 — TOTAAL

23 000 000

58 000 000

432 592 122,63

1 880,84

HOOFDSTUK 7 1

7 1 0

Geldboeten, dwangsommen en andere sancties

100 000 000

1 415 000 000

4 124 682 904,05

4 124,68

7 1 1

Bijdragen voor overtollige emissies van nieuwe personenauto's

p.m.

p.m.

0,—

 

7 1 2

Aan de lidstaten opgelegde dwangsommen en forfaitaire bedragen wegens niet-nakoming van een arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie waarin wordt vastgesteld dat een lidstaat de krachtens het Verdrag op hem rustende verplichtingen niet is nagekomen

p.m.

50 000 000

49 406 800,—

 
 

HOOFDSTUK 7 1 — TOTAAL

100 000 000

1 465 000 000

4 174 089 704,05

4 174,09

HOOFDSTUK 7 2

7 2 0

Rente op deposito's en boeten

7 2 0 0

Rente op deposito's en boeten die voortvloeien uit de tenuitvoerlegging van de procedure bij buitensporige tekorten — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0,—

 
 

Artikel 7 2 0 — Totaal

p.m.

p.m.

0,—

 
 

HOOFDSTUK 7 2 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0,—

 
 

Titel 7 — Totaal

123 000 000

1 523 000 000

4 606 681 826,68

3 745,27

HOOFDSTUK 7 0 —

INTEREST VOOR BETALINGSACHTERSTAND

 

HOOFDSTUK 7 1 —

GELDBOETEN

 

HOOFDSTUK 7 2 —

RENTE OP DEPOSITO'S EN BOETEN

HOOFDSTUK 7 0 —   INTEREST VOOR BETALINGSACHTERSTAND

7 0 0

Interest voor betalingsachterstand

7 0 0 0

Invorderbare rente wegens te late overmakingen op de rekeningen bij de Schatkisten van de lidstaten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

5 000 000

10 000 000

62 832 700,78

Toelichting

Elke te late boeking op de in artikel 9, lid 1, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 bedoelde rekening die op naam van de Commissie is geopend, verplicht de betrokken lidstaat tot het betalen van rente.

Voor de lidstaten die de euro als munt hebben, is de rentevoet gelijk aan de door de Europese Centrale Bank op haar basisherfinancieringstransacties toegepaste rentevoet van de eerste dag van de maand van de vervaldag, zoals bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie, C-serie, vermeerderd met twee punten. Deze rente wordt met 0,25 punt per maand vertraging verhoogd. De verhoogde interest geldt voor de gehele periode van de betalingsachterstand.

Voor de lidstaten die de euro niet als munt hebben, is de rentevoet gelijk aan de rentevoet die op de eerste dag van de betrokken maand door de respectieve centrale banken op hun basisherfinancieringstransacties wordt toegepast, vermeerderd met twee punten, of, voor de lidstaten waarvoor de rentevoet van de Centrale Bank niet beschikbaar is, de meest equivalente rentevoet die op de eerste dag van de betrokken maand op de geldmarkt van de lidstaat wordt toegepast, vermeerderd met twee punten. Deze rente wordt met 0,25 punt per maand vertraging verhoogd. De verhoogde interest geldt voor de gehele periode van de betalingsachterstand.

De rentevoet geldt voor alle boekingen van eigen middelen in het kader van artikel 10 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000.

Rechtsgronden

Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 van de Raad van 22 mei 2000 houdende toepassing van Besluit 2007/436/EG, Euratom betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (PB L 130 van 31.5.2000, blz. 1).

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1), met name artikel 78, lid 4.

7 0 0 1

Overige interest voor betalingsachterstand

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

3 000 000

3 000 000

1 304 377,43

Toelichting

Deze post heeft betrekking op interest voor betalingsachterstand voor vorderingen met uitzondering van de eigen middelen.

Rechtsgronden

Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (PB L 1 van 3.1.1994, blz. 3), met name artikel 2, lid 5, van Protocol nr. 32.

Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25), met name artikel 102.

Verordening (EG) nr. 1828/2006 van de Commissie van 8 december 2006 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds, en van Verordening (EG) nr. 1080/2006 van het Europees Parlement en de Raad betreffende het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (PB L 371 van 27.12.2006, blz. 1).

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1), met name artikel 78, lid 4.

Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1268/2012 van de Commissie van 29 oktober 2012 houdende uitvoeringsvoorschriften voor Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie (PB L 362 van 31.12.2012, blz. 1), met name artikel 83.

7 0 1

Interest voor betalingsachterstand en overige rente op boeten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

15 000 000

45 000 000

368 455 044,42

Toelichting

Onder dit artikel worden de uitstaande rente op bijzondere bankrekeningen voor boeten en de interest voor betalingsachterstand in verband met deze boeten geboekt.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1/2003 van de Raad van 16 december 2002 betreffende de uitvoering van de mededingingsregels van de artikelen 81 en 82 van het Verdrag (PB L 1 van 4.1.2003, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad van 20 januari 2004 betreffende de controle op concentraties van ondernemingen (PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1), met name de artikelen 14 en 15.

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1), met name artikel 78, lid 4.

Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1268/2012 van de Commissie van 29 oktober 2012 houdende uitvoeringsvoorschriften voor Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie (PB L 362 van 31.12.2012, blz. 1), met name artikel 83.

HOOFDSTUK 7 1 —   GELDBOETEN

7 1 0

Geldboeten, dwangsommen en andere sancties

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

100 000 000

1 415 000 000

4 124 682 904,05

Toelichting

De Commissie kan geldboeten, dwangsommen en andere sancties opleggen aan ondernemingen en ondernemingsverenigingen bij niet-nakoming van een verbod of niet-uitvoering van verplichtingen in het kader van de hierna opgesomde verordeningen of in het kader van de artikelen 101 en 102 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.

Normaal gesproken moeten de geldboeten worden betaald binnen de drie maanden volgend op de kennisgeving van het besluit van de Commissie. De Commissie zal het bedrag evenwel niet innen wanneer de onderneming een beroep heeft ingesteld bij het Hof van Justitie van de Europese Unie; de onderneming moet aanvaarden dat na de uiterste betalingstermijn rente verschuldigd is op de schuld en dat uiterlijk op die datum aan de Commissie een bankgarantie wordt verstrekt ten belope van het hoofdbedrag en de renten of vermeerderingen.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1/2003 van de Raad van 16 december 2002 betreffende de uitvoering van de mededingingsregels van de artikelen 81 en 82 van het Verdrag (PB L 1 van 4.1.2003, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad van 20 januari 2004 betreffende de controle op concentraties van ondernemingen (PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1), met name de artikelen 14 en 15.

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1268/2012 van de Commissie van 29 oktober 2012 houdende uitvoeringsvoorschriften voor Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie (PB L 362 van 31.12.2012, blz. 1).

7 1 1

Bijdragen voor overtollige emissies van nieuwe personenauto's

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Onder dit artikel worden door de Commissie opgelegde bijdragen voor overtollige emissies geboekt.

Verordening (EG) nr. 443/2009 heeft tot doel emissienormen vast te stellen voor nieuwe personenauto's die in de Unie worden geregistreerd, in het kader van de geïntegreerde communautaire benadering voor het beperken van de CO2-emissies van lichte voertuigen, waarbij de goede werking van de interne markt wordt gegarandeerd.

Wanneer de gemiddelde specifieke CO2-emissies van een fabrikant in 2012 en elk daaropvolgend kalenderjaar hoger liggen dan zijn specifieke emissiedoelstelling voor het desbetreffende jaar, zal de Commissie een bijdrage voor overtollige emissies opleggen aan de fabrikant of, in het geval van een groep, aan de beheerder van de groep.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 443/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 tot vaststelling van emissienormen voor nieuwe personenauto’s, in het kader van de communautaire geïntegreerde benadering om de CO2-emissies van lichte voertuigen te beperken (PB L 140 van 5.6.2009, blz. 1), met name artikel 9.

Besluit 2012/100/EU van de Commissie van 17 februari 2012 inzake een methode voor de inning van bijdragen voor overtollige CO2-emissies van nieuwe personenauto’s op grond van Verordening (EG) nr. 443/2009 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 47 van 18.2.2012, blz. 71).

7 1 2

Aan de lidstaten opgelegde dwangsommen en forfaitaire bedragen wegens niet-nakoming van een arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie waarin wordt vastgesteld dat een lidstaat de krachtens het Verdrag op hem rustende verplichtingen niet is nagekomen

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

50 000 000

49 406 800,—

Rechtsgronden

Artikel 260, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.

HOOFDSTUK 7 2 —   RENTE OP DEPOSITO'S EN BOETEN

7 2 0

Rente op deposito's en boeten

7 2 0 0

Rente op deposito's en boeten die voortvloeien uit de tenuitvoerlegging van de procedure bij buitensporige tekorten — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Ontvangsten uit rente op deposito's en boeten die voortvloeien uit de tenuitvoerlegging van de procedure bij buitensporige tekorten.

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder c), van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van aanvullende kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1467/97 van de Raad van 7 juli 1997 over de bespoediging en verduidelijking van de tenuitvoerlegging van de procedure bij buitensporige tekorten (PB L 209 van 2.8.1997, blz. 6), met name artikel 16.

TITEL 8

OPGENOMEN EN VERSTREKTE LENINGEN

 

Artikel

Post

Rubriek

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

% 2014-2016

HOOFDSTUK 8 0

8 0 0

Garantie van de Europese Unie voor opgenomen Unieleningen ter ondersteuning van betalingsbalansen

p.m.

p.m.

0,—

 

8 0 1

Garantie van de Europese Unie voor opgenomen Euratom-leningen

p.m.

p.m.

0,—

 

8 0 2

Garantie van de Europese Unie voor opgenomen Unieleningen voor financiële bijstand in het kader van het Europees financieel stabilisatiemechanisme

p.m.

p.m.

0,—

 
 

HOOFDSTUK 8 0 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0,—

 

HOOFDSTUK 8 1

8 1 0

Aflossingen op en renteopbrengst van in het kader van de financiële samenwerking met derde landen van het Middellandse Zeegebied verstrekte speciale leningen en risicodragend kapitaal

p.m.

30 000 000

292 611 339,40

 

8 1 3

Aflossingen op en renteopbrengst van door de Commissie in het kader van European Community Investment Partners aan de ontwikkelingslanden in het Middellandse Zeegebied en Zuid-Afrika verstrekte leningen en risicodragend kapitaal

p.m.

p.m.

0,—

 
 

HOOFDSTUK 8 1 — TOTAAL

p.m.

30 000 000

292 611 339,40

 

HOOFDSTUK 8 2

8 2 7

Garantie van de Europese Unie voor de leningprogramma's van de Unie om macrofinanciële bijstand te verlenen aan derde landen

p.m.

p.m.

0,—

 

8 2 8

Garantie voor de door Euratom opgenomen leningen voor de verbetering van de efficiëntie en de veiligheid van kerncentrales in de landen van Midden- en Oost-Europa, alsmede in het Gemenebest van Onafhankelijke Staten

p.m.

p.m.

0,—

 
 

HOOFDSTUK 8 2 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0,—

 

HOOFDSTUK 8 3

8 3 5

Garantie van de Europese Unie voor door de Europese Investeringsbank aan derde landen verstrekte leningen

p.m.

p.m.

0,—

 
 

HOOFDSTUK 8 3 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0,—

 

HOOFDSTUK 8 5

8 5 0

Door het Europees Investeringsfonds uitgekeerde dividenden

5 217 537

6 890 000

4 698 000,—

90,04

 

HOOFDSTUK 8 5 — TOTAAL

5 217 537

6 890 000

4 698 000,—

90,04

 

Titel 8 — Totaal

5 217 537

36 890 000

297 309 339,40

5 698,27

HOOFDSTUK 8 0 —

ONTVANGSTEN MET BETREKKING TOT DE GARANTIE VAN DE EUROPESE UNIE VOOR IN DE LIDSTATEN OPGENOMEN EN VERSTREKTE LENINGEN

 

HOOFDSTUK 8 1 —

DOOR DE COMMISSIE VERSTREKTE LENINGEN

 

HOOFDSTUK 8 2 —

ONTVANGSTEN AFKOMSTIG VAN DE GARANTIE VAN DE EUROPESE UNIE VOOR LENINGEN OPGENOMEN DOOR EN VERSTREKT AAN DERDE LANDEN

 

HOOFDSTUK 8 3 —

ONTVANGSTEN MET BETREKKING TOT DE GARANTIE VAN DE EUROPESE UNIE VOOR DE IN DERDE LANDEN DOOR FINANCIËLE INSTELLINGEN VERSTREKTE LENINGEN

 

HOOFDSTUK 8 5 —

OPBRENGSTEN VAN PARTICIPATIES IN GARANTIE-INSTELLINGEN

HOOFDSTUK 8 0 —   ONTVANGSTEN MET BETREKKING TOT DE GARANTIE VAN DE EUROPESE UNIE VOOR IN DE LIDSTATEN OPGENOMEN EN VERSTREKTE LENINGEN

8 0 0

Garantie van de Europese Unie voor opgenomen Unieleningen ter ondersteuning van betalingsbalansen

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

De garantie van de Unie betreft leningen opgenomen op de kapitaalmarkten of van financiële instellingen. Het bedrag in hoofdsom dat in leningen aan de lidstaten kan worden toegekend is beperkt tot 50 000 000 000 EUR.

Onder dit artikel worden de eventuele ontvangsten geboekt die voortvloeien uit het uitoefenen van rechten in verband met een beroep op de garantie uit hoofde van artikel 01 02 02, voor zover deze ontvangsten niet in mindering van de uitgaven zijn geboekt.

De bijlage bij deel II van de staat van uitgaven van deze afdeling bevat een overzicht van de opgenomen en verstrekte leningen, met inbegrip van het beheer van de schuld, naar hoofdsom en rente.

Rechtsgronden

Voor de rechtsgrond, zie de toelichting bij artikel 01 02 02 van de staat van uitgaven van deze afdeling.

8 0 1

Garantie van de Europese Unie voor opgenomen Euratom-leningen

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Onder dit artikel worden de eventuele ontvangsten geboekt die voortvloeien uit het uitoefenen van rechten in verband met een beroep op de garantie uit hoofde van artikel 01 04 03, voor zover deze ontvangsten niet in mindering van de uitgaven zijn geboekt.

De bijlage bij deel II van de staat van uitgaven van deze afdeling bevat een overzicht van de opgenomen en verstrekte leningen, met inbegrip van het beheer van de schuld, naar hoofdsom en rente.

Rechtsgronden

Voor de rechtsgrond, zie de toelichting bij artikel 01 04 03 van de staat van uitgaven van deze afdeling.

8 0 2

Garantie van de Europese Unie voor opgenomen Unieleningen voor financiële bijstand in het kader van het Europees financieel stabilisatiemechanisme

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

De garantie van de Unie betreft leningen opgenomen op de kapitaalmarkten of van financiële instellingen. Het uitstaande bedrag van de leningen of kredietlijnen die aan lidstaten worden verstrekt, wordt beperkt tot hetgeen in de rechtsgrond is bepaald.

Onder dit artikel worden de eventuele ontvangsten geboekt die voortvloeien uit het uitoefenen van rechten in verband met een beroep op de garantie uit hoofde van artikel 01 02 03, voor zover deze ontvangsten niet in mindering van de uitgaven zijn geboekt.

De bijlage bij deel II van de staat van uitgaven van deze afdeling bevat een overzicht van de opgenomen en verstrekte leningen, met inbegrip van het beheer van de schuld, naar hoofdsom en rente.

Rechtsgronden

Voor de rechtsgrond, zie de toelichting bij artikel 01 02 03 van de staat van uitgaven van deze afdeling.

HOOFDSTUK 8 1 —   DOOR DE COMMISSIE VERSTREKTE LENINGEN

8 1 0

Aflossingen op en renteopbrengst van in het kader van de financiële samenwerking met derde landen van het Middellandse Zeegebied verstrekte speciale leningen en risicodragend kapitaal

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

30 000 000

292 611 339,40

Toelichting

Op dit artikel worden de aflossingen op en de renteopbrengst geboekt van speciale leningen en risicodragend kapitaal die uit de kredieten van de hoofdstukken 22 02 en 22 04 van de staat van uitgaven van deze afdeling zijn verstrekt aan derde landen van het Middellandse Zeegebied.

Het omvat ook aflossingen op en renteopbrengst van speciale leningen en risicodragend kapitaal aan bepaalde lidstaten uit het Middellandse Zeegebied, die een zeer klein gedeelte van het totaalbedrag vertegenwoordigen. Deze leningen/dit risicokapitaal werd(en) verstrekt op het ogenblik dat de landen nog niet tot de Unie waren toegetreden.

De werkelijke ontvangsten overtreffen gewoonlijk de begrotingsramingen, in verband met de uitkering in het voorgaande begrotingsjaar alsmede in het lopende begrotingsjaar van speciale leningen en risicodragend kapitaal waarover rente moet worden betaald. De rente op speciale leningen en risicodragend kapitaal loopt vanaf het ogenblik van uitkering; in het eerste geval wordt deze halfjaarlijks betaald, in het tweede geval doorgaans jaarlijks.

Dit artikel is overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement bestemd voor de opname van de eventuele ontvangsten die aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten voor de financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

Rechtsgronden

Voor de rechtsgrond, zie de toelichting bij hoofdstukken 22 02 en 22 04 van de staat van uitgaven van deze afdeling.

8 1 3

Aflossingen op en renteopbrengst van door de Commissie in het kader van European Community Investment Partners aan de ontwikkelingslanden in het Middellandse Zeegebied en Zuid-Afrika verstrekte leningen en risicodragend kapitaal

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Dit artikel dient voor het boeken van de aflossingen op en de renteopbrengst van leningen en risicodragend kapitaal die uit de kredieten van de artikelen 21 02 51 en 22 04 51 in het kader van European Community Investment Partners (ECIP) zijn verstrekt.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot invoering van Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 104).

Voor de rechtsgrond, zie de toelichting bij de artikelen 21 02 51 en 22 04 51 van de staat van uitgaven in deze afdeling.

HOOFDSTUK 8 2 —   ONTVANGSTEN AFKOMSTIG VAN DE GARANTIE VAN DE EUROPESE UNIE VOOR LENINGEN OPGENOMEN DOOR EN VERSTREKT AAN DERDE LANDEN

8 2 7

Garantie van de Europese Unie voor de leningprogramma's van de Unie om macrofinanciële bijstand te verlenen aan derde landen

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Onder dit artikel worden de eventuele ontvangsten geboekt die voortvloeien uit het uitoefenen van rechten in verband met een beroep op de garantie uit hoofde van artikel 01 03 03, voor zover deze ontvangsten niet in mindering van de uitgaven zijn geboekt.

De bijlage bij deel II van de staat van uitgaven van deze afdeling bevat een overzicht van de opgenomen en verstrekte leningen, met inbegrip van het beheer van de schuld, naar hoofdsom en rente.

Rechtsgronden

Voor de rechtsgrond, zie de toelichting bij artikel 01 03 03 van de staat van uitgaven van deze afdeling.

8 2 8

Garantie voor de door Euratom opgenomen leningen voor de verbetering van de efficiëntie en de veiligheid van kerncentrales in de landen van Midden- en Oost-Europa, alsmede in het Gemenebest van Onafhankelijke Staten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Onder dit artikel worden de eventuele ontvangsten geboekt die voortvloeien uit het uitoefenen van rechten in verband met een beroep op de garantie uit hoofde van artikel 01 03 04, voor zover deze ontvangsten niet in mindering van de uitgaven zijn geboekt.

De bijlage bij deel II van de staat van uitgaven van deze afdeling bevat een overzicht van de opgenomen en verstrekte leningen, met inbegrip van het beheer van de schuld, naar hoofdsom en rente.

Rechtsgronden

Voor de rechtsgrond, zie de toelichting bij artikel 01 03 04 van de staat van uitgaven van deze afdeling.

HOOFDSTUK 8 3 —   ONTVANGSTEN MET BETREKKING TOT DE GARANTIE VAN DE EUROPESE UNIE VOOR DE IN DERDE LANDEN DOOR FINANCIËLE INSTELLINGEN VERSTREKTE LENINGEN

8 3 5

Garantie van de Europese Unie voor door de Europese Investeringsbank aan derde landen verstrekte leningen

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Onder dit artikel worden de eventuele ontvangsten geboekt die voortvloeien uit het uitoefenen van rechten in verband met een beroep op de garantie uit hoofde van artikel 01 03 05 van de staat van uitgaven van deze afdeling.

De bijlage bij deel II van de staat van uitgaven van deze afdeling bevat een overzicht van de opgenomen en verstrekte leningen, met inbegrip van het beheer van de schuld, naar hoofdsom en rente.

Rechtsgronden

Voor de rechtsgrond, zie de toelichting bij artikel 01 03 05van de staat van uitgaven van deze afdeling.

HOOFDSTUK 8 5 —   OPBRENGSTEN VAN PARTICIPATIES IN GARANTIE-INSTELLINGEN

8 5 0

Door het Europees Investeringsfonds uitgekeerde dividenden

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

5 217 537

6 890 000

4 698 000,—

Toelichting

Dit artikel dient voor het ontvangen van door het Europees Investeringsfonds krachtens deze participatie uitgekeerde dividenden.

Rechtsgronden

Besluit 94/375/EG van de Raad van 6 juni 1994 betreffende het lidmaatschap van de Gemeenschap van het Europees Investeringsfonds (PB L 173 van 7.7.1994, blz. 12).

Besluit 2007/247/EG van de Raad van 19 april 2007 inzake de deelneming van de Gemeenschap in de kapitaalverhoging bij het Europees Investeringsfonds (PB L 107 van 25.4.2007, blz. 5).

Besluit nr. 562/2014/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 inzake de deelname van de Europese Unie in de kapitaalverhoging bij het Europees Investeringsfonds (PB L 156 van 24.5.2014, blz. 1).

TITEL 9

DIVERSE ONTVANGSTEN

 

Artikel

Post

Rubriek

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

% 2014-2016

HOOFDSTUK 9 0

9 0 0

Diverse ontvangsten

25 000 000

30 000 000

13 750 288,44

55,00

 

HOOFDSTUK 9 0 — TOTAAL

25 000 000

30 000 000

13 750 288,44

55,00

 

Titel 9 — Totaal

25 000 000

30 000 000

13 750 288,44

55,00

 

TOTAAL-GENERAAL

1 278 944 020

2 716 056 318

9 313 628 501,90

728,23

HOOFDSTUK 9 0 —

DIVERSE ONTVANGSTEN

HOOFDSTUK 9 0 —   DIVERSE ONTVANGSTEN

9 0 0

Diverse ontvangsten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

25 000 000

30 000 000

13 750 288,44

Toelichting

Onder dit artikel worden diverse ontvangsten geboekt.

ALGEMENE SAMENVATTING VAN DE KREDIETEN (2016 EN 2015) EN VAN DE UITVOERING (2014)

 

Titel

Rubriek

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

01

ECONOMISCHE EN FINANCIËLE ZAKEN

2 532 673 157

1 097 025 157

1 726 222 260

463 888 664

230 605 599,76

300 229 549,58

02

INTERNE MARKT, INDUSTRIE, ONDERNEMERSCHAP EN MIDDEN- EN KLEINBEDRIJF

2 285 812 989

1 894 487 636

2 397 808 425

2 093 932 585

2 487 077 892,35

2 004 487 689,80

03

CONCURRENTIE

102 698 620

102 698 620

97 651 538

97 651 538

96 725 491,67

96 725 491,67

04

WERKGELEGENHEID, SOCIALE ZAKEN EN INCLUSIE

12 924 259 299

13 030 720 525

15 003 231 515

10 973 416 992

10 356 579 013,32

11 450 809 753,11

05

LANDBOUW EN PLATTELANDSONTWIKKELING

61 382 084 429

54 625 119 708

61 948 762 610

54 941 251 061

47 789 188 674,45

55 769 052 032,08

06

MOBILITEIT EN VERVOER

4 219 477 187

2 295 863 330

2 581 291 171

2 056 297 929

2 878 698 665,69

1 037 554 207,13

07

MILIEU

448 266 445

397 061 087

425 317 926

391 226 413

415 534 290,15

353 767 552,65

08

ONDERZOEK EN INNOVATIE

5 854 638 306

5 402 950 507

5 807 294 471

5 470 901 309

6 269 437 583,26

4 484 471 699,98

09

COMMUNICATIENETWERKEN, INHOUD EN TECHNOLOGIE

1 803 314 364

2 373 056 657

1 855 814 447

1 854 363 843

1 849 669 513,90

1 334 494 094,06

10

EIGEN ONDERZOEK

396 834 657

402 688 960

392 970 215

402 052 368

535 186 038,49

516 790 641,89

11

MARITIEME ZAKEN EN VISSERIJ

999 860 215

675 121 774

1 731 272 311

918 640 442

218 100 889,36

805 002 735,44

Reserves (40 02 41)

83 345 750

83 345 750

74 090 991

69 190 991

   
 

1 083 205 965

758 467 524

1 805 363 302

987 831 433

218 100 889,36

805 002 735,44

12

FINANCIËLE STABILITEIT, FINANCIËLE DIENSTEN EN KAPITAALMARKTENUNIE

84 986 304

85 662 304

85 296 380

83 489 504

89 046 778,31

87 630 783,56

13

REGIONAAL BELEID EN STADSONTWIKKELING

35 988 630 661

36 386 098 987

44 725 459 137

40 775 745 430

17 112 213 205,74

44 002 702 182,56

14

BELASTINGEN EN DOUANE-UNIE

166 447 251

159 265 251

161 232 912

137 132 884

159 531 738,23

136 415 501,94

15

ONDERWIJS EN CULTUUR

2 889 262 253

3 030 752 053

2 745 176 038

2 523 359 667

3 068 349 697,56

2 512 424 939,01

16

COMMUNICATIE

203 694 896

196 759 396

199 892 227

192 074 269

199 290 902,65

205 438 063,84

17

GEZONDHEID EN VOEDSELVEILIGHEID

570 625 060

571 327 060

573 819 742

537 902 207

595 372 141,87

546 521 698,95

18

MIGRATIE EN BINNENLANDSE ZAKEN

3 225 091 730

2 323 443 097

1 736 875 609

1 202 221 437

708 899 643,59

1 088 957 601,55

19

INSTRUMENTEN VOOR HET BUITENLANDS BELEID

782 603 058

677 343 652

759 243 944

577 841 739

687 367 990,48

554 512 550,42

20

HANDEL

107 216 392

105 566 392

115 119 115

123 790 917

119 712 032,48

117 987 056,62

21

INTERNATIONALE SAMENWERKING EN ONTWIKKELING

3 161 973 792

3 345 883 780

2 958 618 918

2 649 645 152

2 960 444 482,15

2 362 051 966,60

22

NABUURSCHAP EN UITBREIDINGSONDERHANDELINGEN

3 835 177 683

3 565 517 946

3 854 486 972

2 611 644 410

3 798 152 499,83

2 659 070 811,10

23

HUMANITAIRE HULP EN CIVIELE BESCHERMING

1 202 303 141

1 560 487 834

1 018 951 102

1 054 277 483

1 187 339 476,55

1 428 943 158,70

24

FRAUDEBESTRIJDING

80 226 300

85 655 000

78 734 800

75 357 901

75 772 533,09

74 237 520,52

25

BELEIDSCOÖRDINATIE EN JURIDISCH ADVIES VAN DE COMMISSIE

206 099 587

205 749 587

191 983 721

191 983 721

198 336 843,34

199 289 183,98

26

ADMINISTRATIE VAN DE COMMISSIE

1 013 314 325

1 012 769 705

997 048 573

991 791 094

1 070 481 868,68

1 069 648 408,44

Reserves (40 01 40)

3 426 739

3 426 739

       
 

1 016 741 064

1 016 196 444

997 048 573

991 791 094

1 070 481 868,68

1 069 648 408,44

27

BEGROTING

72 184 538

72 184 538

70 488 939

70 488 939

88 637 392,08

88 637 392,08

28

AUDIT

18 774 034

18 774 034

11 936 916

11 936 916

12 000 789,60

12 000 789,60

29

STATISTIEK

139 150 570

127 507 570

134 393 726

116 198 129

139 738 046,37

138 743 729,83

30

PENSIOENEN EN DAARMEE SAMENHANGENDE UITGAVEN

1 647 355 000

1 647 355 000

1 567 119 435

1 567 119 435

1 493 058 835,73

1 493 058 835,73

31

TALENDIENSTEN

398 824 459

398 824 459

389 488 765

389 488 765

443 756 554,45

443 756 554,45

32

ENERGIE

1 531 675 330

1 523 585 634

1 355 770 790

1 541 567 179

1 721 696 310,22

1 166 909 407,91

33

JUSTITIE EN CONSUMENTENZAKEN

258 626 977

239 160 105

241 103 459

221 749 427

240 687 323,40

219 605 416,26

34

KLIMAATACTIE

137 514 278

81 944 278

127 447 895

84 247 010

121 531 870,16

51 335 444,96

40

RESERVES

561 384 489

395 772 489

539 455 991

219 190 991

0,—

0,—

 

Totaal

151 233 061 776

140 114 184 112

158 606 781 995

137 613 867 750

109 418 222 608,96

138 813 264 446,—

Waarvan reserves (40 01 40, 40 02 41)

86 772 489

86 772 489

74 090 991

69 190 991

   

TITEL XX

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR BELEIDSTERREINEN

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

XX 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR BELEIDSTERREINEN

XX 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen op beleidsterreinen

XX 01 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen in dienst bij de instelling

XX 01 01 01 01

Salarissen en vergoedingen

5,2

1 913 010 000

1 847 039 000

1 890 276 455,78

XX 01 01 01 02

Uitgaven en vergoedingen voor aanwerving, overplaatsing en beëindiging van de dienst

5,2

11 828 000

12 180 000

12 678 000,—

XX 01 01 01 03

Aanpassing van de salarissen

5,2

17 279 000

15 760 000

0,—

 

Subtotaal

 

1 942 117 000

1 874 979 000

1 902 954 455,78

XX 01 01 02

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen van de Commissie die werkzaam zijn in de delegaties van de Unie

XX 01 01 02 01

Salarissen en vergoedingen

5,2

104 747 000

105 435 000

101 982 176,34

XX 01 01 02 02

Uitgaven en vergoedingen voor aanwerving, overplaatsing en beëindiging van de dienst

5,2

7 188 000

5 676 000

8 486 742,41

XX 01 01 02 03

Kredieten ter dekking van een aanpassing van de salarissen

5,2

912 000

860 000

0,—

 

Subtotaal

 

112 847 000

111 971 000

110 468 918,75

 

Artikel XX 01 01 — Subtotaal

 

2 054 964 000

1 986 950 000

2 013 423 374,53

XX 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven

XX 01 02 01

Aan de instelling verbonden extern personeel

XX 01 02 01 01

Arbeidscontractanten

5,2

65 206 000

62 714 000

68 218 939,88

XX 01 02 01 02

Uitzendkrachten en technisch-administratieve bijstand ter ondersteuning van verschillende activiteiten

5,2

21 900 000

23 700 000

22 581 130,06

XX 01 02 01 03

Tijdelijk bij de instelling gedetacheerde nationale ambtenaren

5,2

37 308 000

37 183 000

32 262 661,71

 

Subtotaal

 

124 414 000

123 597 000

123 062 731,65

XX 01 02 02

Extern personeel van de Commissie in delegaties van de Unie

XX 01 02 02 01

Salarissen van de andere personeelsleden

5,2

8 945 000

8 869 000

8 482 552,74

XX 01 02 02 02

Opleiding van jonge deskundigen en gedetacheerde nationale deskundigen

5,2

1 828 000

1 810 000

1 752 000,—

XX 01 02 02 03

Uitgaven in verband met andere personeelsleden en andere verrichte diensten

5,2

343 000

340 000

337 000,—

 

Subtotaal

 

11 116 000

11 019 000

10 571 552,74

XX 01 02 11

Overige beheersuitgaven van de instelling

XX 01 02 11 01

Dienstreizen en representatie

5,2

57 067 000

56 654 500

56 525 682,91

XX 01 02 11 02

Uitgaven voor conferenties, vergaderingen en deskundigengroepen

5,2

25 890 000

25 842 500

22 114 187,65

XX 01 02 11 03

Vergaderingen van comités

5,2

12 215 000

12 215 000

11 854 058,94

XX 01 02 11 04

Studies en adviezen

5,2

6 090 000

6 394 000

5 004 088,38

XX 01 02 11 05

Informatie- en beheerssystemen

5,2

28 793 000

28 650 000

34 345 024,28

XX 01 02 11 06

Bijscholing en managementopleidingen

5,2

11 900 000

12 400 000

12 992 053,14

 

Subtotaal

 

141 955 000

142 156 000

142 835 095,30

XX 01 02 12

Overige beheersuitgaven met betrekking tot personeel van de Commissie in de delegaties van de Unie

XX 01 02 12 01

Dienstreizen, conferenties en representatie

5,2

5 587 000

5 657 000

5 796 000,—

XX 01 02 12 02

Bijscholing voor het personeel van de delegaties

5,2

699 000

274 000

330 000,—

 

Subtotaal

 

6 286 000

5 931 000

6 126 000,—

 

Artikel XX 01 02 — Subtotaal

 

283 771 000

282 703 000

282 595 379,69

XX 01 03

Uitgaven voor apparatuur en diensten voor informatie- en communicatietechnologie, en gebouwen

XX 01 03 01

Uitgaven voor apparatuur en diensten voor informatie- en communicatietechnologie van de Commissie

XX 01 03 01 03

Apparatuur voor informatie- en communicatietechnologie

5,2

61 113 000

56 169 000

63 583 563,10

XX 01 03 01 04

Diensten voor informatie- en communicatietechnologie

5,2

62 835 000

62 866 000

74 413 567,72

 

Subtotaal

 

123 948 000

119 035 000

137 997 130,82

XX 01 03 02

Gebouwen en daarmee samenhangende uitgaven met betrekking tot personeel van de Commissie in de delegaties van de Unie

XX 01 03 02 01

Aankoop, huur en daarmee samenhangende uitgaven

5,2

28 797 000

26 872 000

41 857 000,—

XX 01 03 02 02

Materieel, meubilair, leveringen en diensten

5,2

836 000

906 000

8 336 000,—

 

Subtotaal

 

29 633 000

27 778 000

50 193 000,—

 

Artikel XX 01 03 — Subtotaal

 

153 581 000

146 813 000

188 190 130,82

 

HOOFDSTUK XX 01 — TOTAAL

 

2 492 316 000

2 416 466 000

2 484 208 885,04

HOOFDSTUK XX 01 —   ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR BELEIDSTERREINEN

XX 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen op beleidsterreinen

XX 01 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen in dienst bij de instelling

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

XX 01 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen in dienst bij de instelling

XX 01 01 01 01

Salarissen en vergoedingen

5,2

1 913 010 000

1 847 039 000

1 890 276 455,78

XX 01 01 01 02

Uitgaven en vergoedingen voor aanwerving, overplaatsing en beëindiging van de dienst

5,2

11 828 000

12 180 000

12 678 000,—

XX 01 01 01 03

Aanpassing van de salarissen

5,2

17 279 000

15 760 000

0,—

 

Post XX 01 01 01 — Totaal

 

1 942 117 000

1 874 979 000

1 902 954 455,78

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de volgende uitgaven ten behoeve van de ambtenaren en de tijdelijke functionarissen die een ambt bekleden dat op de lijst van het aantal ambten voorkomt, met uitzondering van de in derde landen tewerkgestelde personeelsleden:

 

de salarissen, vergoedingen en aan de salarissen gekoppelde toelagen;

 

de ongevallen- en ziektekostenverzekering en andere sociale lasten;

 

de werkloosheidsverzekering voor tijdelijke functionarissen, alsmede betalingen met het oog op de totstandkoming of de handhaving van pensioenrechten in het land van herkomst van tijdelijke functionarissen;

 

de overige toelagen en vergoedingen;

 

de vergoedingen aan ambtenaren en tijdelijke functionarissen voor continudienst, ploegendienst of verplichte beschikbaarheid op het werk en/of thuis;

 

de vergoeding bij ontslag wegens gebleken ongeschiktheid van ambtenaren op proef;

 

de vergoeding bij opzegging door de instelling van overeenkomsten met tijdelijke functionarissen;

 

de terugbetaling van de uitgaven voor beveiliging van de woningen van de ambtenaren die werkzaam zijn bij de bureaus van de Unie en de delegaties van de Unie op het grondgebied van de Unie;

 

de vaste vergoedingen en de vergoedingen volgens uurtarief voor overuren van de ambtenaren van de functiegroep AST, die niet volgens de desbetreffende regeling met vrije tijd konden worden gecompenseerd;

 

de gevolgen van de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten op de bezoldiging van de ambtenaren en de tijdelijke functionarissen en de gevolgen van de toepassing van de aanpassingscoëfficiënt op het gedeelte van de emolumenten dat naar een ander land dan dat van de standplaats wordt overgemaakt;

 

de reiskosten van ambtenaren en tijdelijke functionarissen (en van hun gezinsleden) bij indiensttreding, beëindiging van de dienst of overplaatsing met verandering van standplaats;

 

de inrichtings- en herinrichtingsvergoedingen voor ambtenaren en tijdelijke functionarissen die bij indiensttreding of bij tewerkstelling in een andere standplaats van woonplaats moeten veranderen, en voor ambtenaren die zich bij de definitieve beëindiging van de dienst in een andere plaats vestigen;

 

de kosten van verhuizing die verschuldigd zijn aan ambtenaren en tijdelijke functionarissen die bij indiensttreding of bij tewerkstelling in een andere standplaats van woonplaats moeten veranderen, of die zich bij de definitieve beëindiging van de dienst in een andere plaats vestigen;

 

de dagvergoedingen die verschuldigd zijn aan ambtenaren en tijdelijke functionarissen die aantonen dat zij bij indiensttreding of bij tewerkstelling in een nieuwe standplaats genoodzaakt zijn van woonplaats te veranderen;

 

de tijdelijke kosten in verband met ambtenaren die vóór de toetreding in een nieuwe lidstaat zijn tewerkgesteld en van wie wordt gevraagd om na de datum van toetreding in dat land in dienst te blijven; voor deze ambtenaren gelden, bij wijze van uitzondering, de financiële en de materiële voorwaarden die vóór de toetreding door de Commissie werden toegepast overeenkomstig bijlage X van het Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie en de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie;

 

de kosten van een eventuele aanpassing van de salarissen in de loop van het begrotingsjaar.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 49 500 000 EUR.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

XX 01 01 02

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen van de Commissie die werkzaam zijn in de delegaties van de Unie

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

XX 01 01 02

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen van de Commissie die werkzaam zijn in de delegaties van de Unie

XX 01 01 02 01

Salarissen en vergoedingen

5,2

104 747 000

105 435 000

101 982 176,34

XX 01 01 02 02

Uitgaven en vergoedingen voor aanwerving, overplaatsing en beëindiging van de dienst

5,2

7 188 000

5 676 000

8 486 742,41

XX 01 01 02 03

Kredieten ter dekking van een aanpassing van de salarissen

5,2

912 000

860 000

0,—

 

Post XX 01 01 02 — Totaal

 

112 847 000

111 971 000

110 468 918,75

Toelichting

Met betrekking tot de posten 19 01 01 02, 20 01 01 02, 21 01 01 02 en 22 01 01 02, betreffende de delegaties van de Unie in derde landen en bij internationale organisaties, dient dit krediet ten behoeve van de ambtenaren en de tijdelijke functionarissen die een ambt bekleden dat op de lijst van het aantal ambten van de Commissie voorkomt, ter dekking van:

 

de salarissen, vergoedingen en aan de salarissen gekoppelde toelagen;

 

de ongevallen- en ziektekostenverzekering en andere sociale lasten;

 

de werkloosheidsverzekering voor tijdelijke functionarissen, alsmede betalingen met het oog op de totstandkoming of de handhaving van pensioenrechten in het land van herkomst van tijdelijke functionarissen;

 

de overige toelagen en vergoedingen;

 

de overuren;

 

de gevolgen van de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten op de bezoldiging van de ambtenaren en de tijdelijke functionarissen;

 

de kosten van een eventuele aanpassing van de salarissen in de loop van het begrotingsjaar;

 

de inrichtings- en herinrichtingsvergoedingen voor ambtenaren die bij indiensttreding of bij benoeming in een andere standplaats van woonplaats moeten veranderen, of die zich bij de definitieve beëindiging van de dienst in een andere plaats vestigen;

 

de reiskosten, met inbegrip van die van gezinsleden van ambtenaren, bij indiensttreding, bij vertrek of bij overplaatsing met verandering van standplaats;

 

de kosten van verhuizing voor ambtenaren die bij indiensttreding of bij tewerkstelling in een andere standplaats van woonplaats moeten veranderen, of die zich bij de definitieve beëindiging van de dienst in een andere plaats vestigen.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1268/2012 van de Commissie van 29 oktober 2012 houdende uitvoeringsvoorschriften voor Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie (PB L 362 van 31.12.2012, blz. 1).

XX 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven

XX 01 02 01

Aan de instelling verbonden extern personeel

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

XX 01 02 01

Aan de instelling verbonden extern personeel

XX 01 02 01 01

Arbeidscontractanten

5,2

65 206 000

62 714 000

68 218 939,88

XX 01 02 01 02

Uitzendkrachten en technisch-administratieve bijstand ter ondersteuning van verschillende activiteiten

5,2

21 900 000

23 700 000

22 581 130,06

XX 01 02 01 03

Tijdelijk bij de instelling gedetacheerde nationale ambtenaren

5,2

37 308 000

37 183 000

32 262 661,71

 

Post XX 01 02 01 — Totaal

 

124 414 000

123 597 000

123 062 731,65

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de volgende uitgaven, die op het grondgebied van de Unie worden gedaan:

 

de bezoldiging van arbeidscontractanten (in de zin van titel IV van de Regeling van toepassing op de andere personeelsleden van de Europese Unie), het stelsel van sociale verzekering voor arbeidscontractanten van de instelling zoals beschreven in titel IV, en de kosten van aanpassingscoëfficiënten die op de bezoldiging van dergelijke personeelsleden van toepassing zijn;

 

de bedragen die nodig zijn om arbeidscontractanten die personen met een handicap begeleiden, te vergoeden;

 

uitgaven voor uitzendkrachten, met name beambten en stenotypisten;

 

personeelsuitgaven in het kader van aannemingscontracten voor technische en administratieve bijstand en intellectueledienstprestaties, alsmede uitgaven voor gebouwen en materieel en huishoudelijke uitgaven ten behoeve van het betrokken personeel;

 

uitgaven voor detachering of tijdelijke tewerkstelling bij de diensten van de Commissie van ambtenaren uit de lidstaten en andere deskundigen of voor overleg van korte duur, met name ter voorbereiding van besluiten inzake harmonisatie op verschillende gebieden, alsmede voor uitwisselingen die het de lidstaten mogelijk moeten maken de uniale wetgeving uniform toe te passen;

 

de kosten van een eventuele aanpassing van de salarissen in de loop van het begrotingsjaar.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaten van de westelijke Balkan, voor deelname aan programma's van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

Ontvangsten uit de bijdragen van de EVA-lidstaten in de algemene kosten van de Unie krachtens artikel 82 van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten bij de desbetreffende begrotingsonderdelen, overeenkomstig de bepalingen van het Financieel Reglement. Het bedrag van deze ontvangsten wordt geraamd op 202 932 EUR.

Ontvangsten die voortvloeien uit de deelneming van de Zwitserse Bondsstaat aan uniale programma's en die zijn geboekt op post 6 0 3 3 van de algemene staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt op basis van de beschikbare gegevens geraamd op 3 470 875 EUR.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

Modaliteiten in verband met de aanstelling en de bezoldiging en andere financiële voorwaarden vastgesteld door de Commissie.

Richtlijn 2000/78/EG van de Raad van 27 november 2000 tot instelling van een algemeen kader voor gelijke behandeling in arbeid en beroep (PB L 303 van 2.12.2000, blz. 16).

Gedragscode ten aanzien van de aanwerving van mensen met een handicap, goedgekeurd door het Bureau van het Europees Parlement op 22 juni 2005.

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

XX 01 02 02

Extern personeel van de Commissie in delegaties van de Unie

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

XX 01 02 02

Extern personeel van de Commissie in delegaties van de Unie

XX 01 02 02 01

Salarissen van de andere personeelsleden

5,2

8 945 000

8 869 000

8 482 552,74

XX 01 02 02 02

Opleiding van jonge deskundigen en gedetacheerde nationale deskundigen

5,2

1 828 000

1 810 000

1 752 000,—

XX 01 02 02 03

Uitgaven in verband met andere personeelsleden en andere verrichte diensten

5,2

343 000

340 000

337 000,—

 

Post XX 01 02 02 — Totaal

 

11 116 000

11 019 000

10 571 552,74

Toelichting

Met betrekking tot de posten 19 01 02 02, 20 01 02 02, 21 01 02 02 en 22 01 02 02, betreffende extern personeel van de Commissie in de delegaties van de Unie in derde landen en bij internationale organisaties, dient dit krediet ter dekking van:

 

de bezoldiging van de plaatselijke functionarissen en arbeidscontractanten en de ten laste van de werkgever komende sociale lasten en voorzieningen;

 

de werkgeversbijdragen in de aanvullende socialezekerheidsregeling welke van toepassing is op plaatselijke functionarissen;

 

de prestaties van de uitzend- en zelfstandige krachten.

Voor jonge deskundigen en gedetacheerde nationale deskundigen in opleiding in de delegaties van de Unie dient dit krediet ter dekking van:

 

de financiering of cofinanciering van de uitgaven voor de detachering van jonge deskundigen (academici) bij delegaties van de Unie;

 

de kosten van studiebijeenkomsten die voor jonge diplomaten uit de lidstaten en uit derde landen worden georganiseerd;

 

de uitgaven die verband houden met de detachering of de tijdelijke tewerkstelling van ambtenaren van de lidstaten bij delegaties van de Unie.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 7 000 EUR.

Rechtsgronden

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

XX 01 02 11

Overige beheersuitgaven van de instelling

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

XX 01 02 11

Overige beheersuitgaven van de instelling

XX 01 02 11 01

Dienstreizen en representatie

5,2

57 067 000

56 654 500

56 525 682,91

XX 01 02 11 02

Uitgaven voor conferenties, vergaderingen en deskundigengroepen

5,2

25 890 000

25 842 500

22 114 187,65

XX 01 02 11 03

Vergaderingen van comités

5,2

12 215 000

12 215 000

11 854 058,94

XX 01 02 11 04

Studies en adviezen

5,2

6 090 000

6 394 000

5 004 088,38

XX 01 02 11 05

Informatie- en beheerssystemen

5,2

28 793 000

28 650 000

34 345 024,28

XX 01 02 11 06

Bijscholing en managementopleidingen

5,2

11 900 000

12 400 000

12 992 053,14

 

Post XX 01 02 11 — Totaal

 

141 955 000

142 156 000

142 835 095,30

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de volgende gedecentraliseerde huishoudelijke uitgaven:

Dienstreizen:

 

vervoerskosten, met inbegrip van de kosten die verband houden met het opstellen van plaatsbewijzen en reserveringen, dagvergoedingen en bijkomende of bijzondere kosten bij dienstreizen voor het onder het statuut vallende personeel van de Commissie, alsmede voor de nationale of internationale deskundigen of ambtenaren welke bij de diensten van de Commissie zijn gedetacheerd (terug te ontvangen bedragen van kosten van dienstreizen voor rekening van andere instellingen of organen van de Unie of voor rekening van derden, vormen bestemmingsontvangsten). Indien mogelijk maakt de Commissie gebruik van luchtvaartmaatschappijen die collectieve arbeidsovereenkomsten hebben gesloten en de ter zake geldende IAO-verdragen naleven.

Representatiekosten:

 

kosten in verband met representatieverplichtingen namens de Commissie in het belang van de dienst, die voor vergoeding in aanmerking komen (er bestaat geen representatieverplichting jegens ambtenaren of andere personeelsleden van de Commissie of van andere instellingen van de Unie).

Vergaderingen van deskundigen:

 

vergoeding van de kosten voor de werking van door de Commissie ingestelde of bijeengeroepen deskundigengroepen: reis- en verblijfkosten en bijkomende kosten van deskundigen die worden uitgenodigd om deel te nemen aan studiegroepen en werkgroepen, en de overige kosten van dergelijke vergaderingen, voor zover deze niet worden gedekt door de bestaande infrastructuur in de plaatsen van vestiging van de instellingen of in de externe vertegenwoordigingen (deskundigen worden vergoed op basis van de besluiten van de Commissie).

Conferenties:

 

uitgaven voor door de Commissie georganiseerde conferenties, congressen en vergaderingen met het oog op de uitvoering van het beleid op de verschillende gebieden, evenals uitgaven voor een netwerk voor organen en instellingen op het gebied van financiële controle, inclusief een jaarlijkse bijeenkomst tussen deze organisaties en leden van de Commissie begrotingscontrole van het Europees Parlement, zoals gevraagd in paragraaf 88 van de resolutie van het Europees Parlement van 27 april 2006 met de opmerkingen die een integrerend deel uitmaken van het besluit over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de algemene begroting van de Europese Unie over het begrotingsjaar 2004, afdeling III — Commissie (PB L 340 van 6.12.2006, blz. 5);

 

uitgaven met betrekking tot de organisatie van conferenties, studiebijeenkomsten, opleidingscursussen en stages voor de ambtenaren van de lidstaten die de door de uniale fondsen gefinancierde acties of de inning van eigen middelen van de Unie beheren of controleren of meewerken aan het systeem van uniale statistieken, alsmede uitgaven voor de ambtenaren van de staten van Midden- en Oost-Europa die de in het kader van de uniale programma's gefinancierde acties beheren of controleren;

 

uitgaven in verband met de opleiding van ambtenaren uit derde landen, wanneer de uitoefening van hun beheers- of controlefunctie rechtstreeks verband houdt met de bescherming van de financiële belangen van de Unie;

 

uitgaven voor de deelneming door de Commissie aan conferenties, congressen en vergaderingen;

 

inschrijvingskosten voor conferenties, met uitsluiting van uitgaven voor vorming;

 

de kosten voor deelname aan beroepsorganisaties en wetenschappelijke organisaties;

 

de kosten voor verfrissingen, en incidenteel voor lichte maaltijden, die tijdens interne vergaderingen worden verstrekt.

Vergaderingen van comités:

 

reis- en verblijfkosten en bijkomende kosten van deskundigen die zijn opgeroepen in het kader van de krachtens het Verdrag en krachtens verordeningen van het Europees Parlement en de Raad of verordeningen van de Raad opgerichte comités, en overige kosten van de vergaderingen, voor zover deze niet worden gedekt door de bestaande infrastructuur in de plaatsen van vestiging van de instellingen of in de externe bureaus (deskundigen worden vergoed op basis van de besluiten van de Commissie).

Studies en raadplegingen:

 

uitgaven voor het verrichten van gespecialiseerde studies en het verstrekken van advies onder contract door hooggekwalificeerde deskundigen (natuurlijke of rechtspersonen) in gevallen waarin de Commissie niet over het nodige personeel beschikt om deze rechtstreeks uit te voeren;

 

uitgaven voor de aankoop van reeds verrichte studies of voor abonnementen bij gespecialiseerde onderzoeksinstituten.

Informatie- en beheerssystemen:

 

ontwikkeling en onderhoud onder contract van informatie- en beheerssystemen;

 

aanschaf en onderhoud van volledige (bedrijfsklare) administratieve informatie- en beheerssystemen (personeelsbeheer, begroting, financiën, boekhouding enz.);

 

studies, documentatie en opleiding in verband met deze systemen, alsmede het beheer van de werkzaamheden;

 

verwerving van kennis en deskundigheid op het gebied van de gegevensverwerking in alle diensten: kwaliteit, veiligheid, technologie, ontwikkelingsmethodologie, beheer van computersystemen enz.;

 

technische ondersteuning van deze systemen en uitvoering van de technische werkzaamheden die nodig zijn voor de goede functionering ervan.

Bijscholing en managementopleidingen:

 

uitgaven voor algemene opleiding met als doel om de vaardigheden van het personeel en de prestaties en de efficiëntie van de instelling te verbeteren:

 

het inschakelen van deskundigen voor de identificatie van de behoeften aan en het ontwerp, het opstellen, de realisatie, de evaluatie van en het toezicht op opleiding,

 

het inschakelen van consultants op verschillende terreinen, met name inzake organisatiemethodiek, management, strategie, kwaliteit en personeelsbeheer,

 

de uitgaven voor het ontwerpen, de realisatie en de evaluatie van de door de diensten van de Commissie georganiseerde opleiding in de vorm van cursussen, seminars of conferenties (instructeurs, reis- en verblijfkosten en didactisch materiaal),

 

kosten voor deelneming aan externe opleiding en voor lidmaatschap van relevante beroepsorganisaties,

 

uitgaven in verband met de praktische organisatie van cursussen en uitgaven voor leslokalen, vervoer, maaltijden en het verblijf van deelnemers aan cursussen met verblijf,

 

de opleidingsuitgaven met betrekking tot publicaties, informatie, desbetreffende websites, aankoop van didactisch materiaal, abonnementen en licenties voor afstandsonderwijs, boeken, perspublicaties en multimedia,

 

de financiering van didactisch materiaal.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaten van de westelijke Balkan, voor deelname aan programma's van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

Ontvangsten uit de bijdragen van de EVA-lidstaten in de algemene kosten van de Unie krachtens artikel 82 van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten bij de desbetreffende begrotingsonderdelen, overeenkomstig de bepalingen van het Financieel Reglement. Het bedrag van deze ontvangsten wordt geraamd op 727 500 EUR.

Ontvangsten die voortvloeien uit de deelneming van de Zwitserse Bondsstaat aan uniale programma's en die zijn geboekt op post 6 0 3 3 van de algemene staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt op basis van de beschikbare gegevens geraamd op 7 550 000 EUR.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

XX 01 02 12

Overige beheersuitgaven met betrekking tot personeel van de Commissie in de delegaties van de Unie

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

XX 01 02 12

Overige beheersuitgaven met betrekking tot personeel van de Commissie in de delegaties van de Unie

XX 01 02 12 01

Dienstreizen, conferenties en representatie

5,2

5 587 000

5 657 000

5 796 000,—

XX 01 02 12 02

Bijscholing voor het personeel van de delegaties

5,2

699 000

274 000

330 000,—

 

Post XX 01 02 12 — Totaal

 

6 286 000

5 931 000

6 126 000,—

Toelichting

Met betrekking tot de posten 19 01 02 12, 20 01 02 12, 21 01 02 12 en 22 01 02 12 betreffende personeel van de Commissie in de delegaties van de Unie in derde landen en bij internationale organisaties, dient dit krediet ter dekking van:

 

diverse kosten en vergoedingen voor de overige personeelsleden, onder andere voor juridisch advies;

 

de uitgaven naar aanleiding van de aanwervingsprocedures voor ambtenaren, arbeidscontractanten en plaatselijke functionarissen, met name advertentiekosten, reis- en verblijfkosten, de ongevallenverzekering voor de opgeroepen kandidaten, de kosten die voortvloeien uit de organisatie van de gezamenlijke aanwervingsexamens, en de kosten voor het medische onderzoek bij indiensttreding;

 

de kosten van het jaarlijks medisch onderzoek van ambtenaren, arbeidscontractanten en plaatselijke functionarissen, onder andere van in het kader daarvan verrichte analyses en tests, uitgaven voor culturele activiteiten en initiatieven ter bevordering van sociale contacten;

 

de medische kosten van plaatselijke functionarissen met een arbeidsovereenkomst naar plaatselijk recht, dokters- en tandartskosten, en de kosten in verband met het aidsbeleid op de arbeidsplaats;

 

de vaste ambtsvergoeding voor ambtenaren die gezien de aard van de hun toevertrouwde taken regelmatig representatiekosten moeten maken, en de vergoeding van de kosten die de daartoe gemachtigde ambtenaren van de Commissie/Unie hebben moeten maken om aan de representatieverplichtingen namens de Commissie in het belang van de dienst en in het kader van hun werkzaamheden te voldoen (voor de delegaties van de Unie op het grondgebied van de Unie wordt een deel van de huisvestingskosten gedekt door de vaste ambtsvergoeding);

 

vervoerskosten, dagvergoedingen en bijkomende of bijzondere kosten bij dienstreizen voor de ambtenaren en andere personeelsleden;

 

vervoerskosten en dagvergoedingen in verband met het vervoer van zieken;

 

uitgaven die het gevolg zijn van crisissituaties, inclusief de vergoedingen van reis- en verblijfkosten en dagvergoedingen;

 

uitgaven voor algemene en taalopleiding met als doel om de vaardigheden van het personeel en de prestaties van de instelling te verbeteren:

 

het inschakelen van deskundigen voor de identificatie van de behoeften aan en het ontwerpen, het opstellen, de realisatie, de evaluatie van en het toezicht op opleiding,

 

het inschakelen van consultants op verschillende terreinen, met name inzake organisatiemethodiek, planning, management, strategie, kwaliteit en personeelsbeheer,

 

de uitgaven voor het ontwerpen, de realisatie en de evaluatie van de door de diensten van de Commissie of de EDEO georganiseerde opleiding in de vorm van cursussen, seminars of conferenties (instructeurs, reis- en verblijfkosten en didactisch materiaal),

 

de uitgaven voor de praktische en logistieke aspecten van het organiseren van cursussen, waaronder de uitgaven voor leslokalen, vervoer en de huur van uitrusting voor opleiding en plaatselijke en regionale seminars alsook voor diverse verwante kosten als verfrissingen en maaltijden,

 

de kosten in verband met het deelnemen aan conferenties en colloquia, en inschrijvingskosten voor beroepsorganisaties en wetenschappelijke organisaties,

 

de opleidingsuitgaven met betrekking tot publicaties, informatie, desbetreffende internetsites, aankoop van pedagogisch materiaal, abonnementen en licenties voor afstandsonderwijs, boeken, perspublicaties en multimedia.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 18 000 EUR.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

XX 01 03

Uitgaven voor apparatuur en diensten voor informatie- en communicatietechnologie, en gebouwen

XX 01 03 01

Uitgaven voor apparatuur en diensten voor informatie- en communicatietechnologie van de Commissie

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

XX 01 03 01

Uitgaven voor apparatuur en diensten voor informatie- en communicatietechnologie van de Commissie

XX 01 03 01 03

Apparatuur voor informatie- en communicatietechnologie

5,2

61 113 000

56 169 000

63 583 563,10

XX 01 03 01 04

Diensten voor informatie- en communicatietechnologie

5,2

62 835 000

62 866 000

74 413 567,72

 

Post XX 01 03 01 — Totaal

 

123 948 000

119 035 000

137 997 130,82

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de volgende uitgaven, die op het grondgebied van de Unie worden gedaan:

 

uitrusting op het gebied van telecommunicatie binnen de gebouwen van de Commissie, met name de aankoop, de huur, de installatie en het onderhoud van de telefooncentrales en de lijnen, de geluidssystemen en videoconferentie-installaties, intercominstallaties en mobilofoons;

 

informatienetwerken (uitrusting en onderhoud) en daarmee samenhangende diensten (beheer, ondersteuning, documentatie, installatie en verhuizing);

 

aankoop, huur of leasing van computers, terminals, microcomputers, randapparatuur, aansluitingsapparatuur, alsmede de voor hun werking benodigde programmatuur;

 

aankoop, huur of leasing van apparatuur (waaronder inktpatronen) voor de weergave van de informatie op papier, zoals printers, faxtoestellen, fotokopieerapparaten en scanners;

 

aankoop, huur of leasing van in kantoren gebruikte elektronische apparatuur;

 

installatie, configuratie, onderhoud, studies, documentatie en benodigdheden in verband met deze apparatuur;

 

uitgaven voor abonnementen op en het gebruik van elektronische informatiediensten en externe gegevensbanken, en voor de verwerving van elektronische informatiedragers, uitgaven in verband met de voor het gebruik van deze informatie benodigde opleiding en ondersteuning;

 

abonnementskosten, kosten van gesprekken via kabel of radioverbinding (vaste en mobiele telefoon, televisie, teleconferentie, videoconferentie), kosten in verband met de netwerken voor gegevenstransmissie, kosten van telefoongesprekken en computerverbindingen tussen de verschillende gebouwen en van de internationale telecommunicatie tussen de verschillende vestigingsplaatsen;

 

kosten van technische en logistieke ondersteuning, opleiding en andere activiteiten van algemeen belang met betrekking tot computerapparatuur en -programmatuur, opleiding op het gebied van de informatica van algemeen belang, abonnementen voor de technische documentatie op papier of op elektronische drager enz., extern personeel, servicebureaus, abonnementen bij internationale organisaties enz., veiligheidsstudies en kwaliteitsbewaking op het gebied van computerapparatuur en programmatuur;

 

uitgaven in verband met het Data Centre:

 

aankoop, huur of leasing van computers, randapparatuur en programmatuur van het Data Centre, alsmede helpdesks,

 

onderhoud, ondersteuning, studies, documentatie, opleiding en benodigdheden voor deze apparatuur, alsmede extern personeel belast met exploitatiewerkzaamheden;

 

het onder contract ontwikkelen en onderhouden van de voor de werking van het Data Centre benodigde programmatuur.

De overeenkomstige uitgaven voor onderzoek zijn gedekt door de kredieten van artikel 01 05 van de desbetreffende titels.

Het krediet dient tevens ter dekking van de uitgaven op het grondgebied van de Unie, behalve van de vertegenwoordigingen van de Commissie in de Unie, waarvoor de uitgaven worden afgeboekt op post 16 01 03 03.

Ontvangsten die voortvloeien uit de deelneming van de Zwitserse Bondsstaat aan uniale programma's en die zijn geboekt op post 6 0 3 3 van de algemene staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig het bepaalde in artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 13 865 000 EUR.

Rechtsgronden

Richtlijn 89/391/EEG van de Raad van 12 juni 1989 betreffende de tenuitvoerlegging van maatregelen ter bevordering van de verbetering van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers op het werk (PB L 183 van 29.6.1989, blz. 1).

Richtlijn 90/270/EEG van de Raad van 29 mei 1990 betreffende minimumvoorschriften inzake veiligheid en gezondheid met betrekking tot het werken met beeldschermapparatuur (vijfde bijzondere richtlijn in de zin van artikel 16, lid 1, van Richtlijn 89/391/EEG) (PB L 156 van 21.6.1990, blz. 14).

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

XX 01 03 02

Gebouwen en daarmee samenhangende uitgaven met betrekking tot personeel van de Commissie in de delegaties van de Unie

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

XX 01 03 02

Gebouwen en daarmee samenhangende uitgaven met betrekking tot personeel van de Commissie in de delegaties van de Unie

XX 01 03 02 01

Aankoop, huur en daarmee samenhangende uitgaven

5,2

28 797 000

26 872 000

41 857 000,—

XX 01 03 02 02

Materieel, meubilair, leveringen en diensten

5,2

836 000

906 000

8 336 000,—

 

Post XX 01 03 02 — Totaal

 

29 633 000

27 778 000

50 193 000,—

Toelichting

Met betrekking tot de posten 19 01 03 02, 20 01 03 02, 21 01 03 02 en 22 01 03 02, betreffende personeel van de Commissie in de delegaties van de Unie in derde landen en bij internationale organisaties, dient dit krediet ter dekking van:

 

tijdelijke ontheemdingstoelagen en dagvergoedingen;

 

voor alle gebouwen of gedeelten van gebouwen voor ambtenaren die buiten de Unie zijn tewerkgesteld: huur (met inbegrip van tijdelijke huisvesting) en fiscale lasten, verzekeringspremies, uitgaven voor inrichtingswerkzaamheden en grote reparaties, lopende uitgaven inzake de beveiliging van personen;

 

voor gebouwen of gedeelten van gebouwen die door ambtenaren binnen de Unie worden bewoond: de vergoeding van uitgaven voor woningbeveiliging;

 

aankoop, onderhoud en reparatie van apparatuur zoals generatoren en airconditioning voor huisvesting van ambtenaren;

 

meubilair en uitrusting voor de ter beschikking van de ambtenaren gestelde woningen.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

TITEL 01

ECONOMISCHE EN FINANCIËLE ZAKEN

Algemene samenvatting van de kredieten (2016 en 2015) en van de uitvoering (2014)

 

Titel

Hoofdstuk

Rubriek

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

01 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „ECONOMISCHE EN FINANCIËLE ZAKEN”

82 891 865

82 891 865

80 530 357

80 530 357

79 745 983,24

79 745 983,24

01 02

ECONOMISCHE EN MONETAIRE UNIE

15 990 500

14 692 500

12 827 385

10 698 630

11 728 002,97

11 756 643,64

01 03

INTERNATIONALE ECONOMISCHE EN FINANCIËLE KWESTIES

336 790 792

336 790 792

222 364 518

218 627 579

96 614 168,—

58 612 100,15

01 04

FINANCIËLE VERRICHTINGEN EN INSTRUMENTEN

2 097 000 000

662 650 000

1 410 500 000

154 032 098

42 517 445,55

150 114 822,55

 

Titel 01 — Totaal

2 532 673 157

1 097 025 157

1 726 222 260

463 888 664

230 605 599,76

300 229 549,58

HOOFDSTUK 01 01 —   ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „ECONOMISCHE EN FINANCIËLE ZAKEN”

De artikelen 1, 2, 3 en 5 zijn in detail weergegeven in hoofdstuk XX 01

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

% 2014-2016

01 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „ECONOMISCHE EN FINANCIËLE ZAKEN”

01 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen op het beleidsterrein „Economische en financiële zaken”

5,2

65 698 945

62 357 038

61 680 284,84

93,88

01 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven op het beleidsterrein „Economische en financiële zaken”

01 01 02 01

Extern personeel

5,2

6 008 098

6 323 049

5 754 689,32

95,78

01 01 02 11

Overige beheersuitgaven

5,2

6 721 845

7 591 468

7 595 163,48

112,99

 

Artikel 01 01 02 — Subtotaal

 

12 729 943

13 914 517

13 349 852,80

104,87

01 01 03

Uitgaven in verband met apparatuur en diensten voor informatie- en communicatietechnologie en specifieke uitgaven in het beleidsterrein „Economische en financiële zaken”

01 01 03 01

Uitgaven in verband met apparatuur en diensten voor informatie- en communicatietechnologie en specifieke uitgaven

5,2

4 192 977

3 958 802

4 452 468,46

106,19

01 01 03 04

Uitgaven in verband met specifieke behoeften op het gebied van elektronica, telecommunicatie en informatie

5,2

270 000

300 000

263 377,14

97,55

 

Artikel 01 01 03 — Subtotaal

 

4 462 977

4 258 802

4 715 845,60

105,67

 

Hoofdstuk 01 01 — Totaal

 

82 891 865

80 530 357

79 745 983,24

96,20

01 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen op het beleidsterrein „Economische en financiële zaken”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

65 698 945

62 357 038

61 680 284,84

01 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven op het beleidsterrein „Economische en financiële zaken”

01 01 02 01

Extern personeel

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

6 008 098

6 323 049

5 754 689,32

01 01 02 11

Overige beheersuitgaven

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

6 721 845

7 591 468

7 595 163,48

01 01 03

Uitgaven in verband met apparatuur en diensten voor informatie- en communicatietechnologie en specifieke uitgaven in het beleidsterrein „Economische en financiële zaken”

01 01 03 01

Uitgaven in verband met apparatuur en diensten voor informatie- en communicatietechnologie en specifieke uitgaven

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

4 192 977

3 958 802

4 452 468,46

01 01 03 04

Uitgaven in verband met specifieke behoeften op het gebied van elektronica, telecommunicatie en informatie

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

270 000

300 000

263 377,14

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de volgende uitgaven die binnen het grondgebied van de Unie zijn gedaan:

 

uitgaven in verband met de uitrusting van gebouwen op het gebied van telecommunicatie, met name de aankoop, de huur, de installatie en het onderhoud van de telefooncentrales en de lijnen, de geluidssystemen en videoconferentie-installaties, intercom- en mobilofoonsystemen, alsmede de uitgaven voor de informatienetwerken (uitrusting en onderhoud) en de uitgaven voor de daarmee samenhangende diensten (beheer, ondersteuning, documentatie, installatie, verhuizing);

 

aankoop, huur of leasing, installatie en onderhoud van elektronische kantoorapparatuur, computers, terminals, microcomputers, randapparatuur en aansluitingsapparatuur alsmede van de benodigde software;

 

uitgaven voor abonnementen op en het gebruik van externe elektronische informatie- en gegevensbanken en de verwerving van elektronische informatiedragers (cd-roms enz.);

 

uitgaven in verband met de voor het gebruik van deze informatie benodigde opleiding en ondersteuning;

 

abonnementskosten en de kosten van gesprekken via kabel of radiogolflengte (vaste en mobiele telefoon, telegraaf, telex, televisie, teleconferentie, videoconferentie), alsmede de kosten in verband met de netwerken voor gegevenstransmissie, telematica enz., en de aankoop van abonneelijsten;

 

kosten voor verbinding met telecommunicatienetwerken zoals SWIFT (interbancair) en CoreNet (beveiligd netwerk dat door de ECB is opgezet) en aanverwante infrastructuur en diensten;

 

installatie, configuratie, onderhoud, studies, beoordelingen, documentatie en benodigdheden in verband met deze apparatuur.

Rechtsgronden

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

HOOFDSTUK 01 02 —   ECONOMISCHE EN MONETAIRE UNIE

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

% Betalingen 2014-2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

01 02

ECONOMISCHE EN MONETAIRE UNIE

01 02 01

Coördinatie van en toezicht op en communicatie over de Economische en Monetaire Unie inclusief de euro

1,1

11 952 000

11 700 000

11 802 585

10 001 744

10 849 485,65

11 007 550,83

94,08

01 02 02

Garantie van de Europese Unie voor door de Unie opgenomen leningen ter ondersteuning van de betalingsbalansen

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

 

01 02 03

Garantie van de Europese Unie voor door de Unie opgenomen leningen voor financiële bijstand in het kader van het Europees financieel stabilisatiemechanisme

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

 

01 02 04

Bescherming van eurobankbiljetten en -munten tegen valsemunterij en daarmee verband houdende fraude

1,1

1 038 500

992 500

1 024 800

609 775

878 517,32

276 610,94

27,87

01 02 51

Voltooiing van Pericles

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

87 111

0,—

472 481,87

 

01 02 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

01 02 77 01

Voorbereidende actie — Capaciteitsontwikkeling en institutionele opbouw ter ondersteuning van de uitvoering van economische hervormingen

1,2

3 000 000

2 000 000

         
 

Artikel 01 02 77 — Subtotaal

 

3 000 000

2 000 000

         
 

Hoofdstuk 01 02 — Totaal

 

15 990 500

14 692 500

12 827 385

10 698 630

11 728 002,97

11 756 643,64

80,02

01 02 01

Coördinatie van en toezicht op en communicatie over de Economische en Monetaire Unie inclusief de euro

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

11 952 000

11 700 000

11 802 585

10 001 744

10 849 485,65

11 007 550,83

Toelichting

Oud artikel 01 02 01 (ten dele)

Dit krediet dient ter dekking van de kosten die verbonden zijn aan de uitvoering van het geharmoniseerde programma voor conjunctuurenquêtes van de Europese Unie in de lidstaten en kandidaat-lidstaten. Het programma is in november 1961 bij een besluit van de Commissie in werking gesteld en is middels opeenvolgende besluiten van de Raad en de Commissie gewijzigd. Het is laatstelijk goedgekeurd bij Besluit C(97) 2241 van de Commissie van 15 juli 1997 en op 12 juli 2006 gepresenteerd in Mededeling COM(2006) 379 final van de Commissie (PB C 245 van 12.10.2006, blz. 5).

Het dient ook ter dekking van de kosten van studies, workshops, conferenties, analyses, evaluaties, publicaties, technische bijstand, de aankoop en het onderhoud van databases en software en de medefinanciering en ondersteuning van maatregelen in verband met:

 

het begrotingsbeleid, inclusief het monitoren van begrotingssituaties;

 

de beoordeling van de omzetting en de toepassing door de lidstaten van het nieuwe Uniekader voor begrotingsbeheer, dat erop gericht is de werking van de Economische en Monetaire Unie (EMU) te ondersteunen;

 

de monitoring van de economie, de analyse van gecombineerde maatregelen en de coördinatie van het economische beleid;

 

de externe aspecten van de EMU;

 

de macro-economische ontwikkelingen in de eurozone;

 

de monitoring van structurele hervormingen en de verbetering van de functionering van de markten in de EMU en in de Unie;

 

de coördinatie met de financiële instellingen, de analyse en ontwikkeling van de financiële markten en de leen- en uitleenoperaties waarbij lidstaten betrokken zijn;

 

het mechanisme voor financiële ondersteuning van de betalingsbalans van de lidstaten en het Europees financieel stabilisatiemechanisme;

 

de samenwerking met de economische actoren en besluitvormers op de bovengenoemde gebieden;

 

de uitbreiding van de EMU;

 

de ontwikkeling en het onderhoud van software voor de bescherming van de euro tegen valsemunterij en de bijbehorende opleiding.

Dit krediet dient voorts ter dekking van de financiering van prioritaire voorlichtingsacties met betrekking tot de Uniebeleidsterreinen betreffende alle aspecten van de regels en de werking van de EMU, alsmede met betrekking tot de voordelen van nauwere beleidscoördinatie en structurele hervormingen, en ter voorziening in de bij belangrijke belanghebbenden en burgers bestaande behoeften aan informatie over de EMU.

Deze actie wordt gezien als een effectief instrument voor communicatie en dialoog tussen de burgers van de Unie en de instellingen van de Unie. In deze actie wordt rekening gehouden met specifieke nationale en regionale kenmerken, in voorkomend geval, in nauwe samenwerking met de autoriteiten van de lidstaten. Ook zal nadruk worden gelegd op het voorbereiden van burgers op de invoering van de euro in de lidstaten die dit van plan zijn.

Daartoe behoren:

 

de ontwikkeling van communicatieactiviteiten op centraal niveau (brochures, folders, nieuwsbrieven, ontwerp, ontwikkeling en onderhoud van websites, sociale media, tentoonstellingen, standen, conferenties, seminars, audiovisuele producten, opiniepeilingen, onderzoeken, studies, promotiemateriaal, jumelageprogramma's, opleiding enz.), en in samenwerking met de vertegenwoordigingen van de Commissie te ontplooien soortgelijke activiteiten op nationaal en regionaal niveau;

 

partnerschapsovereenkomsten met de lidstaten die informatiecampagnes over de euro of over de EMU willen opzetten;

 

samenwerken en netwerken met lidstaten in de passende fora;

 

voorlichtingsinitiatieven in derde landen om met name te wijzen op de internationale rol van de euro en op het belang van financiële integratie.

Bij de uitvoering van dit artikel moet de Commissie rekening houden met de resultaten van de vergaderingen van de Interinstitutionele Groep voorlichting (IGV).

De voorlichtingsstrategie van de Commissie wordt in nauwe samenwerking met de lidstaten en met het Europees Parlement uitgevoerd.

De Commissie stippelt een strategie en een jaarlijks werkprogramma uit op basis van de uitgangspunten die in haar mededeling van 11 augustus 2014 (COM(2004)0552) zijn aangegeven en brengt periodiek verslag uit aan de desbetreffende commissie van het Europees Parlement over de uitvoering van het programma en over de planning voor het volgende jaar.

Dit krediet dient ook ter dekking van of ter tijdelijke prefinanciering van de kosten die de Unie heeft gemaakt bij het tot stand brengen en uitvoeren van operaties in verband met de leen- en uitleenoperaties voor macrofinanciële bijstand, Euratom, de betalingsbalans en het Europees financieel stabilisatiemechanisme.

Alle ontvangsten die zijn opgenomen in post 5 5 1 van de staat van ontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder a), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Taak die voortvloeit uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel vlak, zoals bedoeld in artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 332/2002 van de Raad van 18 februari 2002 houdende instelling van een mechanisme voor financiële ondersteuning op middellange termijn van de betalingsbalansen van de lidstaten (PB L 53 van 23.2.2002, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 407/2010 van de Raad van 11 mei 2010 houdende instelling van een Europees financieel stabilisatiemechanisme (PB L 118 van 12.5.2010, blz. 1).

01 02 02

Garantie van de Europese Unie voor door de Unie opgenomen leningen ter ondersteuning van de betalingsbalansen

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

De garantie van de Unie betreft leningen betrokken op de kapitaalmarkten of van financiële instellingen. Het bedrag in hoofdsom dat in leningen aan de lidstaten kan worden toegekend is beperkt tot 50 000 000 000 EUR.

Dit artikel dient voor de opname in de begroting van de door de Unie verstrekte garantie. Aldus kan de Commissie de schulden aflossen wanneer debiteuren in gebreke blijven.

Om aan haar verplichtingen te voldoen, kan de Commissie de schuldendienst tijdelijk uit haar eigen kasmiddelen bekostigen. In dat geval is artikel 12 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 van de Raad van 22 mei 2000 houdende toepassing van Besluit 2007/436/EG, Euratom betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (PB L 130 van 31.5.2000, blz. 1) van toepassing.

In een specifieke bijlage bij dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling wordt een samenvatting gegeven van het geheel van de door de algemene begroting gegarandeerde opgenomen en verstrekte leningen, met inbegrip van het beheer van de schuld, naar hoofdsom en rente.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 332/2002 van de Raad van 18 februari 2002 houdende instelling van een mechanisme voor financiële ondersteuning op middellange termijn van de betalingsbalansen van de lidstaten (PB L 53 van 23.2.2002, blz. 1).

Beschikking 2009/102/EG van de Raad van 4 november 2008 tot verlening van financiële middellangetermijnbijstand van de Gemeenschap aan Hongarije(PB L 37 van 6.2.2009, blz. 5).

Beschikking 2009/290/EG van de Raad van 20 januari 2009 tot verlening van financiële middellangetermijnbijstand van de Gemeenschap aan Letland (PB L 79 van 25.3.2009, blz. 39).

Beschikking 2009/459/EG van de Raad van 6 mei 2009 tot verlening van financiële middellangetermijnbijstand van de Gemeenschap aan Roemenië (PB L 150 van 13.6.2009, blz. 8).

Besluit 2011/288/EU van de Raad van 12 mei 2011 tot verlening van anticiperende financiële bijstand van de Unie op middellange termijn aan Roemenië (PB L 132 van 19.5.2011, blz. 15).

01 02 03

Garantie van de Europese Unie voor door de Unie opgenomen leningen voor financiële bijstand in het kader van het Europees financieel stabilisatiemechanisme

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Artikel 122, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie voorziet in de mogelijkheid financiële bijstand van de Unie aan een lidstaat te verstrekken in geval van moeilijkheden of ernstige dreiging van grote moeilijkheden die worden veroorzaakt door buitengewone gebeurtenissen die deze lidstaat niet kan beheersen.

De door de Unie verstrekte garantie betreft leningen betrokken op de kapitaalmarkten of van financiële instellingen.

Overeenkomstig artikel 2, lid 2, van Verordening (EU) nr. 407/2010 moet het uitstaande bedrag van de leningen of kredietlijnen die in het kader van dit stabilisatiemechanisme aan lidstaten worden verstrekt, worden beperkt tot de voor de betalingskredieten beschikbare marge onder het plafond van de eigen middelen van de Unie.

Dit artikel dient voor de opname in de begroting van de door de Unie verstrekte garantie. Aldus kan de Commissie de schulden aflossen wanneer debiteuren in gebreke blijven.

Om aan haar verplichtingen te voldoen, kan de Commissie de aflossing van de schulden tijdelijk uit haar eigen kasmiddelen bekostigen. Artikel 12 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 van de Raad van 22 mei 2000 houdende toepassing van Besluit 2000/597/EG, Euratom betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (PB L 130 van 31.5.2000, blz. 1), is van toepassing.

In een specifieke bijlage bij dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling wordt een samenvatting gegeven van het geheel van de door de algemene begroting gegarandeerde, opgenomen en verstrekte leningen, met inbegrip van het beheer van de schuld, naar hoofdsom en rente.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 407/2010 van de Raad van 11 mei 2010 houdende instelling van een Europees financieel stabilisatiemechanisme (PB L 118 van 12.5.2010, blz. 1).

Uitvoeringsbesluit 2011/77/EU van de Raad van 7 december 2010 tot verlening van financiële bijstand van de Unie aan Ierland (PB L 30 van 4.2.2011, blz. 34).

Uitvoeringsbesluit 2011/344/EU van de Raad van 17 mei 2011 tot verlening van financiële bijstand van de Unie aan Portugal (PB L 159 van 17.6.2011, blz. 88).

Uitvoeringsbesluit 2011/682/EU van de Raad van 11 oktober 2011 tot wijziging van Uitvoeringsbesluit 2011/77/EU tot verlening van financiële bijstand van de Unie aan Ierland (PB L 269 van 14.10.2011, blz. 31).

Uitvoeringsbesluit 2011/683/EU van de Raad van 11 oktober 2011 tot wijziging van Uitvoeringsbesluit 2011/344/EU tot verlening van financiële bijstand van de Unie aan Portugal (PB L 269 van 14.10.2011, blz. 32).

Referentiebesluiten

Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, met name artikel 122, lid 2.

01 02 04

Bescherming van eurobankbiljetten en -munten tegen valsemunterij en daarmee verband houdende fraude

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 038 500

992 500

1 024 800

609 775

878 517,32

276 610,94

Toelichting

Oud artikel 24 03 01

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 331/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een programma inzake uitwisselingen, bijstand en opleiding, voor de bescherming van de euro tegen valsemunterij (programma Pericles 2020) en tot intrekking van Besluiten 2001/923/EG, 2001/924/EG, 2006/75/EG, 2006/76/EG, 2006/849/EG en 2006/850/EG van de Raad (PB L 103 van 5.4.2014, blz. 1), met name artikel 4.

Verordening (EU) 2015/768 van de Raad van 11 mei 2015 waarbij de toepassing van Verordening (EU) nr. 331/2014 tot vaststelling van een actieprogramma inzake uitwisselingen, bijstand en opleiding voor de bescherming van de euro tegen valsemunterij (het programma „Pericles 2020”) wordt uitgebreid tot niet-deelnemende lidstaten (PB L 121 van 14.5.2015, blz. 1), met name artikel 1.

01 02 51

Voltooiing van Pericles

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

87 111

0,—

472 481,87

Toelichting

Oud artikel 24 03 51

Dit krediet dient ter financiering van de kosten voor de voltooiing van het actieprogramma Pericles inzake uitwisselingen, bijstand en opleiding voor de bescherming van de euro tegen valsemunterij.

Rechtsgronden

Besluit 2001/923/EG van de Raad van 17 december 2001 tot vaststelling van een actieprogramma inzake uitwisselingen, bijstand en opleiding voor de bescherming van de euro tegen valsemunterij (programma Pericles) (PB L 339 van 21.12.2001, blz. 50).

Besluit 2001/924/EG van de Raad van 17 december 2001 houdende uitbreiding van de werking van het besluit tot vaststelling van een actieprogramma inzake uitwisselingen, bijstand en opleiding, voor de bescherming van de euro tegen valsemunterij (programma Pericles) tot de lidstaten die de euro niet als munteenheid hebben aangenomen (PB L 339 van 21.12.2001, blz. 55).

Besluit 2006/75/EG van de Raad van 30 januari 2006 tot wijziging en uitbreiding van de werking van Besluit 2001/923/EG tot vaststelling van een actieprogramma inzake uitwisselingen, bijstand en opleiding voor de bescherming van de euro tegen valsemunterij (programma Pericles) (PB L 36 van 8.2.2006, blz. 40).

Besluit 2006/76/EG van de Raad van 30 januari 2006 waarbij de toepassing van Besluit 2006/75/EG tot wijziging en uitbreiding van de werking van Besluit 2001/923/EG tot vaststelling van een actieprogramma inzake uitwisselingen, bijstand en opleiding voor de bescherming van de euro tegen valsemunterij (programma Pericles) wordt uitgebreid tot de niet-deelnemende lidstaten (PB L 36 van 8.2.2006, blz. 42).

Besluit 2006/849/EG van de Raad van 20 november 2006 tot wijziging en uitbreiding van de werking van Besluit 2001/923/EG tot vaststelling van een actieprogramma inzake uitwisselingen, bijstand en opleiding voor de bescherming van de euro tegen valsemunterij (programma Pericles) (PB L 330 van 28.11.2006, blz. 28).

Besluit 2006/850/EG van de Raad van 20 november 2006 waarbij de toepassing van Besluit 2006/849/EG tot wijziging en uitbreiding van de werking van Besluit 2001/923/EG tot vaststelling van een actieprogramma inzake uitwisselingen, bijstand en opleiding voor de bescherming van de euro tegen valsemunterij (programma Pericles) wordt uitgebreid tot de niet-deelnemende lidstaten (PB L 330 van 28.11.2006, blz. 30).

Referentiebesluiten

Mededeling van de Commissie van 22 juli 1998 aan de Raad, het Europees Parlement en de Europese Centrale Bank getiteld „Bescherming van de euro — Bestrijding van valsemunterij” (COM(98) 474 final).

Resolutie van het Europees Parlement van 17 november 1998 over de mededeling van de Commissie aan de Raad, het Europees Parlement en de Europese Centrale Bank — Bescherming van de euro — Bestrijding van valsemunterij (PB C 379 van 7.12.1998, blz. 39).

01 02 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

01 02 77 01

Voorbereidende actie — Capaciteitsontwikkeling en institutionele opbouw ter ondersteuning van de uitvoering van economische hervormingen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

3 000 000

2 000 000

       

Toelichting

Met deze voorbereidende actie wordt beoogd de steunverlening aan de lidstaten te financieren voor de implementatie van belangrijke hervormingen op het gebied van budgettaire verantwoordelijkheid, groeibevorderend openbaar bestuur en concurrentievermogen.

Deze steun zal gericht zijn op het vergroten van de capaciteit van de lidstaten om hervormingen door te voeren en hun openbare instellingen te versterken. Hij dient met name te worden toegespitst op budgettaire, structurele en institutionele hervormingen die in het kader van de periodieke cyclus van macro-economisch toezicht van de Unie, van een economisch aanpassingsprogramma, van de uitoefening van versterkt toezicht, of van postprogrammatoezicht als prioriteiten zijn aangemerkt. De steun zal op verzoek van de betrokken lidstaat door de Commissie worden toegekend en staat open voor alle lidstaten.

Het krediet mag worden gebruikt ter dekking van de uitvoering van programma's voor technische bijstand en projecten, zowel door nationale en internationale overheidsorganisaties met veel deskundigheid op het gebied van capaciteitsontwikkeling en institutionele opbouw, als door actoren uit de particuliere sector. Het mag ook worden aangewend ter dekking van uitgaven die verband houden met de voorbereidende fasen van dergelijke programma's en projecten (programmering, identificatie en formulering), alsook met monitoring, evaluatie, audit en controle tijdens en na de uitvoering. Het mag ook worden gebruikt ter dekking van de kosten van technische bijstand op korte termijn, van jumelageregelingen tussen overheidsinstanties en van uitgaven voor de ondersteuning van dergelijke activiteiten (opleiding, vergaderingen, seminars en studies).

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

HOOFDSTUK 01 03 —   INTERNATIONALE ECONOMISCHE EN FINANCIËLE KWESTIES

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

% Betalingen 2014-2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

01 03

INTERNATIONALE ECONOMISCHE EN FINANCIËLE KWESTIES

01 03 01

Deelneming in het kapitaal van internationale financiële instellingen

01 03 01 01

Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling — Terbeschikkingstelling van de te storten bedragen van het geplaatste kapitaal

4

0,—

0,—

 

01 03 01 02

Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling — Opvraagbaar gedeelte van het geplaatste kapitaal

4

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

 
 

Artikel 01 03 01 — Subtotaal

 

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

 

01 03 02

Macrofinanciële bijstand

4

79 669 000

79 669 000

77 955 000

74 218 061

38 181 874,—

179 806,15

0,23

01 03 03

Garantie van de Europese Unie voor door de Unie opgenomen leningen voor macrofinanciële bijstand aan derde landen

4

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

 

01 03 04

Garantie voor de door Euratom opgenomen leningen voor de verbetering van de efficiëntie en veiligheid van kerncentrales in derde landen

4

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

 

01 03 05

Garantie van de Europese Unie voor door de Europese Investeringsbank verstrekte leningen en garanties van leningen voor activiteiten in derde landen

4

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

 

01 03 06

Voorziening van het Garantiefonds

4

257 121 792

257 121 792

144 409 518

144 409 518

58 432 294,—

58 432 294,—

22,73

 

Hoofdstuk 01 03 — Totaal

 

336 790 792

336 790 792

222 364 518

218 627 579

96 614 168,—

58 612 100,15

17,40

01 03 01

Deelneming in het kapitaal van internationale financiële instellingen

01 03 01 01

Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling — Terbeschikkingstelling van de te storten bedragen van het geplaatste kapitaal

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

0,—

0,—

Toelichting

Deze post dient ter dekking van het kapitaal dat de Unie bij de Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling (EBWO) heeft geplaatst.

Rechtsgronden

Besluit 90/674/EEG van de Raad van 19 november 1990 betreffende de sluiting van de Overeenkomst tot oprichting van een Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling (PB L 372 van 31.12.1990, blz. 1).

Besluit 97/135/EG van de Raad van 17 februari 1997 inzake inschrijving door de Europese Gemeenschap op nieuwe aandelen die worden uitgegeven ingevolge het besluit om het kapitaal van de Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling te verdubbelen (PB L 52 van 22.2.1997, blz. 15).

Besluit nr. 1219/2011/EU van het Europees Parlement en de Raad van 16 november 2011 betreffende de inschrijving door de Europese Unie op nieuwe aandelen in het kapitaal van de Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling (EBWO) ingevolge het besluit dit kapitaal te verhogen (PB L 313 van 26.11.2011, blz. 1).

01 03 01 02

Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling — Opvraagbaar gedeelte van het geplaatste kapitaal

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van het kapitaal dat de Unie bij de Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling (EBWO) heeft geplaatst.

Het geplaatste eigen kapitaal van de EBWO bedraagt thans 29 674 000 000 EUR, waarbij in totaal 900 440 000 EUR van het aandelenkapitaal (3 %) is geplaatst door de Unie. Van dit geplaatste aandelenkapitaal is 187 810 000 EUR volgestort, hetgeen betekent dat er nog een opvraagbaar gedeelte van 712 630 000 EUR rest.

Rechtsgronden

Besluit 90/674/EEG van de Raad van 19 november 1990 betreffende de sluiting van de Overeenkomst tot oprichting van een Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling (PB L 372 van 31.12.1990, blz. 1).

Besluit 97/135/EG van de Raad van 17 februari 1997 inzake inschrijving door de Europese Gemeenschap op nieuwe aandelen die worden uitgegeven ingevolge het besluit om het kapitaal van de Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling te verdubbelen (PB L 52 van 22.2.1997, blz. 15).

Besluit nr. 1219/2011/EU van het Europees Parlement en de Raad van 16 november 2011 betreffende de inschrijving door de Europese Unie op nieuwe aandelen in het kapitaal van de Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling (EBWO) ingevolge het besluit dit kapitaal te verhogen (PB L 313 van 26.11.2011, blz. 1).

01 03 02

Macrofinanciële bijstand

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

79 669 000

79 669 000

77 955 000

74 218 061

38 181 874,—

179 806,15

Toelichting

Macrofinanciële bijstand (MFB) is een vorm van financiële steun die door de Unie wordt toegekend aan partnerlanden die een betalingsbalanscrisis doormaken. MFB is bestemd voor landen die geografisch, economisch en politiek dicht bij de Unie liggen. Daartoe behoren kandidaat-lidstaten en potentiële kandidaat-lidstaten, landen die onder het Europees nabuurschapsbeleid vallen en, in sommige omstandigheden, andere derde landen. In principe is MFB alleen beschikbaar voor landen die van een programma van het Internationaal Monetair Fonds profiteren.

MFB is uitzonderlijk en wordt per geval ingezet om landen te helpen bij het aanpakken van ernstige betalingsbalansmoeilijkheden. Het doel ervan is de externe financiële situatie weer houdbaar te maken en daarbij economische aanpassingen en structurele hervormingen aan te moedigen.

Hoewel MFB de vorm kan aannemen van leningen of subsidies op middellange/lange termijn of een combinatie daarvan, dient dit artikel alleen ter dekking van het subsidie-element van MFB-operaties.

Kredieten uit hoofde van dit artikel zullen ook worden gebruikt ter dekking van kosten die zijn gemaakt in verband met MFB-operaties, met name: i) kosten die zijn gemaakt om operationele beoordelingen in de begunstigde landen te verrichten om een redelijke mate van zekerheid te verkrijgen over het functioneren van de administratieve procedures en financiële circuits, ii) kosten voor ex post evaluaties van MFB-operaties, en iii) kosten ter dekking van comitologievereisten.

De Commissie zal de begrotingsautoriteit regelmatig op de hoogte brengen van de macrofinanciële situatie in de begunstigde landen en zal eenmaal per jaar uitvoerig verslag uitbrengen van de tenuitvoerlegging van MFB.

Alle ontvangsten die zijn opgenomen in post 5 5 1 van de staat van ontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder a), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Besluit nr. 2002/639/EG van de Raad van 12 juli 2002 tot toekenning van aanvullende macrofinanciële bijstand aan Oekraïne (PB L 209 van 6.8.2002).

Besluit nr. 388/2010/EU van het Europees Parlement en de Raad van 7 juli 2010 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan Oekraïne (PB L 179 van 14.7.2010, blz. 1).

Besluit nr. 778/2013/EU van het Europees Parlement en de Raad van 12 augustus 2013 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan Georgië (PB L 218 van 14.8.2013, blz. 15).

Besluit nr. 1025/2013/EU van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2013 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan de Kirgizische Republiek (PB L 283 van 25.10.2013, blz. 1).

01 03 03

Garantie van de Europese Unie voor door de Unie opgenomen leningen voor macrofinanciële bijstand aan derde landen

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Dit artikel dient voor de opname in de begroting van de door de Unie verstrekte garantie. Aldus kan de Commissie zo nodig de schuldendienst betalen (aflossing hoofdsom, rente en andere kosten) wanneer debiteuren in gebreke blijven in verband met de hieronder genoemde leningsbesluiten.

Om aan haar verplichtingen te voldoen, kan de Commissie de schuldendienst tijdelijk uit haar eigen kasmiddelen bekostigen. In dat geval is artikel 12 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 van de Raad van 22 mei 2000 houdende toepassing van Besluit 2007/436/EG, Euratom betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (PB L 130 van 31.5.2000, blz. 1) van toepassing.

In een specifieke bijlage bij dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling wordt een samenvatting gegeven van het geheel van de door de algemene begroting gegarandeerde, opgenomen en verstrekte leningen, met inbegrip van het beheer van de schuld, naar hoofdsom en rente.

Rechtsgronden

Besluit 97/471/EG van de Raad van 22 juli 1997 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië (PB L 200 van 29.7.1997, blz. 59), voor een bedrag van 40 000 000 EUR in hoofdsom.

Besluit 1999/325/EG van de Raad van 10 mei 1999 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan Bosnië en Herzegovina (PB L 123 van 13.5.1999, blz. 57), voor een bedrag van maximaal 30 000 000 EUR in hoofdsom in de vorm van een lening voor een periode van 15 jaar.

Besluit 1999/732/EG van de Raad van 8 november 1999 tot toekenning van aanvullende macrofinanciële bijstand aan Roemenië (PB L 294 van 16.11.1999, blz. 29), voor een bedrag van maximaal 200 000 000 EUR in hoofdsom.

Besluit 1999/733/EG van de Raad van 8 november 1999 tot toekenning van aanvullende macrofinanciële bijstand aan de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië (PB L 294 van 16.11.1999, blz. 31), voor een bedrag van maximaal 50 000 000 EUR in hoofdsom.

Besluit 2000/244/EG van de Raad van 20 maart 2000 tot wijziging van Besluit 97/787/EG tot toekenning van buitengewone financiële bijstand aan Armenië en Georgië, met het oog op de uitbreiding ervan tot Tadzjikistan (PB L 77 van 28.3.2000, blz. 11), voor een bedrag van maximaal 245 000 000 EUR in hoofdsom.

Besluit 2001/549/EG van de Raad van 16 juli 2001 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan de Federale Republiek Joegoslavië (PB L 197 van 21.7.2001, blz. 38).

Besluit 2002/639/EG van de Raad van 12 juli 2002 tot toekenning van aanvullende macrofinanciële bijstand aan Oekraïne (PB L 209 van 6.8.2002, blz. 22).

Besluit 2002/882/EG van de Raad van 5 november 2002 tot toekenning van aanvullende macrofinanciële bijstand aan de Federale Republiek Joegoslavië (PB L 308 van 9.11.2002, blz. 25).

Besluit 2002/883/EG van de Raad van 5 november 2002 tot toekenning van aanvullende macrofinanciële bijstand aan Bosnië en Herzegovina (PB L 308 van 9.11.2002, blz. 28).

Besluit 2003/825/EG van de Raad van 25 november 2003 tot wijziging van Besluit 2002/882/EG tot toekenning van aanvullende macrofinanciële bijstand aan de Federale Republiek Joegoslavië inzake aanvullende macrofinanciële bijstand aan Servië en Montenegro (PB L 311 van 27.11.2003, blz. 28).

Besluit 2004/580/EG van de Raad van 29 april 2004 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan Albanië (PB L 261 van 6.8.2004, blz. 116).

Besluit 2004/861/EG van de Raad van 7 december 2004 tot wijziging van Besluit 2002/883/EG van de Raad tot toekenning van extra macrofinanciële bijstand aan Bosnië en Herzegovina (PB L 370 van 17.12.2004, blz. 80).

Besluit 2004/862/EG van de Raad van 7 december 2004 betreffende macrofinanciële bijstand aan Servië en Montenegro (PB L 370 van 17.12.2004, blz. 81).

Besluit 2007/860/EG van de Raad van 10 december 2007 tot toekenning van communautaire macrofinanciële bijstand aan Libanon (PB L 337 van 21.12.2007, blz. 111).

Besluit 2009/890/EG van de Raad van 30 november 2009 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan Armenië (PB L 320 van 5.12.2009, blz. 3).

Besluit 2009/891/EG van de Raad van 30 november 2009 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan Bosnië en Herzegovina (PB L 320 van 5.12.2009, blz. 6).

Besluit 2009/892/EG van de Raad van 30 november 2009 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan Servië (PB L 320 van 5.12.2009, blz. 9).

Besluit nr. 388/2010/EU van het Europees Parlement en de Raad van 7 juli 2010 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan Oekraïne (PB L 179 van 14.7.2010, blz. 1).

Besluit nr. 778/2013/EU van het Europees Parlement en de Raad van 12 augustus 2013 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan Georgië (PB L 218 van 14.8.2013, blz. 15).

Besluit nr. 1025/2013/EU van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2013 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan de Kirgizische Republiek (PB L 283 van 25.10.2013, blz.1).

Besluit nr. 1351/2013/EU van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan het Hasjemitisch Koninkrijk Jordanië (PB L 341 van 18.12.2013, blz. 4).

Besluit 2014/215/EU van de Raad van 14 april 2014 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan Oekraïne (PB L 111 van 15.4.2014, blz. 85).

Besluit nr. 534/2014/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan de Republiek Tunesië (PB L 151 van 21.5.2014, blz. 9).

Besluit (EU) 2015/601 van het Europees Parlement en de Raad van 15 april 2015 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan Oekraïne (PB L 100 van 17.4.2015, blz. 1).

01 03 04

Garantie voor de door Euratom opgenomen leningen voor de verbetering van de efficiëntie en veiligheid van kerncentrales in derde landen

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Dit artikel dient voor de opname in de begroting van de door de Unie verstrekte garantie. Aldus kan de Commissie zo nodig de schuldendienst betalen (aflossing hoofdsom, rente en andere kosten) wanneer debiteuren in gebreke blijven.

Om aan haar verplichtingen te voldoen, kan de Commissie de schuldendienst tijdelijk uit haar eigen kasmiddelen bekostigen. In dat geval is artikel 12 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 van de Raad van 22 mei 2000 houdende toepassing van Besluit 2007/436/EG, Euratom betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (PB L 130 van 31.5.2000, blz. 1) van toepassing.

Het maximumbedrag van de door Euratom opgenomen leningen voor de lidstaten en derde landen blijft vastgesteld op 4 000 000 000 EUR, zoals vermeld in artikel 01 04 03.

In een specifieke bijlage bij dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling wordt een samenvatting gegeven van het geheel van de door de algemene begroting gegarandeerde, opgenomen en verstrekte leningen, met inbegrip van het beheer van de schuld, naar hoofdsom en rente.

Rechtsgronden

Besluit 77/270/Euratom van de Raad van 29 maart 1977 waarbij de Commissie wordt gemachtigd tot het aangaan van Euratom-leningen teneinde een bijdrage te leveren tot de financiering van kerncentrales (PB L 88 van 6.4.1977, blz. 9).

Zie voor de rechtsgrond voor Euratom-leningen ook artikel 01 04 03.

01 03 05

Garantie van de Europese Unie voor door de Europese Investeringsbank verstrekte leningen en garanties van leningen voor activiteiten in derde landen

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Volgens het besluit van de Raad van 8 maart 1977 garandeert de Unie de leningen die door de Europese Investeringsbank (EIB) worden toegekend in het kader van de financiële verplichtingen van de Unie tegenover de landen van het Middellandse Zeegebied.

Dat besluit ligt ten grondslag aan een garantieovereenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de EIB die op 30 oktober 1978 te Brussel en op 10 november 1978 te Luxemburg is ondertekend en volgens welke een totaalgarantie wordt ingevoerd ten belope van 75 % van het totaal van de geopende kredieten uit hoofde van in de volgende landen te verstrekken leningen: Malta, Tunesië, Algerije, Marokko, Portugal (financieel protocol, spoedhulp), Turkije, Cyprus, Syrië, Israël, Jordanië, Egypte, voormalig Joegoslavië en Libanon.

Besluit 90/62/EEG ligt ten grondslag aan een garantieovereenkomst betreffende de in Hongarije en Polen verstrekte leningen, die op 24 april 1990 te Brussel en op 14 mei 1990 te Luxemburg door de Europese Economische Gemeenschap en de EIB werd ondertekend, alsmede aan een uitbreiding van deze overeenkomst tot leningen in Tsjecho-Slowakije, Roemenië en Bulgarije, welke op 31 juli 1991 te Brussel en te Luxemburg werd ondertekend.

Besluit 93/696/EG ligt ten grondslag aan een garantieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de EIB, die op 22 juli 1994 te Brussel en op 12 augustus 1994 te Luxemburg werd ondertekend.

Overeenkomstig de Besluiten 93/115/EEG en 96/723/EG stelt de Unie zich garant voor de leningen die van geval tot geval door de EIB zullen worden toegekend in landen in Latijns-Amerika en Azië waarmee de Europese Gemeenschap samenwerkingsovereenkomsten heeft gesloten. Besluit 93/115/EEG ligt ten grondslag aan een waarborgcontract dat werd ondertekend door de Europese Gemeenschap en de EIB op 4 november 1993 te Brussel en op 17 november 1993 te Luxemburg. Besluit 96/723/EG ligt ten grondslag aan een garantieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de EIB, die op 18 maart 1997 te Brussel en op 26 maart 1997 te Luxemburg is ondertekend.

Overeenkomstig Besluit 95/207/EG stelt de Unie zich garant voor de leningen die van geval tot geval door de EIB zullen worden toegekend aan Zuid-Afrika. Besluit 95/207/EG ligt ten grondslag aan een garantieovereenkomst die is ondertekend door de Europese Gemeenschap en de EIB op 4 oktober 1995 te Brussel en op 16 oktober 1995 te Luxemburg.

Besluit 97/256/EG ligt ten grondslag aan een garantieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de EIB op 25 juli 1997 in Brussel en op 29 juli 1997 in Luxemburg ondertekend, volgens welke de garantie wordt beperkt tot 70 % van het totaalbedrag van de uitstaande kredieten, verhoogd met alle bijkomende kosten. Het algemene plafond van de uitstaande kredieten is gelijk aan 7 105 000 000 EUR.

Besluit 2000/24/EG ligt ten grondslag aan een garantieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de EIB op 24 januari 2000 te Brussel en op 17 januari 2000 te Luxemburg ondertekend, welke laatstelijk in 2005 is aangepast en volgens welke de garantie wordt beperkt tot 65 % van het totaalbedrag van de uitstaande kredieten, verhoogd met alle bijkomende kosten. Het totaalbedrag aan uitstaande kredieten beloopt maximaal 19 460 000 000 EUR. De EIB wordt verzocht 30 % te beschouwen als een streefcijfer voor de dekking van het handelsrisico door middel van niet-soevereine garanties. Dit percentage dient steeds te worden verhoogd zodra de markt dat toelaat.

Besluit 2001/777/EG ligt ten grondslag aan een garantieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de EIB op 6 mei 2002 te Brussel en op 7 mei 2002 te Luxemburg ondertekend, volgens welke een volledige garantie wordt verleend voor verliezen van de EIB op buitengewone leningen, in het kader van de Noordelijke Dimensie verstrekt voor concrete milieuprojecten in het gebied rond de Oostzee in Rusland. Het totaalbedrag beloopt maximaal 100 000 000 EUR.

Besluit 2005/48/EG ligt ten grondslag aan een garantieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de EIB op 9 december 2005 te Luxemburg en op 21 december 2005 te Brussel ondertekend, volgens welke een volledige garantie wordt verleend voor verliezen op leningen voor bepaalde projecten in Rusland, Oekraïne, Moldavië en Belarus. Het totaalbedrag beloopt maximaal 500 000 000 EUR. Dit plafond geldt voor een periode tot 31 januari 2007. Aangezien bij het verstrijken van deze periode het bedrag van de door de EIB verstrekte leningen niet het bovengenoemde plafond bereikt had, is de periode automatisch met zes maanden verlengd.

Besluit 2006/1016/EG ligt ten grondslag aan een garantieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de EIB op 1 augustus 2007 te Luxemburg en op 29 augustus 2007 te Brussel ondertekend, volgens welke een garantie wordt verleend tot 65 % van het totale bedrag van de in het kader van de financieringsverrichtingen van de EIB uitbetaalde kredieten en verleende garanties, verminderd met de terugbetaalde bedragen en verhoogd met alle bijkomende kosten. Het totale bedrag aan kredieten dat in het kader van dit besluit voor alle landen tezamen ter beschikking wordt gesteld, beloopt maximaal 27 800 000 000 EUR en geldt voor de periode van 1 februari 2007 tot en met 31 december 2013, met de mogelijkheid tot verlenging met zes maanden. Dat besluit is vervangen door Besluit nr. 633/2009/EG.

Besluit nr. 633/2009/EG ligt ten grondslag aan een op 28 oktober 2009 ondertekende wijziging op de garantieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de EIB die op 1 augustus 2007 te Luxemburg en op 29 augustus 2007 te Brussel was ondertekend. De garantie van de Unie is beperkt tot 65 % van het totale bedrag van uitbetaalde kredieten en verleende garanties. Voor de financieringsverrichtingen van de EIB, verminderd met de geannuleerde bedragen, geldt een plafond van 27 800 000 000 EUR, dat is uitgesplitst over een basisplafond van 25 800 000 000 EUR en een facultatief mandaat van 2 000 000 000 EUR. Dit plafond geldt voor een periode tot 31 oktober 2011.

Besluit nr. 1080/2011/EU ligt ten grondslag aan een garantieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de EIB, op 22 november 2011 te Luxemburg en te Brussel ondertekend. De Uniegarantie is beperkt tot 65 % van het totale bedrag aan uitbetaalde kredieten en verleende garanties, verminderd met de terugbetaalde bedragen en vermeerderd met alle daarmee verband houdende bedragen. Het plafond van de financieringsverrichtingen van de EIB, met aftrek van de geannuleerde bedragen, beloopt ten hoogste 29 484 000 000 EUR, opgesplitst in een algemeen mandaat van 27 484 000 000 EUR en een klimaatveranderingsmandaat van 2 000 000 000 EUR. Dit plafond geldt voor een periode die begint op 1 februari 2007 en eindigt op 31 december 2013, met een verlenging tot het nieuwe besluit in werking is getreden.

Besluit nr. 466/2014/EU ligt ten grondslag aan een garantieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de EIB, op 22 juli 2014 te Luxemburg en op 25 juli 2014 te Brussel ondertekend. De Uniegarantie is beperkt tot 65 % van het totale bedrag aan uitbetaalde kredieten en verleende garanties onder de financieringsverrichtingen van de EIB, verminderd met de terugbetaalde bedragen en vermeerderd met alle daarmee verband houdende bedragen. Het maximumplafond van de financieringsverrichtingen van de EIB onder de Uniegarantie, met aftrek van de geannuleerde bedragen, beloopt ten hoogste 30 000 000 000 EUR, opgesplitst over een basisplafond van 27 000 000 000 EUR en een facultatief mandaat van 3 000 000 000 EUR. Het Europees Parlement en de Raad beslissen volgens de gewone wetgevingsprocedure over de gehele of gedeeltelijke activering van het facultatief mandaat. De Uniegarantie dekt de financieringsverrichtingen van de EIB ondertekend voor een periode die begint op 25 juli 2014 en eindigt op 31 december 2020, met een verlenging van zes maanden indien het Europees Parlement en de Raad geen nieuw besluit aangenomen hebben, volgens welke een Uniegarantie van de EIB wordt verleend voor verliezen op haar financieringsverrichtingen buiten de Unie voor een periode tot eind 2020.

Om aan haar verplichtingen te voldoen, kan de Commissie de schuldendienst tijdelijk uit haar eigen kasmiddelen bekostigen. In dat geval is artikel 12 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 van de Raad van 22 mei 2000 houdende toepassing van Besluit 2007/436/EG, Euratom betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (PB L 130 van 31.5.2000, blz. 1) van toepassing.

Dit artikel dient voor de opname in de begroting van de door de Unie verstrekte garantie. Aldus kan de Commissie zo nodig de schuldendienst betalen (aflossing hoofdsom, rente en andere kosten) wanneer debiteuren in gebreke blijven in verband met door de EIB verstrekte leningen.

Rechtsgronden

Besluit van de Raad van 8 maart 1977 (Middellandse Zeeprotocollen).

Verordening (EEG) nr. 1273/80 van de Raad van 23 mei 1980 houdende sluiting van het interim-protocol tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Socialistische Federatieve Republiek Joegoslavië betreffende de vervroegde tenuitvoerlegging van Protocol nr. 2 van de samenwerkingsovereenkomst (PB L 130 van 27.5.1980, blz. 98).

Besluit van de Raad van 19 juli 1982 (aanvullende uitzonderlijke hulp voor de wederopbouw van Libanon).

Verordening (EEG) nr. 3180/82 van de Raad van 22 november 1982 betreffende de sluiting van het Protocol inzake de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Libanese Republiek (PB L 337 van 29.11.1982, blz. 22).

Verordening (EEG) nr. 3183/82 van de Raad van 22 november 1982 betreffende de sluiting van het Protocol inzake de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Republiek Tunesië (PB L 337 van 29.11.1982, blz. 43).

Besluit van de Raad van 9 oktober 1984 (lening aan Joegoslavië buiten het protocol om).

Besluit 87/604/EEG van de Raad van 21 december 1987 betreffende de sluiting van het tweede protocol betreffende de financiële samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Socialistische Federatieve Republiek Joegoslavië (PB L 389 van 31.12.1987, blz. 65).

Besluit 88/33/EEG van de Raad van 21 december 1987 houdende sluiting van het protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Libanese Republiek (PB L 22 van 27.1.1988, blz. 25).

Besluit 88/34/EEG van de Raad van 21 december 1987 houdende sluiting van het protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Republiek Tunesië (PB L 22 van 27.1.1988, blz. 33).

Besluit 88/453/EEG van de Raad van 30 juni 1988 houdende sluiting van het protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en het Koninkrijk Marokko (PB L 224 van 13.8.1988, blz. 32).

Besluit 90/62/EEG van de Raad van 12 februari 1990 waarbij de Gemeenschap zich jegens de Europese Investeringsbank garant stelt voor verliezen op leningen voor projecten in Hongarije, Polen, Tsjechoslowakije, Bulgarije en Roemenië (PB L 42 van 16.2.1990, blz. 68).

Besluit 91/252/EEG van de Raad van 14 mei 1991 houdende uitbreiding tot Tsjecho-Slowakije, Bulgarije en Roemenië van Besluit 90/62/EEG waarbij de Gemeenschap zich jegens de Europese Investeringsbank garant stelt voor verliezen op leningen voor projecten in Hongarije en Polen (PB L 123 van 18.5.1991, blz. 44).

Besluit 92/44/EEG van de Raad van 19 december 1991 houdende sluiting van het protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Republiek Tunesië (PB L 18 van 25.1.1992, blz. 34).

Besluit 92/207/EEG van de Raad van 16 maart 1992 houdende sluiting van het protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Arabische Republiek Egypte (PB L 94 van 8.4.1992, blz. 21).

Besluit 92/208/EEG van de Raad van 16 maart 1992 houdende sluiting van het protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en het Hasjemitische Koninkrijk Jordanië (PB L 94 van 8.4.1992, blz. 29).

Besluit 92/209/EEG van de Raad van 16 maart 1992 houdende sluiting van het protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Libanese Republiek (PB L 94 van 8.4.1992, blz. 37).

Besluit 92/210/EEG van de Raad van 16 maart 1992 houdende sluiting van het protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Staat Israël (PB L 94 van 8.4.1992, blz. 45).

Verordening (EEG) nr. 1763/92 van de Raad van 29 juni 1992 betreffende de financiële samenwerking met de mediterrane derde landen (PB L 181 van 1.7.1992, blz. 5).

Besluit 92/548/EEG van de Raad van 16 november 1992 houdende sluiting van het protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en het Koninkrijk Marokko (PB L 352 van 2.12.1992, blz. 13).

Besluit 92/549/EEG van de Raad van 16 november 1992 houdende sluiting van het protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Syrische Arabische Republiek (PB L 352 van 2.12.1992, blz. 21).

Besluit 93/115/EEG van de Raad van 15 februari 1993 waarbij aan de Europese Investeringsbank een garantie van de Gemeenschap wordt verleend voor verliezen uit hoofde van leningen voor projecten van gemeenschappelijk belang in bepaalde derde landen (PB L 45 van 23.2.1993, blz. 27).

Besluit 93/166/EEG van de Raad van 15 maart 1993 tot toekenning van een garantie van de Gemeenschap aan de Europese Investeringsbank voor verliezen op leningen voor investeringsprojecten in Estland, Letland en Litouwen (PB L 69 van 20.3.1993, blz. 42).

Besluit 93/408/EEG van de Raad van 19 juli 1993 inzake de sluiting van het protocol betreffende de financiële samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Republiek Slovenië (PB L 189 van 29.7.1993, blz. 152).

Besluit 93/696/EG van de Raad van 13 december 1993 tot toekenning van de garantie van de Gemeenschap aan de Europese Investeringsbank voor verliezen op leningen voor projecten in de Midden- en Oost-Europese landen (Polen, Hongarije, Tsjechische Republiek, Slowaakse Republiek, Roemenië, Bulgarije, Estland, Letland, Litouwen en Albanië) (PB L 321 van 23.12.1993, blz. 27).

Besluit 94/67/EG van de Raad van 24 januari 1994 houdende sluiting van het protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Syrische Arabische Republiek (PB L 32 van 5.2.1994, blz. 44).

Besluit 95/207/EG van de Raad van 1 juni 1995 tot toekenning van een garantie van de Gemeenschap aan de Europese Investeringsbank voor verliezen op leningen voor projecten in Zuid-Afrika (PB L 131 van 15.6.1995, blz. 31).

Besluit 95/485/EG van de Raad van 30 oktober 1995 betreffende de sluiting van het protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Cyprus (PB L 278 van 21.11.1995, blz. 22).

Besluit 96/723/EG van de Raad van 12 december 1996 waarbij aan de Europese Investeringsbank een garantie van de Gemeenschap wordt verleend voor verliezen op leningen voor projecten van gemeenschappelijk belang in landen in Latijns-Amerika en Azië waarmee de Gemeenschap samenwerkingsovereenkomsten (Argentinië, Bolivia, Brazilië, Chili, Colombia, Costa Rica, Ecuador, Guatemala, Honduras, Mexico, Nicaragua, Panama, Paraguay, Peru, El Salvador, Uruguay en Venezuela; Bangladesh, Brunei, China, India, Indonesië, Macao, Maleisië, Pakistan, Filippijnen, Singapore, Sri Lanka, Thailand en Vietnam) gesloten heeft (PB L 329 van 19.12.1996, blz. 45).

Besluit 97/256/EG van de Raad van 14 april 1997 tot verlening van een garantie van de Gemeenschap voor verliezen van de Europese Investeringsbank op leningen voor projecten buiten de Gemeenschap (landen in Midden- en Oost-Europa, mediterrane landen, landen in Azië en Latijns-Amerika, Zuid-Afrika, de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië en Bosnië en Herzegovina) (PB L 102 van 19.4.1997, blz. 33).

Besluit 98/348/EG van de Raad van 19 mei 1998 tot verlening van een garantie van de Gemeenschap voor verliezen van de Europese Investeringsbank op leningen voor projecten in de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, en tot wijziging van Besluit 97/256/EG tot verlening van een garantie van de Gemeenschap voor verliezen van de Europese Investeringsbank op leningen voor projecten buiten de Gemeenschap (landen in Midden- en Oost-Europa, mediterrane landen, landen in Azië en Latijns-Amerika, Zuid-Afrika) (PB L 155 van 29.5.1998, blz. 53).

Besluit 98/729/EG van de Raad van 14 december 1998 tot wijziging van Besluit 97/256/EG om de aan de Europese Investeringsbank verleende garantie van de Gemeenschap uit te breiden tot leningen voor projecten in Bosnië en Herzegovina (PB L 346 van 22.12.1998, blz. 54).

Besluit 1999/786/EG van de Raad van 29 november 1999 tot verlening van een garantie van de Gemeenschap voor verliezen van de Europese Investeringsbank (EIB) op leningen voor projecten voor de wederopbouw van de door de aardbeving getroffen gebieden van Turkije (PB L 308 van 3.12.1999, blz. 35).

Besluit 2000/24/EG van de Raad van 22 december 1999 tot verlening van een garantie van de Gemeenschap voor verliezen van de Europese Investeringsbank op leningen voor projecten buiten de Gemeenschap (Midden- en Oost-Europa, Middellandse Zeegebied, Latijns-Amerika en Azië en de Republiek Zuid-Afrika) (PB L 9 van 13.1.2000, blz. 24).

Besluit 2000/688/EG van de Raad van 7 november 2000 houdende wijziging van Besluit 2000/24/EG tot uitbreiding van de garantie van de Gemeenschap aan de Europese Investeringsbank tot leningen voor projecten in Kroatië (PB L 285 van 10.11.2000, blz. 20).

Besluit 2000/788/EG van de Raad van 4 december 2000 houdende wijziging van Besluit 2000/24/EG tot vaststelling van een speciaal actieprogramma van de Europese Investeringsbank ter ondersteuning van de consolidatie en verdieping van de douane-unie tussen de EG en Turkije (PB L 314 van 14.12.2000, blz. 27).

Besluit 2001/777/EG van de Raad van 6 november 2001 tot verlening van een garantie van de Gemeenschap voor verliezen van de Europese Investeringsbank op buitengewone leningen, in het kader van de Noordelijke Dimensie verstrekt voor concrete milieuprojecten in het gebied rond de Oostzee in Rusland (PB L 292 van 9.11.2001, blz. 41).

Besluit 2001/778/EG van de Raad van 6 november 2001 tot wijziging van Besluit 2000/24/EG met het oog op de uitbreiding van de aan de Europese Investeringsbank verleende garantie van de Gemeenschap tot leningen voor projecten in de Federale Republiek Joegoslavië (PB L 292 van 9.11.2001, blz. 43).

Besluit 2005/47/EG van de Raad van 22 december 2004 tot wijziging van Besluit 2000/24/EG in het licht van de uitbreiding van de Europese Unie en het Europese nabuurschapsbeleid (PB L 21 van 25.1.2005, blz. 9).

Besluit 2005/48/EG van de Raad van 22 december 2004 tot verlening van een garantie van de Gemeenschap aan de Europese Investeringsbank voor verliezen op leningen voor bepaalde projecten in Rusland, Oekraïne, Moldavië en Belarus (PB L 21 van 25.1.2005, blz. 11).

Besluit 2006/174/EG van de Raad van 27 februari 2006 tot wijziging van Besluit 2000/24/EG met het oog op de opneming van de Maldiven in de lijst van bestreken landen naar aanleiding van de tsunami van december 2004 in de Indische Oceaan (PB L 62 van 3.3.2006, blz. 26).

Besluit nr. 1080/2011/EU van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2011 tot verlening van een EU-garantie voor verliezen van de Europese Investeringsbank op leningen en leninggaranties voor projecten buiten de Unie en houdende intrekking van Besluit nr. 633/2009/EG (PB L 280 van 27.10.2011, blz. 1).

Besluit nr. 466/2014/EU van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 tot verlening van een EU-garantie voor verliezen van de Europese Investeringsbank op financieringsverrichtingen van projecten buiten de Unie (PB L 135 van 8.5.2014, blz. 1).

01 03 06

Voorziening van het Garantiefonds

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

257 121 792

144 409 518

58 432 294,—

Toelichting

Met dit krediet worden de financiële middelen beschikbaar gesteld die nodig zijn voor de betalingen aan het Garantiefonds volgens de voorzieningsregeling van dit fonds en voor de betaling van de operationele kosten die verbonden zijn aan het beheer van het fonds en aan de externe evaluatie die zal plaatsvinden in het kader van de mid-term review van het externe mandaat van de EIB.

Uit hoofde van artikel 8 1 0 van de staat van ontvangsten ontvangen bestemmingsontvangsten kunnen aanleiding geven tot extra kredieten uit hoofde van dit artikel, in overeenstemming met artikel 21 van het Financieel Reglement en artikel 10 van Besluit nr. 466/2014/EU.

Rechtsgronden

Verordening (EG, Euratom) nr. 480/2009 van de Raad van 25 mei 2009 tot instelling van een Garantiefonds (PB L 145 van 10.6.2009, blz. 10).

Besluit nr. 466/2014/EU van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 tot verlening van een EU-garantie voor verliezen van de Europese Investeringsbank op financieringsoperaties ter ondersteuning van investeringsprojecten buiten de Europese Unie (PB L 135 van 8.5.2014, blz. 1).

HOOFDSTUK 01 04 —   FINANCIËLE VERRICHTINGEN EN INSTRUMENTEN

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

% Betalingen 2014-2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

01 04

FINANCIËLE VERRICHTINGEN EN INSTRUMENTEN

01 04 01

Europees Investeringsfonds

01 04 01 01

Europees Investeringsfonds — Terbeschikkingstelling van de volgestorte bedragen van het geplaatste kapitaal

1,1

41 000 000

41 000 000

50 000 000

43 514 489

42 517 445,55

42 517 445,55

103,70

01 04 01 02

Europees Investeringsfonds — Opvraagbaar gedeelte van het geplaatste kapitaal

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

 
 

Artikel 01 04 01 — Subtotaal

 

41 000 000

41 000 000

50 000 000

43 514 489

42 517 445,55

42 517 445,55

103,70

01 04 02

Nucleaire veiligheid — Samenwerking met de Europese Investeringsbank

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

241 972,—

 

01 04 03

Garantie voor door Euratom opgenomen leningen

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

 

01 04 04

Garantie voor het Europees Fonds voor strategische investeringen (EFSI)

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

     

01 04 05

Voorziening van het EFSI-garantiefonds

1,1

2 030 000 000

500 000 000

1 350 000 000

p.m.

     

01 04 06

Europees investeringsadvieshub (EIAH) en Europees investeringsprojectenportaal (EIPP)

1,1

20 000 000

20 000 000

10 000 000

10 000 000

     

01 04 07

Vergoedingen verschuldigd aan het Europees Investeringsfonds wegens grotere bijstand in het kader van het Europees Fonds voor strategische investeringen

1,1

5 000 000

5 000 000

         

01 04 51

Voltooiing van programma's voor kleine en middelgrote ondernemingen (kmo's) (van voor 2014)

1,1

p.m.

96 000 000

p.m.

100 267 609

0,—

107 355 405,—

111,83

01 04 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

01 04 77 01

Proefproject — Versterking van de samenwerking en synergieën tussen nationale stimuleringsbanken teneinde de langetermijnfinanciering van de reële economie te ondersteunen

1,1

p.m.

250 000

500 000

250 000

     

01 04 77 02

Proefproject — Beheer van staatseigendom

1,1

1 000 000

400 000

         
 

Artikel 01 04 77 — Subtotaal

 

1 000 000

650 000

500 000

250 000

     
 

Hoofdstuk 01 04 — Totaal

 

2 097 000 000

662 650 000

1 410 500 000

154 032 098

42 517 445,55

150 114 822,55

22,65

01 04 01

Europees Investeringsfonds

01 04 01 01

Europees Investeringsfonds — Terbeschikkingstelling van de volgestorte bedragen van het geplaatste kapitaal

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

41 000 000

41 000 000

50 000 000

43 514 489

42 517 445,55

42 517 445,55

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van de terbeschikkingstelling van de volgestorte bedragen van het door de Unie geplaatste kapitaal.

Het Europees Investeringsfonds (EIF) werd in 1994 opgericht. Het is opgericht door de Europese Gemeenschap (daartoe vertegenwoordigd door de Commissie), de Europese Investeringsbank (EIB) en een aantal financiële instellingen. Momenteel is bij Besluit 94/375/EG bepaald dat de Unie lid is van het EIF.

Rechtsgronden

Besluit 94/375/EG van de Raad van 6 juni 1994 betreffende het lidmaatschap van de Gemeenschap van het Europees Investeringsfonds (PB L 173 van 7.7.1994, blz. 12).

Besluit 2007/247/EG van de Raad van 19 april 2007 inzake de deelneming van de Gemeenschap in de kapitaalverhoging bij het Europees Investeringsfonds (PB L 107 van 25.4.2007, blz. 5).

Besluit nr. 562/2014/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 inzake de deelneming van de Europese Unie in de kapitaalverhoging bij het Europees Investeringsfonds (PB L 156 van 24.5.2014, blz. 1).

01 04 01 02

Europees Investeringsfonds — Opvraagbaar gedeelte van het geplaatste kapitaal

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van een opvraging ten bedrage van het door de Unie geplaatste kapitaal.

Rechtsgronden

Besluit 94/375/EG van de Raad van 6 juni 1994 betreffende het lidmaatschap van de Gemeenschap van het Europees Investeringsfonds (PB L 173 van 7.7.1994, blz. 12).

Besluit 2007/247/EG van de Raad van 19 april 2007 inzake de deelneming van de Gemeenschap in de kapitaalverhoging bij het Europees Investeringsfonds (PB L 107 van 25.4.2007, blz. 5).

Besluit nr. 562/2014/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 inzake de deelneming van de Europese Unie in de kapitaalverhoging bij het Europees Investeringsfonds (PB L 156 van 24.5.2014, blz. 1).

01 04 02

Nucleaire veiligheid — Samenwerking met de Europese Investeringsbank

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

241 972,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de technische en juridische bijstand die nodig is voor de beoordeling van de veiligheids- en milieuaspecten en de economische en financiële kanten van de projecten waarvoor om financiering in de vorm van een Euratom-lening is gevraagd, met inbegrip van studies van de Europese Investeringsbank (EIB). De maatregelen moeten het tevens mogelijk maken om leningsovereenkomsten te sluiten en uit te voeren.

De in dit artikel opgenomen kredieten zullen ook worden gebruikt voor de dekking of tijdelijke voorfinanciering van de kosten die de Unie maakt in het kader van de sluiting en uitvoering van transacties voor het aangaan en verstrekken van Euratom-leningen.

Alle ontvangsten die zijn opgenomen in post 5 5 1 van de staat van ontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder a), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Besluit 77/270/Euratom van de Raad van 29 maart 1977 waarbij de Commissie wordt gemachtigd tot het aangaan van Euratom-leningen teneinde een bijdrage te leveren tot de financiering van kerncentrales (PB L 88 van 6.4.1977, blz. 9).

01 04 03

Garantie voor door Euratom opgenomen leningen

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Er werd machtiging verleend tot het opnemen van leningen tot een maximumbedrag van 4 000 000 000 EUR, waarvan 500 000 000 EUR bij Besluit 77/270/Euratom, 500 000 000 EUR bij Besluit 80/29/Euratom, 1 000 000 000 EUR bij Besluit 82/170/Euratom, 1 000 000 000 EUR bij Besluit 85/537/Euratom en 1 000 000 000 EUR bij Besluit 90/212/Euratom.

Dit artikel dient voor de opname in de begroting van de door de Unie verstrekte garantie. Aldus kan de Commissie de schulden aflossen wanneer debiteuren in gebreke blijven.

Om aan haar verplichtingen te voldoen, kan de Commissie de schuldendienst tijdelijk uit haar eigen kasmiddelen bekostigen. In dat geval is artikel 12 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 van de Raad van 22 mei 2000 houdende toepassing van Besluit 2007/436/EG, Euratom betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (PB L 130 van 31.5.2000, blz. 1) van toepassing.

In een specifieke bijlage bij dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling wordt een samenvatting gegeven van het geheel van de door de algemene begroting gegarandeerde opgenomen en verstrekte leningen, met inbegrip van het beheer van de schuld, naar hoofdsom en rente.

Rechtsgronden

Besluit 77/270/Euratom van de Raad van 29 maart 1977 waarbij de Commissie wordt gemachtigd tot het aangaan van Euratom-leningen teneinde een bijdrage te leveren tot de financiering van kerncentrales (PB L 88 van 6.4.1977, blz. 9).

Besluit 77/271/Euratom van de Raad van 29 maart 1977 houdende toepassing van Besluit 77/270/Euratom waarbij de Commissie wordt gemachtigd tot het aangaan van Euratom-leningen teneinde een bijdrage te leveren tot de financiering van kerncentrales (PB L 88 van 6.4.1977, blz. 11).

Besluit 80/29/Euratom van de Raad van 20 december 1979 tot wijziging van Besluit 77/271/Euratom houdende toepassing van Besluit 77/270/Euratom waarbij de Commissie wordt gemachtigd tot het aangaan van Euratom-leningen teneinde een bijdrage te leveren tot de financiering van kerncentrales (PB L 12 van 17.1.1980, blz. 28).

Besluit 82/170/Euratom van de Raad van 15 maart 1982 tot wijziging van Besluit 77/271/Euratom met betrekking tot het totaalbedrag van Euratom-leningen tot het aangaan waarvan de Commissie is gemachtigd teneinde een bijdrage te leveren tot de financiering van kerncentrales (PB L 78 van 24.3.1982, blz. 21).

Besluit 85/537/Euratom van de Raad van 5 december 1985 tot wijziging van Besluit 77/271/Euratom met betrekking tot het totaalbedrag van Euratom-leningen die de Commissie mag aangaan teneinde een bijdrage te leveren tot de financiering van kerncentrales (PB L 334 van 12.12.1985, blz. 23).

Besluit 90/212/Euratom van de Raad van 23 april 1990 tot wijziging van Besluit 77/271/Euratom houdende toepassing van Besluit 77/270/Euratom waarbij de Commissie wordt gemachtigd tot het aangaan van Euratom-leningen teneinde een bijdrage te leveren tot de financiering van kerncentrales (PB L 112 van 3.5.1990, blz. 26).

01 04 04

Garantie voor het Europees Fonds voor strategische investeringen (EFSI)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

   

Toelichting

Op dit artikel zullen alleen kredieten worden geboekt wanneer de Europese Investeringsbank op de EFSI-garantie een beroep doet dat de beschikbare middelen van het garantiefonds overschrijdt en dat in overeenstemming is met de Verordening (EU) 2015/1017, met de overeenkomst die de Bank daartoe met de Commissie heeft gesloten en met de daarin vastgestelde procedures.

Rechtsgronden

Verordening (EU) 2015/1017 van het Europees Parlement en de Raad van 25 juni 2015 betreffende het Europees Fonds voor strategische investeringen, de Europese investeringsadvieshub en het Europese investeringsprojectenportaal en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1291/2013 en (EU) nr. 1316/2013 — het Europees Fonds voor strategische investeringen (PB L 169 van 1.7.2015, blz. 1).

Referentiebesluiten

Mededeling van de Commissie van 26 november 2014 aan het Europees Parlement, de Raad, de Europese Centrale Bank, het Europees Economisch en Sociaal Comité, het Comité van de Regio's en de Europese Investeringsbank — Een investeringsplan voor Europa (COM(2014) 903 final).

01 04 05

Voorziening van het EFSI-garantiefonds

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

2 030 000 000

500 000 000

1 350 000 000

p.m.

   

Toelichting

Dit krediet dient om de nodige financiële middelen ter beschikking te stellen voor stortingen in het EFSI-garantiefonds overeenkomstig Verordening (EU) 2015/1017 en de daarin vastgestelde procedures. De voorziening heeft met name ten doel een correcte uitvoering van de begroting te waarborgen wanneer een beroep op de EFSI-garantie wordt gedaan.

Rechtsgronden

Verordening (EU) 2015/1017 van het Europees Parlement en de Raad van 25 juni 2015 betreffende het Europees Fonds voor strategische investeringen, de Europese investeringsadvieshub en het Europese investeringsprojectenportaal en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1291/2013 en (EU) nr. 1316/2013 — het Europees Fonds voor strategische investeringen (PB L 169 van 1.7.2015, blz. 1).

Referentiebesluiten

Mededeling van de Commissie van 26 november 2014 aan het Europees Parlement, de Raad, de Europese Centrale Bank, het Europees Economisch en Sociaal Comité, het Comité van de Regio's en de Europese Investeringsbank — Een investeringsplan voor Europa (COM(2014) 903 final).

01 04 06

Europees investeringsadvieshub (EIAH) en Europees investeringsprojectenportaal (EIPP)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

20 000 000

20 000 000

10 000 000

10 000 000

   

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

financiële steun aan de Europese Investeringsbank voor het opzetten en activeren van het EIAH in overeenstemming met artikel 14 van Verordening (EU) 2015/1017, door onder meer ondersteunend advies aan projectontwikkelaars te verlenen, zoals onder meer technisch advies over het gebruik en de vormgeving van financiële instrumenten, en

 

kosten die verband houden met het opzetten, de ontwikkeling, het beheer, de ondersteuning, het onderhoud en de hosting van het EIPP, alsook profilerings- en voorlichtingskosten.

Eventuele ontvangsten uit vergoedingen die in verband met het EIPP aan projectontwikkelaars worden aangerekend, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig het bepaalde in artikel 21, lid 4, van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EU) 2015/1017 van het Europees Parlement en de Raad van 25 juni 2015 betreffende het Europees Fonds voor strategische investeringen, de Europese investeringsadvieshub en het Europese investeringsprojectenportaal en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1291/2013 en (EU) nr. 1316/2013 — het Europees Fonds voor strategische investeringen (PB L 169 van 1.7.2015, blz. 1).

Referentiebesluiten

Mededeling van de Commissie van 26 november 2014 aan het Europees Parlement, de Raad, de Europese Centrale Bank, het Europees Economisch en Sociaal Comité, het Comité van de regio's en de Europese Investeringsbank — Een investeringsplan voor Europa (COM(2014) 903 final).

01 04 07

Vergoedingen verschuldigd aan het Europees Investeringsfonds wegens grotere bijstand in het kader van het Europees Fonds voor strategische investeringen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

5 000 000

5 000 000

       

Toelichting

Nieuw artikel

Het Europees Investeringsfonds (EIF) zal het kmo-onderdeel uitvoeren van het Europees Fonds voor strategische investeringen, dat de financiering van kleine en middelgrote ondernemingen en midcaps met vreemd en eigen vermogen zal ondersteunen. Het EIF heeft recht op beheersvergoedingen voor de implementatie van het kmo-onderdeel. Zoals in Verordening (EU) 2015/1017 is bepaald, zullen aan het EIF verschuldigde vergoedingen in de eerste plaats worden gefinancierd met opbrengsten uit de middelen van het EFSI-garantiefonds en het Europees Fonds voor strategische investeringen. Voor zover deze inkomsten niet toereikend zijn om de EIF-vergoedingen te dekken, zal de algemene begroting van de Unie worden aangesproken.

Rechtsgronden

Verordening (EU) 2015/1017 van het Europees Parlement en de Raad van 25 juni 2015 betreffende het Europees Fonds voor strategische investeringen, de Europese investeringsadvieshub en het Europese investeringsprojectenportaal en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1291/2013 en (EU) nr. 1316/2013 — het Europees Fonds voor strategische investeringen (PB L 169 van 1.7.2015, blz. 1).

Referentiebesluiten

Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, de Europese Centrale Bank, het Europees Economisch en Sociaal Comité, het Comité van de Regio's en de Europese Investeringsbank — Een investeringsplan voor Europa (COM(2014) 903 final).

01 04 51

Voltooiing van programma's voor kleine en middelgrote ondernemingen (kmo's) (van voor 2014)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

96 000 000

p.m.

100 267 609

0,—

107 355 405,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van voorgaande jaren.

Ofschoon de vastleggingsperiode is afgelopen, moeten de faciliteiten nog enkele jaren worden beheerd, omdat er betalingen zullen moeten worden verricht voor investeringen en om de garantieverplichtingen na te komen. De rapportage- en toezichtsvoorschriften zullen dus doorlopen totdat de faciliteiten ten einde lopen.

Om aan haar verplichtingen te voldoen, kan de Commissie tijdelijk uit haar eigen kasmiddelen zorg dragen voor de schuldendienst. In dat geval is artikel 12 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 van de Raad van 22 mei 2000 houdende toepassing van Besluit 2007/436/EG, Euratom betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (PB L 130 van 31.5.2000, blz. 1), van toepassing.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting van de Unie uitmaakt.

Eventuele inkomsten uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten en, indien van toepassing, de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan uniale programma's, die worden opgevoerd onder post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot het openen van extra kredieten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

Eventuele ontvangsten en terugbetalingen gerealiseerd op trustrekeningen die onder artikel 5 2 3 van de staat van ontvangsten worden geboekt, zullen in de algemene begroting van de Unie worden teruggestort of worden overgeheveld naar de opvolgende financiële instrumenten die vallen onder de vermogensinstrumenten voor onderzoek en innovatie van de Unie in het kader van Horizon 2020, dan wel de eigenvermogensfaciliteit voor groei in het kader van Cosme, al naargelang het geval, in overeenstemming met het Financieel Reglement en de Verordeningen (EU) nr. 1287/2013 en (EU) nr. 1290/2013.

Rechtsgronden

Besluit 98/347/EG van de Raad van 19 mei 1998 betreffende maatregelen voor financiële bijstand aan innoverende en werkgelegenheid scheppende kleine en middelgrote ondernemingen (kmo's) — Het groei- en werkgelegenheidsinitiatief (PB L 155 van 29.5.1998, blz. 43).

Beschikking 2000/819/EG van de Raad van 20 december 2000 betreffende een meerjarenprogramma voor ondernemingen en ondernemerschap, met name voor het midden- en kleinbedrijf (mkb) (2001-2005) (PB L 333 van 29.12.2000, blz. 84).

Besluit nr. 1776/2005/EG van het Europees Parlement en de Raad van 28 september 2005 tot wijziging van Beschikking 2000/819/EG van de Raad betreffende een meerjarenprogramma voor ondernemingen en ondernemerschap, met name voor het midden- en kleinbedrijf (mkb) (2001-2005) (PB L 289 van 3.11.2005, blz. 14).

Besluit nr. 1639/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 2006 tot vaststelling van een kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie (2007-2013) (PB L 310 van 9.11.2006, blz. 15).

Verordening (EU) nr. 1287/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van een programma voor het concurrentievermogen van ondernemingen en kleine en middelgrote ondernemingen (Cosme) (2014-2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1639/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 33).

Verordening (EU) nr. 1290/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van de regels voor de deelname aan acties en de verspreiding van resultaten in het kader van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1906/2006 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 81).

01 04 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

01 04 77 01

Proefproject — Versterking van de samenwerking en synergieën tussen nationale stimuleringsbanken teneinde de langetermijnfinanciering van de reële economie te ondersteunen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

250 000

500 000

250 000

   

Toelichting

Nationale (en regionale) stimuleringsbanken worden, samen met de Europese Investeringsbank (EIB) en het Europees Investeringsfonds (EIF), beschouwd als belangrijke actoren om langetermijnprojecten op Europees niveau te financieren. In haar mededeling van 27 maart 2014 over de langetermijnfinanciering van de Europese economie, een vervolg op een Groenboek, heeft de Commissie bevestigd dat tijdens de raadpleging „werd opgeroepen tot meer gezamenlijke Unienationale of multinationale initiatieven, eenvoudigere procedures voor het bevorderen van samenwerking en synergiën tussen de Uniebegroting en de EIB/het EIF, multilaterale ontwikkelingsbanken en nationale stimuleringsbanken”. In die mededeling heeft de Commissie toegezegd dat zij „de samenwerking tussen de nationale stimuleringsbanken en de EIB/het EIF en mogelijk ook met andere multilaterale ontwikkelingsbanken [zal] aanmoedigen en monitoren zoals de Europese Raad van juni 2013 haar heeft gevraagd, en in december 2014 verslag [zal] uitbrengen aan de Raad”.

In dit verband is het van belang de Commissie in staat te stellen een proefproject te ontwikkelen waarbij, middels zichtbare steun uit de Uniebegroting, een gestructureerd netwerk van nationale en regionale stimuleringsbanken in de lidstaten wordt gecreëerd, teneinde hun samenwerking te versterken en de doelstelling van langetermijnfinanciering van de reële economie te verwezenlijken, om aldus de groei op de lange termijn, het welzijn en de werkgelegenheid in Europa te ondersteunen. Deze samenwerking zal de uitwisseling van beste praktijken stimuleren en bijdragen aan de ontwikkeling van innovatieve systemen om particulier kapitaal naar kmo's te sluizen en naar projecten van publiek belang, zoals investeringen in materiële en immateriële infrastructuur, met name in de regio's die het zwaarst te lijden hebben onder recessie en werkloosheid.

Hiertoe zal het project de volgende activiteiten omvatten:

 

de bevordering van de uitwisseling van informatie en beste praktijken tussen de deelnemers onderling en tussen de deelnemers en de Europese instellingen door middel van vergaderingen, seminars en publicaties;

 

de opzet van onderzoeksprogramma's en de organisatie van conferenties voor de deelnemers;

 

de ontwikkeling van initiatieven om het concept van langetermijninvestering binnen de economische en financiële sector te ondersteunen;

 

de bevordering van het wegnemen van obstakels en de ontwikkeling van stimulansen om langetermijninvesteringen te stimuleren.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

01 04 77 02

Proefproject — Beheer van staatseigendom

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 000 000

400 000

       

Toelichting

Dit proefproject stimuleert de herstructurering en/of privatisering van ondernemingen en andere vormen van eigendom van nationale en lokale overheden, met als doel om het concurrentievermogen en de interne markt te versterken.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

TITEL 02

INTERNE MARKT, INDUSTRIE, ONDERNEMERSCHAP EN MIDDEN- EN KLEINBEDRIJF

Algemene samenvatting van de kredieten (2016 en 2015) en van de uitvoering (2014)

 

Titel

Hoofdstuk

Rubriek

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

02 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „INTERNE MARKT, INDUSTRIE, ONDERNEMERSCHAP EN MIDDEN- EN KLEINBEDRIJF”

142 672 092

142 672 092

137 942 472

137 942 472

147 481 524,06

147 481 524,06

02 02

PROGRAMMA VOOR HET CONCURRENTIEVERMOGEN VAN ONDERNEMINGEN EN VOOR KLEINE EN MIDDELGROTE ONDERNEMINGEN (COSME)

291 507 692

162 988 600

288 603 548

214 798 246

250 616 864,63

123 328 785,48

02 03

INTERNE MARKT VOOR GOEDEREN EN DIENSTEN

120 961 000

118 305 000

57 545 000

48 325 160

48 605 418,22

42 885 695,59

02 04

HORIZON 2020 — ONDERZOEK IN VERBAND MET ONDERNEMINGEN

271 047 805

342 633 544

275 857 405

297 021 123

292 577 154,94

260 439 332,34

02 05

EUROPESE PROGRAMMA'S VOOR NAVIGATIE PER SATELLIET (EGNOS EN GALILEO)

876 057 400

547 888 400

1 083 990 000

886 048 989

1 387 075 693,57

1 187 030 598,80

02 06

EUROPEES PROGRAMMA VOOR AARDOBSERVATIE

583 567 000

580 000 000

553 870 000

509 796 595

360 721 236,93

243 321 753,53

 

Titel 02 — Totaal

2 285 812 989

1 894 487 636

2 397 808 425

2 093 932 585

2 487 077 892,35

2 004 487 689,80

HOOFDSTUK 02 01 —   ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „INTERNE MARKT, INDUSTRIE, ONDERNEMERSCHAP EN MIDDEN- EN KLEINBEDRIJF”

De artikelen 1, 2, 3 en 5 zijn in detail weergegeven in hoofdstuk XX 01

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

% 2014-2016

02 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „INTERNE MARKT, INDUSTRIE, ONDERNEMERSCHAP EN MIDDEN- EN KLEINBEDRIJF”

02 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen op het beleidsterrein „Interne markt, industrie, ondernemerschap en midden- en kleinbedrijf”

5,2

91 416 624

89 939 993

92 647 859,22

101,35

02 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven ter ondersteuning van het beleidsterrein „Interne markt, industrie, ondernemerschap en midden- en kleinbedrijf”

02 01 02 01

Extern personeel

5,2

7 718 931

5 572 584

6 270 353,81

81,23

02 01 02 11

Overige beheersuitgaven

5,2

5 290 863

3 931 053

4 063 253,83

76,80

 

Artikel 02 01 02 — Subtotaal

 

13 009 794

9 503 637

10 333 607,64

79,43

02 01 03

Uitgaven in verband met apparatuur en diensten voor informatie- en communicatietechnologie op het beleidsterrein „Interne markt, industrie, ondernemerschap en midden- en kleinbedrijf”

5,2

5 834 308

5 709 934

6 691 762,14

114,70

02 01 04

Ondersteunende uitgaven voor operaties en programma's op het beleidsterrein „Interne markt, industrie, ondernemerschap en midden- en kleinbedrijf”

02 01 04 01

Ondersteunende uitgaven voor het programma voor het concurrentievermogen van ondernemingen en voor kleine en middelgrote ondernemingen (Cosme)

1,1

3 363 000

3 749 000

4 321 513,32

128,50

02 01 04 02

Ondersteunende uitgaven voor normalisatie en harmonisatie van de wetgevingen

1,1

160 000

160 000

159 567,29

99,73

02 01 04 03

Ondersteunende uitgaven voor Europese programma’s voor navigatie per satelliet

1,1

3 400 000

3 400 000

3 447 732,49

101,40

02 01 04 04

Ondersteunende uitgaven voor het Europees programma voor aardobservatie (Copernicus)

1,1

2 600 000

2 500 000

2 499 821,02

96,15

 

Artikel 02 01 04 — Subtotaal

 

9 523 000

9 809 000

10 428 634,12

109,51

02 01 05

Ondersteunende uitgaven voor onderzoeks- en innovatieprogramma's op het beleidsterrein „Interne markt, industrie, ondernemerschap en midden- en kleinbedrijf”

02 01 05 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen die belast zijn met de tenuitvoerlegging van onderzoeks- en innovatieprogramma's — Horizon 2020

1,1

8 517 385

8 964 139

8 655 436,59

101,62

02 01 05 02

Extern personeel dat belast is met de tenuitvoerlegging van onderzoeks- en innovatieprogramma's — Horizon 2020

1,1

2 405 948

2 816 592

3 115 886,98

129,51

02 01 05 03

Overige beheersuitgaven voor onderzoeks- en innovatieprogramma's — Horizon 2020

1,1

3 179 000

3 045 000

8 982 337,37

282,55

 

Artikel 02 01 05 — Subtotaal

 

14 102 333

14 825 731

20 753 660,94

147,16

02 01 06

Uitvoerende agentschappen

02 01 06 01

Uitvoerend Agentschap voor kleine en middelgrote ondernemingen — Bijdrage van het programma voor het concurrentievermogen van ondernemingen en voor kleine en middelgrote ondernemingen (Cosme)

1,1

8 786 033

8 154 177

6 626 000,—

75,42

 

Artikel 02 01 06 — Subtotaal

 

8 786 033

8 154 177

6 626 000,—

75,42

 

Hoofdstuk 02 01 — Totaal

 

142 672 092

137 942 472

147 481 524,06

103,37

02 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen op het beleidsterrein „Interne markt, industrie, ondernemerschap en midden- en kleinbedrijf”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

91 416 624

89 939 993

92 647 859,22

02 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven ter ondersteuning van het beleidsterrein „Interne markt, industrie, ondernemerschap en midden- en kleinbedrijf”

02 01 02 01

Extern personeel

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

7 718 931

5 572 584

6 270 353,81

02 01 02 11

Overige beheersuitgaven

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

5 290 863

3 931 053

4 063 253,83

02 01 03

Uitgaven in verband met apparatuur en diensten voor informatie- en communicatietechnologie op het beleidsterrein „Interne markt, industrie, ondernemerschap en midden- en kleinbedrijf”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

5 834 308

5 709 934

6 691 762,14

02 01 04

Ondersteunende uitgaven voor operaties en programma's op het beleidsterrein „Interne markt, industrie, ondernemerschap en midden- en kleinbedrijf”

02 01 04 01

Ondersteunende uitgaven voor het programma voor het concurrentievermogen van ondernemingen en voor kleine en middelgrote ondernemingen (Cosme)

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

3 363 000

3 749 000

4 321 513,32

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks samenhangen met het verwezenlijken van de doelstelling van het programma of de maatregelen die onder deze post vallen, en alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand (overheidstaken uitgezonderd) die door de Commissie wordt uitbesteed in het kader van ad-hocdienstverleningscontracten.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de EVA-staten, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan programma's van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van derden en die zijn geboekt op post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten die overeenkomstig het Financieel Reglement op deze post dienen te worden geboekt.

Rechtsgronden

Zie hoofdstuk 02 02.

02 01 04 02

Ondersteunende uitgaven voor normalisatie en harmonisatie van de wetgevingen

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

160 000

160 000

159 567,29

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks samenhangen met het verwezenlijken van de doelstelling van het programma of de maatregelen die onder deze post vallen, en alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand (overheidstaken uitgezonderd) die door de Commissie wordt uitbesteed in het kader van ad-hocdienstverleningscontracten.

Rechtsgronden

Zie artikel 02 03 02.

02 01 04 03

Ondersteunende uitgaven voor Europese programma’s voor navigatie per satelliet

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

3 400 000

3 400 000

3 447 732,49

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks samenhangen met het verwezenlijken van de doelstelling van het programma of de maatregelen die onder deze post vallen, en alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand (overheidstaken uitgezonderd) die door de Commissie wordt uitbesteed in het kader van ad-hocdienstverleningscontracten.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de EVA-staten, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Zie hoofdstuk 02 05.

02 01 04 04

Ondersteunende uitgaven voor het Europees programma voor aardobservatie (Copernicus)

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

2 600 000

2 500 000

2 499 821,02

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks samenhangen met het verwezenlijken van de doelstelling van het programma of de maatregelen die onder deze post vallen, en alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand (overheidstaken uitgezonderd) die door de Commissie wordt uitbesteed in het kader van ad-hocdienstverleningscontracten. Dit krediet kan ook activiteiten dekken in verband met het gebruikersforum dat is opgericht bij artikel 17 van Verordening (EU) nr. 911/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 22 september 2010 inzake het Europees programma voor monitoring van de aarde (GMES) en zijn initiële operationele diensten (2011-2013) (PB L 276 van 20.10.2010, blz. 1).

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de EVA-staten, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan programma's van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van derden en die zijn geboekt op post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten die overeenkomstig het Financieel Reglement op deze post dienen te worden geboekt.

Rechtsgronden

Zie hoofdstuk 02 06.

02 01 05

Ondersteunende uitgaven voor onderzoeks- en innovatieprogramma's op het beleidsterrein „Interne markt, industrie, ondernemerschap en midden- en kleinbedrijf”

02 01 05 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen die belast zijn met de tenuitvoerlegging van onderzoeks- en innovatieprogramma's — Horizon 2020

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

8 517 385

8 964 139

8 655 436,59

Toelichting

Oude post 02 01 05 01 (ten dele)

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen die belast zijn met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma's — Horizon 2020, op posten die deel uitmaken van de goedgekeurde personeelsformaties die betrokken zijn bij werkzaamheden onder contract in het kader van de niet-nucleaire programma's, met inbegrip van ambtenaren en tijdelijke functionarissen die zijn gedetacheerd naar delegaties van de Unie.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de EVA-staten, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Zie hoofdstuk 02 04.

02 01 05 02

Extern personeel dat belast is met de tenuitvoerlegging van onderzoeks- en innovatieprogramma's — Horizon 2020

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

2 405 948

2 816 592

3 115 886,98

Toelichting

Oude post 02 01 05 02 (ten dele)

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven voor extern personeel dat belast is met de tenuitvoerlegging van onderzoeks- en innovatieprogramma's — Horizon 2020 in de vorm van werkzaamheden onder contract in het kader van de niet-nucleaire programma’s, met inbegrip van extern personeel dat naar delegaties van de Unie is gedetacheerd.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de EVA-staten, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Zie hoofdstuk 02 04.

02 01 05 03

Overige beheersuitgaven voor onderzoeks- en innovatieprogramma's — Horizon 2020

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

3 179 000

3 045 000

8 982 337,37

Toelichting

Oude post 02 01 05 03 (ten dele)

Dit krediet dient ter dekking van andere administratieve uitgaven voor alle beheer van onderzoeks- en innovatieprogramma's — Horizon 2020 in de vorm van werkzaamheden onder contract in het kader van de niet-nucleaire programma’s, met inbegrip van andere administratieve uitgaven voor personeel dat naar delegaties van de Unie is gedetacheerd.

Dit krediet dient eveneens ter dekking van de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de doelstelling van het programma of de maatregelen die onder deze post vallen, en van alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand waarbij geen sprake is van overheidstaken die door de Commissie zijn uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc.

Het dient tevens ter dekking van uitgaven voor technische en administratieve bijstand in verband met de beschrijving, de voorbereiding, het management, de monitoring, de audit en de supervisie van het programma of van projecten, zoals uitgaven voor conferenties, workshops, seminars, ontwikkeling en onderhoud van IT-systemen, dienstreizen, opleidingen en representatiekosten.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de EVA-staten, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Zie hoofdstuk 02 04.

02 01 06

Uitvoerende agentschappen

02 01 06 01

Uitvoerend Agentschap voor kleine en middelgrote ondernemingen — Bijdrage van het programma voor het concurrentievermogen van ondernemingen en voor kleine en middelgrote ondernemingen (Cosme)

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

8 786 033

8 154 177

6 626 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de administratieve en personeelsuitgaven van het Agentschap ingevolge zijn rol bij het beheer van maatregelen die deel uitmaken van het programma voor het concurrentievermogen van ondernemingen en voor kleine en middelgrote ondernemingen (Cosme).

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de EVA-staten, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan programma's van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van derden en die zijn geboekt op post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten die overeenkomstig het Financieel Reglement op deze post dienen te worden geboekt.

De personeelsformatie van het Agentschap is opgenomen in de bijlage „Personeel” bij deze afdeling.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 58/2003 van de Raad van 19 december 2002 tot vaststelling van het statuut van de uitvoerende agentschappen waaraan bepaalde taken voor het beheer van communautaire programma's worden gedelegeerd (PB L 11 van 16.1.2003, blz. 1).

Besluit nr. 1639/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 2006 tot vaststelling van een kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie (2007-2013) (PB L 310 van 9.11.2006, blz. 15).

Verordening (EU) nr. 1287/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van een programma voor het concurrentievermogen van ondernemingen en kleine en middelgrote ondernemingen (Cosme) (2014-2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1639/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 33).

Referentiebesluiten

Besluit 2004/20/EG van de Commissie van 23 december 2003 tot oprichting van een uitvoerend agentschap, genaamd het „Uitvoerend Agentschap voor intelligente energie”, voor het beheer van de communautaire maatregelen op het gebied van energie overeenkomstig Verordening (EG) nr. 58/2003 van de Raad (PB L 5 van 9.1.2004, blz. 85).

Besluit 2007/372/EG van de Commissie tot wijziging van Besluit nr. 2004/20/EG waarbij het Uitvoerend Agentschap voor intelligente energie wordt omgevormd tot het Uitvoerend Agentschap voor concurrentievermogen en innovatie (PB L 140 van 1.6.2007, blz. 52).

Uitvoeringsbesluit van de Commissie 2013/771/EU van 17 december 2013 tot oprichting van het „Uitvoerend Agentschap voor kleine en middelgrote ondernemingen” en tot intrekking van de Besluiten 2004/20/EG en 2007/372/EG (PB L 341van 18.12.2013, blz. 73).

Besluit van de Commissie C(2013) 9414 van 23 december 2013 waarbij bevoegdheden aan het Uitvoerend Agentschap voor kleine en middelgrote ondernemingen worden gedelegeerd met het oog op het verrichten van taken in verband met de tenuitvoerlegging van EU-programma's op het vlak van energie, milieu, klimaatactie, concurrentievermogen en kmo's, onderzoek en innovatie, ict, maritiem beleid en visserij, met name wat betreft de besteding van de in de algemene begroting van de Unie opgenomen kredieten.

HOOFDSTUK 02 02 —   PROGRAMMA VOOR HET CONCURRENTIEVERMOGEN VAN ONDERNEMINGEN EN VOOR KLEINE EN MIDDELGROTE ONDERNEMINGEN (COSME)

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

% Betalingen 2014-2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

02 02

PROGRAMMA VOOR HET CONCURRENTIEVERMOGEN VAN ONDERNEMINGEN EN VOOR KLEINE EN MIDDELGROTE ONDERNEMINGEN (COSME)

02 02 01

Ondernemerschap bevorderen en het concurrentievermogen en de toegang tot markten van ondernemingen in de Unie verbeteren

1,1

110 264 720

47 905 000

108 561 823

72 183 633

106 139 750,63

7 386 694,85

15,42

02 02 02

Kleine en middelgrote ondernemingen meer toegang geven tot financiering in de vorm van eigen vermogen en schuld

1,1

172 842 972

100 000 000

174 791 725

99 027 161

140 787 114,—

74 244 830,—

74,24

02 02 51

Voltooiing van eerdere activiteiten op het gebied concurrentievermogen en ondernemerschap

1,1

p.m.

6 200 000

p.m.

37 284 452

0,—

36 819 162,40

593,86

02 02 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

02 02 77 02

Proefproject — Erasmus voor jonge ondernemers

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

 

02 02 77 03

Voorbereidende actie — Erasmus voor jonge ondernemers

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

753 039,—

 

02 02 77 06

Voorbereidende actie — Duurzaam toerisme

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

 

02 02 77 07

Voorbereidende actie — Sociaal toerisme in Europa

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

 

02 02 77 08

Voorbereidende actie — Bevordering van Europese en transnationale toeristische producten, met bijzondere nadruk op culturele en industriële producten

1,1

p.m.

825 000

p.m.

1 252 000

2 000 000,—

1 345 772,87

163,12

02 02 77 09

Voorbereidende actie — Toerisme en toegankelijkheid voor iedereen

1,1

p.m.

490 600

p.m.

305 000

690 000,—

603 799,92

123,07

02 02 77 10

Voorbereidende actie — Euromed innoverende ondernemers voor verandering

1,1

p.m.

490 000

p.m.

1 310 000

0,—

1 178 145,49

240,44

02 02 77 11

Proefproject — Vergemakkelijken van de toegang tot verzekeringen voor zelfstandige bouwondernemers en kleine bouwbedrijven, om de innovatie en bevordering van ecotechnologie in de Europese Unie te stimuleren

1,1

p.m.

143 000

p.m.

374 000

0,—

285 738,—

199,82

02 02 77 12

Proefproject — Een Europees competentienetwerk voor zeldzame aardelementen

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

337 000

0,—

0,—

 

02 02 77 13

Proefproject — Ontwikkeling van Europese „creatieve districten”

3

p.m.

285 000

p.m.

350 000

0,—

148 021,53

51,94

02 02 77 14

Proefproject — Snelle en doeltreffende inning van openstaande vorderingen ten behoeve van internationaal opererende kleine en middelgrote ondernemingen (kmo’s)

3

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

563 581,42

 

02 02 77 16

Proefproject — De toekomst van industriële productie

1,1

p.m.

800 000

1 000 000

500 000

1 000 000,—

0,—

0

02 02 77 17

Proefproject — Overdracht van bedrijven aan werknemers en coöperatief model: waarborgen van de duurzaamheid van kmo's

1,1

p.m.

350 000

500 000

250 000

     

02 02 77 18

Proefproject — Vrouwelijke business angels

1,1

1 200 000

900 000

1 000 000

250 000

     

02 02 77 19

Proefproject — Ontvangst van toeristen uit de hele wereld

1,1

p.m.

250 000

750 000

375 000

     

02 02 77 20

Proefproject — Naar regionale economische convergentie in de EU (TREC)

1,1

p.m.

150 000

500 000

250 000

     

02 02 77 21

Voorbereidende actie — Transnationaal Europees toeristisch product op het gebied van cultuur

1,1

p.m.

600 000

1 500 000

750 000

     

02 02 77 22

Proefproject — Naar een deeleconomie voor Europese producenten: verlaging van bedrijfskapitaal en kosten door middel van cloudplatforms ter ondersteuning van synergiën en integratie

1,1

500 000

250 000

         

02 02 77 23

Proefproject — Youth on the SPOT — Special partnerschap voor toerisme

1,1

500 000

250 000

         

02 02 77 24

Proefproject — Bestemming Europa als merk — Promotie van Europa in de toeristische sector

1,1

500 000

250 000

         

02 02 77 25

Proefproject — Opbouw van ondernemingscapaciteit voor jonge migranten

1,1

2 200 000

1 100 000

         

02 02 77 26

Proefproject — Initiatief voor startende ondernemingen in de deeleconomie — Financiering voor de toekomst van Europees ondernemerschap

1,1

2 500 000

1 250 000

         

02 02 77 27

Proefproject — Verlaging van de jeugdwerkloosheid en oprichting van coöperaties om de arbeidskansen in de EU te vergroten

1,1

500 000

250 000

         

02 02 77 28

Proefproject — Kmo-instrument ter versterking van de participatie van vrouwen

1,1

500 000

250 000

         
 

Artikel 02 02 77 — Subtotaal

 

8 400 000

8 883 600

5 250 000

6 303 000

3 690 000,—

4 878 098,23

54,91

 

Hoofdstuk 02 02 — Totaal

 

291 507 692

162 988 600

288 603 548

214 798 246

250 616 864,63

123 328 785,48

75,67

02 02 01

Ondernemerschap bevorderen en het concurrentievermogen en de toegang tot markten van ondernemingen in de Unie verbeteren

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

110 264 720

47 905 000

108 561 823

72 183 633

106 139 750,63

7 386 694,85

Toelichting

Dit krediet dient om het concurrentievermogen van de ondernemingen, met name de kleine en middelgrote ondernemingen (kmo's), te versterken, een ondernemingscultuur aan te moedigen en de oprichting en groei van kleine en middelgrote ondernemingen te bevorderen.

Met name zullen de volgende maatregelen worden genomen:

 

netwerken met deelname van uiteenlopende belanghebbenden;

 

markttoepassingsprojecten;

 

analyse, ontwikkeling en coördinatie van het beleid met de deelnemende landen;

 

onderzoeken naar gendergerelateerde discriminatie in verband met vrouwelijk ondernemerschap en de uitvoering van beleidsmaatregelen om vrouwelijk ondernemerschap te stimuleren;

 

uitwisseling en verspreiding van informatie, alsook bewustmakingscampagnes;

 

ondersteuning van gezamenlijke acties van ondernemingen door lidstaten of regio's, evenals andere maatregelen van het Cosme-programma.

De Unie zal initiatieven zoals het Enterprise Europe Network en de acties ter bevordering van de ondernemingsgeest ondersteunen. Zij zal ook steun verlenen aan projecten in verband met de eerste toepassing of het op de markt brengen van technieken, producten of praktijken (bijvoorbeeld op het gebied van nieuwe bedrijfsconcepten voor consumptiegoederen) die van belang zijn voor de Unie en die reeds succesvol technisch zijn gedemonstreerd, maar vanwege resterende risico's nog geen significante marktpenetratie hebben bereikt. Deze projecten zijn erop gericht een grootschaliger gebruik daarvan in de deelnemende landen te bevorderen en de verwerving van een marktaandeel te vergemakkelijken.

De projecten zullen eveneens tot doel hebben de raamvoorwaarden te verbeteren, onder meer door middel van capaciteitsopbouw in clusters en andere bedrijfsnetwerken, met name met het oog op de internationalisatie van het mkb om te garanderen dat de bedrijven in de Unie onder meer in de toeristische sector concurrerend en duurzaam zijn, door coherentie en consistentie bij de implementatie en gefundeerde beleidsvorming op het niveau van de Unie te ondersteunen. Daarnaast komen er ook projecten die de tenuitvoerlegging van de Small Business Act voor Europa ondersteunen. Ook de financiering van ondersteunende acties die rechtstreeks verband houden met de realisatie van deze doelstellingen wordt overwogen: vergaderingen, studies, voorlichting en publicaties, deelname aan studiegroepen, conferenties, workshops.

Wat gendergelijkheid betreft, zal in het bijzonder aandacht worden besteed aan projecten ter bevordering van de positie van vrouwelijke ondernemers, teneinde hen te helpen op gender gebaseerde obstakels te overwinnen en teneinde in de hele Unie tot een gelijke vertegenwoordiging van mannelijke en vrouwelijke ondernemers te komen.

Bijzondere nadruk zal worden gelegd op duurzame toeristische activiteiten met als eerste prioriteit zachte mobiliteit, fietsnetwerken, ecotoerisme en natuurbescherming. Toegankelijkheid voor iedereen, in het bijzonder voor mensen met beperkte mobiliteit en kansarmen, is in dit verband eveneens van groot belang.

De Unie coördineert, bevordert en ondersteunt acties ten behoeve van duurzaam toerisme, onder meer met betrekking tot:

 

het waarborgen van duurzaam toerisme op lange termijn door de bescherming van natuurlijk, cultureel, historisch en industrieel erfgoed;

 

de coördinatie en ondersteuning van de toegankelijkheid van toeristische informatie en dienstverlening voor kansarme burgers die in armoede leven, alsmede voor personen met beperkte mobiliteit;

 

de grensoverschrijdende coördinatie van Europese fietsnetwerken, samen met informatie en dienstverlening met betrekking tot trein- en busvervoer over lange afstanden.

De actie „Erasmus voor ondernemers” beoogt het ondernemerschap in Europa te stimuleren, kennis en goede praktijken uit te wisselen, alsook zeer nuttige netwerken en partnerschappen te creëren.

Gelet op de huidige moeilijke economische situatie is het absoluut noodzakelijk om de Europese bedrijven, met name jonge innovatieve starters en vrouwelijke ondernemers, te ondersteunen en om het ondernemerschap te bevorderen door voldoende middelen toe te wijzen aan programma's zoals het Programma voor het concurrentievermogen van ondernemingen en voor kleine en middelgrote ondernemingen (Cosme). Met name het programma „Erasmus voor jonge ondernemers” is zeer succesvol en doeltreffend gebleken en heeft op een efficiënte manier bijgedragen tot de bestrijding van de werkloosheid en de ondersteuning van gezonde start-ups in heel Europa. Met het oog op het relatief geringe aantal vrouwelijke ondernemers moet speciale aandacht worden besteed aan het betrekken van jonge vrouwelijke ondernemers bij het programma, teneinde hen aan te moedigen hun loopbaan als ondernemer voort te zetten en ervaring op te doen m.b.t. hoe zij het hoofd kunnen bieden aan de genderspecifieke obstakels waarmee zij mogelijk worden geconfronteerd.

De financiële middelen voor het programma „Erasmus voor jonge ondernemers” moeten worden verhoogd om met name de volgende redenen:

 

het programma draagt bij aan de stimulering van Europees ondernemerschap, het uitwisselen van kennis en goede praktijken, alsook het oprichten van waardevolle netwerken en partnerschappen;

 

het programma kent veel succes en heeft een toenemend aantal deelnemers over de afgelopen jaren, een aantal dat naar verwacht verder zal toenemen;

 

het programma pakt het jeugdwerkloosheidsprobleem doeltreffend aan door werkloze jongeren te helpen als zelfstandige van start te laten gaan en bestaande kmo's te helpen banen te scheppen in het kader van de uitbreiding en/of internationalisering van hun activiteiten;

 

het aantal aanvragen overtreft ruimschoots de capaciteit van de Commissie om daar met de huidig beschikbare middelen aan te voldoen.

Een deel van dit krediet van de Cosme-actie voor 2016 „Migrant Entrepeneurs Lab” wordt gebruikt voor de nationale stelsels voor bedrijfsondersteuning voor allochtone ondernemers en hun informele netwerken. Dit kan gebeuren door middel van voorlichtings- en networkingsinitiatieven/platforms die voor allochtone ondernemers georganiseerd worden door „mainstream”-bedrijfsorganisaties. Deze hebben tot doel allochtone ondernemers beter voor te lichten over de in het gastland aanwezige ondersteuningssystemen, informele en mainstream netwerken te koppelen en de aandacht te vestigen op de specifieke behoeften en problemen van allochtone ondernemers.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van overeenkomstige kredieten en tot uitvoering van de bijlage van de Europese Economische Ruimte bij dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting vormt.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1287/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van een programma voor het concurrentievermogen van ondernemingen en kleine en middelgrote ondernemingen (Cosme) (2014-2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1639/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 33), met name artikel 3, lid 1 onder a) tot en met c).

02 02 02

Kleine en middelgrote ondernemingen meer toegang geven tot financiering in de vorm van eigen vermogen en schuld

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

172 842 972

100 000 000

174 791 725

99 027 161

140 787 114,—

74 244 830,—

Toelichting

Dit krediet moet worden gebruikt om de toegang van kmo's, waaronder bedrijven van vrouwelijke ondernemers, tot financiering in de vorm van eigen vermogen en schuld te verbeteren in hun start-up-, groei- en overdrachtsfase.

Een leninggarantiefaciliteit (LGF) zal tegengaranties, directe garanties en andere risicodelingsregelingen bieden voor a) schuldfinanciering, die de specifieke moeilijkheden moet verminderen waarmee levensvatbare kleine en middelgrote ondernemingen worden geconfronteerd om toegang te krijgen tot financiering, ofwel ten gevolge van het veronderstelde hogere risico of van onvoldoende beschikbaar onderpand en voor b) effectisering van kmo-schuldfinancieringsportefeuilles.

Een eigenvermogensfaciliteit voor groei (equity facility for growth — EFG) moet investeringen mogelijk maken in durfkapitaalfondsen die investeren in kleine en middelgrote ondernemingen in de expansie- en groeifase, met name in die welke grensoverschrijdend werken. De mogelijkheid moet bestaan om te investeren in fondsen voor de allereerste beginfase, in combinatie met de eigenvermogensfaciliteit voor RDI in het kader van Horizon 2020. In gevallen van gezamenlijke investeringen in meerfasefondsen zullen investeringen pro rata uit de EFG van Cosme en de eigenvermogensfaciliteit voor RDI in het kader van Horizon 2020 worden geboden. Steun van de EFG wordt verleend rechtstreeks door het Europees Investeringsfonds (EIF) of andere met de tenuitvoerlegging namens de Commissie belaste organisaties, of door paraplufondsen of investeringsmechanismen die grensoverschrijdend investeren.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de EVA-staten, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Terugbetalingen van financiële instrumenten overeenkomstig artikel 140, lid 6, van het Financieel Reglement, met inbegrip van terugbetaald kapitaal, vrijgegeven zekerheden en aflossingen van de hoofdsom van de leningen, aan de Commissie en die zijn geboekt op post 6 3 4 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot het opvoeren van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder i), van het Financieel Reglement

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1287/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van een programma voor het concurrentievermogen van ondernemingen en kleine en middelgrote ondernemingen (Cosme) (2014-2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1639/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 33), met name artikel 3, lid 1 onder d).

02 02 51

Voltooiing van eerdere activiteiten op het gebied concurrentievermogen en ondernemerschap

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

6 200 000

p.m.

37 284 452

0,—

36 819 162,40

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van betalingen in verband met nog af te wikkelen vastleggingen van voorgaande jaren.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de EVA-staten, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan programma's van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Besluit 89/490/EEG van de Raad van 28 juli 1989 inzake de verbetering van het ondernemingsklimaat en de bevordering van de ontwikkeling van ondernemingen, in het bijzonder van het midden- en kleinbedrijf, in de Gemeenschap (PB L 239 van 16.8.1989, blz. 33).

Besluit 91/179/EEG van de Raad van 25 maart 1991 betreffende de aanvaarding van het statuut van de Internationale Studiegroep voor koper (PB L 89 van 10.4.1991, blz. 39).

Besluit 91/319/EEG van de Raad van 18 juni 1991 tot herziening van het programma voor verbetering van het ondernemingsklimaat en de bevordering van de ontwikkeling van ondernemingen, in het bijzonder van het midden- en kleinbedrijf, in de Gemeenschap (PB L 175 van 4.7.1991, blz. 32).

Besluit 91/537/EEG van de Raad van 14 oktober 1991 betreffende de aanvaarding van het statuut van de Internationale Studiegroep voor nikkel (PB L 293 van 24.10.1991, blz. 23).

Besluit 92/278/EEG van de Raad van 18 mei 1992 tot goedkeuring van de consolidatie van het Centrum voor industriële samenwerking EG-Japan (PB L 144 van 26.5.1992, blz. 19).

Besluit 93/379/EEG van de Raad van 14 juni 1993 betreffende een meerjarenprogramma van communautaire acties ter versterking van de prioritaire krachtlijnen en ter verzekering van de continuïteit en de consolidatie van het beleid ten aanzien van de ondernemingen, in het bijzonder het midden- en kleinbedrijf, in de Gemeenschap (PB L 161 van 2.7.1993, blz. 68).

Besluit 96/413/EG van de Raad van 25 juni 1996 betreffende de uitvoering van een communautair actieprogramma ten behoeve van het concurrentievermogen van de Europese industrie (PB L 167 van 6.7.1996, blz. 55).

Besluit 97/15/EG van de Raad van 9 december 1996 betreffende een derde meerjarenprogramma voor het midden- en kleinbedrijf (mkb) in de Europese Unie (1997-2000) (PB L 6 van 10.1.1997, blz. 25).

Beschikking 2000/819/EG van de Raad van 20 december 2000 betreffende een meerjarenprogramma voor ondernemingen en ondernemerschap, met name voor het midden- en kleinbedrijf (mkb) (2001-2005) (PB L 333 van 29.12.2000, blz. 84).

Besluit 2001/221/EG van de Raad van 12 maart 2001 betreffende deelname van de Europese Gemeenschap aan de Internationale Studiegroep voor lood en zink (PB L 82 van 22.3.2001, blz. 21).

Besluit 2002/651/EG van de Raad van 22 juli 2002 betreffende de deelname van de Gemeenschap aan de Internationale Studiegroep voor rubber (PB L 215 van 10.8.2002, blz. 13).

Verordening (EG) nr. 726/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 tot vaststelling van communautaire procedures voor het verlenen van vergunningen en het toezicht op geneesmiddelen voor menselijk en diergeneeskundig gebruik en tot oprichting van een Europees Geneesmiddelenbureau (PB L 136 van 30.4.2004, blz. 1).

Beschikking nr. 593/2004/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 juli 2004 tot wijziging van Beschikking 2000/819/EG van de Raad betreffende een meerjarenprogramma voor ondernemingen en ondernemerschap, met name voor het midden- en kleinbedrijf (mkb) (2001-2005) (PB L 268 van 16.8.2004, blz. 3).

Besluit nr. 1776/2005/EG van het Europees Parlement en de Raad van 28 september 2005 tot wijziging van Beschikking 2000/819/EG van de Raad betreffende een meerjarenprogramma voor ondernemingen en ondernemerschap, met name voor het midden- en kleinbedrijf (mkb) (2001-2005) (PB L 289 van 3.11.2005, blz. 14).

Besluit 2006/77/EG van de Commissie van 23 december 2005 tot oprichting van een groep op hoog niveau voor concurrentievermogen, energie en milieu (PB L 36 van 8.2.2006, blz. 43).

Besluit nr. 1639/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 2006 tot vaststelling van een kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie (2007-2013) (PB L 310 van 9.11.2006, blz. 15).

02 02 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

02 02 77 02

Proefproject — Erasmus voor jonge ondernemers

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

02 02 77 03

Voorbereidende actie — Erasmus voor jonge ondernemers

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

753 039,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

02 02 77 06

Voorbereidende actie — Duurzaam toerisme

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1371/2007 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2007 betreffende de rechten en verplichtingen van reizigers in het treinverkeer (PB L 315 van 3.12.2007, blz. 14), met name artikel 5.

Artikel 195 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.

02 02 77 07

Voorbereidende actie — Sociaal toerisme in Europa

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

02 02 77 08

Voorbereidende actie — Bevordering van Europese en transnationale toeristische producten, met bijzondere nadruk op culturele en industriële producten

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

825 000

p.m.

1 252 000

2 000 000,—

1 345 772,87

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

02 02 77 09

Voorbereidende actie — Toerisme en toegankelijkheid voor iedereen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

490 600

p.m.

305 000

690 000,—

603 799,92

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

02 02 77 10

Voorbereidende actie — Euromed innoverende ondernemers voor verandering

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

490 000

p.m.

1 310 000

0,—

1 178 145,49

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

02 02 77 11

Proefproject — Vergemakkelijken van de toegang tot verzekeringen voor zelfstandige bouwondernemers en kleine bouwbedrijven, om de innovatie en bevordering van ecotechnologie in de Europese Unie te stimuleren

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

143 000

p.m.

374 000

0,—

285 738,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

02 02 77 12

Proefproject — Een Europees competentienetwerk voor zeldzame aardelementen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

337 000

0,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

02 02 77 13

Proefproject — Ontwikkeling van Europese „creatieve districten”

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

285 000

p.m.

350 000

0,—

148 021,53

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

02 02 77 14

Proefproject — Snelle en doeltreffende inning van openstaande vorderingen ten behoeve van internationaal opererende kleine en middelgrote ondernemingen (kmo’s)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

563 581,42

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

02 02 77 16

Proefproject — De toekomst van industriële productie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

800 000

1 000 000

500 000

1 000 000,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

02 02 77 17

Proefproject — Overdracht van bedrijven aan werknemers en coöperatief model: waarborgen van de duurzaamheid van kmo's

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

350 000

500 000

250 000

   

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Kmo's in Europa hebben te maken met de uitdaging van ouder wordende ondernemers wier bedrijven zullen verdwijnen indien ze geen opvolger hebben. Gezien het grote aantal faillissementen waarbij in ieder geval een deel van de bedrijfsactiviteiten winstgevend is, zijn er aanzienlijke mogelijkheden om bedrijfsactiviteiten en banen te behouden. Bij een bedrijfssluiting gaan niet alleen banen verloren, maar ook kennis, producten en dienstverlening, alsmede indirecte werkgelegenheid bij leveranciers en plaatselijke dienstverleners. Vooral voor kmo’s is het moeilijk om een overname voor te bereiden, vanwege het gebrek aan tijd, geld en kennis. Een gebrekkige voorbereiding van een bedrijfsovername leidt tot moeilijkheden bij het vinden van een rechtsopvolger en fondsen, en bij de reorganisatie van het bedrijf.

Het proefproject dient voor de ontwikkeling en uitvoering van concrete acties die bijdragen tot succesvolle overdrachten van bedrijven met participatie van werknemers. Het algemene doel is de overdracht van gezonde bedrijven aan werknemers, alsmede buy-outs door het personeel van gefailleerde bedrijven, te vergemakkelijken, in beide gevallen via het coöperatiemodel. De ervaring leert dat dit model bij herstructureringen het vaakst door de werknemers gekozen wordt. Dit proefproject zal ertoe bijdragen dat ondernemers, werknemers, vakbonden, bedrijfs- of handelsverenigingen, verleners van bedrijfsondersteunende diensten en overheden zich meer bewust worden van de meerwaarde van deze wijze van overdracht van bedrijven. Mislukkingen kunnen vaak worden voorkomen door de overdrachten ruim van tevoren te plannen en de hulp van specialisten in te roepen. Maatregelen om te zorgen voor succesvolle overdrachten van bedrijven moeten daarom worden beschouwd als investering en niet als kostenpost. Het project dient daarnaast voor het ontplooien van ondersteunende activiteiten om bedrijfseigenaars bewust te maken van de noodzaak van een tijdige voorbereiding. Gebleken is dat de kans op succes groter wordt naarmate de overdracht langer van tevoren wordt voorbereid. De lidstaten moeten actieve steun en aanmoediging verlenen aan mentorprogramma's waarin belangrijke kennis en vaardigheden worden overgedragen die essentieel zijn bij de overdracht van bedrijven aan werknemers in de vorm van een coöperatie. De belangrijkste doelgroepen van dit proefproject zijn ondernemers en werknemers in kleine en middelgrote ondernemingen.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

02 02 77 18

Proefproject — Vrouwelijke business angels

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 200 000

900 000

1 000 000

250 000

   

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Europa benut zijn ondernemerspotentieel niet volledig en blijft achter wat betreft startende ondernemingen en niet in loondienst verrichte arbeid. Met name vrouwen voelen er weinig voor hun eigen onderneming op te zetten. De Unie beseft dat vrouwelijk ondernemerschap moet worden bevorderd en ondersteund teneinde het concurrentievermogen van Europa te versterken.

Een van de belangrijkste obstakels voor vrouwen in het algemeen is hun gebrekkige toegang tot financiering. Studies laten zien dat het voor vrouwelijke ondernemers aanzienlijk moeilijker is om leningen te krijgen dan voor hun mannelijke partners. Tegelijkertijd ontbreekt het hen ook aan toegang tot de desbetreffende technische, wetenschappelijke en algemene bedrijfsnetwerken. Deze netwerken zijn in veel opzichten van essentieel belang voor het creëren en uitbreiden van een onderneming, allereerst voor het vinden van investeerders, compagnons en mentoren.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

02 02 77 19

Proefproject — Ontvangst van toeristen uit de hele wereld

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

250 000

750 000

375 000

   

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Europa kan profiteren van het groeiende aantal toeristen uit de hele wereld, waardoor het BBP van de toeristische sector kan toenemen. Dit kan leiden tot aanzienlijke economische groei, onder meer doordat duurzame werkgelegenheid wordt geschapen. Europa moet voorbereid zijn op de problemen en uitdagingen van de komst van meer bezoekers uit landen met andere culturen, zoals China. Europa moet de concurrentie aangaan om de belangrijkste economie op toeristisch gebied te worden.

De laatste paar decennia is het toerisme een van de grootste en snelst groeiende economische sectoren in de wereld geworden. Het aantal bezoeken door toeristen is toegenomen van 278 miljoen in 1980 tot 1 035 miljoen in 2012, en zal naar verwachting toenemen met gemiddeld 3,3 % per jaar tot aan 2030. Europa blijft 's werelds belangrijkste toeristische bestemming, en is goed voor de helft van alle internationale toeristische bezoeken wereldwijd. Van die bezoeken gaan er driekwart naar de lidstaten. Deze positie wordt echter bedreigd door nieuwe toeristische bestemmingen in opkomende economieën.

De afgelopen paar jaar is het aantal toeristen uit opkomende economieën als Brazilië, Rusland, China en India gestegen. Uit de statistieken blijkt dat het aantal visa dat in 2011 aan Chinese toeristen werd afgegeven 1 026 000 bedroeg, tegenover 560 000 in 2008. In 2011 besteedden buitenlandse bezoekers ruim 330 miljard EUR. Dit zou volgens recente schattingen kunnen oplopen tot 430 miljard EUR in 2022. In 2012 ging de campagne „Europe — Whenever you're ready” van start, waarin aandacht werd besteed aan het cultureel en natuurlijk erfgoed van Europa en die gericht was op toeristen uit met name Brazilië, India en China. Dit programma was een groot succes en heeft belangrijke resultaten bereikt inzake de tenuitvoerlegging en ontwikkeling van het gemeenschappelijk visabeleid. Visaversoepeling heeft het aantal toeristische bezoeken uit de desbetreffende landen doen toenemen met 5-25 %. Het gaat echter niet alleen om visa, omdat alle buitenlandse bezoekers uiteenlopende behoeften en verwachtingen hebben.

Van de bovengenoemde opkomende economieën moet vooral aandacht zijn voor China, waar de snelst groeiende groep toeristen ter wereld van afkomstig is. Volgens het verslag van de Wereldorganisatie voor Toerisme over de Chinese Outbound Travel Market (2013), zal de geneigdheid van Chinese toeristen om naar het buitenland te reizen naar verwachting de komende decennia toenemen. Bovendien is Europa, buiten Azië en de Pacifische regio, de belangrijkste bestemming voor Chinese reizigers. Aangezien Europa hoog op het wensenlijstje van Chinese toeristen staat, moet worden bekeken hoe de ontvangst van Chinese toeristen in de lidstaten verbeterd kan worden. Er is hierbij behoefte aan wederzijds begrip en permanente training van personeel in de toeristische sector in heel Europa.

Bovendien moet Europa voorbereid zijn op de uitdagingen die het grote aantal Chinese toeristen met zich meebrengt, onder meer wat betreft openbare veiligheid, vreemdelingenrecht en de mogelijkheid van racisme en vreemdelingenhaat, voortvloeiend uit de culturele verschillen tussen onze samenlevingen.

Het proefproject heeft de volgende hoofddoelstellingen:

 

vergemakkelijken van de ontwikkeling van netwerken en de uitwisseling van beste praktijken tussen overheden en vertegenwoordigers uit de toeristische sector;

 

stimuleren van mogelijkheden voor het creëren van nieuwe en duurzame arbeidsplaatsen in de dienstensector in heel Europa;

 

starten van een professionele en structurele dialoog tussen Unie-instellingen;

 

inventariseren van beste praktijken betreffende het profiel van Chinese reizigers (hoe kunnen we ze beter ontvangen) en bevordering daarvan binnen de Europese toeristische sector, met inbegrip van dienstverleners (hotels, restaurants);

 

verbeteren van de dialoog en samenwerking tussen Chinese en Europese touroperators en reisbureaus;

 

vergemakkelijken van de ontwikkeling van specifieke training voor werknemers (zoals verbetering van talen- en culturele kennis);

 

opzetten van bewustmakingscampagnes op het gebied van multiculturalisme, in samenwerking met Chinese culturele instellingen (Confucius Instituten);

 

stimuleren van de aanpassing van toeristische producten en diensten aan de behoeften van Chinese toeristen, onder meer door marketingtools (websites/flyers in het Chinees), en het onder de aandacht brengen daarvan op Chinese sociale netwerken (Weibo);

 

verbeteren van de grensoverschrijdende samenwerking om het imago van Europa en van de Europese identiteit te versterken (eventueel door dit project te koppelen aan de voorbereidende actie „Bevordering van Europese en transnationale toeristische producten, met bijzondere nadruk op culturele en industriële producten”), bijvoorbeeld door een promotiefilm in het Chinees over de Unie te produceren.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

02 02 77 20

Proefproject — Naar regionale economische convergentie in de EU (TREC)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

150 000

500 000

250 000

   

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Met het oog op de grote maatschappelijke uitdagingen heeft de Unie het Horizon 2020-programma opgezet, een investeringsprogramma voor O&O om een concurrerend en duurzaam Europa te bereiken; daarnaast heeft de Unie, om de verschillende regio's in de Unie op de goede weg te helpen door middel van slimme regionale specialisatie, het initiatief voor onderzoek en innovatiestrategieën voor slimme specialisatie (RIS3) opgezet.

Dit proefproject dient om Horizon 2020 en RIS3 beter aan elkaar te koppelen, zodat zowel de benutting van O&O-resultaten als de regionale economische convergentie versneld kunnen worden. Hoewel Horizon 2020 en RIS3 beide zeer goed opgezette programma's zijn, zal een koppeling tussen die programma's gericht op sociale en economische convergentie tussen verschillende regio's van de Unie hun doeltreffendheid nog verder vergroten.

Het proefproject TREC omvat een aanbesteding gericht op Europese technologiecentra en de daarmee verband houdende industriële clusters, waarbij aan de volgende vereisten voldaan moet worden:

 

clusters vertegenwoordigen die zijn geselecteerd in hun regionale strategische RIS3-plannen;

 

een gemeenschappelijk voorstel presenteren van clusters uit ten minste drie lidstaten;

 

een volledig economisch beeld van de clusters geven;

 

bereidheid tot het delen van informatie en beste praktijken.

Van de kandidaten moeten er ten minste drie worden geselecteerd, die financiering ontvangen voor een project met de volgende elementen:

 

een volledige benchmark van de clusters;

 

de vaststelling van knelpunten en mogelijkheden voor verbetering;

 

het inventariseren van beschikbare O&O-resultaten en de mogelijkheden voor toepassing daarvan;

 

het opzetten van een investerings- en trainingsplan om aan de vastgestelde behoeften tegemoet te komen;

 

de uitvoering van investeringen in technologie en de geformuleerde trainingsplannen;

 

het evalueren en verspreiden van de verkregen resultaten.

Aangezien het lastig is de benodigde duur van en investeringen in het proefproject te bepalen, bestaat het uit twee verschillende fasen: de eerste fase betreft de eerste vier bovengenoemde activiteiten, terwijl de tweede fase betrekking heeft op de implementatie, evaluatie en verspreiding.

De eerste fase kan tot een jaar duren. De benodigde Uniefinanciering bedraagt ongeveer een 500 000 EUR. Inschattingen voor de tweede fase: tot drie jaar en tot 4 000 000 EUR, mede te financieren door de deelnemende ondernemingen en/of landen.

Wat de resultaten betreft moeten de geselecteerde projecten een productiviteitsverhoging per cluster opleveren van minstens 10 %, en een homogenisering van circa +/– 3 % tussen de clusters in de verschillende landen.

Het einddoel van dit voorstel is het analyseren van de gevolgen van specifieke industriebeleidsmaatregelen die uitgevoerd kunnen worden door de Unie. Het proefproject TREC dient om te onderzoeken wat de beste manieren zijn voor een innovatieve entiteit om innovatie toe te passen voor een betere benutting van O&O-resultaten en voor het verlagen van de werkloosheid, om zo bij te dragen aan de groei en werkgelegenheid in de Unie.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

02 02 77 21

Voorbereidende actie — Transnationaal Europees toeristisch product op het gebied van cultuur

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

600 000

1 500 000

750 000

   

Toelichting

De voorbereidende actie heeft de volgende hoofddoelstellingen:

 

het diversifiëren van het toeristische aanbod in Europa;

 

het verminderen van de invloed van de seizoenen voor Europese bestemmingen;

 

het versterken van het profiel van Europa als één enkele toeristische bestemming.

Het logo van Unesco is wereldberoemd. Het staat garant voor het bijzondere culturele belang van een locatie, maar er worden tevens nieuwe toeristenstromen mee aangetrokken. Samenwerking met Unesco, een gespecialiseerde VN-organisatie, kan van essentieel belang zijn voor de intensivering van de internationale samenwerking met de VN en de ontwikkeling van een regionale strategie voor de promotie van Europese locaties op de Unesco-lijst. Een kaart met toonaangevende Unesco-locaties die zijn ingedeeld op thema (bv. middeleeuwse steden, subaquatisch erfgoed, Griekse/Romeinse archeologische vindplaatsen) of op het verhaal waarin hun gemeenschappelijke elementen samenkomen, zal bijdragen aan de bevordering van cultureel toerisme op zowel binnenlandse als langeafstandsmarkten. Er kunnen verschillende communicatie-instrumenten worden ontwikkeld op basis van een Europese kaart met Unesco-locaties. Met deze voorbereidende actie wordt beoogd verder onderzoek te doen naar het verband tussen toerisme en cultuur.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

02 02 77 22

Proefproject — Naar een deeleconomie voor Europese producenten: verlaging van bedrijfskapitaal en kosten door middel van cloudplatforms ter ondersteuning van synergiën en integratie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

500 000

250 000

       

Toelichting

Dit proefproject dient om de invoering van een cloudplatform voor integratie en synergie voor Europese producenten te onderzoeken. Als eerste fase worden kritische en niet-kritische hulpbronnen in kaart gebracht.

Het is bekend dat het samenvoegen en op dynamische wijze herdistribueren van kritische en niet-kritische hulpbronnen voor de productie kan leiden tot een drastische daling van het door producenten benodigde bedrijfskapitaal en hun kosten kan verlagen. Het proefproject onderzoekt of een transparant en intuïtief cloudplatform kan bijdragen aan het vertrouwen tussen producenten om hulpbronnen samen te voegen en een deeleconomie te verwezenlijken. De daling van bedrijfskapitaal en de verlaging van de kosten voor het aanhouden van voorraden maakt middelen vrij die geïnvesteerd kunnen worden in innovatie, om productieprocessen winstgevender te maken en de groei te bevorderen. Het doel is om een eerste platform voor het delen van hulpbronnen op te zetten om te zorgen voor meer integratie en samenwerking tussen producenten in Europa, wat kan bijdragen aan de economische groei.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

02 02 77 23

Proefproject — Youth on the SPOT — Special partnerschap voor toerisme

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

500 000

250 000

       

Toelichting

Tegenwoordig wordt de Europese Unie geconfronteerd met uiteenlopende structurele veranderingen die gevolgen hebben voor de hele economie; ook het toerisme heeft daar dus mee te maken.

Een van de ernstigste problemen waar Europa mee te kampen heeft is het gebrek aan banen voor jongeren. In november 2014 waren in Europa meer dan 5 miljoen jongeren werkeloos. Dit betekent dat een van de vier jongeren beneden de 25 jaar op zoek is naar werk.

Het toerisme staat bekend als een sector waar veel jongeren worden aangeworven. Uit de statistieken blijkt dat het toerisme alleen al in de Europese Unie meer dan 20 miljoen banen levert bij ruim 2 miljoen ondernemingen. Bovendien zorgt de grote economische invloed van het toerisme voor belangrijke effecten op het gebied van groei en werkgelegenheid. Dit zijn precies de gebieden waarop de EU behoefte heeft aan sterke impulsen, na de economische crisis.

De instellingen en nationale regeringen in de EU kunnen het creëren van banen vergemakkelijken en ondersteunen, zoals is gebleken bij de tenuitvoerlegging van de jongerengarantie. Niettemin kunnen alleen particuliere ondernemingen en actoren banen creëren of opleidingsmogelijkheden opzetten. De toeristische sector heeft een groot aantal particuliere actoren (hotels, cafés, restaurants, enz.) en kan daarmee een unieke bijdrage leveren aan het aanpakken van de banencrisis in Europa en aan het economisch herstel.

Het is bijvoorbeeld een interessante paradox dat de landen met de hoogste jeugdwerkloosheid (Griekenland, Spanje, Italië, Portugal) tot de populairste toeristische bestemmingen in Europa behoren. Daarom bevindt de toeristische sector zich in een goede positie om proactief bij te dragen aan de inspanningen van de instellingen om de jeugdwerkloosheid aan te pakken.

De toeristische sector moet ook deelnemen aan en verantwoordelijkheid nemen voor de aanpak van sociale problemen, in dit geval de jeugdwerkloosheid, door de inspanningen van de overheidssector te steunen op het gebied van het scheppen van mogelijkheden voor jongeren. Om dit doel te bereiken moet een speciaal partnerschap voor toerisme (SPOT) worden opgezet tussen de Europese besluitvormende instanties en vertegenwoordigers van de toeristische sector.

In het kader van SPOT moet een nieuw publiek-privaat partnerschap worden ontwikkeld om kwalitatief hoogwaardige banen, leerlingenplaatsen en stageplaatsen aan te bieden in het toerisme in de hele EU, met nadruk op kleine en middelgrote ondernemingen.

Hier kunnen alle soorten ondernemingen bij betrokken worden, alsmede de toeleveringsketen, vakbonden, onderwijsinstellingen, Europese/nationale/regionale toeristische organisaties, autoriteiten en agentschappen, bedrijfsverenigingen en jongerenorganisaties.

Dit initiatief kan het belang van de toeristische sector voor de Europese economie voor het voetlicht brengen. Tevens kan het besluitvormende instanties in de EU stimuleren om rekening te houden met het potentieel van deze sector en een specifiek beleid te ontwikkelen dat de verdere ontwikkeling en groei van de sector ondersteunt.

Bovendien kan een dergelijk partnerschap inspelen op de dynamiek van de Europese jeugd, zodat jongeren weer hoop en mogelijkheden kunnen krijgen en ze een betere toekomst tegemoet kunnen zien doordat ze de kans krijgen de arbeidsmarkt te betreden.

Tot slot moet worden benadrukt dat dit ook in het belang is van de toeristische sector zelf. Indien Europa 's werelds belangrijkste toeristische bestemming wil blijven moet de sector zich richten op de nieuwe generatie: zorgen voor kwalitatief hoogwaardige en duurzame arbeidsplaatsen voor personen met IT-vaardigheden en ervaring met het ontvangen van toeristen met uiteenlopende verwachtingen en wensen, vooral uit niet-EU-landen. Dit maakt groei mogelijk en houdt de sector aantrekkelijk.

Het proefproject heeft de volgende hoofddoelstellingen:

 

onderzoek naar het belang van de toeristische sector voor de hele Europese economie en werkgelegenheid; dit belang moet worden erkend en onder de aandacht van het publiek worden gebracht;

 

stimulering, versterking en ontwikkeling van de inzetbaarheid van jongeren door:

 

te streven naar nieuwe mogelijkheden voor jongeren (banen, leerlingenplaatsen en stageplaatsen) in het toerisme;

 

de verwerving van vaardigheden, kennis en kwalificaties te ondersteunen;

 

loopbaanmogelijkheden te ontwikkelen en de overstap van school naar werkgelegenheid te vergemakkelijken: loopbaanadvies, cv workshops en sollicitatietraining in nauwe samenwerking met onderwijsinstellingen en jongerenorganisaties.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

02 02 77 24

Proefproject — Bestemming Europa als merk — Promotie van Europa in de toeristische sector

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

500 000

250 000

       

Toelichting

Met een marktaandeel van 52 % is Europa de belangrijkste toeristische bestemming van de wereld. Bovendien vertegenwoordigt het toerisme in de Europese Unie een belangrijke sociaaleconomische activiteit, met verstrekkende gevolgen voor economische groei, werkgelegenheid en sociale ontwikkeling, en kan daarom een krachtig instrument zijn voor de aanpak van de economische teruggang en de werkloosheid.

Niettemin heeft de toeristische sector te maken met een aantal uitdagingen die benaderd kunnen worden door zowel toeristische ondernemingen als overheidsinstanties. Een van deze uitdagingen is de toenemende concurrentie van opkomende bestemmingen.

Daarom moet Europa worden gepromoot als unieke toeristische bestemming en moet het Europese imago op de langeafstandsmarkt versterkt worden. Met het oog hierop moet een omvattende holistische benadering worden gevolgd door een duidelijke merk te ontwikkelen.

Dit proefproject dient ter ontwikkeling van een aantal gecoördineerde acties met het oog op de vaststelling van een langetermijnstrategie voor het promoten van Bestemming Europa. Bestemmingen in Europa moeten voor elke markt een specifieke aanpak hanteren om het Europese merk wereldwijd onder de aandacht te brengen met behulp van de nieuwe vormen van communicatie.

Om het aantal toeristen in de EU te verhogen en daarmee de koppositie van Europa als toeristische bestemming in de wereld te behouden, moet de Commissie investeringen in toeristische infrastructuur en regionale ontwikkeling stimuleren en meer inspanningen verrichten om het merk „Bestemming Europa” te promoten, in samenwerking met de lidstaten.

Het proefproject heeft de volgende hoofddoelstellingen:

 

ontwikkeling van een duidelijk merk en de zichtbaarheid van Europa in belangrijke derde landen waarborgen: bijvoorbeeld door het organiseren van vier grote overlegstructuren voor de sector in Europa (Londen en/of Brussel), Azië, Noord-Amerika en Latijns-Amerika;

 

versterking van publiek-private partnerschappen: voortbouwen op goede betrekkingen met handelsorganen, samenwerken met belangrijke internationale belanghebbenden en organisaties zoals het Europees Parlement, de Commissie, het Chinese nationale toeristische agentschap (CNTA), de European Tourism Association (ETOA), de US Travel Association, BRAZTOA, JATA, de leiding van grote ondernemingen, enz.;

 

gegevens en kennis uit de sector verzamelen op een groot aantal terreinen: uitwerking van een SWOT-model van de Europese toerismesector en vaststelling van kritische succesfactoren:

Sterke punten — Welke producten zorgen voor het boeken van reizen naar Europa en welke interessante trends ontwikkelen zich?

Zwakke punten — Welke factoren gaan het boeken van vakanties in Europa tegen (imago onder consumenten, zorgen over veiligheid, valutaschommelingen, hotel- en luchtvaartcapaciteit, prijs, visa, enz.)?

Kansen — Ter versterking en verbreding van het Europese productaanbod, in het bijzonder ter ondersteuning van een pan-Europees aanbod en aandacht voor minder bekende bestemmingen en culturele routes.

Bedreigingen — Analyse van concurrenten om inzicht te krijgen in aantrekkelijke kanten van andere bestemmingen, waarbij Europa kan optreden als rechtstreekse concurrent.

Kritische succesfactoren — Wat moeten het merk en de strategie voor Bestemming Europa doen om de komende jaren een positieve trend voor Europa te bewerkstelligen en welke rol kan de sector spelen bij het waarborgen dat het merk wordt aanvaard en gepromoot, om zo succes te waarborgen?

 

ontwikkeling van instrumenten en strategieën voor coöperatieve marketing:

 

online en offline marketingcampagnes om Bestemming Europa onder de aandacht te brengen op basis van de overlegstructuren van belanghebbenden (coöperatieve marketing met belangrijkste particuliere ondernemingen in de sector);

 

samenwerking met belangrijke wereldwijde partners (CNN, BBC, Financial Times, enz.);

 

deelname aan toerismebeurzen en andere belangrijke nationale en internationale evenementen (jeugdfestivals, sportevenementen, levensmiddelenbeurzen);

 

het politiek bewustzijn verhogen ten aanzien van het belang van toerisme naar Europa voor de Europese economie en steun verwerven op de verschillende politieke besluitvormingsniveaus om de belemmeringen voor de Europese toeristische sector uit de weg te ruimen.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

02 02 77 25

Proefproject — Opbouw van ondernemingscapaciteit voor jonge migranten

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

2 200 000

1 100 000

       

Toelichting

Kennis en vaardigheden zijn niet alleen noodzakelijk voor het persoonlijk welzijn van elke burger, maar ook voor duurzame ontwikkeling en economische groei. Daarom is het van belang perspectieven te bieden aan — met name jonge — mensen uit landen die in een economische en sociale crisis verkeren, zodat zij de kans krijgen om meerwaarde te creëren, niet alleen voor zichzelf maar ook in het algemeen belang.

Het is dan ook van belang dat jonge migranten en vluchtelingen toegang krijgen tot kennis en hun vaardigheden kunnen ontwikkelen die zij kunnen benutten als zij terugkeren naar hun land.

Op die manier kunnen zij niet alleen een degelijk bestaan opbouwen, maar kunnen zij eventueel ook ondernemer worden, hun eigen bedrijf opzetten en werkgelegenheid scheppen.

De kern van dit initiatief is gericht op begeleidingsprogramma's van diverse organisaties, zoals burgerbescherming en collectieve diensten, en van bedrijven (met inbegrip van plaatselijke leveranciers). Een ten dele uit duale opleiding bestaand systeem zou de begunstigden helpen vast te stellen wat de specifieke behoeften van de organisaties en bedrijven ter plaatse zijn.

De juridische situatie met betrekking tot de wachttijd voordat met een economische activiteit mag worden begonnen, verschilt fors van lidstaat tot lidstaat. Om dit proefproject tot een succes te maken zal het dus noodzakelijk zijn de huidige nationale rechtskaders onder de loep te nemen en beste praktijken vast te stellen die gestimuleerd zouden kunnen worden om de procedures te versnellen, zodat jonge migranten zo spoedig mogelijk na aankomst de voorgestelde programma's kunnen benutten.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

02 02 77 26

Proefproject — Initiatief voor startende ondernemingen in de deeleconomie — Financiering voor de toekomst van Europees ondernemerschap

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

2 500 000

1 250 000

       

Toelichting

Dit proefproject dient voor het financieren van startende ondernemingen in de deeleconomie. Op deze wijze moeten deze ondernemingen gesteund worden bij het ontwikkelen van ideeën, waarbij in ieder geval een deel van de initiële kosten gedekt worden en eventueel een financiële garantie wordt geleverd voor de meest ambitieuze en risicovolle voorstellen. Gezien de kleinschaligheid en geringere kosten van dit soort initiatieven kan het project zelfs met een relatief beperkte EU-bijdrage meewerken aan het opstarten van een groot aantal kleine ondernemingen die na verloop van tijd kunnen concurreren in de sector.

Specifieke doelstellingen:

 

vaststellen welke sectoren zullen profiteren van een aanpak uitgaand van de deeleconomie;

 

formuleren van nieuwe wetgevingsinstrumenten voor het reguleren van de deeleconomie, waarbij verzwakking van het innovatief potentieel vermeden moet worden;

 

uitvoeren van een enquête onder bedrijven in de deeleconomie in Europa, het delen van beste praktijken tussen lidstaten en relevante ondernemersorganisaties;

 

bieden van financiële steun en economische garanties aan veelbelovende bedrijven, ook al zijn hun plannen te risicovol om te worden gefinancierd door reguliere bancaire instellingen;

 

omschrijven van een model van de deeleconomie in overeenstemming met de Europese waarden, met aandacht voor de rechten van consumenten en van werknemers.

Voorgestelde acties:

 

in samenwerking met lokale bedrijven en organisaties een Europees netwerk opzetten van ondernemingen die werkzaam zijn in de deeleconomie;

 

beschikbaar stellen van beurzen en financiële steun, specifiek gericht op onderzoekers en jonge ondernemers die activiteiten willen ontplooien op het gebied van de deeleconomie.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

02 02 77 27

Proefproject — Verlaging van de jeugdwerkloosheid en oprichting van coöperaties om de arbeidskansen in de EU te vergroten

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

500 000

250 000

       

Toelichting

In de EU treft de werkloosheid momenteel twee groepen die een enorm potentieel hebben: jongeren en hoger opgeleiden. Deze groepen kunnen in de EU banen creëren door te werken in coöperaties waarvan ze zelf ook eigenaar zijn, maar hiertoe hebben zij begeleiding en ondersteuning nodig in de vorm van een specifieke opleiding voor de arbeidsmarkt.

Werknemerscoöperaties zijn een economisch haalbare manier om als ondernemer te beginnen, en door de betrokken samenhorigheid en gezamenlijke kansen en verplichtingen houden zij voor de deelnemers een gering risico in om te werken en tegelijkertijd eigenaar te zijn van een deel van de onderneming. De deelnemers zullen nieuwe werknemerscoöperaties oprichten, waarbij eenieders specifieke vaardigheden en kennis in het wederzijds belang en voordeel worden gecombineerd. Deze coöperaties hebben een goede kans om hun eigenaars/werknemers duurzame banen aan te bieden omdat zij dankzij hun lage overheadkosten een concurrentievoordeel hebben ten opzichte van de meeste andere soorten ondernemingen. Het proefproject zal worden opgestart in drie EU-landen met de meeste ervaring op dit gebied.

Het voornaamste doel bestaat erin bij te dragen aan de bestrijding van de jeugdwerkloosheid door voor de hele Unie goede praktijken ter zake te ontwikkelen. Het proefproject omvat:

 

voorbereidingen en het opzetten van het programma in drie landen (eerste jaar);

 

ontwikkeling en opzet van opleidingen (eerste en tweede jaar);

 

follow-up en oprichting van coöperaties met doelgroepen (tweede jaar);

 

beoordeling van juridische barrières voor het ondernemerschap door deskundigen (derde jaar, indien het proefproject doorgaat als voorbereidende actie);

 

beoordeling van de resultaten (derde jaar, indien het proefproject doorgaat als voorbereidende actie); en

 

beoordeling van de resultaten, inclusief voorstellen voor mogelijke volgende operationele activiteiten (derde jaar, indien het proefproject doorgaat als voorbereidende actie).

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

02 02 77 28

Proefproject — Kmo-instrument ter versterking van de participatie van vrouwen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

500 000

250 000

       

Toelichting

Dit proefproject moet kleine en middelgrote ondernemingen die zijn gevestigd in de EU of een Horizon 2020-land de mogelijkheid bieden EU-financiering en steun te ontvangen voor innovatieprojecten die hen helpen sterker te groeien en hun activiteiten uit te breiden tot andere landen (in Europa en daarbuiten).

Tegelijkertijd wordt coaching op het gebied van innovatie en bedrijfsontwikkeling voorgesteld, gedurende fase 1 en 2, ter ondersteuning van kmo's. Het proefproject omvat een speciaal coachingsprogramma voor vrouwelijke ondernemers, naast het reeds bestaande programma.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

HOOFDSTUK 02 03 —   INTERNE MARKT VOOR GOEDEREN EN DIENSTEN

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

% Betalingen 2014-2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

02 03

INTERNE MARKT VOOR GOEDEREN EN DIENSTEN

02 03 01

Werking en ontwikkeling van de interne markt voor goederen en diensten

1,1

22 693 000

18 500 000

21 885 000

16 742 549

22 473 877,89

18 777 440,64

101,50

02 03 02

Normalisatie en harmonisatie van de wetgevingen

02 03 02 01

Steun aan normalisatiewerkzaamheden van CEN, Cenelec en ETSI

1,1

17 970 000

18 100 000

17 843 714

16 100 331

18 011 319,26

18 304 054,96

101,13

02 03 02 02

Ondersteuning van organisaties die kleine en middelgrote ondernemingen (kmo's) en maatschappelijke belanghebbenden bij normalisatiewerkzaamheden vertegenwoordigen

1,1

3 843 000

3 700 000

3 816 286

2 175 774

3 054 559,94

2 001 606,26

54,10

 

Artikel 02 03 02 — Subtotaal

 

21 813 000

21 800 000

21 660 000

18 276 105

21 065 879,20

20 305 661,22

93,15

02 03 03

Europees Agentschap voor chemische stoffen — Wetgeving over chemische producten

1,1

72 805 000

72 805 000

7 800 000

7 800 000

0,—

0,—

0

02 03 04

Instrumenten voor het bestuur van de interne markt

1,1

3 650 000

3 500 000

4 000 000

3 394 146

3 986 424,54

2 956 425,34

84,47

02 03 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

02 03 77 01

Voorbereidende actie — Recap: recycling op lokale schaal van intern plastic afval dat wordt geproduceerd door belangrijke polymeerverwerkende regio's van de Unie

2

p.m.

p.m.

p.m.

597 360

0,—

373 350,—

 

02 03 77 02

Proefproject — Internemarktforum

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

1 374,52

 

02 03 77 03

Proefproject — Internemarktforum

1,1

p.m.

1 200 000

1 200 000

1 015 000

1 079 236,59

471 443,87

39,29

02 03 77 04

Proefproject — Steunmaatregelen voor de traditionele detailhandel

1,1

p.m.

500 000

1 000 000

500 000

     
 

Artikel 02 03 77 — Subtotaal

 

p.m.

1 700 000

2 200 000

2 112 360

1 079 236,59

846 168,39

49,77

 

Hoofdstuk 02 03 — Totaal

 

120 961 000

118 305 000

57 545 000

48 325 160

48 605 418,22

42 885 695,59

36,25

02 03 01

Werking en ontwikkeling van de interne markt voor goederen en diensten

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

22 693 000

18 500 000

21 885 000

16 742 549

22 473 877,89

18 777 440,64

Toelichting

Oude artikelen 02 03 01 en 12 02 01 (ten dele)

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven als gevolg van maatregelen die moeten bijdragen tot de voltooiing, de werking en de ontwikkeling van de interne markt:

 

maatregelen om de interne markt doeltreffender te laten functioneren en om burgers en het bedrijfsleven toegang te bieden tot alle rechten en mogelijkheden die ontstaan als gevolg van de openstelling en de verdieping van de interne markt zonder grenzen en hen daar ten volle van te laten profiteren; maatregelen voor het toezicht op en de evaluatie van de manier waarop burgers en het bedrijfsleven van deze rechten en mogelijkheden gebruikmaken, teneinde vast te stellen of er eventueel sprake is van belemmeringen die hen ervan weerhouden ten volle van hun rechten te profiteren en in voorkomend geval gunstige voorwaarden te scheppen voor het wegnemen van dergelijke belemmeringen;

 

harmonisatie van normen en totstandbrenging van een informatiesysteem voor technische normen en voorschriften; onderzoek van de regels waarvan door de lidstaten, de EVA-staten en Turkije kennisgeving is gedaan en vertaling van de ontwerpen van technische voorschriften;

 

financiering van de administratieve en technische coördinatie en van de samenwerking tussen de aangemelde instanties; subsidies ter ondersteuning van de Europese Organisatie voor technische goedkeuring (EOTA) en van door externe organen opgezette projecten van belang voor de Unie;

 

toepassing van de wetgeving van de Unie op medische hulpmiddelen, cosmetica, voedingsmiddelen, textielproducten, chemische stoffen, indeling en etikettering van stoffen en preparaten, auto's en veiligheid, speelgoed, wettelijke metrologie, voorverpakking en kwaliteit van het milieu, spuitbussen, en voorlichting en publiciteit om de wetgeving van de Unie meer onder de aandacht te brengen;

 

algemeen onderzoek naar de noodzakelijkheid van de herziening van de verordeningen en analyse van de doeltreffendheid van de maatregelen die worden genomen met het oog op een goede werking van de interne markt, en een evaluatie van de algemene impact van de interne markt op het bedrijfsleven en de economie, met inbegrip van de aanschaf van gegevens en toegang van diensten van de Commissie tot externe databanken; doelgerichte acties ter verbetering van het begrip van de werking van de interne markt en voor de beloning van actieve deelname aan de bevordering ervan;

 

sectorale harmonisatie op het gebied van de richtlijnen „nieuwe aanpak”, met name de uitbreiding van het toepassingsgebied van de „nieuwe aanpak” tot andere sectoren;

 

uitvoering van het strategische programma voor de interne markt en toezicht op de markt, maatregelen voor de tenuitvoerlegging van Verordening (EG) nr. 765/2008, zowel wat betreft de infrastructuren als het markttoezicht, en Verordening (EG) nr. 764/2008 wat betreft procedures voor de toepassing van bepaalde nationale technische voorschriften op goederen die in een andere lidstaat rechtmatig in de handel zijn gebracht;

 

de ontwikkeling van een eengemaakte ruimte voor veiligheid en defensie, met maatregelen voor de tenuitvoerlegging van Richtlijn 2009/43/EG betreffende de vereenvoudiging van de voorwaarden voor de overdracht van defensiegerelateerde producten binnen de Unie en maatregelen ter bevordering van de coördinatie van de procedures voor overheidsopdrachten voor dergelijke producten op het niveau van de Unie, alsook in voorkomend geval, het opzetten van onderzoeken en het uitwerken van bewustmakingsmaatregelen met betrekking tot de toepassing van de goedgekeurde wetgeving;

 

deelname aan de onderhandelingen over overeenkomsten van onderlinge erkenning, en in het kader van de Europese overeenkomsten, steunverlening aan de geassocieerde landen voor de omzetting van het acquis van de Unie;

 

maatregelen voor de tenuitvoerlegging van Verordening (EG) nr. 1907/2006, in het bijzonder die welke voortvloeien uit het verslag over de evaluatie van REACH (COM(2013) 49 final);

 

maatregelen in verband met de tenuitvoerlegging van Richtlijn 2014/60/EU;

 

tenuitvoerlegging en toezicht op de bepalingen toepasselijk op overheidsopdrachten, teneinde de optimale werking ervan en de werkelijke openbaarheid van aanbestedingen te waarborgen, met inbegrip van de bewustmaking en opleiding van de verschillende actoren bij deze opdrachten; de invoering en toepassing van nieuwe technologieën op de gebieden waarop deze opdrachten worden toegepast; de continue aanpassing van het wet- en regelgevende kader in het licht van de ontwikkelingen die het gevolg zijn van deze contracten, met name de mondialisering van de markten en bestaande of toekomstige internationale overeenkomsten;

 

versterking van de bestuurlijke samenwerking met de ondersteuning van, onder andere, het informatiesysteem voor de interne markt, verdieping van de kennis van de wetgeving inzake de interne markt in lidstaten, betere toepassing ervan door de lidstaten en ondersteuning van de bestuurlijke samenwerking tussen de autoriteiten die belast zijn met de tenuitvoerlegging van de wetgeving inzake de interne markt, teneinde de strategische doelstellingen van Lissabon te halen zoals vastgesteld in de jaarlijkse beleidsstrategie;

 

waarborging van de voltooiing en het beheer van de interne markt, in het bijzonder op het gebied van het vrije verkeer van diensten, de erkenning van beroepskwalificaties, en intellectuele en industriële eigendom, met name de uitwerking van voorstellen voor de invoering van een Unie-octrooi;

 

analyse van de effecten van het wegnemen van belemmeringen voor de interne markt voor diensten en van de effecten van de geldende maatregelen als onderdeel van de follow-up van de geleidelijke liberalisering van de postdiensten, coördinatie van het beleid van de Unie op het gebied van postdiensten met betrekking tot internationale systemen en met name met betrekking tot deelnemers aan activiteiten van de Wereldpostvereniging (UPU); samenwerking met landen van Midden- en Oost-Europa; alsook van de praktische gevolgen van de toepassing van de bepalingen van de Algemene Overeenkomst inzake de handel in diensten (GATS) op de postsector en overlapping met de UPU-regelgeving.

Dit krediet dient eveneens ter dekking van de uitgaven voor studies, evaluaties, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de doelstelling van het programma of van maatregelen die onder dit artikel vallen, zoals het onderhouden, actualiseren en ontwikkelen van IT-systemen die met technische verordeningen verband houden of in verband staan met de invoering van en het toezicht op beleidsmaatregelen in het kader van de interne markt, en alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand waarbij geen sprake is van overheidstaken.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de EVA-staten, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Taak die voortvloeit uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel vlak, zoals bedoeld in artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, met name de artikelen 34, 35 en 36 (PB C 326 van 26.10.2012).

Richtlijn 75/107/EEG van de Raad van 19 december 1974 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten inzake flessen, gebruikt als tapmaat (PB L 42 van 15.2.1975, blz. 14).

Richtlijn 75/324/EEG van de Raad van 20 mei 1975 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten betreffende aërosols (PB L 147 van 9.6.1975, blz. 40).

Richtlijn 76/211/EEG van de Raad van 20 januari 1976 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten inzake het voorverpakken naar gewicht of volume van bepaalde producten in voorverpakkingen (PB L 46 van 21.2.1976, blz. 1).

Richtlijn 76/768/EEG van de Raad van 27 juli 1976 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten inzake cosmetische producten (PB L 262 van 27.9.1976, blz. 169).

Richtlijn 80/181/EEG van de Raad van 20 december 1979 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten op het gebied van de meeteenheden, en tot intrekking van Richtlijn 71/354/EEG (PB L 39 van 15.2.1980, blz. 40).

Richtlijn 85/374/EEG van de Raad van 25 juli 1985 betreffende de onderlinge aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen der lidstaten inzake de aansprakelijkheid voor producten met gebreken (PB L 210 van 7.8.1985, blz. 29).

Richtlijn 89/105/EEG van de Raad van 21 december 1988 betreffende de doorzichtigheid van maatregelen ter regeling van de prijsstelling van geneesmiddelen voor menselijk gebruik en de opneming daarvan in de nationale stelsels van gezondheidszorg (PB L 40 van 11.2.1989, blz. 8).

Richtlijn 90/385/EEG van de Raad van 20 juni 1990 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake actieve implanteerbare medische hulpmiddelen (PB L 189 van 20.7.1990, blz. 17).

Richtlijn 91/477/EEG van de Raad van 18 juni 1991 inzake de controle op de verwerving en het voorhanden hebben van wapens (PB L 256 van 13.9.1991, blz. 51).

Besluit van de Raad van 21 september 1992 waarbij de Commissie wordt gemachtigd te onderhandelen over overeenkomsten tussen de Europese Economische Gemeenschap en bepaalde derde landen inzake de wederzijdse erkenning op het gebied van de conformiteitsbeoordeling (document 8300/92).

Richtlijn 93/5/EEG van de Raad van 25 februari 1993 betreffende de bijstand aan de Commissie en de samenwerking van de lidstaten bij het wetenschappelijk onderzoek van vraagstukken in verband met levensmiddelen (PB L 52 van 4.3.1993, blz. 18).

Richtlijn 93/7/EEG van de Raad van 15 maart 1993 betreffende de teruggave van cultuurgoederen die op onrechtmatige wijze buiten het grondgebied van een lidstaat zijn gebracht (PB L 74 van 27.3.1993, blz. 74).

Verordening (EEG) nr. 793/93 van de Raad van 23 maart 1993 inzake de beoordeling en de beperking van de risico's van bestaande stoffen (PB L 84 van 5.4.1993, blz. 1).

Richtlijn 93/15/EEG van de Raad van 5 april 1993 betreffende de harmonisatie van de bepalingen inzake het in de handel brengen van en de controle op explosieven voor civiel gebruik (PB L 121 van 15.5.1993, blz. 20).

Richtlijn 93/42/EEG van de Raad van 14 juni 1993 betreffende medische hulpmiddelen (PB L 169 van 12.7.1993, blz. 1).

Besluit 93/465/EEG van de Raad van 22 juli 1993 betreffende de modules voor de verschillende fasen van de overeenstemmingsbeoordelingsprocedures en de voorschriften inzake het aanbrengen en het gebruik van de CE-markering van overeenstemming die in de richtlijnen voor technische harmonisatie moeten worden gebruikt (PB L 220 van 22.7.1993, blz. 23).

Besluit 94/358/EG van de Raad van 16 juni 1994 houdende aanvaarding namens de Europese Gemeenschap van het Verdrag inzake de samenstelling van een Europese farmacopee (PB L 158 van 25.6.1994, blz. 17).

Richtlijn 96/100/EG van het Europees Parlement en de Raad van 17 februari 1997 tot wijziging van de bijlage bij Richtlijn 93/7/EEG betreffende de teruggave van cultuurgoederen die op onrechtmatige wijze buiten het grondgebied van een lidstaat zijn gebracht (PB L 60 van 1.3.1997, blz. 59).

Besluit van de Raad tot bevestiging van de interpretatie van het Comité 113 van het besluit van de Raad van 21 september 1992 waarbij de Commissie richtsnoeren worden gegeven voor onderhandelingen over Europese conformiteitsbeoordelingsovereenkomsten (ECAA's) (document 8453/97).

Richtlijn 98/34/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 juni 1998 betreffende een informatieprocedure op het gebied van normen en technische voorschriften en regels betreffende de diensten van de informatiemaatschappij (PB L 204 van 21.7.1998, blz. 37).

Richtlijn 98/48/EG van het Europees Parlement en de Raad van 20 juli 1998 tot wijziging van Richtlijn 98/34/EG betreffende een informatieprocedure op het gebied van normen en technische voorschriften (PB L 217 van 5.8.1998, blz. 18).

Richtlijn 98/79/EG van het Europees Parlement en de Raad van 27 oktober 1998 betreffende medische hulpmiddelen voor in-vitrodiagnostiek (PB L 331 van 7.12.1998, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 2679/98 van de Raad van 7 december 1998 inzake de werking van de interne markt wat het vrije verkeer van goederen tussen de lidstaten betreft (PB L 337 van 12.12.1998, blz. 8).

Richtlijn 1999/4/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 februari 1999 inzake extracten van koffie en extracten van cichorei (PB L 66 van 13.3.1999, blz. 26).

Richtlijn 1999/36/EG van de Raad van 29 april 1999 betreffende vervoerbare drukapparatuur (PB L 138 van 1.6.1999, blz. 20).

Richtlijn 2000/9/EG van het Europees Parlement en de Raad van 20 maart 2000 betreffende kabelbaaninstallaties voor personenvervoer (PB L 106 van 3.5.2000, blz. 21).

Richtlijn 2000/14/EG van het Europees Parlement en de Raad van 8 mei 2000 inzake de harmonisatie van de wetgevingen der lidstaten betreffende de geluidsemissie in het milieu door materieel voor gebruik buitenshuis (PB L 162 van 3.7.2000, blz. 1).

Richtlijn 2000/35/EG van het Europees Parlement en de Raad van 29 juni 2000 betreffende bestrijding van betalingsachterstand bij handelstransacties (PB L 200 van 8.8.2000, blz. 35).

Verordening (EG) nr. 2580/2000 van de Raad van 20 november 2000 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 3448/93 tot vaststelling van de handelsregeling voor bepaalde, door verwerking van landbouwproducten verkregen goederen (PB L 298 van 25.11.2000, blz. 5).

Richtlijn 2001/82/EG van het Europees Parlement en de Raad van 6 november 2001 tot vaststelling van een communautair wetboek betreffende geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik (PB L 311 van 28.11.2001, blz. 1).

Richtlijn 2001/83/EG van het Europees Parlement en de Raad van 6 november 2001 tot vaststelling van een communautair wetboek betreffende geneesmiddelen voor menselijk gebruik (PB L 311 van 28.11.2001, blz. 67).

Richtlijn 2002/95/EG van het Europees Parlement en de Raad van 27 januari 2003 betreffende beperking van het gebruik van bepaalde gevaarlijke stoffen in elektrische en elektronische apparatuur (PB L 37 van 13.2.2003, blz. 19).

Richtlijn 2002/96/EG van het Europees Parlement en de Raad van 27 januari 2003 betreffende afgedankte elektrische en elektronische apparatuur (AEEA) (PB L 37 van 13.2.2003, blz. 24).

Verordening (EG) nr. 1435/2003 van de Raad van 22 juli 2003 betreffende het statuut voor een Europese coöperatieve vennootschap (SCE) (PB L 207 van 18.8.2003, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 2003/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 13 oktober 2003 inzake meststoffen (PB L 304 van 21.11.2003, blz. 1).

Richtlijn 2003/102/EG van het Europees Parlement en de Raad van 17 november 2003 betreffende de bescherming van voetgangers en andere kwetsbare weggebruikers voor en bij een botsing met een motorvoertuig en houdende wijziging van Richtlijn 70/156/EEG van de Raad (PB L 321 van 6.12.2003, blz. 15).

Verordening (EG) nr. 273/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 inzake drugsprecursoren (PB L 47 van 18.2.2004, blz. 1).

Richtlijn 2004/9/EG van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 inzake de inspectie en de verificatie van de goede laboratoriumpraktijken (GLP) (PB L 50 van 20.2.2004, blz. 28).

Richtlijn 2004/10/EG van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 betreffende de onderlinge aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen inzake de toepassing van de beginselen van goede laboratoriumpraktijken en het toezicht op de toepassing ervan voor tests op chemische stoffen (PB L 50 van 20.2.2004, blz. 44).

Verordening (EG) nr. 648/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 betreffende detergentia tot intrekking van Richtlijn 73/404/EEG van de Raad betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten inzake detergentia (PB L 297 van 22.9.2004, blz. 19).

Verordening (EG) nr. 726/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 tot vaststelling van communautaire procedures voor het verlenen van vergunningen en het toezicht op geneesmiddelen voor menselijk en diergeneeskundig gebruik en tot oprichting van een Europees Geneesmiddelenbureau (PB L 136 van 30.4.2004, blz. 1).

Richtlijn 2004/22/EG van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 betreffende meetinstrumenten (PB L 135 van 30.4.2004, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1907/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 inzake de registratie en beoordeling van en de autorisatie en beperkingen ten aanzien van chemische stoffen (REACH) en tot oprichting van een Europees Agentschap voor chemische stoffen, houdende wijziging van Richtlijn 1999/45/EG en houdende intrekking van Verordening (EEG) nr. 793/93 van de Raad en Verordening (EG) nr. 1488/94 van de Commissie alsmede Richtlijn 76/769/EEG van de Raad en de Richtlijnen 91/155/EEG, 93/67/EEG, 93/105/EG en 2000/21/EG van de Commissie (PB L 396 van 30.12.2006, blz. 1).

Richtlijn 2007/23/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 mei 2007 betreffende het in de handel brengen van pyrotechnische artikelen (PB L 154 van 14.6.2007, blz. 1).

Richtlijn 2007/45/EG van het Europees Parlement en de Raad van 5 september 2007 tot vaststelling van regels betreffende nominale hoeveelheden voor voorverpakte producten, tot intrekking van de Richtlijnen 75/106/EEG en 80/232/EEG van de Raad en tot wijziging van Richtlijn 76/211/EEG van de Raad (PB L 247 van 21.9.2007, blz. 17).

Verordening (EG) nr. 764/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 9 juli 2008 tot vaststelling van procedures voor de toepassing van bepaalde nationale technische voorschriften op goederen die in een andere lidstaat rechtmatig in de handel zijn gebracht (PB L 218 van 13.8.2008, blz. 21).

Verordening (EG) nr. 765/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 9 juli 2008 tot vaststelling van de eisen inzake accreditatie en markttoezicht betreffende het verhandelen van producten (PB L 218 van 13.8.2008, blz. 30).

Besluit nr. 768/2008/EG van het Europees Parlement en de Raad van 9 juli 2008 betreffende een gemeenschappelijk kader voor het verhandelen van producten en tot intrekking van Besluit 93/465/EEG van de Raad (PB L 218 van 13.8.2008, blz. 82).

Verordening (EG) nr. 1272/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 betreffende de indeling, etikettering en verpakking van stoffen en mengsels tot wijziging en intrekking van de Richtlijnen 67/548/EEG en 1999/45/EG en tot wijziging van Verordening (PB L 353 van 31.12.2008, blz. 1).

Richtlijn 2009/23/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 betreffende niet-automatische weegwerktuigen (PB L 122 van 16.5.2009, blz. 6).

Richtlijn 2009/34/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 betreffende voor meetmiddelen en metrologische controlemethoden geldende algemene bepalingen (PB L 106 van 28.4.2009, blz. 7).

Richtlijn 2009/43/EG van het Europees Parlement en de Raad van 6 mei 2009 betreffende de vereenvoudiging van de voorwaarden voor de overdracht van defensiegerelateerde producten binnen de Gemeenschap (PB L 146 van 10.6.2009, blz. 1).

Richtlijn 2009/48/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 juni 2009 betreffende de veiligheid van speelgoed (PB L 170 van 30.6.2009, blz. 1).

Richtlijn 2009/125/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 betreffende de totstandbrenging van een kader voor het vaststellen van eisen inzake ecologisch ontwerp voor energiegerelateerde producten (PB L 285 van 31.10.2009, blz. 10).

Verordening (EU) nr. 305/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 9 maart 2011 tot vaststelling van geharmoniseerde voorwaarden voor het verhandelen van bouwproducten en tot intrekking van Richtlijn 89/106/EEG van de Raad (PB L 88 van 4.4.2011, blz. 5).

Verordening (EU) nr. 1007/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 27 september 2011 betreffende textielvezelbenamingen en de desbetreffende etikettering en merking van de vezelsamenstelling van textielproducten, en houdende intrekking van Richtlijn 73/44/EEG van de Raad en Richtlijnen 96/73/EG en 2008/121/EG van het Europees Parlement en de Raad (PB L 272 van 18.10.2011, blz. 1).

Richtlijn 2014/31/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2014 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen van de lidstaten inzake het op de markt aanbieden van niet-automatische weegwerktuigen (PB L 96 van 29.3.2014, blz. 107).

Richtlijn 2014/32/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2014 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen van de lidstaten inzake het op de markt aanbieden van meetinstrumenten (PB L 96 van 29.3.2014, blz. 149).

Richtlijn 2014/60/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 betreffende de teruggave van cultuurgoederen die op onrechtmatige wijze buiten het grondgebied van een lidstaat zijn gebracht en houdende wijziging van Verordening (EU) nr. 1024/2012 (PB L 159 van 28.5.2014, blz. 1).

Richtlijnen van het Europees Parlement en de Raad tot uitvoering van de nieuwe aanpak in bepaalde sectoren, zoals machines, elektromagnetische compatibiliteit, radioapparatuur en telecommunicatie-eindapparatuur, laagspanningscomponenten, persoonlijke beschermingsmiddelen op de arbeidsplaats, liften, gevaarlijke explosieve atmosfeer, medische voorzieningen, speelgoed, drukapparatuur, gastoestellen, bouwsector, spoorweginteroperabiliteit, pleziervaartuigen, autobanden, uitstoot van motorvoertuigen, explosieven, pyrotechnische artikelen, kabelbaaninstallaties enz.

Richtlijnen van de Raad inzake de opheffing van technische handelsbelemmeringen op andere terreinen dan die waarvoor de „nieuwe aanpak” geldt.

02 03 02

Normalisatie en harmonisatie van de wetgevingen

02 03 02 01

Steun aan normalisatiewerkzaamheden van CEN, Cenelec en ETSI

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

17 970 000

18 100 000

17 843 714

16 100 331

18 011 319,26

18 304 054,96

Toelichting

In overeenstemming met de algemene doelstelling die erin bestaat de interne markt goed te laten functioneren en het concurrentievermogen van de Europese industrie te ondersteunen, met name door een wederzijdse erkenning van de normen en de vaststelling van Europese normen in bepaalde gevallen, dient dit krediet ter dekking van:

 

de financiële verplichtingen die voortvloeien uit contracten die gesloten worden met de Europese normalisatie-instellingen (Europees Normalisatie-instituut voor telecommunicatie (ETSI), Europees Comité voor normalisatie (CEN) en Europees Comité voor elektrotechnische normalisatie (Cenelec)), voor de opstelling van normen;

 

de werkzaamheden in verband met de controle op en de certificering van overeenstemming met de normen en demonstratieprojecten;

 

de uitgaven voor contracten met het oog op de uitvoering van bovengenoemd programma en bovengenoemde projecten. Het betreft hier met name contracten voor onderzoek, samenwerking, evaluatie, technische werkzaamheden, coördinatie, beurzen, subsidies, opleiding en mobiliteit van wetenschappers, deelneming aan internationale overeenkomsten en deelneming in de uitrustingskosten;

 

versterking van de prestaties van de normalisatie-instituten;

 

bevordering van de kwaliteit van de normalisatie en de controle hierop;

 

steun voor de omzetting van de Europese normen in nationale normen, onder meer door vertaling ervan;

 

acties op het gebied van voorlichting, promotie en zichtbaarheid van de normalisatie, alsmede behartiging van de Europese belangen bij de internationale normalisatie;

 

de secretariaten van de technische comités;

 

de technische projecten op het gebied van keuringen inzake overeenstemming met de normen;

 

onderzoek van de overeenstemming van ontwerpnormen met de betrokken mandaten;

 

samenwerkings- en bijstandsprogramma's voor derde landen;

 

de uitvoering van werkzaamheden die de geharmoniseerde toepassing van internationale normen in de Unie mogelijk maken;

 

de nadere uitwerking van certificatiemethoden en de ontwikkeling van technische certificatiemethoden;

 

de bevordering van de toepassing van de normen in het kader van overheidsopdrachten;

 

de coördinatie van de verschillende activiteiten die de toepassing van de normen moeten voorbereiden en bevorderen (handleidingen, demonstraties enz.). Bij het voorbereiden van de normen moeten genderspecifieke kenmerken in aanmerking worden genomen.

De Uniefinanciering moet dienen om de normalisatieactiviteiten te omschrijven en ten uitvoer te leggen in overleg met de voornaamste betrokkenen: het bedrijfsleven, vertegenwoordigers van de werknemers, van de consumenten, in voorkomend geval met inbegrip van vrouwenorganisaties, het midden- en kleinbedrijf, de nationale en Europese normalisatie-instellingen, de uitschrijvers van openbare aanbestedingen in de lidstaten, alle gebruikers en degenen die op nationaal en EU-niveau het industriebeleid bepalen.

Met het oog op interoperabiliteit zijn specifieke bepalingen op het gebied van technische ict-specificaties bij openbare aanbesteding opgenomen in Verordening (EU) nr. 1025/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 betreffende Europese normalisatie.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1025/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 betreffende Europese normalisatie, tot wijziging van de Richtlijnen 89/686/EEG en 93/15/EEG van de Raad alsmede de Richtlijnen 94/9/EG, 94/25/EG, 95/16/EG, 97/23/EG, 98/34/EG, 2004/22/EG, 2007/23/EG, 2009/23/EG en 2009/105/EG van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Beschikking 87/95/EEG van de Raad en Besluit nr. 1673/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad (PB L 316 van 14.11.2012, blz. 12).

02 03 02 02

Ondersteuning van organisaties die kleine en middelgrote ondernemingen (kmo's) en maatschappelijke belanghebbenden bij normalisatiewerkzaamheden vertegenwoordigen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

3 843 000

3 700 000

3 816 286

2 175 774

3 054 559,94

2 001 606,26

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van de werking en de activiteiten van Europese niet-gouvernementele en non-profitorganisaties die de belangen van het mkb en de consumenten, alsmede de belangen van het milieu en de samenleving bij normalisatiewerkzaamheden vertegenwoordigen.

Zulke vertegenwoordiging bij normalisatiewerkzaamheden op Europees niveau maakt deel uit van het statutair doel van deze organisaties en zij hebben van nationale non-profitorganisaties uit ten minste twee derde van de lidstaten de opdracht gekregen deze belangen te vertegenwoordigen.

Bijdragen aan deze Europese organisaties werden vroeger gedekt door het kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie, het consumentenbeleid en het financieringsinstrument voor het milieu (Life+). In Verordening (EU) nr. 1025/2012 zijn de door specifieke programma's gefinancierde acties op het gebied van normalisatie in één rechtshandeling samengebracht.

Rechtsgronden

Besluit nr. 1639/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 2006 tot vaststelling van een kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie (2007-2013) (PB L 310 van 9.11.2006, blz. 15).

Besluit nr. 1926/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot vaststelling van een communautair actieprogramma op het gebied van consumentenbeleid (2007-2013) (PB L 404 van 30.12.2006, blz. 39).

Verordening (EG) nr. 614/2007 van het Europees Parlement en de Raad van 23 mei 2007 betreffende het financieringsinstrument voor het milieu (Life+) (PB L 149 van 9.6.2007, blz. 17).

Verordening (EU) nr. 1025/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 betreffende Europese normalisatie, tot wijziging van de Richtlijnen 89/686/EEG en 93/15/EEG van de Raad alsmede de Richtlijnen 94/9/EG, 94/25/EG, 95/16/EG, 97/23/EG, 98/34/EG, 2004/22/EG, 2007/23/EG, 2009/23/EG en 2009/105/EG van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Beschikking 87/95/EEG van de Raad en Besluit nr. 1673/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad (PB L 316 van 14.11.2012, blz. 12).

02 03 03

Europees Agentschap voor chemische stoffen — Wetgeving over chemische producten

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

72 805 000

72 805 000

7 800 000

7 800 000

0,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de administratieve en de personeelsuitgaven van het Agentschap (titels 1 en 2) en van de beleidsuitgaven in verband met het werkprogramma (titel 3).

Het Agentschap stelt het Europees Parlement en de Raad in kennis van elke kredietoverschrijving tussen administratieve en beleidsuitgaven.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de EVA-staten, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

De bedragen die overeenkomstig artikel 20 van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1271/2013 van de Commissie worden terugbetaald, worden beschouwd als bestemmingsontvangsten (artikel 21, lid 3, onder c), van het Financieel Reglement), die moeten worden geboekt op post 6 6 0 0 van de algemene staat van ontvangsten.

In 2016 zullen de „Ontvangsten uit vergoedingen en rechten” van het Agentschap en het overschot dat van het voorgaande jaar werd overgedragen, niet volstaan om de verwachte uitgaven te dekken. Bijgevolg is een subsidie van de Commissie nodig. De bijdrage van de Unie bedraagt voor 2016 in totaal 72 805 000 EUR.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1907/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 inzake de registratie en beoordeling van en de autorisatie en beperkingen ten aanzien van chemische stoffen (REACH) en tot oprichting van een Europees Agentschap voor chemische stoffen, houdende wijziging van Richtlijn 1999/45/EG en houdende intrekking van Verordening (EEG) nr. 793/93 van de Raad en Verordening (EG) nr. 1488/94 van de Commissie alsmede Richtlijn 76/769/EEG van de Raad en de Richtlijnen 91/155/EEG, 93/67/EEG, 93/105/EG en 2000/21/EG van de Commissie (PB L 396 van 30.12.2006, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1272/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 betreffende de indeling, etikettering en verpakking van stoffen en mengsels, tot wijziging en intrekking van de Richtlijnen 67/548/EEG en 1999/45/EG en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1907/2006 (PB L 353 van 31.12.2008, blz. 1).

02 03 04

Instrumenten voor het bestuur van de interne markt

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

3 650 000

3 500 000

4 000 000

3 394 146

3 986 424,54

2 956 425,34

Toelichting

Oud artikel 12 02 02

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven als gevolg van maatregelen voor het beheer en de ontwikkeling van Solvit en voor de tenuitvoerlegging van het actieplan Ondersteunende dienstverlening op het gebied van de interne markt.

Het Solvit-systeem heeft zich bewezen als een van de doeltreffendste mechanismen voor buitengerechtelijke geschillenbeslechting.

Het kan op doeltreffende en efficiënte wijze problemen aanpakken waar burgers en ondernemingen mee te maken krijgen ten gevolge van een foute toepassing van wetgeving inzake de interne markt door een overheidsinstantie in een andere lidstaat. Bovendien is het Solvit-systeem in staat feedback te geven door gebruik te maken van een onlinedatabank die toegankelijk is voor alle coördinatiecentra en waaraan burgers en ondernemingen rechtstreeks hun problemen kunnen voorleggen.

Solvit is echter, net als vele andere openbare ondersteuningsdiensten met betrekking tot EU-aangelegenheden, nog steeds niet algemeen bekend bij de potentiële gebruikers van het systeem. Tegelijkertijd hebben burgers en ondernemingen vaak geen idee waar zij met hun verzoeken om informatie, bijstand en oplossingen terecht kunnen. Om dit probleem op te lossen heeft de Commissie in het kader van de herziening van de interne markt aangekondigd dat zij zal trachten een webgebaseerd uniek toegangspunt te creëren waarmee burgers en ondernemingen naar de juiste dienst worden geleid. In oktober 2010 heeft de Commissie een nieuwe website opgestart, Your Europe, die informatie aanlevert aan burgers en bedrijven, en deze rechtstreeks doorverwijst naar relevante diensten als Solvit, als zij hulp nodig hebben. Your Europe is samen met het callcenter Europe Direct het unieke contactpunt van het Solvit-systeem. De Commissie moet de bevoegde commissie van het Europees Parlement in een jaarverslag op de hoogte houden over de mate waarin het toegangspunt wordt gebruikt en over mogelijke maatregelen om het gebruik te stimuleren.

Er moet bij de lidstaten op worden aangedrongen passende maatregelen te treffen om de bevolking te wijzen op het bestaan van dit toegangspunt.

Bovendien werd in het „Action plan on an integrated approach for providing single market assistance services to citizens and businesses” van de Commissie van 8 mei 2008 een reeks maatregelen voorgesteld om de samenwerking tussen de bestaande ondersteunende diensten te versterken zodat zij beter, sneller en beter gestroomlijnd algemene diensten kunnen aanbieden aan burgers en ondernemingen.

De bevordering van al deze diensten moet beter gecoördineerd geschieden om te vermijden dat burgers en ondernemingen door te veel merknamen in verwarring worden gebracht.

Bovendien moet de Commissie de bevoegde commissie van het Europees Parlement op de hoogte stellen van de concrete maatregelen die op dit gebied zijn getroffen.

Rechtsgronden

Taak die voortvloeit uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel vlak, zoals bedoeld in artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

02 03 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

02 03 77 01

Voorbereidende actie — Recap: recycling op lokale schaal van intern plastic afval dat wordt geproduceerd door belangrijke polymeerverwerkende regio's van de Unie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

597 360

0,—

373 350,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

02 03 77 02

Proefproject — Internemarktforum

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

1 374,52

Toelichting

Oude post 12 02 77 01

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

02 03 77 03

Proefproject — Internemarktforum

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

1 200 000

1 200 000

1 015 000

1 079 236,59

471 443,87

Toelichting

Oude post 12 02 77 03

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

02 03 77 04

Proefproject — Steunmaatregelen voor de traditionele detailhandel

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

500 000

1 000 000

500 000

   

Toelichting

Oude post 12 02 77 06

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Dit krediet dient ter financiering van betere steunmaatregelen voor de traditionele detailhandel, om deze nieuw leven in te blazen en te moderniseren. Het proefproject moet bijdragen aan de coördinatie van maatregelen en het bijeenbrengen van financiering uit verschillende bronnen om de problemen van de sector doeltreffender aan te pakken.

In het kader van het proefproject:

 

1)

worden de kenmerken van de traditionele handelssector vastgesteld, evenals de beperkingen en bedreigingen waarmee deze sector momenteel wordt geconfronteerd;

 

2)

worden oplossingen voorgesteld om de revitalisering en modernisering van de sector aan te moedigen;

 

3)

worden de Unie-instrumenten en -financiering waarvan de sector direct of indirect gebruik kan maken geïdentificeerd;

 

4)

wordt vastgesteld op welke wijze de beschikbare instrumenten, acties, maatregelen en financiering door de sector worden gebruikt;

 

5)

wordt de mate waarin bestaande instrumenten tegemoet kunnen komen aan de behoeften van de traditionele detailhandel geanalyseerd en worden, op basis van die analyse, eventuele aanpassingen voorgesteld;

 

6)

worden de in punt 2 genoemde voorstellen uitgevoerd;

 

7)

worden de resultaten geanalyseerd en de haalbaarheid van een mogelijk toekomstig uniaal steunprogramma voor de traditionele detailhandel beoordeeld.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

HOOFDSTUK 02 04 —   HORIZON 2020 — ONDERZOEK IN VERBAND MET ONDERNEMINGEN

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

% Betalingen 2014-2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

02 04

HORIZON 2020 — ONDERZOEK IN VERBAND MET ONDERNEMINGEN

02 04 02

Industrieel leiderschap

02 04 02 01

Leiderschap in de ruimte

1,1

159 792 893

147 533 544

165 847 152

113 594 175

172 706 335,43

48 624 466,14

32,96

02 04 02 02

De toegang tot risicofinanciering voor investeringen in onderzoek en innovatie verbeteren

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

 

02 04 02 03

Stimuleren van innovatie in kleine en middelgrote ondernemingen

1,1

35 738 414

18 500 000

34 105 989

17 650 787

33 075 345,—

2 939 912,13

15,89

 

Artikel 02 04 02 — Subtotaal

 

195 531 307

166 033 544

199 953 141

131 244 962

205 781 680,43

51 564 378,27

31,06

02 04 03

Maatschappelijke uitdagingen

02 04 03 01

Een hulpbronefficiënte en klimaatbestendige economie en een duurzame grondstoffenbevoorrading tot stand brengen

1,1

75 016 498

62 200 000

73 904 264

30 583 047

74 997 291,—

7 225 024,21

11,62

 

Artikel 02 04 03 — Subtotaal

 

75 016 498

62 200 000

73 904 264

30 583 047

74 997 291,—

7 225 024,21

11,62

02 04 50

Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling

02 04 50 01

Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling (2014-2020)

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

11 771 890,09

69 676,86

 

02 04 50 02

Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling (vóór 2014)

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

8 052,—

4 014 736,95

 
 

Artikel 02 04 50 — Subtotaal

 

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

11 779 942,09

4 084 413,81

 

02 04 51

Voltooiing van het voorgaande kaderprogramma voor onderzoek — Zevende kaderprogramma — EC (2007-2013)

1,1

p.m.

85 800 000

p.m.

97 930 358

15 971,73

143 419 467,32

167,16

02 04 52

Voltooiing van voorgaande kaderprogramma’s voor onderzoek (van vóór 2007)

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

 

02 04 53

Voltooiing van het kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie — Onderdeel innovatie (2007-2013)

1,1

p.m.

27 600 000

p.m.

36 262 756

2 269,69

54 146 048,73

196,18

02 04 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

02 04 77 01

Proefproject — Ontwerp, implementatie en uitvoering van een technische structuur in de hele Unie ter beoordeling van mogelijkheid van de 112 PSAP's om op veilige en betrouwbare wijze GNSS-locatie- en andere gegevens over te brengen van 112 noodapps naar Europese PSAP's

1,1

p.m.

500 000

1 000 000

500 000

     

02 04 77 02

Proefproject — GVDB-onderzoek

1,1

500 000

500 000

1 000 000

500 000

     
 

Artikel 02 04 77 — Subtotaal

 

500 000

1 000 000

2 000 000

1 000 000

     
 

Hoofdstuk 02 04 — Totaal

 

271 047 805

342 633 544

275 857 405

297 021 123

292 577 154,94

260 439 332,34

76,01

Toelichting

Deze toelichting is van toepassing op alle begrotingslijnen van dit hoofdstuk.

Dit krediet zal worden gebruikt voor Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie, dat betrekking heeft op de periode 2014-2020, en voor de voltooiing van eerdere onderzoeksprogramma's (zevende kaderprogramma en eerdere kaderprogramma's) en het kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie (CIP).

Horizon 2020 zal een centrale rol vervullen bij de toepassing van het Europa 2020-vlaggenschipinitiatief „Innovatie-Unie” en andere vlaggenschipinitiatieven, met name „Efficiënt gebruik van hulpbronnen”, „Een geïntegreerd industriebeleid in een tijd van mondialisering” en „Een digitale agenda voor Europa”, alsook bij de ontwikkeling en werking van de Europese onderzoeksruimte. Door voldoende aanvullende financiering voor onderzoek, ontwikkeling en innovatie aan te trekken, levert Horizon 2020 een bijdrage aan de opbouw van een economie die berust op kennis en innovatie in de gehele Unie. Dit programma is gericht op de verwezenlijking van de in artikel 179 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie genoemde doelstellingen, teneinde bij te dragen tot de totstandkoming van een kennismaatschappij, gebaseerd op de Europese onderzoeksruimte, d.w.z. door het ondersteunen van transnationale samenwerking op alle niveaus in de gehele Unie, door de dynamiek, de creativiteit en de uitmuntendheid van het Europese onderzoek in staat te stellen de grenzen van de kennis te verleggen, door meer personele middelen voor onderzoek en technologische ontwikkeling in Europa ter beschikking te stellen, en ook de kwaliteit daarvan te verbeteren, en door de capaciteiten voor onderzoek en innovatie in heel Europa te versterken en ervoor te zorgen dat die optimaal gebruikt worden. Er wordt bijzondere aandacht besteed aan de participatie van vrouwelijke ondernemers en vrouwelijke onderzoekers, teneinde hun deelname aan innovatie en de kenniseconomie te versterken.

Onder deze artikelen en posten vallen ook de uitgaven voor vergaderingen, conferenties, workshops en seminars van hoog wetenschappelijk of technologisch niveau en van Europees belang die door de Commissie worden georganiseerd, de financiering van analysen en evaluaties van hoog wetenschappelijk of technologisch niveau die voor de Unie worden uitgevoerd om nieuwe onderzoeksgebieden te verkennen die in aanmerking komen voor communautaire actie, en met name in het kader van de Europese onderzoeksruimte alsmede acties in verband met de follow-up en de verspreiding van resultaten van de programma's, waaronder die van acties die onder de eerdere kaderprogramma 's zijn uitgevoerd.

Dit krediet zal worden gebruikt overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1290/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van de regels voor de deelname aan acties en de verspreiding van resultaten in het kader van „Horizon 2020” — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1906/2006 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 81).

Bij de onder dit hoofdstuk opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de EVA-staten, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Bij enkele van deze projecten is voorzien in deelname van derde landen of instellingen uit derde landen aan Europese samenwerking op het gebied van wetenschappelijk en technisch onderzoek. Eventuele financiële bijdragen die zijn geboekt onder de posten 6 0 1 3 en 6 0 1 5 van de staat van ontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten in overeenstemming met artikel 21 van het Financieel Reglement.

Ontvangsten die voortvloeien uit de deelname van landen aan de Europese samenwerking op het terrein van wetenschappelijk en technisch onderzoek die zijn geboekt onder post 6 0 1 6 van de staat van ontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten in overeenstemming met artikel 21 van het Financieel Reglement.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan programma's van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement.

Ontvangsten uit de bijdragen van externe instanties voor deelname aan activiteiten van de Unie die zijn geboekt onder post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement.

Aanvullende kredieten zullen onder post 02 04 50 01 worden opgevoerd.

De administratieve kredieten van dit hoofdstuk zullen onder artikel 02 01 05 worden opgevoerd.

02 04 02

Industrieel leiderschap

Toelichting

Deze prioriteit van Horizon 2020 moet Europa aantrekkelijker maken voor investeringen in onderzoek en innovatie door activiteiten te promoten waarbij de agenda door het bedrijfsleven wordt bepaald, en de ontwikkeling te versnellen van nieuwe technologieën die toekomstige ondernemingen en economische groei zullen ondersteunen. Een en ander zal grote investeringen in belangrijke industriële technologieën teweegbrengen en maximale groeikansen creëren voor Europese bedrijven dankzij een passende financiering en steun om innoverende kleine en middelgrote ondernemingen door te laten groeien tot wereldleiders.

02 04 02 01

Leiderschap in de ruimte

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

159 792 893

147 533 544

165 847 152

113 594 175

172 706 335,43

48 624 466,14

Toelichting

Het doel van dit krediet is:

 

het bevorderen van een concurrerende en innovatieve ruimtevaartindustrie en onderzoeksgemeenschap om infrastructuren in de ruimte te ontwikkelen en te exploiteren die voldoen aan de toekomstige behoeften van de Unie op beleids- en maatschappelijk gebied. De grote lijnen van de activiteiten zijn: bevorderen van het Europees concurrentievermogen en van de onafhankelijkheid en innovatie van de Europese ruimtevaartsector, bevorderen van nieuwe ontwikkelingen in de ruimtevaarttechnologieën, bevorderen van de exploitatie van ruimtevaartgegevens en bevorderen van Europees onderzoek ter ondersteuning van internationale ruimtevaartpartnerschappen;

 

het transformeren van de huidige industriële productiemethoden tot een duurzamere en koolstofluwere productie en verwerking, met meer innovatieve producten, processen en diensten als resultaat. De nadruk zal met name worden gelegd op duurzame en koolstofarme technologieën in energie-intensieve procesindustrieën om het concurrentievermogen van procesindustrieën te vergroten door een drastische verbetering van de middelen- en energie-efficiëntie en het terugdringen van de milieugevolgen van dergelijke industriële activiteiten in de gehele waardeketen, en om koolstofarme technologieën te bevorderen.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van „Horizon 2020” — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2006, blz. 104).

Besluit van de Raad 2013/743/EU van 3 december 2013 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van „Horizon 2020” — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van de Besluiten 2006/971/EG, 2006/972/EG, 2006/973/EG, 2006/974/EG en 2006/975/EG (PB L 347 van 20.12.2006, blz. 965), met name artikel 3, lid 2, onder a), vi).

02 04 02 02

De toegang tot risicofinanciering voor investeringen in onderzoek en innovatie verbeteren

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

Toelichting

Dit krediet moet de te beperkte toegang op de markt tot risicofinanciering voor onderzoek en innovatie helpen verbeteren. De eigenvermogensfaciliteit beoogt met name investeringen in risisokapitaalfondsen die aanloopinvesteringen doen. Het zal het mogelijk maken eigen vermogen te investeren in onder meer startkapitaalfondsen, grensoverschrijdende startkapitaalfondsen, medefinancieringsfaciliteiten van „business angels” en risicokapitaalfondsen gericht op de eerste bedrijfsstadia. De eigenvermogensfaciliteit zal vraaggestuurd zijn en gebruikmaken van een portefeuillemethode, waarbij risicokapitaalfondsen en andere vergelijkbare intermediairs de bedrijven selecteren waarin zal worden geïnvesteerd. Er dient speciale aandacht te worden besteed aan het aanmoedigen van vrouwelijke ondernemers om deel te nemen aan dergelijke programma's.

Terugbetalingen van financiële instrumenten overeenkomstig artikel 140, lid 6, van het Financieel Reglement, met inbegrip van terugbetaald kapitaal, vrijgegeven zekerheden en aflossingen van de hoofdsom van de leningen, aan de Commissie en die zijn geboekt op post 6 3 4 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot het opvoeren van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder i), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van „Horizon 2020” — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2006, blz. 104).

Besluit van de Raad 2013/743/EU van 3 december 2013 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van „Horizon 2020” — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van de Besluiten 2006/971/EG, 2006/972/EG, 2006/973/EG, 2006/974/EG en 2006/975/EG (PB L 347 van 20.12.2006, blz. 965), met name artikel 3, lid 2, onder b).

02 04 02 03

Stimuleren van innovatie in kleine en middelgrote ondernemingen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

35 738 414

18 500 000

34 105 989

17 650 787

33 075 345,—

2 939 912,13

Toelichting

Het doel van dit krediet is:

 

financiering te verstrekken voor het in het kader van het Cosme-programma ingestelde Enterprise Europe Network voor zijn versterkte diensten in verband met Horizon 2020. De steun kan variëren van betere voorlichtings- en adviesdiensten door hulpverlening bij het zoeken van de juiste partners voor kleine en middelgrote ondernemingen die grensoverschrijdende innovatieprojecten willen ontwikkelen, tot het verstrekken van innovatieondersteunende diensten;

 

de aanvulling en tenuitvoerlegging van specifieke kmo-maatregelen in het kader van Horizon 2020 te ondersteunen, met name om de innovatiecapaciteit van kleine en middelgrote ondernemingen te vergroten. Bij die activiteiten kan het gaan om bewustmakings-, voorlichtings- en verspreidingsactiviteiten, het vormen van netwerken en de uitwisseling van beste praktijken, de ontwikkeling van hoogwaardige mechanismen ter bevordering van innovatie en diensten met een sterke Europese toegevoegde waarde voor kleine en middelgrote ondernemingen (bv. op het gebied van het beheer van intellectuele eigendom en innovatiebeheer, kennisoverdracht), alsmede bijstand aan kleine en middelgrote ondernemingen om contacten aan te knopen met onderzoeks- en innovatiepartners in de hele Unie, zodat zij in staat worden gesteld zich vertrouwd te maken met nieuwe technologie en hun innovatievermogen kunnen vergroten. Bewustmakingscampagnes ter aanmoediging van vrouwelijke ondernemers om deel te nemen aan de projecten moeten worden opgenomen in de activiteiten. Bemiddelende organisaties die groepen innovatieve kleine en middelgrote ondernemingen vertegenwoordigen, zullen worden uitgenodigd om met kleine en middelgrote ondernemingen die over elkaar wederzijds versterkende competenties beschikken, sector- en regio-overschrijdende activiteiten te ontplooien, om zo nieuwe industriële waardeketens tot stand te brengen;

 

marktgestuurde innovatie te ondersteunen met het oog op de vergroting van het innovatievermogen van bedrijven door een verbetering van de randvoorwaarden voor innovatie en het wegnemen van specifieke belemmeringen voor de groei van innovatieve bedrijven, met name kleine en middelgrote ondernemingen en middelgrote ondernemingen met een hoog groeipotentieel. Daarnaast zal gespecialiseerde steun worden verleend voor innovatie (bv. op het gebied van de exploitatie van intellectuele eigendom, netwerken van aankopende instanties, steun voor bureaus voor technologieoverdracht, strategisch ontwerp) en voor de doorlichting van overheidsbeleid met betrekking tot innovatie.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2006, blz. 104).

Besluit van de Raad 2013/743/EU van 3 december 2013 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van „Horizon 2020” — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van de Besluiten 2006/971/EG, 2006/972/EG, 2006/973/EG, 2006/974/EG en 2006/975/EG (PB L 347 van 20.12.2006, blz. 965), met name artikel 3, lid 2, onder c).

02 04 03

Maatschappelijke uitdagingen

Toelichting

Deze prioriteit van Horizon 2020 stemt rechtstreeks overeen met de beleidsprioriteiten en maatschappelijke uitdagingen die in de Europa 2020-strategie zijn vastgesteld. Bij het uitvoeren van die activiteiten zullen de uitdagingen centraal staan, waarbij middelen en kennis uit verschillende terreinen, technologieën en vakgebieden worden gebundeld. De activiteiten zullen de volledige cyclus van onderzoek tot markt bestrijken, met een nieuwe nadruk op innovatiegerelateerde acties zoals proefprojecten, demonstratie, testopstellingen, steun voor overheidsopdrachten, design, door eindverbruikers aangestuurde innovaties, sociale innovatie en de integratie van innovaties op de markt. Deze activiteiten zullen een directe ondersteuning bieden aan de overeenkomstige sectorale beleidsbevoegdheden op het niveau van de Unie.

02 04 03 01

Een hulpbronefficiënte en klimaatbestendige economie en een duurzame grondstoffenbevoorrading tot stand brengen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

75 016 498

62 200 000

73 904 264

30 583 047

74 997 291,—

7 225 024,21

Toelichting

Dit krediet heeft tot doel de grondstoffenvoorziening te helpen garanderen om tegemoet te komen aan de behoeften van een groeiende wereldbevolking binnen de duurzame grenzen van de natuurlijke hulpbronnen van onze planeet. De activiteiten zullen gericht zijn op een verbetering van de kennisbasis over grondstoffen en de ontwikkeling van innovatieve oplossingen voor de kosteneffectieve en milieuvriendelijke exploratie, winning, verwerking, recycling en terugwinning van grondstoffen en voor hun vervanging door economisch aantrekkelijke alternatieven.

Tevens wordt steun verleend om belemmeringen aan te pakken die in de weg staan aan de invoering van op de kringloopeconomie gerichte bedrijfsmodellen, met name door kmo's, zoals het gebruik van materialen uit afvalstromen, de ontwikkeling van industriële symbiotische processen en de opbouw van eco-industriële clusters.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van „Horizon 2020” — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2006, blz. 104).

Besluit van de Raad 2013/743/EU van 3 december 2013 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van „Horizon 2020” — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van de Besluiten 2006/971/EG, 2006/972/EG, 2006/973/EG, 2006/974/EG en 2006/975/EG (PB L 347 van 20.12.2006, blz. 965), met name artikel 3, lid 3, onder e).

02 04 50

Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling

02 04 50 01

Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling (2014-2020)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

11 771 890,09

69 676,86

Toelichting

Oude post 02 04 50 01 (ten dele)

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met de ontvangsten die aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, afkomstig van derden of derde landen (buiten de Europese Economische Ruimte) die deelnemen aan de projecten op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling voor de periode 2014-2020.

Ontvangsten die zijn geboekt onder de posten 6 0 1 3, 6 0 1 5, 6 0 1 6, 6 0 3 1 en 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement.

02 04 50 02

Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling (vóór 2014)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

8 052,—

4 014 736,95

Toelichting

Oude post 02 04 50 02 (ten dele)

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met de ontvangsten die aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, afkomstig van derden of derde landen (buiten de Europese Economische Ruimte) die deelnemen aan de projecten op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling voor de periode vóór 2014.

Ontvangsten die zijn geboekt onder de posten 6 0 1 3, 6 0 1 5, 6 0 1 6, 6 0 3 1 en 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement.

02 04 51

Voltooiing van het voorgaande kaderprogramma voor onderzoek — Zevende kaderprogramma — EC (2007-2013)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

85 800 000

p.m.

97 930 358

15 971,73

143 419 467,32

Toelichting

Oud artikel 02 04 51 (ten dele)

Dit krediet dient ter dekking van betalingen met betrekking tot nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de EVA-staten, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Dit krediet dient eveneens ter dekking van de uitgaven in verband met de ontvangsten die aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, afkomstig van derden of derde landen (buiten de Europese Economische Ruimte) die deelnemen aan de werkzaamheden op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling.

Ontvangsten die zijn geboekt onder de posten 6 0 1 3, 6 0 1 5, 6 0 1 6, 6 0 3 1 en 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Besluit nr. 1982/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 412 van 30.12.2006, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1906/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot vaststelling van de regels voor de deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan acties op grond van het zevende kaderprogramma, en voor de verspreiding van onderzoeksresultaten (2007-2013) (PB L 391 van 30.12.2006, blz. 1).

Beschikking 2006/971/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma „Samenwerking” tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 86).

02 04 52

Voltooiing van voorgaande kaderprogramma’s voor onderzoek (van vóór 2007)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de eerdere verplichtingen in verband met kaderprogramma’s voor onderzoek van vóór 2003.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de EVA-staten, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Besluit 87/516/Euratom, EEG van de Raad van 28 september 1987 betreffende het kaderprogramma van communautaire werkzaamheden op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling (1987-1991) (PB L 302 van 24.10.1987, blz. 1).

Besluit 90/221/Euratom, EEG van de Raad van 23 april 1990 betreffende het kaderprogramma van communautaire werkzaamheden op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling (1990-1994) (PB L 117 van 8.5.1990, blz. 28).

Besluit 93/167/Euratom, EEG van de Raad van 15 maart 1993 tot aanpassing van Besluit 90/221/Euratom, EEG betreffende het kaderprogramma van communautaire werkzaamheden op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling (1990-1994) (PB L 69 van 20.3.1993, blz. 43).

Besluit nr. 1110/94/EG van het Europees Parlement en de Raad van 26 april 1994 betreffende het vierde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap van communautaire werkzaamheden op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (1994-1998) (PB L 126 van 18.5.1994, blz. 1).

Besluit nr. 616/96/EG van het Europees Parlement en de Raad van 25 maart 1996 tot aanpassing van Besluit nr. 1110/94/EG betreffende het vierde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap van communautaire werkzaamheden op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (1994-1998), in verband met de toetreding van de Republiek Oostenrijk, de Republiek Finland en het Koninkrijk Zweden tot de Europese Unie (PB L 86 van 4.4.1996, blz. 69).

Besluit nr. 2535/97/EG van het Europees Parlement en de Raad van 1 december 1997 tot tweede aanpassing van Besluit nr. 1110/94/EG betreffende het vierde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap van communautaire werkzaamheden op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (1994-1998) (PB L 347 van 18.12.1997, blz. 1).

Besluit nr. 182/1999/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 december 1998 betreffende het vijfde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (1998-2002) (PB L 26 van 1.2.1999, blz. 1).

Besluit nr. 1513/2002/EG van het Europees Parlement en de Raad van 27 juni 2002 betreffende het zesde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie, ter bevordering van de totstandbrenging van de Europese onderzoeksruimte en van innovatie (2002-2006) (PB L 232 van 29.8.2002, blz. 1).

Beschikking 2002/835/EG van de Raad van 30 september 2002 tot vaststelling van een specifiek programma voor onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie: „Structurering van de Europese onderzoeksruimte” (2002-2006) (PB L 294 van 29.10.2002, blz. 44).

02 04 53

Voltooiing van het kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie — Onderdeel innovatie (2007-2013)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

27 600 000

p.m.

36 262 756

2 269,69

54 146 048,73

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van betalingen met betrekking tot nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de EVA-staten, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Besluit nr. 1639/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 2006 tot vaststelling van een kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie (2007-2013) (PB L 310 van 9.11.2006, blz. 15).

02 04 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

02 04 77 01

Proefproject — Ontwerp, implementatie en uitvoering van een technische structuur in de hele Unie ter beoordeling van mogelijkheid van de 112 PSAP's om op veilige en betrouwbare wijze GNSS-locatie- en andere gegevens over te brengen van 112 noodapps naar Europese PSAP's

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

500 000

1 000 000

500 000

   

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Mensen gebruiken smartphones en apps voor hun dagelijkse activiteiten. Het gebruik van smartphones breidt zich snel uit en de samenleving profiteert duidelijk van deze digitale omgeving, maar hoe het doen van noodoproepen via apps er in de toekomst zal uitzien is nog onduidelijk. Accurate en betrouwbare locatiegegevens op basis van GNSS worden gebruik voor commerciële en andere doeleinden, maar zijn niet toegankelijk voor noodhulpdiensten wanneer burgers een noodmelding doen.

Als gevolg is een groot aantal 112-apps ontwikkeld en momenteel beschikbaar. Deze apps hebben echter beperkte functies en een beperkte toegankelijkheid. Bijna alle Europese noodhulpdiensten zijn de afgelopen tijd door ontwikkelaars van apps benaderd met voorstellen voor de ontwikkeling van 112-apps waarmee een gesprek kan worden gevoerd met een 112-centrale en rechtstreeks locatie- en andere gegevens gestuurd kunnen worden.

Deze apps kunnen helaas alleen worden gebruikt door burgers die in bepaalde geografische gebieden wonen en functioneren vaak niet op dezelfde manier als ze worden gebruikt buiten het bereik van een bepaald Public Service Answering Point (PSAP). Het is daarom meestal zo dat een app die in een bepaalde regio of land is ontworpen niet werkt in een andere regio of land, waardoor die app onbruikbaar wordt buiten de eigen regio of land.

Om die reden bestaat er momenteel geen uniale gezamenlijke architectuur voor het gebruiken van 112-apps.

Vicevoorzitters Kroes en Kallas hebben besloten om gezamenlijk aan dit onderwerp te werken en verklaarden in 2010 ervoor wilden zorgen dat elke Europeaan toegang krijgt tot een 112 smartphone app in zijn eigen taal. De afgelopen paar jaar zijn tal van 112 mobiele apps ontwikkeld maar er kan op dit gebied nog veel meer worden gedaan.

Beide vicevoorzitters hebben duidelijk gewezen op de noodzaak van een gezamenlijke aanpak voor de ontwikkeling van een uniale architectuur voor 112-apps.

Dit proefproject dient om te zorgen PSAP's in gereedheid worden gebracht, door het financieren van een gezamenlijke uniale architectuur voor de snelle verzending van gegevens, waaronder GNSS locatiegegevens en andere essentiële informatie, naar de juiste PSAP met gebruikmaking van 112-apps. Dit zal directe maatschappelijke voordelen bieden, met inachtneming van de marktvrijheid. Ook kan op nationaal en Unieniveau een aantal tests inzake interoperabiliteit en functies worden uitgevoerd van zowel de apps als de platforms waarop ze gebruikt worden.

De maatschappelijke voordelen strekken zich uit tot alle burgers en zullen vooral van belang zijn voor burgers met een handicap.

Het proefproject zal worden uitgevoerd in nauwe samenwerking met de diensten van de Commissie die momenteel onderzoek doen naar het gebruik van GNSS-locatiegegevens via EGNOS en Galileo voor 112-diensten. De technische architectuur die met het project wordt opgezet moet de vereisten van deze diensten nauwgezet volgen. Tevens moeten de 112 PSAP's hierbij betrokken worden en moet het mogelijk worden om op geharmoniseerde wijze aanvullende gegevens te verzenden.

Het project heeft tot doel om:

 

vast te stellen wat de belangrijkste vereisten op de middellange termijn zijn van de noodhulpdiensten (aan de vraagkant), voortbouwend op uitgebreid onderzoek dat reeds is verricht, alsmede nieuw onderzoek uit te voeren;

 

een methode te ontwerpen en uit te voeren voor het doen van interoperabiliteitstests van 112-apps en platforms in een aantal lidstaten;

 

gereedheids- en compatibiliteitstests uit te voeren van een aantal PSAP's in lidstaten die aan het proefproject zullen deelnemen;

 

voordeel te bieden aan burgers, waaronder burgers met een handicap of bijzondere behoeften, door de omgeving en infrastructuur te creëren waarmee apps en providers (de aanbodkant) GNSS-locatiegegevens en andere gegevens kunnen doorsturen naar de daarvoor bestemde PSAP;

 

voort te bouwen op het succesvolle REACH112-project, waarmee de vereisten werden vastgesteld om burgers met een handicap betere toegang te kunnen bieden tot 112-diensten, en het PEACE-onderzoeksproject, waarin noodtoepassingen en diensten op IP-basis voor netwerken van de volgende generatie zijn onderzocht;

 

samen te werken met Europese autoriteiten voor gegevensbescherming, Europese technologieaanbieders, vrije softwaregemeenschappen, noodhulpdienstverleners, onderzoeks- en ontwikkelingscentra, appontwikkelaars, providers van telecommunicatienetwerken, Voice Over IP-providers en andere softwareproviders, bij het gebruikmaken van expertise op dit gebied;

 

de toekomst van 112-apps uitstippelen op zodanige wijze dat wordt tegemoet gekomen aan de behoeften en vereisten van burgers en noodhulpdiensten, teneinde praktische uitwerking te geven aan het streven naar grotere efficiency en doeltreffender dienstverlening in onze samenleving.

Momenteel is de meerderheid van de 112 PSAP's in Europa gebaseerd op oude analoge technologieën en netwerken van vorige generaties. Het gevolg is dat PSAP's een zeer beperkte capaciteit hebben voor de afhandeling van andere dan telefonische noodoproepen en ver achterlopen bij de snelle ontwikkeling van moderne communicatiesystemen. De verwachtingen van de burgers zijn ook aanzienlijk groter dan noodhulpdiensten kunnen waarmaken en voor veel burgers met een handicap is de dienstverlening ontoereikend. In het COCOM-rapport 2014 wordt gewezen op het gebrek aan toegang voor burgers met een handicap en aan precieze, betrouwbare en actuele informatie over de locatie van de beller.

Veel lidstaten hebben weinig inzicht in de effecten en het bereik van diensten op basis van apps en dan vooral in de wijze waarop dergelijke diensten toegang hebben tot en gegevens uitwisselen met 112. Europese nationale autoriteiten hebben weinig ervaring met dienstverlening op basis van apps en moeten dringend regels vaststellen om de consumenten passende bescherming te bieden via doeltreffende en proportionele regelgeving. Vanwege het gebrek aan samenhang en coördinatie met app-diensten en -technologieën moeten dergelijke diensten worden ontwikkeld en getest om de functionaliteiten van die diensten in te kaderen in een passende en doeltreffende standaardisatie en regelgeving, waarbinnen een beoordeling plaatsvindt van risico's met betrekking tot privacy, datadiefstal en toezicht.

Een en ander moet ertoe leiden dat belanghebbenden de beschikking krijgen over een neutrale, niet-discriminerende, innovatieve architectuur, om de interoperabiliteit te waarborgen en de ontwikkeling van apps mogelijk te maken waarmee een doeltreffender en efficiëntere 112-dienstverlening mogelijk wordt, waar Europese burgers en toeristen van kunnen profiteren.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

02 04 77 02

Proefproject — GVDB-onderzoek

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

500 000

500 000

1 000 000

500 000

   

Toelichting

Het project heeft ten doel:

 

samenwerking tussen de Commissie en het Europees Defensieagentschap (EDA) verder te ontwikkelen, waarbij het Agentschap de doelstellingen van de Unie ten uitvoer legt en Uniemiddelen beheert, overeenkomstig Besluit 2011/411/GBVB van de Raad van 12 juli 2011 tot vaststelling van het statuut, de zetel en de voorschriften voor de werking van het Europees Defensieagentschap en tot intrekking van Gemeenschappelijk Optreden 2004/551/GBVB (PB L 183 van 13.7.2011, blz. 16);

 

het proefproject voort te zetten met het oog op de financiering of medefinanciering van twee onderzoeks- en ontwikkelingsactiviteiten met betrekking tot defensie, overeenkomstig artikel 42, lid 1, en artikel 42, lid 2, van het VEU:

 

één onderzoeksactiviteit met een hoog risico en een hoog rendement, waarvan de uitkomst mogelijk tot hervorming van toekomstige acties zou kunnen leiden. De begunstigden moeten worden geselecteerd door middel van een ideeënwedstrijd. Het EDA zal de activiteit namens de Unie ten uitvoer leggen. De lidstaten, de Commissie en de EDEO zullen een adviserende rol vervullen ten aanzien van de tenuitvoerlegging van de activiteit. Het EDA zal de activiteit namens de Unie ten uitvoer leggen;

 

één onderzoeks- en ontwikkelingsactiviteit gericht op certificering op grond van militaire en, indien van toepassing, civiele behoeften. De lidstaten en derde landen en organisaties die een administratieve overeenkomst met het EDA hebben ondertekend zullen worden uitgenodigd om een bijdrage aan de activiteit te leveren. Het EDA zal de activiteit namens de Unie en de andere bijdragende leden beheren;

 

de bovengenoemde processen monitoren teneinde lering te trekken met het oog op toekomstig Unieoptreden ter ondersteuning van de opbouw van defensiecapaciteiten die van belang zijn voor het GVDB en voor de lidstaten. Het militaire personeel van de Europese Unie dient onderdeel uit te maken van het monitoringteam.

In voorkomend geval dient de secretaris-generaal van de NAVO te worden uitgenodigd een waarnemer af te vaardigen naar de vergaderingen in het kader van dit proefproject.

In het kader van dit proefproject wordt geen financiering verstrekt voor werkzaamheden met betrekking tot wapens die, vanwege hun aard, niet verenigbaar zijn met het humanitair recht, voor werkzaamheden met betrekking tot dodelijke of buitengewoon destructieve wapens en met betrekking tot raketkoptechnologieën, of voor werkzaamheden met betrekking tot autonome doelherkenning en gevechtshandelingen zonder menselijke interactie.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

HOOFDSTUK 02 05 —   EUROPESE PROGRAMMA'S VOOR NAVIGATIE PER SATELLIET (EGNOS EN GALILEO)

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

% Betalingen 2014-2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

02 05

EUROPESE PROGRAMMA'S VOOR NAVIGATIE PER SATELLIET (EGNOS EN GALILEO)

02 05 01

Ontwikkeling en levering van mondiale satellietnavigatie-infrastructuur en -diensten (Galileo) tegen 2020

1,1

588 169 000

297 000 000

817 199 000

580 847 661

1 130 136 636,—

783 481 256,20

263,80

02 05 02

Levering van satellietdiensten die de prestaties van het gps-systeem verbeteren om tegen 2020 geleidelijk de hele regio van de Europese Burgerluchtvaartconferentie (European Civil Aviation Conference — ECAC) te bestrijken (Egnos)

1,1

260 000 000

207 000 000

240 000 000

200 824 669

231 570 000,—

217 711 248,—

105,17

02 05 11

Europees GNSS-Agentschap

1,1

27 888 400

27 888 400

26 791 000

26 791 000

25 369 057,57

25 369 057,57

90,97

02 05 51

Voltooiing van Europese programma’s voor navigatie per satelliet (Egnos en Galileo)

1,1

p.m.

16 000 000

p.m.

77 585 659

0,—

160 469 037,03

1 002,93

 

Hoofdstuk 02 05 — Totaal

 

876 057 400

547 888 400

1 083 990 000

886 048 989

1 387 075 693,57

1 187 030 598,80

216,66

02 05 01

Ontwikkeling en levering van mondiale satellietnavigatie-infrastructuur en -diensten (Galileo) tegen 2020

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

588 169 000

297 000 000

817 199 000

580 847 661

1 130 136 636,—

783 481 256,20

Toelichting

De bijdrage van de Unie aan de Europese GNSS-programma’s wordt verleend met het oog op financiering van activiteiten in verband met:

 

de voltooiing van de stationeringsfase van het Galileo-programma, die bestaat in de bouw, de installatie en de bescherming van alle ruimte- en grondinfrastructuren alsmede de voorbereidende activiteiten voor de exploitatiefase, waaronder activiteiten die verband houden met de voorbereiding van dienstverlening;

 

de exploitatiefase van het Galileo-programma, die bestaat in het beheer, het onderhoud, de permanente verbetering, de ontwikkeling en de bescherming van de ruimte- en grondinfrastructuren, de ontwikkeling van toekomstige generaties van het systeem en de ontwikkeling van de door het systeem verstrekte diensten, certificering en normalisatieoperaties, verstrekking en marketing van de door het systeem verleende diensten en alle andere activiteiten die nodig zijn om te garanderen dat het programma vlot loopt.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de EVA-staten, die overeenkomstig het bepaalde in artikel 21, lid 2, onder b) en d), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

De bijdrage van lidstaten voor specifieke elementen van de programma's kunnen bij de in dit artikel opgevoerde kredieten worden gevoegd.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1285/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 betreffende de uitvoering en exploitatie van de Europese satellietnavigatiesystemen en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 876/2002 van de Raad en Verordening (EG) nr. 683/2008 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 347 van 20.12.2006, blz. 1), met name artikel 2, lid 4.

02 05 02

Levering van satellietdiensten die de prestaties van het gps-systeem verbeteren om tegen 2020 geleidelijk de hele regio van de Europese Burgerluchtvaartconferentie (European Civil Aviation Conference — ECAC) te bestrijken (Egnos)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

260 000 000

207 000 000

240 000 000

200 824 669

231 570 000,—

217 711 248,—

Toelichting

De bijdrage van de Unie aan de Europese GNSS-programma's wordt toegekend met het oog op de financiering van activiteiten die verband houden met de exploitatie van het Egnos-systeem, met inbegrip van alle elementen waarmee de betrouwbaarheid van het systeem en de exploitatie ervan wordt aangetoond.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de EVA-staten, die overeenkomstig het bepaalde in artikel 21, lid 2, onder b) en d), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

De bijdrage van lidstaten voor specifieke elementen van de programma's kunnen bij de in dit artikel opgevoerde kredieten worden gevoegd.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1285/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 betreffende de uitvoering en exploitatie van de Europese satellietnavigatiesystemen en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 876/2002 van de Raad en Verordening (EG) nr. 683/2008 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 347 van 20.12.2006, blz. 1), met name artikel 2, lid 5.

02 05 11

Europees GNSS-Agentschap

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

27 888 400

27 888 400

26 791 000

26 791 000

25 369 057,57

25 369 057,57

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de administratieve en de personeelsuitgaven van het Agentschap (titels 1 en 2) en van de beleidsuitgaven in verband met het werkprogramma (titel 3).

Het Agentschap stelt het Europees Parlement en de Raad in kennis van elke kredietoverschrijving tussen administratieve en beleidsuitgaven.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de EVA-staten, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

De bedragen die overeenkomstig artikel 20 van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1271/2013 van de Commissie worden terugbetaald, worden beschouwd als bestemmingsontvangsten (artikel 21, lid 3, onder c), van het Financieel Reglement), die moeten worden geboekt op post 6 6 0 0 van de algemene staat van ontvangsten.

De personeelsformatie van het Europees GNSS-Agentschap is opgenomen in de bijlage „Personeel” bij deze afdeling.

De bijdrage van de Unie bedraagt voor 2016 in totaal 28 350 000 EUR. Een bedrag van 461 600 EUR afkomstig van de reserve van overschotten is toegevoegd aan het in de begroting opgevoerde bedrag van 27 888 400 EUR.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 512/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 912/2010 tot oprichting van het Europees GNSS-Agentschap (PB L 150 van 20.5.2014, blz. 72).

Verordening (EU) nr. 1285/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 betreffende de uitvoering en exploitatie van de Europese satellietnavigatiesystemen en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 876/2002 van de Raad en Verordening (EG) nr. 683/2008 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 1).

02 05 51

Voltooiing van Europese programma’s voor navigatie per satelliet (Egnos en Galileo)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

16 000 000

p.m.

77 585 659

0,—

160 469 037,03

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van betalingen met betrekking tot nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de EVA-staten, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 683/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 9 juli 2008 betreffende de voortzetting van de uitvoering van de Europese programma's voor navigatie per satelliet (Egnos en Galileo) (PB L 196 van 24.7.2008, blz. 1).

HOOFDSTUK 02 06 —   EUROPEES PROGRAMMA VOOR AARDOBSERVATIE

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

% Betalingen 2014-2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

02 06

EUROPEES PROGRAMMA VOOR AARDOBSERVATIE

02 06 01

Operationele diensten leveren die op observaties vanuit de ruimte en in-situgegevens berusten (Copernicus)

1,1

122 353 000

121 000 000

113 650 000

81 952 171

44 721 236,93

25 796 807,72

21,32

02 06 02

Bouwen aan een autonome aardobservatiecapaciteit van de Unie (Copernicus)

1,1

461 214 000

459 000 000

440 220 000

427 844 424

316 000 000,—

200 187 000,—

43,61

02 06 51

Voltooiing van het Europees programma voor monitoring van de aarde (GMES)

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

16 279 633,21

 

02 06 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

02 06 77 01

Voorbereidende actie — Operationele GMES-diensten

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

1 058 312,60

 
 

Artikel 02 06 77 — Subtotaal

 

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

1 058 312,60

 
 

Hoofdstuk 02 06 — Totaal

 

583 567 000

580 000 000

553 870 000

509 796 595

360 721 236,93

243 321 753,53

41,95

02 06 01

Operationele diensten leveren die op observaties vanuit de ruimte en in-situgegevens berusten (Copernicus)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

122 353 000

121 000 000

113 650 000

81 952 171

44 721 236,93

25 796 807,72

Toelichting

Het doel van dit krediet is:

 

operationele Copernicus-diensten te leveren die op de behoeften van de gebruikers zijn afgestemd;

 

bij te dragen tot het garanderen van de vereiste toegang tot gegevens van de observatie-infrastructuur om Copernicus-diensten te exploiteren;

 

mogelijkheden te scheppen voor een steeds groter gebruik van informatiebronnen door de privésector en zo innovatie gemakkelijker maken voor dienstverleners die waarde toevoegen.

Met dit krediet zullen met name het opzetten, de instelling en de werking van de zes in de Verordening (EU) nr. 377/2014 vermelde diensten en de gerelateerde activiteiten worden gefinancierd.

Met dit krediet kunnen eveneens dienstoverschrijdende activiteiten worden gefinancierd, alsook het op elkaar aansluiten en coördineren van activiteiten, in-situ coördinatie, acceptatie door de gebruikers, opleiding en communicatie.

De begrotingsmiddelen zullen ofwel direct door de diensten van de Commissie worden beheerd, dan wel indirect via delegatieovereenkomsten met agentschappen van de Unie en internationale organisaties, of elke entiteit die daar overeenkomstig artikel 58 van het Financieel Reglement voor in aanmerking komt.

Wanneer de Commissie de begroting rechtstreeks beheert, kan zij het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek (JRC) met wetenschappelijke en technische ondersteuningstaken belasten. De financiering van deze taken kan overeenkomstig artikel 183, lid 2, onder c), en lid 6, van het Financieel Reglement in de begroting van het JRC voor onderzoek door derden worden opgenomen.

Bovendien kunnen met dit krediet met het oog op de ondersteuning van het concurrentievermogen en de groei ook gegevensverspreiding en de begeleiding van start-ups worden gefinancierd door middel van ondersteuning van sterkere en innovatievere IT-structuren in Europa.

Copernicus-diensten zullen de toegang vergemakkelijken tot essentiële gegevens die nodig zijn voor de beleidsvorming op het niveau van de Unie, en op nationaal, regionaal en plaatselijk niveau op gebieden zoals landbouw, bosmonitoring, waterbeheer, vervoer, stadsplanning, klimaatverandering en tal van andere gebieden. Dit krediet dient hoofdzakelijk ter dekking van de implementatie van delegatieovereenkomsten voor het Copernicus-programma overeenkomstig artikel 58 van het Financieel Reglement.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de EVA-staten. Deze bedragen vloeien voort uit de in artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de EVA-staten, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt. Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan programma's van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van derden en die zijn geboekt op post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten die overeenkomstig het Financieel Reglement op deze post dienen te worden geboekt.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 377/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 3 april 2014 tot vaststelling van het Copernicus-programma en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 911/2010 (PB L 122 van 24.4.2014, blz. 44).

02 06 02

Bouwen aan een autonome aardobservatiecapaciteit van de Unie (Copernicus)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

461 214 000

459 000 000

440 220 000

427 844 424

316 000 000,—

200 187 000,—

Toelichting

Het doel van dit krediet is:

 

de Unie van een autonome aardobservatiecapaciteit te voorzien door ruimte-infrastructuur te financieren en de Europese industrie in dat opzicht te stimuleren, met name bij de bouw en de lancering van satellieten;

 

bij te dragen tot de beschikbaarheid van de observatiecapaciteit die nodig is om de Copernicus-diensten operationeel te maken, met name door de operationele diensten van het grondsegment van de ruimte-infrastructuurs;

 

mogelijkheden te scheppen voor een steeds groter gebruik van informatiebronnen door de privésector en zo innovatie gemakkelijker maken voor dienstverleners die waarde toevoegen.

De ontwikkeling van een Europese ruimte-infrastructuur is zeer belangrijk voor de bevordering van het concurrentievermogen en de innovatie en vereist consequent overheidsoptreden om de inspanningen van de sector te ondersteunen.

Met dit krediet zullen de ontwikkeling, de bouw en de werking van satellieten worden gefinancierd. De gegevens en informatie die dankzij de ruimte-infrastructuur werden verkregen, vallen onder het beleid inzake gratis, volledige en open toegang tot gegevens, waardoor deze beschikbaarder zullen zijn en de downstreammarkt zullen stimuleren.

Ter aanvulling van de gegevens die de gebruikers nodig hebben, kan met dit krediet ook de aankoop van gegevens van derde partijen en de toegang tot bijdragende missies van lidstaten worden gefinancierd, alsook het speciale verspreidingsplatform (belangrijkste grondsegment), dat prioritair zal dienen voor de in het kader van artikel 02 06 01 gefinancierde operationele diensten.

De begrotingsmiddelen zullen ofwel direct door de diensten van de Commissie worden beheerd, dan wel indirect via delegatieovereenkomsten met agentschappen van de Unie en internationale organisaties, of elke entiteit die daar overeenkomstig artikel 58 van het Financieel Reglement voor in aanmerking komt.

Wanneer de Commissie de begroting rechtstreeks beheert, kan zij het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek (JRC) met wetenschappelijke en technische ondersteuningstaken belasten. De financiering van deze taken kan overeenkomstig artikel 183, lid 2, onder c), en lid 6, van het Financieel Reglement in de begroting van het JRC voor onderzoek door derden worden opgenomen.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de EVA-staten. Deze bedragen vloeien voort uit de in de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de EVA-staten, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan programma's van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van derden en die zijn geboekt op post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten die overeenkomstig het Financieel Reglement op deze post dienen te worden geboekt.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 377/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 3 april 2014 tot vaststelling van het Copernicus-programma en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 911/2010 (PB L 122 van 24.4.2014, blz. 44).

02 06 51

Voltooiing van het Europees programma voor monitoring van de aarde (GMES)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

16 279 633,21

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van betalingen met betrekking tot nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de EVA-staten, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan programma's van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van derden en die zijn geboekt op post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten die overeenkomstig het Financieel Reglement op deze post dienen te worden geboekt.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 911/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 22 september 2010 inzake het Europees programma voor monitoring van de aarde (GMES) en zijn initiële operationele diensten (2011-2013) (PB L 276 van 20.10.2010, blz. 1).

Referentiebesluiten

Besluit 2010/67/EU van de Commissie van 5 februari 2010 tot oprichting van de GMES-partnerraad (PB L 35 van 6.2.2010, blz. 23).

02 06 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

02 06 77 01

Voorbereidende actie — Operationele GMES-diensten

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

1 058 312,60

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Overeenkomstig artikel 54, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement, werd deze voorbereidende actie gevolgd door de aanneming op 22 september 2010 van het Europees programma voor monitoring van de aarde (zie artikel 02 06 51).

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

TITEL 03

CONCURRENTIE

Algemene samenvatting van de kredieten (2016 en 2015) en van de uitvoering (2014)

 

Titel

Hoofdstuk

Rubriek

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

03 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „CONCURRENTIE”

102 698 620

97 651 538

96 725 491,67

 

Titel 03 — Totaal

102 698 620

97 651 538

96 725 491,67

HOOFDSTUK 03 01 —   ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „CONCURRENTIE”

De artikelen 1, 2, 3 en 5 zijn in detail weergegeven in hoofdstuk XX 01

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

% 2014-2016

03 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „CONCURRENTIE”

03 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen op het beleidsterrein „Concurrentie”

5,2

84 068 715

78 992 075

79 402 779,15

94,45

03 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven voor het beleidsterrein „Concurrentie”

03 01 02 01

Extern personeel

5,2

5 514 128

5 492 792

4 835 092,64

87,69

03 01 02 11

Overige beheersuitgaven

5,2

7 750 421

8 151 777

6 754 846,84

87,15

 

Artikel 03 01 02 — Subtotaal

 

13 264 549

13 644 569

11 589 939,48

87,38

03 01 03

Uitgaven voor apparatuur en diensten voor informatie- en communicatietechnologie ten behoeve van het beleidsterrein „Concurrentie”

5,2

5 365 356

5 014 894

5 732 773,04

106,85

03 01 07

Schadevergoedingsclaims als gevolg van juridische procedures tegen besluiten van de Commissie in concurrentiezaken

5,2

p.m.

p.m.

0,—

 
 

Hoofdstuk 03 01 — Totaal

 

102 698 620

97 651 538

96 725 491,67

94,18

03 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen op het beleidsterrein „Concurrentie”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

84 068 715

78 992 075

79 402 779,15

03 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven voor het beleidsterrein „Concurrentie”

03 01 02 01

Extern personeel

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

5 514 128

5 492 792

4 835 092,64

03 01 02 11

Overige beheersuitgaven

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

7 750 421

8 151 777

6 754 846,84

03 01 03

Uitgaven voor apparatuur en diensten voor informatie- en communicatietechnologie ten behoeve van het beleidsterrein „Concurrentie”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

5 365 356

5 014 894

5 732 773,04

03 01 07

Schadevergoedingsclaims als gevolg van juridische procedures tegen besluiten van de Commissie in concurrentiezaken

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Om ervoor te zorgen dat de regels inzake mededinging betreffende overeenkomsten tussen ondernemingen, besluiten van ondernemersverenigingen en onderling afgestemde feitelijke gedragingen (artikel 101 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie), misbruik van een machtspositie (artikel 102 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie), steunmaatregelen van de staten (artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie) en concentraties van ondernemingen (Verordening (EG) nr. 139/2004) worden gehandhaafd, kan de Commissie besluiten vaststellen, onderzoeken voeren en sancties of terugvorderingen opleggen.

De besluiten van de Commissie zijn overeenkomstig het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie aan het toezicht van het Hof van Justitie van de Europese Unie onderworpen.

Bij wijze van voorzorg is het passend rekening te houden met de mogelijke budgettaire gevolgen van arresten van het Hof van Justitie van de Europese Unie.

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven die voortvloeien uit schadevergoedingen die door het Hof van Justitie van de Europese Unie worden toegekend aan eisers en die het gevolg zijn van juridische procedures tegen besluiten van de Commissie in concurrentiezaken.

Aangezien vooraf geen redelijke raming van de financiële gevolgen voor de algemene begroting kan worden opgesteld, wordt in dit artikel een pro-memorievermelding („p.m.”) opgenomen. In voorkomend geval zal de Commissie voorstellen de kredieten voor de werkelijke behoeften beschikbaar te stellen door middel van overschrijvingen of door een ontwerp van gewijzigde begroting.

Rechtsgronden

Artikelen 101 en 102 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (oude artikelen 81 en 82 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap) en afgeleid recht, met name:

 

Verordening (EG) nr. 1/2003 van de Raad van 16 december 2002 betreffende de uitvoering van de mededingingsregels van de artikelen 81 en 82 van het Verdrag (PB L 1 van 4.1.2003, blz. 1);

 

Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad van 20 januari 2004 betreffende de controle op concentraties van ondernemingen (de „EG-concentratieverordening”) (PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1).

Artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (oude artikelen 87 en 88 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap) en afgeleid recht, met name Verordening (EG) nr. 659/1999 van de Raad van 22 maart 1999 tot vaststelling van nadere bepalingen voor de toepassing van artikel 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (PB L 83 van 27.3.1999, blz. 1).

TITEL 04

WERKGELEGENHEID, SOCIALE ZAKEN EN INCLUSIE

Algemene samenvatting van de kredieten (2016 en 2015) en van de uitvoering (2014)

 

Titel

Hoofdstuk

Rubriek

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

04 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN OP HET BELEIDSTERREIN „WERKGELEGENHEID, SOCIALE ZAKEN EN INCLUSIE”

102 287 606

102 287 606

99 571 581

99 571 581

101 415 367,88

101 415 367,88

04 02

EUROPEES SOCIAAL FONDS

12 033 016 235

12 164 352 919

14 129 626 425

10 212 703 337

9 445 228 238,12

10 609 272 680,11

04 03

WERKGELEGENHEID, SOCIALE ZAKEN EN INCLUSIE

253 802 800

208 080 000

249 375 800

198 518 688

244 319 460,32

204 473 915,99

04 04

EUROPEES FONDS VOOR AANPASSING AAN DE GLOBALISERING

p.m.

30 000 000

p.m.

25 000 000

63 591 891,—

63 591 891,—

04 05

INSTRUMENT VOOR PRETOETREDINGSSTEUN — WERKGELEGENHEID, SOCIAAL BELEID EN ONTWIKKELING VAN HET MENSELIJK POTENTIEEL

p.m.

65 000 000

p.m.

74 547 800

0,—

62 529 134,55

04 06

FONDS VOOR EUROPESE HULP AAN DE MEEST BEHOEFTIGEN

535 152 658

461 000 000

524 657 709

363 075 586

502 024 056,—

409 526 763,58

 

Titel 04 — Totaal

12 924 259 299

13 030 720 525

15 003 231 515

10 973 416 992

10 356 579 013,32

11 450 809 753,11

HOOFDSTUK 04 01 —   ADMINISTRATIEVE UITGAVEN OP HET BELEIDSTERREIN „WERKGELEGENHEID, SOCIALE ZAKEN EN INCLUSIE”

De artikelen 1, 2, 3 en 5 zijn in detail weergegeven in hoofdstuk XX 01

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

% 2014-2016

04 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN OP HET BELEIDSTERREIN „WERKGELEGENHEID, SOCIALE ZAKEN EN INCLUSIE”

04 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke medewerkers voor het beleidsterrein „Werkgelegenheid, sociale zaken en inclusie”

5,2

67 427 864

66 755 356

68 116 717,36

101,02

04 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven voor het beleidsterrein „Werkgelegenheid, sociale zaken en inclusie”

04 01 02 01

Extern personeel

5,2

4 780 312

3 932 556

4 347 327,79

90,94

04 01 02 11

Overige beheersuitgaven

5,2

5 218 111

4 520 635

4 880 033,33

93,52

 

Artikel 04 01 02 — Subtotaal

 

9 998 423

8 453 191

9 227 361,12

92,29

04 01 03

Uitgaven in verband met uitrusting en diensten voor informatie- en communicatietechnologie op het beleidsterrein „Werkgelegenheid, sociale zaken en inclusie”

5,2

4 303 319

4 238 034

4 918 265,40

114,29

04 01 04

Ondersteunende uitgaven voor activiteiten en programma's op het beleidsterrein „Werkgelegenheid, sociale zaken en inclusie”

04 01 04 01

Ondersteunende uitgaven voor het Europees Sociaal Fonds en niet-operationele technische bijstand

1,2

15 400 000

15 400 000

15 356 602,98

99,72

04 01 04 02

Ondersteunende uitgaven voor het programma Werkgelegenheid en sociale vernieuwing

1,1

4 728 000

4 300 000

3 549 908,34

75,08

04 01 04 03

Ondersteunende uitgaven voor het pretoetredingsinstrument — Werkgelegenheid, sociaal beleid en ontwikkeling van menselijke hulpbronnen

4

p.m.

p.m.

0,—

 

04 01 04 04

Ondersteunende uitgaven voor het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering

9

p.m.

p.m.

246 512,68

 

04 01 04 05

Ondersteunende uitgaven voor het Fonds voor Europese hulp aan de meest behoeftigen

1,2

430 000

425 000

   
 

Artikel 04 01 04 — Subtotaal

 

20 558 000

20 125 000

19 153 024,—

93,17

 

Hoofdstuk 04 01 — Totaal

 

102 287 606

99 571 581

101 415 367,88

99,15

04 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke medewerkers voor het beleidsterrein „Werkgelegenheid, sociale zaken en inclusie”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

67 427 864

66 755 356

68 116 717,36

04 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven voor het beleidsterrein „Werkgelegenheid, sociale zaken en inclusie”

04 01 02 01

Extern personeel

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

4 780 312

3 932 556

4 347 327,79

04 01 02 11

Overige beheersuitgaven

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

5 218 111

4 520 635

4 880 033,33

04 01 03

Uitgaven in verband met uitrusting en diensten voor informatie- en communicatietechnologie op het beleidsterrein „Werkgelegenheid, sociale zaken en inclusie”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

4 303 319

4 238 034

4 918 265,40

04 01 04

Ondersteunende uitgaven voor activiteiten en programma's op het beleidsterrein „Werkgelegenheid, sociale zaken en inclusie”

04 01 04 01

Ondersteunende uitgaven voor het Europees Sociaal Fonds en niet-operationele technische bijstand

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

15 400 000

15 400 000

15 356 602,98

Toelichting

Dit krediet is bestemd ter dekking van door het Europees Sociaal Fonds (ESF) gefinancierde technische bijstandsmaatregelen in het kader van de artikelen 58 en 118 van Verordening (EU) nr. 1303/2013. Bij de technische bijstand kan het gaan om financiering van maatregelen voor de voorbereiding, het toezicht, de evaluatie, de controle en het beheer die nodig zijn voor de tenuitvoerlegging van het ESF door de Commissie. Dit krediet kan met name worden gebruikt voor de financiering van:

 

uitgaven voor ondersteuning (representatievergoedingen, opleiding, vergaderingen, dienstreizen en vertalingen);

 

uitgaven voor extern personeel in de hoofdzetel (arbeidscontractanten, gedetacheerde nationale deskundigen of uitzendkrachten) tot 5 000 000 EUR, met inbegrip van dienstreizen van/voor het externe personeel dat uit deze post wordt gefinancierd.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).

Verordening (EU) nr. 1304/2013 van het Europees Parlement en van de Raad van 17 december 2013 betreffende het Europees Sociaal Fonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1081/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 470).

04 01 04 02

Ondersteunende uitgaven voor het programma Werkgelegenheid en sociale vernieuwing

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

4 728 000

4 300 000

3 549 908,34

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor studies, comités, vergaderingen van deskundigen, conferenties, voorlichting en publicaties die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de doelstelling van het programma of de maatregelen die onder deze post vallen, en alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand, waarbij geen sprake is van overheidstaken, die door de Commissie is uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de deelname van kandidaat-lidstaten en eventueel de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan aan de programma's van de Unie en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de algemene staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten opgevoerd voor het programma, overeenkomstig het bepaalde in artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Zie hoofdstuk 04 03.

04 01 04 03

Ondersteunende uitgaven voor het pretoetredingsinstrument — Werkgelegenheid, sociaal beleid en ontwikkeling van menselijke hulpbronnen

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

uitgaven voor technische en administratieve bijstand waarbij geen sprake is van overheidstaken die door de Commissie tot wederzijds voordeel van de Commissie en de begunstigden zijn uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc;

 

de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks samenhangen met de verwezenlijking van de doelstelling van het pretoetredingsinstrument.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun publieke organen, entiteiten of natuurlijke personen aan bepaalde externe steunprojecten of -programma's die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen worden vastgesteld, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma.

Dit krediet dekt de administratieve uitgaven uit hoofde van hoofdstuk 04 05.

Rechtsgronden

Zie hoofdstuk 04 05.

04 01 04 04

Ondersteunende uitgaven voor het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

p.m.

p.m.

246 512,68

Toelichting

Dit krediet is bedoeld om op initiatief van de Commissie te worden gebruikt tot een plafond van 0,5 % van het jaarlijkse maximumbedrag van het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (EFG), zoals aangegeven in Verordening (EU) nr. 1309/2013. Het krediet kan gebruikt worden voor het financieren van de voorbereiding van, het toezicht op, de gegevensverzameling voor en het creëren van een kennisbasis die relevant is voor de implementatie van het EFG. Het mag tevens worden gebruikt ter financiering van administratieve en technische bijstand, informatie- en communicatieactiviteiten alsook boekhoudkundige controle en evaluatiewerkzaamheden die nodig zijn voor de tenuitvoerlegging van de activiteiten van het EFG.

Rechtsgronden

Zie hoofdstuk 04 04.

04 01 04 05

Ondersteunende uitgaven voor het Fonds voor Europese hulp aan de meest behoeftigen

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

430 000

425 000

 

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de van technische bijstand als bedoeld in artikel 27 van Verordening (EU) nr. 223/2014.

Het krediet voor technische bijstand kan worden gebruikt om maatregelen te financieren op het gebied van voorbereiding, toezicht, administratieve en technische bijstand, audit, informatieverstrekking, controle en evaluatie die voor de uitvoering van Verordening (EU) nr. 223/2014 nodig zijn, en om activiteiten overeenkomstig artikel 10 van die verordening te financieren.

Dit krediet dient in het bijzonder ter dekking van:

 

uitgaven voor ondersteuning (representatiekosten, opleiding, vergaderingen, dienstreizen en vertalingen);

 

de voorbereiding van, het toezicht op, de gegevensverzameling voor en het creëren van een kennisbasis die relevant is voor de implementatie van het FEAD;

 

contracten voor dienstverleners en studies.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).

Verordening (EU) nr. 223/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 betreffende het Fonds voor Europese hulp aan de meest behoeftigen (PB L 72 van 12.3.2014, blz. 1).

HOOFDSTUK 04 02 —   EUROPEES SOCIAAL FONDS

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

% Betalingen 2014-2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

04 02

EUROPEES SOCIAAL FONDS

04 02 01

Voltooiing van het Europees Sociaal Fonds (ESF) — Doelstelling 1 (2000-2006)

1,2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

38 289 415,04

 

04 02 02

Voltooiing van het speciale programma voor vrede en verzoening in Noord-Ierland en het grensgebied in Ierland (2000-2006)

1,2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

 

04 02 03

Voltooiing van het Europees Sociaal Fonds — Doelstelling 1 (van vóór 2000)

1,2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

311 896,80

406 443,09

 

04 02 04

Voltooiing van het Europees Sociaal Fonds — Doelstelling 2 (2000-2006)

1,2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

 

04 02 05

Voltooiing van het Europees Sociaal Fonds — Doelstelling 2 (van vóór 2000)

1,2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

 

04 02 06

Voltooiing van het Europees Sociaal Fonds — Doelstelling 3 (2000-2006)

1,2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

3 524 357,15

 

04 02 07

Voltooiing van het Europees Sociaal Fonds — Doelstelling 3 (van vóór 2000)

1,2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

 

04 02 08

Voltooiing van Equal (2000-2006)

1,2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

 

04 02 09

Voltooiing van eerdere communautaire initiatieven (van vóór 2000)

1,2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

 

04 02 10

Voltooiing van het Europees Sociaal Fonds — Innovatieve acties en technische bijstand (2000-2006)

1,2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

 

04 02 11

Voltooiing van het Europees Sociaal Fonds — Innovatieve acties en technische bijstand (van vóór 2000)

1,2

0,—

0,—

 

04 02 17

Voltooiing van het Europees Sociaal Fonds — Convergentie (2007-2013)

1,2

p.m.

3 470 000 000

p.m.

4 917 020 000

16 683 215,—

7 119 707 592,13

205,18

04 02 18

Voltooiing van het Europees Sociaal Fonds — Peace (2007-2013)

1,2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

 

04 02 19

Voltooiing van het Europees Sociaal Fonds — Regionaal concurrentievermogen en werkgelegenheid (2007-2013)

1,2

p.m.

1 109 595 811

p.m.

2 357 168 235

133 316 785,—

2 824 777 350,80

254,58

04 02 20

Voltooiing van het Europees Sociaal Fonds — Operationele technische bijstand (2007-2013)

1,2

p.m.

1 500 000

p.m.

5 752 675

0,—

8 499 766,51

566,65

04 02 60

Europees Sociaal Fonds — Minder ontwikkelde regio's — Doelstelling investeren in groei en werkgelegenheid

1,2

6 904 001 096

3 420 000 000

7 381 001 397

1 029 000 000

3 932 722 061,—

324 392 427,94

9,49

04 02 61

Europees Sociaal Fonds — Overgangsregio's — Doelstelling investeren in groei en werkgelegenheid

1,2

1 631 895 346

927 965 850

2 054 985 763

284 757 420

1 162 099 751,—

77 522 858,—

8,35

04 02 62

Europees Sociaal Fonds — Meer ontwikkelde regio's — Doelstelling investeren in groei en werkgelegenheid

1,2

3 479 119 793

2 178 091 258

3 174 368 240

583 896 529

2 604 015 528,—

176 415 545,90

8,10

04 02 63

Europees Sociaal Fonds — Operationele technische bijstand

04 02 63 01

Europees Sociaal Fonds — Operationele technische bijstand

1,2

18 000 000

7 200 000

14 700 000

8 629 013

17 559 531,49

1 393 209,02

19,35

04 02 63 02

Europees Sociaal Fonds — Op verzoek van een lidstaat door de Commissie beheerde operationele technische bijstand

1,2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

4 165 644,83

0,—

 
 

Artikel 04 02 63 — Subtotaal

 

18 000 000

7 200 000

14 700 000

8 629 013

21 725 176,32

1 393 209,02

19,35

04 02 64

Werkgelegenheidsinitiatief voor jongeren

1,2

1 050 000 000

1 504 571 025

1 026 479 465

1 574 353 825,—

34 343 714,53

3,27

 

Hoofdstuk 04 02 — Totaal

 

12 033 016 235

12 164 352 919

14 129 626 425

10 212 703 337

9 445 228 238,12

10 609 272 680,11

87,22

Toelichting

In artikel 175 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) is voorzien dat de verwezenlijking van de in artikel 174 aangegeven doelstellingen inzake economische, sociale en territoriale samenhang ondersteund moet worden door het optreden van de Unie via de structuurfondsen, waaronder het Europees Sociaal Fonds (ESF). De taken, prioritaire doelstellingen en organisatie van de structuurfondsen worden bepaald overeenkomstig artikel 177 VWEU.

Artikel 80 van het Financieel Reglement voorziet in financiële correcties in geval van uitgaven die in strijd met de geldende wettelijke bepalingen zijn gedaan.

In artikel 39 van Verordening (EG) nr. 1260/1999, de artikelen 100 en 102 van Verordening (EG) nr. 1083/2006 en de artikelen 85, 144 en 145 van Verordening (EU) nr. 1303/2013 betreffende criteria voor financiële correcties door de Commissie zijn specifieke regels vastgelegd voor financiële correcties in verband met het ESF.

Inkomsten uit de financiële correcties die op die basis worden uitgevoerd, worden geboekt op het artikel 6 5 1, 6 5 2, 6 5 3 of 6 5 4 van de staat van ontvangsten en vormen bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder c), van het Financieel Reglement.

Artikel 177 van het Financieel Reglement stelt de voorwaarden vast voor gehele of gedeeltelijke terugbetaling van voorfinancieringen betreffende een bepaalde interventie.

In artikel 82 van Verordening (EG) nr. 1083/2006 zijn specifieke regels voor terugbetaling van voorfinanciering vastgelegd die van toepassing zijn op het ESF.

Terugbetaalde voorfinancieringsbedragen vormen interne bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 4, van het Financieel Reglement en worden opgenomen in post 6 1 5 0 of 6 1 5 7.

De maatregelen inzake fraudebestrijding worden gefinancierd met middelen uit artikel 24 02 01.

Rechtsgronden

Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, met name de artikelen 174, 175 en 177.

Verordening (EG) nr. 1260/1999 van de Raad van 21 juni 1999 houdende algemene bepalingen inzake de structuurfondsen (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 1), met name artikel 39.

Verordening (EG) nr. 1784/1999 van het Europees Parlement en de Raad van 12 juli 1999 inzake het Europees Sociaal Fonds (PB L 213 van 13.8.1999, blz. 5).

Verordening (EG) nr. 1081/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juli 2006 betreffende het Europees Sociaal Fonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1784/1999 (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 12).

Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1260/1999 (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25), met name de artikelen 82, 83, 100 en 102.

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1), met name artikel 21, leden 3 en 4, en de artikelen 80 en 177.

Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).

Referentiebesluiten

Conclusies van de Europese Raad van Berlijn van 24 en 25 maart 1999.

Conclusies van de Europese Raad van Brussel van 16 en 17 december 2005.

Conclusies van de Europese Raad van 7 en 8 februari 2013.

04 02 01

Voltooiing van het Europees Sociaal Fonds (ESF) — Doelstelling 1 (2000-2006)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

38 289 415,04

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de in de programmeringsperiode 2000-2006 nog uit het ESF betaalbaar te stellen verplichtingen.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1784/1999 van het Europees Parlement en de Raad van 12 juli 1999 betreffende het Europees Sociaal Fonds (PB L 213 van 13.8.1999, blz. 5).

04 02 02

Voltooiing van het speciale programma voor vrede en verzoening in Noord-Ierland en het grensgebied in Ierland (2000-2006)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de in de programmeringsperiode 2000-2006 nog uit het ESF betaalbaar te stellen verplichtingen.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1260/1999 van de Raad van 21 juni 1999 houdende algemene bepalingen inzake de structuurfondsen (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 1).

Beschikking 1999/501/EG van de Commissie van 1 juli 1999 tot vaststelling van een indicatieve verdeling over de lidstaten van de vastleggingskredieten voor doelstelling 1 van de structuurfondsen voor de periode 2000-2006 (PB L 194 van 27.7.1999, blz. 49).

Referentiebesluiten

Conclusies van de bijeenkomst van de Europese Raad van 24 en 25 maart 1999 in Berlijn, met name punt 44, onder b).

Conclusies van de bijeenkomst van de Europese Raad van 17 en 18 juni 2004 in Brussel, met name punt 49.

04 02 03

Voltooiing van het Europees Sociaal Fonds — Doelstelling 1 (van vóór 2000)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

311 896,80

406 443,09

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uit het ESF nog af te wikkelen vastleggingen van vorige programmeringsperioden in het kader van de vroegere doelstellingen 1 en 6.

Rechtsgronden

Besluit 83/516/EEG van de Raad van 17 oktober 1983 betreffende de taken van het Europees Sociaal Fonds (PB L 289 van 22.10.1983, blz. 38).

Verordening (EEG) nr. 2950/83 van de Raad van 17 oktober 1983 houdende toepassing van Besluit 83/516/EEG betreffende de taken van het Europees Sociaal Fonds (PB L 289 van 22.10.1983, blz. 1).

Verordening (EEG) nr. 2052/88 van de Raad van 24 juni 1988 betreffende de taken van de fondsen met structurele strekking, hun doeltreffendheid alsmede de coördinatie van hun bijstandsverlening onderling en met die van de Europese Investeringsbank en de andere bestaande financieringsinstrumenten (PB L 185 van 15.7.1988, blz. 9).

Verordening (EEG) nr. 4253/88 van de Raad van 19 december 1988 tot vaststelling van toepassingsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 2052/88 met betrekking tot de coördinatie van de bijstandsverlening uit de onderscheiden structuurfondsen enerzijds en van die bijstandsverlening met die van de Europese Investeringsbank en de andere bestaande financieringsinstrumenten anderzijds (PB L 374 van 31.12.1988, blz. 1).

Verordening (EEG) nr. 4255/88 van de Raad van 19 december 1988 tot vaststelling van bepalingen voor de uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2052/88 met betrekking tot het Europees Sociaal Fonds (PB L 374 van 31.12.1988, blz. 21).

Verordening (EG) nr. 1784/1999 van het Europees Parlement en de Raad van 12 juli 1999 betreffende het Europees Sociaal Fonds (PB L 213 van 13.8.1999, blz. 5).

04 02 04

Voltooiing van het Europees Sociaal Fonds — Doelstelling 2 (2000-2006)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de in de programmeringsperiode 2000-2006 nog uit het ESF af te wikkelen vastleggingen.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1784/1999 van het Europees Parlement en de Raad van 12 juli 1999 betreffende het Europees Sociaal Fonds (PB L 213 van 13.8.1999, blz. 5).

04 02 05

Voltooiing van het Europees Sociaal Fonds — Doelstelling 2 (van vóór 2000)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uit het ESF nog af te wikkelen vastleggingen van vorige programmeringsperioden in het kader van de vroegere doelstellingen 2 en 5 b).

Rechtsgronden

Verordening (EEG) nr. 2052/88 van de Raad van 24 juni 1988 betreffende de taken van de fondsen met structurele strekking, hun doeltreffendheid alsmede de coördinatie van hun bijstandsverlening onderling en met die van de Europese Investeringsbank en de andere bestaande financieringsinstrumenten (PB L 185 van 15.7.1988, blz. 9).

Verordening (EEG) nr. 4253/88 van de Raad van 19 december 1988 tot vaststelling van toepassingsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 2052/88 met betrekking tot de coördinatie van de bijstandsverlening uit de onderscheiden structuurfondsen enerzijds en van die bijstandsverlening met die van de Europese Investeringsbank en de andere bestaande financieringsinstrumenten anderzijds (PB L 374 van 31.12.1988, blz. 1).

Verordening (EEG) nr. 4255/88 van de Raad van 19 december 1988 tot vaststelling van bepalingen voor de uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2052/88 met betrekking tot het Europees Sociaal Fonds (PB L 374 van 31.12.1988, blz. 21).

Verordening (EG) nr. 1784/1999 van het Europees Parlement en de Raad van 12 juli 1999 betreffende het Europees Sociaal Fonds (PB L 213 van 13.8.1999, blz. 5).

04 02 06

Voltooiing van het Europees Sociaal Fonds — Doelstelling 3 (2000-2006)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

3 524 357,15

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de in de programmeringsperiode 2000-2006 nog uit het ESF af te wikkelen vastleggingen.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1784/1999 van het Europees Parlement en de Raad van 12 juli 1999 betreffende het Europees Sociaal Fonds (PB L 213 van 13.8.1999, blz. 5).

04 02 07

Voltooiing van het Europees Sociaal Fonds — Doelstelling 3 (van vóór 2000)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uit het ESF nog af te wikkelen vastleggingen van vorige programmeringsperioden in het kader van de vroegere doelstellingen 3 en 4.

Rechtsgronden

Verordening (EEG) nr. 2052/88 van de Raad van 24 juni 1988 betreffende de taken van de fondsen met structurele strekking, hun doeltreffendheid alsmede de coördinatie van hun bijstandsverlening onderling en met die van de Europese Investeringsbank en de andere bestaande financieringsinstrumenten (PB L 185 van 15.7.1988, blz. 9).

Verordening (EEG) nr. 4253/88 van de Raad van 19 december 1988 tot vaststelling van toepassingsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 2052/88 met betrekking tot de coördinatie van de bijstandsverlening uit de onderscheiden structuurfondsen enerzijds en van die bijstandsverlening met die van de Europese Investeringsbank en de andere bestaande financieringsinstrumenten anderzijds (PB L 374 van 31.12.1988, blz. 1).

Verordening (EEG) nr. 4255/88 van de Raad van 19 december 1988 tot vaststelling van bepalingen voor de uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2052/88 met betrekking tot het Europees Sociaal Fonds (PB L 374 van 31.12.1988, blz. 21).

Verordening (EG) nr. 1784/1999 van het Europees Parlement en de Raad van 12 juli 1999 betreffende het Europees Sociaal Fonds (PB L 213 van 13.8.1999, blz. 5).

04 02 08

Voltooiing van Equal (2000-2006)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de in de programmeringsperiode 2000-2006 nog uit het ESF af te wikkelen vastleggingen.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1784/1999 van het Europees Parlement en de Raad van 12 juli 1999 betreffende het Europees Sociaal Fonds (PB L 213 van 13.8.1999, blz. 5).

Referentiebesluiten

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 14 april 2000 tot vaststelling van de richtsnoeren voor het communautaire initiatief Equal betreffende transnationale samenwerking voor de bevordering van nieuwe praktijken voor de bestrijding van discriminaties en ongelijkheden van welke aard ook wat de arbeidsmarkt betreft (PB C 127 van 5.5.2000, blz. 2).

04 02 09

Voltooiing van eerdere communautaire initiatieven (van vóór 2000)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog uit het ESF af te wikkelen vastleggingen die in het kader van vorige communautaire initiatieven van vóór de programmeringsperiode 2000-2006 zijn aangegaan.

Rechtsgronden

Verordening (EEG) nr. 2052/88 van de Raad van 24 juni 1988 betreffende de taken van de fondsen met structurele strekking, hun doeltreffendheid alsmede de coördinatie van hun bijstandsverlening onderling en met die van de Europese Investeringsbank en de andere bestaande financieringsinstrumenten (PB L 185 van 15.7.1988, blz. 9).

Verordening (EEG) nr. 4253/88 van de Raad van 19 december 1988 tot vaststelling van toepassingsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 2052/88 met betrekking tot de coördinatie van de bijstandsverlening uit de onderscheiden structuurfondsen enerzijds en van die bijstandsverlening met die van de Europese Investeringsbank en de andere bestaande financieringsinstrumenten anderzijds (PB L 374 van 31.12.1988, blz. 1).

Verordening (EEG) nr. 4255/88 van de Raad van 19 december 1988 tot vaststelling van bepalingen voor de uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2052/88 met betrekking tot het Europees Sociaal Fonds (PB L 374 van 31.12.1988, blz. 21).

Verordening (EG) nr. 1784/1999 van het Europees Parlement en de Raad van 12 juli 1999 betreffende het Europees Sociaal Fonds (PB L 213 van 13.8.1999, blz. 5).

Referentiebesluiten

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 13 mei 1992 tot vaststelling van de richtsnoeren voor de operationele programma's die de lidstaten worden uitgenodigd op te stellen in het kader van een communautair initiatief voor de sterk van de textiel- en kledingsector afhankelijke regio's (Retex) (PB C 142 van 4.6.1992, blz. 5).

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 15 juni 1994 tot vaststelling van de richtsnoeren voor globale subsidies of geïntegreerde operationele programma's in het kader waarvan de lidstaten bijstandsaanvragen kunnen indienen uit hoofde van een communautair initiatief betreffende de herstructurering van de visserijsector (Pesca) (PB C 180 van 1.7.1994, blz. 1).

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 15 juni 1994 houdende vaststelling van de richtsnoeren voor operationele programma's die de lidstaten worden verzocht op te stellen in het kader van een communautair initiatief voor stedelijke gebieden (Urban) (PB C 180 van 1.7.1994, blz. 6).

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 15 juni 1994 houdende vaststelling van de richtsnoeren voor operationele programma's of globale subsidies die de lidstaten worden verzocht voor te stellen in het kader van een communautair initiatief betreffende de aanpassing van middelgrote en kleine bedrijven aan de interne markt (kmo-initiatief) (PB C 180 van 1.7.1994, blz. 10).

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 15 juni 1994 houdende nadere bijzonderheden betreffende de richtsnoeren voor het initiatief Retex (PB C 180 van 1.7.1994, blz. 17).

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 15 juni 1994 tot vaststelling van de richtsnoeren voor de operationele programma's of globale subsidies waarvoor de lidstaten voorstellen mogen indienen in het kader van een communautair initiatief voor de omschakeling van de defensiesector (Konver) (PB C 180 van 1.7.1994, blz. 18).

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 15 juni 1994 tot vaststelling van de richtsnoeren voor de operationele programma's of globale subsidies waarvoor de lidstaten voorstellen mogen indienen in het kader van een communautair initiatief voor de economische omschakeling van ijzer- en staalzones (Resider II) (PB C 180 van 1.7.1994, blz. 22).

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 15 juni 1994 tot vaststelling van de richtsnoeren voor de operationele programma's of globale subsidies waarvoor de lidstaten voorstellen mogen indienen in het kader van een communautair initiatief voor de economische omschakeling van steenkoolwinningsgebieden (Rechar II) (PB C 180 van 1.7.1994, blz. 26).

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 15 juni 1994 tot vaststelling van de richtsnoeren voor de operationele programma's of globale subsidies die de lidstaten worden verzocht op te stellen in het kader van een communautair initiatief „Aanpassing van de werknemers aan de gewijzigde omstandigheden in het bedrijfsleven (Adapt)”, dat gericht is op de bevordering van de werkgelegenheid en de aanpassing van de werknemers aan de gewijzigde omstandigheden in het bedrijfsleven (PB C 180 van 1.7.1994, blz. 30).

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 15 juni 1994 tot vaststelling van de richtsnoeren voor de operationele programma's/globale subsidies die de lidstaten worden verzocht op te stellen in het kader van een communautair initiatief inzake „Werkgelegenheid en ontwikkeling van de menselijke hulpbronnen” (Emploi) (PB C 180 van 1.7.1994, blz. 36).

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 15 juni 1994 tot vaststelling van de richtsnoeren voor de operationele programma's van de lidstaten in het kader van een initiatief van de Gemeenschap voor de ultraperifere gebieden (Regis II) (PB C 180 van 1.7.1994, blz. 44).

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 15 juni 1994 tot vaststelling van richtsnoeren voor geïntegreerde globale subsidies en geïntegreerde operationele programma's in het kader van een communautair initiatief voor plattelandsontwikkeling, waarvoor de lidstaten bijstandsaanvragen kunnen indienen (Leader II) (PB C 180 van 1.7.1994, blz. 48).

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 15 juni 1994 tot vaststelling van de richtsnoeren voor operationele programma's van de lidstaten in het kader van een initiatief van de Gemeenschap betreffende de ontwikkeling van grensgebieden, grensoverschrijdende samenwerking en geselecteerde energienetten (Interreg II) (PB C 180 van 1.7.1994, blz. 60).

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 16 mei 1995 tot vaststelling van de richtsnoeren voor een initiatief in het kader van het speciaal steunprogramma voor vrede en verzoening in Noord-Ierland en de aangrenzende graafschappen van Ierland (Peace I-programma) (PB C 186 van 20.7.1995, blz. 3).

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 8 mei 1996 houdende vaststelling van de richtsnoeren voor operationele programma's die de lidstaten worden verzocht op te stellen in het kader van een communautair initiatief voor stedelijke gebieden (Urban) (PB C 200 van 10.7.1996, blz. 4).

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 8 mei 1996 over de vaststelling van gewijzigde richtsnoeren voor de operationele programma's of globale subsidies die de lidstaten worden verzocht voor te stellen in het kader van een communautair initiatief: „Aanpassing van de werknemers aan de gewijzigde omstandigheden in het bedrijfsleven (Adapt)”, dat gericht is op de bevordering van de werkgelegenheid en de aanpassing van de werknemers aan de gewijzigde omstandigheden in het bedrijfsleven (PB C 200 van 10.7.1996, blz. 7).

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 8 mei 1996 betreffende de vaststelling van gewijzigde richtsnoeren voor de operationele programma's of globale subsidies die de lidstaten worden verzocht voor te stellen in het kader van een communautair initiatief inzake „Werkgelegenheid en ontwikkeling van de menselijke hulpbronnen”, bedoeld om de groei van de werkgelegenheid in hoofdzaak door de ontwikkeling van de menselijke hulpbronnen te bevorderen (PB C 200 van 10.7.1996, blz. 13).

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 8 mei 1996 tot vaststelling van de richtsnoeren voor de door de lidstaten op te stellen operationele programma's in het kader van het communautaire initiatief Interreg betreffende transnationale samenwerking op het gebied van ruimtelijke ordening (Interreg II C) (PB C 200 van 10.7.1996, blz. 23).

Mededeling van de Commissie aan de Raad, het Europees Parlement, het Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's van 26 november 1997 over het speciale steunprogramma voor vrede en verzoening in Noord-Ierland en de aangrenzende graafschappen van Ierland (1995-1999) (Peace I-programma) (COM(1997) 642 final).

04 02 10

Voltooiing van het Europees Sociaal Fonds — Innovatieve acties en technische bijstand (2000-2006)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uit het ESF nog af te wikkelen vastleggingen van de programmeringsperiode 2000-2006 voor innovatieve acties en technische bijstand zoals bedoeld in de artikelen 22 en 23 van Verordening (EG) nr. 1260/1999. Bij de innovatieve acties gaat het om studies, modelprojecten en uitwisseling van ervaringen. Deze acties waren met name bedoeld om de kwaliteit van de bijstandsverlening uit de structuurfondsen te verbeteren. De technische bijstand omvat maatregelen voor de voorbereiding, het toezicht, de evaluatie, de controle en het beheer die nodig zijn voor de uitvoering van het ESF. Dit krediet kan met name worden gebruikt voor de financiering van :

 

ondersteunende uitgaven (representatiekosten, opleiding, vergaderingen en dienstreizen);

 

uitgaven voor informatie en publicatie;

 

uitgaven voor informatietechnologie en telecommunicatie;

 

contracten voor de verlening van diensten en het maken van studies;

 

beurzen.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1260/1999 van de Raad van 21 juni 1999 houdende algemene bepalingen inzake de structuurfondsen (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1784/1999 van het Europees Parlement en de Raad van 12 juli 1999 betreffende het Europees Sociaal Fonds (PB L 213 van 13.8.1999, blz. 5).

04 02 11

Voltooiing van het Europees Sociaal Fonds — Innovatieve acties en technische bijstand (van vóór 2000)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

0,—

0,—

Toelichting

Dit artikel dient ter dekking van de afwikkeling van ESF-vastleggingen van vorige programmeringsperioden voor innovatieve acties op het gebied van voorbereiding, toezicht, evaluatie, controle en beheer, of andere soortgelijke vormen van technische bijstand waarin de relevante verordeningen voorzien.

Het dient ook voor de financiering van de vroegere meerjarenacties, met name die welke zijn goedgekeurd en uitgevoerd in het kader van de hieronder genoemde verordeningen, maar die niet onder de prioritaire doelstellingen van de structuurfondsen vallen.

Rechtsgronden

Besluit 83/516/EEG van de Raad van 17 oktober 1983 betreffende de taken van het Europees Sociaal Fonds (PB L 289 van 22.10.1983, blz. 38).

Verordening (EEG) nr. 2950/83 van de Raad van 17 oktober 1983 houdende toepassing van Besluit 83/516/EEG betreffende de taken van het Europees Sociaal Fonds (PB L 289 van 22.10.1983, blz. 1).

Verordening (EEG) nr. 2088/85 van de Raad van 23 juli 1985 inzake de geïntegreerde mediterrane programma's (PB L 197 van 27.7.1985, blz. 1).

Verordening (EEG) nr. 2052/88 van de Raad van 24 juni 1988 betreffende de taken van de fondsen met structurele strekking, hun doeltreffendheid alsmede de coördinatie van hun bijstandsverlening onderling en met die van de Europese Investeringsbank en de andere bestaande financieringsinstrumenten (PB L 185 van 15.7.1988, blz. 9).

Verordening (EEG) nr. 4253/88 van de Raad van 19 december 1988 tot vaststelling van toepassingsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 2052/88 met betrekking tot de coördinatie van de bijstandsverlening uit de onderscheiden structuurfondsen enerzijds en van die bijstandsverlening met die van de Europese Investeringsbank en de andere bestaande financieringsinstrumenten anderzijds (PB L 374 van 31.12.1988, blz. 1).

Verordening (EEG) nr. 4255/88 van de Raad van 19 december 1988 tot vaststelling van bepalingen voor de uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2052/88 met betrekking tot het Europees Sociaal Fonds (PB L 374 van 31.12.1988, blz. 21).

Verordening (EG) nr. 1784/1999 van het Europees Parlement en de Raad van 12 juli 1999 betreffende het Europees Sociaal Fonds (PB L 213 van 13.8.1999, blz. 5).

04 02 17

Voltooiing van het Europees Sociaal Fonds — Convergentie (2007-2013)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

3 470 000 000

p.m.

4 917 020 000

16 683 215,—

7 119 707 592,13

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen voor programma's in het kader van de convergentiedoelstelling van het ESF in de programmeringsperiode 2007-2013. Met deze doelstelling wordt beoogd de convergentie van de minst ontwikkelde lidstaten en regio's te versnellen door de voorwaarden voor groei en werkgelegenheid te verbeteren.

Het doel van dit krediet is het verminderen van de economische, sociale en territoriale ongelijkheden die zich vooral in landen en regio's met een ontwikkelingsachterstand voordoen, in verband met de versnelling van de economische en sociale herstructurering en met de veroudering van de bevolking.

Overeenkomstig artikel 105 bis, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1083/2006 als gewijzigd bij bijlage III, punt 7, van het Verdrag betreffende de toetreding van de Republiek Kroatië tot de Europese Unie (PB L 112 van 24.4.2012), worden programma's en grotere projecten die op de datum van toetreding van Kroatië zijn goedgekeurd onder Verordening (EG) nr. 1085/2006 en waarvan de uitvoering nog niet voltooid is op die datum, geacht door de Commissie te zijn goedgekeurd onder Verordening (EG) nr. 1083/2006, met uitzondering van programma's die zijn goedgekeurd uit hoofde van de in artikel 3, lid 1, onder a) en e), van Verordening (EG) nr.°1085/2006 genoemde afdelingen.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1081/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juli 2006 betreffende het Europees Sociaal Fonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1784/1999 (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 12).

Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1260/1999 (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25).

04 02 18

Voltooiing van het Europees Sociaal Fonds — Peace (2007-2013)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen voor het Peace-programma in het kader van het ESF in de programmeringsperiode 2007-2013.

Omdat het belang van de speciale inspanningen voor het vredesproces in Noord-Ierland werd erkend, werd voor de periode 2007-2013 een totaalbedrag van 200 000 000 EUR aan het Peace-programma toegewezen. Dit programma wordt uitgevoerd met volledige inachtneming van de additionaliteit van de acties van de structuurfondsen.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1081/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juli 2006 betreffende het Europees Sociaal Fonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1784/1999 (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 12).

Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1260/1999 (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25).

Referentiebesluiten

Conclusies van de Europese Raad van Brussel van 16 en 17 december 2005.

04 02 19

Voltooiing van het Europees Sociaal Fonds — Regionaal concurrentievermogen en werkgelegenheid (2007-2013)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

1 109 595 811

p.m.

2 357 168 235

133 316 785,—

2 824 777 350,80

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen voor programma's in het kader van de doelstelling inzake regionaal concurrentievermogen en werkgelegenheid van het ESF in de programmeringsperiode 2007-2013. Buiten de minst ontwikkelde regio's wordt met deze doelstelling beoogd het concurrentievermogen en de aantrekkelijkheid van de regio's alsook de werkgelegenheid te verbeteren door rekening te houden met de doelstellingen van de Europa 2020-strategie.

Het doel van dit krediet is het verminderen van de economische, sociale en territoriale ongelijkheden die zich vooral in landen en regio's met een ontwikkelingsachterstand voordoen, in verband met de versnelling van de economische en sociale herstructurering en met de vergrijzing van de bevolking.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1081/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juli 2006 betreffende het Europees Sociaal Fonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1784/1999 (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 12).

Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1260/1999 (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25).

04 02 20

Voltooiing van het Europees Sociaal Fonds — Operationele technische bijstand (2007-2013)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

1 500 000

p.m.

5 752 675

0,—

8 499 766,51

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van de programmeringsperiode 2007-2013 voor technische bijstand zoals bedoeld in de artikelen 45 en 46 van Verordening (EG) nr. 1083/2006 en in artikel 9 van Verordening (EG) nr. 1081/2006.

De technische bijstand omvat maatregelen voor de voorbereiding, het toezicht, de evaluatie, de controle en het beheer die nodig zijn voor de uitvoering van het ESF. Dit krediet kan met name worden gebruikt voor de financiering van:

 

ondersteunende uitgaven (representatiekosten, opleiding, vergaderingen, reizen);

 

uitgaven voor informatie en publicatie;

 

uitgaven voor informatietechnologie en telecommunicatie;

 

uitgaven voor steun voor toegankelijkheid van personen met een handicap binnen maatregelen voor technische bijstand;

 

uitgaven voor een groep op hoog niveau om te zorgen voor de toepassing van horizontale beginselen zoals gelijkheid van mannen en vrouwen, toegankelijkheid voor personen met een handicap en duurzame ontwikkeling;

 

contracten voor dienstverleners en studies;

 

beurzen.

Dit krediet dient ook ter ondersteuning van maatregelen die de Commissie heeft goedgekeurd in het kader van de voorbereiding van de programmeringsperiode 2014-2020.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1081/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juli 2006 betreffende het Europees Sociaal Fonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1784/1999 (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 12).

Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1260/1999 (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25).

04 02 60

Europees Sociaal Fonds — Minder ontwikkelde regio's — Doelstelling investeren in groei en werkgelegenheid

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

6 904 001 096

3 420 000 000

7 381 001 397

1 029 000 000

3 932 722 061,—

324 392 427,94

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van steun van het ESF in het kader van de doelstelling „Investeren in groei en werkgelegenheid” in de minder ontwikkelde regio's in de programmeringsperiode 2014-2020. Het inhaalproces voor deze economisch en sociaal achteropgeraakte regio's vereist aanhoudende inspanningen op de lange termijn. Deze categorie regio's omvat regio's met een bbp per inwoner van minder dan 75 % van het gemiddelde bbp van de EU.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).

Verordening (EU) nr. 1304/2013 van het Europees Parlement en van de Raad van 17 december 2013 betreffende het Europees Sociaal Fonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1081/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 470), met name artikel 4, lid 3, onder c).

04 02 61

Europees Sociaal Fonds — Overgangsregio's — Doelstelling investeren in groei en werkgelegenheid

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 631 895 346

927 965 850

2 054 985 763

284 757 420

1 162 099 751,—

77 522 858,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van steun van het ESF in het kader van de doelstelling „Investeren in groei en werkgelegenheid” in de programmeringsperiode 2014-2020 in een nieuwe categorie regio's, de „overgangsregio's”, die in de plaats komen van het systeem van in- en uitfaseren in de periode 2007-2013. Deze categorie omvat alle regio's met een bbp per inwoner tussen 75 % en 90 % van het gemiddelde bbp van de EU-27.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).

Verordening (EU) nr. 1304/2013 van het Europees Parlement en van de Raad van 17 december 2013 betreffende het Europees Sociaal Fonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1081/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 470), met name artikel 4, lid 3, onder b).

04 02 62

Europees Sociaal Fonds — Meer ontwikkelde regio's — Doelstelling investeren in groei en werkgelegenheid

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

3 479 119 793

2 178 091 258

3 174 368 240

583 896 529

2 604 015 528,—

176 415 545,90

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van steun van het ESF in het kader van de doelstelling „Investeren in groei en werkgelegenheid” in de meer ontwikkelde regio's in de programmeringsperiode 2014-2020. Hoewel steunmaatregelen voor de minder ontwikkelde regio's de prioriteit voor het cohesiebeleid blijven, is dit krediet bedoeld om te kunnen reageren op belangrijke uitdagingen waarmee alle lidstaten geconfronteerd worden, zoals de mondiale concurrentie in de kenniseconomie, de overgang naar een koolstofarme economie en de sociale polarisatie die wordt verergerd door het huidige economische klimaat. Deze categorie heeft betrekking op de regio's met een bbp per inwoner van meer dan 90 % van het gemiddelde bbp van de Unie.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).

Verordening (EU) nr. 1304/2013 van het Europees Parlement en van de Raad van 17 december 2013 betreffende het Europees Sociaal Fonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1081/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 470), met name artikel 4, lid 3, onder a).

04 02 63

Europees Sociaal Fonds — Operationele technische bijstand

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van maatregelen op het gebied van voorbereiding, toezicht, administratieve en technische bijstand, evaluatie, audit en controle die voor de uitvoering van Verordening (EU) nr. 1303/2013 nodig zijn, zoals bepaald in de artikelen 58 en 118 van die verordening. Dit krediet kan met name worden gebruikt ter dekking van uitgaven voor ondersteuning (representatievergoedingen, opleiding, vergaderingen en dienstreizen).

Dit krediet is ook bedoeld voor administratief leren en samenwerking met niet-gouvernementele organisaties en sociale partners.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).

Verordening (EU) nr. 1304/2013 van het Europees Parlement en van de Raad van 17 december 2013 betreffende het Europees Sociaal Fonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1081/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 470).

04 02 63 01

Europees Sociaal Fonds — Operationele technische bijstand

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

18 000 000

7 200 000

14 700 000

8 629 013

17 559 531,49

1 393 209,02

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van maatregelen op het gebied van voorbereiding, toezicht, administratieve en technische bijstand, evaluatie, audit en controle die voor de uitvoering van Verordening (EU) nr. 1303/2013 nodig zijn, zoals bepaald in de artikelen 58 en 118 van die verordening. Dit krediet kan met name worden gebruikt ter dekking van uitgaven voor ondersteuning (representatievergoedingen, opleiding, vergaderingen en dienstreizen).

Dit krediet is ook bedoeld voor administratief leren en samenwerking met niet-gouvernementele organisaties en sociale partners.

Dit krediet dient ook ter financiering van onder andere:

 

instrumenten voor elektronische projectaanvraag en verslaglegging en gestandaardiseerde documentatie en procedures voor het beheer en de uitvoering van de operationele programma’s;

 

intercollegiale toetsing van de prestaties van elke lidstaat op het gebied van financieel management en kwaliteit;

 

standaarddocumentatie voor openbare aanbestedingen;

 

een gemeenschappelijk systeem van resultaat- en impactindicatoren;

 

een handboek met beproefde praktijken om het absorptieproces te optimaliseren en het foutenpercentage te verlagen.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).

Verordening (EU) nr. 1304/2013 van het Europees Parlement en van de Raad van 17 december 2013 betreffende het Europees Sociaal Fonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1081/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 470).

04 02 63 02

Europees Sociaal Fonds — Op verzoek van een lidstaat door de Commissie beheerde operationele technische bijstand

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

4 165 644,83

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van een deel van het nationale totaalbedrag voor technische bijstand dat op verzoek van een lidstaat met tijdelijke begrotingsproblemen is overgeheveld naar technische bijstand op initiatief van de Commissie. Dit krediet dient in overeenstemming met artikel 25 van Verordening (EU) nr. 1303/2013 ter dekking van maatregelen om naar aanleiding van economische en maatschappelijke problemen in die lidstaat structurele en administratieve hervormingen te bepalen, hieraan een rangorde te geven en deze uit te voeren.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).

Verordening (EU) nr. 1304/2013 van het Europees Parlement en van de Raad van 17 december 2013 betreffende het Europees Sociaal Fonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1081/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 470).

04 02 64

Werkgelegenheidsinitiatief voor jongeren

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 050 000 000

1 504 571 025

1 026 479 465

1 574 353 825,—

34 343 714,53

Toelichting

Dit krediet is bedoeld voor aanvullende steun voor maatregelen ter bestrijding van jeugdwerkloosheid die gefinancierd worden door het ESF. Het vertegenwoordigt de specifieke toewijzing voor het werkgelegenheidsinitiatief voor jongeren in het kader van de doelstelling „investeren in groei en werkgelegenheid” in regio's waar de jeugdwerkloosheid in 2012 meer dan 25 % bedroeg, of voor lidstaten waar het werkloosheidspercentage onder jongeren in 2012 is gestegen met meer dan 30% („in aanmerking komende regio's”). De aanvullende 3 000 000 000 EUR voor dit onderdeel voor de periode 2014-2020 is bedoeld om matchingfinanciering te bieden voor steunverlening van het ESF in dergelijke regio's. Dit krediet dient ter financiering van het scheppen van volwaardige werkgelegenheid.

Bij het bevorderen van gendergelijkheid moet speciale aandacht worden besteed aan de situatie van jonge vrouwen die met genderspecifieke obstakels kunnen worden geconfronteerd, opdat zij kunnen profiteren van hoogwaardige werkgelegenheid, vervolgopleidingen, leerlingplaatsen of stages.

Dit krediet dient onder andere ter ondersteuning van het opzetten van onderwijsstructuren waarin niet-formeel onderwijs, taalcursussen, democratisch bewustzijn en beroepsopleiding worden gecombineerd in de regio's met de hoogste jeugdwerkloosheid, zowel door overheidsinstanties als door niet-gouvernementele organisaties.

Marges die beschikbaar blijven onder de maxima van het meerjarig financieel kader (MFK) voor vastleggingskredieten voor de jaren 2014-2017 vormen een overkoepelende MFK-marge voor vastleggingen, die beschikbaar worden gesteld boven de maxima die in de bijlage zijn vastgesteld voor de jaren 2016 tot en met 2020 voor beleidsdoelstellingen met betrekking tot groei en werkgelegenheid, in het bijzonder voor jongeren, zoals bepaald in Verordening (EU, Euratom) nr. 1311/2013 van de Raad van 2 december 2013 tot bepaling van het meerjarig financieel kader voor de jaren 2014-2020 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 884).

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).

Verordening (EU) nr. 1304/2013 van het Europees Parlement en van de Raad van 17 december 2013 betreffende het Europees Sociaal Fonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1081/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 470).

HOOFDSTUK 04 03 —   WERKGELEGENHEID, SOCIALE ZAKEN EN INCLUSIE

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

% Betalingen 2014-2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

04 03

WERKGELEGENHEID, SOCIALE ZAKEN EN INCLUSIE

04 03 01

Prerogatieven en specifieke bevoegdheden

04 03 01 01

Vooroverleg met vakorganisaties

1,1

452 800

350 000

444 800

315 402

434 927,86

308 764,36

88,22

04 03 01 03

Vrij verkeer van werknemers, coördinatie van de socialezekerheidsstelsels en maatregelen ten behoeve van migranten, met inbegrip van migranten uit niet-lidstaten

1,1

8 589 000

6 200 000

8 000 000

5 482 852

6 784 571,38

5 805 385,34

93,64

04 03 01 04

Analyse en studies betreffende de sociale situatie, demografie en gezin

1,1

4 118 000

2 800 000

4 000 000

2 697 911

3 240 574,44

1 823 011,42

65,11

04 03 01 05

Voorlichtings- en opleidingsmaatregelen ten behoeve van werknemersorganisaties

1,1

18 758 200

16 500 000

18 257 000

12 793 321

18 619 000,—

17 460 215,95

105,82

04 03 01 06

Voorlichting, raadpleging en participatie van de vertegenwoordigers van ondernemingen

1,1

7 313 000

6 400 000

7 116 000

3 481 176

7 175 017,90

6 257 385,05

97,77

04 03 01 07

Europees Jaar voor Actief Ouder Worden en Solidariteit tussen de Generaties (2012)

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

74 410,—

 

04 03 01 08

Arbeidsverhoudingen en sociale dialoog

1,1

15 775 000

12 300 000

15 641 000

8 876 998

17 381 319,83

12 582 989,26

102,30

 

Artikel 04 03 01 — Subtotaal

 

55 006 000

44 550 000

53 458 800

33 647 660

53 635 411,41

44 312 161,38

99,47

04 03 02

Programma van de Europese Unie voor werkgelegenheid en sociale innovatie (EaSI)

04 03 02 01

Progress — Ondersteuning van de ontwikkeling, tenuitvoerlegging, monitoring en evaluatie van het werkgelegenheids- en sociaal beleid van de Unie en van de regelgeving inzake arbeidsomstandigheden

1,1

74 681 600

38 850 000

72 494 000

22 666 588

65 278 249,91

9 956 784,59

25,63

04 03 02 02

Eures — Het bevorderen van de vrijwillige geografische mobiliteit van werknemers en het vergroten van arbeidskansen

1,1

22 061 000

14 300 000

21 392 000

9 424 939

21 439 000,—

4 512 200,37

31,55

04 03 02 03

Microfinanciering en sociaal ondernemerschap — Verbetering van de toegang tot en de beschikbaarheid van financiering voor natuurlijke en rechtspersonen, met name voor wie het verst van de arbeidsmarkt af staat, en sociale ondernemingen

1,1

25 624 200

17 000 000

26 457 000

11 815 018

28 500 200,—

0,—

0

 

Artikel 04 03 02 — Subtotaal

 

122 366 800

70 150 000

120 343 000

43 906 545

115 217 449,91

14 468 984,96

20,63

04 03 11

Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden

1,1

20 360 000

20 360 000

20 371 000

20 371 000

20 562 432,46

20 562 088,82

100,99

04 03 12

Europees Agentschap voor veiligheid en gezondheid op het werk

1,1

14 663 000

14 663 000

14 534 000

14 534 000

14 438 521,—

14 229 072,—

97,04

04 03 13

Europees Centrum voor de ontwikkeling van de beroepsopleiding (Cedefop)

1,1

17 051 000

17 051 000

17 224 000

17 224 000

17 434 633,39

16 933 900,—

99,31

04 03 14

Europese Stichting voor opleiding (ETF)

4

19 956 000

19 956 000

19 945 000

19 945 000

20 143 868,66

20 143 500,01

100,94

04 03 51

Voltooiing van Progress

1,1

p.m.

11 400 000

p.m.

24 802 431

94 214,86

47 872 724,12

419,94

04 03 52

Voltooiing van Eures

1,1

p.m.

2 000 000

p.m.

8 579 394

0,—

17 694 831,36

884,74

04 03 53

Voltooiing van andere activiteiten

1,1

p.m.

2 000 000

p.m.

8 180 353

67 056,65

1 138 318,15

56,92

04 03 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

04 03 77 02

Proefproject — Bevordering van de bescherming van het recht op huisvesting

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

523 430

0,—

199 866,—

 

04 03 77 03

Proefproject — Arbeidsvoorwaarden en levensomstandigheden van gedetacheerde werknemers

1,1

p.m.

0,—

0,—

 

04 03 77 04

Proefproject — Maatregelen voor instandhouding werkgelegenheid

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

 

04 03 77 05

Proefproject — Het vergroten van de mobiliteit en de integratie van werknemers binnen de Unie

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

 

04 03 77 06

Proefproject — Alomvattende samenwerking tussen de overheid, commerciële ondernemingen en ondernemingen zonder winstoogmerk met het oog op sociale en arbeidsintegratie

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

776 081,30

 

04 03 77 07

Voorbereidende actie — Je eerste Eures-baan

1,1

p.m.

750 000

p.m.

1 308 576

0,—

3 434 258,97

457,90

04 03 77 08

Proefproject — Maatschappelijke solidariteit voor maatschappelijke integratie

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

348 954

0,—

499 736,—

 

04 03 77 09

Voorbereidende actie — Informatiecentra voor gedetacheerde werknemers en arbeidsmigranten

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

523 430

0,—

213 769,34

 

04 03 77 10

Proefproject — Stimulering van de omzetting van tijdelijke arbeid in vaste arbeid met rechten

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

 

04 03 77 11

Proefproject — Voorkoming van ouderenmishandeling

1,1

p.m.

p.m.

0,—

0,—

 

04 03 77 12

Proefproject — Gezondheid en veiligheid op het werk van oudere werknemers

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

350 000,—

 

04 03 77 13

Voorbereidende actie — Activeringsmaatregelen voor jongeren — Implementatie van het initiatief „Jeugd in beweging”

1,1

p.m.

500 000

p.m.

1 292 053

0,—

689 809,50

137,96

04 03 77 14

Voorbereidende actie — Sociale innovatie dankzij sociaal en jong ondernemerschap

1,1

p.m.

500 000

p.m.

697 907

887 251,98

661 906,48

132,38

04 03 77 15

Proefproject — Haalbaarheid en toegevoegde waarde van een Europese regeling voor werkloosheidsuitkeringen

1,1

p.m.

1 000 000

p.m.

523 430

1 838 620,—

0,—

0

04 03 77 16

Voorbereidende actie — Microkredieten specifiek bedoeld ter bestrijding van de jeugdwerkloosheid

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

 

04 03 77 17

Proefproject — Socialezekerheidskaart

1,1

700 000

350 000

500 000

250 000

     

04 03 77 18

Voorbereidende actie — Maatschappelijke solidariteit voor maatschappelijke integratie

1,1

p.m.

750 000

1 500 000

750 000

     

04 03 77 19

Voorbereidende actie — Steun voor de actieve integratie van kansarme migranten in Europa door het ontwikkelen en testen van lokale centra voor sociale en economische integratie

1,1

p.m.

250 000

500 000

250 000

     

04 03 77 20

Proefproject — Gevolgen van verlaging van sociale uitkeringen

1,1

p.m.

p.m.

1 000 000

500 000

     

04 03 77 21

Proefproject — Unietoepassing en dienst voor gebarentaal in realtime

3

p.m.

p.m.

p.m.

360 525

0,—

292 907,60

 

04 03 77 22

Voorbereidende actie — Programma van het type „Erasmus” voor leerlingen

1,1

0,—

0,—

 

04 03 77 23

Voorbereidende actie — Reactivate — Programma voor mobiliteit binnen de EU voor werklozen van 35 jaar en ouder.

1,1

3 000 000

1 500 000

         

04 03 77 24

Proefproject — Hoogwaardige werkgelegenheid voor intreders op de arbeidsmarkt via ondernemerschap

1,1

700 000

350 000

         
 

Artikel 04 03 77 — Subtotaal

 

4 400 000

5 950 000

3 500 000

7 328 305

2 725 871,98

7 118 335,19

119,64

 

Hoofdstuk 04 03 — Totaal

 

253 802 800

208 080 000

249 375 800

198 518 688

244 319 460,32

204 473 915,99

98,27

04 03 01

Prerogatieven en specifieke bevoegdheden

04 03 01 01

Vooroverleg met vakorganisaties

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

452 800

350 000

444 800

315 402

434 927,86

308 764,36

Toelichting

Oude post 04 03 01 01 en artikel 01 02 01 (ten dele)

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor voorbereidende vergaderingen van vertegenwoordigers van de Europese vakorganisaties ter vergemakkelijking van hun meningsvorming en om hun standpunten over de ontwikkeling van de beleidslijnen van de Unie nader tot elkaar te kunnen brengen.

Dit krediet dient ook ter dekking van de kosten van studies, workshops, conferenties, analysen, evaluaties, publicaties, technische bijstand, de aankoop en het onderhoud van databases en software en de medefinanciering en ondersteuning van maatregelen in verband met de monitoring van de economie, de analyse van gecombineerde maatregelen en de coördinatie van het economische beleid.

Rechtsgronden

Taak die voortvloeit uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel vlak, zoals bedoeld in artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

04 03 01 03

Vrij verkeer van werknemers, coördinatie van de socialezekerheidsstelsels en maatregelen ten behoeve van migranten, met inbegrip van migranten uit niet-lidstaten

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

8 589 000

6 200 000

8 000 000

5 482 852

6 784 571,38

5 805 385,34

Toelichting

De doelstelling van deze activiteit is het bevorderen van de geografische en beroepsmobiliteit (met inbegrip van de coördinatie van socialezekerheidsstelsels) van werknemers in Europa teneinde de belemmeringen voor vrij verkeer voor werknemers weg te nemen en een werkelijke arbeidsmarkt op Europees niveau tot stand te brengen. Zij kan ook worden gebruikt ter ondersteuning van de integratie van legale arbeidsmigranten, waaronder uit derde landen, op de Europese arbeidsmarkt.

Dit krediet is bedoeld ter dekking van acties ter ondersteuning van het toezicht op de naleving van de Uniewetgeving, door het financieren van een netwerk van deskundigen inzake vrij verkeer van werknemers en sociale zekerheid dat regelmatig verslag uitbrengt over de tenuitvoerlegging van rechtshandelingen van de Unie in de lidstaten en op Unieniveau, en de belangrijkste trends in wetgeving van de lidstaten analyseert ten aanzien van het vrije verkeer van werknemers en de coördinatie van socialezekerheidsstelsels. Dit krediet is eveneens bedoeld ter dekking van acties ter ondersteuning van de governance van rechtshandelingen van de Unie door vergaderingen van de comités, bewustmakingsacties en tenuitvoerlegging, en andere specifieke technische bijstand en de ontwikkeling van de EESSI (Electronic exchange of social security information) en de tenuitvoerlegging daarvan.

Dit krediet dient ter dekking van met name:

 

de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de doelstellingen van het programma of de maatregelen die onder deze post vallen, en alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand, waarbij geen sprake is van overheidstaken, die door de Commissie is uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc;

 

analyse en beoordeling van de overheersende tendensen in de wetgeving van de lidstaten betreffende het vrije verkeer van werknemers, en de coördinatie van socialezekerheidsstelsels, alsmede de financiering van deskundigennetwerken op die gebieden;

 

analyse van en onderzoek naar nieuwe beleidsontwikkelingen op het gebied van het vrije verkeer van werknemers, bijvoorbeeld in verband met het aflopen van overgangsperiodes en de modernisering van bepalingen inzake de coördinatie van socialezekerheidsstelsels;

 

het garanderen van eerlijke mobiliteit door het opzetten van aanvullende informatiecentra,

 

steun voor het werk van de Administratieve Commissie en haar subgroepen, en follow-up van de genomen besluiten, alsmede steun voor het werk van het Technisch Comité en het Raadgevend Comité voor het vrije verkeer van werknemers;

 

steun voor acties ter voorbereiding van de toepassing van de nieuwe verordeningen inzake sociale zekerheid, waaronder transnationale uitwisselingen van ervaringen en informatie, alsook op nationaal niveau ontwikkelde opleidingsinitiatieven;

 

financiering van acties die tot doel hebben de dienstverlening aan en de bewustmaking van het publiek te verbeteren, inclusief maatregelen die een inventarisering van de problemen inzake de sociale zekerheid en werkgelegenheid van migrerende werknemers beogen, alsmede acties ter versnelling en vereenvoudiging van de administratieve procedures, het op genderbewuste wijze analyseren van de belemmeringen voor het vrije verkeer van werknemers en het gebrek aan coördinatie van socialezekerheidsstelsels en de gevolgen daarvan voor mensen met een handicap, inclusief de aanpassing van administratieve procedures aan de nieuwe informatieverwerkingstechnieken, ter verbetering van de regelingen voor de verwerving van rechten en de vaststelling en de betaling van de uitkeringen die voortvloeien uit Verordeningen (EEG) nr. 1408/71 en (EEG) nr. 574/72, Verordening (EG) nr. 859/2003, alsook Verordening (EG) nr. 883/2004, de uitvoeringsverordening daarvan (Verordening (EG) nr. 987/2009) en Verordening (EU) nr. 1231/2010,

 

ontwikkeling van informatie en acties om de burgers bewust te maken van hun rechten inzake vrij verkeer van werknemers en de coördinatie van socialezekerheidsstelsels;

 

ondersteuning van de elektronische uitwisseling van socialezekerheidsinformatie tussen lidstaten, ter vergemakkelijking van de tenuitvoerlegging van Verordening (EG) nr. 883/2004 en van de verordening tot vaststelling van de wijze van toepassing van die Verordening (EG) nr. 987/2009). Dit omvat ook het onderhoud van de centrale node van het EESSI-systeem, het testen van componenten van het systeem, helpdeskactiviteiten, ondersteuning van de verdere ontwikkeling van het systeem en de opleiding.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, met name de artikelen 45 en 48.

Verordening (EEG) nr. 1408/71 van de Raad van 14 juni 1971 betreffende de toepassing van de socialezekerheidsregelingen op werknemers en zelfstandigen, alsmede op hun gezinsleden, die zich binnen de Gemeenschap verplaatsen (PB L 149 van 5.7.1971, blz. 2).

Verordening (EEG) nr. 574/72 van de Raad van 21 maart 1972 tot vaststelling van de wijze van toepassing van Verordening (EEG) nr. 1408/71, betreffende de toepassing van de socialezekerheidsregelingen op loontrekkenden, zelfstandigen en hun gezinnen, die zich binnen de Gemeenschap verplaatsen (PB L 74 van 27.3.1972, blz. 1).

Richtlijn 98/49/EG van de Raad van 29 juni 1998 betreffende de bescherming van de rechten op aanvullend pensioen van werknemers en zelfstandigen die zich binnen de Gemeenschap verplaatsen (PB L 209 van 25.7.1998, blz. 46).

Verordening (EG) nr. 859/2003 van de Raad van 14 mei 2003 tot uitbreiding van de bepalingen van Verordening (EEG) nr. 1408/71 en Verordening (EEG) nr. 574/72 tot de onderdanen van derde landen die enkel door hun nationaliteit nog niet onder deze bepalingen vallen (PB L 124 van 20.5.2003, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 883/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 betreffende de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels (PB L 166 van 30.4.2004, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 987/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 16 september 2009 tot vaststelling van de wijze van toepassing van Verordening (EG) nr. 883/2004 betreffende de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels (PB L 284 van 30.10.2009, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 1231/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 tot uitbreiding van Verordening (EG) nr. 883/2004 en Verordening (EG) nr. 987/2009 tot onderdanen van derde landen die enkel door hun nationaliteit nog niet onder deze verordeningen vallen (PB L 344 van 29.12.2010, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 492/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 5 april 2011 betreffende het vrije verkeer van werknemers binnen de Unie (PB L 141 van 27.5.2011, blz. 1).

04 03 01 04

Analyse en studies betreffende de sociale situatie, demografie en gezin

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

4 118 000

2 800 000

4 000 000

2 697 911

3 240 574,44

1 823 011,42

Toelichting

Het doel van deze activiteit is het bevorderen van betere beleidsreacties in de lidstaten op demografische en sociale uitdagingen door middel van het produceren en verspreiden van vergelijkende informatie in de context van de tenuitvoerlegging van de Europa 2020-strategie, en door het identificeren van toekomstige prioriteiten voor sociaal beleid, met inbegrip van genderspecifieke maatregelen.

Dit krediet is bedoeld ter dekking van acties ter bevordering van de ontwikkeling van vergelijkende analyse en de uitwisseling van gezichtspunten en ervaringen op alle relevante niveaus (regionaal, nationaal, Unie en internationaal) met betrekking tot de sociale en demografische situatie, de sociaal-economische trends in de Unie evenals de genderloonkloof en de discriminatie van vrouwen op de werkplek. Dit krediet is eveneens bedoeld ter dekking van de acties ter ondersteuning van een Waarnemingscentrum voor de sociale situatie, de samenwerking op het gebied van relevante activiteiten in de lidstaten en met internationale organisaties, en het beheer van een groep voor technische ondersteuning voor de Europese Alliantie voor het gezin.

Dit krediet is bedoeld ter dekking van met name uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de doelstelling van het programma of de maatregelen die onder deze post vallen, en alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand, waarbij geen sprake is van overheidstaken, die door de Commissie is uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc.

Dit krediet is bedoeld ter dekking van met name uitgaven voor verslagen van de Commissie, (waaronder een jaarlijks verslag over de sociale situatie en een tweejaarlijks verslag over demografische veranderingen en de gevolgen daarvan overeenkomstig artikel 159 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU)), alsmede verslagen van de Commissie over problemen betreffende de sociale situatie (die kunnen worden verlangd door het Europees Parlement uit hoofde van artikel 161 VWEU).

Dit krediet is eveneens bedoeld ter dekking van uitgaven voor analysen ten behoeve van de in het VWEU bedoelde verslagen, alsmede voor de verspreiding van kennis betreffende belangrijke sociale en demografische uitdagingen. Met name kunnen de volgende activiteiten worden nagestreefd, waarbij voldoende rekening moet worden gehouden met het genderaspect:

 

de analyse van het effect van de vergrijzing van de bevolking in het kader van een „samenleving voor alle leeftijden”, met betrekking tot ontwikkeling van de behoeften op het gebied van zorg en sociale bescherming, het gedrag en het flankerende beleid, en met inbegrip van onderzoek betreffende ouderen bij minderheden of migranten en de situatie van mantelzorgers;

 

de analyse van de gevolgen van demografische veranderingen op beleid, maatregelen en programma's van de Unie en de lidstaten, en het formuleren van aanbevelingen voor aanpassingen in het economisch beleid en andere beleidsmaatregelen en -programma's op Unie- en nationaal niveau, teneinde negatieve gevolgen van de vergrijzing te voorkomen;

 

analyse van de verbanden tussen de gezinnen en de demografische trends;

 

analyse van de trends inzake armoede, inkomen en verdeling van de rijkdom en de bredere gevolgen daarvan voor de samenleving;

 

vaststelling van de bestaande verbanden tussen de technologische ontwikkeling (impact op de communicatietechnologieën, de geografische en de beroepsmobiliteit) en de gevolgen voor de gezinnen en de maatschappij in haar geheel;

 

de analyse van de band tussen handicap en demografische trends, analyse van de sociale situatie van personen met een handicap en hun gezinnen en de behoeften van kinderen met een handicap binnen hun gezinnen en gemeenschappen;

 

de analyse van de ontwikkeling van de sociale vraag (wat het behoud of de vermeerdering van verworven rechten betreft) zowel ten aanzien van goederen als ten aanzien van diensten, rekening houdend met zowel de nieuwe maatschappelijke uitdagingen als de demografische ontwikkelingen en de verandering van de verhoudingen tussen de generaties;

 

de ontwikkeling van passende methodologische instrumenten (reeksen sociale indicatoren, simulatietechnieken, gegevensverzameling over beleidsinitiatieven op alle niveaus enz.) om de verslagen over de sociale situatie, sociale bescherming en sociale integratie kwantitatief en wetenschappelijk stevig te onderbouwen;

 

bewustmaking van en organisatie van debatten over de belangrijke maatschappelijke en demografische uitdagingen, teneinde betere beleidsmaatregelen te bevorderen;

 

aandacht voor demografische trends, het gezinsleven en het kind bij de uitvoering van het desbetreffende EU-beleid, zoals het vrije verkeer van personen en de gelijke behandeling van mannen en vrouwen.

Referentiebesluiten

Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, met name de artikelen 159 en 161.

04 03 01 05

Voorlichtings- en opleidingsmaatregelen ten behoeve van werknemersorganisaties

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

18 758 200

16 500 000

18 257 000

12 793 321

18 619 000,—

17 460 215,95

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van voorlichtings- en opleidingsactiviteiten ten behoeve van werknemersorganisaties, waaronder de werknemersorganisaties in de kandidaat-lidstaten, voortvloeiend uit maatregelen van de Unie in het kader van de tenuitvoerlegging van de sociale dimensie van de Unie. Deze maatregelen moeten de werknemersorganisaties helpen een bijdrage te leveren aan de aanpak van de overkoepelende uitdagingen voor de werkgelegenheid in Europa en het Europese sociale beleid zoals vastgesteld in de Europa 2020-strategie en de sociale agenda, in de context van de initiatieven van de Unie om de gevolgen van de economische crisis het hoofd te bieden. Er zal speciale aandacht worden besteed aan opleidingsactiviteiten inzake uitdagingen op het werk op het gebied van gender.

Dit krediet dient ter dekking van met name:

 

ondersteuning van de werkprogramma's van de twee vakbondsinstellingen ETUI (European Trade Union Institute) en EZA (European Centre for Workers' Questions), die zijn opgericht ter bevordering van capaciteitsopbouw door middel van opleiding en onderzoek op Europees niveau om de participatie van werknemersvertegenwoordigers bij het besluitvormingsproces te versterken;

 

voorlichtings- en opleidingsactiviteiten ten behoeve van werknemersorganisaties, waaronder de werknemersorganisaties in de kandidaat-lidstaten, bij de tenuitvoerlegging van de maatregelen van de Unie in het kader van de sociale dimensie;

 

maatregelen waarbij vertegenwoordigers van de sociale partners in de kandidaat-lidstaten betrokken zijn, met het specifieke doel de sociale dialoog op het niveau van de Unie te bevorderen. Tevens dient het om de gelijkwaardige deelname van vrouwen en mannen in de besluitvormingsorganen van zowel vakbonden als werkgeversorganisaties te bevorderen.

Rechtsgronden

Taak die voortvloeit uit de specifieke bevoegdheden die krachtens het artikel 154 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie rechtstreeks aan de Commissie worden toegekend.

Overeenkomst gesloten in 1959 tussen de Hoge Autoriteit van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal en het Internationaal Centrum voor informatie betreffende arbeidsveiligheid en -hygiëne van het Internationaal Arbeidsbureau.

Richtlijn 89/391/EEG van de Raad van 12 juni 1989 betreffende de tenuitvoerlegging van maatregelen ter bevordering van de verbetering van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers op het werk (PB L 183 van 29.6.1989, blz. 1), en de desbetreffende bijzondere richtlijnen.

Richtlijn 92/29/EEG van de Raad van 31 maart 1992 betreffende de minimumvoorschriften inzake veiligheid en gezondheid ter bevordering van een betere medische hulpverlening aan boord van schepen (PB L 113 van 30.4.1992, blz. 19).

04 03 01 06

Voorlichting, raadpleging en participatie van de vertegenwoordigers van ondernemingen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

7 313 000

6 400 000

7 116 000

3 481 176

7 175 017,90

6 257 385,05

Toelichting

Dit krediet dient ter financiering van acties, met name :

 

acties voor een grotere betrokkenheid van werknemers in ondernemingen, om de tenuitvoerlegging te bevorderen van Richtlijn 2009/38/EG betreffende de Europese ondernemingsraden, de Richtlijnen 2001/86/EG en 2003/72/EG betreffende de betrokkenheid van de werknemers in de Europese vennootschap respectievelijk de Europese coöperatieve vennootschap, Richtlijn 2002/14/EG tot instelling van een algemeen kader betreffende de informatie en de raadpleging van de werknemers in de Europese Gemeenschap, Richtlijn 98/59/EG inzake collectief ontslag en artikel 16 van Richtlijn 2005/56/EG betreffende grensoverschrijdende fusies van kapitaalvennootschappen;

 

maatregelen ter versterking van de transnationale samenwerking tussen werknemers- en werkgeversvertegenwoordigers inzake voorlichting, raadpleging en participatie van werknemers in ondernemingen die in meer dan één lidstaat actief zijn. Korte trainingen voor onderhandelaars en vertegenwoordigers in transnationale informatie-, raadplegings- en participatieorganen kunnen in dit kader worden gefinancierd. Ook de sociale partners uit de kandidaat-lidstaten komen in aanmerking;

 

maatregelen die het sociale partners mogelijk maken hun rechten en plichten ten aanzien van de inspraak van werknemers uit te oefenen, in het bijzonder in Europese ondernemingsraden en in kmo's, om hen vertrouwd te maken met transnationale bedrijfsovereenkomsten en meer samen te werken op het gebied van de naleving van het Unierecht betreffende de inspraak van werknemers;

 

maatregelen ter bevordering van de actieve betrokkenheid van werknemers in ondernemingen en ter beoordeling van de bevindingen van de geschiktheidscontrole en de gevolgen ervan voor Uniehandelingen op het gebied van voorlichting en raadpleging van werknemers;

 

innovatieve acties met betrekking tot de rol van werknemers, met het oog op ondersteuning van het anticiperen op verandering en de preventie en oplossing van geschillen in de context van herstructureringen, fusies, overnames en verplaatsingen bij ondernemingen en groepen van ondernemingen op Unieschaal;

 

maatregelen ter stimulering van de samenwerking tussen de sociale partners voor de ontwikkeling van de betrokkenheid van werknemers bij het zoeken naar oplossingen voor de gevolgen van de economische crisis, zoals massale ontslagen, of de noodzaak van een overschakeling naar een inclusieve, duurzame en koolstofarme economie;

 

transnationale uitwisseling van informatie en goede praktijken in aangelegenheden die van belang zijn voor het sociale overleg op bedrijfsniveau.

Rechtsgronden

Taak die voortvloeit uit de specifieke bevoegdheden die krachtens het artikel 154 en 155 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie rechtstreeks aan de Commissie worden toegekend.

Overeenkomst gesloten in 1959 tussen de Hoge Autoriteit van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal en het Internationaal Centrum voor informatie betreffende arbeidsveiligheid en -hygiëne van het Internationaal Arbeidsbureau.

Richtlijn 97/74/EG van de Raad van 15 december 1997 betreffende de uitbreiding tot het Verenigd Koninkrijk van Richtlijn 94/45/EG inzake de instelling van een Europese ondernemingsraad of van een procedure in ondernemingen of concerns met een communautaire dimensie ter informatie en raadpleging van de werknemers (PB L 10 van 16.1.1998, blz. 22).

Richtlijn 98/59/EG van de Raad van 20 juli 1998 betreffende de aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake collectief ontslag (PB L 225 van 12.8.1998, blz. 16).

Richtlijn 2001/23/EG van de Raad van 12 maart 2001 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten betreffende het behoud van de rechten van de werknemers bij overgang van ondernemingen, vestigingen of onderdelen van ondernemingen of vestigingen (PB L 82 van 22.3.2001, blz. 16).

Richtlijn 2001/86/EG van de Raad van 8 oktober 2001 tot aanvulling van het statuut van de Europese vennootschap met betrekking tot de rol van de werknemers (PB L 294 van 10.11.2001, blz. 22).

Richtlijn 2002/14/EG van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2002 tot vaststelling van een algemeen kader betreffende de informatie en de raadpleging van de werknemers in de Europese Gemeenschap (PB L 80 van 23.3.2002, blz. 29).

Richtlijn 2003/72/EG van de Raad van 22 juli 2003 tot aanvulling van het statuut van een Europese coöperatieve vennootschap met betrekking tot de rol van de werknemers (PB L 207 van 18.8.2003, blz. 25).

Richtlijn 2005/56/EG van het Europees Parlement en de Raad van 26 oktober 2005 betreffende grensoverschrijdende fusies van kapitaalvennootschappen (PB L 310 van 25.11.2005, blz. 1).

Richtlijn 2009/38/EG van het Europees Parlement en de Raad van 6 mei 2009 inzake de instelling van een Europese ondernemingsraad of van een procedure in ondernemingen of concerns met een communautaire dimensie ter informatie en raadpleging van de werknemers (PB L 122 van 16.5.2009, blz. 28).

04 03 01 07

Europees Jaar voor Actief Ouder Worden en Solidariteit tussen de Generaties (2012)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

74 410,—

Toelichting

Het Europees Jaar voor Actief Ouder Worden en Solidariteit tussen de Generaties had tot doel het algemene bewustzijn van de waarde van actief ouder worden te vergroten, het debat te stimuleren, informatie uit te wisselen en het van elkaar leren tussen lidstaten en belanghebbenden op alle niveaus te ontwikkelen, een kader te bieden voor engagement en concrete actie om de Unie, de lidstaten en de belanghebbenden op alle niveaus in staat te stellen vernieuwende oplossingen, beleidsmaatregelen en langetermijnstrategieën te ontwikkelen door middel van specifieke activiteiten, en specifieke doelstellingen in verband met actief ouder worden en de solidariteit tussen de generaties na te streven, en activiteiten aan te moedigen die helpen discriminatie op grond van leeftijd te bestrijden.

Dit krediet dient ter dekking, op het niveau van de Unie, van activiteiten die met de doelstellingen van het Europees Jaar voor Actief Ouder Worden en Solidariteit tussen de Generaties stroken, alsmede ter dekking van de kosten in verband met de organisatie van de afsluitende EU-conferentie door het fungerende voorzitterschap. Een deel van dit krediet dient daarnaast ter dekking van de kosten in verband met de evaluatie van het Europees Jaar voor Actief Ouder Worden en Solidariteit tussen de Generaties.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte en met name artikel 82 en Protocol nr. 32, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van overeenkomstige kredieten en tot uitvoering van de bijlage van de Europese Economische Ruimte bij dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Besluit nr. 940/2011/EU van het Europees Parlement en de Raad van 14 september 2011 betreffende het Europees Jaar voor actief ouder worden en solidariteit tussen de generaties (2012) (PB L 246 van 23.9.2011, blz. 5).

04 03 01 08

Arbeidsverhoudingen en sociale dialoog

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

15 775 000

12 300 000

15 641 000

8 876 998

17 381 319,83

12 582 989,26

Toelichting

De doelstelling van deze activiteit is de rol van het sociale overleg te versterken en de vaststelling van overeenkomsten en andere gezamenlijke acties tussen de sociale partners op Unieniveau te bevorderen. De gefinancierde acties dienen de organisaties van sociale partners te helpen de horizontale uitdagingen aan te gaan waarmee de Europese werkgelegenheid en het sociale beleid zoals vervat in de Europa 2020-strategie worden geconfronteerd, alsmede om in de context van initiatieven van de Unie de gevolgen van de economische crisis aan te pakken en bij te dragen aan de verbetering en verspreiding van kennis inzake de institutionele en praktische aspecten van arbeidsverhoudingen.

Dit krediet strekt er met name toe de volgende activiteiten te omvatten:

 

studies, raadplegingen, vergaderingen van deskundigen, onderhandelingen, voorlichting, publicaties en andere activiteiten die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van bovengenoemde doelstelling of de maatregelen die onder deze post vallen, en alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand, waarbij geen sprake is van overheidstaken, die door de Commissie is uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc;

 

acties van de sociale partners met het oog op de bevordering van het sociale overleg (met inbegrip van competenties van de sociale partners) op sectoraal en intersectoraal niveau;

 

acties ter bevordering van kennis inzake de institutionele en praktische aspecten van arbeidsverhoudingen in de EU en verspreiding van de resultaten;

 

maatregelen waarbij vertegenwoordigers van de sociale partners in de kandidaat-lidstaten worden betrokken met het specifieke oogmerk het sociale overleg op het niveau van de Unie te bevorderen. De bedoeling is tevens de gelijke participatie van vrouwen en mannen in de besluitvormingsorganen van zowel vakbonden als werkgeversorganisaties te bevorderen;

 

acties ter ondersteuning van maatregelen inzake arbeidsverhoudingen die met name gericht zijn op de ontwikkeling van deskundigheid en de uitwisseling van voor de ganse Unie relevante informatie.

Rechtsgronden

Taak die voortvloeit uit de specifieke bevoegdheden die krachtens de artikelen 154 en 155 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie rechtstreeks aan de Commissie worden toegekend.

04 03 02

Programma van de Europese Unie voor werkgelegenheid en sociale innovatie (EaSI)

04 03 02 01

Progress — Ondersteuning van de ontwikkeling, tenuitvoerlegging, monitoring en evaluatie van het werkgelegenheids- en sociaal beleid van de Unie en van de regelgeving inzake arbeidsomstandigheden

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

74 681 600

38 850 000

72 494 000

22 666 588

65 278 249,91

9 956 784,59

Toelichting

De algemene doelstelling van het programma van de Europese Unie voor werkgelegenheid en sociale innovatie (EaSI) is bij te dragen tot de uitvoering van de Europa 2020-strategie en de gerelateerde kerndoelen inzake werkgelegenheid, onderwijs en de bestrijding van armoede, door financiële ondersteuning te verlenen voor de verwezenlijking van de doelstellingen van de Unie.

Teneinde de algemene doelstellingen van het EaSI in termen van het bevorderen van een hoog werkgelegenheidsniveau, het garanderen van adequate sociale bescherming, het bestrijden van sociale uitsluiting en armoede, het verbeteren van de arbeidsomstandigheden en de bescherming van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers te verwezenlijken, zijn de specifieke doelstellingen van de Progress-pijler:

 

hoogwaardige vergelijkbare analytische kennis ontwikkelen en verspreiden om ervoor te zorgen dat het werkgelegenheids- en sociaal beleid en de wetgeving inzake arbeidsomstandigheden en gezondheid en veiligheid op het werk zijn gebaseerd op betrouwbare gegevens en zijn afgestemd op de behoeften, uitdagingen en omstandigheden in de afzonderlijke lidstaten en de andere deelnemende landen;

 

doeltreffende en inclusieve informatie-uitwisseling, van elkaar leren en dialoog over het werkgelegenheids- en sociaal beleid en de wetgeving inzake arbeidsomstandigheden en gezondheid en veiligheid op het werk op Europees, nationaal en internationaal niveau bevorderen om de lidstaten en de andere deelnemende landen te helpen bij de ontwikkeling van hun beleid en de uitvoering van de wetgeving van de Unie;

 

beleidsmakers financiële steun bieden om hervormingen van het sociaal en arbeidsmarktbeleid te bevorderen, de capaciteit van de belangrijkste actoren voor het ontwikkelen en uitvoeren van sociale experimenten vergroten, en de relevante kennis en deskundigheid toegankelijk maken;

 

de tenuitvoerlegging van de Europese richtsnoeren en aanbevelingen voor de werkgelegenheid controleren en evalueren, toezien op hun effecten, met name door middel van het gezamenlijk verslag over de werkgelegenheid, en de wisselwerking tussen de EWS en het algemene economische en sociale beleid bestuderen;

 

Europese en nationale organisaties financiële steun bieden om de uitvoering van het werkgelegenheids- en sociaal beleid en de wetgeving inzake arbeidsomstandigheden en gezondheid en veiligheid op het werk te ontwikkelen, te stimuleren en te ondersteunen;

 

de bewustwording vergroten, goede werkwijzen uitwisselen, informatie verspreiden en de discussie — ook tussen de sociale partners — over de belangrijkste uitdagingen en beleidskwesties in verband met de arbeidsomstandigheden, gendergelijkheid, de veiligheid en de gezondheid op het werk, het combineren van werk en gezinsleven en de vergrijzende samenleving bevorderen;

 

stimuleren van het scheppen van nieuwe banen, bevordering van jeugdwerkgelegenheid en bestrijding van armoede door sociale convergentie te versterken, met behulp van een sociaal keurmerk.

Daarnaast kan steun worden verleend voor acties in verband met de tenuitvoerlegging van de gemeenschappelijke bepalingen van EaSI, zoals monitoring, evaluatie, verspreiding van resultaten en communicatie. Artikel 16 van Verordening (EU) nr. 1296/2013 beschrijft de soorten activiteiten die gefinancierd kunnen worden.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Eventuele inkomsten uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten en, indien van toepassing, potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan EU-programma’s, die worden opgevoerd onder post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1296/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 betreffende een programma van de Europese Unie voor werkgelegenheid en sociale innovatie („EaSi”) en tot wijziging van Besluit nr. 283/2010/EU tot instelling van een Europese Progress-microfinancieringsfaciliteit voor werkgelegenheid en sociale insluiting (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 238).

04 03 02 02

Eures — Het bevorderen van de vrijwillige geografische mobiliteit van werknemers en het vergroten van arbeidskansen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

22 061 000

14 300 000

21 392 000

9 424 939

21 439 000,—

4 512 200,37

Toelichting

De algemene doelstelling van het programma van de Europese Unie voor werkgelegenheid en sociale innovatie (EaSI) is bij te dragen tot de uitvoering van de Europa 2020-strategie en de gerelateerde kerndoelen inzake werkgelegenheid, onderwijs en de bestrijding van armoede, door financiële ondersteuning te verlenen voor de verwezenlijking van de doelstellingen van de Unie.

EaSI is opgebouwd rond de volgende drie complementaire pijlers: Progress, Eures, en Microfinanciering en sociaal ondernemerschap.

Teneinde de algemene doelstellingen van het EaSI te verwezenlijken, en met name de geografische mobiliteit van werknemers te bevorderen en arbeidskansen te vergroten door arbeidsmarkten van de Unie te ontwikkelen die open en voor iedereen toegankelijk zijn, zijn de specifieke doelstellingen van de Eures-pijler:

 

ervoor zorgen dat aanvragen om en aanbiedingen van werk en alle gerelateerde informatie transparant zijn voor werkzoekenden en werkgevers; dit wordt bereikt door deze uit te wisselen en te verspreiden op transnationaal, interregionaal en grensoverschrijdend niveau door middel van standaard-interoperabiliteitsformulieren;

 

ervoor helpen zorgen dat vacatures en mobiliteitsopties op Europees niveau gelijktijdig met nationale vacatures en werkaanvragen worden aangekondigd en niet alleen nadat plaatselijke of nationale mogelijkheden zijn uitgeput;

 

diensten voor de aanwerving en plaatsing van werknemers ontwikkelen door het tot elkaar brengen en de compensatie van aanbiedingen van en aanvragen om werk op Unie-niveau; dit heeft betrekking op alle fasen van de bemiddeling, van de voorbereiding voor de werving tot steun na plaatsing, met inbegrip van opties voor de ontwikkeling van de talenkennis, met als doel werkzoekenden te helpen succesvol te integreren op de arbeidsmarkt; deze diensten omvatten gerichte mobiliteitsregelingen om vacatures te vervullen waar de arbeidsmarkt tekortkomingen vertoont en/of om bepaalde groepen werknemers zoals jongeren te helpen.

 

hulp bieden voor ondersteunende activiteiten die op nationaal en grensoverschrijdend niveau door de Eures-partners in grensregio's worden georganiseerd;

 

initiële scholing en bijscholing van de Eures-adviseurs in de lidstaten;

 

contacten tussen de Eures-adviseurs en samenwerking tussen de openbare diensten voor arbeidsvoorziening, inclusief die in de kandidaat-lidstaten;

 

bevordering van de bekendheid van Eures bij ondernemingen en het publiek;

 

ontwikkeling van specifieke samenwerkings- en dienstenstructuren in de grensgebieden, overeenkomstig artikel 17, lid 1, onder b), van Verordening (EEG) nr. 1612/68;

 

maatregelen om belemmeringen van de mobiliteit uit de weg te ruimen, met name op het gebied van werkgerelateerde sociale zekerheid.

Dit programma moet ook de selectie en plaatsing van jongeren met een leercontract en stagiairs vereenvoudigen, wat immers cruciaal is voor een vlotte overgang voor jonge mensen van school naar een baan, zoals dat al begonnen is met de voorbereidende actie „Je eerste Eures-baan”, dat een vervolg heeft gekregen in het jongerenwerkgelegenheidsinitiatief (YEI). Bedrijven, en met name het kmo's, zullen worden aangemoedigd om meer jongeren aan te nemen, met name door middel van financiële steun.

Doelgroepen:

 

jongeren tot 30 jaar, ongeacht hun kwalificaties en werkervaring, aangezien de regeling niet enkel is bedoeld voor nieuwkomers op de arbeidsmarkt;

 

alle wettelijk gevestigde bedrijven, en met name kmo's, om hen te helpen de kosten van internationale aanwervingen te drukken, die met name kleinere bedrijven treffen.

Banen die voor subsidie uit hoofde van dit onderdeel van het programma in aanmerking komen, zullen stageplaatsen voor jongeren, eerste werkervaringen of gespecialiseerde banen omvatten. De regeling is niet bedoeld ter ondersteuning van vervanging van werkgelegenheid en onzeker werk, en is in geen geval in strijd met de nationale arbeidsregelgeving.

Om in aanmerking te komen voor financiering, moeten de banen eveneens voldoen aan de volgende criteria:

 

ze moeten gevestigd zijn in een land dat lid is van Eures en dat niet het land van oorsprong is van de jonge werkzoekende (transnationale vacatures);

 

de duur van het contract bedraagt minimaal zes maanden.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Daarnaast kan steun worden verleend voor acties in verband met de tenuitvoerlegging van de gemeenschappelijke bepalingen van EaSI, zoals monitoring, evaluatie, verspreiding van resultaten en communicatie. Artikel 21 van Verordening (EU) nr. 1296/2013 beschrijft de soorten activiteiten die gefinancierd kunnen worden.

Rechtsgronden

Verordening (EEG) nr. 1612/68 van de Raad van 15 oktober 1968 betreffende het vrije verkeer van werknemers binnen de Gemeenschap (PB L 257 van 19.10.1968, blz. 2).

Beschikking 2003/8/EG van de Commissie van 23 december 2002 tot uitvoering van Verordening (EEG) nr. 1612/68 van de Raad voor wat betreft het tot elkaar brengen en de compensatie van aanbiedingen van en aanvragen om werk (PB L 5 van 10.1.2003, blz. 16).

Verordening (EU) nr. 492/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 5 april 2011 betreffende het vrije verkeer van werknemers binnen de Unie (PB L 141 van 27.5.2011, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 1296/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 betreffende een programma van de Europese Unie voor werkgelegenheid en sociale innovatie („EaSi”) en tot wijziging van Besluit nr. 283/2010/EU tot instelling van een Europese Progress-microfinancieringsfaciliteit voor werkgelegenheid en sociale insluiting (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 238).

04 03 02 03

Microfinanciering en sociaal ondernemerschap — Verbetering van de toegang tot en de beschikbaarheid van financiering voor natuurlijke en rechtspersonen, met name voor wie het verst van de arbeidsmarkt af staat, en sociale ondernemingen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

25 624 200

17 000 000

26 457 000

11 815 018

28 500 200,—

0,—

Toelichting

De algemene doelstelling van het programma van de Europese Unie voor werkgelegenheid en sociale innovatie (EaSI) is bij te dragen tot de uitvoering van de Europa 2020-strategie en de gerelateerde kerndoelen inzake werkgelegenheid, onderwijs en de bestrijding van armoede, door financiële ondersteuning te verlenen voor de verwezenlijking van de doelstellingen van de Unie.

EaSI is opgebouwd rond de volgende drie complementaire pijlers: Progress, Eures, en Microfinanciering en sociaal ondernemerschap.

Teneinde de algemene doelstellingen van het EaSI te verwezenlijken, en met name de werkgelegenheid en sociale integratie te bevorderen door het verbeteren van de beschikbaarheid en toegankelijkheid van microfinanciering voor kwetsbare groepen en micro-ondernemingen en door het verbeteren van de toegang tot financiering voor sociale ondernemingen, zijn de specifieke doelstellingen van de pijler Microfinanciering en sociaal ondernemerschap:

 

de toegang tot en beschikbaarheid van microfinanciering verbeteren voor personen die hun baan verloren hebben of dreigen te verliezen of die moeilijk toegang krijgen tot of kunnen terugkeren op de arbeidsmarkt, alsook personen die met sociale uitsluiting worden bedreigd of kwetsbare personen, waaronder vrouwen die een loopbaan als ondernemer willen starten, die qua toegang tot de traditionele kredietmarkt in een nadelige positie verkeren en die hun eigen micro-onderneming wensen op te richten of uit te breiden; en ook voor bestaande micro-ondernemingen, met name die waar dergelijke personen in dienst zijn;

 

de institutionele capaciteit van microkredietverstrekkers opbouwen;

 

de ontwikkeling van sociale ondernemingen ondersteunen.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Eventuele inkomsten uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten en, indien van toepassing, potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan EU-programma’s, die worden opgevoerd onder post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

Terugbetalingen van financiële instrumenten uit hoofde van artikel 140, lid 6, van het Financieel Reglement, met inbegrip van terugbetaling van kapitaal, vrijgegeven garanties, en terugbetaling van de hoofdsom van leningen, die aan de Commissie worden terugbetaald en worden opgevoerd in post 6 3 4 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding zijn tot verstrekking van aanvullende kredieten overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder i), van het Financieel Reglement.

Een deel van de kredieten is bestemd voor het verlenen van ondersteuning van en technische bijstand aan ontvangers van microfinanciering.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1296/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 betreffende een programma van de Europese Unie voor werkgelegenheid en sociale innovatie („EaSi”) en tot wijziging van Besluit nr. 283/2010/EU tot instelling van een Europese Progress-microfinancieringsfaciliteit voor werkgelegenheid en sociale insluiting (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 238).

04 03 11

Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

20 360 000

20 360 000

20 371 000

20 371 000

20 562 432,46

20 562 088,82

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de administratieve en personeelsuitgaven van de Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden (Eurofound) (titels 1 en 2) en van de beleidsuitgaven voor het werkprogramma (titel 3).

Eurofound stelt het Europees Parlement en de Raad in kennis van elke kredietoverschrijving tussen administratieve en beleidsuitgaven.

De bijdrage van de Unie bedraagt voor 2016 in totaal 20 371 000 EUR. Een bedrag van 11 000 EUR afkomstig van de terugvordering van overschotten is toegevoegd aan het op de begroting opgevoerde bedrag van 20 360 000 EUR.

Een deel van dit krediet is bestemd voor de werkzaamheden van het Europees Waarnemingscentrum voor het veranderingsproces (EWVP), dat is opgericht overeenkomstig het besluit van de Europese Raad van Nice van 7, 8 en 9 december 2000, en dat tot doel heeft de technologische, sociale (in het bijzonder demografische) en economische ontwikkelingen te begrijpen en te anticiperen en er een adequaat antwoord op mogelijk te maken. Hiertoe wordt informatie van hoge kwaliteit vergaard, verwerkt en geanalyseerd.

Een deel van dit krediet is ook bestemd voor werkzaamheden op het gebied van drie voor het gezinsbeleid belangrijke onderwerpen:

 

gezinsvriendelijke beleidsmaatregelen op de arbeidsplaats (evenwicht tussen werk en gezinsleven, arbeidsomstandigheden enz.);

 

factoren die van invloed zijn op de situatie van gezinnen in sociale woningen (toegang van gezinnen tot goede huisvesting);

 

levenslange ondersteuning van gezinnen, bv. voor kinderopvang en andere kwesties die tot de bevoegdheden van de Stichting behoren.

Dit krediet dient ook ter dekking van de kosten van onderzoeken naar de effecten van nieuwe technologieën op de werkplek en op beroepsziekten.

De personeelsformatie van de Stichting is opgenomen in de bijlage „Personeel” bij deze afdeling.

Rechtsgronden

Verordening (EEG) nr. 1365/75 van de Raad van 26 mei 1975 betreffende de oprichting van een Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden (PB L 139 van 30.5.1975, blz. 1).

04 03 12

Europees Agentschap voor veiligheid en gezondheid op het werk

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

14 663 000

14 663 000

14 534 000

14 534 000

14 438 521,—

14 229 072,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de administratieve en personeelsuitgaven van het Agentschap (titels 1 en 2) en van de beleidsuitgaven voor het werkprogramma (titel 3).

Het Agentschap stelt het Europees Parlement en de Raad in kennis van elke kredietoverschrijving tussen administratieve en beleidsuitgaven.

Het Agentschap streeft ernaar aan de instellingen van de Unie, de lidstaten en de belanghebbende partijen technische, wetenschappelijke en economische informatie te verstrekken die nuttig is op het gebied van veiligheid en gezondheid op het werk. Er zal speciale aandacht worden besteed aan de genderaspecten op het gebied van gezondheid en veiligheid op het werk.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

De bijdrage van de Unie bedraagt voor 2016 in totaal 14 679 000 EUR. Een bedrag van 16 000 EUR afkomstig van de terugvordering van overschotten is toegevoegd aan het in de begroting opgevoerde bedrag van 14 663 000 EUR.

Dit krediet is bestemd voor acties die nodig zijn om de in Verordening (EG) nr. 2062/94 vastgestelde taken van het Agentschap uit te voeren, en met name:

 

anticiperende en voorlichtingsacties met bijzondere aandacht voor de kmo's;

 

de werking van de Europese waarnemingspost voor risico's op basis van voorbeelden van goede praktijken in ondernemingen of specifieke sectoren;

 

de voorbereiding en de verstrekking van passende instrumenten waarmee kleinere ondernemingen de gezondheid en de veiligheid op het werk kunnen beheren;

 

de werking van het netwerk, bestaande uit de belangrijkste samenstellende elementen van de nationale informatienetwerken, waaronder de organisaties van de nationale sociale partners, overeenkomstig de nationale wetgeving en/of gebruiken, alsook de nationale steunpunten;

 

de organisatie van uitwisseling van ervaringen, informatie en goede praktijkvoorbeelden, onder meer in samenwerking met de Internationale Arbeidsorganisatie en andere internationale organisaties;

 

de integratie van de kandidaat-lidstaten in deze informatienetwerken en de ontwikkeling van aan hun specifieke situatie aangepaste instrumenten;

 

de organisatie en het beheer van de Europese campagnes voor gezondheid op de werkplek en van de Europese week over Gezondheid en Veiligheid, waarbij de nadruk wordt gelegd op specifieke risico's en behoeften van gebruikers en eindbegunstigden.

De personeelsformatie van het Agentschap is opgenomen in de bijlage „Personeel” bij deze afdeling.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 2062/94 van de Raad van 18 juli 1994 tot oprichting van een Europees Agentschap voor de veiligheid en de gezondheid op het werk (PB L 216 van 20.8.1994, blz. 1).

04 03 13

Europees Centrum voor de ontwikkeling van de beroepsopleiding (Cedefop)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

17 051 000

17 051 000

17 224 000

17 224 000

17 434 633,39

16 933 900,—

Toelichting

Oud artikel 15 02 11

Dit krediet dient ter dekking van de administratieve en personeelsuitgaven van het Centrum, alsook van beleidsuitgaven in verband met het werkprogramma.

Het Centrum stelt het Europees Parlement en de Raad in kennis van elke kredietoverschrijving tussen huishoudelijke en beleidsuitgaven. Indien het Centrum hierom verzoekt, stelt de Commissie het Europees Parlement en de Raad in kennis van elke overschrijving tussen administratieve en beleidskredieten.

De personeelsformatie van het Centrum is opgenomen in de bijlage „Personeel” bij deze afdeling.

De bijdrage van de Unie bedraagt voor 2016 in totaal 17 434 000 EUR. Een bedrag van 383 000 EUR afkomstig van de terugvordering van overschotten is toegevoegd aan het in de begroting opgevoerde bedrag van 17 051 000 EUR.

Rechtsgronden

Verordening (EEG) nr. 337/75 van de Raad van 10 februari 1975 houdende oprichting van een Europees Centrum voor de ontwikkeling van de beroepsopleiding (PB L 39 van 13.2.1975, blz. 1).

04 03 14

Europese Stichting voor opleiding (ETF)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

19 956 000

19 956 000

19 945 000

19 945 000

20 143 868,66

20 143 500,01

Toelichting

Oud artikel 15 02 12

Dit krediet dient ter dekking van de administratieve en personeelsuitgaven van de Stichting (titels 1 en 2), alsook van de beleidsuitgaven in verband met het werkprogramma (titel 3).

Het dient eveneens ter dekking van de steun voor partnerlanden in het Middellandse Zeegebied voor hervorming van hun arbeidsmarkten en hun beroepsopleidingsstelsels, en voor de bevordering van de sociale dialoog en de ondersteuning van het ondernemerschap.

De Stichting stelt het Europees Parlement en de Raad in kennis van elke kredietoverschrijving tussen administratieve en beleidsuitgaven.

De personeelsformatie van de Stichting is opgenomen in de bijlage „Personeel” bij deze afdeling.

De bijdrage van de Unie bedraagt voor 2016 in totaal 20 145 000 EUR. Een bedrag van 189 000 EUR afkomstig van de terugvordering van overschotten is toegevoegd aan het in de begroting opgevoerde bedrag van 19 956 000 EUR.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1339/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 tot oprichting van de Europese Stichting voor opleiding (PB L 354 van 31.12.2008, blz. 82).

04 03 51

Voltooiing van Progress

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

11 400 000

p.m.

24 802 431

94 214,86

47 872 724,12

Toelichting

Dit krediet is bedoeld ter dekking van eerdere vastleggingen in het kader van het communautair programma voor werkgelegenheid en maatschappelijke solidariteit (Progress).

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Eventuele ontvangsten uit bijdragen van kandidaat-lidstaten of eventuele potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan voor deelname aan programma's van de Unie, die worden geboekt onder post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot het openen van extra kredieten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Besluit nr. 1672/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 2006 tot vaststelling van een communautair programma voor werkgelegenheid en maatschappelijke solidariteit — Progress (PB L 315 van 15.11.2006, blz. 1).

04 03 52

Voltooiing van Eures

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

2 000 000

p.m.

8 579 394

0,—

17 694 831,36

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van oud artikel 04 03 04.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Verordening (EEG) nr. 1612/68 van de Raad van 15 oktober 1968 betreffende het vrije verkeer van werknemers binnen de Gemeenschap (PB L 257 van 19.10.1968, blz. 2).

Verordening (EU) nr. 492/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 5 april 2011 betreffende het vrije verkeer van werknemers binnen de Unie (PB L 141 van 27.5.2011, blz. 1).

Beschikking 2003/8/EG van de Commissie van 23 december 2002 tot uitvoering van Verordening (EEG) nr. 1612/68 van de Raad voor wat betreft het tot elkaar brengen en de compensatie van aanbiedingen van en aanvragen om werk (PB L 5 van 10.1.2003, blz. 16).

04 03 53

Voltooiing van andere activiteiten

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

2 000 000

p.m.

8 180 353

67 056,65

1 138 318,15

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van oude artikelen 04 04 07, 04 04 12 en 04 04 15.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Besluit van de Raad van 9 juli 1957 betreffende het mandaat en het reglement van orde van het Permanent Orgaan voor de veiligheid in de steenkolenmijnen (PB 28 van 31.8.1957, blz. 487/57).

Besluit 74/325/EEG van de Raad van 27 juni 1974 betreffende de oprichting van een Raadgevend Comité voor de veiligheid, de hygiëne en de gezondheidsbescherming op de arbeidsplaats (PB L 185 van 9.7.1974, blz. 15).

Besluit 74/326/EEG van de Raad van 27 juni 1974 houdende uitbreiding van de bevoegdheden van het Permanent Orgaan voor de veiligheid en de gezondheidsvoorwaarden in de steenkolenmijnen tot alle winningsindustrieën (PB L 185 van 9.7.1974, blz. 18).

Richtlijn 89/391/EEG van de Raad van 12 juni 1989 betreffende de tenuitvoerlegging van maatregelen ter bevordering van de verbetering van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers op het werk (PB L 183 van 29.6.1989, blz. 1), en de bijzondere richtlijnen in de zin van deze richtlijn.

Richtlijn 92/29/EEG van de Raad van 31 maart 1992 betreffende de minimumvoorschriften inzake veiligheid en gezondheid ter bevordering van een betere medische hulpverlening aan boord van schepen (PB L 113 van 30.4.1992, blz. 19).

Besluit 98/171/EG van de Raad van 23 februari 1998 betreffende communautaire activiteiten ter zake van analyse, onderzoek en samenwerking op het gebied van de werkgelegenheid en de arbeidsmarkt (PB L 63 van 4.3.1998, blz. 26).

Besluit 2000/750/EG van de Raad van 27 november 2000 tot vaststelling van een communautair actieprogramma ter bestrijding van discriminatie (2001-2006) (PB L 303 van 2.12.2000, blz. 23).

Besluit nr. 50/2002/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 december 2001 tot vaststelling van een communautair actieprogramma ter aanmoediging van samenwerking tussen lidstaten bij de bestrijding van sociale uitsluiting (PB L 10 van 12.1.2002, blz. 1).

Besluit nr. 1145/2002/EG van het Europees Parlement en de Raad van 10 juni 2002 inzake communautaire stimuleringsmaatregelen op het gebied van de werkgelegenheid (PB L 170 van 29.6.2002, blz. 1).

Besluit van de Raad van 22 juli 2003 tot oprichting van een Raadgevend Comité voor veiligheid en gezondheid op de arbeidsplaats (PB C 218 van 13.9.2003, blz. 1).

Beschikking nr. 1554/2005/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 september 2005 tot wijziging van Beschikking 2001/51/EG van de Raad betreffende het programma in verband met de communautaire strategie inzake de gelijkheid van mannen en vrouwen en Besluit nr. 848/2004/EG tot vaststelling van een communautair actieprogramma ter bevordering van organisaties die op Europees niveau op het gebied van de gelijkheid van mannen en vrouwen actief zijn (PB L 255 van 30.9.2005, blz. 9).

Besluit nr. 1098/2008/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2008 inzake het Europees Jaar van de bestrijding van armoede en sociale uitsluiting (2010) (PB L 298 van 7.11.2008, blz. 20).

Besluit nr. 283/2010/EU van het Europees Parlement en de Raad van 25 maart 2010 tot instelling van een Europese Progress-microfinancieringsfaciliteit voor werkgelegenheid en sociale insluiting (PB L 87 van 7.4.2010, blz. 1).

Referentiebesluiten

Overeenkomst gesloten in 1959 tussen de Hoge Autoriteit van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal en het Internationaal Centrum voor informatie betreffende arbeidsveiligheid en -hygiëne van het Internationaal Arbeidsbureau.

Taak die voortvloeit uit de specifieke bevoegdheden die krachtens de artikelen 151, 153 en 156 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie rechtstreeks aan de Commissie worden toegekend.

04 03 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

04 03 77 02

Proefproject — Bevordering van de bescherming van het recht op huisvesting

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

523 430

0,—

199 866,—

Toelichting

Dit krediet is bedoeld ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van voorafgaande jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

04 03 77 03

Proefproject — Arbeidsvoorwaarden en levensomstandigheden van gedetacheerde werknemers

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

0,—

0,—

Toelichting

Deze post is bedoeld ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van voorafgaande jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

04 03 77 04

Proefproject — Maatregelen voor instandhouding werkgelegenheid

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

Toelichting

Dit krediet is bedoeld ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van voorafgaande jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

04 03 77 05

Proefproject — Het vergroten van de mobiliteit en de integratie van werknemers binnen de Unie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

Toelichting

Dit krediet is bedoeld ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van voorafgaande jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

04 03 77 06

Proefproject — Alomvattende samenwerking tussen de overheid, commerciële ondernemingen en ondernemingen zonder winstoogmerk met het oog op sociale en arbeidsintegratie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

776 081,30

Toelichting

Dit krediet is bedoeld ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van voorafgaande jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

04 03 77 07

Voorbereidende actie — Je eerste Eures-baan

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

750 000

p.m.

1 308 576

0,—

3 434 258,97

Toelichting

Dit krediet is bedoeld ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van voorafgaande jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

04 03 77 08

Proefproject — Maatschappelijke solidariteit voor maatschappelijke integratie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

348 954

0,—

499 736,—

Toelichting

Dit krediet is bedoeld ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van voorafgaande jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

04 03 77 09

Voorbereidende actie — Informatiecentra voor gedetacheerde werknemers en arbeidsmigranten

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

523 430

0,—

213 769,34

Toelichting

Dit krediet is bedoeld ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van voorafgaande jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

04 03 77 10

Proefproject — Stimulering van de omzetting van tijdelijke arbeid in vaste arbeid met rechten

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

Toelichting

Dit krediet is bedoeld ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van voorafgaande jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

04 03 77 11

Proefproject — Voorkoming van ouderenmishandeling

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

0,—

0,—

Toelichting

Dit krediet is bedoeld ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van voorafgaande jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

04 03 77 12

Proefproject — Gezondheid en veiligheid op het werk van oudere werknemers

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

350 000,—

Toelichting

Dit krediet is bedoeld ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van voorafgaande jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

04 03 77 13

Voorbereidende actie — Activeringsmaatregelen voor jongeren — Implementatie van het initiatief „Jeugd in beweging”

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

500 000

p.m.

1 292 053

0,—

689 809,50

Toelichting

Dit krediet is bedoeld ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van voorafgaande jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

04 03 77 14

Voorbereidende actie — Sociale innovatie dankzij sociaal en jong ondernemerschap

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

500 000

p.m.

697 907

887 251,98

661 906,48

Toelichting

Dit krediet is bedoeld ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van voorafgaande jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

04 03 77 15

Proefproject — Haalbaarheid en toegevoegde waarde van een Europese regeling voor werkloosheidsuitkeringen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

1 000 000

p.m.

523 430

1 838 620,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

04 03 77 16

Voorbereidende actie — Microkredieten specifiek bedoeld ter bestrijding van de jeugdwerkloosheid

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

04 03 77 17

Proefproject — Socialezekerheidskaart

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

700 000

350 000

500 000

250 000

   

Toelichting

Dit proefproject dient om onderzoek te doen naar de voordelen van de invoering en, indien passend, beschikbaarstelling van een fraudebestendig Europees elektronisch document met persoonlijke gegevens inzake de sociale zekerheid van een persoon, waarop alle gegevens zijn opgeslagen die voor het controleren van de arbeidsstatus van de kaarthouder relevant zijn, zoals bijzonderheden inzake sociale verzekering en arbeidstijden, en waarvoor strenge regels van gegevensbescherming gelden, in het bijzonder waar privacygevoelige persoonsgegevens worden verwerkt. Deze kaart moet niet alleen een informatie-instrument voor de werknemer zijn, maar in de eerste plaats een instrument voor arbeidsinspectiediensten om misbruik beter te kunnen opsporen en de handhaving van de sociale en arbeidsregelgeving in de Unie te waarborgen. De Commissie moet het Europees Parlement regelmatig verslag uitbrengen over de voortgang van dit proefproject.

De maatregelen omvatten onder meer het volgende:

 

een verslag over beste praktijken in lidstaten die reeds soortgelijke systemen hebben ingevoerd;

 

een opzet of een voorbereidende actie, op basis van het verslag, om dit document te helpen invoeren in een specifieke sector of bepaalde landen;

 

een effectbeoordeling en kosten-batenanalyse van de invoering van een dergelijk elektronisch document;

 

een vergelijkende analyse van de verschillende sociale zekerheidsstelsels in de EU-28, om inzicht te krijgen in de verschillen tussen de lidstaten wat betreft economische structuur, omvang en opbouw van de sociale stelsels.

Dit proefproject kan tevens een ontwerp van een elektronische kaart naar EU model dekken, waarop de relevante informatie van de arbeidsstatus van de kaarthouder opgeslagen is, zoals bijzonderheden inzake sociale verzekering en arbeidstijden.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

04 03 77 18

Voorbereidende actie — Maatschappelijke solidariteit voor maatschappelijke integratie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

750 000

1 500 000

750 000

   

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Deze nieuwe voorbereidende actie dient om de capaciteit te vergroten van nationale minimuminkomennetwerken voor het ontwikkelen van een strategie ter uitvoering van de aanbevelingen die het proefproject heeft opgeleverd, en de koppeling met het Europa 2020-strategie te versterken door de uitvoering van de relevante landenspecifieke aanbevelingen te volgen; de bewustwording inzake minimum inkomensstelsels te vergroten, met nadruk op dekking, toereikendheid en benutting; actoren op Unieniveau in te zetten door middel van een voortgezette dialoog over inkomensstelsels; de gezamenlijke methodologie voor referentiebegrotingen te bevorderen (in voorbereiding als onderdeel van een ander proefproject „Netwerk referentiebegrotingen”) op lokaal, nationaal en niveau van de Unie, om de toereikendheid van minimum inkomenssteun te waarborgen.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

04 03 77 19

Voorbereidende actie — Steun voor de actieve integratie van kansarme migranten in Europa door het ontwikkelen en testen van lokale centra voor sociale en economische integratie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

250 000

500 000

250 000

   

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Deze voorbereidende actie dient om een bijdrage te leveren aan het algemene Uniebeleid inzake de bestrijding van armoede en sociale uitsluiting, met name onder kansarme groepen, zoals migranten. De actie vormt in het bijzonder een aanvulling op de mededelingen van de Commissie getiteld „het Europees platform tegen armoede en sociale uitsluiting” (COM(2010) 758 final) en „Naar sociale investering voor groei en cohesie” (COM(2013) 83 final), alsmede op de verordening betreffende het Europees Sociaal Fonds (Verordening nr. 1304/2013).

Doel

Deze voorbereidende actie dient om een bijdrage te leveren aan het welzijn en de volledige sociale en economische integratie van migranten in Europa (zowel Europese ingezetenen als onderdanen van derde landen), met name degenen die zich in uiterst moeilijke sociale en economische situaties bevinden (werkloosheid, herhaalde uitsluiting, gezondheidsproblemen, verslavingen en andere vormen van marginalisering) door het ontwikkelen en testen van proefcentra voor integratie in lidstaten met uiteenlopende sociale zekerheidsstelsels en arbeidsmarktstructuren. Deze centra zullen deel uitmaken van het Europees platform tegen armoede en sociale uitsluiting en zullen gericht zijn op het versterken van de vaardigheden en capaciteiten van migranten, om ze beter in staat te stellen volledig deel te nemen aan het arbeids- en sociale leven, door middel van het leveren van een geïntegreerd pakket activiteiten en diensten.

Te financieren acties/maatregelen

De maatregelen omvatten onder meer het volgende:

 

De oprichting van proefcentra voor sociale integratie, die:

 

zullen worden gevestigd in stedelijke en plattelandsgebieden met ernstige problemen op integratiegebied, in lidstaten gekozen in samenwerking met lokale sociale, openbare en economische belanghebbende partijen,

 

werkshops en voltijds beroepsopleidingen, job coaching en stageplaatsen zullen aanbieden op gebieden die aansluiten bij de behoeften van plaatselijke gemeenschappen, zoals zorgverlening, groenvoorziening, professionele schoonmaakdiensten, bouwactiviteiten en andere diensten,

 

een eenloketfunctie zullen vervullen voor kansarme migranten die behoefte hebben aan ondersteuning inzake alle juridische en maatschappelijke aspecten (sociale hulp, advies op arbeidsmarktgebied, financiële stimulansen),

 

gunstige omgevingen en lokale partnerschappen zullen bieden voor de ontwikkeling van sociaal ondernemerschap.

Deze proefcentra zullen bijstaan met het testen van geschikte voorwaarden voor de latere opzet van lokale centra voor sociale en economische integratie in alle lidstaten, als onderdeel van het Europees platform tegen armoede en sociale uitsluiting. Deze lokale centra zullen een tweeledig doel hebben: 1) het aanmoedigen en in staat stellen van migranten om hun kansen van hernieuwde deelname aan de economie en voor volledige integratie in de ontvangende gemeenschappen en samenleving te vergroten, en 2) het helpen van lokale autoriteiten, sociale partners en maatschappelijke organisaties om barrières te slechten, de mobiliteit te vergroten en de sociale en economische integratie van kansarme migranten te bevorderen.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

04 03 77 20

Proefproject — Gevolgen van verlaging van sociale uitkeringen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

1 000 000

500 000

   

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Dit proefproject heeft tot doel onderzoek te doen naar de gevolgen van verlaging van sociale uitkeringen (gezinstoelage, langdurige werkloosheidsuitkering, aanvullende ziekte-uitkering, sociale-integratiebetaling), wat betreft toegenomen armoede en genderongelijkheid.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

04 03 77 21

Proefproject — Unietoepassing en dienst voor gebarentaal in realtime

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

360 525

0,—

292 907,60

Toelichting

Oude post 33 02 77 07

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

04 03 77 22

Voorbereidende actie — Programma van het type „Erasmus” voor leerlingen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

0,—

0,—

Toelichting

Oude post 15 02 77 01

Deze post dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

04 03 77 23

Voorbereidende actie — Reactivate — Programma voor mobiliteit binnen de EU voor werklozen van 35 jaar en ouder.

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

3 000 000

1 500 000

       

Toelichting

De arbeidsmobiliteit in de Unie is laag, ook al wordt dit over het algemeen niet zo ervaren. Binnen en tussen landen heerst hoge werkloosheid en lage arbeidsmobiliteit. Tegelijkertijd bestaat er in sommige landen en regio's een tekort aan vaardigheden en arbeidskrachten. Goed functionerende arbeidsmarkten zijn belangrijk om schokken te kunnen opvangen, middelen zo goed mogelijk in te kunnen zetten en mogelijke tekorten aan arbeidskrachten als gevolg van veroudering te kunnen aanpakken. Mobiliteit binnen de Unie kan in principe bijdragen aan het verhelpen van een gebrek aan arbeidskrachten en het wegwerken van onevenwichtigheden. De mobiliteit van werknemers in de leeftijdsgroep van 35 jaar en ouder wordt ernstig belemmerd. Daarom moet speciaal op deze groep toegesneden financiële en/of andere steun worden getest.

Reactivate is een mobiliteitsprogramma voor stages en werken op proef voor volwassenen in een andere lidstaat, voor een periode van 6 tot 12 maanden. Het is gericht op werklozen, ook langdurig werklozen, in de leeftijdsgroep van 35 jaar en ouder. Deze leeftijdsgroep vertegenwoordigt over het algemeen een bevolkingsgroep met hoge vaardigheden dankzij een lange werkervaring, waar dit programma op inspeelt.

Gezien het hoge aantal langdurig werklozen is Reactivate gericht op het leveren van specifiek op deze groep gerichte steun. Ook dient Reactivate voor het testen van maatregelen om werkgevers op dit vlak te activeren en financiële en/of andere steun te bieden aan werkgevers, om hen te stimuleren tot het aanbieden van werkmogelijkheden aan werklozen uit andere lidstaten.

Reactivate is opgezet als uitbreiding van het succesvolle programma „Je eerste Eures-baan”, met gelijksoortige mogelijkheden voor werklozen (met name langdurig) van 35 jaar en ouder. Dit project kan voortbouwen op „Je eerste Eures-baan” als deugdelijk platform voor het organiseren van verhuizingen.

Reactivate biedt werklozen, ook langdurig werklozen, in deze leeftijdsgroep een uitgelezen kans om uiteenlopende kennis en ervaring op te doen, nieuwe talen te leren en inzicht te krijgen in de Europese interne markt. Al deze voordelen bevorderen een sterkere Europese identiteit en verscheidenheid, waarbij de arbeidsmobiliteit wordt vergroot en de werkgelegenheid wordt gestimuleerd.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

04 03 77 24

Proefproject — Hoogwaardige werkgelegenheid voor intreders op de arbeidsmarkt via ondernemerschap

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

700 000

350 000

       

Toelichting

Het doel van dit proefproject is na te gaan of de initiatieven voor jonge ondernemers doeltreffend zijn om op de lange termijn hoogwaardige werkgelegenheid te creëren, met name onder jongeren.

Het proefproject heeft raakvlakken met prioriteiten van de Commissie werkgelegenheid van het Europees Parlement, zoals werkloosheid onder jongeren, ondernemerschap voor jongeren, de jongerengarantie en het jongerenwerkgelegenheidsinitiatief.

De volgende acties en maatregelen worden gefinancierd: monitoring van ondernemers in Europa en nagaan welke invloed het huidige beleid heeft op het creëren van hoogwaardige werkgelegenheid voor intreders op de arbeidsmarkt.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

HOOFDSTUK 04 04 —   EUROPEES FONDS VOOR AANPASSING AAN DE GLOBALISERING

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

% Betalingen 2014-2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

04 04

EUROPEES FONDS VOOR AANPASSING AAN DE GLOBALISERING

04 04 01

EFG— Ter ondersteuning van werknemers en zelfstandigen die door de globalisering werkloos zijn geworden

9

p.m.

30 000 000

p.m.

25 000 000

33 542 470,—

33 542 470,—

111,81

04 04 51

Voltooiing van het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (EFG) (2007-2013)

9

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

30 049 421,—

30 049 421,—

 
 

Hoofdstuk 04 04 — Totaal

 

p.m.

30 000 000

p.m.

25 000 000

63 591 891,—

63 591 891,—

211,97

04 04 01

EFG— Ter ondersteuning van werknemers en zelfstandigen die door de globalisering werkloos zijn geworden

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

30 000 000

p.m.

25 000 000

33 542 470,—

33 542 470,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van het EFG teneinde de Unie de mogelijkheid te bieden solidariteit te betonen met en steun te verlenen aan werknemers en zelfstandigen die werkloos zijn geworden als gevolg van door de globalisering veroorzaakte grote structurele veranderingen in de wereldhandelspatronen, als gevolg van het voortduren van de wereldwijde financiële en economische crisis, een bij Verordening (EG) nr. 546/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juni 2009 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1927/2006 tot oprichting van een Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (PB L 167 van 29.6.2009, blz. 26) ingevoerd criterium, of als gevolg van een nieuwe wereldwijde financiële en economische crisis, alsook om financiële steun te verlenen voor hun snelle en duurzame terugkeer op de arbeidsmarkt.

De acties van het EFG moeten complementair zijn met die van het Europees Sociaal Fonds; dubbele financiering uit deze instrumenten is niet toegestaan. Acties en maatregelen die door het EFG worden gesteund, moeten tot doel hebben zo veel mogelijk deelnemers zo snel mogelijk duurzaam werk te laten vinden vóór de inleverdatum van het eindverslag.

