Algemeen Overleg Nederlandse bijdrage aan de strijd tegen ISIS

Met dank overgenomen van J.H. (Han) ten Broeke i, gepubliceerd op woensdag 10 februari 2016.

Op woensdag 10 februari wordt van 9.00 tot 13.00 uur een Algemeen Overleg gehouden over de Aanvullende artikel 100-brief Nederlandse bijdrage aan de strijd tegen ISIS. Het debat kunt u volgen via de livestream van de Thorbeckezaal of via NPO Politiek.

Inbreng Han ten Broeke (alleen het gesproken woord geldt)

Voorzitter,

Eindelijk.

Dat gevoel domineert in mijn fractie nu het kabinet eindelijk de strijd tegen ISIS voert waar die gevoerd moet worden: in Syrië. Een logische conclusie op een logische analyse. En besluit ook waarop de VVD, vanaf dag één van deze artikel 100-missie, aandringt. Niet omdat wij zo graag bombarderen, maar omdat de strijd tegen ISIS niet op één helft van het strijdtoneel gevoerd of gewonnen kan worden. Het gevecht tegen ISIS moet nu echt daar gevoerd worden waar zij het sterkst is: in Syrië. Want in Syrië bevinden zich de aanvoerlijnen, de munitiedepots en de trainingskampen en in Syrië draait de ISIS-oorlogseconomie die het kalifaat in leven houdt.

Voorzitter,

Deze uitbreiding komt geen seconde te laat. Zeker nadat de Russen sinds oktober vorig jaar profiteerden van de afwezigheid van de coalitie door voluit te bombarderen met enorm veel burgerdoden en vluchtelingenstromen tot gevolg. Onze afzijdigheid en de Russische assertiviteit hielpen een verliezende Assad weer terug in het zadel. Zo stevig dat hij nu, na 5 jaar burgeroorlog en meer dan een kwart miljoen doden, uitzicht heeft om de strijd definitief naar zich toe te trekken.

Laat 1 ding helder zijn: ook ik vind dat zelfs de kleinste kans op een politieke oplossing maximaal moet worden benut. De Mistura is ook onze geduldige held. Maar dit weekend hebben we kunnen zien hoe ook de derde poging in amper 2 jaar tijd om zelfs maar de meest minimale onderhandelingen (over een lokaal staakt het vuren of een enkel hulpkonvooi) door 1 partij als een dekmantel zijn misbruikt om een, misschien wel beslissend, militair voordeel te behalen. Duizenden vluchtelingen uit Aleppo staan daardoor op dit moment aan de verkeerde kant van een dichte Turkse grens, als slachtoffers en ook als getuigen van dit falen.

De harde les die hier getrokken moet worden is dat militaire feiten op de grond bepalen hoe het diplomatieke proces nu verloopt. Niet andersom. Dat is exact de reden waarom de militaire component zo centraal staat in de visie van de VVD-fractie. Niet omdat wij denken dat je ISIS kunt wegbombarderen, of haar perverse ideologie, maar wel om ISIS op zichzelf terug te werpen, haar een belangrijke eerste slag toe te brengen en de aantrekkingskracht van dit zogenaamde zuivere kalifaat te breken.

Voorzitter,

Ik ben ook trots. Enorm trots zelfs, om te mogen leven in een land dat bereid is om mee te strijden tegen het kwaad en tegelijkertijd helpt waar de humanitaire nood het hoogst is. Ook in het geval van Syrië behoort Nederland tot de grootste donoren, met meer dan 300 miljoen euro in de afgelopen 4 jaar. Maar deze humanitaire steun zou er ook moeten zijn los van de militairen. In de valse beeldspraak van de SP en de keus tussen "brood of bommen", ben ik blij dat we wederom 25 miljoen extra aan humanitaire steun geven en 4,2 miljoen aan militaire inzet met trainers. Wel is die 25 miljoen humanitaire hulp gefinancierd met een kasschuif uit toekomstige verdiensten. Kan de minister van Ontwikkelingssamenwerking daarop reageren?

Voorzitter,

Artikel 100 van onze Grondwet draagt de regering op, ons, de Kamer uitsluitend en alleen in te lichten over de inzet of het ter beschikking stellen van de krijgsmacht ter handhaving of bevordering van de internationale rechtsorde. En Voorzitter, de Nederlandse militairen gaan dit keer geen schooltjes bouwen. Maar wie de 23 pagina’s van deze artikel 100-brief tot zich neemt kan gemakkelijk een ander gevoel krijgen. Daarom wil ik terug naar de kern van deze missie: het breken van ISIS.

