Staken der stemmen
Als de stemuitslag bij een hoofdelijke stemming onbeslist is, volgt als regel in een volgende vergadering een nieuwe stemming. Dat gebeurt alleen niet als de vergadering voltallig was. Als bij een tweede stemming de stemmen opnieuw staken, is het voorstel verworpen. In de Eerste Kamer1 kunnen de stemmen alleen staken in een onvoltallige vergadering, aangezien die Kamer een oneven aantal leden heeft (75).
Het staken der stemmen is in de Tweede Kamer2 veel vaker voorgekomen dan in de Eerste Kamer. Dat komt vooral omdat in de Tweede Kamer veel meer stemmingen plaatsvinden (over onder meer amendementen3 en moties4).
'Staken der stemmen' kan alleen bij een hoofdelijke stemming. Als bij een stemming bij handopsteken de uitslag onduidelijk is, stelt de Voorzitter alsnog een hoofdelijke stemming voor (overigens kan ieder lid dat verzoeken). Onduidelijkheid kan alleen ontstaan als bij de fractiegewijze stemming één of meer fracties afwezig of verdeeld zijn. In de praktijk volgt ook bij een fictieve uitslag van 75 tegen 75 een hoofdelijke stemming.
Voorbeelden herstemmingen Tweede Kamer
Op 5 juli 1962 stemde de Tweede Kamer opnieuw over een amendement-Vermeer op de Wet op het voortgezet onderwijs. Het amendement werd toen met 65 tegen 63 stemmen aangenomen. De Tweede Kamer verwierp daarentegen op 13 maart 1973 in een herstemming met 66 tegen 64 stemmen een amendement-De Brauw op de begroting van Verkeer en Waterstaat voor 1973.
Op 11 april en 23 april 2002 eindigde een motie-Hoekema/Koenders tweemaal onbeslist (resp. 66-66 en 74-74). De motie was derhalve verworpen. De motie ging over door de EU te nemen maatregelen ter ondersteuning van een VN-resolutie om het militaire conflict in Palestina te beëindigen.
Op 23 april 2002 werd eveneens in een herstemming verworpen een motie-Van Gent/Van 't Riet over een prikkel tot goed onderhoud van huurwoningen, omdat de stemmen opnieuw staakten (74-74).
Op 4 april 2006 werd een motie-Irrgang over een beloningscode voor energiebedrijven die voor meer dan helft in handen zijn van publieke aandeelhouders in een herstemming verworpen, omdat de stemmen opnieuw staakten (69-69).
Op 13 juni 2006 werd een motie-Depla over het 'nee, tenzij-principe' bij fusies van woningcorporaties aangenomen, nadat op 6 juni de stemmen staakten.
Op 4 november 2014 staakten de stemmen over een motie-Dik-Faber/Klaver twee keer. In deze motie werd de regering verzocht om er bij de varkens- en pluimveehouderijen op aan te dringen de doelstelling van 100% verantwoorde soja op korte termijn te halen. Het voorstel werd niet verworpen omdat de indieners besloten de motie aan te houden. Uiteindelijk is de motie vervallen.
Op 14 december 2016 werd een motie-Agnes Mulder over behoud van werkgelegenheid bij de combinatie van ECN en TNO in Petten aangenomen, nadat de stemmen de dag daarvoor hadden gestaakt (70-70).
Op 27 februari 2024 nam de Tweede Kamer een motie-Eerdmans aan over de gewenste coalitiesamenstelling, nadat in een eerdere vergadering de uitslag onbeslist was.
Voorbeelden herstemmingen Eerste Kamer
Op 23 december 1980 werd een wetsvoorstel om te overwegen de Grondwet te wijzigen ten aanzien van het voorzitterschap van de Verenigde Vergadering met 40 tegen 24 stemmen verworpen. Een eerdere stemming op 16 december was onbeslist geëindigd (35-35). De VVD-fractie veranderde van stemgedrag, omdat het wetsvoorstel bij de tweede lezing toch kansloos zou zijn.
De Eerste Kamer verwierp op 13 maart 2001 in een tweede stemming met 40 tegen 33 stemmen een wetsvoorstel over opzegging van een verdrag over de wekelijkse rusttijd in de handel en op kantoren. Op 20 februari eindigde de stemming met 37 voor en 37 tegen onbeslist. De fractie van D66 veranderde van stemgedrag. Woordvoerder Ruud Hessing5 verklaarde dat zijn fractie op 20 februari eigenlijk ook al tegen was. Het kabinet had eerder verzuimd de opzegging van het verdrag tijdig te melden.
Op 6 december 2011 werd een motie-Postema over een evenwichtiger verdeling van de koopkrachtdaling als gevolg van de bezuinigingsmaatregelen verworpen, nadat de stemmen op 29 november staakten.
Meer over
- 1.De Eerste Kamer is deel van de volksvertegenwoordiging en heeft met name een rol op wetgevend gebied. Over een wetsvoorstel moet, als de Tweede Kamer het heeft aangenomen, ook door de Eerste Kamer worden gestemd. De Eerste Kamer kan een wetsvoorstel nog tegenhouden.
- 2.De Tweede Kamer is deel van de volksvertegenwoordiging. Zij speelt een belangrijke rol bij de totstandkoming van wetten, controleert de regering en beslist over de vraag of een kabinet (of bewindspersoon) genoeg vertrouwen heeft.
- 3.De Tweede Kamer heeft sinds de Grondwetsherziening van 1848 het recht van amendement, dat wil zeggen de mogelijkheid wijzigingen (verbeteringen) aan te brengen in een voorliggend wetsvoorstel. Ieder Kamerlid heeft het recht amendementen in te dienen. Een amendement kan worden ingediend zodra een wetsvoorstel in handen van een commissie is gesteld tot aan het moment dat het voorstel wordt aangenomen of verworpen.
- 4.Moties zijn uitspraken van de Tweede of Eerste Kamer, die door één of meer Kamerleden worden voorgesteld. Een motie wordt vaak gebruikt om een conclusie van een debat of een actiepunt voor een minister (of staatssecretaris) vast te leggen. Moties komen veel voor bij de bespreking van regeringsnota's en -notities in de Tweede Kamer.
- 5.Degelijke jurist en bestuurder die twee periodes voor D66 in de Eerste Kamer zat. Had daarvoor een loopbaan doorlopen bij de rechtelijke macht, de provincie Noord-Brabant en als adviseur van de burgemeester van Utrecht over politieaangelegenheden. Was tijdens zijn eerste periode als senator tevens hoofd openbare orde en veiligheid van de gemeente Rotterdam en tijdens zijn tweede topambtenaar van de gemeente Middelburg. In de Eerste Kamer hield hij zich bezig met volksgezondheid, welzijn, volkshuisvesting, landbouw, Antilliaanse Zaken en milieu. Was na dat lidmaatschap drie jaar wethouder van Leiden.
- 6.De Eerste Kamer kan via een stemming een besluit nemen. Aan het einde van de openbare behandeling, nadat het debat over een (wets)voorstel afgerond is, stelt de voorzitter voor tot stemming over te gaan.
- 7.De Tweede Kamer neemt besluiten door na discussie over een onderwerp te stemmen. Bij het stemmen velt iedere volksvertegenwoordiger op basis van eigen inzicht en overtuiging een oordeel. Wel bepalen fracties als regel een lijn over de vraag of zij voor of tegen stemmen. Dat heet fractiediscipline.