De regels voor de opvoering van de kredieten in deze reserve en de beschikbaarstelling van middelen uit het EFG zijn vastgesteld in punt 13 van het Interinstitutioneel Akkoord van 2 december 2013 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline, de samenwerking in begrotingszaken en een goed financieel beheer (PB C 373 van 20.12.2013, blz. 1).

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1309/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (2014-2020) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1927/2006 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 855), met name artikel 1.

Referentiebesluiten

Interinstitutioneel Akkoord van 2 december 2013 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline, de samenwerking in begrotingszaken en een goed financieel beheer (PB C 373 van 20.12.2013, blz. 1).

04 04 51

Voltooiing van het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (EFG) (2007-2013)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

30 049 421,—

30 049 421,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van het EFG, om de Unie in staat te stellen in de tijd beperkte en gerichte steun te verlenen aan werknemers die worden ontslagen als gevolg van door de globalisatie veroorzaakte grote structurele veranderingen in de wereldhandelspatronen, in gevallen waarin dergelijke ontslagen een zeer negatieve impact hebben op de regionale of plaatselijke economie. Het dient ter dekking van alle aanvragen die tot en met 31 december 2013 werden ingediend. Voor aanvragen die tussen 1 mei 2009 en 31 december 2011 werden ingediend, kan het ook worden gebruikt voor de verlening van steun aan werknemers die zijn ontslagen ten gevolge van de wereldwijde financiële en economische crisis.

De acties van het EFG moeten complementair zijn met die van het Europees Sociaal Fonds. Dubbele financiering uit deze instrumenten is niet toegestaan.

De regels voor de opvoering van de kredieten in deze reserve en de beschikbaarstelling van middelen uit het EFG zijn vastgesteld in punt 13 van het Interinstitutioneel Akkoord van 2 december 2013 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline, de samenwerking in begrotingszaken en een goed financieel beheer (PB C 373 van 20.12.2013, blz. 1).

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1927/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 tot oprichting van een Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (PB L 406 van 30.12.2006, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 546/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juni 2009 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1927/2006 tot oprichting van een Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (PB L 167 van 29.6.2009, blz. 26).

Referentiebesluiten

Interinstitutioneel Akkoord van 2 december 2013 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline, de samenwerking in begrotingszaken en een goed financieel beheer (PB C 373 van 20.12.2013, blz. 1).

HOOFDSTUK 04 05 —   INSTRUMENT VOOR PRETOETREDINGSSTEUN — WERKGELEGENHEID, SOCIAAL BELEID EN ONTWIKKELING VAN HET MENSELIJK POTENTIEEL

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

% Betalingen 2014-2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

04 05

INSTRUMENT VOOR PRETOETREDINGSSTEUN — WERKGELEGENHEID, SOCIAAL BELEID EN ONTWIKKELING VAN HET MENSELIJK POTENTIEEL

04 05 01

Steun voor Albanië, Bosnië en Herzegovina, Kosovo (39), Montenegro, Servië en de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië

04 05 01 01

Steun voor politieke hervormingen en een daarmee verband houdende geleidelijke afstemming op het acquis van de Unie

4

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

 

04 05 01 02

Steun voor economische, sociale en territoriale ontwikkeling en een daarmee verband houdende geleidelijke afstemming op het acquis van de Unie

4

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

 
 

Artikel 04 05 01 — Subtotaal

 

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

 

04 05 02

Steun voor IJsland

04 05 02 01

Steun voor politieke hervormingen en een daarmee verband houdende geleidelijke afstemming op het acquis van de Unie

4

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

 

04 05 02 02

Steun voor economische, sociale en territoriale ontwikkeling en een daarmee verband houdende geleidelijke afstemming op het acquis van de Unie

4

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

 
 

Artikel 04 05 02 — Subtotaal

 

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

 

04 05 03

Steun voor Turkije

04 05 03 01

Steun voor politieke hervormingen en een daarmee verband houdende geleidelijke afstemming op het acquis van de Unie

4

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

 

04 05 03 02

Steun voor economische, sociale en territoriale ontwikkeling en een daarmee verband houdende geleidelijke afstemming op het acquis van de Unie

4

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

 
 

Artikel 04 05 03 — Subtotaal

 

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

 

04 05 51

Voltooiing van acties (van voor 2014) — Instrument voor pretoetredingssteun — Ontwikkeling van het menselijk potentieel

4

p.m.

65 000 000

p.m.

74 547 800

0,—

62 529 134,55

96,20

 

Hoofdstuk 04 05 — Totaal

 

p.m.

65 000 000

p.m.

74 547 800

0,—

62 529 134,55

96,20

04 05 01

Steun voor Albanië, Bosnië en Herzegovina, Kosovo (40), Montenegro, Servië en de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië

04 05 01 01

Steun voor politieke hervormingen en een daarmee verband houdende geleidelijke afstemming op het acquis van de Unie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

Toelichting

In het kader van het instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) zal dit krediet in de Westelijke Balkan gebruikt worden voor de verwezenlijking van de volgende specifieke doelstellingen:

 

steun voor politieke hervormingen;

 

versterking op alle niveaus van het vermogen van de in bijlage I bij Verordening (EU) nr. 231/2014 opgenomen begunstigden om te voldoen aan de verplichtingen inzake politieke hervormingen die voortvloeien uit het lidmaatschap van de Unie door steun te verlenen aan de geleidelijke aanpassing aan en goedkeuring, tenuitvoerlegging en handhaving van het acquis van de Unie.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun publieke organen, entiteiten of natuurlijke personen aan bepaalde externe steunprojecten of -programma's die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen worden vastgesteld, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 231/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 11), met name artikel 2, lid 1, onder a) en c).

04 05 01 02

Steun voor economische, sociale en territoriale ontwikkeling en een daarmee verband houdende geleidelijke afstemming op het acquis van de Unie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

Toelichting

In het kader van het instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) zal dit krediet dienen voor de volgende specifieke doestellingen in de Westelijke Balkan:

 

steun voor economische, sociale en territoriale ontwikkeling met het oog op slimme, duurzame en inclusieve groei;

 

versterking op alle niveaus van het vermogen van de in bijlage I bij de verordening opgenomen begunstigden om te voldoen aan de verplichtingen inzake economische, sociale en territoriale ontwikkeling die voortvloeien uit het lidmaatschap van de Unie door steun te verlenen aan de geleidelijke aanpassing aan en goedkeuring, tenuitvoerlegging en handhaving van het acquis van de Unie, met inbegrip van voorbereiding op het beheer van de structuurfondsen van de Unie, het Cohesiefonds en het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun publieke organen, entiteiten of natuurlijke personen aan bepaalde externe steunprojecten of -programma's die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen worden vastgesteld, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 231/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 11), met name artikel 2, lid 1, onder b) en c).

04 05 02

Steun voor IJsland

04 05 02 01

Steun voor politieke hervormingen en een daarmee verband houdende geleidelijke afstemming op het acquis van de Unie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

Toelichting

In het kader van het instrument voor pretoetredingssteun (IPA II), zal dit krediet worden gebruikt voor de verwezenlijking van de volgende specifieke doelstellingen in IJsland:

 

steun voor politieke hervormingen;

 

versterking op alle niveaus van het vermogen van de in bijlage I bij de verordening opgenomen begunstigden om te voldoen aan de verplichtingen inzake politieke hervormingen die voortvloeien uit het lidmaatschap van de Unie door steun te verlenen aan de geleidelijke aanpassing aan en goedkeuring, tenuitvoerlegging en handhaving van het acquis van de Unie.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun publieke organen, entiteiten of natuurlijke personen aan bepaalde externe steunprojecten of -programma's die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen worden vastgesteld, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 231/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 11), met name artikel 2, lid 1, onder a) en c).

04 05 02 02

Steun voor economische, sociale en territoriale ontwikkeling en een daarmee verband houdende geleidelijke afstemming op het acquis van de Unie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

Toelichting

In het kader van het instrument voor pretoetredingssteun (IPA II), zal dit krediet dienen voor de volgende specifieke doestellingen in IJsland:

 

steun voor economische, sociale en territoriale ontwikkeling met het oog op slimme, duurzame en inclusieve groei;

 

versterking op alle niveaus van het vermogen van de in bijlage I bij de verordening opgenomen begunstigden om te voldoen aan de verplichtingen inzake economische, sociale en territoriale ontwikkeling die voortvloeien uit het lidmaatschap van de Unie door steun te verlenen aan de geleidelijke aanpassing aan en goedkeuring, tenuitvoerlegging en handhaving van het acquis van de Unie, met inbegrip van voorbereiding op het beheer van de structuurfondsen van de Unie, het Cohesiefonds en het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun publieke organen, entiteiten of natuurlijke personen aan bepaalde externe steunprojecten of -programma's die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen worden vastgesteld, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 231/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 11), met name artikel 2, lid 1, onder b) en c).

04 05 03

Steun voor Turkije

04 05 03 01

Steun voor politieke hervormingen en een daarmee verband houdende geleidelijke afstemming op het acquis van de Unie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

Toelichting

In het kader van het instrument voor pretoetredingssteun (IPA II), zal dit krediet worden gebruikt voor de verwezenlijking van de volgende specifieke doelstellingen in Turkije:

 

steun voor politieke hervormingen;

 

versterking op alle niveaus van het vermogen van de in bijlage I bij de verordening opgenomen begunstigden om te voldoen aan de verplichtingen inzake politieke hervormingen die voortvloeien uit het lidmaatschap van de Unie door steun te verlenen aan de geleidelijke aanpassing aan en goedkeuring, tenuitvoerlegging en handhaving van het acquis van de Unie.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun publieke organen, entiteiten of natuurlijke personen, aan bepaalde externe steunprojecten of -programma's die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma voor elk hoofdstuk.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 231/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 11), met name artikel 2, lid 1, onder a) en c).

04 05 03 02

Steun voor economische, sociale en territoriale ontwikkeling en een daarmee verband houdende geleidelijke afstemming op het acquis van de Unie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

Toelichting

In het kader van het instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) zal dit krediet dienen voor de volgende specifieke doestellingen in Turkije:

 

steun voor economische, sociale en territoriale ontwikkeling met het oog op slimme, duurzame en inclusieve groei;

 

versterking op alle niveaus van het vermogen van de in bijlage I bij de verordening opgenomen begunstigden om te voldoen aan de verplichtingen inzake economische, sociale en territoriale ontwikkeling die voortvloeien uit het lidmaatschap van de Unie door steun te verlenen aan de geleidelijke aanpassing aan en goedkeuring, tenuitvoerlegging en handhaving van het acquis van de Unie, met inbegrip van voorbereiding op het beheer van de structuurfondsen van de Unie, het Cohesiefonds en het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun publieke organen, entiteiten of natuurlijke personen, aan bepaalde externe steunprojecten of -programma's die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma voor elk hoofdstuk.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 231/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 11), met name artikel 2, lid 1, onder b) en c).

04 05 51

Voltooiing van acties (van voor 2014) — Instrument voor pretoetredingssteun — Ontwikkeling van het menselijk potentieel

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

65 000 000

p.m.

74 547 800

0,—

62 529 134,55

Toelichting

Dit krediet is bedoeld ter dekking van de afwikkeling van vastleggingen van vóór 2014.

Overeenkomstig artikel 105 bis, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1083/2006, als gewijzigd bij punt 7 van bijlage III, bij het Verdrag betreffende de toetreding van de Republiek Kroatië tot de Europese Unie (PB L 112 van 24.4.2012), worden programma's en grotere projecten die op de datum van toetreding van Kroatië zijn goedgekeurd onder Verordening (EG) nr. 1085/2006 en waarvan de uitvoering nog niet voltooid is op die datum, geacht door de Commissie te zijn goedgekeurd onder Verordening (EG) nr. 1083/2006, met uitzondering van programma's die zijn goedgekeurd uit hoofde van de in artikel 3, lid 1, onder a) en e), van Verordening (EG) nr.°1085/2006 genoemde afdelingen.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1085/2006 van de Raad van 17 juli 2006 tot invoering van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA) (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 82).

HOOFDSTUK 04 06 —   FONDS VOOR EUROPESE HULP AAN DE MEEST BEHOEFTIGEN

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

% Betalingen 2014-2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

04 06

FONDS VOOR EUROPESE HULP AAN DE MEEST BEHOEFTIGEN

04 06 01

Bevordering van sociale samenhang en verlichting van de ergste vormen van armoede in de Unie

1,2

533 712 658

460 000 000

523 247 709

362 116 807

500 784 056,—

409 526 763,58

89,03

04 06 02

Technische bijstand

1,2

1 440 000

1 000 000

1 410 000

958 779

1 240 000,—

0,—

0

 

Hoofdstuk 04 06 — Totaal

 

535 152 658

461 000 000

524 657 709

363 075 586

502 024 056,—

409 526 763,58

88,83

Toelichting

Artikel 174 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie geeft de doelstelling van de Unie van economische, sociale en territoriale samenhang aan, en artikel 175 zet de rol van de structuurfondsen bij de verwezenlijking van deze doelstelling uiteen en voorziet in de mogelijkheid van vaststelling van specifieke maatregelen buiten de structuurfondsen om.

Artikel 80 van het Financieel Reglement voorziet in financiële correcties in geval van uitgaven die in strijd met de geldende wettelijke bepalingen zijn gedaan.

De artikelen 56 en 57 van Verordening (EU) nr. 223/2014 betreffende de criteria voor financiële correcties door de Commissie voorzien in specifieke regels voor op het Fonds voor Europese hulp aan de meest behoeftigen (FEAD) toe te passen financiële correcties.

Ontvangsten uit op die basis verrichte financiële correcties worden opgenomen in post 6 5 0 0 van de staat van ontvangsten en vormen bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder c), van het Financieel Reglement.

Artikel 177 van het Financieel Reglement stelt de voorwaarden vast voor gehele of gedeeltelijke terugbetaling van voorfinancieringen betreffende een bepaalde interventie.

Artikel 44 van de FEAD-verordening voorziet in specifieke regels voor de terugbetaling van voorfinanciering die op het FEAD van toepassing zijn.

Terugbetaalde voorfinancieringsbedragen vormen interne bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 4, van het Financieel Reglement en worden opgenomen in post 6 1 5 0 of 6 1 5 7.

In artikel 19 van Verordening (EU, Euratom) nr. 1311/2013 zijn de voorwaarden vastgesteld voor de herziening van het meerjarig financieel kader om de toegewezen bedragen die in 2014 niet zijn gebruikt over te dragen naar daaropvolgende jaren, boven de vastgestelde uitgavenmaxima, indien na 1 januari 2014 nieuwe regels of programma's worden vastgesteld.

Rechtsgronden

Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, met name de artikelen 174 en 175.

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1), met name artikel 21, leden 3 en 4, en de artikelen 80 en 177.

Verordening (EU, Euratom) nr. 1311/2013 van de Raad van 2 december 2013 tot bepaling van het meerjarig financieel kader voor de jaren 2014-2020 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 884).

Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).

Verordening (EU) nr. 223/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 betreffende het Fonds voor Europese hulp aan de meest behoeftigen (PB L 72 van 12.3.2014, blz. 1).

Referentiebesluiten

Conclusies van de Europese Raad van 7 en 8 februari 2013.

04 06 01

Bevordering van sociale samenhang en verlichting van de ergste vormen van armoede in de Unie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

533 712 658

460 000 000

523 247 709

362 116 807

500 784 056,—

409 526 763,58

Toelichting

Het Fonds voor Europese hulp aan de meest behoeftigen (FEAD) vervangt de regeling voor de voedselverstrekking aan de meest hulpbehoevenden in de Unie, die eind 2013 afliep.

Met het oog op de continuïteit tussen de twee programma's zullen de uitgaven in aanmerking komen voor steun uit een operationeel programma van het FEAD indien deze door een begunstigde zijn gedaan en tussen 1 december 2013 en 31 december 2023 werden betaald.

Het FEAD bevordert de sociale samenhang, versterkt de sociale inclusie en draagt daarmee uiteindelijk bij aan de uitbanning van de armoede in de Unie doordat het een bijdrage levert aan de verwezenlijking van de doelstelling van de Europa 2020-strategie om ten minste 20 miljoen minder mensen bloot te stellen aan het risico op armoede en sociale uitsluiting, en vormt een aanvulling op de structuurfondsen. Aangezien vrouwen meer kans lopen op armoede of sociale uitsluiting dan mannen, volgt het FEAD een genderbewuste aanpak, door de maatregelen af te stemmen op de verschillende groepen die aan het risico op armoede en sociale uitsluiting zijn blootgesteld, met inbegrip van vrouwen en ouderen. Het FEAD draagt bij tot de verwezenlijking van het specifieke doel van verlichting en uitroeiing van de ergste vormen van armoede door het verstrekken van niet-financiële bijstand aan de meest behoeftigen: voedselhulp en/of fundamentele materiële bijstand en sociale-inclusieactiviteiten die gericht zijn op de sociale integratie van de meest behoeftigen.

Dit doel en de resultaten van de uitvoering van het Fonds worden kwalitatief en kwantitatief beoordeeld.

Het FEAD wordt gebruikt ter aanvulling, en niet ter vervanging of afzwakking, van nationale beleidsmaatregelen op het gebied van armoedebestrijding en sociale re-integratie, die de verantwoordelijkheid van de lidstaten blijven.

Voor vastlegging in de begroting voor de periode 2014-2020 is voor het Fonds een bedrag van 3 395 684 880 EUR, uitgedrukt in prijzen van 2011, beschikbaar.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).

Verordening (EU) nr. 223/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 betreffende het Fonds voor Europese hulp aan de meest behoeftigen (PB L 72 van 12.3.2014, blz. 1).

04 06 02

Technische bijstand

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 440 000

1 000 000

1 410 000

958 779

1 240 000,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de technische bijstand als bedoeld in artikel 27 van Verordening (EU) nr. 223/2014.

Het krediet voor technische bijstand kan worden gebruikt om maatregelen te financieren op het gebied van voorbereiding, toezicht, administratieve en technische bijstand, audit, informatieverstrekking, controle en evaluatie die voor de uitvoering van Verordening (EU) nr. 223/2014 nodig zijn, en om activiteiten overeenkomstig artikel 10 van die verordening te financieren.

Dit krediet dient in het bijzonder ter dekking van:

 

ondersteunende uitgaven (representatiekosten, opleiding, vergaderingen, dienstreizen);

 

uitgaven voor informatieverstrekking en publicaties;

 

uitgaven voor informatie- en communicatietechnologie;

 

contracten voor de levering van diensten en studies;

 

subsidies;

 

audit-, controle- en evaluatieactiviteiten.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).

Verordening (EU) nr. 223/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 betreffende het Fonds voor Europese hulp aan de meest behoeftigen (PB L 72 van 12.3.2014, blz. 1).

TITEL 05

LANDBOUW EN PLATTELANDSONTWIKKELING

Algemene samenvatting van de kredieten (2016 en 2015) en van de uitvoering (2014)

 

Titel

Hoofdstuk

Rubriek

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

05 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „LANDBOUW EN PLATTELANDSONTWIKKELING”

134 218 823

134 218 823

131 384 520

131 384 520

132 620 948,40

132 620 948,40

05 02

VERBETERING VAN HET CONCURRENTIEVERMOGEN VAN DE LANDBOUWSECTOR DOOR INTERVENTIES OP DE LANDBOUWMARKTEN

2 703 000 000

2 691 337 221

2 400 689 000

2 400 752 166

2 478 674 849,21

2 478 172 776,19

05 03

RECHTSTREEKSE BETALINGEN OM BIJ TE DRAGEN TOT DE LANDBOUWINKOMENS, DE VARIABILITEIT DAARVAN TE BEPERKEN EN AAN MILIEU- EN KLIMAATDOELSTELLINGEN TE VOLDOEN

39 445 708 157

39 445 708 157

40 908 597 789

40 908 597 789

41 659 679 433,60

41 659 679 433,60

05 04

PLATTELANDSONTWIKKELING

18 671 922 495

11 742 025 443

18 165 329 129

11 162 302 959

3 305 186 830,69

11 185 998 301,10

05 05

INSTRUMENT VOOR PRETOETREDINGSSTEUN (IPA) — LANDBOUW EN PLATTELANDSONTWIKKELING

112 000 000

425 400 000

94 000 000

177 168 992

0,—

158 726 294,26

05 06

INTERNATIONALE ASPECTEN VAN HET BELEIDSTERREIN „LANDBOUW EN PLATTELANDSONTWIKKELING”

6 966 518

6 966 518

4 675 000

4 201 456

1 806 025,54

1 806 025,54

05 07

AUDIT VAN UIT HET EUROPEES LANDBOUWGARANTIEFONDS (ELGF) GEFINANCIERDE LANDBOUWUITGAVEN

58 630 000

58 630 000

87 300 000

87 300 000

118 837 246,32

118 837 246,32

05 08

BELEIDSSTRATEGIE EN -COÖRDINATIE VOOR HET BELEIDSTERREIN „LANDBOUW EN PLATTELANDSONTWIKKELING”

35 433 167

41 555 618

55 331 373

50 466 940

40 276 006,69

32 045 124,67

05 09

HORIZON 2020 — ONDERZOEK EN INNOVATIE MET BETREKKING TOT LANDBOUW

214 205 269

79 277 928

101 455 799

19 076 239

52 107 334,—

1 165 882,—

 

Titel 05 — Totaal

61 382 084 429

54 625 119 708

61 948 762 610

54 941 251 061

47 789 188 674,45

55 769 052 032,08

HOOFDSTUK 05 01 —   ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „LANDBOUW EN PLATTELANDSONTWIKKELING”

De artikelen 1, 2, 3 en 5 zijn in detail weergegeven in hoofdstuk XX 01

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

% 2014-2016

05 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „LANDBOUW EN PLATTELANDSONTWIKKELING”

05 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen voor het beleidsterrein „Landbouw en plattelandsontwikkeling”

5,2

100 493 451

98 894 779

101 262 897,31

100,77

05 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven ter ondersteuning van het beleidsterrein „Landbouw en plattelandsontwikkeling”

05 01 02 01

Extern personeel

5,2

3 395 913

3 394 913

3 659 449,07

107,76

05 01 02 11

Overige beheersuitgaven

5,2

6 692 410

7 204 827

6 912 994,23

103,30

 

Artikel 05 01 02 — Subtotaal

 

10 088 323

10 599 740

10 572 443,30

104,80

05 01 03

Uitgaven in verband met uitrusting en diensten voor informatie- en communicatietechnologie op het beleidsterrein „Landbouw en plattelandsontwikkeling”

5,2

6 413 600

6 278 438

7 312 903,39

114,02

05 01 04

Ondersteunende uitgaven voor maatregelen en programma's op het beleidsterrein „Landbouw en plattelandsontwikkeling”

05 01 04 01

Ondersteunende uitgaven voor het Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF) — Niet-operationele technische bijstand

2

8 116 124

8 100 000

7 899 090,—

97,33

05 01 04 03

Ondersteunende uitgaven voor pretoetredingssteun op het gebied van landbouw en plattelandsontwikkeling (IPA)

4

552 600

497 475

109 114,98

19,75

05 01 04 04

Ondersteunende uitgaven voor het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo) — Niet-operationele technische bijstand

2

4 368 000

4 450 000

3 543 914,68

81,13

 

Artikel 05 01 04 — Subtotaal

 

13 036 724

13 047 475

11 552 119,66

88,61

05 01 05

Ondersteunende uitgaven voor onderzoeks- en innovatieprogramma's op het beleidsterrein „Landbouw en plattelandsontwikkeling”

05 01 05 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen die belast zijn met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma's — Horizon 2020

1,1

1 483 475

1 277 088

1 258 542,94

84,84

05 01 05 02

Extern personeel dat belast is met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma's — Horizon 2020

1,1

424 210

321 000

255 170,34

60,15

05 01 05 03

Overige beheersuitgaven voor onderzoeks- en innovatieprogramma's — Horizon 2020

1,1

830 664

800 000

406 871,46

48,98

 

Artikel 05 01 05 — Subtotaal

 

2 738 349

2 398 088

1 920 584,74

70,14

05 01 06

Uitvoerende agentschappen

05 01 06 01

Uitvoerend Agentschap voor consumenten, gezondheid, landbouw en voeding — Bijdrage van het programma ter bevordering van de afzet van landbouwproducten

2

1 448 376

166 000

   
 

Artikel 05 01 06 — Subtotaal

 

1 448 376

166 000

   
 

Hoofdstuk 05 01 — Totaal

 

134 218 823

131 384 520

132 620 948,40

98,81

Toelichting

De volgende rechtsgrond geldt voor alle artikelen/posten van dit hoofdstuk, tenzij anders bepaald.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake de financiering, het beheer en de monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van Verordeningen (EEG) nr. 352/78, (EG) nr. 165/94, (EG) nr. 2799/98, (EG) nr. 814/2000, (EG) nr. 1290/2005 en (EG) nr. 485/2008 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 549).

05 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen voor het beleidsterrein „Landbouw en plattelandsontwikkeling”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

100 493 451

98 894 779

101 262 897,31

05 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven ter ondersteuning van het beleidsterrein „Landbouw en plattelandsontwikkeling”

05 01 02 01

Extern personeel

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

3 395 913

3 394 913

3 659 449,07

05 01 02 11

Overige beheersuitgaven

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

6 692 410

7 204 827

6 912 994,23

05 01 03

Uitgaven in verband met uitrusting en diensten voor informatie- en communicatietechnologie op het beleidsterrein „Landbouw en plattelandsontwikkeling”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

6 413 600

6 278 438

7 312 903,39

05 01 04

Ondersteunende uitgaven voor maatregelen en programma's op het beleidsterrein „Landbouw en plattelandsontwikkeling”

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1257/1999 van de Raad van 17 mei 1999 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de landbouw (EOGFL) en tot wijziging en instelling van een aantal verordeningen (PB L 160 van 26.6.1999, blz. 80).

Verordening (EG) nr. 1260/1999 van de Raad van 21 juni 1999 houdende algemene bepalingen inzake de structuurfondsen (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1268/1999 van de Raad van 21 juni 1999 inzake steunverlening door de Gemeenschap voor pretoetredingsmaatregelen op het gebied van landbouw en plattelandsontwikkeling in de kandidaat-lidstaten in Midden- en Oost-Europa gedurende de pretoetredingsperiode (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 87).

Verordening (EG) nr. 870/2004 van de Raad van 24 april 2004 tot vaststelling van een communautair programma inzake de instandhouding, de karakterisering, de verzameling en het gebruik van genetische hulpbronnen in de landbouw en houdende intrekking van Verordening (EG) nr. 1467/94 (PB L 162 van 30.4.2004, blz. 18).

Verordening (EG) nr. 1698/2005 van de Raad van 20 september 2005 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo) (PB L 277 van 21.10.2005, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1085/2006 van de Raad van 17 juli 2006 tot invoering van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA) (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 82).

Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten (integrale-GMO-verordening) (PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).

Verordening (EU) nr. 1305/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1698/2005 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 487).

Verordening (EU) nr. 1307/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van voorschriften voor rechtstreekse betalingen aan landbouwers in het kader van de steunregelingen van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 637/2008 van de Raad en Verordening (EG) nr. 73/2009 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 608).

Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 922/72, (EEG) nr. 234/79, (EG) nr. 1037/2001 en (EG) nr. 1234/2007 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 671).

Verordening (EU) nr. 1310/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende bepaalde overgangsbepalingen inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo), houdende wijziging van Verordening (EU) nr. 1305/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft middelen en de verdeling ervan met betrekking tot 2014, houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 73/2009 van de Raad en de Verordeningen (EU) nr. 1307/2013, (EU) nr. 1306/2013 en (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de toepassing ervan in 2014 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 865).

Verordening (EU) nr. 231/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 11).

05 01 04 01

Ondersteunende uitgaven voor het Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF) — Niet-operationele technische bijstand

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

8 116 124

8 100 000

7 899 090,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de maatregelen betreffende voorbereiding, monitoring, administratieve en technische ondersteuning, evaluatie, audit en controle die noodzakelijk zijn voor de tenuitvoerlegging van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en met name de maatregelen die zijn opgesomd in artikel 6, onder a), en onder d) tot en met f), van Verordening (EU) nr. 1306/2013.

Het omvat ook de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, informatie en publicaties die direct verband houden met de verwezenlijking van de doelstelling van het programma inzake genetische hulpbronnen zoals bedoeld in Verordening (EG) nr. 870/2004. Dit krediet dient eveneens voor de financiering van de kosten van het bemiddelingsorgaan in het kader van de goedkeuring van de rekeningen in de context van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (uren, materiaal, reiskosten, vergaderingen), alsmede studies en andere uitgaven voor communicatie en de ondersteuning van audits en controles, bijvoorbeeld bijstand door auditkantoren..

Ontvangsten die zijn geboekt op artikel 6 7 0 van de algemene staat van ontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten overeenkomstig de artikelen 21 en 174 van het Financieel Reglement.

05 01 04 03

Ondersteunende uitgaven voor pretoetredingssteun op het gebied van landbouw en plattelandsontwikkeling (IPA)

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

552 600

497 475

109 114,98

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de volgende uitgaven:

 

uitgaven voor technische en administratieve bijstand waarbij geen sprake is van overheidstaken die door de Commissie tot wederzijds voordeel van de Commissie en de begunstigden wordt uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc;

 

uitgaven voor extern personeel (arbeidscontractanten, plaatselijke functionarissen of gedetacheerde nationale deskundigen) dat bij de delegaties van de Unie in dienst wordt genomen met het oog op de decentralisatie van het programmabeheer naar de delegaties van de Unie in derde landen, of in verband met de overname van de taken van de afgeschafte bureaus voor technische bijstand, alsmede de extra logistieke en infrastructurele kosten, zoals de kosten van opleiding, vergaderingen, dienstreizen en huur van onderkomen, die rechtstreeks voortvloeien uit de aanwezigheid in de delegaties van het externe personeel dat wordt bezoldigd uit de kredieten van deze post;

 

uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, informatiesystemen, bewustmaking, opleiding, voorbereiding en uitwisseling van geleerde lessen en beste praktijken en andere uitgaven voor publicatieactiviteiten en andere administratieve of technische bijstand die direct aan de doelstellingen van het programma zijn gekoppeld;

 

onderzoeksactiviteiten over relevante vraagstukken en verspreiding van de resultaten daarvan;

 

informatie- en communicatieactiviteiten, onder meer de ontwikkeling van communicatiestrategieën en institutionele voorlichting over de politieke prioriteiten van de Unie.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun publieke organen, entiteiten of natuurlijke personen, aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen worden vastgesteld, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma.

Dit krediet dient voor de financiering van de administratieve uitgaven uit hoofde van hoofdstuk 05 05.

05 01 04 04

Ondersteunende uitgaven voor het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo) — Niet-operationele technische bijstand

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

4 368 000

4 450 000

3 543 914,68

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uit het Elfpo gefinancierde technische bijstand zoals bedoeld in artikel 66, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1698/2005, artikel 51 van Verordening (EU) nr. 1305/2013, artikel 6 van Verordening (EU) nr. 1306/2013 en artikel 58 van Verordening (EU) nr. 1303/2013. Technische bijstand omvat maatregelen op het vlak van voorbereiding, monitoring, administratieve ondersteuning, evaluatie, audit en toezicht. Dit krediet kan met name worden aangewend voor de financiering van:

 

uitgaven voor ondersteuning (representatievergoedingen, opleiding, vergaderingen, dienstreizen, vertalingen);

 

uitgaven voor informatieverstrekking en publicaties;

 

uitgaven voor IT en telecommunicatie;

 

audit- en controlemaatregelen, zoals bijstand door auditkantoren;

 

contracten met dienstverleners;

 

uitgaven voor extern personeel in de hoofdzetel (arbeidscontractanten, gedetacheerde nationale deskundigen of uitzendkrachten) tot 1 850 000 EUR, alsook dienstreizen van dat extern personeel.

Ontvangsten die zijn geboekt op artikel 6 7 1 van de algemene staat van ontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten overeenkomstig de artikelen 21 en 177 van het Financieel Reglement.

05 01 05

Ondersteunende uitgaven voor onderzoeks- en innovatieprogramma's op het beleidsterrein „Landbouw en plattelandsontwikkeling”

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 104).

Besluit 2013/743/EU van de Raad van 3 december 2013 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van de Besluiten 2006/971/EG, 2006/972/EG, 2006/973/EG, 2006/974/EG en 2006/975/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 965), met name artikel 3, lid 3, onder b).

05 01 05 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen die belast zijn met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma's — Horizon 2020

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

1 483 475

1 277 088

1 258 542,94

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen die belast zijn met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma's — Horizon 2020, op posten die deel uitmaken van de goedgekeurde personeelsformaties die betrokken zijn bij werkzaamheden onder contract in het kader van de niet-nucleaire programma's, met inbegrip van ambtenaren en tijdelijke functionarissen die zijn gedetacheerd naar delegaties van de Unie.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog de bijdragen van de EVA-lidstaten ingevolge de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij. Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

05 01 05 02

Extern personeel dat belast is met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma's — Horizon 2020

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

424 210

321 000

255 170,34

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor extern personeel dat belast is met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020 in de vorm van werkzaamheden onder contract in het kader van de niet-nucleaire programma’s, met inbegrip van extern personeel dat naar delegaties van de Unie is gedetacheerd.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog de bijdragen van de EVA-lidstaten ingevolge de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij. Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

05 01 05 03

Overige beheersuitgaven voor onderzoeks- en innovatieprogramma's — Horizon 2020

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

830 664

800 000

406 871,46

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van overige administratieve uitgaven voor het volledige beheer van onderzoeks- en innovatieprogramma's — Horizon 2020 in de vorm van werkzaamheden onder contract in het kader van de niet-nucleaire programma’s, met inbegrip van andere administratieve uitgaven door personeel dat naar delegaties van de Unie is gedetacheerd.

Dit krediet dient eveneens ter dekking van de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de doelstelling van het programma of de maatregelen die onder deze post vallen, en van alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand, waarbij geen sprake is van overheidstaken, die door de Commissie is uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc.

Het dient tevens ter dekking van uitgaven voor technische en administratieve bijstand in verband met beschrijving, voorbereiding, beheer, monitoring, audit en supervisie van het programma of van projecten, zoals uitgaven voor conferenties, workshops, seminars, ontwikkeling en onderhoud van IT-systemen, dienstreizen, opleidingen en vertegenwoordigingen.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog de bijdragen van de EVA-lidstaten ingevolge de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij. Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

05 01 06

Uitvoerende agentschappen

05 01 06 01

Uitvoerend Agentschap voor consumenten, gezondheid, landbouw en voeding — Bijdrage van het programma ter bevordering van de afzet van landbouwproducten

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

1 448 376

166 000

 

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven van het Agentschap voor personeel en administratie als gevolg van de rol van het Agentschap bij het beheer van maatregelen die met ingang van 1 december 2015 deel uitmaken van het afzetbevorderingsprogramma.

De personeelsformatie van het Uitvoerend Agentschap is opgenomen in de bijlage „Personeel” bij deze afdeling.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 58/2003 van de Raad van 19 december 2002 tot vaststelling van het statuut van de uitvoerende agentschappen waaraan bepaalde taken voor het beheer van communautaire programma’s worden gedelegeerd (PB L 11 van 16.1.2003, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 1144/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2014 inzake voorlichtings- en afzetbevorderingsacties betreffende landbouwproducten uitgevoerd op de interne markt en in derde landen en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 3/2008 van de Raad (PB L 317 van 4.11.2014, blz. 56).

Referentiebesluiten

Uitvoeringsbesluit 2013/770/EU van de Commissie van 17 december 2013 tot oprichting van een Uitvoerend Agentschap voor consumenten, gezondheid en voeding en tot intrekking van Besluit 2004/858/EG (PB L 341 van 18.12.2013, blz. 69).

Uitvoeringsbesluit 2014/927/EU van de Commissie van 17 december 2014 tot wijziging van Uitvoeringsbesluit 2013/770/EU teneinde het „Uitvoerend Agentschap voor consumenten, gezondheid en voeding” om te vormen tot het „Uitvoerend Agentschap voor consumenten, gezondheid, landbouw en voeding” (PB L 363 van 18.12.2014, blz. 183).

Besluit C(2014) 9594 van de Commissie van 19 december 2014 tot wijziging van Besluit C(2013) 9505 wat betreft het delegeren van bevoegdheden aan het Uitvoerend Agentschap voor consumenten, gezondheid en voeding met het oog op het uitvoeren van taken in verband met de tenuitvoerlegging van voorlichtings- en afzetbevorderingsacties voor landbouwproducten op de binnenmarkt en in derde landen en opleidingsmaatregelen voor voedselveiligheid krachtens Besluit C(2014) 1269, met name wat betreft de uitvoering van kredieten van de algemene begroting van de Unie.

HOOFDSTUK 05 02 —   VERBETERING VAN HET CONCURRENTIEVERMOGEN VAN DE LANDBOUWSECTOR DOOR INTERVENTIES OP DE LANDBOUWMARKTEN

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

% Betalingen 2014-2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

05 02

VERBETERING VAN HET CONCURRENTIEVERMOGEN VAN DE LANDBOUWSECTOR DOOR INTERVENTIES OP DE LANDBOUWMARKTEN

05 02 01

Granen

05 02 01 01

Uitvoerrestituties voor granen

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

2 458 299,88

2 458 299,88

 

05 02 01 02

Interventie in de vorm van opslag van granen

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

 

05 02 01 99

Overige maatregelen (granen)

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

 
 

Artikel 05 02 01 — Subtotaal

 

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

2 458 299,88

2 458 299,88

 

05 02 02

Rijst

05 02 02 01

Uitvoerrestituties voor rijst

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

6 484,18

6 484,18

 

05 02 02 02

Interventie in de vorm van opslag van rijst

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

 

05 02 02 99

Overige maatregelen (rijst)

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

 
 

Artikel 05 02 02 — Subtotaal

 

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

6 484,18

6 484,18

 

05 02 03

Restituties voor niet in bijlage I genoemde producten

2

100 000

100 000

100 000

100 000

128 875,26

128 875,26

128,88

05 02 04

Voedselprogramma's

05 02 04 99

Overige maatregelen (voedselprogramma’s)

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

–7 238 759,71

–7 238 759,71

 
 

Artikel 05 02 04 — Subtotaal

 

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

–7 238 759,71

–7 238 759,71

 

05 02 05

Suiker

05 02 05 01

Uitvoerrestituties voor suiker en isoglucose

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

264 399,37

264 399,37

 

05 02 05 03

Productierestituties voor in de chemische industrie gebruikte suiker

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

194 999,22

194 999,22

 

05 02 05 08

Particuliere opslag van suiker

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

 

05 02 05 99

Overige maatregelen (suiker)

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

–2 064,15

–2 064,15

 
 

Artikel 05 02 05 — Subtotaal

 

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

457 334,44

457 334,44

 

05 02 06

Olijfolie

05 02 06 03

Particuliere opslag van olijfolie

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

–49 750,—

–49 750,—

 

05 02 06 05

Acties ter verbetering van de kwaliteit

2

45 000 000

45 000 000

46 000 000

46 000 000

42 965 160,37

42 965 160,37

95,48

05 02 06 99

Overige maatregelen (olijfolie)

2

300 000

300 000

600 000

600 000

115 269,—

115 269,—

38,42

 

Artikel 05 02 06 — Subtotaal

 

45 300 000

45 300 000

46 600 000

46 600 000

43 030 679,37

43 030 679,37

94,99

05 02 07

Vezelgewassen

05 02 07 02

Particuliere opslag van vlasvezels

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

 

05 02 07 03

Katoen — Nationale herstructureringsprogramma’s

2

6 100 000

6 100 000

6 100 000

6 100 000

6 134 000,—

6 134 000,—

100,56

05 02 07 99

Overige maatregelen (vezelgewassen)

2

100 000

100 000

100 000

100 000

139 976,29

139 976,29

139,98

 

Artikel 05 02 07 — Subtotaal

 

6 200 000

6 200 000

6 200 000

6 200 000

6 273 976,29

6 273 976,29

101,19

05 02 08

Groenten en fruit

05 02 08 03

Actiefondsen van de producentenorganisaties

2

298 000 000

298 000 000

541 500 000

541 500 000

724 444 659,89

724 444 659,89

243,10

05 02 08 11

Steun aan voorlopig erkende producentengroeperingen

2

86 000 000

86 000 000

150 000 000

150 000 000

212 307 497,24

212 307 497,24

246,87

05 02 08 12

Schoolfruitregeling

2

150 000 000

150 000 000

144 000 000

144 000 000

73 702 631,59

73 702 631,59

49,14

05 02 08 99

Overige maatregelen (groenten en fruit)

2

77 800 000

77 800 000

700 000

700 000

72 957,42

72 957,42

0,09

 

Artikel 05 02 08 — Subtotaal

 

611 800 000

611 800 000

836 200 000

836 200 000

1 010 527 746,14

1 010 527 746,14

165,17

05 02 09

Producten van de wijnbouwsector

05 02 09 08

Nationale steunprogramma's voor de wijnsector

2

1 075 000 000

1 075 000 000

1 094 000 000

1 094 000 000

1 019 483 384,85

1 019 483 384,85

94,84

05 02 09 99

Overige maatregelen (wijnbouwsector)

2

1 000 000

1 000 000

1 000 000

1 000 000

2 906 936,16

2 906 936,16

290,69

 

Artikel 05 02 09 — Subtotaal

 

1 076 000 000

1 076 000 000

1 095 000 000

1 095 000 000

1 022 390 321,01

1 022 390 321,01

95,02

05 02 10

Afzetbevordering

05 02 10 01

Afzetbevordering — Betalingen door de lidstaten

2

77 000 000

77 000 000

64 000 000

64 000 000

53 195 490,42

53 195 490,42

69,09

05 02 10 02

Afzetbevordering — Rechtstreekse betalingen door de Unie

2

16 000 000

4 337 221

1 189 000

1 252 166

1 495 798,32

993 725,30

22,91

05 02 10 99

Overige maatregelen (afzetbevordering)

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

38 462,13

38 462,13

 
 

Artikel 05 02 10 — Subtotaal

 

93 000 000

81 337 221

65 189 000

65 252 166

54 729 750,87

54 227 677,85

66,67

05 02 11

Overige plantaardige producten/overige maatregelen

05 02 11 03

Hop — Steun aan producentenorganisaties

2

2 300 000

2 300 000

2 300 000

2 300 000

2 277 000,—

2 277 000,—

99,00

05 02 11 04

Posei (met uitzondering van rechtstreekse betalingen)

2

237 000 000

237 000 000

231 000 000

231 000 000

238 477 941,40

238 477 941,40

100,62

05 02 11 99

Overige maatregelen (overige plantaardige producten/overige maatregelen)

2

100 000

100 000

100 000

100 000

0,—

0,—

0

 

Artikel 05 02 11 — Subtotaal

 

239 400 000

239 400 000

233 400 000

233 400 000

240 754 941,40

240 754 941,40

100,57

05 02 12

Melk en zuivelproducten

05 02 12 01

Restituties voor melk en zuivelproducten

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

16 963,36

16 963,36

 

05 02 12 02

Opslagmaatregelen voor mageremelkpoeder

2

17 000 000

17 000 000

p.m.

p.m.

0,—

0,—

0

05 02 12 04

Opslagmaatregelen voor boter en room

2

15 000 000

15 000 000

p.m.

p.m.

4 142 775,56

4 142 775,56

27,62

05 02 12 06

Particuliere opslag van bepaalde kaassoorten

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

     

05 02 12 08

Schoolmelk

2

75 000 000

75 000 000

77 000 000

77 000 000

67 626 501,91

67 626 501,91

90,17

05 02 12 09

Zuivelproducten zoals dringende reactie op humanitaire crises

2

30 000 000

30 000 000

         

05 02 12 99

Overige maatregelen (melk en zuivelproducten)

2

430 100 000

430 100 000

100 000

100 000

3 134,51

3 134,51

0,00

 

Artikel 05 02 12 — Subtotaal

 

567 100 000

567 100 000

77 100 000

77 100 000

71 789 375,34

71 789 375,34

12,66

05 02 13

Rund- en kalfsvlees

05 02 13 01

Restituties voor rund- en kalfsvlees

2

100 000

100 000

100 000

100 000

169 451,37

169 451,37

169,45

05 02 13 02

Opslagmaatregelen voor rund- en kalfsvlees

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

 

05 02 13 04

Restituties voor levende runderen

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

274 727,61

274 727,61

 

05 02 13 99

Overige maatregelen (rund- en kalfsvlees)

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

–35,86

–35,86

 
 

Artikel 05 02 13 — Subtotaal

 

100 000

100 000

100 000

100 000

444 143,12

444 143,12

444,14

05 02 14

Schapen- en geitenvlees

05 02 14 01

Particuliere opslag van schapen- en geitenvlees

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

 

05 02 14 99

Overige maatregelen (schapen- en geitenvlees)

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

 
 

Artikel 05 02 14 — Subtotaal

 

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

 

05 02 15

Varkensvlees, eieren, pluimvee, producten van de bijenteelt en andere dierlijke producten

05 02 15 01

Restituties voor varkensvlees

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

214 519,63

214 519,63

 

05 02 15 02

Particuliere opslag van varkensvlees

2

32 000 000

32 000 000

p.m.

p.m.

0,—

0,—

0

05 02 15 04

Restituties voor eieren

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

18 837,57

18 837,57

 

05 02 15 05

Restituties voor slachtpluimvee

2

p.m.

p.m.

1 000 000

1 000 000

924 088,13

924 088,13

 

05 02 15 06

Bijzondere steun voor de bijenteelt

2

32 000 000

32 000 000

31 000 000

31 000 000

30 948 596,79

30 948 596,79

96,71

05 02 15 99

Overige maatregelen (varkensvlees, pluimvee, eieren, producten van de bijenteelt en andere dierlijke producten)

2

p.m.

p.m.

8 800 000

8 800 000

815 639,50

815 639,50

 
 

Artikel 05 02 15 — Subtotaal

 

64 000 000

64 000 000

40 800 000

40 800 000

32 921 681,62

32 921 681,62

51,44

 

Hoofdstuk 05 02 — Totaal

 

2 703 000 000

2 691 337 221

2 400 689 000

2 400 752 166

2 478 674 849,21

2 478 172 776,19

92,08

Toelichting

Ontvangsten die zijn geboekt op artikel 6 7 0 van de algemene staat van ontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten voor elke begrotingslijn van dit hoofdstuk overeenkomstig de artikelen 21 en 174 van het Financieel Reglement.

In het kader van de vaststelling van de budgettaire behoeften voor dit hoofdstuk is bij de vaststelling van de budgettaire behoeften voor artikel 05 02 08, en met name voor post 05 02 08 03, rekening gehouden met een bedrag van 600 000 000 EUR uit post 6 7 0 1 van de algemene staat van ontvangsten.

De volgende rechtsgrond geldt voor alle artikelen en posten van dit hoofdstuk, tenzij anders bepaald.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten („integrale-GMO-verordening”) (PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake de financiering, het beheer en de monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van Verordeningen (EEG) nr. 352/78, (EG) nr. 165/94, (EG) nr. 2799/98, (EG) nr. 814/2000, (EG) nr. 1290/2005 en (EG) nr. 485/2008 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 549).

Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 922/72, (EEG) nr. 234/79, (EG) nr. 1037/2001 en (EG) nr. 1234/2007 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 671).

Verordening (EU) nr. 1370/2013 van de Raad van 16 december 2013 houdende maatregelen tot vaststelling van steun en restituties in het kader van de gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten (PB L 346 van 20.12.2013, blz. 12).

05 02 01

Granen

05 02 01 01

Uitvoerrestituties voor granen

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

p.m.

p.m.

2 458 299,88

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitvoerrestituties voor granen die worden toegekend op grond van de artikelen 196 tot en met 199 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 en de artikelen 13 en 14 van Verordening (EU) nr. 1370/2013.

05 02 01 02

Interventie in de vorm van opslag van granen

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van technische, financierings- en andere kosten, met name ter financiering van de waardevermindering van voorraden, voor de openbare opslag van granen overeenkomstig de artikelen 8, 9, 11 tot en met 16, 19 en 20 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 en de artikelen 2 en 3 van Verordening (EU) nr. 1370/2013.

05 02 01 99

Overige maatregelen (granen)

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van resterende bedragen en andere uitgaven in verband met interventiemaatregelen voor granen op grond van Verordening (EG) nr. 1234/2007, Verordening (EU) nr. 1308/2013 en Verordening (EU) nr. 1370/2013 die niet worden gedekt door de kredieten voor de andere posten van artikel 05 02 01.

Het omvat met name uitgaven voor uitzonderlijke maatregelen die worden uitgevoerd overeenkomstig artikel 219, artikel 220, lid 1, onder b), en artikel 221 van Verordening (EU) nr. 1308/2013.

05 02 02

Rijst

05 02 02 01

Uitvoerrestituties voor rijst

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

p.m.

p.m.

6 484,18

Toelichting

Dit krediet dient voor de financiering van de uitvoerrestituties voor rijst die worden toegekend op grond van de artikelen 196 tot en met 199 en de artikelen 201 tot en met 204 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 en de artikelen 13 en 14 van Verordening (EU) nr. 1370/2013.

05 02 02 02

Interventie in de vorm van opslag van rijst

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van technische, financierings- en andere kosten, met name ter financiering van de waardevermindering van voorraden, voor de openbare opslag van rijst overeenkomstig de artikelen 8, 9, 11 tot en met 16, 19 tot en met 20 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 en de artikelen 2 en 3 van Verordening (EU) nr. 1370/2013.

05 02 02 99

Overige maatregelen (rijst)

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven uit hoofde van andere interventiemaatregelen voor rijst op grond van Verordeningen (EG) nr. 1234/2007, (EU) nr. 1308/2013 en (EU) nr. 1370/2013 die niet worden gedekt door de kredieten voor de andere posten van artikel 05 02 02.

Het omvat met name uitgaven voor uitzonderlijke maatregelen die worden uitgevoerd overeenkomstig artikel 219, artikel 220, lid 1, onder b), en artikel 221 van Verordening (EU) nr. 1308/2013.

05 02 03

Restituties voor niet in bijlage I genoemde producten

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

100 000

100 000

128 875,26

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking, overeenkomstig de artikelen 196 tot en met 199 en de artikelen 201 tot en met 204 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 en artikel 13 van Verordening (EU) nr. 1370/2013, van de restituties voor granen die worden uitgevoerd in de vorm van bepaalde gedistilleerde dranken, alsmede overeenkomstig Verordening (EU) nr. 510/2014, van de restituties voor goederen die zijn verkregen door de verwerking van granen en rijst, suiker en isoglucose, magere melk, boter en eieren.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 510/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 tot vaststelling van de handelsregeling voor bepaalde, door verwerking van landbouwproducten verkregen goederen en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 1216/2009 en (EG) nr. 614/2009 van de Raad (PB L 150 van 20.5.2014, blz. 1).

05 02 04

Voedselprogramma's

05 02 04 99

Overige maatregelen (voedselprogramma’s)

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

p.m.

p.m.

–7 238 759,71

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van resterende bedragen die voortkomen uit de toepassing van artikel 27 van Verordening (EG) nr. 1234/2007 voor de levering van levensmiddelen uit interventievoorraden en van op de EU-markt aangeschafte producten aan bepaalde organisaties met het oog op verstrekking aan de meest hulpbehoevenden in de Unie.

05 02 05

Suiker

05 02 05 01

Uitvoerrestituties voor suiker en isoglucose

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

p.m.

p.m.

264 399,37

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van uitvoerrestituties voor suiker en isoglucose die worden toegekend overeenkomstig de artikelen 196 tot en met 199 en de artikelen 201 tot en met 204 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 en artikel 13 van Verordening (EU) nr. 1370/2013, alsook van resterende uitgaven voor restituties op grond van artikel 27 van Verordening (EG) nr. 1260/2001, inclusief die voor suiker die aan verwerkte groenten en fruit wordt toegevoegd, overeenkomstig de artikelen 16 en 18 van Verordening (EG) nr. 2201/96.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 2201/96 van de Raad van 28 oktober 1996 houdende een gemeenschappelijke ordening van de markten in de sector verwerkte producten op basis van groenten en fruit (PB L 297 van 21.11.1996, blz. 29).

Verordening (EG) nr. 1260/2001 van de Raad van 19 juni 2001 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector suiker (PB L 178 van 30.6.2001, blz. 1).

05 02 05 03

Productierestituties voor in de chemische industrie gebruikte suiker

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

p.m.

p.m.

194 999,22

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van resterende uitgaven inzake productierestituties voor industriële suiker overeenkomstig artikel 129 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 en artikel 8 van Verordening (EU) nr. 1370/2013, en van resterende uitgaven voor restituties voor gebruik in de chemische industrie overeenkomstig artikel 97 van Verordening (EG) nr. 1234/2007.

05 02 05 08

Particuliere opslag van suiker

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor steun voor de particuliere opslag van suiker overeenkomstig de artikelen 8, 9 en 17 tot en met 20 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 en artikel 4 van Verordening (EU) nr. 1370/2013.

05 02 05 99

Overige maatregelen (suiker)

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

p.m.

p.m.

–2 064,15

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de andere uitgaven voor suiker op grond van Verordeningen (EG) nr. 1234/2007, (EU) nr. 1308/2013 en (EU) nr. 1370/2013, alsmede eventuele andere resterende bedragen, met inbegrip van correcties daarop, die voortkomen uit de toepassing van de Verordeningen (EG) nr. 1260/2001, (EG) nr. 318/2006 en (EG) nr. 320/2006 en die niet worden gedekt door de kredieten voor andere posten van artikel 05 02 05. Deze resterende bedragen omvatten met name mogelijke resterende uitgaven voor maatregelen inzake steun voor de afzet van in de Franse overzeese departementen geproduceerde ruwe suiker, overeenkomstig artikel 7, lid 4, eerste alinea, van Verordening (EG) nr. 1260/2001, en voor de steun voor de aanpassing van de raffinaderijen, overeenkomstig artikel 7, lid 4, tweede alinea, artikel 33, lid 2, en artikel 38 van Verordening (EG) nr. 1260/2001. Het omvat met name uitgaven voor uitzonderlijke maatregelen die worden uitgevoerd overeenkomstig de artikelen 219 en 220, lid 1, onder b), en artikel 221 van Verordening (EU) nr. 1308/2013.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1260/2001 van de Raad van 19 juni 2001 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector suiker (PB L 178 van 30.6.2001, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 318/2006 van de Raad van 20 februari 2006 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector suiker (PB L 58 van 28.2.2006, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 320/2006 van de Raad van 20 februari 2006 tot instelling van een tijdelijke regeling voor de herstructurering van de suikerindustrie in de Europese Gemeenschap en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1290/2005 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (PB L 58 van 28.2.2006, blz. 42).

05 02 06

Olijfolie

05 02 06 03

Particuliere opslag van olijfolie

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

p.m.

p.m.

–49 750,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor steun voor de particuliere opslag van olijfolie overeenkomstig de artikelen 8, 9 en 17 tot en met 20 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 en artikel 4 van Verordening (EU) nr. 1370/2013.

05 02 06 05

Acties ter verbetering van de kwaliteit

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

45 000 000

46 000 000

42 965 160,37

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven voor steun aan organisaties van marktdeelnemers overeenkomstig de artikelen 29 tot en met 31 van Verordening (EU) nr. 1308/2013.

05 02 06 99

Overige maatregelen (olijfolie)

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

300 000

600 000

115 269,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van andere uitgaven in verband met olijfolie op grond van Verordening (EU) nr. 1308/2013, alsmede van andere resterende bedragen die voortkomen uit de toepassing van Verordening nr. 136/66/EEG en de Verordeningen (EG) nr. 865/2004 en (EG) nr. 1234/2007 en die niet worden gedekt door de kredieten voor de andere posten van artikel 05 02 06. Het omvat met name uitgaven voor uitzonderlijke maatregelen die worden uitgevoerd overeenkomstig artikel 219, artikel 220, lid 1, onder b), en artikel 221 van Verordening (EU) nr. 1308/2013.

05 02 07

Vezelgewassen

05 02 07 02

Particuliere opslag van vlasvezels

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor steun voor de particuliere opslag van vlasvezels overeenkomstig de artikelen 8, 9 en 17 tot en met 20 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 en artikel 4 van Verordening (EU) nr. 1370/2013.

05 02 07 03

Katoen — Nationale herstructureringsprogramma’s

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

6 100 000

6 100 000

6 134 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van uitgave overeenkomstig artikel 66, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1307/2013.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1307/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van voorschriften voor rechtstreekse betalingen aan landbouwers in het kader van de steunregelingen van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 637/2008 van de Raad en Verordening (EG) nr. 73/2009 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 608).

05 02 07 99

Overige maatregelen (vezelgewassen)

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

100 000

100 000

139 976,29

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van de nog te betalen productiesteun voor katoen, niet gekaard en niet gekamd, overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1051/2001, alsmede alle andere uitgaven voor vezelgewassen, waaronder resterende uitgaven voor steun voor de verwerking van vlasvezels en hennepvezels, die voortkomen uit de toepassing van Verordening (EG) nr. 1234/2007 en Verordening (EU) nr. 1308/2013 en die niet worden gedekt door de kredieten voor de andere posten van artikel 05 02 07.

Het omvat met name uitgaven voor uitzonderlijke maatregelen die worden uitgevoerd overeenkomstig artikel 219, artikel 220, lid 1, onder b), en artikel 221 van Verordening (EU) nr. 1308/2013.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1050/2001 van de Raad van 22 mei 2001 houdende zesde aanpassing van de steunregeling voor katoen die bij het aan de Akte van toetreding van Griekenland gehechte Protocol nr. 4 is ingesteld (PB L 148 van 1.6.2001, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1051/2001 van de Raad van 22 mei 2001 betreffende de steun voor de katoenproductie (PB L 148 van 1.6.2001, blz. 3).

05 02 08

Groenten en fruit

05 02 08 03

Actiefondsen van de producentenorganisaties

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

298 000 000

541 500 000

724 444 659,89

Toelichting

Dit krediet dient voor de financiering, overeenkomstig de artikelen 32 tot en met 38 en de artikelen 152 tot en met 160 van Verordening (EU) nr. 1308/2013, van de steun van de Unie voor de actiefondsen van telersverenigingen.

05 02 08 11

Steun aan voorlopig erkende producentengroeperingen

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

86 000 000

150 000 000

212 307 497,24

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven in verband met steun voor producentengroeperingen die voorlopig zijn erkend overeenkomstig deel II, titel I, hoofdstuk IV, sectie IV bis, subsectie I, van Verordening (EG) nr. 1234/2007.

05 02 08 12

Schoolfruitregeling

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

150 000 000

144 000 000

73 702 631,59

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven in verband met de bijdrage van de Unie aan de schoolfruitregeling op grond van de artikelen 22 tot en met 25 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 en artikel 5 van Verordening (EU) nr. 1370/2013, waarbij voorkeur wordt gegeven aan producten van lokale en/of nationale herkomst.

05 02 08 99

Overige maatregelen (groenten en fruit)

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

77 800 000

700 000

72 957,42

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van andere uitgaven voor groenten en fruit op grond van de Verordeningen (EU) nr. 1308/2013 en (EU) nr. 1370/2013, alsmede van andere resterende uitgaven voor maatregelen op grond van de Verordeningen (EG) nr. 399/94, (EG) nr. 2200/96, (EG) nr. 2201/96, (EG) nr. 2202/96, (EG) nr. 1782/2003 en (EG) nr. 1234/2007 die niet worden gedekt door de kredieten voor de andere posten van artikel 05 02 08.

Het omvat met name uitgaven voor uitzonderlijke maatregelen die worden uitgevoerd overeenkomstig artikel 219, artikel 220, lid 1, onder b), en artikel 221 van Verordening (EU) nr. 1308/2013.

05 02 09

Producten van de wijnbouwsector

05 02 09 08

Nationale steunprogramma's voor de wijnsector

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

1 075 000 000

1 094 000 000

1 019 483 384,85

Toelichting

Dit krediet dient voor de financiering van de uitgaven voor steunprogramma's voor de wijnsector overeenkomstig de artikelen 39 tot en met 54 van Verordening (EU) nr. 1308/2013.

05 02 09 99

Overige maatregelen (wijnbouwsector)

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

1 000 000

1 000 000

2 906 936,16

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van resterende bedragen die voortkomen uit de toepassing van de Verordeningen (EEG) nr. 882/87, (EG) nr. 1493/1999, (EG) nr. 479/2008, (EG) nr. 1234/2007 en (EU) nr. 1308/2013 die niet worden gedekt door de kredieten voor andere posten van artikel 05 02 09.

Het omvat met name uitgaven voor uitzonderlijke maatregelen die worden uitgevoerd overeenkomstig de artikelen 219 en 220, lid 1, onder b), en artikel 221 van Verordening (EU) nr. 1308/2013.

Rechtsgronden

Verordening (EEG) nr. 822/87 van de Raad van 16 maart 1987 houdende een gemeenschappelijke ordening van de wijnmarkt (PB L 84 van 27.3.1987, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1493/1999 van de Raad van 17 mei 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening van de wijnmarkt (PB L 179 van 14.7.1999, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 479/2008 van de Raad van 29 april 2008 houdende een gemeenschappelijke ordening van de wijnmarkt (PB L 148 van 6.6.2008, blz. 1).

05 02 10

Afzetbevordering

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 3/2008 van de Raad van 17 december 2007 inzake voorlichtings- en afzetbevorderingsacties voor landbouwproducten op de binnenmarkt en in derde landen (PB L 3 van 5.1.2008, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 1144/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2014 inzake voorlichtings- en afzetbevorderingsacties betreffende landbouwproducten uitgevoerd op de interne markt en in derde landen en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 3/2008 van de Raad (PB L 317 van 4.11.2014, blz. 56).

05 02 10 01

Afzetbevordering — Betalingen door de lidstaten

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

77 000 000

64 000 000

53 195 490,42

Toelichting

Dit krediet dient voor de medefinanciering van door de lidstaten uitgevoerde programma’s voor afzetbevordering die betrekking hebben op landbouwproducten, de methoden voor de productie daarvan en levensmiddelen overeenkomstig de Verordeningen (EG) nr. 3/2008 en (EU) nr. 1144/2014.

05 02 10 02

Afzetbevordering — Rechtstreekse betalingen door de Unie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

16 000 000

4 337 221

1 189 000

1 252 166

1 495 798,32

993 725,30

Toelichting

Dit krediet dient voor de financiering van rechtstreeks door de Commissie beheerde afzetbevorderingsacties en van de technische bijstand die overeenkomstig de Verordeningen (EG) nr. 3/2008 en (EU) nr. 1144/2014 voor de uitvoering van de afzetbevorderingsprogramma’s nodig is, zoals voorbereiding, monitoring, evaluatie, controle en beheer.

05 02 10 99

Overige maatregelen (afzetbevordering)

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

p.m.

p.m.

38 462,13

Toelichting

Dit krediet dient voor de financiering van overige maatregelen op grond van de Verordeningen (EG) nr. 3/2008 en (EU) nr. 1144/2014 die niet worden gedekt door de kredieten voor de andere posten van artikel 05 02 10.

05 02 11

Overige plantaardige producten/overige maatregelen

05 02 11 03

Hop — Steun aan producentenorganisaties

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

2 300 000

2 300 000

2 277 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de artikelen 58 tot en met 60 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 bedoelde steun voor producentenorganisaties in de hopsector.

05 02 11 04

Posei (met uitzondering van rechtstreekse betalingen)

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

237 000 000

231 000 000

238 477 941,40

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven die worden gedaan overeenkomstig Verordeningen (EU) nr. 228/2013 en (EU) nr. 229/2013, alsmede de resterende uitgaven die voortvloeien uit de uitvoering van de regelgeving inzake Posei en eilanden van de Egeïsche Zee op grond van de Verordeningen (EG) nr. 247/2006 en (EG) nr. 1405/2006.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 247/2006 van de Raad van 30 januari 2006 houdende specifieke maatregelen op landbouwgebied ten behoeve van de ultraperifere gebieden van de Unie (PB L 42 van 14.2.2006, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1405/2006 van de Raad van 18 september 2006 houdende vaststelling van specifieke maatregelen voor de landbouw ten behoeve van de kleinere eilanden in de Egeïsche Zee (PB L 265 van 26.9.2006, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 228/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 13 maart 2013 houdende specifieke maatregelen op landbouwgebied ten behoeve van de ultraperifere gebieden van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 247/2006 van de Raad (PB L 78 van 20.3.2013, blz. 23).

Verordening (EU) nr. 229/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 13 maart 2013 houdende specifieke maatregelen op landbouwgebied ten behoeve van de kleinere eilanden in de Egeïsche Zee en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1405/2006 van de Raad (PB L 78 van 20.3.2013, blz. 41).

05 02 11 99

Overige maatregelen (overige plantaardige producten/overige maatregelen)

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

100 000

100 000

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van alle andere resterende bedragen en andere uitgaven voor overige plantaardige producten/overige maatregelen op grond van Verordeningen (EEG) nr. 2075/92, (EG) nr. 1786/2003, (EG) nr. 1234/2007 en (EU) nr. 1308/2013 die niet worden gedekt door de kredieten voor de andere posten van artikel 05 02 11.

Het omvat met name uitgaven voor uitzonderlijke maatregelen die worden uitgevoerd overeenkomstig artikel 219, artikel 220, lid 1, onder b), en artikel 221 van Verordening (EU) nr. 1308/2013.

Rechtsgronden

Verordening (EEG) nr. 2075/92 van de Raad van 30 juni 1992 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector ruwe tabak (PB L 215 van 30.7.1992, blz. 70).

Verordening (EG) nr. 1786/2003 van de Raad van 29 september 2003 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector gedroogde voedergewassen (PB L 270 van 21.10.2003, blz. 114).

05 02 12

Melk en zuivelproducten

05 02 12 01

Restituties voor melk en zuivelproducten

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

p.m.

p.m.

16 963,36

Toelichting

Dit krediet dient voor de financiering van de uitvoerrestituties voor melk en zuivelproducten die worden toegekend op grond van de artikelen 196 tot en met 199 en de artikelen 201 tot en met 204 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 en artikel 13 van Verordening (EU) nr. 1370/2013.

05 02 12 02

Opslagmaatregelen voor mageremelkpoeder

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

17 000 000

p.m.

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van technische, financierings- en andere kosten, met name ter financiering van de waardevermindering van voorraden, die worden gemaakt voor de openbare opslag van mageremelkpoeder overeenkomstig de artikelen 8, 9, 11 tot en met 16, 19 en 20 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 en de artikelen 2 en 3 van Verordening (EU) nr. 1370/2013.

Het dient eveneens ter dekking van steun voor de particuliere opslag van mageremelkpoeder overeenkomstig de artikelen 8, 9 en 17 tot en met 20 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 en artikel 4 van Verordening (EU) nr. 1370/2013.

05 02 12 04

Opslagmaatregelen voor boter en room

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

15 000 000

p.m.

4 142 775,56

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor de particuliere opslag van boter en room overeenkomstig de artikelen 8, 9 en 17 tot en met 20 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 en artikel 4 van Verordening (EU) nr. 1370/2013.

Het dient eveneens ter dekking van technische, financierings- en andere kosten, met name ter financiering van de waardevermindering van voorraden, die worden gemaakt voor de openbare opslag van boter en room overeenkomstig de artikelen 8, 9, 11 tot en met 16, 19 en 20 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 en de artikelen 2 en 3 van Verordening (EU) nr. 1370/2013.

05 02 12 06

Particuliere opslag van bepaalde kaassoorten

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

p.m.

p.m.

 

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven voor de particuliere opslag van bepaalde kaassoorten overeenkomstig de artikelen 8, 9 en 17 tot en met 20 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 en artikel 4 van Verordening (EU) nr. 1370/2013.

05 02 12 08

Schoolmelk

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

75 000 000

77 000 000

67 626 501,91

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van de uitgaven voor de in artikel 26 tot en met 28 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 en artikel 6 van Verordening (EU) nr. 1370/2013 bedoelde steun van de Unie voor de uitreiking van bepaalde zuivelproducten aan leerlingen van onderwijsinstellingen, waarbij voorkeur wordt gegeven aan producten van lokale en/of nationale herkomst.

05 02 12 09

Zuivelproducten zoals dringende reactie op humanitaire crises

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

30 000 000

30 000 000

       

Toelichting

Nieuwe post

In het kader van de noodmaatregelen om het marktevenwicht in de zuivelsector van de EU te herstellen, dienen deze kredieten ter dekking van de uitgaven in verband met de verdeling van zuivelproducten uit de EU als onderdeel van de humanitaire hulp die de EU aan derde landen verleent overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1257/96 van de Raad, en met name de artikelen 1 en 6.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1257/96 van de Raad van 20 juni 1996 betreffende humanitaire hulp (PB L 163 van 2.7.1996, blz. 1).

05 02 12 99

Overige maatregelen (melk en zuivelproducten)

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

430 100 000

100 000

3 134,51

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van resterende uitgaven voor maatregelen in de zuivelsector op grond van de Verordeningen (EG) nr. 2330/98, (EG) nr. 1234/2007 en (EU) nr. 1233/2009, alsmede van andere uitgaven voor de sector op grond van de Verordeningen (EU) nr. 1308/2013 en (EU) nr. 1370/2013 die niet worden gedekt door de kredieten voor de andere posten van artikel 05 02 12.

Het omvat met name uitgaven voor uitzonderlijke maatregelen die worden uitgevoerd overeenkomstig de artikelen 219 tot en met 221 van Verordening (EU) nr. 1308/2013.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 2330/98 van de Raad van 22 oktober 1998 inzake een vergoedingsvoorstel aan bepaalde producenten van melk en zuivelproducten die tijdelijk in de uitoefening van hun activiteit zijn beperkt (PB L 291 van 30.10.1998, blz. 4).

05 02 13

Rund- en kalfsvlees

05 02 13 01

Restituties voor rund- en kalfsvlees

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

100 000

100 000

169 451,37

Toelichting

Dit krediet dient voor de financiering van de uitvoerrestituties voor rund- en kalfsvlees op grond van de artikelen 196 tot en met 204 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 en artikel 13 van Verordening (EU) nr. 1370/2013.

05 02 13 02

Opslagmaatregelen voor rund- en kalfsvlees

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor steun voor de particuliere opslag van rund- en kalfsvlees overeenkomstig de artikelen 8 tot en met 10 en de artikelen 17 tot en met 20 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 en artikel 4 van Verordening (EU) nr. 1370/2013.

Het dient eveneens ter dekking van technische, financierings- en andere kosten, met name ter financiering van de waardevermindering van voorraden, die worden gemaakt voor de openbare opslag van rund- en kalfsvlees overeenkomstig de artikelen 8 tot en met 16, 19 en 20 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 en de artikelen 2 en 3 van Verordening (EU) nr. 1370/2013.

05 02 13 04

Restituties voor levende runderen

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

p.m.

p.m.

274 727,61

Toelichting

Dit krediet dient voor de financiering van de uitvoerrestituties voor levende dieren op grond van de artikelen 196 tot en met 204 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 en artikel 13 van Verordening (EU) nr. 1370/2013.

05 02 13 99

Overige maatregelen (rund- en kalfsvlees)

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

p.m.

p.m.

–35,86

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van andere uitgaven voor maatregelen in de rundvleessector op grond van Verordening (EU) nr. 1308/2013 en (EU) nr. 1370/2013, alsmede eventuele andere resterende bedragen die voortkomen uit de toepassing van Verordeningen (EG) nr. 1254/1999 en (EG) nr. 1234/2007 en die niet worden gedekt door de kredieten voor andere posten van artikel 05 02 13.

Dit krediet dient eveneens ter dekking van uitstaande betalingen ingevolge de toepassing van Verordening (EG) nr. 716/96 van de Commissie van 19 april 1996 houdende vaststelling van buitengewone maatregelen ter ondersteuning van de rundvleesmarkt in het Verenigd Koninkrijk (PB L 99 van 20.4.1996, blz. 14).

Het omvat met name uitgaven voor uitzonderlijke maatregelen die worden uitgevoerd overeenkomstig de artikelen 219 tot en met 221 van Verordening (EU) nr. 1308/2013.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1254/1999 van de Raad van 17 mei 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector rundvlees (PB L 263 van 18.10.2000, blz. 34).

05 02 14

Schapen- en geitenvlees

05 02 14 01

Particuliere opslag van schapen- en geitenvlees

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor de particuliere opslag van schapen- en geitenvlees overeenkomstig de artikelen 8 tot en met 10 en de artikelen 17 tot en met 21 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 en artikel 4 van Verordening (EU) nr. 1370/2013.

05 02 14 99

Overige maatregelen (schapen- en geitenvlees)

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van andere uitgaven voor maatregelen in de sector schapen- en geitenvlees op grond van Verordening (EU) nr. 1308/2013 en (EU) nr. 1370/2013, alsmede eventuele andere resterende bedragen die voortkomen uit de toepassing van Verordeningen (EG) nr. 2529/2001 en (EG) nr. 1234/2007 die niet worden gedekt door de kredieten voor andere posten van artikel 05 02 14.

Het omvat met name uitgaven voor uitzonderlijke maatregelen die worden uitgevoerd overeenkomstig de artikelen 219 tot en met 221 van Verordening (EU) nr. 1308/2013.

05 02 15

Varkensvlees, eieren, pluimvee, producten van de bijenteelt en andere dierlijke producten

05 02 15 01

Restituties voor varkensvlees

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

p.m.

p.m.

214 519,63

Toelichting

Dit krediet dient voor de financiering van de uitvoerrestituties voor varkensvlees die worden toegekend op grond van de artikelen 196 tot en met 199 en de artikelen 201 tot en met 204 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 en artikel 13 van Verordening (EU) nr. 1370/2013.

05 02 15 02

Particuliere opslag van varkensvlees

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

32 000 000

p.m.

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten in verband met de particuliere opslag van varkensvlees overeenkomstig de artikelen 8, 9 en 17 tot en met 20 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 en artikel 4 van Verordening (EU) nr. 1370/2013.

05 02 15 04

Restituties voor eieren

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

p.m.

p.m.

18 837,57

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor uitvoerrestituties voor eieren die worden toegekend op grond van de artikelen 196 tot en met 199 en de artikelen 201 tot en met 204 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 en artikel 13 van Verordening (EU) nr. 1370/2013.

05 02 15 05

Restituties voor slachtpluimvee

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

p.m.

1 000 000

924 088,13

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor uitvoerrestituties voor slachtpluimvee die worden toegekend op grond van de artikelen 196 tot en met 199 en de artikelen 201 tot en met 204 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 en artikel 13 van Verordening (EU) nr. 1370/2013.

05 02 15 06

Bijzondere steun voor de bijenteelt

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

32 000 000

31 000 000

30 948 596,79

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven in het kader van nationale programma's voor de bijenteeltsector, overeenkomstig de artikelen 55 tot en met 57 van Verordening (EU) nr. 1308/2013.

05 02 15 99

Overige maatregelen (varkensvlees, pluimvee, eieren, producten van de bijenteelt en andere dierlijke producten)

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

p.m.

8 800 000

815 639,50

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van andere uitgaven voor maatregelen in de sectoren varkensvlees, pluimvee, eieren, producten van de bijenteelt en andere dierlijke producten op grond van Verordeningen (EU) nr. 1308/2013 en (EU) nr. 1370/2013, alsmede eventuele andere resterende bedragen die voortkomen uit de toepassing van Verordening (EG) nr. 1234/2007 en die niet worden gedekt door de kredieten voor andere posten van artikel 05 02 15.

Het omvat met name uitgaven voor uitzonderlijke maatregelen die worden uitgevoerd overeenkomstig de artikelen 219 tot en met 221 van Verordening (EU) nr. 1308/2013.

HOOFDSTUK 05 03 —   RECHTSTREEKSE BETALINGEN OM BIJ TE DRAGEN TOT DE LANDBOUWINKOMENS, DE VARIABILITEIT DAARVAN TE BEPERKEN EN AAN MILIEU- EN KLIMAATDOELSTELLINGEN TE VOLDOEN

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

% 2014-2016

05 03

RECHTSTREEKSE BETALINGEN OM BIJ TE DRAGEN TOT DE LANDBOUWINKOMENS, DE VARIABILITEIT DAARVAN TE BEPERKEN EN AAN MILIEU- EN KLIMAATDOELSTELLINGEN TE VOLDOEN

05 03 01

Ontkoppelde rechtstreekse betalingen

05 03 01 01

Bedrijfstoeslagregeling (BTR)

2

61 000 000

28 342 000 000

30 834 240 250,22

50 547,93

05 03 01 02

Regeling inzake een enkele areaalbetaling (REAB)

2

4 237 000 000

7 806 000 000

7 366 436 539,76

173,86

05 03 01 03

Afzonderlijke betaling voor suiker

2

1 000 000

278 000 000

274 493 125,89

27 449,31

05 03 01 04

Afzonderlijke betaling voor groenten en fruit

2

100 000

12 000 000

11 941 769,01

11 941,77

05 03 01 05

Specifieke steun (artikel 68 van Verordening (EG) nr. 73/2009) — Ontkoppelde rechtstreekse betalingen

2

1 000 000

507 000 000

457 415 813,45

45 741,58

05 03 01 06

Afzonderlijke betaling voor zacht fruit

2

100 000

12 000 000

11 370 747,27

11 370,75

05 03 01 07

Herverdelingsbetaling

2

1 251 000 000

440 000 000

   

05 03 01 10

Basisbetalingsregeling (BBR)

2

15 927 000 000

     

05 03 01 11

Betaling voor klimaat- en milieuvriendelijke landbouwpraktijken

2

12 239 000 000

     

05 03 01 12

Betaling voor landbouwers in gebieden met natuurlijke beperkingen

2

3 000 000

     

05 03 01 13

Betaling voor jonge landbouwers

2

549 000 000

     

05 03 01 99

Andere (ontkoppelde rechtstreekse betalingen)

2

p.m.

p.m.

–3 842 836,10

 
 

Artikel 05 03 01 — Subtotaal

 

34 269 200 000

37 397 000 000

38 952 055 409,50

113,66

05 03 02

Andere rechtstreekse betalingen

05 03 02 06

Premies voor zoogkoeien

2

1 500 000

884 000 000

899 017 357,07

59 934,49

05 03 02 07

Aanvullende zoogkoeienpremie

2

100 000

49 000 000

47 369 012,96

47 369,01

05 03 02 13

Schapen- en geitenpremie

2

500 000

22 000 000

21 866 696,36

4 373,34

05 03 02 14

Aanvullende schapen- en geitenpremie

2

100 000

7 000 000

6 784 232,34

6 784,23

05 03 02 28

Steun voor zijderupsen

2

500 000

500 000

397 885,54

79,58

05 03 02 40

Gewasspecifieke betaling voor katoen

2

247 000 000

239 000 000

231 804 961,36

93,85

05 03 02 44

Specifieke steun (artikel 68 van Verordening (EG) nr. 73/2009) — Gekoppelde rechtstreekse betalingen

2

3 000 000

1 430 000 000

1 062 362 818,28

35 412,09

05 03 02 50

Posei — Steunprogramma’s van de Europese Unie

2

416 000 000

421 000 000

409 731 714,10

98,49

05 03 02 52

Posei — Kleinere eilanden van de Egeïsche Zee

2

17 000 000

18 000 000

16 316 285,75

95,98

05 03 02 60

Vrijwillige regeling voor gekoppelde steun

2

4 046 000 000

     

05 03 02 61

Regeling voor kleine landbouwbedrijven

2

p.m.

     

05 03 02 99

Andere (rechtstreekse betalingen)

2

3 108 157

7 897 789

11 940 117,58

384,15

 

Artikel 05 03 02 — Subtotaal

 

4 734 808 157

3 078 397 789

2 707 591 081,34

57,18

05 03 03

Extra steunbedragen

2

100 000

200 000

32 942,76

32,94

05 03 09

Terugbetaling van rechtstreekse betalingen aan landbouwers uit kredieten die zijn overgedragen in verband met financiële discipline

2

p.m.

p.m.

0,—

 

05 03 10

Reserve voor crisissituaties in de landbouwsector

2

441 600 000

433 000 000

0,—

0

 

Hoofdstuk 05 03 — Totaal

 

39 445 708 157

40 908 597 789

41 659 679 433,60

105,61

Toelichting

Ontvangsten die zijn geboekt op artikel 6 7 0 van de algemene staat van ontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten voor elke begrotingslijn van dit hoofdstuk overeenkomstig de artikelen 21 en 174 van het Financieel Reglement.

In het kader van de vaststelling van de budgettaire behoeften voor dit hoofdstuk is bij de vaststelling van de budgettaire behoeften voor artikel 05 03 01, en met name post 05 03 01 10, rekening gehouden met een bedrag van 2 380 000 000 EUR uit de posten 6 7 0 1, 6 7 0 2 en 6 7 0 3 van de algemene staat van ontvangsten.

De volgende rechtsgrond geldt voor alle artikelen en posten van dit hoofdstuk, tenzij anders bepaald.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1782/2003 van de Raad van 29 september 2003 tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor regelingen inzake rechtstreekse steunverlening in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers en houdende wijziging van de Verordeningen (EEG) nr. 2019/93, (EG) nr. 1452/2001, (EG) nr. 1453/2001, (EG) nr. 1454/2001, (EG) nr. 1868/94, (EG) nr. 1251/1999, (EG) nr. 1254/1999, (EG) nr. 1673/2000, (EEG) nr. 2358/71 en (EG) nr. 2529/2001 (PB L 270 van 21.10.2003, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 73/2009 van de Raad van 19 januari 2009 tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor regelingen inzake rechtstreekse steunverlening aan landbouwers in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 1290/2005, (EG) nr. 247/2006, (EG) nr. 378/2007 en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1782/2003 (PB L 30 van 31.1.2009, blz. 16).

Verordening (EU) nr. 671/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 11 juli 2012 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 73/2009 van de Raad wat de toepassing van de rechtstreekse betalingen aan landbouwers voor 2013 betreft (PB L 204 van 31.7.2012, blz. 11).

Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake de financiering, het beheer en de monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van Verordeningen (EEG) nr. 352/78, (EG) nr. 165/94, (EG) nr. 2799/98, (EG) nr. 814/2000, (EG) nr. 1290/2005 en (EG) nr. 485/2008 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 549).

Verordening (EU) nr. 1307/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van voorschriften voor rechtstreekse betalingen aan landbouwers in het kader van de steunregelingen van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 637/2008 van de Raad en Verordening (EG) nr. 73/2009 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 608).

Verordening (EU) nr. 1310/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende bepaalde overgangsbepalingen inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo), houdende wijziging van Verordening (EU) nr. 1305/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft middelen en de verdeling ervan met betrekking tot 2014, houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 73/2009 van de Raad en de Verordeningen (EU) nr. 1307/2013, (EU) nr. 1306/2013 en (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de toepassing ervan in 2014 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 865).

05 03 01

Ontkoppelde rechtstreekse betalingen

05 03 01 01

Bedrijfstoeslagregeling (BTR)

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

61 000 000

28 342 000 000

30 834 240 250,22

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van resterende uitgaven in het kader van de bedrijfstoeslagregeling als bedoeld in titel III van Verordening (EG) nr. 73/2009 en titel III van Verordening (EG) nr. 1782/2003.

05 03 01 02

Regeling inzake een enkele areaalbetaling (REAB)

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

4 237 000 000

7 806 000 000

7 366 436 539,76

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven in het kader van de regeling inzake een enkele areaalbetaling op grond van titel III, hoofdstuk 1, afdeling 4, van Verordening (EU) nr. 1307/2013, alsmede van resterende uitgaven in het kader van de regeling inzake een enkele areaalbetaling op grond van titel V van Verordening (EG) nr. 73/2009, titel IV bis van Verordening (EG) nr. 1782/2003 en de Toetredingsakten van 2003 en 2005.

Rechtsgronden

Toetredingsakte van 2003 voor de Tsjechische Republiek, de Republiek Estland, de Republiek Cyprus, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, de Republiek Hongarije, de Republiek Malta, de Republiek Polen, de Republiek Slovenië en de Slowaakse Republiek, met name bijlage II „Lijst bedoeld in artikel 20 van de Toetredingsakte”, punt 6A, lid 26, als gewijzigd bij Besluit 2004/281/EG van de Raad (PB L 93 van 30.3.2004, blz. 1).

2005 Akte betreffende de toetredingsvoorwaarden voor de Republiek Bulgarije en Roemenië, met name bijlage III „Lijst bedoeld in artikel 19 van de Toetredingsakte”.

05 03 01 03

Afzonderlijke betaling voor suiker

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

1 000 000

278 000 000

274 493 125,89

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van resterende uitgaven in het kader van de afzonderlijke betaling voor suiker voor de lidstaten die de regeling inzake een enkele areaalbetaling hebben toegepast overeenkomstig titel V van Verordening (EG) nr. 73/2009 en titel IV bis van Verordening (EG) nr. 1782/2003.

05 03 01 04

Afzonderlijke betaling voor groenten en fruit

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

100 000

12 000 000

11 941 769,01

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van resterende uitgaven in het kader van de afzonderlijke betaling voor groenten en fruit voor de lidstaten die de regeling inzake een enkele areaalbetaling hebben toegepast overeenkomstig titel V van Verordening (EG) nr. 73/2009 en titel IV bis van Verordening (EG) nr. 1782/2003.

05 03 01 05

Specifieke steun (artikel 68 van Verordening (EG) nr. 73/2009) — Ontkoppelde rechtstreekse betalingen

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

1 000 000

507 000 000

457 415 813,45

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van resterende uitgaven voor de in artikel 68 van Verordening (EG) nr. 73/2009 bedoelde ontkoppelde specifieke steun, met name de in lid 1, onder a), v), en lid 1, onder c) en d), bedoelde steun.

05 03 01 06

Afzonderlijke betaling voor zacht fruit

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

100 000

12 000 000

11 370 747,27

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van resterende uitgaven in het kader van de in artikel 129 van Verordening (EG) nr. 73/2009 bedoelde afzonderlijke betaling voor zacht fruit voor de lidstaten die de regeling inzake een enkele areaalbetaling hebben toegepast overeenkomstig titel V van die verordening.

05 03 01 07

Herverdelingsbetaling

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

1 251 000 000

440 000 000

 

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven in het kader van de herverdelingsbetaling als bedoeld in titel III, hoofdstuk 2, van Verordening (EU) nr. 1307/2013, alsmede van resterende uitgaven in het kader van de herverdelingsbetaling in het kalenderjaar 2014 als bedoeld in de artikelen 72 bis en 125 bis van Verordening (EG) nr. 73/2009.

05 03 01 10

Basisbetalingsregeling (BBR)

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

15 927 000 000

   

Toelichting

Nieuwe post

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in het kader van de basisbetalingsregeling als bedoeld in titel III, hoofdstuk 1, van Verordening (EU) nr. 1307/2013. Die kredieten zullen niet worden gebruikt ter ondersteuning van het fokken van stieren die worden gebruikt voor dodelijke stierengevechten (41).

05 03 01 11

Betaling voor klimaat- en milieuvriendelijke landbouwpraktijken

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

12 239 000 000

   

Toelichting

Nieuwe post

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven in het kader van de betaling voor klimaat- en milieuvriendelijke landbouwpraktijken als bedoeld in titel III, hoofdstuk 3, van Verordening (EU) nr. 1307/2013.

05 03 01 12

Betaling voor landbouwers in gebieden met natuurlijke beperkingen

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

3 000 000

   

Toelichting

Nieuwe post

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven in het kader van de betaling voor gebieden met natuurlijke beperkingen als bedoeld in titel III, hoofdstuk 4, van Verordening (EU) nr. 1307/2013.

05 03 01 13

Betaling voor jonge landbouwers

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

549 000 000

   

Toelichting

Nieuwe post

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven in het kader van de betaling voor jonge landbouwers als bedoeld in titel III, hoofdstuk 5, van Verordening (EU) nr. 1307/2013.

05 03 01 99

Andere (ontkoppelde rechtstreekse betalingen)

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

p.m.

p.m.

–3 842 836,10

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven voor andere ontkoppelde rechtstreekse betalingen die niet kunnen worden gefinancierd uit de kredieten voor de andere posten onder artikel 05 03 01 en ter dekking van correcties die voortvloeien uit de niet-naleving van de van maxima die zijn vastgesteld in de artikelen 8 en 40 van Verordening (EG) nr. 73/2009 en in de artikelen 6 en 7 van Verordening (EU) nr. 1307/2013 die niet aan een bepaald begrotingsonderdeel onder artikel 05 03 01 kunnen worden toegerekend.

05 03 02

Andere rechtstreekse betalingen

05 03 02 06

Premies voor zoogkoeien

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

1 500 000

884 000 000

899 017 357,07

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van resterende uitgaven voor de zoogkoeienpremies overeenkomstig titel IV, hoofdstuk 1, afdeling 11, van Verordening (EG) nr. 73/2009 en titel IV, hoofdstuk 12, van Verordening (EG) nr. 1782/2003.

05 03 02 07

Aanvullende zoogkoeienpremie

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

100 000

49 000 000

47 369 012,96

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van resterende uitgaven voor de aanvullende nationale zoogkoeienpremie overeenkomstig titel IV, hoofdstuk 1, afdeling 11, van Verordening (EG) nr. 73/2009 en titel IV, hoofdstuk 12, van Verordening (EG) nr. 1782/2003.

05 03 02 13

Schapen- en geitenpremie

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

500 000

22 000 000

21 866 696,36

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van resterende uitgaven voor de veebetalingen overeenkomstig titel IV, hoofdstuk 1, afdeling 10, van Verordening (EG) nr. 73/2009 en titel IV, hoofdstuk 11, van Verordening (EG) nr. 1782/2003.

05 03 02 14

Aanvullende schapen- en geitenpremie

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

100 000

7 000 000

6 784 232,34

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van resterende uitgaven voor de toekenning van specifieke steun per ooi of vrouwelijke geit aan producenten van schapen- of geitenvlees in probleem- of berggebieden overeenkomstig titel IV, hoofdstuk 1, afdeling 10, van Verordening (EG) nr. 73/2009 en titel IV, hoofdstuk 11, van Verordening (EG) nr. 1782/2003.

05 03 02 28

Steun voor zijderupsen

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

500 000

500 000

397 885,54

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van resterende uitgaven voor de in artikel 111 van Verordening (EG) nr. 1234/2007 bedoelde steun voor zijderupsen.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten („integrale-GMO-verordening”) (PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1).

05 03 02 40

Gewasspecifieke betaling voor katoen

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

247 000 000

239 000 000

231 804 961,36

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven voor de gewasspecifieke betaling voor katoen overeenkomstig titel IV, hoofdstuk 2, van Verordening (EU) nr. 1307/2013, alsmede van resterende uitgaven voor de gewasspecifieke betaling voor katoen overeenkomstig titel IV, hoofdstuk 1, afdeling 6, van Verordening (EG) nr. 73/2009 en titel IV, hoofdstuk 10 bis, van Verordening (EG) nr. 1782/2003.

05 03 02 44

Specifieke steun (artikel 68 van Verordening (EG) nr. 73/2009) — Gekoppelde rechtstreekse betalingen

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

3 000 000

1 430 000 000

1 062 362 818,28

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van resterende uitgaven voor de in artikel 68 van Verordening (EG) nr. 73/2009 bedoelde gekoppelde specifieke steun, met name de in lid 1, onder a), i), ii), iii) en iv), en in lid 1, onder b) en e), bedoelde steun.

05 03 02 50

Posei — Steunprogramma’s van de Europese Unie

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

416 000 000

421 000 000

409 731 714,10

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van rechtstreekse betalingen in verband met programma's die specifieke maatregelen omvatten ter ondersteuning van de lokale landbouwproductie in de ultraperifere gebieden van de Unie overeenkomstig Verordening (EU) nr. 228/2013, alsmede van resterende uitgaven die voortvloeien uit de toepassing van titel III van Verordening (EG) nr. 247/2006.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 247/2006 van de Raad van 30 januari 2006 houdende specifieke maatregelen op landbouwgebied ten behoeve van de ultraperifere gebieden van de Unie (PB L 42 van 14.2.2006, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 228/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 13 maart 2013 houdende specifieke maatregelen op landbouwgebied ten behoeve van de ultraperifere gebieden van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 247/2006 van de Raad (PB L 78 van 20.3.2013, blz. 23).

05 03 02 52

Posei — Kleinere eilanden van de Egeïsche Zee

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

17 000 000

18 000 000

16 316 285,75

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van andere uitgaven voor rechtstreekse steun die voortvloeien uit de uitvoering van Verordening (EU) nr. 229/2013 en van resterende uitgaven die voortvloeien uit de toepassing van de Verordeningen (EEG) nr. 2019/93 en (EG) nr. 1405/2006.

Rechtsgronden

Verordening (EEG) nr. 2019/93 van de Raad van 19 juli 1993 houdende specifieke maatregelen voor bepaalde landbouwproducten ten behoeve van de kleinere eilanden in de Egeïsche Zee (PB L 184 van 27.7.1993, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1405/2006 van de Raad van 18 september 2006 houdende vaststelling van specifieke maatregelen voor de landbouw ten behoeve van de kleinere eilanden in de Egeïsche Zee en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1782/2003 (PB L 265 van 26.9.2006, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 229/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 13 maart 2013 houdende specifieke maatregelen op landbouwgebied ten behoeve van de kleinere eilanden in de Egeïsche Zee en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1405/2006 van de Raad (PB L 78 van 20.3.2013, blz. 41).

05 03 02 60

Vrijwillige regeling voor gekoppelde steun

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

4 046 000 000

   

Toelichting

Nieuwe post

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven voor vrijwillige gekoppelde steun als bedoeld in titel IV, hoofdstuk 1, van Verordening (EU) nr. 1307/2013.

05 03 02 61

Regeling voor kleine landbouwbedrijven

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

p.m.

   

Toelichting

Nieuwe post

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven in het kader van de regeling voor kleine landbouwbedrijven als bedoeld in titel V van Verordening (EU) nr. 1307/2013.

05 03 02 99

Andere (rechtstreekse betalingen)

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

3 108 157

7 897 789

11 940 117,58

Toelichting

Oude posten 05 03 02 36, 05 03 02 39, 05 03 02 42 en 05 03 02 99

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven voor andere rechtstreekse betalingen die niet kunnen worden gefinancierd uit de kredieten voor de andere posten van artikel 05 03 02 en ter dekking van correcties die niet aan een bepaald begrotingsonderdeel kunnen worden toegerekend. Het is eveneens bedoeld ter dekking van correcties die voortvloeien uit de niet-naleving van de maxima die zijn vastgesteld in de artikelen 8 en 40 van Verordening (EG) nr. 73/2009 die niet aan een bepaald begrotingsonderdeel onder artikel 05 03 02 kunnen worden toegerekend. Dit krediet kan ook dienen ter dekking van resterende uitgaven in verband met:

 

de toeslag op de areaalbetaling zoals bedoeld in titel IV, hoofdstuk 8, van Verordening (EG) nr. 1782/2003;

 

de steun per hectare voor de instandhouding van de teelt van kekers, linzen en wikke overeenkomstig titel IV, hoofdstuk 13, van Verordening (EG) nr. 1782/2003;

 

de overgangsregeling voor gedroogde voedergewassen overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1782/2003;

 

de toeslag voor durumtarwe in niet-traditionele productiegebieden overeenkomstig titel IV, hoofdstuk 10, van Verordening (EG) nr. 1782/2003;

 

de seizoencorrectiepremie voor rundvlees overeenkomstig titel IV, hoofdstuk 12, van Verordening (EG) nr. 1782/2003;

 

het extensiveringsbedrag voor rundvlees overeenkomstig titel IV, hoofdstuk 12, van Verordening (EG) nr. 1782/2003;

 

de extra betalingen aan rundvleesproducenten overeenkomstig artikel 133 van Verordening (EG) nr. 1782/2003;

 

de extra betalingen in de sector schapen en geiten overeenkomstig titel IV, hoofdstuk 11, van Verordening (EG) nr. 1782/2003;

 

de melkpremie aan melkproducenten overeenkomstig hoofdstuk 7 van titel IV van Verordening (EG) nr. 1782/2003;

 

de aanvullende premies aan melkproducenten overeenkomstig hoofdstuk 7 van titel IV van Verordening (EG) nr. 1782/2003;

 

de compenserende steun voor bananen overeenkomstig artikel 12 van Verordening (EG) nr. 404/93;

 

de overgangsbetaling voor suikerbietentelers overeenkomstig hoofdstuk 10 sexies van titel IV van Verordening (EG) nr. 1782/2003;

 

de vaststelling van het agromonetaire stelsel voor de euro overeenkomstig Verordening (EG) nr. 2799/98;

 

de in artikel 7 van Verordening (EG) nr. 2201/96 bedoelde areaalsteun voor krenten en rozijnen;

 

de areaalsteun aan producenten van energiegewassen overeenkomstig titel IV, hoofdstuk 5, van Verordening (EG) nr. 1782/2003;

 

de areaalsteun voor granen, oliehoudende zaden, eiwithoudende gewassen, kuilgras en braaklegging overeenkomstig titel IV, hoofdstuk 10, van Verordening (EG) nr. 1782/2003;

 

de toeslag op de areaalbetaling voor producenten van durumtarwe in traditionele productiegebieden overeenkomstig titel IV, hoofdstuk 10, van Verordening (EG) nr. 1782/2003;

 

de productiesteun voor zaaizaad overeenkomstig titel IV, hoofdstuk 1, afdeling 5, van Verordening (EG) nr. 73/2009;

 

de speciale premies voor rundvlees overeenkomstig titel IV, hoofdstuk 1, afdeling 11, van Verordening (EG) nr. 73/2009;

 

de slachtpremies voor runderkalveren overeenkomstig titel IV, hoofdstuk 1, afdeling 11, van Verordening (EG) nr. 73/2009;

 

de slachtpremies voor volwassen runderen overeenkomstig titel IV, hoofdstuk 1, afdeling 11, van Verordening (EG) nr. 73/2009;

 

de productiesteun aan producenten van voor de zetmeelproductie bestemde aardappelen overeenkomstig titel IV, hoofdstuk 1, afdeling 2, van Verordening (EG) nr. 73/2009;

 

de areaalsteun voor rijst overeenkomstig titel IV, hoofdstuk 1, afdeling 1, van Verordening (EG) nr. 73/2009;

 

de steun voor olijfgaarden overeenkomstig titel IV, hoofdstuk 10 ter, van Verordening (EG) nr. 1782/2003;

 

de steun aan producenten van ruwe tabak overeenkomstig titel IV, hoofdstuk 10 quater, van Verordening (EG) nr. 1782/2003;

 

de areaalsteun voor hop overeenkomstig titel IV, hoofdstuk 10 quinquies, van Verordening (EG) nr. 1782/2003;

 

de specifieke kwaliteitspremie voor durumtarwe overeenkomstig titel IV, hoofdstuk 1, van Verordening (EG) nr. 1782/2003;

 

de steun voor producenten van eiwithoudende gewassen overeenkomstig titel IV, hoofdstuk 1, afdeling 3, van Verordening (EG) nr. 73/2009;

 

de areaalsteun aan producenten van noten overeenkomstig titel IV, hoofdstuk 1, afdeling 4, van Verordening (EG) nr. 73/2009;

 

de overgangsbetalingen aan landbouwers die tomaten produceren overeenkomstig artikel 54, lid 1, en artikel 128, lid 1, van Verordening (EG) nr. 73/2009 en de steun in verband met de overgangsbetaling voor zacht fruit overeenkomstig titel IV, hoofdstuk 1, afdeling 9, van Verordening (EG) nr. 73/2009;

 

de in de ultraperifere gebieden overeenkomstig artikel 70, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 1782/2003 verleende rechtstreekse steun en de in die gebieden vóór 2006 verleende rechtstreekse steun;

 

de betalingen voor specifieke soorten landbouw en kwaliteitsproductie overeenkomstig artikel 72, lid 3, van Verordening (EG) nr. 73/2009;

 

het extra bedrag voor telers van suikerbieten en suikerriet overeenkomstig titel IV, hoofdstuk 1, afdeling 7, van Verordening (EG) nr. 73/2009;

 

de overgangsbetalingen aan landbouwers die één of meer groente- en fruitproducten, andere dan tomaten, produceren, overeenkomstig artikel 54, lid 2, en artikel 128, lid 2, van Verordening (EG) nr. 73/2009.

Rechtsgronden

Verordening (EEG) nr. 404/93 van de Raad van 13 februari 1993 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector bananen (PB L 47 van 25.2.1993, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 2201/96 van de Raad van 28 oktober 1996 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector verwerkte producten op basis van groenten en fruit (PB L 297 van 21.11.1996, blz. 29).

Verordening (EG) nr. 2799/98 van de Raad van 15 december 1998 tot vaststelling van het agromonetaire stelsel voor de euro (PB L 349 van 24.12.1998, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 247/2006 van de Raad van 30 januari 2006 houdende specifieke maatregelen op landbouwgebied ten behoeve van de ultraperifere gebieden van de Unie (PB L 42 van 14.2.2006, blz. 1).

05 03 03

Extra steunbedragen

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

100 000

200 000

32 942,76

Toelichting

Dit krediet dient voor de financiering van resterende betalingen overeenkomstig artikel 12 van Verordening (EG) nr. 1782/2003.

05 03 09

Terugbetaling van rechtstreekse betalingen aan landbouwers uit kredieten die zijn overgedragen in verband met financiële discipline

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Dit artikel voorziet niet in nieuwe kredieten maar dient voor de bedragen die overeenkomstig artikel 169, lid 3, van het Financieel Reglement kunnen worden overgedragen voor terugbetalingen in verband met de verlaging van rechtstreekse betalingen naar aanleiding van financiëledisciplinemaatregelen in het vorige jaar. Overeenkomstig artikel 26, lid 5, van Verordening (EU) nr. 1306/2013 moeten de lidstaten de eindontvangers vergoeden die in het begrotingsjaar waarnaar de kredieten worden overgedragen, het voorwerp uitmaken van financiëledisciplinemaatregelen overeenkomstig artikel 26, leden 1 tot en met 4.

05 03 10

Reserve voor crisissituaties in de landbouwsector

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

441 600 000

433 000 000

0,—

Toelichting

De kredieten van dit reserveartikel dienen ter dekking van uitgaven voor maatregelen die nodig zijn om het hoofd te bieden aan grote crises die de landbouwproductie of -distributie treffen.

De reserve wordt aangelegd door aan het begin van elk jaar een verlaging op de rechtstreekse betalingen (hoofdstuk 05 03) toe te passen aan de hand van de mechanismen voor financiële discipline overeenkomstig de artikelen 25 en 26 van Verordening (EU) nr. 1306/2013 en artikel 8 van Verordening (EU) nr. 1307/2013. Wanneer de Commissie van oordeel is dat de reserve overeenkomstig de desbetreffende wetgevingshandeling moet worden aangesproken, legt zij aan het Europees Parlement en de Raad een voorstel over om ter financiering van de nodig geachte maatregelen middelen uit de reserve over te maken naar de desbetreffende begrotingsonderdelen. Voorstellen van de Commissie tot overmaking van middelen om de reserve aan te spreken, moeten worden voorafgegaan door een onderzoek van de mogelijkheden tot herschikking van kredieten. Aan het einde van het begrotingsjaar worden bedragen van de reserve die niet voor crisismaatregelen zijn gebruikt, naar evenredigheid terugbetaald om als rechtstreekse betalingen ter beschikking te worden gesteld in het kader van de begrotingsposten waarop de verlaging is toegepast. Alle terugbetalingen worden in het kader van artikel 05 03 09 gedaan uit de van het vorige begrotingsjaar overgedragen kredieten.

Overmakingen om de reserve aan te spreken en om middelen uit de reserve terug naar de rechtstreekse betalingen over te hevelen, worden gedaan overeenkomstig het Financieel Reglement.

Referentiebesluiten

Interinstitutioneel Akkoord van 2 december 2013 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline, samenwerking in begrotingszaken en een goed financieel beheer (PB C 373 van 20.12.2013, blz. 1).

HOOFDSTUK 05 04 —   PLATTELANDSONTWIKKELING

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

% Betalingen 2014-2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

05 04

PLATTELANDSONTWIKKELING

05 04 01

Voltooiing van plattelandsontwikkeling gefinancierd uit het EOGFL, afdeling Garantie — Programmeringsperiode 2000-2006

05 04 01 14

Voltooiing van plattelandsontwikkeling gefinancierd uit het EOGFL, afdeling Garantie — Programmeringsperiode 2000-2006

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

–1 397 376,72

–1 397 376,72

 
 

Artikel 05 04 01 — Subtotaal

 

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

–1 397 376,72

–1 397 376,72

 

05 04 02

Financiering van plattelandsontwikkeling via het EOGFL, afdeling Oriëntatie— Voltooiing van eerdere programma’s

05 04 02 01

Voltooiing van de maatregelen in het kader van het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de landbouw, afdeling Oriëntatie — Regio's van doelstelling 1 (2000-2006)

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

6 556 494,14

 

05 04 02 02

Voltooiing van het speciaal programma voor vrede en verzoening in Noord-Ierland en het grensgebied in Ierland (2000-2006)

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

87 488,03

87 488,03

 

05 04 02 03

Voltooiing van voorgaande programma’s in regio's van de doelstellingen 1 en 6 (vóór 2000)

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

 

05 04 02 04

Voltooiing van voorgaande programma’s in regio's van doelstelling 5b (vóór 2000)

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

 

05 04 02 05

Voltooiing van voorgaande programma’s buiten de regio's van doelstelling 1 (vóór 2000)

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

 

05 04 02 06

Voltooiing van Leader (2000-2006)

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

 

05 04 02 07

Voltooiing van eerdere communautaire initiatieven (vóór 2000)

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

 

05 04 02 08

Voltooiing van voorgaande innovatieve acties (vóór 2000)

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

 

05 04 02 09

Voltooiing van de maatregelen in het kader van het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de landbouw, afdeling Oriëntatie — Operationele technische bijstand (2000-2006)

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

 
 

Artikel 05 04 02 — Subtotaal

 

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

87 488,03

6 643 982,17

 

05 04 03

Voltooiing van andere maatregelen

05 04 03 02

Plantaardige en dierlijke genetische hulpbronnen — Voltooiing van reeds eerder genomen maatregelen

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

 
 

Artikel 05 04 03 — Subtotaal

 

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

 

05 04 04

Overgangsinstrument ter financiering van plattelandsontwikkeling in de nieuwe lidstaten in het kader van het EOGFL, afdeling Garantie — Voltooiing van de programma’s (2004-2006)

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

 

05 04 05

Voltooiing van plattelandsontwikkeling gefinancierd uit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo) (2007-2013)

05 04 05 01

Programma’s voor plattelandsontwikkeling

2

p.m.

3 235 000 000

p.m.

5 890 339 551

0,—

10 947 350 313,60

338,40

05 04 05 02

Operationele technische bijstand

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

5 076 009,58

 
 

Artikel 05 04 05 — Subtotaal

 

p.m.

3 235 000 000

p.m.

5 890 339 551

0,—

10 952 426 323,18

338,56

05 04 60

Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling — Elfpo (2014-2020)

05 04 60 01

Bevordering van de duurzame ontwikkeling van het platteland en van een territoriaal en ecologisch evenwichtigere, klimaatvriendelijkere en innovatievere landbouwsector van de Unie

2

18 650 559 495

8 487 000 000

18 149 536 729

5 252 192 422

3 294 627 697,—

224 989 885,83

2,65

05 04 60 02

Operationele technische bijstand

2

21 363 000

20 025 443

15 792 400

19 770 986

11 869 022,38

3 335 486,64

16,66

05 04 60 03

Op verzoek van een lidstaat door de Commissie beheerde operationele technische bijstand

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

 
 

Artikel 05 04 60 — Subtotaal

 

18 671 922 495

8 507 025 443

18 165 329 129

5 271 963 408

3 306 496 719,38

228 325 372,47

2,68

 

Hoofdstuk 05 04 — Totaal

 

18 671 922 495

11 742 025 443

18 165 329 129

11 162 302 959

3 305 186 830,69

11 185 998 301,10

95,26

05 04 01

Voltooiing van plattelandsontwikkeling gefinancierd uit het EOGFL, afdeling Garantie — Programmeringsperiode 2000-2006

Toelichting

Ontvangsten die zijn geboekt op artikel 6 7 0 van de algemene staat van ontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten voor elke begrotingslijn van dit artikel overeenkomstig de artikelen 21 en 174 van het Financieel Reglement.

De volgende rechtsgrondslag geldt voor alle posten van dit artikel, tenzij anders bepaald.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1257/1999 van de Raad van 17 mei 1999 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de landbouw (EOGFL) en tot wijziging en instelling van een aantal verordeningen (PB L 160 van 26.6.1999, blz. 80).

Verordening (EG) nr. 1260/1999 van de Raad van 21 juni 1999 houdende algemene bepalingen inzake de structuurfondsen (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1268/1999 van de Raad van 21 juni 1999 inzake steunverlening door de Gemeenschap voor pretoetredingsmaatregelen op het gebied van landbouw en plattelandsontwikkeling in de kandidaat-lidstaten in Midden- en Oost-Europa gedurende de pretoetredingsperiode (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 87).

Verordening (EG) nr. 1290/2005 van de Raad van 21 juni 2005 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (PB L 209 van 11.8.2005, blz. 1), met name artikel 39.

05 04 01 14

Voltooiing van plattelandsontwikkeling gefinancierd uit het EOGFL, afdeling Garantie — Programmeringsperiode 2000-2006

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

p.m.

p.m.

–1 397 376,72

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van door de lidstaten teruggevorderde bedragen die niet in verband kunnen worden gebracht met onregelmatigheden of nalatigheden overeenkomstig artikel 32 van Verordening (EG) nr. 1290/2005. Deze bedragen worden geboekt als correctie op uitgaven die voordien uit de posten 05 04 01 01 tot en met 05 04 01 13 werden gefinancierd, en mogen door de lidstaten niet opnieuw worden gebruikt.

Het dient tevens ter dekking van de betaling van resterende bedragen die worden gedeclareerd door de lidstaten als gevolg van de toepassing van artikel 39, lid 3, van Verordening (EU) nr. 1290/2005 van de Raad.

05 04 02

Financiering van plattelandsontwikkeling via het EOGFL, afdeling Oriëntatie— Voltooiing van eerdere programma’s

Toelichting

In artikel 39 van Verordening (EG) nr. 1260/1999 is bepaald dat de nodige financiële correcties moeten worden verricht. De eventueel hieruit voortvloeiende ontvangsten worden geboekt op post 6 5 0 0 van de staat van ontvangsten. Deze ontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten overeenkomstig de artikelen 21 en 177 van het Financieel Reglement en wel in specifieke gevallen wanneer deze kredieten nodig blijken om het risico af te dekken dat correcties waartoe eerder was besloten, komen te vervallen of worden verlaagd.

De volgende rechtsgrondslag geldt voor alle posten van dit artikel, tenzij anders bepaald.

Rechtsgronden

Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, met name de artikelen 158, 159 en 161.

Verordening (EG) nr. 1257/1999 van de Raad van 17 mei 1999 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de landbouw (EOGFL) en tot wijziging en instelling van een aantal verordeningen (PB L 160 van 26.6.1999, blz. 80).

Verordening (EG) nr. 1260/1999 van de Raad van 21 juni 1999 houdende algemene bepalingen inzake de structuurfondsen (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1290/2005 van de Raad van 21 juni 2005 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (PB L 209 van 11.8.2005, blz. 1), met name artikel 39.

Referentiebesluiten

Conclusies van de Europese Raad van Berlijn van 24 en 25 maart 1999.

05 04 02 01

Voltooiing van de maatregelen in het kader van het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de landbouw, afdeling Oriëntatie — Regio's van doelstelling 1 (2000-2006)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

6 556 494,14

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van de bijstand die in het kader van doelstelling 1 uit het EOGFL, afdeling Oriëntatie, wordt verleend en waarvoor de betalingsverplichtingen in de programmeringsperiode 2000-2006 worden aangegaan.

Referentiebesluiten

Beschikking 1999/501/EG van de Commissie van 1 juli 1999 tot vaststelling van een indicatieve verdeling over de lidstaten van de vastleggingskredieten voor doelstelling 1 van de structuurfondsen voor de periode 2000 tot en met 2006 (PB L 194 van 27.7.1999, blz. 49), met name in het licht van overweging 5.

05 04 02 02

Voltooiing van het speciaal programma voor vrede en verzoening in Noord-Ierland en het grensgebied in Ierland (2000-2006)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

87 488,03

87 488,03

Toelichting

Het speciaal programma voor vrede en verzoening dient ter dekking van de nog resterende betaalbaar te stellen verplichtingen van de programmeringsperiode 2000-2006.

Referentiebesluiten

Beschikking 1999/501/EG van de Commissie van 1 juli 1999 tot vaststelling van een indicatieve verdeling over de lidstaten van de vastleggingskredieten voor doelstelling 1 van de structuurfondsen voor de periode 2000 tot en met 2006 (PB L 194 van 27.7.1999, blz. 49), met name in het licht van overweging 5.

05 04 02 03

Voltooiing van voorgaande programma’s in regio's van de doelstellingen 1 en 6 (vóór 2000)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van de nog betaalbaar te stellen verplichtingen die in de vorige programmeringsperioden zijn aangegaan in het kader van de oude doelstellingen 1 en 6.

05 04 02 04

Voltooiing van voorgaande programma’s in regio's van doelstelling 5b (vóór 2000)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van de nog uit het EOGFL, afdeling Oriëntatie, betaalbaar te stellen verplichtingen die in de vorige programmeringsperioden zijn aangegaan in het kader van de oude doelstelling 5b.

05 04 02 05

Voltooiing van voorgaande programma’s buiten de regio's van doelstelling 1 (vóór 2000)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van de nog uit het EOGFL, afdeling Oriëntatie, betaalbaar te stellen verplichtingen die in de vorige programmeringsperioden zijn aangegaan in het kader van de oude doelstelling 5a.

05 04 02 06

Voltooiing van Leader (2000-2006)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de resterende uit de programmeringsperiode 2000-2006 uit het communautaire initiatief voor plattelandsontwikkeling (Leader+) betaalbaar te stellen verplichtingen.

Referentiebesluiten

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 14 april 2000 tot vaststelling van de richtsnoeren voor het communautaire initiatief voor plattelandsontwikkeling (Leader+) (PB C 139 van 18.5.2000, blz. 5).

05 04 02 07

Voltooiing van eerdere communautaire initiatieven (vóór 2000)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van de nog betaalbaar te stellen verplichtingen die zijn aangegaan in het kader van communautaire initiatieven van vóór de programmeringsperiode 2000-2006.

Referentiebesluiten

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 15 juni 1994 tot vaststelling van de richtsnoeren voor de operationele programma's van de lidstaten in het kader van een initiatief van de Gemeenschap voor de ultraperifere gebieden (Regis II) (PB C 180 van 1.7.1994, blz. 44).

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 15 juni 1994 tot vaststelling van richtsnoeren voor geïntegreerde globale subsidies en geïntegreerde operationele programma's in het kader van een communautair initiatief voor plattelandsontwikkeling, waarvoor de lidstaten bijstandsaanvragen kunnen indienen (Leader II) (PB C 180 van 1.7.1994, blz. 48).

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 15 juni 1994 tot vaststelling van de richtsnoeren voor operationele programma's van de lidstaten in het kader van een initiatief van de Gemeenschap betreffende de ontwikkeling van grensgebieden, grensoverschrijdende samenwerking en geselecteerde energienetten (Interreg II) (PB C 180 van 1.7.1994, blz. 60).

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 16 mei 1995 tot vaststelling van de richtsnoeren voor een initiatief in het kader van het speciaal steunprogramma voor vrede en verzoening in Noord-Ierland en de aangrenzende graafschappen van Ierland (Peace I-programma) (PB C 186 van 20.7.1995, blz. 3).

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 8 mei 1996 tot vaststelling van de richtsnoeren voor de door de lidstaten op te stellen operationele programma's in het kader van het communautair initiatief Interreg betreffende transnationale samenwerking op het gebied van ruimtelijke ordening (Interreg II C) (PB C 200 van 10.7.1996, blz. 23).

Mededeling van de Commissie aan de Raad, het Europees Parlement, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's van 26 november 1997 over het speciale steunprogramma voor vrede en verzoening in Noord-Ierland en de aangrenzende graafschappen van Ierland (1995-1999) (Peace I-programma) (COM(1997) 642 final).

05 04 02 08

Voltooiing van voorgaande innovatieve acties (vóór 2000)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de nog betaalbaar te stellen verplichtingen die in vorige programmeringsperioden zijn aangegaan voor innoverende acties, maatregelen op het gebied van voorbereiding, toezicht of evaluatie, of andere soortgelijke vormen van technische bijstand waarin de verordeningen voorzien.

Voorts dient het ter dekking van resterende bedragen in verband met oude meerjarenacties, en met name voor die acties welke zijn goedgekeurd en uitgevoerd in het kader van andere genoemde verordeningen, maar die niet onder de prioritaire doelstellingen van de fondsen vallen.

In voorkomend geval zal dit krediet ook worden aangewend voor de dekking van de bedragen die in het kader van het EOGFL, afdeling Oriëntatie, verschuldigd zijn voor bijstand waarvoor de overeenkomstige vastleggingskredieten niet beschikbaar zijn en ook niet zijn vastgesteld in de programmering voor 2000-2006.

05 04 02 09

Voltooiing van de maatregelen in het kader van het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de landbouw, afdeling Oriëntatie — Operationele technische bijstand (2000-2006)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven van het EOGFL, afdeling Oriëntatie, van resterende betaalbaar te stellen verplichtingen uit de programmeringsperiode 2000-2006 voor maatregelen op het gebied van technische bijstand waarin artikel 23 van Verordening (EG) nr. 1260/1999 voorziet. De technische bijstand omvat de voorbereidings-, toezicht-, evaluatie-, controle- en beheersmaatregelen die voor de tenuitvoerlegging van de bijstandsverlening uit het EOGFL, afdeling Oriëntatie, nodig zijn. In dit kader kan dit krediet in het bijzonder worden gebruikt voor de financiering van:

 

uitgaven voor ondersteuning (representatievergoedingen, opleiding, vergaderingen, dienstreizen);

 

uitgaven in verband met voorlichting en publicaties;

 

uitgaven voor informatie- en telecommunicatietechnologie;

 

contracten met dienstverleners;

 

subsidies.

05 04 03

Voltooiing van andere maatregelen

05 04 03 02

Plantaardige en dierlijke genetische hulpbronnen — Voltooiing van reeds eerder genomen maatregelen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de verplichtingen die zijn aangegaan in het kader van het communautaire programma inzake de instandhouding, de karakterisering, de verzameling en het gebruik van genetische hulpbronnen in de landbouw.

Dit krediet wordt prioritair aangewend voor de instandhouding en de verdere ontwikkeling van de biologische diversiteit via samenwerking tussen boeren, ter zake erkende niet-gouvernementele organisaties en overheids- en particuliere instituten. Het dient tevens om de sensibilisering van de verbruikers op dit gebied te bevorderen.

Ontvangsten die zijn geboekt op artikel 6 7 0 van de algemene staat van ontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten overeenkomstig de artikelen 21 en 174 van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 870/2004 van de Raad van 24 april 2004 tot vaststelling van een communautair programma inzake de instandhouding, de karakterisering, de verzameling en het gebruik van genetische hulpbronnen in de landbouw en houdende intrekking van Verordening (EG) nr. 1467/94 (PB L 162 van 30.4.2004, blz. 18).

Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake de financiering, het beheer en de monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van Verordeningen (EEG) nr. 352/78, (EG) nr. 165/94, (EG) nr. 2799/98, (EG) nr. 814/2000, (EG) nr. 1290/2005 en (EG) nr. 485/2008 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 549).

05 04 04

Overgangsinstrument ter financiering van plattelandsontwikkeling in de nieuwe lidstaten in het kader van het EOGFL, afdeling Garantie — Voltooiing van de programma’s (2004-2006)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de verplichtingen die zijn aangegaan in de programmeringsperiode 2004-2006.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1257/1999 van de Raad van 17 mei 1999 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de landbouw (EOGFL) en tot wijziging en instelling van een aantal verordeningen (PB L 160 van 26.6.1999, blz. 80).

Toetredingsakte van 2003 voor de Tsjechische Republiek, de Republiek Estland, de Republiek Cyprus, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, de Republiek Hongarije, de Republiek Malta, de Republiek Polen, de Republiek Slovenië en de Slowaakse Republiek, met name bijlage II „Lijst bedoeld in artikel 20 van de Toetredingsakte”, punt 6A, lid 26, als gewijzigd bij Besluit 2004/281/EG van de Raad (PB L 93 van 30.3.2004, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1290/2005 van de Raad van 21 juni 2005 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (PB L 209 van 11.8.2005, blz. 1), met name artikel 39.

05 04 05

Voltooiing van plattelandsontwikkeling gefinancierd uit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo) (2007-2013)

Toelichting

Ontvangsten die zijn geboekt op artikel 6 7 1 van de algemene staat van ontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten voor elke begrotingslijn van dit artikel overeenkomstig de artikelen 21 en 177 van het Financieel Reglement.

De volgende rechtsgrondslag geldt voor alle posten van dit artikel, tenzij anders bepaald.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake de financiering, het beheer en de monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van Verordeningen (EEG) nr. 352/78, (EG) nr. 165/94, (EG) nr. 2799/98, (EG) nr. 814/2000, (EG) nr. 1290/2005 en (EG) nr. 485/2008 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 549).

Verordening (EG) nr. 1698/2005 van de Raad van 20 september 2005 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo) (PB L 277 van 21.10.2005, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 378/2007 van de Raad van 27 maart 2007 houdende voorschriften voor een vrijwillige modulatie van de rechtstreekse betalingen waarin Verordening (EG) nr. 1782/2003 tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor regelingen inzake rechtstreekse steunverlening in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers voorziet, en houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 1290/2005 (PB L 95 van 5.4.2007, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 73/2009 van de Raad van 19 januari 2009 tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor regelingen inzake rechtstreekse steunverlening aan landbouwers in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 1290/2005, (EG) nr. 247/2006, (EG) nr. 378/2007 en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1782/2003 (PB L 30 van 31.1.2009, blz. 16).

Verordening (EU) nr. 1310/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende bepaalde overgangsbepalingen inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo), houdende wijziging van Verordening (EU) nr. 1305/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft middelen en de verdeling ervan met betrekking tot 2014, houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 73/2009 van de Raad en de Verordeningen (EU) nr. 1307/2013, (EU) nr. 1306/2013 en (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de toepassing ervan in 2014 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 865).

Referentiebesluiten

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 335/2013 van de Commissie van 12 april 2013 houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 1974/2006 van de Commissie tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1698/2005 van de Raad inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo) (PB L 105 van 13.4.2013, blz. 1).

05 04 05 01

Programma’s voor plattelandsontwikkeling

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

3 235 000 000

p.m.

5 890 339 551

0,—

10 947 350 313,60

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de verplichtingen die voortvloeien uit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo) voor 2007-2013.

05 04 05 02

Operationele technische bijstand

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

5 076 009,58

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van verplichtingen inzake technische ondersteuningsmaatregelen als bedoeld in artikel 66, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1698/2005, en met name het Europese netwerk voor plattelandsontwikkeling.

05 04 60

Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling — Elfpo (2014-2020)

Toelichting

Ontvangsten in verband met de programma's 2014-2020 die zijn geboekt op artikel 6 7 1 van de algemene staat van ontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten voor elke post van dit artikel overeenkomstig de artikelen 21 en 177 van het Financieel Reglement.

De volgende rechtsgrondslag geldt voor alle posten van dit artikel, tenzij anders bepaald.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).

Verordening (EU) nr. 1305/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1698/2005 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 487).

Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake de financiering, het beheer en de monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van Verordeningen (EEG) nr. 352/78, (EG) nr. 165/94, (EG) nr. 2799/98, (EG) nr. 814/2000, (EG) nr. 1290/2005 en (EG) nr. 485/2008 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 549).

Verordening (EU) nr. 1310/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende bepaalde overgangsbepalingen inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo), houdende wijziging van Verordening (EU) nr. 1305/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft middelen en de verdeling ervan met betrekking tot 2014, houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 73/2009 van de Raad en de Verordeningen (EU) nr. 1307/2013, (EU) nr. 1306/2013 en (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de toepassing ervan in 2014 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 865).

Verordening (EU, Euratom) nr. 1311/2013 van 2 december 2013 tot bepaling van het meerjarig financieel kader voor de jaren 2014-2020 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 884).

05 04 60 01

Bevordering van de duurzame ontwikkeling van het platteland en van een territoriaal en ecologisch evenwichtigere, klimaatvriendelijkere en innovatievere landbouwsector van de Unie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

18 650 559 495

8 487 000 000

18 149 536 729

5 252 192 422

3 294 627 697,—

224 989 885,83

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo) voor 2014-2020.

De maatregelen voor plattelandsontwikkeling zullen worden beoordeeld met verfijnde prestatie-indicatoren voor landbouwsystemen en productiemethoden, zodat rekening kan worden gehouden met de uitdagingen op het vlak van klimaatverandering, waterbescherming, biodiversiteit en hernieuwbare energiebronnen.

05 04 60 02

Operationele technische bijstand

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

21 363 000

20 025 443

15 792 400

19 770 986

11 869 022,38

3 335 486,64

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van technische ondersteuningsmaatregelen op initiatief van de Commissie als bedoeld in de artikelen 51 tot en met 54 van Verordening (EU) nr. 1305/2013, artikel 6 van Verordening (EU) nr. 1306/2013 en artikel 58 van Verordening (EU) nr. 1303/2013. Dit omvat het Europees netwerk voor plattelandsontwikkeling en het EIP-Netwerk (Europees Partnerschap voor innovatie).

05 04 60 03

Op verzoek van een lidstaat door de Commissie beheerde operationele technische bijstand

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van een deel van het nationale totaalbedrag voor technische bijstand dat op verzoek van een lidstaat met tijdelijke begrotingsproblemen is overgeheveld naar technische bijstand op initiatief van de Commissie. Overeenkomstig artikel 25 van Verordening (EU) nr. 1303/2013 dient het ter dekking van maatregelen om naar aanleiding van economische en maatschappelijke problemen in deze lidstaat structurele en administratieve hervormingen te bepalen, hieraan een rangorde te geven en deze uit te voeren.

HOOFDSTUK 05 05 —   INSTRUMENT VOOR PRETOETREDINGSSTEUN (IPA) — LANDBOUW EN PLATTELANDSONTWIKKELING

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

% Betalingen 2014-2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

05 05

INSTRUMENT VOOR PRETOETREDINGSSTEUN (IPA) — LANDBOUW EN PLATTELANDSONTWIKKELING

05 05 01

Speciaal toetredingsprogramma op het gebied van landbouw en plattelandsontwikkeling (Sapard) — Voltooiing van reeds eerder genomen maatregelen (vóór 2014)

05 05 01 01

Pretoetredingsinstrument Sapard — Voltooiing van het programma (2000-2006)

4

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

 

05 05 01 02

Pretoetredingsinstrument Sapard — Voltooiing van de Sapard-pretoetredingshulp voor acht kandidaat-lidstaten

4

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

 
 

Artikel 05 05 01 — Subtotaal

 

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

 

05 05 02

Instrument voor pretoetredingssteun op het gebied van plattelandsontwikkeling (Instrument for Pre-accession Assistance for Rural Development — IPARD) — Voltooiing van het programma (2007-2013)

4

p.m.

375 000 000

p.m.

143 793 016

0,—

158 726 294,26

42,33

05 05 03

Steun aan Albanië, Bosnië en Herzegovina, Kosovo (42), Montenegro, Servië en de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië

05 05 03 01

Steun voor politieke hervormingen en geleidelijke aanpassing aan het acquis van de Unie

4

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

 

05 05 03 02

Steun voor economische, sociale en territoriale ontwikkeling en geleidelijke aanpassing aan het acquis van de Unie

4

43 000 000

9 000 000

25 000 000

7 917 659

0,—

0,—

0

 

Artikel 05 05 03 — Subtotaal

 

43 000 000

9 000 000

25 000 000

7 917 659

0,—

0,—

0

05 05 04

Steun aan Turkije

05 05 04 01

Steun voor politieke hervormingen en geleidelijke aanpassing aan het acquis van de Unie

4

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

 

05 05 04 02

Steun voor economische, sociale en territoriale ontwikkeling en geleidelijke aanpassing aan het acquis van de Unie

4

69 000 000

41 400 000

69 000 000

25 458 317

0,—

0,—

0

 

Artikel 05 05 04 — Subtotaal

 

69 000 000

41 400 000

69 000 000

25 458 317

0,—

0,—

0

 

Hoofdstuk 05 05 — Totaal

 

112 000 000

425 400 000

94 000 000

177 168 992

0,—

158 726 294,26

37,31

05 05 01

Speciaal toetredingsprogramma op het gebied van landbouw en plattelandsontwikkeling (Sapard) — Voltooiing van reeds eerder genomen maatregelen (vóór 2014)

Toelichting

De volgende rechtsgrondslag geldt voor alle posten van dit artikel, tenzij anders bepaald.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1268/1999 van de Raad van 21 juni 1999 inzake steunverlening door de Gemeenschap voor pretoetredingsmaatregelen op het gebied van landbouw en plattelandsontwikkeling in de kandidaat-lidstaten in Midden- en Oost-Europa gedurende de pretoetredingsperiode (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 87).

Verordening (EG) nr. 2257/2004 van de Raad van 20 december 2004 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 3906/89, Verordening (EG) nr. 1267/1999, Verordening (EG) nr. 1268/1999 en Verordening (EG) nr. 2666/2000, teneinde rekening te houden met de status van Kroatië als kandidaat-lidstaat (PB L 389 van 30.12.2004, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1085/2006 van de Raad van 17 juli 2006 tot invoering van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA) (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 82).

05 05 01 01

Pretoetredingsinstrument Sapard — Voltooiing van het programma (2000-2006)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de nakoming van de betalingsverplichtingen die zijn aangegaan tot 31 december 2006 in Bulgarije, Roemenië en Kroatië voor steunmaatregelen inzake landbouw en plattelandsontwikkeling in het kader van Sapard.

Op deze post mogen, ongeacht de begunstigde van de actie, geen administratieve uitgaven worden afgeboekt.

05 05 01 02

Pretoetredingsinstrument Sapard — Voltooiing van de Sapard-pretoetredingshulp voor acht kandidaat-lidstaten

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

Toelichting

Dit krediet is bestemd voor de nakoming van de betalingsverplichtingen die zijn aangegaan tot 31 december 2003 voor steunmaatregelen op het gebied van landbouw en plattelandsontwikkeling in het kader van Sapard in de acht lidstaten die in 2004 zijn toegetreden.

Op deze post mogen, ongeacht de begunstigde van de actie, geen administratieve uitgaven worden afgeboekt.

05 05 02

Instrument voor pretoetredingssteun op het gebied van plattelandsontwikkeling (Instrument for Pre-accession Assistance for Rural Development — IPARD) — Voltooiing van het programma (2007-2013)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

375 000 000

p.m.

143 793 016

0,—

158 726 294,26

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van betalingen met betrekking tot nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1085/2006 van de Raad van 17 juli 2006 tot invoering van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA) (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 82).

05 05 03

Steun aan Albanië, Bosnië en Herzegovina, Kosovo (43), Montenegro, Servië en de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië

05 05 03 01

Steun voor politieke hervormingen en geleidelijke aanpassing aan het acquis van de Unie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

Toelichting

In het kader van het instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) worden met dit krediet in de Westelijke Balkan de volgende specifieke doelstellingen nagestreefd:

 

steun voor politieke hervormingen;

 

versterking op alle niveaus van het vermogen van de in bijlage I bij Verordening (EU) nr. 231/2014 opgenomen begunstigden om te voldoen aan de verplichtingen inzake politieke hervormingen die voortvloeien uit het lidmaatschap van de Unie door steun te verlenen aan de geleidelijke aanpassing aan en goedkeuring, tenuitvoerlegging en handhaving van het acquis van de Unie.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun publieke organen, entiteiten of natuurlijke personen, aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. De onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen vormen overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen worden vastgesteld, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 231/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 betreffende het instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 11), met name artikel 2, lid 1, onder a) en c).

05 05 03 02

Steun voor economische, sociale en territoriale ontwikkeling en geleidelijke aanpassing aan het acquis van de Unie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

43 000 000

9 000 000

25 000 000

7 917 659

0,—

0,—

Toelichting

In het kader van het instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) zal dit krediet dienen voor de volgende specifieke doestellingen in de Westelijke Balkan:

 

steun voor economische, sociale en territoriale ontwikkeling om slimme, duurzame en inclusieve groei tot stand te brengen;

 

versterking op alle niveaus van het vermogen van de in bijlage I bij Verordening (EU) 231/2014 opgenomen begunstigden om te voldoen aan de verplichtingen inzake economische, sociale en territoriale ontwikkeling die voortvloeien uit het lidmaatschap van de Unie door steun te verlenen aan de geleidelijke aanpassing aan en goedkeuring, tenuitvoerlegging en handhaving van het acquis van de Unie, met inbegrip van voorbereiding op het beheer van de structuurfondsen van de Unie, het Cohesiefonds en het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun publieke organen, entiteiten of natuurlijke personen, aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. De onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen vormen overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen worden vastgesteld, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 231/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 betreffende het instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 11), met name artikel 2, lid 1, onder b) en c).

05 05 04

Steun aan Turkije

05 05 04 01

Steun voor politieke hervormingen en geleidelijke aanpassing aan het acquis van de Unie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

Toelichting

In het kader van het instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) zal dit krediet dienen voor de volgende specifieke doestellingen in Turkije:

 

steun voor politieke hervormingen;

 

versterking op alle niveaus van het vermogen van de in bijlage I bij Verordening (EU) 231/2014 opgenomen begunstigden om te voldoen aan de verplichtingen inzake politieke hervormingen die voortvloeien uit het lidmaatschap van de Unie door steun te verlenen aan de geleidelijke aanpassing aan en goedkeuring, tenuitvoerlegging en handhaving van het acquis van de Unie.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun publieke organen, entiteiten of natuurlijke personen, aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. De onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen vormen overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen worden vastgesteld, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 231/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 betreffende het instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 11), met name artikel 2, lid 1, onder a) en c).

05 05 04 02

Steun voor economische, sociale en territoriale ontwikkeling en geleidelijke aanpassing aan het acquis van de Unie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

69 000 000

41 400 000

69 000 000

25 458 317

0,—

0,—

Toelichting

In het kader van het instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) zal dit krediet dienen voor de volgende specifieke doestellingen in Turkije:

 

steun voor economische, sociale en territoriale ontwikkeling om slimme, duurzame en inclusieve groei tot stand te brengen;

 

versterking op alle niveaus van het vermogen van de in bijlage I bij Verordening (EU) nr. 231/2014 opgenomen begunstigden om te voldoen aan de verplichtingen inzake economische, sociale en territoriale ontwikkeling die voortvloeien uit het lidmaatschap van de Unie door steun te verlenen aan de geleidelijke aanpassing aan en goedkeuring, tenuitvoerlegging en handhaving van het acquis van de Unie, met inbegrip van voorbereiding op het beheer van de structuurfondsen van de Unie, het Cohesiefonds en het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun publieke organen, entiteiten of natuurlijke personen, aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. De onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen vormen overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen worden vastgesteld, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 231/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 11), met name artikel 2, lid 1, onder a) en c).

HOOFDSTUK 05 06 —   INTERNATIONALE ASPECTEN VAN HET BELEIDSTERREIN „LANDBOUW EN PLATTELANDSONTWIKKELING”

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

% Betalingen 2014-2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

05 06

INTERNATIONALE ASPECTEN VAN HET BELEIDSTERREIN „LANDBOUW EN PLATTELANDSONTWIKKELING”

05 06 01

Internationale landbouwovereenkomsten

4

6 966 518

6 966 518

4 675 000

4 201 456

1 806 025,54

1 806 025,54

25,92

 

Hoofdstuk 05 06 — Totaal

 

6 966 518

6 966 518

4 675 000

4 201 456

1 806 025,54

1 806 025,54

25,92

05 06 01

Internationale landbouwovereenkomsten

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

6 966 518

6 966 518

4 675 000

4 201 456

1 806 025,54

1 806 025,54

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van de bijdragen van de Unie aan de hierna genoemde internationale overeenkomsten.

Rechtsgronden

Besluit 92/580/EEG van de Raad van 13 november 1992 betreffende de ondertekening en de sluiting van de Internationale Suikerovereenkomst, 1992 (PB L 379 van 23.12.1992, blz. 15).

Besluit 96/88/EG van de Raad van 19 december 1995 betreffende de goedkeuring, door de Europese Gemeenschap, van het Graanhandelsverdrag en het Voedselhulpverdrag, die samen de Internationale Graanovereenkomst 1995 vormen (PB L 21 van 27.1.1996, blz. 47).

Besluit 2005/800/EG van de Raad van 14 november 2005 betreffende de sluiting van de Internationale Overeenkomst van 2005 voor olijfolie en tafelolijven (PB L 302 van 19.11.2005, blz. 46).

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1), met name artikel 54, lid 2, onder d).

Besluit 2013/138/EU van de Raad van 18 maart 2013 tot vaststelling van het namens de Europese Unie in de Internationale Graanraad in te nemen standpunt met betrekking tot de verlenging van het Graanhandelsverdrag 1995 (PB L 77 van 20.3.2013, blz. 1).

Besluit 2013/139/EU van de Raad van 18 maart 2013 tot vaststelling van het namens de Europese Unie in de Internationale Suikerraad in te nemen standpunt met betrekking tot de verlenging van de Internationale Suikerovereenkomst 1992 (PB L 77 van 20.3.2013, blz. 2).

Besluit 2014/664/EU van de Raad van 15 september 2014 over het namens de Europese Unie in de Ledenraad van de Internationale Olijfolieraad in te nemen standpunt betreffende de verlenging van de Internationale Overeenkomst van 2005 voor olijfolie en tafelolijven (PB L 275 van 17.9.2014, blz. 6).

Referentiebesluiten

Voorstel voor een besluit van de Raad tot vaststelling van het namens de Europese Unie in de Internationale Graanraad in te nemen standpunt met betrekking tot de verlenging van het Graanhandelsverdrag 1995 (COM(2015) 52 final), door de Commissie ingediend op 12 februari 2015.

Voorstel voor een besluit van de Raad tot vaststelling van het namens de Europese Unie in de Internationale Suikerraad in te nemen standpunt met betrekking tot de verlenging van de Internationale Suikerovereenkomst 1992 (COM(2015) 53 final), door de Commissie ingediend op 12 februari 2015.

HOOFDSTUK 05 07 —   AUDIT VAN UIT HET EUROPEES LANDBOUWGARANTIEFONDS (ELGF) GEFINANCIERDE LANDBOUWUITGAVEN

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

% 2014-2016

05 07

AUDIT VAN UIT HET EUROPEES LANDBOUWGARANTIEFONDS (ELGF) GEFINANCIERDE LANDBOUWUITGAVEN

05 07 01

Controle van de landbouwuitgaven

05 07 01 02

Controle- en preventiemaatregelen — Rechtstreekse betalingen door de Unie

2

9 130 000

6 800 000

6 799 667,58

74,48

05 07 01 06

Ten laste van het EOGFL, afdeling Garantie (vorige maatregelen) en het ELGF gedeclareerde uitgaven voor financiële correcties ten gunste van lidstaten naar aanleiding van besluiten inzake boekhoudkundige vereffening betreffende voorgaande begrotingsjaren

2

20 000 000

20 000 000

19 204 745,65

96,02

05 07 01 07

Ten laste van het EOGFL, afdeling Garantie (vorige maatregelen) en het ELGF gedeclareerde uitgaven voor financiële correcties ten gunste van lidstaten naar aanleiding van besluiten inzake conformiteitsgoedkeuring van de rekeningen over de voorgaande begrotingsjaren

2

p.m.

p.m.

505 183,59

 
 

Artikel 05 07 01 — Subtotaal

 

29 130 000

26 800 000

26 509 596,82

91,00

05 07 02

Regeling van geschillen

2

29 500 000

60 500 000

92 327 649,50

312,98

 

Hoofdstuk 05 07 — Totaal

 

58 630 000

87 300 000

118 837 246,32

202,69

Toelichting

Ontvangsten die zijn geboekt op artikel 6 7 0 van de algemene staat van ontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten voor elke post van dit hoofdstuk overeenkomstig de artikelen 21 en 174 van het Financieel Reglement.

De volgende rechtsgrond geldt voor alle artikelen en posten van dit hoofdstuk, tenzij anders bepaald.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten („integrale-GMO-verordening”) (PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake de financiering, het beheer en de monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van Verordeningen (EEG) nr. 352/78, (EG) nr. 165/94, (EG) nr. 2799/98, (EG) nr. 814/2000, (EG) nr. 1290/2005 en (EG) nr. 485/2008 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 549).

Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 922/72, (EEG) nr. 234/79, (EG) nr. 1037/2001 en (EG) nr. 1234/2007 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 671).

05 07 01

Controle van de landbouwuitgaven

05 07 01 02

Controle- en preventiemaatregelen — Rechtstreekse betalingen door de Unie

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

9 130 000

6 800 000

6 799 667,58

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven voor de uitvoering van teledetectiecontroles overeenkomstig artikel 6, onder b), en artikel 21 van Verordening (EU) nr. 1306/2013.

05 07 01 06

Ten laste van het EOGFL, afdeling Garantie (vorige maatregelen) en het ELGF gedeclareerde uitgaven voor financiële correcties ten gunste van lidstaten naar aanleiding van besluiten inzake boekhoudkundige vereffening betreffende voorgaande begrotingsjaren

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

20 000 000

20 000 000

19 204 745,65

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de resultaten van de goedkeuring van de rekeningen overeenkomstig artikel 51 van Verordening (EU) nr. 1306/2013 die ten gunste van de lidstaten worden vastgesteld.

Het dient ook ter dekking van de resultaten van besluiten tot boekhoudkundige goedkeuring van rekeningen in verband met het Fonds voor de suikerherstructurering die ten gunste van de lidstaten worden vastgesteld.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 320/2006 van de Raad van 20 februari 2006 tot instelling van een tijdelijke regeling voor de herstructurering van de suikerindustrie in de Europese Gemeenschap en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1290/2005 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (PB L 58 van 28.2.2006, blz. 42).

05 07 01 07

Ten laste van het EOGFL, afdeling Garantie (vorige maatregelen) en het ELGF gedeclareerde uitgaven voor financiële correcties ten gunste van lidstaten naar aanleiding van besluiten inzake conformiteitsgoedkeuring van de rekeningen over de voorgaande begrotingsjaren

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

p.m.

p.m.

505 183,59

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de resultaten van conformiteitsgoedkeuringsbesluitenresultaten overeenkomstig artikel 52 van Verordening (EU) nr. 1306/2013 die ten gunste van de lidstaten worden vastgesteld.

Het dient ook ter dekking van de resultaten van conformiteitsgoedkeuringsbesluiten betreffende het Fonds voor de suikerherstructurering die ten gunste van de lidstaten worden vastgesteld.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 320/2006 van de Raad van 20 februari 2006 tot instelling van een tijdelijke regeling voor de herstructurering van de suikerindustrie in de Europese Gemeenschap en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1290/2005 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (PB L 58 van 28.2.2006, blz. 42).

05 07 02

Regeling van geschillen

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

29 500 000

60 500 000

92 327 649,50

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de eventuele opneming van kredieten ter dekking van uitgaven die door een beslissing van een rechtbank aan de Commissie kunnen worden aangerekend, en met name als schadevergoeding en rente.

Het is tevens bedoeld ter dekking van eventuele uitgaven waarmee de Commissie kan worden geconfronteerd overeenkomstig artikel 7, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 595/91 van de Raad van 4 maart 1991 betreffende onregelmatigheden in het kader van de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en terugvordering van bedragen die in dat kader onverschuldigd zijn betaald, alsmede de organisatie van een informatiesysteem op dit gebied (PB L 67 van 14.3.1991, blz. 11).

HOOFDSTUK 05 08 —   BELEIDSSTRATEGIE EN -COÖRDINATIE VOOR HET BELEIDSTERREIN „LANDBOUW EN PLATTELANDSONTWIKKELING”

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

% Betalingen 2014-2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

05 08

BELEIDSSTRATEGIE EN -COÖRDINATIE VOOR HET BELEIDSTERREIN „LANDBOUW EN PLATTELANDSONTWIKKELING”

05 08 01

Communautair informatienet inzake landbouwbedrijfsboekhoudingen (ILB)

2

15 119 325

17 487 116

15 009 325

11 783 396

14 516 206,40

13 732 660,66

78,53

05 08 02

Enquêtes inzake de structuur van de landbouwbedrijven

2

250 000

1 500 000

19 450 000

16 070 098

249 073,94

175 242,04

11,68

05 08 03

Herstructurering van het stelsel van landbouwenquêtes

2

5 681 842

5 437 303

4 773 648

3 160 136

1 751 497,50

1 057 709,07

19,45

05 08 06

Verbetering van het bewustzijn bij het publiek over het gemeenschappelijk landbouwbeleid

2

8 000 000

8 000 000

7 900 000

7 900 000

10 773 022,80

10 773 022,80

134,66

05 08 09

Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF) — Operationele technische bijstand

2

4 382 000

4 382 000

2 895 000

2 895 000

1 669 972,01

1 669 972,01

38,11

05 08 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

05 08 77 01

Proefproject — Evaluatie van de kosten voor de eindgebruiker van het naleven van de Uniewetgeving op het gebied van milieu, dierenwelzijn en voedselveiligheid

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

675 359,12

 

05 08 77 06

Voorbereidende actie — Europese Observatiepost voor landbouwprijzen en marges

2

p.m.

670 000

p.m.

300 000

86 234,04

387 670,37

57,86

05 08 77 08

Proefproject — Uitwisselingsprogramma voor jonge landbouwers

2

p.m.

299 969

p.m.

899 905

0,—

599 936,40

200,00

05 08 77 09

Voorbereidende actie — Plantaardige en dierlijke genetische hulpbronnen in de Unie

2

p.m.

1 144 230

p.m.

1 250 000

1 000 000,—

0,—

0

05 08 77 10

Proefproject — Agropol: ontwikkeling van een Europese grensoverschrijdende modelregio voor de agro-industrie

2

p.m.

480 000

p.m.

600 000

1 200 000,—

0,—

0

05 08 77 11

Proefproject — Agrobosbouw

2

p.m.

500 000

p.m.

500 000

1 000 000,—

0,—

0

05 08 77 12

Proefproject — Slimme ecosociale dorpen

2

400 000

200 000

         

05 08 77 13

Proefproject — Verbetering van criteria en strategieën inzake crisispreventie en -beheersing in de landbouwsector

2

300 000

150 000

         

05 08 77 14

Proefproject — Herstructurering van de honingbijketen en Varroa-resistentieteelt en -selectieprogramma

2

700 000

350 000

         

05 08 77 15

Proefproject — Analyse van beste manieren voor de oprichting, het functioneren en de ondersteuning van producentenorganisaties (PO's)

2

300 000

150 000

         
 

Artikel 05 08 77 — Subtotaal

 

1 700 000

3 944 199

p.m.

3 549 905

3 286 234,04

1 662 965,89

42,16

05 08 80

Deelname van de Unie aan de wereldtentoonstelling van 2015 „Voedsel voor de planeet — Energie voor het leven” in Milaan

2

300 000

805 000

5 303 400

5 108 405

8 030 000,—

2 973 552,20

369,39

 

Hoofdstuk 05 08 — Totaal

 

35 433 167

41 555 618

55 331 373

50 466 940

40 276 006,69

32 045 124,67

77,11

Toelichting

Ontvangsten die zijn geboekt op artikel 6 7 0 van de algemene staat van ontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten overeenkomstig de artikelen 21 en 174 van het Financieel Reglement.

De volgende rechtsgrond geldt voor alle artikelen/posten van dit hoofdstuk, tenzij anders bepaald.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake de financiering, het beheer en de monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 352/78, (EG) nr. 165/94, (EG) nr. 2799/98, (EG) nr. 814/2000, (EG) nr. 1290/2005 en (EG) nr. 485/2008 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 549).

05 08 01

Communautair informatienet inzake landbouwbedrijfsboekhoudingen (ILB)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

15 119 325

17 487 116

15 009 325

11 783 396

14 516 206,40

13 732 660,66

Toelichting

Dit krediet dient voor de financiering van de forfaitaire vergoedingen per bedrijfsformulier en van de ontwikkeling van instrumenten voor de inzameling, de behandeling, de analyse, de publicatie en de verspreiding van de gegevens en de resultaten van de landbouwbedrijfsboekhoudingen.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1217/2009 van de Raad van 30 november 2009 tot oprichting van een boekhoudkundig informatienet betreffende de inkomens en de bedrijfseconomische positie van de landbouwbedrijven in de Europese Gemeenschap (PB L 328 van 15.12.2009, blz. 27).

05 08 02

Enquêtes inzake de structuur van de landbouwbedrijven

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

250 000

1 500 000

19 450 000

16 070 098

249 073,94

175 242,04

Toelichting

Dit krediet dient ter cofinanciering van de uitgaven voor de statistische enquêtes waarmee de ontwikkeling van de landbouwstructuur in de Unie wordt gevolgd, inclusief de uitgaven voor de database Eurofarm.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1166/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 19 november 2008 betreffende enquêtes naar de structuur van de landbouwbedrijven en de enquête naar de productiemethoden in de landbouw en tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 571/88 van de Raad (PB L 321 van 1.12.2008, blz. 14).

05 08 03

Herstructurering van het stelsel van landbouwenquêtes

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

5 681 842

5 437 303

4 773 648

3 160 136

1 751 497,50

1 057 709,07

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de uitgaven voor de verbetering van de stelsels inzake de landbouwstatistieken in de Unie;

 

de subsidies, de contractuele uitgaven en de uitgaven voor dienstverlening in verband met de aankoop en de raadpleging van gegevensbanken;

 

de subsidies, de contractuele uitgaven en de uitgaven voor dienstverlening in verband met het opstellen van modellen over de landbouwsector, het maken van prognoses op korte en middellange termijn over de ontwikkeling van de markt en van de landbouwstructuur en het verspreiden van de resultaten;

 

de subsidies, de contractuele uitgaven en de uitgaven voor dienstverlening in verband met de toepassing van teledetectie, gebiedssteekproeven en agrometeorologische modellen voor het opstellen van landbouwstatistieken;

 

de subsidies, de contractuele uitgaven en de uitgaven voor dienstverlening in verband met de uitvoering van economische analysen en de ontwikkeling van indicatoren op het gebied van het landbouwbeleid;

 

de subsidies, de contractuele uitgaven en de uitgaven voor diensten in verband met maatregelen die nodig zijn voor de analyse, het beheer en de monitoring van agrarische hulpbronnen en de tenuitvoerlegging van het gemeenschappelijk landbouwbeleid overeenkomstig artikel 6, onder c), en artikel 22 van Verordening (EU) nr. 1306/2013, alsmede voor de tenuitvoerlegging van het gemeenschappelijke kader voor toezicht en evaluatie overeenkomstig artikel 6, onder a), en artikel 110 van Verordening (EU) nr. 1306/2013;

 

uitstaande verplichtingen op grond van Verordening (EG) nr. 78/2008 van de Raad.

Rechtsgronden

Taken die voortvloeien uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel vlak, zoals bepaald in artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

Beschikking 96/411/EG van de Raad van 25 juni 1996 betreffende de verbetering van de communautaire landbouwstatistiek (PB L 162 van 1.7.1996, blz. 14).

Besluit nr. 1445/2000/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2000 inzake de toepassing van areal frame sampling en teledetectie voor landbouwstatistieken in de periode 1999-2003 (PB L 163 van 4.7.2000, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 78/2008 van de Raad van 21 januari 2008 betreffende door de Commissie in de periode 2008-2013 te nemen maatregelen op basis van teledetectietoepassingen in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (PB L 25 van 30.1.2008, blz. 1).

05 08 06

Verbetering van het bewustzijn bij het publiek over het gemeenschappelijk landbouwbeleid

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

8 000 000

7 900 000

10 773 022,80

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering door de Unie van voorlichtingsmaatregelen om het gemeenschappelijk landbouwbeleid te verduidelijken, uit te voeren en te ontwikkelen en om het publiek bewust te maken van de inhoud en de doelstellingen van dit beleid, als bedoeld in artikel 45 van Verordening (EU) nr. 1306/2013.

Deze maatregelen kunnen de vorm aannemen van jaarlijkse werkprogramma's of andere specifieke maatregelen die door derden worden voorgesteld en/of activiteiten die op initiatief van de Commissie worden uitgevoerd.

05 08 09

Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF) — Operationele technische bijstand

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

4 382 000

2 895 000

1 669 972,01

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven zoals bedoeld in artikel 6, onder a), en d) tot en met f), van Verordening (EU) nr. 1306/2013.

Dit krediet omvat eveneens de uitgaven voor het opzetten van een databank met analyseresultaten over de wijnbouwproducten waarin wordt voorzien bij artikel 89, lid 5, onder a), van Verordening (EU) nr. 1306/2013.

05 08 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

05 08 77 01

Proefproject — Evaluatie van de kosten voor de eindgebruiker van het naleven van de Uniewetgeving op het gebied van milieu, dierenwelzijn en voedselveiligheid

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

675 359,12

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

05 08 77 06

Voorbereidende actie — Europese Observatiepost voor landbouwprijzen en marges

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

670 000

p.m.

300 000

86 234,04

387 670,37

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

05 08 77 08

Proefproject — Uitwisselingsprogramma voor jonge landbouwers

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

299 969

p.m.

899 905

0,—

599 936,40

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

05 08 77 09

Voorbereidende actie — Plantaardige en dierlijke genetische hulpbronnen in de Unie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

1 144 230

p.m.

1 250 000

1 000 000,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

05 08 77 10

Proefproject — Agropol: ontwikkeling van een Europese grensoverschrijdende modelregio voor de agro-industrie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

480 000

p.m.

600 000

1 200 000,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

05 08 77 11

Proefproject — Agrobosbouw

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

500 000

p.m.

500 000

1 000 000,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

05 08 77 12

Proefproject — Slimme ecosociale dorpen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

400 000

200 000

       

Toelichting

Ontvolking van het platteland zorgt in de hele Unie voor problemen, maar vooral in Midden- en Oost-Europa. Het project Slimme ecosociale dorpen dient om modellen te ontwikkelen voor een aantal verschillende soorten „slimme dorpen” in de Unie, met specifieke aandacht voor de landen van de Visegrád-groep.

In het kader van het project worden praktische, sociaal bruikbare modellen ontwikkeld en wordt het vaststellen van succesvolle praktijken gestimuleerd. Daarnaast wordt ICT/online ondersteuning verleend.

Het project is gericht op groei en werkgelegenheid in plattelandsgebieden door middel van:

 

een analyse van gemeenschappelijke kenmerken van plattelandsdorpen in de Unie (met speciale aandacht voor de landen van de Visegrád-groep): infrastructuur, verschillende hulpbronnen, diensten, toegang tot markten, de mogelijkheden van de digitale interne markt, verbanden tussen stad en platteland, verbanden met de bio-economie en de circulaire economie (innovatie, precisielandbouw, milieubeheer, lokale hernieuwbare energie, toeleveringsketen, diensten, plaatselijke levensmiddelen), kansen voor de verbetering van de levenskwaliteit en de werkgelegenheid, rekening houden met de rol van vrouwen en jongeren;

 

vaststellen en documenteren van beste praktijken en doeltreffende programma's in de plattelandsgebieden in de Unie, analyse van duurzaam milieu- en dorpsbeheer, in overeenstemming met bovengenoemde aspecten. Het project maakt gebruik van regionale casestudies, filmopnamen, ICT en documentatie; daarnaast worden beste praktijken vastgesteld;

 

beoordelen van casestudies, in samenwerking met lokale overheden, onderzoekers, plaatselijke gemeenschappen, de particuliere sector en ngo's in plattelandsgebieden;

 

ontwikkelen van een aantal ecosociaal gerichte en praktische modellen voor slimme dorpen, met operationele IT-ondersteuning.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

05 08 77 13

Proefproject — Verbetering van criteria en strategieën inzake crisispreventie en -beheersing in de landbouwsector

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

300 000

150 000

       

Toelichting

Verordening (EU) nr. 1308/2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten bevat horizontale en sectorale maatregelen voor crisispreventie en crisisbeheersing op de landbouw.

In deze verordening wordt de term „crisissituatie” echter niet nader gedefinieerd of gespecificeerd. Het is daarom van groot belang een typologie van crisissituaties op te stellen.

Met het voorgestelde proefproject wordt een lijst van parameters opgesteld met het oog op grotere duidelijkheid en vereenvoudiging van de tenuitvoerlegging van maatregelen voor crisispreventie en crisisbeheersing in de landbouw.

Bovendien kan de haalbaarheid worden beoordeeld van de oprichting van „marktwaarnemingscentra” met als doel het bieden van een basis om beter het hoofd te kunnen bieden aan crisissituaties en de marktvolatiliteit door middel van vroegtijdige waarschuwing van de noodzaak om tegenmaatregelen te nemen.

Voornaamste doel is verduidelijking van de criteria voor de gebruikmaking van instrumenten die beschikbaar zijn voor Europese landbouwers om de gevolgen op te vangen van zowel natuurrampen als marktschommelingen, die de laatste paar jaar geleidelijk erger zijn geworden.

Europa moet zich beter voorbereiden op de aanpak van crises in de landbouwsector.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

05 08 77 14

Proefproject — Herstructurering van de honingbijketen en Varroa-resistentieteelt en -selectieprogramma

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

700 000

350 000

       

Toelichting

De verdwijning van bijen heeft gevolgen voor de hele Unie, leidt tot een vermindering van de bestuiving en vormt een bedreiging voor de biodiversiteit en de volksgezondheid. De Unie moet dit verschijnsel tegengaan door een daadwerkelijke economische strategie van productie tot consumptie te ontwikkelen, met aandacht voor de hele honingproductieketen.

Dit proefproject heeft tot doel tot de verschillende strategieën van de Unie betreffende innovatie, sociale inclusie en het scheppen van banen te combineren, teneinde die te koppelen aan een hervormd gemeenschappelijk landbouwbeleid, en steun te verlenen aan de ontwikkeling van de landbouw naar meer duurzaamheid en een praktisch onderzoek naar de teelt van een bijenpopulatie die met name resistent is tegen de Varroamijt.

Methodologie:

 

implementatie van een aantal aanvullende en geïntegreerde acties, d.w.z. genetische selectie (met name Varroa-resistentieselectie), teelt en instandhouding, opleidingen in bijenkunde/hygiëne (bijengedrag, veterinaire en hygiënische techniek);

 

ondersteuning van de vestiging van lokale volken, voortplanting van koninginnen en teeltbedrijven;

 

samenwerking met betrokken wetenschappers en wetenschappelijke instellingen, om een maximale synergie te behalen (onder meer met bestaande onderzoeksprogramma's van de Unie inzake de honingbij).

Er is grote behoefte aan specifiek toegepast onderzoek, met name met betrekking tot de Varroa-resistentieselectie, om de honingbij te redden en aan financiering van het praktisch samenbrengen van vrijwilligers enerzijds en de resultaten van fundamenteel onderzoek in bijenkundeprojecten van door de Unie gesteunde wetenschappelijke instellingen anderzijds.

De overdracht van kennis, ondersteuning van de tenuitvoerlegging en de communicatiemiddelen voor de methodologie kunnen niet door een bestaand programma worden gefinancierd. Een eerste „Europees opleidingscentrum voor bijenkunde” zou de hoeksteen zijn van het proefproject, op basis van de volgende onderwerpen: onderzoek, selectie en instandhouding, repopulatie en biodiversiteit.

Hoewel de honingbij een zeer belangrijke rol speelt in de landbouw, zijn de meeste bijenhouders en telers vrijwilligers. Op het gebied van bestuiving en honingproductie zijn er beroepsbijenhouders en kleine bedrijven die grote aantallen bijenkolonies beheren. Maar deze professionals krijgen hun teeltmateriaal van de voornamelijk uit vrijwilligers bestaande teeltgroepen.

Als gevolg hiervan is er binnen de bijenhoudersgemeenschap bijna geen geld beschikbaar voor de toepassing van onderzoek naar Varroa-resistente lijnen van bijen door een Unie-brede alliantie van vrijwilligers (bijenhouders) en wetenschappers op dit gebied. Dit proefproject dient ter overbrugging van deze praktische kloof in het KP7-programma SmartBees en de nationale programma's voor de bijenteelt.

De meetbare resultaten zullen naar verwachting liggen op 7 miljard EUR voor de periode 2016-2020:

 

het verwezenlijken van 10 miljoen korven in de Unie betekent een omzet van ruim 2 miljard EUR;

 

de aankoop van materiaal dat nodig is voor het onderhouden van een korf en het produceren van honing vertegenwoordigen voor korfproducenten en -verkopers een omzet van ruim 3 miljard EUR;

 

stijging van de productie van honing in de Unie voortvloeiend uit de toename met 10 miljoen nieuwe volken die de huidige jaarlijkse invoer (50 % van de vraag) uit derde landen compenseert en een omzet vertegenwoordigt van ruim 2 miljard EUR.

De opvoering van de benodigde bestuiving tot het niveau dat nodig is voor de handhaving van de landbouwproductie van de Unie, met meer en betere producten, maakt niet alleen een stijging van de landbouwproductie mogelijk, maar ook een verlaging van de subsidies aan landbouwers ter compensatie van hun productiviteitsverlies.

30 000 nieuwe banen zouden 30 000 daaraan gelieerde banen met zich meebrengen, oftewel in totaal 60 000 banen.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

05 08 77 15

Proefproject — Analyse van beste manieren voor de oprichting, het functioneren en de ondersteuning van producentenorganisaties (PO's)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

300 000

150 000

       

Toelichting

Dit proefproject omvat een analyse van:

 

de positieve en negatieve stimulansen voor landbouwers om zich te verenigen en samen te werken in producentenorganisaties (PO's);

 

de bestuursvormen, samenwerkingsterreinen en mate van concentratie van het aanbod die PO's het best in staat stelt hun activiteiten doeltreffend uit te voeren en hun leden te ondersteunen;

 

de doeltreffendste financiële en juridische instrumenten die in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid kunnen worden ingezet ter ondersteuning van PO's.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

05 08 80

Deelname van de Unie aan de wereldtentoonstelling van 2015 „Voedsel voor de planeet — Energie voor het leven” in Milaan

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

300 000

805 000

5 303 400

5 108 405

8 030 000,—

2 973 552,20

Toelichting

Dit krediet dient ter financiering van de deelname van de Unie aan de universele expo „Voedsel voor de planeet — Energie voor het leven”, die in 2015 plaatsvond in Milaan.

De kredieten dienen ter dekking van de basiskosten voor de participatie van de Unie in het Italiaanse paviljoen (huur van de ruimte, opbouw en decoratie van de stand, exploitatiekosten) en voor de voorbereidende en eerste fasen van een elementair wetenschappelijk programma voor de EXPO 2015, waaronder de verzameling van basisgegevens voor beleidsondersteuning. De kosten voor het organiseren van evenementen en tentoonstellingen (bijvoorbeeld de vergoeding van kosten voor deskundigen, tentoonstellingsmateriaal enz.) worden gedekt door kredieten van de desbetreffende specifieke programma's naargelang van het betrokken beleidsgebied.

Rechtsgronden

Taak die voortvloeit uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel vlak, zoals bepaald in artikel 54, lid 2, onder d), van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

HOOFDSTUK 05 09 —   HORIZON 2020 — ONDERZOEK EN INNOVATIE MET BETREKKING TOT LANDBOUW

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

% Betalingen 2014-2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

05 09

HORIZON 2020 — ONDERZOEK EN INNOVATIE MET BETREKKING TOT LANDBOUW

05 09 03

Maatschappelijke uitdagingen

05 09 03 01

Een toereikend aanbod van veilige en hoogwaardige voedsel- en andere producten van biologische origine verzekeren

1,1

214 205 269

79 277 928

101 455 799

19 076 239

52 095 604,—

1 165 882,—

1,47

 

Artikel 05 09 03 — Subtotaal

 

214 205 269

79 277 928

101 455 799

19 076 239

52 095 604,—

1 165 882,—

1,47

05 09 50

Kredieten afkomstig van de deelneming van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling

05 09 50 01

Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling (2014-2020)

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

11 730,—

0,—

 
 

Artikel 05 09 50 — Subtotaal

 

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

11 730,—

0,—

 
 

Hoofdstuk 05 09 — Totaal

 

214 205 269

79 277 928

101 455 799

19 076 239

52 107 334,—

1 165 882,—

1,47

Toelichting

Deze toelichting is van toepassing op alle begrotingslijnen van dit hoofdstuk.

Dit krediet zal worden gebruikt voor Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie, dat de periode 2014-2020 bestrijkt.

Horizon 2020 zal een centrale rol vervullen bij de toepassing van het Europa 2020-vlaggenschipinitiatief „Innovatie-Unie” en andere vlaggenschipinitiatieven, met name „Efficiënt gebruik van hulpbronnen in Europa”, „Een industriebeleid in een tijd van mondialisering” en „Een digitale agenda voor Europa”, alsook bij de ontwikkeling en werking van de Europese onderzoeksruimte (EOR). Horizon 2020 zal bijdragen aan de totstandkoming van een op kennis en innovatie gebaseerde economie in de hele Unie door voldoende aanvullende financiering voor onderzoek, ontwikkeling en innovatie aan te trekken.

De programma's zijn gericht op de verwezenlijking van de in artikel 179 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie genoemde doelstellingen, teneinde bij te dragen tot de totstandkoming van een kennismaatschappij, gebaseerd op de Europese onderzoeksruimte, d.w.z. door het ondersteunen van transnationale samenwerking op alle niveaus in de gehele Unie, door de dynamiek, de creativiteit en de uitmuntendheid van het Europese onderzoek in staat te stellen de grenzen van de kennis te verleggen, door meer personele middelen voor onderzoek en technologische ontwikkeling in Europa ter beschikking te stellen, en ook de kwaliteit daarvan te verbeteren, en door de capaciteiten voor onderzoek en innovatie in heel Europa te versterken en ervoor te zorgen dat die optimaal worden gebruikt.

Onder deze artikelen en posten vallen ook de uitgaven voor vergaderingen, conferenties, workshops en seminars van hoog wetenschappelijk of technologisch niveau en van Europees belang die door de Commissie worden georganiseerd, de financiering van analysen en evaluaties van hoog wetenschappelijk of technologisch niveau die voor de Unie worden uitgevoerd om nieuwe onderzoeksgebieden te verkennen die in aanmerking komen voor actie door de Unie, onder meer in het kader van de Europese onderzoeksruimte, alsmede acties in verband met de follow-up en de verspreiding van resultaten van de programma's, waaronder die van acties die onder de eerdere kaderprogramma's zijn uitgevoerd.

Dit krediet zal worden aangewend overeenkomstig de Verordening (EU) nr. 1290/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van de regels voor de deelname aan acties en de verspreiding van resultaten in het kader van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 1906/2006 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 81).

Bij de onder dit hoofdstuk opgevoerde kredieten komen nog de bijdragen van de EVA-lidstaten ingevolge de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij. Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Bij enkele van deze projecten is voorzien in deelname van derde landen of instellingen uit derde landen aan Europese samenwerking op het gebied van wetenschappelijk en technisch onderzoek. Eventuele financiële bijdragen die zijn geboekt onder de posten 6 0 1 3 en 6 0 1 5 van de staat van ontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten in overeenstemming met artikel 21 van het Financieel Reglement.

Ontvangsten die voortvloeien uit de deelneming van landen aan de Europese samenwerking op het terrein van wetenschappelijk en technisch onderzoek die zijn geboekt onder post 6 0 1 6 van de staat van ontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten in overeenstemming met artikel 21 van het Financieel Reglement.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan programma's van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

Ontvangsten uit de bijdragen van externe instanties voor deelname aan activiteiten van de Unie die zijn geboekt onder post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement.

Extra kredieten zullen op post 05 09 50 01 worden opgevoerd.

De administratieve kredieten van dit hoofdstuk zullen onder artikel 05 01 05 worden opgevoerd.

05 09 03

Maatschappelijke uitdagingen

Toelichting

Met deze prioriteit van Horizon 2020 wordt direct ingespeeld op de in de Europa 2020-strategie in kaart gebrachte beleidsprioriteiten en maatschappelijke uitdagingen. Bij het uitvoeren van deze activiteiten zullen de uitdagingen centraal staan, waarbij middelen en kennis uit verschillende terreinen, technologieën en vakgebieden worden gebundeld. De activiteiten zullen de volledige cyclus van onderzoek tot markt bestrijken, met een nieuwe nadruk op innovatiegerelateerde acties zoals proefprojecten, demonstratie, testopstellingen, steun voor overheidsopdrachten, design, door eindverbruikers aangestuurde innovaties, sociale innovatie en de integratie van innovaties op de markt. Deze activiteiten zullen een directe ondersteuning bieden aan de overeenkomstige sectorale beleidsbevoegdheden op het niveau van de Unie.

05 09 03 01

Een toereikend aanbod van veilige en hoogwaardige voedsel- en andere producten van biologische origine verzekeren

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

214 205 269

79 277 928

101 455 799

19 076 239

52 095 604,—

1 165 882,—

Toelichting

Deze activiteit zal gericht zijn op de ontwikkeling van duurzamere en productievere land- en bosbouwsystemen, maar ook op de ontwikkeling van diensten, concepten en beleid om de bestaanszekerheid op het platteland te garanderen. Daarnaast zal de nadruk liggen op gezond en veilig voedsel voor iedereen en op concurrerende voedselverwerkingsmethoden waarbij minder grondstoffen worden gebruikt en minder bijproducten worden geproduceerd. Tegelijkertijd zullen er inspanningen worden gedaan voor een duurzame exploitatie van levende aquatische hulpbronnen (bijvoorbeeld door duurzame en milieuvriendelijke visserij). Europese groene industrieën die weinig koolstof uitstoten en weinig grondstoffen gebruiken en tegelijkertijd duurzaam en concurrerend zijn, zullen worden bevorderd.

Rechtsgronden

Besluit 2013/743/EU van de Raad van 3 december 2013 tot vaststelling van het specifieke programme tot uitvoering van Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van de Besluiten 2006/971/EG, 2006/972/EG, 2006/973/EG, 2006/974/EG en 2006/975/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 965).

Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 104).

05 09 50

Kredieten afkomstig van de deelneming van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling

05 09 50 01

Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling (2014-2020)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

11 730,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met de ontvangsten die aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, afkomstig van derden of derde landen (buiten de Europese Economische Ruimte) die deelnemen aan de projecten op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling voor de periode 2014-2020.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement kunnen ontvangsten die zijn geboekt onder de posten 6 0 1 3, 6 0 1 5, 6 0 1 6, 6 0 3 1 en 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten.

TITEL 06

MOBILITEIT EN VERVOER

Algemene samenvatting van de kredieten (2016 en 2015) en van de uitvoering (2014)

 

Titel

Hoofdstuk

Rubriek

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

06 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „MOBILITEIT EN VERVOER”

71 348 528

71 348 528

75 145 385

75 145 385

72 407 093,67

72 407 093,67

06 02

EUROPEES VERVOERSBELEID

3 931 587 922

1 909 318 257

2 272 028 544

1 803 202 715

2 586 561 073,65

930 476 079,29

06 03

HORIZON 2020 — ONDERZOEK EN INNOVATIE OP HET GEBIED VAN VERVOER

216 540 737

315 196 545

234 117 242

177 949 829

219 730 498,37

34 671 034,17

 

Titel 06 — Totaal

4 219 477 187

2 295 863 330

2 581 291 171

2 056 297 929

2 878 698 665,69

1 037 554 207,13

HOOFDSTUK 06 01 —   ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „MOBILITEIT EN VERVOER”

De artikelen 1, 2, 3 en 5 zijn in detail weergegeven in hoofdstuk XX 01

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

% 2014-2016

06 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „MOBILITEIT EN VERVOER”

06 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen op het beleidsterrein „Mobiliteit en vervoer”

5,2

35 442 852

41 352 248

42 269 821,73

119,26

06 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven ter ondersteuning van het beleidsterrein „Mobiliteit en vervoer”

06 01 02 01

Extern personeel

5,2

2 276 288

2 288 852

2 032 764,39

89,30

06 01 02 11

Overige beheersuitgaven

5,2

2 061 310

2 097 882

2 712 557,62

131,59

 

Artikel 06 01 02 — Subtotaal

 

4 337 598

4 386 734

4 745 322,01

109,40

06 01 03

Uitgaven in verband met uitrusting en diensten voor informatie- en communicatietechnologie op het beleidsterrein „Mobiliteit en vervoer”

5,2

2 262 001

2 625 291

3 047 243,22

134,71

06 01 04

Ondersteunende uitgaven voor operaties en programma's op het beleidsterrein „Mobiliteit en vervoer”

06 01 04 01

Ondersteunende uitgaven voor de Connecting Europe Facility (CEF) — Vervoer

1,1

2 500 000

2 953 000

1 968 744,92

78,75

 

Artikel 06 01 04 — Subtotaal

 

2 500 000

2 953 000

1 968 744,92

78,75

06 01 05

Ondersteunende uitgaven voor programma's inzake onderzoek en innovatie op het beleidsterrein „Mobiliteit en vervoer”

06 01 05 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen voor de uitvoering van programma's inzake onderzoek en innovatie — Horizon 2020

1,1

4 728 548

5 052 336

5 252 344,—

111,08

06 01 05 02

Extern personeel voor de uitvoering van programma's inzake onderzoek en innovatie — Horizon 2020

1,1

2 318 624

2 400 000

2 768 667,—

119,41

06 01 05 03

Overige beheersuitgaven voor programma's inzake onderzoek en innovatie — Horizon 2020

1,1

595 089

566 751

771 552,79

129,65

 

Artikel 06 01 05 — Subtotaal

 

7 642 261

8 019 087

8 792 563,79

115,05

06 01 06

Uitvoerende agentschappen

06 01 06 01

Uitvoerend Agentschap innovatie en netwerken — Bijdrage van de Connecting Europe Facility (CEF)

1,1

15 010 344

14 413 000

11 583 398,—

77,17

06 01 06 03

Uitvoerend Agentschap innovatie en netwerken — Bijdrage van het Cohesiefonds

1,2

4 153 472

1 396 025

   
 

Artikel 06 01 06 — Subtotaal

 

19 163 816

15 809 025

11 583 398,—

60,44

 

Hoofdstuk 06 01 — Totaal

 

71 348 528

75 145 385

72 407 093,67

101,48

06 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen op het beleidsterrein „Mobiliteit en vervoer”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

35 442 852

41 352 248

42 269 821,73

06 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven ter ondersteuning van het beleidsterrein „Mobiliteit en vervoer”

06 01 02 01

Extern personeel

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

2 276 288

2 288 852

2 032 764,39

06 01 02 11

Overige beheersuitgaven

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

2 061 310

2 097 882

2 712 557,62

06 01 03

Uitgaven in verband met uitrusting en diensten voor informatie- en communicatietechnologie op het beleidsterrein „Mobiliteit en vervoer”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

2 262 001

2 625 291

3 047 243,22

06 01 04

Ondersteunende uitgaven voor operaties en programma's op het beleidsterrein „Mobiliteit en vervoer”

06 01 04 01

Ondersteunende uitgaven voor de Connecting Europe Facility (CEF) — Vervoer

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

2 500 000

2 953 000

1 968 744,92

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven voor de „acties ter ondersteuning van het programma” die in artikel 2, lid 7, en artikel 5, lid 2, onder b), van Verordening (EU) nr. 1316/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van de financieringsfaciliteit voor Europese verbindingen, tot wijziging van Verordening (EU) nr. 913/2010 en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 680/2007 en (EG) nr. 67/2010 (PB L 348 van 20.12.2013, blz. 129) worden omschreven als begeleidende maatregelen die nodig zijn voor de uitvoering van het CEF-programma en de richtsnoeren voor het trans-Europees vervoersnet (TEN-T). Deze uitgaven omvatten studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties, software en databanken, ter ondersteuning van acties die rechtstreeks verband houden met de verwezenlijking van de doelstelling van de CEF.

Rechtsgronden

Zie artikel 06 02 01.

06 01 05

Ondersteunende uitgaven voor programma's inzake onderzoek en innovatie op het beleidsterrein „Mobiliteit en vervoer”

06 01 05 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen voor de uitvoering van programma's inzake onderzoek en innovatie — Horizon 2020

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

4 728 548

5 052 336

5 252 344,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen (ook in delegaties van de Unie) die op in de goedgekeurde personeelsformatie beschikbare posten uitvoering geven aan programma's inzake onderzoek en innovatie (Horizon 2020) in de vorm van werkzaamheden onder contract in het kader van de niet-nucleaire programma’s.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting van de Unie uitmaakt.

Rechtsgronden

Zie hoofdstuk 06 03.

06 01 05 02

Extern personeel voor de uitvoering van programma's inzake onderzoek en innovatie — Horizon 2020

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

2 318 624

2 400 000

2 768 667,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven in verband met extern personeel (ook in delegaties van de Unie) dat uitvoering geeft aan programma's inzake onderzoek en innovatie (Horizon 2020) in de vorm van werkzaamheden onder contract in het kader van de niet-nucleaire programma’s.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting van de Unie uitmaakt.

Rechtsgronden

Zie hoofdstuk 06 03.

06 01 05 03

Overige beheersuitgaven voor programma's inzake onderzoek en innovatie — Horizon 2020

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

595 089

566 751

771 552,79

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van overige administratieve uitgaven voor het beheer van programma's inzake onderzoek en innovatie (Horizon 2020) in de vorm van werkzaamheden onder contract in het kader van de niet-nucleaire programma’s, met inbegrip van overige administratieve uitgaven door personeel in de delegaties van de Unie.

Dit krediet dient tevens ter dekking van uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks verband houden met het halen van de doelstelling van het programma of de maatregelen die onder deze post vallen, en ter dekking van alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand, waarbij geen sprake is van overheidstaken, die door de Commissie is uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc.

Het dient tevens ter dekking van uitgaven voor technische en administratieve bijstand in verband met de beschrijving, voorbereiding, monitoring, audit, supervisie en het management van het programma of projecten, zoals uitgaven voor conferenties, workshops, seminars, ontwikkeling en onderhoud van IT-systemen, dienstreizen, opleidingen en vertegenwoordigingen.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting van de Unie uitmaakt.

Rechtsgronden

Zie hoofdstuk 06 03.

06 01 06

Uitvoerende agentschappen

06 01 06 01

Uitvoerend Agentschap innovatie en netwerken — Bijdrage van de Connecting Europe Facility (CEF)

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

15 010 344

14 413 000

11 583 398,—

Toelichting

Dit krediet vormt het bedrag van de subsidie die bestemd is ter dekking van de door het Uitvoerend Agentschap innovatie en netwerken gemaakte administratieve huishoudelijke en personeelsuitgaven die voortvloeien uit de deelname van dit Agentschap aan het beheer van het programma inzake de Connecting Europe Facility en gaat naar de afronding van de projecten die zijn gefinancierd in het kader van het programma voor het trans-Europees vervoersnet (TEN-T) voor de perioden 2000-2006 en 2007-2013.

De personeelsformatie van het Agentschap is opgenomen in de bijlage „Personeel” bij deze afdeling.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 58/2003 van de Raad van 19 december 2002 tot vaststelling van het statuut van de uitvoerende agentschappen waaraan bepaalde taken voor het beheer van communautaire programma's worden gedelegeerd (PB L 11 van 16.1.2003, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 1315/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 betreffende richtsnoeren van de Unie voor de ontwikkeling van het trans-Europees vervoersnetwerk en tot intrekking van Besluit nr. 661/2010/EU (PB L 348 van 20.12.2013, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 1316/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van de financieringsfaciliteit voor Europese verbindingen, tot wijziging van Verordening (EU) nr. 913/2010 en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 680/2007 en (EG) nr. 67/2010 (PB L 348 van 20.12.2013, blz. 129).

Referentiebesluiten

Besluit C(2007) 5282 van de Commissie van 5 november 2007 inzake het delegeren van bevoegdheden aan het Uitvoerend Agentschap voor het trans-Europees vervoersnetwerk met het oog op het verrichten van taken in verband met de communautaire programma's voor subsidies op het gebied van het trans-Europese vervoersnetwerk, met name wat betreft het beheer van de in de EU-begroting opgenomen kredieten, als gewijzigd bij Besluit C(2008) 5538 van 7 oktober 2008.

Uitvoeringsbesluit 2013/801/EU van de Commissie van 23 december 2013 tot oprichting van het Uitvoerend Agentschap innovatie en netwerken en tot intrekking van Besluit 2007/60/EG, zoals gewijzigd bij Besluit 2008/53/EG (PB L 352 van 24.12.2013, blz. 65).

Besluit C(2013) 9235 van de Commissie van 23 december 2013 waarbij bevoegdheden aan het Uitvoerend Agentschap innovatie en netwerken worden gedelegeerd met het oog op het verrichten van taken in verband met de tenuitvoerlegging van EU-programma's inzake transport, energie- en telecommunicatie-infrastructuur en inzake onderzoek en innovatie op het vlak van transport en energie, met name wat betreft de besteding van de in de algemene begroting van de Unie opgenomen kredieten.

06 01 06 03

Uitvoerend Agentschap innovatie en netwerken — Bijdrage van het Cohesiefonds

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

4 153 472

1 396 025

 

Toelichting

Dit krediet vertegenwoordigt de subsidie ter dekking van de door het Uitvoerend Agentschap innovatie en netwerken gemaakte administratieve huishoudelijke en personeelsuitgaven voor de deelname van dit Agentschap aan het beheer van de middelen uit het Cohesiefonds voor het programma inzake de Connecting Europe Facility.

De personeelsformatie van het Agentschap is opgenomen in de bijlage „Personeel” bij deze afdeling.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 58/2003 van de Raad van 19 december 2002 tot vaststelling van het statuut van de uitvoerende agentschappen waaraan bepaalde taken voor het beheer van communautaire programma's worden gedelegeerd (PB L 11 van 16.1.2003, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 1315/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 betreffende richtsnoeren van de Unie voor de ontwikkeling van het trans-Europees vervoersnetwerk en tot intrekking van Besluit nr. 661/2010/EU (PB L 348 van 20.12.2013, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 1316/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van de financieringsfaciliteit voor Europese verbindingen, tot wijziging van Verordening (EU) nr. 913/2010 en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 680/2007 en (EG) nr. 67/2010 (PB L 348 van 20.12.2013, blz. 129).

Referentiebesluiten

Besluit C(2007) 5282 van de Commissie van 5 november 2007 inzake het delegeren van bevoegdheden aan het Uitvoerend Agentschap voor het trans-Europees vervoersnetwerk met het oog op het verrichten van taken in verband met de communautaire programma's voor subsidies op het gebied van het trans-Europese vervoersnetwerk, met name wat betreft het beheer van de in de EU-begroting opgenomen kredieten, als gewijzigd bij Besluit C(2008) 5538 van 7 oktober 2008.

Uitvoeringsbesluit 2013/801/EU van de Commissie van 23 december 2013 tot oprichting van het Uitvoerend Agentschap innovatie en netwerken en tot intrekking van Besluit 2007/60/EG, zoals gewijzigd bij Besluit 2008/53/EG (PB L 352 van 24.12.2013, blz. 65).

Besluit C(2013) 9235 van de Commissie van 23 december 2013 waarbij bevoegdheden aan het Uitvoerend Agentschap innovatie en netwerken worden gedelegeerd met het oog op het verrichten van taken in verband met de tenuitvoerlegging van EU-programma's inzake transport, energie- en telecommunicatie-infrastructuur en inzake onderzoek en innovatie op het vlak van transport en energie, met name wat betreft de besteding van de in de algemene begroting van de Unie opgenomen kredieten.

HOOFDSTUK 06 02 —   EUROPEES VERVOERSBELEID

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

% Betalingen 2014-2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

06 02

EUROPEES VERVOERSBELEID

06 02 01

Connecting Europe Facility (CEF)

06 02 01 01

Het wegwerken van knelpunten, de interoperabiliteit van de spoorwegen verbeteren, het aanleggen van ontbrekende schakels en het verbeteren van grensoverschrijdende tracés.

1,1

1 092 004 777

582 450 000

686 522 277

463 983 806

1 122 087 732,44

419 182,87

0,07

06 02 01 02

Zorgen voor duurzame en efficiënte vervoersystemen op lange termijn

1,1

68 547 064

31 045 375

43 000 681

32 970 282

69 860 000,—

0,—

0

06 02 01 03

De integratie en interconnectie van vervoerwijzen optimaliseren en de interoperabiliteit verbeteren

1,1

203 641 042

92 100 505

129 002 042

89 137 637

209 548 550,—

122 400,—

0,13

06 02 01 04

Connecting Europe Facility (CEF) — Toewijzing in het kader van het Cohesiefonds

1,2

2 372 380 457

378 659 459

1 215 582 454

392 121 515

982 996 970,—

0,—

0

06 02 01 05

Het scheppen van een klimaat dat gunstiger is voor particuliere investeringen in vervoersinfrastructuurprojecten

1,1

66 354 000

43 300 000

70 000 000

43 657 683

70 000 000,—

0,—

0

 

Artikel 06 02 01 — Subtotaal

 

3 802 927 340

1 127 555 339

2 144 107 454

1 021 870 923

2 454 493 252,44

541 582,87

0,05

06 02 02

Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart

1,1

34 818 550

34 818 550

35 634 767

35 634 767

35 270 959,84

35 209 468,—

101,12

06 02 03

Europees Agentschap voor maritieme veiligheid

06 02 03 01

Europees Agentschap voor maritieme veiligheid

1,1

29 549 032

29 523 073

30 282 323

30 282 323

31 708 322,15

31 708 322,—

107,40

06 02 03 02

Europees Agentschap voor maritieme veiligheid — Maatregelen tegen verontreiniging

1,1

21 600 000

17 811 801

20 600 000

12 968 852

20 271 153,—

7 961 583,—

44,70

 

Artikel 06 02 03 — Subtotaal

 

51 149 032

47 334 874

50 882 323

43 251 175

51 979 475,15

39 669 905,—

83,81

06 02 04

Europees Spoorwegbureau

1,1

25 213 000

25 213 000

24 659 000

24 659 000

25 721 664,40

25 715 600,—

101,99

06 02 05

Ondersteunende activiteiten in het kader van het Europees beleid inzake vervoer en passagiersrechten, met inbegrip van communicatieactiviteiten

1,1

12 705 000

15 621 386

12 363 000

17 405 878

17 339 491,42

15 434 883,84

98,81

06 02 06

Beveiliging van het vervoer

1,1

2 200 000

1 700 000

2 582 000

1 701 948

1 356 401,17

1 770 244,64

104,13

06 02 51

Voltooiing van het programma trans-Europese netwerken

1,1

p.m.

630 340 000

p.m.

632 817 206

208 549,23

782 315 140,52

124,11

06 02 52

Voltooiing van het Marco Polo-programma

1,1

p.m.

19 185 423

p.m.

17 463 073

0,—

17 253 824,95

89,93

06 02 53

Voltooiing van maatregelen tegen verontreiniging

1,1

p.m.

4 688 199

p.m.

6 185 145

0,—

12 357 908,67

263,60

06 02 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

06 02 77 01

Voorbereidende actie — Europese interface voor transportinformatie en boekingen

1,1

p.m.

790 000

p.m.

790 170

0,—

207 520,80

26,27

06 02 77 03

Voorbereidende actie — Schepen op lng (vloeibaar aardgas)

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

436 192

0,—

0,—

 

06 02 77 05

Proefproject — De rol van rollend materieel in de Europese interoperabiliteit

1,1

p.m.

p.m.

500 000

250 000

0,—

0,—

 

06 02 77 06

Voorbereidende actie — Algemene luchtvaart — Statistieken en belangrijkste cijfers

1,1

p.m.

133 986

p.m.

87 238

191 280,—

0,—

0

06 02 77 07

Proefproject —Verkeersopstoppingen tegengaan door intelligente, geïntegreerde vervoersopties voor weginfrastructuur

1,1

p.m.

650 000

1 300 000

650 000

     

06 02 77 08

Proefproject — GNSS-monitoring voor zware voertuigen

1,1

350 000

175 000

         

06 02 77 09

Proefproject — De Europese vervoerssector aantrekkelijk maken voor toekomstige generaties

1,1

500 000

250 000

         

06 02 77 10

Voorbereidende actie — Smart Port City

1,1

700 000

350 000

         

06 02 77 11

Proefproject — Haalbaarheidsstudie naar het gebruik van een publiek-private gezamenlijke onderneming ter ondersteuning van de toepassing van het Rail Transport Management System (ERTMS) in de kernnetwerkcorridors

1,1

400 000

200 000

         

06 02 77 12

Voorbereidende actie — Integratie van op afstand bestuurde luchtvaartuigsystemen (RPAS) in het Europese luchtruim door middel van een Active Geofencing Service (AGS)

1,1

500 000

250 000

         

06 02 77 13

Proefproject — Innovatieve wijzen van duurzame financiering voor het openbaar vervoer

1,1

125 000

62 500

         
 

Artikel 06 02 77 — Subtotaal

 

2 575 000

2 861 486

1 800 000

2 213 600

191 280,—

207 520,80

7,25

 

Hoofdstuk 06 02 — Totaal

 

3 931 587 922

1 909 318 257

2 272 028 544

1 803 202 715

2 586 561 073,65

930 476 079,29

48,73

06 02 01

Connecting Europe Facility (CEF)

06 02 01 01

Het wegwerken van knelpunten, de interoperabiliteit van de spoorwegen verbeteren, het aanleggen van ontbrekende schakels en het verbeteren van grensoverschrijdende tracés.

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 092 004 777

582 450 000

686 522 277

463 983 806

1 122 087 732,44

419 182,87

Toelichting

De doelstelling „Knelpunten wegwerken en ontbrekende verbindingen aanleggen” verwijst naar artikel 4, lid 2, onder a), van Verordening (EU) nr. 1316/2013. Met het oog op het halen van deze doelstelling zullen in het kader van de meerjarige en jaarlijkse werkprogramma's die financieringsbesluiten zijn in de zin van artikel 84 van het Financieel Reglement, oproepen tot het indienen van voorstellen worden gedaan met betrekking tot vervoersprojecten voor het kernnetwerk en vervoerscorridors van de Unie, als omschreven in de bijlage bij de CEF en de TEN-T-richtsnoeren. De verwezenlijking van deze doelstelling zal naar verwachting worden gemeten aan de hand van het aantal nieuwe en verbeterde grensoverschrijdende verbindingen en weggewerkte knelpunten die CEF-steun hebben genoten.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1316/2013 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van de financieringsfaciliteit voor Europese verbindingen, tot wijziging van Verordening (EU) nr. 913/2010 en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 680/2007 en (EG) nr. 67/2010 (PB L 348 van 20.12.2013, blz. 129), met name artikel 4, lid 2, onder a).

06 02 01 02

Zorgen voor duurzame en efficiënte vervoersystemen op lange termijn

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

68 547 064

31 045 375

43 000 681

32 970 282

69 860 000,—

0,—

Toelichting

De doelstelling „Zorgen voor duurzaam en efficiënt vervoer op lange termijn” verwijst naar artikel 4, lid 2, onder b), van Verordening (EU) nr. 1316/2013. Met het oog op het halen van deze doelstelling zullen oproepen tot het indienen van voorstellen worden gedaan in het kader van de meerjarige en jaarlijkse werkprogramma's die financieringsbesluiten zijn in de zin van artikel 84 van het Financieel Reglement.

In de periode 2014-2020 zal aan de hand van de Connecting Europe Facility een follow-up van het Marco Polo-programma ten uitvoer worden gelegd in het kader van de herziene TEN-T-richtsnoeren. Overeenkomstig artikel 32 van Verordening (EU) nr. 1315/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 betreffende richtsnoeren van de Unie voor de ontwikkeling van het trans-Europees vervoersnetwerk en tot intrekking van Besluit nr. 661/2010/EU (PB L 348 van 20.12.2013, blz. 1) zal in dit verband een nieuwe benadering worden ingevoerd ter ondersteuning van de vrachtvervoersdiensten in de Unie (indicatieve begroting 70-140 miljoen EUR per jaar). Het is belangrijk het gebruik van de vervoersinfrastructuur te optimaliseren door overschakeling van het vrachtvervoer naar duurzamere vormen van vervoer, waaronder binnenlandse waterwegen, en door de doeltreffendheid van multimodale diensten te vergroten. Duurzame regelingen om de kosten van modal shift waar vrachtwagens mee te maken hebben deels te compenseren (eco-bonus) kunnen ook worden ondersteund.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1316/2013 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van de financieringsfaciliteit voor Europese verbindingen, tot wijziging van Verordening (EU) nr. 913/2010 en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 680/2007 en (EG) nr. 67/2010 (PB L 348 van 20.12.2013, blz. 129), met name artikel 4, lid 2, onder b).

06 02 01 03

De integratie en interconnectie van vervoerwijzen optimaliseren en de interoperabiliteit verbeteren

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

203 641 042

92 100 505

129 002 042

89 137 637

209 548 550,—

122 400,—

Toelichting

De doelstelling „De integratie en interconnectie van vervoerwijzen optimaliseren en de interoperabiliteit, veiligheid en beveiliging van het vervoer verbeteren” verwijst naar artikel 4, lid 2, onder c), van Verordening (EU) nr. 1316/2013.

Met het oog op het halen van deze doelstelling zullen oproepen tot het indienen van voorstellen worden gedaan in het kader van de meerjarige en/of jaarlijkse werkprogramma's die financieringsbesluiten zijn in de zin van artikel 84 van het Financieel Reglement.

De verwezenlijking van deze doelstelling zal worden gemeten aan de hand van het aantal binnenhavens, zeehavens en luchthavens die verbonden zijn met het spoorwegnetwerk, door het aantal verbeterde multimodale logistieke platforms, het aantal verbeterde verbindingen door maritieme snelwegen en het aantal bevoorradingspunten voor alternatieve energiebronnen op het kernnetwerk.

In het kader van deze doelstelling wordt verder gewerkt aan de totstandbrenging van het gemeenschappelijk Europees luchtruim en de uitrol van Sesar.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1316/2013 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van de financieringsfaciliteit voor Europese verbindingen, tot wijziging van Verordening (EU) nr. 913/2010 en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 680/2007 en (EG) nr. 67/2010 (PB L 348 van 20.12.2013, blz. 129), met name artikel 4, lid 2, onder c).

06 02 01 04

Connecting Europe Facility (CEF) — Toewijzing in het kader van het Cohesiefonds

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

2 372 380 457

378 659 459

1 215 582 454

392 121 515

982 996 970,—

0,—

Toelichting

Dit krediet is bestemd ter dekking van de steun uit het Cohesiefonds die op grond van de doelstelling „Investeren in groei en werkgelegenheid” wordt verleend voor transportinfrastructuur in het kader van de Connecting Europe Facility overeenkomstig artikel 84, lid 4, van Verordening (EU) nr. 1303/2013.

Overeenkomstig artikel 5, lid 1, onder a), van Verordening (EU) nr. 1316/2013 dient een bedrag van 11 305 500 000 EUR in lopende prijzen te worden overgedragen uit het Cohesiefonds om overeenkomstig die Verordening uitsluitend te worden besteed in de lidstaten die in aanmerking komen voor financiering uit het Cohesiefonds.

Overeenkomstig artikel 11 zullen voor de verwezenlijking van deze doelstelling in het kader van de meerjarige en jaarlijkse werkprogramma's oproepen tot het indienen van voorstellen worden gedaan die uitsluitend open staan voor de lidstaten die in aanmerking komen voor financiering uit het Cohesiefonds. Die meerjarige en/of jaarlijkse werkprogramma's zijn financieringsbesluiten in de zin van artikel 84 van het Financieel Reglement.

Overeenkomstig artikel 2, lid 7, en artikel 5, lid 2, dient tot 1 % van de financiële middelen te worden toegewezen aan „acties ter ondersteuning van het programma”.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).

Verordening (EU) nr. 1316/2013 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van de financieringsfaciliteit voor Europese verbindingen, tot wijziging van Verordening (EU) nr. 913/2010 en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 680/2007 en (EG) nr. 67/2010 (PB L 348 van 20.12.2013, blz. 129), met name:

 

artikel 5, lid 1, onder a), inzake de overdracht van 11 305 500 000 EUR van het Cohesiefonds naar de Connecting Europe Facility,

 

artikel 11 inzake de specifieke oproepen voor fondsen die zijn overgedragen uit het Cohesiefonds,

 

artikel 2, lid 7, en artikel 5, lid 2, inzake de „acties ter ondersteuning van het programma”, met als doel de tenuitvoerlegging van de Connecting Europe Facility te ondersteunen.

06 02 01 05

Het scheppen van een klimaat dat gunstiger is voor particuliere investeringen in vervoersinfrastructuurprojecten

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

66 354 000

43 300 000

70 000 000

43 657 683

70 000 000,—

0,—

Toelichting

De doelstelling „Het scheppen van een klimaat dat gunstiger is voor particuliere investeringen in vervoersinfrastructuurprojecten” is gericht op de uitvoering van de projecten van gemeenschappelijk belang aan de hand van de financiële instrumenten, en dat op basis van voorafgaande beoordelingen, zoals vereist op grond van artikel 224 van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1268/2012 van de Commissie van 29 oktober 2012 houdende uitvoeringsvoorschriften voor Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie (PB L 362 van 31.12.2012, blz. 1). Overeenkomstig artikel 21, lid 4, van Verordening (EU) nr. 1316/2013, zal tussen 10 % en 20 % van de CEF middelen voor vervoer beschikbaar zijn voor innovatieve financieringsinstrumenten, zoals het instrument inzake projectobligaties, het leninggarantie-instrument en andere instrumenten, zoals joint ventures en de aandeleninstrumenten, met als doel publieke en private financiële middelen te bundelen om investeringen in infrastructuur in Europa te versnellen. De financiële instrumenten moeten de toegang tot particuliere financiering vergemakkelijken en op die manier de financiering van de TEN-T-projecten die in het kader van de TEN-T-richtsnoeren en Verordening (EU) nr. 1316/2013 voor steun in aanmerking komen, versnellen of faciliteren. De financiële instrumenten moeten fungeren als kaders voor „vreemd vermogen” of „eigen vermogen” en moeten worden ingezet om specifieke gevallen van gebrekkige marktwerking aan te pakken en adequate financieringsoplossingen te bieden. Deze instrumenten moeten ten uitvoer worden gelegd hetzij in het kader van rechtstreeks beheer door de met de uitvoering belaste entiteiten in de zin van het Financieel Reglement, hetzij gezamenlijk met deze uitvoeringsentiteiten. De met de uitvoering belaste entiteiten moeten geaccrediteerd zijn zodat zij ten aanzien van de Commissie de nodige garanties bieden met betrekking tot de bescherming van de financiële belangen van de Unie overeenkomstig de eisen van het Financieel Reglement van de Unie.

Terugbetalingen uit financiële instrumenten die overeenkomstig artikel 140, lid 6, van het Financieel Reglement aan de Commissie worden gedaan, onder meer in de vorm van terugbetaald kapitaal, vrijgegeven zekerheden en aflossingen van de hoofdsom van de leningen, en die zijn geboekt op post 6 3 4 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot het opvoeren van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder i), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1316/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van de financieringsfaciliteit voor Europese verbindingen, tot wijziging van Verordening (EU) nr. 913/2010 en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 680/2007 en (EG) nr. 67/2010 (PB L 348 van 20.12.2013, blz. 129), met name artikel 14.

06 02 02

Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

34 818 550

34 818 550

35 634 767

35 634 767

35 270 959,84

35 209 468,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de administratieve en de personeelsuitgaven van het Agentschap (titels 1 en 2) en van de beleidsuitgaven in verband met het werkprogramma (titel 3).

Het Agentschap moet het Europees Parlement en de Raad in kennis stellen van elke overdracht van kredieten tussen administratieve en beleidsuitgaven.

De personeelsformatie van het Agentschap is opgenomen in de bijlage „Personeel” bij deze afdeling.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting van de Unie uitmaakt.

De bedragen die overeenkomstig artikel 20 van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1271/2013 van de Commissie van 30 september 2013 houdende de financiële kaderregeling van de organen, bedoeld in artikel 208 van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 328 van 7.12.2013, blz. 42) worden terugbetaald, worden beschouwd als bestemmingsontvangsten (artikel 21, lid 3, onder c), van het Financieel Reglement), die moeten worden geboekt bij post 6 6 0 0 van de algemene staat van ontvangsten.

De bijdrage van de Unie voor 2016 bedraagt in totaal 36 370 000 EUR. Een bedrag van 1 551 450 EUR, afkomstig van de terugvordering van overschotten, is toegevoegd aan het in de begroting opgevoerde bedrag van 34 818 550 EUR.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 216/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 20 februari 2008 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels op het gebied van burgerluchtvaart en tot oprichting van een Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart (PB L 79 van 19.3.2008, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1108/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 216/2008 op het gebied van luchtvaartterreinen, luchtverkeersbeheer en luchtvaartnavigatiediensten (PB L 309 van 24.11.2009, blz. 51).

Referentiebesluiten

Verordening (EG) nr. 768/2006 van de Commissie van 19 mei 2006 tot uitvoering van Richtlijn 2004/36/EG van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot de verzameling en uitwisseling van informatie over de veiligheid van luchtvaartuigen uit derde landen die gebruikmaken van luchthavens in de Gemeenschap en het beheer van het informatiesysteem (PB L 134 van 20.5.2006, blz. 16).

Verordening (EG) nr. 1356/2008 van de Commissie van 23 december 2008 houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 593/2007 betreffende de door het Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart geheven vergoedingen en rechten (PB L 350 van 30.12.2008, blz. 46).

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 628/2013 van de Commissie van 28 juni 2013 inzake de werkmethoden van het Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart voor de uitvoering van normaliseringsinspecties en het toezicht op de toepassing van de regels van Verordening (EG) nr. 216/2008 van het Europees Parlement en de Raad, en houdende intrekking van Verordening (EG) nr. 736/2006 van de Commissie (PB L 179 van 29.6.2013, blz. 46).

Verordening (EU) nr. 319/2014 van de Commissie van 27 maart 2014 inzake de vergoedingen en rechten die worden geheven door het Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 593/2007 (PB L 93 van 28.3.2014, blz. 58).

06 02 03

Europees Agentschap voor maritieme veiligheid

06 02 03 01

Europees Agentschap voor maritieme veiligheid

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

29 549 032

29 523 073

30 282 323

30 282 323

31 708 322,15

31 708 322,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de administratieve en de personeelsuitgaven van het Agentschap (titels 1 en 2) en van de beleidsuitgaven in verband met het werkprogramma (titel 3), met uitzondering van maatregelen tegen verontreiniging (zie post 06 02 03 02).

Het Agentschap stelt het Europees Parlement en de Raad in kennis van elke kredietoverschrijving tussen administratieve en beleidsuitgaven.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting van de Unie uitmaakt.

De bedragen die overeenkomstig artikel 20 van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1271/2013 van de Commissie worden terugbetaald, worden beschouwd als bestemmingsontvangsten (artikel 21, lid 3, onder c), van het Financieel Reglement), die moeten worden geboekt bij post 6 6 0 0 van de algemene staat van ontvangsten.

De personeelsformatie van het Agentschap is opgenomen in de bijlage „Personeel” bij deze afdeling.

De bijdrage van de Unie bedraagt voor 2016, met inbegrip van maatregelen tegen verontreiniging, in totaal 53 379 372 EUR. Een bedrag van 2 230 340 EUR, afkomstig van de terugvordering van overschotten, is toegevoegd aan het in de begroting opgevoerde bedrag van 51 149 032 EUR.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1406/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 27 juni 2002 tot oprichting van een Europees Agentschap voor maritieme veiligheid (PB L 208 van 5.8.2002, blz. 1).

06 02 03 02

Europees Agentschap voor maritieme veiligheid — Maatregelen tegen verontreiniging

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

21 600 000

17 811 801

20 600 000

12 968 852

20 271 153,—

7 961 583,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor maatregelen tegen verontreiniging zoals bedoeld in Verordening (EU) nr. 911/2014 van het Europees Parlement en de Raad.

Overeenkomstig het besluit van het Europees Parlement en de Raad wordt het EMSA ook belast met de bestrijding van door offshore-installaties voor olie- en gaswinning veroorzaakte mariene verontreiniging.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1406/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 27 juni 2002 tot oprichting van een Europees Agentschap voor maritieme veiligheid (PB L 208 van 5.8.2002, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 911/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 23 juli 2014 over meerjarenfinanciering voor acties van het Europees Agentschap voor maritieme veiligheid op het gebied van de bestrijding van door schepen en olie- en gasinstallaties veroorzaakte verontreiniging van de zee (PB L 257 van 28.8.2014, blz. 115).

06 02 04

Europees Spoorwegbureau

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

25 213 000

25 213 000

24 659 000

24 659 000

25 721 664,40

25 715 600,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de administratieve en de personeelsuitgaven van het Bureau (titels 1 en 2) en van de beleidsuitgaven in verband met het werkprogramma (titel 3).

Het Bureau stelt het Europees Parlement en de Raad in kennis van elke kredietoverschrijving tussen administratieve en beleidsuitgaven.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting van de Unie uitmaakt.

De bedragen die overeenkomstig artikel 20 van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1271/2013 van de Commissie worden terugbetaald, worden beschouwd als bestemmingsontvangsten (artikel 21, lid 3, onder c), van het Financieel Reglement), die moeten worden geboekt bij post 6 6 0 0 van de algemene staat van ontvangsten.

De personeelsformatie van het Bureau is opgenomen in de bijlage „Personeel” bij deze afdeling.

De bijdrage van de Unie bedraagt voor 2016 in totaal 26 000 000 EUR. Een bedrag van 787 000 EUR, afkomstig van de terugvordering van overschotten, is toegevoegd aan het in de begroting opgevoerde bedrag van 25 213 000 EUR.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 881/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 tot oprichting van een Europees Spoorwegbureau (Spoorwegbureauverordening) (PB L 164 van 30.4.2004, blz. 1).

Richtlijn 2004/49/EG van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake de veiligheid op de communautaire spoorwegen (spoorwegveiligheidsrichtlijn) (PB L 164 van 30.4.2004, blz. 44).

Richtlijn 2007/59/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2007 inzake de certificering van machinisten die locomotieven en treinen op het spoorwegsysteem van de Gemeenschap besturen (PB L 315 van 3.12.2007, blz. 51).

Richtlijn 2008/57/EG van het Europees Parlement en de Raad van 17 juni 2008 betreffende de interoperabiliteit van het spoorwegsysteem in de Gemeenschap (PB L 191 van 18.7.2008, blz. 1).

Referentiebesluiten

Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende het Spoorwegbureau van de Europese Unie en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 881/2004 (COM(2013) 27 final), door de Commissie ingediend op 30 januari 2013.

06 02 05

Ondersteunende activiteiten in het kader van het Europees beleid inzake vervoer en passagiersrechten, met inbegrip van communicatieactiviteiten

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

12 705 000

15 621 386

12 363 000

17 405 878

17 339 491,42

15 434 883,84

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor studies en vergaderingen van deskundigen die rechtstreeks verband houden met het halen van de doelstelling van het programma of de maatregelen die onder deze post vallen, en alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand waarbij geen sprake is van overheidstaken, en die door de Commissie is uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc.

Het dient ook ter dekking van de uitgaven voor informatie en communicatie, conferenties en evenementen ter bevordering van activiteiten in de vervoersector, alsmede voor gedrukte en digitale publicaties, die rechtstreeks verband houden met het halen van de doelstellingen van het beleidsterrein vervoer en de veiligheid en bescherming van gebruikers van vervoer.

Dit krediet dient tevens ter dekking van de uitgaven van de Commissie voor de verzameling en verwerking van alle mogelijke gegevens met het oog op de analyse, vaststelling, bevordering, follow-up, evaluatie en tenuitvoerlegging van het gemeenschappelijk vervoersbeleid van de Unie voor de verschillende vervoerswijzen (weg, spoor, lucht-, zee- en binnenvaart) en in alle vervoersectoren (veiligheid, de interne vervoersmarkt en de uitvoeringsmodaliteiten daarvan, de optimalisering van het vervoersnetwerk, het vaststellen en waarborgen van de passagiersrechten bij alle vervoerswijzen, gebruik van alternatieve brandstoffen bij alle vervoerswijzen, de aanschaf van schone voertuigen en stedelijke mobiliteit, werkgelegenheidscijfers, alsmede voor alle andere vervoersgerelateerde sectoren). De belangrijkste acties en doelstellingen hebben tot doel het gemeenschappelijk vervoersbeleid van de Unie te ondersteunen, waaronder een uitbreiding naar derde landen, technische assistentie voor alle vervoersmodaliteiten en -sectoren, specifieke opleiding, de vaststelling van voorschriften inzake vervoersveiligheid, de vereenvoudiging van administratieve procedures, het gebruik van ICT, bijdragen aan het standaardiseringsproces en het bevorderen van het gemeenschappelijk vervoersbeleid, met inbegrip van de ontwikkeling en de bouw van de bij het VWEU bekrachtigde visie inzake de trans-Europese netwerken alsmede de versterking van de passagiersrechten en de bescherming van die rechten voor alle vervoerswijzen, alsook een betere toepassing en handhaving van de bestaande regelgeving inzake passagiersrechten, met name door middel van bewustmakingsacties over de inhoud van die regelgeving ten behoeve van zowel de vervoersondernemingen als de reizigers.

Vervoer over zee en logistiek

Dit krediet dient ter dekking van de ontwikkeling en tenuitvoerlegging van de strategie van de Unie inzake zeevervoer overeenkomstig de in het witboek over de toekomst van het vervoer geformuleerde doelstellingen.

Het omvat analyses van economische en technologische ontwikkelingen, ondersteuning van internationale onderhandelingen, de ontwikkeling en interpretatie van cabotageregels, het volgen van klachten- en inbreukprocedures, de ontwikkeling en uitvoering van acties ter bevordering van de korte vaart, administratieve vereenvoudiging en het gebruik van ICT in de logistieke sector en het vervoer over water en ten slotte ondersteuning van duurzame ontwikkeling in de scheepvaart.

Dit krediet dient ter dekking van de ontwikkeling en tenuitvoerlegging van een strategie van de Unie voor goederenlogistiek, waaronder de digitale agenda's voor vervoer en logistiek, met een kader en acties voor interoperabele multimodale-vervoersinformatie- en managementsystemen en de daaraan gekoppelde standaardiseringsaspecten, een (Europees) eenloketsysteem voor multimodaal vervoer, één enkel vervoersdocument en een multimodale aansprakelijkheidsregeling.

Dit krediet dient ook ter dekking van de ontwikkeling van een referentiekader voor het berekenen van de koolstofvoetafdruk, de follow-up van de modale verschuiving (Marco Polo-programma), de ondersteuning van de standaardisering en harmonisering van uitrusting en gecombineerd vervoer.

Maritieme veiligheid

Dit krediet is bestemd ter dekking van uitgaven voor monitoring, evaluatie en herziening (effectbeoordeling) van de Uniewetgeving op het gebied van maritieme veiligheid, de bescherming van het mariene milieu en de verbetering van de kwalificaties en arbeidsomstandigheden van zeevarenden.

Passagiersrechten

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor de monitoring, evaluatie, herziening en bewustmaking betreffende de Uniewetgeving inzake passagiersrechten.

Met betrekking tot Verordening (EG) nr. 261/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels inzake compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten en tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 295/91 (PB L 46 van 17.2.2004, blz. 1), moet de Commissie bijkomende maatregelen uitwerken om de handhaving van die verordening doeltreffender te maken. Ook de tenuitvoerlegging van Verordening (EG) nr. 1107/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juli 2006 inzake de rechten van gehandicapten en personen met beperkte mobiliteit die per luchtvervoer reizen (PB L 204 van 26.7.2006, blz. 1) en Verordening (EG) nr. 2027/97 van de Raad van 9 oktober 1997 betreffende de aansprakelijkheid van luchtvervoerders bij ongevallen (PB L 285 van 17.10.1997, blz. 1) moet worden gewaarborgd.

Gezien de wettelijke rapporteringseisen van de Commissie en de complexe interactie van regionale, nationale en internationale (COTIF) administratieve structuren die betrokken zijn bij de tenuitvoerlegging van Verordening (EG) nr. 1371/2007 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2007 betreffende de rechten en verplichtingen van reizigers in het treinverkeer (PB L 315 van 3.12.2007, blz. 14), vergt de tenuitvoerlegging van die verordening specifieke uitvoeringsmaatregelen.

De tenuitvoerlegging van Verordening (EU) nr. 1177/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 betreffende de rechten van passagiers die over zee of binnenwateren reizen (PB L 334 van 17.12.2010, blz. 1) vergt specifieke uitvoeringsmaatregelen om te waarborgen dat de verordening in de lidstaten correct wordt toegepast en gehandhaafd en dat de lidstaten hun verslagleggingsverplichtingen ten aanzien van de Commissie nakomen.

De tenuitvoerlegging van Verordening (EU) nr. 181/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 betreffende de rechten van autobus- en touringcarpassagiers (PB L 55 van 28.2.2011, blz. 1), vergt specifieke uitvoeringsmaatregelen om te waarborgen dat de verordening in de lidstaten correct wordt toegepast en gehandhaafd en dat de lidstaten hun verslagleggingsverplichtingen ten aanzien van de Commissie nakomen.

Een belangrijke maatregel ter ondersteuning van de tenuitvoerlegging zijn de gerichte acties die de Commissie in bepaalde of alle lidstaten uitvoert om de passagiersrechten beter bekend te maken. Bijna één derde van de burgers van de Unie verklaarde bij de aankoop van een vervoerbewijs (31 %) op de hoogte te zijn van hun rechten en plichten, terwijl 59 % daar niet van op de hoogte is (Eurobarometer 2014 inzake passagiersrechten).

Deze acties en doelstellingen kunnen op verschillende niveaus worden ondersteund (lokaal, regionaal, nationaal, Europees en internationaal), voor alle vervoerswijzen en transportgerelateerde sectoren en dit vanuit een technische, technologische, juridische, informatieve, ecologische, klimatologische en politieke invalshoek en teneinde duurzame ontwikkeling te stimuleren.

De luchtvaart is reeds lange tijd een van de sectoren waarover consumenteninstanties in de Unie de meeste klachten ontvangen. De toename van het aantal commerciële transacties langs elektronische weg (internet of mobiele telefoon) heeft het aantal schendingen van de consumentenwetgeving van de Unie alleen maar doen stijgen.

Een van de belangrijkste klachten van de consumenten van de Unie betreft het ontbreken van deugdelijke rechtsmiddelen op de luchthavens zelf, met name wanneer zich geschillen voordoen vanwege nalatigheid van luchtvaartmaatschappijen of andere dienstverleners. De consumenten van de Unie en de luchtvaartinstanties moeten daarom samenwerken om een snelle verbetering van de ondersteuning van reizigers en informatiefaciliteiten op luchthavens te waarborgen en tegelijkertijd te zorgen voor meer coregulering in de sector.

Verkeersveiligheid

In haar mededeling van 20 juli 2010, „Naar een Europese verkeersveiligheidsruimte — Strategische beleidsoriëntaties inzake de verkeersveiligheid voor de periode 2011-2020” (COM(2010) 389), heeft de Commissie zeven doelstellingen voorgesteld: verbetering van de scholing en opleiding van weggebruikers, een versterkte handhaving van het verkeersreglement, veiliger wegeninfrastructuur, veiliger voertuigen, gebruik van moderne technologieën, verbetering van de noodinterventie- en revalidatiediensten en bescherming van kwetsbare weggebruikers. Er wordt verder gewerkt aan het voorstel van de Commissie, het nieuwe rijbewijs van de Unie, de herziening van de regels inzake de kwalificatie en opleiding van beroepschauffeurs, de follow-up van de Richtlijnen 2014/45/EU, 2014/46/EU en 2014/47/EU, en de strategie op het gebied van ernstig verkeersletsel. Het werk van de Commissie op het vlak van verkeersveiligheid omvat tevens het beheer van het Europees Handvest voor de verkeersveiligheid, het beheer van de voorschriften inzake gevaarlijke goederen, het bijhouden van een Europese databank inzake ongevallen in het wegverkeer (CARE), de follow-up van de richtlijnen over het beheer van de verkeersveiligheid van weginfrastructuur en tunnels, en bepaalde aspecten inzake de veiligheid van zwakke weggebruikers. Met het oog op de uitvoering van de beleidsoriëntaties 2011-2020 zijn bovendien specifieke uitvoeringsmaatregelen nodig voor de uitwisseling van goede praktijken, verkeersveiligheidscampagnes, oproepen tot het indienen van voorstellen en het Europees Studiecentrum voor de verkeersveiligheid; alsmede de evaluaties van de opties om de werkzaamheden op het gebied van verkeersveiligheid in de Unie in de toekomst doeltreffender en efficiënter te maken.

Dit krediet dient ook ter dekking van uitgaven voor communicatieactiviteiten en publieke evenementen zoals de jaarlijkse Europese Dag van de verkeersveiligheid en soortgelijke initiatieven voor bewustmaking en interactie met de burger.

Het is tevens bedoeld om tot doeltreffende grensoverschrijdende samenwerking tussen de lidstaten te komen op het gebied van handhaving ten aanzien van verkeersveiligheidsgerelateerde overtredingen.

Vervoer over land

De voornaamste activiteiten op het gebied van vervoer over land hebben betrekking op de tenuitvoerlegging en herziening van het bestaande beleid en de planning van nieuwe initiatieven. Dit omvat onder meer activiteiten op het gebied van tolheffing, markttoegang, sociale regelgeving (met inbegrip van de handhaving daarvan), technische voorschriften en internationale aspecten (betrekkingen met derde landen en internationale organisaties in verband met vervoer over land).

Gemeenschappelijk Europees luchtruim

De volledige tenuitvoerlegging van het gemeenschappelijk Europees luchtruim (vier Basisverordeningen (EG) nr. 549/2004, (EG) nr. 550/2004, (EG) nr. 551/2004 en (EG) nr. 552/2004 en meer dan twintig uitvoeringsbesluiten) is essentieel om de veiligheidsprestaties van de luchtnavigatiediensten te verbeteren, hun kostenefficiëntie te verhogen, de vertragingen in de luchtvaart terug te dringen en de milieuprestaties te verbeteren en is derhalve een prioriteit voor de Europese luchtvaart.

De uitbreiding van de regelgeving inzake het gemeenschappelijk Europees luchtruim naar de landen van Zuidoost-Europa via de Multilaterale Overeenkomst betreffende de totstandbrenging van een Europese Gemeenschappelijke Luchtvaartruimte (Multilateral Agreement on the Establishment of a European Common Aviation Area — ECAA) is een belangrijke stap in het kader van het nabuurschapsbeleid. De actie is gebaseerd op artikel 7 van Verordening (EG) nr. 549/2004.

Luchtvaartveiligheid en milieu

Het gebruik van verschillende wetgevende instrumenten is belangrijk om de veiligheid van de Europese luchtvaart en een ecologisch duurzame groei te waarborgen.

De Commissie kan op grond van de artikelen 3 tot en met 5 van Verordening (EG) nr. 2111/2005 een volledig exploitatieverbod of gedeeltelijke beperkingen opleggen aan luchtvaartmaatschappijen die vanuit derde landen naar de Unie vliegen. In dit kader en overeenkomstig artikel 3, lid 4, van Verordening (EG) nr. 473/2006 van de Commissie kunnen de Commissie, het EASA (Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart) en deskundigen van de lidstaten beoordelingsmissies uitvoeren om ter plaatse veiligheidstekortkomingen van luchtvaartmaatschappijen en hun toezichthoudende autoriteiten op te sporen. De kosten van beoordelingsbezoeken ter plaatse door nationale deskundigen worden hetzij vergoed door de Unie, hetzij uit hun eigen begroting gefinancierd.

Er is een duidelijke behoefte aan meer positieve en preventieve acties als aanvulling op deze missies en aan technische samenwerking ex post om landen waaraan een verbod of beperking is opgelegd te helpen om de geconstateerde tekortkomingen weg te werken. Bovendien streven de Commissie en het EASA ernaar de strengste normen inzake luchtvaartveiligheid wereldwijd te bevorderen.

In dit verband bieden de grootschalige projecten van de Unie voor samenwerking op het gebied van burgerluchtvaart die door andere directoraten-generaal worden beheerd (ELARG en DEVCO), die alleen op langetermijnbasis kunnen worden uitgevoerd, geen onmiddellijk antwoord op de behoeften op korte termijn.

Het doel van dit initiatief bestaat er derhalve in de bestaande instrumenten aan te vullen met een flexibel instrument voor de uitvoering van preventieve en ondersteunende ad-hocacties ten behoeve van nationale autoriteiten die belast zijn met het toezicht op luchtvaartmaatschappijen waaraan de Unie een exploitatieverbod in de Unie heeft opgelegd. De geplande acties zijn kleinschalige en kortlopende activiteiten.

Aangezien het in 2009 tussen EASA en DG MOVE gesloten raamcontract voor diensten zijn effectiviteit en efficiency heeft aangetoond voor de verlening van technische bijstand, is voor de periode 2013-2016 een nieuw contract gesloten met EASA.

Bovendien voorziet Verordening (EU) nr. 996/2010 inzake onderzoek en preventie van ongevallen en incidenten in de burgerluchtvaart in de oprichting van een Europees netwerk van instanties voor veiligheidsonderzoek in de burgerluchtvaart (Encasia). Encasia dient acties op te zetten om de kwaliteit van door instanties voor veiligheidsonderzoek uitgevoerde onderzoeken verder te verbeteren en de preventie van ongevallen in de Unie te versterken. Op grond van die verordening wordt de Commissie betrokken bij de werkzaamheden van Encasia en verleent zij het netwerk de nodige steun.

Voorts werkt de Commissie sinds 2003 samen met Eurocontrol op grond van het Memorandum van samenwerking in verband met de ondersteuning van het gemeenschappelijk Europees luchtruim en andere beleidsinitiatieven van de Unie. De Commissie heeft op 19 december 2012 de nieuwe kaderovereenkomst MOVE/E2/2012/FV/397-3 aangenomen. Het doel van deze kaderovereenkomst is de Commissie te ondersteunen bij de voorbereiding en tenuitvoerlegging van het milieubeleid van de Unie in de luchtvaart. Dit beleid heeft betrekking op geluid en uitstoot (CO2 of NOx), waarvoor de ICAO normen ontwikkelt die op grond van artikel 6 van Richtlijn 216/2008 nagenoeg automatisch in Unierecht worden omgezet. Voor de tenuitvoerlegging en beoordeling van de Unieregelgeving moeten data en methoden worden ontwikkeld om bij te dragen tot de algemene Europese capaciteit inzake milieubeoordeling. Deze fiche omvat geen nieuwe activiteiten, maar activiteiten die in het verleden uit de algemene middelen voor Eurocontrol werden gefinancierd.

Het Memorandum van samenwerking bestrijkt ten slotte een aantal luchtvaartaspecten waarvoor zowel de Commissie als de ICAO verantwoordelijk zijn (veiligheid, milieu, luchtverkeersbeheer en luchtvaartveiligheid). Deze versterkte samenwerking zal de onmisbare deelname en bijdragen waarborgen aan ICAO-initiatieven op verschillende belangrijke delen van het luchtvaartbeleid waar op mondiaal niveau rond wordt gewerkt. Dit omvat het initiatief om de veiligheid van de internationale luchtvaart op wereldschaal te versterken of de ontwikkeling van wereldwijd aanvaardbare maatregelen in verband met de milieu-impact van de luchtvaart. Het doel is ervoor te zorgen dat de ICAO meer rekening houdt met de Europese belangen (onder meer van industriële aard, bv. met betrekking tot de vaststelling van wereldwijde technische standaarden). De overeenkomst zal de ICAO ertoe aanzetten de toenemende rol die regionale organisaties in de huidige en toekomstige ontwikkeling van de internationale luchtvaart spelen, te aanvaarden, te ondersteunen en te versterken.

Stedelijke mobiliteit.

Dit krediet dient ter ondersteuning van de tenuitvoerlegging van het pakket van 2013 inzake stedelijke mobiliteit. Dit pakket heeft tot doel de Europese steden beter te ondersteunen bij de aanpak van mobiliteitsproblemen. Daartoe zal de Commissie onder andere ondersteuning bieden voor studies, congressen, campagnes (zoals de Europese Week van de mobiliteit), de oprichting van platforms voor de uitwisseling van informatie, beste praktijken.

Gebruik van alternatieve brandstoffen voor vervoer

Dit krediet dient ter dekking van steun voor de tenuitvoerlegging van de in het pakket Schone energie voor het vervoer gedefinieerde strategie (Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's: Schone energie voor het vervoer — Een Europese strategie voor alternatieve brandstoffen (COM(2013) 17 final). Het krediet zal ook dienen ter ondersteuning van de Commissie bij de monitoring en beoordeling van de tenuitvoerlegging van nationale beleidskaders die door de lidstaten worden ingediend op grond van artikel 3 van Richtlijn 2014/94/EU betreffende de uitrol van infrastructuur voor alternatieve brandstoffen, en bij de voorbereiding van de verslagen waarin artikel 10 van die richtlijn voorziet. Ook de activiteiten ter ondersteuning van de decarbonisatiestrategie en het in 2017 aan te nemen actieplan voor alternatieve brandstoffen vallen hieronder.

Aanschaf van schone voertuigen

De volledige omzetting van Richtlijn 2009/33/EG inzake de bevordering van schone en energiezuinige wegvoertuigen is in november 2013 voltooid. De resultaten van het eerste verslag over de tenuitvoerlegging van de richtlijn zijn op 18 april 2013 gepubliceerd. Er wordt aan een externe evaluatie ter verstrekking van beleidsaanbevelingen gewerkt. Dit krediet dient ter dekking van de verslagleggings- en evaluatieverplichtingen die zijn vastgesteld bij artikel 10 van Richtlijn 2009/33/EG inzake de bevordering van schone en energiezuinige wegvoertuigen en van andere ondersteunende acties (bv. communicatieactiviteiten).

Rechtsgronden

Taak die voortvloeit uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel vlak, zoals bedoeld in artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

Verordening (EEG) nr. 4055/86 van de Raad van 22 december 1986 houdende toepassing van het beginsel van het vrij verrichten van diensten op het zeevervoer tussen de lidstaten onderling en tussen de lidstaten en derde landen (PB L 378 van 31.12.1986, blz. 1).

Verordening (EEG) nr. 4057/86 van de Raad van 22 december 1986 betreffende het controleapparaat in het wegvervoer (PB L 378 van 31.12.1986, blz. 14).

Verordening (EEG) nr. 4058/86 van de Raad van 22 december 1986 betreffende een gecoördineerd optreden ter vrijwaring van de vrije toegang tot lading in het vervoer over zee (PB L 378 van 31.12.1986, blz. 21).

Verordening (EEG) nr. 3577/92 van de Raad van 7 december 1992 houdende toepassing van het beginsel van het vrij verrichten van diensten op het zeevervoer binnen de lidstaten (cabotage in het zeevervoer) (PB L 364 van 12.12.1992, blz. 7).

Richtlijn 92/106/EEG van de Raad van 7 december 1992 houdende vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor bepaalde vormen van gecombineerd vervoer van goederen tussen lidstaten (PB L 368 van 17.12.1992, blz. 38).

Verordening (EEG) nr. 95/93 van de Raad van 18 januari 1993 betreffende gemeenschappelijke regels voor de toewijzing van slots op communautaire luchthavens (PB L 14 van 22.1.1993, blz. 1).

Beschikking 93/704/EG van de Raad van 30 november 1993 betreffende de oprichting van een communautaire gegevensbank inzake ongevallen in het wegverkeer (PB L 329 van 30.12.1993, blz. 63).

Richtlijn 95/50/EG van de Raad van 6 oktober 1995 betreffende uniforme procedures voor de controle op het vervoer van gevaarlijke goederen over de weg (PB L 249 van 17.10.1995, blz. 35).

Richtlijn 96/53/EG van de Raad van 25 juli 1996 houdende vaststelling, voor bepaalde aan het verkeer binnen de Gemeenschap deelnemende wegvoertuigen, van de in het nationale en het internationale verkeer maximaal toegestane afmetingen, en van de in het internationale verkeer maximaal toegestane gewichten (PB L 235 van 17.9.1996, blz. 59).

Richtlijn 96/67/EG van de Raad van 15 oktober 1996 betreffende de toegang tot de grondafhandelingsmarkt op de luchthavens van de Gemeenschap (PB L 302 van 26.11.1996, blz. 28).

Richtlijn 1999/62/EG van het Europees Parlement en de Raad van 17 juni 1999 betreffende het in rekening brengen van het gebruik van bepaalde infrastructuurvoorzieningen aan zware vrachtvoertuigen (PB L 187 van 20.7.1999, blz. 42).

Richtlijn 2002/15/EG van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2002 betreffende de organisatie van de arbeidstijd van personen die mobiele werkzaamheden in het wegvervoer uitoefenen (PB L 80 van 23.3.2002, blz. 35).

Richtlijn 2002/30/EG van het Europees Parlement en de Raad van 26 maart 2002 betreffende de vaststelling van regels en procedures met betrekking tot de invoering van geluidgerelateerde exploitatiebeperkingen op luchthavens in de Gemeenschap (PB L 85 van 28.3.2002, blz. 40).

Verordening (EG) nr. 889/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 13 mei 2002 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2027/97 betreffende de aansprakelijkheid van luchtvervoerders bij ongevallen (PB L 140 van 30.5.2002, blz. 2).

Richtlijn 2003/59/EG van het Europees Parlement en de Raad van 15 juli 2003 betreffende de vakbekwaamheid en de opleiding en nascholing van bestuurders van bepaalde voor goederen- en personenvervoer over de weg bestemde voertuigen, tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 3820/85 van de Raad en Richtlijn 91/439/EEG van de Raad en tot intrekking van Richtlijn 76/914/EEG van de Raad (PB L 226 van 10.9.2003, blz. 4).

Verordening (EG) nr. 261/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels inzake compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten en tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 295/91 (PB L 46 van 17.2.2004, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 549/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 10 maart 2004 tot vaststelling van het kader voor de totstandbrenging van het gemeenschappelijk Europees luchtruim (de kaderverordening) (PB L 96 van 31.3.2004, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 550/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 10 maart 2004 betreffende de verlening van luchtvaartnavigatiediensten in het gemeenschappelijk Europees luchtruim (de luchtvaartnavigatiedienstenverordening) (PB L 96 van 31.3.2004, blz. 10).

Verordening (EG) nr. 551/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 10 maart 2004 betreffende de organisatie en het gebruik van het gemeenschappelijk Europees luchtruim (de luchtruimverordening) (PB L 96 van 31.3.2004, blz. 20).

Verordening (EG) nr. 552/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 10 maart 2004 betreffende de interoperabiliteit van het Europese netwerk voor luchtverkeersbeveiliging (de interoperabiliteitsverordening) (PB L 96 van 31.3.2004, blz. 26).

Verordening (EG) nr. 785/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 21 april 2004 betreffende de verzekeringseisen voor luchtvervoerders en vliegtuigexploitanten (PB L 138 van 30.4.2004, blz. 1).

Richtlijn 2004/49/EG van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake de veiligheid op de communautaire spoorwegen (PB L 164 van 30.4.2004, blz. 44).

Richtlijn 2004/52/EG van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 betreffende de interoperabiliteit van elektronische tolheffingssystemen voor het wegverkeer in de Gemeenschap (PB L 166 van 30.4.2004, blz. 124).

Richtlijn 2004/54/EG van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake minimumveiligheidseisen voor tunnels in het trans-Europese wegennet (PB L 167 van 30.4.2004, blz. 39).

Verordening (EG) nr. 2111/2005 van het Europees Parlement en de Raad van 14 december 2005 betreffende de vaststelling van een communautaire lijst van luchtvaartmaatschappijen waaraan een exploitatieverbod binnen de Gemeenschap is opgelegd en het informeren van luchtreizigers over de identiteit van de exploiterende luchtvaartmaatschappij (PB L 344 van 27.12.2005, blz. 15).

Richtlijn 2006/1/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 januari 2006 betreffende het gebruik van gehuurde voertuigen zonder bestuurder voor het vervoer van goederen over de weg (PB L 33 van 4.2.2006, blz. 82).

Richtlijn 2006/22/EG van het Europees Parlement en de Raad van 15 maart 2006 inzake minimumvoorwaarden voor de uitvoering van de Verordeningen (EEG) nr. 3820/85 en (EEG) nr. 3821/85 van de Raad betreffende voorschriften van sociale aard voor het wegvervoer en tot intrekking van Richtlijn 88/599/EEG (PB L 102 van 11.4.2006, blz. 35).

Verordening (EG) nr. 561/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 15 maart 2006 tot harmonisatie van bepaalde voorschriften van sociale aard voor het wegvervoer (PB L 102 van 11.4.2006, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 473/2006 van de Commissie van 22 maart 2006 tot vaststelling van uitvoeringsregels voor de in hoofdstuk II van Verordening (EG) nr. 2111/2005 van het Europees Parlement en de Raad bedoelde communautaire lijst van luchtvaartmaatschappijen waaraan een exploitatieverbod is opgelegd in de Gemeenschap (PB L 84 van 23.3.2006, blz. 8).

Verordening (EG) nr. 1107/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juli 2006 inzake de rechten van gehandicapten en personen met beperkte mobiliteit die per luchtvervoer reizen (PB L 204 van 26.7.2006, blz. 1).

Richtlijn 2006/87/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 tot vaststelling van de technische voorschriften voor binnenschepen (PB L 389 van 30.12.2006, blz. 1).

Richtlijn 2006/126/EG van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 betreffende het rijbewijs (PB L 403 van 30.12.2006, blz. 18).

Verordening (EG) nr. 1370/2007 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2007 betreffende het openbaar personenvervoer per spoor en over de weg (PB L 315 van 3.12.2007, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1371/2007 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2007 betreffende de rechten en verplichtingen van reizigers in het treinverkeer (PB L 315 van 3.12.2007, blz. 4).

Richtlijn 2007/59/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2007 inzake de certificering van machinisten die locomotieven en treinen op het spoorwegsysteem van de Gemeenschap besturen (PB L 315 van 3.12.2007, blz. 51).

Richtlijn 2008/57/EG van het Europees Parlement en de Raad van 17 juni 2008 betreffende de interoperabiliteit van het spoorwegsysteem in de Gemeenschap (PB L 191 van 18.7.2008, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1008/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 24 september 2008 inzake gemeenschappelijke regels voor de exploitatie van luchtdiensten in de Gemeenschap (PB L 293 van 31.10.2008, blz. 3).

Richtlijn 2008/68/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 september 2008 betreffende het vervoer van gevaarlijke goederen over land (PB L 260 van 30.9.2008, blz. 18).

Richtlijn 2008/96/EG van het Europees Parlement en de Raad van 19 november 2008 betreffende het beheer van de verkeersveiligheid van weginfrastructuur (PB L 319 van 29.11.2008, blz. 59).

Verordening (EG) nr. 80/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 14 januari 2009 inzake een gedragscode voor geautomatiseerde boekingssystemen en tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 2299/89 van de Raad (PB L 35 van 4.2.2009, blz. 47).

Richtlijn 2009/12/EG van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2009 inzake luchthavengelden (PB L 70 van 14.3.2009, blz. 11).

Verordening (EG) nr. 392/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 betreffende de aansprakelijkheid van vervoerders van passagiers over zee bij ongevallen (PB L 131 van 28.5.2009, blz. 24).

Verordening (EG) nr. 1071/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels betreffende de voorwaarden waaraan moet zijn voldaan om het beroep van wegvervoerondernemer uit te oefenen (PB L 300 van 14.11.2009, blz. 51).

Verordening (EG) nr. 1072/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels voor toegang tot de markt voor internationaal goederenvervoer over de weg (PB L 300 van 14.11.2009, blz. 72).

Verordening (EG) nr. 1073/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels voor toegang tot de internationale markt voor touringcar- en autobusdiensten en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 561/2006 (PB L 300 van 14.11.2009, blz. 88).

Richtlijn 2010/35/EU van het Europees Parlement en de Raad van 16 juni 2010 betreffende vervoerbare drukapparatuur en houdende intrekking van Richtlijnen 76/767/EEG, 84/525/EEG, 84/526/EEG, 84/527/EEG en 1999/36/EG van de Raad (PB L 165 van 30.6.2010, blz. 1).

Richtlijn 2010/40/EU van het Europees Parlement en de Raad van 7 juli 2010 betreffende het kader voor het invoeren van intelligente vervoerssystemen op het gebied van wegvervoer en voor interfaces met andere vervoerswijzen (PB L 207 van 6.8.2010, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 913/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 22 september 2010 inzake het Europese spoorwegnet voor concurrerend goederenvervoer (PB L 276 van 20.10.2010, blz. 22).

Verordening (EU) nr. 996/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 20 oktober 2010 inzake onderzoek en preventie van ongevallen en incidenten in de burgerluchtvaart en tot intrekking van richtlijn 94/56/EG (PB L 295 van 12.11.2010, blz. 35).

Verordening (EU) nr. 1177/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 betreffende de rechten van passagiers die over zee of binnenwateren reizen en houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 2006/2004 (PB L 334 van 17.12.2010, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 181/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 betreffende de rechten van autobus- en touringcarpassagiers en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2006/2004 (PB L 55 van 28.2.2011, blz. 1).

Besluit 2012/243/EU van de Raad van 8 maart 2012 inzake de sluiting van een memorandum van samenwerking tussen de Europese Unie en de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie houdende vaststelling van een kader voor versterkte samenwerking, en tot vaststelling van de daarmee verband houdende procedures (PB L 121 van 8.5.2012, blz. 16).

Richtlijn 2012/34/EU van het Europees Parlement en de Raad van 21 november 2012 tot instelling van één Europese spoorwegruimte (PB L 343 van 14.12.2012, blz. 32).

Verordening (EU) nr. 165/2014 van het Europees Parlement en van de Raad van 4 februari 2014 betreffende tachografen in het wegvervoer, tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 3821/85 van de Raad betreffende het controleapparaat in het wegvervoer en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 561/2006 van het Europees Parlement en de Raad tot harmonisatie van bepaalde voorschriften van sociale aard voor het wegvervoer (PB L 60 van 28.2.2014, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 376/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 3 april 2014 inzake het melden, onderzoeken en opvolgen van voorvallen in de burgerluchtvaart en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 996/2010 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Richtlijn 2003/42/EG van het Europees Parlement en de Raad en de Verordeningen (EG) nr. 1321/2007 en (EG) nr. 1330/2007 van de Commissie (PB L 122 van 24.4.2014, blz. 18).

Richtlijn (EU) 2015/413 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2015 ter facilitering van de grensoverschrijdende uitwisseling van informatie over verkeersveiligheidsgerelateerde verkeersovertredingen (PB L 68 van 13.3.2015, blz. 9).

06 02 06

Beveiliging van het vervoer

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

2 200 000

1 700 000

2 582 000

1 701 948

1 356 401,17

1 770 244,64

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven van de Commissie voor de verzameling en verwerking van alle mogelijke gegevens met het oog op de analyse, de omschrijving, de bevordering, de follow-up, de evaluatie en de tenuitvoerlegging van maatregelen en regelgeving die nodig zijn voor een versterkte beveiliging van het land-, zee- en luchtvervoer alsook voor de uitbreiding van deze maatregelen tot derde landen en voor de technische bijstand en specifieke opleidingsactiviteiten.

De actie zal vooral gericht zijn op de ontwikkeling en tenuitvoerlegging van regelgeving op het gebied van de beveiliging van het vervoer, met als voornaamste doelstellingen:

 

maatregelen om kwaad opzet op vervoersgebied te voorkomen;

 

de harmonisatie van de wetgevingen en de technische normen alsook van de administratieve controlepraktijken met het oog op het waarborgen van de beveiliging van het vervoer;

 

de vaststelling van gemeenschappelijke indicatoren, methoden en doelstellingen met betrekking tot de beveiliging van de vervoersector en de verzameling van de gegevens die daarvoor nodig zijn;

 

follow-up van de maatregelen van de lidstaten op het gebied van vervoersveiligheid, voor alle vervoersmodaliteiten;

 

internationale coördinatie op het gebied van vervoersveiligheid;

 

de bevordering van onderzoek op het gebied van de beveiliging van het vervoer.

Dit krediet dient met name ter dekking van de uitgaven voor de oprichting en de werking van een team van inspecteurs die toezien op de naleving van de veiligheidsregelgeving van de Unie in luchthavens, havens en havenfaciliteiten in de lidstaten, met in begrip van de uitbreiding naar derde landen en schepen onder de vlag van een lidstaat. Deze kosten omvatten de vergoedingen en reiskosten van de inspecteurs van de Commissie en de kosten van de inspecteurs uit de lidstaten die ten laste worden genomen overeenkomstig die regelgeving. Daarnaast zijn er nog de kosten van inspecteursopleidingen, voorbereidende vergaderingen en het voor de inspecties benodigd klein materieel.

Dit krediet dient tevens ter dekking van de uitgaven voor informatie en communicatie, alsmede voor gedrukte en digitale publicaties, die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de doelstellingen van het beleidsterrein vervoer en de beveiliging en bescherming van vervoersgebruikers.

Rechtsgronden

Taak die voortvloeit uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel vlak, zoals bedoeld in artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 725/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 betreffende de verbetering van de beveiliging van schepen en havenfaciliteiten (PB L 129 van 29.4.2004, blz. 6).

Richtlijn 2005/65/EG van het Europees Parlement en de Raad van 26 oktober 2005 betreffende het verhogen van de veiligheid van havens (PB L 310 van 25.11.2005, blz. 28).

Verordening (EG) nr. 300/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2008 inzake gemeenschappelijke regels op het gebied van de beveiliging van de burgerluchtvaart en (PB L 97 van 9.4.2008, blz. 72).

Richtlijn 2008/68/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 september 2008 betreffende het vervoer van gevaarlijke goederen over land (PB L 260 van 30.9.2008, blz. 13).

06 02 51

Voltooiing van het programma trans-Europese netwerken

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

630 340 000

p.m.

632 817 206

208 549,23

782 315 140,52

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van betalingen met betrekking tot nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 2236/95 van de Raad van 18 september 1995 tot vaststelling van de algemene regels voor het verlenen van financiële bijstand van de Gemeenschap op het gebied van trans-Europese netwerken (PB L 228 van 23.9.1995, blz. 1).

Beschikking nr. 1692/96/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 juli 1996 betreffende communautaire richtsnoeren voor de ontwikkeling van een trans-Europees vervoersnetwerk (PB L 228 van 9.9.1996, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 876/2002 van de Raad van 21 mei 2002 tot oprichting van de Gemeenschappelijke Onderneming Galileo (PB L 138 van 28.5.2002, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 219/2007 van de Raad van 27 februari 2007 betreffende de oprichting van een Gemeenschappelijke Onderneming voor de realisering van het Europese nieuwe generatie luchtverkeersbeveiligingssysteem (Sesar) (PB L 64 van 2.3.2007, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 680/2007 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2007 tot vaststelling van de algemene regels voor het verlenen van financiële bijstand van de Gemeenschap op het gebied van de trans-Europese netwerken voor vervoer en energie (PB L 162 van 22.6.2007, blz. 1).

Besluit C(2007) 3512 van de Commissie van 23 juli 2007 tot vaststelling van het meerjarenwerkprogramma voor subsidies op het gebied van de trans-Europese netwerken voor de periode 2007-2013.

Verordening (EG) nr. 67/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 30 november 2009 tot vaststelling van de algemene regels voor het verlenen van financiële bijstand van de Gemeenschap op het gebied van trans-Europese netwerken (PB L 27 van 30.1.2010, blz. 20).

Besluit nr. 661/2010/EU van het Europees Parlement en de Raad van 7 juli 2010 betreffende uniale richtsnoeren voor de ontwikkeling van een trans-Europees vervoersnet (PB L 204 van 5.8.2010, blz. 1).

Referentiebesluiten

Beschikking C(2001) 2654 van de Commissie van 19 september 2001 tot instelling van een indicatief meerjarenprogramma voor het verlenen van communautaire financiële bijstand op het gebied van het trans-Europese vervoersnetwerk voor de periode 2001-2006.

Besluit C(2007) 6382 van de Commissie van 17 december 2007 betreffende de sluiting van een samenwerkingsovereenkomst tussen de Commissie en de Europese Investeringsbank met betrekking tot een leninggarantie-instrument voor TEN-T-vervoersprojecten.

06 02 52

Voltooiing van het Marco Polo-programma

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

19 185 423

p.m.

17 463 073

0,—

17 253 824,95

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van betalingen met betrekking tot nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting van de Unie uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan programma's van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot g), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1382/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 22 juli 2003 betreffende de toekenning van communautaire financiële bijstand om de milieuprestaties van het vrachtvervoersysteem te verbeteren (Marco Polo-programma) (PB L 196 van 2.8.2003, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1692/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 2006 tot instelling van het tweede Marco Polo-programma voor de toekenning van communautaire financiële bijstand om de milieuprestaties van het vrachtvervoerssysteem te verbeteren (Marco Polo II) (PB L 328 van 24.11.2006, blz. 1).

06 02 53

Voltooiing van maatregelen tegen verontreiniging

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

4 688 199

p.m.

6 185 145

0,—

12 357 908,67

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van betalingen met betrekking tot nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting van de Unie uitmaakt.

De bedragen die overeenkomstig artikel 20 van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1271/2013 van de Commissie worden terugbetaald, worden beschouwd als bestemmingsontvangsten (artikel 21, lid 3, onder c), van het Financieel Reglement), die moeten worden geboekt bij post 6 6 0 0 van de algemene staat van ontvangsten.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1406/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 27 juni 2002 tot oprichting van een Europees Agentschap voor maritieme veiligheid (PB L 208 van 5.8.2002, blz. 1).

06 02 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

06 02 77 01

Voorbereidende actie — Europese interface voor transportinformatie en boekingen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

790 000

p.m.

790 170

0,—

207 520,80

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

06 02 77 03

Voorbereidende actie — Schepen op lng (vloeibaar aardgas)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

436 192

0,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

06 02 77 05

Proefproject — De rol van rollend materieel in de Europese interoperabiliteit

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

500 000

250 000

0,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

06 02 77 06

Voorbereidende actie — Algemene luchtvaart — Statistieken en belangrijkste cijfers

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

133 986

p.m.

87 238

191 280,—

0,—

Toelichting

Hoewel de Commissie een grote hoeveelheid cijfers en statistische gegevens op vervoersgebied verzamelt en publiceert, zijn er geen cijfers en gegevens betreffende de algemene luchtvaart. Deze voorbereidende actie heeft als doel belangrijke gegevens te verzamelen betreffende de algemene luchtvaart in Europa, op het gebied van onder andere passagierskilometers, arbeidskrachten, omzet en economische productie. Aangezien Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart de komende jaren nieuwe regels voor deze sector zal blijven produceren, kan een volledige databank een toegevoegde waarde zijn voor betere regelgeving.

Deze voorbereidende actie stemt overeen met de resolutie van het Europees Parlement van 3 februari 2009 over een agenda voor een duurzame toekomst van de algemene en zakenluchtvaart (PB C 67 E van 18.3.2010, blz. 5), waarin het „gebrek […] aan gegevens en statische informatie over de algemene en zakenluchtvaart” (overweging C) wordt onderstreept en de Commissie ertoe word opgeroepen „een systematische aanpak voor het verzamelen en delen van Europese en internationale gegevens te ontwikkelen en te implementeren” (paragraaf 27).

De voorbereidende actie houdt eveneens rekening met de mededeling van de Europese Commissie getiteld „Een agenda voor een duurzame toekomst van de algemene en zakenluchtvaart” (COM(2007) 869), waarin wordt verzocht om de verzameling „op Europees niveau [van] een reeks objectieve en coherente basisgegevens”.

De voorbereidende actie dient voor het vergaren van de belangrijkste gegevens inzake de algemene luchtvaart in Europa, met gegevens betreffende passagierskilometers (beschikbaar en gevlogen), het aantal vluchten van minder dan 500 km, arbeidskrachten, omzet, economische productie, milieueffecten (waaronder gegevens inzake uitstoot met gevolgen voor het klimaat), directe en indirecte effecten voor aanverwante sectoren, veiligheidskwesties, belastingheffing (waaronder het aantal en het percentage vliegtickets met btw-vrijstelling en hoeveelheid en percentage kerosine vrijgesteld van belasting), alsmede sociale en economische effecten. Tevens dient de voorbereidende actie voor het vergaren van informatie betreffende grondafhandelingsdiensten verleend in verband met de algemene luchtvaart en het juridisch kader (inclusief sociale regelingen) voor de verlening van deze diensten.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

06 02 77 07

Proefproject —Verkeersopstoppingen tegengaan door intelligente, geïntegreerde vervoersopties voor weginfrastructuur

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

650 000

1 300 000

650 000

   

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Dit proefproject heeft tot doel innoverende oplossingen te ontwikkelen om de logistiek in de steden, de verkeersveiligheid, het openbaar vervoer, het verkeersbeheer en de mobiliteitsplanning te verbeteren.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

06 02 77 08

Proefproject — GNSS-monitoring voor zware voertuigen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

350 000

175 000

       

Toelichting

Dit proefproject omvat de uitvoering van een studie naar de mogelijke ontwikkeling van een GNSS-monitoringsysteem in Europa voor zware commerciële voertuigen. Het systeem is gericht op de verbetering van de veiligheid, traceerbaarheid, naleving van de regel- en wetgeving en de waarborging van eerlijke mededinging in het vervoer. De studie beoordeelt op welke wijze het best gebruik gemaakt kan worden van een GNSS-monitoringsysteem om de tenuitvoerlegging van wetgeving betreffende het wegvervoer te verbeteren. Met behulp van een systeem van monitoring in realtime zal het mogelijk zijn illegale praktijken in de vervoerssector en van smokkel van goederen en afval doeltreffender te bestrijden, waarbij in realtime alle informatie met betrekking tot vrachtwagens en chauffeurs gecontroleerd kan worden.

Op basis van bestaande regelingen en systemen (digitale tachograaf voor de controle van arbeidstijden en weegsystemen in de voertuigen om de naleving van maximaal toegestane lading te controleren) moet de studie achtereenvolgens:

 

1)

de doelstellingen definiëren door een evaluatie van de wetgeving die het systeem moet monitoren (bijvoorbeeld volgen/traceren van gevaarlijke goederen, cabotageregels) en van eventuele nieuwe wetgeving voor HOV (high occupancy vehicles)(bv. eCall, event data recorders ...) in het bijzonder rekening houdend met de resultaten van de studie „Benefit and Feasibility of a Range of New Technologies and Unregulated Measures in the fields of Vehicle Occupant Safety and Protection of Vulnerable Road Users”, gepubliceerd door de Commissie in maart 2015;

 

2)

de functionele vereisten omschrijven voor de in punt 1) genoemde applicaties;

 

3)

een systeemarchitectuur opzetten waarin de digitale tachograaf wordt geïntegreerd, en de technische vereisten opstellen voor alle modules die voor het systeem nodig zijn;

 

4)

de veiligheidsmechanismen beoordelen om fraude en blokkering te voorkomen;

 

5)

de voorwaarden voor marktinvoering verifiëren;

 

6)

de acceptatie van het project door de wegvervoerssector beoordelen door middel van open raadpleging van de belanghebbenden bijeen in een stuurgroep die alle projectfasen volgt;

 

7)

de gevolgen beoordelen van eventuele wetgeving om het systeem verplicht of „sterk aanbevolen” te maken.

De Commissie heeft reeds studies uitgevoerd betreffende de technische aspecten van een dergelijke geïntegreerd systeem in voertuigen (fasen 1 en 3 hierboven). Om die reden zal deze studie voornamelijk gericht zijn op de politieke aspecten (fasen 5 t/m 7) en nader ingaan op de technische aspecten (fasen 1 t/m 4).

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

06 02 77 09

Proefproject — De Europese vervoerssector aantrekkelijk maken voor toekomstige generaties

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

500 000

250 000

       

Toelichting

Om concurrerend te zijn moet de vervoerssector beschikken over kundig, concurrerend en goed opgeleid personeel. Op een aantal gebieden bestaat momenteel duidelijk behoefte aan gespecialiseerde werknemers omdat de arbeidsmarkt onvoldoende stimulansen biedt om bepaalde zeer gespecialiseerde vacatures in deze sector te vervullen, terwijl het tevens moeilijk is bepaalde vacatures voor laaggekwalificeerde banen te vullen; In de maritieme sector is een groeiend aantal banen voor zeelieden aan het verdwijnen en het wordt steeds moeilijker om werknemers in de EU in deze sector aan te werven, vooral vanwege de zware arbeidsomstandigheden en slechte arbeidsvoorwaarden. In de luchtvaart verlaten steeds meer piloten en cabinepersoneel de EU en een groeiend aantal stapt over naar werk in de EU dat veel minder bescherming biedt dan de luchtvaartsector.

Bovendien moeten dringend voorbereidingen worden getroffen om vervanging te vinden voor het personeel in de vervoerssector dat met pensioen gaat.

Doelstellingen:

 

voorbereidingen treffen voor dit scenario en om de Commissie, het Europees Parlement en de Raad een instrument te geven om vast te stellen welke maatregelen dringend genomen moeten worden om negatieve gevolgen op de arbeidsmarkt in deze sector te voorkomen;

 

de beroepen in deze sector aantrekkelijker maken; de behoeften op niveau van de Unie aan opleidingen en levenslang leren vaststellen, alsmede de kosten en belemmeringen die vinden van werk in de vervoerssector bemoeilijken, en om passende maatregelen voorstellen;

 

de behoeften in de vervoerssector wat betreft werkgelegenheid en opleidingen uitgebreid in kaart brengen.

Voorgestelde acties:

 

een overzicht geven van functieprofielen en beroepsopleidingseisen voor de meest veeleisende functies, en de belangrijkste universiteiten, opleidingscentra en vooraanstaande instituten vaststellen waar opleidingen gevolgd kunnen worden voor hooggespecialiseerde technische functies in deze sector;

 

een studie uitvoeren naar mogelijkheden voor loopbaanontwikkeling voor nieuwe generaties en samen met bevoegde autoriteiten en belanghebbenden, waaronder sociale partners, stimulansen vaststellen om werknemers in de Unie aan te trekken, mogelijkheden om gebruik te maken van financiering van de Unie of steunprogramma's als het Europese Jeugdinitiatief;

 

een webportal ontwikkelen voor toekomstige werknemers waar de belangrijkste loopbaanmogelijkheden en opleidingen en de daarmee gemoeide kosten worden aangegeven, en waar tevens vacatures worden gemeld. Het platform zal voor alle vormen van vervoer gelden en gericht zijn op alle belanghebbenden. Het biedt een instrument voor het uitwisselen van ervaringen en beste praktijken. Er zal tevens informatie op te vinden zijn over arbeidsomstandigheden, loopbanen en dergelijke, voor elke vorm van vervoer. Speciale aandacht wordt besteed aan leerlingenplaatsen. De portals zullen vooral gericht zijn op jongeren.

Het webplatform omvat tevens:

 

een module over „betere handhaving” met een lijst van richtsnoeren (op nationaal niveau en op niveau van de Unie), alsmede informatie over de „cultuur van billijkheid” en de „nalevingscultuur”;

 

een speciale module voor genderevenwicht om het probleem aan te pakken van het zeer lage percentage vrouwelijke werknemers in de vervoerssector. In deze module wordt speciaal aandacht besteed aan stedelijk vervoer;

 

een speciaal onderdeel onderdeel voor de werkzaamheden van de sociale partners;

 

een opsomming van recente campagnes en het succes dat ermee geboekt is, in het kader van de uitwisseling van beste praktijken;

 

statistische ondersteuning voor arbeidsmarktanalyse in de sector, waaronder vergelijkende analyses met andere regio's en een inventaris van relevante studies en statistieken (gegevens van Eurostat, de OESO en het Europees Instituut voor gendergelijkheid, alsmede van andere bronnen) en gegevens van de digitale economie.

Het proefproject moet de beschikbare instrumenten (waaronder financiering) vaststellen en mogelijke kosteneffectieve acties om het werken in de vervoerssector te stimuleren, met inbegrip van een beoordeling van mogelijk doeltreffende stimulansen voor goede sociale praktijken in de vervoerssector (bv. een sociaal handvest of sociale prijzen).

Het proefproject kan in het platform lopende acties van de Commissie integreren, zoals

 

het in kaart brengen van belangrijke functies in het vervoer in de Unie waar de vervanging van werknemers de komende jaren problemen zal opleveren;

 

de vaststelling van gebieden van mogelijke groei en gebrek aan menselijke hulpbronnen of expertise.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

06 02 77 10

Voorbereidende actie — Smart Port City

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

700 000

350 000

       

Toelichting

De voorbereidende actie is gericht op ondersteuning van de uitwisseling van beste praktijken op het gebied van de verhouding tussen steden en havens, en innovatieve Smart Port City-projecten. De actie kan gecoördineerd worden met de acties voor slimme en duurzame steden.

Havensteden hebben met enorme uitdagingen te maken op het gebied van het combineren van economische mededinging en een duurzame stedelijke ontwikkeling. Voorbeelden daarvan zijn verplaatsing van havenfuncties, containervervoer, herontwikkeling van haven-stadverbindingen en waterkantzones, en de dialoog met stadsbewoners. De problemen die optreden wat betreft de beperkingen binnen de stad en de haven, toerisme en industrie, natuurlijke en bebouwde gebieden, moeten worden aangepakt. De doelstellingen van de slimme stad en die van een Smart Port City moeten elkaar aanvullen. Een Smart Port City die gebruikmaakt van kennis en ICT kan de verbindingen met het achterland beter benutten om de efficiëntie en kwaliteit van de dienstverlening verder te verbeteren. Gezien het concept van snelwegen op zee is dit voorstel in overeenstemming met de Europa 2020-strategie en de herziening van het Witboek vervoer en de TEN-T.

Steden en havens hebben te maken met dezelfde problemen en kansen. Daarom moeten acties worden ontwikkeld om innovatieve oplossingen in praktijk te brengen voor a) vermindering van de uitstoot van broeikasgassen door de zeevaart, maar ook door havenactiviteiten, b) ontwikkeling van de aansluiting op vervoer naar het achterland (spoorwegen, wegen, binnenland), c) beter gebruik van hernieuwbare energie en verbetering van de energie-efficiëntie, d) bevordering van het gebruik van ICT en de interoperabiliteit daarvan, e) versterking van het concurrentievermogen van havensteden, rekening houdend met de strategische positie van de perifere regio's en het belang van verbindingen tussen eilanden, en f) bevordering van synergieën tussen stad en haven.

Deze innovatieve acties hebben ook effect op het maritieme en kusttoerisme. De acties kunnen ook gericht zijn op havenfaciliteiten en de dialoog tussen haven- en stedelijke autoriteiten inzake ruimtelijke ordening van stad en haven. Diversificatie van havens wordt ook bevorderd door middel van kust- en maritiem toerisme. Deze voorbereidende actie dient om de voordelen vast te stellen van de ontwikkeling van Smart Port Cities in heel Europa en ten volle gebruik te maken van het belang van havens. De actie omvat ook initiatieven om een Europees netwerk van Smart Port Cities op te zetten.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

06 02 77 11

Proefproject — Haalbaarheidsstudie naar het gebruik van een publiek-private gezamenlijke onderneming ter ondersteuning van de toepassing van het Rail Transport Management System (ERTMS) in de kernnetwerkcorridors

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

400 000

200 000

       

Toelichting

Sinds een groot aantal jaren steunt de Unie door middel van subsidies de invoering van het ERTMS op spoorwegen en in spoorwegvoertuigen om de interoperabiliteit binnen de interne Europese spoorwegruimte te verbeteren en een zo hoog mogelijk veiligheidsniveau van het spoorwegvervoer te bereiken. Volgens voorlopige beoordelingen kan het ERTMS ook zorgen voor uitbreiding van de capaciteit op bestaande spoorwegen. De EU-coördinator voor het ERTMS presenteerde in december 2014 het werkplan voor het ERTMS, waarbij hij uiteenzette in welke omvang het ERTMS op spoorwegnetwerken is ingevoerd en wat er in de toekomst nog moet gebeuren. Hieruit bleek duidelijk dat nog ruim 50 jaar en aanzienlijke financiële middelen die de capaciteiten van de Unie en de lidstaten te boven gaan nodig zullen zijn om de invoering van het ERTMS op kernnetwerkcorridors af te ronden. Het huidige beleid van de Unie ter ondersteuning van het ERTMS door middel van subsidies van de begroting van de Unie is beperkt gebleken qua doeltreffendheid en omvang. Het gebruikmaken van financiering uit de particuliere sector lijkt dan ook zinvol.

Met het oog op de beperkingen van het huidige financieringsstelsel gaf de Commissie opdracht tot het uitvoeren van een studie naar mogelijke oplossingen op maat voor het gebruik van innovatieve financiering voor de invoering van het ERTMS, in het bijzonder in de negen kernnetwerkcorridors. Deze studie bestudeert verschillende opties voor de deelname van de particuliere sector en wordt in 2015 afgerond, maar als follow-up moet dit Europese proefproject worden uitgevoerd om de business case van innovatieve financiering ter ondersteuning van het ERTMS te testen. Uitgaand van de voorlopige analyse en de beperkte ervaringen van de Commissie en de EIB met financiering door de particuliere sector van de invoering van het ERTMS, dient dit proefproject om een beoordeling uit te voeren van de haalbaarheid van het oprichten van een publiek-private gemeenschappelijke onderneming ter ondersteuning van de invoering van het ERTMS in de kernnetwerkcorridors, of ten minste in één corridor, gebruikmakend van de Unie- of EIB-kaders. Dit proefproject dient voor het beoordelen van de huidige regelgevende, juridische en financiële haalbaarheid van de oprichting van dergelijke gemeenschappelijke ondernemingen op het niveau van de corridors, waar derhalve alle lidstaten bij betrokken zijn waar de kernnetwerkcorridors doorheen lopen. Bovendien dient het proefproject om te beoordelen in hoeverre particuliere investeerders bereid zijn aan een dergelijke gezamenlijke onderneming met ondersteuning van de Unie deel te nemen, alsmede de mate van belangstelling onder ERTMS-fabrikanten, infrastructuurbeheerders en spoorwegondernemingen. Verder kan dit proefproject of een aansluitende voorbereidende actie de concrete oprichting ondersteunen van een gemeenschappelijke onderneming voor begeleiding van de invoering van het ERTMS op één van de kernnetwerkcorridors. Indien een dergelijke actie succesvol is, kan een nieuw programma van de Unie voor alle corridors worden opgezet. De invoering op één corridor dient voor het testen van de business case van een publiek-private onderneming die fungeert als voor een bijzonder doel opgerichte entiteit (special purpose vehicle — SPV) om financiering te leveren voor infrastructuurbeheerders binnen de geselecteerde corridor, ten behoeve van de invoering van het ERTMS. Zodra de invoering volledig of voor een deel is verwezenlijkt kunnen spoorwegondernemingen profiteren van volledige interoperabiliteit op de hele corridor, en kan hen een verhoging van hun toegangsheffing voor de spoorlijn in rekening gebracht worden om de gezamenlijke onderneming en de particuliere aandeelhouders daarvan terug te betalen. Verwacht wordt dat spoorwegondernemingen de verhoging kunnen opbrengen omdat hun aanbod van sneller vervoer van passagiers en vracht kan leiden tot een grotere aantrekkelijkheid van spoorwegdiensten op de corridor. Spoorwegdiensten zullen naar verwachting sneller en eenvoudiger worden dankzij de volledige interoperabiliteit die het ERTMS waarborgt.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

06 02 77 12

Voorbereidende actie — Integratie van op afstand bestuurde luchtvaartuigsystemen (RPAS) in het Europese luchtruim door middel van een Active Geofencing Service (AGS)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

500 000

250 000

       

Toelichting

Deze voorbereidende actie dient voor het demonstreren van een Active Geofencing Service (AGS) voor RPAS (drones) die lager dan 150 meter (500 voet) boven de grond vliegen. Dit wordt verwezenlijkt door de Remote Pilot Station op de grond te verbinden met een internetplatform. Dit internetplatform toont de positie van de RPAS en valideert de naleving van de verschillende nationale wetgevingen, afhankelijk van de locatie van de RPAS. Het platform kan no-fly zones toepassen overeenkomstig de luchtvaartnormen.

Door het internetplatform te koppelen aan de RPAS kan ervoor gezorgd worden dat de gebruikers geen no-fly zones kunnen betreden met hun RPAS. Deze no-fly zones kunnen worden vastgesteld, gemonitord en gecontroleerd door de verantwoordelijke autoriteiten. De informatie afkomstig van het internetplatform kan ook worden gedeeld met alle belanghebbenden in het Europese luchtvaartnetwerk.

Deze actie kan een oplossing leveren voor de veilige integratie van kleine drones in het bestaande luchtvaartnetwerk, waarmee een even hoog veiligheidsniveau kan worden gegarandeerd als voor de bemande luchtvaart, wat een win-winsituatie inhoudt voor alle belanghebbenden op het gebied van RPAS. De privacy kan worden beschermd door no-fly zones vast te stellen voor RPAS. Bovendien worden kmo's op het gebied van RPAS hiermee geholpen bij het verwezenlijken van nieuwe kansen en banen in Europa. De volgende RPAS-diensten kunnen met een internetplatform worden gedemonstreerd: een AGS die wordt gemonitord en gecontroleerd door de bevoegde autoriteiten, en een dienst om de geldende regelgeving te controleren en te valideren.

Dit platform kan toegankelijk zijn voor verschillende belanghebbenden, zoals gebruikers van RPAS; dienstverleners in de sector luchtvaartnavigatie; burgerluchtvaartautoriteiten; politie, noodhulpdiensten, RPAS-producenten en gekwalificeerde entiteiten. Het internetplatform maakt gebruik van bestaande luchtvaartnormen, sluit aan bij de bemande luchtvaart en zal zorgen voor een veiliger en gestandaardiseerde integratie in het luchtvaartnetwerk. Naast deze normen moet het platform interoperabel zijn met alle RPAS, zodat de Europese markt open wordt gesteld voor alle producenten en gebruikers van RPAS. Tot slot moet het RPAS-platform te gebruiken zijn in alle lidstaten.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

06 02 77 13

Proefproject — Innovatieve wijzen van duurzame financiering voor het openbaar vervoer

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

125 000

62 500

       

Toelichting

Het proefproject is gericht op het beoordelen van nieuwe manieren om het openbaar vervoer op duurzame wijze te financieren, met bijzondere aandacht voor ecologische duurzaamheid, digitalisering en toegankelijkheid, ter versterking van de economie en de werkgelegenheid. De Commissie streeft ernaar het gebruik van het openbaar vervoer te stimuleren om verkeersopstoppingen te verminderen en milieuvervuilende en gezondheidsbedreigende uitstoot in stedelijke gebieden te verminderen, in het bijzonder door gebruik te maken van alternatieve schonere brandstoffen. Uit veel studies blijkt dat de prijs van een kaartje slechts een klein deel van de totale kosten van de dienstverlening dekt. Gebruikers betalen veel geld via belastingen en kaartverkoop. Er moeten nieuwe manieren gevonden worden om het openbaar vervoer te financieren, waarbij nieuwe modellen geëvalueerd moeten worden die de kosten voor het publiek aanzienlijk verlagen of doen verdwijnen, overheidsgeld besparen en de uitstoot verminderen. Bovendien zou een betere stedelijke mobiliteit bijdragen aan de groei van het aantal passagiers. Een efficiëntere mobiliteit zou daarnaast ondernemingen steunen en banen creëren. Een goed voorbeeld hiervan is te vinden in Tallinn, Estland. Het project heeft tot doel om beste praktijken vast te stellen en uit te wisselen, nieuwe financieringsmethoden te beoordelen en de mogelijkheid te bestuderen van het opzetten van een enkel Europees bureau om gemeenten te ondersteunen die de beste duurzame financieringssystemen en -projecten willen doorvoeren.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

HOOFDSTUK 06 03 —   HORIZON 2020 — ONDERZOEK EN INNOVATIE OP HET GEBIED VAN VERVOER

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

% Betalingen 2014-2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

06 03

HORIZON 2020 — ONDERZOEK EN INNOVATIE OP HET GEBIED VAN VERVOER

06 03 03

Maatschappelijke uitdagingen

06 03 03 01

Realiseren van een hulpbronefficiënt, milieuvriendelijk, veilig en naadloos geïntegreerd Europees vervoersysteem

1,1

110 916 737

127 796 246

138 764 242

52 428 081

190 298 913,—

691 467,—

0,54

 

Artikel 06 03 03 — Subtotaal

 

110 916 737

127 796 246

138 764 242

52 428 081

190 298 913,—

691 467,—

0,54

06 03 07

Gemeenschappelijke ondernemingen

06 03 07 31

Gemeenschappelijke Onderneming voor het onderzoek naar het beheer van het luchtverkeer in het gemeenschappelijke Europese luchtruim (Sesar) — Ondersteunende uitgaven

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

 

06 03 07 32

Gemeenschappelijke Onderneming voor het onderzoek naar het beheer van het luchtverkeer in het gemeenschappelijke Europese luchtruim 2 (Sesar2)

1,1

60 000 000

55 000 000

50 000 000

34 952 054

20 600 000,—

0,—

0

06 03 07 33

Gemeenschappelijke Onderneming Shift2Rail (S2R) — Uitgaven voor administratieve ondersteuning

1,1

1 577 618

1 577 618

1 313 592

1 310 445

494 400,—

18 046,72

1,14

06 03 07 34

Gemeenschappelijke Onderneming Shift2Rail (S2R)

1,1

44 046 382

24 227 092

44 039 408

43 690 067

0,—

0,—

0

 

Artikel 06 03 07 — Subtotaal

 

105 624 000

80 804 710

95 353 000

79 952 566

21 094 400,—

18 046,72

0,02

06 03 50

Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling

06 03 50 01

Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling (2014-2020)

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

7 894 780,66

382 592,95

 

06 03 50 02

Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling (vóór 2014)

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

440 848,72

4 968 038,64

 
 

Artikel 06 03 50 — Subtotaal

 

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

8 335 629,38

5 350 631,59

 

06 03 51

Voltooiing van het voorgaande kaderprogramma voor onderzoek — Zevende kaderprogramma — EG (2007-2013)

1,1

p.m.

106 595 589

p.m.

45 437 670

1 555,99

27 837 911,10

26,12

06 03 52

Voltooiing van voorgaande kaderprogramma's voor onderzoek (vóór 2007)

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

131 512

0,—

772 977,76

 
 

Hoofdstuk 06 03 — Totaal

 

216 540 737

315 196 545

234 117 242

177 949 829

219 730 498,37

34 671 034,17

11,00

Toelichting

Deze toelichting is van toepassing op alle begrotingsonderdelen van dit hoofdstuk.

Deze kredieten zijn bestemd voor Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie, dat de periode 2014-2020 bestrijkt, en voor de voltooiing van de vroegere onderzoeksprogramma's (zevende kaderprogramma en voorgaande kaderprogramma's).

Horizon 2020 zal een centrale rol vervullen bij de toepassing van het Europa 2020-vlaggenschipinitiatief „Innovatie-Unie” en andere vlaggenschipinitiatieven, met name „Efficiënt gebruik van hulpbronnen”, „Een geïntegreerd industriebeleid in een tijd van mondialisering”, en „Een digitale agenda voor Europa”, alsook bij de ontwikkeling en werking van de Europese onderzoeksruimte. Horizon 2020 zal bijdragen tot de totstandbrenging van een op kennis en innovatie gebaseerde economie in de hele Unie door voldoende aanvullende financiering voor onderzoek, ontwikkeling en innovatie aan te trekken. Het kaderprogramma zal worden uitgevoerd met het oog op het bereiken van de algemene doelstellingen van artikel 179 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en is bedoeld als bijdrage tot de totstandbrenging van een kennissamenleving, op basis van een Europese onderzoeksruimte; daarbij zal grensoverschrijdende samenwerking op alle niveaus binnen de Europese Unie worden ondersteund, zullen de dynamiek, de creativiteit en het niveau van het Europese onderzoek aan het front van de kennis worden opgevoerd, zal het menselijke kapitaal in de sector onderzoek en technologie in Europa kwantitatief en kwalitatief worden versterkt, zal de onderzoeks- en innovatiecapaciteit in heel Europa worden verhoogd en zal worden gezorgd voor een optimaal gebruik daarvan.

Onder deze artikelen en posten vallen ook de uitgaven voor vergaderingen, conferenties, workshops en seminars van hoog wetenschappelijk of technologisch niveau en van Europees belang die door de Commissie worden georganiseerd, de financiering van analysen en evaluaties van hoog wetenschappelijk of technologisch niveau die voor de Unie worden uitgevoerd om nieuwe onderzoeksgebieden te verkennen die in aanmerking komen voor EU-actie, en met name in het kader van de Europese onderzoeksruimte alsmede acties in verband met de follow-up en de verspreiding van resultaten van de programma's, waaronder die van acties die onder de eerdere kaderprogramma 's zijn uitgevoerd.

Deze kredieten zullen worden aangewend overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1290/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van de regels voor de deelname aan acties en de verspreiding van resultaten in het kader van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1906/2006 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 81).

Bij de onder dit hoofdstuk opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting van de Unie uitmaakt.

Bij enkele van deze projecten is voorzien in deelname van derde landen of instellingen uit derde landen aan Europese samenwerking op het gebied van wetenschappelijk en technisch onderzoek. Eventuele financiële bijdragen die zijn geboekt onder de posten 6 0 1 3 en 6 0 1 5 van de staat van ontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten in overeenstemming met artikel 21 van het Financieel Reglement.

Ontvangsten van landen die zijn betrokken bij de Europese samenwerking op het gebied van wetenschappelijk en technisch onderzoek worden geboekt op post 6 0 1 6 van de staat van ontvangsten en kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten in overeenstemming met artikel 21 van het Financieel Reglement.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan programma's van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement.

Ontvangsten uit de bijdragen van externe instanties voor deelname aan activiteiten van de Unie die zijn geboekt onder post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement.

Extra kredieten zullen op post 06 03 50 01 worden opgevoerd.

De administratieve kredieten van dit hoofdstuk zullen onder artikel 06 01 05 worden opgevoerd.

06 03 03

Maatschappelijke uitdagingen

Toelichting

Met deze prioriteit van Horizon 2020 wordt direct ingespeeld op de in de Europa 2020-strategie in kaart gebrachte beleidsprioriteiten en maatschappelijke uitdagingen. Bij het uitvoeren van deze activiteiten zullen de uitdagingen centraal staan, waarbij middelen en kennis uit verschillende terreinen, technologieën en vakgebieden worden gebundeld. De activiteiten zullen de volledige cyclus van onderzoek tot markt bestrijken, met een nieuwe nadruk op innovatiegerelateerde acties zoals proefprojecten, demonstratie, testopstellingen, steun voor overheidsopdrachten, design, door eindverbruikers aangestuurde innovaties, sociale innovatie en de integratie van innovaties op de markt. Deze activiteiten zullen een directe ondersteuning bieden aan de overeenkomstige sectorale beleidsbevoegdheden op het niveau van de Unie.

Er worden met name middelen uitgetrokken voor de volgende uitdagingen:

 

slim, groen en geïntegreerd vervoer;

 

innovatie en onderzoek, in het bijzonder op het gebied van gedragsverandering, modal shift, toegankelijkheid voor iedereen, integratie (interconnectiviteit, intermodaliteit en interoperabiliteit) en duurzaamheid (klimaatverandering, vermindering van emissies en geluidshinder), hetgeen van cruciaal belang is voor de sectoren vervoer en toerisme.

06 03 03 01

Realiseren van een hulpbronefficiënt, milieuvriendelijk, veilig en naadloos geïntegreerd Europees vervoersysteem

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

110 916 737

127 796 246

138 764 242

52 428 081

190 298 913,—

691 467,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van acties op het gebied van onderzoek en innovatie die in aanzienlijke mate moeten bijdragen tot de komst van een nieuw tijdperk van slimme mobiliteit op het gebied van vervoer. Deze acties moeten de ontwikkeling en het gebruik van de daartoe vereiste oplossingen voor alle vervoersmodi ondersteunen door vervoergerelateerde emissies die schadelijk zijn voor het milieu, drastisch te beperken en het vervoer minder afhankelijk te maken van fossiele brandstoffen, en moeten op die manier de impact van het vervoer op de biodiversiteit verlagen en de natuurlijke hulpbronnen beschermen. Verwacht wordt dat deze doelen zullen worden gehaald door, met name in de vorm van grootschalige publiek-private partnerschappen, te investeren in specifieke activiteiten, zoals het schoner en stiller maken van vliegtuigen, treinen, voertuigen en vaartuigen, de ontwikkeling van slimme apparatuur, infrastructuur en diensten en de verbetering van vervoer en mobiliteit in stedelijke gebieden.

De op grond van deze post uitgevoerde onderzoeks- en innovatieactiviteiten zullen naar verwachting een belangrijke bijdrage leveren tot het optimaliseren van prestaties en efficiency in het licht van de toenemende eisen op het gebied van mobiliteit. Deze acties zullen bovendien tot doel hebben het aantal files in aanzienlijke mate te reduceren, de mobiliteit van personen en goederen sterk te verbeteren, nieuwe concepten van vrachtvervoer en logistiek te ontwikkelen en toe te passen, het aantal ongevallen en dodelijke slachtoffers te verminderen en de veiligheid te verbeteren. Deze acties hebben tot doel van Europa de veiligste regio voor luchtvaart te maken en het aantal dodelijke verkeersslachtoffers tegen 2050 terug te brengen tot nul.

Onderzoek en innovatie zullen er naar verwachting in belangrijke mate toe bijdragen dat de Europese vervoersector zich tot wereldleider kan ontwikkelen en dat het midden- en kleinbedrijf groeit, dat de sector voorop blijft op het gebied van nieuwe technologieën en de kosten van de bestaande productieprocessen kan reduceren, en dat op die manier de economische groei en de werkgelegenheid voor hooggekwalificeerd personeel in de Europese vervoersector wordt gestimuleerd. In dit verband zullen acties voor het ontwikkelen van de volgende generatie vervoersmiddelen en het verkennen van geheel nieuwe vervoersconcepten waarschijnlijk in het kader van dit artikel ten uitvoer worden gelegd en gefinancierd.

Sociaaleconomisch onderzoek en toekomstgerichte activiteiten met het oog op beleidsvorming vallen ook onder deze post: er moeten acties worden ondernomen ter bevordering van de beleidsanalyse en -ontwikkeling, onder meer met betrekking tot de sociaaleconomische aspecten van vervoer, teneinde innovatie te stimuleren en de uitdagingen op vervoergebied het hoofd te kunnen bieden.

Rechtsgronden

Besluit 2013/743/EU van de Raad van 3 december 2013 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van de Besluiten 2006/971/EG, 2006/972/EG, 2006/973/EG, 2006/974/EG en 2006/975/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 965), met name artikel 3, lid 3, onder d).

Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 104).

06 03 07

Gemeenschappelijke ondernemingen

06 03 07 31

Gemeenschappelijke Onderneming voor het onderzoek naar het beheer van het luchtverkeer in het gemeenschappelijke Europese luchtruim (Sesar) — Ondersteunende uitgaven

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

Toelichting

De Gemeenschappelijke Onderneming voor het onderzoek naar het beheer van het luchtverkeer in het gemeenschappelijke Europese luchtruim (Sesar) draagt bij tot de tenuitvoerlegging van Horizon 2020, met name met betrekking tot de maatschappelijke uitdaging „realiseren van een hulpbronefficiënt, milieuvriendelijk, veilig en naadloos Europees vervoersysteem”. Op die manier wil men de modernisering waarborgen van het Europees systeem voor luchtverkeersbeheer (ATM) door de concentratie en coördinatie van alle in de Unie verrichte relevante onderzoeks- en innovatieactiviteiten op het gebied van ATM binnen het Sesar 2020-programma en overeenkomstig het Europees ATM-masterplan.

Rechtsgronden

Besluit 2013/743/EU van de Raad van 3 december 2013 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van de Besluiten 2006/971/EG, 2006/972/EG, 2006/973/EG, 2006/974/EG en 2006/975/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 965).

Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 104).

Verordening (EU) nr. 721/2014 van de Raad van 16 juni 2014 houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 219/2007 betreffende de oprichting van een Gemeenschappelijke Onderneming voor de realisering van het Europese nieuwe generatie luchtverkeersbeveiligingssysteem (Sesar), voor wat de verlenging van de looptijd van de gemeenschappelijke onderneming tot 2024 betreft (PB L 192 van 1.7.2014, blz. 1).

06 03 07 32

Gemeenschappelijke Onderneming voor het onderzoek naar het beheer van het luchtverkeer in het gemeenschappelijke Europese luchtruim 2 (Sesar2)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

60 000 000

55 000 000

50 000 000

34 952 054

20 600 000,—

0,—

Toelichting

De Gemeenschappelijke Onderneming voor het onderzoek naar het beheer van het luchtverkeer in het gemeenschappelijke Europese luchtruim 2 (Sesar2) draagt bij tot de tenuitvoerlegging van Horizon 2020, met name met betrekking tot de maatschappelijke uitdaging „realiseren van een hulpbronefficiënt, milieuvriendelijk, veilig en naadloos Europees vervoersysteem”. Op die manier wil men de modernisering waarborgen van het Europees systeem voor luchtverkeersbeheer (ATM) door de concentratie en coördinatie van alle in de Unie verrichte relevante onderzoeks- en innovatieactiviteiten op het gebied van ATM binnen het Sesar 2020-programma en overeenkomstig het Europees ATM-masterplan.

Rechtsgronden

Besluit 2013/743/EU van de Raad van 3 december 2013 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van de Besluiten 2006/971/EG, 2006/972/EG, 2006/973/EG, 2006/974/EG en 2006/975/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 965).

Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 104).

Verordening (EU) nr. 721/2014 van de Raad van 16 juni 2014 houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 219/2007 betreffende de oprichting van een Gemeenschappelijke Onderneming voor de realisering van het Europese nieuwe generatie luchtverkeersbeveiligingssysteem (Sesar), voor wat de verlenging van de looptijd van de gemeenschappelijke onderneming tot 2024 betreft (PB L 192 van 1.7.2014, blz. 1).

06 03 07 33

Gemeenschappelijke Onderneming Shift2Rail (S2R) — Uitgaven voor administratieve ondersteuning

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 577 618

1 577 618

1 313 592

1 310 445

494 400,—

18 046,72

Toelichting

De Gemeenschappelijke Onderneming Shift2Rail draagt bij tot de tenuitvoerlegging van Horizon 2020 en met name de maatschappelijke uitdaging „slim, groen en geïntegreerd vervoer”. Zij heeft tot doel, via een omvattende en gecoördineerde aanpak van op de behoeften van het spoorwegsysteem en zijn gebruikers afgestemde onderzoeks- en innovatieprojecten, bij te dragen tot de totstandbrenging van de Europese spoorwegruimte, tot een snellere en goedkopere overschakeling naar een aantrekkelijker, concurrerend, efficiënt en duurzaam Europees spoorwegsysteem.

Rechtsgronden

Besluit 2013/743/EU van de Raad van 3 december 2013 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van de Besluiten 2006/971/EG, 2006/972/EG, 2006/973/EG, 2006/974/EG en 2006/975/EG (PB L 347 van 12.12.2013, blz. 965).

Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 104).

Verordening (EU) nr. 642/2014 van de Raad van 16 juni 2014 tot oprichting van de Gemeenschappelijke Onderneming Shift2Rail (PB L 177 van 17.6.2014, blz. 9).

06 03 07 34

Gemeenschappelijke Onderneming Shift2Rail (S2R)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

44 046 382

24 227 092

44 039 408

43 690 067

0,—

0,—

Toelichting

De Gemeenschappelijke Onderneming Shift2Rail draagt bij tot de tenuitvoerlegging van Horizon 2020 en met name de maatschappelijke uitdaging „slim, groen en geïntegreerd vervoer”. Zij heeft tot doel, via een omvattende en gecoördineerde aanpak van op de behoeften van het spoorwegsysteem en zijn gebruikers afgestemde onderzoeks- en innovatieprojecten, bij te dragen tot de totstandbrenging van de Europese spoorwegruimte, tot een snellere en goedkopere overschakeling naar een aantrekkelijker, concurrerend, efficiënt en duurzaam Europees spoorwegsysteem.

Rechtsgronden

Besluit 2013/743/EU van de Raad van 3 december 2013 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van de Besluiten 2006/971/EG, 2006/972/EG, 2006/973/EG, 2006/974/EG en 2006/975/EG (PB L 347 van 12.12.2013, blz. 965).

Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 104).

Verordening (EU) nr. 642/2014 van de Raad van 16 juni 2014 tot oprichting van de Gemeenschappelijke Onderneming Shift2Rail (PB L 177 van 17.6.2014, blz. 9).

06 03 50

Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling

06 03 50 01

Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling (2014-2020)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

7 894 780,66

382 592,95

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met de ontvangsten die aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, afkomstig van derden of derde landen (buiten de Europese Economische Ruimte) die deelnemen aan projecten op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling voor de periode 2014-2020.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement kunnen ontvangsten die zijn geboekt onder de posten 6 0 1 3, 6 0 1 5, 6 0 1 6, 6 0 3 1 en 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten.

06 03 50 02

Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling (vóór 2014)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

440 848,72

4 968 038,64

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met de ontvangsten die aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, afkomstig van derden of derde landen (buiten de Europese Economische Ruimte) die deelnemen aan de projecten op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling voor de periode vóór 2014.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement kunnen ontvangsten die zijn geboekt onder de posten 6 0 1 3, 6 0 1 5, 6 0 1 6, 6 0 3 1 en 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten.

06 03 51

Voltooiing van het voorgaande kaderprogramma voor onderzoek — Zevende kaderprogramma — EG (2007-2013)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

106 595 589

p.m.

45 437 670

1 555,99

27 837 911,10

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van betalingen met betrekking tot nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Besluit nr. 1982/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 412 van 30.12.2006, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1906/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot vaststelling van de regels voor de deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan acties op grond van het zevende kaderprogramma, en voor de verspreiding van onderzoeksresultaten (2007-2013) (PB L 391 van 30.12.2006, blz. 1).

Beschikking 2006/971/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma „Samenwerking” tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 86).

Verordening (EG) nr. 219/2007 van de Raad van 27 februari 2007 betreffende de oprichting van een Gemeenschappelijke Onderneming voor de realisering van het Europese nieuwe generatie luchtverkeersbeveiligingssysteem (Sesar) (PB L 64 van 2.3.2007, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1361/2008 van de Raad van 16 december 2008 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 219/2007 betreffende de oprichting van een Gemeenschappelijke Onderneming voor de realisering van het Europese nieuwe generatie luchtverkeersbeveiligingssysteem (Sesar) (PB L 352 van 31.12.2008, blz. 12).

06 03 52

Voltooiing van voorgaande kaderprogramma's voor onderzoek (vóór 2007)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

131 512

0,—

772 977,76

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van eerdere verplichtingen in het kader van het vorige kaderprogramma voor onderzoek (vóór 2007).

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Besluit 87/516/Euratom, EEG van de Raad van 28 september 1987 betreffende het kaderprogramma van communautaire werkzaamheden op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling (1987-1991) (PB L 302 van 24.10.1987, blz. 1).

Besluit 90/221/Euratom, EEG van de Raad van 23 april 1990 betreffende het kaderprogramma van communautaire werkzaamheden op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling (1990-1994) (PB L 117 van 8.5.1990, blz. 28).

Besluit 93/167/Euratom, EEG van de Raad van 15 maart 1993 tot aanpassing van Besluit 90/221/Euratom, EEG betreffende het kaderprogramma van communautaire werkzaamheden op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling (1990-1994) (PB L 69 van 20.3.1993, blz. 43).

Besluit nr. 1110/94/EG van het Europees Parlement en de Raad van 26 april 1994 betreffende het vierde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap van communautaire werkzaamheden op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (1994-1998) (PB L 126 van 18.5.1994, blz. 1).

Besluit nr. 616/96/EG van het Europees Parlement en de Raad van 25 maart 1996 tot aanpassing van Besluit nr. 1110/94/EG betreffende het vierde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap van communautaire werkzaamheden op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (1994-1998), in verband met de toetreding van de Republiek Oostenrijk, de Republiek Finland en het Koninkrijk Zweden tot de Europese Unie (PB L 86 van 4.4.1996, blz. 69).

Besluit nr. 2535/97/EG van het Europees Parlement en de Raad van 1 december 1997 tot tweede aanpassing van Besluit nr. 1110/94/EG betreffende het vierde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap van communautaire werkzaamheden op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (1994-1998) (PB L 347 van 18.12.1997, blz. 1).

Besluit nr. 182/1999/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 december 1998 betreffende het vijfde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (1998-2002) (PB L 26 van 1.2.1999, blz. 1).

Besluit nr. 1513/2002/EG van het Europees Parlement en de Raad van 27 juni 2002 betreffende het zesde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie, ter bevordering van de totstandbrenging van de Europese onderzoeksruimte en van innovatie (2002-2006) (PB L 232 van 29.8.2002, blz. 1).

Beschikking 2002/834/EG van de Raad van 30 september 2002 tot vaststelling van een specifiek programma voor onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie: „Integratie en versterking van de Europese onderzoeksruimte” (2002-2006) (PB L 294 van 29.10.2002, blz. 1).

TITEL 07

MILIEU

Algemene samenvatting van de kredieten (2016 en 2015) en van de uitvoering (2014)

 

Titel

Hoofdstuk

Rubriek

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

07 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN OP HET BELEIDSTERREIN „MILIEU”

61 249 353

61 249 353

64 305 575

64 305 575

76 539 607,05

76 539 607,05

07 02

MILIEUBELEID OP HET NIVEAU VAN DE UNIE EN OP INTERNATIONAAL NIVEAU

387 017 092

335 811 734

361 012 351

326 920 838

338 994 683,10

277 227 945,60

 

Titel 07 — Totaal

448 266 445

397 061 087

425 317 926

391 226 413

415 534 290,15

353 767 552,65

HOOFDSTUK 07 01 —   ADMINISTRATIEVE UITGAVEN OP HET BELEIDSTERREIN „MILIEU”

De artikelen 1, 2, 3 en 5 zijn in detail weergegeven in hoofdstuk XX 01

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

% 2014-2016

07 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN OP HET BELEIDSTERREIN „MILIEU”

07 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen op het beleidsterrein „Milieu”

5,2

45 384 139

46 899 882

47 831 282,16

105,39

07 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven op het beleidsterrein „Milieu”

07 01 02 01

Extern personeel

5,2

3 557 474

3 686 304

4 000 284,86

112,45

07 01 02 11

Overige beheersuitgaven

5,2

3 339 633

3 538 531

3 580 141,50

107,20

 

Artikel 07 01 02 — Subtotaal

 

6 897 107

7 224 835

7 580 426,36

109,91

07 01 03

Uitgaven in verband met uitrusting en diensten voor informatie- en communicatietechnologie op het beleidsterrein „Milieu”

5,2

2 896 465

2 977 488

3 463 928,24

119,59

07 01 04

Ondersteunende uitgaven voor operaties en programma's op het beleidsterrein „Milieu”

07 01 04 01

Ondersteunende uitgaven voor het programma voor het milieu en klimaatactie (LIFE) — Subprogramma Milieu

2

1 600 000

1 594 520

14 518 970,29

907,44

 

Artikel 07 01 04 — Subtotaal

 

1 600 000

1 594 520

14 518 970,29

907,44

07 01 06

Uitvoerende agentschappen

07 01 06 01

Uitvoerend Agentschap voor kleine en middelgrote ondernemingen — Bijdrage van LIFE

2

4 471 642

5 608 850

3 145 000,—

70,33

 

Artikel 07 01 06 — Subtotaal

 

4 471 642

5 608 850

3 145 000,—

70,33

 

Hoofdstuk 07 01 — Totaal

 

61 249 353

64 305 575

76 539 607,05

124,96

07 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen op het beleidsterrein „Milieu”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

45 384 139

46 899 882

47 831 282,16

07 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven op het beleidsterrein „Milieu”

07 01 02 01

Extern personeel

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

3 557 474

3 686 304

4 000 284,86

07 01 02 11

Overige beheersuitgaven

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

3 339 633

3 538 531

3 580 141,50

07 01 03

Uitgaven in verband met uitrusting en diensten voor informatie- en communicatietechnologie op het beleidsterrein „Milieu”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

2 896 465

2 977 488

3 463 928,24

07 01 04

Ondersteunende uitgaven voor operaties en programma's op het beleidsterrein „Milieu”

07 01 04 01

Ondersteunende uitgaven voor het programma voor het milieu en klimaatactie (LIFE) — Subprogramma Milieu

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

1 600 000

1 594 520

14 518 970,29

Toelichting

Dit krediet dient onder meer ter dekking van:

 

uitgaven voor ontwikkeling, hosting, onderhoud, veiligheid, kwaliteitsgarantie, exploitatie en ondersteuning van geschikte informatietechnologiesystemen (IT-systemen) voor communicatie, selectie, monitoring, rapportage over projecten en verspreiding van resultaten van projecten, alsook van IT-systemen die rechtstreeks samenhangen met de realisatie van de beleidsdoelstellingen van het programma, in het gemeenschappelijk belang van de Commissie en de begunstigden en belanghebbenden. Het krediet dient eveneens om IT-deskundigen intra muros aan te werven om de ontwikkeling, kwaliteitsgarantie en veiligheid van cruciale beleidsondersteunende IT-systemen te ondersteunen;

 

aanbesteding van technische en/of administratieve bijstand in verband met de evaluatie, audit en supervisie van programma's en projecten.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1293/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 inzake de vaststelling van een programma voor het milieu en klimaatactie (LIFE) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 614/2007 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 185).

07 01 06

Uitvoerende agentschappen

07 01 06 01

Uitvoerend Agentschap voor kleine en middelgrote ondernemingen — Bijdrage van LIFE

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

4 471 642

5 608 850

3 145 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de administratieve en personeelsuitgaven van het Agentschap ingevolge zijn rol bij het beheer van maatregelen die deel uitmaken van het programma voor het milieu en klimaatactie (LIFE).

De personeelsformatie van het Agentschap is opgenomen in de bijlage „Personeel” bij deze afdeling.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 58/2003 van de Raad van 19 december 2002 tot vaststelling van het statuut van de uitvoerende agentschappen waaraan bepaalde taken voor het beheer van communautaire programma's worden gedelegeerd (PB L 11 van 16.1.2003, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 1293/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 inzake de vaststelling van een programma voor het milieu en klimaatactie (LIFE) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 614/2007 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 185).

Uitvoeringsbesluit 2013/771/EU van de Commissie van 17 december 2013 tot oprichting van het Uitvoerend Agentschap voor kleine en middelgrote ondernemingen en tot intrekking van de Besluiten 2004/20/EG en 2007/372/EG (PB L 341 van 18.12.2013, blz. 73).

Besluit C(2013) 9414 van de Commissie van 23 december 2013 waarbij bevoegdheden aan het Uitvoerend Agentschap voor kleine en middelgrote ondernemingen worden gedelegeerd met het oog op het verrichten van taken in verband met de tenuitvoerlegging van EU-programma's op het gebied van energie, milieu, klimaatactie, concurrentiekracht en kmo’s, onderzoek en innovatie, ICT, maritiem beleid en visserij, met name wat betreft de besteding van de in de algemene begroting van de Unie opgenomen kredieten.

HOOFDSTUK 07 02 —   MILIEUBELEID OP HET NIVEAU VAN DE UNIE EN OP INTERNATIONAAL NIVEAU

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

% Betalingen 2014-2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

07 02

MILIEUBELEID OP HET NIVEAU VAN DE UNIE EN OP INTERNATIONAAL NIVEAU

07 02 01

Bijdragen tot een groenere en meer hulpbronnenefficiënte economie en aan de ontwikkeling en uitvoering van het milieubeleid en de milieuwetgeving van de Unie

2

128 831 000

49 000 000

120 670 000

29 371 242

109 562 163,—

1 750 952,77

3,57

07 02 02

Tot staan brengen en ombuigen van biodiversiteitsverlies

2

157 206 000

49 000 000

147 832 750

39 021 354

140 802 000,—

145 998,40

0,30

07 02 03

Het ondersteunen van betere milieugovernance en -informatie op alle niveaus

2

55 683 358

40 000 000

51 493 000

15 524 553

38 433 395,20

2 280 152,93

5,70

07 02 04

Bijdrage aan multilaterale en internationale milieuovereenkomsten

4

4 000 000

4 000 000

3 600 000

3 235 347

3 050 226,29

3 050 226,29

76,26

07 02 05

Europees Agentschap voor chemische stoffen — Activiteiten op het vlak van wetgeving inzake de in- en uitvoer van gevaarlijke chemische stoffen

2

1 039 880

1 039 880

1 130 235

1 130 235

1 297 224,44

1 297 224,44

124,75

07 02 06

Europees Milieuagentschap

2

35 556 854

35 556 854

34 886 366

34 886 366

41 774 676,47

41 774 676,47

117,49

07 02 51

Voltooiing van eerdere milieuprogramma’s

2

153 000 000

197 195 952

2 397 540,70

220 990 593,—

144,44

07 02 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

07 02 77 02

Voorbereidende actie — Milieumonitoring van het Zwarte Zeebekken en een gemeenschappelijk Europees kaderprogramma voor de ontwikkeling van de Zwarte Zeeregio

4

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

90 000,—

 

07 02 77 03

Voorbereidende actie — Strategische milieueffectbeoordeling van de ontwikkeling van het Europese Noordpoolgebied

4

p.m.

p.m.

p.m.

335 789

0,—

698 852,—

 

07 02 77 04

Voorbereidende actie — Toekomstige rechtsgrond betreffende geharmoniseerde informatie van de Unie over bossen

2

p.m.

195 000

p.m.

175 000

0,—

0,—

0

07 02 77 05

Proefproject — Preventieve acties voor het tegengaan van verwoestijning in Europa

2

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

 

07 02 77 06

Voorbereidende actie — Klimaat van het Karpatische bassin

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

941 265,40

 

07 02 77 08

Proefproject — Economische verliezen als gevolg van grote hoeveelheden „niet-betaald water” (NRW — non-revenue water) in steden

2

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

 

07 02 77 09

Proefproject — Certificering van koolstofarme landbouwpraktijken

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

 

07 02 77 10

Proefproject — Complex onderzoek naar methoden om de verspreiding van ambrosia en pollenallergie tegen te gaan

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

150 000,—

 

07 02 77 12

Proefproject — Literatuuronderzoek naar de mogelijke gevolgen van de klimaatverandering voor beschermde drinkwatergebieden in de Unie en prioriteitsstelling met betrekking tot de verschillende typen van drinkwatervoorziening

2

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

 

07 02 77 13

Voorbereidende actie — BEST-regeling (vrijwillige regeling voor diensten op het gebied van biodiversiteit en ecosystemen in landen en gebieden overzee en de ultraperifere regio’s van de Unie)

2

p.m.

600 000

p.m.

800 000

0,—

1 122 693,01

187,12

07 02 77 14

Proefproject — Recyclagecyclus van plastic en impact op het mariene milieu

2

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

 

07 02 77 15

Voorbereidende actie — Ontwikkeling van preventieve acties voor het tegengaan van verwoestijning in Europa

2

p.m.

p.m.

p.m.

600 000

0,—

379 572,29

 

07 02 77 16

Proefproject — Atmosferische neerslag — Bescherming en efficiënt gebruik van zoet water

2

p.m.

p.m.

p.m.

820 000

0,—

543 610,—

 

07 02 77 19

Proefproject — Terugwinning van zwerfafval op zee

2

p.m.

p.m.

p.m.

400 000

0,—

284 902,50

 

07 02 77 20

Proefproject — Beschikbaarheid, gebruik en duurzaamheid van water voor de productie van nucleaire en fossiele energie

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

437 500,—

 

07 02 77 21

Proefproject — Nieuwe kennis voor een geïntegreerd beheer van menselijke activiteiten op zee

2

p.m.

p.m.

p.m.

600 000

0,—

123 000,—

 

07 02 77 22

Proefproject — Bescherming van de biodiversiteit door middel van een op resultaten gebaseerde vergoeding van ecologische verwezenlijkingen

2

p.m.

200 000

p.m.

600 000

500 000,—

145 648,20

72,82

07 02 77 23

Proefproject — Transversale communicatie over Uniebeleid met betrekking tot het milieu: proefproject om het tekort aan milieubewustzijn onder burgers van de Unie aan te pakken door middel van audiovisuele instrumenten (films)

2

p.m.

p.m.

p.m.

750 000

0,—

750 000,—

 

07 02 77 24

Proefproject — Efficiënt beheer van grondstoffen in de praktijk — Een gesloten mineralencyclus

2

p.m.

p.m.

p.m.

400 000

0,—

271 077,90

 

07 02 77 26

Proefproject — Oprichting van een Oost-Europees regionaal centrum voor geavanceerde recycling van elektrisch en elektronisch afval

2

p.m.

215 000

p.m.

225 000

700 567,—

0,—

0

07 02 77 27

Proefproject — Hulpbronnenefficiënt gebruik van gemengd afval

2

p.m.

335 000

p.m.

150 000

476 890,—

0,—

0

07 02 77 28

Proefproject — Het vinden van een evenwicht tussen het recht van de staat om de legitieme doelstellingen te bepalen van het overheidsbeleid, het recht van investeerders op bescherming van hun investeringen en de rechten van de burgers op het gebied van milieu en volksgezondheid in het kader van het trans-Atlantisch partnerschap voor handel en investeringen (TTIP)

2

200 000

120 000

400 000

200 000

     

07 02 77 29

Proefproject — Capaciteitsopbouw, programmatische ontwikkeling en communicatie op het gebied van milieubelastingen en budgettaire hervorming

2

p.m.

300 000

1 000 000

500 000

     

07 02 77 30

Proefproject — Stimuleren van de groene circulaire economie in Europa door middel van capaciteitsopbouw, netwerken en de uitwisseling van innovatieve oplossingen - overbruggen van de groene innovatiekloof

2

1 000 000

500 000

         

07 02 77 31

Proefproject — Beperking van besmettelijke ziekten om het verlies van biodiversiteit in Europa tegen te gaan, als vereist door de habitatrichtlijn

2

900 000

450 000

         

07 02 77 32

Proefproject — Protocollen voor de opzet van programma's voor de beoordeling van groene infrastructuur in de Unie

2

600 000

300 000

         

07 02 77 33

Proefproject — Vermindering van de impact van windturbines op vleermuis- en vogelpopulaties en hun migratieroutes

2

1 000 000

500 000

         

07 02 77 34

Proefproject — Inventariseren van soorten en habitats in de ultraperifere regio's van Frankrijk

2

1 000 000

500 000

         
 

Artikel 07 02 77 — Subtotaal

 

4 700 000

4 215 000

1 400 000

6 555 789

1 677 457,—

5 938 121,30

140,88

 

Hoofdstuk 07 02 — Totaal

 

387 017 092

335 811 734

361 012 351

326 920 838

338 994 683,10

277 227 945,60

82,55

07 02 01

Bijdragen tot een groenere en meer hulpbronnenefficiënte economie en aan de ontwikkeling en uitvoering van het milieubeleid en de milieuwetgeving van de Unie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

128 831 000

49 000 000

120 670 000

29 371 242

109 562 163,—

1 750 952,77

Toelichting

Verordening (EU) nr. 1293/2013 heeft vier algemene doelstellingen (artikel 3) en drie prioritaire gebieden van het subprogramma Milieu (artikel 9); het eerste daarvan is milieu en efficiënt hulpbronnengebruik.

De specifieke doelstellingen van dit eerste prioritaire gebied zijn vastgesteld in artikel 10.

De door LIFE gefinancierde maatregelen kunnen ten uitvoer worden gelegd via subsidies voor het uitvoeren van acties, exploitatiesubsidies, financiële instrumenten, overheidsopdrachten of andere vormen van interventie die nodig zijn (de artikelen 17, 18, 21 en 22).

Ten minste 81 % van de voor het LIFE-programma bestemde begrotingsmiddelen wordt toegewezen aan projecten die worden ondersteund met behulp van subsidies voor het uitvoeren van acties of, in voorkomend geval, met behulp van financiële instrumenten (artikel 17, lid 4).

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1293/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 inzake de vaststelling van een programma voor het milieu en klimaatactie (LIFE) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 614/2007 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 185).

07 02 02

Tot staan brengen en ombuigen van biodiversiteitsverlies

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

157 206 000

49 000 000

147 832 750

39 021 354

140 802 000,—

145 998,40

Toelichting

Verordening (EU) nr. 1293/2013 heeft vier algemene doelstellingen (artikel 3) en drie prioritaire gebieden van het subprogramma Milieu (artikel 9); het tweede daarvan is natuur en biodiversiteit.

De specifieke doelstellingen van dit tweede prioritaire gebied zijn vastgesteld in artikel 11.

De door LIFE gefinancierde maatregelen kunnen ten uitvoer worden gelegd via subsidies voor het uitvoeren van acties, exploitatiesubsidies, financiële instrumenten, overheidsopdrachten of andere vormen van interventie die nodig zijn (de artikelen 17, 18, 21 en 22).

Ten minste 81 % van de voor het LIFE-programma bestemde begrotingsmiddelen wordt toegewezen aan projecten die worden ondersteund met behulp van subsidies voor het uitvoeren van acties of, in voorkomend geval, met behulp van financiële instrumenten (artikel 17, lid 4).

Ten minste 55 % van de begrotingsmiddelen die worden toegewezen aan projecten die door middel van subsidies voor het uitvoeren van acties in het kader van het subprogramma Milieu worden gesteund, zijn bestemd voor projecten ter ondersteuning van natuur- en biodiversiteitsbehoud (artikel 9, lid 3).

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1293/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 inzake de vaststelling van een programma voor het milieu en klimaatactie (LIFE) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 614/2007 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 185).

07 02 03

Het ondersteunen van betere milieugovernance en -informatie op alle niveaus

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

55 683 358

40 000 000

51 493 000

15 524 553

38 433 395,20

2 280 152,93

Toelichting

Verordening (EU) nr. 1293/2013 heeft vier algemene doelstellingen (artikel 3) en drie prioritaire gebieden van het subprogramma Milieu (artikel 9); het derde daarvan is milieubeleid en -bestuur en informatie.

De specifieke doelstellingen van dit derde prioritaire gebied zijn vastgesteld in artikel 12.

De door LIFE gefinancierde maatregelen kunnen ten uitvoer worden gelegd via subsidies voor het uitvoeren van acties, exploitatiesubsidies, financiële instrumenten, overheidsopdrachten of andere vormen van interventie die nodig zijn (de artikelen 17, 18, 21 en 22).

Ten minste 81 % van de voor het LIFE-programma bestemde begrotingsmiddelen wordt toegewezen aan projecten die worden ondersteund met behulp van subsidies voor het uitvoeren van acties of, in voorkomend geval, met behulp van financiële instrumenten (artikel 17, lid 4).

Met dit krediet kunnen ook de kosten van technische bijstand voor de selectie van projecten en de monitoring, evaluatie en audit van projecten in het kader van het LIFE- en LIFE+-programma (met inbegrip van niet-gouvernementele organisaties die via exploitatiesubsidies worden gesteund) worden gefinancierd.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1293/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 inzake de vaststelling van een programma voor het milieu en klimaatactie (LIFE) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 614/2007 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 185).

07 02 04

Bijdrage aan multilaterale en internationale milieuovereenkomsten

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

4 000 000

4 000 000

3 600 000

3 235 347

3 050 226,29

3 050 226,29

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van verplichte en vrijwillige bijdragen aan een aantal internationale conventies, protocollen en overeenkomsten waarbij de Unie partij is, alsmede aan het voorbereidende werk met betrekking tot toekomstige internationale overeenkomsten waarbij de Unie betrokken is.

In sommige gevallen zijn de bijdragen aan latere protocollen inbegrepen in de bijdragen aan de overeenkomstige basisovereenkomst.

Rechtsgronden

De acties worden door de Commissie uitgevoerd op grond van taken die resulteren uit haar prerogatieven op institutioneel niveau krachtens het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en krachtens artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de

Besluit 77/585/EEG van de Raad van 25 juli 1977 houdende sluiting van het Verdrag inzake de bescherming van de Middellandse Zee tegen verontreiniging alsmede van het Protocol inzake de voorkoming van verontreiniging van de Middellandse Zee door storten vanuit schepen en luchtvaartuigen (PB L 240 van 19.9.1977, blz. 1).

Besluit 81/462/EEG van de Raad van 11 juni 1981 met betrekking tot de sluiting van het Verdrag betreffende grensoverschrijdende luchtverontreiniging over lange afstand (PB L 171 van 27.6.1981, blz. 11).

Besluit 82/72/EEG van de Raad van 3 december 1981 betreffende de sluiting van het Verdrag inzake het behoud van wilde dieren en planten en hun natuurlijk milieu in Europa (PB L 38 van 10.2.1982, blz. 1).

Besluit 82/461/EEG van de Raad van 24 juni 1982 betreffende de sluiting van het Verdrag inzake de bescherming van trekkende wilde diersoorten (PB L 210 van 19.7.1982, blz. 10) en daarmee samenhangende overeenkomsten.

Besluit 84/358/EEG van de Raad van 28 juni 1984 betreffende de sluiting van de Overeenkomst inzake samenwerking bij het bestrijden van verontreiniging van de Noordzee door olie en andere schadelijke stoffen (PB L 188 van 16.7.1984, blz. 7).

Besluit 86/277/EEG van de Raad van 12 juni 1986 betreffende de sluiting van het Protocol bij het Verdrag van 1979 betreffende grensoverschrijdende luchtverontreiniging over lange afstand aangaande de langlopende financiering van het programma voor samenwerking inzake de bewaking en evaluatie van het transport van luchtverontreinigende stoffen over lange afstand in Europa (PB L 181 van 4.7.1986, blz. 1).

Besluit 93/98/EEG van de Raad van 1 februari 1993 betreffende de sluiting namens de Gemeenschap van het Verdrag inzake de beheersing van de grensoverschrijdende overbrenging van gevaarlijke afvalstoffen en de verwijdering ervan (Verdrag van Bazel) (PB L 39 van 16.2.1993, blz. 1).

Besluit 93/550/EEG van de Raad van 20 oktober 1993 betreffende de sluiting van de Overeenkomst inzake samenwerking bij de bescherming van de kusten en het aquatische milieu van het Noordoost-Atlantische gebied tegen verontreiniging (PB L 267 van 28.10.1993, blz. 20).

Besluit 93/626/EEG van de Raad van 25 oktober 1993 betreffende de sluiting van het Verdrag inzake biologische diversiteit (PB L 309 van 13.12.1993, blz. 1).

Besluit 94/156/EG van de Raad van 21 februari 1994 betreffende de toetreding van de Gemeenschap tot het Verdrag ter bescherming van het mariene milieu in het Oostzeegebied 1974 (Verdrag van Helsinki) (PB L 73 van 16.3.1994, blz. 1).

Besluit 95/308/EG van de Raad van 24 juli 1995 betreffende de sluiting namens de Gemeenschap van het Verdrag inzake de bescherming en het gebruik van grensoverschrijdende waterlopen en internationale meren (PB L 186 van 5.8.1995, blz. 42).

Beschikking van de Raad van 27 juni 1997 betreffende de sluiting namens de Gemeenschap van het Verdrag inzake milieueffectrapportage in grensoverschrijdend verband (ESPOO-verdrag) (voorstel PB C 104 van 24.4.1992, blz. 5; beschikking niet bekendgemaakt).

Besluit 97/825/EG van de Raad van 24 november 1997 betreffende de sluiting namens de Gemeenschap van het Verdrag inzake samenwerking voor de bescherming en het duurzaam gebruik van de Donau (PB L 342 van 12.12.1997, blz. 18).

Besluit 98/216/EG van de Raad van 9 maart 1998 met betrekking tot de sluiting, namens de Gemeenschap, van het Verdrag van de Verenigde Naties ter bestrijding van woestijnvorming in de landen die te kampen hebben met ernstige droogte en/of woestijnvorming, in het bijzonder in Afrika (PB L 83 van 19.3.1998, blz. 1).

Besluit 98/249/EG van de Raad van 7 oktober 1997 betreffende de sluiting van het Verdrag inzake de bescherming van het mariene milieu in het noordoostelijk deel van de Atlantische Oceaan (PB L 104 van 3.4.1998, blz. 1).

Besluit 98/685/EG van de Raad van 23 maart 1998 betreffende de sluiting van het Verdrag inzake de grensoverschrijdende gevolgen van industriële ongevallen (PB L 326 van 3.12.1998, blz. 1).

Besluit 2000/706/EG van de Raad van 7 november 2000 betreffende de sluiting namens de Gemeenschap van het Verdrag inzake de bescherming van de Rijn (PB L 289 van 16.11.2000, blz. 30).

Besluit 2002/628/EG van de Raad van 25 juni 2002 inzake de sluiting namens de Europese Gemeenschap van het Protocol van Cartagena inzake bioveiligheid (PB L 201 van 31.7.2002, blz. 48).

Besluit 2005/370/EG van de Raad van 17 februari 2005 betreffende het sluiten, namens de Europese Gemeenschap, van het Verdrag betreffende toegang tot informatie, inspraak bij besluitvorming en toegang tot de rechter inzake milieuaangelegenheden (PB L 124 van 17.5.2005, blz. 1).

Besluit 2006/61/EG van de Raad van 2 december 2005 inzake de sluiting, namens de Europese Gemeenschap, van het VN-ECE-protocol betreffende registers inzake de uitstoot en overbrenging van verontreinigende stoffen (PB L 32 van 4.2.2006, blz. 54).

Besluit 2006/507/EG van de Raad van 14 oktober 2004 betreffende de sluiting namens de Europese Gemeenschap van het Verdrag van Stockholm inzake persistente organische verontreinigende stoffen (PB L 209 van 31.7.2006, blz. 1).

Besluit 2006/730/EG van de Raad van 25 september 2006 betreffende de sluiting, namens de Europese Gemeenschap, van het Verdrag van Rotterdam inzake de procedure met betrekking tot voorafgaande geïnformeerde toestemming ten aanzien van bepaalde gevaarlijke chemische stoffen en pesticiden in de internationale handel (PB L 299 van 28.10.2006, blz. 23).

Besluit 2006/871/EG van de Raad van 18 juli 2005 betreffende de sluiting namens de Europese Gemeenschap van de Overeenkomst ter instandhouding van de Afrikaanse en Euraziatische trekkende watervogels (PB L 345 van 8.12.2006, blz. 24).

Besluit 2011/731/EU van de Raad van 8 november 2011 betreffende de sluiting, namens de Europese Unie, van de Internationale Overeenkomst inzake tropisch hout van 2006 (PB L 294 van 12.11.2011, blz. 1).

Besluit 2014/283/EU van de Raad van 14 april 2014 tot sluiting namens de Europese Unie van het Protocol van Nagoya inzake toegang tot genetische hulpbronnen en de eerlijke en billijke verdeling van de baten die voortvloeien uit het gebruik ervan bij het Verdrag inzake biodiversiteit (PB L 150 van 20.5.2014, blz. 231).

Besluit (EU) 2015/451 van de Raad van 6 maart 2015 betreffende de toetreding van de Europese Unie tot de Overeenkomst inzake de internationale handel in bedreigde in het wild levende dier- en plantensoorten (Cites) (PB L 75 van 19.3.2015, blz. 1).

Referentiebesluiten

Voorstel voor een besluit van de Raad betreffende de ondertekening namens de Europese Unie van de Minamata-conventie inzake kwik (COM(2013) 325 final), door de Commissie ingediend op 31 mei 2013.

07 02 05

Europees Agentschap voor chemische stoffen — Activiteiten op het vlak van wetgeving inzake de in- en uitvoer van gevaarlijke chemische stoffen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 039 880

1 039 880

1 130 235

1 130 235

1 297 224,44

1 297 224,44

Toelichting

Oude post 07 02 05 02

Dit krediet dient ter dekking van de personeelsuitgaven, administratieve uitgaven en beleidsuitgaven van het Agentschap voor de activiteiten die verband houden met de uitvoering van wetgeving inzake de in- en uitvoer van gevaarlijke chemische stoffen.

Het Agentschap moet het Europees Parlement en de Raad in kennis stellen van elke overdracht van kredieten tussen administratieve en beleidsuitgaven.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de in artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de EVA-staten, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” bij dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

De personeelsformatie van het Europees Agentschap voor chemische stoffen is opgenomen in de bijlage „Personeel” bij deze afdeling.

De bijdrage van de Unie bedraagt voor 2016 in totaal 1 151 000 EUR. Een bedrag van 111 120 EUR afkomstig van de terugvordering van overschotten uit 2014 is toegevoegd aan het in de begroting opgevoerde bedrag van 1 039 880 EUR.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 649/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 4 juli 2012 betreffende de in- en uitvoer van gevaarlijke chemische stoffen (PB L 201 van 27.7.2012, blz. 60).

07 02 06

Europees Milieuagentschap

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

35 556 854

35 556 854

34 886 366

34 886 366

41 774 676,47

41 774 676,47

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de personeelsuitgaven, de administratieve uitgaven en de beleidsuitgaven van het Agentschap.

Het Agentschap heeft als taak de Unie en de lidstaten objectieve, betrouwbare en op Unieniveau vergelijkbare informatie over het milieu te verschaffen zodat de Unie en de lidstaten in staat zijn de maatregelen te nemen die noodzakelijk zijn om het milieu te beschermen, de resultaten van die maatregelen te evalueren en de bevolking voor te lichten.

Het Agentschap moet het Europees Parlement en de Raad in kennis stellen van elke overschrijving van kredieten tussen administratieve en beleidsuitgaven.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan programma's van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van de Zwitserse Bondsstaat voor deelname aan programma's van de Unie en die zijn geboekt op post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

De bedragen die overeenkomstig artikel 16 van Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie worden terugbetaald, worden beschouwd als bestemmingsontvangsten (artikel 21, lid 3, onder c), van het Financieel Reglement), die moeten worden geboekt bij post 6 6 0 0 van de algemene staat van ontvangsten.

De personeelsformatie van het Europees Milieuagentschap is opgenomen in de bijlage „Personeel” bij deze afdeling.

De bijdrage van de Unie bedraagt voor 2016 in totaal 36 309 240 EUR. Een bedrag van 752 386 EUR, afkomstig van de terugvordering van overschotten uit 2014, is toegevoegd aan het in de begroting opgevoerde bedrag van 35 556 854 EUR.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 401/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 inzake de oprichting van het Europees Milieuagentschap en het Europees milieuobservatie- en -informatienetwerk (PB L 126 van 21.5.2009, blz. 13).

07 02 51

Voltooiing van eerdere milieuprogramma’s

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

153 000 000

197 195 952

2 397 540,70

220 990 593,—

Toelichting

Dit krediet is bestemd ter dekking van betalingen met betrekking tot nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren die voortvloeien uit de algemene doelstellingen van de vorige LIFE-programma’s en uit andere programma's en algemene acties op grond van het communautaire milieuactieprogramma.

Rechtsgronden

De acties worden door de Commissie uitgevoerd op grond van taken die resulteren uit haar prerogatieven op institutioneel niveau krachtens het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en krachtens artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

Richtlijn 79/409/EEG van de Raad van 2 april 1979 inzake het behoud van de vogelstand (PB L 103 van 25.4.1979, blz. 1).

Richtlijn 92/43/EEG van de Raad van 21 mei 1992 inzake de instandhouding van de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna (PB L 206 van 22.7.1992, blz. 7).

Verordening (EG) nr. 1655/2000 van het Europees Parlement en de Raad van 17 juli 2000 betreffende het financieringsinstrument voor het milieu (LIFE) (PB L 192 van 28.7.2000, blz. 1).

Besluit nr. 1600/2002/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 juli 2002 tot vaststelling van het zesde milieuactieprogramma van de Europese Gemeenschap (PB L 242 van 10.9.2002, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 2152/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 17 november 2003 inzake de bewaking van bossen en milieu-interacties in de Gemeenschap (Forest Focus) (PB L 324 van 11.12.2003, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 614/2007 van het Europees Parlement en de Raad van 23 mei 2007 betreffende het financieringsinstrument voor het milieu (LIFE+) (PB L 149 van 9.6.2007, blz. 1).

07 02 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

07 02 77 02

Voorbereidende actie — Milieumonitoring van het Zwarte Zeebekken en een gemeenschappelijk Europees kaderprogramma voor de ontwikkeling van de Zwarte Zeeregio

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

90 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

07 02 77 03

Voorbereidende actie — Strategische milieueffectbeoordeling van de ontwikkeling van het Europese Noordpoolgebied

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

335 789

0,—

698 852,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

07 02 77 04

Voorbereidende actie — Toekomstige rechtsgrond betreffende geharmoniseerde informatie van de Unie over bossen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

195 000

p.m.

175 000

0,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

07 02 77 05

Proefproject — Preventieve acties voor het tegengaan van verwoestijning in Europa

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

07 02 77 06

Voorbereidende actie — Klimaat van het Karpatische bassin

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

941 265,40

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

07 02 77 08

Proefproject — Economische verliezen als gevolg van grote hoeveelheden „niet-betaald water” (NRW — non-revenue water) in steden

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

07 02 77 09

Proefproject — Certificering van koolstofarme landbouwpraktijken

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

07 02 77 10

Proefproject — Complex onderzoek naar methoden om de verspreiding van ambrosia en pollenallergie tegen te gaan

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

150 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

07 02 77 12

Proefproject — Literatuuronderzoek naar de mogelijke gevolgen van de klimaatverandering voor beschermde drinkwatergebieden in de Unie en prioriteitsstelling met betrekking tot de verschillende typen van drinkwatervoorziening

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

07 02 77 13

Voorbereidende actie — BEST-regeling (vrijwillige regeling voor diensten op het gebied van biodiversiteit en ecosystemen in landen en gebieden overzee en de ultraperifere regio’s van de Unie)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

600 000

p.m.

800 000

0,—

1 122 693,01

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

07 02 77 14

Proefproject — Recyclagecyclus van plastic en impact op het mariene milieu

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

07 02 77 15

Voorbereidende actie — Ontwikkeling van preventieve acties voor het tegengaan van verwoestijning in Europa

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

600 000

0,—

379 572,29

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

07 02 77 16

Proefproject — Atmosferische neerslag — Bescherming en efficiënt gebruik van zoet water

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

820 000

0,—

543 610,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

07 02 77 19

Proefproject — Terugwinning van zwerfafval op zee

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

400 000

0,—

284 902,50

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

07 02 77 20

Proefproject — Beschikbaarheid, gebruik en duurzaamheid van water voor de productie van nucleaire en fossiele energie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

437 500,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

07 02 77 21

Proefproject — Nieuwe kennis voor een geïntegreerd beheer van menselijke activiteiten op zee

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

600 000

0,—

123 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

07 02 77 22

Proefproject — Bescherming van de biodiversiteit door middel van een op resultaten gebaseerde vergoeding van ecologische verwezenlijkingen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

200 000

p.m.

600 000

500 000,—

145 648,20

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

07 02 77 23

Proefproject — Transversale communicatie over Uniebeleid met betrekking tot het milieu: proefproject om het tekort aan milieubewustzijn onder burgers van de Unie aan te pakken door middel van audiovisuele instrumenten (films)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

750 000

0,—

750 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

07 02 77 24

Proefproject — Efficiënt beheer van grondstoffen in de praktijk — Een gesloten mineralencyclus

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

400 000

0,—

271 077,90

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

07 02 77 26

Proefproject — Oprichting van een Oost-Europees regionaal centrum voor geavanceerde recycling van elektrisch en elektronisch afval

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

215 000

p.m.

225 000

700 567,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

07 02 77 27

Proefproject — Hulpbronnenefficiënt gebruik van gemengd afval

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

335 000

p.m.

150 000

476 890,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

07 02 77 28

Proefproject — Het vinden van een evenwicht tussen het recht van de staat om de legitieme doelstellingen te bepalen van het overheidsbeleid, het recht van investeerders op bescherming van hun investeringen en de rechten van de burgers op het gebied van milieu en volksgezondheid in het kader van het trans-Atlantisch partnerschap voor handel en investeringen (TTIP)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

200 000

120 000

400 000

200 000

   

Toelichting

Dit is het tweede jaar van dit proefproject dat zich ten doel stelt de publieke dialoog over milieubescherming in het kader van het TTIP te stimuleren. Aan deze dialoog moet worden deelgenomen door alle belanghebbenden, waaronder regeringsvertegenwoordigers, milieudeskundigen en maatschappelijke organisaties. Daarbij moet het uitgangspunt centraal staan dat de staat bevoegd is om regels vast te stellen voor het verwezenlijken van legitieme openbare beleidsdoelstellingen. De dialoog moet een bijdrage leveren aan het formuleren van een gemeenschappelijke benadering van deze beleidsdoelstellingen in het licht van de bestaande en toekomstige investeringsbeschermingsregelingen. Een dergelijke dialoog is onmisbaar om ervoor te zorgen dat de bevolking inziet dat regulering door de overheid op deze gebieden noodzakelijk is en dat ervoor gezorgd moet worden dat alle belanghebbenden eerlijk worden behandeld en erop kunnen vertrouwen dat de wetgeving die wordt vastgesteld voorspelbare rechtsgevolgen heeft en evenredig is. Een deel van het krediet moet besteed worden aan objectieve SWOT-analyses van het TTIP, op basis waarvan het inzicht van de burgers in de werkelijke voor- en nadelen kan worden verbeterd.

Het recht (en de plicht) van lidstaten en/of de Unie om regels vast te stellen en ten uitvoer te leggen om openbare beleidsdoelstellingen te verwezenlijken op gebieden als sociale zekerheid, het milieu, nationale veiligheid, volksgezondheid, openbare veiligheid en bevordering en bescherming van de culturele diversiteit vormt een cruciaal onderdeel van het sociale contract tussen de burgers en elke democratische regering.

De uitoefening van dit fundamentele recht mag echter geen miskenning of schending van de nationale en internationale verplichtingen van de lidstaten en/of de Unie jegens buitenlandse investeerders inhouden, die met redelijke verwachtingen, bijvoorbeeld de verwachting niet gediscrimineerd te worden en eerlijk behandeld te worden, op de interne markt van de Unie activiteiten zijn gaan ontplooien.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

07 02 77 29

Proefproject — Capaciteitsopbouw, programmatische ontwikkeling en communicatie op het gebied van milieubelastingen en budgettaire hervorming

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

300 000

1 000 000

500 000

   

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Dit proefproject is bedoeld om bij te dragen tot de verdere ontwikkeling van marktconforme instrumenten op het gebied van het milieubeleid, door maatschappelijke organisaties beter in staat te stellen deel te nemen aan de totstandbrenging van het beleid van de Unie op het gebied van groene overheidsopdrachten, vermindering van schadelijke subsidies en milieubelastingen. Momenteel is er op Unieniveau onvoldoende capaciteit op deze terreinen en zijn de hervormingsinspanningen in de lidstaten en op het niveau van de Unie slecht gecoördineerd. Als deskundigen uit het maatschappelijk middenveld nauwer bij het ontwerp en de tenuitvoerlegging van het beleid op het gebied van overheidsopdrachten, vermindering van schadelijke subsidies en milieubelastingen worden betrokken, komt dit de ontwikkeling van het beleid op deze terreinen in de lidstaten ten goede. Netwerken tussen het maatschappelijk middenveld en de overheidsinstanties die in groene overheidsopdrachten, vermindering van schadelijke subsidies en milieubelastingen geïnteresseerd zijn, kan de ontwikkeling van de capaciteit van het maatschappelijk middenveld van de Unie worden bevorderd, terwijl de ervaringen in de lidstaten kunnen worden benut, door de uitwisseling van beste praktijken en door de deelname aan het besluitvormingsproces van de Unie te vergroten.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

07 02 77 30

Proefproject — Stimuleren van de groene circulaire economie in Europa door middel van capaciteitsopbouw, netwerken en de uitwisseling van innovatieve oplossingen - overbruggen van de groene innovatiekloof

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 000 000

500 000

       

Toelichting

Het verwezenlijken van een circulaire economie is de kern van de agenda voor hulpbronnenefficiëntie, vastgesteld in het kader van de Europa 2020-strategie voor slimme, duurzame en inclusieve groei. De belangrijkste uitgangspunten over meer doen met minder worden uitgewerkt in het milieu-actieprogramma van de Unie voor 2020. Hulpbronnenefficiëntie en duurzaamheid zijn van cruciaal belang voor het verwezenlijken van de doelen van de Europa 2020-strategie, en om het concurrentievermogen te verbeteren en de energieveiligheid te waarborgen. Het voorgestelde proefproject is van grensoverschrijdende, transnationale aard en heeft betrekking op alle lidstaten. Het is volledig in overeenstemming met de mededeling van de Commissie getiteld „Naar een circulaire economie: Een afvalvrij programma voor Europa” (COM(2014) 398 final), alsmede met de resolutie van het Europees Parlement van 9 juli 2015 over Hulpbronnenefficiëntie: de overgang naar een circulaire economie (2014/2208(INI)).

Dit proefproject heeft de volgende hoofddoelstellingen:

 

het vaststellen, analyseren en stimuleren van beste innoverende praktijken en bestaande netwerken voor groene oplossingen, om de kennisoverdracht en uitwisseling van innovaties in de circulaire economie te ondersteunen;

 

het ontwikkelen van capaciteit, innoverend potentieel en het bieden van grondige analysen om onderzoekers, industrie, gemeenschappen en individuele personen de mogelijkheid te geven gebruik te maken van nieuwe en innoverende mogelijkheden in de groene circulaire economie, om zo de huidige en toekomstige maatschappelijke uitdagingen aan te kunnen gaan.

Dit project zal twee jaar duren en zal op de volgende kernactiviteiten gericht zijn:

 

het analyseren van alle bestaande innoverende praktijken en bestaande netwerken voor groene oplossingen, en het opzetten van een netwerk van de Europese groene circulaire economie, dat alle bestaande netwerken omvat om de kennisoverdracht te stimuleren en de uitwisseling van beste praktijken en innovaties mogelijk te maken, alsmede circulaire economische modellen. Het netwerk kan ook een platform bieden voor gezamenlijke probleemoplossing en maakt directe toegang mogelijk tot belangrijke hulpbronnen, zoals onderzoek, analytische tools, financiering en technische expertise. Het kan dienst doen als faciliteit voor e-learning voor de ontwikkeling van capaciteit in de circulaire economie;

 

capaciteitsopbouw, ontwikkeling van innoverend potentieel en bewustmaking, met als doel een gezamenlijke aanpak van uitdagingen, kansen en beste innovatiepraktijken, de organisatie van minstens twee fora per jaar inzake de groene circulaire economie, alsmede een startconferentie en een afsluitende conferentie in Brussel. Opgezet rond een aantal trainingsmodules, zullen de fora de deelnemers aanmoedigen om actief na te denken over manieren om innoverende oplossingen voor het overschakelen op de circulaire economie aan te passen aan hun eigen land. Ze zullen gericht zijn op duurzame consumptie en een productie die efficiënter en winstgevender is, met minder gebruik van ruwe grondstoffen, minder vervuiling en afval, waarbij beter wordt ingespeeld op de behoeften van consumenten, met minder energie- en waterverbruik en minder afval; een beter gebruik van hulpbronnen en een lagere afvalproductie, oplossingen op basis van de circulaire economie en groene normen, alsmede investeringen binnen de circulaire economie in innovatie en onderzoek, fiscale beleidsinstrumenten;

 

het uitvoeren van een studie voor grondige analyse en beleidsopties voor specifieke sectoren, zoals stadsplanning, duurzame bouwwijzen, afval- en waterbeheer, handel, de voedingssector, fiscaal beleid, enz. en de vaststelling van case studies die gedetailleerde informatie opleveren over innovatieve praktijken en benaderingen voor de bevordering van de groene circulaire economie in de regio's. Er moeten acties worden voorgesteld zoals overheidsinvesteringen op belangrijke terreinen, marktgebaseerde instrumenten en regelgevende kaders voor de lidstaten.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

07 02 77 31

Proefproject — Beperking van besmettelijke ziekten om het verlies van biodiversiteit in Europa tegen te gaan, als vereist door de habitatrichtlijn

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

900 000

450 000

       

Toelichting

Verlies van biodiversiteit is een grote maatschappelijke uitdaging. Om de Europese biodiversiteit te behouden heeft de Unie Richtlijn 92/43/EEG van de Raad van 21 mei 1992 inzake de instandhouding van de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna (PB L 206 van 22.7.1992, blz. 7) („habitatrichtlijn”) vastgesteld, de hoeksteen van het Europese beleid inzake natuurbehoud. In bijlage IV van deze richtlijn staan 27 van 34 salamandersoorten opgesomd, die de lidstaten verplicht moeten beschermen tegen factoren die hun voortbestaan bedreigen. Zeer recentelijk is een nieuwe ziekteverwekkende schimmel, Batrachochytrium salamandrivorans, in Europa opgekomen die momenteel een grootschalige teruggang veroorzaakt van salamanderpopulaties in drie Europese lidstaten, waardoor het voortbestaan van de meeste Europese salamandersoorten in gevaar is. Dit proefproject ondersteunt lidstaten bij het voldoen aan hun verplichtingen uit hoofde van de habitatrichtlijn. Het programma Horizon 2020 biedt geen mogelijkheden om dergelijke onmiddellijke actie te ondernemen.

Het proefproject dient voor het opzetten van duurzame beperkende maatregelen voor het tegengaan van de gevolgen van de epidemie veroorzaakt door de schimmel Batrachochytrium salamandrivorans, zowel op korte als lange termijn, door middel van samenwerking tussen de relevantste lidstaten van de EU (op basis van het huidige voorkomen van de schimmel en de grootste diversiteit aan salamandersoorten, waaronder, maar niet uitsluitend, België, Nederland, Duitsland, het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk, Spanje, Portugal, Italië en Griekenland).

Op korte termijn (de eerste twee jaar) brengt het project de huidige distributie van de schimmel in bedreigde salamanderpopulaties in Europa in kaart. Daarnaast worden in het kader van het project, om de verspreiding van de schimmel tegen te gaan, verschillende methoden onderzocht (bescherming door barrières op te werpen, verwateringseffect door de tijdelijke verwijdering van een deel van de populatie tijdens een uitbraak) in en ex situ, waarbij door meerdere lidstaten wordt samengewerkt. Op lange termijn (drie jaar) worden „proof of concepts” ontwikkeld voor inenting (grotere weerstand van de amfibieën tegen de schimmel), alsmede strategieën voor „bioaugmentation” (omstandigheden in het milieu bevorderen die het overleven van de schimmel en de effecten op amfibieën beperken (bv. Schmeller et al. 2014)).

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

07 02 77 32

Proefproject — Protocollen voor de opzet van programma's voor de beoordeling van groene infrastructuur in de Unie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

600 000

300 000

       

Toelichting

Diverse nationale en regionale initiatieven zijn gericht op het bevorderen van groene infrastructuur (GI) in het licht van de „strategie voor groene infrastructuur (mei 2013)” van de Unie en bij wijze van erkenning van de rol die GI vervult bij de tenuitvoerlegging van de EU-biodiversiteitsstrategie voor 2020, in het kader waarvan ten minste 15 % van de aangetaste ecosystemen moet worden hersteld. Een van de meest doeltreffende manieren om stedelijke GI aan te leggen is door middel van stedelijke planning, maar planners hebben behoefte aan op bewijs gebaseerde beoordelingsinstrumenten en optimale werkwijzen op het gebied van GI om hun besluitvorming te ondersteunen. In het kader van dit proef project worden protocollen ontwikkeld voor de opzet van regio-/stadsspecifieke programma's voor de beoordeling van GI, ter ondersteuning van de beperking van de klimaatverandering in steden.

Het doel van het project is derhalve het ontwikkelen van protocollen ter bevordering van de aanleg en het beheer van groene infrastructuur. Een tweede doel is het onderzoeken van het katalysatoreffect dat GI kan hebben bij de verbetering van de weerbaarheid van steden in diverse contexten (binnen gemeenschappen en organisaties) tegen verschillende stedelijke sociaaleconomische, klimatologische en culturele achtergronden.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

07 02 77 33

Proefproject — Vermindering van de impact van windturbines op vleermuis- en vogelpopulaties en hun migratieroutes

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 000 000

500 000

       

Toelichting

Het doel van het project is bestaande gegevens te verzamelen en indien nodig nader onderzoek te verrichten naar de gevolgen van windturbines voor het milieu, en met name de impact daarvan op vleermuis- en vogelpopulaties en hun migratieroutes. Op basis van de verzamelde gegevens zullen er richtsnoeren worden opgesteld voor grootschalige tenuitvoerlegging, die mogelijk ook als basis kunnen dienen voor wetgevingsvoorstellen, teneinde de vastgestelde impact te verminderen of eventueel zelfs teniet te doen.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

07 02 77 34

Proefproject — Inventariseren van soorten en habitats in de ultraperifere regio's van Frankrijk

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 000 000

500 000

       

Toelichting

De Commissie voor de coördinatie van informatie over het milieu (Corine), opgericht door de Commissie in 1991, had als belangrijkste doelstellingen de identificatie en bescherming van biotopen, de bestrijding van luchtvervuiling, het in kaart brengen van de diverse bodemgebruikspatronen en het behoud van natuurgebieden. Het door Corine opgestelde gegevensbestand is inmiddels vervangen door dat van het natuurinformatiesysteem van de Europese Unie (EUNIS). Dit EU-gegevensbestand omvat een inventaris van de topologie van de Europese habitats (natuurlijk, semi-natuurlijk of kunstmatig, op land of in het water) en dient als uitgangspunt voor het Europees wetgevingskader voor de natuur (Natura 2000-wetgeving).

De soorten en habitats in de ultraperifere regio's van Frankrijk (Martinique, Guadeloupe, Guyana, La Réunion en Mayotte) zijn echter nooit in deze gegevensbestanden opgenomen, hoewel deze regio's stuk voor stuk over heel specifieke biologische en ecologische kenmerken en een bijzonder groot aantal endemische soorten beschikken.

Dit proefproject heeft tot doel een register op te stellen, met behulp van dezelfde instrumenten als de programma's Corine Biotope en EUNIS, van de soorten en habitats in de genoemde regio's — heuse hotspots van de wereldwijde biodiversiteit — en van de kwetsbare zones in deze regio's. De oprichting van dit nieuwe gemeenschappelijke gegevensbestand is noodzakelijk om leemten op te vullen en gepaste maatregelen te nemen voor het behoud van de biotoop van deze regio's, zoals ook is gebeurd voor de andere Unieregio's.

De haalbaarheid en het nut van dit initiatief is al gebleken voor de andere regio's van de Unie, en dit proefproject is dan ook een eerste stap in de richting van de goedkeuring van wetgeving ter bescherming van de biodiversiteit in de ultraperifere regio's van Frankrijk. Het project zal gebruikmaken van de mogelijke synergieën met de activiteiten van de voorbereidende actie BEST.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

TITEL 08

ONDERZOEK EN INNOVATIE

Algemene samenvatting van de kredieten (2016 en 2015) en van de uitvoering (2014)

 

Titel

Hoofdstuk

Rubriek

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

08 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN OP HET BELEIDSTERREIN „ONDERZOEK EN INNOVATIE”

326 792 757

326 792 757

326 458 360

326 458 360

290 131 869,89

290 131 869,89

08 02

HORIZON 2020 — ONDERZOEK

5 336 470 831

4 927 342 012

5 304 034 511

4 926 435 655

5 732 596 728,81

3 941 424 490,54

08 03

EURATOM-PROGRAMMA — ACTIES ONDER CONTRACT

191 374 718

148 815 738

176 801 600

218 007 294

196 157 472,56

203 961 114,94

08 05

ONDERZOEKSPROGRAMMA VAN HET FONDS VOOR ONDERZOEK INZAKE KOLEN EN STAAL

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

50 551 512,—

48 954 224,61

 

Titel 08 — Totaal

5 854 638 306

5 402 950 507

5 807 294 471

5 470 901 309

6 269 437 583,26

4 484 471 699,98

Toelichting

Deze toelichting is van toepassing op alle begrotingsonderdelen van deze titel.

De onder deze titel vallende onderzoeks- en innovatieactiviteiten zullen bijdragen tot drie grote onderzoeksprogramma’s: Horizon 2020, Euratom en het programma voor het ITER-project. Onder deze titel valt ook het Onderzoeksprogramma van het Fonds voor onderzoek inzake kolen en staal.

De programma's zijn gericht op de verwezenlijking van de in artikel 179 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie genoemde doelstellingen, teneinde bij te dragen tot de totstandkoming van een kennismaatschappij, gebaseerd op de Europese Onderzoeksruimte, d.w.z. door het ondersteunen van transnationale samenwerking op alle niveaus in de gehele Unie, door de dynamiek, de creativiteit en de uitmuntendheid van het Europese onderzoek in staat te stellen de grenzen van de kennis te verleggen, door meer personele middelen voor onderzoek en technologische ontwikkeling in Europa ter beschikking te stellen, en ook de kwaliteit daarvan te verbeteren, en door de capaciteiten voor onderzoek en innovatie in heel Europa te versterken en ervoor te zorgen dat die optimaal worden gebruikt.

Voorts wordt in het bijzonder rekening gehouden met de noodzaak van het opvoeren van de inspanningen ter versterking van de participatie en de rol van vrouwen in wetenschap en onderzoek.

Onder deze artikelen en posten vallen ook de uitgaven voor vergaderingen, conferenties, workshops en seminars van hoog wetenschappelijk of technologisch niveau en van Europees belang die door de Commissie worden georganiseerd, de financiering van analysen en evaluaties van hoog wetenschappelijk of technologisch niveau die voor de Unie worden uitgevoerd om nieuwe onderzoeksgebieden te verkennen die in aanmerking komen voor actie door de Unie, onder meer in het kader van de Europese onderzoeksruimte, alsmede acties in verband met de follow-up en de verspreiding van resultaten van de programma's, waaronder die van acties die onder de eerdere kaderprogramma's zijn uitgevoerd.

Deze kredieten dienen tevens ter dekking van de administratieve uitgaven, waaronder de uitgaven voor statutair en ander personeel, de uitgaven voor voorlichting en publicaties, administratieve en technische werkzaamheden en bepaalde andere uitgaven voor interne infrastructuur die betrekking hebben op de verwezenlijking van de doelstelling van de actie waarvoor zij worden gedaan, inclusief de acties en initiatieven die nodig zijn om de strategie van de Unie inzake onderzoek, technologische ontwikkeling, en demonstratie (OTO) uit te werken en te bewaken.

Ontvangsten die voortvloeien uit samenwerkingsovereenkomsten tussen de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en Zwitserland of de multilaterale European Fusion Development Agreement (EFDA) die zijn geboekt onder de posten 6 0 1 1 en 6 0 1 2 van de staat van ontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten in overeenstemming met artikel 21 van het Financieel Reglement.

Bij enkele van deze projecten is voorzien in deelname van derde landen of instellingen uit derde landen aan Europese samenwerking op het gebied van wetenschappelijk en technisch onderzoek. Eventuele financiële bijdragen die zijn geboekt onder de posten 6 0 1 3 en 6 0 1 5 van de staat van ontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten in overeenstemming met artikel 21 van het Financieel Reglement.

Ontvangsten van landen die betrokken zijn bij de Europese samenwerking op het gebied van wetenschappelijk en technisch onderzoek worden geboekt onder post 6 0 1 6 van de staat van ontvangsten en kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten in overeenstemming met artikel 21 van het Financieel Reglement.

Ontvangsten uit de bijdragen van externe instanties voor deelname aan activiteiten van de Unie die zijn geboekt onder post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement.

Extra kredieten zullen onder de posten 08 02 50 01, 08 03 50 01 en 08 04 50 01 worden opgevoerd.

De administratieve kredieten van deze titel zullen onder artikel 08 01 05 worden opgevoerd.

HOOFDSTUK 08 01 —   ADMINISTRATIEVE UITGAVEN OP HET BELEIDSTERREIN „ONDERZOEK EN INNOVATIE”

De artikelen 1, 2, 3 en 5 zijn in detail weergegeven in hoofdstuk XX 01

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

% 2014-2016

08 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN OP HET BELEIDSTERREIN „ONDERZOEK EN INNOVATIE”

08 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen op het beleidsterrein „Onderzoek en innovatie”

5,2

8 644 598

8 559 194

8 730 914,24

101,00

08 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven op het beleidsterrein „Onderzoek en innovatie”

08 01 02 01

Extern personeel

5,2

282 168

279 619

253 101,51

89,70

08 01 02 11

Overige beheersuitgaven

5,2

369 192

382 840

383 826,—

103,96

 

Artikel 08 01 02 — Subtotaal

 

651 360

662 459

636 927,51

97,78

08 01 03

Uitgaven in verband met uitrusting en diensten voor informatie- en communicatietechnologie op het beleidsterrein „Onderzoek en innovatie”

5,2

551 707

543 389

630 665,53

114,31

08 01 05

Ondersteunende uitgaven voor onderzoeks- en innovatieprogramma's op het beleidsterrein „Onderzoek en innovatie”

08 01 05 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen die belast zijn met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma's — Horizon 2020

1,1

96 541 173

104 430 000

104 077 587,—

107,81

08 01 05 02

Extern personeel dat belast is met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma's — Horizon 2020

1,1

27 238 539

27 432 315

26 908 862,—

98,79

08 01 05 03

Overige beheersuitgaven voor onderzoeks- en innovatieprogramma's — Horizon 2020

1,1

49 036 366

51 172 413

30 021 132,86

61,22

08 01 05 11

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen die belast zijn met de onderzoeks- en innovatieprogramma's — Euratom-programma

1,1

9 448 832

9 645 000

9 166 613,—

97,01

08 01 05 12

Extern personeel dat belast is met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma's — Euratom-programma

1,1

727 200

720 000

928 140,—

127,63

08 01 05 13

Overige beheersuitgaven voor de onderzoeks- en innovatieprogramma's — Euratom-programma

1,1

3 272 850

3 117 000

5 612 393,34

171,48

 

Artikel 08 01 05 — Subtotaal

 

186 264 960

196 516 728

176 714 728,20

94,87

08 01 06

Uitvoerende agentschappen

08 01 06 01

Uitvoerend Agentschap Europese Onderzoeksraad — Bijdrage van Horizon 2020

1,1

40 981 475

37 572 770

36 246 000,—

88,44

08 01 06 02

Uitvoerend Agentschap onderzoek — Bijdrage van Horizon 2020

1,1

59 972 046

57 578 641

51 395 032,41

85,70

08 01 06 03

Uitvoerend Agentschap voor kleine en middelgrote ondernemingen — Bijdrage van Horizon 2020.

1,1

24 877 409

21 056 283

13 930 000,—

55,99

08 01 06 04

Uitvoerend Agentschap innovatie en netwerken — Bijdrage van Horizon 2020

1,1

4 849 202

3 968 896

1 847 602,—

38,10

 

Artikel 08 01 06 — Subtotaal

 

130 680 132

120 176 590

103 418 634,41

79,14

 

Hoofdstuk 08 01 — Totaal

 

326 792 757

326 458 360

290 131 869,89

88,78

08 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen op het beleidsterrein „Onderzoek en innovatie”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

8 644 598

8 559 194

8 730 914,24

08 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven op het beleidsterrein „Onderzoek en innovatie”

08 01 02 01

Extern personeel

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

282 168

279 619

253 101,51

08 01 02 11

Overige beheersuitgaven

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

369 192

382 840

383 826,—

08 01 03

Uitgaven in verband met uitrusting en diensten voor informatie- en communicatietechnologie op het beleidsterrein „Onderzoek en innovatie”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

551 707

543 389

630 665,53

08 01 05

Ondersteunende uitgaven voor onderzoeks- en innovatieprogramma's op het beleidsterrein „Onderzoek en innovatie”

08 01 05 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen die belast zijn met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma's — Horizon 2020

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

96 541 173

104 430 000

104 077 587,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen die belast zijn met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma's — Horizon 2020, op posten die deel uitmaken van de goedgekeurde personeelsformaties die betrokken zijn bij werkzaamheden onder contract in het kader van de niet-nucleaire programma's, met inbegrip van ambtenaren en tijdelijke functionarissen die zijn gedetacheerd naar delegaties van de Unie.

Bij de onder dit begrotingsonderdeel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan programma's van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Zie hoofdstuk 08 02.

08 01 05 02

Extern personeel dat belast is met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma's — Horizon 2020

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

27 238 539

27 432 315

26 908 862,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor extern personeel dat belast is met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020 in de vorm van werkzaamheden onder contract in het kader van de niet-nucleaire programma’s, met inbegrip van extern personeel dat naar delegaties van de Unie is gedetacheerd.

Bij de onder dit begrotingsonderdeel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan programma's van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Zie hoofdstuk 08 02.

08 01 05 03

Overige beheersuitgaven voor onderzoeks- en innovatieprogramma's — Horizon 2020

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

49 036 366

51 172 413

30 021 132,86

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van overige administratieve uitgaven voor het volledige beheer van onderzoeks- en innovatieprogramma's — Horizon 2020 in de vorm van werkzaamheden onder contract in het kader van de niet-nucleaire programma’s, met inbegrip van andere administratieve uitgaven door personeel dat naar delegaties van de Unie is gedetacheerd.

Dit krediet dient eveneens ter dekking van de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de doelstelling van het programma of de maatregelen die onder deze post vallen, en van alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand, waarbij geen sprake is van overheidstaken, die door de Commissie is uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc.

Het dient tevens ter dekking van uitgaven voor technische en administratieve bijstand in verband met de beschrijving, de voorbereiding, het management, de monitoring, de audit en de supervisie van het programma of van projecten, zoals onder meer uitgaven voor conferenties, workshops, seminars, ontwikkeling en onderhoud van IT-systemen, dienstreizen, opleidingen en vertegenwoordigingen.

Bij de onder dit begrotingsonderdeel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan programma's van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Zie hoofdstuk 08 02.

08 01 05 11

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen die belast zijn met de onderzoeks- en innovatieprogramma's — Euratom-programma

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

9 448 832

9 645 000

9 166 613,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor ambtenaren en tijdelijke functionarissen die belast zijn met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma's — Euratom-programma, op posten die deel uitmaken van de goedgekeurde personeelsformaties die betrokken zijn bij werkzaamheden onder contract in het kader van de niet-nucleaire programma’s, met inbegrip van het personeel dat naar delegaties van de Unie is gedetacheerd.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan programma's van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Zie hoofdstuk 08 03.

08 01 05 12

Extern personeel dat belast is met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma's — Euratom-programma

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

727 200

720 000

928 140,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor extern personeel dat belast is met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Euratom-programma in de vorm van werkzaamheden onder contract in het kader van de nucleaire programma’s, met inbegrip van extern personeel dat naar delegaties van de Unie is gedetacheerd.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan programma's van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Zie hoofdstuk 08 03.

08 01 05 13

Overige beheersuitgaven voor de onderzoeks- en innovatieprogramma's — Euratom-programma

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

3 272 850

3 117 000

5 612 393,34

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van overige administratieve uitgaven voor het volledige beheer van onderzoeks- en innovatieprogramma's — Euratom-programma in de vorm van werkzaamheden onder contract in het kader van de nucleaire programma’s, met inbegrip van andere administratieve uitgaven door personeel dat naar delegaties van de Unie is gedetacheerd.

Dit krediet dient eveneens ter dekking van de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de doelstelling van het programma of de maatregelen die onder deze post vallen, en van alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand, waarbij geen sprake is van overheidstaken, die door de Commissie is uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc.

Het dient tevens ter dekking van uitgaven voor technische en administratieve bijstand in verband met de beschrijving, de voorbereiding, het management, de monitoring, de audit en de supervisie van het programma of van projecten, zoals uitgaven voor conferenties, workshops, seminars, ontwikkeling en onderhoud van IT-systemen, dienstreizen, opleidingen en vertegenwoordigingen.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan programma's van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Zie hoofdstuk 08 03.

08 01 06

Uitvoerende agentschappen

08 01 06 01

Uitvoerend Agentschap Europese Onderzoeksraad — Bijdrage van Horizon 2020

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

40 981 475

37 572 770

36 246 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de huishoudelijke uitgaven van het Uitvoerend Agentschap Europese Onderzoeksraad voor de opdracht die het Agentschap vervult bij het beheer van Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013).

Bij de onder dit begrotingsonderdeel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

De personeelsformatie van het Uitvoerend Agentschap is opgenomen in de bijlage „Personeel” bij deze afdeling.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 58/2003 van de Raad van 19 december 2002 tot vaststelling van het statuut van de uitvoerende agentschappen waaraan bepaalde taken voor het beheer van communautaire programma's worden gedelegeerd (PB L 11 van 16.1.2003, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1906/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot vaststelling van de regels voor de deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan acties op grond van het zevende kaderprogramma, en voor de verspreiding van onderzoeksresultaten (2007-2013) (PB L 391 van 30.12.2006, blz. 1).

Besluit nr. 1982/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 412 van 30.12.2006, blz. 1).

Beschikking 2006/972/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma „Ideeën” tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 243).

Besluit 2013/743/EU van de Raad van 3 december 2013 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van de Besluiten 2006/971/EG, 2006/972/EG, 2006/973/EG, 2006/974/EG en 2006/975/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 965).

Verordening (EU) nr. 1290/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van de regels voor de deelname aan acties en de verspreiding van resultaten in het kader van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1906/2006 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 81).

Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 104).

Referentiebesluiten

Uitvoeringsbesluit van de Commissie 2013/779/EU van 17 december 2013 tot oprichting van het Uitvoerend Agentschap Europese Onderzoeksraad en tot intrekking van Besluit 2008/37/EG (PB L 346 van 20.12.2013, blz. 58).

Besluit C(2013) 9428 van de Commissie van 20 december 2013 waarbij bevoegdheden aan het Uitvoerend Agentschap Europese Onderzoeksraad worden gedelegeerd met het oog op het verrichten van taken in verband met de tenuitvoerlegging van EU-programma's inzake grensverleggend onderzoek, met name wat betreft de besteding van de in de algemene begroting van de Unie opgenomen kredieten, als gewijzigd bij Besluit C(2014) 9437 van 12 december 2014.

08 01 06 02

Uitvoerend Agentschap onderzoek — Bijdrage van Horizon 2020

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

59 972 046

57 578 641

51 395 032,41

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de huishoudelijke uitgaven van het Uitvoerend Agentschap Europees Onderzoek voor de opdracht die het Agentschap vervult bij het beheer van Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013).

Bij de onder dit begrotingsonderdeel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

De personeelsformatie van het Uitvoerend Agentschap is opgenomen in de bijlage „Personeel” bij deze afdeling.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 58/2003 van de Raad van 19 december 2002 tot vaststelling van het statuut van de uitvoerende agentschappen waaraan bepaalde taken voor het beheer van communautaire programma's worden gedelegeerd (PB L 11 van 16.1.2003, blz. 1).

Besluit nr. 1982/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 412 van 30.12.2006, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1906/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot vaststelling van de regels voor de deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan acties op grond van het zevende kaderprogramma, en voor de verspreiding van onderzoeksresultaten (2007-2013) (PB L 391 van 30.12.2006, blz. 1).

Beschikking 2006/971/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma „Samenwerking” tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 86).

Beschikking 2006/973/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma „Mensen” tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 272).

Beschikking 2006/974/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma „Capaciteiten” tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 299).

Besluit 2013/743/EU van de Raad van 3 december 2013 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van de Besluiten 2006/971/EG, 2006/972/EG, 2006/973/EG, 2006/974/EG en 2006/975/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 965).

Verordening (EU) nr. 1290/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van de regels voor de deelname aan acties en de verspreiding van resultaten in het kader van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1906/2006 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 81).

Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 104).

Referentiebesluiten

Besluit 2008/46/EG van de Commissie van 14 december 2007 tot oprichting, ingevolge Verordening (EG) nr. 58/2003 van de Raad, van het Uitvoerend Agentschap onderzoek voor het beheer van bepaalde gebieden van de communautaire specifieke programma’s Mensen, Capaciteiten en Samenwerking inzake onderzoek (PB L 11 van 15.1.2008, blz. 9).

Uitvoeringsbesluit 2013/778/EU van de Commissie van 13 december 2013 tot oprichting van het Uitvoerend Agentschap Onderzoek en tot intrekking van Besluit 2008/46/EG.

Besluit C(2013) 9418 van de Commissie van 20 december 2013 waarbij bevoegdheden aan het Uitvoerend Agentschap Onderzoek worden gedelegeerd met het oog op het verrichten van taken in verband met de tenuitvoerlegging van EU-programma's inzake onderzoek en innovatie, met name wat betreft de besteding van de in de algemene begroting van de Unie opgenomen kredieten.

08 01 06 03

Uitvoerend Agentschap voor kleine en middelgrote ondernemingen — Bijdrage van Horizon 2020.

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

24 877 409

21 056 283

13 930 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de huishoudelijke uitgaven van het Uitvoerend Agentschap voor kleine en middelgrote ondernemingen voor de opdracht die het Agentschap vervult bij het beheer van Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013).

Bij de onder dit begrotingsonderdeel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

De personeelsformatie van het Uitvoerend Agentschap is opgenomen in de bijlage „Personeel” bij deze afdeling.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 58/2003 van de Raad van 19 december 2002 tot vaststelling van het statuut van de uitvoerende agentschappen waaraan bepaalde taken voor het beheer van communautaire programma's worden gedelegeerd (PB L 11 van 16.1.2003, blz. 1).

Beschikking nr. 1230/2003/EG van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2003 tot vaststelling van een meerjarenprogramma voor acties op energiegebied: „Intelligente energie — Europa” (2003-2006) (PB L 176 van 15.7.2003, blz. 29).

Besluit nr. 1639/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 2006 tot vaststelling van een kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie (2007-2013) (PB L 310 van 9.11.2006, blz. 15).

Besluit 2013/743/EU van de Raad van 3 december 2013 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van de Besluiten 2006/971/EG, 2006/972/EG, 2006/973/EG, 2006/974/EG en 2006/975/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 965).

Verordening (EU) nr. 1290/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van de regels voor de deelname aan acties en de verspreiding van resultaten in het kader van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1906/2006 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 81).

Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 104).

Referentiebesluiten

Besluit 2004/20/EG van de Commissie van 23 december 2003 tot oprichting van een uitvoerend agentschap, genaamd het „Uitvoerend Agentschap voor intelligente energie”, voor het beheer van de communautaire maatregelen op het gebied van energie overeenkomstig Verordening (EG) nr. 58/2003 van de Raad (PB L 5 van 9.1.2004, blz. 85).

Besluit 2007/372/EG van de Commissie tot wijziging van Besluit nr. 2004/20/EG waarbij het Uitvoerend Agentschap voor intelligente energie wordt omgevormd tot het Uitvoerend Agentschap voor concurrentievermogen en innovatie (PB L 140 van 1.6.2007, blz. 52).

Besluit C(2007) 3198 van de Commissie van 9 juli 2007 waarbij bevoegdheden aan het Uitvoerend Agentschap voor concurrentievermogen en innovatie worden gedelegeerd met het oog op het verrichten van taken in verband met de tenuitvoerlegging van het programma Intelligente energie — Europa 2003-2006, het kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie 2007-2013, het Marco Poloprogramma 2007-2013, met name wat betreft het beheer van de in de EU-begroting opgenomen kredieten.

Uitvoeringsbesluit 2013/771/EU van de Commissie van 17 december 2013 tot oprichting van het „Uitvoerend Agentschap voor kleine en middelgrote ondernemingen” en tot intrekking van de Besluiten 2004/20/EG en 2007/372/EG (PB L 341 van 18.12.2013, blz. 73).

Besluit C(2013) 9414 van de Commissie van 23 december 2013 waarbij bevoegdheden aan het Uitvoerend Agentschap voor kleine en middelgrote ondernemingen worden gedelegeerd met het oog op het verrichten van taken in verband met de tenuitvoerlegging van EU-programma's op het gebied van energie, milieu, klimaatactie, concurrentiekracht en kmo’s, onderzoek en innovatie, ict, maritiem beleid en visserij, met name wat betreft de besteding van de in de algemene begroting van de Unie opgenomen kredieten.

08 01 06 04

Uitvoerend Agentschap innovatie en netwerken — Bijdrage van Horizon 2020

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

4 849 202

3 968 896

1 847 602,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de huishoudelijke uitgaven van het Uitvoerend Agentschap innovatie en netwerken voor de opdracht die het Agentschap vervult bij het beheer van Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013).

Bij de onder dit begrotingsonderdeel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

De personeelsformatie van het Uitvoerend Agentschap is opgenomen in de bijlage „Personeel” bij deze afdeling.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 58/2003 van de Raad van 19 december 2002 tot vaststelling van het statuut van de uitvoerende agentschappen waaraan bepaalde taken voor het beheer van communautaire programma's worden gedelegeerd (PB L 11 van 16.1.2003, blz. 1).

Besluit 2013/743/EU van de Raad van 3 december 2013 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van de Besluiten 2006/971/EG, 2006/972/EG, 2006/973/EG, 2006/974/EG en 2006/975/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 965).

Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 104).

Verordening (EU) nr. 1290/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van de regels voor de deelname aan acties en de verspreiding van resultaten in het kader van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1906/2006 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 81).

Referentiebesluiten

Uitvoeringsbesluit 2013/801/EU van de Commissie van 23 december 2013 tot invoering van het Uitvoerend Agentschap innovatie en netwerken en tot intrekking van Besluit 2007/60/EG, zoals gewijzigd bij Besluit 2008/593/EG (PB L 352 van 24.12.2013, blz. 65).

Besluit C(2013) 9235 van de Commissie van 23 december 2013 waarbij bevoegdheden aan het Uitvoerend Agentschap innovatie en netwerken worden gedelegeerd met het oog op het verrichten van taken in verband met de tenuitvoerlegging van EU-programma's inzake transport, energie- en telecommunicatie-infrastructuur en inzake onderzoek en innovatie op het vlak van transport en energie, met name wat betreft de besteding van de in de algemene begroting van de Unie opgenomen kredieten.

HOOFDSTUK 08 02 —   HORIZON 2020 — ONDERZOEK

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

% Betalingen 2014-2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

08 02

HORIZON 2020 — ONDERZOEK

08 02 01

Wetenschap van topkwaliteit

08 02 01 01

Stimuleren van grensverleggend onderzoek in de Europese Onderzoeksraad

1,1

1 622 722 376

591 884 144

1 650 723 198

449 911 575

1 702 876 770,12

8 282 867,77

1,40

08 02 01 02

Stimuleren van onderzoek in toekomstige en opkomende technologieën

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

 

08 02 01 03

Versterken van Europese onderzoeksinfrastructuren, waaronder e-infrastructuren

1,1

183 905 321

83 564 914

188 149 548

73 032 317

178 680 576,—

319 132,—

0,38

 

Artikel 08 02 01 — Subtotaal

 

1 806 627 697

675 449 058

1 838 872 746

522 943 892

1 881 557 346,12

8 601 999,77

1,27

08 02 02

Industrieel leiderschap

08 02 02 01

Leiderschap in nanotechnologie, geavanceerde materialen, lasers, biotechnologie en geavanceerde fabricage- en verwerkingsprocessen

1,1

504 175 361

407 929 917

503 592 719

178 666 161

496 248 079,—

55 851 350,07

13,69

08 02 02 02

Verbeteren van de toegang tot risicokapitaal voor investeringen in onderzoek en innovatie

1,1

329 381 199

337 572 482

342 534 670

282 101 522

673 350 964,—

661 254 444,81

195,89

08 02 02 03

Stimuleren van innovatie in kleine en middelgrote ondernemingen

1,1

36 120 567

31 169 883

36 588 561

33 186 975

35 278 263,—

4 756 965,11

15,26

 

Artikel 08 02 02 — Subtotaal

 

869 677 127

776 672 282

882 715 950

493 954 658

1 204 877 306,—

721 862 759,99

92,94

08 02 03

Maatschappelijke uitdagingen

08 02 03 01

Verbeteren van gezondheid en welzijn gedurende het hele leven

1,1

524 745 272

299 890 040

540 954 714

271 316 606

554 198 409,03

41 977 597,41

14,00

08 02 03 02

Een toereikend aanbod van veilige, gezonde en kwalitatief hoogwaardige voedselproducten en andere biogebaseerde producten verzekeren

1,1

142 233 804

89 735 746

94 094 592

83 884 929

208 147 794,—

1 407 426,46

1,57

08 02 03 03

Overschakelen naar een betrouwbaar, duurzaam en concurrerend energiesysteem

1,1

335 369 074

242 548 217

313 168 348

137 003 313

307 466 237,12

2 759 304,76

1,14

08 02 03 04

Realiseren van een hulpbronefficiënt, milieuvriendelijk, veilig en naadloos geïntegreerd Europees vervoersysteem

1,1

331 555 393

174 476 315

159 469 104

288 354 444

387 411 556,—

5 122 790,02

2,94

08 02 03 05

Een hulpbronefficiënte en klimaatbestendige economie en een duurzame grondstoffenbevoorrading tot stand brengen

1,1

284 530 369

150 855 696

297 719 374

131 157 582

274 486 195,22

1 688 156,41

1,12

08 02 03 06

Inclusieve, innovatieve en reflexieve Europese samenlevingen bevorderen

1,1

112 411 389

117 834 666

114 233 382

74 273 114

113 807 987,95

18 144 618,36

15,40

 

Artikel 08 02 03 — Subtotaal

 

1 730 845 301

1 075 340 680

1 519 639 514

985 989 988

1 845 518 179,32

71 099 893,42

6,61

08 02 04

Topkwaliteit verspreiden en deelname verbreden

1,1

105 470 711

47 808 292

93 183 570

62 039 896

70 413 152,—

19 802 584,40

41,42

08 02 05

Horizontale activiteiten van Horizon 2020

1,1

109 162 522

79 820 088

47 450 000

10 136 096

33 999 996,91

913 878,11

1,14

08 02 06

Wetenschap met en voor de samenleving

1,1

53 497 266

40 461 390

54 853 984

25 322 763

51 062 663,05

3 448 223,28

8,52

08 02 07

Gemeenschappelijke ondernemingen

08 02 07 31

Gemeenschappelijke Onderneming voor de uitvoering van het gezamenlijk technologie-initiatief inzake innovatieve geneesmiddelen 2 (IMI 2) — Ondersteunende uitgaven

1,1

1 200 000

1 200 000

670 585

668 978

504 700,—

490 000,—

40,83

08 02 07 32

Gemeenschappelijke Onderneming voor de uitvoering van het gezamenlijk technologie-initiatief inzake innovatieve geneesmiddelen 2 (IMI 2)

1,1

197 787 000

68 973 824

211 379 415

57 627 199

213 519 000,—

0,—

0

08 02 07 33

Gemeenschappelijke Onderneming biogebaseerde industrieën (BBI) — Ondersteunende uitgaven

1,1

1 946 263

1 946 263

1 600 083

1 596 249

684 807,—

581 758,17

29,89

08 02 07 34

Gemeenschappelijke Onderneming biogebaseerde industrieën (BBI)

1,1

156 136 237

60 148 775

200 495 917

17 527 581

51 500 000,—

0,—

0

08 02 07 35

Gemeenschappelijke Onderneming Clean Sky 2 — Ondersteunende uitgaven

1,1

2 625 785

2 625 785

1 864 218

1 859 751

1 262 093,—

1 262 093,—

48,07

08 02 07 36

Gemeenschappelijke Onderneming Clean Sky 2

1,1

194 773 655

177 301 922

339 977 529

94 370 545

103 000 000,—

25 000 000,—

14,10

08 02 07 37

Gemeenschappelijke Onderneming brandstofcellen en waterstof 2 (FCH 2) — Ondersteunende uitgaven

1,1

454 948

454 948

466 833

465 714

301 447,—

301 447,—

66,26

08 02 07 38

Gemeenschappelijke Onderneming brandstofcellen en waterstof 2 (FCH 2)

1,1

102 166 319

47 344 982

109 114 167

29 060 885

96 154 620,—

0,—

0

 

Artikel 08 02 07 — Subtotaal

 

657 090 207

359 996 499

865 568 747

203 176 902

466 926 667,—

27 635 298,17

7,68

08 02 50

Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling

08 02 50 01

Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling (2014-2020)

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

168 585 829,12

25 988 509,85

 

08 02 50 02

Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling (vóór 2014)

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

3 986 042,26

172 659 703,46

 
 

Artikel 08 02 50 — Subtotaal

 

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

172 571 871,38

198 648 213,31

 

08 02 51

Voltooiing van het voorgaande kaderprogramma voor onderzoek — Zevende kaderprogramma — EG-acties onder contract (2007 tot 2013)

1,1

p.m.

1 867 645 867

p.m.

2 618 411 227

5 299 948,61

2 868 019 815,64

153,56

08 02 52

Voltooiing van voorgaande kaderprogramma’s voor onderzoek — Acties onder contract (vóór 2007)

1,1

p.m.

1 272 856

p.m.

3 585 233

369 598,42

21 266 824,45

1 670,80

08 02 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

08 02 77 01

Proefproject — Coördinatie van het onderzoek naar het gebruik van homeopathie en fytotherapie in de veehouderij

2

p.m.

75 000

p.m.

p.m.

0,—

125 000,—

166,67

08 02 77 02

Proefproject — Kritische grondstoffen terugwinnen door middel van recycling: een kans voor de Europese Unie en de Afrikaanse Unie

4

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

 

08 02 77 03

Proefproject — Onderzoek en ontwikkeling met betrekking tot armoedegerelateerde en verwaarloosde ziekten teneinde gezondheidszorg voor iedereen te verwezenlijken in de periode na 2015

1,1

p.m.

300 000

750 000

375 000

     

08 02 77 04

Voorbereidende actie — Naar een intern en innovatief Europees vervoersysteem

1,1

1 500 000

1 250 000

1 000 000

500 000

     

08 02 77 05

Proefproject — Inenting van moeders: overbrugging van de kenniskloof ter bevordering van de inenting van moeders in gebieden waar weinig hulpbronnen beschikbaar zijn

1,1

600 000

300 000

         

08 02 77 06

Voorbereidende actie — Actieve medezeggenschaps- en medebeslissingsparticipatie van de jongere en de oudere generatie in Europa

1,1

600 000

250 000

         

08 02 77 07

Proefproject — Optimalisering van non-invasieve in situ detectie onder water van vis met behulp van een UFO preprototype, ten behoeve van beoordelingen van bestanden op EEA-basis en een betere tenuitvoerlegging van de kaderrichtlijn mariene strategie (KRMS)

2

200 000

100 000

         

08 02 77 08

Proefproject — Ontwikkeling van een geautomatiseerd optisch-akoestische UFO-testopstelling voor waarneming van biodiversiteit en andere indicatoren van de kaderrichtlijn mariene strategie (KRMS) in belangrijke mariene gebieden

2

1 200 000

600 000

         
 

Artikel 08 02 77 — Subtotaal

 

4 100 000

2 875 000

1 750 000

875 000

0,—

125 000,—

4,35

 

Hoofdstuk 08 02 — Totaal

 

5 336 470 831

4 927 342 012

5 304 034 511

4 926 435 655

5 732 596 728,81

3 941 424 490,54

79,99

Toelichting

Deze toelichting is van toepassing op alle begrotingsonderdelen van dit hoofdstuk.

Dit krediet zal worden gebruikt voor Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie, dat betrekking heeft op de periode 2014-2020 en waarin alle bestaande EU-middelen voor onderzoek en innovatie, waaronder het kaderprogramma voor onderzoek, de innovatiegerelateerde maatregelen van het kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie en het Europees Instituut voor innovatie en technologie (EIT), worden gebundeld. Het programma zal een centrale rol vervullen bij de tenuitvoerlegging van het vlaggenschipinitiatief „Innovatie-Unie” van Europa 2020 en andere vlaggenschipinitiatieven, met name „Een digitale agenda voor Europa”, „Efficiënt gebruik van hulpbronnen” en „Een geïntegreerd industriebeleid in een tijd van mondialisering”, en eveneens bij de ontwikkeling en werking van de Europese onderzoeksruimte (EOR). Horizon 2020 zal bijdragen tot de totstandbrenging van een op kennis en innovatie gebaseerde economie in de hele Unie door voldoende aanvullende financiering voor onderzoek, ontwikkeling en innovatie aan te trekken. Het krediet zal ook worden gebruikt voor de voltooiing van de voorgaande onderzoeksprogramma's (zevende kaderprogramma en eerdere kaderprogramma's).

Dit krediet zal worden aangewend overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1290/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van de regels voor de deelname aan acties en de verspreiding van resultaten in het kader van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1906/2006 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 81).

Bij de onder dit begrotingsonderdeel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan programma's van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

08 02 01

Wetenschap van topkwaliteit

Toelichting

Met deze prioriteit van Horizon 2020 wordt beoogd de excellentie van de wetenschapsbasis van de Unie te versterken en uit te breiden en een constante instroom van wereldvermaarde onderzoekers te garanderen om het concurrentievermogen van de Unie op lange termijn te waarborgen. De beste ideeën worden ondersteund, talent in de Unie wordt ontwikkeld, onderzoekers wordt toegang verleend tot prioritaire onderzoeksinfrastructuur en de Unie wordt aantrekkelijk voor de beste onderzoekers ter wereld. Op grond van de behoeften en de kansen van de wetenschap zal worden bepaald welke onderzoeksacties worden gefinancierd, en er zullen vooraf geen thematische prioriteiten worden gesteld. Er zal aandacht worden besteed aan het ondersteunen van de loopbanen van vrouwelijke onderzoekers en het aanmoedigen van vrouwelijke onderzoekers om hun loopbanen uit te bouwen tot de hoogste rangen, waarbij culturele en institutionele belemmeringen worden weggenomen die hen hierbij in de weg staan. De onderzoeksagenda zal in nauwe samenwerking met wetenschappelijke kringen worden vastgesteld, en onderzoek zal op basis van excellentie worden gefinancierd.

08 02 01 01

Stimuleren van grensverleggend onderzoek in de Europese Onderzoeksraad

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 622 722 376

591 884 144

1 650 723 198

449 911 575

1 702 876 770,12

8 282 867,77

Toelichting

De basisactiviteit van de ERC is het verstrekken van financiering op lange termijn tegen aantrekkelijke voorwaarden ter ondersteuning van toponderzoekers en hun onderzoeksteams bij hun streven om baanbrekend onderzoek te verrichten waaraan zowel grote voordelen als hoge risico's verbonden kunnen zijn. Er zal met name prioriteit worden gegeven aan het ondersteunen van pas beginnende, maar zeer talentvolle onderzoekers, zodat zij op den duur onafhankelijk onderzoek kunnen verrichten. Dit gebeurt door hen van adequate bijstand te voorzien in de cruciale fase waarin zij hun eigen onderzoeksteam of onderzoeksprogramma trachten op te zetten of te consolideren. Het ERC geeft, waar nodig, ook steun aan nieuwe werkmethoden in de wetenschappelijke wereld die in potentie tot baanbrekende resultaten leiden en bevordert de analyse van de commerciële en sociale innovatiemogelijkheden van het onderzoek dat met ERC-middelen wordt gefinancierd.

Rechtsgronden

Besluit 2013/743/EU van de Raad van 3 december 2013 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van de Besluiten 2006/971/EG, 2006/972/EG, 2006/973/EG, 2006/974/EG en 2006/975/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 965), met name artikel 3, lid 1, onder a).

Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 104).

Referentiebesluiten

Uitvoeringsbesluit C(2013) 8632 van de Commissie tot goedkeuring van het werkprogramma 2014-2015 in het kader van het specifieke programma tot uitvoering van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” met betrekking tot de specifieke doelstelling „Versterken van grensverleggend onderzoek door middel van de activiteiten van de Europese Onderzoeksraad”, als gewijzigd bij Uitvoeringsbesluit C(2014) 5008 van 22 juli 2014.

Besluit C(2013) 9428 van 20 december 2013 waarbij bevoegdheden aan het Uitvoerend Agentschap Europese Onderzoeksraad worden gedelegeerd met het oog op het verrichten van taken in verband met de tenuitvoerlegging van EU-programma's inzake grensverleggend onderzoek, met name wat betreft de besteding van de in de algemene begroting van de Unie opgenomen kredieten, als gewijzigd bij Besluit C(2014) 9437 van 12 december 2014 .

Besluit C(2013) 8915 van de Commissie van 12 december 2013 tot oprichting van de Europese Onderzoeksraad (PB C 373 van 20.12.2013, blz. 23), als gewijzigd bij Besluit van de Commissie van 17 februari 2015 (PB C 58 van 18.2.2015, blz. 3).

08 02 01 02

Stimuleren van onderzoek in toekomstige en opkomende technologieën

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

Toelichting

De activiteiten onder de specifieke doelstelling „toekomstige en opkomende technologieën” (FET-activiteiten) ondersteunen fundamenteel wetenschappelijk en technologisch onderzoek waarbij nieuwe toekomstige technologieën worden verkend door de huidige paradigma’s ter discussie te stellen en onbekende gebieden te betreden. Daarenboven zal in het kader van de FET-activiteiten nader worden ingegaan op een aantal veelbelovende verkennende onderzoeksthema’s die een kritische massa van onderling gerelateerde projecten kunnen genereren die, in combinatie, een brede en rijk geschakeerde verkenning behelzen van die thema's en een Europese kennispool opbouwen. Ten slotte zal in het kader van de FET-activiteiten steun worden gegeven aan ambitieus grootschalig en wetenschappelijk aangestuurd onderzoek om een wetenschappelijke doorbraak te creëren. Dergelijke activiteiten zullen profijt hebben van de onderlinge afstemming van de Europese en nationale agenda’s.

Rechtsgronden

Besluit 2013/743/EU van de Raad van 3 december 2013 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van de Besluiten 2006/971/EG, 2006/972/EG, 2006/973/EG, 2006/974/EG en 2006/975/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 965), met name artikel 3, lid 1, onder b).

Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 104).

08 02 01 03

Versterken van Europese onderzoeksinfrastructuren, waaronder e-infrastructuren

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

183 905 321

83 564 914

188 149 548

73 032 317

178 680 576,—

319 132,—

Toelichting

De activiteit „onderzoeksinfrastructuren” garandeert de tenuitvoerlegging en het gebruik van het Esfri (Europees Strategieforum voor onderzoeksinfrastructuren) en andere onderzoeksinfrastructuren van wereldklasse, met inbegrip van de ontwikkeling van regionale partnerfaciliteiten, voor 2020 en daarna. Daarenboven zal de integratie van en de toegang tot nationale onderzoeksinfrastructuren en de ontwikkeling, de implementatie en het gebruik van e-infrastructuren worden gewaarborgd. De activiteit zal onderzoeksinfrastructuren er eveneens toe aanzetten om vroegtijdig nieuwe technologieën toe te passen, onderzoek- en ontwikkelingspartnerschappen (O&O) met het bedrijfsleven te bevorderen, het industriële gebruik van onderzoeksinfrastructuren te faciliteren en het creëren van innovatieclusters te stimuleren.

Rechtsgronden

Besluit 2013/743/EU van de Raad van 3 december 2013 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van de Besluiten 2006/971/EG, 2006/972/EG, 2006/973/EG, 2006/974/EG en 2006/975/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 965), met name artikel 3, lid 1, onder d).

Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 104).

08 02 02

Industrieel leiderschap

Toelichting

Deze prioriteit van Horizon 2020 is erop gericht de Unie aantrekkelijker te maken voor investeringen in onderzoek en innovatie door activiteiten te promoten waarbij de agenda door het bedrijfsleven wordt bepaald, alsook op een versnelde ontwikkeling van nieuwe technologieën die toekomstige ondernemingen en economische groei zullen ondersteunen. Een en ander zal grote investeringen in belangrijke industriële technologieën teweegbrengen en maximale groeikansen creëren voor Uniebedrijven dankzij een passende financiering en steun om innoverende kleine en middelgrote ondernemingen door te laten groeien tot wereldleiders.

08 02 02 01

Leiderschap in nanotechnologie, geavanceerde materialen, lasers, biotechnologie en geavanceerde fabricage- en verwerkingsprocessen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

504 175 361

407 929 917

503 592 719

178 666 161

496 248 079,—

55 851 350,07

Toelichting

Door leiderschap op het gebied van ontsluitende en industriële technologieën wordt beoogd gerichte steun te geven aan onderzoek, ontwikkeling en demonstratie inzake nanotechnologie, geavanceerde materialen, biotechnologie en geavanceerde fabricage- en verwerkingsprocessen. Hierbij ligt de nadruk op interacties en convergentie binnen en tussen de verschillende technologieën. Bovendien ligt de nadruk daarbij op O&O, grootschalige proefprojecten en demonstratieactiviteiten, testopstellingen en levende laboratoria, prototyping en het valideren van producten in proefprojecten. De activiteiten zullen zodanig van opzet zijn dat zij een impuls geven aan het industriële concurrentievermogen door het bedrijfsleven, met name kleine en middelgrote ondernemingen, te stimuleren om meer in onderzoek en innovatie te investeren.

Rechtsgronden

Besluit 2013/743/EU van de Raad van 3 december 2013 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van de Besluiten 2006/971/EG, 2006/972/EG, 2006/973/EG, 2006/974/EG en 2006/975/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 965), met name artikel 3, lid 2, onder a), ii) tot v).

Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 104).

08 02 02 02

Verbeteren van de toegang tot risicokapitaal voor investeringen in onderzoek en innovatie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

329 381 199

337 572 482

342 534 670

282 101 522

673 350 964,—

661 254 444,81

Toelichting

Deze activiteit heeft tot doel ondernemingen en andere organisatievormen die betrokken zijn bij onderzoek en ontwikkeling (O&O) te helpen om via financiële instrumenten gemakkelijker toegang te krijgen tot leningen, garanties, contragaranties en hybride, mezzanine- en aandelenfinanciering. Er zal aandacht worden besteed aan de toegang tot financiering voor vrouwelijke ondernemers. Schuld- en vermogensfaciliteiten zullen vraaggestuurd zijn, maar op de prioriteiten van specifieke sectoren of andere Unieprogramma's worden gericht indien extra financiering wordt vrijgemaakt. De nadruk ligt op het aantrekken van particuliere investeringen in O&O. De Europese Investeringsbank (EIB) en het Europees Investeringsfonds (EIF) zullen als uitvoerende entiteiten namens en in partnerschap met de Commissie een belangrijke rol spelen bij de implementatie van elk financieel instrument. Een deel van dit krediet zal worden aangewend om het eigen kapitaal van het EIF met gestort kapitaal te versterken.

Rechtsgronden

Besluit 2013/743/EU van de Raad van 3 december 2013 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van de Besluiten 2006/971/EG, 2006/972/EG, 2006/973/EG, 2006/974/EG en 2006/975/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 965), met name artikel 3, lid 2, onder b).

Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 104).

08 02 02 03

Stimuleren van innovatie in kleine en middelgrote ondernemingen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

36 120 567

31 169 883

36 588 561

33 186 975

35 278 263,—

4 756 965,11

Toelichting

Om de deelname van kleine en middelgrote ondernemingen (kmo's/mkb) aan Horizon 2020 te ondersteunen, werd een specifiek marktgeoriënteerd instrument ingesteld dat gericht is op alle soorten innovatieve kmo's die zich verder willen ontwikkelen, willen groeien en hun activiteiten willen internationaliseren. Daarnaast zal er steun worden verleend aan onderzoeksintensieve kmo's in transnationale onderzoeksprojecten en aan door vrouwen geleide start-ups. Er zullen ook activiteiten worden ondersteund ter verbetering van de innovatiecapaciteit van kmo's en van de kadervoorwaarden voor innovatie. Een deel van dit krediet, dat vooral bedoeld is voor technologie-start-ups in een vroeg stadium, kan worden benut door Europese incubatoren die hun sporen verdiend hebben bij het versnellen van tech start-ups.

Overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1291/2013 zal steun worden verleend voor innovatie door kmo's door middel van de uitvoering van een mkb-instrument onder centraal beheer, uitgevoerd met een bottom-up benadering. Overeenkomstig bijlage II bij die verordening moet, binnen de doelstelling om ten minste 20 % van de totale gecombineerde begrotingen voor de specifieke doelstelling „Leiderschap in ontsluitende en industriële technologieën” en de prioriteit „Maatschappelijke uitdagingen” voor het mkb toe te kennen, in eerste instantie ten minste 5 % van die gecombineerde begrotingen aan het specifieke mkb-instrument worden toegekend. Over de looptijd van Horizon 2020 wordt gemiddeld ten minste 7 % van de totale begrotingen van de specifieke doelstelling „Leiderschap in ontsluitende en industriële technologieën” en de prioriteit „Maatschappelijke uitdagingen” aan het specifieke mkb-instrument toegekend.

Rechtsgronden

Besluit 2013/743/EU van de Raad van 3 december 2013 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van de Besluiten 2006/971/EG, 2006/972/EG, 2006/973/EG, 2006/974/EG en 2006/975/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 965), met name artikel 3, lid 2, onder c).

Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 104).

08 02 03

Maatschappelijke uitdagingen

Toelichting

Met deze prioriteit van Horizon 2020 wordt direct ingespeeld op de in de Europa 2020-strategie in kaart gebrachte beleidsprioriteiten en maatschappelijke uitdagingen. Bij het uitvoeren van deze activiteiten zullen de uitdagingen centraal staan, waarbij middelen en kennis uit verschillende terreinen, technologieën en vakgebieden worden gebundeld. De activiteiten zullen de volledige cyclus van onderzoek tot markt bestrijken, met een nieuwe nadruk op innovatiegerelateerde acties zoals proefprojecten, demonstratie, testopstellingen, steun voor overheidsopdrachten, design, door eindverbruikers aangestuurde innovaties, sociale innovatie en de integratie van innovaties op de markt. De activiteiten zullen rechtstreeks steun verlenen aan de corresponderende sectorale beleidsbevoegdheden op uniaal niveau en een gendergevoelige benadering volgen, waarbij naar een evenwichtige deelname van mannen en vrouwen wordt gestreefd.

08 02 03 01

Verbeteren van gezondheid en welzijn gedurende het hele leven

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

524 745 272

299 890 040

540 954 714

271 316 606

554 198 409,03

41 977 597,41

Toelichting

De doelstellingen van deze activiteit zijn gezondheid en welzijn voor iedereen gedurende het hele leven, hoogwaardige en economisch duurzame gezondheidszorg- en zorgstelsels, met een meer verdergaande personalisatie in de gezondheidszorg voor meer doeltreffendheid, en mogelijkheden voor nieuwe banen en groei in de gezondheidssector en de aanverwante bedrijfstakken. Daartoe zullen de activiteiten worden toegespitst op doeltreffende vormen van gezondheidsbevordering en ziektepreventie (bijvoorbeeld het verwerven van inzicht in de determinanten van gezondheid en de ontwikkeling van betere preventieve vaccins). Er zal bijzondere aandacht worden geschonken aan gender- en leeftijdsspecifieke gezondheidsaspecten. Daarnaast zal de nadruk liggen op de beheersing, behandeling en genezing van ziekten (met name via een meer gepersonaliseerde geneeskundige benadering), handicaps en functionele beperkingen (bijvoorbeeld door overdracht van kennis naar de klinische praktijk en flexibel aan te passen innovatieacties, beter gebruik van gezondheidsgegevens, zelfstandig en begeleid wonen). Voorts zullen er inspanningen worden gedaan om de besluitvorming met betrekking tot preventie en behandeling te verbeteren, beste praktijken aan te wijzen en de verspreiding daarvan in de gezondheidszorg te ondersteunen, alsook geïntegreerde zorgverlening en de invoering van technologische, organisatorische en sociale innovaties te steunen die met name ouderen en gehandicapten in staat stellen een actief en onafhankelijk leven te leiden. Tot slot zal bij de activiteiten een gendergevoelige benadering worden gevolgd, die onder andere rekening houdt met de positie van vrouwen in de informele en de formele zorgsector.

Rechtsgronden

Besluit 2013/743/EU van de Raad van 3 december 2013 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van de Besluiten 2006/971/EG, 2006/972/EG, 2006/973/EG, 2006/974/EG en 2006/975/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 965), met name artikel 3, lid 3, onder a).

Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 104).

08 02 03 02

Een toereikend aanbod van veilige, gezonde en kwalitatief hoogwaardige voedselproducten en andere biogebaseerde producten verzekeren

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

142 233 804

89 735 746

94 094 592

83 884 929

208 147 794,—

1 407 426,46

Toelichting

Deze activiteiten zullen gericht zijn op de ontwikkeling van duurzamere en productievere land- en bosbouwsystemen, maar ook op de ontwikkeling van diensten, concepten en beleid om de bestaanszekerheid op het platteland te garanderen. Daarnaast zal de nadruk liggen op gezond en veilig voedsel voor iedereen en op concurrerende voedselverwerkingsmethoden waarbij minder grondstoffen worden gebruikt en minder bijproducten worden geproduceerd. Tegelijkertijd zullen er inspanningen worden gedaan voor een duurzame exploitatie van levende aquatische hulpbronnen (bijvoorbeeld door duurzame en milieuvriendelijke visserij). Europese groene industrieën die weinig koolstof uitstoten en weinig grondstoffen gebruiken en tegelijkertijd duurzaam en concurrerend zijn, zullen worden bevorderd.

Rechtsgronden

Besluit 2013/743/EU van de Raad van 3 december 2013 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van de Besluiten 2006/971/EG, 2006/972/EG, 2006/973/EG, 2006/974/EG en 2006/975/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 965), met name artikel 3, lid 3, onder b).

Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 104).

08 02 03 03

Overschakelen naar een betrouwbaar, duurzaam en concurrerend energiesysteem

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

335 369 074

242 548 217

313 168 348

137 003 313

307 466 237,12

2 759 304,76

Toelichting

De inspanningen om veilige, schone en efficiënte energie te garanderen, zullen toegespitst zijn op het verminderen van het energieverbruik en het verkleinen van de koolstofvoetafdruk van de Unie (bijvoorbeeld door betaalbare systemen en componenten met slimme technologieën) en op goedkope, koolstofarme elektriciteitsvoorziening (bijvoorbeeld door onderzoek naar en ontwikkeling en demonstraties op ware grootte van innovatieve hernieuwbare brandstoffen en koolstofvastleggings- en opslagtechnologieën). De nadruk zal specifiek liggen op alternatieve brandstoffen en mobiele energiebronnen en op de ontwikkeling van één slim Europees elektriciteitsnetwerk. De activiteiten zijn tevens gericht op multidisciplinair onderzoek voor energietechnologieën en de gezamenlijke tenuitvoerlegging van pan-Europese onderzoeksprogramma's en faciliteiten van wereldklasse. Bovendien zullen instrumenten, methoden en modellen voor een krachtige en transparante beleidsondersteuning worden ontwikkeld, en zal de marktintroductie van energie-innovatie worden gestimuleerd. Vanaf 2014 wordt 85 % van de begrotingskredieten toegewezen aan de beleidsgebieden hernieuwbare energie en energie-efficiëntie bij het eindgebruik, en onder meer aan slimme energienetten, energieopslag en Slimme steden en gemeenschappen.

Met het oog op de essentiële rol die energie-efficiëntie bij het eindgebruik en hernieuwbare energie spelen op het gebied van het bevorderen van de energieveiligheid in de Unie, worden maatregelen voor marktintroductie gesteund door middel van het programma Intelligente energie voor Europa III, om capaciteit op te bouwen, het beheer te verbeteren en marktobstakels te verwijderen zodat oplossingen op het vlak van energie-efficiëntie en hernieuwbare energie ten uitvoer kunnen worden gelegd. Een deel van de kredieten van het algemene budget voor de energie-uitdaging wordt daarom besteed aan marktacceptatiemaatregelen voor bestaande technologieën op het vlak van hernieuwbare energie en energie-efficiëntie in het kader van het programma „Intelligente energie voor Europa III”. Dit programma zal worden uitgevoerd door middel van een specifieke bestuursstructuur en zal eveneens steun omvatten voor de tenuitvoerlegging van het beleid inzake duurzame energie, capaciteitsopbouw en de mobilisering van financiering voor investeringen, zoals tot op heden het geval is geweest.

Rechtsgronden

Besluit 2013/743/EU van de Raad van 3 december 2013 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van de Besluiten 2006/971/EG, 2006/972/EG, 2006/973/EG, 2006/974/EG en 2006/975/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 965), met name artikel 3, lid 3, onder c).

Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 104).

08 02 03 04

Realiseren van een hulpbronefficiënt, milieuvriendelijk, veilig en naadloos geïntegreerd Europees vervoersysteem

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

331 555 393

174 476 315

159 469 104

288 354 444

387 411 556,—

5 122 790,02

Toelichting

In het kader van deze activiteit zal het accent komen te liggen op grondstofzuinig vervoer (bijvoorbeeld door de ontwikkeling en toepassing van een nieuwe generatie elektrische en andere emissiearme of emissievrije vliegtuigen, voertuigen en vaartuigen te versnellen), alsook op grotere mobiliteit met minder congestie en meer veiligheid en beveiliging (bijvoorbeeld door geïntegreerd vervoer en logistiek van deur tot deur te bevorderen). De nadruk zal eveneens liggen op de versterking van het concurrentievermogen en de prestaties van de Europese vervoermiddelenindustrie en aanverwante diensten, door bijvoorbeeld de volgende generatie innovatieve vervoermiddelen te ontwikkelen en de weg te bereiden voor de daaropvolgende generatie. Daarnaast zullen activiteiten die erop gericht zijn het inzicht in vervoergerelateerde sociaaleconomische trends en de vooruitzichten te verbeteren en beleidsmakers op feitenmateriaal gebaseerde gegevens en analyses te bieden, eveneens worden ondersteund.

Rechtsgronden

Besluit 2013/743/EU van de Raad van 3 december 2013 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van de Besluiten 2006/971/EG, 2006/972/EG, 2006/973/EG, 2006/974/EG en 2006/975/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 965), met name artikel 3, lid 3, onder d).

Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 104).

08 02 03 05

Een hulpbronefficiënte en klimaatbestendige economie en een duurzame grondstoffenbevoorrading tot stand brengen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

284 530 369

150 855 696

297 719 374

131 157 582

274 486 195,22

1 688 156,41

Toelichting

De voornaamste doelstelling van deze activiteit is een grondstofzuinige en klimaatveranderingsbestendige economie en een duurzame grondstoffenvoorziening tot stand te brengen om tegemoet te komen aan de behoeften van een toenemende wereldbevolking binnen de duurzame beperkingen van de natuurlijke hulpbronnen van de planeet. Daartoe zal de nadruk worden gelegd op de bestrijding van en aanpassing aan de klimaatverandering, op duurzaam beheer van natuurlijke hulpbronnen en ecosystemen en op het mogelijk maken van de overgang naar een groene economie door middel van eco-innovatie. Er zullen eveneens systemen worden ontwikkeld voor alomvattende en onafgebroken mondiale milieuwaarneming en -informatie.

Rechtsgronden

Besluit 2013/743/EU van de Raad van 3 december 2013 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van de Besluiten 2006/971/EG, 2006/972/EG, 2006/973/EG, 2006/974/EG en 2006/975/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 965), met name artikel 3, lid 3, onder e).

Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 104).

08 02 03 06

Inclusieve, innovatieve en reflexieve Europese samenlevingen bevorderen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

112 411 389

117 834 666

114 233 382

74 273 114

113 807 987,95

18 144 618,36

Toelichting

Deze activiteit heeft tot doel bij te dragen tot inclusievere, innovatievere en reflexievere Europese samenlevingen door slimme, duurzame en inclusieve groei te bevorderen. De acties zullen gecoördineerde beleidsvorming ondersteunen door empirische gegevens te verzamelen en instrumenten, toekomstgerichte activiteiten en proefprojecten te ontwikkelen teneinde de grensoverschrijdende efficiëntie en het economische effect van onderzoeks- en innovatiebeleid te vergroten en de Europese Onderzoeksruimte en Innovatie-Unie goed te laten functioneren. Met de acties wordt eveneens beoogd de innovatiekloof te dichten, maatschappelijk engagement in onderzoek en innovatie te garanderen, een evenwichtige vertegenwoordiging van mannen en vrouwen in onderzoekteams te garanderen, coherente en doeltreffende samenwerking met derde landen te bevorderen en het inzicht in de intellectuele basis van Europa te ontwikkelen: de geschiedenis van Europa en de veelheid aan Europese en niet-Europese invloeden, als bron van inspiratie voor de tijd waarin wij leven.

Rechtsgronden

Besluit 2013/743/EU van de Raad van 3 december 2013 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van de Besluiten 2006/971/EG, 2006/972/EG, 2006/973/EG, 2006/974/EG en 2006/975/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 965), met name artikel 3, lid 3, onder f).

Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 104).

08 02 04

Topkwaliteit verspreiden en deelname verbreden

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

105 470 711

47 808 292

93 183 570

62 039 896

70 413 152,—

19 802 584,40

Toelichting

Doel van deze activiteiten is het potentieel van het in Europa aanwezige talent ten volle te benutten en ervoor te zorgen dat de voordelen van een door innovatie aangestuurde economie geoptimaliseerd worden en breed verspreid worden over de hele Unie overeenkomstig het beginsel van topkwaliteit. Doordat zij gebundelde topkwaliteit voeden en verbinden, zullen de voorgestelde activiteiten de Europese Onderzoeksruimte helpen versterken.

Deze activiteiten zullen zich toespitsen op: teamvorming tussen vooraanstaande onderzoeksinstellingen en regio's met een achterstand op het gebied van OOI (onderzoek, ontwikkeling en innovatie), gericht op de oprichting van nieuwe (of een ingrijpende vernieuwing van bestaande) kenniscentra in lidstaten en regio's met een achterstand op het gebied van OOI, samenwerkingsverbanden tussen onderzoeksinstellingen, het opzetten van EOR-leerstoelen, een beleidsondersteuningsfaciliteit om het ontwerpen, uitvoeren en evalueren van nationaal/regionaal onderzoeks- en innovatiebeleid te verbeteren, ondersteuning van de toegang tot internationale netwerken voor toponderzoekers en -innoveerders die onvoldoende bij Europese en internationale netwerken betrokken zijn en het versterken van de bestuurlijke en operationele capaciteit van transnationale netwerken van nationale contactpunten, onder meer door middel van opleiding.

Rechtsgronden

Besluit 2013/743/EU van de Raad van 3 december 2013 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van de Besluiten 2006/971/EG, 2006/972/EG, 2006/973/EG, 2006/974/EG en 2006/975/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 965), met name artikel 3, lid 4.

Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 104).

08 02 05

Horizontale activiteiten van Horizon 2020

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

109 162 522

79 820 088

47 450 000

10 136 096

33 999 996,91

913 878,11

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van acties van horizontale aard die de uitvoering van Horizon 2020 ondersteunen. Hieronder vallen bijvoorbeeld activiteiten ter ondersteuning van de bekendmaking en verspreiding van resultaten en activiteiten die gebruikmaken van de resultaten om de innovatie en het concurrentievermogen te bevorderen, alsmede steun aan onafhankelijke deskundigen die projectvoorstellen beoordelen. Hierbij kan het eveneens gaan om sectoroverschrijdende activiteiten waarbij meerdere prioriteiten van Horizon 2020 betrokken zijn.

Rechtsgronden

Besluit 2013/743/EU van de Raad van 3 december 2013 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van de Besluiten 2006/971/EG, 2006/972/EG, 2006/973/EG, 2006/974/EG en 2006/975/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 965).

Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 104).

08 02 06

Wetenschap met en voor de samenleving

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

53 497 266

40 461 390

54 853 984

25 322 763

51 062 663,05

3 448 223,28

Toelichting

Het doel van deze activiteit bestaat erin effectieve samenwerking tussen de wetenschap en de samenleving tot stand te brengen, nieuw talent voor wetenschappelijke beroepen te rekruteren en excellente wetenschap aan maatschappelijk bewustzijn en maatschappelijke verantwoordelijkheid te koppelen. De nadruk zal worden gelegd op de aantrekkelijkheid van een wetenschappelijke opleiding en loopbaan voor jongeren, gendergelijkheid, de betere integratie van de belangen en waarden van burgers in wetenschap en innovatie, en de zodanige organisatie van de governance dat alle belanghebbenden (onderzoekers, overheidsinstanties, het bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties) werken aan de ontwikkeling van verantwoord onderzoek en verantwoorde innovatie.

Rechtsgronden

Besluit 2013/743/EU van de Raad van 3 december 2013 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van de Besluiten 2006/971/EG, 2006/972/EG, 2006/973/EG, 2006/974/EG en 2006/975/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 965), met name artikel 3, lid 5.

Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 104).

08 02 07

Gemeenschappelijke ondernemingen

08 02 07 31

Gemeenschappelijke Onderneming voor de uitvoering van het gezamenlijk technologie-initiatief inzake innovatieve geneesmiddelen 2 (IMI 2) — Ondersteunende uitgaven

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 200 000

1 200 000

670 585

668 978

504 700,—

490 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de administratieve kosten van de gemeenschappelijke onderneming.

Rechtsgronden

Besluit 2013/743/EU van de Raad van 3 december 2013 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van de Besluiten 2006/971/EG, 2006/972/EG, 2006/973/EG, 2006/974/EG en 2006/975/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 965).

Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 104).

Verordening (EU) nr. 557/2014 van de Raad van 6 mei 2014 tot oprichting van de Gemeenschappelijke Onderneming voor het initiatief innovatieve geneesmiddelen 2 (PB L 169 van 7.6.2014, blz. 54).

08 02 07 32

Gemeenschappelijke Onderneming voor de uitvoering van het gezamenlijk technologie-initiatief inzake innovatieve geneesmiddelen 2 (IMI 2)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

197 787 000

68 973 824

211 379 415

57 627 199

213 519 000,—

0,—

Toelichting

De Gemeenschappelijke Onderneming (GO) voor de uitvoering van het gezamenlijk technologie-initiatief inzake innovatieve geneesmiddelen 2 (IMI 2) is een GO tussen de Commissie en de biofarmaceutische industrie en zal voortbouwen op de resultaten van het voorgaande initiatief, het initiatief inzake innovatieve geneesmiddelen (IMI). Het doel van IMI 2 bestaat erin het ontwikkelingsproces van geneesmiddelen te verbeteren door een doeltreffender samenwerking op het gebied van onderzoek en ontwikkeling tussen de academische wereld, kleine en middelgrote ondernemingen en de biofarmaceutische industrie te ondersteunen, met als doel de patiënten van betere en veiligere geneesmiddelen te voorzien.

GO IMI 2 zal bijdragen aan de uitvoering van Horizon 2020, met name de specifieke doelstelling „Gezondheid, demografische veranderingen en welzijn” van de prioriteit „Maatschappelijke uitdagingen”.

Rechtsgronden

Besluit 2013/743/EU van de Raad van 3 december 2013 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van de Besluiten 2006/971/EG, 2006/972/EG, 2006/973/EG, 2006/974/EG en 2006/975/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 965).

Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 104).

Verordening (EU) nr. 557/2014 van de Raad van 6 mei 2014 tot oprichting van de Gemeenschappelijke Onderneming voor het initiatief innovatieve geneesmiddelen 2 (PB L 169 van 7.6.2014, blz. 54).

08 02 07 33

Gemeenschappelijke Onderneming biogebaseerde industrieën (BBI) — Ondersteunende uitgaven

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 946 263

1 946 263

1 600 083

1 596 249

684 807,—

581 758,17

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de administratieve kosten van de gemeenschappelijke onderneming.

Rechtsgronden

Besluit 2013/743/EU van de Raad van 3 december 2013 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van de Besluiten 2006/971/EG, 2006/972/EG, 2006/973/EG, 2006/974/EG en 2006/975/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 965).

Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 104).

Verordening (EU) nr. 560/2014 van de Raad van 6 mei 2014 tot oprichting van de Gemeenschappelijke Onderneming biogebaseerde industrieën (PB L 169 van 7.6.2014, blz. 130).

08 02 07 34

Gemeenschappelijke Onderneming biogebaseerde industrieën (BBI)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

156 136 237

60 148 775

200 495 917

17 527 581

51 500 000,—

0,—

Toelichting

De Gemeenschappelijke Onderneming biogebaseerde industrieën (BBI) is een gemeenschappelijke onderneming (GO) van de Commissie en de biogebaseerde industrieën, die beoogt een bijdrage te leveren aan de doelstellingen van het BBI-initiatief, namelijk een duurzame koolstofarme economie die efficiënter omspringt met haar hulpbronnen alsmede snellere economische groei en grotere werkgelegenheid, met name in plattelandsgebieden, door in Europa duurzame en concurrerende biogebaseerde industrieën te ontwikkelen op basis van geavanceerde bioraffinaderijen die hun biomassa uit duurzame bron verkrijgen.

GO BBI zal bijdragen aan de uitvoering van Horizon 2020, met name de specifieke doelstelling „Voedselzekerheid, duurzame landbouw en bosbouw, marien en maritiem onderzoek en de bio-economie” van de prioriteit „Maatschappelijke uitdagingen” en de component „Sleuteltechnologieën” van de specifieke doelstelling „Leiderschap in industriële technologieën”.

Rechtsgronden

Besluit 2013/743/EU van de Raad van 3 december 2013 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van de Besluiten 2006/971/EG, 2006/972/EG, 2006/973/EG, 2006/974/EG en 2006/975/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 965).

Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 104).

Verordening (EU) nr. 560/2014 van de Raad van 6 mei 2014 tot oprichting van de Gemeenschappelijke Onderneming biogebaseerde industrieën (PB L 169 van 7.6.2014, blz. 130).

08 02 07 35

Gemeenschappelijke Onderneming Clean Sky 2 — Ondersteunende uitgaven

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

2 625 785

2 625 785

1 864 218

1 859 751

1 262 093,—

1 262 093,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de administratieve kosten van de gemeenschappelijke onderneming.

Rechtsgronden

Besluit 2013/743/EU van de Raad van 3 december 2013 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van de Besluiten 2006/971/EG, 2006/972/EG, 2006/973/EG, 2006/974/EG en 2006/975/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 965).

Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 104).

Verordening (EU) nr. 558/2014 van de Raad van 6 mei 2014 tot oprichting van de Gemeenschappelijke Onderneming Clean Sky 2 (PB L 169 van 7.6.2014, blz. 77).

08 02 07 36

Gemeenschappelijke Onderneming Clean Sky 2

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

194 773 655

177 301 922

339 977 529

94 370 545

103 000 000,—

25 000 000,—

Toelichting

De Gemeenschappelijke Onderneming Clean Sky 2 is een gemeenschappelijke onderneming (GO) van de Commissie en de Europese luchtvaartsector en zal voortbouwen op de resultaten van het voorgaande initiatief, Clean Sky. GO Clean Sky 2 heeft tot doel de milieueffecten van de Europese luchtvaarttechnologie te beperken door middel van geavanceerd onderzoek en demonstraties op ware grootte van groene technologie voor het luchtvervoer, zodat wordt bijgedragen aan het toekomstige concurrentievermogen van de luchtvaartsector. De technische activiteit wordt ontwikkeld op verschillende technische gebieden en heeft tot doel in alle luchtvaartsegmenten demonstratiemodellen op ware grootte te ontwikkelen.

GO Clean Sky 2 zal bijdragen aan de uitvoering van Horizon 2020, met name de specifieke doelstelling „Slim, groen en geïntegreerd vervoer” van de prioriteit „Maatschappelijke uitdagingen”.

Rechtsgronden

Besluit 2013/743/EU van de Raad van 3 december 2013 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van de Besluiten 2006/971/EG, 2006/972/EG, 2006/973/EG, 2006/974/EG en 2006/975/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 965).

Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 104).

Verordening (EU) nr. 558/2014 van de Raad van 6 mei 2014 tot oprichting van de Gemeenschappelijke Onderneming Clean Sky 2 (PB L 169 van 7.6.2014, blz. 77).

08 02 07 37

Gemeenschappelijke Onderneming brandstofcellen en waterstof 2 (FCH 2) — Ondersteunende uitgaven

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

454 948

454 948

466 833

465 714

301 447,—

301 447,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de administratieve kosten van de gemeenschappelijke onderneming.

Rechtsgronden

Besluit 2013/743/EU van de Raad van 3 december 2013 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van de Besluiten 2006/971/EG, 2006/972/EG, 2006/973/EG, 2006/974/EG en 2006/975/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 965).

Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 104).

Verordening (EU) nr. 559/2014 van de Raad van 6 mei 2014 tot oprichting van de Gemeenschappelijke Onderneming brandstofcellen en waterstof 2 (PB L 169 van 7.6.2014, blz. 108).

08 02 07 38

Gemeenschappelijke Onderneming brandstofcellen en waterstof 2 (FCH 2)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

102 166 319

47 344 982

109 114 167

29 060 885

96 154 620,—

0,—

Toelichting

De Gemeenschappelijke Onderneming (GO) brandstofcellen en waterstof 2 (FCH 2), een publiek-privaat partnerschap tussen de Commissie, de industriegroepering en de onderzoeksgroepering, zal voortbouwen op de resultaten van de voorgaande gemeenschappelijke onderneming onder het zevende kaderprogramma. GO FCH 2 heeft tot doel een aantal hinderpalen voor het in de handel brengen van brandstofcel- en waterstoftechnologie uit de weg te ruimen door de kosten van FCH-systemen te drukken, door deze doeltreffender te maken en hun haalbaarheid aan te tonen, en aldus de weg vrij te maken voor een sterke, duurzame en wereldwijd concurrerende brandstofcel- en waterstofsector in de Unie. Dit krediet dient ter dekking van de beleidskosten van GO FCH 2.

GO FCH 2 zal bijdragen aan de uitvoering van Horizon 2020, met name de specifieke doelstellingen „De overstap maken naar een betrouwbaar, betaalbaar, algemeen aanvaard, duurzaam en concurrerend energiesysteem” en „Realiseren van een hulpbronnenefficiënt, milieuvriendelijk, veilig en naadloos geïntegreerd Europees vervoersysteem” van de prioriteit „Maatschappelijke uitdagingen”.

Rechtsgronden

Besluit 2013/743/EU van de Raad van 3 december 2013 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van de Besluiten 2006/971/EG, 2006/972/EG, 2006/973/EG, 2006/974/EG en 2006/975/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 965).

Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 104).

Verordening (EU) nr. 559/2014 van de Raad van 6 mei 2014 tot oprichting van de Gemeenschappelijke Onderneming brandstofcellen en waterstof 2 (PB L 169 van 7.6.2014, blz. 108).

08 02 50

Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling

08 02 50 01

Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling (2014-2020)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

168 585 829,12

25 988 509,85

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met de ontvangsten die aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, afkomstig van derden of derde landen (buiten de Europese Economische Ruimte) die deelnemen aan de projecten op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling voor de periode 2014-2020.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement kunnen ontvangsten die zijn geboekt onder de posten 6 0 1 3, 6 0 1 5, 6 0 1 6, 6 0 3 1 en 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten.

Ontvangsten die voortvloeien uit samenwerkingsovereenkomsten tussen de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en Zwitserland of de multilaterale European Fusion Development Agreement (EFDA) worden geboekt onder de posten 6 0 1 1 en 6 0 1 2 van de staat van ontvangsten en kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten in overeenstemming met artikel 21 van het Financieel Reglement.

08 02 50 02

Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling (vóór 2014)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

3 986 042,26

172 659 703,46

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met de ontvangsten die aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, afkomstig van derden of derde landen (buiten de Europese Economische Ruimte) die deelnemen aan de projecten op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling voor de periode vóór 2014.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement kunnen ontvangsten die zijn geboekt onder de posten 6 0 1 3, 6 0 1 5, 6 0 1 6, 6 0 3 1 en 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten.

Ontvangsten die voortvloeien uit samenwerkingsovereenkomsten tussen de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en Zwitserland of de multilaterale European Fusion Development Agreement (EFDA) worden geboekt onder de posten 6 0 1 1 en 6 0 1 2 van de staat van ontvangsten en kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten in overeenstemming met artikel 21 van het Financieel Reglement.

08 02 51

Voltooiing van het voorgaande kaderprogramma voor onderzoek — Zevende kaderprogramma — EG-acties onder contract (2007 tot 2013)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

1 867 645 867

p.m.

2 618 411 227

5 299 948,61

2 868 019 815,64

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van betalingen met betrekking tot nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Besluit nr. 1982/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 412 van 30.12.2006, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1906/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot vaststelling van de regels voor de deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan acties op grond van het zevende kaderprogramma, en voor de verspreiding van onderzoeksresultaten (2007-2013) (PB L 391 van 30.12.2006, blz. 1).

Beschikking 2006/971/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma „Samenwerking” tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 86).

Beschikking 2006/972/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma „Ideeën” tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 243).

Beschikking 2006/974/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma „Capaciteiten” tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 299).

Verordening (EG) nr. 71/2008 van de Raad van 20 december 2007 betreffende de oprichting van de Gemeenschappelijke Onderneming Clean Sky (PB L 30 van 4.2.2008, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 73/2008 van de Raad van 20 december 2007 tot oprichting van de Gemeenschappelijke Onderneming voor de uitvoering van het gezamenlijke technologie-initiatief inzake innovatieve geneesmiddelen (PB L 30 van 4.2.2008, blz. 38).

Verordening (EG) nr. 521/2008 van de Raad van 30 mei 2008 betreffende de oprichting van de Gemeenschappelijke Onderneming brandstofcellen en waterstof (PB L 153 van 12.6.2008, blz. 1).

Referentiebesluiten

Resolutie van het Europees Parlement van 12 juli 2007 over de TRIPS-overeenkomst en toegang tot geneesmiddelen (PB C 175 E van 10.7.2008, blz. 591).

08 02 52

Voltooiing van voorgaande kaderprogramma’s voor onderzoek — Acties onder contract (vóór 2007)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

1 272 856

p.m.

3 585 233

369 598,42

21 266 824,45

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van betalingen met betrekking tot nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

De bijdrage van de lidstaten van de EVA is uitsluitend afkomstig van hun deelneming aan de niet-nucleaire activiteiten van het kaderprogramma.

Rechtsgronden

Besluit 87/516/Euratom, EEG van de Raad van 28 september 1987 betreffende het kaderprogramma van communautaire werkzaamheden op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling (1987-1991) (PB L 302 van 24.10.1987, blz. 1).

Besluit 90/221/Euratom, EEG van de Raad van 23 april 1990 betreffende het kaderprogramma van communautaire werkzaamheden op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling (1990-1994) (PB L 117 van 8.5.1990, blz. 28).

Besluit 93/167/Euratom, EEG van de Raad van 15 maart 1993 tot aanpassing van Besluit 90/221/Euratom, EEG betreffende het kaderprogramma van communautaire werkzaamheden op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling (1990-1994) (PB L 69 van 20.3.1993, blz. 43).

Besluit nr. 1110/94/EG van het Europees Parlement en de Raad van 26 april 1994 betreffende het vierde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap van communautaire werkzaamheden op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (1994-1998) (PB L 126 van 18.5.1994, blz. 1).

Besluit nr. 2535/97/EG van het Europees Parlement en de Raad van 1 december 1997 tot tweede aanpassing van Besluit nr. 1110/94/EG betreffende het vierde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap van communautaire werkzaamheden op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (1994-1998) (PB L 347 van 18.12.1997, blz. 1).

Besluit nr. 182/1999/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 december 1998 betreffende het vijfde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (1998-2002) (PB L 26 van 1.2.1999, blz. 1).

Besluit nr. 1513/2002/EG van het Europees Parlement en de Raad van 27 juni 2002 betreffende het zesde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie, ter bevordering van de totstandbrenging van de Europese onderzoeksruimte en van innovatie (2002-2006) (PB L 232 van 29.8.2002, blz. 1).

Beschikking 2002/834/EG van de Raad van 30 september 2002 tot vaststelling van een specifiek programma voor onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie: „Integratie en versterking van de Europese onderzoeksruimte” (2002-2006) (PB L 294 van 29.10.2002, blz. 1).

Beschikking 2002/835/EG van de Raad van 30 september 2002 tot vaststelling van een specifiek programma voor onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie: „Structurering van de Europese onderzoeksruimte” (2002-2006) (PB L 294 van 29.10.2002, blz. 44).

Beschikking nr. 1209/2003/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 juni 2003 betreffende de deelname van de Gemeenschap aan een programma voor onderzoek en ontwikkeling met het oog op de ontwikkeling van nieuwe klinische interventies voor de bestrijding van hiv/aids, malaria en tuberculose door middel van een partnerschap op lange termijn tussen Europa en de ontwikkelingslanden, opgezet door verscheidene lidstaten (PB L 169 van 8.7.2003, blz. 1).

08 02 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

08 02 77 01

Proefproject — Coördinatie van het onderzoek naar het gebruik van homeopathie en fytotherapie in de veehouderij

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

75 000

p.m.

p.m.

0,—

125 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

08 02 77 02

Proefproject — Kritische grondstoffen terugwinnen door middel van recycling: een kans voor de Europese Unie en de Afrikaanse Unie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

08 02 77 03

Proefproject — Onderzoek en ontwikkeling met betrekking tot armoedegerelateerde en verwaarloosde ziekten teneinde gezondheidszorg voor iedereen te verwezenlijken in de periode na 2015

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

300 000

750 000

375 000

   

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

In de voortdurende discussies over het mondiaal ontwikkelingskader voor de periode na 2015 wordt gezondheidszorg voor iedereen (Universal Health Coverage — UHC) geschetst als een instrument om extreme armoede voor 2030 uit te roeien en als een essentieel onderdeel voor de voltooiing van de onafgemaakte agenda van de aan de gezondheidszorg gerelateerde millenniumdoelstellingen voor ontwikkeling (MDGs), met name de doelstellingen 4, 5 en 6 inzake respectievelijk de verbetering van gezondheid van moeders, het terugdringen van kindersterfte en de bestrijding van hiv/aids, malaria en tuberculose.

Ook wordt het van groot belang geacht verwaarloosde tropische ziekten in het nieuwe ontwikkelingskader op te nemen, naast de MDG 6-ziekten en overeenkomstig de routekaart van de WHO (http://whqlibdoc.who.int/hq/2012/WHO_HTM_NTD_2012.1_eng.pdf) en andere prominente organisaties van deskundigen.

Doelstellingen:

Dit project beoogt een studie te verrichten waarin de rol wordt gekwantificeerd van O&O met betrekking tot armoedegerelateerde verwaarloosde ziekten bij de verwezenlijking van gezondheidszorg voor iedereen en bij de verbetering van de situatie in lagere-middeninkomenslanden. Hiertoe zal de studie:

 

het spoor volgen van Unie-investeringen in O&O met betrekking tot armoedegerelateerde verwaarloosde ziekten en beoordelen hoe corresponderende technologieën worden omgezet in een middel voor gezondheidszorg voor iedereen;

 

onderzoeken hoe de correlatie tussen O&O met betrekking tot armoedegerelateerde verwaarloosde ziekten en gezondheidszorg voor iedereen kan worden verbeterd met het oog op het mondiaal ontwikkelingskader voor de periode na 2015, en aanbevelingen formuleren voor O&O-indicatoren die helpen het effect van gezondheidszorg voor iedereen te bevorderen.