En het zijn Nederlandse militairen die het hart van deze missie vormen. En ik vraag aan de minister van Buitenlandse Zaken of hij dat, na vandaag, ook op zijn eigen website wil uitdragen. In de infographic “Nederlandse inzet voor Irak en Syrië” staat de militaire inzet van onze vliegers onder het kopje “overige” genoemd. Maar zij zijn het die met gevaar voor eigen leven pal staan voor onze waarden en onze veiligheid. Er mag geen misverstand bestaan over hoe reëel de gevaren zijn in deze missie.

De VVD wil dus dat we eerlijk zijn over wat we gaan doen en wij willen dat de Nederlandse inzet tegen ISIS zo effectief mogelijk is. Het opheffen van de caveat boven een deel van Syrië en de focus op aanvoerlijnen maakt onze inzet inderdaad veel effectiever. Maar wij herinneren ons nog goed dat beperkingen die werden opgelegd aan de F-16-vliegers in Masar-e-Sharif (missie Kunduz) tot ingrijpen van de Kamer leidde en tot enkele harde lessen door dit kabinet. Daarom wil de VVD-fractie vandaag boven elke twijfel verheven zien dat onnodige beperkingen ingebouwd worden die deze missie en onze militairen hinderen in hun opdracht, expliciet noch impliciet! Wij willen dus geen beperkingen anders dan die vanzelfsprekend, altijd en voor iedereen uit het humanitaire oorlogsrecht voortvloeien. Dat is wat de CdS ons tijdens de briefing heeft gemeld. Kan de minister hem dat hier kloek en helder nazeggen? Dit is voor mijn fractie cruciaal.

Kan de minister ook bevestigen dat olie-installaties, olie-konvooien of zelfs gelddepots, mits die militair relevant, en dus rechtstreeks zijn gericht op de ISIS-oorlogsmachine, en die ook als legale targets zijn aangemerkt, daarmee in Nederlandse ogen ook legitieme doelwitten zijn?

Voorzitter, dan nog drie andere vragen:

  • 1) 
    De trainers van de mobiele teams: Tot hoe ver aan het front gaan zij mee? Welke risico’s lopen zij? En kunnen zij ook worden ingezet als forward air controllers, als dat nodig is?
  • 2) 
    In de kabinetsbrief uit juni 2015 staat dat Nederland deze missie, afhankelijk van de behoefte en na politieke besluitvorming, weer van België kan overnemen. Mijn fractie gaat ervan uit dat dit voornemen nog altijd staat.
  • 3) 
    Het bewapenen van de Peshmerga. Gaat dit ook gebeuren? Over welke wapens gaat het en hoe worden die eigenlijk gefinancierd?

Voorzitter,

Ten slotte nog een punt dat ondergeschikt lijkt, dat ook zou moeten zijn, maar dat wel karakteristiek is voor deze art.100-brief. Het hoort daar eigenlijk helemaal niet in thuis, want het zou zomaar de militaire inzet kunnen overschaduwen of verhullen. En dat kan niet bedoeling van het kabinet zijn. Aan het einde van uw brief wordt melding gemaakt van een studenten-debatreeks, getiteld “Met twee Maten”, van een roadshow voor scholieren en een toneelproject, genaamd: “Jihad”. Activiteiten die, volgens het kabinet, gericht zijn op het kweken van begrip onder Nederlandse moslims voor dit kabinetsbesluit, dat volgens de regering “gevoelens van onrecht kan oproepen”.

Voorzitter, dit besluit veroorzaakt geen onrecht. Integendeel, het bestrijdt onrecht - dat zich aan onze buitengrenzen en in onze binnensteden manifesteert, moslimterreur, ISIS, ofwel het kalifaat van het kwaad. Omdat wij onze waarden; vrijheid, gelijkheid, broederschap nog altijd wensen te verdedigen.

Mag ik het kabinet de bescheiden suggestie doen om deze, ongetwijfeld goed bedoelde, activiteiten te schrappen en de daarvoor gereserveerde middelen over te hevelen naar thuisfrontdagen of veteranenzorg, zodat de vaandeldragers van onze waarden en de dragers van de zwaarste last van deze missie erkend worden; de militairen en hun familieleden.

Vanmiddag volgt vanaf 14.45 uur een plenair debat.

Zie ook:

Lijst van vragen en antwoorden over de aanvullende artikel 100-brief Nederlandse bijdrage aan de strijd tegen ISIS

Aanvullende artikel 100-brief Nederlandse bijdrage aan de strijd tegen ISIS