Grenzen open voor ‘dienstverleners’ vraagt stevige sociale waarborgen - Hoofdinhoud
ICT-ers uit India, of hartchirurgen uit de VS, of loodgieters uit Brazilië mogen alleen in de Europese Unie aan de slag als dat niet tot oneerlijke concurrentie leidt. Alleen als er voldoende waarborgen zijn dat bestaande sociale en arbeidsrechten geen gevaar lopen, kan Europa zijn grenzen openstellen voor ‘dienstverleners’ van buiten de EU.
Dit moet het glasheldere uitgangspunt zijn van de Europese Unie bij de onderhandelingen over dit zogeheten TISA-verdrag. Dat heeft het Europees Parlement in Straatsburg deze week bij stemming vastgelegd.
De Europese Commissie praat op dit moment met 22 landen over het makkelijker maken om diensten over de grens aan te bieden. Onder dienstverlening vallen uiteenlopende beroepen van ICT-ers tot management consultants, of van loodgieters tot elektriciens.
‘Diensten’ zijn geen klein bier, 68% van de werknemers in Europa werken in de dienstensector. De EU is zelfs een netto-exporteur van dienstverlening naar andere landen. De laatste internationale afspraken over diensten (het GATS verdrag) stammen uit de jaren negentig, dus van voor de digitalisering van de economie. Deze vooruitgang als gevolg van onder meer internet vraagt om moderne regels en afspraken die deze globalisering in goede en eerlijke banen leiden.
Gezien deze grote economische belangen moeten we oog hebben voor de schaduwzijde van deze mogelijke dienstendeal. Een liberaliseringsslag met minder regels mag niet leiden tot sociale dumping, aantasting van de publieke dienstverlening of een beperking van landen in hun democratische recht om regels te maken.
Na de Poolse loodgieter die in Nederland kon komen werken dankzij de Europese dienstenrichtlijn, zitten we nu niet te wachten op een Indiase ICT-er die tegen een Indiaas loon in Nederland komt werken. Daarom zette het Europees Parlement zijn bezwaren en eisen op een rij om te zorgen, dat er rechtvaardig en sociaal verantwoord TISA-verdrag komt.
Europarlementariër en lid van de handelscommissie van het Europees Parlement Agnes Jongerius: ‘Het TISA-verdrag gaat onder andere over werknemers die tijdelijk naar Europa komen om hier te werken. Daardoor ligt het gevaar van sociale dumping op de loer. We eisen daarom harde waarborgen voor gelijk loon, voor gelijk werk op dezelfde plek en afspraken in TISA, die het ondergraven van CAO’s en het stakingsrecht voorkomen. Het Europees Parlement eist dat afspraken om dienstverlening over de grens makkelijker te maken, niets af kunnen doen aan de sociale wetten en arbeidsrechten, die we in Europa kennen.’
‘Dit dienstenverdrag is een kans om de wereldstandaard te zetten voor internationale dienstverlening en moet erop gericht zijn dat alle landen, ook ontwikkelingslanden zich erbij aansluiten. Regeringen moeten hierbij de vrijheid behouden om regels te stellen aan de dienstensector. Van een standstill-clausule in het verdrag, waardoor nieuwe verdergaande regels worden verboden, kan dan ook geen sprake zijn. Ook is het belangrijk dat publieke diensten buiten het verdrag worden gehouden en het ook mogelijk moet zijn om de privatisering van diensten terug te draaien,’ aldus Jongerius.
Het signaal dat het Europees Parlement afgeeft aan de onderhandelaars van de Europese Commissie is kraakhelder. Er is alleen steun voor internationale afspraken over diensten, als die rechtvaardig zijn en rekening houden met alle sociale aspecten. Het verdrag mag onder geen beding tot oneerlijke concurrentie op de arbeidsmarkt leiden.