De ontwikkeling van essentiële geneesmiddelen voor armoedegerelateerde verwaarloosde ziekten die veilig, effectief, betaalbaar, toegankelijk en van gegarandeerd goede kwaliteit zijn, draagt bij tot de verwezenlijking van gezondheidszorg voor iedereen, terwijl adequate investeringen in gezondheidszorg voor iedereen een effectieve manier vormen om te waarborgen dat beschikbare diensten en producten tevens toegankelijk en kwalitatief hoogwaardig zijn. Deze correlatie zal een cruciale rol spelen in het mondiaal ontwikkelingskader voor de periode na 2015, niet alleen om een goede gezondheid van mensen te verwezenlijken, maar ook om te helpen armoede te verminderen.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

08 02 77 04

Voorbereidende actie — Naar een intern en innovatief Europees vervoersysteem

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 500 000

1 250 000

1 000 000

500 000

   

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Deze voorbereidende actie, die uit twee fasen bestaat, heeft ten doel de obstakels te identificeren die de ontwikkeling van een werkelijk geoptimaliseerd intern Europees vervoersysteem belemmeren, en een reeks maatregelen voor te stellen die, wanneer zij collectief worden genomen, kunnen helpen het proces te versnellen. De actie ondersteunt de initiatieven van de Unie en de Commissie ten volle. De actie:

 

vormt een inspiratie voor toekomstige beleidsontwikkelingen en onderzoeks- en innovatieprogramma's, zowel op uniaal als op nationaal niveau;

 

pakt een van de zeven uitdagingen aan waarop Horizon 2020 is gebaseerd, namelijk die van „slim, groen en geïntegreerd vervoer”;

 

draagt bij aan de tenuitvoerlegging van Europe 2020-vlaggeschipinitiatieven zoals „verbetering van de bereikbaarheid en schoon vervoer” en „bevordering van innovatie en uitmuntendheid”.

In de onderzoeksfase:

 

worden belanghebbenden (industrie, onderzoek, overheden, regelgevers en het maatschappelijk middenveld), hun meningen, behoeften en verwachtingen in kaart gebracht;

 

wordt de huidige toestand van het systeem beschreven: overheidsbeleid (op alle niveaus); industriële structuren; de situatie van de markt en de regelgeving; mechanismen voor samenwerking tussen belanghebbenden; vervoersprogramma's;

 

worden soortgelijke kwesties in andere delen van de wereld bekeken en lessen getrokken;

 

worden mogelijkheden en obstakels voor de verbetering van het Europees vervoersysteem als geheel in kaart gebracht.

In de routekaartfase worden maatregelen voorgesteld, die worden gesteund door een dwarsdoorsnede van belanghebbenden, die het proces in de richting van een geoptimaliseerd vervoersysteem kunnen versnellen. In deze fase worden onderzocht:

 

welke nieuwe organisatie(s) kan/kunnen helpen, zonder eenvoudigweg bestaande structuren te dupliceren;

 

hoe, op alle niveaus, een sterkere, „systeemomvattende” manier van denken tot stand kan worden gebracht;

 

op welke manier bestaande initiatieven kunnen worden aangemoedigd meer aandacht te besteden aan hun interactie met de rest van het systeem;

 

welke mogelijke beleidsinitiatieven er zijn, op uniaal, nationaal en lokaal niveau.

Het eindresultaat zal een diepgaande analyse zijn van de mogelijkheden en obstakels voor de verwezenlijking van een volledig geoptimaliseerd vervoersysteem in heel Europa, alsook van de betrokken belanghebbenden in alle sectoren.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

08 02 77 05

Proefproject — Inenting van moeders: overbrugging van de kenniskloof ter bevordering van de inenting van moeders in gebieden waar weinig hulpbronnen beschikbaar zijn

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

600 000

300 000

       

Toelichting

In het kader van de onvoltooide MDG-agenda vormt het uitbreiden van het inenten van moeders tot zwangere vrouwen en hun baby's, om ze te beschermen tegen ziekten die tot ernstige gezondheidsproblemen en sterfte kunnen leiden, zoals malaria, hiv, tuberculose, griep of tetanus, een unieke kans om de gezondheid van vrouwen en kinderen (MDG5 en MDG4) op kosteneffectieve, gelijkwaardige en doeltreffende wijze te bevorderen. Vaccins behoren tot de meest doeltreffende preventieve instrumenten die momenteel beschikbaar zijn om besmettelijke ziekten en de complicaties en gevolgen ervan terug te dringen. De meeste ziekten die voorkomen kunnen worden met inenting tijdens de zwangerschap hebben de ernstigste gevolgen bij moeders en kinderen in lage-inkomenslanden.

Inenting van moeders is een veelbelovende benadering waarbij zwangere vrouwen worden ingeënt om zuigelingen te beschermen die nog te jong zijn om zelf ingeënt te worden. De neonatale sterfte omvat naar schatting 600 000 door besmetting veroorzaakte sterfgevallen per jaar, waarvan een deel kan worden aangepakt door middel van inenting van moeders. Bovendien kan inenting van moeders een deel van de naar schatting 965 000 doden vanwege vroeggeboortes voorkomen, alsmede een deel van de 10 tot 50 % miskramen die naar schatting worden veroorzaakt door besmettelijke ziekten.

Het bewijs dat voorhanden is uit die gebieden voor de ziektes die voorkomen kunnen worden door inenting van moeders en voor de veiligheid en doeltreffendheid van de inenting van zwangere vrouwen is momenteel echter onvolledig en van lage kwaliteit. Het genereren van hoogwaardige gegevens over en deugdelijk bewijs voor ziektes tijdens de zwangerschap en de vroege jeugd in lage-inkomenslanden die voorkomen kunnen worden door inenting is van cruciaal belang en een voorwaarde voor de toekomstige opstelling van een stappenplan voor een beleid inzake inenting van moeders in die gebieden.

Doel: In kaart brengen van de prevalentie van ziektes tijdens de zwangerschap en de vroege jeugd in lage-inkomenslanden die voorkomen kunnen worden door inenting en het beoordelen van de gevolgen van comorbiditeit zoals hiv, tuberculose en de ziekte van Chagas op deze prevalentie.

Doelstellingen: Gebruikmakend van recente gegevens dient het project om de prevalentie van ziektes tijdens zwangerschap en de vroege jeugd in lage-inkomenslanden die voorkomen kunnen worden door inenting (met specifieke aandacht voor Guillain-Barré syndroom, respiratoir syncytieel virus, kinkhoest, influenza, tetanus en rode hond) vast te stellen en te bestuderen hoe deze prevalentie in zwangere vrouwen wordt beïnvloed door comorbiditeit zoals besmetting met hiv, tuberculose of gezamenlijke hiv-tuberculosebesmetting in representatieve locaties in Afrika beneden de Sahara.

Het proefproject kan ook bijdragen aan de evaluatie van toegelaten vaccins en van vaccins in ontwikkeling bij zwangere vrouwen in lage-inkomenslanden waar aan deze vaccins het meest behoefte is (er kan bijvoorbeeld een platform voor inenting tegen griep bij moeders worden opgezet met integratie van prenatale zorg in ontwikkelingslanden), het aanpakken van belemmeringen voor de inenting van moeders, het bijdragen aan de formulering van het stappenplan voor het beleid inzake inenting van moeders, en bijdragen aan het vaststellen van prioriteiten op deze gebieden. Bovendien is het project nodig gezien de aandacht die belanghebbenden op het gebied van de mondiale gezondheidszorg nu hebben voor de effecten van inenting en het feit dat in de loop van het komende decennium lage- en middeninkomenslanden nieuwe levensreddende vaccins zullen opnemen in hun reguliere inentingsprogramma's. Het project kan bijdragen aan de publiek-private samenwerking en de samenwerking tussen noord en zuid op het vlak van onderzoek.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

08 02 77 06

Voorbereidende actie — Actieve medezeggenschaps- en medebeslissingsparticipatie van de jongere en de oudere generatie in Europa

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

600 000

250 000

       

Toelichting

Fundamenteel onderzoek op EU-niveau van de status quo in elke lidstaat om actiegebieden te identificeren of politieke conclusies te trekken.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

08 02 77 07

Proefproject — Optimalisering van non-invasieve in situ detectie onder water van vis met behulp van een UFO preprototype, ten behoeve van beoordelingen van bestanden op EEA-basis en een betere tenuitvoerlegging van de kaderrichtlijn mariene strategie (KRMS)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

200 000

100 000

       

Toelichting

Het voorgestelde onderzoek is volledig nieuw, voor zover het een gelijktijdige combinatie vormt van akoestische (midfield tot farfield) en optische (nearfield) waarneming (weinig licht, hoge frequenties) door middel van een meng- en calibratiemechanisme om de informatie om te zetten van nearfield naar farfield en omgekeerd. Hiermee moet het voorkomen van de vis, de biomassa, de diversiteit op belangrijke gebieden alsmede andere KRMS-indicatoren in kaart worden gebracht (door middel van een aantal aanvullende (milieu-)instrumenten). In plaats van momentopnames (zoals bij reguliere onderzoeken) worden „video's” geproduceerd, waarvan de beoordelingsmethode in overeenstemming zal zijn met internationale (ICES) normen. Het volledige systeem moet autonoom, continu en op non-invasieve wijze functioneren, op basis van feitelijke gebeurtenissen ter besparing van energie.

Het onderzoeksinstituut krijgt voor het project als onderzoeksplatform kosteloos de beschikking over een optisch-akoestische opstelling (waarneming onder water van vis), met het oog op verbetering van de algoritmen voor patroonherkenning en daarmee verband houdend onderzoek.

Het aangegeven bedrag dekt onder meer de kosten voor biometrische metingen van vis, modellering van leeftijd, lengte, biomassa, verhouding volume en foto/videogegevens, kwantificering van het rifeffect door middel van merken, calibrering (integratie) van biologische resultaten met akoestische en optische gegevens, optimalisering van de waarnemingsopzet vanuit biologisch perspectief, migratie en waarneming van afzonderlijke vissen (midfield tot farfield volgen van vissen), controle van volledige inschakeling van instrumenten op basis van gebeurtenissen, schatting van afstand (nearfield stereowaarneming), waarneming van afzonderlijke vissen (nearfield volgen van vissen) en calibrering (integratie) van optische resultaten met akoestische en biologische gegevens.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

08 02 77 08

Proefproject — Ontwikkeling van een geautomatiseerd optisch-akoestische UFO-testopstelling voor waarneming van biodiversiteit en andere indicatoren van de kaderrichtlijn mariene strategie (KRMS) in belangrijke mariene gebieden

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 200 000

600 000

       

Toelichting

Het voorgestelde onderzoek is volledig nieuw, voor zover het een gelijktijdige combinatie vormt van akoestische (midfield tot farfield) en optische (nearfield) waarneming (weinig licht, hoge frequenties) door middel van een meng- en calibratiemechanisme om de informatie om te zetten van nearfield naar farfield en omgekeerd. Hiermee moet het voorkomen van de vis, de biomassa, de diversiteit op belangrijke gebieden alsmede andere KRMS-indicatoren in kaart worden gebracht (door middel van een aantal aanvullende (milieu-)instrumenten). In plaats van momentopnames (zoals bij reguliere onderzoeken) worden „video's” geproduceerd, waarvan de beoordelingsmethode in overeenstemming zal zijn met internationale (ICES) normen. Het volledige systeem moet autonoom, continu en op non-invasieve wijze functioneren, op basis van feitelijke gebeurtenissen ter besparing van energie (Is het een vis of iets anders? Als het een vis is, overschakelen op volledige instrumentatie). De twee onderwaterobservatoria van de testopstelling zullen onderling kunnen communiceren om relevante informatie uit te wisselen (bijvoorbeeld in verband met het rifeffect).

Het aangegeven bedrag dekt onder meer de kosten voor biometrische metingen van vis, modellering van leeftijd, lengte, biomassa, verhouding volume en foto/videogegevens, kwantificering van het rifeffect door middel van merken, calibrering (integratie) van biologische resultaten met akoestische en optische gegevens, optimalisering van de waarnemingsopzet vanuit biologisch perspectief, migratie en observatie van afzonderlijke vissen (midfield tot farfield volgen van vissen), controle van volledige inschakeling van instrumenten op basis van gebeurtenissen, schatting van afstand (nearfield stereowaarneming), calibrering (integratie) van optische resultaten met akoestische en biologische gegevens, interfacing van hardware van de opstelling en technische sensoren.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

HOOFDSTUK 08 03 —   EURATOM-PROGRAMMA — ACTIES ONDER CONTRACT

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

% Betalingen 2014-2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

08 03

EURATOM-PROGRAMMA — ACTIES ONDER CONTRACT

08 03 01

Beleidsuitgaven voor het Euratom-programma

08 03 01 01

Euratom — Fusie-energie

1,1

132 239 003

132 233 979

122 147 186

146 941 084

112 579 654,61

97 841 864,61

73,99

08 03 01 02

Euratom — Kernsplijting en stralingsbescherming

1,1

59 135 715

p.m.

54 654 414

30 875 121

48 861 099,—

417 357,22

 
 

Artikel 08 03 01 — Subtotaal

 

191 374 718

132 233 979

176 801 600

177 816 205

161 440 753,61

98 259 221,83

74,31

08 03 50

Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling

08 03 50 01

Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling (2014-2020)

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

34 406 584,72

33 548 036,36

 

08 03 50 02

Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling (vóór 2014)

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

6 831,01

13 653 880,91

 
 

Artikel 08 03 50 — Subtotaal

 

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

34 413 415,73

47 201 917,27

 

08 03 51

Voltooiing van het voorgaande kaderprogramma voor onderzoek van Euratom (2007-2013)

1,1

p.m.

16 387 468

p.m.

39 796 544

300 085,79

58 351 931,66

356,08

08 03 52

Voltooiing van voorgaande kaderprogramma's voor onderzoek van Euratom (vóór 2007)

1,1

p.m.

194 291

p.m.

394 545

3 217,43

148 044,18

76,20

 

Hoofdstuk 08 03 — Totaal

 

191 374 718

148 815 738

176 801 600

218 007 294

196 157 472,56

203 961 114,94

137,06

Toelichting

Het Euratom-programma voor onderzoek en opleiding (2014-2018) („Euratom-programma”) vult Horizon 2020 aan op het gebied van onderzoek en opleiding inzake kernenergie. Het algemene doel van het programma bestaat erin onderzoeks- en opleidingsactiviteiten inzake kernenergie te organiseren. Het programma legt daarbij de nadruk op een continue verbetering van de nucleaire veiligheid en de stralingsbescherming, met name om bij te dragen aan de doelstelling om het energiesysteem op lange termijn op een veilige, efficiënte en betrouwbare wijze koolstofvrij te maken. Door dit onderzoek te steunen, zal het Euratom-programma de resultaten van de drie prioriteiten van Horizon 2020 versterken: wetenschap op topniveau, industrieel leiderschap en maatschappelijke uitdagingen.

De acties onder contract van het Euratom-programma zijn op twee gebieden toegespitst: kernsplijting, veiligheid en stralingsbescherming, en het onderzoeks- en ontwikkelingsprogramma inzake kernfusie.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan programma's van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

08 03 01

Beleidsuitgaven voor het Euratom-programma

Toelichting

Het toepassingsgebied van het Euratom-programma voor acties onder contract omvat veiligheid van kernsplijting en stralingsbescherming, alsook het onderzoek naar en de ontwikkeling van kernfusie die erop gericht zijn het succes van het ITER-project te waarborgen en Europa van de voordelen ervan te laten profiteren. Het zal bijdragen aan de resultaten in het kader van de drie prioriteiten van Horizon 2020: wetenschap op topniveau, industrieel leiderschap en maatschappelijke uitdagingen.

08 03 01 01

Euratom — Fusie-energie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

132 239 003

132 233 979

122 147 186

146 941 084

112 579 654,61

97 841 864,61

Toelichting

De Euratom-activiteiten op het vlak van fusie beogen de ondersteuning van de gemeenschappelijke onderzoeksactiviteiten van de belanghebbenden die betrokken zijn bij de uitvoering van de uit de routekaart voor fusie voortvloeiende taken. Daarnaast zal er ondersteuning worden gegeven voor gezamenlijke activiteiten om materialen te ontwikkelen en te kwalificeren voor een modelkerncentrale en om operationele kwesties rondom kernfusiereactoren tegen het licht te houden en alle relevante technologieën voor een modelkernfusiecentrale te ontwikkelen en in de praktijk te testen. De activiteit behelst eveneens de tenuitvoerlegging of ondersteuning van kennisbeheer en op het bedrijfsleven gerichte technologieoverdracht naar aanleiding van het onderzoek dat door dit programma medegefinancierd is, waarbij alle innovatieve aspecten van het onderzoek geëxploiteerd zullen worden. Voorts zal de activiteit de constructie, renovatie, exploitatie en continue beschikbaarheid van essentiële onderzoeksinfrastructuren binnen het kader van het Euratom-programma ondersteunen.

Rechtsgronden

Verordening (Euratom) nr. 1314/2013 van de Raad van 16 december 2013 tot vaststelling van een programma voor onderzoek en opleiding van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (2014-2018) ter aanvulling van het „Horizon 2020”-kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 948), met name artikel 3, lid 2, onder e) tot h).

08 03 01 02

Euratom — Kernsplijting en stralingsbescherming

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

59 135 715

p.m.

54 654 414

30 875 121

48 861 099,—

417 357,22

Toelichting

De Euratom-activiteiten op het vlak van kernsplijting beogen de ondersteuning van gezamenlijke onderzoeksactiviteiten met betrekking tot een veilige exploitatie van nucleaire systemen die in de Unie in gebruik zijn of in de toekomst kunnen worden gebruikt. De activiteiten zullen eveneens bijdragen tot de ontwikkeling van oplossingen voor het beheer van finaal kernafval. Bovendien zal steun worden geboden aan de gezamenlijke en/of gecoördineerde onderzoeksactiviteiten, waarbij de nadruk wordt gelegd op de risico’s van lage stralingsdoses als gevolg van industriële, medische of milieublootstelling. Verder zullen in het kader van Euratom Splijting activiteiten plaatsvinden ter bevordering van de gezamenlijke opleidingen en van de mobiliteit tussen onderzoekscentra en het bedrijfsleven enerzijds en tussen de verschillende lidstaten en geassocieerde landen anderzijds, evenals maatregelen worden genomen ter ondersteuning van de instandhouding van multidisciplinaire nucleaire competenties.

Rechtsgronden

Verordening (Euratom) nr. 1314/2013 van de Raad van 16 december 2013 tot vaststelling van een programma voor onderzoek en opleiding van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (2014-2018) ter aanvulling van het „Horizon 2020”-kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 948), met name artikel 3, lid 2, onder a) tot d).

08 03 50

Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling

08 03 50 01

Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling (2014-2020)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

34 406 584,72

33 548 036,36

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met de ontvangsten die aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, afkomstig van derden of derde landen (buiten de Europese Economische Ruimte) die deelnemen aan de projecten op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling voor de periode 2014-2020.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement kunnen ontvangsten die zijn geboekt onder de posten 6 0 1 3, 6 0 1 5, 6 0 1 6, 6 0 3 1 en 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten.

Ontvangsten die voortvloeien uit samenwerkingsovereenkomsten tussen de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en Zwitserland of de multilaterale European Fusion Development Agreement (EFDA) worden geboekt onder de posten 6 0 1 1 en 6 0 1 2 van de staat van ontvangsten en kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten in overeenstemming met artikel 21 van het Financieel Reglement.

08 03 50 02

Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling (vóór 2014)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

6 831,01

13 653 880,91

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met de ontvangsten die aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, afkomstig van derden of derde landen (buiten de Europese Economische Ruimte) die deelnemen aan de projecten op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling voor de periode vóór 2014.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement kunnen ontvangsten die zijn geboekt onder de posten 6 0 1 3, 6 0 1 5, 6 0 1 6, 6 0 3 1 en 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten.

Ontvangsten die voortvloeien uit samenwerkingsovereenkomsten tussen de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en Zwitserland of de multilaterale European Fusion Development Agreement (EFDA) worden geboekt onder de posten 6 0 1 1 en 6 0 1 2 van de staat van ontvangsten en kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten in overeenstemming met artikel 21 van het Financieel Reglement.

08 03 51

Voltooiing van het voorgaande kaderprogramma voor onderzoek van Euratom (2007-2013)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

16 387 468

p.m.

39 796 544

300 085,79

58 351 931,66

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van betalingen met betrekking tot nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren.

Het programma dekt de volgende twee gebieden:

Onderzoek inzake kernfusie, dat activiteiten omvat die gaan van basisonderzoek tot technologische ontwikkeling, het opzetten van grote projecten en opleidings- en onderwijsactivitieiten. Door middel van kernfusie zou een bijna onbeperkte hoeveelheid schone energie kunnen worden opgewekt, waarbij ITER de onontbeerlijke volgende stap in het proces naar dit uiteindelijke doel is. De realisatie van het ITER-project staat dan ook centraal in de huidige strategie van de Unie. Een en ander moet vergezeld gaan van een sterk en gericht Europees O&O-programma inzake kernfusie ter voorbereiding van de exploitatie van ITER en ter ontwikkeling van de technologieën en kennisbasis die gedurende de exploitatie van ITER en daarna nodig zijn;

Kernsplijtingsonderzoek gericht op de totstandbrenging van een gezonde wetenschappelijke en technische basis ter versnelling van de praktische ontwikkelingen voor het veiliger beheer van langlevend radioactief afval, de bevordering van veiligere, meer hulpmiddelenefficiënte en kosteneffectieve exploitatie van kernenergie en de zorg voor een robuust en sociaal aanvaardbaar systeem van bescherming van mens en milieu tegen de effecten van ioniserende straling.

Rechtsgronden

Besluit 2006/970/Euratom van de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (Euratom) voor onderzoeks- en opleidingsactiviteiten inzake kernenergie (2007-2011) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 60).

Verordening (Euratom) nr. 1908/2006 van de Raad van 19 december 2006 tot vaststelling van de regels voor deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan acties op grond van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie voor de verspreiding van onderzoeksresultaten (2007-2011) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 1).

Beschikking 2006/976/Euratom van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (Euratom) voor onderzoeks- en opleidingsactiviteiten inzake kernenergie (2007-2011) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 404).

Besluit 2012/93/Euratom van de Raad van 19 december 2011 betreffende het kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie voor onderzoeks- en opleidingsactiviteiten inzake kernenergie (2012-2013) (PB L 47 van 18.2.2012, blz. 25).

Verordening (Euratom) nr. 139/2012 van de Raad van 19 december 2011 tot vastlegging van de regels voor deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan werkzaamheden onder contract ingevolge het kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en voor de verspreiding van de onderzoeksresultaten (2012-2013) (PB L 47 van 18.2.2012, blz. 1).

Besluit 2012/94/Euratom van de Raad van 19 december 2011 betreffende het door middel van werkzaamheden onder contract uit te voeren specifieke programma ter tenuitvoerlegging van het kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie voor onderzoeks- en opleidingsactiviteiten inzake kernenergie (2012-2013) (PB L 47 van 18.2.2012, blz. 33).

08 03 52

Voltooiing van voorgaande kaderprogramma's voor onderzoek van Euratom (vóór 2007)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

194 291

p.m.

394 545

3 217,43

148 044,18

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van betalingen met betrekking tot nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren.

Rechtsgronden

Besluit 94/268/Euratom van de Raad van 26 april 1994 betreffende een kaderprogramma voor communautaire activiteiten op het gebied van onderzoek en onderwijs voor de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (1994-1998) (PB L 115 van 6.5.1994, blz. 31).

Besluit 96/253/Euratom van de Raad van 4 maart 1996 tot aanpassing van Besluit 94/268/Euratom betreffende een kaderprogramma voor communautaire activiteiten op het gebied van onderzoek en onderwijs voor de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (1994-1998), in verband met de toetreding van de Republiek Oostenrijk, de Republiek Finland en het Koninkrijk Zweden tot de Europese Unie (PB L 86 van 4.4.1996, blz. 72).

Besluit nr. 616/96/EG van het Europees Parlement en de Raad van 25 maart 1996 tot aanpassing van Besluit nr. 1110/94/EG betreffende het vierde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap van communautaire werkzaamheden op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (1994-1998), in verband met de toetreding van de Republiek Oostenrijk, de Republiek Finland en het Koninkrijk Zweden tot de Europese Unie (PB L 86 van 4.4.1996, blz. 69).

Besluit 1999/64/Euratom van de Raad van 22 december 1998 betreffende het vijfde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (Euratom) voor activiteiten op het gebied van onderzoek en opleiding (1998-2002) (PB L 26 van 1.2.1999, blz. 34).

Besluit 2002/668/Euratom van de Raad van 3 juni 2002 betreffende het zesde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (Euratom) voor onderzoeks- en opleidingsactiviteiten inzake kernenergie, dat tevens bijdraagt tot de totstandbrenging van de Europese onderzoeksruimte (2002-2006) (PB L 232 van 29.8.2002, blz. 34).

Beschikking 2002/837/Euratom van de Raad van 30 september 2002 tot vaststelling van een specifiek programma (Euratom) voor onderzoek en opleiding op het gebied van kernenergie (2002-2006) (PB L 294 van 29.10.2002, blz. 74).

HOOFDSTUK 08 05 —   ONDERZOEKSPROGRAMMA VAN HET FONDS VOOR ONDERZOEK INZAKE KOLEN EN STAAL

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

% Betalingen 2014-2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

08 05

ONDERZOEKSPROGRAMMA VAN HET FONDS VOOR ONDERZOEK INZAKE KOLEN EN STAAL

08 05 01

Onderzoeksprogramma staal

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

35 644 823,—

35 177 770,27

 

08 05 02

Onderzoeksprogramma kolen

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

14 906 689,—

13 776 454,34

 
 

Hoofdstuk 08 05 — Totaal

 

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

50 551 512,—

48 954 224,61

 

Toelichting

Het Fonds voor onderzoek inzake kolen en staal biedt elk jaar financiële steun aan innoverende projecten om de veiligheid, de efficiëntie en het concurrentievermogen van de kolen- en staalindustrie van de Unie te verbeteren. Het werd opgericht in 2002 om voort te bouwen op het succes van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal. De verdeling van de kredieten voor steenkool (27,2 %) en staal (72,8 %) is gedefinieerd in Beschikking 2003/76/EG van de Raad van 1 februari 2003 tot vaststelling van de bepalingen die nodig zijn voor de uitvoering van het aan het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap gehechte protocol betreffende de financiële gevolgen van de beëindiging van het EGKS-Verdrag en betreffende het Fonds voor onderzoek inzake kolen en staal (PB L 29van 5.2.2003, blz. 22).

08 05 01

Onderzoeksprogramma staal

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

35 644 823,—

35 177 770,27

Toelichting

De activiteiten op het vlak van het onderzoeksprogramma staal hebben als doel de staalproductieprocedés te verbeteren om de kwaliteit van het product te verbeteren en de productiviteit te verhogen. Een verlaging van emissies, energieverbruik en milieueffecten, alsook een beter gebruik van grondstoffen en het behoud van hulpbronnen, vormen een integraal deel van de ontwikkelingen.

Rechtsgronden

Beschikking 2008/376/EG van de Raad van 29 april 2008 inzake de vaststelling van het onderzoeksprogramma van het Fonds voor onderzoek inzake kolen en staal en inzake de technische meerjarenrichtsnoeren voor dat programma (PB L 130 van 20.5.2008, blz. 7).

08 05 02

Onderzoeksprogramma kolen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

14 906 689,—

13 776 454,34

Toelichting

De activiteiten op het vlak van het onderzoeksprogramma kolen hebben als doel de totale productiekosten van de mijnen terug te dringen, de productkwaliteit te verbeteren en de kosten van het gebruik van kolen te verminderen. Onderzoeksprojecten zijn ook gericht op wetenschappelijke en technologische vooruitgang, die moet leiden tot een beter inzicht in het gedrag en de beheersing van kolenlagen met betrekking tot rotsdruk, gasemissies, explosiegevaar, ventilatie en alle andere factoren die de mijnbouw beïnvloeden. Onderzoeksprojecten met deze doelstellingen moeten uitzicht bieden op resultaten die op korte tot middellange termijn toepasbaar zijn op een aanzienlijk deel van de uniale productie.

Rechtsgronden

Beschikking 2008/376/EG van de Raad van 29 april 2008 inzake de vaststelling van het onderzoeksprogramma van het Fonds voor onderzoek inzake kolen en staal en inzake de technische meerjarenrichtsnoeren voor dat programma (PB L 130 van 20.5.2008, blz. 7).

TITEL 09

COMMUNICATIENETWERKEN, INHOUD EN TECHNOLOGIE

Algemene samenvatting van de kredieten (2016 en 2015) en van de uitvoering (2014)

 

Titel

Hoofdstuk

Rubriek

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

09 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „COMMUNICATIENETWERKEN, INHOUD EN TECHNOLOGIE”

117 303 475

117 303 475

115 875 353

115 875 353

133 662 500,79

133 662 500,79

09 02

DIGITALE EENGEMAAKTE MARKT

19 583 000

20 817 000

18 396 755

19 230 445

18 955 811,10

17 047 935,97

09 03

FINANCIERINGSFACILITEIT VOOR DE CONNECTING EUROPE FACILITY (CEF) — TELECOMMUNICATIENETWERKEN

140 417 661

79 544 909

91 642 770

72 471 741

86 634 073,06

5 706 591,58

09 04

HORIZON 2020

1 396 861 728

2 027 749 775

1 506 779 569

1 525 102 580

1 474 801 963,88

1 035 193 554,99

09 05

CREATIEF EUROPA

129 148 500

127 641 498

123 120 000

121 683 724

135 615 165,07

142 883 510,73

 

Titel 09 — Totaal

1 803 314 364

2 373 056 657

1 855 814 447

1 854 363 843

1 849 669 513,90

1 334 494 094,06

HOOFDSTUK 09 01 —   ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „COMMUNICATIENETWERKEN, INHOUD EN TECHNOLOGIE”

De artikelen 1, 2, 3 en 5 zijn in detail weergegeven in hoofdstuk XX 01

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

% 2014-2016

09 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „COMMUNICATIENETWERKEN, INHOUD EN TECHNOLOGIE”

09 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen op het beleidsterrein „Communicatienetwerken, inhoud en technologie”

5,2

43 222 990

42 390 372

43 558 797,68

100,78

09 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven ter ondersteuning van het beleidsterrein „Communicatienetwerken, inhoud en technologie”

09 01 02 01

Extern personeel

5,2

2 536 752

2 100 737

2 020 819,66

79,66

09 01 02 11

Overige beheersuitgaven

5,2

1 891 695

1 682 837

1 837 401,—

97,13

 

Artikel 09 01 02 — Subtotaal

 

4 428 447

3 783 574

3 858 220,66

87,12

09 01 03

Uitgaven in verband met uitrusting en diensten voor informatie- en communicatietechnologie op het beleidsterrein „Communicatienetwerken, inhoud en technologie”

5,2

2 758 538

2 691 197

3 145 807,19

114,04

09 01 04

Ondersteunende uitgaven voor operaties en programma's op het beleidsterrein „Communicatienetwerken, inhoud en technologie”

09 01 04 01

Ondersteunende uitgaven voor de Connecting Europe Facility (CEF) — Informatie- en communicatietechnologie (ICT)

1,1

497 000

323 000

193 643,—

38,96

09 01 04 02

Ondersteunende uitgaven voor het programma Creatief Europa — Subprogramma Media

3

1 414 980

1 374 030

1 427 720,26

100,90

 

Artikel 09 01 04 — Subtotaal

 

1 911 980

1 697 030

1 621 363,26

84,80

09 01 05

Ondersteunende uitgaven voor onderzoeks- en innovatieprogramma's op het beleidsterrein „Communicatienetwerken, inhoud en technologie”

09 01 05 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen die belast zijn met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020

1,1

43 255 948

43 000 000

48 584 372,—

112,32

09 01 05 02

Extern personeel dat belast is met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020

1,1

11 242 239

11 423 259

12 312 717,—

109,52

09 01 05 03

Overige beheersuitgaven voor onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020

1,1

10 483 333

10 889 921

20 581 223,—

196,32

 

Artikel 09 01 05 — Subtotaal

 

64 981 520

65 313 180

81 478 312,—

125,39

 

Hoofdstuk 09 01 — Totaal

 

117 303 475

115 875 353

133 662 500,79

113,95

09 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen op het beleidsterrein „Communicatienetwerken, inhoud en technologie”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

43 222 990

42 390 372

43 558 797,68

09 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven ter ondersteuning van het beleidsterrein „Communicatienetwerken, inhoud en technologie”

09 01 02 01

Extern personeel

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

2 536 752

2 100 737

2 020 819,66

09 01 02 11

Overige beheersuitgaven

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

1 891 695

1 682 837

1 837 401,—

09 01 03

Uitgaven in verband met uitrusting en diensten voor informatie- en communicatietechnologie op het beleidsterrein „Communicatienetwerken, inhoud en technologie”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

2 758 538

2 691 197

3 145 807,19

09 01 04

Ondersteunende uitgaven voor operaties en programma's op het beleidsterrein „Communicatienetwerken, inhoud en technologie”

09 01 04 01

Ondersteunende uitgaven voor de Connecting Europe Facility (CEF) — Informatie- en communicatietechnologie (ICT)

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

497 000

323 000

193 643,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de doelstellingen van het programma of de maatregelen die onder deze post vallen, en van alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand, waarbij geen sprake is van overheidstaken, die door de Commissie is uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc.

Het dient ook ter dekking van de uitgaven voor technische en/of administratieve bijstand met betrekking tot identificatie, voorbereiding, beheer, monitoring, audit en controle van het programma of de projecten.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Zie de artikelen 09 03 01, 09 03 02 en 09 03 03.

09 01 04 02

Ondersteunende uitgaven voor het programma Creatief Europa — Subprogramma Media

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

1 414 980

1 374 030

1 427 720,26

Toelichting

Oude post 15 01 04 02 (ten dele)

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven in verband met voorbereidende, toezicht-, evaluatie- en promotieactiviteiten die noodzakelijk zijn voor het beheer van het programma Creatief Europa en de verwezenlijking van de doelstellingen ervan; met name studies, vergaderingen van deskundigen, informatie- en communicatieacties, waaronder institutionele communicatie over de politieke prioriteiten van de Unie, voor zover zij verband houden met de algemene doelstellingen van deze posten, uitgaven in verband met IT-netwerken die zijn gericht op informatieverwerking en -uitwisseling, tezamen met alle andere uitgaven voor technische en administratieve bijstand die de Commissie doet voor het beheer van het programma.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten en, indien van toepassing, potentiële kandidaten van de westelijke Balkan, voor deelname aan programma's van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van de landen die onder het Europees nabuurschapsbeleid vallen, volgens de procedures die met die landen worden overeengekomen ingevolge de kaderovereenkomsten die in hun deelname aan programma's van de Unie voorzien, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van de Zwitserse Bondsstaat voor deelname aan de programma's van de Unie en die zijn geboekt op post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot het opvoeren van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Zie hoofdstuk 15 04.

09 01 05

Ondersteunende uitgaven voor onderzoeks- en innovatieprogramma's op het beleidsterrein „Communicatienetwerken, inhoud en technologie”

09 01 05 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen die belast zijn met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

43 255 948

43 000 000

48 584 372,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen die belast zijn met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma's — Horizon 2020, op posten die deel uitmaken van de goedgekeurde personeelsformaties die betrokken zijn bij werkzaamheden onder contract in het kader van de niet-nucleaire programma's, met inbegrip van ambtenaren en tijdelijke functionarissen die zijn gedetacheerd naar delegaties van de Unie.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Zie hoofdstuk 09 04.

09 01 05 02

Extern personeel dat belast is met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

11 242 239

11 423 259

12 312 717,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven voor extern personeel dat belast is met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020 in de vorm van werkzaamheden onder contract in het kader van de niet-nucleaire programma’s, met inbegrip van extern personeel dat naar delegaties van de Unie is gedetacheerd.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Zie hoofdstuk 09 04.

09 01 05 03

Overige beheersuitgaven voor onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

10 483 333

10 889 921

20 581 223,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van overige administratieve uitgaven voor het volledige beheer van onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020 in de vorm van werkzaamheden onder contract in het kader van de niet-nucleaire programma’s, met inbegrip van andere administratieve uitgaven voor personeel dat naar delegaties van de Unie is gedetacheerd.

Dit krediet dient eveneens ter dekking van de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de doelstelling van het programma of de maatregelen die onder deze post vallen, en van alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand, waarbij geen sprake is van overheidstaken, die door de Commissie is uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc.

Het dient tevens ter dekking van uitgaven voor technische en administratieve bijstand in verband met de selectie, voorbereiding, management, monitoring, audit en supervisie van het programma of van projecten, zoals onder meer uitgaven voor conferenties, workshops, seminars, ontwikkeling en onderhoud van IT-systemen, dienstreizen, opleidingen en vertegenwoordigingen.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Zie hoofdstuk 09 04.

HOOFDSTUK 09 02 —   DIGITALE EENGEMAAKTE MARKT

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

% Betalingen 2014-2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

09 02

DIGITALE EENGEMAAKTE MARKT

09 02 01

Vaststelling en tenuitvoerlegging van het uniale beleid op het gebied van elektronische communicatie

1,1

3 530 000

4 100 000

3 258 000

3 702 485

3 188 254,46

2 817 710,61

68,72

09 02 03

Agentschap van de Europese Unie voor netwerk- en informatiebeveiliging (Enisa)

1,1

10 070 000

10 070 000

9 100 612

9 100 612

9 085 457,86

9 085 457,86

90,22

09 02 04

Bureau van het Orgaan van Europese regelgevende instanties voor elektronische communicatie (Berec)

1,1

4 072 000

4 072 000

3 498 143

3 498 143

4 162 873,64

4 162 792,—

102,23

09 02 05

Maatregelen in verband met digitale inhoud alsmede de audiovisuele en andere mediasectoren

3

1 061 000

1 200 000

1 040 000

1 087 338

1 019 225,14

150 215,14

12,52

09 02 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

09 02 77 02

Proefproject — Tenuitvoerlegging van het monitoringinstrument voor het pluralisme van de media

3

p.m.

p.m.

p.m.

326 889

500 000,—

426 079,92

 

09 02 77 03

Proefproject — Europees Centrum voor pers- en mediavrijheid

3

p.m.

400 000

p.m.

764 978

1 000 000,—

405 680,44

101,42

09 02 77 04

Voorbereidende actie — Europees Centrum voor pers- en mediavrijheid

3

500 000

600 000

1 000 000

500 000

     

09 02 77 05

Voorbereidende actie — Tenuitvoerlegging van het monitoringinstrument voor het pluralisme van de media

3

350 000

375 000

500 000

250 000

     
 

Artikel 09 02 77 — Subtotaal

 

850 000

1 375 000

1 500 000

1 841 867

1 500 000,—

831 760,36

60,49

 

Hoofdstuk 09 02 — Totaal

 

19 583 000

20 817 000

18 396 755

19 230 445

18 955 811,10

17 047 935,97

81,89

09 02 01

Vaststelling en tenuitvoerlegging van het uniale beleid op het gebied van elektronische communicatie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

3 530 000

4 100 000

3 258 000

3 702 485

3 188 254,46

2 817 710,61

Toelichting

Oude artikelen 09 02 01 en 12 02 01 (ten dele)

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor een aantal activiteiten om:

 

via coördinatie van alle aspecten van elektronische communicatie een beter regelgevingskader tot stand te brengen voor mededinging, investeringen en groei: economische analyse, effectbeoordeling, beleidsontwikkeling, naleving van de regelgeving;

 

het beleid van de Unie op het gebied van elektronischecommunicatienetwerken en -diensten uit te voeren en te herzien teneinde initiatieven te lanceren om de uitdagingen in deze dynamische sector het hoofd te bieden (convergentie van elektronische communicatie met de audiovisuele sector en leveranciers van content);

 

de totstandbrenging van de digitale eengemaakte markt te faciliteren, via acties in verband met de doelstellingen inzake breedband, door middel van regelgeving, beleid en publieke financiële steun, met inbegrip van coördinatie met het Cohesiebeleid op de gebieden die relevant zijn voor elektronischecommunicatienetwerken en -diensten;

 

beleids- en coördinatiemaatregelen ontwikkelen om ervoor te zorgen dat de lidstaten hun nationale breedbandplannen ten uitvoer leggen, met betrekking tot de vaste en mobiele infrastructuur en de mogelijke convergentie; dit omvat ook de samenhang en de economische efficiëntie van overheidsinterventie(s) op Unie en op nationaal niveau;

 

beleid en wetgeving te ontwikkelen, waarbij de aandacht in het bijzonder wordt toegespitst op aangelegenheden in verband met de toegang tot en de machtiging voor elektronischecommunicatienetwerken en -diensten, met name interoperabiliteit, interconnectie, civieltechnische werkzaamheden, onafhankelijkheid van de regelgevende instanties en nieuwe maatregelen om de eengemaakte markt te versterken;

 

de desbetreffende regelgeving in alle lidstaten te controleren en ten uitvoer te leggen;

 

inbreukprocedures coördineren en input leveren voor staatssteunzaken;

 

beleid en wetgeving te ontwikkelen, waarbij de aandacht in het bijzonder wordt toegespitst op retail- en consumentenaangelegenheden, met name netneutraliteit, overstappen, roaming, vraag- en gebruiksstimulering en universele dienst;

 

door de nationale regelgevende instanties toe te passen consistente marktgerichte regelgevingen te ontwikkelen en ten uitvoer te leggen alsmede te reageren op individuele kennisgevingen van die instanties, met name wat betreft relevante markten, mededinging en maatregelen van regelgevende aard, in het bijzonder voor toegangsnetwerken van de volgende generatie;

 

beleid op alle terreinen te ontwikkelen dat ervoor zorgt dat de lidstaten elk gebruik van spectrum beheren, met inbegrip van de verschillende domeinen van de interne markt zoals elektronische communicatie, breedbandinternet en innovatie;

 

de uitvoering van het regelgevingskader voor communicatiediensten (onder andere het mechanisme bedoeld in artikel 7 van Richtlijn 2002/21/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 maart 2002 inzake een gemeenschappelijk regelgevingskader voor elektronischecommunicatienetwerken en -diensten (kaderrichtlijn) (PB L 108 van 24.4.2002, blz. 33)) te stimuleren en te volgen;

 

het mogelijk te maken dat derde landen een beleid voeren ter openstelling van hun markten, dat gelijkwaardig is aan dat van de Unie;

 

de uitvoering van het programma voor het radiospectrumbeleid te stimuleren en te volgen (Besluit nr. 243/2012/EU van het Europees Parlement en de Raad van 14 maart 2012 tot vaststelling van een meerjarenprogramma voor het radiospectrumbeleid (PB L 81 van 21.3.2012, blz. 7));

 

beleid betreffende auteursrechten op Unieniveau uit te stippelen, met name betreffende de onlinedistributie van auteursrechtelijk beschermde inhoud op de digitale eengemaakte markt, met inbegrip van de beoordeling van juridische of economische drempels die voortvloeien uit het regelgevingskader op het niveau van de Unie of de lidstaten dan wel uit sectorpraktijken;

 

beleid betreffende de digitale eengemaakte markt op het gebied van e-commerce in de Unie te ontwikkelen, uit te voeren en te monitoren, met name beleid dat verband houdt met Richtlijn 2000/31/EG van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2000 betreffende bepaalde juridische aspecten van de diensten van de informatiemaatschappij, met name de elektronische handel, in de interne markt („richtlijn inzake elektronische handel”) (PB L 178 van 17.7.2000, blz. 1), met inbegrip van de beoordeling van juridische en economische belemmeringen die voortvloeien uit het kader betreffende de interne markt op het gebied van elektronische handel of uit aanverwante maatregelen;

 

acties te ondersteunen die zijn gericht op het waarborgen van de stabiliteit en beveiliging van het internet op basis van een echt multistakeholdermodel om ervoor te zorgen dat de economische en maatschappelijke mogelijkheden van elektronische communicatie ten volle kunnen worden benut;

 

gevolg te blijven geven aan de mededeling van de Europese Commissie „Internetbeleid en -governance — De rol van Europa bij het vormgeven van de toekomst van internetgovernance” (COM(2014) 72 final) en aan concrete oproepen van de lidstaten in de conclusies van de Raad over internetgovernance van 27 november 2014 en van het Europees Parlement in zijn resolutie van 11 februari 2015 over de verlenging van het mandaat van het forum voor internetbeheer (2015/2526(RSP));

 

de financiële steun voor het forum voor internetbeheer voort te zetten en te zorgen voor financiële steun voor de pan-Europese dialoog over internetgovernance (EuroDIG) teneinde voor beide forums de financiële stabiliteit en daardoor de operationele levensvatbaarheid te waarborgen; hiertoe behoort financiële steun voor verschillende initiatieven in verband met het vergroten van de impact van beide forums;

 

het belang te benadrukken van ICT in de ontwikkeling van duurzameontwikkelingsdoelstellingen voor na 2015, onder meer via op derde landen gerichte maatregelen ter bevordering van de capaciteit en het vertrouwen op het gebied van elektronische communicatie.

De specifieke doelstellingen van deze maatregelen zijn:

 

uitwerking van een beleid en een strategie van de Unie op het gebied van communicatienetwerken en -diensten (inclusief de convergentie tussen elektronische communicatie en de audiovisuele sector, aspecten die verband houden met het internet enz.);

 

de ontwikkeling van een radiospectrumbeleid voor de Unie;

 

ontwikkeling van activiteiten in de sector mobiele en satellietcommunicatie, met name op het gebied van de frequenties en vraagstimulering;

 

analyse van de situatie en de vastgestelde wetgeving, alsook van staatssteunbesluiten, op deze gebieden;

 

analyse van de financiële toestand van en de investeringsintensiteit in de sector;

 

de coördinatie van dit beleid en initiatieven die verband houden met de internationale context (bv. de Wereldradio-communicatieconferentie (WRC) en de Europese Conferentie van Post- en Telecommunicatieadministraties (CEPT) enz.);

 

de ontwikkeling van activiteiten en initiatieven in het kader van de digitale eengemaakte markt;

 

ontwikkeling van activiteiten en initiatieven in samenhang met het Cohesiebeleid;

 

de ontwikkeling en het bijhouden van de database met betrekking tot het programma voor het radiospectrumbeleid en andere acties voor het toezicht op en de uitvoering van het programma;

 

de bevordering en nadere uitwerking van de visie van de Unie met betrekking tot het multistakeholdermodel voor internetgovernance.

Deze maatregelen bestaan onder meer in de voorbereiding van analyses en voortgangsverslagen, de raadpleging van belanghebbenden en het publiek, de voorbereiding van wetgevingsvoorstellen en het toezicht op de tenuitvoerlegging van de wetgeving, alsmede vertalingen van kennisgevingen en raadplegingen op grond van artikel 7 van Richtlijn 2002/21/EG.

Dit krediet dient met name ter dekking van de uitgaven voor contracten voor analysen en adviezen van deskundigen, specifieke studies, evaluatierapporten, coördinatiewerkzaamheden, subsidies en de cofinanciering van bepaalde werkzaamheden.

Dit krediet dient bovendien ter dekking van de uitgaven voor vergaderingen van deskundigen, communicatieactiviteiten, lidmaatschap van organisaties, voorlichting en publicaties die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de doelstelling van het programma of de maatregelen die onder dit artikel vallen, en alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand, waarbij geen sprake is van overheidstaken, die door de Commissie is uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc.

Rechtsgronden

Taak die voortvloeit uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel vlak, zoals bedoeld in artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

09 02 03

Agentschap van de Europese Unie voor netwerk- en informatiebeveiliging (Enisa)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

10 070 000

10 070 000

9 100 612

9 100 612

9 085 457,86

9 085 457,86

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de administratieve en personeelsuitgaven van het Agentschap (titels 1 en 2), alsook van de beleidsuitgaven in verband met het werkprogramma (titel 3).

Het Agentschap is gecreëerd om de Unie, de lidstaten en bijgevolg het bedrijfsleven beter in staat te stellen om netwerk- en informatiebeveiligingsproblemen te voorkomen, aan te pakken en het hoofd te bieden. Om dit doel te verwezenlijken, zal het Agentschap een hoog niveau van deskundigheid ontwikkelen en een ruime samenwerking tussen de betrokkenen uit de publieke en particuliere sector bevorderen.

Het Agentschap heeft als doel de Commissie en de lidstaten te helpen en te adviseren bij aangelegenheden in verband met netwerk- en informatiebeveiliging die binnen zijn bevoegdheden vallen, en de Commissie op verzoek te ondersteunen bij de technische voorbereidende werkzaamheden voor de actualisering en ontwikkeling van uniale wetgeving op het gebied van netwerk- en informatiebeveiliging.

Het Agentschap moet het Europees Parlement en de Raad in kennis stellen van elke kredietoverschrijving tussen administratieve en beleidsuitgaven.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

De bedragen die overeenkomstig artikel 16 van Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie worden terugbetaald, vormen bestemmingsontvangsten (artikel 21, lid 3, onder c), van het Financieel Reglement) die ten laste moeten worden gebracht van post 6 6 0 0 van de algemene staat van ontvangsten.

Overeenkomstig artikel 208 van het Financieel Reglement en de desbetreffende artikelen van het Financieel Reglement voor elk van de door de Gemeenschappen opgerichte organen is de rol van het Europees Parlement en de Raad versterkt.

De personeelsformatie van het Agentschap is opgenomen in de bijlage „Personeel” bij deze afdeling.

De bijdrage van de Unie voor 2016 bedraagt in totaal 10 120 000 EUR. Aan het in de begroting opgevoerde bedrag van 10 070 000 EUR is een bedrag van 50 000 EUR toegevoegd afkomstig van de terugvordering van overschotten.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 526/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 21 mei 2013 inzake het Agentschap van de Europese Unie voor netwerk- en informatiebeveiliging (Enisa) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 460/2004 (OJ L 165 van 18.6.2013, blz. 41).

09 02 04

Bureau van het Orgaan van Europese regelgevende instanties voor elektronische communicatie (Berec)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

4 072 000

4 072 000

3 498 143

3 498 143

4 162 873,64

4 162 792,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de administratieve en personeelsuitgaven van het Bureau (titels 1 en 2), alsook van beleidsuitgaven die uitsluitend in verband met het werkprogramma worden gedaan (titel 3).

Berec is een gespecialiseerd en onafhankelijk adviesorgaan dat de Commissie en de regelgevende instanties van de lidstaten ondersteuning biedt bij de tenuitvoerlegging van het uniale regelgevingskader inzake elektronische communicatie teneinde een consistente regelgevende aanpak in de hele Unie te bevorderen. Berec is geen orgaan van de Unie en heeft geen rechtspersoonlijkheid.

Het Bureau is opgericht als orgaan van de Unie met rechtspersoonlijkheid, dat Berec professionele en administratieve ondersteuning verleent bij de uitvoering van de in Verordening (EG) nr. 1211/2009 vastgestelde taken.

Het Bureau moet het Europees Parlement en de Raad in kennis stellen van elke overschrijving van kredieten tussen beleidsuitgaven en administratieve uitgaven.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

De bedragen die overeenkomstig artikel 16 van Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie worden terugbetaald, vormen bestemmingsontvangsten (artikel 21, lid 3, onder c), van het Financieel Reglement) die ten laste moeten worden gebracht van post 6 6 0 0 van de algemene staat van ontvangsten.

Overeenkomstig artikel 208 van het Financieel Reglement en de desbetreffende artikelen van het Financieel Reglement voor elk van de door de Gemeenschappen opgerichte organen is de rol van het Europees Parlement en de Raad versterkt.

De personeelsformatie van het Agentschap is opgenomen in de bijlage „Personeel” bij deze afdeling.

De bijdrage van de Unie bedraagt voor 2016 in totaal 4 246 000 EUR. Een bedrag van 174 000 EUR, afkomstig van de terugvordering van overschotten, is toegevoegd aan het in de begroting opgevoerde bedrag van 4 072 000 EUR.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1211/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2009 tot oprichting van het Orgaan van Europese regelgevende instanties voor elektronische communicatie (Berec) en het Bureau (PB L 337 van 18.12.2009, blz. 1).

09 02 05

Maatregelen in verband met digitale inhoud alsmede de audiovisuele en andere mediasectoren

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 061 000

1 200 000

1 040 000

1 087 338

1 019 225,14

150 215,14

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de volgende acties:

 

de tenuitvoerlegging van Richtlijn 2010/13/EU van het Europees Parlement en de Raad van 10 maart 2010 betreffende de coördinatie van bepaalde wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in de lidstaten inzake het aanbieden van audiovisuele mediadiensten (de richtlijn audiovisuele mediadiensten) (PB L 95 van 15.4.2010, blz. 1));

 

toezicht op de ontwikkeling van de media, met inbegrip van het pluralisme en de vrijheid van de media;

 

verzameling en verspreiding van economische en juridische informatie en analysen over de audiovisuele sector en convergerende media- en inhoudssectoren.

Dit krediet dient eveneens ter dekking van de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de doelstelling van de maatregelen die onder dit artikel vallen, en van alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand waarbij geen sprake is van overheidstaken die door de Commissie is uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc.

Rechtsgronden

Taak die voortvloeit uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel vlak, zoals bedoeld in artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

09 02 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

09 02 77 02

Proefproject — Tenuitvoerlegging van het monitoringinstrument voor het pluralisme van de media

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

326 889

500 000,—

426 079,92

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

09 02 77 03

Proefproject — Europees Centrum voor pers- en mediavrijheid

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

400 000

p.m.

764 978

1 000 000,—

405 680,44

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

09 02 77 04

Voorbereidende actie — Europees Centrum voor pers- en mediavrijheid

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

500 000

600 000

1 000 000

500 000

   

Toelichting

Het voorgestelde Europees Centrum voor pers- en mediavrijheid vloeit voort uit het Handvest voor de grondrechten van de Europese Unie en het Europees Handvest voor persvrijheid, door te dienen als één Europees meldpunt waar journalistieke organisaties of personen en actoren in de media melding kunnen maken van schendingen van die handvesten. Het moet het enige centrum in Europa worden dat dergelijke schendingen onderzoekt en documenteert. Tevens doet het dienst als alarmcentrum voor acute gevallen, bijvoorbeeld door steun van buitenlandse collega's te organiseren voor journalisten die hulp nodig hebben. Het centrum maakt gebruik van input van een groot aantal bronnen, waaronder academische centra, regionale partners uit heel Europa en verschillende journalistieke organisaties. Het centrum bereikt alle 28 lidstaten en de kandidaat-lidstaten.

Deze voorbereidende actie vormt een aanvulling op bestaande acties die worden gefinancierd uit de begroting van de Unie. Meer specifiek moet het een praktische tegenhanger vormen voor het academische „Centrum voor mediapluralisme en mediavrijheid” dat gevestigd is aan het Europees Universitair Instituut te Florence. Bovendien profiteert het van het momentum dat is gecreëerd door de door de Commissie opgerichte Groep op hoog niveau inzake mediavrijheid en -pluralisme en door de resolutie van het Europees Parlement van 21 mei 2013 over het EU-Handvest: vaststelling van normen voor de vrijheid van de media in de gehele EU.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

09 02 77 05

Voorbereidende actie — Tenuitvoerlegging van het monitoringinstrument voor het pluralisme van de media

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

350 000

375 000

500 000

250 000

   

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Deze voorbereidende actie sluit aan op het in 2013 en 2014 door het Europees Parlement gefinancierde proefproject voor het testen en toepassen van de Media Pluralism Monitor (MPM), ontwikkeld in 2009 op verzoek van de Commissie, door een consortium van Europese universiteiten.

Het proefproject met het MPM wordt momenteel uitgevoerd door het Centrum voor mediapluralisme en mediavrijheid in het Robert Schuman-centrum voor geavanceerde studies/Europees Universitair Instituut, een academisch centrum dat in 2011 werd opgericht door de Commissie als onderdeel van de voortdurende inspanningen van de Unie om de bescherming van het mediapluralisme en de mediavrijheid in Europa te verbeteren en te beoordelen welke maatregelen er op Europees of nationaal niveau moeten worden genomen om deze doelstellingen te bevorderen. In het kader van het proefproject test het Centrum voor mediapluralisme en mediavrijheid een gestroomlijnde versie van het MPM 2009 op basis van een representatieve steekproef van negen lidstaten: België, Bulgarije, Denemarken, Estland, Frankrijk, Griekenland, Hongarije, Italië en het VK. Deze landen zijn geselecteerd aan de hand van objectieve criteria, om de grootste mate van neutraliteit te waarborgen en een grootschalige tenuitvoerlegging in verschillende omstandigheden mogelijk te maken.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

HOOFDSTUK 09 03 —   FINANCIERINGSFACILITEIT VOOR DE CONNECTING EUROPE FACILITY (CEF) — TELECOMMUNICATIENETWERKEN

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

% Betalingen 2014-2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

09 03

FINANCIERINGSFACILITEIT VOOR DE CONNECTING EUROPE FACILITY (CEF) — TELECOMMUNICATIENETWERKEN

09 03 01

Breedbandprojecten uitwerken voor publieke en/of private financiering

1,1

p.m.

450 000

p.m.

3 056 060

0,—

0,—

0

09 03 02

Een gunstiger klimaat voor particuliere investeringen in infrastructuurprojecten op het gebied van telecommunicatie creëren — CEF Breedband

1,1

37 287 000

18 643 500

35 575 000

35 799 319

17 499 729,16

0,—

0

09 03 03

Interoperabiliteit, duurzame introductie, exploitatie en opwaardering van trans-Europese digitalediensteninfrastructuren, alsmede coördinatie op Europees niveau bevorderen

1,1

103 130 661

60 166 409

56 067 770

29 687 199

69 134 343,90

293 720,81

0,49

09 03 51

Voltooiing van voorgaande programma's

09 03 51 01

Afronding van het programma Safer Internet (2009-2013)

1,1

p.m.

285 000

p.m.

3 929 163

0,—

5 412 870,77

1 899,25

09 03 51 02

Voltooiing van Safer Internet plus — Bevordering van een veiliger gebruik van het internet en nieuwe onlinetechnologieën

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

 
 

Artikel 09 03 51 — Subtotaal

 

p.m.

285 000

p.m.

3 929 163

0,—

5 412 870,77

1 899,25

 

Hoofdstuk 09 03 — Totaal

 

140 417 661

79 544 909

91 642 770

72 471 741

86 634 073,06

5 706 591,58

7,17

09 03 01

Breedbandprojecten uitwerken voor publieke en/of private financiering

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

450 000

p.m.

3 056 060

0,—

0,—

Toelichting

Acties die onder dit artikel vallen, dragen bij tot de doelstellingen van de Connecting Europe Facility zoals uiteengezet in artikel 3 van Verordening (EU) nr. 283/2014.

Acties die onder dit artikel vallen, dragen bij tot de breedbanddoelstellingen van de Connecting Europe Facility en omvatten studies en ondersteunende acties, in het bijzonder technische bijstand, zoals omschreven in artikel 2 van Verordening (EU) nr. 1316/2013.

Acties die onder dit artikel vallen, worden gewoonlijk uitgevoerd door gebruikmaking van subsidies of overheidsopdrachten, hetzij onder direct beheer in de zin van artikel 58, lid 1, onder a), van het Financieel Reglement, hetzij onder indirect beheer in de zin van artikel 58, lid 1, onder c), van het Financieel Reglement.

Bij de onder dit begrotingsonderdeel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1316/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van de financieringsfaciliteit voor Europese verbindingen, tot wijziging van Verordening (EU) nr. 913/2010 en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 680/2007 en (EG) nr. 67/2010 (PB L 348 van 20.12.2013, blz. 129), met name artikel 5, lid 2, onder a).

Verordening (EU) nr. 283/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 betreffende richtsnoeren voor trans-Europese netwerken op het gebied van telecommunicatie-infrastructuur en tot intrekking van Beschikking nr. 1336/97/EG (PB L 86 van 21.3.2014), met name artikel 6, lid 9, en deel 3 van de bijlage.

09 03 02

Een gunstiger klimaat voor particuliere investeringen in infrastructuurprojecten op het gebied van telecommunicatie creëren — CEF Breedband

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

37 287 000

18 643 500

35 575 000

35 799 319

17 499 729,16

0,—

Toelichting

Acties die onder dit artikel vallen, dragen bij tot de doelstellingen van de Connecting Europe Facility zoals uiteengezet in artikel 3 van Verordening (EU) nr. 283/2014.

Acties die onder dit artikel vallen, ondersteunen projecten van gemeenschappelijk belang op het gebied van breedbandnetwerken.

Acties die onder dit artikel vallen, dragen bij tot de bovengenoemde doelstellingen door middel van financieringsinstrumenten als bedoeld in artikel 7, lid 4, van Verordening (EU) nr. 1316/2013.

De uitgaven dekken financiële bijstand voor breedbandnetwerken, in de zin van artikel 2 van Verordening (EU) nr. 283/2014.

Alle uit financieringsinstrumenten terugvloeiende bedragen, met inbegrip van kapitaalaflossingen, vrijgegeven garanties en terugbetalingen van de hoofdsom van leningen, die aan de Commissie worden teruggestort en geboekt onder post 6 3 4 1 van de staat van ontvangsten uit hoofde van artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement, mogen overeenkomstig artikel 140, lid 6, van het Financieel Reglement voor hetzelfde financieringsinstrument worden gebruikt.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1316/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van de financieringsfaciliteit voor Europese verbindingen, tot wijziging van Verordening (EU) nr. 913/2010 en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 680/2007 en (EG) nr. 67/2010 (PB L 348 van 20.12.2013, blz. 129), met name artikel 7, lid 4.

Verordening (EU) nr. 283/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 betreffende richtsnoeren voor trans-Europese netwerken op het gebied van telecommunicatie-infrastructuur en tot intrekking van Beschikking nr. 1336/97/EG (PB L 86 van 21.3.2014), met name artikel 6, lid 7, en deel 2 van de bijlage.

09 03 03

Interoperabiliteit, duurzame introductie, exploitatie en opwaardering van trans-Europese digitalediensteninfrastructuren, alsmede coördinatie op Europees niveau bevorderen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

103 130 661

60 166 409

56 067 770

29 687 199

69 134 343,90

293 720,81

Toelichting

Acties die onder dit artikel vallen, dragen bij tot de doelstellingen zoals uiteengezet in artikel 3 van Verordening (EU) nr. 283/2014.

De acties ondersteunen projecten van gemeenschappelijk belang op het gebied van digitalediensteninfrastructuur.

Acties die onder dit artikel vallen, dragen gewoonlijk bij aan de genoemde doelstellingen door gebruikmaking van het instrument van subsidies en overheidsopdrachten:

 

centrale dienstenplatforms worden gewoonlijk gefinancierd door middel van overheidsopdrachten, met uitzondering van Europeana;

 

algemene diensten worden gewoonlijk gefinancierd door middel van subsidies;

 

digitale platforms, zoals Europeana, om de creatieve sector te ondersteunen en economische activiteit op basis van gedigitaliseerde culturele bronnen te vergemakkelijken.

De uitgaven dekken de volledige cyclus van infrastructuurvoorzieningen voor digitale diensten, omvattende haalbaarheidsstudies, uitvoering, exploitatie en verbetering, coördinatie en evaluatie en technische bijstand, zoals omschreven in artikel 2 van Verordening (EU) nr. 283/2014. De aandacht moet niet alleen worden gericht op het creëren van infrastructuurvoorzieningen voor digitale diensten en aanverwante diensten maar ook op de governance betreffende de exploitatie van dergelijke platforms en diensten.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1316/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van de financieringsfaciliteit voor Europese verbindingen, tot wijziging van Verordening (EU) nr. 913/2010 en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 680/2007 en (EG) nr. 67/2010 (PB L 348 van 20.12.2013, blz. 129), met name artikel 4, lid 4.

Verordening (EU) nr. 283/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 betreffende richtsnoeren voor trans-Europese netwerken op het gebied van telecommunicatie-infrastructuur en tot intrekking van Beschikking nr. 1336/97/EG (PB L 86 van 21.3.2014), met name artikel 6, leden 1 tot en met 6, artikel 6, lid 9, en delen 1 en 3 van de bijlage daarbij.

09 03 51

Voltooiing van voorgaande programma's

09 03 51 01

Afronding van het programma Safer Internet (2009-2013)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

285 000

p.m.

3 929 163

0,—

5 412 870,77

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van eerdere vastleggingen in verband met het programma Safer Internet.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan programma's van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Besluit nr. 1351/2008/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 tot vaststelling van een meerjarenprogramma van de Gemeenschap betreffende de bescherming van kinderen die het internet en andere communicatietechnologieën gebruiken (PB L 348 van 24.12.2008, blz. 118).

09 03 51 02

Voltooiing van Safer Internet plus — Bevordering van een veiliger gebruik van het internet en nieuwe onlinetechnologieën

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van eerdere vastleggingen in verband met het programma Safer Internet plus.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan programma's van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Besluit nr. 854/2005/EG van het Europees Parlement en de Raad van 11 mei 2005 tot vaststelling van een communautair meerjarenprogramma ter bevordering van een veiliger gebruik van het internet en nieuwe onlinetechnologieën (PB L 149 van 11.6.2005, blz. 1).

HOOFDSTUK 09 04 —   HORIZON 2020

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

% Betalingen 2014-2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

09 04

HORIZON 2020

09 04 01

Wetenschap van topkwaliteit

09 04 01 01

Stimuleren van onderzoek in toekomstige en opkomende technologieën

1,1

215 400 890

244 098 326

232 151 334

109 225 168

225 025 085,—

700 000,—

0,29

09 04 01 02

Versterken van Europese onderzoeksinfrastructuur, waaronder e-infrastructuur

1,1

97 889 261

95 000 000

105 290 655

83 011 128

99 195 637,—

4 529 000,—

4,77

 

Artikel 09 04 01 — Subtotaal

 

313 290 151

339 098 326

337 441 989

192 236 296

324 220 722,—

5 229 000,—

1,54

09 04 02

Industrieel leiderschap

09 04 02 01

Leiderschap op het gebied van de informatie- en communicatietechnologie

1,1

723 681 812

799 548 750

824 154 429

467 483 720

759 968 487,67

42 533 821,50

5,32

 

Artikel 09 04 02 — Subtotaal

 

723 681 812

799 548 750

824 154 429

467 483 720

759 968 487,67

42 533 821,50

5,32

09 04 03

Maatschappelijke uitdagingen

09 04 03 01

Verbeteren van gezondheid en welzijn gedurende het hele leven

1,1

118 188 002

142 332 732

132 981 639

52 428 081

130 908 869,—

3 190 531,31

2,24

09 04 03 02

Inclusieve, innovatieve en reflexieve Europese samenlevingen bevorderen

1,1

36 564 471

47 093 653

43 725 806

21 845 034

36 338 878,49

313 569,—

0,67

09 04 03 03

Veilige Europese samenlevingen bevorderen

1,1

45 791 092

50 080 000

50 665 706

18 786 729

48 181 957,—

207 000,—

0,41

 

Artikel 09 04 03 — Subtotaal

 

200 543 565

239 506 385

227 373 151

93 059 844

215 429 704,49

3 711 100,31

1,55

09 04 07

Gemeenschappelijke ondernemingen

09 04 07 31

Gemeenschappelijke Onderneming elektronische componenten en systemen voor Europees leiderschap (Ecsel) — Ondersteunende uitgaven

1,1

1 019 130

1 019 130

786 407

784 523

460 000,—

460 000,—

45,14

09 04 07 32

Gemeenschappelijke Onderneming elektronische componenten en systemen voor Europees leiderschap (Ecsel)

1,1

153 127 070

120 651 306

115 023 593

61 166 094

155 000 000,—

0,—

0

 

Artikel 09 04 07 — Subtotaal

 

154 146 200

121 670 436

115 810 000

61 950 617

155 460 000,—

460 000,—

0,38

09 04 50

Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling

09 04 50 01

Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling (2014-2020)

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

7 779 364,42

550 313,89

 

09 04 50 02

Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling (vóór 2014)

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

6 549 748,—

57 962 496,48

 
 

Artikel 09 04 50 — Subtotaal

 

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

14 329 112,42

58 512 810,37

 

09 04 51

Voltooiing van het zevende kaderprogramma (2007-2013)

1,1

p.m.

484 237 378

p.m.

655 417 350

359 253,80

816 749 516,68

168,67

09 04 52

Voltooiing van voorgaande kaderprogramma's voor onderzoek (vóór 2007)

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

 

09 04 53

Kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie — Ondersteuning van het beleid op het gebied van informatie- en communicatietechnologie (ICT-beleidsondersteuningsprogramma)

09 04 53 01

Kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie — Ondersteuning van het beleid op het gebied van informatie- en communicatietechnologie (ICT-beleidsondersteuningsprogramma) (2007-2013)

1,1

p.m.

38 588 500

p.m.

52 428 081

1 534 683,50

107 697 306,13

279,09

09 04 53 02

Voltooiing van voorgaande programma’s op het gebied van informatie- en communicatietechnologie (ICT) (van vóór 2007)

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

 
 

Artikel 09 04 53 — Subtotaal

 

p.m.

38 588 500

p.m.

52 428 081

1 534 683,50

107 697 306,13

279,09

09 04 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

09 04 77 01

Proefproject — Technologieën om kennis toegankelijkheid te maken: kennis in kaart brengen en consolideren

1,1

p.m.

1 600 000

2 000 000

1 654 288

1 500 000,—

0,—

0

09 04 77 02

Proefproject — Verbonden voor gezondheid: welzijns- en gezondheidsoplossingen in een open access FTTH-netwerk

1,1

p.m.

500 000

p.m.

436 192

1 000 000,—

0,—

0

09 04 77 03

Proefproject — REIsearch (Research Excellence Innovation Framework) — Vergroting van het concurrentievermogen van de Europese Onderzoeksruimte door betere communicatie tussen onderzoekers, burgers, industrie en beleidsmakers

1,1

p.m.

400 000

p.m.

436 192

1 000 000,—

300 000,—

75,00

09 04 77 04

Proefproject — De Europese digitale agenda en Silicon Valley

1,1

150 000

75 000

         

09 04 77 05

Voorbereidende actie — Technologieën om kennis toegankelijk te maken: kennis in kaart brengen en consolideren

1,1

1 500 000

750 000

         

09 04 77 06

Proefproject — Digitale vaardigheden: nieuwe beroepen, nieuwe onderwijsmethodes en nieuwe banen

1,1

400 000

200 000

         

09 04 77 07

Proefproject — Ontwikkeling van het gebruik van nieuwe technologieën en digitale instrumenten in het onderwijs

1,1

400 000

200 000

         

09 04 77 08

Voorbereidende actie — REIsearch (Research Excellence Innovation Framework) — Vergroting van het concurrentievermogen van de Europese Onderzoeksruimte door betere communicatie tussen onderzoekers, burgers, industrie en beleidsmakers

1,1

750 000

375 000

         

09 04 77 09

Voorbereidende actie — Slimme fabrieken in Oost-Europa

1,2

2 000 000

1 000 000

         
 

Artikel 09 04 77 — Subtotaal

 

5 200 000

5 100 000

2 000 000

2 526 672

3 500 000,—

300 000,—

5,88

 

Hoofdstuk 09 04 — Totaal

 

1 396 861 728

2 027 749 775

1 506 779 569

1 525 102 580

1 474 801 963,88

1 035 193 554,99

51,05

Toelichting

Deze toelichting is van toepassing op alle begrotingsonderdelen van dit hoofdstuk.

Dit krediet zal worden gebruikt voor Horizon 2020 (het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie, dat de periode 2014-2020 bestrijkt) alsmede voor de voltooiing van de voorafgaande onderzoeksprogramma's (het zevende kaderprogramma en de programma's daarvoor) en van voorgaande programma’s op het gebied van informatie- en communicatietechnologie (ICT PSP (2007-2013) en programma's van vóór 2007).

Horizon 2020 zal een centrale rol vervullen bij de toepassing van het Europa 2020-vlaggenschipinitiatief „Innovatie-Unie” en andere vlaggenschipinitiatieven, met name „Efficiënt hulpbronnengebruik in Europa”, „Een geïntegreerd industriebeleid in een tijd van mondialisering” en „Een digitale agenda voor Europa”, alsook bij de ontwikkeling en werking van de Europese Onderzoeksruimte. Horizon 2020 zal bijdragen tot de totstandbrenging van een op kennis en innovatie gebaseerde economie in de hele Unie door voldoende aanvullende financiering voor onderzoek, ontwikkeling en innovatie aan te trekken.

De programma's zijn gericht op de verwezenlijking van de in artikel 179 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie genoemde doelstellingen, teneinde bij te dragen tot de totstandkoming van een kennismaatschappij, gebaseerd op de Europese Onderzoeksruimte, d.w.z. door het ondersteunen van transnationale samenwerking op alle niveaus in de gehele Unie, door de dynamiek, de creativiteit en de uitmuntendheid van het Europese onderzoek in staat te stellen de grenzen van de kennis te verleggen, door meer personele middelen voor onderzoek en technologische ontwikkeling in Europa ter beschikking te stellen, en ook de kwaliteit daarvan te verbeteren, en door de capaciteiten voor onderzoek en innovatie in de hele Unie te versterken en ervoor te zorgen dat die optimaal worden gebruikt.

Onder deze artikelen en posten vallen ook de uitgaven voor vergaderingen, conferenties, workshops en seminars van hoog wetenschappelijk of technologisch niveau en van Europees belang die door de Commissie worden georganiseerd, de financiering van analysen en evaluaties van hoog wetenschappelijk of technologisch niveau die voor de Unie worden uitgevoerd om nieuwe onderzoeksgebieden te verkennen die in aanmerking komen voor EU-actie, met name in het kader van de Europese Onderzoeksruimte alsmede acties in verband met de follow-up en de verspreiding van resultaten van de programma's, waaronder die van acties die onder de eerdere kaderprogramma's zijn uitgevoerd.

Dit krediet zal worden aangewend overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1290/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van de regels voor de deelname aan acties en de verspreiding van resultaten in het kader van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1906/2006 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 81).

Bij de onder dit hoofdstuk opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Bij enkele van deze projecten is voorzien in deelname van derde landen of instellingen uit derde landen aan Europese samenwerking op het gebied van wetenschappelijk en technisch onderzoek. Eventuele financiële bijdragen die zijn geboekt onder de posten 6 0 1 3 en 6 0 1 5 van de staat van ontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten in overeenstemming met artikel 21 van het Financieel Reglement.

Ontvangsten die voortvloeien uit de deelname van landen aan de Europese samenwerking op het gebied van wetenschappelijk en technisch onderzoek worden geboekt onder post 6 0 1 6 van de staat van ontvangsten en kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten in overeenstemming met artikel 21 van het Financieel Reglement.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan programma's van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

Ontvangsten uit de bijdragen van externe instanties voor deelname aan activiteiten van de Unie die zijn geboekt onder post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement.

Extra kredieten zullen onder post 09 04 50 01 worden opgevoerd.

De administratieve kredieten van dit hoofdstuk zullen onder artikel 09 01 05 worden opgevoerd.

09 04 01

Wetenschap van topkwaliteit

Toelichting

Met deze prioriteit van Horizon 2020 wordt beoogd de excellentie van de wetenschapsbasis van de Unie te versterken en uit te breiden en een constante instroom van wereldvermaarde onderzoekers te garanderen om het concurrentievermogen van de Unie op lange termijn te waarborgen. De beste ideeën worden ondersteund, talent in de Unie wordt ontwikkeld, onderzoekers toegang verlenen tot prioritaire onderzoeksinfrastructuur en de Unie wordt aantrekkelijk voor de beste onderzoekers ter wereld. Op grond van de behoeften en de kansen van de wetenschap zal worden bepaald welke onderzoeksacties worden gefinancierd, en er zullen vooraf geen thematische prioriteiten worden gesteld. De onderzoeksagenda zal in nauwe samenwerking met wetenschappelijke kringen worden vastgesteld, en onderzoek zal op basis van excellentie worden gefinancierd.

09 04 01 01

Stimuleren van onderzoek in toekomstige en opkomende technologieën

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

215 400 890

244 098 326

232 151 334

109 225 168

225 025 085,—

700 000,—

Toelichting

De specifieke doelstelling is het bevorderen van baanbrekende nieuwe technologieën door nieuwe en zeer risicovolle ideeën op wetenschappelijke grondslag te onderzoeken. Door een flexibele ondersteuning van doelgericht en interdisciplinair onderzoek in samenwerkingsverbanden op uiteenlopende niveaus en door het vaststellen van innovatieve onderzoekspraktijken wordt getracht kansen in kaart te brengen met langetermijnvoordelen voor de burgers, de economie en de samenleving.

Activiteiten onder de specifieke doelstelling „onderzoek in toekomstige en opkomende technologieën” bestrijken het gehele spectrum van wetenschappelijk aangestuurde innovatie: van kleinschalige vroegtijdige bottom-upverkenningen van embryonale en fragiele ideeën tot het ontwikkelen van nieuwe onderzoeks- en innovatiegemeenschappen rondom opkomende onderzoeksgebieden met transformatiepotentieel en grote onderzoeksinitiatieven in samenwerkingsverband op basis van een onderzoeksagenda met ambitieuze en visionaire doelstellingen.

De activiteiten hebben betrekking op samenwerkings- en netwerkactiviteiten en initiatieven voor de coördinatie van nationale programma’s. Onder dit artikel vallen tevens de uitgaven voor de inschakeling van onafhankelijke deskundigen bij de beoordeling van voorstellen en de evaluatie van projecten, de kosten van door de Commissie georganiseerde evenementen, vergaderingen, conferenties, workshops en colloquia van Europees belang, de kosten van studies, analysen en evaluaties, de kosten van follow-up en evaluatie van het specifieke programma en de kaderprogramma's, alsmede de kosten van activiteiten voor de follow-up en de verspreiding van de programmaresultaten, met inbegrip van de activiteiten uit hoofde van de voorgaande kaderprogramma's.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 104).

Besluit 2013/743/EU van de Raad van 3 december 2013 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van de Besluiten 2006/971/EG, 2006/972/EG, 2006/973/EG, 2006/974/EG en 2006/975/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 965), met name artikel 3, lid 1, onder b).

09 04 01 02

Versterken van Europese onderzoeksinfrastructuur, waaronder e-infrastructuur

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

97 889 261

95 000 000

105 290 655

83 011 128

99 195 637,—

4 529 000,—

Toelichting

De specifieke doelstelling is Europa te voorzien van onderzoeksinfrastructuur van wereldklasse die voor alle onderzoekers binnen en buiten Europa toegankelijk is en die de mogelijkheden voor wetenschappelijke vooruitgang en innovatie volledig benut.

De activiteiten zullen zijn gericht op de ontwikkeling, toepassing en exploitatie van e-infrastructuur. Daarnaast zijn er activiteiten op het gebied van innovatie, het ter beschikking stellen van meer personele middelen voor onderzoeksinfrastructuur, het uitstippelen van beleid en internationale samenwerking voorzien.

Er wordt een geïntegreerde en servicegerichte benadering gehanteerd om e-infrastructuren te verwezenlijken die tegemoetkomen aan de behoeften van de Europese wetenschap, industrie en maatschappij wat betreft de ontwikkeling en toepassing van geïntegreerde e-infrastructuurdiensten voor zeer uiteenlopende onderzoeksgemeenschappen (waarbij de strikte scheiding tussen deelgebieden wordt weggenomen). De coördinatie en synergie met betrekking tot de ontwikkeling van e-infrastructuur op nationaal niveau en het uitbreiden van e-infrastructuur tot buiten de wetenschap, tot de driehoek wetenschap-industrie-maatschappij.

De activiteiten hebben betrekking op samenwerkings- en netwerkactiviteiten en initiatieven voor de coördinatie van nationale programma’s. Onder dit artikel vallen tevens de uitgaven voor de inschakeling van onafhankelijke deskundigen bij de beoordeling van voorstellen en de evaluatie van projecten, de kosten van door de Commissie georganiseerde evenementen, vergaderingen, conferenties, workshops en colloquia van Europees belang, de kosten van studies, analysen en evaluaties, de kosten van follow-up en evaluatie van het specifieke programma en de kaderprogramma's, alsmede de kosten van activiteiten voor de follow-up en de verspreiding van de programmaresultaten, met inbegrip van de activiteiten uit hoofde van de voorgaande kaderprogramma's.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 104).

Besluit 2013/743/EU van de Raad van 3 december 2013 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van de Besluiten 2006/971/EG, 2006/972/EG, 2006/973/EG, 2006/974/EG en 2006/975/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 965), met name artikel 3, lid 1, onder d).

09 04 02

Industrieel leiderschap

Toelichting

Deze prioriteit van Horizon 2020 is erop gericht de Unie aantrekkelijker te maken voor investeringen in onderzoek en innovatie door activiteiten te promoten waarbij de agenda door het bedrijfsleven wordt bepaald, alsook op een versnelde ontwikkeling van nieuwe technologieën die toekomstige ondernemingen en economische groei zullen ondersteunen. Een en ander zal grote investeringen in belangrijke industriële technologieën teweegbrengen en maximale groeikansen creëren voor bedrijven in de Unie dankzij een passende financiering en steun om innoverende kleine en middelgrote ondernemingen door te laten groeien tot wereldleiders.

09 04 02 01

Leiderschap op het gebied van de informatie- en communicatietechnologie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

723 681 812

799 548 750

824 154 429

467 483 720

759 968 487,67

42 533 821,50

Toelichting

De specifieke doelstelling is het onderhouden en opbouwen van wereldwijd leiderschap op het gebied van ontsluitende technologieën die het concurrentievermogen in een reeks bestaande en opkomende industrieën en sectoren ondersteunen. Overeenkomstig de digitale eengemaakte markt voor Europa is de specifieke doelstelling van onderzoek en innovatie op ICT-gebied Europa in staat te stellen de kansen die de vooruitgang in de ICT biedt te ontwikkelen en benutten ten bate van de burgers, het bedrijfsleven en wetenschappelijke gemeenschappen.

ICT is de steunpijler voor innovatie en concurrentievermogen in de meeste uiteenlopende private en publieke markten en sectoren en maakt daarnaast wetenschappelijke vooruitgang op alle gebieden mogelijk. De komende tien jaar zullen alle aspecten van het leven steeds meer doordrongen worden van het transformatie-effect van digitale technologieën alsmede ICT-componenten, -infrastructuren en -diensten.

De activiteiten zullen wetenschappelijke en technologische basis in de Unie verstevigen en zijn wereldwijde leiderschap op ICT-gebied consolideren, de innovatie door toepassing van ICT bevorderen en ervoor zorgen dat de vooruitgang in de ICT snel wordt vertaald in voordelen voor de burger, het bedrijfsleven, de industrie en de overheden in Europa. De activiteiten in het kader van de specifieke doelstelling „leiderschap op het gebied van de informatie- en communicatietechnologie” worden voornamelijk gebaseerd op door de industrie en het bedrijfsleven in samenwerking met de onderzoeksgemeenschap bepaalde onderzoeks- en innovatieagenda’s. Hierbij wordt een grote nadruk gelegd op de hefboomwerking om investeringen uit de private sector aan te trekken.

De activiteiten hebben betrekking op samenwerkings- en netwerkactiviteiten en initiatieven voor de coördinatie van nationale programma’s. Onder deze post vallen tevens de uitgaven voor de inschakeling van onafhankelijke deskundigen bij de beoordeling van voorstellen en de evaluatie van projecten, de kosten van door de Commissie georganiseerde evenementen, vergaderingen, conferenties, workshops en colloquia van Europees belang, de kosten van studies, analysen en evaluaties, de kosten van follow-up en evaluatie van het specifieke programma en de kaderprogramma's, alsmede de kosten van activiteiten voor de follow-up en de verspreiding van de programmaresultaten, met inbegrip van de activiteiten uit hoofde van de voorgaande kaderprogramma's.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 104).

Besluit 2013/743/EU van de Raad van 3 december 2013 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van de Besluiten 2006/971/EG, 2006/972/EG, 2006/973/EG, 2006/974/EG en 2006/975/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 965), met name artikel 3, lid 2, onder a), i).

09 04 03

Maatschappelijke uitdagingen

Toelichting

Met deze prioriteit van Horizon 2020 wordt direct ingespeeld op de in de Europa 2020-strategie in kaart gebrachte beleidsprioriteiten en maatschappelijke uitdagingen. Bij het uitvoeren van deze activiteiten zullen de uitdagingen centraal staan, waarbij middelen en kennis uit verschillende terreinen, technologieën en vakgebieden worden gebundeld. De activiteiten zullen de volledige cyclus van onderzoek tot markt bestrijken, met een nieuwe nadruk op innovatiegerelateerde acties zoals proefprojecten, demonstratie, testopstellingen, steun voor overheidsopdrachten, design, door eindverbruikers aangestuurde innovaties, sociale innovatie en de integratie van innovaties op de markt. Deze activiteiten zullen een directe ondersteuning bieden aan de overeenkomstige sectorale beleidsbevoegdheden op het niveau van de Unie.

09 04 03 01

Verbeteren van gezondheid en welzijn gedurende het hele leven

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

118 188 002

142 332 732

132 981 639

52 428 081

130 908 869,—

3 190 531,31

Toelichting

Doel van dit actieplan e-gezondheidszorg 2012-2020 is het gebruik en de ontwikkeling van e-gezondheidszorg om een aantal van de meest dringende uitdagingen voor de gezondheidszorg en de gezondheidszorgstelsels in de eerste helft van de 21e eeuw aan te pakken, namelijk:

 

verbeteren van de behandeling van chronische ziekten en multimorbiditeit (meerdere ziekten tegelijkertijd) en versterken van doeltreffende maatregelen voor preventie en gezondheidsbevordering;

 

verhogen van de duurzaamheid en doeltreffendheid van gezondheidsstelsels door het ontsluiten van innovatie, een meer op de patiënt/burger gerichte zorg en meer mondigheid van de burgers, en bevorderen van organisatorische veranderingen;

 

bevorderen van grensoverschrijdende gezondheidszorg, bescherming van de gezondheid, solidariteit, universaliteit en gelijkheid;

 

verbeteren van de juridische en marktvoorwaarden voor de ontwikkeling van e-gezondheidsproducten en -diensten.

Het is gebleken dat op ICT gebaseerde producten en diensten kunnen helpen deze aanzienlijke uitdagingen het hoofd te bieden in de vorm van gepersonaliseerde gezondheidszorg-, telegezondheids- en telezorgoplossingen, dienstverlenende robotica voor de gezondheidszorg- en de zorgsector, steun om langer actief en onafhankelijk te leven alsmede de thuiszorg. Dit biedt daarnaast aanzienlijke nieuwe groeikansen, omdat er grote nieuwe markten ontstaan voor op ICT gebaseerde producten en diensten met betrekking tot de gezondheidszorg, demografische ontwikkelingen en welzijn.

De activiteiten bestrijken de ontwikkeling en exploitatie van ICT voor oplossingen op het gebied van de gezondheidszorg, welzijn en gezond ouder worden. Hierbij wordt voortgebouwd op ondersteunende technologieën uit de ICT in het kader van het leiderschap op het gebied van ontsluitende en industriële technologieën, zoals micro- en nanosystemen, ingebedde systemen, robotica, internet van de toekomst en cloudtechnologieën. Daarnaast wordt er voortgebouwd op de verdere ontwikkeling van technologieën ter bevordering van de beveiliging en de persoonlijke levenssfeer.

Verder wordt het gemeenschappelijke onderzoek- en ontwikkelingsprogramma voor omgevingsondersteund wonen, ondersteund om bij te dragen aan de beschikbaarheid en exploitatie van op ICT gebaseerde producten en diensten, en worden de innovatie- en proefprojecten op ICT-gebied ondersteund in het kader van het Europese innovatiepartnerschap voor actief en gezond ouder worden en het actieplan e-gezondheidszorg 2020.

De activiteiten hebben betrekking op samenwerkings- en netwerkactiviteiten en initiatieven voor de coördinatie van nationale programma’s. Onder dit artikel vallen tevens de uitgaven voor de inschakeling van onafhankelijke deskundigen bij de beoordeling van voorstellen en de evaluatie van projecten, de kosten van door de Commissie georganiseerde evenementen, vergaderingen, conferenties, workshops en colloquia van Europees belang, de kosten van studies, analyses en evaluaties, de kosten van de follow-up en de evaluatie van het specifieke programma en de kaderprogramma's, alsmede de kosten van activiteiten voor de follow-up en de verspreiding van de programmaresultaten, met inbegrip van de activiteiten uit hoofde van de voorgaande kaderprogramma's.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 104).

Besluit 2013/743/EU van de Raad van 3 december 2013 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van de Besluiten 2006/971/EG, 2006/972/EG, 2006/973/EG, 2006/974/EG en 2006/975/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 965), met name artikel 3, lid 3, onder a).

09 04 03 02

Inclusieve, innovatieve en reflexieve Europese samenlevingen bevorderen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

36 564 471

47 093 653

43 725 806

21 845 034

36 338 878,49

313 569,—

Toelichting

De specifieke doelstelling is het bevorderen van inclusieve, innovatieve en reflexieve Europese samenlevingen in een wereld van transformaties zonder weerga en een wereldwijd toenemende onderlinge afhankelijkheid.

De activiteiten bestrijken vier hoofdterreinen: ICT-gestuurde innovaties in de overheidssector, het inzichtelijk maken en behouden van Europa's intellectuele basis, leren en inclusie.

ICT-ondersteunde innovaties in de overheidssector hebben betrekking op het gebruik van ICT voor het verwezenlijken en uitvoeren van nieuwe processen, producten, diensten en toe te passen methoden, die leiden tot een wezenlijke verbetering van de efficiency, doeltreffendheid en kwaliteit van overheidsdiensten. Overheidsdiensten moeten in de toekomst per definitie digitaal en grensoverschrijdend werken. De activiteiten hebben betrekking op de bevordering van efficiënte, open openbare diensten waarin de burger centraal staat en waarbij de publieke sector een rol vervult als actor van innovatie en verandering, alsook op grensoverschrijdende innovatiemaatregelen en het probleemloze aanbieden van overheidsdiensten.

Het doel met betrekking tot het tweede hoofdterrein is „Europa's intellectuele basis inzichtelijker te maken: haar geschiedenis en de veelheid aan Europese en niet-Europese invloeden, als bron van inspiratie voor de tijd waarin wij leven”.

Met betrekking tot het derde hoofdterrein is het doel ondersteunen van de grootschalige invoering van ICT op scholen en voor opleidingen in Europa.

Het doel met betrekking tot het vierde hoofdterrein is ervoor te zorgen dat ouderen (65 jaar en ouder), werklozen en laagopgeleiden, migranten, zorgbehoevenden, inwoners van afgelegen en arme gebieden, mensen met een handicap en daklozen volwaardig aan de samenleving deelnemen. De activiteiten zijn erop gericht ervoor te zorgen dat zij over de vereiste digitale vaardigheden beschikken en toegang hebben tot digitale technologieën. Verder worden activiteiten ondersteund die ervoor zorgen dat er bij ICT-gerelateerde innovatie meer rekening wordt gehouden met inclusiviteit en verantwoordelijkheid.

De activiteiten hebben betrekking op samenwerkings- en netwerkactiviteiten en initiatieven voor de coördinatie van nationale programma’s. Onder dit artikel vallen tevens de uitgaven voor de inschakeling van onafhankelijke deskundigen bij de beoordeling van voorstellen en de evaluatie van projecten, de kosten van door de Commissie georganiseerde evenementen, vergaderingen, conferenties, workshops en colloquia van Europees belang, de kosten van studies, analysen en evaluaties, de kosten van de follow-up en de evaluatie van het specifieke programma en de kaderprogramma's, alsmede de kosten van activiteiten voor de follow-up en de verspreiding van de programmaresultaten, met inbegrip van de activiteiten uit hoofde van de voorgaande kaderprogramma's.

Een deel van de steun van de Unie voor COST, het intergouvernementele kader voor transnationale samenwerking tussen onderzoekers, ingenieurs en wetenschappers in heel Europa, valt ook onder dit krediet.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 104).

Besluit 2013/743/EU van de Raad van 3 december 2013 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van de Besluiten 2006/971/EG, 2006/972/EG, 2006/973/EG, 2006/974/EG en 2006/975/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 965), met name artikel 3, lid 3, onder f).

09 04 03 03

Veilige Europese samenlevingen bevorderen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

45 791 092

50 080 000

50 665 706

18 786 729

48 181 957,—

207 000,—

Toelichting

De specifieke doelstelling bestaat erin de samenleving te beveiligen, de vrijheid en veiligheid van de Unie en de burgers te beschermen.

Het gaat om een geïntegreerd gamma van activiteiten om: oplossingen te ontwikkelen om onze samenleving en economie te beschermen tegen al dan niet opzettelijke verstoringen van de informatie- en communicatietechnologieën waarop deze steunen; oplossingen aan te reiken voor volledig beveiligde ICT-systemen, -diensten en -toepassingen; het recht van personen op privacy in de digitale samenleving te beschermen; de industrie te stimuleren om veilige ict te leveren; de keuze voor veilige ICT aan te moedigen. het optreden is erop gericht computerveiligheid, vertrouwen in en privacy op de digitale eengemaakte markt te waarborgen, en tegelijkertijd de concurrentiepositie van de Uniebeveiligings-, ICT- en dienstensectoren te verbeteren. Daarnaast wordt beoogd het vertrouwen van de gebruikers in hun deelname aan de digitale samenleving te vergroten en de bezorgdheid bij de burgers wegnemen dat hun persoonlijke informatie (bv. bij internetbankieren of -winkelen) vanwege een gebrekkige beveiliging wordt gelekt.

De activiteiten hebben betrekking op samenwerkings- en netwerkactiviteiten en initiatieven voor de coördinatie van nationale programma’s. Onder dit artikel vallen tevens de uitgaven voor de inschakeling van onafhankelijke deskundigen bij de beoordeling van voorstellen en de evaluatie van projecten, de kosten van door de Commissie georganiseerde evenementen, vergaderingen, conferenties, workshops en colloquia van Europees belang, de kosten van studies, analysen en evaluaties, de kosten van de follow-up en de evaluatie van het specifieke programma en de kaderprogramma's, alsmede de kosten van activiteiten voor de follow-up en de verspreiding van de programmaresultaten, met inbegrip van de activiteiten uit hoofde van de voorgaande kaderprogramma's.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 104).

Besluit 2013/743/EU van de Raad van 3 december 2013 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van de Besluiten 2006/971/EG, 2006/972/EG, 2006/973/EG, 2006/974/EG en 2006/975/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 965), met name artikel 3, lid 3, onder g).

09 04 07

Gemeenschappelijke ondernemingen

09 04 07 31

Gemeenschappelijke Onderneming elektronische componenten en systemen voor Europees leiderschap (Ecsel) — Ondersteunende uitgaven

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 019 130

1 019 130

786 407

784 523

460 000,—

460 000,—

Toelichting

De Gemeenschappelijke Onderneming elektronische componenten en systemen voor Europees leiderschap (Ecsel) draagt bij tot de tenuitvoerlegging van Horizon 2020, met name met betrekking tot het segment „informatie- en communicatietechnologie” van de prioriteit „industrieel leiderschap”. Het doel ervan is de voortrekkersrol van Europa op het gebied van elektronische componenten en systemen te vrijwaren en het gebruik van elektronische componenten en systemen te versnellen.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 104).

Besluit 2013/743/EU van de Raad van 3 december 2013 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van de Besluiten 2006/971/EG, 2006/972/EG, 2006/973/EG, 2006/974/EG en 2006/975/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 965).

Verordening (EU) nr. 561/2014 van de Raad van 6 mei 2014 tot oprichting van de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel (PB L 169 van 7.6.2014, blz. 152).

09 04 07 32

Gemeenschappelijke Onderneming elektronische componenten en systemen voor Europees leiderschap (Ecsel)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

153 127 070

120 651 306

115 023 593

61 166 094

155 000 000,—

0,—

Toelichting

De Gemeenschappelijke Onderneming elektronische componenten en systemen voor Europees leiderschap (Ecsel) draagt bij tot de tenuitvoerlegging van Horizon 2020, met name met betrekking tot het segment „informatie- en communicatietechnologie” van de prioriteit „industrieel leiderschap”. Het doel ervan is de voortrekkersrol van Europa op het gebied van elektronische componenten en systemen te vrijwaren en het gebruik van elektronische componenten en systemen te versnellen.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 104).

Besluit 2013/743/EU van de Raad van 3 december 2013 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van de Besluiten 2006/971/EG, 2006/972/EG, 2006/973/EG, 2006/974/EG en 2006/975/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 965).

Verordening (EU) nr. 561/2014 van de Raad van 6 mei 2014 tot oprichting van de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel (PB L 169 van 7.6.2014, blz. 152).

09 04 50

Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling

09 04 50 01

Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling (2014-2020)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

7 779 364,42

550 313,89

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met de ontvangsten die aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, afkomstig van derden of derde landen (buiten de Europese Economische Ruimte) die deelnemen aan de projecten op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling voor de periode 2014-2020.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement kunnen ontvangsten die zijn geboekt onder de posten 6 0 1 3, 6 0 1 5, 6 0 1 6, 6 0 3 1 en 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten.

09 04 50 02

Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling (vóór 2014)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

6 549 748,—

57 962 496,48

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met de ontvangsten die aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, afkomstig van derden of derde landen (buiten de Europese Economische Ruimte) die deelnemen aan de projecten op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling voor de periode vóór 2014.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement kunnen ontvangsten die zijn geboekt onder de posten 6 0 1 3, 6 0 1 5, 6 0 1 6, 6 0 3 1 en 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten.

09 04 51

Voltooiing van het zevende kaderprogramma (2007-2013)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

484 237 378

p.m.

655 417 350

359 253,80

816 749 516,68

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de eerdere verplichtingen in verband met het zevende kaderprogramma (2007-2013).

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Besluit nr. 1982/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 412 van 30.12.2006, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1906/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot vaststelling van de regels voor de deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan acties op grond van het zevende kaderprogramma, en voor de verspreiding van onderzoeksresultaten (2007-2013) (PB L 391 van 30.12.2006, blz. 1).

Beschikking 2006/971/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma „Samenwerking” tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 86).

Beschikking 2006/974/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma „Capaciteiten” tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 299).

Verordening (EG) nr. 72/2008 van de Raad van 20 december 2007 betreffende de oprichting van de Gemeenschappelijke Onderneming Eniac (PB L 30 van 4.2.2008, blz. 21).

Verordening (EG) nr. 74/2008 van de Raad van 20 december 2007 betreffende de oprichting van de „Gemeenschappelijke Onderneming Artemis” voor de tenuitvoerlegging van een gezamenlijk technologie-initiatief inzake ingebedde computersystemen (PB L 30 van 4.2.2008, blz. 52).

09 04 52

Voltooiing van voorgaande kaderprogramma's voor onderzoek (vóór 2007)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

Toelichting

Dit krediet is bestemd voor de dekking van de eerdere verplichtingen in verband met de voltooiing van voorgaande kaderprogramma's voor onderzoek (vóór 2007).

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Besluit 87/516/Euratom, EEG van de Raad van 28 september 1987 betreffende het kaderprogramma van communautaire werkzaamheden op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling (1987-1991) (PB L 302 van 24.10.1987, blz. 1).

Besluit 90/221/Euratom, EEG van de Raad van 23 april 1990 betreffende het kaderprogramma van communautaire werkzaamheden op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling (1990-1994) (PB L 117 van 8.5.1990, blz. 28).

Besluit 93/167/Euratom, EEG van de Raad van 15 maart 1993 tot aanpassing van Besluit 90/221/Euratom, EEG betreffende het kaderprogramma van communautaire werkzaamheden op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling (1990-1994) (PB L 69 van 20.3.1993, blz. 43).

Besluit nr. 1110/94/EG van het Europees Parlement en de Raad van 26 april 1994 betreffende het vierde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap van communautaire werkzaamheden op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (1994-1998) (PB L 126 van 18.5.1994, blz. 1).

Besluit nr. 616/96/EG van het Europees Parlement en de Raad van 25 maart 1996 tot aanpassing van Besluit nr. 1110/94/EG betreffende het vierde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap van communautaire werkzaamheden op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (1994-1998), in verband met de toetreding van de Republiek Oostenrijk, de Republiek Finland en het Koninkrijk Zweden tot de Europese Unie (PB L 86 van 4.4.1996, blz. 69).

Besluit nr. 2535/97/EG van het Europees Parlement en de Raad van 1 december 1997 tot tweede aanpassing van Besluit nr. 1110/94/EG betreffende het vierde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap van communautaire werkzaamheden op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (1994-1998) (PB L 347 van 18.12.1997, blz. 1).

Besluit nr. 182/1999/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 december 1998 betreffende het vijfde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (1998-2002) (PB L 26 van 1.2.1999, blz. 1).

Besluit nr. 1513/2002/EG van het Europees Parlement en de Raad van 27 juni 2002 betreffende het zesde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie, ter bevordering van de totstandbrenging van de Europese Onderzoeksruimte en van innovatie (2002-2006) (PB L 232 van 29.8.2002, blz. 1).

Beschikking 2002/834/EG van de Raad van 30 september 2002 tot vaststelling van een specifiek programma voor onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie: „Integratie en versterking van de Europese Onderzoeksruimte” (2002-2006) (PB L 294 van 29.10.2002, blz. 1).

Beschikking 2002/835/EG van de Raad van 30 september 2002 tot vaststelling van een specifiek programma voor onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie: „Structurering van de Europese Onderzoeksruimte” (2002-2006) (PB L 294 van 29.10.2002, blz. 44).

09 04 53

Kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie — Ondersteuning van het beleid op het gebied van informatie- en communicatietechnologie (ICT-beleidsondersteuningsprogramma)

09 04 53 01

Kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie — Ondersteuning van het beleid op het gebied van informatie- en communicatietechnologie (ICT-beleidsondersteuningsprogramma) (2007-2013)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

38 588 500

p.m.

52 428 081

1 534 683,50

107 697 306,13

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van eerdere vastleggingen in verband met het kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie (KCI) — Ondersteuning van het beleid op het gebied van informatie- en communicatietechnologie (ICT-beleidsondersteuningsprogramma).

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Besluit nr. 1639/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 2006 tot vaststelling van een kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie (2007-2013) (PB L 310 van 9.11.2006, blz. 15).

09 04 53 02

Voltooiing van voorgaande programma’s op het gebied van informatie- en communicatietechnologie (ICT) (van vóór 2007)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van eerdere vastleggingen in verband met het meerjarenprogramma e-Inhoud plus, met netwerken in de telecommunicatiesectoren en met het meerjarenprogramma Modinis.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 2236/95 van de Raad van 18 september 1995 tot vaststelling van de algemene regels voor het verlenen van financiële bijstand van de Gemeenschap op het gebied van trans-Europese netwerken (PB L 228 van 23.9.1995, blz. 1).

Beschikking nr. 2717/95/EG van het Europees Parlement en de Raad van 9 november 1995 betreffende een reeks richtsnoeren voor de ontwikkeling van Euro-ISDN (digitaal netwerk voor geïntegreerde diensten) als trans-Europees netwerk (PB L 282 van 24.11.1995, blz. 16).

Beschikking 96/339/EG van de Raad van 20 mei 1996 tot vaststelling van een meerjarenprogramma van de Gemeenschap ter bevordering van de ontwikkeling van een Europese multimedia-inhoudindustrie en ter aanmoediging van het gebruik van multimedia-inhoud in de opkomende informatiemaatschappij (Info 2000) (PB L 129 van 30.5.1996, blz. 24).

Beschikking 96/664/EG van de Raad van 21 november 1996 tot vaststelling van een meerjarenprogramma ter bevordering van de taalverscheidenheid in de Gemeenschap in de informatiemaatschappij (PB L 306 van 28.11.1996, blz. 40).

Beschikking nr. 1336/97/EG van het Europees Parlement en de Raad van 17 juni 1997 betreffende een geheel van richtsnoeren voor trans-Europese telecommunicatienetwerken (PB L 183 van 11.7.1997, blz. 12).

Beschikking 98/253/EG van de Raad van 30 maart 1998 tot aanneming van een communautair meerjarenprogramma om de totstandbrenging van de informatiemaatschappij in Europa te stimuleren (informatiemaatschappij) (PB L 107 van 7.4.1998, blz. 10).

Beschikking 2001/48/EG van de Raad van 22 december 2000 tot vaststelling van een communautair meerjarenprogramma ter stimulering van de ontwikkeling en het gebruik van Europese digitale inhoud op de mondiale netwerken en ter bevordering van de taalkundige verscheidenheid in de informatiemaatschappij (PB L 14 van 18.1.2001, blz. 32).

Beschikking nr. 2256/2003/EG van het Europees Parlement en de Raad van 17 november 2003 tot vaststelling van een meerjarenprogramma (2003-2005) voor de monitoring van het eEurope-actieplan 2005, verspreiding van goede praktijken en de verbetering van de netwerk- en informatiebeveiliging (Modinis) (PB L 336 van 23.12.2003, blz. 1).

Besluit nr. 456/2005/EG van het Europees Parlement en de Raad van 9 maart 2005 tot vaststelling van een meerjarenprogramma van de Gemeenschap ter verbetering van de toegankelijkheid, het nut en de exploiteerbaarheid van digitale inhoud in Europa (PB L 79 van 24.3.2005, blz. 1).

09 04 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

09 04 77 01

Proefproject — Technologieën om kennis toegankelijkheid te maken: kennis in kaart brengen en consolideren

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

1 600 000

2 000 000

1 654 288

1 500 000,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

09 04 77 02

Proefproject — Verbonden voor gezondheid: welzijns- en gezondheidsoplossingen in een open access FTTH-netwerk

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

500 000

p.m.

436 192

1 000 000,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

09 04 77 03

Proefproject — REIsearch (Research Excellence Innovation Framework) — Vergroting van het concurrentievermogen van de Europese Onderzoeksruimte door betere communicatie tussen onderzoekers, burgers, industrie en beleidsmakers

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

400 000

p.m.

436 192

1 000 000,—

300 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

09 04 77 04

Proefproject — De Europese digitale agenda en Silicon Valley

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

150 000

75 000

       

Toelichting

Al tientallen jaren worden duizenden ondernemers aangetrokken door Silicon Valley, een regio met een uniek innovatief ecosysteem. Veel Europese ondernemers hebben er hun eigen succesvolle bedrijven gevestigd, kennis gegenereerd en wereldwijd geïnvesteerd. Silicon Valley is ook de broedplaats van een groot aantal digitale starters en digitale innovaties. In het kader van de nieuwe digitale strategie van de Commissie, in het bijzonder de digitale interne markt, is behoefte aan een platform om samen te werken met Silicon Valley inzake de digitale agenda, alsmede om contact te houden met de expatgemeenschap van de Unie in Silicon Valley, en om bruggen te slaan tussen de digitale ecosystemen in Europa en Silicon Valley. Dat zal synergieën opleveren, de zichtbaarheid van de Europese digitale agenda en van de steun in dat kader voor starters (zoals het initiatief Startup Europe) vergroten, en zal een kanaal vormen voor het delen van de kennis en ervaring die in de Valley is opgedaan. Het zal Europa in staat stellen de digitale agenda onder de aandacht te brengen van de expatgemeenschap van de Unie in Silicon Valley, overeenkomstig de nieuwe hervormingen als de digitale interne markt en de kapitaalmarktunie. Andere landen houden zich reeds met dergelijke activiteiten bezig. India organiseert regelmatig de TiECon Conference in Silicon Valley, om een sterkere samenwerking op te bouwen tussen Indiase experts in Silicon Valley en hun thuisland. Duizenden Indiase ondernemers en CEO's van belangrijke Indiase spelers brengen regelmatig een bezoek aan TiECon. In het kader van het project WELCOME steunde de Commissie een evenement in 2015 voor starters in Silicon Valley getiteld Startup Europe Comes to Silicon Valley (SEC2SV). Het proefproject omvat een conferentie Digital Europe in Silicon Valley met begeleidende evenementen en bijeenkomsten om contact te leggen met expats uit de Unie met specifieke aandacht voor de digitale economie, digitale innovatie en digitalisering. Dit initiatief bouwt ook voort op de ervaring die is opgedaan met het initiatief in 2015.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

09 04 77 05

Voorbereidende actie — Technologieën om kennis toegankelijk te maken: kennis in kaart brengen en consolideren

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 500 000

750 000

       

Toelichting

Hoger onderwijs en onderzoek ontwikkelen zich in hoog tempo. De totstandbrenging van nieuwe kennistechnologie vereist de opleiding van docenten, studenten en onderzoekers, almede van iedereen die zich moet aanpassen aan de nieuwe eisen van de markt. De vele initiatieven, zoals burgerwetenschap, games voor wetenschappelijk onderzoek en Massive Open Online Courses (MOOC's) laten zien dat, net als veel andere sectoren, onderwijs en onderzoek een snelle ontwikkeling doormaken. Om het potentieel van dit nieuwe type leervormen voor de arbeidsmarkt volledig te kunnen benutten, zijn er methodes nodig waarmee de kwaliteit van het geleerde kan worden geconsolideerd. Met het oog daarop moet een mechanisme worden ontworpen om personen in staat te stellen hun vaardigheden en kennis te evalueren (in kaart brengen van hun kennis), na te gaan welke kennis nodig is op de arbeidsmarkt en een leerpad uit te stippelen om aansluiting met de arbeidsmarkt te vinden, door voor elk individu de juiste leerinhoud te bieden. Alleen op deze wijze kan worden gewaarborgd dat de juiste inhoud beschikbaar is voor elke doelgroep. Om de voortgang op het leertraject te kunnen volgen, moet de opgedane kennis kunnen worden gevalideerd, door middel van onlinecertificaten of badges.

Van dit soort sociale en technologische innovaties moeten alle burgers kunnen gebruikmaken, ongeacht hun inkomen, talen, leeftijd, gezondheid of culturele achtergrond. Deze actie moet daarom bijdragen aan het overbruggen van de kenniskloof en de werkloosheid verlagen door met name jonge werklozen te helpen hun kennis optimaal uit te breiden en nieuwe carrièrekansen te vinden.

De algemene doelstelling van deze voorbereidende actie is het demonstreren van een Europabreed ICT-systeem om Europese burgers, met name werklozen, zo snel mogelijk kennis en vaardigheden te laten opdoen door zo goed mogelijk gebruik te maken van onlinecursussen en open onderwijsbronnen. De actie dient voor het ontwikkelen en toepassen van een technologisch platform van geïntegreerde onlinediensten, waaronder de volgende modules:

 

in kaart brengen van vaardigheden en competenties;

 

op maat gesneden stappenplannen (met behulp van onderwijsdiensten, waaronder specifieke open onderwijsbronnen);

 

mechanismen voor het consolideren van opgedane kennis.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

09 04 77 06

Proefproject — Digitale vaardigheden: nieuwe beroepen, nieuwe onderwijsmethodes en nieuwe banen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

400 000

200 000

       

Toelichting

Het doel van dit project is de Europese economie, de banenmarkt en de onderwijskaders voor te bereiden op de nieuwe digitale vaardigheden door de erkenning van de nieuwe digitale beroepen te stimuleren en een gezamenlijke methode op te zetten die de lidstaten in staat moet stellen voorop te lopen bij deze nieuwe digitale revolutie. Het project zal bestaan in het opzetten van diverse werkgroepen van deskundigen uit de lidstaten die ideeën zullen uitwisselen over en oplossingen zullen voorstellen voor de wijze waarop het onderwijssysteem de mensen kan voorbereiden op de nieuwe digitale vaardigheden, hoe deze nieuwe beroepen gedefinieerd en erkend kunnen worden of welke de nieuwe vereisten en de nieuwe sociale status voor deze nieuwe digitale banen zullen zijn. Het doel van dit project is materiaal samen te stellen en voorstellen te formuleren waarmee de Unie en de lidstaten zich kunnen voorbereiden op deze nieuwe ontwikkelingen in de Europese economie. De specifieke acties die in het kader van het proefproject zullen worden uitgevoerd zullen leiden tot overleg tussen de lidstaten en belanghebbenden op het gebied van het onderwijs, de sociale diensten of het bedrijfsleven.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

09 04 77 07

Proefproject — Ontwikkeling van het gebruik van nieuwe technologieën en digitale instrumenten in het onderwijs

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

400 000

200 000

       

Toelichting

Dit proefproject heeft tot doel de beste Europese modellen en werkwijzen vast te stellen voor het gebruik van nieuwe technologieën en digitale leermiddelen in het onderwijs. Het project zal de belangrijkste doelgroepen meer bewust maken en meer kennis verschaffen inzake de voordelen van digitaal onderwijs en de mechanismen die de ontwikkeling en toepassing van Europese, op nieuwe technologieën gebaseerde onderwijsinstrumenten mogelijk zullen maken.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

09 04 77 08

Voorbereidende actie — REIsearch (Research Excellence Innovation Framework) — Vergroting van het concurrentievermogen van de Europese Onderzoeksruimte door betere communicatie tussen onderzoekers, burgers, industrie en beleidsmakers

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

750 000

375 000

       

Toelichting

REIsearch streeft ernaar het Europese intellectuele kapitaal ten volle te benutten met behulp van de nieuwe media, ten behoeve van burgers, ondernemers en wetenschappers. Deze voorbereidende actie bouwt voort op een geslaagd proefproject en zal de werkzaamheden van het platform uitbreiden.

Deze voorbereidende actie dient voor de uitwerking van een elektronisch-infrastructuurplatform rond het socialenetwerkconcept, wat de rechtstreekse communicatie tussen onderzoekers, beleidsmakers en burgers en de betrokkenheid van de media in de hele Europese Onderzoeksruimte bevordert.

Uitgaande van de „maatschappelijke uitdagingen” zoals omschreven in Horizon 2020 steunt REIsearch de oprichting van virtuele clusters rond kernthema's, met het oog op een rechtstreekse en open dialoog tussen wetenschap en samenleving.

Gestreefd wordt naar actieve interactie tussen wetenschap, burgers en beleidsmakers via de Europese en sociale netwerken, zodat de burgers de onderzoeksagenda kunnen meebepalen, kunnen meepraten over lopende onderzoeksprocessen en kunnen meediscussiëren over de resultaten en gevolgen van onderzoek voor maatschappij, beleid en vervolgonderzoek. Het stimuleert wetenschappelijk onderbouwde beleidsvorming in al het optreden van de Unie, in overeenstemming met het streven naar betere regelgeving. REIsearch steunt wetenschappelijk onderbouwde beleidsvorming door de toegang tot alle soorten wetenschappelijke informatie mogelijk te maken en voor een kritische kennismassa te zorgen; met als doel het vertrouwen van alle platformgebruikers te winnen. Het platform is neutraal en nationaliteit en wetenschappelijke achtergrond spelen geen rol. Discussies worden gekoppeld aan het wetenschappelijke bewijsmateriaal dat als uitgangspunt wordt gebruikt.

REIsearch bouwt voort op een geslaagd, 14 maanden durend proefproject en zal worden uitgebreid tot alle mogelijke maatschappelijke uitdagingen, zodat gebruikers zelf de clusters rond en de koers van het debat over de onderwerpen van hun keuze kunnen bepalen. Naast het eigenlijke platform zal REIsearch ook een reeks hulpmiddelen omvatten, zoals big data/datamining op sociale media, nieuwe kunstmatige intelligentie-toepassingen en semantisch-webtoepassingen, met als doel informatie in te winnen over de trends en stromingen in de consensus en discussies op wetenschappelijk gebied.

De doelstellingen van de voorbereidende actie zijn:

 

uitbreiding en versterking van de betrouwbare elektronische infrastructuur zonder winstoogmerk (te vergelijken met sociale netwerken) die in 2015 als bètaversie is gelanceerd, met als doel de communicatie en dialoog tussen disciplines, sectoren en over de grenzen heen te bevorderen;

 

analyse en evaluatie van de resultaten van de gelanceerde bètaversie en ontwikkeling van de zoekalgoritmen en mechanismen voor datamining die de capaciteiten inzake het in kaart brengen van trends bepalen;

 

verdere bevordering van de interoperabiliteit met bestaande onderzoeksdatabanken en -platforms, met als doel een enkel toegangspunt op te zetten voor onderzoeksresultaten uit alle landen en sectoren (interoperabiliteit) en aansluiting te zoeken bij bestaande Europese initiatieven;

 

uitbreiding van de virtuele clusters tot alle mogelijke maatschappelijke uitdagingen die zowel onderzoekers, ondernemingen, burgers als beleidsmakers aangaan, met als doel de samenwerking op deze kerngebieden te verbeteren;

 

totstandbrenging van een rechtstreekse dialoog tussen deze clusters (zie vorig punt) en de bevolking via toonaangevende Europese media.

De voorbereidende actie biedt een antwoord op de behoeften en punten van zorg die zijn omschreven in de Digitale Agenda en Horizon 2020. Het steunt ook de onderliggende infrastructuren van de Europese Onderzoeksruimte, die een essentiële motor vormt voor het ontsluiten van Europa's potentieel inzake innovaties die tot banen en economische groei leiden.

Actuele onderwerpen waarop de actie inspeelt: uit recente ICT-ontwikkelingen is gebleken hoe sociale netwerken en elektronische infrastructuur kunnen bijdragen aan het kanaliseren van de mogelijkheden die netwerken bieden.

De bestaande online-infrastructuur voor onderzoek heeft te maken met de volgende problemen:

 

Omvang: de meeste bestaande netwerken zijn te klein om contacten te kunnen leggen buiten hun specifieke terrein en onderzoeksgroep (volgens statistieken van de Commissie is de gemiddelde omvang van een onlinenetwerk van onderzoekers ongeveer 100 gebruikers). Er moet een omvangrijk netwerk worden opgezet om onderzoekers en andere belanghebbenden toegang te bieden tot informatie uit andere sectoren en disciplines, met gebruikmaking van een instrument waarmee zij vertrouwd zijn.

 

Bereik: normaal gesproken worden in netwerken gebruikers bijeengebracht binnen hetzelfde terrein en dezelfde sector. Om de innovatieve capaciteit in Europa ten volle te benutten moet het makkelijker worden om verbindingen te leggen tussen disciplines en sectoren.

 

Betrouwbaarheid: een belangrijke reden waarom grote onderzoeksnetwerken niet succesvol zijn, is dat bestaande contacten nog altijd zijn gebaseerd op persoonlijke netwerken en dat de online-identiteit van gebruikers niet wordt vertrouwd. Om contacten tussen disciplines te bevorderen moet een systeem voor identiteitscontrole worden ingevoerd waarmee een veilige omgeving voor alle gebruikers wordt gecreëerd.

 

Vertrouwen: dit is van wezenlijk belang voor elk netwerk. Op basis van marktonderzoek moet in samenwerking met belanghebbenden een Europees sociaal netwerk/elektronische infrastructuur worden ontwikkeld dat geen winstoogmerk heeft en een duidelijk, in samenwerking met onderzoekers ontwikkeld beleid op het gebied van intellectuele eigendom voert.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

09 04 77 09

Voorbereidende actie — Slimme fabrieken in Oost-Europa

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

2 000 000

1 000 000

       

Toelichting

De voorbereidende actie heeft tot doel om een samenhangende, gecoördineerde en duurzame benadering te waarborgen, de betrokkenheid van alle relevante belanghebbenden (ondernemingen, universiteiten, onderzoeksorganisaties en het maatschappelijk middenveld) uit Oost-Europa te verzekeren, verder te ontwikkelen en te verbeteren, en de regionale entiteiten in dit deel van Europa te informeren, voor te bereiden en te ondersteunen op het gebied van projectontwikkeling in het kader van de regeling van de Commissie voor slimme fabrieken. De actie omvat de regio's in Oost-Europa die zwaar getroffen zijn door deïndustrialisering, waar nog geen slimme fabrieken zijn gestart of opgezet of waar de industriële capaciteit moet worden verbeterd.

Deze voorbereidende actie heeft tot doel het industrieel potentieel in de geselecteerde regio's in kaart te brengen, te beoordelen en te ondersteunen, en daarnaast het innovatiepotentieel en de uitbreiding daarvan te bestuderen. De voorbereidende actie is duidelijk gericht op het vaststellen van industriële concurrentievoordelen en de mogelijkheden voor specialisatie op regionaal niveau op basis van ondernemende verkenningen, de vaststelling van een beheersstructuur en een kader voor permanente samenwerking tussen ondernemingen en onderzoekers, alsmede steun voor het opstellen van de relevante beleidsdocumenten.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

HOOFDSTUK 09 05 —   CREATIEF EUROPA

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

% Betalingen 2014-2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

09 05

CREATIEF EUROPA

09 05 01

Subprogramma Media — Transnationaal en internationaal opereren en transnationale verspreiding en mobiliteit bevorderen

3

100 712 000

98 115 407

101 570 000

69 626 046

110 141 782,48

60 492 383,44

61,65

09 05 05

Multimedia-acties

3

26 186 500

22 590 000

18 550 000

26 883 061

24 335 664,99

23 322 659,41

103,24

09 05 51

Voltooiing van eerdere Media-programma’s

3

5 471 576

23 412 905

0,—

57 566 060,41

1 052,09

09 05 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

09 05 77 01

Voorbereidende actie — Verspreiding van audiovisuele werken in een digitale omgeving

3

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

1 046 874,47

 

09 05 77 02

Proefproject — Europese culturele integratie door het ondertitelen van een selectie van tv-programma's in heel Europa

3

p.m.

339 515

2 000 000

1 261 712

1 137 717,60

455 533,—

134,17

09 05 77 03

Voorbereidende actie — Acties, waaronder crowdsourcing, inzake ondertiteling om de verspreiding van Europese werken te stimuleren

3

500 000

250 000

1 000 000

500 000

     

09 05 77 04

Proefproject — Mediageletterdheid voor iedereen

3

250 000

125 000

         

09 05 77 05

Voorbereidende actie — Ondertiteling van Europese culturele tv-inhoud in heel Europa

3

1 500 000

750 000

         
 

Artikel 09 05 77 — Subtotaal

 

2 250 000

1 464 515

3 000 000

1 761 712

1 137 717,60

1 502 407,47

102,59

 

Hoofdstuk 09 05 — Totaal

 

129 148 500

127 641 498

123 120 000

121 683 724

135 615 165,07

142 883 510,73

111,94

09 05 01

Subprogramma Media — Transnationaal en internationaal opereren en transnationale verspreiding en mobiliteit bevorderen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

100 712 000

98 115 407

101 570 000

69 626 046

110 141 782,48

60 492 383,44

Toelichting

Oud artikel 15 04 03

Dit krediet dient ter dekking van de volgende maatregelen die verband houden met het subprogramma Media van het programma Creatief Europa:

 

de bevordering van het verwerven en verbeteren van vaardigheden en competenties van de audiovisuele beroepsbeoefenaars, en van het ontwikkelen van netwerken, met inbegrip van het gebruik van digitale technologieën om te zorgen voor aanpassing aan de marktontwikkeling, het testen van nieuwe benaderingen voor publieksontwikkeling en het testen van nieuwe bedrijfsmodellen;

 

de vergroting van de capaciteit van audiovisuele actoren om Europese audiovisuele werken te ontwikkelen met verspreidingsmogelijkheden in de Unie en daarbuiten, om Europese en internationale coproducties te stimuleren, ook met en tussen televisieomroepen;

 

de aanmoediging van business-to-business-uitwisselingen door markten en bedrijfshulpmiddelen toegankelijker te maken voor audiovisuele actoren teneinde de zichtbaarheid van hun projecten op de markt van de Unie en op internationale markten te vergroten;

 

het ondersteunen van distributie in bioscopen middels transnationale marketing, „branding”, verspreiding en vertoning van audiovisuele werken;

 

het bevorderen van een transnationale marketing, „branding” en de verspreiding van audiovisuele werken via alle andere platforms dan bioscopen;

 

het ondersteunen van publieksontwikkeling als een middel om de belangstelling voor Europese audiovisuele werken te stimuleren en deze werken toegankelijker te maken, in het bijzonder door promotie, evenementen, filmgeletterdheid en festivals;

 

het bevorderen van nieuwe wijzen van distributie om het ontstaan van nieuwe bedrijfsmodellen mogelijk te maken.

Aan de onder dit artikel opgevoerde kredieten moeten het bevorderen van nieuwe flexibele wijzen van distributie, om het ontstaan van nieuwe bedrijfsmodellen mogelijk te maken, met name artikel 82 en Protocol nr. 32, worden toegevoegd. Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan programma's van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van de landen die onder het Europees nabuurschapsbeleid vallen, volgens de procedures die met die landen worden overeengekomen ingevolge de kaderovereenkomsten die in hun deelname aan programma's van de Unie voorzien, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van de Zwitserse Bondsstaat voor deelname aan de programma's van de Unie en die zijn geboekt op post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot het opvoeren van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1295/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van het programma Creatief Europa (2014-2020) en tot intrekking van de Besluiten nr. 1718/2006/EG, nr. 1855/2006/EG en nr. 1041/2009/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 221).

09 05 05

Multimedia-acties

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

26 186 500

22 590 000

18 550 000

26 883 061

24 335 664,99

23 322 659,41

Toelichting

Oude post 16 03 01 01 (ten dele)

Dit krediet dient ter financiering van algemene op de burger gerichte voorlichtingsacties betreffende de Unie waarmee wordt beoogd meer zichtbaarheid te verlenen aan de werkzaamheden van de instellingen van de Unie, de besluitvorming en de verschillende fasen van de opbouw van Europa, om de burgers in staat te stellen volledig gebruik te maken van hun recht om te worden geïnformeerd en betrokken bij het beleid van de EU. Het betreft hoofdzakelijk de financiering of de medefinanciering van de productie en/of de verspreiding van multimedia-informatieproducten (radio, tv, internet enz.), met inbegrip van bestaande pan-Europese netwerken van lokale en nationale media die dagelijks nieuws brengen over Europese aangelegenheden zoals Euranet Plus, en van de voor de ontwikkeling van een dergelijk beleid noodzakelijke hulpmiddelen. Het grootste deel van dit krediet dient ter dekking van uitgaven voor evaluatie. Een deel van dit krediet wordt gebruikt om de lopende activiteiten voor deze acties te waarborgen en om te zorgen voor een stabiel financieel kader voor de toekomst van bestaande pan-Europese netwerken van lokale en nationale media die het digitale tijdperk (radio, televisie, internet enz.) ingaan.

Dit krediet dient eveneens ter dekking van ondersteunende uitgaven, onder meer voor studies, vergaderingen, controles achteraf en deskundige technische en administratieve bijstand waarbij geen sprake is van overheidstaken die door de Commissie zijn uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc, de evaluatie en audit van huidige of toekomstige activiteiten, haalbaarheidsstudies, publicaties en de terugbetaling van de reis- en verblijfkosten van deskundigen.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 50 000 EUR.

Bij de uitvoering van dit begrotingsonderdeel moet de Commissie naar behoren rekening houden met de resultaten van de vergaderingen van de Interinstitutionele Groep voorlichting (IGV).

Rechtsgronden

Taak die voortvloeit uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel vlak, zoals bedoeld in artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

09 05 51

Voltooiing van eerdere Media-programma’s

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

5 471 576

23 412 905

0,—

57 566 060,41

Toelichting

Oud artikel 15 04 53

Dit krediet dient ter dekking van betalingen met betrekking tot nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan programma's van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van de Zwitserse Bondsstaat voor deelname aan de programma's van de Unie en die zijn geboekt op post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot het opvoeren van extra kredieten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Besluit 2000/821/EG van de Raad van 20 december 2000 betreffende de uitvoering van een programma ter aanmoediging van de ontwikkeling, de distributie en de promotie van Europese audiovisuele werken (Media Plus — Ontwikkeling, distributie en promotie) (2001-2005) (PB L 336 van 30.12.2000, blz. 82).

Besluit nr. 163/2001/EG van het Europees Parlement en de Raad van 19 januari 2001 betreffende de uitvoering van een opleidingsprogramma voor vakmensen van de Europese audiovisuele programma-industrie (Media-opleiding) (2001-2005) (PB L 26 van 27.1.2001, blz. 1).

Besluit nr. 1718/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 15 november 2006 betreffende de uitvoering van een programma ter ondersteuning van de Europese audiovisuele sector (Media 2007) (PB L 327 van 24.11.2006, blz. 12).

Besluit nr. 1041/2009/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 tot vaststelling van een samenwerkingsprogramma met vakmensen uit derde landen op audiovisueel gebied (Media Mundus) (PB L 288 van 4.11.2009, blz. 10).

09 05 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

09 05 77 01

Voorbereidende actie — Verspreiding van audiovisuele werken in een digitale omgeving

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

1 046 874,47

Toelichting

Oude post 15 04 77 06

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

09 05 77 02

Proefproject — Europese culturele integratie door het ondertitelen van een selectie van tv-programma's in heel Europa

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

339 515

2 000 000

1 261 712

1 137 717,60

455 533,—

Toelichting

Oude post 15 04 77 07

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

09 05 77 03

Voorbereidende actie — Acties, waaronder crowdsourcing, inzake ondertiteling om de verspreiding van Europese werken te stimuleren

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

500 000

250 000

1 000 000

500 000

   

Toelichting

Deze voorbereidende actie is een voortzetting van de voorbereidende actie „Crowdsourcing van ondertiteling om de verspreiding van Europese werken te stimuleren”, maar onder een andere naam.

Ondanks de bestaande steun voor ondertiteling uit het Media-programma, worden veel Europese werken (tv-drama, documentaires, films enz.) vaak niet verspreid, met name in relatief kleine landen in de Europese Unie die geen gemeenschappelijke officiële taal met een ander land hebben. Een van de redenen hiervoor zijn de relatief geringe commerciële mogelijkheden en de kosten, met name die voor ondertiteling. In deze context wil deze actie innovatieve oplossingen zoals crowdsourcing ondersteunen die ertoe kunnen leiden dat de kosten voor ondertiteling dalen. Dit moet zorgen voor een grotere bekendheid en, eventueel, een ruimer publiek voor Europese films, met name online.

De doelstellingen van deze voorbereidende actie zijn:

 

innovatieve oplossingen, processen en modellen te ontwikkelen en testen voor ondertitels die goedkoper zijn dan deze die momenteel op de markt beschikbaar zijn;

 

deze innovatieve benadering toepassen op een evenwichtige catalogus van Europese werken met een duidelijke redactionele lijn;

 

de beschikbaarheid van werken online ondersteunen.

De verwachte resultaten van deze voorbereidende actie zijn:

 

de kosten om Europese films beschikbaar te stellen helpen verminderen door de ontwikkeling van kosteneffectieve oplossingen voor ondertiteling te bevorderen;

 

het aanbod en de zichtbaarheid van Europese audiovisuele werken online vergroten, en de catalogi van de beschikbare video-op-aanvraagdiensten in de Unie uitbreiden;

 

de verspreiding van Europese audiovisuele werken binnen de Unie verbeteren en het concurrentievermogen van de Europese audiovisuele sector versterken.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

09 05 77 04

Proefproject — Mediageletterdheid voor iedereen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

250 000

125 000

       

Toelichting

Het belangrijkste doel van het proefproject bestaat erin van de mensen kritische mediaburgers te maken, die opkomen voor eerlijke media en het communicatie- en voorlichtingsbeleid van de media kunnen doorzien. Bovendien wil het de mogelijkheden van de burgers verbeteren om mediawerken te creëren die hun beleefde ervaringen weergeven. Er worden conferenties, workshops en opleidingsprogramma's georganiseerd, waarbij bijzondere aandacht wordt besteed aan activiteiten die gericht zijn op de verbetering van de vaardigheden om informatie en propaganda van elkaar te kunnen onderscheiden; de verbetering van de creativiteit om mediawerken te maken; het ontwerpen van programma's voor de integratie van minderheden; het bevorderen van de uitwisseling van beste praktijken tussen belanghebbenden en landen; en het aanreiken van instrumenten voor rechtstreekse democratie. Het proefproject in zijn geheel is gericht op alle soorten media (radio, internet, televisie, kranten), maakt gebruik van alle mogelijke kanalen en is gericht op alle leeftijdsgroepen. Er wordt prioriteit gegeven aan laagopgeleide mensen en mensen die sociaal dreigen te worden gemarginaliseerd. Dit proefproject heeft de vorm van een oproep tot het indienen van voorstellen van de Commissie.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

09 05 77 05

Voorbereidende actie — Ondertiteling van Europese culturele tv-inhoud in heel Europa

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 500 000

750 000

       

Toelichting

Bestaand proefproject 15 04 77 07 „Europese culturele integratie door het ondertitelen van een selectie van tv-programma's in heel Europa” is omgezet in voorbereidende actie 09 05 77 05 „Ondertiteling van Europese culturele tv-inhoud in heel Europa”.

Deze voorbereidende actie is een voortzetting van het proefproject dat in 2014 en 2015 op initiatief van het Parlement is gefinancierd en tot doel had na te gaan of er een Europees publiek voor culturele programma's bestaat door voor een selectie van tv-programma's in heel Europa ondertiteling in diverse talen aan te bieden.

Het in 2014 gefinancierde proefproject wordt momenteel uitgevoerd door ARTE, de Europese culturele televisiezender, die vanaf oktober 2015 600 uur tv-programma's in vier talen (Frans, Duits, Engels en Spaans) zal aanbieden.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

TITEL 10

EIGEN ONDERZOEK

Algemene samenvatting van de kredieten (2016 en 2015) en van de uitvoering (2014)

 

Titel

Hoofdstuk

Rubriek

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

10 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „EIGEN ONDERZOEK”

331 938 960

331 938 960

330 509 370

330 509 370

402 154 548,65

402 154 548,65

10 02

HORIZON 2020 — EIGEN ACTIES VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK CENTRUM VOOR ONDERZOEK (JRC) TER ONDERSTEUNING VAN EU-BELEID

25 686 697

26 350 000

24 127 845

31 976 761

48 823 262,28

42 452 109,22

10 03

EURATOM-PROGRAMMA — EIGEN ACTIES

10 666 000

12 400 000

10 560 000

9 541 097

11 683 378,60

9 409 510,03

10 04

ANDERE ACTIVITEITEN VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK CENTRUM VOOR ONDERZOEK

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

45 483 805,58

35 837 686,32

10 05

HISTORISCHE VERPLICHTINGEN TEN GEVOLGE VAN DE WERKZAAMHEDEN VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK CENTRUM VOOR ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET EURATOM-VERDRAG

28 543 000

32 000 000

27 773 000

30 025 140

27 041 043,38

26 936 787,67

 

Titel 10 — Totaal

396 834 657

402 688 960

392 970 215

402 052 368

535 186 038,49

516 790 641,89

Toelichting

Deze toelichting is van toepassing op alle begrotingsonderdelen van het beleidsterrein „Eigen onderzoek” (met uitzondering van hoofdstuk 10 05).

De kredieten dienen ter dekking van de uitgaven in verband met:

 

personeel op posten die deel uitmaken van de goedgekeurde personeelsformatie van het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek (JRC) en extern personeel dat belast is met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma’s;

 

personeelsgerelateerde kosten zoals dienstreizen, opleiding, medische diensten en aanwerving;

 

de werking van de JRC-instituten, administratieve ondersteuning, veiligheid en zekerheid van de sites, uitgaven in verband met IT, eenmalige kosten en belangrijke onderzoeksinfrastructuren;

 

onderzoek en ondersteunende activiteiten, waaronder verkennend onderzoek, wetenschappelijke en technische uitrusting, uitbesteding van diensten enz.;

 

onderzoek en wetenschappelijke ondersteunende taken in verband met activiteiten die aan het JRC worden toevertrouwd in het kader van de deelname in mededinging van het Centrum aan beleidsmaatregelen van de Unie en voor rekening van derden.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement kunnen ontvangsten die zijn geboekt op de posten 6 2 2 4 en 6 2 2 5 van de staat van ontvangsten aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten.

Diverse ontvangsten kunnen aanleiding geven tot het opvoeren van extra kredieten, die, al naargelang van hun bestemming, zullen worden gebruikt voor hoofdstukken 10 02, 10 03 of 10 04 of voor artikel 10 01 05.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan programma's van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

Deelname van derde landen of organisaties uit derde landen aan de Europese samenwerking op het gebied van wetenschappelijk en technisch onderzoek is voor een aantal van deze projecten mogelijk. Eventuele financiële bijdragen worden geboekt op post 6 0 1 3 van de staat van ontvangsten en kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten in overeenstemming met artikel 21 van het Financieel Reglement.

De extra kredieten zullen worden opgevoerd bij de posten 10 02 50 01 en 10 03 50 01.

HOOFDSTUK 10 01 —   ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „EIGEN ONDERZOEK”

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

% 2014-2016

10 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „EIGEN ONDERZOEK”

10 01 05

Ondersteunende uitgaven voor onderzoeks- en innovatieprogramma’s op het beleidsterrein „Eigen onderzoek”

10 01 05 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen die belast zijn met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020

1,1

137 841 590

136 700 000

143 812 051,39

104,33

10 01 05 02

Extern personeel dat belast is met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020

1,1

32 688 000

32 400 000

62 793 703,62

192,10

10 01 05 03

Overige beheersuitgaven voor onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020

1,1

58 163 970

58 163 970

73 057 021,29

125,61

10 01 05 04

Andere uitgaven voor nieuwe belangrijke onderzoeksinfrastructuren — Horizon 2020

1,1

2 000 000

2 000 000

2 060 000,—

103,00

10 01 05 11

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen die belast zijn met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Euratom-programma

1,1

54 200 000

54 200 000

55 288 948,61

102,01

10 01 05 12

Extern personeel dat belast is met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Euratom-programma

1,1

10 000 000

10 000 000

18 912 397,29

189,12

10 01 05 13

Overige beheersuitgaven voor onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Euratom-programma

1,1

35 045 400

35 045 400

41 112 181,91

117,31

10 01 05 14

Andere uitgaven voor nieuwe belangrijke onderzoeksinfrastructuren — Euratom-programma

1,1

2 000 000

2 000 000

5 118 244,54

255,91

 

Artikel 10 01 05 — Subtotaal

 

331 938 960

330 509 370

402 154 548,65

121,15

 

Hoofdstuk 10 01 — Totaal

 

331 938 960

330 509 370

402 154 548,65

121,15

10 01 05

Ondersteunende uitgaven voor onderzoeks- en innovatieprogramma’s op het beleidsterrein „Eigen onderzoek”

Toelichting

Overeenkomstig artikel 21 en artikel 183, lid 2, van het Financieel Reglement kunnen ontvangsten die zijn geboekt op de posten 6 2 2 3 en 6 2 2 6 van de staat van ontvangsten aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement kunnen ontvangsten die zijn geboekt op de posten 6 2 2 1, 6 2 2 4 en 6 2 2 5 van de staat van ontvangsten aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze ontvangsten zullen worden gebruikt om de kosten te dekken van met name de personeelsuitgaven en de middelen die samenhangen met acties die het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek voor derden uitvoert.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement kunnen ontvangsten die zijn geboekt op de posten 6 0 1 3 en 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten.

Deze kredieten kunnen worden verhoogd met kredieten die het Gemeenschappelijk Centrum verdient door in mededinging deel te nemen aan acties onder contract en activiteiten voor wetenschappelijke en technische ondersteuning van het EU-beleid. De activiteiten in mededinging van het JRC bestaan uit:

 

activiteiten verricht na een subsidie- of aanbestedingsprocedure;

 

activiteiten voor rekening van derden;

 

activiteiten uit hoofde van een administratieve overeenkomst met andere instellingen of andere diensten van de Commissie voor de verstrekking van technische en wetenschappelijke diensten.

10 01 05 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen die belast zijn met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

137 841 590

136 700 000

143 812 051,39

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen op posten die deel uitmaken van de goedgekeurde personeelsformatie van het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek en belast zijn met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020, met name:

 

eigen acties, bestaande uit onderzoeksactiviteiten, acties voor wetenschappelijke en technische ondersteuning, en verkennend onderzoek in de instellingen van het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek;

 

acties onder contract, bestaande uit programma's die worden uitgevoerd in het kader van een op concurrentie gestoelde deelname van het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek aan bepaalde activiteiten.

Personeelskosten omvatten het basisloon, uitkeringen, diverse vergoedingen en bijdragen op basis van het statuut, met inbegrip van uitgaven in verband met de indiensttreding, verandering van standplaats en beëindiging van de dienst.

Bij de onder dit begrotingsonderdeel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32, de bijdragen van de EVA-staten. Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de EVA-staten, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Zie hoofdstuk 10 02.

10 01 05 02

Extern personeel dat belast is met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

32 688 000

32 400 000

62 793 703,62

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven in verband met extern personeel op posten die geen deel uitmaken van de goedgekeurde personeelsformatie van het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek, zoals arbeidscontractanten, bursalen, gedetacheerde nationale deskundigen en gastwetenschappers, en belast is met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32, de bijdragen van de EVA-staten. Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de EVA-staten, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Zie hoofdstuk 10 02.

10 01 05 03

Overige beheersuitgaven voor onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

58 163 970

58 163 970

73 057 021,29

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

personeelsgerelateerde uitgaven die niet onder de posten 10 01 05 01 en 10 01 05 02 vallen, waaronder dienstreizen, opleiding, medische en sociale diensten, uitgaven voor het organiseren van vergelijkende onderzoeken, het interviewen van kandidaten, representatiekosten enz.;

 

uitgaven voor alle middelen die worden gebruikt voor de uitvoering van de activiteiten van het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek (JRC); hieronder vallen:

 

uitgaven in verband met de werking van JRC-instituten: geregeld onderhoud van gebouwen, technische infrastructuur en wetenschappelijke uitrusting; nutsvoorzieningen en vloeistoffen; verwarming, afkoeling en ventilatie; materiaal en uitrusting voor workshops; schoonmaak van sites, wegen en gebouwen; afvalbeheer enz.,

 

uitgaven in verband met de administratieve ondersteuning van JRC-instituten: meubelen; kantoorbenodigdheden; telecommunicatie; documentatie en publicaties; vervoer; diverse benodigdheden; algemene verzekering enz.,

 

uitgaven in verband met de veiligheid en zekerheid van de sites: gezondheid en veiligheid op het werk; stralingsbescherming; brandweer enz.,

 

uitgaven in verband met IT: informaticalokalen; hardware en software; netwerkdiensten; informatiesystemen; helpdesk en bijstand voor de gebruikers enz.,

 

eenmalige kosten. Deze post dekt renovatie, sanering en bouwwerkzaamheden op de JRC-sites. De post dekt uitgaven zoals uitzonderlijke onderhoudskosten, renovatie, aanpassing aan nieuwe normen enz. Ook de voorbereidende werkzaamheden voor de belangrijke infrastructuren onder post 10 01 05 04 kunnen eruit worden gefinancierd.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32, de bijdragen van de EVA-staten. Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de EVA-staten, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Zie hoofdstuk 10 02.

10 01 05 04

Andere uitgaven voor nieuwe belangrijke onderzoeksinfrastructuren — Horizon 2020

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

2 000 000

2 000 000

2 060 000,—

Toelichting

Deze post dient ter dekking van uitgaven in verband met alle bronnen voor de financiering van belangrijke onderzoeksinfrastructuurprojecten, met name de bouw van nieuwe gebouwen, de volledige renovatie van bestaande gebouwen en de aankoop van belangrijke uitrusting in verband met de technische infrastructuur van de sites.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32, de bijdragen van de EVA-staten. Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de EVA-staten, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Zie hoofdstuk 10 02.

10 01 05 11

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen die belast zijn met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Euratom-programma

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

54 200 000

54 200 000

55 288 948,61

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen op posten die deel uitmaken van de goedgekeurde personeelsformatie van het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek en belast zijn met de uitvoering van onderzoeks- en innovatie programma's — Euratom-programma, met name:

 

eigen acties, bestaande uit onderzoeksactiviteiten, acties voor wetenschappelijke en technische ondersteuning, en verkennend onderzoek in de instellingen van het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek;

 

acties onder contract, bestaande uit programma's die worden uitgevoerd in het kader van een op concurrentie gestoelde deelname van het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek aan bepaalde activiteiten.

Personeelskosten omvatten het basisloon, uitkeringen, diverse vergoedingen en bijdragen op basis van het statuut, met inbegrip van uitgaven in verband met de indiensttreding, verandering van standplaats en beëindiging van de dienst.

Rechtsgronden

Zie hoofdstuk 10 03.

10 01 05 12

Extern personeel dat belast is met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Euratom-programma

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

10 000 000

10 000 000

18 912 397,29

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven in verband met extern personeel op posten die geen deel uitmaken van de goedgekeurde personeelsformatie van het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek, zoals arbeidscontractanten, bursalen, gedetacheerde nationale deskundigen en gastwetenschappers, en belast is met de uitvoering van onderzoeks- en innovatie programma's — Euratom-programma.

Rechtsgronden

Zie hoofdstuk 10 03.

10 01 05 13

Overige beheersuitgaven voor onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Euratom-programma

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

35 045 400

35 045 400

41 112 181,91

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

personeelsgerelateerde uitgaven die niet onder de posten 10 01 05 11 en 10 01 05 12 vallen, waaronder dienstreizen, opleiding, medische en sociale diensten, uitgaven voor het organiseren van vergelijkende onderzoeken, het interviewen van kandidaten, representatiekosten enz.;

 

uitgaven voor alle middelen die worden gebruikt voor de uitvoering van de activiteiten van het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek (JRC); hieronder vallen:

 

uitgaven in verband met de werking van JRC-instituten: geregeld onderhoud van gebouwen, technische infrastructuur en wetenschappelijke uitrusting; nutsvoorzieningen en vloeistoffen; verwarming, afkoeling en ventilatie; materiaal en uitrusting voor workshops; schoonmaak van sites, wegen en gebouwen; afvalbeheer enz.,

 

uitgaven in verband met de administratieve ondersteuning van JRC-instituten: meubelen; kantoorbenodigdheden; telecommunicatie; documentatie en publicaties; vervoer; diverse benodigdheden; algemene verzekering enz.,

 

uitgaven in verband met de veiligheid en zekerheid van de sites: gezondheid en veiligheid op het werk; stralingsbescherming; brandweer enz.,

 

uitgaven in verband met IT: informaticalokalen; hardware en software; netwerkdiensten; informatiesystemen; helpdesk en bijstand voor de gebruikers enz.,

 

eenmalige kosten. Deze post dekt de renovatie, sanering en bouwwerkzaamheden op de JRC-sites. De post dekt uitgaven zoals uitzonderlijke onderhoudskosten, renovatie, aanpassing aan nieuwe normen enz. Ook de voorbereidende werkzaamheden voor de belangrijke onderzoeksinfrastructuren onder post 10 01 05 14 kunnen eruit worden gefinancierd.

Rechtsgronden

Zie hoofdstuk 10 03.

10 01 05 14

Andere uitgaven voor nieuwe belangrijke onderzoeksinfrastructuren — Euratom-programma

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

2 000 000

2 000 000

5 118 244,54

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven in verband met alle bronnen voor de financiering van belangrijke onderzoeksinfrastructuurprojecten, met name de bouw van nieuwe gebouwen, de volledige renovatie van bestaande gebouwen en de aankoop van belangrijke uitrusting in verband met de technische infrastructuur van de sites.

Rechtsgronden

Zie hoofdstuk 10 03.

HOOFDSTUK 10 02 —   HORIZON 2020 — EIGEN ACTIES VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK CENTRUM VOOR ONDERZOEK (JRC) TER ONDERSTEUNING VAN EU-BELEID

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

% Betalingen 2014-2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

10 02

HORIZON 2020 — EIGEN ACTIES VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK CENTRUM VOOR ONDERZOEK (JRC) TER ONDERSTEUNING VAN EU-BELEID

10 02 01

Horizon 2020 — Klantgestuurde wetenschappelijke en technische ondersteuning van EU-beleid

1,1

25 186 697

24 500 000

24 127 845

27 961 643

34 639 215,45

12 857 478,—

52,48

10 02 50

Kredieten afkomstig van de bijdragen van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling

10 02 50 01

Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling (2014-2020)

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

11 849 927,18

1 087 081,65

 

10 02 50 02

Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling (vóór 2014)

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

55 360,82

7 278 838,77

 
 

Artikel 10 02 50 — Subtotaal

 

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

11 905 288,—

8 365 920,42

 

10 02 51

Voltooiing van het zevende kaderprogramma — Eigen acties (2007-2013)

1,1

p.m.

1 600 000

p.m.

4 015 118

2 210 102,02

21 172 279,04

1 323,27

10 02 52

Voltooiing van voorgaande kaderprogramma’s voor onderzoek — Eigen acties (van vóór 2007)

1,1

68 656,81

56 431,76

 

10 02 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

10 02 77 01

Proefproject — Oprichting bij de Europese Commissie van een innovatielab voor de overheidssector

1,1

500 000

250 000

         
 

Artikel 10 02 77 — Subtotaal

 

500 000

250 000

         
 

Hoofdstuk 10 02 — Totaal

 

25 686 697

26 350 000

24 127 845

31 976 761

48 823 262,28

42 452 109,22

161,11

Toelichting

Deze toelichting is van toepassing op alle begrotingsonderdelen van dit hoofdstuk.

Dit krediet zal worden gebruikt voor Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie, dat de periode 2014-2020 bestrijkt.

Horizon 2020 voorziet in een gemeenschappelijk strategisch kader voor financiering door de Unie van onderzoek en innovatie van topkwaliteit, en vervult daarmee een centrale rol in de uitvoering van de Europa 2020-strategie voor slimme, duurzame en inclusieve groei („Europa 2020-strategie”); bijgevolg fungeert het programma als een hefboominstrument voor particuliere en publieke investeringen, het scheppen van nieuwe arbeidsmarktkansen, het waarborgen van Europa's duurzaamheid, groei, economische ontwikkeling, sociale inclusie en industrieel concurrentievermogen op de lange termijn en de aanpak van maatschappelijke uitdagingen in de gehele Unie.

Dit krediet dient te worden gebruikt overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1290/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van de regels voor de deelname aan acties en de verspreiding van resultaten in het kader van „Horizon 202 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1906/2006 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 81).

Bij de onder dit hoofdstuk opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32, de bijdragen van de EVA-staten. Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de EVA-staten, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

10 02 01

Horizon 2020 — Klantgestuurde wetenschappelijke en technische ondersteuning van EU-beleid

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

25 186 697

24 500 000

24 127 845

27 961 643

34 639 215,45

12 857 478,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de wetenschappelijke en technische ondersteunings- en onderzoeksactiviteiten die worden uitgevoerd door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek overeenkomstig deel IV van het specifieke programma tot uitvoering van Horizon 2020 „Niet-nucleaire eigen acties van het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek (JRC)”, teneinde klantgestuurde wetenschappelijke en technische ondersteuning van Uniebeleid te bieden. Het JRC richt zich op:

 

wetenschap van topkwaliteit: het JRC zal onderzoek verrichten om de empirische wetenschapsbasis voor beleidsvorming te verbeteren en opkomende gebieden van wetenschap en technologie te onderzoeken, onder andere door middel van een verkennend onderzoeksprogramma;

 

industrieel leiderschap: het JRC zal bijdragen tot het uniale concurrentievermogen door het normalisatieproces en normen te steunen door middel van prenormatief onderzoek, de ontwikkeling van referentiemateriaal en metingen en harmonisatie van methodologieën op vijf concentratiegebieden (energie; vervoer; het vlaggenschipinitiatief „Digitale agenda voor Europa”; veiligheid en beveiliging; consumentenbescherming). Het JRC zal veiligheidsbeoordelingen uitvoeren voor nieuwe technologieën op terreinen als energie, vervoer, gezondheid en consumentenbescherming. Het JRC zal bijdragen tot het vergemakkelijken van de toepassing, normalisatie en validatie van ruimtetechnologie en -gegevens, met name om maatschappelijke uitdagingen het hoofd te kunnen bieden;

 

maatschappelijke uitdagingen: het JRC zal op de volgende gebieden onderzoek uitvoeren: gezondheid, demografische verandering en welzijn; zekere voedselvoorziening, duurzame land- en bosbouw, marien en maritiem onderzoek en onderzoek van binnenwateren, en de bio-economie; zekere, schone en efficiënte energie; slim, groen en geïntegreerd vervoer; klimaatactie, milieu, efficiënt gebruik van hulpbronnen en grondstoffen; Europa in een veranderende wereld: inclusieve, innovatieve en reflexieve samenlevingen; een veilige samenleving - de vrijheid en veiligheid van Europa en haar burgers beschermen.

Dit krediet dekt specifieke uitgaven in verband met onderzoeks- en ondersteunende activiteiten, waaronder de aankoop van wetenschappelijke en technische uitrusting, uitbesteding van wetenschappelijke en technische diensten, toegang tot informatie, aankoop van verbruiksgoederen enz. Daartoe behoren de direct voor de betrokken projecten gedane uitgaven voor wetenschappelijke infrastructuur.

Het dekt ook allerlei uitgaven in verband met onderzoek en wetenschappelijke ondersteunende taken in verband met activiteiten die onder dit artikel vallen en aan het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek worden toevertrouwd in het kader van de deelname in mededinging van het Centrum aan beleidsmaatregelen van de Unie en voor rekening van derden.

Overeenkomstig artikel 21 en artikel 183, lid 2, van het Financieel Reglement kunnen ontvangsten die zijn geboekt op de posten 6 2 2 3 en 6 2 2 6 van de staat van ontvangsten aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten.

Rechtsgronden

Besluit 2013/743/EU van de Raad van 3 december 2013 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van de Besluiten 2006/971/EG, 2006/972/EG, 2006/973/EG, 2006/974/EG en 2006/975/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 965), met name artikel 3, lid 6.

Verordening (EU) nr. 1290/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van de regels voor de deelname aan acties en de verspreiding van resultaten in het kader van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1906/2006 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 81).

Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014 -2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 104) en met name artikel 5, lid 4.

10 02 50

Kredieten afkomstig van de bijdragen van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling

10 02 50 01

Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling (2014-2020)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

11 849 927,18

1 087 081,65

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met de ontvangsten die aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, afkomstig van derden of derde landen (buiten de Europese Economische Ruimte) die deelnemen aan de programma's voor onderzoek en ontwikkeling — Horizon 2020 tijdens de periode 2014-2020.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement kunnen ontvangsten die zijn geboekt op de posten 6 0 1 3 en 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten.

10 02 50 02

Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling (vóór 2014)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

55 360,82

7 278 838,77

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met de ontvangsten die aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, afkomstig van derden of derde landen (buiten de Europese Economische Ruimte) die deelnemen aan projecten op het gebied van niet-nucleair onderzoek en technologische ontwikkeling van de periode vóór 2014.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement kunnen ontvangsten die zijn geboekt op de posten 6 0 1 3 en 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten.

10 02 51

Voltooiing van het zevende kaderprogramma — Eigen acties (2007-2013)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

1 600 000

p.m.

4 015 118

2 210 102,02

21 172 279,04

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van betalingen met betrekking tot nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren.

Overeenkomstig artikel 21 en artikel 183, lid 2, van het Financieel Reglement kunnen ontvangsten die zijn geboekt op de posten 6 2 2 3 en 6 2 2 6 van de staat van ontvangsten aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32, de bijdragen van de EVA-staten. Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de EVA-staten, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1906/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot vaststelling van de regels voor de deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan acties op grond van het zevende kaderprogramma, en voor de verspreiding van onderzoeksresultaten (2007-2013) (PB L 391 van 30.12.2006, blz. 1).

Besluit nr. 1982/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 412 van 30.12.2006, blz. 1).

Beschikking 2006/975/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma dat door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek door middel van eigen acties moet worden uitgevoerd op grond van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 368).

10 02 52

Voltooiing van voorgaande kaderprogramma’s voor onderzoek — Eigen acties (van vóór 2007)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

68 656,81

56 431,76

Toelichting

Dit artikel dient ter dekking van betalingen met betrekking tot nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren.

Overeenkomstig artikel 21 en artikel 183, lid 2, van het Financieel Reglement kunnen ontvangsten die zijn geboekt op de posten 6 2 2 3 en 6 2 2 6 van de staat van ontvangsten aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32, de bijdragen van de EVA-staten. Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de EVA-staten, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Besluit nr. 182/1999/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 december 1998 betreffende het vijfde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (1998-2002) (PB L 26 van 1.2.1999, blz. 1).

Besluit nr. 1513/2002/EG van het Europees Parlement en de Raad van 27 juni 2002 betreffende het zesde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie, ter bevordering van de totstandbrenging van de Europese onderzoeksruimte en van innovatie (2002-2006) (PB L 232 van 29.8.2002, blz. 1).

10 02 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

10 02 77 01

Proefproject — Oprichting bij de Europese Commissie van een innovatielab voor de overheidssector

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

500 000

250 000

       

Toelichting

Een toenemend aantal lidstaten ziet de waarde in van het toepassen van een ontwerp- en innovatiebenadering bij de ontwikkeling van nieuwe beleidsmaatregelen en openbare diensten. Er zijn reeds verschillende initiatieven opgezet om te demonstreren hoe gebruikersgericht ontwerp en het testen van prototypes binnen het beleidsvormingsproces kan leiden tot kostenbesparingen, meer resultaten en meer burgergerichte beleidsmaatregelen. De oprichting van een dergelijk beleidslaboratorium wordt besproken binnen het Gemeenschappelijk Centrum voor Onderzoek. Dit proefproject kan de feitelijke oprichting van het laboratorium bespoedigen.

Het Action Plan for Design-Driven Innovation van de Commissie uit 2013 en de Expert Group on Public Sector Innovation van de Commissie benadrukten de positieve effecten die het ondersteunen van innovatie in de overheidssector kan hebben op groei.

Hieraan zou de oprichting van een innovatielab van de EU voor de overheidssector bij de Europese Commissie, zoals aanbevolen door de Expert Group een bijdrage kunnen leveren.

Een van de hoofddoelstellingen van het proefproject betreft de samenwerking met nationale, regionale en lokale actoren bij het versterken van hun capaciteit voor de uitvoering van EU-beleid, door gelijksoortige structuren ter plaatse te gebruiken of de toepassing van nieuwe structuren te ondersteunen. Daarmee kan het lab bijdragen aan de verbetering van de besteding van EU-middelen en de tenuitvoerlegging van EU-wetgeving.

Door te fungeren als het interne innovatieteam van de Commissie zal het lab tevens de Europese instellingen bijstaan bij het opnieuw vormgeven van oude regels of het hanteren van een herhaalbare en kosteneffectieve benadering van beleidsontwerp, van de fase van het opdoen van ideeën tot en met de tenuitvoerlegging. Hierbij worden technieken gebruikt als gerandomiseerd gecontroleerd onderzoek, gedragseconomie, gebruikstesten of systeemdenken, bijvoorbeeld bij het vormgeven van nieuwe EU-financieringsprogramma's voor kmo's, en het vinden van nieuwe manieren om de bureaucratie te verminderen.

Het lab kan ook dienen als coördinatiepunt voor Europabrede initiatieven in de lidstaten en voor het delen van kennis en ervaringen.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

HOOFDSTUK 10 03 —   EURATOM-PROGRAMMA — EIGEN ACTIES

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

% Betalingen 2014-2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

10 03

EURATOM-PROGRAMMA — EIGEN ACTIES

10 03 01

Eigen onderzoek door Euratom

1,1

10 666 000

11 500 000

10 560 000

8 746 493

10 492 337,68

4 155 440,74

36,13

10 03 50

Kredieten afkomstig van de bijdragen van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling

10 03 50 01

Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling (2014-2020)

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

870 569,96

82 411,57

 

10 03 50 02

Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling (vóór 2014)

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

197 882,35

 
 

Artikel 10 03 50 — Subtotaal

 

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

870 569,96

280 293,92

 

10 03 51

Voltooiing van het zevende kaderprogramma — Euratom (2007-2013)

1,1

p.m.

900 000

p.m.

794 604

320 470,96

4 973 775,37

552,64

10 03 52

Voltooiing van voorgaande Euratom-kaderprogramma’s (van vóór 2007)

1,1

0,—

0,—

 
 

Hoofdstuk 10 03 — Totaal

 

10 666 000

12 400 000

10 560 000

9 541 097

11 683 378,60

9 409 510,03

75,88

Toelichting

Het programma voor onderzoek en opleiding van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (2014-2018) („Euratom-programma”) maakt onlosmakelijk deel uit van Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie. Het Euratom-programma zal het kader voor onderzoek en innovatie op nucleair gebied versterken en de onderzoeksinspanningen van de lidstaten coördineren, waardoor wordt voorkomen dat werk dubbel wordt gedaan, op sleutelterreinen een kritische massa wordt bereikt en de openbare middelen optimaal worden gebruikt.

Dit krediet zal worden aangewend overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1290/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van de regels voor de deelname aan acties en de verspreiding van resultaten in het kader van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1906/2006 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 81).

De algemene doelstelling van het Euratom-programma is het verrichten van onderzoeks- en opleidingsactiviteiten op het gebied van kernenergie, met de nadruk op voortdurende verbetering van nucleaire veiligheid en beveiliging en stralingsbescherming, om met name op langere termijn te kunnen bijdragen tot het op efficiënte, veilige en betrouwbare wijze koolstofvrij maken van het energiesysteem. Het programma omvat zowel RTD-acties onder contract inzake onderzoek en ontwikkeling op het vlak van fusie-energie, en onderzoeksactiviteiten op het vlak van kernsplijting, nucleaire veiligheid en stralingsbescherming als de eigen acties van het JRC op het gebied van nucleaire beveiliging en veiligheid. Het JRC voorziet in onafhankelijke klantgestuurde wetenschappelijke en technologische ondersteuning voor de tenuitvoerlegging en monitoring van het beleid van de Gemeenschap, met name op het gebied van nucleaire veiligheid en onderzoek en opleiding inzake beveiliging. Door deze doelstellingen te realiseren zal het Euratom-programma de resultaten versterken voor de drie prioriteiten van het kaderprogramma Horizon 2020 betreft: wetenschap van topkwaliteit, industrieel leiderschap en maatschappelijke uitdagingen. Deze doelstellingen houden duidelijk verband met die van de Europa 2020-strategie en de Energie 2020-strategie en de totstandbrenging en het functioneren van de Europese onderzoeksruimte.

10 03 01

Eigen onderzoek door Euratom

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

10 666 000

11 500 000

10 560 000

8 746 493

10 492 337,68

4 155 440,74

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de activiteiten voor wetenschappelijke en technische steun en onderzoek die door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek worden uitgevoerd om het programma voor onderzoek en opleiding van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (2014-208) te implementeren. De eigen acties onder het Euratom-programma hebben de volgende specifieke doelstellingen:

 

verbetering van de nucleaire veiligheid, met inbegrip van kernreactor- en brandstofveiligheid en afvalbeheer, met inbegrip van definitieve opslag in geologische formaties, partitionering en transmutatie; ontmanteling, en paraatheid bij noodsituaties;

 

verbetering van de nucleaire beveiliging, met inbegrip van: nucleaire veiligheidscontroles, nucleaire non-proliferatie, bestrijding van illegale handel en nucleair forensisch onderzoek;

 

verhoging van de deskundigheid in fundamenteel kernwetenschappelijk onderzoek met het oog op normalisering;

 

bevordering van kennisbeheer, onderwijs en opleiding;

 

ondersteuning van het Uniebeleid inzake nucleaire veiligheid en beveiliging.

Het dekt eveneens de noodzakelijke werkzaamheden voor de uitvoering van de verplichtingen met betrekking tot de nucleaire veiligheidscontrole, die voortvloeien uit hoofdstuk 7 van titel II van het Euratom-Verdrag, en de verplichtingen die voortvloeien uit het non-proliferatieverdrag en uit de uitvoering van het ondersteuningsprogramma van de Commissie ten behoeve van de Internationale Organisatie voor Atoomenergie (IAEA).

Dit krediet dekt specifieke uitgaven in verband met onderzoeks- en ondersteunende activiteiten, waaronder de aankoop van wetenschappelijke en technische uitrusting, uitbesteding van wetenschappelijke en technische diensten, toegang tot informatie, aankoop van verbruiksgoederen enz. Daartoe behoren de direct voor de betrokken projecten gedane uitgaven voor wetenschappelijke infrastructuur.

Het dekt ook allerlei uitgaven in verband met onderzoek en wetenschappelijke ondersteunende taken in verband met activiteiten die onder dit artikel vallen en aan het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek worden toevertrouwd in het kader van de deelname in mededinging van het Centrum aan beleidsmaatregelen van de Unie en voor rekening van derden.

Overeenkomstig artikel 21 en artikel 183, lid 2, van het Financieel Reglement kunnen ontvangsten die zijn geboekt op de posten 6 2 2 3 en 6 2 2 6 van de staat van ontvangsten aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1290/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van de regels voor de deelname aan acties en de verspreiding van resultaten in het kader van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1906/2006 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 81).

Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014 -2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 104) en met name artikel 5, lid 4.

Verordening (Euratom) nr. 1314/2013 van de Raad van 16 december 2013 tot vaststelling van een programma voor onderzoek en opleiding van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (2014-2018) ter aanvulling van het „Horizon 2020”-kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 948).

10 03 50

Kredieten afkomstig van de bijdragen van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling

10 03 50 01

Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling (2014-2020)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

870 569,96

82 411,57

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met de ontvangsten die aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, afkomstig van derden of derde landen (buiten de Europese Economische Ruimte) die deelnemen aan het Euratom-programma tijdens de periode 2014-2020.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement kunnen ontvangsten die zijn geboekt op de posten 6 0 1 3 en 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten.

10 03 50 02

Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling (vóór 2014)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

197 882,35

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met de ontvangsten die aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, afkomstig van derden of derde landen (buiten de Europese Economische Ruimte) die deelnemen aan het Euratom-programma (periode vóór 2014).

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement kunnen ontvangsten die zijn geboekt op de posten 6 0 1 3 en 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten.

10 03 51

Voltooiing van het zevende kaderprogramma — Euratom (2007-2013)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

900 000

p.m.

794 604

320 470,96

4 973 775,37

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van betalingen met betrekking tot nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren.

Overeenkomstig artikel 21 en artikel 183, lid 2, van het Financieel Reglement kunnen ontvangsten die zijn geboekt op de posten 6 2 2 3 en 6 2 2 6 van de staat van ontvangsten aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten.

Rechtsgronden

Besluit 2006/970/Euratom van de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (Euratom) voor onderzoeks- en opleidingsactiviteiten inzake kernenergie (2007-2011) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 60).

Beschikking 2006/977/Euratom van de Raad van 19 december 2006 betreffende het Specifieke Programma dat door middel van eigen acties door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek moet worden uitgevoerd op grond van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (Euratom) voor onderzoeks- en opleidingsactiviteiten inzake kernenergie (2007-2011) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 434).

Verordening (Euratom) nr. 1908/2006 van de Raad van 19 december 2006 tot vaststelling van de regels voor deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan acties op grond van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie voor de verspreiding van onderzoeksresultaten (2007-2011) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 1).

Besluit 2012/93/Euratom van de Raad van 19 december 2011 betreffende het kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie voor onderzoeks- en opleidingsactiviteiten inzake kernenergie (2012-2013) (PB L 47 van 18.2.2012, blz. 25).

Verordening (Euratom) nr. 139/2012 van de Raad van 19 december 2011 tot vastlegging van de regels voor deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan werkzaamheden onder contract ingevolge het kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en voor de verspreiding van de onderzoeksresultaten (2012-2013) (PB L 47 van 18.2.2012, blz. 1).

Besluit 2012/95/Euratom van de Raad van 19 december 2011 betreffende het door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek door middel van eigen acties uit te voeren specifieke programma ter tenuitvoerlegging van het kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie voor onderzoeks- en opleidingsactiviteiten inzake kernenergie (2012-2013) (PB L 47 van 18.2.2012, blz. 40).

10 03 52

Voltooiing van voorgaande Euratom-kaderprogramma’s (van vóór 2007)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

0,—

0,—

Toelichting

Dit artikel dient ter dekking van betalingen met betrekking tot nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren.

Overeenkomstig artikel 21 en artikel 183, lid 2, van het Financieel Reglement kunnen ontvangsten die zijn geboekt op de posten 6 2 2 3 en 6 2 2 6 van de staat van ontvangsten aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten.

Rechtsgronden

Besluit 1999/64/Euratom van de Raad van 22 december 1998 betreffende het vijfde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (Euratom) voor activiteiten op het gebied van onderzoek en opleiding (1998-2002) (PB L 26 van 1.2.1999, blz. 34).

Besluit 2002/668/Euratom van de Raad van 3 juni 2002 betreffende het zesde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (Euratom) voor onderzoeks- en opleidingsactiviteiten inzake kernenergie, dat tevens bijdraagt tot de totstandbrenging van de Europese onderzoeksruimte (2002-2006) (PB L 232 van 29.8.2002, blz. 34).

HOOFDSTUK 10 04 —   ANDERE ACTIVITEITEN VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK CENTRUM VOOR ONDERZOEK

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

% Betalingen 2014-2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

10 04

ANDERE ACTIVITEITEN VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK CENTRUM VOOR ONDERZOEK

10 04 02

Dienstverlening en werkzaamheden op rekening van derden

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

5 112 219,22

8 128 041,34

 

10 04 03

Wetenschappelijke en technische ondersteuning van EU-beleid in mededinging

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

20 391 610,58

19 929 638,23

 

10 04 04

Exploitatie van de hogefluxreactor (HFR)

10 04 04 01

Exploitatie van de hogefluxreactor (HFR) — Aanvullende HFR-programma's

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

16 515 486,78

7 225 747,08

 

10 04 04 02

Exploitatie van de hogefluxreactor (HFR) — Voltooiing van vroegere aanvullende HFR-programma's

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

3 464 489,—

554 259,67

 
 

Artikel 10 04 04 — Subtotaal

 

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

19 979 975,78

7 780 006,75

 
 

Hoofdstuk 10 04 — Totaal

 

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

45 483 805,58

35 837 686,32

 

10 04 02

Dienstverlening en werkzaamheden op rekening van derden

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

5 112 219,22

8 128 041,34

Toelichting

Onder dit artikel worden de kredieten opgenomen die noodzakelijk zijn voor de specifieke uitgaven voor de verschillende taken die voor rekening van derden worden uitgevoerd. Het omvat onderzoek en het verlenen van diensten onder contract aan derde partijen, zoals de industrie, nationale of regionale autoriteiten, alsook contracten in de context van onderzoeksprogramma's van lidstaten. Het kan daarbij gaan om:

 

leveringen, verlening van diensten en verrichting van werkzaamheden, over het algemeen tegen betaling, waaronder gecertificeerd referentiemateriaal;

 

exploitatie van installaties ten gunste van de lidstaten, waaronder bestralingen voor rekening van derden in de hogefluxreactor (HFR) van de vestiging van het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek te Petten;

 

uitvoering van onderzoeksactiviteiten en verlening van diensten die een aanvulling vormen op de specifieke onderzoeksprogramma's, waaronder de industriële groepen waarvoor de industriële partners inschrijvingsgeld en een jaarlijkse bijdrage moeten betalen;

 

samenwerkingsovereenkomsten met derden.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement kunnen ontvangsten die zijn geboekt op de posten 6 2 2 3 en 6 2 2 4 van de staat van ontvangsten aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten.

Overeenkomstig het bepaalde in artikel 21 en artikel 183, lid 2,van het Financieel Reglement worden tijdens het begrotingsjaar extra kredieten voor dit artikel opgevoerd voor de specifieke uitgaven voor elk contract met een derde, tot een maximum van de ontvangsten die worden geboekt onder post 6 2 2 3 van de staat van ontvangsten.

Rechtsgronden

Besluit 89/340/EEG van de Raad van 3 mei 1989 inzake door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek voor derden verricht werk dat van belang is voor de Europese Economische Gemeenschap (PB L 142 van 25.5.1989, blz. 10).

Conclusies van de Raad van 26 april 1994 betreffende de rol van het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek (JRC) (PB C 126 van 7.5.1994, blz. 1).

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1), met name de artikelen 21 en 183.

10 04 03

Wetenschappelijke en technische ondersteuning van EU-beleid in mededinging

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

20 391 610,58

19 929 638,23

Toelichting

Dit artikel dient om de kredieten onder te brengen die noodzakelijk zijn voor de uitgaven die specifiek zijn voor de diverse taken van wetenschappelijke ondersteuning die het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek buiten Horizon 2020 in mededinging uitvoert ter ondersteuning van het beleid van de Unie. Overeenkomstig het bepaalde in artikel 21 en artikel 183, lid 2,van het Financieel Reglement worden tijdens het begrotingsjaar extra kredieten voor dit artikel opgevoerd voor de specifieke uitgaven voor elk contract met diensten van de Europese instellingen, tot een maximum van de ontvangsten die worden geboekt onder post 6 2 2 6 van de staat van ontvangsten.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement kunnen ontvangsten die zijn geboekt op post 6 2 2 4 van de staat van ontvangsten aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten.

Rechtsgronden

Besluit 89/340/EEG van de Raad van 3 mei 1989 inzake door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek voor derden verricht werk dat van belang is voor de Europese Economische Gemeenschap (PB L 142 van 25.5.1989, blz. 10).

Conclusies van de Raad van 26 april 1994 betreffende de rol van het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek (JRC) (PB C 126 van 7.5.1994, blz. 1).

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1), met name de artikelen 21 en 183.

10 04 04

Exploitatie van de hogefluxreactor (HFR)

10 04 04 01

Exploitatie van de hogefluxreactor (HFR) — Aanvullende HFR-programma's

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

16 515 486,78

7 225 747,08

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van een deel van de diverse uitgaven die tijdens de uitvoering van het aanvullende HFR-programma (hogefluxreactor) zijn gedaan.

De wetenschappelijke en technische doelen van het aanvullende programma zijn als volgt:

 

een veilige, stabiele en betrouwbare neutronenflux voor experimentele doelen garanderen;

 

aan onderzoek en ontwikkeling doen op de volgende gebieden: onderzoek in verband met nucleaire materialen en splijtstoffen om de veiligheid van de bestaande kernreactoren en toekomstige reactoren te verbeteren (zowel splijting als fusie); radio-isotopen die worden gebruikt voor medische toepassingen, management van veroudering en levensduur van reactoren, en afvalbeheer;

 

functioneren als opleidingsfaciliteit voor promovendi en gepromoveerden en voor gepromoveerde bursalen die hun onderzoeksactiviteiten verrichten in het kader van een nationaal of Europees programma.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement zullen binnen de grenzen van de ontvangsten uit de betrokken lidstaten (momenteel Nederland, België en Frankrijk) voor deze post tijdens het begrotingsjaar aanvullende kredieten worden opgevoerd die onder post 6 2 2 1 van de staat van ontvangsten zullen worden geboekt.

Rechtsgronden

Besluit 2012/709/Euratom van de Raad van 13 november 2012 tot vaststelling van het aanvullend onderzoeksprogramma voor de exploitatie van de hogefluxreactor (HFR) in de periode 2012-2015, voor de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie ten uitvoer te leggen door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek (PB L 321 van 20.11.2012, blz. 59).

10 04 04 02

Exploitatie van de hogefluxreactor (HFR) — Voltooiing van vroegere aanvullende HFR-programma's

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

3 464 489,—

554 259,67

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van een deel van de diverse uitgaven die tijdens de uitvoering van eerdere aanvullende HFR-programma's (hogefluxreactor) zijn gedaan en waarvoor geen betalingskredieten beschikbaar waren tijdens de voorgaande begrotingsjaren.

De wetenschappelijke en technische doelen van het aanvullende programma zijn als volgt:

 

een veilige, stabiele en betrouwbare neutronenflux voor experimentele doelen garanderen;

 

aan onderzoek en ontwikkeling doen op de volgende gebieden: onderzoek in verband met nucleaire materialen en splijtstoffen om de veiligheid van de bestaande kernreactoren en toekomstige reactoren te verbeteren (zowel splijting als fusie); radio-isotopen die worden gebruikt voor medische toepassingen, management van veroudering en levensduur van reactoren, en afvalbeheer;

 

functioneren als opleidingsfaciliteit voor promovendi en gepromoveerden en voor gepromoveerde bursalen die hun onderzoeksactiviteiten verrichten in het kader van een nationaal of Europees programma.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement zullen voor deze post tijdens het begrotingsjaar aanvullende kredieten worden opgevoerd binnen de grenzen van de ontvangsten uit de betrokken lidstaten die onder post 6 2 2 1 van de staat van ontvangsten zullen worden geboekt.

Rechtsgronden

Besluit 84/1/Euratom, EEG van de Raad van 22 december 1983 tot vaststelling van een onderzoeksprogramma, uit te voeren door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek voor de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en voor de Europese Economische Gemeenschap (1984-1987) (PB L 3 van 5.1.1984, blz. 21).

Beschikking 88/523/Euratom van de Raad van 14 oktober 1988 tot vaststelling van een door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek voor de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie uit te voeren aanvullend onderzoeksprogramma (PB L 286 van 20.10.1988, blz. 37).

Beschikking 92/275/Euratom van de Raad van 29 april 1992 tot vaststelling van een door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek voor de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie uit te voeren aanvullend onderzoeksprogramma (1992-1995) (PB L 141 van 23.5.1992, blz. 27).

Beschikking 96/419/Euratom van de Raad van 27 juni 1996 tot vaststelling van een door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek voor de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie uit te voeren aanvullend onderzoeksprogramma (1996-1999) (PB L 172 van 11.7.1996, blz. 23).

Beschikking 2000/100/Euratom van de Raad van 24 januari 2000 tot vaststelling van een door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek voor de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie uit te voeren aanvullend onderzoeksprogramma (PB L 29 van 4.2.2000, blz. 24).

Beschikking 2004/185/Euratom van de Raad van 19 februari 2004 tot vaststelling van een door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek voor de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie uit te voeren aanvullend onderzoekprogramma (PB L 57 van 25.2.2004, blz. 25).

Beschikking 2007/773/Euratom van de Raad van 26 november 2007 houdende de verlenging gedurende één jaar van het lopende aanvullende onderzoeksprogramma, voor de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie ten uitvoer te leggen door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek (PB L 312 van 30.11.2007, blz. 29).

Beschikking 2009/410/Euratom van de Raad van 25 mei 2009 tot vaststelling van een door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek voor de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie uit te voeren aanvullend onderzoeksprogramma (PB L 132 van 29.5.2009, blz. 13).

Besluit 2012/709/Euratom van de Raad van 13 november 2012 tot vaststelling van het aanvullend onderzoeksprogramma voor de exploitatie van de hogefluxreactor (HFR) in de periode 2012-2015, voor de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie ten uitvoer te leggen door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek (PB L 321 van 20.11.2012, blz. 59).

HOOFDSTUK 10 05 —   HISTORISCHE VERPLICHTINGEN TEN GEVOLGE VAN DE WERKZAAMHEDEN VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK CENTRUM VOOR ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET EURATOM-VERDRAG

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

% Betalingen 2014-2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

10 05

HISTORISCHE VERPLICHTINGEN TEN GEVOLGE VAN DE WERKZAAMHEDEN VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK CENTRUM VOOR ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET EURATOM-VERDRAG

10 05 01

Ontmanteling van verouderde nucleaire installaties van Euratom en de definitieve verwijdering van afvalstoffen

1,1

28 543 000

32 000 000

27 773 000

30 025 140

27 041 043,38

26 936 787,67

84,18

 

Hoofdstuk 10 05 — Totaal

 

28 543 000

32 000 000

27 773 000

30 025 140

27 041 043,38

26 936 787,67

84,18

10 05 01

Ontmanteling van verouderde nucleaire installaties van Euratom en de definitieve verwijdering van afvalstoffen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

28 543 000

32 000 000

27 773 000

30 025 140

27 041 043,38

26 936 787,67

Toelichting

Dit krediet dient ter financiering van een actieprogramma voor het beperken en oplossen van problemen in verband met de nucleaire verplichtingen ten gevolge van de werkzaamheden die het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek sinds zijn oprichting heeft uitgevoerd.

Het dient ter financiering van de ontmanteling van stilgelegde centrales en het beheer van het afval daarvan.

Dit krediet dient tevens ter financiering van acties die de Commissie onderneemt uit hoofde van de bevoegdheden die haar krachtens artikel 8 van het Euratom-Verdrag zijn toegekend overeenkomstig het Interinstitutioneel Akkoord van 2 december 2013 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de samenwerking in begrotingszaken, de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer (PB C 373 van 20.12.2013, blz. 1).

Referentiebesluiten

Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad van 17 maart 1999 betreffende de nucleaire erfenis van JRC-werkzaamheden in het kader van het Euratom-Verdrag — Ontmanteling van verouderde kerninstallaties en beheer van afval (COM(99) 114 final).

Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad van 19 mei 2004 — Ontmanteling van nucleaire installaties en beheer van afvalstoffen — Beheer van de nucleaire erfenis ten gevolge van de activiteiten van het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek (JRC) in uitvoering van het Euratom-Verdrag (SEC(2004) 621 final).

Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement van 12 januari 2009 — Ontmanteling van nucleaire installaties en beheer van kernafval: beheer van nucleaire verplichtingen ten gevolge van activiteiten van het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek (JRC) in het kader van het Euratom-Verdrag (COM(2008) 903 final).

Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement van 25 oktober 2013 betreffende de ontmanteling van nucleaire installaties en beheer van kernafval: beheer van nucleaire verplichtingen ten gevolge van activiteiten van het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek (JRC) in het kader van het Euratom-Verdrag (COM(2013) 734 final).

TITEL 11

MARITIEME ZAKEN EN VISSERIJ

Algemene samenvatting van de kredieten (2016 en 2015) en van de uitvoering (2014)

 

Titel

Hoofdstuk

Rubriek

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

11 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „MARITIEME ZAKEN EN VISSERIJ”

43 057 571

43 057 571

41 517 759

41 517 759

42 061 330,25

42 061 330,25

11 03

VERPLICHTE BIJDRAGEN AAN REGIONALE ORGANISATIES VOOR VISSERIJBEHEER EN ANDERE INTERNATIONALE ORGANISATIES EN DUURZAMEVISSERIJOVEREENKOMSTEN

56 154 250

55 654 250

61 509 244

61 799 384

76 669 622,30

73 512 122,30

Reserves (40 02 41)

83 345 750

83 345 750

74 090 991

69 190 991

   
 

139 500 000

139 000 000

135 600 235

130 990 375

76 669 622,30

73 512 122,30

11 06

EUROPEES FONDS VOOR MARITIEME ZAKEN EN VISSERIJ (EFMZV)

900 648 394

576 409 953

1 628 245 308

815 323 299

99 369 936,81

689 429 282,89

 

Titel 11 — Totaal

999 860 215

675 121 774

1 731 272 311

918 640 442

218 100 889,36

805 002 735,44

Reserves (40 02 41)

83 345 750

83 345 750

74 090 991

69 190 991

   
 

1 083 205 965

758 467 524

1 805 363 302

987 831 433

218 100 889,36

805 002 735,44

HOOFDSTUK 11 01 —   ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „MARITIEME ZAKEN EN VISSERIJ”

De artikelen 1, 2, 3 en 5 zijn in detail weergegeven in hoofdstuk XX 01

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

% 2014-2016

11 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „MARITIEME ZAKEN EN VISSERIJ”

11 01 01

Uitgaven voor ambtenaren en tijdelijke functionarissen voor het beleidsterrein „Maritieme zaken en visserij”

5,2

29 715 805

29 286 880

30 119 302,48

101,36

11 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven ter ondersteuning van het beleidsterrein „Maritieme zaken en visserij”

11 01 02 01

Extern personeel

5,2

2 194 611

2 375 749

2 994 688,23

136,46

11 01 02 11

Overige beheersuitgaven

5,2

2 602 903

2 673 962

2 611 747,—

100,34

 

Artikel 11 01 02 — Subtotaal

 

4 797 514

5 049 711

5 606 435,23

116,86

11 01 03

Uitgaven in verband met apparatuur en diensten voor informatie- en communicatietechnologie op het beleidsterrein „Maritieme zaken en visserij”

5,2

1 896 494

1 859 308

2 175 050,99

114,69

11 01 04

Ondersteunende uitgaven voor concrete acties en programma’s op het beleidsterrein „Maritieme zaken en visserij”

11 01 04 01

Ondersteunende uitgaven voor maritieme zaken en visserij — Niet-operationele administratieve en technische bijstand

2

3 700 000

3 415 610

3 377 541,55

91,28

 

Artikel 11 01 04 — Subtotaal

 

3 700 000

3 415 610

3 377 541,55

91,28

11 01 06

Uitvoerende agentschappen

11 01 06 01

Uitvoerend Agentschap voor kleine en middelgrote ondernemingen — Bijdrage van het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij (EFMZV)

2

2 947 758

1 906 250

783 000,—

26,56

 

Artikel 11 01 06 — Subtotaal

 

2 947 758

1 906 250

783 000,—

26,56

 

Hoofdstuk 11 01 — Totaal

 

43 057 571

41 517 759

42 061 330,25

97,69

11 01 01

Uitgaven voor ambtenaren en tijdelijke functionarissen voor het beleidsterrein „Maritieme zaken en visserij”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

29 715 805

29 286 880

30 119 302,48

11 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven ter ondersteuning van het beleidsterrein „Maritieme zaken en visserij”

11 01 02 01

Extern personeel

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

2 194 611

2 375 749

2 994 688,23

11 01 02 11

Overige beheersuitgaven

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

2 602 903

2 673 962

2 611 747,—

11 01 03

Uitgaven in verband met apparatuur en diensten voor informatie- en communicatietechnologie op het beleidsterrein „Maritieme zaken en visserij”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

1 896 494

1 859 308

2 175 050,99

11 01 04

Ondersteunende uitgaven voor concrete acties en programma’s op het beleidsterrein „Maritieme zaken en visserij”

11 01 04 01

Ondersteunende uitgaven voor maritieme zaken en visserij — Niet-operationele administratieve en technische bijstand

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

3 700 000

3 415 610

3 377 541,55

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de niet-operationele technische bijstand voor het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij (EFMZV) als bedoeld in artikel 58 van Verordening (EU) nr. 1303/2013 en in artikel 92 van Verordening (EU) nr. 508/2014.

Dit krediet kan met name worden gebruikt voor de financiering van:

 

uitgaven voor extern personeel in de hoofdzetel (arbeidscontractanten, gedetacheerde nationale deskundigen of uitzendkrachten) tot hoogstens 850 000 EUR, met inbegrip van ondersteunende uitgaven (representatievergoedingen, opleiding, vergaderingen en dienstreizen van/voor het externe personeel dat uit dit krediet wordt gefinancierd) die, wat technische bijstand betreft, nodig zijn voor de uitvoering van maatregelen in het kader van het EFMZV en voor de voltooiing van maatregelen in het kader van de voorganger ervan, het Europees Visserijfonds (EVF);

 

uitgaven voor extern personeel (arbeidscontractanten, plaatselijke functionarissen of gedetacheerde nationale deskundigen) bij de delegaties van de Unie in derde landen, alsmede de aanvullende logistieke en infrastructurele kosten, zoals opleidingskosten, vergaderkosten, kosten van dienstreizen en huur van onderkomen, die rechtstreeks voortvloeien uit de aanwezigheid in de delegaties van extern personeel dat wordt bezoldigd uit de onder deze post opgevoerde kredieten;

 

uitgaven voor dienstbezoeken van delegaties uit derde landen die onderhandelingen over visserijovereenkomsten en bijeenkomsten van gemeenschappelijke comités bijwonen;

 

uitgaven voor studies, evaluatiemaatregelen en audits, vergaderingen van deskundigen en de deelname van belanghebbenden aan ad-hocvergaderingen, studiebijeenkomsten en conferenties over belangrijke aangelegenheden, voorlichting en publicaties op het gebied van maritieme zaken en visserij;

 

uitgaven voor informatietechnologie (IT) (apparatuur en diensten);

 

deelname van wetenschappelijke deskundigen aan vergaderingen van regionale organisaties voor visserijbeheer;

 

andere uitgaven voor niet-operationele technische en administratieve bijstand waarbij geen sprake is van overheidstaken die door de Commissie zijn uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1198/2006 van de Raad van 27 juli 2006 inzake het Europees Visserijfonds (PB L 223 van 15.8.2006, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 1379/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 houdende een gemeenschappelijke marktordening voor visserijproducten en aquacultuurproducten, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 1184/2006 en (EG) nr. 1224/2009 van de Raad en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 104/2000 van de Raad (PB L 354 van 28.12.2013, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).

Verordening (EU) nr. 508/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 inzake het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 2328/2003, (EG) nr. 861/2006, (EG) nr. 1198/2006 en (EG) nr. 791/2007 en Verordening (EU) nr. 1255/2011 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 149 van 20.5.2014, blz. 1).

11 01 06

Uitvoerende agentschappen

11 01 06 01

Uitvoerend Agentschap voor kleine en middelgrote ondernemingen — Bijdrage van het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij (EFMZV)

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

2 947 758

1 906 250

783 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven van het Agentschap voor personeel en administratie ingevolge zijn rol bij het beheer van maatregelen die deel uitmaken van het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij.

De personeelsformatie van het Uitvoerend Agentschap is opgenomen in de bijlage „Personeel” bij deze afdeling.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 58/2003 van de Raad van 19 december 2002 tot vaststelling van het statuut van de uitvoerende agentschappen waaraan bepaalde taken voor het beheer van communautaire programma's worden gedelegeerd (PB L 11 van 16.1.2003, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 1380/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 inzake het gemeenschappelijk visserijbeleid, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 1954/2003 en (EG) nr. 1224/2009 van de Raad en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 2371/2002 en (EG) nr. 639/2004 van de Raad en Besluit 2004/585/EG van de Raad (PB L 354 van 28.12.2013, blz. 22).

Besluit C(2013) 9414 van de Commissie van 23 december 2013 waarbij bevoegdheden aan het Uitvoerend Agentschap voor kleine en middelgrote ondernemingen worden gedelegeerd met het oog op het verrichten van taken in verband met de tenuitvoerlegging van EU-programma's op het gebied van energie, milieu, klimaatactie, concurrentiekracht en kmo's, onderzoek en innovatie, ICT, maritiem beleid en visserij, met name wat betreft de besteding van de in de algemene begroting van de Unie opgenomen kredieten, zoals gewijzigd bij Besluit C(2014) 4636 van 11 juli 2014.

Besluit C(2014) 4636 van de Commissie houdende wijziging van Besluit C(2013) 9414 van 23 december 2013, wat betreft de delegatie van bevoegdheden aan het Uitvoerend Agentschap voor kleine en middelgrote ondernemingen met het oog op het verrichten van taken in verband met de tenuitvoerlegging van het programma van de Unie op het gebied van maritiem beleid en visserij, met name wat betreft de besteding van de in de algemene begroting van de Unie opgenomen kredieten.

Uitvoeringsbesluit 2013/771/EU van de Commissie van 17 december 2013 tot oprichting van het Uitvoerend Agentschap voor kleine en middelgrote ondernemingen en tot intrekking van de Besluiten 2004/20/EG en 2007/372/EG (PB L 341 van 18.12.2013, blz. 73).

Verordening (EU) nr. 508/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 inzake het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 2328/2003, (EG) nr. 861/2006, (EG) nr. 1198/2006 en (EG) nr. 791/2007 en Verordening (EU) nr. 1255/2011 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 149 van 20.5.2014, blz. 1).

HOOFDSTUK 11 03 —   VERPLICHTE BIJDRAGEN AAN REGIONALE ORGANISATIES VOOR VISSERIJBEHEER EN ANDERE INTERNATIONALE ORGANISATIES EN DUURZAMEVISSERIJOVEREENKOMSTEN

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

% Betalingen 2014-2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

11 03

VERPLICHTE BIJDRAGEN AAN REGIONALE ORGANISATIES VOOR VISSERIJBEHEER EN ANDERE INTERNATIONALE ORGANISATIES EN DUURZAMEVISSERIJOVEREENKOMSTEN

11 03 01

Vaststelling van een governancekader voor visserijactiviteiten die vissersvaartuigen van de Unie in de wateren van derde landen verrichten

2

50 654 250

50 654 250

57 197 244

57 197 244

72 431 549,—

69 274 049,—

136,76

Reserves (40 02 41)

 

83 345 750

83 345 750

74 090 991

69 190 991

     
   

134 000 000

134 000 000

131 288 235

126 388 235

72 431 549,—

69 274 049,—

 

11 03 02

Bevordering van duurzame ontwikkeling op het gebied van visserijbeheer en maritiem bestuur overeenkomstig de doelstellingen van het GVB (verplichte bijdragen aan internationale organisaties)

2

5 500 000

5 000 000

4 312 000

4 602 140

4 238 073,30

4 238 073,30

84,76

 

Hoofdstuk 11 03 — Totaal

 

56 154 250

55 654 250

61 509 244

61 799 384

76 669 622,30

73 512 122,30

132,09

Reserves (40 02 41)

 

83 345 750

83 345 750

74 090 991

69 190 991

     
   

139 500 000

139 000 000

135 600 235

130 990 375

76 669 622,30

73 512 122,30

 

11 03 01

Vaststelling van een governancekader voor visserijactiviteiten die vissersvaartuigen van de Unie in de wateren van derde landen verrichten

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 
 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

11 03 01

50 654 250

50 654 250

57 197 244

57 197 244

72 431 549,—

69 274 049,—

Reserves (40 02 41)

83 345 750

83 345 750

74 090 991

69 190 991

   

Totaal

134 000 000

134 000 000

131 288 235

126 388 235

72 431 549,—

69 274 049,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven die voortvloeien uit de visserijovereenkomsten die de Unie met derde landen heeft onderhandeld of die zij voornemens is te verlengen of te heronderhandelen.

Voorts kan de Unie onderhandelen over nieuwe partnerschapsovereenkomsten op visserijgebied die uit hoofde van dit artikel zouden moeten worden gefinancierd.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 861/2006 van de Raad van 22 mei 2006 houdende financieringsmaatregelen van de Unie voor de tenuitvoerlegging van het gemeenschappelijk visserijbeleid en op het gebied van het zeerecht (PB L 160 van 14.6.2006, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 1380/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 inzake het gemeenschappelijk visserijbeleid, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 1954/2003 en (EG) nr. 1224/2009 van de Raad en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 2371/2002 en (EG) nr. 639/2004 van de Raad en Besluit 2004/585/EG van de Raad (PB L 354 van 28.12.2013, blz. 22), met name artikel 31.

Verordeningen en besluiten inzake de sluiting van overeenkomsten en/of protocollen op visserijgebied tussen de Unie/Gemeenschap en de regeringen van de volgende landen:

 

Status (vanaf september 2015)

Land

Rechtsgrondslag

Datum

Publicatieblad

Looptijd

Van kracht

Kaapverdië

Besluit 2014/948/EU

15 december 2014

L 369 van 24.12.2014

van 23.12.2014 tot en met 22.12.2018

 

Comoren

Besluit 2014/369/EU

13 mei 2014

L 179 van 19.6.2014

van 1.1.2014 tot en met 31.12.2016

 

Ivoorkust

Besluit 2013/303/EU

29 mei 2013

L 170 van 22.6.2013

van 1.7.2013 tot en met 30.6.2018

 

Gabon

Besluit 2013/462/EU

22 juli 2013

L 250 van 20.9.2013

van 24.7.2013 tot en met 23.7.2016

 

Guinee-Bissau

Besluit 2014/782/EU

16 oktober 2014

L 328 van 13.11.2014

van 24.11.2014 tot en met 23.11.2017

 

Madagaskar

Besluit 2014/929/EU

15 december 2014

L 365 van 19.12.2014

van 1.1.2015 tot en met 31.12.2018

 

Mauritius

Besluit 2014/146/EU

28 januari 2014

L 79 van 18.3.2014

28.1.2014 tot en met 27.1.2017

 

Marokko

Besluit 2013/785/EU

16 december 2013

L 349 van 21.12.2013

van 15.7.2014 tot en met 14.7.2018

 

Sao Tomé en Principe

Besluit 2014/334/EU

19 mei 2014

L 168 van 7.6.2014

van 23.5.2014 tot en met 22.5.2018

 

Seychellen

Besluit 2014/5/EU

18 januari 2014

L 12 van 17.1.2014

van 18.1.2014 tot en met 17.1.2020

 

Senegal

Besluit 2014/733/EU

8 oktober 2014

L 340 van 23.10.2014

van 20.10.2014 tot en met 19.10.2019

In de onderhandelingsfase of de wetgevingsprocedure is lopende

Groenland

Besluit 2012/653/EU

16 juli 2012

L 293 van 23.10.2012

van 1.1.2013 tot en met 31.12.2015

Mauritanië

Besluit 2013/672/EU

15 november 2013

L 313 van 22.11.2013

van 16.12.2012 tot en met 15.12.2014

Mozambique

Besluit 2012/306/EU

12 juni 2012

L 153 van 14.6.2012

van 1.2.2012 tot en met 31.1.2015

11 03 02

Bevordering van duurzame ontwikkeling op het gebied van visserijbeheer en maritiem bestuur overeenkomstig de doelstellingen van het GVB (verplichte bijdragen aan internationale organisaties)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

5 500 000

5 000 000

4 312 000

4 602 140

4 238 073,30

4 238 073,30

Toelichting

Dit krediet dient ter financiering van de actieve deelname van de Unie aan de activiteiten van internationale visserijorganisaties die tot taak hebben de instandhouding op lange termijn en de duurzame exploitatie van de visbestanden in volle zee te verzekeren. Hierbij gaat het om verplichte bijdragen aan onder meer de volgende regionale organisaties voor visserijbeheer en andere internationale organisaties:

 

Commissie voor de instandhouding van de levende rijkdommen in de Antarctische wateren (CCAMLR);

 

Organisatie voor de instandhouding van zalm in de Noord-Atlantische Oceaan (NASCO);

 

Internationale Commissie voor de instandhouding van tonijn in de Atlantische Oceaan (ICCAT);

 

Visserijcommissie voor het noordoostelijke deel van de Atlantische Oceaan (NEAFC);

 

Visserijorganisatie voor het noordwestelijke deel van de Atlantische Oceaan (NAFO);

 

Commissie voor de tonijnvisserij in de Indische Oceaan (IOTC);

 

Algemene Visserijcommissie voor de Middellandse Zee (GFCM);

 

Visserijorganisatie voor het zuidoostelijke deel van de Atlantische Oceaan (SEAFO);

 

Visserijovereenkomst voor de Zuid-Indische Oceaan (SIOFA);

 

Visserijcommissie voor het westelijke en centrale deel van de Stille Oceaan (WCPFC, voorheen MHLC);

 

Overeenkomst inzake het internationale programma voor het behoud van dolfijnen (AIDCP);

 

Inter-Amerikaanse Commissie voor tropische tonijn (IATTC);

 

Regionale organisatie voor het visserijbeheer in het zuidelijke deel van de Stille Oceaan (SPRFMO);

 

Verdrag inzake de bescherming van trekkende wilde diersoorten (CMS).

Dit krediet dient ook ter dekking van de financiële bijdragen van de Unie aan de organisaties die zijn opgericht in het kader van het Verdrag van de Verenigde Naties inzake het recht van de zee van 1982, en met name de Internationale Zeebodemautoriteit en het Internationaal Hof voor het recht van de zee.

Rechtsgronden

Verordening (EEG) nr. 3179/78 van de Raad van 28 december 1978 betreffende de sluiting door de Europese Economische Gemeenschap van de Overeenkomst inzake toekomstige multilaterale samenwerking op visserijgebied in het noordwestelijke deel van de Atlantische Oceaan (PB L 378 van 30.12.1978, blz. 1).

Besluit 81/608/EEG van de Raad van 13 juli 1981 betreffende de sluiting van het Verdrag inzake toekomstige multilaterale samenwerking op visserijgebied in het noordoostelijke deel van de Atlantische Oceaan (PB L 227 van 12.8.1981, blz. 21).

Besluit 81/691/EEG van de Raad van 4 september 1981 betreffende de sluiting van het Verdrag inzake de instandhouding van de levende rijkdommen in de Antarctische wateren (PB L 252 van 5.9.1981, blz. 26).

Besluit 82/461/EEG van de Raad van 24 juni 1982 betreffende de sluiting van het Verdrag inzake de bescherming van trekkende wilde diersoorten (PB L 210 van 19.7.1982, blz. 10).

Besluit 82/886/EEG van de Raad van 13 december 1982 betreffende de sluiting van het Verdrag inzake de instandhouding van zalm in de Noord-Atlantische Oceaan (PB L 378 van 31.12.1982, blz. 24).

Besluit 86/238/EEG van de Raad van 9 juni 1986 inzake de toetreding van de Gemeenschap tot het Internationaal Verdrag voor de instandhouding van Atlantische tonijnen, gewijzigd bij het Protocol gehecht aan de op 10 juli 1984 te Parijs ondertekende Slotakte van de conferentie van gevolmachtigden van de staten die partij zijn bij het Verdrag (PB L 162 van 18.6.1986, blz. 33).

Besluit 95/399/EG van de Raad van 18 september 1995 inzake de toetreding van de Gemeenschap tot de Overeenkomst tot oprichting van de Commissie voor de tonijnvisserij in de Indische Oceaan (PB L 236 van 5.10.1995, blz. 24).

Besluit 98/392/EG van de Raad van 23 maart 1998 betreffende de sluiting door de Europese Gemeenschap van het Verdrag van de Verenigde Naties inzake het recht van de zee van 10 december 1982 en de overeenkomst inzake de toepassing van deel XI van dat verdrag van 28 juli 1994 (PB L 179 van 23.6.1998, blz. 1).

Verdrag van de Verenigde Naties inzake het recht van de zee (PB L 179 van 23.6.1998, blz. 3).

Besluit 98/416/EG van de Raad van 16 juni 1998 betreffende de toetreding van de Europese Gemeenschap tot de Algemene Visserijcommissie voor de Middellandse Zee (PB L 190 van 4.7.1998, blz. 34).

Besluit 2002/738/EG van de Raad van 22 juli 2002 betreffende de sluiting door de Europese Gemeenschap van het Verdrag inzake de instandhouding en het beheer van de visbestanden in het zuidoostelijke deel van de Atlantische Oceaan (PB L 234 van 31.8.2002, blz. 39).

Besluit 2005/75/EG van de Raad van 26 april 2004 inzake de toetreding van de Gemeenschap tot het Verdrag inzake de instandhouding en het beheer van over grote afstanden trekkende visbestanden in het westelijke en centrale deel van de Stille Oceaan (PB L 32 van 4.2.2005, blz. 1).

Besluit 2005/938/EG van de Raad van 8 december 2005 betreffende de goedkeuring namens de Europese Gemeenschap van de Overeenkomst inzake het internationale programma voor het behoud van dolfijnen (PB L 348 van 30.12.2005, blz. 26).

Besluit 2006/539/EG van de Raad van 22 mei 2006 betreffende de sluiting, namens de Europese Gemeenschap, van het Verdrag ter versterking van de Inter-Amerikaanse Commissie voor tropische tonijn opgericht bij het Verdrag van 1949 tussen de Verenigde Staten van Amerika en de Republiek Costa Rica (PB L 224 van 16.8.2006, blz. 22).

Besluit 2008/780/EG van de Raad van 29 september 2008 betreffende de sluiting namens de Europese Gemeenschap van de Visserijovereenkomst voor de Zuid-Indische Oceaan (PB L 268 van 9.10.2008, blz. 27).

Verordening (EU) nr. 1380/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 inzake het gemeenschappelijk visserijbeleid, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 1954/2003 en (EG) nr. 1224/2009 van de Raad en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 2371/2002 en (EG) nr. 639/2004 van de Raad en Besluit 2004/585/EG van de Raad (PB L 354 van 28.12.2013, blz. 22), met name de artikelen 29 en 30.

HOOFDSTUK 11 06 —   EUROPEES FONDS VOOR MARITIEME ZAKEN EN VISSERIJ (EFMZV)

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

% Betalingen 2014-2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

11 06

EUROPEES FONDS VOOR MARITIEME ZAKEN EN VISSERIJ (EFMZV)

11 06 01

Afwikkeling van het Financieringsinstrument voor de oriëntatie van de visserij (FIOV) — Doelstelling 1 (2000-2006)

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

8 787 871,25

 

11 06 02

Voltooiing van het speciale programma voor vrede en verzoening in Noord-Ierland en het grensgebied in Ierland (2000-2006)

2

0,—

0,—

 

11 06 03

Voltooiing van vroegere programma’s — Vroegere doelstellingen 1 en 6 (van vóór 2000)

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

 

11 06 04

Afwikkeling van het Financieringsinstrument voor de oriëntatie van de visserij (FIOV) — Gebieden buiten doelstelling 1 (2000-2006)

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

18 745 424,22

 

11 06 05

Voltooiing van vroegere programma’s — Vroegere doelstelling 5a (van vóór 2000)

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

 

11 06 06

Voltooiing van vroegere programma’s — Initiatieven (van vóór 2000)

2

0,—

0,—

 

11 06 08

Voltooiing van vroegere programma’s — Vroegere operationele technische bijstand en innovatieve maatregelen (van vóór 2000)

2

0,—

0,—

 

11 06 09

Specifieke maatregelen ter bevordering van de omschakeling van vaartuigen en vissers die tot in 1999 afhankelijk waren van de visserijovereenkomst met Marokko

2

p.m.

p.m.

0,—

0,—

 

11 06 11

Afwikkeling van het Europees Visserijfonds (EVF) — Operationele technische bijstand (2007-2013)

2

p.m.

p.m.

p.m.

494 296

0,—

1 564 356,98

 

11 06 12

Afwikkeling van het Europees Visserijfonds (EVF) — Convergentiedoelstelling (2007-2013)

2

p.m.

100 000 000

p.m.

419 306 000

0,—

475 486 067,25

475,49

11 06 13

Afwikkeling van het Europees Visserijfonds (EVF) — Gebieden die niet onder de convergentiedoelstelling (2007-2013) vallen

2

p.m.

32 000 000

p.m.

147 159 183

0,—

91 760 646,70

286,75

11 06 14

Voltooiing van interventiemaatregelen voor visserijproducten (2007-2013)

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

9 261 252,77

 

11 06 15

Voltooiing van het visserijprogramma voor de ultraperifere regio's (2007-2013)

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

11 905 570,83

 

11 06 60

Bevordering van een duurzame en concurrerende visserij en aquacultuur, van een evenwichtige en inclusieve territoriale ontwikkeling van de visserijgebieden en van de uitvoering van het gemeenschappelijk visserijbeleid

2

805 423 852

335 000 000

1 538 852 624

138 235 825

19 167 006,—

0,—

0

11 06 61

Stimulering van de ontwikkeling en de uitvoering van het geïntegreerd maritiem beleid van de Unie

2

38 426 980

30 491 000

32 538 385

23 969 480

29 186 089,70

10 755 724,18

35,28

11 06 62

Begeleidende maatregelen voor het gemeenschappelijk visserijbeleid en het geïntegreerd maritiem beleid

11 06 62 01

Wetenschappelijk advies en kennis

2

8 680 015

14 000 000

8 050 015

18 775 139

6 540 000,—

21 892 642,58

156,38

11 06 62 02

Controle en handhaving

2

15 510 967

32 700 000

15 510 967

35 954 220

14 956 055,47

23 848 031,37

72,93

11 06 62 03

Vrijwillige bijdragen aan internationale organisaties

2

7 978 580

6 900 000

7 978 580

6 305 411

6 053 997,56

2 141 314,32

31,03

11 06 62 04

Governance en communicatie

2

5 078 000

4 509 000

6 011 771

6 408 121

3 592 429,97

3 049 045,26

67,62

11 06 62 05

Marktonderzoek

2

4 900 000

4 100 000

4 545 966

4 741 131

4 047 880,—

0,—

0

 

Artikel 11 06 62 — Subtotaal

 

42 147 562

62 209 000

42 097 299

72 184 022

35 190 363,—

50 931 033,53

81,87

11 06 63

Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij (EFMZV) — Technische bijstand

11 06 63 01

Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij (EFMZV) — Operationele technische bijstand

2

4 080 000

4 300 000

4 300 000

2 697 540

2 503 607,44

86 410,80

2,01

11 06 63 02

Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij (EFMZV) — Op verzoek van een lidstaat door de Commissie beheerde operationele technische bijstand

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

 
 

Artikel 11 06 63 — Subtotaal

 

4 080 000

4 300 000

4 300 000

2 697 540

2 503 607,44

86 410,80

2,01

11 06 64

Europees Bureau voor visserijcontrole

2

9 070 000

9 070 000

8 957 000

8 957 000

9 217 150,—

9 217 150,—

101,62

11 06 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

11 06 77 01

Voorbereidende actie — Waarnemingscentrum van prijzen op de visserijmarkt

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

5 720,67

245 730,77

 

11 06 77 02

Proefproject — Instrumenten voor gemeenschappelijk bestuur en duurzaam visserijbeheer: bevordering van onderzoek waarbij wetenschappers en belanghebbenden samenwerken

2

p.m.

359 953

p.m.

359 953

0,—

479 937,41

133,33

11 06 77 03

Voorbereidende actie — Maritiem beleid

2

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

15 000,—

 

11 06 77 05

Proefproject — Invoering van een enkel instrument voor handelsbenamingen voor visserij- en aquacultuurproducten

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

 

11 06 77 06

Voorbereidende actie — Bewakers van de zee

2

p.m.

480 000

p.m.

960 000

600 000,—

187 106,20

38,98

11 06 77 07

Proefproject — Het operationeel maken van een netwerk van beschermde mariene gebieden die zijn of worden aangewezen krachtens nationale en internationale milieu- of visserijwetgeving, ter versterking van het productiepotentieel van de mediterrane Unievisserij, op basis van de maximum duurzame vangstniveaus en een ecosysteembenadering van het visserijbeheer

2

p.m.

400 000

p.m.

p.m.

2 000 000,—

0,—

0

11 06 77 08

Proefproject — Steun voor kleinschalige visserij

2

p.m.

600 000

500 000

500 000

1 500 000,—

0,—

0

11 06 77 09

Proefproject — Ontwikkeling van innovatieve, milieuvriendelijke offshore vismethodes voor kleine vaartuigen in de ultraperifere regio's, met inbegrip van de uitwisseling van goede praktijken en visserijproeven

2

p.m.

750 000

1 000 000

500 000

     

11 06 77 10

Proefproject — Beoordeling van facultatieve informatie met betrekking tot visserij- en aquacultuurproducten in Europa

2

250 000

125 000

         

11 06 77 11

Proefproject — Modernisering van controles in de visserij en optimalisering van monitoring van vaartuigen door middel van innovatieve Europese systemen

2

500 000

250 000

         

11 06 77 12

Proefproject — Oprichting van een Europese kustwacht

2

750 000

375 000

         
 

Artikel 11 06 77 — Subtotaal

 

1 500 000

3 339 953

1 500 000

2 319 953

4 105 720,67

927 774,38

27,78

 

Hoofdstuk 11 06 — Totaal

 

900 648 394

576 409 953

1 628 245 308

815 323 299

99 369 936,81

689 429 282,89

119,61

Toelichting

Artikel 80 van het Financieel Reglement voorziet in financiële correcties voor uitgaven die in strijd met het toepasselijk recht zijn verricht.

Artikel 39 van Verordening (EG) nr. 1260/1999 voorziet in financiële correcties, waarvan de eventuele ontvangsten worden opgevoerd onder artikel 6 5 2 van de staat van ontvangsten.

De artikelen 97, 98 en 99 van Verordening (EG) nr. 1198/2006 voorzien in financiële correcties, waarvan de eventuele ontvangsten worden opgevoerd onder artikel 6 5 3 van de staat van ontvangsten.

De artikelen 85, 144 en 145 van Verordening (EU) nr. 1303/2013 voorzien in financiële correcties, waarvan de eventuele ontvangsten worden opgevoerd onder artikel 6 5 4 van de staat van ontvangsten.

Deze ontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement en wel in specifieke gevallen wanneer deze kredieten nodig blijken om het risico af te dekken dat correcties waartoe eerder was besloten, komen te vervallen of worden verlaagd.

In artikel 177 van het Financieel Reglement zijn de voorwaarden vastgesteld voor volledige of gedeeltelijke terugbetaling van uit hoofde van een interventie betaalde voorfinancieringen.

Terugbetaalde bedragen van de voorfinanciering vormen interne bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 4, van het Financieel Reglement en worden opgevoerd onder post 6 1 5 0 of 6 1 5 7.

De maatregelen inzake fraudebestrijding worden gefinancierd met middelen uit artikel 24 02 01.

Rechtsgronden

Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, met name de artikelen 174, 175 en 177.

Verordening (EG) nr. 1260/1999 van de Raad van 21 juni 1999 houdende algemene bepalingen inzake de structuurfondsen (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1198/2006 van de Raad van 27 juli 2006 inzake het Europees Visserijfonds (PB L 223 van 15.8.2006, blz. 1).

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1), met name artikel 21, leden 3 en 4, artikel 80 en artikel 177.

Verordening (EU) nr. 1380/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 inzake het gemeenschappelijk visserijbeleid, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 1954/2003 en (EG) nr. 1224/2009 van de Raad en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 2371/2002 en (EG) nr. 639/2004 van de Raad en Besluit 2004/585/EG van de Raad (PB L 354 van 28.12.2013, blz. 22).

Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).

Verordening (EU) nr. 508/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 inzake het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 2328/2003, (EG) nr. 861/2006, (EG) nr. 1198/2006 en (EG) nr. 791/2007 en Verordening (EU) nr. 1255/2011 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 149 van 20.5.2014, blz. 1).

Referentiebesluiten

Conclusies van de vergadering van de Europese Raad van Berlijn op 24 en 25 maart 1999.

11 06 01

Afwikkeling van het Financieringsinstrument voor de oriëntatie van de visserij (FIOV) — Doelstelling 1 (2000-2006)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

8 787 871,25

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van de nog uit het FIOV betaalbaar te stellen verplichtingen die in de programmeringsperiode 2000-2006 zijn aangegaan in het kader van doelstelling 1.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1263/1999 van de Raad van 21 juni 1999 betreffende het Financieringsinstrument voor de oriëntatie van de visserij (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 54).

Verordening (EG) nr. 2792/1999 van de Raad van 17 december 1999 tot vaststelling van de uitvoeringsbepalingen en voorwaarden voor de structurele acties van de Gemeenschap in de visserijsector (PB L 337 van 30.12.1999, blz. 10).

11 06 02

Voltooiing van het speciale programma voor vrede en verzoening in Noord-Ierland en het grensgebied in Ierland (2000-2006)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

0,—

0,—

Toelichting

Het speciale programma voor vrede en verzoening dient ter dekking van nog betaalbaar te stellen verplichtingen die in de programmeringsperiode 2000-2006 zijn aangegaan.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1260/1999 van de Raad van 21 juni 1999 houdende algemene bepalingen inzake de structuurfondsen (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 1), met name artikel 2, lid 4.

Referentiebesluiten

Conclusies van de vergadering van de Europese Raad van Berlijn op 24 en 25 maart 1999, met name punt 44, onder b).

Beschikking 1999/501/EG van de Commissie van 1 juli 1999 tot vaststelling van een indicatieve verdeling over de lidstaten van de vastleggingskredieten voor doelstelling 1 van de structuurfondsen voor de periode 2000 tot en met 2006 (PB L 194 van 27.7.1999, blz. 49), met name overweging 5.

11 06 03

Voltooiing van vroegere programma’s — Vroegere doelstellingen 1 en 6 (van vóór 2000)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering, uit het FIOV, van de nog betaalbaar te stellen verplichtingen die in de vorige programmeringsperioden zijn aangegaan in het kader van de oude doelstellingen 1 en 6.

Rechtsgronden

Verordening (EEG) nr. 4028/86 van de Raad van 18 december 1986 inzake communautaire acties voor verbetering en aanpassing van de structuur van de visserij en de aquacultuur (PB L 376 van 31.12.1986, blz. 7).

Verordening (EEG) nr. 2052/88 van de Raad van 24 juni 1988 betreffende de taken van de fondsen met structurele strekking, hun doeltreffendheid alsmede de coördinatie van hun bijstandsverlening onderling en met die van de Europese Investeringsbank en de andere bestaande financieringsinstrumenten (PB L 185 van 15.7.1988, blz. 9).

Verordening (EEG) nr. 4253/88 van de Raad van 19 december 1988 tot vaststelling van toepassingsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 2052/88 met betrekking tot de coördinatie van de bijstandsverlening uit de onderscheiden structuurfondsen enerzijds en van die bijstandsverlening met die van de Europese Investeringsbank en de andere bestaande financieringsinstrumenten anderzijds (PB L 374 van 31.12.1988, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 2468/98 van de Raad van 3 november 1998 tot vaststelling van de criteria en de voorwaarden voor de structurele bijstand van de Gemeenschap in de sector visserij/aquacultuur en de verwerking en de afzet van de producten daarvan (PB L 312 van 20.11.1998, blz. 19).

11 06 04

Afwikkeling van het Financieringsinstrument voor de oriëntatie van de visserij (FIOV) — Gebieden buiten doelstelling 1 (2000-2006)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

18 745 424,22

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering uit het FIOV van de nog betaalbaar te stellen verplichtingen die in de programmeringsperiode 2000-2006 zijn aangegaan voor gebieden buiten doelstelling 1.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1263/1999 van de Raad van 21 juni 1999 betreffende het Financieringsinstrument voor de oriëntatie van de visserij (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 54).

Verordening (EG) nr. 2792/1999 van de Raad van 17 december 1999 tot vaststelling van de uitvoeringsbepalingen en voorwaarden voor de structurele acties van de Gemeenschap in de visserijsector (PB L 337 van 30.12.1999, blz. 10).

11 06 05

Voltooiing van vroegere programma’s — Vroegere doelstelling 5a (van vóór 2000)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering uit het FIOV van de nog betaalbaar te stellen verplichtingen die in de vorige programmeringsperioden zijn aangegaan in het kader van de oude doelstelling 5a „Visserij”, inclusief de maatregelen die op grond van artikel 4 van Verordening (EEG) nr. 2080/93 worden gefinancierd.

Rechtsgronden

Verordening (EEG) nr. 2052/88 van de Raad van 24 juni 1988 betreffende de taken van de fondsen met structurele strekking, hun doeltreffendheid alsmede de coördinatie van hun bijstandsverlening onderling en met die van de Europese Investeringsbank en de andere bestaande financieringsinstrumenten (PB L 185 van 15.7.1988, blz. 9).

Verordening (EEG) nr. 4253/88 van de Raad van 19 december 1988 tot vaststelling van toepassingsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 2052/88 met betrekking tot de coördinatie van de bijstandsverlening uit de onderscheiden structuurfondsen enerzijds en van die bijstandsverlening met die van de Europese Investeringsbank en de andere bestaande financieringsinstrumenten anderzijds (PB L 374 van 31.12.1988, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 2468/98 van de Raad van 3 november 1998 tot vaststelling van de criteria en de voorwaarden voor de structurele bijstand van de Gemeenschap in de sector visserij/aquacultuur en de verwerking en de afzet van de producten daarvan (PB L 312 van 20.11.1998, blz. 19).

11 06 06

Voltooiing van vroegere programma’s — Initiatieven (van vóór 2000)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

0,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering uit het FIOV van de nog betaalbaar te stellen verplichtingen in verband met de initiatieven van de Gemeenschap in de programmeringsperiode 2000-2006.

Rechtsgronden

Verordening (EEG) nr. 2052/88 van de Raad van 24 juni 1988 betreffende de taken van de fondsen met structurele strekking, hun doeltreffendheid alsmede de coördinatie van hun bijstandsverlening onderling en met die van de Europese Investeringsbank en de andere bestaande financieringsinstrumenten (PB L 185 van 15.7.1988, blz. 9).

Verordening (EEG) nr. 4253/88 van de Raad van 19 december 1988 tot vaststelling van toepassingsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 2052/88 met betrekking tot de coördinatie van de bijstandsverlening uit de onderscheiden structuurfondsen enerzijds en van die bijstandsverlening met die van de Europese Investeringsbank en de andere bestaande financieringsinstrumenten anderzijds (PB L 374 van 31.12.1988, blz. 1).

Referentiebesluiten

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 15 juni 1994 tot vaststelling van de richtsnoeren voor globale subsidies of geïntegreerde operationele programma's in het kader waarvan de lidstaten bijstandsaanvragen kunnen indienen uit hoofde van een communautair initiatief betreffende de herstructurering van de visserijsector (Pesca) (PB C 180 van 1.7.1994, blz. 1).

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 15 juni 1994 tot vaststelling van de richtsnoeren voor de operationele programma's van de lidstaten in het kader van een initiatief van de Gemeenschap voor de ultraperifere gebieden (Regis II) (PB C 180 van 1.7.1994, blz. 44).

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 15 juni 1994 tot vaststelling van de richtsnoeren voor operationele programma's van de lidstaten in het kader van een initiatief van de Gemeenschap betreffende de ontwikkeling van grensgebieden, grensoverschrijdende samenwerking en geselecteerde energienetten (Interreg II) (PB C 180 van 1.7.1994, blz. 60).

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 16 mei 1995 tot vaststelling van de richtsnoeren voor een initiatief in het kader van het speciaal steunprogramma voor vrede en verzoening in Noord-Ierland en de aangrenzende graafschappen van Ierland (Peace I-programma) (PB C 186 van 20.7.1995, blz. 3).

Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's van 26 november 1997 over het speciale steunprogramma voor vrede en verzoening in Noord-Ierland en de aangrenzende graafschappen van Ierland (1995-1999) (Peace I-programma) (COM(97) 642 final).

11 06 08

Voltooiing van vroegere programma’s — Vroegere operationele technische bijstand en innovatieve maatregelen (van vóór 2000)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

0,—

0,—

Toelichting

Dit artikel dient ter dekking van de afwikkeling van betalingsverplichtingen die het FIOV in vorige programmeringsperioden is aangegaan voor innoverende acties, maatregelen op het gebied van voorbereiding, follow-up of evaluatie, of andere soortgelijke vormen van technische bijstand waarin de betrokken verordeningen voorzien. Het dient ook voor de financiering van de oude meerjarenacties, en met name voor die welke zijn goedgekeurd en uitgevoerd in het kader van de andere bovengenoemde verordeningen, maar die niet onder de prioritaire doelstellingen van de structuurfondsen vallen. Dit artikel zal eventueel ook worden aangewend voor de financiering van middelen die in het kader van het FIOV verschuldigd zijn voor bijstand waarvoor de overeenkomstige vastleggingskredieten niet beschikbaar zijn en ook niet zijn vastgesteld in de programmering voor 2000-2006.

Rechtsgronden

Verordening (EEG) nr. 2088/85 van de Raad van 23 juli 1985 inzake de geïntegreerde mediterrane programma's (PB L 197 van 27.7.1985, blz. 1).

Verordening (EEG) nr. 2052/88 van de Raad van 24 juni 1988 betreffende de taken van de fondsen met structurele strekking, hun doeltreffendheid alsmede de coördinatie van hun bijstandsverlening onderling en met die van de Europese Investeringsbank en de andere bestaande financieringsinstrumenten (PB L 185 van 15.7.1988, blz. 9).

Verordening (EEG) nr. 4253/88 van de Raad van 19 december 1988 tot vaststelling van toepassingsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 2052/88 met betrekking tot de coördinatie van de bijstandsverlening uit de onderscheiden structuurfondsen enerzijds en van die bijstandsverlening met die van de Europese Investeringsbank en de andere bestaande financieringsinstrumenten anderzijds (PB L 374 van 31.12.1988, blz. 1).

Verordening (EEG) nr. 3760/92 van de Raad van 20 december 1992 tot invoering van een communautaire regeling voor de visserij en de aquacultuur (PB L 389 van 31.12.1992, blz. 1).

Verordening (EEG) nr. 2847/93 van de Raad van 12 oktober 1993 tot invoering van een controleregeling voor het gemeenschappelijk visserijbeleid (PB L 261 van 20.10.1993, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1263/1999 van de Raad van 21 juni 1999 betreffende het Financieringsinstrument voor de oriëntatie van de visserij (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 54).

Verordening (EG) nr. 2792/1999 van de Raad van 17 december 1999 tot vaststelling van de uitvoeringsbepalingen en voorwaarden voor de structurele acties van de Gemeenschap in de visserijsector (PB L 337 van 30.12.1999, blz. 10).

11 06 09

Specifieke maatregelen ter bevordering van de omschakeling van vaartuigen en vissers die tot in 1999 afhankelijk waren van de visserijovereenkomst met Marokko

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

0,—

0,—

Toelichting

Dit artikel dient ter dekking van de specifieke maatregel ter bevordering van de omschakeling van vaartuigen en vissers die tot in 1999 afhankelijk waren van de visserijovereenkomst met Marokko.

Naar aanleiding van de schipbreuk van de Prestige is een bedrag van 30 000 000 EUR beschikbaar gesteld voor specifieke maatregelen om de door olie uit de Prestige veroorzaakte schade te vergoeden voor de vissers, de schaal- en schelpdierensector en de aquacultuursector.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 2561/2001 van de Raad van 17 december 2001 ter bevordering van de omschakeling van vaartuigen en vissers die tot in 1999 afhankelijk waren van de visserijovereenkomst met Marokko (PB L 344 van 28.12.2001, blz. 17).

Verordening (EG) nr. 2372/2002 van de Raad van 20 december 2002 tot instelling van specifieke maatregelen om de schade veroorzaakt door olie uit de Prestige te vergoeden voor de visserijsector, de schelpdierensector en de aquacultuursector in Spanje (PB L 358 van 31.12.2002, blz. 81).

11 06 11

Afwikkeling van het Europees Visserijfonds (EVF) — Operationele technische bijstand (2007-2013)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

494 296

0,—

1 564 356,98

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige programmeringsperioden met betrekking tot uit het EVF gefinancierde maatregelen op het gebied van technische bijstand als bedoeld in artikel 46 van Verordening (EG) nr. 1198/2006. De maatregelen op het gebied van technische bijstand omvatten studies, evaluaties, maatregelen ten behoeve van de partners, maatregelen voor de verspreiding van informatie, de installatie, werking en interconnectie van computersystemen voor beheer, monitoring, audit, inspectie en evaluatie, de verbetering van de evaluatiemethoden en de uitwisseling van informatie over praktijken op dit gebied en de oprichting van transnationale netwerken en netwerken van de Unie van actoren inzake duurzame ontwikkeling van kustvisserijgebieden.

Bij de technische bijstand gaat het om maatregelen voor de voorbereiding, het toezicht, de audit, de evaluatie, de controle en het beheer die nodig zijn voor de tenuitvoerlegging van het EVF.

Dit krediet kan met name worden gebruikt ter dekking van:

 

ondersteunende uitgaven (representatievergoedingen, opleiding, vergaderingen, dienstreizen);

 

uitgaven voor informatieverstrekking en publicaties;

 

uitgaven voor informatietechnologie en telecommunicatie;

 

dienstverleningscontracten;

 

steun voor netwerkactiviteiten en de uitwisseling van de beste praktijken.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1198/2006 van de Raad van 27 juli 2006 inzake het Europees Visserijfonds (PB L 223 van 15.8.2006, blz. 1).

11 06 12

Afwikkeling van het Europees Visserijfonds (EVF) — Convergentiedoelstelling (2007-2013)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

100 000 000

p.m.

419 306 000

0,—

475 486 067,25

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van nog af te wikkelen vastleggingen voor operationele programma’s in het kader van de convergentiedoelstelling van het Europees Visserijfonds (EVF) voor de programmeringsperiode 2007-2013.

Bij acties die worden gefinancierd uit hoofde van dit artikel wordt rekening gehouden met de noodzaak om een stabiel en duurzaam evenwicht in stand te houden tussen de vangstcapaciteit van de visserijvloot en de beschikbare visbestanden, en met de noodzaak om in de visserij een veiligheidscultuur te bevorderen.

Dit krediet dient ook ter dekking van de financiering van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige programmeringsperioden met betrekking tot de financiering van acties om de selectiviteit van vistuig te verbeteren.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1198/2006 van de Raad van 27 juli 2006 inzake het Europees Visserijfonds (PB L 223 van 15.8.2006, blz. 1).

11 06 13

Afwikkeling van het Europees Visserijfonds (EVF) — Gebieden die niet onder de convergentiedoelstelling (2007-2013) vallen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

32 000 000

p.m.

147 159 183

0,—

91 760 646,70

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van nog af te wikkelen vastleggingen voor EVF-maatregelen zonder convergentiedoelstellingen (vastleggingen voor de programmeringsperiode 2007-2013).

Bij acties die worden gefinancierd uit hoofde van dit artikel wordt rekening gehouden met de noodzaak om in de visserij een veiligheidscultuur te bevorderen.

Dit krediet dient ook ter dekking van de financiering van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige programmeringsperioden met betrekking tot de financiering van acties om de selectiviteit van vistuig te verbeteren.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1198/2006 van de Raad van 27 juli 2006 inzake het Europees Visserijfonds (PB L 223 van 15.8.2006, blz. 1).

11 06 14

Voltooiing van interventiemaatregelen voor visserijproducten (2007-2013)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

9 261 252,77

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van betalingen in verband met nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 104/2000 van de Raad van 17 december 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector visserijproducten en producten van de aquacultuur (PB L 17 van 21.1.2000, blz. 22).

Verordening (EG) nr. 1290/2005 van de Raad van 21 juni 2005 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (PB L 209 van 11.8.2005, blz. 1).

11 06 15

Voltooiing van het visserijprogramma voor de ultraperifere regio's (2007-2013)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

11 905 570,83

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige programmeringsperioden met betrekking tot de regeling ter compensatie van de door de ultraperifere ligging veroorzaakte extra kosten voor de afzet van bepaalde visserijproducten van de Azoren, Madeira, de Canarische Eilanden en de Franse departementen Guyana en Réunion.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1290/2005 van de Raad van 21 juni 2005 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (PB L 209 van 11.8.2005, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 791/2007 van de Raad van 21 mei 2007 tot instelling van een regeling ter compensatie van de extra kosten voor de afzet van bepaalde visserijproducten van de ultraperifere gebieden van de Azoren, Madeira, de Canarische Eilanden, Frans Guyana en Réunion (PB L 176 van 6.7.2007, blz. 1).

11 06 60

Bevordering van een duurzame en concurrerende visserij en aquacultuur, van een evenwichtige en inclusieve territoriale ontwikkeling van de visserijgebieden en van de uitvoering van het gemeenschappelijk visserijbeleid

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

805 423 852

335 000 000

1 538 852 624

138 235 825

19 167 006,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven voor de operationele programma’s van het EFMZV met het oog op de versterking van de werkgelegenheid en de economische, sociale en territoriale cohesie, de stimulering van een innovatieve, concurrerende en op kennis gebaseerde visserij en aquacultuur, de ondersteuning van de kleinschalige visserij, rekening houdend met de specifieke kenmerken van elke lidstaat, de bevordering van een duurzame en hulpbronefficiënte visserij en aquacultuur, alsook de stimulering van de uitvoering van het gemeenschappelijk visserijbeleid.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1380/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 inzake het gemeenschappelijk visserijbeleid, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 1954/2003 en (EG) nr. 1224/2009 van de Raad en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 2371/2002 en (EG) nr. 639/2004 van de Raad en Besluit 2004/585/EG van de Raad (PB L 354 van 28.12.2013, blz. 22).

Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).

Verordening (EU) nr. 508/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 inzake het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 2328/2003, (EG) nr. 861/2006, (EG) nr. 1198/2006 en (EG) nr. 791/2007 en Verordening (EU) nr. 1255/2011 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 149 van 20.5.2014, blz. 1), met name artikel 5, onder a), c) en d).

11 06 61

Stimulering van de ontwikkeling en de uitvoering van het geïntegreerd maritiem beleid van de Unie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

38 426 980

30 491 000

32 538 385

23 969 480

29 186 089,70

10 755 724,18

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven die voortvloeien uit het programma ter ondersteuning van de verdere ontwikkeling van het geïntegreerd maritiem beleid, onder meer voor:

 

het Europees marien observatie- en datanetwerk;

 

projecten, waaronder testprojecten en samenwerkingsprojecten;

 

de implementatie van de routekaart voor de gemeenschappelijke gegevensuitwisselingsstructuur;

 

verkennende studies over grensoverschrijdende maritieme ruimtelijke ordening;

 

IT-toepassingen, zoals het Maritiem Forum en de Europese zeeatlas;

 

evenementen en conferenties;

 

ontwikkeling en follow-up van zeegebiedstrategieën;

 

initiatieven voor de medefinanciering, de aankoop en het onderhoud van mariene observatiesystemen en technische instrumenten voor het ontwerpen, opzetten en exploiteren van een operationeel Europees marien observatie- en datanetwerksysteem dat het, via samenwerking tussen de lidstaten en/of betrokken internationale instellingen, gemakkelijker maakt mariene gegevens en kennis te verzamelen, te verwerven, samen te voegen, te verwerken, op kwaliteit te controleren, te hergebruiken en te verspreiden;

 

secretariaats- of ondersteunende diensten;

 

Europabrede zeegebiedenstudies over groeiremmende factoren, nieuwe kansen en de gevolgen van menselijke activiteiten op het mariene milieu.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1380/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 inzake het gemeenschappelijk visserijbeleid, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 1954/2003 en (EG) nr. 1224/2009 van de Raad en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 2371/2002 en (EG) nr. 639/2004 van de Raad en Besluit 2004/585/EG van de Raad (PB L 354 van 28.12.2013, blz. 22).

Verordening (EU) nr. 508/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 inzake het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 2328/2003, (EG) nr. 861/2006, (EG) nr. 1198/2006 en (EG) nr. 791/2007 en Verordening (EU) nr. 1255/2011 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 149 van 20.5.2014, blz. 1), met name artikel 5, onder b).

11 06 62

Begeleidende maatregelen voor het gemeenschappelijk visserijbeleid en het geïntegreerd maritiem beleid

11 06 62 01

Wetenschappelijk advies en kennis

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

8 680 015

14 000 000

8 050 015

18 775 139

6 540 000,—

21 892 642,58

Toelichting

Dit krediet dekt uitgaven voor:

 

de financiële bijdrage van de Unie die bestaat uit betalingen voor uitgaven die de lidstaten maken voor de verzameling, het beheer en het gebruik van gegevens in het kader van nationale meerjarenprogramma’s die in 2013 of vroeger zijn gestart;

 

de financiering van studies en proefprojecten die door de Commissie, in voorkomend geval in samenwerking met de lidstaten, worden uitgevoerd en voor de uitvoering en de ontwikkeling van het gemeenschappelijk visserijbeleid nodig zijn, onder meer met betrekking tot alternatieve soorten duurzame visserijtechnieken;

 

de voorbereiding en verstrekking van wetenschappelijke standpunten en wetenschappelijk advies door wetenschappelijke instellingen, waaronder internationale adviesorganisaties die belast zijn met de beoordeling van de bestanden, door onafhankelijke deskundigen en door onderzoeksinstellingen;

 

de kosten die de Commissie maakt voor diensten in verband met het verzamelen, beheren en gebruiken van gegevens, in verband met de organisatie en het beheer van deskundigenvergaderingen over visserij en het beheer van jaarlijkse werkprogramma's betreffende visserijgerelateerde wetenschappelijke en technische expertise, in verband met de verwerking van dataoproepen en datareeksen, en in verband met de voorbereidingsfase die voorafgaat aan het verstrekken van wetenschappelijke standpunten en wetenschappelijk advies;

 

samenwerking tussen de lidstaten op het gebied van gegevensverzameling, inclusief het opzetten en exploiteren van geregionaliseerde databanken voor de opslag, het beheer en het gebruik van gegevens die bevorderlijk zijn voor de regionale samenwerking, de gegevensverzameling en het gegevensbeheer en de wetenschappelijke expertise ter ondersteuning van het visserijbeheer;

 

met het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek of enig ander adviesorgaan van de Unie getroffen administratieve regelingen om het secretariaat voor het Wetenschappelijk, Technisch en Economisch Comité voor de visserij (WTECV) waar te nemen, om de preanalyse van gegevens te verrichten en om de voor de evaluatie van de toestand van de visbestanden te gebruiken gegevens voor te bereiden;

 

vergoedingen die aan de leden van het WTECV en/of de door het WTECV uitgenodigde externe deskundigen worden betaald en verzoek om diensten overeenkomstig Besluit 2005/629/EG (of overeenkomstig het besluit dat dat besluit opvolgt en vervangt).

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1543/2000 van 29 juni 2000 van de Raad tot instelling van een communautair kader voor het verzamelen en beheren van gegevens die essentieel zijn voor het gemeenschappelijk visserijbeleid (PB L 176 van 15.7.2000, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 199/2008 van de Raad van 25 februari 2008 betreffende de instelling van een communautair kader voor de verzameling, het beheer en het gebruik van gegevens in de visserijsector en voor de ondersteuning van wetenschappelijk advies over het gemeenschappelijk visserijbeleid (PB L 60 van 5.3.2008, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 1380/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 inzake het gemeenschappelijk visserijbeleid, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 1954/2003 en (EG) nr. 1224/2009 van de Raad en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 2371/2002 en (EG) nr. 639/2004 van de Raad en Besluit 2004/585/EG van de Raad (PB L 354 van 28.12.2013, blz. 22).

Verordening (EU) nr. 508/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 inzake het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 2328/2003, (EG) nr. 861/2006, (EG) nr. 1198/2006 en (EG) nr. 791/2007 en Verordening (EU) nr. 1255/2011 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 149 van 20.5.2014, blz. 1), met name artikel 84, onder a).

Referentiebesluiten

Besluit 2005/629/EG van de Commissie van 26 augustus 2005 tot instelling van het Wetenschappelijk, Technisch en Economisch Comité voor de visserij (PB L 225 van 31.8.2005, blz. 18).

Verordening (EG) nr. 665/2008 van de Commissie van 14 juli 2008 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EG) nr. 199/2008 van de Raad betreffende de instelling van een communautair kader voor de verzameling, het beheer en het gebruik van gegevens in de visserijsector en voor de ondersteuning van wetenschappelijk advies over het gemeenschappelijk visserijbeleid (PB L 186 van 15.7.2008, blz. 3).

Verordening (EG) nr. 1078/2008 van de Commissie van 3 november 2008 tot vaststelling van bepalingen voor de uitvoering van Verordening (EG) nr. 861/2006 van de Raad, wat betreft de uitgaven van de lidstaten voor de verzameling en het beheer van de basisgegevens over de visserij (PB L 295 van 4.11.2008, blz. 24).

11 06 62 02

Controle en handhaving

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

15 510 967

32 700 000

15 510 967

35 954 220

14 956 055,47

23 848 031,37

Toelichting

Dit krediet dekt de betalingen voor acties in de periode 2007-2013 in verband met uitgaven van de lidstaten voor de organisatie van monitoring- en controlesystemen in het kader van het gemeenschappelijk visserijbeleid, meer bepaald voor:

 

investeringen ten behoeve van de controleactiviteiten die worden ontplooid door overheidsinstanties of door de privésector, met inbegrip van de implementatie van nieuwe controletechnologieën, zoals elektronischeregistratiesystemen (ERS), volgsystemen voor vaartuigen (VMS), automatische-identificatiesystemen (AIS) verbonden met vaartuigdetectiesystemen (VDS), en de aanschaf en modernisering van controlemiddelen;

 

programma’s voor de opleiding en uitwisseling van ambtenaren die zijn belast met toezicht-, controle- en bewakingstaken op visserijgebied;

 

de uitvoering van proefprogramma’s met betrekking tot inspecties en waarnemers;

 

kosten-batenanalyse, evaluatie van uitgaven en audits die door de bevoegde autoriteiten zijn verricht met het oog op toezicht, controle en bewaking;

 

initiatieven, met inbegrip van seminars en het gebruik van media-instrumenten, om enerzijds de vissers en andere actoren zoals inspecteurs, openbare aanklagers en rechters, en anderzijds het grote publiek bewuster te maken van de noodzaak om onverantwoorde en illegale visserij te bestrijden en om de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid toe te passen;

 

de implementatie van traceerbaarheidssystemen en -procedures en instrumenten voor de controle van de vlootcapaciteit via de monitoring van het motorvermogen;

 

proefprojecten, zoals CCTV (gesloten televisiecircuit).

Dit krediet dient ook ter dekking van de controleacties onder direct beheer die onder het EFMZV vallen:

 

gezamenlijke aankopen en/of huur van patrouillevaartuigen, -vliegtuigen en -helikopters door verschillende lidstaten uit hetzelfde geografisch gebied, op voorwaarde dat deze ten minste 60 % van de tijd voor visserijcontroledoeleinden worden gebruikt;

 

beoordeling en de ontwikkeling van nieuwe controletechnologieën, alsmede processen voor de uitwisseling van gegevens;

 

operationele uitgaven in verband met de controle en evaluatie die de Commissie op de uitvoering van het gemeenschappelijk visserijbeleid verricht, in het bijzonder de uitgaven voor verificatie-, inspectie- en auditbezoeken, uitrusting en opleiding van functionarissen van de Commissie, de organisatie van of de deelname aan vergaderingen, met inbegrip van de uitwisseling tussen lidstaten van informatie en beste praktijken, studies, IT-diensten en -leveranciers en de huur of aanschaf door de Commissie van inspectiemiddelen als bedoeld in titel X van Verordening (EG) nr. 1224/2009;

 

steun voor de uitvoering van transnationale projecten die zijn gericht op het tot stand brengen en het testen van interstatelijke systemen voor controle, inspectie en handhaving als bedoeld in artikel 36 van Verordening (EU) nr. 1380/2013 en vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 1224/2009;

 

internationale opleidingsprogramma's voor personeel dat verantwoordelijk is voor de monitoring, controle en bewaking van activiteiten op visserijgebied;

 

initiatieven, met inbegrip van seminars en het gebruik van media-instrumenten, voor het standaardiseren van de interpretatie van verordeningen en daarmee gepaard gaande controles in de Unie.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 2371/2002 van de Raad van 20 december 2002 inzake de instandhouding en de duurzame exploitatie van de visserijbestanden in het kader van het gemeenschappelijk visserijbeleid (PB L 358 van 31.12.2002, blz. 59).

Verordening (EG) nr. 1005/2008 van de Raad van 29 september 2008 houdende de totstandbrenging van een communautair systeem om illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij te voorkomen, tegen te gaan en te beëindigen. (PB L 286 van 29.10.2008, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1224/2009 van de Raad van 20 november 2009 tot vaststelling van een communautaire controleregeling die de naleving van de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid moet garanderen (PB L 343 van 22.12.2009, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 1380/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 inzake het gemeenschappelijk visserijbeleid, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 1954/2003 en (EG) nr. 1224/2009 van de Raad en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 2371/2002 en (EG) nr. 639/2004 van de Raad en Besluit 2004/585/EG van de Raad (PB L 354 van 28.12.2013, blz. 22).

Verordening (EU) nr. 508/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 inzake het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 2328/2003, (EG) nr. 861/2006, (EG) nr. 1198/2006 en (EG) nr. 791/2007 en Verordening (EU) nr. 1255/2011 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 149 van 20.5.2014, blz. 1), met name artikel 86.

Referentiebesluiten

Verordening (EG) nr. 391/2007 van de Commissie van 11 april 2007 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 861/2006 van de Raad, wat betreft de uitgaven die de lidstaten doen bij de tenuitvoerlegging van de in het kader van het gemeenschappelijk visserijbeleid geldende toezicht- en controleregelingen (PB L 97 van 12.4.2007, blz. 30).

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 404/2011 van de Commissie van 8 april 2011 houdende bepalingen voor de uitvoering van Verordening (EG) nr. 1224/2009 van de Raad tot vaststelling van een communautaire controleregeling die de naleving van de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid moet garanderen (PB L 112 van 30.4.2011, blz. 1).

11 06 62 03

Vrijwillige bijdragen aan internationale organisaties

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

7 978 580

6 900 000

7 978 580

6 305 411

6 053 997,56

2 141 314,32

Toelichting

Dit krediet dient voor de financiering van vrijwillige bijdragen van de Unie aan internationale organisaties die actief zijn op het gebied van de visserij en het recht van de zee. Met name kan het dienen voor de financiering van:

 

voorbereidende werkzaamheden met betrekking tot nieuwe overeenkomsten inzake duurzame visserij;

 

bijdragen en inschrijvingsgelden voor vergaderingen van internationale visserijorganisaties waarin de Unie de status van waarnemer heeft (artikel 217 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie), d.i. de Internationale Walvisvangstcommissie (IWC) en de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO);

 

de ondersteuning van de follow-up en de uitvoering van sommige regionale projecten, met name door bij te dragen tot specifieke gezamenlijke internationale controle- en inspectieactiviteiten. Dit krediet dient eveneens ter dekking van toezichtprogramma's waarover moet worden onderhandeld in West-Afrika en het westelijke deel van de Stille Oceaan;

 

financiële bijdragen aan de voorbereidende werkzaamheden van nieuwe internationale organisaties in de visserijsector die voor de Unie belangrijk zijn;

 

financiële bijdragen voor door internationale visserijorganisaties ondernomen wetenschappelijke werkzaamheden die voor de Unie van bijzonder belang zijn;

 

financiële bijdragen voor activiteiten (werk-, informele of buitengewone vergaderingen van de overeenkomstsluitende partijen) die de belangen van de Unie in internationale organisaties dienen en de samenwerking met haar partners in die organisaties versterken. Wanneer het in dit verband in het belang van de Unie is dat vertegenwoordigers van derde landen aanwezig zijn tijdens onderhandelingen en vergaderingen in internationale fora en organisaties, worden de kosten van de deelname van deze vertegenwoordigers uit het EFMZV betaald;

 

subsidies voor regionale organisaties in de betrokken subregio, waarvan kuststaten deel uitmaken.

Rechtsgronden

Taak die voortvloeit uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel vlak als bedoeld in artikel 54, lid 2, onder d), van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 1380/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 inzake het gemeenschappelijk visserijbeleid, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 1954/2003 en (EG) nr. 1224/2009 van de Raad en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 2371/2002 en (EG) nr. 639/2004 van de Raad en Besluit 2004/585/EG van de Raad (PB L 354 van 28.12.2013, blz. 22).

Verordening (EU) nr. 508/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 inzake het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 2328/2003, (EG) nr. 861/2006, (EG) nr. 1198/2006 en (EG) nr. 791/2007 en Verordening (EU) nr. 1255/2011 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 149 van 20.5.2014, blz. 1), met name artikel 88.

11 06 62 04

Governance en communicatie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

5 078 000

4 509 000

6 011 771

6 408 121

3 592 429,97

3 049 045,26

Toelichting

Dit krediet dient om in het kader van het actieplan voor de intensivering van de dialoog met de visserijsector en de andere organisaties die belang hebben bij het gemeenschappelijk visserijbeleid en het geïntegreerd maritiem beleid, het onderstaande te financieren:

 

subsidies voor adviesraden (ingevolge de vaststelling van Verordening (EU) nr. 1380/2013 zijn de bestaande regionale adviesraden (RAR's) tot adviesraden (AR's) omgevormd en worden nieuwe AR's opgericht) voor de financiering van operationele kosten en tolk- en vertaalkosten voor vergaderingen van AR's;

 

de uitvoering van maatregelen op het gebied van voorlichting en documentatie in verband met het gemeenschappelijk visserijbeleid ten behoeve van de visserijsector en al wie betrokken is bij het gemeenschappelijk visserijbeleid en het geïntegreerd maritiem beleid.

De Commissie zal de werking van de AR's met een financiële bijdrage blijven ondersteunen. Zij zal zo nodig aan vergaderingen deelnemen en zich buigen over de aanbevelingen van de AR's, die als inbreng kunnen dienen bij de opstelling van wetgeving. Door het overleg met de belanghebbenden in de AR's zal de betrokkenheid van wie in de visserijsector werkt en van andere groepen die bij het gemeenschappelijk visserijbeleid belang hebben, toenemen, waardoor meer rekening wordt gehouden met specifieke regionale kenmerken.

Een deel van het krediet is voorts gereserveerd voor voorlichtings- en communicatieactiviteiten in verband met het gemeenschappelijk visserijbeleid en het geïntegreerd maritiem beleid, alsmede voor communicatieactiviteiten ten behoeve van de belanghebbende partijen. Opnieuw zal het nodige worden gedaan om belanghebbenden en de gespecialiseerde media in de nieuwe lidstaten en in de kandidaat-lidstaten, informatie over het gemeenschappelijk visserijbeleid en het geïntegreerd maritiem beleid te verstrekken.

Eventuele ontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Taak die voortvloeit uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel vlak als bedoeld in artikel 54, lid 2, onder d), van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 1380/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 inzake het gemeenschappelijk visserijbeleid, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 1954/2003 en (EG) nr. 1224/2009 van de Raad en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 2371/2002 en (EG) nr. 639/2004 van de Raad en Besluit 2004/585/EG van de Raad (PB L 354 van 28.12.2013, blz. 22).

Verordening (EU) nr. 508/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 inzake het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 2328/2003, (EG) nr. 861/2006, (EG) nr. 1198/2006 en (EG) nr. 791/2007 en Verordening (EU) nr. 1255/2011 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 149 van 20.5.2014, blz. 1), met name de artikelen 89 en 91.

Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/242 van de Commissie van 9 oktober 2014 tot vaststelling van nadere bepalingen over het functioneren van de adviesraden in het kader van het gemeenschappelijk visserijbeleid (PB L 41 van 17.2.2015, blz. 1).

11 06 62 05

Marktonderzoek

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

4 900 000

4 100 000

4 545 966

4 741 131

4 047 880,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van de ontwikkeling en de verspreiding van marktonderzoeksresultaten met betrekking tot visserij- en aquacultuurproducten. Specifiek gaat het hierbij onder meer om:

 

de volledige werking van de marktwaarnemingspost;

 

het verzamelen, analyseren en verspreiden van economische kennis over en inzicht in de markt van de Unie voor visserij- en aquacultuurproducten in de hele bevoorradingsketen, rekening houdend met de internationale context;

 

het regelmatig verrichten van onderzoek naar de prijzen in de hele bevoorradingsketen van de Unie voor visserij- en aquacultuurproducten en het maken van analysen over marktontwikkelingen;

 

het maken van ad-hocmarktstudies en het aanreiken van een methodologie voor onderzoeken inzake prijsvorming;

 

het vergemakkelijken van de toegang tot beschikbare gegevens over visserij- en aquacultuurproducten die overeenkomstig de wetgeving van de Unie zijn verzameld;

 

het op het passende niveau beschikbaar maken van marktinformatie voor belanghebbenden.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1379/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 houdende een gemeenschappelijke marktordening voor visserijproducten en aquacultuurproducten, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 1184/2006 en (EG) nr. 1224/2009 van de Raad en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 104/2000 van de Raad (PB L 354 van 28.12.2013, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 1380/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 inzake het gemeenschappelijk visserijbeleid, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 1954/2003 en (EG) nr. 1224/2009 van de Raad en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 2371/2002 en (EG) nr. 639/2004 van de Raad en Besluit 2004/585/EG van de Raad (PB L 354 van 28.12.2013, blz. 22).

Verordening (EU) nr. 508/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 inzake het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 2328/2003, (EG) nr. 861/2006, (EG) nr. 1198/2006 en (EG) nr. 791/2007 en Verordening (EU) nr. 1255/2011 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 149 van 20.5.2014, blz. 1).

11 06 63

Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij (EFMZV) — Technische bijstand

11 06 63 01

Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij (EFMZV) — Operationele technische bijstand

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

4 080 000

4 300 000

4 300 000

2 697 540

2 503 607,44

86 410,80

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van uit het EFMZV gefinancierde maatregelen op het gebied van technische bijstand als bedoeld in artikel 92 van Verordening (EU) nr. 508/2014.

De technische bijstand omvat maatregelen op het gebied van voorbereiding, monitoring, audit, evaluatie, controle en beheer die nodig zijn voor de uitvoering van het EFMZV.

Dit krediet kan met name worden gebruikt voor de financiering van:

 

studies, evaluaties en deskundigenverslagen;

 

acties om informatie te verspreiden, de totstandkoming van netwerken te ondersteunen, communicatieactiviteiten uit te voeren, te zorgen voor bewustmaking, en samenwerking en uitwisseling van ervaringen, ook met derde landen, te bevorderen;

 

het opzetten, doen functioneren en onderling koppelen van computersystemen voor beheer, monitoring, audit, controle en evaluatie;

 

acties om de evaluatiemethoden en de uitwisseling van informatie over de evaluatiepraktijk te verbeteren;

 

acties in verband met audits;

 

de oprichting van transnationale netwerken en netwerken van de Unie van actoren op het gebied van duurzame ontwikkeling van kustvisserijgebieden.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1380/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 inzake het gemeenschappelijk visserijbeleid, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 1954/2003 en (EG) nr. 1224/2009 van de Raad en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 2371/2002 en (EG) nr. 639/2004 van de Raad en Besluit 2004/585/EG van de Raad (PB L 354 van 28.12.2013, blz. 22).

Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).

Verordening (EU) nr. 508/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 inzake het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 2328/2003, (EG) nr. 861/2006, (EG) nr. 1198/2006 en (EG) nr. 791/2007 en Verordening (EU) nr. 1255/2011 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 149 van 20.5.2014, blz. 1).

11 06 63 02

Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij (EFMZV) — Op verzoek van een lidstaat door de Commissie beheerde operationele technische bijstand

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van een deel van het nationale totaalbedrag voor technische bijstand dat op verzoek van een lidstaat met tijdelijke begrotingsproblemen is overgeheveld naar technische bijstand op initiatief van de Commissie. Het dient in overeenstemming met artikel 25 van Verordening (EU) nr. 1303/2013 ter dekking van maatregelen om naar aanleiding van economische en maatschappelijke problemen in deze lidstaat structurele en administratieve hervormingen te bepalen, hieraan een rangorde te geven en deze uit te voeren.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1380/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 inzake het gemeenschappelijk visserijbeleid, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 1954/2003 en (EG) nr. 1224/2009 van de Raad en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 2371/2002 en (EG) nr. 639/2004 van de Raad en Besluit 2004/585/EG van de Raad (PB L 354 van 28.12.2013, blz. 22).

Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).

Verordening (EU) nr. 508/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 inzake het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 2328/2003, (EG) nr. 861/2006, (EG) nr. 1198/2006 en (EG) nr. 791/2007 en Verordening (EU) nr. 1255/2011 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 149 van 20.5.2014, blz. 1).

11 06 64

Europees Bureau voor visserijcontrole

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

9 070 000

9 070 000

8 957 000

8 957 000

9 217 150,—

9 217 150,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de personeels-, administratieve en beleidsuitgaven van het Agentschap.

Het Bureau stelt de begrotingsautoriteit in kennis van elke kredietoverschrijving tussen administratieve en beleidsuitgaven.

De bedragen die overeenkomstig artikel 16 van Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie worden terugbetaald, vormen bestemmingsontvangsten (artikel 21, lid 3, onder c), van het Financieel Reglement), die moeten worden geboekt bij post 6 6 0 0 van de algemene staat van ontvangsten.

De personeelsformatie van het Bureau is opgenomen in de bijlage „Personeel” bij deze afdeling.

De bijdrage van de Unie bedraagt voor 2016 in totaal 9 217 000 EUR. Een bedrag van 147 000 EUR, afkomstig van de terugvordering van overschotten, wordt toegevoegd aan het in de begroting opgevoerde bedrag van 9 070 000 EUR.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 768/2005 van de Raad van 26 april 2005 tot oprichting van een Communautair Bureau voor visserijcontrole en houdende wijziging van Verordening (EEG) nr. 2847/93 tot invoering van een controleregeling voor het gemeenschappelijk visserijbeleid (PB L 128 van 21.5.2005, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1005/2008 van de Raad van 29 september 2008 houdende de totstandbrenging van een communautair systeem om illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij te voorkomen, tegen te gaan en te beëindigen (PB L 286 van 29.10.2008, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1224/2009 van de Raad van 20 november 2009 tot vaststelling van een communautaire controleregeling die de naleving van de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid moet garanderen (PB L 343 van 22.12.2009, blz. 1).

Referentiebesluiten

Besluit 2009/988/EU van de Commissie van 18 december 2009 tot aanwijzing van het Communautair Bureau voor visserijcontrole als de instantie die wordt belast met bepaalde taken op grond van Verordening (EG) nr. 1005/2008 van de Raad (PB L 338 van 19.12.2009, blz. 104).

11 06 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

11 06 77 01

Voorbereidende actie — Waarnemingscentrum van prijzen op de visserijmarkt

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

5 720,67

245 730,77

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog betaalbaar te stellen verplichtingen die de vorige jaren zijn aangegaan in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

11 06 77 02

Proefproject — Instrumenten voor gemeenschappelijk bestuur en duurzaam visserijbeheer: bevordering van onderzoek waarbij wetenschappers en belanghebbenden samenwerken

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

359 953

p.m.

359 953

0,—

479 937,41

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog betaalbaar te stellen verplichtingen die de vorige jaren zijn aangegaan in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

11 06 77 03

Voorbereidende actie — Maritiem beleid

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

15 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog betaalbaar te stellen verplichtingen die de vorige jaren zijn aangegaan in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie als bedoeld in artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

11 06 77 05

Proefproject — Invoering van een enkel instrument voor handelsbenamingen voor visserij- en aquacultuurproducten

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog betaalbaar te stellen verplichtingen die vorige jaren zijn aangegaan in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

11 06 77 06

Voorbereidende actie — Bewakers van de zee

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

480 000

p.m.

960 000

600 000,—

187 106,20

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog betaalbaar te stellen verplichtingen die de vorige jaren zijn aangegaan in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

11 06 77 07

Proefproject — Het operationeel maken van een netwerk van beschermde mariene gebieden die zijn of worden aangewezen krachtens nationale en internationale milieu- of visserijwetgeving, ter versterking van het productiepotentieel van de mediterrane Unievisserij, op basis van de maximum duurzame vangstniveaus en een ecosysteembenadering van het visserijbeheer

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

400 000

p.m.

p.m.

2 000 000,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

11 06 77 08

Proefproject — Steun voor kleinschalige visserij

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

600 000

500 000

500 000

1 500 000,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog betaalbaar te stellen verplichtingen die vorige jaren zijn aangegaan in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

11 06 77 09

Proefproject — Ontwikkeling van innovatieve, milieuvriendelijke offshore vismethodes voor kleine vaartuigen in de ultraperifere regio's, met inbegrip van de uitwisseling van goede praktijken en visserijproeven

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

750 000

1 000 000

500 000

   

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Visserijgemeenschappen in de ultraperifere regio's hebben te maken met unieke en buitengewone uitdagingen. Om onder die omstandigheden te kunnen werken zijn in de verschillende ultraperifere regio's uiteenlopende vistechnieken ontwikkeld. Dit proefproject heeft tot doel om in samenwerking met de lokale visgemeenschappen en belanghebbenden na te gaan in hoeverre nieuwe vistechnieken uitgewisseld kunnen worden tussen de ultraperifere regio's.

Het hoofddoel is om de ontwikkeling en het delen van beste praktijken aan te moedigen, met name van milieuvriendelijke visserijtechnieken, ter bevordering van goede praktijken en/of experimentele offshore visserij.

Op deze manier kunnen levensvatbare alternatieven in kaart worden gebracht om de kleinschalige visserij in staat te stellen haar activiteiten te verplaatsen van de kust naar offshore wateren, om de druk van de visserij op de natuurlijke hulpbronnen aan de kust te verminderen. Dit kan vissers in ultraperifere gebieden in staat stellen hun traditionele visserijactiviteiten voort te zetten, door tegelijkertijd over te gaan op technieken die milieuvriendelijker en economisch levensvatbaarder zijn.

Ook kan de lokale markt daarmee beter worden voorzien van ter plaatse gevangen vis van hoge kwaliteit, hetgeen bijkomende voordelen heeft voor de toeristische sector en de noodzaak van invoer beperkt.

Specificaties

De te ontwikkelen visserijpraktijken in één of meer van de ultraperifere regio's moeten voor de desbetreffende regio's innovatief zijn. Het kan gaan om praktijken die reeds gangbaar zijn in een andere regio, maar nooit zijn overgenomen door de desbetreffende ultraperifere regio's. Gestreefd wordt naar uitwisseling van goede visserijpraktijken tussen vissers.

De visserijpraktijken moeten milieuvriendelijk zijn, zowel door de milieuvriendelijkheid van de technieken zelf als door de kleinschaligheid van de visserijactiviteiten.

Het project kan een initieel haalbaarheidsonderzoek omvatten, alsmede gedachtewisselingen tussen deskundigen uit verschillende regio's en visserijproeven met deelname van wetenschappers. Een en ander moet uitmonden in een verslag waarin de details van de technische aspecten van de innovatieve visserijpraktijken worden weergegeven, alsmede de resultaten van de experimentele proeven. Hiervan kan vervolgens gebruik worden gemaakt om de overgang van de kleinschalige vloten in de ultraperifere regio's naar lucratieve alternatieve visserijpraktijken te vergemakkelijken.

In het verslag moet ook een inschatting worden gemaakt van de benodigde investeringen (zoals in nieuw vistuig) en moet een beoordeling worden gegeven van de economische haalbaarheid voor vissers om van deze innovatieve visserijpraktijken gebruik te maken. Bij deze beoordeling kan ook worden gekeken naar synergieën met het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij (EFMZV).

Toelichting

Duidelijk is dat moet worden gezocht naar visserijmogelijkheden verder in zee of naar nieuwe vormen van visserij. In sommige ultraperifere regio's, zoals de Azoren en Madeira, is de offshore visserij sterk ontwikkeld en georganiseerd en gericht op diepzeevisserij en deels op grote trekkende vissoorten, voornamelijk met lijnen en haken, die zeer weinig nadelige gevolgen voor het milieu hebben. In andere, en met name de Franse, ultraperifere regio's zijn technieken ontwikkeld voor de vangst van grote trekkende vissoorten met verankerde visaantrekkende constructies (FAD's). Ondanks enkele proeven die zijn uitgevoerd is de diepzeevisserij in de Franse ultraperifere regio's nog onderontwikkeld. Op dit punt kan de kennis van deskundigen van de Azoren en Madeira uitkomst bieden. Evenzo is de visserij met verankerde FAD's sterk ontwikkeld in de Franse ultraperifere regio's, maar is deze techniek nog vrij onbekend in de Portugese en Spaanse ultraperifere regio's. Uitwisseling van visserijpraktijken en experimentele proeven kunnen ertoe bijdragen dat deze technieken worden aangepast en verspreid.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

11 06 77 10

Proefproject — Beoordeling van facultatieve informatie met betrekking tot visserij- en aquacultuurproducten in Europa

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

250 000

125 000

       

Toelichting

Er zal een lijst worden opgesteld als basis voor een analyse van de gebruikte systemen voor de certificering van facultatieve informatie met betrekking tot visserij- en aquacultuurproducten. Op basis van de resultaten van die analyse wordt bepaald of een extern orgaan opgericht moet worden om toezicht te houden op de certificering van dergelijke informatie.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

11 06 77 11

Proefproject — Modernisering van controles in de visserij en optimalisering van monitoring van vaartuigen door middel van innovatieve Europese systemen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

500 000

250 000

       

Toelichting

Om de monitoring en controle in de visserij te verbeteren omvat dit proefproject operationele tests van een innovatieve oplossing ontwikkeld binnen het zevende kaderprogramma voor onderzoek waarin een aantal gegevensbronnen worden gecombineerd (AIS, radar, weersvoorspellingen, regelgeving, databanken, enz.) in een systeem voor slimme monitoring om in realtime vaartuigen te kunnen volgen die worden verdacht van illegale activiteiten. Dit systeem, dat kan worden gedemonstreerd in partnerschap met het Europees Bureau voor visserijcontrole en met gebruikmaking van VMS-gegevens, zou veel efficiënter en minder foutgevoelig zijn en zou daarom van zeer veel nut zijn voor de bestrijding van illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij (IOO-visserij) en in het bijzonder voor het beheer van plannen voor gezamenlijke stationering (PGS).

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

11 06 77 12

Proefproject — Oprichting van een Europese kustwacht

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

750 000

375 000

       

Toelichting

Dit proefproject dient ter versterking van de coördinatie tussen nationale kustwachtdiensten of entiteiten die taken op het gebied van kustwacht uitvoeren, de Commissie en EU-agentschappen als Frontex, het Europees Agentschap voor maritieme veiligheid en het Europees Bureau voor visserijcontrole, om synergieën te verwezenlijken tussen hun respectievelijke activiteiten in een maritieme omgeving.

Betere coördinatie en samenwerking moet de informatie-uitwisseling tussen actoren verbeteren, om sneller handelen op zee mogelijk te maken op al hun activiteitenterreinen.

Het proefproject dient voor het testen in de praktijk van operationele acties, gezamenlijk met agentschappen en verschillende nationale autoriteiten, om het delen van capaciteit, bevindingen en expertise te bevorderen (samenvoegen van capaciteit, delen van middelen en gezamenlijke planning).

Het proefproject bouwt voort op het bestaande wetgevingskader, in het bijzonder de maritieme veiligheidsstrategie van de Europese Unie, de Europese veiligheidsagenda en de Europese agenda voor migratie, alsmede de wetgeving inzake maritiem vervoer wat betreft de bescherming van milieu en veiligheid.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

TITEL 12

FINANCIËLE STABILITEIT, FINANCIËLE DIENSTEN EN KAPITAALMARKTENUNIE

Algemene samenvatting van de kredieten (2016 en 2015) en van de uitvoering (2014)

 

Titel

Hoofdstuk

Rubriek

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

12 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „FINANCIËLE STABILITEIT, FINANCIËLE DIENSTEN EN KAPITAALMARKTENUNIE”

39 171 904

39 171 904

41 788 614

41 788 614

41 585 960,12

41 585 960,12

12 02

FINANCIËLE DIENSTEN EN KAPITAALMARKTEN

45 814 400

46 490 400

43 507 766

41 700 890

47 460 818,19

46 044 823,44

 

Titel 12 — Totaal

84 986 304

85 662 304

85 296 380

83 489 504

89 046 778,31

87 630 783,56

HOOFDSTUK 12 01 —   ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „FINANCIËLE STABILITEIT, FINANCIËLE DIENSTEN EN KAPITAALMARKTENUNIE”

De artikelen 1, 2, 3 en 5 zijn in detail weergegeven in hoofdstuk XX 01

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

% 2014-2016

12 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „FINANCIËLE STABILITEIT, FINANCIËLE DIENSTEN EN KAPITAALMARKTENUNIE”

12 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen op het beleidsterrein „Financiële stabiliteit, financiële diensten en kapitaalmarktenunie”

5,2

31 444 725

30 541 594

30 648 582,17

97,47

12 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven ter ondersteuning van het beleidsterrein „Financiële stabiliteit, financiële diensten en kapitaalmarktenunie”

12 01 02 01

Extern personeel

5,2

3 422 768

6 127 302

5 401 485,26

157,81

12 01 02 11

Overige beheersuitgaven

5,2

2 297 574

3 180 753

3 323 654,29

144,66

 

Artikel 12 01 02 — Subtotaal

 

5 720 342

9 308 055

8 725 139,55

152,53

12 01 03

Uitgaven in verband met apparatuur en diensten voor informatie- en communicatietechnologie op het beleidsterrein „financiële stabiliteit, financiële diensten en kapitaalmarktenunie”

5,2

2 006 837

1 938 965

2 212 238,40

110,24

 

Hoofdstuk 12 01 — Totaal

 

39 171 904

41 788 614

41 585 960,12

106,16

12 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen op het beleidsterrein „Financiële stabiliteit, financiële diensten en kapitaalmarktenunie”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

31 444 725

30 541 594

30 648 582,17

12 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven ter ondersteuning van het beleidsterrein „Financiële stabiliteit, financiële diensten en kapitaalmarktenunie”

12 01 02 01

Extern personeel

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

3 422 768

6 127 302

5 401 485,26

12 01 02 11

Overige beheersuitgaven

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

2 297 574

3 180 753

3 323 654,29

12 01 03

Uitgaven in verband met apparatuur en diensten voor informatie- en communicatietechnologie op het beleidsterrein „financiële stabiliteit, financiële diensten en kapitaalmarktenunie”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

2 006 837

1 938 965

2 212 238,40

HOOFDSTUK 12 02 —   FINANCIËLE DIENSTEN EN KAPITAALMARKTEN

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

% Betalingen 2014-2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

12 02

FINANCIËLE DIENSTEN EN KAPITAALMARKTEN

12 02 01

Tenuitvoerlegging en ontwikkeling van de interne markt voor financiële diensten

1,1

3 306 000

3 500 000

3 326 615

3 201 565

3 817 548,19

2 868 659,68

81,96

12 02 03

Standaarden voor financiële verslaggeving en controle van jaarrekeningen

1,1

8 118 000

8 600 000

7 959 000

6 589 174

6 800 000,—

4 896 000,—

56,93

12 02 04

Europese Bankautoriteit (EBA)

1,1

14 565 400

14 565 400

11 163 000

11 163 000

14 099 982,—

14 099 982,—

96,80

12 02 05

Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen (EIOPA)

1,1

8 122 000

8 122 000

7 889 151

7 889 151

8 865 730,—

8 865 730,36

109,16

12 02 06

Europese Autoriteit voor effecten en markten (ESMA)

1,1

10 203 000

10 203 000

8 120 000

8 120 000

12 127 558,—

12 127 558,—

118,86

12 02 07

Gemeenschappelijke Afwikkelingsraad (GAR)

1,1

p.m.

p.m.

3 300 000

3 100 000

     

12 02 51

Voltooiing van eerdere activiteiten op het gebied van financiële diensten, financiële verslaggeving en controle van jaarrekeningen

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

1 825 196,25

 

12 02 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

12 02 77 02

Proefproject — Capaciteitsopbouw van eindgebruikers en van andere belanghebbenden van buiten de sector in verband met de beleidsvorming van de Unie op het gebied van financiële diensten

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

486 697,15

 

12 02 77 05

Voorbereidende actie — Capaciteitsopbouw van eindgebruikers en van andere belanghebbenden van buiten de sector in verband met de beleidsvorming van de Unie op het gebied van financiële diensten

1,1

1 500 000

1 500 000

1 750 000

1 638 000

1 750 000,—

875 000,—

58,33

 

Artikel 12 02 77 — Subtotaal

 

1 500 000

1 500 000

1 750 000

1 638 000

1 750 000,—

1 361 697,15

90,78

 

Hoofdstuk 12 02 — Totaal

 

45 814 400

46 490 400

43 507 766

41 700 890

47 460 818,19

46 044 823,44

99,04

12 02 01

Tenuitvoerlegging en ontwikkeling van de interne markt voor financiële diensten

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

3 306 000

3 500 000

3 326 615

3 201 565

3 817 548,19

2 868 659,68

Toelichting

Oude artikelen 01 02 01 en 12 02 01 (ten dele)

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven als gevolg van maatregelen die moeten bijdragen tot de voltooiing, de werking en de ontwikkeling van de interne markt, en met name:

 

grotere betrokkenheid van burgers en bedrijfsleven, met inbegrip van de ontwikkeling en versterking van de dialoog met burgers en bedrijfsleven via maatregelen die bedoeld zijn om de interne markt doeltreffender te doen werken, en burgers en bedrijfsleven in de gelegenheid te stellen toegang te krijgen tot, en ten volle te profiteren van alle rechten en mogelijkheden die de openstelling en de verdieping van de interne markt zonder grenzen bieden, alsmede via maatregelen voor de follow-up en beoordeling van de praktische uitoefening door burgers en bedrijfsleven van hun rechten en mogelijkheden, teneinde eventuele belemmeringen die hun beletten er ten volle van te profiteren, vast te stellen en gemakkelijker weg te nemen;

 

tenuitvoerlegging en toezicht op de bepalingen toepasselijk op overheidsopdrachten, teneinde de optimale werking ervan en de werkelijke openbaarheid van aanbestedingen te waarborgen, met inbegrip van de bewustmaking en opleiding van de verschillende actoren bij deze opdrachten; de invoering en toepassing van nieuwe technologieën op de gebieden waarop deze opdrachten worden toegepast; de continue aanpassing van het wet- en regelgevende kader in het licht van de ontwikkelingen die het gevolg zijn van deze contracten, met name de mondialisering van de markten en bestaande of toekomstige internationale overeenkomsten;

 

verbetering van de juridische omgeving voor burgers en bedrijfsleven via het Europese toetsingspanel van het bedrijfsleven (European Business Test Panel — EBTP), waarvoor promotieactiviteiten, bewustmakings- en opleidingsacties kunnen worden gepland; bevordering van de samenwerking, de ontwikkeling en de coördinatie van de wetgevingen op het gebied van vennootschapsrecht en hulp bij de oprichting van Europese naamloze vennootschappen en Europese economische samenwerkingsverbanden;

 

versterking van de bestuurlijke samenwerking met de ondersteuning van, onder andere, het informatiesysteem voor de interne markt, verdieping van de kennis van de wetgeving inzake de interne markt in lidstaten, betere toepassing ervan door de lidstaten en ondersteuning van de bestuurlijke samenwerking tussen de autoriteiten die belast zijn met de tenuitvoerlegging van de wetgeving inzake de interne markt, teneinde de strategische doelstellingen van Lissabon te halen zoals vastgesteld in de jaarlijkse beleidsstrategie;

 

opzetten van een stelsel voor doeltreffende en efficiënte afhandeling van problemen van burgers of bedrijfsleven die voortvloeien uit de onjuiste toepassing van de internemarktwetgeving door een overheidsdienst in een andere lidstaat; productie van feedback via het Solvit-systeem door middel van een onlinedatabank die voor alle coördinatiecentra toegankelijk is en ook voor burgers en bedrijfsleven toegankelijk zal worden gemaakt; ondersteuning van het initiatief door opleidingsacties, promotiecampagnes en doelgerichte acties, met bijzondere aandacht voor de nieuwe lidstaten;

 

interactieve beleidsvorming (interactive policy-making), voor zover deze de voltooiing, ontwikkeling en werking van de interne markt betreft; IPM maakt deel uit van de initiatieven van de Commissie op het gebied van governance en regelgevingsbeleid om beter op de verzoeken van burgers, consumenten en bedrijven te reageren. De op dit artikel opgevoerde kredieten mogen worden gebruikt om opleidings-, bewustmakings- en netwerkactiviteiten ten behoeve van dergelijke deelnemers te dekken teneinde de beleidsvorming van de Unie betreffende de interne markt breder en doeltreffender te maken en als onderdeel van het proces om de daadwerkelijke impact van het internemarktbeleid (of het ontbreken ervan) in het veld te beoordelen;

 

algemeen onderzoek naar de noodzakelijkheid van de herziening van de verordeningen en analyse van de doeltreffendheid van de maatregelen die worden genomen met het oog op een goede werking van de interne markt, en de evaluatie van de algemene impact van de interne markt op het bedrijfsleven en de economie, met inbegrip van de aanschaf van gegevens en toegang van diensten van de Commissie tot externe databanken; doelgerichte acties ter verbetering van het begrip van de werking van de interne markt en voor de beloning van actieve deelname aan de bevordering ervan;

 

waarborging van de voltooiing en het beheer van de interne markt, in het bijzonder op het gebied van pensioenen, het vrije verkeer van diensten, de erkenning van beroepskwalificaties, en intellectuele en industriële eigendom: de uitwerking van voorstellen voor de invoering van een uniaal octrooi;

 

uitbreiding van de strategie voor de verdere ontwikkeling van statistieken van de dienstensector en statistische ontwikkelingsprojecten, in samenwerking met Eurostat en de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO);

 

toezicht op de effecten op diensten van het uit de weg ruimen van belemmeringen van de interne markt;

 

bijdrage aan de ontwikkeling van een eengemaakte ruimte voor veiligheid en defensie, met maatregelen ter bevordering van de coördinatie van de procedures voor overheidsopdrachten voor dergelijke producten op het niveau van de Unie; de kredieten mogen worden gebruikt voor het uitvoeren van studies en het uitwerken van bewustmakingsmaatregelen betreffende de toepassing van de goedgekeurde wetgeving;

 

versterking en ontwikkeling van financiële en kapitaalmarkten en van financiële diensten voor bedrijven en particulieren; aanpassing van het marktkader, in het bijzonder met betrekking tot het toezicht op en de regulering van de activiteiten van economische actoren en van transacties, teneinde rekening te houden met de veranderingen op uniaal niveau en wereldwijd, de euro en nieuwe financiële instrumenten, door de presentatie van nieuwe initiatieven die de consolidatie en gedetailleerde analyse van de resultaten van het eerste actieplan voor financiële diensten ten doel hebben;

 

verbetering van betalingssystemen en financiële diensten voor consumenten in de interne markt; verlaging van de kosten, alsmede verkorting van de uitvoeringstermijn van dergelijke transacties, rekening gehouden met de internemarktdimensie; ontwikkeling van de technische aspecten, teneinde een of meer betalingssystemen op te zetten op basis van de follow-up die wordt gegeven aan mededelingen van de Commissie; het uitvoeren van studies op dit gebied;

 

ontwikkeling en versterking van de externe aspecten van de richtlijnen die van toepassing zijn op het gebied van financiële instellingen, wederzijdse erkenning van de financiële instrumenten met derde landen, internationale onderhandelingen en bijstand aan derde landen bij de totstandbrenging van een markteconomie;

 

uitvoering van de talrijke maatregelen die zijn aangekondigd in het actieplan inzake vennootschapsrecht en ondernemingsbestuur, dat aanleiding kan geven tot studies over verschillende gerichte onderwerpen met het oog op de opstelling van de nodige wetgevingsvoorstellen;

 

analyse van het effect van de geldende maatregelen als onderdeel van de follow-up van de geleidelijke liberalisering van de postdiensten, coördinatie van het beleid van de Unie op het gebied van postdiensten voor wat betreft internationale systemen en met name met betrekking tot deelnemers aan activiteiten van de Wereldpostvereniging (UPU); samenwerking met landen van Midden- en Oost-Europa; praktische gevolgen van de toepassing van de bepalingen van de Algemene Overeenkomst inzake de handel in diensten (GATS) op de postsector en overlapping met de UPU-regelgeving;

 

uitvoering van het uniale recht en internationale bepalingen ter voorkoming van het witwassen van geld, met inbegrip van deelname aan intergouvernementele of ad-hocacties op dit gebied; bijdragen die het gevolg zijn van het lidmaatschap van de Commissie van de Financial Action Task Force (FATF) voor de bestrijding van het witwassen van geld, ingesteld in het kader van de OESO;

 

actieve participatie in vergaderingen die door internationale verenigingen zoals International Association of Insurance Supervisors (IAIS/AICA) en de Internationale Organisatie van Effectentoezichthouders (IOSCO) worden gehouden; ook de andere kosten in verband met het lidmaatschap van de Commissie zijn hieronder begrepen;

 

opstellen van evaluaties en effectbeoordelingen betreffende verschillende aspecten van het onder dit hoofdstuk vallende beleid met het oog op de invoering of herziening van maatregelen op dit beleidsgebied;

 

opzetten en onderhouden van systemen die rechtstreeks in verband staan met de invoering van en het toezicht op beleidsmaatregelen in het kader van de interne dienstenmarkt;

 

ondersteuning van activiteiten die de verwezenlijking van de beleidsdoelstellingen van de Unie dichterbij brengen door de bevordering van de convergentie van toezichtpraktijken en de samenwerking tussen toezichthouders, en ondersteuning van activiteiten op het gebied van de financiële rapportage, zowel in als buiten de Unie.

Teneinde deze doelstellingen te realiseren, dient dit krediet ter dekking van de kosten van advies, studies, enquêtes, evaluaties, deelnamen, en vervaardiging en ontwikkeling van communicatie-, bewustmakings- en opleidingsmateriaal (drukwerk, audiovisueel materiaal, evaluaties, computermateriaal, verzameling en verspreiding van informatie en voorlichtings- en adviesmaatregelen ten behoeve van burgers en bedrijfsleven).

Dit krediet dient gedeeltelijk ter dekking van de uitgaven van de Commissie voor de doeltreffende werking van het Europees Waarnemingscentrum voor inbreuken op intellectuele-eigendomsrechten.

Dit krediet dient eveneens voor het oprichten van een centraal coördinatieorgaan om lidstaten te helpen bij de coördinatie van markttoezicht, waarbij gebruik wordt gemaakt van bestaande structuren en opgedane ervaring. Het orgaan ondersteunt de samenwerking, samenvoeging van kennis en uitwisseling van beste praktijken tussen lidstaten om een zelfde hoog niveau van markttoezicht te waarborgen in de hele Unie, in overeenstemming met Verordening (EG) nr. 765/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 9 juli 2008 tot vaststelling van de eisen inzake accreditatie en markttoezicht betreffende het verhandelen van producten (PB L 218 van 13.8.2008, blz. 30). Hiertoe worden geregeld een gezamenlijke opleiding georganiseerd voor vertegenwoordigers van nationale autoriteiten voor markttoezicht uit alle lidstaten, gericht op relevante praktische aspecten van markttoezicht, zoals de follow-up van klachten, de monitoring van ongevallen, de verificatie of corrigerende maatregelen zijn genomen, follow-up van wetenschappelijke en technische kennis betreffende veiligheidskwesties en de coördinatie met douaneautoriteiten. Daarnaast zullen uitwisselingen van nationale functionarissen en gezamenlijke bezoekprogramma's de uitwisseling van ervaringen tussen de lidstaten stimuleren. Bovendien zullen vergelijkende gegevens over de middelen die in de verschillende lidstaten worden besteed aan markttoezicht worden verzameld en met nationale autoriteiten op het passende niveau worden besproken. Doel is bekendheid te geven aan het feit dat toereikende middelen nodig zijn om een doeltreffend, omvattend en consistent markttoezicht op de hele interne markt te waarborgen, en om bij te dragen aan de komende herziening van de uniale regels voor productveiligheid, met name de regels die betrekking hebben op markttoezicht, en de voorbereiding van de follow-up van het programma Douane 2013.

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor studies, enquêtes, vergaderingen van deskundigen, voorlichting, activiteiten en publicaties die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de doelstelling van het programma of de maatregelen die onder dit artikel vallen, en alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog de bijdragen van de lidstaten van de EVA ingevolge de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij. Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Taak die voortvloeit uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel vlak, zoals bedoeld in artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

Referentiebesluiten

Mededeling van de Commissie van 18 juni 2002 getiteld „Methodologische nota voor de horizontale evaluatie van diensten van algemeen economisch belang” (COM(2002) 331 final).

12 02 03

Standaarden voor financiële verslaggeving en controle van jaarrekeningen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

8 118 000

8 600 000

7 959 000

6 589 174

6 800 000,—

4 896 000,—

Toelichting

Oud artikel 12 03 01

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven in verband met het programma ter ondersteuning van specifieke activiteiten op het gebied van financiële diensten, financiële verslaggeving en controle van jaarrekeningen.

De algemene doelstelling van dit programma is de voorwaarden te verbeteren voor het functioneren van de interne markt door de verrichtingen, de activiteiten of de acties van bepaalde organen op het gebied van financiële diensten, financiële verslaggeving en controle van jaarrekeningen te ondersteunen.

Uniale financiering is essentieel om efficiënt en daadwerkelijk toezicht op de interne markt inzake financiële diensten, in het bijzonder gezien de recente financiële crisis te waarborgen.

Onder het programma vallen activiteiten waarbij standaarden worden opgesteld of een bijdrage wordt geleverd aan de opstelling ervan, standaarden worden toegepast, beoordeeld of bewaakt of wordt toegezien op procedures voor de vaststelling van standaarden ter ondersteuning van de uitvoering van het beleid van de Unie inzake financiële verslaggeving en controle van jaarrekeningen.

Het is de voortzetting van het Gemeenschapsprogramma ter ondersteuning van specifieke activiteiten op het gebied van financiële diensten, financiële verslaggeving en controle van jaarrekeningen als vastgesteld bij Besluit nr. 716/2009/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 september 2009 (PB L 253 van 25.9.2009, blz. 8).

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 258/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 3 april 2014 tot vaststelling van een Unieprogramma ter ondersteuning van specifieke activiteiten op het gebied van financiële verslaggeving en controle van jaarrekeningen voor de periode 2014-2020 en houdende intrekking van Besluit nr. 716/2009/EG (PB L 105 van 8.4.2014, blz. 1), met name artikel 2.

12 02 04

Europese Bankautoriteit (EBA)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

14 565 400

14 565 400

11 163 000

11 163 000

14 099 982,—

14 099 982,—

Toelichting

Oud artikel 12 03 02

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, met name artikel 114, alsmede Verordening (EU) nr. 1093/2010, maakt de Europese Toezichthoudende Autoriteit deel uit van een Europees Systeem voor financieel toezicht (ESFT). Het ESFT heeft als hoofdtaak erop toe te zien dat de regels die gelden voor de financiële sector op de juiste wijze worden geïmplementeerd om de financiële stabiliteit te behouden en te zorgen voor vertrouwen in het financiële stelsel als geheel, alsmede voor een afdoende bescherming van de consumenten van financiële diensten.

Dit krediet dient ter dekking van de administratieve en de personeelsuitgaven van de Europese Bankautoriteit (titels 1 en 2) en de beleidsuitgaven met betrekking tot het werkprogramma (titel 3).

De Europese Bankautoriteit moet de het Europees Parlement en de Raad in kennis stellen van elke kredietoverschrijving tussen administratieve en beleidsuitgaven.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog de bijdragen van de lidstaten van de EVA ingevolge de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij. Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

De bedragen die overeenkomstig artikel 20 van de Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1271/2013 van de Commissie van 30 september 2013 houdende de financiële kaderregeling van de organen, bedoeld in artikel 208 van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 328 van 7.12.2013, blz. 42) worden terugbetaald, worden beschouwd als bestemmingsontvangsten (artikel 21, lid 3, onder c), van het Financieel Reglement), die moeten worden geboekt bij post 6 6 0 0 van de algemene staat van ontvangsten.

De personeelsformatie van de Europese Bankautoriteit is opgenomen in de bijlage „Personeel” bij deze afdeling.

De bijdrage van de Unie bedraagt voor 2016 in totaal 14 678 400 EUR. Een bedrag van 113 000 EUR, dat overeenstemt met de terugvordering van overschotten voortvloeiend uit de Uniebijdrage in 2014, wordt toegevoegd aan het in de begroting opgenomen bedrag van 14 565 400 EUR.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1093/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 tot oprichting van een Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Bankautoriteit), tot wijziging van Besluit nr. 716/2009/EG en tot intrekking van Besluit 2009/78/EG van de Commissie (PB L 331 van 15.12.2010, blz. 12).

12 02 05

Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen (EIOPA)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

8 122 000

8 122 000

7 889 151

7 889 151

8 865 730,—

8 865 730,36

Toelichting

Oud artikel 12 03 03

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, met name artikel 114, alsmede Verordening (EU) nr. 1094/2010, maakt de Europese Toezichthoudende Autoriteit deel uit van een Europees Systeem voor financieel toezicht (ESFT). Het ESFT heeft als hoofdtaak erop toe te zien dat de regels die gelden voor de financiële sector op de juiste wijze worden geïmplementeerd om de financiële stabiliteit te behouden en te zorgen voor vertrouwen in het financiële stelsel als geheel, alsmede voor een afdoende bescherming van de consumenten van financiële diensten.

Dit krediet dient ter dekking van de administratieve en de personeelsuitgaven van de Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen (titels 1 en 2) en de beleidsuitgaven met betrekking tot het werkprogramma (titel 3).

De Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen moet het Europees Parlement en de Raad in kennis stellen van elke overschrijving tussen administratieve en beleidskredieten.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

De bedragen die overeenkomstig artikel 20 van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1271/2013 van de Commissie worden terugbetaald, worden beschouwd als bestemmingsontvangsten (artikel 21, lid 3, onder c), van het Financieel Reglement), die moeten worden geboekt bij post 6 6 0 0 van de algemene staat van ontvangsten.

De personeelsformatie van de Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen is opgenomen in de bijlage „Personeel” bij deze afdeling.

De bijdrage van de Unie bedraagt voor 2016 in totaal 8 257 000 EUR. Een bedrag van 135 000 EUR, dat overeenstemt met de terugvordering van overschotten voortvloeiend uit de Uniebijdrage in 2014, wordt toegevoegd aan het in de begroting opgenomen bedrag van 8 122 000 EUR.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1094/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 tot oprichting van een Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen), tot wijziging van Besluit nr. 716/2009/EG en tot intrekking van Besluit 2009/79/EG van de Commissie (PB L 331 van 15.12.2010, blz. 48).

12 02 06

Europese Autoriteit voor effecten en markten (ESMA)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

10 203 000

10 203 000

8 120 000

8 120 000

12 127 558,—

12 127 558,—

Toelichting

Oud artikel 12 03 04

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, met name artikel 114, alsmede Verordening (EU) nr. 1095/2010, maakt de Europese Toezichthoudende Autoriteit deel uit van een Europees Systeem voor financieel toezicht (ESFT). Het ESFT heeft als hoofdtaak erop toe te zien dat de regels die gelden voor de financiële sector op de juiste wijze worden geïmplementeerd om de financiële stabiliteit te behouden en te zorgen voor vertrouwen in het financiële stelsel als geheel, alsmede voor een afdoende bescherming van de consumenten van financiële diensten.

Dit krediet dient ter dekking van de administratieve en de personeelsuitgaven van de Europese Autoriteit voor effecten en markten (titels 1 en 2) en de beleidsuitgaven met betrekking tot het werkprogramma (titel 3).

De Europese Autoriteit voor effecten en markten moet het Europees Parlement en de Raad in kennis stellen van elke overschrijving tussen administratieve en beleidskredieten.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

De bedragen die overeenkomstig artikel 20 van de Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1271/2013 van de Commissie worden terugbetaald, worden beschouwd als bestemmingsontvangsten (artikel 21, lid 3, onder c), van het Financieel Reglement), die moeten worden geboekt bij post 6 6 0 0 van de algemene staat van ontvangsten.

De personeelsformatie van de Europese Autoriteit voor effecten en markten is opgenomen in de bijlage „Personeel” bij deze afdeling.

De bijdrage van de Unie bedraagt voor 2016 in totaal 10 203 000 EUR.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1095/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 tot oprichting van een Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor effecten en markten), tot wijziging van Besluit nr. 716/2009/EG en tot intrekking van Besluit 2009/77/EG van de Commissie (PB L 331 van 15.12.2010, blz. 84).

12 02 07

Gemeenschappelijke Afwikkelingsraad (GAR)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

3 300 000

3 100 000

   

Toelichting

Oud artikel 12 03 05

De Gemeenschappelijke Afwikkelingsraad („de Raad”) is opgericht bij Verordening (EU) nr. 806/2014. De Raad zal gespecificeerde taken uitvoeren betreffende de voorbereiding van de afwikkeling van banken en de feitelijke afwikkeling ervan indien zij failliet gaan of waarschijnlijk failliet gaan.

Dit krediet dient ter financiering van de administratieve uitgaven van de Raad tijdens de eerste werkingsmaanden in 2015, die voornamelijk bestaan uit aanwervings- en personeelsuitgaven, kosten van gebouwen en informatietechnologie en de eerste beleidsuitgaven.

Deze financiering uit de Uniebegroting zal worden terugbetaald zodra de eerste jaarlijkse bijdragen die door de banken verschuldigd zijn om de administratieve uitgaven van de Raad te dekken door de Raad zijn geïnd, waarna verwacht wordt dat de Raad zichzelf volledig uit eigen ontvangsten zal financieren.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 806/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 15 juli 2014 tot vaststelling van eenvormige regels en een eenvormige procedure voor de afwikkeling van kredietinstellingen en bepaalde beleggingsondernemingen in het kader van een gemeenschappelijk afwikkelingsmechanisme en een gemeenschappelijk afwikkelingsfonds en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1093/2010 (PB L 225 van 30.7.2014, blz. 1).

12 02 51

Voltooiing van eerdere activiteiten op het gebied van financiële diensten, financiële verslaggeving en controle van jaarrekeningen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

1 825 196,25

Toelichting

Oud artikel 12 03 51

Dit krediet dient ter dekking van betalingen met betrekking tot nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren.

Rechtsgronden

Besluit nr. 716/2009/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 september 2009 tot vaststelling van een Gemeenschapsprogramma ter ondersteuning van specifieke activiteiten op het gebied van financiële diensten, financiële verslaggeving en controle van jaarrekeningen (PB L 253 van 25.9.2009, blz. 8).

12 02 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

12 02 77 02

Proefproject — Capaciteitsopbouw van eindgebruikers en van andere belanghebbenden van buiten de sector in verband met de beleidsvorming van de Unie op het gebied van financiële diensten

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

486 697,15

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

12 02 77 05

Voorbereidende actie — Capaciteitsopbouw van eindgebruikers en van andere belanghebbenden van buiten de sector in verband met de beleidsvorming van de Unie op het gebied van financiële diensten

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 500 000

1 500 000

1 750 000

1 638 000

1 750 000,—

875 000,—

Toelichting

De financiële en economische crisis heeft het vertrouwen van consumenten, kleine beleggers en kleine en middelgrote ondernemingen in de wet- en regelgeving die bedoeld is om hen tegen het falen van het financiële stelsel te beschermen, ernstig geschokt. Daarom is het van cruciaal belang dat met de bezorgdheden van eindgebruikers en andere belanghebbenden van buiten de sector rekening wordt gehouden bij de voorbereiding van initiatieven waarmee wordt beoogd het vertrouwen van de burgers te herstellen in de soliditeit van de financiële sector en in het vermogen van de financiële integratie om hun concrete voordelen te bieden.

Deze voorbereidende actie, die voortbouwt op een geslaagd proefproject, is erop gericht de capaciteit te versterken van organisaties uit het maatschappelijk middenveld om aan de beleidsvorming van de Unie op het gebied van financiële diensten deel te nemen, zodat, enerzijds, beleidsmakers een tegenwicht hebben voor de lobbygroepen van de financiële sector en, anderzijds, het bredere publiek op de hoogte is van de op het gebied van de regelgeving van de financiële markten spelende kwesties die voor consumenten, eindgebruikers, kleine beleggers en andere belanghebbenden van buiten de sector van belang zijn.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

TITEL 13

REGIONAAL BELEID EN STADSONTWIKKELING

Algemene samenvatting van de kredieten (2016 en 2015) en van de uitvoering (2014)

 

Titel

Hoofdstuk

Rubriek

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

13 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN OP HET BELEIDSTERREIN „REGIONAAL BELEID EN STADSONTWIKKELING”

89 264 976

89 264 976

88 032 056

88 032 056

86 486 876,17

86 486 876,17

13 03

EUROPEES FONDS VOOR REGIONALE ONTWIKKELING EN ANDERE REGIONALE ACTIES

27 001 568 669

29 056 491 090

34 291 712 233

27 458 195 038

11 623 074 955,91

29 725 944 804,20

13 04

COHESIEFONDS (CF)

8 764 484 012

6 636 678 932

10 197 251 052

12 580 725 983

5 369 689 473,39

13 464 480 579,06

13 05

INSTRUMENT VOOR PRETOETREDINGSSTEUN — REGIONALE ONTWIKKELING EN REGIONALE EN TERRITORIALE SAMENWERKING

50 101 004

529 881 989

35 083 181

420 564 231

0,—

303 968 172,55

13 06

SOLIDARITEITSFONDS

50 000 000

50 000 000

82 780 615

209 505 583

0,—

400 805 676,—

13 07

STEUNVERORDENING

33 212 000

23 782 000

30 600 000

18 722 539

32 961 900,27

21 016 074,58

 

Titel 13 — Totaal

35 988 630 661

36 386 098 987

44 725 459 137

40 775 745 430

17 112 213 205,74

44 002 702 182,56

HOOFDSTUK 13 01 —   ADMINISTRATIEVE UITGAVEN OP HET BELEIDSTERREIN „REGIONAAL BELEID EN STADSONTWIKKELING”

De artikelen 1, 2, 3 en 5 zijn in detail weergegeven in hoofdstuk XX 01

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

% 2014-2016

13 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN OP HET BELEIDSTERREIN „REGIONAAL BELEID EN STADSONTWIKKELING”

13 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen op het beleidsterrein „Regionaal beleid en stadsontwikkeling”

5,2

62 781 393

61 732 737

61 988 878,82

98,74

13 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven op het beleidsterrein „Regionaal beleid en stadsontwikkeling”

13 01 02 01

Extern personeel

5,2

2 350 612

2 058 171

1 944 022,98

82,70

13 01 02 11

Overige beheersuitgaven

5,2

2 752 720

2 948 504

2 926 852,02

106,33

 

Artikel 13 01 02 — Subtotaal

 

5 103 332

5 006 675

4 870 875,—

95,44

13 01 03

Uitgaven in verband met uitrusting en diensten voor informatie- en communicatietechnologie op het beleidsterrein „Regionaal beleid en stadsontwikkeling”

5,2

4 006 776

3 919 168

4 475 604,64

111,70

13 01 04

Ondersteunende uitgaven voor operaties en programma's op het beleidsterrein „Regionaal beleid en stadsontwikkeling”

13 01 04 01

Ondersteunende uitgaven voor het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO)

1,2

11 300 000

11 300 000

10 951 525,40

96,92

13 01 04 02

Ondersteunende uitgaven voor het instrument voor pretoetredingssteun (IPA) — Regionale ontwikkeling

4

1 873 475

1 873 476

0,—

0

13 01 04 03

Ondersteunende uitgaven voor het Cohesiefonds

1,2

4 200 000

4 200 000

4 199 992,31

100,00

 

Artikel 13 01 04 — Subtotaal

 

17 373 475

17 373 476

15 151 517,71

87,21

 

Hoofdstuk 13 01 — Totaal

 

89 264 976

88 032 056

86 486 876,17

96,89

13 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen op het beleidsterrein „Regionaal beleid en stadsontwikkeling”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

62 781 393

61 732 737

61 988 878,82

13 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven op het beleidsterrein „Regionaal beleid en stadsontwikkeling”

13 01 02 01

Extern personeel

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

2 350 612

2 058 171

1 944 022,98

13 01 02 11

Overige beheersuitgaven

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

2 752 720

2 948 504

2 926 852,02

13 01 03

Uitgaven in verband met uitrusting en diensten voor informatie- en communicatietechnologie op het beleidsterrein „Regionaal beleid en stadsontwikkeling”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

4 006 776

3 919 168

4 475 604,64

13 01 04

Ondersteunende uitgaven voor operaties en programma's op het beleidsterrein „Regionaal beleid en stadsontwikkeling”

13 01 04 01

Ondersteunende uitgaven voor het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO)

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

11 300 000

11 300 000

10 951 525,40

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van uit het EFRO gefinancierde technische bijstand zoals bedoeld in de artikelen 58 en 118 van Verordening (EU) nr. 1303/2013. Technische bijstand kan dienen ter financiering van maatregelen op het gebied van voorbereiding, toezicht, administratieve en technische ondersteuning, evaluatie, audit en controle die nodig zijn voor de tenuitvoerlegging van die verordening.

Dit krediet kan met name worden gebruikt ter dekking van:

 

uitgaven voor ondersteuning (representatievergoedingen, opleiding, vergaderingen, dienstreizen, vertalingen, informatiesystemen);

 

uitgaven voor extern personeel in de hoofdzetel (arbeidscontractanten, gedetacheerde nationale deskundigen of uitzendkrachten) tot 3 060 000 EUR, met inbegrip van dienstreizen van/voor het externe personeel dat uit dit krediet wordt gefinancierd.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1301/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling en specifieke bepalingen met betrekking tot de doelstelling „Investeren in groei en werkgelegenheid”, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1080/2006 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 289).

Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).

13 01 04 02

Ondersteunende uitgaven voor het instrument voor pretoetredingssteun (IPA) — Regionale ontwikkeling

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

1 873 475

1 873 476

0,—

Toelichting

Oude posten 13 01 04 02 en 22 01 04 01 (ten dele)

Dit krediet dient ter dekking van maatregelen voor technische bijstand voor het instrument voor pretoetredingssteun, de geleidelijke afschaffing van de pretoetredingssteun en de steun aan de economische ontwikkeling van de Turks-Cypriotische gemeenschap, met name:

 

uitgaven in verband met de voorbereiding, beoordeling, goedkeuring, follow-up, controles, audits en evaluaties van meerjarenprogramma's en/of individuele operaties en projecten in het kader van de afdeling regionale ontwikkeling van het IPA. Deze acties kunnen omvatten: contracten voor technische bijstand, studies, deskundige bijstand op korte termijn, vergaderingen, uitwisseling van ervaringen, netwerkactiviteiten, voorlichting en publiciteit, bewustmakingsactiviteiten (inclusief de ontwikkeling van communicatiestrategieën en institutionele communicatie over de politieke prioriteiten van de Unie), opleidingsactiviteiten, publicaties die rechtstreeks verband houden met de verwezenlijking van de doelstelling van het programma, en eventuele andere door de centrale diensten van de Commissie of door de delegaties van de Commissie in de begunstigde landen genomen ondersteunende maatregelen;

 

uitgaven voor technische en administratieve bijstand, waarbij geen sprake is van overheidstaken, die door de Commissie tot wederzijds voordeel van de begunstigden en de Commissie is uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc;

 

de installatie, werking en interconnectie van computersystemen voor beheer, toezicht en evaluatie;

 

verbetering van de evaluatiemethoden en uitwisseling van informatie over de praktijken op dit gebied;

 

onderzoek naar relevante vraagstukken en verspreiding van de resultaten daarvan;

 

uitgaven voor extern personeel in de hoofdzetel en in het EUPSO te Nicosia (arbeidscontractanten, gedetacheerde nationale deskundigen of uitzendkrachten) tot 1 873 475 EUR, met inbegrip van dienstreizen van/voor het externe personeel dat uit dit krediet wordt gefinancierd.

Dit krediet is ook bedoeld voor steun voor administratief leren en samenwerking met niet-gouvernementele organisaties en sociale partners.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun publieke organen, entiteiten of natuurlijke personen, aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma.

Dit krediet dekt de administratieve uitgaven uit hoofde van de hoofdstukken 13 05 en 13 07.

13 01 04 03

Ondersteunende uitgaven voor het Cohesiefonds

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

4 200 000

4 200 000

4 199 992,31

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van maatregelen voor technische bijstand in het Cohesiefonds zoals bedoeld in de artikelen 58 en 118 van Verordening (EU) nr. 1303/2013. Technische bijstand kan dienen ter financiering van maatregelen op het gebied van voorbereiding, toezicht, administratieve en technische ondersteuning, evaluatie, audit en controle die nodig zijn voor de tenuitvoerlegging van die verordening.

Dit krediet kan met name worden gebruikt ter financiering van:

 

uitgaven voor ondersteuning (representatievergoedingen, opleiding, vergaderingen, dienstreizen, vertalingen, informatiesystemen);

 

uitgaven voor extern personeel in de hoofdzetel (arbeidscontractanten, gedetacheerde nationale deskundigen of uitzendkrachten) tot 1 340 000 EUR, met inbegrip van dienstreizen van/voor het externe personeel dat uit dit krediet wordt gefinancierd.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1300/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake het Cohesiefonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1084/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 281).

Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).

HOOFDSTUK 13 03 —   EUROPEES FONDS VOOR REGIONALE ONTWIKKELING EN ANDERE REGIONALE ACTIES

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

% Betalingen 2014-2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

13 03

EUROPEES FONDS VOOR REGIONALE ONTWIKKELING EN ANDERE REGIONALE ACTIES

13 03 01

Voltooiing van het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Doelstelling 1 (2000-2006)

1,2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

157 903 755,33

 

13 03 02

Voltooiing van het speciale programma voor vrede en verzoening in Noord-Ierland en het grensgebied in Ierland (2000-2006)

1,2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

 

13 03 03

Voltooiing van het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Doelstelling 1 (van vóór 2000)

1,2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

8 937 426,01

8 937 426,01

 

13 03 04

Voltooiing van het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling(EFRO) — Doelstelling 2 (2000-2006)

1,2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

3 947 291,26

 

13 03 05

Voltooiing van het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Doelstelling 2 (van vóór 2000)

1,2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

 

13 03 06

Voltooiing van Urban (2000-2006)

1,2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

 

13 03 07

Voltooiing van vroegere programma's — Communautaire initiatieven (van vóór 2000)

1,2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

 

13 03 08

Voltooiing van het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Technische bijstand en innovatieve acties (2000-2006)

1,2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

 

13 03 09

Voltooiing van het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Technische bijstand en innovatieve acties (van vóór 2000)

1,2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

 

13 03 12

Bijdrage van de Unie aan het Internationaal Fonds voor Ierland

1,1

p.m.

3 000 000

p.m.

p.m.

0,—

0,—

0

13 03 13

Voltooiing van het communautair initiatief Interreg III (2000-2006)

1,2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

7 224 615,26

 

13 03 14

Voltooiing van de bijstand voor aan de kandidaat-lidstaten grenzende regio's — Voltooiing van vroegere programma's (2000-2006)

1,2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

 

13 03 16

Voltooiing van het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Convergentie

1,2

p.m.

11 630 610 000

p.m.

18 115 473 754

0,—

22 743 220 000,—

195,55

13 03 17

Voltooiing van het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Peace

1,2

p.m.

20 000 000

p.m.

22 253 265

0,—

32 725 406,63

163,63

13 03 18

Voltooiing van het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Regionaal concurrentievermogen en werkgelegenheid

1,2

p.m.

2 302 998 509

p.m.

2 845 465 225

0,—

4 641 077 214,04

201,52

13 03 19

Voltooiing van het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Europese territoriale samenwerking

1,2

p.m.

504 208 000

p.m.

774 962 047

0,—

1 513 787 610,58

300,23

13 03 20

Voltooiing van het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Operationele technische bijstand

1,2

p.m.

4 770 484

p.m.

5 752 675

0,—

12 690 790,80

266,03

13 03 31

Voltooiing van de technische bijstand en verspreiding van informatie over de strategie van de Europese Unie voor de Oostzeeregio en een betere kennis inzake de strategie voor macroregio’s (2007-2013)

1,2

p.m.

558 015

p.m.

167 560

0,—

1 720 142,12

308,26

13 03 40

Voltooiing van de risicodelingsinstrumenten gefinancierd uit de voor convergentie bestemde middelen van het EFRO (2007-2013)

1,2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

 

13 03 41

Voltooiing van de risicodelingsinstrumenten gefinancierd uit de voor regionaal concurrentievermogen en werkgelegenheid bestemde middelen van het EFRO (2007-2013)

1,2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

 

13 03 60

Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Minder ontwikkelde regio's — Doelstelling investeren in groei en werkgelegenheid

1,2

17 862 662 517

9 467 650 000

22 791 990 704

3 742 700 000

7 343 016 939,—

354 537 485,71

3,74

13 03 61

Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Overgangsregio's — Doelstelling investeren in groei en werkgelegenheid

1,2

3 396 891 363

1 860 036 800

4 364 947 125

607 866 009

1 711 804 061,—

86 215 089,83

4,64

13 03 62

Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Meer ontwikkelde regio's — Doelstelling investeren in groei en werkgelegenheid

1,2

4 426 018 219

2 750 605 336

5 692 851 846

925 413 678

2 188 846 023,—

104 804 471,31

3,81

13 03 63

Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Extra toewijzingen voor ultraperifere gebieden en dun bevolkte regio's — Doelstelling investeren in groei en werkgelegenheid

1,2

217 673 091

108 017 000

278 520 741

37 296 511

144 093 487,—

6 598 693,28

6,11

13 03 64

Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Europese territoriale samenwerking

13 03 64 01

Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Europese territoriale samenwerking

1,2

958 188 214

284 930 000

1 030 771 642

263 856 034

101 623 065,—

19 725 009,83

6,92

13 03 64 02

Deelname van kandidaat-lidstaten en potentiële kandidaat-lidstaten aan EFRO ETS — Bijdrage uit rubriek 4 (IPA II)

4

5 171 292

1 500 000

6 101 230

p.m.

0,—

0,—

0

13 03 64 03

Deelname van Europese nabuurschapslanden aan EFRO ETS — Bijdrage uit rubriek 4 (ENI)

4

1 414 450

264 000

p.m.

p.m.

0,—

0,—

0

 

Artikel 13 03 64 — Subtotaal

 

964 773 956

286 694 000

1 036 872 872

263 856 034

101 623 065,—

19 725 009,83

6,88

13 03 65

Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Operationele technische bijstand

13 03 65 01

Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Operationele technische bijstand

1,2

74 000 000

57 415 941

72 000 000

57 526 752

55 758 265,94

24 441 845,81

42,57

13 03 65 02

Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Op verzoek van een lidstaat door de Commissie beheerde operationele technische bijstand

1,2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

8 109 635,71

0,—

 
 

Artikel 13 03 65 — Subtotaal

 

74 000 000

57 415 941

72 000 000

57 526 752

63 867 901,65

24 441 845,81

42,57

13 03 66

Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Innovatieve acties op het gebied van duurzame stedelijke ontwikkeling

1,2

52 049 523

48 649 262

51 028 945

48 418 349

50 028 377,—

0,—

0

13 03 67

Technische bijstand en verspreiding van informatie over de strategie van de Europese Unie voor de Oostzeeregio en een betere kennis inzake de strategie voor macroregio’s (2014-2020)

1,2

p.m.

1 420 620

p.m.

479 390

2 500 000,—

435 493,76

30,66

13 03 68

Technische bijstand en verspreiding van informatie over de strategie van de Europese Unie voor de Donauregio en een betere kennis inzake de strategie voor macroregio’s (2014-2020)

1,2

p.m.

750 000

p.m.

1 198 474

2 500 000,—

0,—

0

13 03 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

13 03 77 01

Proefproject — Pan-Europese coördinatie van integratiemethoden voor de Roma

1,2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

 

13 03 77 02

Proefproject — Betere regionale en lokale samenwerking door het bevorderen van het regionaal beleid van de Unie op wereldschaal

1,2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

2 588,95

 

13 03 77 03

Voorbereidende actie — Bevordering van een gunstiger omgeving voor microkrediet in Europa

1,2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

 

13 03 77 04

Proefproject — Duurzame regeneratie in voorsteden

1,2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

 

13 03 77 05

Voorbereidende actie — Rurban — Partnerschap voor duurzame stads-plattelandsontwikkeling

1,2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

66 781,—

 

13 03 77 06

Voorbereidende actie — Betere regionale en lokale samenwerking door het bevorderen van het regionaal beleid van de Unie op wereldschaal

1,2

p.m.

p.m.

p.m.

1 003 491

0,—

1 856 838,47

 

13 03 77 07

Voorbereidende actie — Vaststelling bestuursmodel voor de Donauregio in de Europese Unie (betere en doeltreffende coördinatie)

1,2

p.m.

p.m.

p.m.

1 562 824

0,—

1 091 424,90

 

13 03 77 08

Proefproject — Naar een gemeenschappelijke regionale identiteit, verzoening van naties en economische en sociale samenwerking, waaronder een Platform voor pan-Europese deskundigheid en excellentie in de macroregio van de Donau

1,2

p.m.

315 452

p.m.

1 174 000

0,—

824 148,13

261,26

13 03 77 09

Voorbereidende actie inzake een Atlantisch forum voor de Atlantische strategie van de Europese Unie

1,2

p.m.

334 000

p.m.

600 000

0,—

167 000,—

50,00

13 03 77 10

Voorbereidende actie — Begeleiding van Mayotte of eventuele andere gebieden bij het proces van verkrijging van de status van ultraperifere regio

1,2

p.m.

p.m.

p.m.

400 000

0,—

360 785,46

 

13 03 77 11

Voorbereidende actie — Erasmus voor lokale en regionale afgevaardigden

1,2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

 

13 03 77 12

Voorbereidende actie — Naar een gemeenschappelijke regionale identiteit, verzoening van naties en economische en sociale samenwerking, waaronder een platform voor pan-Europese deskundigheid en excellentie in de macroregio van de Donau

1,2

p.m.

1 857 671

2 000 000

2 000 000

1 799 458,65

629 721,75

33,90

13 03 77 13

Proefproject — Cohesiebeleid en synergieën met de fondsen voor onderzoek en ontwikkeling: de „trap naar topkwaliteit”

1,2

p.m.

2 100 000

1 500 000

1 350 000

1 200 000,—

600 000,—

28,57

13 03 77 14

Voorbereidende actie — Een regionale strategie voor de Noordzeeregio

1,2

p.m.

p.m.

p.m.

125 000

158 217,60

0,—

 

13 03 77 15

Voorbereidende actie — Wereldsteden: samenwerking tussen de EU en derde landen op het gebied van stedelijke ontwikkeling

1,2

1 500 000

1 500 000

p.m.

800 000

2 000 000,—

3 173,98

0,21

13 03 77 16

Voorbereidende actie — Het feitelijke en gewenste economisch potentieel in regio's buiten de Atheense hoofdstedelijke regio

1,2

p.m.

p.m.

p.m.

350 000

700 000,—

350 000,—

 

13 03 77 17

Voorbereidende actie — Samenwerking EU-CELAC inzake territoriale samenhang

1,2

2 000 000

1 000 000

         

13 03 77 18

Voorbereidende actie — Cohesiebeleid en synergieën met de fondsen voor onderzoek en ontwikkeling: De trap naar topkwaliteit — de weg vooruit

1,2

1 000 000

500 000

         

13 03 77 19

Voorbereidende actie — Ondersteuning van groei en bestuur in achterstandsregio's

1,2

1 000 000

500 000

         

13 03 77 20

Voorbereidende actie — Economisch concurrentievoordeel en mogelijkheden voor slimme specialisatie op regionaal niveau in Roemenië

1,2

2 000 000

1 000 000

         
 

Artikel 13 03 77 — Subtotaal

 

7 500 000

9 107 123

3 500 000

9 365 315

5 857 676,25

5 952 462,64

65,36

 

Hoofdstuk 13 03 — Totaal

 

27 001 568 669

29 056 491 090

34 291 712 233

27 458 195 038

11 623 074 955,91

29 725 944 804,20

102,30

Toelichting

Artikel 175 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie bepaalt dat de doelstellingen inzake economische, sociale en territoriale samenhang van artikel 174 worden ondersteund door haar optreden via de structuurfondsen, waartoe het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) behoort. Overeenkomstig artikel 176 is het EFRO bedoeld om een bijdrage te leveren aan het ongedaan maken van de belangrijkste regionale onevenwichtigheden in de Unie. De taken, de prioritaire doelstellingen en de organisatie van de structuurfondsen zijn vastgesteld overeenkomstig artikel 177.

Artikel 80 van het Financieel Reglement voorziet in financiële correcties in geval van uitgaven die in strijd zijn met het toepasselijk recht.

Artikel 39 van Verordening (EG) nr. 1260/1999, de artikelen 100 en 102 van Verordening (EG) nr. 1083/2006 en de artikelen 85, 144 en 145 van Verordening (EU) nr. 1303/2013 betreffen criteria voor financiële correcties door de Commissie en voorzien in specifieke regels voor financiële correcties met betrekking tot het EFRO.

Inkomsten uit de financiële correcties die op die basis worden uitgevoerd, worden geboekt op het artikel 6 5 1, 6 5 2, 6 5 3 of 6 5 4 van de staat van ontvangsten en vormen bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder c), van het Financieel Reglement.

Artikel 177 van het Financieel Reglement stelt de voorwaarden vast voor de volledige of gedeeltelijke terugbetaling van uit hoofde van een interventie betaalde voorfinancieringen.

Artikel 82 van Verordening (EG) nr. 1083/2006 voorziet in specifieke regels voor de terugbetaling van voorfinanciering die van toepassing zijn op het EFRO.

Terugbetaalde voorfinancieringen vormen interne bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 4, van het Financieel Reglement en moeten worden geboekt op post 6 1 5 0 of 6 1 5 7.

De maatregelen inzake fraudebestrijding worden gefinancierd met middelen uit artikel 24 02 01.

Rechtsgronden

Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, met name de artikelen 174, 175, 176 en 177.

Verordening (EG) nr. 1260/1999 van de Raad van 21 juni 1999 houdende algemene bepalingen inzake de structuurfondsen (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 1), met name artikel 39.

Verordening (EG) nr. 1783/1999 van 12 juli 1999 met betrekking tot het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (PB L 213 van 13.8.1999, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1080/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juli 2006 betreffende het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1783/1999 (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1260/1999 (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25), met name de artikelen 82, 83, 100 en 102.

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1), met name artikel 21, leden 3 en 4, en de artikelen 80 en 177.

Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).

Referentiebesluiten

Conclusies van de Europese Raad van Berlijn van 24 en 25 maart 1999.

Conclusies van de Europese Raad van Brussel van 15 en 16 december 2005.

Conclusies van de Europese Raad van 7 en 8 februari 2013.

13 03 01

Voltooiing van het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Doelstelling 1 (2000-2006)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

157 903 755,33

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de voor de programmeringsperiode 2000-2006 nog betaalbaar te stellen verplichtingen in het kader van doelstelling 1 van het EFRO.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1783/1999 van het Europees Parlement en de Raad van 12 juli 1999 met betrekking tot het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (PB L 213 van 13.8.1999, blz. 1).

13 03 02

Voltooiing van het speciale programma voor vrede en verzoening in Noord-Ierland en het grensgebied in Ierland (2000-2006)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van de voor de periode 2000-2006 nog betaalbaar te stellen verplichtingen voor het speciale programma voor vrede en verzoening in Noord-Ierland en het grensgebied in Ierland. Het speciale programma voor vrede en verzoening werd voortgezet overeenkomstig de hierna genoemde conclusies van de Europese Raad van Berlijn om 500 000 000 EUR (prijzen van 1999) voor de nieuwe looptijd van het programma (2000-2004) beschikbaar te stellen. Ingevolge het verzoek in de conclusies van de Europese Raad van Brussel van 17 en 18 juni 2004 werd nog eens 105 000 000 EUR toegevoegd, die in 2005 en 2006 moet worden toegewezen, om de acties in het kader van het programma op één lijn te brengen met die van de andere programma's van de structuurfondsen die in 2006 afliepen.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1260/1999 van de Raad van 21 juni 1999 houdende algemene bepalingen inzake de structuurfondsen (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 1).

Beschikking 1999/501/EG van de Commissie van 1 juli 1999 tot vaststelling van een indicatieve verdeling over de lidstaten van de vastleggingskredieten voor doelstelling 1 van de structuurfondsen voor de periode 2000 tot en met 2006 (PB L 194 van 27.7.1999, blz. 49), met name overweging 5.

Besluit C(2001) 638 van de Commissie betreffende de goedkeuring van structurele bijstand van de Gemeenschap voor het onder doelstelling 1 vallende EU-werkprogramma voor vrede en verzoening (Peace II-programma) in Noord-Ierland (Verenigd Koninkrijk) en het grensgebied (Ierland).

Referentiebesluiten

Conclusies van de Europese Raad van Berlijn van 24 en 25 maart 1999, met name punt 44, onder b).

Conclusies van de Europese Raad van Brussel van 17 en 18 juni 2004, met name punt 49.

13 03 03

Voltooiing van het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Doelstelling 1 (van vóór 2000)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

8 937 426,01

8 937 426,01

Toelichting

Dit krediet dient voor de financiering van de nog uit het EFRO betaalbaar te stellen verplichtingen die in de programmeringsperiode vóór 2000 in het kader van de oude doelstellingen 1 en 6 zijn aangegaan.

Rechtsgronden

Verordening (EEG) nr. 2052/88 van de Raad van 24 juni 1988 betreffende de taken van de fondsen met structurele strekking, hun doeltreffendheid alsmede de coördinatie van hun bijstandsverlening onderling en met die van de Europese Investeringsbank en de andere bestaande financieringsinstrumenten (PB L 185 van 15.7.1988, blz. 9).

Verordening (EEG) nr. 4253/88 van de Raad van 19 december 1988 tot vaststelling van toepassingsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 2052/88 met betrekking tot de coördinatie van de bijstandsverlening uit de onderscheiden structuurfondsen enerzijds en van die bijstandsverlening met die van de Europese Investeringsbank en de andere bestaande financieringsinstrumenten anderzijds (PB L 374 van 31.12.1988, blz. 1).

Verordening (EEG) nr. 4254/88 van de Raad van 19 december 1988 tot vaststelling van toepassingsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 2052/88 met betrekking tot het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (PB L 374 van 31.12.1988, blz. 15).

Verordening (EG) nr. 1783/1999 van het Europees Parlement en de Raad van 12 juli 1999 met betrekking tot het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (PB L 213 van 13.8.1999, blz. 1).

13 03 04

Voltooiing van het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling(EFRO) — Doelstelling 2 (2000-2006)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

3 947 291,26

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de nog uit het EFRO in het kader van doelstelling 2 betaalbaar te stellen verplichtingen voor de programmeringsperiode 2000-2006.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1783/1999 van het Europees Parlement en de Raad van 12 juli 1999 met betrekking tot het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (PB L 213 van 13.8.1999, blz. 1).

13 03 05

Voltooiing van het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Doelstelling 2 (van vóór 2000)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de nog uit de drie fondsen (EFRO, ESF, EOGFL, afdeling Oriëntatie) betaalbaar te stellen verplichtingen die in de programmeringsperioden vóór 2000 in het kader van de oude doelstellingen 2 en 5 b zijn aangegaan.

Rechtsgronden

Verordening (EEG) nr. 2052/88 van de Raad van 24 juni 1988 betreffende de taken van de fondsen met structurele strekking, hun doeltreffendheid alsmede de coördinatie van hun bijstandsverlening onderling en met die van de Europese Investeringsbank en de andere bestaande financieringsinstrumenten (PB L 185 van 15.7.1988, blz. 9).

Verordening (EEG) nr. 4253/88 van de Raad van 19 december 1988 tot vaststelling van toepassingsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 2052/88 met betrekking tot de coördinatie van de bijstandsverlening uit de onderscheiden structuurfondsen enerzijds en van die bijstandsverlening met die van de Europese Investeringsbank en de andere bestaande financieringsinstrumenten anderzijds (PB L 374 van 31.12.1988, blz. 1).

Verordening (EEG) nr. 4254/88 van de Raad van 19 december 1988 tot vaststelling van toepassingsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 2052/88 met betrekking tot het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (PB L 374 van 31.12.1988, blz. 15).

Verordening (EG) nr. 1783/1999 van het Europees Parlement en de Raad van 12 juli 1999 met betrekking tot het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (PB L 213 van 13.8.1999, blz. 1).

13 03 06

Voltooiing van Urban (2000-2006)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van de nog uit het communautaire initiatief Urban II betaalbaar te stellen verplichtingen voor de programmeringsperiode 2000-2006. Het communautaire initiatief Urban beoogde de economische en sociale rehabilitatie van in crisis verkerende steden en stadswijken met het oog op duurzame stadsontwikkeling.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1783/1999 van het Europees Parlement en de Raad van 12 juli 1999 met betrekking tot het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (PB L 213 van 13.8.1999, blz. 1).

Referentiebesluiten

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 28 april 2000 tot vaststelling van de richtsnoeren voor een communautair initiatief voor economische en sociale rehabilitatie van in crisis verkerende steden en buurten met het oog op een duurzame stadsontwikkeling (Urban II) (PB C 141 van 19.5.2000, blz. 8).

13 03 07

Voltooiing van vroegere programma's — Communautaire initiatieven (van vóór 2000)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient voor de financiering van de nog uit het EFRO betaalbaar te stellen verplichtingen in verband met communautaire initiatieven van vóór 2000.

Rechtsgronden

Verordening (EEG) nr. 2052/88 van de Raad van 24 juni 1988 betreffende de taken van de fondsen met structurele strekking, hun doeltreffendheid alsmede de coördinatie van hun bijstandsverlening onderling en met die van de Europese Investeringsbank en de andere bestaande financieringsinstrumenten (PB L 185 van 15.7.1988, blz. 9).

Verordening (EEG) nr. 4253/88 van de Raad van 19 december 1988 tot vaststelling van toepassingsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 2052/88 met betrekking tot de coördinatie van de bijstandsverlening uit de onderscheiden structuurfondsen enerzijds en van die bijstandsverlening met die van de Europese Investeringsbank en de andere bestaande financieringsinstrumenten anderzijds (PB L 374 van 31.12.1988, blz. 1).

Verordening (EEG) nr. 4254/88 van de Raad van 19 december 1988 tot vaststelling van toepassingsbepalingen voor Verordening (EEG) nr. 2052/88 met betrekking tot het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (PB L 374 van 31.12.1988, blz. 15).

Verordening (EEG) nr. 4255/88 van de Raad van 19 december 1988 tot vaststelling van bepalingen voor de uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2052/88 met betrekking tot het Europees Sociaal Fonds (PB L 374 van 31.12.1988, blz. 21).

Verordening (EG) nr. 1783/1999 van het Europees Parlement en de Raad van 12 juli 1999 met betrekking tot het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (PB L 213 van 13.8.1999, blz. 1).

Referentiebesluiten

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 13 mei 1992 tot vaststelling van de richtsnoeren voor de operationele programma's die de lidstaten worden uitgenodigd op te stellen in het kader van een communautair initiatief voor de sterk van de textiel- en kledingsector afhankelijke regio's (Retex) (PB C 142 van 4.6.1992, blz. 5).

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 15 juni 1994 tot vaststelling van de richtsnoeren voor globale subsidies of geïntegreerde operationele programma's in het kader waarvan de lidstaten bijstandsaanvragen kunnen indienen uit hoofde van een communautair initiatief betreffende de herstructurering van de visserijsector (Pesca) (PB C 180 van 1.7.1994, blz. 1).

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 15 juni 1994 houdende vaststelling van de richtsnoeren voor operationele programma's die de lidstaten worden verzocht op te stellen in het kader van een communautair initiatief voor stedelijke gebieden (Urban) (PB C 180 van 1.7.1994, blz. 6).

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 15 juni 1994 houdende vaststelling van de richtsnoeren voor operationele programma's of globale subsidies die de lidstaten worden verzocht voor te stellen in het kader van een communautair initiatief betreffende de aanpassing van middelgrote en kleine bedrijven aan de interne markt (mkb-initiatief) (PB C 180 van 1.7.1994, blz. 10).

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 15 juni 1994 houdende nadere bijzonderheden betreffende de richtsnoeren voor het initiatief Retex (PB C 180 van 1.7.1994, blz. 17).

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 15 juni 1994 tot vaststelling van de richtsnoeren voor de operationele programma's of globale subsidies waarvoor de lidstaten voorstellen mogen indienen in het kader van een communautair initiatief voor de omschakeling van de defensiesector (Konver) (PB C 180 van 1.7.1994, blz. 18).

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 15 juni 1994 tot vaststelling van de richtsnoeren voor de operationele programma's of globale subsidies waarvoor de lidstaten voorstellen mogen indienen in het kader van een communautair initiatief voor de economische omschakeling van ijzer- en staalzones (Resider II) (PB C 180 van 1.7.1994, blz. 22).

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 15 juni 1994 tot vaststelling van de richtsnoeren voor de operationele programma's of globale subsidies waarvoor de lidstaten voorstellen mogen indienen in het kader van een communautair initiatief voor de economische omschakeling van steenkoolwinningsgebieden (Rechar II) (PB C 180 van 1.7.1994, blz. 26).

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 15 juni 1994 tot vaststelling van de richtsnoeren voor de operationele programma's of globale subsidies die de lidstaten worden verzocht op te stellen in het kader van een communautair initiatief „Aanpassing van de werknemers aan de gewijzigde omstandigheden in het bedrijfsleven (Adapt)”, dat gericht is op de bevordering van de werkgelegenheid en de aanpassing van de werknemers aan de gewijzigde omstandigheden in het bedrijfsleven (PB C 180 van 1.7.1994, blz. 30).

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 15 juni 1994 tot vaststelling van de richtsnoeren voor de operationele programma's/globale subsidies die de lidstaten worden verzocht op te stellen in het kader van een communautair initiatief inzake „Werkgelegenheid en ontwikkeling van de menselijke hulpbronnen” (Emploi) (PB C 180 van 1.7.1994, blz. 36).

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 15 juni 1994 tot vaststelling van de richtsnoeren voor de operationele programma's van de lidstaten in het kader van een initiatief van de Gemeenschap voor de ultraperifere gebieden (Regis II) (PB C 180 van 1.7.1994, blz. 44).

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 15 juni 1994 tot vaststelling van richtsnoeren voor geïntegreerde globale subsidies en geïntegreerde operationele programma's in het kader van een communautair initiatief voor plattelandsontwikkeling, waarvoor de lidstaten bijstandsaanvragen kunnen indienen (Leader II) (PB C 180 van 1.7.1994, blz. 48).

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 15 juni 1994 tot vaststelling van de richtsnoeren voor operationele programma's van de lidstaten in het kader van een initiatief van de Gemeenschap betreffende de ontwikkeling van grensgebieden, grensoverschrijdende samenwerking en geselecteerde energienetten (Interreg II) (PB C 180 van 1.7.1994, blz. 60).

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 16 mei 1995 tot vaststelling van de richtsnoeren voor een initiatief in het kader van het speciaal steunprogramma voor vrede en verzoening in Noord-Ierland en de aangrenzende graafschappen van Ierland (Peace I-programma) (PB C 186 van 20.7.1995, blz. 3).

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 8 mei 1996 houdende vaststelling van de richtsnoeren voor operationele programma's die de lidstaten worden verzocht op te stellen in het kader van een communautair initiatief voor stedelijke gebieden (Urban) (PB C 200 van 10.7.1996, blz. 4).

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 8 mei 1996 betreffende de vaststelling van gewijzigde richtsnoeren voor de operationele programma's of globale subsidies die de lidstaten worden verzocht voor te stellen in het kader van een communautair initiatief inzake „Werkgelegenheid en ontwikkeling van de menselijke hulpbronnen”, bedoeld om de groei van de werkgelegenheid in hoofdzaak door de ontwikkeling van de menselijke hulpbronnen te bevorderen (PB C 200 van 10.7.1996, blz. 13).

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 8 mei 1996 over de vaststelling van gewijzigde richtsnoeren voor de operationele programma's of globale subsidies die de lidstaten worden verzocht voor te stellen in het kader van een communautair initiatief: „Aanpassing van de werknemers aan de gewijzigde omstandigheden in het bedrijfsleven (Adapt)”, dat gericht is op de bevordering van de werkgelegenheid en de aanpassing van de werknemers aan de gewijzigde omstandigheden in het bedrijfsleven (PB C 200 van 10.7.1996, blz. 7).

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 8 mei 1996 tot vaststelling van de richtsnoeren voor de door de lidstaten op te stellen operationele programma's in het kader van het communautair initiatief Interreg betreffende transnationale samenwerking op het gebied van ruimtelijke ordening (Interreg II C) (PB C 200 van 10.7.1996, blz. 23).

Mededeling van de Commissie aan de Raad, het Europees Parlement, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's van 26 november 1997 over het speciale steunprogramma voor vrede en verzoening in Noord-Ierland en de aangrenzende graafschappen van Ierland (1995-1999) (Peace I-programma) (COM(97) 642 final).

13 03 08

Voltooiing van het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Technische bijstand en innovatieve acties (2000-2006)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de nog uit het EFRO betaalbaar te stellen verplichtingen in verband met innovatieve acties en technische bijstand die in de programmeringsperiode 2000-2006 zijn aangegaan zoals vastgesteld in de artikelen 22 en 23 van Verordening (EG) nr. 1260/1999. Bij de innoverende acties gaat het om studies, modelprojecten en uitwisseling van ervaringen. Deze acties waren met name bedoeld om de kwaliteit van de bijstandsverlening uit de structuurfondsen te verbeteren. Onder technische bijstand vallen de maatregelen ter voorbereiding, follow-up, evaluatie, controle en beheer van de tenuitvoerlegging van het EFRO. Dit krediet kan met name worden gebruikt voor de financiering van:

 

uitgaven voor ondersteuning (representatievergoedingen, opleiding, vergaderingen, dienstreizen);

 

uitgaven voor informatieverstrekking en publicaties;

 

uitgaven voor informatie- en communicatietechnologie;

 

contracten voor dienstverleners en studies;

 

beurzen.

Dit krediet dient ook voor de financiering van maatregelen van partners als voorbereiding op de programmeringsperiode 2007-2013.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1260/1999 van de Raad van 21 juni 1999 houdende algemene bepalingen inzake de structuurfondsen (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1783/1999 van het Europees Parlement en de Raad van 12 juli 1999 met betrekking tot het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (PB L 213 van 13.8.1999, blz. 1).

13 03 09

Voltooiing van het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Technische bijstand en innovatieve acties (van vóór 2000)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de afwikkeling van betalingsverplichtingen die het EFRO in programmeringsperioden vóór 2000 heeft aangegaan voor innoverende acties, maatregelen op het gebied van voorbereiding, follow-up of evaluatie, of andere soortgelijke vormen van technische bijstand waarin de verordeningen voorzien. Het dient ook voor de financiering van de oude meerjarenacties, en met name voor die welke zijn goedgekeurd en uitgevoerd in het kader van andere hieronder genoemde verordeningen, maar die niet onder de prioritaire doelstellingen van de fondsen vallen. Dit krediet zal zo nodig ook worden gebruikt voor financiering, wanneer de overeenkomstige vastleggingskredieten voor de programmeringsperiode 2000-2006 niet beschikbaar zijn of niet zijn vastgesteld.

Rechtsgronden

Verordening (EEG) nr. 2088/85 van de Raad van 23 juli 1985 inzake de geïntegreerde mediterrane programma's (PB L 197 van 27.7.1985, blz. 1).

Verordening (EEG) nr. 2052/88 van de Raad van 24 juni 1988 betreffende de taken van de fondsen met structurele strekking, hun doeltreffendheid alsmede de coördinatie van hun bijstandsverlening onderling en met die van de Europese Investeringsbank en de andere bestaande financieringsinstrumenten (PB L 185 van 15.7.1988, blz. 9).

Verordening (EEG) nr. 4253/88 van de Raad van 19 december 1988 tot vaststelling van toepassingsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 2052/88 met betrekking tot de coördinatie van de bijstandsverlening uit de onderscheiden structuurfondsen enerzijds en van die bijstandsverlening met die van de Europese Investeringsbank en de andere bestaande financieringsinstrumenten anderzijds (PB L 374 van 31.12.1988, blz. 1).

Verordening (EEG) nr. 4254/88 van de Raad van 19 december 1988 tot vaststelling van toepassingsbepalingen voor Verordening (EEG) nr. 2052/88 met betrekking tot het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (PB L 374 van 31.12.1988, blz. 15).

Verordening (EG) nr. 1783/1999 van het Europees Parlement en de Raad van 12 juli 1999 met betrekking tot het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (PB L 213 van 13.8.1999, blz. 1).

13 03 12

Bijdrage van de Unie aan het Internationaal Fonds voor Ierland

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

3 000 000

p.m.

p.m.

0,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de Uniebijdrage in de financiering van het Internationaal Fonds voor Ierland, opgericht bij de Engels-Ierse overeenkomst van 15 november 1985 en bedoeld voor het bevorderen van de economische en sociale vooruitgang en voor het aanmoedigen van de contacten, de dialoog en de verzoening tussen de Ierse bevolkingsgroepen.

Uit het fonds kunnen maatregelen in het kader van het initiatiefprogramma worden aangevuld en gesteund ten behoeve van het vredesproces in Noord-Ierland en de Republiek Ierland.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 177/2005 van de Raad van 24 januari 2005 betreffende financiële bijdragen van de Gemeenschap aan het Internationaal Fonds voor Ierland (2005-2006) (PB L 30 van 3.2.2005, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 1232/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 15 december 2010 betreffende financiële bijdragen van de Europese Unie aan het Internationaal Fonds voor Ierland (2007-2010) (PB L 346 van 30.12.2010, blz. 1).

13 03 13

Voltooiing van het communautair initiatief Interreg III (2000-2006)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

7 224 615,26

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de nog uit het communautair initiatief Interreg III betaalbaar te stellen verplichtingen in verband met grensoverschrijdende, transnationale en interregionale samenwerking in de programmeringsperiode 2000-2006.

Er zal bijzondere aandacht worden geschonken aan grensoverschrijdende activiteiten, met name met het oog op een betere coördinatie met de programma's Phare, Tacis, ISPA en MEDA.

Dit krediet dient ook ter dekking van de kosten van coördinatieactiviteiten op het gebied van grensoverschrijdende arbeidsmobiliteit en -vaardigheden. De nodige aandacht zal worden besteed aan de samenwerking met de ultraperifere regio's.

Dit krediet kan worden gecombineerd met kredieten voor grensoverschrijdende samenwerking in het kader van het Phare-programma ten behoeve van gezamenlijke projecten aan de buitengrenzen van de Unie.

Dit krediet dient onder meer ter dekking van voorbereidende maatregelen ten gunste van lokale en regionale samenwerking tussen de oude en de nieuwe lidstaten en de kandidaat-lidstaten op de terreinen van democratie en sociale en regionale ontwikkeling.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1783/1999 van het Europees Parlement en de Raad van 12 juli 1999 met betrekking tot het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (PB L 213 van 13.8.1999, blz. 1).

Referentiebesluiten

Mededeling van de Commissie van 2 september 2004 tot vaststelling van richtsnoeren voor een communautair initiatief betreffende trans-Europese samenwerking ter stimulering van een harmonieuze en evenwichtige ontwikkeling van de Europese ruimte — Interreg III (PB C 226 van 10.9.2004, blz. 2).

13 03 14

Voltooiing van de bijstand voor aan de kandidaat-lidstaten grenzende regio's — Voltooiing van vroegere programma's (2000-2006)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de nog betaalbaar te stellen verplichtingen voor projecten uit de programmeringsperiode 2000-2006 in de aan de kandidaat-lidstaten grenzende regio's overeenkomstig de regels van het communautair initiatief Interreg III voor grensoverschrijdende, transnationale en interregionale samenwerking. Bij de maatregelen wordt rekening gehouden met de mededeling van de Commissie over de gevolgen van de uitbreiding voor de aan kandidaat-lidstaten grenzende regio's — Communautaire actie ten behoeve van grensregio's (COM(2001) 437 final).

13 03 16

Voltooiing van het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Convergentie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

11 630 610 000

p.m.

18 115 473 754

0,—

22 743 220 000,—

Toelichting

Dit krediet is bedoeld ter dekking van de nog betaalbaar te stellen verplichtingen voor programma’s in het kader van de EFRO-doelstelling convergentie in de programmeringsperiode 2007-2013. Met deze doelstelling wordt beoogd de convergentie van de minst ontwikkelde lidstaten en regio’s te versnellen door de voorwaarden voor groei en werkgelegenheid te verbeteren.

Een deel van het krediet is bedoeld voor de aanpak van intraregionale verschillen, zodat achter de algemene ontwikkelingssituatie van een regio geen achtergestelde territoriale eenheden schuilgaan waar sprake is van zichzelf bestendigende armoede.

Overeenkomstig artikel 105 bis, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1083/2006 zoals gewijzigd bij bijlage III, punt 7, van het Verdrag betreffende de toetreding van de Republiek Kroatië tot de Europese Unie (PB L 112 van 24.4.2012), worden programma's en grote projecten die op de datum van toetreding van Kroatië zijn goedgekeurd uit hoofde van Verordening (EG) nr. 1085/2006 en die op die datum nog niet volledig zijn uitgevoerd, geacht door de Commissie te zijn goedgekeurd uit hoofde van Verordening (EG) nr. 1083/2006, met uitzondering van de programma's die zijn goedgekeurd uit hoofde van de in artikel 3, lid 1, onder a) en e), van die verordening genoemde afdelingen.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1080/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juli 2006 betreffende het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1783/1999 (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1260/1999 (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25).

13 03 17

Voltooiing van het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Peace

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

20 000 000

p.m.

22 253 265

0,—

32 725 406,63

Toelichting

Dit krediet is bedoeld ter dekking van de nog betaalbaar te stellen verplichtingen voor het programma Peace in het kader van de doelstelling Europese territoriale samenwerking van het EFRO in de programmeringsperiode 2007-2013.

Het Peace-programma zal ten uitvoer worden gelegd als een grensoverschrijdend samenwerkingsprogramma in de zin van artikel 3, lid 2, onder c), van Verordening (EG) nr. 1083/2006.

Het Peace-programma bevordert sociale en economische stabiliteit in de desbetreffende regio's, en met name acties ter bevordering van de cohesie tussen gemeenschappen. Als gebied komen heel Noord-Ierland en het grensgebied in Ierland in aanmerking. Dit programma zal worden uitgevoerd met volledige inachtneming van de additionaliteit van de acties van de Structuurfondsen.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1080/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juli 2006 betreffende het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1783/1999 (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1260/1999 (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25).

Referentiebesluiten

Conclusies van de Europese Raad van Brussel van 15 en 16 december 2005.

13 03 18

Voltooiing van het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Regionaal concurrentievermogen en werkgelegenheid

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

2 302 998 509

p.m.

2 845 465 225

0,—

4 641 077 214,04

Toelichting

Dit krediet is bedoeld ter dekking van de nog betaalbaar te stellen verplichtingen voor programma’s in het kader van de doelstelling regionaal concurrentievermogen en werkgelegenheid van het EFRO in de programmeringsperiode 2007-2013. Buiten de minst ontwikkelde regio's wordt met deze doelstelling beoogd het concurrentievermogen en de aantrekkelijkheid van de regio's alsook de werkgelegenheid te verbeteren door rekening te houden met de doelstellingen van de Europa 2020-strategie.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1080/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juli 2006 betreffende het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1783/1999 (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1260/1999 (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25).

13 03 19

Voltooiing van het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Europese territoriale samenwerking

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

504 208 000

p.m.

774 962 047

0,—

1 513 787 610,58

Toelichting

Dit krediet is bedoeld ter dekking van de nog betaalbaar te stellen verplichtingen voor programma’s in het kader van de EFRO-doelstelling territoriale samenwerking in de programmeringsperiode 2007-2013. Met deze doelstelling wordt beoogd de territoriale en macroregionale samenwerking en de uitwisseling van ervaringen op het passende territoriale niveau te versterken.

Overeenkomstig artikel 105 bis, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1083/2006 zoals gewijzigd bij bijlage III, punt 7, van het Verdrag betreffende de toetreding van de Republiek Kroatië tot de Europese Unie (PB L 112 van 24.4.2012), worden programma's en grote projecten die op de datum van toetreding van Kroatië zijn goedgekeurd uit hoofde van Verordening (EG) nr. 1085/2006 en die op die datum nog niet volledig zijn uitgevoerd, geacht door de Commissie te zijn goedgekeurd uit hoofde van Verordening (EG) nr. 1083/2006, met uitzondering van de programma's die zijn goedgekeurd uit hoofde van de in artikel 3, lid 1, onder a) en e), van die verordening genoemde afdelingen.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1080/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juli 2006 betreffende het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1783/1999 (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1260/1999 (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25).

13 03 20

Voltooiing van het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Operationele technische bijstand

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

4 770 484

p.m.

5 752 675

0,—

12 690 790,80

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog betaalbaar te stellen verplichtingen uit de programmeringsperiode 2007-2013 voor acties op het gebied van voorbereiding, toezicht, administratieve en technische ondersteuning, evaluatie, audit en inspectie die voor de uitvoering van Verordening (EG) nr. 1083/2006 nodig zijn, zoals bepaald in artikel 45 van die verordening. Dit krediet kan met name worden gebruikt ter dekking van:

 

uitgaven voor ondersteuning (representatievergoedingen, opleiding, vergaderingen, dienstreizen);

 

uitgaven voor informatie en publicatie;

 

uitgaven voor informatie- en communicatietechnologie;

 

contracten voor dienstverlening en studies;

 

subsidies.

Dit krediet dient ook voor de financiering van maatregelen die de Commissie heeft goedgekeurd in het kader van de voorbereiding van de programmeringsperiode 2014-2020.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1080/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juli 2006 betreffende het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1783/1999 (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1260/1999 (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25).

13 03 31

Voltooiing van de technische bijstand en verspreiding van informatie over de strategie van de Europese Unie voor de Oostzeeregio en een betere kennis inzake de strategie voor macroregio’s (2007-2013)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

558 015

p.m.

167 560

0,—

1 720 142,12

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de nog af te wikkelen vastleggingen van de programmeringsperiode 2007-2013 met het oog op:

 

het waarborgen van een goede verspreiding van informatie door middel van nieuwsbrieven (ook online), rapporten en conferenties, en in het bijzonder door middel van het jaarlijkse forum;

 

de organisatie van evenementen ter plaatse om alle geïnteresseerde Europese regio’s bekend te maken met de Oostzeeaanpak en de beginselen van de macroregionale aanpak;

 

een succesvol beheer van de strategie door middel van het gedecentraliseerde systeem en in het bijzonder de werking van het systeem van prioritaire gebiedscoördinatoren en zogenaamde „flagship”-projectleiders;

 

technische en administratieve bijstand voor de planning en coördinatie van activiteiten in verband met de EU-strategie voor de Oostzeeregio;

 

de beschikbaarheid van zaaikapitaal voor het plannen en voorbereiden van projecten ter ondersteuning van de strategie;

 

steun voor participatie door het maatschappelijk middenveld;

 

het blijven ondersteunen van coördinatoren van prioritaire gebieden bij hun coördinerende werkzaamheden;

 

deel te nemen aan een uitvoeringsfaciliteit met de EIB, indien de Baltische lidstaten hierom vragen;

 

een ambitieuzere communicatiestrategie te ontwikkelen voor de EU-strategie voor de Oostzeeregio.

De voortzetting van de steun voor technische bijstand moet worden gebruikt om:

 

coördinatoren van prioritaire gebieden te blijven ondersteunen bij hun coördinerende werkzaamheden;

 

deel te nemen aan een uitvoeringsfaciliteit met de EIB, indien de Baltische lidstaten hierom vragen;

 

een ambitieuzere communicatiestrategie te ontwikkelen voor de EU-strategie voor de Oostzeeregio.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1080/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juli 2006 betreffende het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1783/1999 (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1260/1999 (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25).

13 03 40

Voltooiing van de risicodelingsinstrumenten gefinancierd uit de voor convergentie bestemde middelen van het EFRO (2007-2013)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter financiering van de risicodelingsinstrumenten uit de voor convergentie bestemde middelen van het EFRO voor lidstaten die ernstige moeilijkheden ondervinden of dreigen te ondervinden ten aanzien van hun financiële stabiliteit.

Terugvloeiende middelen en resterende bedragen na de voltooiing van een operatie die door het risicodelingsinstrument wordt gedekt, kunnen binnen het risicodelingsinstrument worden hergebruikt wanneer de lidstaat nog steeds voldoet aan de voorwaarden van artikel 77, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1083/2006. Wanneer de lidstaat niet meer aan die voorwaarden voldoet, worden terugvloeiende middelen en resterende bedragen als bestemmingsontvangsten beschouwd.

Eventuele bestemmingsontvangsten als gevolg van de terugbetaling van terugvloeiende middelen en resterende bedragen die worden opgevoerd onder post 6 1 4 4 van de staat van ontvangsten, geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement. Op verzoek van de betrokken lidstaat worden de uit deze bestemmingsontvangsten voortvloeiende aanvullende vastleggingskredieten het daaropvolgende jaar toegevoegd aan de financiële toewijzing in het kader van het cohesiebeleid van de betrokken lidstaat.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1260/1999, met name artikel 36 bis (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25).

Verordening (EU) nr. 423/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2012 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad, wat betreft sommige bepalingen betreffende risicodelingsinstrumenten voor lidstaten die ernstige moeilijkheden ondervinden of dreigen te ondervinden ten aanzien van hun financiële stabiliteit (PB L 133 van 23.5.2012, blz. 1).

13 03 41

Voltooiing van de risicodelingsinstrumenten gefinancierd uit de voor regionaal concurrentievermogen en werkgelegenheid bestemde middelen van het EFRO (2007-2013)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter financiering van de risicodelingsinstrumenten van de voor regionaal concurrentievermogen en werkgelegenheid bestemde middelen van het EFRO voor lidstaten die ernstige moeilijkheden ondervinden of dreigen te ondervinden ten aanzien van hun financiële stabiliteit.

Terugvloeiende middelen en resterende bedragen na de voltooiing van een operatie die door het risicodelingsinstrument wordt gedekt, kunnen binnen het risicodelingsinstrument worden hergebruikt wanneer de lidstaat nog steeds voldoet aan de voorwaarden van artikel 77, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1083/2006. Wanneer de lidstaat niet meer aan die voorwaarden voldoet, worden terugvloeiende middelen en resterende bedragen als bestemmingsontvangsten beschouwd.

Eventuele bestemmingsontvangsten als gevolg van de terugbetaling van terugvloeiende middelen en resterende bedragen die worden opgevoerd onder post 6 1 4 4 van de staat van ontvangsten, geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement. Op verzoek van de betrokken lidstaat worden de uit deze bestemmingsontvangsten voortvloeiende aanvullende vastleggingskredieten het daaropvolgende jaar toegevoegd aan de financiële toewijzing in het kader van het cohesiebeleid van de betrokken lidstaat.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1260/1999, met name artikel 36 bis (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25).

Verordening (EU) nr. 423/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2012 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad, wat betreft sommige bepalingen betreffende risicodelingsinstrumenten voor lidstaten die ernstige moeilijkheden ondervinden of dreigen te ondervinden ten aanzien van hun financiële stabiliteit (PB L 133 van 23.5.2012, blz. 1).

13 03 60

Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Minder ontwikkelde regio's — Doelstelling investeren in groei en werkgelegenheid

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

17 862 662 517

9 467 650 000

22 791 990 704

3 742 700 000

7 343 016 939,—

354 537 485,71

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van steun van het EFRO in het kader van de doelstelling investeren in groei en werkgelegenheid in minder ontwikkelde regio's in de programmeringsperiode 2014-2020. Het inhaalproces van deze regio’s met een economische en sociale achterstand vraagt ook op de lange termijn om voortdurende inspanningen. Deze categorie omvat de regio's waarin het bbp per inwoner minder dan 75 % van het gemiddelde bbp van de Unie bedraagt.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1301/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling en specifieke bepalingen met betrekking tot de doelstelling „Investeren in groei en werkgelegenheid”, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1080/2006 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 289).

Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).

13 03 61

Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Overgangsregio's — Doelstelling investeren in groei en werkgelegenheid

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

3 396 891 363

1 860 036 800

4 364 947 125

607 866 009

1 711 804 061,—

86 215 089,83

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van steun van het EFRO in het kader van de doelstelling investeren in groei en werkgelegenheid in de periode 2014-2020 in een nieuwe categorie van regio's — „overgangsregio's” — die het systeem van „phasing-out” en „phasing-in” van 2007-2013 vervangt. Deze categorie omvat regio's met een bbp per inwoner tussen 75 % en 90 % van het gemiddelde bbp van de Unie.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1301/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling en specifieke bepalingen met betrekking tot de doelstelling „Investeren in groei en werkgelegenheid”, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1080/2006 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 289).

Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).

13 03 62

Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Meer ontwikkelde regio's — Doelstelling investeren in groei en werkgelegenheid

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

4 426 018 219

2 750 605 336

5 692 851 846

925 413 678

2 188 846 023,—

104 804 471,31

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van steun van het EFRO in het kader van de doelstelling investeren in groei en werkgelegenheid in meer ontwikkelde regio's in de programmeringsperiode 2014-2020. Terwijl steunmaatregelen voor de minder ontwikkelde regio's de prioriteit voor het cohesiebeleid blijven, is dit krediet bedoeld om de belangrijke uitdagingen aan te pakken waarmee alle lidstaten worden geconfronteerd, zoals de mondiale concurrentie in de kenniseconomie, de overgang naar een koolstofarme economie en sociale polarisatie die wordt verergerd door het huidige economische klimaat. Deze categorie omvat de regio's waarin het bbp per inwoner meer dan 90 % van het gemiddelde bbp van de Unie bedraagt.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1301/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling en specifieke bepalingen met betrekking tot de doelstelling „Investeren in groei en werkgelegenheid”, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1080/2006 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 289).

Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).

13 03 63

Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Extra toewijzingen voor ultraperifere gebieden en dun bevolkte regio's — Doelstelling investeren in groei en werkgelegenheid

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

217 673 091

108 017 000

278 520 741

37 296 511

144 093 487,—

6 598 693,28

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van specifieke extra steun van het EFRO in het kader van de doelstelling investeren in groei en werkgelegenheid in ultraperifere gebieden en dun bevolkte regio's in de programmeringsperiode 2014-2020. Deze extra financiering dient om rekening te houden met de specifieke uitdagingen waarmee de in artikel 349 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie genoemde ultraperifere gebieden en de noordelijke dunbevolkte regio's die aan de criteria in artikel 2 van Protocol nr. 6 bij het Verdrag betreffende de toetreding van Oostenrijk, Finland en Zweden voldoen, worden geconfronteerd.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1301/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling en specifieke bepalingen met betrekking tot de doelstelling „Investeren in groei en werkgelegenheid”, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1080/2006 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 289).

Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).

13 03 64

Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Europese territoriale samenwerking

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van steun uit het EFRO in het kader van de doelstelling Europese territoriale samenwerking in de programmeringsperiode 2014-2020. Het krediet wordt gebruikt voor de financiering van grensoverschrijdende samenwerking tussen aangrenzende regio's, transnationale samenwerking op grotere transnationale gebieden en interregionale samenwerking. In het kader van het Europees nabuurschapsinstrument en het instrument voor pretoetredingssteun wordt met dit krediet ook financiële steun verleend aan samenwerkingsactiviteiten aan de buitengrenzen van de Unie.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1299/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende specifieke bepalingen voor steun uit het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling ter verwezenlijking van de doelstelling „Europese territoriale samenwerking” (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 259).

Verordening (EU) nr. 1301/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling en specifieke bepalingen met betrekking tot de doelstelling „Investeren in groei en werkgelegenheid”, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1080/2006 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 289).

Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).

13 03 64 01

Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Europese territoriale samenwerking

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

958 188 214

284 930 000

1 030 771 642

263 856 034

101 623 065,—

19 725 009,83

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van steun uit het EFRO in het kader van de doelstelling Europese territoriale samenwerking in de programmeringsperiode 2014-2020. Het krediet wordt gebruikt voor de financiering van grensoverschrijdende samenwerking tussen aangrenzende regio's, transnationale samenwerking op grotere transnationale gebieden en interregionale samenwerking.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1299/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende specifieke bepalingen voor steun uit het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling ter verwezenlijking van de doelstelling „Europese territoriale samenwerking” (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 259).

Verordening (EU) nr. 1301/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling en specifieke bepalingen met betrekking tot de doelstelling „Investeren in groei en werkgelegenheid”, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1080/2006 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 289).

Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).

13 03 64 02

Deelname van kandidaat-lidstaten en potentiële kandidaat-lidstaten aan EFRO ETS — Bijdrage uit rubriek 4 (IPA II)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

5 171 292

1 500 000

6 101 230

p.m.

0,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de bijdrage van het instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) tot de transnationale en interregionale samenwerkingsprogramma's van het EFRO waaraan de in bijlage I bij Verordening (EU) nr. 231/2014 opgenomen begunstigden deelnemen.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun publieke organen, entiteiten of natuurlijke personen aan bepaalde externe steunprojecten of –programma's die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten vormen bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1299/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende specifieke bepalingen voor steun uit het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling ter verwezenlijking van de doelstelling „Europese territoriale samenwerking” (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 259).

Verordening (EU) nr. 231/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 11).

13 03 64 03

Deelname van Europese nabuurschapslanden aan EFRO ETS — Bijdrage uit rubriek 4 (ENI)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 414 450

264 000

p.m.

p.m.

0,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van steun uit het Europees Nabuurschapsinstrument (ENI) in het kader van de doelstelling Europese territoriale samenwerking in de programmeringsperiode 2014-2020 voor het programma voor grensoverschrijdende samenwerking voor de Oostzee. Uit hoofde van zowel het ENI als het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) moet ondersteuning worden verleend voor programma's voor grensoverschrijdende samenwerking tussen de lidstaten, enerzijds, en met partnerlanden en/of de Russische Federatie, anderzijds („andere aan de grensoverschrijdende samenwerking deelnemende landen”) aan de buitengrenzen van de Unie, ter bevordering van geïntegreerde en duurzame regionale ontwikkeling en samenwerking tussen gebieden die aan weerszijden van een grens liggen, alsook van harmonieuze territoriale integratie overal in de Unie en met naburige landen.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1299/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende specifieke bepalingen voor steun uit het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling ter verwezenlijking van de doelstelling „Europese territoriale samenwerking” (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 259).

Verordening (EU) nr. 232/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een Europees Nabuurschapsinstrument (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 27).

13 03 65

Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Operationele technische bijstand

13 03 65 01

Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Operationele technische bijstand

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

74 000 000

57 415 941

72 000 000

57 526 752

55 758 265,94

24 441 845,81

Toelichting

Dit krediet dient ter ondersteuning van acties op het gebied van voorbereiding, toezicht, administratieve en technische bijstand, evaluatie, audit en controle die voor de uitvoering van Verordening (EU) nr. 1303/2013 nodig zijn, zoals bepaald in de artikelen 58 en 118 van die verordening.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1301/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling en specifieke bepalingen met betrekking tot de doelstelling „Investeren in groei en werkgelegenheid”, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1080/2006 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 289).

Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).

13 03 65 02

Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Op verzoek van een lidstaat door de Commissie beheerde operationele technische bijstand

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

8 109 635,71

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van een deel van het nationale totaalbedrag voor technische bijstand dat op verzoek van een lidstaat met tijdelijke begrotingsproblemen is overgeheveld naar technische bijstand op initiatief van de Commissie. De post dient in overeenstemming met het artikel 25 van de Verordening (EU) nr. 1303/2013 ter dekking van maatregelen om naar aanleiding van economische en maatschappelijke problemen in deze lidstaat structurele en administratieve hervormingen te bepalen, hieraan een rangorde te geven en deze uit te voeren.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1301/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling en specifieke bepalingen met betrekking tot de doelstelling „Investeren in groei en werkgelegenheid”, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1080/2006 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 289).

Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).

13 03 66

Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Innovatieve acties op het gebied van duurzame stedelijke ontwikkeling

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

52 049 523

48 649 262

51 028 945

48 418 349

50 028 377,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter ondersteuning van innovatieve acties van het EFRO op initiatief van de Commissie op het gebied van duurzame stedelijke ontwikkeling overeenkomstig artikel 8 van Verordening (EU) nr. 1301/2013. Deze innovatieve acties omvatten studies en proefprojecten voor het vaststellen of beproeven van nieuwe oplossingen voor kwesties die verband houden met duurzame stedelijke ontwikkeling die van belang zijn op het niveau van de Unie.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1301/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling en specifieke bepalingen met betrekking tot de doelstelling „Investeren in groei en werkgelegenheid”, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1080/2006 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 289).

Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).

13 03 67

Technische bijstand en verspreiding van informatie over de strategie van de Europese Unie voor de Oostzeeregio en een betere kennis inzake de strategie voor macroregio’s (2014-2020)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

1 420 620

p.m.

479 390

2 500 000,—

435 493,76

Toelichting

Dit krediet is bestemd voor de tenuitvoerlegging van de Europese strategie voor het Oostzeegebied.

De voortzetting van de steun voor technische bijstand in 2014 moet worden gebruikt om:

 

coördinatoren van prioritaire gebieden steun te blijven geven bij hun coördinerende werkzaamheden;

 

deel te nemen aan een uitvoeringsfaciliteit met de EIB, indien de Baltische lidstaten hierom vragen;

 

een ambitieuzere communicatiestrategie te ontwikkelen voor de EU-strategie voor de Oostzeeregio (EUSBSR).

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1301/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling en specifieke bepalingen met betrekking tot de doelstelling „Investeren in groei en werkgelegenheid”, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1080/2006 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 289).

Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).

13 03 68

Technische bijstand en verspreiding van informatie over de strategie van de Europese Unie voor de Donauregio en een betere kennis inzake de strategie voor macroregio’s (2014-2020)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

750 000

p.m.

1 198 474

2 500 000,—

0,—

Toelichting

Dit krediet is bestemd voor de tenuitvoerlegging van de Europese strategie voor de Donauregio.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1301/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling en specifieke bepalingen met betrekking tot de doelstelling „Investeren in groei en werkgelegenheid”, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1080/2006 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 289).

Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).

13 03 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

13 03 77 01

Proefproject — Pan-Europese coördinatie van integratiemethoden voor de Roma

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

13 03 77 02

Proefproject — Betere regionale en lokale samenwerking door het bevorderen van het regionaal beleid van de Unie op wereldschaal

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

2 588,95

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

13 03 77 03

Voorbereidende actie — Bevordering van een gunstiger omgeving voor microkrediet in Europa

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

13 03 77 04

Proefproject — Duurzame regeneratie in voorsteden

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

13 03 77 05

Voorbereidende actie — Rurban — Partnerschap voor duurzame stads-plattelandsontwikkeling

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

66 781,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

13 03 77 06

Voorbereidende actie — Betere regionale en lokale samenwerking door het bevorderen van het regionaal beleid van de Unie op wereldschaal

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

1 003 491

0,—

1 856 838,47

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

13 03 77 07

Voorbereidende actie — Vaststelling bestuursmodel voor de Donauregio in de Europese Unie (betere en doeltreffende coördinatie)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

1 562 824

0,—

1 091 424,90

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

13 03 77 08

Proefproject — Naar een gemeenschappelijke regionale identiteit, verzoening van naties en economische en sociale samenwerking, waaronder een Platform voor pan-Europese deskundigheid en excellentie in de macroregio van de Donau

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

315 452

p.m.

1 174 000

0,—

824 148,13

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

13 03 77 09

Voorbereidende actie inzake een Atlantisch forum voor de Atlantische strategie van de Europese Unie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

334 000

p.m.

600 000

0,—

167 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

13 03 77 10

Voorbereidende actie — Begeleiding van Mayotte of eventuele andere gebieden bij het proces van verkrijging van de status van ultraperifere regio

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

400 000

0,—

360 785,46

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

13 03 77 11

Voorbereidende actie — Erasmus voor lokale en regionale afgevaardigden

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

13 03 77 12

Voorbereidende actie — Naar een gemeenschappelijke regionale identiteit, verzoening van naties en economische en sociale samenwerking, waaronder een platform voor pan-Europese deskundigheid en excellentie in de macroregio van de Donau

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

1 857 671

2 000 000

2 000 000

1 799 458,65

629 721,75

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

13 03 77 13

Proefproject — Cohesiebeleid en synergieën met de fondsen voor onderzoek en ontwikkeling: de „trap naar topkwaliteit”

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

2 100 000

1 500 000

1 350 000

1 200 000,—

600 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

13 03 77 14

Voorbereidende actie — Een regionale strategie voor de Noordzeeregio

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

125 000

158 217,60

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

De Noordzeeregio kan fungeren als aanjager van groei in Europa, zorgen voor toegevoegde waarde in de Europese Unie en bijdragen aan de doelstellingen van de Europa 2020-strategie.

De Unie heeft reeds een regionale strategie ontwikkeld voor de Oostzeeregio en is begonnen met de ontwikkeling van strategieën voor de Atlantische en Arctische regio's, maar voor de Noordzeeregio is een dergelijk proces nog niet opgestart. Een regionale strategie voor de Noordzeeregio is de ontbrekende schakel tussen de macroregio's in het noordoosten en noordwesten van Europa.

Deze voorbereidende actie dient om het groeipotentieel van de regio te analyseren en op basis daarvan te onderzoeken of een gedeelde macroregionale strategie voor de Noordzeeregio wenselijk is, aangezien een sterke Noordzeeregio kan fungeren als aanjager van de groei in Europa en kan bijdragen aan de doelstellingen van de Europa 2020-strategie.

Strategiedocument Noordzeeregio 2020

De algemene vergadering van de Noordzeecommissie heeft een strategiedocument Noordzeeregio 2020 opgesteld in overleg met leden en belanghebbenden in de Noordzeeregio. Het strategiedocument beziet de Noordzeeregio als regio voor territoriale samenwerking, en besteedt aandacht aan de grote uitdagingen en gemeenschappelijke kenmerken in verband waarmee internationale acties en samenwerking kunnen zorgen voor toegevoegde waarde.

Het strategiedocument omschrijft vijf strategische prioriteiten die nauw verbonden zijn aan de doelstellingen van Europa 2020 en bijdragen aan de tenuitvoerlegging van verschillende (zo niet alle) vlaggenschipinitiatieven van Europa 2020:

 

beheer van de maritieme ruimte;

 

verbetering van de bereikbaarheid en schoon vervoer;

 

aanpak van de klimaatverandering;

 

aantrekkelijke en levensvatbare gemeenschappen;

 

bevordering van innovatie en uitmuntendheid.

Het strategiedocument inzake de Noordzeeregio vormt de opmaat voor het analyseren van de uitdagingen en kansen voor de Noordzeeregio en het onderzoeken van de mogelijkheden voor regionale groei, ter ondersteuning van de Europa 2020-strategie.

Voorbereidende actie voor de Noordzeeregio

Om de mogelijkheden voor regionale groei diepgaand te onderzoeken, ter ondersteuning van de Europa 2020-strategie, en de basis te leggen voor een sterke macroregio, moet een grondiger analyse worden uitgevoerd van de vijf strategische prioriteiten die zijn aangegeven in het strategiedocument Noordzeeregio 2020, alsmede van hun toegevoegde waarde in het kader van de EU.

Activiteiten

De voorbereidende actie dient ter financiering van een aantal goed gecoördineerde initiatieven gedurende een periode van drie jaar (2014-2017), te weten:

 

grondige analyses/studies van de vijf prioriteiten die zijn aangegeven in het strategiedocument Noordzeeregio 2020;

 

conferenties van belanghebbenden waar aandacht wordt besteed aan politieke bereidheid, samenwerking en inhoud;

 

een aansluitende dialoog tussen alle belanghebbenden, waaronder de Commissie, de lidstaten en regionale autoriteiten.

De activiteiten moeten nauw verband houden met het regionale beleid van de Unie en moeten ook synergieën mogelijk maken met andere beleidsterreinen en programma's van de Unie.

Output

De voorbereidende actie moet resulteren in een grondige analyse van het groeipotentieel van de regio rond de Noordzee, waarbij moet worden aangegeven op welke terreinen actie moet worden ondernomen. Daarnaast moet een witboek worden gepresenteerd aan de Unie en de lidstaten inzake de toegevoegde waarde van een gedeelde regionale strategie en samenwerking voor de Noordzeeregio.

Uitvoering

De kredieten voor deze voorbereidende actie moeten worden op de algemene begroting van de Unie worden opgenomen onder titel 13 „Regionaal beleid en stadsontwikkeling”, met het oog op het regionale karakter van de voorgenomen activiteiten. DG REGIO moet verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van de voorbereidende actie, in samenwerking met de Noordzeecommissie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

13 03 77 15

Voorbereidende actie — Wereldsteden: samenwerking tussen de EU en derde landen op het gebied van stedelijke ontwikkeling

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 500 000

1 500 000

p.m.

800 000

2 000 000,—

3 173,98

Toelichting

Het doel van deze voorbereidende actie is het bevorderen van de uitwisseling van ervaringen en beste praktijken tussen de Europese Unie en derde landen over de territoriale ontwikkelingsproblematiek, het organiseren van studiebezoeken voor personen die zich met stedelijk beleid bezighouden, in het kader van de partnerschappen tussen de Commissie en derde landen, en om samen te werken met en steun te bieden aan internationale organisaties bij het opbouwen van nieuwe regionale partnerschappen op dit terrein.

Het hoofddoel van de voorbereidende actie, die is ingevoerd op de begroting 2014, is de ondersteuning van de huidige beleidsdialogen en de wereldwijde betrekkingen en de samenwerking van de EU inzake urbanisatie met strategische partners zoals China, India, Canada of Japan.

De voorbereidende actie draagt bij aan het delen van de ervaring van de EU en de voordelen van regionaal en stedelijk ontwikkelingsbeleid voor het proces van economische en politieke integratie met belangrijke partners buiten de EU, en aan het samenvoegen van internationale resultaten en ervaringen ten voordele van regio's en steden in de EU voor de aanpak van de uitdagingen waar steden en regio's in de hele wereld mee te maken hebben. In het kader van de voorbereidende actie die sinds 2014 wordt uitgevoerd, worden vier platforms opgezet voor samenwerking tussen steden. Daarnaast wordt het 3e URBELAC-netwerk ondersteund en wordt technische steun gefinancierd. Deze voorbereidende actie kent een hoog absorptieniveau. De voorbereidende moet in 2016 worden voortgezet om de bestaande partnerschappen verder uit te voeren en te verdiepen, en een nieuwe strategische samenwerking te ontwikkelen met landen en regio's in andere delen van de wereld.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

13 03 77 16

Voorbereidende actie — Het feitelijke en gewenste economisch potentieel in regio's buiten de Atheense hoofdstedelijke regio

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

350 000

700 000,—

350 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

De uitvoering van deze voorbereidende actie moet dienen als voorbeeld voor de opzet en uitvoering van een werkelijke RIS3-strategie in een specifieke Griekse regio, en moet als model dienen voor andere convergentieregio's.

Achtergrond

Aangezien reeds belangrijk voorbereidend werk is verricht door de Commissie om Griekenland en zijn regio's aan te zetten tot het opstellen van een deugdelijke strategie voor regionale innovatie en slimme specialisatie, komt het nu aan op de ontwikkeling en tenuitvoerlegging. Uitwisseling van beste praktijken is niet voldoende om concurrentievoordeel te verwezenlijken door de ontwikkeling en het samenbrengen van pluspunten op het gebied van onderzoek en innovatie met de behoeften van ondernemers in een bepaald gebied. Daarom is het van groot belang de huidige inspanningen aan te vullen met rechtstreekse, professionele en op maat gesneden steun aan een Griekse regio die hard is getroffen door de crisis.

De huidige versnippering en ontbrekende coördinatie tussen centrale en regionale overheden maakt een deugdelijke vaststelling van ondernemerspotentieel in de Griekse regio's onzeker. Om die reden moet een betrouwbare en inclusieve beheersstructuur worden opgezet met relevante ervaring en voldoende menselijke hulpbronnen om maatregelen op het gebied van onderzoek, ontwikkeling en innovatie (O&O&I) op te zetten en uit te voeren in een van de Griekse regio's, bij wijze van voorbeeld. Ter bespoediging en versnelling van het ontwikkelingsproces moet een uitwisseling van ervaringen met specialisten op het gebied van economische geografie en veranderprocessen uit andere regio's van de Unie bijdragen aan het proces van de vaststelling van ondernemerspotentieel in een van de Griekse regio's. Hiermee zal tevens de last op menselijke hulpbronnen worden verlicht voor de Griekse autoriteiten die deskundigheid moeten opbouwen. Deze deskundigheid moet worden opgebouwd met behulp van de uitwisseling van beste praktijken inzake administratieve en regionale ontwikkeling, met sterke betrokkenheid van competente en ervaren Europese specialisten op het gebied van kennisgebaseerde regionale economische verandering.

Toepassingsgebied

Deze voorbereidende actie heeft tot doel het economisch potentieel in de geselecteerde regio's in kaart te brengen en daarnaast de mogelijkheden van het innovatiepotentieel en de uitbreiding daarvan te bestuderen. De voorgestelde regio is een van de armste in Griekenland en de Unie, te weten de regio Oost-Macedonië en Thracië. De regio Oost-Macedonië en Thracië is een convergentieregio die ernstig te lijden heeft onder de crisis en de zware concurrentie van naburige lagelonenlanden. Ondanks de aanwezigheid van een universiteit en een technologisch instituut en andere onderzoekinstellingen in de regio, zijn verbanden tussen O&O&I-activiteiten en de behoeften van lokale ondernemers bijna geheel afwezig. De voorbereidende actie moet aantonen dat op groei gebaseerde innovatie en exportgerichtheid van de lokale productie haalbaar zijn.

Dit moet een model voor groei opleveren voor andere convergentieregio's in Griekenland en Europa.

De financiering van de Unie moet de ontwikkeling en toepassing steunen van de regionale strategie voor slimme specialisatie, met specifieke aandacht voor:

 

het tot stand brengen en/of versterken van verbanden tussen de regionale extern gerichte industrie/productie met de Griekse regionale instanties voor O&O&I (bij voorkeur binnen dezelfde regio, maar ook buiten de regio);

 

het ondersteunen van de Griekse regionale instanties voor O&O&I bij het verwezenlijken en/of versterken van verbanden met regionale extern gericht ondernemingen voor het bieden van concrete oplossingen voor de technologische behoeften van de exporterende ondernemingen in de regio;

 

een einde maken aan de braindrain door ten volle gebruik te maken van de beschikbare technologische uitrusting van het technologisch instituut in de regio en het gebruik van die uitrusting door lokaal gespecialiseerd personeel om technologische oplossingen te bieden voor de geselecteerde exporterende ondernemingen en door een groep hooggekwalificeerde professionals uit de regio op het gebied van ondernemen, handel en uitvoer samen te stellen die mogelijke buitenlandse investeerders kunnen bijstaan en adviseren;

 

het aanmoedigen van samenwerking tussen de beheersautoriteit van het regionale werkprogramma en geografisch economen uit de regio en andere geografisch economen bij de succesvolle tenuitvoerlegging van een RIS3-beleid in een regio in een andere Europese lidstaat, bijvoorbeeld Duitsland.

Duur — Soort bijstand

De duur van deze voorbereidende actie mag niet meer dan een jaar bedragen en mag evenmin de aanvankelijk toegewezen financiering overschrijden.

Voorstel voor een voorbereidende actie in de regio Oost-Macedonië en Thracië

Met het oog op de acties die tot nu toe in de regio Oost-Macedonië en Thracië (R-AMTH) zijn genomen inzake de „strategie voor slimme specialisatie” wordt de start van een voorbereidende actie aanbevolen, om de strategie voor deze regio beter vorm te kunnen geven, met name de selectie van de prioriteiten waar de financiering op moet worden gericht. De volgende voorbereidende actie wordt daarom voorgesteld:

 

opzet van een programma voor ontwikkeling van industrieel onderzoek en technologie, gericht op activiteiten die nodig zijn voor de vaststelling van ondernemerspotentieel. Tot nu toe zijn in het kader van RIS3: Regionale beoordeling: Oost-Macedonië en Thracië enkele sectoren aangewezen die de regio een concurrentievoordeel kunnen opleveren, zoals geothermische energie, landbouw, veehouderij, visserij en biotechnologie, winning en bewerking van marmer en ICT en automatisering;

 

versterking van samenwerking en netwerken tussen onderzoekers en onderzoeksinstituten in de R-AMTH met de productieve sectoren in de regio. Onderzoeksinstanties moeten de toezegging doen (bijv. via memoranda van overeenstemming) te zullen bijdragen aan de ontwikkeling van oplossingen voor bestaande en toekomstige behoeften van gebruikers aan op maat gesneden onderzoeks- en ontwikkelingsprojecten (met nadruk op industrieel onderzoek en experimentele ontwikkeling);

 

een einde maken aan de braindrain door a) een trainingsprogramma voor mobiliteitsonderzoek mogelijk te maken en het gebruik van de onderzoeksuitrusting van TEI Kavala te optimaliseren en b) door een groep hooggekwalificeerde professionals uit de regio op het gebied van ondernemen, handel en uitvoer samen te stellen die mogelijke buitenlandse investeerders kunnen bijstaan en adviseren;

 

steun bieden voor de samenwerking, uitwisseling van beste praktijken en het leggen van contacten tussen de beheersautoriteit van het regionale operationele programma en geografisch economen uit Oost-Macedonië en Thracië, alsmede de succesvolle tenuitvoerlegging door deze geografisch economen van een RIS3-strategie in een regio in een andere EU-lidstaat.

Toezicht en evaluatie

Deze eenjarige voorbereidende actie wordt beheerd door de beheersautoriteit voor het regionale werkprogramma voor Oost-Macedonië en Thracië. Een beperkt aantal specifieke indicatoren voor output en resultaat moet voor aanvang van de voorbereidende actie worden vastgesteld, om ten minste de toename van de omzet, de uitvoer en de werkgelegenheid te kunnen bepalen.

Aan het einde van de voorbereidende actie moet een korte evaluatiestudie worden uitgevoerd.

De resultaten van de voorbereidende actie moeten worden gepresenteerd in de regio en in Athene, op een speciaal seminar georganiseerd door de vertegenwoordiging van het Europees Parlement in Athene, en in het Europees Parlement in Brussel.

Tenuitvoerlegging van de voorbereidende actie

Om de synergieën tussen de voorbereidende actie en de huidige werkzaamheden van het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek inzake slimme specialisatie in Europese regio's te vergroten, kan de Commissie het project eventueel uitvoeren via het JRC, met ondersteuning van DG REGIO.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

13 03 77 17

Voorbereidende actie — Samenwerking EU-CELAC inzake territoriale samenhang

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

2 000 000

1 000 000

       

Toelichting

Deze voorbereidende actie dient ter ondersteuning van een beleidsdialoog inzake territoriale samenhang en regionale ontwikkeling, met specifieke nadruk op grensoverschrijdende samenwerking, territoriale ontwikkelingsstrategieën en de bevordering van goed bestuur door versterking van de administratieve capaciteit van nationale, regionale en stedelijke autoriteiten, wat betreft economische ontwikkeling, innovatie en cohesie.

Deze voorbereidende actie dient om aan de CELAC-landen de kennis en ervaring over te dragen die in de loop van 25 jaar is opgedaan op het gebied van het regionale en stedelijke EU-beleid.

Meer in het bijzonder wordt nadruk gelegd op de ontwikkeling van systemen voor multilevel governance, door middel van programma's voor opleiding en technische ondersteuning in het kader van een geografisch gerichte beleidsopzet en strategische planning. De samenwerking tussen regionale en lokale autoriteiten en de particuliere sector moet zowel bij de EU als de LAC worden bevorderd.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

13 03 77 18

Voorbereidende actie — Cohesiebeleid en synergieën met de fondsen voor onderzoek en ontwikkeling: De trap naar topkwaliteit — de weg vooruit

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 000 000

500 000

       

Toelichting

Met deze voorbereidende actie wordt het proefproject in twee hoofdrichtingen voorgezet:

 

verder uitgewerkte actie inzake concrete knelpunten op nationaal niveau;

 

meer steun voor het oplossen van de meest voorkomende belemmeringen voor de uitvoering van beleidsaanbevelingen op dit gebied.

Deze voorbereidende actie bouwt voort op het proefproject door ook aandacht te besteden aan regio's die flink achterlopen met hun „trap naar topkwaliteit”, ondanks meer dan 25 jaar steun uit de structuurfondsen, en worden lijnen voor de toekomst uitgezet. Eind 2016 wordt een evaluatieproces gestart op basis van strategieën voor slimme specialisatie, overeen te komen door alle belanghebbenden. Verlenging van het project in 2016 en 2017 maakt het starten van operationele programma's in de periode 2014-2020 mogelijk, en levert beleidsmakers nieuwe gegevens inzake de participatie aan Horizon 2020 en de eerste absorptie van uitgaven voor O&O uit hoofde van de nieuwe ESIF 2014-2020. Deze nieuwe gegevens kunnen ook bijdragen aan het vaststellen van positieve of negatieve trends in de EU13 wat betreft de participatie in grensoverschrijdende consortia. Uitbreiding tot de EU15 maakt het mogelijk de „lering voor de toekomst” te analyseren en een duurzame bijdrage te leveren aan het overbruggen van de innovatiekloof in die landen, regio's en steden.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

13 03 77 19

Voorbereidende actie — Ondersteuning van groei en bestuur in achterstandsregio's

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 000 000

500 000

       

Toelichting

Deze voorbereidende actie bouwt voort op de positieve resultaten van de lopende voorbereidende actie van het Europees Parlement over de nadere invulling en uitvoering van een RIS3-strategie in de Griekse regio Oost-Macedonië en Thracië (REMTh), die heeft gediend voor het testen van een theorie inzake slimme specialisatie. De actie is gericht op het bieden van passende en specifieke steun voor activiteiten in geselecteerde achterstandsregio's, alsmede op de ontwikkeling van een horizontalere aanpak van belangrijke kwesties op het gebied van groei en bestuur in die regio's.

Er zijn twee soorten regio's die in aanmerking komen voor deze voorbereidende actie: regio's met lage groei en onderontwikkelde regio's.

 

Regio's met lage groei zijn regio's in lidstaten die een bbp per capita in koopkrachtstandaard (KKS) hebben dat onder het gemiddelde van de EU in 2012 ligt en dat tussen 2002 en 2012 het EU-gemiddelde niet naderde. Het gaat hierbij om regio's in Griekenland, Italië, Spanje en Portugal.

 

Onderontwikkelde regio's zijn regio's met een bbp per capita in KKS dat lager is dan 50 % van het EU-gemiddelde in 2011. Het gaat hierbij om verschillende regio's in Bulgarije, Hongarije, Polen en Roemenië.

Deze voorbereidende actie dient voor het steunen van acht regio's: vier regio's met lage groei en vier onderontwikkelde regio's. De activiteiten in het kader van het project omvatten achtereenvolgende evenementen ter plaatse in elke regio, waaronder een evenement voor belanghebbenden en een peer review, steun voor bepaalde cruciale aspecten van de tenuitvoerlegging van RIS3 in elke regio, en horizontale activiteiten, zoals empirisch onderbouwde ondersteuning voor beleidsontwikkeling en verdere ontwikkeling van praktische steun voor achterstandsregio's in heel Europa.

De voorbereidende actie is gericht op drie specifieke terreinen: bestuur, transnationale samenwerking en nadere invulling van het RIS3-model. Voorgesteld wordt een looptijd van 18 maanden.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

13 03 77 20

Voorbereidende actie — Economisch concurrentievoordeel en mogelijkheden voor slimme specialisatie op regionaal niveau in Roemenië

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

2 000 000

1 000 000

       

Toelichting

De voorbereidende actie heeft tot doel om een samenhangende, gecoördineerde en duurzame benadering te waarborgen, de betrokkenheid van alle relevante belanghebbenden (ondernemingen, universiteiten, onderzoeksorganisaties en het maatschappelijk middenveld) te verzekeren, verder te ontwikkelen en te verbeteren, en de regionale onderzoeks- en innovatiestrategieën voor slimme specialisatie (RIS3) te koppelen aan de bestaande nationale RIS3, met het oog op de problemen waar het Roemeense innovatiesysteem mee te maken heeft. De actie omvat de regio's waar nog geen RIS3 is opgezet of gestart en regio's waar de RIS3 moet worden verbeterd. Deze voorbereidende actie heeft ook tot doel het economisch potentieel in de geselecteerde regio's in kaart te brengen, te beoordelen en te ondersteunen, en daarnaast het innovatiepotentieel en de mogelijke versterking daarvan te bestuderen. De voorbereidende actie is duidelijk gericht op het vaststellen van economische concurrentievoordelen en de mogelijkheden voor specialisatie op regionaal niveau op basis van ondernemende verkenningen, de vaststelling van een beheersstructuur en een kader voor permanente samenwerking tussen ondernemingen en onderzoekers, alsmede steun voor het opstellen van relevante beleidsdocumenten. Ook kan worden bestudeerd hoe de samenwerking en coördinatie op alle niveaus (onder meer tussen de verschillende nationale ministeries) verbeterd kan worden.

Het zal ook informatie opleveren over de beste manieren om financiering van de cohesiefondsen ten goede te laten komen aan de uitvoering van de nationale en regionale RIS3 en de uitvoering en het beheer van de operationele programma's. Het project maakt gebruik van bestaande mechanismen als het platform van Sevilla. De voorbereidende actie kan leiden tot aanpassingen van de documenten inzake de financiële programmering.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

HOOFDSTUK 13 04 —   COHESIEFONDS (CF)

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

% Betalingen 2014-2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

13 04

COHESIEFONDS (CF)

13 04 01

Voltooiing van projecten van het Cohesiefonds (van vóór 2007)

1,2

p.m.

70 000 000

p.m.

431 450 637

0,—

399 220 009,65

570,31

13 04 02

Voltooiing van het Cohesiefonds (2007-2013)

1,2

p.m.

2 468 266 000

p.m.

10 487 806 882

0,—

12 852 961 747,72

520,73

13 04 03

Voltooiing van uit het Cohesiefonds gefinancierde risicodelingsinstrumenten (2007-2013)

1,2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

 

13 04 60

Cohesiefonds — Doelstelling investeren in groei en werkgelegenheid

1,2

8 738 484 012

4 077 806 436

10 173 251 052

1 641 334 101

5 348 080 397,—

204 254 029,72

5,01

13 04 61

Cohesiefonds — Operationele technische bijstand

13 04 61 01

Cohesiefonds — Operationele technische bijstand

1,2

26 000 000

20 606 496

24 000 000

20 134 363

18 384 356,93

8 044 791,97

39,04

13 04 61 02

Cohesiefonds — Op verzoek van een lidstaat door de Commissie beheerde operationele technische bijstand

1,2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

3 224 719,46

0,—

 
 

Artikel 13 04 61 — Subtotaal

 

26 000 000

20 606 496

24 000 000

20 134 363

21 609 076,39

8 044 791,97

39,04

 

Hoofdstuk 13 04 — Totaal

 

8 764 484 012

6 636 678 932

10 197 251 052

12 580 725 983

5 369 689 473,39

13 464 480 579,06

202,88

Toelichting

Artikel 177, tweede alinea, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie bepaalt dat een Cohesiefonds wordt opgericht om een financiële bijdrage te leveren aan projecten op het gebied van het milieu en trans-Europese netwerken in de sfeer van de vervoersinfrastructuur.

Artikel H van bijlage II bij Verordening (EG) nr. 1164/94, de artikelen 100 en 102 van Verordening (EG) nr. 1083/2006, en de artikelen 85, 144 en 145 van Verordening (EU) nr. 1303/2013, die financiële correcties door de Commissie betreffen, voorzien in specifieke regels voor financiële correcties met betrekking tot het Cohesiefonds.

Artikel 80 van het Financieel Reglement voorziet in financiële correcties in geval van uitgaven die in strijd zijn met het toepasselijk recht. Inkomsten uit de financiële correcties die op die basis worden uitgevoerd, worden geboekt op het artikel 6 5 1, 6 5 2, 6 5 3 of 6 5 4 van de staat van ontvangsten en vormen bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder c), van het Financieel Reglement.

Artikel 177 van het Financieel Reglement stelt de voorwaarden vast voor de volledige of gedeeltelijke terugbetaling van uit hoofde van een interventie betaalde voorfinancieringen.

Artikel 82 van Verordening (EG) nr. 1083/2006 voorziet in specifieke regels voor de terugbetaling van voorfinanciering die van toepassing zijn op het Cohesiefonds.

Terugbetaalde voorfinancieringen vormen interne bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 4, van het Financieel Reglement en moeten worden geboekt op post 6 1 5 0 of 6 1 5 7.

De maatregelen inzake fraudebestrijding worden gefinancierd met middelen uit artikel 24 02 01.

Rechtsgronden

Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, met name artikel 177.

Verordening (EG) nr. 1164/94 van de Raad van 16 mei 1994 tot oprichting van een Cohesiefonds (PB L 130 van 25.5.1994, blz.1).

Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1260/1999 (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25), met name de artikelen 82, 100 en 102.

Verordening (EG) nr. 1084/2006 van de Raad van 11 juli 2006 tot oprichting van het Cohesiefonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1164/94 (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 79).

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1), met name artikel 21, leden 3 en 4, en de artikelen 80 en 177.

Verordening (EU) nr. 1300/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake het Cohesiefonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1084/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 281).

Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).

Referentiebesluiten

Conclusies van de Europese Raad van Brussel van 15 en 16 december 2005.

Conclusies van de Europese Raad van 7 en 8 februari 2013.

13 04 01

Voltooiing van projecten van het Cohesiefonds (van vóór 2007)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

70 000 000

p.m.

431 450 637

0,—

399 220 009,65

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de nog uit het Cohesiefonds betaalbaar te stellen verplichtingen voor 2000 en de voltooiing van de programmeringsperiode 2000-2006.

Rechtsgronden

Verordening (EEG) nr. 792/93 van de Raad van 30 maart 1993 tot instelling van een cohesiefinancieringsinstrument (PB L 79 van 1.4.1993, blz. 74).

Verordening (EG) nr. 1164/94 van de Raad van 16 mei 1994 tot oprichting van een Cohesiefonds (PB L 130 van 25.5.1994, blz. 1).

Referentiebesluiten

Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, met name de artikelen 158 en 161.

13 04 02

Voltooiing van het Cohesiefonds (2007-2013)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

2 468 266 000

p.m.

10 487 806 882

0,—

12 852 961 747,72

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen verplichtingen van het Cohesiefonds van de programmeringsperiode 2007-2013.

Dit krediet dient eveneens ter dekking van nog af te wikkelen verplichtingen op het gebied van voorbereiding, toezicht, administratieve en technische ondersteuning, evaluatie, audit en inspectie die voor de uitvoering van Verordening (EG) nr. 1083/2006 nodig zijn, zoals bepaald in artikel 45 van die verordening. Dit krediet kan met name worden gebruikt ter dekking van:

 

ondersteunende uitgaven (representatiekosten, opleiding, vergaderingen);

 

uitgaven voor informatieverstrekking en publicaties;

 

uitgaven voor informatie- en communicatietechnologie;

 

contracten voor dienstverlening en studies;

 

subsidies.

Dit krediet dient ook ter dekking van nog af te wikkelen verplichtingen voor maatregelen die de Commissie heeft goedgekeurd in het kader van de voorbereiding van de programmeringsperiode 2014-2020.

Overeenkomstig artikel 105 bis, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1083/2006, zoals gewijzigd bij bijlage III, punt 7, van het Verdrag betreffende de toetreding van de Republiek Kroatië tot de Europese Unie (PB L 112 van 24.4.2012), worden programma's en grote projecten die op de datum van toetreding van Kroatië zijn goedgekeurd uit hoofde van Verordening (EG) nr. 1085/2006 en die op die datum nog niet volledig zijn uitgevoerd, geacht door de Commissie te zijn goedgekeurd uit hoofde van Verordening (EG) nr. 1083/2006, met uitzondering van de programma's die zijn goedgekeurd uit hoofde van de in artikel 3, lid 1, onder a) en e), van die verordening genoemde afdelingen.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1260/1999 (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25).

Verordening (EG) nr. 1084/2006 van de Raad van 11 juli 2006 tot oprichting van het Cohesiefonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1164/94 (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 79).

Referentiebesluiten

Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, met name de artikelen 158 en 161.

Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, met name de artikelen 174 en 177.

13 04 03

Voltooiing van uit het Cohesiefonds gefinancierde risicodelingsinstrumenten (2007-2013)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter financiering van de risicodelingsinstrumenten uit het Cohesiefonds voor lidstaten die ernstige moeilijkheden ondervinden of dreigen te ondervinden ten aanzien van hun financiële stabiliteit.

Terugvloeiende middelen en resterende bedragen na de voltooiing van een operatie die door het risicodelingsinstrument wordt gedekt, kunnen binnen het risicodelingsinstrument worden hergebruikt wanneer de lidstaat nog steeds voldoet aan de voorwaarden van artikel 77, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1083/2006. Wanneer de lidstaat niet meer aan die voorwaarden voldoet, worden terugvloeiende middelen en resterende bedragen als bestemmingsontvangsten beschouwd.

Eventuele bestemmingsontvangsten als gevolg van de terugbetaling van terugvloeiende middelen en resterende bedragen die worden opgevoerd onder post 6 1 4 4 van de staat van ontvangsten, geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement. Op verzoek van de betrokken lidstaat worden de uit deze bestemmingsontvangsten voortvloeiende aanvullende vastleggingskredieten het daaropvolgende jaar toegevoegd aan de financiële toewijzing in het kader van het cohesiebeleid van de betrokken lidstaat.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1260/1999 (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25), met name artikel 36 bis.

Verordening (EU) nr. 423/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2012 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad, wat betreft sommige bepalingen betreffende risicodelingsinstrumenten voor lidstaten die ernstige moeilijkheden ondervinden of dreigen te ondervinden ten aanzien van hun financiële stabiliteit (PB L 133 van 23.5.2012, blz. 1).

13 04 60

Cohesiefonds — Doelstelling investeren in groei en werkgelegenheid

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

8 738 484 012

4 077 806 436

10 173 251 052

1 641 334 101

5 348 080 397,—

204 254 029,72

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van steun van het Cohesiefonds in het kader van de doelstelling investeren in groei en werkgelegenheid in de programmeringsperiode 2014-2020. Het Cohesiefonds zal lidstaten met een bruto nationaal inkomen (bni) per hoofd van minder dan 90 % van het gemiddelde van de Unie blijven steunen. Met inachtneming van een passend evenwicht en rekening houdende met de specifieke behoeften aan investeringen en infrastructuur van iedere lidstaat, is dit krediet bedoeld ter ondersteuning van:

 

investeringen in het milieu, met inbegrip van gebieden die verband houden met duurzame ontwikkeling en energie waaraan milieuvoordelen zijn verbonden;

 

trans-Europese netwerken op het gebied van vervoersinfrastructuur, overeenkomstig de bij Besluit nr. 661/2010/EU goedgekeurde richtsnoeren.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1300/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake het Cohesiefonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1084/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 281).

Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).

13 04 61

Cohesiefonds — Operationele technische bijstand

13 04 61 01

Cohesiefonds — Operationele technische bijstand

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

26 000 000

20 606 496

24 000 000

20 134 363

18 384 356,93

8 044 791,97

Toelichting

Dit krediet dient ter ondersteuning van acties op het gebied van voorbereiding, toezicht, administratieve en technische bijstand, evaluatie, audit en controle die voor de uitvoering van Verordening (EU) nr. 1303/2013 nodig zijn, zoals bepaald in de artikelen 58 en 118 van die verordening.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1300/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake het Cohesiefonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1084/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 281).

Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).

13 04 61 02

Cohesiefonds — Op verzoek van een lidstaat door de Commissie beheerde operationele technische bijstand

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

3 224 719,46

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van een deel van het nationale totaalbedrag voor technische bijstand dat op verzoek van een lidstaat met tijdelijke begrotingsproblemen is overgeheveld naar technische bijstand op initiatief van de Commissie. Het krediet dient in overeenstemming met het artikel 25 van de Verordening (EU) nr. 1303/2013 ter dekking van maatregelen om naar aanleiding van economische en maatschappelijke problemen in deze lidstaat structurele en administratieve hervormingen te bepalen, hieraan een rangorde te geven en deze uit te voeren.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).

HOOFDSTUK 13 05 —   INSTRUMENT VOOR PRETOETREDINGSSTEUN — REGIONALE ONTWIKKELING EN REGIONALE EN TERRITORIALE SAMENWERKING

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

% Betalingen 2014-2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

13 05

INSTRUMENT VOOR PRETOETREDINGSSTEUN — REGIONALE ONTWIKKELING EN REGIONALE EN TERRITORIALE SAMENWERKING

13 05 01

Pretoetredingsinstrument voor structuurbeleid (Instrument for Structural Policies for Pre-accession — ISPA) — Voltooiing van vroegere projecten (2000-2006)

13 05 01 01

Pretoetredingsinstrument voor structuurbeleid (ISPA) — Voltooiing van andere vroegere projecten (2000-2006)

4

p.m.

64 152 000

p.m.

61 733 374

0,—

35 178 481,44

54,84

13 05 01 02

Pretoetredingsinstrument voor structuurbeleid — Afronding van de pretoetredingshulp voor acht kandidaat-lidstaten

4

p.m.

7 392 000

p.m.

18 466 415

0,—

10 649 123,14

144,06

 

Artikel 13 05 01 — Subtotaal

 

p.m.

71 544 000

p.m.

80 199 789

0,—

45 827 604,58

64,06

13 05 02

Instrument voor pretoetredingssteun (IPA) — Voltooiing van het onderdeel regionale ontwikkeling (2007-2013)

4

p.m.

355 465 255

p.m.

272 864 063

0,—

172 218 691,65

48,45

13 05 03

Instrument voor pretoetredingssteun (IPA) — Voltooiing van het onderdeel grensoverschrijdende samenwerking (2007-2013)

13 05 03 01

Voltooiing van grensoverschrijdende samenwerking — Bijdrage uit subrubriek 1b

1,2

p.m.

24 321 680

p.m.

36 414 434

0,—

47 153 540,78

193,87

13 05 03 02

Voltooiing van grensoverschrijdende samenwerking en deelname van kandidaat- en potentiële kandidaat-lidstaten aan de transnationale en interregionale samenwerkingsprogramma’s van de structuurfondsen — Bijdrage uit rubriek 4

4

p.m.

28 450 050

p.m.

31 085 945

0,—

38 768 335,54

136,27

 

Artikel 13 05 03 — Subtotaal

 

p.m.

52 771 730

p.m.

67 500 379

0,—

85 921 876,32

162,82

13 05 60

Steun voor Albanië, Bosnië en Herzegovina, Kosovo (44), Montenegro, Servië en de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië

13 05 60 01

Steun voor politieke hervormingen en geleidelijke aanpassing aan het acquis van de Unie

4

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

 

13 05 60 02

Steun voor economische, sociale en territoriale ontwikkeling en geleidelijke aanpassing aan het acquis van de Unie

4

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

 
 

Artikel 13 05 60 — Subtotaal

 

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

 

13 05 61

Steun voor IJsland

13 05 61 01

Steun voor politieke hervormingen en geleidelijke aanpassing aan het acquis van de Unie

4

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

 

13 05 61 02

Steun voor economische, sociale en territoriale ontwikkeling en geleidelijke aanpassing aan het acquis van de Unie

4

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

 
 

Artikel 13 05 61 — Subtotaal

 

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

 

13 05 62

Steun voor Turkije

13 05 62 01

Steun voor politieke hervormingen en geleidelijke aanpassing aan het acquis van de Unie

4

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

 

13 05 62 02

Steun voor economische, sociale en territoriale ontwikkeling en geleidelijke aanpassing aan het acquis van de Unie

4

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

 
 

Artikel 13 05 62 — Subtotaal

 

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

 

13 05 63

Regionale integratie en territoriale samenwerking

13 05 63 01

Grensoverschrijdende samenwerking — Bijdrage uit rubriek 1b

1,2

25 050 502

25 050 502

17 541 591

p.m.

0,—

0,—

0

13 05 63 02

Grensoverschrijdende samenwerking — Bijdrage uit rubriek 4

4

25 050 502

25 050 502

17 541 590

p.m.

0,—

0,—

0

 

Artikel 13 05 63 — Subtotaal

 

50 101 004

50 101 004

35 083 181

p.m.

0,—

0,—

0

 

Hoofdstuk 13 05 — Totaal

 

50 101 004

529 881 989

35 083 181

420 564 231

0,—

303 968 172,55

57,37

13 05 01

Pretoetredingsinstrument voor structuurbeleid (Instrument for Structural Policies for Pre-accession — ISPA) — Voltooiing van vroegere projecten (2000-2006)

Toelichting

De door het pretoetredingsinstrument voor structuurbeleid (ISPA) verstrekte hulp was bedoeld om de kandidaat-lidstaten van Midden- en Oost-Europa te helpen bij hun toetreding tot de Unie. Het ISPA wordt gebruikt om de begunstigde landen te helpen voldoen aan de eisen van het acquis van de Unie op de gebieden milieu en vervoer.

13 05 01 01

Pretoetredingsinstrument voor structuurbeleid (ISPA) — Voltooiing van andere vroegere projecten (2000-2006)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

64 152 000

p.m.

61 733 374

0,—

35 178 481,44

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van betalingen met betrekking tot nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1266/1999 van de Raad van 21 juni 1999 betreffende de coördinatie van de bijstand aan de kandidaat-lidstaten in het kader van de pretoetredingsstrategie (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 68).

Verordening (EG) nr. 1267/1999 van de Raad van 21 juni 1999 tot instelling van een pretoetredingsinstrument voor structuurbeleid (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 73).

Verordening (EG) nr. 2257/2004 van de Raad van 20 december 2004 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 3906/89, Verordening (EG) nr. 1267/1999, Verordening (EG) nr. 1268/1999 en Verordening (EG) nr. 2666/2000, teneinde rekening te houden met de status van Kroatië als kandidaat-lidstaat (PB L 389 van 30.12.2004, blz. 1).

13 05 01 02

Pretoetredingsinstrument voor structuurbeleid — Afronding van de pretoetredingshulp voor acht kandidaat-lidstaten

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

7 392 000

p.m.

18 466 415

0,—

10 649 123,14

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van betalingen met betrekking tot nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1266/1999 van de Raad van 21 juni 1999 betreffende de coördinatie van de bijstand aan de kandidaat-lidstaten in het kader van de pretoetredingsstrategie (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 68).

Verordening (EG) nr. 1267/1999 van de Raad van 21 juni 1999 tot instelling van een pretoetredingsinstrument voor structuurbeleid (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 73).

13 05 02

Instrument voor pretoetredingssteun (IPA) — Voltooiing van het onderdeel regionale ontwikkeling (2007-2013)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

355 465 255

p.m.

272 864 063

0,—

172 218 691,65

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van betalingen met betrekking tot nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren.

Overeenkomstig artikel 105 bis, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1083/2006, zoals gewijzigd bij bijlage III, punt 7, van het Verdrag betreffende de toetreding van de Republiek Kroatië tot de Europese Unie (PB L 112 van 24.4.2012), worden programma's en grote projecten die op de datum van toetreding van Kroatië zijn goedgekeurd uit hoofde van Verordening (EG) nr. 1085/2006 en die op die datum nog niet volledig zijn uitgevoerd, geacht door de Commissie te zijn goedgekeurd uit hoofde van Verordening (EG) nr. 1083/2006, met uitzondering van de programma's die zijn goedgekeurd uit hoofde van de in artikel 3, lid 1, onder a) en e), van die verordening genoemde afdelingen.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1085/2006 van de Raad van 17 juli 2006 tot invoering van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA) (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 82).

13 05 03

Instrument voor pretoetredingssteun (IPA) — Voltooiing van het onderdeel grensoverschrijdende samenwerking (2007-2013)

13 05 03 01

Voltooiing van grensoverschrijdende samenwerking — Bijdrage uit subrubriek 1b

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

24 321 680

p.m.

36 414 434

0,—

47 153 540,78

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van de bijdrage voor 2007-2013 van het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling voor grensoverschrijdende samenwerking en de technische bijstand die buiten de Commissie wordt geleverd en nodig is voor de tenuitvoerlegging in de lidstaten.

Overeenkomstig artikel 105 bis, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1083/2006, zoals gewijzigd bij bijlage III, punt 7, van het Verdrag betreffende de toetreding van de Republiek Kroatië tot de Europese Unie (PB L 112 van 24.4.2012), worden programma's en grote projecten die op de datum van toetreding van Kroatië zijn goedgekeurd uit hoofde van Verordening (EG) nr. 1085/2006 en die op die datum nog niet volledig zijn uitgevoerd, geacht door de Commissie te zijn goedgekeurd uit hoofde van Verordening (EG) nr. 1083/2006, met uitzondering van de programma's die zijn goedgekeurd uit hoofde van de in artikel 3, lid 1, onder a) en e), van die verordening genoemde afdelingen.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1260/1999 (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25).

Verordening (EG) nr. 1085/2006 van de Raad van 17 juli 2006 tot invoering van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA) (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 82).

13 05 03 02

Voltooiing van grensoverschrijdende samenwerking en deelname van kandidaat- en potentiële kandidaat-lidstaten aan de transnationale en interregionale samenwerkingsprogramma’s van de structuurfondsen — Bijdrage uit rubriek 4

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

28 450 050

p.m.

31 085 945

0,—

38 768 335,54

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van betalingen met betrekking tot nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren.

Overeenkomstig artikel 105 bis, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1083/2006 zoals gewijzigd bij bijlage III, punt 7, van het Verdrag betreffende de toetreding van de Republiek Kroatië tot de Europese Unie (PB L 112 van 24.4.2012), worden programma's en grote projecten die op de datum van toetreding van Kroatië zijn goedgekeurd uit hoofde van Verordening (EG) nr. 1085/2006 en die op die datum nog niet volledig zijn uitgevoerd, geacht door de Commissie te zijn goedgekeurd uit hoofde van Verordening (EG) nr. 1083/2006, met uitzondering van de programma's die zijn goedgekeurd uit hoofde van de in artikel 3, lid 1, onder a) en e), van die verordening genoemde afdelingen.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1260/1999 (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25).

Verordening (EG) nr. 1085/2006 van de Raad van 17 juli 2006 tot invoering van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA) (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 82).

13 05 60

Steun voor Albanië, Bosnië en Herzegovina, Kosovo (45), Montenegro, Servië en de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië

13 05 60 01

Steun voor politieke hervormingen en geleidelijke aanpassing aan het acquis van de Unie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

Toelichting

In het kader van het instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) zullen met dit krediet in de Westelijke Balkan de volgende specifieke doelstellingen worden nagestreefd:

 

steun voor politieke hervormingen;

 

versterking op alle niveaus van het vermogen van de in bijlage I bij Verordening (EU) nr. 231/2014 opgenomen begunstigden om te voldoen aan de verplichtingen inzake politieke hervormingen die voortvloeien uit het lidmaatschap van de Unie door steun te verlenen aan de geleidelijke aanpassing aan en goedkeuring, tenuitvoerlegging en handhaving van het acquis van de Unie.

Een deel van dit krediet zal worden gebruikt voor maatregelen ter ondersteuning van de begunstigde landen bij het voldoen aan de eisen in verband met visumvrij reizen van en naar de Schengenlanden, of, in het geval van Kosovo, maatregelen om het proces van visumliberalisering te bespoedigen.

Een deel van dit krediet zal worden gebruikt voor maatregelen met het oog op verzoening tussen de landen, volkeren en etnische groepen in de hele Westelijke Balkan en er zullen inspanningen mee worden ondersteund om een onpartijdige kijk op de historische en politieke gebeurtenissen te bevorderen.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun publieke organen, entiteiten of natuurlijke personen aan bepaalde externe steunprojecten of –programma's die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten vormen bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 231/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 11), met name artikel 2, lid 1, onder a) en c).

13 05 60 02

Steun voor economische, sociale en territoriale ontwikkeling en geleidelijke aanpassing aan het acquis van de Unie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

Toelichting

In het kader van het instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) zal dit krediet dienen voor de volgende specifieke doelstellingen in de Westelijke Balkan:

 

steun voor economische, sociale en territoriale ontwikkeling met het oog op slimme, duurzame en inclusieve groei;

 

versterking op alle niveaus van het vermogen van de in bijlage I bij Verordening (EU) nr. 231/2014 opgenomen begunstigden om te voldoen aan de verplichtingen inzake economische, sociale en territoriale ontwikkeling die voortvloeien uit het lidmaatschap van de Unie door steun te verlenen aan de geleidelijke aanpassing aan en goedkeuring, tenuitvoerlegging en handhaving van het acquis van de Unie, met inbegrip van voorbereiding op het beheer van de Structuurfondsen van de Unie, het Cohesiefonds en het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun publieke organen, entiteiten of natuurlijke personen aan bepaalde externe steunprojecten of –programma's die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten vormen bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 231/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 11), met name artikel 2, lid 1, onder b) en c).

13 05 61

Steun voor IJsland

13 05 61 01

Steun voor politieke hervormingen en geleidelijke aanpassing aan het acquis van de Unie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

Toelichting

In het kader van het instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) zullen met dit krediet in IJsland de volgende specifieke doelstellingen worden nagestreefd:

 

steun voor politieke hervormingen;

 

versterking van het vermogen van de begunstigde landen om te voldoen aan de verplichtingen die voortvloeien uit het lidmaatschap door steun te verlenen aan de geleidelijke aanpassing aan en goedkeuring, tenuitvoerlegging en handhaving van het acquis van de Unie.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun publieke organen, entiteiten of natuurlijke personen, aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 231/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 11), met name artikel 2, lid 1, onder a) en c).

13 05 61 02

Steun voor economische, sociale en territoriale ontwikkeling en geleidelijke aanpassing aan het acquis van de Unie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

Toelichting

In het kader van het instrument voor pretoetredingssteun (IPA II), zal dit krediet dienen voor de volgende specifieke doelstellingen in IJsland:

 

steun voor economische, sociale en territoriale ontwikkeling met het oog op slimme, duurzame en inclusieve groei;

 

versterking op alle niveaus van het vermogen van de in bijlage I bij Verordening (EU) nr. 231/2014 opgenomen begunstigden om te voldoen aan de verplichtingen inzake economische, sociale en territoriale ontwikkeling die voortvloeien uit het lidmaatschap van de Unie door steun te verlenen aan de geleidelijke aanpassing aan en goedkeuring, tenuitvoerlegging en handhaving van het acquis van de Unie, met inbegrip van voorbereiding op het beheer van de Structuurfondsen van de Unie, het Cohesiefonds en het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun publieke organen, entiteiten of natuurlijke personen aan bepaalde externe steunprojecten of –programma's die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten vormen bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 231/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 11), met name artikel 2, lid 1, onder b) en c).

13 05 62

Steun voor Turkije

13 05 62 01

Steun voor politieke hervormingen en geleidelijke aanpassing aan het acquis van de Unie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

Toelichting

In het kader van het instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) zullen met dit krediet in Turkije de volgende specifieke doelstellingen worden nagestreefd:

 

steun voor politieke hervormingen;

 

versterking op alle niveaus van het vermogen van de in bijlage I bij Verordening (EU) nr. 231/2014 opgenomen begunstigden om te voldoen aan de verplichtingen inzake politieke hervormingen die voortvloeien uit het lidmaatschap van de Unie door steun te verlenen aan de geleidelijke aanpassing aan en goedkeuring, tenuitvoerlegging en handhaving van het acquis van de Unie.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun publieke organen, entiteiten of natuurlijke personen aan bepaalde externe steunprojecten of –programma's die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten vormen bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 231/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 11), met name artikel 2, lid 1, onder a) en c).

13 05 62 02

Steun voor economische, sociale en territoriale ontwikkeling en geleidelijke aanpassing aan het acquis van de Unie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

Toelichting

In het kader van het instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) zal dit krediet dienen voor de volgende specifieke doelstellingen in Turkije:

 

steun voor economische, sociale en territoriale ontwikkeling met het oog op slimme, duurzame en inclusieve groei;

 

versterking op alle niveaus van het vermogen van de in bijlage I bij Verordening (EU) nr. 231/2014 opgenomen begunstigden om te voldoen aan de verplichtingen inzake economische, sociale en territoriale ontwikkeling die voortvloeien uit het lidmaatschap van de Unie door steun te verlenen aan de geleidelijke aanpassing aan en goedkeuring, tenuitvoerlegging en handhaving van het acquis van de Unie, met inbegrip van voorbereiding op het beheer van de Structuurfondsen van de Unie, het Cohesiefonds en het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun publieke organen, entiteiten of natuurlijke personen aan bepaalde externe steunprojecten of –programma's die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten vormen bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 231/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 11), met name artikel 2, lid 1, onder b) en c).

13 05 63

Regionale integratie en territoriale samenwerking

13 05 63 01

Grensoverschrijdende samenwerking — Bijdrage uit rubriek 1b

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

25 050 502

25 050 502

17 541 591

p.m.

0,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de steun van het EFRO in het kader van de doelstelling territoriale samenwerking in de programmeringsperiode 2014-2020 voor grensoverschrijdende samenwerking in het kader van het instrument voor pretoetredingssteun (IPA II).

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun publieke organen, entiteiten of natuurlijke personen, aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1299/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende specifieke bepalingen voor steun uit het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling ter verwezenlijking van de doelstelling „Europese territoriale samenwerking” (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 259).

Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).

Verordening (EU) nr. 231/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 11).

13 05 63 02

Grensoverschrijdende samenwerking — Bijdrage uit rubriek 4

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

25 050 502

25 050 502

17 541 590

p.m.

0,—

0,—

Toelichting

In het kader van het instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) zal dit krediet dienen voor de specifieke doelstelling van regionale integratie en territoriale samenwerking met de in bijlage I bij Verordening (EU) nr. 231/2014 opgenomen begunstigden, de lidstaten, en waar passend, derde landen, binnen de werkingssfeer van Verordening (EU) nr. 232/2014 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een Europees Nabuurschapsinstrument.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun publieke organen, entiteiten of natuurlijke personen, aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 231/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 11), met name artikel 2, lid 1, onder d).

Verordening (EU) nr. 232/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een Europees Nabuurschapsinstrument (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 27).

HOOFDSTUK 13 06 —   SOLIDARITEITSFONDS

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

% Betalingen 2014-2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

13 06

SOLIDARITEITSFONDS

13 06 01

Bijstand aan lidstaten in het geval van een grote natuurramp die ernstige gevolgen heeft voor de levensomstandigheden van de burgers, het natuurlijke milieu of de economie

9

50 000 000

50 000 000

82 780 615

149 280 978

0,—

400 805 676,—

801,61

13 06 02

Bijstand aan toetredingslanden in het geval van een grote natuurramp die ernstige gevolgen heeft voor de levensomstandigheden van de burgers, het natuurlijke milieu of de economie

9

p.m.

p.m.

p.m.

60 224 605

0,—

0,—

 
 

Hoofdstuk 13 06 — Totaal

 

50 000 000

50 000 000

82 780 615

209 505 583

0,—

400 805 676,—

801,61

13 06 01

Bijstand aan lidstaten in het geval van een grote natuurramp die ernstige gevolgen heeft voor de levensomstandigheden van de burgers, het natuurlijke milieu of de economie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

50 000 000

50 000 000

82 780 615

149 280 978

0,—

400 805 676,—

Toelichting

Dit artikel dient om de kredieten op te nemen die worden vrijgemaakt wanneer in de lidstaten bij grote rampen een beroep wordt gedaan op het Solidariteitsfonds van de Europese Unie. De hulp moet vooral worden toegekend bij natuurrampen, maar er kan aan de lidstaten in kwestie ook hulp worden verstrekt in spoedeisende situaties, met een deadline voor het gebruik ervan en de verplichting voor de begunstigde landen om het gebruik van de ontvangen hulp te verantwoorden. Ontvangen hulp die vervolgens wordt verrekend met betalingen door derde partijen, bijvoorbeeld op grond van het principe „de vervuiler betaalt” of die het uiteindelijke schadebedrag overschrijdt, moet worden teruggevorderd.

Met uitzondering van het voorschot, zal over de toewijzing van de kredieten worden besloten middels een gewijzigde begroting die uitsluitend tot doel heeft middelen uit het Solidariteitsfonds van de Europese Unie beschikbaar te stellen.

Rechtsgronden

Verordening (EU, Euratom) nr. 1311/2013 van de Raad van 2 december 2013 tot bepaling van het meerjarig financieel kader voor de jaren 2014-2020 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 884), met name artikel 10.

Verordening (EU) nr. 661/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2012/2002 van de Raad tot oprichting van het Solidariteitsfonds van de Europese Unie (PB L 189 van 27.6.2014, blz. 143).

13 06 02

Bijstand aan toetredingslanden in het geval van een grote natuurramp die ernstige gevolgen heeft voor de levensomstandigheden van de burgers, het natuurlijke milieu of de economie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

60 224 605

0,—

0,—

Toelichting

Dit artikel dient voor de opname van kredieten als gevolg van de beschikbaarstelling van middelen uit het Solidariteitsfonds van de Europese Unie in geval van grote rampen in landen die verwikkeld zijn in toetredingsonderhandelingen met de Unie. De hulp moet vooral worden toegekend bij natuurrampen, maar er kan aan de landen in kwestie ook hulp worden verstrekt in spoedeisende situaties, met een deadline voor het gebruik ervan en de verplichting voor de begunstigde landen om het gebruik van de ontvangen hulp te verantwoorden. Ontvangen hulp die vervolgens wordt verrekend met betalingen door derde partijen, bijvoorbeeld op grond van het principe „de vervuiler betaalt” of die het uiteindelijke schadebedrag overschrijdt, moet worden teruggevorderd.

Over de toewijzing van de kredieten zal worden besloten middels een gewijzigde begroting die uitsluitend tot doel heeft middelen uit het Solidariteitsfonds van de Europese Unie beschikbaar te stellen.

Rechtsgronden

Verordening (EU, Euratom) nr. 1311/2013 van de Raad van 2 december 2013 tot bepaling van het meerjarig financieel kader voor de jaren 2014-2020 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 884), met name artikel 10.

Verordening (EU) nr. 661/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2012/2002 van de Raad tot oprichting van het Solidariteitsfonds van de Europese Unie (PB L 189 van 27.6.2014, blz. 143).

HOOFDSTUK 13 07 —   STEUNVERORDENING

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

% Betalingen 2014-2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

13 07

STEUNVERORDENING

13 07 01

Financiële steun ten behoeve van de bevordering van de economische ontwikkeling van de Turks-Cypriotische gemeenschap

4

33 212 000

23 782 000

30 600 000

18 722 539

32 961 900,27

21 016 074,58

88,37

 

Hoofdstuk 13 07 — Totaal

 

33 212 000

23 782 000

30 600 000

18 722 539

32 961 900,27

21 016 074,58

88,37

13 07 01

Financiële steun ten behoeve van de bevordering van de economische ontwikkeling van de Turks-Cypriotische gemeenschap

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

33 212 000

23 782 000

30 600 000

18 722 539

32 961 900,27

21 016 074,58

Toelichting

Oud artikel 22 03 01

Dit krediet zal de voortzetting mogelijk maken van steun in het kader van Verordening (EG) nr. 389/2006 om de hereniging van Cyprus te vergemakkelijken door de economische ontwikkeling van de Turks-Cypriotische gemeenschap te bevorderen met speciale aandacht voor economische integratie van die gebieden welke door deze verordening worden bestreken, met name acties voor plattelandsontwikkeling, herstructurering van infrastructuur, maatregelen voor verzoening en het herstel van vertrouwen, en beurzen in lidstaten voor Turks-Cypriotische studenten. Het TAIEX-instrument zal worden gebruikt voor de voorbereiding van wetgeving om het Unie-acquis meteen toe te passen zodra een politieke overeenkomst over hereniging is bereikt.

Dit krediet dient ook voor de voortzetting en van de financiële steun van de Unie ter facilitering van een intensivering van het werk van het comité vermiste personen, teneinde de doelstellingen te halen van het strategisch plan van dit comité inzake een snellere identificatie van vermisten, alsmede van de tenuitvoerlegging van de besluiten van het bi-communale technisch comité voor cultureel erfgoed, met inbegrip van projecten voor minderheden.

Dit krediet moet onder meer worden benut om de resultaten van werkzaamheden, leveringen en subsidies die met eerdere kredieten werden gefinancierd, te ondersteunen. Subsidieregelingen voor een brede waaier van begunstigden binnen het maatschappelijk middenveld van de gemeenschap: niet-gouvernementele organisaties, studenten en leraren, scholen, landbouwproducenten, kleine dorpen, de particuliere sector, kunnen worden voortgezet. Deze activiteiten beogen de sociaaleconomische ontwikkeling en impliceren hereniging. Er moet indien mogelijk voorrang worden gegeven aan verzoeningsprojecten die een brug slaan tussen de twee gemeenschappen en vertrouwen scheppen. De maatregelen sluiten aan bij het sterke verlangen naar en het engagement van de Unie voor een oplossing en een hereniging op Cyprus.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 389/2006 van de Raad van 27 februari 2006 tot instelling van een instrument voor financiële steun ter bevordering van de economische ontwikkeling van de Turks-Cypriotische gemeenschap en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2667/2000 betreffende het Europees Bureau voor wederopbouw (PB L 65 van 7.3.2006, blz. 5).

