Bundel 07: Het eerste raadgevend referendum
Op 1 juli 2015 trad de nieuwe referendumwetgeving in werking wat al snel werd opgevolgd met het eerste nationale referendum. Op 6 april 2016 kon Nederland naar de stembus voor het eerste nationale raadgevende referendum. Nederland mocht zicht uitspreken over de Associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en Oekraïne.
Naar aanleiding van het eerste raadgevende referendum in Nederland verscheen in 2016 deze bundel over het fenomeen referendum en over het associatieakkoord. Aalt Willem Heringa1, hoogleraars staats- en bestuursrecht in Maastricht, nam de eindredactie van dit zevende deel in de Montesquieu Reeks voor zijn rekening.
In de bundel wordt stil gestaan bij de staatsrechtelijke aspecten van referenda en eerdere referenda die over Europa werden gehouden, zoals het Franse en Nederlandse referendum in 2005 over het Grondwettelijk Verdrag. Ook het tussen het de Europese Unie en Oekraïne gesloten associatieakkoord komt aan de orde: waar gaan we als Nederlanders nu eigenlijk over stemmen? Hoe staan de kiezers en de politieke partijen erin? Wat betekent het akkoord voor Nederland en de andere lidstaten van de Europese Unie?
Titel |
Bundel 7: Het eerste raadgevend referendum |
---|---|
Redactie |
|
Auteurs |
Aalt Willem Heringa, Wytze van der Woude2, Jeroen Sprenger, Roman Petrov, Peter van Elsuwege, Wim Muller, Martin Rosema, Peter Kanne, Laurens Klein Kranenburg, Simon Otjes3 en Jos Engelkes |
Datum |
Februari 2016 |
Inhoudsopgave
Woord vooraf
Aalt Willem Heringa
Het eerste raadgevende referendum in Nederland
Aalt Willem Heringa
Nationale referenda over 'de EU'
Wytze van der Woude
Het EU-referendum van 2005
Jeroen Sprenger
What does the Association Agreement mean for Ukraine, 71 the EU and its Member States? A Legal appraisal
Roman Petrov en Peter van Elsuwege
Voorlopige toepassing van het Associatieverdrag tussen de EU en Oekraïne
Wim Muller
Het 'Oekraïne-referendum' in de ogen van de kiezers
Martin Rosema en Peter Kanne en Laurens Klein Kranenburg
Stabiliteit en welvaart ter discussie. De posities van Nederlandse politieke partijen over het associatieakkoord met Oekraïne
Simon Otjes
‘Een kostenefficiënt referendum’: de beschikbaarstelling 145 van maximaal 35 miljoen euro door het kabinet
Jos Engelkes
Slot
Aalt Willem Heringa
Het Montesquieu Instituut publiceert met regelmaat bundels rondom een bepaald thema. Een overzicht van alle verschenen bundels is te vinden op de pagina Montesquieu Reeks.
- 1.Prof. Aalt Willem Heringa (1955) is voorzitter van het Montesquieu Instituut. Hij is emiritus hoogleraar vergelijkend constitutioneel en administratief recht aan en daarnaast ook plaatsvervangend rechter. Prof. Heringa promoveerde op een proefschrift over sociale grondrechten en heeft een groot aantal publicaties op zijn naam staan over Europese, internationale en nationale constitutionele en staatsrechtelijke onderwerpen.
- 2.Wytze van der Woude (1976) is hoogleraar Recht decentrale overheden aan Rijksuniversiteit Groningen. Eerder was hij onder meer werkzaam bij de universiteit in Curaçao, op het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en bij Universiteit Utrecht. Hij promoveerde in 2011 op een proefschrift over financiële controle in het gemeenterecht.
- 3.Simon Otjes (1984) is sinds 2012 verbonden aan het DNPP als wetenschappelijk medewerker. Hij studeerde politieke wetenschap en filosofie van de sociale wetenschap aan de Universiteit Leiden en promoveerde in 2012 aan diezelfde universiteit op een proefschrift over nieuwe politieke partijen. Hij richt zijn onderzoek nu op Europese partijvorming. Simon Otjes werkte verder bij Bureau 'De Helling', het wetenschappelijk bureau van GroenLinks. Sinds 2021 is hij fellow bij het Montesquieu Instituut.