Verordening 2015/2313 - Toewijzing van vangstmogelijkheden in het kader van het Protocol voor de tenuitvoerlegging van de partnerschapsovereenkomst inzake duurzame visserij met Liberia - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
Inhoudsopgave
officiële titel
Verordening (EU) 2015/2313 van de Raad van 30 november 2015 betreffende de toewijzing van vangstmogelijkheden in het kader van het Protocol voor de tenuitvoerlegging van de Partnerschapsovereenkomst inzake duurzame visserij tussen de Europese Unie en de Republiek Liberiaofficiële Engelstalige titel
Council Regulation (EU) 2015/2313 of 30 November 2015 concerning the allocation of fishing opportunities under the Implementation Protocol to the Sustainable Fisheries Partnership Agreement between the European Union and the Republic of LiberiaRechtsinstrument | Verordening |
---|---|
Wetgevingsnummer | Verordening 2015/2313 |
Origineel voorstel | COM(2015)465 |
Celex-nummer i | 32015R2313 |
Document | 30-11-2015; Datum goedkeuring |
---|---|
Bekendmaking in Publicatieblad | 12-12-2015; PB L 328 p. 44-45 |
Inwerkingtreding | 01-01-1001; Toepassing zie art 2 en 22015A1212(01) 15-12-2015; in werking datum publicatie +3 zie art 2 |
Einde geldigheid | 31-12-9999 |
12.12.2015 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 328/44 |
VERORDENING (EU) 2015/2313 VAN DE RAAD
van 30 november 2015
betreffende de toewijzing van vangstmogelijkheden in het kader van het Protocol voor de tenuitvoerlegging van de Partnerschapsovereenkomst inzake duurzame visserij tussen de Europese Unie en de Republiek Liberia
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 43, lid 3,
Gezien het voorstel van de Europese Commissie,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Op 5 juni 2015 hebben de Europese Unie en de Republiek Liberia een Partnerschapsovereenkomst inzake duurzame visserij (hierna „de overeenkomst” genoemd) en een protocol voor de tenuitvoerlegging daarvan geparafeerd (hierna „het protocol” genoemd), waarbij aan Unievaartuigen vangstmogelijkheden worden toegekend in de wateren waarover de Republiek Liberia de soevereiniteit of de jurisdictie voor visserijaangelegenheden heeft. |
(2) |
Op 30 november 2015 heeft de Raad Besluit (EU) 2015/2312 (1) vastgesteld betreffende de ondertekening en de voorlopige toepassing van de overeenkomst en het protocol. |
(3) |
De methode voor de verdeling van de vangstmogelijkheden over de lidstaten moet worden vastgesteld, zowel voor de periode van de voorlopige toepassing als voor de volledige looptijd van het protocol. |
(4) |
Als blijkt dat de vangstmogelijkheden die krachtens het protocol aan de Unie zijn toegewezen, niet volledig worden benut, dan moet de Commissie de betrokken lidstaten daarvan in kennis stellen, overeenkomstig artikel 10, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1006/2008 van de Raad (2). Indien binnen een door de Raad te bepalen termijn niet wordt geantwoord, wordt dit beschouwd als een bevestiging dat de vaartuigen van de betrokken lidstaat hun vangstmogelijkheden in de gegeven periode niet volledig benutten. |
(5) |
Overeenkomstig artikel 12 van het protocol moet het protocol vanaf de datum van ondertekening ervan voorlopig worden toegepast. Deze verordening moet derhalve vanaf de datum van ondertekening van het protocol worden toegepast, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
-
1.De vangstmogelijkheden die in het protocol voor de tenuitvoerlegging van de partnerschapsovereenkomst inzake duurzame visserij tussen de Europese Unie en de Republiek Liberia zijn vastgesteld, worden als volgt over de lidstaten verdeeld:
a) |
vaartuigen voor de tonijnvisserij met de zegen:
|
b) |
vaartuigen voor de visserij met de drijvende beug:
|
-
2.Verordening (EG) nr. 1006/2008 is van toepassing onverminderd de overeenkomst.
-
3.Als met de aanvragen voor vismachtigingen van de in lid 1 vermelde lidstaten niet alle in het protocol vastgestelde vangstmogelijkheden worden benut, neemt de Commissie overeenkomstig artikel 10 van Verordening (EG) nr. 1006/2008 vismachtigingsaanvragen van andere lidstaten in overweging.
-
4.De in artikel 10, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1006/2008 bedoelde termijn waarin de lidstaten moeten bevestigen dat zij niet volledig gebruikmaken van de vangstmogelijkheden die hun krachtens het protocol zijn toegewezen, bedraagt tien werkdagen vanaf de datum waarop de Commissie om deze informatie verzoekt.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Zij is van toepassing met ingang van de datum van ondertekening van het protocol.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 30 november 2015.
Voor de Raad
De voorzitter
É....
Lees meer
Deze wettekst is overgenomen van EUR-Lex.
Dit dossier wordt iedere nacht automatisch samengesteld op basis van bovenstaande dossiers. Hierbij is aan de technische programmering veel zorg besteed. Een garantie op de juistheid van de gebruikte bronnen en het samengestelde resultaat kan echter niet worden gegeven.
Van deze pagina bestaat een uitgebreide versie met de juridische context, de Europese rechtsgrond, een overzicht van verwante dossiers en de betrokken zaken van het Europees Hof van Justitie.
De uitgebreide versie is beschikbaar voor betalende gebruikers van de EU Monitor van PDC Informatie Architectuur.
Met de EU Monitor volgt u alle Europese dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.
De EU Monitor is ook beschikbaar in het Engels.