TITEL 14

BELASTINGEN EN DOUANE-UNIE

Algemene samenvatting van de kredieten (2016 en 2015) en van de uitvoering (2014)

 

Titel

Hoofdstuk

Rubriek

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

14 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „BELASTINGEN EN DOUANE-UNIE”

57 950 251

57 950 251

57 088 560

57 088 560

57 985 164,83

57 985 164,83

14 02

DOUANE

72 848 000

66 615 000

69 897 552

52 262 325

67 552 293,99

49 756 899,03

14 03

BELASTINGEN

32 449 000

31 500 000

31 146 800

25 084 478

30 994 280,16

25 983 453,03

14 04

BELEIDSSTRATEGIE EN -COÖRDINATIE

3 200 000

3 200 000

3 100 000

2 697 521

2 999 999,25

2 689 985,05

 

Titel 14 — Totaal

166 447 251

159 265 251

161 232 912

137 132 884

159 531 738,23

136 415 501,94

HOOFDSTUK 14 01 —   ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „BELASTINGEN EN DOUANE-UNIE”

De artikelen 1, 2, 3 en 5 zijn in detail weergegeven in hoofdstuk XX 01

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

% 2014-2016

14 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „BELASTINGEN EN DOUANE-UNIE”

14 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen op het beleidsterrein „Belastingen en douane-unie”

5,2

46 896 945

45 992 775

46 273 326,05

98,67

14 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven ter ondersteuning van het beleidsterrein „Belastingen en douane-unie”

14 01 02 01

Extern personeel

5,2

5 188 752

5 245 171

5 222 623,04

100,65

14 01 02 11

Overige beheersuitgaven

5,2

2 671 540

2 730 714

2 950 826,09

110,45

 

Artikel 14 01 02 — Subtotaal

 

7 860 292

7 975 885

8 173 449,13

103,98

14 01 03

Uitgaven in verband met uitrusting en diensten voor informatie- en communicatietechnologie voor het beleidsterrein „Belastingen en douane-unie”

5,2

2 993 014

2 919 900

3 340 393,20

111,61

14 01 04

Ondersteunende uitgaven voor maatregelen en programma's op het beleidsterrein „Belastingen en douane-unie”

14 01 04 01

Ondersteunende uitgaven voor Douane

1,1

100 000

100 000

99 996,45

100,00

14 01 04 02

Ondersteunende uitgaven voor Fiscalis

1,1

100 000

100 000

98 000,—

98,00

 

Artikel 14 01 04 — Subtotaal

 

200 000

200 000

197 996,45

99,00

 

Hoofdstuk 14 01 — Totaal

 

57 950 251

57 088 560

57 985 164,83

100,06

14 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen op het beleidsterrein „Belastingen en douane-unie”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

46 896 945

45 992 775

46 273 326,05

14 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven ter ondersteuning van het beleidsterrein „Belastingen en douane-unie”

14 01 02 01

Extern personeel

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

5 188 752

5 245 171

5 222 623,04

14 01 02 11

Overige beheersuitgaven

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

2 671 540

2 730 714

2 950 826,09

14 01 03

Uitgaven in verband met uitrusting en diensten voor informatie- en communicatietechnologie voor het beleidsterrein „Belastingen en douane-unie”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

2 993 014

2 919 900

3 340 393,20

14 01 04

Ondersteunende uitgaven voor maatregelen en programma's op het beleidsterrein „Belastingen en douane-unie”

14 01 04 01

Ondersteunende uitgaven voor Douane

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

100 000

100 000

99 996,45

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de doelstellingen van het programma of de maatregelen die onder deze post vallen, en alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand waarbij geen sprake is van overheidstaken die door de Commissie zijn uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc.

Wanneer de bijdragen van kandidaat-lidstaten en, indien van toepassing, van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan voor deelname aan Unieprogramma's tot ontvangsten leiden die worden geboekt onder post 6 0 3 1 van de algemene staat van ontvangsten, kunnen extra kredieten worden opgevoerd, in dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Zie hoofdstuk 14 02.

14 01 04 02

Ondersteunende uitgaven voor Fiscalis

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

100 000

100 000

98 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de doelstellingen van het programma of de maatregelen die onder deze post vallen, en alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand waarbij geen sprake is van overheidstaken die door de Commissie zijn uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc.

Wanneer de bijdragen van kandidaat-lidstaten en, indien van toepassing, van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan voor deelname aan Unieprogramma's tot ontvangsten leiden die worden geboekt onder post 6 0 3 1 van de algemene staat van ontvangsten, kunnen extra kredieten worden opgevoerd, in dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Zie hoofdstuk 14 03.

HOOFDSTUK 14 02 —   DOUANE

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

% Betalingen 2014-2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

14 02

DOUANE

14 02 01

Ondersteuning van de werking en de modernisering van de douane-unie

1,1

71 733 000

57 000 000

68 801 000

37 809 192

66 289 812,94

12 005 412,31

21,06

14 02 02

Lidmaatschap van internationale organisaties op het gebied van douane

4

1 115 000

1 115 000

1 096 552

985 479

1 071 531,67

1 071 531,67

96,10

14 02 51

Voltooiing van eerdere programma's op het gebied van douane

1,1

p.m.

8 500 000

p.m.

13 467 654

190 949,38

36 679 955,05

431,53

 

Hoofdstuk 14 02 — Totaal

 

72 848 000

66 615 000

69 897 552

52 262 325

67 552 293,99

49 756 899,03

74,69

14 02 01

Ondersteuning van de werking en de modernisering van de douane-unie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

71 733 000

57 000 000

68 801 000

37 809 192

66 289 812,94

12 005 412,31

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor de tenuitvoerlegging van het Douane 2020-programma en met name de financiering van gemeenschappelijke acties, IT-capaciteitsopbouw en competentieontwikkeling.

Dit krediet dient met name ter dekking van:

 

de kosten voor de aankoop, de ontwikkeling, het onderhoud, de exploitatie en de kwaliteitsborging van de EU-componenten van Europese informatiesystemen. De EU-componenten van de Europese informatiesystemen zijn: 1) IT-onderdelen zoals hardware, software en netwerkverbindingen van de systemen, inclusief de daarmee verband houdende data-infrastructuur; 2) IT-diensten die nodig zijn voor de ondersteuning van de ontwikkeling, het onderhoud, de verbetering en de werking van de systemen; 3) alle andere elementen die om redenen van efficiency, veiligheid en rationalisering door de Commissie worden aangemerkt als gemeenschappelijk voor de deelnemende landen;

 

de kosten voor seminars, workshops, projectgroepen, werkbezoeken, toezichtactiviteiten, deskundigenteams, acties voor bestuurlijke capaciteitsopbouw en –ondersteuning, studies en communicatieprojecten;

 

de kosten in verband met de tenuitvoerlegging van bepalingen betreffende gemeenschappelijke opleidingsacties;

 

de kosten van voorbereidende werkzaamheden, toezicht, bewaking, controles en evaluaties die voor het beheer van het programma en de verwezenlijking van de doelstellingen ervan noodzakelijk zijn;

 

de kosten van overige activiteiten ter ondersteuning van de doelstellingen en activiteitengebieden van het programma.

Wanneer de bijdragen van toetredingslanden, kandidaat-lidstaten, potentiële kandidaten die onder een pretoetredingsstrategie vallen, en partnerlanden van het Europese nabuurschapsbeleid, mits de relevante wetgeving en bestuurlijke methoden in deze landen voldoende zijn aangepast aan die in de Unie, voor deelname aan Unieprogramma's tot ontvangsten leiden die worden geboekt onder post 6 0 3 1 van de algemene staat van ontvangsten, kunnen extra kredieten worden opgevoerd overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) en f), van het Financieel Reglement.

Wanneer de deelname van derde landen, andere dan kandidaat-lidstaten en potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, aan douanesamenwerkingsovereenkomsten tot ontvangsten leidt die worden geboekt onder post 6 0 3 2 van de algemene staat van ontvangsten, worden voor dit artikel extra kredieten opgevoerd overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) en f), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1294/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van een actieprogramma voor douane in de Europese Unie voor de periode 2014-2020 (Douane 2020) en tot intrekking van Beschikking nr. 624/2007/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 209), met name artikel 5.

14 02 02

Lidmaatschap van internationale organisaties op het gebied van douane

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 115 000

1 115 000

1 096 552

985 479

1 071 531,67

1 071 531,67

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de bijdragen van de Unie aan de Werelddouaneorganisatie (WDO).

Rechtsgronden

Besluit 2007/668/EG van de Raad van 25 juni 2007 betreffende de uitoefening van de aan het voorlopige lidmaatschap van de Werelddouaneorganisatie verbonden rechten en plichten door de Europese Gemeenschap (PB L 274 van 18.10.2007, blz. 11).

14 02 51

Voltooiing van eerdere programma's op het gebied van douane

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

8 500 000

p.m.

13 467 654

190 949,38

36 679 955,05

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van betalingen voor nog openstaande vastleggingen van voorgaande jaren.

Wanneer de bijdragen van kandidaat-lidstaten en, indien van toepassing, van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan voor deelname aan Unieprogramma's tot ontvangsten leiden die worden geboekt onder post 6 0 3 1 van de algemene staat van ontvangsten, kunnen extra kredieten worden opgevoerd overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

Wanneer de deelname van derde landen, andere dan kandidaat-lidstaten en potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, aan douanesamenwerkingsovereenkomsten tot ontvangsten leidt die worden geboekt onder post 6 0 3 2 van de algemene staat van ontvangsten, worden voor dit artikel extra kredieten opgevoerd overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Taak die voortvloeit uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel gebied, zoals vastgelegd in artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

Besluit 1999/468/EG van de Raad van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden (PB L 184 van 17.7.1999, blz. 23).

Besluit 2000/305/EG van de Raad van 30 maart 2000 inzake de sluiting van een Overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Gemeenschap en Zwitserland betreffende de uitbreiding van het gemeenschappelijk communicatienetwerk met gemeenschappelijke systeeminterface (CCN/CSI) in het kader van de Overeenkomst betreffende een gemeenschappelijke regeling inzake douanevervoer (PB L 102 van 27.4.2000, blz. 50).

Besluit 2000/506/EG van de Raad van 31 juli 2000 inzake de sluiting van een Overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Gemeenschap en Noorwegen betreffende de uitbreiding van het gemeenschappelijk communicatienetwerk met gemeenschappelijke systeeminterface (CCN/CSI) in het kader van de Overeenkomst betreffende een gemeenschappelijke regeling inzake douanevervoer (PB L 204 van 11.8.2000, blz. 35).

Beschikking nr. 253/2003/EG van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2003 houdende goedkeuring van een actieprogramma voor de douane in de Gemeenschap (Douane 2007) (PB L 36 van 12.2.2003, blz. 1).

Beschikking nr. 624/2007/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 mei 2007 tot vaststelling van een actieprogramma voor de douane in de Gemeenschap (Douane 2013) (PB L 154 van 14.6.2007, blz. 25).

Beschikking nr. 70/2008/EG van het Europees Parlement en de Raad van 15 januari 2008 betreffende een papierloze omgeving voor douane en bedrijfsleven (PB L 23 van 26.1.2008, blz. 21).

Verordening (EG) nr. 450/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2008 tot vaststelling van het communautair douanewetboek (gemoderniseerd douanewetboek) (PB L 145 van 4.6.2008, blz. 1).

HOOFDSTUK 14 03 —   BELASTINGEN

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

% Betalingen 2014-2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

14 03

BELASTINGEN

14 03 01

Verbetering van de werking van de belastingstelsels

1,1

31 449 000

27 500 000

31 025 000

19 488 194

30 872 480,16

6 417 407,95

23,34

14 03 02

Lidmaatschap van internationale organisaties op het gebied van belastingen

4

p.m.

p.m.

121 800

109 462

121 800,—

0,—

 

14 03 51

Voltooiing van eerdere programma's op het gebied van belastingen

1,1

p.m.

3 500 000

p.m.

5 486 822

0,—

19 566 045,08

559,03

14 03 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

14 03 77 01

Proefproject —Digitale fiscale educatie en belastingbetaling

1,1

500 000

250 000

         

14 03 77 02

Proefproject — Capaciteitsopbouw, programmaontwikkeling en communicatie in het kader van de bestrijding van belastingontwijking, -ontduiking en -fraude

1,1

500 000

250 000

         
 

Artikel 14 03 77 — Subtotaal

 

1 000 000

500 000

         
 

Hoofdstuk 14 03 — Totaal

 

32 449 000

31 500 000

31 146 800

25 084 478

30 994 280,16

25 983 453,03

82,49

14 03 01

Verbetering van de werking van de belastingstelsels

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

31 449 000

27 500 000

31 025 000

19 488 194

30 872 480,16

6 417 407,95

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor de tenuitvoerlegging van het Fiscalis 2020-programma en met name de financiering van gemeenschappelijke acties, IT-capaciteitsopbouw en competentieontwikkeling.

Dit krediet dient met name ter dekking van:

 

de kosten voor de aankoop, de ontwikkeling, het onderhoud, de exploitatie en de kwaliteitsborging van de EU-componenten van Europese informatiesystemen. De EU-componenten van de Europese informatiesystemen zijn: 1) IT-onderdelen zoals hardware, software en netwerkverbindingen van de systemen, inclusief de daarmee verband houdende data-infrastructuur; 2) IT-diensten die nodig zijn voor de ondersteuning van de ontwikkeling, het onderhoud, de verbetering en de werking van de systemen; 3) alle andere elementen die om redenen van efficiency, veiligheid en rationalisering door de Commissie worden aangemerkt als gemeenschappelijk voor de deelnemende landen;

 

de kosten voor seminars, workshops, projectgroepen, bilaterale of multilaterale controles, werkbezoeken, deskundigenteams, acties voor bestuurlijke capaciteitsopbouw en –ondersteuning, studies en communicatieprojecten;

 

de kosten in verband met de tenuitvoerlegging van bepalingen betreffende gemeenschappelijke opleidingsacties;

 

de kosten van voorbereidende werkzaamheden, toezicht, bewaking, controles en evaluaties die voor het beheer van het programma en de verwezenlijking van de doelstellingen ervan noodzakelijk zijn;

 

de kosten van overige activiteiten ter ondersteuning van de doelstellingen en prioriteiten van het programma.

Wanneer de bijdragen van toetredingslanden, kandidaat-lidstaten, potentiële kandidaten die onder een pretoetredingsstrategie vallen, en partnerlanden van het Europese nabuurschapsbeleid, mits de relevante wetgeving en bestuurlijke methoden in deze landen voldoende zijn aangepast aan die in de Unie, voor deelname aan Unieprogramma's tot ontvangsten leiden die worden geboekt onder post 6 0 3 1 van de algemene staat van ontvangsten, kunnen extra kredieten worden opgevoerd overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

Wanneer de deelname van derde landen, andere dan kandidaat-lidstaten en potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, aan douanesamenwerkingsovereenkomsten tot ontvangsten leidt die worden geboekt onder post 6 0 3 2 van de algemene staat van ontvangsten, worden voor dit artikel extra kredieten opgevoerd overeenkomstig artikel 21, lid 1, van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1286/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van een actieprogramma ter verbetering van het functioneren van de belastingstelsels in de Europese Unie voor de periode 2014-2020 (Fiscalis 2020) en tot intrekking van Beschikking nr. 1482/2007/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 25), met name artikel 5.

14 03 02

Lidmaatschap van internationale organisaties op het gebied van belastingen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

121 800

109 462

121 800,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de bijdragen van de Unie aan de International Tax Dialogue (ITD).

Referentiebesluiten

Besluit van de Commissie van 4 juni 2008 over de deelname van de Gemeenschap aan de werkzaamheden van de International Tax Dialogue.

14 03 51

Voltooiing van eerdere programma's op het gebied van belastingen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

3 500 000

p.m.

5 486 822

0,—

19 566 045,08

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van betalingen voor nog openstaande vastleggingen van voorgaande jaren.

Wanneer de bijdragen van kandidaat-lidstaten en, indien van toepassing, van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan voor deelname aan Unieprogramma's tot ontvangsten leiden die worden geboekt onder post 6 0 3 1 van de algemene staat van ontvangsten, kunnen extra kredieten worden opgevoerd overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

Wanneer de deelname van derde landen, andere dan kandidaat-lidstaten en potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, aan douanesamenwerkingsovereenkomsten tot ontvangsten leidt die worden geboekt onder post 6 0 3 2 van de algemene staat van ontvangsten, worden voor dit artikel extra kredieten opgevoerd overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Taak die voortvloeit uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel gebied, zoals vastgelegd in artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

Beschikking nr. 1152/2003/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 juni 2003 betreffende geautomatiseerde verwerking van gegevens inzake het verkeer van en de controle op accijnsgoederen (PB L 162 van 1.7.2003, blz. 5).

Verordening (EG) nr. 1798/2003 van de Raad van 7 oktober 2003 betreffende de administratieve samenwerking op het gebied van de belasting over de toegevoegde waarde en tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 218/92 (PB L 264 van 15.10.2003, blz. 1).

Beschikking nr. 1482/2007/EG van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2007 tot vaststelling van een communautair programma ter verbetering van het functioneren van de belastingstelsels in de interne markt (Fiscalis 2013) (PB L 330 van 15.12.2007, blz. 1).

14 03 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

14 03 77 01

Proefproject —Digitale fiscale educatie en belastingbetaling

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

500 000

250 000

       

Toelichting

Het doel van dit proefproject is een Europees netwerk van nationale en plaatselijke aanbieders van digitale fiscale educatie en belastingbetaling op te zetten. Door goede praktijken en campagnemodellen uit te wisselen, kan een groep van deskundigen een Europese campagne op internet en de sociale media voeren om het betalen van belasting te verbeteren. Het project dient ter oprichting van een gebruiksvriendelijk en voor jongeren aantrekkelijk internetplatform met een offline applicatie en educatieve software voor individuele personen of scholen.

Het project heeft tot doel de fiscale educatie van de Europese burgers, en met name jongeren, te vergroten en belastingontduiking en -fraude in heel Europa tegen te gaan. In het kader van het project zal ook worden beoordeeld in welke mate fiscale educatie op internet en de sociale media van invloed is op de belastingbetaling.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

14 03 77 02

Proefproject — Capaciteitsopbouw, programmaontwikkeling en communicatie in het kader van de bestrijding van belastingontwijking, -ontduiking en -fraude

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

500 000

250 000

       

Toelichting

Dit proefproject dient ter ondersteuning van een breed scala aan maatschappelijke organisaties, waaronder enkele nieuwe organisaties die niet actief betrokken zijn bij de bestrijding van belastingfraude en -ontwijking, om hun deskundigheid en capaciteit inzake Europese belastingregels te vergroten, de bewustmaking te versterken en instrumenten te ontwikkelen om belastingontwijking, -ontduiking en -fraude te bestrijden.

Gezien de problemen die door de LuxLeaks- en SwissLeaks-schandalen aan het licht gekomen zijn, moet de capaciteit op Unie-niveau van een breed scala aan organisaties (zoals consumentenorganisaties, ngo's, vakbonden en academische gemeenschappen) op dit terrein worden versterkt. Versterkte capaciteitsopbouw voor onderzoek, training en bewustmaking, opbouw van samenwerking (waaronder met journalisten) en grotere betrokkenheid van deskundigen uit het maatschappelijk middenveld bij de opzet en tenuitvoerlegging van, en het pleiten voor de bestrijding van belastingontwijking, belastingontduiking en belastingfraude, zorgt voor synergieën met de huidige inspanningen van de Unie om een einde te maken aan misbruikpraktijken zoals agressieve fiscale planning door multinationals of de ontwijking van belastingen door welgestelde personen.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

HOOFDSTUK 14 04 —   BELEIDSSTRATEGIE EN -COÖRDINATIE

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

% Betalingen 2014-2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

14 04

BELEIDSSTRATEGIE EN -COÖRDINATIE

14 04 01

Tenuitvoerlegging en ontwikkeling van de interne markt

1,1

3 200 000

3 200 000

3 100 000

2 697 521

2 999 999,25

2 689 985,05

84,06

 

Hoofdstuk 14 04 — Totaal

 

3 200 000

3 200 000

3 100 000

2 697 521

2 999 999,25

2 689 985,05

84,06

14 04 01

Tenuitvoerlegging en ontwikkeling van de interne markt

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

3 200 000

3 200 000

3 100 000

2 697 521

2 999 999,25

2 689 985,05

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de doelstellingen van het programma of de maatregelen die onder dit artikel vallen, en alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand waarbij geen sprake is van overheidstaken die door de Commissie zijn uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc.

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven als gevolg van maatregelen die moeten bijdragen tot de voltooiing, de werking en de ontwikkeling van de interne markt.

Het ondersteunt het douane- en belastingbeleid van de Unie en omvat maatregelen die niet kunnen worden gefinancierd uit het Douane 2020-programma en het Fiscalis 2020-programma.

Op het gebied van belastingen en douane dient dit krediet in de eerste plaats ter dekking van uitgaven voor:

 

de kosten van advies, studies, analysen en effectbeoordelingen;

 

activiteiten op het gebied van de indeling van goederen in het douanetarief en de inzameling van gegevens;

 

investeringen in software;

 

de productie en ontwikkeling van publiciteits-, bewustmakings- en opleidingsmateriaal.

Rechtsgronden

Taak die voortvloeit uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel gebied, zoals vastgelegd in artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

TITEL 15

ONDERWIJS EN CULTUUR

Algemene samenvatting van de kredieten (2016 en 2015) en van de uitvoering (2014)

 

Titel

Hoofdstuk

Rubriek

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

15 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN OP HET BELEIDSTERREIN „ONDERWIJS EN CULTUUR”

116 708 999

116 708 999

118 332 255

118 332 255

121 546 664,59

121 546 664,59

15 02

ERASMUS+

1 701 213 173

1 770 438 678

1 571 334 000

1 352 130 023

1 789 991 909,89

1 476 601 114,86

15 03

HORIZON 2020

993 834 081

1 064 324 156

991 450 783

993 045 813

1 090 726 663,55

852 130 217,62

15 04

CREATIEF EUROPA

77 506 000

79 280 220

64 059 000

59 851 576

66 084 459,53

62 146 941,94

 

Titel 15 — Totaal

2 889 262 253

3 030 752 053

2 745 176 038

2 523 359 667

3 068 349 697,56

2 512 424 939,01

HOOFDSTUK 15 01 —   ADMINISTRATIEVE UITGAVEN OP HET BELEIDSTERREIN „ONDERWIJS EN CULTUUR”

De artikelen 1, 2, 3 en 5 zijn in detail weergegeven in hoofdstuk XX 01

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

% 2014-2016

15 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN OP HET BELEIDSTERREIN „ONDERWIJS EN CULTUUR”

15 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen op het beleidsterrein „Onderwijs en cultuur”

5,2

45 708 312

45 046 795

46 389 438,68

101,49

15 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven ter ondersteuning van het beleidsterrein „Onderwijs en cultuur”

15 01 02 01

Extern personeel

5,2

3 298 903

3 743 403

3 239 199,66

98,19

15 01 02 11

Overige beheersuitgaven

5,2

2 337 864

3 593 687

4 499 755,12

192,47

 

Artikel 15 01 02 — Subtotaal

 

5 636 767

7 337 090

7 738 954,78

137,29

15 01 03

Uitgaven in verband met uitrusting en diensten voor informatie- en communicatietechnologie op het beleidsterrein „Onderwijs en cultuur”

5,2

2 917 154

2 859 843

3 352 338,98

114,92

15 01 04

Ondersteunende uitgaven voor operaties en programma's op het beleidsterrein „Onderwijs en cultuur”

15 01 04 01

Ondersteunende uitgaven voor Erasmus+

1,1

10 444 400

11 000 000

11 600 887,85

111,07

15 01 04 02

Ondersteunende uitgaven voor het programma Creatief Europa — Subprogramma Cultuur

3

831 020

806 970

838 502,37

100,90

 

Artikel 15 01 04 — Subtotaal

 

11 275 420

11 806 970

12 439 390,22

110,32

15 01 05

Ondersteunende uitgaven voor onderzoeks- en innovatieprogramma’s op het beleidsterrein „Onderwijs en cultuur”

15 01 05 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen die belast zijn met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020

1,1

2 048 214

2 093 307

1 896 047,99

92,57

15 01 05 02

Extern personeel dat belast is met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020

1,1

659 782

653 250

751 473,57

113,90

15 01 05 03

Overige beheersuitgaven voor onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020

1,1

1 139 250

1 085 000

1 172 702,42

102,94

 

Artikel 15 01 05 — Subtotaal

 

3 847 246

3 831 557

3 820 223,98

99,30

15 01 06

Uitvoerende agentschappen

15 01 06 01

Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur — Bijdrage van Erasmus+

1,1

26 112 100

26 312 000

25 332 870,—

97,02

15 01 06 02

Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur — Bijdrage van Creatief Europa

3

12 199 000

12 164 000

12 491 000,—

102,39

 

Artikel 15 01 06 — Subtotaal

 

38 311 100

38 476 000

37 823 870,—

98,73

15 01 60

Bibliotheek en e-resources

5,2

2 534 000

2 534 000

2 586 886,56

102,09

15 01 61

Kosten van stages voor afgestudeerden bij de instelling

5,2

6 479 000

6 440 000

7 395 561,39

114,15

 

Hoofdstuk 15 01 — Totaal

 

116 708 999

118 332 255

121 546 664,59

104,15

15 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen op het beleidsterrein „Onderwijs en cultuur”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

45 708 312

45 046 795

46 389 438,68

15 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven ter ondersteuning van het beleidsterrein „Onderwijs en cultuur”

15 01 02 01

Extern personeel

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

3 298 903

3 743 403

3 239 199,66

15 01 02 11

Overige beheersuitgaven

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

2 337 864

3 593 687

4 499 755,12

15 01 03

Uitgaven in verband met uitrusting en diensten voor informatie- en communicatietechnologie op het beleidsterrein „Onderwijs en cultuur”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

2 917 154

2 859 843

3 352 338,98

15 01 04

Ondersteunende uitgaven voor operaties en programma's op het beleidsterrein „Onderwijs en cultuur”

15 01 04 01

Ondersteunende uitgaven voor Erasmus+

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

10 444 400

11 000 000

11 600 887,85

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven in verband met voorbereidende, toezicht-, controle- , audit- en evaluatieactiviteiten die noodzakelijk zijn voor het beheer van het programma en de verwezenlijking van de doelstellingen ervan; met name studies, vergaderingen van deskundigen, informatie- en communicatieacties, waaronder bedrijfscommunicatie over de politieke prioriteiten van de Unie, voor zover zij verband houden met de algemene doelstellingen van deze verordening, uitgaven in verband met IT die zijn gericht op informatieverwerking en -uitwisseling, tezamen met alle andere uitgaven voor technische en administratieve bijstand, die door de Commissie voor het beheer van het programma zijn gedaan.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten en, indien van toepassing, potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan programma's van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van de landen die onder het Europees nabuurschapsbeleid vallen, volgens de procedures die met die landen worden overeengekomen ingevolge de kaderovereenkomsten die in hun deelname aan programma's van de Unie voorzien, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van de Zwitserse Bondsstaat voor deelname aan de programma's van de Unie en die zijn geboekt op post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot het opvoeren van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Zie hoofdstuk 15 02.

15 01 04 02

Ondersteunende uitgaven voor het programma Creatief Europa — Subprogramma Cultuur

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

831 020

806 970

838 502,37

Toelichting

Oude post 15 01 04 02 (ten dele)

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven in verband met voorbereidende, toezicht-, controle- , audit- en evaluatieactiviteiten die noodzakelijk zijn voor het beheer van het programma Creatief Europa en de verwezenlijking van de doelstellingen ervan; met name studies, vergaderingen van deskundigen, informatie- en communicatieacties, waaronder institutionele communicatie over de politieke prioriteiten van de Unie, voor zover zij verband houden met de algemene doelstellingen van deze post, uitgaven in verband met IT-netwerken die zijn gericht op informatieverwerking en -uitwisseling, tezamen met alle andere uitgaven voor technische en administratieve bijstand die de Commissie doet voor het beheer van het programma.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten en, indien van toepassing, potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan programma's van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van de landen die onder het Europees nabuurschapsbeleid vallen, volgens de procedures die met die landen worden overeengekomen ingevolge de kaderovereenkomsten die in hun deelname aan programma's van de Unie voorzien, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van de Zwitserse Bondsstaat voor deelname aan de programma's van de Unie en die zijn geboekt op post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot het opvoeren van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Zie hoofdstuk 15 04.

15 01 05

Ondersteunende uitgaven voor onderzoeks- en innovatieprogramma’s op het beleidsterrein „Onderwijs en cultuur”

15 01 05 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen die belast zijn met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

2 048 214

2 093 307

1 896 047,99

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen die belast zijn met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma's — Horizon 2020, op posten die deel uitmaken van de goedgekeurde personeelsformaties die betrokken zijn bij werkzaamheden onder contract in het kader van de niet-nucleaire programma's, met inbegrip van ambtenaren en tijdelijke functionarissen die zijn gedetacheerd naar delegaties van de Unie.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Zie hoofdstuk 15 03.

15 01 05 02

Extern personeel dat belast is met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

659 782

653 250

751 473,57

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven voor extern personeel dat belast is met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020 in de vorm van werkzaamheden onder contract in het kader van de niet-nucleaire programma’s, met inbegrip van extern personeel dat naar delegaties van de Unie is gedetacheerd.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Zie hoofdstuk 15 03.

15 01 05 03

Overige beheersuitgaven voor onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

1 139 250

1 085 000

1 172 702,42

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van overige administratieve uitgaven voor het volledige beheer van onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020 in de vorm van werkzaamheden onder contract in het kader van de niet-nucleaire programma’s, met inbegrip van andere administratieve uitgaven voor personeel dat naar delegaties van de Unie is gedetacheerd.

Dit krediet dient eveneens ter dekking van de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de doelstelling van het programma of de maatregelen die onder deze post vallen, en van alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand, waarbij geen sprake is van overheidstaken, die door de Commissie is uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc.

Het dient tevens ter dekking van uitgaven voor technische en administratieve bijstand in verband met beschrijving, voorbereiding, management, monitoring, audit en supervisie van het programma of van projecten, zoals uitgaven voor conferenties, workshops, seminars, ontwikkeling en onderhoud van IT-systemen, dienstreizen, opleidingen en vertegenwoordigingen.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Zie hoofdstuk 15 03.

15 01 06

Uitvoerende agentschappen

15 01 06 01

Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur — Bijdrage van Erasmus+

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

26 112 100

26 312 000

25 332 870,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de huishoudelijke kosten van het Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur voor de deelname van het Agentschap in het beheer van het programma Erasmus+ onder rubriek 1a, alsook ter dekking van de kosten van het Agentschap die voortvloeien uit het beheer van de voltooiing van de samenwerkingsprogramma's op het gebied van hoger onderwijs en beroepsopleiding- en onderwijs, en het programma Jeugd in actie van het meerjarig financieel kader 2007-2013.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten en, indien van toepassing, potentiële kandidaten van de westelijke Balkan, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van de landen die onder het Europees nabuurschapsbeleid vallen, volgens de procedures die met die landen worden overeengekomen ingevolge de kaderovereenkomsten die in hun deelname aan programma's van de Unie voorzien, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van de Zwitserse Bondsstaat voor deelname aan de programma's van de Unie en die zijn geboekt op post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot het opvoeren van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

De personeelsformatie van het Agentschap is opgenomen in de bijlage „Personeel” bij deze afdeling.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 58/2003 van de Raad van 19 december 2002 tot vaststelling van het statuut van de uitvoerende agentschappen waaraan bepaalde taken voor het beheer van communautaire programma's worden gedelegeerd (PB L 11 van 16.1.2003, blz. 1).

Besluit 2006/910/EG van de Raad van 4 december 2006 betreffende de sluiting van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Verenigde Staten van Amerika tot vernieuwing van het samenwerkingsprogramma op het gebied van het hoger onderwijs, het beroepsonderwijs en de beroepsopleiding (PB L 346 van 9.12.2006, blz. 33).

Besluit 2006/964/EG van de Raad van 18 december 2006 betreffende de sluiting van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de regering van Canada tot vaststelling van een kader voor samenwerking op het gebied van hoger onderwijs, beroepsopleiding en jongeren (PB L 397 van 30.12.2006, blz. 14).

Verordening (EU) nr. 1288/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van „Erasmus+”: het programma van de Unie voor onderwijs, opleiding, jeugd en sport en tot intrekking van Besluiten nr. 1719/2006/EG, nr. 1720/2006/EG en nr. 1298/2008/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 50).

Referentiebesluiten

Uitvoeringsbesluit 2013/776/EU van de Commissie van 18 december 2013 tot oprichting van het „Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur” en tot intrekking van Besluit 2009/336/EG (PB L 343 van 19.12.2013, blz. 46).

Besluit C(2013) 9189 van de Commissie van 18 december 2013 waarbij bevoegdheden aan het Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur worden gedelegeerd met het oog op het verrichten van taken in verband met de tenuitvoerlegging van EU-programma's op het gebied van onderwijs, audiovisuele media en cultuur, met name wat betreft de besteding van de in de algemene begroting van de Unie en het EOF opgenomen kredieten.

15 01 06 02

Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur — Bijdrage van Creatief Europa

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

12 199 000

12 164 000

12 491 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de huishoudelijke kosten van het Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur voor de deelname van het Agentschap in het beheer van het programma Creatief Europa onder rubriek 3b, alsook ter dekking van de huishoudelijke kosten die voortvloeien uit het beheer van het meerjarig financieel kader 2007-2013.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten en, indien van toepassing, potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan programma's van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van de landen die onder het Europees nabuurschapsbeleid vallen, volgens de procedures die met die landen worden overeengekomen ingevolge de kaderovereenkomsten die in hun deelname aan programma's van de Unie voorzien, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van de Zwitserse Bondsstaat voor deelname aan de programma's van de Unie en die zijn geboekt op post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot het opvoeren van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

De personeelsformatie van het Agentschap is opgenomen in de bijlage „Personeel” bij deze afdeling.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 58/2003 van de Raad van 19 december 2002 tot vaststelling van het statuut van de uitvoerende agentschappen waaraan bepaalde taken voor het beheer van communautaire programma's worden gedelegeerd (PB L 11 van 16.1.2003, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 1295/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van het programma Creatief Europa (2014-2020) en tot intrekking van de Besluiten nr. 1718/2006/EG, nr. 1855/2006/EG en nr. 1041/2009/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 221).

Referentiebesluiten

Uitvoeringsbesluit 2013/776/EU van de Commissie van 18 december 2013 tot oprichting van het „Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur” en tot intrekking van Besluit 2009/336/EG (PB L 343 van 19.12.2013, blz. 46).

Besluit van de Commissie C(2013) 9189 van 18 december 2013 waarbij bevoegdheden aan het Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur worden gedelegeerd met het oog op het verrichten van taken in verband met de tenuitvoerlegging van EU-programma's op het gebied van onderwijs, audiovisuele media en cultuur, met name wat betreft de besteding van de in de algemene begroting van de Unie en het EOF opgenomen kredieten.

15 01 60

Bibliotheek en e-resources

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

2 534 000

2 534 000

2 586 886,56

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de aankoop van boekwerken, e-boeken en andere publicaties, supplementen op de aanwezige werken;

 

de uitgaven voor inbinden en dergelijke, voor een goede bewaring van boekwerken en tijdschriften;

 

de kosten van abonnementen op kranten, gespecialiseerde tijdschriften en documentaire gegevensbanken;

 

de kosten van abonnementen op databases voor catalogisering, en

 

andere gespecialiseerde publicaties op papier en online.

Opgemerkt zij dat dit krediet niet de kosten dekt van:

 

de vestigingen van het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek, waarvoor de uitgaven worden afgeboekt op artikel 01 05 van de betreffende titels;

 

vertegenwoordigingen van de Commissie in de Unie, waarvoor de uitgaven worden afgeboekt op post 16 01 03 03;

 

buiten de Unie gedane soortgelijke uitgaven die worden afgeboekt op post 01 03 02 van de betreffende titels.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 53 000 EUR.

15 01 61

Kosten van stages voor afgestudeerden bij de instelling

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

6 479 000

6 440 000

7 395 561,39

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van stages voor afgestudeerden. Deze stage moet afgestudeerden een overzicht bieden van de doelstellingen en uitdagingen van de Unie, inzicht in de werking van de instellingen van de Unie en een kans om hun kennis door werkervaring bij de Commissie te vergroten.

Dit krediet dekt de toekenning van beurzen en andere uitgaven die hiermee verband houden (aanvullende beurs voor mensen met een handicap, ongevallen- en ziektekostenverzekering, bijdrage in de reiskosten voor de stage, met name de reis naar de stageplaats en terug, organisatiekosten van evenementen die in het kader van het stageprogramma worden georganiseerd zoals bezoeken en kosten van ontvangst).

De selectie van stagiair(e)s is op objectieve en transparante criteria gebaseerd.

Het bedrag van de gerelateerde bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 277 433 EUR.

HOOFDSTUK 15 02 —   ERASMUS+

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

% Betalingen 2014-2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

15 02

ERASMUS+

15 02 01

Bevordering van excellentie en samenwerking op het gebied van onderwijs, opleiding en jeugd in Europa, het belang hiervan voor de arbeidsmarkt en de deelname van jongeren aan het democratische leven in Europa

15 02 01 01

Bevordering van uitmuntendheid en samenwerking in de Europese onderwijs- en opleidingssector en het belang daarvan voor de arbeidsmarkt

1,1

1 457 638 273

1 503 812 182

1 348 476 000

1 100 675 667

1 527 225 887,80

1 049 895 578,87

69,82

15 02 01 02

Bevordering van uitmuntendheid en samenwerking op het gebied van de Europese jeugd en de participatie van jongeren aan het Europees democratisch leven

1,1

172 700 000

171 249 596

165 245 000

128 252 717

199 563 927,60

139 880 180,48

81,68

 

Artikel 15 02 01 — Subtotaal

 

1 630 338 273

1 675 061 778

1 513 721 000

1 228 928 384

1 726 789 815,40

1 189 775 759,35

71,03

15 02 02

Stimulering van excellentie in onderwijs- en onderzoeksactiviteiten op het gebied van Europese integratie door middel van de Jean Monnet-activiteiten in de hele wereld

1,1

37 074 900

33 676 900

36 174 000

29 034 105

38 789 324,29

31 301 633,68

92,95

15 02 03

Ontwikkeling van de Europese dimensie van de sport

1,1

30 000 000

28 000 000

20 939 000

11 611 197

22 434 981,14

5 118 869,58

18,28

15 02 51

Voltooiing van levenslang leren, met inbegrip van meertaligheid

1,1

31 300 000

78 988 099

977 789,06

212 680 242,65

679,49

15 02 53

Voltooiing van jeugd en sport

1,1

500 000

1 061 755

0,—

34 400 801,28

6 880,16

15 02 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

15 02 77 05

Voorbereidende actie ter dekking van de studiekosten van personen die gespecialiseerd zijn in het Europees nabuurschapsbeleid (ENB) en voor daarmee verband houdende academische activiteiten en andere onderwijsmodules, onder meer de ENB-leerstoel in het Europacollege in Natolin

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

697 907

0,—

437 116,68

 

15 02 77 06

Voorbereidende actie — Amicus — Vereniging van lidstaten die communautaire universele diensten uitvoeren

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

 

15 02 77 07

Voorbereidende actie op het gebied van sport

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

39 681,06

 

15 02 77 08

Voorbereidende actie — Europese sportpartnerschappen

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

1 308 576

0,—

2 847 010,58

 

15 02 77 09

Voorbereidende actie — E-platform voor nabuurschap

1,1

p.m.

p.m.

500 000

500 000

1 000 000,—

0,—

 

15 02 77 10

Proefproject — Gezondheidsbevorderende lichaamsbeweging in heel Europa stimuleren

1,1

600 000

300 000

         

15 02 77 11

Proefproject — Verbetering van de leerresultaten door ondersteuning van beginnende leraren via online leren, coaching en begeleiding

1,1

500 000

250 000

         

15 02 77 12

Proefproject — Een Europees kader voor mobiliteit van leerlingen: Europees burgerschap en Europese vaardigheden bevorderen door middel van de integratie van jongeren in de arbeidsmarkt

1,1

2 000 000

1 000 000

         

15 02 77 13

Proefproject — Mobiliteit van jongeren die een beroepsopleiding volgen — een grotere mobiliteit van jongeren

1,1

100 000

50 000

         

15 02 77 14

Voorbereidende actie — Uitwisselingsprogramma voor kinderen en jongeren EU-Rusland

1,1

300 000

150 000

         

15 02 77 15

Voorbereidende actie — Uitwisselingsprogramma voor kinderen en jongeren EU-Oekraïne

1,1

300 000

150 000

         
 

Artikel 15 02 77 — Subtotaal

 

3 800 000

1 900 000

500 000

2 506 483

1 000 000,—

3 323 808,32

174,94

 

Hoofdstuk 15 02 — Totaal

 

1 701 213 173

1 770 438 678

1 571 334 000

1 352 130 023

1 789 991 909,89

1 476 601 114,86

83,40

15 02 01

Bevordering van excellentie en samenwerking op het gebied van onderwijs, opleiding en jeugd in Europa, het belang hiervan voor de arbeidsmarkt en de deelname van jongeren aan het democratische leven in Europa

15 02 01 01

Bevordering van uitmuntendheid en samenwerking in de Europese onderwijs- en opleidingssector en het belang daarvan voor de arbeidsmarkt

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 457 638 273

1 503 812 182

1 348 476 000

1 100 675 667

1 527 225 887,80

1 049 895 578,87

Toelichting

In overeenstemming met de algemene doelstelling, met name de doelstellingen van het strategisch kader voor Europese samenwerking op het gebied van onderwijs en opleiding (ET 2020), alsmede ter ondersteuning van de duurzame ontwikkeling op het gebied van hoger onderwijs in derde landen, worden met dit krediet de volgende specifieke doelstellingen op het gebied van onderwijs en beroepsopleiding nagestreefd:

 

verhoging van het niveau van de kerncompetenties en -vaardigheden, in het bijzonder wat betreft hun relevantie voor de arbeidsmarkt en een hechtere samenleving, met name door de mogelijkheden voor leermobiliteit te verruimen en de samenwerking tussen de onderwijs- en beroepsopleidingswereld en het beroepsleven te intensiveren, en bestrijding van genderstereotypen en bewustmaking omtrent gelijke rechten en kansen;

 

bevordering van kwaliteitsverbeteringen, excellentie op het gebied van innovatie en internationalisering op het niveau van onderwijs- en opleiding, met name door nauwere transnationale samenwerking tussen aanbieders van onderwijs en opleidingen en andere belanghebbenden;

 

bevordering van het ontstaan en ruimere bekendheid van een Europese ruimte voor een leven lang leren, het aanvullen van beleidshervormingen op nationaal niveau en ondersteuning van de modernisering van onderwijs- en opleidingsstelsels, met name door sterkere beleidssamenwerking, verbetering van de toepassing van instrumenten van de Unie voor transparantie en erkenning en de verspreiding van goede praktijken;

 

versterking van de internationale dimensie van onderwijs en beroepsopleiding, met name door samenwerking tussen instellingen in de Unie en in derde landen op het gebied van beroepsonderwijs en beroepsopleiding en in het hoger onderwijs, door de aantrekkelijkheid van de Europese instellingen voor hoger onderwijs te vergroten en door ondersteuning van de externe actie van de Unie, inclusief haar ontwikkelingsdoelstellingen, door de mobiliteit en de samenwerking tussen de instellingen voor hoger onderwijs in de Unie en in derde landen te bevorderen en door doelgerichte opbouw van capaciteit in derde landen;

 

verbetering van het onderwijs in en het leren van talen en bevordering van taalkundige verscheidenheid en intercultureel bewustzijn in de Unie, inclusief minderheidstalen en bedreigde talen;

 

ondersteuning van gratis openbaar onderwijs van hoge kwaliteit op zodanige wijze dat voorkomen wordt dat leerlingen op financiële gronden de toegang tot onderwijs wordt ontnomen of gedwongen worden om, ongeacht het niveau, het onderwijs te verlaten, met bijzondere aandacht voor de eerste schooljaren, teneinde voortijdig schoolverlaten tegen te gaan en ervoor te zorgen dat kinderen uit de minst bevoorrechte lagen van de bevolking volledig geïntegreerd kunnen worden.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan programma's van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van de landen die onder het Europees nabuurschapsbeleid vallen, volgens de procedures die met die landen worden overeengekomen ingevolge de kaderovereenkomsten die in hun deelname aan programma's van de Unie voorzien, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van de Zwitserse Bondsstaat voor deelname aan de programma's van de Unie en die zijn geboekt op post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot het opvoeren van extra kredieten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1288/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van „Erasmus+”: het programma van de Unie voor onderwijs, opleiding, jeugd en sport en tot intrekking van Besluiten nr. 1719/2006/EG, nr. 1720/2006/EG en nr. 1298/2008/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 50).

15 02 01 02

Bevordering van uitmuntendheid en samenwerking op het gebied van de Europese jeugd en de participatie van jongeren aan het Europees democratisch leven

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

172 700 000

171 249 596

165 245 000

128 252 717

199 563 927,60

139 880 180,48

Toelichting

In overeenstemming met de algemene doelstelling worden met dit krediet de volgende specifieke doelstellingen op het gebied van de jeugd nagestreefd:

 

verhoging van het niveau van de kerncompetenties en vaardigheden van jongeren, waaronder kansarme jongeren, bevordering van de participatie van jongeren in de democratie in Europa en de arbeidsmarkt, van hun actief burgerschap, de interculturele dialoog, van sociale inclusie en solidariteit, met name door de mogelijkheden voor leermobiliteit voor jongeren, mensen die actief zijn in jeugdwerk en jeugdorganisaties en jeugdleiders te verruimen en door sterkere koppelingen tussen de jongerensfeer en de arbeidsmarkt te leggen;

 

bevordering van kwaliteitsverbetering in het jongerenwerk, met name door nauwere samenwerking tussen organisaties op jongerengebied en/of andere belanghebbenden;

 

aanvulling van beleidshervormingen op lokaal, regionaal en nationaal niveau en ondersteuning van ontwikkeling van een op kennis gebaseerd en empirisch onderbouwd jeugdbeleid en erkenning van niet-formeel en informeel leren, met name door sterkere beleidssamenwerking, een beter gebruik van de instrumenten van de Unie voor transparantie en erkenning en de verspreiding van goede praktijken;

 

versterking van de internationale dimensie van jongerenactiviteiten en de rol van jongerenwerkers en jongerenorganisaties ter ondersteuning van jongeren als aanvulling op de externe actie van de Unie, met name door bevordering van mobiliteit en samenwerking tussen belanghebbenden in de Unie en in derde landen en internationale organisaties en door doelgerichte capaciteitsopbouw in derde landen.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan programma's van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van de landen die onder het Europees nabuurschapsbeleid vallen, volgens de procedures die met die landen worden overeengekomen ingevolge de kaderovereenkomsten die in hun deelname aan programma's van de Unie voorzien, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van de Zwitserse Bondsstaat voor deelname aan de programma's van de Unie en die zijn geboekt op post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot het opvoeren van extra kredieten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1288/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van „Erasmus+”: het programma van de Unie voor onderwijs, opleiding, jeugd en sport en tot intrekking van Besluiten nr. 1719/2006/EG, nr. 1720/2006/EG en nr. 1298/2008/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 50).

15 02 02

Stimulering van excellentie in onderwijs- en onderzoeksactiviteiten op het gebied van Europese integratie door middel van de Jean Monnet-activiteiten in de hele wereld

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

37 074 900

33 676 900

36 174 000

29 034 105

38 789 324,29

31 301 633,68

Toelichting

Overeenkomstig de algemene doelstelling dient dit krediet om de volgende specifieke doelstellingen van de Jean Monnet-activiteiten na te streven:

 

onderwijs en onderzoek op het gebied van Europese integratie wereldwijd aanmoedigen onder gespecialiseerde academici, lerenden en burgers, met name door de instelling van Jean Monnet-leerstoelen en andere academische activiteiten en door het verlenen van steun voor andere activiteiten met het oog op kennisopbouw aan instellingen voor hoger onderwijs;

 

activiteiten van academische instellingen en verenigingen die actief zijn op het gebied van Europese integratiestudies ondersteunen en de invoering van een Jean Monnet-certificaat voor excellentie bevorderen;

 

activiteiten van academische instellingen en verenigingen die actief zijn op het gebied van Europese integratiestudies ondersteunen;

 

steun verlenen aan Europese academische instellingen die een doel van Europees belang nastreven;

 

beleidsdebatten en uitwisselingen tussen de academische wereld en beleidsmakers over de prioriteiten van het beleid van de Unie stimuleren.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan programma's van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van de landen die onder het Europees nabuurschapsbeleid vallen, volgens de procedures die met die landen worden overeengekomen ingevolge de kaderovereenkomsten die in hun deelname aan programma's van de Unie voorzien, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van de Zwitserse Bondsstaat voor deelname aan de programma's van de Unie en die zijn geboekt op post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot het opvoeren van extra kredieten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1288/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van „Erasmus+”: het programma van de Unie voor onderwijs, opleiding, jeugd en sport en tot intrekking van Besluiten nr. 1719/2006/EG, nr. 1720/2006/EG en nr. 1298/2008/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 50).

15 02 03

Ontwikkeling van de Europese dimensie van de sport

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

30 000 000

28 000 000

20 939 000

11 611 197

22 434 981,14

5 118 869,58

Toelichting

Overeenkomstig de algemene doelstelling dient dit krediet ter dekking van de steun voor de uitvoering van beleidsmaatregelen van de Unie op de gebieden die overeenstemmen met de specifieke doelstellingen (artikel 11) en activiteiten (artikel 12) van het hoofdstuk.

Met het aan sport gewijde hoofdstuk van het programma „Erasmus voor iedereen” worden de volgende specifieke doelstellingen op het gebied van sport nagestreefd:

 

aanpakken van transnationale bedreigingen van sport zoals doping, wedstrijdvervalsing, geweld, racisme en intolerantie;

 

ondersteuning van goed bestuur op sportgebied en dubbele loopbanen van sporters;

 

bevordering van vrijwilligerswerk in de sport, sociale integratie, gelijke kansen en gezondheidsbevorderende lichaamsbeweging door een grotere deelname aan sport.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan programma's van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van de landen die onder het Europees nabuurschapsbeleid vallen, volgens de procedures die met die landen worden overeengekomen ingevolge de kaderovereenkomsten die in hun deelname aan programma's van de Unie voorzien, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van de Zwitserse Bondsstaat voor deelname aan de programma's van de Unie en die zijn geboekt op post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

De Europese MOVE-week is een in heel Europa georganiseerd vlaggenschipevenement ter bevordering van sport en lichaamsbeweging voor iedereen, met het oog op de positieve effecten daarvan voor de Europese burgers en samenleving. Het is een open Europees platform dat wordt gecoördineerd door de ISCA (International Sport and Culture Association).

Met als doel 100 miljoen meer Europeanen aan te zetten tot sport en lichaamsbeweging tegen 2020, werd de MOVE-week 2015 gekenmerkt door een benadering van onderuit, gericht op lokale gemeenschappen, sportclubs, scholen, werkplekken en steden, en op een grootschalige beoefening van sport en lichaamsbeweging. Het evenement maakte deel uit van de Europese campagne NowWeMove en leverde een duurzame bijdrage aan het doel om te zorgen voor meer lichamelijk actieve en gezonde Europese burgers.

In het kader van de MOVE-week 2016 worden minstens 1 500 evenementen georganiseerd in alle 28 lidstaten, in minimaal 250 steden, waarbij nieuwe initiatieven op het gebied van sport en lichaamsbeweging worden opgezet en de ontelbare succesvolle bestaande activiteiten worden belicht.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1288/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van „Erasmus+”: het programma van de Unie voor onderwijs, opleiding, jeugd en sport en tot intrekking van Besluiten nr. 1719/2006/EG, nr. 1720/2006/EG en nr. 1298/2008/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 50).

15 02 51

Voltooiing van levenslang leren, met inbegrip van meertaligheid

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

31 300 000

78 988 099

977 789,06

212 680 242,65

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van betalingen met betrekking tot nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan programma's van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot g), van het Financieel Reglement.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van de Zwitserse Bondsstaat voor deelname aan de programma's van de Unie en die zijn geboekt op post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot het opvoeren van extra kredieten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Besluit 1999/382/EG van de Raad van 26 april 1999 tot vaststelling van de tweede fase van het communautaire actieprogramma inzake beroepsopleiding „Leonardo da Vinci” (PB L 146 van 11.6.1999, blz. 33).

Besluit nr. 253/2000/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 januari 2000 tot vaststelling van de tweede fase van het communautaire actieprogramma op onderwijsgebied „Socrates” (PB L 28 van 3.2.2000, blz. 1).

Besluit nr. 2317/2003/EG van het Europees Parlement en de Raad van 5 december 2003 tot invoering van een programma voor de verhoging van de kwaliteit van het hoger onderwijs en de bevordering van het intercultureel begrip door middel van samenwerking met derde landen (Erasmus Mundus) (2004-2008) (PB L 345 van 31.12.2003, blz. 1).

Beschikking nr. 2241/2004/EG van het Europees Parlement en de Raad van 15 december 2004 betreffende een enkel communautair kader voor transparantie op het gebied van kwalificaties en competenties (Europass) (PB L 390 van 31.12.2004, blz. 6).

Besluit nr. 1720/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 15 november 2006 tot vaststelling van een actieprogramma op het gebied van een leven lang leren (PB L 327 van 24.11.2006, blz. 45).

Besluit 2006/910/EG van de Raad van 4 december 2006 betreffende de sluiting van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Verenigde Staten van Amerika tot vernieuwing van het samenwerkingsprogramma op het gebied van het hoger onderwijs, het beroepsonderwijs en de beroepsopleiding (PB L 346 van 9.12.2006, blz. 33).

Besluit 2006/964/EG van de Raad van 18 december 2006 betreffende de sluiting van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de regering van Canada tot vaststelling van een kader voor samenwerking op het gebied van hoger onderwijs, beroepsopleiding en jongeren (PB L 397 van 30.12.2006, blz. 14).

Besluit nr. 1298/2008/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 tot invoering van het actieprogramma Erasmus Mundus 2009-2013 voor de verhoging van de kwaliteit van het hoger onderwijs en de bevordering van het intercultureel begrip door middel van samenwerking met derde landen (PB L 340 van 19.12.2008, blz. 83).

15 02 53

Voltooiing van jeugd en sport

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

500 000

1 061 755

0,—

34 400 801,28

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van betalingen met betrekking tot nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan programma's van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot g), van het Financieel Reglement.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van de Zwitserse Bondsstaat voor deelname aan de programma's van de Unie en die zijn geboekt op post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot het opvoeren van extra kredieten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Taak die voortvloeit uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel vlak, zoals bedoeld in artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

Besluit nr. 1031/2000/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 april 2000 tot vaststelling van het communautaire actieprogramma „Jeugd” (PB L 117 van 18.5.2000, blz. 1).

Besluit nr. 1719/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 15 november 2006 tot vaststelling van het programma „Jeugd in actie” voor de periode 2007-2013 (PB L 327 van 24.11.2006, blz. 30).

15 02 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

15 02 77 05

Voorbereidende actie ter dekking van de studiekosten van personen die gespecialiseerd zijn in het Europees nabuurschapsbeleid (ENB) en voor daarmee verband houdende academische activiteiten en andere onderwijsmodules, onder meer de ENB-leerstoel in het Europacollege in Natolin

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

697 907

0,—

437 116,68

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

15 02 77 06

Voorbereidende actie — Amicus — Vereniging van lidstaten die communautaire universele diensten uitvoeren

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

15 02 77 07

Voorbereidende actie op het gebied van sport

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

39 681,06

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

15 02 77 08

Voorbereidende actie — Europese sportpartnerschappen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

1 308 576

0,—

2 847 010,58

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

15 02 77 09

Voorbereidende actie — E-platform voor nabuurschap

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

500 000

500 000

1 000 000,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Deze voorbereidende actie is bedoeld voor de ontwikkeling van een e-platform voor het Europees nabuurschapsbeleid (ENB), overheidsadministraties, plaatselijke overheden, academische centra en maatschappelijke organisaties in ENB-landen, dat een flexibele maar toch doelgerichte uitwisseling van knowhow en kennis over aangelegenheden van de Unie en het Unie-acquis mogelijk moet maken.

Gezien de recente politieke gebeurtenissen en nieuwe contractuele ontwikkelingen inzake de associatie met sommige van de ENB-landen, met name de landen die de associatiefase van hun betrekkingen met de Unie ingaan, moet het e-platform worden aangevuld met een groot aantal geavanceerde opleidingsmodules over de Unie- en Unie-ENB-gerelateerde kwesties, en moet op verzoek een reeks beleids- en juridische adviezen worden verstrekt. Aangezien de via het e-platform aangeboden onderwijs- en opleidingsactiviteiten een bijdrage moeten leveren aan de ontwikkeling van het menselijk kapitaal van de ENB-landen en de persoonlijke ontwikkeling van leerlingen, moet de hoge kwaliteit van e-learning gewaarborgd zijn. Om ervoor te zorgen dat het e-platform bijdraagt aan het overbruggen van de kloof tussen het onderwijsaanbod en de behoeften van de arbeidsmarkt in de ENB-landen in verband met Unie-aangelegenheden, moeten er tevens evaluatie-instrumenten en indicatoren voor de prestaties/resultaten tijdens het leerproces worden ontwikkeld en geïntroduceerd. Hierdoor wordt de stabiliteit van het e-platform gewaarborgd en kan er een lijst van prioriteiten worden opgesteld voor het verlenen van verdere bijstand aan de begunstigden.

De tenuitvoerlegging van de voorbereidende actie wordt gedelegeerd aan het Europacollege van Natolin, dat over grondige en uitgebreide kennis beschikt over complexe democratische overgangsprocessen en structurele veranderingen in de aanloop naar het lidmaatschap van de EU, met name voor wat de EU-associatieovereenkomsten en de tenuitvoerlegging daarvan betreft, alsook over brede ervaring met ENB-vraagstukken, wat van essentieel belang is voor het slagen van het e-platform.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

15 02 77 10

Proefproject — Gezondheidsbevorderende lichaamsbeweging in heel Europa stimuleren

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

600 000

300 000

       

Toelichting

Er bestaat geen specifiek Europees beleid en actieplan ter stimulering van gezondheidsbevorderende lichaamsbeweging in alle levensfasen, zoals die bijvoorbeeld wel bestaan voor de risicofactoren tabak, alcohol, voeding en obesitas.

Dit proefproject heeft tot doel een pan-Europese campagne voor lichaamsbeweging op te zetten die:

 

bij de Europese burgers het bewustzijn moet vergroten van de vele voordelen van lichaamsbeweging en sport;

 

de burgers meer mogelijkheden moet bieden om actief te zijn op het gebied van sport en lichaamsbeweging, door de uitbreiding van bestaande initiatieven en de organisatie van grensoverschrijdende activiteiten te ondersteunen;

 

de aanbieders van lichaamsbewegingsactiviteiten in staat moet stellen capaciteit op te bouwen;

 

de aandacht van belanghebbenden in alle sectoren vestigt op het feit dat iets moet worden gedaan aan de pandemie van niet te bewegen.

De campagne moet waarde toevoegen aan en voortbouwen op de bestaande Europese beleidsontwikkelingen (zoals de aanbeveling van de Raad inzake gezondheidsbevorderende lichaamsbeweging en het werkplan van de EU voor sport) en initiatieven (zoals de Europese week van de sport en de samenwerkingspartnerschappen op kleinere schaal). De campagne moet een hefboom zijn voor reeds bestaande initiatieven in de lidstaten en er waarde aan toevoegen of erop voortbouwen op basis van een gezamenlijke campagne-identiteit. De campagne moet worden verwezenlijkt door een of meer ngo's die actief zijn op het gebied van bevordering van lichaamsbeweging, aangezien alleen zij beschikken over de netwerken om op een kostenefficiënte manier effectief werk te maken van de bovengenoemde doelstellingen.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

15 02 77 11

Proefproject — Verbetering van de leerresultaten door ondersteuning van beginnende leraren via online leren, coaching en begeleiding

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

500 000

250 000

       

Toelichting

Dit proefproject heeft tot doel voor de hele EU instrumenten te creëren ter ondersteuning van beginnende leraren gedurende de eerste jaren van hun loopbaan, zodat ze kunnen uitgroeien tot echte professionals op het gebied van doceren, administratie, enz. Het omvat: a) de ontwikkeling van online modules voor scholing, coaching en begeleiding van leraren om beginnende leraren te helpen ervaring op te doen (375 000 EUR), en b) een studie om te beoordelen of het haalbaar is de via de School Education Gateway aangeboden inhoud aan te passen aan de behoeften van leraren in andere delen van de wereld, met inbegrip van het leggen van contacten met bestaande platformen die zijn ontwikkeld in het kader van internationale organisaties zoals de VN en de OESO (125 000 EUR).

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

15 02 77 12

Proefproject — Een Europees kader voor mobiliteit van leerlingen: Europees burgerschap en Europese vaardigheden bevorderen door middel van de integratie van jongeren in de arbeidsmarkt

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

2 000 000

1 000 000

       

Toelichting

 
 

1.

Achtergrond

Ondanks de aanzienlijke inspanningen die de EU verricht heeft met de invoering van de jongerengarantie en de 6,4 miljard EUR die voor het Jongerenwerkgelegenheidsinitiatief zijn uitgegeven, zijn de werkloosheidscijfers nog steeds zeer hoog. In juni 2015 waren 4,7 miljoen jongeren werkloos, en was er nog steeds sprake van grote verschillen tussen de lidstaten. Het aantal jongeren tussen 15 en 24 jaar die niet werken en geen onderwijs of opleiding volgen (NEET's) is zelfs nog hoger (meer dan 6 miljoen). Als er niet vastberaden wordt opgetreden, zou dit kunnen leiden tot een „verloren generatie”.

Hoewel de jeugdwerkgelegenheid in de eerste plaats de verantwoordelijkheid van de lidstaten is, brengen de aanhoudend hoge jeugdwerkloosheidscijfers in Europa de Europese Unie in diskrediet en werpen zij een donkere schaduw over haar toekomst. Lidstaten met een lage jeugdwerkloosheid hebben goed functionerende leerlingenstelsels en een hoog mobiliteitspeil, die een soepele overstap van onderwijs en opleiding naar de arbeidsmarkt vergemakkelijken. Leerlingenstelsels worden gezien als de „snelweg” naar werk, en mobiliteit draagt bij tot een betere ontwikkeling van vaardigheden en vormt waarschijnlijk de efficiëntste weg naar Europees burgerschap. Daarom moeten de krachten worden gebundeld en moeten deze twee beleidsterreinen beter op elkaar worden afgestemd, zodat jonge Europese leerlingen beroepservaring kunnen opdoen in een andere lidstaat en hun vaardigheden verder kunnen ontwikkelen.

De Commissie definieert programma's op dit gebied als beroepsonderwijs en -opleiding (Vocational Education and Training (VET)), waarin opleiding in een bedrijf (periodes van praktische ervaring op het werk) en onderwijs op school (periodes van praktisch en theoretisch leren in een school of een opleidingscentrum) met elkaar gecombineerd worden en elkaar afwisselen. Aan het einde krijgen de studenten een landelijk erkende VET-kwalificatie. Idealiter hebben leerlingen een arbeidscontract dat hun de status van werknemer in opleiding verleent, met het daaraan verbonden loon.

Leerlingen met een contract die bij een buitenlands bedrijf werken, zijn in principe nog steeds in dienst van hun oorspronkelijke werkgever, onder wiens verantwoordelijkheid zij dus ook vallen. Dat levert echter juridische problemen op en kan mobiliteit eventueel in de weg staan: werkgevers staan voor de situatie dat zij hun leerlingen ter beschikking stellen van buitenlandse bedrijven (ook als die in Europa gevestigd zijn), maar moeten tijdens die mobiliteitsperiode nog steeds voldoen aan hun verplichtingen uit hoofde van het oorspronkelijke arbeidscontract (loon, arbeidstijd, arbeidsvoorwaarden, sociale bescherming, gezondheidszorg, verzekering, enz.).

Ondanks de vorderingen die geboekt zijn dankzij de voorbereidende actie „Erasmus voor leerlingen” en Kernactie 1 van Erasmus+ „Mobiliteit voor leerlingen en personeel” met het oog op de ET2020-benchmark voor VET-mobiliteit (6 %), en ondanks de inspanningen van de Europese Alliantie voor leerlingplaatsen, is de langetermijnmobiliteit van leerlingen nog steeds beperkt.

Dat heeft talrijke oorzaken, waaronder de leeftijd van de meeste betrokken leerlingen (tussen 15 en 19 jaar). Als zij jonger zijn dan 18 jaar, zijn zij nog steeds minderjarig, wat aansprakelijkheidsproblemen meebrengt, en vaak vinden zij het nog moeilijk om langere tijd van huis te zijn. Dat geeft aan dat er behoefte is aan ondersteunende infrastructuur en integratiemaatregelen (talen leren, huisvesting, enz.). Dat verklaart ook waarom het Erasmus+-programma (waar de gemiddelde mobiliteit minder dan een maand betreft) niet volstaat en aanvulling behoeft.

Hoewel de aanbevelingen van de Raad en het Parlement inzake krediet- en kwaliteitsborgingsstelsels (respectievelijk ECVET en EQAVET) en het VET-mobiliteitshandvest van Erasmus+ tot meer transparantie van en vertrouwen in nationale VET-stelsels hebben bijgedragen, moeten er nog belangrijke problemen worden opgelost als gevolg van de verschillen tussen deze stelsels, waardoor het moeilijk wordt de tijdens deze periodes gevolgde scholing te valideren.

 
 

2.

Algemeen doel van het project

Het algemene doel van dit proefproject is de mobiliteit van leerlingen te vergemakkelijken door diverse modellen te testen voor het opzetten van de noodzakelijke mobiliteitsinfrastructuur (diensten zoals huisvesting, taalcursussen, praktische informatie, begeleiding en verzekeringsregelingen) en samenwerkingsregelingen tussen de belanghebbende partijen en door te onderzoeken hoe beroepsonderwijs en -opleiding aantrekkelijker kan worden gemaakt voor jongeren.

Dit project heeft ook tot doel leerresultaten formeel te erkennen en valideren en toe te werken naar wederzijdse erkenning van diploma's en naar de geleidelijke toepassing van een „Europees kader voor de mobiliteit van leerlingen”, een essentiële voorwaarde om obstakels te slechten en de weg vrij te maken voor meer geïntegreerde Europese leerlingstelsels.

Dit wordt vertaald in twee operationele doelstellingen:

 

Ten eerste zal het project uittesten hoe kostenefficiënte grensoverschrijdende mobiliteitsregelingen voor leerlingen kunnen worden toegepast tussen instellingen voor beroepsonderwijs en -opleiding, het bedrijfsleven en/of andere relevante organisaties. In het kader van het project wordt gewerkt aan de capaciteitsopbouw van belanghebbende voor het opzetten van de infrastructuur die noodzakelijk is om leerlingen van de ene lidstaat uit te zenden naar en op te vangen in een andere lidstaat gedurende een periode van 6 tot 12 maanden, en wordt onderzocht welke vormen van steun nodig zijn.

 

Ten tweede zal lering worden getrokken uit de implementatie van de projecten, alsook uit de EP-studies en -onderzoeken, wat haalbare opties zal opleveren voor de invoering van een geïntegreerd „Europees kader voor de mobiliteit van leerlingen”.

Voorgenomen acties:

 

Een overzicht van de nationale wet- en regelgevingen inzake beroepsonderwijs en -opleiding in elke lidstaat. Gekeken zal worden naar de erkenning van vaardigheden, de validering en gelijkwaardigheid van diploma's, de regelingen inzake ongevallenverzekering, de huisvestingsomstandigheden in de opleidingsinstituten, en de contractuele betrekkingen tussen jongeren en de buitenlandse bedrijven of instellingen. Ook zal worden getracht vast te stellen wat de gemeenschappelijke uitgangspunten en de mogelijke ruimte zijn voor het definiëren van een „Europees kader voor de mobiliteit van leerlingen”.

 

Een enquête onder bedrijven (multinationals, kleine en middelgrote bedrijven, ambachtslieden en landbouwers, met inbegrip van EAFA-leden) en overheidsinstellingen (nationale, lokale en regionale instanties) om een beeld te krijgen van hun visie, hun bedrijfsethiek, hun huisvestingscapaciteiten, met name voor jonge buitenlandse leerlingen. Een evaluatie van enkele van de meest doeltreffende bestaande leerlingstelsels (bijv. Duitsland, Nederland, Oostenrijk) en bestaande overeenkomsten in sommige grensgebieden zoals die tussen Saarland en Lotharingen, Elzas en Baden-Württemberg, en Denemarken en Sleeswijk-Holstein.

 

Een oproep tot het indienen van voorstellen voor de financiering van een beperkt aantal trans-Europese projecten waarbij de belangrijkste stakeholders op het gebied van beroepsonderwijs- en opleiding betrokken zijn, met als doel duurzame stelsels en kaders op te zetten voor grensoverschrijdende VET-mobiliteit voor leerlingen, en het voorbereiden en uitbreiden van langetermijnmobiliteit met een minimale duur van zes maanden in ten minste twee lidstaten. De leerresultaten van de mobiliteitsregeling moeten worden opgenomen in de curricula en moeten kredietpunten opleveren voor de VET-kwalificatie. Dergelijke projecten kunnen ook tot doel hebben in kaart te brengen en te beoordelen welke problemen zich voor, tijdens en na de mobiliteitservaring voordoen en te kijken naar de kansen die VET biedt voor leerlingen en bedrijven, alsook naar de mogelijke vraag naar langetermijnmobiliteit. De Commissie moet deze oproep tot het indienen van voorstellen begin 2016 publiceren, zodat de projecten in het derde kwartaal van 2016 opgestart kunnen zijn.

 

Alle EU-instrumenten worden kritisch bekeken om te beoordelen welke synergieën er mogelijk zijn en hoe de middelen het best kunnen worden gebruikt om de mobiliteit van leerlingen te bevorderen. Van deze instrumenten en programma's moeten vooral de volgende bijzondere aandacht krijgen: i) EURES vanwege zijn potentieel op het gebied van transparantie en grensoverschrijdende matching op dit gebied, ii) „je eerste EURES-baan” voor financiële stimuli voor jongeren om een leerlingplaats in een ander land te zoeken, iii) Erasmus+ voor financiële ondersteuning voor een mobiliteitservaring tot 12 maanden in het kader van een leerlingstelselprogramma, iv) het platform EuroApprenticeship en v) de Europese Alliantie voor leerlingplaatsen, om voor meer bewustwording op politiek en operationeel niveau te zorgen.

 

Vaststelling van de middelen en methodes om de sociale partners en andere betrokken regionale en plaatselijke stakeholders zoveel mogelijk te mobiliseren. Dit werk zal worden verricht in samenwerking met het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's.

 

Vaststellen hoe het besef van de mogelijkheden en voordelen van leerlingplaatsen kan worden vergroot.

De initiële jaarbegroting bedraagt circa 2 000 000 EUR voor de 6 hierboven omschreven acties. Voor actie 3 (Oproep van de Commissie tot het indienen van voorstellen) zal een jaarbegroting van 1 500 000 EUR nodig zijn.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

15 02 77 13

Proefproject — Mobiliteit van jongeren die een beroepsopleiding volgen — een grotere mobiliteit van jongeren

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

100 000

50 000

       

Toelichting

Het doel is bij te dragen aan een grotere mobiliteit van jongeren in het kader van de beroepsopleiding, d.w.z. het aantal deelnemers doen toenemen tot 20 % van de begunstigden en zorgen voor een betere erkenning van stages, en aandacht besteden aan veiligheids- en kwaliteitsaspecten.

Dit draagt bij tot:

 

een grotere zichtbaarheid van en betere toegang tot Erasmus+ bij jongeren die een beroepsopleiding volgen;

 

een doeltreffender beheer dat is aangepast aan de specifieke kenmerken van de stelsels voor beroepsonderwijs en -opleiding.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

15 02 77 14

Voorbereidende actie — Uitwisselingsprogramma voor kinderen en jongeren EU-Rusland

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

300 000

150 000

       

Toelichting

De voorbereidende actie is bedoeld om een structuur op te zetten, naar het voorbeeld van het „Deutsch-Französische Jugendwerk” dat werd opgericht na de Tweede Wereldoorlog, om de jongere generaties uit lidstaten en Rusland gelegenheid te bieden met elkaar in contact te komen. Deze voorbereidende actie beoogt de totstandbrenging, binnen een jaar, van de organisatiestructuur die noodzakelijk is voor de uitwisseling van individuele kinderen en jongeren tussen de EU en Rusland.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

15 02 77 15

Voorbereidende actie — Uitwisselingsprogramma voor kinderen en jongeren EU-Oekraïne

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

300 000

150 000

       

Toelichting

De voorbereidende actie is bedoeld om een structuur op te zetten, naar het voorbeeld van het „Deutsch-Französische Jugendwerk” dat werd opgericht na de Tweede Wereldoorlog, om de jongere generaties uit lidstaten en de Oekraïne gelegenheid te bieden met elkaar in contact te komen. Deze voorbereidende actie beoogt de totstandbrenging, binnen een jaar, van de organisatiestructuur die noodzakelijk is voor de uitwisseling van individuele kinderen en jongeren tussen de EU en Oekraïne.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

HOOFDSTUK 15 03 —   HORIZON 2020

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

% Betalingen 2014-2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

15 03

HORIZON 2020

15 03 01

Wetenschap van topkwaliteit

15 03 01 01

Marie Skłodowska-Curie-acties — Nieuwe vaardigheden, kennis en innovatie genereren, ontwikkelen en overdragen

1,1

768 895 200

508 490 935

737 668 408

494 178 606

844 703 932,11

111 304 958,59

21,89

 

Artikel 15 03 01 — Subtotaal

 

768 895 200

508 490 935

737 668 408

494 178 606

844 703 932,11

111 304 958,59

21,89

15 03 05

Europees Instituut voor innovatie en technologie (EIT) — De kennisdriehoek van hoger onderwijs, onderzoek en innovatie integreren

1,1

224 938 881

251 833 221

253 782 375

227 988 790

233 229 156,—

102 958 755,—

40,88

15 03 50

Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling

15 03 50 01

Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling (2014-2020)

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

12 507 012,64

4 646 978,70

 

15 03 50 02

Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling (vóór 2014)

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

71 236,45

52 647 710,86

 
 

Artikel 15 03 50 — Subtotaal

 

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

12 578 249,09

57 294 689,56

 

15 03 51

Voltooiing van het voorgaande kaderprogramma voor onderzoek — Zevende kaderprogramma (2007-2013)

1,1

p.m.

304 000 000

p.m.

270 878 417

215 326,35

518 232 498,68

170,47

15 03 53

Voltooiing van het Europees Instituut voor innovatie en technologie

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

61 891 295,—

 

15 03 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

15 03 77 01

Proefproject — Kennispartnerschappen

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

448 020,79

 
 

Artikel 15 03 77 — Subtotaal

 

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

448 020,79

 
 

Hoofdstuk 15 03 — Totaal

 

993 834 081

1 064 324 156

991 450 783

993 045 813

1 090 726 663,55

852 130 217,62

80,06

Toelichting

Deze toelichting is van toepassing op alle begrotingsonderdelen van dit hoofdstuk.

Dit krediet zal worden gebruikt voor Horizon 2020, het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) van de Europese Unie, en voor het voltooien van de vorige onderzoeksprogramma's (zevende kaderprogramma) en van het Europees Instituut voor innovatie en technologie (EIT) van de vorige financiële periode.

Horizon 2020 zal een centrale rol vervullen bij de toepassing van het Europa 2020-vlaggenschipinitiatief „Innovatie-Unie” en andere vlaggenschipinitiatieven, met name „Efficiënt gebruik van hulpbronnen”, „Een geïntegreerd industriebeleid in een tijd van mondialisering”, en „Een digitale agenda voor Europa”, alsook bij de ontwikkeling en werking van de Europese onderzoeksruimte. Horizon 2020 zal bijdragen tot de totstandbrenging van een op kennis en innovatie gebaseerde economie in de hele Unie door voldoende aanvullende financiering voor onderzoek, ontwikkeling en innovatie aan te trekken.

Dit programma is gericht op de verwezenlijking van de in artikel 179 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie genoemde doelstellingen, teneinde bij te dragen tot de totstandkoming van een kennismaatschappij, gebaseerd op de Europese onderzoeksruimte, d.w.z. door het ondersteunen van transnationale samenwerking op alle niveaus in de gehele Unie, door de dynamiek, de creativiteit en de uitmuntendheid van het Europese onderzoek in staat te stellen de grenzen van de kennis te verleggen, door meer personele middelen voor onderzoek en technologische ontwikkeling in Europa ter beschikking te stellen, en ook de kwaliteit daarvan te verbeteren, en door de capaciteiten voor onderzoek en innovatie in heel Europa te versterken en ervoor te zorgen dat die optimaal gebruikt worden. Voorts wordt in het bijzonder rekening gehouden met de noodzaak van het opvoeren van de inspanningen ter versterking van de participatie en de rol van vrouwen in wetenschap en onderzoek.

Onder deze artikelen en posten vallen ook de uitgaven voor vergaderingen, conferenties, workshops en seminars van hoog wetenschappelijk of technologisch niveau en van Europees belang die door de Commissie worden georganiseerd, de financiering van analysen en evaluaties van hoog wetenschappelijk of technologisch niveau die voor de Unie worden uitgevoerd om nieuwe onderzoeksgebieden te verkennen die in aanmerking komen voor EU-actie, en met name in het kader van de Europese onderzoeksruimte alsmede acties in verband met de follow-up en de verspreiding van resultaten van de programma's, waaronder die van acties die onder de eerdere kaderprogramma's zijn uitgevoerd.

Dit krediet zal worden aangewend overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1290/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van de regels voor de deelname aan acties en de verspreiding van resultaten in het kader van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1906/2006 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 81).

Bij de onder dit hoofdstuk opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Bij enkele van deze projecten is voorzien in deelname van derde landen of instellingen uit derde landen aan Europese samenwerking op het gebied van wetenschappelijk en technisch onderzoek. Eventuele financiële bijdragen die zijn geboekt onder de posten 6 0 1 3 en 6 0 1 5 van de staat van ontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten in overeenstemming met artikel 21 van het Financieel Reglement.

Ontvangsten die voortvloeien uit de deelname van landen aan de Europese samenwerking op het gebied van wetenschappelijk en technisch onderzoek die zijn geboekt onder post 6 0 1 6 van de staat van ontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten in overeenstemming met artikel 21 van het Financieel Reglement.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan programma's van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot g), van het Financieel Reglement.

Ontvangsten uit de bijdragen van externe instanties voor deelname aan activiteiten van de Unie die zijn geboekt onder post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement.

Extra kredieten zullen onder post 15 03 50 01 worden opgevoerd.

De administratieve kredieten van dit hoofdstuk zullen onder artikel 15 01 05 worden opgevoerd.

15 03 01

Wetenschap van topkwaliteit

Toelichting

Met deze prioriteit van Horizon 2020 wordt beoogd de excellentie van de wetenschapsbasis van de Unie te versterken en uit te breiden en een constante instroom van wereldvermaarde onderzoekers te garanderen om het concurrentievermogen van Europa op lange termijn te waarborgen. De beste ideeën worden ondersteund, Europees talent wordt ontwikkeld, Europese onderzoekers krijgen toegang tot prioritaire onderzoeksinfrastructuur en Europa wordt aantrekkelijk voor de beste onderzoekers ter wereld. Op grond van de behoeften en de kansen van de wetenschap zal worden bepaald welke onderzoeksacties worden gefinancierd, en er zullen vooraf geen thematische prioriteiten worden gesteld. De onderzoeksagenda zal in nauwe samenwerking met wetenschappelijke kringen worden vastgesteld, en onderzoek zal op basis van excellentie worden gefinancierd.

15 03 01 01

Marie Skłodowska-Curie-acties — Nieuwe vaardigheden, kennis en innovatie genereren, ontwikkelen en overdragen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

768 895 200

508 490 935

737 668 408

494 178 606

844 703 932,11

111 304 958,59

Toelichting

Europa heeft behoefte aan goed opgeleid en creatief menselijk potentieel, dat grens- en sectoroverschrijdend mobiel is, en Europa moet aantrekkelijk zijn voor de beste onderzoekers uit Europa en daarbuiten. Dat zal worden gerealiseerd door de excellentie in een aanzienlijk deel van de initiële opleiding van hoge kwaliteit van beginnende onderzoekers en promovendi te structureren en te verbeteren en door ervaren onderzoekers aantrekkelijke carrièrekansen te bieden in zowel de publieke als de particuliere sector wereldwijd. Onderzoekers worden ertoe aangemoedigd te switchen tussen landen, sectoren en disciplines om zo hun creatieve en innovatieve potentieel te vergroten.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014 -2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 104).

Besluit van de Raad 2013/743/EU van 3 december 2013 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van de Besluiten 2006/971/EG, 2006/972/EG, 2006/973/EG, 2006/974/EG en 2006/975/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 965), met name artikel 3, lid 1, onder c).

15 03 05

Europees Instituut voor innovatie en technologie (EIT) — De kennisdriehoek van hoger onderwijs, onderzoek en innovatie integreren

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

224 938 881

251 833 221

253 782 375

227 988 790

233 229 156,—

102 958 755,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van administratieve en personeelskosten van het EIT en beleidsuitgaven in verband met het werkprogramma, met inbegrip van door het EIT aangewezen kennis- en innovatiegemeenschappen (KIG's).

In het kader van de strategische innovatieagenda (SIA) van het EIT en Verordening (EU) nr. 1292/2013 van het Europees Parlement en de Raad zal het EIT bijdragen aan de verwezenlijking van het algemene doel en de algemene prioriteiten van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie”, met de specifieke doelstelling de kennisdriehoek van hoger onderwijs, onderzoek en innovatie te integreren. Het EIT moet de innovatiecapaciteit van de EU een hoognodige stimulans geven; zijn algemene doelstelling bestaat erin een nieuwe Europese manier te vinden om door middel van innovatie essentiële economische groei en maatschappelijke voordelen te realiseren door innovatieve ideeën te helpen omzetten in producten en diensten die duurzame groei en banen creëren.

Kennis- en innovatiegemeenschappen zijn de operationele basis van het EIT. Dit zijn door excellentie aangedreven partnerschappen, die het hele innovatienet bijeenbrengen om nieuwe kansen te bieden voor innovatie in Europa en een reële impact te genereren in termen van de oprichting van nieuwe bedrijven en maatschappelijke voordelen. Zij pakken specifieke innovatiethema's aan en integreren publieke en private onderzoeksorganisaties, innoverende industrieën, instellingen voor hoger onderwijs, investeerders, start-ups en spin-offs. De eerste drie KIG's werden aangewezen in december 2009 en pakken de volgende maatschappelijke uitdagingen aan: matiging van en aanpassing aan de klimaatverandering (door de klimaat-KIG), duurzame energie (door de KIG InnoEnergy) en de toekomstige informatie- en communicatiemaatschappij (door de EIT ICT Labs). Twee bijkomende KIG's werden aangewezen in 2014 rond de thema's Grondstoffen en Innovatie voor gezond leven en actief ouder worden. Het EIT zal in de toekomst zijn portfolio van KIG's met maximaal drie bijkomende KIG's uitbreiden rond de onderwerpen Voedsel voor de toekomst, Productie met toegevoegde waarde, en Stedelijke mobiliteit.

Het EIT heeft tot doel op de volgende gebieden tastbaar effect te sorteren:

 

belangrijke maatschappelijke uitdagingen aangaan: de KIG's combineren deskundigheid uit verschillende disciplines om innovatieve en brede antwoorden op complexe maatschappelijke uitdagingen aan te reiken;

 

een duidelijk en bedrijfsvriendelijk kader scheppen: de belangrijkste benchmark voor het succes van het EIT en de KIG's zal de omzetting van nieuwe ideeën in tastbare nieuwe producten, diensten of kansen voor bedrijven zijn;

 

het vrije verkeer van kennis door co-locatie bevorderen: de KIG's zijn georganiseerd rond co-locatiecentra — geografische locaties met een grote proximiteit van het grootste deel of van de gehele innovatieketen. De nadruk ligt op mensen met uiteenlopende achtergronden (industrie, mkb, de academische wereld, nationaliteit, geslacht, discipline enz.) die met elkaar in direct persoonlijk contact samenwerken, wat dus leidt tot een grote mobiliteit van de kennis;

 

een nieuwe generatie van ondernemers laten ontluiken: mensen met ondernemingszin zijn de drijfveer voor innovatie en houden onze economieën en samenlevingen aldus in beweging. Het EIT bevordert onderwijs in ondernemerschap als belangrijk kenmerk van de master- en doctoraatsprogramma's van de KIG's doordat het de nadruk verlegt van „leren over” naar „al doende leren”. De master- en doctoraatsprogramma's zullen studenten de ondernemingsvaardigheden bijbrengen die zij nodig hebben om te slagen in de kenniseconomie, door de nadruk te leggen op leerresultaten en het gebruik van innovatieve onderwijsmethoden.

De strategische doelstellingen van het EIT voor deze periode bestaan erin zijn activiteiten te consolideren en synergieën tussen die activiteiten te creëren, alsook zich voor te bereiden om de prioriteiten te realiseren die in de strategische innovatieagenda (2014-2020) zijn vastgesteld: in de eerste plaats door groei, impact en duurzaamheid aan te moedigen door zijn partnerschap met de drie bestaande KIG's verder te versterken en tegelijkertijd nieuwe KIG's op te richten. Door KIG’s volgens een oplopend ontwikkelingstraject op te richten, zal het EIT uiteindelijk komen tot een totale portefeuille van negen KIG's in de periode 2014-2020 (wat neerkomt op het opzetten van 40 à 50 co-locatiecentra in de hele Unie); in de tweede plaats door de impact van het EIT te vergroten en door ondernemerschap gedreven innovatie in de hele Unie te bevorderen door middel van een brede verspreiding van nieuwe innovatiemodellen die talent uit heel Europa aantrekken en ontwikkelen; en in de derde plaats door, naast resultaatgerichte monitoring, nieuwe middelen in te voeren om effect te sorteren.

De personeelsformatie van het EIT is opgenomen in de bijlage „Personeel” bij deze afdeling.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014 -2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 104), met name artikel 5, lid 5.

Verordening (EU) nr. 1292/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 294/2008 tot oprichting van het Europees Instituut voor innovatie en technologie (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 174).

Besluit nr. 1312/2013/EU van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 betreffende de strategische innovatieagenda van het Europees Instituut voor innovatie en technologie (EIT): de bijdrage van het EIT aan een meer innoverend Europa (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 892).

15 03 50

Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling

15 03 50 01

Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling (2014-2020)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

12 507 012,64

4 646 978,70

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met de ontvangsten die aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, afkomstig van derden of derde landen (buiten de Europese Economische Ruimte) die deelnemen aan de projecten op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling voor de periode 2014-2020.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement kunnen ontvangsten die zijn geboekt onder de posten 6 0 1 3, 6 0 1 5, 6 0 1 6, 6 0 3 1 en 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten.

15 03 50 02

Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling (vóór 2014)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

71 236,45

52 647 710,86

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met de ontvangsten die aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, afkomstig van derden of derde landen (buiten de Europese Economische Ruimte) die deelnemen aan de projecten op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling voor de periode vóór 2014.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement kunnen ontvangsten die zijn geboekt onder de posten 6 0 1 3, 6 0 1 5, 6 0 1 6, 6 0 3 1 en 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten.

15 03 51

Voltooiing van het voorgaande kaderprogramma voor onderzoek — Zevende kaderprogramma (2007-2013)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

304 000 000

p.m.

270 878 417

215 326,35

518 232 498,68

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van betalingen met betrekking tot nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1906/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot vaststelling van de regels voor de deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan acties op grond van het zevende kaderprogramma, en voor de verspreiding van onderzoeksresultaten (2007-2013) (PB L 391 van 30.12.2006, blz. 1).

Besluit nr. 1982/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 412 van 30.12.2006, blz. 1).

Beschikking 2006/973/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma „Mensen” tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 272).

15 03 53

Voltooiing van het Europees Instituut voor innovatie en technologie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

61 891 295,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van betalingen met betrekking tot nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

De personeelsformatie van het EIT is opgenomen in de bijlage „Personeel” bij deze afdeling.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 294/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2008 tot oprichting van een Europees Instituut voor innovatie en technologie (PB L 97 van 9.4.2008, blz. 1).

15 03 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

15 03 77 01

Proefproject — Kennispartnerschappen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

448 020,79

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

HOOFDSTUK 15 04 —   CREATIEF EUROPA

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

% Betalingen 2014-2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

15 04

CREATIEF EUROPA

15 04 01

Versterking van de financiële capaciteit van het mkb en van kleine en zeer kleine organisaties in de Europese culturele en creatieve sectoren, en bevordering van beleidsontwikkeling en nieuwe zakelijke modellen

3

23 829 000

22 133 220

9 000 000

7 445 136

7 488 867,80

4 473 851,14

20,21

15 04 02

Subprogramma Cultuur — Grensoverschrijdende acties ondersteunen en transnationale verspreiding en mobiliteit bevorderen

3

52 827 000

45 000 000

52 759 000

36 585 518

57 595 591,99

30 016 225,98

66,70

15 04 51

Voltooiing van programma’s/acties op het gebied van cultuur en taal

3

10 822 000

13 754 033

0,—

25 816 256,71

238,55

15 04 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

15 04 77 01

Proefproject — Economie van de culturele verscheidenheid

3

p.m.

p.m.

p.m.

242 980

0,—

417 792,—

 

15 04 77 03

Voorbereidende actie — Cultuur in de externe relaties

3

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

339 972,50

 

15 04 77 04

Proefproject — Een Europees platform voor festivals

3

p.m.

300 000

p.m.

174 475

0,—

250 000,—

83,33

15 04 77 05

Proefproject — Een nieuw verhaal voor Europa

3

p.m.

p.m.

p.m.

499 434

999 999,74

832 843,61

 

15 04 77 08

Proefproject — Kickstarten van de culturele economie

3

p.m.

150 000

500 000

250 000

     

15 04 77 09

Proefproject — Ondersteuning van netwerken van jonge, creatieve ondernemers: Unie en derde landen

3

p.m.

200 000

800 000

400 000

     

15 04 77 11

Voorbereidende actie — Een nieuw verhaal voor Europa

3

500 000

500 000

1 000 000

500 000

     

15 04 77 12

Voorbereidende actie — Europa voor festivals, festivals voor Europa (EFFE)

3

350 000

175 000

         
 

Artikel 15 04 77 — Subtotaal

 

850 000

1 325 000

2 300 000

2 066 889

999 999,74

1 840 608,11

138,91

 

Hoofdstuk 15 04 — Totaal

 

77 506 000

79 280 220

64 059 000

59 851 576

66 084 459,53

62 146 941,94

78,39

15 04 01

Versterking van de financiële capaciteit van het mkb en van kleine en zeer kleine organisaties in de Europese culturele en creatieve sectoren, en bevordering van beleidsontwikkeling en nieuwe zakelijke modellen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

23 829 000

22 133 220

9 000 000

7 445 136

7 488 867,80

4 473 851,14

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de volgende maatregelen die verband houden met het sectoroverschrijdende onderdeel van het programma Creatief Europa.

De faciliteit voor de culturele en creatieve sectoren wordt gecreëerd ten behoeve van de culturele en creatieve sectoren en heeft de volgende prioriteiten: het bevorderen van de toegang tot financiering voor de kmo's en organisaties in de Europese culturele en creatieve sectoren; het verbeteren van de capaciteit van financiële instellingen om culturele en creatieve projecten te beoordelen, met inbegrip van technische bijstand en netwerkmaatregelen.

Dit doel wordt bereikt door:

 

het bieden van garanties aan relevante financiële intermediairs in landen die deelnemen aan het programma Creatief Europa;

 

het bieden van aanvullende expertise en capaciteit aan financiële intermediairs om de risico's te kunnen evalueren die verband houden met actoren in de culturele en creatieve sectoren.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan programma's van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van de landen die onder het Europees nabuurschapsbeleid vallen, volgens de procedures die met die landen worden overeengekomen ingevolge de kaderovereenkomsten die in hun deelname aan programma's van de Unie voorzien, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van de Zwitserse Bondsstaat voor deelname aan de programma's van de Unie en die zijn geboekt op post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot het opvoeren van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

Terugbetalingen van financiële instrumenten overeenkomstig artikel 140, lid 6, van het Financieel Reglement, met inbegrip van terugbetaald kapitaal, vrijgegeven zekerheden en aflossingen van de hoofdsom van de leningen, aan de Commissie en die zijn geboekt op post 6 3 4 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot het opvoeren van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder i), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1295/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van het programma Creatief Europa (2014-2020) en tot intrekking van de Besluiten nr. 1718/2006/EG, nr. 1855/2006/EG en nr. 1041/2009/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 221).

15 04 02

Subprogramma Cultuur — Grensoverschrijdende acties ondersteunen en transnationale verspreiding en mobiliteit bevorderen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

52 827 000

45 000 000

52 759 000

36 585 518

57 595 591,99

30 016 225,98

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de volgende maatregelen die verband houden met het subprogramma Cultuur van het programma Creatief Europa:

 

het ondersteunen van acties waardoor actoren vaardigheden en kennis kunnen verwerven die bevorderlijk zijn voor de aanpassing aan digitale technologieën, met inbegrip van het testen van nieuwe methoden voor publieksopbouw en voor innoverende bedrijfsmodellen;

 

het ondersteunen van acties die actoren in staat stellen om hun carrières binnen en buiten Europa een internationaler karakter te geven;

 

het bieden van ondersteuning bij het versterken van de positie van Europese actoren en internationale culturele netwerken teneinde de toegang tot nieuwe professionele mogelijkheden te bevorderen.

De prioriteiten op het terrein van de bevordering van transnationale verspreiding zijn:

 

het ondersteunen van internationale tournees, evenementen en tentoonstellingen;

 

het ondersteunen van de verspreiding van Europese literatuur;

 

het ondersteunen van publieksopbouw als middel om de belangstelling voor Europese culturele werken te stimuleren.

Ondersteunende maatregelen van het subprogramma Cultuur

Het subprogramma Cultuur biedt steun voor de volgende maatregelen:

 

transnationale samenwerkingsmaatregelen om actoren uit verschillende landen bij elkaar te brengen teneinde sectorale of sectoroverschrijdende activiteiten uit te voeren;

 

activiteiten door Europese netwerken van actoren uit verschillende landen;

 

activiteiten met een grootschalig en systemisch effect door organisaties die een stimulerend Europees platform bieden voor de ontwikkeling van opkomend talent en ter bevordering van de mobiliteit van artiesten en werken;

 

de ondersteuning van literaire vertalingen;

 

speciale activiteiten gericht op een grotere zichtbaarheid van de rijkdom en verscheidenheid van de Europese culturen en op het stimuleren van de interculturele dialoog en wederzijds begrip, bijvoorbeeld door Europese cultuurprijzen of in het kader van het Europees Erfgoedlabel of de Culturele Hoofdsteden van Europa.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan programma's van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van de landen die onder het Europees nabuurschapsbeleid vallen, volgens de procedures die met die landen worden overeengekomen ingevolge de kaderovereenkomsten die in hun deelname aan programma's van de Unie voorzien, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van de Zwitserse Bondsstaat voor deelname aan de programma's van de Unie en die zijn geboekt op post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot het opvoeren van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1295/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van het programma Creatief Europa (2014-2020) en tot intrekking van de Besluiten nr. 1718/2006/EG, nr. 1855/2006/EG en nr. 1041/2009/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 221).

15 04 51

Voltooiing van programma’s/acties op het gebied van cultuur en taal

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

10 822 000

13 754 033

0,—

25 816 256,71

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van betalingen met betrekking tot nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan programma's van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot g), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Besluit nr. 508/2000/EG van het Europees Parlement en de Raad van 14 februari 2000 tot instelling van het programma „Cultuur 2000” (PB L 63 van 10.3.2000, blz. 1).

Besluit nr. 792/2004/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 april 2004 tot vaststelling van een communautair actieprogramma ter ondersteuning van organisaties die op Europees niveau op cultuurgebied actief zijn (PB L 138 van 30.4.2004, blz. 40).

Besluit nr. 1855/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 tot vaststelling van het programma „Cultuur” (2007-2013) (PB L 372 van 27.12.2006, blz. 1).

Besluit nr. 1194/2011/EU van het Europees Parlement en de Raad van 16 november 2011 tot instelling van een actie van de Europese Unie voor het Europees erfgoedlabel (PB L 303 van 22.11.2011, blz. 1).

15 04 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

15 04 77 01

Proefproject — Economie van de culturele verscheidenheid

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

242 980

0,—

417 792,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

15 04 77 03

Voorbereidende actie — Cultuur in de externe relaties

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

339 972,50

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

15 04 77 04

Proefproject — Een Europees platform voor festivals

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

300 000

p.m.

174 475

0,—

250 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

15 04 77 05

Proefproject — Een nieuw verhaal voor Europa

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

499 434

999 999,74

832 843,61

Toelichting

Oude post 16 02 77 01

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

15 04 77 08

Proefproject — Kickstarten van de culturele economie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

150 000

500 000

250 000

   

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Crowdfunding blijkt een beproefde methode te zijn om een geldstroom tot stand te brengen tussen potentiële klanten en de culturele sector. Crowdfunding vindt plaats op basis van platforms op netwerken. Hierbij zal één platform de overhand krijgen, een patroon dat ook te zien is op sociale netwerken. De Europese markt voor crowdfunding is zo gefragmenteerd, terwijl de platforms in de VS kunnen profiteren van de homogene interne markt. Er moet een alternatieve strategie worden ontwikkeld om een actief online taalbeleid te kunnen voeren dat is toegesneden op de culturele sector. Er kan gebruik worden gemaakt van de ervaringen die zijn opgedaan met een aantal interessante projecten, zoals de zogeheten crowdcultuur in Zweden, een hybride financieringsstructuur waarbij openbare middelen worden gecombineerd met particuliere bijdragen.

Het proefproject heeft het volgende doel: het uitvoeren van een studie betreffende de vaststelling en analyse van beste praktijken op de Europese crowdfundingmarkt met betrekking tot culturele organisaties.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

15 04 77 09

Proefproject — Ondersteuning van netwerken van jonge, creatieve ondernemers: Unie en derde landen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

200 000

800 000

400 000

   

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Dit proefproject sluit aan op initiatieven van de Commissie en het Europees Parlement (de agenda voor cultuur (2007), dat de afgelopen jaren het belang heeft aangetoond van de culturele dimensie in de externe betrekkingen van de Unie), op verschillende initiatiefverslagen van leden van de Commissie cultuur van het Parlement (resoluties van het Europees Parlement van 12 mei 2011 over de culturele dimensies van het externe optreden van de EU (PB C 377 E van 7.12.2012, blz. 135) en over het vrijmaken van het potentieel van culturele en creatieve industrieën (PB C 377 E van 7.12.2012, blz. 142)), de mededeling van de Commissie, alsmede de voorbereidende actie over „Cultuur in de externe betrekkingen”.

Het proefproject ondersteunt de oprichting van netwerken van jonge, creatieve professionals uit de Unie en haar partnerlanden en heeft ten doel uitwisseling, netwerken en professionele ontwikkeling van jonge ondernemers en actoren in de culturele en creatieve sectoren in de Unie en haar partnerlanden te stimuleren en langdurige onderlinge samenwerking te bevorderen. Het programma Creatief Europa had tot doel om op Unieniveau aandacht te besteden aan de creatieve en culturele sectoren, als belangrijke bijdrage aan de creativiteit en de economische heropleving binnen de Unie en in het kader van de betrekkingen met derde landen.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

15 04 77 11

Voorbereidende actie — Een nieuw verhaal voor Europa

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

500 000

500 000

1 000 000

500 000

   

Toelichting

Oude post 16 02 77 06

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Deze voorbereidende actie heeft tot doel het culturele comité dat het handvest heeft opgesteld in staat te stellen de dialoog met de burgers voort te zetten. Het handvest is slechts een begin; kunstenaars en burgers in Europa worden aangemoedigd deel te nemen aan de blijvende discussie over de vele verhalen voor Europa.

Er moet een overkoepelende benadering worden gehanteerd in de vorm van netwerken van burgers, culturele instellingen en organisaties, die kennis aan het publiek overbrengen en burgers uitnodigen aan dit proces deel te nemen. Daarnaast moet een groep van ambassadeurs worden samengesteld. Deze ambassadeurs hebben tot taak om contact te leggen met de burgers in het kader van de vormgeving van het nieuwe verhaal en om het Europese publiek te benaderen.

Derhalve is de voorbereidende actie nog steeds bedoeld om:

 

evenementen te organiseren om het handvest over een nieuw verhaal voor Europa in zoveel mogelijk lidstaten te presenteren en daarbij dialoog en debat te stimuleren;

 

steun te verlenen aan mediagenieke openbare evenementen georganiseerd door culturele, wetenschappelijke en maatschappelijke organisaties met als onderwerp het debat over een nieuw verhaal voor Europa;

 

deelname van zoveel mogelijk burgers te waarborgen, door steunverlening aan onafhankelijke mediaplatforms die aandacht besteden aan het debat over een nieuw verhaal voor Europa.

Deze voorbereidende actie moet de drie bovengenoemde specifieke doelstellingen verwezenlijken.

Om deze activiteiten te ondersteunen, doet de Commissie via raamcontracten een beroep op contractanten om het volgende uit te voeren: de organisatie van evenementen op hoog niveau, met inbegrip van tentoonstellingen en culturele evenementen, inclusief vervoer en accommodatie van de deelnemers en de ondersteuning van deskundigen voor de specifieke programmering van evenementen; logistieke en adviserende ondersteuning van het cultureel comité, inclusief vervoer en accommodatie en de organisatie van de aanwezigheid van de leden op evenementen en ondersteuning van expertise voor de uitvoering van taken van het comité en van andere taken in verband met de specifieke programmering van de evenementen; organisatie van evenementen door de vertegenwoordigingen van de Commissie in de lidstaten; communicatiecampagnes, onder meer via de sociale media in de lidstaten.

Het financieringsbesluit voor de specifieke contracten wordt ondertekend in 2016, en de voorfinanciering zal uiterlijk eind 2016 plaatsvinden. De ondersteunde acties vinden hoofdzakelijk in 2016 en begin 2017 plaats.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

15 04 77 12

Voorbereidende actie — Europa voor festivals, festivals voor Europa (EFFE)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

350 000

175 000

       

Toelichting

Het EFFE-proefproject wordt momenteel uitgevoerd door de European Festivals Association samen met 24 gedecentraliseerde partnerorganisaties in Europa en in nauwe samenwerking met DG Onderwijs en Cultuur van de Commissie. De voorbereidende actie voor EFFE heeft tot doel:

 

een labelmechanisme en uitwisselingsplatform voor festivals te creëren voor de ontwikkeling van hun potentieel om bij te dragen aan diverse EU-beleidsterreinen zoals innovatie, sociale inclusie, onderwijs en interculturele dialoog. De uitgevoerde activiteiten dragen bij aan de Europa 2020-strategie door voort te bouwen op overloopeffecten die de creatieve en culturele sectoren hebben op een aantal andere terreinen zoals toerisme, regionale ontwikkeling, enz.;

 

Europa's unieke kernwaarden te bevorderen, door ze zichtbaar en geloofwaardig te maken via een sterke naamsbekendheids- en communicatiestrategie die een platform kan aanreiken om een groot aantal burgers in heel Europa te bereiken.

Op grond van het succes van het proefproject kan worden aangenomen dat een voorbereidende actie de energie van festivals zal blijven verspreiden en inzetten voor de bevordering van een slim, inclusief en duurzaam Europa.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

TITEL 16

COMMUNICATIE

Algemene samenvatting van de kredieten (2016 en 2015) en van de uitvoering (2014)

 

Titel

Hoofdstuk

Rubriek

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

16 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN OP HET BELEIDSTERREIN „COMMUNICATIE”

124 190 396

124 190 396

125 792 227

125 792 227

128 136 191,33

128 136 191,33

16 03

COMMUNICATIEACTIES

79 504 500

72 569 000

74 100 000

66 282 042

71 154 711,32

77 301 872,51

 

Titel 16 — Totaal

203 694 896

196 759 396

199 892 227

192 074 269

199 290 902,65

205 438 063,84

HOOFDSTUK 16 01 —   ADMINISTRATIEVE UITGAVEN OP HET BELEIDSTERREIN „COMMUNICATIE”

De artikelen 1, 2, 3 en 5 zijn in detail weergegeven in hoofdstuk XX 01

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

% 2014-2016

16 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN OP HET BELEIDSTERREIN „COMMUNICATIE”

16 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen op het beleidsterrein „Communicatie”

5,2

65 590 888

66 063 971

65 068 904,28

99,20

16 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven op het beleidsterrein „Communicatie”

16 01 02 01

Extern personeel — Hoofdzetel

5,2

5 783 570

5 711 298

6 303 485,05

108,99

16 01 02 03

Extern personeel — Vertegenwoordigingen van de Commissie

5,2

16 606 000

16 488 000

17 312 757,58

104,26

16 01 02 11

Overige beheersuitgaven

5,2

3 209 857

3 513 818

3 736 977,56

116,42

 

Artikel 16 01 02 — Subtotaal

 

25 599 427

25 713 116

27 353 220,19

106,85

16 01 03

Uitgaven in verband met apparatuur en diensten voor informatie- en communicatietechnologie, gebouwen en andere werkingsuitgaven op het beleidsterrein „Communicatie”

16 01 03 01

Uitgaven in verband met apparatuur en diensten voor informatie- en communicatietechnologie

5,2

4 186 081

4 194 140

4 697 949,30

112,23

16 01 03 03

Gebouwen en daarmee samenhangende kosten — Vertegenwoordigingen van de Commissie

5,2

26 423 000

27 275 000

28 516 859,01

107,92

 

Artikel 16 01 03 — Subtotaal

 

30 609 081

31 469 140

33 214 808,31

108,51

16 01 04

Ondersteunende uitgaven voor operaties en programma's op het beleidsterrein „Communicatie”

16 01 04 02

Ondersteunende uitgaven voor communicatieacties

3

1 034 000

1 229 000

1 184 962,30

114,60

 

Artikel 16 01 04 — Subtotaal

 

1 034 000

1 229 000

1 184 962,30

114,60

16 01 60

Aankoop van informatie

5,2

1 357 000

1 317 000

1 314 296,25

96,85

 

Hoofdstuk 16 01 — Totaal

 

124 190 396

125 792 227

128 136 191,33

103,18

16 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen op het beleidsterrein „Communicatie”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

65 590 888

66 063 971

65 068 904,28

16 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven op het beleidsterrein „Communicatie”

16 01 02 01

Extern personeel — Hoofdzetel

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

5 783 570

5 711 298

6 303 485,05

16 01 02 03

Extern personeel — Vertegenwoordigingen van de Commissie

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

16 606 000

16 488 000

17 312 757,58

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de bezoldiging, de forfaitaire vergoeding voor overuren en de werkgeversbijdrage voor de sociale verzekering van het lokale en contractuele personeel en het tijdelijk personeel dat werkzaam is bij de vertegenwoordigingen van de Commissie in de Unie.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 4 000 EUR.

Rechtsgronden

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

16 01 02 11

Overige beheersuitgaven

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

3 209 857

3 513 818

3 736 977,56

Toelichting

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 3 000 EUR.

16 01 03

Uitgaven in verband met apparatuur en diensten voor informatie- en communicatietechnologie, gebouwen en andere werkingsuitgaven op het beleidsterrein „Communicatie”

16 01 03 01

Uitgaven in verband met apparatuur en diensten voor informatie- en communicatietechnologie

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

4 186 081

4 194 140

4 697 949,30

16 01 03 03

Gebouwen en daarmee samenhangende kosten — Vertegenwoordigingen van de Commissie

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

26 423 000

27 275 000

28 516 859,01

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de huur en erfpacht voor de door de Commissie gebruikte gebouwen of gedeelten van gebouwen, alsmede de huur van vergaderzalen, magazijnen, garages en parkeerruimten;

 

de verzekeringspremies voor door de instelling gebruikte gebouwen of gedeelten van gebouwen;

 

de uitgaven voor water, gas, elektriciteit en verwarming;

 

de uitgaven voor schoonmaken en onderhoud van lokalen, liften, centrale verwarming, installaties voor airconditioning enz., berekend op basis van de lopende contracten. Het betreft hier periodieke schoonmaakbeurten, de aankoop van onderhoudsproducten, wassen, bleken, stomen enz., alsmede verven en reparaties door en benodigdheden voor de onderhoudswerkplaatsen;

 

de uitgaven voor inrichtingswerkzaamheden zoals het verplaatsen van tussenschotten in de gebouwen, het aanbrengen van veranderingen aan technische installaties en andere gespecialiseerde verrichtingen met betrekking tot sloten, elektriciteit, sanitair, schilderwerk, vloerbedekking enz.;

 

de uitgaven voor het voor deze werkzaamheden noodzakelijke materieel;

 

de uitgaven inzake de veiligheid van personen en gebouwen, zowel uit het oogpunt van de hygiëne en de bescherming van personen als wat de fysieke en materiële veiligheid van personen en goederen aangaat. Deze uitgaven omvatten bijvoorbeeld de contracten inzake de bewaking van gebouwen, de onderhoudscontracten voor de beveiligingsinstallaties en de aankoop van klein materieel, de aankoop, de huur en het onderhoud van brandbestrijdingsmaterieel, de vervanging van de uitrusting van de ambtenaren die deel uitmaken van eerstehulpdiensten en de kosten van wettelijke controles, alsmede informatiesessies voor het personeel over het gebruik van het beveiligingsmateriaal;

 

de overige lopende uitgaven in verband met gebouwen, en met name de kosten voor het beheren van de gebouwen met meerdere huurders, de kosten in verband met het opmaken van de boedelbeschrijving, de belastingen ter vergoeding van de openbare nutsvoorzieningen (straatbelasting, vuilnisophaaldienst enz.);

 

de uitgaven voor technische bijstand in verband met belangrijke inrichtingswerkzaamheden;

 

de uitgaven voor de aankoop, de huur, het onderhoud en het herstel van technisch materieel en technische installaties, meubilair en vervoermiddelen;

 

de aankoop van boekwerken, documenten en andere niet-periodieke publicaties, supplementen op de aanwezige werken, uitgaven voor het inbinden en materiaal voor elektronische identificatie;

 

de uitgaven voor abonnementen op dagbladen, gespecialiseerde tijdschriften, staatsbladen, parlementaire documenten, statistieken betreffende de buitenlandse handel, bulletins van persagentschappen en diverse andere gespecialiseerde publicaties;

 

de uitgaven voor abonnementen op en het gebruik van externe elektronische informatie- en gegevensbanken en de verwerving van elektronische informatiedragers (cd-rom enz.);

 

de uitgaven in verband met de voor het gebruik van deze informatie benodigde opleiding en ondersteuning;

 

de opleiding met betrekking tot gezondheid en veiligheid overeenkomstig Besluit C(2006) 1623 van de Commissie van 10 april 2006 tot vaststelling van een geharmoniseerd beleid op het gebied van gezondheid en veiligheid op het werk voor al haar personeelsleden;

 

de vergoeding voor kopieën van door het auteursrecht beschermde werken;

 

de uitgaven voor papier en kantoorbenodigdheden;

 

diverse verzekeringen;

 

de uitgaven voor arbeidsuitrusting;

 

diverse kosten van interne vergaderingen;

 

de uitgaven voor onderhoudswerkzaamheden en de interne verhuisdienst;

 

de medische uitgaven op grond van het statuut;

 

de uitgaven voor de installatie, het onderhoud en de functionering van restaurants, cafetaria's en keukens;

 

overige huishoudelijke uitgaven;

 

porto en verzendkosten;

 

abonnementskosten en vergoedingen voor telecommunicatie;

 

uitgaven in verband met de aankoop en installatie van uitrusting en materieel voor telecommunicatie;

 

de informatica (IT)-uitgaven van de vertegenwoordigingen in de Unie, en met name de uitgaven voor informatie- en beheerssystemen, kantoorinfrastructuur, pc's, servers en bijbehorende infrastructuur, randapparatuur (printers, scanners enz.) en kantoorapparatuur (fotokopieerapparaten, faxtoestellen, schrijfmachines, dictafoons enz.) en de algemene uitgaven voor netwerken, ondersteuning, bijstand voor de gebruikers, IT-opleiding en verhuizingen;

 

de eventuele uitgaven voor de koop of huurkoop van gebouwen.

Dit krediet dekt de uitgaven die op het grondgebied van de Unie worden gedaan, met uitzondering van die welke worden gedaan in de vestigingen van het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek, welke worden opgevoerd in artikel 01 05 van de betreffende titels. Uitgaven van dezelfde aard of met eenzelfde bestemming die buiten de Unie worden gedaan, worden opgevoerd in post 01 03 02 van de betreffende titels.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 4 124 000 EUR.

16 01 04

Ondersteunende uitgaven voor operaties en programma's op het beleidsterrein „Communicatie”

16 01 04 02

Ondersteunende uitgaven voor communicatieacties

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

1 034 000

1 229 000

1 184 962,30

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van horizontale uitgaven voor, onder meer, studies, vergaderingen, controles achteraf en deskundige technische en administratieve bijstand waarbij geen sprake is van overheidstaken die door de Commissie is uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc, de evaluatie van horizontale of transversale activiteiten, alsmede de terugbetaling van reis- en aanverwante kosten van personen die worden uitgenodigd om de werkzaamheden van de Commissie te volgen.

Rechtsgronden

Zie de posten 16 03 01 02, 16 03 01 03, 16 03 02 03 en 16 03 02 05.

16 01 60

Aankoop van informatie

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

1 357 000

1 317 000

1 314 296,25

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de volgende uitgaven die binnen het grondgebied van de Unie zijn gedaan:

 

de uitgaven voor abonnementen op en toegang tot online-informatiebronnen, zoals persbureaus, onlinenieuws, aanbieders van informatie en externe databanken;

 

uitgaven in verband met de voor het gebruik van deze informatie benodigde opleiding en ondersteuning.

Dit krediet dekt de uitgaven binnen de Unie, met uitzondering van de vertegenwoordigingen in de Unie.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 000 EUR

Rechtsgronden

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

HOOFDSTUK 16 03 —   COMMUNICATIEACTIES

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

% Betalingen 2014-2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

16 03

COMMUNICATIEACTIES

16 03 01

De burgers van de Unie informeren

16 03 01 02

Informatie voor de media en audiovisuele producties

3

6 003 500

5 688 000

5 850 000

4 112 669

6 228 215,86

5 734 220,87

100,81

16 03 01 03

Informatiecentra

3

14 600 000

14 063 000

14 260 000

12 957 371

14 369 496,84

14 188 390,97

100,89

16 03 01 04

Communicatie door de vertegenwoordigingen van de Commissie, burgerdialogen en partnerschapsacties

3

14 745 000

13 154 000

11 794 000

13 720 676

10 928 471,22

15 239 489,74

115,85

16 03 01 05

Europese publieke ruimten

5,2

1 246 000

1 246 000

1 246 000

1 194 639

1 241 189,83

1 281 259,75

102,83

 

Artikel 16 03 01 — Subtotaal

 

36 594 500

34 151 000

33 150 000

31 985 355

32 767 373,75

36 443 361,33

106,71

16 03 02

Institutionele communicatie en informatieanalyse

16 03 02 01

Bezoeken aan de Commissie

3

3 800 000

3 677 000

3 650 000

2 927 997

3 599 851,94

3 985 597,01

108,39

16 03 02 02

Exploitatie van de radio- en televisiestudio's en audiovisuele uitrusting

5,2

5 560 000

5 560 000

5 560 000

5 369 163

5 318 744,79

5 930 575,40

106,67

16 03 02 03

Online- en schriftelijke informatie en communicatie-instrumenten

3

23 450 000

19 195 000

21 340 000

16 690 656

19 469 840,54

19 148 822,81

99,76

16 03 02 04

Algemeen verslag en andere publicaties

5,2

2 160 000

2 160 000

2 200 000

2 109 314

2 229 074,71

2 563 278,82

118,67

16 03 02 05

Onderzoek van de publieke opinie

3

6 640 000

6 526 000

6 400 000

5 286 146

6 299 975,59

5 959 835,98

91,32

 

Artikel 16 03 02 — Subtotaal

 

41 610 000

37 118 000

39 150 000

32 383 276

36 917 487,57

37 588 110,02

101,27

16 03 04

Huis van de Europese geschiedenis

3

800 000

800 000

800 000

669 131

0,—

0,—

0

16 03 06

Europees Jaar van de burger 2013

3

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

557 100,26

 

16 03 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

16 03 77 01

Voorbereidende actie — Europese onderzoeksbeurzen voor grensoverschrijdende onderzoeksjournalistiek

5,2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

98 880,—

 

16 03 77 02

Proefproject — Share Europe Online

5,2

p.m.

p.m.

p.m.

90 000

0,—

1 393 463,15

 

16 03 77 04

Voltooiing van het proefproject EuroGlobe

3

p.m.

p.m.

0,—

0,—

 

16 03 77 05

Voorbereidende actie — Share Europe Online

3

500 000

500 000

1 000 000

936 187

1 000 000,—

588 819,75

117,76

16 03 77 06

Proefproject — De belofte van de Europese Unie

3

p.m.

p.m.

p.m.

218 093

469 850,—

402 350,—

 

16 03 77 07

Voorbereidende actie — Europees Huis van de civil society

3

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

229 788,—

 
 

Artikel 16 03 77 — Subtotaal

 

500 000

500 000

1 000 000

1 244 280

1 469 850,—

2 713 300,90

542,66

 

Hoofdstuk 16 03 — Totaal

 

79 504 500

72 569 000

74 100 000

66 282 042

71 154 711,32

77 301 872,51

106,52

16 03 01

De burgers van de Unie informeren

16 03 01 02

Informatie voor de media en audiovisuele producties

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

6 003 500

5 688 000

5 850 000

4 112 669

6 228 215,86

5 734 220,87

Toelichting

Oude posten 16 03 01 02 en 16 03 01 01 (ten dele)

Dit krediet dient ter financiering van de algemene informatieverstrekking aan burgers over activiteiten van de Unie, met als doel om de zichtbaarheid van de werkzaamheden van de instellingen van de Unie, de genomen besluiten en de fase waarin de opbouw van Europa verkeert, te vergroten, waarbij vooral aandacht wordt besteed aan de media. Om een beter begrip van en betere verslaggeving over actuele thema's te bevorderen, zijn met name de volgende instrumenten ontwikkeld:

 

multimediavoorlichtingsmateriaal (foto’s, video enz.) bestemd voor de media en andere platforms, en ook voor rechtstreekse publicatie/uitzending en bewaring/verspreiding op lange termijn;

 

seminars voor en ondersteuning van journalisten.

Dit krediet dient eveneens ter dekking van uitgaven voor evaluatie.

De Commissie moet bij de uitvoering van deze post naar behoren rekening houden met de resultaten van de vergaderingen van de Interinstitutionele Groep voorlichting (IGV).

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 000 EUR.

Rechtsgronden

Taak die voortvloeit uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel vlak, zoals bedoeld in artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

16 03 01 03

Informatiecentra

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

14 600 000

14 063 000

14 260 000

12 957 371

14 369 496,84

14 188 390,97

Toelichting

Dit krediet dient ter financiering van algemene op de burger gerichte voorlichtingsacties en heeft betrekking op:

 

de financiering van het Europe Direct-netwerk in heel Europa (Europe Direct-voorlichtingscentra, Europese documentatiecentra, Team Europe-sprekers enz.); dit netwerk vormt een aanvulling op het werk van de vertegenwoordigingen van de Commissie en de voorlichtingsbureaus van het EP in de lidstaten;

 

ondersteuning, opleiding, coördinatie en bijstand voor het Europe Direct-netwerk;

 

de financiering van het produceren, opslaan en verspreiden van voorlichtingsmateriaal en communicatieproducten door of voor die steunpunten.

Dit krediet dient eveneens ter dekking van uitgaven voor evaluatie.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 50 000 EUR.

Rechtsgronden

Taak die voortvloeit uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel vlak, zoals bedoeld in artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

Referentiebesluiten

Besluit C(2012) 4158 van de Commissie van 21 juni 2012 inzake het binnenkort vast te stellen jaarlijkse werkprogramma op het gebied van de communicatie voor 2013 met betrekking tot het verlenen van subsidies voor het financieren van gastorganisaties voor de Europe Direct-informatiecentra in de Europese Unie voor de periode 2013-2017.

16 03 01 04

Communicatie door de vertegenwoordigingen van de Commissie, burgerdialogen en partnerschapsacties

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

14 745 000

13 154 000

11 794 000

13 720 676

10 928 471,22

15 239 489,74

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van algemene op de burger gerichte voorlichtingsacties en dekt de uitgaven voor gecentraliseerde en gedecentraliseerde communicatie en voor burgerdialogen. Het doel van de lokale communicatieactiviteiten is met name de doelgroepen te voorzien van de instrumenten om hun inzicht in actuele kwesties te verdiepen. Het doel van de burgerdialogen is in het bijzonder om burgers rechtstreeks te informeren over belangrijke beleidsinitiatieven van de Unie en om een open dialoog tussen de burgers en de leden van de Commissie te bevorderen, waarbij regelmatig ook vertegenwoordigers van andere Unie-instellingen en de lidstaten aanwezig zijn, met als doel de kennis van de burgers over Unieaangelegenheden te verbeteren en hen in staat te stellen hun mening te geven aan de beleidsmakers.

Deze activiteiten worden in de lidstaten verricht door middel van:

 

voorlichtingsacties die verband houden met specifieke jaarlijkse of meerjarencommunicatieprioriteiten;

 

gerichte nationale of internationale voorlichtingsacties die aan de communicatieprioriteiten beantwoorden;

 

opendeurevenementen voor burgers uit alle lagen van de bevolking;

 

dialogen met burgers via het internet en de sociale media;

 

seminars en conferenties, alsmede workshops voor specifiekere doelgroepen, zoals jongeren, en met toepassing van participatieve methoden;

 

organisatie van of deelname aan Europese manifestaties, tentoonstellingen, public relations, organisatie van individuele bezoeken enz.;

 

rechtstreekse communicatie met de burgers (bv. adviesdiensten voor de burgers);

 

rechtstreekse communicatie met opiniemakers, in het bijzonder intensievere acties waarbij de regionale kranten worden betrokken, die een belangrijke informatiebron zijn voor een groot aantal burgers van de Unie;

 

het beheer van voorlichtingscentra voor het grote publiek in de vertegenwoordigingen van de Commissie.

Voorlichtingsacties kunnen in partnerschap met het Europees Parlement en/of de lidstaten worden georganiseerd om synergieën tot stand te brengen tussen de middelen van elke partner, en om hun informatie- en communicatieactiviteiten over de Europese Unie te coördineren.

Dit krediet dient eveneens ter dekking van uitgaven voor studies, evaluaties, logistieke diensten, technische bijstand, met name voor IT, met inbegrip van het onderhoud van websites en socialemediadiensten, vergaderingen van deskundigen en deskundige technische en administratieve bijstand waarbij geen sprake is van overheidstaken die door de Commissie zijn uitbesteed in het kader van dienstverleningscontracten ad hoc, alsmede de terugbetaling van reis- en aanverwante kosten van personen die worden uitgenodigd om de werkzaamheden van de Commissie te volgen.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 55 000 EUR.

Bij de uitvoering van deze post moet de Commissie naar behoren rekening houden met de resultaten van de vergaderingen van de Interinstitutionele Groep voorlichting (IGV).

Rechtsgronden

Taak die voortvloeit uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel vlak, zoals bedoeld in artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

16 03 01 05

Europese publieke ruimten

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 246 000

1 246 000

1 246 000

1 194 639

1 241 189,83

1 281 259,75

Toelichting

Dit krediet dient ter financiering van algemene op de burger gerichte voorlichtingsacties en specifiek ter dekking van de opening en het beheer van „Europese publieke ruimten” (EPR) in de Europahuizen waar de EPR formeel zijn ondergebracht. De Commissie zal zorgen voor de logistiek van de Europese publieke ruimten ten behoeve van de twee instellingen (Europees Parlement en Commissie), met inbegrip van de beleidskosten en de organisatie van diensten op contractbasis. De EPR's moeten gezamenlijk door de twee instellingen worden beheerd, op basis van een evaluatieverslag over het beheer en het functioneren van deze ruimten en van een werkprogramma voor het komende jaar. Deze beide documenten, die gemeenschappelijk worden opgesteld door de twee instellingen en de fundamentele elementen vormen voor de toewijzing van middelen voor het volgende jaar, moeten tijdig aan het Europees Parlement en de Raad worden voorgelegd zodat deze er in de begrotingsprocedure rekening mee kunnen houden.

Rechtsgronden

Taak die voortvloeit uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel vlak, zoals bedoeld in artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

Referentiebesluiten

Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de regio’s van 3 oktober 2007: Communiceren over Europa in partnerschap (COM(2007) 568 final).

Verklaring van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie van 22 oktober 2008„Communiceren over Europa in partnerschap” (PB C 13 van 20.1.2009, blz. 3).

16 03 02

Institutionele communicatie en informatieanalyse

16 03 02 01

Bezoeken aan de Commissie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

3 800 000

3 677 000

3 650 000

2 927 997

3 599 851,94

3 985 597,01

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten voor de organisatie van bezoeken aan de Commissie, met inbegrip van de administratieve uitgaven die verband houden met de bezoeken.

Rechtsgronden

Taak die voortvloeit uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel vlak, zoals bedoeld in artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

16 03 02 02

Exploitatie van de radio- en televisiestudio's en audiovisuele uitrusting

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

5 560 000

5 560 000

5 560 000

5 369 163

5 318 744,79

5 930 575,40

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van alle uitgaven in verband met de exploitatie van de studio's en de andere voorzieningen voor audiovisuele voorlichting van de Commissie: personeelsuitgaven en uitgaven in verband met de aankoop, de huur, het onderhoud en de reparatie van de uitrusting en het voor de exploitatie noodzakelijke materieel.

Het dient tevens ter dekking van de kosten voor de huur van de satelliet waardoor de informatie over de activiteiten van de Unie aan de televisiemaatschappijen beschikbaar kan worden gesteld. Bij het beheer van dit krediet dienen de uitgangspunten met betrekking tot de interinstitutionele samenwerking in acht te worden genomen, teneinde de verspreiding van alle informatie over de Unie te verzekeren.

Dit krediet kan ook dienen ter dekking van uitgaven voor evaluatie.

Rechtsgronden

Taak die voortvloeit uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel vlak, zoals bedoeld in artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

Referentiebesluiten

Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de regio’s van 3 oktober 2007: Communiceren over Europa in partnerschap (COM(2007) 568 final).

Mededeling van de Commissie van 24 april 2008: Over Europa communiceren via de audiovisuele media (SEC(2008) 506).

Verklaring van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie van 22 oktober 2008„Communiceren over Europa in partnerschap” (PB C 13 van 20.1.2009, blz. 3).

16 03 02 03

Online- en schriftelijke informatie en communicatie-instrumenten

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

23 450 000

19 195 000

21 340 000

16 690 656

19 469 840,54

19 148 822,81

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van gedrukte en online-multimedia-informatie- en -communicatie-instrumenten voor de Unie om alle burgers te voorzien van algemene informatie over de werkzaamheden van de instellingen van de Unie, de besluitvorming en de stadia in de opbouw van Europa. Online-instrumenten maken het mogelijk vragen of reacties van de burgers over Europese thema's in te zamelen. Dit is een openbaredienstverleningstaak. De voorlichting bestrijkt alle instellingen van de Unie. Deze instrumenten moeten toegankelijk worden gemaakt voor mensen met een handicap, overeenkomstig WAI (Web Accessibility Initiative)-richtsnoeren.

Het gaat hoofdzakelijk om de volgende soorten instrumenten:

 

de internetsite Europa, die het voornaamste toegangspunt moet vormen tot de bestaande informatie en de websites voor de administratieve informatie die de burgers van de Unie nodig zouden kunnen hebben in hun dagelijkse leven, en die daarom beter gestructureerd en gebruiksvriendelijker moet worden en moet worden geoptimaliseerd voor mobiele toestellen;

 

aanvullende onlinekanalen zoals sociale media, blogs en andere web 2.0-technologieën;

 

de Europe Direct-contactlijn (00800-67891011);

 

de internetsites en gedrukte en multimediaproducten van de vertegenwoordigingen van de Commissie in de lidstaten;

 

onlinepersmededelingen, -speeches, -memo's enz. (Rapid).

Dit krediet dient eveneens om:

 

de internetsite Europa op een meer samenhangende wijze te herstructureren, de website te optimaliseren voor mobiele toestellen en af te stemmen op de behoeften van gebruikers, alsook het gebruik van andere onlinekanalen zoals sociale media, blogs en web 2.0 te professionaliseren. Dit omvat alle soorten opleidings-, begeleidings- en adviesdiensten voor verschillende groepen van belanghebbenden;

 

de uitgaven te dekken met betrekking tot hosting- en licentiekosten voor de internetsite Europa;

 

steun te bieden aan de uitwisseling van beste praktijken, kennisoverdracht en professionalisering door de financiering van deskundigen in digitale communicatie en mensen uit de praktijk;

 

voorlichtingscampagnes te financieren die gericht zijn op een eenvoudiger toegang tot deze informatiebronnen, met name op de activiteiten van de Europe Direct-contactlijn, de algemene meertalige informatiedienst over zaken van de Unie;

 

de kosten te dekken voor het uitgeven van gedrukte publicaties over de activiteiten van de Unie die zijn bestemd voor diverse doelgroepen, die vaak worden bereikt via een gedecentraliseerd netwerk. Het gaat daarbij hoofdzakelijk om:

 

de publicaties van de vertegenwoordigingen (gedrukte nieuwsbrieven en periodieken): elke vertegenwoordiging geeft een of meer publicaties uit, die bij de opinieleiders worden verspreid en diverse gebieden (sociaal, economisch en politiek) betreffen,

 

de verspreiding (ook via een gedecentraliseerd netwerk) van specifieke basisinformatie over de Europese Unie (in alle officiële talen van de Unie) voor het grote publiek, gecoördineerd vanuit Brussel, en promotie van deze publicaties.

De kosten voor het uitgeven van deze publicaties omvatten met name de voorbereiding en de opstelling ervan (inclusief auteursrechten), de betaling van freelancejournalisten, het gebruik van documentatie, de reproductie van documenten, de aankoop of het beheer van gegevens, de redactie, de vertaling, de revisie (inclusief de controle van de concordantie van de teksten), het drukken, het op internet of een andere elektronische drager zetten, de distributie, de opslag, de verspreiding en de promotie van de publicaties.

Dit krediet kan ook dienen ter dekking van uitgaven voor evaluatie.

Bij de uitvoering van dit begrotingsonderdeel moet de Commissie rekening houden met de resultaten van de vergaderingen van de Interinstitutionele Groep voorlichting (IGV).

Rechtsgronden

Taak die voortvloeit uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel vlak, zoals bedoeld in artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

16 03 02 04

Algemeen verslag en andere publicaties

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

2 160 000

2 160 000

2 200 000

2 109 314

2 229 074,71

2 563 278,82

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten voor het uitgeven van publicaties, in alle mogelijke vormen, over actuele onderwerpen betreffende de activiteiten van de Commissie en de verwezenlijkingen en projecten van de Unie, alsook van de publicaties waarin in de Verdragen is voorzien en andere institutionele of referentiepublicaties, zoals het algemeen verslag. Deze publicaties zijn bestemd voor specifieke doelgroepen zoals de onderwijssector, jongeren, groepen of personen die de informatie verder kunnen verspreiden, of het grote publiek.

De kosten van het uitgeven van publicaties omvatten onder meer de voorbereiding en de opstelling ervan (inclusief de auteurscontracten), het inhuren van freelance journalisten, het gebruik van documentatie, de reproductie van documenten, de aankoop of het beheer van gegevens, de redactie, de vertaling, de revisie (inclusief de controle van de concordantie van de teksten), het drukken, het op internet of een andere elektronische drager zetten, distributie, opslag, verspreiding en de promotie van deze publicaties, ook in vormen die toegankelijk zijn voor burgers met een handicap.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 4 000 EUR

Rechtsgronden

Taak die voortvloeit uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel vlak, zoals bedoeld in artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, met name artikel 249, lid 2.

16 03 02 05

Onderzoek van de publieke opinie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

6 640 000

6 526 000

6 400 000

5 286 146

6 299 975,59

5 959 835,98

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de analyse van de trends binnen de publieke opinie, hoofdzakelijk via opiniepeilingen (bv. de peiling „Eurobarometer” bij het grote publiek, de peiling „flash” per telefoon bij specifieke bevolkingsgroepen en over specifieke onderwerpen, op regionaal, nationaal of Europees niveau, of kwalitatieve onderzoeken), alsook van de kwaliteitscontrole daarop.

Het dient eveneens ter dekking van kwalitatieve mediamonitoringanalyse en evaluatie van de uitgaven.

Bij de uitvoering van deze post moet de Commissie rekening houden met de resultaten van de vergaderingen van de Interinstitutionele Groep voorlichting (IGV).

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 000 EUR.

Rechtsgronden

Taak die voortvloeit uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel vlak, zoals bedoeld in artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

16 03 04

Huis van de Europese geschiedenis

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

800 000

800 000

800 000

669 131

0,—

0,—

Toelichting

Zoals gespecificeerd in de overeenkomst inzake het dienstverleningsniveau tussen het Europees Parlement en de Commissie, dient dit krediet ter dekking van de bijdrage aan de uitgaven voor tentoonstellingen georganiseerd door het Huis van de Europese geschiedenis, dat tot doel heeft de kennis te vergroten, de nieuwsgierigheid aan te wakkeren en mogelijkheden te bieden om inzicht te krijgen in de Europese geschiedenis, door middel van een modern tentoonstellings- en documentatiecentrum.

Rechtsgronden

Taak die voortvloeit uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel vlak, zoals bedoeld in artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

Referentiebesluiten

Artikel 167 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.

16 03 06

Europees Jaar van de burger 2013

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

557 100,26

Toelichting

Oud artikel 16 02 03

Dit krediet dient ter dekking van initiatieven in verband met de doelstellingen van het Europees Jaar van de burger 2013, waaronder een evaluatie van de resultaten van dit initiatief.

Rechtsgronden

Besluit nr. 1093/2012/EU van het Europees Parlement en de Raad van 21 november 2012 over het Europees Jaar van de burger (2013) (PB L 325 van 23.11.2012, blz. 1).

16 03 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

16 03 77 01

Voorbereidende actie — Europese onderzoeksbeurzen voor grensoverschrijdende onderzoeksjournalistiek

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

98 880,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

16 03 77 02

Proefproject — Share Europe Online

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

90 000

0,—

1 393 463,15

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

16 03 77 04

Voltooiing van het proefproject EuroGlobe

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

0,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

16 03 77 05

Voorbereidende actie — Share Europe Online

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

500 000

500 000

1 000 000

936 187

1 000 000,—

588 819,75

Toelichting

De sociale media en internet hebben de toegang tot informatie en de communicatie tussen de mensen grondig veranderd. De instellingen van de Unie moeten de manier waarop zij van deze grensverleggende hulpmiddelen gebruikmaken, verbeteren. De instellingen van de Unie kunnen de sociale media en onlineplatforms op innovatievere manieren benutten. De instellingen van de Unie hebben geen gezamenlijk communicatiebeleid over het gebruik van deze media. Bovendien worden deze media nog te vaak gewoon gebruikt om een boodschap te verspreiden, terwijl ze de mogelijkheid bieden horizontale gesprekken te voeren tussen politici en de burgers die ze dienen en vertegenwoordigen. In tegenstelling tot andere media (tv, radio, kranten) zou internet (en de sociale media in het bijzonder) moeten worden gebruikt voor interactie met de burgers: namelijk om beleidmakers van ideeën te voorzien en een debat op gang te brengen over beleidsvoorstellen of -projecten.

De Unie moet haar communicatiestrategie aanpassen aan de onlinerealiteit. De Unie moet haar burgers de kans bieden om mee te doen. Jammer genoeg is de communicatie van de Unie nog steeds te veel een „top-down”-proces, waar geen plaats is voor interactie en de mogelijkheden die de nieuwe media bieden niet worden benut. Ondanks een gebruikspercentage van ongeveer 90 % voor de sociale netwerken (onder Europese internetgebruikers), wordt in de communicatiestrategie van de Unie nog onvoldoende aandacht besteed aan sociale netwerken, internet en mobiele diensten om de toegang tot informatie over het beleid van de Unie te verbeteren of om de Europese burgers hierbij te betrekken. Sommige leden van het Europees Parlement en de Commissie maken weliswaar zeer actief gebruik van de sociale media, maar toch kunnen de grootste instellingen nog heel wat doen om de burgers meer bij de aangelegenheden van de Unie te betrekken en ervoor te zorgen dat informatie beschikbaar is en opgezocht en gedeeld kan worden.

Sinds 2012 loopt „Share Europe Online” met veel succes als proefproject, en wordt positief ontvangen zowel door belanghebbenden op centraal institutioneel niveau als door nationale instanties die het project uitvoeren.

Het proefproject was gericht op het verbeteren van het gebruik van deze nieuwe media door de instellingen van de Unie, met specifieke aandacht voor de agentschappen in de lidstaten. Met het project werd het management van communicatie via sociale media ingevoerd in de voorlichtingsbureaus van het Europees Parlement en de vertegenwoordigingen van de Commissie, om de online-informatievoorziening aan de burgers te verbeteren en de informatie over de EU toegankelijker te maken. Een belangrijke doelstelling was om de activiteit van de bureaus op de sociale media op te voeren door het personeel hiervoor op te leiden en te begeleiden door hiervoor aangewezen communicatiemanagers.

Het proefproject heeft bijgedragen aan het verkleinen van de kloof in de institutionele communicatie van de Unie via sociale netwerken in plaatselijke talen en op lokale platforms, dankzij verhoogde en beter gecoördineerde activiteit van de betrokken bureaus. Het beschikbaar stellen van inhoud inzake de EU die aantrekkelijk is, relevant voor de nationale situatie en geschikt voor het delen via sociale netwerken leidt tot hogere niveaus van interactie. Dit bevordert niet alleen de dialoog tussen de Unie en haar burgers maar ook tussen de burgers onderling.

Het bereik en de invloed van de activiteiten van de instellingen nemen toe dankzij gerichtere communicatie en partnerschappen met opinieleiders en plaatselijke actoren, waaronder lokale en maatschappelijke organisaties, uitbreiding van het debat over Europese onderwerpen tot een veel groter publiek en verbreding van de Europese publieke ruimte.

Met een beter inzicht in de discussies die op de sociale media plaatsvinden kunnen de instellingen ook hun vermogen om te luisteren verbeteren en in kaart brengen wat de burgers, die zich steeds meer op deze netwerken organiseren, bezighoudt. „Share Europe Online” dient om de interactie en de toegang tot informatie te vergemakkelijken, maar niet om standpunten over de Unie te verspreiden van bovenaf, wat gezien kan worden als propaganda.

De middelen voor de voorbereidende actie „Share Europe Online” moeten worden gebruikt om de positieve ervaringen van het proefproject te consolideren teneinde de interne training af te ronden en verdere organisatorische veranderingen mogelijk te maken. De voorlichtingsbureaus van het Europees Parlement en de vertegenwoordigingen van de Commissie moeten zodanig met de sociale media vertrouwd raken dat ze langs deze weg de interactie met de burgers zo goed mogelijk kunnen verwezenlijken.

Net als bij het proefproject moeten bij de uitvoering van de voorbereidende actie mensen in alle instellingen van de Unie worden betrokken, alsmede externe deskundigen en maatschappelijke en lokale organisaties. De uitvoering van het project moet plaatsvinden op basis van werkmethoden die de betrokken instellingen van de Unie gezamenlijk zijn overeengekomen.

De opkomst van de sociale netwerken heeft bedrijven ertoe aangezet „community managers” in dienst te nemen. Deze „community managers” fungeren als een doorgeefluik tussen bedrijven en hun klanten, zij „promoten” het bedrijf in de specifieke taal van de sociale netwerken, zij beheren virtuele groepen en begrijpen hun behoeften en spelen erop in. Met deze voorbereidende actie kunnen de „communicatiemanagers” van de EU die zijn ingevoerd met het proefproject „Share Europe Online” doorgaan met het beschikbaar stellen van informatie over de Unie, het vertegenwoordigen van de verschillende instellingen van de Unie en het verstrekken van onafhankelijke informatie over de Unie en haar werkzaamheden.

„Share Europe Online” moet gebruikmaken van (delen van) de bestaande programma's als Europe Direct, Euronews, de diverse webplatforms, communicatiestrategieën en archieven van de Unie. Verder moet met de voorbereidende actie het werk van het proefproject „Share Europe Online” worden voortgezet.

„Share Europe Online”, dat gezamenlijk wordt uitgevoerd door het Europees Parlement en de Commissie, beantwoordt aan de noodzaak om het communicatiebeleid van de instellingen van de Unie aan te passen aan de realiteit van het internet en de sociale media. De actie wil de wijze verbeteren waarop de instellingen van de Unie via de sociale media met de burgers in contact treden, door de online aanwezigheid van de voorlichtingsbureaus van het Europees Parlement en de vertegenwoordigingen van de Commissie in de lidstaten te vergroten, waardoor hun communicatie interactiever en gerichter moet zijn en ook beter afgestemd op de lokale situatie en de specifieke kenmerken van het nationale socialemedialandschap. De actie wil ook iets doen aan de kloof in de institutionele communicatie op sociale netwerken in de plaatselijke talen. Via de actie gaan de instellingen op zoek naar mogelijkheden om hun communicatiestrategie op de sociale media zowel kwalitatief als kostenefficiënt te verbeteren. De kredieten zullen worden gebruikt om de voorlichtingsbureaus en de vertegenwoordigingen via openbare aanbestedingen aan sociale media gerelateerde expertise en strategische en technische ondersteuning te verstrekken.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

16 03 77 06

Proefproject — De belofte van de Europese Unie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

218 093

469 850,—

402 350,—

Toelichting

Oude post 16 02 77 05

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

16 03 77 07

Voorbereidende actie — Europees Huis van de civil society

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

229 788,—

Toelichting

Oude post 16 02 77 04

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

TITEL 17

GEZONDHEID EN VOEDSELVEILIGHEID

Algemene samenvatting van de kredieten (2016 en 2015) en van de uitvoering (2014)

 

Titel

Hoofdstuk

Rubriek

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

17 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN OP HET BELEIDSTERREIN „GEZONDHEID EN VOEDSELVEILIGHEID”

101 836 432

101 836 432

102 214 617

102 214 617

104 490 046,68

104 490 046,68

17 03

VOLKSGEZONDHEID

214 853 000

226 241 000

221 995 000

220 408 196

235 972 757,39

217 861 334,16

17 04

VEILIGHEID VAN LEVENSMIDDELEN EN DIERVOEDERS, DIERGEZONDHEID, DIERWELZIJN EN GEZONDHEID VAN PLANTEN

253 935 628

243 249 628

249 610 125

215 279 394

254 909 337,80

224 170 318,11

 

Titel 17 — Totaal

570 625 060

571 327 060

573 819 742

537 902 207

595 372 141,87

546 521 698,95

HOOFDSTUK 17 01 —   ADMINISTRATIEVE UITGAVEN OP HET BELEIDSTERREIN „GEZONDHEID EN VOEDSELVEILIGHEID”

De artikelen 1, 2, 3 en 5 zijn in detail weergegeven in hoofdstuk XX 01

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

% 2014-2016

17 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN OP HET BELEIDSTERREIN „GEZONDHEID EN VOEDSELVEILIGHEID”

17 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen op het beleidsterrein „Gezondheid en voedselveiligheid”

5,2

69 805 129

68 185 178

70 190 179,25

100,55

17 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven op het beleidsterrein „Gezondheid en voedselveiligheid”

17 01 02 01

Extern personeel

5,2

6 308 782

7 479 436

7 732 380,93

122,57

17 01 02 11

Overige beheersuitgaven

5,2

7 996 482

8 958 196

8 380 837,79

104,81

 

Artikel 17 01 02 — Subtotaal

 

14 305 264

16 437 632

16 113 218,72

112,64

17 01 03

Uitgaven in verband met uitrusting en diensten voor informatie- en communicatietechnologie, gebouwen en daarmee samenhangende uitgaven op het beleidsterrein „Gezondheid en voedselveiligheid”

17 01 03 01

Uitgaven in verband met uitrusting en diensten voor informatie- en communicatietechnologie

5,2

4 455 039

4 328 807

5 068 023,30

113,76

17 01 03 03

Gebouwen en daarmee samenhangende uitgaven — Grange

5,2

4 892 000

4 884 000

4 562 392,86

93,26

 

Artikel 17 01 03 — Subtotaal

 

9 347 039

9 212 807

9 630 416,16

103,03

17 01 04

Ondersteunende uitgaven voor operaties en programma's op het beleidsterrein „Gezondheid en voedselveiligheid”

17 01 04 02

Ondersteunende uitgaven voor het derde actieprogramma voor de Unie op het gebied van gezondheid (2014-2020)

3

1 500 000

1 500 000

1 550 158,77

103,34

17 01 04 03

Uitgaven voor steun op het gebied van veiligheid van levensmiddelen en diervoeders, diergezondheid, dierenwelzijn en plantgezondheid

3

1 500 000

1 500 000

1 500 803,78

100,05

 

Artikel 17 01 04 — Subtotaal

 

3 000 000

3 000 000

3 050 962,55

101,70

17 01 06

Uitvoerende agentschappen

17 01 06 02

Uitvoerend Agentschap voor consumenten, gezondheid, landbouw en voeding — Bijdrage van het derde actieprogramma voor de Unie op het gebied van gezondheid (2014-2020)

3

4 209 000

4 209 000

4 335 270,—

103,00

17 01 06 03

Uitvoerend Agentschap voor consumenten, gezondheid, landbouw en voeding — Bijdrage op het gebied van veiligheid van levensmiddelen en diervoeders, diergezondheid, dierenwelzijn en plantgezondheid

3

1 170 000

1 170 000

1 170 000,—

100,00

 

Artikel 17 01 06 — Subtotaal

 

5 379 000

5 379 000

5 505 270,—

102,35

 

Hoofdstuk 17 01 — Totaal

 

101 836 432

102 214 617

104 490 046,68

102,61

17 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen op het beleidsterrein „Gezondheid en voedselveiligheid”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

69 805 129

68 185 178

70 190 179,25

17 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven op het beleidsterrein „Gezondheid en voedselveiligheid”

17 01 02 01

Extern personeel

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

6 308 782

7 479 436

7 732 380,93

17 01 02 11

Overige beheersuitgaven

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

7 996 482

8 958 196

8 380 837,79

17 01 03

Uitgaven in verband met uitrusting en diensten voor informatie- en communicatietechnologie, gebouwen en daarmee samenhangende uitgaven op het beleidsterrein „Gezondheid en voedselveiligheid”

17 01 03 01

Uitgaven in verband met uitrusting en diensten voor informatie- en communicatietechnologie

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

4 455 039

4 328 807

5 068 023,30

17 01 03 03

Gebouwen en daarmee samenhangende uitgaven — Grange

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

4 892 000

4 884 000

4 562 392,86

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de volgende uitgaven die binnen het grondgebied van de Unie zijn gedaan:

 

huur, erfpacht en gemeentelijke heffingen voor door de Commissie gebruikte gebouwen of gedeelten van gebouwen, en huur van vergaderzalen, magazijnen, garages en parkeerruimten;

 

kosten voor aankoop of huurkoop van gebouwen;

 

kosten voor het oprichten van nieuwe gebouwen;

 

verzekeringspremies voor door de instelling gebruikte gebouwen of gedeelten van gebouwen;

 

uitgaven voor water, gas, elektriciteit en verwarming;

 

de kosten voor onderhoud van de lokalen, de liften, de centrale verwarming, de installaties voor airconditioning enz., berekend op basis van lopende contracten; uitgaven voor periodieke schoonmaakbeurten, aankoop van onderhoudsproducten, wassen, bleken, chemische reiniging enz. evenals schilderwerk, reparaties en noodzakelijke leveringen voor de onderhoudsploegen (alvorens contracten ten belope van meer dan 300 000 EUR te verlengen of te sluiten, informeert de Commissie, met het oog op een rationalisering van de uitgaven, bij de andere instellingen naar de door elk van hen voor gelijksoortige opdrachten verkregen voorwaarden (prijs, gekozen valuta, indexering, looptijd, andere clausules));

 

uitgaven in verband met de gescheiden ophaling, opslag en verwijdering van afval;

 

uitgaven voor inrichtingswerkzaamheden zoals het verplaatsen van tussenschotten in gebouwen, het aanbrengen van veranderingen aan technische installaties en andere gespecialiseerde verrichtingen met betrekking tot sloten, elektriciteit, sanitair, schilderwerk, vloerbedekking enz. alsmede de kosten van het materieel dat hierbij nodig is;

 

uitgaven inzake de fysieke en materiële veiligheid van de personen en goederen, met name de contracten inzake de bewaking van gebouwen, de contracten voor onderhoud en upgrading van de beveiligingsinstallaties en de aankoop van klein materieel;

 

uitgaven inzake de hygiëne en de bescherming van personen op de werkplek, met name de aankoop, de huur en het onderhoud van brandbestrijdingsmaterieel, de vervanging van de uitrusting van de ambtenaren die deel uitmaken van eerstehulpdiensten en de kosten van wettelijke controles;

 

kosten van juridische, technische en financiële expertises vóór de aankoop, de huur of de oprichting van gebouwen;

 

de overige lopende uitgaven in verband met gebouwen, met name de kosten voor het beheren van de gebouwen met meerdere huurders, de kosten in verband met het opmaken van de boedelbeschrijving, de belastingen ter vergoeding van de openbarenutsvoorzieningen (straatbelasting, vuilnisophaaldienst enz.);

 

de uitgaven voor technische bijstand in verband met belangrijke inrichtingswerkzaamheden, reparaties en renovaties;

 

kosten voor aankoop, huur of leasing, onderhoud, herstelling, installatie en vervanging van uitrusting en technisch materieel, met name:

 

materieel (met inbegrip van kopieerapparaten) voor het produceren, reproduceren en archiveren van publicaties en van documenten in eender welke vorm (papier, elektronische drager),

 

audiovisueel materieel en materieel voor de bibliotheek en de tolkendienst (cabines, koptelefoons, luisterapparatuur voor simultaanvertaling),

 

uitrusting voor kantines en restaurants,

 

diverse outillage voor het onderhoud van de gebouwen,

 

voorzieningen voor gehandicapte ambtenaren,

 

de uitgaven voor studies, documentatie en opleiding met betrekking tot deze uitrusting;

 

kosten voor aankoop, huur, onderhoud en herstelling van meubilair, met name:

 

uitgaven voor de aankoop van kantoormeubilair en speciaal meubilair, met name ergonomisch meubilair, rekken voor de archieven enz.,

 

de vervanging van verouderd en afgedankt meubilair,

 

de uitrusting met speciaal materieel van bibliotheken (kaartsystemen, rekken, cataloguskasten enz.),

 

de specifieke uitrusting van kantines en restaurants,

 

de huur van meubilair,

 

kosten voor onderhoud en herstelling van het meubilair (alvorens contracten ten belope van meer dan 300 000 EUR te verlengen of te sluiten, informeert de Commissie, met het oog op een rationalisering van de uitgaven, bij de andere instellingen naar de door elk van hen voor gelijksoortige opdrachten verkregen voorwaarden (prijs, gekozen valuta, indexering, looptijd, andere clausules));

 

kosten voor aankoop, huur, onderhoud en herstelling van (motor-)voertuigen, met name:

 

de aanschaf van nieuwe voertuigen, inclusief alle bijkomende kosten,

 

de vervanging van de voertuigen die in de loop van het begrotingsjaar zo'n hoog aantal kilometers zullen hebben afgelegd dat vervanging gerechtvaardigd is,

 

de huur van auto's, op korte of op lange termijn, wanneer de capaciteit van het wagenpark onvoldoende is,

 

de kosten van onderhoud, reparaties en verzekering van dienstvoertuigen (brandstof, smeermiddelen, banden, binnenbanden, diverse benodigdheden, reserveonderdelen, gereedschap enz.), inclusief de kosten van jaarlijkse keuringen,

 

diverse verzekeringen (met name burgerrechtelijke aansprakelijkheid en diefstal), nationale belastingen indien verschuldigd en verzekeringskosten;

 

uitgaven voor werkuitrusting, met name:

 

aanschaf van uniformen voor bodes en chauffeurs,

 

aanschaf en reiniging van werkkleding voor het personeel van de werkplaatsen en voor het personeel dat werkzaamheden moet verrichten waarbij bescherming nodig is tegen slechte weersomstandigheden en koude, abnormale slijtage en bevuiling,

 

aankoop of vergoeding van al het materieel dat nodig is in het kader van de toepassing van de Richtlijnen 89/391/EEG en 90/270/EEG;

 

verhuiskosten, kosten van hergroepering van diensten en behandelingskosten (ontvangst, opslag en plaatsing) van materieel, meubilair en kantoorbenodigdheden;

 

andere huishoudelijke uitgaven zoals:

 

uitgaven in verband met de uitrusting van gebouwen op het gebied van telecommunicatie, met name de aankoop, de huur, de installatie en het onderhoud van de telefooncentrales en de lijnen, de geluidssystemen en videoconferentie-installaties, intercominstallaties en mobilofoons, alsmede de uitgaven voor de informatienetwerken (uitrusting en onderhoud) en de uitgaven voor de daarmee samenhangende diensten (ondersteuning, documentatie, installatie, verhuizing),

 

aankoop, huur of leasing van computers, terminals, microcomputers, randapparatuur, aansluitingsapparatuur, alsmede de voor hun werking benodigde programmatuur,

 

aankoop, huur of leasing van apparatuur voor de weergave van de informatie op papier, zoals printers, faxtoestellen, fotokopieerapparaten, scanners en microkopieerapparaten,

 

aankoop, huur of leasing van schrijfmachines, tekstverwerkers en alle in kantoren gebruikte elektronische apparatuur,

 

installatie, configuratie, onderhoud, studies, documentatie en benodigdheden in verband met deze apparatuur,

 

de exploitatiekosten van de restaurants, cafetaria's en kantines, met name de uitgaven voor het onderhoud van installaties en de aankoop van materieel; de uitgaven voor gewone verbouwing en voor gewone vernieuwing van de uitrusting; grote uitgaven voor veranderingen in verband met de nodige verbouwingen en vernieuwingen, duidelijk te onderscheiden van de „gewone” kosten voor verbouwing, reparatie en vernieuwing van installaties en materieel,

 

de uitgaven voor abonnementen op en het gebruik van externe elektronische informatie- en gegevensbanken en de verwerving van elektronische informatiedragers (cd-rom enz.),

 

de uitgaven in verband met de voor het gebruik van deze informatie benodigde opleiding en ondersteuning,

 

aankoop van papier, enveloppen, kantoorbenodigdheden, producten voor de reprografische diensten, en kosten van uitbesteding van drukwerk,

 

kosten van de frankering van de gewone correspondentie, verslagen en publicaties, de verzendkosten van postpakketten en andere colli per vliegtuig, per boot of per spoor en van de interne post bij de Commissie,

 

licenties, abonnementskosten en de kosten van gesprekken via kabel of radiogolflengte (vaste en mobiele telefoon, telegraaf, telex, televisie, teleconferentie, videoconferentie) alsmede de kosten in verband met de netwerken voor gegevenstransmissie, telematica enz. en de aankoop van abonneelijsten,

 

kosten van telefoongesprekken en computerverbindingen tussen de verschillende gebouwen en voor de internationale telecommunicatie tussen de verschillende vestigingen,

 

technische en logistieke ondersteuning, opleiding en nevenkosten, en andere activiteiten van algemeen belang met betrekking tot computerapparatuur en -programmatuur, algemene opleidingen op het gebied van informatica, abonnementen voor de technische documentatie op papier of op elektronische drager enz., extern personeel, servicebureaus, abonnementen bij internationale organisaties enz., veiligheidsstudies en kwaliteitsbewaking op het gebied van computerapparatuur en programmatuur.

Rechtsgronden

Richtlijn 89/391/EEG van de Raad van 12 juni 1989 betreffende de tenuitvoerlegging van maatregelen ter bevordering van de verbetering van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers op het werk (PB L 183 van 29.6.1989, blz. 1).

Richtlijn 90/270/EEG van de Raad van 29 mei 1990 betreffende minimumvoorschriften inzake veiligheid en gezondheid met betrekking tot het werken met beeldschermapparatuur (vijfde bijzondere richtlijn in de zin van artikel 16, lid 1, van Richtlijn 89/391/EEG) (PB L 156 van 21.6.1990, blz. 14).

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

17 01 04

Ondersteunende uitgaven voor operaties en programma's op het beleidsterrein „Gezondheid en voedselveiligheid”

17 01 04 02

Ondersteunende uitgaven voor het derde actieprogramma voor de Unie op het gebied van gezondheid (2014-2020)

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

1 500 000

1 500 000

1 550 158,77

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichtingsmaatregelen en publicaties die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de doelstelling van het programma of de maatregelen die onder deze post vallen, en alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand waarbij geen sprake is van overheidstaken die door de Commissie is uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan programma's van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Zie hoofdstuk 17 03.

17 01 04 03

Uitgaven voor steun op het gebied van veiligheid van levensmiddelen en diervoeders, diergezondheid, dierenwelzijn en plantgezondheid

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

1 500 000

1 500 000

1 500 803,78

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven voor technische en administratieve bijstand in verband met de identificatie, de voorbereiding, het beheer, de follow-up, de evaluatie, de audit en de controle van programma's of projecten op dit gebied.

Het dient eveneens ter dekking van uitgaven voor technische en administratieve bijstand, studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichtings- en communicatiemaatregelen en publicaties die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de doelstelling van het programma of de maatregelen die onder dit krediet vallen.

Dit krediet dient tevens ter dekking van uitgaven voor administratieve bijstand met betrekking tot de audit van verzoeken van de lidstaten om een financiële bijdrage overeenkomstig de respectieve bepalingen waarin de rechtsgronden voorzien.

Rechtsgronden

Zie hoofdstuk 17 04.

17 01 06

Uitvoerende agentschappen

17 01 06 02

Uitvoerend Agentschap voor consumenten, gezondheid, landbouw en voeding — Bijdrage van het derde actieprogramma voor de Unie op het gebied van gezondheid (2014-2020)

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

4 209 000

4 209 000

4 335 270,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven van het Agentschap voor personeel en administratie als gevolg van de rol van het Agentschap bij het beheer van maatregelen die deel uitmaken van het derde gezondheidsprogramma 2014-2020.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan programma's van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

De personeelsformatie van het Uitvoerend Agentschap is opgenomen in de bijlage „Personeel” bij deze afdeling.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 58/2003 van de Raad van 19 december 2002 tot vaststelling van het statuut van de uitvoerende agentschappen waaraan bepaalde taken voor het beheer van communautaire programma's worden gedelegeerd (PB L 11 van 16.1.2003, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 282/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een derde actieprogramma voor de Unie op het gebied van gezondheid (2014-2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1350/2007/EG (PB L 86 van 21.3.2014, blz. 1).

Referentiebesluiten

Uitvoeringsbesluit 2013/770/EU van de Commissie van 17 december 2013 tot oprichting van een Uitvoerend Agentschap voor consumenten, gezondheid en voeding en tot intrekking van Besluit 2004/858/EG (PB L 341 van 18.12.2013, blz. 69).

Besluit C(2013) 9505 van de Commissie van 20 december 2013 waarbij bevoegdheden aan het Uitvoerend Agentschap voor consumenten, gezondheid en voeding worden gedelegeerd met het oog op het verrichten van taken in verband met de tenuitvoerlegging van EU-programma's op het gebied van consumenten, gezondheid en voeding, met name wat betreft de besteding van de in de algemene begroting van de Unie opgenomen kredieten.

17 01 06 03

Uitvoerend Agentschap voor consumenten, gezondheid, landbouw en voeding — Bijdrage op het gebied van veiligheid van levensmiddelen en diervoeders, diergezondheid, dierenwelzijn en plantgezondheid

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

1 170 000

1 170 000

1 170 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de bijdrage van de opleidingsstrategie van de Unie op de terreinen wetgeving inzake levensmiddelen en diervoeders en voorschriften betreffende diergezondheid, dierenwelzijn en plantengezondheid, voor uitgaven voor personeel en administratie van het Agentschap ingevolge zijn rol bij het beheer van maatregelen op het vlak van wetgeving inzake levensmiddelen en diervoeders, diergezondheid en dierenwelzijn en plantengezondheid.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan programma's van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

De personeelsformatie van het Uitvoerend Agentschap is opgenomen in de bijlage „Personeel” bij deze afdeling.

Rechtsgronden

Richtlijn 2000/29/EG van de Raad van 8 mei 2000 betreffende de beschermende maatregelen tegen het binnenbrengen en de verspreiding in de Gemeenschap van voor planten en voor plantaardige producten schadelijke organismen (PB L 169 van 10.7.2000, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 58/2003 van de Raad van 19 december 2002 tot vaststelling van het statuut van de uitvoerende agentschappen waaraan bepaalde taken voor het beheer van communautaire programma's worden gedelegeerd (PB L 11 van 16.1.2003, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake officiële controles op de naleving van de wetgeving inzake diervoeders en levensmiddelen en de voorschriften inzake diergezondheid en dierenwelzijn (PB L 165 van 30.4.2004, blz. 1), met name artikel 51.

Verordening (EU) nr. 652/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 tot vaststelling van bepalingen betreffende het beheer van de uitgaven in verband met de voedselketen, diergezondheid en dierenwelzijn, alsmede in verband met plantgezondheid en teeltmateriaal, tot wijziging van de Richtlijnen 98/56/EG, 2000/29/EG en 2008/90/EG van de Raad, de Verordeningen (EG) nr. 178/2002, (EG) nr. 882/2004 en (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad, Richtlijn 2009/128/EG van het Europees Parlement en de Raad en Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van de Besluiten 66/399/EEG, 76/894/EEG en 2009/470/EG van de Raad (PB L 189 van 27.6.2014, blz. 1).

Zie hoofdstuk 17 04.

Referentiebesluiten

Uitvoeringsbesluit 2013/770/EU van de Commissie van 17 december 2013 tot oprichting van een Uitvoerend Agentschap voor consumenten, gezondheid en voeding en tot intrekking van Besluit 2004/858/EG (PB L 341 van 18.12.2013, blz. 69).

Besluit C(2013) 9505 van de Commissie van 20 december 2013 waarbij bevoegdheden aan het Uitvoerend Agentschap voor consumenten, gezondheid en voeding worden gedelegeerd met het oog op het verrichten van taken in verband met de tenuitvoerlegging van EU-programma's op het gebied van consumenten, gezondheid en voeding, met name wat betreft de besteding van de in de algemene begroting van de Unie opgenomen kredieten.

HOOFDSTUK 17 03 —   VOLKSGEZONDHEID

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

% Betalingen 2014-2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

17 03

VOLKSGEZONDHEID

17 03 01

Derde actieprogramma voor de Unie op het gebied van gezondheid (2014-2020)

3

56 451 000

48 500 000

54 041 000

26 366 428

54 672 931,67

1 778 155,80

3,67

17 03 10

Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding

3

53 683 000

53 683 000

56 766 000

56 403 470

60 498 985,08

58 480 000,—

108,94

17 03 11

Europese Autoriteit voor voedselveiligheid

3

76 244 000

76 075 000

76 412 000

74 912 000

79 629 457,88

79 629 000,—

104,67

17 03 12

Europees Geneesmiddelenbureau

17 03 12 01

Bijdrage van de Unie aan het Europees Geneesmiddelenbureau

3

14 503 000

14 503 000

24 716 000

24 716 000

24 632 250,—

24 632 250,—

169,84

17 03 12 02

Speciale bijdrage voor weesgeneesmiddelen

3

9 972 000

9 972 000

6 800 000

6 800 000

9 681 800,—

9 432 260,—

94,59

 

Artikel 17 03 12 — Subtotaal

 

24 475 000

24 475 000

31 516 000

31 516 000

34 314 050,—

34 064 510,—

139,18

17 03 13

Internationale overeenkomsten en lidmaatschap van internationale organisaties op het gebied van de volksgezondheid en de bestrijding van tabaksgebruik

4

200 000

200 000

210 000

188 729

106 483,48

106 483,48

53,24

17 03 51

Voltooiing van de programma's op het gebied van de volksgezondheid

3

p.m.

16 000 000

p.m.

24 967 569

1 907,28

40 699 520,09

254,37

17 03 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

17 03 77 01

Proefproject — Nieuwe werkgelegenheidssituatie in de gezondheidszorg: beste praktijken voor het verbeteren van de beroepsopleiding en de kwalificaties van werkers in de gezondheidszorg en hun salaris

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

48 085,10

 

17 03 77 02

Proefproject — Onderzoek op het gebied van gezondheid, milieu, vervoer en klimaatverandering — Verbetering van de kwaliteit van binnen- en buitenlucht

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

1 297 978,11

 

17 03 77 03

Proefproject — Consumptie van fruit en groenten

2

p.m.

350 000

p.m.

250 000

0,—

506 119,86

144,61

17 03 77 04

Proefproject — Een gezonde voeding: jonge kinderen en een vergrijzende bevolking

2

p.m.

300 000

p.m.

630 000

0,—

394 180,22

131,39

17 03 77 05

Proefproject — Ontwikkeling en toepassing van succesvolle preventiestrategieën voor type 2 diabetes

2

p.m.

400 000

p.m.

300 000

0,—

0,—

0

17 03 77 06

Voorbereidende actie — Antimicrobiële resistentie (AMR): onderzoek naar de oorzaken van grootschalig en onjuist gebruik van antibiotica

2

p.m.

320 000

p.m.

300 000

0,—

320 308,—

100,10

17 03 77 07

Voorbereidende actie — Oprichting van een Unienetwerk van deskundigen op het gebied van aangepaste zorg voor adolescenten met psychologische problemen

3

p.m.

400 000

p.m.

262 000

0,—

299 528,—

74,88

17 03 77 08

Proefproject — Europees prevalentieprotocol voor de vroegtijdige opsporing van autismespectrumstoornissen

3

p.m.

630 000

p.m.

551 000

794 011,—

0,—

0

17 03 77 09

Proefproject — Bevordering van zelfzorgsystemen in de Unie

3

p.m.

600 000

p.m.

525 000

1 000 000,—

0,—

0

17 03 77 10

Proefproject — Genderspecifieke mechanismen bij coronaire hartziekten in Europa

3

p.m.

297 000

p.m.

262 000

0,—

0,—

0

17 03 77 11

Voorbereidende actie — Consumptie van fruit en groenten

2

p.m.

225 000

p.m.

225 000

750 000,—

0,—

0

17 03 77 12

Proefproject — Verkleining van ongelijkheden op gezondheidsgebied: opbouw van expertise en evaluatie van acties.

2

p.m.

450 000

p.m.

450 000

1 500 000,—

0,—

0

17 03 77 13

Proefproject — Ontwikkeling van op feiten gebaseerde strategieën ter verbetering van de gezondheid van geïsoleerde of kwetsbare personen

2

p.m.

300 000

p.m.

300 000

1 000 000,—

0,—

0

17 03 77 14

Voorbereidende actie — Een gezonde voeding: jonge kinderen en een vergrijzende bevolking

2

p.m.

100 000

p.m.

150 000

474 931,—

237 465,50

237,47

17 03 77 15

Voorbereidende actie — Europese studie van de gevolgen en de behandeling van epilepsie

3

p.m.

246 000

p.m.

324 000

1 230 000,—

0,—

0

17 03 77 16

Proefproject — Het effect van de verschillen in de behandelingswijzen van nierziekten en de praktijken op het gebied van orgaandonatie en -transplantatie op de gezondheidsuitgaven en de resultaten voor de patiënten

3

p.m.

300 000

1 000 000

500 000

     

17 03 77 17

Proefproject —Platform voor de bevordering van orgaandonaties in de Europese Unie en haar buurlanden: Eudonorg 2015-2016

3

p.m.

180 000

600 000

300 000

     

17 03 77 18

Proefproject — Vermindering van de ongelijkheden op het gebied van gezondheid die worden ervaren door LGBTI

3

p.m.

135 000

450 000

225 000

     

17 03 77 19

Proefproject — Toegang tot gezondheidszorg voor mensen in plattelandsgebieden

3

p.m.

300 000

1 000 000

500 000

     

17 03 77 20

Proefproject — Opzet van een register van zeldzame aangeboren afwijkingen (als onderdeel van het register van zeldzame ziekten) waarbij gebruik wordt gemaakt van de structuur, organisatie en ervaring van het Poolse register van aangeboren afwijkingen (PRCM)

3

100 000

50 000

         

17 03 77 21

Proefproject — Vrouwen met alcoholproblemen helpen de gevaren hiervan te beperken, in het bijzonder in het geval van zwangerschap

3

350 000

150 000

         

17 03 77 22

Proefproject — MentALLY

3

400 000

200 000

         

17 03 77 23

Proefproject — Ernstige geestelijke stoornissen en het risico van gewelddadigheid: zorgtrajecten en doeltreffende behandelingsstrategieën

3

1 200 000

500 000

         

17 03 77 24

Proefproject — Naar een eerlijker en efficiënter meting van de toegang tot gezondheidszorg in de EU, met het oog op betere samenwerking en kennisoverdracht

3

250 000

125 000

         

17 03 77 25

Proefproject — INTEGRATE: ontwikkeling van geïntegreerde strategieën voor de controle en behandeling van chronische en reumatische aandoeningen: de rol van kwaliteitsindicatoren en door patiënten gemelde resultaten naast evaluatie door een arts van het ziekteverloop en de door de ziekte veroorzaakte schade

3

500 000

250 000

         

17 03 77 26

Proefproject — Cursussen primaire preventie voor meisjes die in gebieden leven met een hoog risico op borstkanker

3

500 000

250 000

         

17 03 77 27

Proefproject — Herverdeling van voedsel

3

500 000

250 000

         
 

Artikel 17 03 77 — Subtotaal

 

3 800 000

7 308 000

3 050 000

6 054 000

6 748 942,—

3 103 664,79

42,47

 

Hoofdstuk 17 03 — Totaal

 

214 853 000

226 241 000

221 995 000

220 408 196

235 972 757,39

217 861 334,16

96,30

17 03 01

Derde actieprogramma voor de Unie op het gebied van gezondheid (2014-2020)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

56 451 000

48 500 000

54 041 000

26 366 428

54 672 931,67

1 778 155,80

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor de realisatie van de doelstellingen van het meerjarige programma op het gebied van gezondheid voor de periode 2014-2020.

De algemene doelstellingen van het programma bestaan erin het beleid van de lidstaten aan te vullen en te ondersteunen en Europese toegevoegde waarde te creëren met het oog op het verbeteren van de gezondheid van de burgers van de Unie en het uitvlakken van ongelijkheden op gezondheidsgebied door de gezondheid te bevorderen, innovatie in gezondheid aan te moedigen, de duurzaamheid van gezondheidszorgstelsels te verhogen en de burgers van de Unie tegen ernstige grensoverschrijdende gezondheidsbedreigingen te beschermen.

Het programma op het gebied van gezondheid 2014-2020 heeft vier specifieke doelstellingen:

 

de opbouw van capaciteit op het gebied van volksgezondheid steunen en bijdragen aan innoverende, doeltreffende en duurzame gezondheidszorgstelsels: instrumenten en mechanismen op Unieniveau inventariseren en ontwikkelen om tekorten aan zowel menselijke als financiële middelen aan te pakken, en de vrijwillige invoering van innovatie in de gezondheidszorg en preventiestrategieën bevorderen;

 

de toegang tot een betere en veiligere gezondheidszorg voor burgers van de Unie bevorderen: de toegang tot medische deskundigheid en informatie voor specifieke aandoeningen, ook over de nationale grenzen heen, verbeteren, de toepassing van de resultaten van onderzoek bevorderen en instrumenten ontwikkelen om de kwaliteit van de gezondheidszorg en de veiligheid van de patiënt te verbeteren, onder meer door maatregelen die bijdragen tot een verbetering van de kennis op het gebied van gezondheid;

 

de gezondheid en de geestelijke gezondheid bevorderen, met name van adolescenten, voorkoming van ziekten, en gunstige omgevingen voor een gezonde levensstijl stimuleren: de toepassing van wetenschappelijk onderbouwde goede werkwijzen voor kosteneffectieve gezondheidsbevorderende en ziektepreventiemaatregelen inventariseren, verspreiden en promoten door met name belangrijke levensstijlgebonden risicofactoren aan te pakken en daarbij de nadruk te leggen op de Europese toegevoegde waarde;

 

de burgers tegen ernstige grensoverschrijdende gezondheidsbedreigingen beschermen: coherente benaderingen inventariseren en ontwikkelen en hun implementatie bevorderen voor een betere paraatheid en coördinatie in noodsituaties op gezondheidsgebied.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan programma's van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 282/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een derde actieprogramma voor de Unie op het gebied van gezondheid (2014-2020) (PB L 86 van 21.3.2014, blz. 1).

17 03 10

Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

53 683 000

53 683 000

56 766 000

56 403 470

60 498 985,08

58 480 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de administratieve en de personeelsuitgaven van het Centrum. Titel 1 betreft de lonen van vast personeel en gedetacheerde deskundigen, de kosten van aanwerving, diensten van uitzendbureaus, personeelsopleiding en dienstreizen. Titel 2 „Uitgaven” betreffen de huur van kantoorruimte voor het Centrum, de inrichting van de kantoren, informatie- en communicatietechnologie, technische installaties, de logistiek en de overige administratieve kosten.

Dit krediet dient eveneens ter dekking van beleidsuitgaven in verband met de onderstaande doelgebieden:

 

de surveillance van overdraagbare ziekten in de lidstaten verbeteren;

 

de wetenschappelijke ondersteuning door de lidstaten en de Commissie versterken;

 

de paraatheid van de Unie te verbeteren met betrekking tot nieuwe bedreigingen door overdraagbare ziekten, met name hepatitis B, met inbegrip van bedreigingen die verband houden met de moedwillige verspreiding van biologische agentia, en ziekten van onbekende oorsprong, en de reactie coördineren;

 

de relevante capaciteit in de lidstaten door opleiding versterken;

 

informatie uitwisselen en partnerschappen tot stand brengen.

Dit krediet dient eveneens ter dekking van het onderhoud van een noodfaciliteit („Emergency Operations Centre”) die het Centrum online verbindt met nationale centra voor besmettelijke ziekten en referentielaboratoria in de lidstaten in geval van grote uitbraken van besmettelijke ziekten of andere ziekten van onbekende oorsprong.

Het Centrum moet het Europees Parlement en de Raad in kennis stellen van elke kredietoverschrijving tussen administratieve en beleidsuitgaven.

De personeelsformatie van het Centrum is opgenomen in de bijlage „Personeel” bij deze afdeling.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

De bedragen die overeenkomstig artikel 20 van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1271/2013 van de Commissie worden terugbetaald, worden beschouwd als bestemmingsontvangsten (artikel 21, lid 3, onder c), van het Financieel Reglement), die moeten worden geboekt bij post 6 6 0 0 van de algemene staat van ontvangsten.

De bijdrage van de Unie bedraagt voor 2016 in totaal 56 766 000 EUR. Een bedrag van 3 083 000 EUR afkomstig van de terugvordering van overschotten is toegevoegd aan het in de begroting opgevoerde bedrag van 53 683 000 EUR.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 851/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 21 april 2004 tot oprichting van een Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding (PB L 142 van 30.4.2004, blz. 1).

17 03 11

Europese Autoriteit voor voedselveiligheid

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

76 244 000

76 075 000

76 412 000

74 912 000

79 629 457,88

79 629 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de administratieve en de personeelsuitgaven van de Autoriteit (titels 1 en 2) en van de beleidsuitgaven in verband met het werkprogramma (titel 3).

Het dekt met name:

 

de kosten voor de ondersteuning en de vergaderingen van het wetenschappelijk comité en de wetenschappelijke panels, de werkgroepen, het adviesforum en de raad van bestuur alsmede de vergaderingen met wetenschappelijke partners of geïnteresseerde partijen;

 

de kosten van het opstellen van wetenschappelijke adviezen die worden uitbesteed (contracten en subsidies);

 

de kosten voor de oprichting van netwerken voor het verzamelen van gegevens en de integratie van bestaande informatiesystemen;

 

kosten voor wetenschappelijke en technische bijstand aan de Commissie (artikel 31);

 

de kosten voor de identificatie van maatregelen inzake logistieke ondersteuning;

 

de kosten voor technische en wetenschappelijke samenwerking;

 

de kosten voor de verspreiding van de wetenschappelijke adviezen;

 

de kosten voor communicatieactiviteiten.

De Autoriteit moet het Europees Parlement en de Raad in kennis stellen van elke kredietoverschrijving tussen administratieve en beleidsuitgaven.

De personeelsformatie van de Autoriteit is opgenomen in de bijlage „Personeel” bij deze afdeling.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

De bedragen die overeenkomstig artikel 20 van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1271/2013 van de Commissie worden terugbetaald, worden beschouwd als bestemmingsontvangsten (artikel 21, lid 3, onder c), van het Financieel Reglement), die moeten worden geboekt bij post 6 6 0 0 van de algemene staat van ontvangsten.

De bijdrage van de Unie bedraagt voor 2016 in totaal 77 333 000 EUR. Een bedrag van 1 089 000 EUR afkomstig van de terugvordering van overschotten is toegevoegd aan het in de begroting opgevoerde bedrag van 76 244 000 EUR.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangelegenheden (PB L 31 van 1.2.2002, blz. 1).

17 03 12

Europees Geneesmiddelenbureau

17 03 12 01

Bijdrage van de Unie aan het Europees Geneesmiddelenbureau

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

14 503 000

14 503 000

24 716 000

24 716 000

24 632 250,—

24 632 250,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de administratieve en de personeelsuitgaven van het Bureau (titels 1 en 2) en van de beleidsuitgaven in verband met het werkprogramma (titel 3), met het oog op de uitvoering van de taken waarin is voorzien in artikel 57 van Verordening (EG) nr. 726/2004 van het Europees Parlement en de Raad.

Het Bureau stelt het Europees Parlement en de Raad in kennis van elke kredietoverschrijving tussen administratieve en beleidsuitgaven.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

De bedragen die overeenkomstig artikel 20 van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1271/2013 van de Commissie worden terugbetaald, worden beschouwd als bestemmingsontvangsten (artikel 21, lid 3, onder c), van het Financieel Reglement), die moeten worden geboekt bij post 6 6 0 0 van de algemene staat van ontvangsten.

De personeelsformatie van het Bureau is opgenomen in de bijlage „Personeel” bij deze afdeling.

De bijdrage van de Unie bedraagt voor 2016 in totaal 26 424 000 EUR. Een bedrag van 1 949 000 EUR afkomstig van de terugvordering van overschotten is toegevoegd aan het in de begroting opgevoerde bedrag van 24 475 000 EUR.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 297/95 van de Raad van 10 februari 1995 inzake de vergoedingen die aan het Europees Bureau voor de geneesmiddelenbeoordeling dienen te worden betaald (PB L 35 van 15.2.1995, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 141/2000 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 1999 inzake weesgeneesmiddelen (PB L 18 van 22.1.2000, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 726/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 tot vaststelling van communautaire procedures voor het verlenen van vergunningen en het toezicht op geneesmiddelen voor menselijk en diergeneeskundig gebruik en tot oprichting van een Europees Geneesmiddelenbureau (PB L 136 van 30.4.2004, blz. 1) (ter vervanging van Verordening (EEG) nr. 2309/93 van de Raad).

Referentiebesluiten

Richtlijn 2001/82/EG van het Europees Parlement en de Raad van 6 november 2001 tot vaststelling van een communautair wetboek betreffende geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik (PB L 311 van 28.11.2001, blz. 1).

Richtlijn 2001/83/EG van het Europees Parlement en de Raad van 6 november 2001 tot vaststelling van een communautair wetboek betreffende geneesmiddelen voor menselijk gebruik (PB L 311 van 28.11.2001, blz. 67).

Verordening (EG) nr. 2049/2005 van de Commissie van 15 december 2005 tot vaststelling, krachtens Verordening (EG) nr. 726/2004 van het Europees Parlement en de Raad, van voorschriften betreffende de betaling van vergoedingen aan, en het verkrijgen van administratieve bijstand van, het Europese Geneesmiddelenbureau door micro-, kleine en middelgrote ondernemingen (PB L 329 van 16.12.2005, blz. 4).

Verordening (EG) nr. 1901/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 betreffende geneesmiddelen voor pediatrisch gebruik en tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 1768/92, Richtlijn 2001/20/EG, Richtlijn 2001/83/EG en Verordening (EG) nr. 726/2004 (PB L 378 van 27.12.2006, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1394/2007 van het Europees Parlement en de Raad van 13 november 2007 betreffende geneesmiddelen voor geavanceerde therapie en tot wijziging van Richtlijn 2001/83/EG en Verordening (EG) nr. 726/2004 (PB L 324 van 10.12.2007, blz. 121).

Verordening (EG) nr. 1234/2008 van de Commissie van 24 november 2008 betreffende het onderzoek van wijzigingen in de voorwaarden van vergunningen voor het in de handel brengen van geneesmiddelen voor menselijk gebruik en geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik (PB L 334 van 12.12.2008, blz. 7).

Verordening (EG) nr. 470/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 6 mei 2009 tot vaststelling van communautaire procedures voor het vaststellen van grenswaarden voor residuen van farmacologisch werkzame stoffen in levensmiddelen van dierlijke oorsprong, tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 2377/90 van de Raad en tot wijziging van Richtlijn 2001/82/EG van het Europees Parlement en de Raad en van Verordening (EG) nr. 726/2004 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 152 van 16.6.2009, blz. 11).

Verordening (EU) nr. 1235/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 15 december 2010 tot wijziging, wat de geneesmiddelenbewaking van geneesmiddelen voor menselijk gebruik betreft, van Verordening (EG) nr. 726/2004 tot vaststelling van communautaire procedures voor het verlenen van vergunningen en het toezicht op geneesmiddelen voor menselijk en diergeneeskundig gebruik en tot oprichting van een Europees Geneesmiddelenbureau, en Verordening (EG) nr. 1394/2007 betreffende geneesmiddelen voor geavanceerde therapie (PB L 348 van 31.12.2010, blz. 1).

17 03 12 02

Speciale bijdrage voor weesgeneesmiddelen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

9 972 000

9 972 000

6 800 000

6 800 000

9 681 800,—

9 432 260,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de in artikel 7 van Verordening (EG) nr. 141/2000 vastgelegde speciale bijdrage, in tegenstelling tot de in artikel 67 van Verordening (EG) nr. 726/2004. Het wordt door het Bureau uitsluitend gebruikt om de gehele of gedeeltelijke vrijstelling van betaling van vergoedingen die voor een weesgeneesmiddel verschuldigd zijn, te compenseren.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 297/95 van de Raad van 10 februari 1995 inzake de vergoedingen die aan het Europees Bureau voor de geneesmiddelenbeoordeling dienen te worden betaald (PB L 35 van 15.2.1995, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 141/2000 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 1999 inzake weesgeneesmiddelen (PB L 18 van 22.1.2000, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 726/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 tot vaststelling van communautaire procedures voor het verlenen van vergunningen en het toezicht op geneesmiddelen voor menselijk en diergeneeskundig gebruik en tot oprichting van een Europees Geneesmiddelenbureau (PB L 136 van 30.4.2004, blz. 1).

17 03 13

Internationale overeenkomsten en lidmaatschap van internationale organisaties op het gebied van de volksgezondheid en de bestrijding van tabaksgebruik

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

200 000

200 000

210 000

188 729

106 483,48

106 483,48

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de bijdrage van de Unie aan de Kaderovereenkomst van de Wereldgezondheidsorganisatie voor de bestrijding van tabaksgebruik (FCTC), die door de Gemeenschap is geratificeerd en waarbij de Unie partij is.

Rechtsgronden

Besluit 2004/513/EG van de Raad van 2 juni 2004 betreffende de sluiting van de Kaderovereenkomst van de Wereldgezondheidsorganisatie voor de bestrijding van tabaksgebruik (PB L 213 van 15.6.2004, blz. 8).

17 03 51

Voltooiing van de programma's op het gebied van de volksgezondheid

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

16 000 000

p.m.

24 967 569

1 907,28

40 699 520,09

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de vastleggingen voor vorige jaren in het kader van Besluit nr. 1786/2002/EG en Besluit nr. 1350/2007/EG.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan programma's van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Besluit nr. 1786/2002/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 september 2002 tot vaststelling van een communautair actieprogramma op het gebied van de volksgezondheid (2003-2008) (PB L 271 van 9.10 2002, blz. 1).

Besluit nr. 1350/2007/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2007 tot vaststelling van een tweede communautair actieprogramma op het gebied van gezondheid (2008-2013) (PB L 301 van 20.11.2007, blz. 3).

17 03 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

17 03 77 01

Proefproject — Nieuwe werkgelegenheidssituatie in de gezondheidszorg: beste praktijken voor het verbeteren van de beroepsopleiding en de kwalificaties van werkers in de gezondheidszorg en hun salaris

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

48 085,10

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

17 03 77 02

Proefproject — Onderzoek op het gebied van gezondheid, milieu, vervoer en klimaatverandering — Verbetering van de kwaliteit van binnen- en buitenlucht

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

1 297 978,11

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

17 03 77 03

Proefproject — Consumptie van fruit en groenten

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

350 000

p.m.

250 000

0,—

506 119,86

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

17 03 77 04

Proefproject — Een gezonde voeding: jonge kinderen en een vergrijzende bevolking

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

300 000

p.m.

630 000

0,—

394 180,22

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

17 03 77 05

Proefproject — Ontwikkeling en toepassing van succesvolle preventiestrategieën voor type 2 diabetes

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

400 000

p.m.

300 000

0,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

17 03 77 06

Voorbereidende actie — Antimicrobiële resistentie (AMR): onderzoek naar de oorzaken van grootschalig en onjuist gebruik van antibiotica

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

320 000

p.m.

300 000

0,—

320 308,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

17 03 77 07

Voorbereidende actie — Oprichting van een Unienetwerk van deskundigen op het gebied van aangepaste zorg voor adolescenten met psychologische problemen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

400 000

p.m.

262 000

0,—

299 528,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

17 03 77 08

Proefproject — Europees prevalentieprotocol voor de vroegtijdige opsporing van autismespectrumstoornissen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

630 000

p.m.

551 000

794 011,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

17 03 77 09

Proefproject — Bevordering van zelfzorgsystemen in de Unie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

600 000

p.m.

525 000

1 000 000,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

17 03 77 10

Proefproject — Genderspecifieke mechanismen bij coronaire hartziekten in Europa

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

297 000

p.m.

262 000

0,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

17 03 77 11

Voorbereidende actie — Consumptie van fruit en groenten

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

225 000

p.m.

225 000

750 000,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

17 03 77 12

Proefproject — Verkleining van ongelijkheden op gezondheidsgebied: opbouw van expertise en evaluatie van acties.

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

450 000

p.m.

450 000

1 500 000,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

17 03 77 13

Proefproject — Ontwikkeling van op feiten gebaseerde strategieën ter verbetering van de gezondheid van geïsoleerde of kwetsbare personen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

300 000

p.m.

300 000

1 000 000,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

17 03 77 14

Voorbereidende actie — Een gezonde voeding: jonge kinderen en een vergrijzende bevolking

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

100 000

p.m.

150 000

474 931,—

237 465,50

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Deze voorbereiding dient ter voortzetting van het project dat beoogt het belang te onderstrepen van een goede en gezonde voeding waarbij vooral aandacht wordt besteed aan de vergrijzende bevolking.

De vergrijzing van de bevolking van Europa is een demografisch fenomeen dat veroorzaakt wordt door de afnemende vruchtbaarheid en de stijgende levensverwachting onder Europese burgers.

De Europese bevolking zal gedurende de komende veertig jaar naar verwachting vergrijzen en dit fenomeen houdt nauw verband met voedingskwesties.

Zoals in meerdere studies wordt onderkend heeft voeding een sterke en belangrijke invloed op de behandeling en preventie van diverse ziekten en op het behoud van een goede gezondheid en levenskwaliteit bij een vergrijzende bevolking.

Chronische ziekten treden vaker op naar mate de leeftijd toeneemt. Er zijn aanwijzingen dat voeding, met name een evenwichtige en gezonde voeding, gebaseerd op fruit en groenten, van grote invloed is op de gevoeligheid voor deze ziekten, en de ontwikkeling en de afloop ervan.

Bedoeling van dit project is eveneens informatie te verstrekken over voeding aan kinderen en ouders. Het draait daarbij om de vroege levensjaren, met als thema's bijvoorbeeld prenatale voeding, borstvoeding en kindervoeding. Het project heeft twee hoofddoelstellingen, namelijk ouders opvoeden met betrekking tot het feit dat goede voeding belangrijk is voor hun kinderen en kinderen opvoeden zodat zij hun leven lang bewust kiezen voor een gezonde levensstijl. Het project wordt uitgevoerd in het kader van het programma Gezondheidszorg en heeft specifiek betrekking op twee van de overkoepelende doelstellingen van dit programma: gezondheid bevorderen en de ongelijkheden op het gebied van gezondheid terugdringen, en gezondheidsinformatie verspreiden.

Er zal worden geprobeerd het doelpubliek van deze voorbereidende actie te bereiken via diverse kanalen, bijvoorbeeld prenatale infosessies, ziekenhuizen, crèches en voorschoolse opvang, en scholen. Zowel relevante organisaties van het maatschappelijk middenveld, bijvoorbeeld ngo's op het gebied van gezondheid, als beroepsbeoefenaars in de gezondheidssector, bijvoorbeeld pediaters en vroedvrouwen, en de nationale en regionale gezondheidsautoriteiten, zullen bij het project worden betrokken. Met de samenwerking tussen deze verschillende spelers wordt gemikt op de verstrekking van gerichte voorlichting over voeding, onafhankelijk van de voedingsindustrie, zowel aan ouders als aan kinderen. De informatiecampagnes kunnen worden gelanceerd in de vorm van flyers (die bijvoorbeeld door vroedvrouwen worden gegeven aan zwangere vrouwen of door pediaters aan ouders) of van presentaties in scholen.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

17 03 77 15

Voorbereidende actie — Europese studie van de gevolgen en de behandeling van epilepsie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

246 000

p.m.

324 000

1 230 000,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Epilepsie is een hersenaandoening die gekenmerkt wordt door een blijvende aanleg om epileptische insulten te genereren en door de neurobiologische, cognitieve, psychologische en sociale gevolgen daarvan. Tot deze gevolgen behoren vroegtijdig overlijden, stigmatisering, sociale uitsluiting en verminderde levenskwaliteit. Hoewel er doeltreffende behandelingen bestaan, stuit de toegang tot de behandeling op obstakels en worden er daardoor veel te weinig patiënten behandeld. Uit een Europese studie van meer dan tien jaar geleden bleek dat er onvoldoende middelen beschikbaar waren en dat er verschillen waren tussen lidstaten wat betreft de beschikbaarheid van epilepsiebehandelingen. Hoe de situatie momenteel is, is echter onbekend. Niet alleen zijn er moeilijkheden wat betreft de toewijzing van voldoende middelen, er zijn ook aanzienlijke verschillen tussen de ramingen van het aantal gevallen en de kosten van epilepsie in Europa. In een recent onderzoek van de European Brain Council wordt het aantal epilepsiepatiënten in Europa op 2,6 miljoen geschat, terwijl een WHO/ILAE/IBE-rapport van 6 miljoen patiënten spreekt. Het werkelijke aantal gevallen varieert waarschijnlijk licht van lidstaat tot lidstaat en van regio tot regio, en wellicht ook van moment tot moment. Het is echter niet duidelijk of de redenen voor die verschillen in cijfers, tussen en binnen de lidstaten, duiden op echte verschillen of dat er sprake is van verschillen in methodes en van gebrek aan betrouwbare gegevens, of een combinatie van die factoren.

Epilepsie in Europa is dus een terrein dat gekenmerkt wordt door aanzienlijke kennisleemten, omdat er in sommige landen en regio's geen onderzoek is verricht, en door tegenstrijdige bevindingen in landen waar dat wel gebeurd is. Er is dus dringend behoefte aan een definitievere, in heel Europa uitgevoerde, alomvattende en op een passende en gestandaardiseerde methode gebaseerde studie van het aantal epilepsiegevallen en de toegang tot gezondheidszorg. De resultaten van die studie zullen van essentieel belang zijn voor het opstellen van actieplannen met besluiten inzake de toewijzing van middelen voor het verlenen van duurzame, passende, voor iedereen gelijkelijk toegankelijke en kosteneffectieve behandeling van epilepsie in heel Europa. Een doelgerichte aanpak bij het bieden van zorg is vooral belangrijk bij aandoeningen als epilepsie, een ziekte die hoge lasten met zich meebrengt. Om gezondheidsdiensten te kunnen opzetten om deze lasten in heel Europa te verlichten zijn er accurate gegevens nodig, niet alleen over degenen die behandeling nodig hebben, over de manier waarop de samenleving tegen epilepsiepatiënten aankijkt en over obstakels die de toegang tot de gezondheidszorg belemmeren, maar ook over de behandelingskosten.

Een studie op deze schaal zal naar verwachting belangrijk zijn om vast te kunnen stellen of er in Europa gebieden zijn waar epilepsie vaker voorkomt dan in andere. Ook zou er hopelijk duidelijkheid komen omtrent het aantal gevallen in de Unie, wat van groot belang is voor de wijze waarop deze ziekte in de politieke besluitvorming wordt gezien. Een studie van de kosten zou een betere planning van het beheer van de ziektegevallen mogelijk maken. Verwacht wordt dat de studie de vinger zal leggen op de zwakke plekken van wat momenteel ervaren wordt als een versnipperde aanpak van de epilepsiebehandeling, met duidelijke verschillen tussen de lidstaten, en dat duidelijk zal worden welke scholing overheids- en gezondheidszorgpersoneel nodig hebben om het aan epilepsie verbonden stigma te bestrijden. De voorgestelde Europese studie zal het gemakkelijker maken een gecoördineerde pan-Europese actie te voeren om ervoor te zorgen dat patiënten gelijke toegang krijgen tot behandeling en dat hun levenskwaliteit vooruit gaat. Ook zal de studie aantonen in hoeverre elke lidstaat de toegang tot epilepsiebehandeling moet verbeteren, waardoor epilepsiepatiënten in Europa uiteindelijk een beter leven krijgen en de kosten van de ziekte worden gereduceerd.

Doel van het project

Het project heeft tot doel de omvang van het epilepsieprobleem en de beschikbare behandelingen in de Europese Unie in kaart te brengen om een gecoördineerd informatieplatform over epilepsie op te zetten in alle EU-lidstaten, met inschakeling van ngo's, belanghebbenden en overheidsinstanties. Er zullen goede werkmethoden worden vastgesteld en aanbevelingen voor een betere behandeling van epilepsie in heel de Unie.

De strategische doelstelling bestaat in het leveren van de noodzakelijke gegevens om passende middelen te kunnen toewijzen voor een overal even hoogwaardige behandeling van epilepsie in alle lidstaten, waardoor de leemten worden opgevuld, de verwoestende gevolgen van epilepsie worden voorkomen, werkloosheid, stigmatisering en isolement van epilepsiepatiënten minder worden en hun leven beter wordt, overeenkomstig de aanbevelingen in de schriftelijke verklaring van het Europees Parlement inzake epilepsie.

Beschrijving van het project

Er wordt eerst een standaardmethode vastgesteld voor het bestuderen van de stigmata, de vooroordelen bij het publiek, het aantal gevallen en de kosten van epilepsie en de toegang tot en de organisatie van de epilepsiebehandeling. De voorgestelde actie is een gestandaardiseerde, op de toekomst gerichte en op de bevolking gebaseerde studie die wordt verricht in representatieve regio's in 8 tot 12 lidstaten. Deze lidstaten worden zo gekozen dat zij representatief zijn voor alle regio's in de Unie, in het oosten, westen, noorden en zuiden van de Unie. De gekozen landen zijn onder meer landen waarover geen gegevens beschikbaar zijn. Ook sommige landen waarover wel gegevens bestaan die afkomstig zijn uit eerdere onderzoeken zullen meedoen, teneinde de gevolgde methode te valideren. In de deelnemende landen worden onderzoeksteams gevormd. Deze zullen zich bedienen van een methode die meerdere bronnen gebruikt en die in een afgebakend geografisch gebied op zoek gaat naar ziekenhuizen, instellingen, huisartsen en EEG-laboratoria om vast te stellen hoeveel gevallen voldoen aan de criteria die zijn vastgesteld door de International League Against Epilepsy. Het doel is alle leeftijdsgroepen en de duur en de ernst van de ziekte te documenteren. Rechtstreekse gezondheidszorgkosten en niet-medische kosten, alsook indirecte kosten, zullen worden berekend op jaarbasis voor elk geval met epilepsie en voor de bijbehorende controles zonder epilepsie. Ook zal een analyse worden gemaakt van de stigmata, de levenskwaliteit en de toegang tot behandeling. De plaatselijke onderzoeksteams zullen gebruikmaken van gevalideerde vragenlijsten om na te gaan hoe het met de kennis en de houding van de overheid en het medisch personeel in hun regio's ten opzichte van epilepsie gesteld is en zullen in kaart brengen hoe de regionale gezondheidszorg voor epilepsiepatiënten georganiseerd is.

De resultaten zullen worden gebruikt om aanbevelingen op te stellen voor beleidsmakers, met inbegrip van methodes voor de follow-up van de uitvoering van die aanbevelingen en de duurzaamheid ervan.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

17 03 77 16

Proefproject — Het effect van de verschillen in de behandelingswijzen van nierziekten en de praktijken op het gebied van orgaandonatie en -transplantatie op de gezondheidsuitgaven en de resultaten voor de patiënten

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

300 000

1 000 000

500 000

   

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Meer dan 10 % van de Europese bevolking lijdt aan chronische nierziekte, met een hoog risico van evolutie in de richting van nierinsufficiëntie, zodat er behoefte is aan een niervervangingstherapie — dialyse of transplantatie. Dit percentage wordt omhoog gedreven door de toenemende incidentie van diabetes en hart- en vaatziekten. Dialyse legt een groot beslag op de middelen, met kosten van 40 000 tot 80 000 EUR per jaar per patiënt, afhankelijk van het land en de methode, terwijl niertransplantatie ongeveer evenveel kost als dialyse in het eerste jaar, maar minder dan 40 % van de kosten van dialyse in de daaropvolgende jaren. De prognose, inclusief levensverwachting en levenskwaliteit, is beduidend beter na niertransplantatie dan bij dialyse. Bijna 50 000 Europeanen staan op een wachtlijst voor een nier; met het huidige tekort aan orgaandonaties zal een aantal patiënten op de wachtlijst sterven.

Met dit proefproject wordt voorgesteld een vergelijking te maken, uit macro-economisch oogpunt, van de diverse behandelingswijzen voor chronische nierziekte in de lidstaten, door de factoren te onderzoeken die een effect hebben op de keuze van behandeling (door de patiënt of de arts), alsmede de impact van deze keuze op de zorgbudgetten. Daarnaast moet met het project worden onderzocht wat een verbetering van de cijfers op het gebied van nierdonatie- en transplantatie in de weg staat. Bedoeling is een antwoord te vinden op de vraag: „Waarom zijn er in de praktijk zulke grote verschillen wat de algemene aanpak van chronische nierziekte en de transplantatiemogelijkheden in Europa betreft en hoe kunnen de verschillende praktijken worden geharmoniseerd, om te zorgen voor een gelijke en betere kwaliteit van de zorg, in combinatie met een verlaging van de kosten?”.

In tijden van economische crisis is het van cruciaal belang manieren te vinden om de efficiëntie van de zorgstelsels in de lidstaten te verbeteren. Voor de behandeling van chronische nierziekte zijn er momenteel twee belangrijke behandelingswijzen: dialyse en transplantatie.

Voor dialyse moet worden beoordeeld welk type van dialyse een beter resultaat oplevert, in twee opzichten: in de eerste plaats voor de patiënt (een betere levenskwaliteit en een betere acceptatie) en in de tweede plaats uit het oogpunt van de gezondheidseconomie.

Op niertransplantatie wordt onvoldoende een beroep gedaan in vergelijking met dialyse, ondanks het feit dat transplantatie een veel betere levenskwaliteit mogelijk maakt en kostenefficiënter is. Daarom is een beoordeling van de verschillende nationale organisatiepraktijken die een rol spelen om transplantatie te faciliteren (verschillend beleid op het gebied van orgaandonatie, verschillende instemmingsregelingen, het bestaan van transplantatiecoördinatoren, bilaterale of multilaterale akkoorden voor grensoverschrijdende uitwisseling van organen tussen de lidstaten enz.) van essentieel belang om de praktijken te identificeren en te ondersteunen die uiteindelijk een significant effect hebben op de wachttijden voor transplantatie.

De verschillen op het gebied van donorbeleid hebben grote gevolgen voor de wachttijd voor een transplantatie en lange wachttijden, terwijl de patiënt dialyse krijgt, hebben een groot negatief effect op patiënten die op een transplantatienier wachten:

 

het sterftecijfer ligt hoger bij patiënten die dialyse krijgen, tegenover het overlevingscijfer bij patiënten met een getransplanteerde nier;

 

hoe langer de wachttijd, terwijl de patiënt dialyse krijgt, hoe geringer het slaagpercentage van transplantaties en het overlevingscijfer van de patiënten;

 

tot slot liggen de kosten van dialyse veel hoger dan de kosten in geval van een functionerende getransplanteerde nier, dus hoe langer de wachttijd is, terwijl de patiënt dialyse krijgt, hoe hoger de totale uitgaven zijn.

Al deze factoren hebben niet alleen een significante impact op de toegang tot transplantatie, maar ook op de totale uitgaven voor de behandeling van chronische nierziekte. Daarom is het van cruciaal belang de nodige informatie te verzamelen over de impact op het uiteindelijke behandelingsresultaat, zowel wat de zorgkwaliteit als wat de kostenefficiëntie betreft.

Momenteel zijn sommige lidstaten beter georganiseerd dan andere wat behandeling met dialyse en niertransplantatie betreft. Dit komt doordat sommige lidstaten in hun nationale structuren een plaats hebben gegeven aan de rol van orgaandonorcoördinatie en een samenwerking tot stand hebben gebracht door middel van gespecialiseerde netwerken als Eurotransplant en Scandiatransplant.

Dit project is bedoeld om de situatie in de lidstaten te evalueren door de ervaring en gegevens van bestaande initiatieven en registers te delen en hierop voort te bouwen. Daarnaast zal in het kader van het project rekening worden gehouden met het werk dat wordt verricht met de evaluatie halverwege de looptijd van het actieplan inzake orgaandonatie en transplantatie en andere projecten op dit gebied, bijvoorbeeld ETPOD, EULID, ELUPSY en het gemeenschappelijk optreden ACCORD, waarbij wordt gefocust op donatie bij leven.

Aangezien ontwikkelingen met betrekking tot de tenuitvoerlegging van het gezondheidsbeleid, inclusief het beleid op het gebied van donatie en wachtlijsten, een zaak zijn van de nationale bevoegde instanties, is er in het kader van het project in voorzien dat deze instanties worden betrokken bij de samenwerking en de input van de deskundigen van gespecialiseerde organisaties als de European Society for Organ Transplantation (Europese vereniging voor orgaantransplantatie) (ESOT) en de European Transplant Coordinators Organisation (Europese organisatie voor transplantatiecoördinatoren) (ETCO).

Verwachte resultaten

Kort gesteld zal een onderzoek van de diverse factoren die een effect hebben op de keuze van de behandelingswijze voor chronische nierziekte bij nierpatiënten en van de verschillende organisatiepraktijken die een rol spelen bij de facilitering van niertransplantatie, helpen om betere en kostenefficiëntere behandelingspraktijken voor nierziekte in de lidstaten ten uitvoer te leggen.

Algemene doelstelling is een overzicht te verkrijgen van de verschillende behandelingswijzen en van de factoren die een effect hebben op de selectiemethodes met betrekking tot de behandelingswijze in de lidstaten. Beoogd doel is dat het project helpt de behandeling voor nierziekte in de ultieme fase te harmoniseren en de beschikbaarheid van transplantatie in alle lidstaten te verbeteren, in combinatie met een verlaging van de zorgkosten en een verbetering van de zorgkwaliteit.

Verwacht wordt dat sommige lidstaten die aan het project deelnemen, het project zullen kunnen gebruiken als opstap naar een geslaagde tenuitvoerlegging van Richtlijn 2010/45/EU van het Europees Parlement en de Raad van 7 juli 2010 inzake kwaliteits- en veiligheidsnormen voor menselijke organen, bestemd voor transplantatie (PB L 207 van 6.8.2010, blz. 14) en van het EU-actieplan inzake orgaandonatie en transplantatie.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

17 03 77 17

Proefproject —Platform voor de bevordering van orgaandonaties in de Europese Unie en haar buurlanden: Eudonorg 2015-2016

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

180 000

600 000

300 000

   

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Dit proefproject heeft tot doel te zorgen voor meer voorlichting en maatschappelijke bewustwording, zodat het publiek zich meer gaat bezinnen op orgaandonatie. Het omvat onder meer opleiding van maatschappelijke activisten die de burgers bewust zullen maken van de belangrijkste positieve aspecten van orgaandonatie.

Het project is gericht op de maatschappij als geheel. De nadruk ligt vooral op gezinnen, economische en sociale actoren en gezondheidswerkers, als potentiële maatschappelijke bevorderaars die orgaandonors en -ontvangers helpen.

Er zullen bewustmakingsactiviteiten plaatsvinden in scholen en instellingen voor beroepsopleiding, zodat het aantal orgaan- en weefseldonaties omhoog kan gaan en de distributie- en transplantatieprocessen kunnen worden verbeterd.

Expliciete en impliciete instemming wordt aangemoedigd, teneinde het aantal donors te vergroten.

Overdracht van goede praktijken, met inbegrip van telegeneeskunde worden gestimuleerd. Er worden aanbevelingen opgesteld in samenwerking met overheidsinstanties en gezondheidswerkers.

Er wordt een gegevensbank inzake orgaandonatie en -transplantatie opgezet voor Unielanden en buurlanden, met als doel:

 

de huidige situatie in de Unie en zijn buurlanden te analyseren;

 

controle-indicatoren toe te passen voor de algemene beoordeling van het beheer van gedoneerde en getransplanteerde organen.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

17 03 77 18

Proefproject — Vermindering van de ongelijkheden op het gebied van gezondheid die worden ervaren door LGBTI

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

135 000

450 000

225 000

   

Toelichting

Doelstellingen

 

Een beter begrip van de specifieke ongelijkheden op het gebied van gezondheid die worden ervaren door lesbiennes, homoseksuelen, biseksuelen, transgenders en interseksuelen (LGBTI), met bijzondere aandacht voor de ongelijkheden die zich situeren op het raakvlak met andere aspecten, bijvoorbeeld leeftijd, handicap, ras en etnie, en van de belemmeringen waarmee gezondheidswerkers te maken krijgen bij de verstrekking van zorg aan deze groepen.

 

Uitrusten van gezondheidswerkers met specifieke instrumenten om ervoor te zorgen dat zij beschikken over de nodige vaardigheden en kennis om deze belemmeringen te overwinnen en ertoe bijdragen de ongelijkheden op het gebied van gezondheid te verminderen.

Omschrijving

Dit project is bedoeld als follow-up van het project van het Bureau voor de grondrechten inzake overheidsinstanties en de rechten van LGBT, waarbij gezondheidswerkers zijn geïnterviewd over de specifieke ongelijkheden op het gebied van gezondheid waarmee LGBTI te maken krijgen. Het vormt een aanvulling bij de proefprojecten „Verkleining van ongelijkheden op gezondheidsgebied: opbouw van expertise en evaluatie van acties” (post 17 03 77 12) en „Ontwikkeling van op feiten gebaseerde strategieën ter verbetering van de gezondheid van geïsoleerde of kwetsbare personen” (post 17 03 77 13), die betrekking hebben op ongelijkheden op gezondheidsgebied, maar niet de ongelijkheden die worden ervaren door LGBTI. Om te voorzien in deze lacune heeft dit project specifiek betrekking hierop.

Resultaten

 

Er wordt informatie verzameld over de specifieke ongelijkheden op het gebied van gezondheid die worden ervaren door LGBTI, met bijzondere aandacht voor de personen binnen deze groep die het gevaar lopen te worden gediscrimineerd op grond van hun leeftijd, handicap, ras of etnie.

 

Gezondheidswerkers zijn zich zowel bewust van de ongelijkheden op het gebied van gezondheid als van de belemmeringen waarmee zij zelf te maken krijgen bij de verstrekking van zorg aan de betrokken groepen. Zij worden uitgerust om deze belemmeringen te overwinnen, door middel van opleidingsmodules.

 

Deze opleidingsmodules worden beschikbaar gemaakt voor iedereen die in de hele Unie met gezondheid te maken heeft.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

17 03 77 19

Proefproject — Toegang tot gezondheidszorg voor mensen in plattelandsgebieden

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

300 000

1 000 000

500 000

   

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

In de Mededeling van de Commissie van 4 april 2014 met betrekking tot doeltreffende, toegankelijke en veerkrachtige zorgstelsels (COM(2014)0215) werd benadrukt dat de toegang tot gezondheidszorg een van de drie pijlers is van de agenda van de Unie voor effectieve, toegankelijke en veerkrachtige zorgstelsels.

Toegang tot gezondheidszorg in plattelandsgebieden is een specifiek probleem in verschillende lidstaten. Aangezien bevolkingsgroepen naar stedelijke gebieden trekken, wat leidt tot het verval van kleine en middelgrote steden, wordt de discussie over het passende niveau van verlening van gezondheidszorg in nieuwe plattelandsgebieden ook in andere lidstaten steeds belangrijker.

Het project zal bijdragen aan het terugdringen van de verschillen in toegankelijkheid van gezondheidszorg en aan het garanderen van gelijke toegang in plattelandsgebieden, zowel binnen als tussen de lidstaten. Er moeten goede werkwijzen op het gebied van beleid en instrumenten ter verbetering van de toegang tot gezondheidszorg worden vastgesteld en uitgewisseld, waarbij rekening wordt gehouden met aspecten zoals toegang tot voorzieningen en zorgverleners, kosten en betaalbaarheid van gezondheidszorg, de optimale omvang van gezondheidsdiensten en de mogelijkheid van grensoverschrijdende samenwerking tussen de lidstaten. De specifieke activiteiten die in het kader van dit project zullen worden uitgevoerd, worden na overleg met de lidstaten en belanghebbenden op het gebied van volksgezondheid en gezondheidsbeleid vastgesteld.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

17 03 77 20

Proefproject — Opzet van een register van zeldzame aangeboren afwijkingen (als onderdeel van het register van zeldzame ziekten) waarbij gebruik wordt gemaakt van de structuur, organisatie en ervaring van het Poolse register van aangeboren afwijkingen (PRCM)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

100 000

50 000

       

Toelichting

Zeldzame ziekten (waarvan 85 % genetisch is) zijn levensbedreigende of chronisch slopende ziekten die weinig voorkomen (minder dan 5 gevallen per 10 000 inwoners). Naar schatting bestaan er momenteel tussen de 5 000 en 8 000 verschillende zeldzame ziekten, waar 6 % tot 8 % van de bevolking aan lijdt (tussen 27 en 36 miljoen mensen in de EU).

Circa 20-25 % van de zeldzame ziekten zijn zeldzame aangeboren afwijkingen (op zichzelf staande of meervoudige, inclusief afwijkingensyndromen).

EUROCAT heeft zijn gegevensbanken en administratieve structuren overgebracht naar het Gemeenschappelijk Centrum voor Onderzoek te Ispra, waar het platform voor zeldzame ziekten is gevestigd. Voor het uitbreiden van het afwijkingenregister tot een register van zeldzame ziekten voor zeldzame afwijkingen (op zichzelf staande en meervoudige, inclusief zeldzame afwijkingensyndromen) is het echter noodzakelijk dat er speciale maatregelen worden getroffen en aanvullende informatie wordt verzameld. Dit moet op nationaal niveau plaatsvinden en hiervoor zijn aanvullende middelen nodig. Doel van het proefproject: opzet van een Pools register van zeldzame aangeboren afwijkingen (als onderdeel van het register van zeldzame ziekten) waarbij gebruik wordt gemaakt van de structuur, organisatie en ervaring van het Poolse register van aangeboren afwijkingen. Als dit model succesvol blijkt, kan het tevens in andere lidstaten worden geïmplementeerd.

Het project zou een aanvulling vormen op een door JRC en SANTE ontwikkeld EU-platform voor de registratie van zeldzame ziekten, dat moet voorzien in een gemeenschappelijk toegangsportaal tot gegevensverzamelingen over zeldzame ziekten in heel Europa. In het kader van dit proefproject zal een bijdrage worden geleverd aan de actualisering van beleidsrelevante, wetenschappelijk verantwoorde volksgezondheidsindicatoren, en de andere lidstaten laten zien hoe zij een nationaal systeem voor de registratie van zeldzame ziekten kunnen ontwikkelen op basis van de bestaande registers van aangeboren aandoeningen.

Taken

 

Gebruikmaken van het PRCM-platform om volksgezondheidsindicatoren te ontwikkelen voor een bijzondere groep zeldzame ziekten: zeldzame afwijkingen (op zichzelf staande en zeldzame afwijkingensyndromen — circa 20-25 % van alle zeldzame ziekten).

 

Produceren van prevalentiegegevens en een toezichtsverslag (in voorkomend geval inclusief tendensen en clusters) over een groep geselecteerde zeldzame ziekten in Polen.

Methoden

Het PCRM is een zeer geschikt model om erachter te komen of een register van geboorteafwijkingen kan worden uitgebreid tot een register van zeldzame ziekten. De centrale PRCM-werkgroep bestaat uit tien ervaren klinische genetici, en de bestaande expertise kan in het project worden gebruikt. Dit register werkt samen met alle genetische klinieken in Polen en meer dan 1 500 klinieken, ziekenhuisafdelingen en ambulante zorgeenheden in Polen. Om het PRCM uit te breiden tot een register van zeldzame ziekten zullen er aanvullende gegevens worden verzameld en geanalyseerd. Er zal samenwerking met patiëntenverenigingen worden aangegaan.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

17 03 77 21

Proefproject — Vrouwen met alcoholproblemen helpen de gevaren hiervan te beperken, in het bijzonder in het geval van zwangerschap

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

350 000

150 000

       

Toelichting

Dit proefproject beoogt de oprichting van een specifieke ondersteuningsstructuur voor vrouwen, met bijzondere aandacht voor zwangere vrouwen. Doelstelling is het aantal kinderen dat voor hun geboorte aan alcohol wordt blootgesteld en met het foetaal alcoholsyndroom (FAS) wordt geboren, te verminderen, aan de hand van concrete maatregelen zoals specifieke begeleiding inzake preventie en coördinatie van deze begeleiding, oprichting van specifieke praatgroepen voor vrouwen, ondersteuning van verwanten in het kader van informele bijeenkomsten met gezondheidswerkers, en vrijwillige deelname van de vrouwen aan primaire preventie-initiatieven.

Door vrouwen met alcoholproblemen op te sporen en samen te brengen, hen in contact te brengen met professionals uit de medische en sociale sector en hun verwanten te mobiliseren moet deze structuur tot een betere opvolging van de behandeling van verslavingen leiden. Daarnaast zal zij een transversale, gecoördineerde en specifieke opvang onder professioneel toezicht mogelijk maken.

Achtergrond

De prevalentie van stoornissen als gevolg van alcoholgebruik tijdens de zwangerschap en de gevolgen hiervan voor de samenleving vormen tegenwoordig een ernstig volksgezondheidsprobleem. In Europa lijdt tussen 1 % en 2 % van de levend geboren kinderen aan het foetaal alcoholsyndroom (FAS); in sommige gemeenschappen (in Italië, Kroatië, La Réunion) zelfs meer dan 4 %. 20 % van de zwangere vrouwen geeft aan tijdens de zwangerschap alcohol te drinken. Naar schatting 1 % van de kinderen die door deze vrouwen op de wereld worden gezet, zal hiervan gevolgen ondervinden, die meteen bij de geboorte of pas later worden vastgesteld.

In alle lidstaten van de Europese Unie stijgt het alcoholgebruik bij vrouwen en verandert het drinkgedrag van jongeren (bingedrinken), wat dan weer tot een toename leidt van de gevaren van onverstandige en overdreven alcoholconsumptie. Daarom heeft het Europees Parlement op 29 april 2015 een resolutie aangenomen waarin het de Commissie ertoe oproept een nieuwe Europese alcoholstrategie uit te werken.

Anderzijds heersen er nog heel wat taboes rond alcoholconsumptie en wordt drankgebruik door vrouwen vaak gestigmatiseerd. De verantwoordelijkheid wordt bij de individuele consument gelegd, niet bij het geconsumeerde product. Een moeder die lijdt aan de ziekte alcoholisme is dubbel schuldig, ten eerste vanwege haar alcoholmisbruik en ten tweede omdat ze wordt gezien als slechte moeder wier kinderen uit huis zouden moeten worden geplaatst. Er is gebleken dat slechts heel weinig vrouwen zich tot de bestaande structuren voor verslaafdenondersteuning en -zorg wenden. We moeten dus nagaan wat deze vrouwen ervan weerhoudt hulp te zoeken en hen helpen om verzorging en begeleiding te vinden.

Het zo vroeg mogelijk opsporen van probleemgedrag en het aanbieden van gepaste en professionele medische, paramedische en sociaal-educatieve begeleiding zijn van essentieel belang, niet alleen met het oog op de maatschappelijke integratie van alle burgers maar ook in het licht van de economische en sociale kosten. Risicogedrag van vrouwen met een alcoholprobleem zo vroeg mogelijk tijdens de zwangerschap herkennen en deze vrouwen helpen geen alcohol meer te drinken, bij voorkeur voordat ze zwanger worden, moeten prioritair zijn.

De meeste Europese regio's beschikken over kwalitatief hoogstaande verslaafdenzorg maar de specificiteit van de begeleiding van vrouwen met een alcoholprobleem wordt doorgaans verwaarloosd. Deze vrouwen hebben behoefte aan personen die naar hen luisteren, hen in hun waarde laten, hun een veilig gevoel geven en hen begeleiden, dit alles met inachtneming van hun privacy en begrip voor hun problemen.

Doelstellingen

Dit proefproject is een initiatief van experimentele aard dat tot doel heeft te bewijzen dat de oprichting van dergelijke structuren in de Europese Unie zinvol en haalbaar is. Het initiatief kan eventueel worden omgezet in een voorbereidende actie en vervolgens in een Europees programma ter bestrijding van stoornissen als gevolg van alcoholgebruik tijdens de zwangerschap. Het proefproject moet worden uitgevoerd naast en als aanvulling op de actie die de WHO op dit terrein uitvoert, en moet gebruikmaken van de resultaten en bevindingen van het Europees Actieplan inzake drinken door jongeren en overmatig drinken in korte tijd (bingedrinken).

Beoordeling

Het proefproject wordt gedurende de looptijd van twee jaar voortdurend geëvalueerd. Daarbij wordt gekeken naar een aantal indicatoren (aantal deelnemende vrouwen, aantal aanvragen, risicovermindering enz.) en wordt nagegaan of het project de verwachte resultaten oplevert.

Begroting

In het kader van de uitvoering van dit proefproject zijn niet alleen middelen nodig voor specifieke, met het project verbonden kosten (aankoop van materiaal en uitrusting) maar ook voor de vergoeding van de betrokken gezondheidswerkers en de nodige voorlichting rond het project.

Plaats van uitvoering

Dit proefproject kan bij wijze van experiment in één regio van de Europese Unie worden uitgevoerd en vervolgens in het kader van een Europees programma ter bestrijding van stoornissen als gevolg van alcoholgebruik tijdens de zwangerschap tot de rest van de EU worden uitgebreid, waarbij de opgerichte structuren met elkaar worden verbonden zodat op Europees niveau informatie en goede praktijken kunnen worden uitgewisseld.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

17 03 77 22

Proefproject — MentALLY

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

400 000

200 000

       

Toelichting

MentALLY zorgt voor empirisch onderbouwde en praktische kennis om een proces aan te sturen ter verbetering van de Europese geestelijke gezondheidszorg door competente, zorgvuldige professionele zorgverleners die doeltreffend samenwerken binnen een goed georganiseerde stelsel voor geestelijke gezondheidszorg dat over de capaciteit beschikt om iedereen die dat nodig heeft te behandelen. Een dergelijk proces is noodzakelijk. Psychische problemen komen in Europa veel voor, en de zorg is daar overduidelijk niet op toegespitst. Het ontbreekt aan afdoende behandeling, aangezien ruim de helft van mensen met psychische problemen niet de professionele zorg krijgen die ze nodig hebben. Het gevaar bestaat dat hun problemen verergeren en ze een intensievere en duurdere behandeling nodig hebben. Ook is er vaak sprake van overbehandeling van cliënten die onnodig medicinaal of te lang worden behandeld. Psychotherapeutische behandelingen zijn doeltreffend gebleken voor het verminderen van psychische problemen en de belasting daarvan, maar toch wordt medicatie vaak sneller gebruikt dan psychotherapie. Het toepassen van verkeerde zorg wordt in ieder geval deels veroorzaakt door een ontoereikende beoordeling en diagnose van psychische problemen; ontoegankelijkheid van geestelijke gezondheidszorg, met name voor kwetsbare groepen (zoals vrouwen, werklozen, mensen met een laag inkomen of van een etnische minderheid); gebrek aan coördinatie en samenwerking tussen primaire en gespecialiseerde geestelijke gezondheidszorg; ontbreken van een duidelijk systeem van doorverwijzing; ontbreken van een coherente visie en beleid inzake de rol van verschillende verleners van geestelijke gezondheidszorg (huisartsen, klinisch psychologen, psychiaters), met name in de primaire zorg; ontbreken van een coherente visie en beleid inzake innovatie; ontbreken van goede praktijken, met name voor kwetsbare en moeilijk te behandelen cliënten. Daarnaast kan de kennis inzake geestelijke gezondheid (MHL, de kennis over psychische aandoeningen, leidend tot een betere herkenning, behandeling of preventie) worden vergroot door de ontwikkeling van doeltreffende educatieve instrumenten en aanbevelingen voor vroegtijdige interventie. Dit laatste is van cruciaal belang omdat de huidige kennis, capaciteit en zorgverlening uiteenloopt tussen de lidstaten.

Doelstellingen

 

De ontwikkeling en het testen van een breed inzetbaar kader voor alle lidstaten en het verbeteren van de toegang tot geestelijke gezondheidszorg;

 

De deskundigheid van verleners van primaire zorg vergroten, de organisatie en capaciteit van het zorgsysteem evalueren en de resultaten voor de cliënten verbeteren.

 

De MHL onder de bevolking, alsmede met betrekking tot specifieke (kwetsbare) groepen (zoals vrouwen, ouderen, etnische minderheden) verbeteren.

Ten eerste brengt de ontwikkeling van een breed inzetbaar kader ter vergroting van de toegang tot geestelijke gezondheidszorg nauwe samenwerking met zich mee met relevante belanghebbenden op het gebied van geestelijke gezondheidszorg. Door de geestelijke gezondheidszorg en instellingen op dit gebied in Europese lidstaten zorgvuldig in kaart te brengen wordt inzicht verkregen in de verschillende wijzen van aanpak van geestelijke gezondheidszorg, en de voor- en nadelen daarvan. Aangezien verschillende wijzen van zorg leiden tot uiteenlopende resultaten voor de patiënten, worden aanbevelingen opgesteld om het proces van doorverwijzing in verband met psychische aandoeningen te optimaliseren. Door een overzicht op te stellen van instellingen voor geestelijke gezondheidszorg en van behandeltrajecten kunnen verbeteringen en stimulansen worden vastgesteld die binnen de lidstaten nodig zijn wat betreft organisatie en capaciteit. Uitwisseling van kennis in verband met beste praktijken en zwakke punten binnen instellingen voor geestelijke gezondheidszorg kan bijdragen aan de ontwikkeling van een Europees strategisch plan. De resultaten daarvan kunnen worden gebruikt als basis voor beleidsadvies en een strategie voor verspreiding in de vorm van het opstellen van een agenda en het bieden van gelegenheid voor een publieke discussie. De verspreiding zal gericht zijn op cliënten, om ervoor te zorgen dat zij weloverwogen besluiten kunnen maken over het leven met of zoeken van hulp voor psychische aandoeningen (zie ook de derde doelstelling). Dit voorkomt excessieve behandeling van personen met psychische problemen die geen (dure) gespecialiseerde hulp nodig hebben en voorkomt tevens dat personen die wel gespecialiseerde hulp nodig hebben deze niet krijgen.

Ten tweede wordt aandacht besteed aan verleners van geestelijke gezondheidszorg, door de ontwikkeling van op competentie gebaseerde trainingsmodules voor zorgverleners, richtsnoeren voor een betere uitwisseling van gegevens tussen zorgverleners, en goede praktijken voor de behandeling van psychische aandoeningen. Ook worden trainingsinstrumenten en -protocollen, alsmede train-the-trainer richtsnoeren ontwikkeld, naast instrumenten voor (online) monitoring, om te beoordelen of de implementatie succesvol is. Deze instrumenten zijn ook zeer geschikt om de follow-up vast te leggen, met andere zorgverleners te communiceren en benchmarks te formuleren. Voorbeelden van instrumenten in deze categorie zijn een empirisch onderbouwd instrument voor doorverwijzing (beslisboom) voor huisartsen, op competentie gebaseerde training inzake korte ingrepen voor klinisch psychologen die in de primaire zorg werken, richtsnoeren voor samenwerking voor verleners van geestelijke gezondheidszorg, teneinde de feedback, de communicatieprocessen en de multidisciplinaire diagnosestelling te verbeteren.

Ten derde worden op het vlak van de (potentiële) cliënten voorwaarden gecreëerd om te waarborgen dat cliënten goed geïnformeerd en onafhankelijk zijn. Dit houdt in dat instrumenten worden ontwikkeld voor het analyseren van het taalgebruik in verband met de gezondheidszorgproblematiek en onder het publiek over dit onderwerp. Er wordt een Europese database opgezet voor MHL om een „corpus linguisticus” op te bouwen (d.w.z. een database met een grote hoeveelheid „echte” teksten aan de hand waarvan de taal bestudeerd kan worden), waarmee het taalgebruik in verband met geestelijke gezondheid en de stigma's op dat terrein bestudeerd kunnen worden. Ook moet een evaluatie van het empirisch onderbouwde potentieel van nieuwe technologieën (zoals social media, eHealth en mHealt als psychotherapeutische hulpmiddelen) en het opzetten van een database met empirisch onderbouwde elektronische beste praktijken zorgen voor een verbetering van MHL en zelfhulpstrategieën onder diverse bevolkingsgroepen. Tot slot zal het vaststellen van correlaties of voorspelbaarheid van een lage MHL en een geringe zelfhulp bijdragen aan de ontwikkeling van richtsnoeren voor empirisch onderbouwde behandelingen die de MHL onder kwetsbare en/of gestigmatiseerde groepen verbeteren.

Netwerk en meerwaarde

Dit project vereist een uitgebreid, evenwichtig en kundig netwerk dat toegang heeft tot relevante wetenschappelijke en openbare bronnen. Het omvat participatie uit minstens twaalf lidstaten uit de oostelijke, westelijke, noordelijke en zuidelijke regio's van Europa. Bovendien bevat het netwerk aanvullende academische deskundigheid op het gebied van klinische psychologie, geestelijke gezondheid en stigma's, educatieve studies en de analyse van taalgebruik, en studies inzake de volksgezondheid. De academische deskundigheid op het gebied van klinische psychologie omvat kennis inzake neurologische en ontwikkelingsstoornissen (zoals ADHD en stoornissen op het autistisch spectrum), psychotherapeutische en psychiatrische dienstverlening, de bevordering van een positieve geestelijke gezondheid, stigma's (met betrekking tot geestelijke gezondheid), beleid en online psychotherapeutische behandelingen. Bovendien omvat het specifieke expertise inzake ethiek (kwesties op het gebied van integriteit, morele vraagstukken, ethiek in de gezondheidszorg), volksgezondheid en gezondheidsbevordering. De expertise op het gebied van educatieve studies omvat kennis inzake ongefundeerde kritiek op de psychiatrie, deelname aan het huidige publieke debat, stijl, theorie en analyse van metaforen, communicatie op het gebied van gezondheidszorg, de analyse van taalgebruik en van het taalkundige corpus.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

17 03 77 23

Proefproject — Ernstige geestelijke stoornissen en het risico van gewelddadigheid: zorgtrajecten en doeltreffende behandelingsstrategieën

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 200 000

500 000

       

Toelichting

Het risico van gewelddadigheid bij patiënten met ernstige geestelijke stoornissen en de perceptie hiervan zijn in heel Europa problematisch, niet alleen wegens mogelijk letsel en overlijden van patiënten, verwanten, zorgpersoneel en vreemden maar ook op grond van de negatieve impact op therapeutisch vlak die het gevolg is van zowel geweld als geweldpreventiemaatregelen. Het stigma van geestelijke aandoeningen hangt nauw samen met de ideeën van burgers over en hun vrees voor gewelddaden die worden gepleegd door geesteszieken. De perceptie van de bevolking kan dan weer invloed hebben op artsen en zelfs de politieke besluitvorming. Recente dramatische gebeurtenissen zoals de ramp met het vliegtuig van Germanwings hebben ertoe geleid dat de Europeanen deze problematiek belangrijker zijn gaan vinden en hebben duidelijk gemaakt dat er preventiemaatregelen en behandelingsstrategieën moeten worden uitgewerkt waarmee het risico van gewelddadig gedrag door mensen met ernstige geestelijke stoornissen, hetzij tegenover zichzelf, hetzij ten aanzien van anderen, kan worden opgespoord en beperkt. Hoewel dit risico in absolute cijfers laag is en slechts in kleine mate bijdraagt tot het geweld in de samenleving, moeten de desbetreffende statistieken en tendensen worden verduidelijkt om wijdverbreide misvattingen over de gevaarlijkheid van psychiatrische patiënten uit de wereld te helpen. Daartegenover staat dat naar schatting ruim de helft van alle zelfmoorden in Europese landen worden gepleegd door mensen met een onderliggende geestelijke stoornis. Daarom zal in het voorgestelde proefproject ook onderzoek worden verricht naar zelfmoord en zelfmoordpogingen bij psychiatrische patiënten die in aanraking zijn gekomen met het gerecht en opnieuw in vrijheid verkeren. Zelfmoordpogingen leiden tot herhaalde ziekenhuisopnames en kunnen vergaande negatieve gevolgen hebben voor het moreel van het medisch personeel.

De waargenomen dreiging van geweld leidt tot een groter gebruik van dwangmaatregelen zoals onvrijwillige ziekenhuisopname, opsluiting in een inrichting, afzondering en gedwongen medicatie, die zowel patiënten als zorgverleners haast unaniem als traumatiserend en zelfs contraproductief ervaren en bij patiënten tot agressiviteit kunnen leiden, in plaats van tot motivatie en medewerking. Bovendien kan onvrijwillige opname in beveiligde forensische instellingen naar aanleiding van zeldzame maar ernstige gewelddaden die verband houden met ernstige geestelijke stoornissen, resulteren in langdurige ziekenhuisverblijven en een onevenredig grote hap nemen uit de al beperkte middelen op het gebied van geestelijke gezondheid.

Het proefproject is gericht op forensische psychiatrische diensten, waar in de eerste plaats patiënten worden behandeld die aan een geestelijke aandoening lijden en een gevaar vormen voor anderen, maar waar ook het zelfmoordpercentage bovengemiddeld hoog ligt. Nieuwe diensten voor de intramurale en ambulante verzorging van dergelijke patiënten winnen in vele — maar niet alle — Europese landen terrein. Er worden nieuwe behandelingsmodellen uitgewerkt voor deze vaak gemarginaliseerde groep patiënten, zoals teams voor extramurale forensische assertieve gemeenschapsbehandeling en gespecialiseerde forensische ziekenhuizen. Binnen de Europese dienstenstructuren bestaan er evenwel grote verschillen op het vlak van interventiestrategieën en rechtskaders voor potentieel gewelddadige patiënten en patiënten met een voorgeschiedenis van gewelddadig gedrag. Er is nooit vergelijkend onderzoek uitgevoerd naar patiëntentevredenheid, therapeutische doeltreffendheid, risicoafname, herstel en kosten, en toch beschikken dergelijke diensten in sommige landen over 20 % van de beschikbare middelen, hoewel er nog geen 1 % van alle psychiatrische patiënten wordt behandeld. Dit gebrek aan betrouwbare vergelijkbare gegevens heeft heel wat Europese landen verhinderd te profiteren van de innovatieve strategieën die worden gehanteerd in landen waar meer middelen worden uitgegeven voor innovatie en onderzoek en waar dienstverleningsmodellen zijn getest die vanuit therapeutisch oogpunt en qua efficiëntie potentieel beter zijn.

Een beter begrip van de factoren die verband houden met het risico van geweldpleging door patiënten met ernstige geestelijke stoornissen tegenover zichzelf en anderen, een beoordeling van de beste instrumenten voor de voorspelling van risico's (met het oog op de besluitvorming) en een evaluatie van doeltreffende behandelingen zullen artsen, managers, wetgevers en overheden helpen bij het plannen en ontwikkelen van diensten en bij het uitwerken van preventieve en ondersteunende maatregelen. Bovendien is er momenteel dringend behoefte aan een vergelijking van de nationale verschillen inzake de zorgtrajecten van patiënten (onder meer het binnenkomen in en verlaten van gespecialiseerde beveiligde diensten). Een Europees project in meerdere landen met elk een eigen gezondheidszorg- en rechtsstelsel zal waardevolle informatie opleveren waarmee de kwaliteit van de geestelijke gezondheidszorg voor deze problematische, gemarginaliseerde maar tegelijk uitermate geldverslindende bevolkingsgroep kan worden verbeterd.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

17 03 77 24

Proefproject — Naar een eerlijker en efficiënter meting van de toegang tot gezondheidszorg in de EU, met het oog op betere samenwerking en kennisoverdracht

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

250 000

125 000

       

Toelichting

Algemene beschrijving

De huidige metingen van de toegang tot gezondheidszorg in de EU vertonen een aantal beperkingen met betrekking tot de verschaffing van relevante, correcte, betrouwbare en actuele informatie hierover. Daarom wil dit proefproject een samengestelde nieuwe reeks metingen voor de toegang tot gezondheidszorg uitwerken en leiden en/of de bestaande metingen verbeteren, en aldus tegemoetkomen aan de noden van de diverse belanghebbenden in de gezondheidssector.

Hoofddoel is de ontwikkeling van beleid mogelijk te maken dat op basis van objectieve en vergelijkbare informatie ongelijkheden en obstakels op het vlak van de toegang tot gezondheid wegneemt, en dat de duurzaamheid en efficiëntie van de gezondheidszorgstelsels in de lidstaten helpt verbeteren.

Doelstellingen en verwachte resultaten

 

Evaluatie van bestaande metingen en indicatoren en van de verschillende aspecten van toegang in de EU.

 

Uitwerking, in overleg met de belangrijkste belanghebbenden, van mogelijke nieuwe indicatoren en/of verbetering van bestaande indicatoren, om bevolkingsgroepen te bereiken die uit de boot dreigen te vallen en een totaalbeeld te krijgen van de toegang tot gezondheidszorg in de EU-landen en -regio's.

 

Testen en verfijnen van deze indicatoren in geografisch, economisch en cultureel verschillende lidstaten.

 

Onderzoek en eventueel validering van een nieuwe reeks indicatoren en/of de verbeterde bestaande indicatoren, in samenwerking met de relevante Europese en internationale organisaties.

 

Strategie en routekaart voor uitbreiding en toepassing, met drie grote ziekteprioriteiten: a) niet-overdraagbare ziekten, b) besmettelijke ziekten en c) zeldzame ziekten.

Het belangrijkste resultaat van het proefproject moet bestaan in een reeks nieuwe en complementaire indicatoren en/of de verbetering van de bestaande indicatoren voor de beoordeling van de toegang van patiënten tot gezondheidszorg. Dit zal een waardevol hulpmiddel vormen voor beleidsmakers om toezicht te houden op de toegang van de bevolking tot gezondheidszorg op Europees, nationaal en regionaal niveau. Ook zal het mogelijk zijn deze toegang op Europees niveau te monitoren en te vergelijken, wat beleidsmakers zal helpen programma's en beleidsmaatregelen op te stellen om ongelijkheden op het vlak van gezondheidszorg te verminderen. Momenteel zijn de definities van toegang onduidelijk en niet in alle lidstaten identiek, en passen ze niet in een samenhangend conceptueel kader. Het proefproject zal een intersectorale en multidisciplinaire benadering hanteren om tot een consensus te komen tussen de diverse belanghebbenden over het concept en de inhoud van de toegang tot gezondheidszorg, alsook over de meting ervan. Om informatie over semi-formele toegang te verkrijgen, moeten bij deze analyse ook patiëntenverenigingen worden betrokken. De looptijd van het project bedraagt twee jaar. Bij de uitvoering van het project moet de Commissie rekening houden met het advies inzake de toegang tot gezondheidszorg van de deskundigengroep inzake doeltreffende manieren om te investeren in gezondheid.

Motivering

Ondanks grote verbeteringen in de gezondheidsstelsels in de EU blijven er opvallende verschillen en ongelijkheden bestaan wat betreft de toegang van patiënten tot kwaliteitsvolle gezondheidszorg, zowel binnen als tussen de lidstaten. Sociaal-economische status, woonplaats, gender, etnische afkomst en opleidingsniveau zijn de factoren met de grootste impact op toegang tot gezondheidszorg. De recente economische crisis heeft de kloof tussen mensen met een andere sociaal-economische status aanzienlijk vergroot, met als gevolg dat het sociale element op het vlak van gezondheid een grotere rol is gaan spelen. De vergrijzing van de bevolking en de verscherping van ongelijkheden op het vlak van gezondheid als gevolg van de economische crisis suggereren dat de toegang tot gezondheidszorg op EU-niveau moet worden behandeld, met als doel de lidstaten in staat te stellen doeltreffende oplossingen te vinden en toe te passen en hen hierbij te ondersteunen. Hiertoe is het van essentieel belang dat de toegang tot gezondheidszorg op een gemeenschappelijke, wetenschappelijk onderbouwde en efficiënte manier wordt gemeten.

De Commissie, de Wereldgezondheidsorganisatie, de OESO en andere internationale organisaties hebben het belang benadrukt van precieze en betrouwbare metingen inzake de toegang tot gezondheidszorg om te kunnen garanderen dat gezondheidszorgstelsels transparant en toegankelijk zijn en beantwoorden aan de noden van de bevolking. Bovendien blijkt uit onderzoeksgegevens dat de sociale aspecten van gezondheid die een impact hebben op de toegankelijkheid van gezondheidszorgstelsels, de kloven tussen burgers in eenzelfde lidstaat en tussen de lidstaten onderling doen toenemen.

Een groot nadeel van de huidige indicatoren bestaat erin dat zij de perceptie van de burger zelf met betrekking tot onbeantwoorde zorgbehoeften meten, maar geen objectieve meting van de toegang tot gezondheidszorg toelaten. In veel gevallen zijn de door de burger zelf geleverde metingen van de toegang tot gezondheidszorg erop gericht het gebruik van gezondheidsdiensten te evalueren, en kan er niet worden beoordeeld in welke mate moeilijk te bereiken (en kwetsbare) bevolkingsgroepen toegang tot gezondheidszorg hebben. De indicatoren meten eigenlijk de toegang van patiënten die (onder meer vanuit financieel standpunt) in staat zijn om gebruik te maken van het gezondheidszorgstelsel. Dit is een kritiek punt, aangezien ongelijkheden op het vlak van gezondheid in onevenredige mate kwetsbare bevolkingsgroepen treffen, die dus met meerdere obstakels worden geconfronteerd wat de toegang tot gezondheidszorg betreft. Als gevolg hiervan worden enorme bedragen uitgegeven zonder dat dit de kennis oplevert die beleidsmakers nodig hebben om juist te handelen.

In veel gevallen kunnen nationale enquêtes waarmee de toegang tot gezondheidszorg wordt gemeten, niet onderling met elkaar worden vergeleken, aangezien de gebruikte methoden en benaderingen inherent beperkt zijn. Nationaal ingezamelde gegevens zijn gekleurd door de beleidsprioriteiten in elk land, met name door de gebruikte indicatoren en de prioritair onderzochte gezondheidsproblemen. Bovendien zijn de beoordelingen door de burgers zelf van de toegang tot gezondheidszorg die algemeen voor de metingen worden gebruikt, subjectief en onder meer afhankelijk van de vorm van de enquête, de opzet van het onderzoek, de vragenformulering en culturele en psychosociale factoren. Wat ontbreekt zijn allesomvattende indicatoren die niet alleen informatie verschaffen over de beschikbaarheid, relevantie, adequaatheid en betaalbaarheid van gezondheidszorgdiensten maar ook over de kwaliteit ervan en het individuele gebruik dat ervan wordt gemaakt.

De beoordeling van de toegang blijft algemeen en is in sommige gevallen oppervlakkig en tegenstrijdig te noemen. De huidige metingen van de toegang tot gezondheidszorg kunnen geen relevante en adequate en informatie verschaffen over de noden, doelstellingen en rol van elke belanghebbende. Bovendien overlappen de huidige instrumenten voor de beoordeling van de toegang elkaar en is er sprake van een kwaliteitsdeficit en grote leemten. Aangezien de toegang tot gezondheidszorg met zowel proces- als prestatie-indicatoren moet worden gemeten, is er een samengesteld maar haalbaar meetsysteem nodig.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

17 03 77 25

Proefproject — INTEGRATE: ontwikkeling van geïntegreerde strategieën voor de controle en behandeling van chronische en reumatische aandoeningen: de rol van kwaliteitsindicatoren en door patiënten gemelde resultaten naast evaluatie door een arts van het ziekteverloop en de door de ziekte veroorzaakte schade

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

500 000

250 000

       

Toelichting

Het is algemeen erkend dat het ziektebeeld bij veel chronische aandoeningen (zoals diabetes, cardiovasculaire en reumatische aandoeningen en neurologische stoornissen) het resultaat is van een combinatie van diverse factoren: het ziekteverloop, schade als gevolg van de ziekte zelf of de behandeling ervan, comorbiditeiten, de toxiciteit van geneesmiddelen, de levenskwaliteit van patiënten en de mate waarin de ziekte op hen weegt. Voor een optimale behandeling van en omgang met chronische aandoeningen moeten deze factoren dan ook worden meegewogen.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

17 03 77 26

Proefproject — Cursussen primaire preventie voor meisjes die in gebieden leven met een hoog risico op borstkanker

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

500 000

250 000

       

Toelichting

Dit proefproject is gericht op primaire preventie van borstkanker in gebieden waar hoge concentraties vervuilende stoffen voorkomen als gevolg van uitzonderlijke omstandigheden, zoals vervuiling van bodem of water vanwege illegale lozing van giftig afval, zeer vervuilende fabrieken of plaatsen waar de verwerking van afval ernstige milieueffecten heeft.

Aangetoond is dat in die gebieden het gevaar op tumoren veel hoger is dan in „normale” gebieden, en daarom is het van wezenlijk belang niet alleen behandelingen te ontwikkelen en het onderzoek naar kankertherapieën te stimuleren, maar ook het belang van preventie onder de aandacht te brengen, met name van jonge vrouwen. In dit stadium is preventie natuurlijk veel doeltreffender en kan voorkomen worden dat kanker zich ontwikkelt tot een gevaarlijker vorm.

Het proefproject is gericht op meisjes in de laatste jaren van school en universiteit, in gebieden, zoals hierboven beschreven, waar is aangetoond dat tumoren statistisch veel vaker voorkomen dan gemiddeld.

Het project heeft tot doel bekendheid te geven aan alle acties en factoren die kunnen bijdragen aan het voorkomen van borstkanker. Nadruk zal worden gelegd op het geven van informatie over gedragingen en leefstijlen die de kans op tumoren verhogen, zoals alcohol- of tabaksmisbruik, of verkeerde voedingswijzen.

Met name moet het proefproject meisjes in staat stellen in contact te komen met doctoren die kunnen uitleggen wat borstkanker is en hoe het opgespoord kan worden door zelfonderzoek. Zelfonderzoek behoort tot de beste methoden om kanker op te sporen, zodat het in een vroeg stadium behandeld kan worden. Het proefproject steunt daarom klassikale voorlichting met doctoren en deskundigen om deze onderwerpen toe te lichten.

Preventie is geen genezing, maar in gebieden waar een hoger risico heerst kan het zeer doeltreffend zijn, zwaardere behandelingen voorkomen en levens redden.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

17 03 77 27

Proefproject — Herverdeling van voedsel

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

500 000

250 000

       

Toelichting

In een studie uit 2010 werd geschat dat elk jaar in Europa ongeveer 89 miljoen ton voedsel werd verspild om uiteenlopende redenen, zoals slecht beheer van voorraden door groothandels en niet duurzaam koopgedrag. Als deze ontwikkeling zich doorzet en geen preventieve of beheersmaatregelen worden genomen, zal de hoeveelheid verspild voedsel toenemen tot meer dan 126 miljoen ton per jaar. De lidstaten hebben een aantal maatregelen ter voorkoming van voedselverspilling genomen, waaronder informatieverstrekking en campagnes, logistieke verbeteringen en programma's voor de herverdeling van voedsel.

Dit proefproject levert een bijdrage aan de inspanningen van de EU om voedselverspilling tegen te gaan door een doeltreffende bevordering en toepassing van richtsnoeren inzake de herverdeling van voedsel in de EU. De Commissie moet dergelijke richtsnoeren opstellen binnen een bestaand rechtskader, tezamen met de relevante instanties in de lidstaten en belanghebbenden die verschillende actoren in de voedselvoorzieningsketen vertegenwoordigen (landbouwers, levensmiddelenfabrikanten, detailhandel, grootkeukens en horeca).

Voor elke lidstaat omvat het project omvat derhalve: een overzicht van het beleids- en regelgevend kader voor herverdeling van voedsel, onderzoek door belanghebbenden, bijeenkomsten en overleg ter bevordering van de dialoog met beleidsmakers op nationaal niveau, opgedane ervaring en beste praktijken binnen de Europese Vereniging van Voedselbanken en verschillende informatiecampagnes.

Ondanks het feit dat de EU niet bevoegd is tot het opzetten van voedselbanken in de lidstaten, kan het vaststellen van een passend kader voor de herverdeling van voedsel in de EU de lidstaten helpen bij het starten van programma's voor de herverdeling van voedsel, bijvoorbeeld met behulp van voedselbanken. Gebleken is dat dergelijke programma's positieve socio-economische effecten hebben op lokale gemeenschappen, vooral voor kansarme groepen, door honger en ondervoeding tegen te gaan, banen te scheppen en de zelfredzaamheid van personen te verbeteren.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

HOOFDSTUK 17 04 —   VEILIGHEID VAN LEVENSMIDDELEN EN DIERVOEDERS, DIERGEZONDHEID, DIERWELZIJN EN GEZONDHEID VAN PLANTEN

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

% Betalingen 2014-2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

17 04

VEILIGHEID VAN LEVENSMIDDELEN EN DIERVOEDERS, DIERGEZONDHEID, DIERWELZIJN EN GEZONDHEID VAN PLANTEN

17 04 01

Een hogere diergezondheidsstatus en een hoog niveau van bescherming van dieren in de Unie garanderen

3

171 925 000

144 840 000

178 500 000

138 351 838

172 356 231,01

4 059 231,01

2,80

17 04 02

De tijdige detectie en uitroeiing van voor planten schadelijke organismen garanderen

3

12 000 000

6 100 000

7 600 000

7 190 844

205 500,—

0,—

0

17 04 03

Doeltreffende, doelmatige en betrouwbare controles garanderen

3

47 401 000

55 250 000

47 360 000

28 763 376

61 755 109,—

14 477 680,53

26,20

17 04 04

Fonds voor noodmaatregelen in verband met dier- en plantgezondheid

3

19 000 000

18 000 000

10 400 000

6 087 792

12 662 896,08

1 911 896,08

10,62

17 04 07

Europees Agentschap voor chemische stoffen — Activiteiten in verband met de biocidenwetgeving

2

3 319 628

3 319 628

5 474 125

5 474 125

6 460 819,59

6 460 819,59

194,62

17 04 10

Bijdragen aan internationale overeenkomsten en lidmaatschap van internationale organisaties op het gebied van voedselveiligheid, diergezondheid, dierenwelzijn en plantgezondheid

4

290 000

290 000

276 000

248 043

218 782,12

218 782,12

75,44

17 04 51

Voltooiing van eerdere maatregelen op het gebied van veiligheid van levensmiddelen en diervoeders, diergezondheid, dierenwelzijn en plantgezondheid

3

p.m.

15 000 000

p.m.

28 763 376

0,—

195 859 917,74

1 305,73

17 04 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

17 04 77 01

Proefproject — Gecoördineerd Europees netwerk voor dierenwelzijn

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

159 032,57

 

17 04 77 02

Voorbereidende actie — Controleposten (rustplaatsen) voor het vervoer van dieren

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

1 022 958,47

 

17 04 77 03

Proefproject — De ontwikkeling van beste praktijken in het dierenvervoer

2

p.m.

300 000

p.m.

300 000

1 000 000,—

0,—

0

17 04 77 04

Proefproject — Netwerk van Europese kaasboerderijen en ambachtelijke kaasmakerijen — Ontwerp van een „Europese gids met goede praktijken op het gebied van hygiëne”

2

p.m.

150 000

p.m.

100 000

250 000,—

0,—

0

 

Artikel 17 04 77 — Subtotaal

 

p.m.

450 000

p.m.

400 000

1 250 000,—

1 181 991,04

262,66

 

Hoofdstuk 17 04 — Totaal

 

253 935 628

243 249 628

249 610 125

215 279 394

254 909 337,80

224 170 318,11

92,16

17 04 01

Een hogere diergezondheidsstatus en een hoog niveau van bescherming van dieren in de Unie garanderen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

171 925 000

144 840 000

178 500 000

138 351 838

172 356 231,01

4 059 231,01

Toelichting

Dankzij de financiële steunbijdrage van de Unie kunnen de uitroeiing en de bestrijding van dierziekten sneller worden verricht dan met alleen nationale financiële middelen mogelijk zou zijn en kunnen de acties op het niveau van de Unie worden geharmoniseerd. Deze ziekten en infecties zijn meestal op de mens overdraagbare zoönoses (BSE, vogelgriep, brucellose, salmonellose, tuberculose enz.). Indien deze ziekten blijven voortbestaan, belemmert dat bovendien de goede werking van de interne markt; de bestrijding ervan draagt bij tot een beter volksgezondheidsniveau en betere voedselveiligheid in de Unie.

Dit krediet dient eveneens ter dekking van de bijdrage van de Unie aan maatregelen die de belemmeringen van het vrije goederenverkeer op deze gebieden moeten wegwerken, alsmede aan steunregelingen en flankerende maatregelen voor de veterinaire sector.

Met dit krediet wordt financiële steun verleend voor:

 

de aankoop, de opslag en het formuleren van antigenen voor mond-en-klauwzeer en van verschillende vaccins;

 

de ontwikkeling van markervaccins of tests die het onderscheid kunnen maken tussen zieke en gevaccineerde dieren.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangelegenheden (PB L 31 van 1.2.2002, blz. 1), met name artikel 50.

Beschikking 2009/470/EG van de Raad van 25 mei 2009 betreffende bepaalde uitgaven op veterinair gebied (PB L 155 van 18.6.2009, blz. 30).

Verordening (EU) nr. 652/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 tot vaststelling van bepalingen betreffende het beheer van de uitgaven in verband met de voedselketen, diergezondheid en dierenwelzijn, alsmede in verband met plantgezondheid en teeltmateriaal, tot wijziging van de Richtlijnen 98/56/EG, 2000/29/EG en 2008/90/EG van de Raad, de Verordeningen (EG) nr. 178/2002, (EG) nr. 882/2004 en (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad, Richtlijn 2009/128/EG van het Europees Parlement en de Raad en Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van de Besluiten 66/399/EEG en 76/894/EEG en Beschikking 2009/470/EG van de Raad (PB L 189 van 27.6.2014, blz. 1).

17 04 02

De tijdige detectie en uitroeiing van voor planten schadelijke organismen garanderen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

12 000 000

6 100 000

7 600 000

7 190 844

205 500,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van preventieve acties ter bestrijding van plagen en ziekten die een bedreiging vormen voor land- en tuinbouwgewassen, bossen en landschappen. Het dekt eveneens EU-bijdragen aan de specifieke maatregelen voor landbouw in de ultraperifere gebieden van de Unie.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 247/2006 van de Raad van 30 januari 2006 houdende specifieke maatregelen op landbouwgebied ten behoeve van de ultraperifere gebieden van de Unie (PB L 42 van 14.2.2006, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 652/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 tot vaststelling van bepalingen betreffende het beheer van de uitgaven in verband met de voedselketen, diergezondheid en dierenwelzijn, alsmede in verband met plantgezondheid en teeltmateriaal, tot wijziging van de Richtlijnen 98/56/EG, 2000/29/EG en 2008/90/EG van de Raad, de Verordeningen (EG) nr. 178/2002, (EG) nr. 882/2004 en (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad, Richtlijn 2009/128/EG van het Europees Parlement en de Raad en Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van de Besluiten 66/399/EEG, 76/894/EEG en 2009/470/EG van de Raad (PB L 189 van 27.6.2014, blz. 1).

17 04 03

Doeltreffende, doelmatige en betrouwbare controles garanderen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

47 401 000

55 250 000

47 360 000

28 763 376

61 755 109,—

14 477 680,53

Toelichting

Dit krediet dient voor de uitvoering van de eerste maatregelen overeenkomstig Verordening (EG) nr. 882/2004, met name:

 

activiteiten van de laboratoria van de Unie;

 

opleiding inzake diervoeder- en levensmiddelencontrole;

 

reis- en verblijfkosten voor nationale deskundigen die aan inspectiebezoeken van het Voedsel- en Veterinair Bureau deelnemen;

 

IT-instrumenten, communicatie en informatie over diervoeder- en levensmiddelencontrole, ontwikkeling van een strategie van de Unie voor veiliger levensmiddelen;

 

voorlichtingsbeleid op het gebied van dierenbescherming, inclusief voorlichtingscampagnes en programma's om de bevolking te informeren over de schadeloosheid van de consumptie van vlees van gevaccineerde dieren, alsmede informatiecampagnes en programma's om nadruk te leggen op de humane aspecten van vaccinatiestrategieën in de strijd tegen besmettelijke ziekten;

 

de controle op de naleving van de bepalingen inzake de bescherming van dieren tijdens het vervoer van voor de slacht bestemde dieren;

 

het opzetten en in stand houden van een snellewaarschuwingssysteem, met inbegrip van een wereldwijd snellewaarschuwingssysteem, voor de kennisgeving van een direct of indirect risico voor de menselijke en dierlijke gezondheid als gevolg van levensmiddelen of diervoeders;

 

technische en wetenschappelijke maatregelen met het oog op de ontwikkeling van de EU-wetgeving op veterinair gebied en de ontwikkeling van onderwijs en opleiding op veterinair gebied;

 

IT-instrumenten, waaronder Traces en het Animal Disease Notification System;

 

maatregelen ter bestrijding van de illegale invoer van honden- en kattenbont.

Dit krediet dient tevens ter dekking van maatregelen tegen de invoer van kloondieren of hun nakomelingen en van producten afkomstig van kloondieren of hun nakomelingen.

Dit krediet dient eveneens ter dekking van de bijdrage van de Unie aan de uitvoering, door de Commissie en/of de lidstaten, van de onder de titel „Rechtsgronden” vermelde maatregelen, met name van de maatregelen om de belemmeringen voor het vrije verkeer van de betrokken goederen op te heffen.

Rechtsgronden

Richtlijn 66/401/EEG van de Raad van 14 juni 1966 betreffende het in de handel brengen van zaaizaad van groenvoedergewassen (PB 125 van 11.7.1966, blz. 2298/66).

Richtlijn 66/402/EEG van de Raad van 14 juni 1966 betreffende het in de handel brengen van zaaigranen (PB 125 van 11.7.1966, blz. 2309/66).

Richtlijn 68/193/EEG van de Raad van 9 april 1968 betreffende het in de handel brengen van vegetatief teeltmateriaal voor wijnstokken (PB L 93 van 17.4.1968, blz. 15).

Besluit 94/800/EG van de Raad van 22 december 1994 betreffende de sluiting, namens de Europese Gemeenschap voor wat betreft de onder haar bevoegdheid vallende aangelegenheden, van de uit de multilaterale handelsbesprekingen in het kader van de Uruguayronde (1986-1994) voortvloeiende overeenkomsten (PB L 336 van 23.12.1994, blz. 1), met name artikel 5 „Risico-evaluatie en bepaling van het adequate niveau van sanitaire of fytosanitaire bescherming”, van het hoofdstuk „Overeenkomst inzake sanitaire en fytosanitaire maatregelen”.

Richtlijn 1999/105/EG van de Raad van 22 december 1999 betreffende het in de handel brengen van bosbouwkundig teeltmateriaal (PB L 11 van 15.1.2000, blz. 17), met name artikel 11, lid 1.

Richtlijn 2002/53/EG van de Raad van 13 juni 2002 betreffende de gemeenschappelijke rassenlijst van landbouwgewassen (PB L 193 van 20.7.2002, blz. 1), met name artikel 17.

Richtlijn 2002/54/EG van de Raad van 13 juni 2002 betreffende het in de handel brengen van bietenzaad (PB L 193 van 20.7.2002, blz. 12).

Richtlijn 2002/55/EG van de Raad van 13 juni 2002 betreffende het in de handel brengen van groentezaad (PB L 193 van 20.7.2002, blz. 33).

Richtlijn 2002/56/EG van de Raad van 13 juni 2002 betreffende het in de handel brengen van pootaardappelen (PB L 193 van 20.7.2002, blz. 60).

Richtlijn 2002/57/EG van de Raad van 13 juni 2002 betreffende het in de handel brengen van zaaizaad van oliehoudende planten en vezelgewassen (PB L 193 van 20.7.2002, blz. 74).

Richtlijn 2008/72/EG van de Raad van 15 juli 2008 betreffende het in de handel brengen van teeltmateriaal en plantgoed van groentegewassen, met uitzondering van zaad (PB L 205 van 1.8.2008, blz. 28).

Verordening (EG) nr. 1332/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 inzake voedingsenzymen en tot wijziging van Richtlijn 83/417/EEG van de Raad, Verordening (EG) nr. 1493/1999 van de Raad, Richtlijn 2000/13/EG, Richtlijn 2001/112/EG van de Raad en Verordening (EG) nr. 258/97 (PB L 354 van 31.12.2008, blz. 7).

Verordening (EG) nr. 1333/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 inzake levensmiddelenadditieven (PB L 354 van 31.12.2008, blz. 16).

Verordening (EG) nr. 1334/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 inzake aroma’s en bepaalde voedselingrediënten met aromatiserende eigenschappen voor gebruik in of op levensmiddelen en tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 1601/91 van de Raad, Verordening (EG) nr. 2232/96, Verordening (EG) nr. 110/2008 en Richtlijn 2000/13/EG (PB L 354 van 31.12.2008, blz. 34).

Verordening (EU) nr. 652/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 tot vaststelling van bepalingen betreffende het beheer van de uitgaven in verband met de voedselketen, diergezondheid en dierenwelzijn, alsmede in verband met plantgezondheid en teeltmateriaal, tot wijziging van de Richtlijnen 98/56/EG, 2000/29/EG en 2008/90/EG van de Raad, de Verordeningen (EG) nr. 178/2002, (EG) nr. 882/2004 en (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad, Richtlijn 2009/128/EG van het Europees Parlement en de Raad en Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van de Besluiten 66/399/EEG, 76/894/EEG en 2009/470/EG van de Raad (PB L 189 van 27.6.2014, blz. 1).

17 04 04

Fonds voor noodmaatregelen in verband met dier- en plantgezondheid

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

19 000 000

18 000 000

10 400 000

6 087 792

12 662 896,08

1 911 896,08

Toelichting

Het uitbreken van bepaalde dierziekten in de Unie kan mogelijk een grote invloed hebben op de werking van de interne markt en de handelsbetrekkingen tussen de Unie en derde landen. Daarom is het belangrijk dat de Unie een financiële bijdrage levert aan een zo snel mogelijke uitroeiing van elke haard van ernstige, besmettelijke ziekten in de lidstaten door die ziekten met middelen van de Unie te bestrijden.

Dit krediet dient ter dekking van curatieve acties ter bestrijding van plagen en ziekten die een bedreiging vormen voor land- en tuinbouwgewassen, bossen en landschappen, zoals de verspreiding van invasieve uitheemse soorten en ziekten (zoals het dennenaaltje), die steeds vaker en op grotere schaal voorkomen.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 652/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 tot vaststelling van bepalingen betreffende het beheer van de uitgaven in verband met de voedselketen, diergezondheid en dierenwelzijn, alsmede in verband met plantgezondheid en teeltmateriaal, tot wijziging van de Richtlijnen 98/56/EG, 2000/29/EG en 2008/90/EG van de Raad, de Verordeningen (EG) nr. 178/2002, (EG) nr. 882/2004 en (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad, Richtlijn 2009/128/EG van het Europees Parlement en de Raad en Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van de Besluiten 66/399/EEG, 76/894/EEG en 2009/470/EG van de Raad (PB L 189 van 27.6.2014, blz. 1).

17 04 07

Europees Agentschap voor chemische stoffen — Activiteiten in verband met de biocidenwetgeving

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

3 319 628

3 319 628

5 474 125

5 474 125

6 460 819,59

6 460 819,59

Toelichting

Oude post 07 02 05 01

Dit krediet dient ter dekking van de administratieve, de beleids- en de personeelsuitgaven van het Agentschap voor de activiteiten die verband houden met de tenuitvoerlegging van de biocidenwetgeving.

Het Agentschap moet het Europees Parlement en de Raad in kennis stellen van elke overschrijving van kredieten tussen administratieve en beleidsuitgaven.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

De personeelsformatie van het Europees Agentschap voor chemische stoffen is opgenomen in de bijlage „Personeel” bij deze afdeling.

De bijdrage van de Unie bedraagt voor 2016 in totaal 3 650 000 EUR. Een bedrag van 330 372 EUR afkomstig van de terugvordering van overschotten is toegevoegd aan het in de begroting opgevoerde bedrag van 3 319 628EUR.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 334/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 528/2012 betreffende het op de markt aanbieden en het gebruik van biociden met betrekking tot bepaalde voorwaarden voor de toegang tot de markt (PB L 103 van 5.4.2014, blz. 22).

17 04 10

Bijdragen aan internationale overeenkomsten en lidmaatschap van internationale organisaties op het gebied van voedselveiligheid, diergezondheid, dierenwelzijn en plantgezondheid

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

290 000

290 000

276 000

248 043

218 782,12

218 782,12

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de bijdrage van de Unie aan de Internationale Unie tot bescherming van kweekproducten (UPOV) die is ingesteld bij het Internationaal Verdrag tot bescherming van kweekproducten, herzien op 19 maart 1991, dat voorziet in een exclusief eigendomsrecht voor kwekers van kweekproducten.

Rechtsgronden

Besluit 2005/523/EG van de Raad van 30 mei 2005 tot goedkeuring van de toetreding van de Europese Gemeenschap tot het Internationaal Verdrag tot bescherming van kweekproducten, zoals herzien te Genève op 19 maart 1991 (PB L 192 van 22.7.2005, blz. 63).

17 04 51

Voltooiing van eerdere maatregelen op het gebied van veiligheid van levensmiddelen en diervoeders, diergezondheid, dierenwelzijn en plantgezondheid

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

15 000 000

p.m.

28 763 376

0,—

195 859 917,74

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van eerder vastgelegde uitgaven op het gebied van de veiligheid van levensmiddelen en diervoeders, diergezondheid, dierenwelzijn en plantgezondheid.

Rechtsgronden

Richtlijn 66/401/EEG van de Raad van 14 juni 1966 betreffende het in de handel brengen van zaaizaad van groenvoedergewassen (PB 125 van 11.7.1966, blz. 2298/66).

Richtlijn 66/402/EEG van de Raad van 14 juni 1966 betreffende het in de handel brengen van zaaigranen (PB 125 van 11.7.1966, blz. 2309/66).

Richtlijn 68/193/EEG van de Raad van 9 april 1968 betreffende het in de handel brengen van vegetatief teeltmateriaal voor wijnstokken (PB L 93 van 17.4.1968, blz. 15).

Besluit 94/800/EG van de Raad van 22 december 1994 betreffende de sluiting, namens de Europese Gemeenschap voor wat betreft de onder haar bevoegdheid vallende aangelegenheden, van de uit de multilaterale handelsbesprekingen in het kader van de Uruguayronde (1986-1994) voortvloeiende overeenkomsten (PB L 336 van 23.12.1994, blz. 1), met name artikel 5 („Risico-evaluatie en bepaling van het adequate niveau van sanitaire of fytosanitaire bescherming”), van het hoofdstuk „Overeenkomst inzake sanitaire en fytosanitaire maatregelen”.

Richtlijn 98/56/EG van de Raad van 20 juli 1998 betreffende het in de handel brengen van teeltmateriaal van siergewassen (PB L 226 van 13.8.1998, blz. 16).

Richtlijn 1999/105/EG van de Raad van 22 december 1999 betreffende het in de handel brengen van bosbouwkundig teeltmateriaal (PB L 11 van 15.1.2000, blz. 17), met name artikel 11, lid 1.

Richtlijn 2000/29/EG van de Raad van 8 mei 2000 betreffende de beschermende maatregelen tegen het binnenbrengen en de verspreiding in de Gemeenschap van voor planten en voor plantaardige producten schadelijke organismen (PB L 169 van 10.7.2000, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangelegenheden (PB L 31 van 1.2.2002, blz. 1), met name artikel 50.

Richtlijn 2002/53/EG van de Raad van 13 juni 2002 betreffende de gemeenschappelijke rassenlijst van landbouwgewassen (PB L 193 van 20.7.2002, blz. 1), met name artikel 17.

Richtlijn 2002/54/EG van de Raad van 13 juni 2002 betreffende het in de handel brengen van bietenzaad (PB L 193 van 20.7.2002, blz. 12).

Richtlijn 2002/55/EG van de Raad van 13 juni 2002 betreffende het in de handel brengen van groentezaad (PB L 193 van 20.7.2002, blz. 33).

Richtlijn 2002/56/EG van de Raad van 13 juni 2002 betreffende het in de handel brengen van pootaardappelen (PB L 193 van 20.7.2002, blz. 60).

Richtlijn 2002/57/EG van de Raad van 13 juni 2002 betreffende het in de handel brengen van zaaizaad van oliehoudende planten en vezelgewassen (PB L 193 van 20.7.2002, blz. 74).

Verordening (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake officiële controles op de naleving van de wetgeving inzake diervoeders en levensmiddelen en de voorschriften inzake diergezondheid en dierenwelzijn (PB L 165 van 30.4.2004, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad van 23 februari 2005 tot vaststelling van maximumgehalten aan bestrijdingsmiddelenresiduen in of op levensmiddelen en diervoeders van plantaardige en dierlijke oorsprong (PB L 70 van 16.3.2005, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 247/2006 van de Raad van 30 januari 2006 houdende specifieke maatregelen op landbouwgebied ten behoeve van de ultraperifere gebieden van de Unie (PB L 42 van 14.2.2006, blz. 1).

Richtlijn 2008/72/EG van de Raad van 15 juli 2008 betreffende het in de handel brengen van teeltmateriaal en plantgoed van groentegewassen, met uitzondering van zaad (PB L 205 van 1.8.2008, blz. 28).

Richtlijn 2008/90/EG van de Raad van 29 september 2008 betreffende het in de handel brengen van teeltmateriaal van fruitgewassen, alsmede van fruitgewassen die voor de fruitteelt worden gebruikt (PB L 267 van 28.10.2008, blz. 8).

Verordening (EG) nr. 1332/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 inzake voedingsenzymen en tot wijziging van Richtlijn 83/417/EEG van de Raad, Verordening (EG) nr. 1493/1999 van de Raad, Richtlijn 2000/13/EG, Richtlijn 2001/112/EG van de Raad en Verordening (EG) nr. 258/97 (PB L 354 van 31.12.2008, blz. 7).

Verordening (EG) nr. 1333/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 inzake levensmiddelenadditieven (PB L 354 van 31.12.2008, blz. 16).

Verordening (EG) nr. 1334/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 inzake aroma’s en bepaalde voedselingrediënten met aromatiserende eigenschappen voor gebruik in of op levensmiddelen en tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 1601/91 van de Raad, Verordening (EG) nr. 2232/96, Verordening (EG) nr. 110/2008 en Richtlijn 2000/13/EG (PB L 354 van 31.12.2008, blz. 34).

Beschikking 2009/470/EG van de Raad van 25 mei 2009 betreffende bepaalde uitgaven op veterinair gebied (PB L 155 van 18.6.2009, blz. 30).

17 04 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

17 04 77 01

Proefproject — Gecoördineerd Europees netwerk voor dierenwelzijn

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

159 032,57

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

17 04 77 02

Voorbereidende actie — Controleposten (rustplaatsen) voor het vervoer van dieren

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

1 022 958,47

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

17 04 77 03

Proefproject — De ontwikkeling van beste praktijken in het dierenvervoer

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

300 000

p.m.

300 000

1 000 000,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

17 04 77 04

Proefproject — Netwerk van Europese kaasboerderijen en ambachtelijke kaasmakerijen — Ontwerp van een „Europese gids met goede praktijken op het gebied van hygiëne”

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

150 000

p.m.

100 000

250 000,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

TITEL 18

MIGRATIE EN BINNENLANDSE ZAKEN

Algemene samenvatting van de kredieten (2016 en 2015) en van de uitvoering (2014)

 

Titel

Hoofdstuk

Rubriek

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

18 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „MIGRATIE EN BINNENLANDSE ZAKEN”

52 847 598

52 847 598

43 795 905

43 795 905

42 083 275,97

42 083 275,97

18 02

INTERNE VEILIGHEID

1 089 208 867

849 121 556

870 899 920

595 021 311

410 155 929,80

539 355 732,37

18 03

ASIEL EN MIGRATIE

1 906 730 094

1 147 110 600

636 906 927

396 821 568

63 146 521,62

199 577 673,59

18 04

BEVORDERING VAN EUROPEES BURGERSCHAP

22 977 000

21 450 000

21 894 000

15 971 440

23 393 356,95

24 024 183,75

18 05

HORIZON 2020 — ONDERZOEK MET BETREKKING TOT VEILIGHEID

136 092 171

235 589 343

145 735 857

133 067 766

152 294 410,19

266 859 166,39

18 06

ANTIDRUGSBELEID

17 236 000

17 324 000

17 643 000

17 543 447

17 826 149,06

17 057 569,48

 

Titel 18 — Totaal

3 225 091 730

2 323 443 097

1 736 875 609

1 202 221 437

708 899 643,59

1 088 957 601,55

HOOFDSTUK 18 01 —   ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „MIGRATIE EN BINNENLANDSE ZAKEN”

De artikelen 1, 2, 3 en 5 zijn in detail weergegeven in hoofdstuk XX 01

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

% 2014-2016

18 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „MIGRATIE EN BINNENLANDSE ZAKEN”

18 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen voor het beleidsterrein „Migratie en binnenlandse zaken”

5,2

35 334 794

29 096 562

28 711 381,51

81,26

18 01 02

Extern personeel en andere beheersuitgaven ter ondersteuning van het beleidsterrein „Migratie en binnenlandse zaken”

18 01 02 01

Extern personeel

5,2

2 352 155

1 599 902

1 945 651,83

82,72

18 01 02 11

Overige beheersuitgaven

5,2

2 502 512

1 573 838

1 513 912,10

60,50

 

Artikel 18 01 02 — Subtotaal

 

4 854 667

3 173 740

3 459 563,93

71,26

18 01 03

Uitgaven in verband met apparatuur en diensten voor informatie- en communicatietechnologie op het beleidsterrein „Migratie en binnenlandse zaken”

5,2

2 255 104

1 847 225

2 076 586,98

92,08

18 01 04

Ondersteunende uitgaven voor maatregelen en programma’s op het beleidsterrein „Migratie en binnenlandse zaken”

18 01 04 01

Ondersteunende uitgaven voor het Fonds voor interne veiligheid

3

2 325 000

2 150 000

1 080 764,29

46,48

18 01 04 02

Ondersteunende uitgaven voor het Fonds voor asiel, migratie en integratie

3

2 325 000

2 150 000

1 164 786,22

50,10

18 01 04 03

Ondersteunende uitgaven voor het programma „Europa voor de burger”

3

160 000

153 000

215 323,64

134,58

18 01 04 04

Uitgaven voor ondersteuning voor het programma „Justitie” — Drugsbestrijding

3

100 000

74 920

53 881,72

53,88

 

Artikel 18 01 04 — Subtotaal

 

4 910 000

4 527 920

2 514 755,87

51,22

18 01 05

Ondersteunende uitgaven voor onderzoeks- en innovatieprogramma's op het beleidsterrein „Migratie en binnenlandse zaken”

18 01 05 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen die de onderzoeks- en innovatieprogramma's in het kader van Horizon 2020 uitvoeren

1,1

2 229 533

1 902 336

1 836 824,41

82,39

18 01 05 02

Extern personeel dat belast is met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020

1,1

576 000

570 122

630 704,02

109,50

18 01 05 03

Overige beheersuitgaven voor onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020

1,1

484 500

475 000

662 459,25

136,73

 

Artikel 18 01 05 — Subtotaal

 

3 290 033

2 947 458

3 129 987,68

95,14

18 01 06

Uitvoerende agentschappen

18 01 06 01

Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur — Bijdrage van het programma „Europa voor de burger”

3

2 203 000

2 203 000

2 191 000,—

99,46

 

Artikel 18 01 06 — Subtotaal

 

2 203 000

2 203 000

2 191 000,—

99,46

 

Hoofdstuk 18 01 — Totaal

 

52 847 598

43 795 905

42 083 275,97

79,63

18 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen voor het beleidsterrein „Migratie en binnenlandse zaken”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

35 334 794

29 096 562

28 711 381,51

18 01 02

Extern personeel en andere beheersuitgaven ter ondersteuning van het beleidsterrein „Migratie en binnenlandse zaken”

18 01 02 01

Extern personeel

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

2 352 155

1 599 902

1 945 651,83

18 01 02 11

Overige beheersuitgaven

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

2 502 512

1 573 838

1 513 912,10

Toelichting

Een deel van dit krediet dient ter waarborging van afdoende steun voor de Groep artikel 29.

Een deel van dit krediet is bestemd voor opleidingen voor personeelsleden ter bestrijding van discriminatie.

18 01 03

Uitgaven in verband met apparatuur en diensten voor informatie- en communicatietechnologie op het beleidsterrein „Migratie en binnenlandse zaken”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

2 255 104

1 847 225

2 076 586,98

18 01 04

Ondersteunende uitgaven voor maatregelen en programma’s op het beleidsterrein „Migratie en binnenlandse zaken”

18 01 04 01

Ondersteunende uitgaven voor het Fonds voor interne veiligheid

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

2 325 000

2 150 000

1 080 764,29

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uit het Fonds voor interne veiligheid gefinancierde technische bijstand zoals bedoeld in artikel 9 van Verordening (EU) nr. 513/2014 en artikel 16 van Verordening (EU) nr. 515/2014. Dit krediet kan uitgaven dekken voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de doelstelling van het programma of maatregelen die onder deze post vallen, en alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand waarbij geen sprake is van overheidstaken, die door de Commissie zijn uitbesteed op basis van ad-hocdienstverleningscontracten.

Dit krediet kan met name worden gebruikt ter financiering van:

 

ondersteunende uitgaven (ondersteuning voor de voorbereiding en beoordeling van projecten, acties in verband met audits, acties die verband houden met opsporing en preventie van fraude, conferenties, studiebijeenkomsten, workshops en andere voorlichtings- en opleidingsactiviteiten over de uitvoering van Verordening (EU) nr. 513/2014, Verordening (EU) nr. 515/2014 en de aanverwante bijzondere verordeningen voor aangewezen instanties en begunstigden, vertalingen);

 

acties om informatie te verspreiden, de totstandkoming van netwerken te ondersteunen, communicatieactiviteiten uit te voeren, te zorgen voor bewustmaking alsook samenwerking en uitwisseling van ervaringen, ook met derde landen, te bevorderen;

 

institutionele communicatie over de politieke prioriteiten van de Unie, voor zover deze verband houden met de algemene doelstellingen van Verordening (EU) nr. 513/2014, Verordening (EU) nr. 515/2014 en de aanverwante bijzondere verordeningen;

 

het opzetten, actualiseren, beheren en koppelen van computersystemen voor beheer, toezicht, audit, controle en evaluatie;

 

het ontwerpen van een gemeenschappelijk kader voor evaluatie en toezicht, alsmede een systeem van indicatoren dat, in voorkomend geval, rekening houdt met nationale indicatoren;

 

evaluaties, met inbegrip van acties om de evaluatiemethoden te verbeteren en uitwisseling van informatie over evaluatiemethoden, ontwerp van een gemeenschappelijk kader voor evaluatie en monitoring, deskundigenverslagen, statistieken en studies;

 

steun voor institutionele versterking en vergroting van de administratieve capaciteit voor een doeltreffend beheer van Verordening (EU) nr. 513/2014, Verordening (EU) nr. 515/2014 en de aanverwante bijzondere verordeningen;

 

maatregelen in verband met analyse, beheer, monitoring, uitwisseling van informatie en uitvoering van Verordening (EU) nr. 513/2014, Verordening (EU) nr. 515/2014 en de aanverwante bijzondere verordeningen, alsook maatregelen in verband met de uitvoering van controlesystemen en technische en administratieve bijstand.

Overeenkomstig de te sluiten Overeenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek IJsland, het Koninkrijk Noorwegen, de Zwitserse Bondsstaat en het Vorstendom Liechtenstein over extra voorschriften in verband met het Buitengrenzenfonds voor de periode 2014-2020 kan de Commissie jaarlijks maximum het in de overeenkomst vast te leggen bedrag van de betalingen die zijn verricht door de geassocieerde staten gebruiken om de administratieve uitgaven te financieren in verband met het interne of externe personeel dat nodig is om de tenuitvoerlegging door de geassocieerde staten van het fonds en die overeenkomst te ondersteunen.

Rechtsgronden

Zie artikel 18 02 01.

Verordening (EU) nr. 513/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 tot vaststelling, als onderdeel van het Fonds voor interne veiligheid, van het instrument voor financiële steun voor politiële samenwerking, voorkoming en bestrijding van criminaliteit, en crisisbeheer en tot intrekking van Besluit nr. 2007/125/JBZ van de Raad (PB L 150 van 20.5.2014, blz. 93).

Verordening (EU) nr. 514/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 tot vaststelling van de algemene bepalingen inzake het Fonds voor asiel, migratie en integratie en inzake het instrument voor financiële steun voor politiële samenwerking, voorkoming en bestrijding van criminaliteit, en crisisbeheersing (PB L 150 van 20.5.2014, blz. 112).

Verordening (EU) nr. 515/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 tot vaststelling, als onderdeel van het Fonds voor interne veiligheid, van het instrument voor financiële steun voor de buitengrenzen en visa en tot intrekking van Beschikking nr. 574/2007/EG (PB L 150 van 20.5.2014, blz. 143).

18 01 04 02

Ondersteunende uitgaven voor het Fonds voor asiel, migratie en integratie

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

2 325 000

2 150 000

1 164 786,22

Toelichting

Dit krediet is bestemd voor de uit het Fonds voor asiel, migratie en integratie gefinancierde maatregelen op het gebied van technische bijstand als bedoeld in artikel 9 van Verordening (EU) nr. 514/2014. Dit krediet kan uitgaven dekken voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de doelstelling van het programma of maatregelen die onder deze post vallen, en alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand waarbij geen sprake is van overheidstaken, die door de Commissie zijn uitbesteed op basis van ad-hocdienstverleningscontracten.

Dit krediet kan met name worden gebruikt ter financiering van:

 

ondersteunende uitgaven (ondersteuning voor de voorbereiding en beoordeling van projecten, acties in verband met audits, acties die verband houden met opsporing en preventie van fraude, conferenties, studiebijeenkomsten, workshops en andere voorlichtings- en opleidingsactiviteiten over de uitvoering van Verordening (EU) nr. 514/2014 en de aanverwante bijzondere verordeningen voor aangewezen instanties en begunstigden, vertalingen);

 

acties om informatie te verspreiden, de totstandkoming van netwerken te ondersteunen, communicatieactiviteiten uit te voeren, te zorgen voor bewustmaking alsook samenwerking en uitwisseling van ervaringen, ook met derde landen, te bevorderen;

 

institutionele communicatie over de politieke prioriteiten van de Europese Unie, voor zover deze verband houden met de algemene doelstellingen van Verordening (EU) nr. 514/2014 en de aanverwante bijzondere verordeningen;

 

het opzetten, actualiseren, beheren en koppelen van computersystemen voor beheer, toezicht, audit, controle en evaluatie;

 

het ontwerpen van een gemeenschappelijk kader voor evaluatie en toezicht, alsmede een systeem van indicatoren dat, in voorkomend geval, rekening houdt met nationale indicatoren;

 

evaluaties, met inbegrip van acties om de evaluatiemethoden te verbeteren en uitwisseling van informatie over evaluatiemethoden, ontwerp van een gemeenschappelijk kader voor evaluatie en monitoring, deskundigenverslagen, statistieken en studies;

 

steun voor institutionele versterking en vergroting van de administratieve capaciteit voor een doeltreffend beheer van Verordening (EU) nr. 514/2014 en de aanverwante bijzondere verordeningen;

 

maatregelen in verband met analyse, beheer, monitoring, uitwisseling van informatie en uitvoering van Verordening (EU) nr. 514/2014 en de aanverwante bijzondere verordeningen, alsook maatregelen in verband met de uitvoering van controlesystemen en technische en administratieve bijstand.

Rechtsgronden

Zie artikel 18 03 01.

Verordening (EU) nr. 514/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 tot vaststelling van de algemene bepalingen inzake het Fonds voor asiel, migratie en integratie en inzake het instrument voor financiële steun voor politiële samenwerking, voorkoming en bestrijding van criminaliteit, en crisisbeheersing (PB L 150 van 20.5.2014, blz. 112).

Verordening (EU) nr. 516/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 tot oprichting van het Fonds voor asiel, migratie en integratie, tot wijziging van Beschikking 2008/381/EG van de Raad en tot intrekking van Beschikkingen nr. 573/2007/EG en nr. 575/2007/EG van het Europees Parlement en de Raad en Beschikking 2007/435/EG van de Raad (PB L 150 van 20.5.2014, blz. 168).

18 01 04 03

Ondersteunende uitgaven voor het programma „Europa voor de burger”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

160 000

153 000

215 323,64

Toelichting

Oude post 16 01 04 01

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de doelstelling van het programma of de in het kader van deze post genomen maatregelen en alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand waarbij geen sprake is van overheidstaken die door de Commissie is uitbesteed op basis van ad-hocdienstverleningscontracten.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan programma's van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Zie artikel 16 02 01.

18 01 04 04

Uitgaven voor ondersteuning voor het programma „Justitie” — Drugsbestrijding

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

100 000

74 920

53 881,72

Toelichting

Oude post 33 01 04 02 (ten dele)

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor voorbereidende, monitoring-, controle-, audit- en evaluatieactiviteiten die nodig zijn voor het beheer van de drugsbestrijdingsactiviteiten in het kader van het programma „Justitie” („het programma”) en de verwezenlijking van de doelstellingen daarvan. Deze activiteiten omvatten met name studies, bijeenkomsten van deskundigen, voorlichtings- en communicatiecampagnes, waaronder corporate communicatie over de politieke prioriteiten van de Unie voor zover deze verband houden met de algemene doelstellingen van dit programma, activiteiten in verband met IT-netwerken voor de verwerking en de uitwisseling van informatie, en alle andere kosten voor technische en administratieve bijstand die de Commissie verleent voor het beheer van het programma.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 daarvan en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de EVA-staten, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van toetredingslanden, kandidaat-lidstaten en potentiële kandidaten voor deelname aan Unieprogramma’s, die op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten zijn geboekt, kunnen aanleiding geven tot het opvoeren van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Zie hoofdstuk 18 06.

18 01 05

Ondersteunende uitgaven voor onderzoeks- en innovatieprogramma's op het beleidsterrein „Migratie en binnenlandse zaken”

18 01 05 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen die de onderzoeks- en innovatieprogramma's in het kader van Horizon 2020 uitvoeren

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

2 229 533

1 902 336

1 836 824,41

Toelichting

Oude post 02 01 05 01 (ten dele)

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen die onderzoeks- en innovatieprogramma's in het kader van Horizon 2020 uitvoeren, op posten die deel uitmaken van de goedgekeurde personeelsformaties die betrokken zijn bij werkzaamheden onder contract in het kader van de niet-nucleaire programma's, met inbegrip van ambtenaren en tijdelijke functionarissen die zijn gedetacheerd naar delegaties van de Unie.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de EVA-staten, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Zie hoofdstuk 18 05.

18 01 05 02

Extern personeel dat belast is met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

576 000

570 122

630 704,02

Toelichting

Oude post 02 01 05 02 (ten dele)

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven voor extern personeel dat belast is met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020 in de vorm van werkzaamheden onder contract in het kader van de niet-nucleaire programma’s, met inbegrip van extern personeel dat naar delegaties van de Unie is gedetacheerd.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Zie hoofdstuk 18 05.

18 01 05 03

Overige beheersuitgaven voor onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

484 500

475 000

662 459,25

Toelichting

Oude post 02 01 05 03 (ten dele)

Dit krediet dient ter dekking van andere administratieve uitgaven voor alle beheer van onderzoeks- en innovatieprogramma's — Horizon 2020 in de vorm van werkzaamheden onder contract in het kader van de niet-nucleaire programma’s, met inbegrip van andere administratieve uitgaven voor personeel dat naar delegaties van de Unie is gedetacheerd.

Dit krediet dient eveneens ter dekking van de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de doelstelling van het programma of de maatregelen die onder deze post vallen, en van alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand waarbij geen sprake is van overheidstaken die door de Commissie zijn uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc.

Het dient tevens ter dekking van uitgaven voor technische en administratieve bijstand in verband met beschrijving, voorbereiding, management, monitoring, audit en supervisie van het programma of van projecten, zoals uitgaven voor conferenties, workshops, seminars, ontwikkeling en onderhoud van IT-systemen, dienstreizen, opleidingen en vertegenwoordigingen.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de EVA-staten, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Zie hoofdstuk 18 05.

18 01 06

Uitvoerende agentschappen

18 01 06 01

Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur — Bijdrage van het programma „Europa voor de burger”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

2 203 000

2 203 000

2 191 000,—

Toelichting

Oude post 16 01 06 01

Dit krediet dient ter dekking van de huishoudelijke uitgaven van het Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur die voortvloeien uit de deelname van het Agentschap aan de voltooiing van het beheer van het programma „Europa voor de burger” onder rubriek 3b van het meerjarig financieel kader 2007-2013, alsook de deelname van het Agentschap aan het beheer van het programma „Europa voor de burger” onder rubriek 3 van het meerjarig financieel kader 2014-2020.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan programma's van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

De personeelsformatie van het Agentschap is opgenomen in de bijlage „Personeel” bij deze afdeling.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 58/2003 van de Raad van 19 december 2002 tot vaststelling van het statuut van de uitvoerende agentschappen waaraan bepaalde taken voor het beheer van communautaire programma's worden gedelegeerd (PB L 11 van 16.1.2003, blz. 1).

Besluit 2004/100/EG van de Raad van 26 januari 2004 tot instelling van een communautair actieprogramma ter bevordering van actief Europees burgerschap („civic participation”) (PB L 30 van 4.2.2004, blz. 6).

Besluit nr. 1904/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 tot vaststelling voor de periode 2007-2013 van het programma „Europa voor de burger” ter bevordering van een actief Europees burgerschap (PB L 378 van 27.12.2006, blz. 32).

Verordening (EU) nr. 390/2014 van de Raad van 14 april 2014 tot vaststelling van het programma „Europa voor de burger” voor de periode 2014-2020 (PB L 115 van 17.4.2014, blz. 3), met name artikel 2.

Referentiebesluiten

Besluit 2009/336/EG van de Commissie van 20 april 2009 tot oprichting van het Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur voor het beheer van de communautaire maatregelen op het gebied van onderwijs, audiovisuele media en cultuur, overeenkomstig Verordening (EG) nr. 58/2003 van de Raad (PB L 101 van 21.4.2009, blz. 26).

Uitvoeringsbesluit 2013/776/EU van de Commissie van 18 december 2013 tot oprichting van het Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur en tot intrekking van Besluit 2009/336/EG (PB L 343 van 19.12.2013, blz. 46).

Besluit C(2013) 9189 van de Commissie van 18 december 2013 waarbij bevoegdheden aan het Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur worden gedelegeerd met het oog op het verrichten van taken in verband met de tenuitvoerlegging van EU-programma's op het gebied van onderwijs, audiovisuele media en cultuur, met name wat betreft de besteding van de in de algemene begroting van de Unie en het EOF opgenomen kredieten

HOOFDSTUK 18 02 —   INTERNE VEILIGHEID

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

% Betalingen 2014-2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

18 02

INTERNE VEILIGHEID

18 02 01

Fonds voor interne veiligheid

18 02 01 01

Steun voor grensbeheer en een gemeenschappelijk visumbeleid om legitiem reizen te vergemakkelijken

3

487 653 803

214 436 438

383 148 896

123 964 370

15 713 194,—

2 770,87

0,00

18 02 01 02

Voorkoming en bestrijding van grensoverschrijdende georganiseerde misdaad en betere beheersing van veiligheidsgerelateerde risico’s en crises

3

157 555 064

80 737 456

175 531 924

75 079 122

49 458 347,37

494 044,64

0,61

18 02 01 03

Opzetten van nieuwe IT-systemen ter ondersteuning van de beheersing van de migratiestromen over de buitengrenzen van de Unie

3

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

 
 

Artikel 18 02 01 — Subtotaal

 

645 208 867

295 173 894

558 680 820

199 043 492

65 171 541,37

496 815,51

0,17

18 02 02

Schengenfaciliteit voor Kroatië

3

p.m.

p.m.

p.m.

80 000 000,—

80 000 000,—

 

18 02 03

Europees Agentschap voor het beheer van de operationele samenwerking aan de buitengrenzen van de lidstaten van de Europese Unie (Frontex)

3

238 686 000

238 686 000

120 291 000

126 571 000

86 810 000,—

79 500 000,—

33,31

18 02 04

Europese Politiedienst (Europol)

3

97 660 000

97 660 000

92 598 000

92 598 000

84 249 589,—

84 249 589,—

86,27

18 02 05

Europese Politieacademie (Cepol)

3

8 411 000

8 411 000

7 678 000

7 678 000

8 575 858,50

8 575 854,50

101,96

18 02 07

Europees Agentschap voor het operationeel beheer van grootschalige IT-systemen op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht („eu-LISA”)

3

80 022 000

80 022 000

72 809 100

72 809 100

59 380 000,—

42 567 331,93

53,19

18 02 08

Schengeninformatiesysteem (SIS II)

3

9 610 500

13 398 000

9 421 500

9 412 273

11 395 269,61

6 311 810,72

47,11

18 02 09

Visuminformatiesysteem (VIS)

3

9 610 500

16 285 000

9 421 500

12 553 358

11 352 544,04

25 193 785,64

154,71

18 02 51

Voltooiing van operaties en programma's op het gebied van de buitengrenzen, veiligheid en bescherming van de vrijheden

3

p.m.

99 485 662

p.m.

73 483 714

3 221 127,28

212 460 545,07

213,56

18 02 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

18 02 77 01

Proefproject — Voltooiing terrorismebestrijding

3

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

 

18 02 77 02

Proefproject — Nieuwe geïntegreerde mechanismen voor samenwerking tussen publieke en private actoren voor het vaststellen van risico's van sportweddenschappen

3

p.m.

p.m.

p.m.

872 374

0,—

0,—

 
 

Artikel 18 02 77 — Subtotaal

 

p.m.

p.m.

p.m.

872 374

0,—

0,—

 
 

Hoofdstuk 18 02 — Totaal

 

1 089 208 867

849 121 556

870 899 920

595 021 311

410 155 929,80

539 355 732,37

63,52

18 02 01

Fonds voor interne veiligheid

18 02 01 01

Steun voor grensbeheer en een gemeenschappelijk visumbeleid om legitiem reizen te vergemakkelijken

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

487 653 803

214 436 438

383 148 896

123 964 370

15 713 194,—

2 770,87

Toelichting

Het Fonds voor interne veiligheid draagt bij tot de verwezenlijking van de volgende specifieke doelstellingen:

 

het ondersteunen van een gemeenschappelijk visumbeleid om legaal reizen te vergemakkelijken, het zorgen voor een kwalitatief hoogstaande dienstverlening aan visumaanvragers, het garanderen dat onderdanen van derde landen gelijk worden behandeld en het tegengaan van illegale migratie;

 

het ondersteunen van geïntegreerd grensbeheer, met inbegrip van de bevordering van verdere harmonisatie van maatregelen betreffende het grensbeheer overeenkomstig de gemeenschappelijke normen van de Unie en door middel van het delen van informatie tussen de lidstaten onderling en tussen de lidstaten en Frontex, om ervoor te zorgen dat enerzijds de buitengrenzen in hoge mate en op uniforme wijze worden gecontroleerd en beschermd, onder meer door het tegengaan van illegale immigratie, en anderzijds de overschrijding van de buitengrenzen vlot verloopt overeenkomstig het Schengenacquis, waarbij wordt gewaarborgd dat personen die internationale bescherming behoeven, deze krijgen, in overeenstemming met de verplichtingen van de lidstaten op het gebied van mensenrechten, met inbegrip van het beginsel van niet-uitzetting en met de nodige aandacht voor de specifieke kenmerken van de personen in kwestie en voor het genderperspectief.

Dit krediet is bestemd voor uitgaven met betrekking tot maatregelen in of van de lidstaten, en met name het volgende:

 

infrastructuur, gebouwen en systemen voor grensdoorlaatposten en voor toezicht tussen de grensdoorlaatposten om onrechtmatige grensoverschrijdingen, illegale migratie en grensoverschrijdende criminaliteit te voorkomen en aan te pakken alsook om reizigersstromen soepel te laten verlopen;

 

uitrusting, transportmiddelen en communicatiesystemen die nodig zijn voor een doeltreffende en veilige grenscontrole en het opsporen van personen;

 

IT- en communicatiesystemen voor het doeltreffend beheren van migratiestromen over de grenzen, met inbegrip van investeringen in bestaande en toekomstige systemen;

 

infrastructuur, gebouwen, communicatie- en IT-systemen en uitrusting voor het verwerken van visumaanvragen en consulaire samenwerking, evenals andere acties gericht op het verbeteren van de kwaliteit van de dienstverlening aan de visumaanvragers;

 

opleiding inzake het gebruik van die uitrusting en die systemen en de bevordering van normen voor kwaliteitsbeheer en opleiding van grenswachters, indien nodig ook in derde landen, met betrekking tot de uitvoering van hun toezichthoudende, adviserende en controletaken met betrekking tot het internationaal recht inzake de mensenrechten, met inachtneming van een gendergevoelige benadering en met inbegrip van de identificatie van slachtoffers van mensenhandel en mensensmokkel;

 

detachering van verbindingsfunctionarissen voor immigratie en dossieradviseurs naar derde landen en de uitwisseling en detachering van grenswachters tussen lidstaten of tussen lidstaten en een derde land;

 

studies, opleiding, proefprojecten en andere acties die bijdragen tot de geleidelijke totstandkoming van een geïntegreerd systeem voor het beheer van de buitengrenzen als bedoeld in artikel 3, lid 3, van Verordening (EU) nr. 515/2014, met inbegrip van acties die erop zijn gericht de samenwerking van instanties binnen een lidstaat of van verschillende lidstaten te bevorderen, en acties in verband met de interoperabiliteit en harmonisatie van grensbeheersystemen;

 

studies, proefprojecten en acties met het oog op de uitvoering van de aanbevelingen, operationele normen en beste praktijken die voortvloeien uit de operationele samenwerking tussen de lidstaten en de agentschappen van de Unie.

Dit krediet is tevens bestemd voor uitgaven met betrekking tot maatregelen betreffende of in derde landen, en met name het volgende:

 

informatiesystemen, middelen of uitrusting voor het uitwisselen van informatie tussen de lidstaten en derde landen;

 

acties met betrekking tot operationele samenwerking tussen de lidstaten en derde landen, met inbegrip van gezamenlijke operaties;

 

projecten in derde landen die gericht zijn op het verbeteren van bewakingssystemen om de samenwerking met Eurosur te waarborgen;

 

studies, seminars, workshops, conferenties, opleiding, uitrusting en proefprojecten voor het verstrekken van concrete technische en operationele expertise aan derde landen;

 

studies, seminars, workshops, conferenties, opleiding, uitrusting en proefprojecten voor de uitvoering van specifieke aanbevelingen, operationele normen en beste praktijken, die voortvloeien uit de operationele samenwerking tussen de lidstaten en de agentschappen van de Unie in derde landen.

Dit krediet dient tevens ter dekking van gederfde leges uit transitvisa en aanvullende kosten die voortvloeien uit de toepassing van de regeling betreffende het doorreisfaciliteringsdocument (FTD) en het doorreisfaciliteringsdocument voor treinreizigers (FRTD) overeenkomstig Verordening (EG) nr. 693/2003 van de Raad van 14 april 2003 tot invoering van een specifiek doorreisfaciliteringsdocument (FTD) en een doorreisfaciliteringsdocument voor treinreizigers (FRTD) en tot wijziging van de Gemeenschappelijke Visuminstructie en het Gemeenschappelijk Handboek (PB L 99 van 17.4.2003, blz. 8) en Verordening (EG) nr. 694/2003 van de Raad van 14 april 2003 betreffende uniforme modellen voor een doorreisfaciliteringsdocument (FTD) en een doorreisfaciliteringsdocument voor treinreizigers (FRTD) in de zin van Verordening (EG) nr. 693/2003 (PB L 99 van 17.4.2003, blz. 15).

Op initiatief van de Commissie kan het krediet ook worden gebruikt voor de financiering van transnationale acties of acties die van bijzonder belang zijn voor de Unie. Om voor financiering in aanmerking te komen, moeten die acties met name strekken tot:

 

facilitering van voorbereidende, toezicht-, administratieve en technische activiteiten die vereist zijn voor de uitvoering van het buitengrenzen- en visumbeleid, onder meer ter versterking van de governance van de Schengenruimte door ontwikkeling en tenuitvoerlegging van het evaluatiemechanisme dat is ingesteld bij Verordening (EU) nr. 1053/2013 van de Raad van 7 oktober 2013 betreffende de instelling van een evaluatiemechanisme voor de controle van en het toezicht op de toepassing van het Schengenacquis en houdende intrekking van het besluit van 16 september 1998 tot oprichting van de Permanente Schengenbeoordelings- en toepassingscommissie (PB L 295 van 6.11.2013, blz. 27), voor de controle van de toepassing van het Schengenacquis en de Schengengrenscode, met name dienstreisuitgaven voor deskundigen van de Commissie en de lidstaten die deelnemen aan bezoeken ter plaatse;

 

verbetering van de kennis van en het inzicht in de situatie in de lidstaten en derde landen door middel van analyse en evaluatie van en nauwlettend toezicht op het beleid;

 

ondersteuning van de ontwikkeling van statistische hulpmiddelen, waaronder gemeenschappelijke statistische hulpmiddelen, en methoden en gemeenschappelijke indicatoren, met naar gender uitgesplitste gegevens;

 

ondersteuning van en toezicht op de uitvoering van het recht en de beleidsdoelstellingen van de Unie in de lidstaten en beoordeling van de doeltreffendheid en de gevolgen daarvan, mede met betrekking tot de naleving van de mensenrechten en de fundamentele vrijheden, voor wat betreft het toepassingsgebied van dit instrument;

 

bevordering van netwerken en wederzijdse leerprocessen, en vaststelling en verspreiding van beste praktijken en innovatieve benaderingen onder verschillende belanghebbenden op Europees niveau;

 

bevordering van projecten die zijn gericht op harmonisering en interoperabiliteit van maatregelen in verband met grensbeheer overeenkomstig de gemeenschappelijke normen van de Unie met het oog op de ontwikkeling van een geïntegreerd Europees systeem van het beheer van de grenzen;

 

vergroting van de bekendheid van het beleid en de doelstellingen van de Unie bij de belanghebbenden en het algemene publiek, met inbegrip van institutionele communicatie over de politieke prioriteiten van de Unie;

 

vergroting van de capaciteit van Europese netwerken om het beleid en de doelstellingen van de Unie te beoordelen, te bevorderen, te ondersteunen en verder te ontwikkelen;

 

ondersteuning van bijzonder innovatieve projecten waarbij nieuwe methoden en/of technologieën worden ontwikkeld die ook toepasbaar kunnen zijn in andere lidstaten, in het bijzonder projecten voor het testen en valideren van onderzoeksprojecten;

 

ondersteuning van acties in of met betrekking tot derde landen, zoals bedoeld in artikel 4, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1053/2013;

 

uitvoering van bewustmakings-, informatie-, en communicatieactiviteiten met betrekking tot het beleid, de prioriteiten en de resultaten op Unieniveau op het gebied van binnenlandse zaken.

Dit krediet dient tevens ter dekking van financiële bijstand voor dringende en specifieke behoeften die zich voordoen in een noodsituatie, dat wil zeggen een situatie van dringende en uitzonderlijke druk waarbij een groot of onevenredig aantal onderdanen van derde landen de buitengrens van een of meer lidstaten oversteken of verwacht worden over te steken.

Dit krediet dient ter vergoeding van de kosten die de deskundigen van de Commissie en de lidstaten maken voor de evaluaties ter plaatse (reis- en verblijfskosten) ter controle van de toepassing van het Schengenacquis. Bij deze kosten komen nog de kosten van benodigdheden en materieel die nodig zijn voor de evaluaties ter plaatse en voor de voorbereiding en de follow-up daarvan.

Ontvangsten uit de bijdragen van IJsland, Noorwegen, Zwitserland en Liechtenstein die zijn opgenomen in post 6 3 1 3 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1053/2013 van de Raad van 7 oktober 2013 betreffende de instelling van een evaluatiemechanisme voor de controle van en het toezicht op de toepassing van het Schengenacquis en houdende intrekking van het besluit van 16 september 1998 tot oprichting van de Permanente Schengenbeoordelings- en toepassingscommissie (PB L 295 van 6.11.2013, blz. 27).

Verordening (EU) nr. 514/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 tot vaststelling van de algemene bepalingen inzake het Fonds voor asiel, migratie en integratie en inzake het instrument voor financiële steun voor politiële samenwerking, voorkoming en bestrijding van criminaliteit, en crisisbeheersing (PB L 150 van 20.5.2014, blz. 112).

Verordening (EU) nr. 515/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 tot vaststelling, als onderdeel van het Fonds voor interne veiligheid, van het instrument voor financiële steun voor de buitengrenzen en visa en tot intrekking van Beschikking nr. 574/2007/EG (PB L 150 van 20.5.2014, blz. 143).

18 02 01 02

Voorkoming en bestrijding van grensoverschrijdende georganiseerde misdaad en betere beheersing van veiligheidsgerelateerde risico’s en crises

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

157 555 064

80 737 456

175 531 924

75 079 122

49 458 347,37

494 044,64

Toelichting

Het fonds draagt bij tot de verwezenlijking van de volgende specifieke doelstellingen:

 

misdaadpreventie, bestrijding van grensoverschrijdende, zware en georganiseerde misdaad, waaronder terrorisme, en versterking van de coördinatie en de samenwerking tussen de rechtshandhavingsautoriteiten en andere nationale autoriteiten van de lidstaten, onder meer met Europol of andere relevante Unie-instanties, en met betrokken derde landen en internationale organisaties;

 

versterking van de capaciteit van de lidstaten en de Unie om veiligheidsgerelateerde risico’s en crises doeltreffend te beheren, en voorbereiding op en bescherming van mensen en kritieke infrastructuur tegen terreuraanvallen en andere veiligheidsgerelateerde incidenten.

Dit krediet is bestemd voor acties in de lidstaten, en met name het volgende:

 

acties ter verbetering van de politiële samenwerking en coördinatie tussen rechtshandhavingsautoriteiten, met inbegrip van samenwerking en coördinatie tussen en met relevante Unieorganen, in het bijzonder Europol en Eurojust, gezamenlijke onderzoeksteams en alle andere vormen van grensoverschrijdende gezamenlijke operaties, de toegang tot en uitwisseling van informatie en interoperabele technologieën;

 

ontwikkeling van initiatieven op het gebied van terrorismebestrijding, met als doel gepast te reageren op nieuwe dreigingen, waaronder dreigingen die verband houden met radicalisering in eigen land en dreigingen die uitgaan van buitenlandse strijders die zich in het buitenland bevinden of afreizen of terugkeren naar een of meer lidstaten of kandidaatlanden;

 

projecten ter bevordering van netwerken, publiek-privaat partnerschap, wederzijds vertrouwen en begrip en wederzijdse leerprocessen, de vaststelling, uitwisseling en verspreiding van knowhow, ervaring en goede praktijken, delen van informatie, gedeeld inzicht in situaties en prognoses, noodplanning en interoperabiliteit;

 

activiteiten op het gebied van analyse, toezicht en evaluatie, waaronder studies en dreigings-, risico- en effectbeoordelingen, die gebaseerd zijn op bewijs en in overeenstemming zijn met op het niveau van de Unie vastgestelde, en met name door het Europees Parlement en de Raad goedgekeurde prioriteiten en initiatieven;

 

activiteiten op het gebied van bewustmaking, verspreiding en communicatie;

 

aanschaf en onderhoud van IT-systemen van de Unie en de lidstaten voor de verwezenlijking van de doelstellingen van Verordening (EU) nr. 513/2014, en/of verdere modernisering van IT-systemen en technische uitrusting, met inbegrip van het testen van de compatibiliteit van systemen, beveiligde faciliteiten, infrastructuur, bijbehorende gebouwen en systemen, met name informatie- en communicatiesystemen (ICT-systemen) en hun componenten, onder meer ten behoeve van de Europese samenwerking inzake cyberveiligheid en cybercriminaliteit, met name met het Europees Centrum voor de bestrijding van cybercriminaliteit;

 

uitwisseling, training en opleiding van personeel en deskundigen van bevoegde autoriteiten, waaronder taalonderwijs en gezamenlijke oefeningen of programma’s;

 

maatregelen op het gebied van het inzetten, overdragen, testen en valideren van nieuwe methodes of technologie, waaronder proefprojecten en maatregelen inzake de follow-up van door de Unie gefinancierde projecten inzake veiligheidsonderzoek.

Dit krediet dient tevens ter dekking van uitgaven voor maatregelen betreffende of in derde landen, en met name het volgende:

 

acties ter verbetering van de politiële samenwerking en coördinatie tussen rechtshandhavingsautoriteiten, waaronder gezamenlijke onderzoeksteams en alle andere vormen van grensoverschrijdende gezamenlijke operaties, de toegang tot en uitwisseling van informatie en interoperabele technologieën;

 

netwerken, wederzijds vertrouwen en begrip en wederzijdse leerprocessen, de vaststelling, uitwisseling en verspreiding van knowhow, ervaring en goede praktijken, delen van informatie, gedeeld inzicht in situaties en prognoses, noodplanning en interoperabiliteit;

 

uitwisseling, training en opleiding van personeel en deskundigen van bevoegde autoriteiten.

Op initiatief van de Commissie kan dit krediet worden gebruikt voor het financieren van transnationale acties of acties die voor de Unie van bijzonder belang zijn met betrekking tot de algemene, specifieke en operationele doelstellingen bedoeld in artikel 3 van Verordening (EU) nr. 513/2014. Om voor financiering in aanmerking te komen, moeten de acties van de Unie in overeenstemming zijn met de op het niveau van de Unie vastgestelde, en met name door het Europees Parlement en de Raad goedgekeurde prioriteiten en initiatieven in het kader van relevante strategieën, beleidscycli, programma’s en dreigings- en risicobeoordelingen van de Unie, en met name bijdragen tot:

 

voorbereidende, toezichtsgerelateerde, administratieve en technische activiteiten, en de ontwikkeling van een evaluatiemechanisme dat is vereist voor de uitvoering van het beleid inzake politiële samenwerking, voorkoming en bestrijding van criminaliteit, en crisisbeheer;

 

grensoverschrijdende projecten waarbij twee of meer lidstaten of ten minste één lidstaat en één derde land zijn betrokken;

 

activiteiten op het gebied van analyse, toezicht en evaluatie, waaronder dreigings-, risico- en effectbeoordelingen, die gebaseerd zijn op bewijs en in overeenstemming zijn met op het niveau van de Unie vastgestelde, en met name door het Europees Parlement en de Raad goedgekeurde prioriteiten en initiatieven, en projecten inzake het toezicht op de tenuitvoerlegging van het Unierecht en de beleidsdoelstellingen van de Unie in de lidstaten;

 

projecten ter bevordering van netwerken, publiek-privaat partnerschap, wederzijds vertrouwen en begrip en wederzijdse leerprocessen, de vaststelling en verspreiding van goede praktijken en innovatieve benaderingen op het niveau van de Unie en opleidings- en uitwisselingsprogramma’s;

 

projecten ter ondersteuning van de ontwikkeling van methodologische, met name statistische, hulpmiddelen en methoden en gemeenschappelijke indicatoren;

 

de aanschaf, het onderhoud en/of de verdere modernisering van technische uitrusting, expertise, beveiligde faciliteiten, infrastructuur, bijbehorende gebouwen en systemen, met name ICT-systemen en hun componenten op het niveau van de Unie, onder meer ten behoeve van de Europese samenwerking inzake cyberveiligheid en cybercriminaliteit, met name met het Europees Centrum voor de bestrijding van cybercriminaliteit;

 

projecten ter vergroting van de bekendheid van het beleid en de doelstellingen van de Unie bij belanghebbenden en het grote publiek, met inbegrip van institutionele communicatie over de politieke prioriteiten van de Unie;

 

bijzonder innovatieve projecten waarbij nieuwe methoden worden ontwikkeld en/of nieuwe technologieën worden ingezet die ook toepasbaar kunnen zijn in andere lidstaten, in het bijzonder projecten voor het testen en valideren van de resultaten van door de Unie gefinancierde projecten inzake veiligheidsonderzoek;

 

studies en proefprojecten;

 

uitvoering van bewustmakings-, informatie-, en communicatieactiviteiten met betrekking tot het beleid, de prioriteiten en de resultaten op Unieniveau op het gebied van binnenlandse zaken.

Dit krediet dient tevens ter dekking van uitgaven voor acties betreffende of in derde landen, en met name het volgende:

 

acties ter verbetering van de politiële samenwerking en coördinatie tussen rechtshandhavingsautoriteiten, en in voorkomend geval samenwerking met en coördinatie tussen internationale organisaties, waaronder gezamenlijke onderzoeksteams en alle andere vormen van grensoverschrijdende gezamenlijke operaties, de toegang tot en uitwisseling van informatie en interoperabele technologieën;

 

netwerken, wederzijds vertrouwen en begrip en wederzijdse leerprocessen, de vaststelling, uitwisseling en verspreiding van knowhow, ervaring en goede praktijken, delen van informatie, gedeeld inzicht in situaties en prognoses, noodplanning en interoperabiliteit;

 

aanschaf, onderhoud en/of verdere modernisering van technische uitrusting, waaronder ICT-systemen en componenten daarvan;

 

uitwisseling, training en opleiding van personeel en deskundigen van bevoegde autoriteiten, waaronder taalonderwijs;

 

activiteiten op het gebied van bewustmaking, verspreiding en communicatie;

 

dreigings-, risico- en effectbeoordelingen;

 

studies en proefprojecten.

Dit krediet is bestemd voor financiële bijstand voor dringende en specifieke behoeften die zich voordoen in een noodsituatie, dat wil zeggen elk veiligheidsgerelateerd incident dat of elke nieuwe dreiging die een aanzienlijk negatief effect heeft of kan hebben op de veiligheid van personen in een of meer lidstaten.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 513/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 tot vaststelling, als onderdeel van het Fonds voor interne veiligheid, van het instrument voor financiële steun voor politiële samenwerking, voorkoming en bestrijding van criminaliteit, en crisisbeheer en tot intrekking van Besluit nr. 2007/125/JBZ van de Raad (PB L 150 van 20.5.2014, blz. 93).

Verordening (EU) nr. 514/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 tot vaststelling van de algemene bepalingen inzake het Fonds voor asiel, migratie en integratie en inzake het instrument voor financiële steun voor politiële samenwerking, voorkoming en bestrijding van criminaliteit, en crisisbeheersing (PB L 150 van 20.5.2014, blz. 112).

18 02 01 03

Opzetten van nieuwe IT-systemen ter ondersteuning van de beheersing van de migratiestromen over de buitengrenzen van de Unie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

Toelichting

Dit krediet is bestemd voor het opzetten en exploiteren van IT-systemen, de bijbehorende communicatie-infrastructuur en uitrusting ter ondersteuning van de beheersing van de migratiestromen over de buitengrenzen van de Unie.

Ontvangsten uit de bijdragen van IJsland, Noorwegen, Zwitserland en Liechtenstein die zijn opgenomen in post 6 3 1 3 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 514/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 tot vaststelling van de algemene bepalingen inzake het Fonds voor asiel, migratie en integratie en inzake het instrument voor financiële steun voor politiële samenwerking, voorkoming en bestrijding van criminaliteit, en crisisbeheersing (PB L 150 van 20.5.2014, blz. 112).

Verordening (EU) nr. 515/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 tot vaststelling, als onderdeel van het Fonds voor interne veiligheid, van het instrument voor financiële steun voor de buitengrenzen en visa en tot intrekking van Beschikking nr. 574/2007/EG (PB L 150 van 20.5.2014, blz. 143).

18 02 02

Schengenfaciliteit voor Kroatië

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

80 000 000,—

80 000 000,—

Toelichting

Dit krediet is bestemd voor de uitgaven in verband met een tijdelijk instrument om Kroatië tussen de datum van toetreding en eind 2014 te helpen maatregelen te financieren om aan de nieuwe buitengrenzen van de Europese Unie het Schengenacquis toe te passen en de buitengrenzen te controleren.

Rechtsgronden

Taken die voortvloeien uit de specifieke bevoegdheden overeenkomstig artikel 31 van de Akte van toetreding van Kroatië.

18 02 03

Europees Agentschap voor het beheer van de operationele samenwerking aan de buitengrenzen van de lidstaten van de Europese Unie (Frontex)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

238 686 000

238 686 000

120 291 000

126 571 000

86 810 000,—

79 500 000,—

Toelichting

Dit krediet is bestemd voor de personeelsuitgaven en administratieve uitgaven (titels 1 en 2) en de beleidsuitgaven met betrekking tot het werkprogramma van het Agentschap (titel 3).

Frontex moet het Europees Parlement en de Raad in kennis stellen van elke overdracht van kredieten tussen administratieve en beleidsuitgaven.

De bedragen die overeenkomstig artikel 20 van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1271/2013 van de Commissie worden terugbetaald, worden beschouwd als bestemmingsontvangsten (artikel 21, lid 3, onder c), van het Financieel Reglement), die moeten worden geboekt bij post 6 6 0 0 van de algemene staat van ontvangsten.

De eventuele ontvangsten uit de bijdragen van IJsland, Noorwegen, Zwitserland en Liechtenstein zullen worden opgenomen in post 6 3 1 3 van de staat van ontvangsten en kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

De personeelsformatie van Frontex is opgenomen in de bijlage „Personeel” bij deze afdeling.

De bijdrage van de Unie voor 2016 bedraagt in totaal 238 686 000 EUR.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 2007/2004 van de Raad van 26 oktober 2004 tot oprichting van een Europees Agentschap voor het beheer van de operationele samenwerking aan de buitengrenzen van de lidstaten van de Europese Unie (PB L 349 van 25.11.2004, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 863/2007 van het Europees Parlement en de Raad van 11 juli 2007 tot instelling van een mechanisme voor de oprichting van snellegrensinterventieteams en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2007/2004 van de Raad wat betreft dat mechanisme en de regeling van de taken en bevoegdheden van uitgezonden functionarissen (PB L 199 van 31.7.2007, blz. 30).

Verordening (EU) nr. 1168/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2011 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2007/2004 van de Raad tot oprichting van een Europees Agentschap voor het beheer van de operationele samenwerking aan de buitengrenzen van de lidstaten van de Europese Unie (PB L 304 van 22.11.2011, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 1052/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2013 tot instelling van het Europees grensbewakingssysteem (Eurosur) (PB L 295 van 6.11.2013, blz. 11).

Verordening (EU) nr. 656/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 tot vaststelling van regels voor de bewaking van de zeebuitengrenzen in het kader van de operationele samenwerking gecoördineerd door het Europees Agentschap voor het beheer van de operationele samenwerking aan de buitengrenzen van de lidstaten van de Europese Unie (PB L 189 van 27.6.2014, blz. 93).

18 02 04

Europese Politiedienst (Europol)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

97 660 000

97 660 000

92 598 000

92 598 000

84 249 589,—

84 249 589,—

Toelichting

Dit krediet is bestemd voor de personeelsuitgaven en administratieve uitgaven (titels 1 en 2) en de beleidsuitgaven van Europol (titel 3).

Europol moet het Europees Parlement en de Raad in kennis stellen van elke overdracht van kredieten tussen beleidsuitgaven en administratieve uitgaven.

De bedragen die overeenkomstig artikel 20 van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1271/2013 van de Commissie worden terugbetaald, worden beschouwd als bestemmingsontvangsten (artikel 21, lid 3, onder c), van het Financieel Reglement), die moeten worden geboekt bij post 6 6 0 0 van de algemene staat van ontvangsten.

De personeelsformatie van Europol is opgenomen in de bijlage „Personeel” bij deze afdeling.

De bijdrage van de Unie voor 2016 bedraagt in totaal 100 242 000 EUR. Aan het in de begroting opgevoerde bedrag van 97 660 000 EUR is een bedrag van 2 582 000 EUR toegevoegd afkomstig van de terugvordering van overschotten.

Rechtsgronden

Besluit 2009/371/JBZ van de Raad van 6 april 2009 tot oprichting van de Europese Politiedienst (Europol) (PB L 121 van 15.5.2009, blz. 37).

18 02 05

Europese Politieacademie (Cepol)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

8 411 000

8 411 000

7 678 000

7 678 000

8 575 858,50

8 575 854,50

Toelichting

Dit krediet is bestemd voor de personeelsuitgaven en administratieve uitgaven (titels 1 en 2) en de beleidsuitgaven van Cepol (titel 3).

Cepol moet het Europees Parlement en de Raad in kennis stellen van elke kredietoverschrijving tussen administratieve en beleidsuitgaven.

De bedragen die overeenkomstig artikel 20 van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1271/2013 van de Commissie worden terugbetaald, worden beschouwd als bestemmingsontvangsten (artikel 21, lid 3, onder c), van het Financieel Reglement), die moeten worden geboekt bij post 6 6 0 0 van de algemene staat van ontvangsten.

De personeelsformatie van Cepol is opgenomen in de bijlage „Personeel” bij deze afdeling.

De bijdrage van de Unie voor 2016 bedraagt in totaal 8 641 000 EUR. Aan het in de begroting opgevoerde bedrag van 8 411 000 EUR is een bedrag van 230 000 EUR toegevoegd afkomstig van de terugvordering van overschotten.

Rechtsgronden

Besluit 2005/681/JBZ van de Raad van 20 september 2005 tot oprichting van de Europese Politieacademie (EPA/Cepol) (PB L 256 van 1.10.2005, blz. 63).

18 02 07

Europees Agentschap voor het operationeel beheer van grootschalige IT-systemen op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht („eu-LISA”)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

80 022 000

80 022 000

72 809 100

72 809 100

59 380 000,—

42 567 331,93

Toelichting

Dit krediet is bestemd voor de personeelsuitgaven en administratieve uitgaven (titels 1 en 2) en de beleidsuitgaven met betrekking tot het werkprogramma van het Agentschap (titel 3).

Het Agentschap moet het Europees Parlement en de Raad in kennis stellen van elke overdracht van kredieten tussen administratieve en beleidsuitgaven.

De bedragen die overeenkomstig artikel 20 van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1271/2013 van de Commissie worden terugbetaald, worden beschouwd als bestemmingsontvangsten (artikel 21, lid 3, onder c), van het Financieel Reglement), die moeten worden geboekt bij post 6 6 0 0 van de algemene staat van ontvangsten.

De eventuele ontvangsten uit de bijdragen van IJsland, Noorwegen, Zwitserland en Liechtenstein zullen worden opgenomen in post 6 3 1 2 van de staat van ontvangsten en kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

De personeelsformatie van het Agentschap is opgenomen in de bijlage „Personeel” bij deze afdeling.

De bijdrage van de Unie voor 2016 bedraagt in totaal 80 022 000 EUR.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1077/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2011 tot oprichting van een Europees Agentschap voor het operationeel beheer van grootschalige IT-systemen op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht (PB L 286 van 1.11.2011, blz. 1).

18 02 08

Schengeninformatiesysteem (SIS II)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

9 610 500

13 398 000

9 421 500

9 412 273

11 395 269,61

6 311 810,72

Toelichting

Dit krediet is bestemd voor de financiering van de operationele uitgaven van het Schengeninformatiesysteem (SIS), en met name de kosten van de netwerkinfrastructuur en de kosten van studies betreffende het systeem.

De eventuele ontvangsten uit de bijdragen van IJsland, Noorwegen, Zwitserland en Liechtenstein zullen worden opgenomen in post 6 3 1 2 van de staat van ontvangsten en kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Protocol nr. 19 betreffende het in het kader van de Europese Unie geïntegreerde Schengenacquis.

Besluit 2001/886/JBZ van de Raad van 6 december 2001 betreffende de ontwikkeling van een Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II) (PB L 328 van 13.12.2001, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 2424/2001 van de Raad van 6 december 2001 betreffende de ontwikkeling van een Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II) (PB L 328 van 13.12.2001, blz. 4).

Verordening (EG) nr. 1987/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 betreffende de instelling, de werking en het gebruik van het Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II) (PB L 381 van 28.12.2006, blz. 4).

Verordening (EG) nr. 1986/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 betreffende de toegang tot het Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II) voor de instanties die in de lidstaten belast zijn met de afgifte van kentekenbewijzen van voertuigen (PB L 381 van 28.12.2006, blz. 1).

Besluit 2007/533/JBZ van de Raad van 12 juni 2007 betreffende de instelling, de werking en het gebruik van het Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II) (PB L 205 van 7.8.2007, blz. 63).

Verordening (EU) nr. 1272/2012 van de Raad van 20 december 2012 over de migratie van het Schengeninformatiesysteem (SIS 1+) naar het Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II) (herschikking) (PB L 359 van 29.12.2012, blz. 21).

Verordening (EU) nr. 1273/2012 van de Raad van 20 december 2012 over de migratie van het Schengeninformatiesysteem (SIS 1+) naar het Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II) (herschikking) (PB L 359 van 29.12.2012, blz. 32).

18 02 09

Visuminformatiesysteem (VIS)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

9 610 500

16 285 000

9 421 500

12 553 358

11 352 544,04

25 193 785,64

Toelichting

Dit krediet is bestemd voor de uitgaven voor analyse, ontwikkeling, productie en installatie van een grootschalig informatiesysteem op Europees niveau „VIS” (Visuminformatiesysteem), en met name de kosten van de netwerkinfrastructuur en de kosten van studies betreffende het systeem.

De eventuele ontvangsten uit de bijdragen van IJsland, Noorwegen, Zwitserland en Liechtenstein zullen worden opgenomen in post 6 3 1 2 van de staat van ontvangsten en kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Beschikking 2004/512/EG van de Raad van 8 juni 2004 betreffende het opzetten van het Visuminformatiesysteem (VIS) (PB L 213 van 15.6.2004, blz. 5).

Besluit 2008/633/JBZ van de Raad van 23 juni 2008 over de toegang tot het Visuminformatiesysteem (VIS) voor raadpleging door aangewezen autoriteiten van de lidstaten en door Europol, met het oog op het voorkomen, opsporen en onderzoeken van terroristische misdrijven en andere ernstige strafbare feiten (PB L 218 van 13.8.2008, blz. 129).

Verordening (EG) nr. 767/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 9 juli 2008 betreffende het Visuminformatiesysteem (VIS) en de uitwisseling tussen de lidstaten van gegevens op het gebied van visa voor kort verblijf (VIS-verordening) (PB L 218 van 13.8.2008, blz. 60).

18 02 51

Voltooiing van operaties en programma's op het gebied van de buitengrenzen, veiligheid en bescherming van de vrijheden

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

99 485 662

p.m.

73 483 714

3 221 127,28

212 460 545,07

Toelichting

Dit krediet is bestemd voor betalingen in verband met nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren.

Rechtsgronden

Gemeenschappelijk Optreden 98/245/JBZ van 19 maart 1998, door de Raad vastgesteld op basis van artikel K.3 van het Verdrag betreffende de Europese Unie, houdende een uitwisselings-, opleidings- en samenwerkingsprogramma voor personen die verantwoordelijk zijn voor de bestrijding van de georganiseerde criminaliteit (programma Falcone) (PB L 99 van 31.3.1998, blz. 8).

Besluit 2001/512/JBZ van de Raad van 28 juni 2001 tot vaststelling van een tweede fase van het programma voor stimulering, uitwisselingen, opleiding en samenwerking voor beoefenaars van juridische beroepen (Grotius II — strafrechtelijk) (PB L 186 van 7.7.2001, blz. 1).

Besluit 2001/513/JBZ van de Raad van 28 juni 2001 tot vaststelling van een tweede fase van het programma voor stimulering, uitwisselingen, opleiding en samenwerking tussen de rechtshandhavingsinstanties van de lidstaten van de Europese Unie (Oisin II) (PB L 186 van 7.7.2001, blz. 4).

Besluit 2001/514/JBZ van de Raad van 28 juni 2001 tot vaststelling van een tweede fase van het programma voor stimulering, uitwisselingen, opleiding en samenwerking voor personen die verantwoordelijk zijn voor acties tegen mensenhandel en seksuele uitbuiting van kinderen (Stop II) (PB L 186 van 7.7.2001, blz. 7).

Besluit 2001/515/JBZ van de Raad van 28 juni 2001 tot vaststelling van een programma voor stimulering, uitwisselingen, opleiding en samenwerking op het gebied van criminaliteitspreventie (Hippocrates) (PB L 186 van 7.7.2001, blz. 11).

Besluit 2002/630/JBZ van de Raad van 22 juli 2002 tot vaststelling van een kaderprogramma betreffende politiële en justitiële samenwerking in strafzaken (AGIS) (PB L 203 van 1.8.2002, blz. 5).

Besluit 2007/124/EG, Euratom van de Raad van 12 februari 2007 tot vaststelling van het specifieke programma Terrorisme en andere aan veiligheid gerelateerde risico's: preventie, paraatheid en beheersing van de gevolgen voor de periode 2007-2013, als onderdeel van het algemene programma Veiligheid en bescherming van de vrijheden (PB L 58 van 24.2.2007, blz. 1).

Besluit 2007/125/JBZ van de Raad van 12 februari 2007 tot vaststelling van het specifieke programma Preventie en de bestrijding van criminaliteit voor de periode 2007-2013 als onderdeel van het algemene programma Veiligheid en bescherming van de vrijheden (PB L 58 van 24.2.2007, blz. 7).

Beschikking nr. 574/2007/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 mei 2007 tot instelling van het Buitengrenzenfonds voor de periode 2007-2013 als onderdeel van het algemene programma Solidariteit en beheer van de migratiestromen (PB L 144 van 6.6.2007, blz. 22).

Verordening (EU) nr. 1053/2013 van de Raad van 7 oktober 2013 betreffende de instelling van een evaluatiemechanisme voor de controle van en het toezicht op de toepassing van het Schengenacquis en houdende intrekking van het besluit van 16 september 1998 tot oprichting van de Permanente Schengenbeoordelings- en toepassingscommissie (PB L 295 van 6.11.2013, blz. 27).

Taak die voortvloeit uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel vlak, zoals bedoeld in artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

Taak die voortvloeit uit de administratieve autonomie van de Commissie, in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

Referentiebesluiten

Mededeling van de Commissie van 6 april 2005 aan de Raad en het Europees Parlement tot vaststelling van het kaderprogramma „Veiligheid en bescherming van de vrijheden” voor de periode 2007-2013 (COM(2005) 124).

Mededeling van de Commissie van 2 mei 2005 aan de Raad en het Europees Parlement tot vaststelling van een kaderprogramma voor solidariteit en beheer van de migratiestromen voor de periode 2007-2013 (COM(2005) 123).

Beschikking 2007/599/EG van de Commissie van 27 augustus 2007 tot uitvoering van Beschikking nr. 574/2007/EG van het Europees Parlement en de Raad wat de goedkeuring van strategische richtsnoeren voor de periode 2007-2013 betreft (PB L 233 van 5.9.2007, blz. 3).

Beschikking 2008/456/EG van de Commissie van 5 maart 2008 tot vaststelling van regels voor de uitvoering van Beschikking nr. 574/2007/EG van het Europees Parlement en de Raad tot instelling van het Buitengrenzenfonds voor de periode 2007-2013 als onderdeel van het algemene programma Solidariteit en beheer van de migratiestromen wat betreft de beheers- en controlesystemen van de lidstaten, de regels voor administratief en financieel beheer en de subsidiabiliteit van de uitgaven voor door het fonds medegefinancierde projecten (PB L 167 van 27.6.2008, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 810/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 tot vaststelling van een gemeenschappelijke visumcode (visumcode) (PB L 243 van 15.9.2009, blz. 1).

18 02 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

18 02 77 01

Proefproject — Voltooiing terrorismebestrijding

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

Toelichting

Dit krediet is bestemd voor nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

18 02 77 02

Proefproject — Nieuwe geïntegreerde mechanismen voor samenwerking tussen publieke en private actoren voor het vaststellen van risico's van sportweddenschappen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

872 374

0,—

0,—

Toelichting

Dit krediet is bestemd voor nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

HOOFDSTUK 18 03 —   ASIEL EN MIGRATIE

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

% Betalingen 2014-2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

18 03

ASIEL EN MIGRATIE

18 03 01

Fonds voor asiel, migratie en integratie

18 03 01 01

Versterking en ontwikkeling van het gemeenschappelijk Europees asielstelsel en bevordering van solidariteit en eerlijke verdeling van de verantwoordelijkheden tussen de lidstaten

3

1 573 487 626

785 050 000

339 483 427

134 697 433

29 446 117,—

0,—

0

18 03 01 02

Ondersteuning van legale migratie naar de Unie en bevordering van de integratie van onderdanen van derde landen en billijke en doeltreffende terugkeerstrategieën

3

314 476 868

216 910 000

281 375 140

128 191 655

14 194 765,42

5 263 091,50

2,43

 

Artikel 18 03 01 — Subtotaal

 

1 887 964 494

1 001 960 000

620 858 567

262 889 088

43 640 882,42

5 263 091,50

0,53

18 03 02

Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken (EASO)

3

18 665 600

18 665 600

15 448 360

15 448 360

14 518 000,—

12 100 000,—

64,83

18 03 03

Europese databank van vingerafdrukken (Eurodac)

3

100 000

100 000

100 000

86 290

21 498,—

239 219,41

239,22

18 03 51

Voltooiing van operaties en programma's op het gebied van terugkeer, vluchtelingen en migratiestromen

3

p.m.

125 000 000

p.m.

117 144 601

1 966 141,20

179 639 234,85

143,71

18 03 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

18 03 77 01

Voorbereidende actie — Terugkeerbeleid

3

0,—

0,—

 

18 03 77 03

Voorbereidende actie — Voltooiing van de integratie van onderdanen van derde landen

3

p.m.

p.m.

0,—

0,—

 

18 03 77 04

Proefproject — Oprichting van een netwerk voor contacten en discussie tussen betrokken gemeenten en lokale overheden inzake ervaringen en beste praktijken voor de hervestiging en integratie van vluchtelingen

3

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

 

18 03 77 05

Proefproject —Steun voor slachtoffers van foltering

3

p.m.

560 000

p.m.

348 949

0,—

1 306 728,34

233,34

18 03 77 06

Voorbereidende actie — Hervestiging van vluchtelingen in noodsituaties

3

p.m.

300 000

p.m.

436 187

0,—

0,—

0

18 03 77 07

Proefproject — Analyse van het beleid inzake onthaal, bescherming en integratie van niet-begeleide minderjarigen in de Unie

3

p.m.

285 000

p.m.

218 093

0,—

513 417,41

180,15

18 03 77 08

Voorbereidende actie — Oprichting van een netwerk voor contacten en discussie tussen betrokken gemeenten en lokale overheden inzake ervaringen en beste praktijken voor de hervestiging en integratie van vluchtelingen

3

p.m.

150 000

p.m.

p.m.

0,—

350 000,—

233,33

18 03 77 09

Voorbereidende actie — Financiering voor de rehabilitatie van slachtoffers van foltering

3

p.m.

90 000

500 000

250 000

3 000 000,—

0,—

0

18 03 77 10

Proefproject — Financiering voor slachtoffers van foltering

4

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

165 982,08

 
 

Artikel 18 03 77 — Subtotaal

 

p.m.

1 385 000

500 000

1 253 229

3 000 000,—

2 336 127,83

168,67

 

Hoofdstuk 18 03 — Totaal

 

1 906 730 094

1 147 110 600

636 906 927

396 821 568

63 146 521,62

199 577 673,59

17,40

18 03 01

Fonds voor asiel, migratie en integratie

18 03 01 01

Versterking en ontwikkeling van het gemeenschappelijk Europees asielstelsel en bevordering van solidariteit en eerlijke verdeling van de verantwoordelijkheden tussen de lidstaten

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 573 487 626

785 050 000

339 483 427

134 697 433

29 446 117,—

0,—

Toelichting

Dit krediet is bedoeld om bij te dragen tot de versterking en ontwikkeling van alle aspecten van het gemeenschappelijk Europees asielstelsel, met inbegrip van de externe dimensie daarvan, en de bevordering van solidariteit en verdeling van de verantwoordelijkheid tussen de lidstaten, met name ten aanzien van de lidstaten die het meest te maken hebben met migratie en asielstromen, waaronder via praktische samenwerking.

Wat het gemeenschappelijk Europees asielstelsel betreft, is dit krediet bestemd voor acties met betrekking tot asielstelsels en opvangvoorzieningen en acties ter versterking van de capaciteit van de lidstaten om asielbeleid en -procedures te ontwikkelen, te monitoren en te evalueren.

Dit krediet is ook bestemd voor acties met betrekking tot de hervestiging, het overbrengen van personen die internationale bescherming aanvragen en personen die internationale bescherming genieten en andere ad-hoctoelating op humanitaire gronden.

Op initiatief van de Commissie kan het krediet ook worden gebruikt voor de financiering van transnationale acties of acties die van bijzonder belang zijn voor de Unie. Deze acties dienen met name ter ondersteuning van:

 

het bevorderen van de samenwerking op Unieniveau bij de uitvoering van het recht van de Unie en bij het delen van goede praktijken op het gebied van asiel, met name wat betreft de hervestiging en de overbrenging van personen die om internationale bescherming verzoeken en/of personen die internationale bescherming genieten, van één lidstaat naar een andere, onder meer via netwerking en informatie-uitwisseling, met inbegrip van steun bij aankomst en coördinatieactiviteiten ter bevordering van hervestiging in de gemeenschappen die de hervestigde personen moeten opvangen;

 

het opzetten van transnationale samenwerkingsnetwerken en proefprojecten, waaronder innovatieve projecten, op basis van transnationale partnerschappen tussen organen in twee of meer lidstaten, die zijn opgezet om innovatie en uitwisseling van ervaringen en goede werkwijzen te bevorderen;

 

studies en onderzoek inzake eventuele nieuwe vormen van samenwerking op Unieniveau op het gebied van asiel en het desbetreffende Unierecht, verspreiding en uitwisseling van informatie over beste praktijken en alle andere beleidsaspecten van asiel, waaronder institutionele communicatie over de beleidsprioriteiten van de Unie;

 

de ontwikkeling en toepassing door de lidstaten van gemeenschappelijke statistische hulpmiddelen, methoden en indicatoren voor het meten van beleidsontwikkelingen op het gebied van asiel;

 

voorbereidende, administratieve en technische ondersteuning en ondersteuning bij toezicht, ontwikkeling van een evaluatiemechanisme dat nodig is voor de uitvoering van het asielbeleid;

 

samenwerking met derde landen op grond van de totaalaanpak van de Unie van migratie en mobiliteit, met name in het kader van de uitvoering van mobiliteitspartnerschappen en regionale beschermingsprogramma’s;

 

uitvoering van bewustmakings-, informatie-, en communicatieactiviteiten met betrekking tot het beleid, de prioriteiten en de resultaten op Unieniveau op het gebied van binnenlandse zaken.

Dit krediet is ook bestemd voor dringende en specifieke behoeften in noodsituaties.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 514/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 tot vaststelling van de algemene bepalingen inzake het Fonds voor asiel, migratie en integratie en inzake het instrument voor financiële steun voor politiële samenwerking, voorkoming en bestrijding van criminaliteit, en crisisbeheersing (PB L 150 van 20.5.2014, blz. 112).

Verordening (EU) nr. 516/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 tot oprichting van het Fonds voor asiel, migratie en integratie, tot wijziging van Beschikking 2008/381/EG van de Raad en tot intrekking van Beschikkingen nr. 573/2007/EG en nr. 575/2007/EG van het Europees Parlement en de Raad en Beschikking 2007/435/EG van de Raad (PB L 150 van 20.5.2014, blz. 168).

Besluit (EU) 2015/1523 van de Raad van 14 september 2015 tot vaststelling van voorlopige maatregelen op het gebied van internationale bescherming ten gunste van Italië en van Griekenland (PB L 239 van 15.9.2015, blz. 146).

Besluit (EU) 2015/1601 van de Raad van 22 september 2015 tot vaststelling van voorlopige maatregelen op het gebied van internationale bescherming ten gunste van Italië en Griekenland (PB L 248 van 24.9.2015, blz. 80).

18 03 01 02

Ondersteuning van legale migratie naar de Unie en bevordering van de integratie van onderdanen van derde landen en billijke en doeltreffende terugkeerstrategieën

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

314 476 868

216 910 000

281 375 140

128 191 655

14 194 765,42

5 263 091,50

Toelichting

Dit krediet heeft tot doel bij te dragen tot de ondersteuning van reguliere migratie naar de lidstaten overeenkomstig hun economische en sociale behoeften, zoals arbeidsmarktbehoeften, met inachtneming van de integriteit van de immigratieregelingen van de lidstaten, met het oog op het bevorderen van de daadwerkelijke integratie van onderdanen van derde landen alsook van billijke en doeltreffende nationale terugkeerstrategieën, die bijdragen tot de bestrijding van irreguliere immigratie, met nadruk op de duurzaamheid van terugkeer en daadwerkelijke overname door de landen van herkomst en van doorreis.

Wat reguliere migratie en de integratie van onderdanen van derde landen en betreft, is dit krediet bestemd voor maatregelen met betrekking tot immigratie die vóór vertrek plaatsvinden, integratiemaatregelen en maatregelen van de lidstaten voor praktische samenwerking en capaciteitsopbouw.

Wat billijke en doeltreffende terugkeerstrategieën betreft, is dit krediet bestemd voor begeleidende maatregelen inzake terugkeerprocedures, terugkeermaatregelen, praktische samenwerking en maatregelen van de lidstaten voor capaciteitsopbouw.

Op initiatief van de Commissie kan het krediet ook worden gebruikt voor de financiering van transnationale acties of acties die van bijzonder belang zijn voor de Unie. Deze acties dienen met name ter ondersteuning van:

 

de bevordering van de samenwerking op Unieniveau bij de tenuitvoerlegging van het recht van de Unie en bij het delen van goede praktijken op het gebied van reguliere migratie, integratie van onderdanen van derde landen en terugkeer;

 

het opzetten van transnationale samenwerkingsnetwerken en proefprojecten, waaronder innovatieve projecten, op basis van transnationale partnerschappen tussen organen in twee of meer lidstaten, die zijn opgezet om innovatie en uitwisseling van ervaringen en goede werkwijzen te bevorderen;

 

studies en onderzoek inzake eventuele nieuwe vormen van samenwerking op Unieniveau op het gebied van immigratie, integratie en terugkeer en het desbetreffende Unierecht, de verspreiding en uitwisseling van informatie over beste praktijken en over alle andere beleidsaspecten van immigratie, integratie en terugkeer, waaronder institutionele communicatie over de beleidsprioriteiten van de Unie;

 

de ontwikkeling en toepassing door de lidstaten van gemeenschappelijke statistische hulpmiddelen, methoden en indicatoren voor het meten van beleidsontwikkelingen op het gebied van reguliere migratie, integratie en terugkeer;

 

voorbereidende, administratieve en technische ondersteuning en ondersteuning bij toezicht, ontwikkeling van een evaluatiemechanisme dat nodig is voor de uitvoering van het immigratiebeleid;

 

samenwerking met derde landen op grond van de totaalaanpak van de Unie van migratie en mobiliteit, met name in het kader van de uitvoering van overnameovereenkomsten en mobiliteitspartnerschappen;

 

informatiemaatregelen en -campagnes in derde landen om passende wettelijke immigratiekanalen en de risico’s van irreguliere immigratie meer onder de aandacht te brengen;

 

uitvoering van bewustmakings-, informatie-, en communicatieactiviteiten met betrekking tot het beleid, de prioriteiten en de resultaten op Unieniveau op het gebied van binnenlandse zaken.

Dit krediet is tevens bestemd voor de activiteiten en de toekomstige ontwikkeling van het Europees migratienetwerk.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 514/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 tot vaststelling van de algemene bepalingen inzake het Fonds voor asiel, migratie en integratie en inzake het instrument voor financiële steun voor politiële samenwerking, voorkoming en bestrijding van criminaliteit, en crisisbeheersing (PB L 150 van 20.5.2014, blz. 112).

Verordening (EU) nr. 516/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 tot oprichting van het Fonds voor asiel, migratie en integratie, tot wijziging van Beschikking 2008/381/EG van de Raad en tot intrekking van Beschikkingen nr. 573/2007/EG en nr. 575/2007/EG van het Europees Parlement en de Raad en Beschikking 2007/435/EG van de Raad (PB L 150 van 20.5.2014, blz. 168).

18 03 02

Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken (EASO)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

18 665 600

18 665 600

15 448 360

15 448 360

14 518 000,—

12 100 000,—

Toelichting

Dit krediet is bestemd voor de personeelsuitgaven en administratieve uitgaven (titels 1 en 2) en de beleidsuitgaven met betrekking tot het werkprogramma van het Bureau (titel 3).

Het Bureau moet het Europees Parlement en de Raad in kennis stellen van elke overdracht van kredieten tussen beleidsuitgaven en administratieve uitgaven.

De bedragen die overeenkomstig artikel 20 van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1271/2013 van de Commissie worden terugbetaald, worden beschouwd als bestemmingsontvangsten (artikel 21, lid 3, onder c), van het Financieel Reglement), die moeten worden geboekt bij post 6 6 0 0 van de algemene staat van ontvangsten.

De eventuele ontvangsten uit de bijdragen van IJsland, Noorwegen, Zwitserland en Liechtenstein zullen worden opgenomen in post 6 3 1 3 van de staat van ontvangsten en kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

De personeelsformatie van het Bureau is opgenomen in de bijlage „Personeel” bij deze afdeling.

De bijdrage van de Unie voor 2016 bedraagt in totaal 19 439 600 EUR. Aan het in de begroting opgevoerde bedrag van 18 665 600 EUR is een bedrag van 774 000 EUR toegevoegd afkomstig van de terugvordering van overschotten.

Alle resterende bijkomende financiering dient ter dekking van operationele kosten in verband met de hotspots in Italië en Griekenland en de steun die het Bureau moet verlenen uit hoofde van de hervestigingsregeling.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 439/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 19 mei 2010 tot oprichting van een Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken (PB L 132 van 29.5.2010, blz. 11).

18 03 03

Europese databank van vingerafdrukken (Eurodac)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

100 000

100 000

100 000

86 290

21 498,—

239 219,41

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven met betrekking tot de communicatie-infrastructuur van het Eurodac-systeem, bedoeld in artikel 4, lid 3, van Verordening (EU) nr. 603/2013. Voorts dient dit krediet ter dekking van de werking van DubliNet.

De eventuele ontvangsten uit de bijdragen van IJsland, Noorwegen, Zwitserland en Liechtenstein zullen worden opgenomen in post 6 3 1 2 van de staat van ontvangsten en kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 2725/2000 van de Raad van 11 december 2000 betreffende de instelling van „Eurodac” voor de vergelijking van vingerafdrukken ten behoeve van een doeltreffende toepassing van de Overeenkomst van Dublin (PB L 316 van 15.12.2000, blz. 1) (van toepassing tot 19 juli 2015).

Verordening (EU) nr. 603/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende de instelling van „Eurodac” voor de vergelijking van vingerafdrukken ten behoeve van een doeltreffende toepassing van Verordening (EU) nr. 604/2013 tot vaststelling van de criteria en instrumenten om te bepalen welke lidstaat verantwoordelijk is voor de behandeling van een verzoek om internationale bescherming dat door een onderdaan van een derde land of een staatloze bij een van de lidstaten wordt ingediend en betreffende verzoeken van rechtshandhavingsinstanties van de lidstaten en Europol om vergelijkingen van Eurodac-gegevens ten behoeve van rechtshandhaving, en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1077/2011 tot oprichting van een Europees Agentschap voor het operationeel beheer van grootschalige IT-systemen op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht (herschikking) (PB L 180 van 29.6.2013, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 604/2013 van 26 juni 2013 tot vaststelling van de criteria en instrumenten om te bepalen welke lidstaat verantwoordelijk is voor de behandeling van een verzoek om internationale bescherming dat door een onderdaan van een derde land of een staatloze bij een van de lidstaten wordt ingediend (herschikking) (PB L 180 van 29.6.2013, blz. 31).

Referentiebesluiten

Verordening (EG) nr. 1560/2003 van de Commissie van 2 september 2003 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 343/2003 van de Raad tot vaststelling van de criteria en instrumenten om te bepalen welke lidstaat verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielverzoek dat door een onderdaan van een derde land bij een van de lidstaten wordt ingediend (PB L 222 van 5.9.2003, blz. 3).

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 118/2014 van de Commissie van 30 januari 2014 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1560/2003 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 343/2003 van de Raad tot vaststelling van de criteria en instrumenten om te bepalen welke lidstaat verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielverzoek dat door een onderdaan van een derde land bij een van de lidstaten wordt ingediend (PB L 39 van 8.2.2014, blz. 1).

18 03 51

Voltooiing van operaties en programma's op het gebied van terugkeer, vluchtelingen en migratiestromen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

125 000 000

p.m.

117 144 601

1 966 141,20

179 639 234,85

Toelichting

Dit krediet is bestemd voor betalingen in verband met nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren.

Rechtsgronden

Richtlijn 2001/55/EG van de Raad van 20 juli 2001 betreffende minimumnormen voor het verlenen van tijdelijke bescherming in geval van massale toestroom van ontheemden en maatregelen ter bevordering van een evenwicht tussen de inspanning van de lidstaten voor de opvang en het dragen van de consequenties van de opvang van deze personen (PB L 212 van 7.8.2001, blz. 12).

Beschikking 2002/463/EG van de Raad van 13 juni 2002 tot vaststelling van een actieprogramma voor administratieve samenwerking op het gebied van buitengrenzen, visa, asiel en immigratie (ARGO-programma) (PB L 161 van 19.6.2002, blz. 11).

Beschikking nr. 573/2007/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 mei 2007 tot instelling van het Europees Vluchtelingenfonds voor de periode 2008-2013 als onderdeel van het algemeen programma Solidariteit en beheer van de migratiestromen en tot intrekking van Beschikking 2004/904/EG van de Raad (PB L 144 van 6.6.2007, blz. 1).

Beschikking nr. 575/2007/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 mei 2007 tot oprichting van het Europees Terugkeerfonds voor de periode 2008-2013 als onderdeel van het algemeen programma Solidariteit en beheer van de migratiestromen (PB L 144 van 6.6.2007, blz. 45).

Beschikking 2007/435/EG van de Raad van 25 juni 2007 tot oprichting van het Europees Fonds voor de integratie van onderdanen van derde landen voor de periode 2007-2013 als onderdeel van het algemene programma Solidariteit en beheer van de migratiestromen (PB L 168 van 28.6.2007, blz. 18).

Beschikking 2008/381/EG van de Raad van 14 mei 2008 betreffende het opzetten van een Europees migratienetwerk (PB L 131 van 21.5.2008, blz. 7).

Richtlijn 2008/115/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 over gemeenschappelijke normen en procedures in de lidstaten voor de terugkeer van onderdanen van derde landen die illegaal op hun grondgebied verblijven (PB L 348, 24.12.2008, blz. 98).

Besluit nr. 458/2010/EU van het Europees Parlement en de Raad van 19 mei 2010 tot wijziging van Beschikking nr. 573/2007/EG tot instelling van het Europees Vluchtelingenfonds voor de periode 2008-2013 wat de intrekking van de financiering van sommige communautaire acties en de wijziging van de maximumgrens voor de financiering ervan betreft (PB L 129 van 28.5.2010, blz. 1).

Referentiebesluiten

Mededeling van de Commissie van 2 mei 2005 aan de Raad en het Europees Parlement tot vaststelling van een kaderprogramma voor solidariteit en beheer van de migratiestromen voor de periode 2007-2013 (COM(2005) 123).

Beschikking 2007/815/EG van de Commissie van 29 november 2007 tot uitvoering van Beschikking nr. 573/2007/EG van het Europees Parlement en de Raad wat de goedkeuring van strategische richtsnoeren voor de periode 2008-2013 betreft (PB L 326 van 12.12.2007, blz. 29).

Beschikking 2007/837/EG van de Commissie van 30 november 2007 tot uitvoering van Beschikking nr. 575/2007/EG van het Europees Parlement en de Raad wat de goedkeuring van strategische richtsnoeren voor de periode 2008-2013 betreft (PB L 330 van 15.12.2007, blz. 48).

Beschikking 2008/22/EG van de Commissie van 19 december 2007 tot vaststelling van regels voor de uitvoering van Beschikking nr. 573/2007/EG van het Europees Parlement en de Raad tot instelling van het Europees Vluchtelingenfonds voor de periode 2008-2013 als onderdeel van het algemeen programma „Solidariteit en beheer van de migratiestromen” wat betreft de beheers- en controlesystemen van de lidstaten, de regels voor administratief en financieel beheer en de subsidiabiliteit van de uitgaven voor door het fonds medegefinancierde projecten (PB L 7 van 10.1.2008, blz. 1).

Beschikking 2008/457/EG van de Commissie van 5 maart 2008 tot vaststelling van regels voor de uitvoering van Beschikking 2007/435/EG van de Raad tot oprichting van het Europees Fonds voor de integratie van onderdanen van derde landen voor de periode 2007-2013 als onderdeel van het algemeen programma Solidariteit en beheer van de migratiestromen wat betreft de beheers- en controlesystemen van de lidstaten, de regels voor administratief en financieel beheer en de subsidiabiliteit van de uitgaven voor door het fonds medegefinancierde projecten (PB L 167 van 27.6.2008, blz. 69).

Beschikking 2008/458/EG van de Commissie van 5 maart 2008 tot vaststelling van regels voor de uitvoering van Beschikking nr. 575/2007/EG van het Europees Parlement en de Raad tot oprichting van het Europees Terugkeerfonds voor de periode 2008-2013 als onderdeel van het algemeen programma Solidariteit en beheer van de migratiestromen wat betreft de beheers- en controlesystemen van de lidstaten, de regels voor administratief en financieel beheer en de subsidiabiliteit van de uitgaven voor door het fonds medegefinancierde projecten (PB L 167 van 27.6.2008, blz. 135).

18 03 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

18 03 77 01

Voorbereidende actie — Terugkeerbeleid

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

0,—

0,—

Toelichting

Deze post is bestemd voor nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

18 03 77 03

Voorbereidende actie — Voltooiing van de integratie van onderdanen van derde landen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

0,—

0,—

Toelichting

Deze post is bestemd voor nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

18 03 77 04

Proefproject — Oprichting van een netwerk voor contacten en discussie tussen betrokken gemeenten en lokale overheden inzake ervaringen en beste praktijken voor de hervestiging en integratie van vluchtelingen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

Toelichting

Dit krediet is bestemd voor nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

18 03 77 05

Proefproject —Steun voor slachtoffers van foltering

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

560 000

p.m.

348 949

0,—

1 306 728,34

Toelichting

Dit krediet is bestemd voor nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

18 03 77 06

Voorbereidende actie — Hervestiging van vluchtelingen in noodsituaties

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

300 000

p.m.

436 187

0,—

0,—

Toelichting

Dit krediet is bestemd voor nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

18 03 77 07

Proefproject — Analyse van het beleid inzake onthaal, bescherming en integratie van niet-begeleide minderjarigen in de Unie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

285 000

p.m.

218 093

0,—

513 417,41

Toelichting

Dit krediet is bestemd voor nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

18 03 77 08

Voorbereidende actie — Oprichting van een netwerk voor contacten en discussie tussen betrokken gemeenten en lokale overheden inzake ervaringen en beste praktijken voor de hervestiging en integratie van vluchtelingen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

150 000

p.m.

p.m.

0,—

350 000,—

Toelichting

Dit krediet is bestemd voor nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

18 03 77 09

Voorbereidende actie — Financiering voor de rehabilitatie van slachtoffers van foltering

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

90 000

500 000

250 000

3 000 000,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Deze voorbereidende actie heeft als belangrijkste doel een lijn te creëren die uiteindelijk ten goede komt aan de slachtoffers van foltering, ongeacht of het Unie-onderdanen of migranten die zich in de Unie bevinden betreft. De actie stelt rehabilitatiecentra in staat slachtoffers van foltering zo volledig mogelijk te laten rehabiliteren zodat zij naar behoren in de maatschappij kunnen functioneren en sneller kunnen integreren in de Europese economieën.

De voorbereidende actie omvat de volgende maatregelen:

 

verlening van toegang aan slachtoffers tot holistische rehabilitatie, zoals multidisciplinaire ondersteuning en counseling, met inbegrip van fysieke en psychotherapeutische behandeling, juridische dienstverlening en sociaaleconomische ondersteuning, door middelen ter beschikking te stellen voor de kosten die rehabilitatiecentra maken ten behoeve van slachtoffers van foltering (nieuwe of bestaande);

 

ondersteuning van de capaciteitsopbouw van rehabilitatiecentra via netwerkactiviteiten (binnen en buiten Europa), onderzoek, opleiding, de ontwikkeling van gemeenschappelijke instrumenten, uitwisseling van beproefde methoden, collegiaal toezicht als middel om indirecte trauma's te voorkomen enz.;

 

ondersteuning van activiteiten om de positie van slachtoffers van foltering te verbeteren en, in het algemeen, de integratiecapaciteit van de slachtoffers van foltering in Europese landen te ondersteunen;

 

ondersteuning van voorlichtingsactiviteiten om ervoor te zorgen dat de lidstaten het recht op rehabilitatie naleven, als vastgelegd in opmerking 3 bij artikel 14 van het Verdrag tegen foltering en andere wrede, onmenselijke of onterende behandeling of bestraffing.

Sinds 2011 is de tenuitvoerlegging van het goedgekeurde proefproject een succes. De eerste oproep tot het indienen van voorstellen werd in oktober 2011 gelanceerd en resulteerde in 31 aanvragen van centra uit veertien lidstaten. Het totale bedrag aan in de Unie aangevraagde subsidies bedroeg 6 000 000 EUR, hetgeen aantoont hoe groot de behoefte aan financiële ondersteuning bij rehabilitatiecentra is. Van de 31 voorstellen werden slechts vier projecten gefinancierd.

De tweede oproep tot het indienen van voorstellen werd gelanceerd in juli 2012 en resulteerde in 25 aanvragen uit diverse landen. Aangezien er in 2012 2 000 000 EUR beschikbaar was (tegen slechts 1 000 000 EUR in 2011), zijn zeven projecten geselecteerd.

De financiële middelen die nodig zouden zijn geweest om alle projecten waarvoor een aanvraag was ingediend te financieren, bedroegen ongeveer 8 000 000 EUR, hetgeen aantoont dat de financiering relevant is en in welke behoeften moet worden voorzien.

Het aantal tot nog toe ontvangen aanvragen laat zien hoe zeer er in de Unie behoefte is aan steun voor de rehabilitatie van slachtoffers van foltering.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

18 03 77 10

Proefproject — Financiering voor slachtoffers van foltering

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

165 982,08

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

Referentiebesluiten

Richtlijn 2003/9/EG van de Raad van 27 januari 2003 tot vaststelling van minimumnormen voor de opvang van asielzoekers in de lidstaten (PB L 31 van 6.2.2003, blz. 18).

Conclusies van de Raad van de Europese Unie, 2865e zitting van de Raad Externe Betrekkingen, Luxemburg, 29 april 2009.

Handvest van de grondrechten van de Europese Unie (PB C 83 van 30.3.2010, blz. 389).

HOOFDSTUK 18 04 —   BEVORDERING VAN EUROPEES BURGERSCHAP

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

% Betalingen 2014-2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

18 04

BEVORDERING VAN EUROPEES BURGERSCHAP

18 04 01

Europa voor de burger — Het gedenken en de capaciteit voor burgerparticipatie op het niveau van de Unie versterken

18 04 01 01

Europa voor de burger — Het gedenken en de capaciteit voor burgerparticipatie op het niveau van de Unie versterken

3

22 977 000

18 650 000

21 894 000

11 355 206

23 393 356,95

12 610 600,—

67,62

18 04 01 02

Europees burgerinitiatief

3

p.m.

p.m.

   

0,—

0,—

 
 

Artikel 18 04 01 — Subtotaal

 

22 977 000

18 650 000

21 894 000

11 355 206

23 393 356,95

12 610 600,—

67,62

18 04 51

Voltooiing van het programma „Europa voor de burger” (2007-2013)

3

p.m.

2 800 000

p.m.

4 616 234

0,—

11 413 583,75

407,63

 

Hoofdstuk 18 04 — Totaal

 

22 977 000

21 450 000

21 894 000

15 971 440

23 393 356,95

24 024 183,75

112,00

18 04 01

Europa voor de burger — Het gedenken en de capaciteit voor burgerparticipatie op het niveau van de Unie versterken

18 04 01 01

Europa voor de burger — Het gedenken en de capaciteit voor burgerparticipatie op het niveau van de Unie versterken

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

22 977 000

18 650 000

21 894 000

11 355 206

23 393 356,95

12 610 600,—

Toelichting

Oud artikel 16 02 01

Overeenkomstig het programma „Europa voor de burger” en in het kader van het algehele streven om Europa dichter bij de burger te brengen, zijn de algemene doelstellingen van het programma bij te dragen aan het inzicht van de burgers in de Unie, het Europese burgerschap te bevorderen en de omstandigheden voor burger- en democratische participatie op het niveau van de Unie te verbeteren.

Dit krediet dient ter dekking van acties zoals partnerschappen, structurele ondersteuning, herdenkingsprojecten, projecten inzake de geschiedenis en identiteit van de Unie, burgerbijeenkomsten, stedenbandennetwerken, projecten van burgers en organisaties uit het maatschappelijk middenveld, collegiale toetsingen, studies en communicatiediensten, steunmaatregelen, evenementen en ondersteunende structuren in de lidstaten, waaronder projecten van maatschappelijke organisaties ter bevordering van integratie, taalkundige verscheidenheid, cohesie en non-discriminatie, met bijzondere nadruk op Europese minderheden.

Dit krediet dient om het Europees burgerschap te bevorderen door burgers in alle talen van de Unie te informeren over hun rechten als burger van de Unie, de mogelijkheden voor burgerparticipatie op Unieniveau en de gevolgen van de Unie voor hun dagelijks leven.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan programma's van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 390/2014 van de Raad van 14 april 2014 tot vaststelling van het programma „Europa voor de burger” voor de periode 2014-2020 (PB L 115 van 17.4.2014, blz. 3), met name artikel 2.

18 04 01 02

Europees burgerinitiatief

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

   

0,—

0,—

Toelichting

Oud artikel 16 02 01

Het algemene doel van dit programma is het versterken van het democratisch aspect van de Unie door de Europese burgers het recht te geven deel nemen aan de democratische activiteiten van de Unie door middel van het Europees burgerinitiatief.

Een deel van de kredieten van deze begrotingslijn wordt gebruikt voor de oprichting van „één loket” in elke lidstaat, waar burgers het beste advies kunnen ontvangen inzake de procedures in verband met het Europees burgerinitiatief.

Deze kredieten dienen tevens voor communicatie, administratie en ondersteuning in verband met het Europees burgerinitiatief. De kredieten zijn daarnaast bestemd voor activiteiten om de bestaande belemmeringen uit de weg te ruimen waar burgers mee te maken hebben bij de gebruikmaking van het burgerinitiatief, en om de procedure en vereisten voor indiening van Europese burgerinitiatieven in heel Europa verder te harmoniseren.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 390/2014 van de Raad van 14 april 2014 tot vaststelling van het programma „Europa voor de burger” voor de periode 2014-2020 (PB L 115 van 17.4.2014, blz. 3), met name artikel 2.

18 04 51

Voltooiing van het programma „Europa voor de burger” (2007-2013)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

2 800 000

p.m.

4 616 234

0,—

11 413 583,75

Toelichting

Oud artikel 16 02 51

Dit krediet dient ter dekking van betalingen met betrekking tot nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren.

Rechtsgronden

Besluit nr. 1904/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 tot vaststelling voor de periode 2007-2013 van het programma „Europa voor de burger” ter bevordering van een actief Europees burgerschap (PB L 378 van 27.12.2006, blz. 32).

HOOFDSTUK 18 05 —   HORIZON 2020 — ONDERZOEK MET BETREKKING TOT VEILIGHEID

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

% Betalingen 2014-2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

18 05

HORIZON 2020 — ONDERZOEK MET BETREKKING TOT VEILIGHEID

18 05 03

Maatschappelijke uitdagingen

18 05 03 01

Veilige Europese samenlevingen bevorderen

1,1

136 092 171

114 789 343

145 735 857

51 650 398

142 616 390,07

1 517 492,24

1,32

 

Artikel 18 05 03 — Subtotaal

 

136 092 171

114 789 343

145 735 857

51 650 398

142 616 390,07

1 517 492,24

1,32

18 05 50

Kredieten afkomstig van de bijdragen van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling

18 05 50 01

Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling (2014-2020)

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

9 649 625,93

301 497,64

 

18 05 50 02

Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling (vóór 2014)

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

11 586 111,10

 
 

Artikel 18 05 50 — Subtotaal

 

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

9 649 625,93

11 887 608,74

 

18 05 51

Voltooiing van het voorgaande kaderprogramma voor onderzoek — Zevende kaderprogramma — EG (2007-2013)

1,1

p.m.

120 800 000

p.m.

81 417 368

28 394,19

253 454 065,41

209,81

 

Hoofdstuk 18 05 — Totaal

 

136 092 171

235 589 343

145 735 857

133 067 766

152 294 410,19

266 859 166,39

113,27

Toelichting

Deze toelichting is van toepassing op alle begrotingsonderdelen van dit hoofdstuk.

Deze kredieten zullen worden gebruikt voor Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie, dat de periode 2014-2020 bestrijkt, en voor de voltooiing van voorgaande kaderprogramma's voor onderzoek (zevende kaderprogramma).

Horizon 2020 zal een centrale rol vervullen bij de toepassing van het Europa 2020-vlaggenschipinitiatief „Innovatie-Unie” en andere vlaggenschipinitiatieven, met name „Efficiënt hulpbronnengebruik in Europa”, „Een geïntegreerd industriebeleid in een tijd van mondialisering” en „Een digitale agenda voor Europa”, alsook bij de ontwikkeling en werking van de Europese onderzoeksruimte. Horizon 2020 zal bijdragen tot de totstandbrenging van een op kennis en innovatie gebaseerde economie in de hele Unie door voldoende aanvullende financiering voor onderzoek, ontwikkeling en innovatie aan te trekken.

Dit programma is gericht op de verwezenlijking van de in artikel 179 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie genoemde doelstellingen, teneinde bij te dragen tot de totstandkoming van een kennismaatschappij, gebaseerd op de Europese onderzoeksruimte, d.w.z. door het ondersteunen van transnationale samenwerking op alle niveaus in de gehele Unie, door de dynamiek, de creativiteit en de uitmuntendheid van het Europese onderzoek in staat te stellen de grenzen van de kennis te verleggen, door meer personele middelen voor onderzoek en technologische ontwikkeling in Europa ter beschikking te stellen, en ook de kwaliteit daarvan te verbeteren, en door de capaciteiten voor onderzoek en innovatie in heel Europa te versterken en ervoor te zorgen dat die optimaal gebruikt worden.

Onder deze artikelen en posten vallen ook de uitgaven voor vergaderingen, conferenties, workshops en seminars van hoog wetenschappelijk of technologisch niveau en van Europees belang die door de Commissie worden georganiseerd, de financiering van analyses en evaluaties van hoog wetenschappelijk of technologisch niveau die voor de Unie worden uitgevoerd om nieuwe onderzoeksgebieden te verkennen die in aanmerking komen voor actie door de Unie, en met name in het kader van de Europese onderzoeksruimte, alsmede acties in verband met de follow-up en de verspreiding van resultaten van de programma's, waaronder die van acties die uit hoofde van de eerdere kaderprogramma's zijn uitgevoerd.

Dit krediet zal worden aangewend overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1290/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van de regels voor de deelname aan acties en de verspreiding van resultaten in het kader van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 1906/2006 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 81).

Bij de onder dit hoofdstuk opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Bij enkele van deze projecten is voorzien in deelname van derde landen of instellingen uit derde landen aan Europese samenwerking op het gebied van wetenschappelijk en technisch onderzoek. Eventuele financiële bijdragen die zijn geboekt onder de posten 6 0 1 3 en 6 0 1 5 van de staat van ontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten in overeenstemming met artikel 21 van het Financieel Reglement.

Ontvangsten die voortvloeien uit de deelname van landen aan de Europese samenwerking op het gebied van wetenschappelijk en technisch onderzoek die zijn geboekt onder post 6 0 1 6 van de staat van ontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten in overeenstemming met artikel 21 van het Financieel Reglement.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan programma's van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

Ontvangsten uit de bijdragen van externe instanties voor deelname aan activiteiten van de Unie die zijn geboekt onder post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement.

Extra kredieten zullen onder post 18 05 50 01 worden opgevoerd.

De administratieve kredieten van dit hoofdstuk zullen onder artikel 18 01 05 worden opgevoerd.

18 05 03

Maatschappelijke uitdagingen

18 05 03 01

Veilige Europese samenlevingen bevorderen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

136 092 171

114 789 343

145 735 857

51 650 398

142 616 390,07

1 517 492,24

Toelichting

Oude post 02 04 03 02

Dit krediet dient ter dekking van:

 

het steunen van EU-beleidsmaatregelen voor interne en externe veiligheid, en tegelijkertijd het verbeteren van het concurrentievermogen en de technologiebasis van de veiligheidssector in de Unie en het stimuleren van de samenwerking tussen aanbieders en gebruikers van veiligheidsoplossingen. De activiteiten zullen gericht zijn op de ontwikkeling van innovatieve technologieën en oplossingen die veiligheidslacunes opvullen en leiden tot de preventie van veiligheidsbedreigingen. De activiteiten hebben in het bijzonder tot doel terrorisme te bestrijden, met inbegrip van de bescherming van kritieke infrastructuur; de veiligheid te verbeteren door middel van grensbeheer; Europa beter bestand te maken tegen crises en rampen en tegelijkertijd persoonsgegevens en fundamentele mensenrechten te beschermen;

 

het steunen van de versterking van de empirische onderbouwing, alsook voor de Innovatie-Unie en de Europese onderzoeksruimte, die nodig zijn om de ontwikkeling van innovatieve samenlevingen en beleidsmaatregelen in Europa te stimuleren door burgers, ondernemingen en gebruikers te betrekken bij onderzoek en innovatie en door gecoördineerd onderzoeks- en innovatiebeleid in de context van de mondialisering te bevorderen.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2006, blz. 104).

Besluit 2013/743/EU van de Raad van 3 december 2013 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van de Besluiten 2006/971/EG, 2006/972/EG, 2006/973/EG, 2006/974/EG en 2006/975/EG (PB L 347 van 20.12.2006, blz. 965), met name artikel 3, lid 3, onder g).

18 05 50

Kredieten afkomstig van de bijdragen van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling

18 05 50 01

Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling (2014-2020)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

9 649 625,93

301 497,64

Toelichting

Oude post 02 04 50 01 (ten dele)

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met de ontvangsten die aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, afkomstig van derden of derde landen (buiten de Europese Economische Ruimte) die deelnemen aan de projecten op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling voor de periode 2014-2020.

Ontvangsten die zijn geboekt onder de posten 6 0 1 3, 6 0 1 5, 6 0 1 6, 6 0 3 1 en 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement.

18 05 50 02

Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling (vóór 2014)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

11 586 111,10

Toelichting

Oude post 02 04 50 02 (ten dele)

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met de ontvangsten die aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, afkomstig van derden of derde landen (buiten de Europese Economische Ruimte) die deelnemen aan de projecten op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling voor de periode vóór 2014.

Ontvangsten die zijn geboekt onder de posten 6 0 1 3, 6 0 1 5, 6 0 1 6, 6 0 3 1 en 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement.

18 05 51

Voltooiing van het voorgaande kaderprogramma voor onderzoek — Zevende kaderprogramma — EG (2007-2013)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

120 800 000

p.m.

81 417 368

28 394,19

253 454 065,41

Toelichting

Oud artikel 02 04 51 (ten dele)

Dit krediet dient ter dekking van betalingen met betrekking tot nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de EVA-staten, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Dit krediet dient eveneens ter dekking van de uitgaven in verband met de ontvangsten die aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, afkomstig van derden of derde landen (buiten de Europese Economische Ruimte) die deelnemen aan de werkzaamheden op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling.

Ontvangsten die zijn geboekt onder de posten 6 0 1 3, 6 0 1 5, 6 0 1 6, 6 0 3 1 en 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Besluit nr. 1982/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 412 van 30.12.2006, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1906/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot vaststelling van de regels voor de deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan acties op grond van het zevende kaderprogramma, en voor de verspreiding van onderzoeksresultaten (2007-2013) (PB L 391 van 30.12.2006, blz. 1).

Beschikking 2006/971/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma „Samenwerking” tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 86).

HOOFDSTUK 18 06 —   ANTIDRUGSBELEID

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

% Betalingen 2014-2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

18 06

ANTIDRUGSBELEID

18 06 01

Ondersteuning van initiatieven op het gebied van het drugsbeleid

3

2 512 000

2 100 000

3 000 000

1 700 447

3 004 000,—

0,—

0

18 06 02

Europees Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving (EWDD)

3

14 724 000

14 724 000

14 643 000

14 643 000

14 793 959,—

14 793 959,—

100,48

18 06 51

Voltooiing van acties op het gebied van drugspreventie en -voorlichting

3

p.m.

500 000

p.m.

1 200 000

28 190,06

2 263 610,48

452,72

 

Hoofdstuk 18 06 — Totaal

 

17 236 000

17 324 000

17 643 000

17 543 447

17 826 149,06

17 057 569,48

98,46

18 06 01

Ondersteuning van initiatieven op het gebied van het drugsbeleid

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

2 512 000

2 100 000

3 000 000

1 700 447

3 004 000,—

0,—

Toelichting

Oud artikel 33 03 03

Dit krediet heeft tot doel initiatieven op het gebied van het drugsbeleid te ondersteunen met betrekking tot aspecten van justitiële samenwerking en misdaadpreventie die nauw verbonden zijn met de algemene doelstelling van het programma Justitie („het programma”), voor zover ze niet onder het instrument voor financiële steun voor politiële samenwerking, voorkoming en bestrijding van criminaliteit, en crisisbeheer, als deel van het fonds voor interne veiligheid, of het programma Gezondheid voor groei vallen.

Dit krediet dient in het bijzonder ter financiering van de volgende soorten maatregelen:

 

analytische werkzaamheden, zoals het verzamelen van gegevens en statistieken; het ontwikkelen van gemeenschappelijke methoden en, in voorkomend geval, indicatoren of benchmarks; studies, onderzoek, analyses en enquêtes; evaluaties; het opstellen en publiceren van handleidingen, rapporten en educatief materiaal; workshops, seminars, vergaderingen van deskundigen en conferenties;

 

opleidingsactiviteiten, zoals uitwisseling van personeel, workshops, seminars, opleiding van opleiders, waaronder taalopleidingen over juridische terminologie, en ontwikkeling van online opleidingsinstrumenten of andere opleidingsmodules voor magistraten en justitieel personeel;

 

activiteiten inzake wederzijds leren, samenwerking, bewustmaking en verspreiding, zoals het vaststellen en uitwisselen van beproefde methoden, innovatieve benaderingen en ervaringen; het organiseren van intercollegiale toetsing en wederzijds leren; het organiseren van conferences, seminars en informatiecampagnes, waaronder institutionele communicatie over de politieke prioriteiten van de Unie, voor zover die verband houden met de doelstellingen van het programma; het compileren en publiceren van materiaal voor de verspreiding van informatie over het programma en de resultaten ervan; het ontwikkelen, exploiteren en onderhouden van systemen en instrumenten die gebruikmaken van ICT, met inbegrip van de verdere ontwikkeling van het Europese e-justitieportaal als instrument om de toegang van burgers tot de rechter te verbeteren;

 

ondersteunen van de voornaamste actoren wier activiteiten tot de tenuitvoerlegging van de doelstellingen van het programma bijdragen, zoals steun voor lidstaten bij de uitvoering van het recht en het beleid van de Unie en voor de belangrijkste Europese actoren en netwerken, ook op het gebied van justitiële opleiding; en ondersteunen van netwerkactiviteiten op Europees niveau tussen gespecialiseerde instanties en entiteiten alsmede nationale, regionale en plaatselijke autoriteiten en niet-gouvernementele organisaties.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 daarvan en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de EVA-staten, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van toetredingslanden, kandidaat-lidstaten en potentiële kandidaat-lidstaten voor deelname aan Unieprogramma’s en zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot het opvoeren van extra kredieten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1382/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een programma „Justitie” voor de periode 2014-2020 (PB L 354 van 28.12.2013, blz. 73), met name artikel 4, lid 1, onder d), en artikel 6, lid 1.

18 06 02

Europees Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving (EWDD)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

14 724 000

14 724 000

14 643 000

14 643 000

14 793 959,—

14 793 959,—

Toelichting

Oud artikel 18 02 06

Dit krediet is bestemd voor de personeelsuitgaven en administratieve uitgaven (titels 1 en 2) en de beleidsuitgaven met betrekking tot het werkprogramma van het Waarnemingscentrum (titel 3).

Het Waarnemingscentrum moet het Europees Parlement en de Raad in kennis stellen van elke kredietoverschrijving tussen administratieve en beleidsuitgaven.

De bedragen die overeenkomstig artikel 20 van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1271/2013 van de Commissie worden terugbetaald, worden beschouwd als bestemmingsontvangsten (artikel 21, lid 3, onder c), van het Financieel Reglement), die moeten worden geboekt bij post 6 6 0 0 van de algemene staat van ontvangsten.

De personeelsformatie van het Waarnemingscentrum is opgenomen in de bijlage „Personeel” bij deze afdeling.

De bijdrage van de Unie voor 2016 bedraagt in totaal 14 794 000 EUR. Aan het in de begroting opgevoerde bedrag van 14 724 000 EUR is een bedrag van 70 000 EUR toegevoegd afkomstig van de terugvordering van overschotten.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1920/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 betreffende het Europees Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving (PB L 376 van 27.12.2006, blz. 1).

18 06 51

Voltooiing van acties op het gebied van drugspreventie en -voorlichting

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

500 000

p.m.

1 200 000

28 190,06

2 263 610,48

Toelichting

Oud artikel 33 03 51 (ten dele)

Dit krediet dient ter dekking van betalingen in verband met nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 daarvan en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de EVA-staten, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Besluit nr. 1150/2007/EG van het Europees Parlement en de Raad van 25 september 2007 tot vaststelling van het specifieke programma Drugspreventie en -voorlichting voor de periode 2007-2013 als onderdeel van het algemene programma Grondrechten en justitie (PB L 257 van 3.10.2007, blz. 23).

Referentiebesluiten

Mededeling van de Commissie van 6 april 2005 aan de Raad en het Europees Parlement tot vaststelling van een kaderprogramma met betrekking tot de grondrechten en justitie voor de periode 2007-2013 (COM(2005) 122).

TITEL 19

INSTRUMENTEN VOOR HET BUITENLANDS BELEID

Algemene samenvatting van de kredieten (2016 en 2015) en van de uitvoering (2014)

 

Titel

Hoofdstuk

Rubriek

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

19 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „INSTRUMENTEN VOOR HET BUITENLANDS BELEID”

24 818 316

24 818 316

22 966 858

22 966 858

23 920 864,18

23 920 864,18

19 02

INSTRUMENT VOOR BIJDRAGE AAN STABILITEIT EN VREDE — CRISISRESPONS, CONFLICTPREVENTIE, VREDESOPBOUW EN CRISISPARAATHEID

253 506 177

222 857 200

247 566 000

177 697 519

188 055 702,58

200 937 577,68

19 03

GEMEENSCHAPPELIJK BUITENLANDS EN VEILIGHEIDSBELEID (GBVB)

326 770 000

298 135 000

320 516 000

267 656 623

304 691 105,34

263 449 481,21

19 04

VERKIEZINGSWAARNEMINGSMISSIES

44 626 565

36 307 000

41 267 086

30 162 748

43 463 700,12

31 017 532,39

19 05

SAMENWERKING MET DERDE LANDEN IN HET KADER VAN HET PARTNERSCHAPSINSTRUMENT

120 382 000

82 726 136

114 428 000

67 121 090

115 928 039,43

22 454 061,41

19 06

COMMUNICATIE OVER DE UNIE INZAKE EXTERNE BETREKKINGEN

12 500 000

12 500 000

12 500 000

12 236 901

11 308 578,83

12 733 033,55

 

Titel 19 — Totaal

782 603 058

677 343 652

759 243 944

577 841 739

687 367 990,48

554 512 550,42

HOOFDSTUK 19 01 —   ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „INSTRUMENTEN VOOR HET BUITENLANDS BELEID”

De artikelen 1, 2, 3 en 5 zijn in detail weergegeven in hoofdstuk XX 01

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

% 2014-2016

19 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „INSTRUMENTEN VOOR HET BUITENLANDS BELEID”

19 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke personeelsleden voor het beleidsterrein „Instrumenten voor het buitenlands beleid”

19 01 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke personeelsleden bij de centrale diensten

5,2

8 320 426

8 146 703

8 180 034,73

98,31

19 01 01 02

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke personeelsleden bij delegaties van de Unie

5,2

p.m.

p.m.

601,56

 
 

Artikel 19 01 01 — Subtotaal

 

8 320 426

8 146 703

8 180 636,29

98,32

19 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven voor het beleidsterrein „Instrumenten voor het buitenlands beleid”

19 01 02 01

Extern personeel bij de centrale diensten

5,2

2 001 400

1 944 250

1 840 715,19

91,97

19 01 02 02

Extern personeel bij delegaties van de Unie

5,2

240 345

235 701

278 949,27

116,06

19 01 02 11

Overige beheersuitgaven bij de centrale diensten

5,2

558 369

525 211

424 352,52

76,00

19 01 02 12

Overige beheersuitgaven bij delegaties van de Unie

5,2

29 756

27 779

36 718,49

123,40

 

Artikel 19 01 02 — Subtotaal

 

2 829 870

2 732 941

2 580 735,47

91,20

19 01 03

Uitgaven in verband met informatie- en communicatietechnologie-uitrusting en -diensten, gebouwen en daarmee samenhangende uitgaven voor het beleidsterrein „Instrumenten voor het buitenlands beleid”

19 01 03 01

Uitgaven in verband met informatie- en communicatietechnologie-uitrusting en -diensten

5,2

531 019

517 202

590 018,71

111,11

19 01 03 02

Gebouwen en daarmee samenhangende uitgaven voor delegaties van de Unie

5,2

140 274

130 108

290 468,73

207,07

 

Artikel 19 01 03 — Subtotaal

 

671 293

647 310

880 487,44

131,16

19 01 04

Ondersteunende uitgaven voor operaties en programma’s in het beleidsterrein „Instrumenten voor het buitenlands beleid”

19 01 04 01

Ondersteunende uitgaven voor het instrument voor bijdrage aan stabiliteit en vrede

4

6 544 000

6 480 177

7 026 797,48

107,38

19 01 04 02

Ondersteunende uitgaven voor het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid (GBVB)

4

500 000

250 000

347 381,—

69,48

19 01 04 03

Ondersteunende uitgaven voor het Europees instrument voor de democratie en de mensenrechten (EIDHR) — Uitgaven in verband met verkiezingswaarnemingsmissies

4

686 727

586 727

697 644,—

101,59

19 01 04 04

Ondersteunende uitgaven voor het partnerschapsinstrument

4

5 036 000

3 960 000

3 933 182,50

78,10

 

Artikel 19 01 04 — Subtotaal

 

12 766 727

11 276 904

12 005 004,98

94,03

19 01 06

Uitvoerende agentschappen

19 01 06 01

Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur — Bijdrage van het partnerschapsinstrument

4

230 000

163 000

274 000,—

119,13

 

Artikel 19 01 06 — Subtotaal

 

230 000

163 000

274 000,—

119,13

 

Hoofdstuk 19 01 — Totaal

 

24 818 316

22 966 858

23 920 864,18

96,38

19 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke personeelsleden voor het beleidsterrein „Instrumenten voor het buitenlands beleid”

19 01 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke personeelsleden bij de centrale diensten

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

8 320 426

8 146 703

8 180 034,73

Toelichting

Er wordt in de Commissie meer personeel ingezet voor crisisbeheersing, om te zorgen voor voldoende capaciteit voor de follow-up van voorstellen van organisaties uit het maatschappelijk middenveld voor de reactie op crises.

19 01 01 02

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke personeelsleden bij delegaties van de Unie

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

p.m.

p.m.

601,56

Toelichting

De Commissie neemt hooggekwalificeerd, stabiel en gespecialiseerd personeel aan voor kwesties die te maken hebben met mensenrechten.

Er wordt voldoende personeel ingezet voor crisisbeheersing, ten behoeve van de follow-up van voorstellen van organisaties uit het maatschappelijk middenveld voor de reactie op crises.

19 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven voor het beleidsterrein „Instrumenten voor het buitenlands beleid”

19 01 02 01

Extern personeel bij de centrale diensten

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

2 001 400

1 944 250

1 840 715,19

19 01 02 02

Extern personeel bij delegaties van de Unie

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

240 345

235 701

278 949,27

19 01 02 11

Overige beheersuitgaven bij de centrale diensten

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

558 369

525 211

424 352,52

19 01 02 12

Overige beheersuitgaven bij delegaties van de Unie

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

29 756

27 779

36 718,49

19 01 03

Uitgaven in verband met informatie- en communicatietechnologie-uitrusting en -diensten, gebouwen en daarmee samenhangende uitgaven voor het beleidsterrein „Instrumenten voor het buitenlands beleid”

19 01 03 01

Uitgaven in verband met informatie- en communicatietechnologie-uitrusting en -diensten

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

531 019

517 202

590 018,71

19 01 03 02

Gebouwen en daarmee samenhangende uitgaven voor delegaties van de Unie

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

140 274

130 108

290 468,73

19 01 04

Ondersteunende uitgaven voor operaties en programma’s in het beleidsterrein „Instrumenten voor het buitenlands beleid”

19 01 04 01

Ondersteunende uitgaven voor het instrument voor bijdrage aan stabiliteit en vrede

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

6 544 000

6 480 177

7 026 797,48

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

uitgaven voor technische en administratieve bijstand, waarbij geen sprake is van overheidstaken die door de Commissie tot wederzijds voordeel van de begunstigden en de Commissie zijn uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc;

 

uitgaven voor extern personeel (arbeidscontractanten, plaatselijke functionarissen of gedetacheerde nationale deskundigen) dat bij de delegaties van de Unie in dienst wordt genomen met het oog op de decentralisatie van het programmabeheer naar de delegaties van de Unie in derde landen, of in verband met de overname van de taken van de afgeschafte bureaus voor technische bijstand, alsmede de bijkomende logistieke en infrastructurele kosten, zoals de kosten van opleiding, vergaderingen, dienstreizen en huur van onderkomen, die rechtstreeks voortvloeien uit de aanwezigheid in de delegaties van het externe personeel dat wordt bezoldigd uit de kredieten van deze post;

 

uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting, bewustmaking, opleiding, voorbereiding en uitwisseling van kennis en beste praktijken, alsook voor bekendmakingsactiviteiten en andere administratieve of technische bijstand die rechtstreeks samenhangt met de verwezenlijking van de doelstelling van het programma;

 

onderzoek over relevante vraagstukken en verspreiding van de resultaten daarvan;

 

uitgaven voor informatie- en communicatieactiviteiten, onder meer de ontwikkeling van communicatiestrategieën en institutionele voorlichting over de politieke prioriteiten van de Unie.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun openbare organen, entiteiten of natuurlijke personen, aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. De onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen vormen overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen worden vastgesteld, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma.

Dit krediet dekt de ondersteunende uitgaven uit hoofde van hoofdstuk 19 02.

19 01 04 02

Ondersteunende uitgaven voor het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid (GBVB)

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

500 000

250 000

347 381,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van ondersteuning voor de tenuitvoerlegging van maatregelen in het kader van het GBVB waarvoor de Commissie niet beschikt over de vereiste ervaring of een beroep op aanvullende steun dient te doen. Dit krediet dient ter dekking van:

 

uitgaven voor technische en administratieve bijstand die de Commissie mag uitbesteden aan een uitvoerend agentschap onder uniaal recht;

 

uitgaven voor technische en administratieve bijstand, waarbij geen sprake is van overheidstaken, die door de Commissie tot wederzijds voordeel van de begunstigden en de Commissie is uitbesteed op basis van ad-hocdienstverleningscontracten. Dit omvat de kosten die verband houden met de actualisering en het onderhoud van de Elektronische lijst van geconsolideerde gerichte financiële sancties (e-CTFSL) die noodzakelijk is voor de toepassing van de financiële sancties uit hoofde van de specifieke GBVB-doelstellingen van het Verdrag betreffende de Europese Unie;

 

uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks samenhangen met de verwezenlijking van de doelstelling van het programma.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun overheidsorganen, entiteiten of natuurlijke personen, aan bepaalde externe steunprojecten of -programma's die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen worden geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten en vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning, zullen worden vastgesteld, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma voor elk hoofdstuk.

Onder voorbehoud van het definitieve besluit inzake de oprichting van een missie-ondersteuningsplatform voor de GBVD-missies, dient dit krediet ter dekking van administratieve uitgaven voor het missie-ondersteuningsplatform.

Ontvangsten die voortvloeien uit de GBVD-missies en die worden gebruikt voor de gecentraliseerde ondersteunende diensten en die in artikel 5 5 0 van de staat van ontvangsten worden geboekt, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten in deze post overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 440 000 EUR.

Dit krediet dekt de ondersteunende uitgaven uit hoofde van hoofdstuk 19 03.

19 01 04 03

Ondersteunende uitgaven voor het Europees instrument voor de democratie en de mensenrechten (EIDHR) — Uitgaven in verband met verkiezingswaarnemingsmissies

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

686 727

586 727

697 644,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

uitgaven voor technische en administratieve bijstand, waarbij geen sprake is van overheidstaken, die door de Commissie tot wederzijds voordeel van de begunstigden en de Commissie is uitbesteed op basis van ad-hocdienstverleningscontracten;

 

uitgaven voor extern personeel bij de centrale diensten (arbeidscontractanten, gedetacheerde nationale deskundigen of uitzendkrachten), dat de taken overneemt van de afgeschafte bureaus voor technische bijstand. De uitgaven voor extern personeel bij de centrale diensten mogen maximaal 336 727 EUR bedragen. Deze schatting is gebaseerd op de jaarlijkse kosten per eenheid per manjaar, waarvan 95 % wordt uitgemaakt door de bezoldiging van het desbetreffende personeel en 5 % door de kosten van opleiding, vergaderingen, dienstreizen, informatietechnologie en telecommunicatie voor het externe personeel dat uit dit krediet wordt gefinancierd;

 

uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting, bewustmaking, opleiding, voorbereiding en uitwisseling van kennis en beste praktijken, alsook bekendmakingsactiviteiten en andere administratieve of technische bijstand die rechtstreeks samenhangt met de verwezenlijking van de doelstelling van het programma;

 

onderzoek over relevante vraagstukken en verspreiding van de resultaten daarvan;

 

uitgaven voor informatie- en communicatieactiviteiten, onder meer de ontwikkeling van communicatiestrategieën en institutionele voorlichting over de politieke prioriteiten van de Unie.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun overheidsorganen, entiteiten of natuurlijke personen, aan bepaalde externe steunprojecten of -programma's die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen worden geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten en vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning, zullen worden vastgesteld, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma voor elk hoofdstuk.

Dit krediet dekt de ondersteunende uitgaven uit hoofde van hoofdstuk 19 04.

19 01 04 04

Ondersteunende uitgaven voor het partnerschapsinstrument

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

5 036 000

3 960 000

3 933 182,50

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

uitgaven voor technische en administratieve bijstand, waarbij geen sprake is van overheidstaken, die door de Commissie tot wederzijds voordeel van de begunstigden en de Commissie is uitbesteed op basis van ad-hocdienstverleningscontracten;

 

uitgaven voor extern personeel (arbeidscontractanten, plaatselijke functionarissen of gedetacheerde nationale deskundigen) dat bij de delegaties van de Unie in dienst wordt genomen met het oog op de decentralisatie van het programmabeheer naar de delegaties van de Unie in derde landen, of in verband met de overname van de taken van de afgeschafte bureaus voor technische bijstand, alsmede de bijkomende logistieke en infrastructurele kosten, zoals de kosten van opleiding, vergaderingen, dienstreizen en huur van onderkomen, die rechtstreeks voortvloeien uit de aanwezigheid in de delegaties van het externe personeel dat wordt bezoldigd uit de kredieten van deze post;

 

uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting, bewustmaking, opleiding, voorbereiding en uitwisseling van kennis en beste praktijken, alsook bekendmakingsactiviteiten en andere administratieve of technische bijstand die rechtstreeks samenhangt met de verwezenlijking van de doelstelling van het programma;

 

onderzoek over relevante vraagstukken en verspreiding van de resultaten daarvan;

 

uitgaven voor informatie- en communicatieactiviteiten, onder meer de ontwikkeling van communicatiestrategieën en institutionele voorlichting over de politieke prioriteiten van de Unie.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun openbare organen, entiteiten of natuurlijke personen, aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. De onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen vormen overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen worden vastgesteld, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma.

Dit krediet dekt de ondersteunende uitgaven uit hoofde van hoofdstuk 19 05.

19 01 06

Uitvoerende agentschappen

19 01 06 01

Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur — Bijdrage van het partnerschapsinstrument

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

230 000

163 000

274 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de exploitatiekosten van het Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur, die voortvloeien uit het aan het Agentschap gedelegeerde beheer van de projecten die gefinancierd worden met de in hoofdstuk 19 05 opgenomen kredieten.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 58/2003 van de Raad van 19 december 2002 tot vaststelling van het statuut van de uitvoerende agentschappen waaraan bepaalde taken voor het beheer van communautaire programma’s worden gedelegeerd (PB L 11 van 16.1.2003, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1934/2006 van de Raad van 21 december 2006 tot vaststelling van een financieringsinstrument voor de samenwerking met geïndustrialiseerde landen en andere landen en gebieden met een hoog inkomen (PB L 405 van 30.12.2006, blz. 41).

Verordening (EU) nr. 1288/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van „Erasmus+”: het programma van de Unie voor onderwijs, opleiding, jeugd en sport en tot intrekking van Besluiten nr. 1719/2006/EG, nr. 1720/2006/EG en nr. 1298/2008/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 50).

Uitvoeringsbesluit 2013/776/EU van de Commissie van 18 december 2013 tot oprichting van het „Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur” en tot intrekking van Besluit 2009/336/EG (PB L 343 van 19.12.2013, blz. 46).

Verordening (EU) nr. 234/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een partnerschapsinstrument voor samenwerking met derde landen (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 77).

Referentiebesluiten

Besluit C(2013) 9189 van de Commissie van 18 december 2013 waarbij bevoegdheden worden gedelegeerd aan het Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur met het oog op het vervullen van taken die verband houden met de uitvoering van programma's van de Unie op het gebied van onderwijs, audiovisuele media en cultuur, omvattende in het bijzonder de uitvoering van kredieten van de algemene begroting van de Unie en toewijzingen uit het EOF.

HOOFDSTUK 19 02 —   INSTRUMENT VOOR BIJDRAGE AAN STABILITEIT EN VREDE — CRISISRESPONS, CONFLICTPREVENTIE, VREDESOPBOUW EN CRISISPARAATHEID

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

% Betalingen 2014-2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

19 02

INSTRUMENT VOOR BIJDRAGE AAN STABILITEIT EN VREDE — CRISISRESPONS, CONFLICTPREVENTIE, VREDESOPBOUW EN CRISISPARAATHEID

19 02 01

Respons op crises en opkomende crises

4

226 506 177

153 139 600

222 566 000

96 457 427

168 984 032,86

22 275 775,78

14,55

19 02 02

Steun voor conflictpreventie, vredesopbouw en crisisparaatheid

4

27 000 000

10 904 000

25 000 000

8 735 494

19 000 000,—

1 339 757,46

12,29

19 02 51

Voltooiing van de acties op het gebied van crisisrespons en paraatheid (2007-2013)

4

p.m.

58 813 600

p.m.

72 504 598

71 669,72

176 922 965,90

300,82

19 02 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

19 02 77 01

Proefproject — Programma voor vredesopbouwactiviteiten onder leiding van ngo's

4

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

399 078,54

 
 

Artikel 19 02 77 — Subtotaal

 

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

399 078,54

 
 

Hoofdstuk 19 02 — Totaal

 

253 506 177

222 857 200

247 566 000

177 697 519

188 055 702,58

200 937 577,68

90,16

19 02 01

Respons op crises en opkomende crises

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

226 506 177

153 139 600

222 566 000

96 457 427

168 984 032,86

22 275 775,78

Toelichting

Dit krediet is bedoeld voor een spoedige bijdrage tot stabiliteit door een effectieve respons voor het vrijwaren, het scheppen of opnieuw scheppen van de voorwaarden die essentieel zijn voor een degelijke uitvoering van het buitenlandse beleid van de Unie overeenkomstig artikel 21 van het Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU). De technische en financiële bijstand kan worden verstrekt als antwoord op een noodsituatie, crisis of opkomende crisis, een situatie die een gevaar betekent voor de democratie, de rechtsstaat en de openbare orde, de bescherming van de mensenrechten en fundamentele vrijheden, of de beveiliging en veiligheid van personen, in het bijzonder personen die blootstaan aan gendergerelateerd geweld in onstabiele situaties, of een situatie die dreigt te ontaarden in een gewapend conflict of het (de) betrokken derde land (landen) ernstig dreigt te destabiliseren.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun openbare organen, entiteiten of natuurlijke personen, aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma. Deze bedragen kunnen worden aangevuld met bijdragen voor Unietrustfondsen.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 230/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een instrument voor bijdrage aan stabiliteit en vrede (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 1).

19 02 02

Steun voor conflictpreventie, vredesopbouw en crisisparaatheid

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

27 000 000

10 904 000

25 000 000

8 735 494

19 000 000,—

1 339 757,46

Toelichting

Dit krediet dient om bij te dragen aan de preventie van conflicten en aan het waarborgen van de capaciteit en de paraatheid om met pre- en postcrisissituaties om te gaan en te bouwen aan vrede. Deze technische en financiële bijstand omvat steun voor maatregelen gericht op het opbouwen en versterken van de capaciteit van de Unie en haar partners om conflicten te voorkomen, vrede tot stand te brengen en met pre- en postcrisissituaties om te gaan; waarbij in voldoende mate aandacht moet worden besteed aan de empowerment van vrouwen en aan gendermainstreaming in alle maatregelen en in coördinatie met de Verenigde Naties en andere internationale, regionale en subregionale organisaties, en met overheidsactoren en het maatschappelijk middenveld.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun overheidsorganen, semi-overheidsorganen, of van internationale organisaties aan bepaalde externe steunprojecten of -programma's die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen worden geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten en vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning, zullen worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma voor elk hoofdstuk.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 230/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een instrument voor bijdrage aan stabiliteit en vrede (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 1).

19 02 51

Voltooiing van de acties op het gebied van crisisrespons en paraatheid (2007-2013)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

58 813 600

p.m.

72 504 598

71 669,72

176 922 965,90

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van betalingen voor nog openstaande vastleggingen van vorige jaren.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en andere donorlanden, inclusief in beide gevallen hun overheids- en semi-overheidsorganen, of van internationale organisaties aan bepaalde externe steunprojecten of -programma's die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, overeenkomstig het desbetreffende basisbesluit, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen worden geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten en vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning, zullen worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma voor elk hoofdstuk.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1717/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 15 november 2006 tot invoering van een stabiliteitsinstrument (PB L 327 van 24.11.2006, blz. 1).

19 02 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

19 02 77 01

Proefproject — Programma voor vredesopbouwactiviteiten onder leiding van ngo's

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

399 078,54

Toelichting

Dit krediet is bedoeld ter dekking van nog openstaande vastleggingen van voorgaande jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

HOOFDSTUK 19 03 —   GEMEENSCHAPPELIJK BUITENLANDS EN VEILIGHEIDSBELEID (GBVB)

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

% Betalingen 2014-2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

19 03

GEMEENSCHAPPELIJK BUITENLANDS EN VEILIGHEIDSBELEID (GBVB)

19 03 01

Steun voor het behoud van stabiliteit via GBVB-missies en speciale vertegenwoordigers van de Europese Unie

19 03 01 01

Waarnemingsmissie in Georgië

4

19 000 000

17 000 000

23 000 000

19 225 061

18 604 281,51

12 206 699,35

71,80

19 03 01 02

EULEX Kosovo

4

70 000 000

72 000 000

85 000 000

85 638 907

89 820 000,—

96 583 356,87

134,14

19 03 01 03

EUPOL Afghanistan

4

p.m.

38 000 000

65 000 000

61 170 648

75 383 790,14

60 357 479,—

158,84

19 03 01 04

Andere maatregelen voor crisisbeheersing en acties

4

148 770 000

116 835 000

85 250 000

66 370 152

89 806 000,—

60 235 163,48

51,56

19 03 01 05

Noodmaatregelen

4

37 000 000

4 000 000

20 000 000

1 747 732

0,—

0,—

0

19 03 01 06

Voorbereidende en follow-upmaatregelen

4

8 000 000

4 000 000

5 266 000

275 268

328 776,63

263 077,20

6,58

19 03 01 07

Speciale vertegenwoordigers van de Europese Unie

4

25 000 000

26 500 000

20 000 000

9 153 836

15 670 000,—

19 696 322,60

74,33

 

Artikel 19 03 01 — Subtotaal

 

307 770 000

278 335 000

303 516 000

243 581 604

289 612 848,28

249 342 098,50

89,58

19 03 02

Steun aan non-proliferatie en ontwapening

4

19 000 000

19 800 000

17 000 000

24 075 019

15 078 257,06

14 107 382,71

71,25

 

Hoofdstuk 19 03 — Totaal

 

326 770 000

298 135 000

320 516 000

267 656 623

304 691 105,34

263 449 481,21

88,37

Toelichting

De hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid moet waarborgen dat het Europees Parlement nauw wordt betrokken bij alle stadia van het besluitvormingsproces. De gezamenlijke informatiebijeenkomsten die zijn vastgelegd in punt 25 van het Interinstitutioneel Akkoord van 2 december 2013 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline, de samenwerking in begrotingszaken en een goed financieel beheer (PB C 373 van 20.12.2013, blz. 1), en die op basis van de verklaring van de hoge vertegenwoordiger over politieke verantwoordingsplicht (PB C 210 van 3.8.2010, blz. 1) verder moeten worden geïntensiveerd, dienen een continue dialoog te bewerkstelligen tussen de hoge vertegenwoordiger en het Europees Parlement met betrekking tot de voornaamste keuzen en aspecten van het GBVB van de Unie, met inbegrip van overleg voorafgaand aan de vaststelling van mandaten en strategieën. Om de interinstitutionele samenhang inzake het GBVB te verbeteren en up-to-date deskundig advies te kunnen leveren aan alle instellingen, met als doel de ontwikkeling van een consistenter en doeltreffender GBVB, wordt waar passend gezorgd voor deskundig onderzoek dat relevant is voor het beleid, onder meer door het Instituut voor veiligheidsstudies van de Europese Unie.

19 03 01

Steun voor het behoud van stabiliteit via GBVB-missies en speciale vertegenwoordigers van de Europese Unie

Toelichting

Maatregelen voor crisisbeheersing in het kader van gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid (GBVB) en acties op het gebied van monitoring en verificatie van vredesprocessen, conflictoplossing en andere stabiliseringsactiviteiten, rechtsstaat- en politiemissies vallen onder dit artikel. Er kunnen acties worden ondernomen om toezicht te houden op grensovergangen, vredes- of wapenstilstandsovereenkomsten of meer algemene ontwikkelingen met betrekking tot de politieke situatie en de veiligheid. Alle uit dit begrotingshoofdstuk te financieren acties moeten een civiel karakter dragen.

19 03 01 01

Waarnemingsmissie in Georgië

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

19 000 000

17 000 000

23 000 000

19 225 061

18 604 281,51

12 206 699,35

Toelichting

Dit krediet dient ter financiering van de waarnemingsmissie van de Europese Unie in Georgië, in overeenstemming met de door de Raad vastgestelde relevante rechtsgrond.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun overheidsorganen, entiteiten of natuurlijke personen, aan bepaalde externe steunprojecten of -programma's die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen worden geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten en vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning, zullen worden vastgesteld, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma voor elk hoofdstuk.

Rechtsgronden

Besluit 2010/452/GBVB van de Raad van 12 augustus 2010 inzake de Waarnemingsmissie van de Europese Unie in Georgië, EUMM Georgia (PB L 213 van 13.8.2010, blz. 43).

19 03 01 02

EULEX Kosovo

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

70 000 000

72 000 000

85 000 000

85 638 907

89 820 000,—

96 583 356,87

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van de rechtsstaatmissie van de Europese Unie in Kosovo, in overeenstemming met de relevante door de Raad vastgestelde rechtsgrond.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun overheidsorganen, entiteiten of natuurlijke personen, aan bepaalde externe steunprojecten of -programma's die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen worden geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten en vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning, zullen worden vastgesteld, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma voor elk hoofdstuk.

Rechtsgronden

Gemeenschappelijk Optreden 2008/124/GBVB van de Raad van 4 februari 2008 inzake de rechtsstaatmissie van de Europese Unie in Kosovo, EULEX Kosovo (PB L 42 van 16.2.2008, blz. 92).

19 03 01 03

EUPOL Afghanistan

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

38 000 000

65 000 000

61 170 648

75 383 790,14

60 357 479,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van de politiemissie van de Europese Unie in Afghanistan, in overeenstemming met de relevante door de Raad vastgestelde rechtsgrond.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun overheidsorganen, entiteiten of natuurlijke personen, aan bepaalde externe steunprojecten of -programma's die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen worden geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten en vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning, zullen worden vastgesteld, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma voor elk hoofdstuk.

Rechtsgronden

Besluit 2010/279/GBVB van de Raad van 18 mei 2010 over de politiemissie van de Europese Unie in Afghanistan (EUPOL Afghanistan) (PB L 123 van 19.5.2010, blz. 4).

19 03 01 04

Andere maatregelen voor crisisbeheersing en acties

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

148 770 000

116 835 000

85 250 000

66 370 152

89 806 000,—

60 235 163,48

Toelichting

Dit krediet dient ter financiering van andere maatregelen voor crisisbeheersing en acties dan die van EULEX Kosovo, EUMM Georgia en EUPOL Afghanistan. Het dient ook bij te dragen aan de werking van het secretariaat van de Europese Veiligheids- en defensieacademie en het op internet gebaseerde systeem voor geavanceerd afstandsonderwijs van het EVDA, alsook aan de opslagkosten voor civiele GVDB-missies.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en andere donorlanden, inclusief in beide gevallen hun overheids- en semi-overheidsorganen, of van internationale organisaties aan bepaalde externe steunprojecten of -programma's die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, overeenkomstig het desbetreffende basisbesluit, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze in artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen vormen bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma voor elk hoofdstuk. Deze bedragen kunnen worden aangevuld met bijdragen voor Unietrustfondsen.

Rechtsgronden

Gemeenschappelijk Optreden 2005/889/GBVB van de Raad van 25 november 2005 tot instelling van een missie van de Europese Unie voor bijstandverlening inzake grensbeheer aan de grensovergang bij Rafah (EU BAM Rafah) (PB L 327 van 14.12.2005, blz. 28).

Besluit 2010/565/GBVB van de Raad van 21 september 2010 betreffende de adviserende en bijstandverlenende missie van de Europese Unie op het gebied van hervorming van de veiligheidssector in de Democratische Republiek Congo (EUSEC RD Congo) (PB L 248 van 22.9.2010, blz. 59).

Besluit 2010/576/GBVB van de Raad van 23 september 2010 inzake de politiemissie van de Europese Unie op het gebied van de hervorming van de veiligheidssector en haar interface met justitie in de Democratische Republiek Congo (EUPOL RD Congo) (PB L 254 van 29.9.2010, blz. 33).

Besluit 2012/389/GBVB van de Raad van 16 juli 2012 betreffende de missie van de Europese Unie voor de opbouw van regionale maritieme capaciteit in de Hoorn van Afrika (EUCAP NESTOR) (PB L 187 van 17.7.2012, blz. 40).

Besluit 2012/392/GBVB van de Raad van 16 juli 2012 betreffende de GVDB-missie van de Europese Unie in Niger (EUCAP Sahel Niger) (PB L 187 van 17.7.2012, blz. 48).

Besluit 2012/698/GBVB van de Raad van 13 november 2012 betreffende het opzetten van depotcapaciteit voor civiele crisisbeheersingsmissies (PB L 314 van 14.11.2012, blz.25).

Besluit 2013/189/GBVB van de Raad van 22 april 2013 tot oprichting van een Europese Veiligheids- en defensieacademie (EVDA) en houdende intrekking van Gemeenschappelijk Optreden 2008/550/GBVB (PB L 112 van 24.4.2013, blz. 22).

Besluit 2013/233/GBVB van de Raad van 22 mei 2013 tot instelling van een missie van de Europese Unie voor bijstandsverlening inzake geïntegreerd grensbeheer in Libië (EUBAM Libië) (PB L 138 van 24.5.2013, blz. 15).

Besluit 2013/354/GBVB van de Raad van 3 juli 2013 betreffende de politiemissie van de Europese Unie voor de Palestijnse Gebieden (EUPOL COPPS) (PB L 185 van 4.7.2013, blz. 12).

Besluit 2014/219/GBVB van de Raad van 15 april 2014 betreffende de GVDB-missie van de Europese Unie in Mali (EUCAP Sahel Mali) (PB L 113 van 16.4.2014, blz. 21).

Besluit 2014/486/GVDB van de Raad van 22 juli 2014 betreffende de adviesmissie van de Europese Unie voor de hervorming van de civiele veiligheidssector in Oekraïne (EUAM Ukraine) (PB L 217 van 23.7.2014, blz. 42).

19 03 01 05

Noodmaatregelen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

37 000 000

4 000 000

20 000 000

1 747 732

0,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van onvoorziene maatregelen uit hoofde van artikel 19 03 01 waartoe in de loop van het begrotingsjaar wordt besloten en die met spoed moeten worden uitgevoerd.

Deze post wordt eveneens opgevat als flexibiliteitselement in de begroting van het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid, zoals omschreven in het Interinstitutioneel Akkoord van 2 december 2013 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline, de samenwerking in begrotingszaken en een goed financieel beheer (PB C 373 van 20.12.2013, blz. 1).

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun overheidsorganen, entiteiten of natuurlijke personen, aan bepaalde externe steunprojecten of -programma's die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen worden geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten en vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning, zullen worden vastgesteld, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma voor elk hoofdstuk.

19 03 01 06

Voorbereidende en follow-upmaatregelen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

8 000 000

4 000 000

5 266 000

275 268

328 776,63

263 077,20

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van voorbereidende werkzaamheden in verband met de vaststelling van de voorwaarden voor Unieoptreden op het gebied van het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid en de vaststelling van de noodzakelijke wetgevingsinstrumenten. Het is bedoeld om nadere maatregelen te financieren om de coherentie en samenwerking tussen de lidstaten op het gebied van het GBVB te vergroten. Het kan dienen ter dekking van initiatieven om apparatuur meer compatibel te maken en voor een gemeenschappelijk beleid inzake de aankoop van apparatuur en benodigdheden. Het dient tevens ter dekking van de kosten van evaluaties en analyses (evaluatie vooraf van de middelen, specifieke studies, organisatie van vergaderingen, verkennende werkzaamheden ter plaatse). Met name op het gebied van crisisbeheersingsoperaties van de Unie en voor speciale vertegenwoordigers van de Europese Unie (SVEU’s) kunnen voorbereidende werkzaamheden onder meer dienen ter financiering van verkennend werk om de operationele vereisten voor een voorgenomen optreden te beoordelen, om te voorzien in de snelle eerste inzet van personeel en middelen (bv. kosten van dienstreizen, aankoop van apparatuur, voorfinanciering van exploitatiekosten en verzekeringen in de opstartfase), of om ter plaatse de noodzakelijke maatregelen te nemen ter voorbereiding van de start van de operatie. Voorts kan dit krediet ook de kosten dekken van deskundigen die op het gebied van specifieke technische kwesties (bv. vaststelling en beoordeling van leveringsbehoeften) steun verlenen aan crisisbeheersingsoperaties van de Unie of worden benut voor een veiligheidsopleiding voor personeelsleden die deel zullen uitmaken van een GBVB-missie of een SVEU-team.

Het dekt tevens de kosten van de follow-upmaatregelen en de audits in het kader van het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid en de financiering van alle uitgaven voor regularisatie van eerdere, reeds afgesloten maatregelen.

Dit krediet dient ook ter dekking van de financiering van studies, vergaderingen van deskundigen, informatie en publicaties die direct verband houden met het bereiken van de doelstellingen van de maatregelen die vallen onder de posten 19 03 01 01, 19 03 01 02, 19 03 01 03, 19 03 01 04 en 19 03 01 07.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun overheidsorganen, entiteiten of natuurlijke personen, aan bepaalde externe steunprojecten of -programma's die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen worden geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten en vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning, zullen worden vastgesteld, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma voor elk hoofdstuk.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

19 03 01 07

Speciale vertegenwoordigers van de Europese Unie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

25 000 000

26 500 000

20 000 000

9 153 836

15 670 000,—

19 696 322,60

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van alle uitgaven in verband met de benoeming van de speciale vertegenwoordigers van de Europese Unie (SVEU’s) overeenkomstig artikel 33 van het Verdrag betreffende de Europese Unie.

Bij de benoeming van SVEU's dienen gendergelijkheid en beleidsmaatregelen inzake gendermainstreaming geëerbiedigd te worden, en de benoeming van vrouwen tot SVEU dient derhalve te worden gestimuleerd.

Dit krediet dekt de uitgaven in verband met de salarissen van de SVEU’s en de installatie van hun teams en/of hun ondersteunende structuren, met inbegrip van de andere personeelskosten dan de kosten in verband met door lidstaten van de Unie gedetacheerd personeel. Voorts dekt het de kosten van mogelijke, onder de rechtstreekse verantwoordelijkheid van een SVEU uitgevoerde projecten.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun overheidsorganen, entiteiten of natuurlijke personen, aan bepaalde externe steunprojecten of -programma's die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen worden geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten en vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning, zullen worden vastgesteld, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma voor elk hoofdstuk.

Rechtsgronden

Besluit (GBVB) 2015/260 van de Raad van 17 februari 2015 houdende verlenging van het mandaat van de speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie voor de mensenrechten (PB L 43 van 18.2.2015, blz. 29).

Besluit (GBVB) 2015/331 van de Raad van 2 maart 2015 houdende verlenging van het mandaat van de speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie in Afghanistan (PB L 58 van 3.3.2015, blz. 66).

Besluit (GBVB) 2015/332 van de Raad van 2 maart 2015 houdende verlenging van het mandaat van de speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie voor de zuidelijke Kaukasus en de crisis in Georgië (PB L 58 van 3.3.2015, blz. 70).

Besluit (GBVB) 2015/439 van de Raad van 16 maart 2015 tot verlenging van het mandaat van de speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie voor de Sahelregio (PB L 72 van 17.3.2015, blz. 27).

Besluit (GBVB) 2015/440 van de Raad van 16 maart 2015 houdende verlenging van het mandaat van de speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie voor de Hoorn van Afrika (PB L 72 van 17.3.2015, blz. 32).

Besluit (GBVB) 2015/485 van de Raad van 20 maart 2015 houdende verlenging van het mandaat van de speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie in Kosovo (PB L 77 van 21.3.2015, blz. 12).

Besluit (GBVB) 2015/598 van de Raad van 15 april 2015 tot benoeming van de speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie voor Centraal-Azië (PB L 99 van 16.4.2015, blz. 25).

Besluit (GBVB) 2015/599 van de Raad van 15 april 2015 houdende benoeming van de speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie voor het vredesproces in het Midden-Oosten (PB L 99 van 16.4.2015, blz. 29).

Besluit (GBVB) 2015/970 van de Raad van 22 juni 2015 tot verlenging van het mandaat van de speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie in Bosnië en Herzegovina (PB L 157 van 23.6.2015, blz. 45).

Besluit (GBVB) 2015/2005 van de Raad van 10 november 2015 houdende verlenging van het mandaat van de speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie in Afghanistan (PB L 294 van 11.11.2015, blz. 53).

Besluit (GBVB) 2015/2006 van de Raad van 10 november 2015 houdende verlenging van het mandaat van de speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie voor de Hoorn van Afrika (PB L 294 van 11.11.2015, blz. 58).

Besluit (GBVB) 2015/2007 van de Raad van 10 november 2015 houdende verlenging van het mandaat van de speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie in Bosnië en Herzegovina (PB L 294 van 11.11.2015, blz. 64).

Besluit (GBVB) 2015/2052 van de Raad van 16 november 2015 houdende verlenging van het mandaat van de speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie in Kosovo (PB L 300 van 17.11.2015, blz. 22).

Besluit (GBVB) 2015/2118 van de Raad van 23 november 2015 tot verlenging van het mandaat van de speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie voor de zuidelijke Kaukasus en de crisis in Georgië (PB L 306 van 24.11.2015, blz. 26).

Besluit (GBVB) 2015/2274 van de Raad van 7 december 2015 tot benoeming van de speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie voor de Sahelregio (PB L 322 van 8.12.2015, blz. 44).

19 03 02

Steun aan non-proliferatie en ontwapening

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

19 000 000

19 800 000

17 000 000

24 075 019

15 078 257,06

14 107 382,71

Toelichting

Dit krediet dient ter financiering van maatregelen die bijdragen tot de non-proliferatie van (nucleaire, chemische en biologische) massavernietigingswapens, vooral in het kader van de EU-strategie tegen de verspreiding van massavernietigingswapens van 3 december 2003. Hieronder valt ook steun voor maatregelen die ten uitvoer worden gelegd door internationale organisaties die op dit terrein actief zijn.

Dit krediet dient ter financiering van maatregelen die bijdragen tot de non-proliferatie van conventionele wapens en operaties ter bestrijding van de destabiliserende accumulatie en handel in handvuurwapens en lichte wapens. Hieronder valt ook steun voor maatregelen die ten uitvoer worden gelegd door internationale organisaties die op dit terrein actief zijn.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun overheidsorganen, entiteiten of natuurlijke personen, aan bepaalde externe steunprojecten of -programma's die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen worden geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten en vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning, zullen worden vastgesteld, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma voor elk hoofdstuk.

Rechtsgronden

Besluit 2010/461/GBVB van de Raad van 26 juli 2010 betreffende de ondersteuning van activiteiten van de Voorbereidende Commissie van de Verdragsorganisatie voor een alomvattend verbod op kernproeven (CTBTO) ter versterking van haar toezichts- en verificatiecapaciteit en in het kader van de uitvoering van de strategie van de Europese Unie tegen de verspreiding van massavernietigingswapens (PB L 219 van 20.8.2010, blz. 7).

Besluit 2010/430/GBVB van de Raad van 26 juli 2010 tot instelling van een Europees netwerk van onafhankelijke denktanks inzake non-proliferatie ter ondersteuning van de uitvoering van een EU-strategie ter bestrijding van de verspreiding van massavernietigingswapens (PB L 202 van 4.8.2010, blz. 5).

Besluit 2010/585/GBVB van de Raad van 27 september 2010 ter ondersteuning van de activiteiten van de IAEA op het gebied van nucleaire veiligheid en verificatie en ter uitvoering van maatregelen van de strategie van de Europese Unie tegen de verspreiding van massavernietigingswapens (PB L 259 van 1.10.2010, blz. 10).

