Algemeen Overleg Regeldruk/Administratieve lasten 13 januari 2016

Met dank overgenomen van L.A. (Leendert) de Lange i, gepubliceerd op woensdag 27 januari 2016, 2:31.

Spreektekst AO Regeldruk / Administratieve lasten,

13 januari 2016

Voorzitter,

Ik wil graag beginnen met een Kafkaiaans voorbeeld. Helaas blijkt dit de praktijk. De Opiumwet met de basis uit 1928 schrijft namelijk voor dat recepten met onuitwisbare inkt moeten zijn geschreven. Maar, voorzitter, dat is niet genoeg. De apotheker moet naast dit originele recept ook een digitaal recept ontvangen hebben met de volledige naam en handtekening van de arts. Afgelopen week ben ik op werkbezoek geweest bij een apotheek in het Westland. Uit de praktijk blijk dat slechts 5% van de patiënten een origineel recept mee krijgt van de huisarts. Dit is ook niet vreemd omdat de huidige richtlijn voorschrijft dat recepten digitaal verzonden moeten worden naar de apotheek. Toch schrijft de regelgeving voor dat er een dubbele administratie moet worden bijgehouden en die de IGZ controleert. Helaas is de wetgeving nog niet aangepast aan de huidige digitale praktijk.

Is de minister bereid om verouderde werkwijzen aan te passen aan de huidige tijdsgeest? Vanzelfsprekend blijft van belang dat er een ordelijke registratie moet zijn van uitgifte van opiaten.

Is de minister bereid met de sector te kijken of er nog meer verouderde werkwijzen zijn die kunnen worden gemoderniseerd? En met de IGZ in overleg te gaan over hoe er in de tussentijd wordt omgegaan met de handhavingspraktijk?

Zoals uit gisteren verschenen onderzoeken van KPMG in opdracht van de NVZ en het ministerie van VWS blijkt dat het goed is om te spreken over administratieve last. Enerzijds wordt er steeds meer controle gevraagd wat vervat wordt in regels, anderzijds willen we dat zorgverleners vooral met de zorg voor de patiënt bezig zijn. Dit is een paradox. Bij een goede balans tussen beiden is het daarom van belang dat we inzetten op twee uitgangspunten: de kwaliteit van de zorg hoog houden, maar ook de bureaucratie zoveel mogelijk beperken. Met als doel dat er juist ruimte is voor registraties die ertoe leiden dat de kwaliteit van de zorg beter wordt. Voorbeelden als Meetbaar Beter en de DICA registratie tonen aan dat er echt kwaliteitswinst valt te behalen. Kwaliteitsprojecten hoeven eigenlijk maar aan een paar voorwaarden te voldoen: meten van uitkomsten, patiëntgericht, arts gedreven, volledig transparant en aan de hand van een beperkte dataset. Kan de minister aangeven hoe zij hiertegen aankijkt?

De gezamenlijke aanpak van de ervaren regeldruk heeft bij de huisartsen succesvol geleid tot het afschaffen van overbodige regels waarvan het doel achterhaald is. Deze aanpak wordt verbreed naar andere eerstelijnssectoren. Kan deze minister aangeven welke andere sectoren dat zijn? Gaat de minister eenzelfde aanpak voeren bij de tweedelijn?

In de Kamerbrief (‘Merkbaar minder regeldruk’ (d.d. 2/7/2015)) schrijft de minister dat zij ‘de regeldruk in de zorg merkbaar minder wil maken’. Erkent de minister het verband tussen toezichtsdruk bij zorgverzekeraars en regeldruk voor zorgverleners en hoe staat de minister tegenover het idee om Actal hier (aanvullend) onderzoek naar te laten doen? Is de minister bereid deze onderzoeksresultaten mee te nemen in het ontplooien van vernieuwende initiatieven om de regeldruk te verminderen? Is de minister bereid om in overleg met toezichthouders en zorgverzekeraars de gevolgen van ‘dubbel toezicht’ te bespreken?

Van een aantal begrippen zijn geen eenduidige interpretaties voor handen, zoals bijvoorbeeld het begrip ‘medische noodzaak’. Hoe kan de minister faciliteren dat er eenduidige interpretaties en toepassingen van begrippen worden gebruikt door zorgverleners en -verzekeraars?

Zoals is gedaan bij het initiatief rondom de nationale kernset patiëntproblemen door de nationale beroepsvereniging zorgprofessionals.

Hoe kan de minister faciliteren dat er gebruikt gemaakt wordt van eenduidige basisdatasets? Is de minister bereid om dat te doen?

Ten slotte vraag ik aandacht voor iets dat we zelf kunnen oplossen. In de brief van de agenda van de zorg wordt het goed beschreven: “Niet altijd is extra regelgeving gewenst om een probleem op te lossen.” Hierin kunnen we als kamer een nadrukkelijke rol spelen. De oplossing voor minder regels begint bij jezelf.