Besluit 2011/428/GBVB van de Raad van 18 juli 2011 betreffende de ondersteuning van de werkzaamheden van het VN-Bureau voor ontwapeningszaken ter uitvoering van het actieprogramma van de Verenigde Naties ter voorkoming, bestrijding en uitbanning van de illegale handel in handvuurwapens en lichte wapens in al zijn aspecten (PB L 188 van 19.7.2011, blz. 37).

Besluit 2012/166/GBVB van de Raad van 23 maart 2012 ter ondersteuning van activiteiten van de Organisatie voor het Verbod van Chemische Wapens (OPCW) in het kader van de uitvoering van de strategie van de EU tegen de verspreiding van massavernietigingswapens (PB L 87 van 24.3.2012, blz. 49).

Besluit 2012/281/GBVB van de Raad van 29 mei 2012 in het kader van de Europese veiligheidsstrategie ter ondersteuning van het voorstel van de Unie voor een internationale gedragscode voor ruimteactiviteiten (PB L 140 van 30.5.2012, blz. 68).

Besluit 2012/421/GBVB van de Raad van 23 juli 2012 betreffende de ondersteuning van het BTWC in het kader van de strategie van de EU tegen de verspreiding van massavernietigingswapens (PB L 196 van 24.7.2012, blz. 61).

Besluit 2012/423/GBVB van de Raad van 23 juli 2012 ter ondersteuning van de non-proliferatie van ballistische raketten, in het kader van de uitvoering van de strategie van de EU tegen de verspreiding van massavernietigingswapens, alsmede van Gemeenschappelijk Standpunt 2003/805/GBVB van de Raad (PB L 196 van 24.7.2012, blz. 74).

Besluit 2012/662/GBVB van de Raad van 25 oktober 2012 betreffende de ondersteuning van activiteiten om het risico van illegale handel in en buitensporige accumulatie van handvuurwapens en lichte wapens in het gebied dat valt onder de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE) te beperken (PB L 297 van 26.10.2012, blz. 29).

Besluit 2012/699/GBVB van de Raad van 13 november 2012 betreffende de ondersteuning van activiteiten van de Voorbereidende Commissie van de Verdragsorganisatie voor een alomvattend verbod op kernproeven (CTBTO) ter versterking van haar toezichts- en verificatiecapaciteit en in het kader van de uitvoering van de strategie van de Europese Unie tegen de verspreiding van massavernietigingswapens (PB L 314 van 14.11.2012, blz. 27).

Besluit 2012/700/GBVB van de Raad van 13 november 2012 in het kader van de Europese veiligheidsstrategie, ter ondersteuning van de uitvoering van het Actieplan van Cartagena voor de periode 2010-2014 dat is aangenomen door de staten die partij zijn bij het Verdrag inzake het verbod van het gebruik, de aanleg van voorraden, de productie en de overdracht van antipersoneelsmijnen en inzake de vernietiging van deze wapens van 1997 (PB L 314 van 14.11.2012, p. 40).

Besluit 2012/711/GBVB van de Raad van 19 november 2012 inzake steun voor activiteiten van de Unie ter bevordering, bij derde landen, van de controle op wapenuitvoer en van de beginselen en criteria van Gemeenschappelijk Standpunt 2008/944/GBVB (PB L 321 van 20.11.2012, p. 62).

Besluit 2013/320/GBVB van de Raad van 24 juni 2013 betreffende activiteiten ter ondersteuning van de fysieke beveiliging en het voorraadbeheer met het doel het risico op illegale handel in handvuurwapens en lichte wapens (SALW) en de munitie daarvoor in Libië en de regio te voorkomen (PB L 173 van 26.6.2013, blz. 54).

Besluit 2013/391/GBVB van de Raad van 22 juli 2013 ter ondersteuning van de praktische uitvoering van Resolutie 1540 (2004) van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties inzake de non-proliferatie van massavernietigingswapens en de overbrengingsmiddelen daarvoor (PB L 198 van 23.7.2013, blz. 40).

Besluit 2013/517/GBVB van de Raad van 21 oktober 2013 betreffende steun voor activiteiten van het Internationaal Atoomenergie Agentschap op het gebied van nucleaire beveiliging en verificatie en ter uitvoering van de EU-strategie tegen de verspreiding van massavernietigingswapens (PB L 281 van 23.10.2013, blz. 6).

Besluit 2013/668/GBVB van de Raad van 18 november 2013 ter ondersteuning van de activiteiten van de Wereldgezondheidsorganisatie op het gebied van bioveiligheid en biobeveiliging in het kader van de strategie van de Europese Unie ter bestrijding van de verspreiding van massavernietigingswapens (PB L 310 van 20.11.2013, blz. 13).

Besluit 2013/698/GBVB van de Raad van 25 november 2013 ter ondersteuning van een mondiaal rapportagemechanisme inzake illegale handvuurwapens en lichte wapens en andere illegale conventionele wapens en illegale munitie om het risico van illegale handel te beperken (PB L 320 van 30.11.2013, blz. 34).

Besluit 2013/726/GBVB van de Raad van 9 december 2013 ter ondersteuning van UNSCR 2118 (2013) en van EC-M-33/Dec 1 van de uitvoerende raad van de OPCW, in het kader van de tenuitvoerlegging van de EU-strategie tegen de verspreiding van massavernietigingswapens (PB L 329 van 10.12.2013, blz. 41).

Besluit 2013/730/GBVB van de Raad van 9 december 2013 ter ondersteuning van de ontwapenings- en wapenbeheersingsactiviteiten van het SEESAC in Zuidoost-Europa in het kader van de strategie van de EU ter bestrijding van de illegale accumulatie van en handel in handvuurwapens en lichte wapens (SALW) en munitie daarvoor (PB L 332 van 11.12.2013, blz. 19).

Besluit 2013/768/GBVB van de Raad van 16 december 2013 betreffende activiteiten van de Europese Unie ter ondersteuning van de uitvoering van het Wapenhandelsverdrag in het kader van de Europese veiligheidsstrategie (PB L 341 van 18.12.2013, blz. 56).

Besluit 2014/129/GBVB van de Raad van 10 maart 2014 met het oog op de bevordering van het Europees netwerk van onafhankelijke denktanks inzake non-proliferatie, ter ondersteuning van de uitvoering van een EU-strategie ter bestrijding van de verspreiding van massavernietigingswapens (PB L 71 van 12.3.2014, blz. 3).

Besluit 2014/912/GBVB van de Raad van 15 december 2014 betreffende activiteiten ter ondersteuning van de fysieke beveiliging en het voorraadbeheer (PSSM) met het doel het risico op illegale handel in handvuurwapens en lichte wapens (SALW) en de munitie daarvoor in de regio van de Sahel te voorkomen (PB L 360 van 17.12.2014, blz. 30).

Besluit 2014/913/GBVB van de Raad van 15 december 2014 ter ondersteuning van de Haagse Gedragscode en de non-proliferatie van ballistische raketten in het kader van de uitvoering van de strategie van de EU tegen de verspreiding van massavernietigingswapens (PB L 360 van 17.12.2014, blz. 44).

Besluit (GBVB) 2015/203 van de Raad van 9 februari 2015 ter ondersteuning van het voorstel van de Unie voor een internationale gedragscode voor ruimteactiviteiten als bijdrage aan transparantie- en vertrouwenwekkende maatregelen bij ruimteactiviteiten (PB L 33 van 10.2.2015, blz. 38).

Besluit (GBVB) 2015/259 van de Raad van 17 februari 2015 ter ondersteuning van activiteiten van de Organisatie voor het Verbod van Chemische Wapens (OPCW) in het kader van de uitvoering van de strategie van de EU tegen de verspreiding van massavernietigingswapens (PB L 43 van 18.2.2015, blz. 14).

Besluit (GBVB) 2015/1837 van de Raad van 12 oktober 2015 betreffende de ondersteuning door de Unie van de activiteiten van de Voorbereidende Commissie van de Verdragsorganisatie voor een alomvattend verbod op kernproeven (CTBTO) ter versterking van haar toezichts- en verificatiecapaciteit en in het kader van de uitvoering van de strategie van de Unie tegen de verspreiding van massavernietigingswapens (PB L 266 van 13.10.2015, blz. 83).

Besluit (GBVB) 2015/1908 van de Raad van 22 oktober 2015 ter ondersteuning van een mondiaal rapportagemechanisme inzake illegale handvuurwapens en lichte wapens en andere illegale conventionele wapens en illegale munitie om het risico van illegale handel te beperken („iTrace II”) (PB L 278 van 23.10.2015, blz. 15).

Besluit (GBVB) 2015/2215 van de Raad van 30 november 2015 ter ondersteuning van UNSCR 2235 (2015) tot instelling van een gezamenlijk onderzoeksmechanisme van de Organisatie voor het verbod van chemische wapens en van de VN (OPCW-VN) om de daders te identificeren van chemische aanslagen in de Arabische Republiek Syrië (PB L 314 van 1.12.2015, blz. 51).

Besluit (GBVB) 2015/2309 van de Raad van 10 december 2015 betreffende het bevorderen van doeltreffende controle op de wapenuitvoer (PB L 326 van 11.12.2015, blz. 56).

HOOFDSTUK 19 04 —   VERKIEZINGSWAARNEMINGSMISSIES

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

% Betalingen 2014-2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

19 04

VERKIEZINGSWAARNEMINGSMISSIES

19 04 01

Verbetering van de betrouwbaarheid van verkiezingsprocessen, meer bepaald door verkiezingswaarnemingsmissies

4

44 626 565

35 507 000

41 267 086

27 698 700

43 444 730,52

11 247 608,47

31,68

19 04 51

Voltooiing van acties op het gebied van verkiezingswaarnemingsmissies (vóór 2014)

4

p.m.

800 000

p.m.

2 464 048

18 969,60

19 769 923,92

2 471,24

 

Hoofdstuk 19 04 — Totaal

 

44 626 565

36 307 000

41 267 086

30 162 748

43 463 700,12

31 017 532,39

85,43

19 04 01

Verbetering van de betrouwbaarheid van verkiezingsprocessen, meer bepaald door verkiezingswaarnemingsmissies

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

44 626 565

35 507 000

41 267 086

27 698 700

43 444 730,52

11 247 608,47

Toelichting

Dit krediet dient ter ondersteuning van de opbouw van vertrouwen in en de versterking van de betrouwbaarheid en de transparantie van democratische verkiezingsprocessen en -organen door de inzet van verkiezingswaarnemingsmissies van de Europese Unie en andere maatregelen voor de monitoring van verkiezingsprocessen en door steun voor de waarnemingscapaciteit op regionaal en nationaal niveau.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun overheidsorganen, entiteiten of natuurlijke personen, aan bepaalde externe steunprojecten of -programma's die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen worden geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten en vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning, zullen worden vastgesteld, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma voor elk hoofdstuk.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 235/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een financieringsinstrument voor democratie en mensenrechten in de wereld (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 85).

19 04 51

Voltooiing van acties op het gebied van verkiezingswaarnemingsmissies (vóór 2014)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

800 000

p.m.

2 464 048

18 969,60

19 769 923,92

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van betalingen voor nog openstaande vastleggingen van vorige jaren.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1889/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 tot instelling van een financieringsinstrument voor de bevordering van democratie en mensenrechten in de wereld (PB L 386 van 29.12.2006, blz. 1).

HOOFDSTUK 19 05 —   SAMENWERKING MET DERDE LANDEN IN HET KADER VAN HET PARTNERSCHAPSINSTRUMENT

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

% Betalingen 2014-2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

19 05

SAMENWERKING MET DERDE LANDEN IN HET KADER VAN HET PARTNERSCHAPSINSTRUMENT

19 05 01

Samenwerking met derde landen ter bevordering van uniale en wederzijdse belangen

4

105 652 000

59 400 000

102 720 000

41 392 773

107 120 157,43

221 427,43

0,37

19 05 20

Erasmus+ — Bijdrage uit het partnerschapsinstrument

4

14 730 000

13 417 336

11 708 000

9 210 362

8 807 832,—

0,—

0

19 05 51

Voltooiing van acties op het gebied van betrekkingen en samenwerking met geïndustrialiseerde derde landen (2007-2013)

4

p.m.

9 908 800

p.m.

16 517 955

50,—

22 232 633,98

224,37

 

Hoofdstuk 19 05 — Totaal

 

120 382 000

82 726 136

114 428 000

67 121 090

115 928 039,43

22 454 061,41

27,14

19 05 01

Samenwerking met derde landen ter bevordering van uniale en wederzijdse belangen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

105 652 000

59 400 000

102 720 000

41 392 773

107 120 157,43

221 427,43

Toelichting

Oud artikel 19 05 01 en oude post 19 05 77 02

Dit krediet is bedoeld ter dekking van de samenwerking met derde landen voor de bevordering van uniale en wederzijdse belangen in het kader van het partnerschapsinstrument, meer bepaald met geïndustrialiseerde en ontwikkelingslanden die een steeds grotere rol in de wereld spelen, met inbegrip van buitenlandse zaken, internationale economie en handel, multilaterale fora, mondiale governance en de aanpak van wereldwijde problemen of problemen waar de Unie aanzienlijk belang bij heeft. De samenwerking omvat maatregelen ter ondersteuning van de bilaterale, regionale en multilaterale betrekkingen van de Unie voor de aanpak van wereldwijde problemen, de tenuitvoerlegging van de internationale dimensie van de strategie „Europa 2020”, kansen voor handel en investeringen en publieke diplomatie en bewustmaking.

Een deel van deze kredieten is bestemd voor de uitvoering van het project „Samenwerking met een noordelijke en zuidelijke trans-Atlantische dimensie”, dat gericht is op een bredere trans-Atlantische dialoog en samenwerking met noordelijke en zuidelijke landen aan de Atlantische Oceaan, teneinde gezamenlijk wereldwijde uitdagingen aan te gaan. Doel is het analyseren van de haalbaarheid van gemeenschappelijke doelen op korte en langere termijn op gebieden als economische samenwerking, mondiale governance, ontwikkelingssamenwerking, klimaatverandering, veiligheid en energie. Deze voorbereidende actie is bedoeld voor de versterking van een trilaterale dialoog, of zelfs van een brede Atlantische dialoog, en om het idee van een algemene Atlantische gemeenschap te promoten.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun overheidsorganen, entiteiten of natuurlijke personen, aan bepaalde externe steunprojecten of -programma's die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen worden geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten en vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning, zullen worden vastgesteld, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma voor elk hoofdstuk.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 234/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een partnerschapsinstrument voor samenwerking met derde landen (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 77).

19 05 20

Erasmus+ — Bijdrage uit het partnerschapsinstrument

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

14 730 000

13 417 336

11 708 000

9 210 362

8 807 832,—

0,—

Toelichting

Dit krediet is bedoeld ter dekking van de technische en financiële bijstand in het kader van dit externe instrument ter uitvoering van de internationale dimensie van hoger onderwijs van het Erasmus+- programma.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de deelneming van kandidaat-lidstaten en eventueel de potentiële kandidaten van de westelijke Balkan aan uniale programma's en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de algemene staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten opgevoerd voor het programma, overeenkomstig het bepaalde in artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1288/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van „Erasmus+”: het programma van de Unie voor onderwijs, opleiding, jeugd en sport en tot intrekking van Besluiten nr. 1719/2006/EG, nr. 1720/2006/EG en nr. 1298/2008/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 50).

Verordening (EU) nr. 234/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een partnerschapsinstrument voor samenwerking met derde landen (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 77).

19 05 51

Voltooiing van acties op het gebied van betrekkingen en samenwerking met geïndustrialiseerde derde landen (2007-2013)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

9 908 800

p.m.

16 517 955

50,—

22 232 633,98

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van betalingen voor nog openstaande vastleggingen van vorige jaren.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en andere donorlanden, inclusief in beide gevallen hun overheids- en semi-overheidsorganen, of van internationale organisaties aan bepaalde externe steunprojecten of -programma's die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, overeenkomstig het desbetreffende basisbesluit, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen worden geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten en vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning, zullen worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma voor elk hoofdstuk.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1934/2006 van de Raad van 21 december 2006 tot vaststelling van een financieringsinstrument voor de samenwerking met geïndustrialiseerde landen en andere landen en gebieden met een hoog inkomen (PB L 405 van 30.12.2006, blz. 39).

HOOFDSTUK 19 06 —   COMMUNICATIE OVER DE UNIE INZAKE EXTERNE BETREKKINGEN

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

% Betalingen 2014-2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

19 06

COMMUNICATIE OVER DE UNIE INZAKE EXTERNE BETREKKINGEN

19 06 01

Communicatie over de Unie inzake externe betrekkingen

4

12 500 000

12 500 000

12 500 000

12 236 901

11 308 578,83

12 733 033,55

101,86

 

Hoofdstuk 19 06 — Totaal

 

12 500 000

12 500 000

12 500 000

12 236 901

11 308 578,83

12 733 033,55

101,86

19 06 01

Communicatie over de Unie inzake externe betrekkingen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

12 500 000

12 500 000

12 500 000

12 236 901

11 308 578,83

12 733 033,55

Toelichting

Dit krediet is bedoeld ter dekking van uitgaven voor communicatie over de Unie inzake externe betrekkingen. De in het kader van dit artikel te verrichten voorlichtingsactiviteiten kunnen in twee grote categorieën worden ingedeeld: horizontale activiteiten en logistieke ondersteuning vanuit de centrale diensten, en activiteiten in derde landen en ten aanzien van internationale organisaties door delegaties van de Unie.

Activiteiten die vanuit de zetel worden ondernomen:

 

het programma EUVP (European Union Visitors Programme — Bezoekersprogramma van de Europese Unie), een gezamenlijk programma van het Europees Parlement en de Commissie, biedt jaarlijks ongeveer 170 door de delegaties van de Unie voorgestelde personen de gelegenheid om in contact te komen met de Unie door middel van een bezoek aan het Europees Parlement en de Commissie in het kader van een individueel, op maat gesneden thematisch bezoekersprogramma;

 

de productie en distributie van publicaties over prioritaire onderwerpen in het kader van een jaarprogramma;

 

de productie en distributie van audiovisueel materiaal;

 

de ontwikkeling van voorlichting in elektronische vorm (via internet en e-mailsystemen);

 

de organisatie van bezoeken voor groepen journalisten;

 

de ondersteuning van voorlichtingsacties door opinieleiders, in samenhang met de prioriteiten van de Unie.

De Commissie zal nieuwsuitzendingen in het Farsi blijven financieren.

Gedecentraliseerde activiteiten van delegaties van de Unie in derde landen en ten aanzien van internationale organisaties

Overeenkomstig de communicatiedoelstellingen die voor iedere regio en ieder land zijn vastgesteld, stellen de delegaties van de Unie een jaarlijks communicatieplan op dat na goedkeuring door de hoofdzetel uit de begroting wordt gefinancierd en dat betrekking heeft op de volgende activiteiten:

 

websites;

 

contacten met de media (persconferenties, studiebijeenkomsten, radioprogramma's enz.);

 

voorlichtingsmateriaal (overige publicaties, grafisch materiaal enz.);

 

organisatie van evenementen, inclusief culturele activiteiten;

 

nieuwsbrieven;

 

voorlichtingscampagnes.

Rechtsgronden

Taak die voortvloeit uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel vlak, zoals bedoeld in artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

TITEL 20

HANDEL

Algemene samenvatting van de kredieten (2016 en 2015) en van de uitvoering (2014)

 

Titel

Hoofdstuk

Rubriek

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

20 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN OP HET BELEIDSTERREIN „HANDEL”

90 416 392

90 416 392

99 317 115

99 317 115

106 016 405,13

106 016 405,13

20 02

HANDELSPOLITIEK

16 800 000

15 150 000

15 802 000

24 473 802

13 695 627,35

11 970 651,49

 

Titel 20 — Totaal

107 216 392

105 566 392

115 119 115

123 790 917

119 712 032,48

117 987 056,62

HOOFDSTUK 20 01 —   ADMINISTRATIEVE UITGAVEN OP HET BELEIDSTERREIN „HANDEL”

De artikelen 1, 2, 3 en 5 zijn in detail weergegeven in hoofdstuk XX 01

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

% 2014-2016

20 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN OP HET BELEIDSTERREIN „HANDEL”

20 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen op het beleidsterrein „Handel”

20 01 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen — Hoofdzetel

5,2

50 787 013

48 467 723

49 638 135,82

97,74

20 01 01 02

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen — Delegaties van de Unie

5,2

13 507 444

22 159 178

20 959 963,49

155,17

 

Artikel 20 01 01 — Subtotaal

 

64 294 457

70 626 901

70 598 099,31

109,80

20 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven op het beleidsterrein „Handel”

20 01 02 01

Extern personeel — Hoofdzetel

5,2

3 040 471

2 910 438

2 968 249,—

97,62

20 01 02 02

Extern personeel — Delegaties van de Unie

5,2

7 150 293

7 895 969

7 480 052,68

104,61

20 01 02 11

Overige beheersuitgaven — Hoofdzetel

5,2

4 273 367

4 307 259

4 303 845,21

100,71

20 01 02 12

Overige beheersuitgaven — Delegaties van de Unie

5,2

1 472 932

1 847 360

1 877 786,30

127,49

 

Artikel 20 01 02 — Subtotaal

 

15 937 063

16 961 026

16 629 933,19

104,35

20 01 03

Uitgaven in verband met uitrusting en diensten voor informatie- en communicatietechnologie, gebouwen en daarmee samenhangende uitgaven op het beleidsterrein „Handel”

20 01 03 01

Uitgaven in verband met apparatuur en diensten voor informatie- en communicatietechnologie

5,2

3 241 282

3 077 024

3 567 810,48

110,07

20 01 03 02

Gebouwen en daarmee samenhangende uitgaven — Delegaties van de Unie

5,2

6 943 590

8 652 164

15 220 562,15

219,20

 

Artikel 20 01 03 — Subtotaal

 

10 184 872

11 729 188

18 788 372,63

184,47

 

Hoofdstuk 20 01 — Totaal

 

90 416 392

99 317 115

106 016 405,13

117,25

20 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen op het beleidsterrein „Handel”

20 01 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen — Hoofdzetel

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

50 787 013

48 467 723

49 638 135,82

20 01 01 02

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen — Delegaties van de Unie

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

13 507 444

22 159 178

20 959 963,49

20 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven op het beleidsterrein „Handel”

20 01 02 01

Extern personeel — Hoofdzetel

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

3 040 471

2 910 438

2 968 249,—

20 01 02 02

Extern personeel — Delegaties van de Unie

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

7 150 293

7 895 969

7 480 052,68

20 01 02 11

Overige beheersuitgaven — Hoofdzetel

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

4 273 367

4 307 259

4 303 845,21

20 01 02 12

Overige beheersuitgaven — Delegaties van de Unie

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

1 472 932

1 847 360

1 877 786,30

20 01 03

Uitgaven in verband met uitrusting en diensten voor informatie- en communicatietechnologie, gebouwen en daarmee samenhangende uitgaven op het beleidsterrein „Handel”

20 01 03 01

Uitgaven in verband met apparatuur en diensten voor informatie- en communicatietechnologie

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

3 241 282

3 077 024

3 567 810,48

20 01 03 02

Gebouwen en daarmee samenhangende uitgaven — Delegaties van de Unie

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

6 943 590

8 652 164

15 220 562,15

HOOFDSTUK 20 02 —   HANDELSPOLITIEK

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

% Betalingen 2014-2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

20 02

HANDELSPOLITIEK

20 02 01

Buitenlandse handelsbetrekkingen, met inbegrip van de toegang tot de markt van derde landen

4

12 000 000

10 500 000

11 000 000

15 173 757

9 545 627,35

8 523 630,29

81,18

20 02 03

Aid for trade — Multilaterale initiatieven

4

4 500 000

4 500 000

4 802 000

9 300 045

4 150 000,—

3 447 021,20

76,60

20 02 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

20 02 77 01

Proefproject — Grotere betrokkenheid van belanghebbenden en betere toegang tot informatie met betrekking tot handelsbesprekingen

4

300 000

150 000

         
 

Artikel 20 02 77 — Subtotaal

 

300 000

150 000

         
 

Hoofdstuk 20 02 — Totaal

 

16 800 000

15 150 000

15 802 000

24 473 802

13 695 627,35

11 970 651,49

79,01

20 02 01

Buitenlandse handelsbetrekkingen, met inbegrip van de toegang tot de markt van derde landen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

12 000 000

10 500 000

11 000 000

15 173 757

9 545 627,35

8 523 630,29

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de volgende uitgaven:

Activiteiten ter ondersteuning van lopende en nieuwe multi- en bilaterale handelsbesprekingen

De acties beogen de versterking van de onderhandelingspositie van de Unie in lopende multilaterale handelsbesprekingen (in het kader van de Doha-ontwikkelingsagenda) en in lopende en nieuwe bilaterale en regionale handelsbesprekingen, om ervoor te zorgen dat het beleid van de Unie tot stand komt op basis van uitgebreide, actuele en deskundige informatie, en coalities te vormen voor de succesvolle afloop van die besprekingen, waaronder:

 

vergaderingen, conferenties en seminars in verband met de voorbereiding van beleid en onderhandelingsposities en met het voeren van lopende alsook nieuwe handelsbesprekingen;

 

ontwikkeling en uitvoering van een solide en brede communicatie- en informatiestrategie, om het handelsbeleid van de Unie bekend te maken en voorlichting te geven over de verschillende punten en de doelstellingen van het handelsbeleid van de Unie en over onderhandelingsposities in lopende besprekingen, zowel binnen als buiten de Unie;

 

informatieactiviteiten en seminars voor publieke en private deelnemers (waaronder maatschappelijke organisaties en bedrijven) om de situatie van lopende onderhandelingen en van de implementatie van bestaande overeenkomsten uit te leggen.

Studies, evaluaties en effectbeoordelingen met betrekking tot handelsovereenkomsten en handelsbeleid

Acties om te garanderen dat het handelsbeleid van de Unie onderbouwd is door en naar behoren rekening houdt met ex-ante- en ex-postevaluaties, waaronder:

 

effectbeoordelingen die worden uitgevoerd met het oog op eventuele nieuwe wetgevingsvoorstellen, en duurzaamheidseffectbeoordelingen die worden uitgevoerd ter ondersteuning van lopende onderhandelingen om de mogelijke economische, sociale en milieuvoordelen van handelsovereenkomsten te onderzoeken en indien nodig begeleidende maatregelen voor te stellen om eventuele negatieve gevolgen voor specifieke landen of sectoren te bestrijden;

 

evaluaties van het beleid en de praktijken van het directoraat-generaal Handel, die overeenkomstig zijn meerjarenevaluatieplan moeten worden uitgevoerd;

 

studies door deskundigen en juridische en economische studies in verband met lopende onderhandelingen en bestaande overeenkomsten, beleidsontwikkelingen en handelsgeschillen.

Technische bijstand op handelsgebied, opleiding en andere capaciteitsopbouw ten behoeve van derde landen

Versterking van de capaciteit van derde landen om deel te nemen aan internationale, bilaterale of biregionale handelsbesprekingen, internationale handelsovereenkomsten uit te voeren en deel te nemen aan het wereldhandelstelsel, waaronder:

 

projecten met betrekking tot opleiding en capaciteitsopbouw voor ambtenaren en ondernemers uit ontwikkelingslanden, voornamelijk op het gebied van sanitaire en fytosanitaire maatregelen;

 

vergoeding van de kosten van deelnemers aan forums en conferenties ter vergroting van het bewustzijn en bevordering van deskundigheid op handelsgebied van mensen uit ontwikkelingslanden;

 

beheer, exploitatie, verdere ontwikkeling en promotie van de exporthelpdesk, die het bedrijfsleven in partnerlanden informatie verschaft over de wijze waarop zij toegang kunnen krijgen tot EU-markten, zodat bedrijven uit dergelijke landen de door de internationale handel geboden mogelijkheden voor markttoegang beter kunnen benutten;

 

programma's voor technische bijstand op handelsgebied zoals overeengekomen binnen de Wereldhandelsorganisatie (WTO) en andere multilaterale organisaties, met name de gemeenschappelijke fondsen van de WTO, in het kader van de ontwikkelingsagenda van Doha.

Activiteiten met betrekking tot markttoegang ter ondersteuning van de implementatie van de markttoegangsstrategie van de Unie

Maatregelen ter ondersteuning van de markttoegangsstrategie van de Unie, die gericht is op het opheffen of verminderen van handelsbelemmeringen, het identificeren van handelsbeperkingen in derde landen en eventueel opheffen daarvan, waaronder:

 

onderhoud, exploitatie en verdere ontwikkeling van de gegevensbank inzake markttoegang, die via internet ter beschikking wordt gesteld van marktdeelnemers en waarin lijsten zijn opgenomen van handelsbelemmeringen en andere informatie die van invloed is op de uitvoer uit en de exporteurs in de Unie; aanschaf van de voor deze gegevensbank noodzakelijke informatie, gegevens en documentatie;

 

specifieke analyse van de verschillende belemmeringen voor de toegang tot belangrijke markten, waaronder analyse van de tenuitvoerlegging door derde landen van hun verplichtingen krachtens internationale handelsovereenkomsten ter voorbereiding van onderhandelingen;

 

conferenties, werkgroepen en andere informatieactiviteiten (bijvoorbeeld productie en distributie van studies, voorlichtingspakketten, publicaties en folders) om bedrijven, nationale ambtenaren en andere actoren te informeren over handelsbelemmeringen en beleidsinstrumenten op handelsgebied die bestemd zijn om de Unie tegen oneerlijke handelspraktijken zoals dumping of uitvoersubsidies te beschermen;

 

steun voor de Europese industrie om activiteiten te organiseren die specifiek gericht zijn op vraagstukken in verband met markttoegang.

Activiteiten ter ondersteuning van de implementatie van bestaande regels en de monitoring van handelsverplichtingen

Acties ter ondersteuning van de implementatie van bestaande handelsovereenkomsten en de handhaving van gerelateerde systemen die de doeltreffende implementatie van die overeenkomsten mogelijk maken, alsook acties ter ondersteuning van inspecties ter plaatse en onderzoeken om te garanderen dat derde landen de regels naleven, waaronder:

 

uitwisseling van informatie, opleiding, seminars en communicatieactiviteiten ter ondersteuning van de implementatie van bestaande EU-wetgeving op het gebied van de controle op de uitvoer van goederen voor tweeërlei gebruik;

 

activiteiten om onderzoeken te vergemakkelijken die worden uitgevoerd in het kader van de handelsbescherming met het oog op de bescherming van producenten in de Unie tegen oneerlijke handelspraktijken van derde landen (antidumping-, antisubsidie- en vrijwaringsmaatregelen) die schadelijk kunnen zijn voor de economie van de Unie. De activiteiten zullen vooral toegespitst zijn op de ontwikkeling, het onderhoud, de exploitatie en de veiligheid van de IT-systemen die de handelsbeschermingsactiviteiten ondersteunen, op de productie van communicatie-instrumenten, alsook op de aankoop van juridische diensten in derde landen en de uitvoering van studies door deskundigen;

 

activiteiten ter ondersteuning van de adviesgroepen die toezicht houden op de uitvoering van handelsverdragen die in werking zijn getreden. Dit omvat de financiering van de reis- en verblijfskosten van de leden en deskundigen;

 

activiteiten ter bevordering van het buitenlandse handelsbeleid van de Unie door middel van een proces van gestructureerde dialoog met de belangrijkste opiniemakers, maatschappelijke organisaties en belanghebbenden, waaronder het midden- en kleinbedrijf (mkb) over thema's die verband houden met de externe handel;

 

activiteiten die betrekking hebben op de promotie van en de communicatie over handelsovereenkomsten, zowel binnen de Unie als in partnerlanden. Dat gebeurt in hoofdzaak door middel van de productie en de verspreiding van audiovisuele, elektronische en grafische hulpmiddelen en gedrukte publicaties, bijdragen aan voor de handel relevante media en databanken, vertaling van communicatiemateriaal in niet-EU-talen en op de media gerichte acties, met inbegrip van nieuwemediaproducten;

 

ontwikkeling, onderhoud en exploitatie van informatiesystemen ter ondersteuning van de beleidsactiviteiten op het vlak van het beleidsterrein „Handel” zoals: de geïntegreerde database voor statistiek (ISDB), het e-System voor producten voor tweeërlei gebruik, de gegevensbank inzake markttoegang, de exporthelpdesk, de database voor exportkredieten, de systemen SIGL en SIGL Wood, het platform voor het maatschappelijk middenveld en instrumenten voor bewaking en ondersteuning van handelsovereenkomsten.

Juridische bijstand en andere deskundige bijstand bij de uitvoering van bestaande handelsovereenkomsten

Acties om ervoor te zorgen dat de handelspartners van de Unie zich daadwerkelijk houden aan en voldoen aan de verplichtingen in het kader van de Wereldhandelsorganisatie (WTO) en andere multi- en bilaterale overeenkomsten, waaronder:

 

onderzoeken door deskundigen, met name inspecties, alsmede specifieke onderzoeken en seminars over de vraag of derde landen hun verplichtingen krachtens internationale handelsovereenkomsten nakomen;

 

juridische deskundigheid, met name met betrekking tot buitenlands recht, die noodzakelijk is wil de Unie haar standpunten in geschillenbeslechtingsprocedures binnen de WTO beter kunnen verdedigen, alsook andere studies van deskundigen die vereist zijn voor de voorbereiding, het beheer en de follow-up van geschillenbeslechtingsprocedures binnen de WTO;

 

arbitragekosten, juridische expertise en vergoedingen die de Unie moet betalen als partij in geschillen die voortvloeien uit de toepassing van internationale overeenkomsten die zijn gesloten uit hoofde van artikel 207 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.

Beslechting van geschillen tussen investeerder en staat zoals vastgelegd in internationale overeenkomsten

Deze uitgaven dienen voor:

 

arbitragekosten, juridisch expertise en vergoedingen die de Unie moet betalen als partij in geschillen die voortvloeien uit de toepassing van internationale overeenkomsten die zijn gesloten uit hoofde van artikel 207 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie;

 

de betaling van bedragen aan investeerders ingevolge definitieve uitspraken of schikkingen in het kader van dergelijke internationale overeenkomsten.

Activiteiten ter ondersteuning van het handelsbeleid

Dit krediet dient eveneens ter dekking van algemene uitgaven voor vertalingen, persevenementen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks samenhangen met de verwezenlijking van de doelstelling van het programma of maatregelen die onder dit artikel vallen en alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand waarbij geen sprake is van overheidstaken die door de Commissie is uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc, zoals het onderhoud van de websites van het directoraat-generaal Handel en de Europese commissaris voor Handel.

Ontvangsten in het kader van het beheer door de Unie van de financiële verantwoordelijkheden in verband met beslechting van geschillen tussen investeerders en staten kan aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig het bepaalde in artikel 21, lid 4, van het Financieel Reglement.

Een deel van dit krediet dient ter dekking van een brede benadering van de communicatie, die is bedoeld om het grote publiek en alle belanghebbenden te betrekken bij en zo veel mogelijk transparantie te bieden met betrekking tot de activiteiten van het directoraat-generaal Handel, in het bijzonder voor wat het trans-Atlantische partnerschap voor handel en investeringen (TTIP) betreft. Dit zal evenementen omvatten die gericht zijn op betrokkenheid en dialoog, zoals persevenementen of evenementen voor belanghebbenden, het publiceren van informatie, vertalingen, raadplegingen en follow-up en publicaties die rechtstreeks samenhangen met de verwezenlijking van de doelstelling van de activiteiten die onder dit artikel vallen, en alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand waarbij geen sprake is van overheidstaken die door de Commissie zijn uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc, zoals het onderhoud van de websites van het directoraat-generaal Handel en de Europese commissaris voor Handel. De activiteiten die zijn bedoeld om het publiek en alle belanghebbenden erbij te betrekken, zijn van cruciaal belang voor een transparant, succesvol en breed handelsbeleid.

Rechtsgronden

Besluit 98/181/EG, EGKS, Euratom van de Raad en de Commissie van 23 september 1997 betreffende sluiting door de Europese Gemeenschappen van het Verdrag inzake het Energiehandvest en het Protocol bij het Energiehandvest betreffende energie-efficiëntie en daarmee samenhangende milieuaspecten (PB L 69 van 9.3.1998, blz. 1).

Besluit 98/552/EG van de Raad van 24 september 1998 inzake de uitvoering door de Commissie van activiteiten betreffende een communautaire strategie inzake markttoegang (PB L 265 van 30.9.1998, blz. 31).

Taak die voortvloeit uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel vlak, zoals bedoeld in artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

20 02 03

Aid for trade — Multilaterale initiatieven

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

4 500 000

4 500 000

4 802 000

9 300 045

4 150 000,—

3 447 021,20

Toelichting

Dit krediet dient ter ondersteuning van multilaterale programma's en initiatieven op het gebied van handelsgerelateerde bijstand om ontwikkelingslanden beter in staat te stellen op efficiënte wijze deel te nemen aan het multilaterale handelssysteem en aan regionale handelsovereenkomsten en om hun handelsprestaties te verbeteren.

De met dit krediet te financieren initiatieven en programma's steunen de volgende acties:

Assistentie bij het handelsbeleid, de deelneming aan onderhandelingen en de uitvoering van handels- en handelsgerelateerde overeenkomsten

Acties ter versterking van de capaciteit van ontwikkelingslanden om hun handelsbeleid uit te stippelen en ter versterking van de bij het handelsbeleid betrokken instanties, met inbegrip van globale en bijgewerkte handelsherzieningen en bijstand om de handel te integreren in de respectieve beleidsvormen voor economische groei en ontwikkeling.

Acties ter versterking van de capaciteit van ontwikkelingslanden om daadwerkelijk deel te nemen aan handels- en investeringsbesprekingen, handels- en investeringsovereenkomsten uit te voeren en vervolgacties te ondernemen, onder andere wat betreft aspecten van handel en duurzame ontwikkeling van hun arbeids- en milieuperspectieven.

Onderzoek om beleidsmakers te adviseren over hoe er het best voor kan worden gezorgd dat op alle beleidsgebieden rekening wordt gehouden met de specifieke belangen van kleine producenten en werknemers in ontwikkelingslanden, en hoe er het best een gunstige context kan worden bevorderd waarin producenten toegang hebben tot de wereldmarkten.

Deze bijstand is vooral gericht op de overheidssector, maar zou ook initiatieven ter ondersteuning van maatschappelijk verantwoord ondernemen en eerlijke handel kunnen omvatten.

Ontwikkeling van de handel

Acties om beperkingen aan de aanbodzijde weg te nemen die rechtstreekse gevolgen hebben voor het vermogen van een land om zijn internationale handelsmogelijkheden te benutten, in het bijzonder ontwikkeling van de particuliere sector.

Dit krediet vormt een aanvulling op de geografische programma's van de Unie en mag enkel multilaterale initiatieven en programma's dekken die echt toegevoegde waarde geven aan de geografische programma's van de Unie.

De Commissie dient jaarlijks een verslag in over de tenuitvoerlegging en bereikte resultaten, alsmede over de belangrijkste gevolgen en effecten van de „aid for trade”-steun. De Commissie verstrekt informatie over het totale bedrag aan „aid for trade”-financiering van de algemene begroting van de Unie, alsmede over het aandeel van dat bedrag binnen de totale handelsgerelateerde bijstand.

Rechtsgronden

Taak die voortvloeit uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel vlak, zoals bedoeld in artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

20 02 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

20 02 77 01

Proefproject — Grotere betrokkenheid van belanghebbenden en betere toegang tot informatie met betrekking tot handelsbesprekingen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

300 000

150 000

       

Toelichting

Dit proefproject zal de inspanningen van de Commissie met het oog op een grotere betrokkenheid van belanghebbenden en een betere toegang tot informatie met betrekking tot handelsbesprekingen ondersteunen en verbeteren. Dit is vooral urgent ten aanzien van de onderhandelingen over het trans-Atlantische handels- en investeringspartnerschap (TTIP). Het project is erop gericht het grote publiek en alle belanghebbenden te betrekken bij en zo veel mogelijk transparantie te bieden met betrekking tot de activiteiten van het directoraat-generaal Handel, in het bijzonder voor wat het TTIP betreft. Dit omvat vertalingen, evenementen die gericht zijn op betrokkenheid en dialoog, zoals persevenementen en evenementen voor belanghebbenden, alsook het publiceren van informatie, raadplegingen en follow-up.

Het directoraat-generaal Handel moet de mogelijkheid hebben om belanghebbenden ook buiten Brussel, d.w.z. in de lidstaten, actiever bij zijn werkzaamheden te betrekken. De informatie moet beter toegankelijk worden gemaakt en onder de aandacht worden gebracht van de belanghebbenden, waaronder de burgers van de Unie. Er is veel informatie beschikbaar, maar die is niet steeds gemakkelijk toegankelijk of vindbaar.

Dit project omvat zowel online- als offline-initiatieven.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

TITEL 21

INTERNATIONALE SAMENWERKING EN ONTWIKKELING

Algemene samenvatting van de kredieten (2016 en 2015) en van de uitvoering (2014)

 

Titel

Hoofdstuk

Rubriek

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

21 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „INTERNATIONALE SAMENWERKING EN ONTWIKKELING”

278 939 686

278 939 686

259 803 477

259 803 477

386 194 747,68

386 194 747,68

21 02

INSTRUMENT VOOR ONTWIKKELINGSSAMENWERKING (DCI)

2 552 086 343

2 664 054 161

2 378 571 901

2 077 785 314

2 268 134 855,41

1 699 350 375,33

21 04

EUROPEES INSTRUMENT VOOR DEMOCRATIE EN MENSENRECHTEN

130 293 231

133 614 523

130 166 185

113 853 650

132 782 368,05

127 991 318,56

21 05

INSTRUMENT VOOR BIJDRAGE AAN STABILITEIT EN VREDE (ICSP) — WERELDWIJDE EN GRENSOVERSCHRIJDENDE EN NIEUWE BEDREIGINGEN

64 393 076

84 811 328

64 000 000

47 852 049

82 260 565,61

48 161 919,91

21 06

INSTRUMENT VOOR SAMENWERKING OP HET GEBIED VAN DE NUCLEAIRE VEILIGHEID

70 369 456

95 554 028

59 740 640

58 767 211

29 346 872,—

46 847 849,41

21 07

PARTNERSCHAP TUSSEN DE EUROPESE UNIE EN GROENLAND

31 130 000

34 601 717

30 698 715

33 637 321

24 569 471,—

17 042 028,—

21 08

WERELDWIJDE ONTWIKKELING EN SAMENWERKING

34 762 000

33 255 980

35 638 000

34 887 896

37 154 565,79

24 801 270,41

21 09

VOLTOOIING VAN ACTIES UITGEVOERD IN HET KADER VAN HET INSTRUMENT VOOR GEÏNDUSTRIALISEERDE LANDEN (ICI+)

21 052 357

23 058 234

1 036,61

11 662 457,30

 

Titel 21 — Totaal

3 161 973 792

3 345 883 780

2 958 618 918

2 649 645 152

2 960 444 482,15

2 362 051 966,60

HOOFDSTUK 21 01 —   ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „INTERNATIONALE SAMENWERKING EN ONTWIKKELING”

De artikelen 1, 2, 3 en 5 zijn in detail weergegeven in hoofdstuk XX 01

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

% 2014-2016

21 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „INTERNATIONALE SAMENWERKING EN ONTWIKKELING”

21 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen voor het beleidsterrein „Internationale samenwerking en ontwikkeling”

21 01 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen — Centrale diensten

5,2

65 266 714

63 541 256

63 213 259,86

96,85

21 01 01 02

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen — Delegaties van de Unie

5,2

78 479 959

70 232 286

69 997 705,08

89,19

 

Artikel 21 01 01 — Subtotaal

 

143 746 673

133 773 542

133 210 964,94

92,67

21 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven ter ondersteuning van het beleidsterrein „Internationale samenwerking en ontwikkeling”

21 01 02 01

Extern personeel — Centrale diensten

5,2

2 527 766

2 900 417

3 013 928,—

119,23

21 01 02 02

Extern personeel — Delegaties van de Unie

5,2

2 703 892

1 767 753

1 639 383,60

60,63

21 01 02 11

Overige beheersuitgaven — Centrale diensten

5,2

4 371 601

5 760 617

6 064 667,—

138,73

21 01 02 12

Overige beheersuitgaven — Delegaties van de Unie

5,2

3 749 284

3 604 438

3 729 124,99

99,46

 

Artikel 21 01 02 — Subtotaal

 

13 352 543

14 033 225

14 447 103,59

108,20

21 01 03

Uitgaven voor uitrusting en diensten voor informatie- en communicatietechnologie, gebouwen en daarmee samenhangende uitgaven ten behoeve van het beleidsterrein „Internationale samenwerking en ontwikkeling”

21 01 03 01

Uitgaven voor apparatuur en diensten voor informatie- en communicatietechnologie

5,2

4 165 392

4 033 983

4 517 075,48

108,44

21 01 03 02

Gebouwen en hiermee gerelateerde uitgaven — Delegaties van de Unie

5,2

17 674 595

14 443 042

26 292 585,81

148,76

 

Artikel 21 01 03 — Subtotaal

 

21 839 987

18 477 025

30 809 661,29

141,07

21 01 04

Ondersteunende uitgaven voor maatregelen en programma's op het beleidsterrein „Internationale samenwerking en ontwikkeling”

21 01 04 01

Ondersteunende uitgaven voor instrumenten voor ontwikkelingssamenwerking (DCI)

4

83 880 954

77 916 396

99 912 754,31

119,11

21 01 04 03

Ondersteunende uitgaven voor het Europees instrument voor de democratie en de mensenrechten (EIDHR)

4

9 899 061

9 805 929

10 340 810,—

104,46

21 01 04 04

Ondersteunende uitgaven voor het instrument voor bijdrage aan stabiliteit en vrede (IcSP)

4

2 206 924

2 100 000

2 144 504,50

97,17

21 01 04 05

Ondersteunende uitgaven voor het instrument voor samenwerking op het gebied van nucleaire veiligheid (INSC)

4

1 432 544

1 418 360

1 200 000,—

83,77

21 01 04 06

Ondersteunende uitgaven voor het partnerschap tussen de Europese Unie en Groenland

4

249 000

244 000

245 818,60

98,72

21 01 04 07

Ondersteunende uitgaven voor het Europees Ontwikkelingsfonds (EOF)

4

p.m.

p.m.

91 796 120,45

 

21 01 04 08

Ondersteunende uitgaven voor de Commissie beheerde trustfondsen

4

p.m.

p.m.

   
 

Artikel 21 01 04 — Subtotaal

 

97 668 483

91 484 685

205 640 007,86

210,55

21 01 06

Uitvoerende agentschappen

21 01 06 01

Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur — Bijdrage van de instrumenten voor ontwikkelingssamenwerking (DCIs)

4

2 332 000

2 035 000

2 087 010,—

89,49

 

Artikel 21 01 06 — Subtotaal

 

2 332 000

2 035 000

2 087 010,—

89,49

 

Hoofdstuk 21 01 — Totaal

 

278 939 686

259 803 477

386 194 747,68

138,45

21 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen voor het beleidsterrein „Internationale samenwerking en ontwikkeling”

21 01 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen — Centrale diensten

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

65 266 714

63 541 256

63 213 259,86

21 01 01 02

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen — Delegaties van de Unie

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

78 479 959

70 232 286

69 997 705,08

21 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven ter ondersteuning van het beleidsterrein „Internationale samenwerking en ontwikkeling”

21 01 02 01

Extern personeel — Centrale diensten

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

2 527 766

2 900 417

3 013 928,—

21 01 02 02

Extern personeel — Delegaties van de Unie

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

2 703 892

1 767 753

1 639 383,60

21 01 02 11

Overige beheersuitgaven — Centrale diensten

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

4 371 601

5 760 617

6 064 667,—

21 01 02 12

Overige beheersuitgaven — Delegaties van de Unie

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

3 749 284

3 604 438

3 729 124,99

21 01 03

Uitgaven voor uitrusting en diensten voor informatie- en communicatietechnologie, gebouwen en daarmee samenhangende uitgaven ten behoeve van het beleidsterrein „Internationale samenwerking en ontwikkeling”

21 01 03 01

Uitgaven voor apparatuur en diensten voor informatie- en communicatietechnologie

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

4 165 392

4 033 983

4 517 075,48

21 01 03 02

Gebouwen en hiermee gerelateerde uitgaven — Delegaties van de Unie

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

17 674 595

14 443 042

26 292 585,81

21 01 04

Ondersteunende uitgaven voor maatregelen en programma's op het beleidsterrein „Internationale samenwerking en ontwikkeling”

21 01 04 01

Ondersteunende uitgaven voor instrumenten voor ontwikkelingssamenwerking (DCI)

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

83 880 954

77 916 396

99 912 754,31

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

uitgaven voor technische en administratieve ondersteuning, waarbij geen sprake is van overheidstaken, die door de Commissie tot wederzijds voordeel van de Commissie en de begunstigden zijn uitbesteed op basis van ad-hocdienstverleningscontracten;

 

uitgaven voor extern personeel (arbeidscontractanten, gedetacheerde nationale deskundigen of uitzendkrachten) in de centrale diensten dat de taken overneemt van de afgeschafte bureaus voor technische ondersteuning; uitgaven voor extern personeel op de centrale diensten mogen maximaal 7 549 714 EUR bedragen. Deze schatting is gebaseerd op de jaarlijkse kosten per eenheid per manjaar, waarvan 93 % wordt uitgemaakt door de bezoldiging van het desbetreffende personeel en 7 % door de kosten van opleiding, vergaderingen, dienstreizen, informatietechnologie en telecommunicatie voor het externe personeel dat uit dit begrotingsonderdeel wordt gefinancierd.

 

uitgaven voor extern personeel (arbeidscontractanten, plaatselijke functionarissen of gedetacheerde nationale deskundigen) dat bij de delegaties van de Unie in dienst wordt genomen met het oog op de decentralisatie van het programmabeheer naar de delegaties van de Unie in derde landen, of in verband met de overname van de taken van de afgeschafte bureaus voor technische bijstand, alsmede de bijkomende logistieke en infrastructurele kosten, zoals de kosten van opleiding, vergaderingen, dienstreizen en huur van onderkomen, die rechtstreeks voortvloeien uit de aanwezigheid in de delegaties van het externe personeel dat wordt bezoldigd uit de kredieten van deze post;

 

de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichtingssystemen, bewustmaking, opleiding, voorbereiding en uitwisseling van geleerde lessen en optimale werkwijzen, en publiciteitscampagnes en alle andere uitgaven voor technische en administratieve bijstand die rechtstreeks samenhangen met de verwezenlijking van de doelstelling van het programma;

 

onderzoek naar relevante vraagstukken en verspreiding van de resultaten daarvan;

 

informatie- en communicatieactiviteiten, onder meer de ontwikkeling van communicatiestrategieën en institutionele voorlichting over de politieke prioriteiten van de Unie.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun publieke organen, entiteiten of natuurlijke personen aan bepaalde externe steunprojecten of -programma's die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma voor elk hoofdstuk.

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor ondersteuning in het kader van hoofdstuk 21 02.

21 01 04 03

Ondersteunende uitgaven voor het Europees instrument voor de democratie en de mensenrechten (EIDHR)

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

9 899 061

9 805 929

10 340 810,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

uitgaven voor technische en administratieve ondersteuning, waarbij geen sprake is van overheidstaken, die door de Commissie tot wederzijds voordeel van de Commissie en de begunstigden zijn uitbesteed op basis van ad-hocdienstverleningscontracten;

 

uitgaven voor extern personeel op de centrale diensten (arbeidscontractanten, gedetacheerde nationale deskundigen of uitzendkrachten), dat de taken overneemt van de afgeschafte bureaus voor technische bijstand; De uitgaven voor extern personeel op de centrale diensten mogen maximaal 1 613 273 EUR bedragen. Deze schatting is gebaseerd op de jaarlijkse kosten per eenheid per manjaar, waarvan 95 % wordt uitgemaakt door de bezoldiging van het desbetreffende personeel en 5 % door de kosten van opleiding, vergaderingen, dienstreizen, informatietechnologie en telecommunicatie voor het externe personeel dat uit dit begrotingsonderdeel wordt gefinancierd.

 

uitgaven voor extern personeel (arbeidscontractanten, plaatselijke functionarissen of gedetacheerde nationale deskundigen) dat bij de delegaties van de Unie in dienst wordt genomen met het oog op de decentralisatie van het programmabeheer naar de delegaties van de Unie in derde landen, of in verband met de overname van de taken van de afgeschafte bureaus voor technische bijstand, alsmede de bijkomende logistieke en infrastructurele kosten, zoals de kosten van opleiding, vergaderingen, dienstreizen en huur van onderkomen, die rechtstreeks voortvloeien uit de aanwezigheid in de delegaties van het externe personeel dat wordt bezoldigd uit de kredieten van deze post;

 

de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichtingssystemen, bewustmaking, opleiding, voorbereiding en uitwisseling van geleerde lessen en optimale werkwijzen, en publiciteitscampagnes en alle andere uitgaven voor technische en administratieve bijstand die rechtstreeks samenhangen met de verwezenlijking van de doelstelling van het programma;

 

onderzoek naar relevante vraagstukken en verspreiding van de resultaten daarvan;

 

informatie- en communicatieactiviteiten, onder meer de ontwikkeling van communicatiestrategieën en institutionele voorlichting over de politieke prioriteiten van de Unie.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun publieke organen, entiteiten of natuurlijke personen aan bepaalde externe steunprojecten of -programma's die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma voor elk hoofdstuk.

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor ondersteuning in het kader van hoofdstuk 21 04.

21 01 04 04

Ondersteunende uitgaven voor het instrument voor bijdrage aan stabiliteit en vrede (IcSP)

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

2 206 924

2 100 000

2 144 504,50

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

uitgaven voor technische en administratieve ondersteuning, waarbij geen sprake is van overheidstaken, die door de Commissie tot wederzijds voordeel van de Commissie en de begunstigden zijn uitbesteed op basis van ad-hocdienstverleningscontracten;

 

uitgaven voor extern personeel in delegaties (arbeidscontractanten, lokale medewerkers of gedetacheerde nationale deskundigen) met het oog op de decentralisatie van het programmabeheer naar de delegaties van de Unie in derde landen, of in verband met de overname van de taken van de afgeschafte bureaus voor technische bijstand, alsmede de bijkomende logistieke en infrastructurele kosten, zoals de kosten van opleiding, vergaderingen, dienstreizen, informatietechnologieën en telecommunicatie en huur, die rechtstreeks voortvloeien uit de aanwezigheid in de delegatie van het externe personeel dat wordt bezoldigd uit de kredieten van deze post;

 

de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichtingssystemen, bewustmaking, opleiding, voorbereiding en uitwisseling van geleerde lessen en optimale werkwijzen, en publiciteitscampagnes en alle andere uitgaven voor technische en administratieve bijstand die rechtstreeks samenhangen met de verwezenlijking van de doelstelling van het programma;

 

onderzoek naar relevante vraagstukken en verspreiding van de resultaten daarvan;

 

informatie- en communicatieactiviteiten, onder meer de ontwikkeling van communicatiestrategieën en institutionele voorlichting over de politieke prioriteiten van de Unie.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun publieke organen, entiteiten of natuurlijke personen aan bepaalde externe steunprojecten of -programma's die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma voor elk hoofdstuk.

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor ondersteuning in het kader van hoofdstuk 21 05.

21 01 04 05

Ondersteunende uitgaven voor het instrument voor samenwerking op het gebied van nucleaire veiligheid (INSC)

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

1 432 544

1 418 360

1 200 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

uitgaven voor technische en administratieve ondersteuning, waarbij geen sprake is van overheidstaken, die door de Commissie tot wederzijds voordeel van de Commissie en de begunstigden zijn uitbesteed op basis van ad-hocdienstverleningscontracten;

 

uitgaven voor extern personeel op de centrale diensten (arbeidscontractanten, gedetacheerde nationale deskundigen of uitzendkrachten), dat de taken overneemt van de afgeschafte bureaus voor technische bijstand; De uitgaven voor extern personeel bij de centrale diensten mogen maximaal 968 300 EUR bedragen. Deze schatting is gebaseerd op de jaarlijkse kosten per eenheid per manjaar, waarvan 93 % wordt uitgemaakt door de bezoldiging van het desbetreffende personeel en 7 % door de kosten van opleiding, vergaderingen, dienstreizen, informatietechnologie en telecommunicatie voor het externe personeel dat uit dit begrotingsonderdeel wordt gefinancierd;

 

de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichtingssystemen en publicaties die rechtstreeks samenhangen met de verwezenlijking van de doelstelling van het programma.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun publieke organen, entiteiten of natuurlijke personen aan bepaalde externe steunprojecten of -programma's die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma voor elk hoofdstuk.

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor ondersteuning in het kader van hoofdstuk 21 06.

21 01 04 06

Ondersteunende uitgaven voor het partnerschap tussen de Europese Unie en Groenland

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

249 000

244 000

245 818,60

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van het volgende:

 

uitgaven voor technische en administratieve ondersteuning, waarbij geen sprake is van overheidstaken, die door de Commissie tot wederzijds voordeel van de Commissie en de begunstigden zijn uitbesteed op basis van ad-hocdienstverleningscontracten;

 

de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichtingssystemen en publicaties die rechtstreeks samenhangen met de verwezenlijking van de doelstelling van het programma.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun publieke organen, entiteiten of natuurlijke personen aan bepaalde externe steunprojecten of -programma's die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma voor elk hoofdstuk.

Dit krediet dient voorts ter dekking van de uitgaven voor ondersteuning uit hoofde van artikel 21 07 01.

21 01 04 07

Ondersteunende uitgaven voor het Europees Ontwikkelingsfonds (EOF)

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

p.m.

p.m.

91 796 120,45

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor administratieve ondersteuning waartoe onder de Europese Ontwikkelingsfondsen (EOF) wordt besloten.

Ontvangsten die voortvloeien uit het Europees Ontwikkelingsfonds en die worden gebruikt voor de ondersteunende maatregelen en die in artikel 6 3 2 van de staat van ontvangsten worden geboekt, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten in deze post overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 95 000 000 EUR.

Rechtsgronden

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1), met name artikel 21, lid 2.

21 01 04 08

Ondersteunende uitgaven voor de Commissie beheerde trustfondsen

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

p.m.

p.m.

 

Toelichting

Nieuwe post

Dit krediet dient ter dekking van de beheerskosten van de Commissie, voor maximaal 5 % van de in de trustfondsen samengebrachte bedragen, vanaf de jaren waarin de bijdragen tot elk trustfonds zijn benut zoals bepaald in artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement.

Ontvangsten die voortvloeien uit het de trustfondsen en die worden gebruikt voor de ondersteunende maatregelen en die in artikel 6 3 4 van de staat van ontvangsten worden geboekt, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten in deze post overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 2, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 500 000 EUR.

Rechtsgronden

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1), met name artikel 21, lid 2, en artikel 187, lid 7.

21 01 06

Uitvoerende agentschappen

21 01 06 01

Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur — Bijdrage van de instrumenten voor ontwikkelingssamenwerking (DCIs)

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

2 332 000

2 035 000

2 087 010,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de exploitatiekosten die het Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur draagt voor de uitvoering van de internationale dimensie van hoger onderwijs van het Erasmus+-programma (rubriek 4) dat in het kader van hoofdstuk 21 02 aan het Agentschap is toevertrouwd. De opdracht van het Agentschap omvat de afwikkeling voor de programmaperiode 2007-2013 van de Youth-, Tempus- en Erasmus Mundus-programma's waarbij DCI-begunstigden betrokken zijn.

Het Agentschap zal ook een jaarlijkse bijdrage ontvangen die wordt gefinancierd met kredieten onder artikel 21 02 09. Hierdoor kan het programma voor mobiliteit binnen de ACS worden voortgezet, dat tot doel heeft de studentenmobiliteit in Afrika te bevorderen, dat tot 2013 werd gefinancierd met middelen uit het 10e Europees Ontwikkelingsfonds.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de deelneming van kandidaat-lidstaten en eventueel de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan aan uniale programma's en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de algemene staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten opgevoerd voor het programma, overeenkomstig het bepaalde in artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

De personeelsformatie van het Agentschap is opgenomen in de bijlage „Personeel” bij deze afdeling.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 58/2003 van de Raad van 19 december 2002 tot vaststelling van het statuut van de uitvoerende agentschappen waaraan bepaalde taken voor het beheer van communautaire programma's worden gedelegeerd (PB L 11 van 16.1.2003, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 1288/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van „Erasmus+”: het programma van de Unie voor onderwijs, opleiding, jeugd en sport en tot intrekking van Besluiten nr. 1719/2006/EG, nr. 1720/2006/EG en nr. 1298/2008/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 50).

Verordening (EU) nr. 233/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking voor de periode 2014-2020 (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 44).

Referentiebesluiten

Uitvoeringsbesluit 2013/776/EU van de Commissie van 18 december 2013 tot oprichting van het Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur en tot intrekking van Besluit 2009/336/EG (PB L 343 van 19.12.2013, blz. 46).

Besluit C(2013) 9189 van de Commissie van 18 december 2013 waarbij bevoegdheden worden gedelegeerd aan het Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur met het oog op het vervullen van taken die verband houden met de uitvoering van programma's van de Unie op het gebied van onderwijs, audiovisuele media en cultuur, omvattende in het bijzonder de uitvoering van kredieten van de algemene begroting van de Unie en toewijzingen uit het EOF.

HOOFDSTUK 21 02 —   INSTRUMENT VOOR ONTWIKKELINGSSAMENWERKING (DCI)

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

% Betalingen 2014-2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

21 02

INSTRUMENT VOOR ONTWIKKELINGSSAMENWERKING (DCI)

21 02 01

Samenwerking met Latijns-Amerika

4

320 267 528

133 651 000

294 342 737

80 330 136

259 804 272,—

0,—

0

21 02 02

Samenwerking met Azië

4

666 614 525

265 089 650

633 098 094

136 220 080

538 057 123,—

50 000,—

0,02

21 02 03

Samenwerking met Centraal-Azië

4

128 698 347

49 066 277

124 955 010

19 364 164

95 031 914,—

31 914,—

0,07

21 02 04

Samenwerking met het Midden-Oosten

4

66 504 914

26 581 395

66 711 154

12 933 170

53 500 000,—

0,—

0

21 02 05

Samenwerking met Afghanistan

4

199 417 199

83 419 366

199 417 199

48 762 723

182 500 000,—

0,—

0

21 02 06

Samenwerking met Zuid-Afrika

4

60 000 000

12 678 745

26 721 430

4 431 255

26 000 000,—

0,—

0

21 02 07

Mondiale collectieve goederen en uitdagingen en armoedebestrijding, duurzame ontwikkeling en democratie

21 02 07 01

Milieu en klimaatverandering

4

174 564 526

70 500 000

176 041 720

29 076 017

164 048 310,—

7 200 000,—

10,21

21 02 07 02

Duurzame energie

4

77 584 234

72 000 000

67 875 236

21 043 003

82 851 742,—

0,—

0

21 02 07 03

Menselijke ontwikkeling

4

163 633 821

120 346 000

150 920 558

79 020 406

163 093 980,—

0,—

0

21 02 07 04

Voedsel- en voedingszekerheid en duurzame landbouw

4

189 495 232

88 783 000

167 239 336

53 786 265

200 982 990,—

0,—

0

21 02 07 05

Migratie en asiel

4

57 257 470

22 560 000

41 605 380

10 128 583

46 504 665,—

0,—

0

 

Artikel 21 02 07 — Subtotaal

 

662 535 283

374 189 000

603 682 230

193 054 274

657 481 687,—

7 200 000,—

1,92

21 02 08

Financiering van ontwikkelingsinitiatieven door of voor maatschappelijke organisaties en lokale overheden

21 02 08 01

Maatschappelijk middenveld in ontwikkeling

4

180 875 198

86 753 855

180 143 207

46 364 459

212 398 533,—

0,—

0

21 02 08 02

Plaatselijke autoriteiten in ontwikkeling

4

60 291 733

18 116 751

45 035 802

7 945 698

36 366 417,—

0,—

0

 

Artikel 21 02 08 — Subtotaal

 

241 166 931

104 870 606

225 179 009

54 310 157

248 764 950,—

0,—

0

21 02 09

Pan-Afrikaans programma ter ondersteuning van de gemeenschappelijke strategie Afrika-EU

4

93 468 616

53 691 844

101 404 040

53 698 949

97 577 288,—

0,—

0

21 02 20

Erasmus+ — Bijdrage uit de instrumenten voor ontwikkelingssamenwerking (DCI)

4

105 000 000

61 455 647

90 038 998

47 908 017

100 356 946,—

507 645,98

0,83

21 02 30

Overeenkomst met de Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties (FAO) en andere organen van de Verenigde Naties

4

338 000

371 630

332 000

298 370

331 537,—

331 537,—

89,21

21 02 40

Grondstoffenovereenkomsten

4

5 375 000

5 749 783

3 700 000

3 325 217

3 035 000,—

2 841 587,69

49,42

21 02 51

Voltooiing van acties op het gebied van ontwikkelingssamenwerking (vóór 2014)

21 02 51 01

Samenwerking met derde landen op het gebied van migratie en asiel

4

21 470 540

35 415 225

0,—

52 785 804,20

245,85

21 02 51 02

Samenwerking met ontwikkelingslanden in Latijns-Amerika

4

237 700 000

205 062 655

14 631,89

268 952 094,24

113,15

21 02 51 03

Samenwerking met ontwikkelingslanden in Azië, met inbegrip van Centraal-Azië en het Midden-Oosten

4

570 761 524

502 119 834

448,72

589 691 720,06

103,32

21 02 51 04

Voedselzekerheid

4

103 400 000

140 324 836

45 877,25

181 025 325,97

175,07

21 02 51 05

Niet-overheidsactoren in ontwikkeling

4

121 260 000

138 405 898

1 530,33

216 993 639,36

178,95

21 02 51 06

Milieu en duurzaam beheer van natuurlijke hulpbronnen, met inbegrip van energie

4

108 570 000

84 183 056

1 018,22

118 024 011,56

108,71

21 02 51 07

Menselijke en sociale ontwikkeling

4

47 696 646

65 148 307

380 632,—

110 861 720,95

232,43

21 02 51 08

Geografische samenwerking met de landen van Afrika, het Caribische Gebied en de Stille Oceaan (ACS)

4

267 200 000

240 105 670

0,—

142 756 320,38

53,43

 

Artikel 21 02 51 — Subtotaal

 

1 478 058 710

1 410 765 481

444 138,41

1 681 090 636,72

113,74

21 02 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

21 02 77 01

Voorbereidende actie — Samenwerking met landen met een middeninkomen in Latijns-Amerika

4

p.m.

14 029

p.m.

626 849

0,—

480 841,10

3 427,48

21 02 77 02

Voorbereidende actie — Handels- en wetenschappelijke uitwisselingen met India

4

p.m.

1 147 755

p.m.

1 198 112

0,—

574 907,40

50,09

21 02 77 03

Voorbereidende actie — Handels- en wetenschappelijke uitwisselingen met China

4

p.m.

124 157

p.m.

486 748

0,—

1 981 019,72

1 595,58

21 02 77 04

Voorbereidende maatregel — Samenwerking met landen met een middeninkomen in Azië

4

p.m.

133 021

p.m.

48 910

0,—

0,—

0

21 02 77 05

Voorbereidende actie — Europese Unie-Azië — Integratie van beleid en praktijk

4

p.m.

83 670

p.m.

29 170

0,—

0,—

0

21 02 77 06

Proefproject — Financiering van landbouwproductie

4

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

44 998,—

 

21 02 77 07

Voorbereidende actie — Regionaal Afrikaans netwerk van maatschappelijke organisaties voor millenniumdoelstelling voor ontwikkeling nr. 5

4

p.m.

334 002

p.m.

p.m.

0,—

951 867,81

284,99

21 02 77 08

Voorbereidende actie — Waterbeheer in ontwikkelingslanden

4

p.m.

400 000

p.m.

671 576

0,—

1 180 879,74

295,22

21 02 77 10

Voorbereidende actie —Overdracht van technologie op farmaceutisch gebied ten behoeve van ontwikkelingslanden

4

p.m.

1 371 000

p.m.

671 576

0,—

217 588,25

15,87

21 02 77 11

Voorbereidende actie — Onderzoek en ontwikkeling op het gebied van armoedegerelateerde, tropische en verwaarloosde ziekten

4

p.m.

1 400 000

p.m.

503 683

0,—

300 000,—

21,43

21 02 77 12

Proefproject — Betere gezondheidszorg voor slachtoffers van seksueel geweld in de Democratische Republiek Congo (DRC)

4

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

103 145,14

 

21 02 77 13

Voorbereidende actie — Betere gezondheidszorg voor slachtoffers van seksueel geweld in de Democratische Republiek Congo (DRC)

4

p.m.

1 853 832

p.m.

755 524

0,—

1 461 806,78

78,85

21 02 77 14

Wereldwijd Fonds voor energie-efficiëntie en hernieuwbare energie (Global Energy Efficiency and Renewable Energy Fund — Geeref)

4

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

 

21 02 77 15

Proefproject — Strategisch investeren in duurzame vrede en democratisering in de Hoorn van Afrika

4

p.m.

400 883

p.m.

293 815

1 000 000,—

0,—

0

21 02 77 16

Proefproject — Uitbreiding van de veterinaire diensten in ontwikkelingslanden

4

p.m.

1 550 000

1 500 000

1 421 576

2 000 000,—

0,—

0

21 02 77 17

Proefproject — Maatschappelijk verantwoord ondernemen en toegang tot vrijwillige gezinsplanning voor fabrieksarbeiders in ontwikkelingslanden

4

p.m.

300 000

p.m.

251 841

750 000,—

0,—

0

21 02 77 18

Proefproject — Investeren in duurzame vrede en wederopbouw van de samenleving in het Caucagebied — Colombia

4

p.m.

1 200 000

1 500 000

750 000

1 500 000,—

0,—

0

21 02 77 19

Voorbereidende actie — Werken aan een betere gezondheid van nomadische gemeenschappen na crises in het Sahelgebied

4

100 000

1 200 000

1 500 000

1 421 576

0,—

0,—

0

21 02 77 20

Voorbereidende actie — Socio-economische herintegratie van kinderen en vrouwen die zich prostitueren in de mijnen van Luhwindja (provincie Zuid-Kivu, in het oosten van de Democratische Republiek Congo)

4

150 000

1 000 000

2 200 000

1 855 524

0,—

0,—

0

21 02 77 21

Voorbereidende actie — Totstandbrenging en versterking van lokale partnerschappen om de sociale economie te ontwikkelen en sociale ondernemingen op te richten in oostelijk Afrika

4

p.m.

548 159

p.m.

251 841

0,—

0,—

0

21 02 77 22

Proefproject — Geïntegreerde benadering voor de ontwikkeling en tenuitvoerlegging van gezondheidsoplossingen om verwaarloosde tropische ziekten in endemische gebieden te bestrijden

4

p.m.

500 000

1 500 000

750 000

     

21 02 77 23

Proefproject — Toegang tot de rechter en schadeloosstelling voor slachtoffers van de ernstigste misdrijven die zijn gepleegd in de Democratische Republiek Congo

4

p.m.

395 000

790 000

395 000

     

21 02 77 24

Proefproject — In kaart brengen van de wereldwijde dreiging die uitgaat van antimicrobiële resistentie

4

750 000

375 000

         

21 02 77 25

Proefproject — Versterking van de rechten van het kind, bescherming van en toegang tot onderwijs voor ontheemde kinderen en jongeren in Guatemala, Honduras en El Salvador

4

700 000

350 000

         

21 02 77 26

Proefproject — Onderwijs voor kinderen die deel hebben uitgemaakt van gewapende troepen of groeperingen in het district Pibor (GPAA) in Zuid-Sudan

4

500 000

250 000

         

21 02 77 27

Proefproject — Participatory Rangeland Management (PRM) in Kenia en Tanzania

4

500 000

250 000

         
 

Artikel 21 02 77 — Subtotaal

 

2 700 000

15 180 508

8 990 000

12 383 321

5 250 000,—

7 297 053,94

48,07

 

Hoofdstuk 21 02 — Totaal

 

2 552 086 343

2 664 054 161

2 378 571 901

2 077 785 314

2 268 134 855,41

1 699 350 375,33

63,79

Toelichting

De hoofddoelstelling van het ontwikkelingsbeleid van de Unie is armoedebestrijding, als vastgesteld in het Verdrag. De Europese consensus inzake ontwikkeling biedt het algemene kader, de richting en het zwaartepunt voor de tenuitvoerlegging van Verordening (EU) nr. 233/2014.

Deze kredieten dienen ter dekking van armoedevermindering, duurzame economische, sociale en ecologische ontwikkeling en het consolideren en ondersteunen van democratie, de rechtsstaat, goed bestuur, mensenrechten en de relevante beginselen van internationaal recht, met inbegrip van de beginselen die zijn opgenomen in de millenniumdoelstellingen voor ontwikkeling en in het nieuwe kader voor de internationale ontwikkeling in de periode na 2015. Indien nodig wordt gestreefd naar synergieën met andere Unie-instrumenten op het gebied van extern beleid, zonder dat hierbij de focus op voornoemde basisdoelstellingen verloren gaat.

In principe moet 100 % van de uitgaven in de geografische programma's en ten minste 95 % van de uitgaven in de thematische programma's en 90 % van de uitgaven in het pan-Afrikaans programma voldoen aan de criteria van de OESO/DAC voor officiële ontwikkelingshulp.

Als algemene regel moet ten minste 20 % van de kredieten worden gebruikt voor sociale basisvoorzieningen en secundair onderwijs. Voorts moet het DCI bijdragen tot het behalen van de doelstelling om ten minste 20 % van de begroting van de Unie te besteden aan een koolstofarme en klimaatresistente maatschappij.

21 02 01

Samenwerking met Latijns-Amerika

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

320 267 528

133 651 000

294 342 737

80 330 136

259 804 272,—

0,—

Toelichting

Ontwikkelingssamenwerking in het kader van dit artikel heeft in eerste instantie ten doel bij te dragen tot de bevordering van democratie, behoorlijk bestuur, gelijkheid, eerbiediging van de mensenrechten en de rechtsstaat en ondersteuning van duurzame ontwikkeling en economische integratie alsook tot de verwezenlijking van de millenniumontwikkelingsdoelstellingen en de algemene toezeggingen op ontwikkelingsgebied voor de periode na 2015.

De Commissie moet jaarlijks verslag blijven uitbrengen over de in het verleden gebruikte benchmark voor steun aan ontwikkelingslanden die toegewezen moet worden aan sociale infrastructuur en dienstverlening, daarbij erkennend dat de bijdrage van de Unie moet worden gezien als deel van de algemene donorsteun aan de sociale sectoren en dat een bepaalde mate van flexibiliteit de norm dient te zijn. Bovendien zal de Commissie zich ervoor inzetten te waarborgen dat een benchmark van 20 % van de steun in het kader van het instrument voor ontwikkelingssamenwerking zal worden toegewezen aan elementaire sociale voorzieningen, met speciale aandacht voor gezondheid en onderwijs en middelbaar onderwijs, als gemiddelde over alle geografische gebieden en erkennend dat ook hier een zekere mate van flexibiliteit de norm moet zijn, bijvoorbeeld in gevallen van buitengewone steun. Dit krediet dient ter dekking van de samenwerking in ontwikkelingslanden, -gebieden en -regio' s in Latijns-Amerika om:

 

bij te dragen aan de realisatie van de millenniumdoelstellingen voor ontwikkeling in de regio;

 

vakbonden, niet-gouvernementele organisaties en plaatselijke initiatieven te ondersteunen bij het toezicht op het effect van investeringen op de nationale economie, met name wat de eerbieding van normen inzake arbeid, milieu en sociale en mensenrechten betreft;

 

gendergelijkheid te ondersteunen door ondersteunende acties ter bestrijding van schadelijke traditionele praktijken als genitale verminking bij vrouwen, kindhuwelijken en empowerment van vrouwen;

 

de ontwikkeling te bevorderen van het maatschappelijk middenveld;

 

armoede en sociale uitsluiting te bestrijden en sociale cohesie te stimuleren;

 

bij te dragen aan de verbetering van de sociale normen, met specifieke aandacht voor onderwijs, met inbegrip van beroepsopleiding, en gezondheid, en aan de verbetering van de stelsels voor sociale bescherming;

 

een klimaat te stimuleren dat gunstiger is voor economische groei en een betere productiesector, kennisoverdracht te stimuleren en contacten en samenwerking tussen actoren uit het biregionale bedrijfsleven;

 

de ontwikkeling van de particuliere sectoren te stimuleren, met bijvoorbeeld een kmo-vriendelijk ondernemingsklimaat via onder meer eigendomsrechten, de administratieve lasten te verminderen, de toegang tot krediet te verbeteren en associaties van kleine en middelgrote ondernemingen te verbeteren;

 

inspanningen te ondersteunen voor voedselzekerheid en de strijd tegen ondervoeding;

 

de regionale integratie te ondersteunen; in Midden-Amerika de ontwikkeling van regio's te stimuleren via van de associatieovereenkomst EU-Midden-Amerika afgeleide grotere voordelen;

 

het duurzaam gebruik van natuurlijke hulpbronnen te stimuleren, ook van water, en de klimaatverandering te bestrijden (aanpassing en vermindering van de gevolgen);

 

inspanningen voor de verbetering van het behoorlijk bestuur te ondersteunen en hulp te bieden bij de consolidatie van de democratie, de mensenrechten en de rechtsstaat;

 

beleidshervormingen te ondersteunen, met name op het vlak van justitie en veiligheid, en bijhorende acties te ondersteunen om de ontwikkeling van landen en regio's te verbeteren.

Indien hulp wordt verleend door middel van begrotingssteun, zal de Commissie de inspanningen van de partnerlanden ondersteunen om het parlementair toezicht, de auditcapaciteit en de transparantie te vergroten.

De kredieten voor deze post zijn onderworpen aan evaluaties die onder meer betrekking hebben op bepaalde initiële activiteiten en de resultaatketen (prestatie, resultaat, impact). De bevindingen ervan zullen worden gebruikt voor de opstelling van verdere maatregelen die met behulp van deze kredieten worden gefinancierd.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun openbare organen, entiteiten of natuurlijke personen, aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma. Deze bedragen kunnen worden aangevuld met bijdragen voor Unietrustfondsen.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 233/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking voor de periode 2014-2020 (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 44).

21 02 02

Samenwerking met Azië

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

666 614 525

265 089 650

633 098 094

136 220 080

538 057 123,—

50 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van ontwikkelingsacties in ontwikkelingslanden in Azië, vooral de landen waar de armste mensen wonen, voor het verbeteren van de humane en sociale ontwikkeling alsook voor het oplossen van macro-economische en sectorale problemen. Er wordt voorrang verleend aan de ontwikkeling en het bestuur van economie en maatschappij, de verbetering van de mensenrechtensituatie, democratisering, onderwijs, beroepsopleiding, een leven lang leren, academische en culturele uitwisselingen, wetenschappelijke en technologische uitwisselingen, het milieu, regionale samenwerking, acties voor rampenpreventie en voor wederopbouw, alsmede de bevordering van duurzame energie en informatie- en telecommunicatietechnologie.

Tevens wordt onder deze post de steun geboekt voor de ontwikkeling van de civiele samenleving, met name de steun voor activiteiten van niet-gouvernementele organisaties die de rechten van kwetsbare groepen, zoals vrouwen, kinderen, etnische minderheden en gehandicapten, bevorderen en beschermen.

De opname van deze kredieten wordt afhankelijk gesteld van de naleving van de beginselen die de grondslag vormen voor de acties van de Unie. De hieronder beschreven gebieden moeten de nodige aandacht krijgen en de gezamenlijk overeengekomen strategieën, partnerschappen, samenwerkings- en handelsovereenkomsten moeten erin te vinden zijn. De prioriteiten worden bepaald in overeenstemming met de Europese consensus inzake ontwikkeling en de Agenda voor verandering en de daaruit voortvloeiende conclusies van de Raad.

Dit krediet dient ter dekking van acties inzake inclusieve en duurzame groei voor menselijke ontwikkeling. Sectoren die kunnen worden aangepakt, zijn onder meer:

 

sociale bescherming en werkgelegenheid, en universele toegang tot gezondheid en onderwijs;

 

bedrijfsklimaat, regionale integratie en wereldmarkten;

 

duurzame landbouw, voeding en energie;

 

klimaatverandering en milieu;

 

bevorderen van sociale cohesie, in het bijzonder sociale insluiting, een billijke inkomstenverdeling, fatsoenlijk werk en gelijke kansen, gendergelijkheid;

 

oprichten van inclusieve partnerschappen rond handel, investering, hulp, migratie, burgerlijke stand, onderzoek, innovatie en technologie;

 

ondersteunen van een actief en georganiseerd maatschappelijk middenveld voor ontwikkeling en bevorderen van publiek-private partnerschappen;

 

ondersteunen van beperking van en aanpassing aan klimaatverandering, de bevordering van duurzame consumptie en productie evenals investeringen in schone technologieën, duurzame energie, vervoer, duurzame landbouw en visserij, de bescherming en versterking van biodiversiteit en ecosysteemdiensten, met inbegrip van water, sanitaire voorzieningen en bossen, en fatsoenlijke banen in de groene economie, inclusief voor jongeren en vrouwen;

 

aanmoedigen van meer regionale integratie en samenwerking op een resultaatgerichte manier, via ondersteuning aan verschillende processen van regionale integratie en dialoog;

 

bijdragen aan het voorkomen van en reageren op gezondheidsrisico's, met inbegrip van die risico's die voortvloeien uit het contact tussen dieren, mensen en hun verschillende omgevingen;

 

ondersteunen van rampenparaatheid en herstel na rampen op lange termijn, inclusief op het gebied van voedsel- en voedingszekerheid en hulp aan ontwortelde bevolkingsgroepen;

 

versterken van de capaciteit om eenieder toegang te verschaffen tot sociale basisvoorzieningen, in het bijzonder in de gezondheids- en onderwijssector.

Dit krediet dient voor acties met betrekking tot:

 

democratie, mensenrechten, inclusief de rechten van kinderen en vrouwen, en de rechtsstaat;

 

gendergelijkheid en de versterking van de positie van vrouwen en meisjes;

 

beheer van de publieke sector;

 

fiscaal beleid en administratie;

 

corruptie en transparantie;

 

maatschappelijk middenveld en lokale overheden;

 

bouwen en versterken van legitieme, doeltreffende en verantwoordelijke overheidsinstellingen en -instanties, door het bevorderen van institutionele hervormingen (inclusief op het vlak van goed bestuur en corruptiebestrijding, beheer van overheidsfinanciën, belastingheffing en hervorming van openbaar bestuur) en wetgevende, administratieve en regelgevende hervormingen in overeenstemming met internationale normen, in het bijzonder in zwakke staten en landen in conflict- en postconflictsituaties;

 

in de context van de verwevenheid van veiligheid en ontwikkeling, bestrijden van corruptie en georganiseerde misdaad, drugsproductie, drugsgebruik en drugshandel en van andere vormen van illegale handel, en het ondersteunen van efficiënt grensbeheer en grensoverschrijdende samenwerking.

Ontwikkelingssamenwerking in het kader van dit hoofdstuk heeft tot doel bij te dragen tot de verwezenlijking van de millenniumdoelen voor ontwikkeling, alsook tot de bevordering van democratie, goed bestuur, eerbiediging van de mensenrechten en de rechtsstaat, ondersteuning van duurzame ontwikkeling en economische integratie, en het bevorderen van conflictpreventie, conflictoplossing en verzoening.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun openbare organen, entiteiten of natuurlijke personen, aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma. Deze bedragen kunnen worden aangevuld met bijdragen voor Unietrustfondsen.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 233/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking voor de periode 2014-2020 (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 44).

21 02 03

Samenwerking met Centraal-Azië

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

128 698 347

49 066 277

124 955 010

19 364 164

95 031 914,—

31 914,—

Toelichting

Dit krediet dient om bij te dragen tot de uitbanning van armoede en de totstandbrenging van omstandigheden voor duurzame en inclusieve economische en sociale ontwikkeling, sociale cohesie, democratisering en een verbetering van het leven van de mensen.

In de bilaterale programma's gaat de aandacht uit naar: geïntegreerde plattelandsontwikkeling, bevordering van duurzame groei, mogelijkheden voor inkomensgenerering in plattelandsgebieden op het lokale niveau en bevordering van voedselzekerheid; hervormingen op het vlak van de rechtsstaat, bevordering van democratisering en mensenrechten, transparantie en corruptiebestrijdingsmaatregelen en ondersteuning van het beheer van de overheidsfinanciën; de oprichting van een doeltreffend onderwijsstelsel dat is gericht op hoogwaardig secundair en beroepsonderwijs dat is afgestemd op de behoeften van de arbeidsmarkt; en ondersteuning van de gezondheidszorg door een verbeterde en billijke toegang tot hoogwaardige gezondheidszorg.

Regionale programma's hebben tot doel een brede dialoog en samenwerking tussen de Centraal-Aziatische landen tot stand te brengen, waarbij gezorgd wordt voor een klimaat dat bevorderlijk is voor een niet-confronterende benadering binnen de regio, in het bijzonder in gebieden waar de algemene politieke en sociale stabiliteit in het gedrang kunnen komen.

De programma's worden uitgevoerd met permanente focus op de meest behoeftigen. Horizontale vraagstukken, zoals milieu- en klimaatverandering, rampenrisicobeperking, lokaal bestuur, corruptiebestrijding, mensenrechten en gender, zullen worden geïntegreerd in alle programma's van de Unie.

Als er sprake is van zinnige hervormingsinspanningen van de overheid en van reële democratiseringsprocessen, is verlening van steun hiervoor een prioriteit. Op dezelfde manier hangen de toewijzingen voor programma’s op het gebied van grensbeheer en drugsbestrijding af van het vooruitzicht van het behalen van significante resultaten. De samenwerking met maatschappelijke organisaties vormt een belangrijk onderdeel van de samenwerking. Steeds meer wordt geopteerd voor samenwerking met agentschappen van de lidstaten om deze programma's uit te voeren, waarbij gebruik wordt gemaakt van de kennisoverdracht van de Unie in alle sectoren.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun openbare organen, entiteiten of natuurlijke personen, aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma. Deze bedragen kunnen worden aangevuld met bijdragen voor Unietrustfondsen.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 233/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking voor de periode 2014-2020 (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 44).

21 02 04

Samenwerking met het Midden-Oosten

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

66 504 914

26 581 395

66 711 154

12 933 170

53 500 000,—

0,—

Toelichting

Er moet voorrang worden verleend aan acties met een effect op de structuur van de economie, de ontwikkeling van de instellingen, de verbetering van de mensenrechtensituatie, waaronder de vrijheid van meningsuiting, de vrijheid van vereniging, de vrijheid van pers en media, de vrijheid van godsdienst en geloof, met inbegrip van het recht een geloof af te vallen, de bevordering en bescherming van digitale vrijheden, de versterking van het maatschappelijk middenveld, waaronder maatregelen met betrekking tot democratisering, toegang voor alle jongens, meisjes, vrouwen en kinderen met een handicap. Voorts moet de aandacht uitgaan naar versterking van gezondheidsstelsels, met name met het oog op de uitbanning van polio na de recente uitbraken van die ziekte in Syrië, Irak en Israël, naar het milieu, handicap tot basis- en secundair onderwijs, het milieu en het duurzame beheer van natuurlijke hulpbronnen, met inbegrip van tropische bossen, regionale samenwerking, rampenpreventie en risicobeperking, met inbegrip van gevaren die verband houden met de klimaatverandering, en acties voor wederopbouw, alsmede de bevordering van duurzame energie, de strijd tegen de klimaatverandering en de bevordering van digitale vrijheden met betrekking tot internet en het gebruik van informatie- en communicatietechnologie.

Tevens dient dit krediet ter bevordering van maatregelen die bijdragen aan conflictpreventie, conflictoplossing en verzoening.

Tevens wordt onder deze post de steun geboekt voor de ontwikkeling van de civiele samenleving, met name de steun voor activiteiten van niet-gouvernementele organisaties die de rechten van kwetsbare groepen, zoals vrouwen, kinderen, LGBTI, etnische en religieuze minderheden, atheïsten en gehandicapten, bevorderen en beschermen.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun openbare organen, entiteiten of natuurlijke personen, aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma. De bedragen kunnen worden aangevuld met bijdragen uit Unietrustfondsen.

Dit krediet dient onder meer voor acties met betrekking tot:

 

democratie, mensenrechten en de rechtsstaat;

 

gendergelijkheid en de versterking van de positie van vrouwen en meisjes;

 

beheer van de publieke sector;

 

fiscaal beleid en administratie;

 

corruptie en transparantie;

 

maatschappelijk middenveld en lokale overheden;

 

verwevenheid van veiligheid en ontwikkeling;

 

ondersteuning van microfinancieringsprogramma's;

 

capaciteitsopbouw om landbouwproducenten in ontwikkelingslanden te helpen om te voldoen aan de hygiëne- en fytosanitaire normen van de Unie, wat noodzakelijk is opdat zij toegang krijgen tot de uniale markt;

 

steun voor vluchtelingen en ontheemden;

 

bevordering van sociale ontwikkeling, sociale samenhang en eerlijke inkomensverdeling.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 233/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking voor de periode 2014-2020 (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 44).

21 02 05

Samenwerking met Afghanistan

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

199 417 199

83 419 366

199 417 199

48 762 723

182 500 000,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van acties van de Unie in het kader van het wederopbouwproces in Afghanistan. Het wordt aangevuld met uitgaven van andere hoofdstukken en artikelen, waarop verschillende procedures van toepassing zijn.

De Commissie houdt toezicht op de naleving van de voorwaarden die verbonden zijn aan de bijdrage van de Unie aan dit proces, met name de volledige uitvoering van het post-Bonn-proces. Zij houdt het Europees Parlement en de Raad op de hoogte van haar bevindingen en conclusies.

Dit krediet dient ter ondersteuning van sociale basisvoorzieningen en de economische ontwikkeling in Afghanistan.

Het dient tevens ter ondersteuning van de Afghaanse nationale strategie voor de drugscontrole, inclusief het stopzetten van de opiumproductie in Afghanistan, alsook van de verstoring en vernietiging van de opiumnetwerken en illegale exportroutes naar Europese landen.

Een belangrijk deel van dit krediet moet exclusief worden gebruikt voor het starten van een vijfjarenplan voor het afbouwen van de opiumteelt, door deze te vervangen door alternatieve producten en met als doel het bereiken van controleerbare resultaten, overeenkomstig de wensen van het Europees Parlement in zijn resolutie van 16 december 2010 over een nieuwe strategie voor Afghanistan (PB C 169 E van 15.6.2012, blz. 108).

Dit krediet is ook bestemd voor de bijdrage van de Unie aan het proces dat, overeenkomstig de verbintenissen die de Europese Gemeenschap op de conferentie van Tokio in januari 2002 is aangegaan, de terugkeer van Afghaanse vluchtelingen en ontheemden naar hun land en streek van herkomst mogelijk maakt. De Unie moet haar financiële steun voor Afghanistan verhogen op de volgende terreinen:

Dit krediet dient tevens ter dekking van activiteiten van vrouwenorganisaties die reeds lange tijd opkomen voor de rechten van Afghaanse vrouwen.

De Unie moet de financiële steun aan Afghanistan op bijvoorbeeld het gebied van gezondheidszorg (bouw en renovatie van ziekenhuizen, het voorkomen van kindersterfte, verbetering van gezondheidsstelsels en uitbanning van polio in een van de laatste landen waar deze ziekte endemisch is) en kleine en middelgrote infrastructuurprojecten (herstel van het wegennet, dammen, enz.) verhogen en zich voorts inzetten voor een doeltreffende tenuitvoerlegging van maatregelen op het gebied van arbeidszekerheid en voedselzekerheid.

Een deel van dit krediet dient voor het mainstreamen van rampenrisicovermindering op basis van verantwoordelijkheid en van nationale strategieën van vaak door rampen getroffen landen.

Een deel van het krediet is bestemd voor de verbetering van de situatie van vrouwen, met prioriteit voor acties op het gebied van volksgezondheid en onderwijs, en ter ondersteuning van hun actieve betrokkenheid bij alle besluitvormingsgebieden en -niveaus, met passende inachtneming van het Financieel Reglement.

Ook bij alle andere acties en projecten waaraan met deze kredieten steun wordt gegeven, zal bijzondere aandacht worden besteed aan de situatie van vrouwen en meisjes.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en andere donorlanden, inclusief in beide gevallen hun overheids- en semi-overheidsorganen, of van internationale organisaties aan bepaalde externe steunprojecten of -programma's die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, overeenkomstig het desbetreffende basisbesluit, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma voor elk hoofdstuk.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 233/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking voor de periode 2014-2020 (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 44).

21 02 06

Samenwerking met Zuid-Afrika

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

60 000 000

12 678 745

26 721 430

4 431 255

26 000 000,—

0,—

Toelichting

Deze kredieten zijn bedoeld om de regering van Zuid-Afrika te steunen bij het terugdringen van de werkloosheid van ongeveer 25 % (2013) tot 14 % (2020) en de Zuid-Afrikaanse staat te steunen bij het vervullen van zijn rol inzake ontwikkeling en transformatie, met inbegrip van betere dienstverlening.

Het scheppen van werkgelegenheid is een van de drie prioritaire gebieden in het recent uitgewerkte nationaal ontwikkelingsplan 2030 voor Zuid-Afrika (de twee andere waren onderwijs, opleiding en innovatie, en opbouw van een capabele staat) aangezien werkgelegenheid centraal staat in het drieledige probleem voor Zuid-Afrika van werkloosheid, armoede en ongelijkheid. De steun zal bijdragen aan een betere beleidsvorming en tenuitvoerlegging inzake meer werkgelegenheid, ook op het vlak van „groene banen” en groene technologie voor koolstofarme ontwikkeling; aan het verlagen van de kosten van zakendoen, in het bijzonder voor micro- en kleine en middelgrote ondernemingen; en aan het verbeteren van acties voor de ontwikkeling van vaardigheden en arbeidsbemiddeling.

De steun zal naar verwachting bijdragen aan de versterking van de controlesystemen, aan betere betrekkingen tussen het nationale, provinciale en lokale bestuur, aan de autoriteit, ervaring, vaardigheid en ondersteuning die het personeel van openbare diensten nodig heeft om goed te kunnen werken, en aan het stimuleren van de actieve betrokkenheid van burgers bij de beleidsvorming en -uitvoering en bij de controle en de evaluatie.

Bovendien is dit programma bedoeld om bij te dragen aan de uitvoering van het recent uitgewerkte nationaal ontwikkelingsplan 2030 voor Zuid-Afrika en de bijbehorende resultaatgebaseerde aanpak, waarmee de levensomstandigheden van de Zuid-Afrikanen moeten worden verbeterd, onder meer door armoede en werkloosheid te halveren, in lijn met de millenniumdoelen voor ontwikkeling. Het doel van het programma is bij te dragen aan de overkoepelende doelstelling inzake fatsoenlijk werk door economische groei en de uitbouw van een doeltreffende en ontwikkelingsgeoriënteerde openbare dienst en een actief, eerlijk en inclusief burgerschap.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun openbare organen, entiteiten of natuurlijke personen, aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma. Deze bedragen kunnen worden aangevuld met bijdragen voor Unietrustfondsen.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 233/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking voor de periode 2014-2020 (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 44).

21 02 07

Mondiale collectieve goederen en uitdagingen en armoedebestrijding, duurzame ontwikkeling en democratie

Toelichting

Het programma moet in de eerste plaats ten goede komen aan de armste, minst ontwikkelde en minst begunstigde delen van de bevolking in landen die onder Verordening (EU) nr. 233/2014 vallen.

Dit krediet dient ter dekking van armoedebestrijding en de bevordering van duurzame ontwikkeling als onderdeel van het programma voor mondiale collectieve goederen en uitdagingen. Het programma heeft ten doel de inclusieve duurzame ontwikkeling te ondersteunen door de belangrijkste mondiale collectieve goederen en uitdagingen op een flexibele en horizontale manier aan te pakken. De belangrijkste gebieden omvatten milieu en klimaatverandering, duurzame energie, menselijke ontwikkeling (met inbegrip van gezondheid, onderwijs, gender, gelijkheid, identiteit, werkgelegenheid, vaardigheden, sociale bescherming, sociale integratie en aspecten met betrekking tot economische ontwikkeling zoals groei, werkgelegenheid, handel en betrokkenheid van de privésector), voedsel- en nutritionele zekerheid, duurzame landbouw en migratie en asiel. Dit thematische programma maakt het tevens mogelijk snel te reageren op onvoorziene gebeurtenissen en wereldwijde crises die de armste bevolkingsgroepen treffen. Door synergieën tussen de diverse sectoren te creëren vermindert het programma voor mondiale collectieve goederen en uitdagingen de versnippering van de ontwikkelingssamenwerking van de Unie en vergroot het de coherentie en complementariteit met andere Unieprogramma's en -instrumenten. Ten minste 50 % van de middelen moet — voorafgaand aan de toepassing van de indicatoren op basis van de OESO-methodiek (de „Rio-indicatoren”) — dienen voor klimaatmaatregelen en milieudoelstellingen.

21 02 07 01

Milieu en klimaatverandering

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

174 564 526

70 500 000

176 041 720

29 076 017

164 048 310,—

7 200 000,—

Toelichting

Dit krediet dient voor de financiële ondersteuning van acties in het kader van het onderdeel milieu en klimaatverandering van het programma voor mondiale collectieve goederen en uitdagingen.

Het zal met name worden gebruikt voor de financiering van initiatieven op de volgende gebieden: aanpassing aan en vermindering van de klimaatverandering en overgang naar klimaatbestendige koolstofarme samenlevingen; bescherming, verbetering en duurzaam beheer van natuurlijke rijkdom (bv. biodiversiteit, ecosysteemdiensten, bossen, land, water); transformatie naar een inclusieve, groene economie; integratie van milieu, klimaatverandering en rampenrisicobeperking in de Unieprogramma's voor ontwikkelingshulp; internationaal beheer van milieu en klimaat. Er moet aandacht worden besteed aan hieraan gerelateerde kwesties in verband met behoorlijk bestuur en er moet steun worden verleend voor het nastreven van de desbetreffende mondiale doelen, bijvoorbeeld de duurzaamheidsdoelstellingen die worden bepaald in een ontwikkelingskader voor de periode na 2015.

Eventuele inkomsten afkomstig van financiële bijdragen van lidstaten en andere donorlanden, inclusief in beide gevallen hun publieke en parastatale organen, of internationale organisaties aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, overeenkomstig de desbetreffende basishandeling, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze in artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen vormen bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen worden vastgesteld in het kader van de transferovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma voor elk hoofdstuk. Deze bedragen kunnen worden aangevuld met bijdragen voor Unietrustfondsen.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 233/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking voor de periode 2014-2020 (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 44).

21 02 07 02

Duurzame energie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

77 584 234

72 000 000

67 875 236

21 043 003

82 851 742,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiële ondersteuning van acties in het kader van het onderdeel duurzame energie van het thematisch programma voor mondiale collectieve goederen en uitdagingen.

Het wordt gebruikt ter bevordering van de toegang tot betrouwbare, veilige, betaalbare, klimaatvriendelijke en duurzame energiediensten als essentiële motor voor uitbanning van armoede en voor inclusieve groei en ontwikkeling, met bijzondere nadruk op het gebruik van lokale en regionale energie uit hernieuwbare bronnen en het garanderen van toegang voor armen en in afgelegen gebieden. Voorts wordt steun verleend aan investeringen om de energie-efficiëntie te verbeteren bij het opwekken, het overbrengen, de distributie en het intelligente gebruik van energie, onder meer door de uitvoering van innovatieve projecten te ondersteunen in arme stedelijke en semistedelijke omgevingen. Daarnaast wordt ook gedacht aan acties voor de opbouw van strategische allianties om doelstellingen op het gebied van duurzame energie te verwezenlijken door het bevorderen van de dialoog en de coördinatie met cruciale partners.

Eventuele inkomsten afkomstig van financiële bijdragen van lidstaten en andere donorlanden, inclusief in beide gevallen hun publieke en parastatale organen, of internationale organisaties aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, overeenkomstig de desbetreffende basishandeling, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze in artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen vormen bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen worden vastgesteld in het kader van de transferovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma voor elk hoofdstuk. De bedragen kunnen worden aangevuld met bijdragen uit Unietrustfondsen.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 233/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking voor de periode 2014-2020 (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 44).

21 02 07 03

Menselijke ontwikkeling

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

163 633 821

120 346 000

150 920 558

79 020 406

163 093 980,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient voor de financiële ondersteuning van acties in ontwikkelingslanden in het kader van het onderdeel menselijke ontwikkeling, dat betrekking heeft op gezondheid, onderwijs, genderkwesties en andere aspecten van menselijke ontwikkeling, van het programma voor mondiale collectieve goederen en uitdagingen. Het moet vooral ten goede komen aan de armste lagen van de bevolking in de landen waarvoor het is bestemd.

De gezondheidscomponent dient voor de ondersteuning van universele toegang tot essentiële gezondheidszorg van goede kwaliteit. Prioritaire gebieden zijn onder andere de gezondheid van moeders en kinderen, seksuele en reproductieve gezondheid en rechten, toegang tot gezinsplanning, uitbanning van polio, bescherming tegen en behandeling van hiv/aids, tuberculose, malaria en andere armoedegerelateerde en verwaarloosde ziekten, en toegang tot psychologische hulp voor slachtoffers van geweld.

Er wordt steun verleend voor gelijke toegang tot onderwijs en een goede onderwijskwaliteit, inclusief voor migranten, vrouwen en meisjes, vooral in de landen die het verst verwijderd zijn van de mondiale streefdoelen.

Wat gendergelijkheid betreft, worden programma’s ondersteund ter versterking van de economische en sociale positie van vrouwen en meisjes. Aanpak van seksueel en gendergerelateerd geweld en hulp aan slachtoffers zijn eveneens prioriteiten. Ondersteuning van het uitbannen van geslachtsselectie is ook een van de doelstellingen.

Het krediet kan ook worden gebruikt voor activiteiten op het gebied van hulp aan kinderen en jongeren; met name activiteiten die gericht zijn op de volledige uitoefening van rechten en versterking van de positie van jongeren in het algemeen, en van meisjes in het bijzonder, activiteiten op het gebied van gezondheidszorg en onderwijs, non-discriminatie, de bestrijding van discriminatie; werkgelegenheid, vaardigheden, sociale bescherming en sociale insluiting; groei, werkgelegenheid, betrokkenheid van de privésector en cultuur.

Eventuele inkomsten afkomstig van financiële bijdragen van lidstaten en andere donorlanden, inclusief in beide gevallen hun publieke en parastatale organen, of internationale organisaties aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, overeenkomstig de desbetreffende basishandeling, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze in artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen vormen bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen worden vastgesteld in het kader van de transferovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma voor elk hoofdstuk. Deze bedragen kunnen worden aangevuld met bijdragen voor Unietrustfondsen.

Indien hulp wordt verleend door middel van begrotingssteun, zal de Commissie de inspanningen van de partnerlanden ondersteunen om het parlementair toezicht, de auditcapaciteit en de transparantie te vergroten.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 233/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking voor de periode 2014-2020 (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 44).

21 02 07 04

Voedsel- en voedingszekerheid en duurzame landbouw

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

189 495 232

88 783 000

167 239 336

53 786 265

200 982 990,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient voor de financiële ondersteuning van acties in het kader van het onderdeel voedselzekerheid en duurzame landbouw van het programma voor mondiale collectieve goederen en uitdagingen.

Op het vlak van voedsel- en voedingszekerheid en duurzame landbouw is de algemene doelstellingen om de voedselzekerheid voor de armsten en meest kwetsbaren te verbeteren en zo armoede en honger te helpen uitbannen voor de huidige en toekomstige generaties, en om ondervoeding te bestrijden en zo de kindersterfte terug te dringen. Deze doelstelling stemt overeen met het Uniebeleid en wordt toegespitst op een beter inkomen voor kleine boeren, op meer weerbaarheid voor kwetsbare gemeenschappen en op hulp aan partnerlanden om tussen nu en 2025 het aantal kinderen met een ontwikkelingsachterstand met 7 miljoen te verminderen. Voedselzekerheid is een wereldwijd probleem en dus wordt het programma voor mondiale collectieve goederen en uitdagingen toegespitst op activiteiten en manieren om collectieve goederen en uitdagingen aan te pakken die een sterke hefboom zijn voor de landbouw, de veeteelt en de visserij, de toestand van huishoudens inzake voedsel- en voedingszekerheid, de plattelandseconomie en voedselsystemen, en de weerbaarheid van de meest kwetsbare huishoudens tegen schokken en spanningen. Hiermee wordt de steun die via de geografische programma's wordt geboden, aangevuld en krijgt hij meer waarde.

Het thema bevat de volgende drie onderdelen:

 

Onderdeel 1: Kennis verwerven en uitwisselen en innovatie stimuleren waarmee met name op internationaal en continentaal niveau nieuwe kennis over problemen inzake voedsel- en voedingszekerheid kan worden verworven en toegepast. Voor dit onderdeel wordt samengewerkt met bestaande wereldwijde en regionale initiatieven, maar wordt ook uitgekeken naar nieuwe partnerschappen die nodig zijn om te waarborgen dat kennis die is vergaard via onderzoek, door de begunstigden wordt gebruikt om hun inkomen en levensonderhoud te verbeteren.

 

Onderdeel 2: Versterken en stimuleren van bestuur en capaciteit op wereldwijd, continentaal, regionaal en nationaal niveau, voor alle belanghebbenden. Met dit onderdeel worden internationale initiatieven ondersteund om voedsel- en voedingszekerheid aan te pakken, met inbegrip van land en duurzame visserij, en de efficiëntie te verbeteren van de dialoog over voedsel- en voedingszekerheid. Het zal ook gecoördineerde internationale inspanningen stimuleren om te komen tot betrouwbare, toegankelijke en tijdige informatie en analytische capaciteit om op feiten gebaseerde beleidsvorming te stimuleren en om regionale en nationale instellingen voor informatiesystemen voor voedselzekerheid te versterken en/of op te richten. Dit onderdeel kan ook steun verlenen aan initiatieven voor capaciteitsontwikkeling van belanghebbenden zoals organisaties uit het maatschappelijk middenveld, boerenorganisaties en andere interprofessionele groepen in de waardeketen.

 

Onderdeel 3: Steun verlenen aan armen en mensen die in voedingsonzekerheid leven om hen te helpen te reageren op crises en hun weerbaarheid te vergroten. Met dit onderdeel wordt steun verleend aan landen zonder bilaterale programma's in het kader van geografische programmering, aan landen die de gevolgen dragen van een ernstige onvoorziene crisis of schok, met inbegrip van natuurrampen en door menselijk toedoen veroorzaakte rampen, epidemieën en grote voedsel- en voedingscrises in kwetsbare en voedselcrisisgevoelige landen. Daarnaast wordt ook steun verleend aan innoverende methoden voor betere preventie en voor meer weerstand. Waar nodig worden de interventies zo ontworpen dat zij gunstig zijn voor de synergie en de complementariteit tussen humanitaire interventies en ontwikkelingsinterventies. Een gezamenlijke analyse van de toestand voor humanitaire en ontwikkelingshulpverleners wordt aangemoedigd.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 233/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking voor de periode 2014-2020 (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 44).

21 02 07 05

Migratie en asiel

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

57 257 470

22 560 000

41 605 380

10 128 583

46 504 665,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitvoering van initiatieven binnen het thema „migratie en asiel” van het programma voor „mondiale collectieve goederen en uitdagingen”, met als doel een sterker beheer en een groot mogelijke impact op ontwikkeling van migratie en mobiliteit.

Het programma voor mondiale collectieve goederen en uitdagingen op het gebied van migratie en asiel strekt er met name toe het beheer van migratie in en door de ontwikkelingslanden te verbeteren, door bijzondere aandacht te besteden aan het vergroten van de positieve effecten en het verkleinen van de negatieve effecten van migratie en mobiliteit op de ontwikkeling van lage- en midden-inkomenslanden van herkomst en bestemming. De bescherming van de mensenrechten van migranten en de steun voor verbintenissen van de Unie om te zorgen voor samenhang in het ontwikkelingsbeleid op het vlak van migratie, wordt nagestreefd als horizontale doelstelling.

Het programma is gericht op initiatieven op mondiaal en multiregionaal niveau (bv. ter ondersteuning van samenwerking langs zuid-zuid- of zuid-noord-migratieroutes.). Ook kan een beperkt aantal nationale projecten ter ondersteuning van nieuwe samenwerkingsactiviteiten met landen die prioritair zijn voor het externe migratiebeleid van de Unie, worden opgestart.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 233/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking voor de periode 2014-2020 (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 44).

21 02 08

Financiering van ontwikkelingsinitiatieven door of voor maatschappelijke organisaties en lokale overheden

Toelichting

Dit krediet dient om de ontwikkelingsinitiatieven in ontwikkelingslanden te ondersteunen die worden uitgevoerd door of voor maatschappelijke organisaties en lokale overheden uit de Unie en uit partnerlanden, om de capaciteit van deze organisaties en overheden in het kader van het beleidsvormingsproces te versterken en om te zorgen voor de aflegging van verantwoording en voor transparantie.

Bijzondere aandacht zal gaan naar de ondersteuning van maatschappelijke organisaties en lokale overheden, alsmede naar de bevordering van dialoog, een omgeving die bevorderlijk is voor burgerparticipatie, met inachtneming van het genderperspectief en de empowerment van vrouwen, verzoening en institutionele opbouw, inclusief op lokaal en regionaal niveau.

21 02 08 01

Maatschappelijk middenveld in ontwikkeling

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

180 875 198

86 753 855

180 143 207

46 364 459

212 398 533,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter ondersteuning van initiatieven om maatschappelijke organisaties te versterken in partnerlanden en in de Unie en de begunstigde landen die in aanmerking komen krachtens Verordening (EU) nr. 231/2014, als wordt verwezen naar activiteiten op het gebied van onderwijs inzake ontwikkeling en bewustwording. Deze te financieren activiteiten worden voornamelijk uitgevoerd door maatschappelijke organisaties. Deze initiatieven kunnen, in voorkomend geval, met het oog op efficiëntie, worden uitgevoerd door andere actoren ten behoeve van de organisaties van het maatschappelijk middenveld, om bij te dragen aan:

 

een op integratie en emancipatie gebaseerde samenleving, ook vanuit een gendergelijkheidsperspectief, in partnerlanden via sterkere maatschappelijke organisaties;

 

een vergroting van de capaciteit van netwerken in Europa en het Zuiden, platforms en allianties van maatschappelijke organisaties, zodat een belangrijke en voortdurende beleidsdialoog op het gebied van ontwikkeling is gegarandeerd en democratisch bestuur en vrouwenemancipatie worden gestimuleerd;

 

een grotere mate van bewustwording bij Unieburgers van de ontwikkelingsproblematiek en het mobiliseren van actieve overheidssteun in de Unie, kandidaat-lidstaten en potentiële kandidaten voor armoedebestrijding en duurzame ontwikkeling in de partnerlanden.

Mogelijke activiteiten die door dit programma worden ondersteund:

 

interventies in de partnerlanden die kwetsbare en gemarginaliseerde groepen ondersteunen door via maatschappelijke organisaties basisdiensten aan te bieden;

 

capaciteitsontwikkeling van de beoogde actoren, in aanvulling op de steun die in het kader van het nationaal programma wordt toegekend, maatregelen gericht op:

 

het creëren van een gunstig klimaat voor de participatie van burgers en voor acties van maatschappelijke organisaties en van de capaciteit van die organisaties om effectief deel te nemen aan de formulering van beleid en het toezicht op het uitvoeringsproces van het beleid,

 

faciliteren van een verbeterde dialoog en van een betere interactie tussen maatschappelijke organisaties, plaatselijke overheden, de staat en andere ontwikkelingsactoren in de context van ontwikkeling;

 

coördinatie, capaciteitsontwikkeling en institutionele versterking van de netwerken van maatschappelijke organisaties, binnen hun organisaties en tussen de verschillende categorieën belanghebbenden die deelnemen aan het Europese openbare debat over ontwikkeling, evenals coördinatie, capaciteitsontwikkeling en institutionele versterking van netwerken in het Zuiden van maatschappelijke organisaties en overkoepelende organisaties;

 

bewuster maken van het publiek van de ontwikkelingsproblematiek, mensen in staat stellen om actieve en verantwoordelijke burgers te worden en bevorderen van het formele en informele onderwijs in verband met ontwikkeling in de Unie, de kandidaat-lidstaten en de potentiële kandidaten, teneinde het ontwikkelingsbeleid te verankeren in Europese samenlevingen, meer overheidssteun beschikbaar te stellen voor armoedebestrijding en voor billijkere betrekkingen tussen de ontwikkelde en de ontwikkelingslanden, het bewustzijn betreffende de problemen en moeilijkheden van de ontwikkelingslanden en hun bevolking in de Unie te vergroten en het recht op een proces van ontwikkeling waarin de mensenrechten en de fundamentele vrijheden volledig kunnen worden uitgeoefend en de sociale dimensie van de mondialisering te bevorderen.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun publieke organen, entiteiten of natuurlijke personen aan bepaalde externe steunprojecten of -programma's die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen worden vastgesteld in het kader van de transferovereenkomst van elk operationeel programma, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma voor elk hoofdstuk. Deze bedragen kunnen worden aangevuld met bijdragen voor Unietrustfondsen.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 233/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking voor de periode 2014-2020 (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 44).

21 02 08 02

Plaatselijke autoriteiten in ontwikkeling

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

60 291 733

18 116 751

45 035 802

7 945 698

36 366 417,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van ondersteuning van initiatieven om plaatselijke overheden te versterken in partnerlanden en in de Unie en de begunstigde landen die in aanmerking komen krachtens Verordening (EU) nr. 231/2014, als wordt verwezen naar activiteiten op het gebied van onderwijs inzake ontwikkeling en bewustwording. Deze te financieren activiteiten worden voornamelijk uitgevoerd door plaatselijke overheden of hun organisaties. Deze initiatieven kunnen, in voorkomend geval, met het oog op efficiëntie, worden uitgevoerd door andere actoren ten behoeve van de plaatselijke overheden, om bij te dragen aan:

 

een op integratie en medebeslissing gebaseerde samenleving in partnerlanden via sterkere plaatselijke overheden;

 

een vergroting van de capaciteit van Europese en zuidelijke netwerken, platforms en allianties van lokale overheden, regionale en wereldwijde verenigingen, platformen en allianties, zodat een belangrijke en voortdurende beleidsdialoog op het gebied van ontwikkeling gegarandeerd is en democratisch bestuur gestimuleerd wordt;

 

een grotere mate van vertrouwdheid van Unieburgers met de ontwikkelingsproblematiek en het mobiliseren van actieve overheidssteun in de Unie, de kandidaat-lidstaten en de potentiële kandidaten voor strategieën die gericht zijn op armoedebestrijding en duurzame ontwikkeling in de partnerlanden.

Mogelijke activiteiten die door dit programma worden ondersteund:

 

interventies in de partnerlanden die kwetsbare en gemarginaliseerde groepen ondersteunen door via plaatselijke overheden basisdiensten aan te bieden;

 

capaciteitsontwikkeling van de beoogde actoren, in aanvulling op de steun die in het kader van het nationaal programma wordt toegekend, maatregelen gericht op:

 

het creëren van een gunstig klimaat voor de participatie en acties en voor de capaciteit van plaatselijke overheden om effectief deel te nemen aan de formulering van beleid en het toezicht op het uitvoeringsproces van het beleid,

 

faciliteren van een verbeterde dialoog en van een betere interactie tussen plaatselijke overheden, maatschappelijke organisaties, de staat en andere ontwikkelingsactoren in de context van ontwikkeling,

 

versterken van de capaciteit van plaatselijke overheden om effectief deel te nemen aan het ontwikkelingsproces, met erkenning van hun bijzondere rol en kenmerken;

 

coördinatie, capaciteitsontwikkeling en institutionele versterking van de netwerken van plaatselijke overheden, binnen hun organisaties en tussen de verschillende categorieën belanghebbenden die deelnemen aan het Europese openbare debat over ontwikkeling, evenals coördinatie, capaciteitsontwikkeling en institutionele versterking van zuidelijke netwerken van plaatselijke overheden en overkoepelende organisaties;

 

bewuster maken van het publiek van de ontwikkelingsproblematiek, mensen in staat stellen om actieve en verantwoordelijke burgers te worden en bevorderen van het formele en informele onderwijs in verband met ontwikkeling in de Unie, de kandidaat-lidstaten en de potentiële kandidaten, teneinde het ontwikkelingsbeleid te verankeren in Europese samenlevingen, meer overheidssteun beschikbaar te stellen voor armoedebestrijding en voor billijkere betrekkingen tussen de ontwikkelde en de ontwikkelingslanden, het bewustzijn betreffende de problemen en moeilijkheden van de ontwikkelingslanden en hun bevolking in de Unie te vergroten en het recht op een proces van ontwikkeling waarin de mensenrechten en de fundamentele vrijheden volledig kunnen worden uitgeoefend en de sociale dimensie van de mondialisering te bevorderen.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun publieke organen, entiteiten of natuurlijke personen aan bepaalde externe steunprojecten of -programma's die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen worden vastgesteld in het kader van de transferovereenkomst van elk operationeel programma, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma voor elk hoofdstuk. Deze bedragen kunnen worden aangevuld met bijdragen voor Unietrustfondsen.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 233/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking voor de periode 2014-2020 (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 44).

21 02 09

Pan-Afrikaans programma ter ondersteuning van de gemeenschappelijke strategie Afrika-EU

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

93 468 616

53 691 844

101 404 040

53 698 949

97 577 288,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van ondersteuning van de tenuitvoerlegging van de gemeenschappelijke strategie Afrika-EU. Het pan-Afrikaanse programma zal met name worden gebruikt om specifieke steun te bieden aan ontwikkelingssamenwerkingsactiviteiten van regio-overschrijdende, continentale en transcontinentale aard alsook relevante mondiale initiatieven in het kader van de gemeenschappelijke strategie. Het pan-Afrikaanse programma verloopt in nauwe samenwerking met andere instrumenten, met name het Europees nabuurschapsinstrument ingesteld bij Verordening (EU) nr. 232/2014, het Europees Ontwikkelingsfonds en de thematische programma's binnen het instrument voor ontwikkelingssamenwerking ingesteld bij Verordening (EU) nr. 233/2014. Het zal worden toegespitst op specifieke initiatieven die zijn overeengekomen in het kader van de gemeenschappelijke strategie Afrika-EU, biedt de nodige samenhang en synergie en voorkomt dubbel werk en overlappingen.

Het zal worden gebruikt in de volgende prioritaire ontwikkelingsgebieden:

 

ontwikkeling van vrede, veiligheid, democratisch bestuur en mensenrechten, met ondersteuning voor de Afrikaanse bestuursarchitectuur via samenwerking met de commissie van de Afrikaanse Unie en andere verwante instellingen als het pan-Afrikaanse parlement, het Afrikaanse hof voor de rechten van de mens en volkeren, maatschappelijke organisaties;

 

ondersteuning voor regionale integratie op continentaal niveau, met inbegrip van de harmonisering van beleid, normen en regelgeving, en capaciteitsopbouw ter stimulering van regionale integratie, handel en investeringen;

 

migratie, mobiliteit en werkgelegenheid, streven naar verbetering op het vlak van overmakingen, mobiliteit en arbeidsmigratie, internationale bescherming en bestrijding van mensenhandel, illegale migratie;

 

goed beheer van de natuurlijke hulpbronnen (met inbegrip van gebieden als milieu en klimaatverandering, grondstoffen en landbouw) en op ontwikkeling gericht gebruik van de welvaart die zij kunnen brengen;

 

ontwikkeling van een op kennis en vaardigheden gebaseerde samenleving, om het concurrentievermogen te ontwikkelen en de groei te stimuleren, via steun voor hoger onderwijs en onderzoek op continentaal niveau, door steun te verlenen aan vlaggenschipinitiatieven van de AU op deze gebieden, en aan de verbetering en beschikbaarheid van accurate statistische gegevens.

Steun wordt ook gegeven om het partnerschap tussen Afrika en de EU te ontwikkelen, om wereldwijde problemen op wereldwijd niveau aan te pakken, en om het maatschappelijk middenveld te versterken voor specifieke acties op continentaal niveau.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 233/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking voor de periode 2014-2020 (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 44).

Referentiebesluiten

Het strategische partnerschap Afrika-EU — Een gezamenlijke Afrika-EU-strategie, vastgesteld op de top van Lissabon op 8-9 december 2007.

21 02 20

Erasmus+ — Bijdrage uit de instrumenten voor ontwikkelingssamenwerking (DCI)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

105 000 000

61 455 647

90 038 998

47 908 017

100 356 946,—

507 645,98

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de technische en financiële bijstand die in het kader van dit extern instrument wordt verleend ter uitvoering van de internationale dimensie van het hoger onderwijs voor de uitvoering van het Erasmus+-programma.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de deelneming van kandidaat-lidstaten en eventueel de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan aan uniale programma's en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de algemene staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten opgevoerd voor het programma, overeenkomstig het bepaalde in artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1288/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van „Erasmus+”: het programma van de Unie voor onderwijs, opleiding, jeugd en sport en tot intrekking van Besluiten nr. 1719/2006/EG, nr. 1720/2006/EG en nr. 1298/2008/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 50).

Verordening (EU) nr. 233/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking voor de periode 2014-2020 (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 44).

21 02 30

Overeenkomst met de Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties (FAO) en andere organen van de Verenigde Naties

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

338 000

371 630

332 000

298 370

331 537,—

331 537,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van het forfaitair bedrag dat de Unie verschuldigd is voor administratieve en andere uitgaven die voortvloeien uit haar lidmaatschap van de FAO, en het Internationaal Verdrag inzake plantgenetische hulpbronnen voor voeding en landbouw, na de ratificatie ervan.

Rechtsgronden

Besluit van de Raad van 25 november 1991 betreffende de toetreding van de Europese Gemeenschap tot de Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties (FAO) (PB C 326 van 16.12.1991, blz. 238).

Besluit 2004/869/EG van de Raad van 24 februari 2004 betreffende de sluiting namens de Europese Gemeenschap van het Internationaal Verdrag inzake plantgenetische hulpbronnen voor voeding en landbouw (PB L 378 van 23.12.2004, blz. 1).

21 02 40

Grondstoffenovereenkomsten

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

5 375 000

5 749 783

3 700 000

3 325 217

3 035 000,—

2 841 587,69

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de betaling van de jaarlijkse bijdragen die de Unie verschuldigd is voor haar deelname op grond van haar exclusieve bevoegdheid op dit terrein.

Momenteel wordt dit krediet benut ter dekking van:

 

jaarlijkse bijdrage voor lidmaatschap van de Internationale Koffieorganisatie;

 

jaarlijkse bijdrage voor lidmaatschap van de Internationale Cacao-organisatie;

 

jaarlijkse bijdrage voor lidmaatschap van het Internationaal Raadgevend Comité voor katoen.

Voor andere tropische producten kunnen de komende jaren wellicht overeenkomsten worden gesloten indien dat politiek en juridisch opportuun is.

Rechtsgronden

Besluit 2002/970/EG van de Raad van 18 november 2002 betreffende de ondertekening en de sluiting van de Internationale Cacao-overeenkomst van 2001 namens de Europese Gemeenschap (PB L 342 van 17.12.2002, blz. 1).

Besluit 2008/76/EG van de Raad van 21 januari 2008 betreffende het standpunt van de Gemeenschap in de Internationale Cacaoraad met betrekking tot de verlenging van de Internationale Cacao-overeenkomst van 2001(PB L 23 van 26.1.2008, blz. 27).

Besluit 2008/579/EG van de Raad van 16 juni 2008 betreffende de ondertekening en de sluiting namens de Europese Gemeenschap van de Internationale Koffieovereenkomst van 2007 (PB L 186 van 15.7.2008, blz. 12).

Besluit 2011/634/EU van de Raad van 17 mei 2011 betreffende de ondertekening, namens de Europese Unie, en de voorlopige toepassing van de Internationale Cacao-overeenkomst 2010 (PB L 259 van 4.10.2011, blz. 7).

Besluit 2012/189/EU van de Raad van 26 maart 2012 betreffende de sluiting van de Internationale Cacao-overeenkomst 2010 (PB L 102 van 12.4.2012, blz.1).

Besluit van de Raad 13406/13 van 25 september 2013 om de Commissie te machtigen om te onderhandelen over de toetreding van de EU tot het Internationaal Raadgevend Comité voor Katoen (ICAC).

Referentiebesluiten

Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name artikel 133.

Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 207.

Internationale Koffieovereenkomst, opnieuw onderhandeld in 2007 en 2008 en op 2 februari 2011 in werking getreden voor een eerste looptijd van tien jaar tot 1 februari 2021, met de mogelijkheid van verlenging.

Internationale Cacao-overeenkomst, opnieuw onderhandeld in 2001 en nogmaals in 2010, die op 1 oktober 2012 in werking getreden voor een oorspronkelijke looptijd van tien jaar tot 30 september 2022, met een herziening na vijf jaar en met de mogelijkheid voor twee bijkomende verlengingen van elk maximum twee jaar.

Conclusies van de Raad van 29 april 2004 (8972/04), conclusies van de Raad van 27 mei 2008 (9986/08) en conclusies van de Raad van 30 april 2010 (8674/10) betreffende het Internationaal Raadgevend Comité voor katoen.

21 02 51

Voltooiing van acties op het gebied van ontwikkelingssamenwerking (vóór 2014)

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren.

Rechtsgronden

Verordening (EEG) nr. 443/92 van de Raad van 25 februari 1992 inzake financiële en technische hulp en economische samenwerking met de ontwikkelingslanden in Latijns-Amerika en in Azië (PB L 52 van 27.2.1992, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1292/96 van de Raad van 27 juni 1996 betreffende het voedselhulpbeleid en het beheer van de voedselhulp en van de specifieke acties ter ondersteuning van de voedselzekerheid (PB L 166 van 5.7.1996, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 856/1999 van de Raad van 22 april 1999 tot instelling van een bijzondere kaderregeling voor bijstand ten behoeve van traditionele ACS-leveranciers van bananen (PB L 108 van 27.4.1999, blz. 2).

Verordening (EG) nr. 955/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 13 mei 2002 tot verlenging en wijziging van Verordening (EG) nr. 1659/98 van de Raad betreffende gedecentraliseerde samenwerking (PB L 148 van 6.6.2002, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 491/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 10 maart 2004 tot instelling van een programma voor financiële en technische bijstand aan derde landen op het gebied van migratie en asiel (Aeneas) (PB L 80 van 18.3.2004, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 625/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 tot verlenging en wijziging van Verordening (EG) nr. 1659/98 van de Raad betreffende gedecentraliseerde samenwerking (PB L 99 van 3.4.2004, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1905/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot invoering van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking (PB L 378 van 27.12.2006, blz. 41).

Verordening (EG) nr. 1337/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 tot vaststelling van een snelleresponsfaciliteit voor maatregelen tegen de scherpe stijging van de voedselprijzen in de ontwikkelingslanden (PB L 354 van 31.12.2008, blz. 62).

Referentiebesluiten

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

Proefprojecten in de zin van het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer (PB C 139 van 14.6.2006, blz. 1).

Resolutie van het Europees Parlement van 12 april 2005 over de rol van de Europese Unie bij de verwezenlijking van de millenniumdoelstellingen voor ontwikkeling (PB C 33 E van 9.2.2006, blz. 311).

Mededeling van de Commissie aan de Raad, het Europees Parlement en het Europees Economisch en Sociaal Comité van 12 april 2005 — Samenhang in het ontwikkelingsbeleid — Sneller vorderingen boeken om de millenniumdoelstellingen voor de ontwikkeling te bereiken (COM(2005) 134).

Conclusies van de Raad Algemene Zaken en Externe Betrekkingen van 23 en 24 mei 2005 over de millenniumdoelstellingen.

Conclusies van het voorzitterschap van de Europese Raad van Brussel (16 en 17 juni 2005).

Conclusies van de Raad Algemene Zaken en Externe Betrekkingen van 18 juli 2005 over de VN-top.

Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement van 3 augustus 2005 — Het externe optreden via thematische programma’s binnen de nieuwe financiële vooruitzichten 2007-2013 (COM(2005) 324).

Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement van 25 januari 2006 — Investeren in mensen. Mededeling over het thematisch programma voor menselijke en sociale ontwikkeling en de financiële vooruitzichten 2007-2013 (COM(2006) 18).

Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement van 25 januari 2006 — Het externe optreden via het thematisch programma „Niet-overheidsactoren en lokale autoriteiten in het ontwikkelingsproces” (COM(2006) 19).

Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement van 25 januari 2006 — Extern optreden: thematisch programma voor het milieu en het duurzaam beheer van de natuurlijke hulpbronnen met inbegrip van energie” (COM(2006) 20).

Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement van 25 januari 2006 — Een thematische voedselzekerheidsstrategie — Werk maken van het voedselzekerheidsprogramma om de millenniumdoelstellingen voor ontwikkeling te bereiken (COM(2006) 21).

Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement van 25 januari 2006 — Thematisch programma voor de samenwerking met derde landen op het gebied van migratie en asiel (COM(2006) 26).

Resolutie van het Europees Parlement van 1 juni 2006 over kleine en middelgrote ondernemingen in de ontwikkelingslanden (PB C 298 E van 8.12.2006, blz. 171).

Mededeling van de Commissie aan de Raad, het Europees Parlement, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's van 6 oktober 2008 — Plaatselijke overheden als ontwikkelingsactoren (COM(2008) 626).

Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's van 9 maart 2010 — Het internationale klimaatbeleid na Kopenhagen: De wereldwijde actie tegen klimaatverandering moet onmiddellijk nieuw leven worden ingeblazen (COM(2010) 86).

Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement van 31 maart 2010 — Een EU-beleidskader voor steun aan ontwikkelingslanden bij de aanpak van voedselzekerheidsproblemen (COM(2010) 127).

Resolutie van het Europees Parlement van 10 maart 2011 over de benadering van Iran door de EU (2010/2050(INI))

21 02 51 01

Samenwerking met derde landen op het gebied van migratie en asiel

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

21 470 540

35 415 225

0,—

52 785 804,20

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 491/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 10 maart 2004 tot instelling van een programma voor financiële en technische bijstand aan derde landen op het gebied van migratie en asiel (Aeneas) (PB L 80 van 18.3.2004, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1905/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot invoering van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking (PB L 378 van 27.12.2006, blz. 41).

Referentiebesluiten

Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement van 3 augustus 2005 — Het externe optreden via thematische programma’s binnen de nieuwe financiële vooruitzichten 2007-2013 (COM(2005) 324).

Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement van 25 januari 2006 — Thematisch programma voor de samenwerking met derde landen op het gebied van migratie en asiel (COM(2006) 26).

Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's van 13 oktober 2011 — Het effect van het EU-ontwikkelingsbeleid vergroten: een agenda voor verandering (COM(2011) 637).

Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's van 18 november 2011 — De totaalaanpak van migratie en mobiliteit (COM(2011) 743).

21 02 51 02

Samenwerking met ontwikkelingslanden in Latijns-Amerika

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

237 700 000

205 062 655

14 631,89

268 952 094,24

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1905/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot invoering van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking (PB L 378 van 27.12.2006, blz. 41).

21 02 51 03

Samenwerking met ontwikkelingslanden in Azië, met inbegrip van Centraal-Azië en het Midden-Oosten

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

570 761 524

502 119 834

448,72

589 691 720,06

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1905/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot invoering van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking (PB L 378 van 27.12.2006, blz. 41).

21 02 51 04

Voedselzekerheid

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

103 400 000

140 324 836

45 877,25

181 025 325,97

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1905/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot invoering van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking (PB L 378 van 27.12.2006, blz. 41).

21 02 51 05

Niet-overheidsactoren in ontwikkeling

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

121 260 000

138 405 898

1 530,33

216 993 639,36

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1905/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot invoering van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking (PB L 378 van 27.12.2006, blz. 41).

21 02 51 06

Milieu en duurzaam beheer van natuurlijke hulpbronnen, met inbegrip van energie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

108 570 000

84 183 056

1 018,22

118 024 011,56

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1905/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot invoering van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking (PB L 378 van 27.12.2006, blz. 41).

21 02 51 07

Menselijke en sociale ontwikkeling

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

47 696 646

65 148 307

380 632,—

110 861 720,95

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1905/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot invoering van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking (PB L 378 van 27.12.2006, blz. 41).

21 02 51 08

Geografische samenwerking met de landen van Afrika, het Caribische Gebied en de Stille Oceaan (ACS)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

267 200 000

240 105 670

0,—

142 756 320,38

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 856/1999 van de Raad van 22 april 1999 tot instelling van een bijzondere kaderregeling voor bijstand ten behoeve van traditionele ACS-leveranciers van bananen (PB L 108 van 27.4.1999, blz. 2).

Verordening (EG) nr. 1905/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot invoering van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking (PB L 378 van 27.12.2006, blz. 41).

Verordening (EU) nr. 1338/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 13 december 2011 houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 1934/2006 van de Raad tot vaststelling van een financieringsinstrument voor de samenwerking met geïndustrialiseerde landen en andere landen en gebieden met een hoog inkomen (PB L 347 van 30.12.2011, blz. 21).

21 02 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

21 02 77 01

Voorbereidende actie — Samenwerking met landen met een middeninkomen in Latijns-Amerika

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

14 029

p.m.

626 849

0,—

480 841,10

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

21 02 77 02

Voorbereidende actie — Handels- en wetenschappelijke uitwisselingen met India

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

1 147 755

p.m.

1 198 112

0,—

574 907,40

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

21 02 77 03

Voorbereidende actie — Handels- en wetenschappelijke uitwisselingen met China

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

124 157

p.m.

486 748

0,—

1 981 019,72

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

21 02 77 04

Voorbereidende maatregel — Samenwerking met landen met een middeninkomen in Azië

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

133 021

p.m.

48 910

0,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

21 02 77 05

Voorbereidende actie — Europese Unie-Azië — Integratie van beleid en praktijk

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

83 670

p.m.

29 170

0,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

21 02 77 06

Proefproject — Financiering van landbouwproductie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

44 998,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

21 02 77 07

Voorbereidende actie — Regionaal Afrikaans netwerk van maatschappelijke organisaties voor millenniumdoelstelling voor ontwikkeling nr. 5

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

334 002

p.m.

p.m.

0,—

951 867,81

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

21 02 77 08

Voorbereidende actie — Waterbeheer in ontwikkelingslanden

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

400 000

p.m.

671 576

0,—

1 180 879,74

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

Referentiebesluiten

Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement van 12 maart 2002, getiteld „Waterbeheer in ontwikkelingslanden: beleid en prioriteiten in de ontwikkelingssamenwerking van de Europese Unie” (COM(2002) 132).

Resolutie van de Raad van 30 mei 2002 over waterbeheer in ontwikkelingslanden: beleid en prioriteiten in de ontwikkelingssamenwerking van de Europese Unie (DEVGEN 83 ENV 309, 9696/02).

21 02 77 10

Voorbereidende actie —Overdracht van technologie op farmaceutisch gebied ten behoeve van ontwikkelingslanden

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

1 371 000

p.m.

671 576

0,—

217 588,25

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

Referentiebesluiten

Resolutie van het Europees Parlement van 12 juli 2007 over de Trips-overeenkomst en de toegang tot medicijnen (PB C 175 E van 10.7.2008, blz. 591).

21 02 77 11

Voorbereidende actie — Onderzoek en ontwikkeling op het gebied van armoedegerelateerde, tropische en verwaarloosde ziekten

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

1 400 000

p.m.

503 683

0,—

300 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

Referentiebesluiten

Resolutie van het Europees Parlement van 12 juli 2007 over de Trips-overeenkomst en de toegang tot medicijnen (PB C 175 E van 10.7.2008, blz. 591).

21 02 77 12

Proefproject — Betere gezondheidszorg voor slachtoffers van seksueel geweld in de Democratische Republiek Congo (DRC)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

103 145,14

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

21 02 77 13

Voorbereidende actie — Betere gezondheidszorg voor slachtoffers van seksueel geweld in de Democratische Republiek Congo (DRC)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

1 853 832

p.m.

755 524

0,—

1 461 806,78

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

21 02 77 14

Wereldwijd Fonds voor energie-efficiëntie en hernieuwbare energie (Global Energy Efficiency and Renewable Energy Fund — Geeref)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

21 02 77 15

Proefproject — Strategisch investeren in duurzame vrede en democratisering in de Hoorn van Afrika

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

400 883

p.m.

293 815

1 000 000,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

21 02 77 16

Proefproject — Uitbreiding van de veterinaire diensten in ontwikkelingslanden

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

1 550 000

1 500 000

1 421 576

2 000 000,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 23.10.2012, blz. 1).

21 02 77 17

Proefproject — Maatschappelijk verantwoord ondernemen en toegang tot vrijwillige gezinsplanning voor fabrieksarbeiders in ontwikkelingslanden

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

300 000

p.m.

251 841

750 000,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

21 02 77 18

Proefproject — Investeren in duurzame vrede en wederopbouw van de samenleving in het Caucagebied — Colombia

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

1 200 000

1 500 000

750 000

1 500 000,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

21 02 77 19

Voorbereidende actie — Werken aan een betere gezondheid van nomadische gemeenschappen na crises in het Sahelgebied

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

100 000

1 200 000

1 500 000

1 421 576

0,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

In het noorden van Mali en het noorden van Niger doen zich regelmatig gezondheidscrises voor, waarbij sprake is van enkele van de laagste gezondheidsindicatoren, met name op het gebied van seksuele en reproductieve gezondheid. Hoewel de situatie na de crises in deze twee landen vrij sterk verschilt, zijn de onderliggende oorzaken van lagegezondheidsindicatoren gelijkaardig: uitgestrekte plattelandsgebieden, socioculturele barrières, een inadequate gezondheidsinfrastructuur, weinig gezondheidscompetenties en -capaciteit, met name wat het aantal medisch geschoolden betreft, en het vertrek van ervaren medisch personeel. Hoewel heel Afrika ten zuiden van de Sahara te kampen heeft met deze uitdagingen, heeft de voornamelijk nomadische bevolking in het doelgebied van dit project aanvullende behoeften waaraan het gezondheidsstelsel momenteel niet voldoet. Het gezondheidsstelsel houdt vaak te weinig rekening met het mobiele karakter van deze groepen veehouders. Dit leidt tot meer kwetsbaarheid van deze groepen die reeds worden getroffen door een gebrek aan adequate voeding, ongelijkheden tussen de seksen, vrouwen- en kindersterfte en een beperkte toegang tot kwalitatief hoogwaardige gezondheidszorg en -informatie.

Uit de vergelijkbare situatie na de crises in deze twee regio's kan lering worden getrokken en kunnen optimale werkmethoden worden gedestilleerd om weerbaarheid te ontwikkelen en noodhulp, herstel en ontwikkeling aan elkaar te koppelen, hetgeen zeer relevant is voor de EU in het kader van het AGIR-initiatief. De optimale werkmethoden van dit proefproject kunnen worden overgenomen in dit initiatief en andere initiatieven.

Door de gezondheidssector als voorbeeld te gebruiken, met bijzondere aandacht voor seksuele en reproductieve gezondheid, zal de voorbereidende actie erop gericht zijn een referentiekader vast te stellen, concrete aanbevelingen te doen inzake weerbaarheid en de koppeling van noodhulp, herstel en ontwikkeling, en daarop voort te bouwen om de gezondheidscapaciteiten van gemeenschappen met betrekking tot de behoeften van nomadische groepen na de crises in Mali en Niger te versterken.

De situatie in de Sahel en Noord-Mali is in de periode 2014-2015 verslechterd. Volgens het eerste tussentijdse verslag van de Commissie over de uitvoering van proefprojecten en voorbereidende acties in 2015 hebben veiligheidsproblemen de verschillende doelstellingen van de voorbereidende actie en de maatregelen ten behoeve van de nomadische bevolking in gevaar gebracht. Het is van groot belang op weerbaarheid gerichte langetermijnmechanismen te ontwikkelen, die rekening houden met de nieuwe dreiging van epidemieën en op basis waarvan op operationeel niveau en op planningsniveau betere informatie beschikbaar is voor interventies in reactie op een noodsituatie. Verlenging is derhalve noodzakelijk, zodat dit initiatief, met aanvullende middelen, een derde jaar kan worden voortgezet, en zodat in aanvulling op de consolidatie van betrouwbare gegevens over gezondheidsindicatoren, scholing kan worden geboden aan een kritische massa van gezondheidswerkers en beste praktijken kunnen worden vastgesteld op het gebied van weerbaarheid en de koppeling van noodhulp, herstel en ontwikkeling, en deze kunnen worden vertaald in duurzame mechanismen voor het behoud en omzetting van de opgebouwde capaciteit.

Doelstellingen

In het algemeen beoogt het project het opbouwen van de capaciteit van gezondheidswerkers om kwalitatief hoogwaardige diensten te verlenen, gericht op de specifieke behoeften van nomadische groepen (na crises), met bijzondere aandacht voor seksuele en reproductieve gezondheid. Door de gezondheidssector als voorbeeld te gebruiken, zullen in de voorbereidende actie optimale werkmethoden inzake de opbouw van weerbaarheid worden beoordeeld en bijeengebracht, alsmede inzake de koppeling tussen noodhulp, herstel en ontwikkeling na de crises in Noord-Mali en Noord-Niger. Tot slot omvat de voorbereidende actie ook de ontwikkeling van innovatieve methoden, alsmede de verbetering van onderwijsprogramma's van gezondheidsopleidingen op het gebied van de behoeften van nomadische groepen. Het verwachte resultaat van dit project is een verzameling van betrouwbare, omvattende gezondheidsgegevens op gemeenschaps- en plaatselijk niveau, teneinde de gezondheidsprogrammering te verbeteren en de verantwoordingsplicht van de nationale en plaatselijke gezondheidsstelsels te vergroten; optimale werkmethoden met betrekking tot de opbouw van weerbaarheid en de koppeling van noodhulp, herstel en ontwikkeling, worden gedeeld en verspreid, en onderwijsprogramma's van gezondheidsopleidingen worden ontwikkeld ter vergroting van de plaatselijke capaciteit om te voorzien in de gezondheidsbehoeften van de nomadische groepen.

De primaire doelgroep is de nomadische bevolking op het platteland in het noorden van Mali en het noorden van Niger, en met name de meest kwetsbare en meest bedreigde groepen binnen deze bevolking (vrouwen, meisjes, en kinderen jonger dan 5 jaar). De secundaire doelgroep bestaat uit professionele en gemeenschapsgezondheidswerkers in dezelfde regio's.

De actie wordt ten uitvoer gelegd door plaatselijke organisaties uit het maatschappelijk middenveld en humanitaire spelers met plaatselijk personeel dat in de regio aanwezig is, in overeenstemming met de nationale prioriteiten en regeringsplannen (inclusief de verwezenlijking van de VN-millenniumdoelstellingen 4 en 5, daar zowel Mali als Niger „countdownlanden” zijn (46)) en in nauwe samenwerking met alle in de regio's aanwezige spelers: de plaatselijke en nationale autoriteiten, plaatselijke en nationale gezondheidszorg en opleidingsfaciliteiten, de gemeenschappen, alsmede de ontwikkelingsactoren (de Unie, donoren, VN-organen, de particuliere sector, ngo's, autoriteiten en medische en gezondheidswerkers uit de gemeenschap), waarbij inspanningen in het kader van het AGIR-initiatief in aanmerking worden genomen.

Projectactiviteiten

De voorbereidende actie telt drie fasen:

Eerste fase: onderzoek verrichten om een gezondheidsreferentiekader voor nomadische groepen vast te stellen

De actie is gericht op het vaststellen van een referentiekader voor gezondheidsindicatoren en het bestuderen van de bepalende factoren met betrekking tot de toegang tot kwalitatief hoogwaardige gezondheidszorg (geografische, financiële, socioculturele enz.) van plaatselijke nomadische bevolkingsgroepen, met name de meest kwetsbare en bedreigde groepen (vrouwen, meisjes en kinderen jonger dan 5 jaar). In het kader van de actie worden tevens de bestaande gezondheidscapaciteiten en -initiatieven in kaart gebracht (met inbegrip van het AGIR-initiatief en andere internationale initiatieven, door de regering beheerde gezondheidszorg en opleidingscentra maar ook traditionele en gemeenschapsgezondheidswerkers). Tot slot wordt de verstrekking van basisgezondheidszorg op basis van de behoeften van nomadische groepen geëvalueerd, alsmede de verstrekking van preventieve informatie en diensten (inclusief zorg voor en vaccinatie en voeding van moeders en kinderen, reproductieve gezondheidszorg, gendergerelateerd geweld enz.) (47).

Tweede fase: concrete aanbevelingen doen en optimale werkmethoden bijeenbrengen voor de onderlinge koppeling van noodhulp, herstel en ontwikkeling en de opbouw van weerbaarheid, met het oog op kennisoverdracht aan het AGIR-initiatief en andere, verwante initiatieven

Op grond van de beoordeling zal geanalyseerd worden hoe aan de behoeften van nomadische groepen is voldaan in de noodmaatregelen en de fase na de crisis (coördinatie en waarschuwingsmechanismen) door alle ontwikkelingsactoren (actoren van de Unie, donoren, VN-organen, de particuliere sector, ngo's, autoriteiten en gezondheids- en medische werkers uit de gemeenschap). De nadruk zal liggen op optimale werkmethoden in beide landen, met name de combinatie van mobiele en statische gezondheidszorg en de voorziening in tweeledige dierlijke en menselijke interventies, geïnspireerd door de gelijkenissen en verschillende benaderingen in beide landen.

Tot slot worden operationele aanbevelingen verstrekt met betrekking tot de toekomstige betrokkenheid van de EU, met name in het kader van AGIR, over hoe een op weerbaarheid gericht langetermijnperspectief ten opzichte van nomadische groepen ook tijdens interventies bij crises en noodsituaties kan worden gehandhaafd, zonder de plaatselijke en nationale formele en informele structuren te destabiliseren.

Derde fase: capaciteit opbouwen en handhaven om te voorzien in de gezondheidsbehoeften van nomadische groepen onder professionele en gemeenschapsgezondheidswerkers voor op weerbaarheid gerichte gezondheidsstelsels

De actie zal als hefboom werken voor een aantal van de geleerde lessen, door rekening te houden met de gezondheidscapaciteit om te voorzien in de gezondheidsbehoeften van nomadische groepen. In deze fase ligt de nadruk op het ontwikkelen van een gespecialiseerd opleidingsprogramma op basis van de behoeften van nomadische gemeenschappen en het documenteren van op feiten gebaseerde interventiestrategieën met aangetoonde resultaten en de verantwoordelijkheid van nomadische groepen. Dit wordt gerealiseerd in partnerschap met opleidingsfaciliteiten en plaatselijke en nationale autoriteiten. De opleiding zal de volledige basisgezondheidszorg en -preventie bestrijken, inclusief de verwijzing van zwangere vrouwen naar gezondheidscentra. De actie zal ook een opleiding bevatten over de verzameling en analyse van gegevens over de gezondheidsstatus van nomadische groepen. De opleiding is bestemd voor gezondheidswerkers, met bijzondere aandacht voor vrouwen, gemeenschapsgezondheidswerkers en traditionele geboortebegeleiders, teneinde de toegang van nomadische groepen tot gezondheidszorg te verbeteren. De opleidingen worden afgestemd op nationale prioriteiten en zijn bedoeld als ondersteuning van bestaande instellingen.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

21 02 77 20

Voorbereidende actie — Socio-economische herintegratie van kinderen en vrouwen die zich prostitueren in de mijnen van Luhwindja (provincie Zuid-Kivu, in het oosten van de Democratische Republiek Congo)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

150 000

1 000 000

2 200 000

1 855 524

0,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

De provincie Zuid-Kivu, in het oosten van de DRC, verkeert in een crisis die de lokale gemeenschappen in nooit eerder geziene armoede onderdompelt.

Met 84,7 % armen behoort deze provincie samen met de Evenaarsprovincie en de provincie Bandundu tot de drie armste provincies van de DRC.

Het gezagsgebied Luhwindja, een van de 18 gezagsgebieden, wordt niet van deze realiteit gespaard. Vroeger leefde meer dan 90 % van zijn bevolking van de ambachtelijke ontginning van ertsen.

Momenteel zijn bijna alle mijnen in handen van Banro Corporation, dat deze industrieel exploiteert ten koste van andere activiteiten die zouden kunnen bijdragen aan het welzijn van de lokale gemeenschappen.

Om te kunnen overleven, moeten deze gemeenschappen naar goud gaan graven op andere sites die gevaarlijk worden geacht, met alle betreurenswaardige gevolgen van dien. Het aantal kinderen dat vroegtijdig de school verlaat is onrustwekkend. Kleine jongens en meisjes uit arme gezinnen gaan niet meer naar school om in de mijnen te gaan werken.

Artikel 53, punt f), van de wet van 10 januari 2009 ter bescherming van het kind verbiedt werkzaamheden die door hun aard en de omstandigheden waarin ze worden verricht, schadelijk kunnen zijn voor de gezondheid, de groei, de veiligheid, de ontwikkeling, de waardigheid of de moraliteit van het kind.

Jonge meisjes (vanaf 13 jaar) en vrouwen die gezinshoofd zijn leveren zich over aan prostitutie om het maatschappelijk evenwicht te behouden, vooral omdat de meeste mannen geen werk en inkomen hebben.

Prostitutie en de gevolgen ervan, fysiek geweld en drugs zijn vandaag de dag enorme problemen in de mijnen die in dit gezagsgebied in werking zijn.

De overheid, het maatschappelijk middenveld en de organen van de Verenigde Naties moeten inspanningen leveren om mechanismen te vinden waardoor de gemeenschappen de eerste millenniumontwikkelingsdoelstelling kunnen halen, namelijk het terugdringen van extreme armoede en honger.

Doelstellingen

Het inzetten van kinderen en jongeren en de prostitutie van meisjes en vrouwen in de mijnen van Luhwindja zijn duidelijke indicatoren van armoede.

De algemene doelstelling van dit project bestaat erin bij te dragen aan de verbetering van de levensomstandigheden van de gemeenschappen in het gezagsgebied Luhwindja, waarbij de aandacht met name zal uitgaan naar de begeleiding van deze jongeren die in de mijnen werken en hierdoor niet meer naar school gaan.

Er zal bijzondere aandacht worden besteed aan jonge meisjes en vrouwen die zich prostitueren en in deze mijnsites wonen, en die heel vaak van op jonge leeftijd getroffen zijn door hiv/aids en andere seksueel overdraagbare infecties en door ongewenste zwangerschappen. Hiertoe zal worden samengewerkt met het ziekenhuis van Panzi dat wordt geleid door dokter Denis Mukwege.

Deze acties zullen worden verwezenlijkt in nauwe samenwerking met de lokale en nationale autoriteiten, de gemeenschappen en andere actoren op het gebied van ontwikkelingssamenwerking (donoren, organen van de Verenigde Naties, de privésector en andere ngo's).

Projectactiviteiten

De actie zal drie belangrijke fasen omvatten:

Eerste fase: begeleiding van alle jongeren tussen 5 en 15 jaar uit de mijnen van Luhwindja in een centrum voor het inhalen van schoolachterstand (800 000 USD)

 

De lokale gemeenschappen bewustmaken van de wetgeving en andere nationale en internationale juridische instrumenten betreffende de bescherming van het kind.

 

Bouwen van een centrum voor het inhalen van schoolachterstand voor de kinderen uit deze mijnen, onder wie sommigen nog nooit naar school zijn geweest.

 

Dit centrum met het nodige materiaal uitrusten opdat het goed kan werken. Na de bouw ervan moet dit centrum worden uitgerust met pedagogisch en ander materiaal zodat de kinderen in min of meer optimale schoolomstandigheden terechtkomen en de kans krijgen later verder te studeren.

 

Personeel voor dit project aanwerven. Er zal personeel worden aangeworven dat is opgeleid voor deze specifieke pedagogie, namelijk de begeleiding van kinderen die „buiten de wet” staan. Daarnaast zal dit personeel tot taak hebben de kinderen in de mijnen te registreren, met de hulp van hun respectieve ouders.

 

Psychosociale begeleiding organiseren. Wanneer de kinderen geregistreerd zijn, zullen ze aanvankelijk gedurende drie maanden worden begeleid in een centrum voor psychologische begeleiding. Hierbij moet rekening worden gehouden met het feit dat deze kinderen uit een „gevaarlijk, niet alledaags” milieu komen. Hiertoe zal een deskundige-psycholoog worden aangeworven.

 

De kinderen volgens het behaalde studieniveau oriënteren. Er zullen 3 verschillende niveaus zijn: Het eerste niveau richt zich op kinderen die nog nooit naar school zijn gegaan of die in de eerste of de tweede klas van de lagere school zijn gestopt. Ze zullen het onderricht van de tweede klas van de lagere school krijgen.

 

Het tweede niveau richt zich op kinderen die na de derde of de vierde klas van de lagere school zijn gestopt. Zij zullen het onderricht van de vierde klas van de lagere school krijgen.

 

Het derde niveau richt zich op kinderen die in de vijfde klas zijn gestopt of de zesde klas niet hebben gehaald. Zij zullen het onderricht van de zesde klas van de lagere school krijgen.

Aan het eind van elk schooljaar zullen de kinderen uit de zesde klas de nationale eindtest lager onderwijs afleggen, dit is een test die de kinderen uit de hoogste klas voorbereidt op het secundair onderwijs.

Er zal een schoolkantine zijn om de kinderen aan te moedigen de lessen te volgen en de ouders ervan te weerhouden hen te doen gaan werken in de mijnen.

Het geld dat de kinderen in de mijnen verdienen, dient om in het levensonderhoud van het gezin te voorzien. Om een einde te maken aan deze praktijk, wil het project maandelijks en per gezin een voedselpakket geven (een zak rijst en een kleine bus olie).

 

De kwalitatieve impact van het project beoordelen, met name het aantal kinderen dat in de mijnen wordt gerekruteerd, hun normale doorstroming naar secundaire scholen ter plaatse of elders, de betrokkenheid van de gemeenschap en de lokale autoriteiten bij dit probleem van kinderarbeid in de mijnen, en de kwaliteit van het onderricht dat de kinderen krijgen.

Tweede fase: oprichting van een beroepsopleidingscentrum voor adolescenten (van 16 tot 18 jaar) uit de mijnen van Luhwindja (1 150 000 USD)

 

De lokale gemeenschappen bewustmaken van de wetgeving en andere nationale en internationale juridische instrumenten betreffende de bescherming van het kind. Deze adolescenten moeten worden ingelicht over hun rechten en plichten.

 

Bouwen van een beroepsopleidingscentrum. Rekening houdend met de lokale realiteit zullen de volgende richtingen worden georganiseerd: naaien, metselen, schrijnwerk, fijne keuken en lassen.

 

Dit centrum met het nodige materiaal uitrusten opdat het goed kan werken. Om theorie en praktijk op elkaar af te stemmen, zullen er stages plaatsvinden bij lokale ngo’s, staatsbedrijven enz.

 

Personeel voor dit project aanwerven. Voor elk vakgebied zal ter plaatse of elders gekwalificeerd personeel worden aangeworven.

 

Psychosociale begeleiding organiseren. De ervaring leert dat bij deze leeftijdsgroep ook ander afwijkend sociaal gedrag meespeelt: roken van hasjiesj en andere drugs, prostitutie enz.

 

De adolescenten naar een passend vakgebied oriënteren. Na hun psychosociale begeleiding zullen de adolescenten elk naar een vakgebied naar keuze worden georiënteerd. Hierbij is het de bedoeling hun vaardigheden te valoriseren door hen nuttig te maken voor de samenleving.

 

De impact van het project op de begunstigden beoordelen, met name of hun opleiding de lokale problemen heeft kunnen oplossen. Er zullen beoordelingen en rapporten worden opgesteld, die aan de donoren zullen worden toegezonden.

Derde fase: jonge meisjes en vrouwen die zich prostitueren in de mijnen van Luhwindja helpen om uit deze situatie te geraken door activiteiten aan te bieden waardoor ze een inkomen hebben en de armoede kunnen terugdringen (760 000 USD)

 

De medewerkers voor dit project aanwerven. Er zullen deskundigen en ander gespecialiseerd personeel inzake begeleiding van jonge meisjes en vrouwen die aan de rand van de samenleving staan worden aangeworven om dit project uit te voeren.

 

Minderjarige meisjes en vrouwen die zich prostitueren bewustmaken van de rechten van de mens. Tijdens deze bewustmakingssessies zullen voor de directe begunstigden van dit project regelmatig tests voor vrijwillige opsporing van hiv/aids en andere gelijkaardige ziektes worden aangeboden.

Deze tests zullen worden afgenomen door de verpleegkundigen van het ziekenhuis van Panzi dat wordt geleid door dokter Denis Mukwege. Verdachte gevallen kunnen worden doorverwezen voor psychomedische begeleiding.

 

Minderjarige meisjes en vrouwen die zich prostitueren, voorlichten over soa's en geboorteplanning.

Aangezien zij in dramatische socio-economische omstandigheden leven, zullen hun bepaalde strategieën voor geboorteplanning worden aangeleerd. De vereniging kan zelfs overeenkomsten sluiten met deze prostituees om de geboortes te beperken en de mijnen niet te betreden.

 

Een team oprichten dat toeziet op de uitvoering van deze overeenkomsten, namelijk verbintenissen tussen de vereniging en de minderjarige meisjes en vrouwen die zich prostitueren om niet naar de mijnen terug te keren. Een aanzienlijk aantal kinderen van deze meisjes en vrouwen die zich prostitueren, bevindt zich eveneens in de mijnen.

 

Deze jonge vrouwen oriënteren naar activiteiten die een inkomen voortbrengen, bijvoorbeeld landbouw, het houden van dieren, kleinhandel enz., om in het onderhoud van hun gezin te voorzien. Het is de bedoeling dat deze meisjes en vrouwen voor zichzelf kunnen zorgen.

Het project beoordelen. Nagaan of de begunstigden zich aan hun verbintenis houden om zich niet meer te prostitueren in de mijnen, of de activiteiten die een inkomen voortbrengen positief evolueren, en of de adviezen inzake geboorteplanning worden toegepast.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

21 02 77 21

Voorbereidende actie — Totstandbrenging en versterking van lokale partnerschappen om de sociale economie te ontwikkelen en sociale ondernemingen op te richten in oostelijk Afrika

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

548 159

p.m.

251 841

0,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Deze voorbereidende actie heeft tot doel bij te dragen aan de strategie van de Europese Unie om de welvaart van de volkeren in oostelijk Afrika te steunen, hen een uitweg uit armoede te bieden en op weg te helpen naar duurzame economische groei.

De actie wil het vermogen, de eigen verantwoordelijkheid en de politieke toezeggingen van lokale actoren versterken om structurele veranderingen op gang te brengen om de ontwikkeling te steunen van sociale ondernemingen, die een belangrijke pijler vormen van de sociale economie en het maatschappelijk middenveld. Deze ondernemingen zullen met name goederen produceren en diensten verlenen op het gebied van duurzame landbouw en veehouderij, het beheer van natuurlijke hulpbronnen, energie-efficiëntie, cultuur en onderwijs, en gezondheidsdiensten en zorgverlening.

Sociale ondernemingen zijn samen met coöperaties actief in de sociale economie en verhandelen goederen en diensten om een sociale impact (48) teweeg te brengen en niet zozeer om winst te maken voor hun eigenaars of aandeelhouders, worden transparant en met verantwoordingsplicht beheerd en worden met name gekenmerkt door de betrokkenheid van werknemers, consumenten en andere actoren die belang hebben bij hun commerciële activiteiten (49). De IAO heeft grote inspanningen geleverd om te benadrukken hoe belangrijk hun rol is voor de bevordering van economische duurzaamheid, sociale rechtvaardigheid, ecologisch evenwicht, fatsoenlijk werk, politieke stabiliteit, het oplossen van conflicten en gendergelijkheid (50), en in de voorbereidende actie zullen de ervaringen van de IAO worden geïntegreerd.

Het proces om sociale ondernemingen en coöperaties op te richten, te ontwikkelen en te verspreiden zal vaak gebaseerd moeten zijn op het innovatieve gebruik en de combinatie van hulpbronnen om kansen te vinden om sociale verandering tot stand te brengen en/of sociale behoeften aan te pakken, waarbij sociale ondernemers de motor zijn.

De innovatieve aanpak van deze voorbereidende actie is gebaseerd op het samenbrengen van onvoldoende benutte hulpbronnen en drijvende krachten voor lokale ontwikkeling, waarbij nieuwe methoden en middelen zullen worden ontwikkeld en getest om (in twee landen in oostelijk Afrika: Kenia en Ethiopië) duurzame gemeenschappen te ontwikkelen met een sterke verankering in de sociale economie, met name door:

 

sociale ondernemers aan te moedigen en in staat te stellen over te stappen van informeel ondernemerschap naar sociale ondernemingen die de ontwikkeling van vaardigheden, eigenwaarde, wederzijdse verantwoordelijkheid, een inkomen en welvaart mogelijk maken;

 

lokale ontwikkelingspartnerschappen van cruciale instellingen, belanghebbenden en vooraanstaande personen tot stand te brengen, die de oprichting en ontwikkeling bevorderen en steunen van sociale ondernemingen die verankerd zijn in een ecosysteem dat hun ontwikkeling en duurzaamheid bevordert en gebaseerd zijn op de beginselen van participatie, mede-eigendom en democratisch beheer;

 

een beroep te doen op diasporagemeenschappen in Europa die een belangrijke economische rol spelen in de kapitaalstroom naar oostelijk Afrika en ook een sociaal-politieke band hebben met de regio;

 

het leren van lotgenoten te bevorderen, door gebruik te maken van de ervaring en expertise van actoren uit de sociale economie in de nieuwe lidstaten van de Europese Unie, die erin geslaagd zijn nieuwe sociale-economiestructuren en nieuwe bedrijfsmodellen voor sociale ondernemingen te ontwikkelen in de overgangsperiode van een door de staat gecontroleerde economie naar een socialemarkteconomie.

Hiertoe zal de voorbereidende actie een experimentele aanpak volgen en de voorwaarden voor succes onder verschillende omstandigheden testen:

 

er zal sprake zijn van partnerschappen tussen lokale sociale-economie-initiatieven in oostelijk Afrika met diasporagemeenschappen in Europa en actoren uit de sociale economie in de nieuwe lidstaten;

 

de actie zal lokale ontwikkelingspartnerschappen identificeren en mogelijk maken in verschillende Europese landen en ten minste twee landen in oostelijk Afrika, die kunnen samenwerken om sociale ondernemingen op te richten en een ecosysteem voor sociale economie te ontwikkelen in de gemeenschappen van de Afrikaanse partners;

 

de transnationale lokale partnerschappen zullen worden tot stand gebracht en ontwikkeld tussen lokale sociale-economie-initiatieven in grote steden, middelgrote steden en dorpen op het platteland.

De voorbereidende actie omvat analytische werkzaamheden (beoordeling van de deelnemers en ontwikkeling van een strategie, haalbaarheidsonderzoek), organisatorische werkzaamheden (coördinatiecellen om technische bijstand voor te bereiden en te verlenen aan de activiteiten van de partners), de oprichting van een leeromgeving (via studiebezoeken, seminars, detacheringen, samenwerking tussen sociale ondernemingen enz.), de ontwikkeling van infrastructuur en de activering van een ecosysteem voor sociale ondernemingen, uit de gemeenschap ontstane coöperaties en producentengroepen. Dit moet leiden tot transnationale partnerschappen tussen lokale sociale-economie-initiatieven in oostelijk Afrika en Oost-Europa, met de steun van diasporagemeenschappen en ervaren actoren uit de sociale economie in de nieuwe lidstaten.

Er wordt verwacht dat de ontwikkeling van sociale-economie-initiatieven de ontwikkeling van de lokale gemeenschappen in oostelijk Afrika zal bevorderen en de processen voor armoedepreventie zal versterken, met name door de informele werkgelegenheid terug te dringen, toegang te verlenen tot mede-eigendom van de productiemiddelen en infrastructuur te ontwikkelen waardoor de sociale economie sterk kan groeien.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

21 02 77 22

Proefproject — Geïntegreerde benadering voor de ontwikkeling en tenuitvoerlegging van gezondheidsoplossingen om verwaarloosde tropische ziekten in endemische gebieden te bestrijden

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

500 000

1 500 000

750 000

   

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Bestaande financieringsmechanismen voor onderzoek en ontwikkeling (O&O) gewijd aan verwaarloosde tropische ziekten hanteren vaak een „silobenadering”: er blijven leemten bestaan tussen de verschillende fasen van de O&O-cyclus en er bestaat geen multisectorale benadering in het kader waarvan koppelingen worden gecreëerd met gerelateerde programma's zoals het WASH-programma en onderwijsprogramma's. Voorts wordt doorgaans voorbij gegaan aan de noodzaak van het evenzo belangrijke incrementieel onderzoek, dat aanzienlijk kan bijdragen tot de acceptatie van behandelingen en diagnostiek door bevolkingsgroepen die door verwaarloosde tropische ziekten worden getroffen.

Teneinde enkele van de huidige O&O-leemten met betrekking tot verwaarloosde tropische ziekten aan te pakken, beoogt dit project bij te dragen of cofinanciering te verstrekken aan een alternatief model dat berust op een innovatieve en gecoördineerde methode om hardnekkige tekortkomingen in O&O als gevolg van marktfalen aan te pakken. Hiertoe zal het ondersteunde model een specifiek onderdeel van de leemte in O&O met betrekking tot verwaarloosde tropische ziekten waardoor ontwikkelingslanden onevenredig getroffen worden identificeren, en voorzien in cruciale elementen die de ontwikkeling van kwalitatief hoogwaardige, betaalbare en passende gezondheidsoplossingen mogelijk maken.

Het project zal voortbouwen op het werk van eerdere voorbereidende acties en proefprojecten inzake onderzoek en innovatie op het gebied van mondiale gezondheidszorg, en inspanningen ondersteunen die gericht zijn op de aanpak van vastgestelde en erkende leemten overeenkomstig de WHO-procedure, in samenhang met het verslag dat beschikbaar is op report/en/en overeenkomstig de lijst van demonstratieprojecten die zijn geselecteerd door de Global Technical Consultative Meeting on Health R&D Demonstration Projects.

Naast verbetering van de aanvaardbaarheid van behandelingen en diagnostiek, zal het project bijdragen tot ten minste een van de volgende doelstellingen:

 

de aanbeveling van effectieve en efficiënte mechanismen voor de coördinatie met andere lopende initiatieven;

 

het voorstellen van innovatieve manieren om de prijs van het eindproduct los te koppelen van de kosten van O&O;

 

de optimalisering van publiek-publieke en publiek-private partnerschappen voor wat betreft het delen van kennis, met inbegrip van innovatiemethoden voor toegankelijke kennis;

 

de versterking van de onderzoekscapaciteit, de ontwikkeling en de productie in ontwikkelingslanden, onder meer door de overdracht van technologie.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

21 02 77 23

Proefproject — Toegang tot de rechter en schadeloosstelling voor slachtoffers van de ernstigste misdrijven die zijn gepleegd in de Democratische Republiek Congo

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

395 000

790 000

395 000

   

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Het proefproject heeft ten doel ngo's, slachtoffers en getuigen te ondersteunen die genoegdoening eisen voor internationale misdrijven, en ondersteuning te verlenen aan advocaten in de Democratische Republiek Congo (DCR) die slachtoffers vertegenwoordigen in processen van strategisch belang op nationaal, regionaal en internationaal niveau.

Verwachte resultaten:

 

gedetailleerde informatie over internationale misdrijven, met name over misdrijven van seksueel en gendergerelateerd geweld, en over de voortgang bij de bestrijding van straffeloosheid;

 

deugdelijke opleiding van nationale advocaten, zodat zij in staat zijn slachtoffers van internationale misdrijven te verdedigen ten overstaan van nationale rechtbanken;

 

versterking van nationale mensenrechtenorganisaties wat betreft hun vermogen om slachtoffers bij te staan bij hun strijd tegen straffeloosheid ten aanzien van de ernstigste misdrijven;

 

betere bescherming van degenen die zich inzetten voor de strijd tegen straffeloosheid;

 

het aanhangig maken van zaken bij regionale mensenrechtenorganen, ontwikkeling van jurisprudentie die slachtoffers van seksueel en gendergerelateerd geweld toegang tot de rechter en schadeloosstelling biedt;

 

een krachtigere strategie van de openbaar aanklager van het Internationaal Strafhof voor strafrechtelijke vervolging, met name in gevallen van seksuele misdrijven, en toegang van slachtoffers tot het Internationaal Strafhof;

 

de toerusting van intergouvernementele organisaties om actie te ondernemen tegen straffeloosheid ten aanzien van de ernstigste misdrijven;

 

verklaringen en concrete handelingen (wets- en institutionele hervormingen) door nationale autoriteiten ter bevordering van de strijd tegen straffeloosheid ten aanzien van de ernstigste misdrijven.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

21 02 77 24

Proefproject — In kaart brengen van de wereldwijde dreiging die uitgaat van antimicrobiële resistentie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

750 000

375 000

       

Toelichting

Het proefproject omvat diepgaand onderzoek naar de toediening en het gebruik van antimicrobiële stoffen in Afrika ten zuiden van de Sahara, waar een gebrek aan data de opstelling van nationale toezichtplannen in de weg staat. Doel is gegevens in te zamelen over de consumptiepatronen met betrekking tot antibiotica en het fenomeen van bacteriële multiresistentie in de ontwikkelingslanden en inzicht te krijgen in gedragspatronen en gezondheidsbehoeften in Afrikaanse gemeenschappen, met bijzondere aandacht voor de vraag naar, de toegang tot en het gebruik van antibiotica en de mate waarin de behandelingskuren worden gevolgd.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

21 02 77 25

Proefproject — Versterking van de rechten van het kind, bescherming van en toegang tot onderwijs voor ontheemde kinderen en jongeren in Guatemala, Honduras en El Salvador

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

700 000

350 000

       

Toelichting

De algemene doelstelling van het proefproject is de versterking van het recht van kinderen op toegang tot onderwijs, de versterking van het beschermingsbeleid op regionaal niveau en de verbetering van het welzijn van minstens 2 000 ontheemde kinderen en jongeren, waaronder niet-begeleide en/of van hun familie gescheiden minderjarigen, in Guatemala, Honduras en El Salvador.

Het voorgestelde project heeft de volgende specifieke doelstellingen:

 

versterking van de asielstelsels en de internationale bescherming in transitlanden en landen van asiel en het waarborgen van screening van ontheemden met het oog op het bieden van internationale bescherming;

 

verbetering van de bescherming van ontheemden, met speciale aandacht voor de systemen voor de bescherming van kinderen en de behoefte aan bescherming van uitgezette personen in landen van herkomst;

 

ondersteuning van onderwijs aan en bescherming van 2 000 ontheemde kinderen en jongeren, waaronder niet-begeleide en/of van hun familie gescheiden minderjarigen.

Deze doelstellingen moeten worden bereikt door:

 

versterking en/of ontwikkeling van op bescherming gericht beleid op regionaal niveau door middel van de tenuitvoerlegging van regionale overeenkomsten;

 

versterking van het maatschappelijk middenveld en beschermingsnetwerken die zich richten op de monitoring van de situatie in gebieden die te maken hebben met ontheemding, zowel op regionaal als op nationaal niveau;

 

verbetering van de opvangcentra en toevluchtsoorden in belangrijke grensgebieden/doorgangsgebieden, verbetering van de toegang tot juridische hulp, gezondheidszorg en psychosociale ondersteuning voor kinderen en jongeren in Centraal-Amerika die vrezen voor geweld of vervolging;

 

het waarborgen van toegang tot formeel en niet-formeel onderwijs in opvangcentra en toevluchtsoorden;

 

het bevorderen van en inrichten van kindvriendelijke ruimtes in opvangcentra en toevluchtsoorden om ervoor te zorgen dat jongens en meisjes beschermd worden tegen alle vormen van geweld, misbruik, verwaarlozing en uitbuiting;

 

ondersteuning van regeringen bij hun inspanningen gericht op voorlichting over en maatregelen in het kader van het probleem van gedwongen ontheemding, zowel intern als extern;

 

ondersteuning van regeringen bij hun inspanningen gericht op de aanpak van de oorzaken van gedwongen ontheemding en op de bescherming en ondersteuning van personen die reeds ontheemd zijn, met speciale aandacht voor personen die specifiek bescherming behoeven (kinderen, vrouwen, de LGBTI-gemeenschap, gehandicapten enz.);

 

ondersteuning van capaciteitsopbouw en het bieden van technische ondersteuning aan overheden en maatschappelijke organisaties;

 

ondersteuning van regeringen bij hun inspanningen gericht op de vaststelling van opvangprocedures, met inbegrip van het signaleren van beschermingsbehoeften bij uitgezette kinderen en het onderzoeken/vaststellen van de belangen van het kind;

 

ondersteuning van maatschappelijke organisaties die faciliteiten voor de opvang van kinderen/kinderopvangcentra beheren, die kunnen fungeren als tijdelijk beschermingsmechanisme voor uitgezette kinderen ten aanzien waarvan is vastgesteld dat zij bijzondere beschermingsbehoeften hebben;

 

het bieden van technische ondersteuning aan bestaande maatschappelijke organisaties ter voorkoming van geweld, om rekrutering onder dwang van kinderen/jongeren door straatbendes te voorkomen.

De drie landen van de Noordelijke Driehoek in Centraal-Amerika (NTCA) – El Salvador, Guatemala en Honduras – worden steeds vaker getroffen door activiteiten van de transnationale georganiseerde criminaliteit en andere illegale, gewapende groeperingen, hetgeen een grote bedreiging vormt voor het democratisch bestuur in die landen. Een van de zichtbare consequenties van de toename van geweld in de NTCA-landen is de stijging van het aantal ontheemde jongeren.

De humanitaire en langetermijngevolgen van dit geweld en de beschermingsbehoeften van de bevolking stonden tot nu toe nauwelijks op de humanitaire en ontwikkelingsagenda. De gebrekkige bescherming van minderjarige vluchtelingen en minderjarige asielzoekers uit de NTCA-landen noopt tot een holistische aanpak ten aanzien van bescherming. De oorzaken moeten worden aangepakt en er moet onmiddellijk aandacht worden besteed aan de primaire beschermingsbehoeften van kinderen, met name die van niet-begeleide en van hun ouders gescheiden levende kinderen, zodat hun veiligheid en welzijn worden gegarandeerd. In situaties waarin kinderen ontheemd zijn en alleen leven neemt het gevaar dat zij te maken krijgen met geweld, uitbuiting, foltering, rekrutering onder dwang of andere ernstige mensenrechtenschendingen toe.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

21 02 77 26

Proefproject — Onderwijs voor kinderen die deel hebben uitgemaakt van gewapende troepen of groeperingen in het district Pibor (GPAA) in Zuid-Sudan

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

500 000

250 000

       

Toelichting

De algemene doelstelling van het project is de verbetering van het welzijn van 3 000 kinderen en jongeren (1 500 die gevaar lopen om te worden gerekruteerd en 1 500 die ingelijfd zijn geweest als kindsoldaat bij de South Sudan Democratic Movement/Army (SSDA) Cobra Faction) door deze kinderen en jongeren toegang te bieden tot psychosociale hulp en onderwijs en betere bestaansmogelijkheden te bieden. Het voorgestelde project heeft de volgende specifieke doelstellingen:

 

het mogelijk maken van de vrijlating, duurzame terugkeer en herintegratie van 2 000 kinderen en jongeren die deel hebben uitgemaakt van gewapende groepen, en het bieden van sociaaleconomische ondersteuning en bescherming aan nog eens 2 000 kinderen en jongeren die gevaar lopen om te worden gerekruteerd of anderszins gevaar lopen in het district Pibor.

 

ondersteuning van maatregelen ter voorkoming van de rekrutering en het inzetten van kinderen en jongeren door gewapende troepen en groeperingen

 

ondersteuning van onderwijs voor 3 000 van de kwetsbaarste kinderen (kinderen die zijn vrijgelaten en kinderen die gevaar lopen te worden gerekruteerd binnen de gemeenschappen) en het bieden van toegang tot kwalitatief goede onderwijsvoorzieningen.

Deze maatregelen op het gebied van onderwijs in Pibor zijn bedoeld om ervoor te zorgen dat ten minste 3 000 door het conflict getroffen jongens en meisjes van kleuter- of lagereschoolleeftijd en jongeren toegang hebben tot levensreddend, kwalitatief goed onderwijs in een kindvriendelijke en veilige omgeving. Deze doelstellingen moeten worden bereikt door:

 

het realiseren van veilige en beschermde leslokalen en speelruimtes voor twee groepen kinderen: onderwijs gericht op de vroege kinderjaren (Early Childhood Development, ECD) voor de categorie 3 tot 6-jarigen en basisonderwijs voor de categorie 7-18 jarigen.

 

aankoop, opslag en distributie van passend en relevant onderwijs-, didactisch en recreatief materiaal (recreation kits, school-in-a -box en ECD-kits);

 

scholing van leerkrachten, ander onderwijspersoneel en andere leden van de gemeenschap op het gebied van psychosociale ondersteuning, redzaamheid, vredesopbouw, nood-ECD, voorlichting die levens kan redden en conflictbewust onderwijs, en

 

bevordering van onderwijs in noodsituaties en scholing van meisjes in het algemeen.

Unicef verwacht de vrijlating van 2 000 kinderen die doorverwezen zullen worden naar gezondheidszorg, tijdelijke zorg en onmiddellijke psychosociale ondersteuning en die zich zullen moeten laten registreren voor het opsporen van en de hereniging met hun familieleden. Vervolgens zullen de vrijgelaten kinderen diensten aangeboden krijgen gericht op hun herintegratie en zullen er gerichte maatregelen getroffen worden ten behoeve van nog eens 2 000 kinderen die gevaar lopen.

Het programma volgt een op de gemeenschap gebaseerde aanpak die berust op internationale beste praktijken en op de goede resultaten van eerdere re-integratie maatregelen in Zuid-Sudan. Andere kinderen uit de gemeenschap zullen bij de ondersteuning betrokken worden en bij het bieden van rechtstreekse ondersteuning zal uitgegaan worden van het beginsel één-plus-één (overeenkomstig de beginselen van Parijs), zodat elk vrijgelaten en herenigd kind een team vormt met een kind uit dezelfde gemeenschap waarvan is vastgesteld dat het gevaar loopt. Bovendien zal in het kader van het programma geïnvesteerd worden in infrastructuur en diensten die ten goede zullen komen aan alle leden van de gemeenschap.

Het programma bestaat uit verschillende componenten, die gelijktijdig zullen worden uitgevoerd. Er zullen de vrijgelaten kinderen diensten aangeboden worden ter opsporing van en hereniging met hun ouders en er zal gezorgd worden voor tijdelijke zorg gedurende de periode waarin de ouders nog niet gevonden zijn. In de centra voor tijdelijke zorg zullen activiteiten aangeboden worden ter psychosociale ondersteuning, zoals contact met leeftijdsgenoten, kunstprojecten en andere groepsactiviteiten. Het onderwijs zal, als onderdeel van het initiatief „back to learning”, worden verbeterd door middel van het herinrichten/opknappen van leslokalen, scholing van het onderwijzend personeel en de verstrekking van leermiddelen, met gebruikmaking van programma's gericht op versneld leren (ALP). Boorputten zullen worden geboord/hersteld, zodat er gezorgd wordt voor veilig water. Van oudsher is er zeer weinig veilig drinkwater beschikbaar en drinken de mensen veelal ongezuiverd water uit de rivier. Unicef en haar partnerorganisaties zetten niet alleen in op schoon drinkwater, maar werken ook aan gescheiden wc's voor jongens en meisjes in ICC's en scholen. Een op de gemeenschap gestoelde aanpak zal ook gevolgd worden om de sanitaire voorzieningen en hygiënische omstandigheden te verbeteren, met als doel om via een op de gemeenschap gebaseerde aanpak te bereiken dat de open riolen verdwijnen.

Het plan is om in het district Pibor te komen tot een multisectorale, in de gemeenschap wortelende aanpak van re-integratie, die bestaat uit een aantal verschillende componenten, waaronder onderwijs en WASH, zoals hierboven reeds vermeld. Naast de diensten die in de fase van de vrijlating worden geleverd, richt de strategie zich ook op de noodzakelijke terugdringing van de oorzaken van conflicten, door in te zetten op sociaaleconomische re-integratie, onder meer door de ontwikkeling van inkomensgenererende activiteiten, het bieden van scholingsmogelijkheden, bevordering van ondernemerschap en arbeidsbemiddeling. Na hun vrijlating zullen de kinderen allereerst vistuig aangeboden krijgen en zullen zij hulp ontvangen op het gebied van beroepskeuze. Vervolgens zullen de vrijgelaten kinderen en kinderen die tot de risicogroep behoren en hun familieleden wat kleinvee krijgen of geholpen worden om een land- of akkerbouwbedrijfje op te zetten. Deze maatregelen zullen de vrijgelaten jongeren en jongeren die tot de risicogroep behoren die ouder zijn dan de minimumleeftijd om te mogen werken in staat stellen marktrelevante vaardigheden te verwerven. Door een beroepsopleiding te volgen, stage te lopen en ondersteuning te krijgen bij het opzetten van een klein bedrijfje zullen zij veilige zakelijke kansen krijgen.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

21 02 77 27

Proefproject — Participatory Rangeland Management (PRM) in Kenia en Tanzania

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

500 000

250 000

       

Toelichting

Het tijdschema voor dit proefproject beslaat twee jaar.

Het proefproject beslaat 5 dorpen in een district in Tanzania (Kiteto) en in vier provincies in Kenia (Laikipia, Samburu, Isiolo en Turkana).

Het krediet dat naar schatting voor het project nodig is is gebaseerd op eerdere maatregelen van Cordaid in andere districten en provincies.

Fase 1: Onderzoek naar PRM (met inbegrip van een analyse van eerdere ervaringen) en het in kaart brengen van trekroutes van vee:

Gemeenschappen gebruiken traditioneel gemeenschappelijke gronden. Inkrimping van de seizoensbegrazing wordt door de gemeenschappen ervaren als acute en reële bedreiging voor hun levensonderhoud. Daarom heeft deze actie een sterke bewustmakingscomponent. De grenzen en het eigendom van land vormen nog grotere bedreigingen voor het duurzame levensonderhoud van gemeenschappen die van deze gronden afhankelijk zijn in de dorpen in zowel Kenia als Tanzania. Deze actie omvat een gecombineerde techniek van het in kaart brengen van hulpbronnen en de ontwikkeling van capaciteit.

 

In kaart brengen - gebruikmaking van technisch geavanceerde geografische informatietechnologieën, zoals luchtfotografie, remote sensing en geografische informatiesystemen voor het in kaart brengen van land en natuurlijke hulpbronnen en de bijbehorende rechten, het gebruik en het beheer ervan.

 

Land- en waterrechten - vaststelling en documentatie van de land- en waterrechten van kleinschalige boeren, nomadische gezamenlijke begrazingsgebieden en trekroutes.

 

Groepsrechten - vaststelling en documentatie van groepsrechten, gericht op weides en begrazingsgebieden, bossen en ambachtelijke visgronden, door middel van een participatoir proces.

 

Toegang voor vrouwen - versterking van de toegang voor vrouwen tot land en andere natuurlijke hulpbronnen.

 

Inclusief ondernemen - documentatie van beste praktijken inzake het waarborgen van rechten inzake land en natuurlijke hulpbronnen door middel van zakelijke partnerschappen tussen kleinschalige boeren en investeerders.

 

Grensoverschrijdende hulpbronnen - delen van dergelijke hulpbronnen met zo min mogelijk conflict wordt vergemakkelijkt door een juiste ontwikkeling van hulpbronnenkaarten; het vergaren van informatie is een proces waaraan vele belanghebbenden deelnemen en maakt gebruik van een moderne techniek, GIS (geografisch informatiesysteem), wat ook het gebruik kan omvatten van het Social Tenure domain Model (STDM), ontwikkeld door het Global Tool Land Network (GLTN), gericht op een effectievere vaststelling van natuurlijke hulpbronnen, grenzen en corridors.

De vaststelling van hulpbronnen en de documentatie daarvan omvat het tekenen van kaarten waarop de specifieke gebieden waar de bronnen zich bevinden zijn aangegeven. Het tekenen van de kaarten gebeurt in overleg. De gemeenschappen krijgen zo inzicht in het land in hun bezit en in de mogelijkheden voor sociaaleconomische ontwikkeling. Gebleken is dat deze benadering een dialoog tussen verschillende groepen mogelijk maakt waarbij problemen kunnen worden vastgesteld en kan worden nagedacht over oplossingen.

Fase 2: Onderhandelingen over PRM en juridische ondersteuning voor trekroutes van vee:

Tanzania beschikt over instellingen zoals de comités voor dorpsontwikkeling die kunnen bijdragen aan het mobiliseren van gemeenschappen. De districtsraden (op lokaal niveau) leveren deskundigen zoals de district land officers en de district livestock and agricultural officer. In Kenia zijn de County Land Management Boards, de community land boards en de community land assemblies, tezamen met de provinciale overheden, betrokken bij het proces van een doeltreffende inventarisatie van weidegronden en hulpbronnen. In nauwe samenwerking met de National Land Commission zal het proces van in kaart brengen, documenteren en verifiëren doeltreffender en inclusiever zijn door hier ook lokale NGO's bij te betrekken die werkzaam zijn op het gebied van implementatie, die zo nodig informatie kunnen verstrekken op gebieden waarop zij werkzaam zijn.

Andere mogelijke activiteiten en mogelijkheden in dit stadium zijn toezicht door lokale autoriteiten en de gezamenlijke vormgeving van een strategie voor weerbaarheid en de vaststelling van de behoefte aan weerbaarheid in de verschillende groepen. In dit stadium wordt gebruik gemaakt van PRM-instrumenten en eerder opgedane ervaringen. Zo nodig worden de PRM-richtsnoeren van eerdere acties aangepast.

Derde fase: Uitvoering

Het proefproject staat niet op zichzelf maar maakt deel uit van gelijksoortige initiatieven in andere regio's van de landen en worden zo nodig gecoördineerd met het Sustainable Rangelands Management Programme, de Joint Village Land Use Planning en het Rangeland Initiative. Dit initiatief maakt gebruik van infrastructuur ontwikkeld met bovengenoemde initiatieven en ook zal gestreefd worden naar synergieën, waaronder mogelijke schaalvergroting via strategische partnerschappen met partners als het Internationaal Fonds voor landbouwontwikkeling (IFAD) en de International Land Coalition (ILC).

Het vergaren van informatie en het documenteren daarvan maakt gebruik van audiovisueel materiaal beschikbaar voor de leden van de gemeenschappen, met het oog op het opbouwen van capaciteit. De gemeenschapsleiders zullen bijeenkomsten houden, die gefilmd en op dvd gezet worden om de verschillende groepen de mogelijkheid te bieden de discussies te bekijken en inzicht te krijgen in de besluitvorming. Om te waarborgen dat het proces op de juiste wijze periodiek wordt geactualiseerd zullen maandelijkse verslagen worden opgesteld in een PRM-nieuwsbrief, naar het voorbeeld van de Rangelands Initiative Bulletins. Om een bijdrage te leveren aan de beleidsvorming zullen technische verslagen worden opgesteld voor beleidsmakers en partners.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

HOOFDSTUK 21 04 —   EUROPEES INSTRUMENT VOOR DEMOCRATIE EN MENSENRECHTEN

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

% Betalingen 2014-2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

21 04

EUROPEES INSTRUMENT VOOR DEMOCRATIE EN MENSENRECHTEN

21 04 01

Versterking van de eerbiediging en naleving van de mensenrechten en de fundamentele vrijheden en ondersteuning van democratische hervormingen

4

130 293 231

75 025 044

130 166 185

35 737 439

132 782 020,—

7 946 252,20

10,59

21 04 51

Voltooiing van het Europees instrument voor democratie en mensenrechten(vóór 2014)

4

58 589 479

77 948 317

348,05

119 752 721,70

204,39

21 04 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

21 04 77 02

Proefproject — Forum EU-Rusland voor het maatschappelijk middenveld

4

p.m.

p.m.

p.m.

167 894

0,—

292 344,66

 
 

Artikel 21 04 77 — Subtotaal

 

p.m.

p.m.

p.m.

167 894

0,—

292 344,66

 
 

Hoofdstuk 21 04 — Totaal

 

130 293 231

133 614 523

130 166 185

113 853 650

132 782 368,05

127 991 318,56

95,79

21 04 01

Versterking van de eerbiediging en naleving van de mensenrechten en de fundamentele vrijheden en ondersteuning van democratische hervormingen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

130 293 231

75 025 044

130 166 185

35 737 439

132 782 020,—

7 946 252,20

Toelichting

De algemene doelstelling is bij te dragen aan de ontwikkeling en consolidering van de democratie en de eerbiediging van de mensenrechten, overeenkomstig de beleidslijnen en richtsnoeren van de Unie en in nauwe samenwerking met het maatschappelijk middenveld.

De activiteiten zullen zich met name concentreren op:

 

de versterking van de eerbiediging en naleving van de mensenrechten en de fundamentele vrijheden, met inbegrip van de rechten van de vrouw, zoals vastgelegd in de Universele verklaring van de rechten van de mens en andere internationale en regionale mensenrechteninstrumenten, met bijzondere aandacht voor de vrijheid van meningsuiting, de vrijheid van vergadering en digitale vrijheden, alsook de versterking van de bescherming, de bevordering en de bewaking van de mensenrechten, vooral door steun aan relevante organisaties van het maatschappelijk middenveld, mensenrechtenactivisten en slachtoffers van onderdrukking of mishandeling;

 

ondersteuning en consolidering van democratische hervormingen in derde landen, met uitzondering van de verkiezingswaarnemingsmissies van de Europese Unie, door de participatieve en representatieve democratie te vergroten, de positie van vrouwen en de algemene democratische cyclus te versterken en de electorale procedure betrouwbaarder te maken.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun publieke organen, entiteiten of natuurlijke personen aan bepaalde externe steunprojecten of -programma's die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen worden vastgesteld, onverminderd artikel 187, lid 7 van het Financieel Reglement, in het kader van de transferovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma voor elk hoofdstuk. Deze bedragen kunnen worden aangevuld met bijdragen voor Unietrustfondsen.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 235/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot instelling van een financieringsinstrument voor democratie en mensenrechten in de wereld (PB L 77 van 14.3.2014, blz. 85).

21 04 51

Voltooiing van het Europees instrument voor democratie en mensenrechten(vóór 2014)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

58 589 479

77 948 317

348,05

119 752 721,70

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met nog af te wikkelen vastleggingen van het Europees instrument voor de democratie en de mensenrechten in de periode 2007-2013.

Eventuele inkomsten afkomstig van financiële bijdragen van lidstaten en andere donorlanden, inclusief in beide gevallen hun publieke en parastatale organen, of internationale organisaties aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, overeenkomstig de desbetreffende basishandeling, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen worden vastgesteld in het kader van de transferovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1889/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 tot instelling van een financieringsinstrument voor de bevordering van democratie en mensenrechten in de wereld (PB L 386 van 29.12.2006, blz. 1).

21 04 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

21 04 77 02

Proefproject — Forum EU-Rusland voor het maatschappelijk middenveld

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

167 894

0,—

292 344,66

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

HOOFDSTUK 21 05 —   INSTRUMENT VOOR BIJDRAGE AAN STABILITEIT EN VREDE (ICSP) — WERELDWIJDE EN GRENSOVERSCHRIJDENDE EN NIEUWE BEDREIGINGEN

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

% Betalingen 2014-2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

21 05

INSTRUMENT VOOR BIJDRAGE AAN STABILITEIT EN VREDE (ICSP) — WERELDWIJDE EN GRENSOVERSCHRIJDENDE EN NIEUWE BEDREIGINGEN

21 05 01

Wereldwijde en grensoverschrijdende en nieuwe bedreigingen

4

64 393 076

50 166 619

64 000 000

18 067 424

82 255 223,—

0,—

0

21 05 51

Voltooiing van acties op het gebied van mondiale bedreigingen voor de veiligheid (vóór 2014)

4

34 644 709

29 700 678

0,—

47 451 231,02

136,97

21 05 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

21 05 77 01

Proefproject — Steun voor bewakings- en beschermingsmaatregelen voor uniale vaartuigen die door gebieden varen waar piraterij een bedreiging vormt

4

p.m.

p.m.

p.m.

83 947

0,—

596 781,14

 

21 05 77 02

Voorbereidende actie — Noodmaatregelen tegen de financiële en economische crisis in de ontwikkelingslanden

4

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

5 342,61

113 907,75

 
 

Artikel 21 05 77 — Subtotaal

 

p.m.

p.m.

p.m.

83 947

5 342,61

710 688,89

 
 

Hoofdstuk 21 05 — Totaal

 

64 393 076

84 811 328

64 000 000

47 852 049

82 260 565,61

48 161 919,91

56,79

21 05 01

Wereldwijde en grensoverschrijdende en nieuwe bedreigingen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

64 393 076

50 166 619

64 000 000

18 067 424

82 255 223,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dekt de bijstand voor het aanpakken van mondiale en transregionale dreigingen en opkomende dreigingen, als bepaald in artikel 5 van Verordening (EU) nr. 230/2014 tot invoering van een instrument voor bijdrage aan stabiliteit en vrede.

Het dient ter dekking van acties om landen en bevolkingen te beschermen tegen hetzij opzettelijk, hetzij door ongevallen of door de natuur veroorzaakte risico's. Dit kan onder meer omvatten:

 

het bevorderen van civiele onderzoeksactiviteiten als alternatief voor aan defensie gerelateerd onderzoek en steun voor de omscholing en alternatieve tewerkstelling van wetenschappers en ingenieurs die voorheen in de wapenindustrie in brede zin werkzaam waren;

 

steun voor maatregelen ter verbetering van de veiligheidspraktijk in civiele installaties waar gevoelige chemische, biologische, stralings- of nucleaire materialen of stoffen zijn opgeslagen of worden aangewend in het kader van civiele onderzoeksprogramma's;

 

steun, in het kader van het samenwerkingsbeleid van de Unie en de doelstellingen daarvan, voor de totstandbrenging van civiele infrastructuur en voor het verrichten van de nodige civiele studies voor de ontmanteling, het herstel of de omschakeling van aan wapens gerelateerde faciliteiten en locaties ten aanzien waarvan verklaard is dat zij niet langer deel uitmaken van een defensieprogramma;

 

het versterken van de capaciteit van de bevoegde civiele autoriteiten die betrokken zijn bij de ontwikkeling en de uitoefening van de daadwerkelijke controle op de handel in chemische, biologische, stralings- en nucleaire materialen of stoffen (waaronder de apparatuur voor hun productie of overbrenging of efficiënte grenscontroles), ook door middel van de installatie van moderne logistieke apparatuur voor evaluatie en controle. De acties hebben betrekking op zowel natuur- en industriële rampen als op criminele activiteiten;

 

steun aan IAEA voor de vergroting van hun technische capaciteit om de illegale handel in radioactieve materialen op te sporen;

 

de ontwikkeling van een juridisch kader en van de institutionele capaciteit voor de invoering en toepassing van efficiënte uitvoercontroles op goederen voor tweeërlei gebruik, waaronder maatregelen op het gebied van regionale samenwerking;

 

de ontwikkeling van effectieve civiele rampenplannen, noodhulp en reacties op crisissituaties alsmede van de capaciteit voor het schoonmaken in geval van eventuele grote milieurampen op dit gebied.

Andere maatregelen op het vlak van mondiale en transregionale dreigingen betreffen:

 

de versterking van de capaciteit van de politiële, justitiële en civiele autoriteiten die zich bezighouden met de bestrijding van terrorisme,

 

bestrijding van gewelddadig extremisme en georganiseerde misdaad, waaronder drug- shandel, mensenhandel, handel in vuurwapens en explosieven, cybercriminaliteit, namaakgeneesmiddelen, en daadwerkelijke controle van illegale handel en doorvoer. Een nieuwe prioriteit is het aanpakken van mondiale en transregionale gevolgen van de klimaatverandering die een potentieel destabiliserend effect hebben,

 

steun voor maatregelen ter bestrijding van bedreigingen voor internationaal vervoer, energievoorziening en kritische infrastructuur, waaronder personen- en goederenvervoer en energiedistributie, en elektronische informatie- en communicatienetwerken;

 

een adequate respons op grote gevaren voor de volksgezondheid, zoals pandemieën met potentiële grensoverschrijdende gevolgen.

Dergelijke maatregelen kunnen in het kader van dit instrument bij een stabiel klimaat worden aangenomen, om het hoofd te bieden aan specifieke destabiliserende dreigingen op wereldwijd en transregionaal niveau; deze maatregelen kunnen evenwel alleen worden genomen wanneer met de desbetreffende instrumenten van de Unie voor externe bijstand geen adequaat en doeltreffend antwoord kan worden gegeven.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun openbare organen, entiteiten of natuurlijke personen, aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma. Deze bedragen kunnen worden aangevuld met bijdragen voor Unietrustfondsen.

Rechtsgrondslag

Verordening (EU) nr. 230/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een instrument voor bijdrage aan stabiliteit en vrede (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 1).

21 05 51

Voltooiing van acties op het gebied van mondiale bedreigingen voor de veiligheid (vóór 2014)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

34 644 709

29 700 678

0,—

47 451 231,02

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1724/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 23 juli 2001 inzake de bestrijding van antipersoneelmijnen in ontwikkelingslanden (PB L 234 van 1.9.2001, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1725/2001 van de Raad van 23 juli 2001 inzake de bestrijding van antipersoneelmijnen in andere landen dan ontwikkelingslanden (PB L 234 van 1.9.2001, blz. 6).

Verordening (EG) nr. 1717/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 15 november 2006 tot invoering van een stabiliteitsinstrument (PB L 327 van 24.11.2006, blz. 1).

21 05 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

21 05 77 01

Proefproject — Steun voor bewakings- en beschermingsmaatregelen voor uniale vaartuigen die door gebieden varen waar piraterij een bedreiging vormt

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

83 947

0,—

596 781,14

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

21 05 77 02

Voorbereidende actie — Noodmaatregelen tegen de financiële en economische crisis in de ontwikkelingslanden

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

5 342,61

113 907,75

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

HOOFDSTUK 21 06 —   INSTRUMENT VOOR SAMENWERKING OP HET GEBIED VAN DE NUCLEAIRE VEILIGHEID

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

% Betalingen 2014-2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

21 06

INSTRUMENT VOOR SAMENWERKING OP HET GEBIED VAN DE NUCLEAIRE VEILIGHEID

21 06 01

Ondersteuning van de bevordering van een hoog niveau van nucleaire veiligheid, stralingsbescherming en de toepassing van efficiënte en effectieve veiligheidscontroles op kernmateriaal in derde landen

4

30 369 456

22 127 600

29 740 640

13 689 696

29 346 872,—

0,—

0

21 06 02

Aanvullende bijdrage van de Europese Unie aan de Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling (EBRO) ten behoeve van het Fonds inkapseling Tsjernobyl

4

40 000 000

40 488 828

30 000 000

29 511 172

     

21 06 51

Voltooiing van vroegere acties (vóór 2014)

4

32 937 600

15 566 343

0,—

46 847 849,41

142,23

 

Hoofdstuk 21 06 — Totaal

 

70 369 456

95 554 028

59 740 640

58 767 211

29 346 872,—

46 847 849,41

49,03

21 06 01

Ondersteuning van de bevordering van een hoog niveau van nucleaire veiligheid, stralingsbescherming en de toepassing van efficiënte en effectieve veiligheidscontroles op kernmateriaal in derde landen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

30 369 456

22 127 600

29 740 640

13 689 696

29 346 872,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van de bevordering van een effectieve nucleaire beveiligings- en veiligheidscultuur op alle niveaus, in het bijzonder door:

 

permanente steun voor regulerende lichamen, organisaties voor technische ondersteuning en de versterking van het regelgevingskader, met name met betrekking tot vergunningsactiviteiten, om te komen tot een sterk en onafhankelijk gereglementeerd toezicht;

 

steun voor het op veilige wijze vervoeren, behandelen en verwijderen van bestraalde splijtstof en radioactief afval van zowel kerncentrales als van andere (wees-)bronnen (medische toepassingen, uraniumwinning);

 

de ontwikkeling en uitvoering van strategieën voor de ontmanteling van bestaande installaties en de sanering van de terreinen van voormalige nucleaire installaties;

 

de bevordering van effectieve regelgevingskaders, procedures en systemen om een toereikende bescherming te waarborgen tegen ioniserende straling van radioactieve materialen, met name van hoogactieve radioactieve bronnen, en de veilige verwijdering daarvan;

 

de financiering van stresstest op basis van het acquis;

 

de totstandbrenging van het nodige regelgevingskader en de nodige methoden voor de uitvoering van nucleaire veiligheidscontroles, onder meer ook voor goede administratie en controle van splijtstoffen op het niveau van de overheid en van de exploitant;

 

de instelling van effectieve regelingen voor de preventie van ongevallen die radiologische gevolgen hebben en voor de inperking van de gevolgen van eventuele dergelijke ongevallen, alsmede voor rampenplannen en maatregelen ter voorbereiding en reactie op noodsituaties, civiele bescherming en herstel;

 

maatregelen ter bevordering van internationale samenwerking (onder meer in het kader van de bevoegde internationale organisaties, met name de IAEA) op bovengenoemde terreinen, waaronder de uitvoering van en het toezicht op internationale overeenkomsten en verdragen, uitwisseling van informatie en opleiding en onderzoek;

 

beter voorbereid zijn op kernongevallen, en opleiding en begeleiding om de capaciteit van de regelgevers te vergroten.

Dit krediet dient ook ter dekking van gezondheids- en milieuprojecten in verband met de gevolgen van het ongeval in Tsjernobyl voor de menselijke gezondheid en het milieu, in het bijzonder in Oekraïne en Belarus.

Voorrang zal worden gegeven aan de behoeften van de landen die deel uitmaken van het nabuurschapsbeleid van de Unie.

Relevante werkzaamheden die eerder werden uitgevoerd in het kader van het instrument voor pretoetredingssteun, zullen worden overgenomen door het instrument voor samenwerking op het gebied van de nucleaire veiligheid om een allesomvattende benadering te waarborgen.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun publieke organen, entiteiten of natuurlijke personen aan bepaalde externe steunprojecten of -programma's die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma voor elk hoofdstuk.

Rechtsgronden

Verordening (Euratom) nr. 237/2014 van de Raad van 13 december 2013 tot invoering van een instrument voor samenwerking op het gebied van nucleaire veiligheid (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 109).

21 06 02

Aanvullende bijdrage van de Europese Unie aan de Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling (EBRO) ten behoeve van het Fonds inkapseling Tsjernobyl

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

40 000 000

40 488 828

30 000 000

29 511 172

   

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de bijdragen van de Unie aan de voltooiing van de inkapseling van Tsjernobyl na het ongeval van 1986.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun openbare organen, entiteiten of natuurlijke personen, aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma voor elk hoofdstuk.

Rechtsgronden

Verordening (Euratom) nr. 237/2014 van de Raad van 13 december 2013 tot invoering van een instrument voor samenwerking op het gebied van nucleaire veiligheid (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 109).

21 06 51

Voltooiing van vroegere acties (vóór 2014)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

32 937 600

15 566 343

0,—

46 847 849,41

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren.

Rechtsgronden

Besluit 2006/908/EG, Euratom van de Raad van 4 december 2006 betreffende de eerste tranche van de derde financiële bijdrage van de Gemeenschap aan de Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling ten behoeve van het Fonds inkapseling Tsjernobyl (PB L 346 van 9.12.2006, blz. 28).

Verordening (Euratom) nr. 300/2007 van de Raad van 19 februari 2007 tot invoering van een instrument voor samenwerking op het gebied van nucleaire veiligheid (PB L 81 van 22.3.2007, blz. 1).

HOOFDSTUK 21 07 —   PARTNERSCHAP TUSSEN DE EUROPESE UNIE EN GROENLAND

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

% Betalingen 2014-2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

21 07

PARTNERSCHAP TUSSEN DE EUROPESE UNIE EN GROENLAND

21 07 01

Samenwerking met Groenland

4

31 130 000

34 601 717

30 698 715

33 637 321

24 569 471,—

10 529 894,—

30,43

21 07 51

Voltooiing van vroegere acties (vóór 2014)

4

p.m.

p.m.

0,—

6 512 134,—

 
 

Hoofdstuk 21 07 — Totaal

 

31 130 000

34 601 717

30 698 715

33 637 321

24 569 471,—

17 042 028,—

49,25

21 07 01

Samenwerking met Groenland

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

31 130 000

34 601 717

30 698 715

33 637 321

24 569 471,—

10 529 894,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

bijstand aan Groenland bij het aanpakken van zijn grootste uitdagingen, in het bijzonder de duurzame diversifiëring van de economie, de noodzaak om de vaardigheden van zijn beroepsbevolking, met inbegrip van wetenschappers, te vergroten, en de noodzaak om de Groenlandse informatiesystemen op het gebied van informatie- en communicatietechnologieën te verbeteren;

 

versterking van het vermogen van het Groenlands bestuur om het nationaal beleid beter te formuleren en uit te voeren, met name op gebieden van wederzijds belang.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun publieke organen, entiteiten of natuurlijke personen aan bepaalde externe steunprojecten of -programma's die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma voor elk hoofdstuk.

Rechtsgronden

Besluit 2014/137/EU van de Raad van 14 maart 2014 inzake betrekkingen tussen de Europese Unie, enerzijds, en Groenland en het Koninkrijk Denemarken, anderzijds (PB L 76 van 15.3.2014, blz. 1).

Referentiebesluiten

Besluit 2013/755/EU van de Raad van 25 november 2013 betreffende de associatie van de landen en gebieden overzee met de Europese Unie („LGO-besluit”) (PB L 344 van 19.12.2013, blz. 1).

21 07 51

Voltooiing van vroegere acties (vóór 2014)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

0,—

6 512 134,—

Toelichting

Dit krediet dient voor de afwikkeling van de vastleggingen die zijn gedaan vóór 2014.

Rechtsgronden

Besluit 2006/526/EG van de Raad van 17 juli 2006 inzake de betrekkingen tussen de Europese Gemeenschap, enerzijds, en Groenland en het Koninkrijk Denemarken, anderzijds (PB L 208 van 29.7.2006, blz. 28).

Referentiebesluiten

Gemeenschappelijke verklaring van de Europese Gemeenschap, enerzijds, en de autonome regering van Groenland en de regering van Denemarken, anderzijds, inzake het partnerschap tussen de Europese Gemeenschap en Groenland, ondertekend te Luxemburg op 27 juni 2006 (PB L 208 van 29.7.2006, blz. 32).

HOOFDSTUK 21 08 —   WERELDWIJDE ONTWIKKELING EN SAMENWERKING

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

% Betalingen 2014-2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

21 08

WERELDWIJDE ONTWIKKELING EN SAMENWERKING

21 08 01

Evaluatie van de resultaten van de steun van de Unie, vervolgmaatregelen en audit

4

24 620 000

23 127 234

24 130 000

23 622 115

23 657 510,—

15 851 729,26

68,54

21 08 02

Coördinatie en bewustmaking op het gebied van ontwikkelingskwesties

4

10 142 000

10 128 746

11 508 000

11 265 781

13 497 055,79

8 949 541,15

88,36

 

Hoofdstuk 21 08 — Totaal

 

34 762 000

33 255 980

35 638 000

34 887 896

37 154 565,79

24 801 270,41

74,58

21 08 01

Evaluatie van de resultaten van de steun van de Unie, vervolgmaatregelen en audit

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

24 620 000

23 127 234

24 130 000

23 622 115

23 657 510,—

15 851 729,26

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van evaluaties vooraf en achteraf, monitoring en steunmaatregelen tijdens de fase van programmering, opstelling en uitvoering van ontwikkelingsmaatregelen, -strategieën en -beleid, waaronder:

 

studies naar de effectiviteit, efficiency, relevantie, impact en levensvatbaarheid van, en de ontwikkeling van effectmetingen en -indicatoren voor ontwikkelingssamenwerking;

 

monitoring van maatregelen tijdens de uitvoering en na afsluiting;

 

steunmaatregelen ter verbetering van de kwaliteit van de systemen, methodieken en praktijken voor de monitoring van lopende maatregelen en de voorbereiding van toekomstige maatregelen;

 

terugkoppeling van informatie en voorlichting over bevindingen, conclusies en aanbevelingen van evaluaties naar het besluitvormingsproces;

 

ontwikkeling van de methoden om de kwaliteit en het nut van evaluaties te verbeteren, waaronder research, terugkoppeling, informatie- en opleidingsactiviteiten daaromtrent.

Dit krediet dient ook voor de financiering van audits betreffende het beheer van programma's en projecten die door de Commissie worden uitgevoerd op het vlak van externe steun, en voor de financiering van opleidingsactiviteiten die gebaseerd zijn op de specifieke voorschriften betreffende de externe steun van de Unie en worden georganiseerd voor externe auditors.

Dit krediet dient bovendien ook ter dekking van de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de doelstellingen van het programma of de maatregelen die onder dit artikel vallen, en alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand waarbij geen sprake is van overheidstaken die door de Commissie zijn uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc, en activiteiten inzake opleidingen en capaciteitsopbouw voor de belangrijkste betrokkenen bij het ontwerp en de tenuitvoerlegging van programma's voor externe steun.

Ten slotte dient dit krediet ter financiering van de uitgaven voor onderzoeken en het opstellen van methodologische instrumenten, bijeenkomsten van deskundigen, voorlichting en publicaties, alsook kennisdeling en opleidingsactiviteiten met betrekking tot de opzet en de uitvoering van programma's voor externe bijstand, in het bijzonder voor het beheer van de project- en programmacyclus en capaciteitsontwikkeling.

Rechtsgronden

Taak die voortvloeit uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel vlak, zoals bedoeld in artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

21 08 02

Coördinatie en bewustmaking op het gebied van ontwikkelingskwesties

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

10 142 000

10 128 746

11 508 000

11 265 781

13 497 055,79

8 949 541,15

Toelichting

De bijdrage uit de begroting verschaft de Commissie middelen voor de nodige maatregelen ter ondersteuning van de voorbereiding en de omschrijving van en het toezicht op de coördinerende maatregelen binnen het ontwikkelingsbeleid. Beleidscoördinatie is van essentieel belang om te komen tot coherente, aanvullende en efficiënte hulp en ontwikkeling.

Deze maatregelen zijn van het grootste belang voor de vorm- en richtinggeving van het Europese ontwikkelingsbeleid op het niveau van strategie en programmering. Het Europese ontwikkelingsbeleid staat specifiek beschreven in de Verdragen (de artikelen 208 en 210 van het Verdrag betreffende de werking van Europese Unie). De uniale hulp en het nationale beleid van de lidstaten op het gebied van ontwikkelingssamenwerking moeten elkaar aanvullen en versterken en dit is niet mogelijk zonder coördinatie. Op grond van artikel 210 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie moet de Commissie optreden als coördinator van het ontwikkelingssamenwerkingsbeleid van de lidstaten en van de Unie en de maatregelen die in uitvoering daarvan worden genomen.

Deze coördinatie door de Commissie is niet alleen een grote toegevoegde waarde voor het beleid van de lidstaten, maar is ook een prioriteit waar de doelstellingen van de Unie en de internationale gemeenschap elkaar kruisen. Dit krediet dient ter dekking van verschillende soorten maatregelen:

Maatregel A: Coördinatie op Europees en internationaal niveau

 

Studies naar de effectiviteit, efficiëntie, relevantie, impact en levensvatbaarheid van de coördinatie;

 

ondersteunings- en coördinatieactiviteiten in de prioritaire werkterreinen „doeltreffendheid van hulp en ontwikkeling” (inclusief gezamenlijke voorbereiding en uitvoering) en „financiering voor ontwikkeling”;

 

bijeenkomsten van deskundigen en uitwisseling tussen de Commissie, de lidstaten en andere internationale actoren (VS, nieuwe donoren enz.) en voorbereiding van en deelname aan internationale fora zoals het mondiaal partnerschap voor doeltreffende ontwikkelingssamenwerking (GPEDC) of die fora in het kader van de beleidspijlers ontwikkelingsfinanciering, uitvoeringsmiddelen en post 2015-agenda;

 

onderzoek, communicatie, raadpleging en evaluatiediensten, ook voor technische bijstand;

 

monitoring van maatregelen en beleid in uitvoering;

 

ondersteuningsmaatregelen ter verbetering van de kwaliteit van het toezicht op lopende acties en de voorbereiding van toekomstige acties, ook op het vlak van capaciteitsopbouw;

 

maatregelen ter ondersteuning van buitenlandse coördinatie-initiatieven;

 

het opstellen van gemeenschappelijke standpunten, verklaringen en initiatieven;

 

de organisatie van evenementen op het gebied van coördinatie;

 

de bijdrage van de Commissie voor lidmaatschap van de internationale organisaties en netwerken;

 

verspreiding van informatie door middel van het uitbrengen van publicaties en het ontwikkelen van informatiesystemen.

Dit krediet dient eveneens ter dekking van de financiering van activiteiten inzake onderzoek voor ontwikkelingsbeleidsvorming, voortbouwend op de ervaring met het initiatief betreffende de mobilisering van Europees onderzoek voor ontwikkelingsbeleid. Deze activiteiten omvatten ook steun voor geavanceerd onderzoek en gestructureerde debatten om de synergie tussen onderzoekers en beleidsmakers te vergroten, met als doel de verfijning van het Europees perspectief inzake belangrijke ontwikkelingsproblemen en de vergroting van de invloed van de Unie op de internationale ontwikkelingsagenda op basis van onafhankelijke kennis en onderzoek.

Maatregel B: Bewustmaking

Dit krediet dient ter dekking van activiteiten om het ontwikkelingsbeleid van de Unie en de lidstaten bekend te maken en om het grote publiek bewust te maken van ontwikkelingsvraagstukken. In alle activiteiten die uit deze maatregel gefinancierd worden, moeten beide onderstaande onderdelen zijn opgenomen, die elkaar volgens de Commissie aanvullen:

 

een onderdeel „informatie” dat dient ter bevordering van de diverse activiteiten die de Unie op het gebied van internationale samenwerking en ontwikkelingshulp neemt, alsook de maatregelen die tezamen met de lidstaten en de andere internationale organisaties worden genomen;

 

een onderdeel dat op de „bewustmaking” van de publieke opinie in zowel de Unie als de partnerlanden is toegespitst.

Deze activiteiten behelzen voornamelijk financiële steun voor audiovisuele en online voorlichting, seminars en evenementen met betrekking tot ontwikkeling, de productie van informatiemateriaal, de ontwikkeling van voorlichtingssystemen, en de Lorenzo Natali-prijs voor ontwikkelingsjournalistiek.

Deze activiteiten richten zich op de partners in de publieke en particuliere sector, alsook op vertegenwoordigers en delegaties van de Europese Unie in de lidstaten.

Dit krediet dient bovendien ter financiering van prioritaire voorlichtings- en communicatieactiviteiten die zijn gericht op de burgers van de Unie en betrekking hebben op het gehele buitenlandse beleid van de Unie.

In de voorlichtingsactiviteiten zullen onderstaande gebieden aan de orde worden gesteld, maar kan ook aandacht worden besteed aan andere aspecten van de buitenlandse betrekkingen van de Unie, met name in verband met de toekomst van het buitenlandse beleid van de Unie:

 

de perceptie bij het grote publiek van buitenlandse hulp aanpakken, voortbouwen op de resultaten en de evaluatie van de activiteiten die de instellingen van de Unie en de lidstaten in het kader van het Europees Jaar voor ontwikkeling 2015 hebben ondernomen. Het doel hiervan is te verduidelijken dat de buitenlandse hulp onlosmakelijk deel uitmaakt van de activiteiten van de Unie en een van de cruciale beleidsvormen is die het gezicht van de Unie en haar rol in de wereld bepalen en het besef te laten doordringen dat Unie namens de burgers van de Unie tastbare resultaten behaalt op het vlak van armoedebestrijding en het bevorderen van duurzame mondiale ontwikkeling van hoge kwaliteit;

 

de jaarlijkse editie van de Europese ontwikkelingsdagen (EDD) organiseren. De EDD zijn een van de belangrijkste evenementen in de agenda van de Commissie op het vlak van externe betrekkingen. Het evenement brengt activisten, besluitvormers en ontwikkelingswerkers uit de hele wereld samen. Elk jaar zijn de EDD een platform voor brainstorming over het te voeren beleid en toekomstgerichte aanbevelingen in aanloop naar de cruciale internationale topbijeenkomsten. Op de EDD wordt de aandacht gevestigd op de belangrijke rol die de Unie vervult, niet alleen als de grootste verschaffer ter wereld van ontwikkelingshulp maar ook als voortrekker in de internationale beleidsdiscussies over ontwikkeling.

 

de organisatie van bezoeken voor groepen journalisten en andere doelgroepen.

De Commissie heeft twee mededelingen aan het Europees Parlement, de Raad, het Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's aangenomen betreffende een nieuw kader voor praktische samenwerking in verband met het voorlichtings- en communicatiebeleid van de Europese Unie (COM(2001) 354 en COM(2002) 350). In deze mededelingen wordt een kader voorgesteld voor interinstitutionele samenwerking tussen de instellingen en de lidstaten met het oog op de ontwikkeling van een voorlichtings- en communicatiestrategie van de Unie.

De Interinstitutionele Groep voorlichting (IGV), die gezamenlijk wordt voorgezeten door het Europees Parlement, de Raad en de Commissie, stelt gezamenlijke richtsnoeren vast voor de onderwerpen die onder de interinstitutionele samenwerking op het gebied van het uniale voorlichtings- en communicatiebeleid vallen. De IGV coördineert de op het grote publiek gerichte gecentraliseerde en gedecentraliseerde voorlichtingsactiviteiten over Europese onderwerpen. De IGV stelt jaarlijks de prioriteiten voor de komende jaren vast, op basis van door de Commissie verstrekte informatie.

Dit krediet dient ook ter dekking van:

 

uitgaven voor technische en administratieve ondersteuning, waarbij geen sprake is van overheidstaken, die door de Commissie tot wederzijds voordeel van de Commissie en de begunstigden zijn uitbesteed op basis van ad-hocdienstverleningscontracten;

 

uitgaven voor drukwerk, vertalingen, studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en de aankoop van publicatiemateriaal dat rechtstreeks verband houdt met het verwezenlijken van de doelstelling van het programma.

Ten slotte dient dit krediet ter dekking van de uitgaven voor publicaties, productie, opslag, distributie en verspreiding van informatiemateriaal, met name via het Bureau voor publicaties van de Europese Unie, en andere administratieve kosten die verband houden met de coördinatie.

Rechtsgronden

Taak die voortvloeit uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel vlak, zoals bedoeld in artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

Taak die voortvloeit uit de specifieke bevoegdheden die krachtens artikel 210 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie rechtstreeks aan de Commissie worden toegekend.

Verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2001 inzake de toegang van het publiek tot documenten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie (PB L 145 van 31.5.2001, blz. 43).

Besluit nr. 472/2014/EU van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 over het Europees Jaar voor ontwikkeling (2015) (PB L 136 van 9.5.2014, blz. 1).

HOOFDSTUK 21 09 —   VOLTOOIING VAN ACTIES UITGEVOERD IN HET KADER VAN HET INSTRUMENT VOOR GEÏNDUSTRIALISEERDE LANDEN (ICI+)

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

% Betalingen 2014-2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

21 09

VOLTOOIING VAN ACTIES UITGEVOERD IN HET KADER VAN HET INSTRUMENT VOOR GEÏNDUSTRIALISEERDE LANDEN (ICI+)

21 09 51

Voltooiing van vroegere acties (vóór 2014)

21 09 51 01

Azië

4

9 212 441

13 540 855

1 036,61

6 591 538,35

71,55

21 09 51 02

Latijns-Amerika

4

10 560 000

8 804 880

0,—

3 918 746,30

37,11

21 09 51 03

Afrika

4

1 279 916

712 499

0,—

1 152 172,65

90,02

 

Artikel 21 09 51 — Subtotaal

 

21 052 357

23 058 234

1 036,61

11 662 457,30

55,40

 

Hoofdstuk 21 09 — Totaal

 

21 052 357

23 058 234

1 036,61

11 662 457,30

55,40

21 09 51

Voltooiing van vroegere acties (vóór 2014)

21 09 51 01

Azië

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

9 212 441

13 540 855

1 036,61

6 591 538,35

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1338/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 13 december 2011 houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 1934/2006 van de Raad tot vaststelling van een financieringsinstrument voor de samenwerking met geïndustrialiseerde landen en andere landen en gebieden met een hoog inkomen (PB L 347 van 30.12.2011, blz. 21).

21 09 51 02

Latijns-Amerika

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

10 560 000

8 804 880

0,—

3 918 746,30

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1338/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 13 december 2011 houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 1934/2006 van de Raad tot vaststelling van een financieringsinstrument voor de samenwerking met geïndustrialiseerde landen en andere landen en gebieden met een hoog inkomen (PB L 347 van 30.12.2011, blz. 21).

21 09 51 03

Afrika

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 279 916

712 499

0,—

1 152 172,65

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1338/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 13 december 2011 houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 1934/2006 van de Raad tot vaststelling van een financieringsinstrument voor de samenwerking met geïndustrialiseerde landen en andere landen en gebieden met een hoog inkomen (PB L 347 van 30.12.2011, blz. 21).

TITEL 22

NABUURSCHAP EN UITBREIDINGSONDERHANDELINGEN

Algemene samenvatting van de kredieten (2016 en 2015) en van de uitvoering (2014)

 

Titel

Hoofdstuk

Rubriek

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

22 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN OP HET BELEIDSTERREIN „NABUURSCHAP EN UITBREIDINGSONDERHANDELINGEN”

154 964 435

154 964 435

151 516 123

151 516 123

179 754 537,96

179 754 537,96

22 02

UITBREIDINGSPROCES EN -STRATEGIE

1 477 417 698

1 065 012 390

1 414 567 473

877 850 753

1 315 993 526,38

787 589 751,35

22 04

EUROPEES NABUURSCHAPSINSTRUMENT (ENI)

2 202 795 550

2 345 541 121

2 288 403 376

1 582 277 534

2 302 404 435,49

1 691 726 521,79

 

Titel 22 — Totaal

3 835 177 683

3 565 517 946

3 854 486 972

2 611 644 410

3 798 152 499,83

2 659 070 811,10

HOOFDSTUK 22 01 —   ADMINISTRATIEVE UITGAVEN OP HET BELEIDSTERREIN „NABUURSCHAP EN UITBREIDINGSONDERHANDELINGEN”

De artikelen 1, 2, 3 en 5 zijn in detail weergegeven in hoofdstuk XX 01

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

% 2014-2016

22 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN OP HET BELEIDSTERREIN „NABUURSCHAP EN UITBREIDINGSONDERHANDELINGEN”

22 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen die werkzaam zijn op het beleidsterrein „Nabuurschap en uitbreidingsonderhandelingen”

22 01 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen — Centrale diensten

5,2

32 849 473

33 019 527

33 670 937,27

102,50

22 01 01 02

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen — Delegaties van de Unie

5,2

20 859 597

19 579 536

19 510 648,62

93,53

 

Artikel 22 01 01 — Subtotaal

 

53 709 070

52 599 063

53 181 585,89

99,02

22 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven ter ondersteuning van het beleidsterrein „Nabuurschap en uitbreidingsonderhandelingen”

22 01 02 01

Extern personeel — Centrale diensten

5,2

1 879 556

1 818 129

1 750 321,41

93,12

22 01 02 02

Extern personeel — Delegaties van de Unie

5,2

1 021 470

1 119 577

1 173 167,19

114,85

22 01 02 11

Andere beheersuitgaven — Centrale diensten

5,2

2 218 855

1 098 544

1 061 353,51

47,83

22 01 02 12

Andere beheersuitgaven — Delegaties van de Unie

5,2

1 034 028

451 423

482 370,22

46,65

 

Artikel 22 01 02 — Subtotaal

 

6 153 909

4 487 673

4 467 212,33

72,59

22 01 03

Uitgaven voor uitrusting en diensten voor informatie- en communicatietechnologie, gebouwen en daarmee samenhangende uitgaven op het beleidsterrein „Nabuurschap en uitbreidingsonderhandelingen”

22 01 03 01

Uitgaven voor uitrusting en diensten voor informatie- en communicatietechnologie

5,2

2 096 489

2 096 278

2 416 954,57

115,29

22 01 03 02

Gebouwen en daarmee samenhangende uitgaven — Delegaties van de Unie

5,2

4 874 541

4 552 686

8 389 383,31

172,11

 

Artikel 22 01 03 — Subtotaal

 

6 971 030

6 648 964

10 806 337,88

155,02

22 01 04

Ondersteunende uitgaven voor operaties en programma's voor het beleidsterrein „Nabuurschap en uitbreidingsonderhandelingen”

22 01 04 01

Ondersteunende uitgaven voor het instrument voor pretoetredingssteun (IPA)

4

39 401 419

39 301 418

50 244 026,18

127,52

22 01 04 02

Uitgaven voor ondersteuning van het Europees nabuurschapsinstrument (ENI)

4

45 359 007

44 638 005

57 195 855,68

126,10

22 01 04 03

Ondersteunende uitgaven voor de trustfondsen die door de Commissie worden beheerd

4

p.m.

p.m.

   
 

Artikel 22 01 04 — Subtotaal

 

84 760 426

83 939 423

107 439 881,86

126,76

22 01 06

Uitvoerende agentschappen

22 01 06 01

Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur — Bijdrage uit het instrument voor pretoetredingssteun

4

820 000

885 000

1 029 880,—

125,60

22 01 06 02

Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur — Bijdrage van het Europees nabuurschapsinstrument (ENI)

4

2 550 000

2 956 000

2 829 640,—

110,97

 

Artikel 22 01 06 — Subtotaal

 

3 370 000

3 841 000

3 859 520,—

114,53

 

Hoofdstuk 22 01 — Totaal

 

154 964 435

151 516 123

179 754 537,96

116,00

22 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen die werkzaam zijn op het beleidsterrein „Nabuurschap en uitbreidingsonderhandelingen”

22 01 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen — Centrale diensten

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

32 849 473

33 019 527

33 670 937,27

22 01 01 02

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen — Delegaties van de Unie

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

20 859 597

19 579 536

19 510 648,62

22 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven ter ondersteuning van het beleidsterrein „Nabuurschap en uitbreidingsonderhandelingen”

22 01 02 01

Extern personeel — Centrale diensten

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

1 879 556

1 818 129

1 750 321,41

22 01 02 02

Extern personeel — Delegaties van de Unie

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

1 021 470

1 119 577

1 173 167,19

22 01 02 11

Andere beheersuitgaven — Centrale diensten

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

2 218 855

1 098 544

1 061 353,51

22 01 02 12

Andere beheersuitgaven — Delegaties van de Unie

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

1 034 028

451 423

482 370,22

22 01 03

Uitgaven voor uitrusting en diensten voor informatie- en communicatietechnologie, gebouwen en daarmee samenhangende uitgaven op het beleidsterrein „Nabuurschap en uitbreidingsonderhandelingen”

22 01 03 01

Uitgaven voor uitrusting en diensten voor informatie- en communicatietechnologie

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

2 096 489

2 096 278

2 416 954,57

22 01 03 02

Gebouwen en daarmee samenhangende uitgaven — Delegaties van de Unie

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

4 874 541

4 552 686

8 389 383,31

22 01 04

Ondersteunende uitgaven voor operaties en programma's voor het beleidsterrein „Nabuurschap en uitbreidingsonderhandelingen”

22 01 04 01

Ondersteunende uitgaven voor het instrument voor pretoetredingssteun (IPA)

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

39 401 419

39 301 418

50 244 026,18

Toelichting

Oude post 22 01 04 01 (ten dele)

Dit krediet dient ter dekking van administratieve kosten die rechtstreeks verband houden met de uitvoering van het instrument voor pretoetredingssteun (IPA), de geleidelijke afschaffing van de pretoetredingssteun, TAIEX, meer bepaald:

 

uitgaven voor technische en administratieve bijstand waarbij geen sprake is van overheidstaken die door de Commissie tot wederzijds voordeel van de begunstigden en de Commissie zijn uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc;

 

uitgaven voor extern personeel in de centrale diensten (arbeidscontractanten, gedetacheerde nationale deskundigen of uitzendkrachten), beperkt tot 5 146 149 EUR. Deze schatting is gebaseerd op een voorlopige jaarlijkse eenheidskostprijs per manjaar, bestaande voor 95 % uit de bezoldiging van het desbetreffende personeel en 5 % uit de extra kosten voor opleiding, vergaderingen, dienstreizen, informatietechnologie en telecommunicatie voor het uit dit krediet gefinancierde externe personeel.

 

uitgaven voor extern personeel in delegaties van de Unie (arbeidscontractanten, plaatselijke functionarissen of gedetacheerde nationale deskundigen) dat bij de delegaties van de Unie in dienst wordt genomen met het oog op de decentralisatie van het programmabeheer naar de delegaties van de Unie in derde landen, of in verband met de overname van de taken van de afgeschafte bureaus voor technische bijstand, alsook in de posttoetredingstransitieteams van de Commissie die tijdens de overgangsfase in de nieuwe lidstaten actief blijven (arbeidscontractanten, uitzendkrachten) voor taken die rechtstreeks verband houden met de voltooiing van de toetredingsprogramma’s. In beide gevallen dekt het krediet ook de extra logistieke en infrastructurele kosten, zoals de kosten van opleiding, vergaderingen, dienstreizen en huur van onderkomen, die rechtstreeks voortvloeien uit de aanwezigheid in de delegatie van de Unie van het extern personeel dat wordt bezoldigd uit de kredieten van deze post;

 

uitgaven voor studies, bijeenkomsten van deskundigen, informatiesystemen, voorlichting, opleiding, voorbereiding en uitwisseling van geleerde lessen en beste praktijken, alsook publicatie en andere administratieve of technische bijstand die direct verband houdt met de verwezenlijking van de doelstelling van het programma;

 

onderzoeksactiviteiten over relevante vraagstukken en verspreiding van de resultaten daarvan;

 

uitgaven voor informatie- en communicatieactiviteiten, onder meer de ontwikkeling van communicatiestrategieën en institutionele voorlichting over de politieke prioriteiten van de Unie.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun publieke organen, entiteiten of natuurlijke personen aan bepaalde externe steunprojecten of -programma's die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen worden geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten en vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning, zullen worden vastgesteld, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma voor elk hoofdstuk.

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor administratief beheer uit hoofde van hoofdstuk 22 02.

22 01 04 02

Uitgaven voor ondersteuning van het Europees nabuurschapsinstrument (ENI)

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

45 359 007

44 638 005

57 195 855,68

Toelichting

Oude post 21 01 04 02

Dit krediet dient ter dekking van:

 

uitgaven voor technische en administratieve ondersteuning, waarbij geen sprake is van overheidstaken, die door de Commissie tot wederzijds voordeel van de Commissie en de begunstigden zijn uitbesteed op basis van ad-hocdienstverleningscontracten;

 

uitgaven voor extern personeel op de hoofdzetel (arbeidscontractanten, gedetacheerde nationale deskundigen of uitzendkrachten), dat de taken overneemt van de afgeschafte bureaus voor technische bijstand; De uitgaven voor extern personeel op de hoofdzetel mogen maximaal 4 846 907 EUR bedragen. Deze schatting is gebaseerd op de jaarlijkse kosten per eenheid per mensjaar waarvan 93 % wordt uitgemaakt door de bezoldiging van het desbetreffende personeel en 7 % door de kosten van opleiding, vergaderingen, dienstreizen, informatietechnologie en telecommunicatie voor dit personeel;

 

uitgaven voor extern personeel (arbeidscontractanten, plaatselijke functionarissen of gedetacheerde nationale deskundigen) dat bij de delegaties van de Unie in dienst wordt genomen met het oog op de decentralisatie van het programmabeheer naar de delegaties van de Unie in derde landen, of in verband met de overname van de taken van de afgeschafte bureaus voor technische bijstand, alsmede de bijkomende logistieke en infrastructurele kosten, zoals de kosten van opleiding, vergaderingen, dienstreizen en huur van onderkomen, die rechtstreeks voortvloeien uit de aanwezigheid in de delegaties van het externe personeel dat wordt bezoldigd uit de kredieten van deze post;

 

de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichtingssystemen, bewustmaking, opleiding, voorbereiding en uitwisseling van geleerde lessen en optimale werkwijzen, en publiciteitscampagnes en alle andere uitgaven voor technische en administratieve bijstand die rechtstreeks samenhangen met de verwezenlijking van de doelstelling van het programma;

 

onderzoek naar relevante vraagstukken en verspreiding van de resultaten daarvan;

 

informatie- en communicatieactiviteiten, onder meer de ontwikkeling van communicatiestrategieën en institutionele voorlichting over de politieke prioriteiten van de Unie.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun publieke organen, entiteiten of natuurlijke personen aan bepaalde externe steunprojecten of -programma's die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma voor elk hoofdstuk.

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor ondersteuning in het kader van hoofdstuk 21 03.

22 01 04 03

Ondersteunende uitgaven voor de trustfondsen die door de Commissie worden beheerd

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

p.m.

p.m.

 

Toelichting

Nieuwe post

Dit krediet is bedoeld ter dekking van de beheerskosten van de Commissie, tot maximaal 5 % van de in de trustfondsen samengebrachte bedragen, vanaf de jaren waarin de bijdragen aan elk trustfonds voor het eerst werden gebruik zoals bepaald in artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement.

Ontvangsten die voortvloeien uit de trustfondsen die worden gebruikt voor de ondersteunende maatregelen en die in artikel 6 3 4 van de staat van ontvangsten worden geboekt, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten in deze post overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 2, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 500 000 EUR.

Rechtsgronden

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1), met name artikel 21, lid 2, en artikel 187, lid 7.

22 01 06

Uitvoerende agentschappen

22 01 06 01

Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur — Bijdrage uit het instrument voor pretoetredingssteun

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

820 000

885 000

1 029 880,—

Toelichting

Dit krediet is bedoeld ter dekking van de exploitatiekosten van het Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur in verband met het beheer van programma's op het beleidsterrein „Nabuurschap en uitbreidingsonderhandelingen”. De opdracht van het Agentschap omvat de afwikkeling voor de programmeringsperiode 2007-2013 van de Youth-, Tempus- en Erasmus Mundus-programma's waarbij begunstigden van pretoetredingssteun betrokken zijn. Dit krediet is tevens bedoeld om in het kader van het programma „Erasmus+” de exploitatiekosten te dekken van bepaalde acties van dat programma ter bevordering van de internationale dimensie van hoger onderwijs en andere acties.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 daarvan en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten en, indien van toepassing, potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan programma's van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 58/2003 van de Raad van 19 december 2002 tot vaststelling van het statuut van de uitvoerende agentschappen waaraan bepaalde taken voor het beheer van communautaire programma's worden gedelegeerd (PB L 11 van 16.1.2003, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1085/2006 van de Raad van 17 juli 2006 tot invoering van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA) (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 82).

Verordening (EU) nr. 1288/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van „Erasmus+”: het programma van de Unie voor onderwijs, opleiding, jeugd en sport en tot intrekking van Besluiten nr. 1719/2006/EG, nr. 1720/2006/EG en nr. 1298/2008/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 50).

Verordening (EU) nr. 231/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 11).

Referentiebesluiten

Uitvoeringsbesluit 2013/776/EU van de Commissie van 18 december 2013 tot oprichting van het Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur en tot intrekking van Besluit 2009/336/EG (PB L 343 van 19.12.2013, blz. 46).

Besluit C(2013) 9189 van de Commissie van 18 december 2013 waarbij bevoegdheden worden gedelegeerd aan het Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur met het oog op het vervullen van taken die verband houden met de uitvoering van programma's van de Unie op het gebied van onderwijs, audiovisuele media en cultuur, omvattende in het bijzonder de uitvoering van kredieten van de algemene begroting van de Unie en toewijzingen uit het EOF.

22 01 06 02

Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur — Bijdrage van het Europees nabuurschapsinstrument (ENI)

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

2 550 000

2 956 000

2 829 640,—

Toelichting

Oude post 21 01 06 02

Dit krediet is bedoeld ter dekking van de exploitatiekosten van het Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur die zijn gedaan in het kader van de uit hoofde van hoofdstuk 22 04 aan het Agentschap toevertrouwde uitvoering van de internationale dimensie van het hoger onderwijs van het Erasmus+-programma (rubriek 4). De opdracht van het Agentschap omvat de afwikkeling voor de programmeringsperiode 2007-2013 van de Youth-, Tempus- en Erasmus Mundus-programma's waarbij begunstigden van het Europees nabuurschapsinstrument (ENI) betrokken zijn.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de deelneming van kandidaat-lidstaten en eventueel de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan aan uniale programma's en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de algemene staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten opgevoerd voor het programma, overeenkomstig het bepaalde in artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

De personeelsformatie van het Uitvoerend Agentschap is opgenomen in de bijlage „Personeel” bij deze afdeling.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 58/2003 van de Raad van 19 december 2002 tot vaststelling van het statuut van de uitvoerende agentschappen waaraan bepaalde taken voor het beheer van communautaire programma's worden gedelegeerd (PB L 11 van 16.1.2003, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 1288/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van „Erasmus+”: het programma van de Unie voor onderwijs, opleiding, jeugd en sport en tot intrekking van Besluiten nr. 1719/2006/EG, nr. 1720/2006/EG en nr. 1298/2008/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 50).

Verordening (EU) nr. 232/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een Europees nabuurschapsinstrument (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 27).

Referentiebesluiten

Uitvoeringsbesluit 2013/776/EU van de Commissie van 18 december 2013 tot oprichting van het Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur en tot intrekking van Besluit 2009/336/EG (PB L 343 van 19.12.2013, blz. 46).

Besluit C(2013) 9189 van de Commissie van 18 december 2013 waarbij bevoegdheden worden gedelegeerd aan het Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur met het oog op het vervullen van taken die verband houden met de uitvoering van programma's van de Unie op het gebied van onderwijs, audiovisuele media en cultuur, omvattende in het bijzonder de uitvoering van kredieten van de algemene begroting van de Unie en toewijzingen uit het EOF.

HOOFDSTUK 22 02 —   UITBREIDINGSPROCES EN -STRATEGIE

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

% Betalingen 2014-2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

22 02

UITBREIDINGSPROCES EN -STRATEGIE

22 02 01

Steun voor Albanië, Bosnië en Herzegovina, Kosovo (51), Montenegro, Servië en de voormalige Joegoslavische republiek Macedonië

22 02 01 01

Steun voor politieke hervormingen en een daarmee verband houdende geleidelijke afstemming op het acquis van de Unie

4

190 000 000

54 301 667

203 000 000

44 582 508

244 813 034,25

0,—

0

22 02 01 02

Steun voor economische, sociale en territoriale ontwikkeling en een daarmee verband houdende geleidelijke afstemming op het acquis van de Unie

4

327 960 000

57 819 000

316 000 000

15 348 077

256 080 300,—

0,—

0

 

Artikel 22 02 01 — Subtotaal

 

517 960 000

112 120 667

519 000 000

59 930 585

500 893 334,25

0,—

0

22 02 02

Steun voor IJsland

22 02 02 01

Steun voor politieke hervormingen en een daarmee verband houdende geleidelijke afstemming op het acquis van de Unie

4

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

 

22 02 02 02

Steun voor economische, sociale en territoriale ontwikkeling en een daarmee verband houdende geleidelijke afstemming op het acquis van de Unie

4

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

 
 

Artikel 22 02 02 — Subtotaal

 

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

 

22 02 03

Steun voor Turkije

22 02 03 01

Steun voor politieke hervormingen en een daarmee verband houdende geleidelijke afstemming op het acquis van de Unie

4

255 300 000

122 258 000

213 000 000

84 751 355

349 959 624,—

0,—

0

22 02 03 02

Steun voor economische, sociale en territoriale ontwikkeling en een daarmee verband houdende geleidelijke afstemming op het acquis van de Unie

4

340 484 000

166 076 038

353 000 000

99 557 933

195 640 376,—

0,—

0

 

Artikel 22 02 03 — Subtotaal

 

595 784 000

288 334 038

566 000 000

184 309 288

545 600 000,—

0,—

0

22 02 04

Regionale integratie, territoriale samenwerking en steun aan groepen landen (horizontale programma’s)

22 02 04 01

Meerlandenprogramma’s, regionale integratie en territoriale samenwerking

4

326 700 614

130 967 662

294 934 687

51 535 709

235 132 478,—

2 825 982,—

2,16

22 02 04 02

Bijdrage voor Erasmus+

4

32 035 349

27 877 772

31 115 000

21 780 981

30 943 492,—

441 335,50

1,58

22 02 04 03

Bijdrage voor de Energiegemeenschap voor Zuidoost-Europa

4

4 937 735

4 937 735

3 517 786

3 428 016

3 274 300,21

3 274 300,21

66,31

 

Artikel 22 02 04 — Subtotaal

 

363 673 698

163 783 169

329 567 473

76 744 706

269 350 270,21

6 541 617,71

3,99

22 02 51

Voltooiing van eerdere pretoetredingssteun (vóór 2014)

4

p.m.

499 872 531

p.m.

555 931 305

149 921,92

779 958 320,40

156,03

22 02 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

22 02 77 01

Proefproject — Behoud en herstel van cultureel erfgoed in conflictgebieden

4

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

562 172,13

 

22 02 77 02

Voorbereidende actie — Behoud en herstel van cultureel erfgoed in conflictgebieden

4

p.m.

901 985

p.m.

934 869

0,—

527 641,11

58,50

 

Artikel 22 02 77 — Subtotaal

 

p.m.

901 985

p.m.

934 869

0,—

1 089 813,24

120,82

 

Hoofdstuk 22 02 — Totaal

 

1 477 417 698

1 065 012 390

1 414 567 473

877 850 753

1 315 993 526,38

787 589 751,35

73,95

22 02 01

Steun voor Albanië, Bosnië en Herzegovina, Kosovo (52), Montenegro, Servië en de voormalige Joegoslavische republiek Macedonië

22 02 01 01

Steun voor politieke hervormingen en een daarmee verband houdende geleidelijke afstemming op het acquis van de Unie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

190 000 000

54 301 667

203 000 000

44 582 508

244 813 034,25

0,—

Toelichting

In het kader van het instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) zal dit krediet dienen voor de volgende specifieke doelstellingen in de Westelijke Balkan:

 

steun voor politieke hervormingen,

 

versterking op alle niveaus van het vermogen van de in bijlage I bij de verordening opgenomen begunstigden om te voldoen aan de verplichtingen inzake politieke hervormingen die voortvloeien uit het lidmaatschap van de Unie door steun te verlenen aan de geleidelijke aanpassing aan en goedkeuring, tenuitvoerlegging en handhaving van het acquis van de Unie.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun publieke organen, entiteiten of natuurlijke personen aan bepaalde externe steunprojecten of -programma's die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen worden geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten en vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning, zullen worden vastgesteld, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma voor elk hoofdstuk.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 231/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 11), met name artikel 2, lid 1, onder a) en c).

22 02 01 02

Steun voor economische, sociale en territoriale ontwikkeling en een daarmee verband houdende geleidelijke afstemming op het acquis van de Unie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

327 960 000

57 819 000

316 000 000

15 348 077

256 080 300,—

0,—

Toelichting

In het kader van het instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) zal dit krediet dienen voor de volgende specifieke doelstellingen in de Westelijke Balkan:

 

steun voor economische, sociale en territoriale ontwikkeling met het oog op slimme, duurzame en inclusieve groei;

 

versterking op alle niveaus van het vermogen van de in bijlage I bij de verordening opgenomen begunstigden om te voldoen aan de verplichtingen inzake economische, sociale en territoriale ontwikkeling die voortvloeien uit het lidmaatschap van de Unie door steun te verlenen aan de geleidelijke aanpassing aan en goedkeuring, tenuitvoerlegging en handhaving van het acquis van de Unie, met inbegrip van voorbereiding op het beheer van de structuurfondsen van de Unie, het Cohesiefonds en het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun publieke organen, entiteiten of natuurlijke personen aan bepaalde externe steunprojecten of -programma's die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen worden geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten en vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning, zullen worden vastgesteld, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma voor elk hoofdstuk.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 231/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 11), met name artikel 2, lid 1, onder b) en c).

22 02 02

Steun voor IJsland

22 02 02 01

Steun voor politieke hervormingen en een daarmee verband houdende geleidelijke afstemming op het acquis van de Unie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

Toelichting

In het kader van het instrument voor pretoetredingssteun (IPA II), zal dit krediet dienen voor de volgende specifieke doelstellingen in IJsland:

 

steun voor politieke hervormingen;

 

versterking op alle niveaus van het vermogen van de in bijlage I bij de verordening opgenomen begunstigden om te voldoen aan de verplichtingen inzake politieke hervormingen die voortvloeien uit het lidmaatschap van de Unie door steun te verlenen aan de geleidelijke aanpassing aan en goedkeuring, tenuitvoerlegging en handhaving van het acquis van de Unie.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun publieke organen, entiteiten of natuurlijke personen aan bepaalde externe steunprojecten of -programma's die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen worden geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten en vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning, zullen worden vastgesteld, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma voor elk hoofdstuk.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 231/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 11), met name artikel 2, lid 1, onder a) en c).

22 02 02 02

Steun voor economische, sociale en territoriale ontwikkeling en een daarmee verband houdende geleidelijke afstemming op het acquis van de Unie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

Toelichting

In het kader van het instrument voor pretoetredingssteun (IPA II), zal dit krediet dienen voor de volgende specifieke doelstellingen in IJsland:

 

steun voor economische, sociale en territoriale ontwikkeling met het oog op slimme, duurzame en inclusieve groei;

 

versterking op alle niveaus van het vermogen van de in bijlage I bij de verordening opgenomen begunstigden om te voldoen aan de verplichtingen inzake economische, sociale en territoriale ontwikkeling die voortvloeien uit het lidmaatschap van de Unie door steun te verlenen aan de geleidelijke aanpassing aan en goedkeuring, tenuitvoerlegging en handhaving van het acquis van de Unie, met inbegrip van voorbereiding op het beheer van de structuurfondsen van de Unie, het Cohesiefonds en het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun publieke organen, entiteiten of natuurlijke personen aan bepaalde externe steunprojecten of -programma's die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen worden geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten en vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning, zullen worden vastgesteld, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma voor elk hoofdstuk.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 231/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 11), met name artikel 2, lid 1, onder b) en c).

22 02 03

Steun voor Turkije

22 02 03 01

Steun voor politieke hervormingen en een daarmee verband houdende geleidelijke afstemming op het acquis van de Unie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

255 300 000

122 258 000

213 000 000

84 751 355

349 959 624,—

0,—

Toelichting

In het kader van het instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) zal dit krediet dienen voor de volgende specifieke doelstellingen in Turkije:

 

steun voor politieke hervormingen;

 

versterking op alle niveaus van het vermogen van de in bijlage I bij de verordening opgenomen begunstigden om te voldoen aan de verplichtingen inzake politieke hervormingen die voortvloeien uit het lidmaatschap van de Unie door steun te verlenen aan de geleidelijke aanpassing aan en goedkeuring, tenuitvoerlegging en handhaving van het acquis van de Unie.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun publieke organen, entiteiten of natuurlijke personen aan bepaalde externe steunprojecten of -programma's die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen worden geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten en vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning, zullen worden vastgesteld, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma voor elk hoofdstuk.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 231/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 11), met name artikel 2, lid 1, onder a) en c).

22 02 03 02

Steun voor economische, sociale en territoriale ontwikkeling en een daarmee verband houdende geleidelijke afstemming op het acquis van de Unie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

340 484 000

166 076 038

353 000 000

99 557 933

195 640 376,—

0,—

Toelichting

In het kader van het instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) zal dit krediet dienen voor de volgende specifieke doelstellingen in Turkije:

 

steun voor economische, sociale en territoriale ontwikkeling met het oog op slimme, duurzame en inclusieve groei;

 

versterking op alle niveaus van het vermogen van de in bijlage I bij de verordening opgenomen begunstigden om te voldoen aan de verplichtingen inzake economische, sociale en territoriale ontwikkeling die voortvloeien uit het lidmaatschap van de Unie door steun te verlenen aan de geleidelijke aanpassing aan en goedkeuring, tenuitvoerlegging en handhaving van het acquis van de Unie, met inbegrip van voorbereiding op het beheer van de structuurfondsen van de Unie, het Cohesiefonds en het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun publieke organen, entiteiten of natuurlijke personen aan bepaalde externe steunprojecten of -programma's die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen worden geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten en vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning, zullen worden vastgesteld, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma voor elk hoofdstuk.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 231/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 11), met name artikel 2, lid 1, onder b) en c).

22 02 04

Regionale integratie, territoriale samenwerking en steun aan groepen landen (horizontale programma’s)

22 02 04 01

Meerlandenprogramma’s, regionale integratie en territoriale samenwerking

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

326 700 614

130 967 662

294 934 687

51 535 709

235 132 478,—

2 825 982,—

Toelichting

In het kader van het instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) zal dit krediet dienen voor de specifieke doelstelling van regionale integratie en territoriale samenwerking met de in bijlage I bij Verordening (EU) nr. 231/2014 vermelde begunstigden, de lidstaten, en waar passend, derde landen, binnen de werkingssfeer van Verordening (EU) nr. 232/2014.

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van regionale en meerbegunstigdenprogramma's voor pretoetredingssteun, gericht op de begunstigden.

Dit krediet dient tevens ter dekking van technische bijstand voor de begunstigden op het gebied van de totale aanpassing aan de wetgeving van de Unie, waarbij alle organen die betrokken zijn bij de uitvoering en handhaving daarvan, met inbegrip van niet-gouvernementele organisaties, geholpen worden hun doelstellingen te verwezenlijken en toezicht te houden op de mate van realisatie daarvan.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun publieke organen, entiteiten of natuurlijke personen aan bepaalde externe steunprojecten of -programma's die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen worden geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten en vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning, zullen worden vastgesteld, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma voor elk hoofdstuk.

Overeenkomstig artikel 3 van Verordening (EU) nr. 236/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften en procedures voor de tenuitvoerlegging van de instrumenten van de Unie ter financiering van extern optreden (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 95), dient dit krediet ook ter dekking van uitgaven die direct verband houden met de uitvoering van IPA II betreffende activiteiten op het gebied van voorbereiding, follow-up, toezicht, audit en evaluatie alsook betreffende informatie- en communicatieactiviteiten, waaronder de ontwikkeling van communicatiestrategieën en institutionele voorlichting over de politieke prioriteiten van de Unie.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 231/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 11), met name artikel 2, lid 1, onder d).

Verordening (EU) nr. 232/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een Europees nabuurschapsinstrument (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 27).

22 02 04 02

Bijdrage voor Erasmus+

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

32 035 349

27 877 772

31 115 000

21 780 981

30 943 492,—

441 335,50

Toelichting

Dit krediet is bedoeld ter dekking van de technische en financiële bijstand in het kader van dit externe instrument ter bevordering van de internationale dimensie van hoger onderwijs voor de uitvoering van het programma Erasmus voor iedereen.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 daarvan en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten en, indien van toepassing, potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan programma's van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1288/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van „Erasmus+”: het programma van de Unie voor onderwijs, opleiding, jeugd en sport en tot intrekking van Besluiten nr. 1719/2006/EG, nr. 1720/2006/EG en nr. 1298/2008/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 50).

Verordening (EU) nr. 231/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 11), met name artikel 15, lid 3.

22 02 04 03

Bijdrage voor de Energiegemeenschap voor Zuidoost-Europa

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

4 937 735

4 937 735

3 517 786

3 428 016

3 274 300,21

3 274 300,21

Toelichting

Dit krediet is bestemd ter dekking van de bijdrage van de Unie aan de begroting van de Energiegemeenschap. Deze begroting heeft betrekking op administratieve uitgaven en beleidskredieten.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 231/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 11).

22 02 51

Voltooiing van eerdere pretoetredingssteun (vóór 2014)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

499 872 531

p.m.

555 931 305

149 921,92

779 958 320,40

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de afwikkeling van vastleggingen die zijn gedaan vóór 2014.

Rechtsgronden

Taak die voortvloeit uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel vlak, zoals bedoeld in artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

Taken die voortvloeien uit de specifieke bevoegdheden die aan de Commissie zijn toegekend bij artikel 34 van de Akte van toetreding van 16 april 2003 en artikel 31 van titel III van de Akte van toetreding van 25 april 2005 (deel van het Verdrag betreffende de toetreding van de Republiek Bulgarije en Roemenië tot de Europese Unie).

Taken die voortvloeien uit de specifieke bevoegdheden die aan de Commissie zijn toegekend bij artikel 30 van de Akte van toetreding van Kroatië.

Verordening (EEG) nr. 3906/89 van de Raad van 18 december 1989 betreffende economische hulp ten gunste van de Republiek Hongarije en de Volksrepubliek Polen (PB L 375 van 23.12.1989, blz. 11).

Verordening (EG) nr. 1488/96 van de Raad van 23 juli 1996 inzake financiële en technische maatregelen ter ondersteuning van de hervorming van de economische en maatschappelijke structuren in het kader van het Europees-mediterrane partnerschap (Meda) (PB L 189 van 30.7.1996, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 555/2000 van de Raad van 13 maart 2000 betreffende de uitvoering van acties in het kader van de pretoetredingsstrategie voor de Republiek Cyprus en de Republiek Malta (PB L 68 van 16.3.2000, blz. 3).

Verordening (EG) nr. 764/2000 van de Raad van 10 april 2000 betreffende de tenuitvoerlegging van maatregelen ter verdieping van de douane-unie EG-Turkije (PB L 94 van 14.4.2000, blz. 6).

Verordening (EG) nr. 2666/2000 van de Raad van 5 december 2000 betreffende de steun aan Albanië, Bosnië en Herzegovina, Kroatië, de Federale Republiek Joegoslavië en de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1628/96 en tot wijziging van de Verordeningen (EEG) nr. 3906/89 en (EEG) nr. 1360/90, alsmede van de Besluiten 97/256/EG en 1999/311/EG (PB L 306 van 7.12.2000, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 2500/2001 van de Raad van 17 december 2001 betreffende financiële pretoetredingssteun voor Turkije (PB L 342 van 27.12.2001, blz. 1).

Besluit nr. 2006/500/EG van de Raad van 29 mei 2006 betreffende de sluiting van het Verdrag tot oprichting van de Energiegemeenschap door de Europese Gemeenschap (PB L 198 van 20.7.2006, blz. 15).

Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1260/1999 (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25).

Verordening (EG) nr. 1085/2006 van de Raad van 17 juli 2006 tot invoering van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA) (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 82).

22 02 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

22 02 77 01

Proefproject — Behoud en herstel van cultureel erfgoed in conflictgebieden

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

562 172,13

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

22 02 77 02

Voorbereidende actie — Behoud en herstel van cultureel erfgoed in conflictgebieden

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

901 985

p.m.

934 869

0,—

527 641,11

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

HOOFDSTUK 22 04 —   EUROPEES NABUURSCHAPSINSTRUMENT (ENI)

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

% Betalingen 2014-2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

22 04

EUROPEES NABUURSCHAPSINSTRUMENT (ENI)

22 04 01

Ondersteuning van samenwerking met mediterrane landen

22 04 01 01

Mediterrane landen — Mensenrechten en mobiliteit

4

144 000 000

63 310 000

193 000 000

33 675 282

158 300 000,—

0,—

0

22 04 01 02

Mediterrane landen — Armoedebestrijding en duurzame ontwikkeling

4

640 900 000

289 000 000

553 545 237

96 576 523

831 241 702,—

0,—

0

22 04 01 03

Mediterrane landen — Vertrouwensopbouw, veiligheid en het voorkomen en oplossen van conflicten

4

131 000 000

268 000 000

344 500 000

7 764 509

32 750 000,—

0,—

0

22 04 01 04

Ondersteuning van het vredesproces en financiële bijstand aan Palestina en aan de Organisatie van de Verenigde Naties voor hulpverlening aan Palestijnse vluchtelingen (UNRWA)

4

290 100 000

310 000 000

286 500 000

218 104 163

309 500 000,—

250 750 000,—

80,89

 

Artikel 22 04 01 — Subtotaal

 

1 206 000 000

930 310 000

1 377 545 237

356 120 477

1 331 791 702,—

250 750 000,—

26,95

22 04 02

Ondersteuning van samenwerking met landen van het Oostelijk Partnerschap

22 04 02 01

Oostelijk Partnerschap — Mensenrechten en mobiliteit

4

194 700 000

82 830 000

207 296 000

36 205 291

323 500 000,—

95 000 000,—

114,69

22 04 02 02

Oostelijk Partnerschap — Armoedebestrijding en duurzame ontwikkeling

4

325 100 000

127 000 000

302 300 000

52 746 310

272 419 298,66

800 000,—

0,63

22 04 02 03

Oostelijk Partnerschap — Vertrouwensopbouw, veiligheid en het voorkomen en oplossen van conflicten

4

9 300 000

4 000 000

8 000 000

1 395 866

12 966 060,—

0,—

0

 

Artikel 22 04 02 — Subtotaal

 

529 100 000

213 830 000

517 596 000

90 347 467

608 885 358,66

95 800 000,—

44,80

22 04 03

Ondersteuning van efficiënte grensoverschrijdende samenwerking en steun aan andere samenwerkingsverbanden tussen meerdere landen

22 04 03 01

Grensoverschrijdende samenwerking — Bijdrage uit rubriek 4

4

83 485 550

21 780 000

82 806 886

14 447 219

6 910 223,—

0,—

0

22 04 03 02

Grensoverschrijdende samenwerking — Bijdrage uit rubriek 1b (Regionaal beleid)

1,2

65 600 000

24 000 000

p.m.

p.m.

0,—

0,—

0

22 04 03 03

Steun aan andere op meerdere landen gerichte samenwerking in de nabuurschap — Overkoepelend programma

4

193 500 000

85 000 000

184 000 000

38 044 996

200 000 000,67

48 000 000,—

56,47

22 04 03 04

Andere op meerdere landen gerichte samenwerking in de nabuurschap — Ondersteunende maatregelen

4

29 700 000

4 000 000

35 801 253

5 000 000

43 709 999,33

0,—

0

 

Artikel 22 04 03 — Subtotaal

 

372 285 550

134 780 000

302 608 139

57 492 215

250 620 223,—

48 000 000,—

35,61

22 04 20

Erasmus+ — Bijdrage uit het Europees nabuurschapsinstrument (ENI)

4

95 410 000

75 481 736

90 654 000

61 830 124

106 769 355,—

1 636 260,49

2,17

22 04 51

Voltooiing van acties op het gebied van het Europees nabuurschapsbeleid en de betrekkingen met Rusland (vóór 2014)

4

950 000 000

965 917 684

1 597 784,83

1 225 582 883,78

129,01

22 04 52

Grensoverschrijdende samenwerking — Bijdrage uit rubriek 1b (Regionaal beleid)

1,2

40 000 000

48 773 098

0,—

68 000 000,—

170,00

22 04 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

22 04 77 03

Voorbereidende actie — Nieuwe Europees-mediterrane strategie voor de bevordering van werkgelegenheid bij jongeren

4

p.m.

590 619

p.m.

335 789

0,—

484 341,57

82,01

22 04 77 04

Proefproject — Financiering ENB — Voorbereiding personeel op de werkzaamheden in verband met het EU-ENB

4

p.m.

56 523

p.m.

310 604

0,—

375 342,95

664,05

22 04 77 05

Voorbereidende actie — Terugvordering van activa door landen van de Arabische lente

4

p.m.

492 243

p.m.

1 150 076

2 740 012,—

1 097 693,—

223,00

 

Artikel 22 04 77 — Subtotaal

 

p.m.

1 139 385

p.m.

1 796 469

2 740 012,—

1 957 377,52

171,79

 

Hoofdstuk 22 04 — Totaal

 

2 202 795 550

2 345 541 121

2 288 403 376

1 582 277 534

2 302 404 435,49

1 691 726 521,79

72,13

22 04 01

Ondersteuning van samenwerking met mediterrane landen

22 04 01 01

Mediterrane landen — Mensenrechten en mobiliteit

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

144 000 000

63 310 000

193 000 000

33 675 282

158 300 000,—

0,—

Toelichting

Oude post 21 03 01 01

Dit krediet dient in het bijzonder ter financiering van bilaterale en op meerdere landen gerichte samenwerkingsacties om resultaten te boeken in onder meer de volgende gebieden:

 

mensenrechten en fundamentele vrijheden;

 

rechtsstaat;

 

gelijkheidsbeginselen;

 

duurzame en blijvende democratie;

 

goed bestuur;

 

ontwikkeling van een florerend maatschappelijk middenveld, waaronder de sociale partners;

 

scheppen van een klimaat voor goed beheerde mobiliteit van mensen;

 

bevorderen van contacten tussen mensen.

Er dienen voldoende kredieten te worden gereserveerd voor steun aan organisaties uit het maatschappelijk middenveld.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun openbare organen, entiteiten of natuurlijke personen, aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artike 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma. Deze bedragen kunnen worden aangevuld met bijdragen voor Unietrustfondsen.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 232/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een Europees nabuurschapsinstrument (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 27).

22 04 01 02

Mediterrane landen — Armoedebestrijding en duurzame ontwikkeling

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

640 900 000

289 000 000

553 545 237

96 576 523

831 241 702,—

0,—

Toelichting

Oude post 21 03 01 02

Dit krediet dient in het bijzonder ter financiering van bilaterale en op meerdere landen gerichte samenwerkingsacties om resultaten te boeken in onder meer de volgende gebieden:

 

geleidelijke integratie in de interne markt van de Unie en meer samenwerking binnen en tussen sectoren, onder meer door:

 

aanpassing aan de wet- en regelgeving van de EU en andere internationale normen,

 

institutionele opbouw,

 

investeringen;

 

duurzame en inclusieve ontwikkeling in alle aspecten;

 

armoedebestrijding, onder meer door de ontwikkeling van de particuliere sector;

 

meer interne economische, sociale en territoriale cohesie;

 

plattelandsontwikkeling;

 

klimaatmaatregelen;

 

rampenparaatheid.

Er dienen voldoende kredieten te worden gereserveerd voor steun aan organisaties uit het maatschappelijk middenveld.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun publieke organen, entiteiten of natuurlijke personen aan bepaalde externe steunprojecten of -programma's die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma voor elk hoofdstuk.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 232/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een Europees nabuurschapsinstrument (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 27).

22 04 01 03

Mediterrane landen — Vertrouwensopbouw, veiligheid en het voorkomen en oplossen van conflicten

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

131 000 000

268 000 000

344 500 000

7 764 509

32 750 000,—

0,—

Toelichting

Oude post 21 03 01 03

Dit krediet dient in het bijzonder ter financiering van bilaterale en op meerdere landen gerichte samenwerkingsacties om resultaten te boeken in onder meer de volgende gebieden:

 

vertrouwens- en vredesopbouw, onder meer bij kinderen;

 

veiligheid en het voorkomen en oplossen van conflicten;

 

bijstand aan vluchtelingen en ontheemden, met inbegrip van kinderen.

Er dienen voldoende kredieten te worden gereserveerd voor steun aan organisaties uit het maatschappelijk middenveld.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun openbare organen, entiteiten of natuurlijke personen, aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma voor elk hoofdstuk.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 232/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een Europees nabuurschapsinstrument (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 27).

22 04 01 04

Ondersteuning van het vredesproces en financiële bijstand aan Palestina en aan de Organisatie van de Verenigde Naties voor hulpverlening aan Palestijnse vluchtelingen (UNRWA)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

290 100 000

310 000 000

286 500 000

218 104 163

309 500 000,—

250 750 000,—

Toelichting

Oude post 21 03 01 04

Dit krediet dient ter dekking van maatregelen ten gunste van het Palestijnse volk en de bezette Palestijnse gebieden van de Westelijke Jordaanoever en de Gazastrook, in het kader van het vredesproces in het Midden-Oosten.

De belangrijkste doelstellingen van de acties kunnen als volgt worden omschreven:

 

ondersteuning van staatsvorming en institutionele ontwikkeling;

 

bevorderen van sociale en economische ontwikkeling;

 

het inperken van de gevolgen van de verslechterende economische, fiscale en humanitaire omstandigheden voor de Palestijnse bevolking door het verlenen van essentiële dienstverlening en andere ondersteuning;

 

bijdragen tot inspanningen voor de wederopbouw in Gaza;

 

bijdragen tot de financiering van de werking van de Organisatie van de Verenigde Naties voor hulpverlening aan Palestijnse vluchtelingen (UNRWA), in het bijzonder de programma's inzake gezondheidszorg, onderwijs en sociale diensten;

 

financiering van voorbereidende acties voor de bevordering van de samenwerking tussen Israël en de buurlanden van Israël in het kader van het vredesproces, in het bijzonder met betrekking tot instellingen, economische aangelegenheden, water, milieu en energie;

 

financiering van activiteiten om de openbare opinie gunstig te stemmen ten aanzien van het vredesproces;

 

financiering van voorlichting, inclusief in het Arabisch en het Hebreeuws en verspreiding van informatie met betrekking tot de Israëlisch-Palestijnse samenwerking;

 

bevordering van eerbiediging van mensenrechten en fundamentele vrijheden, het bevorderen van meer respect voor minderhedenrechten, de bestrijding van antisemitisme en het bevorderen van gendergelijkheid en non-discriminatie;

 

het stimuleren van de ontwikkeling van een maatschappelijk middenveld door onder andere sociale integratie te ondersteunen.

Er dienen voldoende kredieten te worden gereserveerd voor steun aan organisaties uit het maatschappelijk middenveld.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun publieke organen, entiteiten of natuurlijke personen aan bepaalde externe steunprojecten of -programma's die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma voor elk hoofdstuk.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 232/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een Europees nabuurschapsinstrument (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 27).

22 04 02

Ondersteuning van samenwerking met landen van het Oostelijk Partnerschap

22 04 02 01

Oostelijk Partnerschap — Mensenrechten en mobiliteit

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

194 700 000

82 830 000

207 296 000

36 205 291

323 500 000,—

95 000 000,—

Toelichting

Oude post 21 03 02 01

Dit krediet dient in het bijzonder ter financiering van bilaterale en op meerdere landen gerichte samenwerkingsacties om resultaten te boeken in onder meer de volgende gebieden:

 

mensenrechten en fundamentele vrijheden;

 

rechtsstaat;

 

gelijkheidsbeginselen;

 

duurzame en blijvende democratie;

 

goed bestuur;

 

ontwikkeling van een florerend maatschappelijk middenveld, waaronder de sociale partners;

 

scheppen van een klimaat voor goed beheerde mobiliteit van mensen;

 

bevorderen van contacten tussen mensen.

Er dienen voldoende kredieten te worden gereserveerd voor steun aan organisaties uit het maatschappelijk middenveld.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun publieke organen, entiteiten of natuurlijke personen aan bepaalde externe steunprojecten of -programma's die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma voor elk hoofdstuk.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 232/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een Europees nabuurschapsinstrument (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 27).

22 04 02 02

Oostelijk Partnerschap — Armoedebestrijding en duurzame ontwikkeling

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

325 100 000

127 000 000

302 300 000

52 746 310

272 419 298,66

800 000,—

Toelichting

Oude post 21 03 02 02

Dit krediet dient in het bijzonder ter financiering van bilaterale en op meerdere landen gerichte samenwerkingsacties om resultaten te boeken in onder meer de volgende gebieden:

 

geleidelijke integratie in de interne markt van de Unie en meer samenwerking binnen en tussen sectoren, onder meer door:

 

aanpassing aan de wet- en regelgeving van de EU en andere internationale normen,

 

institutionele opbouw,

 

investeringen;

 

duurzame en inclusieve ontwikkeling in alle aspecten;

 

armoedebestrijding, onder meer door de ontwikkeling van de particuliere sector;

 

meer interne economische, sociale en territoriale cohesie;

 

plattelandsontwikkeling;

 

klimaatmaatregelen;

 

rampenparaatheid.

Er dienen voldoende kredieten te worden gereserveerd voor steun aan organisaties uit het maatschappelijk middenveld.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun openbare organen, entiteiten of natuurlijke personen, aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma voor elk hoofdstuk.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 232/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een Europees nabuurschapsinstrument (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 27).

22 04 02 03

Oostelijk Partnerschap — Vertrouwensopbouw, veiligheid en het voorkomen en oplossen van conflicten

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

9 300 000

4 000 000

8 000 000

1 395 866

12 966 060,—

0,—

Toelichting

Oude post 21 03 02 03

Dit krediet dient in het bijzonder ter financiering van bilaterale en op meerdere landen gerichte samenwerkingsacties om resultaten te boeken in onder meer de volgende gebieden:

 

vertrouwens- en vredesopbouw;

 

veiligheid en het voorkomen en oplossen van conflicten;

 

bijstand aan vluchtelingen en ontheemden, met inbegrip van kinderen.

Een deel van dit krediet zal worden gebruikt voor dringende medische hulp voor de burger- en militaire slachtoffers van het aan de gang zijnde gewapende conflict in het oostelijke deel van Oekraïne en voor de rehabilitatie van deze slachtoffers op lange termijn. Dergelijke activiteiten zijn van essentieel belang om de risico's van immigratiestromen uit de conflictzone naar de Unie tot een minimum terug te brengen.

Een deel van dit krediet zal worden gebruikt voor gerichte strategische communicatie van de Unie met de landen van het Oostelijk Partnerschap en andere landen in de regio, om eventuele desinformatie tegen te gaan.

Er dienen voldoende kredieten te worden gereserveerd voor steun aan organisaties uit het maatschappelijk middenveld.

Een deel van deze kredieten zal worden gebruikt voor maatregelen gericht op de vele vastgelopen conflicten in het oostelijke nabuurschap en ter ondersteuning van de zoektocht naar politieke oplossingen hiervoor.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun publieke organen, entiteiten of natuurlijke personen aan bepaalde externe steunprojecten of -programma's die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma voor elk hoofdstuk.

Bij de ondernomen actie moet de hoogst mogelijke zichtbaarheid worden gegeven aan de Europese Unie als donor en financier.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 232/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een Europees nabuurschapsinstrument (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 27).

22 04 03

Ondersteuning van efficiënte grensoverschrijdende samenwerking en steun aan andere samenwerkingsverbanden tussen meerdere landen

22 04 03 01

Grensoverschrijdende samenwerking — Bijdrage uit rubriek 4

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

83 485 550

21 780 000

82 806 886

14 447 219

6 910 223,—

0,—

Toelichting

Oude post 21 03 03 01

Dit krediet dient ter dekking van grensoverschrijdende programma's tussen de lidstaten enerzijds en de partnerlanden en/of de Russische federatie anderzijds, aan de buitengrenzen van de EU, om geïntegreerde en duurzame regionale ontwikkeling en samenwerking te stimuleren tussen naburige grensgebieden, en harmonieuze territoriale integratie doorheen de Unie en met de buurlanden.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun publieke organen, entiteiten of natuurlijke personen aan bepaalde externe steunprojecten of -programma's die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma voor elk hoofdstuk.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 232/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een Europees nabuurschapsinstrument (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 27).

22 04 03 02

Grensoverschrijdende samenwerking — Bijdrage uit rubriek 1b (Regionaal beleid)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

65 600 000

24 000 000

p.m.

p.m.

0,—

0,—

Toelichting

Oude post 21 03 03 02

Dit krediet dient ter dekking van de steun uit het EFRO in het kader van de doelstelling voor Europese territoriale samenwerking in de programmeringsperiode 2014-2020 aan grensoverschrijdende en zeebekkensamenwerkingsprogramma's binnen het Europees nabuurschapsinstrument.

Uit dit krediet moet in het bijzonder steun worden verleend voor programma's voor grensoverschrijdende samenwerking aan de buitengrenzen van de Europese Unie tussen partnerlanden en lidstaten, teneinde geïntegreerde en duurzame regionale ontwikkeling tussen naburige grensregio's, met inbegrip van de Oostzee en de Zwarte Zee, en harmonieuze territoriale integratie in de gehele Unie en met naburige landen te bevorderen.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun openbare organen, entiteiten of natuurlijke personen, aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma voor elk hoofdstuk.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1299/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende specifieke bepalingen voor steun uit het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling ter verwezenlijking van de doelstelling „Europese territoriale samenwerking” (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 259).

Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).

Verordening (EU) nr. 232/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een Europees nabuurschapsinstrument (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 27).

22 04 03 03

Steun aan andere op meerdere landen gerichte samenwerking in de nabuurschap — Overkoepelend programma

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

193 500 000

85 000 000

184 000 000

38 044 996

200 000 000,67

48 000 000,—

Toelichting

Oude post 21 03 03 03 (ten dele)

Dit krediet is voornamelijk bedoeld om de overkoepelende meerlandenprogramma's te financieren die de financiële toewijzingen voor een land aanvullen. De doelstelling van de overkoepelende meerlandenprogramma's — als bepaald in Verordening (EU) nr. 232/2014 — is om de uitvoering van de op stimulansen gebaseerde aanpak te vergemakkelijken.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun publieke organen, entiteiten of natuurlijke personen aan bepaalde externe steunprojecten of -programma's die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma voor elk hoofdstuk.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 232/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een Europees nabuurschapsinstrument (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 27).

22 04 03 04

Andere op meerdere landen gerichte samenwerking in de nabuurschap — Ondersteunende maatregelen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

29 700 000

4 000 000

35 801 253

5 000 000

43 709 999,33

0,—

Toelichting

Oude post 21 03 03 03 (ten dele)

Dit krediet is bedoeld ter dekking van acties die:

 

algemene ondersteuning bieden voor de werking van de Unie voor het Middellandse Zeegebied;

 

algemene ondersteuning bieden voor de werking van het Oostelijk Partnerschap;

 

algemene ondersteuning bieden voor de werking van de andere regionale samenwerkingsverbanden, zoals de noordelijke dimensie en de synergie voor het Zwarte Zeegebied.

Het is ook bedoeld ter dekking van acties om het niveau en het vermogen van de tenuitvoerlegging van de ondersteuning van de Unie te verbeteren en voor acties om het grote publiek en mogelijke begunstigden van ondersteuning te informeren en de zichtbaarheid te vergroten.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun publieke organen, entiteiten of natuurlijke personen aan bepaalde externe steunprojecten of -programma's die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma voor elk hoofdstuk.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 232/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een Europees nabuurschapsinstrument (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 27).

22 04 20

Erasmus+ — Bijdrage uit het Europees nabuurschapsinstrument (ENI)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

95 410 000

75 481 736

90 654 000

61 830 124

106 769 355,—

1 636 260,49

Toelichting

Oud artikel 21 03 20

Dit krediet is bedoeld ter dekking van de technische en financiële bijstand in het kader van dit externe instrument ter bevordering van de internationale dimensie van hoger onderwijs voor de uitvoering van het programma Erasmus voor iedereen.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 daarvan en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten en, indien van toepassing, potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan programma's van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1288/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van „Erasmus+”: het programma van de Unie voor onderwijs, opleiding, jeugd en sport en tot intrekking van Besluiten nr. 1719/2006/EG, nr. 1720/2006/EG en nr. 1298/2008/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 50).

Verordening (EU) nr. 232/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een Europees nabuurschapsinstrument (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 27).

22 04 51

Voltooiing van acties op het gebied van het Europees nabuurschapsbeleid en de betrekkingen met Rusland (vóór 2014)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

950 000 000

965 917 684

1 597 784,83

1 225 582 883,78

Toelichting

Oud artikel 21 03 51

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met vastleggingen van voorgaande jaren.

Het dient eveneens ter dekking van de voltooiing van de financiële protocollen met mediterrane landen, waaronder onder meer steun voor de Europees-mediterrane investeringsfaciliteit binnen de Europese Investeringsbank, en dekt de uitvoering van de in het kader van de derde en vierde financiële protocollen met de landen van het zuidelijke Middellandse Zeegebied voorziene financiële steunmaatregelen, andere dan die van de Europese Investeringsbank Deze protocollen hebben betrekking op de periode van 1 november 1986 tot en met 31 oktober 1991, voor de derde financiële protocollen, en op de periode van 1 november 1991 tot en met 31 oktober 1996, voor de vierde financiële protocollen.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en andere donorlanden, inclusief in beide gevallen hun overheids- en semi-overheidsorganen, of van internationale organisaties aan bepaalde externe steunprojecten of -programma's die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, overeenkomstig het desbetreffende basisbesluit, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma voor elk hoofdstuk.

Rechtsgronden

Verordening (EEG) nr. 2210/78 van de Raad van 26 september 1978 betreffende de sluiting van de Samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Democratische Volksrepubliek Algerije (PB L 263 van 27.9.1978, blz. 1).

Verordening (EEG) nr. 2211/78 van de Raad van 26 september 1978 betreffende de sluiting van de Samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en het Koninkrijk Marokko (PB L 264 van 27.9.1978, blz. 1).

Verordening (EEG) nr. 2212/78 van de Raad van 26 september 1978 betreffende de sluiting van de Samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Republiek Tunesië (PB L 265 van 27.9.1978, blz. 1).

Verordening (EEG) nr. 2213/78 van de Raad van 26 september 1978 betreffende de sluiting van de Samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Arabische Republiek Egypte (PB L 266 van 27.9.1978, blz. 1).

Verordening (EEG) nr. 2214/78 van de Raad van 26 september 1978 betreffende de sluiting van de Samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Libanese Republiek (PB L 267 van 27.9.1978, blz. 1).

Verordening (EEG) nr. 2215/78 van de Raad van 26 september 1978 betreffende de sluiting van de Samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en het Hasjemitische Koninkrijk Jordanië (PB L 268 van 27.9.1978, blz. 1).

Verordening (EEG) nr. 2216/78 van de Raad van 26 september 1978 betreffende de sluiting van de Samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Syrische Arabische Republiek (PB L 269 van 27.9.1978, blz. 1).

Verordening (EEG) nr. 3177/82 van de Raad van 22 november 1982 betreffende de sluiting van het Protocol inzake de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Democratische Volksrepubliek Algerije (PB L 337 van 29.11.1982, blz. 1).

Verordening (EEG) nr. 3178/82 van de Raad van 22 november 1982 betreffende de sluiting van het Protocol inzake de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Arabische Republiek Egypte (PB L 337 van 29.11.1982, blz. 8).

Verordening (EEG) nr. 3179/82 van de Raad van 22 november 1982 betreffende de sluiting van het Protocol inzake de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en het Hasjemitische Koninkrijk Jordanië (PB L 337 van 29.11.1982, blz. 15).

Verordening (EEG) nr. 3180/82 van de Raad van 22 november 1982 betreffende de sluiting van het Protocol inzake de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Libanese Republiek (PB L 337 van 29.11.1982, blz. 22).

Verordening (EEG) nr. 3181/82 van de Raad van 22 november 1982 betreffende de sluiting van het Protocol inzake de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en het Koninkrijk Marokko (PB L 337 van 29.11.1982, blz. 29).

Verordening (EEG) nr. 3182/82 van de Raad van 22 november 1982 betreffende de sluiting van het Protocol inzake de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Syrische Arabische Republiek (PB L 337 van 29.11.1982, blz. 36).

Verordening (EEG) nr. 3183/82 van de Raad van 22 november 1982 betreffende de sluiting van het Protocol inzake de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Republiek Tunesië (PB L 337 van 29.11.1982, blz. 43).

Besluit 88/30/EEG van de Raad van 21 december 1987 houdende sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Democratische Volksrepubliek Algerije (PB L 22 van 27.1.1988, blz. 1).

Besluit 88/31/EEG van de Raad van 21 december 1987 houdende sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Arabische Republiek Egypte (PB L 22 van 27.1.1988, blz. 9).

Besluit 88/32/EEG van de Raad van 21 december 1987 houdende sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en het Hasjemitische Koninkrijk Jordanië (PB L 22 van 27.1.1988, blz. 17).

Besluit 88/33/EEG van de Raad van 21 december 1987 houdende sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Libanese Republiek (PB L 22 van 27.1.1988, blz. 25).

Besluit 88/34/EEG van de Raad van 21 december 1987 houdende sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Republiek Tunesië (PB L 22 van 27.1.1988, blz. 33).

Besluit 88/453/EEG van de Raad van 30 juni 1988 houdende sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en het Koninkrijk Marokko (PB L 224 van 13.8.1988, blz. 32).

Besluit 92/44/EEG van de Raad van 19 december 1991 houdende sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Republiek Tunesië (PB L 18 van 25.1.1992, blz. 34).

Besluit 92/206/EEG van de Raad van 16 maart 1992 houdende sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Democratische Volksrepubliek Algerije (PB L 94 van 8.4.1992, blz. 13).

Besluit 92/207/EEG van de Raad van 16 maart 1992 houdende sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Arabische Republiek Egypte (PB L 94 van 8.4.1992, blz. 21).

Besluit 92/208/EEG van de Raad van 16 maart 1992 houdende sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en het Hasjemitische Koninkrijk Jordanië (PB L 94 van 8.4.1992, blz. 29).

Besluit 92/209/EEG van de Raad van 16 maart 1992 houdende sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Libanese Republiek (PB L 94 van 8.4.1992, blz. 37).

Verordening (EEG) nr. 1762/92 van de Raad van 29 juni 1992 betreffende de toepassing van de protocollen inzake de financiële en technische samenwerking tussen de Gemeenschap en de mediterrane derde landen (PB L 181 van 1.7.1992, blz. 1), ingetrokken bij Verordening (EG) nr. 1638/2006 (PB L 310 van 9.11.2006, blz. 1).

Besluit 92/548/EEG van de Raad van 16 november 1992 houdende sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en het Koninkrijk Marokko (PB L 352 van 2.12.1992, blz. 13).

Besluit 92/549/EEG van de Raad van 16 november 1992 houdende sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Syrische Arabische Republiek (PB L 352 van 2.12.1992, blz. 21).

Besluit 94/67/EG van de Raad van 24 januari 1994 houdende sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Syrische Arabische Republiek (PB L 32 van 5.2.1994, blz. 44).

Verordening (EG) nr. 1734/94 van de Raad van 11 juli 1994 betreffende de financiële en technische samenwerking met de Westelijke Jordaanoever en de Gazastrook (PB L 182 van 16.7.1994, blz. 4), ingetrokken bij Verordening (EG) nr. 1638/2006 (PB L 310 van 9.11.2006, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 213/96 van de Raad van 29 januari 1996 betreffende de tenuitvoerlegging van het financieel instrument „EC Investment Partners” ten behoeve van de landen van Latijns-Amerika, Azië en het Middellandse Zeegebied en Zuid-Afrika (PB L 28 van 6.2.1996, blz. 2).

Verordening (EG) nr. 1638/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 2006 houdende algemene bepalingen tot invoering van een Europees nabuurschaps- en partnerschapsinstrument (PB L 310 van 9.11.2006, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1260/1999 (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25).

22 04 52

Grensoverschrijdende samenwerking — Bijdrage uit rubriek 1b (Regionaal beleid)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

40 000 000

48 773 098

0,—

68 000 000,—

Toelichting

Oud artikel 21 03 52

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van de bijdrage voor 2007-2013 van het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling voor grensoverschrijdende samenwerking in het kader van het Europees nabuurschaps- en partnerschapsinstrument.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1260/1999 (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25).

Verordening (EG) nr. 1638/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 2006 houdende algemene bepalingen tot invoering van een Europees nabuurschaps- en partnerschapsinstrument (PB L 310 van 9.11.2006, blz. 1).

22 04 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

22 04 77 03

Voorbereidende actie — Nieuwe Europees-mediterrane strategie voor de bevordering van werkgelegenheid bij jongeren

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

590 619

p.m.

335 789

0,—

484 341,57

Toelichting

Oude post 21 03 77 03

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

22 04 77 04

Proefproject — Financiering ENB — Voorbereiding personeel op de werkzaamheden in verband met het EU-ENB

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

56 523

p.m.

310 604

0,—

375 342,95

Toelichting

Oude post 21 03 77 04

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

22 04 77 05

Voorbereidende actie — Terugvordering van activa door landen van de Arabische lente

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

492 243

p.m.

1 150 076

2 740 012,—

1 097 693,—

Toelichting

Oude post 21 03 77 05

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met vastleggingen van voorgaande jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Aangezien verscheidenheid en complexiteit van de nationale wetgevingen in aangezochte staten en de gebrekkige juridische deskundigheid en beperkte institutionele capaciteit in verzoekende staten belangrijke obstakels vormen voor de terugvordering van activa door landen van de Arabische lente in een overgangsfase, is het van vitaal belang om uitgebreide juridische en technische ondersteuning te verlenen aan de betreffende zuid-mediterrane partnerlanden.

Dit proefproject, gebaseerd op bestaande initiatieven van de Unie ter ondersteuning van Egypte en Tunesië bij de terugvordering van wederrechtelijk verkregen vermogen dat was gestolen door voormalige dictators en hun regimes, dient ter versterking van de EU-activiteiten op dit gebied, door middel van capaciteitsopbouw en de bevordering van samenwerking en deskundigheid en de uitwisseling van informatie tussen de verzoekende en de aangezochte staten, en zo nodig de herziening van nationale wetgeving.

Met dit proefproject worden de aanloopkosten gedekt en worden de jaarlijkse uitgaven voor dit ondersteuningsmechanisme gefinancierd.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

TITEL 23

HUMANITAIRE HULP EN CIVIELE BESCHERMING

Algemene samenvatting van de kredieten (2016 en 2015) en van de uitvoering (2014)

 

Titel

Hoofdstuk

Rubriek

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

23 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „HUMANITAIRE HULP EN CIVIELE BESCHERMING”

37 571 200

37 571 200

36 649 102

36 649 102

37 253 349,79

37 253 349,79

23 02

HUMANITAIRE HULP, VOEDSELHULP EN RAMPENPARAATHEID

1 099 721 941

1 462 105 205

919 742 000

965 478 000

1 093 839 051,08

1 358 425 069,68

23 03

HET UNIEMECHANISME VOOR CIVIELE BESCHERMING

48 125 000

47 611 429

48 692 000

41 383 203

44 099 075,68

32 545 460,14

23 04

HET EU-VRIJWILLIGERSINITIATIEF VOOR HUMANITAIRE HULP

16 885 000

13 200 000

13 868 000

10 767 178

12 148 000,—

719 279,09

 

Titel 23 — Totaal

1 202 303 141

1 560 487 834

1 018 951 102

1 054 277 483

1 187 339 476,55

1 428 943 158,70

HOOFDSTUK 23 01 —   ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „HUMANITAIRE HULP EN CIVIELE BESCHERMING”

De artikelen 1, 2, 3 en 5 zijn in detail weergegeven in hoofdstuk XX 01

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

% 2014-2016

23 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „HUMANITAIRE HULP EN CIVIELE BESCHERMING”

23 01 01

Uitgaven met betrekking tot ambtenaren en tijdelijke personeelsleden voor het beleidsterrein „Humanitaire hulp en civiele bescherming”

5,2

22 367 897

21 552 668

21 394 314,28

95,65

23 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven voor het beleidsterrein „Humanitaire hulp en civiele bescherming”

23 01 02 01

Extern personeel

5,2

2 021 943

2 038 987

2 694 256,47

133,25

23 01 02 11

Overige beheersuitgaven

5,2

1 714 817

1 692 154

1 967 240,79

114,72

 

Artikel 23 01 02 — Subtotaal

 

3 736 760

3 731 141

4 661 497,26

124,75

23 01 03

Uitgaven met betrekking tot ICT-apparatuur en -diensten voor het beleidsterrein „Humanitaire hulp en civiele bescherming”

5,2

1 427 543

1 368 293

1 544 965,07

108,23

23 01 04

Ondersteunende uitgaven voor operaties en programma’s voor het beleidsterrein „Humanitaire hulp en civiele bescherming”

23 01 04 01

Ondersteunende uitgaven voor humanitaire hulp, voedselhulp en rampenparaatheid

4

9 050 000

9 100 000

9 198 573,18

101,64

 

Artikel 23 01 04 — Subtotaal

 

9 050 000

9 100 000

9 198 573,18

101,64

23 01 06

Uitvoerende agentschappen

23 01 06 01

Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur — Bijdrage van het EU-vrijwilligersinitiatief voor humanitaire hulp

4

989 000

897 000

454 000,—

45,90

 

Artikel 23 01 06 — Subtotaal

 

989 000

897 000

454 000,—

45,90

 

Hoofdstuk 23 01 — Totaal

 

37 571 200

36 649 102

37 253 349,79

99,15

23 01 01

Uitgaven met betrekking tot ambtenaren en tijdelijke personeelsleden voor het beleidsterrein „Humanitaire hulp en civiele bescherming”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

22 367 897

21 552 668

21 394 314,28

23 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven voor het beleidsterrein „Humanitaire hulp en civiele bescherming”

23 01 02 01

Extern personeel

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

2 021 943

2 038 987

2 694 256,47

23 01 02 11

Overige beheersuitgaven

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

1 714 817

1 692 154

1 967 240,79

23 01 03

Uitgaven met betrekking tot ICT-apparatuur en -diensten voor het beleidsterrein „Humanitaire hulp en civiele bescherming”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

1 427 543

1 368 293

1 544 965,07

23 01 04

Ondersteunende uitgaven voor operaties en programma’s voor het beleidsterrein „Humanitaire hulp en civiele bescherming”

23 01 04 01

Ondersteunende uitgaven voor humanitaire hulp, voedselhulp en rampenparaatheid

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

9 050 000

9 100 000

9 198 573,18

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van ondersteunende uitgaven die rechtstreeks verband houden met de verwezenlijking van de doelstellingen van het beleidsterrein „Humanitaire hulp”. Het gaat hierbij onder meer om:

 

uitgaven voor technische en administratieve bijstand, waarbij geen sprake is van overheidstaken, die door de Commissie is uitbesteed op basis van ad-hocdienstverleningscontracten;

 

honoraria en vergoedingen voor uitgaven in verband met dienstverleningscontracten voor audits en evaluaties van partners en activiteiten van directoraat-generaal Humanitaire Hulpverlening en Civiele Bescherming;

 

uitgaven in verband met studies, informatiesystemen en publicaties, bewustmakings- en voorlichtingscampagnes en andere maatregelen die het EU-karakter van de hulpverlening doen uitkomen;

 

uitgaven voor extern personeel bij de centrale diensten (arbeidscontractanten, gedetacheerde nationale deskundigen of personeel van agentschappen), beperkt tot 1 800 000 EUR. Dit personeel is bedoeld om de taken over te nemen die waren toevertrouwd aan externe contractanten in verband met de overname van de administratie van individuele deskundigen en voor het beheer van programma's in derde landen. Dit bedrag, gebaseerd op de geraamde jaarlijkse kosten per persoon per jaar, dient ter dekking van de bezoldiging van het externe personeel, evenals de kosten voor opleiding, vergaderingen, dienstreizen, informatietechnologie (IT) en telecommunicatie die verband houden met hun taken;

 

uitgaven voor de aankoop en het onderhoud van veiligheids-, gespecialiseerde IT- en communicatie-instrumenten, en voor de technische diensten die nodig zijn voor de oprichting en de werking van het Coördinatiecentrum voor respons in noodsituaties. Dit Centrum („crisiskamer”) zal 24 uur per dag operationeel zijn en verantwoordelijk zijn voor de coördinatie van de respons van de Unie bij civiele rampen, met name om ervoor te zorgen dat de humanitaire hulp en de civiele bescherming volledig consistent zijn en er doeltreffend wordt samengewerkt;

 

uitgaven voor de ontwikkeling, het onderhoud, de exploitatie en de ondersteuning van informatiesystemen die zijn bestemd voor intern gebruik of ter verbetering van de coördinatie tussen de Commissie en andere instellingen, nationale overheidsdiensten, organisaties, niet-gouvernementele organisaties, andere partners op het gebied van humanitaire hulp en de deskundigen van het directoraat-generaal Humanitaire Hulpverlening en Civiele Bescherming ter plaatse.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun openbare organen, entiteiten of natuurlijke personen, aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen worden geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten en vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning, zullen, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma.

Deze toekenning dient ter dekking van administratieve uitgaven onder de artikelen 23 02 01 en 23 02 02.

23 01 06

Uitvoerende agentschappen

23 01 06 01

Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur — Bijdrage van het EU-vrijwilligersinitiatief voor humanitaire hulp

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

989 000

897 000

454 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de exploitatiekosten die het Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur draagt voor het onder hoofdstuk 23 04 aan het agentschap toevertrouwde beheer van het EU-vrijwilligersinitiatief voor humanitaire hulp.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 58/2003 van de Raad van 19 december 2002 tot vaststelling van het statuut van de uitvoerende agentschappen waaraan bepaalde taken voor het beheer van communautaire programma's worden gedelegeerd (PB L 11 van 16.1.2003, blz. 1).

Uitvoeringsbesluit 2013/776/EU van de Commissie van 18 december 2013 tot oprichting van het „Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur” en tot intrekking van Besluit 2009/336/EG (PB L 343 van 19.12.2013, blz. 46).

Verordening (EU) nr. 375/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 3 april 2014 tot oprichting van het Europese vrijwilligerskorps voor humanitaire hulpverlening („EU-vrijwilligersinitiatief voor humanitaire hulp”) (PB L 122 van 24.4.2014, blz. 1).

Referentiebesluiten

Besluit C(2013) 9189 van de Commissie van 18 december 2013 waarbij bevoegdheden worden gedelegeerd aan het Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur met het oog op het vervullen van taken die verband houden met de uitvoering van programma's van de Unie op het gebied van onderwijs, audiovisuele media en cultuur, omvattende in het bijzonder de uitvoering van kredieten van de algemene begroting van de Unie en toewijzingen uit het EOF.

HOOFDSTUK 23 02 —   HUMANITAIRE HULP, VOEDSELHULP EN RAMPENPARAATHEID

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

% Betalingen 2014-2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

23 02

HUMANITAIRE HULP, VOEDSELHULP EN RAMPENPARAATHEID

23 02 01

Vertrekking van snelle, doeltreffende en op behoeften gebaseerde humanitaire hulp en voedselhulp

4

1 061 821 941

1 428 753 205

882 446 000

928 182 000

1 056 497 175,31

1 316 543 549,07

92,15

23 02 02

Rampenpreventie, rampenrisicovermindering en rampenparaatheid

4

37 900 000

33 352 000

37 296 000

37 296 000

37 341 875,77

41 881 520,61

125,57

 

Hoofdstuk 23 02 — Totaal

 

1 099 721 941

1 462 105 205

919 742 000

965 478 000

1 093 839 051,08

1 358 425 069,68

92,91

23 02 01

Vertrekking van snelle, doeltreffende en op behoeften gebaseerde humanitaire hulp en voedselhulp

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 061 821 941

1 428 753 205

882 446 000

928 182 000

1 056 497 175,31

1 316 543 549,07

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van humanitaire hulp en voedselhulp van humanitaire aard aan mensen in landen buiten de Unie die het slachtoffer zijn van conflicten of rampen, zowel natuurrampen als door de mens veroorzaakte rampen (oorlogen, gevechten enz.) of vergelijkbare noodsituaties, zolang als nodig is om aan de uit deze situaties voortvloeiende behoeften te voldoen. Hieraan zal uitvoering worden gegeven overeenkomstig de voorschriften voor humanitaire hulp van Verordening (EG) nr. 1257/96.

De hulp wordt verstrekt zonder discriminatie of nadelig onderscheid op grond van ras, etnische oorsprong, godsdienst, handicap, geslacht, leeftijd, nationaliteit of politieke gezindheid. Deze bijstand wordt verleend in overeenstemming met het internationaal humanitair recht en mag niet worden onderworpen aan door andere partnerdonoren opgelegde beperkingen, zolang als nodig is om in de uit deze situaties voortvloeiende humanitaire behoeften te voorzien.

Dit krediet dient tevens ter dekking van de uitgaven voor de aankoop en levering van alle goederen of materialen die voor de uitvoering van humanitaire en voedselhulpmaatregelen noodzakelijk zijn, met inbegrip van de bouw van woningen of schuilplaatsen voor de betrokken bevolkingsgroepen, werkzaamheden in verband met het herstel en de wederopbouw, op korte termijn, van met name infrastructuur en faciliteiten, uitgaven voor extern personeel, zowel buitenlands als lokaal, opslag, vervoer, internationaal of nationaal vervoer, logistieke steun en verdeling van de hulpgoederen, alsmede alle maatregelen die de vrije toegang tot de personen voor wie de hulp bestemd is, moeten vergemakkelijken.

Het krediet mag worden gebruikt ter financiering van de aankoop en levering van voedsel, zaden, vee of andere producten of uitrusting die voor de tenuitvoerlegging van humanitaire voedselhulpoperaties nodig zijn.

Het krediet kan ook ter dekking dienen van alle andere uitgaven die rechtstreeks verband houden met de tenuitvoerlegging van de operaties van humanitaire hulp, en van de uitgaven voor maatregelen die absoluut moeten worden getroffen voor de tenuitvoerlegging van de humanitaire voedselhulpoperaties binnen de vereiste termijnen en op een wijze die beantwoordt aan de behoeften van de doelgroepen, aan het doel van een zo goed mogelijke kosten-effectiviteitverhouding en aan een grotere transparantie.

Het dient bovendien ter dekking van de uitgaven voor:

 

maatregelen gericht op het bieden van een ondersteunende omgeving en toegang tot goed onderwijs in geval van humanitaire crises, waaronder maatregelen gericht op het herstel en de wederopbouw van schoolgebouwen en onderwijsfaciliteiten of het bieden van psychosociale ondersteuning, scholing van leerkrachten of de levering van goederen of materialen die nodig zijn voor de uitvoering van humanitaire hulpacties gericht op de toegang tot onderwijs,

 

haalbaarheidsstudies voor humanitaire operaties, evaluaties van projecten en plannen voor humanitaire hulp en voor zichtbaarheidsoperaties en informatiecampagnes betreffende humanitaire operaties;

 

het toezicht op humanitaire projecten en plannen en het bevorderen en opzetten van initiatieven gericht op het verbeteren van de coördinatie en de samenwerking teneinde de steun en het toezicht op de projecten en plannen doeltreffender te maken;

 

de controle op en de coördinatie van de hulpacties die deel uitmaken van de betrokken humanitaire hulp en voedselhulp, met name wat betreft de voorwaarden waaronder de betrokken producten worden verschaft, geleverd, gedistribueerd en aangewend, met inbegrip van het gebruik van tegenwaardefondsen;

 

maatregelen ter versterking van de coördinatie van de hulp van de Unie met de lidstaten, andere als donor optredende landen, internationale organisaties en instellingen (vooral organisaties die deel uitmaken van de Verenigde Naties), niet-gouvernementele organisaties en organisaties die deze laatste vertegenwoordigen;

 

de financiering van overeenkomsten inzake technische bijstand om de uitwisseling van technische kennis en ervaring tussen uniale humanitaire organisaties en instanties onderling en tussen deze organisaties en instanties en die uit derde landen te vergemakkelijken;

 

studies en opleiding die verband houden met het bereiken van de doelstellingen van het beleidsterrein humanitaire hulp en voedselhulp;

 

subsidies voor het uitvoeren van acties en voor de lopende uitgaven ten behoeve van humanitaire netwerken;

 

humanitaire mijnopruimingsacties met inbegrip van het bewustmaken van de plaatselijke bevolking met betrekking tot antipersoneelmijnen;

 

uitgaven voor het netwerk voor humanitaire hulp (NOHA), overeenkomstig artikel 4 van Verordening (EG) nr. 1257/96. Dit is een eenjarig multidisciplinair postdoctoraal diploma op het gebied van humanitaire hulp, in het leven geroepen om het professionalisme onder humanitaire hulpverleners te stimuleren, waarbij verschillende universiteiten betrokken zijn;

 

het vervoer en distributie van hulp, inclusief aanverwante kosten voor verzekering, laden en lossen, coördinatie enz.;

 

ondersteunende maatregelen, die onmisbaar zijn voor een optimale programmering, coördinatie en uitvoering van de hulp, die niet met andere kredieten worden gefinancierd, bijvoorbeeld buitengewone transport- en opslagmaatregelen, desinfectering, activiteiten in verband met de verwerking of bereiding van voedingsmiddelen ter plaatse, ondersteuning in de vorm van expertise, technische bijstand en levering van materialen die rechtstreeks verband houden met de uitvoering van de hulp (werktuigen, gereedschap, brandstof enz.);

 

modelexperimenten met nieuwe vormen van vervoer, verpakking en opslag, alsmede analysen van voedselhulpacties, zichtbaarheidsacties betreffende humanitaire operaties en ten slotte bewustmakingsacties;

 

de opslag van voedselproducten (met inbegrip van beheerskosten, termijnverrichtingen, met of zonder optie, de opleiding van technici, de aankoop van verpakkingsmateriaal en van mobiele opslagvoorzieningen, het onderhoud en de reparatie van opslagplaatsen enz.);

 

de technische bijstand die nodig is voor de voorbereiding en uitvoering van humanitaire hulpprojecten, met name de uitgaven ter dekking van de kosten van contracten met individuele deskundigen ter plaatse, alsmede de uitgaven voor infrastructuur en logistiek (vallende onder het beheer van gelden ter goede rekening en de machtigingen tot uitgaven), van eenheden van het directoraat-generaal Humanitaire Hulpverlening en Civiele Bescherming in de gehele wereld;

Om overeenkomstig de artikelen 58 tot en met 61 van het Financieel Reglement volledige financiële transparantie te waarborgen, doet de Commissie bij de sluiting of de wijziging van overeenkomsten voor het beheer en de uitvoering van projecten door internationale organisaties alle nodige inspanningen om ervoor te zorgen dat deze organisaties zich ertoe verbinden al hun interne en externe audits inzake het gebruik van middelen van de Unie over te leggen aan de Europese Rekenkamer en aan de interne auditeur van de Commissie.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun openbare organen, entiteiten of natuurlijke personen, aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen worden geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten en vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning, zullen, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1257/96 van de Raad van 20 juni 1996 betreffende humanitaire hulp (PB L 163 van 2.7.1996, blz. 1).

23 02 02

Rampenpreventie, rampenrisicovermindering en rampenparaatheid

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

37 900 000

33 352 000

37 296 000

37 296 000

37 341 875,77

41 881 520,61

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor operaties die zijn gericht op paraatheid bij of preventie van rampen of vergelijkbare noodsituaties en voor de ontwikkeling van waarschuwingssystemen voor alle soorten natuurrampen (overstromingen, cyclonen, vulkaanuitbarstingen enz.); hieronder vallen ook aankoop en vervoer van de hiervoor benodigde uitrusting.

Het kan tevens dienen ter dekking van alle andere rechtstreeks met de uitvoering van rampenparaatheidsmaatregelen verband houdende uitgaven zoals:

 

de financiering van wetenschappelijke studies ter preventie van rampen;

 

het aanleggen van noodvoorraden van goederen en uitrusting die bij humanitaire hulpoperaties kunnen worden gebruikt;

 

de technische bijstand die nodig is voor de voorbereiding en uitvoering van rampenparaatheidsprojecten, met name de uitgaven ter dekking van de kosten van contracten met individuele deskundigen ter plaatse, alsmede de uitgaven voor infrastructuur en logistiek (vallende onder het beheer van gelden ter goede rekening en de machtigingen tot uitgaven), van eenheden van het directoraat-generaal Humanitaire Hulpverlening en Civiele Bescherming in de gehele wereld;

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun openbare organen, entiteiten of natuurlijke personen, aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen worden geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten en vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning, zullen, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4% van de bijdragen voor het desbetreffende programma.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1257/96 van de Raad van 20 juni 1996 betreffende humanitaire hulp (PB L 163 van 2.7.1996, blz. 1).

HOOFDSTUK 23 03 —   HET UNIEMECHANISME VOOR CIVIELE BESCHERMING

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

% Betalingen 2014-2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

23 03

HET UNIEMECHANISME VOOR CIVIELE BESCHERMING

23 03 01

Rampenpreventie en rampenparaatheid

23 03 01 01

Rampenpreventie en rampenparaatheid binnen de Unie

3

29 366 000

23 500 000

28 068 000

17 506 349

27 631 742,22

11 642 832,50

49,54

23 03 01 02

Rampenpreventie en rampenparaatheid in derde landen

4

5 551 000

3 861 429

5 434 000

4 365 769

3 984 163,46

1 820 503,—

47,15

 

Artikel 23 03 01 — Subtotaal

 

34 917 000

27 361 429

33 502 000

21 872 118

31 615 905,68

13 463 335,50

49,21

23 03 02

Snelle en doeltreffende respons in noodsituaties, bij grote rampen

23 03 02 01

Snelle en doeltreffende respons in noodsituaties, bij grote rampen binnen de Unie

3

1 208 000

1 000 000

1 190 000

958 779

1 080 000,—

13 750,22

1,38

23 03 02 02

Snelle en doeltreffende respons in noodsituaties, bij grote rampen in derde landen

4

12 000 000

15 000 000

11 500 000

8 731 537

11 403 170,—

2 369 644,44

15,80

 

Artikel 23 03 02 — Subtotaal

 

13 208 000

16 000 000

12 690 000

9 690 316

12 483 170,—

2 383 394,66

14,90

23 03 51

Voltooiing van programma’s en acties op het gebied van civiele bescherming binnen de Unie (vóór 2014)

3

p.m.

3 250 000

p.m.

8 820 769

0,—

16 549 772,86

509,22

23 03 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

23 03 77 02

Voorbereidende actie — Uniestructuur voor snelle respons

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

148 957,12

 

23 03 77 03

Proefproject — Vroegtijdigewaarschuwingssysteem voor natuurrampen

3

p.m.

1 000 000

2 500 000

1 000 000

     
 

Artikel 23 03 77 — Subtotaal

 

p.m.

1 000 000

2 500 000

1 000 000

0,—

148 957,12

14,90

 

Hoofdstuk 23 03 — Totaal

 

48 125 000

47 611 429

48 692 000

41 383 203

44 099 075,68

32 545 460,14

68,36

23 03 01

Rampenpreventie en rampenparaatheid

23 03 01 01

Rampenpreventie en rampenparaatheid binnen de Unie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

29 366 000

23 500 000

28 068 000

17 506 349

27 631 742,22

11 642 832,50

Toelichting

Dit krediet dient voor de financiering van uitgaven voor acties op het gebied van civiele bescherming. Het is bedoeld ter ondersteuning en coördinatie van, alsook ter aanvulling op de inspanningen van de lidstaten, de EVA-landen en kandidaat-lidstaten die met de Unie een passende overeenkomst hebben gesloten inzake paraatheid en preventieve actie ten aanzien van natuurrampen en door de mens veroorzaakte rampen, met inbegrip van terroristische acties en technologische, stralings- of milieuongevallen, verontreiniging van de zee en acute gezondheidsrisico’s, voorkomend binnen de Unie. Het is tevens bedoeld om nauwere samenwerking tussen de lidstaten op het gebied van civiele bescherming te vergemakkelijken.

Het dekt met name:

 

acties op het gebied van preventie ter ondersteuning en bevordering van de risicobeoordelings- en -inventarisatie-activiteiten van de lidstaten via het uitwisselen van goede praktijken en het verzamelen en verspreiden van informatie van de lidstaten over risicobeoordelingsactiviteiten, onder meer door intercollegiale toetsing;

 

het creëren van een Europese responscapaciteit voor noodsituaties, een „stand-by”-capaciteit van middelen en uitrusting die in noodsituaties ter beschikking van een lidstaat kunnen worden gesteld;

 

de ontwikkeling en het beheer van een certificatie- en registratieproces voor de „Europese responscapaciteit voor noodsituaties”. Dit impliceert tevens de ontwikkeling van capaciteitsdoelstellingen en kwaliteitsnormen;

 

de identificatie van belangrijke tekortkomingen inzake responscapaciteit in de „Europese responscapaciteit voor noodsituaties”, en steun voor de ontwikkeling van de vereiste capaciteiten;

 

de inventarisatie van de voor bijstandsinterventies in noodsituaties in de lidstaten beschikbare interventiedeskundigen en -modules en overige ondersteuning;

 

de ontwikkeling en het onderhoud van een netwerk van opgeleide deskundigen uit de lidstaten om op centraal niveau te helpen met het toezicht, en de informatie- en coördinatietaken van het Coördinatiecentrum voor respons in noodsituaties (ERCC);

 

een programma van lessen die uit de interventies op het gebied van civiele bescherming zijn geleerd, en van oefeningen in het kader van het Uniemechanisme voor civiele bescherming;

 

een opleidingsprogramma voor interventieteams, extern personeel en externe deskundigen, gericht op de verstrekking van kennis en instrumenten die nodig zijn voor een doeltreffende deelname aan interventies van de Unie en voor de ontwikkeling van een gemeenschappelijke Europese interventiecultuur;

 

het beheer van een opleidingsnetwerk van opleidingscentra voor personeel van civiele bescherming en beheer van noodsituaties en andere relevante actoren met het oog op sturing in verband met opleiding voor civiele bescherming in de Unie en op internationaal niveau;

 

het beheer van een programma met oefeningen, onder meer oefeningen op coördinatiecentrumniveau, oefeningen op grote schaal en oefeningen voor modules van civiele bescherming voor het beproeven van de interoperabiliteit, de opleiding van ambtenaren voor civiele bescherming en een gemeenschappelijke interventiecultuur;

 

de uitwisseling van deskundigen ter versterking van de kennis van civiele bescherming van de Unie en ter uitwisseling van informatie en ervaringen;

 

informatie- en communicatiesystemen (ICT), met name het gemeenschappelijk noodcommunicatie- en -informatiesysteem CECIS ter vergemakkelijking van de uitwisseling van informatie met de lidstaten in noodsituaties, teneinde de doeltreffendheid te vergroten en de uitwisseling van gerubriceerde informatie van de Unie mogelijk te maken. Dit omvat de uitgaven voor de ontwikkeling, het onderhoud, de bediening en de ondersteuning (hardware, software en diensten) van de systemen. Het omvat eveneens de uitgaven voor projectbeheer, kwaliteitscontrole, beveiliging, documentatie en opleiding in samenhang met het gebruik van deze systemen;

 

onderzoek en ontwikkeling van civielebeschermingsmodules in de zin van artikel 4 van Besluit nr. 1313/2013/EU, met inbegrip van steun ter verbetering van de interoperabiliteit;

 

onderzoek en ontwikkeling van rampdetectie- en vroegewaarschuwingssystemen;

 

de studie en ontwikkeling van scenario’s, het in kaart brengen en plannen voor de ontwikkeling van responscapaciteit;

 

workshops, studiebijeenkomsten, projecten, studies, onderzoeken, modellering, het uitwerken van scenario's en rampenplannen, ondersteuning van capaciteitsopbouw, demonstratieprojecten, overdracht van technologie, bewustmaking, voorlichting, communicatie en monitoring, controle en evaluatie;

 

andere ondersteunende en aanvullende acties die noodzakelijk zijn in het kader van het Uniemechanisme voor civiele bescherming, voor het bereiken van een hoog beschermingsniveau tegen rampen en een grotere rampenparaatheid van de Unie;

 

uitgaven voor audits en evaluaties, zoals neergelegd in het Uniemechanisme voor civiele bescherming.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 daarvan en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de EVA-staten, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Eventuele inkomsten uit de bijdrage van kandidaat-lidstaten en, indien van toepassing, de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan voor deelname aan programma’s van de Unie, die worden opgevoerd onder post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot het opvoeren van extra kredieten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Besluit nr. 1313/2013/EU van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende een Uniemechanisme voor civiele bescherming (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 924).

23 03 01 02

Rampenpreventie en rampenparaatheid in derde landen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

5 551 000

3 861 429

5 434 000

4 365 769

3 984 163,46

1 820 503,—

Toelichting

Dit krediet dient voor de financiering van uitgaven voor acties op het gebied van civiele bescherming. Het is bedoeld ter ondersteuning en coördinatie van, alsook ter aanvulling op de inspanningen van de lidstaten, de EVA-landen, de toetredende landen, de kandidaat-lidstaten en de potentiële kandidaten die met de Unie een passende overeenkomst hebben gesloten inzake paraatheid en preventieve actie ten aanzien van natuurrampen en door de mens veroorzaakte rampen, met inbegrip van terroristische acties en technologische, stralings- of milieuongevallen, verontreiniging van de zee en acute gezondheidsrisico’s, voorkomend in derde landen. Het krediet dekt meer bepaald de inzet van deskundigen voor de evaluatie van de preventie- en paraatheidsbehoeften in derde landen bij rampen, en de fundamentele logistieke steun voor dergelijke deskundigen.

Het krediet strekt ook tot financiële steun voor bepaalde acties die worden gedekt door de artikelen 21 en 22 van Besluit nr. 1313/2013/EU, voor kandidaten die niet deelnemen aan het Uniemechanisme voor civiele bescherming en voor landen die vallen onder het Europees nabuurschapsbeleid, voor zover dit wordt gecombineerd met financiering uit het instrument voor pretoetredingssteun en het Europees nabuurschapsinstrument.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 daarvan en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de EVA-staten, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Eventuele inkomsten uit de bijdrage van kandidaat-lidstaten en, indien van toepassing, de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan voor deelname aan programma’s van de Unie, die worden opgevoerd onder post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot het openen van extra kredieten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Besluit nr. 1313/2013/EU van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende een Uniemechanisme voor civiele bescherming (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 924).

23 03 02

Snelle en doeltreffende respons in noodsituaties, bij grote rampen

23 03 02 01

Snelle en doeltreffende respons in noodsituaties, bij grote rampen binnen de Unie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 208 000

1 000 000

1 190 000

958 779

1 080 000,—

13 750,22

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van de uitgaven voor interventies van civiele bescherming binnen de Unie in het kader van het Uniemechanisme voor civiele bescherming:

 

de verlening van steun aan de lidstaten bij het verkrijgen van uitrusting en vervoermiddelen;

 

het inzetten van extra vervoermiddelen en aanverwante logistieke zaken die nodig zijn voor een snelle reactie op ernstige noodsituaties ter aanvulling van het door de lidstaten verstrekte vervoer;

 

het inzetten van deskundigen om de bijstandsbehoeften te beoordelen, het vergemakkelijken van rampenbijstand van de Unie in lidstaten, en het verstrekken van de logistieke basissteun voor deze deskundigen;

 

het inzetten van opgeleide deskundigen uit de lidstaten in het Coördinatiecentrum voor respons in noodsituaties (ERCC) voor steun aan de monitoring-, voorlichtings- en coördinatietaken van dat Centrum;

 

eventuele ondersteunende en aanvullende acties ter vergemakkelijking van de coördinatie van respons op de meest doeltreffende wijze.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 daarvan en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de EVA-staten, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Eventuele inkomsten uit de bijdrage van kandidaat-lidstaten en, indien van toepassing, de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan voor deelname aan programma’s van de Unie, die worden opgevoerd onder post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot het openen van extra kredieten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Besluit nr. 1313/2013/EU van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende een Uniemechanisme voor civiele bescherming (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 924).

23 03 02 02

Snelle en doeltreffende respons in noodsituaties, bij grote rampen in derde landen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

12 000 000

15 000 000

11 500 000

8 731 537

11 403 170,—

2 369 644,44

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van de uitgaven voor interventies van civiele bescherming in derde landen in het kader van het Uniemechanisme voor civiele bescherming:

 

het inzetten van deskundigen om de bijstandsbehoeften te beoordelen en de Europese bijstand in derde landen bij rampen te bevorderen;

 

de verlening van steun aan de lidstaten bij het verkrijgen van uitrusting en vervoermiddelen;

 

de verlening van Europese civielebeschermingshulp bij rampen — inclusief het verstrekken van relevante informatie over transportmiddelen — en daarmee samenhangende logistieke ondersteuning;

 

de verlening, op verzoek van de consulaire autoriteiten van de lidstaten, van consulaire steun aan de burgers van de Unie die zich in derde landen in een ernstige noodsituatie op het gebied van civielebeschermingsacties bevinden;

 

eventuele ondersteunende en aanvullende acties ter vergemakkelijking van de coördinatie van respons op de meest doeltreffende wijze.

De voor de uitvoering in aanmerking komende partners kunnen zijn: autoriteiten van de lidstaten of de begunstigde landen en hun uitvoerende instanties, regionale en internationale organisaties en hun uitvoerende instanties, niet-gouvernementele organisaties en openbare of particuliere ondernemers en individuele organisaties of operatoren (daaronder begrepen gedetacheerd personeel van de overheidsdiensten van de lidstaten) met de nodige deskundigheid en ervaring.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 daarvan en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de EVA-staten, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Eventuele inkomsten uit de bijdrage van kandidaat-lidstaten en, indien van toepassing, de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan voor deelname aan programma’s van de Unie, die worden opgevoerd onder post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot het openen van extra kredieten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Besluit nr. 1313/2013/EU van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende een Uniemechanisme voor civiele bescherming (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 924).

23 03 51

Voltooiing van programma’s en acties op het gebied van civiele bescherming binnen de Unie (vóór 2014)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

3 250 000

p.m.

8 820 769

0,—

16 549 772,86

Toelichting

Dit krediet is bestemd voor betalingen ter dekking van de afwikkeling van vastleggingen voor het programma en acties op het gebied van civiele bescherming. Het is tevens bestemd ter dekking van betalingen voor vastleggingen die voortvloeien uit acties op het gebied van civiele bescherming en uit activiteiten die worden ondernomen in het kader van de bescherming van het mariene milieu, de kusten en de menselijke gezondheid tegen het risico van accidentele of opzettelijke verontreiniging van de zee.

Dit krediet heeft ten dele ook tot doel de uitgaven te financieren die betrekking hebben op interventies op het gebied van civiele bescherming in derde landen in het kader van het financieringsinstrument voor civiele bescherming en het communautaire mechanisme voor civiele bescherming:

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Eventuele inkomsten uit de bijdrage van kandidaat-lidstaten en, indien van toepassing, de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan voor deelname aan programma’s van de Unie, die worden opgevoerd onder post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot het openen van extra kredieten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Beschikking 1999/847/EG van de Raad van 9 december 1999 betreffende een communautair actieprogramma voor civiele bescherming (PB L 327 van 21.12.1999, blz. 53).

Beschikking nr. 2850/2000/EG van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2000 houdende instelling van een communautair kader voor samenwerking op het gebied van door ongevallen veroorzaakte of opzettelijke verontreiniging van de zee (PB L 332 van 28.12.2000, blz. 1).

Beschikking 2001/792/EG, Euratom van de Raad van 23 oktober 2001 tot vaststelling van een communautair mechanisme ter vergemakkelijking van versterkte samenwerking bij bijstandsinterventies in het kader van civiele bescherming (PB L 297 van 15.11.2001, blz. 7).

Beschikking 2007/162/EG, Euratom van de Raad van 5 maart 2007 tot instelling van een financieringsinstrument voor civiele bescherming (PB L 71 van 10.3.2007, blz. 9).

Beschikking 2007/779/EG, Euratom van de Raad van 8 november 2007 tot vaststelling van een communautair mechanisme voor civiele bescherming (PB L 314 van 1.12.2007, blz. 9).

23 03 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

23 03 77 02

Voorbereidende actie — Uniestructuur voor snelle respons

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

148 957,12

Toelichting

Dit krediet is bestemd ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

23 03 77 03

Proefproject — Vroegtijdigewaarschuwingssysteem voor natuurrampen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

1 000 000

2 500 000

1 000 000

   

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Natuurrampen, waaronder rampen die het resultaat zijn van klimaatverandering, zijn grensoverschrijdend van aard. Het is bijgevolg uitermate belangrijk dat paraatheidsactiviteiten op een meer gecoördineerde manier plaatsvinden en nationale grenzen overschrijden, opdat kennis wordt gedeeld en de bewustwording wordt vergroot op zowel nationaal, regionaal als plaatselijk niveau, bij zowel autoriteiten als burgers. In Europa bestaan er verschillende onderzoekscentra en kenniscentra die reeds capaciteit hebben opgebouwd om de risico's van rampen te analyseren en te evalueren, en om hun respectievelijke nationale autoriteiten hiervoor te waarschuwen, met als doel schade en slachtoffers te voorkomen, de betrokken gemeenschappen voor te bereiden op rampen en om de vroegtijdigewaarschuwinginformatie te inventariseren, zodat deze informatie kan worden gebruikt wanneer gerichte investeringen worden gedaan die medegefinancierd worden in het kader van de Europese structuur- en investeringsfondsen, opdat de relevante thematische doelstellingen worden bereikt. Bovendien is er het Coördinatiecentrum voor respons in noodsituaties (ERCC), dat wordt beheerd door het directoraat-generaal Humanitaire Hulp en Civiele Bescherming en is opgericht om een gecoördineerde en snellere respons bij rampen zowel binnen als buiten Europa te ondersteunen, gebruikmakend van middelen van 32 landen die deelnemen aan het Uniemechanisme voor civiele bescherming. Het ERCC baseert zich momenteel op verschillende belangrijke Europese detectie- en waarschuwingssystemen, die informatie verlenen die het ERCC in staat stelt op een succesvolle manier te reageren op rampen, alsook op de wetenschappelijke deskundigheid van het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek (JRC) om de impact van natuurverschijnselen te analyseren (met inbegrip van hun impact op infrastructuur, met mogelijke technologische rampen tot gevolg).

Gelet op de toenemende uitdagingen, volstaan de voornoemde middelen en deskundigheid echter niet meer om de Unie-respons te coördineren op het niveau van het ERCC en om de Europese responscapaciteit in noodsituaties in de toekomst te beheren, waarvoor een grotere nadruk op voorspelling, planning en coördinatie nodig is, in plaats van enkel te reageren in geval van noodsituaties. De ervaring heeft eveneens geleerd dat het voorkomen van en zich voorbereiden op een ramp kosteneffectiever is dan erop te reageren.

Bovendien bestaat er geen gecoördineerd mechanisme om melding te doen bij het ERCC of bij alle lidstaten die kunnen worden getroffen door een mogelijke ramp die de nationale grenzen overschrijdt (zoals een storm). Momenteel is iedere lidstaat in grote mate afhankelijk van zijn eigen capaciteit.

Om voornoemde uitdagingen aan te pakken en de doelstelling te bereiken om wetenschap en techniek ten volle en op een kosteneffectieve manier te benutten op het vlak van ramprisicobeheer, is een Europees proefproject nodig. Het proefproject bouwt voort op de ervaringen die zijn opgedaan met het systeem voor vroegtijdige waarschuwing voor en het opvangen van tsunami's in het noordoostelijke deel van de Atlantische Oceaan, de Middellandse Zee en de daarmee in verbinding staande zeeën (NEAMTWS), in het kader waarvan vijf partners samenwerken om permanent toezicht te houden en de autoriteiten van de Unie en de lidstaten tijdig te waarschuwen in geval van tsunami's in het noordoostelijke deel van de Atlantische Oceaan, de Middellandse Zee en de daarmee in verbinding staande zeeën. Het Europese proefproject heeft de volgende doelstellingen:

 

de identificatie van relevante wetenschappelijke centra in heel Europa die hun deskundigheid ter beschikking kunnen stellen op het vlak van beleidsvorming met betrekking tot risicobeheer en het beheer van noodsituaties;

 

het samenbrengen van deze wetenschappelijke centra en de totstandbrenging van bredere wetenschappelijke partnerschappen (EU-netwerk van kenniscentra) voor verschillende gevaren, in het kader waarvan, voor zover nodig, wordt gezorgd voor associaties met wetenschappelijke centra in de buurlanden van de Unie, in overeenstemming met de regelgeving betreffende het Uniemechanisme voor civiele bescherming;

 

het overbruggen van de kloof die er momenteel bestaat op het vlak van melding en koppeling tussen het EU-netwerk van kenniscentra en het ERCC; dit kan gebeuren door een beheersstructuur vast te stellen en uit te voeren waarmee het EU-netwerk van kenniscentra, het JRC en het ERCC worden gekoppeld.

Op deze manier zal relevante informatie over rampen tijdig en op een gecoördineerde manier worden doorgestuurd naar alle betrokken actoren, wat zal zorgen voor een toename van zowel de paraatheid als de reactiecapaciteit van de lidstaten en de Unie via het ERCC. Voor de totstandbrenging en uitbreiding van een dergelijk netwerk is een grootschalige deelname nodig van Europese wetenschappelijke centra die de allernieuwste monitoringtechnologie gebruiken of kunnen worden gefinancierd om dergelijk niveau te bereiken, indien dit noodzakelijk is voor de regionale dekking van het model. Ze kunnen een gemeenschappelijk, efficiënt en gecoördineerde rapportagemethodologie ontwikkelen, implementeren en testen, en deze toepassen in een ruime geografische zone in Europa (in ten minste 10 landen). Een groot netwerk is een noodzakelijke voorwaarde voor het welslagen van een dergelijke onderneming, aangezien er rekening dient te worden gehouden met de geografische spreiding van de rampenrisico's.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

HOOFDSTUK 23 04 —   HET EU-VRIJWILLIGERSINITIATIEF VOOR HUMANITAIRE HULP

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

% Betalingen 2014-2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

23 04

HET EU-VRIJWILLIGERSINITIATIEF VOOR HUMANITAIRE HULP

23 04 01

Het EU-vrijwilligersinitiatief voor humanitaire hulp — Versterking van de responscapaciteit van de Unie bij humanitaire crises

4

16 885 000

13 200 000

13 868 000

10 078 812

12 148 000,—

0,—

0

23 04 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

23 04 77 01

Voorbereidende actie — Europees vrijwilligerskorps voor humanitaire hulpverlening

4

p.m.

p.m.

p.m.

688 366

0,—

719 279,09

 
 

Artikel 23 04 77 — Subtotaal

 

p.m.

p.m.

p.m.

688 366

0,—

719 279,09

 
 

Hoofdstuk 23 04 — Totaal

 

16 885 000

13 200 000

13 868 000

10 767 178

12 148 000,—

719 279,09

5,45

23 04 01

Het EU-vrijwilligersinitiatief voor humanitaire hulp — Versterking van de responscapaciteit van de Unie bij humanitaire crises

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

16 885 000

13 200 000

13 868 000

10 078 812

12 148 000,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitvoering van het Europese vrijwilligerskorps voor humanitaire hulpverlening („EU-vrijwilligersinitiatief voor humanitaire hulp”).

Met het EU-vrijwilligersinitiatief voor humanitaire hulp wordt beoogd bij te dragen tot de versterking van de capaciteit van de Unie om op behoeften gebaseerde humanitaire hulp te verlenen, zodat levens worden gered, menselijk lijden wordt voorkomen en verlicht en de menselijke waardigheid wordt bewaard, alsook bij te dragen tot de versterking van de capaciteit en weerstand van kwetsbare of door rampen getroffen gemeenschappen in derde landen, in het bijzonder door middel van paraatheid bij rampen en vermindering van het risico op rampen, en door versterking van de relatie tussen noodhulp, rehabilitatie en ontwikkeling. Deze doelstelling wordt verwezenlijkt door de toegevoegde waarde van gezamenlijke bijdragen van EU-vrijwilligers voor humanitaire hulp, waarin de waarden van de Unie en haar solidariteit met mensen in nood tot uitdrukking komen, en waarbij een besef van Unieburgerschap zichtbaar wordt bevorderd.

Dit krediet dient ter dekking van de volgende maatregelen en uitgavenposten:

 

ontwikkelen en onderhouden van normen en procedures met betrekking tot kandidaat-vrijwilligers en EU-vrijwilligers voor humanitaire hulp;

 

ontwikkelen en onderhouden van een certificeringsmechanisme voor uitzendende en ontvangende organisaties;

 

identificeren en selecteren van kandidaat-vrijwilligers;

 

opzetten van een opleidingsprogramma en ondersteunen van opleiding van kandidaat-vrijwilligers en stages;

 

aanleggen, onderhouden en bijwerken van een database van EU-vrijwilligers voor humanitaire hulp;

 

de inzet van EU-vrijwilligers voor humanitaire hulp ter ondersteuning en aanvulling van humanitaire hulp in derde landen;

 

capaciteitsopbouw van de ontvangende organisaties;

 

oprichten en beheren van een netwerk voor het EU-vrijwilligersinitiatief voor humanitaire hulp;

 

communicatie en voorlichting;

 

ondersteunende activiteiten ter bevordering van de verantwoordingsplicht, transparantie en doeltreffendheid van het EU-vrijwilligersinitiatief voor humanitaire hulp.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun openbare organen, entiteiten of natuurlijke personen, aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen worden geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten en vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning, zullen, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 375/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 3 april 2014 tot oprichting van het Europese vrijwilligerskorps voor humanitaire hulpverlening („EU-vrijwilligersinitiatief voor humanitaire hulp”) (PB L 122 van 24.4.2014, blz. 1).

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1244/2014 van de Commissie van 20 november 2014 tot vaststelling van de uitvoeringsvoorschriften van Verordening (EU) nr. 375/2014 van het Europees Parlement en de Raad tot oprichting van het Europese vrijwilligerskorps voor humanitaire hulpverlening („EU-vrijwilligersinitiatief voor humanitaire hulp”) (PB L 334 van 21.11.2014, blz. 52).

Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1398/2014 van de Commissie van 24 oktober 2014 tot vaststelling van normen inzake kandidaat-vrijwilligers en EU-vrijwilligers voor humanitaire hulp (PB L 373 van 31.12.2014, blz. 8).

23 04 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

23 04 77 01

Voorbereidende actie — Europees vrijwilligerskorps voor humanitaire hulpverlening

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

688 366

0,—

719 279,09

Toelichting

Dit krediet is bestemd ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

TITEL 24

FRAUDEBESTRIJDING

Algemene samenvatting van de kredieten (2016 en 2015) en van de uitvoering (2014)

 

Titel

Hoofdstuk

Rubriek

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

24 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „FRAUDEBESTRIJDING”

59 055 000

59 055 000

57 746 000

57 746 000

55 695 715,65

55 695 715,65

24 02

BEVORDERING VAN ACTIVITEITEN OP HET GEBIED VAN DE BESCHERMING VAN DE FINANCIËLE BELANGEN VAN DE EUROPESE UNIE (HERCULES III)

14 542 300

20 100 000

14 067 100

12 385 254

13 677 700,—

11 935 042,35

24 04

ANTIFRAUDE-INFORMATIESYSTEEM (AFIS)

6 629 000

6 500 000

6 921 700

5 226 647

6 399 117,44

6 606 762,52

 

Titel 24 — Totaal

80 226 300

85 655 000

78 734 800

75 357 901

75 772 533,09

74 237 520,52

HOOFDSTUK 24 01 —   ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „FRAUDEBESTRIJDING”

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

% 2014-2016

24 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „FRAUDEBESTRIJDING”

24 01 07

Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF)

5,2

59 055 000

57 746 000

55 695 715,65

94,31

 

Hoofdstuk 24 01 — Totaal

 

59 055 000

57 746 000

55 695 715,65

94,31

24 01 07

Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF)

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

59 055 000

57 746 000

55 695 715,65

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten met betrekking tot het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF), met inbegrip van OLAF-personeel in Uniedelegaties, dat als doelstelling heeft de bestrijding van fraude in een interinstitutioneel kader.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 20 000 EUR.

Overeenkomstig artikel 18 van Verordening (EU, Euratom) nr. 883/2013 worden de kredieten en de personeelsleden van het Comité van toezicht en zijn secretariaat opgenomen in de begroting en de personeelsformatie van OLAF. Omwille van de transparantie kunnen de ter beschikking van het comité gestelde middelen evenwel worden afgezonderd in de OLAF-begroting. Op basis van een secretariaat met zeven vaste ambten en een dotatie voor een arbeidscontractant zouden de kredieten voor de werking van het Comité van toezicht in 2015 ongeveer 1 200 000 EUR bedragen. Dit bedrag dekt de volgende uitgaven: personeelskosten, opleiding, dienstreizen, interne vergaderingen, gebouwen en vergoedingen van het Comité van toezicht.

Rechtsgronden

Besluit 1999/352/EG, EGKS, Euratom van de Commissie van 28 april 1999 houdende oprichting van het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) (PB L 136 van 31.5.1999, blz. 20), met name artikel 4 en artikel 6, lid 3.

Verordening (EU, Euratom) nr. 883/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 september 2013 betreffende onderzoeken door het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1073/1999 van het Europees Parlement en de Raad en Verordening (Euratom) nr. 1074/1999 van de Raad (PB L 248 van 18.9.2013, blz. 1).

HOOFDSTUK 24 02 —   BEVORDERING VAN ACTIVITEITEN OP HET GEBIED VAN DE BESCHERMING VAN DE FINANCIËLE BELANGEN VAN DE EUROPESE UNIE (HERCULES III)

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

% Betalingen 2014-2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

24 02

BEVORDERING VAN ACTIVITEITEN OP HET GEBIED VAN DE BESCHERMING VAN DE FINANCIËLE BELANGEN VAN DE EUROPESE UNIE (HERCULES III)

24 02 01

Voorkomen en bestrijden van fraude, corruptie en alle andere onwettige activiteiten waardoor de financiële belangen van de Unie worden geschaad

1,1

14 542 300

19 307 530

14 067 100

5 677 724

13 677 700,—

1 646 459,91

8,53

24 02 51

Voltooiing van acties op het gebied van de strijd tegen fraude

1,1

p.m.

792 470

p.m.

6 707 530

0,—

10 288 582,44

1 298,29

 

Hoofdstuk 24 02 — Totaal

 

14 542 300

20 100 000

14 067 100

12 385 254

13 677 700,—

11 935 042,35

59,38

24 02 01

Voorkomen en bestrijden van fraude, corruptie en alle andere onwettige activiteiten waardoor de financiële belangen van de Unie worden geschaad

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

14 542 300

19 307 530

14 067 100

5 677 724

13 677 700,—

1 646 459,91

Toelichting

Deze kredieten dienen ter dekking van de in artikel 8 van Verordening (EU) nr. 250/2014 opgesomde acties.

Ontvangsten uit bijdragen van de in artikel 7, lid 2, van Verordening (EU) nr. 250/2014 genoemde deelnemende landen voor deelname aan de programma's van de Unie, die worden opgevoerd onder post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot het openen van extra kredieten overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 250/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2014 tot vaststelling van een programma ter bevordering van acties op het gebied van de bescherming van de financiële belangen van de Europese Unie (Hercules III-programma) en tot intrekking van Besluit nr. 804/2004/EG (PB L 84 van 20.3.2014, blz. 6), met name artikel 4.

24 02 51

Voltooiing van acties op het gebied van de strijd tegen fraude

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

792 470

p.m.

6 707 530

0,—

10 288 582,44

Toelichting

Dit krediet dient ter financiering van de kosten voor de voltooiing van acties of activiteiten die worden georganiseerd in het kader van het Hercules II-programma met betrekking tot de bescherming van de financiële belangen van de Unie, inclusief op het gebied van de preventie van en de strijd tegen sigarettensmokkel en -namaak.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan uniale programma's, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot g), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (Euratom, EG) nr. 2185/96 van de Raad van 11 november 1996 betreffende de controles en verificaties ter plaatse die door de Commissie worden uitgevoerd ter bescherming van de financiële belangen van de Europese Gemeenschappen tegen fraudes en andere onregelmatigheden (PB L 292 van 15.11.1996, blz. 2).

Verordening (EG) nr. 1073/1999 van het Europees Parlement en de Raad van 25 mei 1999 betreffende onderzoeken door het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) (PB L 136 van 31.5.1999, blz. 1).

Verordening (Euratom) nr. 1074/1999 van de Raad van 25 mei 1999 betreffende de door het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) verrichte onderzoeken (PB L 136 van 31.5.1999, blz. 8).

Besluit nr. 804/2004/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 april 2004 tot vaststelling van een communautair actieprogramma ter bevordering van acties op het gebied van de bescherming van de financiële belangen van de Gemeenschap (Hercules-programma) (PB L 143 van 30.4.2004, blz. 9).

HOOFDSTUK 24 04 —   ANTIFRAUDE-INFORMATIESYSTEEM (AFIS)

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

% Betalingen 2014-2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

24 04

ANTIFRAUDE-INFORMATIESYSTEEM (AFIS)

24 04 01

Ondersteuning van wederzijdse bijstand in douanezaken en bevordering van veilige elektronische communicatiemiddelen waarmee lidstaten onregelmatigheden kunnen melden

1,1

6 629 000

6 500 000

6 921 700

4 965 315

6 399 117,44

3 084 730,36

47,46

24 04 51

Afwikkeling van het voormalige antifraude-informatiesysteem (AFIS)

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

261 332

0,—

3 522 032,16

 
 

Hoofdstuk 24 04 — Totaal

 

6 629 000

6 500 000

6 921 700

5 226 647

6 399 117,44

6 606 762,52

101,64

24 04 01

Ondersteuning van wederzijdse bijstand in douanezaken en bevordering van veilige elektronische communicatiemiddelen waarmee lidstaten onregelmatigheden kunnen melden

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

6 629 000

6 500 000

6 921 700

4 965 315

6 399 117,44

3 084 730,36

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 515/97 van de Raad van 13 maart 1997 betreffende de wederzijdse bijstand tussen de administratieve autoriteiten van de lidstaten en de samenwerking tussen deze autoriteiten en de Commissie met het oog op de juiste toepassing van de douane- en landbouwvoorschriften (PB L 82 van 22.3.1997, blz. 1), met name artikel 23.

24 04 51

Afwikkeling van het voormalige antifraude-informatiesysteem (AFIS)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

261 332

0,—

3 522 032,16

Toelichting

Dit krediet dient voor de dekking van de afwikkelingskosten van de acties die door het antifraude-informatiesysteem (AFIS) worden ondersteund.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 515/97 van de Raad van 13 maart 1997 betreffende de wederzijdse bijstand tussen de administratieve autoriteiten van de lidstaten en de samenwerking tussen deze autoriteiten en de Commissie met het oog op de juiste toepassing van de douane- en landbouwvoorschriften (PB L 82 van 22.3.1997, blz. 1), met name artikel 23.

TITEL 25

BELEIDSCOÖRDINATIE EN JURIDISCH ADVIES VAN DE COMMISSIE

Algemene samenvatting van de kredieten (2016 en 2015) en van de uitvoering (2014)

 

Titel

Hoofdstuk

Rubriek

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

25 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „BELEIDSCOÖRDINATIE EN JURIDISCH ADVIES VAN DE COMMISSIE”

206 099 587

205 749 587

191 983 721

191 983 721

198 336 843,34

198 525 361,10

25 02

BETREKKINGEN MET DE CIVIELE SAMENLEVING, OPENHEID EN INFORMATIEVERSTREKKING

0,—

763 822,88

 

Titel 25 — Totaal

206 099 587

205 749 587

191 983 721

191 983 721

198 336 843,34

199 289 183,98

HOOFDSTUK 25 01 —   ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „BELEIDSCOÖRDINATIE EN JURIDISCH ADVIES VAN DE COMMISSIE”

De artikelen 1, 2, 3 en 5 zijn in detail weergegeven in hoofdstuk XX 01

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

% Betalingen 2014-2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

25 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „BELEIDSCOÖRDINATIE EN JURIDISCH ADVIES VAN DE COMMISSIE”

25 01 01

Uitgaven voor ambtenaren en tijdelijke functionarissen voor het beleidsterrein „Beleidscoördinatie en juridisch advies van de Commissie”

25 01 01 01

Ambtenaren en tijdelijke functionarissen

5,2

154 522 190

154 522 190

140 968 887

140 968 887

145 632 060,03

145 632 060,03

94,25

25 01 01 03

Bezoldigingen, toelagen en betalingen voor de leden van de instelling

5,2

9 939 000

9 939 000

9 980 000

9 980 000

10 317 463,08

10 317 463,08

103,81

 

Artikel 25 01 01 — Subtotaal

 

164 461 190

164 461 190

150 948 887

150 948 887

155 949 523,11

155 949 523,11

94,82

25 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven voor het beleidsterrein „Beleidscoördinatie en juridisch advies van de Commissie”

25 01 02 01

Extern personeel

5,2

6 365 994

6 365 994

6 368 382

6 368 382

5 768 507,86

5 768 507,86

90,61

25 01 02 03

Bijzondere adviseurs

5,2

869 000

869 000

1 165 000

1 165 000

1 090 000,—

1 090 000,—

125,43

25 01 02 11

Overige beheersuitgaven

5,2

12 491 630

12 491 630

12 710 895

12 710 895

13 340 943,92

13 340 943,92

106,80

25 01 02 13

Overige beheersuitgaven van de leden van de instelling

5,2

3 950 000

3 950 000

3 950 000

3 950 000

3 752 868,23

3 752 868,23

95,01

 

Artikel 25 01 02 — Subtotaal

 

23 676 624

23 676 624

24 194 277

24 194 277

23 952 320,01

23 952 320,01

101,16

25 01 03

Uitgaven voor apparatuur en diensten voor informatie- en communicatietechnologie ten behoeve van het beleidsterrein „Beleidscoördinatie en juridisch advies van de Commissie”

5,2

9 861 773

9 861 773

8 949 557

8 949 557

10 514 653,74

10 514 653,74

106,62

25 01 07

Kwaliteit van de wetgeving — Codificatie van het Unierecht

5,2

300 000

300 000

500 000

500 000

100 000,—

100 000,—

33,33

25 01 08

Juridisch advies, processen en inbreuken — Proceskosten

5,2

3 700 000

3 700 000

3 700 000

3 700 000

3 721 266,28

3 721 266,28

100,57

25 01 10

Bijdrage van de Unie voor de werking van de historische archieven van de Unie

5,2

1 405 000

1 405 000

1 556 000

1 556 000

2 304 000,—

2 304 000,—

163,99

25 01 11

Registers en publicaties

5,2

1 995 000

1 995 000

2 135 000

2 135 000

1 795 080,20

1 795 080,20

89,98

25 01 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

25 01 77 02

Voorbereidende actie — Interinstitutioneel systeem voor de identificatie van langetermijntrends

5,2

p.m.

p.m.

0,—

188 517,76

 

25 01 77 03

Proefproject —Financiering en ondersteuning van campagnes voor het Europees burgerinitiatief

5,2

700 000

350 000

         
 

Artikel 25 01 77 — Subtotaal

 

700 000

350 000

p.m.

p.m.

0,—

188 517,76

53,86

 

Hoofdstuk 25 01 — Totaal

 

206 099 587

205 749 587

191 983 721

191 983 721

198 336 843,34

198 525 361,10

96,49

25 01 01

Uitgaven voor ambtenaren en tijdelijke functionarissen voor het beleidsterrein „Beleidscoördinatie en juridisch advies van de Commissie”

25 01 01 01

Ambtenaren en tijdelijke functionarissen

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

154 522 190

140 968 887

145 632 060,03

25 01 01 03

Bezoldigingen, toelagen en betalingen voor de leden van de instelling

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

9 939 000

9 980 000

10 317 463,08

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de basissalarissen van de leden van de Commissie;

 

de standplaatsvergoedingen van de leden van de Commissie;

 

de gezinstoelagen van de leden van de Commissie, namelijk

 

de kostwinnerstoelage,

 

de kindertoelage,

 

de schooltoelage,

 

de representatievergoeding van de leden van de Commissie,

 

de werkgeversbijdrage aan de verzekering tegen uit beroepsziekten en ongevallen voortvloeiende risico's voor leden van de Commissie,

 

de werkgeversbijdrage voor de ziektekostenverzekering van de voormalige leden van de Commissie,

 

de geboortetoelage,

 

in geval van overlijden van een lid van de Commissie:

 

de volledige bezoldiging van de overledene tot en met het einde van de derde maand die volgt op de maand waarin het lid overleed,

 

de kosten van vervoer van het stoffelijk overschot naar de plaats van herkomst van de overledene,

 

de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten op de emolumenten,

 

de toepassing van de aanpassingscoëfficiënt op het gedeelte van de emolumenten dat naar een ander land dan dat van de standplaats wordt overgemaakt,

 

de kosten van een eventuele aanpassing van de salarissen in de loop van het begrotingsjaar.

Bovendien worden op deze post de eventuele kredieten geboekt ter dekking van:

 

de reiskosten van de leden van de Commissie (en hun familieleden) bij het aanvaarden of het beëindigen van hun functie;

 

de inrichtingsvergoedingen voor de leden van de Commissie bij het aanvaarden of het beëindigen van hun functie;

 

de verhuiskosten voor de leden van de Commissie bij het aanvaarden of het beëindigen van hun functie.

Rechtsgronden

Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom van de Raad van 25 juli 1967 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de advocaten-generaal bij het Hof van Justitie, de president, de leden en de griffier van het Gerecht , alsmede de president, de leden en de griffier van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (PB 187 van 8.8.1967, blz. 1), met name de artikelen 2, 3, 4, 4 bis, 4 ter, 5, 11 en 14.

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

25 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven voor het beleidsterrein „Beleidscoördinatie en juridisch advies van de Commissie”

25 01 02 01

Extern personeel

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

6 365 994

6 368 382

5 768 507,86

25 01 02 03

Bijzondere adviseurs

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

869 000

1 165 000

1 090 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de bezoldiging en de kosten van dienstreizen, alsmede de werkgeversbijdrage voor de ongevallenverzekering voor bijzondere adviseurs.

Rechtsgronden

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

25 01 02 11

Overige beheersuitgaven

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

12 491 630

12 710 895

13 340 943,92

25 01 02 13

Overige beheersuitgaven van de leden van de instelling

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

3 950 000

3 950 000

3 752 868,23

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

vervoerskosten, dagvergoedingen bij dienstreizen en bijkomende of bijzondere kosten bij dienstreizen;

 

uitgaven die voortvloeien uit de verplichtingen van de Commissie op het gebied van recepties en representatie (deze uitgaven kunnen door individuele leden van de Commissie in de uitoefening van hun functie, alsook in het kader van de werkzaamheden van de instelling worden gedaan).

De terug te betalen bedragen van de kosten van dienstreizen voor rekening van andere instellingen of organen van de Unie, of voor rekening van derden, vormen bestemmingsontvangsten.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 20 000 EUR.

Rechtsgronden

Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom van de Raad van 25 juli 1967 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de advocaten-generaal bij het Hof van Justitie, de president, de leden en de griffier van het Gerecht, alsmede de president, de leden en de griffier van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (PB 187 van 8.8.1967, blz. 1), met name artikel 6.

Mededeling van de voorzitter van de Commissie betreffende de gedragscode voor leden van de Commissie (SEC(2004) 1487).

Besluit C(2007) 3494 van de Commissie van 18 juli 2007 betreffende de verordening met betrekking tot ontvangst- en representatiekosten van de Commissie, de voorzitter of de leden van de Commissie.

25 01 03

Uitgaven voor apparatuur en diensten voor informatie- en communicatietechnologie ten behoeve van het beleidsterrein „Beleidscoördinatie en juridisch advies van de Commissie”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

9 861 773

8 949 557

10 514 653,74

25 01 07

Kwaliteit van de wetgeving — Codificatie van het Unierecht

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

300 000

500 000

100 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met de codificatie en herschikking van handelingen van de Unie.

25 01 08

Juridisch advies, processen en inbreuken — Proceskosten

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

3 700 000

3 700 000

3 721 266,28

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten in verband met de precontentieuze fase en bemiddeling (mediation), en de bijstand van advocaten of andere deskundigen die optreden als raadslieden voor de Commissie.

Het dient tevens ter dekking van de uitgaven die door het Hof van Justitie van de Europese Unie of andere rechterlijke instanties ten laste van de Commissie worden gebracht.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 250 000 EUR.

25 01 10

Bijdrage van de Unie voor de werking van de historische archieven van de Unie

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

1 405 000

1 556 000

2 304 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor het beheer (personeel en werking) van de historische archieven van de Unie door het Europees Universitair Instituut.

Rechtsgronden

Verordening (EEG, Euratom) nr. 354/83 van de Raad van 1 februari 1983 inzake het voor het publiek toegankelijk maken van de historische archieven van de Europese Economische Gemeenschap en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (PB L 43 van 15.2.1983, blz. 1).

Beschikking nr. 359/83/EGKS van de Commissie van 8 februari 1983 inzake het voor het publiek toegankelijk maken van de historische archieven van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (PB L 43 van 15.2.1983, blz. 14).

Referentiebesluiten

Overeenkomst tussen de Commissie en het Europees Universitair Instituut te Florence van 17 december 1984.

25 01 11

Registers en publicaties

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

1 995 000

2 135 000

1 795 080,20

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met de registers en documentaire gegevensbanken van de Commissie over procedures en institutionele, referentie- en andere officiële documenten, in het bijzonder uitgaven voor:

 

de verzameling, analyse en voorbereiding van documenten, met inbegrip van de auteurscontracten en freelancewerk;

 

de ontwikkeling en het onderhoud van, en het werken met informatiesystemen als ondersteuning voor dergelijke activiteiten;

 

de verzameling, met inbegrip van de aanschaf van gegevens, documentatie en gebruiksrechten;

 

de bewerking, met inbegrip van data-invoer en –beheer, reproductie en vertaling;

 

de verspreiding via om het even welke drager, met inbegrip van het drukken, het plaatsen op internet en de opslag;

 

het promoten van deze teksten en documenten.

25 01 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

25 01 77 02

Voorbereidende actie — Interinstitutioneel systeem voor de identificatie van langetermijntrends

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

0,—

188 517,76

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

25 01 77 03

Proefproject —Financiering en ondersteuning van campagnes voor het Europees burgerinitiatief

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

700 000

350 000

       

Toelichting

Drie jaar na de inwerkingtreding van Verordening (EU) nr. 211/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 betreffende het Europees burgerinitiatief (PB L 65 van 11.3.2011, blz. 1) was een van de belangrijkste tekortkomingen op dit gebied het gebrek aan Uniemiddelen voor de ontwikkeling van communicatiecampagnes om de burgerparticipatie door middel van het Europees burgerinitiatief te vergroten. Dit proefproject dient ter financiering van communicatiecampagnes om het Europees burgerinitiatief onder de aandacht te brengen en stelt in het kader daarvan beperkt zaaikapitaal (tot 2 000 EUR) ter beschikking voor het financieren van organisatorische kosten voor elk burgerinitiatief dat officieel bij de Commissie wordt geregistreerd, voor de duur van de handtekeningencampagne (momenteel één jaar).

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

HOOFDSTUK 25 02 —   BETREKKINGEN MET DE CIVIELE SAMENLEVING, OPENHEID EN INFORMATIEVERSTREKKING

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

% Betalingen 2014-2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

25 02

BETREKKINGEN MET DE CIVIELE SAMENLEVING, OPENHEID EN INFORMATIEVERSTREKKING

25 02 01

Voltooiing van acties op het gebied van de historische archieven van de Unie

5,2

0,—

93 320,45

 

25 02 04

Voorlichting en publicaties

25 02 04 01

Voltooiing van acties op het gebied van documentaire gegevensbanken

5,2

0,—

429 287,71

 

25 02 04 02

Voltooiing van acties op het gebied van digitale publicaties

5,2

0,—

241 214,72

 
 

Artikel 25 02 04 — Subtotaal

 

0,—

670 502,43

 
 

Hoofdstuk 25 02 — Totaal

 

0,—

763 822,88

 

25 02 01

Voltooiing van acties op het gebied van de historische archieven van de Unie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

0,—

93 320,45

Toelichting

Dit artikel dient ter dekking van de uitgaven in verband met vastleggingen van vorige jaren.

Rechtsgronden

Verordening (EEG, Euratom) nr. 354/83 van de Raad van 1 februari 1983 inzake het voor het publiek toegankelijk maken van de historische archieven van de Europese Economische Gemeenschap en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (PB L 43 van 15.2.1983, blz. 1).

Beschikking nr. 359/83/EGKS van de Commissie van 8 februari 1983 inzake het voor het publiek toegankelijk maken van de historische archieven van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (PB L 43 van 15.2.1983, blz. 14).

Taak die voortvloeit uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel vlak, zoals bedoeld in artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

Referentiebesluiten

Overeenkomst tussen de Commissie en het Europees Universitair Instituut te Florence van 17 december 1984.

25 02 04

Voorlichting en publicaties

25 02 04 01

Voltooiing van acties op het gebied van documentaire gegevensbanken

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

0,—

429 287,71

Toelichting

Deze post dient ter dekking van de uitgaven in verband met vastleggingen van vorige jaren.

Rechtsgronden

Taak die voortvloeit uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel vlak, zoals bedoeld in artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

25 02 04 02

Voltooiing van acties op het gebied van digitale publicaties

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

0,—

241 214,72

Toelichting

Deze post dient ter dekking van de uitgaven in verband met vastleggingen van vorige jaren.

Rechtsgronden

Taak die voortvloeit uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel vlak, zoals bedoeld in artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

TITEL 26

ADMINISTRATIE VAN DE COMMISSIE

Algemene samenvatting van de kredieten (2016 en 2015) en van de uitvoering (2014)

 

Titel

Hoofdstuk

Rubriek

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

26 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „ADMINISTRATIE VAN DE COMMISSIE”

977 516 325

977 516 325

960 248 573

960 248 573

1 035 673 029,47

1 035 673 029,47

Reserves (40 01 40)

3 426 739

3 426 739

       
 

980 943 064

980 943 064

960 248 573

960 248 573

1 035 673 029,47

1 035 673 029,47

26 02

MULTIMEDIAPRODUCTIE

9 600 000

9 100 000

10 000 000

8 615 910

9 710 158,19

9 277 554,69

26 03

DIENSTEN AAN OVERHEDEN, ONDERNEMINGEN EN BURGERS

26 198 000

26 153 380

26 800 000

22 926 611

25 098 681,02

24 697 824,28

 

Titel 26 — Totaal

1 013 314 325

1 012 769 705

997 048 573

991 791 094

1 070 481 868,68

1 069 648 408,44

Reserves (40 01 40)

3 426 739

3 426 739

       
 

1 016 741 064

1 016 196 444

997 048 573

991 791 094

1 070 481 868,68

1 069 648 408,44

HOOFDSTUK 26 01 —   ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „ADMINISTRATIE VAN DE COMMISSIE”

De artikelen 1, 2, 3 en 5 zijn in detail weergegeven in hoofdstuk XX 01

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

% 2014-2016

26 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „ADMINISTRATIE VAN DE COMMISSIE”

26 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen voor het beleidsterrein „Administratie van de Commissie”

5,2

113 028 119

110 547 656

106 933 313,27

94,61

26 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven ter ondersteuning van het beleidsterrein „Administratie van de Commissie”

26 01 02 01

Extern personeel

5,2

6 393 407

5 761 143

7 245 856,17

113,33

26 01 02 11

Overige beheersuitgaven

5,2

20 341 282

18 024 576

23 957 904,01

117,78

 

Artikel 26 01 02 — Subtotaal

 

26 734 689

23 785 719

31 203 760,18

116,72

26 01 03

Uitgaven in verband met apparatuur en diensten voor informatie- en communicatietechnologie voor het beleidsterrein „Administratie van de Commissie”

5,2

7 213 576

7 018 233

8 390 973,70

116,32

26 01 04

Ondersteunende uitgaven voor maatregelen en programma’s op het beleidsterrein „Administratie van de Commissie”

26 01 04 01

Ondersteunende uitgaven voor interoperabiliteitsoplossingen voor Europese overheidsdiensten, bedrijven en burgers (ISA2)

1,1

400 000

400 000

616 891,88

154,22

 

Artikel 26 01 04 — Subtotaal

 

400 000

400 000

616 891,88

154,22

26 01 09

Publicatiebureau

5,2

79 251 200

79 839 000

90 902 207,34

114,70

26 01 10

Consolidatie van het Unierecht

5,2

1 400 000

1 200 000

1 629 992,51

116,43

26 01 11

Publicatieblad van de Europese Unie (L- en C-serie)

5,2

6 719 000

6 688 000

17 198 586,83

255,97

26 01 12

Samenvattingen van Uniewetgeving

5,2

334 000

334 000

1 321 195,80

395,57

26 01 20

Europees Bureau voor personeelsselectie

5,2

26 430 000

26 648 000

26 310 215,29

99,55

26 01 21

Bureau voor het beheer en de afwikkeling van de individuele rechten

5,2

37 520 000

37 025 000

43 351 867,05

115,54

26 01 22

Infrastructuur en logistiek (Brussel)

26 01 22 01

Bureau voor infrastructuur en logistiek in Brussel

5,2

68 440 000

68 528 000

75 531 209,13

110,36

26 01 22 02

Aankoop en huur van gebouwen in Brussel

5,2

214 138 000

213 368 000

178 258 795,52

83,24

26 01 22 03

Uitgaven voor gebouwen in Brussel

5,2

75 825 000

70 893 000

88 812 918,96

117,13

26 01 22 04

Uitgaven voor uitrusting en meubilair in Brussel

5,2

7 423 000

7 170 000

10 076 339,63

135,74

26 01 22 05

Diensten, leveringen en andere huishoudelijke uitgaven in Brussel

5,2

7 875 000

8 003 000

11 355 912,58

144,20

26 01 22 06

Bewaking van gebouwen in Brussel

5,2

33 000 000

31 000 000

34 430 989,27

104,34

 

Artikel 26 01 22 — Subtotaal

 

406 701 000

398 962 000

398 466 165,09

97,98

26 01 23

Infrastructuur en logistiek (Luxemburg)

26 01 23 01

Bureau voor infrastructuur en logistiek in Luxemburg

5,2

23 658 000

24 083 000

24 433 812,18

103,28

26 01 23 02

Aankoop en huur van gebouwen in Luxemburg

5,2

35 138 000

34 234 000

39 124 986,27

111,35

26 01 23 03

Uitgaven voor gebouwen in Luxemburg

5,2

11 489 000

16 934 000

15 978 416,76

139,08

26 01 23 04

Uitgaven voor uitrusting en meubilair in Luxemburg

5,2

1 047 000

1 047 000

1 212 123,78

115,77

26 01 23 05

Diensten, leveringen en andere huishoudelijke uitgaven in Luxemburg

5,2

975 000

975 000

927 223,77

95,10

26 01 23 06

Bewaking van gebouwen in Luxemburg

5,2

3 740 000

6 071 000

6 431 337,95

171,96

 

Artikel 26 01 23 — Subtotaal

 

76 047 000

83 344 000

88 107 900,71

115,86

26 01 40

Beveiliging en toezicht

5,2

10 574 000

7 924 000

8 752 971,65

82,78

26 01 60

Personeelsbeleid en -beheer

26 01 60 01

Medische dienst

5,2

4 800 000

4 840 000

6 602 382,44

137,55

26 01 60 02

Uitgaven voor vergelijkende onderzoeken, selectie en aanwerving

5,2

1 770 000

1 520 000

1 486 616,11

83,99

26 01 60 04

Interinstitutionele samenwerking op sociaal gebied

5,2

6 958 000

7 098 000

19 118 305,97

274,77

26 01 60 06

Tijdelijk bij nationale overheidsdiensten, internationale organisaties of overheids- of particuliere instellingen of ondernemingen gedetacheerde ambtenaren van de instelling

5,2

250 000

250 000

264 000,—

105,60

26 01 60 07

Schadevergoedingen

5,2

150 000

150 000

11 701 000,—

7 800,67

26 01 60 08

Diverse verzekeringen

5,2

60 000

59 000

58 000,—

96,67

26 01 60 09

Taalcursussen

5,2

3 013 000

3 168 000

3 731 546,36

123,85

 

Artikel 26 01 60 — Subtotaal

 

17 001 000

17 085 000

42 961 850,88

252,70

26 01 70

Europese scholen

26 01 70 01

Bureau van de secretaris-generaal van de Europese scholen (Brussel)

5,1

9 754 550

8 991 917

10 666 962,—

109,35

26 01 70 02

Brussel I (Ukkel)

5,1

26 317 449

21 696 942

23 926 984,75

90,92

26 01 70 03

Brussel II (Woluwe)

5,1

23 615 685

22 292 410

23 177 924,—

98,15

26 01 70 04

Brussel III (Elsene)

5,1

23 161 915

21 981 951

21 082 363,—

91,02

26 01 70 05

Brussels IV (Laken)

5,1

14 447 033

14 650 490

11 939 154,—

82,64

26 01 70 11

Luxemburg I

5,1

17 349 763

18 212 009

18 556 736,—

106,96

26 01 70 12

Luxemburg II

5,1

13 487 869

13 814 799

14 493 281,—

107,45

26 01 70 21

Mol (BE)

5,1

5 932 444

5 248 393

6 380 477,—

107,55

26 01 70 22

Frankfurt am Main (DE)

5,1

5 272 904

5 727 840

7 454 653,—

141,38

Reserves (40 01 40)

 

3 426 739

     
   

8 699 643

5 727 840

7 454 653,—

 

26 01 70 23

Karlsruhe (DE)

5,1

3 384 783

3 061 919

3 352 938,—

99,06

26 01 70 24

München (DE)

5,1

430 765

472 050

437 895,54

101,66

26 01 70 25

Alicante (ES)

5,1

3 834 021

4 043 390

6 541 581,—

170,62

26 01 70 26

Varese (IT)

5,1

10 503 399

10 021 616

9 396 475,—

89,46

26 01 70 27

Bergen (NL)

5,1

4 729 748

4 455 940

4 295 411,—

90,82

26 01 70 28

Culham (UK)

5,1

5 193 778

4 210 571

5 502 522,—

105,94

26 01 70 31

Bijdrage van de Unie voor Europese scholen van het type 2

5,1

746 635

565 728

2 319 780,—

310,70

 

Artikel 26 01 70 — Subtotaal

 

168 162 741

159 447 965

169 525 137,29

100,81

Reserves (40 01 40)

 

3 426 739

     
   

171 589 480

159 447 965

169 525 137,29

 
 

Hoofdstuk 26 01 — Totaal

 

977 516 325

960 248 573

1 035 673 029,47

105,95

Reserves (40 01 40)

 

3 426 739

     
   

980 943 064

960 248 573

1 035 673 029,47

 

26 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen voor het beleidsterrein „Administratie van de Commissie”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

113 028 119

110 547 656

106 933 313,27

26 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven ter ondersteuning van het beleidsterrein „Administratie van de Commissie”

26 01 02 01

Extern personeel

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

6 393 407

5 761 143

7 245 856,17

26 01 02 11

Overige beheersuitgaven

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

20 341 282

18 024 576

23 957 904,01

26 01 03

Uitgaven in verband met apparatuur en diensten voor informatie- en communicatietechnologie voor het beleidsterrein „Administratie van de Commissie”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

7 213 576

7 018 233

8 390 973,70

26 01 04

Ondersteunende uitgaven voor maatregelen en programma’s op het beleidsterrein „Administratie van de Commissie”

26 01 04 01

Ondersteunende uitgaven voor interoperabiliteitsoplossingen voor Europese overheidsdiensten, bedrijven en burgers (ISA2)

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

400 000

400 000

616 891,88

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de doelstelling van het programma of de maatregelen die onder deze post vallen, en alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand waarbij geen sprake is van overheidstaken die door de Commissie zijn uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc, aangezien de contracten met bureaus voor technische bijstand de komende jaren aflopen.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de deelneming van kandidaat-lidstaten en eventueel de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan aan uniale programma's en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de algemene staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten opgevoerd voor het programma, overeenkomstig het bepaalde in artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Zie hoofdstuk 26 03.

26 01 09

Publicatiebureau

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

79 251 200

79 839 000

90 902 207,34

Toelichting

Het opgevoerde bedrag stemt overeen met de kredieten voor het Publicatiebureau die in detail zijn opgenomen in de specifieke bijlage bij deze afdeling.

Op basis van de analytische boekhouding van het Publicatiebureau worden de kosten van de dienstverlening van dit Bureau aan de instellingen als volgt geraamd:

 

Europees Parlement

17 934 546

22,63 %

Raad

5 143 403

6,49 %

Commissie

44 238 020

55,82 %

Hof van Justitie

2 417 162

3,05 %

Rekenkamer

2 282 435

2,88 %

Europees Economisch en Sociaal Comité

586 459

0,74 %

Comité van de Regio's

348 705

0,44 %

Agentschappen

4 509 393

5,69 %

Andere

1 791 077

2,26 %

Totaal

79 251 200

100,00%

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 8 915 000 EUR.

Rechtsgronden

Besluit 2009/496/EG, Euratom van het Europees Parlement, de Raad, de Commissie, het Hof van Justitie, de Rekenkamer, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's van 26 juni 2009 betreffende de organisatie en de werking van het Bureau voor publicaties van de Europese Unie (PB L 168 van 30.6.2009, blz. 41).

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1), met name de artikelen 195 tot en met 200.

26 01 10

Consolidatie van het Unierecht

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

1 400 000

1 200 000

1 629 992,51

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met de consolidatie van handelingen van de Unie en met het ter beschikking stellen aan het publiek van de geconsolideerde handelingen van de Unie in alle vormen en in alle officiële talen van de instellingen van de Unie.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 100 EUR.

Rechtsgronden

Conclusies van de Europese Raad van Edinburgh, december 1992 (SN/456/92, bijlage 3 bij deel A, blz. 5).

Verklaring inzake de redactionele kwaliteit van de communautaire wetgeving, gehecht aan de Slotakte van het Verdrag van Amsterdam.

Besluit 2009/496/EG, Euratom van het Europees Parlement, de Raad, de Commissie, het Hof van Justitie, de Rekenkamer, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s van 26 juni 2009 betreffende de organisatie en de werking van het Bureau voor publicaties van de Europese Unie (PB L 168 van 30.6.2009, blz. 41).

Mededelingen van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s met betrekking tot het initiatief „Slimme regelgeving”, waarvan consolidering deel uitmaakt:

 

Slimme regelgeving in de Europese Unie (COM(2010) 543 final)

 

Gezonde EU-regelgeving (COM(2012) 746 final)

 

Gezonde en resultaatgerichte regelgeving (REFIT): resultaten en volgende stappen (COM(2013) 685 final).

Conclusies van de Europese Raad van 14-15 maart 2013, waar de staatshoofden en regeringsleiders onderstreepten dat consolidering van de EU-wetgeving een van de prioriteiten voor de Unie is (EUCO 23/13).

26 01 11

Publicatieblad van de Europese Unie (L- en C-serie)

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

6 719 000

6 688 000

17 198 586,83

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor de publicatie in alle formaten — met inbegrip van distributie, catalogering, indexering en archivering — van de L- en C-serie van het Publicatieblad van de Europese Unie.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 8 097 000 EUR.

Rechtsgronden

Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, met name artikel 297.

Verordening nr. 1 van de Raad van 15 april 1958 tot regeling van het taalgebruik in de Europese Economische Gemeenschap (PB 17 van 6.10.1958, blz. 385).

Besluit van de Raad van 15 september 1958 tot oprichting van het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen (PB 17 van 6.10.1958, blz. 390/58).

Besluit 2009/496/EG, Euratom van het Europees Parlement, de Raad, de Commissie, het Hof van Justitie, de Rekenkamer, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's van 26 juni 2009 betreffende de organisatie en de werking van het Bureau voor publicaties van de Europese Unie (PB L 168 van 30.6.2009, blz. 41).

Verordening (EU) nr. 216/2013 van de Raad van 7 maart 2013 betreffende de elektronische publicatie van het Publicatieblad van de Europese Unie (PB L 69 van 13.3.2013, blz. 1).

26 01 12

Samenvattingen van Uniewetgeving

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

334 000

334 000

1 321 195,80

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor de productie van online-samenvattingen van de Uniewetgeving, waarin de voornaamste aspecten van de Uniewetgeving op een beknopte, gemakkelijk leesbare wijze worden gepresenteerd, en voor de ontwikkeling van daarmee verband houdende producten.

Aangezien samenvattingen van EU-wetgeving een interinstitutioneel project zijn, wordt verwacht dat zowel het Europees Parlement als de Raad ertoe bijdragen met middelen uit hun respectieve afdelingen van de algemene begroting van de Unie.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 666 000 EUR.

Rechtsgronden

Besluit 2009/496/EG, Euratom van het Europees Parlement, de Raad, de Commissie, het Hof van Justitie, de Rekenkamer, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's van 26 juni 2009 betreffende de organisatie en de werking van het Bureau voor publicaties van de Europese Unie (PB L 168 van 30.6.2009, blz. 41).

Referentiebesluiten

Resolutie van de Raad van 20 juni 1994 over de elektronische verspreiding van het Gemeenschapsrecht en het uitvoeringsrecht van de lidstaten alsmede over de verbetering van de toegangsvoorwaarden (PB C 179 van 1.7.1994, blz. 3).

Mededeling van de Commissie van 21 december 2007, Communiceren over Europa via internet — De burgers erbij betrekken (SEC(2007) 1742).

Verklaring van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie van 22 oktober 2008„Communiceren over Europa in partnerschap” (PB C 13 van 20.1.2009, blz. 3).

26 01 20

Europees Bureau voor personeelsselectie

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

26 430 000

26 648 000

26 310 215,29

Toelichting

Het opgevoerde bedrag stemt overeen met de kredieten voor het Europees Bureau voor personeelsselectie, die gedetailleerd zijn weergegeven in de specifieke bijlage bij deze afdeling.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 406 000 EUR.

Rechtsgronden

Besluit 2002/620/EG van het Europees Parlement, de Raad, de Commissie, het Hof van Justitie, de Rekenkamer, het Europees Economisch en Sociaal Comité, het Comité van de Regio's en de Europese Ombudsman van 25 juli 2002 betreffende de oprichting van het Bureau voor personeelsselectie van de Europese Gemeenschappen (PB L 197 van 26.7.2002, blz. 53).

26 01 21

Bureau voor het beheer en de afwikkeling van de individuele rechten

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

37 520 000

37 025 000

43 351 867,05

Toelichting

Het opgevoerde bedrag stemt overeen met de kredieten voor het Bureau voor het beheer en de afwikkeling van de individuele rechten, die gedetailleerd zijn weergegeven in de specifieke bijlage bij deze afdeling.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 8 119 000 EUR.

Rechtsgronden

Besluit 2003/522/EG van de Commissie van 6 november 2002 houdende oprichting van het Bureau voor het beheer en de afwikkeling van de individuele rechten (PB L 183 van 22.7.2003, blz. 30).

26 01 22

Infrastructuur en logistiek (Brussel)

26 01 22 01

Bureau voor infrastructuur en logistiek in Brussel

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

68 440 000

68 528 000

75 531 209,13

Toelichting

Het opgevoerde bedrag stemt overeen met de kredieten voor het Bureau voor infrastructuur en logistiek te Brussel, die gedetailleerd zijn weergegeven in de specifieke bijlage bij deze afdeling.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 8 485 000 EUR.

Rechtsgronden

Besluit 2003/523/EG van de Commissie van 6 november 2002 houdende oprichting van het Bureau voor infrastructuur en logistiek in Brussel (PB L 183 van 22.7.2003, blz. 35).

26 01 22 02

Aankoop en huur van gebouwen in Brussel

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

214 138 000

213 368 000

178 258 795,52

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de volgende uitgaven die binnen het grondgebied van de Unie zijn gedaan:

 

huur en erfpacht voor door de Commissie gebruikte gebouwen of gedeelten van gebouwen, en huur van vergaderzalen, magazijnen, garages en parkeerruimten;

 

kosten voor aankoop of huurkoop van gebouwen;

 

kosten voor het oprichten van nieuwe gebouwen.

De overeenkomstige uitgaven voor direct onderzoek zijn gedekt door de kredieten van artikel 10 01 05.

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven op het grondgebied van de Unie, behalve van de vertegenwoordigingen van de Commissie in de Unie, waarvoor de uitgaven worden afgeboekt op post 16 01 03 03.

Ontvangsten uit de bijdragen van de EVA-staten in de algemene kosten van de Unie krachtens de artikelen 76 en 82 van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten bij de desbetreffende begrotingsonderdelen, overeenkomstig de bepalingen van het Financieel Reglement. Het bedrag van deze ontvangsten wordt geraamd op 453 610 EUR.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 13 326 000 EUR.

Rechtsgronden

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

26 01 22 03

Uitgaven voor gebouwen in Brussel

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

75 825 000

70 893 000

88 812 918,96

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de volgende uitgaven die binnen het grondgebied van de Unie zijn gedaan:

 

verzekeringspremies voor door de instelling gebruikte gebouwen of gedeelten van gebouwen;

 

uitgaven voor water, gas, elektriciteit en verwarming;

 

uitgaven voor schoonmaken en onderhoud van lokalen, liften, centrale verwarming, installaties voor airconditioning enz., berekend op basis van de lopende contracten, en kosten die voortvloeien uit periodieke schoonmaakbeurten, aankoop van onderhoudsproducten, wassen, bleken, chemische reiniging enz. evenals schilderwerk, reparaties en noodzakelijke leveringen voor de onderhoudsploegen (alvorens contracten ten belope van meer dan 300 000 EUR te verlengen of te sluiten, informeert de instelling, met het oog op een rationalisering van de uitgaven, bij de andere instellingen naar de door elk van hen voor gelijksoortige opdrachten verkregen voorwaarden (prijs, gekozen valuta, indexering, looptijd, andere clausules));

 

uitgaven in verband met de gescheiden ophaling, opslag en verwijdering van afval;

 

uitgaven voor inrichtingswerkzaamheden zoals het verplaatsen van tussenschotten in de gebouwen, het aanbrengen van veranderingen aan technische installaties en andere gespecialiseerde verrichtingen met betrekking tot sloten, elektriciteit, sanitair, schilderwerk, vloerbedekking enz., alsmede van de kosten in verband met wijzigingen in het kabelnetwerk en de kosten van het materieel dat hierbij nodig is (alvorens contracten ten belope van meer dan 300 000 EUR te verlengen of te sluiten, informeert de instelling, met het oog op een rationalisering van de uitgaven, bij de andere instellingen naar de door elk van hen voor gelijksoortige opdrachten verkregen voorwaarden (prijs, gekozen valuta, indexering, looptijd, andere clausules));

 

uitgaven met betrekking tot de hygiëne en de bescherming van personen op de werkplek, met name de aankoop, de huur en het onderhoud van brandbestrijdingsmaterieel en de vervanging van de uitrusting van de ambtenaren die lid zijn van de brandbestrijdingsploegen, alsmede ter dekking van de kosten van wettelijk voorgeschreven controles (alvorens contracten ten belope van meer dan 300 000 EUR te verlengen of te sluiten, informeert de instelling, met het oog op een rationalisering van de uitgaven, bij de andere instellingen naar de door elk van hen voor gelijksoortige opdrachten verkregen voorwaarden (prijs, gekozen valuta, indexering, looptijd, andere clausules));

 

uitgaven met betrekking tot de uitvoering van een audit naar de toegankelijkheid van gebouwen voor personen met een handicap en/of verminderde mobiliteit en het aanbrengen van de noodzakelijke aanpassingen naar aanleiding van een dergelijke audit, teneinde de gebouwen volledig toegankelijk te maken voor alle bezoekers;

 

kosten van juridische, technische en financiële expertises vóór de aankoop, de huur of de oprichting van gebouwen;

 

de overige lopende uitgaven in verband met gebouwen, met name de kosten voor het beheren van de gebouwen met meerdere huurders, de kosten in verband met het opmaken van de boedelbeschrijving, de belastingen ter vergoeding van de openbarenutsvoorzieningen (straatbelasting, vuilnisophaaldienst enz.);

 

de uitgaven voor technische bijstand in verband met belangrijke inrichtingswerkzaamheden.

De overeenkomstige uitgaven voor direct onderzoek zijn gedekt door de kredieten van artikel 10 01 05.

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven op het grondgebied van de Unie, behalve van de vertegenwoordigingen van de Commissie in de Unie, waarvoor de uitgaven worden afgeboekt op post 16 01 03 03.

Ontvangsten uit de bijdragen van de EVA-staten in de algemene kosten van de Unie krachtens de artikelen 76 en 82 van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten bij de desbetreffende begrotingsonderdelen, overeenkomstig de bepalingen van het Financieel Reglement. Het bedrag van deze ontvangsten wordt geraamd op 160 620 EUR.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 10 643 800 EUR.

Rechtsgronden

Richtlijn 89/391/EEG van de Raad van 12 juni 1989 betreffende de tenuitvoerlegging van maatregelen ter bevordering van de verbetering van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers op het werk (PB L 183 van 29.6.1989, blz. 1).

Richtlijn 90/270/EEG van de Raad van 29 mei 1990 betreffende minimumvoorschriften inzake veiligheid en gezondheid met betrekking tot het werken met beeldschermapparatuur (vijfde bijzondere richtlijn in de zin van artikel 16, lid 1, van Richtlijn 89/391/EEG) (PB L 156 van 21.6.1990, blz. 14).

Besluit van de Europese Ombudsman van 4 juli 2007 inzake een onderzoek op eigen initiatief (OI/3/2003/JMA) betreffende de Europese Commissie.

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

26 01 22 04

Uitgaven voor uitrusting en meubilair in Brussel

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

7 423 000

7 170 000

10 076 339,63

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de volgende uitgaven die binnen het grondgebied van de Unie zijn gedaan:

 

kosten voor aankoop, huur of leasing, onderhoud, herstelling, installatie en vervanging van uitrusting en technisch materieel, met name:

 

materieel (met inbegrip van kopieerapparaten) voor het produceren, reproduceren en archiveren van documenten in eender welke vorm (papier, elektronische drager enz.),

 

audiovisueel materieel en materieel voor de bibliotheek en de tolkendienst (cabines, koptelefoons, luisterapparatuur voor simultaanvertaling),

 

uitrusting voor kantines en restaurants,

 

diverse outillage voor het onderhoud van de gebouwen,

 

de voor gehandicapte ambtenaren noodzakelijke uitrusting,

 

studies, documentatie en opleiding met betrekking tot de installaties (alvorens contracten ten belope van meer dan 300 000 EUR te verlengen of te sluiten, informeert de instelling, met het oog op een rationalisering van de uitgaven, bij de andere instellingen naar de door elk van hen voor gelijksoortige opdrachten verkregen voorwaarden (prijs, gekozen valuta, indexering, looptijd, andere clausules));

 

kosten voor aankoop, huur, onderhoud en herstelling van voertuigen, met name:

 

de aankoop van voertuigen; waaronder in ieder geval één voertuig dat is aangepast voor het vervoer van personen met verminderde mobiliteit,

 

de vervanging van de voertuigen die in de loop van het begrotingsjaar zo'n hoog aantal kilometers zullen hebben afgelegd dat vervanging gerechtvaardigd is,

 

de huur van auto's, op korte of op lange termijn, wanneer de capaciteit van het wagenpark onvoldoende is, of wanneer het wagenpark niet voorziet in de behoeften van personen met een verminderde mobiliteit,

 

de uitgaven voor onderhoud, reparatie en verzekering van dienstauto's (aankoop van brandstof, olie, binnen- en buitenbanden, diverse benodigdheden, onderdelen, gereedschap enz.),

 

diverse verzekeringen (met name burgerrechtelijke aansprakelijkheid en diefstal) en de kosten van verzekeringen zoals bedoeld in artikel 84 van het Financieel Reglement;

 

de aankoop, de huur, het onderhoud en de reparatie van meubilair, met name:

 

de uitgaven voor de aankoop van kantoormeubilair en speciaal meubilair, met name ergonomisch meubilair, rekken voor de archieven enz.,

 

de vervanging van verouderd en afgedankt meubilair,

 

de uitrusting met speciaal materieel voor bibliotheken (kaartsystemen, rekken, cataloguskasten enz.),

 

de huur van meubilair,

 

de kosten voor onderhoud en herstelling van het meubilair (alvorens contracten ten belope van meer dan 300 000 EUR te verlengen of te sluiten, informeert de instelling, met het oog op een rationalisering van de uitgaven, bij de andere instellingen naar de door elk van hen voor gelijksoortige opdrachten verkregen voorwaarden (prijs, gekozen valuta, indexering, looptijd, andere clausules));

 

de kosten voor werkuitrusting, met name:

 

de aanschaf van uniformen voor bodes en chauffeurs,

 

de aankoop en reiniging van werkkleding voor het personeel van de werkplaatsen en personeel dat werk moet verrichten waarbij een bescherming tegen slecht weer en koude of ook tegen abnormale slijtage en vuil worden van eigen kleding noodzakelijk is,

 

aankoop of vergoeding van al het materieel dat nodig is in het kader van de toepassing van de Richtlijnen 89/391/EEG en 90/270/EEG;

 

aankoop van vervoersbewijzen (enkelereisbiljet en business pass), vrije toegang tot openbare vervoerstrajecten om de mobiliteit tussen de Commissiegebouwen of tussen de Commissiegebouwen en openbare gebouwen (bijvoorbeeld luchthaven) te vergemakkelijken, dienstfietsen en elk ander middel ter bevordering van het gebruik van het openbaar vervoer en van de mobiliteit van Commissiepersoneel, met uitzondering van dienstvoertuigen;

 

uitgaven voor de aankoop van grondstoffen voor ceremoniële restaurantdiensten.

De overeenkomstige uitgaven voor onderzoek zijn gedekt door de kredieten van artikel 01 05 van de desbetreffende titels.

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven op het grondgebied van de Unie, behalve van de vertegenwoordigingen van de Commissie in de Unie, waarvoor de uitgaven worden afgeboekt op post 16 01 03 03.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 599 800 EUR.

De invoering van een specifiek krediet voor de vergoeding van jaarkaarten voor het openbaar vervoer is een klein maar belangrijk middel om de wens van de instellingen van de Unie om hun CO2-emissies te verminderen kracht bij te zetten overeenkomstig hun EMAS-beleid en de overeengekomen doelstellingen inzake klimaatverandering.

Rechtsgronden

Richtlijn 89/391/EEG van de Raad van 12 juni 1989 betreffende de tenuitvoerlegging van maatregelen ter bevordering van de verbetering van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers op het werk (PB L 183 van 29.6.1989, blz. 1).

Richtlijn 90/270/EEG van de Raad van 29 mei 1990 betreffende minimumvoorschriften inzake veiligheid en gezondheid met betrekking tot het werken met beeldschermapparatuur (vijfde bijzondere richtlijn in de zin van artikel 16, lid 1, van Richtlijn 89/391/EEG) (PB L 156 van 21.6.1990, blz. 14).

Richtlijn 2004/17/EG van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 houdende coördinatie van de procedures voor het plaatsen van opdrachten in de sectoren water- en energievoorziening, vervoer en postdiensten (PB L 134 van 30.4.2004, blz. 1).

Richtlijn 2004/18/EG van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 betreffende de coördinatie van de procedures voor het plaatsen van overheidsopdrachten voor werken, leveringen en diensten (PB L 134 van 30.4.2004, blz. 114).

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

26 01 22 05

Diensten, leveringen en andere huishoudelijke uitgaven in Brussel

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

7 875 000

8 003 000

11 355 912,58

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de volgende uitgaven die binnen het grondgebied van de Unie zijn gedaan:

 

verhuiskosten, kosten van hergroepering van diensten en behandelingskosten (ontvangst, opslag en plaatsing) van materieel, meubilair en kantoorbenodigdheden;

 

kosten van de frankering van de gewone correspondentie, verslagen en publicaties, de verzendkosten van postpakketten en andere colli per vliegtuig, per boot of per spoor en van de interne post bij de Commissie;

 

uitgaven voor de levering van diensten in het kader van ceremoniële restaurantdiensten;

 

de kosten van de aankoop van papier, enveloppen, kantoorbenodigdheden en benodigdheden voor de reproductiewerkplaatsen, alsmede voor de uitbesteding van bepaald drukwerk.

De overeenkomstige uitgaven voor onderzoek zijn gedekt door de kredieten van artikel 01 05 van de desbetreffende titels.

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven op het grondgebied van de Unie, behalve van de vertegenwoordigingen van de Commissie in de Unie, waarvoor de uitgaven worden afgeboekt op post 16 01 03 03.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 2 401 900 EUR.

Rechtsgronden

Richtlijn 89/391/EEG van de Raad van 12 juni 1989 betreffende de tenuitvoerlegging van maatregelen ter bevordering van de verbetering van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers op het werk (PB L 183 van 29.6.1989, blz. 1).

Richtlijn 90/270/EEG van de Raad van 29 mei 1990 betreffende minimumvoorschriften inzake veiligheid en gezondheid met betrekking tot het werken met beeldschermapparatuur (vijfde bijzondere richtlijn in de zin van artikel 16, lid 1, van Richtlijn 89/391/EEG) (PB L 156 van 21.6.1990, blz. 14).

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

26 01 22 06

Bewaking van gebouwen in Brussel

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

33 000 000

31 000 000

34 430 989,27

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor bewaking, toezicht, toegangscontrole en andere aanverwante diensten in de gebouwen van de Commissie (voor de verlenging of sluiting van contracten voor een bedrag van meer dan 300 000 EUR informeert de instelling met het oog op rationalisatie van de uitgaven bij de andere instellingen naar de voorwaarden (prijzen, valuta, indexering, duur, andere bepalingen) die zij voor soortgelijke opdrachten hebben verkregen).

De overeenkomstige uitgaven voor onderzoek zijn gedekt door de kredieten van artikel 01 05 van de desbetreffende titels.

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven op het grondgebied van de Unie, behalve van de vertegenwoordigingen van de Commissie in de Unie, waarvoor de uitgaven worden afgeboekt op post 16 01 03 03.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 2 500 000 EUR.

Rechtsgronden

Richtlijn 89/391/EEG van de Raad van 12 juni 1989 betreffende de tenuitvoerlegging van maatregelen ter bevordering van de verbetering van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers op het werk (PB L 183 van 29.6.1989, blz. 1).

Richtlijn 90/270/EEG van de Raad van 29 mei 1990 betreffende minimumvoorschriften inzake veiligheid en gezondheid met betrekking tot het werken met beeldschermapparatuur (vijfde bijzondere richtlijn in de zin van artikel 16, lid 1, van Richtlijn 89/391/EEG) (PB L 156 van 21.6.1990, blz. 14).

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

26 01 23

Infrastructuur en logistiek (Luxemburg)

26 01 23 01

Bureau voor infrastructuur en logistiek in Luxemburg

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

23 658 000

24 083 000

24 433 812,18

Toelichting

Het opgevoerde bedrag stemt overeen met de kredieten voor het Bureau voor infrastructuur en logistiek in Luxemburg, die gedetailleerd zijn weergegeven in de specifieke bijlage bij deze afdeling.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 4 066 000 EUR.

Rechtsgronden

Besluit 2003/524/EG van de Commissie van 6 november 2002 houdende oprichting van het Bureau voor infrastructuur en logistiek in Luxemburg (PB L 183 van 22.7.2003, blz. 40).

26 01 23 02

Aankoop en huur van gebouwen in Luxemburg

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

35 138 000

34 234 000

39 124 986,27

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de volgende uitgaven die binnen het grondgebied van de Unie zijn gedaan:

 

huur en erfpacht voor door de Commissie gebruikte gebouwen of gedeelten van gebouwen, en huur van vergaderzalen, magazijnen, garages en parkeerruimten;

 

kosten voor aankoop of huurkoop van gebouwen;

 

kosten voor het oprichten van nieuwe gebouwen.

De overeenkomstige uitgaven voor onderzoek zijn gedekt door de kredieten van artikel 01 05 van de desbetreffende titels.

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven op het grondgebied van de Unie, behalve van de vertegenwoordigingen van de Commissie in de Unie, waarvoor de uitgaven worden afgeboekt op post 16 01 03 03.

Ontvangsten uit de bijdragen van de EVA-staten in de algemene kosten van de Unie krachtens de artikelen 76 en 82 van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten bij de desbetreffende begrotingsonderdelen, overeenkomstig de bepalingen van het Financieel Reglement. Het bedrag van deze ontvangsten wordt geraamd op 74 433 EUR.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 3 384 000 EUR.

Rechtsgronden

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

26 01 23 03

Uitgaven voor gebouwen in Luxemburg

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

11 489 000

16 934 000

15 978 416,76

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de volgende uitgaven die binnen het grondgebied van de Unie zijn gedaan:

 

verzekeringspremies voor door de instelling gebruikte gebouwen of gedeelten van gebouwen;

 

uitgaven voor water, gas, elektriciteit en verwarming;

 

uitgaven voor schoonmaken en onderhoud van lokalen, liften, centrale verwarming, installaties voor airconditioning enz., berekend op basis van de lopende contracten; kosten die voortvloeien uit periodieke schoonmaakbeurten, aankoop van onderhoudsproducten, wassen, bleken, chemische reiniging enz. evenals schilderwerk, reparaties en noodzakelijke leveringen voor de onderhoudsploegen (alvorens contracten ten belope van meer dan 300 000 EUR te verlengen of te sluiten, informeert de instelling, met het oog op een rationalisering van de uitgaven, bij de andere instellingen naar de door elk van hen voor gelijksoortige opdrachten verkregen voorwaarden (prijs, gekozen valuta, indexering, looptijd, andere clausules));

 

uitgaven in verband met de gescheiden ophaling, opslag en verwijdering van afval;

 

uitgaven voor inrichtingswerkzaamheden zoals het verplaatsen van tussenschotten in de gebouwen, het aanbrengen van veranderingen aan technische installaties en andere gespecialiseerde verrichtingen met betrekking tot sloten, elektriciteit, sanitair, schilderwerk, vloerbedekking enz., alsmede van de kosten in verband met wijzigingen in het kabelnetwerk en de kosten van het materieel dat hierbij nodig is (alvorens contracten ten belope van meer dan 300 000 EUR te verlengen of te sluiten, informeert de instelling, met het oog op een rationalisering van de uitgaven, bij de andere instellingen naar de door elk van hen voor gelijksoortige opdrachten verkregen voorwaarden (prijs, gekozen valuta, indexering, looptijd, andere clausules));

 

uitgaven met betrekking tot de hygiëne en de bescherming van personen op de werkplek, met name de aankoop, de huur en het onderhoud van brandbestrijdingsmaterieel en de vervanging van de uitrusting van de ambtenaren die lid zijn van de brandbestrijdingsploegen, alsmede ter dekking van de kosten van de opleidingen en de wettelijk voorgeschreven controles (alvorens contracten ten belope van meer dan 300 000 EUR te verlengen of te sluiten, informeert de instelling, met het oog op een rationalisering van de uitgaven, bij de andere instellingen naar de door elk van hen voor gelijksoortige opdrachten verkregen voorwaarden (prijs, gekozen valuta, indexering, looptijd, andere clausules));

 

uitgaven met betrekking tot de uitvoering van een audit naar de toegankelijkheid van gebouwen voor personen met een handicap en/of verminderde mobiliteit en het aanbrengen van de noodzakelijke aanpassingen naar aanleiding van een dergelijke audit, teneinde de gebouwen volledig toegankelijk te maken voor alle bezoekers;

 

kosten van juridische, technische en financiële expertises vóór de aankoop, de huur of de oprichting van gebouwen;

 

de overige lopende uitgaven in verband met gebouwen, met name de kosten voor het beheren van de gebouwen met meerdere huurders, de kosten in verband met het opmaken van de boedelbeschrijving, de belastingen ter vergoeding van de openbarenutsvoorzieningen (straatbelasting, vuilnisophaaldienst enz.);

 

de uitgaven voor technische bijstand in verband met belangrijke inrichtingswerkzaamheden.

De overeenkomstige uitgaven voor onderzoek zijn gedekt door de kredieten van artikel 01 05 van de desbetreffende titels.

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven op het grondgebied van de Unie, behalve van de vertegenwoordigingen van de Commissie in de Unie, waarvoor de uitgaven worden afgeboekt op post 16 01 03 03.

Ontvangsten uit de bijdragen van de EVA-staten in de algemene kosten van de Unie krachtens de artikelen 76 en 82 van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten bij de desbetreffende begrotingsonderdelen, overeenkomstig de bepalingen van het Financieel Reglement. Het bedrag van deze ontvangsten wordt geraamd op 24 337 EUR.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 235 000 EUR.

Rechtsgronden

Richtlijn 89/391/EEG van de Raad van 12 juni 1989 betreffende de tenuitvoerlegging van maatregelen ter bevordering van de verbetering van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers op het werk (PB L 183 van 29.6.1989, blz. 1).

Richtlijn 90/270/EEG van de Raad van 29 mei 1990 betreffende minimumvoorschriften inzake veiligheid en gezondheid met betrekking tot het werken met beeldschermapparatuur (vijfde bijzondere richtlijn in de zin van artikel 16, lid 1, van Richtlijn 89/391/EEG) (PB L 156 van 21.6.1990, blz. 14).

Besluit van de Europese Ombudsman van 4 juli 2007 inzake een onderzoek op eigen initiatief (OI/3/2003/JMA) betreffende de Europese Commissie.

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

26 01 23 04

Uitgaven voor uitrusting en meubilair in Luxemburg

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

1 047 000

1 047 000

1 212 123,78

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de volgende uitgaven die binnen het grondgebied van de Unie zijn gedaan:

 

kosten voor aankoop, huur of leasing, onderhoud, herstelling, installatie en vervanging van uitrusting en technisch materieel, met name:

 

materieel (met inbegrip van kopieerapparaten) voor het produceren, reproduceren en archiveren van documenten in eender welke vorm (papier, elektronische drager),

 

audiovisueel materieel en materieel voor de bibliotheek en de tolkendienst (cabines, koptelefoons, luisterapparatuur voor simultaanvertaling),

 

uitrusting voor kantines en restaurants,

 

diverse outillage voor het onderhoud van de gebouwen,

 

de voor gehandicapte ambtenaren noodzakelijke uitrusting,

 

studies, documentatie en opleiding met betrekking tot de installaties (alvorens contracten ten belope van meer dan 300 000 EUR te verlengen of te sluiten, informeert de instelling, met het oog op een rationalisering van de uitgaven, bij de andere instellingen naar de door elk van hen voor gelijksoortige opdrachten verkregen voorwaarden (prijs, gekozen valuta, indexering, looptijd, andere clausules));

 

kosten voor aankoop, huur, onderhoud en herstelling van voertuigen, met name:

 

de aankoop van voertuigen; waaronder in ieder geval één voertuig dat is aangepast voor het vervoer van personen met verminderde mobiliteit,

 

de vervanging van de voertuigen die in de loop van het begrotingsjaar zo'n hoog aantal kilometers zullen hebben afgelegd dat vervanging gerechtvaardigd is,

 

de huur van auto's, op korte of op lange termijn, wanneer de capaciteit van het wagenpark onvoldoende is, of wanneer het wagenpark niet voorziet in de behoeften van personen met een verminderde mobiliteit,

 

de uitgaven voor onderhoud, reparatie en verzekering van dienstauto's (aankoop van brandstof, olie, binnen- en buitenbanden, diverse benodigdheden, onderdelen, gereedschap enz.),

 

diverse verzekeringen (met name burgerrechtelijke aansprakelijkheid en diefstal) en de kosten van verzekeringen zoals bedoeld in artikel 84 van het Financieel Reglement;

 

de aankoop, de huur, het onderhoud en de reparatie van meubilair, met name:

 

de uitgaven voor de aankoop van kantoormeubilair en speciaal meubilair, met name ergonomisch meubilair, rekken voor de archieven enz.,

 

de vervanging van verouderd en afgedankt meubilair,

 

de uitrusting met speciaal materieel voor bibliotheken (kaartsystemen, rekken, cataloguskasten enz.),

 

de huur van meubilair,

 

de kosten voor onderhoud en herstelling van het meubilair (alvorens contracten ten belope van meer dan 300 000 EUR te verlengen of te sluiten, informeert de instelling, met het oog op een rationalisering van de uitgaven, bij de andere instellingen naar de door elk van hen voor gelijksoortige opdrachten verkregen voorwaarden (prijs, gekozen valuta, indexering, looptijd, andere clausules));

 

de kosten voor werkuitrusting, met name:

 

de aanschaf van uniformen voor bodes en chauffeurs,

 

de aankoop en reiniging van werkkleding voor het personeel van de werkplaatsen en personeel dat werk moet verrichten waarbij een bescherming tegen slecht weer en koude of ook tegen abnormale slijtage en vuil worden van eigen kleding noodzakelijk is,

 

aankoop of vergoeding van al het materieel dat nodig is in het kader van de toepassing van de Richtlijnen 89/391/EEG en 90/270/EEG.

De overeenkomstige uitgaven voor onderzoek zijn gedekt door de kredieten van artikel 01 05 van de desbetreffende titels.

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven op het grondgebied van de Unie, behalve van de vertegenwoordigingen van de Commissie in de Unie, waarvoor de uitgaven worden afgeboekt op post 16 01 03 03.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 128 000 EUR.

Rechtsgronden

Richtlijn 89/391/EEG van de Raad van 12 juni 1989 betreffende de tenuitvoerlegging van maatregelen ter bevordering van de verbetering van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers op het werk (PB L 183 van 29.6.1989, blz. 1).

Richtlijn 90/270/EEG van de Raad van 29 mei 1990 betreffende minimumvoorschriften inzake veiligheid en gezondheid met betrekking tot het werken met beeldschermapparatuur (vijfde bijzondere richtlijn in de zin van artikel 16, lid 1, van Richtlijn 89/391/EEG) (PB L 156 van 21.6.1990, blz. 14).

Richtlijn 2004/17/EG van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 houdende coördinatie van de procedures voor het plaatsen van opdrachten in de sectoren water- en energievoorziening, vervoer en postdiensten (PB L 134 van 30.4.2004, blz. 1).

Richtlijn 2004/18/EG van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 betreffende de coördinatie van de procedures voor het plaatsen van overheidsopdrachten voor werken, leveringen en diensten (PB L 134 van 30.4.2004, blz. 114).

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

26 01 23 05

Diensten, leveringen en andere huishoudelijke uitgaven in Luxemburg

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

975 000

975 000

927 223,77

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de volgende uitgaven die binnen het grondgebied van de Unie zijn gedaan:

 

verhuiskosten, kosten van hergroepering van diensten en behandelingskosten (ontvangst, opslag en plaatsing) van materieel, meubilair en kantoorbenodigdheden;

 

kosten van de frankering van de gewone correspondentie, verslagen en publicaties, de verzendkosten van postpakketten en andere colli per vliegtuig, per boot of per spoor en van de interne post bij de Commissie;

 

de kosten van de aankoop van papier, enveloppen, kantoorbenodigdheden en benodigdheden voor de reproductiewerkplaatsen, alsmede voor de uitbesteding van bepaald drukwerk.

De overeenkomstige uitgaven voor onderzoek zijn gedekt door de kredieten van artikel 01 05 van de desbetreffende titels.

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven op het grondgebied van de Unie, behalve van de vertegenwoordigingen van de Commissie in de Unie, waarvoor de uitgaven worden afgeboekt op post 16 01 03 03.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 80 000 EUR.

Rechtsgronden

Richtlijn 89/391/EEG van de Raad van 12 juni 1989 betreffende de tenuitvoerlegging van maatregelen ter bevordering van de verbetering van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers op het werk (PB L 183 van 29.6.1989, blz. 1).

Richtlijn 90/270/EEG van de Raad van 29 mei 1990 betreffende minimumvoorschriften inzake veiligheid en gezondheid met betrekking tot het werken met beeldschermapparatuur (vijfde bijzondere richtlijn in de zin van artikel 16, lid 1, van Richtlijn 89/391/EEG) (PB L 156 van 21.6.1990, blz. 14).

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

26 01 23 06

Bewaking van gebouwen in Luxemburg

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

3 740 000

6 071 000

6 431 337,95

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de volgende uitgaven die binnen het grondgebied van de Unie zijn gedaan:

 

uitgaven met betrekking tot de fysieke en de materiële beveiliging van personen en goederen, met name de contracten voor toezicht op de gebouwen, de onderhoudscontracten voor beveiligingsinstallaties, de opleidingen en de aankoop van klein materieel (alvorens contracten ten belope van meer dan 300 000 EUR te verlengen of te sluiten, informeert de instelling, met het oog op een rationalisering van de uitgaven, bij de andere instellingen naar de door elk van hen voor gelijksoortige opdrachten verkregen voorwaarden (prijs, gekozen valuta, indexering, looptijd, andere clausules));

 

uitgaven met betrekking tot de hygiëne en de bescherming van personen op de werkplek, met name de aankoop, de huur en het onderhoud van brandbestrijdingsmaterieel en de vervanging van de uitrusting van de ambtenaren die lid zijn van de brandbestrijdingsploegen, alsmede ter dekking van de kosten van de opleidingen en de wettelijk voorgeschreven controles (alvorens contracten ten belope van meer dan 300 000 EUR te verlengen of te sluiten, informeert de instelling, met het oog op een rationalisering van de uitgaven, bij de andere instellingen naar de door elk van hen voor gelijksoortige opdrachten verkregen voorwaarden (prijs, gekozen valuta, indexering, looptijd, andere clausules)).

De overeenkomstige uitgaven voor onderzoek zijn gedekt door de kredieten van artikel 01 05 van de desbetreffende titels.

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven op het grondgebied van de Unie, behalve van de vertegenwoordigingen van de Commissie in de Unie, waarvoor de uitgaven worden afgeboekt op post 16 01 03 03.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 160 000 EUR.

Rechtsgronden

Richtlijn 89/391/EEG van de Raad van 12 juni 1989 betreffende de tenuitvoerlegging van maatregelen ter bevordering van de verbetering van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers op het werk (PB L 183 van 29.6.1989, blz. 1).

Richtlijn 90/270/EEG van de Raad van 29 mei 1990 betreffende minimumvoorschriften inzake veiligheid en gezondheid met betrekking tot het werken met beeldschermapparatuur (vijfde bijzondere richtlijn in de zin van artikel 16, lid 1, van Richtlijn 89/391/EEG) (PB L 156 van 21.6.1990, blz. 14).

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

26 01 40

Beveiliging en toezicht

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

10 574 000

7 924 000

8 752 971,65

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met:

 

de fysieke en materiële beveiliging van personen en goederen, met name voor aankoop, huur of leasing, onderhoud, herstelling, installatie en vervanging van technische beveiligingsuitrusting en -materiaal;

 

de uitgaven met betrekking tot de hygiëne en de bescherming van personen op de werkplek, met name de kosten van wettelijk voorgeschreven controles (controles van technische installaties in de gebouwen, veiligheidscoördinator en gezondheidscontroles van levensmiddelen), de aankoop, de huur en het onderhoud van brandbestrijdingsmaterieel, de opleiding en uitrusting van de hoofdbewakers en de brandbestrijdingsploegen, waarvan de aanwezigheid in de gebouwen wettelijk verplicht is;

 

het ontwerp, de productie en de personalisering van de door de Unie afgegeven laissez passer.

Alvorens contracten ten belope van meer dan 300 000 EUR te verlengen of te sluiten, informeert de instelling, met het oog op een rationalisering van de uitgaven, bij de andere instellingen naar de door elk van hen voor gelijksoortige opdrachten verkregen voorwaarden (prijs, gekozen valuta, indexering, looptijd, andere clausules).

De overeenkomstige uitgaven voor onderzoek zijn gedekt door de kredieten van artikel 01 05 van de desbetreffende titels.

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven op het grondgebied van de Unie, behalve van de vertegenwoordigingen van de Commissie in de Unie, waarvoor de uitgaven worden afgeboekt op post 16 01 03 03.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 630 600 EUR.

Rechtsgronden

Richtlijn 89/391/EEG van de Raad van 12 juni 1989 betreffende de tenuitvoerlegging van maatregelen ter bevordering van de verbetering van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers op het werk (PB L 183 van 29.6.1989, blz. 1).

Richtlijn 90/270/EEG van de Raad van 29 mei 1990 betreffende minimumvoorschriften inzake veiligheid en gezondheid met betrekking tot het werken met beeldschermapparatuur (vijfde bijzondere richtlijn in de zin van artikel 16, lid 1, van Richtlijn 89/391/EEG) (PB L 156 van 21.6.1990, blz. 14).

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 1417/2013 van de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van de vorm van de door de Europese Unie afgegeven laissez passer (PB L 353 van 28.12.2013, blz. 26).

26 01 60

Personeelsbeleid en -beheer

26 01 60 01

Medische dienst

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

4 800 000

4 840 000

6 602 382,44

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de kosten van jaarlijkse medische onderzoeken en onderzoeken bij indienstneming, materiaal en producten voor geneeskundige verzorging, aankoop van apparatuur en speciaal meubilair, alsmede huishoudelijke uitgaven van de invaliditeitscommissie;

 

de kosten voor medisch, paramedisch en psychosociaal personeel met een arbeidsovereenkomst naar plaatselijk recht of een overeenkomst voor tijdelijke vervanging alsook de uitgaven voor de diensten van externe specialisten die door de raadgevend geneesheren noodzakelijk worden geacht;

 

uitgaven met betrekking tot de kosten van medisch onderzoek bij aanwerving van personeel voor de kinderdagverblijven;

 

uitgaven voor de medische controle in het kader van de gezondheidsbescherming van personeelsleden die aan straling zijn blootgesteld;

 

aankoop of vergoeding van al het materieel dat nodig is in het kader van de toepassing van de Richtlijnen 89/391/EEG en 90/270/EEG.

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven op het grondgebied van de Unie, behalve van de vertegenwoordigingen van de Commissie in de Unie, waarvoor de uitgaven worden afgeboekt op post 16 01 03 03.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 793 464 EUR.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, met name hoofdstuk III.

Richtlijn 89/391/EEG van de Raad van 12 juni 1989 betreffende de tenuitvoerlegging van maatregelen ter bevordering van de verbetering van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers op het werk (PB L 183 van 29.6.1989, blz. 1).

Richtlijn 90/270/EEG van de Raad van 29 mei 1990 betreffende minimumvoorschriften inzake veiligheid en gezondheid met betrekking tot het werken met beeldschermapparatuur (vijfde bijzondere richtlijn in de zin van artikel 16, lid 1, van Richtlijn 89/391/EEG) (PB L 156 van 21.6.1990, blz. 14).

Nationale wetgeving inzake basisnormen.

26 01 60 02

Uitgaven voor vergelijkende onderzoeken, selectie en aanwerving

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

1 770 000

1 520 000

1 486 616,11

Toelichting

Deze kredieten dienen ter dekking van:

 

de kosten voor aanwerving en selectie van leidinggevend personeel;

 

de kosten voor de oproeping van de geslaagde kandidaten voor een onderhoud;

 

de kosten voor de oproeping van ambtenaren en andere personeelsleden van de delegaties voor vergelijkende onderzoeken en selecties;

 

de uitgaven voor de organisatie van de vergelijkende onderzoeken en selecties van artikel 3 van Besluit 2002/620/EG.

Indien voldoende gemotiveerd op grond van de operationele behoeften en na overleg met het Europees Bureau voor personeelsselectie kunnen deze kredieten worden aangewend voor de organisatie van vergelijkende onderzoeken door de instelling zelf.

Opgemerkt wordt dat dit krediet niet dient ter dekking van de uitgaven voor personeel die worden gedekt door de kredieten van de artikelen 01 04 en 01 05 van de diverse titels.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 103 405 EUR.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

Besluit 2002/620/EG van het Europees Parlement, de Raad, de Commissie, het Hof van Justitie, de Rekenkamer, het Europees Economisch en Sociaal Comité, het Comité van de Regio's en de Europese Ombudsman van 25 juli 2002 betreffende de oprichting van het Bureau voor personeelsselectie van de Europese Gemeenschappen (PB L 197 van 26.7.2002, blz. 53).

Besluit 2002/621/EG van de secretarissen-generaal van het Europees Parlement, van de Raad en van de Commissie, de griffier van het Hof van Justitie, de secretarissen-generaal van de Rekenkamer, van het Europees Economisch en Sociaal Comité en van het Comité van de Regio's, en de vertegenwoordiger van de Europese Ombudsman van 25 juli 2002 betreffende de organisatie en de werking van het Bureau voor personeelsselectie van de Europese Gemeenschappen (PB L 197 van 26.7.2002, blz. 56).

26 01 60 04

Interinstitutionele samenwerking op sociaal gebied

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

6 958 000

7 098 000

19 118 305,97

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de kosten voor de verwezenlijking en ontwikkeling van de website van de Commissie (My IntraComm) en voor de uitgave van het maandblad „Commission en direct”;

 

andere uitgaven voor interne communicatie en voorlichting, inclusief promotiecampagnes;

 

uitgaven voor tijdelijk personeel voor opvang na schooltijd, vakantiecentra en openluchtcentra, beheerd door de diensten van de Commissie;

 

kosten van reproductiewerk voor documenten, dat niet door de eigen diensten van de Commissie kan worden verricht;

 

uitgaven die voortvloeien uit privaatrechtelijke contracten gesloten met personen die in het kinderdagverblijf kinderverzorgsters en verpleegsters in vaste dienst vervangen;

 

de uitgaven voor een gedeelte van de exploitatiekosten van de personeelsfoyer, acties van culturele aard, subsidies voor personeelsverenigingen, onderhoud van voorzieningen voor sportbeoefening en aanvulling van de sportartikelen;

 

initiatieven ter bevordering van de sociale betrekkingen tussen de personeelsleden van de verschillende nationaliteiten en de integratie van de personeelsleden en hun gezinnen, alsmede preventieprojecten die voorzien in de behoeften van het personeel in actieve dienst en hun gezinnen;

 

de deelneming in de kosten van personeelsleden voor activiteiten als gezinshulp, juridisch advies, openluchtcentra, talenstages en kunststages;

 

de uitgaven voor de ontvangst van nieuwe ambtenaren en andere personeelsleden en hun gezinnen en voor de huisvestingsinformatiedienst voor het personeel;

 

uitgaven in verband met schenkingen, leningen en voorschotten die kunnen worden toegekend aan ambtenaren, gewezen ambtenaren of aan de rechthebbenden van een overleden ambtenaar, die in zeer benarde omstandigheden verkeren;

 

bepaalde uitgaven voor de „Centres de la petite enfance” en andere crèches en opvangcentra; ontvangsten uit de ouderbijdragen kunnen opnieuw worden aangewend;

 

de uitgaven voor tekenen van erkentelijkheid jegens ambtenaren, met name de kosten van de medailles voor ambtenaren met twintig jaar dienst, alsook de cadeaus voor ambtenaren die met pensioen gaan;

 

de specifieke uitkeringen voor gepensioneerde ambtenaren van de Unie en hun rechthebbenden of andere overlevenden te hunnen laste, die zich in een bijzonder moeilijke situatie bevinden;

 

financiering van preventieprojecten die beantwoorden aan specifieke behoeften van voormalige ambtenaren in de verschillende lidstaten, en van de bijdrage voor de verenigingen van oud-ambtenaren.

De overeenkomstige uitgaven voor onderzoek zijn gedekt door de kredieten van artikel 01 05 van de desbetreffende titels.

In het kader van het gehandicaptenbeleid dient dit krediet ter dekking van uit de handicap voortvloeiende niet-medische kosten die als noodzakelijk zijn erkend en naar behoren zijn gemotiveerd, voor:

 

de ambtenaren en andere personeelsleden in actieve dienst, die door een handicap zijn gehinderd;

 

echtgenoten van ambtenaren en tijdelijke functionarissen in actieve dienst, die door een handicap zijn gehinderd;

 

op grond van het Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie ten laste komende kinderen met een handicap,

binnen de grenzen van de budgettaire mogelijkheden en na uitputting van de eventuele rechten die door het land van herkomst of woonplaats zijn toegekend.

Voorts dient dit krediet gedeeltelijk ter dekking van de uitgaven voor het bezoeken van scholen door kinderen die om dwingende pedagogische redenen niet of niet meer tot de Europese scholen kunnen worden toegelaten of die wegens de plaats van tewerkstelling van hun vader of moeder die ambtenaar is (externe bureaus), geen onderwijs in een Europese school kunnen volgen.

Het krediet dient tevens ter dekking van de uitgaven op het grondgebied van de Unie, behalve van de vertegenwoordigingen van de Commissie in de Unie, waarvoor de uitgaven worden afgeboekt op post 16 01 03 03.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 6 582 000 EUR.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

26 01 60 06

Tijdelijk bij nationale overheidsdiensten, internationale organisaties of overheids- of particuliere instellingen of ondernemingen gedetacheerde ambtenaren van de instelling

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

250 000

250 000

264 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de extra uitgaven die voortvloeien uit de terbeschikkingstelling van ambtenaren van de Unie en die overeenkomen met de vergoedingen en de terugbetaling van kosten waarop de ambtenaren recht hebben krachtens hun terbeschikkingstelling.

Het dient tevens ter dekking van de uitgaven in verband met opleidingsstages bij overheidsdiensten of organisaties van de lidstaten of derde landen.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

26 01 60 07

Schadevergoedingen

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

150 000

150 000

11 701 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

door de Commissie te betalen schadevergoedingen en kosten als gevolg van de beslechting van geschillen (wettelijke aansprakelijkheid), in verband met zaken die het personeel of de administratie van de instelling betreffen;

 

uitgaven voor bepaalde gevallen waarbij om redenen van billijkheid schadevergoeding dient te worden betaald.

26 01 60 08

Diverse verzekeringen

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

60 000

59 000

58 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor met name de burgerlijke aansprakelijkheid exploitatie en andere contracten die door het Bureau voor het beheer en de afwikkeling van de individuele rechten worden beheerd voor de Commissie, de organen, het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek, de delegaties van de Unie en de vertegenwoordigingen van de Commissie, onderzoek onder contract.

Rechtsgronden

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

26 01 60 09

Taalcursussen

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

3 013 000

3 168 000

3 731 546,36

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de kosten van het organiseren van taalcursussen voor ambtenaren en andere personeelsleden;

 

de kosten van het organiseren van taalcursussen voor echtgenoten van ambtenaren en andere personeelsleden in het kader van het integratiebeleid;

 

de aankoop van materiaal en documentatie;

 

de raadpleging van deskundigen.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 500 000 EUR.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

26 01 70

Europese scholen

26 01 70 01

Bureau van de secretaris-generaal van de Europese scholen (Brussel)

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

9 754 550

8 991 917

10 666 962,—

Toelichting

Dit krediet is bedoeld als bijdrage aan de financiering van het Bureau van de secretaris-generaal van de Europese scholen in Brussel.

De Europese scholen dienen de beginselen van niet-discriminatie en gelijke kansen te respecteren.

Referentiebesluiten

Verdrag houdende het Statuut van de Europese scholen (PB L 212 van 17.8.1994, blz. 3).

26 01 70 02

Brussel I (Ukkel)

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

26 317 449

21 696 942

23 926 984,75

Toelichting

Dit krediet is bedoeld om bij te dragen tot de begroting van de Europese School in Brussel-Ukkel (Brussel I).

Referentiebesluiten

Verdrag houdende het Statuut van de Europese scholen (PB L 212 van 17.8.1994, blz. 3).

26 01 70 03

Brussel II (Woluwe)

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

23 615 685

22 292 410

23 177 924,—

Toelichting

Dit krediet is bedoeld om bij te dragen tot de begroting van de Europese School in Brussel-Woluwe (Brussel II).

Referentiebesluiten

Verdrag houdende het Statuut van de Europese scholen (PB L 212 van 17.8.1994, blz. 3).

26 01 70 04

Brussel III (Elsene)

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

23 161 915

21 981 951

21 082 363,—

Toelichting

Dit krediet is bedoeld om bij te dragen tot de begroting van de Europese School in Brussel-Elsene (Brussel III).

Referentiebesluiten

Verdrag houdende het Statuut van de Europese scholen (PB L 212 van 17.8.1994, blz. 3).

26 01 70 05

Brussels IV (Laken)

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

14 447 033

14 650 490

11 939 154,—

Toelichting

Dit krediet is bedoeld om bij te dragen tot de begroting van de Europese School in Brussel-Laken (Brussel IV).

Referentiebesluiten

Verdrag houdende het Statuut van de Europese scholen (PB L 212 van 17.8.1994, blz. 3).

26 01 70 11

Luxemburg I

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

17 349 763

18 212 009

18 556 736,—

Toelichting

Dit krediet is bedoeld om bij te dragen tot de begroting van de Europese School in Luxemburg (Luxemburg I).

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 2 807 973 EUR.

Referentiebesluiten

Verdrag houdende het Statuut van de Europese scholen (PB L 212 van 17.8.1994, blz. 3).

26 01 70 12

Luxemburg II

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

13 487 869

13 814 799

14 493 281,—

Toelichting

Dit krediet is bedoeld om bij te dragen tot de begroting van de Europese School in Luxemburg (Luxemburg II).

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 818 384 EUR.

Referentiebesluiten

Verdrag houdende het Statuut van de Europese scholen (PB L 212 van 17.8.1994, blz. 3).

26 01 70 21

Mol (BE)

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

5 932 444

5 248 393

6 380 477,—

Toelichting

Dit krediet is bedoeld om bij te dragen tot de begroting van de Europese School in Mol.

Referentiebesluiten

Verdrag houdende het Statuut van de Europese scholen (PB L 212 van 17.8.1994, blz. 3).

26 01 70 22

Frankfurt am Main (DE)

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 
 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

26 01 70 22

5 272 904

5 727 840

7 454 653,—

Reserves (40 01 40)

3 426 739

   

Totaal

8 699 643

5 727 840

7 454 653,—

Toelichting

Dit krediet is bedoeld om bij te dragen tot de begroting van de Europese School in Frankfurt am Main.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 8 273 EUR.

Referentiebesluiten

Verdrag houdende het Statuut van de Europese scholen (PB L 212 van 17.8.1994, blz. 3).

26 01 70 23

Karlsruhe (DE)

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

3 384 783

3 061 919

3 352 938,—

Toelichting

Dit krediet is bedoeld om bij te dragen tot de begroting van de Europese School in Karlsruhe.

Referentiebesluiten

Verdrag houdende het Statuut van de Europese scholen (PB L 212 van 17.8.1994, blz. 3).

26 01 70 24

München (DE)

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

430 765

472 050

437 895,54

Toelichting

Dit krediet is bedoeld om bij te dragen tot de begroting van de Europese School in München.

Referentiebesluiten

Verdrag houdende het Statuut van de Europese scholen (PB L 212 van 17.8.1994, blz. 3).

26 01 70 25

Alicante (ES)

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

3 834 021

4 043 390

6 541 581,—

Toelichting

Dit krediet is bedoeld om bij te dragen tot de begroting van de Europese School in Alicante.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 3 800 000 EUR.

Referentiebesluiten

Verdrag houdende het Statuut van de Europese scholen (PB L 212 van 17.8.1994, blz. 3).

26 01 70 26

Varese (IT)

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

10 503 399

10 021 616

9 396 475,—

Toelichting

Dit krediet is bedoeld om bij te dragen tot de begroting van de Europese School in Varese.

Referentiebesluiten

Verdrag houdende het Statuut van de Europese scholen (PB L 212 van 17.8.1994, blz. 3).

26 01 70 27

Bergen (NL)

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

4 729 748

4 455 940

4 295 411,—

Toelichting

Dit krediet is bedoeld om bij te dragen tot de begroting van de Europese School in Bergen.

Referentiebesluiten

Verdrag houdende het Statuut van de Europese scholen (PB L 212 van 17.8.1994, blz. 3).

26 01 70 28

Culham (UK)

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

5 193 778

4 210 571

5 502 522,—

Toelichting

Dit krediet is bedoeld om bij te dragen tot de begroting van de Europese School in Culham.

Referentiebesluiten

Verdrag houdende het Statuut van de Europese scholen (PB L 212 van 17.8.1994, blz. 3).

26 01 70 31

Bijdrage van de Unie voor Europese scholen van het type 2

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

746 635

565 728

2 319 780,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de bijdrage van de Commissie voor de Europese scholen van het type 2 die door de raad van bestuur van de Europese scholen zijn geaccrediteerd en die de financiële overeenkomst met de Commissie hebben ondertekend.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 3 984 000 EUR.

Referentiebesluiten

Besluit C(2013) 4886 van de Commissie van 1 augustus 2013.

HOOFDSTUK 26 02 —   MULTIMEDIAPRODUCTIE

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

% Betalingen 2014-2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

26 02

MULTIMEDIAPRODUCTIE

26 02 01

Procedures voor de plaatsing en de bekendmaking van overheidsopdrachten voor leveringen, voor de uitvoering van werken en voor dienstverlening

1,1

9 600 000

9 100 000

10 000 000

8 615 910

9 710 158,19

9 277 554,69

101,95

 

Hoofdstuk 26 02 — Totaal

 

9 600 000

9 100 000

10 000 000

8 615 910

9 710 158,19

9 277 554,69

101,95

26 02 01

Procedures voor de plaatsing en de bekendmaking van overheidsopdrachten voor leveringen, voor de uitvoering van werken en voor dienstverlening

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

9 600 000

9 100 000

10 000 000

8 615 910

9 710 158,19

9 277 554,69

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met:

 

de verzameling, de verwerking, de publicatie en de verspreiding van kennisgevingen van overheidsopdrachten in de Unie en derde landen op verschillende dragers en de integratie daarvan in de diensten inzake eProcurement die door de instellingen aan de ondernemingen en de aanbestedende diensten worden aangeboden. Hieronder vallen ook de kosten van vertaling van de kennisgevingen van overheidsopdrachten die door de instellingen worden gepubliceerd;

 

de bevordering en het gebruik van nieuwe technieken inzake de verzameling en de verspreiding van kennisgevingen van overheidsopdrachten langs elektronische weg;

 

de ontwikkeling en de exploitatie van eProcurement-diensten in de diverse fasen van de plaatsing van overheidsopdrachten.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 20 000 EUR.

Rechtsgronden

Verordening nr. 1 van de Raad van 15 april 1958 tot regeling van het taalgebruik in de Europese Economische Gemeenschap (PB 17 van 6.10.1958, blz. 385).

Besluit van de Raad van 15 september 1958 tot oprichting van het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen (PB 17 van 6.10.1958, blz. 390).

Verordening (EEG) nr. 2137/85 van de Raad van 25 juli 1985 tot instelling van Europese economische samenwerkingsverbanden (EESV) (PB L 199 van 31.7.1985, blz. 1).

Richtlijn 89/665/EEG van de Raad van 21 december 1989 houdende de coördinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende de toepassing van de beroepsprocedures inzake het plaatsen van overheidsopdrachten voor leveringen en voor de uitvoering van werken (PB L 395 van 30.12.1989, blz. 33).

Richtlijn 92/13/EEG van de Raad van 25 februari 1992 tot coördinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende de toepassing van de communautaire voorschriften inzake de procedures voor het plaatsen van opdrachten door diensten die werkzaam zijn in de sectoren water- en energievoorziening, vervoer en telecommunicatie (PB L 76 van 23.3.1992, blz. 14).

Besluit 94/1/EGKS, EG van de Raad en de Commissie van 13 december 1993 betreffende de sluiting van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte tussen de Europese Gemeenschappen, hun Lidstaten en de Republiek Oostenrijk, de Republiek Finland, de Republiek IJsland, het Vorstendom Liechtenstein, het Koninkrijk Noorwegen, het Koninkrijk Zweden en de Zwitserse Bondsstaat (PB L 1 van 3.1.1994, blz. 1).

Besluit 94/800/EG van de Raad van 22 december 1994 betreffende de sluiting, namens de Europese Gemeenschap voor wat betreft de onder haar bevoegdheid vallende aangelegenheden, van de uit de multilaterale handelsbesprekingen in het kader van de Uruguay-Ronde (1986-1994) voortvloeiende overeenkomsten (PB L 336 van 23.12.1994, blz.1); gewijzigd bij arrest van het Hof van 10 maart 1998, Zaak C-122/95 (ECR [1998] I-973).

Verordening (EG) nr. 2157/2001 van de Raad van 8 oktober 2001 betreffende het statuut van de Europese vennootschap (SE), (PB L 294 van 10.11.2001, blz. 1).

Besluit 2002/309/EG van de Raad en, wat betreft de overeenkomst inzake wetenschappelijke en technologische samenwerking, van de Commissie van 4 april 2002 betreffende de sluiting van zeven overeenkomsten met de Zwitserse Bondsstaat (PB L 114 van 30.4.2002, blz. 1), met name de overeenkomst betreffende overheidsopdrachten.

Verordening (EG) nr. 2195/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 5 november 2002 betreffende de gemeenschappelijke woordenlijst overheidsopdrachten (CPV) (PB L 340 van 16.12.2002, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1435/2003 van de Raad van 22 juli 2003 betreffende het statuut van de Europese vennootschap (SCE), (PB L 207 van 18.8.2003, blz. 1).

Richtlijn 2004/17/EG van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 houdende coördinatie van de procedures voor het plaatsen van opdrachten in de sectoren water- en energievoorziening, vervoer en postdiensten (PB L 134 van 30.4.2004, blz. 1).

Richtlijn 2004/18/EG van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 betreffende de coördinatie van de procedures voor het plaatsen van overheidsopdrachten voor werken, leveringen en diensten (PB L 134 van 30.4.2004, blz. 114).

Beschikking 2005/15/EG van de Commissie van 7 januari 2005 betreffende de praktische regels voor de toepassing van de procedure van artikel 30 van Richtlijn 2004/17/EG van het Europees Parlement en de Raad houdende coördinatie van de procedures voor het plaatsen van opdrachten in de sectoren water- en energievoorziening, vervoer en postdiensten (PB L 7 van 11.1.2005, blz. 7).

Verordening (EG) nr. 1082/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juli 2006 betreffende een Europese groepering voor territoriale samenwerking (EGTS) (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 19).

Verordening (EG) nr. 718/2007 van de Commissie van 12 juni 2007 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1085/2006 van de Raad tot invoering van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA) (PB L 170 van 29.6.2007, blz. 1).

Besluit 2007/497/EG van de Europese Centrale Bank van 3 juli 2007 tot vaststelling van de regels inzake aanbesteding (ECB/2007/5) (PB L 184 van 14.7.2007, blz. 34).

Verordening (EG) nr. 1370/2007 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2007 betreffende het openbaar personenvervoer per spoor en over de weg en tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 1191/69 van de Raad en Verordening (EEG) nr. 1107/70 van de Raad (PB L 315 van 3.12.2007, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1008/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 24 september 2008 inzake gemeenschappelijke regels voor de exploitatie van luchtdiensten in de Gemeenschap (PB L 293 van 31.10.2008, blz. 3).

Besluit 2009/496/EG van het Europees Parlement, de Raad, de Commissie, het Hof van Justitie, de Rekenkamer, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s van 26 juni 2009 betreffende de organisatie en de werking van het Bureau voor publicaties van de Europese Unie (PB L 168 van 30.6.2009, blz. 41).

Richtlijn 2009/81/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 betreffende de coördinatie van de procedures voor het plaatsen door aanbestedende diensten van bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten op defensie- en veiligheidsgebied, en tot wijziging van Richtlijnen 2004/17/EG en 2004/18/EG (PB L 216 van 20.8.2009, blz. 76).

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 842/2011 van de Commissie van 19 augustus 2011 tot vaststelling van standaardformulieren voor de bekendmaking van aankondigingen op het gebied van overheidsopdrachten en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1564/2005 (PB L 222 van 27.8.2011, blz. 1).

Richtlijn 2013/16/EU van de Raad van 13 mei 2013 tot aanpassing van een aantal richtlijnen op het gebied van overheidsopdrachten, in verband met de toetreding van de Republiek Kroatië (PB L 158 van 10.6.2013, blz. 184).

Verordening (EU) nr. 1336/2013 van de Commissie van 13 december 2013 tot wijziging van de Richtlijnen 2004/17/EG, 2004/18/EG en 2009/81/EG van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de toepassingsdrempels inzake de procedures voor het plaatsen van opdrachten (PB L 335 van 14.12.2013, blz. 17).

HOOFDSTUK 26 03 —   DIENSTEN AAN OVERHEDEN, ONDERNEMINGEN EN BURGERS

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

% Betalingen 2014-2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

26 03

DIENSTEN AAN OVERHEDEN, ONDERNEMINGEN EN BURGERS

26 03 01

Interoperabiliteitsoplossingen en gemeenschappelijke kaders voor Europese overheidsdiensten, bedrijven en burgers (ISA2)

1,1

24 448 000

2 400 000

         

26 03 51

Voltooiing van het ISA-programma

1,1

p.m.

21 753 380

23 800 000

21 396 611

25 098 681,02

24 401 953,80

112,18

26 03 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

26 03 77 01

Voorbereidende actie — Programma Erasmus voor overheidsdiensten

5,2

p.m.

p.m.

p.m.

30 000

0,—

295 870,48

 

26 03 77 02

Proefproject — Beheer en kwaliteit van softwarecode — Controle van vrije en open-source software

5,2

p.m.

500 000

1 000 000

500 000

     

26 03 77 03

Proefproject — PublicAccess.eu: onlineplatform voor proactieve publicatie van niet-gerubriceerde documenten van de instellingen van de Unie

5,2

500 000

500 000

1 000 000

500 000

     

26 03 77 04

Proefproject — Versleutelde elektronische communicatie binnen de instellingen van de Unie

5,2

1 000 000

750 000

500 000

250 000

     

26 03 77 05

Proefproject — Bevordering van linked open data, vrije software en deelname van het maatschappelijk middenveld aan wetgeving in de Unie (automatische toepassing voor amendementen (AT4A)/webapplicatie voor het opstellen van wetgeving (LEOS), Linked Open Data (LOD) en integratie van vrije software (FS)

5,2

250 000

250 000

500 000

250 000

     
 

Artikel 26 03 77 — Subtotaal

 

1 750 000

2 000 000

3 000 000

1 530 000

0,—

295 870,48

14,79

 

Hoofdstuk 26 03 — Totaal

 

26 198 000

26 153 380

26 800 000

22 926 611

25 098 681,02

24 697 824,28

94,43

26 03 01

Interoperabiliteitsoplossingen en gemeenschappelijke kaders voor Europese overheidsdiensten, bedrijven en burgers (ISA2)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

24 448 000

2 400 000

       

Toelichting

Nieuw artikel

Het programma voor interoperabiliteitsoplossingen en gemeenschappelijk kaders voor Europese overheidsdiensten, bedrijven en burgers (ISA2-programma) wordt de opvolger van het ISA-programma (vastgesteld bij Besluit nr. 922/2009/EG) dat in december 2015 afliep.

Met het ISA2-programma wordt ernaar gestreefd een integrale benadering van de interoperabiliteit in de EU uit te voeren en een efficiënte en doeltreffende elektronische grensoverschrijdende of sectoroverschrijdende interactie tussen Europese overheidsdiensten alsook tussen deze diensten, de burgers en het bedrijfsleven te bevorderen. Het ISA2-programma heeft tot doel interoperabiliteitsoplossingen (gemeenschappelijk kader, gemeenschappelijke diensten en generieke instrumenten) te identificeren, te ontwikkelen en toe te passen waarmee het beleid van de Unie ten uitvoer kan worden gelegd.

Het programma wordt uitgevoerd in nauwe samenwerking en coördinatie met de lidstaten en de betrokken diensten van de Commissie via projecten en begeleidende maatregelen (bewustmaking, bevordering, gemeenschapsopbouw enz.)

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 daarvan en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de EVA-staten, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan uniale programma's, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Besluit (EU) 2015/2240 van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2015 tot vaststelling van een programma inzake interoperabiliteitsoplossingen en gemeenschappelijke kaders voor Europese overheidsdiensten, bedrijven en burgers (ISA2-programma) als middel om de overheidssector te moderniseren (PB L 318 van 4.12.2015, blz. 1).

26 03 51

Voltooiing van het ISA-programma

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

21 753 380

23 800 000

21 396 611

25 098 681,02

24 401 953,80

Toelichting

Oude post 26 03 01 01

Dit krediet is bedoeld ter dekking van betalingen met betrekking tot nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van Besluit nr. 922/2009/EG van het Europees Parlement en de Raad.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 daarvan en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de EVA-staten, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan uniale programma's, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Besluit nr. 922/2009/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 september 2009 inzake interoperabiliteitsoplossingen voor Europese overheidsdiensten (ISA) (PB L 260 van 3.10.2009, blz. 20).

26 03 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

26 03 77 01

Voorbereidende actie — Programma Erasmus voor overheidsdiensten

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

30 000

0,—

295 870,48

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

26 03 77 02

Proefproject — Beheer en kwaliteit van softwarecode — Controle van vrije en open-source software

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

500 000

1 000 000

500 000

   

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

De recente ontdekking van beveiligingsproblemen in kritieke informatie-infrastructuur heeft de aandacht van het publiek gevestigd op de noodzaak van inzicht in het verband tussen enerzijds het bestuur en de kwaliteit van de onderliggende softwarecode en anderzijds de basisveiligheid en het vertrouwen dat het publiek kan hebben in de dagelijks gebruikte toepassingen. Aangezien zowel het algemene publiek als de instellingen van de Unie geregeld gebruikmaken van vrije en open source software, van apparatuur van eindgebruikers tot serversystemen, heeft het Europees Parlement zelf benadrukt dat gecoördineerde inspanningen verricht moeten worden om de integriteit en veiligheid van die software te waarborgen. Dit proefproject biedt een systematische benadering voor het bereiken van de doelstelling dat de instellingen van de Unie zelf er toe kunnen bijdragen dat veelgebruikte kritische software betrouwbaar is.

Het proefproject bestaat uit drie onderdelen:

 

Deel één omvat een vergelijkende studie en een haalbaarheidsonderzoek. In de vergelijkende studie worden de Debian Free Software Guidelines (DFSG) en het sociale contract [0] en compliancebesluiten in Debian [1] vergeleken met huidige praktijken voor het delen van code en compliance-eisen binnen de activiteiten van het vulnerability test centre van de Commissie en het Application Lifecycle management system van CITnet in verband met projecten die momenteel worden gefinancierd door ISA en worden gepubliceerd op JoinUp [2]. De studie bevat tevens een algemene evaluatie van de modellen die de Commissie momenteel hanteert voor het beheer van codes, en daarnaast worden gelijksoortige processen in Debian geïnventariseerd. Het doel is om beste praktijken te ontwikkelen op het gebied van de controle van code en kwaliteitsbeoordeling om beveiligingsproblemen te verminderen, in het bijzonder op het gebied van vrije software en open standaarden zoals gefinancierd door de Unie. De haalbaarheidsstudie stelt vast wie de actoren en belanghebbenden zijn, schetst tijdschema's en financieringsmodellen, bepaalt de resultaten en de effecten op lange termijn die nodig zijn in verband met de projecten indien dergelijke beste praktijken worden toegepast.

 

Het tweede deel van het proefproject omvat de ontwikkeling van een uniforme inventarisatiemethodologie voor de Commissie en het Parlement in het bijzonder en de uitvoering van een volledige inventarisatie van vrije software en open standaarden die binnen alle instellingen van de Unie worden gebruikt. De inventarisatie vormt de basis waarop bepaald kan worden waar de resultaten van het eerste deel van het proefproject het best kunnen worden toegepast.

 

Het derde deel omvat een controle van geselecteerde software en softwarebibliotheken die in actief gebruik zijn bij zowel het algemene Europese publiek als de instellingen van de Unie. In dit deel van het proefproject wordt met name aandacht besteed aan software waarvan het gebruik kan leiden tot ernstige verstoring van de openbare dienstverlening of die van de Unie en tot ongeoorloofde toegang tot persoonsgegevens. Hiervoor zal een openbare aanbesteding worden uitgeschreven.

Referenties

[0] https://www.debian.org/social_contract

[1] http://cfnarede.com.br/sites/default/files/infographic_debian-v2.1.en.png

[2] https://joinup.ec.europa.eu/

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

26 03 77 03

Proefproject — PublicAccess.eu: onlineplatform voor proactieve publicatie van niet-gerubriceerde documenten van de instellingen van de Unie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

500 000

500 000

1 000 000

500 000

   

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Dit proefproject dient ter ontwikkeling van een centraal onlineplatform voor proactieve publicatie van alle niet-gerubriceerde documenten van de instellingen van de Unie. De voornaamste fasen voor de opbouw van dit webplatform moeten met name het volgende omvatten:

 

identificatie, inventarisatie en typeregistratie van alle niet-gerubriceerde documenten die van belang zijn voor de instellingen van de Unie, waarbij openbare beschikbaarheid het uitgangspunt moet zijn;

 

analyse van technische uitdagingen die aangepakt moeten worden om een veilige opslag en overbrenging van alle documenten te waarborgen;

 

zorgen voor compatibiliteit van bestaande registers van de Unie van documenten, zodat een centraal onlinetoegangspunt mogelijk wordt via het nieuwe onlineplatform;

 

ontwerpen van een webplatform met een optimale en gebruikersvriendelijke navigatie;

 

ontwikkeling van een ingebouwde zoekmachine voor het zoeken naar, identificeren en downloaden van documenten.

De technische ontwikkeling van het onlineplatform moet gebaseerd zijn op het beginsel van open standard software, en moet ook rekening houden met lopende interinstitutionele harmonisatie- en rationalisatie-inspanningen in termen van metagegevens en formats, informatiesystemen en documentbeheer.

Het proefproject is in eerste instantie vooral gericht op documenten van één bepaalde instelling van de Unie, zodat een instrument kan worden ontwikkeld dat in een later stadium uitgebreid kan worden tot alle instellingen van de Unie en aanverwante organen (inclusief regelgevende en uitvoerende agentschappen). Het Publicatiebureau kan het project coördineren, gezien het aantal publieke onlinediensten dat het reeds aanbiedt.

Het onlineplatform zal bijdragen aan het waarborgen van werkelijke transparantie, zoals herhaaldelijk verlangd door het Europees Parlement, maar kan ook onnodige rechtszaken voorkomen die onnodige kosten en lasten met zich meebrengen voor zowel de instellingen als het publiek.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

26 03 77 04

Proefproject — Versleutelde elektronische communicatie binnen de instellingen van de Unie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 000 000

750 000

500 000

250 000

   

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Dit project dient ter invoering van een beveiligd systeem van elektronische communicatie binnen de instellingen van de Unie. Door de modernste technologieën voor versleuteling toe te passen binnen de e-maildiensten van de instelling kan de elektronische communicatie veel veiliger worden gemaakt. Met een doeltreffende bescherming van haar communicatie kan de Unie een voorbeeld zijn voor burgers, de particuliere sector en nationale overheden. Het project omvat de ontwikkeling van versleutelingsstandaarden van de Unie, die gegarandeerd niet kunnen worden gekraakt of verzwakt door overheidsdiensten van derde landen.

Het project heeft tot doel de IT-diensten van de het Europees Parlement, de Raad, het voorzitterschap van de Raad en de Commissie te steunen bij de invoering van beveiligde communicatiesystemen voor EP-leden, commissarissen, en personeelsleden van alle instellingen die bij het besluitvormingsproces binnen de Unie zijn betrokken.

Met het project worden volgende doelstellingen nagestreefd: de vereisten met betrekking tot de behoeften van de instellingen van de Unie bijeenbrengen en inventariseren, de geschiktheid van de beschikbare oplossingen en normen analyseren en beoordelen en de beste methode aanbevelen voor de bescherming van digitale e-mailcommunicatie, met inbegrip van afbakening van de vereisten (technisch, formeel, organisatorisch, budgettair) voor de uitvoering en toepassing van de aanbevolen oplossing en evaluatie van de vooruitzichten voor verdere ontwikkeling (op het vlak van kenmerken, toepassingsgebied enz.). De resultaten van deze werkzaamheden zullen de grondslag vormen voor de vaststelling en oprichting van een proefproject om de validiteit van de aanbevolen oplossing te beoordelen en de overeenstemming met de vastgestelde behoefte, hetgeen de volgende stap zou kunnen zijn na de voltooiing van het onderhavige project.

Bij dit project wordt rekening gehouden met en wordt voortgebouwd op de resultaten van de recente en lopende werkzaamheden inzake veilig e-mailverkeer alsook spraakcommunicatieoplossingen, die in voorkomend geval ook bijdragen tot de vooruitgang van de gerelateerde projecten.

Het project wordt geleid door de Commissie en staat onder toezicht van een stuurgroep die is opgericht binnen de subgroep inzake veiligheid van het CII (Comité Informatique Interinstitutionel).

Dit voorstel voor een proefproject houdt verband met de oproep van het Europees Parlement aan de bevoegde diensten van het secretariaat van het Europees Parlement om, onder verantwoordelijkheid van de voorzitter van het Europees Parlement, uiterlijk december 2014 een grondige evaluatie uit te voeren van de betrouwbaarheid van de IT-beveiliging in het Europees Parlement. Deze evaluatie moet gericht zijn op budgettaire middelen, human resources, technische mogelijkheden, interne organisatie en alle overige aspecten in verband met het verwezenlijken van een hoogwaardige beveiliging van de IT-systemen in het Europees Parlement.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

26 03 77 05

Proefproject — Bevordering van linked open data, vrije software en deelname van het maatschappelijk middenveld aan wetgeving in de Unie (automatische toepassing voor amendementen (AT4A)/webapplicatie voor het opstellen van wetgeving (LEOS), Linked Open Data (LOD) en integratie van vrije software (FS)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

250 000

250 000

500 000

250 000

   

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Betrokken en actieve burgers in heel Europa zetten zich in voor het toepassen en vernieuwen van democratische waarden en werkwijzen op alle maatschappelijke niveaus, en gebruiken daarbij oude en nieuwe informatie- en communicatietechnologieën. Voor de democratie is het daarom van essentieel belang dat de instellingen van de Unie hun kennis delen en vrije softwaretoepassingen ter beschikking stellen, die gebruikmaken van belangrijke nieuwe standaarden en instrumenten voor wetgeving, zodat inzicht verkregen kan worden in de verschillende stadia van het wetgevingsproces. Als burgers tijdens het wetgevingsproces binnen de Unie kunnen deelnemen aan het opstellen van documenten die aan de daarvoor geldende eisen voldoen en binnen de processen verwerkt kunnen worden verhoogt dit de legitimiteit van het integratieproject van de Europese Unie. Deze deelname kan worden bevorderd door integratie met andere projecten inzake meertalige technologieën en lokalisatieprocessen, maar ook door het doorbreken van verticale geïsoleerde structuren en onnodige afhankelijkheid van specifieke platforms.

Een toepassing op dit terrein is LEOS, een webapplicatie voor het opstellen van wetgeving binnen de Commissie. Het wordt gefinancierd via het ISA-programma, hetgeen betekent dat eventueel geïntegreerd kan worden met distributieplatforms als Debian die rendabeler en beter te onderhouden zijn en die waarborgen dat voortdurend wordt getest of de code aansluit op andere toepassingen voor het opstellen van wetgeving van hoge kwaliteit.

Een ambitieuzer voorbeeld is de open ontwikkeling van AT4AM, de automatische toepassing van het Europees Parlement voor amendementen. Het gebruik daarvan buiten het Europees Parlement is echter beperkt, vanwege het gebrek aan integratie met linked open data, onvoldoende financiering om ngo's te helpen bij het installeren en gebruiken van de AT4AM-software op hun eigen servers en ontoereikende samenwerking met bestaande vrije softwareprojecten, waarmee de formaten XML en RDF gecombineerd kunnen worden (in het bijzonder de Akoma Ntoso-standaard).

Het proefproject heeft het volgende doel:

 

bevordering van ontwikkeling, ingebruikneming, onderhoud en gebruik van wetgevingstoepassingen van de Unie door het maatschappelijk middenveld;

 

integratie van LEOS met linked open data-projecten;

 

samenwerking met het Europees Parlement om de interoperabiliteit van LOD met AT4AM te waarborgen;

 

ontwikkeling van de Akomo Ntoso-standaard en het RDF-gegevensformaat voor LEOS en AT4AM;

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

TITEL 27

BEGROTING

Algemene samenvatting van de kredieten (2016 en 2015) en van de uitvoering (2014)

 

Titel

Hoofdstuk

Rubriek

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

27 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „BEGROTING”

72 184 538

72 184 538

70 488 939

70 488 939

60 037 392,08

60 037 392,08

27 02

UITVOERING, CONTROLE EN KWIJTING VAN DE BEGROTING

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

28 600 000,—

28 600 000,—

 

Titel 27 — Totaal

72 184 538

72 184 538

70 488 939

70 488 939

88 637 392,08

88 637 392,08

HOOFDSTUK 27 01 —   ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „BEGROTING”

De artikelen 1, 2, 3 en 5 zijn in detail weergegeven in hoofdstuk XX 01

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

% 2014-2016

27 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „BEGROTING”

27 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen op het beleidsterrein „Begroting”

5,2

43 763 278

41 558 494

42 260 747,75

96,57

27 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven voor het beleidsterrein „Begroting”

27 01 02 01

Extern personeel

5,2

4 265 668

4 160 262

5 862 350,62

137,43

27 01 02 09

Extern personeel — Niet-gedecentraliseerd beheer

5,2

4 621 420

5 542 521

0,—

0

27 01 02 11

Overige beheersuitgaven

5,2

7 715 145

7 427 228

8 253 791,86

106,98

27 01 02 19

Overige beheersuitgaven — Niet-gedecentraliseerd beheer

5,2

8 456 008

8 557 050

0,—

0

 

Artikel 27 01 02 — Subtotaal

 

25 058 241

25 687 061

14 116 142,48

56,33

27 01 03

Uitgaven voor uitrusting en diensten voor informatie- en communicatietechnologie ten behoeve van het beleidsterrein „Begroting”

5,2

2 793 019

2 638 384

3 051 584,68

109,26

27 01 07

Ondersteunende uitgaven voor maatregelen op het beleidsterrein „Begroting”

5,2

150 000

145 000

149 774,81

99,85

27 01 11

Uitzonderlijke uitgaven bij crisissituaties

5,2

p.m.

p.m.

0,—

 

27 01 12

Accountancy

27 01 12 01

Financiële lasten

5,2

300 000

330 000

319 000,—

106,33

27 01 12 02

Tenlasteneming van uitgaven in verband met het beheer van kasmiddelen en financiële activa

5,2

p.m.

p.m.

0,—

 

27 01 12 03

Aankoop van financiële informatie over de solvabiliteit van de begunstigden van middelen uit de algemene begroting van de Europese Unie en van schuldenaren van de Commissie

5,2

120 000

130 000

140 142,36

116,79

 

Artikel 27 01 12 — Subtotaal

 

420 000

460 000

459 142,36

109,32

 

Hoofdstuk 27 01 — Totaal

 

72 184 538

70 488 939

60 037 392,08

83,17

27 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen op het beleidsterrein „Begroting”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

43 763 278

41 558 494

42 260 747,75

27 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven voor het beleidsterrein „Begroting”

27 01 02 01

Extern personeel

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

4 265 668

4 160 262

5 862 350,62

27 01 02 09

Extern personeel — Niet-gedecentraliseerd beheer

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

4 621 420

5 542 521

0,—

Toelichting

Dit krediet is niet vanaf het begin van het begrotingsjaar aan een specifiek beleidsterrein toegewezen en kan gebruikt worden voor de behoeften van alle diensten van de Commissie. Het zal in de loop van het begrotingsjaar overeenkomstig het Financieel Reglement worden overgeschreven naar de begrotingsonderdelen van de beleidsterreinen die voor de uitvoering van dit onderdeel bedoeld zijn.

27 01 02 11

Overige beheersuitgaven

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

7 715 145

7 427 228

8 253 791,86

27 01 02 19

Overige beheersuitgaven — Niet-gedecentraliseerd beheer

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

8 456 008

8 557 050

0,—

Toelichting

Dit krediet is niet vanaf het begin van het begrotingsjaar aan een specifiek beleidsterrein toegewezen en kan gebruikt worden voor de behoeften van alle diensten van de Commissie. Het krediet wordt niet vanuit deze post besteed, maar zal in de loop van het begrotingsjaar worden overgeschreven, overeenkomstig het Financieel Reglement, naar begrotingsonderdeel van het beleidsterreinen die voor de uitvoering van dit onderdeel bedoeld zijn.

27 01 03

Uitgaven voor uitrusting en diensten voor informatie- en communicatietechnologie ten behoeve van het beleidsterrein „Begroting”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

2 793 019

2 638 384

3 051 584,68

27 01 07

Ondersteunende uitgaven voor maatregelen op het beleidsterrein „Begroting”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

150 000

145 000

149 774,81

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven voor de bekendmaking van informatie in eender welke vorm en via eender welk medium over de financiële programmering en de algemene begroting van de Unie. Het dekt met name: voorbereidende werkzaamheden en ontwerpen, gebruik van documentatie, grafische vormgeving, reproductie van documenten, aankoop en beheer van gegevens, redactie, vertaling en revisie (m.i.v. controle van de onderlinge consistentie van teksten), drukwerk, publicatie op internet, distributie, opslag en verspreiding.

27 01 11

Uitzonderlijke uitgaven bij crisissituaties

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven die werden verricht tijdens een afgekondigde crisissituatie die heeft geleid tot de inwerkingtreding van een of meerdere plannen voor de continuïteit van de werkzaamheden, waarbij het op grond van de aard en/of het bedrag van de uitgaven niet mogelijk was om deze ten laste te brengen van de andere administratieve begrotingsonderdelen van de Commissie.

Uiterlijk drie weken na het einde van de crisissituatie worden het Europees Parlement en de Raad in kennis gesteld van de verrichte uitgaven.

27 01 12

Accountancy

27 01 12 01

Financiële lasten

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

300 000

330 000

319 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de bankkosten (commissies, disconto en diverse kosten) en de kosten voor de verbinding met het netwerk van de Society for Worldwide Interbank Financial Telecommunication (SWIFT).

27 01 12 02

Tenlasteneming van uitgaven in verband met het beheer van kasmiddelen en financiële activa

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van begrotingsregularisaties:

 

van situaties waarin een vordering geheel of gedeeltelijk oninbaar moet worden verklaard, terwijl zij reeds als ontvangst was geboekt (met name in geval van verrekening met een schuld);

 

van gevallen waarin btw niet kan worden teruggevorderd, voor zover de uitgave niet meer ten laste kan worden gebracht van het begrotingsonderdeel waaruit de oorspronkelijke uitgave is gedaan;

 

van eventueel daarmee verband houdende rente, voor zover deze niet ten laste van een ander specifiek begrotingsonderdeel kan worden gebracht.

Daarnaast kan onder deze post eventueel een krediet worden opgenomen ter dekking van de verliezen als gevolg van de opheffing of de beëindiging van de activiteiten van de financiële instellingen waarbij de Commissie rekeningen heeft ofwel van het beheer van financiële activa.

27 01 12 03

Aankoop van financiële informatie over de solvabiliteit van de begunstigden van middelen uit de algemene begroting van de Europese Unie en van schuldenaren van de Commissie

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

120 000

130 000

140 142,36

Toelichting

Dit krediet dient ter financiering van de uitgaven voor abonnementen op en het gebruik van elektronische informatiediensten en externe gegevensbanken over de solvabiliteit van de begunstigden van middelen uit de algemene begroting van de Europese Unie en van schuldenaren van de Commissie, om de financiële belangen van de Commissie in verscheidene fasen van de financiële en boekhoudingsprocedures te beschermen.

Het is ook bestemd voor de verificatie van gegevens met betrekking tot de groepsstructuur, zeggenschap en beheer van de begunstigden van middelen uit de algemene begroting van de Europese Unie en van schuldenaren van de Commissie.

HOOFDSTUK 27 02 —   UITVOERING, CONTROLE EN KWIJTING VAN DE BEGROTING

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

% Betalingen 2014-2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

27 02

UITVOERING, CONTROLE EN KWIJTING VAN DE BEGROTING

27 02 01

Van het vorige begrotingsjaar overgedragen tekort

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

 

27 02 02

Tijdelijke en forfaitaire compensatie voor de nieuwe lidstaten

6

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

28 600 000,—

28 600 000,—

 
 

Hoofdstuk 27 02 — Totaal

 

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

28 600 000,—

28 600 000,—

 

27 02 01

Van het vorige begrotingsjaar overgedragen tekort

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

Toelichting

Overeenkomstig artikel 18 van het Financieel Reglement wordt het saldo van elk begrotingsjaar, naargelang het een overschot of een tekort betreft, in de begroting van het volgende begrotingsjaar als ontvangst of als betalingskrediet opgenomen.

De ramingen van deze ontvangsten of betalingskredieten worden in de begroting opgenomen tijdens de begrotingsprocedure en door middel van de procedure van een nota van wijzigingen, die wordt ingediend overeenkomstig artikel 39 van het Financieel Reglement. Zij worden vastgesteld overeenkomstig Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000.

Na de sluiting van de rekeningen van elk begrotingsjaar wordt het verschil ten opzichte van de ramingen in de begroting van het volgende begrotingsjaar opgenomen door middel van een gewijzigde begroting.

Een overschot wordt in artikel 3 0 0 van de staat van ontvangsten opgenomen.

Rechtsgronden

Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 van de Raad van 22 mei 2000 houdende toepassing van Besluit 2007/436/EG, Euratom betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (PB L 130 van 31.5.2000, blz. 1).

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

27 02 02

Tijdelijke en forfaitaire compensatie voor de nieuwe lidstaten

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

p.m.

p.m.

28 600 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de compensatie voor de nieuwe lidstaten met ingang van de datum van inwerkingtreding van enige Akte van toetreding waarin in een dergelijke compensatie wordt voorzien.

Rechtsgronden

Akte betreffende de voorwaarden voor de toetreding van de Republiek Kroatië en de aanpassing van het Verdrag betreffende de Europese Unie, het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (PB L 112 van 24.4.2012, blz. 21), met name artikel 32.

TITEL 28

AUDIT

Algemene samenvatting van de kredieten (2016 en 2015) en van de uitvoering (2014)

 

Titel

Hoofdstuk

Rubriek

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

28 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „AUDIT”

18 774 034

11 936 916

12 000 789,60

 

Titel 28 — Totaal

18 774 034

11 936 916

12 000 789,60

HOOFDSTUK 28 01 —   ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „AUDIT”

De artikelen 1, 2, 3 en 5 zijn in detail weergegeven in hoofdstuk XX 01

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

% 2014-2016

28 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „AUDIT”

28 01 01

Uitgaven voor ambtenaren en tijdelijke functionarissen op het beleidsterrein „Audit”

5,2

16 316 679

10 106 037

10 276 038,31

62,98

28 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven ter ondersteuning van het beleidsterrein „Audit”

28 01 02 01

Extern personeel

5,2

733 388

602 383

565 370,77

77,09

28 01 02 11

Overige beheersuitgaven

5,2

682 619

586 904

417 451,80

61,15

 

Artikel 28 01 02 — Subtotaal

 

1 416 007

1 189 287

982 822,57

69,41

28 01 03

Uitgaven voor apparatuur en diensten voor informatie- en communicatietechnologie ten behoeve van het beleidsterrein „Audit”

5,2

1 041 348

641 592

741 928,72

71,25

 

Hoofdstuk 28 01 — Totaal

 

18 774 034

11 936 916

12 000 789,60

63,92

28 01 01

Uitgaven voor ambtenaren en tijdelijke functionarissen op het beleidsterrein „Audit”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

16 316 679

10 106 037

10 276 038,31

28 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven ter ondersteuning van het beleidsterrein „Audit”

28 01 02 01

Extern personeel

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

733 388

602 383

565 370,77

28 01 02 11

Overige beheersuitgaven

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

682 619

586 904

417 451,80

28 01 03

Uitgaven voor apparatuur en diensten voor informatie- en communicatietechnologie ten behoeve van het beleidsterrein „Audit”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

1 041 348

641 592

741 928,72

TITEL 29

STATISTIEK

Algemene samenvatting van de kredieten (2016 en 2015) en van de uitvoering (2014)

 

Titel

Hoofdstuk

Rubriek

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

29 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN OP HET BELEIDSTERREIN „STATISTIEK”

82 707 570

82 707 570

79 471 726

79 471 726

81 840 387,98

81 840 387,98

29 02

HET EUROPEES STATISTISCH PROGRAMMA

56 443 000

44 800 000

54 922 000

36 726 403

57 897 658,39

56 903 341,85

 

Titel 29 — Totaal

139 150 570

127 507 570

134 393 726

116 198 129

139 738 046,37

138 743 729,83

HOOFDSTUK 29 01 —   ADMINISTRATIEVE UITGAVEN OP HET BELEIDSTERREIN „STATISTIEK”

De artikelen 1, 2, 3 en 5 zijn in detail weergegeven in hoofdstuk XX 01

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

% 2014-2016

29 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN OP HET BELEIDSTERREIN „STATISTIEK”

29 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijk personeel op het beleidsterrein „Statistiek”

5,2

66 995 635

64 039 267

65 392 967,41

97,61

29 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven op het beleidsterrein „Statistiek”

29 01 02 01

Extern personeel

5,2

5 163 482

5 042 625

5 107 406,09

98,91

29 01 02 11

Overige beheersuitgaven

5,2

3 322 719

3 424 234

3 676 376,92

110,64

 

Artikel 29 01 02 — Subtotaal

 

8 486 201

8 466 859

8 783 783,01

103,51

29 01 03

Uitgaven in verband met uitrusting en diensten voor informatie- en communicatietechnologie op het beleidsterrein „Statistiek”

5,2

4 275 734

4 065 600

4 721 350,86

110,42

29 01 04

Ondersteunende uitgaven voor operaties en programma's op het beleidsterrein „Statistiek”

29 01 04 01

Ondersteunende uitgaven voor het Europees statistisch programma

1,1

2 950 000

2 900 000

2 942 286,70

99,74

 

Artikel 29 01 04 — Subtotaal

 

2 950 000

2 900 000

2 942 286,70

99,74

 

Hoofdstuk 29 01 — Totaal

 

82 707 570

79 471 726

81 840 387,98

98,95

29 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijk personeel op het beleidsterrein „Statistiek”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

66 995 635

64 039 267

65 392 967,41

29 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven op het beleidsterrein „Statistiek”

29 01 02 01

Extern personeel

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

5 163 482

5 042 625

5 107 406,09

29 01 02 11

Overige beheersuitgaven

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

3 322 719

3 424 234

3 676 376,92

29 01 03

Uitgaven in verband met uitrusting en diensten voor informatie- en communicatietechnologie op het beleidsterrein „Statistiek”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

4 275 734

4 065 600

4 721 350,86

29 01 04

Ondersteunende uitgaven voor operaties en programma's op het beleidsterrein „Statistiek”

29 01 04 01

Ondersteunende uitgaven voor het Europees statistisch programma

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

2 950 000

2 900 000

2 942 286,70

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de uitgaven voor technische en administratieve bijstand in verband met de vaststelling, de voorbereiding, het beheer, de follow-up, de audit en de controle van het programma of de projecten;

 

de uitgaven voor extern personeel in de hoofdzetel (arbeidscontractanten, gedetacheerde nationale deskundigen of personeel van de agentschappen), tot 2 300 000 EUR. Dit bedrag werd berekend op basis van de jaarlijkse kosten per eenheid per persoon/jaar, waarbij de bezoldiging van het desbetreffende personeel 97 % uitmaakt en de kosten van opleiding, vergaderingen, dienstreizen, informatietechnologie en telecommunicatie voor dit personeel 3 %;

 

de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, dienstreizen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de doelstelling van het programma of maatregelen die onder deze post vallen, en alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand waarbij geen sprake is van overheidstaken die door de Commissie is uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van de Zwitserse Bondsstaat voor deelname aan programma's van de Unie en die zijn geboekt op post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Zie hoofdstuk 29 02.

HOOFDSTUK 29 02 —   HET EUROPEES STATISTISCH PROGRAMMA

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

% Betalingen 2014-2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

29 02

HET EUROPEES STATISTISCH PROGRAMMA

29 02 01

Hoogwaardige statistische informatie verstrekken, nieuwe methoden voor de productie van Europese statistieken toepassen en het partnerschap binnen het Europees statistisch systeem versterken

1,1

56 443 000

40 000 000

54 922 000

29 328 905

57 897 658,39

22 454 510,04

56,14

29 02 51

Voltooiing van de statistische programma's (van vóór 2013)

1,1

p.m.

4 800 000

p.m.

6 527 204

0,—

25 030 062,45

521,46

29 02 52

Voltooiing van het programma tot modernisering van de Europese bedrijfs- en handelsstatistiek (Meets)

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

870 294

0,—

9 418 769,36

 
 

Hoofdstuk 29 02 — Totaal

 

56 443 000

44 800 000

54 922 000

36 726 403

57 897 658,39

56 903 341,85

127,02

29 02 01

Hoogwaardige statistische informatie verstrekken, nieuwe methoden voor de productie van Europese statistieken toepassen en het partnerschap binnen het Europees statistisch systeem versterken

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

56 443 000

40 000 000

54 922 000

29 328 905

57 897 658,39

22 454 510,04

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de volgende uitgaven:

 

verzameling van statistische gegevens, enquêtes, studies en ontwikkeling van indicatoren en benchmarks;

 

kwaliteitsstudies en maatregelen ter verbetering van de kwaliteit van de statistieken;

 

verwerking, verspreiding, bevordering van de afname en verhandeling van statistische gegevens;

 

ontwikkeling en onderhoud van statistische infrastructuur en statistische informatiesystemen;

 

ontwikkeling en onderhoud van IT-infrastructuur ter ondersteuning van de hervorming van het statistische productieproces;

 

plaatselijke risicogebaseerde controles bij entiteiten die betrokken zijn bij de productie van statistische informatie in de lidstaten, met name ter ondersteuning van het economische bestuur van de Unie;

 

ondersteuning van samenwerkingsnetwerken en ondersteuning van organisaties wier voornaamste doelstelling en activiteiten erin bestaan de toepassing van de Europese praktijkcode voor statistieken en de toepassing van nieuwe methoden voor de productie van Europese statistieken te promoten en te ondersteunen;

 

dienstverlening door externe deskundigen;

 

statistische opleidingscursussen voor statistici;

 

kosten van de aanschaf van documentatie;

 

subsidies voor en aansluiting bij internationale statistische organisaties.

Het dient eveneens om ervoor te zorgen dat de nodige informatie beschikbaar is om een samenvattend jaarverslag te kunnen opstellen over de economische en sociale toestand van de Unie, aan de hand van economische gegevens en structurele indicatoren en benchmarks.

Tevens dient het krediet ter dekking van de uitgaven in het kader van de opleiding van nationale statistici en van het beleid inzake de samenwerking met derde landen op het gebied van statistiek, de uitgaven in verband met de uitwisseling van ambtenaren, de kosten van vergaderingen voor de uitwisseling van gegevens, en uitgaven ter vergoeding van in het kader van de aanpassing van de bezoldigingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden verleende diensten.

Onder dit artikel worden eveneens de uitgaven geboekt in verband met de aankoop van gegevens en de toegang van de diensten van de Commissie tot externe gegevensbanken.

Tevens moeten kredieten worden aangewend voor de ontwikkeling van nieuwe, modulaire technieken.

Bovendien dient dit krediet ter dekking van de uitgaven voor het verstrekken, op verzoek van de Commissie of van een van de andere instellingen van de Unie, van statistische gegevens die noodzakelijk zijn voor de raming, de controle en de evaluatie van de uitgaven van de Unie. Aldus wordt het mogelijk het financiële en begrotingsbeleid in betere omstandigheden te voeren (vaststelling van de begroting, periodieke herziening van het meerjarig financieel kader) en op middellange en lange termijn gegevens te verzamelen met het oog op de financiering van de Unie.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de deelneming van de Zwitserse Bondsstaat aan de programma's van de Unie en die zijn geboekt op post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 99/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 15 januari 2013 betreffende het Europees statistisch programma 2013-2017 (PB L 39 van 9.2.2013, blz. 12).

29 02 51

Voltooiing van de statistische programma's (van vóór 2013)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

4 800 000

p.m.

6 527 204

0,—

25 030 062,45

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van de Zwitserse Bondsstaat voor deelname aan programma's van de Unie en die zijn geboekt op post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 322/97 van de Raad van 17 februari 1997 betreffende de communautaire statistiek (PB L 52 van 22.2.1997, blz. 1).

Beschikking nr. 507/2001/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 maart 2001 betreffende een aantal maatregelen met betrekking tot een trans-Europees netwerk voor het verzamelen, produceren en verspreiden van statistieken over het intra- en extracommunautaire goederenverkeer (Edicom) (PB L 76 van 16.3.2001, blz. 1).

Beschikking nr. 2367/2002/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2002 betreffende het communautair statistisch programma voor de periode 2003-2007 (PB L 358 van 31.12.2002, blz. 1).

Besluit nr. 1578/2007/EG van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2007 betreffende het communautair statistisch programma voor de periode 2008-2012 (PB L 344 van 28.12.2007, blz. 15).

Verordening (EG) nr. 223/2009 van de Raad en het Europees Parlement van 11 maart 2009 betreffende de Europese statistiek (PB L 87 van 31.3.2009, blz. 164).

29 02 52

Voltooiing van het programma tot modernisering van de Europese bedrijfs- en handelsstatistiek (Meets)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

870 294

0,—

9 418 769,36

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Besluit nr. 1297/2008/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 betreffende een programma tot modernisering van de Europese bedrijfs- en handelsstatistiek (Meets) (PB L 340 van 19.12.2008, blz. 76).

TITEL 30

PENSIOENEN EN DAARMEE SAMENHANGENDE UITGAVEN

Algemene samenvatting van de kredieten (2016 en 2015) en van de uitvoering (2014)

 

Titel

Hoofdstuk

Rubriek

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

30 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „PENSIOENEN EN DAARMEE SAMENHANGENDE UITGAVEN”

1 647 355 000

1 567 119 435

1 493 058 835,73

 

Titel 30 — Totaal

1 647 355 000

1 567 119 435

1 493 058 835,73

HOOFDSTUK 30 01 —   ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „PENSIOENEN EN DAARMEE SAMENHANGENDE UITGAVEN”

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

% 2014-2016

30 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „PENSIOENEN EN DAARMEE SAMENHANGENDE UITGAVEN”

30 01 13

Vergoedingen en pensioenen van gewezen leden en overlevende personen ten laste

30 01 13 01

Tijdelijke vergoedingen

5,2

3 146 000

4 049 000

734 503,30

23,35

30 01 13 03

Aanpassingscoëfficiënten en aanpassingen van tijdelijke vergoedingen

5,2

288 000

215 000

0,—

0

 

Artikel 30 01 13 — Subtotaal

 

3 434 000

4 264 000

734 503,30

21,39

30 01 14

Vergoedingen bij terbeschikkingstelling, ontheffing van het ambt om redenen van dienstbelang en ontslag

30 01 14 01

Vergoedingen bij terbeschikkingstelling, ontheffing van het ambt om redenen van dienstbelang en ontslag

5,2

3 252 000

3 269 000

1 226 398,33

37,71

30 01 14 02

Ziektekostenverzekering

5,2

111 000

111 000

36 161,69

32,58

30 01 14 03

Aanpassingscoëfficiënten en aanpassingen van de vergoedingen

5,2

48 000

98 000

10 612,90

22,11

 

Artikel 30 01 14 — Subtotaal

 

3 411 000

3 478 000

1 273 172,92

37,33

30 01 15

Pensioenen en vergoedingen

30 01 15 01

Pensioenen, invaliditeitsuitkeringen en uitkeringen bij vertrek

5,1

1 516 912 000

1 447 541 000

1 400 348 410,98

92,32

30 01 15 02

Ziektekostenverzekering

5,1

50 291 000

48 089 000

45 528 362,94

90,53

30 01 15 03

Wegingen en aanpassingen van de pensioenen en de verschillende vergoedingen

5,1

51 755 000

44 367 000

39 251 429,26

75,84

 

Artikel 30 01 15 — Subtotaal

 

1 618 958 000

1 539 997 000

1 485 128 203,18

91,73

30 01 16

Pensioenen van voormalige leden van de instellingen

30 01 16 01

Pensioenen van voormalige leden van het Europees Parlement

5,1

3 289 000

2 005 000

439 014,46

13,35

30 01 16 02

Pensioenen van voormalige leden van de Europese Raad

5,1

p.m.

p.m.

   

30 01 16 03

Pensioenen van voormalige leden van de Europese Commissie

5,1

5 907 000

5 866 000

5 483 941,87

92,84

30 01 16 04

Pensioenen van voormalige leden van het Hof van Justitie van de Europese Unie

5,1

8 269 000

7 640 000

   

30 01 16 05

Pensioenen van voormalige leden van de Europese Rekenkamer

5,1

3 918 000

3 728 000

   

30 01 16 06

Pensioenen van voormalige Europese ombudsmannen

5,1

130 000

101 435

   

30 01 16 07

Pensioenen van voormalige Europese Toezichthouders voor gegevensbescherming

5,1

39 000

40 000

   
 

Artikel 30 01 16 — Subtotaal

 

21 552 000

19 380 435

5 922 956,33

27,48

 

Hoofdstuk 30 01 — Totaal

 

1 647 355 000

1 567 119 435

1 493 058 835,73

90,63

30 01 13

Vergoedingen en pensioenen van gewezen leden en overlevende personen ten laste

30 01 13 01

Tijdelijke vergoedingen

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

3 146 000

4 049 000

734 503,30

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de tijdelijke vergoeding,

 

de gezinstoelage,

voor de leden van de Commissie na beëindiging van hun functie.

Rechtsgronden

Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom van de Raad van 25 juli 1967 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de advocaten-generaal bij het Hof van Justitie, de president, de leden en de griffier van het Gerecht, alsmede de president, de leden en de griffier van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (PB 187 van 8.8.1967, blz. 1).

30 01 13 03

Aanpassingscoëfficiënten en aanpassingen van tijdelijke vergoedingen

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

288 000

215 000

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van aanpassingscoëfficiënten die worden toegepast op tijdelijke vergoedingen voor voormalige leden van de Commissie en andere rechthebbenden.

Een deel van dit krediet is bestemd voor de gevolgen van eventuele aanpassingen van de tijdelijke vergoedingen in de loop van het begrotingsjaar. Dit gedeelte van het krediet heeft het karakter van een voorziening en mag slechts na overschrijving ervan naar andere posten van dit hoofdstuk overeenkomstig het Financieel Reglement worden gebruikt.

Rechtsgronden

Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom van de Raad van 25 juli 1967 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de advocaten-generaal bij het Hof van Justitie, de president, de leden en de griffier van het Gerecht, alsmede de president, de leden en de griffier van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (PB 187 van 8.8.1967, blz. 1).

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

30 01 14

Vergoedingen bij terbeschikkingstelling, ontheffing van het ambt om redenen van dienstbelang en ontslag

30 01 14 01

Vergoedingen bij terbeschikkingstelling, ontheffing van het ambt om redenen van dienstbelang en ontslag

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

3 252 000

3 269 000

1 226 398,33

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de vergoedingen aan ambtenaren:

 

die ter beschikking zijn gesteld ingevolge een maatregel tot vermindering van het aantal ambten bij de instelling;

 

die een ambt bekleden in rang AD 16, AD 15 of AD 14 en van dit ambt worden ontheven om redenen van dienstbelang.

Tevens dient het ter dekking van de uitgaven in verband met de toepassing van de verordeningen van de Raad betreffende bijzondere en/of tijdelijke maatregelen inzake beëindiging van de dienst door ambtenaren en/of tijdelijke functionarissen.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Verordening (EG, Euratom) nr. 1746/2002 van de Raad van 30 september 2002 tot vaststelling, in het kader van de hervorming van de Commissie, van bijzondere maatregelen inzake beëindiging van de dienst door ambtenaren van de Europese Gemeenschappen die in vaste dienst zijn aangesteld bij de Commissie van de Europese Gemeenschappen (PB L 264 van 2.10.2002, blz. 1).

30 01 14 02

Ziektekostenverzekering

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

111 000

111 000

36 161,69

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van het werkgeversaandeel van de ziektekostenverzekering van ontvangers van vergoedingen bij terbeschikkingstelling, ontheffing van het ambt of ontslag.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

30 01 14 03

Aanpassingscoëfficiënten en aanpassingen van de vergoedingen

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

48 000

98 000

10 612,90

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de gevolgen van de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten welke gelden voor de vergoedingen bij terbeschikkingstelling, ontheffing van het ambt en ontslag.

Een deel van dit krediet is bestemd voor de gevolgen van eventuele aanpassingen van de vergoedingen in de loop van het begrotingsjaar. Dit gedeelte van het krediet heeft het karakter van een voorziening en mag slechts na overschrijving ervan naar andere posten van dit hoofdstuk overeenkomstig het Financieel Reglement worden gebruikt.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

30 01 15

Pensioenen en vergoedingen

30 01 15 01

Pensioenen, invaliditeitsuitkeringen en uitkeringen bij vertrek

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

1 516 912 000

1 447 541 000

1 400 348 410,98

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

ouderdomspensioenen van ambtenaren, tijdelijk personeel en contractanten van alle instellingen en agentschappen van de Unie, met inbegrip van die welke uit kredieten voor onderzoek en technologische ontwikkeling worden betaald;

 

invaliditeitspensioenen van ambtenaren, tijdelijk personeel en contractanten van alle instellingen en agentschappen van de Unie, met inbegrip van die welke uit kredieten voor onderzoek en technologische ontwikkeling worden betaald;

 

invaliditeitsuitkeringen van ambtenaren, tijdelijk personeel en contractanten van alle instellingen en agentschappen van de Unie, met inbegrip van die welke uit kredieten voor onderzoek en technologische ontwikkeling worden betaald;

 

overlevingspensioenen voor de rechthebbenden van gewezen ambtenaren, tijdelijk personeel en contractanten van alle instellingen en agentschappen van de Unie, met inbegrip van die welke uit kredieten voor onderzoek en technologische ontwikkeling worden betaald;

 

uitkeringen bij vertrek van ambtenaren, tijdelijk personeel en contractanten van alle instellingen en agentschappen van de Unie, met inbegrip van die welke uit kredieten voor onderzoek en technologische ontwikkeling worden betaald;

 

de betaling van de actuariële tegenwaarde van de pensioenrechten;

 

de uitkeringen (pensioenbonus) ten behoeve van ambtenaren die destijds als verzetsstrijder zijn gedeporteerd of geïnterneerd (of hun rechthebbenden);

 

de betaling van financiële steun aan een overlevende echtgenoot die ernstig of langdurig ziek of gehandicapt is, voor de duur van de ziekte of handicap op grond van een onderzoek van de sociale en medische omstandigheden van de betrokkene.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

30 01 15 02

Ziektekostenverzekering

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

50 291 000

48 089 000

45 528 362,94

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de werkgeversbijdrage aan de ziektekostenverzekering voor gepensioneerden.

Tevens dient het ter dekking van aanvullende vergoedingen ter terugbetaling van ziektekosten ten behoeve van ambtenaren die destijds als verzetsstrijder zijn gedeporteerd of geïnterneerd.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

30 01 15 03

Wegingen en aanpassingen van de pensioenen en de verschillende vergoedingen

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

51 755 000

44 367 000

39 251 429,26

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de gevolgen van de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten welke gelden voor de pensioenen.

Een deel van dit krediet is bestemd voor de gevolgen van eventuele aanpassingen van de pensioenen in de loop van het begrotingsjaar. Dit gedeelte van het krediet heeft het karakter van een voorziening en mag slechts na overschrijving ervan naar andere posten van dit hoofdstuk overeenkomstig het Financieel Reglement worden gebruikt.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

30 01 16

Pensioenen van voormalige leden van de instellingen

30 01 16 01

Pensioenen van voormalige leden van het Europees Parlement

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

3 289 000

2 005 000

439 014,46

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van ouderdoms-, invaliditeits- en overlevingspensioenen van voormalige leden van het Europees Parlement.

Rechtsgronden

Statuut van de leden van het Europees Parlement, met name de artikelen 14, 15, 17 en 28.

Bepalingen ter uitvoering van het statuut van de leden van het Europees Parlement, met name de artikelen 49 tot en met 60 en nog door het Bureau van het Europees Parlement aan te nemen relevante bepalingen.

30 01 16 02

Pensioenen van voormalige leden van de Europese Raad

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

p.m.

p.m.

 

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de ouderdoms- en invaliditeitspensioenen van de voormalige leden van de Europese Raad en de aanpassingscoëfficiënten in verband met hun land van verblijf, en van de overlevingspensioenen voor overlevende echtgenoten en wezen van de voormalige leden van de Europese Raad en de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten in verband met hun land van verblijf.

Rechtsgronden

Besluit 2009/909/EU van de Raad van 1 december 2009 tot vaststelling van de arbeidsvoorwaarden van de voorzitter van de Europese Raad (PB L 322 van 9.12.2009, blz. 35).

30 01 16 03

Pensioenen van voormalige leden van de Europese Commissie

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

5 907 000

5 866 000

5 483 941,87

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de ouderdoms- en invaliditeitspensioenen van de voormalige leden van de Commissie en de aanpassingscoëfficiënten in verband met hun land van verblijf, en van de overlevingspensioenen voor overlevende echtgenoten en wezen van de voormalige leden van de Commissie en de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten in verband met hun land van verblijf.

Rechtsgronden

Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom van de Raad van 25 juli 1967 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de advocaten-generaal bij het Hof van Justitie, de president, de leden en de griffier van het Gerecht, alsmede de president, de leden en de griffier van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (PB 187 van 8.8.1967, blz. 1).

30 01 16 04

Pensioenen van voormalige leden van het Hof van Justitie van de Europese Unie

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

8 269 000

7 640 000

 

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de ouderdoms- en invaliditeitspensioenen van de voormalige leden van het Hof van Justitie van de Europese Unie en de aanpassingscoëfficiënten in verband met hun land van verblijf, en van de overlevingspensioenen voor overlevende echtgenoten en wezen van de voormalige leden van het Hof van Justitie van de Europese Unie en de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten in verband met hun land van verblijf.

Rechtsgronden

Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom van de Raad van 25 juli 1967 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de advocaten-generaal bij het Hof van Justitie, de president, de leden en de griffier van het Gerecht, alsmede de president, de leden en de griffier van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (PB 187 van 8.8.1967, blz. 1), met name de artikelen 8, 9, 15 en 18.

30 01 16 05

Pensioenen van voormalige leden van de Europese Rekenkamer

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

3 918 000

3 728 000

 

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de ouderdoms- en invaliditeitspensioenen van de voormalig leden van de Europese Rekenkamer en de aanpassingscoëfficiënten in verband met hun land van verblijf, en van de overlevingspensioenen voor overlevende echtgenoten en wezen van de voormalige leden van de Europese Rekenkamer en de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten in verband met hun land van verblijf.

Rechtsgronden

Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 2290/77 van de Raad van 18 oktober 1977 tot vaststelling van de geldelijke regeling van de leden van de Rekenkamer (PB L 268 van 20.10.1977, blz. 1), met name de artikelen 9, 10, 11 en 16.

30 01 16 06

Pensioenen van voormalige Europese ombudsmannen

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

130 000

101 435

 

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van ouderdoms- en invaliditeitspensioenen van voormalige Europese ombudsmannen en de aanpassingscoëfficiënten in verband met hun land van verblijf, en van de overlevingspensioenen voor overlevende echtgenoten en wezen en de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten in verband met hun land van verblijf.

Rechtsgronden

Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom van de Raad van 25 juli 1967 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de advocaten-generaal bij het Hof van Justitie, de president, de leden en de griffier van het Gerecht, alsmede de president, de leden en de griffier van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (PB 187 van 8.8.1967, blz. 1), met name de artikelen 8, 9, 15 en 18.

30 01 16 07

Pensioenen van voormalige Europese Toezichthouders voor gegevensbescherming

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

39 000

40 000

 

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de ouderdoms- en invaliditeitspensioenen van voormalige Europese Toezichthouders voor gegevensbescherming en de aanpassingscoëfficiënten in verband met hun land van verblijf, en van de overlevingspensioenen voor overlevende echtgenoten en wezen en de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten in verband met hun land van verblijf.

Rechtsgronden

Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom van de Raad van 25 juli 1967 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de advocaten-generaal bij het Hof van Justitie, de president, de leden en de griffier van het Gerecht, alsmede de president, de leden en de griffier van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (PB 187 van 8.8.1967, blz. 1), met name de artikelen 8, 9, 15 en 18.

Besluit nr. 1247/2002/EG van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie van 1 juli 2002 betreffende het statuut en de algemene voorwaarden voor de uitoefening van de functie van Europees Toezichthouder voor gegevensbescherming (PB L 183 van 12.7.2002, blz. 1).

TITEL 31

TALENDIENSTEN

Algemene samenvatting van de kredieten (2016 en 2015) en van de uitvoering (2014)

 

Titel

Hoofdstuk

Rubriek

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

31 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN OP HET BELEIDSTERREIN „TALENDIENSTEN”

398 824 459

389 488 765

443 756 554,45

 

Titel 31 — Totaal

398 824 459

389 488 765

443 756 554,45

HOOFDSTUK 31 01 —   ADMINISTRATIEVE UITGAVEN OP HET BELEIDSTERREIN „TALENDIENSTEN”

De artikelen 1, 2, 3 en 5 zijn in detail weergegeven in hoofdstuk XX 01

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

% 2014-2016

31 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN OP HET BELEIDSTERREIN „TALENDIENSTEN”

31 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen op het beleidsterrein „Talendiensten”

5,2

324 388 539

316 071 418

325 997 957,89

100,50

31 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven op het beleidsterrein „Talendiensten”

31 01 02 01

Extern personeel

5,2

10 057 341

9 639 551

10 248 904,09

101,90

31 01 02 11

Overige beheersuitgaven

5,2

4 727 753

4 703 668

5 513 697,19

116,62

 

Artikel 31 01 02 — Subtotaal

 

14 785 094

14 343 219

15 762 601,28

106,61

31 01 03

Uitgaven in verband met uitrusting en diensten voor informatie- en communicatietechnologie en andere werkingsuitgaven op het beleidsterrein „Talendiensten”

31 01 03 01

Uitgaven in verband met uitrusting en diensten voor informatie- en communicatietechnologie

5,2

20 702 826

20 066 128

23 538 678,48

113,70

31 01 03 04

Technische uitrusting en diensten voor de conferentiezalen van de Commissie

5,2

2 300 000

2 300 000

2 982 729,44

129,68

 

Artikel 31 01 03 — Subtotaal

 

23 002 826

22 366 128

26 521 407,92

115,30

31 01 07

Uitgaven voor tolkendiensten

31 01 07 01

Uitgaven voor tolkendiensten

5,2

18 262 000

18 262 000

52 084 265,55

285,21

31 01 07 02

Opleiding en bijscholing van conferentietolken

5,2

390 000

390 000

1 150 386,69

294,97

31 01 07 03

Uitgaven voor informatietechnologie van het directoraat-generaal Tolken

5,2

1 268 000

1 268 000

3 200 000,—

252,37

 

Artikel 31 01 07 — Subtotaal

 

19 920 000

19 920 000

56 434 652,24

283,31

31 01 08

Kosten voor vertaling

31 01 08 01

Kosten voor vertaling

5,2

14 500 000

14 500 000

16 099 898,89

111,03

31 01 08 02

Ondersteunende uitgaven voor de werking van het directoraat-generaal Vertaling

5,2

1 579 000

1 648 000

1 850 091,80

117,17

 

Artikel 31 01 08 — Subtotaal

 

16 079 000

16 148 000

17 949 990,69

111,64

31 01 09

Interinstitutionele samenwerking op taalgebied

5,2

649 000

640 000

1 089 944,43

167,94

31 01 10

Vertaalbureau voor de organen van de Europese Unie

5,2

p.m.

p.m.

0,—

 
 

Hoofdstuk 31 01 — Totaal

 

398 824 459

389 488 765

443 756 554,45

111,27

31 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen op het beleidsterrein „Talendiensten”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

324 388 539

316 071 418

325 997 957,89

31 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven op het beleidsterrein „Talendiensten”

31 01 02 01

Extern personeel

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

10 057 341

9 639 551

10 248 904,09

31 01 02 11

Overige beheersuitgaven

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

4 727 753

4 703 668

5 513 697,19

31 01 03

Uitgaven in verband met uitrusting en diensten voor informatie- en communicatietechnologie en andere werkingsuitgaven op het beleidsterrein „Talendiensten”

31 01 03 01

Uitgaven in verband met uitrusting en diensten voor informatie- en communicatietechnologie

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

20 702 826

20 066 128

23 538 678,48

31 01 03 04

Technische uitrusting en diensten voor de conferentiezalen van de Commissie

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

2 300 000

2 300 000

2 982 729,44

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor:

 

de apparatuur die nodig is voor de werking van de conferentiezalen van de Commissie met tolkencabines;

 

technische diensten in verband met het houden van vergaderingen en conferenties van de Commissie in Brussel.

De overeenkomstige uitgaven voor onderzoek zijn gedekt door de kredieten van artikel 01 05 van de desbetreffende titels.

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven binnen de Unie, met uitzondering van de vertegenwoordigingen in de Unie.

Rechtsgronden

Richtlijn 89/391/EEG van de Raad van 12 juni 1989 betreffende de tenuitvoerlegging van maatregelen ter bevordering van de verbetering van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers op het werk (PB L 183 van 29.6.1989, blz. 1).

Richtlijn 90/270/EEG van de Raad van 29 mei 1990 betreffende minimumvoorschriften inzake veiligheid en gezondheid met betrekking tot het werken met beeldschermapparatuur (vijfde bijzondere richtlijn in de zin van artikel 16, lid 1, van Richtlijn 89/391/EEG) (PB L 156 van 21.6.1990, blz. 14).

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

31 01 07

Uitgaven voor tolkendiensten

31 01 07 01

Uitgaven voor tolkendiensten

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

18 262 000

18 262 000

52 084 265,55

Toelichting

Dit krediet dient ter financiering van:

 

de vergoeding van de freelancetolken (Auxiliary Conference Interpreters — ACI's) die het directoraat-generaal Tolken overeenkomstig artikel 90 van de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie heeft aangeworven, om het in staat te stellen voldoende gekwalificeerde conferentietolken ter beschikking te stellen aan de instellingen waarvoor het de vertolking verzekert;

 

naast de honoraria omvat de vergoeding de bijdragen voor een ouderdoms-, overlijdens-, ziekte- en ongevallenverzekering, en voor de tolken die hun kantoor niet op de standplaats hebben, de betaling van verplaatsingskosten en vaste reis- en verblijfskosten;

 

de kosten van de dienstprestaties die door de tolken van het Europees Parlement ten behoeve van de Commissie worden verricht (zowel ambtenaren als tijdelijk personeel);

 

de kosten van activiteiten van tolken met betrekking tot de voorbereiding van vergaderingen en opleiding;

 

door het directoraat-generaal Tolken via de vertegenwoordigingen van de Commissie gesloten dienstencontracten voor vertolking, met betrekking tot vergaderingen die de Commissie in derde landen organiseert.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 30 638 000 EUR.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

Modaliteiten in verband met de aanstelling en de bezoldiging en andere financiële voorwaarden vastgesteld door de Commissie.

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

31 01 07 02

Opleiding en bijscholing van conferentietolken

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

390 000

390 000

1 150 386,69

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor acties die ervoor moeten zorgen dat het directoraat-generaal Tolken over voldoende gekwalificeerde conferentietolken kan beschikken, met name voor bepaalde talencombinaties, en voor de specifieke opleiding van conferentietolken.

Het betreft met name beurzen voor universiteiten, opleidingen voor opleiders en programma's voor pedagogische bijstand, alsook beurzen voor studenten.

Op grond van de overeenkomst betreffende de arbeidsvoorwaarden voor HCT's (hulpconferentietolken) heeft deze categorie van tolken toegang tot een beperkte ondersteuning voor taalopleidingen (namelijk beurzen voor taalverblijven en opleidingscheques).

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 810 000 EUR.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

Referentiebesluiten

Overeenkomst betreffende de arbeidsvoorwaarden en financiële regeling voor hulpconferentietolken (HCT's) aangeworven door de instellingen van de Europese Unie.

31 01 07 03

Uitgaven voor informatietechnologie van het directoraat-generaal Tolken

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

1 268 000

1 268 000

3 200 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van alle uitgaven voor informatietechnologie van het directoraat-generaal Tolken, waaronder:

 

aankoop of huur van personal computers, servers en microcomputers, de kosten van helpdesks, terminals, randapparatuur, aansluitingsapparatuur, fotokopieerapparaten, faxtoestellen en alle elektronische apparatuur die in de kantoren of tolkencabines van het directoraat-generaal Tolken worden gebruikt, de voor hun werking benodigde programmatuur, installatie, configuratie, onderhoud, studies, documentatie en benodigdheden die met deze apparatuur verband houden;

 

ontwikkeling en beheer van informatiesystemen en systemen voor verspreiding van berichten die voor het directoraat-generaal Tolken van nut zijn, waaronder documentatie, opleiding voor deze systemen, studies en de verwerving van kennis en deskundigheid op informaticagebied: kwaliteit, veiligheid, technologie, internet, ontwikkelingsmethodologie, beheer met behulp van de computer;

 

technische en logistieke ondersteuning, opleiding en documentatie in verband met informatietechnologie-apparatuur en -programmatuur, opleiding en informaticaboeken van algemeen nut, extern personeel voor de exploitatie en het beheer van gegevensbanken, bureaudiensten en abonnementen;

 

aankoop of huur, onderhoud en ondersteuning van transmissie- en communicatieapparatuur en -programmatuur, alsook opleiding en de daaruit voortvloeiende kosten.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 963 000 EUR.

Referentiebesluiten

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

31 01 08

Kosten voor vertaling

31 01 08 01

Kosten voor vertaling

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

14 500 000

14 500 000

16 099 898,89

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor externe vertaaldiensten en de uitgaven voor andere taaldiensten die worden toevertrouwd aan externe contractanten.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 624 000 EUR.

Rechtsgronden

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

31 01 08 02

Ondersteunende uitgaven voor de werking van het directoraat-generaal Vertaling

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

1 579 000

1 648 000

1 850 091,80

Toelichting

Wat betreft de meertalige terminologische en taalkundige gegevensbanken, de vertaalhulpmiddelen en de uitgaven in verband met documentatie en de bibliotheek van het directoraat-generaal Vertaling, dient dit krediet ter dekking van:

 

de uitgaven die verband houden met de aankoop, ontwikkeling en aanpassing van vertaalsoftware en andere meertalige hulpmiddelen of vertaalhulpmiddelen, alsook de aankoop, consolidering en uitbreiding van taalkundige en terminologische gegevensbanken, vertaalgeheugens en elektronische woordenboeken, waardoor er efficiënter kan worden omgegaan met meertaligheid en met het oog op een betere interinstitutionele samenwerking;

 

uitgaven in verband met documentatie en de bibliotheek die tegemoetkomen aan de behoeften van de vertalers, en met name voor:

 

het voorzien van de bibliotheken van eentalige boeken en abonnementen op een selectie van kranten en tijdschriften,

 

de toekenning van individuele dotaties voor de aankoop van een voorraad woordenboeken en talengidsen voor nieuwe vertalers,

 

de aankoop van woordenboeken, encyclopedieën en lexica in elektronische vorm of via webtoegang tot documentaire gegevensbanken,

 

het aanleggen en in stand houden van de basisuitrusting van meertalige bibliotheken door de aankoop van referentiewerken.

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven binnen de Unie, met uitzondering van de vestigingen van het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek, waarvoor de uitgaven worden geboekt op artikel 01 05 van de desbetreffende titels.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 347 000 EUR.

31 01 09

Interinstitutionele samenwerking op taalgebied

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

649 000

640 000

1 089 944,43

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven met betrekking tot samenwerkingsactiviteiten die door het Interinstitutioneel Comité voor vertaling en vertolking zijn georganiseerd en die de bevordering van de interinstitutionele samenwerking op taalgebied beogen.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 580 000 EUR.

31 01 10

Vertaalbureau voor de organen van de Europese Unie

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de administratieve en de personeelsuitgaven (titels 1 en 2) en de beleidsuitgaven (titel 3) van het Vertaalbureau voor de organen van de Europese Unie (Vertaalbureau).

De begrotingsmiddelen voor het Vertaalbureau bestaan uit financiële bijdragen van de organen waarvoor het werkt, en van de instellingen en organen waarmee samenwerking is afgesproken, onverminderd andere ontvangsten.

De bedragen die overeenkomstig artikel 23 van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1271/2013 van de Commissie worden terugbetaald, vormen bestemmingsontvangsten (artikel 21, lid 3, onder c), van het Financieel Reglement), die moeten worden geboekt bij post 6 6 0 0 van de algemene staat van ontvangsten.

De personeelsformatie van het Vertaalbureau is opgenomen in de bijlage „Personeel” bij deze afdeling.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 2965/94 van de Raad van 28 november 1994 tot oprichting van een Vertaalbureau voor de organen van de Europese Unie (PB L 314 van 7.12.1994, blz. 1).

Referentiebesluiten

Verklaring van de vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten op het niveau van staatshoofden en regeringsleiders, in vergadering bijeen op 29 oktober 1993 te Brussel.

TITEL 32

ENERGIE

Algemene samenvatting van de kredieten (2016 en 2015) en van de uitvoering (2014)

 

Titel

Hoofdstuk

Rubriek

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

32 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „ENERGIE”

82 340 477

82 340 477

73 257 942

73 257 942

73 579 547,46

73 579 547,46

32 02

CONVENTIONELE EN DUURZAME ENERGIEBRONNEN

641 188 400

374 741 196

412 456 000

498 668 603

426 292 176,42

264 890 139,55

32 03

KERNENERGIE

163 258 000

174 900 000

159 853 000

175 269 771

153 686 985,74

184 715 893,20

32 04

HORIZON 2020 — ONDERZOEK EN INNOVATIE OP HET GEBIED VAN ENERGIE

324 676 361

426 866 961

327 988 791

297 692 895

345 338 778,67

220 741 750,77

32 05

ITER

320 212 092

464 737 000

382 215 057

496 677 968

722 798 821,93

422 982 076,93

 

Titel 32 — Totaal

1 531 675 330

1 523 585 634

1 355 770 790

1 541 567 179

1 721 696 310,22

1 166 909 407,91

HOOFDSTUK 32 01 —   ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „ENERGIE”

De artikelen 1, 2, 3 en 5 zijn in detail weergegeven in hoofdstuk XX 01

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

% 2014-2016

32 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „ENERGIE”

32 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen op het beleidsterrein „Energie”

5,2

58 891 325

49 911 442

49 511 632,21

84,07

32 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven ter ondersteuning van het beleidsterrein „Energie”

32 01 02 01

Extern personeel

5,2

2 491 646

2 675 532

2 681 754,30

107,63

32 01 02 11

Overige beheersuitgaven

5,2

1 673 950

1 877 202

1 871 801,48

111,82

 

Artikel 32 01 02 — Subtotaal

 

4 165 596

4 552 734

4 553 555,78

109,31

32 01 03

Uitgaven voor apparatuur en diensten voor informatie- en communicatietechnologie op het beleidsterrein „Energie”

5,2

3 758 508

3 168 680

3 579 936,61

95,25

32 01 04

Ondersteunende uitgaven voor operaties en programma's op het beleidsterrein „Energie”

32 01 04 01

Ondersteunende uitgaven voor de Connecting Europe Facility — Energie

1,1

1 978 000

1 978 000

2 063 776,—

104,34

32 01 04 02

Ondersteunende uitgaven voor het bijstandsprogramma voor de ontmanteling van nucleaire installaties

1,1

p.m.

p.m.

0,—

 
 

Artikel 32 01 04 — Subtotaal

 

1 978 000

1 978 000

2 063 776,—

104,34

32 01 05

Ondersteunende uitgaven voor onderzoeks- en innovatieprogramma's op het beleidsterrein „Energie”

32 01 05 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen die de onderzoeks- en innovatieprogramma's in het kader van Horizon 2020 uitvoeren

1,1

1 700 000

1 686 288

1 806 884,—

106,29

32 01 05 02

Extern personeel dat belast is met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020

1,1

712 140

775 597

890 467,—

125,04

32 01 05 03

Overige beheersuitgaven voor onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020

1,1

1 108 000

1 357 258

1 714 267,19

154,72

32 01 05 21

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen die belast zijn met de uitvoering van de onderzoeks- en innovatieprogramma's — ITER

1,1

7 181 658

7 033 943

6 781 276,—

94,42

32 01 05 22

Extern personeel dat belast is met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma's — ITER

1,1

227 250

225 000

232 035,—

102,11

32 01 05 23

Overige beheersuitgaven voor de onderzoeks- en innovatieprogramma's — ITER

1,1

2 499 000

2 450 000

2 347 717,67

93,95

 

Artikel 32 01 05 — Subtotaal

 

13 428 048

13 528 086

13 772 646,86

102,57

32 01 07

Toelage van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie voor de werking van het Voorzieningsagentschap

5,2

119 000

119 000

98 000,—

82,35

 

Hoofdstuk 32 01 — Totaal

 

82 340 477

73 257 942

73 579 547,46

89,36

32 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen op het beleidsterrein „Energie”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

58 891 325

49 911 442

49 511 632,21

32 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven ter ondersteuning van het beleidsterrein „Energie”

32 01 02 01

Extern personeel

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

2 491 646

2 675 532

2 681 754,30

32 01 02 11

Overige beheersuitgaven

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

1 673 950

1 877 202

1 871 801,48

32 01 03

Uitgaven voor apparatuur en diensten voor informatie- en communicatietechnologie op het beleidsterrein „Energie”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

3 758 508

3 168 680

3 579 936,61

32 01 04

Ondersteunende uitgaven voor operaties en programma's op het beleidsterrein „Energie”

32 01 04 01

Ondersteunende uitgaven voor de Connecting Europe Facility — Energie

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

1 978 000

1 978 000

2 063 776,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor studies, bijeenkomsten van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks verband houden met de verwezenlijking van de doelstellingen van het programma of de in het kader van deze post genomen maatregelen en alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand waarbij geen sprake is van overheidstaken die door de Commissie zijn uitbesteed in het kader van ad-hocdienstverleningscontracten.

Rechtsgronden

Zie hoofdstuk 32 02.

32 01 04 02

Ondersteunende uitgaven voor het bijstandsprogramma voor de ontmanteling van nucleaire installaties

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor studies en bijeenkomsten van deskundigen, die rechtstreeks verband houden met de verwezenlijking van de doelstelling van het programma of de in het kader van deze post genomen maatregelen en alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand waarbij geen sprake is van overheidstaken die door de Commissie zijn uitbesteed in het kader van ad-hocdienstverleningscontracten.

Rechtsgronden

Zie hoofdstuk 32 03.

32 01 05

Ondersteunende uitgaven voor onderzoeks- en innovatieprogramma's op het beleidsterrein „Energie”

32 01 05 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen die de onderzoeks- en innovatieprogramma's in het kader van Horizon 2020 uitvoeren

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

1 700 000

1 686 288

1 806 884,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen die belast zijn met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma's — Horizon 2020, op posten die deel uitmaken van de goedgekeurde personeelsformaties die betrokken zijn bij werkzaamheden onder contract in het kader van de niet-nucleaire programma's, met inbegrip van ambtenaren en tijdelijke functionarissen die zijn gedetacheerd naar delegaties van de Unie.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Zie hoofdstuk 32 04.

32 01 05 02

Extern personeel dat belast is met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

712 140

775 597

890 467,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven voor extern personeel dat belast is met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020 in de vorm van werkzaamheden onder contract in het kader van de niet-nucleaire programma’s, met inbegrip van extern personeel dat naar delegaties van de Unie is gedetacheerd.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Zie hoofdstuk 32 04.

32 01 05 03

Overige beheersuitgaven voor onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

1 108 000

1 357 258

1 714 267,19

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van overige administratieve uitgaven voor het volledige beheer van onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020 in de vorm van werkzaamheden onder contract in het kader van de niet-nucleaire programma’s, met inbegrip van andere administratieve uitgaven voor personeel dat naar delegaties van de Unie is gedetacheerd.

Dit krediet dient eveneens ter dekking van de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de doelstelling van het programma of de maatregelen die onder deze post vallen, en van alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand, waarbij geen sprake is van overheidstaken, die door de Commissie is uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc.

Het dient tevens ter dekking van uitgaven voor technische en/of administratieve bijstand in verband met de beschrijving, voorbereiding, monitoring, audit, supervisie en het management van het programma of projecten, zoals uitgaven voor conferenties, workshops, seminars, ontwikkeling en onderhoud van IT-systemen, dienstreizen, opleidingen en vertegenwoordigingen.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Zie hoofdstuk 32 04.

32 01 05 21

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen die belast zijn met de uitvoering van de onderzoeks- en innovatieprogramma's — ITER

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

7 181 658

7 033 943

6 781 276,—

Toelichting

Oude post 08 01 05 21

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor ambtenaren en tijdelijke functionarissen die zijn belast met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma's — het programma voor het ITER-project, op posten die deel uitmaken van de goedgekeurde personeelsformaties die betrokken zijn bij werkzaamheden onder contract in het kader van de nucleaire en niet-nucleaire programma’s, met inbegrip van ambtenaren en tijdelijke functionarissen die naar delegaties van de Unie zijn gedetacheerd.

Rechtsgronden

Zie hoofdstuk 32 05.

32 01 05 22

Extern personeel dat belast is met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma's — ITER

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

227 250

225 000

232 035,—

Toelichting

Oude post 08 01 05 22

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor extern personeel dat belast is met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma’s — het programma voor het ITER-project in de vorm van werkzaamheden onder contract in het kader van de nucleaire programma’s, met inbegrip van extern personeel dat naar delegaties van de Unie is gedetacheerd.

Rechtsgronden

Zie hoofdstuk 32 05.

32 01 05 23

Overige beheersuitgaven voor de onderzoeks- en innovatieprogramma's — ITER

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

2 499 000

2 450 000

2 347 717,67

Toelichting

Oude post 08 01 05 23

Dit krediet dient ter dekking van overige administratieve uitgaven voor het volledige beheer van onderzoeks- en innovatieprogramma's — het programma voor het ITER-project in de vorm van werkzaamheden onder contract in het kader van de nucleaire programma’s, met inbegrip van andere administratieve uitgaven door personeel dat naar delegaties van de Unie is gedetacheerd.

Dit krediet dient eveneens ter dekking van de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de doelstelling van het programma of de maatregelen die onder deze post vallen, en van alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand, waarbij geen sprake is van overheidstaken, die door de Commissie is uitbesteed op basis van ad-hocdienstverleningscontracten.

Het dient tevens ter dekking van uitgaven voor technische en/of administratieve bijstand in verband met de beschrijving, voorbereiding, monitoring, audit, supervisie en het management van het programma of projecten, zoals uitgaven voor conferenties, workshops, seminars, ontwikkeling en onderhoud van IT-systemen, dienstreizen, opleidingen en vertegenwoordigingen.

Rechtsgronden

Zie hoofdstuk 32 05.

32 01 07

Toelage van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie voor de werking van het Voorzieningsagentschap

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

119 000

119 000

98 000,—

Toelichting

Aangezien de uitgaven voor personeel en gebouwen zijn opgenomen in de kredieten die zijn ingeschreven onder de posten XX 01 01 01 en XX 01 03 01 en in artikel 26 01 23 is de bijdrage van de Commissie, samen met de eigen inkomsten van het Voorzieningsagentschap, bedoeld om de uitgaven van het Agentschap bij de uitvoering van zijn activiteiten te dekken.

Tijdens zijn 23e zitting van 1 en 2 februari 1960 stelde de Raad van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie met eenparigheid van stemmen voor dat de Commissie niet alleen de inning van de bijdragen — bestemd voor de beleidsuitgaven van het Voorzieningsagentschap van Euratom —, maar ook de invoering zelf ervan zou uitstellen. Sindsdien wordt in de begroting een subsidie opgenomen die ervoor bestemd is om de raming van ontvangsten en uitgaven van het Voorzieningsagentschap van Euratom in evenwicht te brengen.

Rechtsgronden

Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, met name de artikelen 52, 53 en 54.

Referentiebesluiten

Besluit 2008/114/EG, Euratom van de Raad van 12 februari 2008 tot vaststelling van statuten van het Voorzieningsagentschap van Euratom (PB L 41 van 15.2.2008, blz. 15), met name de artikelen 4, 6 en 7 van de bijlage.

HOOFDSTUK 32 02 —   CONVENTIONELE EN DUURZAME ENERGIEBRONNEN

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

% Betalingen 2014-2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

32 02

CONVENTIONELE EN DUURZAME ENERGIEBRONNEN

32 02 01

Connecting Europe Facility

32 02 01 01

Verdere integratie van de interne energiemarkt en de interoperabiliteit van de elektriciteits- en gasnetwerken over de grenzen heen

1,1

182 235 000

43 223 000

115 554 000

14 631 591

124 373 261,24

0,—

0

32 02 01 02

Verbetering van de voorzieningszekerheid van de Unie

1,1

182 235 000

43 223 000

115 554 000

14 631 591

122 042 833,—

0,—

0

32 02 01 03

Bijdragen tot duurzame ontwikkeling en milieubescherming

1,1

182 235 818

43 223 000

115 555 000

14 631 591

122 042 833,—

0,—

0

32 02 01 04

Een klimaat scheppen dat gunstiger is voor particuliere en publieke investeringen in energieprojecten

1,1

73 908 000

31 201 614

48 518 000

19 952 080

40 771 000,—

0,—

0

 

Artikel 32 02 01 — Subtotaal

 

620 613 818

160 870 614

395 181 000

63 846 853

409 229 927,24

0,—

0

32 02 02

Ondersteunende activiteiten in het kader van het Europese energiebeleid en de interne energiemarkt

1,1

5 098 000

5 000 000

4 998 000

3 481 176

4 140 840,67

3 656 017,65

73,12

32 02 03

Veiligheid van energie-installaties en -infrastructuur

1,1

312 000

436 000

306 000

261 088

266 816,83

159 481,18

36,58

32 02 10

Agentschap voor de samenwerking tussen energieregulators (ACER)

1,1

15 164 582

15 164 582

10 851 000

10 851 000

10 880 605,99

10 880 000,—

71,75

32 02 51

Voltooiing van de financiële steun aan projecten van gemeenschappelijk belang van het trans-Europees energienetwerk

1,1

p.m.

15 000 000

p.m.

12 569 810

0,—

10 847 727,13

72,32

32 02 52

Voltooiing van energieprojecten ter ondersteuning van het economisch herstel

1,1

p.m.

176 000 000

p.m.

406 598 676

23 985,69

239 134 790,12

135,87

32 02 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

32 02 77 01

Proefproject — Energievoorziening — Schaliegas

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

28 523,87

 

32 02 77 02

Voorbereidende actie — Samenwerkingsmechanismen ter uitvoering van de richtlijn energie uit hernieuwbare bronnen (Richtlijn 2009/28/EG)

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

183 599,60

 

32 02 77 05

Voorbereidende actie — Europese eilanden voor een gemeenschappelijk energiebeleid

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

 

32 02 77 06

Proefproject — Techno-economische modellen voor stadsverwarmingsnetten met meervoudige input

2

p.m.

1 250 000

p.m.

500 000

1 750 000,—

0,—

0

32 02 77 07

Proefproject — Haalbaarheidsstudie naar de financiering van goedkope energie-efficiëntiemaatregelen in huishoudens met een laag inkomen

1,1

p.m.

20 000

120 000

60 000

     

32 02 77 08

Proefproject — Brandstof-/energiearmoede — Beoordeling van de gevolgen van de crisis en evaluatie van bestaande en mogelijke nieuwe maatregelen in de lidstaten

1,1

p.m.

1 000 000

1 000 000

500 000

     
 

Artikel 32 02 77 — Subtotaal

 

p.m.

2 270 000

1 120 000

1 060 000

1 750 000,—

212 123,47

9,34

 

Hoofdstuk 32 02 — Totaal

 

641 188 400

374 741 196

412 456 000

498 668 603

426 292 176,42

264 890 139,55

70,69

32 02 01

Connecting Europe Facility

32 02 01 01

Verdere integratie van de interne energiemarkt en de interoperabiliteit van de elektriciteits- en gasnetwerken over de grenzen heen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

182 235 000

43 223 000

115 554 000

14 631 591

124 373 261,24

0,—

Toelichting

Dit krediet is bedoeld ter dekking van de kosten voor de medefinanciering van studies en werkzaamheden voor projecten van gemeenschappelijk belang, die in de eerste plaats bijdragen tot de integratie van de interne-energiemarkt en de interoperabiliteit van de gas- en de elektriciteitsnetwerken over de grenzen heen.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1316/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van de financieringsfaciliteit voor Europese verbindingen, tot wijziging van Verordening (EG) nr. 913/2010 en houdende intrekking van Verordeningen (EG) nr. 680/2007 en (EG) nr. 67/2010 (PB L 348 van 20.12.2013, blz. 129), met name artikel 4, lid 3, onder a).

32 02 01 02

Verbetering van de voorzieningszekerheid van de Unie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

182 235 000

43 223 000

115 554 000

14 631 591

122 042 833,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten voor de medefinanciering van studies en werkzaamheden voor projecten van gemeenschappelijk belang die in de eerste plaats bijdragen tot de verbetering van de voorzieningszekerheid van de Unie, de veerkracht van het systeem en de veiligheid van de systeemactiviteiten.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1316/2013 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van de financieringsfaciliteit voor Europese verbindingen tot wijziging van Verordening (EG) nr. 913/2010 en houdende intrekking van Verordeningen (EG) nr. 680/2007 en (EG) nr. 67/2010 (PB L 348 van 20.12.2013, blz. 129), met name artikel 4, lid 3, onder b).

32 02 01 03

Bijdragen tot duurzame ontwikkeling en milieubescherming

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

182 235 818

43 223 000

115 555 000

14 631 591

122 042 833,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten voor de medefinanciering van studies en werkzaamheden voor projecten van gemeenschappelijk belang die in de eerste plaats bijdragen tot duurzame ontwikkeling en milieubescherming, onder meer door de integratie van energie uit hernieuwbare bronnen in het transmissienetwerk en door de ontwikkeling van slimme energienetten en kooldioxidenetwerken.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1316/2013 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van de financieringsfaciliteit voor Europese verbindingen tot wijziging van Verordening (EG) nr. 913/2010 en houdende intrekking van Verordeningen (EG) nr. 680/2007 en (EG) nr. 67/2010 (PB L 348 van 20.12.2013, blz. 129), met name artikel 4, lid 3, onder c).

32 02 01 04

Een klimaat scheppen dat gunstiger is voor particuliere en publieke investeringen in energieprojecten

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

73 908 000

31 201 614

48 518 000

19 952 080

40 771 000,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van de bijdrage van de Unie aan de financieringsinstrumenten die zijn opgesteld in het kader van de financieringsfaciliteit voor Europese verbindingen om de toegang tot langetermijnfinanciering of bijdragen van particuliere investeerders mogelijk te maken of te vergemakkelijken en daardoor de financiering van projecten van gemeenschappelijk belang die in het kader van de Verordening (EU) nr. 347/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 april 2013 betreffende richtsnoeren voor de trans-Europese energie-infrastructuur en tot intrekking van Beschikking nr. 1364/2006/EG en tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 713/2009, (EG) nr. 714/2009 en (EG) nr. 715/2009 (PB L 115 van 25.4.2013, blz. 39) voor subsidie in aanmerking komen, te versnellen of mogelijk te maken. De financieringsinstrumenten zullen worden opgezet als „leningenkaders” of „kapitaalkaders” nadat een evaluatie vooraf als vereist op grond van artikel 224 van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1268/2012 van de Commissie van 29 oktober 2012 houdende uitvoeringsvoorschriften voor Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie (PB L 362 van 31.12.2012, blz. 1) heeft plaatsgevonden. Zij zijn bedoeld om te worden uitgevoerd via direct beheer door de entiteiten waaraan de taken zijn toevertrouwd in de zin van het Financieel Reglement of tezamen met die entiteiten.

Terugbetalingen van financiële instrumenten overeenkomstig artikel 140, lid 6, van het Financieel Reglement, met inbegrip van terugbetaald kapitaal, vrijgegeven zekerheden en aflossingen van de hoofdsom van leningen, aan de Commissie, die zijn geboekt onder post 6 3 4 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder i), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1316/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van de financieringsfaciliteit voor Europese verbindingen, tot wijziging van Verordening (EU) nr. 913/2010 en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 680/2007 en (EG) nr. 67/2010 (PB L 348 van 20.12.2013, blz. 129).

32 02 02

Ondersteunende activiteiten in het kader van het Europese energiebeleid en de interne energiemarkt

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

5 098 000

5 000 000

4 998 000

3 481 176

4 140 840,67

3 656 017,65

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven van de Commissie voor de verzameling en verwerking van alle mogelijke gegevens met het oog op de analyse, vaststelling, bevordering, follow-up, evaluatie, financiering en tenuitvoerlegging van een concurrerend veilig en duurzaam Europees energiebeleid, van de interne energiemarkt en de uitbreiding daarvan met derde landen, van alle aspecten in verband met de continuïteit van de energievoorziening vanuit een Europees en mondiaal perspectief, alsmede de versterking en bescherming van de rechten van de energiegebruikers door het aanbieden van hoogwaardige diensten tegen transparante en vergelijkbare prijzen.

De belangrijkste doelstellingen zijn de geleidelijke tenuitvoerlegging van een gemeenschappelijk Europees beleid overeenkomstig de strategie voor de Energie-Unie (COM(2015) 80 final) om de continuïteit van de energievoorziening te verzekeren en te zorgen voor de goede werking van de interne energiemarkt en toegang tot de netwerken voor het vervoer van energie, voor de monitoring van de energiemarkt, de analyse van modellen met scenario’s inzake de effecten van beleidsopties, de versterking van de rechten en de bescherming van energiegebruikers op basis van algemene en specifieke kennis van de mondiale en Europese markten voor de diverse soorten energie.

Dit krediet dient eveneens voor de financiering van de uitgaven van deskundigen die rechtstreeks verband houden met de verzameling, validering en analyse van de nodige informatie over de monitoring van de energiemarkt, alsook ter dekking van de uitgaven voor informatie en communicatie, conferenties en evenementen ter promotie van activiteiten in de energiesector, digitale en gedrukte publicaties, audiovisuele producten en de ontwikkeling van diverse internet- en socialemedia-activiteiten die rechtstreeks bijdragen tot de verwezenlijking van de doelstellingen van het energiebeleid. Dit krediet dient tevens der dekking van een versterkte dialoog op het gebied van energie met de belangrijkste energiepartners van de Unie en de internationale organisaties die actief zijn op het gebied van energie.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 2964/95 van de Raad van 20 december 1995 houdende instelling van een registratie in de Gemeenschap van de invoer en leveranties van ruwe aardolie (PB L 310 van 22.12.1995, blz. 5).

Beschikking 1999/208/EG van de Raad van 22 april 1999 betreffende een communautaire procedure voor informatie en overleg over de kosten van de ruweaardolievoorziening en over de verbruikersprijzen van aardolieproducten (PB L 110 van 28.4.1999, blz. 8).

Richtlijn 2005/89/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 januari 2006 inzake maatregelen om de zekerheid van de elektriciteitsvoorziening en de infrastructuurinvesteringen te waarborgen (PB L 33 van 4.2.2006, blz. 22).

Besluit nr. 1673/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 2006 betreffende de financiering van de Europese normalisatie (PB L 315 van 15.11.2006, blz. 9).

Verordening (EG) nr. 714/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 betreffende de voorwaarden voor toegang tot het net voor grensoverschrijdende handel in elektriciteit (PB L 211 van 14.8.2009, blz. 15).

Verordening (EG) nr. 715/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 betreffende de voorwaarden voor de toegang tot aardgastransmissienetten (PB L 211 van 14.8.2009, blz. 36).

Richtlijn 2009/72/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor elektriciteit en tot intrekking van Richtlijn 2003/54/EG (PB L 211 van 14.8.2009, blz. 55).

Richtlijn 2009/73/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor aardgas en tot intrekking van Richtlijn 2003/55/EG (PB L 211 van 14.8.2009, blz. 94).

Richtlijn 2009/119/EG van de Raad van 14 september 2009 houdende verplichting voor de lidstaten om minimumvoorraden ruwe aardolie en/of aardolieproducten in opslag te houden (PB L 265 van 9.10.2009, blz. 9).

Verordening (EU, Euratom) nr. 617/2010 van de Raad van 24 juni 2010 inzake mededeling aan de Commissie van investeringsprojecten met betrekking tot energie-infrastructuur binnen de Europese Unie en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 736/96 (PB L 180 van 15.7.2010, blz. 7).

Verordening (EU, Euratom) nr. 833/2010 van de Commissie van 21 september 2010 betreffende de tenuitvoerlegging van Verordening (EU, Euratom) nr. 617/2010 van de Raad inzake mededeling aan de Commissie van investeringsprojecten met betrekking tot energie-infrastructuur binnen de Europese Unie (PB L 248 van 22.9.2010, blz. 36).

Verordening (EU) nr. 994/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 20 oktober 2010 betreffende maatregelen tot veiligstelling van de gaslevering en houdende intrekking van Richtlijn 2004/67/EG (PB L 295 van 12.11.2010, blz. 1).

Besluit nr. 994/2012/EU van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot instelling van een mechanisme voor informatie-uitwisseling met betrekking tot intergouvernementele overeenkomsten tussen lidstaten en derde landen op energiegebied (PB L 299 van 27.10.2012, blz. 13).

Richtlijn 2012/27/EU van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 betreffende energie-efficiëntie, tot wijziging van Richtlijnen 2009/125/EG en 2010/30/EU en houdende intrekking van de Richtlijnen 2004/8/EG en 2006/32/EG (PB L 315 van 14.11.2012, blz. 1).

Richtlijn 2013/30/EU van het Europees Parlement en de Raad van 12 juni 2013 betreffende de veiligheid van offshore olie- en gasactiviteiten en tot wijziging van Richtlijn 2004/35/EG (PB L 178 van 28.6.2013, blz. 66).

Taak die voortvloeit uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel vlak, zoals bedoeld in artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

Referentiebesluiten

Besluit van de Commissie van 19 januari 2012 tot oprichting van de EU-Groep van autoriteiten voor offshore-olie- en -gasactiviteiten (PB C 18 van 21.1.2012, blz. 8).

Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité, het Comité van de Regio's en de Europese Investeringsbank van 25 februari 2015 — Een kaderstrategie voor een schokbestendige energie-unie met een toekomstgericht beleid inzake klimaatverandering (COM(2015) 80 final).

32 02 03

Veiligheid van energie-installaties en -infrastructuur

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

312 000

436 000

306 000

261 088

266 816,83

159 481,18

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven van de Commissie voor de verzameling en verwerking van alle mogelijke gegevens met het oog op de analyse, vaststelling, bevordering, bekendmaking, monitoring, evaluatie en tenuitvoerlegging van de maatregelen en regels die noodzakelijk zijn voor een betere continuïteit van de veiligheid in de energiesector, technische assistentie en specifieke opleiding.

De belangrijkste doelstellingen zijn de ontwikkeling en toepassing van veiligheidsregels in de energiesector en met name:

 

maatregelen ter voorkoming van kwaad opzet in de energiesector, met bijzondere aandacht voor de installaties en infrastructuur van het Europese systeem voor de energieproductie en -transport;

 

harmonisatie van de wetgevingen en de technische normen alsook van de administratieve controlepraktijken met het oog op het waarborgen van de continuïteit van de energievoorziening;

 

vaststelling van gemeenschappelijke indicatoren, methoden en doelstellingen met betrekking tot de veiligheidsdoelstellingen in de energiesector en de verzameling van de gegevens die daarvoor nodig zijn;

 

monitoring van de maatregelen inzake de continuïteit van de energievoorziening die worden genomen door de betrokken nationale autoriteiten, exploitanten en andere belangrijke actoren;

 

internationale coördinatie op het gebied van de continuïteit van de energievoorziening, ook met buurlanden waar energie wordt geproduceerd of die als doorvoerland fungeren, en andere partners op wereldschaal;

 

bevordering van technologische ontwikkelingen inzake de continuïteit van de energievoorziening.

Dit krediet dient eveneens ter dekking van de uitgaven voor voorlichting en communicatie, alsmede voor elektronische en papieren publicaties die rechtstreeks verband houden met het bereiken van de doelstelling van dit artikel.

Rechtsgronden

Taak die voortvloeit uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel vlak, zoals bedoeld in artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

32 02 10

Agentschap voor de samenwerking tussen energieregulators (ACER)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

15 164 582

15 164 582

10 851 000

10 851 000

10 880 605,99

10 880 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de administratieve en personeelsuitgaven van het Agentschap (titels 1 en 2), alsook van de beleidsuitgaven in verband met het werkprogramma (titel 3).

Het Agentschap moet het Europees Parlement en de Raad in kennis stellen van elke overdracht van kredieten tussen administratieve en beleidsuitgaven.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

De bedragen die overeenkomstig artikel 16 van Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie worden terugbetaald, worden beschouwd als bestemmingsontvangsten (artikel 21, lid 3, onder c), van het Financieel Reglement), die moeten worden geboekt bij post 6 6 0 0 van de algemene staat van ontvangsten.

De personeelsformatie van het Agentschap voor de samenwerking tussen energieregulators is opgenomen in de bijlage „Personeel” bij deze afdeling.

De bijdrage van de Unie voor 2016 bedraagt in totaal 15 872 582 EUR. Aan het in de begroting opgevoerde bedrag van 708 000 EUR is een bedrag van 15 164 582 EUR toegevoegd, afkomstig van de terugvordering van overschotten.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 713/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 tot oprichting van een Agentschap voor de samenwerking tussen energieregulators (PB L 211 van 14.8.2009, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 1227/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2011 betreffende de integriteit en transparantie van de groothandelsmarkt voor energie (PB L 326 van 8.12.2011, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 347/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 april 2013 betreffende richtsnoeren voor de trans-Europese energie-infrastructuur en tot intrekking van Beschikking nr. 1364/2006/EG en tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 713/2009, (EG) nr. 714/2009 en (EG) nr. 715/2009 (PB L 115 van 25.4.2013, blz. 39).

32 02 51

Voltooiing van de financiële steun aan projecten van gemeenschappelijk belang van het trans-Europees energienetwerk

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

15 000 000

p.m.

12 569 810

0,—

10 847 727,13

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van betalingen met betrekking tot nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 2236/95 van de Raad van 18 september 1995 tot vaststelling van de algemene regels voor het verlenen van financiële bijstand van de Gemeenschap op het gebied van trans-Europese netwerken (PB L 228 van 23.9.1995, blz. 1).

Beschikking nr. 1364/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 6 september 2006 tot opstelling van richtsnoeren voor trans-Europese netwerken in de energiesector (PB L 262 van 22.9.2006, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 680/2007 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2007 tot vaststelling van de algemene regels voor het verlenen van financiële bijstand van de Gemeenschap op het gebied van de trans-Europese netwerken voor vervoer en energie (PB L 162 van 22.6.2007, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 347/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 april 2013 betreffende richtsnoeren voor de trans-Europese energie-infrastructuur en tot intrekking van Beschikking nr. 1364/2006/EG en tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 713/2009 (EG) nr. 714/2009 en (EG) nr. 715/2009 (PB L 115 van 25.4.2013, blz. 39).

32 02 52

Voltooiing van energieprojecten ter ondersteuning van het economisch herstel

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

176 000 000

p.m.

406 598 676

23 985,69

239 134 790,12

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van betalingen met betrekking tot nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 663/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 houdende vaststelling van een programma om het economisch herstel te bevorderen via financiële bijstand van de Gemeenschap aan projecten op het gebied van energie (PB L 200 van 31.7.2009, blz. 31).

32 02 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

32 02 77 01

Proefproject — Energievoorziening — Schaliegas

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

28 523,87

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

32 02 77 02

Voorbereidende actie — Samenwerkingsmechanismen ter uitvoering van de richtlijn energie uit hernieuwbare bronnen (Richtlijn 2009/28/EG)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

183 599,60

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

32 02 77 05

Voorbereidende actie — Europese eilanden voor een gemeenschappelijk energiebeleid

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

32 02 77 06

Proefproject — Techno-economische modellen voor stadsverwarmingsnetten met meervoudige input

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

1 250 000

p.m.

500 000

1 750 000,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

32 02 77 07

Proefproject — Haalbaarheidsstudie naar de financiering van goedkope energie-efficiëntiemaatregelen in huishoudens met een laag inkomen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

20 000

120 000

60 000

   

Toelichting

In verband met noodplannen om de continuïteit van de energievoorziening in de Unie te waarborgen en de afhankelijkheid van de invoer van energie te verminderen, moet worden gezorgd voor specifieke bescherming van kwetsbare consumenten die getroffen zijn door energiearmoede. Gebouwen zijn verantwoordelijk voor 40 % van het totale energiegebruik in de Unie. De complete renovatie van gebouwen is onlangs aangemerkt als een van de belangrijkste prioriteiten van de EU en de structuurfondsen ter verbetering van de energie-efficiëntie en de voorzieningszekerheid. Daarnaast moet echter onderzoek worden gedaan naar goede manieren om financiële steun te mobiliseren ter ondersteuning van op korte termijn uit te voeren goedkope energie-efficiëntiemaatregelen ten behoeve van huishoudens met een laag inkomen. Dergelijke financieringsmaatregelen, waarbij alle op dit gebied beschikbare Unie-middelen en begrotingsonderdelen worden ingezet, kunnen ervoor zorgen dat de energiebehoefte van kwetsbare consumenten afneemt zonder dat hun levensstandaard daalt. Er zal een haalbaarheidsstudie worden uitgevoerd naar de financieringsmogelijkheden hiervoor. In het kader van deze studie zal gekeken worden op welke manier er Unie-middelen beschikbaar kunnen worden gesteld voor kortetermijnmaatregelen voor deze groep burgers. Daarbij wordt rekening gehouden met sociale en economische gevolgen (het stimuleren van de lokale werkgelegenheid, het omlaag brengen van energierekeningen enz.) het probleem van de „gescheiden prikkels” voor eigenaren en huurders van gebouwen, complementariteit met energie-efficiëntiemaatregelen voor de langere termijn en de op Unie- en nationaal niveau reeds beschikbare financiële middelen.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

32 02 77 08

Proefproject — Brandstof-/energiearmoede — Beoordeling van de gevolgen van de crisis en evaluatie van bestaande en mogelijke nieuwe maatregelen in de lidstaten

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

1 000 000

1 000 000

500 000

   

Toelichting

Dit proefproject heeft tot doel om inzicht te verkrijgen in de gevolgen van de financieel-economische crisis op energiearmoede in de Unie, met bijzondere aandacht voor die lidstaten waar dit onderwerp nog niet is onderzocht en/of waar tot nu toe desbetreffende geen beleidsmaatregelen zijn getroffen.

Tevens dient het project om bestaande gegevens te analyseren over personen die te maken hebben met brandstofarmoede, en de bestaande maatregelen te evalueren die de lidstaten hebben genomen, en definities en indicatoren die zij hanteren.

Te financieren acties/maatregelen

Een studie met als onderwerp:

 

de invoering van een definitie van energiearmoede op basis van gemeenschappelijke parameters, maar aangepast naargelang de specifieke nationale omstandigheden in elke lidstaat;

 

het invoeren van speciale financiële regelingen voor de energiekosten van de meest kwetsbare huishoudens (zoals billijke energietarieven, ad-hocsteun of in andere sociale uitkeringen geïntegreerde steun, preventie van onbetaalde facturen, bescherming tegen afsluiting);

 

het opzetten van specifieke nationale of regionale fondsen om de energiearmoede te verminderen, die van middelen kunnen worden voorzien via een financiële bijdrage van de energieleveranciers op basis van hun verplichtingen om het verbruik te verlagen overeenkomstig Richtlijn 2012/27/EU van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 betreffende energie-efficiëntie, tot wijziging van Richtlijnen 2009/125/EG en 2010/30/EU en houdende intrekking van de Richtlijnen 2004/8/EG en 2006/32/EG (PB L 315 van 14.11.2012, blz. 1);

 

stimulansen en voorlichting om bewoners te helpen energie te besparen;

 

de inzet van doeltreffende financiële hefbomen op lange termijn om woningen energie-efficiënter te maken, zowel in stedelijke als in plattelandsgebieden, zonder dat hierdoor de kosten van de woning voor huurders fors stijgen na aftrek van de gerealiseerde energiebesparingen; de Commissie zorgt voor de coördinatie hiervan en zal de invoering van stimuleringsmechanismen onderzoeken;

 

onderzoek naar manieren waarop de maatregelen voor het energiezuiniger maken van woningen ten behoeve van de bestrijding van de energiearmoede bijdragen aan de preventie van gezondheidsproblemen (zoals aandoeningen van de luchtwegen, hartaandoeningen, allergieën, astma, voedsel- of koolmonoxidevergiftiging, gevolgen voor de mentale gezondheid van de bewoners);

 

opbouw van tarieven in de lidstaten, met inbegrip van recente verhogingen van de energiebelasting;

 

door de lidstaten genomen maatregelen.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

HOOFDSTUK 32 03 —   KERNENERGIE

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

% Betalingen 2014-2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

32 03

KERNENERGIE

32 03 01

Nucleaire veiligheidscontrole

1,1

23 749 000

21 400 000

23 107 000

15 665 291

20 128 027,34

19 072 956,16

89,13

32 03 02

Nucleaire veiligheid en bescherming tegen straling

1,1

3 865 000

3 500 000

3 762 000

2 436 823

3 181 958,40

1 085 053,32

31,00

32 03 03

Ontmanteling van nucleaire installaties in Litouwen

1,1

63 090 000

9 000 000

61 853 000

p.m.

60 641 000,—

0,—

0

32 03 04

Bijstandsprogramma voor de ontmanteling van nucleaire installaties

32 03 04 01

Kozloduy-programma

1,1

41 009 000

p.m.

40 205 000

p.m.

39 416 000,—

0,—

 

32 03 04 02

Bohunice-programma

1,1

31 545 000

15 000 000

30 926 000

p.m.

30 320 000,—

0,—

0

 

Artikel 32 03 04 — Subtotaal

 

72 554 000

15 000 000

71 131 000

p.m.

69 736 000,—

0,—

0

32 03 51

Voltooiing van de bijstand bij ontmanteling van nucleaire installaties (2007-2013)

1,1

p.m.

126 000 000

p.m.

157 167 657

0,—

164 557 883,72

130,60

 

Hoofdstuk 32 03 — Totaal

 

163 258 000

174 900 000

159 853 000

175 269 771

153 686 985,74

184 715 893,20

105,61

32 03 01

Nucleaire veiligheidscontrole

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

23 749 000

21 400 000

23 107 000

15 665 291

20 128 027,34

19 072 956,16

Toelichting

Dit krediet dient ter financiering van met name de volgende activiteiten:

 

uitgaven voor missies door inspecteurs, uitgevoerd in overeenstemming met overeengekomen zesmaandenprogramma's, kortetermijninspecties (verblijfs- en reiskosten);

 

opleiding van inspecteurs en vergaderingen met lidstaten, internationale organisaties, nucleaire exploitanten en andere belanghebbenden;

 

aankoop van bij de inspecties te gebruiken apparatuur, meer bepaald aankoop van controleapparatuur, en met name digitale videosystemen, apparatuur voor gamma-, neutronen- en infraroodmeting, elektronische zegels en uitleesapparatuur;

 

aanschaf en vernieuwing van informaticamaterieel voor inspecties;

 

specifieke informaticaprojecten in verband met inspecties (ontwikkeling en onderhoud);

 

vervanging van afgedankte meet- en controleapparatuur;

 

onderhoud van apparatuur, inclusief verzekering van specifieke apparatuur op de locaties van Canberra, Ametek, Fork en GBNS;

 

technische infrastructuurwerkzaamheden, waaronder begrepen afvalbeheer en vervoer van monsters;

 

analysewerkzaamheden in situ (arbeids- en dienstreiskosten van analisten);

 

overeenkomsten over de werkruimte in situ (laboratoria, kantoren);

 

dagelijks beheer van installaties in situ en laboratoria van de centrale dienst (herstel, onderhoud, IT-apparatuur, aankoop klein materieel, verbruiksgoederen enz.);

 

IT-ondersteuning en -tests voor toepassingen in verband met inspecties.

Overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement geeft het volgende eveneens aanleiding tot de opvoering van extra kredieten:

 

verzekeringsuitkeringen;

 

terugbetalingen van bedragen die ten onrechte zijn betaald voor de levering van goederen, werkzaamheden of diensten in opdracht van de Commissie.

Dit krediet dient eveneens ter dekking van de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de doelstellingen die onder dit artikel vallen, en alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand waarbij geen overheidstaken zijn betrokken die door de Commissie zijn uitbesteed op basis van ad-hocdienstverleningscontracten.

Rechtsgronden

Taak die voortvloeit uit de specifieke bevoegdheden die krachtens hoofdstuk 7 van titel II en artikel 174 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie rechtstreeks aan de Commissie worden toegekend.

Verordening (Euratom) nr. 302/2005 van de Commissie van 8 februari 2005 betreffende de toepassing van de veiligheidscontrole van Euratom (PB L 54 van 28.2.2005, blz. 1).

Referentiebesluiten

Meerpartijenovereenkomst tussen de Gemeenschap, de lidstaten zonder kernwapens en de Internationale Organisatie voor Atoomenergie.

Tripartiete Overeenkomst tussen de Gemeenschap, het Verenigd Koninkrijk en de Internationale Organisatie voor Atoomenergie.

Tripartiete Overeenkomst tussen de Gemeenschap, Frankrijk en de Internationale Organisatie voor Atoomenergie.

Bilaterale samenwerkingsovereenkomsten tussen de Gemeenschap en derde landen, zoals de Verenigde Staten van Amerika, Canada en Australië.

Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement van 24 maart 1992 inzake een beschikking van de Commissie over de inrichting van in-situlaboratoria voor verificatieanalysen van controlemonsters (SEC(1992) 515).

32 03 02

Nucleaire veiligheid en bescherming tegen straling

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

3 865 000

3 500 000

3 762 000

2 436 823

3 181 958,40

1 085 053,32

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de uitgaven van de Commissie voor de verzameling en verwerking van alle mogelijke gegevens met het oog op de analyse, de vaststelling, de bevordering, de follow-up, de evaluatie en de tenuitvoerlegging van het gemeenschappelijke beleid inzake nucleaire veiligheid en beveiliging, met name in de nieuwe lidstaten, en de maatregelen en regelgeving op het gebied van de stralingsbescherming;

 

de uitgaven in verband met maatregelen en acties voor bewaking van en bescherming tegen de effecten van ioniserende straling en met het oog op de bescherming van de volksgezondheid en het milieu tegen stralingsgevaar en de aan radioactieve stoffen verbonden risico's. Deze acties hebben betrekking op specifieke taken waarin het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie voorziet;

 

de uitgaven in verband met de oprichting en functionering van een korps inspecteurs voor het toezicht op de bescherming tegen ioniserende straling in de lidstaten. Deze kosten omvatten, buiten de dagvergoedingen en reiskosten (dienstreizen), de kosten van opleidingen, voorbereidende vergaderingen en het voor de inspecties benodigde materieel;

 

de uitgaven in verband met de tenuitvoerlegging van de taken van de Commissie, als bedoeld in punt 31 van de conclusies van de Europese Raad van 24 en 25 maart 2011.

Dit krediet dient eveneens ter dekking van uitgaven voor voorlichting en publicaties die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de doelstellingen die onder dit artikel vallen.

Rechtsgronden

Taak die voortvloeit uit de specifieke bevoegdheden die krachtens hoofdstuk 3 van titel II en artikel 174 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie rechtstreeks aan de Commissie worden toegekend.

Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name artikel 31 (verzameling van informatie en voorbereiding van nieuwe wetgeving ter aanvulling van de basisnormen voor de bescherming van de volksgezondheid), artikel 33 (tenuitvoerlegging van de richtlijnen, inclusief met name op medisch gebied (gebied C)) en artikel 35, tweede alinea (verificatie van de controle op de radioactiviteit in het milieu).

Beschikking 87/600/Euratom van de Raad van 14 december 1987 inzake communautaire regelingen voor snelle uitwisseling van informatie in geval van stralingsgevaar (PB L 371 van 30.12.1987, blz. 76).

Verordening (Euratom) nr. 3954/87 van de Raad van 22 december 1987 tot vaststelling van maximaal toelaatbare niveaus van radioactieve besmetting van levensmiddelen en diervoeders ten gevolge van een nucleair ongeval of ander stralingsgevaar (PB L 371 van 30.12.1987, blz. 11).

Verordening (EG) nr. 773/2008 van de Raad van 15 juli 2008 betreffende de voorwaarden voor de invoer van landbouwproducten van oorsprong uit derde landen ingevolge het ongeluk in de kerncentrale van Tsjernobyl (PB L 201 van 30.7.2008, blz. 1)

Richtlijn 2009/71/Euratom van de Raad van 25 juni 2009 tot vaststelling van een communautair kader voor de nucleaire veiligheid van kerninstallaties (PB L 172 van 2.7.2009, blz. 18).

Richtlijn 2011/70/Euratom van de Raad van 19 juli 2011 tot vaststelling van een communautair kader voor een verantwoord en veilig beheer van verbruikte splijtstof en radioactief afval (PB L 199 van 2.8.2011, blz. 48).

Richtlijn 2013/51/Euratom van de Raad van 22 oktober 2013 tot vaststelling van voorschriften voor de bescherming van de volksgezondheid tegen radioactieve stoffen in voor menselijke consumptie bestemd water (PB L 296 van 7.11.2013, blz. 12).

Richtlijn 2013/59/Euratom van de Raad van 5 december 2013 tot vaststelling van de basisnormen voor de bescherming tegen de gevaren verbonden aan de blootstelling aan ioniserende straling, en houdende intrekking van de Richtlijnen 86/618/Euratom, 90/641/Euratom, 96/29/Euratom, 97/43/Euratom en 2003/122/Euratom (PB L 13van 17.1.2014, blz.1).

32 03 03

Ontmanteling van nucleaire installaties in Litouwen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

63 090 000

9 000 000

61 853 000

p.m.

60 641 000,—

0,—

Toelichting

Dit krediet is bestemd ter financiering van de fondsen voor de ontmanteling van de kerncentrale van Ignalina (Litouwen), volgens de overeenkomsten die met Litouwen zijn gesloten.

Deze uitgaven hebben eveneens betrekking op de uitgaven voor de verzameling en verwerking van alle mogelijke gegevens met het oog op de analyse, de vaststelling, de bevordering, het toezicht, de evaluatie en de tenuitvoerlegging van de maatregelen en regels inzake ontmanteling.

De Commissie legt een verslag voor over de uitvoering van de middelen die in deze post zijn vastgelegd, tezamen met bijgewerkte ramingen van de kosten en tijdschema's voor de ontmanteling van de betrokken kernreactoren.

De financiële toewijzing voor het Ignalina-programma kan ook de uitgaven dekken voor voorbereidende, monitoring-, controle-, audit- en evaluatieactiviteiten die nodig zijn voor het beheer van het programma en de verwezenlijking van de doelstellingen daarvan, met name studies, bijeenkomsten van deskundigen, voorlichtings- en communicatiecampagnes, waaronder corporate communicatie over de politieke prioriteiten van de Unie voor zover deze verband houden met de algemene doelstellingen van Verordening (EU) nr. 1369/2013, kosten van IT-netwerken voor de verwerking en de uitwisseling van informatie, en alle andere kosten voor technische en administratieve bijstand die de Commissie maakt voor het beheer van het programma.

De financiële middelen voor het Ignalina-programma kunnen ook de uitgaven voor technische en administratieve bijstand dekken die nodig zijn voor de overgang tussen het programma en de maatregelen die zijn vastgesteld in het kader van Verordening (EG) nr. 1990/2006.

Rechtsgronden

Taak die voortvloeit uit specifieke bevoegdheden die rechtstreeks aan de Commissie zijn verleend krachtens artikel 203 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie.

Verordening (EU) nr. 1369/2013 van de Raad van 13 december 2013 betreffende steun van de Unie aan de bijstandprogramma's voor de ontmanteling van nucleaire installaties in Litouwen, en houdende intrekking van Verordening (EG) nr. 1990/2006 (PB L 346 van 20.12.2013, blz. 7).

32 03 04

Bijstandsprogramma voor de ontmanteling van nucleaire installaties

32 03 04 01

Kozloduy-programma

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

41 009 000

p.m.

40 205 000

p.m.

39 416 000,—

0,—

Toelichting

Dit krediet is bestemd ter financiering van de fondsen voor de ontmanteling van de kerncentrale van Kozloduy (Bulgarije), volgens de overeenkomsten die met Bulgarije zijn gesloten.

Deze uitgaven hebben eveneens betrekking op de uitgaven voor de verzameling en verwerking van alle mogelijke gegevens met het oog op de analyse, de vaststelling, de bevordering, het toezicht, de evaluatie en de tenuitvoerlegging van de maatregelen en regels inzake ontmanteling.

De Commissie legt een verslag voor over de uitvoering van de middelen die in deze post zijn vastgelegd, tezamen met bijgewerkte ramingen van de kosten en tijdschema's voor de ontmanteling van de betrokken kernreactoren.

De financiële toewijzing voor het Kozloduy-programma kan ook de uitgaven dekken voor voorbereidende, monitoring-, controle-, audit- en evaluatieactiviteiten die nodig zijn voor het beheer van het programma en de verwezenlijking van de doelstellingen daarvan. Met name studies, bijeenkomsten van deskundigen, voorlichtings- en communicatiecampagnes, waaronder corporate communicatie over de politieke prioriteiten van de Unie voor zover deze verband houden met de algemene doelstellingen van Verordening (Euratom) nr. 1368/2013, kosten van IT-netwerken voor de verwerking en de uitwisseling van informatie, en alle andere kosten voor technische en administratieve bijstand die de Commissie maakt voor het beheer van het programma.

De financiële middelen kunnen tevens de uitgaven dekken voor de technische en administratieve bijstand die noodzakelijk is voor de overgang tussen het programma en de op grond van Verordening (Euratom) nr. 647/2010 vastgestelde maatregelen.

Rechtsgronden

Taak die voortvloeit uit specifieke bevoegdheden die rechtstreeks aan de Commissie zijn verleend krachtens artikel 203 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie.

Verordening (Euratom) nr. 1368/2013 van de Raad van 13 december 2013 betreffende steun van de Unie aan de bijstandprogramma's voor de ontmanteling van nucleaire installaties in Bulgarije en Slowakije, en houdende intrekking van Verordeningen (Euratom) nr. 549/2007 en (Euratom) nr. 647/2010 (PB L 346 van 20.12.2013, blz. 1).

32 03 04 02

Bohunice-programma

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

31 545 000

15 000 000

30 926 000

p.m.

30 320 000,—

0,—

Toelichting

Dit krediet is bestemd ter financiering van de fondsen voor de ontmanteling van de kerncentrale van Bohunice (Slowakije), volgens de overeenkomsten die met Slowakije zijn gesloten.

Deze uitgaven hebben eveneens betrekking op de uitgaven voor de verzameling en verwerking van alle mogelijke gegevens met het oog op de analyse, de vaststelling, de bevordering, het toezicht, de evaluatie en de tenuitvoerlegging van de maatregelen en regels inzake ontmanteling.

De Commissie legt een verslag voor over de uitvoering van de middelen die in deze post zijn vastgelegd, tezamen met bijgewerkte ramingen van de kosten en tijdschema's voor de ontmanteling van de betrokken kernreactoren.

De financiële toewijzing voor het Bohunice-programma kan ook uitgaven in verband met voorbereidende, toezicht-, controle- , audit- en evaluatieactiviteiten omvatten die noodzakelijk zijn voor het beheer van het programma en de verwezenlijking van de doelstellingen ervan, met name studies, bijeenkomsten van deskundigen, voorlichtings- en communicatiecampagnes, waaronder corporate communicatie over de politieke prioriteiten van de Unie voor zover deze verband houden met de algemene doelstellingen van Verordening (Euratom) nr. 1368/2013, kosten van IT-netwerken voor de verwerking en de uitwisseling van informatie, en alle andere kosten voor technische en administratieve bijstand die de Commissie maakt voor het beheer van het programma.

De financiële middelen kunnen tevens de uitgaven dekken voor de technische en administratieve bijstand die noodzakelijk is voor de overgang tussen het programma en de op grond van Verordening (Euratom) nr. 549/2007 vastgestelde maatregelen.

Rechtsgronden

Taak die voortvloeit uit specifieke bevoegdheden die rechtstreeks aan de Commissie zijn verleend krachtens artikel 203 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie.

Verordening (Euratom) nr. 1368/2013 van de Raad van 13 december 2013 betreffende steun van de Unie aan de bijstandprogramma's voor de ontmanteling van nucleaire installaties in Bulgarije en Slowakije, en houdende intrekking van Verordeningen (Euratom) nr. 549/2007 en (Euratom) nr. 647/2010 (PB L 346 van 20.12.2013, blz. 1).

32 03 51

Voltooiing van de bijstand bij ontmanteling van nucleaire installaties (2007-2013)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

126 000 000

p.m.

157 167 657

0,—

164 557 883,72

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van betalingen met betrekking tot nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren.

Rechtsgronden

Taak die voortvloeit uit specifieke bevoegdheden die rechtstreeks aan de Commissie zijn verleend krachtens het Toetredingsverdrag van 2003 (Protocol nr. 4 inzake de kerncentrale van Ignalina in Litouwen en Protocol nr. 9 inzake unit 1 en unit 2 van de V1-kernreactor van Bohunice in Slowakije, beide gehecht aan het Toetredingsverdrag van 2003).

Taak die voortvloeit uit specifieke bevoegdheden die rechtstreeks aan de Commissie zijn verleend krachtens artikel 203 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie.

Ook de taak betreffende de kerncentrale van Kozloduy in Bulgarije is rechtstreeks aan de Commissie verleend krachtens artikel 30 van de Toetredingsakte van 2005.

Verordening (EG) nr. 1990/2006 van de Raad van 21 december 2006 inzake de uitvoering van Protocol nr. 4 bij de Akte van toetreding tot de Europese Unie van Cyprus, Estland, Hongarije, Letland, Litouwen, Malta, Polen, Slovenië, Slowakije en Tsjechië met betrekking tot de kerncentrale van Ignalina in Litouwen „Ignalina-programma” (PB L 411 van 30.12.2006, blz. 10).

Verordening (EG) nr. 549/2007 van de Raad van 14 mei 2007 inzake de tenuitvoerlegging van Protocol nr. 9 bij de Akte betreffende de voorwaarden voor toetreding tot de Europese Unie van Tsjechië, Estland, Cyprus, Letland, Litouwen, Hongarije, Malta, Polen, Slovenië en Slowakije met betrekking tot reactor 1 en reactor 2 van de V1-kerncentrale van Bohunice in Slowakije (PB L 131 van 23.5.2007, blz. 1).

Verordening (Euratom) nr. 647/2010 van de Raad van 13 juli 2010 betreffende financiële bijstand van de Unie voor de ontmanteling van de eenheden 1 tot en met 4 van de kerncentrale van Kozloduy in Bulgarije (het Kozloduy-programma) (PB L 189 van 22.7.2010, blz. 9).

Verordening (Euratom) nr. 1368/2013 van de Raad van 13 december 2013 betreffende steun van de Unie aan de bijstandprogramma's voor de ontmanteling van nucleaire installaties in Bulgarije en Slowakije, en houdende intrekking van Verordeningen (Euratom) nr. 549/2007 en (Euratom) nr. 647/2010 (PB L 346 van 20.12.2013, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 1369/2013 van de Raad van 13 december 2013 betreffende steun van de Unie aan de bijstandprogramma's voor de ontmanteling van nucleaire installaties in Litouwen, en houdende intrekking van Verordening (EG) nr. 1990/2006 (PB L 346 van 20.12.2013, blz. 7).

HOOFDSTUK 32 04 —   HORIZON 2020 — ONDERZOEK EN INNOVATIE OP HET GEBIED VAN ENERGIE

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

% Betalingen 2014-2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

32 04

HORIZON 2020 — ONDERZOEK EN INNOVATIE OP HET GEBIED VAN ENERGIE

32 04 03

Maatschappelijke uitdagingen

32 04 03 01

Overschakelen naar een betrouwbaar, duurzaam en concurrerend energiesysteem

1,1

324 676 361

256 130 706

327 988 791

133 691 606

328 594 621,55

6 049 503,22

2,36

 

Artikel 32 04 03 — Subtotaal

 

324 676 361

256 130 706

327 988 791

133 691 606

328 594 621,55

6 049 503,22

2,36

32 04 50

Kredieten afkomstig van de bijdragen van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling

32 04 50 01

Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling (2014-2020)

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

14 947 221,44

151 386,36

 

32 04 50 02

Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling (vóór 2014)

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

217 842,10

3 538 799,47

 
 

Artikel 32 04 50 — Subtotaal

 

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

15 165 063,54

3 690 185,83

 

32 04 51

Voltooiing van het zevende kaderprogramma (2007-2013)

1,1

p.m.

73 304 849

p.m.

80 389 724

155 155,35

115 825 652,24

158,01

32 04 52

Voltooiing van voorgaande kaderprogramma's voor onderzoek (vóór 2007)

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

2 784 940

81 002,57

6 197 239,77

 

32 04 53

Voltooiing van het programma „Intelligente energie — Europa” (2007-2013)

1,1

p.m.

97 431 406

p.m.

80 826 625

1 342 935,66

88 979 169,71

91,32

32 04 54

Voltooiing van het programma „Intelligente energie — Europa” (2003-2006)

1,1

p.m.

p.m.

0,—

0,—

 
 

Hoofdstuk 32 04 — Totaal

 

324 676 361

426 866 961

327 988 791

297 692 895

345 338 778,67

220 741 750,77

51,71

Toelichting

Deze toelichting is van toepassing op alle begrotingsonderdelen van dit hoofdstuk.

Dit krediet zal worden aangewend voor Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en voor de voltooiing van de vorige onderzoeksprogramma's (zevende kaderprogramma en eerdere kaderprogramma's) en van de programma's „Intelligente energie — Europa” (vóór 2014).

Horizon 2020-activiteiten, in het bijzonder die in het kader van met name de maatschappelijke uitdaging „Veilige, schone en efficiënte energie”, maar ook de betrokken delen van andere gedeelten van het programma, zoals onder meer „Toegang tot financiering”, die worden uitgevoerd overeenkomstig het energiebeleidskader van de Unie, het Europees strategisch plan voor energietechnologie (SET-plan) en de Mededeling over energietechnologieën en innovatie, zullen in de eerste plaats bijdragen tot het Europa-2020 vlaggenschipinitiatief „Innovatie-unie” en andere vlaggenschipinitiatieven, met name „Efficiënt gebruik van hulpbronnen in Europa”, „Een industriebeleid in een tijd van mondialisering” en „Een digitale agenda voor Europa”, alsmede tot de ontwikkeling en het functioneren van de Europese onderzoeksruimte. Door voldoende aanvullende financiering voor onderzoek, ontwikkeling en innovatie aan te trekken, levert Horizon 2020 een bijdrage aan de opbouw van een economie die berust op kennis en innovatie in de gehele Unie.

Horizon 2020 zal worden uitgevoerd met het oog op het bereiken van de algemene doelstellingen van artikel 179 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en is bedoeld als bijdrage tot de totstandbrenging van een kennissamenleving, op basis van de Europese onderzoeksruimte; daarbij wordt grensoverschrijdende samenwerking op alle niveaus binnen de Unie ondersteund, worden de dynamiek, de creativiteit en het hoge niveau van het Europese onderzoek in staat gesteld de grenzen van de kennis te verleggen, wordt het menselijke kapitaal in de sector onderzoek en technologie in Europa kwantitatief en kwalitatief versterkt, wordt de onderzoeks- en innovatiecapaciteit in heel Europa verhoogd en wordt gezorgd voor een optimaal gebruik daarvan.

Onder deze artikelen en posten vallen ook de uitgaven voor vergaderingen, conferenties, workshops en seminars van hoog wetenschappelijk of technologisch niveau en van Europees belang die door de Commissie worden georganiseerd, de financiering van analyses en evaluaties van hoog wetenschappelijk of technologisch niveau die voor de Unie worden uitgevoerd om nieuwe onderzoeksgebieden te verkennen die in aanmerking komen voor actie door de Unie, en met name in het kader van de Europese onderzoeksruimte, alsmede acties in verband met de follow-up en de verspreiding van resultaten van de programma's, waaronder die van acties die uit hoofde van de eerdere kaderprogramma's zijn uitgevoerd.

Dit krediet zal worden aangewend overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1290/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van de regels voor de deelname aan acties en de verspreiding van resultaten in het kader van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1906/2006 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 81).

Bij de onder dit hoofdstuk opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Bij enkele van deze projecten is voorzien in deelname van derde landen of instellingen uit derde landen aan Europese samenwerking op het gebied van wetenschappelijk en technisch onderzoek. Eventuele financiële bijdragen die zijn geboekt onder de posten 6 0 1 3 en 6 0 1 5 van de staat van ontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten in overeenstemming met artikel 21 van het Financieel Reglement.

Ontvangsten van landen die zijn betrokken bij de Europese samenwerking op het gebied van het wetenschappelijke en technische onderzoek worden geboekt onder post 6 0 1 6 van de staat van ontvangsten en kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten in overeenstemming met artikel 21 van het Financieel Reglement.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan programma's van de Unie, en die zijn geboekt onder post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

Eventuele ontvangsten uit bijdragen van externe instanties aan activiteiten van de Unie worden geboekt onder post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten en kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten in overeenstemming met artikel 21 van het Financieel Reglement.

Extra kredieten zullen op post 32 04 50 01 worden opgevoerd.

De administratieve kredieten van dit hoofdstuk zullen onder artikel 32 01 05 worden opgevoerd.

32 04 03

Maatschappelijke uitdagingen

Toelichting

Met deze prioriteit van Horizon 2020 wordt direct ingespeeld op de in de Europa 2020-strategie in kaart gebrachte beleidsprioriteiten en maatschappelijke uitdagingen. Bij het uitvoeren van deze activiteiten zullen de uitdagingen centraal staan, waarbij middelen en kennis uit verschillende terreinen, technologieën en vakgebieden worden gebundeld. De activiteiten zullen de volledige cyclus van onderzoek tot markt bestrijken, met een nieuwe nadruk op innovatiegerelateerde acties zoals proefprojecten, demonstratie, testopstellingen, steun voor overheidsopdrachten, design, door eindverbruikers aangestuurde innovaties, sociale innovatie en de integratie van innovaties op de markt. Deze activiteiten zullen een directe ondersteuning bieden aan de overeenkomstige sectorale beleidsbevoegdheden op het niveau van de Unie.

32 04 03 01

Overschakelen naar een betrouwbaar, duurzaam en concurrerend energiesysteem

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

324 676 361

256 130 706

327 988 791

133 691 606

328 594 621,55

6 049 503,22

Toelichting

Dit krediet dient ter ondersteuning van de tenuitvoerlegging van de maatschappelijke uitdaging „Veilige, schone en efficiënte energie” van de Horizon 2020-prioriteiten, overeenkomstig het Unie-energiebeleid, het Europees strategisch plan voor energietechnologie (SET-plan) en de Mededeling betreffende energietechnologieën en innovatie. Deze initiatieven betreffen voornamelijk: energie-efficiëntie, wind, zon, bio-energie, koolstofafvang en -opslag (CCS), slimme steden en elektriciteitsnetten. In de onderkenning dat deze een belangrijke bijdrage aan toekomstige duurzame energiesystemen kunnen leveren, zal in de periode 2014-2020 85 % van de kredieten besteed worden aan de beleidsterreinen voor hernieuwbare energiebronnen en energie-efficiëntie bij het eindgebruik, met inbegrip van slimme netwerken en energieopslag.

Met het oog het bevorderen van de energieveiligheid in de Unie, wordt in het kader van het Horizon 2020-programma voorzien in steun voor maatregelen ter bevordering van de marktintroductie, capaciteit op te bouwen, het beheer te verbeteren en marktobstakels te verwijderen zodat oplossingen op het vlak van energie-efficiëntie en hernieuwbare energie ten uitvoer kunnen worden gelegd. Een deel van de kredieten van het algemene budget voor de energie-uitdaging wordt daarom besteed aan marktacceptatiemaatregelen voor bestaande technologieën op het vlak van hernieuwbare energie en energie-efficiëntie in het kader van het programma „Intelligente energie voor Europa III”. Dit programma zal worden uitgevoerd door middel van een specifieke bestuursstructuur en zal eveneens steun omvatten voor de tenuitvoerlegging van het beleid inzake duurzame energie, capaciteitsopbouw en de mobilisering van financiering voor investeringen, zoals tot op heden het geval is geweest.

Rechtsgronden

Besluit van de Raad 2013/743/EU van 3 december 2013 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van de Besluiten 2006/971/EG, 2006/972/EG, 2006/973/EG, 2006/974/EG en 2006/975/EG (PB L 347 van 20.12.2006, blz. 965), met name artikel 3, lid 3, onder c).

Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van Horizon 2020 — het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014 -2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 104).

32 04 50

Kredieten afkomstig van de bijdragen van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling

32 04 50 01

Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling (2014-2020)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

14 947 221,44

151 386,36

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met de ontvangsten die aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, afkomstig van derden of derde landen (buiten de Europese Economische Ruimte) die deelnemen aan de projecten op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling voor de periode 2014-2020.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement kunnen ontvangsten die zijn geboekt onder de posten 6 0 1 3, 6 0 1 5, 6 0 1 6, 6 0 3 1 en 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten.

32 04 50 02

Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling (vóór 2014)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

217 842,10

3 538 799,47

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met de ontvangsten die aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, afkomstig van derden of derde landen (buiten de Europese Economische Ruimte) die deelnemen aan de projecten op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling voor de periode vóór 2014.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement kunnen ontvangsten die zijn geboekt onder de posten 6 0 1 3, 6 0 1 5, 6 0 1 6, 6 0 3 1 en 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten.

32 04 51

Voltooiing van het zevende kaderprogramma (2007-2013)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

73 304 849

p.m.

80 389 724

155 155,35

115 825 652,24

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van betalingen met betrekking tot nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Besluit nr. 1982/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 412 van 30.12.2006, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1906/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot vaststelling van de regels voor de deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan acties op grond van het zevende kaderprogramma, en voor de verspreiding van onderzoeksresultaten (2007-2013) (PB L 391 van 30.12.2006, blz. 1).

Beschikking 2006/971/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma „Samenwerking” tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 86).

32 04 52

Voltooiing van voorgaande kaderprogramma's voor onderzoek (vóór 2007)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

2 784 940

81 002,57

6 197 239,77

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van vastleggingen van vóór 2007 in het kader van de kaderprogramma's voor onderzoek.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Besluit 87/516/Euratom, EEG van de Raad van 28 september 1987 betreffende het kaderprogramma van communautaire werkzaamheden op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling (1987-1991) (PB L 302 van 24.10.1987, blz. 1).

Besluit 90/221/Euratom, EEG van de Raad van 23 april 1990 betreffende het kaderprogramma van communautaire werkzaamheden op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling (1990-1994) (PB L 117 van 8.5.1990, blz. 28).

Besluit 93/167/Euratom, EEG van de Raad van 15 maart 1993 tot aanpassing van Besluit 90/221/Euratom, EEG betreffende het kaderprogramma van communautaire werkzaamheden op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling (1990-1994) (PB L 69 van 20.3.1993, blz. 43).

Besluit nr. 1110/94/EG van het Europees Parlement en de Raad van 26 april 1994 betreffende het vierde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap van communautaire werkzaamheden op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (1994-1998) (PB L 126 van 18.5.1994, blz. 1).

Besluit nr. 616/96/EG van het Europees Parlement en de Raad van 25 maart 1996 tot aanpassing van Besluit nr. 1110/94/EG betreffende het vierde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap van communautaire werkzaamheden op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (1994-1998), in verband met de toetreding van de Republiek Oostenrijk, de Republiek Finland en het Koninkrijk Zweden tot de Europese Unie (PB L 86 van 4.4.1996, blz. 69).

Besluit nr. 2535/97/EG van het Europees Parlement en de Raad van 1 december 1997 tot tweede aanpassing van Besluit nr. 1110/94/EG betreffende het vierde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap van communautaire werkzaamheden op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling (1994-1998) (PB L 347 van 18.12.1997, blz. 1).

Besluit nr. 182/1999/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 december 1998 betreffende het vijfde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (1998-2002) (PB L 26 van 1.2.1999, blz. 1).

Besluit nr. 1513/2002/EG van het Europees Parlement en de Raad van 27 juni 2002 betreffende het zesde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie, ter bevordering van de totstandbrenging van de Europese onderzoeksruimte en van innovatie (2002-2006) (PB L 232 van 29.8.2002, blz. 1).

Beschikking 2002/834/EG van de Raad van 30 september 2002 tot vaststelling van een specifiek programma voor onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie: „Integratie en versterking van de Europese onderzoeksruimte” (2002-2006) (PB L 294 van 29.10.2002, blz. 1).

32 04 53

Voltooiing van het programma „Intelligente energie — Europa” (2007-2013)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

97 431 406

p.m.

80 826 625

1 342 935,66

88 979 169,71

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van betalingen met betrekking tot nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Besluit nr. 1639/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 2006 tot vaststelling van een kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie (2007-2013) (PB L 310 van 9.11.2006, blz. 15).

32 04 54

Voltooiing van het programma „Intelligente energie — Europa” (2003-2006)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

0,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van eerdere vastleggingen voor het programma „Intelligente energie — Europa” (2003-2006).

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Beschikking nr. 1230/2003/EG van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2003 tot vaststelling van een meerjarenprogramma voor acties op energiegebied: „Intelligente energie — Europa” (2003-2006) (PB L 176 van 15.7.2003, blz. 29).

HOOFDSTUK 32 05 —   ITER

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

% Betalingen 2014-2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

32 05

ITER

32 05 01

Bouw, inbedrijfstelling en exploitatie van de ITER-faciliteiten — Europese gemeenschappelijke onderneming voor ITER — Fusion for Energy (F4E)

32 05 01 01

Bouw, inbedrijfstelling en exploitatie van de ITER-faciliteiten — Europese gemeenschappelijke onderneming voor ITER en de ontwikkeling van fusie-energie — Fusion for Energy (F4E) —Ondersteunende uitgaven

1,1

44 737 000

44 737 000

43 860 000

43 754 912

43 000 000,—

43 000 000,—

96,12

32 05 01 02

Bouw, inbedrijfstelling en exploitatie van de ITER-faciliteiten — Europese gemeenschappelijke onderneming voor ITER en de ontwikkeling van fusie-energie — Fusion for Energy (F4E)

1,1

275 475 092

131 000 000

338 355 057

116 361 457

679 798 821,93

12 516 124,93

9,55

 

Artikel 32 05 01 — Subtotaal

 

320 212 092

175 737 000

382 215 057

160 116 369

722 798 821,93

55 516 124,93

31,59

32 05 50

Kredieten afkomstig van de bijdragen van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling

32 05 50 01

Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling (2014-2020)

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

 

32 05 50 02

Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling (vóór 2014)

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

 
 

Artikel 32 05 50 — Subtotaal

 

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

 

32 05 51

Voltooiing van Europese gemeenschappelijke onderneming voor ITER en de ontwikkeling van fusie-energie — Fusion for Energy (F4E) (2007-2013)

1,1

p.m.

289 000 000

p.m.

336 561 599

0,—

367 465 952,—

127,15

 

Hoofdstuk 32 05 — Totaal

 

320 212 092

464 737 000

382 215 057

496 677 968

722 798 821,93

422 982 076,93

91,02

Toelichting

Het ITER-project heeft tot doel fusie te demonstreren als een levensvatbare en duurzame energiebron door de bouw en exploitatie van een experimentele fusiereactor als een belangrijke stap naar de bouw van prototypereactoren voor op kernfusie gebaseerde elektriciteitscentrales die veilig, duurzaam, milieuvriendelijk en economisch levensvatbaar zijn. Dit programma zal bijdragen tot de uitvoering van de Europa 2020-strategie en in het bijzonder van het vlaggenschipinitiatief Innovatie-Unie, aangezien de mobilisering van de bij de bouw van ITER betrokken Europese hightechindustrieën de Unie een mondiaal concurrentievoordeel in deze veelbelovende sector kan geven.

Bij het project zijn zeven partijen betrokken: de Unie, China, India, Japan, Zuid-Korea, Rusland en de Verenigde Staten.

32 05 01

Bouw, inbedrijfstelling en exploitatie van de ITER-faciliteiten — Europese gemeenschappelijke onderneming voor ITER — Fusion for Energy (F4E)

32 05 01 01

Bouw, inbedrijfstelling en exploitatie van de ITER-faciliteiten — Europese gemeenschappelijke onderneming voor ITER en de ontwikkeling van fusie-energie — Fusion for Energy (F4E) —Ondersteunende uitgaven

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

44 737 000

44 737 000

43 860 000

43 754 912

43 000 000,—

43 000 000,—

Toelichting

Oude post 08 04 01 01

Dit krediet dient ter dekking van de administratieve en exploitatiekosten van de Europese gemeenschappelijke onderneming voor ITER — Fusion for Energy.

Rechtsgronden

Beschikking 2007/198/Euratom van de Raad van 27 maart 2007 tot oprichting van de Europese gemeenschappelijke onderneming voor ITER en de ontwikkeling van fusie-energie van gunsten daaraan (PB L 90 van 30.3.2007, blz. 58).

32 05 01 02

Bouw, inbedrijfstelling en exploitatie van de ITER-faciliteiten — Europese gemeenschappelijke onderneming voor ITER en de ontwikkeling van fusie-energie — Fusion for Energy (F4E)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

275 475 092

131 000 000

338 355 057

116 361 457

679 798 821,93

12 516 124,93

Toelichting

Oude post 08 04 01 02

De Europese gemeenschappelijke onderneming voor ITER en de ontwikkeling van fusie voor energie is de bijdrage van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (Euratom) aan de gezamenlijke tenuitvoerlegging van het internationale ITER-project. ITER, een zeer grote experimenteerfaciliteit waarin de wetenschappelijke en technologische haalbaarheid van fusie-energie zal worden aangetoond, zal worden gevolgd door de bouw van een demonstratie-eenheid van een op kernfusie gebaseerde elektriciteitscentrale (DEMO).

De gemeenschappelijke onderneming heeft de volgende taken:

 

het leveren van de bijdrage van Euratom aan de internationale ITER-organisatie voor fusie-energie;

 

het leveren van de bijdrage van Euratom aan de activiteiten in het kader van de bredere aanpak met Japan voor de snelle verwezenlijking van fusie-energie;

 

het opstellen en coördineren van een programma van activiteiten ter voorbereiding van de bouw van een demonstratiefusiereactor en gerelateerde faciliteiten.

Rechtsgronden

Beschikking 2007/198/Euratom van de Raad van 27 maart 2007 tot oprichting van de Europese gemeenschappelijke onderneming voor ITER en de ontwikkeling van fusie-energie van gunsten daaraan (PB L 90 van 30.3.2007, blz. 58).

32 05 50

Kredieten afkomstig van de bijdragen van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling

32 05 50 01

Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling (2014-2020)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

Toelichting

Oude post 08 04 50 01

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met de ontvangsten die aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, afkomstig van derden of derde landen (buiten de Europese Economische Ruimte) die deelnemen aan de projecten op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling voor de periode 2014-2020.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement kunnen ontvangsten die zijn geboekt onder de posten 6 0 1 3, 6 0 1 5, 6 0 1 6, 6 0 3 1 en 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten.

Ontvangsten die voortvloeien uit samenwerkingsovereenkomsten tussen de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en Zwitserland of de multilaterale European Fusion Development Agreement (EFDA) worden geboekt onder de posten 6 0 1 1 en 6 0 1 2 van de staat van ontvangsten en kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten in overeenstemming met artikel 21 van het Financieel Reglement.

32 05 50 02

Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling (vóór 2014)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

Toelichting

Oude post 08 04 50 02

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met de ontvangsten die aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, afkomstig van derden of derde landen (buiten de Europese Economische Ruimte) die deelnemen aan de projecten op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling voor de periode vóór 2014.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement kunnen ontvangsten die zijn geboekt onder de posten 6 0 1 3, 6 0 1 5, 6 0 1 6, 6 0 3 1 en 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten.

Ontvangsten die voortvloeien uit samenwerkingsovereenkomsten tussen de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en Zwitserland of de multilaterale European Fusion Development Agreement (EFDA) worden geboekt onder de posten 6 0 1 1 en 6 0 1 2 van de staat van ontvangsten en kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten in overeenstemming met artikel 21 van het Financieel Reglement.

32 05 51

Voltooiing van Europese gemeenschappelijke onderneming voor ITER en de ontwikkeling van fusie-energie — Fusion for Energy (F4E) (2007-2013)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

289 000 000

p.m.

336 561 599

0,—

367 465 952,—

Toelichting

Oud artikel 08 04 51

Dit krediet dient ter dekking van betalingen in verband met nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren.

Rechtsgronden

Besluit van de Raad van 25 september 2006 betreffende de sluiting door de Commissie van de Overeenkomst tot oprichting van de Internationale ITER-organisatie voor fusie-energie voor de gezamenlijke uitvoering van het ITER-project, van de regeling inzake de voorlopige toepassing van deze overeenkomst, alsmede van de Overeenkomst inzake de voorrechten en immuniteiten van de Internationale ITER-organisatie voor fusie-energie voor de gezamenlijke uitvoering van het ITER-project.

Beschikking 2006/943/Euratom van de Commissie van 17 november 2006 inzake de voorlopige toepassing van de Overeenkomst tot oprichting van de Internationale ITER-organisatie voor fusie-energie voor de gezamenlijke uitvoering van het ITER-project en van de Overeenkomst inzake de voorrechten en immuniteiten van de Internationale ITER-organisatie voor fusie-energie voor de gezamenlijke uitvoering van het ITER-project (PB L 358 van 16.12.2006, blz. 60).

Besluit 2006/970/Euratom van de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (Euratom) voor onderzoeks- en opleidingsactiviteiten inzake kernenergie (2007-2011) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 60).

Verordening (Euratom) nr. 1908/2006 van de Raad van 19 december 2006 tot vaststelling van de regels voor deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan acties op grond van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie voor de verspreiding van onderzoeksresultaten (2007-2011) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 1).

Beschikking 2006/976/Euratom van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (Euratom) voor onderzoeks- en opleidingsactiviteiten inzake kernenergie (2007-2011) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 404).

Beschikking 2007/198/Euratom van de Raad van 27 maart 2007 tot oprichting van de Europese gemeenschappelijke onderneming voor ITER en de ontwikkeling van fusie-energie van gunsten daaraan (PB L 90 van 30.3.2007, blz. 58).

Besluit 2012/93/Euratom van de Raad van 19 december 2011 betreffende het kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie voor onderzoeks- en opleidingsactiviteiten inzake kernenergie (2012-2013) (PB L 47 van 18.2.2012, blz. 25).

Verordening (Euratom) nr. 139/2012 van de Raad van 19 december 2011 tot vastlegging van de regels voor deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan werkzaamheden onder contract ingevolge het kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en voor de verspreiding van de onderzoeksresultaten (2012-2013) (PB L 47 van 18.2.2012, blz. 1).

Besluit 2012/94/Euratom van de Raad van 19 december 2011 betreffende het door middel van werkzaamheden onder contract uit te voeren specifieke programma ter tenuitvoerlegging van het kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie voor onderzoeks- en opleidingsactiviteiten inzake kernenergie (2012-2013) (PB L 47 van 18.2.2012, blz. 33).

TITEL 33

JUSTITIE EN CONSUMENTENZAKEN

Algemene samenvatting van de kredieten (2016 en 2015) en van de uitvoering (2014)

 

Titel

Hoofdstuk

Rubriek

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

33 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „JUSTITIE EN CONSUMENTENZAKEN”

52 031 240

52 031 240

52 731 459

52 731 459

53 902 634,11

53 902 634,11

33 02

RECHTEN, GELIJKHEID EN BURGERSCHAP

92 482 000

84 125 026

87 871 000

78 201 961

86 902 444,94

75 545 856,03

33 03

JUSTITIE

90 686 737

84 153 839

77 635 000

72 090 287

77 541 207,85

72 575 444,98

33 04

CONSUMENTENPROGRAMMA

23 427 000

18 850 000

22 866 000

18 725 720

22 341 036,50

17 581 481,14

 

Titel 33 — Totaal

258 626 977

239 160 105

241 103 459

221 749 427

240 687 323,40

219 605 416,26

HOOFDSTUK 33 01 —   ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „JUSTITIE EN CONSUMENTENZAKEN”

De artikelen 1, 2, 3 en 5 zijn in detail weergegeven in hoofdstuk XX 01

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

% 2014-2016

33 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „JUSTITIE EN CONSUMENTENZAKEN”

33 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke personeel voor het beleidsterrein „Justitie en consumentenzaken”

5,2

38 468 462

40 729 545

41 743 924,88

108,51

33 01 02

Extern personeel en andere beheersuitgaven ter ondersteuning van het beleidsterrein „Justitie en consumentenzaken”

33 01 02 01

Extern personeel

5,2

4 257 337

3 135 222

3 417 875,65

80,28

33 01 02 11

Andere beheersuitgaven

5,2

1 859 342

1 264 855

1 353 384,29

72,79

 

Artikel 33 01 02 — Subtotaal

 

6 116 679

4 400 077

4 771 259,94

78,00

33 01 03

Uitgaven in verband met apparatuur en diensten op het gebied van informatie- en communicatietechnologie voor het beleidsterrein „Justitie en consumentenzaken”

5,2

2 455 099

2 585 757

3 011 179,94

122,65

33 01 04

Ondersteunende uitgaven voor maatregelen en programma’s op het beleidsterrein „Justitie en consumentenzaken”

33 01 04 01

Ondersteunende uitgaven voor het programma Rechten, gelijkheid en burgerschap

3

1 100 000

1 100 000

719 229,61

65,38

33 01 04 02

Ondersteunende uitgaven voor het programma Justitie

3

1 100 000

1 125 080

809 146,32

73,56

33 01 04 03

Ondersteunende uitgaven voor het Consumentenprogramma

3

1 100 000

1 100 000

1 106 163,42

100,56

 

Artikel 33 01 04 — Subtotaal

 

3 300 000

3 325 080

2 634 539,35

79,83

33 01 06

Uitvoerende agentschappen

33 01 06 01

Uitvoerend Agentschap voor consumenten, gezondheid, landbouw en voeding — Bijdrage van het Consumentenprogramma

3

1 691 000

1 691 000

1 741 730,—

103,00

 

Artikel 33 01 06 — Subtotaal

 

1 691 000

1 691 000

1 741 730,—

103,00

 

Hoofdstuk 33 01 — Totaal

 

52 031 240

52 731 459

53 902 634,11

103,60

33 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke personeel voor het beleidsterrein „Justitie en consumentenzaken”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

38 468 462

40 729 545

41 743 924,88

33 01 02

Extern personeel en andere beheersuitgaven ter ondersteuning van het beleidsterrein „Justitie en consumentenzaken”

33 01 02 01

Extern personeel

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

4 257 337

3 135 222

3 417 875,65

33 01 02 11

Andere beheersuitgaven

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

1 859 342

1 264 855

1 353 384,29

33 01 03

Uitgaven in verband met apparatuur en diensten op het gebied van informatie- en communicatietechnologie voor het beleidsterrein „Justitie en consumentenzaken”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

2 455 099

2 585 757

3 011 179,94

33 01 04

Ondersteunende uitgaven voor maatregelen en programma’s op het beleidsterrein „Justitie en consumentenzaken”

33 01 04 01

Ondersteunende uitgaven voor het programma Rechten, gelijkheid en burgerschap

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

1 100 000

1 100 000

719 229,61

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor voorbereidende, monitoring-, controle-, audit- en evaluatieactiviteiten die nodig zijn voor het beheer van het programma „Rechten, gelijkheid en burgerschap” („het programma”) en de beoordeling van de verwezenlijking van de doelstellingen daarvan. Deze activiteiten omvatten met name studies, bijeenkomsten van deskundigen, voorlichtings- en communicatiecampagnes, waaronder institutionele communicatie over de politieke prioriteiten van de Unie voor zover deze verband houden met de algemene doelstellingen van dit programma, activiteiten in verband met IT-netwerken voor de verwerking en de uitwisseling van informatie, en alle andere kosten voor technische en administratieve bijstand die de Commissie verleent voor het beheer van het programma.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 daarvan en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de EVA-staten, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van toetredingslanden, kandidaat-lidstaten en potentiële kandidaten voor deelname aan Unieprogramma’s, die op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten zijn geboekt, kunnen aanleiding geven tot het opvoeren van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Zie hoofdstuk 33 02.

33 01 04 02

Ondersteunende uitgaven voor het programma Justitie

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

1 100 000

1 125 080

809 146,32

Toelichting

Oude post 33 01 04 02 (ten dele)

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor voorbereidende, monitoring-, controle-, audit- en evaluatieactiviteiten die nodig zijn voor het beheer van het programma „Justitie” („het programma”) en de beoordeling van de verwezenlijking van de doelstellingen daarvan. Deze activiteiten omvatten met name studies, bijeenkomsten van deskundigen, voorlichtings- en communicatiecampagnes, waaronder institutionele communicatie over de politieke prioriteiten van de Unie voor zover deze verband houden met de algemene doelstellingen van dit programma, activiteiten in verband met IT-netwerken voor de verwerking en de uitwisseling van informatie, en alle andere kosten voor technische en administratieve bijstand die de Commissie verleent voor het beheer van het programma.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 daarvan en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de EVA-staten, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van toetredingslanden, kandidaat-lidstaten en potentiële kandidaten voor deelname aan Unieprogramma’s, die op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten zijn geboekt, kunnen aanleiding geven tot het opvoeren van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Zie hoofdstuk 33 03.

33 01 04 03

Ondersteunende uitgaven voor het Consumentenprogramma

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

1 100 000

1 100 000

1 106 163,42

Toelichting

Oude post 17 01 04 01

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichtingsmaatregelen en publicaties die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de doelstelling van het programma of de maatregelen die onder deze post vallen, en alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand waarbij geen sprake is van overheidstaken die door de Commissie is uitbesteed op basis van ad-hocdienstverleningscontracten.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan programma's van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Zie hoofdstuk 33 04.

33 01 06

Uitvoerende agentschappen

33 01 06 01

Uitvoerend Agentschap voor consumenten, gezondheid, landbouw en voeding — Bijdrage van het Consumentenprogramma

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

1 691 000

1 691 000

1 741 730,—

Toelichting

Oude post 17 01 06 01

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven van het Agentschap voor personeel en administratie als gevolg van de rol van het Agentschap bij het beheer van maatregelen die deel uitmaken van het Consumentenprogramma.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan programma's van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

De personeelsformatie van het Uitvoerend Agentschap is opgenomen in de bijlage „Personeel” bij deze afdeling.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 58/2003 van de Raad van 19 december 2002 tot vaststelling van het statuut van de uitvoerende agentschappen waaraan bepaalde taken voor het beheer van communautaire programma's worden gedelegeerd (PB L 11 van 16.1.2003, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 254/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2014 tot vaststelling van een meerjarig consumentenprogramma voor de jaren 2014-2020 en tot intrekking van Besluit nr. 1926/2006/EG (PB L 84 van 20.3.2014, blz. 42).

Zie hoofdstuk 33 04.

Referentiebesluiten

Uitvoeringsbesluit 2013/770/EU van de Commissie van 17 december 2013 tot oprichting van een Uitvoerend Agentschap voor consumenten, gezondheid en voeding en tot intrekking van Besluit 2004/858/EG (PB L 341 van 18.12.2013, blz. 69).

Besluit C(2013) 9505 van de Commissie van 20 december 2013 waarbij bevoegdheden aan het Uitvoerend Agentschap voor consumenten, gezondheid en voeding worden gedelegeerd met het oog op het verrichten van taken in verband met de tenuitvoerlegging van EU-programma's op het gebied van consumenten, gezondheid en voeding, met name wat betreft de besteding van de in de algemene begroting van de Unie opgenomen kredieten.

HOOFDSTUK 33 02 —   RECHTEN, GELIJKHEID EN BURGERSCHAP

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

% Betalingen 2014-2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

33 02

RECHTEN, GELIJKHEID EN BURGERSCHAP

33 02 01

Toezien op de bescherming van rechten en burgers meer zeggenschap geven

3

25 306 000

17 600 000

24 196 000

11 035 208

23 007 000,—

561 470,53

3,19

33 02 02

Bestrijding van discriminatie en bevordering van gelijkheid

3

33 546 000

23 000 000

32 073 000

16 321 307

31 151 000,—

836 854,86

3,64

33 02 03

Vennootschapsrecht en andere activiteiten

33 02 03 01

Vennootschapsrecht

1,1

1 400 000

730 000

1 483 000

761 485

1 721 981,67

673 569,83

92,27

33 02 03 02

Andere activiteiten op het gebied van de grondrechten

3

1 000 000

500 000

p.m.

p.m.

0,—

0,—

0

 

Artikel 33 02 03 — Subtotaal

 

2 400 000

1 230 000

1 483 000

761 485

1 721 981,67

673 569,83

54,76

33 02 06

Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten (FRA)

3

21 203 000

21 203 000

21 155 000

21 155 000

21 229 000,—

21 229 000,—

100,12

33 02 07

Europees Instituut voor gendergelijkheid

3

7 527 000

7 527 000

7 464 000

7 464 000

7 340 081,—

7 334 111,—

97,44

33 02 51

Voltooiing van maatregelen op het gebied van rechten, burgerschap en gelijkheid

3

p.m.

10 000 000

p.m.

19 175 584

553 382,27

44 230 037,71

442,30

33 02 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

33 02 77 04

Proefproject — Methodologie op Unieniveau voor de ontwikkeling van op feiten gebaseerd beleid inzake kinderrechten

3

p.m.

p.m.

p.m.

240 481

0,—

592 237,50

 

33 02 77 05

Proefproject — Werkgelegenheid voor personen met een handicap in het autistisch spectrum

3

p.m.

p.m.

0,—

0,—

 

33 02 77 06

Proefproject — Ontwikkeling van indicatoren om de tenuitvoerlegging van het Europees Handvest voor gelijkheid van vrouwen en mannen in het lokale leven te meten

3

p.m.

493 781

p.m.

470 141

0,—

0,—

0

33 02 77 08

Proefproject — Kennisplatform voor beroepsbeoefenaars die te maken hebben met genitale verminking bij vrouwen

3

p.m.

507 432

p.m.

392 568

900 000,—

0,—

0

33 02 77 09

Proefproject — Capaciteitsopbouw voor maatschappelijke Roma-organisaties en versterking van hun rol bij de monitoring van nationale strategieën voor integratie van de Roma

3

p.m.

938 813

750 000

811 187

1 000 000,—

0,—

0

33 02 77 10

Proefproject — Evaluatie vanuit het oogpunt van de grondrechten van instrumenten en programma's van de Unie voor het vergaren van gegevens

3

p.m.

375 000

750 000

375 000

     

33 02 77 11

Proefproject — De bevordering van eigenaarschap en participatie van werknemers

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

88 574,60

 

33 02 77 12

Voorbereidende actie — Capaciteitsopbouw voor maatschappelijke Roma-organisaties en versterking van de rol van Roma bij de monitoring van nationale strategieën voor integratie van de Roma

3

500 000

250 000

         

33 02 77 13

Proefproject — Europese verscheidenheid

3

1 000 000

500 000

         

33 02 77 14

Proefproject — E-voting: „Inzet van moderne technologie voor een actiever en democratischer kiesprocedure”

3

1 000 000

500 000

         
 

Artikel 33 02 77 — Subtotaal

 

2 500 000

3 565 026

1 500 000

2 289 377

1 900 000,—

680 812,10

19,10

 

Hoofdstuk 33 02 — Totaal

 

92 482 000

84 125 026

87 871 000

78 201 961

86 902 444,94

75 545 856,03

89,80

Toelichting

Het nieuwe programma „Rechten, gelijkheid en burgerschap” is de opvolger van drie eerdere programma’s: „Grondrechten en burgerschap”, „Daphne III” en de delen „Discriminatiebestrijding en verscheidenheid” en „Gelijkheid van mannen en vrouwen” van het programma voor werkgelegenheid en maatschappelijke solidariteit (Progress). Het programma „Rechten, gelijkheid en burgerschap” heeft als algemeen doel bij te dragen aan de verdere ontwikkeling van een ruimte waarin gelijkheid en de rechten van personen, zoals die zijn neergelegd in het Verdrag betreffende de Europese Unie, het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie en de internationale mensenrechtenverdragen waar de Unie partij bij is, worden bevorderd, worden beschermd en daadwerkelijk worden toegepast.

33 02 01

Toezien op de bescherming van rechten en burgers meer zeggenschap geven

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

25 306 000

17 600 000

24 196 000

11 035 208

23 007 000,—

561 470,53

Toelichting

Dit krediet is bedoeld om een bijdrage te leveren aan de preventie en de bestrijding van alle vormen van geweld tegen kinderen, jongeren en vrouwen alsook tegen andere risicogroepen, met name groepen die het risico lopen op geweld in persoonlijke relaties, en slachtoffers van dat soort geweld te beschermen (in het kader van de specifieke doelstelling van „Daphne”); de rechten van het kind te bevorderen en te beschermen; het hoogste niveau van bescherming van privacy en persoonsgegevens te waarborgen; de uitoefening van de uit het burgerschap van de Unie voortvloeiende rechten te bevorderen en te versterken; en personen in staat te stellen als consument of ondernemer in de interne markt hun uit de Uniewetgeving voortvloeiende rechten af te dwingen, in het licht van de uit het Consumentenprogramma gefinancierde projecten.

Dit krediet dient in het bijzonder ter financiering van de volgende soorten maatregelen:

 

analytische werkzaamheden, zoals het verzamelen van gegevens en statistieken, waar wenselijk uitgesplitst naar geslacht; het ontwikkelen van gemeenschappelijke methoden en, in voorkomend geval, indicatoren of benchmarks; studies, onderzoek, analyses en enquêtes; evaluaties; het opstellen en publiceren van handleidingen, rapporten en educatief materiaal; workshops, seminars, vergaderingen van deskundigen en conferenties;

 

opleidingsactiviteiten, zoals het uitwisselen van personeel, workshops, seminars, het opleiden van opleiders en het ontwikkelen van online opleidingsinstrumenten of andere opleidingsmodules;

 

activiteiten inzake wederzijds leren, samenwerking, bewustmaking en verspreiding, zoals het vaststellen en uitwisselen van beproefde methoden, innovatieve benaderingen en ervaringen; het organiseren van intercollegiale toetsing en wederzijds leren; het organiseren van conferences, seminars, mediacampagnes, ook via onlinemedia, informatiecampagnes, waaronder institutionele communicatie over de politieke prioriteiten van de Unie, voor zover die verband houden met de doelstellingen van het programma „Rechten, gelijkheid en burgerschap” („het programma”); het compileren en publiceren van materiaal voor de verspreiding van informatie over het programma en de resultaten ervan; het ontwikkelen, exploiteren en onderhouden van systemen en instrumenten die gebruikmaken van ICT;

 

ondersteunen van de voornaamste actoren wier activiteiten tot de tenuitvoerlegging van de doelstellingen van het programma bijdragen, zoals steun voor ngo's bij de uitvoering van acties met Europese meerwaarde, ondersteuning van de belangrijkste Unieactoren, Unienetwerken en geharmoniseerde diensten van maatschappelijk belang; ondersteunen van de lidstaten bij de uitvoering van het recht en het beleid van de Unie; en ondersteunen van netwerkactiviteiten op niveau van de Unie tussen gespecialiseerde instanties en entiteiten alsmede nationale, regionale en plaatselijke autoriteiten en ngo's, met inbegrip van steun in de vorm van actie- en exploitatiesubsidies.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 daarvan en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de EVA-staten, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van toetredingslanden, kandidaat-lidstaten en potentiële kandidaten voor deelname aan Unieprogramma’s en zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot het opvoeren van extra kredieten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1381/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een programma „Rechten, gelijkheid en burgerschap” voor de periode 2014-2020 (PB L 354 van 28.12.2013, blz. 62), met name artikel 4, lid 1, onder e) tot en met i), en artikel 5, lid 1.

33 02 02

Bestrijding van discriminatie en bevordering van gelijkheid

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

33 546 000

23 000 000

32 073 000

16 321 307

31 151 000,—

836 854,86

Toelichting

Dit krediet heeft tot doel bij te dragen tot de effectieve toepassing van het beginsel dat er niet mag worden gediscrimineerd op grond van geslacht, ras of etnische afkomst, godsdienst of overtuiging, handicap, leeftijd of seksuele gerichtheid, alsmede tot de bevordering van het beginsel dat er niet mag worden gediscrimineerd op de in artikel 21 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie bepaalde gronden; racisme, vreemdelingenhaat, homofobie en andere vormen van onverdraagzaamheid te voorkomen en te bestrijden; de rechten van personen met een handicap te bevorderen en te beschermen; en de gelijkheid tussen vrouwen en mannen te bevorderen en gendermainstreaming te ondersteunen.

Dit krediet dient in het bijzonder ter financiering van de volgende soorten maatregelen:

 

analytische werkzaamheden, zoals het verzamelen van gegevens en statistieken; het ontwikkelen van gemeenschappelijke methoden en, in voorkomend geval, indicatoren of benchmarks; studies, onderzoek, analyses en enquêtes; evaluaties; het opstellen en publiceren van handleidingen, rapporten en educatief materiaal; workshops, seminars, vergaderingen van deskundigen en conferenties;

 

opleidingsactiviteiten, zoals het uitwisselen van personeel, workshops, seminars, het opleiden van opleiders en het ontwikkelen van online opleidingsinstrumenten of andere opleidingsmodules;

 

activiteiten inzake wederzijds leren, samenwerking, bewustmaking en verspreiding, zoals het vaststellen en uitwisselen van beproefde methoden, innovatieve benaderingen en ervaringen; het organiseren van intercollegiale toetsing en wederzijds leren; de organisatie van conferences, seminars en mediacampagnes, ook via onlinemedia, en informatiecampagnes, waaronder institutionele communicatie over de politieke prioriteiten van de Unie, voor zover die verband houden met de doelstellingen van het programma „Rechten, gelijkheid en burgerschap” („het programma”); het compileren en publiceren van materiaal voor de verspreiding van informatie over het programma en de resultaten ervan; het ontwikkelen, exploiteren en onderhouden van systemen en instrumenten die gebruikmaken van ICT;

 

ondersteunen van de voornaamste actoren wier activiteiten tot de tenuitvoerlegging van de doelstellingen van het programma bijdragen, zoals steun voor ngo's bij de uitvoering van acties met Europese meerwaarde en ondersteuning van de belangrijkste Unieactoren, Unienetwerken en geharmoniseerde diensten van maatschappelijk belang; ondersteunen van de lidstaten bij de uitvoering van het recht en het beleid van de Unie; en ondersteunen van netwerkactiviteiten op Unieniveau tussen gespecialiseerde instanties en entiteiten alsmede nationale, regionale en plaatselijke autoriteiten en ngo's, met inbegrip van steun in de vorm van actie- en exploitatiesubsidies;

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 daarvan en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de EVA-staten, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van toetredingslanden, kandidaat-lidstaten en potentiële kandidaten voor deelname aan Unieprogramma’s en zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot het opvoeren van extra kredieten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1381/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een programma „Rechten, gelijkheid en burgerschap” voor de periode 2014-2020 (PB L 354 van 28.12.2013, blz. 62), met name artikel 4, lid 1, onder a) tot en met d), en artikel 5, lid 1.

33 02 03

Vennootschapsrecht en andere activiteiten

33 02 03 01

Vennootschapsrecht

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 400 000

730 000

1 483 000

761 485

1 721 981,67

673 569,83

Toelichting

Oud artikel 12 02 01 (ten dele)

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven die voortvloeien uit maatregelen in de context van het vennootschapsrecht, corporate governance en bestrijding van het witwassen van geld, teneinde bij te dragen tot de voltooiing, de werking en de ontwikkeling van de interne markt, en met name:

 

verbetering van de juridische omgeving voor burgers en bedrijfsleven, waarvoor promotieactiviteiten, bewustmakings- en opleidingsacties kunnen worden gepland; bevordering van de samenwerking, de ontwikkeling en de coördinatie van de wetgeving op het gebied van vennootschapsrecht en hulp bij de oprichting van Europese naamloze vennootschappen en Europese economische samenwerkingsverbanden;

 

interactieve beleidsvorming (interactive policymaking), voor zover deze de voltooiing, ontwikkeling en werking van de interne markt betreft; IPM maakt deel uit van de initiatieven van de Commissie op het gebied van governance en regelgevingsbeleid om beter op de verzoeken van burgers, consumenten en bedrijven te reageren. De op dit artikel opgevoerde kredieten zijn eveneens bedoeld om opleidings-, bewustmakings- en netwerkactiviteiten ten behoeve van dergelijke deelnemers te dekken teneinde de beleidsvorming van de Unie betreffende de interne markt breder en doeltreffender te maken en als onderdeel van het proces om de daadwerkelijke impact van het internemarktbeleid (of het ontbreken ervan) in het veld te beoordelen;

 

algemeen onderzoek naar de noodzakelijkheid van de herziening van de verordeningen en analyse van de doeltreffendheid van de maatregelen die worden genomen met het oog op een goede werking van de interne markt, en de evaluatie van de algemene impact van de interne markt op het bedrijfsleven en de economie, met inbegrip van de aanschaf van gegevens en toegang van diensten van de Commissie tot externe databanken; doelgerichte acties ter verbetering van het begrip van de werking van de interne markt en voor de beloning van actieve deelname aan de bevordering ervan;

 

uitbreiding van de strategie voor de verdere ontwikkeling van statistieken van de dienstensector en statistische ontwikkelingsprojecten, in samenwerking met Eurostat en de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO);

 

ontwikkeling en versterking van de externe aspecten van de richtlijnen die van toepassing zijn op het gebied van financiële instellingen, wederzijdse erkenning van de financiële instrumenten met derde landen, internationale onderhandelingen en bijstand aan derde landen bij de totstandbrenging van een markteconomie;

 

uitvoering van de talrijke maatregelen die zijn aangekondigd in het actieplan inzake vennootschapsrecht en ondernemingsbestuur, dat aanleiding kan geven tot studies over verschillende gerichte onderwerpen met het oog op de opstelling van de nodige wetgevingsvoorstellen;

 

uitvoering van het uniale recht en internationale bepalingen ter voorkoming van het witwassen van geld, met inbegrip van deelname aan intergouvernementele of ad-hocacties op dit gebied; bijdragen die het gevolg zijn van het lidmaatschap van de Commissie van de Financial Action Task Force (FATF) voor de bestrijding van het witwassen van geld, ingesteld in het kader van de OESO;

 

opstellen van evaluaties en effectbeoordelingen betreffende verschillende aspecten van het onder dit hoofdstuk vallende beleid met het oog op de invoering of herziening van maatregelen op dit beleidsgebied.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 daarvan en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de EVA-staten, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Taak die voortvloeit uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel vlak, zoals bedoeld in artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

33 02 03 02

Andere activiteiten op het gebied van de grondrechten

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 000 000

500 000

p.m.

p.m.

0,—

0,—

Toelichting

Oud artikel 12 02 01 (ten dele)

Dit krediet dient ter dekking van informatie-, communicatie- en evaluatieactiviteiten die verband houden met het Handvest van de grondrechten, consulaire bescherming en de dialoog uit hoofde van artikel 17 van het Verdrag betreffende de Werking van de Europese Unie. Met name dekt dit krediet informatie- en communicatieactiviteiten via interne websites, openbare evenementen, communicatieproducten, Eurobarometerenquêtes enz. alsmede de verrichting van effectbeoordelingen en evaluaties van diverse aspecten van het gebied grondrechten en justitie.

Rechtsgronden

Taak die voortvloeit uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel vlak, zoals bedoeld in artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

33 02 06

Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten (FRA)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

21 203 000

21 203 000

21 155 000

21 155 000

21 229 000,—

21 229 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de administratieve en personeelsuitgaven (titels 1 en 2) van het Bureau.

Tevens dient het ter dekking van de beleidsuitgaven (titel 3) van het Bureau, dat ten doel heeft de betrokken instellingen van de Unie en de autoriteiten van de lidstaten wanneer zij het recht van de Unie ten uitvoer brengen, bijstand en expertise te verlenen op het gebied van de grondrechten, om hen te helpen de grondrechten volledig te eerbiedigen wanneer zij op hun respectieve bevoegdheidsgebieden maatregelen nemen of acties opzetten.

Van het Bureau kan worden verwacht dat het de volgende operationele doelstellingen nastreeft/taken uitvoert:

 

verlening van bijstand aan de instellingen van de Unie en aan de lidstaten;

 

bevordering van de netwerkvorming tussen de belanghebbenden en van de dialoog op Unieniveau;

 

bevordering en verspreiding van informatie en van bewustmakingsactiviteiten om meer bekendheid te geven aan de grondrechten;

 

doeltreffende werking van de beheersstructuur en uitvoering van acties.

Het Bureau moet het Europees Parlement en de Raad in kennis stellen van elke overdracht van kredieten tussen administratieve en beleidsuitgaven.

De bedragen die overeenkomstig artikel 20 van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1271/2013 van de Commissie worden terugbetaald, worden beschouwd als bestemmingsontvangsten (artikel 21, lid 3, onder c), van het Financieel Reglement), die moeten worden geboekt bij post 6 6 0 0 van de algemene staat van ontvangsten.

Eventuele inkomsten uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten en, indien van toepassing, potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan Unieprogramma’s, die worden opgevoerd onder post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

De personeelsformatie van het Bureau is opgenomen in de bijlage „Personeel” van deze afdeling.

Verordening (EG) nr. 168/2007 trad op 1 maart 2007 in werking. Op deze datum werd het Europees Waarnemingscentrum voor racisme en vreemdelingenhaat omgevormd tot het Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten, dat de rechtsopvolger van het Waarnemingscentrum werd, waarbij het alle juridische rechten en verplichtingen en financiële verplichtingen en arbeidsovereenkomsten van het Waarnemingscentrum overnam, zoals in artikel 23, lid 4, van Verordening (EG) nr. 168/2007 werd vastgesteld.

De bijdrage van de Unie voor 2016 bedraagt in totaal 21 359 000 EUR. Aan het in de begroting opgevoerde bedrag van 21 203 000 EUR is een bedrag van 156 000 EUR toegevoegd afkomstig van de terugvordering van overschotten.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1035/97 van de Raad van 2 juni 1997 houdende oprichting van een Europees Waarnemingscentrum voor racisme en vreemdelingenhaat (PB L 151 van 10.6.1997, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 168/2007 van de Raad van 15 februari 2007 tot oprichting van een Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten (PB L 53 van 22.2.2007, blz. 1).

33 02 07

Europees Instituut voor gendergelijkheid

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

7 527 000

7 527 000

7 464 000

7 464 000

7 340 081,—

7 334 111,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de personeelsuitgaven en administratieve uitgaven (titels 1 en 2) en de beleidsuitgaven (titel 3) van het Instituut.

Het Instituut moet het Europees Parlement en de Raad in kennis stellen van elke kredietoverschrijving tussen beleids- en administratieve uitgaven.

De personeelsformatie van het Instituut is opgenomen in de bijlage „Personeel” van deze afdeling.

De bedragen die overeenkomstig artikel 20 van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1271/2013 van de Commissie worden terugbetaald, worden beschouwd als bestemmingsontvangsten (artikel 21, lid 3, onder c), van het Financieel Reglement), die moeten worden geboekt bij post 6 6 0 0 van de algemene staat van ontvangsten.

Overeenkomstig Besluit 2006/996/EG in onderlinge overeenstemming genomen door de vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten van 11 december 2006 betreffende de plaats van vestiging van het Europees Instituut voor gendergelijkheid (PB L 403 van 30.12.2006, blz. 61) is het Instituut gevestigd in Vilnius.

De bijdrage van de Unie bedraagt voor 2016 in totaal 7 628 000 EUR. Een bedrag van 101 000 EUR, afkomstig van de terugvordering van overschotten, is toegevoegd aan het in de begroting opgevoerde bedrag van 7 527 000 EUR.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1922/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 tot oprichting van een Europees Instituut voor gendergelijkheid (PB L 403 van 30.12.2006, blz. 9).

33 02 51

Voltooiing van maatregelen op het gebied van rechten, burgerschap en gelijkheid

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

10 000 000

p.m.

19 175 584

553 382,27

44 230 037,71

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van betalingen in verband met nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 daarvan en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de EVA-staten, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

De kandidaat-lidstaten kunnen een beroep doen op het pretoetredingsinstrument Phare ter dekking van de uitgaven voor hun deelname aan de Unieprogramma's.

Eventuele inkomsten uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten en, indien van toepassing, potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan Unieprogramma’s, die worden opgevoerd onder post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Taak die voortvloeit uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel vlak, zoals bedoeld in artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

Taak die voortvloeit uit de administratieve autonomie van de Commissie, in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

Besluit van de Raad van 9 juli 1957 betreffende het mandaat en het reglement van orde van het Permanent Orgaan voor de veiligheid in de steenkolenmijnen (PB 28 van 31.8.1957, blz. 487/57).

Besluit 74/325/EEG van de Raad van 27 juni 1974 betreffende de oprichting van een Raadgevend Comité voor de veiligheid, de hygiëne en de gezondheidsbescherming op de arbeidsplaats (PB L 185 van 9.7.1974, blz. 15).

Besluit 74/326/EEG van de Raad van 27 juni 1974 houdende uitbreiding van de bevoegdheden van het Permanent Orgaan voor de veiligheid en de gezondheidsvoorwaarden in de steenkolenmijnen tot alle winningsindustrieën (PB L 185 van 9.7.1974, blz. 18).

Richtlijn 89/391/EEG van de Raad van 12 juni 1989 betreffende de tenuitvoerlegging van maatregelen ter bevordering van de verbetering van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers op het werk (PB L 183 van 29.6.1989, blz. 1), en de bijzondere richtlijnen in de zin van deze richtlijn.

Richtlijn 92/29/EEG van de Raad van 31 maart 1992 betreffende de minimumvoorschriften inzake veiligheid en gezondheid ter bevordering van een betere medische hulpverlening aan boord van schepen (PB L 113 van 30.4.1992, blz. 19).

Besluit 98/171/EG van de Raad van 23 februari 1998 betreffende communautaire activiteiten ter zake van analyse, onderzoek en samenwerking op het gebied van de werkgelegenheid en de arbeidsmarkt (PB L 63 van 4.3.1998, blz. 26).

Besluit nr. 293/2000/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 januari 2000 tot vaststelling van een communautair actieprogramma (het programma Daphne) (2000-2003) betreffende preventieve maatregelen ter bestrijding van geweld tegen kinderen, jongeren en vrouwen (PB L 34 van 9.2.2000, blz. 1).

Besluit 2000/750/EG van de Raad van 27 november 2000 tot vaststelling van een communautair actieprogramma ter bestrijding van discriminatie (2001-2006) (PB L 303 van 2.12.2000, blz. 23).

Besluit nr. 50/2002/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 december 2001 tot vaststelling van een communautair actieprogramma ter aanmoediging van samenwerking tussen lidstaten bij de bestrijding van sociale uitsluiting (PB L 10 van 12.1.2002, blz. 1).

Besluit nr. 1145/2002/EG van het Europees Parlement en de Raad van 10 juni 2002 inzake communautaire stimuleringsmaatregelen op het gebied van de werkgelegenheid (PB L 170 van 29.6.2002, blz. 1).

Besluit van de Raad van 22 juli 2003 tot oprichting van een Raadgevend Comité voor veiligheid en gezondheid op de arbeidsplaats (PB C 218 van 13.9.2003, blz. 1).

Besluit nr. 803/2004/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 april 2004 tot vaststelling van een communautair actieprogramma (2004-2008) ter voorkoming en bestrijding van geweld tegen kinderen, jongeren en vrouwen en ter bescherming van slachtoffers en risicogroepen (Daphne II-programma) (PB L 143 van 30.4.2004, blz. 1).

Beschikking nr. 1554/2005/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 september 2005 tot wijziging van Beschikking 2001/51/EG van de Raad betreffende het programma in verband met de communautaire strategie inzake de gelijkheid van mannen en vrouwen en Besluit nr. 848/2004/EG tot vaststelling van een communautair actieprogramma ter bevordering van organisaties die op Europees niveau op het gebied van de gelijkheid van mannen en vrouwen actief zijn (PB L 255 van 30.9.2005, blz. 9).

Besluit nr. 1672/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 2006 tot vaststelling van een communautair programma voor werkgelegenheid en maatschappelijke solidariteit — Progress (PB L 315 van 15.11.2006, blz. 1).

Besluit 2007/252/EG van de Raad van 19 april 2007 tot vaststelling van het specifieke programma Grondrechten en burgerschap voor de periode 2007-2013 als onderdeel van het algemene programma Grondrechten en justitie (PB L 110 van 27.4.2007, blz. 33).

Besluit nr. 779/2007/EG van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2007 tot vaststelling van een specifiek programma ter voorkoming en bestrijding van geweld tegen kinderen, jongeren en vrouwen en ter bescherming van slachtoffers en risicogroepen voor de periode 2007-2013 (het Daphne III-programma) als onderdeel van het algemene programma Grondrechten en justitie (PB L 173 van 3.7.2007, blz. 19).

Referentiebesluiten

Taak die voortvloeit uit de specifieke bevoegdheden die krachtens de artikelen 136, 137 en 140 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap (artikelen 151, 153 en 156 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie) rechtstreeks aan de Commissie worden toegekend.

Overeenkomst gesloten in 1959 tussen de Hoge Autoriteit van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal en het Internationaal Centrum voor informatie betreffende arbeidsveiligheid en -hygiëne van het Internationaal Arbeidsbureau.

Mededeling van de Commissie van 6 april 2005 aan de Raad en het Europees Parlement tot vaststelling van een kaderprogramma met betrekking tot de grondrechten en justitie voor de periode 2007-2013 (COM(2005) 122 final).

33 02 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

33 02 77 04

Proefproject — Methodologie op Unieniveau voor de ontwikkeling van op feiten gebaseerd beleid inzake kinderrechten

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

240 481

0,—

592 237,50

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

33 02 77 05

Proefproject — Werkgelegenheid voor personen met een handicap in het autistisch spectrum

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

0,—

0,—

Toelichting

Deze post dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

33 02 77 06

Proefproject — Ontwikkeling van indicatoren om de tenuitvoerlegging van het Europees Handvest voor gelijkheid van vrouwen en mannen in het lokale leven te meten

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

493 781

p.m.

470 141

0,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

33 02 77 08

Proefproject — Kennisplatform voor beroepsbeoefenaars die te maken hebben met genitale verminking bij vrouwen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

507 432

p.m.

392 568

900 000,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

33 02 77 09

Proefproject — Capaciteitsopbouw voor maatschappelijke Roma-organisaties en versterking van hun rol bij de monitoring van nationale strategieën voor integratie van de Roma

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

938 813

750 000

811 187

1 000 000,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

33 02 77 10

Proefproject — Evaluatie vanuit het oogpunt van de grondrechten van instrumenten en programma's van de Unie voor het vergaren van gegevens

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

375 000

750 000

375 000

   

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Dit proefproject dient ter oprichting en ondersteuning van een onafhankelijke groep deskundigen die een evaluatie vanuit het oogpunt van de grondrechten moet uitvoeren van bestaande Uniewetgeving, -instrumenten en overeenkomsten met derde partijen waarbij sprake is van het vergaren, bewaren, opslaan of overbrengen van persoonsgegevens.

Gezien de voornaamste conclusie van het arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie in de gevoegde zaken C-293/12 en C-594/12, waarmee de richtlijn gegevensbescherming ongeldig werd verklaard, en rekening houdend met de huidige ontwikkelingen inzake de goedkeuring van voorstellen voor hervorming van de gegevensbescherming in de Unie, zoals gepresenteerd door de Commissie op 25 januari 2012, dient het proefproject ter ondersteuning van de activiteiten van een groep onafhankelijke deskundigen die tot taak hebben de verenigbaarheid van Unie-instrumenten en -mechanismen voor gegevensvergaring met het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie te evalueren, met specifieke aandacht voor de toepassing van het proportionaliteitsbeginsel en de beoordeling van relevante waarborgen inzake handhaving van het fundamentele recht op eerbiediging van het privéleven en op bescherming van persoonsgegevens.

De activiteiten van de groep deskundigen moeten met name het volgende omvatten:

 

in kaart brengen van bestaande Uniewetgeving (en de eventuele omzetting in nationaal recht), instrumenten en samenwerking op het gebied van wetshandhaving, en akkoorden met derden inzake het vergaren, bewaren, opslaan of overbrengen van persoonsgegevens;

 

juridische analyse en evaluatie vanuit het oogpunt van de grondrechten, in het licht van de recentste jurisprudentie van de Unie op het gebied van privacy en de bescherming van persoonsgegevens;

 

analyse en beoordeling van alle gevolgen van bestaande Unieprogramma's voor gegevensvergaring, teneinde mogelijke lacunes of inmenging ter zake van de grondrechten vast te stellen;

 

ontwikkeling van specifieke beleidsaanbevelingen voor elk geïdentificeerd en geëvalueerd element.

De onafhankelijke groep deskundigen kan met name bestaan uit en gebruik maken van de expertise van toezichthoudende autoriteiten op het gebied van gegevensbescherming, waaronder de Europese toezichthouder voor gegevensbescherming.

Op basis van de opgestelde specifieke beleidsaanbevelingen kan de groep deskundigen tevens algemene richtsnoeren ontwikkelen voor Unie-instrumenten en -mechanismen voor gegevensvergaring.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

33 02 77 11

Proefproject — De bevordering van eigenaarschap en participatie van werknemers

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

88 574,60

Toelichting

Oude post 12 02 77 04

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

33 02 77 12

Voorbereidende actie — Capaciteitsopbouw voor maatschappelijke Roma-organisaties en versterking van de rol van Roma bij de monitoring van nationale strategieën voor integratie van de Roma

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

500 000

250 000

       

Toelichting

In het EU-kader voor nationale strategieën voor integratie van de Roma wordt de lidstaten verzocht sterke monitoringmechanismen in te voeren en het maatschappelijk middenveld, inclusief Roma-organisaties, te betrekken bij de tenuitvoerlegging en monitoring van de strategieën. Er is capaciteitsopbouw nodig om de plaatselijke maatschappelijke Roma-organisaties voor te bereiden op hun bijdrage aan de planning en uitvoering van de programma's.

De voorbereidende actie bouwt voort op het proefproject, gesteund door het Europees Parlement, op de begrotingen 2014 en 2015, dat diende om bij te dragen aan het creëren en vergroten van de capaciteit van plaatselijke maatschappelijke organisaties van Roma, alsmede om een monitoringmechanisme te bieden voor de integratie en inclusie van Roma, in het bijzonder door het opstellen en verspreiden van „schaduwrapporten”. De „schaduwrapporten” moeten maatschappelijke samenwerkingsverbanden in staat stellen de door de lidstaten ingediende verslagen inzake de uitvoering van hun strategieën aan te vullen, of alternatieve informatie en cijfers te leveren. Deze schaduwrapporten zouden plaatselijke kennis kunnen inbrengen voor nationale en Europese beleidvormingsprocessen en nader kunnen ingaan op de werkelijke maatschappelijke impact van regeringsprogramma's. De monitoring zal met name betrekking hebben op de plaatselijke uitvoering van strategieën op de vier kerngebieden met betrekking tot antidiscriminatie en gendergelijkheid: werkgelegenheid, onderwijs, huisvesting en gezondheidszorg, en zou ook informatie verschaffen over de betrokkenheid van het maatschappelijk middenveld, het gebruik van Uniemiddelen en de mainstreaming van maatregelen voor de integratie van Roma.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

33 02 77 13

Proefproject — Europese verscheidenheid

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 000 000

500 000

       

Toelichting

Dit proefproject heeft tot doel het motto van de Europese Unie „Eenheid in verscheidenheid” kracht bij te zetten, vooral op lokaal en regionaal niveau. Het is erop gericht Unieburgers in regio's met een multiculturele en meertalige achtergrond, of regio's waar minderheidsgroepen te maken hebben met uitsluiting of discriminatie, de mogelijkheid te bieden elkaars cultuur, taal, en identiteit beter te begrijpen.

Wederzijds begrip, respect en tolerantie zijn kernelementen voor een vruchtbare co-existentie van verschillende etnische, religieuze, nationale en taalkundige groepen, alsmede meer in het algemeen van verschillende generaties en minderheidsgroepen.

Het proefproject draagt bij aan de werkzaamheden die reeds zijn verricht op het gebied van non-discriminatie, onderwijs en taalonderricht, met als specifiek doel om verschillende maatschappelijke groepen te bereiken en de multiculturele dialoog tussen Unieburgers op lokaal en regionaal niveau te stimuleren en gezamenlijke acties op Unieniveau te bevorderen.

Diversiteit is een van de sterke kanten van de Unie en een bron van rijkdom. Daarom moet diversiteit afdoende worden bevorderd en moet duidelijk worden gemaakt dat het de Unie meerwaarde geeft. Het proefproject dient ter financiering van opleidingen, seminars, workshops en conferenties over het behoud van de unieke diversiteit van de Unie en manieren om eenheid in verscheidenheid te bevorderen.

Ook wordt de uitwisseling van goede praktijken bevorderd met de bestrijding van discriminatie en de bevordering van verscheidenheid op lokaal en regionaal niveau. Het proefproject biedt tevens meerwaarde door bij te dragen aan het vaststellen en aanpakken van discriminerende praktijken op lokaal en regionaal niveau, de bekendheid van Unieburgerschap en de daaruit voortvloeiende rechten te vergroten en begrip te kweken tussen meerderheden en minderheden in de samenleving.

De doelgroepen voor dit proefproject zijn: lokale en regionale belanghebbenden, in het bijzonder openbare autoriteiten (steden, regio's en gemeenten), NGO's, jongerenorganisaties, scholen, het maatschappelijk middenveld en ondernemingen.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

33 02 77 14

Proefproject — E-voting: „Inzet van moderne technologie voor een actiever en democratischer kiesprocedure”

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 000 000

500 000

       

Toelichting

De Unie is de afgelopen 25 jaar flink veranderd, net als de Europese maatschappij: Unieburgers genieten vrijheid van verkeer, en leven en werken steeds vaker in andere lidstaten. De politieke participatie van deze burgers in hun land van herkomst kan worden belemmerd door bureaucratie en verouderde kiesprocedures. Tegelijkertijd vormt de lage opkomst bij verkiezingen, waaronder Europese verkiezingen, een uitdaging voor de huidige democratieën. Om deze kwesties aan te pakken moeten manieren worden onderzocht om deelname aan verkiezingen door alle burgers in het buitenland te stimuleren door het gemakkelijker te maken te stemmen met behulp van gestroomlijnde procedures, onder meer door gebruik te maken van moderne technologieën.

Dit proefproject dient om mogelijke alternatieve manieren te onderzoeken om op afstand te stemmen, met nadruk op de voordelen van een e-voting-systeem, hetgeen moet leiden tot een „Gids voor beste praktijken voor stemmen op afstand”, op basis van een gedetailleerde studie. Deze gids kan ertoe bijdragen dat de stemprocedure toegankelijker wordt gemaakt voor burgers, dat een bredere groep stemmers wordt gemobiliseerd en daarmee de democratische participatie op Unieniveau wordt versterkt.

Op basis van ervaringen van de lidstaten en raadpleging van relevante organisaties, universiteiten en sectoren worden met de studie de voordelen en risico's van stemmen op afstand beoordeeld.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

HOOFDSTUK 33 03 —   JUSTITIE

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

% Betalingen 2014-2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

33 03

JUSTITIE

33 03 01

Ondersteunen en bevorderen van justitiële opleiding en vergemakkelijken van daadwerkelijke toegang tot de rechter voor allen

3

33 168 000

23 210 433

30 636 000

14 993 389

28 580 000,—

7 500 543,46

32,32

33 03 02

Vergemakkelijken en ondersteunen van justitiële samenwerking in burgerlijke en strafzaken

3

14 570 000

10 100 000

14 415 000

7 705 708

14 228 000,—

404 701,31

4,01

33 03 04

Europese Eenheid voor de versterking van de justitiële samenwerking (Eurojust)

3

42 948 737

42 948 737

32 584 000

32 584 000

33 667 239,—

33 667 239,—

78,39

33 03 51

Voltooiing van maatregelen op het gebied van justitie

3

p.m.

7 500 000

p.m.

15 578 636

365 968,85

29 386 640,53

391,82

33 03 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

33 03 77 01

Proefproject — Effectbeoordeling van wetgevingsmaatregelen in het verbintenissenrecht

3

p.m.

p.m.

0,—

0,—

 

33 03 77 02

Proefproject — Europese justitiële opleiding

3

p.m.

p.m.

p.m.

525 551

0,—

1 094 438,30

 

33 03 77 03

Proefproject — Voorlichtingsinstrument voor partners met twee nationaliteiten

3

p.m.

p.m.

p.m.

397 672

0,—

521 882,38

 

33 03 77 04

Proefproject — Kinderen bewust maken van hun rechten in gerechtelijke procedures

3

p.m.

394 669

p.m.

305 331

700 000,—

0,—

0

 

Artikel 33 03 77 — Subtotaal

 

p.m.

394 669

p.m.

1 228 554

700 000,—

1 616 320,68

409,54

 

Hoofdstuk 33 03 — Totaal

 

90 686 737

84 153 839

77 635 000

72 090 287

77 541 207,85

72 575 444,98

86,24

33 03 01

Ondersteunen en bevorderen van justitiële opleiding en vergemakkelijken van daadwerkelijke toegang tot de rechter voor allen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

33 168 000

23 210 433

30 636 000

14 993 389

28 580 000,—

7 500 543,46

Toelichting

Dit krediet heeft tot doel bij te dragen tot het ondersteunen en bevorderen van justitiële opleiding, waaronder taalopleiding over juridische terminologie, met het oog op het stimuleren van een gemeenschappelijke rechtscultuur en het vergemakkelijken van de daadwerkelijke toegang tot de rechter voor allen, met inbegrip van het bevorderen en ondersteunen van de rechten van slachtoffers van misdrijven, met inachtneming van de rechten van de verdediging.

Dit krediet dient in het bijzonder ter financiering van de volgende soorten maatregelen:

 

analytische werkzaamheden, zoals het verzamelen van gegevens en statistieken, waar wenselijk naar gender uitgesplitst; het ontwikkelen van gemeenschappelijke methoden en, in voorkomend geval, indicatoren of benchmarks; studies, onderzoek, analyses en enquêtes; evaluaties; het opstellen en publiceren van handleidingen, rapporten en educatief materiaal; workshops, seminars, vergaderingen van deskundigen en conferenties;

 

opleidingsactiviteiten, ook vanuit een genderbewustzijnsperspectief, zoals uitwisseling van personeel, workshops, seminars, opleiding van opleiders, waaronder taalopleidingen over juridische terminologie, en ontwikkeling van online opleidingsinstrumenten of andere opleidingsmodules voor magistraten en justitieel personeel;

 

activiteiten inzake wederzijds leren, samenwerking, bewustmaking en verspreiding, zoals het vaststellen en uitwisselen van beproefde methoden, innovatieve benaderingen en ervaringen; het organiseren van intercollegiale toetsing en wederzijds leren; de organisatie van conferences, seminars, informatiecampagnes, waaronder institutionele communicatie over de politieke prioriteiten van de Unie, voor zover die verband houden met de doelstellingen van het programma Justitie („het programma”); het compileren en publiceren van materiaal voor de verspreiding van informatie over het programma en de resultaten ervan; het ontwikkelen, exploiteren en onderhouden van systemen en instrumenten die gebruikmaken van ICT, met inbegrip van de verdere ontwikkeling van het Europese e-justitieportaal als instrument om de toegang van burgers tot de rechter te verbeteren;

 

ondersteunen van de voornaamste actoren wier activiteiten tot de tenuitvoerlegging van de doelstellingen van het programma bijdragen, zoals steun voor lidstaten bij de uitvoering van het recht en het beleid van de Unie en voor de belangrijkste actoren en netwerken op Unieniveau, ook op het gebied van justitiële opleiding; en ondersteunen van netwerkactiviteiten op Unieniveau tussen gespecialiseerde instanties en entiteiten alsmede nationale, regionale en plaatselijke autoriteiten en niet-gouvernementele organisaties.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 daarvan en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de EVA-staten, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van toetredingslanden, kandidaat-lidstaten en potentiële kandidaten voor deelname aan Unieprogramma’s en zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot het opvoeren van extra kredieten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1382/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een programma „Justitie” voor de periode 2014-2020 (PB L 354 van 28.12.2013, blz. 73), met name artikel 4, lid 1, onder b) en c), en artikel 6.

33 03 02

Vergemakkelijken en ondersteunen van justitiële samenwerking in burgerlijke en strafzaken

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

14 570 000

10 100 000

14 415 000

7 705 708

14 228 000,—

404 701,31

Toelichting

Dit krediet heeft tot doel bij te dragen aan het vergemakkelijken en ondersteunen van justitiële samenwerking in burgerlijke en strafzaken.

Dit krediet dient in het bijzonder ter financiering van de volgende soorten maatregelen:

 

analytische werkzaamheden, zoals het verzamelen van gegevens en statistieken; het ontwikkelen van gemeenschappelijke methoden en, in voorkomend geval, indicatoren of benchmarks; studies, onderzoek, analyses en enquêtes; evaluaties; het opstellen en publiceren van handleidingen, rapporten en educatief materiaal; workshops, seminars, vergaderingen van deskundigen en conferenties;

 

opleidingsactiviteiten, zoals uitwisseling van personeel, workshops, seminars, opleiding van opleiders, waaronder taalopleidingen over juridische terminologie, en ontwikkeling van online opleidingsinstrumenten of andere opleidingsmodules voor magistraten en justitieel personeel;

 

activiteiten inzake wederzijds leren, samenwerking, bewustmaking en verspreiding, zoals het vaststellen en uitwisselen van beproefde methoden, innovatieve benaderingen en ervaringen; het organiseren van intercollegiale toetsing en wederzijds leren; het organiseren van conferences, seminars en informatiecampagnes, waaronder institutionele communicatie over de politieke prioriteiten van de Unie, voor zover die verband houden met de doelstellingen van het programma Justitie („het programma”); het compileren en publiceren van materiaal voor de verspreiding van informatie over het programma en de resultaten ervan; het ontwikkelen, exploiteren en onderhouden van systemen en instrumenten die gebruikmaken van ICT, met inbegrip van de verdere ontwikkeling van het Europese e-justitieportaal als instrument om de toegang van burgers tot de rechter te verbeteren;

 

ondersteunen van de voornaamste actoren wier activiteiten tot de tenuitvoerlegging van de doelstellingen van het programma bijdragen, zoals steun voor lidstaten bij de uitvoering van het recht en het beleid van de Unie en voor de belangrijkste Europese actoren en netwerken, ook op het gebied van justitiële opleiding en de rechten van de verdediging; en ondersteunen van netwerkactiviteiten op Europees niveau tussen gespecialiseerde instanties en entiteiten alsmede nationale, regionale en plaatselijke autoriteiten en niet-gouvernementele organisaties.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 daarvan en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de EVA-staten, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van toetredingslanden, kandidaat-lidstaten en potentiële kandidaat-lidstaten voor deelname aan Unieprogramma’s en zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot het opvoeren van extra kredieten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1382/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een programma „Justitie” voor de periode 2014-2020 (PB L 354 van 28.12.2013, blz. 73), met name artikel 4, lid 1, onder a), en artikel 6, lid 1.

33 03 04

Europese Eenheid voor de versterking van de justitiële samenwerking (Eurojust)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

42 948 737

42 948 737

32 584 000

32 584 000

33 667 239,—

33 667 239,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de personeelsuitgaven en administratieve uitgaven van Eurojust (titels 1 en 2) en de beleidsuitgaven met betrekking tot het werkprogramma van Eurojust (titel 3).

Eurojust moet het Europees Parlement en de Raad in kennis stellen van elke kredietoverschrijving tussen administratieve en beleidsuitgaven.

De bedragen die overeenkomstig artikel 20 van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1271/2013 van de Commissie worden terugbetaald, worden beschouwd als bestemmingsontvangsten (artikel 21, lid 3, onder c), van het Financieel Reglement), die moeten worden geboekt bij post 6 6 0 0 van de algemene staat van ontvangsten.

De personeelsformatie van Eurojust is opgenomen in de bijlage „Personeel” van deze afdeling.

De bijdrage van de Unie voor 2016 bedraagt in totaal 43 539 737 EUR. Aan het in de begroting opgevoerde bedrag van 42 948 737 EUR is een bedrag van 591 000 EUR toegevoegd afkomstig van de terugvordering van overschotten.

Rechtsgronden

Besluit 2002/187/JBZ van de Raad van 28 februari 2002 betreffende de oprichting van Eurojust teneinde de strijd tegen ernstige vormen van criminaliteit te versterken (PB L 63 van 6.3.2002, blz. 1).

Besluit 2009/426/JBZ van de Raad van 16 december 2008 inzake het versterken van Eurojust en tot wijziging van Besluit 2002/187/JBZ betreffende de oprichting van Eurojust teneinde de strijd tegen ernstige vormen van criminaliteit te versterken (PB L 138 van 4.6.2009, blz. 14).

33 03 51

Voltooiing van maatregelen op het gebied van justitie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

7 500 000

p.m.

15 578 636

365 968,85

29 386 640,53

Toelichting

Oud artikel 33 03 51 (ten dele)

Dit krediet dient ter dekking van betalingen in verband met nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren.

Rechtsgronden

Beschikking 2001/470/EG van de Raad van 28 mei 2001 betreffende de oprichting van een Europees justitieel netwerk in burgerlijke en handelszaken (PB L 174 van 27.6.2001, blz. 25).

Verordening (EG) nr. 743/2002 van de Raad van 25 april 2002 tot vaststelling van een algemeen communautair kader voor activiteiten ter vergemakkelijking van de justitiële samenwerking in burgerlijke zaken (PB L 115 van 1.5.2002, blz. 1).

Besluit 2004/100/EG van de Raad van 26 januari 2004 tot instelling van een communautair actieprogramma ter bevordering van actief Europees burgerschap („civic participation”) (PB L 30 van 4.2.2004, blz. 6).

Besluit 2007/126/JBZ van de Raad van 12 februari 2007 tot vaststelling van het specifieke programma Strafrecht voor de periode 2007-2013 als onderdeel van het Algemene programma Grondrechten en justitie (PB L 58 van 24.2.2007, blz. 13).

Besluit nr. 1149/2007/EG van het Europees Parlement en de Raad van 25 september 2007 tot vaststelling van het specifieke programma Civiel recht voor de periode 2007-2013 als onderdeel van het algemene programma Grondrechten en justitie (PB L 257 van 3.10.2007, blz. 16).

Referentiebesluiten

Mededeling van de Commissie van 6 april 2005 aan de Raad en het Europees Parlement tot vaststelling van een kaderprogramma met betrekking tot de grondrechten en justitie voor de periode 2007-2013 (COM(2005) 122 final).

33 03 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

33 03 77 01

Proefproject — Effectbeoordeling van wetgevingsmaatregelen in het verbintenissenrecht

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

0,—

0,—

Toelichting

Deze post dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

33 03 77 02

Proefproject — Europese justitiële opleiding

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

525 551

0,—

1 094 438,30

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

33 03 77 03

Proefproject — Voorlichtingsinstrument voor partners met twee nationaliteiten

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

397 672

0,—

521 882,38

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

33 03 77 04

Proefproject — Kinderen bewust maken van hun rechten in gerechtelijke procedures

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

394 669

p.m.

305 331

700 000,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

HOOFDSTUK 33 04 —   CONSUMENTENPROGRAMMA

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

% Betalingen 2014-2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

33 04

CONSUMENTENPROGRAMMA

33 04 01

Vrijwaring van de belangen en verbetering van de veiligheid en de voorlichting van consumenten

3

23 102 000

16 500 000

21 866 000

12 373 045

21 841 036,50

1 316 442,74

7,98

33 04 51

Voltooiing van activiteiten van de Unie ten behoeve van de consumenten

3

p.m.

1 700 000

p.m.

5 752 675

0,—

15 789 945,40

928,82

33 04 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

33 04 77 01

Proefproject — Transparantie en stabiliteit op de financiële markten

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

104 973,—

 

33 04 77 02

Voorbereidende actie — Toezichtmaatregelen op het gebied van het consumentenbeleid

3

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

370 120,—

 

33 04 77 03

Proefproject — Applicatie voor mobiele apparatuur Your Europe Travel

2

p.m.

p.m.

p.m.

100 000

500 000,—

0,—

 

33 04 77 04

Proefproject — Training voor kmo's over consumentenrechten in het digitale tijdperk

3

p.m.

500 000

1 000 000

500 000

     

33 04 77 05

Proefproject — Empowerment en informatieverstrekking aan consumenten over de veiligheid van producten en markttoezicht op de digitale interne markt

3

325 000

150 000

         
 

Artikel 33 04 77 — Subtotaal

 

325 000

650 000

1 000 000

600 000

500 000,—

475 093,—

73,09

 

Hoofdstuk 33 04 — Totaal

 

23 427 000

18 850 000

22 866 000

18 725 720

22 341 036,50

17 581 481,14

93,27

33 04 01

Vrijwaring van de belangen en verbetering van de veiligheid en de voorlichting van consumenten

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

23 102 000

16 500 000

21 866 000

12 373 045

21 841 036,50

1 316 442,74

Toelichting

Oud artikel 17 02 01

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor de realisatie van de doelstellingen van het meerjarige Consumentenprogramma voor de periode 2014-2020. Het programma moet een hoog niveau van consumentenbescherming garanderen en de consument mondig maken in de interne markt, in het kader van een algemene strategie voor slimme, duurzame en inclusieve groei, door bij te dragen tot de bescherming van de gezondheid, de veiligheid en de wettige en economische belangen van de consument, alsook door hun recht op voorlichting en opvoeding te bevorderen, evenals hun recht om zich te organiseren om hun belangen te verdedigen, en door de integratie van deze consumentenbelangen op andere beleidsterreinen te steunen. Het programma zal het beleid van de lidstaten aanvullen, ondersteunen en monitoren.

Deze algemene doelstelling zal door middel van de volgende vier specifieke doelstellingen worden nagestreefd:

 

veiligheid: consolideren en vergroten van de productveiligheid via een doeltreffend markttoezicht in de gehele Unie;

 

voorlichting en opvoeding en steun aan consumentenorganisaties: verbeteren van de opvoeding en de voorlichting van de consumenten en de kennis van hun rechten, ontwikkelen van de feitenbank voor het consumentenbeleid en verlenen van steun aan consumentenorganisaties, rekening houdend met de specifieke behoeften van kwetsbare consumenten;

 

rechten en rechtsmiddelen: ontwikkelen en versterken van de consumentenrechten met name via slimme regelgevende actie en verbetering van de toegang tot eenvoudige, doeltreffende, doelmatige en voordelige rechtsmiddelen, waaronder alternatieve geschillenbeslechting;

 

handhaving: ondersteunen van de handhaving van de rechten van de consumenten door de versterking van de samenwerking tussen nationale handhavingsorganen en door ondersteuning van de consumenten met advies.

Het nieuwe programma moet ook rekening houden met nieuwe maatschappelijke uitdagingen die de laatste jaren belangrijker zijn geworden. Zij omvatten: de grotere complexiteit van de besluitvorming op het gebied van consumentenzaken, de noodzaak om te komen tot duurzamere consumptiepatronen, de kansen en bedreigingen van de digitalisering, een toename van de sociale uitsluiting en het aantal kwetsbare consumenten en een vergrijzende bevolking.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan programma's van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 254/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2014 tot vaststelling van een meerjarig consumentenprogramma voor de jaren 2014-2020 en tot intrekking van Besluit nr. 1926/2006/EG (PB L 84 van 20.3.2014, blz. 42).

33 04 51

Voltooiing van activiteiten van de Unie ten behoeve van de consumenten

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

1 700 000

p.m.

5 752 675

0,—

15 789 945,40

Toelichting

Oud artikel 17 02 51

Dit krediet dient voor de afwikkeling van de vastleggingen voor de vorige jaren in het kader van Besluit nr. 20/2004/EG. Dat besluit is ingetrokken bij Besluit nr. 1926/2006/EG.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan programma's van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Besluit nr. 20/2004/EG van het Europees Parlement en de Raad van 8 december 2003 tot vaststelling van een algemeen kader voor de financiering van communautaire acties ter ondersteuning van het consumentenbeleid in de periode 2004-2007 (PB L 5 van 9.1.2004, blz. 1).

Besluit nr. 1926/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot vaststelling van een communautair actieprogramma op het gebied van consumentenbeleid (2007-2013) (PB L 404 van 30.12.2006, blz. 39).

33 04 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

33 04 77 01

Proefproject — Transparantie en stabiliteit op de financiële markten

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

104 973,—

Toelichting

Oude post 17 02 77 01

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

33 04 77 02

Voorbereidende actie — Toezichtmaatregelen op het gebied van het consumentenbeleid

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

370 120,—

Toelichting

Oude post 17 02 77 02

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

33 04 77 03

Proefproject — Applicatie voor mobiele apparatuur Your Europe Travel

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

100 000

500 000,—

0,—

Toelichting

Oude post 17 02 77 03

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

33 04 77 04

Proefproject — Training voor kmo's over consumentenrechten in het digitale tijdperk

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

500 000

1 000 000

500 000

   

Toelichting

Oude post 17 02 77 04

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Het proefproject dient om kleine en middelgrote ondernemingen (kmo's) te helpen bij het naleven van de wetgeving betreffende consumentenbescherming bij onlinetransacties. Een betere naleving van de regels zou de problemen voor consumenten verminderen en voordelig zijn voor ondernemers doordat problemen met handhavingsinstanties voorkomen worden:

 

de Commissie dient een aanbesteding uit te schrijven voor het opstellen van trainingsmodules voor kmo's betreffende consumentenovereenkomstenrecht en marketingrecht van de Unie, met onder meer aandacht voor Richtlijn 2011/83/EU (richtlijn consumentenrechten), Richtlijn 2000/31/EG (richtlijn e-handel) en de desbetreffende nationale wetgeving in de lidstaten. Deze modules moeten gratis ter beschikking worden gesteld aan consumenten- en ondernemersorganisaties;

 

de modules worden vormgegeven als offline cursussen voor alle lidstaten (plus Noorwegen en IJsland) in alle talen van de lidstaten. In een tweede fase kunnen de modules worden aangepast voor gebruik online om ook de grensoverschrijdende handel te vergemakkelijken;

 

consumenten- en ondernemersorganisaties worden aangemoedigd deze modules te gebruiken om kmo's trainingsprogramma's aan te bieden inzake hun verplichtingen;

 

de aanvangsfase van het project loopt van medio 2015 tot medio 2016, en is bedoeld voor de opstelling van trainingsmodules en de organisatie van het proces, waarna de uitvoeringsfase begint. De trainingsmodules worden in de loop der tijd verbeterd en aangevuld, waarbij correcties kunnen plaatsvinden op basis van feedback, en ook aanpassingen nodig kunnen zijn vanwege wetswijzigingen of marktontwikkelingen;

 

er zal een conferentie worden georganiseerd om de start van het project in te luiden, waar alle belanghebbenden voor worden uitgenodigd (consumenten- en ondernemersorganisaties, juristen, autoriteiten), waarna om de twee jaar een conferentie zal plaatsvinden. Op deze wijze kan de voortgang worden beoordeeld, de mate waarin van de training gebruikt wordt gemaakt worden geanalyseerd, de doeltreffendheid worden geëvalueerd en grotere bekendheid worden gegeven aan het project.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

33 04 77 05

Proefproject — Empowerment en informatieverstrekking aan consumenten over de veiligheid van producten en markttoezicht op de digitale interne markt

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

325 000

150 000

       

Toelichting

Dit proefproject omvat een specifiek fonds ter financiering van het testen van een strategie die uitgevoerd moet worden onder auspiciën van de Commissie.

Het proefproject moet bijdragen aan:

 

de uitvoering van een grote publieke informatiecampagne over de veiligheid van producten en markttoezicht om consumenten en ondernemingen bewuster te maken van de positieve en negatieve aspecten van e-handel;

 

aanvullende gecoördineerde informatieverstrekking op Unieniveau.

In een werkelijk verbonden digitale interne markt moet elke consument kunnen vertrouwen op de veiligheid van online gekochte producten, waar ze zich in de Unie ook bevinden. Daartoe moet het vertrouwen van de consumenten in de marktdeelnemers die aan onlineverkoop doen en de handhavende autoriteiten versterkt worden, en moeten consumenten door middel van informatieverstrekking tevens in staat worden gesteld hun rol als verantwoordelijke kopers op doeltreffende wijze te vervullen. Een digitale consument die voor zichzelf kan opkomen en goed beschermd en geïnformeerd is, is een investering in onze toekomst. Daartoe moeten consumenten worden beschermd, moet hun vertrouwen worden gewekt, en moet de verantwoordelijkheid van onlineconsumenten worden versterkt. Nationale fora zijn de meest geschikte manier om consumenten van informatie te voorzien en de consumenten van morgen op te voeden. In een steeds meer geglobaliseerde wereld is het op de hoogte zijn van de consumentenrechten en van de veiligheidsmaatregelen die genomen moeten worden van wezenlijk belang om bescherming, vertrouwen en sociale verantwoordelijk bij het aankopen te waarborgen. Gezien de snelle ontwikkeling van internet, sociale media en onlinenetwerken, en ook van onlineaanbiedingen van (vaak trendy) producten van over de hele wereld, ook uit landen waar de veiligheidsnormen minder zijn dan die in de Unie, zullen tieners waarschijnlijk de meeste nadelen ondervinden van een gebrek aan kennis.

Dit proefproject biedt belanghebbenden en burgers een middel om inzicht te krijgen in de verstrekking van informatie aan consumenten en deze waardevolle informatie aan anderen door te geven door middel van horizontale projecten. In dit verband kunnen ook aanbieders van diensten informatie krijgen over de wijze waarop zij belasting kunnen afdragen op grensoverschrijdende transacties, d.w.z. hoe efficiënt gebruik te maken van het VATMOSS-systeem.

Leden van de deskundigengroep van de Commissie over de veiligheid van online verkochte producten hebben vastgesteld dat de doeltreffendste manier om consumenten te beschermen tegen risico's in verband met online gekochte producten is om ze te wijzen op de nadelen van onlineaankopen en ze in staat te stellen goed geïnformeerde onlineverkoopbeslissingen te nemen.

De deskundigengroep werkt momenteel aan een set richtsnoeren voor autoriteiten voor markttoezicht, onder meer met betrekking tot twee belangrijke elementen die bijdragen aan het informeren van consumenten over de veiligheid van onlineproducten:

 

de informatie waar consumenten van op de hoogte moeten zijn (bv. dat er productveiligheidsvoorschriften zijn en dat zij moeten nagaan of producten aan deze regels voldoen, het feit dat autoriteiten verantwoordelijk zijn voor de controle van het internet, maar hiervoor slechts beperkte middelen en bevoegdheden hebben, vooral buiten de Unie, dat consumenten klachten kunnen indienen of op enige andere wijze de autoriteiten op de hoogte kunnen brengen van problemen met onlineverkoop, enz.);

 

de manieren waarop deze informatie aan de consumenten wordt verstrekt (via websites, campagnes, sociale of conventionele media, consumentenorganisaties, klachtenstelsels, enz.).

Wanneer er in Europa ergens onveilige producten opduiken, moet het in de handel brengen daarvan kunnen worden stopgezet en moeten de betrokken bedrijven gedwongen kunnen worden de bewuste producten terug te roepen of ze van de Uniemarkt te verwijderen. Dit zal het vertrouwen van de consument bij de aanschaf van producten op de Uniemarkt ten goede komen.

Het proefproject kan ook in de praktijk de aanbevelingen inzake advisering testen (die eind 2015 afgerond moesten zijn), onder meer door concrete mededelingen op te stellen in alle Unietalen en feedback te verzamelen. De aanvangsfase van het project loopt van medio 2016 tot medio 2017, en is bedoeld voor de opstelling van modules en de organisatie van het proces, waarna de uitvoeringsfase begint. De modules worden ontwikkeld aan de hand van bestaande of nieuwe kennis en richtsnoeren en worden in de loop der tijd verbeterd en aangevuld, waarbij correcties kunnen plaatsvinden op basis van feedback, en ook aanpassingen nodig kunnen zijn vanwege wetswijzigingen of marktontwikkelingen.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

TITEL 34

KLIMAATACTIE

Algemene samenvatting van de kredieten (2016 en 2015) en van de uitvoering (2014)

 

Titel

Hoofdstuk

Rubriek

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

34 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN OP HET BELEIDSTERREIN „KLIMAATACTIE”

24 908 278

24 908 278

22 083 645

22 083 645

22 387 775,99

22 387 775,99

34 02

KLIMAATACTIE OP HET NIVEAU VAN DE UNIE EN OP INTERNATIONAAL NIVEAU

112 606 000

57 036 000

105 364 250

62 163 365

99 144 094,17

28 947 668,97

 

Titel 34 — Totaal

137 514 278

81 944 278

127 447 895

84 247 010

121 531 870,16

51 335 444,96

HOOFDSTUK 34 01 —   ADMINISTRATIEVE UITGAVEN OP HET BELEIDSTERREIN „KLIMAATACTIE”

De artikelen 1, 2, 3 en 5 zijn in detail weergegeven in hoofdstuk XX 01

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

% 2014-2016

34 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN OP HET BELEIDSTERREIN „KLIMAATACTIE”

34 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen op het beleidsterrein „Klimaatactie”

5,2

17 073 081

14 230 948

14 217 785,14

83,28

34 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven ter ondersteuning van het beleidsterrein „Klimaatactie”

34 01 02 01

Extern personeel

5,2

1 622 964

1 645 320

1 939 816,—

119,52

34 01 02 11

Overige beheersuitgaven

5,2

1 840 611

1 920 281

1 963 505,—

106,68

 

Artikel 34 01 02 — Subtotaal

 

3 463 575

3 565 601

3 903 321,—

112,70

34 01 03

Uitgaven in verband met uitrusting en diensten voor informatie- en communicatietechnologie op het beleidsterrein „Klimaatactie”

5,2

1 089 622

903 466

1 016 017,38

93,24

34 01 04

Ondersteunende uitgaven voor operaties en programma's op het beleidsterrein „Klimaatactie”

34 01 04 01

Ondersteunende uitgaven voor het programma voor het milieu en klimaatactie (Life) — Subprogramma Klimaatactie

2

3 282 000

3 383 630

3 250 652,47

99,04

 

Artikel 34 01 04 — Subtotaal

 

3 282 000

3 383 630

3 250 652,47

99,04

 

Hoofdstuk 34 01 — Totaal

 

24 908 278

22 083 645

22 387 775,99

89,88

34 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen op het beleidsterrein „Klimaatactie”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

17 073 081

14 230 948

14 217 785,14

34 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven ter ondersteuning van het beleidsterrein „Klimaatactie”

34 01 02 01

Extern personeel

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

1 622 964

1 645 320

1 939 816,—

34 01 02 11

Overige beheersuitgaven

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

1 840 611

1 920 281

1 963 505,—

34 01 03

Uitgaven in verband met uitrusting en diensten voor informatie- en communicatietechnologie op het beleidsterrein „Klimaatactie”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

1 089 622

903 466

1 016 017,38

34 01 04

Ondersteunende uitgaven voor operaties en programma's op het beleidsterrein „Klimaatactie”

34 01 04 01

Ondersteunende uitgaven voor het programma voor het milieu en klimaatactie (Life) — Subprogramma Klimaatactie

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

3 282 000

3 383 630

3 250 652,47

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

uitgaven voor hosting, onderhoud, beveiliging, kwaliteitsborging, exploitatie en ondersteuning (hardware, software en diensten) van informatietechnologiesystemen (IT-systemen) ter ondersteuning van de klimaatbeleidsdoelstellingen, zoals het gemeenschappelijke EU-register, het EU-transactielogboek en IT-systemen voor de tenuitvoerlegging van wetgeving, bijvoorbeeld inzake de bescherming van de ozonlaag en het gebruik van gefluoreerde broeikasgassen;

 

uitgaven voor de ontwikkeling, het onderhoud, de exploitatie en de ondersteuning van passende informatietechnologiesystemen (IT-systemen) voor communicatie, selectie, evaluatie, monitoring en rapportage in verband met projecten, en voor de verspreiding van de resultaten van projecten;

 

uitgaven voor de aanwerving van IT-deskundigen intra muros om de ontwikkeling, de kwaliteitsborging, het testen en de veiligheid van cruciale beleidsondersteunende IT-systemen te ondersteunen.

Het dient eveneens ter dekking van de steun aan de organisatie van internationale klimaatevenementen, aan activiteiten waaraan de Unie deelneemt en aan het voorbereidende werk met betrekking tot toekomstige internationale overeenkomsten waarbij de Unie betrokken is.

Rechtsgronden

Zie hoofdstuk 34 02.

Verordening (EU) nr. 1293/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 inzake de vaststelling van een programma voor het milieu en klimaatactie (Life) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 614/2007 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 185).

HOOFDSTUK 34 02 —   KLIMAATACTIE OP HET NIVEAU VAN DE UNIE EN OP INTERNATIONAAL NIVEAU

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

% Betalingen 2014-2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

34 02

KLIMAATACTIE OP HET NIVEAU VAN DE UNIE EN OP INTERNATIONAAL NIVEAU

34 02 01

De uitstoot van broeikasgassen in de Unie verminderen

2

49 435 000

22 900 000

46 972 000

22 285 864

45 442 594,67

6 372 998,91

27,83

34 02 02

De weerbaarheid van de Unie tegen klimaatverandering vergroten

2

48 785 000

22 850 000

46 032 000

27 692 419

42 151 650,—

3 694 047,70

16,17

34 02 03

Betere klimaatgovernance en informatie op alle niveaus

2

13 502 000

7 250 000

11 510 250

2 936 741

9 574 819,—

104 848,40

1,45

34 02 04

Bijdrage aan multilaterale en internationale klimaatakkoorden

4

884 000

884 000

850 000

763 901

775 030,50

775 030,50

87,67

34 02 51

Voltooiing van eerdere klimaatactieprogramma’s

2

1 900 000

5 874 440

0,—

13 448 743,46

707,83

34 02 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

34 02 77 01

Voorbereidende actie — Mainstreaming van klimaatactie, aanpassing en innovatie

2

p.m.

1 000 000

p.m.

2 250 000

0,—

4 300 000,—

430,00

34 02 77 02

Proefproject — Efficiënt gebruik van de Uniemiddelen voor klimaatdoelstellingen: gebruik van wegen als een vroege prestatie-indicator voor REDD+-projecten

2

p.m.

252 000

p.m.

360 000

1 200 000,—

252 000,—

100,00

 

Artikel 34 02 77 — Subtotaal

 

p.m.

1 252 000

p.m.

2 610 000

1 200 000,—

4 552 000,—

363,58

 

Hoofdstuk 34 02 — Totaal

 

112 606 000

57 036 000

105 364 250

62 163 365

99 144 094,17

28 947 668,97

50,75

34 02 01

De uitstoot van broeikasgassen in de Unie verminderen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

49 435 000

22 900 000

46 972 000

22 285 864

45 442 594,67

6 372 998,91

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van maatregelen om de rol van de Unie bij de ontwikkeling, tenuitvoerlegging en handhaving van beleid en wetgeving op het gebied van matiging van de klimaatverandering te ondersteunen. Het omvat de monitoring van mainstreaming in verschillende beleidsgebieden door het ontwikkelen, testen en demonstreren van beleids- of beheersbenaderingen, beste praktijken en oplossingen voor het klimaat, het verbeteren van de kennisbasis inzake doeltreffende matiging van de klimaatverandering en het verhogen van de capaciteit voor toepassing ervan in de praktijk, het vergemakkelijken van de ontwikkeling en tenuitvoerlegging van geïntegreerde benaderingen en actieplannen op lokaal, regionaal of nationaal niveau, en het bijdragen aan de ontwikkeling en demonstratie van innovatieve koolstofarme technologieën, systemen, methoden en instrumenten die geschikt zijn voor herhaling, overdracht of mainstreaming.

Er wordt rekening gehouden met de volgende prioriteiten:

 

waarborging van de naleving van de verbintenissen die de Unie in het kader van het Protocol van Kyoto bij het Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake klimaatverandering (UNFCCC) is aangegaan;

 

ontwikkeling van nieuwe beleidslijnen en verdere tenuitvoerlegging van het bestaande klimaat- en energiepakket, het halen van de „20/20/20”-klimaat- en -energiedoelstellingen van de Europa 2020-strategie en het beleidskader voor klimaat en energie voor 2030 ter ondersteuning van de overgang naar een koolstofarme en klimaatbestendige economie/samenleving.

De door Life gefinancierde maatregelen kunnen ten uitvoer worden gelegd via subsidies voor het uitvoeren van acties, exploitatiesubsidies, financiële instrumenten, procedures voor overheidsopdrachten of indien nodig andere vormen van interventie (de artikelen 17, 18, 21 en 22 van Verordening (EU) nr. 1293/2013), waaronder:

 

samenwerking met Eurocontrol inzake de uitvoering van de regeling van de Europese Unie voor de handel in emissierechten in de luchtvaart;

 

de kosten van ontwikkeling, onderhoud, exploitatie en ondersteuning (hardware, software en diensten) van beleidsondersteunende systemen, met name — maar niet uitsluitend — het gemeenschappelijke EU-register, het EU-transactielogboek en het bewakingssysteem voor ozonafbrekende stoffen (ODS) en gefluoreerde gassen.

Ten minste 81 % van de voor het Life-programma bestemde begrotingsmiddelen wordt toegewezen aan projecten die worden ondersteund met behulp van subsidies voor het uitvoeren van acties of, in voorkomend geval, met behulp van financiële instrumenten (artikel 17, lid 4, van Verordening (EU) nr. 1293/2013).

Het zal mogelijk zijn samen te werken met de betrokken internationale organisaties, hun instellingen en organen, wanneer zulks nodig is om de doelstellingen van de klimaatactie te bereiken.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1293/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 inzake de vaststelling van een programma voor het milieu en klimaatactie (Life) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 614/2007 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 185), met name artikel 14.

34 02 02

De weerbaarheid van de Unie tegen klimaatverandering vergroten

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

48 785 000

22 850 000

46 032 000

27 692 419

42 151 650,—

3 694 047,70

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van maatregelen om de rol van de Unie bij de ontwikkeling, tenuitvoerlegging en handhaving van beleid en wetgeving op het gebied van aanpassing aan de klimaatverandering te ondersteunen. Dat omvat de monitoring van mainstreaming in verschillende beleidsgebieden door het ontwikkelen, testen en demonstreren van beleids- of beheersbenaderingen, beste praktijken en oplossingen voor de aanpassing aan de klimaatverandering met inbegrip van, in voorkomend geval, op ecosystemen gebaseerde benaderingen, het verbeteren van de kennisbasis inzake doeltreffende aanpassing aan de klimaatverandering en het verhogen van de capaciteit voor praktijktoepassing ervan, het vergemakkelijken van de ontwikkeling en tenuitvoerlegging van geïntegreerde benaderingen van strategieën en actieplannen voor aanpassing aan de impact van de klimaatverandering op lokaal, regionaal of nationaal niveau, en het bijdragen aan de ontwikkeling en demonstratie van innovatieve technologieën, systemen, methoden en instrumenten die geschikt zijn voor herhaling, overdracht of mainstreaming, rekening houdend met de volgende prioriteiten:

 

het ontwikkelen van nieuwe beleidslijnen en de verdere tenuitvoerlegging van het bestaande klimaat- en energiepakket, het halen van de „20/20/20”-klimaat- en -energiedoelstellingen van de Europa 2020-strategie, het beleidskader voor klimaat en energie voor 2030 en de aanpassingsstrategie van de EU ter ondersteuning van de overgang naar een koolstofarme en klimaatbestendige economie/samenleving;

 

het benutten van de bijdrage van EU-beleid op verschillende gebieden (met name programma's op het gebied van cohesie, landbouw, plattelandsontwikkeling, onderzoek en innovatie, vervoer en energie; buitenlands optreden enz.) aan de klimaatactie, met name via mainstreaming en aanpassingsmaatregelen;

 

het opzetten van innovatieve steunmechanismen om ten volle profijt te trekken van de mogelijkheden van nieuwe technologieën, voor de beperking van verliezen ten gevolge van met het klimaat samenhangende gebeurtenissen, zoals ernstige droogte, overstromingen en extreme klimaatverschijnselen, en voor de ontwikkeling van de capaciteit van de Unie om rampen te voorkomen en te bestrijden;

 

het ondersteunen van de ontwikkeling van klimaatbestendigheidsbevorderende instrumenten, op risico's gebaseerde beoordelingen van programma's en maatregelen ter vergroting van de aanpassingsmogelijkheden en weerbaarheid ten aanzien van klimaatverandering, alsook „climate tracking”-methoden om klimaatgerelateerde uitgaven te monitoren, overeenkomstig de mainstreaming-doelstelling „het aandeel van klimaat-mainstreaming op te trekken tot ten minste 20 % van het totaal van de toekomstige Uniebegroting in 2014-2020”, met bijdragen vanuit verschillende beleidssectoren.

De door Life gefinancierde maatregelen kunnen ten uitvoer worden gelegd via subsidies voor het uitvoeren van acties, exploitatiesubsidies, financiële instrumenten, procedures voor overheidsopdrachten of indien nodig andere vormen van interventie (de artikelen 17, 18, 21 en 22 van Verordening (EU) nr. 1293/2013).

Ten minste 81 % van de voor het Life-programma bestemde begrotingsmiddelen wordt toegewezen aan projecten die worden ondersteund met behulp van subsidies voor het uitvoeren van acties of, in voorkomend geval, met behulp van financiële instrumenten (artikel 17, lid 4, van Verordening (EU) nr. 1293/2013).

Het zal mogelijk zijn samen te werken met de betrokken internationale organisaties, hun instellingen en organen, wanneer zulks nodig is om de doelstellingen van de klimaatactie te bereiken.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1293/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 inzake de vaststelling van een programma voor het milieu en klimaatactie (Life) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 614/2007 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 185), met name artikel 15.

34 02 03

Betere klimaatgovernance en informatie op alle niveaus

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

13 502 000

7 250 000

11 510 250

2 936 741

9 574 819,—

104 848,40

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van maatregelen ter ondersteuning van de rol van de Unie bij de verbetering van de klimaatgovernance door het uitbreiden van de betrokkenheid van belanghebbenden, het betrekken van non-profitorganisaties bij de ontwikkeling en tenuitvoerlegging van het beleid, het opbouwen van capaciteit, bewustmaking, het bevorderen van beleid/wetgeving op het gebied van klimaatactie en kennis over duurzame ontwikkeling, het ondersteunen van het communiceren, beheren en verspreiden van informatie, het vergemakkelijken van het delen van kennis over succesvolle oplossingen en praktijken op klimaatgebied, onder meer door het ontwikkelen van samenwerkingsplatforms voor belanghebbenden, het bijdragen aan doeltreffendere naleving en handhaving van klimaatwetgeving, met name door het ontwikkelen en verspreiden van beste praktijken en beleidsbenaderingen („succesverhalen”) te bevorderen.

Er wordt rekening gehouden met de volgende prioriteiten:

 

het ontwikkelen van nieuwe beleidslijnen en de verdere tenuitvoerlegging van het bestaande klimaat- en energiepakket, het halen van de „20/20/20”-klimaat- en -energiedoelstellingen van de Europa 2020-strategie, het beleidskader voor klimaat en energie voor 2030 en de aanpassingsstrategie van de EU ter ondersteuning van de overgang naar een koolstofarme en klimaatbestendige economie/samenleving;

 

het ondersteunen van non-profitentiteiten die hoofdzakelijk op het gebied van klimaatactie op Europees niveau actief zijn en die betrokken zijn bij de ontwikkeling en tenuitvoerlegging van het beleid en de wetgeving van de Unie, met als doel een sterkere deelname van deze ngo’s aan de dialoog van beleidsvorming op het vlak van klimaatactie, aan de tenuitvoerlegging ervan en aan het Europese normalisatieproces, om te zorgen voor een evenwichtige vertegenwoordiging van de belanghebbenden en de systematische integratie van de klimaatgerelateerde aspecten.

Met dit krediet kunnen ook de kosten van technische bijstand voor de selectie van projecten en de monitoring, evaluatie en audit van projecten in het kader van het Life-programma (met inbegrip van non-profitorganisaties die via exploitatiesubsidies worden gesteund) worden gefinancierd.

De door Life gefinancierde maatregelen kunnen ten uitvoer worden gelegd via subsidies voor het uitvoeren van acties, exploitatiesubsidies, financiële instrumenten, procedures voor overheidsopdrachten of indien nodig andere vormen van interventie (de artikelen 17, 18, 21 en 22 van Verordening (EU) nr. 1293/2013).

Ten minste 81 % van de voor het Life-programma bestemde begrotingsmiddelen wordt toegewezen aan projecten die worden ondersteund met behulp van subsidies voor het uitvoeren van acties of, in voorkomend geval, met behulp van financiële instrumenten (artikel 17, lid 4, Verordening (EU) nr. 1293/2013).

Het zal mogelijk zijn samen te werken met de betrokken internationale organisaties, hun instellingen en organen, wanneer zulks nodig is om de doelstellingen van de klimaatactie te bereiken.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1293/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 inzake de vaststelling van een programma voor het milieu en klimaatactie (Life) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 614/2007 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 185), met name artikel 16.

34 02 04

Bijdrage aan multilaterale en internationale klimaatakkoorden

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

884 000

884 000

850 000

763 901

775 030,50

775 030,50

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van verplichte en vrijwillige bijdragen aan een aantal internationale conventies, protocollen en overeenkomsten waarbij de Unie partij is, alsmede aan het voorbereidende werk met betrekking tot toekomstige internationale overeenkomsten waarbij de Unie betrokken is.

In sommige gevallen zijn de bijdragen aan latere protocollen inbegrepen in de bijdragen aan de overeenkomstige basisovereenkomst.

Rechtsgronden

Besluit 88/540/EEG van de Raad van 14 oktober 1988 betreffende goedkeuring van het Verdrag van Wenen ter bescherming van de ozonlaag en van het Protocol van Montreal betreffende stoffen die de ozonlaag afbreken (PB L 297 van 31.10.1988, blz. 8).

Besluit 94/69/EG van de Raad van 15 december 1993 betreffende de sluiting van het Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake klimaatverandering (PB L 33 van 7.2.1994, blz. 11).

Beschikking 2002/358/EG van de Raad van 25 april 2002 betreffende de goedkeuring, namens de Europese Gemeenschap, van het Protocol van Kyoto bij het Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake klimaatverandering en de gezamenlijke nakoming van de in dat kader aangegane verplichtingen (PB L 130 van 15.5.2002, blz. 1).

34 02 51

Voltooiing van eerdere klimaatactieprogramma’s

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 900 000

5 874 440

0,—

13 448 743,46

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van betalingen met betrekking tot nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren die voortvloeien uit de algemene doelstellingen van het Life+-programma, met name inzake maatregelen ter ondersteuning van de rol van de Commissie bij de ontwikkeling en uitvoering van beleid en wetgeving op het gebied van klimaatactie.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 614/2007 van het Europees Parlement en de Raad van 23 mei 2007 betreffende het financieringsinstrument voor het milieu (Life+) (PB L 149 van 9.6.2007, blz. 1).

34 02 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

34 02 77 01

Voorbereidende actie — Mainstreaming van klimaatactie, aanpassing en innovatie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

1 000 000

p.m.

2 250 000

0,—

4 300 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

34 02 77 02

Proefproject — Efficiënt gebruik van de Uniemiddelen voor klimaatdoelstellingen: gebruik van wegen als een vroege prestatie-indicator voor REDD+-projecten

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

252 000

p.m.

360 000

1 200 000,—

252 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

TITEL 40

RESERVES

Algemene samenvatting van de kredieten (2016 en 2015) en van de uitvoering (2014)

 

Titel

Hoofdstuk

Rubriek

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

40 01

RESERVES VOOR ADMINISTRATIEVE UITGAVEN

3 426 739

3 426 739

p.m.

p.m.

0,—

0,—

40 02

RESERVES VOOR FINANCIËLE INTERVENTIES

557 957 750

392 345 750

539 455 991

219 190 991

0,—

0,—

40 03

NEGATIEVE RESERVE

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

 

Titel 40 — Totaal

561 384 489

395 772 489

539 455 991

219 190 991

0,—

0,—

HOOFDSTUK 40 01 —   RESERVES VOOR ADMINISTRATIEVE UITGAVEN

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

% 2014-2016

40 01

RESERVES VOOR ADMINISTRATIEVE UITGAVEN

40 01 40

Administratieve reserve

 

3 426 739

p.m.

0,—

0

40 01 42

Reserve voor onvoorziene uitgaven

5,2

p.m.

p.m.

0,—

 
 

Hoofdstuk 40 01 — Totaal

 

3 426 739

p.m.

0,—

0

40 01 40

Administratieve reserve

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

3 426 739

p.m.

0,—

Toelichting

Het krediet van dit artikel heeft uitsluitend het karakter van een voorziening en mag slechts na overschrijving naar de desbetreffende begrotingslijnen worden gebruikt, overeenkomstig het Financieel Reglement.

 

1.

Post

26 01 70 22

Frankfurt am Main (DE)

3 426 739

     

Totaal

3 426 739

Rechtsgronden

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

40 01 42

Reserve voor onvoorziene uitgaven

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

p.m.

p.m.

0,—

HOOFDSTUK 40 02 —   RESERVES VOOR FINANCIËLE INTERVENTIES

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

% Betalingen 2014-2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

40 02

RESERVES VOOR FINANCIËLE INTERVENTIES

40 02 40

Niet-gesplitste kredieten

 

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

 

40 02 41

Gesplitste kredieten

 

83 345 750

83 345 750

74 090 991

69 190 991

0,—

0,—

0

40 02 42

Reserve voor noodhulp

9

309 000 000

309 000 000

303 000 000

150 000 000

0,—

0,—

0

40 02 43

Reserve voor het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering

9

165 612 000

p.m.

162 365 000

p.m.

0,—

0,—

 
 

Hoofdstuk 40 02 — Totaal

 

557 957 750

392 345 750

539 455 991

219 190 991

0,—

0,—

0

40 02 40

Niet-gesplitste kredieten

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

De kredieten van de titel „Reserves” zijn uitsluitend bedoeld voor twee situaties: a) het ontbreken van een basishandeling voor de betrokken actie op het ogenblik van de vaststelling van de begroting; en b) indien er ernstige gronden zijn om te twijfelen aan de geschiktheid van de kredieten of aan de mogelijkheid om de kredieten die op de betrokken begrotingslijnen zijn opgevoerd, te gebruiken in omstandigheden die beantwoorden aan een goed financieel beheer. De in dit artikel opgevoerde kredieten mogen enkel gebruikt worden na overschrijving overeenkomstig de procedure van artikel 27 van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

40 02 41

Gesplitste kredieten

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

83 345 750

83 345 750

74 090 991

69 190 991

0,—

0,—

Toelichting

De kredieten van de titel „Reserves” zijn uitsluitend bedoeld voor twee situaties: a) het ontbreken van een basishandeling voor de betrokken actie op het ogenblik van de vaststelling van de begroting; en b) indien er ernstige gronden zijn om te twijfelen aan de geschiktheid van de kredieten of aan de mogelijkheid om de kredieten die op de betrokken begrotingslijnen zijn opgevoerd, te gebruiken in omstandigheden die beantwoorden aan een goed financieel beheer. De in dit artikel opgevoerde kredieten mogen enkel gebruikt worden na overschrijving overeenkomstig de procedure van artikel 27 van het Financieel Reglement.

Het gaat om de volgende kredieten (vastleggingskredieten, betalingskredieten):

 

1.

Artikel

11 03 01

Vaststelling van een governancekader voor visserijactiviteiten die vissersvaartuigen van de Unie in de wateren van derde landen verrichten

83 345 750

83 345 750

     

Totaal

83 345 750

83 345 750

Rechtsgronden

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

40 02 42

Reserve voor noodhulp

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

309 000 000

309 000 000

303 000 000

150 000 000

0,—

0,—

Toelichting

De reserve voor noodhulp (EAR) is bestemd om een snelle reactie mogelijk te maken op specifieke hulpbehoeften van derde landen ingevolge gebeurtenissen die bij de opstelling van de begroting niet te voorzien waren; het gaat hierbij in de eerste plaats om humanitaire acties, maar ook om acties op het gebied van civiele crisisbeheersing en burgerbescherming en bijzonder nijpende situaties ingevolge migratiestromen aan de buitengrenzen van de Unie, wanneer de omstandigheden zulks vereisen.

Het jaarlijkse bedrag van de reserve wordt vastgesteld op 280 000 000 EUR (prijzen 2011) en kan worden aangewend tot jaar n + 1 overeenkomstig het Financieel Reglement. De reserve wordt als voorziening opgenomen in de algemene begroting van de Unie. Het deel van het jaarlijkse bedrag uit het voorgaande jaar wordt het eerst aangesproken. Het gedeelte van het bedrag van jaar n dat in jaar n + 1 niet is gebruikt, vervalt.

Rechtsgronden

Verordening (EU, Euratom) nr. 1311/2013 van de Raad van 2 december 2013 tot bepaling van het meerjarig financieel kader voor de jaren 2014-2020 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 884).

40 02 43

Reserve voor het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

165 612 000

p.m.

162 365 000

p.m.

0,—

0,—

Toelichting

Deze reserve dekt het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering, om de Unie in staat te stellen solidariteit te tonen met en steun te verlenen aan werknemers die zijn ontslagen en zelfstandigen die hun activiteit hebben stopgezet als gevolg van grotere structurele veranderingen in de wereldhandelspatronen vanwege de globalisering, als gevolg van de aanhoudende internationale financiële en economische crisis waartegen Verordening (EG) nr. 546/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juni 2009 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1927/2006 tot oprichting van een Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (PB L 167 van 29.6.2009, blz. 26) een reactie is, of als gevolg van een nieuwe internationale financieel-economische crisis, en om financiële steun te verlenen voor hun snelle en duurzame herintegratie op de arbeidsmarkt.

De regels voor de opvoering van de kredieten in deze reserve en de beschikbaarstelling van middelen uit het EFG zijn vastgesteld in punt 13 van het Interinstitutioneel Akkoord van 2 december 2013 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline, de samenwerking in begrotingszaken en een goed financieel beheer.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1309/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende het Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering (2014-2020) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1927/2006 (PB L 347van 20.12.2013, blz. 855), met name artikel 1.

Referentiebesluiten

Interinstitutioneel Akkoord van 2 december 2013 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline, samenwerking in begrotingszaken en een goed financieel beheer (PB C 373 van 20.12.2013, blz. 1).

HOOFDSTUK 40 03 —   NEGATIEVE RESERVE

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

% Betalingen 2014-2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

40 03

NEGATIEVE RESERVE

40 03 01

Negatieve reserve

8

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

 
 

Hoofdstuk 40 03 — Totaal

 

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

 

40 03 01

Negatieve reserve

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

Toelichting

Het beginsel van een negatieve reserve is vastgesteld bij artikel 47, van het Financieel Reglement. Het gebruik van deze reserve moet vóór het einde van het begrotingsjaar plaatsvinden door middel van overschrijvingen volgens de procedure van de artikelen 26 en 27 van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

BIJLAGEN

EUROPESE ECONOMISCHE RUIMTE

Krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte nemen de staten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA) (met uitzondering van Zwitserland) deel aan een groot aantal beleidsmaatregelen van de Unie die onder de subrubriek 1a en de rubrieken 2, 3, 4 en 5 van het meerjarig financiële kader vallen, in ruil voor een financiële bijdrage in de beleidskredieten die wordt berekend op grond van een „evenredigheidsfactor”. Deze evenredigheidsfactor is gelijk aan de som van de ratio's die verkregen worden door het bruto binnenlands product tegen marktprijzen van elke EVA-staat te delen door het bruto binnenlands product tegen marktprijzen van alle lidstaten plus dat van de betrokken EVA-staat.

Voor 2016 wordt de evenredigheidsfactor geraamd op 2,76 % (op basis van de cijfers van 2014), met name 2,64 % voor Noorwegen, 0,09 % voor IJsland en 0,03 % voor Liechtenstein.

Deze financiële bijdragen zullen niet formeel worden opgevoerd in de begroting; bij elk begrotingsonderdeel dat betrekking heeft op activiteiten waaraan EVA-landen deelnemen, zal de EVA-bijdrage worden aangegeven als p.m-post. De overzichtstabel van de betrokken begrotingsonderdelen en de bedragen van de EVA-bijdrage per begrotingsonderdeel zijn als bijlage opgenomen in de algemene begroting van de Unie. De totale EVA-bijdrage aan de beleidskredieten voor 2016 wordt geraamd op ongeveer 382 730 556 EUR aan vastleggingskredieten. De EVA-landen dragen eveneens bij in de administratieve uitgaven die rechtstreeks verband houden met de tenuitvoerlegging van deze beleidsmaatregelen. De cijfers en begrotingsonderdelen betreffende de bijdragen van de EVA-landen worden nog met deze landen besproken en moeten om die reden als voorlopig worden beschouwd.

 

Evenredigheidsfactor (63)

Begrotingsonderdeel

Omschrijving

Begroting 2016

EVA-bijdrage

Vastleggingen (53)

Betalingen (53)

Vastleggingen

Betalingen

 

XX 01 02 01

Aan de instelling verbonden extern personeel

124 414 000

124 414 000

202 932

202 932

 

XX 01 02 11

Overige beheersuitgaven van de instelling

141 143 000

141 143 000

727 500

727 500

 

26 01 22 02

Aankoop en huur van gebouwen in Brussel

214 138 000

214 138 000

453 610

453 610

 

26 01 22 03

Uitgaven voor gebouwen in Brussel

75 825 000

75 825 000

160 620

160 620

 

26 01 23 02

Aankoop en huur van gebouwen in Luxemburg

35 138 000

35 138 000

74 433

74 433

 

26 01 23 03

Uitgaven voor gebouwen in Luxemburg

11 489 000

11 489 000

24 337

24 337

   

SUBTOTAAL ADMINISTRATIEF GEDEELTE

602 147 000

602 147 000

1 643 432

1 643 432

2,76%

01 04 51

Voltooiing van programma's voor kleine en middelgrote ondernemingen (kmo's) (van voor 2014)

p.m.

96 000 000

p.m.

2 649 600

0,09%

02 01 04 01

Ondersteunende uitgaven voor het programma voor het concurrentievermogen van ondernemingen en voor kleine en middelgrote ondernemingen (Cosme)

3 363 000

3 363 000

3 027

3 027

2,64%

02 01 04 03

Ondersteunende uitgaven voor Europese programma’s voor navigatie per satelliet

3 400 000

3 400 000

89 760

89 760

2,73%

02 01 04 04

Ondersteunende uitgaven voor het Europees programma voor aardobservatie (Copernicus)

2 600 000

2 600 000

70 980

70 980

2,73%

02 01 05 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen die belast zijn met de tenuitvoerlegging van onderzoeks- en innovatieprogramma's — Horizon 2020

8 517 385

8 517 385

232 525

232 525

2,73%

02 01 05 02

Extern personeel dat belast is met de tenuitvoerlegging van onderzoeks- en innovatieprogramma's — Horizon 2020

2 405 948

2 405 948

65 682

65 682

2,73%

02 01 05 03

Overige beheersuitgaven voor onderzoeks- en innovatieprogramma's — Horizon 2020

3 179 000

3 179 000

86 787

86 787

0,09%

02 01 06 01

Uitvoerend Agentschap voor kleine en middelgrote ondernemingen — Bijdrage van het programma voor het concurrentievermogen van ondernemingen en voor kleine en middelgrote ondernemingen (Cosme)

8 786 033

8 786 033

7 907

7 907

0,09%

02 02 01

Ondernemerschap bevorderen en het concurrentievermogen en de toegang tot markten van ondernemingen in de Unie verbeteren

110 264 720

47 905 000

99 238

43 115

0,09%

02 02 02

Kleine en middelgrote ondernemingen meer toegang geven tot financiering in de vorm van eigen vermogen en schuld

172 842 972

100 000 000

155 559

90 000

2,76%

02 02 51

Voltooiing van eerdere activiteiten op het gebied concurrentievermogen en ondernemerschap (54)

p.m.

6 094 600

p.m.

168 211

2,76%

02 03 01

Werking en ontwikkeling van de interne markt voor goederen en diensten (55)

22 693 000

18 500 000

p.m.

p.m.

2,76%

02 03 03

Europees Agentschap voor chemische stoffen — Wetgeving over chemische producten

72 805 000

72 805 000

2 009 418

2 009 418

2,73%

02 04 02 01

Leiderschap in de ruimte

159 792 893

147 533 544

4 362 346

4 027 666

2,73%

02 04 02 02

De toegang tot risicofinanciering voor investeringen in onderzoek en innovatie verbeteren

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

2,73%

02 04 02 03

Stimuleren van innovatie in kleine en middelgrote ondernemingen

35 738 414

18 500 000

975 659

505 050

2,73%

02 04 03 01

Een hulpbronefficiënte en klimaatbestendige economie en een duurzame grondstoffenbevoorrading tot stand brengen

75 016 498

62 200 000

2 047 950

1 698 060

2,76%

02 04 51

Voltooiing van het voorgaande kaderprogramma voor onderzoek — Zevende kaderprogramma — EC (2007-2013)

p.m.

85 800 000

p.m.

2 368 080

2,76%

02 04 52

Voltooiing van voorgaande kaderprogramma’s voor onderzoek (van vóór 2007)

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

2,76%

02 04 53

Voltooiing van het kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie — Onderdeel innovatie (2007-2013)

p.m.

27 600 000

p.m.

761 760

2,64%

02 05 01

Ontwikkeling en levering van mondiale satellietnavigatie-infrastructuur en -diensten (Galileo) tegen 2020

588 169 000

297 000 000

15 527 662

7 840 800

2,64%

02 05 02

Levering van satellietdiensten die de prestaties van het gps-systeem verbeteren om tegen 2020 geleidelijk de hele regio van de Europese Burgerluchtvaartconferentie (European Civil Aviation Conference — ECAC) te bestrijken (Egnos)

260 000 000

207 000 000

6 864 000

5 464 800

2,64%

02 05 11

Europees GNSS-Agentschap

27 888 400

27 888 400

736 254

736 254

2,64%

02 05 51

Voltooiing van Europese programma’s voor navigatie per satelliet (Egnos en Galileo)

p.m.

16 000 000

p.m.

422 400

2,73%

02 06 01

Operationele diensten leveren die op observaties vanuit de ruimte en in-situgegevens berusten (Copernicus)

122 353 000

121 000 000

3 340 237

3 303 300

2,73%

02 06 02

Bouwen aan een autonome aardobservatiecapaciteit van de Unie (Copernicus)

461 214 000

459 000 000

12 591 142

12 530 700

2,73%

02 06 51

Voltooiing van het Europees programma voor monitoring van de aarde (GMES)

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

2,73%

04 01 04 02

Ondersteunende uitgaven voor het programma Werkgelegenheid en sociale vernieuwing

4 728 000

4 728 000

129 074

129 074

2,76%

04 03 01 03

Vrij verkeer van werknemers, coördinatie van de socialezekerheidsstelsels en maatregelen ten behoeve van migranten, met inbegrip van migranten uit niet-lidstaten (55)

8 589 000

6 200 000

p.m.

p.m.

2,76%

04 03 01 07

Europees Jaar voor Actief Ouder Worden en Solidariteit tussen de Generaties (2012)

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

2,73%

04 03 02 01

Progress — Ondersteuning van de ontwikkeling, tenuitvoerlegging, monitoring en evaluatie van het werkgelegenheids- en sociaal beleid van de Unie en van de regelgeving inzake arbeidsomstandigheden (56)

74 681 600

38 850 000

2 038 808

1 060 605

2,73%

04 03 02 02

Eures — Het bevorderen van de vrijwillige geografische mobiliteit van werknemers en het vergroten van arbeidskansen

22 061 000

14 300 000

602 265

390 390

0,09%

04 03 02 03

Microfinanciering en sociaal ondernemerschap — Verbetering van de toegang tot en de beschikbaarheid van financiering voor natuurlijke en rechtspersonen, met name voor wie het verst van de arbeidsmarkt af staat, en sociale ondernemingen

25 624 200

17 000 000

23 062

15 300

2,76%

04 03 12

Europees Agentschap voor veiligheid en gezondheid op het werk

14 663 000

14 663 000

404 699

404 699

2,76%

04 03 51

Voltooiing van Progress

p.m.

11 400 000

p.m.

314 640

2,76%

04 03 52

Voltooiing van Eures

p.m.

2 000 000

p.m.

55 200

2,76%

04 03 53

Voltooiing van andere activiteiten (57)

p.m.

90 600

p.m.

2 501

2,73%

05 01 05 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen die belast zijn met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma's — Horizon 2020

1 483 475

1 483 475

40 499

40 499

2,73%

05 01 05 02

Extern personeel dat belast is met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma's — Horizon 2020

424 210

424 210

11 581

11 581

2,73%

05 01 05 03

Overige beheersuitgaven voor onderzoeks- en innovatieprogramma's — Horizon 2020

830 664

830 664

22 677

22 677

2,73%

05 09 03 01

Een toereikend aanbod van veilige en hoogwaardige voedsel- en andere producten van biologische origine verzekeren

214 205 269

79 277 928

5 847 804

2 164 287

2,73%

06 01 05 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen voor de uitvoering van programma's inzake onderzoek en innovatie — Horizon 2020

4 728 548

4 728 548

129 089

129 089

2,73%

06 01 05 02

Extern personeel voor de uitvoering van programma's inzake onderzoek en innovatie — Horizon 2020

2 318 624

2 318 624

63 298

63 298

2,73%

06 01 05 03

Overige beheersuitgaven voor programma's inzake onderzoek en innovatie — Horizon 2020

595 089

595 089

16 246

16 246

2,76%

06 01 06 01

Uitvoerend Agentschap innovatie en netwerken — Bijdrage van de Connecting Europe Facility (CEF) (58)

764 027

764 027

21 087

21 087

2,76%

06 02 02

Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart

34 818 550

34 818 550

960 992

960 992

2,76%

06 02 03 01

Europees Agentschap voor maritieme veiligheid

29 549 032

29 523 073

815 553

814 837

2,76%

06 02 03 02

Europees Agentschap voor maritieme veiligheid — Maatregelen tegen verontreiniging

21 600 000

17 811 801

596 160

491 606

2,76%

06 02 04

Europees Spoorwegbureau

25 213 000

25 213 000

695 879

695 879

2,76%

06 02 52

Voltooiing van het Marco Polo-programma

p.m.

19 185 423

p.m.

529 518

2,76%

06 02 53

Voltooiing van maatregelen tegen verontreiniging

p.m.

4 688 199

p.m.

129 394

2,73%

06 03 03 01

Realiseren van een hulpbronefficiënt, milieuvriendelijk, veilig en naadloos geïntegreerd Europees vervoersysteem

110 916 737

127 796 246

3 028 027

3 488 838

2,73%

06 03 07 31

Gemeenschappelijke Onderneming voor het onderzoek naar het beheer van het luchtverkeer in het gemeenschappelijke Europese luchtruim (Sesar) — Ondersteunende uitgaven

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

2,73%

06 03 07 32

Gemeenschappelijke Onderneming voor het onderzoek naar het beheer van het luchtverkeer in het gemeenschappelijke Europese luchtruim 2 (Sesar2)

60 000 000

55 000 000

1 638 000

1 501 500

2,73%

06 03 07 33

Gemeenschappelijke Onderneming Shift2Rail (S2R) — Uitgaven voor administratieve ondersteuning

1 577 618

1 577 618

43 069

43 069

2,73%

06 03 07 34

Gemeenschappelijke Onderneming Shift2Rail (S2R)

44 046 382

24 227 092

1 202 466

661 400

2,76%

06 03 51

Voltooiing van het voorgaande kaderprogramma voor onderzoek — Zevende kaderprogramma — EG (2007-2013)

p.m.

106 595 589

p.m.

2 942 038

2,76%

06 03 52

Voltooiing van voorgaande kaderprogramma's voor onderzoek (vóór 2007)

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

2,76%

07 02 06

Europees Milieuagentschap

35 556 854

35 556 854

981 369

981 369

2,73%

08 01 05 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen die belast zijn met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma's — Horizon 2020

96 541 173

96 541 173

2 635 574

2 635 574

2,73%

08 01 05 02

Extern personeel dat belast is met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma's — Horizon 2020

27 238 539

27 238 539

743 612

743 612

2,73%

08 01 05 03

Overige beheersuitgaven voor onderzoeks- en innovatieprogramma's — Horizon 2020

49 036 366

49 036 366

1 338 693

1 338 693

2,73%

08 01 06 01

Uitvoerend Agentschap Europese Onderzoeksraad — Bijdrage van Horizon 2020

40 981 475

40 981 475

1 118 794

1 118 794

2,73%

08 01 06 02

Uitvoerend Agentschap onderzoek — Bijdrage van Horizon 2020

59 972 046

59 972 046

1 637 237

1 637 237

2,73%

08 01 06 03

Uitvoerend Agentschap voor kleine en middelgrote ondernemingen — Bijdrage van Horizon 2020.

24 877 409

24 877 409

679 153

679 153

2,73%

08 01 06 04

Uitvoerend Agentschap innovatie en netwerken — Bijdrage van Horizon 2020

4 849 202

4 849 202

132 383

132 383

2,73%

08 02 01 01

Stimuleren van grensverleggend onderzoek in de Europese Onderzoeksraad

1 622 722 376

591 884 144

44 300 321

16 158 437

2,73%

08 02 01 02

Stimuleren van onderzoek in toekomstige en opkomende technologieën

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

2,73%

08 02 01 03

Versterken van Europese onderzoeksinfrastructuren, waaronder e-infrastructuren

183 905 321

83 564 914

5 020 615

2 281 322

2,73%

08 02 02 01

Leiderschap in nanotechnologie, geavanceerde materialen, lasers, biotechnologie en geavanceerde fabricage- en verwerkingsprocessen

504 175 361

407 929 917

13 763 987

11 136 487

2,73%

08 02 02 02

Verbeteren van de toegang tot risicokapitaal voor investeringen in onderzoek en innovatie

329 381 199

337 572 482

8 992 107

9 215 729

2,73%

08 02 02 03

Stimuleren van innovatie in kleine en middelgrote ondernemingen

36 120 567

31 169 883

986 091

850 938

2,73%

08 02 03 01

Verbeteren van gezondheid en welzijn gedurende het hele leven

524 745 272

299 890 040

14 325 546

8 186 998

2,73%

08 02 03 02

Een toereikend aanbod van veilige, gezonde en kwalitatief hoogwaardige voedselproducten en andere biogebaseerde producten verzekeren

142 233 804

89 735 746

3 882 983

2 449 786

2,73%

08 02 03 03

Overschakelen naar een betrouwbaar, duurzaam en concurrerend energiesysteem

335 369 074

242 548 217

9 155 576

6 621 566

2,73%

08 02 03 04

Realiseren van een hulpbronefficiënt, milieuvriendelijk, veilig en naadloos geïntegreerd Europees vervoersysteem

331 555 393

174 476 315

9 051 462

4 763 203

2,73%

08 02 03 05

Een hulpbronefficiënte en klimaatbestendige economie en een duurzame grondstoffenbevoorrading tot stand brengen

284 530 369

150 855 696

7 767 679

4 118 361

2,73%

08 02 03 06

Inclusieve, innovatieve en reflexieve Europese samenlevingen bevorderen

112 411 389

117 834 666

3 068 831

3 216 886

2,73%

08 02 04

Topkwaliteit verspreiden en deelname verbreden

105 470 711

47 808 292

2 879 350

1 305 166

2,73%

08 02 05

Horizontale activiteiten van Horizon 2020

109 162 522

79 820 088

2 980 137

2 179 088

2,73%

08 02 06

Wetenschap met en voor de samenleving

53 497 266

40 461 390

1 460 475

1 104 596

2,73%

08 02 07 31

Gemeenschappelijke Onderneming voor de uitvoering van het gezamenlijk technologie-initiatief inzake innovatieve geneesmiddelen 2 (IMI 2) — Ondersteunende uitgaven

1 200 000

1 200 000

32 760

32 760

2,73%

08 02 07 32

Gemeenschappelijke Onderneming voor de uitvoering van het gezamenlijk technologie-initiatief inzake innovatieve geneesmiddelen 2 (IMI 2)

197 787 000

68 973 824

5 399 585

1 882 985

2,73%

08 02 07 33

Gemeenschappelijke Onderneming biogebaseerde industrieën (BBI) — Ondersteunende uitgaven

1 946 263

1 946 263

53 133

53 133

2,73%

08 02 07 34

Gemeenschappelijke Onderneming biogebaseerde industrieën (BBI)

156 136 237

60 148 775

4 262 519

1 642 062

2,73%

08 02 07 35

Gemeenschappelijke Onderneming Clean Sky 2 — Ondersteunende uitgaven

2 625 785

2 625 785

71 684

71 684

2,73%

08 02 07 36

Gemeenschappelijke Onderneming Clean Sky 2

194 773 655

177 301 922

5 317 321

4 840 342

2,73%

08 02 07 37

Gemeenschappelijke Onderneming brandstofcellen en waterstof 2 (FCH 2) — Ondersteunende uitgaven

454 948

454 948

12 420

12 420

2,73%

08 02 07 38

Gemeenschappelijke Onderneming brandstofcellen en waterstof 2 (FCH 2)

102 166 319

47 344 982

2 789 141

1 292 518

2,76%

08 02 51

Voltooiing van het voorgaande kaderprogramma voor onderzoek — Zevende kaderprogramma — EG-acties onder contract (2007 tot 2013)

p.m.

1 867 645 867

p.m.

51 547 026

2,76%

08 02 52

Voltooiing van voorgaande kaderprogramma’s voor onderzoek — Acties onder contract (vóór 2007)

p.m.

1 272 856

p.m.

35 131

2,73%

09 01 04 01

Ondersteunende uitgaven voor de Connecting Europe Facility (CEF) — Informatie- en communicatietechnologie (ICT)

497 000

497 000

13 568

13 568

2,73%

09 01 04 02

Ondersteunende uitgaven voor het programma Creatief Europa — Subprogramma Media

1 414 980

1 414 980

38 629

38 629

2,73%

09 01 05 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen die belast zijn met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020

43 255 948

43 255 948

1 180 887

1 180 887

2,73%

09 01 05 02

Extern personeel dat belast is met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020

11 242 239

11 242 239

306 913

306 913

2,73%

09 01 05 03

Overige beheersuitgaven voor onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020

10 483 333

10 483 333

286 195

286 195

2,76%

09 02 03

Agentschap van de Europese Unie voor netwerk- en informatiebeveiliging (Enisa)

10 070 000

10 070 000

277 932

277 932

2,76%

09 02 04

Bureau van het Orgaan van Europese regelgevende instanties voor elektronische communicatie (Berec) (59)

4 072 000

4 072 000

p.m.

p.m.

2,73%

09 03 01

Breedbandprojecten uitwerken voor publieke en/of private financiering

p.m.

450 000

p.m.

12 285

2,73%

09 03 02

Een gunstiger klimaat voor particuliere investeringen in infrastructuurprojecten op het gebied van telecommunicatie creëren — CEF Breedband

37 287 000

18 643 500

1 017 935

508 968

2,73%

09 03 03

Interoperabiliteit, duurzame introductie, exploitatie en opwaardering van trans-Europese digitalediensteninfrastructuren, alsmede coördinatie op Europees niveau bevorderen

103 130 661

60 166 409

2 815 467

1 642 543

2,76%

09 03 51 01

Afronding van het programma Safer Internet (2009-2013)

p.m.

285 000

p.m.

7 866

2,76%

09 03 51 02

Voltooiing van Safer Internet plus — Bevordering van een veiliger gebruik van het internet en nieuwe onlinetechnologieën

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

2,73%

09 04 01 01

Stimuleren van onderzoek in toekomstige en opkomende technologieën

215 400 890

244 098 326

5 880 444

6 663 884

2,73%

09 04 01 02

Versterken van Europese onderzoeksinfrastructuur, waaronder e-infrastructuur

97 889 261

95 000 000

2 672 377

2 593 500

2,73%

09 04 02 01

Leiderschap op het gebied van de informatie- en communicatietechnologie

723 681 812

799 548 750

19 756 513

21 827 681

2,73%

09 04 03 01

Verbeteren van gezondheid en welzijn gedurende het hele leven

118 188 002

142 332 732

3 226 532

3 885 684

2,73%

09 04 03 02

Inclusieve, innovatieve en reflexieve Europese samenlevingen bevorderen

36 564 471

47 093 653

998 210

1 285 657

2,73%

09 04 03 03

Veilige Europese samenlevingen bevorderen

45 791 092

50 080 000

1 250 097

1 367 184

2,73%

09 04 07 31

Gemeenschappelijke Onderneming elektronische componenten en systemen voor Europees leiderschap (Ecsel) — Ondersteunende uitgaven

1 019 130

1 019 130

27 822

27 822

2,73%

09 04 07 32

Gemeenschappelijke Onderneming elektronische componenten en systemen voor Europees leiderschap (Ecsel)

153 127 070

120 651 306

4 180 369

3 293 781

2,76%

09 04 51

Voltooiing van het zevende kaderprogramma (2007-2013)

p.m.

484 237 378

p.m.

13 364 952

2,76%

09 04 52

Voltooiing van voorgaande kaderprogramma's voor onderzoek (vóór 2007)

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

2,76%

09 04 53 01

Kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie — Ondersteuning van het beleid op het gebied van informatie- en communicatietechnologie (ICT-beleidsondersteuningsprogramma) (2007-2013)

p.m.

38 588 500

p.m.

1 065 043

2,76%

09 04 53 02

Voltooiing van voorgaande programma’s op het gebied van informatie- en communicatietechnologie (ICT) (van vóór 2007)

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

2,73%

09 05 01

Subprogramma Media — Transnationaal en internationaal opereren en transnationale verspreiding en mobiliteit bevorderen

100 712 000

98 115 407

2 749 438

2 678 551

2,76%

09 05 51

Voltooiing van eerdere Media-programma’s

5 471 576

p.m.

151 015

2,73%

10 01 05 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen die belast zijn met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020

137 841 590

137 841 590

3 763 075

3 763 075

2,73%

10 01 05 02

Extern personeel dat belast is met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020

32 688 000

32 688 000

892 382

892 382

2,73%

10 01 05 03

Overige beheersuitgaven voor onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020

58 163 970

58 163 970

1 587 876

1 587 876

2,73%

10 01 05 04

Andere uitgaven voor nieuwe belangrijke onderzoeksinfrastructuren — Horizon 2020

2 000 000

2 000 000

54 600

54 600

2,73%

10 02 01

Horizon 2020 — Klantgestuurde wetenschappelijke en technische ondersteuning van EU-beleid

25 186 697

24 500 000

687 597

668 850

2,76%

10 02 51

Voltooiing van het zevende kaderprogramma — Eigen acties (2007-2013)

p.m.

1 600 000

p.m.

44 160

2,76%

10 02 52

Voltooiing van voorgaande kaderprogramma’s voor onderzoek — Eigen acties (van vóór 2007)

p.m.

p.m.

2,76%

12 02 01

Tenuitvoerlegging en ontwikkeling van de interne markt voor financiële diensten (60)

3 306 000

3 500 000

p.m.

p.m.

2,76%

12 02 04

Europese Bankautoriteit (EBA) (59)

14 565 400

14 565 400

p.m.

p.m.

2,76%

12 02 05

Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen (EIOPA) (59)

8 122 000

8 122 000

p.m.

p.m.

2,76%

12 02 06

Europese Autoriteit voor effecten en markten (ESMA) (59)

10 203 000

10 203 000

p.m.

p.m.

2,76%

15 01 04 01

Ondersteunende uitgaven voor Erasmus+

10 444 400

10 444 400

288 265

288 265

2,73%

15 01 04 02

Ondersteunende uitgaven voor het programma Creatief Europa — Subprogramma Cultuur

831 020

831 020

22 687

22 687

2,73%

15 01 05 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen die belast zijn met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020

2 048 214

2 048 214

55 916

55 916

2,73%

15 01 05 02

Extern personeel dat belast is met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020

659 782

659 782

18 012

18 012

2,73%

15 01 05 03

Overige beheersuitgaven voor onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020

1 139 250

1 139 250

31 102

31 102

2,76%

15 01 06 01

Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur — Bijdrage van Erasmus+

26 112 100

26 112 100

720 694

720 694

2,73%

15 01 06 02

Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur — Bijdrage van Creatief Europa

12 199 000

12 199 000

333 033

333 033

2,76%

15 02 01 01

Bevordering van uitmuntendheid en samenwerking in de Europese onderwijs- en opleidingssector en het belang daarvan voor de arbeidsmarkt

1 457 638 273

1 503 812 182

40 230 816

41 505 216

2,76%

15 02 01 02

Bevordering van uitmuntendheid en samenwerking op het gebied van de Europese jeugd en de participatie van jongeren aan het Europees democratisch leven

172 700 000

171 249 596

4 766 520

4 726 489

2,76%

15 02 02

Stimulering van excellentie in onderwijs- en onderzoeksactiviteiten op het gebied van Europese integratie door middel van de Jean Monnet-activiteiten in de hele wereld

37 074 900

33 676 900

1 023 267

929 482

2,76%

15 02 03

Ontwikkeling van de Europese dimensie van de sport

30 000 000

28 000 000

828 000

772 800

2,76%

15 02 51

Voltooiing van levenslang leren, met inbegrip van meertaligheid

31 300 000

p.m.

863 880

2,76%

15 02 53

Voltooiing van jeugd en sport

500 000

p.m.

13 800

2,73%

15 03 01 01

Marie Skłodowska-Curie-acties — Nieuwe vaardigheden, kennis en innovatie genereren, ontwikkelen en overdragen

768 895 200

508 490 935

20 990 839

13 881 803

2,73%

15 03 05

Europees Instituut voor innovatie en technologie (EIT) — De kennisdriehoek van hoger onderwijs, onderzoek en innovatie integreren

224 938 881

251 833 221

6 140 831

6 875 047

2,76%

15 03 51

Voltooiing van het voorgaande kaderprogramma voor onderzoek — Zevende kaderprogramma (2007-2013)

p.m.

304 000 000

p.m.

8 390 400

2,76%

15 03 53

Voltooiing van het Europees Instituut voor innovatie en technologie

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

2,73%

15 04 01

Versterking van de financiële capaciteit van het mkb en van kleine en zeer kleine organisaties in de Europese culturele en creatieve sectoren, en bevordering van beleidsontwikkeling en nieuwe zakelijke modellen

23 829 000

22 133 220

650 532

604 237

2,73%

15 04 02

Subprogramma Cultuur — Grensoverschrijdende acties ondersteunen en transnationale verspreiding en mobiliteit bevorderen

52 827 000

45 000 000

1 442 177

1 228 500

2,76%

15 04 51

Voltooiing van programma’s/acties op het gebied van cultuur en taal

10 822 000

p.m.

298 687

2,73%

17 01 04 02

Ondersteunende uitgaven voor het derde actieprogramma voor de Unie op het gebied van gezondheid (2014-2020)

1 500 000

1 500 000

40 950

40 950

2,73%

17 01 06 02

Uitvoerend Agentschap voor consumenten, gezondheid, landbouw en voeding — Bijdrage van het derde actieprogramma voor de Unie op het gebied van gezondheid (2014-2020)

4 209 000

4 209 000

114 906

114 906

2,73%

17 03 01

Derde actieprogramma voor de Unie op het gebied van gezondheid (2014-2020)

56 451 000

48 500 000

1 541 112

1 324 050

2,76%

17 03 10

Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding

53 683 000

53 683 000

1 481 651

1 481 651

2,73%

17 03 11

Europese Autoriteit voor voedselveiligheid

76 244 000

76 075 000

2 081 461

2 076 848

2,76%

17 03 12 01

Bijdrage van de Unie aan het Europees Geneesmiddelenbureau

14 503 000

14 503 000

400 283

400 283

2,76%

17 03 12 02

Speciale bijdrage voor weesgeneesmiddelen

9 972 000

9 972 000

275 227

275 227

2,76%

17 03 51

Voltooiing van de programma's op het gebied van de volksgezondheid

p.m.

16 000 000

p.m.

441 600

2,76%

17 04 07

Europees Agentschap voor chemische stoffen — Activiteiten in verband met de biocidenwetgeving

3 319 628

3 319 628

91 622

91 622

2,73%

18 01 05 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen die de onderzoeks- en innovatieprogramma's in het kader van Horizon 2020 uitvoeren

2 229 533

2 229 533

60 866

60 866

2,73%

18 01 05 02

Extern personeel dat belast is met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020

576 000

576 000

15 725

15 725

2,73%

18 01 05 03

Overige beheersuitgaven voor onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020

484 500

484 500

13 227

13 227

2,73%

18 05 03 01

Veilige Europese samenlevingen bevorderen

136 092 171

114 789 343

3 715 316

3 133 749

2,76%

18 05 51

Voltooiing van het voorgaande kaderprogramma voor onderzoek — Zevende kaderprogramma — EG (2007-2013)

p.m.

120 800 000

p.m.

3 334 080

2,76%

18 06 51

Voltooiing van acties op het gebied van drugspreventie en -voorlichting

p.m.

500 000

p.m.

13 800

2,76%

19 05 20

Erasmus+ — Bijdrage uit het partnerschapsinstrument

14 730 000

13 417 336

406 548

370 318

2,76%

21 01 06 01

Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur — Bijdrage van de instrumenten voor ontwikkelingssamenwerking (DCIs)

2 332 000

2 332 000

64 363

64 363

2,76%

21 02 20

Erasmus+ — Bijdrage uit de instrumenten voor ontwikkelingssamenwerking (DCI)

105 000 000

61 455 647

2 898 000

1 696 176

2,76%

22 01 06 01

Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur — Bijdrage uit het instrument voor pretoetredingssteun

820 000

820 000

22 632

22 632

2,76%

22 01 06 02

Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur — Bijdrage van het Europees nabuurschapsinstrument (ENI)

2 550 000

2 550 000

70 380

70 380

2,76%

22 02 04 02

Bijdrage voor Erasmus+

32 035 349

27 877 772

884 176

769 427

2,76%

22 04 20

Erasmus+ — Bijdrage uit het Europees nabuurschapsinstrument (ENI)

95 410 000

75 481 736

2 633 316

2 083 296

2,73%

23 03 01 01

Rampenpreventie en rampenparaatheid binnen de Unie

29 366 000

23 500 000

801 692

641 550

2,73%

23 03 01 02

Rampenpreventie en rampenparaatheid in derde landen

5 551 000

3 861 429

151 542

105 417

2,73%

23 03 02 01

Snelle en doeltreffende respons in noodsituaties, bij grote rampen binnen de Unie

1 208 000

1 000 000

32 978

27 300

2,73%

23 03 02 02

Snelle en doeltreffende respons in noodsituaties, bij grote rampen in derde landen

12 000 000

15 000 000

327 600

409 500

2,76%

23 03 51

Voltooiing van programma’s en acties op het gebied van civiele bescherming binnen de Unie (vóór 2014)

p.m.

3 250 000

p.m.

89 700

2,76%

26 01 04 01

Ondersteunende uitgaven voor interoperabiliteitsoplossingen voor Europese overheidsdiensten, bedrijven en burgers (ISA2) (59)

400 000

400 000

p.m.

p.m.

2,76%

26 03 01

Interoperabiliteitsoplossingen en gemeenschappelijke kaders voor Europese overheidsdiensten, bedrijven en burgers (ISA2) (59)

24 448 000

2 400 000

p.m.

p.m.

2,76%

26 03 51

Voltooiing van het ISA-programma

p.m.

21 753 380

p.m.

600 393

2,76%

29 01 04 01

Ondersteunende uitgaven voor het Europees statistisch programma (61)

2 212 500

2 212 500

61 065

61 065

2,76%

29 02 01

Hoogwaardige statistische informatie verstrekken, nieuwe methoden voor de productie van Europese statistieken toepassen en het partnerschap binnen het Europees statistisch systeem versterken (61)

42 332 250

30 000 000

1 168 370

828 000

2,76%

29 02 51

Voltooiing van de statistische programma's (van vóór 2013) (61)

p.m.

3 600 000

p.m.

99 360

2,76%

29 02 52

Voltooiing van het programma tot modernisering van de Europese bedrijfs- en handelsstatistiek (Meets) (61)

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

2,73%

32 01 05 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen die de onderzoeks- en innovatieprogramma's in het kader van Horizon 2020 uitvoeren

1 700 000

1 700 000

46 410

46 410

2,73%

32 01 05 02

Extern personeel dat belast is met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020

712 140

712 140

19 441

19 441

2,73%

32 01 05 03

Overige beheersuitgaven voor onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020

1 108 000

1 108 000

30 248

30 248

2,76%

32 02 10

Agentschap voor de samenwerking tussen energieregulators (ACER) (59)

15 164 582

15 164 582

p.m.

p.m.

2,73%

32 04 03 01

Overschakelen naar een betrouwbaar, duurzaam en concurrerend energiesysteem

324 676 361

256 130 706

8 863 665

6 992 368

2,76%

32 04 51

Voltooiing van het zevende kaderprogramma (2007-2013)

p.m.

73 304 849

p.m.

2 023 214

2,76%

32 04 52

Voltooiing van voorgaande kaderprogramma's voor onderzoek (vóór 2007)

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

2,76%

32 04 53

Voltooiing van het programma „Intelligente energie — Europa” (2007-2013)

p.m.

97 431 406

p.m.

2 689 107

2,76%

32 04 54

Voltooiing van het programma „Intelligente energie — Europa” (2003-2006)

p.m.

p.m.

p.m.

0,12%

33 01 04 01

Ondersteunende uitgaven voor het programma Rechten, gelijkheid en burgerschap

1 100 000

1 100 000

1 320

1 320

2,73%

33 01 04 03

Ondersteunende uitgaven voor het Consumentenprogramma

1 100 000

1 100 000

30 030

30 030

2,73%

33 01 06 01

Uitvoerend Agentschap voor consumenten, gezondheid, landbouw en voeding — Bijdrage van het Consumentenprogramma

1 691 000

1 691 000

46 164

46 164

0,09%

33 02 01

Toezien op de bescherming van rechten en burgers meer zeggenschap geven

25 306 000

17 600 000

22 775

15 840

0,12%

33 02 02

Bestrijding van discriminatie en bevordering van gelijkheid

33 546 000

23 000 000

40 255

27 600

2,76%

33 02 03 01

Vennootschapsrecht (60)

1 400 000

730 000

p.m.

p.m.

2,76%

33 02 51

Voltooiing van maatregelen op het gebied van rechten, burgerschap en gelijkheid (62)

p.m.

7 321 000

p.m.

202 060

2,76%

33 03 51

Voltooiing van maatregelen op het gebied van justitie

p.m.

7 500 000

p.m.

207 000

2,73%

33 04 01

Vrijwaring van de belangen en verbetering van de veiligheid en de voorlichting van consumenten

23 102 000

16 500 000

630 685

450 450

2,76%

33 04 51

Voltooiing van activiteiten van de Unie ten behoeve van de consumenten

p.m.

1 700 000

p.m.

46 920

   

TOTAAL

14 503 376 763

14 578 788 176

382 730 556

391 178 731

   

SUBTOTAAL ADMINISTRATIEVE UITGAVEN

602 147 000

602 147 000

1 643 432

1 643 432

   

ALGEMEEN TOTAAL

15 105 523 763

15 180 935 176

384 373 988

392 822 163

LIJST VAN VOOR KANDIDAAT-LIDSTATEN OPENGESTELDE BEGROTINGSONDERDELEN EN IN VOORKOMEND GEVAL VAN POTENTIËLE KANDIDATEN VAN DE WESTELIJKE BALKAN

(AL = Albanië; BA = Bosnië en Herzegovina; MK = voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië (voorlopige code die geen invloed op de definitieve naam van het land heeft, die aan het einde van de lopende onderhandelingen in het kader van de Verenigde Naties zal worden vastgesteld); ME = Montenegro; RS = Servië; TR = Turkije; Kosovo* = Kosovo onder internationaal bestuur op basis van Resolutie 1244 van de VN-Veiligheidsraad), MD = Moldavië

Totale bijdrage van de derde landen

 

(in miljoen EUR)

 

Begunstigde staten

MD

MK

TR

AL

BA

ME

RS

Kosovo*

Totaal

01 04 51

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

Voltooiing van programma’s op het gebied van kleine en middelgrote ondernemingen (vóór 2014)

02 02 01, 02 02 02, 02 02 51, 02 04 53, 02 01 04 01 en 02 01 06 01

0,05

0,19

9,85

0,24

p.m.

0,08

p.m.

p.m.

10,41

Concurrentievermogen van bedrijven en het mkb (Cosme)/Voltooiing van het kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie — Programma voor ondernemerschap en innovatie

04 03 02 01, 04 03 02 02, 04 03 02 03, 04 03 51 en 04 01 04 02

p.m.

0,20

0,20

0,05

p.m.

0,05

0,20

p.m.

0,70

EU-programma voor werkgelegenheid en sociale innovatie („EaSI”)/Voltooiing van Progress

06 02 52, 06 01 06 01 en 06 01 06 02

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

Voltooiing van het Marco Polo II-programma

07 02 06

p.m.

p.m.

3,13

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

3,13

Europees Milieuagentschap (EEA)

08 04 50 01

Internationale Thermonucleaire Experimentele Reactor (ITER)

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

14 02 01

p.m.

0,17

0,25

0,06

0,04

0,17

0,23

p.m.

0,92

Douane 2020/Voltooiing van Douane 2013

14 03 01

p.m.

0,04

0,11

0,03

0,03

0,03

0,08

p.m.

0,32

Fiscalis 2020/Voltooiing van Fiscalis 2013

17 03 01, 17 03 51, 17 01 04 02 en 17 01 06 02

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,13

p.m.

0,13

Actie van de Unie op het gebied van volksgezondheid

18 04 01, 18 04 51, 18 01 04 03 en 18 01 06 01

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

Europa voor de burger

23 03 01 01, 23 03 01 02, 23 03 02 01, 23 03 02 02, 23 03 51

p.m.

0,03

0,20

p.m.

p.m.

0,01

0,12

p.m.

0,36

Civiele bescherming

24 02 01 en 24 02 51

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

Fraudebestrijding

26 01 04 01 en 26 03 01 01

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

Interoperabiliteitsoplossingen voor Europese overheidsdiensten (ISA)

32 04 53

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

Voltooiing van het kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie — Programma Intelligente energie — Europa

33 02 01, 33 02 02, 18 33 02 51 en 33 01 04 01

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

Programma Grondrechten en burgerschap/Voltooiing van geweldbestrijding (Daphne)

33 02 06

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten

33 04 01 en 33 04 51

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

Het consumentenprogramma

Betrokken begrotingsonderdelen  (64)

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

Horizon 2020/Voltooiing van het zevende kaderprogramma Onderzoek — EG (niet-nucleair)

Betrokken begrotingsonderdelen  (65)

p.m.

5,10

135

0,09

0,12

0,05

0,19

p.m.

140,55

Erasmus+

Betrokken begrotingsonderdelen  (66)

p.m.

0,05

2,74

0,15

0,21

0,06

0,16

p.m.

3,37

Programma Creatief Europa/Voltooiing van het programma Cultuur (2007-2013)

Betrokken begrotingsonderdelen  (67)

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

Euratom-programma voor onderzoeks- en opleidingsactiviteiten/Voltooiing van het zevende kaderprogramma Onderzoek — Euratom (nucleair)

OPGENOMEN EN VERSTREKTE LENINGEN — DOOR DE UNIEBEGROTING GEGARANDEERDE OPGENOMEN EN VERSTREKTE LENINGEN (TER INDICATIE)

  • A. 
    INLEIDING

Deze bijlage is opgesteld overeenkomstig artikel 35, lid 1, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

Het bevat gegevens over de bedragen van de door de Uniebegroting van de Unie gegarandeerde opgenomen en verstrekte leningen: leningen ter ondersteuning van betalingsbalansen en opgenomen leningen om macrofinanciële bijstand te verlenen aan derde landen, Euratom-leningen om aldus een bijdrage te leveren aan de vereiste financiering voor de verbetering van de doelmatigheid en de veiligheid van kerncentrales in bepaalde derde landen en door de Europese Investeringsbank in bepaalde derde landen verstrekte leningen.

Op 31 december 2014 bedroegen de door de Uniebegroting gedekte uitstaande leningen 84 122 605 438 EUR; waarvan 57 839 646 093 EUR binnen de Unie en 26 282 959 345 EUR daarbuiten (afgeronde cijfers en op 31 december 2014 geldende wisselkoers van de euro).

  • B. 
    BEKNOPTE BESCHRIJVING VAN DE VERSCHILLENDE CATEGORIEËN DOOR DE UNIEBEGROTING GEGARANDEERDE LENINGEN
  • I. 
    GEÏNTEGREERD MECHANISME VOOR FINANCIËLE ONDERSTEUNING OP MIDDELLANGE TERMIJN VAN DE BETALINGSBALANSEN VAN DE LIDSTATEN
  • 1. 
    Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 332/2002 van de Raad van 18 februari 2002 houdende instelling van een mechanisme voor financiële ondersteuning op middellange termijn van de betalingsbalansen van de lidstaten (PB L 53 van 23.2.2002, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1360/2008 van de Raad van 2 december 2008 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 332/2002 (PB L 352 van 31.12.2008, blz. 11).

Besluit 2009/102/EG van de Raad van 4 november 2008 betreffende de toekenning van financiële bijstand op middellange termijn aan Hongarije (PB L 37 van 6.2.2009, blz. 5).

Besluit 2009/290/EG van de Raad van 20 januari 2009 betreffende de toekenning van financiële bijstand op middellange termijn aan Letland (PB L 79 van 25.3.2009, blz. 39).

Beschikking 2009/459/EG van de Raad van 6 mei 2009 tot verlening van financiële middellangetermijnbijstand van de Gemeenschap aan Roemenië (PB L 150 van 13.6.2009, blz. 8).

Verordening (EG) nr. 431/2009 van de Raad van 18 mei 2009 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 332/2002 (PB L 128 van 27.5.2009, blz. 1).

Besluit 2011/288/EU van de Raad van 12 mei 2011 tot verlening van anticiperende financiële bijstand van de EU op middellange termijn aan Roemenië (PB L 132 van 19.5.2011, blz. 15).

Besluit 2013/531/EU van de Raad van 22 oktober 2013 tot verlening van anticiperende financiële bijstand van de Unie op middellange termijn aan Roemenië (PB L 286 van 29.10.2013, blz. 1).

  • 2. 
    Omschrijving

Overeenkomstig Verordening (EG) nr. 332/2002 kan de Unie leningen toekennen aan lidstaten die zich voor feitelijke of ernstig dreigende moeilijkheden met betrekking tot de lopende rekening van de betalingsbalans of het kapitaalverkeer gesteld zien. Alleen lidstaten die niet deelnemen aan de euro kunnen van dit mechanisme profiteren. Het uitstaande bedrag van de leningen was beperkt tot 12 000 000 000 EUR in hoofdsom.

Op 2 december 2008 heeft de Raad besloten het mechanisme uit te breiden tot 25 000 000 000 EUR.

Op 4 november 2008 heeft de Raad besloten financiële communautaire bijstand op middellange termijn te verlenen aan Hongarije. Het gaat om een lening op middellange termijn van maximaal 6 500 000 000 EUR in hoofdsom met een maximale gemiddelde looptijd van 5 jaar.

Op 20 januari 2009 heeft de Raad besloten financiële communautaire bijstand op middellange termijn te verlenen aan Letland. Het gaat om een lening op middellange termijn van maximaal 3 100 000 000 EUR in hoofdsom met een maximale gemiddelde looptijd van 7 jaar.

Op 6 mei 2009 heeft de Raad besloten financiële communautaire bijstand op middellange termijn te verlenen aan Roemenië. Het gaat om een lening op middellange termijn van maximaal 5 000 000 000 EUR in hoofdsom met een maximale gemiddelde looptijd van 5 jaar.

Op 18 mei 2009 heeft de Raad besloten het mechanisme uit te breiden tot 50 000 000 000 EUR.

Op 22 oktober 2013 heeft de Raad besloten anticiperende financiële bijstand van de Unie op middellange termijn te verlenen aan Roemenië in de vorm van een lening van maximaal 2 000 000 000 EUR met een maximale gemiddelde looptijd van acht jaar.

  • 3. 
    Begrotingseffect

Aangezien de voorwaarden van deze leningoperaties dezelfde zijn als die van de verstrekte leningen, is het begrotingseffect beperkt tot het honoreren van de garantie bij wanbetaling. Op 31 december 2014 was het in het kader van dit instrument uitstaande bedrag 8 400 000 000 EUR.

II.   GARANTIE VAN DE UNIE VOOR DOOR DE UNIE OPGENOMEN LENINGEN VOOR FINANCIËLE BIJSTAND IN HET KADER VAN HET EUROPEES FINANCIEEL STABILISATIEMECHANISME

  • 1. 
    Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 407/2010 van de Raad van 11 mei 2010 houdende instelling van een Europees financieel stabilisatiemechanisme (PB L 118 van 12.5.2010, blz. 1).

Artikel 122, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.

Uitvoeringsbesluit 2011/77/EU van de Raad van 7 december 2010 tot verlening van financiële bijstand van de Unie aan Ierland (PB L 30 van 4.2.2011, blz. 34).

Uitvoeringsbesluit 2011/344/EU van de Raad van 30 mei 2011 tot verlening van financiële bijstand van de Unie aan Portugal (PB L 159 van 17.6.2011, blz. 88).

Uitvoeringsbesluit 2011/682/EU van de Raad van 11 oktober 2011 tot wijziging van Uitvoeringsbesluit 2011/77/EU tot verlening van financiële bijstand van de Unie aan Ierland (PB L 269 van 14.10.2011, blz. 31).

Uitvoeringsbesluit 2011/683/EU van de Raad van 11 oktober 2011 tot wijziging van Uitvoeringsbesluit 2011/344/EU tot verlening van financiële bijstand van de Unie aan Portugal (PB L 269 van 14.10.2011, blz. 32).

Uitvoeringsbesluit 2013/313/EU van de Raad van 21 juni 2013 tot wijziging van Uitvoeringsbesluit 2011/77/EU tot verlening van financiële bijstand van de Unie aan Ierland (PB L 173 van 26.6.2013, blz. 40).

Uitvoeringsbesluit 2013/323/EU van de Raad van 21 juni 2013 tot wijziging van Uitvoeringsbesluit 2011/344/EU tot verlening van financiële bijstand van de Unie aan Portugal (PB L 175 van 27.6.2013, blz. 47).

Uitvoeringsbesluit 2013/525/EU van de Raad van 22 oktober 2013 tot wijziging van Uitvoeringsbesluit 2011/77/EU tot verlening van financiële bijstand van de Unie aan Ierland (PB L 282 van 24.10.2013, blz. 71).

  • 2. 
    Omschrijving

Artikel 122, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie voorziet in de mogelijkheid dat de Unie financiële bijstand verleent aan een lidstaat in geval van moeilijkheden of ernstige dreiging van grote moeilijkheden die onder andere worden veroorzaakt door buitengewone gebeurtenissen die deze lidstaat niet kan beheersen.

De door de Unie verstrekte garantie betreft leningen opgenomen op de kapitaalmarkten of van financiële instellingen.

Overeenkomstig artikel 2, lid 2, van Verordening (EU) nr. 407/2010 van de Raad wordt het uitstaande bedrag van de leningen of kredietlijnen die in het kader van het Europees financieel stabilisatiemechanisme aan lidstaten worden verstrekt, beperkt tot de voor de betalingskredieten beschikbare marge onder het plafond van de eigen middelen.

Deze post dient voor de opname in de begroting van de door de Unie verstrekte garantie. Aldus kan de Commissie de schuldendienst betalen wanneer debiteuren in gebreke blijven.

Om aan haar verplichtingen te voldoen, kan de Commissie de schuldendienst tijdelijk uit haar eigen kasmiddelen bekostigen. Artikel 12 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 van de Raad van 22 mei 2000 houdende toepassing van Besluit 2007/436/EG, Euratom betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (PB L 130 van 31.5.2000, blz. 1), is van toepassing.

Op 7 december 2010 heeft de Unie besloten Ierland een lening ter beschikking te stellen van maximaal 22 500 000 000 EUR met een maximale gemiddelde looptijd van 7,5 jaar (PB L 30 van 4.2.2011, blz. 34).

Op 30 mei 2011 heeft de Unie besloten Portugal een lening ter beschikking te stellen van maximaal 26 000 000 000 EUR (PB L 159 van 17.6.2011, blz. 88).

Op 11 oktober 2011 heeft de Raad besloten Uitvoeringsbesluiten 2011/77/EU en 2011/344/EU te wijzigen door de looptijden te verlengen en het verlagen van de rentemarge te laten gelden voor alle tranches die al zijn uitbetaald (PB L 269 van 14.10.2011, blz. 31 voor Ierland (2011/682/EU) en blz. 32 betreffende Portugal (2011/683/EU)).

Op 21 juni 2013 heeft de Raad besloten Uitvoeringsbesluit 2011/77/EU te wijzigen door de gemiddelde looptijd van de lening te verlengen en door de mogelijkheid te bieden de termijnlooptijden te verlengen op verzoek van Ierland (PB L 173 van 26.6.2013, blz. 40).

Op 21 juni 2013 heeft de Raad besloten Uitvoeringsbesluit 2011/77/EU te wijzigen door de gemiddelde looptijd van de lening te verlengen en door de mogelijkheid te bieden de termijnlooptijden te verlengen op verzoek van Portugal. Bovendien zijn door het land in lijn met de specificatie in het Memorandum van overeenstemming vast te stellen maatregelen gespecificeerd (PB L 175 van 27.6.2013, blz. 47).

Op 22 oktober 2013 heeft de Raad besloten Uitvoeringsbesluit 2011/77/EU te wijzigen door de beschikbaarheid van de aan Ierland toegekende financiële bijstand te verlengen (PB L 282 van 24.10.2013, blz. 71).

  • 3. 
    Begrotingseffect

Aangezien de voorwaarden van deze leningoperaties dezelfde zijn als die van de verstrekte leningen, is het begrotingseffect beperkt tot het honoreren van de garantie bij wanbetaling. Op 31 december 2014 bedraagt het uit hoofde van dit instrument uitstaande bedrag 47 507 323 882 EUR.

III.   UNIEGARANTIE VOOR DE PROGRAMMA'S VAN DOOR DE UNIE OPGENOMEN LENINGEN VOOR DE TOEKENNING VAN MACROFINANCIËLE BIJSTAND AAN DERDE LANDEN IN HET MIDDELLANDSE ZEEGEBIED

1    Rechtsgronden

Besluit 2007/860/EG van de Raad van 10 december 2007 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan Libanon (PB L 337 van 21.12.2007, blz. 111).

Besluit nr. 1351/2013/EU van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan het Hasjemitisch Koninkrijk Jordanië (PB L 341 van 18.12.2013, blz. 4).

Besluit nr. 534/2014/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan de Republiek Tunesië (PB L 151 van 21.5.2014, blz. 9).

  • 2. 
    Omschrijving

Op 10 december 2007 heeft de Raad besloten een Uniegarantie te verstrekken voor een leningsoperatie voor Libanon in de vorm van een langlopende lening met een hoofdsom van ten hoogste 50 000 000 EUR voor een looptijd van ten hoogste 10 jaar. De eerste tranche van 25 000 000 EUR werd in 2009 uitbetaald.

Op 11 december 2013 hebben het Europees Parlement en de Raad besloten, ter dekking van Jordaniës betalingsbalansbehoeften als vastgesteld in het IMF-programma, voor Jordanië macrofinanciële bijstand in de vorm van leningen beschikbaar te stellen voor een maximumbedrag van 180 000 000 EUR en met een maximumlooptijd van 15 jaar.

Op 15 mei 2014 hebben het Europees Parlement en de Raad besloten, ter dekking van Tunesiës betalingsbalansbehoeften als vastgesteld in het IMF-programma, voor Tunesië macrofinanciële bijstand in de vorm van leningen beschikbaar te stellen voor een maximumbedrag van 300 000 000 EUR en met een maximumlooptijd van 15 jaar.

  • 3. 
    Begrotingseffect

Sinds de inwerkingtreding van Verordening (EG, Euratom) nr. 2728/94 van de Raad van 31 oktober 1994 tot instelling van een Garantiefonds voor extern optreden (PB L 293 van 12.11.1994, blz. 1), en vervolgens van Verordening (EG, Euratom) nr. 480/2009 van de Raad (PB L 145 van 10.6.2009, blz. 10), komen eventuele wanbetalingen, binnen de grenzen van de beschikbare middelen, ten laste van het Garantiefonds.

Het begrotingseffect blijft derhalve beperkt tot:

 

één jaarlijkse betaling aan of, uitzonderlijk, uit het fonds om het streefbedrag van 9 % van de gegarandeerde operaties te handhaven;

 

eventuele interventie van de garantie bij in gebreke blijven van de debiteuren.

IV.   UNIEGARANTIE VOOR DE PROGRAMMA'S VAN DOOR DE UNIE OPGENOMEN LENINGEN VOOR DE TOEKENNING VAN MACROFINANCIËLE BIJSTAND AAN DERDE LANDEN VAN MIDDEN- EN OOST-EUROPA

  • 1. 
    Rechtsgronden
  • 2. 
    Omschrijving
  • 3. 
    Begrotingseffect

In het kader van deze afdeling zijn er momenteel geen lopende leningen. De vorige leningen zijn volledig terugbetaald.

  • V. 
    UNIEGARANTIE VOOR DE PROGRAMMA'S VAN DOOR DE UNIE OPGENOMEN LENINGEN VOOR DE TOEKENNING VAN MACROFINANCIËLE BIJSTAND AAN DE LANDEN VAN HET GEMENEBEST VAN ONAFHANKELIJKE STATEN EN MONGOLIË
  • 1. 
    Rechtsgronden

Besluit 97/787/EG van de Raad van 17 november 1997 tot toekenning van buitengewone financiële bijstand aan Armenië en Georgië (PB L 322 van 25.11.1997, blz. 37).

Besluit 2000/244/EG van de Raad van 20 maart 2000 tot wijziging van Besluit 97/787/EG tot toekenning van buitengewone financiële bijstand aan Armenië en Georgië, met het oog op de uitbreiding ervan tot Tadzjikistan (PB L 77 van 28.3.2000, blz. 11).

Besluit 2002/639/EG van de Raad van 12 juli 2002 tot toekenning van aanvullende macrofinanciële bijstand aan Oekraïne (PB L 209 van 6.8.2002, blz. 22).

Besluit 2009/890/EG van de Raad van 30 november 2009 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan Armenië (PB L 320 van 5.12.2009, blz. 3).

Besluit nr. 388/2010/EU van het Europees Parlement en de Raad van 7 juli 2010 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan Oekraïne (PB L 179 van 14.7.2010, blz. 1).

Besluit nr. 778/2013/EU van het Europees Parlement en de Raad van 12 augustus 2013 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan Georgië (PB L 218 van 14.8.2013, blz. 15).

Besluit nr. 1025/2013/EU van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2013 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan de Kirgizische Republiek (PB L 283 van 25.10.2013, blz. 1).

Besluit 2014/215/EU van de Raad van 14 april 2014 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan Oekraïne (PB L 111 van 15.4.2014, blz. 85).

Besluit (EU) 2015/601 van het Europees Parlement en de Raad van 15 april 2015 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan Oekraïne (PB L 100 van 17.4.2015, blz. 1).

  • 2. 
    Omschrijving

De Raad heeft op 17 november 1997 besloten een Uniegarantie te verlenen voor een bijzondere leningsoperatie ten behoeve van Armenië en Georgië. Het gaat om een lening aan Georgië met een hoofdsom van ten hoogste 142 000 000 EUR en een lening van 28 000 000 EUR aan Armenië, met een looptijd van maximaal 15 jaar.

De eerste tranche van 110 000 000 EUR is op 24 juli 1998 aan Georgië verstrekt. Er hoeft geen tweede tranche meer te worden uitbetaald.

De Raad heeft op 20 maart 2000 besloten een Uniegarantie te verlenen voor een leningsoperatie ten behoeve van Tadzjikistan. Het gaat om een lening met een hoofdsom van ten hoogste 75 000 000 EUR en een looptijd van ten hoogste 15 jaar. In 2001 is een lening van 60 000 000 EUR verstrekt. Er hoeft geen tweede tranche meer te worden uitbetaald.

Op 12 juli 2002 besloot de Raad een langlopende leningfaciliteit met een hoofdsom van ten hoogste 110 miljoen EUR en een maximale looptijd van 15 jaar ter beschikking van Oekraïne te stellen, om te zorgen voor een houdbare betalingsbalanspositie, om de reservepositie van het land te versterken en om de tenuitvoerlegging van de noodzakelijke structurele hervormingen te vergemakkelijken.

De Raad heeft op 30 november 2009 besloten een Uniegarantie te verstrekken voor een leningsoperatie voor Armenië in de vorm van een langlopende lening met een hoofdsom van ten hoogste 65 000 000 EUR voor een looptijd van ten hoogste 15 jaar. De eerste tranche van 26 000 000 EUR werd in 2011 uitbetaald, de tweede en laatste in 2012.

Op 7 juli 2010 besloten het Europees Parlement en de Raad een langlopende leningfaciliteit met een hoofdsom van ten hoogste 500 miljoen EUR en een maximale looptijd van 15 jaar ter beschikking van Oekraïne te stellen, om te zorgen voor een houdbare betalingsbalanspositie.

Het Europees Parlement en de Raad hebben op 12 augustus 2013 besloten macrofinanciële bijstand te verlenen aan Georgië van maximaal 46 000 000 EUR (maximaal 23 000 000 EUR in de vorm van subsidies en maximaal 23 000 000 EUR in de vorm van leningen) met een maximale looptijd van 15 jaar. Geen uitbetalingen hebben plaatsgevonden.

Het Europees Parlement en de Raad hebben op 22 oktober 2013 besloten macrofinanciële bijstand te verlenen aan de Kirgizische Republiek van maximaal 30 000 000 EUR (maximaal 15 000 000 EUR in de vorm van subsidies en maximaal 15 000 000 EUR in de vorm van leningen) met een maximale looptijd van 15 jaar. Geen uitbetalingen hebben plaatsgevonden.

Op 14 april 2014 heeft de Raad besloten, ter dekking van Oekraïnes dringende betalingsbalansbehoeften als vastgesteld in het IMF-programma, voor Oekraïne macrofinanciële bijstand in de vorm van leningen beschikbaar te stellen voor een maximumbedrag van 1 000 000 000 EUR en met een maximumlooptijd van 15 jaar. Het volledige bedrag van 1 000 000 000 EUR werd in 2014 uitbetaald.

Op 15 april 2015 heeft de Raad besloten, teneinde de economische stabilisatie van Oekraïne en een substantiële hervormingsagenda te ondersteunen, voor Oekraïne macrofinanciële bijstand beschikbaar te stellen voor een maximumbedrag van 1 800 000 000 EUR en met een maximumlooptijd van 15 jaar. De bijstand moet bijdragen aan het dekken van de betalingsbalansbehoeften van Oekraïne die in het kader van het IMF-programma zijn vastgesteld.

  • 3. 
    Begrotingseffect

Sinds de inwerkingtreding van Verordening (EG, Euratom) nr. 2728/94 van de Raad van 31 oktober 1994 tot instelling van een Garantiefonds voor extern optreden (PB L 293 van 12.11.1994, blz. 1), en vervolgens van Verordening (EG, Euratom) nr. 480/2009 van de Raad (PB L 145 van 10.6.2009, blz. 10), komen eventuele wanbetalingen, binnen de grenzen van de beschikbare middelen, ten laste van het fonds.

Het begrotingseffect blijft derhalve beperkt tot:

 

één jaarlijkse betaling aan of, uitzonderlijk, uit het fonds om het streefbedrag van 9 % van de gegarandeerde operaties te handhaven;

 

eventuele interventie van de garantie bij in gebreke blijven van de debiteuren.

VI.   UNIEGARANTIE VOOR DE PROGRAMMA'S VAN DOOR DE UNIE OPGENOMEN LENINGEN VOOR DE TOEKENNING VAN MACROFINANCIËLE BIJSTAND AAN DE WESTELIJKE BALKANLANDEN

  • 1. 
    Rechtsgronden

Besluit 97/471/EG van de Raad van 22 juli 1997 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië (PB L 200 van 29.7.1997, blz. 59).

Besluit 1999/325/EG van de Raad van 10 mei 1999 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan Bosnië en Herzegovina (PB L 123 van 13.5.1999, blz. 57).

Besluit 1999/733/EG van de Raad van 8 november 1999 tot toekenning van aanvullende macrofinanciële bijstand aan de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië (PB L 294 van 16.11.1999, blz. 31).

Besluit 2001/549/EG van de Raad van 16 juli 2001 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan de Federale Republiek Joegoslavië (PB L 197 van 21.7.2001, blz. 38).

Besluit 2002/882/EG van de Raad van 5 november 2002 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan de Federale Republiek Joegoslavië (PB L 308 van 9.11.2002, blz. 25).

Besluit 2002/883/EG van de Raad van 5 november 2002 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan Bosnië en Herzegovina (PB L 308 van 9.11.2002, blz. 28).

Besluit 2004/580/EG van de Raad van 29 april 2004 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan Albanië (PB L 261 van 6.8.2004, blz. 116).

Besluit 2008/784/EG van de Raad van 2 oktober 2008 tot vaststelling van een eigen aansprakelijkheid van Montenegro voor de langlopende leningen die de Gemeenschap uit hoofde van de Besluiten 2001/549/EG en 2002/882/EG aan de Statenunie van Servië en Montenegro (voorheen de Federale Republiek Joegoslavië) heeft toegekend, en tot evenredige beperking van de aansprakelijkheid van Servië voor deze leningen (PB L 269 van 10.10.2008, blz. 8).

Besluit 2009/891/EG van de Raad van 30 november 2009 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan Bosnië en Herzegovina (PB L 320 van 5.12.2009, blz. 6).

Besluit 2009/892/EG van de Raad van 30 november 2009 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan Servië (PB L 320 van 5.12.2009, blz. 9).

  • 2. 
    Omschrijving

De Raad heeft op 22 juli 1997 besloten een Uniegarantie te verlenen voor een leningsoperatie ten behoeve van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië (VJRM I).

Het gaat om een langetermijnlening met een hoofdsom van ten hoogste 40 000 000 EUR en een looptijd van 15 jaar.

De eerste tranche van 25 000 000 EUR, met een maximale looptijd van 15 jaar, is op 30 september 1997 aan de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië uitbetaald. Deze tranche moet vanaf het elfde jaar in vijf gelijke jaarlijkse aflossingen worden terugbetaald.

De tweede tranche van 15 000 000 EUR is op 13 februari 1998 uitbetaald. Deze tranche moet vanaf het elfde jaar in vijf gelijke annuïteiten worden terugbetaald.

De Raad heeft op 10 mei 1999 besloten een Uniegarantie te verlenen voor een leningsoperatie ten behoeve van Bosnië en Herzegovina. Het gaat om een langlopende lening met een hoofdsom van ten hoogste 20 000 000 EUR en een looptijd van ten hoogste 15 jaar (Bosnië I).

De eerste tranche van 10 000 000 EUR met een looptijd van ten hoogste 15 jaar is op 21 december 1999 aan Bosnië en Herzegovina uitbetaald. De tweede tranche van 10 000 000 EUR is in 2001 uitbetaald.

De Raad heeft op 8 november 1999 opnieuw besloten een Uniegarantie te verlenen voor een leningsoperatie ten behoeve van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië. Het gaat om een langlopende lening met een hoofdsom van ten hoogste 50 000 000 EUR en een looptijd van maximaal 15 jaar (VJRM II).

In januari 2001 is de eerste tranche van 10 000 000 EUR met een looptijd van ten hoogste 15 jaar uitbetaald aan de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, in januari 2002 de tweede tranche van 12 000 000 EUR, in juni 2003 de derde tranche van 10 000 000 EUR en in december 2003 de vierde tranche van 18 000 000 EUR.

De Raad heeft op 16 juli 2001 besloten een Uniegarantie te verlenen voor een leningsoperatie ten behoeve van de Federale Republiek Joegoslavië (Servië en Montenegro I). Het gaat om een langlopende lening met een hoofdsom van ten hoogste 225 000 000 EUR en een looptijd van ten hoogste 15 jaar. De lening is in oktober 2001 in één tranche uitbetaald.

De Raad heeft op 5 november 2002 besloten een Uniegarantie te verlenen voor een leningsoperatie ten behoeve van Bosnië en Herzegovina. Het gaat om een langlopende lening met een hoofdsom van ten hoogste 20 000 000 EUR en een looptijd van ten hoogste 15 jaar (Bosnië II).

De eerste tranche van 10 000 000 EUR, met een looptijd van ten hoogste 15 jaar, is in 2003 aan Bosnië en Herzegovina uitbetaald. De tweede tranche van 10 000 000 EUR is in 2006 uitbetaald.

De Raad heeft op 5 november 2002 besloten een Uniegarantie te verlenen voor een leningsoperatie ten behoeve van Servië en Montenegro (Servië en Montenegro II). Het gaat om een langlopende lening met een hoofdsom van ten hoogste 55 000 000 EUR en een looptijd van ten hoogste 15 jaar.

De eerste tranche van 10 000 000 EUR en de tweede tranche van 30 000 000 EUR, beide met een looptijd van ten hoogste 15 jaar, zijn in 2003 aan Servië en Montenegro uitbetaald, en de derde tranche van 15 000 000 EUR is in 2005 uitbetaald.

De lening aan Albanië IV van 9 000 000 EUR, met een looptijd van ten hoogste 15 jaar, werd volledig uitbetaald in 2006.

De Raad heeft op 30 november 2009 besloten een Uniegarantie te verlenen voor een leningsoperatie ten behoeve van Servië in de vorm van een langlopende lening met een hoofdsom van ten hoogste 200 000 000 EUR en een looptijd van maximaal 8 jaar. De eerste tranche van 100 000 000 EUR werd in 2011 uitbetaald.

De Raad heeft op 30 november 2009 besloten een garantie van de Europese Unie te verlenen voor een leningsoperatie ten behoeve van Servië in de vorm van een langlopende lening met een hoofdsom van ten hoogste 100 000 000 EUR en een looptijd van maximaal 15 jaar. Beide tranches van 50 000 000 EUR elk werden in 2013 uitbetaald.

  • 3. 
    Begrotingseffect

Sinds de inwerkingtreding van Verordening (EG, Euratom) nr. 2728/94 van de Raad van 31 oktober 1994 tot instelling van een Garantiefonds (PB L 293 van 12.11.1994, blz. 1) voor extern optreden, en vervolgens van Verordening (EG, Euratom) nr. 480/2009 van de Raad (PB L 145 van 10.6.2009, blz. 10), komen eventuele wanbetalingen, binnen de grenzen van de beschikbare middelen, ten laste van het fonds.

Het begrotingseffect blijft derhalve beperkt tot:

 

één jaarlijkse betaling aan of, uitzonderlijk, uit het fonds om het streefbedrag van 9 % van de gegarandeerde operaties te handhaven;

 

eventuele interventie van de garantie bij in gebreke blijven van de debiteuren.

VII.   UNIEGARANTIE VOOR DE EURATOM-LENINGEN DIE BESTEMD ZIJN VOOR DE FINANCIERING VAN DE VERBETERING VAN DE EFFICIËNTIE EN DE VEILIGHEID VAN KERNCENTRALES VAN DE LANDEN VAN MIDDEN- EN OOST-EUROPA, ALSMEDE VAN DIE VAN HET GEMENEBEST VAN ONAFHANKELIJKE STATEN

  • 1. 
    Rechtsgronden

Besluit 77/270/Euratom van de Raad van 29 maart 1977 waarbij de Commissie wordt gemachtigd tot het aangaan van Euratom-leningen ten einde een bijdrage te leveren tot de financiering van kerncentrales (PB L 88 van 6.4.1977, blz. 9).

  • 2. 
    Omschrijving

Overeenkomstig Besluit 94/179/Euratom (PB L 84 van 29.3.1994, blz. 41) breidt de Unie krachtens Besluit 77/270/Euratom de Euratom-leningen uit tot de verbetering van het rendement en de veiligheid van de kerninstallaties van de landen in Midden- en Oost-Europa en het Gemenebest van onafhankelijke staten.

Het totale maximumbedrag aan Euratom-leningen voor de lidstaten en de derde landen blijft vastgesteld op 4 000 000 000 EUR.

In 2000 heeft de Commissie besloten tot een lening aan Kozloduy in Bulgarije (212 500 000 EUR) en de laatste tranche is in 2006 uitbetaald. In 2000 heeft de Commissie een lening aan K2R4 in Oekraïne toegekend, maar het bedrag ervan in 2004 teruggebracht tot de tegenwaarde van 83 000 000 USD in EUR. Aan K2R4 is een lening toegekend van 39 000 000 EUR (eerste tranche) in 2007, van 22 000 000 USD in 2008 en van 10 335 000 USD in 2009 uit hoofde van het besluit van de Commissie van 2004. In 2004 heeft de Commissie besloten tot een lening aan Cernavodă in Roemenië (223 500 000 EUR). Een eerste tranche van 100 000 000 EUR en een tweede van 90 000 000 EUR zijn in 2005 uitgekeerd en de laatste, van 33 500 000 EUR, in 2006.

  • 3. 
    Begrotingseffect

Sinds de inwerkingtreding van Verordening (EG, Euratom) nr. 2728/94 van de Raad van 31 oktober 1994 tot instelling van een Garantiefonds voor extern optreden (PB L 293 van 12.11.1994, blz. 1), en vervolgens van Verordening (EG, Euratom) nr. 480/2009 van de Raad (PB L 145 van 10.6.2009, blz. 10), komen eventuele wanbetalingen, binnen de grenzen van de beschikbare middelen, ten laste van het fonds.

Het begrotingseffect blijft derhalve beperkt tot:

 

één jaarlijkse betaling aan of, uitzonderlijk, uit het fonds om het streefbedrag van 9 % van de gegarandeerde operaties te handhaven;

 

eventuele interventie van de garantie bij in gebreke blijven van de debiteuren.

Vanaf 1 januari 2007 zijn leningen aan Bulgarije en Roemenië geen externe acties meer (zie Verordening (EG, Euratom) nr. 2273/2004 (PB L 396 van 31.12.2004, blz. 28)) en worden zij derhalve rechtstreeks door de Uniebegroting gedragen en niet meer door het fonds.

VIII.   UNIEGARANTIE VOOR DE LENINGEN VAN DE EUROPESE INVESTERINGSBANK VERSTREKT AAN MEDITERRANE LANDEN

  • 1. 
    Rechtsgronden

Een aantal in de onderstaande rechtsgronden opgenomen landen zijn inmiddels lidstaten of worden als pretoetredingslanden beschouwd. Voorts kan het zijn dat de namen van de landen sinds de goedkeuring van de betrokken rechtsgronden veranderd zijn.

Besluit van de Raad van 8 maart 1977 (protocollen met de mediterrane landen).

Verordening (EEG) nr. 1273/80 van de Raad van 23 mei 1980 houdende sluiting van het Interim-protocol tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Socialistische Federatieve Republiek Joegoslavië betreffende de vervroegde tenuitvoerlegging van Protocol nr. 2 van de Samenwerkingsovereenkomst (PB L 130 van 27.5.1980, blz. 98).

Besluit van de Raad van 19 juli 1982 (aanvullende uitzonderlijke hulp voor de wederopbouw van Libanon).

Verordening (EEG) nr. 3183/82 van de Raad van 22 november 1982 betreffende de sluiting van het Protocol inzake de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Republiek Tunesië (PB L 337 van 29.11.1982, blz. 43).

Besluit van de Raad van 9 oktober 1984 (lening aan Joegoslavië buiten het protocol om).

Besluit 87/604/EEG van de Raad van 21 december 1987 betreffende de sluiting van het Tweede Protocol betreffende de financiële samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Socialistische Federatieve Republiek Joegoslavië (PB L 389 van 31.12.1987, blz. 65).

Besluit 88/33/EEG van de Raad van 21 december 1987 houdende sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Libanese Republiek (PB L 22 van 27.1.1988, blz. 25).

Besluit 88/34/EEG van de Raad van 21 december 1987 houdende sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Republiek Tunesië (PB L 22 van 27.1.1988, blz. 33).

Besluit 88/453/EEG van de Raad van 30 juni 1988 houdende sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en het Koninkrijk Marokko (PB L 224 van 13.8.1988, blz. 32).

Besluit 92/44/EEG van de Raad van 19 december 1991 houdende sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Republiek Tunesië (PB L 18 van 25.1.1992, blz. 34).

Besluit 92/207/EEG van de Raad van 16 maart 1992 houdende sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Arabische Republiek Egypte (PB L 94 van 8.4.1992, blz. 21).

Besluit 92/208/EEG van de Raad van 16 maart 1992 houdende sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en het Hasjemitische Koninkrijk Jordanië (PB L 94 van 8.4.1992, blz. 29).

Besluit 92/209/EEG van de Raad van 16 maart 1992 houdende sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Libanese Republiek (PB L 94 van 8.4.1992, blz. 37).

Besluit 92/210/EEG van de Raad van 16 maart 1992 houdende sluiting van het Protocol betreffende de financiële samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Staat Israël (PB L 94 van 8.4.1992, blz. 45).

Verordening (EEG) nr. 1763/92 van de Raad van 29 juni 1992 betreffende de financiële samenwerking met de mediterrane derde landen (PB L 181 van 1.7.1992, blz. 5), ingetrokken bij Verordening (EG) nr. 1488/96 (PB L 189 van 30.7.1996, blz. 1).

Besluit 92/548/EEG van de Raad van 16 november 1992 houdende sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en het Koninkrijk Marokko (PB L 352 van 2.12.1992, blz. 13).

Besluit 92/549/EEG van de Raad van 16 november 1992 houdende sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Syrische Arabische Republiek (PB L 352 van 2.12.1992, blz. 21).

Besluit 93/408/EEG van de Raad van 19 juli 1993 inzake de sluiting van het Protocol betreffende de financiële samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Republiek Slovenië (PB L 189 van 29.7.1993, blz. 152).

Besluit 94/67/EG van de Raad van 24 januari 1994 houdende sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Syrische Arabische Republiek (PB L 32 van 5.2.1994, blz. 44).

Besluit 95/484/EG van de Raad van 30 oktober 1995 betreffende de sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Malta (PB L 278 van 21.11.1995, blz. 14).

Besluit 95/485/EG van de Raad van 30 oktober 1995 betreffende de sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Cyprus (PB L 278 van 21.11.1995, blz. 22).

Besluit 97/256/EG van de Raad van 14 april 1997 tot verlening van een garantie van de Gemeenschap voor verliezen van de Europese Investeringsbank op leningen voor projecten buiten de Gemeenschap (landen in Midden- en Oost-Europa, mediterrane landen, landen in Azië en Latijns-Amerika, Zuid-Afrika, de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië en Bosnië en Herzegovina) (PB L 102 van 19.4.1997, blz. 33).

Besluit 1999/786/EG van de Raad van 29 november 1999 tot verlening van een garantie van de Gemeenschap aan de Europese Investeringsbank (EIB) voor verliezen uit leningen voor projecten voor de wederopbouw van de door de aardbeving getroffen gebieden van Turkije (PB L 308 van 3.12.1999, blz. 35).

Besluit 2000/24/EG van de Raad van 22 december 1999 tot verlening van een garantie van de Gemeenschap voor verliezen van de Europese Investeringsbank op leningen voor projecten buiten de Gemeenschap (Midden- en Oost-Europa, Middellandse Zeegebied, Latijns-Amerika, Azië en de Republiek Zuid-Afrika) (PB L 9 van 13.1.2000, blz. 24).

Besluit 2000/788/EG van de Raad van 4 december 2000 houdende wijziging van Besluit 2000/24/EG tot vaststelling van een speciaal actieprogramma van de Europese Investeringsbank ter ondersteuning van de consolidatie en verdieping van de douane-unie tussen de EG en Turkije (PB L 314 van 14.12.2000, blz. 27).

Besluit 2005/47/EG van de Raad van 22 december 2004 houdende wijziging van Besluit 2000/24/EG teneinde rekening te houden met de uitbreiding van de Europese Unie en het Europese nabuurschapsbeleid (PB L 21 van 25.1.2005, blz. 9).

Besluit 2006/1016/EG van de Raad van 19 december 2006 tot verlening van een garantie van de Gemeenschap voor verliezen van de Europese Investeringsbank op leningen en garanties voor projecten buiten de Gemeenschap (PB L 414 van 30.12.2006, blz. 95).

Besluit nr. 633/2009/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 tot verlening van een garantie van de Gemeenschap voor verliezen van de Europese Investeringsbank op leningen en leninggaranties voor projecten buiten de Gemeenschap (PB L 190 van 22.7.2009, blz. 1).

Besluit nr. 1080/2011/EU van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2011 tot verlening van een EU-garantie voor verliezen van de Europese Investeringsbank op leningen en leninggaranties voor projecten buiten de Unie en houdende intrekking van Besluit nr. 633/2009/EG (PB L 280 van 27.10.2011, blz. 1).

Besluit nr. 466/2014/EU van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 tot verlening van een EU-garantie voor verliezen van de Europese Investeringsbank op financieringsverrichtingen van projecten buiten de Unie (PB L 135 van 8.5.2014, blz. 1).

  • 2. 
    Garantie van de Uniebegroting

Overeenkomstig het besluit van de Raad van 8 maart 1977 garandeert de Unie de in het kader van de financiële verplichtingen van de Unie jegens de mediterrane landen door de Europese Investeringsbank toe te kennen leningen.

Dit besluit ligt ten grondslag aan een garantieovereenkomst die op 30 oktober 1978 te Brussel en op 10 november 1978 te Luxemburg is ondertekend en waarbij een totale garantie wordt ingevoerd voor 75 % van het totaal van de uitstaande kredieten voor leningen die worden verstrekt in de volgende landen: Malta, Tunesië, Algerije, Marokko, Portugal (financieel protocol, spoedhulp), Turkije, Cyprus, Egypte, Jordanië, Syrië, Israël, Griekenland, het voormalige Joegoslavië en Libanon.

Voor elk nieuw financieel protocol wordt een nieuwe akte tot verlenging van de garantieovereenkomst opgesteld.

Besluit 97/256/EG ligt ten grondslag aan een garantieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Europese Investeringsbank die op 25 juli 1997 te Brussel en op 29 juli 1997 te Luxemburg is ondertekend en volgens welke de garantie beperkt blijft tot 70 % van het totale bedrag aan uitstaande kredieten, verhoogd met alle bijkomende kosten.

Besluit 1999/786/EG ligt ten grondslag aan een garantieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Europese Investeringsbank die op 18 april 2000 te Brussel en op 23 mei 2000 te Luxemburg is ondertekend en volgens welke de garantie beperkt blijft tot 65 % van het totale bedrag aan uitstaande kredieten, verhoogd met alle bijkomende kosten.

Besluit 2000/24/EG ligt ten grondslag aan een garantieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Europese Investeringsbank die op 19 juli 2000 te Brussel en op 24 juli 2000 te Luxemburg is ondertekend en volgens welke de garantie beperkt blijft tot 65 % van het totale bedrag aan uitstaande kredieten, verhoogd met alle bijkomende kosten.

Besluit 2005/47/EG ligt ten grondslag aan een geherformuleerde en gewijzigde garantieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Europese Investeringsbank die op 30 augustus 2005 te Brussel en op 2 september 2005 te Luxemburg is ondertekend en volgens welke de garantie beperkt blijft tot 65 % van het totale bedrag aan uitstaande kredieten, verhoogd met alle bijkomende kosten.

Besluit 2006/1016/EG ligt ten grondslag aan een garantieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Europese Investeringsbank die op 1 augustus 2007 te Luxemburg en op 29 augustus 2007 te Brussel is ondertekend en volgens welke de garantie beperkt blijft tot 65 % van het totale bedrag van de in het kader van de financieringsverrichtingen van de EIB uitbetaalde kredieten en verleende garanties, verminderd met de terugbetaalde bedragen en verhoogd met alle bijkomende kosten. Dit besluit werd vervangen door Besluit nr. 633/2009/EG van het Europees Parlement en de Raad.

Besluit nr. 1080/2011/EU ligt ten grondslag aan een garantieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Investeringsbank die op 22 november 2011 te Luxemburg en Brussel is ondertekend en volgens welke de garantie beperkt blijft tot 65 % van het totale bedrag van de in het kader van de financieringsverrichtingen van de EIB uitbetaalde kredieten en verleende garanties, verminderd met de terugbetaalde bedragen en verhoogd met alle bijkomende kosten.

Besluit nr. 466/2014/EU ligt ten grondslag aan een garantieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Investeringsbank die op 22 juli 2014 te Luxemburg en te Brussel is ondertekend en volgens welke de garantie beperkt blijft tot 65 % van het totale bedrag van de in het kader van de financieringsverrichtingen van de EIB uitbetaalde kredieten en verleende garanties, verminderd met de terugbetaalde bedragen en verhoogd met alle bijkomende kosten.

  • 3. 
    Omschrijving

In het kader van de financiële protocollen die zijn gesloten met de derde landen van het Middellandse Zeegebied worden totaalbedragen vastgesteld voor de door de Europese Investeringsbank uit haar eigen middelen te verstrekken leningen. De Europese Investeringsbank kent de leningen toe in sectoren die kunnen bijdragen tot de economische ontwikkeling van de betrokken landen: vervoersinfrastructuur, havens, watervoorziening, productie en transport van energie, landbouwprojecten, bevordering van het midden- en kleinbedrijf.

De Raad heeft op 14 april 1997, op voorstel van de Commissie en na raadpleging van het Europees Parlement, besloten de garantie van de Gemeenschap aan de Europese Investeringsbank te verlengen voor leningen voor projecten in de volgende mediterrane landen: Algerije, Cyprus, Egypte, Israël, Jordanië, Libanon, Malta, Marokko, Syrië, Tunesië, Turkije, Gaza en de Westelijke Jordaanoever. De garantie blijft beperkt tot 70 % van het totale bedrag aan uitstaande kredieten, verhoogd met alle bijkomende kosten. Dit totale bedrag beloopt maximaal 7 105 000 000 EUR, waarvan 2 310 000 000 EUR voor de bovengenoemde mediterrane landen, over een periode van drie jaar, te rekenen vanaf 31 januari 1997 (met de mogelijkheid tot verlenging met zes maanden).

De Europese Investeringsbank wordt verzocht ernaar te streven het commerciële risico van haar kredietverlening voor 25 % te dekken met andere dan staatsgaranties.

De Raad heeft op 29 november 1999 besloten aan de Europese Investeringsbank een garantie van de Gemeenschap te verlenen voor verliezen op leningen voor wederopbouwprojecten in de door aardbevingen getroffen gebieden in Turkije. De garantie blijft beperkt tot 65 % van het totale bedrag aan uitstaande kredieten, verhoogd met alle bijkomende kosten. Dit totale bedrag beloopt maximaal 600 000 000 EUR, over een periode van drie jaar, te rekenen vanaf 29 november 1999 (met de mogelijkheid tot verlenging met zes maanden).

De Europese Investeringsbank wordt verzocht ernaar te streven het commerciële risico van haar kredietverlening voor 30 % te dekken met andere dan staatsgaranties. Dit percentage moet indien mogelijk worden verhoogd, voor zover de markt dat mogelijk maakt.

Op 22 december 1999 heeft de Raad op voorstel van de Commissie en na raadpleging van het Europees Parlement opnieuw besloten aan de Europese Investeringsbank een garantie van de Gemeenschap te verlenen voor verliezen op leningen voor projecten in de volgende mediterrane landen: Algerije, Cyprus, Egypte, Israël, Jordanië, Libanon, Malta, Marokko, Syrië, Tunesië, Turkije, Gaza en de Westelijke Jordaanoever. Het totaalbedrag van de uitstaande kredieten uit hoofde van Besluit 2000/24/EG bedraagt voor alle landen samen maximaal 19 460 000 000 EUR. De garantie blijft beperkt tot 65 % van het totale bedrag aan uitstaande kredieten, verhoogd met alle bijkomende kosten, en geldt voor een periode van zeven jaar, van 1 februari 2000 tot en met 31 januari 2007. Daar bij het verstrijken van deze periode het bedrag aan door de Europese Investeringsbank verstrekte leningen niet de bovengenoemde totale bedragen bereikt had, werd die periode automatisch één keer met zes maanden verlengd.

Op 4 december 2000 heeft de Raad besloten een speciaal actieprogramma van de Europese Investeringsbank vast te stellen voor consolidatie en verdieping van de douane-unie EG-Turkije. Het bedrag van deze leningen is beperkt tot een maximum van 450 000 000 EUR.

Bij Besluit 2005/47/EG is het mediterrane regionale mandaat aangepast teneinde Cyprus, Malta en Turkije daarvan uit te sluiten; deze werden opgenomen in het mandaat voor de zuidoostelijke buurlanden.

Bij Besluit 2006/1016/EG wordt een garantie van de Gemeenschap verleend voor verliezen van de Europese Investeringsbank op leningen en garanties voor projecten buiten de Gemeenschap voor leningen in de volgende mediterrane landen: Algerije, Egypte, Westelijke Jordaanoever en Gaza, Israël, Jordanië, Libanon, Libië (subsidiabiliteit vast te stellen door de Raad), Marokko, Syrië, Tunesië. Het uit hoofde van Besluit 2006/1016/EG voor alle landen beschikbaar gestelde totaalbedrag beloopt 27 800 000 000 EUR, voor de periode van 1 februari 2007 tot en met 31 december 2013, met de mogelijkheid tot verlenging met zes maanden. De garantie van de Gemeenschap is beperkt tot 65 %.

Besluit 2006/1016/EG werd vervangen door Besluit nr. 633/2009/EG van het Europees Parlement en de Raad.

Bij Besluit 1080/2011/EU, dat in werking trad op 30 oktober 2011, werd het in het kader van EIB-financieringsverrichtingen geaggregeerde bedrag van uitbetaalde kredieten en verstrekte garanties verhoogd van 25 800 000 000 EUR naar 29 484 000 000 EUR (2 000 000 000 EUR voor financieringsverrichtingen inzake klimaatverandering en 1 684 000 000 EUR voor het versterken van de risicoverrichtingen van de EIB).

Bij Besluit nr. 466/2014/EU wordt een EU-garantie verleend voor verliezen van de EIB op financieringsverrichtingen van projecten buiten de Unie (pretoetredingslanden, nabuurschapslanden en partnerlanden, Azië en Latijns-Amerika, Zuid-Afrika) in de periode 2014-2020. Het maximumbedrag van de door de EIB verrichte financieringen is 30 000 000 000 EUR en valt uiteen in een vast plafond met een maximumbedrag van 27 000 000 000 EUR en een optioneel aanvullend bedrag van 3 000 000 000 EUR, dat wordt vastgesteld in overeenstemming met de gewone wetgevingsprocedure na de tussentijds evaluatie. De EU-garantie is beperkt tot 65 % van het totale uitstaande bedrag.

  • 4. 
    Begrotingseffect

Sinds de inwerkingtreding van Verordening (EG, Euratom) nr. 2728/94 van de Raad van 31 oktober 1994 tot instelling van een Garantiefonds voor extern optreden (PB L 293 van 12.11.1994, blz. 1), en vervolgens van Verordening (EG, Euratom) nr. 480/2009 van de Raad (PB L 145 van 10.6.2009, blz. 10), komen eventuele wanbetalingen, binnen de grenzen van de beschikbare middelen, ten laste van het fonds.

Het begrotingseffect blijft derhalve beperkt tot:

 

één jaarlijkse betaling aan of, uitzonderlijk, uit het fonds om het streefbedrag van 9 % van de gegarandeerde operaties te handhaven;

 

eventuele interventie van de garantie bij in gebreke blijven van de debiteuren;

 

de toekenning van, in een aantal gevallen, de rentesubsidies van 2 % die worden betaald als niet terug te betalen steun binnen de grenzen van de in de financiële protocollen vastgestelde maxima.

Leningen aan nieuwe lidstaten zijn geen externe acties meer (zie Verordening (EG, Euratom) nr. 2273/2004 (PB L 396 van 31.12.2004, blz. 28)) en worden derhalve rechtstreeks door de Uniebegroting gedragen en niet meer door het fonds.

IX.   UNIEGARANTIE VOOR LENINGEN VAN DE EUROPESE INVESTERINGSBANK AAN DERDE LANDEN IN MIDDEN- EN OOST-EUROPA EN DE WESTELIJKE BALKAN

  • 1. 
    Rechtsgronden

Een aantal in de onderstaande rechtsgronden opgenomen landen zijn inmiddels lidstaten of worden als pretoetredingslanden beschouwd. Voorts kan het zijn dat de namen van de landen sinds de goedkeuring van de betrokken rechtsgrond veranderd zijn.

Besluit van de raad van gouverneurs van de Europese Investeringsbank van 29 november 1989 betreffende de transacties van de Bank in Hongarije en Polen.

Besluit 90/62/EEG van de Raad van 12 februari 1990 waarbij de Gemeenschap zich jegens de Europese Investeringsbank garant stelt voor verliezen op leningen voor projecten in Hongarije en Polen (PB L 42 van 16.2.1990, blz. 68).

Besluit 91/252/EEG van de Raad van 14 mei 1991 houdende uitbreiding tot Tsjechoslowakije, Bulgarije en Roemenië van Besluit 90/62/EEG waarbij de Gemeenschap zich jegens de Europese Investeringsbank garant stelt voor verliezen op leningen voor projecten in Hongarije en Polen (PB L 123 van 18.5.1991, blz. 44).

Besluit 93/166/EEG van de Raad van 15 maart 1993 tot toekenning van een garantie van de Gemeenschap aan de Europese Investeringsbank voor verliezen op leningen voor investeringsprojecten in Estland, Letland en Litouwen (PB L 69 van 20.3.1993, blz. 42).

Besluit 93/696/EG van de Raad van 13 december 1993 tot toekenning van de garantie van de Gemeenschap aan de Europese Investeringsbank voor verliezen op leningen voor projecten in de Midden- en Oost-Europese landen (Polen, Hongarije, Tsjechische Republiek, Slowaakse Republiek, Roemenië, Bulgarije, Estland, Letland, Litouwen en Albanië) (PB L 321 van 23.12.1993, blz. 27).

Besluit 97/256/EG van de Raad van 14 april 1997 tot verlening van een garantie van de Gemeenschap voor verliezen van de Europese Investeringsbank op leningen voor projecten buiten de Gemeenschap (landen in Midden- en Oost-Europa, mediterrane landen, landen in Azië en Latijns-Amerika, Zuid-Afrika, de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië en Bosnië en Herzegovina) (PB L 102 van 19.4.1997, blz. 33).

Besluit 98/348/EG van de Raad van 19 mei 1998 tot verlening van een garantie van de Gemeenschap voor verliezen van de Europese Investeringsbank op leningen voor projecten in de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië (PB L 155 van 29.5.1998, blz. 53).

Besluit 98/729/EG van de Raad van 14 december 1998 tot wijziging van Besluit 97/256/EG om de aan de Europese Investeringsbank verleende garantie van de Gemeenschap uit te breiden tot leningen voor projecten in Bosnië en Herzegovina (PB L 346 van 22.12.1998, blz. 54).

Besluit 2000/24/EG van de Raad van 22 december 1999 tot verlening van een garantie van de Gemeenschap voor verliezen van de Europese Investeringsbank op leningen voor projecten buiten de Gemeenschap (Midden- en Oost-Europa, Middellandse Zeegebied, Latijns-Amerika, Azië en de Republiek Zuid-Afrika) (PB L 9 van 13.1.2000, blz. 24).

Besluit 2000/688/EG van de Raad van 7 november 2000 houdende wijziging van Besluit 2000/24/EG tot uitbreiding van de garantie van de Gemeenschap aan de Europese Investeringsbank tot leningen voor projecten in Kroatië (PB L 285 van 10.11.2000, blz. 20).

Besluit 2001/778/EG van de Raad van 6 november 2001 tot wijziging van Besluit 2000/24/EG met het oog op de uitbreiding van de aan de Europese Investeringsbank verleende garantie van de Gemeenschap tot leningen voor projecten in de Federale Republiek Joegoslavië (PB L 292 van 9.11.2001, blz. 43).

Besluit 2005/47/EG van de Raad van 22 december 2004 tot wijziging van Besluit 2000/24/EG in het licht van de uitbreiding van de Europese Unie en het Europese nabuurschapsbeleid (PB L 21 van 25.1.2005, blz. 9).

Besluit 2006/1016/EG van de Raad van 19 december 2006 tot verlening van een garantie van de Gemeenschap voor verliezen van de Europese Investeringsbank op leningen en garanties voor projecten buiten de Gemeenschap (PB L 414 van 30.12.2006, blz. 95).

Besluit nr. 633/2009/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 tot verlening van een garantie van de Gemeenschap voor verliezen van de Europese Investeringsbank op leningen en leninggaranties voor projecten buiten de Gemeenschap (PB L 190 van 22.7.2009, blz. 1).

Besluit nr. 1080/2011/EU van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2011 tot verlening van een EU-garantie voor verliezen van de Europese Investeringsbank op leningen en leninggaranties voor projecten buiten de Unie en houdende intrekking van Besluit nr. 633/2009/EG (PB L 280 van 27.10.2011, blz. 1).

Besluit nr. 466/2014/EU van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 tot verlening van een EU-garantie voor verliezen van de Europese Investeringsbank op financieringsverrichtingen van projecten buiten de Unie (PB L 135 van 8.5.2014, blz. 1).

  • 2. 
    Garantie van de Uniebegroting

Besluit 90/62/EEG ligt ten grondslag aan een garantieovereenkomst betreffende de in Hongarije en Polen verstrekte leningen, die op 24 april 1990 te Brussel en op 14 mei 1990 te Luxemburg door de Europese Economische Gemeenschap en de Europese Investeringsbank werd ondertekend, alsmede aan een uitbreiding van deze overeenkomst tot leningen in Tsjecho-Slowakije en in Bulgarije, die op 31 juli 1991 te Brussel en te Luxemburg werd ondertekend.

Deze garantieovereenkomst maakte het voorwerp uit van een op 19 januari 1993 te Brussel en op 4 februari 1993 te Luxemburg ondertekende akte, waarbij met ingang van 1 januari 1993 de Tsjechische Republiek en de Slowaakse Republiek in de plaats komen van de Tsjechische en Slowaakse Federatieve Republiek.

Besluit 93/696/EG ligt ten grondslag aan een garantieovereenkomst ondertekend tussen de Europese Gemeenschap en de Europese Investeringsbank op 22 juli 1994 te Brussel en op 12 augustus 1994 te Luxemburg.

Besluit 97/256/EG ligt ten grondslag aan een garantieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Europese Investeringsbank, die op 25 juli 1997 te Brussel en op 29 juli 1997 te Luxemburg is ondertekend.

Besluit 98/348/EG en Besluit 98/729/EG liggen ten grondslag aan een garantieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Europese Investeringsbank, die op 25 juli 1997 te Brussel en op 29 juli 1997 te Luxemburg is ondertekend.

Besluit 2000/24/EG ligt ten grondslag aan een garantieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Europese Investeringsbank, die op 19 juli 2000 te Brussel en op 24 juli 2000 te Luxemburg is ondertekend.

Besluit 2005/47/EG ligt ten grondslag aan een geherformuleerde en gewijzigde garantieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Europese Investeringsbank die op 30 augustus 2005 te Brussel en op 2 september 2005 te Luxemburg is ondertekend en volgens welke de garantie beperkt blijft tot 65 % van het totale bedrag aan uitstaande kredieten, verhoogd met alle bijkomende kosten.

Besluit 2006/1016/EG ligt ten grondslag aan een garantieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Europese Investeringsbank die op 1 augustus 2007 te Luxemburg en op 29 augustus 2007 te Brussel is ondertekend en volgens welke de garantie beperkt blijft tot 65% van het totale bedrag van de in het kader van de financieringsverrichtingen van de EIB uitbetaalde kredieten en verleende garanties, verminderd met de terugbetaalde bedragen en verhoogd met alle bijkomende kosten. Dit besluit werd vervangen door Besluit nr. 633/2009/EG van het Europees Parlement en de Raad.

Besluit nr. 1080/2011/EU ligt ten grondslag aan een garantieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Investeringsbank die op 22 november 2011 te Luxemburg en te Brussel is ondertekend en volgens welke de garantie beperkt blijft tot 65 % van het totale bedrag van de in het kader van de financieringsverrichtingen van de EIB uitbetaalde kredieten en verleende garanties, verminderd met de terugbetaalde bedragen en verhoogd met alle bijkomende kosten.

Besluit nr. 466/2014/EU ligt ten grondslag aan een garantieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Investeringsbank die op 22 juli 2014 te Luxemburg en Brussel is ondertekend en volgens welke de garantie beperkt blijft tot 65 % van het totale bedrag van de in het kader van de financieringsverrichtingen van de EIB uitbetaalde kredieten en verleende garanties, verminderd met de terugbetaalde bedragen en verhoogd met alle bijkomende kosten.

  • 3. 
    Omschrijving

Ingevolge een verzoek van de Raad van 9 oktober 1989 besloot de raad van gouverneurs van de Europese Investeringsbank op 29 november 1989 de Bank te machtigen om leningen uit haar eigen middelen toe te staan voor het financieren van investeringsprojecten in Polen en Hongarije, en wel voor een totaalbedrag dat 1 000 000 000 EUR mocht belopen. Deze leningen worden verstrekt voor het financieren van investeringsprojecten die voldoen aan de criteria die normaal door de Bank worden toegepast bij toekenning van leningen uit eigen middelen.

De Raad besloot op 14 mei 1991 en op 15 maart 1993, op voorstel van de Commissie en na inwinning van het advies van het Europees Parlement, deze garantie uit te breiden tot leningen die de Europese Investeringsbank zou kunnen verstrekken in de andere landen van Midden- en Oost-Europa (Tsjecho-Slowakije, Bulgarije, Roemenië) in een tijdvak van twee jaar en ten bedrage van 700 000 000 EUR.

De Raad heeft op 13 december 1993, op voorstel van de Commissie en na advies van het Europees Parlement, besloten opnieuw een garantie van de Gemeenschap te verlenen aan de Europese Investeringsbank voor de verstrekte leningen voor projecten in Polen, Hongarije, Tsjechië, Slowakije, Roemenië, Bulgarije, Estland, Letland, Litouwen en Albanië voor een bedrag van 3 000 000 000 EUR gedurende een periode van drie jaar.

De begrotingsgarantie dekt de totale schuldendienst (aflossing, renten, met de transactie samenhangende kosten) die met deze leningen samenhangt.

De Raad heeft op 14 april 1997, op voorstel van de Commissie en na advies van het Europees Parlement, besloten de garantie van de Gemeenschap aan de Europese Investeringsbank te verlengen voor leningen voor projecten in Albanië, Bulgarije, Estland, Hongarije, Letland, Litouwen, Polen, Roemenië, Slovenië, Slowakije en Tsjechië. De garantie blijft beperkt tot 70 % van het totale bedrag aan uitstaande kredieten, verhoogd met alle bijkomende kosten. Dit totale bedrag beloopt maximaal 7 105 000 000 EUR, waarvan 3 520 000 000 EUR voor de bovengenoemde landen van Midden- en Oost-Europa.. De overeenkomst geldt voor een periode van drie jaar, te rekenen vanaf 31 januari 1997. Daar aan het einde van die periode het bedrag aan door de Europese Investeringsbank verstrekte leningen niet de bovengenoemde totale bedragen bereikt had, werd die periode automatisch één keer met zes maanden verlengd.

De Raad heeft op 19 mei 1998 besloten een garantie van de Gemeenschap te verlenen voor verliezen van de Europese Investeringsbank op leningen voor projecten in de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië. De garantie blijft beperkt tot 70 % van het totale bedrag aan uitstaande kredieten, verhoogd met alle bijkomende kosten. Dit totale bedrag beloopt maximaal 150 000 000 EUR voor een periode van twee jaar, te rekenen vanaf 1 januari 1998. Daar aan het einde van die periode het bedrag aan door de Europese Investeringsbank verstrekte leningen niet de bovengenoemde totale bedragen bereikt had, werd die periode automatisch één keer met zes maanden verlengd.

De Raad heeft op 14 december 1998 besloten de garantie van de Gemeenschap aan de Europese Investeringsbank voor leningen voor projecten in Bosnië en Herzegovina uit te breiden. De garantie blijft beperkt tot 70 % van het totale bedrag aan uitstaande kredieten, verhoogd met alle bijkomende kosten. Dit totale bedrag beloopt maximaal 100 000 000 EUR voor een periode van twee jaar, te rekenen vanaf 22 december 1998. Daar aan het einde van die periode het bedrag aan door de Europese Investeringsbank verstrekte leningen niet de bovengenoemde totale bedragen bereikt had, werd die periode automatisch één keer met zes maanden verlengd.

De Europese Investeringsbank wordt verzocht ernaar te streven het commerciële risico van haar kredietverlening voor 25 % te dekken met andere dan staatsgaranties.

De Raad heeft op 22 december 1999, op voorstel van de Commissie en na advies van het Europees Parlement, besloten de garantie van de Gemeenschap aan de Europese Investeringsbank te verlengen voor leningen voor projecten in Albanië, de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, Bosnië en Herzegovina, Bulgarije, Estland, Hongarije, Letland, Litouwen, Polen, Roemenië, Slovenië, Slowakije en Tsjechië. Het totale bedrag aan uitstaande kredieten van alle landen waarvoor Besluit 2000/24/EG geldt, beloopt maximaal 19 460 000 000 EUR. De garantie blijft beperkt tot 65 % van het totale bedrag aan uitstaande kredieten, verhoogd met alle bijkomende kosten. De overeenkomst geldt voor een periode van zeven jaar, van 1 februari 2000 tot en met 31 januari 2007. Daar aan het einde van die periode het bedrag aan door de Europese Investeringsbank verstrekte leningen niet de bovengenoemde totale bedragen bereikt had, werd die periode automatisch één keer met zes maanden verlengd.

De Europese Investeringsbank wordt verzocht ernaar te streven het commerciële risico van haar kredietverlening voor 30 % te dekken met andere dan staatsgaranties. Dit percentage moet, wanneer de marktomstandigheden dat toelaten, worden opgevoerd.

De Raad heeft op 7 november 2000 besloten tot verlenging van de door de Gemeenschap aan de Europese Investeringsbank verleende garantie voor leningen voor projecten in Kroatië.

De Raad heeft op 6 november 2000 besloten tot verlenging van de door de Gemeenschap aan de Europese Investeringsbank verleende garantie voor leningen voor projecten in Kroatië.

Bij Besluit 2005/47/EG is het mediterrane regionale mandaat zodanig aangepast dat Cyprus, Malta en Turkije niet meer daaronder vallen; deze vallen nu onder het mandaat voor de zuidoostelijke buurlanden.

Bij Besluit 2006/1016/EG wordt een garantie van de Gemeenschap verstrekt voor verliezen van de EIB op leningen en garanties voor projecten buiten de Gemeenschap voor leningen in de volgende kandidaat-lidstaten: Kroatië, Turkije en de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, en de volgende potentiële kandidaten: Albanië, Bosnië en Herzegovina, Montenegro, Servië en Kosovo. Het totale bedrag aan uitstaande kredieten van alle landen waarvoor Besluit 2006/1016/EG geldt, beloopt maximaal 27 800 000 000 EUR en geldt voor de periode van 1 februari 2007 tot en met 31 december 2013, met de mogelijkheid tot verlenging met zes maanden. De garantie van de Gemeenschap is beperkt tot 65 %. Dit besluit werd vervangen door Besluit nr. 633/2009/EG van het Europees Parlement en de Raad.

Bij Besluit 1080/2011/EU, dat in werking trad op 30 oktober 2011, werd het in het kader van EIB-financieringsverrichtingen geaggregeerde bedrag van uitbetaalde kredieten en verstrekte garanties verhoogd van 25 800 000 000 EUR naar 29 484 000 000 EUR (2 000 000 000 EUR voor financieringsverrichtingen inzake klimaatverandering en 1 684 000 000 EUR voor het versterken van de risicoverrichtingen van de EIB).

Bij Besluit nr. 466/2014/EU wordt een EU-garantie verleend voor verliezen van de EIB op financieringsverrichtingen van projecten buiten de Unie (pretoetredingslanden, nabuurschapslanden en partnerschapslanden, Azië en Latijns-Amerika, Zuid-Afrika) in de periode 2014-2020. Het maximumbedrag van de door de EIB verrichte financieringen is 30 000 000 000 EUR en valt uiteen in een vast plafond met een maximumbedrag van 27 000 000 000 EUR en een optioneel aanvullend bedrag van 3 000 000 000 EUR, dat wordt vastgesteld in overeenstemming met de gewone wetgevingsprocedure na de tussentijdse evaluatie. De EU-garantie is beperkt tot 65 % van het totale uitstaande bedrag.

  • 4. 
    Begrotingseffect

Sinds de inwerkingtreding van Verordening (EG, Euratom) nr. 2728/94 van de Raad van 31 oktober 1994 tot instelling van een Garantiefonds voor extern optreden (PB L 293 van 12.11.1994, blz. 1), en vervolgens van Verordening (EG, Euratom) nr. 480/2009 van de Raad (PB L 145 van 10.6.2009, blz. 10), komen eventuele wanbetalingen, binnen de grenzen van de beschikbare middelen, ten laste van het fonds.

Het begrotingseffect blijft derhalve beperkt tot:

 

één jaarlijkse betaling aan of, uitzonderlijk, uit het fonds om het streefbedrag van 9 % van de gegarandeerde operaties te handhaven;

 

eventuele interventie van de begrotingsgarantie bij in gebreke blijven van de debiteuren.

Leningen aan nieuwe lidstaten zijn geen externe acties meer (zie Verordening (EG, Euratom) nr. 2273/2004 (PB L 396 van 31.12.2004, blz. 28)) en worden derhalve rechtstreeks door de Uniebegroting gedragen en niet meer door het fonds.

Bij Besluit 1080/2011/EU, dat in werking trad op 30 oktober 2011, werd het in het kader van EIB-financieringsverrichtingen geaggregeerde bedrag van uitbetaalde kredieten en verstrekte garanties verhoogd van 25 800 000 000 EUR naar 29 484 000 000 EUR (2 000 000 000 EUR voor financieringsverrichtingen inzake klimaatverandering en 1 684 000 000 EUR voor het versterken van de risicoverrichtingen van de EIB).

  • X. 
    UNIEGARANTIE AAN DE EUROPESE INVESTERINGSBANK VOOR VERLIEZEN OP LENINGEN VOOR PROJECTEN IN BEPAALDE AZIATISCHE EN LATIJNS-AMERIKAANSE LANDEN
  • 1. 
    Rechtsgronden

Besluit 93/115/EEG van de Raad van 15 februari 1993 waarbij aan de Europese Investeringsbank een garantie wordt verleend voor verliezen uit hoofde van leningen voor projecten van gemeenschappelijk belang in bepaalde derde landen (PB L 45 van 23.2.1993, blz. 27).

Besluit 96/723/EG van de Raad van 12 december 1996 waarbij aan de Europese Investeringsbank een garantie van de Gemeenschap wordt verleend voor verliezen op leningen voor projecten van gemeenschappelijk belang in landen in Latijns-Amerika en Azië waarmee de Gemeenschap samenwerkingsovereenkomsten gesloten heeft (Argentinië, Bolivië, Brazilië, Chili, Colombia, Costa Rica, Ecuador, Guatemala, Honduras, Mexico, Nicaragua, Panama, Paraguay, Peru, El Salvador, Uruguay en Venezuela; Bangladesh, Brunei, China, India, Indonesië, Macao, Maleisië, Pakistan, de Filipijnen, Singapore, Sri Lanka, Thailand en Vietnam (PB L 329 van 19.12.1996, blz. 45).

Besluit 97/256/EG van de Raad van 14 april 1997 tot verlening van een garantie van de Gemeenschap voor verliezen van de Europese Investeringsbank op leningen voor projecten buiten de Gemeenschap (landen in Midden- en Oost-Europa, mediterrane landen, landen in Azië en Latijns-Amerika, Zuid-Afrika, de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië en Bosnië en Herzegovina) (PB L 102 van 19.4.1997, blz. 33).

Besluit 2000/24/EG van de Raad van 22 december 1999 tot verlening van een garantie van de Gemeenschap voor verliezen van de Europese Investeringsbank op leningen voor projecten buiten de Gemeenschap (Midden- en Oost-Europa, Middellandse Zeegebied, Latijns-Amerika, Azië en de Republiek Zuid-Afrika) (PB L 9 van 13.1.2000, blz. 24).

Besluit 2005/47/EG van de Raad van 22 december 2004 houdende wijziging van Besluit 2000/24/EG teneinde rekening te houden met de uitbreiding van de Europese Unie en het Europese nabuurschapsbeleid (PB L 21 van 25.1.2005, blz. 9).

Besluit 2006/1016/EG van de Raad van 19 december 2006 tot verlening van een garantie van de Gemeenschap voor verliezen van de Europese Investeringsbank op leningen en garanties voor projecten buiten de Gemeenschap (PB L 414 van 30.12.2006, blz. 95.

Besluit nr. 633/2009/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 tot verlening van een garantie van de Gemeenschap voor verliezen van de Europese Investeringsbank op leningen en leninggaranties voor projecten buiten de Gemeenschap (PB L 190 van 22.7.2009, blz. 1).

Besluit nr. 1080/2011/EU van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2011 tot verlening van een EU-garantie voor verliezen van de Europese Investeringsbank op leningen en leninggaranties voor projecten buiten de Unie en houdende intrekking van Besluit nr. 633/2009/EG (PB L 280 van 27.10.2011, blz. 1).

Besluit nr. 466/2014/EU van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 tot verlening van een EU-garantie voor verliezen van de Europese Investeringsbank op financieringsverrichtingen van projecten buiten de Unie (PB L 135 van 8.5.2014, blz. 1).

  • 2. 
    Garantie van de Uniebegroting

Besluit 93/115/EG ligt ten grondslag aan een garantieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Europese Investeringsbank, die op 4 november 1993 te Brussel en op 17 november 1993 te Luxemburg is ondertekend.

Besluit 96/723/EG ligt ten grondslag aan een garantieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Europese Investeringsbank, die op 18 maart 1997 te Brussel en op 26 maart 1997 te Luxemburg is ondertekend.

Besluit 97/256/EG ligt ten grondslag aan een garantieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Europese Investeringsbank, die op 25 juli 1997 te Brussel en op 29 juli 1997 te Luxemburg is ondertekend.

Besluit 2000/24/EG ligt ten grondslag aan een garantieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Europese Investeringsbank, die op 19 juli 2000 te Brussel en op 24 juli 2000 te Luxemburg is ondertekend.

Besluit 2005/47/EG ligt ten grondslag aan een geherformuleerde en gewijzigde garantieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Europese Investeringsbank die op 30 augustus 2005 te Brussel en op 2 september 2005 te Luxemburg is ondertekend en volgens welke de garantie beperkt blijft tot 65 % van het totale bedrag aan uitstaande kredieten, verhoogd met alle bijkomende kosten.

Besluit 2006/1016/EG ligt ten grondslag aan een garantieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Europese Investeringsbank die op 1 augustus 2007 te Luxemburg en op 29 augustus 2007 te Brussel is ondertekend en volgens welke de garantie beperkt blijft tot 65 % van het totale bedrag van de in het kader van de financieringsverrichtingen van de EIB uitbetaalde kredieten en verleende garanties, verminderd met de terugbetaalde bedragen en verhoogd met alle bijkomende kosten. Dit besluit werd vervangen door Besluit nr. 633/2009/EG van het Europees Parlement en de Raad.

Besluit nr. 1080/2011/EU ligt ten grondslag aan een garantieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Investeringsbank die op 22 november 2011 te Luxemburg en te Brussel is ondertekend en volgens welke de garantie beperkt blijft tot 65 % van het totale bedrag van de in het kader van de financieringsverrichtingen van de EIB uitbetaalde kredieten en verleende garanties, verminderd met de terugbetaalde bedragen en verhoogd met alle bijkomende kosten.

Besluit nr. 466/2014/EU ligt ten grondslag aan een garantieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Investeringsbank die op 22 juli 2014 te Luxemburg en te Brussel is ondertekend en volgens welke de garantie beperkt blijft tot 65 % van het totale bedrag van de in het kader van de financieringsverrichtingen van de EIB uitbetaalde kredieten en verleende garanties, verminderd met de terugbetaalde bedragen en verhoogd met alle bijkomende kosten.

  • 3. 
    Omschrijving

Overeenkomstig het bepaalde in Besluit 93/115/EEG stelt de Unie zich garant voor de leningen die geval per geval worden toegekend door de Europese Investeringsbank in derde landen waarmee de Unie samenwerkingsovereenkomsten heeft gesloten.

Er is een algemeen maximum van 250 000 000 EUR per jaar voor een periode van drie jaar vastgesteld bij Besluit 93/115/EEG.

Op 12 december 1996 heeft de Raad aan de Europese Investeringsbank een garantie van de Europese Gemeenschap van 100 % verleend voor leningen voor projecten van wederzijds belang in een aantal derde landen (ontwikkelingslanden in Latijns-Amerika en Azië) waarmee de Gemeenschap samenwerkingsovereenkomsten heeft gesloten. Deze garantie blijft beperkt tot een totaal bedrag van maximaal 275 000 000 EUR in 1996 (met de mogelijkheid tot verlenging met zes maanden).

De Raad heeft op 14 april 1997, op voorstel van de Commissie en na advies van het Europees Parlement, besloten de garantie van de Gemeenschap aan de Europese Investeringsbank te verlengen voor de leningen voor projecten in de volgende landen in Latijns-Amerika en Azië: Argentinië, Bolivia, Brazilië, Chili, Colombia, Costa Rica, Ecuador, El Salvador, Guatemala, Honduras, Mexico, Nicaragua, Panama, Paraguay, Peru, Uruguay, Venezuela, Bangladesh, Brunei, China, de Filipijnen, India, Indonesië, Macau, Maleisië, Mongolië, Pakistan, Singapore, Sri Lanka, Thailand en Vietnam. De garantie blijft beperkt tot 70 % van het totale bedrag aan uitstaande kredieten, verhoogd met alle bijkomende kosten. Dit totale bedrag beloopt maximaal 7 105 000 000 EUR, waarvan 900 000 000 EUR voor de bovengenoemde landen van Azië en Latijns-Amerika, over een periode van drie jaar, te rekenen vanaf 31 januari 1997 (met de mogelijkheid tot verlenging met zes maanden).

De Europese Investeringsbank wordt verzocht ernaar te streven het commerciële risico van haar kredietverlening voor 25 % te dekken met andere dan staatsgaranties.

De Raad heeft op 22 december 1999, op voorstel van de Commissie en na advies van het Europees Parlement, besloten de garantie van de Gemeenschap aan de Europese Investeringsbank te verlengen voor de leningen voor projecten in de volgende landen in Latijns-Amerika en Azië: Argentinië, Bolivia, Brazilië, Chili, Colombia, Costa Rica, Ecuador, El Salvador, Guatemala, Honduras, Mexico, Nicaragua, Panama, Paraguay, Peru, Uruguay, Venezuela, Bangladesh, Brunei, China, de Filipijnen, India, Indonesië, Jemen, Laos, Macau, Maleisië, Mongolië, Nepal, Pakistan, Singapore, Sri Lanka, Thailand, Vietnam en Zuid-Korea. De garantie blijft beperkt tot 65 % van het totale bedrag aan uitstaande kredieten, verhoogd met alle bijkomende kosten. Het totale bedrag aan uitstaande kredieten van alle landen waarvoor Besluit 2000/24/EG geldt tezamen, beloopt maximaal 19 460 000 000 EUR. De overeenkomst geldt voor een periode van zeven jaar, van 1 februari 2000 tot en met 31 januari 2007. Daar aan het einde van die periode het bedrag aan door de Europese Investeringsbank verstrekte leningen niet de bovengenoemde totale bedragen bereikt had, werd die periode automatisch één keer met zes maanden verlengd.

De Europese Investeringsbank wordt verzocht ernaar te streven het commerciële risico van haar kredietverlening voor 30 % te dekken met andere dan staatsgaranties. Dit percentage moet, wanneer de marktomstandigheden dat toelaten, worden opgevoerd.

Besluit 2005/47/EG ligt ten grondslag aan een geherformuleerde en gewijzigde garantieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Europese Investeringsbank die op 30 augustus 2005 te Brussel en op 2 september 2005 te Luxemburg is ondertekend en volgens welke de garantie beperkt blijft tot 65 % van het totale bedrag aan uitstaande kredieten, verhoogd met alle bijkomende kosten.

Besluit 2006/1016/EG verstrekt een garantie van de Gemeenschap voor verliezen van de EIB op leningen en garanties voor projecten buiten de Gemeenschap voor leningen in de volgende Latijns-Amerikaanse landen: Argentinië, Bolivia, Brazilië, Chili, Colombia, Costa Rica, Ecuador, El Salvador, Guatemala, Honduras, Mexico, Nicaragua, Panama, Paraguay, Peru, Uruguay en Venezuela, en de volgende Aziatische landen: Afghanistan*, Bangladesh, Bhutan*, Brunei, Cambodja*, China, de Filipijnen, India, Indonesië, Irak*, Jemen, Laos, Maleisië, Maldiven, Mongolië, Nepal, Pakistan, Singapore, Sri Lanka, Taiwan*, Thailand, Vietnam, Zuid-Korea, en de volgende Centraal-Aziatische landen: Kazachstan*, Kirgizië*, Turkmenistan*, Oezbekistan* (* subsidiabiliteit door de Raad vast te stellen). Het totale bedrag aan uitstaande kredieten van alle landen waarvoor Besluit 2006/1016/EG geldt, beloopt maximaal 27 800 000 000 EUR en geldt voor de periode van 1 februari 2007 tot en met 31 december 2013, met de mogelijkheid tot verlenging met zes maanden. De garantie van de Gemeenschap is beperkt tot 65 %. Dit besluit werd vervangen door Besluit nr. 633/2009/EG van het Europees Parlement en de Raad.

Bij Besluit 1080/2011/EU, dat in werking trad op 30 oktober 2011, werd het in het kader van EIB-financieringsverrichtingen geaggregeerde bedrag van uitbetaalde kredieten en verstrekte garanties verhoogd van 25 800 000 000 EUR naar 29 484 000 000 EUR (2 000 000 000 EUR voor financieringsverrichtingen inzake klimaatverandering en 1 684 000 000 EUR voor het versterken van de risicoverrichtingen van de EIB).

Bij Besluit nr. 466/2014/EU wordt een EU-garantie verleend voor verliezen van de EIB op financieringsverrichtingen van projecten buiten de Unie (pretoetredingslanden, nabuurschapslanden en partnerschapslanden, Azië en Latijns-Amerika, Zuid-Afrika) in de periode 2014-2020. Het maximumbedrag van de door de EIB verrichte financieringen is 30 000 000 000 EUR en valt uiteen in een vast plafond met een maximumbedrag van 27 000 000 000 EUR en een optioneel aanvullend bedrag van 3 000 000 000 EUR, dat wordt vastgesteld in overeenstemming met de gewone wetgevingsprocedure na de tussentijdse evaluatie. De EU-garantie is beperkt tot 65 % van het totale uitstaande bedrag.

  • 4. 
    Begrotingseffect

Sinds de inwerkingtreding van Verordening (EG, Euratom) nr. 2728/94 van de Raad van 31 oktober 1994 tot instelling van een Garantiefonds voor extern optreden (PB L 293 van 12.11.1994, blz. 1), en vervolgens van Verordening (EG, Euratom) nr. 480/2009 van de Raad (PB L 145 van 10.6.2009, blz. 10), komen eventuele wanbetalingen, binnen de grenzen van de beschikbare middelen, ten laste van het Garantiefonds.

Het begrotingseffect blijft derhalve beperkt tot:

 

één jaarlijkse betaling aan of, uitzonderlijk, uit het fonds om het streefbedrag van 9 % van de gegarandeerde operaties te handhaven;

 

eventuele interventie van de begrotingsgarantie bij in gebreke blijven van de debiteuren.

Bij Besluit 1080/2011/EU, dat in werking trad op 30 oktober 2011, werd het in het kader van EIB-financieringsverrichtingen geaggregeerde bedrag van uitbetaalde kredieten en verstrekte garanties verhoogd van 25 800 000 000 EUR naar 29 484 000 000 EUR (2 000 000 000 EUR voor financieringsverrichtingen inzake klimaatverandering en 1 684 000 000 EUR voor het versterken van de risicoverrichtingen van de EIB).

XI.   UNIEGARANTIE AAN DE EUROPESE INVESTERINGSBANK VOOR VERLIEZEN OP LENINGEN VOOR PROJECTEN IN DE ZUIDELIJKE KAUKASUS, RUSLAND, BELARUS, DE REPUBLIEK MOLDAVIË EN OEKRAÏNE

  • 1. 
    Rechtsgronden

Besluit 2001/777/EG van de Raad van 6 november 2001 tot verlening van een garantie van de Gemeenschap voor verliezen van de Europese Investeringsbank op buitengewone leningen, in het kader van de Noordelijke Dimensie verstrekt voor concrete milieuprojecten in het gebied rond de Oostzee in Rusland (PB L 292 van 9.11.2011, blz. 41).

Besluit 2005/48/EG van de Raad van 22 december 2004 tot verlening van een garantie van de Gemeenschap aan de Europese Investeringsbank voor verliezen op leningen voor bepaalde projecten in Rusland, Oekraïne, de Republiek Moldavië en Belarus (PB L 21 van 25.1.2005, blz. 11). Ingevolge Besluit C(2005) 1499 van de Commissie geldt Besluit 2005/48/EG vanaf 31 december 2006 alleen nog voor Rusland en Oekraïne.

Besluit 2006/1016/EG van de Raad van 19 december 2006 tot verlening van een garantie van de Gemeenschap voor verliezen van de Europese Investeringsbank op leningen en garanties voor projecten buiten de Gemeenschap (PB L 414 van 30.12.2006, blz. 95.

Besluit nr. 633/2009/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 tot verlening van een garantie van de Gemeenschap voor verliezen van de Europese Investeringsbank op leningen en leninggaranties voor projecten buiten de Gemeenschap (PB L 190 van 22.7.2009, blz. 1).

Besluit nr. 1080/2011/EU van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2011 tot verlening van een EU-garantie voor verliezen van de Europese Investeringsbank op leningen en leninggaranties voor projecten buiten de Unie en houdende intrekking van Besluit nr. 633/2009/EG (PB L 280 van 27.10.2011, blz. 1).

Besluit nr. 466/2014/EU van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 tot verlening van een EU-garantie voor verliezen van de Europese Investeringsbank op financieringsverrichtingen van projecten buiten de Unie (PB L 135 van 8.5.2014, blz. 1).

  • 2. 
    Garantie van de Uniebegroting

Besluit 2001/777/EG ligt ten grondslag aan een garantieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Europese Investeringsbank, die op 6 mei 2002 te Brussel en op 7 mei 2002 te Luxemburg is ondertekend.

Besluit 2005/48/EG ligt ten grondslag aan een garantieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Europese Investeringsbank, die op 9 december 2005 te Luxemburg en op 21 december 2005 te Brussel is ondertekend.

Besluit 2006/1016/EG ligt ten grondslag aan een garantieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Europese Investeringsbank die op 1 augustus 2007 te Luxemburg en op 29 augustus 2007 te Brussel is ondertekend en volgens welke de garantie beperkt blijft tot 65 % van het totale bedrag van de in het kader van de financieringsverrichtingen van de EIB uitbetaalde kredieten en verleende garanties, verminderd met de terugbetaalde bedragen en verhoogd met alle bijkomende kosten. Dit besluit werd vervangen door Besluit nr. 633/2009/EG van het Europees Parlement en de Raad.

Besluit nr. 1080/2011/EU ligt ten grondslag aan een garantieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Investeringsbank die op 22 november 2011 te Luxemburg en te Brussel is ondertekend en volgens welke de garantie beperkt blijft tot 65 % van het totale bedrag van de in het kader van de financieringsverrichtingen van de EIB uitbetaalde kredieten en verleende garanties, verminderd met de terugbetaalde bedragen en verhoogd met alle bijkomende kosten.

Besluit nr. 466/2014/EU ligt ten grondslag aan een garantieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Investeringsbank die op 22 juli 2014 te Luxemburg en te Brussel is ondertekend en volgens welke de garantie beperkt blijft tot 65 % van het totale bedrag van de in het kader van de financieringsverrichtingen van de EIB uitbetaalde kredieten en verleende garanties, verminderd met de terugbetaalde bedragen en verhoogd met alle bijkomende kosten.

  • 3. 
    Omschrijving

De Raad heeft op 6 november 2001 besloten aan de Europese Investeringsbank een garantie van de Gemeenschap te verlenen voor verliezen op leningen die in het kader van de Noordelijke Dimensie worden verstrekt voor bepaalde milieuprojecten in het Russische gebied rond de Oostzee. Het totale bedrag beloopt maximaal 100 000 000 EUR. Aan de Europese Investeringsbank is een uitzonderlijke garantie van de Gemeenschap van 100 % verleend.

De Raad heeft op 22 december 2004 besloten om een garantie van de Gemeenschap aan de Europese Investeringsbank voor verliezen op leningen voor bepaalde projecten in Rusland, Oekraïne, de Republiek Moldavië en Belarus te verlenen. Het totale bedrag beloopt maximaal 500 000 000 EUR. Aan de Europese Investeringsbank is een uitzonderlijke garantie van de Gemeenschap van 100 % verleend.

Besluit 2005/48/EG ligt ten grondslag aan een garantieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Europese Investeringsbank die op 21 december 2005 te Brussel en op 9 december 2005 te Luxemburg is ondertekend en volgens welke een volledige garantie wordt verleend.

Bij Besluit 2006/1016/EG wordt een garantie van de Gemeenschap verstrekt voor verliezen van de EIB op leningen en garanties voor projecten buiten de Gemeenschap voor leningen in de volgende Oost-Europese landen: Moldavië, Oekraïne, Belarus (subsidiabiliteit door de Raad vast te stellen); in de volgende landen van de zuidelijke Kaukasus: Armenië, Azerbeidzjan, Georgië, en Rusland. Het totale bedrag aan uitstaande kredieten van alle landen waarvoor Besluit 2006/1016/EG geldt, beloopt maximaal 27 800 000 000 EUR en geldt voor de periode van 1 februari 2007 tot en met 31 december 2013, met de mogelijkheid tot verlenging met zes maanden. De garantie van de Gemeenschap is beperkt tot 65 %. Dit besluit werd vervangen door Besluit nr. 633/2009/EG van het Europees Parlement en de Raad.

Bij Besluit 1080/2011/EU, dat in werking trad op 30 oktober 2011, werd het in het kader van EIB-financieringsverrichtingen geaggregeerde bedrag van uitbetaalde kredieten en verstrekte garanties verhoogd van 25 800 000 000 EUR naar 29 484 000 000 EUR (2 000 000 000 EUR voor financieringsverrichtingen inzake klimaatverandering en 1 684 000 000 EUR voor het versterken van de risicoverrichtingen van de EIB).

Bij Besluit nr. 466/2014/EU wordt een EU-garantie verleend voor verliezen van de EIB op financieringsverrichtingen van projecten buiten de Unie (pretoetredingslanden, nabuurschapslanden en partnerschapslanden, Azië en Latijns-Amerika, Zuid-Afrika) in de periode 2014-2020. Het maximumbedrag van de door de EIB verrichte financieringen is 30 000 000 000 EUR en valt uiteen in een vast plafond met een maximumbedrag van 27 000 000 000 EUR en een optioneel aanvullend bedrag van 3 000 000 000 EUR, dat wordt vastgesteld in overeenstemming met de gewone wetgevingsprocedure na de tussentijdse evaluatie. De EU-garantie is beperkt tot 65 % van het totale uitstaande bedrag.

  • 4. 
    Begrotingseffect

Sinds de inwerkingtreding van Verordening (EG, Euratom) nr. 2728/94 van de Raad van 31 oktober 1994 tot instelling van een Garantiefonds voor extern optreden (PB L 293 van 12.11.1994, blz. 1), en vervolgens van Verordening (EG, Euratom) nr. 480/2009 van de Raad (PB L 145 van 10.6.2009, blz. 10), komen eventuele wanbetalingen, binnen de grenzen van de beschikbare middelen, ten laste van het Garantiefonds.

Het begrotingseffect blijft derhalve beperkt tot:

 

één jaarlijkse betaling aan of, uitzonderlijk, uit het fonds van 9 % van de gegarandeerde operaties;

 

eventuele interventie van de begrotingsgarantie bij in gebreke blijven van de debiteuren.

XII.   UNIEGARANTIE VOOR DE DOOR DE EUROPESE INVESTERINGSBANK AAN ZUID-AFRIKA VERSTREKTE LENINGEN

  • 1. 
    Rechtsgronden

Besluit 95/207/EG van de Raad van 1 juni 1995 tot toekenning van een garantie van de Gemeenschap aan de Europese Investeringsbank voor verliezen op leningen voor projecten in Zuid-Afrika (PB L 131 van 15.6.1995, blz. 31).

Besluit 97/256/EG van de Raad van 14 april 1997 tot verlening van een garantie van de Gemeenschap voor verliezen van de Europese Investeringsbank op leningen voor projecten buiten de Gemeenschap (landen in Midden- en Oost-Europa, mediterrane landen, landen in Azië en Latijns-Amerika, Zuid-Afrika, de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië en Bosnië en Herzegovina) (PB L 102 van 19.4.1997, blz. 33).

Besluit 2000/24/EG van de Raad van 22 december 1999 tot verlening van een garantie van de Gemeenschap voor verliezen van de Europese Investeringsbank op leningen voor projecten buiten de Gemeenschap (Midden- en Oost-Europa, Middellandse Zeegebied, Latijns-Amerika, Azië en de Republiek Zuid-Afrika) (PB L 9 van 13.1.2000, blz. 24).

Besluit 2005/47/EG van de Raad van 22 december 2004 houdende wijziging van Besluit 2000/24/EG teneinde rekening te houden met de uitbreiding van de Europese Unie en het Europese nabuurschapsbeleid (PB L 21 van 25.1.2005, blz. 9).

Besluit 2006/1016/EG van de Raad van 19 december 2006 tot verlening van een garantie van de Gemeenschap voor verliezen van de Europese Investeringsbank op leningen en garanties voor projecten buiten de Gemeenschap (PB L 414 van 30.12.2006, blz. 95.

Besluit nr. 633/2009/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 tot verlening van een garantie van de Gemeenschap voor verliezen van de Europese Investeringsbank op leningen en leninggaranties voor projecten buiten de Gemeenschap (PB L 190 van 22.7.2009, blz. 1).

Besluit nr. 1080/2011/EU van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2011 tot verlening van een EU-garantie voor verliezen van de Europese Investeringsbank op leningen en leninggaranties voor projecten buiten de Unie en houdende intrekking van Besluit nr. 633/2009/EG (PB L 280 van 27.10.2011, blz. 1).

Besluit nr. 466/2014/EU van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 tot verlening van een EU-garantie voor verliezen van de Europese Investeringsbank op financieringsverrichtingen van projecten buiten de Unie (PB L 135 van 8.5.2014, blz. 1).

  • 2. 
    Garantie van de Uniebegroting

Besluit 95/207/EG ligt ten grondslag aan een garantieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Europese Investeringsbank, die op 4 oktober 1995 te Brussel en op 16 oktober 1995 te Luxemburg is ondertekend.

Besluit 97/256/EG ligt ten grondslag aan een garantieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Europese Investeringsbank, die op 25 juli 1997 te Brussel en op 29 juli 1997 te Luxemburg is ondertekend.

Besluit 2000/24/EG ligt ten grondslag aan een garantieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Europese Investeringsbank, die op 19 juli 2000 te Brussel en op 24 juli 2000 te Luxemburg is ondertekend.

Besluit 2006/1016/EG ligt ten grondslag aan een garantieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Europese Investeringsbank die op 1 augustus 2007 te Luxemburg en op 29 augustus 2007 te Brussel is ondertekend en volgens welke de garantie beperkt blijft tot 65 % van het totale bedrag van de in het kader van de financieringsverrichtingen van de EIB uitbetaalde kredieten en verleende garanties, verminderd met de terugbetaalde bedragen en verhoogd met alle bijkomende kosten. Dit besluit werd vervangen door Besluit nr. 633/2009/EG van het Europees Parlement en de Raad.

Besluit nr. 1080/2011/EU ligt ten grondslag aan een garantieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Investeringsbank die op 22 november 2011 te Luxemburg en te Brussel is ondertekend en volgens welke de garantie beperkt blijft tot 65 % van het totale bedrag van de in het kader van de financieringsverrichtingen van de EIB uitbetaalde kredieten en verleende garanties, verminderd met de terugbetaalde bedragen en verhoogd met alle bijkomende kosten.

Besluit nr. 466/2014/EU ligt ten grondslag aan een garantieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Investeringsbank die op 22 juli 2014 te Luxemburg en te Brussel is ondertekend en volgens welke de garantie beperkt blijft tot 65 % van het totale bedrag van de in het kader van de financieringsverrichtingen van de EIB uitbetaalde kredieten en verleende garanties, verminderd met de terugbetaalde bedragen en verhoogd met alle bijkomende kosten.

  • 3. 
    Omschrijving

Overeenkomstig het bepaalde in Besluit 95/207/EG neemt de Unie de garantie op de door de Europese Investeringsbank aan Zuid-Afrika toegekende leningen voor haar rekening voor een totaalbedrag van ten hoogste 300 000 000 EUR.

De begrotingsgarantie dekt de gehele schuldendienst (aflossing van de hoofdsom, rente en bijkomende kosten) in verband met deze leningen.

De Raad heeft op 14 april 1997, op voorstel van de Commissie en na advies van het Europees Parlement, besloten de garantie van de Gemeenschap aan de Europese Investeringsbank te verlengen voor de leningen voor projecten in de Republiek Zuid-Afrika. De garantie blijft beperkt tot 70 % van het totale bedrag aan uitstaande kredieten, verhoogd met alle bijkomende kosten. Dit totale bedrag beloopt maximaal 7 105 000 000 EUR, waarvan 375 000 000 EUR voor de Republiek Zuid-Afrika, over een periode van drie jaar, te rekenen vanaf 1 juli 1997 (met de mogelijkheid tot verlenging met zes maanden).

De Europese Investeringsbank wordt verzocht ernaar te streven het commerciële risico van haar kredietverlening voor 25 % te dekken met andere dan staatsgaranties.

De Raad heeft op 22 december 1999, op voorstel van de Commissie en na advies van het Europees Parlement, besloten de garantie van de Gemeenschap aan de Europese Investeringsbank te verlengen voor de leningen voor projecten in de Republiek Zuid-Afrika. De garantie blijft beperkt tot 65 % van het totale bedrag aan uitstaande kredieten, verhoogd met alle bijkomende kosten. Het totale bedrag aan uitstaande kredieten van alle landen waarvoor Besluit 2000/24/EG geldt tezamen, beloopt maximaal 19 460 000 000 EUR. De overeenkomst geldt voor een periode van 1 juli 2000 tot en met 31 januari 2007. Daar aan het einde van die periode het bedrag aan door de Europese Investeringsbank verstrekte leningen niet de bovengenoemde totale bedragen bereikt had, werd die periode automatisch één keer met zes maanden verlengd.

De Europese Investeringsbank wordt verzocht ernaar te streven het commerciële risico van haar kredietverlening voor 30 % te dekken met andere dan staatsgaranties. Dit percentage moet, wanneer de marktomstandigheden dat toelaten, worden opgevoerd.

Besluit 2005/47/EG ligt ten grondslag aan een geherformuleerde en gewijzigde garantieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Europese Investeringsbank die op 30 augustus 2005 te Brussel en op 2 september 2005 te Luxemburg is ondertekend en volgens welke de garantie beperkt blijft tot 65 % van het totale bedrag aan uitstaande kredieten, verhoogd met alle bijkomende kosten.

Bij Besluit 2006/1016/EG wordt een garantie van de Gemeenschap verstrekt voor verliezen van de EIB op leningen en garanties voor projecten buiten de Gemeenschap voor leningen. Het totale bedrag aan uitstaande kredieten van alle landen waarvoor Besluit 2006/1016/EG geldt tezamen, beloopt maximaal 27 800 000 000 EUR en geldt voor de periode van 1 februari 2007 tot en met 31 december 2013, met de mogelijkheid tot verlenging met zes maanden. De garantie van de Gemeenschap is beperkt tot 65 %. Dit besluit werd vervangen door Besluit nr. 633/2009/EG van het Europees Parlement en de Raad.

Bij Besluit 1080/2011/EU, dat in werking trad op 30 oktober 2011, werd het in het kader van EIB-financieringsverrichtingen geaggregeerde bedrag van uitbetaalde kredieten en verstrekte garanties verhoogd van 25 800 000 000 EUR naar 29 484 000 000 EUR (2 000 000 000 EUR voor financieringsverrichtingen inzake klimaatverandering en 1 684 000 000 EUR voor het versterken van de risicoverrichtingen van de EIB).

Bij Besluit nr. 466/2014/EU wordt een EU-garantie verleend voor verliezen van de EIB op financieringsverrichtingen van projecten buiten de Unie (pretoetredingslanden, nabuurschapslanden en partnerschapslanden, Azië en Latijns-Amerika, Zuid-Afrika) in de periode 2014-2020. Het maximumbedrag van de door de EIB verrichte financieringen is 30 000 000 000 EUR en valt uiteen in een vast plafond met een maximumbedrag van 27 000 000 000 EUR en een optioneel aanvullend bedrag van 3 000 000 000 EUR, dat wordt vastgesteld in overeenstemming met de gewone wetgevingsprocedure na de tussentijdse evaluatie. De EU-garantie is beperkt tot 65 % van het totale uitstaande bedrag.

  • 4. 
    Begrotingseffect

Sinds de inwerkingtreding van Verordening (EG, Euratom) nr. 2728/94 van de Raad van 31 oktober 1994 tot instelling van een Garantiefonds voor extern optreden (PB L 293 van 12.11.1994, blz. 1), en vervolgens van Verordening (EG, Euratom) nr. 480/2009 van de Raad (PB L 145 van 10.6.2009, blz. 10), komen eventuele wanbetalingen, binnen de grenzen van de beschikbare middelen, ten laste van het fonds.

Het begrotingseffect blijft derhalve beperkt tot:

 

één jaarlijkse betaling aan of, uitzonderlijk, uit het fonds van 9 % van de gegarandeerde operaties;

 

eventuele interventie van de begrotingsgarantie bij in gebreke blijven van de debiteuren.

Bij Besluit 1080/2011/EU, dat in werking trad op 30 oktober 2011, werd het in het kader van EIB-financieringsverrichtingen geaggregeerde bedrag van uitbetaalde kredieten en verstrekte garanties verhoogd van 25 800 000 000 EUR naar 29 484 000 000 EUR (2 000 000 000 EUR voor financieringsverrichtingen inzake klimaatverandering en 1 684 000 000 EUR voor het versterken van de risicoverrichtingen van de EIB).

  • C. 
    PLANNING VOOR NIEUWE OP TE NEMEN OF TE VERSTREKKEN LENINGEN IN 2015 EN 2016

De onderstaande tabel geeft een ruwe indicatie van de leningen die in 2015 en 2016 mogelijkerwijs worden opgenomen, en van de leningen die in deze periode worden verstrekt (en door de Uniebegroting worden gegarandeerd).

Op te nemen en te verstrekken leningen in 2015 en in 2016

 

(miljoen EUR)

Instrument

2015

2016

  • A. 
    Door de Uniebegroting gegarandeerde Unie- en Euratom-leningen
  • 1. 
    Macrofinanciële bijstand van de Unie aan derde landen

Goedgekeurde of geplande operaties:

   

Georgië

10

13

Jordanië

180

0

Kirgizië

5

10

Tunesië

200

100

Oekraïne

850

1 200

Subtotaal MFA

1 245

1 323

2.

Euratom-leningen

0

300

3.

Betalingsbalans

0

0

  • 4. 
    Europees financieel stabilisatiemechanisme (EFSM)

Ierland

0

0

Portugal

0

0

Subtotaal EFSM

0

0

Subtotaal A

1 245

1 623

  • B. 
    Door de Europese Investeringsbank verstrekte en door de Uniebegroting gegarandeerde leningen

1.

Pretoetredingslanden

893

1 100

2.

Nabuurschaps- en partnerlanden

1 906

2 215

3.

Azië en Latijns-Amerika

709

570

4.

Republiek Zuid-Afrika

123

120

Subtotaal B

3 631

4 005

Totaal-generaal

4 876

5 628

  • D. 
    KAPITAALVERRICHTINGEN EN BEHEER VAN DE SCHULD

TABEL 1 — VERSTREKTE LENINGEN

Kapitaalverrichtingen en beheer van de opgenomen middelen

 

(miljoen EUR)

Instrument en jaar van ondertekening en uitbetaling

Tegenwaarde op de datum van uitbetaling

Tot en met 31 december 2014 betaald oorspronkelijk bedrag

Uitstaand bedrag op 31 december 2014

Aflossingen

Stand op 31 december

Rente

2015

2016

2015

2016

2015

2016

2017

  • 1. 
    Euratom

1977

95,3

23,2

               

1978

70,8

45,3

               

1979

151,6

43,6

               

1980

183,5

74,3

               

1981

360,4

245,3

               

1982

354,6

249,5

               

1983

366,9

369,8

               

1984

183,7

207,1

               

1985

208,3

179,3

               

1986

575,0

445,8

               

1987

209,6

329,8

               

1988

                   

1989

                   

1990

                   

1991

                   

1992

                   

1993

                   

1994

                   

1995

                   

1996

                   

1997

                   

1998

                   

1999

                   

2000

                   

2001

40,0

40,0

28,0

4,0

4,0

24,0

20,0

1,61

1,38

1,15

2002

40,0

40,0

16,3

4,0

4,0

12,3

8,3

0,05

0,01

0,01

2003

25,0

25,0

8,8

2,5

2,5

6,3

3,8

0,02

0,01

0,01

2004

65,0

65,0

33,8

6,5

6,5

27,3

20,8

0,09

0,04

0,03

2005

215,0

215,0

190,3

22,1

22,1

168,2

146,1

0,50

0,24

0,20

2006

51,0

51,0

47,3

2,5

2,5

44,8

42,3

0,13

0,06

0,06

2007

39,0

39,0

13,7

3,9

3,9

9,8

5,9

0,03

0,02

0,01

2008

15,8

15,8

6,7

2,0

2,1

4,6

2,5

0,06

0,04

0,02

2009

6,9

6,9

3,2

1,2

1,2

2,0

0,8

0,04

0,03

0,01

2010

                   

2011

                   

2012

                   

2013

                   

2014

                   

Totaal

3 257,4

2 710,7

347,8

48,7

48,8

299,0

250,2

2,5

1,8

1,5

  • 2. 
    Betalingsbalans

2009

7 200,0

7 200,0

4 200,0

2 700,0

1 500,0

1 500,0

0,0

138,75

54,38

0,0

2010

2 850,0

2 850,0

2 850,0

0,0

0,0

2 850,0

2 850,0

83,69

83,69

83,69

2011

1 350,0

1 350,0

1 350,0

0,0

0,0

1 350,0

1 350,0

43,69

43,69

43,69

2012

                   

2013

                   

2014

                   

Totaal

13 400,0

13 400,0

8 400,0

2 700,0

1 500,0

5 700,0

4 200,0

266,1

181,8

127,4

  • 3. 
    Macrofinanciële bijstand aan derde landen en voedselhulp aan de voormalige Sovjet-Unie

1990

350,0

350,0

               

1991

945,0

945,0

               

1992

1 671,0

1 671,0

               

1993

659,0

659,0

               

1994

400,0

400,0

               

1995

410,0

410,0

               

1996

155,0

155,0

               

1997

445,0

195,0

               

1998

153,0

403,0

               

1999

108,0

108,0

               

2000

160,0

160,0

               

2001

305,0

305,0

8,0

4,0

4,0

4,0

0,0

0,01

0,01

0,00

2002

12,0

12,0

7,2

2,4

2,4

4,8

2,4

0,01

0,01

0,01

2003

118,0

118,0

22,4

5,6

5,6

16,8

11,2

0,03

0,01

0,01

2004

10,0

10,0

10,0

2,0

2,0

8,0

6,0

0,02

0,01

0,01

2005

15,0

15,0

               

2006

19,0

19,0

19,0

0,0

0,0

19,0

19,0

0,03

0,01

0,01

2007

                   

2008

                   

2009

25,0

25,0

               

2010

                   

2011

   

263,0

53,0

56,0

210,0

154,0

6,14

5,76

5,35

2012

39,0

39,0

39,0

0,0

0,0

39,0

39,0

1,22

1,22

1,22

2013

100,0

100,0

100,0

0,0

0,0

100,0

100,0

2,00

2,00

2,00

2014

1 360,0

1 360,0

1 360,0

0,0

0,0

1 360,0

1 360,0

20,89

21,7

21,7

Totaal

7 585,0

7 585,0

1 828,6

67,0

70,0

1 761,6

1 691,6

30,4

30,7

30,3

  • 4. 
    EFSM

2011

28 000,0

28 000,0

28 000,0

5 000,0

4 750,0

23 000,0

18 250,0

816,00

691,00

560,38

2012

15 800,0

15 800,0

15 800,0

0,0

0,0

15 800,0

15 800,0

489,88

489,88

489,88

2013

                   

2014

3 000,0

3 000,0

3 000,0

0,0

0,0

3 000,0

3 000,0

54,98

54,25

54,25

Totaal

46 800,0

46 800,0

46 800,0

5 000,0

4 750,0

41 800,0

37 050,0

1 360,9

1 235,1

1 104,5

TABEL 2 — VERSTREKTE LENINGEN

Kapitaalverrichtingen en beheer van de opgenomen middelen

 

(miljoen EUR)

Instrument en jaar van ondertekening en uitbetaling

Tegenwaarde op de datum van uitbetaling

Tot en met 31 december 2014 geïncasseerd oorspronkelijk bedrag

Uitstaand bedrag op 31 december 2014

Aflossingen

Stand op 31 december

Rente

2015

2016

2015

2016

2015

2016

2017

  • 1. 
    Euratom

1977

98,3

119,4

               

1978

72,7

95,9

               

1979

152,9

170,2

               

1980

183,5

200,7

               

1981

362,3

430,9

               

1982

355,4

438,5

               

1983

369,1

400,1

               

1984

205,0

248,7

               

1985

337,8

389,5

               

1986

594,4

500,9

               

1987

674,6

900,9

               

1988

80,0

70,2

               

1989

                   

1990

                   

1991

                   

1992

                   

1993

                   

1994

48,5

47,4

               

1995

                   

1996

                   

1997

                   

1998

                   

1999

                   

2000

                   

2001

40,0

40,0

28,0

4,0

4,0

24,0

20,0

1,61

1,38

1,15

2002

40,0

40,0

16,3

4,0

4,0

12,3

8,3

0,05

0,01

0,01

2003

25,0

25,0

8,8

2,5

2,5

6,3

3,8

0,02

0,01

0,01

2004

65,0

65,0

33,8

6,5

6,5

27,3

20,8

0,09

0,04

0,03

2005

215,0

215,0

190,3

22,1

22,1

168,2

146,1

0,50

0,24

0,20

2006

51,0

51,0

47,3

2,5

2,5

44,8

42,3

0,13

0,06

0,06

2007

39,0

39,0

13,7

3,9

3,9

9,8

5,9

0,03

0,02

0,01

2008

15,8

15,8

6,7

2,0

2,1

4,6

2,5

0,06

0,04

0,02

2009

6,9

6,9

3,2

1,2

1,2

2,0

0,8

0,04

0,03

0,01

2010

                   

2011

                   

2012

                   

2013

                   

2014

                   

Totaal

4 040,2

4 511,0

347,8

48,8

48,8

299,0

250,2

2,5

1,8

1,5

  • 2. 
    Betalingsbalans

2009

7 200,0

7 200,0

4 200,0

2 700,0

1 500,0

1 500,0

0,0

138,75

54,38

0,0

2010

2 850,0

2 850,0

2 850,0

0,0

0,0

2 850,0

2 850,0

83,69

83,69

83,69

2011

1 350,0

1 350,0

1 350,0

0,0

0,0

1 350,0

1 350,0

43,69

43,69

43,69

2012

                   

2013

                   

2014

                   

Totaal

13 400,0

13 400,0

8 400,00

2 700,0

1 500,0

5 700,0

4 200,0

266,1

181,8

127,4

  • 3. 
    Macrofinanciële bijstand aan derde landen en voedselhulp aan de voormalige Sovjet-Unie

1990

350,0

350,0

               

1991

945,0

945,0

               

1992

1 671,0

1 671,0

               

1993

659,0

659,0

               

1994

400,0

400,0

               

1995

410,0

410,0

               

1996

155,0

155,0

               

1997

445,0

195,0

               

1998

153,0

403,0

               

1999

108,0

108,0

               

2000

160,0

160,0

               

2001

80,0

80,0

8,0

4,0

4,0

4,0

0,0

0,01

0,01

0,00

2002

12,0

12,0

7,2

2,4

2,4

4,8

2,4

0,01

0,01

0,01

2003

78,0

78,0

22,4

5,6

5,6

16,8

11,2

0,03

0,01

0,01

2004

10,0

10,0

10,0

2,0

2,0

8,0

6,0

0,02

0,01

0,01

2005

                   

2006

19,0

19,0

19,0

0,0

0,0

19,0

19,0

0,03

0,01

0,01

2007

                   

2008

                   

2009

25,0

25,0

               

2010

                   

2011

126,0

126,0

263,0

53,0

56,0

210,0

154,0

6,14

5,76

5,35

2012

39,0

39,0

39,0

0,0

0,0

39,0

39,0

1,22

1,22

1,22

2013

100,0

100,0

100,0

0,0

0,0

100,0

100,0

2,00

2,00

2,00

2014

1 360,0

1 360,0

1 360,0

0,0

0,0

1 360,0

1 360,0

20,89

21,70

21,70

Totaal

7 585,0

7 585,0

1 828,6

67,0

70,0

1 761,6

1 691,6

30,4

30,7

30,3

  • 4. 
    EFSM

2011

28 000,0

28 000,0

28 000,0

5 000,0

4 750,0

23 000,0

18 250,0

816,00

691,00

560,38

2012

15 800,0

15 800,0

15 800,0

0,0

0,0

15 800,0

15 800,0

489,88

489,88

489,88

2013

                   

2014

3 000,0

3 000,0

3 000,0

0,0

0,0

3 000,0

3 000,0

54,98

54,25

54,25

Totaal

46 800,0

46 800,0

46 800,0

5 000,0

4 750,0

41 800,0

37 050,0

1 360,9

1 235,1

1 104,5

Technische aantekeningen bij de tabellen

Wisselkoers: de bedragen in de tweede kolom „Tegenwaarde op de datum van ondertekening” zijn omgerekend tegen de koersen van de dag van ondertekening. In geval van herfinanciering wordt in tabel 1 zowel de oorspronkelijke transactie (bijvoorbeeld in 1979) als de vervangende transactie (bijvoorbeeld in 1986) vermeld, waarbij de vervangende transactie is omgerekend tegen de koers van de oorspronkelijke. De dubbeltelling die daaruit voortvloeit, wordt voor het totaal geëlimineerd.

Alle andere bedragen zijn omgerekend tegen de koers van 31 december 2014.

Derde kolom „Tot en met 31 december 2014 geïncasseerd/betaald oorspronkelijk bedrag”. Op de regel „1986” wordt het gecumuleerde totaal vermeld van alle tot en met 31 december 2014 geïnde bedragen van de in 1986 gesloten leningen (tabel 1) met inbegrip van de herfinancieringen (vandaar een zekere overlapping).

Vierde kolom „Uitstaand bedrag op 31 december 2014”: nettobedrag, zonder dubbeltellingen als gevolg van herfinancieringen, verkregen door op het bedrag van de derde kolom het gecumuleerde totaal in mindering te brengen van de reeds tot en met 31 december 2013 plaatsgevonden hebbende aflossingen, met inbegrip van de aflossingen in verband met de herfinancieringen (niet vermeld totaal in de tabellen).

Zevende kolom = vierde kolom – vijfde kolom.

MFB 2011: naar aanleiding van de ingevolge Besluit 2008/784/EG van de Raad van 2 oktober 2008 tot vaststelling van een eigen aansprakelijkheid van Montenegro op 9 februari 2010 door Montenegro ondertekende leningovereenkomst zijn de in 2001, 2003 en 2005 oorspronkelijk aan Servië en Montenegro toegekende leningen opnieuw in werking gesteld met een virtuele begindatum in 2011 ten einde de splitsing van de landen ten uitvoer te leggen.

INFORMATIE OVER DE FINANCIËLE INSTRUMENTEN OVEREENKOMSTIG ARTIKEL 49, LID 1, ONDER E), VAN HET FINANCIEEL REGLEMENT

Inleiding

Deze bijlage is vereist op grond van artikel 49, lid 1, onder e), van het Financieel Reglement.

Deze bijlage bevat informatie over zowel de door de Commissie beheerde financiële instrumenten van vóór 2014 die in termen van betalingskredieten in 2014 e.v. gevolgen hebben voor de begroting als de door de Commissie beheerde financiële instrumenten van 2014-2020 die vanaf 2014 gevolgen hebben voor de begroting uit hoofde van het meerjarig financieel kader (MFK) 2014-2020 dat in de voorstellen voor de basishandeling is opgenomen.

Meer kwantitatieve informatie over de instrumenten is te vinden in het werkdocument over de financiële instrumenten dat hoort bij de ontwerpbegroting, bedoeld in artikel 38, lid 5, van het Financieel Reglement.

Lijst van financiële instrumenten

Eigenvermogensinstrumenten

 

Faciliteit voor snelgroeiende, innovatieve kleine en middelgrote ondernemingen in het kader van „het programma voor concurrentievermogen en innovatie” (GIF — CIP)

 

Eigenvermogensfaciliteit voor groei in het kader van „het concurrentievermogen van ondernemingen en kleine en middelgrote ondernemingen” (COSME)

 

Eigenvermogensfaciliteit (aanloopkapitaal) in het kader van het programma voor onderzoek en innovatie van Horizon 2020

 

Eigenvermogensinstrument in het kader van de Connecting Europe Facility (CEF)

Garantie-instrumenten

 

Garantiefaciliteit voor het mkb in het kader van het programma voor concurrentievermogen en innovatie (CIP — SMEG07)

 

RSI-faciliteit in het kader van het zevende kaderprogramma voor onderzoek (2007-2013) (KP7 — RSI)

 

Garantiefaciliteit voor de Europese Progress-microfinancieringsfaciliteit (PMF-G)

 

Leninggarantiefaciliteit in het kader van het programma voor het concurrentievermogen van bedrijven en het mkb (COSME)

 

Leningendienst voor O&I voor kleine, middelgrote en kleine midcapondernemingen (Horizon 2020)

 

Programma voor werkgelegenheid en sociale innovatie (EaSI) — Microfinanciering en sociaal ondernemerschap zwaartepunt (opvolger van de EPMF)

 

Garantiefaciliteit voor de culturele en creatieve sector (programma Creatief Europa)

 

Leninggarantiefaciliteit voor studenten („Erasmus+-programma”)

 

Garantiefaciliteit voor particulier financiering voor energie-efficiëntie (PF4EE)

Instrumenten voor risicodeling

 

Financieringsfaciliteit voor risicodeling in het kader van het zevende kaderprogramma voor onderzoek (2007-2013) ((KP7 —RSFF)

 

Leninggarantie-instrument (LGTT)

 

Projectobligatie-initiatief (PBI)

 

Lening- en garantiefaciliteit voor onderzoek en innovatie in het kader van Horizon 2020

 

Instrument voor risicodeling in het kader van de Connecting Europe Facility (CEF) (kredietrisicodeling en projectobligaties)

 

Financieringsfaciliteit natuurlijk kapitaal (NCFF) — schuldfaciliteit

 

EU-initiatief voor kleine en middelgrote ondernemingen

Aparte investeringsconstructies

 

FCP-FIS in het kader van de Europese Progress-microfinancieringsfaciliteit (PMF FCP-FIS)

 

Europees Fonds 2020 voor energie, klimaatverandering en infrastructuur (Marguerite)

 

Europees Fonds voor energie-efficiëntie (EEEF)

Externe instrumenten (die niet uitsluitend via het Europees Ontwikkelingsfonds worden gefinancierd)

Regionale faciliteiten

 

Investeringsfaciliteit voor het nabuurschapsbeleid (NIF)

 

Investeringsfaciliteit voor Centraal-Azië (IFCA) & Aziatische investeringsfaciliteit (AIF)

 

Investeringsfaciliteit voor Latijns-Amerika (LAIF)

Aanvullende faciliteiten

 

Steun voor Euro-mediterrane investerings- en partnerschapsfaciliteit (FEMIP)

 

Wereldwijd Fonds voor energie-efficiëntie en hernieuwbare energie (GEEREF)

Financiële instrumenten voor de uitbreidingslanden

Westelijke Balkan

 

Garantiefaciliteit in het kader van de faciliteit voor bedrijfsontwikkeling en innovatie voor de Westelijke Balkan (EDIF)

 

Fonds voor bedrijfsuitbreiding (ENEF) in het kader van de faciliteit voor bedrijfsontwikkeling en innovatie voor de Westelijke Balkan

 

Fonds voor bedrijfsinnovatie (ENIF) in het kader van de faciliteit voor bedrijfsontwikkeling en innovatie voor de Westelijke Balkan

Overige (gemengd)

 

Europees Fonds voor Zuidoost-Europa (EFSE)

 

Green for Growth Fund (GGF)

 

Steunkrediet voor het herstel van het mkb in Turkije

Financiële informatie over financiële instrumenten

Eigenvermogensinstrumenten

Faciliteit voor snelgroeiende, innovatieve kleine en middelgrote ondernemingen (GIF) in het kader van het programma voor concurrentievermogen en innovatie (CIP) — vóór 2014

 

i)

Basishandeling

Besluit nr. 1639/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 2006 tot vaststelling van een kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie (2007-2013) (PB L 310 van 9.11.2006, blz. 15).

 

ii)

Begrotingsonderdelen

Artikel 01 04 51 — Voltooiing van programma's voor kleine en middelgrote ondernemingen (vóór 2014) (in begrotingsnomenclatuur 2014) (68).

 

iii)

Algemene beschrijving van het financiële instrument, met inbegrip van looptijd en gevolgen voor de begroting

Deze financiële instrumenten maken deel uit van het programma voor ondernemerschap en innovatie (EIP), een van de drie specifieke programma’s van het kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie (CIP) (69).

De algemene doelstelling van de financiële instrumenten in het kader van het CIP is het verbeteren van de toegang tot financiering voor de start en de groei van kleine en middelgrote ondernemingen, ter ondersteuning van hun investeringen in innoverende activiteiten, onder andere eco-innovatie. Dit wordt bewerkstelligd door het investeringsvolume van risicokapitaalfondsen en andere investeringsconstructies te vergroten.

De faciliteit voor snelgroeiende, innovatieve kleine en middelgrote ondernemingen (GIF) wordt namens de Europese Commissie uitgevoerd door het Europese Investeringsfonds (EIF). Het doel van deze faciliteit is meer eigen vermogen te genereren voor innovatieve kleine en middelgrote ondernemingen die net gestart zijn (GIF1) of die uitbreiden (GIF2). Op basis van een bericht betreffende de tenuitvoerlegging (PB C 302 van 14.12.2007, blz. 8) worden investeringsvoorstellen van financiële intermediairs geselecteerd.

De marktgerichte instrumenten van het CIP in het kader van de GIF en de garantiefaciliteit voor het mkb (SMEG) zijn in het algemeen zeer efficiënt en relevant gebleken om in te spelen op de huidige marktomstandigheden, die de jongste jaren gedomineerd werden door een verstrakking van de kredietvoorwaarden en moeilijkere toegang tot financiering voor kleine en middelgrote ondernemingen. De GIF is een durfkapitaalfaciliteit, gefocust en gericht op een relatief beperkt aantal ondernemingen die het potentieel hebben om hoge groei te realiseren, innovatie naar de markt te brengen en banen met hoge toegevoegde waarde te creëren.

De vastleggingsperiode voor GIF liep af op 31 december 2013, maar de instrumenten blijven bestaan tot de afwikkeling na 2026.

In totaal was voor de periode 2007-2013 1,13 miljard EUR aan vastleggingskredieten gepland voor de financiële instrumenten van het CIP, met een indicatieve verdeling van 620 miljoen EUR voor het GIF (inclusief eco-innovatie) en 510 miljoen EUR voor de garantiefaciliteit voor het mkb.

 

iv)

Voorgenomen verrichtingen, met inbegrip van doelvolumen gebaseerd op de hefboomwerking die voortvloeit uit de bestaande financiële instrumenten

Sinds het einde van de vastleggingsperiode, d.w.z. 31 december 2013, zijn door de Commissie geen verdere budgettaire vastleggingen meer gedaan.

De totale budgettaire vastleggingen voor 2007-2013 bedroegen 605,7 miljoen EUR. De hefboom (70) op GIF zal naar verwachting 5 zijn, wat betekent dat de totale budgettaire vastleggingen voor de economie als geheel naar verwachting 3 028,5 miljoen EUR aan kredieten voor begunstigde kleine en middelgrote ondernemingen zullen genereren.

Eigenvermogensfaciliteit voor groei (EFG) in het kader van het programma voor het concurrentievermogen van bedrijven en het mkb (COSME) — 2014-2020

 

i)

Basishandeling

Verordening (EU) nr. 1287/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van een programma voor het concurrentievermogen van ondernemingen en kleine en middelgrote ondernemingen (COSME) (2014-2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1639/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 33).

 

ii)

Begrotingsonderdelen

Artikel 02 02 02 — Kleine en middelgrote ondernemingen meer toegang geven tot financiering in de vorm van eigen vermogen en schuld.

 

iii)

Algemene beschrijving van het financiële instrument, met inbegrip van looptijd en gevolgen voor de begroting

De eigenvermogensfaciliteit voor groei (EFG) richt zich op fondsen die durfkapitaal en mezzaninefinanciering bieden, zoals achtergestelde leningen en participatieleningen, voor ondernemingen in de expansie- en groeifase, met name voor ondernemingen die grensoverschrijdend opereren, waarbij ook investeringen mogelijk moeten zijn in ondernemingen in de beginfase, in samenhang met de eigenvermogensfaciliteit voor onderzoek, ontwikkeling en innovatie (RDI) in het kader van Horizon 2020.

In het laatste geval mag de investering uit de EFG maximaal 20 % van de totale EU-investering bedragen, behalve bij meerfasefondsen, waarvoor financiering uit de EFG en de Eigenvermogensfaciliteit voor RDI verhoudingsgewijs zal worden verstrekt, op basis van het investeringsbeleid van de fondsen. De Commissie kan besluiten de drempel van 20 % te wijzigen in het licht van veranderende marktomstandigheden.

De EFG kan bestaan uit het fourneren van startkapitaal, „angel” financiering en quasi-eigenvermogensfinanciering, afhankelijk van de marktvraag, maar omvat geen overnamefinanciering door verkoop van onderdelen.

De steun neemt de vorm aan van directe investeringen door de met de uitvoering belaste entiteit in financiële intermediairs die eigenvermogens- of quasi-eigenvermogensfinanciering aan kleine en middelgrote ondernemingen verstrekken.

De algemene doelstelling is betere toegang tot risicokapitaal te creëren waar de markt in Europa tekort schiet en de ontwikkeling van een pan-Europese markt voor risicokapitaal te ondersteunen. Dit laatste zal worden verwezenlijkt door de faciliteit vooral te richten op risicokapitaalfondsen voor grensoverschrijdende investeringen.

Het Europees Investeringsfonds (EIF) is op basis van een op 22 juli 2014 ondertekende delegatieovereenkomst belast met de tenuitvoerlegging van de EFG.

In de delegatieovereenkomst moet worden bepaald dat de EFG beschikbaar moet zijn voor een breed scala van financiële intermediairs, op voorwaarde dat zij professioneel opereren, onafhankelijk worden beheerd en aantonen in staat te zijn kleine en middelgrote bedrijven te ondersteunen in hun groei- en expansiefase.

Technisch gezien krijgt het EIF de opdracht te investeren op pari passu-basis met andere investeerders uit de particuliere of de publieke sector. De beoogde eindbegunstigden zijn kleine en middelgrote ondernemingen, zonder specifieke voorwaarden wat betreft omvang of sector.

Het is de bedoeling dat het eigenvermogensinstrument loopt tot 31 december 2034 (totdat de laatste operaties zijn afgewikkeld).

In het basisbesluit is bepaald dat ten minste 60 % van de totale financiële toewijzing voor de uitvoering van het COSME-programma aan de financiële instrumenten wordt toegewezen. Uitgaande van de in het financieel memorandum voorziene verdeling van het totale voor de financiële instrumenten vastgestelde bedrag tussen het eigenvermogensinstrument (48 %) en het schuldinstrument (52 %), bedraagt het initiële voor de EFG voorziene budget voor de totale programmeringsperiode 2014-2020 662 miljoen EUR.

 

iv)

Voorgenomen verrichtingen, met inbegrip van doelvolumen gebaseerd op de hefboomwerking die voortvloeit uit de bestaande financiële instrumenten

De geraamde initiële vastlegging voor de totale programmeringsperiode bedraagt 662 miljoen EUR (71).

De in de rechtsgrondslag vastgelegde hefboomdoelstelling bedraagt 4 à 6, waarbij 1 EUR uit de begroting van de Unie tijdens de levensduur van het financiële instrument resulteert in 4 tot 6 EUR aan eigen-vermogensinvesteringen.

Uitgaande van de hefboomdoelstellingen van het instrument bedraagt het totale gemobiliseerde investeringsvolume naar schatting 2,6 tot 3,9 miljard EUR tijdens de gehele looptijd van het programma.

Eigenvermogensfaciliteit (aanloopkapitaal) in het kader van het programma voor onderzoek en innovatie van Horizon 2020 — 2014-2020

 

i)

Basishandeling

Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van Horizon 2020 — het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 104).

Verordening (EU) nr. 1290/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van de regels voor de deelname aan acties en de verspreiding van resultaten in het kader van „Horizon 2020” — het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1906/2006 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 81).

Besluit 2013/743/EU van de Raad van 3 december 2013 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van „Horizon 2020” — het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van de Besluiten 2006/971/EG, 2006/972/EG, 2006/973/EG, 2006/974/EG en 2006/975/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 965).

 

ii)

Begrotingsonderdelen

Post 08 02 02 02 — Verbeteren van de toegang tot risicokapitaal voor investeringen in onderzoek en innovatie.

 

iii)

Algemene beschrijving van het financiële instrument, met inbegrip van looptijd en gevolgen voor de begroting

Er is een eigenvermogensfaciliteit voor onderzoek en innovatie op het niveau van de Unie noodzakelijk om meer mogelijkheden voor eigenvermogensfinanciering te creëren voor investeringen in de aanloop- en groeifase van ondernemingen en om de ontwikkeling van de Europese durfkapitaalmarkt te stimuleren.

De doelstelling is het wegwerken van de tekortkomingen van de Europese durfkapitaalmarkt en het beschikbaar stellen van eigen vermogen en quasi-eigen vermogen om de ontwikkelings- en financieringsbehoeften te dekken van innovatieve ondernemingen, vanaf de conceptfase tot aan de groei en uitbreiding.

De faciliteit zal zich toespitsen op risicokapitaalfondsen voor aanloopinvesteringen die durfkapitaal en quasi-eigen vermogen (met inbegrip van mezzaninekapitaal) verstrekken aan individuele particuliere ondernemingen. Via de faciliteit zijn ook expansie- en groei-investeringen mogelijk in samenhang met de eigenvermogensfaciliteit voor groei in het kader van het programma voor het concurrentievermogen van ondernemingen en kleine en middelgrote ondernemingen, om te zorgen voor doorlopende ondersteuning bij het opstarten en de ontwikkeling van bedrijven.

In het laatste geval mag de investering uit de Eigenvermogensfaciliteit van Horizon 2020 maximaal 20 % van de totale Unie-investering bedragen, behalve bij meerfasefondsen, waarvoor financiering uit de EFG en de eigenvermogensfaciliteit voor RDI verhoudingsgewijs zal worden verstrekt, op basis van het investeringsbeleid van de fondsen. Net als de EFG moet de Eigenvermogensfaciliteit buy-outkapitaal of vervangingskapitaal dat bedoeld is voor de ontmanteling van een verworven onderneming vermijden.

De algemene doelstelling is betere toegang tot risicokapitaal te creëren waar de markt in Europa tekort schiet en de ontwikkeling van een pan-Europese markt voor risicokapitaal te ondersteunen.

De toegevoegde waarde van de EU bestaat erin dat de eigenvermogensfaciliteit voor onderzoek en innovatie nationale regelingen zal aanvullen waarmee grensoverschrijdende investeringen in onderzoek en innovatie niet mogelijk zijn. De financiering in de vroege fasen van een onderneming zal ook een demonstratie-effect hebben waarvan publieke en private investeerders in heel Europa profijt kunnen trekken. Voor de groeifase kunnen alleen op Unieniveau de noodzakelijke schaal en sterke deelname van particuliere investeerders worden bereikt die noodzakelijk zijn voor het goede functioneren van een autonome durfkapitaalmarkt.

De uitvoering van de directe investeringen in het kader van deze faciliteit wordt toevertrouwd aan het Europese Investeringsfonds (EIF) in Luxemburg.

In de delegatieovereenkomst die wordt ondertekend met de entiteit die met de uitvoering wordt belast, moet worden bepaald dat eigenvermogensfaciliteit in het kader van Horizon 2020 beschikbaar moet zijn voor een breed scala van financiële intermediairs, op voorwaarde dat zij professioneel opereren, onafhankelijk worden beheerd en aantonen in staat te zijn kleine en middelgrote bedrijven te ondersteunen in de aanloop- en groeifasen.

Technisch gezien krijgt de entiteit de opdracht te investeren op pari passu-basis met andere investeerders uit de particuliere of de publieke sector. De beoogde eindbegunstigden zijn startende ondernemingen (met name kleine, middelgrote en kleine midcap-ondernemingen), zonder specifieke voorwaarden wat betreft sector.

Het instrument loopt uiterlijk tot 2035 (totdat de laatste operaties zijn afgewikkeld).

 

iv)

Voorgenomen verrichtingen, met inbegrip van doelvolumen gebaseerd op de hefboomwerking die voortvloeit uit de bestaande financiële instrumenten

De geraamde initiële vastlegging voor de totale programmeringsperiode bedraagt 430 miljoen EUR.

Het hefboomeffect van de eigenvermogensfaciliteit van Horizon 2020 wordt geschat op 4-6, afhankelijk van het type investeringen en de vorm van samenwerking met durfkapitaalfondsen en/of investeerders in kennisoverdracht. Op basis van de hefboomdoelstellingen van het programma zou het totale bedrag aan gemobiliseerde durfkapitaalinvesteringen naar schatting tussen 1 720 miljoen EUR en 2 580 miljoen EUR voor de gehele looptijd van het programma bedragen.

Eigenvermogensinstrument in het kader van de financieringsfaciliteit voor Europese verbindingen (CEF) — 2014-2020

 

i)

Basishandeling

Verordening (EU) nr. 1316/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van de financieringsfaciliteit voor Europese verbindingen, tot wijziging van Verordening (EU) nr. 913/2010 en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 680/2007 en (EG) nr. 67/2010 (PB L 348 van 20.12.2013, blz. 129).

 

ii)

Begrotingsonderdelen

Niet van toepassing; hoewel dit CEF-instrument in de rechtsgrondslag is voorzien, is het nog niet toegepast.

 

iii)

Algemene beschrijving van het financiële instrument, met inbegrip van looptijd en gevolgen voor de begroting

Niet van toepassing; hoewel dit CEF-instrument in de rechtsgrondslag is voorzien, is het nog niet toegepast.

 

iv)

Voorgenomen verrichtingen, met inbegrip van doelvolumen gebaseerd op de hefboomwerking die voortvloeit uit de bestaande financiële instrumenten

Niet van toepassing; hoewel dit CEF-instrument in de rechtsgrondslag is voorzien, is het nog niet toegepast.

Garantie-instrumenten

Garantiefaciliteit voor het mkb in het kader van het programma voor concurrentievermogen en innovatie (CIP) (SMEG07) — vóór 2014

 

i)

Basishandeling

Besluit nr. 1639/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 2006 tot vaststelling van een kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie (2007-2013) (PB L 310 van 9.11.2006, blz. 15).

 

ii)

Begrotingsonderdelen

Artikel 01 04 51 — Voltooiing van programma's voor kleine en middelgrote ondernemingen (vóór 2014) (in begrotingsnomenclatuur 2014) (72).

 

iii)

Algemene beschrijving van het financiële instrument, met inbegrip van looptijd en gevolgen voor de begroting

Deze financiële instrumenten maken deel uit van het programma voor ondernemerschap en innovatie (EIP), een van de drie specifieke programma’s van het programma voor concurrentievermogen en innovatie (CIP) (73).

De algemene doelstelling van de financiële instrumenten in het kader van het CIP is het verbeteren van de toegang tot financiering voor de start en de groei van kleine en middelgrote ondernemingen (kmo), ter ondersteuning van hun investeringen in innoverende activiteiten, onder andere eco-innovatie. Dit wordt bewerkstelligd door het creëren van een hefboomeffect voor de financiering met vreemd vermogen ten behoeve van kmo.

De garantiefaciliteit voor het mkb (SMEG07) wordt namens de Commissie beheerd door het Europees Investeringsfonds (EIF). Zij verstrekt tegen- of medegaranties om regelingen te garanderen en directe garanties aan financiële intermediairs die in de in aanmerking komende landen actief zijn.

De marktgerichte instrumenten van het CIP in het kader van de GIF en de SMEG zijn in het algemeen zeer efficiënt en relevant gebleken om in te spelen op de huidige marktomstandigheden, die de jongste jaren gedomineerd werden door een verstrakking van de kredietvoorwaarden en moeilijkere toegang tot financiering voor kleine en middelgrote ondernemingen. De garantiefaciliteit voor het mkb is een contracyclisch instrument dat eindbegunstigden geholpen heeft om de moeilijkheden als gevolg van de economische omstandigheden sinds de crisis het hoofd te bieden, namelijk om toegang tot financiering te verkrijgen of te behouden en om banen te creëren of te behouden gedurende de periode.

De vastleggingsperiode voor de garantiefaciliteit voor het mkb liep af op 31 december 2013, maar de instrumenten blijven bestaan tot na de afwikkeling (na 2026).

In totaal was voor de hele periode 2007-2013 1,13 miljard EUR aan vastleggingskredieten uitgetrokken voor de financiële instrumenten van het CIP, met oorspronkelijk een indicatieve verdeling van 620 miljoen EUR voor GIF en 510 miljoen EUR voor SMEG07.

 

iv)

Voorgenomen verrichtingen, met inbegrip van doelvolumen gebaseerd op de hefboomwerking die voortvloeit uit de bestaande financiële instrumenten

Sinds het einde van de vastleggingsperiode, d.w.z. 31 december 2013, zijn door de Commissie geen verdere budgettaire vastleggingen meer gedaan.

De totale budgettaire vastleggingen voor 2007-2013 bedroegen 637,8 miljoen EUR. De hefboom (74) op de SMEG07 zal naar verwachting tijdens de hele looptijd van het programma 31,6 zijn, wat betekent dat de totale budgettaire vastleggingen voor de economie als geheel naar verwachting ongeveer 20 154,5 miljoen EUR aan kredieten voor begunstigde kleine en middelgrote ondernemingen zullen genereren.

RSI (proefgarantiefaciliteit voor O & I-gestuurde kleine, middelgrote en kleine midcapondernemingen) in het kader van het zevende kaderprogramma — vóór 2014

 

i)

Basishandeling

Besluit nr. 1982/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 412 van 30.12.2006, blz. 1).

Beschikking 2006/971/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma „Samenwerking” tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 86).

Beschikking 2006/974/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma „Capaciteiten” tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 299).

 

ii)

Begrotingsonderdelen

Artikel 08 02 51 (gedeeltelijk) — Voltooiing van het voorgaande kaderprogramma voor onderzoek — zevende kaderprogramma — Acties onder contract (2007-2013).

In de periode 2007-2013 is in totaal 1 230,73 miljard EUR uit de algemene begroting van de Unie vastgelegd (initiële begroting zevende kaderprogramma plus aanvullende vastleggingskredieten van de EVA en derde landen voor dat programma) en betaald aan de EIB ter ondersteuning van zowel de Financieringsfaciliteit voor risicodeling (RSFF) als het Instrument voor risicodeling (RSI).

 

iii)

Algemene beschrijving van het financiële instrument, met inbegrip van looptijd en gevolgen voor de begroting

De RSFF werd gezamenlijk ontwikkeld door de Commissie en de EIB en werd opgericht in juni 2007. De EU en de EIB fungeren als risicodelende partners voor leningen die de EIB direct of indirect verstrekt aan de begunstigden. De EU heeft, via de begrotingsmiddelen voor het zevende kaderprogramma, samen met de EIB in totaal 2 miljard EUR (elk 1 miljard EUR) uitgetrokken voor de periode 2007-2013, om verliezen te dekken van RSFF-leningen die niet worden afgelost. Door deze bijdragen van de EU/EIB kon de EIB voor 10 miljard EUR aan leningen verstrekken aan bedrijven en onderzoekers voor hun investeringen in onderzoek, ontwikkeling en innovatie.

Begin 2012 is een nieuwe proefgarantiefaciliteit gelanceerd, het RSI (het risicodelingsinstrument voor kleine, middelgrote en kleine midcapondernemingen met maximaal 499 werknemers) om de toegang tot leningen voor investeringen in onderzoek, ontwikkeling en innovatie te verbeteren. De RSI-garantiefaciliteit hoort bij de uitvoering van de RSFF en wordt uitgevoerd door het Europese Investeringsfonds (EIF). Voor deze garantiefaciliteit voor het RSI-proefproject bedroeg het EU-budget afkomstig van het zevende kaderprogramma (plus bijkomende kredieten van de EVA en derde landen voor dat programma) voor de periode 2012/2013 270 miljoen EUR (bovenop het bovenvermelde bedrag).

 

iv)

Voorgenomen verrichtingen, met inbegrip van doelvolumen gebaseerd op de hefboomwerking die voortvloeit uit de bestaande financiële instrumenten

In de periode 2007-2013 is in totaal 270 miljoen EUR uit de EU-begroting vastgelegd (initiële begroting zevende kaderprogramma plus aanvullende vastleggingskredieten van de EVA en derde landen voor dat programma) en betaald aan de EIB ter ondersteuning van het RSI-proefproject.

De looptijd (duur) van het instrument bestrijkt naar verwachting de periode tot 2020-2022.

De geraamde initiële vastlegging voor de totale programmeringsperiode bedraagt 270 miljoen EUR voor het RSI.

De in de rechtsgrondslag en de evaluatie vooraf vastgelegde hefboomdoelstelling is 8 tijdens de levensduur van het financiële instrument RSI.

Op basis van de hefboomdoelstellingen voor het instrument RSI werd het totale gemobiliseerde investeringsvolume geraamd op ongeveer 2 160 miljoen EUR, maar tijdens de gehele looptijd van het programma werd uiteindelijk 3 100 miljoen EUR bereikt.

Garantiefaciliteit voor de Europese Progress-microfinancieringsfaciliteit (EPMF-G) — vóór 2014

 

i)

Basishandeling

Besluit nr. 283/2010/EU van het Europees Parlement en de Raad van 25 maart 2010 tot instelling van een Europese Progress-microfinancieringsfaciliteit voor werkgelegenheid en sociale insluiting (PB L 87 van 7.4.2010, blz. 1).

 

ii)

Begrotingsonderdelen

Artikel 04 03 53 (gedeeltelijk) — Voltooiing van andere activiteiten (in begrotingsnomenclatuur 2014).

 

iii)

Algemene beschrijving van het financiële instrument, met inbegrip van looptijd en gevolgen voor de begroting

Het doel van de Europese Progress-microfinancieringsfaciliteit is tweeledig: enerzijds betere toegang tot microfinanciering voor personen die een micro-onderneming willen beginnen of verder uitbreiden, of die zich als zelfstandige willen vestigen, door Europese verstrekkers van microfinanciering in staat te stellen hun kredietvolume aan deze groep uit te breiden; anderzijds betere toegang tot microfinanciering door het risico voor de verstrekkers ervan te beperken. Hiermee komt microfinanciering ook binnen bereik voor groepen die er eerder geen toegang toe hadden, bijvoorbeeld omdat men onvoldoende onderpand kon bieden of omdat de rente zeer hoog had moeten zijn gelet op het feitelijke risicoprofiel.

De faciliteit verschaft middelen van de Unie om de toegang tot en de beschikbaarheid van microfinanciering te verbeteren voor:

 

personen die hun baan verloren hebben of dreigen te verliezen of die moeilijk toegang krijgen tot of kunnen terugkeren op de arbeidsmarkt, alsook personen die met sociale uitsluiting worden bedreigd of kwetsbare personen die qua toegang tot de traditionele kredietmarkt in een nadelige positie verkeren en die hun eigen micro-onderneming willen oprichten of uitbreiden of zich als zelfstandige willen vestigen;

 

micro-ondernemingen, met name in de sociale economie, alsmede micro-ondernemingen waar de in het vorige substreepje bedoelde personen in dienst zijn.

Voor de periode van 1 januari 2010 tot 31 december 2013 wordt op de Uniebegroting 103,6 miljoen EUR gereserveerd voor de faciliteit, waarvan 23,6 miljoen EUR voor de EPMF-garantiefaciliteit (EPMF-G) en 80 miljoen EUR voor het EPMF Fonds Commun de Placement — Fonds d’investissement spécialisé (FCP-FIS) is uitgetrokken.

De faciliteit wordt, naargelang van de behoeften, aangewend voor de volgende soorten acties:

 

garanties (EPMF-G);

 

schuldinstrumenten en eigenvermogensinstrumenten;

 

ondersteunende maatregelen, zoals communicatieactiviteiten, monitoring, controle, audit en evaluatie, enz., die rechtstreeks noodzakelijk zijn voor de daadwerkelijke en doeltreffende tenuitvoerlegging van Besluit 283/2010/EU en voor de verwezenlijking van de doelstellingen ervan.

Het onderdeel microkredieten blijft volledig van kracht tot 31 december 2020.

 

iv)

Voorgenomen verrichtingen, met inbegrip van doelvolumen gebaseerd op de hefboomwerking die voortvloeit uit de bestaande financiële instrumenten

Sinds het einde van de vastleggingsperiode zijn door de Commissie geen verdere budgettaire vastleggingen meer gedaan.

De geraamde initiële vastlegging voor de totale programmeringsperiode bedraagt 103,6 miljoen EUR (cumulatief budget voor EPMF-G en EPMF FCP-FIS).

De hefboomdoelstelling van de EPMF-faciliteit is 4,83 tijdens de levensduur van de financiële instrumenten.

Op basis van de hefboomdoelstellingen voor de EPMF-faciliteit wordt het totale bedrag aan gemobiliseerde leningen geraamd op ongeveer 500 miljoen EUR.

Voor EPMF-G is voor 2010-2013 in totaal 23,6 miljoen EUR vastgelegd in de begroting (enkel het gedeelte garantie).

De beoogde volumes van de kredietverstrekking aan begunstigde micro-ondernemingen worden geraamd op 273,8 miljoen EUR voor het financiële instrument EPMF-G (75).

De leninggarantiefaciliteit in het kader van het programma voor het concurrentievermogen van bedrijven en kleine en middelgrote ondernemingen (COSME) — 2014-2020

 

i)

Basishandeling

Verordening (EU) nr. 1287/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van een programma voor het concurrentievermogen van ondernemingen en kleine en middelgrote ondernemingen (COSME) (2014-2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1639/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 33).

 

ii)

Begrotingsonderdelen

Artikel 02 02 02 — Kleine en middelgrote ondernemingen meer toegang geven tot financiering in de vorm van eigen vermogen en schuld.

 

iii)

Algemene beschrijving van het financiële instrument, met inbegrip van looptijd en gevolgen voor de begroting

De leninggarantiefaciliteit (Loan Guarantee Facility — LGF) voorziet in:

 

tegengaranties en andere risicodelingsregelingen voor garantieregelingen;

 

directe garanties en andere risicodelingsregelingen voor andere financiële intermediairs die voldoen aan de criteria.

De leninggarantiefaciliteit is als volgt samengesteld:

 

de garanties voor schuldfinanciering via leningen waaronder achtergestelde en participatieleningen, of leasing, die specifiek gericht zijn op het verminderen van de specifieke moeilijkheden die levensvatbare kleine en middelgrote ondernemingen ondervinden bij de toegang tot financiering, ofwel ten gevolge van het veronderstelde hoge risico, ofwel wegens onvoldoende beschikbaar onderpand,

 

de securitisatie van portefeuilles voor schuldfinanciering van kleine en middelgrote ondernemingen, die bijkomende schuldfinanciering voor kleine en middelgrote ondernemingen mobiliseren door middel van geschikte regelingen voor risicodeling met de beoogde instellingen. Ondersteuning voor die transacties gebeurt onder voorwaarde dat de broninstellingen een aanzienlijk deel van de resulterende liquiditeiten of het gemobiliseerde kapitaal gebruiken voor nieuwe leningen aan kleine en middelgrote ondernemingen binnen een redelijk tijdsbestek. Het bedrag van deze nieuwe schuldfinanciering wordt berekend in verhouding tot het bedrag van het gegarandeerde portefeuillerisico en moet, evenals de duur, per geval worden overeengekomen met de broninstelling.

De LGF dekt, behalve voor leningen in de geëffectiseerde portefeuille, leningen tot maximaal 150 000 EUR, met een minimumlooptijd van 12 maanden. De leninggarantiefaciliteit kan ook leningen dekken boven 150 000 EUR voor kleine en middelgrote ondernemingen die voldoen aan de criteria om in aanmerking te komen voor het COSME-programma, maar niet aan de criteria om in aanmerking te komen voor het onderdeel kleine en middelgrote ondernemingen van de schuldfaciliteit in het kader van het Horizon 2020-programma (de zogenoemde Garantiefaciliteit voor kleine en middelgrote ondernemingen InnovFin), waarbij de minimumlooptijd 12 maanden bedraagt. De LGF is zodanig opgezet dat kan worden gerapporteerd over de ondersteunde kleine en middelgrote ondernemingen, zowel wat het aantal als de omvang van de leningen betreft.

Het Europees Investeringsfonds (EIF) is op basis van een op 22 juli 2014 ondertekende delegatieovereenkomst belast met de tenuitvoerlegging van de LGF.

In de delegatieovereenkomst is bepaald dat de LGF beschikbaar moet zijn voor een breed scala van financiële intermediairs (zoals waarborgmaatschappijen, nationale stimuleringsinstellingen, commerciële banken, coöperaties e.d.) die ervaring hebben met financiële transacties met kleine en middelgrote ondernemingen of die voldoende capaciteit hebben om financiële transacties met kleine en middelgrote ondernemingen aan te gaan.

Technisch gezien heeft het EIF de opdracht geplafonneerde portefeuillegaranties te verstrekken aan financiële intermediairs ter dekking van een deel van het verwachte verlies op een portefeuille van nieuwe transacties van kleine en middelgrote ondernemingen met een hoger risicoprofiel.

Wat securitisatietransacties betreft, heeft het EIF de opdracht garantiedekking te verlenen op een deel van de mezzaninetranche van een geëffectiseerde portefeuille met leningen aan kleine en middelgrote ondernemingen, waarbij de financiële intermediair ernaar moet streven een nieuwe portefeuille met leningen aan kleine en middelgrote ondernemingen op te bouwen.

Beoogde eindbegunstigden uit hoofde van de geplafonneerde portefeuillegaranties en de securitisatietransacties zijn kleine en middelgrote ondernemingen van elke omvang ongeacht de sector. Het scala van financiële producten die met de geplafonneerde portefeuille kunnen worden ondersteund, wordt breed gehouden, zodat geen onderscheid wordt gemaakt tussen de verschillende soorten kleine en middelgrote ondernemingen, die zeer uiteenlopende financieringsbehoeften hebben naargelang van de ontwikkelingsfase waarin een onderneming zich bevindt en de sector/industrie waarvan de onderneming deel uitmaakt.

Het is de bedoeling dat het garantie-instrument loopt tot 31 december 2034 (totdat de laatste operaties zijn afgewikkeld). Individuele garantieovereenkomsten met de met de uitvoering belaste entiteit hebben een looptijd van maximaal tien jaar.

De LGF kan ook bijdragen aan de financiële instrumenten die moeten worden ingezet in het kader van het gezamenlijk initiatief voor kleine en middelgrote ondernemingen; het betreft een gemeenschappelijk instrument met een combinatie van EU-middelen uit COSME en/of Horizon 2020 en ESIF dat in samenwerking met EIB/EIF wordt toegepast en is gericht op het beschikbaar maken van extra kredieten voor kleine en middelgrote ondernemingen in specifieke lidstaten. Deze bijdrage kan de vorm aannemen van niet-geplafonneerde portefeuillegaranties of securitisatieoperaties en de mezzaninetranche van de portefeuille dekken.

In het basisbesluit is bepaald dat ten minste 60 % van de totale financiële toewijzing voor de uitvoering van het COSME-programma aan de financiële instrumenten wordt toegewezen. Uitgaande van de in het financieel memorandum voorziene verdeling van het totale voor de financiële instrumenten vastgestelde bedrag tussen het eigenvermogensinstrument (48 %) en het schuldinstrument (52 %), bedraagt het initiële voor de LGF voorziene budget voor de totale programmeringsperiode 2014-2020 717 miljoen EUR.

 

iv)

Voorgenomen verrichtingen, met inbegrip van doelvolumen gebaseerd op de hefboomwerking die voortvloeit uit de bestaande financiële instrumenten

De geraamde initiële vastlegging voor de totale programmeringsperiode bedraagt 717 miljoen EUR (76).

De in de rechtsgrondslag vastgelegde hefboomdoelstelling bedraagt 20 à 30, waarbij 1 EUR uit de Uniebegroting tijdens de levensduur van het financiële instrument resulteert in 20 tot 30 EUR aan financiering.

Uitgaande van de hefboomdoelstellingen van het instrument bedraagt het totale bedrag aan gemobiliseerde leningen naar schatting 14,3 tot 21,5 miljard EUR tijdens de gehele looptijd van het programma.

Leningendienst voor O&I voor kleine, middelgrote en kleine midcapondernemingen uit hoofde van Horizon 2020 — 2014-2020

 

i)

Basishandeling

Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van Horizon 2020 — het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 104).

Verordening (EU) nr. 1290/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van de regels voor de deelname aan acties en de verspreiding van resultaten in het kader van „Horizon 2020 — het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1906/2006 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 81).

Besluit van de Raad 2013/743/EU van 3 december 2013 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van „Horizon 2020” — het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 965).

 

ii)

Begrotingsonderdelen

Post 08 02 02 02 — Verbeteren van de toegang tot risicokapitaal voor investeringen in onderzoek en innovatie.

 

iii)

Algemene beschrijving van het financiële instrument, met inbegrip van looptijd en gevolgen voor de begroting

Deze garantiefaciliteit volgt op en verfijnt het RSI-proefproject uit hoofde van de RSFF in het zevende kaderprogramma, en maakt deel uit van een afzonderlijk financieel schuldinstrument ter ondersteuning van de groei van ondernemingen en hun O&I-activiteiten. Zij is gericht op O&I-gestuurde kleine, middelgrote en kleine midcapondernemingen (tot 499 werknemers) die leningen van 25 000 EUR à 7,5 miljoen EUR nodig hebben. Leningen van meer dan 7,5 miljoen EUR worden per geval bekeken.

Het Europees Investeringsfonds (EIF) legt deze faciliteit ten uitvoer door het verstrekken van directe garanties aan financiële intermediairs zoals banken, die de feitelijke leningen aan de eindbegunstigden zullen toekennen. De garantie dekt tot 50 % van de potentiële verliezen van intermediairs. Het EIF biedt ook tegengaranties aan financiële intermediairs (zoals garantie-instellingen) die risicobescherming verlenen aan banken welke leningen aan O&I-gestuurde kleine, middelgrote en kleine midcapondernemingen toekennen.

R&I-gestuurde kleine, middelgrote en kleine midcapondernemingen die een lening willen aanvragen, moeten contact opnemen met een van de financiële intermediairs die een overeenkomst met het EIF ondertekenen (zie selectieprocedure). Dit is een vraaggestuurde faciliteit, zonder voorafgaande toewijzingen tussen sectoren, landen en regio’s. Behoudens de succesvolle afronding van de onderhandelingen, stimuleert de Commissie het EIF om een specifieke inspanning te leveren om ervoor te zorgen dat een aanzienlijk deel van de eindbegunstigden eco-innovatieve kleine en middelgrote ondernemingen en kleine midcapondernemingen zijn.

Verwachte impact: O&I-gestuurde kleine en middelgrote ondernemingen en kleine midcaps zullen meer O&I kunnen uitvoeren. Indicatoren zijn het aantal met financiële intermediairs ondertekende leningen en het aantal en het volume van de gesloten leningen.

Indicatief tijdschema: Deze faciliteit is beschikbaar sinds 10 juni 2014.

Selectieprocedure:

 

a)

voor financiële intermediairs: het EIF doet oproepen tot het indienen van blijken van belangstelling, waarbij de toelatings- en selectiecriteria na overleg met DG Onderzoek & Innovatie in het kader van elke oproep worden vastgesteld.

 

b)

voor verstrekte leningen: overeenkomstig de interne processen van de intermediaire bank of andere financiële instelling waarbij de kleine en middelgrote onderneming een aanvraag indient, onder gebruikmaking van normale commerciële criteria.

 

iv)

Voorgenomen verrichtingen, met inbegrip van doelvolumen gebaseerd op de hefboomwerking die voortvloeit uit de bestaande financiële instrumenten

De voor de programmeringsperiode 2014-2020 vastgestelde totale begroting voor de leningendienst voor O&I voor kleine, middelgrote en kleine midcapondernemingen afkomstig van het onderdeel „Toegang tot risicofinanciering” van Horizon 2020 bedraagt 1 060 miljoen EUR.

De regeling voor risicodeling met het EIF zal de bijdrage van de EU aan de leningendienst voor O&I voor kleine, middelgrote en kleine midcapondernemingen van een hefboom van maximaal 9 voorzien, hetgeen zal resulteren in leningfinanciering voor O&I-gestuurde kleine en middelgrote ondernemingen en kleine midcaps van ongeveer 9 540 miljoen EUR voor de gehele looptijd van het programma.

Het instrument zal ook bijdragen aan de financiële instrumenten die zullen worden ingezet in het kader van het gezamenlijk initiatief voor kleine en middelgrote ondernemingen, zoals bevestigd door de Europese Raad van oktober 2013. Deze bijdrage kan de vorm aannemen van niet-geplafonneerde portefeuillegaranties of securitisatieoperaties en, in combinatie met middelen uit ESIF, COSME en het EIF, de mezzaninetranche van de portefeuille dekken.

De geraamde initiële vastlegging voor de totale programmeringsperiode bedraagt 1 060 miljoen EUR.

De in de rechtsgrondslag en de evaluatie vooraf vastgelegde hefboomdoelstelling is 9 tijdens de levensduur van het financiële instrument.

Uitgaande van de hefboomdoelstellingen van het instrument bedraagt het totale bedrag aan gemobiliseerde leningen naar schatting 9 540 miljoen EUR tijdens de gehele looptijd van het programma.

Programma voor werkgelegenheid en sociale innovatie (EaSI) — derde zwaartepunt — Microfinanciering en sociaal ondernemerschap — (2014-2020)

 

i)

Basishandeling

Verordening (EU) nr. 1296/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 betreffende een programma van de Europese Unie voor werkgelegenheid en sociale innovatie (EaSI) en tot wijziging van Besluit nr. 283/2010/EU tot instelling van een Europese Progress-microfinancieringsfaciliteit voor werkgelegenheid en sociale insluiting (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 238).

 

ii)

Begrotingsonderdelen

Post 04 03 02 03 — Microfinanciering en sociaal ondernemerschap — Het vergemakkelijken van de toegang tot financiering voor ondernemers, met name voor degenen die het verst van de arbeidsmarkt af staan, en sociale ondernemingen.

 

iii)

Algemene beschrijving van het financiële instrument, met inbegrip van looptijd en gevolgen voor de begroting

De doelstellingen van deze financiële instrumenten zijn beschreven in Verordening (EU) nr. 1296/2013 en kunnen teruggevonden worden in artikel 4:

Algemene doelstelling:

De werkgelegenheid en sociale inclusie stimuleren door de beschikbaarheid en toegankelijkheid van microfinanciering voor kwetsbare mensen die een micro-onderneming willen starten, alsook voor bestaande micro-ondernemingen te verbeteren en de toegang tot financiering voor sociale ondernemingen te vergroten.

In artikel 26 vastgelegde specifieke doelstellingen:

de toegang tot en beschikbaarheid van microfinanciering verbeteren voor:

 

kwetsbare personen die hun baan verloren hebben of dreigen te verliezen of die moeilijk toegang krijgen tot of kunnen terugkeren op de arbeidsmarkt, of personen die met sociale uitsluiting worden bedreigd of sociaal uitgesloten zijn en die qua toegang tot de traditionele kredietmarkt in een nadelige positie verkeren en die hun eigen micro-onderneming wensen op te richten of uit te breiden;

 

micro-ondernemingen, in zowel de aanloop-, als ontwikkelingsfase, met name micro-ondernemingen waar de in het vorige substreepje bedoelde personen in dienst zijn;

 

de institutionele capaciteit van microkredietverstrekkers opbouwen;

 

de ontwikkeling van de markt voor sociale investeringen ondersteunen en de toegang voor sociale ondernemingen tot financiering verbeteren door aandelenkapitaal, quasi-aandelenkapitaal, leningsinstrumenten en subsidies tot 500 000 EUR beschikbaar te stellen voor sociale ondernemingen met een jaaromzet van maximaal 30 miljoen EUR dan wel een jaarbalans van maximaal 30 miljoen EUR en die geen instelling voor collectieve belegging zijn.

Het programma geldt voor de periode van 1 januari 2014 tot en met 31 december 2020.

De begroting van de financiële instrumenten van Microfinanciering en Sociaal Ondernemerschap bestaat uit 21 % van de totale EaSI-begroting voor 2014-2020, hetgeen overeenkomt met 919 469 000 EUR in lopende prijzen.

Bij verdeling ervan worden de volgende minimumpercentages in acht genomen:

 

microfinanciering voor kwetsbare groepen en micro-ondernemingen: 45 %;

 

sociaal ondernemerschap: 45 %.

Het resterende bedrag zal tussen beide instrumenten worden verdeeld.

 

iv)

Voorgenomen verrichtingen, met inbegrip van doelvolumen gebaseerd op de hefboomwerking die voortvloeit uit de bestaande financiële instrumenten

Indicatieve beoogde resultaten zijn 41 000 microleningen aan eindbegunstigden en 1 350 leningen aan sociale ondernemingen. De doelstelling voor microfinanciering is gebaseerd op de in het verleden opgedane ervaring met Progress-microfinanciering.

Het streefcijfer voor sociale ondernemingen is gebaseerd op het totale volume van de garanties en gefinancierde instrumentenfondsen, vermenigvuldigd met de verwachte hefboom en gedeeld door een gemiddelde investeringsomvang van 200 000 EUR per sociale onderneming.

Voor de gefinancierde instrumenten is rekening gehouden met een verwachte mede-investering van 20 miljoen EUR. Deze streefcijfers zijn aan wijziging onderhevig omdat de opzet van de faciliteit en de potentiële mede-investeringen in dit stadium onbekend zijn.

De geraamde initiële vastlegging voor de totale programmeringsperiode bedraagt 192 miljoen EUR.

Het beoogde hefboomeffect is naar schatting:

 

5,5 gedurende de levensduur van het financiële instrument wat betreft het gedeelte garanties;

 

nog niet beschikbaar wat betreft het gedeelte gefinancierde instrumenten (77).

Op basis van de hefboomdoelstelling van het instrument:

 

wordt geschat dat het totale bedrag van 96 miljoen EUR dat is gebruikt voor het gedeelte garanties ongeveer 528 miljoen EUR voor de eindbegunstigden zou betekenen,

 

kan de raming nog niet worden vastgesteld voor de gefinancierde instrumenten.

Garantiefaciliteit voor de culturele en creatieve sector (programma Creatief Europa) — 2014-2020

 

i)

Basishandeling

Verordening (EU) nr. 1295/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van het programma Creatief Europa (2014 tot 2020) en tot intrekking van de Besluiten nr. 1718/2006/EG, nr. 1855/2006/EG en nr. 1041/2009/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 221).

 

ii)

Begrotingsonderdelen

Artikel 15 04 01 Versterking van de financiële capaciteit van het mkb en organisaties en bevordering van beleidsontwikkeling en nieuwe zakelijke modellen.

 

iii)

Algemene beschrijving van het financiële instrument, met inbegrip van looptijd en gevolgen voor de begroting

De algemene doelstelling van de garantiefaciliteit voor de culturele en creatieve sector komt overeen met die van het kaderprogramma Creatief Europa. het waarborgen en bevorderen van de culturele en taalkundige verscheidenheid van Europa, en het versterken van het concurrentievermogen van de culturele en creatieve sector teneinde slimme, duurzame en inclusieve groei te bevorderen, overeenkomstig de Europa 2020-strategie.

De specifieke doelstelling van de garantiefaciliteit voor de culturele en creatieve sector is om de financiële capaciteit van de culturele en creatieve sector te versterken.

De faciliteit richt zich op de volgende punten:

 

de moeilijkheden die kleine en middelgrote ondernemingen uit de culturele en creatieve sector ondervinden wanneer zij een lening bij een bank aanvragen;

 

de beperkte verspreiding en uitwisseling van deskundigheid tussen financiële instellingen met betrekking tot financiële analyses van kleine en middelgrote ondernemingen uit de culturele en creatieve sector en projecten uit de hele Unie.

De operationele doelstellingen van de faciliteit zijn:

 

bieden van garanties aan banken die te maken hebben met kleine en middelgrote ondernemingen uit de culturele en creatieve sector, zodat deze laatste gemakkelijker een lening kunnen krijgen;

 

verstrekken van deskundigheid en capaciteitsopbouw voor financiële instellingen;

 

vergroten van het aantal financiële instellingen dat bereid is om samen te werken met kleine en middelgrote ondernemingen uit de culturele en creatieve sector;

 

maximaliseren van de geografische spreiding binnen Europa van de financiële instellingen die bereid zijn om samen te werken met kleine en middelgrote ondernemingen uit de culturele en creatieve sector.

 

iv)

Voorgenomen verrichtingen, met inbegrip van doelvolumen gebaseerd op de hefboomwerking die voortvloeit uit de bestaande financiële instrumenten

De vastgestelde vastleggingen voor de gehele programmeringsperiode bedragen 121 miljoen EUR, vermeerderd met ten hoogste 2 miljoen EUR verwachte terugvorderingen van het productiegarantiefonds van het Media-programma, overeenkomstig bijlage I van Verordening (EU) nr. 1295/2013. De geraamde initiële vastlegging voor de totale programmeringsperiode bedraagt 123 miljoen EUR.

De in de rechtsgrondslag en de evaluatie vooraf vastgelegde hefboomdoelstelling is 5,7 tijdens de levensduur van het financiële instrument.

Uitgaande van de hefboomdoelstellingen van het instrument bedraagt het totale bedrag aan gemobiliseerde leningen naar schatting 690 miljoen EUR tijdens de gehele looptijd van het programma.

„Erasmus+ Master”-leninggarantiefaciliteit voor studenten — 2014-2020

 

i)

Basishandeling

Verordening (EU) nr. 1288/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van „Erasmus+”: het programma van de Unie voor onderwijs, opleiding, jeugd en sport en tot intrekking van Besluiten nr. 1719/2006/EG, nr. 1720/2006/EG en nr. 1298/2008/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 50).

 

ii)

Begrotingsonderdelen

Artikel 15 02 01 01 (gedeeltelijk) — Bevordering van excellentie en samenwerking in de Europese onderwijs- en opleidingsstelsels en hun relevantie voor de arbeidsmarkt.

 

iii)

Algemene beschrijving van het financiële instrument, met inbegrip van looptijd en gevolgen voor de begroting

De doelstelling van de „Erasmus+ Master” leninggarantiefaciliteit voor studenten is bevordering en ondersteuning van volledige studiemobiliteit op masterniveau (tweede cyclus hoger onderwijs). De faciliteit biedt gedeeltelijke garanties aan financiële intermediairs die onder gunstige voorwaarden leningen verstrekken aan studenten uit de landen die deelnemen aan Erasmus+ en die een volledig masterprogramma (één of twee jaar) volgen buiten hun land van verblijf en buiten het land waar zij hun bachelordiploma hebben behaald.

Het gaat hierbij om nieuwe leningen voor studenten tot een maximumbedrag van 12 000 EUR voor een eenjarige master en 18 000 EUR voor een tweejarige master.

De leninggarantiefaciliteit voor studenten levert daarmee een rechtstreekse bijdrage aan de doelstelling die de Unieministers in het kader van het Bolognaproces vaststelden om het percentage studenten dat een studie of onderwijsperiode in het buitenland heeft voltooid, voor 2020 te verdubbelen tot 20 %.

Het beheer van de faciliteit op het niveau van de Unie is toevertrouwd aan het Europese Investeringsfonds (EIF), dat overeenkomsten zal sluiten met financiële intermediairs zoals banken en nationale of regionale instellingen voor studieleningen. Deze deelnemende financiële intermediairs benutten de EU-garantie door leningen voor studenten te verstrekken zonder verplichtingen tot onderpand van de student of diens familie en tegen gunstige voorwaarden, dat wil zeggen een lagere rente en soepele voorwaarden bij problemen, zoals een periode waarin niet hoeft te worden afgelost. Gedurende een dergelijke periode hebben afgestudeerden de tijd om een baan vinden voordat ze moeten beginnen met aflossen. Ze kunnen de aflossing ook tijdelijk stopzetten als dat nodig is vanwege werkloosheid of zwangerschap.

Het kapitaal voor de leningen wordt gegenereerd door de deelnemende financiële intermediairs; de Unie staat gedeeltelijk garant indien een eindbegunstigde in gebreke blijft wat betreft de aflossing. De leningen worden afgelost via de gebruikelijke kredietmechanismen van banken. Alle operationele voorlichting en verwerking geschiedt op lokaal niveau.

In de rechtsgrondslag van het Erasmus+-programma 2014-2020 wordt uitgegaan van een totale EU-bijdrage van 517 miljoen EUR, waardoor ongeveer 200 000 studenten kunnen profiteren van leningen die worden gesteund door de faciliteit.

Het instrument loopt tot 2037 (het programma loopt tot 2020 + 2 jaar voor de vastleggingen + maximaal 15 jaar voor de looptijd van de leningen).

De faciliteit biedt gedeeltelijke garanties tot 90 % van het eerste verlies als de eindbegunstigde in gebreke blijft, met een maximumgarantie van 18 % van de leningportefeuille. Het verwachte hefboomeffect is 5,7 (dat wil zeggen 3,2 miljard EUR aan leningen voor studenten door deelnemende financiële intermediairs).

 

iv)

Voorgenomen verrichtingen, met inbegrip van doelvolumen gebaseerd op de hefboomwerking die voortvloeit uit de bestaande financiële instrumenten

De geplande vastlegging voor de totale programmeringsperiode bedraagt 517 miljoen EUR.

De in het programma vastgelegde hefboomdoelstelling is 5,7 tijdens de levensduur van het programma.

Uitgaande van de hefboomdoelstellingen van het programma bedraagt het totale bedrag aan gemobiliseerde financiering ongeveer 2 947 miljoen EUR tijdens de gehele looptijd van het programma.

PF4EE-garantiefaciliteit — 2014-2020

 

i)

Basishandeling

Verordening (EU) nr. 1293/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 inzake de vaststelling van een programma voor het milieu en klimaatactie (LIFE) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 614/2007 (PB L 347 van 20.12.2014, blz. 185), met name artikel 17, lid 1.

 

ii)

Begrotingsonderdelen

Artikel 34 02 01 — De uitstoot van broeikasgassen in de Unie verminderen.

Artikel 34 02 02 — De weerbaarheid van de Unie tegen klimaatverandering vergroten.

 

iii)

Algemene beschrijving van het financiële instrument, met inbegrip van looptijd en gevolgen voor de begroting

Het doel van het PF4eE-instrument (particuliere financiering voor energie-efficiëntie) is het bieden van toegang tot adequate en betaalbare commerciële financiering voor in aanmerking komende investeringen in energie-efficiëntie (EE) in het kader van regelingen die deelnemende landen hebben ontwikkeld om hun nationale actieplannen voor energie-efficiëntie (NEEAP) of andere programma's ten uitvoer te leggen in overeenstemming met EU-richtlijnen inzake energie-efficiëntie.

Het PF4eE-instrument biedt het volgende aan financiële intermediairs: i) een portefeuillegewijze kredietrisicobescherming (faciliteit voor risicodeling), gecombineerd met ii) deskundige ondersteuning voor financiële intermediairs bij de uitvoering van het PF4eE-instrument iii) langetermijnfinanciering door de EIB.

De faciliteit voor risicodeling is ontworpen om het kredietrisico terug te dringen waarmee financiële intermediairs worden geconfronteerd wanneer zij kredieten verstrekken aan eindbegunstigden die in aanmerking komende EE-investeringen uitvoeren. De faciliteit zal met op een pandrekening gestorte EU-middelen een deel van de risico's afdekken op EE-leningen opgenomen in de portefeuille die financiële intermediairs samenstellen voor de financiering van EE-investeringen.

De faciliteit voor risicodeling is erop gericht de kredietverlening en de financieringsvoorwaarden voor eindbegunstigden te verbeteren, onder meer door middel van lagere prijzen, langere looptijden en minder strenge vereisten betreffende zekerheden. De EIB-lening voor EE aan de financiële intermediairs kan een aanvulling op de faciliteit voor risicodeling vormen. De EIB versterkt dergelijke leningen voor EE tegen concurrerende tarieven en met lange looptijden.

PF4eE moet operationeel zijn zolang de door de RSF gedekte onderliggende leningen uitstaan. De toegestane maximale looptijd in het kader van de faciliteit voor risicodeling is 20 jaar. Daarom zal PF4eE voor maximaal 20 jaar na de afronding van de tenuitvoerleggingsperiode (2042) van kracht zijn.

Onder de eindbegunstigden zijn onder andere particulieren, verenigingen van huiseigenaren, kmo’s, ondernemingen en/of overheidsinstellingen/-organen die in energie-efficiëntie investeren conform het NEEAP van elke lidstaat.

De hoogte van de aan de begunstigden verstrekte EE-leningen varieert van 40 000 EUR, hetgeen kan worden teruggebracht om kleine investeringen in de woningbouw mogelijk te maken, tot 5 miljoen EUR en in uitzonderlijke gevallen tot 15 miljoen EUR.

 

iv)

Voorgenomen verrichtingen, met inbegrip van doelvolumen gebaseerd op de hefboomwerking die voortvloeit uit de bestaande financiële instrumenten

De uitvoering van PF4eE is bij de ondertekening van de delegatieovereenkomst op 8 december 2014 van start gegaan.

In het kader van PF4eE kunnen in de periode 2014-2017 6 à 10 financieringsovereenkomsten (EIB-leningen voor EE en RSF/steunfaciliteit voor deskundigen) met financiële intermediairs worden gesloten.

De vastgestelde begroting voor PF4eE tussen 2014 en 2017 bedraagt 80 miljoen EUR. Het hefboomeffect betreffende de EIB is naar verwachting 6. Rekening houdend met het feit dat de EIB op basis van het eigen beleid ten hoogste 75 % van de in aanmerking komende investeringen in EE mag financieren, is het hefboomeffect betreffende investeringen 8.

De verwachting is dat tijdens de looptijd van het programma (2014-2017), uitgaande van gemiddelde investeringskosten van 300 000 EUR, maximaal circa 1 800 eindbegunstigden en projecten een totale leningfinanciering van ongeveer 430 miljoen EUR zullen ontvangen. De totale investering in EE in deze periode kan rond de 540 miljoen EUR uitkomen.

Instrumenten voor risicodeling

Financieringsfaciliteit voor risicodeling uit hoofde van het zevende kaderprogramma (RSFF) inclusief RSI (proefgarantiefaciliteit voor O&I-gestuurde kleine, middelgrote en kleine midcapondernemingen — vóór 2014

 

i)

Basishandeling

Besluit nr. 1982/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 412 van 30.12.2006, blz. 1).

Beschikking 2006/971/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma Samenwerking tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 86).

Beschikking 2006/974/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma „Capaciteiten” tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 299).

 

ii)

Begrotingsonderdelen

Artikel 08 02 51 (gedeeltelijk) — Voltooiing van het voorgaande kaderprogramma voor onderzoek — zevende kaderprogramma — Acties onder contract (2007-2013).

In de periode 2007-2013 is in totaal 1 230,73 miljard EUR uit de EU-begroting vastgelegd (initiële begroting zevende kaderprogramma plus aanvullende vastleggingskredieten van de EVA en derde landen voor dat programma) en betaald aan de EIB ter ondersteuning van de Financieringsfaciliteit voor risicodeling (RSFF), waarvan 960,73 miljoen EUR voor de RSFF en 270 miljoen EUR voor het Instrument voor risicodeling (RSI).

 

iii)

Algemene beschrijving van het financiële instrument, met inbegrip van looptijd en gevolgen voor de begroting

Een van de hoofddoelstellingen van de RSFF is het verbeteren van de toegang tot schuldfinanciering voor investeringen in onderzoek, ontwikkeling en innovatie in de EU, met name door projectontwikkelaars uit de particuliere sector. De faciliteit moet bijdragen aan de financieringsbehoeften van innovatieve projecten en ondernemingen ongeacht hun omvang en rechtsvorm, met inbegrip van midcap- en mkb-ondernemingen.

De faciliteit ondersteunt financiering voor alle sectoren van onderzoek, ontwikkeling, demonstratie en innovatie (RDI), van fundamenteel onderzoek tot technologische ontwikkeling, demonstratie en innovatie. De beleidsdoelstellingen en daarmee samenhangende investeringsbehoeften zijn sectoroverschrijdend en worden op vraaggestuurde basis aangepakt, waarbij geldt dat wie het eerst komt, het eerst maalt.

De RSFF werd gezamenlijk ontwikkeld door de Commissie en de EIB en werd opgericht in juni 2007. De EU en de EIB fungeren als risicodelende partners voor leningen die de EIB direct of indirect verstrekt aan de begunstigden. De Europese Unie heeft, via de begrotingsmiddelen voor het zevende kaderprogramma, samen met de EIB in totaal 2 miljard EUR (elk 1 miljard EUR) uitgetrokken voor de periode 2007-2013, om verliezen te dekken van RSFF-leningen die niet worden afgelost. Door deze bijdragen van de EU/EIB kon de EIB voor 10 miljard EUR aan leningen verstrekken aan bedrijven en onderzoekers voor hun investeringen in onderzoek, ontwikkeling en innovatie.

Zowel onderzoeksintensieve entiteiten (bedrijven, individuele projecten) als onderzoeksinfrastructuren komen in aanmerking voor de RSFF. De leningen kunnen worden gebruikt voor investeringen in onderzoek, ontwikkeling en innovatie door projectontwikkelaars en begunstigden in de 28 lidstaten en de geassocieerde landen.

Aanvankelijk (tot 2010) vond risicodeling tussen de EU en de EIB per individuele lening plaats. Op aanbeveling van een onafhankelijke deskundigengroep worden sinds 2011 de risico's op portefeuillebasis gedeeld, waarbij de EU het eerste verlies draagt. De EIB neemt de risico's boven een bepaalde drempel voor haar rekening wanneer de risicoabsorptiecapaciteit van de EU verzadigd is.

Begin 2012 is een nieuwe proefgarantiefaciliteit gelanceerd, het RSI (het risicodelingsinstrument voor kleine, middelgrote en kleine midcapondernemingen met maximaal 499 werknemers) om de toegang tot leningen voor investeringen in onderzoek, ontwikkeling en innovatie te verbeteren. De RSI-garantiefaciliteit hoort bij de uitvoering van de RSFF en wordt uitgevoerd door het Europese Investeringsfonds (EIF). Voor deze garantiefaciliteit voor het RSI-proefproject bedroeg het EU-budget afkomstig van het zevende kaderprogramma (plus bijkomende kredieten van de EVA en derde landen voor dat programma) voor de periode 2012/2013 270 miljoen EUR.

Een bedrag van 375 miljoen EUR is terugbetaald uit de RSFF aan de eigenvermogensfaciliteit voor het Horizon 2020-instrument.

 

iv)

Voorgenomen verrichtingen, met inbegrip van doelvolumen gebaseerd op de hefboomwerking die voortvloeit uit de bestaande financiële instrumenten

De geraamde initiële vastlegging voor de totale programmeringsperiode bedraagt 960,73 miljoen EUR voor de RSFF.

De in de rechtsgrondslag en de evaluatie vooraf vastgelegde hefboomdoelstelling is 5 tijdens de levensduur van het financiële instrument RSFF.

Op basis van de hefboomdoelstellingen voor het instrument RSFF werd het totale bedrag aan gemobiliseerde leningen geraamd op ongeveer 5 000 miljoen EUR, maar tijdens de gehele looptijd van het programma werd uiteindelijk 10 500 miljoen EUR bereikt.

Leninggarantie-instrument (LGTT) — voor trans-Europese vervoersprojecten in het kader van de financiële vooruitzichten voor de periode 2007-2013 (LGTT) — vóór 2014

 

i)

Basishandeling

Verordening (EG) nr. 680/2007 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2007 tot vaststelling van de algemene regels voor het verlenen van financiële bijstand van de Gemeenschap op het gebied van de trans-Europese netwerken voor vervoer en energie (PB L 162 van 22.3.2007, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 670/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 11 juli 2012 tot wijziging van Besluit nr. 1639/2006/EG tot vaststelling van een kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie (2007-2013) en van Verordening (EG) nr. 680/2007 tot vaststelling van de algemene regels voor het verlenen van financiële bijstand van de Gemeenschap op het gebied van de trans-Europese netwerken voor vervoer en energie (PB L 204 van 31.7.2012, blz. 1).

 

ii)

Begrotingsonderdelen

Artikel 06 02 51 (gedeeltelijk) — Afronding van het programma trans-Europese netwerken (in begrotingsnomenclatuur 2014).

 

iii)

Algemene beschrijving van het financiële instrument, met inbegrip van looptijd en gevolgen voor de begroting

LGTT is een schuldinstrument met risicodeling dat in 2008 gezamenlijk door de Unie en de EIB is ingesteld om TEN-T-infrastructuurprojecten te versnellen en uit te voeren.

De LGTT-faciliteiten zijn garantiefaciliteiten die door de EIB worden verstrekt aan de particuliere sector (projectsponsors en -ontwikkelaars) om de kredietbeoordeling van particuliere schulden van hogere rang te verhogen door het verkeersrisico te beperken. De EIB verstrekt een garantie in de vorm van een voorwaardelijke kredietlijn (contingent credit line) waarop de projectontwikkelaar een beroep kan doen gedurende de eerste vijf tot zeven jaar als een project niet genoeg opbrengt om de schuld van hogere rang af te lossen doordat de feitelijke inkomsten achterblijven bij de ramingen.

Het LGTT is opgezet in 2008, vóór de mondiale financiële crisis. Sindsdien zijn op inkomsten gebaseerde projecten minder gebruikelijk geworden ten gevolge van de terughoudendheid van de particuliere sector om vervoersvraagrisico over te nemen.

De EU-bijdrage aan LGTT voor de periode 2007-2013 was aanvankelijk vastgesteld op 500 miljoen EUR; overeenkomstig Verordening (EU) nr. 670/2012 is een bedrag van 200 miljoen EUR overgeheveld naar het initiatief inzake projectobligaties en een bedrag van 50 miljoen EUR overgeheveld naar TEN-T-subsidies.

Het totale bedrag van de EU-bijdrage dat momenteel beschikbaar is voor steun aan LGTT-projecten is 250 miljoen EUR, waarvan 205 miljoen EUR is volgestort. Verder is een bedrag van 7 miljoen EUR aan inkomsten opnieuw vastgelegd ten bate van het instrument, waardoor de totale aan de EIB voor LGTT verstrekte EU-bijdrage vanaf 31 december 2014 212 miljoen EUR bedraagt.

Na de vaststelling van Verordening (EU) nr. 670/2012 heeft het risicodelingsmodel zich ontwikkeld van risicodeling op voet van gelijkheid naar risicodeling op portefeuillebasis tussen de Commissie en de EIB. Bij de portefeuillemethode wordt het risico verdeeld in twee tranches: een eerste verlies, waarvan de EU 95 % voor haar rekening neemt en de EIB 5 %, en een restrisico, dat volledig door de EIB wordt gedragen. Het kredietrisico voor de EU kan, los van het gekozen risicodelingsmodel, niet hoger zijn dan de begrotingsbijdrage aan LGTT.

LGTT is beschikbaar voor transacties die vóór eind 2014 zijn goedgekeurd door de EIB en in 2016 financieel afgesloten worden. De garanties kunnen gedurende de eerste 5 à 7 jaar worden aangesproken; de uiterste datum voor opneming in de huidige portefeuille is eind 2021.

Samenvoeging van LGTT met het CEF-schuldinstrument (CEF DI):

Overeenkomstig artikel 14, lid 3, van Verordening (EU) nr. 1316/2013 tot vaststelling van de financieringsfaciliteit voor Europese verbindingen (CEF) is het LGTT-instrument in 2015 samengevoegd met de nieuwe financiële CEF-instrumenten voor de periode 2014-2020.

De delegatieovereenkomst voor CEF D1is in juli 2015 ondertekend. De portefeuilles (d.w.z. activa en passiva) werden evenwel op 1 januari 2016 samengevoegd.

Mogelijke gevolgen voor de algemene begroting:

Als de EIB de financiële afsluiting van de laatste goedgekeurde transactie niet in 2016 tot stand kan brengen, moet het vastgelegde bedrag van 45 miljoen EUR dat nog niet is niet uitbetaald eventueel worden teruggestort naar de algemene begroting.

 

iv)

Voorgenomen verrichtingen, met inbegrip van doelvolumen gebaseerd op de hefboomwerking die voortvloeit uit de bestaande financiële instrumenten

De huidige LGTT-portefeuille bestaat uit 6 TEN-T-projecten waarvoor een totaal bedrag aan financiering van 12,1 miljard EUR is aangetrokken (schulden, eigen vermogen en subsidies). De bijdrage aan het instrument uit de EU-begroting bedraagt 212 miljoen EUR (205 miljoen EUR vermeerderd met 7 miljoen EUR opnieuw vastgelegde netto-opbrengsten). De hefboomfactor bedraagt dus 57,1. Bij de lancering van het instrument was geen hefboomfactor gespecificeerd.

Projectobligatie-initiatief (PBI) — vóór 2014

 

i)

Basishandeling

Verordening (EU) nr. 670/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 11 juli 2012 tot wijziging van Besluit nr. 1639/2006/EG tot vaststelling van een kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie (2007-2013) en van Verordening (EG) nr. 680/2007 tot vaststelling van de algemene regels voor het verlenen van financiële bijstand van de Gemeenschap op het gebied van de trans-Europese netwerken voor vervoer en energie (PB L 204 van 31.7.2012, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 1316/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van de financieringsfaciliteit voor Europese verbindingen, tot wijziging van Verordening (EU) nr. 913/2010 en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 680/2007 en (EG) nr. 67/2010 (PB L 348 van 20.12.2013, blz. 129).

 

ii)

Begrotingsonderdelen

Artikel 06 02 51 (gedeeltelijk) — Afronding van het programma trans-Europese netwerken (in begrotingsnomenclatuur 2014).

Artikel 06 03 03 — Financiële steun aan projecten van gemeenschappelijk belang van het trans-Europese vervoersnetwerk (in begrotingsnomenclatuur 2013).

Article 32 02 51 — Voltooiing van de financiële steun aan projecten van gemeenschappelijk belang van het trans-Europese energienetwerk (in begrotingsnomenclatuur 2014).

Article 32 03 02 — Financiële steun aan projecten van gemeenschappelijk belang van het trans-Europese energienetwerk (in begrotingsnomenclatuur 2013).

Artikel 09 04 53 01 — Kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie — Ondersteuning van het beleid op het gebied van informatie- en communicatietechnologie (ICT PSP) (2007-2013) (in begrotingsnomenclatuur 2014).

Artikel 09 03 01 — Kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie — Ondersteuning van het beleid op het gebied van informatie- en communicatietechnologie (ICT -PSP) (in begrotingsnomenclatuur 2013).

 

iii)

Algemene beschrijving van het financiële instrument, met inbegrip van looptijd en gevolgen voor de begroting

Het initiatief inzake projectobligaties is een financieel instrument dat gezamenlijk door de Commissie en de Europese Investeringsbank (EIB) is ontwikkeld, opgezet en ondersteund (78).

Het is gericht op het stimuleren van kapitaalmarktfinanciering voor infrastructuurprojecten op het gebied van trans-Europese netwerken voor vervoer en energie en breedbandnetwerken door verbetering van de kredietwaardigheid van de bevoorrechte schuld zodat deze kunnen worden gefinancierd door een obligatie-uitgifte die onder meer voor institutionele beleggers zoals verzekeraars en pensioenfondsen aantrekkelijk is. Naast de financiering die wordt verstrekt ten behoeve van afzonderlijke projecten, is het de bedoeling het pad te effenen voor het creëren van een nieuwe activacategorie voor EU-infrastructuur waarin institutionele beleggers kunnen beleggen. Op deze manier wil het initiatief inzake projectobligaties nieuwe bronnen voor financiering van infrastructuur aanboren als aanvulling op de ingeperkte overheidsbegrotingen en beperkte kredietverstrekking door banken voor infrastructuurprojecten met een lange looptijd.

Het instrument kan dienen voor de financiering van projecten of een deel van projecten die in aanmerking komen uit hoofde van de richtsnoeren voor TEN-T, TEN-E en de criteria voor breedbandprojecten die in het gewijzigde kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie zijn vastgesteld. Projecten worden meestal gestructureerd als een special purpose vehicle (SPV) dat wordt opgericht voor de bouw, financiering en exploitatie van een infrastructuurproject. Door de PBI-faciliteit bestaat de financiële structuur van de projectonderneming uit een achtergestelde schuldtranche. Deze faciliteit kan de vorm aannemen van een voorwaardelijke kredietlijn („niet-gefinancierde faciliteit”) of een achtergestelde lening („gefinancierde faciliteit”) en is geplafonneerd tot 20 % van het totale bedrag van de bevoorrechte schuld. Indien de niet-gefinancierde faciliteit wordt aangesproken, wordt de EIB een crediteur van de projectonderneming en komen uit hoofde van het PBI verschuldigde bedragen in rang na de dienst op de bevoorrechte schuld en vóór eigen vermogen. Voor kredietverbetering is uit hoofde van het PBI maximaal 20 % van de nominale waarde van de bevoorrechte schuld beschikbaar.

Het mechanisme voor risicodeling tussen de Europese Commissie en de EIB is gebaseerd op het beginsel van de eersteverliestranche: het risico voor de EU-begroting en de EIB wordt in twee tranches verdeeld, een portefeuille eersteverliestranche (PFLP), die bij bijzondere waardeverminderingen op PBI-operaties eerst wordt aangesproken, en een restrisicotranche (RRT), die alleen wordt gebruikt als de PFLP opgebruikt is. De EU en de EIB dragen 95 % respectievelijk 5 % in de PFLP bij. De restrisicotranche komt volledig voor rekening van de EIB.

Individuele PBI-acties kunnen tot uiterlijk eind 2014 door de raad van bestuur van de EIB worden goedgekeurd en moeten uiterlijk eind 2016 financieel zijn afgesloten. Het instrument wordt afgewikkeld wanneer er geen voorwaardelijke blootstellingen meer zijn uit hoofde van PBI-operaties (of indien de blootstellingen door de EIB oninbaar zijn verklaard).

Voor de proeffase is een totale financiële toewijzing van 230 miljoen EUR beschikbaar: 200 miljoen EUR uit de TEN-T-begroting, 10 miljoen EUR uit de TEN-E-begroting en 20 miljoen EUR uit de CIP-ICT-begroting.

Artikel 14 van Verordening (EU) nr. 1316/2013 bepaalt dat de PBI kunnen worden samengevoegd met de nieuwe financiële instrumenten waarin die verordening voorziet. Na evaluatie achteraf door de Commissie werd het bij Besluit 1639/2006/EG ingestelde instrument voor risicodeling voor projectobligaties in 2015 samengevoegd met de CEF-financieringsinstrumenten. De onafhankelijke evaluatie van de PBI-proeffase werd uitgevoerd en gefinaliseerd in 2015.

 

iv)

Voorgenomen verrichtingen, met inbegrip van doelvolumen gebaseerd op de hefboomwerking die voortvloeit uit de bestaande financiële instrumenten

De PBI-proeffase ging in november 2012 van start. Eind 2014 waren vijf projectovereenkomsten in de sectoren transport, energie en telecommunicatie ondertekend met PBCE-steun, waarvan één projectobligatietransactie door de EIB is uitgevoerd zonder bijdrage uit de Uniebegroting. De totale omvang van de kredietverbeterende projectobligatie-emissie voor deze transacties bedroeg 493 miljoen EUR (waarvan 293 miljoen EUR verstrekt als kredietverbetering met behulp van de EU-begroting), waarmee een bedrag van 2 961 miljoen EUR aan obligaties werd gegenereerd (waarvan 1 561 miljoen EUR dankzij betere kredietvoorwaarden met steun uit de EU-begroting). Het opgehaalde bedrag aan financiering (schuldfinanciering + eigen vermogen)van de vier projecten met PBCE-steun uit de EU-begroting was 1 892 miljoen EUR.

In de rechtsgrondslag was geen hefboomfactor gespecificeerd. In de effectbeoordeling van de PBI-proeffase werd het multiplicatoreffect geschat op 15 à 20, afhankelijk van de omvang van de achtergestelde leningen voor het project en de risicodelingsregelingen.

Lening- en garantiefaciliteit voor onderzoek en innovatie in het kader van Horizon 2020 — 2014-2020

 

i)

Basishandeling

Besluit 2013/743/EU van de Raad van 3 december 2013 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van „Horizon 2020” — het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 965).

Verordening (EU) nr. 1290/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van de regels voor de deelname aan acties en de verspreiding van resultaten in het kader van „Horizon 2020” het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1906/2006 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 81).

Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van Horizon 2020 — het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 104).

 

ii)

Begrotingsonderdelen

Post 08 02 02 02 — Verbeteren van de toegang tot risicokapitaal voor investeringen in onderzoek en innovatie.

 

iii)

Algemene beschrijving van het financiële instrument, met inbegrip van looptijd en gevolgen voor de begroting

De doelstelling is het verbeteren van de toegang tot schuldfinanciering — leningen, garanties, tegengaranties en andere vormen van schuld- en risicofinanciering — voor publieke en private entiteiten en publiek-private partnerschappen die zich bezighouden met onderzoeks- en innovatieactiviteiten waarvoor risicodragende investeringen nodig zijn om tot wasdom te komen. De nadruk hierbij ligt op het ondersteunen van onderzoek en innovatie met veel potentie om resultaten van topniveau te behalen.

De beoogde eindbegunstigden zijn juridische entiteiten van allerlei omvang, met name kleine en middelgrote ondernemingen, die geld kunnen lenen en terugbetalen om snel innovatieve activiteiten uit te voeren en groei te bewerkstelligen, evenals bijvoorbeeld midcap- en grote ondernemingen, universiteiten en onderzoeksinstellingen, onderzoeks- en innovatie-infrastructuren, publiek-private partnerschappen en bijzondere investeringsconstructies of projecten.

De faciliteit wordt uitgevoerd via een platform met verschillende producten die specifiek worden ontworpen voor bepaalde behoeften. De belangrijkste partner als met de tenuitvoerlegging van de krediet- en garantiefaciliteit voor onderzoek en innovatie belaste entiteit is de Europese Investeringsbank (EIB).

De financiering van de krediet- en garantiefaciliteit voor onderzoek en innovatie berust op 2 pijlers:

 

een vraaggestuurde, waarbij leningen en garanties worden verstrekt aan wie een aanvraag doet („first come, first served”), met kmo's en midcaps als specifieke steunbegunstigden. Deze component moet inspelen op het gestaag groeiende volume aan door de vraag bepaalde RSFF-leningen. Deze vraaggestuurde component wordt ondersteund door de begroting van het Horizon 2020-programma voor toegang tot risicofinanciering;

 

een aanbodgestuurde, gericht op beleidsterreinen en sleutelsectoren die cruciaal zijn voor het aanpakken van maatschappelijke problemen, het vergroten van het concurrentievermogen, het ondersteunen van duurzame, koolstofarme, inclusieve groei, en die een schoon milieu en andere collectieve goederen opleveren. Deze component stelt de Unie in staat om de onderzoeks- en innovatieaspecten van sectorale beleidsdoelstellingen te behartigen en wordt gesteund vanuit andere delen van Horizon 2020, andere kaderregelingen, programma's en begrotingsonderdelen van de Uniebegroting, specifieke regio's en lidstaten die met eigen middelen daartoe willen bijdragen (o.a. via de Structuurfondsen) en/of welbepaalde entiteiten (zoals de gemeenschappelijke technologie-initiatieven) of initiatieven.

Het instrument zal naar verwachting in de periode 2027-2030 aflopen.

Het totale budget (primaire kredieten) dat voor de programmeringsperiode 2014-2020 voor de vraaggestuurde component van de krediet- en garantiefaciliteit voor onderzoek en innovatie is uitgetrokken bedraagt 1 060 miljard EUR. Deze Horizon 2020-begrotingsbijdrage zal door de EIB met eigen middelen voor minstens een gelijk bedrag worden aangevuld, waardoor de totale kredietverleningscapaciteit en de impact van de krediet- en garantiefaciliteit voor onderzoek en innovatie met een factor twee wordt verhoogd.

 

iv)

Voorgenomen verrichtingen, met inbegrip van doelvolumen gebaseerd op de hefboomwerking die voortvloeit uit de bestaande financiële instrumenten

De geraamde begrotingstoewijzing voor de totale programmeringsperiode bedraagt 1 435 miljoen EUR, waarvan 375 miljoen EUR uit de RSFF van het zevende kaderprogramma.

De in de rechtsgrondslag vooraf bepaalde hefboomdoelstelling is 12,5 tijdens de levensduur van het financiële instrument.

Op basis van de hefboomdoelstelling wordt het totale bedrag aan gemobiliseerde leningen geraamd op ongeveer 18 000 miljoen EUR.

Instrument voor risicodeling in het kader van de Connecting Europe Facility (CEF) (kredietrisicodeling en projectobligaties) — 2014-2020

 

i)

Basishandeling

Verordening (EU) nr. 1316/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van de financieringsfaciliteit voor Europese verbindingen, tot wijziging van Verordening (EU) nr. 913/2010 en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 680/2007 en (EG) nr. 67/2010 (PB L 348 van 20.12.2013, blz. 129).

 

ii)

Begrotingsonderdelen

Dit instrument kan worden gedekt door de volgende begrotingsonderdelen:

Post 06 02 01 05 — Het scheppen van een klimaat dat gunstiger is voor particuliere investeringen in vervoersinfrastructuurprojecten

Artikel 09 03 02 — Het scheppen van een klimaat dat gunstiger is voor particuliere investeringen in vervoersinfrastructuurprojecten

Post 32 02 01 04 — Het scheppen van een klimaat dat gunstiger is voor particuliere investeringen in energieprojecten.

 

iii)

Algemene beschrijving van het financiële instrument, met inbegrip van looptijd en gevolgen voor de begroting

Financiële instrumenten

Overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1316/2013 is het doel van de financiële instrumenten in het kader van de CEF, de toegang tot project- en bedrijfsfinanciering voor infrastructuurprojecten te vergemakkelijken door de inbreng van de Unie als hefboom te gebruiken. Zij moeten de financiering mogelijk maken van projecten van gemeenschappelijk belang en met een duidelijke toegevoegde waarde voor de EU en een grotere inbreng van de private sector in de langetermijnfinanciering van dergelijke projecten op het gebied van transport, energie en telecommunicatie (beperkt tot breedbandnetwerken) faciliteren.

De instrumenten zijn bedoeld voor projecten die op middellange en lange termijn financiering behoeven en moeten leiden tot meer voordelen wat betreft impact op de markt, administratieve doelmatigheid en efficiënte besteding van middelen.

Daarnaast bieden deze instrumenten een samenhangend en marktgericht pakket van EU-steun voor partijen die betrokken zijn bij infrastructuurprojecten, zoals financiers, overheden, infrastructuurbeheerders, bouwbedrijven en exploitanten.

In 2014 besloot de Commissie na de beoordeling vooraf waarin artikel 14, lid 3, van Verordening (EU) nr. 1316/2013 voorziet, een (schuld)risicodelingsinstrument voor leningen en garanties op te zetten dat ook steun zal verlenen voor projectobligaties. In die beoordeling werd ook gezegd dat een eigenvermogensinstrument in een later stadium kon worden gecreëerd, afhankelijk van de behoeften. De beoordeling vooraf is te vinden op:

http://www.europarl.europa.eu/meetdocs/2014_2019/documents/tran/dv/exanteassessmentcef_/exanteassessmentcef_en.pdf

Implementatie van het CEF-schuldinstrument en samenvoeging van alle andere financiële instrumenten bij Verordening (EU) nr. 680/2007

Het CEF-schuldinstrument (CEF DI) zal worden geconcretiseerd na sluiting van de ondertekende delegatieovereenkomst met de EIB. De overeenkomst omvat ook de samenvoeging van bestaande instrumenten (LGTT en PBI) met het nieuwe schuldinstrument in het kader van de CEF vanaf 2015.

Impact op de begroting

Zoals vermeld in artikel 14, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1316/2013, kan de indicatieve EU-bijdrage voor het financieel instrument voor de periode 2014-2020 tot 3 324 225 900 EUR bedragen (79). Dit bedrag kan evenwel worden gewijzigd tijdens de vastleggingsperiode, met name als gevolg van door de begrotingsautoriteit (Europees Parlement en Raad) of de Commissie genomen besluiten.

Duur van het CEF DI

De laatste tranche van de Uniebijdrage aan het CEF DI wordt tegen 31 december 2020 door de Commissie vastgelegd. De feitelijke goedkeuring van de schuldfinanciering door de met de uitvoering belaste entiteiten of de bijzondere investeringsvehikels wordt tegen 31 december 2022 afgerond.

Risicodelingsinstrument voor leningen en garanties

De in de vorm van achtergestelde leningen verstrekte financiering bedraagt ten hoogste 30 % van het totale bedrag van de niet-achtergestelde schulden. De via het CEF DI te verstrekken niet-achtergestelde schuldfinanciering bedraagt ten hoogste 50 % van het totale bedrag aan niet-achtergestelde schuldfinanciering dat door de met de uitvoering belaste entiteit of het specifieke investeringsvehikel wordt ingebracht.

Projectobligatie-initiatief

Het risicodelingsinstrument voor projectobligaties krijgt de vorm van een achtergestelde schuldfinanciering ter vergemakkelijking van de financiering van projectondernemingen met niet-achtergestelde schuldfinanciering in de vorm van obligaties, leningen of een combinatie van beide. Dit kredietverbeteringsinstrument heeft tot doel de kredietwaardigheidsrating van niet-achtergestelde schuld te verhogen om het voor private investeerders aantrekkelijker te maken een project mee te financieren. Niet-achtergestelde schulden hebben voorrang op dit instrument, dat op zijn beurt voorrang heeft op eigen vermogen en daaraan gerelateerde financiering. De in de vorm van achtergestelde leningen verstrekte financiering bedraagt ten hoogste 30 % van het totale bedrag van de niet-achtergestelde schulden.

Administratieve, prestatie- en kasbeheersvergoedingen

Overeenkomstig de rechtsgrondslag, bedragen de aan de EIB te betalen administratieve en prestatievergoedingen respectievelijk niet meer dan 2 % en 3 % van de effectief per operatie gebruikte EU-bijdrage.

De kasbeheersvergoeding bedraagt (overeenkomstig artikel 13, lid 5, van de Financiële en Administratieve Kaderovereenkomst) ten hoogste 1 % van de effectief gedurende de looptijd van het financieel instrument voor operaties gebruikte bijdrage van de Unie.

 

iv)

Voorgenomen verrichtingen, met inbegrip van doelvolumen gebaseerd op de hefboomwerking die voortvloeit uit de bestaande financiële instrumenten

Wat de energiesector betreft, moet het CEF-schuldinstrument de toegang van projecten van gemeenschappelijk belang tot langetermijn schuldfinanciering vergemakkelijken, zowel voor project- als voor bedrijfsfinanciering. Het instrument moet in het bijzonder projecten van gemeenschappelijk belang ondersteunen door de toegang tot vreemd vermogen afkomstig van commerciële kredietverstrekkers, institutionele beleggers of niet-achtergestelde leningen van de Bank vergemakkelijken. Het ontwerp van delegatieovereenkomst bepaalt dat andere categorieën van activa op energiegebied (bv. hernieuwbare opwekking, slimme distributienetten) gebruik kunnen maken van het CEF-schuldinstrument wanneer zij speciaal gereserveerde bijdragen krijgen van andere programma's of organen.

Ten aanzien van de sector breedband moet het CEF-schuldinstrument de efficiënte doorstroming van private en publieke investeringen vergemakkelijken om de uitrol en modernisering van breedbandnetwerken met hoge snelheid te bevorderen, overeenkomstig de doelstellingen van de digitale agenda voor Europa. Om de beperkte aan CEF-breedband toegewezen middelen optimaal te laten renderen, dient het CEF-schuldinstrument ter beschikking te staan voor projecten waarbij de meest geschikte technologie wordt toegepast, die innoverende bedrijfsmodellen stimuleren en een groot potentieel inzake reproduceerbaarheid hebben. Het CEF-schuldinstrument zal in het bijzonder tegemoet komen aan de bijzondere behoeften van voorstedelijke, rurale en dunbevolkte, minder ontwikkelde gebieden, die over zeer snelle verbindingen moeten kunnen beschikken. Hieronder vallen de introductie van breedbandnetwerken die eilanden en niet aan zee grenzende, bergachtige, afgelegen en perifere regio's, waaronder insulaire lidstaten, verbinden met de centrale regio's van de Unie, en/of acties om de betrouwbaarheid of prestaties van de verbindingen tussen dergelijke regio's en centrale regio's van de Unie te verbeteren.

Wat de vervoerssector betreft, zal het CEF-schuldinstrument dienen om de totale investeringen in infrastructuur in de EU in de periode 2014-2020 op te krikken, overeenkomstig de beleidsdoelstellingen en investeringsvolumes vastgesteld in de rechtsgrondslag en in Verordening (EU) nr. 1315/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 betreffende EU-richtsnoeren voor de ontwikkeling van het trans-Europees vervoersnetwerk en tot intrekking van Besluit nr. 661/2010/EU (PB L 348 van 20.12.2013, blz. 1). Het ontwerp van delegatieovereenkomst bepaalt dat andere categorieën van activa op vervoersgebied (bv. projecten inzake stedelijke mobiliteit, infrastructuur die niet tot TEN-T behoort) gebruik kunnen maken van het CEF-schuldinstrument wanneer zij speciaal gereserveerde bijdragen krijgen van andere programma's of organen.

Financiële parameters en hefboomeffect

Er worden zodanige parameters voor het delen van de risico's en ontvangsten vastgesteld dat specifieke beleidsdoelstellingen, waaronder toespitsing op bijzondere projectcategorieën, verwezenlijkt kunnen worden met behoud van de marktgeoriënteerde aanpak van het CEF DI.

De beoogde hefboomfactor van het CEF DI, d.w.z. de totale financiering (EU-bijdrage plus inbreng uit andere financiële bronnen) gedeeld door de bijdrage van de Unie, gaat van 6 tot 15, afhankelijk van de aard van de operatie (gelopen risico, begunstigden en soort schuldfinanciering).

Op basis van het beoogde hefboomeffect van het CEF-DI zal het totale bedrag aan gemobiliseerde financiering naar schatting tussen 20 000 en 50 000 miljoen EUR bedragen voor de gehele programmeringsperiode, afhankelijk van de aard van de operatie (gelopen risico, begunstigden en soort schuldfinanciering).

Financieringsfaciliteit natuurlijk kapitaal — 2014-2020

 

i)

Basishandeling

Verordening (EU) nr. 1293/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 inzake de vaststelling van een programma voor het milieu en klimaatactie (LIFE) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 614/2007 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 185), met name artikel 17, lid 1.

 

ii)

Begrotingsonderdelen

Artikel 07 02 02 — Tot staan brengen en ombuigen van biodiversiteitsverlies.

Artikel 34 02 02 — De weerbaarheid van de Unie tegen klimaatverandering vergroten.

 

iii)

Algemene beschrijving van het financiële instrument, met inbegrip van looptijd en gevolgen voor de begroting

De Financieringsfaciliteit natuurlijk kapitaal (NCFF) dient ter financiering van initiële investeringen en exploitatiekosten voor inkomstengenererende of kostenefficiënte proefprojecten ter bevordering van het behoud, het herstel, het beheer en de versterking van natuurlijk kapitaal voor biodiversiteit en aanpassingsvoordelen, waaronder ecosysteemgerichte oplossingen voor de uitdagingen met betrekking tot land, bodem, bosbouw, landbouw, water en afval. De NCFF combineert directe en indirecte projectfinanciering door middel van eigen en vreemd vermogen.

Aangezien de projecten die worden gesteund door de NCFF projecten zullen zijn waarin de Europese Investeringsbank (EIB) gewoonlijk niet investeert, hetzij omdat zij te klein zijn of omdat het veronderstelde hoge risico te hoog is, zal de faciliteit bestaan uit een risicodelingsmechanisme waarbij de EU-middelen eerste verliezen zouden opvangen ingeval projecten mislukken. Het exacte uitvoeringsmechanisme is in een delegatieovereenkomst tussen de Commissie en de EIB vastgelegd, waarin ook precieze uitsluitings- en selectiecriteria voor projecten worden bepaald om ervoor te zorgen dat de juiste prioriteiten in het selectieproces worden ingebouwd en dat er voldoende sectorale en geografische dekking is.

Er wordt voorzien in een steunfaciliteit voor deskundigen om ervoor te zorgen dat de projecten een voor financiering toereikend stadium van maturiteit bereiken. De tenuitvoerlegging van de NCFF is toevertrouwd aan de EIB door middel van indirect beheer.

De NCFF-proeffase voorziet in een programmeringsperiode 2014-2017 en een uitvoeringsperiode die tot 2019 loopt. De EU-bijdrage die voor deze periode is uitgetrokken, bedraagt 60 miljoen EUR inclusief 10 miljoen EUR voor de faciliteit voor technische bijstand.

De NCFF zal in twee fasen worden ontwikkeld: een proeffase waarin verschillende financieringsmogelijkheden getest kunnen worden, om zich vervolgens tijdens een tweede — operationele fase te kunnen richten op de meest geschikte benaderingen.

De projecten vallen in vier brede categorieën uiteen:

 

betalingen voor ecosysteemdiensten (PES): projecten die betalingen met zich meebrengen voor de stromen van voordelen als gevolg van natuurlijk kapitaal, gewoonlijk een kleinschalige bilaterale transactie met een welbepaalde koper en verkoper van een ecosysteemdienst. Ze zijn gebaseerd op het beginsel dat de begunstigde betaalt, waarbij betalingen worden uitgevoerd om kritische ecosysteemdiensten te beveiligen.

 

Groene Infrastructuur (GI): GI is een strategisch opgezet netwerk van natuurlijke en seminatuurlijke gebieden met diverse milieukenmerken, dat is ontworpen en wordt beheerd voor het leveren van een brede reeks ecosysteemdiensten. Het omvat groene ruimten (of blauwe wanneer het om aquatische ecosystemen gaat) en andere fysieke kenmerken in landzones (met inbegrip van kustzones) en zeezones. Op het land is GI aanwezig in plattelands- en stedelijke omgevingen. Aan de hand van GI-projecten kunnen inkomsten worden gegenereerd of kosten worden bespaard op basis van de levering van goederen en diensten, waaronder waterbeheer, luchtkwaliteit, bosbouw, recreatie, overstromings-/erosie-/brandbestrijding, bestuiving, toegenomen weerbaarheid tegen de gevolgen van de klimaatverandering.

 

biodiversiteitscompensaties: het gaat hier om instandhoudingsacties ter compensatie van de onvermijdelijke restschade aan de biodiversiteit als gevolg van ontwikkelingsprojecten. Zij zijn gebaseerd op het beginsel dat de vervuiler betaalt, waarbij compensaties worden toegepast voor naleving of om reputatierisico’s te beperken. Projecten gericht op het compenseren van schade aan Natura 2000-gebieden overeenkomstig artikel 6, lid 4, van Richtlijn 92/43/EEG van de Raad van 21 mei 1992 inzake de instandhouding van de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna (PB L 206 van 22.7.1992, blz. 7) komen niet in aanmerking voor financiering uit de NCFF.

 

innovatieve pro-biodiversiteits- en aanpassingsinvesteringen: dit zijn projecten waarbij het gaat om de levering van goederen en diensten, vooral door kleine en middelgrote ondernemingen, die gericht zijn op de bescherming van de biodiversiteit of het verhogen van de weerbaarheid van gemeenschappen en andere bedrijfstakken.

Het doel is om projecten met een voldoende brede geografische en sectorale dekking te vinden en te financieren en tegelijkertijd diverse financiële mechanismen te testen, om de reproduceerbaarheid ervan in de gehele EU veilig te stellen tijdens de operationele fase.

 

iv)

Voorgenomen verrichtingen, met inbegrip van doelvolumen gebaseerd op de hefboomwerking die voortvloeit uit de bestaande financiële instrumenten

Tijdens de initiële proefperiode wordt de NCFF geacht 9-12 activiteiten (met inbegrip van indirecte activiteiten) of 3-4 activiteiten op jaarbasis uit te voeren. Verwacht wordt dat het per investeringsoperatie ingebrachte bedrag tussen 5 en 15 miljoen EUR zal liggen.

De geraamde EU-begrotingstoewijzing voor de programmeringsperiode (2014-2017) bedraagt 60 miljoen EUR (inclusief 10 miljoen EUR voor de faciliteit voor technische bijstand).

De in de rechtsgrondslag vooraf bepaalde hefboomdoelstelling is 2-4 tijdens de levensduur van het financiële instrument (tot 31 december 2019).

Uitgaande van de hefboomdoelstelling van het instrument wordt het totale bedrag aan gemobiliseerde investeringen/leningen naar schatting minstens 120 miljoen EUR tijdens de gehele looptijd van het programma.

EU-initiatief voor kleine en middelgrote ondernemingen — 2014-2020

 

i)

Basishandeling

Verordening (EU) nr. 1287/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van een programma voor het concurrentievermogen van ondernemingen en kleine en middelgrote ondernemingen (COSME) (2014-2020) De Commissie heeft financiële instrumenten gecreëerd om de toegang tot financiering voor kleine en middelgrote ondernemingen in hun start- en groeifase en in de overdrachtsfase te vergemakkelijken en te verbeteren en die een aanvulling zijn op het gebruik van financieringsinstrumenten voor kleine en middelgrote ondernemingen door de lidstaten op nationaal en regionaal niveau.

Horizon 2020: de Commissie heeft overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van Horizon 2020 — het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 104) en overeenkomstig Besluit nr. 2013/743/EU van de Raad van 3 december 2013 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van „Horizon 2020” — het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van Besluiten 2006/971/EG, 2006/972/EG, 2006/973/EG, 2006/974/EG en 2006/975/EG (PB L 347 van 20.12 2013, blz. 965) (samen de „H2020-Verordening”) financieringsinstrumenten in het leven geroepen die erop gericht zijn de toegang tot risicofinanciering te vergemakkelijken voor eindontvangers die onderzoeks- of innovatieprojecten uitvoeren

EFRO en ELFPO: Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad

 

ii)

Begrotingsonderdelen

 

Begrotingsonderdelen lidstaten (EFRO — ELFPO)

 

voor het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO): artikelen 13 03 60, 13 03 61, 13 03 62,

 

voor het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (ELFPO): post 05 04 60 01

 

COSME: artikel 02 02 02 — Kleine en middelgrote ondernemingen meer toegang geven tot financiering in de vorm van eigen vermogen en schuld

 

Horizon 2020: post 08 02 02 02 — Verbeteren van de toegang tot risicokapitaal voor investeringen in onderzoek en innovatie

 

iii)

Algemene beschrijving van het financiële instrument, met inbegrip van looptijd en gevolgen voor de begroting

Het mkb-initiatief, dat op 27-28 juni 2013 in een gezamenlijk rapport van de Commissie en de EIB aan de Europese Raad is voorgesteld, beoogt complementair te zijn met en gebruik te maken van op nationaal en EU-niveau bestaande mkb-steunprogramma's. Het initiatief is meer in het bijzonder een instrument waarmee EU-middelen van COSME, Horizon 2020 en EFRO-ELFPO in samenwerking met EIB/EIF worden gebundeld om additionele kredieten aan kleine en middelgrote ondernemingen te verstrekken. De implementatie van dit initiatief is aan de EIB toevertrouwd. In het kader van het initiatief staan drie financieringsinstrumenten ter beschikking, die in wezen twee soorten verrichtingen behelzen:

 

(a)

niet-afgetopte garanties die kapitaalbescherming bieden aan financiële intermediairs voor nieuwe portefeuilles leningen aan kmo's, en

 

(b)

securitisatie (met twee mogelijkheden, nl. optie 2, een securitisatie-instrument met nationale inbreng exclusief gebruikt voor de deelnemende lidstaat, en optie 3, een securitisatie-instrument met inbreng van meerdere lidstaten gebruikt om bescherming te bieden voor de totale blootstelling, in het bijzonder op de mezzanine-tranches met EIF-waarborg).

De periode waarin de deelnemende lidstaten geld in het EIF kunnen inbrengen loopt tot en met 31 december 2016. Zoals in de financieringsovereenkomst tussen de EIB en de deelnemende lidstaten zal worden vastgelegd, zal de geselecteerde financiële intermediair nieuwe leningen uitgeven tot uiterlijk het einde van de subsidiabiliteitsperiode (31.12.2023).

Budgettair schrijft Verordening (EU) nr. 1303/2013 voor dat in totaal ten hoogste 8,5 miljard EUR uit het EFRO-ELFPO wordt vastgelegd voor het mkb-initiatief. In dat scenario zou het overeenkomstige maximum uit COSME en Horizon 2020 175 miljoen EUR voor elk van beide programma's bedragen voor de periode 2014-2016.

Eind 2014 hadden twee lidstaten hun deelname bevestigd: Spanje (EFRO-bijdrage van 800 miljoen EUR) en Malta (EFRO-bijdrage van 15 miljoen EUR).

 

iv)

Voorgenomen verrichtingen, met inbegrip van doelvolumen gebaseerd op de hefboomwerking die voortvloeit uit de bestaande financiële instrumenten

De geraamde begrotingstoewijzing voor de totale programmeringsperiode bedraagt ongeveer 850 miljoen EUR (EFRO en Horizon 2020)voor Spanje en Malta.

De in de rechtsgrondslag en de evaluatie vooraf vermelde minimale hefboomdoelstelling is 4 tijdens de levensduur van het financiële instrument voor de EFRO-bijdrage in Spanje en Malta.

Op basis van de in het specifiek nationaal programma overeengekomen minimale hefboomfactor wordt het totale volume aan gemobiliseerde investeringen/leningen geraamd op circa 6 miljard EUR voor Spanje en Malta (op basis van alle beschikbare fondsen — EFRO, Horizon 2020, EIB/EIF, en private (bank)middelen).

Met een deel van de nieuwe leningportefeuille dat minstens 20 keer de inbreng overeenkomstig Verordeningen (EU) nr. 1287/2013 en (EU) nr. 1291/2013 bedraagt, zou aan de criteria van respectievelijk COSME en/of Horizon 2020 moeten zijn voldaan. In de tabel hierna wordt het voor elke optie te verwezenlijken totale hefboomeffect weergegeven. De nieuwe leningen van de geselecteerde financiële intermediair dienen ook een bedrag te omvatten dat 20 keer de inbreng van COSME en/of Horizon 2020 bedraagt.

Berekening van de hefboomdoelstelling voor het MKB-initiatief in Spanje

 

SIUGI risicodekking

Risicodrager

Maximale omvang risicodekking (EUR)

Beoogde rating (ten minste)*

Senior Risk Cover

EIB

1 974 461 538,46

Aa3

Upper Mezzanine Risk Cover

EIF

128 769 230,77

Baa3

Middle Mezzanine Risk Cover

Horizon 2020

14 307 692,31

Ba1

Lower Mezzanine Risk Cover

ESIF

85 846 153,85

Ba2

Junior Risk Cover

ESIF

658 153 846,15

Zonder rating

Guaranteed Portfolio without originator

(komt overeen met 50 % vanwege garantiepercentage van 50 %)

 

2 861 538 461,54

 

Originator's risk (eigen risico bank)

 

50 %;

 

Totaal bedrag van de gewaarborgde portefeuille (100 %)

 

5 723 076 923,08

 

Totaal EFRO/COSME/Horizon2020

 

758 307 692,31

 

Hefboomfactor in relatie tot EFRO (maar gebaseerd op middelen van EFRO, Horizon 2020, EIB en EIF)

 

7,7

 

Aparte investeringsconstructies

FCP-FIS in het kader van de Europese Progress-microfinancieringsfaciliteit (EPMF FCP-FIS) — vóór 2014

 

i)

Basishandeling

Besluit nr. 283/2010/EU van het Europees Parlement en de Raad van 25 maart 2010 tot instelling van een Europese Progress-microfinancieringsfaciliteit voor werkgelegenheid en sociale insluiting (PB L 87 van 7.4.2010, blz. 1).

 

ii)

Begrotingsonderdelen

Artikel 04 03 53 (gedeeltelijk) — Voltooiing van andere activiteiten (in begrotingsnomenclatuur 2014).

 

iii)

Algemene beschrijving van het financiële instrument, met inbegrip van looptijd en gevolgen voor de begroting

Het doel van de Europese Progress-microfinancieringsfaciliteit is tweeledig: enerzijds betere toegang tot microfinanciering voor personen die een micro-onderneming willen beginnen of verder uitbreiden, of die zich als zelfstandige willen vestigen, door Europese verstrekkers van microfinanciering in staat te stellen hun kredietvolume aan deze groep uit te breiden; anderzijds betere toegang tot microfinanciering door het risico voor de verstrekkers ervan te beperken. Hiermee komt microfinanciering ook binnen bereik voor groepen die er eerder geen toegang toe hadden, bijvoorbeeld omdat men onvoldoende onderpand kon bieden of omdat de rente zeer hoog had moeten zijn gelet op het feitelijke risicoprofiel.

De faciliteit verschaft middelen van de Unie om de toegang tot en de beschikbaarheid van microfinanciering te verbeteren voor:

 

personen die hun baan verloren hebben of dreigen te verliezen of die moeilijk toegang krijgen tot of kunnen terugkeren op de arbeidsmarkt, alsook personen die met sociale uitsluiting worden bedreigd of kwetsbare personen die qua toegang tot de traditionele kredietmarkt in een nadelige positie verkeren en die hun eigen micro-onderneming willen oprichten of uitbreiden of zich als zelfstandige willen vestigen;

 

micro-ondernemingen, met name in de sociale economie, alsmede micro-ondernemingen waar de in het voorgaande streepje bedoelde personen in dienst zijn.

Voor de periode van 1 januari 2010 tot 31 december 2013 wordt op de Uniebegroting 103,6 miljoen EUR gereserveerd voor de faciliteit, waarvan 23,6 miljoen EUR voor de EPMF-garantiefaciliteit (EPMF-G) en 80 miljoen EUR voor het EPMF Fonds Commun de Placement — Fonds d’Investissement spécialisé (FCP-FIS) is bestemd.

De faciliteit wordt, naargelang van de behoeften, aangewend voor de volgende soorten acties:

 

garanties (EPMF-G);

 

schuldinstrumenten en eigenvermogensinstrumenten;

 

ondersteunende maatregelen, zoals communicatieactiviteiten, monitoring, controle, audit en evaluatie, enz., die rechtstreeks noodzakelijk zijn voor de daadwerkelijke en doeltreffende tenuitvoerlegging van Besluit 283/2010/EU en voor de verwezenlijking van de doelstellingen ervan.

Het onderdeel microkredieten blijft volledig van kracht tot 31 december 2020.

De FCP-FIS loopt naar verwachting af op 30 april 2020.

 

iv)

Voorgenomen verrichtingen, met inbegrip van doelvolumen gebaseerd op de hefboomwerking die voortvloeit uit de bestaande financiële instrumenten

Sinds het einde van de vastleggingsperiode zijn door de Commissie geen verdere budgettaire vastleggingen meer gedaan.

De geraamde begrotingstoewijzing voor de totale programmeringsperiode bedraagt 103,6 miljoen EUR (cumulatief budget voor de EPMF-garantiefaciliteit en EPMF FCP-FIS).

De hefboomdoelstelling van de EPMF-faciliteit is 4,83 tijdens de levensduur van de financiële instrumenten (EPMF-garantiefaciliteit en EPMF FCP-FIS).

Op basis van de hefboomdoelstellingen voor de EPMF-faciliteit wordt het totale bedrag aan gemobiliseerde leningen geraamd op ongeveer 500 miljoen EUR.

Voor EPMF FCP-FIS is voor 2010-2013 in totaal 80 miljoen EUR vastgelegd in de begroting. De beoogde volumes van de kredietverstrekking aan begunstigde personen en micro-ondernemingen worden geraamd op 226,4 miljoen EUR voor de schuld- en vermogensinstrumenten van EPMF (FCP-FIS) (80).

Europees Fonds 2020 voor energie, klimaatverandering en infrastructuur (Marguerite) — vóór 2014

 

i)

Basishandeling

Verordening (EG) nr. 680/2007 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2007 tot vaststelling van de algemene regels voor het verlenen van financiële bijstand van de Gemeenschap op het gebied van de trans-Europese netwerken voor vervoer en energie (PB L 162 van 22.6.2007, blz. 1).

Besluit C(2010) 941 van de Commissie van 25 februari 2010 over de deelname van de Europese Unie aan het Europees Fonds 2020 voor energie, klimaatverandering en infrastructuur (het Margueritefonds).

 

ii)

Begrotingsonderdelen

Artikel 06 02 51 (gedeeltelijk) — Afronding van het programma trans-Europese netwerken (in begrotingsnomenclatuur 2014).

 

iii)

Algemene beschrijving van het financiële instrument, met inbegrip van looptijd en gevolgen voor de begroting

Het Margueritefonds is een pan-Europees eigenvermogensfonds dat is ontwikkeld in de context van de financiële crisis en om tegemoet te komen aan de behoefte aan succesvolle langetermijnfinanciering voor infrastructuur in Europa. Het fonds verleent steun voor infrastructuurinvesteringen in vervoer (TEN-T), energie (TEN-E) en hernieuwbare energiebronnen in de lidstaten, voornamelijk voor volledig nieuwe projecten.

De belangrijkste sponsors zijn langetermijninvesteerders uit de publieke sector uit Frankrijk (CDC), Italië (CdP), Duitsland (KfW), Spanje (ICO) en Polen (PKO), alsmede de EIB en de Commissie. Bij de afsluiting zal de uiteindelijke omvang van het fonds bijna 710 miljoen EUR bedragen.

Samengevoegde vastleggingen: 80 miljoen EUR uit de Uniebegroting voor TEN-T.

Verwachte resultaten:

 

30 tot 40 % van de totale vastleggingen wordt geïnvesteerd in vervoer;

 

25 tot 35 % wordt geïnvesteerd in energie;

 

35 tot 45 % wordt geïnvesteerd in hernieuwbare energie;

 

ten minste 3,5 maal het bedrag aan vastleggingen van de Commissie wordt geïnvesteerd in projecten die in aanmerking komen voor TEN-T.

De investeringsperiode loopt af in december 2016 (met een mogelijke verlenging van twee jaar); de einddatum van het fonds is bepaald op de maximumtermijn van twintig jaar vanaf de eerste sluiting (december 2009), maar kan twee keer met een jaar worden verlengd (tot december 2031).

 

iv)

Voorgenomen verrichtingen, met inbegrip van doelvolumen gebaseerd op de hefboomwerking die voortvloeit uit de bestaande financiële instrumenten

De geraamde begrotingstoewijzing voor de totale programmeringsperiode bedraagt 80 miljoen EUR (volledig vastgelegd in 2010).

In de rechtsgrondslag is geen hefboomeffect van tevoren vastgesteld en er is geen evaluatie vooraf opgesteld door de diensten van de Commissie voordat de Commissie besloot te investeren in het speciale investeringsvehikel. Consultants hebben evenwel een marktanalyse verricht waarin voor de stichtende investeerders van het Margueritefonds in 2009 het bestaan van een equity gap voor Europese infrastructuur wordt onderzocht en waar de diensten van de Commissie toegang toe hebben gehad.

Op basis van een geschat hefboomeffect van 125 wordt het totaalbedrag van door het instrument gemobiliseerde financiering (zowel eigen als vreemd vermogen) geraamd op ongeveer 10 miljard EUR (waarvan naar verwachting ongeveer 4 miljard EUR aan TEN-T vervoersprojecten zullen worden toegewezen) voor de gehele looptijd van het programma.

Het hefboomeffect is bepaald met behulp van de volgende methode: aangenomen wordt dat het kapitaal verschaft via het Margueritefonds 7,1 % uitmaakt van het bedrag aan financiering voor projecten. De bijdrage van de Commissie bedraagt 11,27 % van Margueritekapitaal, of anders gezegd 0,8 % van de gemobiliseerde financiering voor projecten. Dit betekent dat het hefboomeffect is 1/0,8 % = 125.

Europees Fonds voor energie-efficiëntie (EEEF) — vóór 2014

 

i)

Basishandeling

Verordening (EU) nr. 1233/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 15 december 2010 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 663/2009 tot vaststelling van een programma om het economische herstel te bevorderen via financiële bijstand van de Gemeenschap aan projecten op het gebied van energie (PB L 346 van 30.12.2010, blz. 5).

 

ii)

Begrotingsonderdelen

Artikel 32 02 52 (gedeeltelijk) — Voltooiing van energieprojecten ter ondersteuning van het economisch herstel (in begrotingsnomenclatuur 2014).

 

iii)

Algemene beschrijving van het financiële instrument, met inbegrip van looptijd en gevolgen voor de begroting

Op 1 juli 2011 is 146,3 miljoen EUR uit het Europees energieprogramma voor herstel (EEPR) toegewezen aan het nieuwe Europees Fonds voor energie-efficiëntie (EEEF), in de vorm van een speciaal investeringsfonds (SICAV). Het EEEF investeert in projecten op het gebied van energie-efficiëntie, hernieuwbare energie en schoon stadsvervoer, met name in steden, die leiden tot ten minste 20 % energiebesparing of 20 % beperking van de uitstoot van broeikasgassen of CO2.

De begunstigden moeten overheden zijn of publieke/private entiteiten die namens hen optreden, zoals ESCO's (81).

Het Fonds werd op 1 juli opgestart met een initieel volume van 265 miljoen EUR: naast de Uniebijdrage (125 miljoen EUR aan achtergestelde „C-aandelen”) investeerde de Europese Investeringsbank (EIB) 75 miljoen EUR (voornamelijk „A-aandelen” van hogere rang), de Cassa Depositi e Prestiti SpA (CDP) 60 miljoen EUR (voornamelijk „A-aandelen” van hogere rang) en de aangestelde beheerder (Deutsche Bank) 5 miljoen EUR (mezzanine „B-aandelen”).

Het fonds biedt verschillende niet-standaard financiële producten aan, zoals achtergestelde leningen en leningen van hogere rang, deelnemingen en voorschotregelingen, die flexibel kunnen worden gecombineerd met standaardvormen van financiering.

Daarnaast stelt de EU ongeveer 20 miljoen EUR beschikbaar voor technische bijstand (in de vorm van subsidies) om sponsors te helpen projecten aanvaardbaar te maken voor het fonds. Ten slotte is een programma van 1,3 miljoen EUR opgezet om nationale en regionale overheden die het Cohesiefonds of de structuurfondsen beheren, voorlichting te geven over financieringsmethoden en opties voor energie-efficiëntie en hernieuwbare energie. Dit programma wordt beheerd door het EPEC (82).

Overeenkomstig de wijzigingsverordening is de termijn voor de toewijzing van EU-middelen aan investeringsprojecten en technische bijstand 31 maart 2014. Tot op heden zijn 12 projecten goedgekeurd voor ongeveer 200 miljoen EUR, waarmee de EU-bijdrage volledig is toegewezen. Verder is er geen uiterste termijn voor het indienen van voorstellen vastgesteld. De afwikkeling zal waarschijnlijk na 2024 plaatsvinden.

Beheerder van het fonds/de investeringen

De Deutsche Bank (DB) is verantwoordelijk voor het selecteren en zorgvuldig onderzoeken van de projecten voordat deze worden voorgelegd aan het investeringscomité van het fonds ter advies en aan de raad van beheer ter goedkeuring. DB beheert ook het onderdeel voor technische bijstand; de voorstellen daarvoor worden ter goedkeuring voorgelegd aan DG ENER.

Investeringscomité

Het investeringscomité (IC) beoordeelt de projecten die worden voorgelegd door de beheerder en doet aanbevelingen aan de raad van beheer. Twee leden van de EIB en één lid van CDP zijn aangewezen voor het IC.

Raad van beheer

De raad van beheer beschikt over brede bevoegdheden wat betreft de uitvoering en het beheer van het fonds; de raad neemt besluiten over de investeringen die zijn aanbevolen door het investeringscomité. De raad kan evenwel niet zonder goedkeuring van de raad van toezicht besluiten over belangrijke kwesties (zoals wijziging van de statuten en oprichtingsakte). De raad van beheer brengt ieder kwartaal verslag uit aan de raad van toezicht. Deze raad bestaat uit vertegenwoordigers van de Commissie (1), de EIB (1, de voorzitter) en de CDP (1).

Raad van toezicht

De belangrijkste taak van de raad van toezicht is permanent toezicht houden op het beheer van het fonds, strategisch advies geven aan de raad van beheer, voorstellen doen voor het jaarlijkse bedrijfsplan voor het fonds, dat moet worden goedgekeurd door de aandeelhouders, en veranderingen goedkeuren in de investeringsrichtsnoeren. Deze raad bestaat uit vertegenwoordigers van de Commissie (2), de EIB (1, de voorzitter) en de CDP (1).

 

iv)

Voorgenomen verrichtingen, met inbegrip van doelvolumen gebaseerd op de hefboomwerking die voortvloeit uit de bestaande financiële instrumenten

De begrotingstoewijzing voor de volledige programmeringsperiode bedraagt 146,3 miljoen EUR (volledig vastgelegd in 2011; 125 miljoen EUR voor het fonds, 20 miljoen EUR in de vorm van een technische bijstandsfaciliteit (subsidie) en 1,3 miljoen EUR voor sensibiliseringsactiviteiten.

In de rechtsgrondslag is geen hefboomeffect van tevoren vastgesteld en er is geen evaluatie vooraf opgesteld voordat de Commissie besloot te investeren in het speciale investeringsvehikel; een businessplan en risicoscenario's zijn wel opgesteld. De beoogde hefboomfactor is 5,6 (uitgaande van een bijdrage aan het fonds van 125 miljoen EUR en een verwacht volume van het fonds van 700 miljoen EUR gedurende de looptijd van het financieel instrument).

Externe instrumenten (die niet uitsluitend via het Europees Ontwikkelingsfonds worden gefinancierd)

Regionale faciliteiten

Investeringsfaciliteit voor het nabuurschapsbeleid (NIF)

 

i)

Basishandeling

Verordening (EG) nr. 1638/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 2006 houdende algemene bepalingen tot invoering van een Europees nabuurschaps- en partnerschapsinstrument (PB L 310 van 9.11.2006, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 232/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een Europees nabuurschapsinstrument (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 27).

Een van de prioriteiten van het Europees nabuurschaps- en partnerschapsinstrument (ENPI) en van het nieuw Europees nabuurschapsinstrument (ENI) is het bevorderen van investeringsprojecten in de partnerlanden die vallen onder het Europees nabuurschapsbeleid, die in aanmerking komen voor de investeringsfaciliteit voor het nabuurschapsbeleid (NIF).

De EU heeft de NIF in 2007 gelanceerd. In de periode 2007-2013 heeft de Commissie de volgende acht besluiten vastgesteld voor een totale toewijzing van 777,4 miljoen EUR (467,2 miljoen EUR voor het begrotingsonderdeel ENPI zuidelijk nabuurschap en 310,2 miljoen EUR voor het begrotingsonderdeel ENPI oostelijk nabuurschap): C(2007) 6280, C(2008) 2698, C(2009) 3951, C(2009) 8985, C(2010) 4400, C(2010) 7989, C(2011) 5547, C(2012) 4533 en C(2013) 1276. In 2014 is 381,7 miljoen EUR aan extra vastleggingskredieten goedgekeurd, 369,4 miljoen EUR bij Besluit C(2014) 5750 en een aanvulling met 12,3 miljoen EUR bij Besluit C(2013) 5300. Alles samen geeft dit voor de periode 2007-2014 732 520 334,34 EUR voor het zuidelijk nabuurschap en 426 585 901,58 EUR voor oostelijk nabuurschap (in totaal 1 159 106 235,92 EUR).

Sinds begin 2011 omvat de NIF een onderdeel voor klimaatverandering (Climate Change Window — CCW) in het kader van het thematisch programma Milieu en Duurzaam Beheer van de natuurlijke hulpbronnen, inclusief Energie (ENRTP) van het Instrument voor Ontwikkelingssamenwerking om de tenuitvoerlegging te ondersteunen van projecten waarmee partnerlanden de klimaatverandering kunnen aanpakken door middel van beperkings- en/of aanpassingsmaatregelen. Het CCW wordt gestroomlijnd beheerd volgens hoofdzakelijk dezelfde regels en financierings- en uitvoeringsmodaliteiten als de NIF.

 

ii)

Begrotingsonderdelen

Post 21 03 01 02 — Mediterrane landen — Armoedebestrijding en duurzame ontwikkeling (in begrotingsnomenclatuur 2014).

Post 21 03 02 02 — Oostelijk Partnerschap — Armoedebestrijding en duurzame ontwikkeling (in begrotingsnomenclatuur 2014).

Post 21 04 01 00 — Milieu en Duurzaam Beheer van de natuurlijke hulpbronnen, inclusief Energie (in begrotingsnomenclatuur 2013).

 

iii)

Algemene beschrijving van het financiële instrument, met inbegrip van looptijd en gevolgen voor de begroting

Doelstellingen en reikwijdte van het beleid

Het ENPI draagt bij tot de verwezenlijking van de doelstellingen van het Europees nabuurschapsbeleid (ENB) en daarmee samenhangende thematische prioriteiten door via een hefboomeffect aanvullende financiering voor de regio te genereren.

De overkoepelende doelstelling van de NIF is om aanvullende investeringen te mobiliseren ter ondersteuning van een ruimte van welvaart en goed nabuurschap tussen de EU en de landen in de omgeving. In aansluiting op andere door de EU gefinancierde programma's kan de NIF duurzame, inclusieve groei stimuleren en bijdragen tot een gunstig investeringsklimaat in onze partnerlanden.

De NIF heeft drie strategische doelstellingen:

 

tot stand brengen van betere onderlinge verbindingen op het gebied van energie- en vervoersinfrastructuur tussen de EU en haar buurlanden en tussen de buurlanden onderling;

 

aanpakken van bedreigingen voor ons milieu, waaronder klimaatverandering;

 

bevorderen van slimme, duurzame en inclusieve groei, met name door steun voor kleine en middelgrote ondernemingen.

De NIF-operaties dienen nog steeds ter ondersteuning van de uitvoering van de ENB-actieplannen en richten zich op vijf kernsectoren: energie, milieu (met bijzondere aandacht voor beperking van en aanpassing aan klimaatverandering), vervoer, sociale ontwikkeling en de ontwikkeling van het midden- en kleinbedrijf.

Geografisch toepassingsgebied en eindbegunstigden

De ENB-partnerlanden die rechtstreeks in aanmerking komen voor de NIF, zijn de nabuurschapslanden die met de EU een actieplan hebben ondertekend, behalve de landen die niet in aanmerking komen vanwege het niveau van hun ontwikkeling. Per geval wordt bekeken of landen die niet rechtstreeks in aanmerking komen NIF-steun kunnen krijgen gezien de regionale of nationale omstandigheden. Hierover wordt met eenparigheid van stemmen besloten door de lidstaten en de Commissie.

Andere eindbegunstigden zijn de particuliere sector, en met name het mkb. Zowel multilaterale als nationale Europese instellingen voor ontwikkelingsfinanciering komen rechtstreeks in aanmerking voor financiering en zijn belangrijke belanghebbenden.

Belangrijkste technische kenmerken

In het kader van dit instrument kunnen risicokapitaal (investeringen in eigen vermogen en quasi-eigen vermogen), risicodelingsinstrumenten, garanties, leningen, andere financiering in de vorm van investeringssubsidies, rentesubsidies en technische bijstand worden gebruikt.

Duur en gevolgen voor de begroting

De besluiten met betrekking tot dit instrumenten zijn geldig voor het meerjarig financieel kader 2007-2013 en 2014-2020, en kunnen eventueel worden verlengd overeenkomstig het besluit inzake het volgende meerjarig financieel kader.

Voor besluiten van 2014 moeten de contracten uiterlijk op 31 december 2015 zijn ondertekend. Dit is niet de vervaldatum voor de faciliteit, maar de uiterste datum voor de sluiting van contracten uit hoofde van de besluiten tot oprichting van de faciliteit. De duur van de individuele projecten wordt per geval bepaald, met een maximum van 120 maanden vanaf de inwerkingtreding van de financieringsovereenkomst of, bij gebrek daaraan, vanaf de goedkeuring van het actiedocument van 2014 waarbij de NIF is opgericht.

Het bedrag van 1 159 106 235,92 EUR voor de beide subregio's is als volgt verdeeld:

 
 

Referentie CRIS

Gecumuleerde vastlegging

(maximumbedrag 2007-december 2014)

Begrotingsonderdeel

   

Zuidelijke nabuurschap

 
 

ENPI/2007/019548

158 000 000,00

19 08 01 01

 

ENPI/2011/023086

309 220 334,34

19 08 01 01

 

ENI/2014/037510

265 300 000,00

21 03 01 02 / 21 03 03 03

 

Totaal

732 520 334,34

 
   

Oostelijke nabuurschap

 
 

ENPI/2007/019549

137 000 000,00

19 08 01 03

 

ENPI/2011/023087

173 200 000,00

19 08 01 03

 

ENI/2013/024746

12 300 000,00

19 08 01 03

 

ENI/2014/037515

104 085 901,58

21 03 02 02

 

Totaal

426 585 901,58

 
 

Totaal oostelijk en zuidelijk nabuurschap

1 159 106 235,92

 
 

iv)

Voorgenomen verrichtingen, met inbegrip van doelvolumen gebaseerd op de hefboomwerking die voortvloeit uit de bestaande financiële instrumenten

Op 20 augustus 2014 heeft de Commissie Uitvoeringsbesluit (2014) 5750 goedgekeurd voor een maximumbijdrage voor oostelijk en zuidelijk nabuurschap van 369,4 miljoen EUR, die in de tabel hierboven is verwerkt.

Deze cijfers zijn louter indicatief aangezien geen rekening is gehouden met tijds- en differentiatie-effecten.

De geraamde begrotingstoewijzing voor de totale programmeringsperiode 2014-2020 bedraagt 150 miljoen EUR per jaar, met een totaal van 1 050 miljoen EUR.

De in de rechtsgrondslag en de evaluatie vooraf vastgelegde hefboomdoelstelling is 4 tot 5 tijdens de levensduur van het financiële instrument.

Uitgaande van de hefboomdoelstelling van het instrument wordt geschat dat met het totale bedrag van 1 159 miljoen EUR een bedrag van circa 5 800 miljoen EUR aan investeringen/leningen zou worden gemobiliseerd tijdens de gehele looptijd van het programma.

Investeringsfaciliteit voor Centraal-Azië (IFCA) en Aziatische investeringsfaciliteit (AIF)

 

i)

Basishandeling

Verordening (EG) nr. 1905/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot invoering van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking (PB L 378 van 27.12.2006, blz. 41).

Verordening (EU) nr. 233/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking voor de periode 2014-2020 (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 44).

Op basis van de eerste resultaten van de NIF heeft de Commissie voorgesteld om investeringsfaciliteiten op te zetten voor landen die vallen onder het instrument voor ontwikkelingssamenwerking (DCI), om te beginnen in Centraal-Azië, Azië en Latijns-Amerika. Voor Azië zijn twee faciliteiten opgezet: in 2010 de investeringsfaciliteit voor Centraal-Azië (IFCA) en in 2011 de Aziatische investeringsfaciliteit (AIF), voor de periode 2010-2013. Deze twee faciliteiten zijn gemodelleerd naar de NIF en zijn vergelijkbaar met de NIF wat betreft doelstellingen en toepassingsgebied zoals vastgesteld in het algemene kader voor de NIF dat werd vastgesteld in 2008 (zie de paragraaf over de NIF).

Eind 2013 zijn drie besluiten vastgesteld inzake de financiering van de IFCA uit de begrotingen van 2010, 2011, 2012 en 2013 en drie besluiten inzake de financiering van de AIF uit de begrotingen van 2011 en 2012 (gezamenlijk) en 2014.

De AIF werd om de doelstellingen van Verordening (EU) nr. 233/2014 te verwezenlijken voor de periode 2014-2020 gerecreëerd in 2014 via een nieuw financieringsbesluit voor 26 000 000 EUR, terwijl de IFCA zal worden gerecreëerd in 2015.

 

ii)

Begrotingsonderdelen

Artikel 19 10 02 — Samenwerking met ontwikkelingslanden in Centraal-Azië (in begrotingsnomenclatuur 2013)

Post 19 10 01 01 — Samenwerking met ontwikkelingslanden in Azië (in begrotingsnomenclatuur 2013).

Post 21 02 14 00 Azië (in begrotingsnomenclatuur 2014).

 

iii)

Algemene beschrijving van het financiële instrument, met inbegrip van looptijd en gevolgen voor de begroting

Doelstellingen en reikwijdte van het beleid

De hoofddoelstelling van de IFCA is het bevorderen van aanvullende investeringen en belangrijke infrastructuur, waarbij tijdens de eerste uitvoeringsperiode de nadruk vooral ligt op energie en milieu. Op basis van de ontwikkeling van de strategieën voor Centraal-Azië werd in een later stadium uitbreiding naar vervoer, het mkb en sociale infrastructuur overwogen.

De hoofddoelstelling van de AIF is het bevorderen van aanvullende investeringen en belangrijke infrastructuur, met bijzondere aandacht voor klimaatverandering en „groene” investeringen op het gebied van milieu en energie, alsmede het mkb en sociale infrastructuur. In een later stadium kan uitbreiding naar vervoer worden overwogen.

Geografisch toepassingsgebied en eindbegunstigden

De eindbegunstigden van deze twee faciliteiten zijn de landen van de twee regio's. Andere eindbegunstigden zijn de particuliere sector, en met name het mkb.

Eligible finance institutions will be the entrusted entities and important stakeholders of these two facilities.

Belangrijkste technische kenmerken

De volgende operaties kunnen worden gefinancierd:

 

cofinanciering van investeringen in publieke infrastructuurprojecten;

 

financiering van de kosten voor leninggaranties;

 

rentesubsidies,;

 

technische bijstand;

 

verrichtingen met risicokapitaal

 

alle andere risicodelingsmechanismen;

Mogelijke beheersvormen waren gecentraliseerd (direct en indirect), gezamenlijk en gedeeltelijk gedecentraliseerd beheer (vormen van begrotingsbeheer tot eind 2014 van kracht voor gebruik van middelen van 2014).

Duur en gevolgen voor de begroting

De IFCA en AIF waren oorspronkelijk opgericht voor de geldigheidsduur van de rechtsgrondslag, nl. 31 december 2013. De AIF werd om de doelstellingen van Verordening (EU) nr. 233/2014 te verwezenlijken voor de periode 2014-2020 gerecreëerd in 2014 via een nieuw financieringsbesluit voor 26 000 000 EUR, terwijl ook de IFCA gerecreëerd werd in 2015.

Voor besluiten uit 2013 moeten de contracten zijn ondertekend op uiterlijk 23 december 2016 voor het IFCA en op 31 december 2014 voor het AIF. Voor het in 2014 genomen financieringsbesluit betreffende de AIF is de termijn voor het aangaan van overeenkomsten 31 december 2015. De duur van de individuele projecten wordt per geval bepaald, met een maximum van 120 maanden vanaf de inwerkingtreding van de financieringsovereenkomst of, bij gebrek daaraan, vanaf de goedkeuring van het actiedocument van 2014 waarbij de NIF is opgericht. De geraamde begrotingstoewijzing voor de totale programmeringsperiode bedraagt 350 000 000 EUR voor de AIF en 140 000 000 EUR voor de IFCA.

Het bedrag van 171 567 000 EUR voor de beide regio's is als volgt verdeeld:

 
 

Referentienummer besluit

Gecumuleerde vastlegging

(maximumbedrag)

Begrotingsonderdeel

   

Investeringsfaciliteit voor Centraal-Azië (IFCA)

 
 

DCI-ASIE/2010/021-627

20 000 000

19 10 02

 

DCI-ASIE/2011/023-117

45 000 000

19 10 02

 

DCI-ASIE/2013/024-950

20 567 000

19 10 02

 

Totaal

85 567 000

 
   

Aziatische investeringsfaciliteit (AIF)

 
 

DCI-ASIE/2011/022-036

30 000 000

19 10 01 01

 

DCI-ASIE/2013/024-917

30 000 000

19 10 01 01

 

DCI-ASIE/2014/037-548

26 000 000

21 02 14

 

Totaal

86 000 000

 
 

iv)

Voorgenomen verrichtingen, met inbegrip van doelvolumen gebaseerd op de hefboomwerking die voortvloeit uit de bestaande financiële instrumenten

 

1.

IFCA

Het budgettaire effect in de zin van de totale financiële toewijzing in termen van begrotingsvastleggingen voor AIF bedraagt 85,57 miljoen EUR. De hefboomdoelstelling op basis van de periode 2010-2014 voor IFCA wordt als volgt geraamd:

 

totale projectkosten (circa 465 miljoen EUR) / IFCA-bijdragen (circa 82 miljoen EUR) : 5,6

 

in aanmerking komende middelen van financieringsinstellingen (circa 342 miljoen EUR) / IFCA-bijdragen : 4,17

Deze cijfers zijn louter indicatief aangezien geen rekening is gehouden met tijds- en differentiatie-effecten.

De geraamde initiële vastlegging voor de totale programmeringsperiode bedraagt 140 miljoen EUR.

De in de rechtsgrondslag en de evaluatie vooraf vastgelegde hefboomdoelstelling is 4 tot 5 tijdens de levensduur van het financiële instrument.

Uitgaande van de hefboomdoelstelling van het instrument wordt geraamd dat met het totale bedrag van 140 miljoen EUR een maximum van 700 miljoen EUR aan investeringen/leningen zou worden gemobiliseerd tijdens de gehele looptijd van het programma.

 

2.

AIF

Het budgettaire effect in de zin van de totale financiële toewijzing in termen van begrotingsvastleggingen voor AIF bedraagt 62 miljoen EUR. De hefboomdoelstelling op basis van de periode 2011-2014 voor AIF wordt als volgt geraamd:

 

totale projectkosten (circa 2 046 miljoen EUR) / AIF-bijdragen (circa 62 miljoen EUR) : 32,98

 

in aanmerking komende middelen van financieringsinstellingen (circa 1 043 miljoen EUR) / AIF-bijdragen : 16,82

Deze cijfers zijn louter indicatief aangezien geen rekening is gehouden met tijds- en differentiatie-effecten.

De geraamde begrotingstoewijzing voor de totale programmeringsperiode bedraagt 350 miljoen EUR.

De in de rechtsgrondslag en de evaluatie vooraf vastgelegde hefboomdoelstelling is 4 tot 5 tijdens de levensduur van het financiële instrument.

Uitgaande van de hefboomdoelstelling van het instrument wordt geraamd dat met het totale bedrag van 350 miljoen EUR circa 1,75 miljard EUR aan investeringen/leningen zou worden gemobiliseerd tijdens de gehele looptijd van het programma.

Investeringsfaciliteit voor Latijns-Amerika (LAIF)

 

i)

Basishandeling

Verordening (EG) nr. 1905/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot invoering van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking (PB L 378 van 27.12.2006, blz. 41).

Verordening (EU) nr. 233/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking voor de periode 2014-2020 (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 44).

De faciliteit is oorspronkelijk in 2009 opgericht bij de bovenvermelde DCI-verordening (EG) nr.1905/2006 voor de periode 2009-2013; de bijdragen van de Commissie worden jaarlijks vastgesteld. De LAIF werd om de doelstellingen van Verordening (EU) nr. 233/2014 te verwezenlijken voor de periode 2014-2020 gerecreëerd in 2014 via een financieringsbesluit voor 30 miljoen EUR.

 

ii)

Begrotingsonderdelen

Artikel 19 09 01 — Samenwerking met ontwikkelingslanden in Latijns-Amerika (in begrotingsnomenclatuur 2013)

Artikel 21 04 01 — Milieu en duurzaam beheer van natuurlijke hulpbronnen, met inbegrip van energie (in begrotingsnomenclatuur 2013).

Artikel 21 02 12 — Ondersteuning van samenwerking met de ontwikkelingslanden, -gebieden en -regio's in Latijns-Amerika (in 2014 begrotingsnomenclatuur).

 

iii)

Algemene beschrijving van het financiële instrument, met inbegrip van looptijd en gevolgen voor de begroting

Doelstellingen en reikwijdte van het beleid

De hoofddoelstelling van de LAIF is het bevorderen van aanvullende investeringen in infrastructuur op het gebied van vervoer, energie en milieu en het ondersteunen van sociale sectoren als gezondheidszorg en onderwijs, alsook de ontwikkeling van de particuliere sector in Latijns-Amerikaanse landen. De faciliteit ondersteunt ook de groei van kleine en middelgrote ondernemingen in deze regio door het beschikbaar stellen van diverse financiële instrumenten.

Sinds begin 2011 omvat de LAIF ook een onderdeel voor klimaatverandering ter ondersteuning van projecten waarmee partnerlanden de klimaatverandering kunnen aanpakken door middel van beperkings- en/of aanpassingsmaatregelen.

Geografisch toepassingsgebied en eindbegunstigden

De eindbegunstigden zijn de Latijns-Amerikaanse landen die zijn vastgesteld in DCI-Verordening (EG) nr. 1905/2006 en die welke vastgesteld zijn in Verordening (EU) nr. 233/2014.

Andere eindbegunstigden zijn de particuliere sector, en met name het mkb voor de onderdelen die betrekking hebben op de ontwikkeling van de particuliere sector. In aanmerking komende financieringsinstellingen zijn de met de uitvoering belaste entiteiten en de grote belanghebbenden van de operaties van dit financiële instrument.

Belangrijkste technische kenmerken

De volgende operaties kunnen worden gefinancierd:

 

cofinanciering van investeringen in publieke infrastructuurprojecten;

 

financiering van de kosten voor leninggaranties;

 

rentesubsidies;

 

technische bijstand;

 

risicokapitaaltransacties;

 

alle andere risicodelingsmechanismen;

Mogelijke beheersvormen waren gecentraliseerd (direct en indirect), gezamenlijk beheer en gedeeltelijk gedecentraliseerd beheer (vormen van begrotingsbeheer tot eind 2014 van kracht voor gebruik van middelen van 2013).

Duur en gevolgen voor de begroting

LAIF is bij DCI-Verordening (EG) nr. 1905/2006 tot 31 december 2013 ingesteld en het geplande budget bedroeg 179,35 miljoen EUR. Zoals eerder gezegd, werd de AIF om de doelstellingen van Verordening (EU) nr. 233/2014 te verwezenlijken voor de periode 2014-2020 gerecreëerd in 2014.

Voor besluiten van 2014 moeten de contracten uiterlijk op 31 december 2015 zijn ondertekend. Dit is niet de vervaldatum voor de faciliteit, maar de uiterste datum voor de sluiting van contracten uit hoofde van de besluiten tot oprichting van de faciliteit. De duur van de individuele projecten wordt per geval bepaald, met een maximum van 120 maanden vanaf de inwerkingtreding van de financieringsovereenkomst of, bij gebrek daaraan, vanaf de goedkeuring van het actiedocument van 2014 waarbij de LAIF is opgericht. De geraamde begrotingstoewijzing voor de totale programmeringsperiode bedraagt 350 000 000 EUR.

 

Referentienummer CRIS

Gecumuleerde vastlegging

(maximumbedrag 2007-april 2013)

Begrotingsonderdeel

DCI-ALA/2009/021-734

180 400 000

19 09 01

DCI-ALA/2014/037-570

30 000 000

21 02 12

DCI ENV/023-403

17 300 000

21 04 01

 

iv)

Voorgenomen verrichtingen, met inbegrip van doelvolumen gebaseerd op de hefboomwerking die voortvloeit uit de bestaande financiële instrumenten

In 2014 heeft (bij besluit 021-734) een aanvulling van de LAIF met 1 050 000 EUR plaatsgevonden en is een besluit van 30 000 000 EUR genomen. De begrotingsimpact van de LAIF, de totale financiële enveloppe in termen van vastleggingen op de begroting, is 227 700 000 EUR. De hefboomdoelstelling op basis van de ervaring in de periode 2010-2014 wordt voor de LAIF als volgt geraamd:

 

totale projectkosten (circa 6,61 miljard EUR) / LAIF-bijdragen (circa 197,7 miljoen EUR): 33,4

 

in aanmerking komende middelen van financieringsinstellingen (circa 2,96 miljard EUR) / LAIF-bijdragen : 14,95

Deze cijfers zijn louter indicatief aangezien geen rekening is gehouden met tijds- en differentiatie-effecten.

De geraamde initiële vastlegging voor de totale programmeringsperiode bedraagt 350 miljoen EUR.

De in de rechtsgrondslag en de evaluatie vooraf vastgelegde hefboomdoelstelling is 4 tot 5 tijdens de levensduur van het financiële instrument.

Uitgaande van de hefboomdoelstelling van het instrument wordt geraamd dat met het totale bedrag van 350 miljoen EUR een maximum van 1,75 miljard EUR aan investeringen/leningen zou worden gemobiliseerd tijdens de gehele looptijd van het programma.

Aanvullende faciliteiten

Euro-mediterrane investerings- en partnerschapsfaciliteit (FEMIP)

 

i)

Basishandeling

Eerdere basishandelingen waren de financiële en technische maatregelen in het kader van MEDA I en MEDA II (1996-2006).

De meest recente handeling voor FEMIP is het Europees Nabuurschaps- en Partnerschapsinstrument (ENPI 2007-2013), waarvoor de rechtsgrondslag Verordening (EG) nr. 1638/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 2006 houdende algemene bepalingen tot invoering van een Europees nabuurschaps- en partnerschapsinstrument (PB L 310 van 9.11.2006, blz. 1) is.

 

ii)

Begrotingsonderdelen

Post 19 08 01 01 — Europees beleid inzake nabuurschap en partnerschap — Financiële samenwerking met mediterrane landen (in begrotingsnomenclatuur 2013)

 

iii)

Algemene beschrijving van het financiële instrument, met inbegrip van looptijd en gevolgen voor de begroting

Doelstellingen en reikwijdte van het beleid

De doelstelling van de steun in het kader van de FEMIP is het verstrekken van kapitaal aan de particuliere sector in de mediterrane partnerlanden tegen voorwaarden die lokaal niet beschikbaar zijn.

Het risicokapitaal wordt direct of indirect geïnvesteerd ter versterking van de rol van i) de particuliere sector, dat wil zeggen het opstarten, de herstructurering of de groei van ondernemingen, ii) de lokale financiële sector door de ondersteuning van nieuwe instellingen of nieuwe activiteiten die ten goede komen aan de particuliere sector.

Er wordt technische bijstand gemobiliseerd ter versterking van de FEMIP-operaties in het Middellandse Zeegebied, waarbij de nadruk in het bijzonder ligt op de ontwikkeling van de particuliere sector.

Geografisch toepassingsgebied en eindbegunstigden

De FEMIP heeft betrekking op 9 landen in het zuidelijke Middellandse Zeegebied. De particuliere sector in het algemeen, en kleine en middelgrote ondernemingen en financiële intermediairs in het bijzonder, komen in aanmerking als begunstigden van deze faciliteit voor risicokapitaal. De begunstigden van de technische bijstand zijn particuliere ondernemingen, overheidsinstellingen en financiële intermediairs.

Belangrijkste technische kenmerken

Deze maatregel voor de financiering van risicokapitaal en technische bijstand wordt uitgevoerd onder indirect gecentraliseerd beheer met de Europese Investeringsbank.

De Europese Investeringsbank kan de volgende operaties uitvoeren:

 

risicokapitaaltransacties;

 

operaties voor technische bijstand.

Duur en gevolgen voor de begroting

FEMIP was opgericht voor de duur van het meerjarig financieel kader 2007-2013. Voor elk van de zeven jaren van die periode is jaarlijks 32 miljoen EUR in de begroting vastgelegd op post 19 08 01 01. De totale financiële enveloppe voor 2007-2013 bedraagt dus 224 miljoen EUR.

De uiterste datum voor de uitvoering van de vastleggingen voor 2013 is 31 december 2029.

 

iv)

Voorgenomen verrichtingen, met inbegrip van doelvolumen gebaseerd op de hefboomwerking die voortvloeit uit de bestaande financiële instrumenten

In 2015 werden geen betalingen voor FEMIP verwacht, aangezien na 2013 geen verplichtingen zijn aangegaan.

De geraamde initiële vastlegging voor de totale programmeringsperiode bedraagt 224 miljoen EUR.

De beoogde hefboomfactor, op basis van de aanvragen verricht tot 2014, is 20,5.

Uitgaande van de hefboomdoelstelling van het instrument wordt geraamd dat met het totale bedrag van 224 miljoen EUR 4,6 miljard EUR aan investeringen/leningen zal worden gemobiliseerd tijdens de gehele looptijd van het programma.

Wereldwijd Fonds voor energie-efficiëntie en hernieuwbare energie (Geeref)

 

i)

Basishandeling

Verordening (EG) nr. 1905/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot invoering van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking (PB L 378 van 27.12.2006, blz. 41).

De Geeref werd goedgekeurd in de jaarlijkse actieplannen voor het vierjarige thematische programma Milieu en Duurzaam Beheer van de natuurlijke hulpbronnen, inclusief Energie (ENRTP 2007-2010).

Juridische grondslag voor de ondersteunende faciliteit voor regionale fondsen (RFSF): Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, van het Financieel Reglement.

 

ii)

Begrotingsonderdelen

Artikel 21 04 01 — Milieu en duurzaam beheer van natuurlijke hulpbronnen, met inbegrip van energie (in begrotingsnomenclatuur 2013).

 

iii)

Algemene beschrijving van het financiële instrument, met inbegrip van looptijd en gevolgen voor de begroting

Doelstellingen en reikwijdte van het beleid

Het GEEREF is een innovatieve financieringsconstructie voor de bevordering van energie-efficiëntie en hernieuwbare energie in ontwikkelingslanden en overgangseconomieën. Het is gestructureerd als een paraplufonds, bedoeld om te investeren in — en daarmee bij te dragen tot de ontwikkeling van — regionale private-equityfondsen die zich vooral richten op kleine en middelgrote projecten voor energie-efficiëntie en hernieuwbare energie.

Beoogd wordt bij te dragen tot de uitbreiding van hernieuwbare energie, energie-efficiëntie en andere technologieën op het gebied van schone energie naar markten en dienstverlening in ontwikkelingslanden en overgangseconomieën om de toegang tot koolstofarme, veilige en betaalbare energie te vergroten en de economische en sociale omstandigheden te verbeteren in gebieden met onvoldoende voorzieningen of kansarme bevolkingsgroepen, ter bevordering van de economische ontwikkeling, waarbij tegelijkertijd het milieu wordt beschermd.

Geografisch toepassingsgebied en eindbegunstigden

Het GEEREF dient ter ondersteuning van regionale subfondsen voor Afrika ten zuiden van de Sahara, eilandstaten in het Caribisch gebied en de Stille Oceaan, de landen die vallen onder het Europees nabuurschapsinstrument, inclusief Rusland, Latijns-Amerika en Azië (inclusief Centraal-Azië en het Midden-Oosten). Bijzondere aandacht wordt besteed aan de behoeften van de ACS-landen (Afrika, Caribisch gebied en Stille Oceaan).

Duur en gevolgen voor de begroting

De einddatum van de activiteiten in het kader van het GEEREF is 13 december 2022, uitgaande van de datum van de laatste vastlegging.

 

Referentie besluiten

Gecumuleerde vastlegging

(maximumbedrag)

Begrotingsonderdeel

DCI-ENV/2007/147331 plus addenda met CRIS-referenties 168 899 en 282 314

81 100 000

21 04 01

Daarnaast is 5 miljoen EUR toegewezen uit artikel 21 04 05 voor de oprichting van een geïntegreerde steunfaciliteit voor het GEEREF.

In 2014 is het GEEREF-fonds met 20 miljoen aangevuld om in te brengen in het initiatief „Energie voor iedereen” dat uit het Europees Ontwikkelingsfonds wordt gefinancierd.

 

iv)

Voorgenomen verrichtingen, met inbegrip van doelvolumen gebaseerd op de hefboomwerking die voortvloeit uit de bestaande financiële instrumenten

De geplande budgettaire vastleggingen uit hoofde van de begroting 2015 voor Geeref waren 0 EUR.

Er is geen geraamde begrotingstoewijzing voor de volledige programmeringsperiode.

De in de rechtsgrondslag en de evaluatie vooraf vastgelegde hefboomdoelstelling is 5 tijdens de levensduur van het financiële instrument.

Uitgaande van de hefboomdoelstelling van het instrument wordt geraamd dat met het totale vastgelegde bedrag van 81 100 000 EUR ongeveer 405,5 miljard EUR aan investeringen/leningen zal worden gemobiliseerd tijdens de gehele looptijd van het programma.

Financiële instrumenten voor de uitbreidingslanden

Westelijke Balkan

Garantiefaciliteit in het kader van de faciliteit voor bedrijfsontwikkeling en innovatie voor de Westelijke Balkan (EDIF)

 

i)

Basishandeling

Verordening (EG) nr. 1085/2006 van de Raad van 17 juli 2006 tot invoering van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA), en met name artikel 14, lid 3 (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 82).

Verordening (EU) nr. 231/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 11).

 

ii)

Begrotingsonderdelen

Post 22 02 04 01 — Meerlandenprogramma’s, regionale integratie en territoriale samenwerking (in begrotingsnomenclatuur 2014).

 

iii)

Algemene beschrijving van het financiële instrument, met inbegrip van looptijd en gevolgen voor de begroting

Het financiële instrument van de Unie voor deze garantiefaciliteit draagt bij tot de bevordering van de sociaal-economische groei van de Westelijke Balkan.

De belangrijkste doelstellingen zijn het scheppen van de voorwaarden voor de opstart en de groei van veelbelovende innovatieve ondernemingen. Met het instrument worden garanties verstrekt voor de leningportefeuilles van commerciële banken voor nieuwe leningen aan kleine en middelgrote ondernemingen, waardoor deze gemakkelijker en goedkoper toegang krijgen tot financiering.

Nieuwe leningen kunnen worden gegarandeerd tot maximaal 70 % van het eerste verlies, met een maximumgarantie van 25 % van de totale leningportefeuille. Het exacte percentage van de garantie en het plafond wordt per geval bepaald.

De Commissie zal het instrument onder indirect beheer uitvoeren, overeenkomstig artikel 139 van het Financieel Reglement (in het kader van een trust- en beheersovereenkomst). Bij indirect beheer kan de Commissie de uitvoering toevertrouwen aan de Europese Investeringsbank (EIB), inclusief het Europese Investeringsfonds (EIF). De faciliteit wordt uitgevoerd in indirect beheer, waarbij de uitvoering wordt toevertrouwd aan het EIF.

Het instrument ging van start in 2013 en geldt voor leningen met een looptijd tot uiterlijk 2023. Het geografische toepassingsgebied is de Westelijke Balkan, overeenkomstig Verordening (EU) nr. 236/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften en procedures voor de tenuitvoerlegging van de instrumenten van de Unie ter financiering van extern optreden (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 95).

 

iv)

Voorgenomen verrichtingen, met inbegrip van doelvolumen gebaseerd op de hefboomwerking die voortvloeit uit de bestaande financiële instrumenten

De financiële toewijzing voor het instrument in het kader van IPA bedraagt 21,9 miljoen EUR (waarvan 1,9 miljoen EUR een voorziening is voor vergoedingen voor het EIF als beheerder en 20 miljoen EUR het garantiekapitaal is) die werden vastgelegd en uitbetaald aan het EIF.

De geraamde initiële vastlegging voor de totale programmeringsperiode bedraagt 21,9 miljoen EUR.

De in het projectaanvraagformulier voor de EDIF-garantiefaciliteit vermelde hefboomfactor was 9 voor de gehele levensduur van het financiële instrument.

De garanties waarin de faciliteit voorziet zijn in de loop van 2014 volledig toegewezen, al waren niet alle overeenkomsten op 31 december 2014 ondertekend. De verwachting is dat de financiële toewijzing van 20 miljoen EUR een totaal investeringsvolume van 120 miljoen EUR zal mobiliseren, wat neerkomt op een hefboomfactor 6.

Bedrijfsexpansiefonds (ENEF) in het kader van de faciliteit voor bedrijfsontwikkeling en innovatie voor de Westelijke Balkan

 

i)

Basishandeling

Verordening (EG) nr. 1085/2006 van de Raad van 17 juli 2006 tot invoering van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA), en met name artikel 14, lid 3 (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 82).

Verordening (EU) nr. 231/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 11).

 

ii)

Begrotingsonderdelen

Post 22 02 04 01 — Meerlandenprogramma’s, regionale integratie en territoriale samenwerking (in begrotingsnomenclatuur 2014).

 

iii)

Algemene beschrijving van het financiële instrument, met inbegrip van looptijd en gevolgen voor de begroting

Het financiële instrument van de Unie voor het ENEF draagt bij tot de bevordering van de sociaal-economische groei van de Westelijke Balkan.

De belangrijkste doelstellingen zijn het scheppen van de voorwaarden voor de opstart en de groei van veelbelovende innovatieve ondernemingen. Het instrument dient ter financiering van de ontwikkeling en uitbreiding van gevestigde kleine en middelgrote ondernemingen met veel groeipotentie op hun respectieve markt, door middel van deelnemingen in aandelenkapitaal. Hiervoor kunnen investeringen in eigen vermogen en quasi-eigen vermogen worden gebruikt.

De Commissie zal het instrument onder indirect beheer uitvoeren, overeenkomstig artikel 139 van het Financieel Reglement. Bij indirect beheer kan de Commissie de uitvoering toevertrouwen aan de Europese Investeringsbank (EIB), inclusief het Europese Investeringsfonds (EIF). Het instrument wordt uitgevoerd in indirect beheer, waarbij de uitvoering wordt toevertrouwd aan het EIF.

Er waren in 2014 nog geen effectieve investeringen in het kader van het instrument gedaan, maar de EBRD had wel projecten in de pipeline zitten die op 31 december 2014 aan een zorgvuldig onderzoek onderworpen waren. Na een investeringsperiode van maximaal 5 jaar wordt de portefeuille in een daaropvolgende periode van maximaal 5 jaar afgewikkeld. Het geografische toepassingsgebied is de Westelijke Balkan, overeenkomstig Verordening (EU) nr. 236/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften en procedures voor de tenuitvoerlegging van de instrumenten van de Unie ter financiering van extern optreden (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 95).

 

iv)

Voorgenomen verrichtingen, met inbegrip van doelvolumen gebaseerd op de hefboomwerking die voortvloeit uit de bestaande financiële instrumenten

De beoogde financiële toewijzing voor het instrument bedraagt 11,0 miljoen EUR (waarvan 1,1 miljoen EUR een voorziening is voor vergoedingen voor het EIF als trustee voor de Commissie, 0,4 miljoen EUR een voorziening is voor technische bijstand en 9,5 miljoen EUR het eigen vermogen is). 10,4 miljoen EUR is in december 2012 uitbetaald aan het EIF in zijn hoedanigheid van trustee. Met dit bedrag zal in totaal ongeveer 55 miljoen EUR aan investeringen in het fonds worden gemobiliseerd, wat neerkomt op een hefboomfactor 5. In combinatie met de geplande mede-investeringen in de verhouding 1:1 door de EBRD uit hoofde van de faciliteit lokale ondernemingen kan de totale investering 110 miljoen EUR bereiken, hetgeen hefboomfactor 10 impliceert.

De totale begrotingsvastlegging van 11,0 miljoen EUR uit hoofde van IPA I kan, mits de desbetreffende financieringsbesluiten worden genomen, worden verhoogd in het kader van het programma met meerdere begunstigden IPA II.

De geraamde initiële vastlegging voor de totale programmeringsperiode bedraagt 11 miljoen EUR.

De in het projectaanvraagformulier voor de EDIF vermelde hefboomfactor is 10 voor de gehele levensduur van het financiële instrument.

Uitgaande van de hefboomdoelstelling van het instrument wordt geraamd dat 110 miljoen EUR aan investeringen zal worden gedaan tijdens de gehele looptijd van het programma.

Bedrijfsinnovatiefonds (ENIF) in het kader van de faciliteit voor bedrijfsontwikkeling en innovatie voor de Westelijke Balkan

 

i)

Basishandeling

Verordening (EG) nr. 1085/2006 van de Raad van 17 juli 2006 tot invoering van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA) en met name artikel 14, lid 3 (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 82).

 

ii)

Begrotingsonderdelen

Post 22 02 04 01 — Meerlandenprogramma’s, regionale integratie en territoriale samenwerking (in begrotingsnomenclatuur 2014).

 

iii)

Algemene beschrijving van het financiële instrument, met inbegrip van looptijd en gevolgen voor de begroting

Het financiële instrument van de Unie voor het ENIF draagt bij tot de bevordering van de sociaal-economische groei van de Westelijke Balkan. De belangrijkste doelstellingen zijn het scheppen van de voorwaarden voor de opstart en de groei van innovatieve ondernemingen, door middel van investeringen in eigen vermogen gedurende de aanloopfase. Het instrument is bedoeld voor de financiering van investeringen gedurende de aanloop-, ontwikkelings- en expansiefase van innovatieve kleine en middelgrote ondernemingen. Hiervoor kunnen investeringen in eigen vermogen en quasi-eigen vermogen worden gebruikt.

De Commissie zal het instrument onder indirect beheer uitvoeren, overeenkomstig artikel 139 van het Financieel Reglement. Bij indirect beheer kan de Commissie de uitvoering toevertrouwen aan de Europese Investeringsbank (EIB), inclusief het Europese Investeringsfonds (EIF). Het instrument wordt uitgevoerd in indirect beheer, waarbij de uitvoering wordt toevertrouwd aan het EIF.

Het instrument is volledig in werking sinds september 2015, wanneer de overeenkomst inzake de commanditaire vennootschap werd afgerond en er volledig ingetekend was op het fonds. Op 2 september 2015 werd de eerste closing voor het ENIF gerealiseerd en het fonds juridisch opgericht in Nederland. Bij deze closing werd er volgend kapitaal ingebracht: EU — 12,5 miljoen EUR; EBRD — 5 miljoen EUR; begunstigden — 2,374 miljoen EUR; particuliere beleggers — 5,25 miljoen EUR, zijnde een totaal van 25,124 miljoen EUR.

Na een investeringsperiode van maximaal 5 jaar zal de portefeuille in een daaropvolgende periode van maximaal 5 jaar afgewikkeld worden. Het geografische toepassingsgebied is de Westelijke Balkan, overeenkomstig Verordening (EU) nr. 236/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften en procedures voor de tenuitvoerlegging van de instrumenten van de Unie ter financiering van extern optreden (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 95).

 

iv)

Voorgenomen verrichtingen, met inbegrip van doelvolumen gebaseerd op de hefboomwerking die voortvloeit uit de bestaande financiële instrumenten

De beoogde financiële toewijzing voor het instrument bedraagt 21,2 miljoen EUR (waarvan 0,9 miljoen EUR een voorziening is voor vergoedingen voor het EIF als trustee voor de Commissie, 6,2 miljoen EUR een voorziening is voor technische bijstand en 14,1 miljoen EUR het eigen vermogen is) die is vastgelegd en uitbetaald aan het EIF in zijn hoedanigheid van beheerder. Per 31 december 2014 wordt het bedrag op de balans van DG NEAR als kasequivalent (fiduciaire rekening) en nog niet als financieel instrument aangemerkt. Dit bedrag zal als hefboom dienen voor een totale investering van ongeveer 40 miljoen EUR, hetgeen een hefboomfactor 2 impliceert.

De totale begrotingsvastlegging van 21,2 miljoen EUR uit hoofde van IPA I kan, mits de desbetreffende financieringsbesluiten worden genomen, worden verhoogd in het kader van het programma met meerdere begunstigden IPA II.

De geraamde initiële vastlegging voor de totale programmeringsperiode bedraagt 22,2 miljoen EUR.

De in het projectaanvraagformulier voor de EDIF vermelde hefboomfactor is 2 voor de gehele levensduur van het financiële instrument.

Uitgaande van de hefboomdoelstelling van het instrument wordt geraamd dat 40 miljoen EUR aan investeringen zal worden gedaan tijdens de gehele looptijd van het programma.

Overige (gemengd)

Europees Fonds voor Zuidoost-Europa (EFSE)

 

i)

Basishandeling

Verordening (EG) nr. 1085/2006 van de Raad van 17 juli 2006 tot invoering van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA) (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 82).

Europees Fonds voor Zuidoost-Europa (EFSE), Bijstand van de Gemeenschap voor wederopbouw, ontwikkeling en stabilisering (CARDS) 2006/018-264, IPA 2007/019-344, IPA 2008/020-300 en IPA 2009/021-373.

Verordening (EU) nr. 231/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 11).

 

ii)

Begrotingsonderdelen

Post 22 02 04 01 — Meerlandenprogramma’s, regionale integratie en territoriale samenwerking (in begrotingsnomenclatuur 2014).

 

iii)

Algemene beschrijving van het financiële instrument, met inbegrip van looptijd en gevolgen voor de begroting

Het EFSE is een vorm van publiek-privaat partnerschap. Het doel is via de hefboomwerking van donormiddelen van de overheid kapitaal uit de particuliere sector aan te trekken om de ontwikkeling van de particuliere sector in de regio te stimuleren. Het EFSE verstrekt leningen aan commerciële banken en instellingen voor microfinanciering op de Westelijke Balkan, zodat zij deze doorlenen aan micro- en kleine ondernemingen en aan huishoudens. Het EFSE wordt beheerd door het Europese Investeringsfonds (EIF) en sorteert effect op drie niveaus:

 

ondersteunen van micro- en kleine ondernemingen als de ruggengraat van de lokale economie, en aldus bijdragen aan het genereren van inkomen en werkgelegenheid;

 

tegemoet komen aan de basisbehoefte van fatsoenlijke huisvesting;

 

versterken van de lokale financiële markten.

Het betreft hier een zogeheten „revolving fund” met een looptijd van onbepaalde duur. Verlenging van de onderliggende delegatieovereenkomsten waarbij het administratief beheer van de IPA-middelen in het kader van het EFSE aan het EIF wordt toevertrouwd, is gepland in het kader van IPA II, meerlandenprogramma 2015 (onder voorbehoud van besluit).

De totale EU-bijdragen aan het EFSE, zijnde 88 968 090 EUR, omvatten aandelen en kasmiddelentransfers van andere instrumenten van de periode 2006-2011.

 

iv)

Voorgenomen verrichtingen, met inbegrip van doelvolumen gebaseerd op de hefboomwerking die voortvloeit uit de bestaande financiële instrumenten

Voor 2015 waren (behalve 1,6 miljoen EUR aanvullende toewijzing voor de beheersvergoedingen van het EIF tot eind 2023) geen vastleggingen voorzien voor aanvullende financiering uit IPA II van de nieuwe EFSE-aandeleninschrijvingen.

De op 31 december 2014 voor de totale programmeringsperiode geraamde begrotingstoewijzing is gelijk aan de totale toewijzing tot op dat moment, zijnde 88 968 090 EUR.

De hefboomfactor van het EFSE bedraagt momenteel ongeveer 40.

Op basis van het effectieve hefboomeffect van het instrument wordt geschat dat het ruim 3,6 miljard EUR aan leningen aan eindbegunstigden zal voortbrengen.

Green for Growth Fund (GGF)

 

i)

Basishandeling

Verordening (EG) nr. 1085/2006 van de Raad van 17 juli 2006 tot invoering van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA) (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 82).

Green for Growth Fund (GGF), IPA 2009 / 021-373

Verordening (EU) nr. 231/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 11).

 

ii)

Begrotingsonderdelen

Post 22 02 04 01 — Meerlandenprogramma’s, regionale integratie en territoriale samenwerking (in begrotingsnomenclatuur 2014).

 

iii)

Algemene beschrijving van het financiële instrument, met inbegrip van looptijd en gevolgen voor de begroting

Het Green for Growth Fund voor Zuidoost-Europa heeft als doel om, via een publiek-privaat partnerschap met een gelaagde risico-rendementstructuur bij te dragen tot meer energie-efficiëntie en hernieuwbare energie in Zuidoost-Europa en Turkije, voornamelijk door het verstrekken van gerichte financiering aan bedrijven en huishoudens, in partnerschap met financiële instellingen en via rechtstreekse financiering.

De investeringen van het GGF zijn erop gericht het energieverbruik en de CO2-uitstoot met 20 % terug te dringen, door

 

herfinanciering van financiële instellingen (lokale commerciële banken, niet-bancaire financiële instellingen zoals microfinanciers en leasingmaatschappijen, en andere geselecteerde financiële instellingen) die krediet verstrekken aan huishoudens, bedrijven, gemeenten en overheden ten behoeve van energie-efficiëntiemaatregelen of projecten met hernieuwbare energie. Investeringen via financiële instellingen zullen het leeuwendeel van de GGF-investeringen uitmaken;

 

verstrekking van directe financiering aan niet-financiële instellingen (energieservicebedrijven, bedrijven of projecten voor hernieuwbare energie, kleinschalige leveranciers van hernieuwbare energie en bedrijven actief op het gebied van energie-efficiëntie) die voldoen aan de doelstellingen van het GGF inzake energiebesparing en/of emissies, aan de technische criteria en die niet op de uitsluitingslijst van het GGF staan.

Het betreft hier een zogeheten „revolving fund” met een looptijd van onbepaalde duur. Verlenging van de onderliggende delegatieovereenkomsten waarbij het administratief beheer van de IPA-middelen in het kader van het EFSE aan het EIF wordt toevertrouwd, is gepland in het kader van IPA II, meerlandenprogramma 2015 (onder voorbehoud van besluit).

Het totaalbedrag van de EU-bijdragen aan het GGF, zijnde 38 633 232 EUR, is inclusief de inschrijving op C-aandelen.

 

iv)

Voorgenomen verrichtingen, met inbegrip van doelvolumen gebaseerd op de hefboomwerking die voortvloeit uit de bestaande financiële instrumenten

Voor 2015 waren (behalve 1,6 miljoen EUR aanvullende toewijzing voor de beheersvergoedingen van het EIF tot eind 2023) geen vastleggingen voorzien voor aanvullende financiering uit IPA II van de nieuwe inschrijvingen op GGF-aandelen.

De op 31.12.2014 voor de totale programmeringsperiode geraamde begrotingstoewijzing is gelijk aan de totale toewijzing tot op dat moment, zijnde 38 633 232 EUR.

Het hefboomeffect van het GGF bedraagt momenteel ongeveer 8,6 (totale omvang van het fonds gedeeld door de EU-bijdrage). Geschat wordt dat door de hefboomwerking ruim 330 miljoen EUR aan leningen aan eindbegunstigden zal worden gegenereerd.

Steunkrediet voor het herstel van het mkb in Turkije

 

i)

Basishandeling

Verordening (EG) nr. 1085/2006 van de Raad van 17 juli 2006 tot invoering van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA) (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 82).

Crisispakket (IPA 2009/021-373).

 

ii)

Begrotingsonderdelen

Artikel 22 02 51 — Voltooiing van de eerdere pretoetredingssteun (vóór 2014) (in begrotingsnomenclatuur 2014).

 

iii)

Algemene beschrijving van het financiële instrument, met inbegrip van looptijd en gevolgen voor de begroting

De algemene doelstelling van het instrument is het verzachten van de gevolgen van de crisis voor het midden- en kleinbedrijf en bijdragen tot de ontwikkeling van de economie en de werkgelegenheid in Turkije. De belangrijkste doelstelling is de ondersteuning van het mkb met concrete productieve investeringen door toegang te bieden tot aantrekkelijke schuldfinanciering met een langere looptijd. De cofinanciering van leningen verloopt via lokale commerciële banken in Turkije (de financiële intermediairs) en heeft betrekking op in aanmerking komende investeringen door het mkb. In het kader van dit instrument verstrekt de Europese Investeringsbank (EIB) leningen uit eigen middelen, in combinatie met leningen uit de Uniebijdrage.

Individuele kleine en middelgrote ondernemingen komen in aanmerking voor financiering door een financiële intermediair via de middelen uit hoofde van het instrument (de sublening), voor een bedrag van minimaal 200 000 EUR en maximaal 5,0 miljoen EUR en een minimumlooptijd van 4 jaar.

De financiële vastlegging van de Commissie voor het instrument bedraagt 30,0 miljoen EUR (waarvan 360 000 EUR voor beheersvergoedingen). Het instrument wordt uitgevoerd in gedeeld beheer met de EIB, die 120,0 miljoen EUR bijdraagt. De maatregel loopt af in december 2016. Het instrument zal waarschijnlijk pas in 2026 volledig afgewikkeld zijn.

 

iv)

Voorgenomen verrichtingen, met inbegrip van doelvolumen gebaseerd op de hefboomwerking die voortvloeit uit de bestaande financiële instrumenten

De EU-vastlegging 2009 van 30 miljoen EUR heeft een volume aan kredietverlening van 150 miljoen EUR bij de twee deelnemende Turkse banken ondersteund.

De geraamde begrotingstoewijzing voor de totale programmeringsperiode bedraagt 30 miljoen EUR.

De in de rechtsgrondslag en de evaluatie vooraf vastgelegde hefboomdoelstelling is 10 op 1 tijdens de levensduur van het financiële instrument.

Uitgaande van de hefboomdoelstellingen van het instrument bedraagt het totale bedrag aan gemobiliseerde leningen naar schatting 300 miljoen EUR tijdens de gehele looptijd van het programma.

PUBLICATIEBUREAU

ONTVANGSTEN

TITEL 4

DIVERSE BELASTINGEN, HEFFINGEN EN BIJDRAGEN VAN DE UNIE

 

Artikel

Post

Rubriek

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

% 2014-2016

HOOFDSTUK 4 0

4 0 0

Opbrengst van de belasting op de salarissen, lonen en vergoedingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden

3 398 000

3 245 000

3 419 066,59

100,62

4 0 3

Opbrengst van de tijdelijke bijdrage die van toepassing is op de bezoldigingen van de leden van de instellingen, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

p.m.

p.m.

1 519,20

 

4 0 4

Opbrengst van de speciale heffing en de solidariteitsheffing die van toepassing zijn op de bezoldigingen van de leden van de instelling, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

687 000

677 000

1 033 766,26

150,48

 

HOOFDSTUK 4 0 — TOTAAL

4 085 000

3 922 000

4 454 352,05

109,04

HOOFDSTUK 4 1

4 1 0

Bijdragen van het personeel aan de pensioenregeling

4 340 000

4 276 000

3 480 715,89

80,20

 

HOOFDSTUK 4 1 — TOTAAL

4 340 000

4 276 000

3 480 715,89

80,20

 

Titel 4 — Totaal

8 425 000

8 198 000

7 935 067,94

94,18

HOOFDSTUK 4 0 —

INHOUDINGEN OP DE BEZOLDIGINGEN

 

HOOFDSTUK 4 1 —

BIJDRAGEN AAN DE PENSIOENREGELING

HOOFDSTUK 4 0 —   INHOUDINGEN OP DE BEZOLDIGINGEN

4 0 0

Opbrengst van de belasting op de salarissen, lonen en vergoedingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

3 398 000

3 245 000

3 419 066,59

Toelichting

Deze ontvangsten bestaan uit de totale opbrengst van de belasting op de salarissen, lonen en vergoedingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden, die maandelijks op de salarissen van het personeel van het Bureau wordt ingehouden.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 260/68 van de Raad van 29 februari 1968 tot vaststelling van de voorwaarden en de wijze van heffing van de belasting ten bate van de Europese Gemeenschappen (PB L 56 van 4.3.1968, blz. 8).

Referentiebesluiten

Protocol betreffende de voorrechten en immuniteiten van de Europese Unie, met name artikel 12.

4 0 3

Opbrengst van de tijdelijke bijdrage die van toepassing is op de bezoldigingen van de leden van de instellingen, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

1 519,20

Toelichting

Deze ontvangsten bestaan uit de totale opbrengst van de tijdelijke bijdrage die van toepassing is op de bezoldigingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst, die maandelijks op de salarissen van het personeel van het Bureau wordt ingehouden.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 66 bis in de versie die van kracht was tot 15 december 2003.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

4 0 4

Opbrengst van de speciale heffing en de solidariteitsheffing die van toepassing zijn op de bezoldigingen van de leden van de instelling, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

687 000

677 000

1 033 766,26

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 66 bis.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

HOOFDSTUK 4 1 —   BIJDRAGEN AAN DE PENSIOENREGELING

4 1 0

Bijdragen van het personeel aan de pensioenregeling

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

4 340 000

4 276 000

3 480 715,89

Toelichting

Deze ontvangsten bestaan uit de totale opbrengst van de bijdragen van het personeel van het Bureau aan de financiering van de pensioenregeling, die overeenkomstig artikel 83, lid 2, van het Statuut maandelijks op hun salarissen wordt ingehouden.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

TITEL 6

BIJDRAGEN AAN PROGRAMMA'S VAN DE UNIE, VERGOEDING VAN UITGAVEN EN ONTVANGSTEN

 

Artikel

Post

Rubriek

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

% 2014-2016

HOOFDSTUK 6 6

6 6 0

Overige bijdragen en terugbetalingen

6 6 6 0

Overige bestemmingsbijdragen en -terugbetalingen

p.m.

p.m.

0,—

 
 

Artikel 6 6 0 — Totaal

p.m.

p.m.

0,—

 
 

HOOFDSTUK 6 6 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0,—

 
 

Titel 6 — Totaal

p.m.

p.m.

0,—

 
 

TOTAAL-GENERAAL

8 425 000

8 198 000

7 935 067,94

94,18

HOOFDSTUK 6 6 —

OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN

HOOFDSTUK 6 6 —   OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN

6 6 0

Overige bijdragen en terugbetalingen

6 6 6 0

Overige bestemmingsbijdragen en -terugbetalingen

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Op deze post worden, overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement, de eventuele ontvangsten geboekt waarin niet is voorzien bij de andere onderdelen van titel 6 en die aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten ter financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

UITGAVEN

Algemene samenvatting van de kredieten (2016 en 2015) en van de uitvoering (2014)

 

Titel

Hoofdstuk

Rubriek

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

A2

PUBLICATIEBUREAU

A2 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN

71 951 200

72 748 000

74 645 421,09

A2 02

SPECIFIEKE ACTIVITEITEN

7 300 000

7 091 000

16 256 786,25

A2 10

RESERVES

p.m.

p.m.

0,—

 

Titel A2 — Totaal

79 251 200

79 839 000

90 902 207,34

TITEL A2

PUBLICATIEBUREAU

 

Artikel

Post

Rubriek

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

% 2014-2016

HOOFDSTUK A2 01

A2 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen

       

Niet-gesplitste kredieten

54 858 000

54 361 000

55 371 340,75

100,94

A2 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven

A2 01 02 01

Extern personeel

       

Niet-gesplitste kredieten

2 376 000

2 413 000

2 773 712,62

116,74

A2 01 02 11

Overige beheersuitgaven

       

Niet-gesplitste kredieten

549 000

600 000

529 140,—

96,38

 

Artikel A2 01 02 — Totaal

2 925 000

3 013 000

3 302 852,62

112,92

A2 01 03

Gebouwen en daarmee samenhangende uitgaven

       

Niet-gesplitste kredieten

14 165 200

15 371 000

15 797 320,59

111,52

A2 01 50

Personeelsbeleid en -beheer

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

151 907,13

 

A2 01 51

Beleid en beheer van infrastructuur

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

19 000,—

 

A2 01 60

Uitgaven voor documentatie en bibliotheek

       

Niet-gesplitste kredieten

3 000

3 000

3 000,—

100,00

 

HOOFDSTUK A2 01 — TOTAAL

71 951 200

72 748 000

74 645 421,09

103,74

HOOFDSTUK A2 02

A2 02 01

Productie

       

Niet-gesplitste kredieten

800 000

1 280 000

4 671 037,60

583,88

A2 02 02

Catalogisering en archivering

       

Niet-gesplitste kredieten

1 900 000

1 800 000

1 608 254,31

84,64

A2 02 03

Materiële distributie en promotie

       

Niet-gesplitste kredieten

1 300 000

1 700 000

6 803 959,70

523,38

A2 02 04

Publieke websites

       

Niet-gesplitste kredieten

3 300 000

2 311 000

3 173 534,64

96,17

 

HOOFDSTUK A2 02 — TOTAAL

7 300 000

7 091 000

16 256 786,25

222,70

HOOFDSTUK A2 10

A2 10 01

Voorzieningen

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0,—

 

A2 10 02

Reserve voor onvoorziene omstandigheden

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0,—

 
 

HOOFDSTUK A2 10 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0,—

 
 

Titel A2 — Totaal

79 251 200

79 839 000

90 902 207,34

114,70

HOOFDSTUK A2 01 —

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN

 

HOOFDSTUK A2 02 —

SPECIFIEKE ACTIVITEITEN

 

HOOFDSTUK A2 10 —

RESERVES

HOOFDSTUK A2 01 —   ADMINISTRATIEVE UITGAVEN

A2 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

54 858 000

54 361 000

55 371 340,75

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking, voor de ambtenaren en tijdelijke functionarissen die een ambt bekleden op de lijst van het aantal ambten, van:

 

de salarissen, vergoedingen en aan de salarissen gekoppelde toelagen;

 

de ongevallen- en ziektekostenverzekering en andere sociale lasten;

 

de werkloosheidsverzekering voor tijdelijke functionarissen en de door het Publicatiebureau te verrichten betalingen voor tijdelijke functionarissen met het oog op vorming of behoud van pensioenrechten in hun land van herkomst;

 

de overige toelagen en vergoedingen;

 

de aanpassingscoëfficiënten die van toepassing zijn op de bezoldigingen van de ambtenaren en tijdelijke functionarissen, alsmede de aanpassingscoëfficiënten op het gedeelte van de emolumenten dat naar een ander land dan dat van tewerkstelling wordt overgeboekt;

 

de reiskosten van ambtenaren en tijdelijke functionarissen (inclusief gezinsleden) bij indiensttreding, beëindiging van de dienst of overplaatsing met verandering van standplaats;

 

inrichtingsvergoedingen van ambtenaren en tijdelijke functionarissen die bij indiensttreding, verandering van standplaats of beëindiging van de dienst van woonplaats (moeten) veranderen;

 

de kosten van verhuizing die verschuldigd zijn aan ambtenaren en tijdelijke functionarissen die, na hun indiensttreding of ingevolge hun aanstelling naar een andere plaats van tewerkstelling, moeten verhuizen, alsmede bij de definitieve stopzetting van hun beroepsbezigheden gevolgd door een herinrichting op een andere plaats;

 

de kosten van eventuele actualiseringen van de bezoldigingen in de loop van het begrotingsjaar.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

A2 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven

A2 01 02 01

Extern personeel

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

2 376 000

2 413 000

2 773 712,62

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de bezoldiging van arbeidscontractanten (in de zin van titel IV van de Regeling van toepassing op de andere personeelsleden), het stelsel van sociale verzekering voor arbeidscontractanten van de instelling zoals beschreven in titel IV en de kosten voor aanpassingscoëfficiënten die op de bezoldiging van dergelijke personeelsleden van toepassing zijn;

 

de uitgaven (bezoldigingen, verzekeringen enz.) die voortvloeien uit privaatrechtelijke contracten van externe personeelsleden, en het gebruikmaken van uitzendkrachten;

 

de uitgaven in verband met de detachering of tijdelijke aanstelling bij de diensten van het Publicatiebureau van ambtenaren van de lidstaten en andere deskundigen, alsmede de extra uitgaven die voortvloeien uit de terbeschikkingstelling van ambtenaren aan nationale overheidsdiensten of internationale organisaties;

 

de kosten van eventuele actualiseringen van de bezoldigingen in de loop van het begrotingsjaar;

 

de prestaties ad hoc inzake tekstcorrectie, de uitgaven in verband met freelance en interim-personeel, alsmede de hiermee gepaard gaande administratieve uitgaven.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

Modaliteiten in verband met de aanstelling en de bezoldiging en andere financiële voorwaarden vastgesteld door de Commissie.

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

A2 01 02 11

Overige beheersuitgaven

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

549 000

600 000

529 140,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de vervoerskosten, dagvergoedingen en bijkomende of bijzondere kosten bij dienstreizen voor het onder het statuut vallende personeel, alsmede voor de nationale of internationale gedetacheerde deskundigen of ambtenaren;

 

de kosten die in verband met representatieverplichtingen namens het Publicatiebureau, in het belang van de dienst, zijn gemaakt en die worden vergoed (niet bij representatieverplichtingen jegens ambtenaren of andere personeelsleden van de Commissie of van andere instellingen van de Unie);

 

de reis- en verblijfkosten en bijkomende kosten van de deskundigen die in de studie- en werkgroepen samenkomen, alsmede de kosten welke vergaderingen met zich brengen, voor zover deze niet worden gedekt door de bestaande infrastructuur in de zetel van de instellingen of in externe bureaus (de kosten van de deskundigen worden vergoed op basis van een besluit van de Commissie);

 

de kosten voor verfrissingen, en incidenteel voor lichte maaltijden, die tijdens interne vergaderingen worden verstrekt;

 

de uitgaven voor conferenties, congressen en vergaderingen waaraan het Publicatiebureau deelneemt of die het organiseert;

 

de uitgaven voor opleiding met als doel de vaardigheden van het personeel te verbeteren zodat het qua prestaties en efficiëntie in de specifieke behoeften van het Publicatiebureau kan voorzien;

 

het inschakelen van deskundigen voor de identificatie van de behoeften en voor het ontwerp, het opstellen, de realisatie, de evaluatie van en het toezicht op de opleiding;

 

het inschakelen van consultants op verschillende terreinen, met name inzake organisatiemethodiek, management, strategie, kwaliteit en personeelsbeheer;

 

de kosten van deelname aan externe opleidingen en voor lidmaatschap van relevante beroepsorganisaties;

 

uitgaven in verband met de praktische organisatie van cursussen en de uitgaven voor de leslokalen, het vervoer, de maaltijden en het verblijf van deelnemers aan cursussen met verblijf;

 

de opleidingsuitgaven met betrekking tot publicaties, informatie, desbetreffende internetsites, aankoop van pedagogisch materiaal, abonnementen en licenties voor afstandsonderwijs, boeken, perspublicaties en multimedia;

 

de financiering van didactisch materiaal;

 

de uitgaven voor studies en gespecialiseerde raadplegingen, die bij contract worden toegewezen aan hoog gekwalificeerde deskundigen voor zover het personeel waarover het Publicatiebureau beschikt, deze niet zelf kan uitvoeren, met inbegrip van de aankoop van reeds uitgevoerde studies;

 

de kosten voor de deelname van het Publicatiebureau aan de Bridge Forum Dialogue.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

Modaliteiten in verband met de aanstelling en de bezoldiging en andere financiële voorwaarden vastgesteld door de Commissie.

A2 01 03

Gebouwen en daarmee samenhangende uitgaven

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

14 165 200

15 371 000

15 797 320,59

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met de gebouwen van het Bureau en andere daarmee samenhangende uitgaven, waaronder:

 

de uitgaven voor de aankoop, de huurkoop of de bouw van gebouwen;

 

de huur en de erfpacht, de diverse belastingen en heffingen op koopopties met betrekking tot gebouwen of gedeelten van gebouwen, alsmede de huur van conferentieruimten, magazijnen, opslagplaatsen, garages en parkeerplaatsen;

 

de verzekeringspremies voor door het Publicatiebureau gebruikte gebouwen of gedeelten van gebouwen;

 

de uitgaven voor water, gas, elektriciteit en verwarming voor de gebouwen of gedeelten van gebouwen die door het Publicatiebureau worden gebruikt;

 

de uitgaven voor onderhoud van de lokalen, de liften, enz. en de installaties voor centrale verwarming, airconditioning enz.; de uitgaven voor bepaalde periodieke schoonmaakbeurten, de aankoop van producten voor onderhoud, wassen, bleken, chemische reiniging enz. evenals schilderwerk, reparaties en noodzakelijke leveringen voor de onderhoudsploegen;

 

de uitgaven voor selectieve verwerking, opslag en verwijdering van afval;

 

de uitgaven voor inrichtingswerkzaamheden zoals het verplaatsen van tussenschotten in de gebouwen, het aanbrengen van veranderingen aan technische installaties en andere gespecialiseerde verrichtingen met betrekking tot sloten, elektriciteit, sanitair, schilderwerk, vloerbedekking enz., alsmede van de kosten in verband met wijzigingen in het kabelnetwerk en de kosten van het materieel dat hierbij nodig is (alvorens contracten ten belope van meer dan 300 000 EUR te verlengen of te sluiten, informeert het Bureau, met het oog op een rationalisering van de uitgaven, bij de andere instellingen naar de door elk van hen voor gelijksoortige opdrachten verkregen voorwaarden (prijs, gekozen valuta, indexering, looptijd, andere clausules));

 

de uitgaven inzake de fysieke en materiële veiligheid van de personen en goederen, met name de contracten inzake het toezicht op de gebouwen, de onderhoudscontracten voor de beveiligingsinstallaties en de aankoop van klein materieel (alvorens contracten ten belope van meer dan 300 000 EUR te verlengen of te sluiten, informeert het Bureau, met het oog op een rationalisering van de uitgaven, bij de andere instellingen naar de door elk van hen voor gelijksoortige opdrachten verkregen voorwaarden (prijs, gekozen valuta, indexering, looptijd, andere clausules));

 

de uitgaven inzake de hygiëne en de bescherming van personen op de werkplek, met name de aankoop, de huur en het onderhoud van brandbestrijdingsmaterieel, de vervanging van de uitrusting van de ambtenaren die deel uitmaken van eerstehulpdiensten en de kosten van wettelijke controles (alvorens contracten ten belope van meer dan 300 000 EUR te verlengen of te sluiten, informeert het Bureau, met het oog op een rationalisering van de uitgaven, bij de andere instellingen naar de door elk van hen voor gelijksoortige opdrachten verkregen voorwaarden (prijs, gekozen valuta, indexering, looptijd, andere clausules));

 

de kosten voor juridische, technische en financiële expertises vóór de aankoop, de huur of de bouw van gebouwen;

 

de overige uitgaven in verband met gebouwen, met name de kosten voor het beheren van de gebouwen met meerdere huurders, de kosten in verband met het opmaken van de boedelbeschrijving, de belastingen ter vergoeding van de openbare nutsvoorzieningen (straatbelasting, vuilnisophaaldienst enz.);

 

de uitgaven voor technische bijstand in verband met belangrijke inrichtingswerkzaamheden;

 

de aankoop, de huur of leasing, het onderhoud, de reparatie, de installatie en de vervanging van uitrusting en technisch materieel;

 

de aankoop, de huur of leasing, het onderhoud en de reparatie van meubilair;

 

de aankoop, de huur of leasing, het onderhoud en de reparatie van vervoersmiddelen;

 

diverse verzekeringen (met name voor wettelijke aansprakelijkheid en tegen diefstal);

 

de kosten voor werkuitrusting, met name:

 

de aankoop van werkkleding (met name voor portiers, chauffeurs en restaurantmedewerkers);

 

de aankoop en reiniging van werkkleding voor het personeel van de werkplaatsen en personeel dat werk moet verrichten waarbij een bescherming tegen slecht weer en koude of ook tegen abnormale slijtage en vuil worden van eigen kleding noodzakelijk is;

 

de aankoop of vergoeding van al het materieel dat nodig is in het kader van de toepassing van de Richtlijnen 89/391/EEG en 90/270/EEG;

 

de kosten van de verhuizing en hergroepering van diensten en de behandelingskosten (ontvangst, opslag, plaatsing) van kantooruitrusting, -meubilair en -benodigdheden;

 

de uitgaven in verband met de uitrusting van gebouwen op het gebied van telecommunicatie, met name de aankoop, de huur, de installatie en het onderhoud van telefooncentrales en -lijnen, de geluidssystemen en videoconferentie-installaties, intercominstallaties en mobilofoons, alsmede de uitgaven voor de informatienetwerken (uitrusting en onderhoud) en de bijbehorende diensten (beheer, ondersteuning, documentatie, installatie en verhuizing);

 

aankoop, huur of leasing en onderhoud van computerapparatuur, zoals computers, terminals, servers, microcomputers, randapparatuur, aansluitingsapparatuur, alsmede de voor hun werking benodigde programmatuur;

 

aankoop, huur of leasing van apparatuur voor de weergave van de informatie op papier, zoals printers, faxtoestellen, kopieerapparaten, scanners en microkopieerapparaten;

 

aankoop, huur of leasing van schrijfmachines, tekstverwerkers en alle in kantoren gebruikte elektronische apparatuur;

 

installatie, configuratie, onderhoud, studies, documentatie en benodigdheden in verband met deze apparatuur;

 

de kosten van de aankoop van papier, enveloppen, kantoorbenodigdheden enz.;

 

de frankering van de correspondentie, de verzendkosten van postpakketten en andere colli per vliegtuig, per boot of per spoor en van de interne post bij het Publicatiebureau;

 

de abonnementskosten en de kosten van gesprekken via kabel of radiogolflengte (vaste en mobiele telefoon, internet, televisie, teleconferentie, videoconferentie), alsmede de kosten in verband met de netwerken voor gegevenstransmissie, telematica enz., en de aankoop van abonneelijsten;

 

de kosten voor telefoongesprekken en computerverbindingen tussen de verschillende gebouwen en voor de internationale telecommunicatie tussen de verschillende vestigingsplaatsen van de Unie;

 

technische en logistieke ondersteuning, opleiding en andere activiteiten van algemeen belang in verband met computerapparatuur en -programmatuur, algemene informaticaopleidingen, abonnementen op technische documentatie (op papier of in elektronische vorm) enz., het externe bedieningspersoneel, servicebureaus, abonnementen bij internationale organisaties enz., veiligheidsonderzoeken en kwaliteitscontrole van computerapparatuur en -programmatuur, de kosten van gebruik, onderhoud en ontwikkeling van programmatuur en de uitvoering van IT-projecten;

 

de overige huishoudelijke uitgaven waarin hierboven niet specifiek is voorzien.

Dit krediet dekt niet de uitgaven die verband houden met de industriële activiteiten van de drukkerij en het distributiecentrum.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten in overeenstemming met artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 10 000 EUR.

Rechtsgronden

Richtlijn 89/391/EEG van de Raad van 12 juni 1989 betreffende de tenuitvoerlegging van maatregelen ter bevordering van de verbetering van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers op het werk (PB L 183 van 29.6.1989, blz. 1).

Richtlijn 90/270/EEG van de Raad van 29 mei 1990 betreffende minimumvoorschriften inzake veiligheid en gezondheid met betrekking tot het werken met beeldschermapparatuur (vijfde bijzondere richtlijn in de zin van artikel 16, lid 1, van Richtlijn 89/391/EEG) (PB L 156 van 21.6.1990, blz. 14).

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

A2 01 50

Personeelsbeleid en -beheer

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

p.m.

p.m.

151 907,13

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de bijdrage van het Bureau aan de exploitatiekosten van de personeelsfoyer en andere culturele en sportieve activiteiten en initiatieven ter bevordering van sociale contacten tussen personeelsleden van verschillende nationaliteiten;

 

de bijdrage van het Bureau in de kosten van kinderdagverblijven en schoolvervoer;

 

in het kader van het gehandicaptenbeleid, voor gehandicapten die behoren tot een van de volgende groepen:

 

ambtenaren en tijdelijke functionarissen in actieve dienst;

 

echtgenoten van ambtenaren en tijdelijke functionarissen in actieve dienst;

 

alle kinderen ten laste in de zin van het Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Het betreft hier de dekking, binnen de grenzen van de budgettaire mogelijkheden en na uitputting van de eventuele rechten die door het land van herkomst of woonplaats worden toegekend, van de als noodzakelijk erkende en naar behoren aangetoonde niet-medische kosten die op grond van de handicap zijn gemaakt.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

A2 01 51

Beleid en beheer van infrastructuur

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

p.m.

p.m.

19 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

uitgaven voor de werking en de aanpassing van de installaties en het materieel van de restaurants, kantines en cafetaria's;

 

de door het Publicatiebureau te betalen schadevergoedingen, alsmede uitgaven die het Publicatiebureau uit hoofde van zijn wettelijke aansprakelijkheid moet verrichten, en de eventuele uitgaven voor bepaalde gevallen waarbij om redenen van billijkheid schadeloosstelling dient te worden betaald, zonder dat daaraan rechten kunnen worden ontleend.

A2 01 60

Uitgaven voor documentatie en bibliotheek

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

3 000

3 000

3 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de abonnementskosten voor diensten voor snelle informatie via beeldscherm, de abonnementskosten voor kranten en vakbladen, de aanschaf van publicaties en van technische werken die verband houden met de activiteiten van het Publicatiebureau;

 

de kosten van abonnementen bij persagentschappen via telexapparaten of pers- en voorlichtingsbulletins.

HOOFDSTUK A2 02 —   SPECIFIEKE ACTIVITEITEN

A2 02 01

Productie

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

800 000

1 280 000

4 671 037,60

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van alle uitgaven die bestemd zijn voor „productie”-activiteiten, met name:

 

de productie van publicaties in alle vormen (papier, elektronische media), inclusief copublicatie;

 

nieuwe oplagen van publicaties en correctie van fouten waarvoor het Publicatiebureau verantwoordelijk is;

 

de aankoop van of de huurkosten voor uitrusting en infrastructuur voor de reproductie van documenten in alle vormen, inclusief de kosten van papier en andere verbruiksgoederen.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten in overeenstemming met artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 2 200 000 EUR.

Rechtsgronden

Besluit 2009/496/EG, Euratom van het Europees Parlement, de Europese Raad, de Raad, de Commissie, het Hof van Justitie van de Europese Unie, de Rekenkamer, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's van 26 juni 2009 betreffende de organisatie en de werking van het Bureau voor publicaties van de Europese Unie (PB L 168 van 30.6.2009, blz. 41).

A2 02 02

Catalogisering en archivering

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

1 900 000

1 800 000

1 608 254,31

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van alle uitgaven die bestemd zijn voor de activiteit „Catalogisering en archivering”, met name:

 

catalogisering, waaronder de kosten van documentaire en deels van judiciële analyse, alsook van indexering, specificatie en redactie, en input en onderhoud;

 

de kosten van jaarabonnementen bij internationale organisaties op het gebied van catalogisering;

 

elektronische opslag;

 

langdurige bewaring van elektronische documenten en diensten in verband daarmee, digitalisering.

Rechtsgronden

Resolutie van de Raad van 26 november 1974 betreffende de automatisering van de juridische documentatie (PB C 20 van 28.1.1975, blz. 2).

Resolutie van de Raad van 13 november 1991 over de herziening van de werking van het Celex-systeem (geautomatiseerde documentatie inzake het Gemeenschapsrecht) (PB C 308 van 28.11.1991, blz. 2).

Resolutie van de Raad van 20 juni 1994 over de elektronische verspreiding van het Gemeenschapsrecht en het uitvoeringsrecht van de lidstaten alsmede over de verbetering van de toegangsvoorwaarden (PB C 179 van 1.7.1994, blz. 3).

Besluit 2009/496/EG, Euratom van het Europees Parlement, de Europese Raad, de Raad, de Commissie, het Hof van Justitie van de Europese Unie, de Rekenkamer, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's van 26 juni 2009 betreffende de organisatie en de werking van het Bureau voor publicaties van de Europese Unie (PB L 168 van 30.6.2009, blz. 41).

A2 02 03

Materiële distributie en promotie

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

1 300 000

1 700 000

6 803 959,70

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van alle uitgaven die bestemd zijn voor de activiteit „Materiële distributie en promotie”, met name:

 

opslagactiviteiten voor publicaties: opslag, registratie van inkomende/uitgaande publicaties enz.;

 

verpakking en adressering (machines, apparatuur, verbruiksartikelen, onderhoud enz.);

 

verzendkosten: frankeerkosten, vervoer, pendeldiensten enz.;

 

acquisitie en beheer van adressenlijsten: opstellen, invoeren/coderen, updaten enz.;

 

promotie en marketing: beurzen, catalogi, prospectussen, advertenties, marktonderzoek enz.;

 

voorlichting van en bijstand aan het publiek;

 

materieel voor bibliotheken: kaartsystemen, rekken, meubelen, cataloguskasten enz.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten in overeenstemming met artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 5 000 000 EUR.

Rechtsgronden

Besluit 2009/496/EG, Euratom van het Europees Parlement, de Europese Raad, de Raad, de Commissie, het Hof van Justitie van de Europese Unie, de Rekenkamer, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's van 26 juni 2009 betreffende de organisatie en de werking van het Bureau voor publicaties van de Europese Unie (PB L 168 van 30.6.2009, blz. 41).

A2 02 04

Publieke websites

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

3 300 000

2 311 000

3 173 534,64

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van alle uitgaven die bestemd zijn voor publiekewebsitesactiviteiten (voornamelijk publicatie van EU Bookshop, Who's Who websites en gedeeltelijk EUR-LEX-websites) en met name:

 

onderhoud en ontwikkeling van publieke websites;

 

helpdesk voor de gebruikers van de websites.

Rechtsgronden

Besluit 2009/496/EG, Euratom van het Europees Parlement, de Europese Raad, de Raad, de Commissie, het Hof van Justitie van de Europese Unie, de Rekenkamer, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's van 26 juni 2009 betreffende de organisatie en de werking van het Bureau voor publicaties van de Europese Unie (PB L 168 van 30.6.2009, blz. 41).

HOOFDSTUK A2 10 —   RESERVES

A2 10 01

Voorzieningen

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

De kredieten voorzien in dit artikel zijn louter voorlopig en kunnen gebruikt worden nadat die overgeheveld zijn naar een andere begrotingspost in overeenstemming met het financieel reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

A2 10 02

Reserve voor onvoorziene omstandigheden

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

p.m.

p.m.

0,—

EUROPEES BUREAU VOOR FRAUDEBESTRIJDING

ONTVANGSTEN

TITEL 4

DIVERSE BELASTINGEN, HEFFINGEN EN BIJDRAGEN VAN DE UNIE

 

Artikel

Post

Rubriek

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

% 2014-2016

HOOFDSTUK 4 0

4 0 0

Opbrengst van de belasting op de salarissen, lonen en vergoedingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden

3 255 000

3 091 000

3 098 940,37

95,21

4 0 3

Opbrengst van de tijdelijke bijdrage die van toepassing is op de bezoldigingen van de leden van de instelling, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

p.m.

p.m.

1 308,50

 

4 0 4

Opbrengst van de speciale heffing en de solidariteitsheffing die van toepassing zijn op de bezoldigingen van de leden van de instelling, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

654 000

632 000

903 114,94

138,09

 

HOOFDSTUK 4 0 — TOTAAL

3 909 000

3 723 000

4 003 363,81

102,41

HOOFDSTUK 4 1

4 1 0

Bijdragen van het personeel aan de pensioenregeling

3 302 000

3 192 000

2 514 976,98

76,17

 

HOOFDSTUK 4 1 — TOTAAL

3 302 000

3 192 000

2 514 976,98

76,17

 

Titel 4 — Totaal

7 211 000

6 915 000

6 518 340,79

90,39

HOOFDSTUK 4 0 —

INHOUDINGEN OP DE BEZOLDIGINGEN

 

HOOFDSTUK 4 1 —

BIJDRAGEN AAN DE PENSIOENREGELING

HOOFDSTUK 4 0 —   INHOUDINGEN OP DE BEZOLDIGINGEN

4 0 0

Opbrengst van de belasting op de salarissen, lonen en vergoedingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

3 255 000

3 091 000

3 098 940,37

Toelichting

Deze ontvangsten bestaan uit alle opbrengsten van de belasting op de salarissen, lonen en vergoedingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden, die maandelijks wordt ingehouden op de bezoldigingen van het personeel van het Bureau.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

4 0 3

Opbrengst van de tijdelijke bijdrage die van toepassing is op de bezoldigingen van de leden van de instelling, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

1 308,50

Toelichting

Deze ontvangsten bestaan uit de opbrengst van de tijdelijke bijdrage die maandelijks wordt ingehouden op de bezoldigingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst van het Bureau.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 66 bis in de versie die van kracht was tot 15 december 2003.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

4 0 4

Opbrengst van de speciale heffing en de solidariteitsheffing die van toepassing zijn op de bezoldigingen van de leden van de instelling, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

654 000

632 000

903 114,94

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 66 bis.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

HOOFDSTUK 4 1 —   BIJDRAGEN AAN DE PENSIOENREGELING

4 1 0

Bijdragen van het personeel aan de pensioenregeling

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

3 302 000

3 192 000

2 514 976,98

Toelichting

Deze ontvangsten bestaan uit het totaal van de bijdragen van het personeel van het Bureau in de financiering van de pensioenregeling, die overeenkomstig het bepaalde in artikel 83, lid 2, van het Statuut maandelijks op de salarissen worden ingehouden.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

TITEL 6

BIJDRAGEN AAN PROGRAMMA'S VAN DE UNIE, VERGOEDING VAN UITGAVEN EN ONTVANGSTEN

 

Artikel

Post

Rubriek

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

% 2014-2016

HOOFDSTUK 6 6

6 6 0

Overige bijdragen en terugbetalingen

6 6 0 0

Overige bestemmingsbijdragen en -terugbetalingen

p.m.

p.m.

0,—

 
 

Artikel 6 6 0 — Totaal

p.m.

p.m.

0,—

 
 

HOOFDSTUK 6 6 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0,—

 
 

Titel 6 — Totaal

p.m.

p.m.

0,—

 
 

TOTAAL-GENERAAL

7 211 000

6 915 000

6 518 340,79

90,39

HOOFDSTUK 6 6 —

OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN

HOOFDSTUK 6 6 —   OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN

6 6 0

Overige bijdragen en terugbetalingen

6 6 0 0

Overige bestemmingsbijdragen en -terugbetalingen

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Op deze post worden, overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement, de eventuele ontvangsten geboekt die niet zijn voorzien bij de andere onderdelen van titel 6 en die aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten ter financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

UITGAVEN

Algemene samenvatting van de kredieten (2016 en 2015) en van de uitvoering (2014)

 

Titel

Hoofdstuk

Rubriek

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

A3

EUROPEES BUREAU VOOR FRAUDEBESTRIJDING

A3 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN

57 005 000

55 596 000

52 757 728,84

A3 02

FINANCIERING VAN FRAUDEBESTRIJDINGSMAATREGELEN

1 850 000

1 950 000

2 737 986,81

A3 03

UITGAVEN VOORTVLOEIENDE UIT HET MANDAAT VAN DE LEDEN VAN HET COMITÉ VAN TOEZICHT

200 000

200 000

200 000,—

A3 10

RESERVES

p.m.

p.m.

0,—

 

Titel A3 — Totaal

59 055 000

57 746 000

55 695 715,65

TITEL A3

EUROPEES BUREAU VOOR FRAUDEBESTRIJDING

 

Artikel

Post

Rubriek

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

% 2014-2016

HOOFDSTUK A3 01

A3 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen

       

Niet-gesplitste kredieten

40 471 000

39 032 000

38 153 407,92

94,27

A3 01 02

Extern personeel en andere beheersuitgaven

A3 01 02 01

Extern personeel

       

Niet-gesplitste kredieten

2 592 000

2 625 000

2 604 099,29

100,47

A3 01 02 11

Andere beheersuitgaven

       

Niet-gesplitste kredieten

2 179 000

2 289 000

2 457 972,16

112,80

 

Artikel A3 01 02 — Totaal

4 771 000

4 914 000

5 062 071,45

106,10

A3 01 03

Gebouwen en daarmee samenhangende uitgaven

       

Niet-gesplitste kredieten

11 750 000

11 632 000

9 531 643,95

81,12

A3 01 50

Personeelsbeleid en -beheer

       

Niet-gesplitste kredieten

3 000

3 000

0,—

0

A3 01 51

Beleid en beheer van infrastructuur

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0,—

 

A3 01 60

Uitgaven voor documentatie en bibliotheek

       

Niet-gesplitste kredieten

10 000

15 000

10 605,52

106,06

 

HOOFDSTUK A3 01 — TOTAAL

57 005 000

55 596 000

52 757 728,84

92,55

HOOFDSTUK A3 02

A3 02 01

Controles, studies, analyses en specifieke werkzaamheden van het Europees Bureau voor fraudebestrijding

       

Niet-gesplitste kredieten

1 700 000

1 700 000

2 551 770,16

150,10

A3 02 02

Maatregelen ter bescherming van de euro tegen valsemunterij

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

50 000

37 954,89

 

A3 02 03

Voorlichting en communicatie

       

Niet-gesplitste kredieten

150 000

200 000

148 261,76

98,84

 

HOOFDSTUK A3 02 — TOTAAL

1 850 000

1 950 000

2 737 986,81

148,00

HOOFDSTUK A3 03

A3 03 01

Uitgaven voortvloeiende uit het mandaat van de leden van het Comité van toezicht

       

Niet-gesplitste kredieten

200 000

200 000

200 000,—

100,00

 

HOOFDSTUK A3 03 — TOTAAL

200 000

200 000

200 000,—

100,00

HOOFDSTUK A3 10

A3 10 01

Voorzieningen

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0,—

 

A3 10 02

Reserve voor onvoorziene omstandigheden

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0,—

 
 

HOOFDSTUK A3 10 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0,—

 
 

Titel A3 — Totaal

59 055 000

57 746 000

55 695 715,65

94,31

HOOFDSTUK A3 01 —

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN

 

HOOFDSTUK A3 02 —

FINANCIERING VAN FRAUDEBESTRIJDINGSMAATREGELEN

 

HOOFDSTUK A3 03 —

UITGAVEN VOORTVLOEIENDE UIT HET MANDAAT VAN DE LEDEN VAN HET COMITÉ VAN TOEZICHT

 

HOOFDSTUK A3 10 —

RESERVES

HOOFDSTUK A3 01 —   ADMINISTRATIEVE UITGAVEN

A3 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

40 471 000

39 032 000

38 153 407,92

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking, voor de ambtenaren en tijdelijke functionarissen die een ambt bekleden van de personeelsformatie, van:

 

de salarissen, vergoedingen en aan de salarissen gekoppelde toelagen;

 

de ongevallen- en ziektekostenverzekering en andere sociale lasten;

 

de werkloosheidsverzekering voor tijdelijke functionarissen en de door het Bureau te verrichten betalingen voor tijdelijke functionarissen met het oog op vorming of behoud van pensioenrechten in hun land van herkomst;

 

de overige toelagen en vergoedingen;

 

de reiskosten van ambtenaren en tijdelijke functionarissen (inclusief gezinsleden) bij indiensttreding, beëindiging van de dienst of overplaatsing met verandering van standplaats;

 

de inrichtings- en herinrichtingsvergoedingen die verschuldigd zijn aan ambtenaren en tijdelijke functionarissen die, na hun indiensttreding of ingevolge hun aanstelling op een andere plaats van tewerkstelling, moeten verhuizen, alsmede bij de definitieve stopzetting van hun beroepsbezigheden gevolgd door een herinrichting op een andere plaats;

 

de kosten van verhuizing die verschuldigd zijn aan ambtenaren en tijdelijke functionarissen die, na hun indiensttreding of ingevolge hun aanstelling op een andere plaats van tewerkstelling, moeten verhuizen, alsmede bij de definitieve stopzetting van hun beroepsbezigheden gevolgd door een herinrichting op een andere plaats;

 

de aanpassingscoëfficiënten die van toepassing zijn op de bezoldigingen van de ambtenaren en tijdelijke functionarissen, alsmede de aanpassingscoëfficiënten op het gedeelte van de emolumenten dat naar een ander land dan dat van tewerkstelling wordt overgeboekt;

 

de kosten voor actualiseringen van de bezoldigingen tijdens het begrotingsjaar.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

A3 01 02

Extern personeel en andere beheersuitgaven

A3 01 02 01

Extern personeel

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

2 592 000

2 625 000

2 604 099,29

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de bezoldiging van arbeidscontractanten (in de zin van titel IV van de Regeling van toepassing op de andere personeelsleden), met inbegrip van deze die ter beschikking wordt gesteld voor het secretariaat van het Comité van toezicht, het stelsel van sociale verzekering voor arbeidscontractanten van de instelling zoals beschreven in titel IV en de kosten voor aanpassingscoëfficiënten die op de bezoldiging van dergelijke personeelsleden van toepassing zijn;

 

de uitgaven (bezoldigingen, verzekeringen enz.) die voortvloeien uit privaatrechtelijke contracten met de externe personeelsleden en het inschakelen van uitzendkrachten;

 

de uitgaven voor het personeel voor de aannemingscontracten voor toelevering van technische en administratieve diensten;

 

de uitgaven in verband met de detachering of tijdelijke aanstelling bij de diensten van het Bureau van ambtenaren van de lidstaten en andere deskundigen, alsmede de extra uitgaven die voortvloeien uit de terbeschikkingstelling van ambtenaren aan nationale overheidsdiensten of internationale organisaties;

 

de kosten voor actualiseringen van de bezoldigingen tijdens het begrotingsjaar.

A3 01 02 11

Andere beheersuitgaven

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

2 179 000

2 289 000

2 457 972,16

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de vervoerskosten, met inbegrip van de kosten die verband houden met het opstellen van plaatsbewijzen en reserveringen, dagvergoedingen en bijkomende of bijzondere kosten bij dienstreizen voor het onder het statuut vallende personeel van de Commissie, alsmede voor de nationale of internationale deskundigen of ambtenaren welke bij de diensten van de Commissie zijn gedetacheerd;

 

de kosten die in verband met representatieverplichtingen namens de Commissie in het belang van de dienst zijn gemaakt en die worden vergoed (niet bij representatieverplichtingen jegens ambtenaren of andere personeelsleden van de Commissie of van andere instellingen van de Unie);

 

de reis- en verblijfkosten en bijkomende kosten van de deskundigen die in de studie- en werkgroepen samenkomen, alsmede de kosten welke vergaderingen met zich brengen, voor zover deze niet worden gedekt door de bestaande infrastructuur in de zetel van de instellingen of in externe bureaus, voor zover het niet gaat om vergaderingen in het kader van fraudeonderzoeken of fraudebestrijdingsmaatregelen (de kosten van de deskundigen worden vergoed op basis van een besluit van de Commissie);

 

de kosten voor verfrissingen, en incidenteel voor lichte maaltijden, die tijdens interne vergaderingen worden verstrekt;

 

diverse kosten van conferenties, congressen en bijeenkomsten waaraan het Bureau deelneemt of die door het Bureau worden georganiseerd;

 

kosten voor deelneming aan externe opleiding en voor lidmaatschap van relevante beroepsorganisaties;

 

de uitgaven voor opleiding met als doel de vaardigheden van het personeel en de prestaties en de efficiëntie van het Bureau te verbeteren:

 

het inschakelen van deskundigen voor de identificatie van de behoeften en voor het ontwerp, het opstellen, de realisatie, de evaluatie van en het toezicht op de opleiding;

 

het inschakelen van consultants op verschillende terreinen, met name inzake organisatiemethodiek, management, strategie, kwaliteit en personeelsbeheer;

 

kosten voor deelneming aan externe opleiding en voor lidmaatschap van relevante beroepsorganisaties;

 

uitgaven in verband met de praktische organisatie van de cursussen en uitgaven voor de leslokalen, het vervoer, de maaltijden en het verblijf van deelnemers aan cursussen met verblijf;

 

de opleidingsuitgaven met betrekking tot publicaties, informatie, desbetreffende websites, aankoop van pedagogisch materiaal, abonnementen en licenties voor afstandsonderwijs, boeken, perspublicaties en multimedia;

 

de financiering van didactisch materiaal.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

Modaliteiten in verband met de aanstelling en de bezoldiging en andere financiële voorwaarden vastgesteld door de Commissie.

A3 01 03

Gebouwen en daarmee samenhangende uitgaven

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

11 750 000

11 632 000

9 531 643,95

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven die verband houden met de gebouwen van het Bureau, met name:

 

de kosten van de aankoop, de huurkoop of de bouw van gebouwen;

 

de huur en de erfpacht, de diverse belastingen en koopoptieheffingen die verband houden met de gebouwen of gedeelten van gebouwen waarin het Bureau is gevestigd, alsmede de huur van conferentieruimten, magazijnen, opslag- en archiefruimten, garages en parkeerplaatsen;

 

de verzekeringspremies voor door het Bureau gebruikte gebouwen of gedeelten van gebouwen;

 

de uitgaven voor water, gas, elektriciteit en verwarming voor de gebouwen of gedeelten van gebouwen die door het Bureau worden gebruikt;

 

de uitgaven voor schoonmaken en onderhoud van lokalen, liften, centrale verwarming, installaties voor airconditioning enz. Het betreft hier periodieke schoonmaakbeurten, de aankoop van onderhoudsproducten, wassen, bleken, stomen enz., alsmede verven en repareren van en benodigdheden voor de onderhoudswerkplaatsen;

 

de uitgaven voor selectieve verwerking, opslag en verwijdering van afval;

 

de uitgaven voor inrichtingswerkzaamheden zoals het verplaatsen van tussenschotten in de gebouwen, het aanbrengen van veranderingen aan technische installaties en andere gespecialiseerde verrichtingen met betrekking tot sloten, elektriciteit, sanitair, schilderwerk, vloerbedekking enz., alsmede van de kosten in verband met wijzigingen in het kabelnetwerk, evenals de kosten van het materieel dat hierbij nodig is (alvorens contracten ten belope van meer dan 300 000 EUR te verlengen of te sluiten, informeert het Bureau, met het oog op een rationalisering van de uitgaven, bij de andere instellingen naar de door elk van hen voor gelijksoortige opdrachten verkregen voorwaarden (prijs, gekozen valuta, indexering, looptijd, andere clausules));

 

de uitgaven inzake de fysieke en materiële veiligheid van de personen en goederen, met name de contracten inzake het toezicht op de gebouwen, de onderhoudscontracten voor de beveiligingsinstallaties en de aankoop van klein materieel (alvorens contracten ten belope van meer dan 300 000 EUR te verlengen of te sluiten, informeert het Bureau, met het oog op een rationalisering van de uitgaven, bij de andere instellingen naar de door elk van hen voor gelijksoortige opdrachten verkregen voorwaarden (prijs, gekozen valuta, indexering, looptijd, andere clausules));

 

de uitgaven inzake de hygiëne en de bescherming van personen op de werkplek, met name de aankoop, de huur en het onderhoud van brandbestrijdingsmaterieel, de vervanging van de uitrusting van de ambtenaren die deel uitmaken van eerstehulpdiensten en de kosten van wettelijke controles (alvorens contracten ten belope van meer dan 300 000 EUR te verlengen of te sluiten, informeert het Bureau, met het oog op een rationalisering van de uitgaven, bij de andere instellingen naar de door elk van hen voor gelijksoortige opdrachten verkregen voorwaarden (prijs, gekozen valuta, indexering, looptijd, andere clausules));

 

de kosten van technische en financiële expertises vóór de aankoop of de bouw van gebouwen;

 

de overige uitgaven in verband met gebouwen, met name de kosten voor het beheren van de gebouwen met meerdere huurders, de kosten in verband met het opmaken van de boedelbeschrijving, de belastingen ter vergoeding van de openbare nutsvoorzieningen (straatbelasting, vuilnisophaaldienst enz.);

 

de uitgaven voor technische bijstand in verband met belangrijke inrichtingswerkzaamheden;

 

aankoop, huur of leasing en onderhoud, reparatie, installatie en vervanging van technische uitrusting en technisch materieel:

 

de aankoop, de huur, het onderhoud en de reparatie van meubilair;

 

de aankoop, de huur, het onderhoud en de reparatie van vervoermiddelen;

 

diverse verzekeringen (met name voor wettelijke aansprakelijkheid en tegen diefstal);

 

de kosten voor werkuitrusting, en met name:

 

de aanschaf van dienstkleding voor bodes en chauffeurs;

 

de aankoop en reiniging van werkkleding voor het personeel van de werkplaatsen en personeel dat werk moet verrichten waarbij een bescherming tegen slecht weer en koude of ook tegen abnormale slijtage en vuil worden van eigen kleding noodzakelijk is;

 

de aankoop of vergoeding van al het materieel dat nodig is in het kader van de toepassing van de Richtlijnen 89/391/EEG en 90/270/EEG;

 

verhuiskosten, kosten van hergroepering van diensten, alsmede van behandelingskosten (ontvangst, opslag en plaatsing) van materieel, meubilair en kantoorbenodigdheden;

 

uitgaven in verband met de uitrusting van gebouwen op het gebied van telecommunicatie, met name de aankoop, de huur, de installatie en het onderhoud van de telefooncentrales en de lijnen, de geluidssystemen en videoconferentie-installaties, intercominstallaties en mobilofoons, alsmede de uitgaven voor de informatienetwerken (uitrusting en onderhoud) en voor de daarmee samenhangende diensten (ondersteuning, documentatie, installatie, verhuizing);

 

aankoop, huur of leasing van computers, terminals, microcomputers, randapparatuur, aansluitingsapparatuur, alsmede de voor hun werking benodigde programmatuur;

 

aankoop, huur of leasing van apparatuur voor de weergave van de informatie op papier, zoals printers, faxtoestellen, fotokopieerapparaten, scanners en microkopieerapparaten;

 

aankoop, huur of leasing van schrijfmachines, tekstverwerkers en alle in kantoren gebruikte elektronische apparatuur;

 

de installatie, configuratie, onderhoud, studies, documentatie en benodigdheden in verband met deze apparatuur;

 

de kosten van de aankoop van papier, enveloppen, kantoorbenodigdheden en benodigdheden voor de reproductiewerkplaatsen, alsmede voor de uitbesteding van bepaald drukwerk;

 

de frankering van de gewone correspondentie, verslagen en publicaties, de verzendkosten van postpakketten en andere colli per vliegtuig, per boot of per spoor en de kosten van de interne post;

 

de abonnementskosten en de kosten van gesprekken via kabel of radiogolflengte (vaste en mobiele telefoon, televisie, teleconferentie, videoconferentie) alsmede de kosten in verband met de netwerken voor gegevenstransmissie, telematica enz., en de aankoop van abonneelijsten;

 

de kosten voor telefoongesprekken en computerverbindingen tussen de verschillende gebouwen en voor de internationale telecommunicatie tussen de verschillende vestigingsplaatsen van de Unie;

 

technische en logistieke ondersteuning, opleiding en andere activiteiten van algemeen belang in verband met computerapparatuur en -programmatuur, algemene informaticaopleidingen, abonnementen op technische documentatie (op papier of in elektronische vorm) enz., het externe bedieningspersoneel, servicebureaus, abonnementen bij internationale organisaties enz., veiligheidsonderzoeken en kwaliteitscontrole van computerapparatuur en -programmatuur, de kosten van gebruik, onderhoud en ontwikkeling van programmatuur en de uitvoering van IT-projecten;

 

andere huishoudelijke uitgaven die hier niet expliciet zijn voorzien.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 20 000 EUR.

Rechtsgronden

Richtlijn 89/391/EEG van de Raad van 12 juni 1989 betreffende de tenuitvoerlegging van maatregelen ter bevordering van de verbetering van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers op het werk (PB L 183 van 29.6.1989, blz. 1).

Richtlijn 90/270/EEG van de Raad van 29 mei 1990 betreffende minimumvoorschriften inzake veiligheid en gezondheid met betrekking tot het werken met beeldschermapparatuur (vijfde bijzondere richtlijn in de zin van artikel 16, lid 1, van Richtlijn 89/391/EEG) (PB L 156 van 21.6.1990, blz. 14).

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

A3 01 50

Personeelsbeleid en -beheer

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

3 000

3 000

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de bijdrage van het Bureau aan de exploitatiekosten van de personeelsfoyer en andere culturele en sportieve activiteiten in Brussel en de initiatieven ter bevordering van de sociale contacten tussen de personeelsleden van verschillende nationaliteiten in het Bureau;

 

de bijdrage van het Bureau aan de uitgaven van de kinderdagverblijven en het schoolbusvervoer en in het kader van het gehandicaptenbeleid ten behoeve van:

 

ambtenaren en tijdelijke functionarissen in actieve dienst;

 

echtgenoten van ambtenaren en tijdelijke functionarissen in actieve dienst;

 

alle kinderen ten laste in de zin van het Statuut.

Het betreft hier de dekking, binnen de grenzen van de budgettaire mogelijkheden en na uitputting van de eventuele rechten die door het land van herkomst of woonplaats worden toegekend, van de als noodzakelijk erkende en naar behoren aangetoonde niet-medische kosten die op grond van de handicap zijn gemaakt.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

A3 01 51

Beleid en beheer van infrastructuur

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor de werking en de aanpassing van de installaties en het materieel van de restaurants, kantines en cafetaria's.

A3 01 60

Uitgaven voor documentatie en bibliotheek

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

10 000

15 000

10 605,52

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van de realisatie en ontwikkeling van het intranet van de Commissie (My IntraComm), abonnementen op diensten voor snelle informatie via beeldscherm, de kosten van het inbinden en andere kosten van instandhouding die noodzakelijk zijn voor het behoud van naslagwerken en periodieken, de kosten van abonnementen op kranten en gespecialiseerde tijdschriften, de aankoop van publicaties en technische werken die verband houden met de activiteiten van het Bureau.

HOOFDSTUK A3 02 —   FINANCIERING VAN FRAUDEBESTRIJDINGSMAATREGELEN

A3 02 01

Controles, studies, analyses en specifieke werkzaamheden van het Europees Bureau voor fraudebestrijding

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

1 700 000

1 700 000

2 551 770,16

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van alle uitgaven in verband met fraudebestrijdingsmaatregelen die niet voortvloeien uit de administratieve werking van het Europees Bureau voor fraudebestrijding.

Het is met name bedoeld voor :

 

het ontwerpen, ontwikkelen, verbeteren en beheren van gegevensuitwisselingssystemen en van gemeenschappelijke voorzieningen, rekening houdend met de eisen inzake vertrouwelijkheid en beveiliging;

 

het opsporen, het verzamelen, het bestuderen en het gebruiken van alle informatie die van nut is voor het opsporen en vervolgen van fraude (bijvoorbeeld met behulp van databanken), en het rapporteren hierover aan de nationale onderzoeksdiensten;

 

het ondersteunen van de inspanningen van de lidstaten, met name bij grensoverschrijdende fraudegevallen, waar op Unieniveau moet worden opgetreden;

 

de financiering van de maatregelen ter verhoging van de doeltreffendheid van preventieve maatregelen, controles en onderzoeken;

 

de verbetering van de samenwerking met de nationale instanties, met name bij de bestrijding van sigarettensmokkel;

 

het organiseren van en deelnemen aan controles ter plaatse;

 

de financiering van reis- en verblijfkosten van nationale onderzoekers en magistraten die zich in verband met controles, coördinatievergaderingen en andere gelegenheden die in het kader van een onderzoek nodig zijn, buiten hun eigen lidstaat moeten begeven;

 

de financiering van reis- en verblijfkosten en bijkomende kosten van deskundigen die door het Bureau worden uitgenodigd in het kader van een onderzoek of om een gericht deskundig advies te geven;

 

de financiering van de kosten van conferenties, congressen en vergaderingen die het Europees Bureau voor fraudebestrijding in het kader van de fraudebestrijding organiseert.

Rechtsgronden

Verordening (EU, Euratom) nr. 883/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 september 2013 betreffende onderzoeken door het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1073/1999 van het Europees Parlement en de Raad en Verordening (Euratom) nr. 1074/1999 van de Raad (PB L 248 van 18.9.2013, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake de financiering, het beheer en de monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van Verordeningen (EEG) nr. 352/78, (EG) nr. 165/94, (EG) nr. 2799/98, (EG) nr. 814/2000, (EG) nr. 1290/2005 en (EG) nr. 485/2008 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 549).

Referentiebesluiten

Artikel 325 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.

A3 02 02

Maatregelen ter bescherming van de euro tegen valsemunterij

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

p.m.

50 000

37 954,89

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor initiatieven en specifieke maatregelen om de euro te beschermen tegen valsemunterij.

Rechtsgronden

Verordening (EU, Euratom) nr. 883/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 september 2013 betreffende onderzoeken door het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1073/1999 van het Europees Parlement en de Raad en Verordening (Euratom) nr. 1074/1999 van de Raad (PB L 248 van 18.9.2013, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake de financiering, het beheer en de monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van Verordeningen (EEG) nr. 352/78, (EG) nr. 165/94, (EG) nr. 2799/98, (EG) nr. 814/2000, (EG) nr. 1290/2005 en (EG) nr. 485/2008 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 549).

A3 02 03

Voorlichting en communicatie

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

150 000

200 000

148 261,76

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven van het Bureau voor voorlichting en communicatie.

De externe voorlichtings- en communicatiestrategie is van wezenlijk belang voor de werkzaamheden van het Bureau. Het Bureau is opgericht als onafhankelijk onderzoeksorgaan en moet daarom een eigen communicatiestrategie voeren. De werkzaamheden van het Bureau zijn vaak te technisch van aard om begrijpelijk te zijn voor het grote publiek. Het moet zijn gesprekspartners en het publiek in het algemeen informeren over zijn rol en zijn taken. Het is immers van het grootste belang dat het publiek een goed inzicht heeft in wat het Bureau doet.

Als dienst van de Commissie moet het Bureau ook rekening houden met het democratische tekort tussen de instellingen van de Unie en de Europese burgers. De Commissie, die zich bewust is van dit tekort, heeft een actieplan op dit gebied ontwikkeld.

De communicatiestrategie die het Bureau heeft ontwikkeld en die het blijft voeren, moet getuigen van zijn onafhankelijkheid.

Rechtsgronden

Verordening (EU, Euratom) nr. 883/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 september 2013 betreffende onderzoeken door het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1073/1999 van het Europees Parlement en de Raad en Verordening (Euratom) nr. 1074/1999 van de Raad (PB L 248 van 18.9.2013, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake de financiering, het beheer en de monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van Verordeningen (EEG) nr. 352/78, (EG) nr. 165/94, (EG) nr. 2799/98, (EG) nr. 814/2000, (EG) nr. 1290/2005 en (EG) nr. 485/2008 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 549).

HOOFDSTUK A3 03 —   UITGAVEN VOORTVLOEIENDE UIT HET MANDAAT VAN DE LEDEN VAN HET COMITÉ VAN TOEZICHT

A3 03 01

Uitgaven voortvloeiende uit het mandaat van de leden van het Comité van toezicht

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

200 000

200 000

200 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van alle uitgaven die voortvloeien uit het mandaat van de leden van het Comité van toezicht, zoals:

 

de vergoedingen die aan de leden van het Comité van toezicht worden toegekend voor de tijd die zij aan de uitoefening van hun taken besteden, alsmede de kosten van dienstreizen, verplaatsingen en andere bijkomende kosten;

 

de representatiekosten die in naam van het Comité van toezicht worden gemaakt door de leden van het comité;

 

alle huishoudelijke uitgaven zoals de aanschaf van uitrusting, papier en kantoorbenodigdheden, communicatie- en telecommunicatiekosten (porto, telefoon-, telex- en telegramkosten), kosten van documentatie en bibliotheek, de aankoop van boeken en abonnementen op informatiebronnen, inschrijvingskosten voor conferenties enz.;

 

de reis- en verblijfkosten en bijkomende kosten van deskundigen die door de leden van het Comité van toezicht worden uitgenodigd om deel te nemen aan studiegroepen en werkgroepen, en de overige kosten van dergelijke vergaderingen, voor zover deze niet worden gedekt door de bestaande infrastructuur (in de plaatsen van vestiging van de instellingen of in de externe bureaus);

 

de kosten van gespecialiseerde studies en deskundig advies door hooggekwalificeerde deskundigen (natuurlijke of rechtspersonen) in gevallen waarin de leden van het Comité van toezicht niet over het nodige personeel van het Europees Bureau voor fraudebestrijding kunnen beschikken om deze rechtstreeks uit te voeren.

Rechtsgronden

Besluit 1999/352/EG, EGKS, Euratom van de Commissie van 28 april 1999 houdende oprichting van het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) (PB L 136 van 31.5.1999, blz. 20), met name artikel 4 en artikel 6, lid 3.

Verordening (EU, Euratom) nr. 883/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 september 2013 betreffende onderzoeken door het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1073/1999 van het Europees Parlement en de Raad en Verordening (Euratom) nr. 1074/1999 van de Raad (PB L 248 van 18.9.2013, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake de financiering, het beheer en de monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van Verordeningen (EEG) nr. 352/78, (EG) nr. 165/94, (EG) nr. 2799/98, (EG) nr. 814/2000, (EG) nr. 1290/2005 en (EG) nr. 485/2008 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 549).

HOOFDSTUK A3 10 —   RESERVES

A3 10 01

Voorzieningen

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

De kredieten voorzien in dit artikel zijn louter voorlopig en kunnen enkel gebruikt worden wanneer die zijn overgeheveld naar andere hoofdstukken in overeenstemming met de procedure in het financieel reglement die daartoe is vastgesteld.

Rechtsgronden

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

A3 10 02

Reserve voor onvoorziene omstandigheden

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

p.m.

p.m.

0,—

EUROPEES BUREAU VOOR PERSONEELSSELECTIE

ONTVANGSTEN

TITEL 4

DIVERSE BELASTINGEN, HEFFINGEN EN BIJDRAGEN VAN DE UNIE

 

Artikel

Post

Rubriek

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

% 2014-2016

HOOFDSTUK 4 0

4 0 0

Opbrengst van de belasting op de bezoldigingen, lonen en vergoedingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden

684 000

610 000

633 510,55

92,62

4 0 3

Opbrengst van de tijdelijke bijdrage die van toepassing is op de bezoldigingen van de leden van de instelling, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

p.m.

p.m.

10,50

 

4 0 4

Opbrengst van de speciale heffing en de solidariteitsheffing die van toepassing zijn op de bezoldigingen van de leden van de instelling, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

131 000

125 000

179 192,65

136,79

 

HOOFDSTUK 4 0 — TOTAAL

815 000

735 000

812 713,70

99,72

HOOFDSTUK 4 1

4 1 0

Bijdragen van het personeel aan de pensioenregeling

907 000

868 000

670 350,34

73,91

 

HOOFDSTUK 4 1 — TOTAAL

907 000

868 000

670 350,34

73,91

 

Titel 4 — Totaal

1 722 000

1 603 000

1 483 064,04

86,12

HOOFDSTUK 4 0 —

INHOUDINGEN OP DE BEZOLDIGINGEN

 

HOOFDSTUK 4 1 —

BIJDRAGEN AAN DE PENSIOENREGELING

HOOFDSTUK 4 0 —   INHOUDINGEN OP DE BEZOLDIGINGEN

4 0 0

Opbrengst van de belasting op de bezoldigingen, lonen en vergoedingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

684 000

610 000

633 510,55

Toelichting

Deze ontvangsten bestaan uit alle opbrengsten van de belasting op de bezoldigingen, lonen en vergoedingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden, die maandelijks wordt ingehouden op de bezoldigingen van het personeel van het Bureau.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 260/68 van de Raad van 29 februari 1968 tot vaststelling van de voorwaarden en de wijze van heffing van de belasting ten bate van de Europese Gemeenschappen (PB L 56 van 4.3.1968, blz. 8).

Referentiebesluiten

Protocol betreffende de voorrechten en immuniteiten van de Europese Unie, met name artikel 12.

4 0 3

Opbrengst van de tijdelijke bijdrage die van toepassing is op de bezoldigingen van de leden van de instelling, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

10,50

Toelichting

Deze ontvangsten bestaan uit de opbrengst van de tijdelijke bijdrage die maandelijks wordt ingehouden op de bezoldigingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst van het Bureau.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen, met name artikel 66 bis in de versie die van kracht was tot 15 december 2003.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Gemeenschappen, met name artikel 20, lid 3, in de versie die van kracht was tot 30 april 2004.

4 0 4

Opbrengst van de speciale heffing en de solidariteitsheffing die van toepassing zijn op de bezoldigingen van de leden van de instelling, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

131 000

125 000

179 192,65

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 66 bis.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie, met name artikel 20, lid 3.

HOOFDSTUK 4 1 —   BIJDRAGEN AAN DE PENSIOENREGELING

4 1 0

Bijdragen van het personeel aan de pensioenregeling

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

907 000

868 000

670 350,34

Toelichting

Deze ontvangsten bestaan uit alle bijdragen in de financiering van de pensioenregeling, die overeenkomstig artikel 83, lid 2, van het Statuut maandelijks worden ingehouden op de bezoldigingen van het personeel van het Bureau.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

TITEL 6

BIJDRAGEN AAN UNIALE PROGRAMMA’S, VERGOEDING VAN UITGAVEN EN ONTVANGSTEN

 

Artikel

Post

Rubriek

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

% 2014-2016

HOOFDSTUK 6 6

6 6 0

Overige bijdragen en terugbetalingen

6 6 0 0

Overige bestemmingsbijdragen en -terugbetalingen

p.m.

p.m.

0,—

 
 

Artikel 6 6 0 — Totaal

p.m.

p.m.

0,—

 
 

HOOFDSTUK 6 6 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0,—

 
 

Titel 6 — Totaal

p.m.

p.m.

0,—

 
 

TOTAAL-GENERAAL

1 722 000

1 603 000

1 483 064,04

86,12

HOOFDSTUK 6 6 —

OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN

HOOFDSTUK 6 6 —   OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN

6 6 0

Overige bijdragen en terugbetalingen

6 6 0 0

Overige bestemmingsbijdragen en -terugbetalingen

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Op deze post worden, overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement, de eventuele ontvangsten geboekt waarin niet is voorzien bij de andere onderdelen van titel 6 en die aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten ter financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

UITGAVEN

Algemene samenvatting van de kredieten (2016 en 2015) en van de uitvoering (2014)

 

Titel

Hoofdstuk

Rubriek

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

A4

EUROPEES BUREAU VOOR PERSONEELSSELECTIE

A4 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN

17 269 000

16 747 000

17 059 353,66

A4 02

INTERINSTITUTIONELE SAMENWERKING EN INTERINSTITUTIONELE DIENSTEN EN ACTIVITEITEN

6 214 000

6 814 000

5 949 712,46

A4 03

INTERINSTITUTIONELE SAMENWERKING OP HET GEBIED VAN OPLEIDING

2 947 000

3 087 000

3 301 149,17

A4 10

RESERVES

p.m.

p.m.

0,—

 

Titel A4 — Totaal

26 430 000

26 648 000

26 310 215,29

TITEL A4

EUROPEES BUREAU VOOR PERSONEELSSELECTIE

 

Artikel

Post

Rubriek

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

% 2014-2016

HOOFDSTUK A4 01

A4 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen

       

Niet-gesplitste kredieten

9 935 000

9 458 000

9 187 961,60

92,48

A4 01 02

Extern personeel en andere beheersuitgaven

A4 01 02 01

Extern personeel

       

Niet-gesplitste kredieten

1 464 000

1 490 000

1 433 682,—

97,93

A4 01 02 11

Overige beheersuitgaven

       

Niet-gesplitste kredieten

657 000

666 000

783 398,20

119,24

 

Artikel A4 01 02 — Totaal

2 121 000

2 156 000

2 217 080,20

104,53

A4 01 03

Gebouwen en daarmee samenhangende uitgaven

       

Niet-gesplitste kredieten

5 208 000

5 128 000

5 648 111,86

108,45

A4 01 50

Personeelsbeleid en -beheer

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0,—

 

A4 01 51

Beleid met betrekking tot en beheer van infrastructuur

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0,—

 

A4 01 60

Bibliotheekvoorraden, aankoop van boeken

       

Niet-gesplitste kredieten

5 000

5 000

6 200,—

124,00

 

HOOFDSTUK A4 01 — TOTAAL

17 269 000

16 747 000

17 059 353,66

98,79

HOOFDSTUK A4 02

A4 02 01

Interinstitutionele samenwerking en interinstitutionele diensten en activiteiten

A4 02 01 01

Interinstitutionele vergelijkende onderzoeken

       

Niet-gesplitste kredieten

6 200 000

6 800 000

5 935 712,46

95,74

A4 02 01 02

Beperkte studies, enquêtes en adviezen

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0,—

 

A4 02 01 03

Diverse kosten van interne vergaderingen

       

Niet-gesplitste kredieten

14 000

14 000

14 000,—

100,00

 

Artikel A4 02 01 — Totaal

6 214 000

6 814 000

5 949 712,46

95,75

 

HOOFDSTUK A4 02 — TOTAAL

6 214 000

6 814 000

5 949 712,46

95,75

HOOFDSTUK A4 03

A4 03 01

Europese Bestuursschool (EUSA)

A4 03 01 01

Managementopleiding

       

Niet-gesplitste kredieten

1 378 000

1 400 000

1 570 988,22

114,00

A4 03 01 02

Opleiding bij indiensttreding

       

Niet-gesplitste kredieten

964 000

1 000 000

1 166 640,95

121,02

A4 03 01 03

Opleiding voor het behalen van een certificaat

       

Niet-gesplitste kredieten

605 000

687 000

563 520,—

93,14

 

Artikel A4 03 01 — Totaal

2 947 000

3 087 000

3 301 149,17

112,02

 

HOOFDSTUK A4 03 — TOTAAL

2 947 000

3 087 000

3 301 149,17

112,02

HOOFDSTUK A4 10

A4 10 01

Voorzieningen

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0,—

 

A4 10 02

Reserves voor onvoorziene omstandigheden

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0,—

 
 

HOOFDSTUK A4 10 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0,—

 
 

Titel A4 — Totaal

26 430 000

26 648 000

26 310 215,29

99,55

HOOFDSTUK A4 01 —

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN

 

HOOFDSTUK A4 02 —

INTERINSTITUTIONELE SAMENWERKING EN INTERINSTITUTIONELE DIENSTEN EN ACTIVITEITEN

 

HOOFDSTUK A4 03 —

INTERINSTITUTIONELE SAMENWERKING OP HET GEBIED VAN OPLEIDING

 

HOOFDSTUK A4 10 —

RESERVES

HOOFDSTUK A4 01 —   ADMINISTRATIEVE UITGAVEN

A4 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

9 935 000

9 458 000

9 187 961,60

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking, voor de ambtenaren en tijdelijke functionarissen die een ambt bekleden dat deel uitmaakt van de personeelsformatie, van:

 

de salarissen, vergoedingen en aan de salarissen gekoppelde toelagen;

 

de ongevallen- en ziektekostenverzekering en andere sociale lasten;

 

de werkloosheidsverzekering voor tijdelijke functionarissen en de door de instelling te verrichten betalingen voor tijdelijke functionarissen met het oog op vorming of behoud van pensioenrechten in hun land van herkomst;

 

de overige toelagen en vergoedingen;

 

de aanpassingscoëfficiënten die van toepassing zijn op de bezoldigingen van de ambtenaren en tijdelijke functionarissen, alsmede de aanpassingscoëfficiënten op het gedeelte van de emolumenten dat naar een ander land dan dat van tewerkstelling wordt overgeboekt;

 

de reiskosten van ambtenaren en tijdelijke functionarissen (inclusief gezinsleden) bij indiensttreding, beëindiging van de dienst of overplaatsing met verandering van standplaats;

 

de inrichtings- en herinrichtingsvergoedingen die verschuldigd zijn aan ambtenaren en tijdelijke functionarissen die, na hun indiensttreding of ingevolge hun aanstelling op een andere plaats van tewerkstelling, moeten verhuizen, alsmede bij de definitieve stopzetting van hun beroepsbezigheden gevolgd door een herinrichting op een andere plaats;

 

de kosten van verhuizing die verschuldigd zijn aan ambtenaren en tijdelijke functionarissen die, na hun indiensttreding of ingevolge hun aanstelling op een andere plaats van tewerkstelling, moeten verhuizen, alsmede bij de definitieve stopzetting van hun beroepsbezigheden gevolgd door een herinrichting op een andere plaats;

 

de kosten van eventuele actualiseringen van de bezoldigingen in de loop van het begrotingsjaar;

 

de vaste vergoedingen en de vergoedingen volgens uurtarief voor overuren van de ambtenaren van de categorie AST en de plaatselijke functionarissen, die niet volgens de desbetreffende regeling met vrije tijd konden worden gecompenseerd;

 

de tijdelijke dagvergoedingen aan ambtenaren en tijdelijke functionarissen die aantonen dat zij bij indiensttreding of verandering van standplaats van woonplaats moeten veranderen;

 

de extra uitgaven die voortvloeien uit de terbeschikkingstelling van ambtenaren van de Unie en die overeenkomen met de vergoedingen en de terugbetaling van kosten waarop de ambtenaren recht hebben krachtens hun terbeschikkingstelling, en de uitgaven in verband met opleidingsstages bij overheidsdiensten of organisaties van de lidstaten of derde landen.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op andere personeelsleden van de Europese Unie.

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

A4 01 02

Extern personeel en andere beheersuitgaven

A4 01 02 01

Extern personeel

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

1 464 000

1 490 000

1 433 682,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de bezoldiging van arbeidscontractanten (in de zin van titel IV van de Regeling van toepassing op de andere personeelsleden), het stelsel van sociale verzekering voor arbeidscontractanten van de instelling zoals beschreven in titel IV en de kosten voor aanpassingscoëfficiënten die op de bezoldiging van dergelijke personeelsleden van toepassing zijn;

 

de eventuele uitgaven (salarissen, verzekeringen enz.) in verband met het inhuren van extern personeel op contractbasis en van uitzendkrachten;

 

de uitgaven voor het personeel voor de aannemingscontracten voor toelevering van technische en administratieve diensten, tijdelijke bijstand en voor dienstverlening van intellectuele aard;

 

de uitgaven in verband met de detachering of tijdelijke aanstelling bij de diensten van het Bureau van ambtenaren van de lidstaten en andere deskundigen, alsmede de extra uitgaven die voortvloeien uit de terbeschikkingstelling van ambtenaren aan nationale overheidsdiensten of internationale organisaties;

 

de kosten van eventuele actualiseringen van de bezoldigingen in de loop van het begrotingsjaar;

 

de uitgaven voor de diensten van freelance vertalers en linguïsten of voor typewerk en andere werkzaamheden die door de vertaaldienst worden uitbesteed.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op andere personeelsleden van de Europese Unie.

Modaliteiten in verband met de aanstelling en de bezoldiging en andere financiële voorwaarden vastgesteld door de Commissie.

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

A4 01 02 11

Overige beheersuitgaven

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

657 000

666 000

783 398,20

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de volgende uitgaven:

 

de vervoerskosten, dagvergoedingen en bijkomende of bijzondere kosten bij dienstreizen voor het onder het statuut vallende personeel, alsmede voor de nationale of internationale gedetacheerde deskundigen of ambtenaren;

 

de kosten die in verband met representatieverplichtingen namens het Bureau in het belang van de dienst zijn gemaakt en die worden vergoed (niet bij representatieverplichtingen jegens ambtenaren of andere personeelsleden van de Commissie of van andere instellingen van de Unie);

 

de reis- en verblijfkosten en bijkomende kosten van de deskundigen die in de studie- en werkgroepen samenkomen, alsmede de kosten welke vergaderingen met zich brengen, voor zover deze niet worden gedekt door de bestaande infrastructuur in de zetel van de instellingen of in externe bureaus (de kosten van de deskundigen worden vergoed op basis van een besluit van de Commissie);

 

de diverse kosten van conferenties, congressen en vergaderingen waaraan het Bureau deelneemt;

 

de uitgaven voor algemene opleiding met als doel de vaardigheden van het personeel en de prestaties en de efficiëntie van het Bureau te verbeteren:

 

het inschakelen van deskundigen voor de identificatie van de behoeften en voor het ontwerp, het opstellen, de realisatie, de evaluatie van en het toezicht op de opleiding;

 

het inschakelen van consultants op verschillende terreinen, met name inzake organisatiemethodiek, management, strategie, kwaliteit en personeelsbeheer;

 

kosten voor deelneming aan externe opleiding en voor lidmaatschap van relevante beroepsorganisaties;

 

uitgaven in verband met de praktische organisatie van de cursussen en uitgaven voor de leslokalen, het vervoer, de maaltijden en het verblijf van deelnemers aan cursussen met verblijf;

 

de opleidingsuitgaven met betrekking tot publicaties, informatie, desbetreffende internetsites, aankoop van pedagogisch materiaal, abonnementen en licenties voor afstandsonderwijs, boeken, perspublicaties en multimedia;

 

de financiering van didactisch materiaal;

 

de sociale bijdragen en de reis- en verblijfkostenvergoedingen van de freelance tolken en andere niet-vaste tolken die door het directoraat-generaal Tolken worden opgeroepen voor vergaderingen van het Bureau, waarvoor de benodigde diensten niet kunnen worden geleverd door de tolken die als ambtenaar of als tijdelijk of hulpfunctionaris bij de Commissie werkzaam zijn.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op andere personeelsleden van de Europese Unie.

Modaliteiten in verband met de aanstelling en de bezoldiging en andere financiële voorwaarden vastgesteld door de Commissie.

A4 01 03

Gebouwen en daarmee samenhangende uitgaven

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

5 208 000

5 128 000

5 648 111,86

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven die verband houden met de gebouwen van het Bureau en daarmee samenhangende uitgaven, namelijk:

 

de huur en de erfpacht van de gebouwen of gedeelten van de in gebruik zijnde gebouwen, alsmede de huur van conferentieruimten, magazijnen, garages en parkeerplaatsen;

 

de verzekeringspremies voor door het Bureau gebruikte gebouwen of gedeelten van gebouwen;

 

de uitgaven voor water, gas, elektriciteit en verwarming voor de gebouwen of gedeelten van gebouwen die door het Bureau worden gebruikt;

 

de uitgaven voor schoonmaken en onderhoud van lokalen, liften, centrale verwarming, installaties voor airconditioning enz., berekend op basis van de lopende contracten. Het betreft hier periodieke schoonmaakbeurten, de aankoop van onderhoudsproducten, wassen, bleken, stomen enz., alsmede verven en repareren van en benodigdheden voor de onderhoudswerkplaatsen;

 

de uitgaven voor selectieve verwerking, opslag en verwijdering van afval;

 

de uitgaven voor inrichtingswerkzaamheden zoals het verplaatsen van tussenschotten in de gebouwen, het aanbrengen van veranderingen aan technische installaties en andere gespecialiseerde verrichtingen met betrekking tot sloten, elektriciteit, sanitair, schilderwerk, vloerbedekking enz., alsmede van de kosten in verband met wijzigingen in het kabelnetwerk, alsmede de kosten van het materieel dat hierbij nodig is (alvorens contracten ten belope van meer dan 300 000 EUR te verlengen of te sluiten, informeert het Bureau, met het oog op een rationalisering van de uitgaven, bij de andere instellingen naar de door elk van hen voor gelijksoortige opdrachten verkregen voorwaarden (prijs, gekozen valuta, indexering, looptijd, andere clausules));

 

de uitgaven inzake de fysieke en materiële veiligheid van de personen en goederen, met name de contracten inzake het toezicht op de gebouwen, de onderhoudscontracten voor de beveiligingsinstallaties en de aankoop van klein materieel (alvorens contracten ten belope van meer dan 300 000 EUR te verlengen of te sluiten, informeert het Bureau, met het oog op een rationalisering van de uitgaven, bij de andere instellingen naar de door elk van hen voor gelijksoortige opdrachten verkregen voorwaarden (prijs, gekozen valuta, indexering, looptijd, andere clausules));

 

de uitgaven inzake de hygiëne en de bescherming van personen op de werkplek, met name de aankoop, de huur en het onderhoud van brandbestrijdingsmaterieel, de vervanging van de uitrusting van de ambtenaren die deel uitmaken van eerstehulpdiensten en de kosten van wettelijke controles (alvorens contracten ten belope van meer dan 300 000 EUR te verlengen of te sluiten, informeert het Bureau, met het oog op een rationalisering van de uitgaven, bij de andere instellingen naar de door elk van hen voor gelijksoortige opdrachten verkregen voorwaarden (prijs, gekozen valuta, indexering, looptijd, andere clausules));

 

de kosten voor juridische, technische en financiële expertises vóór de aankoop, de huur of de bouw van gebouwen;

 

de overige uitgaven in verband met gebouwen, met name de kosten voor het beheren van de gebouwen met meerdere huurders, de kosten in verband met het opmaken van de boedelbeschrijving, de belastingen ter vergoeding van de openbare nutsvoorzieningen (straatbelasting, vuilnisophaaldienst enz.);

 

de uitgaven voor technische bijstand in verband met belangrijke inrichtingswerkzaamheden;

 

aankoop, huur of leasing en onderhoud, reparatie, installatie en vervanging van technische uitrusting en technisch materieel, met name:

 

materieel (met inbegrip van kopieerapparaten) voor het produceren, reproduceren en archiveren van publicaties en van documenten in eender welke vorm (papier, elektronische drager);

 

audiovisueel materieel en materieel voor de bibliotheek en de tolkendienst (hokjes, koptelefoons, luisterapparatuur voor simultaanvertaling enz.);

 

uitrusting voor kantines en restaurants;

 

diverse outillage voor het onderhoud van de gebouwen;

 

de voor gehandicapte ambtenaren noodzakelijke uitrusting;

 

alsook de uitgaven voor studies, documentatie en opleiding met betrekking tot deze uitrusting;

 

de aankoop, de huur, het onderhoud en de reparatie van meubilair, en met name:

 

de uitgaven voor de aankoop van kantoormeubilair en speciaal meubilair, met name ergonomisch meubilair, rekken voor de archieven enz.;

 

de vervanging van verouderd en afgedankt meubilair;

 

de uitrusting met speciaal materieel voor bibliotheken (kaartsystemen, rekken, cataloguskasten enz.);

 

de specifieke uitrusting van cafetaria's en restaurants;

 

de huur van meubilair;

 

de kosten van onderhoud en herstel van meubilair;

 

de aankoop, de huur, het onderhoud en de reparatie van vervoermiddelen, en met name:

 

de aankoop van vervoermiddelen;

 

de vervanging van de voertuigen die in de loop van het begrotingsjaar zo'n hoog aantal kilometers zullen hebben afgelegd dat vervanging gerechtvaardigd is;

 

de huur van auto's, op korte of op lange termijn, wanneer de capaciteit van het wagenpark onvoldoende is;

 

de uitgaven voor onderhoud, reparatie en verzekering van dienstauto's (aankoop van brandstof, olie, binnen- en buitenbanden, diverse benodigdheden, onderdelen, gereedschap enz.);

 

diverse verzekeringen (met name wettelijke aansprakelijkheid en diefstalverzekering);

 

de kosten voor werkuitrusting, en met name:

 

de aanschaf van uniformen voor bodes en chauffeurs;

 

de aankoop en reiniging van werkkleding voor het personeel van de werkplaatsen en personeel dat werk moet verrichten waarbij een bescherming tegen slecht weer en koude of ook tegen abnormale slijtage en vuil worden van eigen kleding noodzakelijk is;

 

de aankoop of vergoeding van al het materieel dat nodig is in het kader van de toepassing van de Richtlijnen 89/391/EEG en 90/270/EEG;

 

de kosten van de verhuizing en hergroepering van diensten en de behandelingskosten (ontvangst, opslag, plaatsing) van kantooruitrusting, -meubilair en -benodigdheden;

 

de uitgaven in verband met de uitrusting van gebouwen op het gebied van telecommunicatie, met name de aankoop, de huur, de installatie en het onderhoud van telefooncentrales en -lijnen, de geluidssystemen en videoconferentie-installaties, intercominstallaties en mobilofoons, alsmede de uitgaven voor de informatienetwerken (uitrusting en onderhoud) en de bijbehorende diensten (beheer, ondersteuning, documentatie, installatie en verhuizing);

 

aankoop, huur of leasing en onderhoud van computers, terminals, microcomputers, randapparatuur, aansluitingsapparatuur, alsmede de voor hun werking benodigde programmatuur;

 

aankoop, huur of leasing en onderhoud van apparatuur voor de weergave van de informatie op papier, zoals printers, faxtoestellen, fotokopieerapparaten, scanners en microkopieerapparaten;

 

aankoop, huur of leasing van schrijfmachines, tekstverwerkers en alle in kantoren gebruikte elektronische apparatuur;

 

installatie, configuratie, onderhoud, studies, documentatie en benodigdheden in verband met deze apparatuur;

 

de kosten van de aankoop van papier, enveloppen, kantoorbenodigdheden en benodigdheden voor de reproductiewerkplaatsen, alsmede voor de uitbesteding van bepaald drukwerk;

 

de frankering van de correspondentie, de verzendkosten van postpakketten en andere colli per vliegtuig, per boot of per spoor en van de interne post bij het Bureau;

 

de abonnementskosten en de kosten van gesprekken via kabel of radiogolflengte (vaste en mobiele telefoon, televisie, teleconferentie, videoconferentie) alsmede de kosten in verband met de netwerken voor gegevenstransmissie, telematica enz., en de aankoop van abonneelijsten;

 

de kosten voor telefoongesprekken en computerverbindingen tussen de verschillende gebouwen en voor de internationale telecommunicatie tussen de verschillende vestigingsplaatsen;

 

technische en logistieke ondersteuning, opleiding en andere activiteiten van algemeen belang in verband met computerapparatuur en -programmatuur, algemene informaticaopleidingen, abonnementen op technische documentatie (op papier of in elektronische vorm) enz., het externe bedieningspersoneel, servicebureaus, abonnementen bij internationale organisaties enz., veiligheidsonderzoeken en kwaliteitscontrole van computerapparatuur en -programmatuur, de kosten van gebruik, onderhoud en ontwikkeling van programmatuur en de uitvoering van informaticaprojecten.

Dit krediet dient ook ter dekking van andere beleidsuitgaven die hierboven niet speciaal zijn voorzien, zoals inschrijvingskosten voor conferenties (met uitzondering van opleidingskosten), kosten voor deelname aan beroepsorganisaties en wetenschappelijke organisaties, kosten van abonnementen op telefoongidsen.

Alvorens contracten ten belope van meer dan 300 000 EUR te verlengen of te sluiten, informeert het Bureau, met het oog op een rationalisering van de uitgaven, bij de andere instellingen naar de door elk van hen voor gelijksoortige opdrachten verkregen voorwaarden (prijs, gekozen valuta, indexering, looptijd, andere clausules).

Rechtsgronden

Richtlijn 89/391/EEG van de Raad van 12 juni 1989 betreffende de tenuitvoerlegging van maatregelen ter bevordering van de verbetering van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers op het werk (PB L 183 van 29.6.1989, blz. 1).

Richtlijn 90/270/EEG van de Raad van 29 mei 1990 betreffende minimumvoorschriften inzake veiligheid en gezondheid met betrekking tot het werken met beeldschermapparatuur (vijfde bijzondere richtlijn in de zin van artikel 16, lid 1, van Richtlijn 89/391/EEG) (PB L 156 van 21.6.1990, blz. 14).

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

A4 01 50

Personeelsbeleid en -beheer

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de geldelijke steun die wordt toegekend aan een ambtenaar, een gewezen ambtenaar of aan rechtverkrijgenden van een overleden ambtenaar die in zeer benarde omstandigheden verkeren;

 

de deelneming van het Bureau in de exploitatiekosten van de personeelsfoyer en andere culturele en sportieve activiteiten ter bevordering van de sociale contacten tussen de personeelsleden van verschillende nationaliteiten;

 

de bijdrage van het Bureau aan de uitgaven voor de kinderdagverblijven en bewaarplaatsen, en aan het schoolbusvervoer;

 

uitgaven in het kader van het gehandicaptenbeleid, voor gehandicapten die behoren tot een van de volgende groepen:

 

ambtenaren en tijdelijke functionarissen in actieve dienst;

 

echtgenoten van ambtenaren en tijdelijke functionarissen in actieve dienst;

 

alle kinderen ten laste in de zin van het Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Het betreft hier de dekking, binnen de grenzen van de budgettaire mogelijkheden en na uitputting van de eventuele rechten die door het land van herkomst of woonplaats worden toegekend, van de als noodzakelijk erkende en naar behoren aangetoonde niet-medische kosten die op grond van de handicap zijn gemaakt.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

A4 01 51

Beleid met betrekking tot en beheer van infrastructuur

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

uitgaven voor de werking en de aanpassing van de installaties en het materieel van de restaurants, kantines en cafetaria's;

 

de door het Bureau te betalen schadevergoedingen, alsmede uitgaven die het Bureau uit hoofde van zijn wettelijke aansprakelijkheid moet verrichten en de eventuele uitgaven voor bepaalde gevallen waarbij om redenen van billijkheid schadeloosstelling dient te worden betaald, zonder dat daaraan rechten kunnen worden ontleend.

A4 01 60

Bibliotheekvoorraden, aankoop van boeken

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

5 000

5 000

6 200,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van de realisatie en ontwikkeling van het intranet van het Bureau als onderdeel van het intranet van de Commissie (My IntraComm), abonnementen op diensten voor snelle informatie via beeldscherm, de kosten van het inbinden en andere kosten van instandhouding die noodzakelijk zijn voor het behoud van naslagwerken en periodieken, de kosten van abonnementen op kranten en gespecialiseerde tijdschriften, de aankoop van publicaties en technische werken die verband houden met de activiteiten van het Bureau.

HOOFDSTUK A4 02 —   INTERINSTITUTIONELE SAMENWERKING EN INTERINSTITUTIONELE DIENSTEN EN ACTIVITEITEN

A4 02 01

Interinstitutionele samenwerking en interinstitutionele diensten en activiteiten

Toelichting

Het Bureau heeft in het kader van het EPSO-ontwikkelingsprogramma zijn selectiemethoden gemoderniseerd om op een meer kosteneffectieve en doeltreffende manier aan de huidige en toekomstige behoeften van de instellingen te voldoen, door middel van:

 

een betere planning van de vergelijkende onderzoeken om op het juiste moment de meest geschikte medewerkers te selecteren en een de reservelijsten optimaal te gebruiken;

 

kortere selectieprocedures;

 

een aanzienlijke kwaliteitsverbetering van de selectieprocedure door kandidaten te kiezen op basis van de vereiste functiecompetenties en instellingen de beschikking te geven over de beste medewerkers die hun hele loopbaan lang blijven, en een professionalisering van het werk van de selectiecomités;

 

een positief, modern imago voor de instellingen, als werkgever die op een steeds concurrerender wordende arbeidsmarkt de beste krachten kan aantrekken;

 

alle mogelijke voorzieningen om kandidaten met een beperking in staat te stellen deel te nemen.

A4 02 01 01

Interinstitutionele vergelijkende onderzoeken

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

6 200 000

6 800 000

5 935 712,46

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven die voortvloeien uit de procedures voor het organiseren van verschillende vergelijkende onderzoeken.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten in overeenstemming met artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 250 000 EUR.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name de artikelen 27 tot en met 31 en 33, en bijlage III.

A4 02 01 02

Beperkte studies, enquêtes en adviezen

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor het verrichten van gespecialiseerde studies en het verstrekken van advies onder contract door hooggekwalificeerde deskundigen (natuurlijke of rechtspersonen) in gevallen waarin het Bureau niet over het nodige personeel beschikt om deze rechtstreeks uit te voeren, en voor de aankoop van reeds verrichte studies of voor abonnementen bij gespecialiseerde onderzoeksinstituten.

A4 02 01 03

Diverse kosten van interne vergaderingen

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

14 000

14 000

14 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten voor verfrissingen, en incidenteel voor lichte maaltijden, die tijdens interne vergaderingen worden verstrekt met name tijdens vergaderingen van de jury van vergelijkende onderzoeken en vertalers.

HOOFDSTUK A4 03 —   INTERINSTITUTIONELE SAMENWERKING OP HET GEBIED VAN OPLEIDING

A4 03 01

Europese Bestuursschool (EUSA)

Toelichting

Dit krediet dekt de uitgaven voor de algemene opleiding die wordt verstrekt door de Europese Bestuursschool met als doel de vergroting van het bekwaamheidsniveau van de personeelsleden en van de prestaties en de efficiëntie van de deelnemende instellingen:

 

het inschakelen van deskundigen voor de identificatie van de behoeften en voor het ontwerp, het opstellen, de realisatie, de evaluatie en de follow-up van opleidingen;

 

kosten voor het inschakelen van consultants op verschillende terreinen, met name inzake organisatiemethodiek, management, strategie, kwaliteit en personeelsbeheer;

 

kosten voor het ontwerpen, de realisatie en de evaluatie van de door de Bestuursschool georganiseerde opleiding in de vorm van cursussen, seminars of conferenties (instructeurs, reis- en verblijfkosten en didactisch materiaal);

 

kosten voor deelneming aan externe opleiding en voor lidmaatschap van relevante beroepsorganisaties;

 

kosten voor het tot stand brengen van een netwerk, op Europees niveau, tussen de EUSA en de nationale scholen voor bestuurskunde en universitaire instituten die actief zijn op dit terrein, met als doel uitwisseling van ervaringen, overbrenging van beproefde praktijken en samenwerking bij de ontwikkeling van de na- en bijscholing van het personeel van de Europese overheidsdienst;

 

uitgaven in verband met de praktische organisatie van de cursussen en uitgaven voor de leslokalen, het vervoer, de maaltijden en het verblijf van deelnemers aan cursussen met verblijf;

 

opleidingsuitgaven met betrekking tot publicaties, informatie, desbetreffende internetsites, aankoop van didactisch materiaal, abonnementen en licenties voor afstandsonderwijs, boeken, perspublicaties en multimedia;

 

de financiering van didactisch materiaal.

Rechtsgronden

Besluit 2005/119/EG van de secretarissen-generaal van het Europees Parlement, van de Raad en van de Commissie, de griffier van het Hof van Justitie, de secretarissen-generaal van de Rekenkamer, van het Europees Economisch en Sociaal Comité en van het Comité van de Regio's, en de vertegenwoordiger van de Europese Ombudsman van 26 januari 2005 betreffende de organisatie en de werking van de Europese Bestuursschool (PB L 37 van 10.2.2005, blz. 17).

A4 03 01 01

Managementopleiding

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

1 378 000

1 400 000

1 570 988,22

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met de opleiding van ambtenaren en ander personeel op het gebied van managementtechnieken (kwaliteits- en personeelsmanagement, strategie).

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten in overeenstemming met artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 100 000 EUR.

A4 03 01 02

Opleiding bij indiensttreding

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

964 000

1 000 000

1 166 640,95

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met de opleiding van nieuwe ambtenaren en ander nieuw personeel op het gebied van de werkomstandigheden bij de instellingen.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten in overeenstemming met artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 40 000 EUR.

A4 03 01 03

Opleiding voor het behalen van een certificaat

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

605 000

687 000

563 520,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met de opleiding van ambtenaren om hen voor te bereiden op het behalen van een certificaat op grond waarvan hun bekwaamheid blijkt voor het vervullen van de functie van administrateur, met het oog op een eventuele overgang naar de hogere functiegroep.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten in overeenstemming met artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 16 000 EUR.

HOOFDSTUK A4 10 —   RESERVES

A4 10 01

Voorzieningen

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

De kredieten in dit artikel zijn louter voorlopig en kunnen enkel gebruikt worden wanneer die overgeheveld zijn naar andere hoofdstukken in overeenstemming met de procedure in het financieel reglement die daartoe is vastgesteld.

Rechtsgronden

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

A4 10 02

Reserves voor onvoorziene omstandigheden

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

p.m.

p.m.

0,—

BUREAU VOOR BEHEER EN AFWIKKELING VAN DE INDIVIDUELE RECHTEN

ONTVANGSTEN

TITEL 4

DIVERSE BELASTINGEN, HEFFINGEN EN BIJDRAGEN VAN DE UNIE

 

Artikel

Post

Rubriek

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

% 2014-2016

HOOFDSTUK 4 0

4 0 0

Opbrengst van de belasting op de bezoldigingen, lonen en vergoedingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden

1 308 000

1 116 000

1 201 568,29

91,86

4 0 3

Opbrengst van de tijdelijke bijdrage die van toepassing is op de bezoldigingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

p.m.

p.m.

241,48

 

4 0 4

Opbrengst van de speciale heffing en de solidariteitsheffing die van toepassing zijn op de bezoldigingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

246 000

245 000

334 968,08

136,17

 

HOOFDSTUK 4 0 — TOTAAL

1 554 000

1 361 000

1 536 777,85

98,89

HOOFDSTUK 4 1

4 1 0

Bijdragen van het personeel aan de pensioenregeling

2 396 000

2 389 000

1 931 332,60

80,61

 

HOOFDSTUK 4 1 — TOTAAL

2 396 000

2 389 000

1 931 332,60

80,61

 

Titel 4 — Totaal

3 950 000

3 750 000

3 468 110,45

87,80

HOOFDSTUK 4 0 —

INHOUDINGEN OP DE BEZOLDIGINGEN

 

HOOFDSTUK 4 1 —

BIJDRAGEN AAN DE PENSOENREGELING

HOOFDSTUK 4 0 —   INHOUDINGEN OP DE BEZOLDIGINGEN

4 0 0

Opbrengst van de belasting op de bezoldigingen, lonen en vergoedingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

1 308 000

1 116 000

1 201 568,29

Toelichting

Deze ontvangsten bestaan uit alle opbrengsten van de belasting op de bezoldigingen, lonen en vergoedingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden, die maandelijks wordt ingehouden op de bezoldigingen van het personeel van het Bureau.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 260/68 van de Raad van 29 februari 1968 tot vaststelling van de voorwaarden en de wijze van heffing van de belasting ten bate van de Europese Gemeenschappen (PB L 56 van 4.3.1968, blz. 8).

Referentiebesluiten

Protocol betreffende de voorrechten en immuniteiten van de Europese Unie, met name artikel 12.

4 0 3

Opbrengst van de tijdelijke bijdrage die van toepassing is op de bezoldigingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

241,48

Toelichting

Deze ontvangsten bestaan uit de opbrengst van de tijdelijke bijdrage die maandelijks wordt ingehouden op de bezoldigingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst van het Bureau.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen, met name artikel 66 bis in de versie die van kracht was tot 15 december 2003.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

4 0 4

Opbrengst van de speciale heffing en de solidariteitsheffing die van toepassing zijn op de bezoldigingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

246 000

245 000

334 968,08

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 66 bis.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

HOOFDSTUK 4 1 —   BIJDRAGEN AAN DE PENSOENREGELING

4 1 0

Bijdragen van het personeel aan de pensioenregeling

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

2 396 000

2 389 000

1 931 332,60

Toelichting

Deze ontvangsten bestaan uit het totaal van de bijdragen van het personeel van het Bureau in de financiering van de pensioenregeling, die overeenkomstig artikel 83, lid 2, van het Statuut maandelijks op de salarissen worden ingehouden.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

TITEL 6

BIJDRAGEN AAN UNIALE PROGRAMMA’S, VERGOEDING VAN UITGAVEN EN ONTVANGSTEN

 

Artikel

Post

Rubriek

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

% 2014-2016

HOOFDSTUK 6 6

6 6 0

Overige bijdragen en terugbetalingen

6 6 0 0

Overige bestemmingsbijdragen en -terugbetalingen

p.m.

p.m.

0,—

 
 

Artikel 6 6 0 — Totaal

p.m.

p.m.

0,—

 
 

HOOFDSTUK 6 6 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0,—

 
 

Titel 6 — Totaal

p.m.

p.m.

0,—

 
 

TOTAAL-GENERAAL

3 950 000

3 750 000

3 468 110,45

87,80

HOOFDSTUK 6 6 —

OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN

HOOFDSTUK 6 6 —   OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN

6 6 0

Overige bijdragen en terugbetalingen

6 6 0 0

Overige bestemmingsbijdragen en -terugbetalingen

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Op deze post worden, overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement, de eventuele ontvangsten geboekt waarin niet is voorzien bij de andere onderdelen van titel 6 en die aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten ter financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

UITGAVEN

Algemene samenvatting van de kredieten (2016 en 2015) en van de uitvoering (2014)

 

Titel

Hoofdstuk

Rubriek

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

A5

BUREAU VOOR BEHEER EN AFWIKKELING VAN DE INDIVIDUELE RECHTEN

A5 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN

37 520 000

37 025 000

43 351 867,05

A5 10

RESERVES

p.m.

p.m.

0,—

 

Titel A5 — Totaal

37 520 000

37 025 000

43 351 867,05

TITEL A5

BUREAU VOOR BEHEER EN AFWIKKELING VAN DE INDIVIDUELE RECHTEN

 

Artikel

Post

Rubriek

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

% 2014-2016

HOOFDSTUK A5 01

A5 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen

       

Niet-gesplitste kredieten

15 835 000

16 242 000

14 547 612,85

91,87

A5 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven

A5 01 02 01

Extern personeel

       

Niet-gesplitste kredieten

11 031 000

10 039 000

17 101 749,60

155,03

A5 01 02 11

Overige beheersuitgaven

       

Niet-gesplitste kredieten

214 000

214 000

284 605,95

132,99

 

Artikel A5 01 02 — Totaal

11 245 000

10 253 000

17 386 355,55

154,61

A5 01 03

Gebouwen en daarmee samenhangende uitgaven

       

Niet-gesplitste kredieten

10 440 000

10 530 000

11 417 898,65

109,37

A5 01 50

Personeelsbeleid en -beheer

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0,—

 

A5 01 51

Beleid en beheer van infrastructuur

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0,—

 

A5 01 60

Uitgaven voor documentatie en bibliotheek

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0,—

 
 

HOOFDSTUK A5 01 — TOTAAL

37 520 000

37 025 000

43 351 867,05

115,54

HOOFDSTUK A5 10

A5 10 01

Voorzieningen

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0,—

 

A5 10 02

Reserve voor onvoorziene omstandigheden

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0,—

 
 

HOOFDSTUK A5 10 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0,—

 
 

Titel A5 — Totaal

37 520 000

37 025 000

43 351 867,05

115,54

HOOFDSTUK A5 01 —

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN

 

HOOFDSTUK A5 10 —

RESERVES

HOOFDSTUK A5 01 —   ADMINISTRATIEVE UITGAVEN

A5 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

15 835 000

16 242 000

14 547 612,85

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking, voor de ambtenaren en tijdelijke functionarissen die een ambt bekleden op de lijst van het aantal ambten, van:

 

de salarissen, vergoedingen en aan de salarissen gekoppelde toelagen;

 

de ongevallen- en ziektekostenverzekering en andere sociale lasten;

 

de werkloosheidsverzekering voor tijdelijke functionarissen en de door het Bureau te verrichten betalingen voor tijdelijke functionarissen met het oog op vorming of behoud van pensioenrechten in hun land van herkomst;

 

de overige toelagen en vergoedingen;

 

de aanpassingscoëfficiënten die van toepassing zijn op de bezoldigingen van de ambtenaren en tijdelijke functionarissen, alsmede de aanpassingscoëfficiënten op het gedeelte van de emolumenten dat naar een ander land dan dat van tewerkstelling wordt overgeboekt;

 

de reiskosten van ambtenaren en tijdelijke functionarissen (inclusief gezinsleden) bij indiensttreding, beëindiging van de dienst of overplaatsing met verandering van standplaats;

 

de inrichtings- en herinrichtingsvergoedingen die verschuldigd zijn aan ambtenaren en tijdelijke functionarissen die, na hun indiensttreding of ingevolge hun aanstelling op een andere plaats van tewerkstelling, moeten verhuizen, alsmede bij de definitieve stopzetting van hun beroepsbezigheden gevolgd door een herinrichting op een andere plaats;

 

de kosten van verhuizing die verschuldigd zijn aan ambtenaren en tijdelijke functionarissen die, na hun indiensttreding of ingevolge hun aanstelling op een andere plaats van tewerkstelling, moeten verhuizen, alsmede bij de definitieve stopzetting van hun beroepsbezigheden gevolgd door een herinrichting op een andere plaats;

 

de kosten van eventuele actualiseringen van de bezoldigingen in de loop van het begrotingsjaar.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

A5 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven

A5 01 02 01

Extern personeel

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

11 031 000

10 039 000

17 101 749,60

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de bezoldiging van arbeidscontractanten (in de zin van titel IV van de Regeling van toepassing op de andere personeelsleden), het stelsel van sociale verzekering voor arbeidscontractanten van de instelling zoals beschreven in titel IV en de kosten voor aanpassingscoëfficiënten die op de bezoldiging van dergelijke personeelsleden van toepassing zijn;

 

de eventuele uitgaven (salarissen, verzekeringen enz.) in verband met het inhuren van extern personeel op contractbasis en van uitzendkrachten;

 

de uitgaven voor het personeel voor de aannemingscontracten voor toelevering van technische en administratieve diensten, tijdelijke bijstand en voor dienstverlening van intellectuele aard;

 

de uitgaven in verband met de detachering of tijdelijke aanstelling bij de diensten van het Bureau van ambtenaren van de lidstaten en andere deskundigen, alsmede de extra uitgaven die voortvloeien uit de terbeschikkingstelling van ambtenaren aan nationale overheidsdiensten of internationale organisaties;

 

de kosten van eventuele actualiseringen van de bezoldigingen in de loop van het begrotingsjaar.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten in overeenstemming met artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 6 763 000 EUR.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

Modaliteiten in verband met de aanstelling en de bezoldiging en andere financiële voorwaarden vastgesteld door de Commissie.

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

A5 01 02 11

Overige beheersuitgaven

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

214 000

214 000

284 605,95

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de vervoerskosten, dagvergoedingen en bijkomende of bijzondere kosten bij dienstreizen voor het onder het statuut vallende personeel, alsmede voor de nationale of internationale gedetacheerde deskundigen of ambtenaren;

 

de kosten die in verband met representatieverplichtingen namens het Bureau, in het belang van de dienst, zijn gemaakt en die worden vergoed (niet bij representatieverplichtingen jegens ambtenaren of andere personeelsleden van de Commissie of van andere instellingen van de Unie);

 

de reis- en verblijfkosten en bijkomende kosten van de deskundigen die in de studie- en werkgroepen samenkomen, alsmede de kosten welke vergaderingen met zich brengen, voor zover deze niet worden gedekt door de bestaande infrastructuur in de zetel van de instellingen of in externe bureaus (de kosten van de deskundigen worden vergoed op basis van een besluit van de Commissie);

 

de kosten voor verfrissingen, en incidenteel voor lichte maaltijden, die tijdens interne vergaderingen worden verstrekt;

 

de diverse kosten van conferenties, congressen en vergaderingen waaraan het Bureau deelneemt of die het Bureau moet organiseren;

 

de uitgaven voor het verrichten van gespecialiseerde studies en het verstrekken van advies op contractbasis door deskundigen (natuurlijke of rechtspersonen) in gevallen waarin het Bureau niet over het nodige personeel beschikt om deze rechtstreeks uit te voeren, inclusief de verwerving van reeds bestaande studies;

 

de uitgaven voor opleiding met als doel de vaardigheden van het personeel en de prestaties en de efficiëntie van het Bureau te verbeteren:

 

het inschakelen van deskundigen voor de identificatie van de behoeften en voor het ontwerp, het opstellen, de realisatie, de evaluatie van en het toezicht op de opleiding;

 

het inschakelen van consultants op verschillende terreinen, met name inzake organisatiemethodiek, management, strategie, kwaliteit en personeelsbeheer;

 

kosten voor deelneming aan externe opleiding en voor lidmaatschap van relevante beroepsorganisaties;

 

uitgaven in verband met de praktische organisatie van de cursussen en uitgaven voor de leslokalen, het vervoer, de maaltijden en het verblijf van deelnemers aan cursussen met verblijf;

 

de opleidingsuitgaven met betrekking tot publicaties, informatie, desbetreffende internetsites, aankoop van didactisch materiaal, abonnementen en licenties voor afstandsonderwijs, boeken, perspublicaties en multimedia;

 

de financiering van didactisch materiaal.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

Modaliteiten in verband met de aanstelling en de bezoldiging en andere financiële voorwaarden vastgesteld door de Commissie.

A5 01 03

Gebouwen en daarmee samenhangende uitgaven

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

10 440 000

10 530 000

11 417 898,65

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de gebouwen van het Bureau en van de uitgaven die daarmee verband houden, met name:

 

de kosten voor koop of huurkoop of bouw van gebouwen;

 

de huur en de erfpacht van gebouwen, diverse belastingen en de uitoefening van aankoopopties op in gebruik zijnde gebouwen of gedeelten van gebouwen, alsmede de huur van conferentieruimten, magazijnen, opslag- en archiefruimten, garages en parkeerplaatsen;

 

de verzekeringspremies voor door het Bureau gebruikte gebouwen of gedeelten van gebouwen;

 

de uitgaven voor water, gas, elektriciteit en verwarming voor de gebouwen of gedeelten van gebouwen die door het Bureau worden gebruikt;

 

de uitgaven voor het onderhoud van de lokalen, de liften, het centraleverwarmingssysteem, de airconditioninginstallatie enz. Het betreft hier periodieke schoonmaakbeurten, de aankoop van onderhoudsproducten, wassen, bleken, stomen enz., alsmede verven en repareren van en benodigdheden voor de onderhoudswerkplaatsen;

 

de uitgaven voor selectieve verwerking, opslag en verwijdering van afval;

 

de uitgaven voor inrichtingswerkzaamheden zoals het verplaatsen van tussenschotten in de gebouwen, het aanbrengen van veranderingen aan technische installaties en andere gespecialiseerde verrichtingen met betrekking tot sloten, elektriciteit, sanitair, schilderwerk, vloerbedekking enz., alsmede van de kosten in verband met wijzigingen in het kabelnetwerk, alsmede de kosten van het materieel dat hierbij nodig is (alvorens contracten ten belope van meer dan 300 000 EUR te verlengen of te sluiten, informeert het Bureau, met het oog op een rationalisering van de uitgaven, bij de andere instellingen naar de door elk van hen voor gelijksoortige opdrachten verkregen voorwaarden (prijs, gekozen valuta, indexering, looptijd, andere clausules));

 

de uitgaven inzake de fysieke en materiële veiligheid van de personen en goederen, met name de contracten inzake het toezicht op de gebouwen, de onderhoudscontracten voor de beveiligingsinstallaties en de aankoop van klein materieel (alvorens contracten ten belope van meer dan 300 000 EUR te verlengen of te sluiten, informeert het Bureau, met het oog op een rationalisering van de uitgaven, bij de andere instellingen naar de door elk van hen voor gelijksoortige opdrachten verkregen voorwaarden (prijs, gekozen valuta, indexering, looptijd, andere clausules));

 

de uitgaven inzake de hygiëne en de bescherming van personen op de werkplek, met name de aankoop, de huur en het onderhoud van brandbestrijdingsmaterieel, de vervanging van de uitrusting van de ambtenaren die deel uitmaken van eerstehulpdiensten en de kosten van wettelijke controles (alvorens contracten ten belope van meer dan 300 000 EUR te verlengen of te sluiten, informeert het Bureau, met het oog op een rationalisering van de uitgaven, bij de andere instellingen naar de door elk van hen voor gelijksoortige opdrachten verkregen voorwaarden (prijs, gekozen valuta, indexering, looptijd, andere clausules));

 

de kosten voor juridische, technische en financiële expertises vóór de aankoop, de huur of de bouw van gebouwen;

 

de overige uitgaven in verband met gebouwen, met name de kosten voor het beheren van de gebouwen met meerdere huurders, de kosten in verband met het opmaken van de boedelbeschrijving, de belastingen ter vergoeding van de openbare nutsvoorzieningen (straatbelasting, vuilnisophaaldienst enz.);

 

de uitgaven voor technische bijstand in verband met belangrijke inrichtingswerkzaamheden;

 

aankoop, huur of leasing en onderhoud, reparatie, installatie en vervanging van technische uitrusting en technisch materieel;

 

de aankoop, de huur, het onderhoud en de reparatie van meubilair;

 

de aankoop, de huur, het onderhoud en de reparatie van vervoermiddelen;

 

diverse verzekeringen (met name voor wettelijke aansprakelijkheid en tegen diefstal);

 

uitgaven voor werkuitrusting, met name:

 

de aankoop van werkkleding (hoofdzakelijk voor bodes, chauffeurs en personeel van restaurants en cafetaria’s);

 

de aankoop en reiniging van werkkleding voor het personeel van de werkplaatsen en personeel dat werk moet verrichten waarbij een bescherming tegen slecht weer en koude of ook tegen abnormale slijtage en vuil worden van eigen kleding noodzakelijk is;

 

de aankoop of vergoeding van al het materieel dat nodig is in het kader van de toepassing van de Richtlijnen 89/391/EEG en 90/270/EEG;

 

de kosten van de verhuizing en hergroepering van diensten en de behandelingskosten (ontvangst, opslag, plaatsing) van kantooruitrusting, -meubilair en -benodigdheden;

 

de uitgaven in verband met de uitrusting van gebouwen op het gebied van telecommunicatie, met name de aankoop, de huur, de installatie en het onderhoud van telefooncentrales en -lijnen, de geluidssystemen en videoconferentie-installaties, intercominstallaties en mobilofoons, alsmede de uitgaven voor de informatienetwerken (uitrusting en onderhoud) en de bijbehorende diensten (beheer, ondersteuning, documentatie, installatie en verhuizing);

 

aankoop, huur of leasing en onderhoud van computers, terminals, microcomputers, randapparatuur, aansluitingsapparatuur, alsmede de voor hun werking benodigde programmatuur;

 

aankoop, huur of leasing en onderhoud van apparatuur voor de weergave van de informatie op papier, zoals printers, faxtoestellen, fotokopieerapparaten, scanners en microkopieerapparaten;

 

aankoop, huur of leasing van schrijfmachines, tekstverwerkers en alle in kantoren gebruikte elektronische apparatuur;

 

de installatie, configuratie, onderhoud, studies, documentatie en benodigdheden in verband met deze apparatuur;

 

de kosten van de aankoop van papier, enveloppen, kantoorbenodigdheden en benodigdheden voor de reproductiewerkplaatsen, alsmede voor de uitbesteding van bepaald drukwerk;

 

de uitgaven voor de frankering van de correspondentie, de verzendkosten van postpakketten en andere colli per vliegtuig, per boot of per spoor en van de interne post bij het Bureau;

 

de abonnementskosten en de kosten van gesprekken via kabel of radiogolflengte (vaste en mobiele telefoon, televisie, teleconferentie, videoconferentie) alsmede de kosten in verband met de netwerken voor gegevenstransmissie, telematica enz., en de aankoop van abonneelijsten;

 

de kosten voor telefoongesprekken en computerverbindingen tussen de verschillende gebouwen en voor de internationale telecommunicatie tussen de verschillende Unievestigingen;

 

technische en logistieke ondersteuning, opleiding en andere activiteiten van algemeen belang in verband met computerapparatuur en -programmatuur, algemene informaticaopleidingen, abonnementen op technische documentatie (op papier of in elektronische vorm) enz., het externe bedieningspersoneel, servicebureaus, abonnementen bij internationale organisaties enz., veiligheidsonderzoeken en kwaliteitscontrole van computerapparatuur en -programmatuur, de kosten van gebruik, onderhoud en ontwikkeling van programmatuur en de uitvoering van informaticaprojecten;

 

de overige huishoudelijke uitgaven waarin hierboven niet specifiek is voorzien.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten in overeenstemming met artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 356 000 EUR.

Rechtsgronden

Richtlijn 89/391/EEG van de Raad van 12 juni 1989 betreffende de tenuitvoerlegging van maatregelen ter bevordering van de verbetering van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers op het werk (PB L 183 van 29.6.1989, blz. 1).

Richtlijn 90/270/EEG van de Raad van 29 mei 1990 betreffende minimumvoorschriften inzake veiligheid en gezondheid met betrekking tot het werken met beeldschermapparatuur (vijfde bijzondere richtlijn in de zin van artikel 16, lid 1, van Richtlijn 89/391/EEG) (PB L 156 van 21.6.1990, blz. 14).

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

A5 01 50

Personeelsbeleid en -beheer

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de deelneming van het Bureau in de exploitatiekosten van de personeelsfoyer en andere culturele en sportieve activiteiten of initiatieven ter bevordering van de sociale contacten tussen de personeelsleden van verschillende nationaliteiten;

 

de bijdrage van het Bureau in de kosten van de kinderopvangcentra en andere kinderbewaarplaatsen;

 

uitgaven in het kader van het gehandicaptenbeleid, voor gehandicapten die behoren tot een van de volgende groepen:

 

ambtenaren en tijdelijke functionarissen in actieve dienst;

 

echtgenoten van ambtenaren en tijdelijke functionarissen in actieve dienst;

 

alle kinderen ten laste in de zin van het Statuut.

Het betreft hier de dekking, binnen de grenzen van de budgettaire mogelijkheden en na uitputting van de eventuele rechten die door het land van herkomst of woonplaats worden toegekend, van de als noodzakelijk erkende en naar behoren aangetoonde niet-medische kosten die op grond van de handicap zijn gemaakt.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

A5 01 51

Beleid en beheer van infrastructuur

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

uitgaven voor de werking en de aanpassing van de installaties en het materieel van de restaurants, kantines en cafetaria's;

 

de door het Bureau te betalen schadevergoedingen, alsmede uitgaven die het Bureau uit hoofde van zijn wettelijke aansprakelijkheid moet verrichten en de eventuele uitgaven voor bepaalde gevallen waarbij om redenen van billijkheid schadeloosstelling dient te worden betaald, zonder dat daaraan rechten kunnen worden ontleend.

A5 01 60

Uitgaven voor documentatie en bibliotheek

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van de realisatie en ontwikkeling van het intranet van de Commissie (My IntraComm), abonnementen op diensten voor snelle informatie via beeldscherm, de kosten van het inbinden en andere kosten van instandhouding die noodzakelijk zijn voor het behoud van naslagwerken en periodieken, de kosten van abonnementen op kranten en gespecialiseerde tijdschriften, de aankoop van publicaties en technische werken die verband houden met de activiteiten van het Bureau.

HOOFDSTUK A5 10 —   RESERVES

A5 10 01

Voorzieningen

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

De kredieten van dit artikel hebben uitsluitend het karakter van een voorziening en mogen slechts na overschrijving naar de andere begrotingsonderdelen overeenkomstig het Financieel Reglement worden gebruikt.

Rechtsgronden

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

A5 10 02

Reserve voor onvoorziene omstandigheden

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

p.m.

p.m.

0,—

BUREAU VOOR INFRASTRUCTUUR EN LOGISTIEK — BRUSSEL

ONTVANGSTEN

TITEL 4

DIVERSE BELASTINGEN, HEFFINGEN EN BIJDRAGEN VAN DE UNIE

 

Artikel

Post

Rubriek

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

% 2014-2016

HOOFDSTUK 4 0

4 0 0

Opbrengst van de belasting op de bezoldigingen, lonen en vergoedingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden

2 604 000

2 417 000

2 463 467,64

94,60

4 0 3

Opbrengst van de tijdelijke bijdrage die van toepassing is op de bezoldigingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

p.m.

p.m.

776,15

 

4 0 4

Opbrengst van de speciale heffing en de solidariteitsheffing die van toepassing zijn op de bezoldigingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

443 000

440 000

669 692,85

151,17

 

HOOFDSTUK 4 0 — TOTAAL

3 047 000

2 857 000

3 133 936,64

102,85

HOOFDSTUK 4 1

4 1 0

Bijdragen van het personeel aan de pensioenregeling

4 724 000

4 694 000

3 645 958,05

77,18

 

HOOFDSTUK 4 1 — TOTAAL

4 724 000

4 694 000

3 645 958,05

77,18

 

Titel 4 — Totaal

7 771 000

7 551 000

6 779 894,69

87,25

HOOFDSTUK 4 0 —

INHOUDINGEN OP DE BEZOLDIGINGEN

 

HOOFDSTUK 4 1 —

BIJDRAGEN TOT DE PENSIOENREGELING

HOOFDSTUK 4 0 —   INHOUDINGEN OP DE BEZOLDIGINGEN

4 0 0

Opbrengst van de belasting op de bezoldigingen, lonen en vergoedingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

2 604 000

2 417 000

2 463 467,64

Toelichting

Deze ontvangsten bestaan uit alle opbrengsten van de belasting op de bezoldigingen, lonen en vergoedingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden, die maandelijks wordt ingehouden op de bezoldigingen van het personeel van het Bureau.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 260/68 van de Raad van 29 februari 1968 tot vaststelling van de voorwaarden en de wijze van heffing van de belasting ten bate van de Europese Gemeenschappen (PB L 56 van 4.3.1968, blz. 8).

Referentiebesluiten

Protocol betreffende de voorrechten en immuniteiten van de Europese Unie, met name artikel 12.

4 0 3

Opbrengst van de tijdelijke bijdrage die van toepassing is op de bezoldigingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

776,15

Toelichting

Deze ontvangsten bestaan uit de opbrengst van de tijdelijke bijdrage die maandelijks wordt ingehouden op de bezoldigingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst van het Bureau.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen, met name artikel 66 bis in de versie die van kracht was tot 15 december 2003.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

4 0 4

Opbrengst van de speciale heffing en de solidariteitsheffing die van toepassing zijn op de bezoldigingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

443 000

440 000

669 692,85

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 66 bis.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

HOOFDSTUK 4 1 —   BIJDRAGEN TOT DE PENSIOENREGELING

4 1 0

Bijdragen van het personeel aan de pensioenregeling

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

4 724 000

4 694 000

3 645 958,05

Toelichting

Deze ontvangsten bestaan uit het totaal van de bijdragen van het personeel van het Bureau in de financiering van de pensioenregeling, die overeenkomstig het bepaalde in artikel 83, lid 2, van het Statuut maandelijks op de salarissen worden ingehouden.

Referentiebesluiten

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

TITEL 6

BIJDRAGEN AAN UNIALE PROGRAMMA'S, VERGOEDING VAN UITGAVEN EN ONTVANGSTEN

 

Artikel

Post

Rubriek

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

% 2014-2016

HOOFDSTUK 6 6

6 6 0

Overige bijdragen en terugbetalingen

6 6 0 0

Overige bestemmingsbijdragen en -terugbetalingen

p.m.

p.m.

0,—

 
 

Artikel 6 6 0 — Totaal

p.m.

p.m.

0,—

 
 

HOOFDSTUK 6 6 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0,—

 
 

Titel 6 — Totaal

p.m.

p.m.

0,—

 
 

TOTAAL-GENERAAL

7 771 000

7 551 000

6 779 894,69

87,25

HOOFDSTUK 6 6 —

OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN

HOOFDSTUK 6 6 —   OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN

6 6 0

Overige bijdragen en terugbetalingen

6 6 0 0

Overige bestemmingsbijdragen en -terugbetalingen

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Op deze post worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement de eventuele ontvangsten geboekt die niet zijn voorzien in de andere onderdelen van deze titel en die aanleiding geven tot de opvoering van aanvullende kredieten ter financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

UITGAVEN

Algemene samenvatting van de kredieten (2016 en 2015) en van de uitvoering (2014)

 

Titel

Hoofdstuk

Rubriek

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

A6

BUREAU VOOR INFRASTRUCTUUR EN LOGISTIEK — BRUSSEL

A6 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN

68 440 000

68 528 000

75 531 209,13

A6 10

RESERVES

p.m.

p.m.

0,—

 

Titel A6 — Totaal

68 440 000

68 528 000

75 531 209,13

TITEL A6

BUREAU VOOR INFRASTRUCTUUR EN LOGISTIEK — BRUSSEL

 

Artikel

Post

Rubriek

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

% 2014-2016

HOOFDSTUK A6 01

A6 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen

       

Niet-gesplitste kredieten

31 723 000

32 225 000

30 954 630,02

97,58

A6 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven

A6 01 02 01

Extern personeel

       

Niet-gesplitste kredieten

24 065 000

23 463 000

30 702 421,12

127,58

A6 01 02 11

Overige beheersuitgaven

       

Niet-gesplitste kredieten

435 000

435 000

429 931,32

98,83

 

Artikel A6 01 02 — Totaal

24 500 000

23 898 000

31 132 352,44

127,07

A6 01 03

Gebouwen en daarmee samenhangende uitgaven

       

Niet-gesplitste kredieten

12 217 000

12 405 000

13 444 226,67

110,05

A6 01 50

Personeelsbeleid en -beheer

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0,—

 

A6 01 51

Beleid in verband met en beheer van infrastructuur

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0,—

 

A6 01 60

Uitgaven voor documentatie en bibliotheek

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0,—

 
 

HOOFDSTUK A6 01 — TOTAAL

68 440 000

68 528 000

75 531 209,13

110,36

HOOFDSTUK A6 10

A6 10 01

Voorzieningen

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0,—

 

A6 10 02

Reserve voor onvoorziene omstandigheden

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0,—

 
 

HOOFDSTUK A6 10 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0,—

 
 

Titel A6 — Totaal

68 440 000

68 528 000

75 531 209,13

110,36

HOOFDSTUK A6 01 —

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN

 

HOOFDSTUK A6 10 —

RESERVES

HOOFDSTUK A6 01 —   ADMINISTRATIEVE UITGAVEN

A6 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

31 723 000

32 225 000

30 954 630,02

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking, voor de ambtenaren en tijdelijke functionarissen die een ambt bekleden op de lijst van het aantal ambten, van:

 

de salarissen, vergoedingen en aan de salarissen gekoppelde toelagen;

 

de ongevallen- en ziektekostenverzekering en andere sociale lasten;

 

de werkloosheidsverzekering voor tijdelijke functionarissen en de door het Bureau te verrichten betalingen voor tijdelijke functionarissen met het oog op vorming of behoud van pensioenrechten in hun land van herkomst;

 

de overige toelagen en vergoedingen;

 

de aanpassingscoëfficiënten die van toepassing zijn op de bezoldigingen van de ambtenaren en tijdelijke functionarissen, alsmede de aanpassingscoëfficiënten op het gedeelte van de emolumenten dat naar een ander land dan dat van tewerkstelling wordt overgeboekt;

 

de reiskosten van ambtenaren en tijdelijke functionarissen (inclusief gezinsleden) bij indiensttreding, beëindiging van de dienst of overplaatsing met verandering van standplaats;

 

de inrichtings- en herinrichtingsvergoedingen die verschuldigd zijn aan ambtenaren en tijdelijke functionarissen die, na hun indiensttreding of ingevolge hun aanstelling op een andere plaats van tewerkstelling, moeten verhuizen, alsmede bij de definitieve stopzetting van hun beroepsbezigheden gevolgd door een herinrichting op een andere plaats;

 

de kosten van verhuizing die verschuldigd zijn aan ambtenaren en tijdelijke functionarissen die, na hun indiensttreding of ingevolge hun aanstelling op een andere plaats van tewerkstelling, moeten verhuizen, alsmede bij de definitieve stopzetting van hun beroepsbezigheden gevolgd door een herinrichting op een andere plaats;

 

de kosten van eventuele actualiseringen van de bezoldigingen in de loop van het begrotingsjaar.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 800 000 EUR.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

A6 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven

A6 01 02 01

Extern personeel

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

24 065 000

23 463 000

30 702 421,12

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de bezoldiging van arbeidscontractanten (in de zin van titel IV van de Regeling van toepassing op de andere personeelsleden), het stelsel van sociale verzekering voor arbeidscontractanten van de instelling zoals beschreven in titel IV en de kosten voor aanpassingscoëfficiënten die op de bezoldiging van dergelijke personeelsleden van toepassing zijn;

 

de eventuele uitgaven (salarissen, verzekeringen, enz.) in verband met het inhuren van extern personeel op contractbasis en van uitzendkrachten;

 

de uitgaven voor het personeel voor de aannemingscontracten voor toelevering van technische en administratieve diensten, tijdelijke bijstand en voor dienstverlening van intellectuele aard;

 

de uitgaven in verband met de detachering of tijdelijke aanstelling bij de diensten van het Bureau van ambtenaren van de lidstaten en andere deskundigen, alsmede de extra uitgaven die voortvloeien uit de terbeschikkingstelling van ambtenaren aan nationale overheidsdiensten of internationale organisaties;

 

de kosten van eventuele actualiseringen van de bezoldigingen in de loop van het begrotingsjaar.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 7 000 000 EUR.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

Modaliteiten in verband met de aanstelling en de bezoldiging en andere financiële voorwaarden vastgesteld door de Commissie.

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

A6 01 02 11

Overige beheersuitgaven

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

435 000

435 000

429 931,32

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de vervoerskosten, dagvergoedingen en bijkomende of bijzondere kosten bij dienstreizen voor het onder het statuut vallende personeel, alsmede voor de nationale of internationale gedetacheerde deskundigen of ambtenaren;

 

de kosten die in verband met representatieverplichtingen namens het Bureau in het belang van de dienst zijn gemaakt en die worden vergoed (niet de representatieverplichtingen jegens ambtenaren of andere personeelsleden van de Commissie of van andere instellingen van de Unie);

 

de reis- en verblijfkosten en bijkomende kosten van de deskundigen die in de studie- en werkgroepen samenkomen, alsmede de kosten welke vergaderingen met zich brengen, voor zover deze niet worden gedekt door de bestaande infrastructuur in de zetel van de instellingen of in externe bureaus (de kosten van de deskundigen worden vergoed op basis van een besluit van de Commissie);

 

de kosten voor verfrissingen, en incidenteel voor lichte maaltijden, die tijdens interne vergaderingen worden verstrekt;

 

de diverse kosten van conferenties, congressen en vergaderingen waaraan het Bureau deelneemt;

 

de uitgaven voor het verrichten van gespecialiseerde studies en het verstrekken van advies onder contract door hooggekwalificeerde deskundigen (natuurlijke of rechtspersonen) in gevallen waarin het Bureau niet over het nodige personeel beschikt om deze rechtstreeks uit te voeren;

 

de uitgaven voor algemene opleiding met als doel de vaardigheden van het personeel en de prestaties en de efficiëntie van het Bureau te verbeteren:

 

het inschakelen van deskundigen voor de identificatie van de behoeften en voor het ontwerp, het opstellen, de realisatie, de evaluatie van en het toezicht op de opleiding;

 

het inschakelen van consultants op verschillende terreinen, met name inzake organisatiemethodiek, management, strategie, kwaliteit en personeelsbeheer;

 

kosten voor deelneming aan externe opleiding en voor lidmaatschap van relevante beroepsorganisaties;

 

uitgaven in verband met de praktische organisatie van de cursussen en uitgaven voor de leslokalen, het vervoer, de maaltijden en het verblijf van deelnemers aan cursussen met verblijf;

 

de opleidingsuitgaven met betrekking tot publicaties, informatie, desbetreffende websites, aankoop van pedagogisch materiaal, abonnementen en licenties voor afstandsonderwijs, boeken, perspublicaties en multimedia;

 

de financiering van didactisch materiaal.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

Modaliteiten in verband met de aanstelling en de bezoldiging en andere financiële voorwaarden vastgesteld door de Commissie.

A6 01 03

Gebouwen en daarmee samenhangende uitgaven

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

12 217 000

12 405 000

13 444 226,67

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de gebouwen van het Bureau en van de uitgaven die daarmee verband houden, met name:

 

de kosten voor koop of huurkoop of bouw van gebouwen;

 

de huur en de erfpacht alsmede de huur van conferentieruimten, magazijnen, opslagruimten, garages en parkeerplaatsen;

 

de verzekeringspremies voor door het Bureau gebruikte gebouwen of gedeelten van gebouwen;

 

de uitgaven voor water, gas, elektriciteit en verwarming voor de gebouwen of gedeelten van gebouwen die door het Bureau worden gebruikt;

 

de uitgaven voor het onderhoud van de lokalen, de liften, het centraleverwarmingssysteem, de airconditioninginstallatie enz. Het betreft hier periodieke schoonmaakbeurten, de aankoop van onderhoudsproducten, wassen, bleken, stomen enz., alsmede verven en repareren van en benodigdheden voor de onderhoudswerkplaatsen;

 

de uitgaven voor selectieve verwerking, opslag en verwijdering van afval;

 

de uitgaven voor inrichtingswerkzaamheden zoals het verplaatsen van tussenschotten in de gebouwen, het aanbrengen van veranderingen aan technische installaties en andere gespecialiseerde verrichtingen met betrekking tot sloten, elektriciteit, sanitair, schilderwerk, vloerbedekking enz., alsmede van de kosten in verband met wijzigingen in het kabelnetwerk en de kosten van het materieel dat hierbij nodig is (alvorens contracten ten belope van meer dan 300 000 EUR te verlengen of te sluiten, informeert het Bureau, met het oog op een rationalisering van de uitgaven, bij de andere instellingen naar de door elk van hen voor gelijksoortige opdrachten verkregen voorwaarden (prijs, gekozen valuta, indexering, looptijd, andere clausules));

 

de uitgaven inzake de fysieke en materiële veiligheid van de personen en goederen, met name de contracten inzake het toezicht op de gebouwen, de onderhoudscontracten voor de beveiligingsinstallaties en de aankoop van klein materieel (alvorens contracten ten belope van meer dan 300 000 EUR te verlengen of te sluiten, informeert het Bureau, met het oog op een rationalisering van de uitgaven, bij de andere instellingen naar de door elk van hen voor gelijksoortige opdrachten verkregen voorwaarden (prijs, gekozen valuta, indexering, looptijd, andere clausules));

 

de uitgaven inzake de hygiëne en de bescherming van personen op de werkplek, met name de aankoop, de huur en het onderhoud van brandbestrijdingsmaterieel, de vervanging van de uitrusting van de ambtenaren die deel uitmaken van eerstehulpdiensten en de kosten van wettelijke controles (alvorens contracten ten belope van meer dan 300 000 EUR te verlengen of te sluiten, informeert het Bureau, met het oog op een rationalisering van de uitgaven, bij de andere instellingen naar de door elk van hen voor gelijksoortige opdrachten verkregen voorwaarden (prijs, gekozen valuta, indexering, looptijd, andere clausules));

 

de kosten voor juridische, technische en financiële expertises vóór de aankoop, de huur of de bouw van gebouwen;

 

de overige uitgaven in verband met gebouwen, met name de kosten voor het beheren van de gebouwen met meerdere huurders, de kosten in verband met het opmaken van de boedelbeschrijving, de belastingen ter vergoeding van de openbare nutsvoorzieningen (straatbelasting, vuilnisophaaldienst, enz.);

 

de uitgaven voor technische bijstand in verband met belangrijke inrichtingswerkzaamheden;

 

de aankoop, de huur of leasing, het onderhoud, de herstellingen, de installatie en de vervanging van uitrusting en technisch materieel;

 

de aankoop, de huur, het onderhoud en de reparatie van meubilair;

 

de aankoop, de huur, het onderhoud en de reparatie van vervoermiddelen;

 

diverse verzekeringen;

 

uitgaven voor werkuitrusting, met name:

 

de aankoop van werkkleding (hoofdzakelijk voor bodes, chauffeurs en personeel van restaurants en cafetaria’s);

 

de aankoop en reiniging van werkkleding voor het personeel van de werkplaatsen en personeel dat werk moet verrichten waarbij een bescherming tegen slecht weer en koude of ook tegen abnormale slijtage en vuil worden van eigen kleding noodzakelijk is;

 

de aankoop of vergoeding van al het materieel dat nodig is in het kader van de toepassing van de Richtlijnen 89/391/EEG en 90/270/EEG;

 

verhuiskosten, kosten van hergroepering van diensten, alsmede van behandelingskosten (ontvangst, opslag en plaatsing) van materieel, meubilair en kantoorbenodigdheden;

 

de uitgaven in verband met de uitrusting van gebouwen op het gebied van telecommunicatie, met name de aankoop, de huur, de installatie en het onderhoud van telefooncentrales en -lijnen, de geluidssystemen en videoconferentie-installaties, intercominstallaties en mobilofoons, alsmede de uitgaven voor de informatienetwerken (uitrusting en onderhoud) en de bijbehorende diensten (beheer, ondersteuning, documentatie, installatie en verhuizing);

 

aankoop, huur of leasing en onderhoud van computers, terminals, microcomputers, randapparatuur, aansluitingsapparatuur, alsmede de voor hun werking benodigde programmatuur;

 

aankoop, huur of leasing en onderhoud van apparatuur voor de weergave van de informatie op papier, zoals printers, faxtoestellen, fotokopieerapparaten, scanners en microkopieerapparaten;

 

aankoop, huur of leasing van schrijfmachines, tekstverwerkers en alle in kantoren gebruikte elektronische apparatuur;

 

de installatie, configuratie, onderhoud, studies, documentatie en benodigdheden in verband met deze apparatuur;

 

de kosten van de aankoop van papier, enveloppen, kantoorbenodigdheden en benodigdheden voor de reproductiewerkplaatsen, alsmede voor de uitbesteding van bepaald drukwerk;

 

de frankering van de correspondentie, de verzendkosten van postpakketten en andere colli per vliegtuig, per boot of per spoor en van de interne post bij het Bureau;

 

de abonnementskosten en de kosten van gesprekken via kabel of radiogolflengte (vaste en mobiele telefoon, televisie, teleconferentie, videoconferentie) alsmede de kosten in verband met de netwerken voor gegevenstransmissie, telematica, enz., en de aankoop van abonneelijsten;

 

de kosten voor telefoongesprekken en computerverbindingen tussen de verschillende gebouwen en voor de internationale telecommunicatie tussen de verschillende vestigingen;

 

technische en logistieke ondersteuning, opleiding en andere activiteiten van algemeen belang in verband met computerapparatuur en -programmatuur, algemene informaticaopleidingen, abonnementen op technische documentatie (op papier of in elektronische vorm), enz., het externe bedieningspersoneel, servicebureaus, abonnementen bij internationale organisaties, enz., veiligheidsonderzoeken en kwaliteitscontrole van computerapparatuur en -programmatuur, de kosten van gebruik, onderhoud en ontwikkeling van programmatuur en de uitvoering van informaticaprojecten;

 

andere administratieve kosten die hier niet uitdrukkelijk worden genoemd.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 685 000 EUR.

Rechtsgronden

Richtlijn 89/391/EEG van de Raad van 12 juni 1989 betreffende de tenuitvoerlegging van maatregelen ter bevordering van de verbetering van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers op het werk (PB L 183 van 29.6.1989, blz. 1).

Richtlijn 90/270/EEG van de Raad van 29 mei 1990 betreffende minimumvoorschriften inzake veiligheid en gezondheid met betrekking tot het werken met beeldschermapparatuur (vijfde bijzondere richtlijn in de zin van artikel 16, lid 1, van Richtlijn 89/391/EEG) (PB L 156 van 21.6.1990, blz. 14).

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

A6 01 50

Personeelsbeleid en -beheer

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de deelneming van het Bureau in de exploitatiekosten van de personeelsfoyer en andere culturele en sportieve activiteiten of initiatieven ter bevordering van de sociale contacten tussen de personeelsleden van verschillende nationaliteiten;

 

de bijdrage van het Bureau in de kosten van de kinderopvangcentra en andere kinderbewaarplaatsen;

 

uitgaven in het kader van het gehandicaptenbeleid, voor gehandicapten die behoren tot een van de volgende groepen:

 

ambtenaren en tijdelijke functionarissen in actieve dienst;

 

echtgenoten van ambtenaren en tijdelijke functionarissen in actieve dienst;

 

alle kinderen ten laste in de zin van het Statuut.

Het betreft hier de dekking, binnen de grenzen van de budgettaire mogelijkheden en na uitputting van de eventuele rechten die door het land van herkomst of woonplaats worden toegekend, van de als noodzakelijk erkende en naar behoren aangetoonde niet-medische kosten die op grond van de handicap zijn gemaakt.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

A6 01 51

Beleid in verband met en beheer van infrastructuur

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

uitgaven voor de werking en de aanpassing van de installaties en het materieel van de restaurants, kantines en cafetaria's;

 

de door het Bureau te betalen schadevergoedingen, alsmede uitgaven die het Bureau uit hoofde van zijn wettelijke aansprakelijkheid moet verrichten en de eventuele uitgaven voor bepaalde gevallen waarbij om redenen van billijkheid schadeloosstelling dient te worden betaald, zonder dat daaraan rechten kunnen worden ontleend.

A6 01 60

Uitgaven voor documentatie en bibliotheek

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor de realisatie en ontwikkeling van het intranet van de Commissie (My IntraComm), de realisatie van het maandblad „Commission en Direct”, abonnementen op diensten voor snelle informatie via beeldscherm, de kosten van het inbinden en andere kosten van instandhouding die noodzakelijk zijn voor het behoud van naslagwerken en periodieken, de kosten van abonnementen op dagbladen, gespecialiseerde tijdschriften, staatsbladen, parlementaire stukken, statistieken van de buitenlandse handel, verschillende bulletins en andere gespecialiseerde publicaties, de aankoop van publicaties en technische werken die verband houden met de activiteiten van het Bureau.

HOOFDSTUK A6 10 —   RESERVES

A6 10 01

Voorzieningen

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

De kredieten van dit artikel hebben uitsluitend het karakter van een voorziening en mogen slechts na overschrijving naar de andere begrotingsonderdelen overeenkomstig het Financieel Reglement worden gebruikt.

Rechtsgronden

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

A6 10 02

Reserve voor onvoorziene omstandigheden

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

p.m.

p.m.

0,—

BUREAU VOOR INFRASTRUCTUUR EN LOGISTIEK — LUXEMBURG

ONTVANGSTEN

TITEL 4

DIVERSE BELASTINGEN, HEFFINGEN EN BIJDRAGEN VAN DE UNIE

 

Artikel

Post

Rubriek

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

% 2014-2016

HOOFDSTUK 4 0

4 0 0

Opbrengst van de belasting op de bezoldigingen, lonen en vergoedingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden

873 000

843 000

842 878,29

96,55

4 0 3

Opbrengst van de tijdelijke bijdrage die van toepassing is op de bezoldigingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

p.m.

p.m.

318,47

 

4 0 4

Opbrengst van de speciale heffing en de solidariteitsheffing die van toepassing zijn op de bezoldigingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

153 000

153 000

218 610,43

142,88

 

HOOFDSTUK 4 0 — TOTAAL

1 026 000

996 000

1 061 807,19

103,49

HOOFDSTUK 4 1

4 1 0

Bijdragen van het personeel aan de pensioenregeling

1 446 000

1 446 000

1 134 460,86

78,46

 

HOOFDSTUK 4 1 — TOTAAL

1 446 000

1 446 000

1 134 460,86

78,46

 

Titel 4 — Totaal

2 472 000

2 442 000

2 196 268,05

88,85

HOOFDSTUK 4 0 —

INHOUDINGEN OP DE BEZOLDIGINGEN

 

HOOFDSTUK 4 1 —

BIJDRAGEN AAN DE PENSIOENREGELING

HOOFDSTUK 4 0 —   INHOUDINGEN OP DE BEZOLDIGINGEN

4 0 0

Opbrengst van de belasting op de bezoldigingen, lonen en vergoedingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

873 000

843 000

842 878,29

Toelichting

Deze ontvangsten bestaan uit alle opbrengsten van de belasting op de bezoldigingen, lonen en vergoedingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden, die maandelijks wordt ingehouden op de bezoldigingen van het personeel van het Bureau.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 260/68 van de Raad van 29 februari 1968 tot vaststelling van de voorwaarden en de wijze van heffing van de belasting ten bate van de Europese Gemeenschappen (PB L 56 van 4.3.1968, blz. 8).

Referentiebesluiten

Protocol betreffende de voorrechten en immuniteiten van de Europese Unie, met name artikel 12.

4 0 3

Opbrengst van de tijdelijke bijdrage die van toepassing is op de bezoldigingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

318,47

Toelichting

Deze ontvangsten bestaan uit de opbrengst van de tijdelijke bijdrage die maandelijks wordt ingehouden op de bezoldigingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst van het Bureau.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen, met name artikel 66 bis in de versie die van kracht was tot 15 december 2003.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

4 0 4

Opbrengst van de speciale heffing en de solidariteitsheffing die van toepassing zijn op de bezoldigingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

153 000

153 000

218 610,43

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 66 bis.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

HOOFDSTUK 4 1 —   BIJDRAGEN AAN DE PENSIOENREGELING

4 1 0

Bijdragen van het personeel aan de pensioenregeling

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

1 446 000

1 446 000

1 134 460,86

Toelichting

Deze ontvangsten bestaan uit het totaal van de bijdragen van het personeel van het Bureau in de financiering van de pensioenregeling, die overeenkomstig artikel 83, lid 2, van het Statuut maandelijks op de salarissen worden ingehouden.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

TITEL 6

BIJDRAGEN AAN UNIALE PROGRAMMA'S, VERGOEDING VAN UITGAVEN EN ONTVANGSTEN

 

Artikel

Post

Rubriek

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

% 2014-2016

HOOFDSTUK 6 6

6 6 0

Overige bijdragen en terugbetalingen

6 6 0 0

Overige bestemmingsbijdragen en -terugbetalingen

p.m.

p.m.

0,—

 
 

Artikel 6 6 0 — Totaal

p.m.

p.m.

0,—

 
 

HOOFDSTUK 6 6 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0,—

 
 

Titel 6 — Totaal

p.m.

p.m.

0,—

 
 

TOTAAL-GENERAAL

2 472 000

2 442 000

2 196 268,05

88,85

HOOFDSTUK 6 6 —

OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN

HOOFDSTUK 6 6 —   OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN

6 6 0

Overige bijdragen en terugbetalingen

6 6 0 0

Overige bestemmingsbijdragen en -terugbetalingen

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Op deze post worden, overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement, de eventuele ontvangsten geboekt die niet zijn voorzien bij de andere onderdelen van titel 6 en die aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten ter financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

UITGAVEN

Algemene samenvatting van de kredieten (2016 en 2015) en van de uitvoering (2014)

 

Titel

Hoofdstuk

Rubriek

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

A7

BUREAU VOOR INFRASTRUCTUUR EN LOGISTIEK — LUXEMBURG

A7 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN

23 658 000

24 083 000

24 433 812,18

A7 10

RESERVES

p.m.

p.m.

0,—

 

Titel A7 — Totaal

23 658 000

24 083 000

24 433 812,18

TITEL A7

BUREAU VOOR INFRASTRUCTUUR EN LOGISTIEK — LUXEMBURG

 

Artikel

Post

Rubriek

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

% 2014-2016

HOOFDSTUK A7 01

A7 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen

       

Niet-gesplitste kredieten

12 063 000

12 326 000

11 466 278,75

95,05

A7 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven

A7 01 02 01

Extern personeel

       

Niet-gesplitste kredieten

7 012 000

7 095 000

7 157 435,21

102,07

A7 01 02 11

Overige beheersuitgaven

       

Niet-gesplitste kredieten

270 000

290 000

242 666,81

89,88

 

Artikel A7 01 02 — Totaal

7 282 000

7 385 000

7 400 102,02

101,62

A7 01 03

Gebouwen en daarmee samenhangende uitgaven

       

Niet-gesplitste kredieten

4 313 000

4 372 000

5 567 431,41

129,08

A7 01 50

Personeelsbeleid en -beheer

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0,—

 

A7 01 51

Beleid in verband met en beheer van infrastructuur

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0,—

 

A7 01 60

Uitgaven voor documentatie en bibliotheek

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0,—

 
 

HOOFDSTUK A7 01 — TOTAAL

23 658 000

24 083 000

24 433 812,18

103,28

HOOFDSTUK A7 10

A7 10 01

Voorzieningen

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0,—

 

A7 10 02

Reserve voor onvoorziene omstandigheden

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0,—

 
 

HOOFDSTUK A7 10 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0,—

 
 

Titel A7 — Totaal

23 658 000

24 083 000

24 433 812,18

103,28

HOOFDSTUK A7 01 —

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN

 

HOOFDSTUK A7 10 —

RESERVES

HOOFDSTUK A7 01 —   ADMINISTRATIEVE UITGAVEN

A7 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

12 063 000

12 326 000

11 466 278,75

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking, voor de ambtenaren en tijdelijke functionarissen die een ambt bekleden op de lijst van het aantal ambten, van:

 

de salarissen, vergoedingen en aan de salarissen gekoppelde toelagen;

 

de ongevallen- en ziektekostenverzekering en andere sociale lasten;

 

de werkloosheidsverzekering voor tijdelijke functionarissen en de door de instelling te verrichten betalingen voor tijdelijke functionarissen met het oog op vorming of behoud van pensioenrechten in hun land van herkomst;

 

de overige toelagen en vergoedingen;

 

de gevolgen van de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten op de bezoldigingen van de ambtenaren en tijdelijke functionarissen, alsmede de aanpassingscoëfficiënten op het gedeelte van de emolumenten dat naar een ander land dan dat van tewerkstelling wordt overgeboekt;

 

de reiskosten van ambtenaren en tijdelijke functionarissen (inclusief gezinsleden) bij indiensttreding, beëindiging van de dienst of overplaatsing met verandering van standplaats;

 

inrichtingsvergoedingen van ambtenaren en tijdelijke functionarissen die bij indiensttreding, verandering van standplaats of beëindiging van de dienst van woonplaats (moeten) veranderen;

 

de kosten van verhuizing die verschuldigd zijn aan ambtenaren en tijdelijke functionarissen die, na hun indiensttreding of ingevolge hun aanstelling naar een andere plaats van tewerkstelling, moeten verhuizen, alsmede bij de definitieve stopzetting van hun beroepsbezigheden gevolgd door een herinrichting op een andere plaats;

 

de kosten van eventuele actualiseringen van de bezoldigingen in de loop van het begrotingsjaar.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

A7 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven

A7 01 02 01

Extern personeel

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

7 012 000

7 095 000

7 157 435,21

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de bezoldiging van arbeidscontractanten (in de zin van titel IV van de Regeling van toepassing op de andere personeelsleden), het stelsel van sociale verzekering voor arbeidscontractanten van de instelling zoals beschreven in titel IV en de kosten voor aanpassingscoëfficiënten die op de bezoldiging van deze personeelsleden van toepassing zijn;

 

de uitgaven (bezoldigingen, verzekeringen, enz.) die voortvloeien uit privaatrechtelijke contracten van externe personeelsleden en het gebruikmaken van uitzendkrachten;

 

de uitgaven voor het personeel voor de aannemingscontracten voor toelevering van technische en administratieve diensten, aanvullende diensten en voor dienstverlening van intellectuele aard;

 

de uitgaven in verband met de detachering of tijdelijke aanstelling bij de diensten van het Bureau van ambtenaren van de lidstaten en andere deskundigen, alsmede de extra uitgaven die voortvloeien uit de terbeschikkingstelling van ambtenaren aan nationale overheidsdiensten of internationale organisaties;

 

de kosten van eventuele actualiseringen van de bezoldigingen in de loop van het begrotingsjaar.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 4 034 000 EUR.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

Modaliteiten in verband met de aanstelling en de bezoldiging en andere financiële voorwaarden vastgesteld door de Commissie.

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

A7 01 02 11

Overige beheersuitgaven

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

270 000

290 000

242 666,81

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de vervoerskosten, dagvergoedingen en bijkomende of bijzondere kosten bij dienstreizen voor het onder het statuut vallende personeel, alsmede voor de nationale of internationale gedetacheerde deskundigen of ambtenaren;

 

de kosten die in verband met representatieverplichtingen namens het Bureau in het belang van de dienst zijn gemaakt en die worden vergoed (niet de representatieverplichtingen jegens ambtenaren of andere personeelsleden van de Commissie of van andere instellingen van de Unie);

 

de reis- en verblijfkosten en bijkomende kosten van de deskundigen die in de studie- en werkgroepen samenkomen, alsmede de kosten welke vergaderingen met zich brengen, voor zover deze niet worden gedekt door de bestaande infrastructuur in de zetel van de instellingen of in externe bureaus (de kosten van de deskundigen worden vergoed op basis van een besluit van de Commissie);

 

de kosten voor verfrissingen, en incidenteel voor lichte maaltijden, die tijdens interne vergaderingen worden verstrekt;

 

de diverse kosten van conferenties, congressen en vergaderingen waaraan het Bureau deelneemt;

 

de uitgaven voor studies en gespecialiseerde raadplegingen, die bij contracten zijn toegewezen aan hoog gekwalificeerde deskundigen (natuurlijke of rechtspersonen) voor zover het personeel waarover het Bureau beschikt deze niet zelf kan uitvoeren, met inbegrip van de aankoop van bestaande studies;

 

de uitgaven voor algemene opleiding met als doel de vaardigheden van het personeel en de prestaties en de efficiëntie van het Bureau te verbeteren:

 

het inschakelen van deskundigen voor de identificatie van de behoeften en voor het ontwerp, het opstellen, de realisatie, de evaluatie en de follow-up van opleidingen;

 

het inschakelen van consultants op verschillende terreinen, met name inzake organisatiemethodiek, management, strategie, kwaliteit en personeelsbeheer;

 

kosten voor deelneming aan externe opleiding en voor lidmaatschap van relevante beroepsorganisaties;

 

uitgaven in verband met de praktische organisatie van de cursussen en uitgaven voor de leslokalen, het vervoer, de maaltijden en het verblijf van deelnemers aan cursussen met verblijf;

 

de opleidingsuitgaven met betrekking tot publicaties, informatie, desbetreffende websites, aankoop van pedagogisch materiaal, abonnementen en licenties voor afstandsonderwijs, boeken, perspublicaties en multimedia;

 

de financiering van didactisch materiaal.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

Modaliteiten in verband met de aanstelling en de bezoldiging en andere financiële voorwaarden vastgesteld door de Commissie.

A7 01 03

Gebouwen en daarmee samenhangende uitgaven

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

4 313 000

4 372 000

5 567 431,41

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de gebouwen van het Bureau en van de uitgaven die daarmee verband houden, met name:

 

de uitgaven voor de aankoop, de huurkoop of de bouw van gebouwen;

 

de huur en de erfpacht, de diverse belastingen en heffingen op koopopties met betrekking tot gebouwen of gedeelten van gebouwen, alsmede de huur van conferentieruimten, magazijnen, opslagplaatsen, garages en parkeerplaatsen;

 

de verzekeringspremies voor door het Bureau gebruikte gebouwen of gedeelten van gebouwen;

 

de uitgaven voor water, gas, elektriciteit en verwarming voor de gebouwen of gedeelten van gebouwen die door het Bureau worden gebruikt;

 

de kosten voor onderhoud van de lokalen, de liften, de centrale verwarming, de installaties voor airconditioning enz.; de kosten vloeien voort uit bepaalde periodieke schoonmaakbeurten, de aankoop van onderhoudsproducten, wassen, bleken, stomen enz., evenals schilderwerk, reparaties en noodzakelijke leveringen voor de onderhoudsploegen;

 

de uitgaven voor selectieve verwerking, opslag en verwijdering van afval;

 

de uitgaven voor inrichtingswerkzaamheden zoals het verplaatsen van tussenschotten in de gebouwen, het aanbrengen van veranderingen aan technische installaties en andere gespecialiseerde verrichtingen met betrekking tot sloten, elektriciteit, sanitair, schilderwerk, vloerbedekking enz., alsmede van de kosten in verband met wijzigingen in het kabelnetwerk en de kosten van het materieel dat hierbij nodig is (alvorens contracten ten belope van meer dan 300 000 EUR te verlengen of te sluiten, informeert het Bureau, met het oog op een rationalisering van de uitgaven, bij de andere instellingen naar de door elk van hen voor gelijksoortige opdrachten verkregen voorwaarden (prijs, gekozen valuta, indexering, looptijd, andere clausules));

 

de uitgaven inzake de fysieke en materiële veiligheid van de personen en goederen, met name de contracten inzake het toezicht op de gebouwen, de onderhoudscontracten voor de beveiligingsinstallaties, opleidingen en de aankoop van klein materieel (alvorens contracten ten belope van meer dan 300 000 EUR te verlengen of te sluiten, informeert het Bureau, met het oog op een rationalisering van de uitgaven, bij de andere instellingen naar de door elk van hen voor gelijksoortige opdrachten verkregen voorwaarden (prijs, gekozen valuta, indexering, looptijd, andere clausules));

 

de uitgaven inzake de hygiëne en de bescherming van personen op de werkplek, met name de aankoop, de huur en het onderhoud van brandbestrijdingsmaterieel, de vervanging van de uitrusting van de ambtenaren die deel uitmaken van eerstehulpdiensten, opleidingen en de kosten van wettelijke controles (alvorens contracten ten belope van meer dan 300 000 EUR te verlengen of te sluiten, informeert het Bureau, met het oog op een rationalisering van de uitgaven, bij de andere instellingen naar de door elk van hen voor gelijksoortige opdrachten verkregen voorwaarden (prijs, gekozen valuta, indexering, looptijd, andere clausules));

 

de kosten voor juridische, technische en financiële expertises vóór de aankoop, de huur of de bouw van gebouwen;

 

de overige uitgaven in verband met gebouwen, met name de kosten voor het beheren van de gebouwen met meerdere huurders, de kosten in verband met het opmaken van de boedelbeschrijving, de belastingen ter vergoeding van de openbare nutsvoorzieningen (straatbelasting, vuilnisophaaldienst, enz.);

 

de uitgaven voor technische bijstand in verband met belangrijke inrichtingswerkzaamheden;

 

de aankoop, de huur of leasing, het onderhoud, de reparatie, de installatie en de vervanging van uitrusting en technisch materieel;

 

de aankoop, de huur of leasing, het onderhoud en de reparatie van meubilair;

 

de aankoop, de huur of leasing, het onderhoud en de reparatie van vervoermiddelen;

 

diverse verzekeringen (met name wettelijke aansprakelijkheid en diefstalverzekering);

 

de kosten voor werkuitrusting, en met name:

 

de aankoop van werkkleding (met name voor portiers, chauffeurs en restaurantmedewerkers);

 

de aankoop en reiniging van werkkleding voor het personeel van de werkplaatsen en personeel dat werk moet verrichten waarbij een bescherming tegen slecht weer en koude of ook tegen abnormale slijtage en vuil worden van eigen kleding noodzakelijk is;

 

de aankoop of vergoeding van al het materieel dat nodig is in het kader van de toepassing van de Richtlijnen 89/391/EEG en 90/270/EEG;

 

de kosten van de verhuizing en hergroepering van diensten en de behandelingskosten (ontvangst, opslag, plaatsing) van kantooruitrusting, -meubilair en -benodigdheden;

 

de uitgaven in verband met de uitrusting van gebouwen op het gebied van telecommunicatie, met name de aankoop, de huur, de installatie en het onderhoud van telefooncentrales en -lijnen, de geluidssystemen en videoconferentie-installaties, intercominstallaties en mobilofoons, alsmede de uitgaven voor de informatienetwerken (uitrusting en onderhoud) en de bijbehorende diensten (beheer, ondersteuning, documentatie, installatie en verhuizing);

 

aankoop, huur of leasing en onderhoud van computers, terminals, microcomputers, randapparatuur, aansluitingsapparatuur, alsmede de voor hun werking benodigde programmatuur;

 

aankoop, huur of leasing van apparatuur voor de weergave van de informatie op papier, zoals printers, faxtoestellen, kopieerapparaten, scanners en microkopieerapparaten;

 

aankoop, huur of leasing van schrijfmachines, tekstverwerkers en alle in kantoren gebruikte elektronische apparatuur;

 

installatie, configuratie, onderhoud, studies, documentatie en benodigdheden in verband met deze apparatuur;

 

de kosten van de aankoop van papier, enveloppen, kantoorbenodigdheden en benodigdheden voor de reproductiewerkplaatsen, alsmede voor de uitbesteding van bepaald drukwerk;

 

de frankering van de correspondentie, de verzendkosten van postpakketten en andere colli per vliegtuig, per boot of per spoor en van de interne post bij het Bureau;

 

de abonnementskosten en de kosten van gesprekken via kabel of radiogolflengte (vaste en mobiele telefoon, televisie, teleconferentie, videoconferentie), alsmede de kosten in verband met de netwerken voor gegevenstransmissie, telematica, enz., en de aankoop van abonneelijsten;

 

de kosten voor telefoongesprekken en computerverbindingen tussen de verschillende gebouwen en voor de internationale telecommunicatie tussen de verschillende vestigingsplaatsen;

 

technische en logistieke ondersteuning, opleiding en andere activiteiten van algemeen belang in verband met computerapparatuur en -programmatuur, algemene informaticaopleidingen, abonnementen op technische documentatie (op papier of in elektronische vorm), enz., het externe bedieningspersoneel, servicebureaus, abonnementen bij internationale organisaties, enz., veiligheidsonderzoeken en kwaliteitscontrole van computerapparatuur en -programmatuur, de kosten van gebruik, onderhoud en ontwikkeling van programmatuur en de uitvoering van informaticaprojecten;

 

de overige huishoudelijke uitgaven waarin hierboven niet specifiek is voorzien.

Rechtsgronden

Richtlijn 89/391/EEG van de Raad van 12 juni 1989 betreffende de tenuitvoerlegging van maatregelen ter bevordering van de verbetering van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers op het werk (PB L 183 van 29.6.1989, blz. 1).

Richtlijn 90/270/EEG van de Raad van 29 mei 1990 betreffende minimumvoorschriften inzake veiligheid en gezondheid met betrekking tot het werken met beeldschermapparatuur (vijfde bijzondere richtlijn in de zin van artikel 16, lid 1, van Richtlijn 89/391/EEG) (PB L 156 van 21.6.1990, blz. 14).

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

A7 01 50

Personeelsbeleid en -beheer

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de uitgaven van het Bureau voor een gedeelte van de exploitatiekosten van de personeelsfoyer en andere culturele en sportieve activiteiten en initiatieven ter bevordering van sociale contacten tussen personeelsleden van verschillende nationaliteiten;

 

de bijdrage van het Bureau in de kosten van kinderdagverblijven;

 

uitgaven in het kader van het gehandicaptenbeleid, voor gehandicapten die behoren tot een van de volgende groepen:

 

ambtenaren en tijdelijke functionarissen in actieve dienst;

 

echtgenoten van ambtenaren en tijdelijke functionarissen in actieve dienst;

 

alle kinderen ten laste in de zin van het Statuut.

Het betreft hier de dekking, binnen de grenzen van de budgettaire mogelijkheden en na uitputting van de eventuele rechten die door het land van herkomst of woonplaats worden toegekend, van de als noodzakelijk erkende en naar behoren aangetoonde niet-medische kosten die op grond van de handicap zijn gemaakt.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

A7 01 51

Beleid in verband met en beheer van infrastructuur

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

uitgaven voor de werking en de aanpassing van de installaties en het materieel van de restaurants, kantines en cafetaria's;

 

de door het Bureau te betalen schadevergoedingen, alsmede uitgaven die het Bureau uit hoofde van zijn wettelijke aansprakelijkheid moet verrichten en de eventuele uitgaven voor bepaalde gevallen waarbij om redenen van billijkheid schadeloosstelling dient te worden betaald, zonder dat daaraan rechten kunnen worden ontleend.

A7 01 60

Uitgaven voor documentatie en bibliotheek

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van de realisatie en ontwikkeling van het intranet van de Commissie (My IntraComm), abonnementen op diensten voor snelle informatie via beeldscherm, de kosten van het inbinden en andere kosten van instandhouding die noodzakelijk zijn voor het behoud van naslagwerken en periodieken, de kosten van abonnementen op kranten en gespecialiseerde tijdschriften, de aankoop van publicaties en technische werken die verband houden met de activiteiten van het Bureau.

HOOFDSTUK A7 10 —   RESERVES

A7 10 01

Voorzieningen

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

De kredieten van dit artikel hebben uitsluitend het karakter van een voorziening en mogen slechts na overschrijving naar de andere begrotingsonderdelen overeenkomstig het Financieel Reglement worden gebruikt.

Rechtsgronden

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

A7 10 02

Reserve voor onvoorziene omstandigheden

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

p.m.

p.m.

0,—

PERSONEEL

Commissie

Administratie

 

Functiegroep en rang (83)  (84)

Administratie

2016

2015

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

AD 16

24

 

24

 

AD 15

190

22

190

22

AD 14

550

31

583

31

AD 13

1 819

 

1 925

 

AD 12

1 202

44

1 130

44

AD 11

816

62

743

62

AD 10

959

21

931

21

AD 9

1 087

9

990

9

AD 8

1 336

26

1 261

26

AD 7

1 356

20

1 526

20

AD 6

1 123

10

1 174

10

AD 5

971

6

901

6

Totaal AD

11 433

251

11 378

251

AST 11

178

 

193

 

AST 10

152

10

171

10

AST 9

613

 

567

 

AST 8

618

13

616

12

AST 7

1 142

18

1 116

18

AST 6

614

19

699

19

AST 5

1 020

16

1 015

16

AST 4

980

 

907

 

AST 3

727

 

924

 

AST 2

296

13

403

13

AST 1

274

 

291

 

Totaal AST

6 614

89

6 902

88

AST/SC 6

       

AST/SC 5

       

AST/SC 4

65

35

45

55

AST/SC 3

       

AST/SC 2

70

 

70

 

AST/SC 1

300

 

250

 

Totaal AST/SC

435

35

365

55

Algemeen totaal

18 482

375

18 645

394

Totaal personeelsformatie

18 857

19 039

Onderzoek en innovatie — Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek

 

Functiegroep en rang

Onderzoek en technologische ontwikkelingen — Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek

2016

2015

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

AD 16

2

 

2

 

AD 15

10

 

10

 

AD 14

72

 

76

 

AD 13

225

 

225

 

AD 12

174

 

174

 

AD 11

44

 

44

 

AD 10

51

 

47

 

AD 9

74

 

70

 

AD 8

78

 

79

 

AD 7

76

 

76

 

AD 6

62

 

74

 

AD 5

9

 

15

 

Totaal AD

877

 

892

 

AST 11

49

 

49

 

AST 10

66

 

66

 

AST 9

153

 

153

 

AST 8

92

 

92

 

AST 7

109

 

115

 

AST 6

91

 

91

 

AST 5

119

 

122

 

AST 4

114

 

114

 

AST 3

83

 

95

 

AST 2

35

 

45

 

AST 1

5

 

5

 

Totaal AST

916

 

947

 

AST/SC 6

       

AST/SC 5

       

AST/SC 4

       

AST/SC 3

       

AST/SC 2

       

AST/SC 1

9

 

10

 

Totaal AST/SC

9

 

10

 

Algemeen totaal

1 802

 

1 849

 

Totaal personeelsformatie

1 802

1 849

Onderzoek en ontwikkeling — Werkzaamheden onder contract

 

Functiegroep en rang

Onderzoek en ontwikkeling — Werkzaamheden onder contract

2016

2015

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

AD 16

1

 

1

 

AD 15

19

 

19

 

AD 14

85

 

87

 

AD 13

250

 

276

 

AD 12

143

 

120

 

AD 11

59

 

54

 

AD 10

61

 

57

 

AD 9

98

 

100

 

AD 8

89

 

90

 

AD 7

88

 

90

 

AD 6

75

 

87

 

AD 5

51

 

71

 

Totaal AD

1 019

 

1 052

 

AST 11

17

 

17

 

AST 10

9

 

11

 

AST 9

49

 

45

 

AST 8

54

 

48

 

AST 7

80

 

71

 

AST 6

80

 

95

 

AST 5

102

 

105

 

AST 4

76

 

91

 

AST 3

73

 

85

 

AST 2

20

 

35

 

AST 1

33

 

50

 

Totaal AST

593

 

653

 

AST/SC 6

       

AST/SC 5

       

AST/SC 4

       

AST/SC 3

       

AST/SC 2

       

AST/SC 1

17

 

16

 

Totaal AST/SC

17

 

16

 

Algemeen totaal

1 629

 

1 721

 

Totaal personeelsformatie  (85)

1 629

1 721

Bureaus

Publicatiebureau (OP)

 

Functiegroep en rang

Publicatiebureau (OP)

2016

2015

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

AD 16

1

 

1

 

AD 15

3

 

3

 

AD 14

8

 

8

 

AD 13

9

 

10

 

AD 12

14

 

15

 

AD 11

9

 

11

 

AD 10

13

 

9

 

AD 9

20

 

18

 

AD 8

13

 

13

 

AD 7

13

 

13

 

AD 6

11

 

11

 

AD 5

17

 

16

 

Totaal AD

131

 

128

 

AST 11

21

 

21

 

AST 10

21

 

23

 

AST 9

48

 

51

 

AST 8

39

 

41

 

AST 7

55

 

42

 

AST 6

86

 

67

 

AST 5

105

 

121

 

AST 4

56

 

81

 

AST 3

46

 

50

 

AST 2

   

3

 

AST 1

       

Totaal AST

477

 

500

 

AST/SC 6

       

AST/SC 5

       

AST/SC 4

       

AST/SC 3

       

AST/SC 2

       

AST/SC 1

5

 

5

 

Totaal AST/SC

5

 

5

 

Algemeen totaal

613

 

633

 

Totaal personeelsformatie

613

633

Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF)

 

Functiegroep en rang

Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF)

2016

2015

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

AD 16

1

 

1

 

AD 15

2

1

2

1

AD 14

9

 

8

 

AD 13

19

6

19

3

AD 12

20

11

20

14

AD 11

18

 

19

 

AD 10

20

1

21

1

AD 9

23

7

17

15

AD 8

17

 

17

 

AD 7

17

 

13

 

AD 6

13

 

15

 

AD 5

17

 

18

 

Totaal AD

176

26

170

34

AST 11

6

9

5

8

AST 10

9

4

9

6

AST 9

16

2

16

2

AST 8

14

10

14

12

AST 7

13

 

13

 

AST 6

9

 

10

 

AST 5

20

 

19

 

AST 4

23

 

23

 

AST 3

17

 

19

 

AST 2

6

 

9

 

AST 1

       

Totaal AST

133

25

137

28

AST/SC 6

       

AST/SC 5

       

AST/SC 4

       

AST/SC 3

       

AST/SC 2

       

AST/SC 1

8

 

8

 

Totaal AST/SC

8

 

8

 

Algemeen totaal

317

51

315

62

Totaal personeelsformatie

368  (86)

377

Europees Bureau voor personeelsselectie (EPSO)

 

Functiegroep en rang

Europees Bureau voor personeelsselectie (EPSO)

2016

2015

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

AD 16

       

AD 15

 

1

 

1

AD 14

1

 

1

 

AD 13

7

 

6

1

AD 12

3

 

3

 

AD 11

4

 

4

 

AD 10

3

 

3

 

AD 9

3

 

3

 

AD 8

3

 

3

 

AD 7

1

 

1

 

AD 6

1

 

1

 

AD 5

4

 

2

 

Totaal AD

30

1

27

2

AST 11

4

 

4

 

AST 10

3

 

3

 

AST 9

7

 

7

 

AST 8

6

 

6

 

AST 7

10

 

7

 

AST 6

11

 

13

 

AST 5

12

 

15

 

AST 4

10

 

7

 

AST 3

10

 

10

 

AST 2

6

 

7

 

AST 1

2

 

4

 

Totaal AST

81

 

83

 

AST/SC 6

       

AST/SC 5

       

AST/SC 4

       

AST/SC 3

       

AST/SC 2

       

AST/SC 1

       

Totaal AST/SC

       

Algemeen totaal

111

1

110

2

Totaal personeelsformatie  (87)

112

112

Bureau voor het beheer en de afwikkeling van de individuele rechten (PMO)

 

Functiegroep en rang

Bureau voor het beheer en de afwikkeling van de individuele rechten (PMO)

2016

2015

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

AD 16

       

AD 15

1

 

1

 

AD 14

3

 

3

 

AD 13

11

 

11

 

AD 12

7

 

5

 

AD 11

1

 

1

 

AD 10

2

 

2

 

AD 9

2

 

3

 

AD 8

3

 

3

 

AD 7

2

 

2

 

AD 6

1

 

2

 

AD 5

1

 

1

 

Totaal AD

34

 

34

 

AST 11

8

 

7

 

AST 10

10

 

10

 

AST 9

12

 

12

 

AST 8

18

 

18

 

AST 7

42

 

41

 

AST 6

29

 

29

 

AST 5

16

 

23

 

AST 4

   

5

 

AST 3

       

AST 2

       

AST 1

       

Totaal AST

135

 

145

 

AST/SC 6

       

AST/SC 5

       

AST/SC 4

       

AST/SC 3

       

AST/SC 2

       

AST/SC 1

       

Totaal AST/SC

       

Algemeen totaal

169

 

179

 

Totaal personeelsformatie

169

179

Bureau voor infrastructuur en logistiek in Brussel (OIB)

 

Functiegroep en rang

Bureau voor infrastructuur en logistiek te Brussel (OIB)

2016

2015

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

AD 16

       

AD 15

1

 

1

 

AD 14

7

 

8

 

AD 13

13

 

14

 

AD 12

7

 

7

 

AD 11

5

 

4

 

AD 10

8

 

6

 

AD 9

7

 

10

 

AD 8

7

 

7

 

AD 7

8

 

3

 

AD 6

9

 

9

 

AD 5

10

 

12

 

Totaal AD

82

 

81

 

AST 11

8

 

8

 

AST 10

8

 

8

 

AST 9

14

 

14

 

AST 8

19

 

19

 

AST 7

41

 

48

 

AST 6

39

 

45

 

AST 5

73

 

78

 

AST 4

52

 

53

 

AST 3

24

 

24

 

AST 2

       

AST 1

       

Totaal AST

278

 

297

 

AST/SC 6

       

AST/SC 5

       

AST/SC 4

       

AST/SC 3

       

AST/SC 2

       

AST/SC 1

       

Totaal AST/SC

       

Algemeen totaal

360

 

378

 

Totaal personeelsformatie

360

378

Bureau voor infrastructuur en logistiek in Luxemburg (OIL)

 

Functiegroep en rang

Bureau voor infrastructuur en logistiek te Luxemburg (OIL)

2016

2015

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

AD 16

       

AD 15

1

 

1

 

AD 14

3

 

3

 

AD 13

4

 

5

 

AD 12

2

 

2

 

AD 11

2

 

2

 

AD 10

2

 

2

 

AD 9

4

 

4

 

AD 8

4

 

4

 

AD 7

3

 

2

 

AD 6

3

 

3

 

AD 5

2

 

2

 

Totaal AD

30

 

30

 

AST 11

2

 

2

 

AST 10

2

 

2

 

AST 9

6

 

6

 

AST 8

7

 

7

 

AST 7

14

 

14

 

AST 6

17

 

18

 

AST 5

24

 

25

 

AST 4

15

 

19

 

AST 3

12

 

12

 

AST 2

1

 

1

 

AST 1

       

Totaal AST

100

 

106

 

AST/SC 6

       

AST/SC 5

       

AST/SC 4

       

AST/SC 3

       

AST/SC 2

       

AST/SC 1

4

 

4

 

Totaal AST/SC

4

 

4

 

Algemeen totaal

134

 

140

 

Totaal personeelsformatie

134

140

Door de Europese Unie opgerichte organen met rechtspersoonlijkheid

Gedecentraliseerde agentschappen

Gedecentraliseerde agentschappen — Ondernemingen en industrie

Europees Agentschap voor chemische stoffen (ECHA)

 

Functiegroep en rang

Europees Agentschap voor chemische stoffen (ECHA)

Ambten

2016

2015

Toegestaan in de begroting van de Unie

Werkelijk ingevuld op 31 december 2014

Toegestaan in de begroting van de Unie

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

AD 16

           

AD 15

 

1

 

1

 

1

AD 14

 

4

 

3

 

4

AD 13

 

15

 

6

 

15

AD 12

 

22

 

14

 

25

AD 11

 

34

 

17

 

32

AD 10

 

36

 

28

 

35

AD 9

 

54

 

44

 

55

AD 8

 

60

 

51

 

61

AD 7

 

57

 

53

 

54

AD 6

 

45

 

77

 

57

AD 5

 

8

 

45

 

9

Totaal AD

 

336

 

339

 

348

AST 11

           

AST 10

         

1

AST 9

 

6

 

3

 

7

AST 8

 

9

 

1

 

8

AST 7

 

15

 

6

 

15

AST 6

 

16

 

9

 

16

AST 5

 

34

 

22

 

32

AST 4

 

14

 

23

 

18

AST 3

 

23

 

52

 

24

AST 2

 

7

 

14

 

10

AST 1

 

5

 

10

 

5

Totaal AST

 

129

 

140

 

136

AST/SC 6

           

AST/SC 5

           

AST/SC 4

           

AST/SC 3

           

AST/SC 2

           

AST/SC 1

           

Totaal AST/SC

           

Algemeen totaal

 

465

 

479

 

484

Totaal personeelsformatie

465

479

484

Europees GNNS-Agentschap (GSA)

 

Functiegroep en rang

Europees GNSS-Agentschap (GSA)

Ambten

2016

2015

Toegestaan in de begroting van de Unie

Werkelijk ingevuld op 31 december 2014

Toegestaan in de begroting van de Unie

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

AD 16

           

AD 15

           

AD 14

 

1

 

1

 

1

AD 13

 

1

     

1

AD 12

 

5

 

2

 

4

AD 11

 

5

 

2

 

5

AD 10

 

12

 

6

 

11

AD 9

 

12

 

10

 

10

AD 8

 

30

 

19

 

25

AD 7

 

34

 

36

 

32

AD 6

 

8

 

12

 

6

AD 5

     

2

 

2

Totaal AD

 

108

 

90

 

97

AST 11

           

AST 10

           

AST 9

           

AST 8

           

AST 7

           

AST 6

 

1

     

1

AST 5

 

2

 

1

 

2

AST 4

 

1

 

1

 

1

AST 3

     

2

   

AST 2

 

1

     

1

AST 1

     

1

   

Totaal AST

 

5

 

5

 

5

AST/SC 6

           

AST/SC 5

           

AST/SC 4

           

AST/SC 3

           

AST/SC 2

           

AST/SC 1

           

Totaal AST/SC

           

Algemeen totaal

 

113

 

95

 

102

Totaal personeelsformatie

113

95

102

Gedecentraliseerde agentschappen — Werkgelegenheid, sociale zaken en inclusie

Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden (Eurofound)

 

Functiegroep en rang

Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden (Eurofound)

Ambten

2016

2015

Toegestaan in de begroting van de Unie

Werkelijk ingevuld op 31 december 2014

Toegestaan in de begroting van de Unie

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

AD 16

           

AD 15

 

1

     

1

AD 14

 

1

 

2

 

1

AD 13

 

4

 

3

 

4

AD 12

2

8

2

3

2

7

AD 11

1

5

1

5

1

5

AD 10

1

4

 

1

1

4

AD 9

1

3

1

1

1

3

AD 8

1

5

1

6

1

7

AD 7

2

5

2

4

2

5

AD 6

 

5

 

12

 

6

AD 5

 

1

1

4

   

Totaal AD

8

42

8

41

8

43

AST 11

           

AST 10

 

2

 

2

 

2

AST 9

 

7

 

3

 

6

AST 8

 

8

 

3

 

7

AST 7

1

10

 

8

 

9

AST 6

3

 

1

5

2

2

AST 5

2

8

2

1

3

6

AST 4

1

 

1

6

2

1

AST 3

   

1

4

1

1

AST 2

1

1

 

4

1

1

AST 1

 

1

5

1

1

1

Totaal AST

8

37

10

37

10

36

AST/SC 6

           

AST/SC 5

           

AST/SC 4

           

AST/SC 3

           

AST/SC 2

           

AST/SC 1

           

Totaal AST/SC

           

Algemeen totaal

16

79

18

78

18

79

Totaal personeelsformatie

95

96

97

Europees Agentschap voor veiligheid en gezondheid op het werk (EU-OSHA)

 

Functiegroep en rang

Europees Agentschap voor veiligheid en gezondheid op het werk (EU-OSHA)

Ambten

2016

2015

Toegestaan in de begroting van de Unie

Werkelijk ingevuld op 31 december 2014

Toegestaan in de begroting van de Unie

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

AD 16

           

AD 15

           

AD 14

 

1

 

1

 

1

AD 13

 

1

 

1

 

1

AD 12

 

2

 

1

 

1

AD 11

 

1

 

1

 

2

AD 10

 

3

 

2

 

2

AD 9

 

1

 

1

 

2

AD 8

 

7

 

5

 

6

AD 7

 

5

 

6

 

5

AD 6

 

3

 

5

 

4

AD 5

           

Totaal AD

 

24

 

23

 

24

AST 11

           

AST 10

           

AST 9

 

1

 

1

 

1

AST 8

           

AST 7

 

1

     

1

AST 6

 

3

 

1

 

2

AST 5

 

4

 

3

 

4

AST 4

 

4

 

8

 

5

AST 3

 

3

 

2

 

2

AST 2

 

1

 

2

 

3

AST 1

           

Totaal AST

 

17

 

17

 

18

AST/SC 6

           

AST/SC 5

           

AST/SC 4

           

AST/SC 3

           

AST/SC 2

           

AST/SC 1

           

Totaal AST/SC

           

Algemeen totaal

 

41

 

40

 

42

Totaal personeelsformatie

41

40

42

Gedecentraliseerde agentschappen — Mobiliteit en vervoer

Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart (EASA)

 

Functiegroep en rang

Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart (EASA)

Ambten

2016

2015

Toegestaan in de begroting van de Unie

Werkelijk ingevuld op 31 december 2014

Toegestaan in de begroting van de Unie

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

AD 16

           

AD 15

 

1

 

1

 

2

AD 14

 

25

 

6

 

23

AD 13

 

32

 

12

 

31

AD 12

 

53

 

16

 

48

AD 11

 

76

 

18

 

72

AD 10

 

98

 

74

 

95

AD 9

 

117

 

81

 

118

AD 8

 

77

 

94

 

81

AD 7

 

47

 

128

 

55

AD 6

 

20

 

74

 

24

AD 5

 

2

 

11

 

2

Totaal AD

 

548

 

515

 

551

AST 11

           

AST 10

           

AST 9

 

1

     

1

AST 8

 

4

     

4

AST 7

 

13

     

12

AST 6

 

23

 

4

 

22

AST 5

 

33

 

10

 

32

AST 4

 

25

 

28

 

26

AST 3

 

17

 

52

 

18

AST 2

 

10

 

28

 

11

AST 1

 

2

 

13

 

2

Totaal AST

 

128

 

135

 

128

AST/SC 6

           

AST/SC 5

           

AST/SC 4

           

AST/SC 3

           

AST/SC 2

           

AST/SC 1

           

Totaal AST/SC

           

Algemeen totaal

 

676

 

650

 

679

Totaal personeelsformatie

676

650

679

Europees Agentschap voor maritieme veiligheid (EMSA)

 

Functiegroep en rang

Europees Agentschap voor maritieme veiligheid (EMSA)

Ambten

2016

2015

Toegestaan in de begroting van de Unie

Werkelijk ingevuld op 31 december 2014

Toegestaan in de begroting van de Unie

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

AD 16

           

AD 15

 

1

     

1

AD 14

 

1

 

2

 

1

AD 13

1

3

 

1

1

3

AD 12

1

10

1

5

1

9

AD 11

 

14

 

3

 

13

AD 10

1

18

1

17

1

17

AD 9

 

28

 

26

 

28

AD 8

1

24

 

29

1

24

AD 7

 

24

 

20

 

24

AD 6

 

12

1

20

 

18

AD 5

     

10

 

2

Totaal AD

4

135

3

133

4

140

AST 11

           

AST 10

 

1

     

1

AST 9

     

1

   

AST 8

 

1

     

1

AST 7

 

4

 

1

 

2

AST 6

 

11

 

3

 

7

AST 5

 

18

 

17

 

17

AST 4

 

16

 

16

 

19

AST 3

 

12

 

19

 

16

AST 2

     

6

   

AST 1

           

Totaal AST

 

63

 

63

 

63

AST/SC 6

           

AST/SC 5

           

AST/SC 4

           

AST/SC 3

           

AST/SC 2

           

AST/SC 1

           

Totaal AST/SC

           

Algemeen totaal

4

198

3

196

4

203

Totaal personeelsformatie

202

199

207

Europees Spoorwegbureau

 

Functiegroep en rang

Europees Spoorwegbureau

Ambten

2016

2015

Toegestaan in de begroting van de Unie

Werkelijk ingevuld op 31 december 2014

Toegestaan in de begroting van de Unie

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

AD 16

           

AD 15

           

AD 14

 

1

 

1

 

1

AD 13

           

AD 12

           

AD 11

 

6

 

2

 

5

AD 10

 

14

 

10

 

11

AD 9

 

31

 

23

 

29

AD 8

 

20

 

22

 

21

AD 7

 

13

 

13

 

13

AD 6

 

14

 

25

 

24

AD 5

           

Totaal AD

 

99

 

96

 

104

AST 11

           

AST 10

           

AST 9

 

3

 

1

 

2

AST 8

 

4

 

2

 

3

AST 7

 

4

     

3

AST 6

 

3

 

5

 

2

AST 5

 

7

 

5

 

5

AST 4

 

6

 

6

 

6

AST 3

 

6

 

9

 

7

AST 2

 

3

 

10

 

5

AST 1

     

1

   

Totaal AST

 

36

 

39

 

33

AST/SC 6

           

AST/SC 5

           

AST/SC 4

           

AST/SC 3

           

AST/SC 2

           

AST/SC 1

           

Totaal AST/SC

           

Algemeen totaal

 

135

 

135

 

137

Totaal personeelsformatie

135

135

137

Gedecentraliseerde agentschappen — Milieu

Europees Milieuagentschap (EEA)

 

Functiegroep en rang

Europees Milieuagentschap (EEA)

Ambten

2016

2015

Toegestaan in de begroting van de Unie

Werkelijk ingevuld op 31 december 2014

Toegestaan in de begroting van de Unie

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

AD 16

           

AD 15

 

1

     

1

AD 14

 

2

 

2

 

2

AD 13

1

3

 

1

 

2

AD 12

 

11

1

8

1

10

AD 11

 

10

 

9

 

10

AD 10

 

10

 

5

 

10

AD 9

 

10

 

8

 

10

AD 8

 

10

 

9

 

10

AD 7

 

7

 

11

 

7

AD 6

     

10

 

2

AD 5

           

Totaal AD

1

64

1

63

1

64

AST 11

 

3

     

3

AST 10

 

3

 

2

 

3

AST 9

3

8

 

2

2

8

AST 8

 

10

3

5

1

10

AST 7

 

10

 

9

 

10

AST 6

 

10

 

8

 

10

AST 5

 

10

 

9

 

10

AST 4

 

7

 

9

 

8

AST 3

 

1

 

13

 

2

AST 2

     

6

 

1

AST 1

     

1

   

Totaal AST

3

62

3

64

3

65

AST/SC 6

           

AST/SC 5

           

AST/SC 4

           

AST/SC 3

           

AST/SC 2

           

AST/SC 1

           

Totaal AST/SC

           

Algemeen totaal

4

126

4

127

4

129

Totaal personeelsformatie

130

131

133

Europees Agentschap voor chemische stoffen — Activiteiten in verband met de biocidenwetgeving

Zie de lijst van het aantal ambten S 03 01 02 — Europees Agentschap voor chemische stoffen

Europees Agentschap voor chemische stoffen — Activiteiten op het vlak van wetgeving inzake in- en uitvoer van gevaarlijke chemische stoffen

Zie de lijst van het aantal ambten S 03 01 02 — Europees Agentschap voor chemische stoffen

Gedecentraliseerde agentschappen — Communicatienetwerken, inhoud en technologie

Agentschap van de Europese Unie voor netwerk- en informatiebeveiliging (Enisa)

 

Functiegroep en rang

Agentschap van de Europese Unie voor netwerk- en informatiebeveiliging (Enisa)

Ambten

2016

2015

Toegestaan in de begroting van de Unie

Werkelijk ingevuld op 31 december 2014

Toegestaan in de begroting van de Unie

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

AD 16

           

AD 15

 

1

     

1

AD 14

     

1

   

AD 13

           

AD 12

 

3

 

2

 

3

AD 11

     

1

   

AD 10

 

5

 

3

 

5

AD 9

 

9

 

3

 

9

AD 8

 

9

 

3

 

7

AD 7

 

7

 

3

 

6

AD 6

     

13

   

AD 5

     

1

 

1

Totaal AD

 

34

 

30

 

32

AST 11

           

AST 10

           

AST 9

           

AST 8

           

AST 7

           

AST 6

 

3

 

1

 

2

AST 5

 

5

 

3

 

6

AST 4

 

1

 

3

 

3

AST 3

 

3

 

6

 

3

AST 2

 

2

 

3

 

2

AST 1

           

Totaal AST

 

14

 

16

 

16

AST/SC 6

           

AST/SC 5

           

AST/SC 4

           

AST/SC 3

           

AST/SC 2

           

AST/SC 1

           

Totaal AST/SC

           

Algemeen totaal

 

48

 

46

 

48

Totaal personeelsformatie

48

46

48

Orgaan van Europese regelgevende instanties voor elektronische communicatie (Berec) — Bureau

 

Functiegroep en rang

Orgaan van Europese regelgevende instanties voor elektronische communicatie (Berec) — Bureau

Ambten

2016

2015

Toegestaan in de begroting van de Unie

Werkelijk ingevuld op 31 december 2014

Toegestaan in de begroting van de Unie

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

AD 16

           

AD 15

           

AD 14

 

1

 

1

 

1

AD 13

           

AD 12

           

AD 11

           

AD 10

 

1

       

AD 9

 

1

 

2

 

2

AD 8

 

2

       

AD 7

 

1

 

3

 

3

AD 6

 

2

       

AD 5

 

3

 

5

 

5

Totaal AD

 

11

 

11

 

11

AST 11

           

AST 10

           

AST 9

           

AST 8

           

AST 7

           

AST 6

           

AST 5

           

AST 4

 

2

       

AST 3

 

2

 

4

 

4

AST 2

           

AST 1

     

1

   

Totaal AST

 

4

 

5

 

4

AST/SC 6

           

AST/SC 5

           

AST/SC 4

           

AST/SC 3

           

AST/SC 2

           

AST/SC 1

           

Totaal AST/SC

           

Algemeen totaal

 

15

 

16

 

15

Totaal personeelsformatie

15

16

15

Gedecentraliseerde agentschappen — Maritieme zaken en visserij

Europees Bureau voor visserijcontrole (EFCA)

 

Functiegroep en rang

Europees Bureau voor visserijcontrole (EFCA)

Ambten

2016

2015

Toegestaan in de begroting van de Unie

Werkelijk ingevuld op 31 december 2014

Toegestaan in de begroting van de Unie

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

AD 16

           

AD 15

 

1

 

1

 

1

AD 14

           

AD 13

 

2

 

2

 

2

AD 12

 

2

 

2

 

2

AD 11

           

AD 10

 

3

 

3

 

3

AD 9

 

6

 

6

 

6

AD 8

 

5

 

5

 

5

AD 7

 

2

 

1

 

1

AD 6

 

1

 

2

 

2

AD 5

           

Totaal AD

 

22

 

22

 

22

AST 11

           

AST 10

 

7

 

7

 

7

AST 9

 

3

 

3

 

3

AST 8

 

3

 

3

 

3

AST 7

 

8

 

8

 

8

AST 6

 

2

 

2

 

2

AST 5

 

6

 

6

 

6

AST 4

           

AST 3

     

1

 

1

AST 2

           

AST 1

           

Totaal AST

 

29

 

30

 

30

AST/SC 6

           

AST/SC 5

           

AST/SC 4

           

AST/SC 3

           

AST/SC 2

           

AST/SC 1

           

Totaal AST/SC

           

Algemeen totaal

 

51

 

52

 

52

Totaal personeelsformatie

51

52

52

Gedecentraliseerde agentschappen — Interne markt en diensten

Europese Bankautoriteit (EBA)

 

Functiegroep en rang

Europese Bankautoriteit (EBA)

Ambten

2016

2015

Toegestaan in de begroting van de Unie

Werkelijk ingevuld op 31 december 2014

Toegestaan in de begroting van de Unie

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

AD 16

 

1

       

AD 15

 

1

 

1

 

1

AD 14

 

2

 

1

 

1

AD 13

 

2

 

3

 

3

AD 12

 

7

 

6

 

6

AD 11

 

11

 

10

 

10

AD 10

 

11

 

10

 

10

AD 9

 

14

 

14

 

14

AD 8

 

19

 

19

 

19

AD 7

 

20

 

16

 

20

AD 6

 

14

 

12

 

14

AD 5

 

14

 

10

 

13

Totaal AD

 

116

 

102

 

111

AST 11

           

AST 10

           

AST 9

           

AST 8

           

AST 7

           

AST 6

 

1

       

AST 5

 

4

 

4

 

1

AST 4

 

3

 

2

 

3

AST 3

 

2

 

2

 

2

AST 2

 

1

 

1

 

3

AST 1

           

Totaal AST

 

11

 

9

 

9

AST/SC 6

           

AST/SC 5

           

AST/SC 4

           

AST/SC 3

           

AST/SC 2

           

AST/SC 1

           

Totaal AST/SC

           

Algemeen totaal

 

127

 

111

 

120

Totaal personeelsformatie

127

111

120

Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen (EIOPA)

 

Functiegroep en rang

Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen (EIOPA)

Ambten

2016

2015

Toegestaan in de begroting van de Unie

Werkelijk ingevuld op 31 december 2014

Toegestaan in de begroting van de Unie

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

AD 16

 

1

       

AD 15

 

1

 

1

 

1

AD 14

 

1

 

1

 

1

AD 13

 

3

 

3

 

3

AD 12

 

6

 

5

 

5

AD 11

 

9

 

7

 

7

AD 10

 

9

 

8

 

8

AD 9

 

10

 

9

 

8

AD 8

 

11

 

11

 

11

AD 7

 

12

 

12

 

12

AD 6

 

10

 

8

 

9

AD 5

 

5

 

8

 

10

Totaal AD

 

78

 

73

 

75

AST 11

           

AST 10

 

1

       

AST 9

 

1

 

1

 

1

AST 8

 

2

 

1

 

1

AST 7

 

2

 

1

 

1

AST 6

 

3

 

4

 

3

AST 5

 

2

 

1

 

1

AST 4

 

2

 

3

 

3

AST 3

 

2

 

3

 

3

AST 2

         

2

AST 1

           

Totaal AST

 

15

 

14

 

15

AST/SC 6

           

AST/SC 5

           

AST/SC 4

           

AST/SC 3

           

AST/SC 2

           

AST/SC 1

           

Totaal AST/SC

           

Algemeen totaal

 

93

 

87

 

90

Totaal personeelsformatie

93

87

90

Europese Autoriteit voor effecten en markten (ESMA)

 

Functiegroep en rang

Europese Autoriteit voor effecten en markten (ESMA)

Ambten

2016

2015

Toegestaan in de begroting van de Unie

Werkelijk ingevuld op 31 december 2014

Toegestaan in de begroting van de Unie

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

AD 16

 

1

       

AD 15

 

1

 

1

 

1

AD 14

     

1

 

1

AD 13

 

2

       

AD 12

 

4

 

2

 

3

AD 11

 

7

 

1

 

5

AD 10

 

10

 

3

 

6

AD 9

 

22

 

14

 

14

AD 8

 

29

 

22

 

27

AD 7

 

24

 

29

 

27

AD 6

 

17

 

23

 

22

AD 5

 

10

 

21

 

16

Totaal AD

 

127

 

117

 

122

AST 11

           

AST 10

           

AST 9

         

1

AST 8

           

AST 7

 

2

       

AST 6

 

2

     

1

AST 5

 

4

 

2

 

2

AST 4

 

4

 

1

 

6

AST 3

 

1

 

6

 

2

AST 2

     

1

 

3

AST 1

     

3

   

Totaal AST

 

13

 

13

 

15

AST/SC 6

           

AST/SC 5

           

AST/SC 4

           

AST/SC 3

           

AST/SC 2

           

AST/SC 1

           

Totaal AST/SC

           

Algemeen totaal

 

140

 

130

 

137

Totaal personeelsformatie

140

130

137

Gedecentraliseerde agentschappen — Onderwijs en cultuur

Europees Centrum voor ontwikkeling van de beroepsopleiding (Cedefop)

 

Functiegroep en rang

Europees Centrum voor ontwikkeling van de beroepsopleiding (Cedefop)

Ambten

2016

2015

Toegestaan in de begroting van de Unie

Werkelijk ingevuld op 31 december 2014

Toegestaan in de begroting van de Unie

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

AD 16

           

AD 15

 

1

     

1

AD 14

 

1

 

1

 

1

AD 13

 

2

     

2

AD 12

5

4

2

3

5

3

AD 11

 

10

4

6

 

9

AD 10

 

9

 

4

 

8

AD 9

 

5

 

4

 

4

AD 8

 

5

 

3

 

5

AD 7

 

4

 

5

 

6

AD 6

 

2

 

5

 

5

AD 5

     

11

   

Totaal AD

5

43

6

42

5

44

AST 11

 

1

       

AST 10

1

1

 

1

1

2

AST 9

 

2

1

1

 

2

AST 8

2

2

2

 

2

2

AST 7

3

7

 

5

1

6

AST 6

4

5

3

 

4

3

AST 5

2

6

5

4

4

6

AST 4

 

10

1

12

 

10

AST 3

     

9

 

4

AST 2

     

3

   

AST 1

           

Totaal AST

12

34

12

35

12

35

AST/SC 6

           

AST/SC 5

           

AST/SC 4

           

AST/SC 3

           

AST/SC 2

           

AST/SC 1

           

Totaal AST/SC

           

Algemeen totaal

17

77

18

77

17

79

Totaal personeelsformatie

94

95

96

Europese Stichting voor opleiding (ETF)

 

Functiegroep en rang

Europese Stichting voor opleiding (ETF)

Ambten

2016

2015

Toegestaan in de begroting van de Unie

Werkelijk ingevuld op 31 december 2014

Toegestaan in de begroting van de Unie

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

AD 16

           

AD 15

           

AD 14

 

1

 

1

 

1

AD 13

 

6

     

6

AD 12

 

13

 

10

 

12

AD 11

 

9

 

8

 

8

AD 10

 

6

 

5

 

4

AD 9

 

12

 

13

 

12

AD 8

 

7

 

5

 

8

AD 7

 

5

 

15

 

9

AD 6

     

1

   

AD 5

     

1

   

Totaal AD

 

59

 

59

 

60

AST 11

 

2

       

AST 10

 

4

 

2

 

4

AST 9

 

9

 

7

 

9

AST 8

 

6

 

5

 

6

AST 7

 

4

 

4

 

4

AST 6

 

4

 

4

 

4

AST 5

 

2

 

3

 

5

AST 4

     

3

   

AST 3

     

5

   

AST 2

           

AST 1

           

Totaal AST

 

31

 

33

 

32

AST/SC 6

           

AST/SC 5

           

AST/SC 4

           

AST/SC 3

           

AST/SC 2

           

AST/SC 1

           

Totaal AST/SC

           

Algemeen totaal

 

90

 

92

 

92

Totaal personeelsformatie

90

92

92

Gedecentraliseerde agentschappen — Gezondheid en consumentenbescherming

Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding (ECDC)

 

Functiegroep en rang

Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding (ECDC)

Ambten

2016

2015

Toegestaan in de Uniebegroting

Werkelijk ingevuld op 31 december 2014

Toegestaan in de Uniebegroting

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

AD 16

           

AD 15

 

1

     

1

AD 14

 

7

 

1

 

6

AD 13

 

6

 

1

 

5

AD 12

 

10

 

4

 

8

AD 11

 

16

 

4

 

14

AD 10

 

23

 

6

 

22

AD 9

 

25

 

10

 

25

AD 8

 

19

 

40

 

18

AD 7

 

16

 

1

 

18

AD 6

 

6

 

13

 

14

AD 5

     

42

   

Totaal AD

 

129

 

122

 

131

AST 11

 

2

     

3

AST 10

 

3

     

1

AST 9

 

3

     

2

AST 8

 

7

     

6

AST 7

 

11

 

2

 

10

AST 6

 

16

 

4

 

15

AST 5

 

14

 

11

 

17

AST 4

 

1

 

31

 

5

AST 3

           

AST 2

     

4

   

AST 1

     

9

   

Totaal AST

 

57

 

61

 

59

AST/SC 6

           

AST/SC 5

           

AST/SC 4

           

AST/SC 3

           

AST/SC 2

           

AST/SC 1

           

Totaal AST/SC

           

Algemeen totaal

 

186

 

183

 

190

Totaal personeelsformatie

186

183

190

Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA)

 

Functiegroep en rang

Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA)

Ambten

2016

2015

Toegestaan in de begroting van de Unie

Werkelijk ingevuld op 31 december 2014

Toegestaan in de begroting van de Unie

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

AD 16

           

AD 15

 

1

     

1

AD 14

 

2

 

1

 

2

AD 13

 

2

 

1

 

2

AD 12

1

15

 

3

1

15

AD 11

 

11

 

5

 

11

AD 10

1

16

 

8

1

16

AD 9

1

42

 

30

1

41

AD 8

 

54

 

58

 

53

AD 7

1

57

3

44

1

59

AD 6

1

17

2

45

1

21

AD 5

 

8

 

15

 

11

Totaal AD

5

225

5

210

5

232

AST 11

           

AST 10

           

AST 9

           

AST 8

 

3

     

3

AST 7

 

4

 

2

 

4

AST 6

 

9

     

8

AST 5

 

30

 

14

 

29

AST 4

 

26

 

37

 

29

AST 3

 

25

 

18

 

25

AST 2

 

3

 

39

 

2

AST 1

     

5

   

Totaal AST

 

100

 

115

 

100

AST/SC 6

           

AST/SC 5

           

AST/SC 4

           

AST/SC 3

           

AST/SC 2

           

AST/SC 1

           

Totaal AST/SC

           

Algemeen totaal

5

325

5

325

5

332

Totaal personeelsformatie

330

330

337

Europees Geneesmiddelenbureau (EMA)

 

Functiegroep en rang

Europees Geneesmiddelenbureau (EMA)

Ambten

2016

2015

Toegestaan in de begroting van de Unie

Werkelijk ingevuld op 31 december 2014

Toegestaan in de begroting van de Unie

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

AD 16

           

AD 15

 

4

 

4

 

4

AD 14

 

6

 

6

 

6

AD 13

 

9

 

7

 

9

AD 12

 

42

 

39

 

42

AD 11

 

38

 

36

 

37

AD 10

 

44

 

35

 

40

AD 9

 

37

 

34

 

36

AD 8

 

54

 

47

 

52

AD 7

 

54

 

51

 

52

AD 6

 

37

 

39

 

36

AD 5

 

18

 

29

 

26

Totaal AD

 

343

 

327

 

340

AST 11

 

2

 

2

 

2

AST 10

 

5

 

5

 

5

AST 9

 

7

 

7

 

7

AST 8

 

16

 

14

 

16

AST 7

 

19

 

19

 

19

AST 6

 

39

 

34

 

39

AST 5

 

43

 

36

 

42

AST 4

 

49

 

55

 

49

AST 3

 

47

 

38

 

43

AST 2

 

32

 

33

 

37

AST 1

     

10

   

Totaal AST

 

259

 

253

 

259

AST/SC 6

           

AST/SC 5

           

AST/SC 4

           

AST/SC 3

           

AST/SC 2

           

AST/SC 1

           

Totaal AST/SC

           

Algemeen totaal

 

602

 

580

 

599

Totaal personeelsformatie

602

580

599

Gedecentraliseerde agentschappen — Binnenlandse zaken

Europees Agentschap voor het beheer van de operationele samenwerking aan de buitengrenzen van de lidstaten van de Europese Unie (Frontex)

 

Functiegroep en rang

Europees Agentschap voor het beheer van de operationele samenwerking aan de buitengrenzen van de lidstaten van de Europese Unie (Frontex)

Ambten

2016

2015

Toegestaan in de begroting van de Unie

Werkelijk ingevuld op 31 december 2014

Toegestaan in de begroting van de Unie

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

AD 16

           

AD 15

 

1

     

1

AD 14

 

1

 

2

 

1

AD 13

 

4

 

4

 

4

AD 12

 

11

 

12

 

11

AD 11

 

8

 

6

 

8

AD 10

 

6

 

6

 

6

AD 9

 

8

 

17

 

8

AD 8

 

55

 

31

 

55

AD 7

 

29

 

13

 

29

AD 6

 

21

 

3

 

21

AD 5

 

13

 

1

 

13

Totaal AD

 

157

 

95

 

157

AST 11

           

AST 10

           

AST 9

           

AST 8

 

5

 

8

 

5

AST 7

 

11

 

11

 

11

AST 6

 

14

 

14

 

15

AST 5

 

20

 

14

 

20

AST 4

 

14

 

3

 

14

AST 3

 

4

 

4

 

5

AST 2

           

AST 1

           

Totaal AST

 

68

 

54

 

70

AST/SC 6

           

AST/SC 5

           

AST/SC 4

           

AST/SC 3

           

AST/SC 2

           

AST/SC 1

           

Totaal AST/SC

           

Algemeen totaal

 

225

 

149

 

227

Totaal personeelsformatie

225

149

227

Europese Politiedienst (Europol)

 

Functiegroep en rang

Europese Politiedienst (Europol)

Ambten

2016

2015

Toegestaan in de begroting van de Unie

Werkelijk ingevuld op 31 december 2014

Toegestaan in de begroting van de Unie

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

AD 16

           

AD 15

 

1

 

1

 

1

AD 14

 

1

       

AD 13

 

3

 

4

 

3

AD 12

 

9

 

5

 

7

AD 11

 

15

 

14

 

15

AD 10

 

25

 

8

 

16

AD 9

 

52

 

46

 

69

AD 8

 

106

 

80

 

94

AD 7

 

105

 

103

 

108

AD 6

 

106

 

116

 

98

AD 5

 

17

 

26

 

24

Totaal AD

 

440

 

403

 

435

AST 11

           

AST 10

           

AST 9

           

AST 8

 

1

       

AST 7

 

4

 

2

 

3

AST 6

 

8

 

7

 

8

AST 5

 

8

 

4

 

11

AST 4

 

14

 

17

 

20

AST 3

 

3

 

3

 

2

AST 2

 

2

 

4

   

AST 1

           

Totaal AST

 

40

 

37

 

44

AST/SC 6

           

AST/SC 5

           

AST/SC 4

         

1

AST/SC 3

         

1

AST/SC 2

         

1

AST/SC 1

         

1

Totaal AST/SC

         

4

Algemeen totaal

 

480

 

440

 

483

Totaal personeelsformatie

480

440

483

Europese Politieacademie (Cepol)

 

Functiegroep en rang

Europese Politieacademie (Cepol) (88)

Ambten

2016

2015

Toegestaan in de begroting van de Unie

Werkelijk ingevuld op 31 december 2014

Toegestaan in de begroting van de Unie

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

AD 16

           

AD 15

           

AD 14

           

AD 13

 

1

 

1

 

1

AD 12

           

AD 11

 

1

       

AD 10

 

2

 

2

 

2

AD 9

 

2

 

3

 

3

AD 8

           

AD 7

 

2

 

1

 

1

AD 6

 

3

       

AD 5

 

6

 

9

 

9

Totaal AD

 

17

 

16

 

16

AST 11

           

AST 10

           

AST 9

           

AST 8

           

AST 7

           

AST 6

 

1

       

AST 5

 

2

 

2

 

2

AST 4

 

4

 

2

 

2

AST 3

 

4

 

7

 

7

AST 2

           

AST 1

           

Totaal AST

 

11

 

11

 

11

AST/SC 6

           

AST/SC 5

           

AST/SC 4

           

AST/SC 3

           

AST/SC 2

           

AST/SC 1

           

Totaal AST/SC

           

Algemeen totaal

 

28

 

27

 

27

Totaal personeelsformatie

28

27

27

Europees Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving (EWDD)

 

Functiegroep en rang

Europees Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving (EWDD)

Ambten

2016

2015

Toegestaan in de begroting van de Unie

Werkelijk ingevuld op 31 december 2014

Toegestaan in de begroting van de Unie

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

AD 16

           

AD 15

 

1

 

1

 

1

AD 14

 

1

     

1

AD 13

1

2

 

2

1

2

AD 12

4

10

5

7

4

10

AD 11

2

10

 

4

3

10

AD 10

 

14

 

5

 

14

AD 9

 

7

1

1

 

7

AD 8

   

1

5

   

AD 7

     

11

   

AD 6

     

6

   

AD 5

           

Totaal AD

7

45

7

42

8

45

AST 11

1

     

1

 

AST 10

 

2

 

1

 

2

AST 9

1

7

 

2

1

7

AST 8

2

7

1

1

2

7

AST 7

1

6

2

3

1

6

AST 6

     

2

   

AST 5

   

1

9

   

AST 4

     

3

   

AST 3

     

1

   

AST 2

           

AST 1

   

1

     

Totaal AST

5

22

5

22

5

22

AST/SC 6

           

AST/SC 5

           

AST/SC 4

           

AST/SC 3

           

AST/SC 2

           

AST/SC 1

           

Totaal AST/SC

           

Algemeen totaal

12

67

12

64

13

67

Totaal personeelsformatie

79

76

80

Europees Agentschap voor het operationeel beheer van grootschalige IT-systemen op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht (eu-LISA)

 

Functiegroep en rang

Europees Agentschap voor het operationeel beheer van grootschalige IT-systemen op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht (eu-LISA)

Ambten

2016

2015

Toegestaan in de begroting van de Unie

Werkelijk ingevuld op 31 december 2014

Toegestaan in de begroting van de Unie

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

AD 16

           

AD 15

           

AD 14

 

1

 

1

 

1

AD 13

 

2

 

2

 

2

AD 12

 

3

 

3

 

3

AD 11

 

3

 

2

 

1

AD 10

 

5

 

3

 

5

AD 9

 

9

 

8

 

6

AD 8

 

12

 

3

 

10

AD 7

 

13

 

22

 

16

AD 6

 

14

 

1

 

11

AD 5

 

12

 

29

 

20

Totaal AD

 

74

 

74

 

75

AST 11

           

AST 10

           

AST 9

 

1

       

AST 8

 

1

     

1

AST 7

 

2

 

2

 

1

AST 6

 

6

 

1

 

4

AST 5

 

12

 

14

 

12

AST 4

 

12

 

4

 

11

AST 3

 

10

 

23

 

15

AST 2

     

1

 

1

AST 1

           

Totaal AST

 

44

 

45

 

45

AST/SC 6

           

AST/SC 5

           

AST/SC 4

           

AST/SC 3

           

AST/SC 2

           

AST/SC 1

           

Totaal AST/SC

           

Algemeen totaal

 

118

 

119

 

120

Totaal personeelsformatie

118

119

120

Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken (EASO)

 

Functiegroep en rang

Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken (EASO)

Ambten

2016

2015

Toegestaan in de begroting van de Unie

Werkelijk ingevuld op 31 december 2014

Toegestaan in de begroting van de Unie

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

AD 16

           

AD 15

 

1

       

AD 14

     

1

 

1

AD 13

           

AD 12

           

AD 11

 

1

     

1

AD 10

 

9

 

3

 

8

AD 9

 

8

 

4

 

9

AD 8

 

10

 

8

 

10

AD 7

 

28

 

9

 

28

AD 6

 

5

 

3

 

5

AD 5

 

11

 

6

 

9

Totaal AD

 

73

 

34

 

71

AST 11

           

AST 10

           

AST 9

           

AST 8

           

AST 7

           

AST 6

           

AST 5

           

AST 4

 

6

 

2

 

6

AST 3

 

6

 

6

 

6

AST 2

 

2

 

1

 

1

AST 1

 

4

 

5

 

5

Totaal AST

 

18

 

14

 

18

AST/SC 6

           

AST/SC 5

           

AST/SC 4

           

AST/SC 3

           

AST/SC 2

           

AST/SC 1

           

Totaal AST/SC

           

Algemeen totaal

 

91

 

48

 

89

Totaal personeelsformatie

91

48

89

Gedecentraliseerde agentschappen — Talendienst

Vertaalbureau voor de organen van de Europese Unie

 

Functiegroep en rang

Vertaalbureau voor de organen van de Europese Unie

Ambten

2016

2015

Toegestaan in de begroting van de Unie

Werkelijk ingevuld op 31 december 2014

Toegestaan in de begroting van de Unie

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

AD 16

           

AD 15

           

AD 14

 

1

1

 

1

1

AD 13

           

AD 12

12

7

4

4

11

6

AD 11

10

6

9

7

10

7

AD 10

7

4

7

6

7

5

AD 9

5

11

3

6

2

12

AD 8

7

14

10

5

9

10

AD 7

2

21

2

20

2

21

AD 6

2

25

5

17

3

25

AD 5

   

0

25

 

3

Totaal AD

45

89

41

90

45

90

AST 11

           

AST 10

           

AST 9

3

 

1

1

2

1

AST 8

3

2

4

 

4

 

AST 7

2

2

2

3

2

3

AST 6

1

2

2

2

1

3

AST 5

2

16

1

9

2

13

AST 4

2

15

3

14

3

16

AST 3

 

8

 

12

 

8

AST 2

 

5

 

5

 

7

AST 1

     

2

   

Totaal AST

13

50

13

48

14

51

AST/SC 6

           

AST/SC 5

           

AST/SC 4

           

AST/SC 3

           

AST/SC 2

           

AST/SC 1

           

Totaal AST/SC

           

Algemeen totaal

58

139

54

138

59

141

Totaal personeelsformatie

197

192

200

Gedecentraliseerde agentschappen — Energie

Agentschap voor de samenwerking tussen energieregulators (ACER)

 

Functiegroep en rang

Agentschap voor de samenwerking tussen energieregulators (ACER)

Ambten

2016

2015

Toegestaan in de begroting van de Unie

Werkelijk ingevuld op 31 december 2014

Toegestaan in de begroting van de Unie

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

AD 16

           

AD 15

 

1

       

AD 14

     

1

 

1

AD 13

           

AD 12

     

1

   

AD 11

 

5

 

3

 

4

AD 10

     

1

   

AD 9

 

2

 

4

 

2

AD 8

 

10

 

5

 

6

AD 7

 

10

 

4

 

6

AD 6

 

7

 

7

 

7

AD 5

 

19

 

11

 

13

Totaal AD

 

54

 

37

 

39

AST 11

           

AST 10

           

AST 9

           

AST 8

           

AST 7

           

AST 6

           

AST 5

 

1

 

1

 

1

AST 4

 

1

 

3

 

1

AST 3

 

13

 

11

 

13

AST 2

           

AST 1

           

Totaal AST

 

15

 

15

 

15

AST/SC 6

           

AST/SC 5

           

AST/SC 4

           

AST/SC 3

           

AST/SC 2

           

AST/SC 1

           

Totaal AST/SC

           

Algemeen totaal

 

69

 

52

 

54

Totaal personeelsformatie

69

52

54

Gedecentraliseerde agentschappen — Justitie

Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten (FRA)

 

Functiegroep en rang

Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten (FRA)

Ambten

2016

2015

Toegestaan in de begroting van de Unie

Werkelijk ingevuld op 31 december 2014

Toegestaan in de begroting van de Unie

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

AD 16

           

AD 15

 

1

 

1

 

1

AD 14

 

1

     

1

AD 13

 

2

 

1

 

2

AD 12

 

10

     

10

AD 11

     

6

   

AD 10

 

14

 

2

 

14

AD 9

 

11

 

5

 

11

AD 8

 

1

 

9

 

1

AD 7

 

5

 

15

 

4

AD 6

 

3

 

7

 

2

AD 5

           

Totaal AD

 

48

 

46

 

46

AST 11

           

AST 10

 

1

     

1

AST 9

 

3

     

3

AST 8

 

3

 

3

 

3

AST 7

 

6

 

4

 

7

AST 6

 

12

 

2

 

12

AST 5

     

9

   

AST 4

 

1

 

8

 

1

AST 3

     

2

   

AST 2

           

AST 1

           

Totaal AST

 

26

 

28

 

27

AST/SC 6

           

AST/SC 5

           

AST/SC 4

           

AST/SC 3

           

AST/SC 2

           

AST/SC 1

           

Totaal AST/SC

           

Algemeen totaal

 

74

 

74

 

73

Totaal personeelsformatie

74

74

73

Europees Instituut voor gendergelijkheid (EIGE)

 

Functiegroep en rang

Europees Instituut voor gendergelijkheid (EIGE)

Ambten

2016

2015

Toegestaan in de begroting van de Unie

Werkelijk ingevuld op 31 december 2014

Toegestaan in de begroting van de Unie

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

AD 16

           

AD 15

           

AD 14

           

AD 13

 

1

 

1

 

1

AD 12

           

AD 11

 

1

     

1

AD 10

 

1

 

2

 

1

AD 9

 

3

     

2

AD 8

 

5

 

4

 

5

AD 7

 

4

 

4

 

4

AD 6

 

4

 

3

 

3

AD 5

 

3

 

8

 

6

Totaal AD

 

22

 

22

 

23

AST 11

           

AST 10

           

AST 9

           

AST 8

           

AST 7

 

2

     

2

AST 6

     

2

   

AST 5

 

4

     

3

AST 4

     

5

 

1

AST 3

           

AST 2

           

AST 1

           

Totaal AST

 

6

 

7

 

6

AST/SC 6

           

AST/SC 5

           

AST/SC 4

           

AST/SC 3

           

AST/SC 2

           

AST/SC 1

           

Totaal AST/SC

           

Algemeen totaal

 

28

 

29

 

29

Totaal personeelsformatie

28

29

29

Europese eenheid voor justitiële samenwerking (Eurojust)

 

Functiegroep en rang

Europese eenheid voor justitiële samenwerking (Eurojust)

Ambten

2016

2015

Toegestaan in de begroting van de Unie

Werkelijk ingevuld op 31 december 2014

Toegestaan in de begroting van de Unie

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

AD 16

           

AD 15

           

AD 14

 

1

 

1

 

1

AD 13

 

1

 

1

 

1

AD 12

           

AD 11

           

AD 10

 

9

 

4

 

7

AD 9

 

8

 

7

 

9

AD 8

 

22

 

15

 

20

AD 7

 

27

 

11

 

20

AD 6

 

12

 

25

 

18

AD 5

 

3

 

8

 

4

Totaal AD

 

83

 

72

 

80

AST 11

           

AST 10

           

AST 9

 

1

 

1

 

1

AST 8

           

AST 7

           

AST 6

 

2

     

1

AST 5

 

19

 

2

 

17

AST 4

 

62

 

20

 

48

AST 3

 

25

 

56

 

42

AST 2

 

11

 

45

 

16

AST 1

     

3

   

Totaal AST

 

120

 

127

 

125

AST/SC 6

           

AST/SC 5

           

AST/SC 4

           

AST/SC 3

           

AST/SC 2

           

AST/SC 1

           

Totaal AST/SC

           

Algemeen totaal

 

203

 

199

 

205

Totaal personeelsformatie

203

199

205

Gemeenschappelijke ondernemingen

Gemeenschappelijke Onderneming voor ITER — Fusion for Energy (F4E)

 

Functiegroep en rang

Gemeenschappelijke Onderneming voor ITER – Fusion for Energy (F4E)

Ambten

2016

2015

Toegestaan in de begroting van de Unie

Werkelijk ingevuld op 31 december 2014

Toegestaan in de begroting van de Unie

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

AD 16

           

AD 15

 

1

     

1

AD 14

1

   

1

   

AD 13

14

5

7

2

13

4

AD 12

16

8

11

2

17

8

AD 11

5

19

2

 

5

12

AD 10

3

27

5

28

3

30

AD 9

1

20

2

21

2

18

AD 8

 

34

 

10

 

20

AD 7

 

47

7

40

 

57

AD 6

 

40

2

66

 

30

AD 5

   

1

     

Totaal AD

40

201

37

170

40

180

AST 11

3

     

3

 

AST 10

3

 

1

 

3

 

AST 9

3

 

1

 

3

 

AST 8

1

 

2

 

1

 

AST 7

3

 

1

 

1

 

AST 6

1

3

2

 

2

2

AST 5

1

13

3

 

3

9

AST 4

 

11

2

7

 

14

AST 3

   

2

18

 

1

AST 2

   

2

     

AST 1

   

1

     

Totaal AST

15

27

17

25

16

26

AST/SC 6

           

AST/SC 5

           

AST/SC 4

           

AST/SC 3

           

AST/SC 2

           

AST/SC 1

           

Totaal AST/SC

           

Algemeen totaal

55

228

54

195

56

206

Totaal personeelsformatie

283

249

262

Gemeenschappelijke Onderneming voor het onderzoek naar het beheer van het luchtverkeer in het gemeenschappelijke Europese luchtruim (Sesar)

 

Functiegroep en rang

Gemeenschappelijke Onderneming voor het onderzoek naar het beheer van het luchtverkeer in het gemeenschappelijke Europese luchtruim (Sesar)

Ambten

2016

2015

Toegestaan in de begroting van de Unie

Werkelijk ingevuld op 31 december 2014

Toegestaan in de begroting van de Unie

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

AD 16

           

AD 15

           

AD 14

 

1

 

1

 

1

AD 13

           

AD 12

 

4

 

4

 

4

AD 11

           

AD 10

 

5

 

4

 

5

AD 9

           

AD 8

 

5

 

4

 

5

AD 7

 

4

 

4

 

4

AD 6

 

4

 

4

 

4

AD 5

 

10

 

9

 

10

Totaal AD

 

33

 

30

 

33

AST 11

           

AST 10

           

AST 9

           

AST 8

           

AST 7

 

1

 

1

 

1

AST 6

           

AST 5

 

1

 

1

 

1

AST 4

           

AST 3

 

2

 

2

 

2

AST 2

           

AST 1

 

2

 

1

 

2

Totaal AST

 

6

 

5

 

6

AST/SC 6

           

AST/SC 5

           

AST/SC 4

           

AST/SC 3

           

AST/SC 2

           

AST/SC 1

           

Totaal AST/SC

           

Totaal-generaal

 

39

 

35

 

39

Totaal personeelsformatie

39

35

39

Europees Instituut voor innovatie en technologie (EIT)

 

Functiegroep en rang

Europees Instituut voor innovatie en technologie (EIT)

Ambten

2016

2015

Toegestaan in de begroting van de Unie

Werkelijk ingevuld op 31 december 2014

Toegestaan in de begroting van de Unie

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

AD 16

           

AD 15

           

AD 14

 

1

 

1

 

1

AD 13

           

AD 12

           

AD 11

 

1

 

1

 

1

AD 10

           

AD 9

 

7

 

2

 

5

AD 8

 

6

 

8

 

8

AD 7

 

9

 

1

 

5

AD 6

 

10

 

13

 

14

AD 5

     

1

   

Totaal AD

 

34

 

27

 

34

AST 11

           

AST 10

           

AST 9

           

AST 8

           

AST 7

           

AST 6

           

AST 5

 

1

     

1

AST 4

 

3

 

2

 

2

AST 3

 

1

 

3

 

2

AST 2

           

AST 1

           

Totaal AST

 

5

 

5

 

5

AST/SC 6

           

AST/SC 5

           

AST/SC 4

           

AST/SC 3

           

AST/SC 2

           

AST/SC 1

           

Totaal AST/SC

           

Algemeen totaal

 

39

 

32

 

39

Totaal personeelsformatie

39

32

39

Uitvoerende agentschappen

Uitvoerend Agentschap voor kleine en middelgrote ondernemingen (Easme)

 

Functiegroep en rang

Uitvoerend Agentschap voor kleine en middelgrote ondernemingen (Easme)

Ambten

2016 (89)

2015

Toegestaan in de begroting van de Unie

Werkelijk ingevuld op 31 december 2014

Toegestaan in de begroting van de Unie

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

AD 16

           

AD 15

           

AD 14

 

4

 

3

 

4

AD 13

 

7

 

4

 

11

AD 12

 

5

 

2

 

10

AD 11

 

6

 

3

 

5

AD 10

 

8

 

4

 

8

AD 9

 

12

 

7

 

10

AD 8

 

15

 

11

 

7

AD 7

 

10

 

5

 

8

AD 6

 

8

 

6

 

7

AD 5

 

14

 

6

 

12

Totaal AD

 

89

 

51

 

82

AST 11

           

AST 10

           

AST 9

           

AST 8

           

AST 7

 

2

     

2

AST 6

           

AST 5

 

4

 

1

 

2

AST 4

 

10

 

6

 

8

AST 3

 

3

 

3

 

3

AST 2

           

AST 1

           

Totaal AST

 

19

 

10

 

15

AST/SC 6

           

AST/SC 5

           

AST/SC 4

           

AST/SC 3

           

AST/SC 2

           

AST/SC 1

           

Totaal AST/SC

           

Algemeen totaal

 

108

 

61

 

97

Totaal personeelsformatie

108

61

97

Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur (EACEA)

 

Functiegroep en rang

Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur (EACEA)

Ambten

2016

2015

Toegestaan in de begroting van de Unie

Werkelijk ingevuld op 31 december 2014

Toegestaan in de begroting van de Unie

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

AD 16

           

AD 15

           

AD 14

 

5

 

3

 

4

AD 13

 

6

 

5

 

8

AD 12

 

7

 

4

 

3

AD 11

 

10

 

2

 

8

AD 10

 

11

 

15

 

12

AD 9

 

16

 

17

 

19

AD 8

 

8

 

10

 

6

AD 7

 

6

 

5

 

6

AD 6

 

9

 

10

 

10

AD 5

 

3

 

3

 

5

Totaal AD

 

81

 

74

 

81

AST 11

 

1

     

1

AST 10

 

1

 

1

 

1

AST 9

 

1

 

2

 

1

AST 8

 

1

     

1

AST 7

 

3

 

1

   

AST 6

 

2

     

2

AST 5

 

10

 

9

 

10

AST 4

 

4

 

6

 

9

AST 3

 

6

 

8

 

4

AST 2

           

AST 1

           

Totaal AST

 

29

 

27

 

29

AST/SC 6

           

AST/SC 5

           

AST/SC 4

           

AST/SC 3

           

AST/SC 2

           

AST/SC 1

           

Totaal AST/SC

           

Algemeen totaal

 

110

 

101

 

110

Totaal personeelsformatie

110

101

110

Uitvoerend Agentschap voor consumenten, gezondheid, landbouw en voeding (Chafea)

 

Functiegroep en rang

Uitvoerend Agentschap voor consumenten, gezondheid, landbouw en voeding (Chafea)

Ambten

2016

2015

Toegestaan in de begroting van de Unie

Werkelijk ingevuld op 31 december 2014

Toegestaan in de begroting van de Unie

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

AD 16

           

AD 15

           

AD 14

 

1

 

1

 

1

AD 13

 

1

 

1

 

1

AD 12

 

3

 

1

 

1

AD 11

 

2

 

1

 

3

AD 10

     

1

   

AD 9

           

AD 8

 

1

     

1

AD 7

     

1

 

1

AD 6

 

2

 

2

 

2

AD 5

 

3

     

1

Totaal AD

 

13

 

8

 

11

AST 11

           

AST 10

           

AST 9

           

AST 8

           

AST 7

 

1

     

1

AST 6

     

1

   

AST 5

           

AST 4

 

1

 

1

 

1

AST 3

           

AST 2

           

AST 1

           

Totaal AST

 

2

 

2

 

2

AST/SC 6

           

AST/SC 5

           

AST/SC 4

           

AST/SC 3

           

AST/SC 2

           

AST/SC 1

           

Totaal AST/SC

           

Algemeen totaal

 

15

 

10

 

13

Totaal personeelsformatie

15

10

13

Uitvoerend Agentschap innovatie en netwerken (INEA)

 

Functiegroep en rang

Uitvoerend Agentschap innovatie en netwerken (INEA)

Ambten

2016

2015

Toegestaan in de begroting van de Unie

Werkelijk ingevuld op 31 december 2014

Toegestaan in de begroting van de Unie

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

AD 16

           

AD 15

           

AD 14

 

7

 

4

 

5 (90)

AD 13

 

9

 

8

 

9

AD 12

 

5

 

1

 

3

AD 11

 

4

 

3

 

4

AD 10

 

3

 

2

 

3

AD 9

 

4

 

2

 

4

AD 8

 

8

 

5

 

8

AD 7

 

10

 

8

 

10

AD 6

 

2

 

4

 

3

AD 5

 

1

 

1

 

2

Totaal AD

 

53

 

38

 

51

AST 11

           

AST 10

           

AST 9

           

AST 8

           

AST 7

 

1

 

1

 

1

AST 6

           

AST 5

 

2

 

2

 

2

AST 4

 

2

 

1

 

2

AST 3

 

5

 

2

 

3

AST 2

           

AST 1

           

Totaal AST

 

10

 

6

 

8

AST/SC 6

           

AST/SC 5

           

AST/SC 4

           

AST/SC 3

           

AST/SC 2

           

AST/SC 1

           

Totaal AST/SC

           

Algemeen totaal

 

63

 

44

 

59

Totaal personeelsformatie

63

44

59

Uitvoerend Agentschap Europese Onderzoeksraad (ERCEA)

 

Functiegroep en rang

Uitvoerend Agentschap Europese Onderzoeksraad (ERCEA)

Ambten

2016 (91)

2015

Toegestaan in de begroting van de Unie

Werkelijk ingevuld op 31 december 2014

Toegestaan in de begroting van de Unie

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

AD 16

           

AD 15

           

AD 14

 

6

 

2

 

7

AD 13

 

7

 

9

 

6

AD 12

 

3

 

3

 

4

AD 11

 

4

 

3

 

4

AD 10

 

2

     

2

AD 9

 

27

 

17

 

24

AD 8

 

42

 

41

 

37

AD 7

 

11

 

16

 

16

AD 6

 

10

 

7

 

7

AD 5

     

1

 

1

Totaal AD

 

112

 

99

 

108

AST 11

           

AST 10

           

AST 9

           

AST 8

           

AST 7

           

AST 6

           

AST 5

           

AST 4

           

AST 3

           

AST 2

           

AST 1

           

Totaal AST

           

AST/SC 6

           

AST/SC 5

           

AST/SC 4

           

AST/SC 3

           

AST/SC 2

           

AST/SC 1

           

Totaal AST/SC

           

Algemeen totaal

 

112

 

99

 

108

Totaal personeelsformatie

112

99

108

Uitvoerend Agentschap onderzoek (REA)

 

Functiegroep en rang

Uitvoerend Agentschap onderzoek (REA)

Ambten

2016 (92)

2015

Toegestaan in de begroting van de Unie

Werkelijk ingevuld op 31 december 2014

Toegestaan in de begroting van de Unie

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

AD 16

           

AD 15

           

AD 14

 

5

 

3

 

5

AD 13

 

11

 

7

 

11

AD 12

 

6

 

5

 

6

AD 11

 

7

 

5

 

6

AD 10

 

9

 

6

 

6

AD 9

 

15

 

4

 

7

AD 8

 

23

 

17

 

20

AD 7

 

31

 

20

 

24

AD 6

 

31

 

27

 

28

AD 5

 

15

 

35

 

34

Totaal AD

 

153

 

129

 

147

AST 11

           

AST 10

           

AST 9

 

1

     

1

AST 8

 

2

 

2

 

2

AST 7

           

AST 6

 

4

 

1

 

4

AST 5

 

2

 

4

 

2

AST 4

 

1

 

2

 

1

AST 3

     

1

   

AST 2

           

AST 1

           

Totaal AST

 

10

 

10

 

10

AST/SC 6

           

AST/SC 5

           

AST/SC 4

           

AST/SC 3

           

AST/SC 2

           

AST/SC 1

           

Totaal AST/SC

           

Algemeen totaal

 

163

 

139

 

157

Totaal personeelsformatie

163

139

157

AFDELING IV

HOF VAN JUSTITIE VAN DE EUROPESE UNIE

ONTVANGSTEN

Bijdrage van de Europese Unie aan de financiering van de uitgaven van het Hof van Justitie voor het begrotingsjaar 2016

 

Rubriek

Bedrag

Uitgaven

378 187 000

Eigen inkomsten

–51 505 000

Te ontvangen bijdrage

326 682 000

EIGEN INKOMSTEN

TITEL 4

ONTVANGSTEN AFKOMSTIG VAN PERSONEN DIE VERBONDEN ZIJN AAN DE INSTELLINGEN OF ANDERE ORGANEN VAN DE UNIE

 

Artikel

Post

Rubriek

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

% 2014-2016

HOOFDSTUK 4 0

4 0 0

Opbrengst van de belasting op de salarissen, lonen en vergoedingen van de leden van de instelling, de ambtenaren, de andere personeelsleden en de gepensioneerden

27 907 000

23 694 000

24 715 852,65

88,57

4 0 3

Opbrengst van de tijdelijke bijdrage die van toepassing is op de bezoldigingen van de leden van de instelling, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

p.m.

p.m.

0,—

 

4 0 4

Opbrengst van de speciale heffing en de solidariteitsheffing die van toepassing is op de bezoldigingen van de leden van de instelling, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

5 147 000

4 513 000

4 043 655,17

78,56

 

HOOFDSTUK 4 0 — TOTAAL

33 054 000

28 207 000

28 759 507,82

87,01

HOOFDSTUK 4 1

4 1 0

Bijdragen van het personeel aan de pensioenregeling

18 451 000

16 649 000

16 242 439,35

88,03

4 1 1

Overdracht of inkoop van pensioenrechten door het personeel

p.m.

p.m.

3 038 692,84

 

4 1 2

Bijdragen van de ambtenaren en tijdelijke functionarissen met verlof om redenen van persoonlijke aard aan de pensioenregeling

p.m.

p.m.

0,—

 
 

HOOFDSTUK 4 1 — TOTAAL

18 451 000

16 649 000

19 281 132,19

104,50

 

Titel 4 — Totaal

51 505 000

44 856 000

48 040 640,01

93,27

HOOFDSTUK 4 0 —

DIVERSE BELASTINGEN EN INHOUDINGEN

 

HOOFDSTUK 4 1 —

BIJDRAGEN AAN DE PENSIOENREGELINGEN

HOOFDSTUK 4 0 —   DIVERSE BELASTINGEN EN INHOUDINGEN

4 0 0

Opbrengst van de belasting op de salarissen, lonen en vergoedingen van de leden van de instelling, de ambtenaren, de andere personeelsleden en de gepensioneerden

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

27 907 000

23 694 000

24 715 852,65

Rechtsgronden

Protocol betreffende de voorrechten en immuniteiten van de Europese Unie, met name artikel 12.

Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom van de Raad van 25 juli 1967 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de advocaten-generaal bij het Hof van Justitie, de president, de leden en de griffier van het Gerecht, alsmede de president, de leden en de griffier van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (PB 187 van 8.8.1967, blz. 1).

Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 260/68 van de Raad van 29 februari 1968 tot vaststelling van de voorwaarden en de wijze van heffing van belasting ten bate van de Europese Gemeenschappen (PB L 56 van 4.3.1968, blz. 8).

4 0 3

Opbrengst van de tijdelijke bijdrage die van toepassing is op de bezoldigingen van de leden van de instelling, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

0,—

Rechtsgronden

Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom van de Raad van 25 juli 1967 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de advocaten-generaal bij het Hof van Justitie, de president, de leden en de griffier van het Gerecht, alsmede de president, de leden en de griffier van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (PB 187 van 8.8.1967, blz. 1).

Statuut van de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen, met name artikel 66 bis in de versie die van kracht was tot 15 december 2003.

4 0 4

Opbrengst van de speciale heffing en de solidariteitsheffing die van toepassing is op de bezoldigingen van de leden van de instelling, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

5 147 000

4 513 000

4 043 655,17

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 66 bis.

Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom van de Raad van 25 juli 1967 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de advocaten-generaal bij het Hof van Justitie, de president, de leden en de griffier van het Gerecht, alsmede de president, de leden en de griffier van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (PB 187 van 8.8.1967, blz. 1).

HOOFDSTUK 4 1 —   BIJDRAGEN AAN DE PENSIOENREGELINGEN

4 1 0

Bijdragen van het personeel aan de pensioenregeling

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

18 451 000

16 649 000

16 242 439,35

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 83, lid 2.

4 1 1

Overdracht of inkoop van pensioenrechten door het personeel

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

3 038 692,84

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 11, lid 2, alsmede bijlage VIII, artikel 48.

4 1 2

Bijdragen van de ambtenaren en tijdelijke functionarissen met verlof om redenen van persoonlijke aard aan de pensioenregeling

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

0,—

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

TITEL 5

ONTVANGSTEN VOORTVLOEIEND UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING VAN DE INSTELLING

 

Artikel

Post

Rubriek

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

% 2014-2016

HOOFDSTUK 5 0

5 0 0

Opbrengst van de verkoop van roerende goederen

5 0 0 0

Verkoop van voertuigen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

130 150,09

 

5 0 0 1

Verkoop van andere roerende goederen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0,—

 
 

Artikel 5 0 0 — Totaal

p.m.

p.m.

130 150,09

 

5 0 2

Opbrengst van de verkoop van publicaties, drukwerken en films — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

117 940,35

 
 

HOOFDSTUK 5 0 — TOTAAL

p.m.

p.m.

248 090,44

 

HOOFDSTUK 5 1

5 1 1

Verhuur en onderverhuur van onroerende goederen en terugbetaling van huurlasten

5 1 1 0

Verhuur en onderverhuur van onroerende goederen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0,—

 

5 1 1 1

Terugbetaling van huurlasten — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0,—

 
 

Artikel 5 1 1 — Totaal

p.m.

p.m.

0,—

 
 

HOOFDSTUK 5 1 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0,—

 

HOOFDSTUK 5 2

5 2 0

Opbrengst van uitgezette of uitgeleende middelen, bankrenten en andere rente geïnd op de rekeningen van de instelling

p.m.

p.m.

2 779,19

 

5 2 2

Rente over voorfinancieringen

p.m.

p.m.

0,—

 
 

HOOFDSTUK 5 2 — TOTAAL

p.m.

p.m.

2 779,19

 

HOOFDSTUK 5 5

5 5 0

Ontvangsten afkomstig van de opbrengst van diensten en werken ten behoeve van andere instellingen of organen, met inbegrip van vergoedingen voor dienstreizen betaald voor rekening van en terugbetaald door andere instellingen of organen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0,—

 

5 5 1

Ontvangsten afkomstig van derden wegens op hun verzoek verrichte diensten en werken — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0,—

 
 

HOOFDSTUK 5 5 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0,—

 

HOOFDSTUK 5 7

5 7 0

Ontvangsten afkomstig van de terugbetaling van onverschuldigd betaalde bedragen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

292 534,14

 

5 7 1

Ontvangsten die voor een bepaald doel zijn bestemd, zoals inkomsten van stichtingsvermogens, subsidies, giften en legaten, daaronder begrepen de aan elke instelling vooraf toegewezen specifieke ontvangsten — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0,—

 

5 7 3

Overige bijdragen en terugbetalingen die voortvloeien uit de administratieve werking van de instellingen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

639 595,21

 
 

HOOFDSTUK 5 7 — TOTAAL

p.m.

p.m.

932 129,35

 

HOOFDSTUK 5 8

5 8 0

Ontvangsten uit huurvergoedingen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0,—

 

5 8 1

Ontvangsten afkomstig van verzekeringsuitkeringen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

282 748,11

 
 

HOOFDSTUK 5 8 — TOTAAL

p.m.

p.m.

282 748,11

 

HOOFDSTUK 5 9

5 9 0

Overige ontvangsten voortvloeiend uit de administratieve werking

p.m.

p.m.

0,—

 
 

HOOFDSTUK 5 9 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0,—

 
 

Titel 5 — Totaal

p.m.

p.m.

1 465 747,09

 

HOOFDSTUK 5 0 —

OPBRENGST VAN DE VERKOOP VAN ROERENDE EN ONROERENDE GOEDEREN

 

HOOFDSTUK 5 1 —

HUUROPBRENGST

 

HOOFDSTUK 5 2 —

OPBRENGST VAN UITGEZETTE OF UITGELEENDE MIDDELEN, BANKRENTEN EN ANDERE RENTE

 

HOOFDSTUK 5 5 —

ONTVANGSTEN AFKOMSTIG VAN DE OPBRENGST VAN DIENSTEN EN WERKEN

 

HOOFDSTUK 5 7 —

OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN DIE VOORTVLOEIEN UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING VAN DE INSTELLING

 

HOOFDSTUK 5 8 —

DIVERSE VERGOEDINGEN

 

HOOFDSTUK 5 9 —

OVERIGE ONTVANGSTEN VOORTVLOEIEND UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING

HOOFDSTUK 5 0 —   OPBRENGST VAN DE VERKOOP VAN ROERENDE EN ONROERENDE GOEDEREN

5 0 0

Opbrengst van de verkoop van roerende goederen

5 0 0 0

 Verkoop van voertuigen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

130 150,09

Toelichting

Onder deze post worden de inkomsten geboekt die afkomstig zijn van de verkoop of de overname van de voertuigen van de instelling. Voorts wordt onder deze post ook de opbrengst geboekt van de verkoop bij vervanging of het buiten dienst stellen van voertuigen, na volledige afschrijving van hun boekwaarde.

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 0 0 1

Verkoop van andere roerende goederen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Onder deze post worden de inkomsten geboekt die afkomstig zijn van de verkoop of de overname van andere roerende goederen van de instelling dan voertuigen.

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 0 2

Opbrengst van de verkoop van publicaties, drukwerken en films — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

117 940,35

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

HOOFDSTUK 5 1 —   HUUROPBRENGST

5 1 1

Verhuur en onderverhuur van onroerende goederen en terugbetaling van huurlasten

5 1 1 0

Verhuur en onderverhuur van onroerende goederen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Deze ontvangsten moeten overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd worden als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 1 1 1

Terugbetaling van huurlasten — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Deze ontvangsten moeten overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd worden als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

HOOFDSTUK 5 2 —   OPBRENGST VAN UITGEZETTE OF UITGELEENDE MIDDELEN, BANKRENTEN EN ANDERE RENTE

5 2 0

Opbrengst van uitgezette of uitgeleende middelen, bankrenten en andere rente geïnd op de rekeningen van de instelling

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

2 779,19

Toelichting

Onder dit artikel worden de ontvangsten geboekt uit beleggingen of leningen, bankrenten en andere rente.

5 2 2

Rente over voorfinancieringen

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

0,—

HOOFDSTUK 5 5 —   ONTVANGSTEN AFKOMSTIG VAN DE OPBRENGST VAN DIENSTEN EN WERKEN

5 5 0

Ontvangsten afkomstig van de opbrengst van diensten en werken ten behoeve van andere instellingen of organen, met inbegrip van vergoedingen voor dienstreizen betaald voor rekening van en terugbetaald door andere instellingen of organen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 5 1

Ontvangsten afkomstig van derden wegens op hun verzoek verrichte diensten en werken — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

HOOFDSTUK 5 7 —   OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN DIE VOORTVLOEIEN UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING VAN DE INSTELLING

5 7 0

Ontvangsten afkomstig van de terugbetaling van onverschuldigd betaalde bedragen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

292 534,14

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 7 1

Ontvangsten die voor een bepaald doel zijn bestemd, zoals inkomsten van stichtingsvermogens, subsidies, giften en legaten, daaronder begrepen de aan elke instelling vooraf toegewezen specifieke ontvangsten — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 7 3

Overige bijdragen en terugbetalingen die voortvloeien uit de administratieve werking van de instellingen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

639 595,21

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

HOOFDSTUK 5 8 —   DIVERSE VERGOEDINGEN

5 8 0

Ontvangsten uit huurvergoedingen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 8 1

Ontvangsten afkomstig van verzekeringsuitkeringen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

282 748,11

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

HOOFDSTUK 5 9 —   OVERIGE ONTVANGSTEN VOORTVLOEIEND UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING

5 9 0

Overige ontvangsten voortvloeiend uit de administratieve werking

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Onder dit artikel worden de overige ontvangsten voortvloeiend uit de administratieve werking geboekt.

TITEL 9

DIVERSE ONTVANGSTEN

 

Artikel

Post

Rubriek

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

% 2014-2016

HOOFDSTUK 9 0

9 0 0

Diverse ontvangsten

p.m.

p.m.

230,66

 
 

HOOFDSTUK 9 0 — TOTAAL

p.m.

p.m.

230,66

 
 

Titel 9 — Totaal

p.m.

p.m.

230,66

 
 

TOTAAL-GENERAAL

51 505 000

44 856 000

49 506 617,76

96,12

HOOFDSTUK 9 0 —

DIVERSE ONTVANGSTEN

HOOFDSTUK 9 0 —   DIVERSE ONTVANGSTEN

9 0 0

Diverse ontvangsten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

230,66

UITGAVEN

Algemene samenvatting van de kredieten (2016 en 2015) en van de uitvoering (2014)

 

Titel

Hoofdstuk

Rubriek

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

1

AAN DE INSTELLING VERBONDEN PERSONEN

1 0

LEDEN VAN DE INSTELLING

33 539 500

28 560 000

33 960 931,78

Reserves (10 0)

 

2 000 000

 
 

33 539 500

30 560 000

33 960 931,78

1 2

AMBTENAREN EN TIJDELIJKE FUNCTIONARISSEN

233 035 500

217 148 000

211 373 200,09

1 4

ANDER PERSONEEL EN PRESTATIES VAN DERDEN

19 390 000

18 354 000

16 850 474,12

1 6

OVERIGE UITGAVEN IN VERBAND MET DE AAN DE INSTELLING VERBONDEN PERSONEN

6 121 500

5 200 500

5 272 753,76

 

Titel 1 — Totaal

292 086 500

269 262 500

267 457 359,75

Reserves (10 0)

 

2 000 000

 
 

292 086 500

271 262 500

267 457 359,75

2

GEBOUWEN, MEUBILAIR, MATERIEEL EN DIVERSE HUISHOUDELIJKE UITGAVEN

2 0

GEBOUWEN EN DAARMEE SAMENHANGENDE KOSTEN

61 068 000

62 092 000

60 492 157,98

2 1

INFORMATICA, MATERIEEL EN ROERENDE GOEDEREN: AANKOOP, HUUR EN ONDERHOUD

20 294 000

18 882 500

19 068 130,23

2 3

LOPENDE HUISHOUDELIJKE UITGAVEN

1 460 500

1 471 500

1 353 939,97

2 5

VERGADERINGEN EN CONFERENTIES

521 500

599 500

558 179,64

2 7

VOORLICHTING: AANKOOP, ARCHIVERING, PRODUCTIE EN VERSPREIDING

2 697 500

2 700 000

2 753 356,33

 

Titel 2 — Totaal

86 041 500

85 745 500

84 225 764,15

3

UITGAVEN VOORTVLOEIEND UIT SPECIFIEKE TAKEN VAN DE INSTELLING

3 7

SPECIALE UITGAVEN VAN BEPAALDE INSTELLINGEN EN ORGANEN

59 000

54 000

17 059,64

 

Titel 3 — Totaal

59 000

54 000

17 059,64

10

OVERIGE UITGAVEN

10 0

VOORZIENINGEN

p.m.

2 000 000

0,—

10 1

RESERVE VOOR ONVOORZIENE UITGAVEN

p.m.

p.m.

0,—

 

Titel 10 — Totaal

p.m.

2 000 000

0,—

 

TOTAAL-GENERAAL

378 187 000

357 062 000

351 700 183,54

TITEL 1

AAN DE INSTELLING VERBONDEN PERSONEN

 

Artikel

Post

Rubriek

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

% 2014-2016

HOOFDSTUK 1 0

1 0 0

Bezoldiging en andere rechten

1 0 0 0

Salarissen en vergoedingen

       

Niet-gesplitste kredieten

28 345 000

23 916 500

23 649 843,73

83,44

Reserves (10 0)

 

2 000 000

   
 

28 345 000

25 916 500

23 649 843,73

 

1 0 0 2

Rechten in verband met de ambtsaanvaarding, de overplaatsing en de ambtsneerlegging

       

Niet-gesplitste kredieten

1 595 000

1 449 000

170 785,50

10,71

 

Artikel 1 0 0 — Totaal

29 940 000

25 365 500

23 820 629,23

79,56

Reserves (10 0)

 

2 000 000

   
 

29 940 000

27 365 500

23 820 629,23

 

1 0 2

Overbruggingstoelagen

       

Niet-gesplitste kredieten

2 718 000

2 447 000

2 281 286,31

83,93

1 0 3

Pensioenen

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

7 249 383,56

 

1 0 4

Dienstreizen

       

Niet-gesplitste kredieten

342 000

295 500

293 000,—

85,67

1 0 6

Opleidingen

       

Niet-gesplitste kredieten

539 500

452 000

316 632,68

58,69

1 0 9

Voorziening

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0,—

 
 

HOOFDSTUK 1 0 — TOTAAL

33 539 500

28 560 000

33 960 931,78

101,26

Reserves (10 0)

 

2 000 000

   
 

33 539 500

30 560 000

33 960 931,78

 

HOOFDSTUK 1 2

1 2 0

Salarissen en andere rechten

1 2 0 0

Salarissen en vergoedingen

       

Niet-gesplitste kredieten

229 849 000

213 814 000

208 553 105,83

90,73

1 2 0 2

Betaalde overuren

       

Niet-gesplitste kredieten

664 000

656 000

629 490,37

94,80

1 2 0 4

Rechten bij indiensttreding, overplaatsing en beëindiging van de dienst

       

Niet-gesplitste kredieten

2 292 500

2 448 000

2 190 603,89

95,56

 

Artikel 1 2 0 — Totaal

232 805 500

216 918 000

211 373 200,09

90,79

1 2 2

Vergoedingen bij vervroegde beëindiging van de dienst

1 2 2 0

Vergoedingen bij ontheffing van het ambt in het belang van de dienst

       

Niet-gesplitste kredieten

230 000

230 000

0,—

 

1 2 2 2

Vergoedingen bij definitieve beëindiging van de dienst en speciale pensioenregeling voor ambtenaren en tijdelijke functionarissen

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0,—

 
 

Artikel 1 2 2 — Totaal

230 000

230 000

0,—

 

1 2 9

Voorziening

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0,—

 
 

HOOFDSTUK 1 2 — TOTAAL

233 035 500

217 148 000

211 373 200,09

90,70

HOOFDSTUK 1 4

1 4 0

Andere personeelsleden en externe personen

1 4 0 0

Andere personeelsleden

       

Niet-gesplitste kredieten

6 271 500

5 955 000

5 767 688,48

91,97

1 4 0 4

Stages en uitwisseling van personeel

       

Niet-gesplitste kredieten

697 000

688 000

500 500,—

71,81

1 4 0 5

Andere externe dienstverlening

       

Niet-gesplitste kredieten

263 000

261 500

237 415,—

90,27

1 4 0 6

Externe dienstverlening op taalkundig gebied

       

Niet-gesplitste kredieten

12 158 500

11 449 500

10 344 870,64

85,08

 

Artikel 1 4 0 — Totaal

19 390 000

18 354 000

16 850 474,12

86,90

1 4 9

Voorziening

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0,—

 
 

HOOFDSTUK 1 4 — TOTAAL

19 390 000

18 354 000

16 850 474,12

86,90

HOOFDSTUK 1 6

1 6 1

Uitgaven in verband met het personeelsbeheer

1 6 1 0

Diverse uitgaven voor de aanwerving

       

Niet-gesplitste kredieten

216 000

207 000

147 370,86

68,23

1 6 1 2

Bijscholing

       

Niet-gesplitste kredieten

1 764 500

1 540 500

1 493 264,48

84,63

 

Artikel 1 6 1 — Totaal

1 980 500

1 747 500

1 640 635,34

82,84

1 6 2

Dienstreizen

       

Niet-gesplitste kredieten

361 500

349 000

348 000,—

96,27

1 6 3

Voorzieningen voor het personeel van de instelling

1 6 3 0

Sociale dienst

       

Niet-gesplitste kredieten

21 000

21 000

5 250,—

25,00

1 6 3 2

Sociale contacten tussen de leden van het personeel en overige sociale voorzieningen

       

Niet-gesplitste kredieten

284 500

271 000

240 959,98

84,70

 

Artikel 1 6 3 — Totaal

305 500

292 000

246 209,98

80,59

1 6 5

Activiteiten in verband met alle aan de instelling verbonden personen

1 6 5 0

Medische dienst

       

Niet-gesplitste kredieten

188 500

182 000

139 834,65

74,18

1 6 5 2

Restaurants en kantines

       

Niet-gesplitste kredieten

80 000

80 000

80 073,79

100,09

1 6 5 4

Kinderdagverblijf

       

Niet-gesplitste kredieten

3 184 500

2 550 000

2 818 000,—

88,49

1 6 5 6

Europese scholen

       

Niet-gesplitste kredieten

21 000

     
 

Artikel 1 6 5 — Totaal

3 474 000

2 812 000

3 037 908,44

87,45

 

HOOFDSTUK 1 6 — TOTAAL

6 121 500

5 200 500

5 272 753,76

86,13

 

Titel 1 — Totaal

292 086 500

269 262 500

267 457 359,75

91,57

Reserves (10 0)

 

2 000 000

   
 

292 086 500

271 262 500

267 457 359,75

 

HOOFDSTUK 1 0 —

LEDEN VAN DE INSTELLING

 

HOOFDSTUK 1 2 —

AMBTENAREN EN TIJDELIJKE FUNCTIONARISSEN

 

HOOFDSTUK 1 4 —

ANDER PERSONEEL EN PRESTATIES VAN DERDEN

 

HOOFDSTUK 1 6 —

OVERIGE UITGAVEN IN VERBAND MET DE AAN DE INSTELLING VERBONDEN PERSONEN

HOOFDSTUK 1 0 —   LEDEN VAN DE INSTELLING

1 0 0

Bezoldiging en andere rechten

1 0 0 0

Salarissen en vergoedingen

 
 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

1 0 0 0

28 345 000

23 916 500

23 649 843,73

Reserves (10 0)

 

2 000 000

 

Totaal

28 345 000

25 916 500

23 649 843,73

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking, voor de leden van de instelling, van:

 

het basissalaris;

 

de standplaatsvergoeding;

 

de gezinstoelagen, te weten: de kostwinnerstoelage, de kindertoelage en de schooltoelage;

 

de representatie en ambtsvergoedingen;

 

de werkgeversbijdrage (0,87 %) voor de ongevallen en beroepsziekteverzekering en de werkgeversbijdrage (3,4 %) voor de ziektekostenverzekering;

 

de geboortetoelage;

 

de uitkeringen bij overlijden van een lid van de instelling;

 

de kosten van de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten op de basissalarissen, de standplaatsvergoedingen, de gezinstoelagen en de overmakingen van een deel van de bezoldiging van de leden van de instelling naar het buitenland (analoge toepassing van artikel 17 van bijlage VII bij het Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie).

Rechtsgronden

Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom van de Raad van 25 juli 1967 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de advocaten-generaal bij het Hof van Justitie, de president, de leden en de griffier van het Gerecht, alsmede de president, de leden en de griffier van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (PB 187 van 8.8.1967, blz. 1), met name de artikelen 3, 4, 4 bis, 11 en 14.

1 0 0 2

Rechten in verband met de ambtsaanvaarding, de overplaatsing en de ambtsneerlegging

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

1 595 000

1 449 000

170 785,50

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de reiskosten van de leden van de instelling (met inbegrip van hun gezinsleden) bij de aanvaarding van hun functie en bij hun vertrek uit de instelling;

 

de bij de aanvaarding van hun functie en bij hun vertrek verschuldigde inrichtingsvergoeding;

 

de bij de aanvaarding van hun functie en bij hun vertrek verschuldigde verhuiskosten.

Rechtsgronden

Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom van de Raad van 25 juli 1967 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de advocaten-generaal bij het Hof van Justitie, de president, de leden en de griffier van het Gerecht, alsmede de president, de leden en de griffier van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (PB 187 van 8.8.1967, blz. 1), met name artikel 5.

1 0 2

Overbruggingstoelagen

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

2 718 000

2 447 000

2 281 286,31

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de overbruggingstoelagen, de gezinstoelagen en de voor het land van de verblijfplaats vastgestelde aanpassingscoëfficiënten voor de voormalige leden van het Hof.

Rechtsgronden

Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom van de Raad van 25 juli 1967 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de advocaten-generaal bij het Hof van Justitie, de president, de leden en de griffier van het Gerecht, alsmede de president, de leden en de griffier van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (PB 187 van 8.8.1967, blz. 1), met name artikel 7.

1 0 3

Pensioenen

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

p.m.

p.m.

7 249 383,56

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de ouderdomspensioenen van de voormalige leden van de instelling, alsmede de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten van het land van hun verblijfplaats;

 

de invaliditeitspensioenen;

 

de overlevingspensioenen voor overlevende echtgenoten en/of wezen van de voormalige leden van de instelling en de toepassing van de aanpassingscoëfficiënt van het land van hun verblijfplaats.

Rechtsgronden

Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom van de Raad van 25 juli 1967 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de advocaten-generaal bij het Hof van Justitie, de president, de leden en de griffier van het Gerecht, alsmede de president, de leden en de griffier van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (PB 187 van 8.8.1967, blz. 1), met name de artikelen 8, 9, 15 en 18.

1 0 4

Dienstreizen

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

342 000

295 500

293 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van vervoerskosten, dagvergoedingen en bijkomende of bijzondere kosten in verband met dienstreizen.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom van de Raad van 25 juli 1967 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de advocaten-generaal bij het Hof van Justitie, de president, de leden en de griffier van het Gerecht, alsmede de president, de leden en de griffier van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (PB 187 van 8.8.1967, blz. 1), met name artikel 6.

1 0 6

Opleidingen

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

539 500

452 000

316 632,68

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van talencursussen of andere seminars voor opleiding voor de leden van de instelling.

1 0 9

Voorziening

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiële consequenties van eventuele aanpassingen van de bezoldigingen in de loop van dit begrotingsjaar.

Het heeft louter het karakter van een voorziening en mag pas worden gebruikt nadat het naar andere begrotingsonderdelen is overgeschreven overeenkomstig het bepaalde in het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

HOOFDSTUK 1 2 —   AMBTENAREN EN TIJDELIJKE FUNCTIONARISSEN

Toelichting

Op de onder dit hoofdstuk opgevoerde kredieten is een forfaitaire verlaging van 3,2 % toegepast.

1 2 0

Salarissen en andere rechten

1 2 0 0

Salarissen en vergoedingen

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

229 849 000

213 814 000

208 553 105,83

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

het basissalaris van de ambtenaren en de tijdelijke functionarissen;

 

de gezinstoelagen, met name de kostwinnerstoelage, de kindertoelage en de schooltoelage van de ambtenaren en de tijdelijke functionarissen;

 

de ontheemdingstoelage en de toelage voor verblijf in het buitenland van de ambtenaren en de tijdelijke functionarissen;

 

de secretariaatstoelage van ambtenaren van categorie AST, die als stenotypist(e), telexist(e), typist(e), directiesecretaris/secretaresse of hoofdsecretaris/secretaresse werkzaam zijn;

 

werkgeversbijdrage voor de ziektekostenverzekering (3,4 % van het basissalaris); de bijdrage van de personeelsleden bedraagt 1,7 % van het basissalaris;

 

de werkgeversbijdrage voor de ongevallen- en beroepsziekteverzekering (0,5 % van het basissalaris) en de aanvullende uitgaven die voortvloeien uit de toepassing van de desbetreffende bepalingen van het Statuut;

 

de werkloosheidsverzekering voor tijdelijke functionarissen;

 

de betalingen die de instelling verricht met het oog op de totstandkoming of de handhaving van pensioenrechten in het land van herkomst van tijdelijke functionarissen;

 

de geboortetoelage en, in geval van overlijden van een ambtenaar, de betaling van de totale bezoldiging van de overledene tot en met de derde maand na de maand van overlijden, alsmede van de kosten van vervoer van het lichaam naar de plaats van herkomst van de overledene;

 

de reiskosten van het jaarlijkse verlof van de ambtenaren en de tijdelijke functionarissen, hun echtgenoten en de personen te hunnen laste van de standplaats naar de plaats van herkomst;

 

de ontslagvergoeding van wegens kennelijke onbekwaamheid ontslagen ambtenaren op proef, de vergoeding wegens opzegging door de instelling van het contract van de tijdelijke functionarissen en de inkoop van pensioenrechten van voormalige hulpfunctionarissen die als tijdelijke functionarissen of als ambtenaren zijn aangesteld;

 

financiële gevolgen van de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten op de bezoldiging van ambtenaren en hulpfunctionarissen en de vergoeding voor de overuren;

 

huisvestings- en vervoersvergoedingen;

 

vaste ambtsvergoeding;

 

vaste vergoedingen voor lokaal vervoer;

 

vergoedingen voor continudienst, ploegendienst of verplichte beschikbaarheid op het werk en/of thuis.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name de artikelen 62, 64, 65, 66, 67 en 68, alsmede bijlage VII, afdeling I, artikel 69, bijlage VII, artikel 4, bijlage XIII, artikel 18, de artikelen 72 en 73, bijlage VIII, artikel 15, de artikelen 70, 74 en 75, bijlage VII, artikel 8, en artikel 34 van het Statuut.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie, met name de artikelen 28 bis, 42, 47 en 48.

Gemeenschappelijke regeling betreffende de ziektekostenverzekering van de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen, met name artikel 23.

1 2 0 2

Betaalde overuren

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

664 000

656 000

629 490,37

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de vaste vergoedingen of vergoedingen op basis van het aantal gemaakte uren voor ambtenaren, hulpfunctionarissen en plaatselijke functionarissen die overwerk verrichten dat niet overeenkomstig de geldende bepalingen met vrije tijd kan worden gecompenseerd.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 56, alsmede bijlage VI.

1 2 0 4

Rechten bij indiensttreding, overplaatsing en beëindiging van de dienst

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

2 292 500

2 448 000

2 190 603,89

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de aan het personeel (met inbegrip van hun gezinsleden) bij indiensttreding of vertrek verschuldigde reiskosten;

 

de inrichtingsvergoedingen verschuldigd aan personeelsleden die bij indiensttreding of beëindiging van de dienst van woonplaats moeten veranderen;

 

de verhuiskosten van personeelsleden die bij hun indiensttreding of bij beëindiging van de dienst van woonplaats (moeten) veranderen;

 

de dagvergoedingen voor personeelsleden die aantonen dat zij bij hun indiensttreding van woonplaats moeten veranderen.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name de artikelen 20 en 71, alsmede bijlage VII, artikelen 5, 6, 7, 9 en 10.

1 2 2

Vergoedingen bij vervroegde beëindiging van de dienst

1 2 2 0

Vergoedingen bij ontheffing van het ambt in het belang van de dienst

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

230 000

230 000

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de vergoedingen ten behoeve van de ambtenaren die ter beschikking zijn gesteld ingevolge een maatregel ter vermindering van het aantal ambten bij de instelling, de ambtenaren die een ambt bekleden in rang AD 16, AD 15 of AD 14 en van dit ambt worden ontheven om redenen van dienstbelang, en de ambtenaren die in het belang van de dienst op verlof worden geplaatst om organisatorische redenen die verband houden met de verwerving van nieuwe vaardigheden binnen de instellingen.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name de artikelen 42 quater en 50, alsook bijlage IV.

1 2 2 2

Vergoedingen bij definitieve beëindiging van de dienst en speciale pensioenregeling voor ambtenaren en tijdelijke functionarissen

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

vergoedingen krachtens het Statuut of andere regelingen;

 

werkgeversbijdrage in de ziektekostenverzekering van de begunstigden van de vergoedingen;

 

gevolgen van de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten welke gelden voor de verschillende vergoedingen.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name de artikelen 64 en 72.

1 2 9

Voorziening

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiële consequenties van eventuele aanpassingen van de bezoldigingen in de loop van dit begrotingsjaar.

Het heeft louter het karakter van een voorziening en mag pas worden gebruikt nadat het naar andere begrotingsonderdelen is overgeschreven overeenkomstig het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 65.

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

HOOFDSTUK 1 4 —   ANDER PERSONEEL EN PRESTATIES VAN DERDEN

1 4 0

Andere personeelsleden en externe personen

1 4 0 0

Andere personeelsleden

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

6 271 500

5 955 000

5 767 688,48

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

bezoldiging en de werkgeversbijdrage voor de sociale verzekering van de hulpfunctionarissen, hulptolken, plaatselijke functionarissen en hulpvertalers;

 

honoraria en de kosten van de bijzondere adviseurs, de honoraria van de raadgevende arts daaronder begrepen;

 

uitgaven betreffende het eventuele beroep op arbeidscontractanten.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie, met name artikel 4 en titel V, alsook artikel 5 en titel VI.

1 4 0 4

Stages en uitwisseling van personeel

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

697 000

688 000

500 500,—

Toelichting

Dit krediet is bestemd ter dekking van:

 

de uitgaven betreffende de detachering van ambtenaren van lidstaten of andere nationale deskundigen in de diensten van het Hof van Justitie van de Europese Unie;

 

de kosten van beurzen voor studenten die stage volgen bij de diensten van de instelling.

1 4 0 5

Andere externe dienstverlening

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

263 000

261 500

237 415,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven voor andere incidentele hulpdiensten, voor zover zij niet door de eigen diensten van het Hof van Justitie kunnen worden verricht.

1 4 0 6

Externe dienstverlening op taalkundig gebied

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

12 158 500

11 449 500

10 344 870,64

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de uitgaven betreffende de door het Interinstitutioneel Comité voor vertaling en vertolking (CITI) besliste acties ter bevordering van de interinstitutionele samenwerking op taalkundig gebied;

 

de uitgaven voor freelancetolken het directoraat-generaal Tolken van de Europese Commissie;

 

de bezoldiging van de conferentietolken;

 

de uitgaven voor op contract en ad interim werkzaam conferentiepersoneel;

 

prestaties van derden op het gebied van de correctie van teksten, met name de honoraria en de kosten van verzekering, verplaatsing, verblijf en dienstreizen van freelancecorrectoren, alsmede bijkomende administratieve uitgaven;

 

uitgaven voor werkzaamheden van zelfstandige vertalers of uitzendvertalers, alsmede voor type- en andere werkzaamheden die door de vertaaldienst aan derden worden opgedragen.

Het Hof van Justitie van de Europese Unie streeft naar samenwerking met andere instellingen op basis van een interinstitutionele overeenkomst, teneinde nodeloos dubbel werk bij het vertalen van procedurestukken te voorkomen en zo bezuinigingen te verwezenlijken voor de algemene Uniebegroting.

1 4 9

Voorziening

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiële consequenties van eventuele aanpassingen van de bezoldigingen in de loop van dit begrotingsjaar.

Dit krediet heeft het karakter van een voorziening en mag slechts worden gebruikt na overschrijving naar andere artikelen of posten van dit hoofdstuk overeenkomstig het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name de artikelen 65 en 65 bis, alsmede bijlage XI.

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

HOOFDSTUK 1 6 —   OVERIGE UITGAVEN IN VERBAND MET DE AAN DE INSTELLING VERBONDEN PERSONEN

1 6 1

Uitgaven in verband met het personeelsbeheer

1 6 1 0

Diverse uitgaven voor de aanwerving

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

216 000

207 000

147 370,86

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor de organisatie van de rechtstreeks door het Hof van Justitie georganiseerde personeelsselectieprocedures, alsook de uitgaven in verband met de verplaatsingen en het medisch onderzoek van de kandidaten.

In gevallen die naar behoren zijn gemotiveerd door functionele noden en na raadpleging van het Europees Bureau voor personeelsselectie kan het krediet worden gebruikt voor door de instelling zelf georganiseerde vergelijkende onderzoeken.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

1 6 1 2

Bijscholing

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

1 764 500

1 540 500

1 493 264,48

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de organisatie van beroepsopleidings- en bijscholingscursussen op interinstitutionele basis, met inbegrip van de talencursussen.

Tevens dient het ter dekking van de uitgaven voor educatief en technisch materiaal.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 24 bis.

1 6 2

Dienstreizen

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

361 500

349 000

348 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van vervoerskosten, dagvergoedingen en bijkomende of bijzondere kosten bij dienstreizen.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name de artikelen 11, 12 en 13 van bijlage VII.

1 6 3

Voorzieningen voor het personeel van de instelling

1 6 3 0

Sociale dienst

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

21 000

21 000

5 250,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de bijstand aan personeelsleden die in een zeer benarde situatie verkeren.

Het is, in het kader van het gehandicaptenbeleid, tevens bestemd voor gehandicapten die behoren tot een van de volgende groepen:

 

ambtenaren en tijdelijke functionarissen in actieve dienst;

 

echtgenoten van ambtenaren en tijdelijke functionarissen in actieve dienst;

 

alle kinderen ten laste in de zin van het Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Het dient ter dekking, binnen de budgettaire mogelijkheden en na uitputting van de eventuele rechten die door het land van herkomst of woonplaats worden toegekend, van de als noodzakelijk erkende en naar behoren aangetoonde niet-medische kosten die op grond van de handicap zijn gemaakt.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 76.

1 6 3 2

Sociale contacten tussen de leden van het personeel en overige sociale voorzieningen

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

284 500

271 000

240 959,98

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de financiële steun voor initiatieven ter bevordering van de sociale betrekkingen tussen de personeelsleden van de verschillende nationaliteiten, onder meer in de vorm van subsidies aan personeelsverenigingen die zich bezighouden met activiteiten op cultureel of op sportgebied;

 

andere uitgaven en subsidies ten behoeve van de personeelsleden en hun gezinnen.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

1 6 5

Activiteiten in verband met alle aan de instelling verbonden personen

1 6 5 0

Medische dienst

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

188 500

182 000

139 834,65

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van het jaarlijkse medische onderzoek van alle ambtenaren, daaronder begrepen de analyses en speciale onderzoeken die in het kader daarvan worden gevraagd en de huishoudelijke kosten van de spreek- en behandelkamer.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 59, alsmede bijlage II, artikel 8.

1 6 5 2

Restaurants en kantines

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

80 000

80 000

80 073,79

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de aankoop en het onderhoud van het materiaal en van een gedeelte van de exploitatiekosten van het restaurant en de cafetaria.

Dit krediet dient eveneens ter dekking van de aanpassing en vernieuwing van installaties van restaurants en kantines.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

1 6 5 4

Kinderdagverblijf

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

3 184 500

2 550 000

2 818 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van het aandeel van het Hof voor het kinderdagverblijf en het studiecentrum in Luxemburg.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

1 6 5 6

Europese scholen

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

21 000

   

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de bijdrage van het Hof van Justitie van de Europese Unie voor de Europese scholen van type II die geaccrediteerd zijn door de Raad van bestuur van de Europese scholen, of ter vergoeding van de bijdrage die de Commissie namens het Hof van Justitie heeft betaald voor de Europese scholen van type II die geaccrediteerd zijn door de Raad van bestuur van de Europese scholen, op basis van de met de Commissie gesloten dienstenovereenkomst. Het dekt de kosten in verband met de in deze scholen ingeschreven kinderen van statutaire personeelsleden van het Hof van Justitie.

TITEL 2

GEBOUWEN, MEUBILAIR, MATERIEEL EN DIVERSE HUISHOUDELIJKE UITGAVEN

 

Artikel

Post

Rubriek

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

% 2014-2016

HOOFDSTUK 2 0

2 0 0

Gebouwen

2 0 0 0

Huur

       

Niet-gesplitste kredieten

9 776 000

9 288 000

9 503 877,06

97,22

2 0 0 1

Huurkoop

       

Niet-gesplitste kredieten

32 390 000

33 644 000

33 160 495,73

102,38

2 0 0 3

Verwerving van onroerende goederen

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0,—

 

2 0 0 5

Oprichting van gebouwen

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0,—

 

2 0 0 7

Inrichting van dienstruimten

       

Niet-gesplitste kredieten

500 000

1 025 000

667 283,37

133,46

2 0 0 8

Studies en technische bijstand bij bouwprojecten

       

Niet-gesplitste kredieten

1 270 000

1 121 000

1 291 011,33

101,65

 

Artikel 2 0 0 — Totaal

43 936 000

45 078 000

44 622 667,49

101,56

2 0 2

Uitgaven in verband met de gebouwen

2 0 2 2

Schoonmaak en onderhoud

       

Niet-gesplitste kredieten

7 693 500

7 996 000

7 681 864,13

99,85

2 0 2 4

Energieverbruik

       

Niet-gesplitste kredieten

2 585 500

2 812 000

2 166 141,65

83,78

2 0 2 6

Veiligheid van en toezicht op de gebouwen

       

Niet-gesplitste kredieten

6 535 000

5 797 000

5 694 205,03

87,13

2 0 2 8

Verzekeringen

       

Niet-gesplitste kredieten

103 000

100 000

71 709,93

69,62

2 0 2 9

Overige uitgaven in verband met de gebouwen

       

Niet-gesplitste kredieten

215 000

309 000

255 569,75

118,87

 

Artikel 2 0 2 — Totaal

17 132 000

17 014 000

15 869 490,49

92,63

 

HOOFDSTUK 2 0 — TOTAAL

61 068 000

62 092 000

60 492 157,98

99,06

HOOFDSTUK 2 1

2 1 0

Materieel, exploitatiekosten en diensten in verband met informatica en telecommunicatie

2 1 0 0

Aankoop en onderhoud van materieel en software en werkzaamheden daaraan

       

Niet-gesplitste kredieten

6 131 500

5 437 000

5 986 158,69

97,63

2 1 0 2

Diensten van derden in verband met de exploitatie, het ontwerpen en het onderhoud van software en systemen

       

Niet-gesplitste kredieten

10 515 500

10 231 000

10 134 812,60

96,38

2 1 0 3

Telecommunicatie

       

Niet-gesplitste kredieten

826 000

804 500

738 478,67

89,40

 

Artikel 2 1 0 — Totaal

17 473 000

16 472 500

16 859 449,96

96,49

2 1 2

Meubilair

       

Niet-gesplitste kredieten

762 500

722 000

599 934,07

78,68

2 1 4

Technische installaties en technisch materieel

       

Niet-gesplitste kredieten

407 000

238 000

249 414,97

61,28

2 1 6

Voertuigen

       

Niet-gesplitste kredieten

1 651 500

1 450 000

1 359 331,23

82,31

 

HOOFDSTUK 2 1 — TOTAAL

20 294 000

18 882 500

19 068 130,23

93,96

HOOFDSTUK 2 3

2 3 0

Papier, kantoorbenodigdheden en divers klein materiaal

       

Niet-gesplitste kredieten

694 000

640 000

649 375,77

93,57

2 3 1

Financiële kosten

       

Niet-gesplitste kredieten

50 000

50 000

15 258,75

30,52

2 3 2

Juridische kosten en schadevergoeding

       

Niet-gesplitste kredieten

70 000

20 000

14 170,—

20,24

2 3 6

Portokosten

       

Niet-gesplitste kredieten

210 000

304 000

277 556,43

132,17

2 3 8

Overige administratieve uitgaven

       

Niet-gesplitste kredieten

436 500

457 500

397 579,02

91,08

 

HOOFDSTUK 2 3 — TOTAAL

1 460 500

1 471 500

1 353 939,97

92,70

HOOFDSTUK 2 5

2 5 2

Onthaal- en representatiekosten

       

Niet-gesplitste kredieten

138 000

129 000

138 384,49

100,28

2 5 4

Conferenties, congressen, vergaderingen en bezoeken

       

Niet-gesplitste kredieten

383 500

320 500

276 604,57

72,13

2 5 6

Kosten van voorlichting en deelneming aan openbare evenementen

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

150 000

143 190,58

 

2 5 7

Dienst Juridische informatica

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0,—

 
 

HOOFDSTUK 2 5 — TOTAAL

521 500

599 500

558 179,64

107,03

HOOFDSTUK 2 7

2 7 0

Gespecialiseerde studies, enquêtes en adviezen

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0,—

 

2 7 2

Documentatie, bibliotheek en archivering

       

Niet-gesplitste kredieten

1 426 000

1 385 000

1 340 123,05

93,98

2 7 4

Productie en verspreiding van informatie

2 7 4 0

Publicatieblad

       

Niet-gesplitste kredieten

500 000

500 000

591 750,—

118,35

2 7 4 1

Publicaties van algemene aard

       

Niet-gesplitste kredieten

615 000

815 000

821 483,28

133,57

2 7 4 2

Overige uitgaven in verband met voorlichting

       

Niet-gesplitste kredieten

156 500

     
 

Artikel 2 7 4 — Totaal

1 271 500

1 315 000

1 413 233,28

111,15

 

HOOFDSTUK 2 7 — TOTAAL

2 697 500

2 700 000

2 753 356,33

102,07

 

Titel 2 — Totaal

86 041 500

85 745 500

84 225 764,15

97,89

HOOFDSTUK 2 0 —

GEBOUWEN EN DAARMEE SAMENHANGENDE KOSTEN

 

HOOFDSTUK 2 1 —

INFORMATICA, MATERIEEL EN ROERENDE GOEDEREN: AANKOOP, HUUR EN ONDERHOUD

 

HOOFDSTUK 2 3 —

LOPENDE HUISHOUDELIJKE UITGAVEN

 

HOOFDSTUK 2 5 —

VERGADERINGEN EN CONFERENTIES

 

HOOFDSTUK 2 7 —

VOORLICHTING: AANKOOP, ARCHIVERING, PRODUCTIE EN VERSPREIDING

HOOFDSTUK 2 0 —   GEBOUWEN EN DAARMEE SAMENHANGENDE KOSTEN

2 0 0

Gebouwen

2 0 0 0

Huur

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

9 776 000

9 288 000

9 503 877,06

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de huurbedragen voor de gebouwen die door de instelling worden gebruikt.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 0 0 1

Huurkoop

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

32 390 000

33 644 000

33 160 495,73

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de vergoedingen voor de huurkoop van gebouwen.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 0 0 3

Verwerving van onroerende goederen

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

p.m.

p.m.

0,—

2 0 0 5

Oprichting van gebouwen

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Deze post dient voor de opvoering van kredieten voor de oprichting van gebouwen.

2 0 0 7

Inrichting van dienstruimten

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

500 000

1 025 000

667 283,37

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de kosten van inrichtingswerkzaamheden, met name het aanbrengen van tussenschotten, gordijnen en kabels, schilderwerk, behang, vloerbedekking, valse plafonds, alsmede de desbetreffende technische installaties;

 

de uitgaven voor werkzaamheden voortvloeiend uit studies en technische bijstand.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 0 0 8

Studies en technische bijstand bij bouwprojecten

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

1 270 000

1 121 000

1 291 011,33

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor studies en technische bijstand bij grootscheepse bouwprojecten.

2 0 2

Uitgaven in verband met de gebouwen

2 0 2 2

Schoonmaak en onderhoud

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

7 693 500

7 996 000

7 681 864,13

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van de schoonmaak en het onderhoud, overeenkomstig de lopende contracten, van ruimten en technische installaties, alsmede van de uitgaven voor het werk en het nodige materiaal voor het algemene onderhoud (schilderwerkzaamheden, reparaties enz.) van de door het Hof van Justitie gebruikte gebouwen.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 0 2 4

Energieverbruik

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

2 585 500

2 812 000

2 166 141,65

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van water, gas, elektriciteit en verwarming.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 120 000 EUR.

2 0 2 6

Veiligheid van en toezicht op de gebouwen

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

6 535 000

5 797 000

5 694 205,03

Toelichting

Dit krediet dient hoofdzakelijk ter dekking van de kosten van bewaking van de door het Hof van Justitie gebruikte gebouwen.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 0 2 8

Verzekeringen

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

103 000

100 000

71 709,93

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de verzekeringspremies voor de door de instelling gebruikte gebouwen.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 0 2 9

Overige uitgaven in verband met de gebouwen

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

215 000

309 000

255 569,75

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de andere lopende uitgaven in verband met gebouwen welke niet speciaal zijn vermeld in de andere artikelen van dit hoofdstuk, met name straatbelasting, reiniging, vuilnisophaaldienst, bewegwijzering enz.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

HOOFDSTUK 2 1 —   INFORMATICA, MATERIEEL EN ROERENDE GOEDEREN: AANKOOP, HUUR EN ONDERHOUD

2 1 0

Materieel, exploitatiekosten en diensten in verband met informatica en telecommunicatie

2 1 0 0

Aankoop en onderhoud van materieel en software en werkzaamheden daaraan

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

6 131 500

5 437 000

5 986 158,69

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de aankoop, de vervanging, de huur, de reparatie en het onderhoud van alle apparatuur op het gebied van kantoorautomatisering, informatica en telefonie (met inbegrip van telefax, videoconferentiematerieel en multimediamaterieel), alsook materieel voor tolkwerkzaamheden, zoals tolkencabines, koptelefoons en luisterapparatuur ten behoeve van installaties voor simultane vertolking.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 1 0 2

Diensten van derden in verband met de exploitatie, het ontwerpen en het onderhoud van software en systemen

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

10 515 500

10 231 000

10 134 812,60

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van de analyse en programmering van informaticaonderzoek.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 1 0 3

Telecommunicatie

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

826 000

804 500

738 478,67

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van alle uitgaven in verband met telecommunicatie, zoals abonnementen en de kosten van (vaste en mobiele) telefoonverbindingen.

Het dekt ook de uitgaven betreffende de datatransmissienetwerken.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 50 000 EUR.

2 1 2

Meubilair

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

762 500

722 000

599 934,07

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

aankoop van bijkomend meubilair;

 

vervanging van een gedeelte van het meubilair dat ten minste 15 jaar oud is, en van het meubilair dat niet kan worden gerepareerd;

 

huur van meubilair;

 

kosten van onderhoud en reparatie van meubilair.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 1 4

Technische installaties en technisch materieel

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

407 000

238 000

249 414,97

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

aanschaf van technisch materieel;

 

vervanging van technisch materieel, met name audiovisueel materieel, materieel voor archieven en bibliotheek, alsook diverse werktuigen voor de onderhoudsdienst van de gebouwen en reproductie, verspreidings- en postmaterieel;

 

huur van technisch materieel en technische installaties;

 

onderhoud en reparatie van het materieel als in dit artikel genoemd.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 1 6

Voertuigen

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

1 651 500

1 450 000

1 359 331,23

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

aanschaf van voertuigen;

 

vervanging van de voertuigen met de hoogste kilometerstand boven 120 000 km;

 

huur en gebruikskosten van huurvoertuigen;

 

onderhoud, reparatie, parkeerruimte, parkeerkosten en verzekering van de dienstauto’s, alsmede van de autowegentol.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten, bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement, wordt geraamd op 40 000 EUR.

HOOFDSTUK 2 3 —   LOPENDE HUISHOUDELIJKE UITGAVEN

2 3 0

Papier, kantoorbenodigdheden en divers klein materiaal

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

694 000

640 000

649 375,77

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de aanschaf van papier en kantoorbenodigdheden:

 

xerografisch papier en papier voor fotokopieën en facturatie;

 

papier en kantoorbenodigdheden;

 

materieel voor de reproductiedienst;

 

materieel voor de diensten belast met de verspreiding van documenten en van de post;

 

materieel voor bandopnameapparatuur;

 

drukkerijbenodigdheden en formulieren;

 

benodigdheden voor kantoorautomatiserings- en informatica-apparatuur;

 

ander en niet in de inventaris opgenomen materieel.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 2 000 EUR.

2 3 1

Financiële kosten

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

50 000

50 000

15 258,75

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de bankkosten (commissies, agio’s en diverse kosten) en van de overige financiële kosten.

De door de instelling geïnde bankrente op haar rekeningen worden als ontvangsten geboekt.

2 3 2

Juridische kosten en schadevergoeding

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

70 000

20 000

14 170,—

Toelichting

Dit krediet dient onder meer ter dekking van de advocatenhonoraria die de instelling moet betalen voor de professionele diensten waarop zij een beroep heeft gedaan of ter vergoeding van de kosten die zij moet betalen ingevolge een rechterlijke beslissing, alsook ter dekking van de te betalen schadevergoedingen.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 3 6

Portokosten

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

210 000

304 000

277 556,43

Toelichting

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 3 8

Overige administratieve uitgaven

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

436 500

457 500

397 579,02

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

diverse verzekeringen (met name wettelijke aansprakelijkheid, diefstal, risico in verband met tekstverwerkingsapparatuur, risico in verband met elektronica);

 

de aankoop, het onderhoud en de reiniging van voornamelijk de toga’s van de magistraten, de uniformen voor bodes en chauffeurs, de werkkleding voor het personeel verantwoordelijk voor de reproductie van documenten en voor het onderhoudspersoneel;

 

de diverse benodigdheden voor interne vergaderingen;

 

de kosten van interne verhuizing en van opslag en verdeling van materieel, meubilair en kantoorbenodigdheden;

 

de door de dienstverrichters gedane huishoudelijke uitgaven;

 

de overige huishoudelijke uitgaven, die in de voorgaande begrotingsonderdelen niet uitdrukkelijk zijn genoemd.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

HOOFDSTUK 2 5 —   VERGADERINGEN EN CONFERENTIES

2 5 2

Onthaal- en representatiekosten

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

138 000

129 000

138 384,49

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de ontvangst- en representatiekosten van de instelling en van de onthaal- en representatiekosten voor de personeelsleden.

2 5 4

Conferenties, congressen, vergaderingen en bezoeken

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

383 500

320 500

276 604,57

Toelichting

Dit krediet dient hoofdzakelijk ter dekking van de organisatie, met medewerking van de ministeries van justitie, in de plaats waar de instelling is gevestigd, van seminaries en informatiedagen voor magistraten en andere juristen uit de lidstaten.

Met het oog op de verdere samenhangende ontwikkeling van de rechtspraak van het Hof en van de nationale rechterlijke instanties op het gebied van het Unierecht zijn studiebijeenkomsten met hoge magistraten van de lidstaten en specialisten op het gebied van het Unierecht noodzakelijk.

Dit krediet dient tevens ter dekking van de organisatiekosten, met inbegrip van de reis- en verblijfkosten van de deelnemers.

Tot slot dient dit krediet ook ter financiering van bezoeken door groepen van personen die geen rechtsbeoefenaars zijn, met name studenten.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 5 6

Kosten van voorlichting en deelneming aan openbare evenementen

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

p.m.

150 000

143 190,58

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de aankoop en opstelling van populair-wetenschappelijke werken over het Unierecht en van de overige uitgaven voor voorlichting en foto’s, alsook van de bijdrage in de kosten van bezoeken aan de instelling.

Vanaf 2016 worden deze kredieten overgedragen naar artikel 2 5 4, wat de uitgaven voor bezoeken betreft, en naar post 2 7 4 2, wat de uitgaven voor voorlichting betreft.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 5 7

Dienst Juridische informatica

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven ingevolge een eventueel verzoek van de Commissie aan de andere instellingen om een bijdrage in de kosten van de dienst Juridische informatica (invoering en verspreiding van gegevens van de interinstitutionele gegevensbank).

HOOFDSTUK 2 7 —   VOORLICHTING: AANKOOP, ARCHIVERING, PRODUCTIE EN VERSPREIDING

2 7 0

Gespecialiseerde studies, enquêtes en adviezen

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

p.m.

p.m.

0,—

2 7 2

Documentatie, bibliotheek en archivering

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

1 426 000

1 385 000

1 340 123,05

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de aankoop van boekwerken, documenten en andere publicaties, alsmede van de bijwerking van reeds aanwezige werken;

 

het inbrengen en de aankoop van geïnformatiseerde gegevens op het gebied van juridische documentatie;

 

speciale bibliotheekuitrusting;

 

de abonnementen op kranten, algemene tijdschriften en diverse berichtgevingen;

 

de abonnementen op persbureaus;

 

het inbinden en onderhouden van het bibliotheekbezit;

 

de kosten van het gebruik van sommige externe juridische databanken.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 7 4

Productie en verspreiding van informatie

2 7 4 0

Publicatieblad

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

500 000

500 000

591 750,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten verbonden aan bekendmakingen in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 7 4 1

Publicaties van algemene aard

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

615 000

815 000

821 483,28

Toelichting

Dit krediet dient met name ter dekking van de druk- en distributiekosten van de Jurisprudentie van het Hof, evenals van het Gerecht en van het Gerecht voor ambtenarenzaken, alsook van het Repertorium van de rechtspraak op het gebied van het Unierecht.

Dit krediet dient eveneens ter dekking van de kosten verbonden aan de uitgave van het Jaarverslag en van andere brochures over het Hof die aan bezoekers worden verstrekt.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 7 4 2

Overige uitgaven in verband met voorlichting

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

156 500

   

Toelichting

Dit krediet dient ter financiering van de aankoop en opstelling van werken over het Unierecht die bestemd zijn voor het grote publiek en van de overige uitgaven voor voorlichting en communicatie en voor foto’s. Het is tevens bedoeld om de organisatie van vergaderingen met journalisten, redacteuren van juridische tijdschriften of onderzoekers uit derde landen te vergemakkelijken.

De overeenkomstige kredieten waren tot nog toe opgenomen in artikel 2 5 6.

TITEL 3

UITGAVEN VOORTVLOEIEND UIT SPECIFIEKE TAKEN VAN DE INSTELLING

 

Artikel

Post

Rubriek

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

% 2014-2016

HOOFDSTUK 3 7

3 7 1

Speciale uitgaven van het Hof van Justitie van de Europese Unie

3 7 1 0

Gerechtelijke kosten

       

Niet-gesplitste kredieten

59 000

54 000

17 059,64

28,91

3 7 1 1

Arbitragecommissie bedoeld in artikel 18 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0,—

 
 

Artikel 3 7 1 — Totaal

59 000

54 000

17 059,64

28,91

 

HOOFDSTUK 3 7 — TOTAAL

59 000

54 000

17 059,64

28,91

 

Titel 3 — Totaal

59 000

54 000

17 059,64

28,91

HOOFDSTUK 3 7 —

SPECIALE UITGAVEN VAN BEPAALDE INSTELLINGEN EN ORGANEN

HOOFDSTUK 3 7 —   SPECIALE UITGAVEN VAN BEPAALDE INSTELLINGEN EN ORGANEN

3 7 1

Speciale uitgaven van het Hof van Justitie van de Europese Unie

3 7 1 0

Gerechtelijke kosten

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

59 000

54 000

17 059,64

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van een normale rechtsbedeling in alle gevallen waarin kosteloze rechtsbijstand wordt verleend, alsmede van de kosten van getuigen en deskundigen, van plaatsopneming en van rogatoire commissies, van honoraria van advocaten en van andere kosten die ten laste van het Hof van Justitie kunnen komen.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

3 7 1 1

Arbitragecommissie bedoeld in artikel 18 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

p.m.

p.m.

0,—

TITEL 10

OVERIGE UITGAVEN

 

Artikel

Post

Rubriek

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

% 2014-2016

 

HOOFDSTUK 10 0

p.m.

2 000 000

0,—

 
 

HOOFDSTUK 10 0 — TOTAAL

p.m.

2 000 000

0,—

 
 

HOOFDSTUK 10 1

p.m.

p.m.

0,—

 
 

HOOFDSTUK 10 1 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0,—

 
 

Titel 10 — Totaal

p.m.

2 000 000

0,—

 
 

TOTAAL-GENERAAL

378 187 000

357 062 000

351 700 183,54

93,00

HOOFDSTUK 10 0 —

VOORZIENINGEN

 

HOOFDSTUK 10 1 —

RESERVE VOOR ONVOORZIENE UITGAVEN

HOOFDSTUK 10 0 —   VOORZIENINGEN

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

p.m.

2 000 000

0,—

Toelichting

Reeds in 2011 heeft het Hof van Justitie van de Europese Unie bij het Europees Parlement en de Raad een voorstel tot verhoging van het aantal rechters in het Gerecht ingediend. Het Hof heeft dit voorstel in oktober 2014 met des te meer kracht hernieuwd en uitgebreid, aangezien in de loop van 2014 verschillende beroepen in verband met de buitensporig lange duur van bepaalde procedures bij het Gerecht waren ingesteld op grond van artikel 47 van het Handvest van de grondrechten, waarmee om zeer grote schadevergoedingen wordt verzocht.

In het nieuwe voorstel van het Hof wordt niet alleen herhaald dat het noodzakelijk is om het aantal rechters van het Gerecht onverwijld met 12 te verhogen, maar het voorstel past ook binnen het langetermijnperspectief van structurele hervorming van het Gerecht en vereenvoudiging van het gerechtelijk bestel van de Unie. Het Hof stelt hiermee immers voor om het Gerecht voor ambtenarenzaken in 2016 met zijn zeven rechters te integreren in het Gerecht, en om het Gerecht vervolgens in 2019 aanvullend te versterken met 9 rechters.

Voor het begrotingsjaar 2016 moet derhalve rekening worden gehouden met de volgende budgettaire consequenties:

 

de kredieten die nodig zijn (voor een periode van 12 maanden) voor de versterking van het Gerecht met 12 rechters, en

 

de kredieten die moeten worden uitgetrokken voor de integratie van het Ambtenarengerecht in het Gerecht, die op 1 september 2016 moet plaatsvinden.

In afwachting van een beslissing van het Europees Parlement en de Raad worden de benodigde kredieten als reserve opgenomen in titel 10 van de begroting van het Hof. De bedoelde kredieten kunnen dan slechts worden vrijgegeven indien de begrotingsautoriteit daarmee instemt.

HOOFDSTUK 10 1 —   RESERVE VOOR ONVOORZIENE UITGAVEN

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

p.m.

p.m.

0,—

PERSONEEL

Afdeling IV — Hof van Justitie van de Europese Unie

 

Categorie en rang

Hof van Justitie van de Europese Unie

2016

2015

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

AD 16

5

5

AD 15

10

1

10

1

AD 14

64 (93)

57 (93)

45 (93)

49 (93)

AD 13

101

120

AD 12

99 (94)

86

99 (94)

75

AD 11

50

97

50

82

AD 10

122

44

80

38

AD 9

182

2

222

2

AD 8

119

1

79

1

AD 7

139

160

AD 6

16

19

AD 5

43

28

48

28

Totaal

950

316

937

276

AST 11

10

10

AST 10

17

1

17

1

AST 9

32

32

AST 8

63

5

63

5

AST 7

48

31

48

31

AST 6

48

28

52

24

AST 5

105

47

83

51

AST 4

94

59

102

42

AST 3

126

27

131

13

AST 2

41

5

32

5

AST 1

3

Totaal

587

203

570

172

AST/SC 6

AST/SC 5

AST/SC 4

AST/SC 3

3

3

AST/SC 2

34

40

AST/SC 1

Totaal

34 (95)

3 (95)

40 (95)

3 (95)

Totaal-generaal

1 571  (96)

522

1 547  (96)

451

Totaal personeel

2 073  (97)

1 998  (98)

AFDELING V

REKENKAMER

ONTVANGSTEN

Bijdrage van de Europese Unie aan de financiering van de uitgaven van de Rekenkamer voor het begrotingsjaar 2016

 

Rubriek

Bedrag

Uitgaven

135 487 100

Eigen inkomsten

–20 488 000

Te ontvangen bijdrage

114 999 100

EIGEN INKOMSTEN

TITEL 4

ONTVANGSTEN AFKOMSTIG VAN AAN DE INSTELLING VERBONDEN PERSONEN

 

Artikel

Post

Rubriek

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

% 2014-2016

HOOFDSTUK 4 0

4 0 0

Opbrengst van de belasting op de salarissen, lonen en vergoedingen van de leden van de instelling, de ambtenaren en de andere personeelsleden

11 192 000

10 838 000

10 591 557,52

94,64

4 0 3

Opbrengst van de tijdelijke bijdrage die van toepassing is op de bezoldigingen van de leden van de instelling, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

p.m.

p.m.

0,—

 

4 0 4

Opbrengst van de bijzondere heffing en de solidariteitsheffing die van toepassing is op de bezoldigingen van de leden van de instelling, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

1 800 000

1 750 000

1 782 113,01

99,01

 

HOOFDSTUK 4 0 — TOTAAL

12 992 000

12 588 000

12 373 670,53

95,24

HOOFDSTUK 4 1

4 1 0

Bijdragen van het personeel aan de pensioenregeling

7 496 000

7 404 000

7 003 322,22

93,43

4 1 1

Overdracht of inkoop van pensioenrechten door het personeel

p.m.

p.m.

45 016,82

 

4 1 2

Bijdragen van de ambtenaren en tijdelijke functionarissen met verlof om redenen van persoonlijke aard aan de pensioenregeling

p.m.

p.m.

0,—

 
 

HOOFDSTUK 4 1 — TOTAAL

7 496 000

7 404 000

7 048 339,04

94,03

 

Titel 4 — Totaal

20 488 000

19 992 000

19 422 009,57

94,80

HOOFDSTUK 4 0 —

DIVERSE BELASTINGEN EN INHOUDINGEN

 

HOOFDSTUK 4 1 —

BIJDRAGEN AAN DE PENSIOENREGELING

HOOFDSTUK 4 0 —   DIVERSE BELASTINGEN EN INHOUDINGEN

4 0 0

Opbrengst van de belasting op de salarissen, lonen en vergoedingen van de leden van de instelling, de ambtenaren en de andere personeelsleden

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

11 192 000

10 838 000

10 591 557,52

Rechtsgronden

Protocol betreffende de voorrechten en immuniteiten van de Europese Unie, met name artikel 12.

Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom van de Raad van 25 juli 1967 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de advocaten-generaal bij het Hof van Justitie, de president, de leden en de griffier van het Gerecht, alsmede de president, de leden en de griffier van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (PB 187 van 8.8.1967, blz. 1).

Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 260/68 van de Raad van 29 februari 1968 tot vaststelling van de voorwaarden en de wijze van heffing van de belasting ten bate van de Europese Gemeenschappen (PB L 56 van 4.3.1968, blz. 8).

Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 2290/77 van de Raad van 18 oktober 1977 tot vaststelling van de geldelijke regeling van de leden van de Rekenkamer (PB L 268 van 20.10.1977, blz. 1).

4 0 3

Opbrengst van de tijdelijke bijdrage die van toepassing is op de bezoldigingen van de leden van de instelling, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

0,—

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 66 bis van de versie die van kracht was tot 15 december 2003.

Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom van de Raad van 25 juli 1967 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de advocaten-generaal bij het Hof van Justitie, de president, de leden en de griffier van het Gerecht, alsmede de president, de leden en de griffier van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (PB 187 van 8.8.1967, blz. 1).

Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 2290/77 van de Raad van 18 oktober 1977 tot vaststelling van de geldelijke regeling van de leden van de Rekenkamer (PB L 268 van 20.10.1977, blz. 1).

4 0 4

Opbrengst van de bijzondere heffing en de solidariteitsheffing die van toepassing is op de bezoldigingen van de leden van de instelling, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

1 800 000

1 750 000

1 782 113,01

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 66 bis.

Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 2290/77 van de Raad van 18 oktober 1977 tot vaststelling van de geldelijke regeling van de leden van de Rekenkamer (PB L 268 van 20.10.1977, blz. 1).

HOOFDSTUK 4 1 —   BIJDRAGEN AAN DE PENSIOENREGELING

4 1 0

Bijdragen van het personeel aan de pensioenregeling

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

7 496 000

7 404 000

7 003 322,22

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 83, lid 2.

4 1 1

Overdracht of inkoop van pensioenrechten door het personeel

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

45 016,82

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 4, artikel 11, leden 2 en 3, en bijlage VIII, artikel 48.

4 1 2

Bijdragen van de ambtenaren en tijdelijke functionarissen met verlof om redenen van persoonlijke aard aan de pensioenregeling

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

0,—

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

TITEL 5

ONTVANGSTEN VOORTVLOEIEND UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING VAN DE INSTELLING

 

Artikel

Post

Rubriek

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

% 2014-2016

HOOFDSTUK 5 0

5 0 0

Opbrengst van de verkoop van roerende goederen (leveringen)

5 0 0 0

Verkoop van voertuigen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0,—

 

5 0 0 1

Verkoop van andere roerende goederen — Bestemmingsontvangsten (oud artikel 5 0 0)

p.m.

p.m.

0,—

 
 

Artikel 5 0 0 — Totaal

p.m.

p.m.

0,—

 

5 0 2

Verkoop van publicaties, drukwerken en films — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0,—

 
 

HOOFDSTUK 5 0 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0,—

 

HOOFDSTUK 5 1

5 1 1

Verhuur en onderverhuur van onroerende goederen en terugbetaling van huurlasten

5 1 1 0

Verhuur en onderverhuur van onroerende goederen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0,—

 

5 1 1 1

Terugbetaling van huurlasten — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0,—

 
 

Artikel 5 1 1 — Totaal

p.m.

p.m.

0,—

 
 

HOOFDSTUK 5 1 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0,—

 

HOOFDSTUK 5 2

5 2 0

Opbrengst van uitgezette of uitgeleende middelen, bankrenten en andere rente geïnd op de rekeningen van de instelling

p.m.

p.m.

4 955,31

 

5 2 2

Rente over voorfinancieringen

p.m.

p.m.

0,—

 
 

HOOFDSTUK 5 2 — TOTAAL

p.m.

p.m.

4 955,31

 

HOOFDSTUK 5 5

5 5 0

Ontvangsten afkomstig van de levering van diensten en werkzaamheden ten behoeve van andere instellingen of organen, inclusief kosten van dienstreizen voor rekening van andere instellingen of organen en door deze instellingen of organen terugbetaald — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0,—

 

5 5 1

Ontvangsten afkomstig van op verzoek van derden verleende diensten en uitgevoerde werken — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0,—

 
 

HOOFDSTUK 5 5 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0,—

 

HOOFDSTUK 5 7

5 7 0

Ontvangsten afkomstig van de terugbetaling van onverschuldigd betaalde bedragen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

58 185,53

 

5 7 1

Ontvangsten die voor een bepaald doel bestemd zijn, zoals inkomsten van stichtingsvermogens, subsidies, giften en legaten, daaronder begrepen de aan elke instelling vooraf toegewezen specifieke ontvangsten — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0,—

 

5 7 3

Overige bijdragen en terugbetalingen die voortvloeien uit de administratieve werking van de instelling — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0,—

 
 

HOOFDSTUK 5 7 — TOTAAL

p.m.

p.m.

58 185,53

 

HOOFDSTUK 5 8

5 8 0

Ontvangsten uit huurvergoedingen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0,—

 

5 8 1

Ontvangsten afkomstig van verzekeringsuitkeringen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0,—

 
 

HOOFDSTUK 5 8 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0,—

 

HOOFDSTUK 5 9

5 9 0

Overige ontvangsten voortvloeiend uit de administratieve werking

p.m.

p.m.

0,—

 
 

HOOFDSTUK 5 9 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0,—

 
 

Titel 5 — Totaal

p.m.

p.m.

63 140,84

 

HOOFDSTUK 5 0 —

OPBRENGST VAN DE VERKOOP VAN ROERENDE (LEVERINGEN) EN ONROERENDE GOEDEREN

 

HOOFDSTUK 5 1 —

HUUROPBRENGST

 

HOOFDSTUK 5 2 —

OPBRENGST VAN UITGEZETTE OF UITGELEENDE MIDDELEN, BANKRENTEN EN ANDERE RENTE

 

HOOFDSTUK 5 5 —

ONTVANGSTEN AFKOMSTIG VAN DE LEVERING VAN DIENSTEN EN WERKEN

 

HOOFDSTUK 5 7 —

OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN DIE VOORTVLOEIEN UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING VAN DE INSTELLING

 

HOOFDSTUK 5 8 —

DIVERSE VERGOEDINGEN

 

HOOFDSTUK 5 9 —

OVERIGE ONTVANGSTEN VOORTVLOEIEND UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING

HOOFDSTUK 5 0 —   OPBRENGST VAN DE VERKOOP VAN ROERENDE (LEVERINGEN) EN ONROERENDE GOEDEREN

5 0 0

Opbrengst van de verkoop van roerende goederen (leveringen)

5 0 0 0

Verkoop van voertuigen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Deze post is bestemd voor het boeken van ontvangsten afkomstig van de verkoop of overname van tot de instelling behorende voertuigen.

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 0 0 1

Verkoop van andere roerende goederen — Bestemmingsontvangsten (oud artikel 5 0 0)

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Deze post is bestemd voor het boeken van ontvangsten afkomstig van de verkoop of de overname van de andere roerende goederen dan voertuigen van de instelling.

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 0 2

Verkoop van publicaties, drukwerken en films — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

Dit artikel omvat tevens de ontvangsten uit de verkoop van deze producten in elektronische vorm.

HOOFDSTUK 5 1 —   HUUROPBRENGST

5 1 1

Verhuur en onderverhuur van onroerende goederen en terugbetaling van huurlasten

5 1 1 0

Verhuur en onderverhuur van onroerende goederen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 1 1 1

Terugbetaling van huurlasten — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

HOOFDSTUK 5 2 —   OPBRENGST VAN UITGEZETTE OF UITGELEENDE MIDDELEN, BANKRENTEN EN ANDERE RENTE

5 2 0

Opbrengst van uitgezette of uitgeleende middelen, bankrenten en andere rente geïnd op de rekeningen van de instelling

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

4 955,31

Toelichting

Onder dit artikel worden de ontvangsten geboekt die afkomstig zijn van uitgezette of uitgeleende middelen, bankrenten en andere renten geïnd op de rekeningen van de instelling.

5 2 2

Rente over voorfinancieringen

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Onder dit artikel worden de ontvangsten geboekt die afkomstig zijn van de renten over voorfinancieringen.

HOOFDSTUK 5 5 —   ONTVANGSTEN AFKOMSTIG VAN DE LEVERING VAN DIENSTEN EN WERKEN

5 5 0

Ontvangsten afkomstig van de levering van diensten en werkzaamheden ten behoeve van andere instellingen of organen, inclusief kosten van dienstreizen voor rekening van andere instellingen of organen en door deze instellingen of organen terugbetaald — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 5 1

Ontvangsten afkomstig van op verzoek van derden verleende diensten en uitgevoerde werken — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

HOOFDSTUK 5 7 —   OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN DIE VOORTVLOEIEN UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING VAN DE INSTELLING

5 7 0

Ontvangsten afkomstig van de terugbetaling van onverschuldigd betaalde bedragen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

58 185,53

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 7 1

Ontvangsten die voor een bepaald doel bestemd zijn, zoals inkomsten van stichtingsvermogens, subsidies, giften en legaten, daaronder begrepen de aan elke instelling vooraf toegewezen specifieke ontvangsten — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 2, van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 7 3

Overige bijdragen en terugbetalingen die voortvloeien uit de administratieve werking van de instelling — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

HOOFDSTUK 5 8 —   DIVERSE VERGOEDINGEN

5 8 0

Ontvangsten uit huurvergoedingen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 8 1

Ontvangsten afkomstig van verzekeringsuitkeringen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

HOOFDSTUK 5 9 —   OVERIGE ONTVANGSTEN VOORTVLOEIEND UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING

5 9 0

Overige ontvangsten voortvloeiend uit de administratieve werking

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Onder dit artikel worden de overige ontvangsten uit de administratieve werking geboekt.

TITEL 9

DIVERSE ONTVANGSTEN

 

Artikel

Post

Rubriek

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

% 2014-2016

HOOFDSTUK 9 0

9 0 0

Diverse ontvangsten

p.m.

200 000

2 654,55

 
 

HOOFDSTUK 9 0 — TOTAAL

p.m.

200 000

2 654,55

 
 

Titel 9 — Totaal

p.m.

200 000

2 654,55

 
 

TOTAAL-GENERAAL

20 488 000

20 192 000

19 487 804,96

95,12

HOOFDSTUK 9 0 —

DIVERSE ONTVANGSTEN

HOOFDSTUK 9 0 —   DIVERSE ONTVANGSTEN

9 0 0

Diverse ontvangsten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

200 000

2 654,55

Toelichting

Onder dit artikel worden de diverse ontvangsten geboekt.

UITGAVEN

Algemene samenvatting van de kredieten (2016 en 2015) en van de uitvoering (2014)

 

Titel

Hoofdstuk

Rubriek

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

1

AAN DE INSTELLING VERBONDEN PERSONEN

1 0

LEDEN VAN DE INSTELLING

10 885 100

10 291 000

14 553 513,15

1 2

AMBTENAREN EN TIJDELIJKE FUNCTIONARISSEN

98 881 000

97 420 000

92 774 324,61

1 4

ANDER PERSONEEL EN PRESTATIES VAN DERDEN

4 876 000

4 301 000

4 112 827,42

1 6

OVERIGE UITGAVEN VOOR AAN DE INSTELLING VERBONDEN PERSONEN

6 159 000

6 369 000

5 711 126,62

 

Titel 1 — Totaal

120 801 100

118 381 000

117 151 791,80

2

GEBOUWEN, ROERENDE GOEDEREN, MATERIEEL EN DIVERSE HUISHOUDELIJKE UITGAVEN

2 0

GEBOUWEN EN DAARMEE SAMENHANGENDE KOSTEN

2 911 000

3 080 000

2 540 734,18

2 1

INFORMATICA, MATERIEEL EN ROERENDE GOEDEREN: AANKOOP, HUUR EN ONDERHOUD

8 229 000

7 937 000

8 739 929,13

2 3

LOPENDE HUISHOUDELIJKE UITGAVEN

439 000

426 000

532 348,84

2 5

VERGADERINGEN EN CONFERENTIES

706 000

717 000

648 735,18

2 7

INFORMATIE: VERWERVING, ARCHIVERING, PRODUCTIE EN VERSPREIDING

2 401 000

2 365 000

2 264 510,21

 

Titel 2 — Totaal

14 686 000

14 525 000

14 726 257,54

10

OVERIGE UITGAVEN

10 0

VOORZIENINGEN

p.m.

p.m.

0,—

10 1

RESERVE VOOR ONVOORZIENE UITGAVEN

p.m.

p.m.

0,—

 

Titel 10 — Totaal

p.m.

p.m.

0,—

 

TOTAAL-GENERAAL

135 487 100

132 906 000

131 878 049,34

TITEL 1

AAN DE INSTELLING VERBONDEN PERSONEN

 

Artikel

Post

Rubriek

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

% 2014-2016

HOOFDSTUK 1 0

1 0 0

Bezoldiging en andere rechten

1 0 0 0

Bezoldiging, vergoedingen en pensioenen

       

Niet-gesplitste kredieten

8 741 100

8 567 000

8 824 024,32

100,95

1 0 0 2

Rechten in verband met de ambtsaanvaarding en ambtsneerlegging

       

Niet-gesplitste kredieten

526 000

72 000

451 952,94

85,92

 

Artikel 1 0 0 — Totaal

9 267 100

8 639 000

9 275 977,26

100,10

1 0 2

Overbruggingstoelagen

       

Niet-gesplitste kredieten

1 219 000

1 253 000

1 663 085,67

136,43

1 0 3

Pensioenen

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

3 319 209,21

 

1 0 4

Dienstreizen

       

Niet-gesplitste kredieten

319 000

319 000

209 269,43

65,60

1 0 6

Opleiding

       

Niet-gesplitste kredieten

80 000

80 000

85 971,58

107,46

1 0 9

Voorziening

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0,—

 
 

HOOFDSTUK 1 0 — TOTAAL

10 885 100

10 291 000

14 553 513,15

133,70

HOOFDSTUK 1 2

1 2 0

Salaris en andere rechten

1 2 0 0

Salaris en vergoedingen

       

Niet-gesplitste kredieten

97 510 000

96 113 000

91 518 624,75

93,86

1 2 0 2

Betaalde overuren

       

Niet-gesplitste kredieten

413 000

433 000

384 708,20

93,15

1 2 0 4

Rechten bij indiensttreding, overplaatsing en beëindiging van de dienst

       

Niet-gesplitste kredieten

958 000

874 000

870 991,66

90,92

 

Artikel 1 2 0 — Totaal

98 881 000

97 420 000

92 774 324,61

93,82

1 2 2

Vergoedingen bij vervroegde beëindiging van de dienst

1 2 2 0

Vergoedingen bij ontheffing van het ambt om redenen van dienstbelang

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0,—

 

1 2 2 2

Vergoedingen bij definitieve beëindiging van de dienst en speciale pensioenregeling voor ambtenaren en tijdelijke functionarissen

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0,—

 
 

Artikel 1 2 2 — Totaal

p.m.

p.m.

0,—

 

1 2 9

Voorziening

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0,—

 
 

HOOFDSTUK 1 2 — TOTAAL

98 881 000

97 420 000

92 774 324,61

93,82

HOOFDSTUK 1 4

1 4 0

Andere personeelsleden en externe personen

1 4 0 0

Andere personeelsleden

       

Niet-gesplitste kredieten

3 128 000

2 947 000

2 822 433,72

90,23

1 4 0 4

Stages en uitwisseling van personeel

       

Niet-gesplitste kredieten

1 374 000

987 000

890 216,31

64,79

1 4 0 5

Andere externe dienstverlening

       

Niet-gesplitste kredieten

41 000

40 000

54 441,54

132,78

1 4 0 6

Externe dienstverlening op taalkundig gebied

       

Niet-gesplitste kredieten

333 000

327 000

345 735,85

103,82

 

Artikel 1 4 0 — Totaal

4 876 000

4 301 000

4 112 827,42

84,35

1 4 9

Voorziening

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0,—

 
 

HOOFDSTUK 1 4 — TOTAAL

4 876 000

4 301 000

4 112 827,42

84,35

HOOFDSTUK 1 6

1 6 1

Uitgaven voor personeelsbeheer

1 6 1 0

Diverse uitgaven voor de aanwerving

       

Niet-gesplitste kredieten

48 000

48 000

57 700,—

120,21

1 6 1 2

Bijscholing

       

Niet-gesplitste kredieten

695 000

720 000

671 465,01

96,61

 

Artikel 1 6 1 — Totaal

743 000

768 000

729 165,01

98,14

1 6 2

Dienstreizen

       

Niet-gesplitste kredieten

3 600 000

3 700 000

3 118 961,61

86,64

1 6 3

Bijstand aan het personeel van de instelling

1 6 3 0

Sociale dienst

       

Niet-gesplitste kredieten

35 000

35 000

25 000,—

71,43

1 6 3 2

Sociale betrekkingen tussen de leden van het personeel en overige sociale uitgaven

       

Niet-gesplitste kredieten

77 000

77 000

83 000,—

107,79

 

Artikel 1 6 3 — Totaal

112 000

112 000

108 000,—

96,43

1 6 5

Activiteiten met betrekking tot alle aan de instelling verbonden personen

1 6 5 0

Medische dienst

       

Niet-gesplitste kredieten

105 000

104 000

66 000,—

62,86

1 6 5 2

Restaurants en kantines

       

Niet-gesplitste kredieten

60 000

55 000

107 000,—

178,33

1 6 5 4

Kinderdagverblijf

       

Niet-gesplitste kredieten

1 389 000

1 450 000

1 512 000,—

108,86

1 6 5 5

Uitgaven van het PMO voor het beheer van dossiers betreffende het personeel van de Rekenkamer

       

Niet-gesplitste kredieten

150 000

180 000

70 000,—

46,67

 

Artikel 1 6 5 — Totaal

1 704 000

1 789 000

1 755 000,—

102,99

 

HOOFDSTUK 1 6 — TOTAAL

6 159 000

6 369 000

5 711 126,62

92,73

 

Titel 1 — Totaal

120 801 100

118 381 000

117 151 791,80

96,98

HOOFDSTUK 1 0 —

LEDEN VAN DE INSTELLING

 

HOOFDSTUK 1 2 —

AMBTENAREN EN TIJDELIJKE FUNCTIONARISSEN

 

HOOFDSTUK 1 4 —

ANDER PERSONEEL EN PRESTATIES VAN DERDEN

 

HOOFDSTUK 1 6 —

OVERIGE UITGAVEN VOOR AAN DE INSTELLING VERBONDEN PERSONEN

HOOFDSTUK 1 0 —   LEDEN VAN DE INSTELLING

1 0 0

Bezoldiging en andere rechten

1 0 0 0

Bezoldiging, vergoedingen en pensioenen

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

8 741 100

8 567 000

8 824 024,32

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de salarissen, vergoedingen en toelagen van de leden van de Rekenkamer, alsmede van de gevolgen van de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten op de bezoldigingen en op het gedeelte van de emolumenten dat naar een ander land dan dat van de standplaats wordt overgemaakt.

Rechtsgronden

Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 2290/77 van de Raad van 18 oktober 1977 tot vaststelling van de geldelijke regeling van de leden van de Rekenkamer (PB L 268 van 20.10.1977, blz. 1), met name artikel 2.

1 0 0 2

Rechten in verband met de ambtsaanvaarding en ambtsneerlegging

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

526 000

72 000

451 952,94

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de reiskosten bij de indiensttreding of de beëindiging van het ambt van de leden van de Rekenkamer;

 

de inrichtingsvergoedingen voor de leden van de Rekenkamer bij het aanvaarden of beëindigen van hun ambt;

 

de verhuiskosten van de leden van de Rekenkamer bij het aanvaarden of beëindigen van hun ambt.

Rechtsgronden

Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 2290/77 van de Raad van 18 oktober 1977 tot vaststelling van de geldelijke regeling van de leden van de Rekenkamer (PB L 268 van 20.10.1977, blz. 1), met name artikel 6.

1 0 2

Overbruggingstoelagen

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

1 219 000

1 253 000

1 663 085,67

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de overbruggingstoelagen en gezinstoelagen van de leden van de Rekenkamer na beëindiging van hun dienst.

Rechtsgronden

Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 2290/77 van de Raad van 18 oktober 1977 tot vaststelling van de geldelijke regeling van de leden van de Rekenkamer (PB L 268 van 20.10.1977, blz. 1), met name artikel 8.

1 0 3

Pensioenen

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

p.m.

p.m.

3 319 209,21

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de ouderdomspensioenen, invaliditeitspensioenen van de voormalig leden van de Rekenkamer alsmede van de overlevingspensioenen voor de overlevende echtgenoten en wezen van genoemde leden.

Rechtsgronden

Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 2290/77 van de Raad van 18 oktober 1977 tot vaststelling van de geldelijke regeling van de leden van de Rekenkamer (PB L 268 van 20.10.1977, blz. 1), met name de artikelen 9, 10, 11 en 16.

1 0 4

Dienstreizen

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

319 000

319 000

209 269,43

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van vervoerskosten, dienstreisvergoedingen en bijkomende of uitzonderlijke kosten bij dienstreizen.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder e), van het Financieel Reglement wordt geraamd op 2 000 EUR.

Rechtsgronden

Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 2290/77 van de Raad van 18 oktober 1977 tot vaststelling van de geldelijke regeling van de leden van de Rekenkamer (PB L 268 van 20.10.1977, blz. 1), met name artikel 7.

1 0 6

Opleiding

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

80 000

80 000

85 971,58

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van deelneming van de leden van de Rekenkamer aan talencursussen of andere bij- en nascholingscursussen.

1 0 9

Voorziening

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de gevolgen van eventuele aanpassingen van de bezoldigingen en pensioenen.

Dit krediet heeft louter het karakter van een voorziening en mag pas worden gebruikt nadat het naar andere begrotingsonderdelen is overgeschreven overeenkomstig het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

HOOFDSTUK 1 2 —   AMBTENAREN EN TIJDELIJKE FUNCTIONARISSEN

Toelichting

Op de onder dit hoofdstuk opgevoerde kredieten is een forfaitaire verlaging van 2,765 % toegepast.

1 2 0

Salaris en andere rechten

1 2 0 0

Salaris en vergoedingen

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

97 510 000

96 113 000

91 518 624,75

Toelichting

Dit krediet dient vooral ter dekking, voor de ambtenaren en tijdelijke functionarissen die een ambt bekleden op de lijst van het aantal ambten, van:

 

de salarissen, vergoedingen en aan de salarissen gekoppelde toelagen;

 

de ziekte-, ongevallen- en beroepsziektekostenverzekering en andere sociale lasten;

 

de bijdrage van de instelling voor het gemeenschappelijk stelsel van ziektekostenverzekering;

 

diverse toelagen en vergoedingen;

 

de betaling van de reiskosten van de ambtenaren en tijdelijke functionarissen, hun echtgenoten en de personen te hunnen laste van de standplaats naar de plaats van herkomst;

 

de gevolgen van de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten op de bezoldigingen en op het gedeelte van de emolumenten dat naar een ander land dan dat van de standplaats wordt overgemaakt;

 

de werkloosheidsverzekering voor tijdelijke functionarissen, alsmede betalingen met het oog op de totstandkoming of de handhaving van pensioenrechten in het land van herkomst van tijdelijke functionarissen;

 

de ontslagvergoeding voor ambtenaren op proef in geval van kennelijke onbekwaamheid;

 

de vergoeding in geval van ontbinding door de instelling van het contract met een tijdelijk personeelslid;

 

de vergoedingen voor continudienst, ploegendienst of verplichte beschikbaarheid op het werk en/of thuis.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3,van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

1 2 0 2

Betaalde overuren

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

413 000

433 000

384 708,20

Toelichting

Dit krediet dient voor het uitbetalen van overuren onder de voorwaarden vervat in de bovenstaande bepalingen.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 56 en bijlage VI.

1 2 0 4

Rechten bij indiensttreding, overplaatsing en beëindiging van de dienst

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

958 000

874 000

870 991,66

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de reiskosten van ambtenaren en tijdelijke functionarissen (en van hun gezinsleden) bij indiensttreding, beëindiging van de dienst of overplaatsing met verandering van standplaats;

 

de inrichtings- en herinrichtingsvergoedingen en de verhuiskosten voor ambtenaren en tijdelijke functionarissen die bij indiensttreding of bij tewerkstelling in een andere standplaats van woonplaats moeten veranderen, en voor ambtenaren die zich bij de definitieve beëindiging van de dienst in een andere plaats vestigen;

 

de dagvergoedingen die verschuldigd zijn aan ambtenaren en tijdelijke functionarissen die aantonen dat zij bij indiensttreding of bij tewerkstelling in een nieuwe standplaats genoodzaakt zijn van woonplaats te veranderen.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

1 2 2

Vergoedingen bij vervroegde beëindiging van de dienst

1 2 2 0

Vergoedingen bij ontheffing van het ambt om redenen van dienstbelang

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de vergoedingen aan de ambtenaren die ter beschikking zijn gesteld ingevolge een maatregel tot vermindering van het aantal ambten bij de instelling, en aan ambtenaren in leidinggevende functies waarvan het ambt om redenen van dienstbelang is opgeheven.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name de artikelen 41 en 50, alsmede bijlage IV.

1 2 2 2

Vergoedingen bij definitieve beëindiging van de dienst en speciale pensioenregeling voor ambtenaren en tijdelijke functionarissen

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de vergoedingen die krachtens het Statuut of andere regelingen moeten worden betaald;

 

de werkgeversbijdrage voor de ziektekostenverzekering van de begunstigden van deze vergoedingen;

 

de gevolgen van de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten op de diverse vergoedingen.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name de artikelen 64 en 72.

1 2 9

Voorziening

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van eventuele aanpassingen van de bezoldigingen.

Dit krediet heeft louter het karakter van een voorziening en mag slechts worden gebruikt na overschrijving naar andere artikelen of posten van dit hoofdstuk overeenkomstig het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name de artikelen 65 en 65 bis, alsmede bijlage XI.

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

HOOFDSTUK 1 4 —   ANDER PERSONEEL EN PRESTATIES VAN DERDEN

1 4 0

Andere personeelsleden en externe personen

1 4 0 0

Andere personeelsleden

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

3 128 000

2 947 000

2 822 433,72

Toelichting

Dit krediet dient vooral ter dekking van de volgende uitgaven:

 

de bezoldiging van de andere personeelsleden, met name arbeidscontractanten, bijzondere adviseurs (overeenkomstig de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie), de werkgeversbijdrage voor de diverse socialezekerheidsregelingen en de gevolgen van de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten op de vergoedingen van deze personeelsleden;

 

de honoraria van medisch en paramedisch personeel betaald volgens de regeling inzake verleende diensten, alsmede, in bijzondere gevallen, de aanstelling van tijdelijke uitzendkrachten.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

1 4 0 4

Stages en uitwisseling van personeel

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

1 374 000

987 000

890 216,31

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de uitgaven in verband met de detachering en de tijdelijke aanstelling bij de diensten van de Rekenkamer van ambtenaren uit bij voorrang lidstaten of andere landen en van andere deskundigen, of in verband met overleg van korte duur;

 

de vergoeding aan ambtenaren van de Unie van extra kosten als gevolg van hun deelneming aan een uitwisseling;

 

de kosten van stages bij de diensten van de Rekenkamer.

1 4 0 5

Andere externe dienstverlening

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

41 000

40 000

54 441,54

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van tijdelijk personeel, met uitzondering van vertalers ad interim.

1 4 0 6

Externe dienstverlening op taalkundig gebied

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

333 000

327 000

345 735,85

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de uitgaven voor de activiteiten waartoe door het Interinstitutioneel Comité voor vertaling en vertolking (Comité interinstitutionnel de la traduction et de l'interprétation, CITI) is besloten om de interinstitutionele samenwerking op taalgebied te bevorderen;

 

de honoraria, sociale bijdragen, reiskosten en verblijfsvergoedingen van freelance tolken en andere niet-permanente tolken;

 

de uitgaven voor de werkzaamheden van onafhankelijke of ad interim werkzame vertalers, of voor typewerk en ander door de vertaaldienst aan derden uitbesteed werk.

1 4 9

Voorziening

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de gevolgen van eventuele aanpassingen van de bezoldigingen.

Dit krediet heeft louter het karakter van een voorziening en mag slechts worden gebruikt na overschrijving naar andere artikelen of posten van dit hoofdstuk overeenkomstig het bepaalde in het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name de artikelen 65 en 65 bis, alsmede bijlage XI.

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

HOOFDSTUK 1 6 —   OVERIGE UITGAVEN VOOR AAN DE INSTELLING VERBONDEN PERSONEN

1 6 1

Uitgaven voor personeelsbeheer

1 6 1 0

Diverse uitgaven voor de aanwerving

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

48 000

48 000

57 700,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor advertenties, de oproeping van kandidaten en de huur van de zalen en de machines voor rechtstreeks door de Rekenkamer te organiseren algemene vergelijkende onderzoeken en andere selectieprocedures, alsmede van de uitgaven in verband met de verplaatsing en de medische keuring van de kandidaten.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

1 6 1 2

Bijscholing

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

695 000

720 000

671 465,01

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor het organiseren van bijscholingscursussen, met inbegrip van talencursussen, en studiedagen op het gebied van controle en financieel beheer op interinstitutionele basis, alsmede van de kosten van deelneming aan soortgelijke activiteiten in de lidstaten.

Dit krediet dekt tevens een deel van de kosten van bijdragen aan bepaalde beroepsorganisaties waarvan het doel relevant is voor de werkzaamheden van de Rekenkamer.

Tevens dient het ter financiering van de aankoop van didactisch en technisch materieel dat bestemd is voor de opleiding van het personeel.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 2 500 EUR.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 24 bis.

1 6 2

Dienstreizen

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

3 600 000

3 700 000

3 118 961,61

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van vervoerskosten, inclusief de bijkomende kosten die zijn verbonden aan het opmaken van reisbiljetten en het regelen van reserveringen, alsmede dienstreisvergoedingen en bijkomende of uitzonderlijke kosten bij dienstreizen van het statutaire en ander personeel van de Rekenkamer en die welke worden gemaakt in verband met deskundigen of nationale of internationale ambtenaren die zijn gedetacheerd bij de diensten van de Rekenkamer en stagiairs.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 5 000 EUR.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name bijlage VII, artikelen 11, 12 en 13.

1 6 3

Bijstand aan het personeel van de instelling

1 6 3 0

Sociale dienst

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

35 000

35 000

25 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de hulp aan personeelsleden die in zeer benarde omstandigheden verkeren.

Dit krediet is, in het kader van het gehandicaptenbeleid, tevens bestemd voor personen met een handicap die behoren tot een van de volgende groepen:

 

ambtenaren en tijdelijke functionarissen in actieve dienst;

 

echtgenoten van ambtenaren en tijdelijke functionarissen in actieve dienst;

 

alle kinderen ten laste in de zin van het Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Het dient ter dekking, binnen de budgettaire mogelijkheden en na uitputting van de eventuele rechten die door het land van herkomst of woonplaats worden toegekend, van de als noodzakelijk erkende en naar behoren aangetoonde niet-medische kosten die op grond van de handicap zijn gemaakt.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 76.

1 6 3 2

Sociale betrekkingen tussen de leden van het personeel en overige sociale uitgaven

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

77 000

77 000

83 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de financiële steun voor initiatieven ter bevordering van de sociale betrekkingen tussen de personeelsleden van de verschillende nationaliteiten, onder meer in de vorm van subsidies aan personeelsverenigingen die zich bezighouden met activiteiten op cultureel of op sportgebied;

 

andere uitgaven en subsidies ten behoeve van de personeelsleden en hun gezinnen.

1 6 5

Activiteiten met betrekking tot alle aan de instelling verbonden personen

1 6 5 0

Medische dienst

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

105 000

104 000

66 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van het jaarlijkse medische onderzoek van alle personeelsleden, inclusief de kosten van de in het kader van dit onderzoek gevraagde laboratoriumonderzoeken en nadere medische onderzoeken.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 59, alsmede bijlage II, artikel 8.

1 6 5 2

Restaurants en kantines

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

60 000

55 000

107 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de exploitatiekosten van de restaurants en cafetaria's.

Dit krediet dient tevens ter dekking van de aanpassing en vernieuwing van het in het restaurant en de cafetaria's geplaatste materieel om dit in overeenstemming met de vigerende nationale hygiëne- en veiligheidsvoorschriften te brengen.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

1 6 5 4

Kinderdagverblijf

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

1 389 000

1 450 000

1 512 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van het aandeel van de Rekenkamer voor het kinderdagverblijf en het studiecentrum in Luxemburg.

1 6 5 5

Uitgaven van het PMO voor het beheer van dossiers betreffende het personeel van de Rekenkamer

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

150 000

180 000

70 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven die zijn vastgelegd in verband met de dienstenovereenkomsten tussen de Commissie (PMO) en de Rekenkamer.

TITEL 2

GEBOUWEN, ROERENDE GOEDEREN, MATERIEEL EN DIVERSE HUISHOUDELIJKE UITGAVEN

 

Artikel

Post

Rubriek

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

% 2014-2016

HOOFDSTUK 2 0

2 0 0

Gebouwen

2 0 0 0

Huur

       

Niet-gesplitste kredieten

169 000

160 000

176 467,78

104,42

2 0 0 1

Huurkoop

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0,—

 

2 0 0 3

Verwerving van onroerende goederen

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0,—

 

2 0 0 5

Oprichting van gebouwen

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0,—

 

2 0 0 7

Inrichting van dienstruimten

       

Niet-gesplitste kredieten

210 000

410 000

130 088,34

61,95

2 0 0 8

Studies en technische bijstand bij bouwprojecten

       

Niet-gesplitste kredieten

75 000

50 000

94 830,21

126,44

 

Artikel 2 0 0 — Totaal

454 000

620 000

401 386,33

88,41

2 0 2

Uitgaven in verband met de gebouwen

2 0 2 2

Schoonmaak en onderhoud

       

Niet-gesplitste kredieten

1 271 000

1 280 000

1 084 000,—

85,29

2 0 2 4

Energieverbruik

       

Niet-gesplitste kredieten

905 000

889 000

819 000,—

90,50

2 0 2 6

Veiligheid van en toezicht op de gebouwen

       

Niet-gesplitste kredieten

140 000

143 000

161 830,07

115,59

2 0 2 8

Verzekeringen

       

Niet-gesplitste kredieten

96 000

96 000

42 625,67

44,40

2 0 2 9

Overige uitgaven in verband met de gebouwen

       

Niet-gesplitste kredieten

45 000

52 000

31 892,11

70,87

 

Artikel 2 0 2 — Totaal

2 457 000

2 460 000

2 139 347,85

87,07

 

HOOFDSTUK 2 0 — TOTAAL

2 911 000

3 080 000

2 540 734,18

87,28

HOOFDSTUK 2 1

2 1 0

Materieel, exploitatiekosten en dienstverlening in verband met informatica en telecommunicatie

2 1 0 0

Aankoop van, werkzaamheden aan en onderhoud van hardware en software

       

Niet-gesplitste kredieten

2 220 000

2 077 000

2 130 999,62

95,99

2 1 0 2

Externe dienstverlening ten behoeve van het exploiteren, ontwikkelen en onderhouden van software en systemen

       

Niet-gesplitste kredieten

4 700 000

4 593 000

4 676 000,—

99,49

2 1 0 3

Telecommunicatie

       

Niet-gesplitste kredieten

427 000

482 000

391 999,83

91,80

 

Artikel 2 1 0 — Totaal

7 347 000

7 152 000

7 198 999,45

97,99

2 1 2

Meubilair

       

Niet-gesplitste kredieten

75 000

85 000

69 088,20

92,12

2 1 4

Technisch materieel en installaties

       

Niet-gesplitste kredieten

192 000

125 000

916 055,88

477,11

2 1 6

Voertuigen

       

Niet-gesplitste kredieten

615 000

575 000

555 785,60

90,37

 

HOOFDSTUK 2 1 — TOTAAL

8 229 000

7 937 000

8 739 929,13

106,21

HOOFDSTUK 2 3

2 3 0

Papier, kantoorbenodigdheden en diverse producten

       

Niet-gesplitste kredieten

120 000

140 000

119 925,84

99,94

2 3 1

Financiële kosten

       

Niet-gesplitste kredieten

20 000

20 000

15 048,—

75,24

2 3 2

Juridische kosten en schadevergoedingen

       

Niet-gesplitste kredieten

90 000

50 000

215 000,—

238,89

2 3 6

Portokosten

       

Niet-gesplitste kredieten

43 000

50 000

22 022,40

51,21

2 3 8

Overige huishoudelijke uitgaven

       

Niet-gesplitste kredieten

166 000

166 000

160 352,60

96,60

 

HOOFDSTUK 2 3 — TOTAAL

439 000

426 000

532 348,84

121,26

HOOFDSTUK 2 5

2 5 2

Kosten inzake representatie

       

Niet-gesplitste kredieten

233 000

233 000

215 173,85

92,35

2 5 4

Vergaderingen, congressen en conferenties

       

Niet-gesplitste kredieten

131 000

142 000

91 724,93

70,02

2 5 6

Kosten van voorlichting en deelneming aan openbare evenementen

       

Niet-gesplitste kredieten

17 000

17 000

16 836,40

99,04

2 5 7

Gemeenschappelijke tolken- en conferentiedienst

       

Niet-gesplitste kredieten

325 000

325 000

325 000,—

100,00

 

HOOFDSTUK 2 5 — TOTAAL

706 000

717 000

648 735,18

91,89

HOOFDSTUK 2 7

2 7 0

Gespecialiseerde studies, enquêtes en adviezen

       

Niet-gesplitste kredieten

636 000

443 000

721 894,46

113,51

2 7 2

Documentatie, bibliotheek en archivering

       

Niet-gesplitste kredieten

390 000

372 000

310 000,—

79,49

2 7 4

Productie en verspreiding

2 7 4 0

Publicatieblad

       

Niet-gesplitste kredieten

350 000

550 000

397 500,—

113,57

2 7 4 1

Publicaties van algemene aard

       

Niet-gesplitste kredieten

1 025 000

1 000 000

835 115,75

81,47

 

Artikel 2 7 4 — Totaal

1 375 000

1 550 000

1 232 615,75

89,64

 

HOOFDSTUK 2 7 — TOTAAL

2 401 000

2 365 000

2 264 510,21

94,32

 

Titel 2 — Totaal

14 686 000

14 525 000

14 726 257,54

100,27

HOOFDSTUK 2 0 —

GEBOUWEN EN DAARMEE SAMENHANGENDE KOSTEN

 

HOOFDSTUK 2 1 —

INFORMATICA, MATERIEEL EN ROERENDE GOEDEREN: AANKOOP, HUUR EN ONDERHOUD

 

HOOFDSTUK 2 3 —

LOPENDE HUISHOUDELIJKE UITGAVEN

 

HOOFDSTUK 2 5 —

VERGADERINGEN EN CONFERENTIES

 

HOOFDSTUK 2 7 —

INFORMATIE: VERWERVING, ARCHIVERING, PRODUCTIE EN VERSPREIDING

HOOFDSTUK 2 0 —   GEBOUWEN EN DAARMEE SAMENHANGENDE KOSTEN

2 0 0

Gebouwen

2 0 0 0

Huur

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

169 000

160 000

176 467,78

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de huurkosten te Luxemburg, te Brussel en te Straatsburg.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 7 000 EUR.

2 0 0 1

Huurkoop

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor de door de instelling verschuldigde erfpacht en andere soortgelijke kosten op grond van huurkoopcontracten.

2 0 0 3

Verwerving van onroerende goederen

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter financiering, in jaartranches, van de uitbreidingen van het gebouw van de Rekenkamer te Luxemburg-Kirchberg.

2 0 0 5

Oprichting van gebouwen

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Op deze post kan eventueel een krediet worden opgenomen ter dekking van de kosten voor de oprichting van gebouwen.

2 0 0 7

Inrichting van dienstruimten

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

210 000

410 000

130 088,34

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de kosten van inrichtingswerkzaamheden, met name het aanbrengen van tussenschotten, gordijnen en kabels, schilderwerk, behang, vloerbedekking, valse plafonds, alsmede de desbetreffende technische installaties;

 

de uitgaven voor werkzaamheden voortvloeiend uit studies en technische bijstand bij grootscheepse bouwprojecten.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 0 0 8

Studies en technische bijstand bij bouwprojecten

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

75 000

50 000

94 830,21

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor studies en technische bijstand bij grootscheepse bouwprojecten.

2 0 2

Uitgaven in verband met de gebouwen

2 0 2 2

Schoonmaak en onderhoud

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

1 271 000

1 280 000

1 084 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de kosten voor de schoonmaak en het onderhoud van lokalen, liften, centrale verwarming, installaties voor airconditioning, de elektrische installaties en de daarin aan te brengen veranderingen, alsmede de reparaties;

 

de aankoop van onderhoudsproducten en benodigdheden en van producten voor wassen, bleken en stomen.

Voorafgaand aan de hernieuwing of de sluiting van contracten overlegt de instelling met de andere instellingen over de door elk van hen verkregen voorwaarden (prijs, valuta, indexering, duur, andere clausules) met inachtneming van artikel 70 van het Financieel Reglement.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 0 2 4

Energieverbruik

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

905 000

889 000

819 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van water, gas, elektriciteit en verwarming.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 0 2 6

Veiligheid van en toezicht op de gebouwen

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

140 000

143 000

161 830,07

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van diverse uitgaven betreffende de beveiliging van de gebouwen, met name het contract inzake de bewaking van de gebouwen, aankoop en onderhoud van brandbestrijdingsmateriaal en van de uitrusting van het vrijwillige veiligheidspersoneel enz.

Voorafgaand aan de hernieuwing of de sluiting van contracten overlegt de instelling met de andere instellingen over de door elk van hen verkregen voorwaarden (prijs, valuta, indexering, duur, andere clausules) met inachtneming van artikel 70 van het Financieel Reglement.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 0 2 8

Verzekeringen

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

96 000

96 000

42 625,67

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de in de polissen voorziene verzekeringspremies voor de gebouwen die bij de instelling in gebruik zijn, inclusief de roerende goederen en kunstwerken.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 0 2 9

Overige uitgaven in verband met de gebouwen

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

45 000

52 000

31 892,11

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de overige lopende uitgaven in verband met de gebouwen waarin de andere artikelen van dit hoofdstuk niet specifiek voorzien, met name leidingen, vuilnisophaaldienst, reinigingslasten, bewegwijzering enz.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

HOOFDSTUK 2 1 —   INFORMATICA, MATERIEEL EN ROERENDE GOEDEREN: AANKOOP, HUUR EN ONDERHOUD

2 1 0

Materieel, exploitatiekosten en dienstverlening in verband met informatica en telecommunicatie

2 1 0 0

Aankoop van, werkzaamheden aan en onderhoud van hardware en software

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

2 220 000

2 077 000

2 130 999,62

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de hiernavolgende exploitatiekosten:

 

aankoop, huur en onderhoud van hardware en software, alsmede alle andere benodigdheden en documentatie;

 

computerbekabeling.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 1 0 2

Externe dienstverlening ten behoeve van het exploiteren, ontwikkelen en onderhouden van software en systemen

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

4 700 000

4 593 000

4 676 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor het externe personeel en voor de aan derden uitbestede werkzaamheden, waaronder de dienstprestaties „helpdesk”.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 1 0 3

Telecommunicatie

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

427 000

482 000

391 999,83

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van alle kosten in verband met de telecommunicatie, zoals abonnementsgelden, telefoonlijnen, gebruikskosten van communicatiemiddelen, vergoedingen voor onderhoud, aanschaf, vernieuwing, reparatie en onderhoud van de telefooninstallaties en -uitrusting.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 45 000 EUR.

2 1 2

Meubilair

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

75 000

85 000

69 088,20

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de aankoop of huur van extra meubilair, onderhoud of reparatie, alsmede de vervanging van meubilair dat verouderd of beschadigd is.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 1 4

Technisch materieel en installaties

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

192 000

125 000

916 055,88

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten voor de aanschaf, vervanging, huur, onderhoud en reparatie van technisch materieel en kantoormachines.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 1 6

Voertuigen

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

615 000

575 000

555 785,60

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de aanschaf of huur van voertuigen met of zonder chauffeur (met inbegrip van taxi's), alsmede de kosten van de gebruikmaking hiervan.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op EUR 10 000.

HOOFDSTUK 2 3 —   LOPENDE HUISHOUDELIJKE UITGAVEN

2 3 0

Papier, kantoorbenodigdheden en diverse producten

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

120 000

140 000

119 925,84

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor papier en kantoorbenodigdheden.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 3 1

Financiële kosten

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

20 000

20 000

15 048,—

2 3 2

Juridische kosten en schadevergoedingen

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

90 000

50 000

215 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven en vergoedingen die de Rekenkamer eventueel moet dragen.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: EUR 4 200.

2 3 6

Portokosten

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

43 000

50 000

22 022,40

2 3 8

Overige huishoudelijke uitgaven

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

166 000

166 000

160 352,60

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de kosten van de bagageverzekeringen van personeel op dienstreis;

 

de kosten van aanschaf van de dienstkleding voor de bodes en chauffeurs en van de overige werkkleding;

 

de kosten van de tijdens de interne vergaderingen aangeboden verfrissingen en lichte maaltijden;

 

de kosten van verhuizingen en van ontvangst, opslag en plaatsing van materieel, meubilair en kantoorbenodigdheden;

 

de overige huishoudelijke uitgaven welke niet apart zijn opgenomen in de voorafgaande onderdelen, alsmede de kosten in verband met materiaal voor onderhoud en reparaties;

 

de kleine uitgaven.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

HOOFDSTUK 2 5 —   VERGADERINGEN EN CONFERENTIES

2 5 2

Kosten inzake representatie

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

233 000

233 000

215 173,85

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten die voortvloeien uit de verplichtingen van de Rekenkamer op het vlak van representatie.

2 5 4

Vergaderingen, congressen en conferenties

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

131 000

142 000

91 724,93

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de reis- en verblijfkosten en de bijkomende kosten van de deskundigen die deelnemen aan studie- en werkgroepen, alsmede de kosten voor het organiseren van deze vergaderingen, voor zover die niet zijn gedekt door de bestaande infrastructuur.

Ook dient het ter dekking van de kosten van de organisatie van en deelneming aan conferenties, congressen en vergaderingen.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op p.m.

2 5 6

Kosten van voorlichting en deelneming aan openbare evenementen

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

17 000

17 000

16 836,40

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van studiedagen over de werkzaamheden van de Rekenkamer die worden georganiseerd voor docenten aan universiteiten, redacteuren van gespecialiseerde tijdschriften en andere gespecialiseerde bezoekers uit de lidstaten, die de Rekenkamer bezoeken. Ook dient dit krediet ter dekking van diverse uitgaven in verband met het voorlichtings- en communicatiebeleid van de Rekenkamer.

2 5 7

Gemeenschappelijke tolken- en conferentiedienst

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

325 000

325 000

325 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de betaling van de door de tolkendiensten van het Parlement en de Commissie verrichte diensten.

HOOFDSTUK 2 7 —   INFORMATIE: VERWERVING, ARCHIVERING, PRODUCTIE EN VERSPREIDING

2 7 0

Gespecialiseerde studies, enquêtes en adviezen

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

636 000

443 000

721 894,46

Toelichting

Dit krediet dient voor de uitbesteding van studies door middel van contracten met gekwalificeerde deskundigen op het gebied van de controle, maar ook op administratief gebied.

In het kader van haar controles moet de Rekenkamer technische studies en analysen (bijvoorbeeld van chemische, fysische en statistische aard) laten verrichten door externe deskundigen. Dit krediet omvat tevens de kosten voor de controle van de rekeningen van de Rekenkamer door een onafhankelijk accountantskantoor waarvan het verslag wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.

2 7 2

Documentatie, bibliotheek en archivering

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

390 000

372 000

310 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de aankoop van boeken, documenten en andere niet-periodieke publicaties alsmede van supplementen op de aanwezige werken;

 

speciale bibliotheekuitrusting;

 

de kosten van abonnementen op dagbladen, tijdschriften en diverse berichtgevingen;

 

de kosten van abonnementen op persbureaus of externe informatieve databanken;

 

de kosten van het gebruik van sommige externe databanken;

 

de kosten van het inbinden en onderhouden van het bibliotheekbezit;

 

de kosten van het verwerken van archiefbestanden en de verwerving van vervangende archiefbestanden.

2 7 4

Productie en verspreiding

2 7 4 0

Publicatieblad

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

350 000

550 000

397 500,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van de publicaties van de Rekenkamer in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 70 000 EUR.

2 7 4 1

Publicaties van algemene aard

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

1 025 000

1 000 000

835 115,75

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de kosten van publicatie en verspreiding van de verslagen en adviezen die de Rekenkamer krachtens artikel 287, lid 4, tweede alinea, en artikel 325, lid 4, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie heeft vastgesteld;

 

de uitgaven in verband met de communicatie betreffende de algemene controlewerkzaamheden en de activiteiten van de Rekenkamer (met name internetsite, audiovisueel materieel, documentatie), met inbegrip van de uitgaven betreffende de betrekkingen met de pers en andere belanghebbenden.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

TITEL 10

OVERIGE UITGAVEN

 

Artikel

Post

Rubriek

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

% 2014-2016

 

HOOFDSTUK 10 0

p.m.

p.m.

0,—

 
 

HOOFDSTUK 10 0 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0,—

 
 

HOOFDSTUK 10 1

p.m.

p.m.

0,—

 
 

HOOFDSTUK 10 1 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0,—

 
 

Titel 10 — Totaal

p.m.

p.m.

0,—

 
 

TOTAAL-GENERAAL

135 487 100

132 906 000

131 878 049,34

97,34

HOOFDSTUK 10 0 —

VOORZIENINGEN

 

HOOFDSTUK 10 1 —

RESERVE VOOR ONVOORZIENE UITGAVEN

HOOFDSTUK 10 0 —   VOORZIENINGEN

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

p.m.

p.m.

0,—

HOOFDSTUK 10 1 —   RESERVE VOOR ONVOORZIENE UITGAVEN

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

p.m.

p.m.

0,—

PERSONEEL

Afdeling V — Rekenkamer

 

Categorie en rang

Rekenkamer

Vaste ambten

Tijdelijke ambten (99)

2016

2015

2016

2015

Niet-ingedeeld

   

1

1

AD 16

       

AD 15

11

11

   

AD 14

35 (100)  (102)

35 (100)  (102)

30

30

AD 13

40 (102)

40 (102)

2

2

AD 12

50 (101)  (102)

50 (101)  (102)

5

5

AD 11

47 (102)

47 (102)

31

31

AD 10

60 (102)  (105)

54 (102)

2

2

AD 9

60 (105)

66

   

AD 8

52

52

   

AD 7

95 (102)  (105)

93 (102)

   

AD 6

71 (102)  (105)

73 (102)

   

AD 5

16 (103)  (106)

12 (103)

   

Totaal

537

533

71

71

AST 11

7 (108)

8

   

AST 10

7

7

1 (105)

 

AST 9

12 (102)

12 (102)

 (105)

 

AST 8

20 (102)  (105)

19 (102)

1 (105)

 

AST 7

27 (102)  (105)

27 (102)

27 (105)

29

AST 6

19 (102)  (105)  (106)

22 (102)

   

AST 5

25 (104)  (106)  (107)

29 (104)

2 (105)

 

AST 4

16 (102)  (107)

21 (102)

25 (105)  (106)

29

AST 3

43 (102)  (105)

36 (102)

5 (107)

7

AST 2

3 (103)  (105)  (106)

12 (103)

2 (106)

3

AST 1

5

5

   

Totaal

184

198

63

68

AST/SC 6

       

AST/SC 5

   

2 (106)

 

AST/SC 4

       

AST/SC 3

   

1 (106)

 

AST/SC 2

4 (106)

2

   

AST/SC 1

       

Totaal

4

2

3

Totaal-generaal

725  (109)

733  (109)

137

139

AFDELING VI

EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ

ONTVANGSTEN

Bijdrage van de Europese Unie aan de financiering van de uitgaven van het Europees Economisch en Sociaal Comité voor het begrotingsjaar 2016

 

Rubriek

Bedrag

Uitgaven

130 171 475

Eigen inkomsten

–10 826 368

Te ontvangen bijdrage

119 345 107

EIGEN INKOMSTEN

TITEL 4

ONTVANGSTEN AFKOMSTIG VAN PERSONEN DIE VERBONDEN ZIJN AAN DE INSTELLINGEN EN ANDERE ORGANEN VAN DE UNIE

 

Artikel

Post

Rubriek

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

% 2014-2016

HOOFDSTUK 4 0

4 0 0

Opbrengst van de belasting op de salarissen, lonen en vergoedingen van de leden van de instelling, de ambtenaren, de andere personeelsleden en de gepensioneerden

4 567 558

4 633 256

4 793 149,—

104,94

4 0 3

Opbrengst van de tijdelijke bijdrage die van toepassing zijn op de bezoldigingen van de leden van de instelling, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

p.m.

p.m.

0,—

 

4 0 4

Opbrengst van de speciale heffing en de solidariteitsheffing die van toepassing is op de bezoldigingen van de leden van de instelling, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

880 233

851 410

923 301,—

104,89

 

HOOFDSTUK 4 0 — TOTAAL

5 447 791

5 484 666

5 716 450,—

104,93

HOOFDSTUK 4 1

4 1 0

Bijdragen van het personeel aan de pensioenregeling

5 338 577

5 239 542

5 017 876,—

93,99

4 1 1

Overdracht of inkoop van pensioenrechten door het personeel

p.m.

p.m.

276 616,—

 

4 1 2

Bijdrage van ambtenaren en tijdelijke functionarissen met verlof om redenen van persoonlijke aard aan de pensioenregeling

p.m.

p.m.

3 216,—

 
 

HOOFDSTUK 4 1 — TOTAAL

5 338 577

5 239 542

5 297 708,—

99,23

 

Titel 4 — Totaal

10 786 368

10 724 208

11 014 158,—

102,11

HOOFDSTUK 4 0 —

DIVERSE BELASTINGEN EN INHOUDINGEN

 

HOOFDSTUK 4 1 —

BIJDRAGEN AAN DE PENSIOENREGELING

HOOFDSTUK 4 0 —   DIVERSE BELASTINGEN EN INHOUDINGEN

4 0 0

Opbrengst van de belasting op de salarissen, lonen en vergoedingen van de leden van de instelling, de ambtenaren, de andere personeelsleden en de gepensioneerden

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

4 567 558

4 633 256

4 793 149,—

Rechtsgronden

Protocol betreffende de voorrechten en immuniteiten van de Europese Unie, met name artikel 12.

Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 260/68 van de Raad van 29 februari 1968 tot vaststelling van de voorwaarden en de wijze van heffing van belasting ten bate van de Europese Gemeenschappen (PB L 56 van 4.3.1968, blz. 8).

4 0 3

Opbrengst van de tijdelijke bijdrage die van toepassing zijn op de bezoldigingen van de leden van de instelling, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

0,—

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen, met name artikel 66 bis in de versie die van kracht was tot 15 december 2003.

4 0 4

Opbrengst van de speciale heffing en de solidariteitsheffing die van toepassing is op de bezoldigingen van de leden van de instelling, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

880 233

851 410

923 301,—

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 66 bis.

HOOFDSTUK 4 1 —   BIJDRAGEN AAN DE PENSIOENREGELING

4 1 0

Bijdragen van het personeel aan de pensioenregeling

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

5 338 577

5 239 542

5 017 876,—

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 83, lid 2.

4 1 1

Overdracht of inkoop van pensioenrechten door het personeel

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

276 616,—

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name bijlage VIII, artikel 4, artikel 11, leden 2 en 3, en artikel 48.

4 1 2

Bijdrage van ambtenaren en tijdelijke functionarissen met verlof om redenen van persoonlijke aard aan de pensioenregeling

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

3 216,—

TITEL 5

ONTVANGSTEN VOORTVLOEIEND UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING VAN DE INSTELLING

 

Artikel

Post

Rubriek

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

% 2014-2016

HOOFDSTUK 5 0

5 0 0

Opbrengst van de verkoop van roerende goederen (levering van goederen)

5 0 0 0

Verkoop van voertuigen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0,—

 

5 0 0 1

Verkoop van andere roerende goederen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

1 081,—

 
 

Artikel 5 0 0 — Totaal

p.m.

p.m.

1 081,—

 

5 0 2

Opbrengst van de verkoop van publicaties, drukwerken en films — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0,—

 
 

HOOFDSTUK 5 0 — TOTAAL

p.m.

p.m.

1 081,—

 

HOOFDSTUK 5 1

5 1 0

Opbrengst van de verhuur van meubilair en materieel — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0,—

 

5 1 1

Verhuur en onderverhuur van onroerende goederen en terugbetaling van huurlasten

5 1 1 0

Verhuur en onderverhuur van onroerende goederen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

1 460 637,—

 

5 1 1 1

Terugbetaling van huurlasten — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0,—

 
 

Artikel 5 1 1 — Totaal

p.m.

p.m.

1 460 637,—

 
 

HOOFDSTUK 5 1 — TOTAAL

p.m.

p.m.

1 460 637,—

 

HOOFDSTUK 5 2

5 2 0

Opbrengst van uitgezette of uitgeleende middelen, bankrenten en andere renten over de rekeningen van de instelling

40 000

40 000

5 331,—

13,33

 

HOOFDSTUK 5 2 — TOTAAL

40 000

40 000

5 331,—

13,33

HOOFDSTUK 5 5

5 5 0

Ontvangsten afkomstig van de levering van diensten en werkzaamheden ten behoeve van andere instellingen of organen, inclusief kosten van dienstreizen voor rekening van andere instellingen of organen en door deze instellingen of organen terugbetaald — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

1 950 759,—

 

5 5 1

Ontvangsten afkomstig van op verzoek van derden verleende diensten en werkzaamheden — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0,—

 
 

HOOFDSTUK 5 5 — TOTAAL

p.m.

p.m.

1 950 759,—

 

HOOFDSTUK 5 7

5 7 0

Ontvangsten afkomstig van de terugbetaling van onverschuldigd betaalde bedragen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

394 721,—

 

5 7 1

Ontvangsten die voor een bepaald doel zijn bestemd, zoals inkomsten van stichtingsvermogens, subsidies, giften en legaten, daaronder begrepen de aan elke instelling vooraf toegewezen specifieke ontvangsten — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

888,—

 

5 7 3

Overige bijdragen en terugbetalingen die voortvloeien uit de administratieve werking van de instellingen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

100 906,—

 
 

HOOFDSTUK 5 7 — TOTAAL

p.m.

p.m.

496 515,—

 

HOOFDSTUK 5 8

5 8 0

Ontvangsten uit huurvergoedingen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0,—

 

5 8 1

Ontvangsten afkomstig van verzekeringsuitkeringen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

49 343,—

 
 

HOOFDSTUK 5 8 — TOTAAL

p.m.

p.m.

49 343,—

 

HOOFDSTUK 5 9

5 9 0

Overige ontvangsten die voortvloeien uit de administratieve werking

p.m.

p.m.

0,—

 
 

HOOFDSTUK 5 9 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0,—

 
 

Titel 5 — Totaal

40 000

40 000

3 963 666,—

9 909,17

HOOFDSTUK 5 0 —

OPBRENGST VERKOOP VAN ROERENDE (LEVERING VAN GOEDEREN) EN ONROERENDE GOEDEREN

 

HOOFDSTUK 5 1 —

HUUROPBRENGST

 

HOOFDSTUK 5 2 —

OPBRENGST VAN UITGEZETTE OF UITGELEENDE MIDDELEN, BANKRENTEN EN ANDERE RENTEN

 

HOOFDSTUK 5 5 —

ONTVANGSTEN AFKOMSTIG VAN DE LEVERING VAN DIENSTEN EN WERKZAAMHEDEN

 

HOOFDSTUK 5 7 —

OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN DIE VOORTVLOEIEN UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING VAN DE INSTELLING

 

HOOFDSTUK 5 8 —

DIVERSE VERGOEDINGEN

 

HOOFDSTUK 5 9 —

OVERIGE ONTVANGSTEN DIE VOORTVLOEIEN UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING

HOOFDSTUK 5 0 —   OPBRENGST VERKOOP VAN ROERENDE (LEVERING VAN GOEDEREN) EN ONROERENDE GOEDEREN

5 0 0

Opbrengst van de verkoop van roerende goederen (levering van goederen)

5 0 0 0

Verkoop van voertuigen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Onder deze post worden de inkomsten geboekt die afkomstig zijn van de verkoop of de overname van de voertuigen van de instelling.

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 0 0 1

Verkoop van andere roerende goederen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

1 081,—

Toelichting

Onder deze post worden de inkomsten geboekt die afkomstig zijn van de verkoop of de overname van andere roerende goederen van de instelling dan voertuigen.

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 0 2

Opbrengst van de verkoop van publicaties, drukwerken en films — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

HOOFDSTUK 5 1 —   HUUROPBRENGST

5 1 0

Opbrengst van de verhuur van meubilair en materieel — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 1 1

Verhuur en onderverhuur van onroerende goederen en terugbetaling van huurlasten

5 1 1 0

Verhuur en onderverhuur van onroerende goederen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

1 460 637,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 1 1 1

Terugbetaling van huurlasten — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

HOOFDSTUK 5 2 —   OPBRENGST VAN UITGEZETTE OF UITGELEENDE MIDDELEN, BANKRENTEN EN ANDERE RENTEN

5 2 0

Opbrengst van uitgezette of uitgeleende middelen, bankrenten en andere renten over de rekeningen van de instelling

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

40 000

40 000

5 331,—

HOOFDSTUK 5 5 —   ONTVANGSTEN AFKOMSTIG VAN DE LEVERING VAN DIENSTEN EN WERKZAAMHEDEN

5 5 0

Ontvangsten afkomstig van de levering van diensten en werkzaamheden ten behoeve van andere instellingen of organen, inclusief kosten van dienstreizen voor rekening van andere instellingen of organen en door deze instellingen of organen terugbetaald — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

1 950 759,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 5 1

Ontvangsten afkomstig van op verzoek van derden verleende diensten en werkzaamheden — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

HOOFDSTUK 5 7 —   OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN DIE VOORTVLOEIEN UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING VAN DE INSTELLING

5 7 0

Ontvangsten afkomstig van de terugbetaling van onverschuldigd betaalde bedragen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

394 721,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 7 1

Ontvangsten die voor een bepaald doel zijn bestemd, zoals inkomsten van stichtingsvermogens, subsidies, giften en legaten, daaronder begrepen de aan elke instelling vooraf toegewezen specifieke ontvangsten — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

888,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 7 3

Overige bijdragen en terugbetalingen die voortvloeien uit de administratieve werking van de instellingen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

100 906,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

HOOFDSTUK 5 8 —   DIVERSE VERGOEDINGEN

5 8 0

Ontvangsten uit huurvergoedingen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 8 1

Ontvangsten afkomstig van verzekeringsuitkeringen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

49 343,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

HOOFDSTUK 5 9 —   OVERIGE ONTVANGSTEN DIE VOORTVLOEIEN UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING

5 9 0

Overige ontvangsten die voortvloeien uit de administratieve werking

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

0,—

TITEL 9

DIVERSE ONTVANGSTEN

 

Artikel

Post

Rubriek

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

% 2014-2016

 

HOOFDSTUK 9 0

p.m.

p.m.

0,—

 
 

HOOFDSTUK 9 0 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0,—

 
 

Titel 9 — Totaal

p.m.

p.m.

0,—

 
 

TOTAAL-GENERAAL

10 826 368

10 764 208

14 977 824,—

138,35

HOOFDSTUK 9 0 —

DIVERSE ONTVANGSTEN

HOOFDSTUK 9 0 —   DIVERSE ONTVANGSTEN

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

0,—

UITGAVEN

Algemene samenvatting van de kredieten (2016 en 2015) en van de uitvoering (2014)

 

Titel

Hoofdstuk

Rubriek

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

1

AAN DE INSTELLING VERBONDEN PERSONEN

1 0

LEDEN VAN DE INSTELLING EN AFGEVAARDIGDEN

20 193 937

20 083 937

18 872 024,—

Reserves (10 0)

 

55 000

 
 

20 193 937

20 138 937

18 872 024,—

1 2

AMBTENAREN EN TIJDELIJKE FUNCTIONARISSEN

64 788 534

63 504 043

63 336 765,—

Reserves (10 0)

 

285 000

 
 

64 788 534

63 789 043

63 336 765,—

1 4

ANDER PERSONEEL EN PRESTATIES VAN DERDEN

5 398 839

5 242 926

3 601 246,—

Reserves (10 0)

 

93 750

 
 

5 398 839

5 336 676

3 601 246,—

1 6

OVERIGE UITGAVEN IN VERBAND MET AAN DE INSTELLING VERBONDEN PERSONEN

1 959 500

1 834 500

1 713 793,—

 

Titel 1 — Totaal

92 340 810

90 665 406

87 523 828,—

Reserves (10 0)

 

433 750

 
 

92 340 810

91 099 156

87 523 828,—

2

GEBOUWEN, MEUBILAIR, MATERIEEL EN DIVERSE HUISHOUDELIJKE UITGAVEN

2 0

GEBOUWEN EN DAARMEE SAMENHANGENDE KOSTEN

19 732 342

19 721 293

19 041 004,—

2 1

INFORMATICA, MATERIEEL EN MEUBILAIR: AANKOOP, HUUR EN ONDERHOUD

6 101 288

6 042 023

6 133 798,—

2 3

LOPENDE HUISHOUDELIJKE UITGAVEN

517 277

551 890

487 945,—

2 5

OPERATIONELE ACTIVITEITEN

9 389 753

9 487 524

7 945 094,—

2 6

COMMUNICATIE, PUBLICATIES EN AANSCHAF VAN DOCUMENTATIE

2 090 005

2 154 084

1 815 496,—

 

Titel 2 — Totaal

37 830 665

37 956 814

35 423 337,—

10

OVERIGE UITGAVEN

10 0

VOORZIENINGEN

p.m.

433 750

0,—

10 1

RESERVE VOOR ONVOORZIENE UITGAVEN

p.m.

p.m.

0,—

10 2

RESERVE VOOR DE OVERNAME VAN GEBOUWEN

p.m.

p.m.

0,—

 

Titel 10 — Totaal

p.m.

433 750

0,—

 

TOTAAL-GENERAAL

130 171 475

129 055 970

122 947 165,—

TITEL 1

AAN DE INSTELLING VERBONDEN PERSONEN

 

Artikel

Post

Rubriek

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

% 2014-2016

HOOFDSTUK 1 0

1 0 0

Bezoldigingen, vergoedingen en toelagen

1 0 0 0

Bezoldigingen, vergoedingen en toelagen

       

Niet-gesplitste kredieten

96 080

96 080

76 000,—

79,10

1 0 0 4

Reis- en verblijfkosten voor vergaderingen, aanwezigheid op vergaderingen en bijkomende kosten

       

Niet-gesplitste kredieten

19 561 194

19 451 194

18 202 361,—

93,05

Reserves (10 0)

 

55 000

   
 

19 561 194

19 506 194

18 202 361,—

 

1 0 0 8

Reis- en verblijfsvergoedingen, aanwezigheid op vergaderingen en daarmee samenhangende kosten van de afgevaardigden van de Adviescommissie industriële reconversie

       

Niet-gesplitste kredieten

472 382

472 382

539 382,—

114,18

 

Artikel 1 0 0 — Totaal

20 129 656

20 019 656

18 817 743,—

93,48

Reserves (10 0)

 

55 000

   
 

20 129 656

20 074 656

18 817 743,—

 

1 0 5

Bijscholing, talencursussen en overige opleidingen

       

Niet-gesplitste kredieten

64 281

64 281

54 281,—

84,44

 

HOOFDSTUK 1 0 — TOTAAL

20 193 937

20 083 937

18 872 024,—

93,45

Reserves (10 0)

 

55 000

   
 

20 193 937

20 138 937

18 872 024,—

 

HOOFDSTUK 1 2

1 2 0

Salaris en andere rechten

1 2 0 0

Salaris en vergoedingen

       

Niet-gesplitste kredieten

64 337 034

63 008 443

62 947 254,—

97,84

Reserves (10 0)

 

285 000

   
 

64 337 034

63 293 443

62 947 254,—

 

1 2 0 2

Betaalde overuren

       

Niet-gesplitste kredieten

31 500

31 443

18 765,—

59,57

1 2 0 4

Rechten bij indiensttreding, overplaatsing en beëindiging van de dienst

       

Niet-gesplitste kredieten

420 000

464 157

370 746,—

88,27

 

Artikel 1 2 0 — Totaal

64 788 534

63 504 043

63 336 765,—

97,76

Reserves (10 0)

 

285 000

   
 

64 788 534

63 789 043

63 336 765,—

 

1 2 2

Vergoedingen bij vervroegde beëindiging van de dienst

1 2 2 0

Vergoedingen bij ontheffing van het ambt en verlof om redenen van dienstbelang

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0,—

 

1 2 2 2

Vergoedingen bij definitieve beëindiging van de dienst en speciale pensioenregeling voor vast en tijdelijk personeel

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0,—

 
 

Artikel 1 2 2 — Totaal

p.m.

p.m.

0,—

 

1 2 9

Voorziening

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0,—

 
 

HOOFDSTUK 1 2 — TOTAAL

64 788 534

63 504 043

63 336 765,—

97,76

Reserves (10 0)

 

285 000

   
 

64 788 534

63 789 043

63 336 765,—

 

HOOFDSTUK 1 4

1 4 0

Andere personeelsleden en externen

1 4 0 0

Andere personeelsleden

       

Niet-gesplitste kredieten

2 124 292

2 086 065

2 027 864,—

95,46

1 4 0 4

Stages, subsidies en uitwisseling van ambtenaren

       

Niet-gesplitste kredieten

809 635

879 916

695 362,—

85,89

1 4 0 8

Rechten bij indiensttreding, overplaatsing en beëindiging van de dienst

       

Niet-gesplitste kredieten

67 251

66 784

43 359,—

64,47

 

Artikel 1 4 0 — Totaal

3 001 178

3 032 765

2 766 585,—

92,18

1 4 2

Prestaties van derden

1 4 2 0

Prestaties van derden voor de vertaaldienst

       

Niet-gesplitste kredieten

1 624 810

1 437 310

274 810,—

16,91

Reserves (10 0)

 

93 750

   
 

1 624 810

1 531 060

274 810,—

 

1 4 2 2

Diensten van deskundigen ten behoeve van de advieswerkzaamheden

       

Niet-gesplitste kredieten

742 851

742 851

542 851,—

73,08

1 4 2 4

Interinstitutionele samenwerking en dienstverlening door derden op het gebied van personeelsbeheer

       

Niet-gesplitste kredieten

30 000

30 000

17 000,—

56,67

 

Artikel 1 4 2 — Totaal

2 397 661

2 210 161

834 661,—

34,81

Reserves (10 0)

 

93 750

   
 

2 397 661

2 303 911

834 661,—

 

1 4 9

Voorziening

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0,—

 
 

HOOFDSTUK 1 4 — TOTAAL

5 398 839

5 242 926

3 601 246,—

66,70

Reserves (10 0)

 

93 750

   
 

5 398 839

5 336 676

3 601 246,—

 

HOOFDSTUK 1 6

1 6 1

Uitgaven in verband met personeelsbeheer

1 6 1 0

Uitgaven in verband met aanwerving

       

Niet-gesplitste kredieten

55 000

55 000

48 471,—

88,13

1 6 1 2

Bijscholing

       

Niet-gesplitste kredieten

586 000

506 000

487 205,—

83,14

 

Artikel 1 6 1 — Totaal

641 000

561 000

535 676,—

83,57

1 6 2

Dienstreizen

       

Niet-gesplitste kredieten

432 500

432 500

391 911,—

90,62

1 6 3

Activiteiten met betrekking tot alle aan de instelling verbonden personen

1 6 3 0

Sociale dienst

       

Niet-gesplitste kredieten

32 000

32 000

33 000,—

103,12

1 6 3 2

Sociale betrekkingen en andere maatregelen op sociaal gebied

       

Niet-gesplitste kredieten

169 000

169 000

157 206,—

93,02

1 6 3 4

Medische dienst

       

Niet-gesplitste kredieten

115 000

80 000

66 000,—

57,39

1 6 3 6

Restaurants en kantines

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0,—

 

1 6 3 8

Kinderdagverblijf en crèches waarmee een tariefovereenkomst is gesloten

       

Niet-gesplitste kredieten

570 000

560 000

530 000,—

92,98

 

Artikel 1 6 3 — Totaal

886 000

841 000

786 206,—

88,74

1 6 4

Bijdrage voor geaccrediteerde Europese scholen

1 6 4 0

Bijdrage voor geaccrediteerde Europese Scholen (type II)

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0,—

 
 

Artikel 1 6 4 — Totaal

p.m.

p.m.

0,—

 
 

HOOFDSTUK 1 6 — TOTAAL

1 959 500

1 834 500

1 713 793,—

87,46

 

Titel 1 — Totaal

92 340 810

90 665 406

87 523 828,—

94,78

Reserves (10 0)

 

433 750

   
 

92 340 810

91 099 156

87 523 828,—

 

HOOFDSTUK 1 0 —

LEDEN VAN DE INSTELLING EN AFGEVAARDIGDEN

 

HOOFDSTUK 1 2 —

AMBTENAREN EN TIJDELIJKE FUNCTIONARISSEN

 

HOOFDSTUK 1 4 —

ANDER PERSONEEL EN PRESTATIES VAN DERDEN

 

HOOFDSTUK 1 6 —

OVERIGE UITGAVEN IN VERBAND MET AAN DE INSTELLING VERBONDEN PERSONEN

HOOFDSTUK 1 0 —   LEDEN VAN DE INSTELLING EN AFGEVAARDIGDEN

1 0 0

Bezoldigingen, vergoedingen en toelagen

1 0 0 0

Bezoldigingen, vergoedingen en toelagen

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

96 080

96 080

76 000,—

Toelichting

Dit krediet is bedoeld ter dekking van de vergoedingen en toelagen voor de leden van het Europees Economisch en Sociaal Comité, inclusief bijzondere ambtsvergoedingen en overige vergoedingen, verzekeringspremies, inclusief ziektekosten-, ongevallen- en reisbijstandsverzekering, en specifieke maatregelen voor leden met een handicap.

1 0 0 4

Reis- en verblijfkosten voor vergaderingen, aanwezigheid op vergaderingen en bijkomende kosten

 
 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

1 0 0 4

19 561 194

19 451 194

18 202 361,—

Reserves (10 0)

 

55 000

 

Totaal

19 561 194

19 506 194

18 202 361,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de betalingen aan de leden en plaatsvervangers van het Europees Economisch en Sociaal Comité uit hoofde van de vigerende regeling inzake de vergoeding voor reiskosten en de betaling van presentiegelden en reisvergoedingen.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, onder a) tot en met h), van het Financieel Reglement wordt geraamd op 10 000 EUR.

1 0 0 8

Reis- en verblijfsvergoedingen, aanwezigheid op vergaderingen en daarmee samenhangende kosten van de afgevaardigden van de Adviescommissie industriële reconversie

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

472 382

472 382

539 382,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de betalingen aan de afgevaardigden van de Adviescommissie industriële reconversie (Consultative Commission on Industrial Change — CCMI) en hun plaatsvervangers uit hoofde van de vigerende regeling inzake de vergoeding voor reiskosten en de betaling van presentiegelden en reisvergoedingen.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, onder a) tot en met h), van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 000 EUR.

1 0 5

Bijscholing, talencursussen en overige opleidingen

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

64 281

64 281

54 281,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van een gedeelte van de inschrijvingskosten voor talencursussen of andere studiebijeenkomsten voor voortgezette beroepsopleiding voor de leden van het Europees Economisch en Sociaal Comité en de afgevaardigden van de Adviescommissie industriële reconversie (CCMI).

HOOFDSTUK 1 2 —   AMBTENAREN EN TIJDELIJKE FUNCTIONARISSEN

Toelichting

Op de onder dit hoofdstuk opgevoerde kredieten is een forfaitaire verlaging van 5 % toegepast.

1 2 0

Salaris en andere rechten

1 2 0 0

Salaris en vergoedingen

 
 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

1 2 0 0

64 337 034

63 008 443

62 947 254,—

Reserves (10 0)

 

285 000

 

Totaal

64 337 034

63 293 443

62 947 254,—

Toelichting

Dit krediet dient vooral ter dekking, voor de ambtenaren en tijdelijke functionarissen die een ambt bekleden op de lijst van het aantal ambten, van:

 

de salarissen, vergoedingen en aan de salarissen gekoppelde toelagen;

 

de ziekte-, ongevallen- en beroepsziektekostenverzekering en andere sociale lasten;

 

de bijdrage van de instelling aan de gemeenschappelijke regeling voor de ziektekostenverzekering;

 

de forfaitaire vergoedingen voor overuren;

 

de overige toelagen en vergoedingen, met inbegrip van de toelagen voor ouderschapsverlof of zorgverlof;

 

de betaling van de reiskosten van de ambtenaren en tijdelijke functionarissen, hun echtgenoten en de personen te hunnen laste van de standplaats naar de plaats van herkomst;

 

de aanpassingscoëfficiënten die van toepassing zijn op de bezoldigingen en op het gedeelte van de emolumenten dat naar een ander land dan dat van de standplaats wordt overgemaakt;

 

de werkloosheidsverzekering voor tijdelijke functionarissen, alsmede betalingen met het oog op de totstandkoming of de handhaving van pensioenrechten in het land van herkomst van tijdelijke functionarissen;

 

de ontslagvergoeding voor ambtenaren op proef in geval van duidelijke onbekwaamheid;

 

de vergoeding in geval van beëindiging door de instelling van het contract met een tijdelijk personeelslid.

 

de gevolgen van aanpassingen voor de bezoldiging tijdens het begrotingsjaar.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, onder a) tot en met h), van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 000 EUR.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

1 2 0 2

Betaalde overuren

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

31 500

31 443

18 765,—

Toelichting

Dit krediet dient voor het uitbetalen van overuren onder de voorwaarden vervat in de bovenstaande bepalingen.

Dit krediet dient ter dekking van de bezoldigingen tijdens het begrotingsjaar.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 56, alsmede bijlage VI.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

1 2 0 4

Rechten bij indiensttreding, overplaatsing en beëindiging van de dienst

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

420 000

464 157

370 746,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de reiskosten van ambtenaren en tijdelijke functionarissen (en van hun gezinsleden) bij indiensttreding, beëindiging van de dienst of overplaatsing met verandering van standplaats;

 

de inrichtings- en herinrichtingsvergoedingen en de verhuiskosten van ambtenaren en tijdelijke functionarissen die bij indiensttreding of bij tewerkstelling in een andere standplaats van woonplaats moeten veranderen, en voor ambtenaren die zich bij de definitieve beëindiging van de dienst in een andere plaats vestigen;

 

de dagvergoedingen die verschuldigd zijn aan ambtenaren en tijdelijke functionarissen die aantonen dat zij bij indiensttreding of bij tewerkstelling in een nieuwe standplaats genoodzaakt zijn van woonplaats te veranderen;

 

de gevolgen van aanpassingen voor de bezoldiging tijdens het begrotingsjaar.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, onder a) tot en met h), van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 000 EUR.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

1 2 2

Vergoedingen bij vervroegde beëindiging van de dienst

1 2 2 0

Vergoedingen bij ontheffing van het ambt en verlof om redenen van dienstbelang

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de vergoedingen voor de ambtenaren die ter beschikking zijn gesteld ingevolge een maatregel tot vermindering van het aantal ambten bij de instelling, voor ambtenaren die in het belang van de dienst op verlof worden geplaatst, en voor ambtenaren in leidinggevende functies waarvan het ambt om redenen van dienstbelang is opgeheven.

Het dient ook ter dekking van de werkgeversbijdrage voor de ziektekostenverzekering en de gevolgen van de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten op deze vergoedingen.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 41, artikel 42 quater, en artikel 50, alsmede bijlage IV.

1 2 2 2

Vergoedingen bij definitieve beëindiging van de dienst en speciale pensioenregeling voor vast en tijdelijk personeel

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de vergoedingen die als toepassing van de hierboven genoemde bepalingen moeten worden betaald;

 

de werkgeversbijdrage voor de ziektekostenverzekering van de begunstigden van deze vergoedingen;

 

de gevolgen van de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten die op de diverse vergoedingen van toepassing zijn.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name de artikelen 64 en 72.

1 2 9

Voorziening

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Dit krediet diende ter dekking van de gevolgen van eventuele aanpassingen van de bezoldigingen, waartoe de Raad tijdens het begrotingsjaar besluit en is opgenomen in de begrotingsposten 1 2 0 0, 1 2 0 2 en 1 2 0 4.

Het heeft louter het karakter van een voorziening en mag pas worden gebruikt nadat het naar andere begrotingsonderdelen is overgeschreven overeenkomstig de bepalingen van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 65, alsmede bijlage XI.

HOOFDSTUK 1 4 —   ANDER PERSONEEL EN PRESTATIES VAN DERDEN

1 4 0

Andere personeelsleden en externen

1 4 0 0

Andere personeelsleden

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

2 124 292

2 086 065

2 027 864,—

Toelichting

Dit krediet dient hoofdzakelijk ter dekking van:

 

de bezoldiging van de andere personeelsleden, waaronder hulpfunctionarissen, contractuele functionarissen, plaatselijke functionarissen en bijzondere adviseurs (in de zin van de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie), de werkgeversbijdrage voor de diverse socialezekerheidsregelingen en de gevolgen van de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten op de vergoedingen van deze personeelsleden of op de vergoeding bij beëindiging van het contract;

 

de honoraria van medisch en paramedisch personeel, betaald volgens de regeling inzake verleende diensten, alsmede, in bijzondere gevallen, de aanstelling van tijdelijke uitzendkrachten;

 

de bezoldiging of de honoraria van conferentie- en multimediapersoneel op de diensten waarvan bij een te hoge werkdruk of in bijzondere gevallen een beroep wordt gedaan;

 

de forfaitaire vergoedingen voor overuren;

 

de uitbetaling van overuren overeenkomstig artikel 56 en bijlage VI van het Statuut;

 

de overige toelagen en vergoedingen, met inbegrip van de toelagen voor ouderschapsverlof of zorgverlof;

 

de vergoeding in geval van beëindiging door de instelling van het contract met een personeelslid;

 

de gevolgen van aanpassingen voor de bezoldiging tijdens het begrotingsjaar.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, onder a) tot en met h), van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 000 EUR.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

1 4 0 4

Stages, subsidies en uitwisseling van ambtenaren

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

809 635

879 916

695 362,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de vergoedingen en reiskosten en kosten van dienstreizen voor stagiair(e)s, alsmede van een ongevallen- en ziekteverzekering tijdens de stage;

 

de uitgaven die voortvloeien uit het wederzijds ter beschikking stellen van personeel door het Europees Economisch en Sociaal Comité en de openbare sector in de lidstaten of in andere landen die specifiek in de regeling worden genoemd;

 

de beperkte bijdrage tot uitvoering van onderzoeksprojecten op het terrein van voor de Europese integratie van bijzonder belang zijnde werkzaamheden van het Europees Economisch en Sociaal Comité;

 

de kosten van programma's voor de vorming van de jeugd in een Europese geest;

 

de gevolgen van aanpassingen voor de bezoldiging tijdens het begrotingsjaar.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

1 4 0 8

Rechten bij indiensttreding, overplaatsing en beëindiging van de dienst

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

67 251

66 784

43 359,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de reiskosten van personeelsleden (en van hun gezinsleden) bij indiensttreding, beëindiging van de dienst of overplaatsing met verandering van standplaats;

 

de inrichtings- en herinrichtingsvergoedingen en de verhuiskosten voor personeelsleden die bij indiensttreding of bij tewerkstelling in een andere standplaats van woonplaats moeten veranderen, en voor ambtenaren die zich bij de definitieve beëindiging van de dienst in een andere plaats vestigen;

 

de dagvergoedingen die verschuldigd zijn aan personeelsleden die aantonen dat zij bij indiensttreding of bij tewerkstelling in een nieuwe standplaats genoodzaakt zijn van woonplaats te veranderen;

 

het verschil tussen de bijdragen van de andere personeelsleden aan een pensioenstelsel van een lidstaat en die welke zij aan het uniale stelsel moeten afdragen in geval van herkwalificatie van een contract;

 

de gevolgen van aanpassingen voor de bezoldiging tijdens het begrotingsjaar.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, onder a) tot en met h), van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 000 EUR.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

1 4 2

Prestaties van derden

1 4 2 0

Prestaties van derden voor de vertaaldienst

 
 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

1 4 2 0

1 624 810

1 437 310

274 810,—

Reserves (10 0)

 

93 750

 

Totaal

1 624 810

1 531 060

274 810,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor de werkzaamheden van onafhankelijke of ad interim werkzame vertalers, voor typewerk of voor ander door de vertaaldienst aan derden uitbesteed werk. Het Europees Economisch en Sociaal Comité maakt stelselmatig gebruik van freelance vertalers die voorkomen op de lijsten die naar aanleiding van interinstitutionele aanbestedingen zijn opgesteld.

De werkzaamheden die eventueel zullen worden gevraagd aan het Vertaalbureau voor de organen van de Europese Unie, komen ook ten laste van deze post evenals alle activiteiten in het kader van de interinstitutionele linguïstische samenwerking.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, onder a) tot en met h), van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 000 EUR.

1 4 2 2

Diensten van deskundigen ten behoeve van de advieswerkzaamheden

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

742 851

742 851

542 851,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de betalingen aan de deskundigen van het Europees Economisch en Sociaal Comité overeenkomstig de vigerende regeling inzake de vergoeding van reiskosten, de betaling van presentiegelden en reisvergoedingen.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, onder a) tot en met h), van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 000 EUR.

1 4 2 4

Interinstitutionele samenwerking en dienstverlening door derden op het gebied van personeelsbeheer

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

30 000

30 000

17 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van alle activiteiten die verband houden met interinstitutionele samenwerking op het gebied van personeelsbeheer.

Dit krediet dient tevens ter dekking van alle dienstverlening door derden op het gebied van personeelsbeheer.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, onder a) tot en met h), van het Financieel Reglement, wordt geraamd op 1 000 EUR.

1 4 9

Voorziening

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Dit krediet diende ter dekking van de gevolgen van eventuele aanpassingen van de bezoldigingen waartoe de Raad tijdens het begrotingsjaar besluit en is opgenomen in de begrotingsposten 1 2 0 0, 1 2 0 2 en 1 2 0 4.

Dit krediet heeft louter het karakter van een voorziening en mag pas worden gebruikt nadat het naar andere begrotingsonderdelen is overgeschreven overeenkomstig de bepalingen van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 65, alsmede bijlage XI.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

HOOFDSTUK 1 6 —   OVERIGE UITGAVEN IN VERBAND MET AAN DE INSTELLING VERBONDEN PERSONEN

1 6 1

Uitgaven in verband met personeelsbeheer

1 6 1 0

Uitgaven in verband met aanwerving

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

55 000

55 000

48 471,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de kosten voor het organiseren van de in artikel 3 van Besluit 2002/621/EG bedoelde vergelijkende onderzoeken, alsmede de reis- en verblijfkosten van de kandidaten voor aanwervingsgesprekken en medische onderzoeken in verband met aanwerving;

 

de kosten van de organisatie van procedures voor de aanwerving van tijdelijke functionarissen, contractuele functionarissen en plaatselijke functionarissen.

Indien voldoende gemotiveerd op grond van de operationele behoeften en na overleg met het Europees Bureau voor personeelsselectie kan dit krediet worden aangewend voor de organisatie van vergelijkende onderzoeken door de instelling zelf.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, onder a) tot en met h), van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 000 EUR.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name de artikelen 27 tot en met 31 en 33, alsmede bijlage III.

Besluit 2002/620/EG van het Europees Parlement, de Raad, de Commissie, het Hof van Justitie, de Rekenkamer, het Economisch en Sociaal Comité, het Comité van de Regio's en de Europese Ombudsman van 25 juli 2002 betreffende de oprichting van het Bureau voor personeelsselectie van de Europese Gemeenschappen (PB L 197 van 26.7.2002, blz. 53) en Besluit 2002/621/EG van de secretarissen-generaal van het Europees Parlement, van de Raad en van de Commissie, de griffier van het Hof van Justitie, de secretarissen-generaal van de Rekenkamer, van het Economisch en Sociaal Comité en van het Comité van de Regio's, en de vertegenwoordiger van de Europese Ombudsman van 25 juli 2002 betreffende de organisatie en de werking van het Bureau voor personeelsselectie van de Europese Gemeenschappen (PB L 197 van 26.7.2002, blz. 56).

1 6 1 2

Bijscholing

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

586 000

506 000

487 205,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de organisatie van opleidingen en bijscholingscursussen, alsook talencursussen voor personeelsleden op interinstitutionele basis. De kredieten mogen deels en in naar behoren gemotiveerde gevallen bestemd worden voor de organisatie van cursussen binnen de instelling;

 

de kosten voor de aankoop of het vervaardigen van leermiddelen, alsook voor specifieke studies van deskundigen met het oog op het ontwerpen en uitvoeren van opleidingsprogramma's;

 

de kosten van beroepsopleidingscursussen die bewustwording van vraagstukken met betrekking tot gehandicapten bevorderen en van opleidingsacties in het kader van de gelijke kansen en loopbaanadvies, in het bijzonder de vaststelling van een kennis- en vaardighedenprofiel;

 

de kosten van dienstreizen.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, onder a) tot en met h), van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 000 EUR.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 24 bis.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

1 6 2

Dienstreizen

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

432 500

432 500

391 911,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor vervoerskosten, de betaling van dagvergoedingen tijdens dienstreizen, alsmede voor bijkomende of uitzonderlijke kosten tijdens dienstreizen.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, onder a) tot en met h), van het Financieel Reglement wordt geraamd op 10 000 EUR.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 71, alsmede bijlage VII, artikelen 11, 12 en 13.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

1 6 3

Activiteiten met betrekking tot alle aan de instelling verbonden personen

1 6 3 0

Sociale dienst

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

32 000

32 000

33 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

in het kader van een interinstitutioneel gehandicaptenbeleid, als bijstand voor gehandicapten die behoren tot een van de volgende groepen:

 

ambtenaren en tijdelijke functionarissen in actieve dienst,

 

echtgenoten van ambtenaren en tijdelijke functionarissen in actieve dienst,

 

kinderen ten laste in de zin van het Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie;

 

voor de terugbetaling van de op grond van de handicap gemaakte, als noodzakelijk erkende, naar behoren aangetoonde niet-medische kosten die niet door de Gemeenschappelijke Regeling voor de ziektekostenverzekering worden vergoed, binnen de grenzen van de budgettaire mogelijkheden en na uitputting van de eventuele rechten die door het land van herkomst of woonplaats worden toegekend;

 

de kosten voor bijstand aan ambtenaren en andere personeelsleden die in zeer benarde omstandigheden verkeren;

 

de interventies van medische of sociale aard (zoals gezinshulp, opvang van zieke kinderen, psychologische ondersteuning of bemiddeling);

 

geringe uitgaven van de sociale dienst.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, onder a) tot en met h), van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 000 EUR.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 9, lid 3, derde alinea, en artikel 76.

1 6 3 2

Sociale betrekkingen en andere maatregelen op sociaal gebied

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

169 000

169 000

157 206,—

Toelichting

Dit krediet is bestemd ter stimulering en financiële ondersteuning van elk initiatief dat de sociale betrekkingen tussen het personeel van de instelling verbetert en het welzijn op het werk ontwikkelt.

Het dekt tevens een subsidie voor het Personeelscomité met het oog op het beheer en de controle van sociale organen zoals (sport)clubs, culturele en vrijetijdsactiviteiten enz.

Dit krediet is voorts bestemd voor de financiële ondersteuning van maatregelen van sociale aard die zijn vastgesteld door de instelling, in nauwe samenwerking met het Personeelscomité (artikel 1 sexies van het Statuut).

Het dient tevens ter dekking van het aandeel van het Europees Economisch en Sociaal Comité in de subsidie voor sociale, sportieve, pedagogische en culturele activiteiten van het Europees Interinstitutioneel Centrum te Overijse in België.

Het krediet dient ook ter dekking van de invoering van een mobiliteitsplan voor het personeel, bedoeld om het gebruik van het openbaar vervoer te stimuleren, dat van personenauto's te verminderen en om de CO2-voetafdruk terug te dringen.

1 6 3 4

Medische dienst

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

115 000

80 000

66 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de operationele kosten van de medische antennes, met inbegrip van de aanschaf van materieel en geneesmiddelen enz., de kosten van preventief medisch onderzoek, de huishoudelijke uitgaven van het invaliditeitscomité, alsmede van de diensten van externe specialisten die door de raadgevend geneesheren noodzakelijk worden geacht.

Tevens dient het ter dekking van de aanschaf van bepaalde werkmiddelen die vanuit medisch oogpunt noodzakelijk worden geacht.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, onder a) tot en met h), van het Financieel Reglement wordt geraamd op 500 EUR.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 59, alsmede bijlage II, artikel 8.

1 6 3 6

Restaurants en kantines

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de exploitatiekosten van het restaurant.

1 6 3 8

Kinderdagverblijf en crèches waarmee een tariefovereenkomst is gesloten

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

570 000

560 000

530 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van het aandeel van het Europees Economisch en Sociaal Comité in de uitgaven voor het kinderopvangcentrum van de Unie en andere kinderdagverblijven en naschoolse kinderopvangcentra.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, onder a) tot en met h), van het Financieel Reglement, afkomstig van ouderbijdragen, wordt geraamd op 10 000 EUR.

1 6 4

Bijdrage voor geaccrediteerde Europese scholen

1 6 4 0

Bijdrage voor geaccrediteerde Europese Scholen (type II)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de bijdrage van het EESC aan door de Raad van bestuur van de Europese scholen geaccrediteerde Europese scholen van type II of de vergoeding aan de Commissie van de bijdrage aan door de Raad van bestuur van de Europese scholen geaccrediteerde Europese scholen van type II, die betaald is door de Commissie uit naam van en namens het EESC, op basis van het met de Commissie ondertekende mandaat en de dienstenovereenkomst. Het dekt de kosten voor kinderen van ambtenaren van het EESC die zijn ingeschreven in een Europese school van type II.

TITEL 2

GEBOUWEN, MEUBILAIR, MATERIEEL EN DIVERSE HUISHOUDELIJKE UITGAVEN

 

Artikel

Post

Rubriek

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

% 2014-2016

HOOFDSTUK 2 0

2 0 0

Gebouwen

2 0 0 0

Huur

       

Niet-gesplitste kredieten

2 157 194

2 130 628

1 997 952,—

92,62

2 0 0 1

Erfpachtcanons en soortgelijke uitgaven

       

Niet-gesplitste kredieten

11 877 440

11 755 909

11 499 917,—

96,82

2 0 0 3

Aankoop van gebouwen

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0,—

 

2 0 0 5

Constructie van gebouwen

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0,—

 

2 0 0 7

Inrichting van dienstruimten

       

Niet-gesplitste kredieten

197 114

320 328

816 468,—

414,21

2 0 0 8

Overige uitgaven in verband met gebouwen

       

Niet-gesplitste kredieten

56 852

56 775

62 078,—

109,19

2 0 0 9

Voorziening met het oog op investeringen in onroerende goederen door de instelling

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0,—

 
 

Artikel 2 0 0 — Totaal

14 288 600

14 263 640

14 376 415,—

100,61

2 0 2

Overige uitgaven in verband met de gebouwen

2 0 2 2

Schoonmaak en onderhoud

       

Niet-gesplitste kredieten

2 535 931

2 532 507

2 174 187,—

85,74

2 0 2 4

Energieverbruik

       

Niet-gesplitste kredieten

792 631

792 675

460 160,—

58,05

2 0 2 6

Veiligheid en toezicht

       

Niet-gesplitste kredieten

2 035 451

2 052 711

1 998 457,—

98,18

2 0 2 8

Verzekeringen

       

Niet-gesplitste kredieten

79 729

79 760

31 785,—

39,87

 

Artikel 2 0 2 — Totaal

5 443 742

5 457 653

4 664 589,—

85,69

 

HOOFDSTUK 2 0 — TOTAAL

19 732 342

19 721 293

19 041 004,—

96,50

HOOFDSTUK 2 1

2 1 0

Uitrusting, exploitatiekosten en dienstverlening op het gebied van informatie- en communicatietechnologie

2 1 0 0

Aankoop van, werkzaamheden aan en onderhoud van hardware en software, en daarmee verband houdende werkzaamheden

       

Niet-gesplitste kredieten

1 547 711

1 514 025

1 603 137,—

103,58

2 1 0 2

Externe dienstverlening ten behoeve van het exploiteren, ontwikkelen en onderhouden van softwaresystemen

       

Niet-gesplitste kredieten

1 901 512

1 881 843

2 033 836,—

106,96

2 1 0 3

Telecommunicatie

       

Niet-gesplitste kredieten

1 368 304

1 376 959

1 324 454,—

96,80

 

Artikel 2 1 0 — Totaal

4 817 527

4 772 827

4 961 427,—

102,99

2 1 2

Meubilair

       

Niet-gesplitste kredieten

173 628

231 188

99 493,—

57,30

2 1 4

Technisch materieel en technische installaties

       

Niet-gesplitste kredieten

980 073

948 008

988 393,—

100,85

2 1 6

Voertuigen

       

Niet-gesplitste kredieten

130 060

90 000

84 485,—

64,96

 

HOOFDSTUK 2 1 — TOTAAL

6 101 288

6 042 023

6 133 798,—

100,53

HOOFDSTUK 2 3

2 3 0

Papier, kantoorbenodigdheden en diverse producten

       

Niet-gesplitste kredieten

184 859

213 444

162 916,—

88,13

2 3 1

Financiële lasten

       

Niet-gesplitste kredieten

6 000

6 000

4 500,—

75,00

2 3 2

Juridische kosten en schadevergoedingen

       

Niet-gesplitste kredieten

95 000

85 000

105 270,—

110,81

2 3 6

Porto- en vrachtkosten

       

Niet-gesplitste kredieten

102 000

125 000

81 862,—

80,26

2 3 8

Overige huishoudelijke uitgaven

       

Niet-gesplitste kredieten

129 418

122 446

133 397,—

103,07

 

HOOFDSTUK 2 3 — TOTAAL

517 277

551 890

487 945,—

94,33

HOOFDSTUK 2 5

2 5 4

Vergaderingen, conferenties, congressen, seminars en overige bijeenkomsten

2 5 4 0

Diverse kosten voor interne vergaderingen

       

Niet-gesplitste kredieten

227 430

227 430

256 892,—

112,95

2 5 4 2

Kosten van organisatie van en deelname aan evenementen

       

Niet-gesplitste kredieten

587 745

587 745

492 435,—

83,78

2 5 4 4

Kosten in verband met de organisatie van de werkzaamheden van de Adviescommissie industriële reconversie (CCMI)

       

Niet-gesplitste kredieten

75 000

74 000

30 767,—

41,02

2 5 4 6

Kosten inzake representatie

       

Niet-gesplitste kredieten

129 000

139 000

60 000,—

46,51

2 5 4 8

Conferentietolken

       

Niet-gesplitste kredieten

8 370 578

8 459 349

7 105 000,—

84,88

 

Artikel 2 5 4 — Totaal

9 389 753

9 487 524

7 945 094,—

84,61

 

HOOFDSTUK 2 5 — TOTAAL

9 389 753

9 487 524

7 945 094,—

84,61

HOOFDSTUK 2 6

2 6 0

Communicatie, voorlichting en publicaties

2 6 0 0

Communicatie

       

Niet-gesplitste kredieten

815 500

845 500

757 326,—

92,87

2 6 0 2

Publicaties en bevordering daarvan

       

Niet-gesplitste kredieten

468 000

470 000

476 294,—

101,77

2 6 0 4

Publicatieblad

       

Niet-gesplitste kredieten

395 000

430 000

306 439,—

77,58

 

Artikel 2 6 0 — Totaal

1 678 500

1 745 500

1 540 059,—

91,75

2 6 2

Aanschaf van voorlichtingsmateriaal, documentatie en archivering

2 6 2 0

Studies, onderzoek en hoorzittingen

       

Niet-gesplitste kredieten

155 000

155 000

87 862,—

56,69

2 6 2 2

Uitgaven voor documentatie en bibliotheek

       

Niet-gesplitste kredieten

165 700

165 700

145 337,—

87,71

2 6 2 4

Archivering en aanverwante werkzaamheden

       

Niet-gesplitste kredieten

90 805

87 884

42 238,—

46,52

 

Artikel 2 6 2 — Totaal

411 505

408 584

275 437,—

66,93

 

HOOFDSTUK 2 6 — TOTAAL

2 090 005

2 154 084

1 815 496,—

86,87

 

Titel 2 — Totaal

37 830 665

37 956 814

35 423 337,—

93,64

HOOFDSTUK 2 0 —

GEBOUWEN EN DAARMEE SAMENHANGENDE KOSTEN

 

HOOFDSTUK 2 1 —

INFORMATICA, MATERIEEL EN MEUBILAIR: AANKOOP, HUUR EN ONDERHOUD

 

HOOFDSTUK 2 3 —

LOPENDE HUISHOUDELIJKE UITGAVEN

 

HOOFDSTUK 2 5 —

OPERATIONELE ACTIVITEITEN

 

HOOFDSTUK 2 6 —

COMMUNICATIE, PUBLICATIES EN AANSCHAF VAN DOCUMENTATIE

HOOFDSTUK 2 0 —   GEBOUWEN EN DAARMEE SAMENHANGENDE KOSTEN

Toelichting

Wanneer het krediet dient ter dekking van uitgaven voor de aanschaf van of de sluiting van een contract tot levering van materieel of verrichten van diensten, overlegt het Europees Economisch en Sociaal Comité met de andere instellingen over de door elk van hen verkregen voorwaarden.

Rechtsgronden

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1), met name artikel 60.

2 0 0

Gebouwen

2 0 0 0

Huur

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

2 157 194

2 130 628

1 997 952,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de huurkosten voor de gebouwen, alsmede de huur van zalen voor vergaderingen die niet plaatshebben in de gebouwen die permanent worden bezet.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, onder a) tot en met h), van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 000 EUR.

2 0 0 1

Erfpachtcanons en soortgelijke uitgaven

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

11 877 440

11 755 909

11 499 917,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van erfpachtcanons en soortgelijke uitgaven van de instelling die uit hoofde van huurkoopovereenkomsten verschuldigd zijn.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, onder a) tot en met h), van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 000 EUR.

2 0 0 3

Aankoop van gebouwen

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de aankoop van onroerende goederen. De subsidies voor de grondstukken en het bouwrijp maken ervan worden behandeld overeenkomstig het Financieel Reglement.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, onder a) tot en met h), van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 000 EUR.

2 0 0 5

Constructie van gebouwen

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Op deze post kan eventueel een krediet worden opgenomen ter dekking van de kosten voor de constructie van gebouwen.

2 0 0 7

Inrichting van dienstruimten

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

197 114

320 328

816 468,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor inrichtingswerkzaamheden, met inbegrip van specifieke werkzaamheden zoals de aanleg van kabels, beveiligingswerkzaamheden, werkzaamheden voor het restaurant enz., evenals van de overige uitgaven in het kader van deze inrichtingswerkzaamheden, waaronder de kosten van architecten of ingenieurs enz.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, onder a) tot en met h), van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 000 EUR.

2 0 0 8

Overige uitgaven in verband met gebouwen

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

56 852

56 775

62 078,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de uitgaven voor gebouwen waarin door de overige artikelen van dit hoofdstuk niet speciaal is voorzien, met name de technische of architecturale bijstand bij studies en de voorbereiding en de follow-up van onderhoud of andere werken in de gebouwen;

 

de uitgaven voor aanpassingen van de gebouwen van het Europees Economisch en Sociaal Comité om deze toegankelijk te maken voor gehandicapte personeelsleden en bezoekers, zoals aangegeven in de reeds goedgekeurde audit inzake toegankelijkheid voor gehandicapten;

 

de belastingen ter vergoeding van de openbarenutsvoorzieningen.

2 0 0 9

Voorziening met het oog op investeringen in onroerende goederen door de instelling

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor eventuele investeringen in onroerend goed door de instelling.

Het heeft louter het karakter van een voorziening en mag pas worden gebruikt nadat het naar andere begrotingsonderdelen is overgeschreven overeenkomstig de bepalingen van het Financieel Reglement.

2 0 2

Overige uitgaven in verband met de gebouwen

2 0 2 2

Schoonmaak en onderhoud

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

2 535 931

2 532 507

2 174 187,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van de schoonmaak en het onderhoud van de kantoren, liften, verwarming, airconditioning en branddeuren, alsmede van de kosten van ongediertebestrijding, schilderwerk, reparaties en vormgeving van de gebouwen en terreinen, met inbegrip van de kosten van studies, analysen, vergunningen, naleving van de Eco-Management and Audit Scheme (EMAS)-norm enz.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, onder a) tot en met h), van het Financieel Reglement wordt geraamd op 5 000 EUR.

2 0 2 4

Energieverbruik

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

792 631

792 675

460 160,—

Toelichting

Dit krediet dient met name ter dekking van de kosten van het gebruik van water, gas, elektriciteit en verwarming.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, onder a) tot en met h), van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 000 EUR.

2 0 2 6

Veiligheid en toezicht

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

2 035 451

2 052 711

1 998 457,—

Toelichting

Dit krediet dient voornamelijk ter dekking van de personeelskosten van de beveiliging van en het toezicht op de gebouwen.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, onder a) tot en met h), van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 000 EUR.

2 0 2 8

Verzekeringen

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

79 729

79 760

31 785,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van verzekeringspremies.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, onder a) tot en met h), van het Financieel Reglement wordt geraamd op 10 000 EUR.

HOOFDSTUK 2 1 —   INFORMATICA, MATERIEEL EN MEUBILAIR: AANKOOP, HUUR EN ONDERHOUD

Toelichting

Wanneer het krediet dient ter dekking van uitgaven voor de aanschaf van of de sluiting van een contract tot levering van materieel of verrichten van diensten, overlegt het Europees Economisch en Sociaal Comité met de andere instellingen over de door elk van hen verkregen voorwaarden.

2 1 0

Uitrusting, exploitatiekosten en dienstverlening op het gebied van informatie- en communicatietechnologie

2 1 0 0

Aankoop van, werkzaamheden aan en onderhoud van hardware en software, en daarmee verband houdende werkzaamheden

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

1 547 711

1 514 025

1 603 137,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor de aankoop, de huur en het onderhoud van de hardware en software van de instelling en de daarmee verband houdende werkzaamheden.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, onder a) tot en met h), van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 000 EUR.

2 1 0 2

Externe dienstverlening ten behoeve van het exploiteren, ontwikkelen en onderhouden van softwaresystemen

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

1 901 512

1 881 843

2 033 836,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van dienstverlening door informatica-advies- en servicebureaus in verband met de exploitatie van het informaticacentrum en het netwerk, de ontwikkeling en het onderhoud van toepassingen, de ondersteuning van de gebruikers, met inbegrip van de leden, het uitvoeren van studies en het opstellen en invoeren van technische documentatie.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, onder a) tot en met h), van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 000 EUR.

2 1 0 3

Telecommunicatie

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

1 368 304

1 376 959

1 324 454,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van abonnementen en communicatie per kabel of via de ether (vaste en mobiele telefonie, televisie), alsook ter dekking van de uitgaven in verband met netwerken voor de transmissie van gegevens en diensten op het gebied van de telematica. Het dekt tevens de medefinanciering van de voor de leden en afgevaardigden ter beschikking gestelde hulpmiddelen voor het elektronisch ontvangen van de documenten van het Europees Economisch en Sociaal Comité.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, onder a) tot en met h), van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 000 EUR.

2 1 2

Meubilair

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

173 628

231 188

99 493,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de aankoop, de huur, het onderhoud en de reparatie van meubilair, met inbegrip van de aankoop van ergonomisch kantoormeubilair en de vervanging van verouderd meubilair en meubilair dat niet langer wordt gebruikt, alsmede van kantoormachines.

Voor kunstwerken dient dit krediet ter dekking van de uitgaven voor zowel de aanschaf van specifiek materiaal als de daarmee samenhangende lopende uitgaven, zoals die voor het inlijsten, restaureren en schoonmaken, voor verzekeringen en voor ad-hocvervoer.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, onder a) tot en met h), van het Financieel Reglement wordt geraamd op 5 000 EUR.

2 1 4

Technisch materieel en technische installaties

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

980 073

948 008

988 393,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de aankoop, de huur, het onderhoud en de reparatie van technisch materieel en technische installaties, met name:

 

divers vast en mobiel technisch materieel en technische installaties in verband met drukkerij, archief, veiligheid, kantines en gebouwen enz.;

 

materieel, met name voor printshop, archief, telefoondienst, kantines, inkoopcentrales, veiligheid, technische dienst voor conferenties, de audiovisuele sector enz.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, onder a) tot en met h), van het Financieel Reglement wordt geraamd op 35 000 EUR.

2 1 6

Voertuigen

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

130 060

90 000

84 485,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de aankoop, het onderhoud, het gebruik en de reparatie van voertuigen (wagenpark en fietsen) en van de huur van auto's, taxi's, bussen en vrachtwagens, met of zonder chauffeur, met inbegrip van de bijbehorende verzekeringen.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, onder a) tot en met h), van het Financieel Reglement wordt geraamd op 4 000 EUR.

HOOFDSTUK 2 3 —   LOPENDE HUISHOUDELIJKE UITGAVEN

2 3 0

Papier, kantoorbenodigdheden en diverse producten

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

184 859

213 444

162 916,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten voor de aankoop van papier, enveloppen en kantoorbenodigdheden, de producten voor druk- en reproductiewerk, alsook uitbesteding van drukwerk.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, onder a) tot en met h), van het Financieel Reglement wordt geraamd op 10 000 EUR.

2 3 1

Financiële lasten

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

6 000

6 000

4 500,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de bankkosten (commissies, agio's en diverse kosten) en de andere financiële kosten, met inbegrip van de bijkomende kosten voor de financiering van de gebouwen.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, onder a) tot en met h), van het Financieel Reglement wordt geraamd op 100 EUR.

2 3 2

Juridische kosten en schadevergoedingen

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

95 000

85 000

105 270,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

alle eventuele kosten indien het Europees Economisch en Sociaal Comité voor een rechtbank van de Unie of nationale rechtbank moet verschijnen of een zaak bij zo'n rechtbank aanhangig maakt, de kosten van juridische diensten, de aankoop van juridische hulpmiddelen en boekwerken en andere kosten van juridische, contentieuze of precontentieuze aard in verband met zaken waarbij de Juridische dienst is betrokken;

 

schadevergoedingen, intresten en eventuele daarmee verband houdende schulden zoals vermeld in artikel 11, lid 3, van het Financieel Reglement.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, onder a) tot en met h), van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 000 EUR.

2 3 6

Porto- en vrachtkosten

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

102 000

125 000

81 862,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven voor porto en voor verwerking en versturing door post- en private koeriersdiensten.

2 3 8

Overige huishoudelijke uitgaven

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

129 418

122 446

133 397,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

verzekeringen die niet expliciet onder andere posten worden genoemd;

 

de uitgaven voor aankoop en onderhoud van uniformen voor bodes, chauffeurs en verhuizers, de medische dienst en diverse technische diensten;

 

alle verhuiskosten, de opslagkosten en de door verhuisbedrijven of opslagdiensten op uitzendbasis in rekening gebrachte kosten;

 

diverse huishoudelijke uitgaven, zoals de aankoop van spoorboekjes en vluchtregelingen, de bekendmaking in kranten van de verkoop van gebruikte goederen enz.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, onder a) tot en met h), van het Financieel Reglement wordt geraamd op 500 EUR.

HOOFDSTUK 2 5 —   OPERATIONELE ACTIVITEITEN

2 5 4

Vergaderingen, conferenties, congressen, seminars en overige bijeenkomsten

2 5 4 0

Diverse kosten voor interne vergaderingen

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

227 430

227 430

256 892,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met het verstrekken van verfrissingen en, in sommige gevallen, snacks of werkmaaltijden tijdens interne vergaderingen.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, onder a) tot en met h), van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 000 EUR.

2 5 4 2

Kosten van organisatie van en deelname aan evenementen

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

587 745

587 745

492 435,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven, inclusief representatiekosten en de kosten van deelname van externe deelnemers, in verband met: a) door het Europees Economisch en Sociaal Comité georganiseerde evenementen, b) de totale bijdrage, indien het evenement mede met derde partijen wordt georganiseerd en c) uitgaven voor de (gedeeltelijke) uitbesteding van de organisatie van een evenement.

Dit krediet dient ook ter dekking van uitgaven ter gelegenheid van: a) bezoeken aan het Europees Economisch en Sociaal Comité van delegaties van sociale en beroepsorganisaties, b) de deelname van het Europees Economisch en Sociaal Comité aan de activiteiten van de Internationale vereniging van sociaaleconomische raden en aanverwante instellingen en c) de activiteiten van de vereniging van oud-leden van het Comité.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.

2 5 4 4

Kosten in verband met de organisatie van de werkzaamheden van de Adviescommissie industriële reconversie (CCMI)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

75 000

74 000

30 767,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de huishoudelijke uitgaven van de Adviescommissie industriële reconversie (CCMI), met uitzondering van de reiskosten en vergoedingen van de leden van het Europees Economisch en Sociaal Comité en de afgevaardigden van de Adviescommissie.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, onder a) tot en met h), van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 000 EUR.

2 5 4 6

Kosten inzake representatie

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

129 000

139 000

60 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met de verplichtingen van de instelling inzake representatie.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, onder a) tot en met h), van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 000 EUR.

2 5 4 8

Conferentietolken

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

8 370 578

8 459 349

7 105 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven voor werkzaamheden van tolken (terbeschikkingstelling door andere instellingen of freelance tolken) ten behoeve van de instelling, met inbegrip van hun honoraria, reiskosten en verblijfsvergoedingen.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, onder a) tot en met h), van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 000 EUR.

HOOFDSTUK 2 6 —   COMMUNICATIE, PUBLICATIES EN AANSCHAF VAN DOCUMENTATIE

2 6 0

Communicatie, voorlichting en publicaties

2 6 0 0

Communicatie

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

815 500

845 500

757 326,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van alle communicatie- en voorlichtingskosten van het Europees Economisch en Sociaal Comité, ongeacht of die betrekking hebben op doelstellingen en activiteiten van het Comité, voor het publiek of de sociale en beroepsorganisaties bestemde voorlichtingscampagnes, multimediavoorzieningen voor conferenties, congressen, colloquia, de organisatie van en multimediavoorzieningen voor belangrijke evenementen voor het publiek, op culturele initiatieven of alle overige evenementen van het Europees Economisch en Sociaal Comité van uiteenlopende aard, zoals de prijs van de georganiseerde civiele samenleving. Dit krediet dient tevens ter dekking van alle uitgaven voor materialen, dienstverlening, consumpties en benodigdheden in verband met deze evenementen.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, onder a) tot en met h), van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 000 EUR.

2 6 0 2

Publicaties en bevordering daarvan

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

468 000

470 000

476 294,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van publicaties via alle media, om de voorlichtingsactiviteiten van het Europees Economisch en Sociaal Comité te promoten.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, onder a) tot en met h), van het Financieel Reglement wordt geraamd op 50 000 EUR.

2 6 0 4

Publicatieblad

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

395 000

430 000

306 439,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de drukkosten van publicaties in het Publicatieblad van de Europese Unie, alsmede van de bijbehorende expeditiekosten en overige kosten.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, onder a) tot en met h), van het Financieel Reglement wordt geraamd op 125 000 EUR.

2 6 2

Aanschaf van voorlichtingsmateriaal, documentatie en archivering

2 6 2 0

Studies, onderzoek en hoorzittingen

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

155 000

155 000

87 862,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van raadpleging van personen met vakkundigheid op specifieke gebieden en van studies die worden uitbesteed aan deskundigen en onderzoeksinstellingen.

2 6 2 2

Uitgaven voor documentatie en bibliotheek

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

165 700

165 700

145 337,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de volgende uitgaven:

 

de uitbreiding en vernieuwing van de algemene naslagwerken en aanvulling van het bibliotheekfonds;

 

abonnementen op dagbladen, tijdschriften, nieuwsagentschappen en op hun publicaties en diensten online, met inbegrip van de kosten van auteursrechten voor de reproductie en verspreiding van deze abonnementen langs klassieke of elektronische weg en dienstverleningscontracten voor persoverzichten en krantenknipsels;

 

abonnementen of dienstverleningscontracten voor de levering van samenvattingen en inhoudsanalysen van tijdschriften of voor het invoeren in optische dragers van uit deze tijdschriften geselecteerde artikelen;

 

kosten in verband met het gebruik van externe databanken voor documenten en statistische gegevens, met uitzondering van computerapparatuur en telecommunicatiekosten;

 

kosten in verband met de verplichtingen die het Europees Economisch en Sociaal Comité is aangegaan in het kader van internationale en/of interinstitutionele samenwerking;

 

de aanschaf of huur van speciaal materiaal, inclusief elektrische, elektronische en computerapparatuur en/of systemen voor bibliotheek, documentatie en mediatheek, alsmede externe bijstand bij aanschaf, ontwikkeling, installatie, exploitatie en onderhoud van deze materialen en systemen;

 

de kosten van de levering van diensten met betrekking tot de activiteiten van de bibliotheek, met name in verband met de klanten (onderzoek, analyse), het systeem voor kwaliteitsbeheer enz.;

 

de kosten van materiaal en werkzaamheden in verband met het inbinden en conserveren van werken voor de bibliotheek, de documentatiedienst en de mediatheek;

 

de kosten, inclusief materieel, van interne publicaties (brochures, studies enz.) en communicatie (newsletters, video's, cd-roms enz.);

 

de aanschaf van woordenboeken, lexicons en andere werken voor de taalkundige diensten.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, onder a) tot en met h), van het Financieel Reglement wordt geraamd op 500 EUR.

2 6 2 4

Archivering en aanverwante werkzaamheden

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

90 805

87 884

42 238,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de kosten van het inbinden van het Publicatieblad van de Europese Unie en van verschillende brochures;

 

de kosten voor externe archiveringsdiensten, inclusief sorteren, classificatie en herclassificatie in de gegevensbanken, de kosten van diensten in verband met de archieven, de aankoop en exploitatie van archiefbestanden op vervangende informatiedragers (microfilm, schijven, cassettes enz.), alsmede aankoop, huur en onderhoud van speciaal materieel (elektrische, elektronische en computerapparatuur), en de kosten van publicaties op alle soorten dragers (brochures, cd-roms enz.).

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, onder a) tot en met h), van het Financieel Reglement wordt geraamd op 500 EUR.

TITEL 10

OVERIGE UITGAVEN

 

Artikel

Post

Rubriek

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

% 2014-2016

 

HOOFDSTUK 10 0

p.m.

433 750

0,—

 
 

HOOFDSTUK 10 0 — TOTAAL

p.m.

433 750

0,—

 
 

HOOFDSTUK 10 1

p.m.

p.m.

0,—

 
 

HOOFDSTUK 10 1 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0,—

 
 

HOOFDSTUK 10 2

p.m.

p.m.

0,—

 
 

HOOFDSTUK 10 2 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0,—

 
 

Titel 10 — Totaal

p.m.

433 750

0,—

 
 

TOTAAL-GENERAAL

130 171 475

129 055 970

122 947 165,—

94,45

HOOFDSTUK 10 0 —

VOORZIENINGEN

 

HOOFDSTUK 10 1 —

RESERVE VOOR ONVOORZIENE UITGAVEN

 

HOOFDSTUK 10 2 —

RESERVE VOOR DE OVERNAME VAN GEBOUWEN

HOOFDSTUK 10 0 —   VOORZIENINGEN

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

p.m.

433 750

0,—

HOOFDSTUK 10 1 —   RESERVE VOOR ONVOORZIENE UITGAVEN

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

p.m.

p.m.

0,—

HOOFDSTUK 10 2 —   RESERVE VOOR DE OVERNAME VAN GEBOUWEN

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

p.m.

p.m.

0,—

PERSONEEL

Afdeling VI — Europees Economisch en Sociaal Comité

 

Categorie en rang

Europees Economisch en Sociaal Comité

2016

2015

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Niet ingedeeld

 

1

 

1

AD 16

1

 

1

 

AD 15

5

 

5

 

AD 14

19

1

19

1

AD 13

37

3

37

3

AD 12

40

 

40

 

AD 11

26

 

30

 

AD 10

17

3

20

3

AD 9

28

7

23

7

AD 8

42

 

38

 

AD 7

42

2

49

2

AD 6

37

1

48

1

AD 5

21

2

32

2

Totaal

315

20

342

20

AST 11

4

 

4

 

AST 10

10

 

10

 

AST 9

11

1

12

1

AST 8

21

 

19

 

AST 7

41

1

42

1

AST 6

50

4

54

4

AST 5

50

5

47

5

AST 4

44

1

42

1

AST 3

52

3

61

3

AST 2

17

 

34

 

AST 1

0

 

6

 

Totaal

300

15

331

15

AST/SC 6

       

AST/SC 5

       

AST/SC 4

       

AST/SC 3

13

     

AST/SC 2

2

     

AST/SC 1

5

 

5

 

Totaal

20

     

Totaal

635

35

678

35

Totaal-generaal

670

713

AFDELING VII

COMITÉ VAN DE REGIO'S

ONTVANGSTEN

Bijdrage van de Europese Unie aan de financiering van de uitgaven van het Comité van de Regio’s voor het begrotingsjaar 2016

 

Rubriek

Bedrag

Uitgaven

90 248 203

Eigen inkomsten

–8 120 673

Te ontvangen bijdrage

82 127 530

EIGEN INKOMSTEN

TITEL 4

ONTVANGSTEN AFKOMSTIG VAN PERSONEN DIE VERBONDEN ZIJN AAN DE INSTELLINGEN EN ANDERE ORGANEN VAN DE UNIE

 

Artikel

Post

Rubriek

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

% 2014-2016

HOOFDSTUK 4 0

4 0 0

Opbrengst van de belasting op de salarissen, lonen en vergoedingen van de leden van de instelling, de ambtenaren, de andere personeelsleden en de gepensioneerden

3 636 656

3 345 273

3 509 067,—

96,49

4 0 3

Opbrengst van de tijdelijke bijdrage die van toepassing is op de bezoldigingen van de leden van de instelling, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

p.m.

p.m.

–31,—

 

4 0 4

Opbrengst van de speciale heffing en de solidariteitsheffing die van toepassing zijn op de bezoldigingen van de leden van de instelling, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

706 771

596 477

681 974,—

96,49

 

HOOFDSTUK 4 0 — TOTAAL

4 343 427

3 941 750

4 191 010,—

96,49

HOOFDSTUK 4 1

4 1 0

Bijdragen van het personeel aan de pensioenregeling

3 772 117

3 755 729

3 639 775,—

96,49

4 1 1

Overdracht of inkoop van pensioenrechten door het personeel

p.m.

p.m.

55 441,—

 

4 1 2

Bijdragen van ambtenaren en tijdelijke functionarissen met verlof om redenen van persoonlijke aard aan de pensioenregeling

p.m.

p.m.

0,—

 
 

HOOFDSTUK 4 1 — TOTAAL

3 772 117

3 755 729

3 695 216,—

97,96

 

Titel 4 — Totaal

8 115 544

7 697 479

7 886 226,—

97,17

HOOFDSTUK 4 0 —

DIVERSE BELASTINGEN EN INHOUDINGEN

 

HOOFDSTUK 4 1 —

BIJDRAGEN AAN DE PENSIOENREGELING

HOOFDSTUK 4 0 —   DIVERSE BELASTINGEN EN INHOUDINGEN

4 0 0

Opbrengst van de belasting op de salarissen, lonen en vergoedingen van de leden van de instelling, de ambtenaren, de andere personeelsleden en de gepensioneerden

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

3 636 656

3 345 273

3 509 067,—

Rechtsgronden

Protocol betreffende de voorrechten en immuniteiten van de Europese Unie, met name artikel 12.

Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 260/68 van de Raad van 29 februari 1968 tot vaststelling van de voorwaarden en de wijze van heffing van belasting ten bate van de Europese Gemeenschappen (PB L 56 van 4.3.1968, blz. 8).

4 0 3

Opbrengst van de tijdelijke bijdrage die van toepassing is op de bezoldigingen van de leden van de instelling, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

–31,—

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 66 bis van de versie die van kracht was tot 15 december 2003.

4 0 4

Opbrengst van de speciale heffing en de solidariteitsheffing die van toepassing zijn op de bezoldigingen van de leden van de instelling, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

706 771

596 477

681 974,—

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 66 bis.

HOOFDSTUK 4 1 —   BIJDRAGEN AAN DE PENSIOENREGELING

4 1 0

Bijdragen van het personeel aan de pensioenregeling

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

3 772 117

3 755 729

3 639 775,—

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 83, lid 2.

4 1 1

Overdracht of inkoop van pensioenrechten door het personeel

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

55 441,—

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 11, lid 2, artikel 17 en artikel 48 van bijlage VIII.

4 1 2

Bijdragen van ambtenaren en tijdelijke functionarissen met verlof om redenen van persoonlijke aard aan de pensioenregeling

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

0,—

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 40, lid 3, en artikel 83, lid 2.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie, met name de artikelen 41 en 43.

TITEL 5

ONTVANGSTEN VOORTVLOEIEND UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING VAN DE INSTELLING

 

Artikel

Post

Rubriek

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

% 2014-2016

HOOFDSTUK 5 0

5 0 0

Opbrengst van de verkoop van roerende goederen

5 0 0 0

Verkoop van voertuigen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0,—

 

5 0 0 1

Verkoop van andere roerende goederen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0,—

 
 

Artikel 5 0 0 — Totaal

p.m.

p.m.

0,—

 

5 0 2

Opbrengst van de verkoop van publicaties, drukwerken en films — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0,—

 
 

HOOFDSTUK 5 0 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0,—

 

HOOFDSTUK 5 1

5 1 0

Opbrengst van de verhuur van meubilair en materieel — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0,—

 

5 1 1

Opbrengst van de verhuur en onderverhuur van onroerende goederen en de terugbetaling van huurlasten

5 1 1 0

Opbrengst van de verhuur en onderverhuur van onroerende goederen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0,—

 

5 1 1 1

Terugbetaling van huurlasten — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0,—

 
 

Artikel 5 1 1 — Totaal

p.m.

p.m.

0,—

 
 

HOOFDSTUK 5 1 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0,—

 

HOOFDSTUK 5 2

5 2 0

Opbrengst van uitgezette of uitgeleende middelen, bankrenten en andere rente geïnd op de rekeningen van de instelling

5 129

3 674

4 949,—

96,49

5 2 2

Renteopbrengsten uit voorfinanciering

p.m.

p.m.

0,—

 
 

HOOFDSTUK 5 2 — TOTAAL

5 129

3 674

4 949,—

96,49

HOOFDSTUK 5 5

5 5 0

Ontvangsten afkomstig van de levering van diensten en werkzaamheden ten behoeve van andere instellingen of organen, inclusief kosten van dienstreizen voor rekening van andere instellingen of organen en door deze instellingen of organen terugbetaald — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0,—

 

5 5 1

Ontvangsten afkomstig van op verzoek van derden verleende diensten en werkzaamheden — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0,—

 
 

HOOFDSTUK 5 5 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0,—

 

HOOFDSTUK 5 7

5 7 0

Ontvangsten voortvloeiend uit de terugbetaling van onverschuldigd betaalde bedragen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0,—

 

5 7 1

Ontvangsten die voor een bepaald doel zijn bestemd, zoals inkomsten van stichtingsvermogens, subsidies, giften en legaten, daaronder begrepen de aan de instelling vooraf toegewezen specifieke ontvangsten — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0,—

 

5 7 3

Overige bijdragen en terugbetalingen die voortvloeien uit de administratieve werking van de instelling — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0,—

 
 

HOOFDSTUK 5 7 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0,—

 

HOOFDSTUK 5 8

5 8 0

Ontvangsten uit huurvergoedingen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0,—

 

5 8 1

Ontvangsten afkomstig van verzekeringsuitkeringen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0,—

 
 

HOOFDSTUK 5 8 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0,—

 

HOOFDSTUK 5 9

5 9 0

Overige ontvangsten die voortvloeien uit de administratieve werking

p.m.

p.m.

140,—

 
 

HOOFDSTUK 5 9 — TOTAAL

p.m.

p.m.

140,—

 
 

Titel 5 — Totaal

5 129

3 674

5 089,—

99,22

HOOFDSTUK 5 0 —

OPBRENGST VERKOOP VAN ROERENDE EN ONROERENDE GOEDEREN

 

HOOFDSTUK 5 1 —

HUUROPBRENGST

 

HOOFDSTUK 5 2 —

ONTVANGSTEN UIT HOOFDE VAN UITGEZETTE OF UITGELEENDE MIDDELEN, BANKRENTEN EN ANDERE RENTE

 

HOOFDSTUK 5 5 —

ONTVANGSTEN AFKOMSTIG VAN DE LEVERING VAN DIENSTEN EN WERKZAAMHEDEN

 

HOOFDSTUK 5 7 —

OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN DIE VOORTVLOEIEN UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING VAN DE INSTELLING

 

HOOFDSTUK 5 8 —

DIVERSE VERGOEDINGEN

 

HOOFDSTUK 5 9 —

OVERIGE ONTVANGSTEN DIE VOORTVLOEIEN UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING VAN DE INSTELLING

HOOFDSTUK 5 0 —   OPBRENGST VERKOOP VAN ROERENDE EN ONROERENDE GOEDEREN

5 0 0

Opbrengst van de verkoop van roerende goederen

5 0 0 0

Verkoop van voertuigen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Deze post is bestemd voor de ontvangsten uit de verkoop of overname van aan het Comité van de Regio's toebehorende voertuigen.

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van aanvullende kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 0 0 1

Verkoop van andere roerende goederen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Deze post is bestemd voor de ontvangsten uit de verkoop of overname van aan het Comité van de Regio's toebehorende roerende goederen (andere dan voertuigen).

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van aanvullende kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 0 2

Opbrengst van de verkoop van publicaties, drukwerken en films — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van aanvullende kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

Dit artikel omvat tevens de ontvangsten uit de verkoop van deze producten via elektronische weg.

HOOFDSTUK 5 1 —   HUUROPBRENGST

5 1 0

Opbrengst van de verhuur van meubilair en materieel — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van aanvullende kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 1 1

Opbrengst van de verhuur en onderverhuur van onroerende goederen en de terugbetaling van huurlasten

5 1 1 0

Opbrengst van de verhuur en onderverhuur van onroerende goederen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van aanvullende kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 1 1 1

Terugbetaling van huurlasten — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van aanvullende kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

HOOFDSTUK 5 2 —   ONTVANGSTEN UIT HOOFDE VAN UITGEZETTE OF UITGELEENDE MIDDELEN, BANKRENTEN EN ANDERE RENTE

5 2 0

Opbrengst van uitgezette of uitgeleende middelen, bankrenten en andere rente geïnd op de rekeningen van de instelling

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

5 129

3 674

4 949,—

Toelichting

Dit artikel is bestemd voor de opbrengst van uitgezette of uitgeleende middelen, bankrenten en andere opbrengsten over de rekeningen van het Comité van de Regio's.

5 2 2

Renteopbrengsten uit voorfinanciering

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Dit artikel is bestemd voor de renteopbrengsten uit voorfinanciering.

HOOFDSTUK 5 5 —   ONTVANGSTEN AFKOMSTIG VAN DE LEVERING VAN DIENSTEN EN WERKZAAMHEDEN

5 5 0

Ontvangsten afkomstig van de levering van diensten en werkzaamheden ten behoeve van andere instellingen of organen, inclusief kosten van dienstreizen voor rekening van andere instellingen of organen en door deze instellingen of organen terugbetaald — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van aanvullende kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 5 1

Ontvangsten afkomstig van op verzoek van derden verleende diensten en werkzaamheden — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van aanvullende kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

HOOFDSTUK 5 7 —   OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN DIE VOORTVLOEIEN UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING VAN DE INSTELLING

5 7 0

Ontvangsten voortvloeiend uit de terugbetaling van onverschuldigd betaalde bedragen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van aanvullende kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 7 1

Ontvangsten die voor een bepaald doel zijn bestemd, zoals inkomsten van stichtingsvermogens, subsidies, giften en legaten, daaronder begrepen de aan de instelling vooraf toegewezen specifieke ontvangsten — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van aanvullende kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 7 3

Overige bijdragen en terugbetalingen die voortvloeien uit de administratieve werking van de instelling — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van aanvullende kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

HOOFDSTUK 5 8 —   DIVERSE VERGOEDINGEN

5 8 0

Ontvangsten uit huurvergoedingen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van aanvullende kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 8 1

Ontvangsten afkomstig van verzekeringsuitkeringen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van aanvullende kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

Dit artikel omvat tevens de terugbetaling door de verzekering van de bezoldiging van ambtenaren in geval van ongevallen.

HOOFDSTUK 5 9 —   OVERIGE ONTVANGSTEN DIE VOORTVLOEIEN UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING VAN DE INSTELLING

5 9 0

Overige ontvangsten die voortvloeien uit de administratieve werking

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

140,—

Toelichting

Dit artikel is bestemd voor de overige ontvangsten die voortvloeien uit de administratieve werking.

TITEL 9

DIVERSE ONTVANGSTEN

 

Artikel

Post

Rubriek

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

% 2014-2016

HOOFDSTUK 9 0

9 0 0

Diverse ontvangsten

p.m.

p.m.

0,—

 
 

HOOFDSTUK 9 0 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0,—

 
 

Titel 9 — Totaal

p.m.

p.m.

0,—

 
 

TOTAAL-GENERAAL

8 120 673

7 701 153

7 891 315,—

97,18

HOOFDSTUK 9 0 —

DIVERSE ONTVANGSTEN

HOOFDSTUK 9 0 —   DIVERSE ONTVANGSTEN

9 0 0

Diverse ontvangsten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Dit artikel is bestemd voor diverse ontvangsten.

UITGAVEN

Algemene samenvatting van de kredieten (2016 en 2015) en van de uitvoering (2014)

 

Titel

Hoofdstuk

Rubriek

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

1

AAN DE INSTELLING VERBONDEN PERSONEN

1 0

LEDEN VAN DE INSTELLING

9 172 955

8 960 603

8 413 084,—

Reserves (10 0)

 

110 002

 
 

9 172 955

9 070 605

8 413 084,—

1 2

AMBTENAREN EN TIJDELIJKE FUNCTIONARISSEN

47 591 026

46 688 057

46 312 290,—

Reserves (10 0)

 

570 000

 
 

47 591 026

47 258 057

46 312 290,—

1 4

ANDER PERSONEEL EN PRESTATIES VAN DERDEN

8 980 251

8 533 733

7 577 816,—

Reserves (10 0)

 

200 002

 
 

8 980 251

8 733 735

7 577 816,—

1 6

OVERIGE UITGAVEN IN VERBAND MET AAN DE INSTELLING VERBONDEN PERSONEN

1 732 786

1 511 070

1 573 312,—

 

Titel 1 — Totaal

67 477 018

65 693 463

63 876 502,—

Reserves (10 0)

 

880 004

 
 

67 477 018

66 573 467

63 876 502,—

2

GEBOUWEN, MEUBILAIR, MATERIEEL EN DIVERSE HUISHOUDELIJKE UITGAVEN

2 0

GEBOUWEN EN DAARMEE SAMENHANGENDE KOSTEN

14 845 399

14 543 501

14 801 521,—

2 1

INFORMATICA, MATERIEEL EN MEUBILAIR: AANKOOP, HUUR EN ONDERHOUD

4 067 604

3 868 081

3 945 932,—

2 3

HUISHOUDELIJKE UITGAVEN

341 115

354 114

295 928,—

2 5

VERGADERINGEN EN CONFERENTIES

758 195

749 750

671 809,—

2 6

EXPERTISE EN VOORLICHTING: AANSCHAF, ARCHIVERING, PRODUCTIE EN VERSPREIDING

2 758 872

2 778 286

2 746 854,—

 

Titel 2 — Totaal

22 771 185

22 293 732

22 462 044,—

10

OVERIGE UITGAVEN

10 0

VOORZIENINGEN

p.m.

880 004

0,—

10 1

RESERVE VOOR ONVOORZIENE UITGAVEN

p.m.

p.m.

0,—

10 2

RESERVE VOOR DE OVERNAME VAN GEBOUWEN

p.m.

p.m.

0,—

 

Titel 10 — Totaal

p.m.

880 004

0,—

 

TOTAAL-GENERAAL

90 248 203

88 867 199

86 338 546,—

TITEL 1

AAN DE INSTELLING VERBONDEN PERSONEN

 

Artikel

Post

Rubriek

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

% 2014-2016

HOOFDSTUK 1 0

1 0 0

Bezoldigingen, vergoedingen en toelagen

1 0 0 0

Bezoldigingen, vergoedingen en toelagen

       

Niet-gesplitste kredieten

80 000

80 000

80 000,—

100,00

1 0 0 4

Reis- en verblijfkosten, aanwezigheid op vergaderingen en bijbehorende kosten

       

Niet-gesplitste kredieten

9 077 955

8 865 603

8 313 084,—

91,57

Reserves (10 0)

 

110 002

   
 

9 077 955

8 975 605

8 313 084,—

 
 

Artikel 1 0 0 — Totaal

9 157 955

8 945 603

8 393 084,—

91,65

Reserves (10 0)

 

110 002

   
 

9 157 955

9 055 605

8 393 084,—

 

1 0 5

Cursussen voor de leden van de instelling

       

Niet-gesplitste kredieten

15 000

15 000

20 000,—

133,33

 

HOOFDSTUK 1 0 — TOTAAL

9 172 955

8 960 603

8 413 084,—

91,72

Reserves (10 0)

 

110 002

   
 

9 172 955

9 070 605

8 413 084,—

 

HOOFDSTUK 1 2

1 2 0

Salaris en andere rechten

1 2 0 0

Salaris en vergoedingen

       

Niet-gesplitste kredieten

47 206 026

45 874 465

45 956 396,—

97,35

Reserves (10 0)

 

570 000

   
 

47 206 026

46 444 465

45 956 396,—

 

1 2 0 2

Betaalde overuren

       

Niet-gesplitste kredieten

60 000

60 000

40 693,—

67,82

1 2 0 4

Rechten bij indiensttreding, overplaatsing en beëindiging van de dienst

       

Niet-gesplitste kredieten

325 000

350 000

315 201,—

96,98

 

Artikel 1 2 0 — Totaal

47 591 026

46 284 465

46 312 290,—

97,31

Reserves (10 0)

 

570 000

   
 

47 591 026

46 854 465

46 312 290,—

 

1 2 2

Vergoedingen bij vervroegde beëindiging van de dienst

1 2 2 0

Vergoedingen bij ontheffing van het ambt in het belang van de dienst

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0,—

 

1 2 2 2

Vergoedingen bij definitieve beëindiging van de dienst en speciale pensioenregeling

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0,—

 
 

Artikel 1 2 2 — Totaal

p.m.

p.m.

0,—

 

1 2 9

Voorziening

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

403 592

0,—

 
 

HOOFDSTUK 1 2 — TOTAAL

47 591 026

46 688 057

46 312 290,—

97,31

Reserves (10 0)

 

570 000

   
 

47 591 026

47 258 057

46 312 290,—

 

HOOFDSTUK 1 4

1 4 0

Andere personeelsleden en extern personeel

1 4 0 0

Andere personeelsleden

       

Niet-gesplitste kredieten

2 285 954

2 100 317

1 748 577,—

76,49

1 4 0 2

Vertolkingsdiensten

       

Niet-gesplitste kredieten

4 271 694

4 430 760

4 490 700,—

105,13

1 4 0 4

Stages, subsidies en uitwisseling van ambtenaren

       

Niet-gesplitste kredieten

817 858

760 460

631 820,—

77,25

1 4 0 8

Rechten bij indiensttreding, overplaatsing en beëindiging van de dienst en overige uitgaven in verband met dienstverlening aan het personeel tijdens de loopbaan

       

Niet-gesplitste kredieten

70 000

45 000

65 000,—

92,86

 

Artikel 1 4 0 — Totaal

7 445 506

7 336 537

6 936 097,—

93,16

1 4 2

Prestaties van derden

1 4 2 0

Aanvullende diensten voor de vertaaldienst

       

Niet-gesplitste kredieten

1 097 200

747 196

191 719,—

17,47

Reserves (10 0)

 

200 002

   
 

1 097 200

947 198

191 719,—

 

1 4 2 2

Diensten van deskundigen in verband met advieswerkzaamheden

       

Niet-gesplitste kredieten

437 545

450 000

450 000,—

102,85

 

Artikel 1 4 2 — Totaal

1 534 745

1 197 196

641 719,—

41,81

Reserves (10 0)

 

200 002

   
 

1 534 745

1 397 198

641 719,—

 

1 4 9

Voorziening

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0,—

 
 

HOOFDSTUK 1 4 — TOTAAL

8 980 251

8 533 733

7 577 816,—

84,38

Reserves (10 0)

 

200 002

   
 

8 980 251

8 733 735

7 577 816,—

 

HOOFDSTUK 1 6

1 6 1

Uitgaven in verband met personeelsbeheer

1 6 1 0

Diverse uitgaven in verband met aanwerving

       

Niet-gesplitste kredieten

45 000

45 000

43 600,—

96,89

1 6 1 2

Voortgezette beroepsopleiding, bijscholing en informatie voor personeel

       

Niet-gesplitste kredieten

435 136

425 070

425 062,—

97,68

 

Artikel 1 6 1 — Totaal

480 136

470 070

468 662,—

97,61

1 6 2

Dienstreizen

       

Niet-gesplitste kredieten

382 500

382 500

432 500,—

113,07

1 6 3

Activiteiten met betrekking tot alle aan de instelling verbonden personen

1 6 3 0

Sociale dienst

       

Niet-gesplitste kredieten

20 000

20 000

12 500,—

62,50

1 6 3 2

Intern sociaal beleid

       

Niet-gesplitste kredieten

29 000

28 500

25 700,—

88,62

1 6 3 3

Mobiliteit/Vervoer

       

Niet-gesplitste kredieten

50 000

50 000

60 000,—

120,00

1 6 3 4

Medische dienst

       

Niet-gesplitste kredieten

111 150

110 000

45 900,—

41,30

1 6 3 6

Restaurants en kantines

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0,—

 

1 6 3 8

Kinderdagverblijf en crèches waarmee een tariefovereenkomst is gesloten

       

Niet-gesplitste kredieten

660 000

450 000

528 050,—

80,01

 

Artikel 1 6 3 — Totaal

870 150

658 500

672 150,—

77,25

1 6 4

Bijdrage voor geaccrediteerde Europese scholen

1 6 4 0

Bijdrage voor geaccrediteerde Europese scholen (type II)

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0,—

 
 

Artikel 1 6 4 — Totaal

p.m.

p.m.

0,—

 
 

HOOFDSTUK 1 6 — TOTAAL

1 732 786

1 511 070

1 573 312,—

90,80

 

Titel 1 — Totaal

67 477 018

65 693 463

63 876 502,—

94,66

Reserves (10 0)

 

880 004

   
 

67 477 018

66 573 467

63 876 502,—

 

HOOFDSTUK 1 0 —

LEDEN VAN DE INSTELLING

 

HOOFDSTUK 1 2 —

AMBTENAREN EN TIJDELIJKE FUNCTIONARISSEN

 

HOOFDSTUK 1 4 —

ANDER PERSONEEL EN PRESTATIES VAN DERDEN

 

HOOFDSTUK 1 6 —

OVERIGE UITGAVEN IN VERBAND MET AAN DE INSTELLING VERBONDEN PERSONEN

HOOFDSTUK 1 0 —   LEDEN VAN DE INSTELLING

1 0 0

Bezoldigingen, vergoedingen en toelagen

1 0 0 0

Bezoldigingen, vergoedingen en toelagen

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

80 000

80 000

80 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kantooruitgaven van leden in verband met de uitoefening van plichten en verantwoordelijkheden binnen het Comité van de Regio's of leden die als rapporteur zijn opgetreden. Het tweede deel van dit krediet is bedoeld ter dekking van de ziektekosten- en de ongevallenverzekering en de specifieke bijdragen ten behoeve van gehandicapte leden.

1 0 0 4

Reis- en verblijfkosten, aanwezigheid op vergaderingen en bijbehorende kosten

 
 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

1 0 0 4

9 077 955

8 865 603

8 313 084,—

Reserves (10 0)

 

110 002

 

Totaal

9 077 955

8 975 605

8 313 084,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de betalingen aan de leden en plaatsvervangers van het Comité van de Regio's uit hoofde van de vigerende regeling inzake de vergoeding voor reiskosten, de betaling van presentiegelden en reisvergoedingen. Dit krediet kan ook dienen ter dekking van reiskosten, de betaling van presentiegelden en reisvergoedingen voor waarnemers of hun plaatsvervangers die deelnemen aan het werk van het Comité van de Regio's.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 000 EUR.

1 0 5

Cursussen voor de leden van de instelling

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

15 000

15 000

20 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van een gedeelte van de inschrijvingskosten voor talencursussen of andere studiebijeenkomsten voor voortgezette beroepsopleiding voor de leden en plaatsvervangers van het Comité van de Regio's alsook van de aankoop van materiaal voor talencursussen voor zelfstudie, overeenkomstig Regeling nr. 003/2005 van het Comité van de Regio's.

HOOFDSTUK 1 2 —   AMBTENAREN EN TIJDELIJKE FUNCTIONARISSEN

Toelichting

Op de kredieten van dit hoofdstuk is een forfaitaire verlaging van 6,0 % toegepast.

1 2 0

Salaris en andere rechten

1 2 0 0

Salaris en vergoedingen

 
 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

1 2 0 0

47 206 026

45 874 465

45 956 396,—

Reserves (10 0)

 

570 000

 

Totaal

47 206 026

46 444 465

45 956 396,—

Toelichting

Dit krediet dient vooral ter dekking, voor de ambtenaren en tijdelijke functionarissen die een ambt bekleden op de lijst van het aantal ambten, van:

 

de salarissen, gezinstoelagen, ontheemdings- en buitenlandtoelagen en aan de salarissen gekoppelde toelagen;

 

de bijdrage van de instelling aan de gemeenschappelijke regeling voor de ziektekostenverzekering (de ziekte-, ongevallen- en beroepsziektekostenverzekering);

 

de forfaitaire vergoedingen voor overuren;

 

de overige diverse toelagen en vergoedingen;

 

de betaling van de reiskosten van de ambtenaren en tijdelijke functionarissen, hun echtgenoten en de personen te hunnen laste van de standplaats naar de plaats van herkomst;

 

de aanpassingscoëfficiënten die van toepassing zijn op de bezoldigingen en op het gedeelte van de emolumenten dat naar een ander land dan dat van de standplaats wordt overgemaakt;

 

de werkloosheidsverzekering voor tijdelijke functionarissen, alsmede betalingen met het oog op de totstandkoming of de handhaving van pensioenrechten in het land van herkomst van tijdelijke functionarissen;

 

de ontslagvergoeding voor ambtenaren op proef in geval van duidelijke onbekwaamheid;

 

de vergoeding in geval van beëindiging door de instelling van het contract met een tijdelijk personeelslid.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 3 000 EUR.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

1 2 0 2

Betaalde overuren

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

60 000

60 000

40 693,—

Toelichting

Dit krediet dient voor het uitbetalen van overuren onder de voorwaarden vervat in de bovenstaande bepalingen.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 56, alsmede bijlage VI.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

1 2 0 4

Rechten bij indiensttreding, overplaatsing en beëindiging van de dienst

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

325 000

350 000

315 201,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de reiskosten van ambtenaren en tijdelijke functionarissen (en van hun gezinsleden) bij indiensttreding, beëindiging van de dienst of overplaatsing met verandering van standplaats;

 

de inrichtings- en herinrichtingsvergoedingen en de verhuiskosten voor ambtenaren en tijdelijke functionarissen die bij indiensttreding of bij tewerkstelling in een andere standplaats van woonplaats moeten veranderen, en voor ambtenaren die zich bij de definitieve beëindiging van de dienst in een andere plaats vestigen;

 

de dagvergoedingen die verschuldigd zijn aan ambtenaren en tijdelijke functionarissen die aantonen dat zij bij indiensttreding of bij tewerkstelling in een nieuwe standplaats genoodzaakt zijn van woonplaats te veranderen.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

1 2 2

Vergoedingen bij vervroegde beëindiging van de dienst

1 2 2 0

Vergoedingen bij ontheffing van het ambt in het belang van de dienst

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de toelagen ten behoeve van de ambtenaren:

 

die ter beschikking zijn gesteld ingevolge een maatregel tot vermindering van het aantal ambten bij de instelling;

 

die een ambt bekleden in rang AD 16 of AD 15 en van dit ambt worden ontheven om redenen van dienstbelang.

Het dient ook ter dekking van de werkgeversbijdrage voor de ziektekostenverzekering en de gevolgen van de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten op deze vergoedingen.

1 2 2 2

Vergoedingen bij definitieve beëindiging van de dienst en speciale pensioenregeling

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de vergoedingen die als toepassing van het Statuut van de ambtenaren of Verordening (EGKS, EEG, Euratom) nr. 3518/85 moeten worden betaald;

 

de werkgeversbijdrage in de ziektekostenverzekering van ontvangers van de vergoedingen;

 

de gevolgen van de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten die op de diverse vergoedingen van toepassing zijn.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name de artikelen 64 en 72.

Verordening (EGKS, EEG, Euratom) nr. 3518/85 van de Raad van 12 december 1985 tot vaststelling van bijzondere maatregelen betreffende de beëindiging van de dienst van ambtenaren van de Europese Unie in verband met de toetreding van Spanje en Portugal (PB L 335 van 13.12.1985, blz. 56).

1 2 9

Voorziening

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

p.m.

403 592

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de gevolgen van eventuele aanpassingen van de bezoldigingen waartoe de Raad tijdens het begrotingsjaar besluit.

Het heeft louter het karakter van een voorziening en mag pas worden gebruikt nadat het naar andere begrotingsonderdelen is overgeschreven, overeenkomstig het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name de artikelen 65 en 65 bis, alsmede bijlage XI.

HOOFDSTUK 1 4 —   ANDER PERSONEEL EN PRESTATIES VAN DERDEN

1 4 0

Andere personeelsleden en extern personeel

1 4 0 0

Andere personeelsleden

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

2 285 954

2 100 317

1 748 577,—

Toelichting

Dit krediet dient hoofdzakelijk ter dekking van:

 

de bezoldiging, inclusief overuren, van de andere personeelsleden, met name contractuele functionarissen, tijdelijke functionarissen, bijzondere adviseurs (overeenkomstig de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie), de werkgeversbijdrage voor de diverse socialezekerheidsregelingen, de gezins- en ontheemdingstoelagen, de vergoeding van reiskosten van de plaats van tewerkstelling naar het land van herkomst en de gevolgen van de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten op de vergoedingen van deze personeelsleden en op de vergoedingen in geval van ontbinding van contracten;

 

de honoraria van medisch en paramedisch personeel betaald volgens de regeling inzake verleende diensten, alsmede, in bijzondere gevallen, de aanstelling van tijdelijke uitzendkrachten.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 13 000 EUR.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

1 4 0 2

Vertolkingsdiensten

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

4 271 694

4 430 760

4 490 700,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor werkzaamheden van tolken.

Op deze post worden de honoraria, sociale bijdragen, reiskosten en verblijfsvergoedingen voor ingehuurde tolken geboekt.

1 4 0 4

Stages, subsidies en uitwisseling van ambtenaren

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

817 858

760 460

631 820,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

vergoedingen, reiskosten voor stagiair(e)s en overige uitgaven die voortvloeien uit het stage- en opleidingsprogramma van de instelling, zoals een ongevallen- en ziekteverzekering tijdens de stage;

 

de uitgaven die voortvloeien uit het wederzijds ter beschikking stellen van personeel door het Comité van de Regio’s en de openbare sector in de lidstaten of in andere landen die specifiek in de regeling worden genoemd;

 

de beperkte bijdrage tot uitvoering van onderzoeksprojecten op het terrein van voor de Europese integratie van bijzonder belang zijnde werkzaamheden van het Comité van de Regio’s.

1 4 0 8

Rechten bij indiensttreding, overplaatsing en beëindiging van de dienst en overige uitgaven in verband met dienstverlening aan het personeel tijdens de loopbaan

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

70 000

45 000

65 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van kosten van diensten in verband met de vaststelling en uitbetaling van rechten van ambtenaren, tijdelijke en andere personeelsleden van het Comité van de Regio’s. Tot deze diensten behoren onder meer diensten verleend door het Bureau beheer en afwikkeling van de individuele rechten van de Europese Commissie; dit zal de interinstitutionele samenwerking ten goede komen en er zullen voordelen door schaalvergroting ontstaan, hetgeen besparingen zal opleveren. Deze diensten betreffen onder andere:

 

de overdracht van pensioenrechten van en naar het land van herkomst;

 

de berekening van de pensioenrechten;

 

de vaststelling en uitbetaling van inrichtingsvergoedingen bij beëindiging van de dienst;

 

beheer van dossiers inzake werkloosheidsvergoedingen en uitbetaling van deze vergoedingen aan degenen die hiervoor in aanmerking komen.

Het krediet is ook bedoeld ter dekking van uitgaven voor de verlening van andere, horizontale diensten in verband met personeelsbeheer aan ambtenaren, tijdelijke en andere personeelsleden van het Comité van de Regio's (en hun gezinsleden) gedurende hun loopbaan, zoals de toegang voor personeel van het Comité van de Regio's tot activiteiten georganiseerd door het onthaalbureau van de Europese Commissie en de behandeling van dossiers in verband met Protocol nr. 7 betreffende de voorrechten en immuniteiten van de Europese Unie. Om voortaan meer schaalvoordelen te realiseren, zal deze dienstverlening in de regel via ruimere interinstitutionele samenwerking plaatsvinden.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

1 4 2

Prestaties van derden

1 4 2 0

Aanvullende diensten voor de vertaaldienst

 
 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

1 4 2 0

1 097 200

747 196

191 719,—

Reserves (10 0)

 

200 002

 

Totaal

1 097 200

947 198

191 719,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor de werkzaamheden van externe contractanten voor vertaalwerk: freelance vertalingen in de 24 officiële EU-talen alsook in niet-EU-talen, uitgevoerd door contractanten volgens raamcontracten, met uitzondering van enkele niet-EU-talen waarvoor geen soortgelijke procedures bestaan.

De werkzaamheden die eventueel zullen worden gevraagd aan het Vertaalbureau te Luxemburg komen ook ten laste van deze post, evenals alle activiteiten in het kader van de interinstitutionele linguïstische samenwerking.

1 4 2 2

Diensten van deskundigen in verband met advieswerkzaamheden

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

437 545

450 000

450 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de betalingen aan deskundigen van rapporteurs en op specifieke terreinen gekwalificeerde personen die deelnemen aan activiteiten van het Comité van de Regio’s, overeenkomstig de regeling inzake vergoeding van deze uitgaven.

1 4 9

Voorziening

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de gevolgen van eventuele aanpassingen van de bezoldigingen, waartoe de Raad tijdens het begrotingsjaar besluit.

Dit krediet heeft louter het karakter van een voorziening en mag pas worden gebruikt nadat het naar andere begrotingsonderdelen is overgeschreven, overeenkomstig het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name de artikelen 65 en 65 bis, alsmede bijlage XI.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

HOOFDSTUK 1 6 —   OVERIGE UITGAVEN IN VERBAND MET AAN DE INSTELLING VERBONDEN PERSONEN

1 6 1

Uitgaven in verband met personeelsbeheer

1 6 1 0

Diverse uitgaven in verband met aanwerving

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

45 000

45 000

43 600,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van diverse uitgaven in verband met aanwerving, zoals:

 

uitgaven in verband met de organisatie van open en/of interne vergelijkende onderzoeken, de selectie- en/of aanwervingsprocedures voor alle categorieën personeelsleden (ambtenaren, tijdelijke functionarissen, arbeidscontractanten, speciale adviseurs, gedetacheerde nationale deskundigen), met inbegrip van reis- en verblijfskosten van kandidaten die voor mondelinge of schriftelijke proeven, medische onderzoeken enz. zijn opgeroepen;

 

uitgaven in verband met de verzekering van eerder vermelde kandidaten;

 

uitgaven in verband met de selectieprocedures voor leidinggevende functies, met inbegrip van evaluatiecentra;

 

publicatie van vacatures in daarvoor in aanmerking komende media;

 

enz.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name de artikelen 27 tot en met 31 en 33, alsmede bijlage III.

Besluit 2002/620/EG van het Europees Parlement, de Raad, de Commissie, het Hof van Justitie, de Rekenkamer, het Europees Economisch en Sociaal Comité, het Comité van de Regio's en de Europese Ombudsman van 25 juli 2002 betreffende de oprichting van het Bureau voor personeelsselectie van de Europese Gemeenschappen (PB L 197 van 26.7.2002, blz. 53) en Besluit 2002/621/EG van de secretarissen-generaal van het Europees Parlement, van de Raad en van de Commissie, de griffier van het Hof van Justitie, de secretarissen-generaal van de Rekenkamer, van het Europees Economisch en Sociaal Comité en van het Comité van de Regio's, en de vertegenwoordiger van de Europese Ombudsman van 25 juli 2002 betreffende de organisatie en de werking van het Bureau voor personeelsselectie van de Europese Gemeenschappen (PB L 197 van 26.7.2002, blz. 56).

1 6 1 2

Voortgezette beroepsopleiding, bijscholing en informatie voor personeel

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

435 136

425 070

425 062,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de kosten voor het organiseren van bij- en nascholingscursussen, met inbegrip van talencursussen, intern georganiseerd, op interinstitutionele basis of verzorgd door externe dienstverleners;

 

de kosten voor het organiseren van seminars voor het personeel of het management;

 

verwerving van externe expertise op het gebied van personeelsbeheer;

 

de ontwikkeling en inzet van persoonlijke, beroeps- of organisatorische ontwikkelingsinstrumenten voor ambtenaren, tijdelijke en andere personeelsleden van het Comité van de Regio's;

 

de kosten voor de aankoop of het vervaardigen van leermiddelen;

 

de kosten van beroepsopleidingscursussen die bewustwording van vraagstukken met betrekking tot gehandicapten bevorderen, en van opleidingsacties in het kader van de gelijke kansen en loopbaanadvies, in het bijzonder de vaststelling van een kennis- en vaardighedenprofiel.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 24 bis.

1 6 2

Dienstreizen

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

382 500

382 500

432 500,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor vervoerskosten, de betaling van dagvergoedingen en overige tijdens dienstreizen gemaakte kosten, vermeld in de gids van het Comité van de Regio's voor dienstreizen.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 2 000 EUR.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 71, alsook de artikelen 11 tot en met 13 van bijlage VII.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

1 6 3

Activiteiten met betrekking tot alle aan de instelling verbonden personen

1 6 3 0

Sociale dienst

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

20 000

20 000

12 500,—

Toelichting

Dit krediet dient:

 

in het kader van het interinstitutionele gehandicaptenbeleid, als bijstand voor gehandicapten die behoren tot een van de volgende groepen:

 

ambtenaren en tijdelijke of contractuele functionarissen in actieve dienst;

 

echtgenoten van ambtenaren en tijdelijke of contractuele functionarissen in actieve dienst;

 

ten laste komende kinderen in de zin van het Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie;

 

binnen de grenzen van de budgettaire mogelijkheden en na uitputting van de eventuele rechten die door het land van herkomst of woonplaats worden toegekend, de op grond van de handicap gemaakte, als noodzakelijk geachte, naar behoren aangetoonde niet-medische kosten die niet door het gemeenschappelijke stelsel van ziektekostenverzekering worden vergoed;

 

de kosten voor bijstand aan afzonderlijke ambtenaren en andere personeelsleden die in zeer benarde omstandigheden verkeren.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 76 (met inbegrip van de overeenkomstige bepalingen van de artikelen 30 en 98 van de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie).

1 6 3 2

Intern sociaal beleid

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

29 000

28 500

25 700,—

Toelichting

Dit krediet dient ter ontwikkeling van collectieve sociale acties voor het personeel (en hun gezinsleden) en ter aanmoediging en financiële ondersteuning van alle initiatieven ter bevordering van sociale contacten tussen personeelsleden van verschillende nationaliteiten (met inbegrip van personeelsleden van externe dienstverleners die regelmatig in de kantoren van het Comité werkzaam zijn), zoals subsidies voor personeelsverenigingen, sportclubs, culturele verenigingen van het personeel enz.

Het dekt tevens de verstrekking van een subsidie voor het Personeelscomité, kleinere uitgaven voor sociale acties voor het personeel en de bijdrage van het Comité van de Regio's voor de ondersteuning van de sociale, sport-, pedagogische en culturele activiteiten van het Europees Interinstitutioneel Centrum te Overijse.

Dit krediet is ook bedoeld ter financiering van acties ter ondersteuning van gelijke kansen binnen het Comité van de Regio's en voor het vergoeden van hulp aan personeelsleden die niet onder de andere artikelen van dit hoofdstuk valt.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 9, lid 3, artikel 10 ter, en artikel 24 ter.

1 6 3 3

Mobiliteit/Vervoer

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

50 000

50 000

60 000,—

Toelichting

Dit krediet is bedoeld ter dekking van de maatregelen van het mobiliteitsplan, zoals het stimuleren van het gebruik van het openbaar vervoer, dienstfietsen enz.

1 6 3 4

Medische dienst

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

111 150

110 000

45 900,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de operationele kosten van de zes medische antennes, met inbegrip van de aanschaf van materieel en geneesmiddelen enz., de kosten van preventief medisch onderzoek (met inbegrip van de kosten van uitbestede laboratoriumanalysen), de huishoudelijke uitgaven van het Invaliditeitscomité, alsmede van de diensten van externe specialisten die door de raadgevend geneesheren noodzakelijk worden geacht.

Het dekt tevens uitgaven voor de aanschaf van bepaalde instrumenten die om medische redenen noodzakelijk worden geacht, en andere uitgaven in verband met het preventieve gezondheidsbeleid van de instelling, met inbegrip van de kosten voor het organiseren van bewustwordingscampagnes over sociaal-medische onderwerpen van algemeen belang voor het personeel.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 59, alsmede bijlage II, artikel 8.

1 6 3 6

Restaurants en kantines

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de exploitatiekosten van de restaurants en kantines.

1 6 3 8

Kinderdagverblijf en crèches waarmee een tariefovereenkomst is gesloten

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

660 000

450 000

528 050,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van het aandeel van het Comité van de Regio's in de uitgaven voor het kinderopvangcentrum en andere kinderdagverblijven en -bewaarplaatsen, beheerd of goedgekeurd door de instellingen van de Unie en andere uitgaven in verband met voorzieningen voor kinderopvang.

1 6 4

Bijdrage voor geaccrediteerde Europese scholen

1 6 4 0

Bijdrage voor geaccrediteerde Europese scholen (type II)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de bijdrage van de instelling aan door de Raad van bestuur van de Europese scholen geaccrediteerde Europese scholen van type II of de vergoeding aan de Commissie van de bijdrage aan door de Raad van bestuur van de Europese scholen geaccrediteerde Europese scholen van type II, die betaald is door de Commissie uit naam van en namens de instelling, op basis van het met de Commissie ondertekende mandaat en de dienstenovereenkomst. Het dekt de kosten voor kinderen van ambtenaren van de instelling die zijn ingeschreven in een Europese school van type II.

TITEL 2

GEBOUWEN, MEUBILAIR, MATERIEEL EN DIVERSE HUISHOUDELIJKE UITGAVEN

 

Artikel

Post

Rubriek

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

% 2014-2016

HOOFDSTUK 2 0

2 0 0

Gebouwen en daarmee samenhangende kosten

2 0 0 0

Huur

       

Niet-gesplitste kredieten

1 601 113

1 581 779

1 509 537,—

94,28

2 0 0 1

Erfpachtcanons

       

Niet-gesplitste kredieten

8 778 978

8 672 838

8 856 626,—

100,88

2 0 0 3

Aankoop van onroerend goed

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0,—

 

2 0 0 5

Constructie van gebouwen

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0,—

 

2 0 0 7

Inrichting van dienstruimten

       

Niet-gesplitste kredieten

134 835

237 029

740 253,—

549,01

2 0 0 8

Overige uitgaven in verband met de gebouwen

       

Niet-gesplitste kredieten

42 021

42 011

94 805,—

225,61

2 0 0 9

Voorziening met het oog op investeringen in onroerende goederen door de instelling

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0,—

 
 

Artikel 2 0 0 — Totaal

10 556 947

10 533 657

11 201 221,—

106,10

2 0 2

Overige uitgaven in verband met de gebouwen

2 0 2 2

Schoonmaak en onderhoud

       

Niet-gesplitste kredieten

1 874 383

1 873 942

1 743 402,—

93,01

2 0 2 4

Energieverbruik

       

Niet-gesplitste kredieten

585 857

585 720

339 840,—

58,01

2 0 2 6

Veiligheid en toezicht van gebouwen

       

Niet-gesplitste kredieten

1 772 825

1 494 808

1 494 468,—

84,30

2 0 2 8

Verzekeringen

       

Niet-gesplitste kredieten

55 387

55 374

22 590,—

40,79

 

Artikel 2 0 2 — Totaal

4 288 452

4 009 844

3 600 300,—

83,95

 

HOOFDSTUK 2 0 — TOTAAL

14 845 399

14 543 501

14 801 521,—

99,70

HOOFDSTUK 2 1

2 1 0

Uitrusting, exploitatiekosten en dienstverlening op het gebied van informatica en telecommunicatie

2 1 0 0

Aankoop van, werkzaamheden aan en onderhoud van hardware en software en daarmee verband houdende werkzaamheden

       

Niet-gesplitste kredieten

1 170 853

1 158 650

1 203 343,—

102,77

2 1 0 2

Externe dienstverlening voor het exploiteren, ontwikkelen en onderhouden van softwaresystemen

       

Niet-gesplitste kredieten

1 820 557

1 595 209

1 658 015,—

91,07

2 1 0 3

Telecommunicatie

       

Niet-gesplitste kredieten

189 147

189 102

163 589,—

86,49

 

Artikel 2 1 0 — Totaal

3 180 557

2 942 961

3 024 947,—

95,11

2 1 2

Meubilair

       

Niet-gesplitste kredieten

116 847

159 315

73 778,—

63,14

2 1 4

Technisch materieel en technische installaties

       

Niet-gesplitste kredieten

692 089

693 821

767 207,—

110,85

2 1 6

Voertuigen

       

Niet-gesplitste kredieten

78 111

71 984

80 000,—

102,42

 

HOOFDSTUK 2 1 — TOTAAL

4 067 604

3 868 081

3 945 932,—

97,01

HOOFDSTUK 2 3

2 3 0

Papier, kantoorbenodigdheden en diverse producten

       

Niet-gesplitste kredieten

127 548

148 591

120 212,—

94,25

2 3 1

Financiële lasten

       

Niet-gesplitste kredieten

2 000

4 500

1 125,—

56,25

2 3 2

Juridische kosten en schadevergoedingen

       

Niet-gesplitste kredieten

30 000

30 000

30 000,—

100,00

2 3 6

Porto- en vrachtkosten

       

Niet-gesplitste kredieten

76 500

86 800

53 920,—

70,48

2 3 8

Overige huishoudelijke uitgaven

       

Niet-gesplitste kredieten

105 067

84 223

90 671,—

86,30

 

HOOFDSTUK 2 3 — TOTAAL

341 115

354 114

295 928,—

86,75

HOOFDSTUK 2 5

2 5 4

Vergaderingen, conferenties, congressen, seminars en overige bijeenkomsten

2 5 4 0

Interne vergaderingen

       

Niet-gesplitste kredieten

100 000

100 000

85 000,—

85,00

2 5 4 1

Derden

       

Niet-gesplitste kredieten

76 990

77 000

37 595,—

48,83

2 5 4 2

Organisatie van evenementen (in Brussel of in decentrale locaties), in samenwerking met lokale en regionale overheden, de verenigingen daarvan en met de andere instellingen van de Unie

       

Niet-gesplitste kredieten

431 205

422 750

399 214,—

92,58

2 5 4 6

Representatiekosten

       

Niet-gesplitste kredieten

150 000

150 000

150 000,—

100,00

 

Artikel 2 5 4 — Totaal

758 195

749 750

671 809,—

88,61

 

HOOFDSTUK 2 5 — TOTAAL

758 195

749 750

671 809,—

88,61

HOOFDSTUK 2 6

2 6 0

Communicatie en publicaties

2 6 0 0

Betrekkingen met de pers (Europese, nationale, regionale, lokale of gespecialiseerde) en sluiten van partnerschappen met audiovisuele media, de schrijvende pers of radiostations

       

Niet-gesplitste kredieten

668 834

655 720

735 557,—

109,98

2 6 0 2

Uitgave en verspreiding van papieren, audiovisuele, elektronische of op het web (internet/intranet) gebaseerde informatiedragers

       

Niet-gesplitste kredieten

774 471

808 305

715 552,—

92,39

2 6 0 4

Publicatieblad

       

Niet-gesplitste kredieten

150 000

150 000

187 500,—

125,00

 

Artikel 2 6 0 — Totaal

1 593 305

1 614 025

1 638 609,—

102,84

2 6 2

Aanschaf van documentatie en archivering

2 6 2 0

Externe expertise en studies

       

Niet-gesplitste kredieten

449 409

449 409

432 808,—

96,31

2 6 2 2

Documentatie en bibliotheek

       

Niet-gesplitste kredieten

125 458

128 292

105 645,—

84,21

2 6 2 4

Archiefbestanden

       

Niet-gesplitste kredieten

121 500

126 560

144 892,—

119,25

 

Artikel 2 6 2 — Totaal

696 367

704 261

683 345,—

98,13

2 6 4

Uitgaven in verband met publicaties, voorlichting en deelname aan openbare evenementen: voorlichtings- en communicatieactiviteiten

       

Niet-gesplitste kredieten

469 200

460 000

424 900,—

90,56

 

HOOFDSTUK 2 6 — TOTAAL

2 758 872

2 778 286

2 746 854,—

99,56

 

Titel 2 — Totaal

22 771 185

22 293 732

22 462 044,—

98,64

HOOFDSTUK 2 0 —

GEBOUWEN EN DAARMEE SAMENHANGENDE KOSTEN

 

HOOFDSTUK 2 1 —

INFORMATICA, MATERIEEL EN MEUBILAIR: AANKOOP, HUUR EN ONDERHOUD

 

HOOFDSTUK 2 3 —

HUISHOUDELIJKE UITGAVEN

 

HOOFDSTUK 2 5 —

VERGADERINGEN EN CONFERENTIES

 

HOOFDSTUK 2 6 —

EXPERTISE EN VOORLICHTING: AANSCHAF, ARCHIVERING, PRODUCTIE EN VERSPREIDING

Toelichting

In 2015 vertegenwoordigden de gezamenlijke diensten van beide Comités een bedrag van 24 016 993 EUR voor het Europees Economisch en Sociaal Comité en 17 695 576 EUR voor het Comité van de Regio's.

HOOFDSTUK 2 0 —   GEBOUWEN EN DAARMEE SAMENHANGENDE KOSTEN

2 0 0

Gebouwen en daarmee samenhangende kosten

2 0 0 0

Huur

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

1 601 113

1 581 779

1 509 537,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de huurkosten voor de gebouwen, alsmede de huur van zalen voor vergaderingen die niet plaatshebben in de gebouwen die permanent worden bezet.

2 0 0 1

Erfpachtcanons

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

8 778 978

8 672 838

8 856 626,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van erfpachtcanons en soortgelijke uitgaven van de instelling die uit hoofde van huurkoopovereenkomsten verschuldigd zijn.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 500 EUR.

2 0 0 3

Aankoop van onroerend goed

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de aankoop van onroerende goederen. De subsidies voor de grondstukken en het bouwrijp maken ervan worden behandeld overeenkomstig het Financieel Reglement.

2 0 0 5

Constructie van gebouwen

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Op deze post kan eventueel een krediet worden opgenomen ter dekking van de kosten voor de constructie van gebouwen.

2 0 0 7

Inrichting van dienstruimten

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

134 835

237 029

740 253,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor de uitvoering van werkzaamheden of de inrichting van dienstruimten, met inbegrip van specifieke werkzaamheden zoals beveiligingswerkzaamheden, werkzaamheden voor het restaurant enz. Het krediet heeft ook betrekking op renovatieprojecten in het kader van het Eco-Management and Audit Scheme (EMAS) die bedoeld zijn om het energieverbruik te beperken.

2 0 0 8

Overige uitgaven in verband met de gebouwen

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

42 021

42 011

94 805,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de overige uitgaven in verband met gebouwen waarin door de overige artikelen van dit hoofdstuk niet speciaal is voorzien, met name:

 

technischeadviesdiensten in verband met de uitrusting van gebouwen en wettelijke vergoedingen in verband met de eventuele „optie op aanschaf” van gebouwen;

 

adviesdiensten in verband met EMAS;

 

overige studies voor diverse projecten.

2 0 0 9

Voorziening met het oog op investeringen in onroerende goederen door de instelling

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor eventuele investeringen in onroerend goed door de instelling.

Dit krediet heeft louter het karakter van een voorziening en mag pas worden gebruikt nadat het naar andere begrotingsonderdelen is overgeschreven, overeenkomstig het Financieel Reglement.

2 0 2

Overige uitgaven in verband met de gebouwen

2 0 2 2

Schoonmaak en onderhoud

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

1 874 383

1 873 942

1 743 402,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van schoonmaak en onderhoud van de kantoren, liften, verwarming, airconditioning en branddeuren, alsmede van de kosten van ongediertebestrijding, schilderwerk, reparaties en vormgeving van de gebouwen en terreinen, met inbegrip van de kosten van studies, analysen, vergunningen, naleving van de EMAS-normen enz.

2 0 2 4

Energieverbruik

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

585 857

585 720

339 840,—

Toelichting

Dit krediet dient met name ter dekking van de kosten van het gebruik van water, gas en elektriciteit.

2 0 2 6

Veiligheid en toezicht van gebouwen

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

1 772 825

1 494 808

1 494 468,—

Toelichting

Dit krediet dient voornamelijk ter dekking van de personeelskosten van de beveiliging en bewaking van de gebouwen.

2 0 2 8

Verzekeringen

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

55 387

55 374

22 590,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van verzekeringspremies.

HOOFDSTUK 2 1 —   INFORMATICA, MATERIEEL EN MEUBILAIR: AANKOOP, HUUR EN ONDERHOUD

2 1 0

Uitrusting, exploitatiekosten en dienstverlening op het gebied van informatica en telecommunicatie

2 1 0 0

Aankoop van, werkzaamheden aan en onderhoud van hardware en software en daarmee verband houdende werkzaamheden

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

1 170 853

1 158 650

1 203 343,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor de aankoop, de huur en het onderhoud van de hardware en software van de instelling en de daarmee verband houdende werkzaamheden.

2 1 0 2

Externe dienstverlening voor het exploiteren, ontwikkelen en onderhouden van softwaresystemen

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

1 820 557

1 595 209

1 658 015,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van dienstverlening door informatica-advies- en servicebureaus in verband met de exploitatie van het informatiecentrum en het netwerk, de ontwikkeling en het onderhoud van toepassingen, de ondersteuning van de gebruikers, met inbegrip van de leden, het uitvoeren van studies en het opstellen en invoeren van technische documentatie.

2 1 0 3

Telecommunicatie

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

189 147

189 102

163 589,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van abonnementen en communicatie per kabel of via de ether (vaste en mobiele telefonie, televisie), alsook ter dekking van de uitgaven in verband met netwerken voor de transmissie van gegevens en diensten op het gebied van de telematica.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 10 000 EUR.

2 1 2

Meubilair

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

116 847

159 315

73 778,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van aankoop, huur, onderhoud en reparatie van meubilair, met name de aankoop van ergonomisch kantoormeubilair, en de vervanging van verouderd meubilair en meubilair dat niet langer wordt gebruikt.

Voor kunstwerken dient dit krediet ter dekking van de uitgaven voor zowel de aanschaf van specifiek materiaal als de daarmee samenhangende lopende uitgaven, zoals die voor het inlijsten, restaureren en schoonmaken, voor verzekeringen en voor los vervoer.

2 1 4

Technisch materieel en technische installaties

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

692 089

693 821

767 207,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de aankoop, de huur, het onderhoud en de reparatie van technisch materieel en technische installaties, met name:

 

diverse vaste of mobiele apparatuur en technische installaties in verband met drukkerij, archief, veiligheid, restauratie, gebouwen enz.;

 

apparatuur, met name voor de printshop, archief, telefoondienst, kantines, inkoopcentrales, veiligheid, technische dienst voor conferenties, de audiovisuele sector enz.;

 

onderhoud en reparatie van technisch materieel en installaties van interne vergader- en conferentieruimten.

2 1 6

Voertuigen

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

78 111

71 984

80 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van aankoop, onderhoud, gebruik en reparatie van voertuigen (wagenpark en fietsen) en van de huur van auto's, taxi's, bussen en vrachtwagens, met of zonder chauffeur, met inbegrip van de bijbehorende verzekeringen.

HOOFDSTUK 2 3 —   HUISHOUDELIJKE UITGAVEN

2 3 0

Papier, kantoorbenodigdheden en diverse producten

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

127 548

148 591

120 212,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten voor de aankoop van papier, enveloppen en kantoorbenodigdheden, druk- en reproductiewerk, alsook uitbesteding van drukwerk.

2 3 1

Financiële lasten

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

2 000

4 500

1 125,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de bankkosten (commissies, agio's en diverse kosten) en de andere financiële kosten, met inbegrip van de bijkomende kosten voor de financiering van de gebouwen.

2 3 2

Juridische kosten en schadevergoedingen

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

30 000

30 000

30 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

alle eventuele kosten indien het Comité van de Regio's voor een rechtbank van de Unie of een nationale rechtbank moet verschijnen of een zaak bij zo'n rechtbank aanhangig maakt, van de inschakeling van de Juridische Dienst, de aankoop van juridische hulpmiddelen en boekwerken en andere kosten van juridische, contentieuze of precontentieuze aard;

 

de uitgaven in verband met schadevergoedingen, alsook eventuele schulden in verband hiermee zoals vermeld in artikel 11, lid 3, van het Financieel Reglement.

2 3 6

Porto- en vrachtkosten

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

76 500

86 800

53 920,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven voor porto en voor verwerking en versturing door post- en private koeriersdiensten.

2 3 8

Overige huishoudelijke uitgaven

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

105 067

84 223

90 671,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

verzekeringen die niet expliciet onder andere posten worden genoemd;

 

de uitgaven voor aankoop en onderhoud van uniformen voor bodes, chauffeurs en verhuizers, de medische dienst en diverse technische diensten;

 

alle verhuiskosten, de opslagkosten en de door verhuisbedrijven of opslagdiensten op uitzendbasis in rekening gebrachte kosten;

 

diverse huishoudelijke uitgaven, zoals decoraties, donaties enz.

HOOFDSTUK 2 5 —   VERGADERINGEN EN CONFERENTIES

2 5 4

Vergaderingen, conferenties, congressen, seminars en overige bijeenkomsten

2 5 4 0

Interne vergaderingen

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

100 000

100 000

85 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met het verstrekken van verfrissingen en, in sommige gevallen, snacks of werklunches tijdens interne vergaderingen.

2 5 4 1

Derden

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

76 990

77 000

37 595,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de betaling van reis- en verblijfkosten van derden die deelnemen aan het werk van het Comité van de Regio's.

2 5 4 2

Organisatie van evenementen (in Brussel of in decentrale locaties), in samenwerking met lokale en regionale overheden, de verenigingen daarvan en met de andere instellingen van de Unie

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

431 205

422 750

399 214,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven, met inbegrip van representatiekosten en logistieke uitgaven, voor:

 

de organisatie door het Comité van de Regio's van evenementen, van algemene of bijzondere aard, bedoeld ter promotie van zijn beleids- en advieswerkzaamheden; deze evenementen vinden plaats in Brussel of in decentrale locaties, doorgaans in samenwerking met lokale en regionale overheden, de verenigingen daarvan en met de andere instellingen van de Unie;

 

de deelname van het Comité van de Regio's aan congressen, conferenties, colloquia, seminars of symposia, georganiseerd door derden (instellingen van de Unie, lokale of regionale overheden, de verenigingen daarvan enz.).

2 5 4 6

Representatiekosten

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

150 000

150 000

150 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met de verplichtingen van het Comité van de Regio's inzake representatie.

Het dekt tevens de uitgaven van sommige ambtenaren inzake representatie in het belang van de instelling.

HOOFDSTUK 2 6 —   EXPERTISE EN VOORLICHTING: AANSCHAF, ARCHIVERING, PRODUCTIE EN VERSPREIDING

2 6 0

Communicatie en publicaties

2 6 0 0

Betrekkingen met de pers (Europese, nationale, regionale, lokale of gespecialiseerde) en sluiten van partnerschappen met audiovisuele media, de schrijvende pers of radiostations

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

668 834

655 720

735 557,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van/voor:

 

de ontvangst van lokale en regionale journalisten in Brussel tijdens vergaderingen van het Comité van de Regio's en tijdens door laatstgenoemde georganiseerde evenementen;

 

openbare communicatie- en informatie-initiatieven van het Comité van de Regio's ter promotie van culturele en andere typen evenementen of acties, georganiseerd door laatstgenoemde, inclusief aanverwante audiovisuele diensten en materiaal;

 

redactionele partnerschappen en productiesteun (uitgave van kranten, audiovisuele of radioproducties).

2 6 0 2

Uitgave en verspreiding van papieren, audiovisuele, elektronische of op het web (internet/intranet) gebaseerde informatiedragers

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

774 471

808 305

715 552,—

Toelichting

Dit krediet is bedoeld ter dekking van de kosten in verband met de uitgave en publicatie door het Comité van de Regio's van het volgende, ongeacht het type media:

 

de uitgave en publicatie van papieren boekjes met algemene of thematische inhoud;

 

de productie van nieuwsbrieven op de website van het Comité van de Regio's, met verspreiding onder lokale en regionale overheden en regionale en nationale media;

 

de ontwikkeling van de officiële internetwebsite van het Comité van de Regio's in 24 talenversies;

 

de productie van video- en andere audiovisuele of radiodocumenten.

2 6 0 4

Publicatieblad

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

150 000

150 000

187 500,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de drukkosten van publicaties in het Publicatieblad van de Europese Unie, alsmede van de bijbehorende expeditiekosten en overige kosten.

2 6 2

Aanschaf van documentatie en archivering

2 6 2 0

Externe expertise en studies

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

449 409

449 409

432 808,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van studies die worden uitbesteed aan deskundigen en onderzoeksinstellingen.

2 6 2 2

Documentatie en bibliotheek

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

125 458

128 292

105 645,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de volgende uitgaven:

 

uitbreiding en vernieuwing van de algemene naslagwerken en aanvulling van het bibliotheekfonds;

 

abonnementen op dagbladen, tijdschriften, nieuwsagentschappen en op hun publicaties en diensten online, met inbegrip van de kosten van auteursrechten voor de reproductie en verspreiding van deze abonnementen langs klassieke of elektronische weg;

 

abonnementen of dienstverleningscontracten voor de levering van samenvattingen en inhoudsanalysen van tijdschriften of van het invoeren in optische dragers van uit deze tijdschriften geselecteerde artikelen;

 

kosten in verband met het gebruik van externe databanken voor documenten en statistische gegevens, met uitzondering van computerapparatuur en telecommunicatiekosten;

 

kosten in verband met de verplichtingen die het Comité van de Regio's is aangegaan in het kader van internationale en/of interinstitutionele samenwerking;

 

de aanschaf of huur van speciaal materiaal, inclusief elektrische, elektronische en IT-apparatuur en/of bibliotheeksystemen (traditioneel of hybride), alsmede externe bijstand bij de aanschaf, ontwikkeling, installatie, exploitatie en onderhoud van deze materialen en systemen;

 

de kosten van de levering van diensten met betrekking tot de activiteiten van de bibliotheek, met name in verband met de klanten (onderzoek, analyse), van het systeem voor kwaliteitsbeheer enz.;

 

de kosten van materiaal en werkzaamheden in verband met het inbinden en conserveren van werken voor de bibliotheek, de documentatiedienst en de mediatheek;

 

de aanschaf van woordenboeken, lexicons en andere referentiewerken voor het directoraat Vertaling.

2 6 2 4

Archiefbestanden

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

121 500

126 560

144 892,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten voor externe archiveringsdiensten, inclusief sorteren, classificatie en herclassificatie in de gegevensbanken, de aankoop en exploitatie van archiefbestanden op vervangende informatiedragers (microfilm, schijven, cassettes enz.), alsmede aankoop, huur en onderhoud van speciaal materieel (elektrische, elektronische en computerapparatuur) en de kosten van publicaties op alle soorten dragers (brochures, cd-roms enz.).

2 6 4

Uitgaven in verband met publicaties, voorlichting en deelname aan openbare evenementen: voorlichtings- en communicatieactiviteiten

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

469 200

460 000

424 900,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor de politieke en voorlichtingsactiviteiten van de leden van het Comité van de Regio's in het kader van hun Europees mandaat:

 

bevordering en uitbreiding van de rol van de leden van het Comité van de Regio's via hun fractieactiviteiten;

 

informeren van de burger over de rol van het Comité van de Regio's als de institutionele vertegenwoordiger van de regionale en lokale overheden in de Unie.

Rechtsgronden

Regeling nr. 0008/2010 van het Comité van de Regio’s inzake de financiering van politieke en voorlichtingsactiviteiten van de leden van het Comité van de Regio's.

TITEL 10

OVERIGE UITGAVEN

 

Artikel

Post

Rubriek

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

% 2014-2016

 

HOOFDSTUK 10 0

p.m.

880 004

0,—

 
 

HOOFDSTUK 10 0 — TOTAAL

p.m.

880 004

0,—

 
 

HOOFDSTUK 10 1

p.m.

p.m.

0,—

 
 

HOOFDSTUK 10 1 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0,—

 
 

HOOFDSTUK 10 2

p.m.

p.m.

0,—

 
 

HOOFDSTUK 10 2 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0,—

 
 

Titel 10 — Totaal

p.m.

880 004

0,—

 
 

TOTAAL-GENERAAL

90 248 203

88 867 199

86 338 546,—

95,67

HOOFDSTUK 10 0 —

VOORZIENINGEN

 

HOOFDSTUK 10 1 —

RESERVE VOOR ONVOORZIENE UITGAVEN

 

HOOFDSTUK 10 2 —

RESERVE VOOR DE OVERNAME VAN GEBOUWEN

HOOFDSTUK 10 0 —   VOORZIENINGEN

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

p.m.

880 004

0,—

Toelichting

Dit krediet heeft louter het karakter van een voorziening en mag pas worden gebruikt nadat het naar andere begrotingsonderdelen is overgeschreven, overeenkomstig de bepalingen van het Financieel Reglement.

HOOFDSTUK 10 1 —   RESERVE VOOR ONVOORZIENE UITGAVEN

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

p.m.

p.m.

0,—

HOOFDSTUK 10 2 —   RESERVE VOOR DE OVERNAME VAN GEBOUWEN

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

p.m.

p.m.

0,—

PERSONEEL

Afdeling VII — Comité van de Regio's

 

Categorie en rang

Comité van de Regio's

2016

2015

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Niet-ingedeeld

 

1

 

1

AD 16

       

AD 15

6

 

6

 

AD 14

24

3

23

1

AD 13

19

2

19

3

AD 12

25

2

25

3

AD 11

21

1

22

1

AD 10

20

3

19

3

AD 9

30

4

27

3

AD 8

56

 

58

1

AD 7

33

7

39

7

AD 6

30

11

48

11

AD 5

       

Totaal

264

34

286

34

AST 11

5

 

5

 

AST 10

5

 

5

 

AST 9

7

 

6

 

AST 8

13

 

12

 

AST 7

19

3

18

3

AST 6

29

 

28

 

AST 5

50

7

49

7

AST 4

36

3

38

3

AST 3

6

2

9

1

AST 2

10

1

19

2

AST 1

       

Totaal

180

16

189

16

AST/SC 6

       

AST/SC 5

       

AST/SC 4

       

AST/SC 3

       

AST/SC 2

2

 

2

 

AST/SC 1

       

Totaal

2

 

2

 

Totaal-generaal

446

50

477

50

Totaal personeel

496  (110)

527

AFDELING VIII

EUROPESE OMBUDSMAN

ONTVANGSTEN

Bijdrage van de Europese Unie aan de financiering van de uitgaven van de Europese Ombudsman voor het begrotingsjaar 2016

 

Rubriek

Bedrag

Uitgaven

10 658 951

Eigen inkomsten

–1 232 850

Te ontvangen bijdrage

9 426 101

EIGEN INKOMSTEN

TITEL 4

ONTVANGSTEN AFKOMSTIG VAN PERSONEN DIE VERBONDEN ZIJN AAN DE INSTELLINGEN EN ANDERE ORGANEN VAN DE UNIE

 

Artikel

Post

Rubriek

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

% 2014-2016

HOOFDSTUK 4 0

4 0 0

Opbrengst van de belasting op de salarissen, lonen en vergoedingen van de leden van de instelling, de ambtenaren, de andere personeelsleden en de gepensioneerden

644 005

633 691

659 473,—

102,40

4 0 4

Opbrengst van de speciale heffing en de solidariteitsheffing die van toepassing zijn op de bezoldigingen van de leden van de instelling, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

70 335

51 854

95 684,—

136,04

 

HOOFDSTUK 4 0 — TOTAAL

714 340

685 545

755 157,—

105,71

HOOFDSTUK 4 1

4 1 0

Bijdragen van het personeel in de financiering van de pensioenregeling

518 510

539 267

476 846,—

91,96

4 1 1

Overdracht of inkoop van pensioenrechten door het personeel

p.m.

p.m.

0,—

 

4 1 2

Pensioenbijdrage van ambtenaren en andere personeelsleden die verlof om redenen van persoonlijke aard hebben opgenomen

p.m.

p.m.

0,—

 
 

HOOFDSTUK 4 1 — TOTAAL

518 510

539 267

476 846,—

91,96

 

Titel 4 — Totaal

1 232 850

1 224 812

1 232 003,—

99,93

HOOFDSTUK 4 0 —

DIVERSE BELASTINGEN EN INHOUDINGEN

 

HOOFDSTUK 4 1 —

BIJDRAGEN IN HET KADER VAN DE PENSIOENREGELING

HOOFDSTUK 4 0 —   DIVERSE BELASTINGEN EN INHOUDINGEN

4 0 0

Opbrengst van de belasting op de salarissen, lonen en vergoedingen van de leden van de instelling, de ambtenaren, de andere personeelsleden en de gepensioneerden

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

644 005

633 691

659 473,—

Rechtsgronden

Protocol betreffende de voorrechten en immuniteiten van de Europese Unie, met name artikel 12.

Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom van de Raad van 25 juli 1967 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de advocaten-generaal bij het Hof van Justitie, de president, de leden en de griffier van het Gerecht, alsmede de president, de leden en de griffier van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (PB 187 van 8.8.1967, blz. 1).

Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 260/68 van de Raad van 29 februari 1968 tot vaststelling van de voorwaarden en de wijze van heffing van de belasting ten bate van de Europese Gemeenschappen (PB L 56 van 4.3.1968, blz. 8).

Besluit 94/262/EGKS, EG, Euratom van het Europees Parlement van 9 maart 1994 inzake het statuut van de Europese Ombudsman en de algemene voorwaarden voor de uitoefening van zijn ambt (PB L 113 van 4.5.1994, blz. 15), met name artikel 10, leden 2 en 3.

4 0 4

Opbrengst van de speciale heffing en de solidariteitsheffing die van toepassing zijn op de bezoldigingen van de leden van de instelling, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

70 335

51 854

95 684,—

Rechtsgronden

Protocol betreffende de voorrechten en immuniteiten van de Europese Unie, met name artikel 12.

Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom van de Raad van 25 juli 1967 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de advocaten-generaal bij het Hof van Justitie, de president, de leden en de griffier van het Gerecht, alsmede de president, de leden en de griffier van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (PB 187 van 8.8.1967, blz. 1).

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 66 bis, en Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

Besluit 94/262/EGKS, EG, Euratom van het Europees Parlement van 9 maart 1994 inzake het statuut van de Europese Ombudsman en de algemene voorwaarden voor de uitoefening van zijn ambt (PB L 113 van 4.5.1994, blz. 15), met name artikel 10, leden 2 en 3.

HOOFDSTUK 4 1 —   BIJDRAGEN IN HET KADER VAN DE PENSIOENREGELING

4 1 0

Bijdragen van het personeel in de financiering van de pensioenregeling

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

518 510

539 267

476 846,—

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 83, lid 2.

4 1 1

Overdracht of inkoop van pensioenrechten door het personeel

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

0,—

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 4, artikel 11, leden 2 en 3, en artikel 48 van bijlage VIII.

4 1 2

Pensioenbijdrage van ambtenaren en andere personeelsleden die verlof om redenen van persoonlijke aard hebben opgenomen

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

0,—

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 40, lid 3, en Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie, met name artikel 17.

TITEL 6

BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN IN HET KADER VAN OVEREENKOMSTEN EN PROGRAMMA'S VAN DE UNIE

 

Artikel

Post

Rubriek

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

% 2014-2016

HOOFDSTUK 6 6

6 6 0

Andere bijdragen en terugbetalingen

6 6 0 0

Andere bestemmingsbijdragen en -terugbetalingen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0,—

 
 

Artikel 6 6 0 — Totaal

p.m.

p.m.

0,—

 
 

HOOFDSTUK 6 6 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0,—

 
 

Titel 6 — Totaal

p.m.

p.m.

0,—

 

HOOFDSTUK 6 6 —

ANDERE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN

HOOFDSTUK 6 6 —   ANDERE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN

6 6 0

Andere bijdragen en terugbetalingen

6 6 0 0

Andere bestemmingsbijdragen en -terugbetalingen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Op deze post worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement de eventuele ontvangsten geboekt die niet zijn voorzien in de andere onderdelen van deze titel en die aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten ter financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

TITEL 9

DIVERSE ONTVANGSTEN

 

Artikel

Post

Rubriek

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

% 2014-2016

HOOFDSTUK 9 0

9 0 0

Diverse ontvangsten

p.m.

p.m.

9 184,—

 
 

HOOFDSTUK 9 0 — TOTAAL

p.m.

p.m.

9 184,—

 
 

Titel 9 — Totaal

p.m.

p.m.

9 184,—

 
 

TOTAAL-GENERAAL

1 232 850

1 224 812

1 241 187,—

100,68

HOOFDSTUK 9 0 —

DIVERSE ONTVANGSTEN

HOOFDSTUK 9 0 —   DIVERSE ONTVANGSTEN

9 0 0

Diverse ontvangsten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

9 184,—

Toelichting

Onder dit artikel worden diverse ontvangsten opgenomen.

UITGAVEN

Algemene samenvatting van de kredieten (2016 en 2015) en van de uitvoering (2014)

 

Titel

Hoofdstuk

Rubriek

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

1

UITGAVEN BETREFFENDE DE AAN DE INSTELLING VERBONDEN PERSONEN

1 0

LEDEN VAN DE INSTELLING

591 880

645 293

711 447,53

1 2

AMBTENAREN EN TIJDELIJKE FUNCTIONARISSEN

6 999 269

6 727 510

6 719 115,41

1 4

ANDER PERSONEEL EN EXTERNEN

649 502

562 502

436 190,45

1 6

ANDERE UITGAVEN VOOR AAN DE INSTELLING VERBONDEN PERSONEN

381 000

321 000

60 388,95

 

Titel 1 — Totaal

8 621 651

8 256 305

7 927 142,34

2

GEBOUWEN, MEUBILAIR, UITRUSTING EN DIVERSE HUISHOUDELIJKE UITGAVEN

2 0

GEBOUWEN EN BIJKOMENDE KOSTEN

860 000

749 000

715 000,—

2 1

INFORMATICA, UITRUSTING EN MEUBILAIR: AANKOOP, HUUR EN ONDERHOUD

234 000

167 000

109 457,58

2 3

LOPENDE HUISHOUDELIJKE UITGAVEN

444 000

596 500

462 136,80

 

Titel 2 — Totaal

1 538 000

1 512 500

1 286 594,38

3

UITGAVEN VOORTVLOEIEND UIT DE ALGEMENE TAKEN VAN DE INSTELLING

3 0

VERGADERINGEN EN CONFERENTIES

238 000

238 000

197 205,01

3 2

EXPERTISE EN INFORMATIE: VERWERVING, ARCHIVERING, PRODUCTIE EN VERSPREIDING

242 000

335 000

209 150,24

3 3

STUDIES EN OVERIGE SUBSIDIES

17 800

2 800

25 320,10

3 4

UITGAVEN VOORTVLOEIEND UIT DE TAKEN VAN DE OMBUDSMAN

1 500

1 500

2 100,—

 

Titel 3 — Totaal

499 300

577 300

433 775,35

10

OVERIGE UITGAVEN

10 0

VOORZIENINGEN

p.m.

p.m.

0,—

10 1

RESERVE VOOR ONVOORZIENE UITGAVEN

p.m.

p.m.

0,—

 

Titel 10 — Totaal

p.m.

p.m.

0,—

 

TOTAAL-GENERAAL

10 658 951

10 346 105

9 647 512,07

TITEL 1

UITGAVEN BETREFFENDE DE AAN DE INSTELLING VERBONDEN PERSONEN

 

Artikel

Post

Rubriek

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

% 2014-2016

HOOFDSTUK 1 0

1 0 0

Salarissen, vergoedingen en toelagen

       

Niet-gesplitste kredieten

426 880

431 160

415 457,78

97,32

1 0 2

Overbruggingstoelagen

       

Niet-gesplitste kredieten

124 000

163 133

160 474,17

129,41

1 0 3

Pensioenen

       

Niet-gesplitste kredieten

4 000

p.m.

104 432,34

2 610,81

1 0 4

Dienstreizen

       

Niet-gesplitste kredieten

35 000

50 000

30 983,24

88,52

1 0 5

Talen- en informaticacursussen

       

Niet-gesplitste kredieten

2 000

1 000

100,—

5,00

1 0 8

Vergoedingen en kosten in verband met indiensttreding en beëindiging van de dienst

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0,—

 
 

HOOFDSTUK 1 0 — TOTAAL

591 880

645 293

711 447,53

120,20

HOOFDSTUK 1 2

1 2 0

Salaris en andere rechten

1 2 0 0

Salarissen, toelagen en vergoedingen

       

Niet-gesplitste kredieten

6 916 269

6 699 510

6 639 226,52

95,99

1 2 0 2

Betaalde overuren

       

Niet-gesplitste kredieten

3 000

3 000

902,49

30,08

1 2 0 4

Rechten bij indiensttreding, overplaatsing en beëindiging van de dienst

       

Niet-gesplitste kredieten

80 000

25 000

78 986,40

98,73

 

Artikel 1 2 0 — Totaal

6 999 269

6 727 510

6 719 115,41

96,00

1 2 2

Vergoedingen na vervroegde beëindiging van de dienst

1 2 2 0

Vergoedingen bij ontheffing van het ambt om redenen van dienstbelang

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0,—

 

1 2 2 2

Vergoedingen bij definitieve beëindiging van de dienst en speciale pensioenregeling voor vast en tijdelijk personeel

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0,—

 
 

Artikel 1 2 2 — Totaal

p.m.

p.m.

0,—

 
 

HOOFDSTUK 1 2 — TOTAAL

6 999 269

6 727 510

6 719 115,41

96,00

HOOFDSTUK 1 4

1 4 0

Andere personeelsleden en externe personen

1 4 0 0

Andere personeelsleden

       

Niet-gesplitste kredieten

487 502

407 502

348 639,32

71,52

1 4 0 4

Stages, beurzen en uitwisseling van ambtenaren

       

Niet-gesplitste kredieten

162 000

155 000

87 551,13

54,04

 

Artikel 1 4 0 — Totaal

649 502

562 502

436 190,45

67,16

 

HOOFDSTUK 1 4 — TOTAAL

649 502

562 502

436 190,45

67,16

HOOFDSTUK 1 6

1 6 1

Uitgaven voor personeelsbeheer

1 6 1 0

Aanwerving van personeel

       

Niet-gesplitste kredieten

5 000

5 000

2 120,23

42,40

1 6 1 2

Voortgezette beroepsopleiding

       

Niet-gesplitste kredieten

95 000

55 000

52 563,54

55,33

 

Artikel 1 6 1 — Totaal

100 000

60 000

54 683,77

54,68

1 6 3

Voorzieningen voor het personeel van de instelling

1 6 3 0

Sociale dienst

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0,—

 

1 6 3 2

Sociale betrekkingen tussen de leden van het personeel en andere maatregelen op sociaal gebied

       

Niet-gesplitste kredieten

6 000

6 000

5 705,18

95,09

 

Artikel 1 6 3 — Totaal

6 000

6 000

5 705,18

95,09

1 6 5

Activiteiten met betrekking tot alle aan de instelling verbonden personen

1 6 5 0

Europese scholen

       

Niet-gesplitste kredieten

275 000

255 000

0,—

0

 

Artikel 1 6 5 — Totaal

275 000

255 000

0,—

0

 

HOOFDSTUK 1 6 — TOTAAL

381 000

321 000

60 388,95

15,85

 

Titel 1 — Totaal

8 621 651

8 256 305

7 927 142,34

91,94

HOOFDSTUK 1 0 —

LEDEN VAN DE INSTELLING

 

HOOFDSTUK 1 2 —

AMBTENAREN EN TIJDELIJKE FUNCTIONARISSEN

 

HOOFDSTUK 1 4 —

ANDER PERSONEEL EN EXTERNEN

 

HOOFDSTUK 1 6 —

ANDERE UITGAVEN VOOR AAN DE INSTELLING VERBONDEN PERSONEN

HOOFDSTUK 1 0 —   LEDEN VAN DE INSTELLING

1 0 0

Salarissen, vergoedingen en toelagen

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

426 880

431 160

415 457,78

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van het salaris, de vergoedingen en andere toelagen van de Europese Ombudsman, met name de bijdragen van de instelling voor de ongevallen- en beroepsziektenverzekering, de ziektekostenverzekering, geboortetoelagen, toelagen in geval van overlijden, het jaarlijks medisch onderzoek enz.

Rechtsgronden

Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom van de Raad van 25 juli 1967 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de advocaten-generaal bij het Hof van Justitie, de president, de leden en de griffier van het Gerecht, alsmede de president, de leden en de griffier van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (PB 187 van 8.8.1967, blz. 1), met name de artikelen 4 bis, 11 en 14.

Besluit 94/262/EGKS, EG, Euratom van het Europees Parlement van 9 maart 1994 inzake het statuut van de Europese Ombudsman en de algemene voorwaarden voor de uitoefening van zijn ambt (PB L 113 van 4.5.1994, blz. 15).

1 0 2

Overbruggingstoelagen

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

124 000

163 133

160 474,17

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de overbruggingstoelagen, de gezinstoelagen en de aanpassingscoëfficiënten in verband met het land van verblijf.

Rechtsgronden

Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom van de Raad van 25 juli 1967 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de advocaten-generaal bij het Hof van Justitie, de president, de leden en de griffier van het Gerecht, alsmede de president, de leden en de griffier van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (PB 187 van 8.8.1967, blz. 1), met name artikel 7.

1 0 3

Pensioenen

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

4 000

p.m.

104 432,34

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van ouderdomspensioenen en de aanpassingscoëfficiënten in verband met het land van verblijf van de vorige Ombudsmannen, alsmede van de overlevingspensioenen van overlevende echtgenoten en wezen en de aanpassingscoëfficiënten in verband met hun land van verblijf.

Rechtsgronden

Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom van de Raad van 25 juli 1967 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de advocaten-generaal bij het Hof van Justitie, de president, de leden en de griffier van het Gerecht, alsmede de president, de leden en de griffier van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (PB 187 van 8.8.1967, blz. 1), met name de artikelen 8, 9, 15 en 18.

1 0 4

Dienstreizen

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

35 000

50 000

30 983,24

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor reiskosten en dagvergoedingen in het kader van dienstreizen, evenals voor bijkomende of uitzonderlijke kosten tijdens dienstreizen.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 000 EUR.

Rechtsgronden

Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom van de Raad van 25 juli 1967 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de advocaten-generaal bij het Hof van Justitie, de president, de leden en de griffier van het Gerecht, alsmede de president, de leden en de griffier van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (PB 187 van 8.8.1967, blz. 1), met name artikel 6.

1 0 5

Talen- en informaticacursussen

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

2 000

1 000

100,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van deelname aan talencursussen of andere bijscholingscursussen.

1 0 8

Vergoedingen en kosten in verband met indiensttreding en beëindiging van de dienst

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de reiskosten van de Ombudsman (inclusief gezinsleden) bij indiensttreding of beëindiging van de dienst, de inrichtingsvergoeding van de Ombudsman bij indiensttreding of beëindiging van de dienst en de verhuiskosten van de Ombudsman bij indiensttreding of vertrek bij de instelling.

Rechtsgronden

Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom van de Raad van 25 juli 1967 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de advocaten-generaal bij het Hof van Justitie, de president, de leden en de griffier van het Gerecht, alsmede de president, de leden en de griffier van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (PB 187 van 8.8.1967, blz. 1), met name artikel 5.

HOOFDSTUK 1 2 —   AMBTENAREN EN TIJDELIJKE FUNCTIONARISSEN

1 2 0

Salaris en andere rechten

1 2 0 0

Salarissen, toelagen en vergoedingen

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

6 916 269

6 699 510

6 639 226,52

Toelichting

Dit krediet dient vooral ter dekking, voor de ambtenaren en tijdelijke functionarissen die een ambt bekleden op de lijst van het aantal ambten, van:

 

de salarissen, vergoedingen en aan de salarissen gekoppelde toelagen;

 

de ziekte-, ongevallen- en beroepsziektekostenverzekering en andere sociale lasten;

 

de forfaitaire vergoedingen voor overuren;

 

de overige toelagen en vergoedingen;

 

de betaling van de reiskosten van de ambtenaren en tijdelijke functionarissen, hun echtgenoten en de personen te hunnen laste van de standplaats naar de plaats van herkomst;

 

de aanpassingscoëfficiënten die van toepassing zijn op de bezoldigingen en op het gedeelte van de emolumenten dat naar een ander land dan dat van de standplaats wordt overgemaakt;

 

de werkloosheidsverzekering voor tijdelijke functionarissen, alsmede betalingen door de instelling aan tijdelijke functionarissen met het oog op de totstandkoming of de handhaving van pensioenrechten in hun land van herkomst.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

1 2 0 2

Betaalde overuren

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

3 000

3 000

902,49

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van het uitbetalen van overuren onder de voorwaarden vervat in de bovenstaande bepalingen.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 56 en bijlage VI.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

1 2 0 4

Rechten bij indiensttreding, overplaatsing en beëindiging van de dienst

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

80 000

25 000

78 986,40

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de reiskosten van ambtenaren en tijdelijke functionarissen (en van hun gezinsleden) bij indiensttreding, beëindiging van de dienst of overplaatsing met verandering van standplaats;

 

de inrichtings- en herinrichtingsvergoedingen en de verhuiskosten voor ambtenaren en tijdelijke functionarissen die bij indiensttreding of bij tewerkstelling in een andere standplaats van woonplaats moeten veranderen, en voor ambtenaren die zich bij de definitieve beëindiging van de dienst in een andere plaats vestigen;

 

de dagvergoedingen die verschuldigd zijn aan ambtenaren en tijdelijke functionarissen die aantonen dat zij bij indiensttreding of bij tewerkstelling in een nieuwe standplaats genoodzaakt zijn van woonplaats te veranderen;

 

de ontslagvergoeding voor ambtenaren op proef in geval van duidelijke onbekwaamheid;

 

de vergoeding in geval van beëindiging door de instelling van het contract met een tijdelijk personeelslid.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

1 2 2

Vergoedingen na vervroegde beëindiging van de dienst

1 2 2 0

Vergoedingen bij ontheffing van het ambt om redenen van dienstbelang

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de vergoedingen aan ambtenaren:

 

die ter beschikking zijn gesteld ingevolge een maatregel tot vermindering van het aantal ambten bij de instelling;

 

die een ambt bekleden in rang AD 16 of AD 15 en van dit ambt worden ontheven om redenen van dienstbelang.

Het dient ook ter dekking van de werkgeversbijdrage voor de ziektekostenverzekering en de gevolgen van de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten hierop.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name de artikelen 41 en 50, alsmede bijlage IV.

1 2 2 2

Vergoedingen bij definitieve beëindiging van de dienst en speciale pensioenregeling voor vast en tijdelijk personeel

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de vergoedingen die als toepassing van het Statuut, Verordening (EGKS, EEG, Euratom) nr. 3518/85 en Verordening (EG, Euratom, EGKS) nr. 2688/95 moeten worden betaald;

 

de werkgeversbijdrage voor de ziektekostenverzekering van de begunstigden van deze vergoedingen;

 

de gevolgen van de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten die op de diverse vergoedingen van toepassing zijn.

Rechtsgronden

Verordening (EGKS, EEG, Euratom) nr. 3518/85 van de Raad van 12 december 1985 tot vaststelling van bijzondere maatregelen betreffende de beëindiging van de dienst van ambtenaren van de Europese Gemeenschappen in verband met de toetreding van Spanje en Portugal (PB L 335 van 13.12.1985, blz. 56) en Verordening (EG, Euratom, EGKS) nr. 2688/95 van de Raad van 17 november 1995 tot vaststelling van bijzondere maatregelen betreffende de beëindiging van de dienst van ambtenaren van de Europese Gemeenschappen naar aanleiding van de toetreding van Oostenrijk, Finland en Zweden (PB L 280 van 23.11.1995, blz. 1).

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name de artikelen 64 en 72.

HOOFDSTUK 1 4 —   ANDER PERSONEEL EN EXTERNEN

1 4 0

Andere personeelsleden en externe personen

1 4 0 0

Andere personeelsleden

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

487 502

407 502

348 639,32

Toelichting

Dit krediet dient vooral ter dekking van de volgende uitgaven:

 

de bezoldiging van de andere personeelsleden, met name arbeidscontractanten, plaatselijke functionarissen en bijzondere adviseurs (in de zin van de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie), de werkgeversbijdrage voor de diverse socialezekerheidsregelingen en de gevolgen van de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten op de vergoedingen van deze personeelsleden;

 

de honoraria van personeel betaald volgens de regeling inzake verleende diensten, alsmede, in bijzondere gevallen, voor de aanstelling van tijdelijke uitzendkrachten.

Rechtsgronden

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

1 4 0 4

Stages, beurzen en uitwisseling van ambtenaren

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

162 000

155 000

87 551,13

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

vergoedingen, reiskosten en kosten van dienstreizen voor stagiair(e)s, alsmede een ongevallen- en ziekteverzekering tijdens de stage;

 

de uitgaven die voortvloeien uit het wederzijds ter beschikking stellen van personeel door de Europese Ombudsman en de openbare sector in de lidstaten of in andere landen die specifiek in de regeling worden genoemd.

Rechtsgronden

Besluit van de Europese Ombudsman inzake stages en besluit van de Europese Ombudsman inzake gedetacheerde internationale, nationale en regionale of lokale ambtenaren bij de diensten van de Europese Ombudsman.

HOOFDSTUK 1 6 —   ANDERE UITGAVEN VOOR AAN DE INSTELLING VERBONDEN PERSONEN

1 6 1

Uitgaven voor personeelsbeheer

1 6 1 0

Aanwerving van personeel

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

5 000

5 000

2 120,23

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de kosten van het organiseren van de in artikel 3 van Besluit 2002/621/EG bedoelde vergelijkende onderzoeken, alsmede de reis- en verblijfkosten van de kandidaten voor aanwervingsgesprekken en medische onderzoeken in verband met aanwerving;

 

de kosten van de organisatie van procedures voor de selectie van ambtenaren en andere personeelsleden.

In gevallen waarin een en ander naar behoren is aangetoond op grond van functionele behoeften en na raadpleging van het Europees Bureau voor personeelsselectie, kan dit krediet worden gebruikt voor door de instelling zelf georganiseerde vergelijkende onderzoeken.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name de artikelen 27 tot en met 31 en 33, alsmede bijlage III.

Besluit 2002/620/EG van het Europees Parlement, de Raad, de Commissie, het Hof van Justitie, de Rekenkamer, het Europees Economisch en Sociaal Comité, het Comité van de Regio's en de Europese Ombudsman van 25 juli 2002 betreffende de oprichting van het Bureau voor personeelsselectie van de Europese Gemeenschappen (PB L 197 van 26.7.2002, blz. 53) en Besluit 2002/621/EG van de secretarissen-generaal van het Europees Parlement, van de Raad en van de Commissie, de griffier van het Hof van Justitie, de secretarissen-generaal van de Rekenkamer, van het Europees Economisch en Sociaal Comité en van het Comité van de Regio's, en de vertegenwoordiger van de Europese Ombudsman van 25 juli 2002 betreffende de organisatie en de werking van het Bureau voor personeelsselectie van de Europese Gemeenschappen (PB L 197 van 26.7.2002, blz. 56).

1 6 1 2

Voortgezette beroepsopleiding

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

95 000

55 000

52 563,54

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de uitgaven voor opleiding met als doel de vaardigheden van het personeel en de prestaties en de efficiëntie van de instelling te verbeteren;

 

de reiskosten en dagvergoedingen in het kader van dienstreizen, evenals bijkomende of uitzonderlijke kosten in het kader van dienstreizen, met inbegrip van de kosten die verband houden met vervoersbewijzen en reserveringen (andere dan bedoeld in artikel 3 0 0).

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 24 bis.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

1 6 3

Voorzieningen voor het personeel van de instelling

1 6 3 0

Sociale dienst

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

in het kader van het interinstitutionele gehandicaptenbeleid, als bijstand voor gehandicapten die behoren tot een van de volgende groepen:

 

ambtenaren en tijdelijke functionarissen in actieve dienst,

 

echtgenoten van ambtenaren en tijdelijke functionarissen in actieve dienst,

 

kinderen ten laste in de zin van het Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie,

de terugbetaling van de op grond van de handicap gemaakte, als noodzakelijk erkende, naar behoren aangetoonde niet-medische kosten die niet door de Gemeenschappelijk Regeling voor de ziektekostenverzekering worden vergoed, binnen de grenzen van de budgettaire mogelijkheden en na uitputting van de eventuele rechten die door het land van herkomst of woonplaats worden toegekend;

 

de kosten voor bijstand aan ambtenaren en andere personeelsleden die in zeer benarde omstandigheden verkeren.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen, met name artikel 9, lid 3, derde alinea, en artikel 76.

Besluit van de Europese Ombudsman van 15 januari 2004 betreffende de regeling van de sociale dienst voor de ambtenaren en de andere personeelsleden van de diensten van de Europese Ombudsman.

1 6 3 2

Sociale betrekkingen tussen de leden van het personeel en andere maatregelen op sociaal gebied

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

6 000

6 000

5 705,18

Toelichting

Dit krediet dient ter aanmoediging en financiële ondersteuning van initiatieven ter bevordering van sociale contacten tussen personeelsleden van verschillende nationaliteiten, zoals subsidies voor sportclubs en culturele activiteiten enz. van het personeel, alsmede voor een bijdrage in de kosten van activiteiten georganiseerd door het personeelscomité (culturele activiteiten, ontspanning, restaurant enz.).

Het dient tevens ter dekking van de financiële bijdrage in de interinstitutionele sociale activiteiten.

1 6 5

Activiteiten met betrekking tot alle aan de instelling verbonden personen

1 6 5 0

Europese scholen

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

275 000

255 000

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de bijdrage van de Europese Ombudsman aan de type II-Europese scholen geaccrediteerd door de Raad van bestuur van de Europese scholen, of

 

de terugbetaling aan de Commissie van de bijdrage aan de type II-Europese scholen geaccrediteerd door de Raad van bestuur van de Europese scholen door de Commissie uit naam van de Europese Ombudsman en betaald op basis van een mandaat en serviceovereenkomst getekend met de Commissie.

Het dekt de kosten voor kinderen van personeelsleden van de Europese Ombudsman ingeschreven in een type II-Europese school.

Rechtsgronden

Besluit C(2013) 4886 van de Commissie van 1 augustus 2013 (PB C 222 van 2.8.2013, blz. 8).

TITEL 2

GEBOUWEN, MEUBILAIR, UITRUSTING EN DIVERSE HUISHOUDELIJKE UITGAVEN

 

Artikel

Post

Rubriek

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

% 2014-2016

HOOFDSTUK 2 0

2 0 0

Gebouwen

2 0 0 0

Huur

       

Niet-gesplitste kredieten

860 000

749 000

715 000,—

83,14

 

Artikel 2 0 0 — Totaal

860 000

749 000

715 000,—

83,14

 

HOOFDSTUK 2 0 — TOTAAL

860 000

749 000

715 000,—

83,14

HOOFDSTUK 2 1

2 1 0

Materieel, exploitatiekosten en dienstverlening in verband met informatica en telecommunicatie

2 1 0 0

Aankoop van, werkzaamheden aan en onderhoud van hard- en software en daarmee verband houdende werkzaamheden

       

Niet-gesplitste kredieten

200 000

133 000

75 457,58

37,73

2 1 0 1

Aankoop van, werkzaamheden aan en onderhoud van telecommunicatieapparatuur

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0,—

 
 

Artikel 2 1 0 — Totaal

200 000

133 000

75 457,58

37,73

2 1 2

Meubilair

       

Niet-gesplitste kredieten

15 000

15 000

15 000,—

100,00

2 1 6

Voertuigen

       

Niet-gesplitste kredieten

19 000

19 000

19 000,—

100,00

 

HOOFDSTUK 2 1 — TOTAAL

234 000

167 000

109 457,58

46,78

HOOFDSTUK 2 3

2 3 0

Administratieve uitgaven

2 3 0 0

Papier, kantoorbenodigdheden en diverse producten

       

Niet-gesplitste kredieten

12 000

18 000

10 752,30

89,60

2 3 0 1

Porto en verzendkosten

       

Niet-gesplitste kredieten

7 000

12 000

4 632,88

66,18

2 3 0 2

Telecommunicatie

       

Niet-gesplitste kredieten

6 000

7 000

4 524,01

75,40

2 3 0 3

Financiële lasten

       

Niet-gesplitste kredieten

500

500

30,70

6,14

2 3 0 4

Overige uitgaven

       

Niet-gesplitste kredieten

3 500

4 000

2 851,80

81,48

2 3 0 5

Proceskosten en schadevergoedingen

       

Niet-gesplitste kredieten

5 000

15 000

0,—

0

 

Artikel 2 3 0 — Totaal

34 000

56 500

22 791,69

67,03

2 3 1

Vertaling en vertolking

       

Niet-gesplitste kredieten

315 000

445 000

389 500,—

123,65

2 3 2

Ondersteuning van werkzaamheden

       

Niet-gesplitste kredieten

95 000

95 000

49 845,11

52,47

 

HOOFDSTUK 2 3 — TOTAAL

444 000

596 500

462 136,80

104,08

 

Titel 2 — Totaal

1 538 000

1 512 500

1 286 594,38

83,65

HOOFDSTUK 2 0 —

GEBOUWEN EN BIJKOMENDE KOSTEN

 

HOOFDSTUK 2 1 —

INFORMATICA, UITRUSTING EN MEUBILAIR: AANKOOP, HUUR EN ONDERHOUD

 

HOOFDSTUK 2 3 —

LOPENDE HUISHOUDELIJKE UITGAVEN

HOOFDSTUK 2 0 —   GEBOUWEN EN BIJKOMENDE KOSTEN

2 0 0

Gebouwen

2 0 0 0

Huur

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

860 000

749 000

715 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van een globale vergoeding aan het Europees Parlement voor het gebruik van de kantoorruimte die het Europees Parlement in zijn gebouwen in Brussel en Straatsburg ter beschikking stelt van de Europese Ombudsman. Het dient ter dekking van de kosten van huur en verzekering, water, elektriciteit, verwarming, schoonmaken en onderhoud, veiligheid en bewaking, alsook van andere diverse kosten, met inbegrip van verbouwingen, reparaties en renovaties van de betreffende kantoorruimten.

Rechtsgronden

Administratieve overeenkomst tussen de Ombudsman en het Europees Parlement.

HOOFDSTUK 2 1 —   INFORMATICA, UITRUSTING EN MEUBILAIR: AANKOOP, HUUR EN ONDERHOUD

Toelichting

Op het gebied van overheidsopdrachten overlegt de instelling met de andere instellingen over de door elk van hen verkregen voorwaarden.

2 1 0

Materieel, exploitatiekosten en dienstverlening in verband met informatica en telecommunicatie

2 1 0 0

Aankoop van, werkzaamheden aan en onderhoud van hard- en software en daarmee verband houdende werkzaamheden

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

200 000

133 000

75 457,58

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van:

 

aankoop, huur, service en onderhoud van materieel en ontwikkeling van programmatuur;

 

dienstverlening in verband met de exploitatie en het onderhoud van informaticasystemen;

 

aan derden uitbestede exploitatie van informaticatoepassingen en andere diensten in verband met de informatica;

 

aankoop, huur, service en onderhoud van telecommunicatieapparatuur en andere met telecommunicatie verband houdende uitgaven (transmissienetwerken, telefooncentrales, telefoontoestellen en randapparatuur, faxen, telexsystemen, installatiekosten enz.).

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 000 EUR.

2 1 0 1

Aankoop van, werkzaamheden aan en onderhoud van telecommunicatieapparatuur

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten in verband met huur, werkzaamheden aan en onderhoud van telecommunicatieapparatuur en andere uitgaven in verband met telecommunicatie (transmissienetwerken, telefooncentrales, telefoontoestellen en randapparatuur, faxen, telexsystemen, installatiekosten enz.).

2 1 2

Meubilair

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

15 000

15 000

15 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van aankoop, huur, onderhoud en reparatie van meubilair, met name de aankoop van ergonomisch kantoormeubilair, de vervanging van verouderd meubilair en meubilair dat niet langer wordt gebruikt, alsmede van kantoormachines.

2 1 6

Voertuigen

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

19 000

19 000

19 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van aankoop, onderhoud, gebruik en reparatie van voertuigen (dienstwagens) en van de huur van auto's, taxi's, bussen en vrachtwagens, met of zonder chauffeur, met inbegrip van de bijbehorende verzekeringen en de betaling van eventuele boeten.

HOOFDSTUK 2 3 —   LOPENDE HUISHOUDELIJKE UITGAVEN

2 3 0

Administratieve uitgaven

Toelichting

Op het gebied van overheidsopdrachten overlegt de instelling met de andere instellingen over de door elk van hen verkregen voorwaarden.

2 3 0 0

Papier, kantoorbenodigdheden en diverse producten

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

12 000

18 000

10 752,30

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de aanschaf van papier, enveloppen, kantoorbenodigdheden, producten voor de drukkerij en de reproductiewerkplaatsen enz.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 000 EUR.

2 3 0 1

Porto en verzendkosten

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

7 000

12 000

4 632,88

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven voor porto en voor verwerking en versturing door post- en private koeriersdiensten.

2 3 0 2

Telecommunicatie

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

6 000

7 000

4 524,01

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van abonnementen en de kosten van communicatie per kabel of via de ether (vaste en mobiele telefonie, televisie), alsook ter dekking van de uitgaven in verband met netwerken voor de transmissie van gegevens en diensten op het gebied van de telematica.

2 3 0 3

Financiële lasten

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

500

500

30,70

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de bankkosten (commissies, agio's en diverse kosten) en de andere financiële kosten, met inbegrip van de bijkomende kosten voor de financiering van de gebouwen.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 10 000 EUR.

2 3 0 4

Overige uitgaven

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

3 500

4 000

2 851,80

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

verzekeringen die niet expliciet onder andere posten worden genoemd;

 

diverse huishoudelijke uitgaven, zoals de aankoop van spoorboekjes en vluchtregelingen, de bekendmaking in kranten van de verkoop van gebruikte goederen enz.;

 

voorschotrekeningen in Brussel en Straatsburg.

2 3 0 5

Proceskosten en schadevergoedingen

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

5 000

15 000

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

alle eventuele kosten indien de Ombudsman voor een uniale of nationale rechtbank moet verschijnen of een zaak bij zo'n rechtbank aanhangig maakt, de kosten van juridische diensten en andere kosten van juridische, contentieuze of precontentieuze aard;

 

de uitgaven in verband met schadevergoedingen, alsook eventuele schulden zoals vermeld in artikel 11, lid 3, van het Financieel Reglement.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 000 EUR.

2 3 1

Vertaling en vertolking

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

315 000

445 000

389 500,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van door derden te verrichten aanvullende diensten, met name de vertaling en het uittypen van het jaarverslag en diverse documenten, de diensten van onder contract of incidenteel werkende tolken en andere bijhorende kosten.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 5 000 EUR.

2 3 2

Ondersteuning van werkzaamheden

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

95 000

95 000

49 845,11

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van een aan het Europees Parlement te betalen globale „managementvergoeding” voor de kosten die overeenkomen met de werkuren van personeel van het Europees Parlement voor het verlenen van algemene diensten, zoals accounting, interne audit, een medische dienst enz.

Het dient tevens ter dekking van de kosten van uiteenlopende interinstitutionele diensterverlening die nog niet onder een andere begrotingslijn valt.

TITEL 3

UITGAVEN VOORTVLOEIEND UIT DE ALGEMENE TAKEN VAN DE INSTELLING

 

Artikel

Post

Rubriek

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

% 2014-2016

HOOFDSTUK 3 0

3 0 0

Dienstreizen personeel

       

Niet-gesplitste kredieten

157 000

157 000

145 000,—

92,36

3 0 2

Onthaal- en representatiekosten

       

Niet-gesplitste kredieten

7 000

10 000

1 664,30

23,78

3 0 3

Vergaderingen in het algemeen

       

Niet-gesplitste kredieten

47 000

36 000

24 650,91

52,45

3 0 4

Interne vergaderingen

       

Niet-gesplitste kredieten

27 000

35 000

25 889,80

95,89

 

HOOFDSTUK 3 0 — TOTAAL

238 000

238 000

197 205,01

82,86

HOOFDSTUK 3 2

3 2 0

Verwerving van informatie en expertise

3 2 0 0

Uitgaven voor documentatie en bibliotheek

       

Niet-gesplitste kredieten

8 000

10 000

4 999,61

62,50

3 2 0 1

Uitgaven voor archivering

       

Niet-gesplitste kredieten

15 000

15 000

15 000,—

100,00

 

Artikel 3 2 0 — Totaal

23 000

25 000

19 999,61

86,95

3 2 1

Productie en verspreiding

3 2 1 0

Communicatie en publicaties

       

Niet-gesplitste kredieten

219 000

310 000

189 150,63

86,37

 

Artikel 3 2 1 — Totaal

219 000

310 000

189 150,63

86,37

 

HOOFDSTUK 3 2 — TOTAAL

242 000

335 000

209 150,24

86,43

HOOFDSTUK 3 3

3 3 0

Studies en subsidies

3 3 0 0

Studies

       

Niet-gesplitste kredieten

17 800

2 800

2 700,—

15,17

3 3 0 1

Betrekkingen met nationale/regionale ombudsmannen en andere vergelijkbare instanties, en ondersteuning van de activiteiten van het Europees netwerk van ombudsmannen

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

22 620,10

 
 

Artikel 3 3 0 — Totaal

17 800

2 800

25 320,10

142,25

 

HOOFDSTUK 3 3 — TOTAAL

17 800

2 800

25 320,10

142,25

HOOFDSTUK 3 4

3 4 0

Uitgaven voortvloeiend uit de taken van de Ombudsman

3 4 0 0

Diverse uitgaven

       

Niet-gesplitste kredieten

1 500

1 500

2 100,—

140,00

 

Artikel 3 4 0 — Totaal

1 500

1 500

2 100,—

140,00

 

HOOFDSTUK 3 4 — TOTAAL

1 500

1 500

2 100,—

140,00

 

Titel 3 — Totaal

499 300

577 300

433 775,35

86,88

HOOFDSTUK 3 0 —

VERGADERINGEN EN CONFERENTIES

 

HOOFDSTUK 3 2 —

EXPERTISE EN INFORMATIE: VERWERVING, ARCHIVERING, PRODUCTIE EN VERSPREIDING

 

HOOFDSTUK 3 3 —

STUDIES EN OVERIGE SUBSIDIES

 

HOOFDSTUK 3 4 —

UITGAVEN VOORTVLOEIEND UIT DE TAKEN VAN DE OMBUDSMAN

HOOFDSTUK 3 0 —   VERGADERINGEN EN CONFERENTIES

3 0 0

Dienstreizen personeel

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

157 000

157 000

145 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor reiskosten en dagvergoedingen in het kader van dienstreizen, evenals voor bijkomende of uitzonderlijke kosten tijdens dienstreizen, met inbegrip van de kosten die verband houden met vervoersbewijzen en reserveringen.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 5 000 EUR.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 71, alsmede bijlage VII, artikelen 11, 12 en 13.

3 0 2

Onthaal- en representatiekosten

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

7 000

10 000

1 664,30

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met de verplichtingen van de instelling inzake onthaal en representatie, en voor de aanschaf van door de Ombudsman geschonken representatieartikelen.

3 0 3

Vergaderingen in het algemeen

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

47 000

36 000

24 650,91

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de reis- en verblijfkosten en bijkomende kosten van deskundigen en andere personen die worden uitgenodigd voor vergaderingen van commissies en studie- en werkgroepen, alsook van andere bijbehorende kosten (huur van zalen, vertolkingsvoorzieningen enz.).

3 0 4

Interne vergaderingen

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

27 000

35 000

25 889,80

Toelichting

Dit krediet is bedoeld om de kosten te dekken die betrekking hebben op de organisatie van de interne vergaderingen van de instelling.

HOOFDSTUK 3 2 —   EXPERTISE EN INFORMATIE: VERWERVING, ARCHIVERING, PRODUCTIE EN VERSPREIDING

3 2 0

Verwerving van informatie en expertise

3 2 0 0

Uitgaven voor documentatie en bibliotheek

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

8 000

10 000

4 999,61

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van:

 

uitbreiding en vervanging van de algemene naslagwerken en aanvulling van het bibliotheekfonds;

 

abonnementen op dagbladen, tijdschriften, nieuwsagentschappen en op hun publicaties en diensten online, met inbegrip van de kosten van auteursrechten voor de reproductie en verspreiding van deze abonnementen langs klassieke of elektronische weg en dienstverleningscontracten voor persoverzichten en krantenknipsels;

 

abonnementen of dienstverleningscontracten voor de levering van samenvattingen en inhoudsanalysen van tijdschriften of voor het invoeren in optische dragers van uit deze tijdschriften geselecteerde artikelen;

 

het gebruik van externe databanken voor documenten en statistische gegevens, met uitzondering van computerapparatuur en telecommunicatiekosten;

 

de aanschaf of huur van speciaal materiaal, inclusief elektrische, elektronische en computerapparatuur en/of systemen voor bibliotheek, documentatie en mediatheek, alsmede externe bijstand bij de aanschaf, ontwikkeling, installatie, exploitatie en onderhoud van deze materialen en systemen;

 

de verlening van diensten met betrekking tot de activiteiten van de bibliotheek, met name in verband met de klanten (onderzoek, analyse) het systeem voor kwaliteitsbeheer enz.;

 

materiaal en werkzaamheden in verband met het inbinden en conserveren van werken voor de bibliotheek, de documentatiedienst en de mediatheek;

 

de aankoop van woordenboeken, glossaria en andere werken voor de diensten van de Ombudsman.

3 2 0 1

Uitgaven voor archivering

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

15 000

15 000

15 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van:

 

externe archiveringsdiensten, inclusief sorteren, classificatie en herclassificatie in de gegevensbanken, de kosten van diensten in verband met de archieven en aankoop en exploitatie van archiefbestanden op vervangende informatiedragers (microfilm, schijven, cassettes enz.), alsmede aankoop, huur en onderhoud van speciaal materieel (elektronische, elektrische en computerapparatuur) en de kosten van publicaties op alle soorten dragers (brochures, cd-roms enz.);

 

het verwerken van de persoonlijke archieven die de Ombudsman tijdens de uitoefening van zijn mandaat heeft opgebouwd en overgedragen in de vorm van een schenking of een legaat aan het Europees Parlement, aan het historische archief van de Europese Unie (HAEU) of aan een wettelijk erkende vereniging of stichting.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2001 inzake de toegang van het publiek tot documenten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie (PB L 145 van 31.5.2001, blz. 43), alsmede de door de Ombudsman aangenomen uitvoeringsbepalingen.

3 2 1

Productie en verspreiding

3 2 1 0

Communicatie en publicaties

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

219 000

310 000

189 150,63

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van publicaties en voorlichting, met name:

 

het plaatsen van publicaties in het Publicatieblad van de Europese Unie;

 

het drukken en vermenigvuldigen van diverse publicaties (jaarverslag enz.) in de officiële talen;

 

verspreiding (langs traditionele of elektronische weg) van voorlichtingsmateriaal met betrekking tot de Ombudsman (publiciteit en maatregelen ter bevordering van het beginsel van de Europese Ombudsman bij het grote publiek);

 

andere uitgaven in verband met het voorlichtingsbeleid van de instelling (studiebijeenkomsten, seminars, deelname aan openbare evenementen enz.).

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 000 EUR.

HOOFDSTUK 3 3 —   STUDIES EN OVERIGE SUBSIDIES

3 3 0

Studies en subsidies

3 3 0 0

Studies

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

17 800

2 800

2 700,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van het verrichten van bij contract aan deskundigen en onderzoeksinstituten toevertrouwde studies en/of enquêtes, alsmede de kosten van de publicatie daarvan en bijkomende kosten.

3 3 0 1

Betrekkingen met nationale/regionale ombudsmannen en andere vergelijkbare instanties, en ondersteuning van de activiteiten van het Europees netwerk van ombudsmannen

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

p.m.

p.m.

22 620,10

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van kosten aangegaan voor het bevorderen van relaties en het verstevigen van de samenwerking tussen de Ombudsman en de nationale/regionale ombudsmannen en andere gelijkaardige organen.

Het kan met name dienen ter dekking van financiële bijdragen voor de realisatie van projecten in de activiteitssfeer van het Europees netwerk van ombudsmannen (andere dan bedoeld in post 3 2 1 0).

Het is ook bedoeld ter dekking van bijdragen met betrekking tot bezoekersgroepen aan de Ombudsman.

HOOFDSTUK 3 4 —   UITGAVEN VOORTVLOEIEND UIT DE TAKEN VAN DE OMBUDSMAN

3 4 0

Uitgaven voortvloeiend uit de taken van de Ombudsman

3 4 0 0

Diverse uitgaven

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

1 500

1 500

2 100,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van eventuele uitgaven die specifiek verband houden met het ambt van Ombudsman, zoals betrekkingen met de nationale ombudsmannen en internationale organisaties van ombudsmannen, alsook het lidmaatschap van internationale organisaties.

TITEL 10

OVERIGE UITGAVEN

 

Artikel

Post

Rubriek

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

% 2014-2016

 

HOOFDSTUK 10 0

p.m.

p.m.

0,—

 
 

HOOFDSTUK 10 0 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0,—

 
 

HOOFDSTUK 10 1

p.m.

p.m.

0,—

 
 

HOOFDSTUK 10 1 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0,—

 
 

Titel 10 — Totaal

p.m.

p.m.

0,—

 
 

TOTAAL-GENERAAL

10 658 951

10 346 105

9 647 512,07

90,51

HOOFDSTUK 10 0 —

VOORZIENINGEN

 

HOOFDSTUK 10 1 —

RESERVE VOOR ONVOORZIENE UITGAVEN

HOOFDSTUK 10 0 —   VOORZIENINGEN

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

p.m.

p.m.

0,—

Rechtsgronden

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

HOOFDSTUK 10 1 —   RESERVE VOOR ONVOORZIENE UITGAVEN

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van niet te voorziene uitgaven, voortkomend uit tijdens het begrotingsjaar te nemen begrotingsbesluiten.

PERSONEEL

Afdeling VIII — Europese Ombudsman

 

Categorie en rang

2016

2015

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

AD 16

 

1

1

 

AD 15

2

 

2

 

AD 14

1

 

1

 

AD 13

4

 

4

 

AD 12

 

1

 

1

AD 11

1

1

1

1

AD 10

3

2

3

2

AD 9

3

1

3

 

AD 8

2

1

2

2

AD 7

5

1

3

1

AD 6

7

 

8

 

AD 5

2

1

2

1

Totaal

30

9

30

8

AST 11

       

AST 10

       

AST 9

       

AST 8

 

2

 

2

AST 7

1

1

1

1

AST 6

5

 

2

 

AST 5

2

3

5

3

AST 4

3

3

3

3

AST 3

4

1

4

1

AST 2

   

1

1

AST 1

1

 

1

 

Totaal

16

10

17

11

AST/SC 6

       

AST/SC 5

       

AST/SC 4

       

AST/SC 3

1

     

AST/SC 2

       

AST/SC 1

       

Totaal

1

     

Totaal-generaal

47

19

47

19

Totaal personeel

66

66

AFDELING IX

EUROPESE TOEZICHTHOUDER VOOR GEGEVENSBESCHERMING

ONTVANGSTEN

Bijdrage van de Europese Unie aan de financiering van de uitgaven van de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming voor het begrotingsjaar 2016

 

Rubriek

Bedrag

Uitgaven

9 288 043

Eigen inkomsten

  • – 
    972 000

Te ontvangen bijdrage

8 316 043

EIGEN INKOMSTEN

TITEL 4

DIVERSE BELASTINGEN, HEFFINGEN EN BIJDRAGEN VAN DE UNIE

 

Artikel

Post

Rubriek

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

% 2014-2016

HOOFDSTUK 4 0

4 0 0

Opbrengst van de belasting op de salarissen, lonen en vergoedingen van de leden van de instelling, de ambtenaren en de andere personeelsleden

495 000

497 000

383 011,20

77,38

4 0 3

Opbrengst van de tijdelijke bijdrage die van toepassing is op de bezoldigingen van de leden van de instelling, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

p.m.

p.m.

0,13

 

4 0 4

Opbrengst van de speciale heffing en de solidariteitsheffing die van toepassing zijn op de bezoldigingen van de leden van de instelling, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

83 000

81 000

72 176,49

86,96

 

HOOFDSTUK 4 0 — TOTAAL

578 000

578 000

455 187,82

78,75

HOOFDSTUK 4 1

4 1 0

Bijdragen van het personeel aan de pensioenregeling

394 000

381 000

325 035,78

82,50

4 1 1

Overdracht of inkoop van pensioenrechten door het personeel

p.m.

p.m.

0,—

 
 

HOOFDSTUK 4 1 — TOTAAL

394 000

381 000

325 035,78

82,50

 

Titel 4 — Totaal

972 000

959 000

780 223,60

80,27

HOOFDSTUK 4 0 —

INHOUDINGEN OP DE BEZOLDIGINGEN

 

HOOFDSTUK 4 1 —

BIJDRAGEN AAN DE PENSIOENREGELING

HOOFDSTUK 4 0 —   INHOUDINGEN OP DE BEZOLDIGINGEN

4 0 0

Opbrengst van de belasting op de salarissen, lonen en vergoedingen van de leden van de instelling, de ambtenaren en de andere personeelsleden

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

495 000

497 000

383 011,20

Rechtsgronden

Protocol betreffende de voorrechten en immuniteiten van de Europese Unie, met name artikel 12.

Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom van de Raad van 25 juli 1967 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de advocaten-generaal bij het Hof van Justitie, de president, de leden en de griffier van het Gerecht, alsmede de president, de leden en de griffier van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (PB 187 van 8.8.1967, blz. 1).

Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 260/68 van de Raad van 29 februari 1968 tot vaststelling van de voorwaarden en de wijze van heffing van de belasting ten bate van de Europese Gemeenschappen (PB L 56 van 4.3.1968, blz. 8).

Besluit nr. 1247/2002/EG van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie van 1 juli 2002 betreffende het statuut en de algemene voorwaarden voor de uitoefening van de functie van Europees Toezichthouder voor gegevensbescherming (PB L 183 van 12.7.2002, blz. 1).

4 0 3

Opbrengst van de tijdelijke bijdrage die van toepassing is op de bezoldigingen van de leden van de instelling, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

0,13

Rechtsgronden

Protocol betreffende de voorrechten en immuniteiten van de Europese Unie, met name artikel 12.

Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom van de Raad van 25 juli 1967 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de advocaten-generaal bij het Hof van Justitie, de president, de leden en de griffier van het Gerecht, alsmede de president, de leden en de griffier van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (PB 187 van 8.8.1967, blz. 1).

Statuut van de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen, met name artikel 66 bis in de versie die van kracht was tot 15 december 2003.

Besluit nr. 1247/2002/EG van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie van 1 juli 2002 betreffende het statuut en de algemene voorwaarden voor de uitoefening van de functie van Europees Toezichthouder voor gegevensbescherming (PB L 183 van 12.7.2002, blz. 1).

4 0 4

Opbrengst van de speciale heffing en de solidariteitsheffing die van toepassing zijn op de bezoldigingen van de leden van de instelling, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

83 000

81 000

72 176,49

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 66 bis.

HOOFDSTUK 4 1 —   BIJDRAGEN AAN DE PENSIOENREGELING

4 1 0

Bijdragen van het personeel aan de pensioenregeling

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

394 000

381 000

325 035,78

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 83, lid 2.

4 1 1

Overdracht of inkoop van pensioenrechten door het personeel

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

0,—

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name bijlage VIII, artikel 4, artikel 11, leden 2 en 3, en artikel 48.

TITEL 9

DIVERSE ONTVANGSTEN

 

Artikel

Post

Rubriek

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

% 2014-2016

HOOFDSTUK 9 0

9 0 0

Diverse ontvangsten

p.m.

p.m.

0,—

 
 

HOOFDSTUK 9 0 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0,—

 
 

Titel 9 — Totaal

p.m.

p.m.

0,—

 
 

TOTAAL-GENERAAL

972 000

959 000

780 223,60

80,27

HOOFDSTUK 9 0 —

DIVERSE ONTVANGSTEN

HOOFDSTUK 9 0 —   DIVERSE ONTVANGSTEN

9 0 0

Diverse ontvangsten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Onder dit artikel worden diverse ontvangsten opgenomen.

UITGAVEN

Algemene samenvatting van de kredieten (2016 en 2015) en van de uitvoering (2014)

 

Titel

Hoofdstuk

Rubriek

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

1

UITGAVEN BETREFFENDE DE AAN DE INSTELLING VERBONDEN PERSONEN

1 0

LEDEN VAN DE INSTELLING

889 066

998 083

815 564,57

1 1

PERSONEEL VAN DE INSTELLING

5 200 046

4 981 725

4 625 724,03

 

Titel 1 — Totaal

6 089 112

5 979 808

5 441 288,60

2

GEBOUWEN, MATERIEEL EN UITGAVEN IN VERBAND MET DE WERKING VAN DE INSTELLING

2 0

GEBOUWEN, MATERIEEL EN UITGAVEN IN VERBAND MET DE WERKING VAN DE INSTELLING

2 445 750

2 314 436

2 321 000,—

 

Titel 2 — Totaal

2 445 750

2 314 436

2 321 000,—

3

EUROPEES COMITÉ VOOR GEGEVENSBESCHERMING

3 0

UITGAVEN IN VERBAND MET DE WERKING VAN HET COMITÉ

753 181

511 173

0,—

 

Titel 3 — Totaal

753 181

511 173

0,—

10

OVERIGE UITGAVEN

10 0

VOORZIENINGEN

p.m.

p.m.

0,—

10 1

RESERVE VOOR ONVOORZIENE UITGAVEN

p.m.

p.m.

0,—

 

Titel 10 — Totaal

p.m.

p.m.

0,—

 

TOTAAL-GENERAAL

9 288 043

8 805 417

7 762 288,60

TITEL 1

UITGAVEN BETREFFENDE DE AAN DE INSTELLING VERBONDEN PERSONEN

 

Artikel

Post

Rubriek

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

% 2014-2016

HOOFDSTUK 1 0

1 0 0

Bezoldiging, vergoedingen en andere rechten van de leden

1 0 0 0

Salaris en vergoedingen

       

Niet-gesplitste kredieten

640 940

627 689

588 087,43

91,75

1 0 0 1

Rechten bij indiensttreding en beëindiging van de dienst

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

130 000,—

 

1 0 0 2

Overbruggingstoelagen

       

Niet-gesplitste kredieten

163 732

296 000

0,—

0

1 0 0 3

Pensioenen

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

38 083,14

 

1 0 0 4

Voorziening

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0,—

 
 

Artikel 1 0 0 — Totaal

804 672

923 689

756 170,57

93,97

1 0 1

Overige uitgaven in verband met de leden

1 0 1 0

Bijscholing

       

Niet-gesplitste kredieten

25 000

15 000

0,—

0

1 0 1 1

Dienstreizen, lokaal vervoer en andere bijkomende kosten

       

Niet-gesplitste kredieten

59 394

59 394

59 394,—

100,00

 

Artikel 1 0 1 — Totaal

84 394

74 394

59 394,—

70,38

 

HOOFDSTUK 1 0 — TOTAAL

889 066

998 083

815 564,57

91,73

HOOFDSTUK 1 1

1 1 0

Salaris, vergoedingen en andere rechten van de ambtenaren en tijdelijke functionarissen

1 1 0 0

Salaris en vergoedingen

       

Niet-gesplitste kredieten

4 328 815

4 105 808

3 507 731,96

81,03

1 1 0 1

Rechten bij indiensttreding, overplaatsing en beëindiging van de dienst

       

Niet-gesplitste kredieten

50 000

50 000

10 000,—

20,00

1 1 0 2

Betaalde overuren

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0,—

 

1 1 0 3

Buitengewone bijstand

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

0,—

 

1 1 0 4

Vergoedingen en diverse bijdragen bij vervroegde beëindiging van de dienst

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0,—

 

1 1 0 5

Voorziening

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

0,—

 
 

Artikel 1 1 0 — Totaal

4 378 815

4 155 808

3 517 731,96

80,34

1 1 1

Andere personeelsleden

1 1 1 0

Arbeidscontractanten

       

Niet-gesplitste kredieten

272 070

251 756

727 183,02

267,28

1 1 1 1

Kosten van stages en uitwisseling van personeelsleden

       

Niet-gesplitste kredieten

179 428

179 428

99 428,—

55,41

1 1 1 2

Uit te besteden diensten en werkzaamheden

       

Niet-gesplitste kredieten

51 202

51 202

2 703,80

5,28

 

Artikel 1 1 1 — Totaal

502 700

482 386

829 314,82

164,97

1 1 2

Overige uitgaven in verband met het personeel

1 1 2 0

Dienstreizen, reiskosten en andere bijkomende kosten

       

Niet-gesplitste kredieten

132 398

157 398

112 686,—

85,11

1 1 2 1

Aanwerving van personeel

       

Niet-gesplitste kredieten

6 789

6 789

14 211,—

209,32

1 1 2 2

Bijscholing

       

Niet-gesplitste kredieten

78 500

78 500

78 500,—

100,00

1 1 2 3

Sociale dienst

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0,—

 

1 1 2 4

Medische dienst

       

Niet-gesplitste kredieten

14 844

14 844

7 422,—

50,00

1 1 2 5

Kinderopvangcentrum van de Unie en andere kinderdagverblijven en naschoolse opvangcentra

       

Niet-gesplitste kredieten

80 000

80 000

60 000,—

75,00

1 1 2 6

Betrekkingen tussen de personeelsleden en andere sociale maatregelen

       

Niet-gesplitste kredieten

6 000

6 000

5 858,25

97,64

 

Artikel 1 1 2 — Totaal

318 531

343 531

278 677,25

87,49

 

HOOFDSTUK 1 1 — TOTAAL

5 200 046

4 981 725

4 625 724,03

88,96

 

Titel 1 — Totaal

6 089 112

5 979 808

5 441 288,60

89,36

HOOFDSTUK 1 0 —

LEDEN VAN DE INSTELLING

 

HOOFDSTUK 1 1 —

PERSONEEL VAN DE INSTELLING

HOOFDSTUK 1 0 —   LEDEN VAN DE INSTELLING

1 0 0

Bezoldiging, vergoedingen en andere rechten van de leden

1 0 0 0

Salaris en vergoedingen

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

640 940

627 689

588 087,43

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de financiering van de salarissen en vergoedingen van de leden, alsook van de gevolgen van de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten op de bezoldiging en op het gedeelte van de emolumenten dat naar een ander land dan dat van de standplaats wordt overgemaakt;

 

de werkgeversbijdrage (0,87 %) in de beroepsziekte- en ongevallenverzekering;

 

de werkgeversbijdrage (3,4 %) in de ziektekostenverzekering;

 

de geboortetoelage;

 

de toelagen in geval van overlijden.

Rechtsgronden

Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom van de Raad van 25 juli 1967 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de advocaten-generaal bij het Hof van Justitie, de president, de leden en de griffier van het Gerecht, alsmede de president, de leden en de griffier van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (PB 187 van 8.8.1967, blz. 1).

Besluit nr. 1247/2002/EG van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie van 1 juli 2002 betreffende het statuut en de algemene voorwaarden voor de uitoefening van de functie van Europees Toezichthouder voor gegevensbescherming (PB L 183 van 12.7.2002, blz. 1).

1 0 0 1

Rechten bij indiensttreding en beëindiging van de dienst

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

p.m.

130 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de reiskosten van de leden (inclusief gezinsleden) bij indiensttreding of beëindiging van de dienst, de inrichtingsvergoeding bij indiensttreding of beëindiging van de dienst en de verhuiskosten bij indiensttreding of beëindiging van de dienst.

Rechtsgronden

Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom van de Raad van 25 juli 1967 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de advocaten-generaal bij het Hof van Justitie, de president, de leden en de griffier van het Gerecht, alsmede de president, de leden en de griffier van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (PB 187 van 8.8.1967, blz. 1), met name artikel 5.

1 0 0 2

Overbruggingstoelagen

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

163 732

296 000

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de overbruggingstoelagen, de gezinstoelagen en de aanpassingscoëfficiënten in verband met het land van verblijf van de leden van de instelling na beëindiging van de dienst.

Rechtsgronden

Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom van de Raad van 25 juli 1967 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de advocaten-generaal bij het Hof van Justitie, de president, de leden en de griffier van het Gerecht, alsmede de president, de leden en de griffier van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (PB 187 van 8.8.1967, blz. 1), met name artikel 7.

1 0 0 3

Pensioenen

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

p.m.

p.m.

38 083,14

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de ouderdomspensioenen en de aanpassingscoëfficiënten in verband met het land van verblijf van de leden van de instelling, alsmede van de overlevingspensioenen van overlevende echtgenoten en wezen en de aanpassingscoëfficiënten in verband met hun land van verblijf.

Rechtsgronden

Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom van de Raad van 25 juli 1967 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de advocaten-generaal bij het Hof van Justitie, de president, de leden en de griffier van het Gerecht, alsmede de president, de leden en de griffier van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (PB 187 van 8.8.1967, blz. 1), met name de artikelen 8, 9, 15 en 18.

1 0 0 4

Voorziening

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de gevolgen van eventuele aanpassingen van de bezoldigingen en pensioenen waartoe de Raad in de loop van het begrotingsjaar besluit.

Dir krediet heeft louter het karakter van een voorziening en mag slechts worden gebruikt nadat het naar andere begrotingsonderdelen is overgeschreven overeenkomstig het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

1 0 1

Overige uitgaven in verband met de leden

1 0 1 0

Bijscholing

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

25 000

15 000

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van deelname aan talencursussen, seminars en bijscholingscursussen.

1 0 1 1

Dienstreizen, lokaal vervoer en andere bijkomende kosten

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

59 394

59 394

59 394,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor reiskosten en dagvergoedingen in het kader van dienstreizen, evenals voor bijkomende of uitzonderlijke kosten tijdens dienstreizen.

Rechtsgronden

Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom van de Raad van 25 juli 1967 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de advocaten-generaal bij het Hof van Justitie, de president, de leden en de griffier van het Gerecht, alsmede de president, de leden en de griffier van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (PB 187 van 8.8.1967, blz. 1), met name artikel 6.

HOOFDSTUK 1 1 —   PERSONEEL VAN DE INSTELLING

1 1 0

Salaris, vergoedingen en andere rechten van de ambtenaren en tijdelijke functionarissen

1 1 0 0

Salaris en vergoedingen

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

4 328 815

4 105 808

3 507 731,96

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de basissalarissen van de ambtenaren en tijdelijke functionarissen;

 

de gezinstoelagen, inclusief de kostwinnerstoelage, de kindertoelage en de schooltoelage;

 

de ontheemdings- en buitenlandtoelage;

 

de bijdrage van de instelling aan de ziektekostenverzekering en aan de beroepsziekte- en ongevallenverzekering;

 

de bijdrage van de instelling voor de oprichting van het speciaal werkloosheidsfonds;

 

de betalingen van de instelling ten behoeve van tijdelijke functionarissen voor de totstandkoming of handhaving van hun pensioenrechten in hun land van herkomst;

 

de gevolgen van de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten op de bezoldiging en op het gedeelte van de emolumenten dat naar een ander land dan dat van de standplaats wordt overgemaakt;

 

de geboortetoelage;

 

de forfaitaire betaling van de reiskosten van de standplaats naar de plaats van herkomst;

 

de huisvestings- en vervoersvergoedingen, de vaste ambtsvergoedingen;

 

de vaste vergoedingen voor lokaal vervoer;

 

de bijzondere vergoeding voor de rekenplichtigen en de beheerders van gelden.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie en Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

1 1 0 1

Rechten bij indiensttreding, overplaatsing en beëindiging van de dienst

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

50 000

50 000

10 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de reiskosten van ambtenaren en tijdelijke functionarissen (inclusief gezinsleden) bij indiensttreding, beëindiging van de dienst of overplaatsing die een verandering van standplaats met zich brengt (artikelen 20 en 71 en bijlage VII, artikel 7), de inrichtingsvergoedingen bij indiensttreding, beëindiging van de dienst of tewerkstelling in een nieuwe standplaats (bijlage VII, artikelen 5 en 6), de verhuiskosten (artikelen 20 en 71 en bijlage VII, artikel 9) en de tijdelijke dagvergoedingen voor personeelsleden die kunnen aantonen dat zij bij indiensttreding van woonplaats hebben moeten veranderen (artikelen 20 en 71 en bijlage VII, artikel 10).

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

1 1 0 2

Betaalde overuren

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Dit krediet dient voor het uitbetalen van overuren onder de voorwaarden vervat in de bovenstaande bepalingen.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 56 en bijlage VI.

1 1 0 3

Buitengewone bijstand

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

p.m.

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten voor bijstand aan ambtenaren en andere personeelsleden die in zeer benarde omstandigheden verkeren.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 76.

1 1 0 4

Vergoedingen en diverse bijdragen bij vervroegde beëindiging van de dienst

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de vergoedingen die aan ambtenaren worden uitgekeerd in geval van terbeschikkingstelling of ontheffing van het ambt in het belang van de dienst;

 

de werkgeversbijdrage in de ziektekostenverzekering van ontvangers van bovengenoemde vergoedingen;

 

de gevolgen van de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten op de hierboven bedoelde vergoedingen, alsmede de gevolgen van eventuele aanpassingen van de bezoldigingen waartoe de Raad in de loop van het begrotingsjaar besluit.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name de artikelen 41, 50, 64, 65 en 72 en bijlage IV.

1 1 0 5

Voorziening

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

p.m.

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de gevolgen van eventuele aanpassingen van de bezoldigingen en vergoedingen waartoe de Raad in de loop van het begrotingsjaar besluit.

Dit krediet heeft louter het karakter van een voorziening en mag slechts worden gebruikt nadat het naar andere begrotingsonderdelen is overgeschreven overeenkomstig het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name de artikelen 65 en 65 bis en bijlage XI.

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

1 1 1

Andere personeelsleden

1 1 1 0

Arbeidscontractanten

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

272 070

251 756

727 183,02

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met de tewerkstelling van arbeidscontractanten.

Rechtsgronden

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

1 1 1 1

Kosten van stages en uitwisseling van personeelsleden

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

179 428

179 428

99 428,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de vergoedingen, kosten in verband met reizen en dienstreizen van stagiairs en van de ongevallen- en ziektekostenverzekering tijdens de stage.

Dit krediet dient tevens ter dekking van de kosten in verband met de uitwisseling van personeel tussen de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming, enerzijds, en de openbare sector van de lidstaten en de EVA-landen die lid zijn van de Europese Economische Ruimte (EER) en internationale organisaties, anderzijds.

1 1 1 2

Uit te besteden diensten en werkzaamheden

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

51 202

51 202

2 703,80

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van alle diensten verricht door personen die niet aan de instelling zijn verbonden, met name tijdelijk personeel.

1 1 2

Overige uitgaven in verband met het personeel

1 1 2 0

Dienstreizen, reiskosten en andere bijkomende kosten

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

132 398

157 398

112 686,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor reiskosten, dagvergoedingen in het kader van dienstreizen, evenals voor bijkomende of uitzonderlijke kosten tijdens dienstreizen.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 71, alsmede bijlage VII, artikelen 11, 12 en 13.

1 1 2 1

Aanwerving van personeel

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

6 789

6 789

14 211,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten voor het organiseren van de in artikel 3 van Besluit 2002/621/EG bedoelde vergelijkende onderzoeken, alsmede de reis- en verblijfkosten van de kandidaten voor aanwervingsgesprekken en de kosten van medische onderzoeken in verband met aanwerving.

Het dient tevens ter dekking van de kosten van de organisatie van procedures voor de selectie van tijdelijke functionarissen en arbeidscontractanten.

In gevallen waarin een en ander naar behoren is gerechtvaardigd op grond van functionele behoeften en na raadpleging van het Europees Bureau voor personeelsselectie, kan dit krediet worden gebruikt voor door de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming zelf georganiseerde vergelijkende onderzoeken.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name de artikelen 27 tot en met 31 en 33, alsmede bijlage III.

Besluit 2002/620/EG van het Europees Parlement, de Raad, de Commissie, het Hof van Justitie, de Rekenkamer, het Europees Economisch en Sociaal Comité, het Comité van de Regio's en de Europese Ombudsman van 25 juli 2002 betreffende de oprichting van het Bureau voor personeelsselectie van de Europese Gemeenschappen (PB L 197 van 26.7.2002, blz. 53).

Besluit 2002/621/EG van de secretarissen-generaal van het Europees Parlement, van de Raad en van de Commissie, de griffier van het Hof van Justitie, de secretarissen-generaal van de Rekenkamer, van het Europees Economisch en Sociaal Comité en van het Comité van de Regio's, en de vertegenwoordiger van de Europese Ombudsman van 25 juli 2002 betreffende de organisatie en de werking van het Bureau voor personeelsselectie van de Europese Gemeenschappen (PB L 197 van 26.7.2002, blz. 56).

1 1 2 2

Bijscholing

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

78 500

78 500

78 500,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de organisatie van beroepsopleidings- en bijscholingscursussen op interinstitutionele, externe en interne basis, met inbegrip van de talencursussen.

Tevens dient het ter dekking van de uitgaven voor educatief en technisch materiaal.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 24 bis.

1 1 2 3

Sociale dienst

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking, in het kader van een interinstitutioneel beleid ten behoeve van personen met een handicap (ambtenaren en tijdelijke functionarissen in actieve dienst en hun echtgenoten, alsook de kinderen ten laste in de zin van het Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie), van de terugbetaling, binnen de grenzen van de budgettaire mogelijkheden en na uitputting van de eventuele rechten die door het land van herkomst of woonplaats worden toegekend, van de als noodzakelijk erkende en naar behoren aangetoonde niet-medische kosten die op grond van de handicap zijn gemaakt.

1 1 2 4

Medische dienst

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

14 844

14 844

7 422,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met het jaarlijkse medische onderzoek voor ambtenaren en andere rechthebbende personeelsleden, met inbegrip van de onderzoeken en medische controles die in verband met dit jaarlijkse onderzoek vereist zijn.

1 1 2 5

Kinderopvangcentrum van de Unie en andere kinderdagverblijven en naschoolse opvangcentra

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

80 000

80 000

60 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van het aandeel van de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming in de uitgaven voor het kinderopvangcentrum van de Unie en andere kinderdagverblijven en naschoolse opvangcentra.

1 1 2 6

Betrekkingen tussen de personeelsleden en andere sociale maatregelen

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

6 000

6 000

5 858,25

Toelichting

Dit krediet dient:

 

ter dekking van de aanmoediging en financiële ondersteuning van initiatieven ter bevordering van sociale contacten tussen personeelsleden van verschillende nationaliteiten, bijvoorbeeld subsidies aan personeelsclubs, sportverenigingen, culturele activiteiten enz., alsmede voor een bijdrage in de kosten van een permanent vrijetijdscentrum (culturele activiteiten, sport enz.);

 

alsmede voor een bijdrage in de kosten van door het personeelscomité georganiseerde activiteiten (culturele activiteiten, vrijetijdsactiviteiten, etentjes enz.).

Het krediet dient ook ter dekking van de invoering van een mobiliteitsplan voor het personeel, bedoeld om het gebruik van het openbaar vervoer te stimuleren, dat van personenauto’s te verminderen en om de CO2-voetafdruk terug te dringen.

TITEL 2

GEBOUWEN, MATERIEEL EN UITGAVEN IN VERBAND MET DE WERKING VAN DE INSTELLING

 

Artikel

Post

Rubriek

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

% 2014-2016

HOOFDSTUK 2 0

2 0 0

Huur, lasten en uitgaven voor gebouwen

       

Niet-gesplitste kredieten

922 000

885 000

885 000,—

95,99

2 0 1

Uitgaven in verband met de werking en activiteiten van de instelling

2 0 1 0

Materieel

       

Niet-gesplitste kredieten

367 500

367 500

370 000,—

100,68

2 0 1 1

Benodigdheden

       

Niet-gesplitste kredieten

15 000

15 000

15 000,—

100,00

2 0 1 2

Overige uitgaven in verband met de werking

       

Niet-gesplitste kredieten

110 250

110 250

105 000,—

95,24

2 0 1 3

Vertaling en vertolking

       

Niet-gesplitste kredieten

775 000

707 686

680 000,—

87,74

2 0 1 4

Publicaties en voorlichting

       

Niet-gesplitste kredieten

112 000

112 000

127 000,—

113,39

2 0 1 5

Uitgaven in verband met de activiteiten van de instelling

       

Niet-gesplitste kredieten

144 000

117 000

139 000,—

96,53

 

Artikel 2 0 1 — Totaal

1 523 750

1 429 436

1 436 000,—

94,24

 

HOOFDSTUK 2 0 — TOTAAL

2 445 750

2 314 436

2 321 000,—

94,90

 

Titel 2 — Totaal

2 445 750

2 314 436

2 321 000,—

94,90

HOOFDSTUK 2 0 —

GEBOUWEN, MATERIEEL EN UITGAVEN IN VERBAND MET DE WERKING VAN DE INSTELLING

HOOFDSTUK 2 0 —   GEBOUWEN, MATERIEEL EN UITGAVEN IN VERBAND MET DE WERKING VAN DE INSTELLING

2 0 0

Huur, lasten en uitgaven voor gebouwen

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

922 000

885 000

885 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van een forfaitaire of een evenredige vergoeding van de kosten van huur en verzekering, water, elektriciteit, verwarming, schoonmaak en onderhoud, veiligheid en bewaking, alsook van andere diverse kosten, met inbegrip van verbouwingen, reparaties en renovaties van de betreffende kantoorruimten.

Rechtsgronden

Akkoord inzake administratieve samenwerking tussen de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming en de andere instelling die de kantoorruimte ter beschikking stelt.

2 0 1

Uitgaven in verband met de werking en activiteiten van de instelling

2 0 1 0

Materieel

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

367 500

367 500

370 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

materieel (aankoop en huur), bedrijfs- en onderhoudskosten, dienstverlening in verband met informatica, met inbegrip van dienstverlening in verband met de exploitatie en het onderhoud van informaticasystemen en de ontwikkeling van programmatuur;

 

aan derden uitbestede exploitatie van informaticatoepassingen en andere diensten in verband met de informatica, met inbegrip van de ontwikkeling en het onderhoud van de website;

 

kosten in verband met aankoop, huur en onderhoud van telecommunicatieapparatuur en andere uitgaven in verband met telecommunicatie, met inbegrip van de kosten van telefoongesprekken, telegrammen en telexberichten en de kosten van elektronische datatransmissie;

 

aankoop, vervanging en onderhoud van installaties en materieel, zowel technisch (beveiliging enz.) als administratief (kantoormachines zoals kopieerapparaten, rekenmachines enz.);

 

aankoop, onderhoud en vervanging van meubilair;

 

elke andere post in verband met de inrichting van de lokalen en bijkomende kosten.

2 0 1 1

Benodigdheden

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

15 000

15 000

15 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de aanschaf van papier, enveloppen en kantoorbenodigdheden;

 

porto en vracht, kosten van bestelling door koeriersdiensten, pakketten en verspreiding op grote schaal.

2 0 1 2

Overige uitgaven in verband met de werking

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

110 250

110 250

105 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

een globale „managementvergoeding” die moet worden betaald aan de instelling die voor de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming algemene diensten verricht zoals de administratie van contracten, salarissen en vergoedingen;

 

andere lopende huishoudelijke uitgaven (financiële lasten, proceskosten enz.).

2 0 1 3

Vertaling en vertolking

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

775 000

707 686

680 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten voor vertaling en vertolking en andere daarmee verband houdende kosten.

Rechtsgronden

Overeenkomst inzake administratieve samenwerking tussen de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming en de instelling die de dienst verricht.

2 0 1 4

Publicaties en voorlichting

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

112 000

112 000

127 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van publicaties en voorlichting, met name:

 

het plaatsen van publicaties in het Publicatieblad van de Europese Unie;

 

het drukken en vermenigvuldigen van diverse publicaties in de officiële talen;

 

voorlichtingsmateriaal met betrekking tot de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming;

 

andere uitgaven in verband met het voorlichtingsbeleid van de instelling (studiebijeenkomsten, seminars, deelname aan openbare evenementen enz.);

 

uitgaven in verband met het geven van bekendheid aan de instelling en informatiecampagnes over de doelstellingen, de activiteiten en de rol van de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming;

 

uitgaven in verband met groepsbezoeken aan de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming.

2 0 1 5

Uitgaven in verband met de activiteiten van de instelling

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

144 000

117 000

139 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de kosten van ontvangst en representatie en van de aanschaf van representatieartikelen;

 

vergaderkosten;

 

oproepingskosten, met inbegrip van de reis- en verblijfkosten en daarmee verband houdende kosten van deskundigen en andere personen die worden uitgenodigd voor vergaderingen van studie- en werkgroepen;

 

de kosten van aan deskundigen en onderzoeksinstituten toevertrouwde studies en/of enquêtes;

 

de uitgaven in verband met de bibliotheek van de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming, met name de aankoop van boeken, cd-roms, abonnementen op tijdschriften en nieuwsagentschappen, en andere daarmee verband houdende kosten.

TITEL 3

EUROPEES COMITÉ VOOR GEGEVENSBESCHERMING

 

Artikel

Post

Rubriek

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

% 2014-2016

HOOFDSTUK 3 0

3 0 0

Bezoldiging, vergoedingen en andere rechten van de voorzitter

3 0 0 0

Salaris en vergoedingen

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0,—

 

3 0 0 1

Rechten bij indiensttreding en beëindiging van de dienst

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0,—

 

3 0 0 2

Overbruggingstoelagen

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0,—

 

3 0 0 3

Pensioenen

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0,—

 
 

Artikel 3 0 0 — Totaal

p.m.

p.m.

0,—

 

3 0 1

Salaris, vergoedingen en andere rechten van de ambtenaren en tijdelijke functionarissen

3 0 1 0

Salaris en vergoedingen

       

Niet-gesplitste kredieten

358 000

99 493

0,—

0

3 0 1 1

Rechten in verband met indiensttreding, beëindiging van de dienst en overplaatsing

       

Niet-gesplitste kredieten

25 000

25 000

0,—

0

3 0 1 2

Vergoedingen en diverse bijdragen in verband met de vervroegde beëindiging van de dienst

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0,—

 
 

Artikel 3 0 1 — Totaal

383 000

124 493

0,—

0

3 0 2

Andere personeelsleden

3 0 2 0

Arbeidscontractanten

       

Niet-gesplitste kredieten

76 800

45 579

0,—

0

3 0 2 1

Kosten van stages en uitwisseling van personeelsleden

       

Niet-gesplitste kredieten

140 000

p.m.

0,—

0

3 0 2 2

Uit te besteden diensten en werkzaamheden

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0,—

 
 

Artikel 3 0 2 — Totaal

216 800

45 579

0,—

0

3 0 3

Andere uitgaven in verband met het personeel van het comité

3 0 3 0

Dienstreizen, reiskosten en andere bijkomende kosten

       

Niet-gesplitste kredieten

15 000

15 000

0,—

0

3 0 3 1

Aanwerving van personeel

       

Niet-gesplitste kredieten

10 500

4 500

0,—

0

3 0 3 2

Bijscholing

       

Niet-gesplitste kredieten

10 990

4 710

0,—

0

3 0 3 3

Medische dienst

       

Niet-gesplitste kredieten

891

891

0,—

0

3 0 3 4

Kinderopvangcentrum van de Unie en andere kinderdagverblijven en naschoolse opvangcentra

       

Niet-gesplitste kredieten

16 000

16 000

0,—

0

 

Artikel 3 0 3 — Totaal

53 381

41 101

0,—

0

3 0 4

Uitgaven in verband met de werking en activiteiten van het comité

3 0 4 0

Vergaderingen van het comité

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0,—

 

3 0 4 1

Vertaling en vertolking

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0,—

 

3 0 4 2

Publicaties en voorlichting

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0,—

 

3 0 4 3

IT-apparatuur en -diensten

       

Niet-gesplitste kredieten

100 000

300 000

0,—

0

3 0 4 4

Reiskosten van externe deskundigen

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0,—

 

3 0 4 5

Externe consultancy en studies

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0,—

 

3 0 4 6

Andere uitgaven in verband met de activiteiten van het comité

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0,—

 
 

Artikel 3 0 4 — Totaal

100 000

300 000

0,—

0

 

HOOFDSTUK 3 0 — TOTAAL

753 181

511 173

0,—

0

 

Titel 3 — Totaal

753 181

511 173

0,—

0

HOOFDSTUK 3 0 —

UITGAVEN IN VERBAND MET DE WERKING VAN HET COMITÉ

HOOFDSTUK 3 0 —   UITGAVEN IN VERBAND MET DE WERKING VAN HET COMITÉ

3 0 0

Bezoldiging, vergoedingen en andere rechten van de voorzitter

3 0 0 0

Salaris en vergoedingen

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de financiering van de salarissen, vergoedingen en toelagen van de leden, alsook van de gevolgen van de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten op de bezoldiging en op het gedeelte van de emolumenten dat naar een ander land dan dat van de standplaats wordt overgemaakt;

 

de werkgeversbijdrage (0,87 %) in de beroepsziekte- en ongevallenverzekering;

 

de werkgeversbijdrage (3,4 %) in de ziektekostenverzekering;

 

de geboortetoelage;

 

de toelagen in geval van overlijden.

Rechtsgronden

Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom van de Raad van 25 juli 1967 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de advocaten-generaal bij het Hof van Justitie, de president, de leden en de griffier van het Gerecht, alsmede de president, de leden en de griffier van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (PB 187 van 8.8.1967, blz. 1).

3 0 0 1

Rechten bij indiensttreding en beëindiging van de dienst

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de reiskosten van leden (inclusief gezinsleden) bij indiensttreding of beëindiging van de dienst, de inrichtingsvergoeding bij indiensttreding of beëindiging van de dienst en de verhuiskosten bij indiensttreding of beëindiging van de dienst.

Rechtsgronden

Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom van de Raad van 25 juli 1967 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de advocaten-generaal bij het Hof van Justitie, de president, de leden en de griffier van het Gerecht, alsmede de president, de leden en de griffier van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (PB 187 van 8.8.1967, blz. 1), met name artikel 5.

3 0 0 2

Overbruggingstoelagen

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de overbruggingstoelagen, de gezinstoelagen en de toepassing van aanpassingscoëfficiënten met betrekking tot het land van verblijf van de leden na beëindiging van de dienst.

Rechtsgronden

Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom van de Raad van 25 juli 1967 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de advocaten-generaal bij het Hof van Justitie, de president, de leden en de griffier van het Gerecht, alsmede de president, de leden en de griffier van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (PB 187 van 8.8.1967, blz. 1), met name artikel 7.

3 0 0 3

Pensioenen

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de ouderdomspensioenen en de toepassing van aanpassingscoëfficiënten met betrekking tot het land van verblijf van de leden van het comité, alsmede van de overlevingspensioenen van weduwen/weduwnaars en wezen en de toepassing van aanpassingscoëfficiënten met betrekking tot hun land van verblijf.

Rechtsgronden

Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom van de Raad van 25 juli 1967 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de advocaten-generaal bij het Hof van Justitie, de president, de leden en de griffier van het Gerecht, alsmede de president, de leden en de griffier van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (PB 187 van 8.8.1967, blz. 1), met name de artikelen 8, 9, 15 en 18.

3 0 1

Salaris, vergoedingen en andere rechten van de ambtenaren en tijdelijke functionarissen

3 0 1 0

Salaris en vergoedingen

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

358 000

99 493

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de basissalarissen van de ambtenaren en tijdelijke functionarissen;

 

de gezinstoelagen, inclusief de kostwinnerstoelage, de kindertoelage en de schooltoelage;

 

de ontheemdingstoelagen en toelagen voor verblijf in het buitenland;

 

de bijdrage van de instelling aan de ziektekostenverzekering en aan de beroepsziekte- en ongevallenverzekering;

 

de bijdrage van de instelling voor de oprichting van een speciaal werkloosheidsfonds;

 

de betalingen van de instelling ten behoeve van tijdelijke functionarissen voor de totstandkoming of handhaving van hun pensioenrechten in hun land van herkomst;

 

de gevolgen van de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten op de bezoldiging en op het gedeelte van de emolumenten dat naar een ander land dan dat van de standplaats wordt overgemaakt;

 

de geboortetoelage;

 

de forfaitaire betaling van de reiskosten van de standplaats naar de plaats van herkomst;

 

de huisvestings- en vervoersvergoedingen, de vaste ambtsvergoedingen;

 

de vaste vergoedingen voor lokaal vervoer;

 

de bijzondere vergoeding voor de rekenplichtigen en de beheerders van gelden.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

3 0 1 1

Rechten in verband met indiensttreding, beëindiging van de dienst en overplaatsing

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

25 000

25 000

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de reiskosten van ambtenaren en tijdelijke functionarissen (inclusief gezinsleden) bij indiensttreding, beëindiging van de dienst of overplaatsing die een verandering van standplaats met zich brengt (artikelen 20 en 71 en bijlage VII, artikel 7), de inrichtingsvergoedingen bij indiensttreding, beëindiging van de dienst of tewerkstelling in een nieuwe standplaats (bijlage VII, artikelen 5 en 6), de verhuiskosten (artikelen 20 en 71 en bijlage VII, artikel 9) en de dagvergoedingen voor personeelsleden die, op basis van een verantwoording, bij indiensttreding van woonplaats moeten veranderen (artikelen 20 en 71 en bijlage VII, artikel 10).

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

3 0 1 2

Vergoedingen en diverse bijdragen in verband met de vervroegde beëindiging van de dienst

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de vergoedingen die aan ambtenaren worden uitgekeerd in geval van terbeschikkingstelling of ontheffing van het ambt in het belang van de dienst;

 

de werkgeversbijdrage in de ziektekostenverzekering van ontvangers van bovengenoemde vergoedingen;

 

de gevolgen van de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten op de hierboven bedoelde vergoedingen, alsmede de gevolgen van eventuele aanpassingen van de bezoldigingen waartoe de Raad in de loop van het begrotingsjaar besluit.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name de artikelen 41, 50, 64, 65 en 72 en bijlage IV.

3 0 2

Andere personeelsleden

3 0 2 0

Arbeidscontractanten

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

76 800

45 579

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met de tewerkstelling van arbeidscontractanten.

Rechtsgronden

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

3 0 2 1

Kosten van stages en uitwisseling van personeelsleden

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

140 000

p.m.

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van vergoedingen, kosten in verband met reizen en dienstreizen van stagiairs en van de ongevallen- en ziektekostenverzekering tijdens de stage. Het dient tevens ter dekking van de kosten in verband met de uitwisseling van personeelsleden tussen enerzijds het Europees Comité voor gegevensbescherming en anderzijds lidstaten en EVA-landen die tot de Europese Economische Ruimte (EER) behoren of internationale organisaties.

3 0 2 2

Uit te besteden diensten en werkzaamheden

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van alle diensten die worden verleend door personen die niet aan de instelling zijn verbonden, met name uitzendpersoneel.

3 0 3

Andere uitgaven in verband met het personeel van het comité

3 0 3 0

Dienstreizen, reiskosten en andere bijkomende kosten

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

15 000

15 000

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor reiskosten en dagvergoedingen in het kader van dienstreizen, evenals voor bijkomende of bijzondere kosten voor dienstreizen

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 71, alsmede bijlage VII, artikelen 11, 12 en 13.

3 0 3 1

Aanwerving van personeel

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

10 500

4 500

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten voor het organiseren van de in artikel 3 van Besluit 2002/621/EG bedoelde vergelijkende onderzoeken, alsmede de reis- en verblijfkosten van de kandidaten voor aanwervingsgesprekken en de kosten van medische onderzoeken in verband met aanwerving.

Dit krediet dient tevens ter dekking van de kosten van de organisatie van procedures voor de aanwerving van tijdelijke functionarissen en arbeidscontractanten.

In gevallen waarin een en ander naar behoren is aangetoond op grond van functionele behoeften en na raadpleging van het Europees Bureau voor personeelsselectie, kan dit krediet worden gebruikt voor door het Europees Comité voor gegevensbescherming zelf georganiseerde vergelijkende onderzoeken.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name de artikelen 27 tot en met 31 en 33, alsmede bijlage III.

Besluit 2002/620/EG van het Europees Parlement, de Raad, de Commissie, het Hof van Justitie, de Rekenkamer, het Europees Economisch en Sociaal Comité, het Comité van de Regio's en de Europese Ombudsman van 25 juli 2002 betreffende de oprichting van het Bureau voor personeelsselectie van de Europese Gemeenschappen (PB L 197 van 26.7.2002, blz. 53).

Besluit 2002/621/EG van de secretarissen-generaal van het Europees Parlement, van de Raad en van de Commissie, de griffier van het Hof van Justitie, de secretarissen-generaal van de Rekenkamer, van het Europees Economisch en Sociaal Comité en van het Comité van de Regio's, en de vertegenwoordiger van de Europese Ombudsman van 25 juli 2002 betreffende de organisatie en de werking van het Bureau voor personeelsselectie van de Europese Gemeenschappen (PB L 197 van 26.7.2002, blz. 56).

3 0 3 2

Bijscholing

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

10 990

4 710

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de organisatie van beroepsopleidings- en bijscholingscursussen op interinstitutionele, externe en interne basis, met inbegrip van de talencursussen.

Tevens dient het ter dekking van de uitgaven voor educatief en technisch materiaal.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 24 bis.

3 0 3 3

Medische dienst

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

891

891

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met het jaarlijkse medische onderzoek voor ambtenaren en andere rechthebbende personeelsleden, met inbegrip van de analysen en speciale onderzoeken die in het kader daarvan worden gevraagd.

3 0 3 4

Kinderopvangcentrum van de Unie en andere kinderdagverblijven en naschoolse opvangcentra

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

16 000

16 000

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van het aandeel van het Europees Comité voor gegevensbescherming in de uitgaven voor het kinderopvangcentrum van de Unie en andere kinderdagverblijven en naschoolse opvangcentra.

3 0 4

Uitgaven in verband met de werking en activiteiten van het comité

3 0 4 0

Vergaderingen van het comité

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de reis- en verblijfkosten en bijkomende kosten van deskundigen en andere personen die worden uitgenodigd voor vergaderingen van commissies en studie- en werkgroepen, alsook van alle overige bijbehorende kosten (huur van zalen, vertolkingsvoorzieningen, cateringdiensten enz.).

3 0 4 1

Vertaling en vertolking

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten voor vertaling en vertolking en andere bijkomende kosten.

Rechtsgronden

Overeenkomst inzake administratieve samenwerking tussen het Europees Comité voor gegevensbescherming en de instelling die de dienst verricht.

3 0 4 2

Publicaties en voorlichting

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van publicaties en voorlichting, met name

 

het plaatsen van publicaties in het Publicatieblad van de Europese Unie;

 

het drukken en vermenigvuldigen van diverse publicaties in de officiële talen;

 

voorlichtingsmateriaal met betrekking tot het Europees Comité voor gegevensbescherming;

 

andere uitgaven in verband met het voorlichtingsbeleid van de instelling (studiebijeenkomsten, seminars, deelname aan openbare evenementen enz.);

 

uitgaven in verband met het geven van bekendheid aan de instelling en informatiecampagnes over de doelstellingen, de activiteiten en de rol van het Europees Comité voor gegevensbescherming;

 

uitgaven in verband met de groepsbezoeken aan het Europees Comité voor gegevensbescherming.

3 0 4 3

IT-apparatuur en -diensten

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

100 000

300 000

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

materieel (aankoop en huur), bedrijfs- en onderhoudskosten, dienstverlening in verband met informatica, met inbegrip van dienstverlening in verband met de exploitatie en het onderhoud van informaticasystemen en de ontwikkeling van programmatuur;

 

aan derden uitbestede exploitatie van informaticatoepassingen en andere uitgaven in verband met de informaticadiensten, met inbegrip van de ontwikkeling en het onderhoud van de website;

 

kosten in verband met aankoop, huur en onderhoud van telecommunicatieapparatuur en andere uitgaven in verband met telecommunicatie, met inbegrip van de kosten van telefoongesprekken, telegrammen en telexberichten en de kosten van elektronische datatransmissie.

3 0 4 4

Reiskosten van externe deskundigen

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten voor deskundigen en andere personen die worden uitgenodigd om deel te nemen aan studiegroepen of werkvergaderingen, waaronder hun reis- en verblijfkosten en andere aanverwante kosten.

3 0 4 5

Externe consultancy en studies

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Dit krediet dient voor de financiering van studies, adviesdiensten en/of enquêtes die worden uitbesteed aan deskundigen en onderzoeksinstellingen.

3 0 4 6

Andere uitgaven in verband met de activiteiten van het comité

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de kosten van recepties, representatiekosten en de aankoop van promotieartikelen;

 

de organisatie van seminars, workshops of andere gezamenlijke opleidingsprogramma’s voor leden van de gegevensbeschermingsautoriteiten van de lidstaten, voor leden van de gegevensbeschermingsautoriteiten van derde landen, en voor andere gegevensbeschermingsdeskundigen die het comité uitnodigt;

 

activiteiten ter bevordering van de uitwisseling van informatie en werkwijzen tussen gegevensbeschermingsautoriteiten;

 

bewustmakingsactiviteiten met betrekking tot gegevensbescherming;

 

activiteiten ter bevordering van de uitwisseling van kennis en documentatie over gegevensbeschermingswetgeving en -praktijken met gegevensbeschermingsautoriteiten over de hele wereld;

 

de kosten voor toegang tot bepaalde juridische databanken;

 

uitgaven in verband met de bibliotheek van het Europees Comité voor gegevensbescherming, waaronder de aankoop van boeken en cd-roms, abonnementen op tijdschriften en persagentschappen, en andere aanverwante kosten.

TITEL 10

OVERIGE UITGAVEN

 

Artikel

Post

Rubriek

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

% 2014-2016

 

HOOFDSTUK 10 0

p.m.

p.m.

0,—

 
 

HOOFDSTUK 10 0 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0,—

 
 

HOOFDSTUK 10 1

p.m.

p.m.

0,—

 
 

HOOFDSTUK 10 1 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0,—

 
 

Titel 10 — Totaal

p.m.

p.m.

0,—

 
 

TOTAAL-GENERAAL

9 288 043

8 805 417

7 762 288,60

83,57

HOOFDSTUK 10 0 —

VOORZIENINGEN

 

HOOFDSTUK 10 1 —

RESERVE VOOR ONVOORZIENE UITGAVEN

HOOFDSTUK 10 0 —   VOORZIENINGEN

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

p.m.

p.m.

0,—

Rechtsgronden

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

HOOFDSTUK 10 1 —   RESERVE VOOR ONVOORZIENE UITGAVEN

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van niet te voorziene uitgaven, voortkomend uit tijdens het begrotingsjaar te nemen begrotingsbesluiten.

PERSONEEL

Afdeling IX — Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming

 

Categorie en rang

Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming

2016

2015

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Niet-ingedeeld

AD 16

1

AD 15

1

AD 14

2

1

AD 13

2

3

AD 12

2

AD 11

2

2

AD 10

4

3

AD 9

6 + 1 (111)

8 + 1 (111)

AD 8

7

5

AD 7

5 + 1 (111)

7

AD 6

1

AD 5

Totaal

31 + 2 (111)

31 + 1 (111)

AST 11

1

1

AST 10

AST 9

1

1

AST 8

1

1

AST 7

1

1

AST 6

2

1

AST 5

3 + 1 (111)

4 + 1 (111)

AST 4

2

2

AST 3

0 + 1 (111)

1

AST 2

AST 1

Totaal

11 + 2 (111)

12 + 1 (111)

AST/SC 6

AST/SC 5

AST/SC 4

AST/SC 3

1

1

AST/SC 2

AST/SC 1

Totaal

1

1

Totaal-generaal

47

46

AFDELING X

EUROPESE DIENST VOOR EXTERN OPTREDEN

ONTVANGSTEN

Bijdrage van de Europese Unie aan de financiering van de uitgaven van Europese Dienst voor Extern Optreden voor het begrotingsjaar 2016

 

Rubriek

Bedrag

Uitgaven

633 628 000

Eigen inkomsten

–40 727 000

Te ontvangen bijdrage

592 901 000

EIGEN INKOMSTEN

TITEL 4

DIVERSE UNIALE BELASTINGEN, HEFFINGEN EN BIJDRAGEN

 

Artikel

Post

Rubriek

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

% 2014-2016

HOOFDSTUK 4 0

4 0 0

Opbrengst van de belasting op de salarissen, lonen en vergoedingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden

19 861 000

22 070 000

19 208 741,16

96,72

4 0 4

Opbrengst van de speciale heffing en de solidariteitsheffing die van toepassing zijn op de bezoldigingen van de leden van de instelling, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

3 767 000

2 091 000

3 576 081,70

94,93

 

HOOFDSTUK 4 0 — TOTAAL

23 628 000

24 161 000

22 784 822,86

96,43

HOOFDSTUK 4 1

4 1 0

Bijdragen van het personeel aan de pensioenregeling

17 099 000

13 635 000

15 740 216,83

92,05

4 1 1

Overdracht of inkoop van pensioenrechten door het personeel

p.m.

p.m.

0,—

 

4 1 2

Bijdragen van ambtenaren met verlof om redenen van persoonlijke aard aan de pensioenregeling

p.m.

p.m.

0,—

 
 

HOOFDSTUK 4 1 — TOTAAL

17 099 000

13 635 000

15 740 216,83

92,05

 

Titel 4 — Totaal

40 727 000

37 796 000

38 525 039,69

94,59

HOOFDSTUK 4 0 —

INHOUDINGEN OP DE BEZOLDIGINGEN VAN HET PERSONEEL

 

HOOFDSTUK 4 1 —

BIJDRAGEN AAN DE PENSIOENREGELING

HOOFDSTUK 4 0 —   INHOUDINGEN OP DE BEZOLDIGINGEN VAN HET PERSONEEL

4 0 0

Opbrengst van de belasting op de salarissen, lonen en vergoedingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

19 861 000

22 070 000

19 208 741,16

Toelichting

Protocol betreffende de voorrechten en immuniteiten van de Europese Unie, met name artikel 12.

Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 260/68 van de Raad van 29 februari 1968 tot vaststelling van de voorwaarden en de wijze van heffing van de belasting ten bate van de Europese Gemeenschappen (PB L 56 van 4.3.1968, blz. 8).

4 0 4

Opbrengst van de speciale heffing en de solidariteitsheffing die van toepassing zijn op de bezoldigingen van de leden van de instelling, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

3 767 000

2 091 000

3 576 081,70

Toelichting

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 66 bis.

HOOFDSTUK 4 1 —   BIJDRAGEN AAN DE PENSIOENREGELING

4 1 0

Bijdragen van het personeel aan de pensioenregeling

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

17 099 000

13 635 000

15 740 216,83

Toelichting

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 83, lid 2.

4 1 1

Overdracht of inkoop van pensioenrechten door het personeel

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name de artikelen 4, 11 en 48 van bijlage VIII.

4 1 2

Bijdragen van ambtenaren met verlof om redenen van persoonlijke aard aan de pensioenregeling

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 40, lid 3, van bijlage VIII.

TITEL 5

ONTVANGSTEN VOORTVLOEIEND UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING VAN DE INSTELLING

 

Artikel

Post

Rubriek

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

% 2014-2016

HOOFDSTUK 5 0

5 0 0

Opbrengst van de verkoop van roerende goederen

5 0 0 0

Verkoop van voertuigen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0,—

 

5 0 0 1

Verkoop van andere roerende goederen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0,—

 

5 0 0 2

Verkoop van materieel ten behoeve van andere instellingen of organen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0,—

 
 

Artikel 5 0 0 — Totaal

p.m.

p.m.

0,—

 

5 0 2

Opbrengst van de verkoop van publicaties, drukwerken en films

p.m.

p.m.

0,—

 
 

HOOFDSTUK 5 0 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0,—

 

HOOFDSTUK 5 1

5 1 0

Opbrengst van de verhuur van meubilair en materieel

p.m.

p.m.

0,—

 

5 1 1

Verhuur en onderverhuur van onroerende goederen en terugbetaling van huurlasten

p.m.

p.m.

0,—

 
 

HOOFDSTUK 5 1 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0,—

 

HOOFDSTUK 5 2

5 2 0

Ontvangsten van uitgezette of uitgeleende middelen, bankrenten en andere rente, geïnd op rekeningen van de instelling

p.m.

p.m.

427 366,19

 
 

HOOFDSTUK 5 2 — TOTAAL

p.m.

p.m.

427 366,19

 

HOOFDSTUK 5 5

5 5 0

Ontvangsten afkomstig van de levering van diensten en werkzaamheden ten behoeve van andere instellingen of organen, inclusief kosten van dienstreizen voor rekening van andere instellingen of organen en door deze instellingen of organen terugbetaald — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0,—

 

5 5 1

Ontvangsten afkomstig van op verzoek van derden verleende diensten en werkzaamheden — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0,—

 
 

HOOFDSTUK 5 5 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0,—

 

HOOFDSTUK 5 7

5 7 0

Ontvangsten afkomstig van de terugbetaling van onverschuldigd betaalde bedragen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

9 765 794,02

 

5 7 1

Ontvangsten die voor een bepaald doel zijn bestemd, zoals inkomsten van stichtingsvermogens, subsidies, giften en legaten, daaronder begrepen de aan elke instelling vooraf toegewezen specifieke ontvangsten — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0,—

 

5 7 2

Terugbetaling van voor rekening van een andere instelling gedane sociale uitgaven — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0,—

 

5 7 3

Overige bijdragen en terugbetalingen die voortvloeien uit de administratieve werking van de instelling — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

23 365,15

 

5 7 4

Inkomsten voortvloeiend uit de bijdrage van de Commissie aan de Europese Dienst voor extern optreden (EDEO) voor EU-delegaties — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

263 846 450,37

 
 

HOOFDSTUK 5 7 — TOTAAL

p.m.

p.m.

273 635 609,54

 

HOOFDSTUK 5 8

5 8 0

Diverse vergoedingen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0,—

 
 

HOOFDSTUK 5 8 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0,—

 

HOOFDSTUK 5 9

5 9 0

Overige ontvangsten uit het administratieve beheer

p.m.

p.m.

0,—

 
 

HOOFDSTUK 5 9 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0,—

 
 

Titel 5 — Totaal

p.m.

p.m.

274 062 975,73

 

HOOFDSTUK 5 0 —

OPBRENGST VAN DE VERKOOP VAN ROERENDE EN ONROERENDE GOEDEREN

 

HOOFDSTUK 5 1 —

HUUROPBRENGST

 

HOOFDSTUK 5 2 —

OPBRENGST VAN UITGEZETTE OF UITGELEENDE MIDDELEN, BANKRENTEN EN ANDERE RENTE

 

HOOFDSTUK 5 5 —

ONTVANGSTEN AFKOMSTIG VAN DE LEVERING VAN DIENSTEN EN WERKZAAMHEDEN

 

HOOFDSTUK 5 7 —

OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN DIE VOORTVLOEIEN UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING VAN DE INSTELLING

 

HOOFDSTUK 5 8 —

DIVERSE VERGOEDINGEN

 

HOOFDSTUK 5 9 —

OVERIGE ONTVANGSTEN UIT HET ADMINISTRATIEVE BEHEER

HOOFDSTUK 5 0 —   OPBRENGST VAN DE VERKOOP VAN ROERENDE EN ONROERENDE GOEDEREN

5 0 0

Opbrengst van de verkoop van roerende goederen

5 0 0 0

Verkoop van voertuigen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 0 0 1

Verkoop van andere roerende goederen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 0 0 2

Verkoop van materieel ten behoeve van andere instellingen of organen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 0 2

Opbrengst van de verkoop van publicaties, drukwerken en films

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

HOOFDSTUK 5 1 —   HUUROPBRENGST

5 1 0

Opbrengst van de verhuur van meubilair en materieel

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 1 1

Verhuur en onderverhuur van onroerende goederen en terugbetaling van huurlasten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

HOOFDSTUK 5 2 —   OPBRENGST VAN UITGEZETTE OF UITGELEENDE MIDDELEN, BANKRENTEN EN ANDERE RENTE

5 2 0

Ontvangsten van uitgezette of uitgeleende middelen, bankrenten en andere rente, geïnd op rekeningen van de instelling

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

427 366,19

HOOFDSTUK 5 5 —   ONTVANGSTEN AFKOMSTIG VAN DE LEVERING VAN DIENSTEN EN WERKZAAMHEDEN

5 5 0

Ontvangsten afkomstig van de levering van diensten en werkzaamheden ten behoeve van andere instellingen of organen, inclusief kosten van dienstreizen voor rekening van andere instellingen of organen en door deze instellingen of organen terugbetaald — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 5 1

Ontvangsten afkomstig van op verzoek van derden verleende diensten en werkzaamheden — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

0,—

HOOFDSTUK 5 7 —   OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN DIE VOORTVLOEIEN UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING VAN DE INSTELLING

5 7 0

Ontvangsten afkomstig van de terugbetaling van onverschuldigd betaalde bedragen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

9 765 794,02

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 7 1

Ontvangsten die voor een bepaald doel zijn bestemd, zoals inkomsten van stichtingsvermogens, subsidies, giften en legaten, daaronder begrepen de aan elke instelling vooraf toegewezen specifieke ontvangsten — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 7 2

Terugbetaling van voor rekening van een andere instelling gedane sociale uitgaven — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 7 3

Overige bijdragen en terugbetalingen die voortvloeien uit de administratieve werking van de instelling — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

23 365,15

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 7 4

Inkomsten voortvloeiend uit de bijdrage van de Commissie aan de Europese Dienst voor extern optreden (EDEO) voor EU-delegaties — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

263 846 450,37

Toelichting

Deze inkomsten vloeien voort uit de bijdrage van de Commissie aan de EDEO voor lokaal beheerde uitgaven van medewerkers van de Commissie die werkzaam zijn in een EU-delegatie, inclusief de medewerkers die worden gefinancierd uit het Europees Ontwikkelingsfonds (EOF), en andere uitgaven voor activiteiten, onder meer, met betrekking tot media en informatie.

Overeenkomstig artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement vloeien uit de eventuele ontvangsten aanvullende kredieten voort die worden opgevoerd onder post 3 0 0 5 van de staat van uitgaven in deze afdeling.

HOOFDSTUK 5 8 —   DIVERSE VERGOEDINGEN

5 8 0

Diverse vergoedingen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

HOOFDSTUK 5 9 —   OVERIGE ONTVANGSTEN UIT HET ADMINISTRATIEVE BEHEER

5 9 0

Overige ontvangsten uit het administratieve beheer

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

0,—

TITEL 6

BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN IN HET KADER VAN OVEREENKOMSTEN EN PROGRAMMA'S VAN DE UNIE

 

Artikel

Post

Rubriek

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

% 2014-2016

HOOFDSTUK 6 1

6 1 2

Terugbetaling van specifieke uitgaven in verband met de uitvoering van werkzaamheden op verzoek en tegen vergoeding — Bestemmingsuitgaven

p.m.

p.m.

0,—

 
 

HOOFDSTUK 6 1 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0,—

 

HOOFDSTUK 6 3

6 3 1

Bijdragen in het kader van het Schengenacquis — Bestemmingsontvangsten

6 3 1 1

Bijdrage aan de administratieve kosten in verband met de overeenkomst met IJsland en Noorwegen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0,—

 
 

Artikel 6 3 1 — Totaal

p.m.

p.m.

0,—

 
 

HOOFDSTUK 6 3 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0,—

 

HOOFDSTUK 6 6

6 6 0

Overige bijdragen en terugbetalingen

6 6 0 0

Andere bestemmingsbijdragen en -terugbetalingen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0,—

 
 

Artikel 6 6 0 — Totaal

p.m.

p.m.

0,—

 
 

HOOFDSTUK 6 6 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0,—

 
 

Titel 6 — Totaal

p.m.

p.m.

0,—

 

HOOFDSTUK 6 1 —

TERUGBETALING VAN DIVERSE UITGAVEN

 

HOOFDSTUK 6 3 —

BIJDRAGEN IN HET KADER VAN SPECIFIEKE OVEREENKOMSTEN

 

HOOFDSTUK 6 6 —

OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN

HOOFDSTUK 6 1 —   TERUGBETALING VAN DIVERSE UITGAVEN

6 1 2

Terugbetaling van specifieke uitgaven in verband met de uitvoering van werkzaamheden op verzoek en tegen vergoeding — Bestemmingsuitgaven

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

HOOFDSTUK 6 3 —   BIJDRAGEN IN HET KADER VAN SPECIFIEKE OVEREENKOMSTEN

6 3 1

Bijdragen in het kader van het Schengenacquis — Bestemmingsontvangsten

6 3 1 1

Bijdrage aan de administratieve kosten in verband met de overeenkomst met IJsland en Noorwegen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Besluit 1999/437/EG van de Raad van 17 mei 1999 inzake bepaalde toepassingsbepalingen van de door de Raad van de Europese Unie, de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen gesloten Overeenkomst inzake de wijze waarop deze twee staten worden betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (PB L 176 van 10.7.1999, blz. 31).

Bijdragen aan de administratieve kosten die voortvloeien uit de Overeenkomst van 18 mei 1999 tussen de Raad van de Europese Unie, de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen inzake de wijze waarop IJsland en Noorwegen worden betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (PB L 176 van 10.7.1999, blz. 36), met name artikel 12 van deze overeenkomst.

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

HOOFDSTUK 6 6 —   OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN

6 6 0

Overige bijdragen en terugbetalingen

6 6 0 0

Andere bestemmingsbijdragen en -terugbetalingen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

TITEL 7

INTEREST VOOR BETALINGSACHTERSTAND

 

Artikel

Post

Rubriek

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

% 2014-2016

HOOFDSTUK 7 0

7 0 0

Interest voor betalingsachterstand

7 0 0 0

Invorderbare rente wegens te late overmakingen op de rekeningen bij de Schatkisten van de lidstaten

p.m.

p.m.

0,—

 

7 0 0 1

Overige interest voor betalingsachterstand

p.m.

p.m.

0,—

 
 

Artikel 7 0 0 — Totaal

p.m.

p.m.

0,—

 
 

HOOFDSTUK 7 0 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0,—

 
 

Titel 7 — Totaal

p.m.

p.m.

0,—

 

HOOFDSTUK 7 0 —

INTEREST VOOR BETALINGSACHTERSTAND

HOOFDSTUK 7 0 —   INTEREST VOOR BETALINGSACHTERSTAND

7 0 0

Interest voor betalingsachterstand

7 0 0 0

Invorderbare rente wegens te late overmakingen op de rekeningen bij de Schatkisten van de lidstaten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

0,—

Rechtsgronden

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1), met name artikel 78, lid 4.

7 0 0 1

Overige interest voor betalingsachterstand

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

0,—

Rechtsgronden

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1), met name artikel 78, lid 4.

TITEL 9

DIVERSE ONTVANGSTEN

 

Artikel

Post

Rubriek

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

% 2014-2016

HOOFDSTUK 9 0

9 0 0

Diverse ontvangsten

p.m.

p.m.

586 011,66

 
 

HOOFDSTUK 9 0 — TOTAAL

p.m.

p.m.

586 011,66

 
 

Titel 9 — Totaal

p.m.

p.m.

586 011,66

 
 

TOTAAL-GENERAAL

40 727 000

37 796 000

313 174 027,08

768,96

HOOFDSTUK 9 0 —

DIVERSE ONTVANGSTEN

HOOFDSTUK 9 0 —   DIVERSE ONTVANGSTEN

9 0 0

Diverse ontvangsten

 

Begrotingsjaar 2016

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

p.m.

p.m.

586 011,66

UITGAVEN

Algemene samenvatting van de kredieten (2016 en 2015) en van de uitvoering (2014)

 

Titel

Hoofdstuk

Rubriek

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

1

PERSONEEL OP DE HOOFDZETEL

1 1

SALARIS EN ANDERE RECHTEN VOOR STATUTAIRE PERSONEELSLEDEN

124 998 000

121 879 000

119 614 028,62

1 2

SALARIS EN ANDERE RECHTEN VOOR EXTERNE PERSONEELSLEDEN

19 190 000

18 615 000

18 793 098,04

1 3

OVERIGE UITGAVEN VOOR PERSONEELSBEHEER

2 407 000

2 307 000

2 454 842,44

1 4

DIENSTREIZEN

8 123 000

8 123 000

7 723 305,—

1 5

VOORZIENINGEN VOOR HET PERSONEEL

1 528 000

1 672 000

1 701 935,—

 

Titel 1 — Totaal

156 246 000

152 596 000

150 287 209,10

2

GEBOUWEN, MATERIEEL EN OPERATIONELE UITGAVEN VOOR DE DIENSTEN IN BRUSSEL

2 0

GEBOUWEN EN DAARMEE SAMENHANGENDE KOSTEN

29 983 000

29 985 000

29 262 734,57

2 1

INFORMATICA, MATERIEEL EN MEUBILAIR

30 782 000

30 727 000

25 030 666,40

2 2

OVERIGE OPERATIONELE UITGAVEN

5 606 000

5 626 500

6 051 968,26

 

Titel 2 — Totaal

66 371 000

66 338 500

60 345 369,23

3

DELEGATIES

3 0

DELEGATIES

411 011 000

383 902 386

301 802 570,91

 

Titel 3 — Totaal

411 011 000

383 902 386

301 802 570,91

10

OVERIGE UITGAVEN

10 0

VOORZIENINGEN

p.m.

p.m.

 

10 1

RESERVE VOOR ONVOORZIENE UITGAVEN

p.m.

p.m.

 
 

Titel 10 — Totaal

p.m.

p.m.

 
 

TOTAAL-GENERAAL

633 628 000

602 836 886

512 435 149,24

TITEL 1

PERSONEEL OP DE HOOFDZETEL

 

Artikel

Post

Rubriek

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

% 2014-2016

HOOFDSTUK 1 1

1 1 0

Salaris en andere rechten voor statutaire personeelsleden

1 1 0 0

Basissalarissen

       

Niet-gesplitste kredieten

95 648 000

93 271 000

91 339 873,54

95,50

1 1 0 1

Aan het ambt verbonden statutaire rechten

       

Niet-gesplitste kredieten

564 000

626 000

476 157,74

84,43

1 1 0 2

Uit het Statuut voortvloeiende rechten in verband met de persoonlijke situatie van het personeelslid

       

Niet-gesplitste kredieten

24 959 000

24 284 000

24 217 554,70

97,03

1 1 0 3

Sociale zekerheid

       

Niet-gesplitste kredieten

3 827 000

3 698 000

3 580 442,64

93,56

1 1 0 4

Aanpassingscoëfficiënten en aanpassing van de bezoldigingen

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

   
 

Artikel 1 1 0 — Totaal

124 998 000

121 879 000

119 614 028,62

95,69

 

HOOFDSTUK 1 1 — TOTAAL

124 998 000

121 879 000

119 614 028,62

95,69

HOOFDSTUK 1 2

1 2 0

Salaris en andere rechten voor externe personeelsleden

1 2 0 0

Arbeidscontractanten

       

Niet-gesplitste kredieten

7 288 000

7 198 000

6 980 214,40

95,78

1 2 0 1

Gedetacheerde nationale deskundigen, andere dan militaire

       

Niet-gesplitste kredieten

3 571 000

3 497 000

3 668 994,—

102,74

1 2 0 2

Stages

       

Niet-gesplitste kredieten

358 000

357 000

362 690,—

101,31

1 2 0 3

Externe dienstverlening

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

   

1 2 0 4

Uitzendkrachten en bijzondere adviseurs

       

Niet-gesplitste kredieten

200 000

103 000

206 271,64

103,14

1 2 0 5

Gedetacheerde nationale militaire deskundigen

       

Niet-gesplitste kredieten

7 773 000

7 460 000

7 574 928,—

97,45

 

Artikel 1 2 0 — Totaal

19 190 000

18 615 000

18 793 098,04

97,93

1 2 2

Voorziening

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

   
 

HOOFDSTUK 1 2 — TOTAAL

19 190 000

18 615 000

18 793 098,04

97,93

HOOFDSTUK 1 3

1 3 0

Uitgaven voor personeelsbeheer

1 3 0 0

Aanwerving

       

Niet-gesplitste kredieten

50 000

100 000

70 000,—

140,00

1 3 0 1

Opleiding

       

Niet-gesplitste kredieten

947 000

947 000

974 842,44

102,94

1 3 0 2

Rechten bij indiensttreding, overplaatsing en beëindiging van de dienst

       

Niet-gesplitste kredieten

1 410 000

1 260 000

1 410 000,—

100,00

 

Artikel 1 3 0 — Totaal

2 407 000

2 307 000

2 454 842,44

101,99

 

HOOFDSTUK 1 3 — TOTAAL

2 407 000

2 307 000

2 454 842,44

101,99

HOOFDSTUK 1 4

1 4 0

Dienstreizen

       

Niet-gesplitste kredieten

8 123 000

8 123 000

7 723 305,—

95,08

 

HOOFDSTUK 1 4 — TOTAAL

8 123 000

8 123 000

7 723 305,—

95,08

HOOFDSTUK 1 5

1 5 0

Voorzieningen voor het personeel

1 5 0 0

Sociale diensten en bijstand aan het personeel

       

Niet-gesplitste kredieten

191 000

199 000

187 935,—

98,40

1 5 0 1

Medische dienst

       

Niet-gesplitste kredieten

520 000

595 000

590 000,—

113,46

1 5 0 2

Restaurants en kantines

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

   

1 5 0 3

Kinderdagverblijven en -bewaarplaatsen

       

Niet-gesplitste kredieten

817 000

878 000

924 000,—

113,10

 

Artikel 1 5 0 — Totaal

1 528 000

1 672 000

1 701 935,—

111,38

 

HOOFDSTUK 1 5 — TOTAAL

1 528 000

1 672 000

1 701 935,—

111,38

 

Titel 1 — Totaal

156 246 000

152 596 000

150 287 209,10

96,19

HOOFDSTUK 1 1 —

SALARIS EN ANDERE RECHTEN VOOR STATUTAIRE PERSONEELSLEDEN

 

HOOFDSTUK 1 2 —

SALARIS EN ANDERE RECHTEN VOOR EXTERNE PERSONEELSLEDEN

 

HOOFDSTUK 1 3 —

OVERIGE UITGAVEN VOOR PERSONEELSBEHEER

 

HOOFDSTUK 1 4 —

DIENSTREIZEN

 

HOOFDSTUK 1 5 —

VOORZIENINGEN VOOR HET PERSONEEL

HOOFDSTUK 1 1 —   SALARIS EN ANDERE RECHTEN VOOR STATUTAIRE PERSONEELSLEDEN

Toelichting

De kredieten van dit hoofdstuk zijn geraamd op basis van de op de lijst van het aantal ambten e van de EDEO voor het begrotingsjaar.

1 1 0

Salaris en andere rechten voor statutaire personeelsleden

1 1 0 0

Basissalarissen

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

95 648 000

93 271 000

91 339 873,54

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van het basissalaris van ambtenaren en tijdelijke functionarissen die een op de lijst van het aantal ambten voorkomend ambt bekleden alsook van de compensatie overeenkomstig artikel 50 van het Statuut.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

1 1 0 1

Aan het ambt verbonden statutaire rechten

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

564 000

626 000

476 157,74

Toelichting

Dit krediet dient met name ter dekking, voor de ambtenaren en tijdelijke functionarissen die een op de lijst van het aantal ambten voorkomend ambt bekleden, van:

 

secretariaatstoelagen;

 

huisvestings- en vervoervergoedingen;

 

vaste vergoedingen voor lokaal vervoer;

 

vergoedingen voor ploegendienst of wachtdienst op het werk of thuis;

 

overige toelagen en vergoedingen;

 

overwerk.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

1 1 0 2

Uit het Statuut voortvloeiende rechten in verband met de persoonlijke situatie van het personeelslid

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

24 959 000

24 284 000

24 217 554,70

Toelichting

Dit krediet dient met name ter dekking, voor de ambtenaren en tijdelijke functionarissen die een op de lijst van het aantal ambten voorkomend ambt bekleden, van:

 

ontheemdingstoelagen en toelagen voor verblijf in het buitenland;

 

de kostwinners-, de kinder- en de schooltoelage;

 

de vergoedingen voor ouderschapsverlof en verlof om gezinsredenen;

 

de betaling van de reiskosten van de ambtenaren en tijdelijke functionarissen, hun echtgenoten en de personen te hunnen laste van de standplaats naar de plaats van herkomst;

 

de overige toelagen en vergoedingen.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

1 1 0 3

Sociale zekerheid

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

3 827 000

3 698 000

3 580 442,64

Toelichting

Dit krediet dient vooral ter dekking, voor de ambtenaren en tijdelijke functionarissen die een op de lijst van het aantal ambten voorkomend ambt bekleden, van:

 

de ziekte-, ongevallen- en beroepsziektekostenverzekering en andere sociale lasten;

 

de werkloosheidsverzekering voor tijdelijke functionarissen, alsmede betalingen met het oog op de totstandkoming of de handhaving van pensioenrechten in het land van herkomst van tijdelijke functionarissen.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

1 1 0 4

Aanpassingscoëfficiënten en aanpassing van de bezoldigingen

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

p.m.

p.m.

 

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking, voor de ambtenaren en tijdelijke functionarissen die een op de lijst van het aantal ambten voorkomend ambt bekleden, van de gevolgen van de aanpassingscoëfficiënten die van toepassing zijn op de bezoldigingen en op het gedeelte van de emolumenten dat naar een ander land dan dat van de standplaats wordt overgemaakt.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

HOOFDSTUK 1 2 —   SALARIS EN ANDERE RECHTEN VOOR EXTERNE PERSONEELSLEDEN

1 2 0

Salaris en andere rechten voor externe personeelsleden

1 2 0 0

Arbeidscontractanten

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

7 288 000

7 198 000

6 980 214,40

Toelichting

Dit krediet dient vooral ter dekking van de bezoldiging van arbeidscontractanten (overeenkomstig de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie), de werkgeversbijdrage voor de diverse socialezekerheidsregelingen en de gevolgen van de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten op de bezoldiging van deze personeelsleden.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

1 2 0 1

Gedetacheerde nationale deskundigen, andere dan militaire

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

3 571 000

3 497 000

3 668 994,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van vergoedingen en beheerskosten in verband met de gedetacheerde nationale deskundigen die niet als leden van de Militaire Staf van de Europese Unie werkzaamheden uitvoeren.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Besluit van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor het buitenlands en veiligheidsbeleid van 4 februari 2014 tot vaststelling van de regels van toepassing op bij de Europese Dienst voor extern optreden gedetacheerde nationale deskundigen.

1 2 0 2

Stages

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

358 000

357 000

362 690,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met stages voor afgestudeerden die ten doel hebben een algemeen beeld te geven van de doelstellingen en uitdagingen van de Unie, kennis bij te brengen over de werking van de instellingen en de gelegenheid te geven de verworven kennis aan te vullen met werkervaring bij de EDEO.

Het dekt de toekenning van beurzen en andere uitgaven die hiermee verband houden (aanvullende beurs voor personen ten laste of voor gehandicapte stagiairs, ongevallen- en ziektekostenverzekering enz., door de stage veroorzaakte reiskosten, en met name aan het begin en einde van de stage, alsmede de organisatiekosten van evenementen in verband met het stageprogramma, zoals bezoeken en kosten van ontvangst). Het dekt ook de uitgaven voor evaluatie om het programma van de stages en de voorlichtingsacties te optimaliseren.

Bij de selectie van stagiairs worden objectieve, doorzichtige criteria gehanteerd en wordt gestreefd naar een geografisch evenwicht.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

1 2 0 3

Externe dienstverlening

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

p.m.

p.m.

 

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van alle verrichtingen door personen die niet aan de instelling zijn verbonden, met name:

 

tijdelijk personeel voor diverse diensten;

 

extra personeel voor vergaderingen;

 

deskundigen op het gebied van de arbeidsomstandigheden.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

1 2 0 4

Uitzendkrachten en bijzondere adviseurs

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

200 000

103 000

206 271,64

Toelichting

Dit krediet dient vooral ter dekking van de bezoldiging van uitzendkrachten, tijdelijk personeel en bijzondere adviseurs, met inbegrip van die op het gebied van het GVDB/GBVB, de werkgeversbijdrage voor de diverse socialezekerheidsregelingen en de gevolgen van de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten op de bezoldiging van deze personeelsleden.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

1 2 0 5

Gedetacheerde nationale militaire deskundigen

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

7 773 000

7 460 000

7 574 928,—

Toelichting

Dit krediet dient ter financiering van de geldelijke vergoeding van de nationale militaire deskundigen die als leden van de Militaire Staf van de Europese Unie werkzaamheden uitvoeren in het kader van het GVDB/GBVB.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Besluit van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor het buitenlands en veiligheidsbeleid van 4 februari 2014 tot vaststelling van de regels van toepassing op bij de Europese Dienst voor extern optreden gedetacheerde nationale deskundigen.

1 2 2

Voorziening

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

p.m.

p.m.

 

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van eventuele aanpassingen van de salarissen in de loop van het begrotingsjaar.

Dit krediet heeft het karakter van een voorziening en mag pas worden gebruikt nadat het naar de desbetreffende begrotingsonderdelen van dit hoofdstuk is overgeschreven.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

HOOFDSTUK 1 3 —   OVERIGE UITGAVEN VOOR PERSONEELSBEHEER

1 3 0

Uitgaven voor personeelsbeheer

1 3 0 0

Aanwerving

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

50 000

100 000

70 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de kosten voor het organiseren van de in artikel 3 van Besluit 2002/621/EG bedoelde vergelijkende onderzoeken, alsmede de reis- en verblijfkosten van de kandidaten voor aanwervingsgesprekken en medische onderzoeken in verband met aanwerving;

 

de kosten van de organisatie van procedures voor de aanwerving van tijdelijke, plaatselijke en hulpfunctionarissen.

In gevallen waarin een en ander naar behoren is aangetoond op grond van functionele behoeften en na raadpleging van het Europees Bureau voor personeelsselectie, kan dit krediet worden gebruikt voor door de instelling zelf georganiseerde vergelijkende onderzoeken.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name de artikelen 27 tot en met 31 en 33, alsmede bijlage III.

Besluit 2002/620/EG van het Europees Parlement, de Raad, de Commissie, het Hof van Justitie, de Rekenkamer, het Economisch en Sociaal Comité, het Comité van de Regio's en de Europese Ombudsman van 25 juli 2002 betreffende de oprichting van het Bureau voor personeelsselectie van de Europese Gemeenschappen (PB L 197 van 26.7.2002, blz. 53) en Besluit 2002/621/EG van de secretarissen-generaal van het Europees Parlement, van de Raad en van de Commissie, de griffier van het Hof van Justitie, de secretarissen-generaal van de Rekenkamer, van het Economisch en Sociaal Comité en van het Comité van de Regio's, en de vertegenwoordiger van de Europese Ombudsman van 25 juli 2002 betreffende de organisatie en de werking van het Bureau voor personeelsselectie van de Europese Gemeenschappen (PB L 197 van 26.7.2002, blz. 56).

1 3 0 1

Opleiding

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

947 000

947 000

974 842,44

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de uitgaven voor bijscholing en omscholing, met inbegrip van interinstitutioneel georganiseerde taalcursussen, cursusgeld, de vergoedingen van trainers, logistieke uitgaven voor opleidingslokalen en huur van apparatuur, en diverse daarmee samenhangende kosten zoals cateringkosten, de kosten van deelneming aan cursussen, conferenties en congressen in het kader van het mandaat van de Militaire Staf van de Europese Unie;

 

de inschrijvingskosten voor de deelname aan studiebijeenkomsten en conferenties.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 24 bis.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

Besluit 2001/80/GBVB van de Raad van 22 januari 2001 houdende instelling van de Militaire Staf van de Europese Unie (PB L 27 van 30.1.2001, blz. 7).

Besluit van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor het buitenlands en veiligheidsbeleid van 4 februari 2014 tot vaststelling van de regels van toepassing op bij de Europese Dienst voor extern optreden gedetacheerde nationale deskundigen.

1 3 0 2

Rechten bij indiensttreding, overplaatsing en beëindiging van de dienst

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

1 410 000

1 260 000

1 410 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de reiskosten van ambtenaren, tijdelijke functionarissen en arbeidscontractanten (en van hun gezinsleden) bij indiensttreding, beëindiging van de dienst of overplaatsing met verandering van standplaats;

 

de inrichtings- en herinrichtingsvergoedingen en de verhuiskosten voor ambtenaren, tijdelijke functionarissen en arbeidscontractanten die bij indiensttreding of bij tewerkstelling in een andere standplaats van woonplaats moeten veranderen, en voor ambtenaren die zich bij de definitieve beëindiging van de dienst in een andere plaats vestigen;

 

de dagvergoedingen die verschuldigd zijn aan ambtenaren, tijdelijke functionarissen en arbeidscontractanten die aantonen dat zij bij indiensttreding of bij tewerkstelling in een nieuwe standplaats van woonplaats hebben moeten veranderen;

 

de vergoeding bij ontslag wegens gebleken ongeschiktheid van ambtenaren op proef;

 

de vergoeding bij beëindiging door de instelling van een overeenkomst met een tijdelijke functionaris of arbeidscontractant.

Dit krediet dient ook ter dekking van de vergoedingen voor ambtenaren:

 

die ter beschikking zijn gesteld ingevolge een maatregel tot vermindering van het aantal ambten bij de instelling;

 

die een ambt bekleden in rang AD 14 tot AD 16 en van dit ambt worden ontheven om redenen van dienstbelang.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

HOOFDSTUK 1 4 —   DIENSTREIZEN

1 4 0

Dienstreizen

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

8 123 000

8 123 000

7 723 305,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de uitgaven voor dienstreizen van de hoge vertegenwoordiger;

 

de uitgaven voor dienstreizen en lokaal vervoer van ambtenaren, tijdelijke functionarissen en arbeidscontractanten en bijzondere adviseurs van de EDEO, andere vervoerskosten en de betaling van dagvergoedingen tijdens dienstreizen, alsmede voor bijkomende of uitzonderlijke kosten bij dienstreizen;

 

de uitgaven voor dienstreizen in het kader van het mandaat van de Militaire Staf van de Europese Unie;

 

de uitgaven voor dienstreizen van bij de EDEO gedetacheerde nationale deskundigen;

 

de uitgaven voor dienstreizen van de bijzondere adviseurs en gezanten van de hoge vertegenwoordiger;

 

de uitgaven voor dienstreizen van geslaagde kandidaten die voor een opleiding worden uitgenodigd voordat zij in dienst treden.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name bijlage VII, artikelen 11, 12 en 13.

Besluit van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor het buitenlands en veiligheidsbeleid betreffende de regels van toepassing op dienstreizen van het EDEO-personeel.

Besluit 2001/80/GBVB van de Raad van 22 januari 2001 houdende instelling van de Militaire Staf van de Europese Unie (PB L 27 van 30.1.2001, blz. 7).

Besluit van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor het buitenlands en veiligheidsbeleid van 4 februari 2014 tot vaststelling van de regels van toepassing op bij de Europese Dienst voor extern optreden gedetacheerde nationale deskundigen.

HOOFDSTUK 1 5 —   VOORZIENINGEN VOOR HET PERSONEEL

1 5 0

Voorzieningen voor het personeel

1 5 0 0

Sociale diensten en bijstand aan het personeel

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

191 000

199 000

187 935,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

bijstand aan ambtenaren en andere personeelsleden die in zeer benarde omstandigheden verkeren;

 

kosten in verband met de sociale betrekkingen tussen de leden van het personeel;

 

een gedeeltelijke vergoeding van de kosten van personeelsleden die gebruikmaken van het openbaar vervoer voor hun woon-werkverkeer. Deze maatregel is bedoeld om het gebruik van het openbaar vervoer aan te moedigen.

Dit krediet is, in het kader van het gehandicaptenbeleid, bestemd voor gehandicapten die behoren tot een van de volgende groepen:

 

ambtenaren in actieve dienst;

 

echtgenoten van ambtenaren in actieve dienst;

 

kinderen ten laste in de zin van het Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Het dient ter dekking, binnen de budgettaire mogelijkheden en na uitputting van de eventuele rechten die door het land van herkomst of woonplaats worden toegekend, van de als noodzakelijk erkende en naar behoren aangetoonde niet-medische kosten die op grond van de handicap zijn gemaakt.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name de artikelen 24 en 76.

1 5 0 1

Medische dienst

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

520 000

595 000

590 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van met name:

 

de huishoudelijke uitgaven van de spreek- en behandelkamer, de kosten van materiaal voor geneeskundige verzorging, verzorging en geneesmiddelen in de crèche, de kosten van medisch onderzoek en de te voorziene uitgaven in verband met de invaliditeitscomités en de vergoeding van brilkosten;

 

de aanschaf van bepaalde werkmiddelen die vanuit medisch oogpunt noodzakelijk worden geacht.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 59, alsmede bijlage II, artikel 8.

1 5 0 2

Restaurants en kantines

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

p.m.

p.m.

 

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de vergoeding voor de diensten die door de exploitant van de restaurants en kantines worden geleverd.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

1 5 0 3

Kinderdagverblijven en -bewaarplaatsen

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

817 000

878 000

924 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van het aan de Commissie en/of de Raad te betalen aandeel van de EDEO in de uitgaven van het kinderopvangcentrum en andere kinderdagverblijven en -bewaarplaatsen.

De ontvangsten uit de ouderbijdragen en de bijdragen van de organisaties die ouders in dienst hebben, vormen bestemmingsontvangsten.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

TITEL 2

GEBOUWEN, MATERIEEL EN OPERATIONELE UITGAVEN VOOR DE DIENSTEN IN BRUSSEL

 

Artikel

Post

Rubriek

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

% 2014-2016

HOOFDSTUK 2 0

2 0 0

Gebouwen

2 0 0 0

Huur en erfpacht

       

Niet-gesplitste kredieten

18 168 000

18 372 000

18 214 000,—

100,25

2 0 0 1

Verkrijging van onroerende goederen

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

   

2 0 0 2

Inrichtings-, aanpassings- en beveiligingswerkzaamheden

       

Niet-gesplitste kredieten

235 000

100 000

167 215,35

71,16

 

Artikel 2 0 0 — Totaal

18 403 000

18 472 000

18 381 215,35

99,88

2 0 1

Uitgaven in verband met de gebouwen

2 0 1 0

Schoonmaak en onderhoud

       

Niet-gesplitste kredieten

4 190 000

4 330 000

3 897 885,86

93,03

2 0 1 1

Water, gas, elektriciteit en verwarming

       

Niet-gesplitste kredieten

1 120 000

1 293 000

1 047 600,—

93,54

2 0 1 2

Beveiliging en bewaking van de gebouwen

       

Niet-gesplitste kredieten

6 090 000

5 700 000

5 746 825,36

94,36

2 0 1 3

Verzekeringen

       

Niet-gesplitste kredieten

50 000

60 000

39 500,—

79,00

2 0 1 4

Overige uitgaven voor de gebouwen

       

Niet-gesplitste kredieten

130 000

130 000

149 708,—

115,16

 

Artikel 2 0 1 — Totaal

11 580 000

11 513 000

10 881 519,22

93,97

 

HOOFDSTUK 2 0 — TOTAAL

29 983 000

29 985 000

29 262 734,57

97,60

HOOFDSTUK 2 1

2 1 0

Informatica en telecommunicatie

2 1 0 0

Informatie- en communicatietechnologie

       

Niet-gesplitste kredieten

12 837 000

12 837 000

13 117 000,—

102,18

2 1 0 1

Cryptografie en streng beveiligde informatie- en communicatietechnologie

       

Niet-gesplitste kredieten

13 745 000

13 745 000

11 571 082,38

84,18

2 1 0 2

Beveiliging van informatie- en communicatietechnologie tot het niveau „EU restricted” (vertrouwelijk)

       

Niet-gesplitste kredieten

2 550 000

2 550 000

   

2 1 0 3

Technische beveiliging tegen afluisteren en spionage

       

Niet-gesplitste kredieten

1 250 000

1 250 000

   
 

Artikel 2 1 0 — Totaal

30 382 000

30 382 000

24 688 082,38

81,26

2 1 1

Meubilair, technisch materieel en vervoer

2 1 1 0

Meubilair

       

Niet-gesplitste kredieten

155 000

200 000

154 309,42

99,55

2 1 1 1

Technisch materieel en technische installaties

       

Niet-gesplitste kredieten

150 000

50 000

83 974,60

55,98

2 1 1 2

Vervoer

       

Niet-gesplitste kredieten

95 000

95 000

104 300,—

109,79

 

Artikel 2 1 1 — Totaal

400 000

345 000

342 584,02

85,65

 

HOOFDSTUK 2 1 — TOTAAL

30 782 000

30 727 000

25 030 666,40

81,32

HOOFDSTUK 2 2

2 2 0

Conferenties, congressen en vergaderingen

2 2 0 0

Organisatie van conferenties, congressen en vergaderingen

       

Niet-gesplitste kredieten

485 000

485 000

735 100,—

151,57

2 2 0 1

Reiskosten van deskundigen

       

Niet-gesplitste kredieten

50 000

50 000

50 000,—

100,00

 

Artikel 2 2 0 — Totaal

535 000

535 000

785 100,—

146,75

2 2 1

Informatie

2 2 1 0

Uitgaven voor documentatie en de bibliotheek

       

Niet-gesplitste kredieten

765 000

923 000

740 282,15

96,77

2 2 1 1

Satellietbeelden

       

Niet-gesplitste kredieten

450 000

450 000

495 000,—

110,00

2 2 1 2

Algemene publicaties

       

Niet-gesplitste kredieten

41 000

41 000

25 565,36

62,35

2 2 1 3

Voorlichting en openbare evenementen

       

Niet-gesplitste kredieten

295 000

295 000

187 808,50

63,66

 

Artikel 2 2 1 — Totaal

1 551 000

1 709 000

1 448 656,01

93,40

2 2 2

Talendiensten

2 2 2 0

Vertaling

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

   

2 2 2 1

Tolken

       

Niet-gesplitste kredieten

490 000

450 000

579 150,—

118,19

 

Artikel 2 2 2 — Totaal

490 000

450 000

579 150,—

118,19

2 2 3

Diverse uitgaven

2 2 3 0

Kantoorbenodigdheden

       

Niet-gesplitste kredieten

323 000

323 000

323 235,—

100,07

2 2 3 1

Porto

       

Niet-gesplitste kredieten

155 000

155 000

156 710,—

101,10

2 2 3 2

Studies, enquêtes en adviezen

       

Niet-gesplitste kredieten

49 000

49 500

29 387,—

59,97

2 2 3 3

Interinstitutionele samenwerking

       

Niet-gesplitste kredieten

1 893 000

1 795 000

2 037 146,—

107,61

2 2 3 4

Verhuizing

       

Niet-gesplitste kredieten

120 000

120 000

124 100,—

103,42

2 2 3 5

Financiële kosten

       

Niet-gesplitste kredieten

5 000

5 000

5 000,—

100,00

2 2 3 6

Proceskosten, juridische kosten, schadevergoedingen en schadeloosstellingen

       

Niet-gesplitste kredieten

25 000

25 000

63 484,25

253,94

2 2 3 7

Overige operationele uitgaven

       

Niet-gesplitste kredieten

10 000

10 000

   
 

Artikel 2 2 3 — Totaal

2 580 000

2 482 500

2 739 062,25

106,17

2 2 4

Conflictpreventie en bemiddeling (vervolg)

2 2 4 0

Conflictpreventie en bemiddeling (vervolg)

       

Niet-gesplitste kredieten

450 000

450 000

500 000,—

111,11

 

Artikel 2 2 4 — Totaal

450 000

450 000

500 000,—

111,11

 

HOOFDSTUK 2 2 — TOTAAL

5 606 000

5 626 500

6 051 968,26

107,96

 

Titel 2 — Totaal

66 371 000

66 338 500

60 345 369,23

90,92

HOOFDSTUK 2 0 —

GEBOUWEN EN DAARMEE SAMENHANGENDE KOSTEN

 

HOOFDSTUK 2 1 —

INFORMATICA, MATERIEEL EN MEUBILAIR

 

HOOFDSTUK 2 2 —

OVERIGE OPERATIONELE UITGAVEN

HOOFDSTUK 2 0 —   GEBOUWEN EN DAARMEE SAMENHANGENDE KOSTEN

2 0 0

Gebouwen

2 0 0 0

Huur en erfpacht

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

18 168 000

18 372 000

18 214 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de huur en de belastingen in Brussel voor de door de EDEO gebruikte gebouwen, alsmede voor het huren van zalen, van opslagruimte en van parkeerplaatsen.

Het dient eveneens ter dekking van de uitgaven voor de erfpacht van gebouwen of gedeelten van gebouwen op grond van lopende of in voorbereiding zijnde contracten.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 0 0 1

Verkrijging van onroerende goederen

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

p.m.

p.m.

 

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de aankoop van onroerende goederen.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 0 0 2

Inrichtings-, aanpassings- en beveiligingswerkzaamheden

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

235 000

100 000

167 215,35

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van inrichtings- en aanpassingswerkzaamheden, met inbegrip van:

 

studies met het oog op de aanpassing en uitbreiding van de gebouwen van de instelling;

 

aanpassingswerkzaamheden aan gebouwen voor de fysieke en materiële beveiliging van personen en goederen;

 

inrichting en verbouwing van de dienstruimten naargelang van de behoeften van de diensten;

 

aanpassing van de ruimten en de technische installaties aan de geldende eisen en normen op het gebied van veiligheid en hygiëne.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Richtlijn 89/391/EEG van de Raad van 12 juni 1989 betreffende de tenuitvoerlegging van maatregelen ter bevordering van de verbetering van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers op het werk (PB L 183 van 29.6.1989, blz. 1).

2 0 1

Uitgaven in verband met de gebouwen

2 0 1 0

Schoonmaak en onderhoud

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

4 190 000

4 330 000

3 897 885,86

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de volgende schoonmaak- en onderhoudskosten:

 

schoonmaak van dienstruimten, werkplaatsen en magazijnen (met inbegrip van vitrage, gordijnen, tapijten, jaloezieën enz.);

 

vervanging van versleten vitrage, gordijnen en tapijten;

 

schilderwerk;

 

diverse onderhoudswerkzaamheden;

 

reparatiewerkzaamheden aan de technische installaties;

 

technische benodigdheden;

 

contracten voor het onderhoud van de diverse technische installaties (klimaatregeling, verwarming, afvalverwijdering, liften, beveiligingsinstallaties en afluistervrije ruimten).

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 0 1 1

Water, gas, elektriciteit en verwarming

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

1 120 000

1 293 000

1 047 600,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van water, gas, elektriciteit en verwarming.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 0 1 2

Beveiliging en bewaking van de gebouwen

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

6 090 000

5 700 000

5 746 825,36

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van de beveiliging en de bewaking van de door de EDEO gebruikte gebouwen.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 0 1 3

Verzekeringen

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

50 000

60 000

39 500,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de premies van de contracten die met verzekeringsmaatschappijen zijn gesloten voor de door de EDEO gebruikte gebouwen en van de verzekering voor de aansprakelijkheid tegenover bezoekers.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 0 1 4

Overige uitgaven voor de gebouwen

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

130 000

130 000

149 708,—

Toelichting

Dit krediet dient ter betaling van de andere lopende uitgaven voor de gebouwen (inclusief Kortenberg en ER gebouwen) die niet specifiek zijn opgenomen in de andere artikelen van dit hoofdstuk, met name de kosten van vuilnisophaling, signaliseringsmateriaal, controles door gespecialiseerde instanties enz.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

HOOFDSTUK 2 1 —   INFORMATICA, MATERIEEL EN MEUBILAIR

2 1 0

Informatica en telecommunicatie

2 1 0 0

Informatie- en communicatietechnologie

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

12 837 000

12 837 000

13 117 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met algemene informatie- en communicatietechnologie , met name uitgaven voor:

 

de aankoop of de huur van hardware en software voor informaticasystemen en -toepassingen;

 

ondersteuning en opleiding door dienstverlenende consultancybedrijven op het gebied van informatica met het oog op het bedienen en ontwikkelen van informaticasystemen en -toepassingen, met inbegrip van de ondersteuning van gebruikers;

 

werkzaamheden aan en het onderhoud van hardware en software voor informaticasystemen en -toepassingen;

 

aanbieders van communicatiediensten;

 

de kosten voor communicatie en de telematicakosten.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 1 0 1

Cryptografie en streng beveiligde informatie- en communicatietechnologie

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

13 745 000

13 745 000

11 571 082,38

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met cryptografie en streng beveiligde informatie- en communicatietechnologie, met name uitgaven voor:

 

de aankoop of de huur van hardware en software voor beveiligde informaticasystemen en -toepassingen;

 

ondersteuning en opleiding door dienstverlenende consultancybedrijven op het gebied van informatica met het oog op het bedienen en ontwikkelen van informaticasystemen en -toepassingen, met inbegrip van de ondersteuning van gebruikers, werkzaamheden aan en het onderhoud van hardware en software voor informaticasystemen en -toepassingen;

 

abonnementen op beveiligde communicatiediensten;

 

de kosten voor beveiligde communicatie en gegevensoverdracht.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 1 0 2

Beveiliging van informatie- en communicatietechnologie tot het niveau „EU restricted” (vertrouwelijk)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

2 550 000

2 550 000

 

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met de beveiliging van informatie tot het niveau „EU restricted” (vertrouwelijk), met name uitgaven voor:

 

de aankoop of de huur van hardware en software;

 

ondersteuning en opleiding door dienstverlenende consultancybedrijven op het gebied van informatica met het oog op het bedienen en ontwikkelen van beveiligde informaticasystemen en -toepassingen, met inbegrip van de ondersteuning van gebruikers;

 

werkzaamheden aan en het onderhoud van hardware en software voor informaticasystemen en -toepassingen;

 

abonnementen op communicatiediensten;

 

de kosten voor communicatie en gegevensoverdracht.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 1 0 3

Technische beveiliging tegen afluisteren en spionage

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

1 250 000

1 250 000

 

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor de beveiliging van informatie door middel van technische beveiligingsmaatregelen, met name uitgaven voor:

 

aankoop of huur van hardware en software voor de sweep van de gebouwen van de centrale diensten, de delegaties en de gebouwen die worden gebruikt voor conferenties en bijeenkomsten;

 

ondersteuning en opleiding door gespecialiseerde ondernemingen, fabrikanten en dienstverlenende consultancybedrijven met het oog op het bedienen en ontwikkelen van deze hardware of software, met inbegrip van de ondersteuning van gebruikers;

 

werkzaamheden aan en het onderhoud van deze hardware en software voor informaticasystemen en -toepassingen;

 

vervoerskosten voor het materiaal voor de sweep van de gebouwen;

 

aanschaf, vervoer en installatie van een specifieke uitrusting nodig voor afluistervrije ruimten;

 

kosten van dienstreizen van het personeel dat sweeps uitvoert of uitrusting in afluistervrije ruimten installeert;

 

de aanschaf of huur van beveiligingssystemen voor de gebouwen van de EDEO.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 1 1

Meubilair, technisch materieel en vervoer

2 1 1 0

Meubilair

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

155 000

200 000

154 309,42

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de aanschaf en de vervanging van meubilair en van speciaal meubilair;

 

de huur van meubilair benodigd gedurende dienstreizen en vergaderingen buiten de gebouwen van de EDEO;

 

onderhoud en reparatie van meubilair.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 1 1 1

Technisch materieel en technische installaties

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

150 000

50 000

83 974,60

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de volgende uitgaven:

 

de aanschaf en de vervanging van diverse, vaste of mobiele apparatuur en technische installaties, in het bijzonder in verband met het archief, de aankoopdienst, veiligheid, conferenties, restauratie en gebouwen;

 

technische ondersteuning en controle, met name in verband met de technische dienst voor conferenties en de kantines;

 

de huur van technisch materieel en technische installaties, alsook van de kosten van het gebruik, het onderhoud en de reparatie daarvan.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 1 1 2

Vervoer

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

95 000

95 000

104 300,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van onder meer:

 

het leasen of aanschaffen van dienstvoertuigen;

 

de huur van auto's wanneer geen beroep kan worden gedaan op de vervoermiddelen van de EDEO, met name voor dienstreizen;

 

de kosten van onderhoud en reparatie van de dienstvoertuigen (aanschaf van brandstof, banden enz.).

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

HOOFDSTUK 2 2 —   OVERIGE OPERATIONELE UITGAVEN

2 2 0

Conferenties, congressen en vergaderingen

2 2 0 0

Organisatie van conferenties, congressen en vergaderingen

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

485 000

485 000

735 100,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met:

 

het organiseren van informele bijeenkomsten van de Raad Buitenlandse Zaken en andere informele bijeenkomsten;

 

het organiseren van vergaderingen in het kader van de politieke dialoog op het niveau van de ministers of topambtenaren;

 

het organiseren van conferenties en congressen;

 

interne vergaderingen, met inbegrip eventueel van de cateringkosten bij bijzondere gelegenheden;

 

de verplichtingen van de instelling inzake ontvangst en representatie;

 

activiteiten in verband met het protocol.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 2 0 1

Reiskosten van deskundigen

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

50 000

50 000

50 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de reis- en verblijfkosten van deskundigen die worden opgeroepen of op missie worden gezonden door de EDEO.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 2 1

Informatie

2 2 1 0

Uitgaven voor documentatie en de bibliotheek

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

765 000

923 000

740 282,15

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de toegangskosten voor het gebruik van externe documentaire en statistische gegevensbanken, onder andere voor geografische gegevens;

 

abonnementen op kranten, tijdschriften, diensten voor de levering van analyses van de inhoud daarvan en andere onlinepublicaties; het dient eveneens ter dekking van de eventuele auteursrechten voor de reproductie en verspreiding op papier en/of via elektronische weg van deze publicaties;

 

de aanschaf van boeken en werken voor de bibliotheek op papier en/of in digitale vorm;

 

de kosten van abonnementen bij persagentschappen via telexapparaten;

 

de uitgaven voor inbinden en dergelijke, voor een goede bewaring van boekwerken en tijdschriften.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Besluit 2001/80/GBVB van de Raad van 22 januari 2001 houdende instelling van de Militaire Staf van de Europese Unie (PB L 27 van 30.1.2001, blz. 7).

2 2 1 1

Satellietbeelden

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

450 000

450 000

495 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor het aanschaffen van satellietbeelden ten behoeve van de EDEO, in het bijzonder met het oog op crisispreventie en -beheersing.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 2 1 2

Algemene publicaties

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

41 000

41 000

25 565,36

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten voor de voorbereiding en de — traditionele (op papier of microfilm) of elektronische — uitgave van publicaties in de officiële talen van de lidstaten, en ter dekking van de kosten van de verspreiding van publicaties van de EDEO, waaronder die welke in het Publicatieblad van de Europese Unie verschijnen.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 2 1 3

Voorlichting en openbare evenementen

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

295 000

295 000

187 808,50

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de kosten van audiovisuele diensten om het publiek te informeren over het buitenlands beleid van de Unie en de activiteiten van de hoge vertegenwoordiger;

 

de kosten van ontwikkeling en exploitatie van de EDEO-website;

 

de uitgaven betreffende de publiciteit en de promotie van publicaties en openbare evenementen in verband met de activiteiten van de instelling, met inbegrip van de kosten van de bijbehorende begeleiding en infrastructuurvoorzieningen;

 

uitgaven in verband met voorlichting over het GVDB/GBVB;

 

de kosten van diverse voorlichtings- en publiciteitsactiviteiten, onder andere van promotiemateriaal.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 2 2

Talendiensten

2 2 2 0

Vertaling

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

p.m.

p.m.

 

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van alle uitgaven die bestemd zijn voor de vertaaldiensten die aan de EDEO worden verleend door het secretariaat-generaal van de Raad en de Commissie.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 2 2 1

Tolken

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

490 000

450 000

579 150,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van de door de tolken van de Commissie voor de EDEO verrichte diensten.

Het dient ook ter dekking van de kosten van de dienstverrichting door de tolken van de Commissie ten behoeve van de EDEO bij gelegenheid van de vergaderingen van het Politiek en Veiligheidscomité, het Militair Comité en de overige vergaderingen die specifiek in het kader van het GVDB/GBVB worden gehouden.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Besluit nr. 111/2007 van de secretaris-generaal van de Raad/hoge vertegenwoordiger voor het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid betreffende de tolkenregeling voor de Europese Raad, de Raad en zijn voorbereidende instanties.

2 2 3

Diverse uitgaven

2 2 3 0

Kantoorbenodigdheden

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

323 000

323 000

323 235,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de aanschaf van papier;

 

fotokopieën en vaste rechten;

 

papier en kantoorbenodigdheden (dagdagelijkse benodigdheden);

 

drukwerk;

 

benodigdheden voor de verzending van post (enveloppen, pakpapier, plaatjes voor de frankeermachine);

 

benodigdheden voor de reproductiedienst (inkt, offsetplaten, films en chemische producten).

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 2 3 1

Porto

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

155 000

155 000

156 710,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van portokosten.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 2 3 2

Studies, enquêtes en adviezen

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

49 000

49 500

29 387,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor studies en adviezen die onder contract aan hooggekwalificeerde deskundigen worden toevertrouwd.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 2 3 3

Interinstitutionele samenwerking

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

1 893 000

1 795 000

2 037 146,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met interinstitutionele activiteiten, met name de kosten van administratief personeel bij de Commissie, de Bureaus en de Raad voor het beheer van personeelszaken, gebouwen en archieven van de EDEO.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 2 3 4

Verhuizing

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

120 000

120 000

124 100,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van het verplaatsen en vervoeren van materieel.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 2 3 5

Financiële kosten

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

5 000

5 000

5 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van alle financiële kosten, met name bankkosten.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 2 3 6

Proceskosten, juridische kosten, schadevergoedingen en schadeloosstellingen

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

25 000

25 000

63 484,25

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de kosten in geval van een veroordeling van de EDEO tot betaling van de door het Hof van Justitie, het Gerecht en het Gerecht voor ambtenarenzaken vastgestelde proceskosten en de kosten voor het inschakelen van externe advocaten voor de procesvertegenwoordiging van de EDEO;

 

de kosten voor advies door externe advocaten;

 

de schadevergoedingen en schadeloosstellingen die ten laste van de EDEO kunnen komen.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 2 3 7

Overige operationele uitgaven

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

10 000

10 000

 

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de aankoop van werkkleding voor het personeel van de dienst Conferenties en de dienst Beveiliging, van werkuitrusting voor het personeel van de werkplaatsen en de interne diensten, en het herstel en onderhoud van de werkkleding;

 

de deelneming van de EDEO in de uitgaven van enkele verenigingen waarvan de activiteit rechtstreeks verband houdt met de activiteiten van de instellingen van de Unie;

 

de overige huishoudelijke uitgaven, die in de voorgaande begrotingsonderdelen niet uitdrukkelijk zijn genoemd;

 

de aankoop van uniformen en accessoires, in het bijzonder voor het beveiligingspersoneel van de gebouwen Kortenberg en ER.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 2 4

Conflictpreventie en bemiddeling (vervolg)

2 2 4 0

Conflictpreventie en bemiddeling (vervolg)

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

450 000

450 000

500 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de inzet van Uniepersoneel ter ondersteuning van bemiddeling en dialoog;

 

het inhuren van interne deskundigen op het vlak van bemiddeling en dialoog, alsook de toegang tot externe bemiddeling waarbij rekening wordt gehouden met de lopende werkzaamheden van de Verenigde Naties en andere organisaties bij het opstellen van werkschema's;

 

kennisbeheer, waaronder het organiseren van workshops en conflictanalyses, alsmede ontwikkeling en bekendmaking van ervaringslessen, beste praktijken en richtsnoeren;

 

opleiding en interne capaciteitsopbouw op het gebied van vroegtijdige waarschuwing, conflictanalyses en bemiddeling en dialoog voor Uniepersoneel bij de centrale diensten, EU-personeel op missies, SVEU's, delegatieleiders en hun medewerkers.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

TITEL 3

DELEGATIES

 

Artikel

Post

Rubriek

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

% 2014-2016

HOOFDSTUK 3 0

3 0 0

Delegaties

3 0 0 0

Salaris en andere rechten voor statutaire personeelsleden

       

Niet-gesplitste kredieten

109 127 000

105 510 000

105 827 291,27

96,98

3 0 0 1

Extern personeel en externe dienstverlening

       

Niet-gesplitste kredieten

64 169 000

60 068 000

56 274 243,20

87,70

3 0 0 2

Overige personeelsuitgaven

       

Niet-gesplitste kredieten

24 791 000

20 587 285

22 403 382,74

90,37

3 0 0 3

Gebouwen en daarmee samenhangende kosten

       

Niet-gesplitste kredieten

168 948 000

155 799 301

98 110 900,31

58,07

3 0 0 4

Overige administratieve uitgaven

       

Niet-gesplitste kredieten

43 976 000

41 937 800

19 186 753,39

43,63

3 0 0 5

Bijdrage van de Commissie voor delegaties

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

   
 

Artikel 3 0 0 — Totaal

411 011 000

383 902 386

301 802 570,91

73,43

 

HOOFDSTUK 3 0 — TOTAAL

411 011 000

383 902 386

301 802 570,91

73,43

 

Titel 3 — Totaal

411 011 000

383 902 386

301 802 570,91

73,43

HOOFDSTUK 3 0 —

DELEGATIES

HOOFDSTUK 3 0 —   DELEGATIES

3 0 0

Delegaties

3 0 0 0

Salaris en andere rechten voor statutaire personeelsleden

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

109 127 000

105 510 000

105 827 291,27

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de volgende uitgaven die zijn aangegaan bij delegaties van de Europese Unie buiten de Unie en delegaties bij internationale organisaties in de Europese Unie, voor de ambtenaren en tijdelijke functionarissen die een op de lijst van het aantal ambten voorkomend ambt bekleden:

 

basissalarissen, vergoedingen en aan de salarissen gekoppelde toelagen;

 

de ongevallen- en ziektekostenverzekering en andere sociale lasten;

 

de werkloosheidsverzekering voor tijdelijke functionarissen, alsmede betalingen met het oog op de totstandkoming of de handhaving van pensioenrechten in het land van herkomst van tijdelijke functionarissen;

 

diverse toelagen en vergoedingen;

 

de overuren;

 

de kosten van de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten op de bezoldiging;

 

de kosten van eventuele aanpassingen van de salarissen in de loop van het begrotingsjaar.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

Voorschriften in verband met de aanstelling en de bezoldiging en andere financiële voorwaarden vastgesteld door de EDEO.

3 0 0 1

Extern personeel en externe dienstverlening

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

64 169 000

60 068 000

56 274 243,20

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de volgende uitgaven die zijn aangegaan bij delegaties van de Europese Unie buiten de Unie en delegaties bij internationale organisaties in de Unie:

 

de bezoldiging van de plaatselijke functionarissen en arbeidscontractanten en de ten laste van de werkgever komende sociale lasten en voorzieningen;

 

de werkgeversbijdragen in de aanvullende socialezekerheidsregeling welke van toepassing is op plaatselijke functionarissen;

 

de prestaties van de uitzend- en zelfstandige krachten.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

3 0 0 2

Overige personeelsuitgaven

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

24 791 000

20 587 285

22 403 382,74

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de volgende uitgaven die zijn aangegaan bij delegaties van de Europese Unie buiten de Unie en delegaties bij internationale organisaties in de Unie:

 

uitgaven voor de detachering van jonge deskundigen (universitaire afgestudeerden) bij de delegaties van de Europese Unie;

 

de kosten van seminars die voor jonge diplomaten uit de lidstaten en uit derde landen worden georganiseerd;

 

de uitgaven die verband houden met de detachering of de tijdelijke tewerkstelling van ambtenaren van de lidstaten bij de delegaties;

 

de inrichtings- en herinrichtingsvergoedingen voor ambtenaren die bij indiensttreding of bij benoeming in een andere standplaats van woonplaats moeten veranderen, of die zich bij de definitieve beëindiging van de dienst in een andere plaats vestigen;

 

de reiskosten, met inbegrip van die van gezinsleden van ambtenaren, bij indiensttreding, bij overplaatsing met verandering van standplaats of bij vertrek;

 

de kosten van verhuizing voor ambtenaren die bij indiensttreding of bij tewerkstelling in een andere standplaats van woonplaats moeten veranderen, of die zich bij de definitieve beëindiging van de dienst in een andere plaats vestigen;

 

in geval van overlijden van een lid van het personeel van de EDEO of een afhankelijke persoon, de gemaakte kosten als bedoeld in artikel 75 van het Statuut, voor het vervoer van het stoffelijk overschot;

 

diverse kosten en vergoedingen voor de overige personeelsleden, onder andere voor juridisch advies;

 

de uitgaven naar aanleiding van de aanwervingsprocedures voor ambtenaren, tijdelijke functionarissen, arbeidscontractanten en plaatselijke functionarissen, met name advertentiekosten, reis- en verblijfkosten, de ongevallenverzekering voor de opgeroepen kandidaten, de kosten die voortvloeien uit de organisatie van de gezamenlijke aanwervingsexamens, en de kosten voor het medische onderzoek bij indiensttreding;

 

kosten voor de aankoop, de vervanging, de aanpassing en het onderhoud van in de delegaties geplaatste apparatuur voor medische doeleinden;

 

de kosten van het jaarlijks medisch onderzoek van ambtenaren, arbeidscontractanten en plaatselijke functionarissen, onder andere van in het kader daarvan verrichte analyses en tests, dokters- en tandartskosten, en de kosten in verband met het aids-beleid op de arbeidsplaats;

 

uitgaven voor culturele activiteiten en initiatieven ter bevordering van sociale contacten tussen buitenlandse en plaatselijke medewerkers;

 

de vaste ambtsvergoeding voor ambtenaren die gezien de aard van de hun toevertrouwde taken regelmatig representatiekosten moeten maken, en de vergoeding van de kosten die de daartoe gemachtigde ambtenaren hebben moeten maken om aan de representatieverplichtingen namens de Commissie en/of de EDEO in het belang van de dienst en in het kader van hun werkzaamheden te voldoen (voor de delegaties op het grondgebied van de Unie wordt een deel van de huisvestingskosten gedekt door de vaste ambtsvergoeding);

 

vervoerskosten, dagvergoedingen en bijkomende of bijzondere kosten bij dienstreizen voor de ambtenaren en andere personeelsleden;

 

reiskosten en dagvergoedingen van geslaagde kandidaten die voor een opleiding worden uitgenodigd voordat zij in dienst treden;

 

vervoerskosten, dagvergoedingen en verzekeringskosten in verband met het vervoer van zieken;

 

uitgaven die het gevolg zijn van crisissituaties, inclusief de vergoedingen van reis- en verblijfkosten en dagvergoedingen;

 

uitgaven voor algemene en taalopleiding met als doel om de vaardigheden van het personeel en de prestaties van de instelling te verbeteren;

 

het inschakelen van deskundigen voor de identificatie van de behoeften aan en het ontwerpen, het opstellen, de realisatie, de evaluatie van en het toezicht op opleiding;

 

het inschakelen van consultants op verschillende terreinen, met name inzake organisatiemethodiek, planning, management, strategie, kwaliteitsbeheer en personeelsbeheer;

 

de uitgaven voor het ontwerpen, de realisatie en de evaluatie van de door de diensten van de instelling georganiseerde opleiding in de vorm van cursussen, seminars of conferenties (instructeurs/sprekers, reis- en verblijfkosten en didactisch materiaal);

 

de uitgaven voor de praktische en logistieke aspecten van het organiseren van cursussen, waaronder de uitgaven voor leslokalen, vervoer en de huur van uitrusting voor opleiding en plaatselijke en regionale seminars alsook voor diverse verwante kosten als cateringkosten;

 

de kosten in verband met het deelnemen aan conferenties en colloquia, en inschrijvingskosten voor beroepsorganisaties en wetenschappelijke organisaties;

 

de opleidingsuitgaven met betrekking tot publicaties, informatie, internetsites, aankoop van didactisch materiaal, abonnementen en licenties voor afstandsonderwijs, boeken, perspublicaties en multimedia;

 

de kosten in verband met het diplomatieke uitwisselingsprogramma, zoals reis- en installatiekosten in overeenstemming met het Statuut.

3 0 0 3

Gebouwen en daarmee samenhangende kosten

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

168 948 000

155 799 301

98 110 900,31

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de volgende uitgaven die zijn aangegaan bij delegaties van de Europese Unie buiten de Unie en delegaties bij internationale organisaties in de Unie:

 

tijdelijke ontheemdingstoeslagen en dagvergoedingen voor ambtenaren, tijdelijke functionarissen en arbeidscontractanten;

 

huur en lasten van gebouwen voor de delegaties buiten de Unie:

 

voor alle gebouwen of gedeelten van gebouwen die worden gebruikt voor de bureaus van de delegaties buiten de Unie of door ambtenaren met standplaats buiten de Unie: huur (met inbegrip van tijdelijke huisvesting) en fiscale lasten, verzekeringspremies, uitgaven voor inrichtingswerkzaamheden en grote reparaties, lopende uitgaven inzake de beveiliging van personen en goederen (lettercombinaties, safes, hekwerken enz.);

 

voor alle gebouwen of gedeelten van gebouwen die worden gebruikt voor de bureaus van de delegaties buiten de Unie en de ambtswoningen van de gedelegeerden: de kosten van water, gas, elektriciteit en verwarming, voor onderhoud en reparatie, van interne verhuizing, inrichting en verhuizingen en de andere lopende uitgaven (met name straatbelasting, vuilnisophaaldienst, bewegwijzering enz.);

 

huur en lasten van gebouwen voor de delegaties op het grondgebied van de Unie:

 

voor alle gebouwen of gedeelten van gebouwen die worden gebruikt voor de bureaus van de delegaties: huur, kosten van water, gas, elektriciteit en verwarming, verzekeringspremies, kosten van onderhoud en reparatie, de uitgaven voor inrichtingswerkzaamheden en grote reparaties, de uitgaven voor beveiliging, met name bewakingscontracten, huur en vervanging van brandblussers, aankoop en onderhoud van brandbestrijdingsmaterieel, vervanging van de uitrusting van ambtenaren die bij de vrijwillige brandweer aangesloten zijn, kosten van wettelijke controles enz.;

 

voor gebouwen of gedeelten van gebouwen die door ambtenaren worden bewoond: de vergoeding van uitgaven voor woningbeveiliging;

 

de aankoop van bouwgronden en gebouwen (aankoop of huurkoop) en de bouw van kantoor- of woongebouwen, met inbegrip van de kosten van voorbereidende studies en diverse honoraria.

Met artikel 203 van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1) kregen de instellingen de mogelijkheid om de verwerving van onroerend goed te financieren via een lening. Dit onderdeel omvat de kosten van dergelijke leningen (rente en aflossing) voor de aankoop van onroerend goed voor de delegaties.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 275 000 EUR.

3 0 0 4

Overige administratieve uitgaven

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

43 976 000

41 937 800

19 186 753,39

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de volgende uitgaven die zijn aangegaan bij delegaties van de Europese Unie buiten de Unie en delegaties bij internationale organisaties in de Unie:

 

aankoop, huur, leasing, onderhoud en reparatie van meubilair en uitrusting, met name audiovisuele apparatuur, uitrusting voor archieven, reprografische diensten, bibliotheken en tolkendiensten, en gespecialiseerde kantooruitrusting (fotokopieerapparaten, aflees- en reproductieapparaten, faxtoestellen enz.), alsmede de aanschaf van documentatie en benodigdheden in verband met genoemde uitrusting;

 

aanschaf, onderhoud en reparatie van technisch materieel zoals generatoren en airconditioningapparatuur, en de kosten voor de installatie en de uitrusting van het bij de delegaties geplaatste materieel voor sociale doeleinden;

 

aankoop, vervanging, huur, leasing, onderhoud en reparatie van voertuigen, met inbegrip van de uitrusting daarvan;

 

de verzekeringspremies voor de voertuigen;

 

de aankoop van boeken, documenten en andere niet-periodieke publicaties inclusief bijwerkingen daarvan, alsmede de kosten voor abonnementen op dagbladen, tijdschriften en diverse publicaties en voor het inbinden en conserveren van periodieke boekwerken;

 

de abonnementen op persbureaus;

 

aankoop van papier, enveloppen, kantoorbehoeften en benodigdheden voor de reprografische diensten, en uitbesteding van drukwerk;

 

kosten van vervoer en inklaring van materieel, aankoop en reiniging van uniformen voor bodes, chauffeurs enz., diverse verzekeringen (met name burgerrechtelijke aansprakelijkheid, diefstal enz.), kosten in verband met interne vergaderingen (verfrissingen, maaltijden die bij bijzondere gelegenheden worden verstrekt);

 

kosten van studies, enquêtes en raadplegingen in het kader van de administratieve werking van de delegaties, alsmede van alle andere huishoudelijke uitgaven waarin niet in het bijzonder is voorzien in de andere posten van dit artikel;

 

frankeringskosten voor correspondentie, verslagen en publicaties evenals de verzendkosten van postpakketten en andere colli per vliegtuig, over de weg, per boot of per spoor;

 

kosten van de diplomatieke koffer;

 

meubilair en uitrusting voor de ter beschikking van de ambtenaren gestelde woningen;

 

aankoop, huur of leasing van informatica-apparatuur, met name computers, terminals, microcomputers, randapparatuur en aansluitingsapparatuur, en van de voor de functionering daarvan benodigde programmatuur;

 

de aan derden toevertrouwde werkzaamheden, met name in verband met de ontwikkeling, het onderhoud en de ondersteuning van de computersystemen in de delegaties;

 

aankoop, huur of huurkoop van apparatuur voor de weergave van informatie op papier, zoals printers en scanners;

 

aankoop, huur of huurkoop van telefooncentrales en -verdeelsystemen, van apparatuur voor gegevenstransmissie en van de voor de functionering daarvan benodigde programmatuur;

 

abonnementskosten, kosten van gesprekken via kabel of radioverbinding (telefoon, telegraaf, telex, fax), kosten van netwerken voor gegevenstransmissie en van telematicadiensten enz., alsmede kosten van de aankoop van abonneelijsten;

 

installatie, configuratie, onderhoud, ondersteuning, bijstand, documentatie en benodigdheden in verband met deze apparatuur;

 

uitgaven voor actieve veiligheid in de delegaties in noodgevallen;

 

alle financiële kosten, met name bankkosten;

 

bij gelden ter goede rekening, voor aanpassingen in gevallen waarin de ordonnateur alle naar omstandigheden dienstige maatregelen heeft getroffen en de regularisatie-uitgaven onmogelijk ten laste van een ander specifiek begrotingsonderdeel kunnen worden gebracht;

 

aanpassingen bij situaties waarin een vordering geheel of gedeeltelijk oninbaar moet worden verklaard, terwijl zij reeds als ontvangst was geboekt (met name in geval van verrekening met een schuld);

 

aanpassingen in gevallen waarbij de btw niet is teruggevorderd en de uitgave niet meer ten laste kan worden gebracht van het begrotingsonderdeel waaruit de oorspronkelijke uitgave is gedaan;

 

eventueel daarmee verband houdende rente, voor zover deze niet ten laste van een ander specifiek begrotingsonderdeel kan worden gebracht.

Daarnaast kan onder deze post eventueel een krediet worden opgenomen ter dekking van de verliezen als gevolg van de opheffing of de beëindiging van de activiteiten van een bank waarbij de Commissie een rekening aanhoudt voor het beheer van gelden ter goede rekening.

Onder deze post kunnen kosten worden gefinancierd die delegaties hebben gemaakt in het kader van de lokale samenwerking met lidstaten, met name bij een crisis.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Besluit 2010/427/EU van de Raad van 26 juli 2010 tot vaststelling van de organisatie en werking van de Europese Dienst voor extern optreden (PB L 201 van 3.8.2010, blz. 30), met name artikel 5, lid 10.

3 0 0 5

Bijdrage van de Commissie voor delegaties

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

p.m.

p.m.

 

Toelichting

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement kunnen eventuele ontvangsten van de Commissie of uit het Europees Ontwikkelingsfonds (EOF) die bijdragen tot de in de delegaties gemaakte kosten die voortvloeien uit de aanwezigheid van personeelsleden van de Commissie in de delegaties aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten.

Dit krediet dient ter dekking van de volgende uitgaven die zijn aangegaan voor het personeel van de Commissie en door het EOF gefinancierd personeel bij delegaties van de Europese Unie buiten de Unie en delegaties bij internationale organisaties in de Unie:

 

salarissen en salarisgerelateerde uitgaven van lokaal personeel (en uitzendkrachten);

 

het aandeel in de uitgaven die vallen onder de posten 3 0 0 0 (Salaris en andere rechten voor statutaire personeelsleden), 3 0 0 1 (Extern personeel en externe dienstverlening), 3 0 0 2 ( Andere personeelsuitgaven), 3 0 0 3 (Gebouwen en bijbehorende kosten) en 3 0 0 4 (Andere administratieve uitgaven) voor deze personeelsleden.

Daarnaast kan deze toewijzing worden gebruikt voor andere uitgaven, bijvoorbeeld voor activiteiten met betrekking tot media en informatie, die worden uitgevoerd op basis van dienstverleningsovereenkomsten met andere instellingen.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

TITEL 10

OVERIGE UITGAVEN

 

Artikel

Post

Rubriek

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

% 2014-2016

 

HOOFDSTUK 10 0

p.m.

p.m.

   
 

HOOFDSTUK 10 0 — TOTAAL

p.m.

p.m.

   
 

HOOFDSTUK 10 1

p.m.

p.m.

   
 

HOOFDSTUK 10 1 — TOTAAL

p.m.

p.m.

   
 

Titel 10 — Totaal

p.m.

p.m.

   
 

TOTAAL-GENERAAL

633 628 000

602 836 886

512 435 149,24

80,87

HOOFDSTUK 10 0 —

VOORZIENINGEN

 

HOOFDSTUK 10 1 —

RESERVE VOOR ONVOORZIENE UITGAVEN

HOOFDSTUK 10 0 —   VOORZIENINGEN

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

p.m.

p.m.

 

Toelichting

In dit hoofdstuk zijn voorzieningen opgenomen die slechts mogen worden gebruikt na overschrijving naar andere hoofdstukken overeenkomstig het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

HOOFDSTUK 10 1 —   RESERVE VOOR ONVOORZIENE UITGAVEN

 

Kredieten 2016

Kredieten 2015

Uitvoering 2014

p.m.

p.m.

 

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van niet te voorziene uitgaven, voortkomend uit tijdens het begrotingsjaar genomen begrotingsbesluiten.

PERSONEEL

Afdeling X — Europese Dienst voor extern optreden

 

Functiegroep en rang

2016

2015

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

AD 16

7

 

7

 

AD 15

27

 

29

 

AD 14

119

 

119

 

AD 13

198

 

198

 

AD 12

183

 

183

 

AD 11

69

 

69

 

AD 10

70

 

70

 

AD 9

85

 

83

 

AD 8

68

 

44

 

AD 7

73

 

76

 

AD 6

34

 

42

 

AD 5

25

 

44

 

Totaal AD

958

 

964

 

AST 11

31

 

31

 

AST 10

27

 

27

 

AST 9

60

 

62

 

AST 8

57

1

57

1

AST 7

96

 

92

 

AST 6

84

 

84

 

AST 5

102

 

102

 

AST 4

66

 

59

 

AST 3

58

 

58

 

AST 2

47

 

58

 

AST 1

21

 

30

 

Totaal AST

649

1

660

1

AST/SC 6

       

AST/SC 5

       

AST/SC 4

       

AST/SC 3

       

AST/SC 2

10

 

10

 

AST/SC 1

10

 

10

 

Totaal AST/SC

20

     

Totaal-generaal

1 627

1

1 644

1

Totaal personeel

1 628

1 645

 

  • (1) 
    De cijfers in deze kolom komen overeen met die van de begroting 2015 (PB L 69 van 13.3.2015, blz. 1) plus met die van gewijzigde begroting nrs. 1 tot en met 8/2015.
  • (2) 
    Artikel 310, lid 1, derde alinea, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie bepaalt dat de ontvangsten en uitgaven van de begroting in evenwicht moeten zijn.
  • (3) 
    De cijfers in deze kolom komen overeen met die van de begroting 2015 (PB L 69 van 13.3.2015, blz. 1) plus met die van gewijzigde begroting nrs. 1 tot en met 8/2015.
  • (4) 
    De eigen middelen voor de begroting 2016 worden bepaald op grond van de begrotingsprognoses aangenomen op de 163e vergadering van het Raadgevend Comité voor de eigen middelen op 19 mei 2015.
  • (5) 
    Artikel 310, lid 1, derde alinea, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie bepaalt dat de ontvangsten en uitgaven van de begroting in evenwicht moeten zijn.
  • (6) 
    De betrokken grondslag is niet hoger dan 50 % van het bni.
  • (7) 
    Berekening van het percentage: (104 865 810 535) / (146 984 591 507) = 0,713447644136262.
  • (8) 
    Afgeronde percentages.
  • (9) 
    Het bedrag van de met de uitbreiding verband houdende uitgaven komt overeen met de totale toegewezen uitgaven in 13 lidstaten (die tot de Unie zijn toegetreden na 30 april 2004), uitgezonderd de rechtstreekse betalingen en de marktgerelateerde uitgaven in de landbouw en het uit het EOGFL, afdeling Garantie, afkomstige gedeelte van de uitgaven voor plattelandsontwikkeling.
  • Het „voordeel voor het Verenigd Koninkrijk” stemt overeen met de gevolgen voor het Verenigd Koninkrijk van de overschakeling naar afgetopte btw en de introductie van op het bnp/bni gebaseerde eigen middelen.
  • Deze uitzonderlijke meevallers komen overeen met het nettovoordeel dat het Verenigd Koninkrijk ondervindt van de verhoging — van 10 naar 25 % sinds 1 januari 2001 — van het percentage van de traditionele eigen middelen dat de lidstaten als inningskosten inhouden.
  • p.m. (eigen middelen + overige ontvangsten = totale ontvangsten = totale uitgaven); (142 268 594 111 + 1 616 701 373 = 143 885 295 484 = 143 885 295 484).
  • Totaal van de eigen middelen als percentage van het bni: (142 268 594 111) / (14 698 459 150 700) = 0,97 %; maximum van de eigen middelen als percentage bni: 1,23 %.
  • De cijfers in deze kolom komen overeen met die van de begroting 2015 (PB L 69 van 13.3.2015,blz. 1) plus met die van gewijzigde begroting nr. 1/2015 tot en met 8/2015.
  • De cijfers in deze kolom komen overeen met die van de begroting 2015 (PB L 69 van 13.3.2015,blz. 1) plus met die van gewijzigde begroting nr. 1/2015 tot en met 8/2015.
  • Boekwaarde opgenomen in de balans van 31 december 2014 (tenzij anders vermeld).
  • Deze kredieten geven de gecumuleerde bedragen aan die zijn opgenomen in posten 2 0 0 0 (huur), 2 0 0 1 (erfpacht) en 2 0 0 3 (verwerving van onroerend goed).
  • De bijdrage van de Commissie voor de delegaties van de Unie.
  • Deze kredieten dienen ter dekking van de huur van de gebouwen gefinancierd uit post 10 01 05 03 „Overige beheersuitgaven voor onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020”.
  • Boekwaarde die op 31 december 2014 in de financiële overzichten was ingeschreven voor de gerenoveerde gebouwen „A”, „B” en „C” en het gebouwencomplex van het nieuwe Paleis (oude gerenoveerde Paleis, ring, twee torens en galerij die de verschillende gebouwen met elkaar verbindt), met betrekking waartoe huurkoopovereenkomsten zijn gesloten.
  • Boekwaarde op 1 juni 2014. De gebouwen van de delegaties van de Unie zijn overgedragen aan de Europese Dienst voor extern optreden op 1 januari 2011.
  • Met inbegrip van de overgedragen bedragen uit afdeling III „Commissie” als gevolg van de budgettaire procedure 2015. Vanaf 2015 zijn kredieten voor de huur en de oprichting/verwerving van de gebouwen van de delegaties volledig opgenomen in afdeling X.
  • Boekwaarde opgenomen in de balans van 31 december 2014 (tenzij anders vermeld).
  • Langdurige leaseovereenkomst met koopoptie.
  • Langdurige leaseovereenkomst met koopoptie (ex Maria van Boergondië).
  • Langdurige leaseovereenkomst met koopoptie (in een deel waarvan het OLAF is gehuisvest).
  • Langdurige leaseovereenkomst/huurkoop.
  • Langdurige leaseovereenkomst.
  • Boekwaarde op 31 december 2015. De gebouwen van de delegaties van de Unie zijn overgedragen aan de Europese Dienst voor extern optreden op 1 januari 2011.
  • Waarvan drie bevorderingen ad personam (drie van AD 14 naar AD 15), verleend in bijzondere gevallen aan verdienstelijke ambtenaren.
  • Virtuele reserve voor ambtenaren die in het belang van de dienst gedetacheerd zijn en niet zijn opgenomen in het algemeen totaal.
  • De interinstitutionele samenwerkingsovereenkomst tussen het Europees Parlement, het Comité van de Regio's en het Europees Economisch en Sociaal Comité, op 5 februari 2014 ondertekend, voorziet in de overplaatsing van maximaal 80 nieuwe posten (60 AD en 20 AST) van deze Comités naar het Europees Parlement. Deze operatie vindt in stappen plaats, te beginnen in het najaar van 2014, en de reeds in 2014 gedane opname van de betreffende posten in het organigram van de posten van het Europees Parlement zal worden gecompenseerd door de afschaffing van een even groot aantal posten in de organigrammen van de twee Comités.
  • Virtuele reserve voor ambtenaren die in het belang van de dienst gedetacheerd zijn en niet zijn opgenomen in het algemeen totaal.
  • De interinstitutionele samenwerkingsovereenkomst tussen het Europees Parlement, het Comité van de Regio's en het Europees Economisch en Sociaal Comité, op 5 februari 2014 ondertekend, voorziet in de overplaatsing van maximaal 80 nieuwe posten (60 AD en 20 AST) van deze Comités naar het Europees Parlement. Deze operatie vindt in stappen plaats, te beginnen in het najaar van 2014, en de reeds in 2014 gedane opname van de betreffende posten in het organigram van de posten van het Europees Parlement zal worden gecompenseerd door de afschaffing van een even groot aantal posten in de organigrammen van de twee Comités.
  • Waarvan vier AD 16 ad personam.
  • Waarvan zeven AD 15 ad personam.
  • Waarvan vier AD 16 ad personam.
  • Waarvan zeven AD 15 ad personam.
  • .Deze benaming laat de standpunten over de status onverlet en is in overeenstemming met Resolutie 1244(1999) van de VN-Veiligheidsraad en het advies van het Internationaal Gerechtshof over de onafhankelijkheidsverklaring van Kosovo.
  • .Deze benaming laat de standpunten over de status onverlet en is in overeenstemming met Resolutie 1244(1999) van de VN-Veiligheidsraad en het advies van het Internationaal Gerechtshof over de onafhankelijkheidsverklaring van Kosovo.
  • Ten aanzien van de laatste zin werd in de uitvoerbaarheidsnota van de Commissie het volgende gezegd: „De toelichting bij de begroting dient geheel in overeenstemming te zijn met de bepalingen van de goedgekeurde rechtsgronden en het Financieel Reglement. Dit amendement wijzigt de wettelijke bepalingen van het GLB, in het bijzonder Verordening (EU) nr. 1307/2013 van het Europees Parlement en de Raad, en is daarom niet uitvoerbaar.”.
  • Deze benaming laat de standpunten over de status onverlet en is in overeenstemming met Resolutie 1244(1999) van de VN-Veiligheidsraad en het advies van het Internationaal Gerechtshof over de onafhankelijkheidsverklaring van Kosovo.
  • Deze benaming laat de standpunten over de status onverlet en is in overeenstemming met Resolutie 1244(1999) van de VN-Veiligheidsraad en het advies van het Internationaal Gerechtshof over de onafhankelijkheidsverklaring van Kosovo.
  • Deze benaming laat de standpunten over de status onverlet en is in overeenstemming met Resolutie 1244(1999) van de VN-Veiligheidsraad en het advies van het Internationaal Gerechtshof over de onafhankelijkheidsverklaring van Kosovo.
  • Deze benaming laat de standpunten over de status onverlet en is in overeenstemming met Resolutie 1244(1999) van de VN-Veiligheidsraad en het advies van het Internationaal Gerechtshof over de onafhankelijkheidsverklaring van Kosovo.
  • Zowel Mali als Niger zijn zogenaamde „countdownlanden”: in deze landen moet vooruitgang moet worden geboekt om de millenniumdoelstellingen tegen 2015 te kunnen verwezenlijken, in het bijzonder de millenniumdoelstellingen 4 en 5 (kindersterfte en moedersterfte).
  • Onder basiszorg verstaan we: zorg voor en vaccinatie en voeding van moeders en kinderen (met name acute ondervoeding van kinderen en moeders die borstvoeding geven), reproductieve gezondheidszorg (dringende verloskundige zorg, pre- en postnatale zorg, toegang tot gezinsplanningsmethoden, voorkomen van onveilige abortus enz.), toezicht op epidemieën en de behandeling van ziekten (met inbegrip van hiv/aids), medische zorg, vroegtijdige psychologische en klinische behandeling, met name van gendergerelateerd geweld (seksuele agressie, huwelijk op jonge leeftijd en gedwongen huwelijk, genitale verminking/besnijdenis van vrouwen enz.).
  • Sociale impact komt tot stand via solidariteit met kansarmen en uitgeslotenen, met jongeren en ouderen en met de toekomstige generaties (bijvoorbeeld door natuurlijke hulpbronnen efficiënt te gebruiken of emissies en afval te reduceren), via een betere levenskwaliteit voor iedereen door goederen te produceren en diensten te verlenen die aan collectieve behoeften voldoen en bijdragen aan de ontwikkeling van de gemeenschap en sociaal kapitaal, bijvoorbeeld door gezond en betaalbaar voedsel te produceren en te verdelen, of via een betere toegang tot en het aanbieden van onderwijs en levenslang leren.
  • Eva Deraedt, Social Enterprise: A Conceptual Framework, study for ILO by Hoger instituut voor de arbeid, Leuven, 2009.

Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's: Initiatief voor sociaal ondernemerschap — Bouwen aan een gezonde leefomgeving voor sociale ondernemingen in een kader van sociale economie en innovatie (COM(2011) 682).

  • Bijvoorbeeld: The Reader 2010: „Social and Solidarity Economy: Building a Common Understanding”; International Training Centre of the International Labour Organization, 2010.
  • Deze benaming laat de standpunten over de status onverlet en is in overeenstemming met Resolutie 1244(1999) van de VN-Veiligheidsraad en het advies van het Internationaal Gerechtshof over de onafhankelijkheidsverklaring van Kosovo.
  • Deze benaming laat de standpunten over de status onverlet en is in overeenstemming met Resolutie 1244(1999) van de VN-Veiligheidsraad en het advies van het Internationaal Gerechtshof over de onafhankelijkheidsverklaring van Kosovo.
  • Inclusief in de reserve opgenomen kredieten.
  • Op basis van 98,3 % van de kredieten ten gevolge van de gemengde EVA- / niet-EVA-aard van het begrotingsonderdeel ter voltooiing.
  • Jaarlijkse activiteit onder voorbehoud van overeenstemming inzake de deelname van de EVA-landen.
  • De deelname van Noorwegen ging met ingang van 2015 van start.
  • Op basis van 4,53 % van de kredieten ten gevolge van de gemengde EVA- / niet-EVA-aard van het begrotingsonderdeel ter voltooiing.
  • Deelname aan CEF — ICT en een overblijfsel van Marco Polo II alleen (5,09 % van de kredieten).
  • Onder voorbehoud van overeenstemming inzake de deelname van de EVA-landen.
  • Jaarlijkse activiteit onder voorbehoud van overeenstemming inzake de deelname van de EVA-landen.
  • Berekend op basis van deelneming van de EVA-landen ten bedrage van 75 % van de kredieten, overeenkomstig Protocol nr. 30 van de EER-overeenkomst.
  • Op basis van 73,21 % van de kredieten ten gevolge van de gemengde EVA- / niet-EVA-aard van het begrotingsonderdeel ter voltooiing.
  • De evenredigheidsfactoren die werden toegepast om de financiële bijdrage te berekenen, zijn gebaseerd op de onderstaande deelname per EER EVA land en per EU-programma:
 

Programma

Noorwegen

IJsland

Liechtenstein

Evenredigheidsfactor

Horizon 2020

Ja

Ja

Neen

2,73 %

Erasmus+

Ja

Ja

Ja

2,76 %

Cosme

Neen

Ja

Neen

0,09 %

Copernicus

Ja

Ja

Neen

2,73 %

Galileo

Ja

Neen

Neen

2,64 %

Derde Gezondheidsprogramma

Ja

Ja

Neen

2,73 %

Rechten, gelijkheid en burgerschap — Toezien op de bescherming van rechten en burgers meer zeggenschap geven

Neen

Ja

Neen

0,09 %

Rechten, gelijkheid en burgerschap — Bestrijding van discriminatie en bevordering van gelijkheid

Neen

Ja

Ja

0,12 %

Consumenten

Ja

Ja

Neen

2,73 %

Creatief Europa

Ja

Ja

Neen

2,73 %

Civiele bescherming

Ja

Ja

Neen

2,73 %

Connecting Europe Facility — ICT onderdeel

Ja

Ja

Neen

2,73 %

EaSI– EURES-pijler

Ja

Ja

Neen

2,73 %

EaSI– Progress-pijler

Ja

Ja

Neen

2,73 %

  • Betrokken begrotingsonderdelen: 02 04 02, 02 04 51, 06 03 03 01, 06 03 50, 08 01 06 03, 08 01 06 04, 08 02 01, 08 02 02, 08 02 03, 08 02 04, 08 02 50, 08 02 50 01, 08 03 50, 08 04 50, 09 01 05 01, 09 01 05 02, 09 01 05 03,09 04 01 01, 09 04 01 02, 09 04 02 01, 09 04 03 01, 09 04 03 02, 09 04 03 03, 09 04 07 31, 09 04 07 32, 09 04 50, 10 02 01, 10 02 50, 15 03 01 01, 15 03 50, 32 04 03 01 en 32 04 50.
  • Betrokken begrotingsonderdelen: 15 02 53, 15 02 51, 15 01 02 11, 15 01 04 01, 15 01 06 01, 15 02 01 01, 15 02 01 02, 15 02 02, 15 02 03, 19 05 20, 21 01 06 01, 21 02 20, 22 01 06 02 en 22 04 20. Alleen Turkije en de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië nemen deel aan het externe gedeelte van het Erasmus+-programma.
  • Betrokken begrotingsonderdelen: 09 01 04 02, 09 05 51, 09 05 01, 15 04 01, 15 04 02, 15 01 04 02, 15 01 06 02 en 15 01 02 11.
  • Betrokken begrotingsonderdelen: 08 03 01, 08 03 50 01, 08 04 01, 10 03 01 en 10 03 50.
  • Artikel 01 04 51 omvat ook de garantiefaciliteit voor het mkb in het kader van het programma voor concurrentievermogen en innovatie (CIP) (SMEG07) en het meerjarenprogramma voor ondernemingen en ondernemerschap, met name voor kleine en middelgrote ondernemingen (2001-2005).
  • Besluit nr. 1639/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 2006 tot vaststelling van een kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie (2007-2013) (PB L 310 van 9.11.2006, blz. 15).
  • Berekend op basis van gegevens van EIF-verslagen als „Actual Intermediary size/ GIF paid-in capital” (d.w.z. totale waarde van de onderliggende durfkapitaalfondsen, oftewel de totale geldsom geïnvesteerd in/beschikbaar gesteld voor eindbegunstigden, gedeeld door de Unie-bijdrage in die onderliggende durfkapitaalfondsen).
  • Dit bedrag is gebaseerd op de aanname dat de verdeling tussen de financiële instrumenten van COSME overeenkomstig het financieel memorandum 52 % voor de leninggarantiefaciliteit (LGF) en 48 % voor de eigenvermogensfaciliteit voor groei (EFG) bedraagt; deze verdeling kan overeenkomstig artikel 17 van Verordening (EU) nr. 1287/2013 worden gewijzigd.
  • Artikel 01 04 51 omvat ook a) afrondingsacties in verband met het meerjarenprogramma voor ondernemingen en ondernemerschap, met name voor kleine en middelgrote ondernemingen (2001-2005); b) het oude artikel 01 04 04 (in begrotingsnomenclatuur 2013) — Kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie — Programma voor ondernemerschap en innovatie.
  • Besluit nr. 1639/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 2006 tot vaststelling van een kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie (2007-2013) (PB L 310 van 9.11.2006, blz. 15).
  • Berekend als het totale leningvolume dat door de begunstigde kleine en middelgrote ondernemingen is ontvangen / EU-garantieplafond
  • Begrotingsvastleggingen van 23,6 miljoen EUR vermenigvuldigd met het voor EPMF-G beoogde hefboomeffect van 11,6.
  • Dit bedrag is gebaseerd op de aanname dat de verdeling tussen de financiële instrumenten van COSME overeenkomstig het financieel memorandum 52 % voor de leninggarantiefaciliteit (LGF) en 48 % voor de eigenvermogensfaciliteit voor groei (EFG) bedraagt; deze verdeling kan overeenkomstig artikel 17 van Verordening (EU) nr. 1287/2013 worden gewijzigd.
  • Het staat nog niet vast welke wijze van uitvoering voor de gefinancierde instrumenten wordt toegepast en hoe het ontwerp, de verwachte hefboom en de mede-investeringen hierdoor worden beïnvloed.
  • Dit instrument kan in de toekomst ook in samenwerking met andere entiteiten ten uitvoer worden gelegd.
  • In dit bedrag is de mogelijke herschikking van 3,3 miljard EUR in het kader van het EFSI niet meegeteld.
  • Begrotingsvastleggingen van 80 miljoen EUR vermenigvuldigd met het voor EPMF FCP-FIS beoogde hefboomeffect van 2,83.
  • Via een energieprestatiecontract (EPC) kunnen energieleveranciers zonder financieel risico te lopen initiële investeringen van overheden uitvoeren (bijvoorbeeld om de energieprestaties van overheidsgebouwen te verbeteren of zuinige straatverlichting aan te brengen).
  • Het Europees centrum voor PPP-deskundigheid (EPEC) is een gezamenlijk initiatief van de EIB, de Commissie, de lidstaten en de kandidaat-lidstaten. Het centrum draagt bij tot de versterking van de capaciteit van de leden uit de publieke sector om publiek-private partnerschappen aan te gaan.
  • Overeenkomstig artikel 53 van het Euratom-Verdrag omvat de personeelsformatie de volgende vaste ambten voor het Voorzieningsagentschap: één ad personam AD 15 voor de directeur-generaal van het Agentschap, twee AD 14 (waarvan één voor de adjunct-directeur-generaal van het Agentschap), drie AD 12, één AD 11, twee AD 10, één AST 10, twee AST 8, één AST 7, negen AST 6, één AST 5 en twee AST 3.
  • Volgens de personeelsformatie worden de volgende aanstellingen ad personam aanvaard: maximaal 25 AD 15 kunnen AD 16 worden; maximaal 21 AD 14 kunnen AD 15 worden; maximaal 13 AD 11 kunnen AD 14 worden en één AST 8 kan AST 10 worden.
  • Volgens de personeelsformatie worden de volgende aanstellingen ad personam aanvaard: twee AD 15 worden AD 16; één AD 14 wordt AD 15.
  • Waarvan 7 posten voor het secretariaat van het Comité van toezicht.
  • Waarvan vaste ambten bij de Europese Bestuursschool (EUSA): drie AD 12, één AD 11, twee AD 8, één AST 10, twee AST 9, één AST 8, één AST 7, één AST 5, één AST 4 en twee AST 3.
  • Met ingang van 1 juli 2016, Agentschap van de Europese Unie voor opleiding op het gebied van rechtshandhaving (Cepol).
  • Volgens de personeelsformatie worden de volgende aanstellingen ad personam aanvaard: gedetacheerde ambtenaren mogen een post in de personeelsformatie van het uitvoerend agentschap bezetten in een hogere rang indien deze hogere rang overeenkomt met hun eigen rang bij de Commissie. Deze uitzondering geldt enkel voor gedetacheerde ambtenaren.
  • Volgens de personeelsformatie worden de volgende aanstellingen ad personam aanvaard: een AD 14 wordt AD 15.
  • Volgens de personeelsformatie worden de volgende aanstellingen ad personam aanvaard: gedetacheerde ambtenaren mogen een post in de personeelsformatie van het uitvoerend agentschap bezetten in een hogere rang indien deze hogere rang overeenkomt met hun eigen rang bij de Commissie. Deze uitzondering geldt enkel voor gedetacheerde ambtenaren.
  • Volgens de personeelsformatie worden de volgende aanstellingen ad personam aanvaard: gedetacheerde ambtenaren mogen een post in de personeelsformatie van het uitvoerend agentschap bezetten in een hogere rang indien deze hogere rang overeenkomt met hun eigen rang bij de Commissie. Deze uitzondering geldt enkel voor gedetacheerde ambtenaren.
  • Waarvan 1 AD 15 ad personam.
  • Waarvan 1 AD 14 ad personam.
  • Thans is de instelling niet in staat om het aantal benodigde ambten nauwkeurig in te schatten.
  • Niet inbegrepen de reserve voor onvoorziene uitgaven, zonder toewijzing van kredieten, voor de detachering van ambtenaren bij de leden van het Hof van Justitie, het Gerecht of het Gerecht voor ambtenarenzaken (6 AD 12, 12 AD 11, 20 AD 10, 15 AD 7, 11 AST 6, 17 AST 5, 21 AST 4, 8 AST 3).
  • Halftijdse bezetting van bepaalde ambten .kan worden gecompenseerd door de aanstelling van andere personeelsleden tot een maximum van het aantal aldus vrijgekomen ambten per functiegroep.
  • Halftijdse bezetting van bepaalde ambten kan worden gecompenseerd door de aanstelling van andere personeelsleden, tot een maximum van het aantal aldus vrijgekomen ambten per categorie.
  • Voor de daadwerkelijke bezetting qua rang van de posten bij de kabinetten gelden dezelfde indelingscriteria als voor de ambtenaren in dienst getreden vóór 1 mei 2004.

(100)  Waarvan 1 AD 15 ad personam.

(101)  Waarvan 1 AD 14 ad personam.

(102)  Opwaardering voor 2015.

(103)  Schrapping van 9 ambten (2015).

(104)  Overplaatsing van 1 AST5 naar de Commissie (PMO) (2015).

(105)  Opwaardering voor 2016.

(106)  Omzetting van 9 posten (2016).

(107)  Schrapping van 9 ambten (2016).

(108)  Overplaatsing van 1 AST 11 naar de Commissie (PMO) (2016).

(109)  Exclusief de virtuele reserve zonder krediettoewijzing voor de naar de kabinetten gedetacheerde ambtenaren.

(110)  Cijfers zijn aan wijziging onderhevig in verband met het verwachte resultaat van de uitvoering van de samenwerkingsovereenkomst tussen het Comité van de Regio's en het Europees Parlement. Het definitieve resultaat zal zeer waarschijnlijk in april 2016 bekend zijn als de detacheringen zijn beëindigd.

(111)  Ambtenaren aan wie is voorgesteld om deel uit te maken van de taskforce en die tijdelijk zijn opgenomen in de personeelsformatie van de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming.

 

2.

Verwante dossiers

 
 

3.

Uitgebreide versie

Van deze pagina bestaat een uitgebreide versie met de juridische context.

De uitgebreide versie is beschikbaar voor betalende gebruikers van de EU Monitor van PDC Informatie Architectuur.

4.

EU Monitor

Met de EU Monitor volgt u alle Europese dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.

De EU Monitor is ook beschikbaar in het Engels.